Programmabegroting 2008
2
INHOUDSOPGAVE PROGRAMMABEGROTING 2008 Inleiding…………………………………………………………………………….
5
Deel 1. Begroting 2008 in één oogopslag.……………………………............... 7 Deel 2. Programmaplan 2008-2011...........……………………………………… 17 Deel 3. Paragrafen………………………………………………………………… 183 Deel 4. Financiële begroting 2008………………………………………………. 227 Relaties tussen programma's, thema's en productgroepen in begroting 2008.. 303 Afkortingenlijst……………………………………………………………………...
307
3
4
Inleiding In maart 2007 hebben wij ons collegeprogramma 2007-2011 'Groningen, Sociaal en Slagvaardig!' gepresenteerd. In dat programma hebben wij onze beleidsvoornemens voor de periode 2007-2011 geschetst. In de Voorjaarsnota 2007 hebben wij vervolgens deze voornemens waar mogelijk en nodig in financiële zin vertaald. Uw Staten hebben bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2007 deze voorstellen afgewogen binnen het bestaande financiële kader en uiteindelijk in meerderheid overgenomen. De door u vastgestelde beleidskeuzes hebben wij per thema nu verder uitgewerkt in de Programmabegroting 2008. Deze Programmabegroting 2008 ligt nu voor u. De Productenbegroting 2008, zoals wij deze op 3 juli 2007 hebben vastgesteld, krijgt u als achtergrondinformatie bijgeleverd. Wij hebben bij het opstellen van deze Programmabegroting 2008 niet vooruitgelopen op de mogelijke uitkomsten van een eventueel deze zomer tussen het Rijk en de provincies te sluiten bestuursakkoord. Dat betekent voor nu een zeker voorbehoud ten aanzien van het in de Programmabegroting 2008 gepresenteerde financiële perspectief. In een dergelijk bestuursakkoord zullen vermoedelijk afspraken worden gemaakt over het al dan niet oormerken van een deel van de accressen van de uitkering uit het Provinciefonds en de nadere invulling van de taakstelling uit het regeerakkoord inzake het afromen van de provinciale vermogens. Zodra er een bestuursakkoord ligt zullen wij u nader informeren over de gemaakte afspraken en de consequenties die een en ander zal hebben voor de financiële positie van de provincie Groningen. Naar aanleiding van de ervaringen met de Programmabegroting 2007 en de Programmarekening 2006 zien wij nu geen aanleiding om op een breed front een verbeterslag door te voeren ten opzichte van de Programmabegroting 2007. Wij stellen voor verdere verbeteringen door te voeren in het traject dat met uw Staten is afgesproken om de komende 2 jaren alle programma's nog eens kritisch tegen het licht te houden. De Programmabegroting is in de huidige opzet onderverdeeld in een beleidsbegroting (deel 1 tot en met 3) en een financiële begroting (deel 4). Zie onderstaand schema. BEGROTING 2008 Programmabegroting 2008 inleiding deel 1. deel 2. deel 3. deel 4.
begroting 2008 in één oogopslag programmaplan 2008-2011 paragrafen financiële begroting 2008 a. financieel beleid 2008-2011 op hoofdlijnen b. overzicht baten en lasten (Programmabegroting) c. meerjarenramingen 2008-2011 per programma Bijlagen bij de Programmabegroting 2008 Productenbegroting 2008 productenbegroting per productgroep
Deel 1. Begroting in één oogopslag Het koersverhaal is vanaf vorig jaar gekoppeld aan de Voorjaarsnota. Daarom treft u in dit deel een korte financiële samenvatting van de begroting 2008 aan. Deel 2. Programmaplan 2008-2011 Het programmaplan is het onderdeel van de begroting voor de Staten dat is opgebouwd uit zogenoemde programma’s. De functionele indeling in de bekende begrotingshoofdstukken is niet langer verplicht. Dit omdat de begroting vooral een document dient te zijn waarmee Provinciale Staten kunnen sturen. Het is van belang dat het programmaplan Provinciale Staten ondersteunt bij deze taken.
Inleiding
5
Daartoe dient het programmaplan te zijn ingedeeld zoals Provinciale Staten het wensen. In 2003 hebben uw Staten uitspraken gedaan over het in de Programmabegroting te hanteren onderscheid naar programma's en subprogramma's, ook wel thema's genoemd. De indeling naar programma's vindt plaats volgens de POP+-indeling. Zie pagina 303 en volgende van de Programmabegroting 2008. Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2007 heeft u ingestemd met ons voorstel om de tot en met de Programmabegroting 2007 gehanteerde indeling naar programma's en thema's voorlopig te handhaven. Een wijziging van de indeling naar programma's en thema's is nu niet aan de orde, maar pas als het nieuwe POP is verschenen. De indeling van de eerste daarop volgende Programmabegroting kan dan daarop worden afgestemd. De programma's bestaan uit 1 of meerdere subprogramma's, ook wel thema's genoemd. Om een voorbeeld te geven. Het programma Ondernemend Groningen is op te delen in de thema's Bedrijvigheid, Landbouw, Recreatie en Toerisme. In principe vindt op themaniveau de autorisatie door uw Staten plaats. Per programma wordt er in deze begroting op het niveau van de thema's een beschrijving gegeven van welke maatschappelijke effecten met het beleid op dit beleidsterrein worden nagestreefd, wat moet worden gedaan om die effecten te bereiken en welke middelen daarvoor benodigd zijn. Tevens wordt bij elk thema aangegeven wanneer of in welke periode deze effecten naar verwachting zullen worden gerealiseerd. Daarmee wordt de 'wanneer - vraag' beantwoord, overeenkomstig hetgeen wij hebben toegezegd bij de behandeling van de Programmarekening 2004. De verdere uitwerking van het een en ander wordt zichtbaar gemaakt op productgroepniveau in de door ons vastgestelde Productenbegroting 2008. Elk thema in de Programmabegroting kan worden beschouwd als een clustering van 1 of meerdere productgroepen. Deel 3. Paragrafen Een ander onderdeel van de Programmabegroting wordt gevormd door een aantal paragrafen. In deze paragrafen worden onderwerpen van belang voor het inzicht in de financiële positie behandeld. De paragrafen bevatten de beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten en de lokale heffingen. Via deze paragrafen kunnen de Staten ook hier nadrukkelijk zelf de beleidsuitgangspunten vaststellen. Het gaat bijvoorbeeld om het aangeven van het beleid over het weerstandsvermogen: wat vinden de Staten een verstandige omvang voor de algemene reserve voor toekomstige tegenvallers? Het BBV stelt een aantal paragrafen in zowel de begroting als het jaarverslag verplicht, waarbij de provincies een grote vrijheid hebben bij de invulling ervan. Het BBV schrijft voor, dat de begroting voor de Staten tenminste de volgende paragrafen bevat, tenzij het desbetreffende aspect bij de provincie niet aan de orde is: weerstandsvermogen, financiering, bedrijfsvoering, lokale heffingen, onderhoud kapitaalgoederen, grondbeleid en verbonden partijen. Deel 4. Financiële begroting 2008 Het BBV schrijft voor, dat de financiële begroting (als onderdeel van de Programmabegroting) bestaat uit twee onderdelen: de uiteenzetting van de financiële positie en het overzicht van de baten en lasten. 1. De uiteenzetting van de financiële positie Gezien het belang van inzicht in de financiële positie, mede met het oog op de continuïteit van de provincie, dient de provincie voldoende aandacht te besteden aan de financiële positie. Samen met het overzicht van baten en lasten is de uiteenzetting van de financiële positie het deel van de begroting dat de basis vormt voor de controle van de rechtmatigheid en het getrouwe beeld van de jaarrekening door de accountant. 2. Het overzicht van baten en lasten Via vaststelling van de begroting autoriseren de Staten het college tot het doen van uitgaven. Gezien het belang van een goed inzicht in baten en lasten is het inzichtelijk de baten en lasten per programma, eventueel met een onderverdeling, weer te geven in een apart overzicht. Dit overzicht vervult een functie bij de autorisatie van de baten en lasten en dient daarom integraal te zijn, dat wil zeggen dient alle baten en lasten zoals opgenomen in het programmaplan te bevatten.
6
Inleiding
Deel 1
Begroting in één oogopslag
Begroting 2008 in één oogopslag
7
8
Begroting 2008 in één oogopslag
1. Begroting 2008 in één oogopslag 1.1. Algemeen Er zijn een aantal momenten in het jaar dat de financiën van de provincie uitgebreid aan de orde komen. In het voorjaar komen allereerst het jaarverslag en de jaarrekening aan bod. Daarin geven wij een verantwoording van het in het voorgaande jaar uitgevoerde beleid en de daarvoor gepleegde inzet van financiële middelen. Daarop volgend presenteren wij de Voorjaarsnota waarin het financiële kader voor de komende jaren wordt geschetst en op hoofdlijnen voorstellen worden gedaan voor het in de komende jaren uit te voeren beleid. In het najaar volgt dan de begroting. Hierin is het totaal aan inkomsten en uitgaven voor het komende jaar vastgelegd en wordt een nadere uitwerking gegeven aan de in de Voorjaarsnota voorgestelde hoofdlijnen van beleid. In de inleiding bij deze begroting gaan wij nader in op de opbouw van de begroting 2008. Later in het najaar verschijnt dan nog de Integrale Bijstelling waarin een beeld wordt gegeven van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het beleid in het lopende begrotingsjaar.
1.2. Middelen en bestedingen 2008 provincie Groningen In deel 4 van deze begroting zullen wij nader ingaan op de middelen die de provincie Groningen in 2008 naar verwachting ter beschikking staan. In deel 2 van deze begroting besteden wij vooral aandacht aan de beleidsvoornemens per programma en de daarvoor benodigde middeleninzet.
1.2.1. Middelen 2008 De middelen van de provincie (in 2008 in totaal € 320,9 miljoen) komen voor een belangrijk deel van het Rijk (in 2008 naar verwachting circa 70%). Het gaat daarbij om de uitkering uit het Provinciefonds en de rijksbijdragen ten behoeve van specifieke taken, de zogenaamde specifieke uitkeringen. Voor de inkomsten van de provincie kan de volgende onderverdeling worden gehanteerd: 1. uitkering Provinciefonds; 2. specifieke uitkeringen; 3. provinciale belastingen; 4. leges en andere heffingen; 5. bespaarde rente/dividenden; 6. overige inkomsten; 7. reserves. Middelen 2008 (bedragen x € 1.000,--) 160.000
140.000
120.000 Uitkering Provinciefonds Specifieke uitkeringen Opcenten motorrijtuigenbelasting Leges en andere heffingen Bespaarde rente/dividenden c.a. Overige inkomsten Reserves
100.000
80.000
60.000
40.000
20.000
0
Begroting 2008 in één oogopslag
9
In het navolgende worden deze verschillende middelen nader toegelicht. 1. Uitkering Provinciefonds (€ 78,40 miljoen) In 1948 is het Provinciefonds opgericht. De uitkeringen uit dit fonds zijn in principe vrij besteedbaar. De verdeling van de middelen uit dit fonds over de provincies vindt plaats op basis van een wettelijke vastgestelde verdeelsleutel. Die verdeelsleutel is reeds enige malen gewijzigd. Voor het laatst in 1998. Voor de verdeling van de algemene uitkering uit het Provinciefonds over de provincies worden momenteel de volgende maatstaven gehanteerd: a. inwonertallen, inwonertallen landelijke en stedelijke gebieden; b. oppervlakte land, binnen- en buitenwater, groen; c. gewogen kilometers weglengte; d. energiegebruik/warmtekrachtkoppeling; e. opbrengst per opcent motorrijtuigenbelasting; f. gelijke delen. De algemene uitkering uit het Provinciefonds voor de gezamenlijke provincies beloopt in 2008 naar verwachting in totaal ca. € 1,13 miljard 1. Daarvan ontvangt de provincie Groningen ca. € 78,40 miljoen. Naast de algemene uitkering bestaat het Provinciefonds uit een onderdeel met afwijkende verdeelsleutels de zogenaamde integratie-uitkeringen (totaal € 42,2 miljoen; Groningen € 0,0 miljoen). Via dit onderdeel worden op dit moment de uitkeringen ten behoeve van rivierdijkversterkingen beschikbaar gesteld. De totale uitkering uit het Provinciefonds aan de gezamenlijke provincies bedraagt in 2008 ca. € 1,17 miljard (Groningen ca. € 78,40 miljoen). 2. Specifieke uitkeringen (€ 146,40 miljoen) Specifieke uitkeringen, ook wel doeluitkeringen genoemd, worden door de rijksoverheid verstrekt ter (gedeeltelijke) bekostiging van de aan provincies en gemeenten opgelegde taken. Activiteiten waar in 2008 specifieke uitkeringen voor worden ontvangen zijn o.a.: • beheer en onderhoud gesubsidieerde Hoofdkanalen (€ 9,28 miljoen); • Programma Landelijk Gebied (€ 20,13 miljoen); • Brede Doeluitkering infrastructuur en Openbaar Vervoer (€ 60,89 miljoen); • bodemsanering (€ 5,07 miljoen); • jeugdhulpverlening (€ 35,36 miljoen); • Externe veiligheid (€ 1,05 miljoen); • Budget Locatiegebonden Subsidies (€ 8,46 miljoen); • Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (€ 5,15 miljoen). 3. Provinciale belastingen (€ 41,93 miljoen) De provincies hebben al sinds 1981 de mogelijkheid opcenten te heffen op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting. De provincies mogen per 1 april 2007 maximaal 105,0 opcenten heffen. De provincie Groningen heft momenteel 77,2 opcenten. Per 1 april 2008 gaat het maximum aantal opcenten te heffen opcenten omhoog tot 107,9. Het aantal door de provincie Groningen per die datum te heffen opcenten gaat omhoog tot 77,8. Een definitieve beslissing daarover nemen Provinciale Staten in november 2007. Deze heffing zal voor onze provincie in 2008 een inkomst betekenen van ca. € 41,93 miljoen. Zou onze provincie het maximum aantal opcenten heffen dan betekent dat een meerinkomst van ca. € 16,26 miljoen. 4. Leges en andere heffingen (€ 0,99 miljoen) De opbrengst van leges en andere heffingen is in vergelijking met de omvang van de andere inkomstenbronnen van de provincie relatief klein. Het gaat hier bijvoorbeeld om de leges in het kader van de Ontgrondingenwet, de grondwaterheffing, haven- en kadegelden, recognities e.d. Voor 2008 wordt de opbrengst van bovengenoemde heffingen geraamd op ca. € 0,99 miljoen. 5. Bespaarde rente/dividenden (€ 36,81 miljoen) Betreft onder andere het rentevoordeel wegens aanwending van het eigen vermogen, renteopbrengsten van uitgezette gelden en verstrekte leningen, dividenduitkeringen wegens deelneming in het aandelenkapitaal van bedrijven (Essent N.V., N.V. BNG etc.). 1
Hierbij is nog geen rekening gehouden met de gevolgen van een eventueel te sluiten bestuursakkoord Rijk provincies en daarin op te nemen afspraken over de invulling van de taakstelling afromen vermogens provincies.
10
Begroting 2008 in één oogopslag
6. Overige inkomsten (€ 4,63 miljoen) Deze groep bestaat uit een diversiteit aan inkomsten. Het betreft onder andere bijdragen van derden wegens door de provincie te verrichten werkzaamheden, projectbijdragen van andere overheden, beschikkingen over voorzieningen ter afdekking van bepaalde provinciale uitgaven. 7. Reserves (€ 11,74 miljoen) Een deel van de uitgaven wordt bekostigd uit reserves. Deze reserves zijn geoormerkt voor bestedingen op bepaalde beleidsterreinen en bevatten middelen, die in de loop der tijd voor deze uitgaven apart zijn dan wel worden gezet. Een voorbeeld is het dividend dat jaarlijks van Essent wordt ontvangen (zie onderdeel bespaarde rente/dividenden) en dat wordt gereserveerd voor onder meer uitgaven met betrekking tot infrastructurele werken, zoals aanleg en reconstructie van wegen. Zodra deze uitgaven in de exploitatie worden opgenomen wordt ter dekking een beroep op de reserve ESFI gedaan. Voor 2008 gaat het bij dit onderdeel om de volgende bijdragen uit de provinciale reserves: - reserve ESFI ten behoeve van vaarverbinding Oldambtmeer-Beerta € 0,20 miljoen - reserve ESFI ten behoeve van Regiovisie Groningen-Assen 2030 " 1,73 miljoen - reserve ESFI ten behoeve van projecten H2i(2) en ringwegen " 1,39 miljoen - reserve ESFI ten behoeve van knelpunten wegen en waterwegen " 1,75 miljoen - reserve ESFI ten behoeve van grondwaterberging " 0,90 miljoen - reserve ESFI ten behoeve van Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg " 1,00 miljoen - reserve ESFI ten behoeve van CIS-basisvoorzieningen " 0,20 miljoen - egalisatiereserve Grondwaterheffing ten behoeve van grondwaterberging " 0,12 miljoen - reserve provinciale bijdrage bodemsanering t.b.v. bodemsanering + GLOBIS " 0,43 miljoen - Algemene reserve - inzet rekeningresultaat 2003 " 0,56 miljoen - Algemene reserve - inzet rekeningresultaat 2006 " 2,29 miljoen - Algemene reserve - doorschuiven begrotingsruimte 2007 " 1,00 miljoen - Algemene reserve - inzet middelen ten behoeve van gerichte uitstroom " 0,12 miljoen - Diverse reserves - inzet voor verschillende kleine projecten " 0,05 miljoen
1.2.2. Bestedingen 2008 1.2.2.1. Lasten 2008 per programma De bestedingen van de provincie kunnen op vele manieren worden gerubriceerd. Gebruikelijk is een indeling naar beleidsvelden, zoals deze in begroting en rekening worden onderscheiden. In begroting en rekening worden de volgende beleidsterreinen onderscheiden, namelijk: 1. Ondernemend Groningen (bedrijvigheid, landbouw, recreatie en toerisme) 2. Wonen (ruimtelijke ontwikkeling, technische infrastructuur) 3. Karakteristiek Groningen (natuur en landschap, Programma Landelijk Gebied) 4. Bereikbaar Groningen (mobiliteit en infrastructuur) 5. Schoon/veilig Groningen (water, milieu, risicobeleid/veiligheid) 6. Gebiedsgericht (POP) 7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur (welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur, media, erfgoed) 8. Bestuur (PS, overige bestuursorganen, bestuurlijke samenwerking, communicatie) 9. Bedrijfsvoering (waaronder kwaliteit ambtelijk apparaat, ICT, huisvesting) 0. Algemene dekkingsmiddelen (rentelasten kortgeld, reservering voor onvoorziene uitgaven, onverdeelde apparaatskosten). - Stortingen in reserves
Begroting 2008 in één oogopslag
11
Bestedingen 2008 (bedragen x € 1.000,--) 120.000
100.000
1. Ondernemend Groningen 2. Wonen
80.000
3. Karakteristiek Groningen 4. Bereikbaar Groningen 5. Schoon/veilig Groningen
60.000
6. Gebiedsgericht 7. Welzijn, sociaal beleid, cultuur 8. Bestuur 9. Bedrijfsvoering 0. Algemene dekkingsmiddelen
40.000
Reserves 20.000
0
In 2008 zullen de provinciale lasten (exclusief investeringen) naar verwachting in totaal ca. € 318,3 miljoen bedragen. Ongeveer 33,80% (ca. € 107,59 miljoen) daarvan wordt in 2008 besteed op het gebied van verkeer en vervoer. Het gaat daarbij dan met name om het beheer en onderhoud van wegen en waterwegen, bijdragen in de kosten van infrastructurele werken en exploitatiebijdragen OV. Andere sectoren waar relatief veel geld naar toe gaat is Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur (ca. € 65,24 miljoen, waarvan ca. € 37,07 miljoen ten behoeve van jeugdzorg) en Karakteristiek Groningen (ca. € 31,34 miljoen, waarvan ca. € 28,57 voor het Programma Landelijk Gebied). 1.2.2.2. Lasten 2008 per categorie De lasten van in totaal € 318,3 miljoen bestaan uit de volgende componenten: - personeelskosten (exclusief personele kosten m.b.t. investeringswerken) - overige apparaatskosten (kosten gebouwen, inrichting en apparatuur; exclusief investeringswerken) - programmakosten (goederen en diensten, subsidies, projectbijdragen) - kapitaallasten (rente en afschrijvingen) - overige lasten, waaronder stortingen in voorzieningen - stortingen in reserves
€ 53,45 miljoen " 15,34 miljoen " 208,58 miljoen " 15,34 miljoen " 2,56 miljoen " 23,06 miljoen
De personeelskosten inclusief investeringswerken (aanleg wegen en waterwegen) bedragen in 2008 in totaal ca. € 56,46 miljoen. Van de totale personeelskosten heeft ca. € 0,35 miljoen betrekking op het voormalig personeel en ca. € 1,05 miljoen op de kosten van GS, CdK en wachtgelden en pensioenen oud-leden GS. Met andere woorden de kosten van het actieve - in de formatie opgenomen - personeel bedragen ca. € 55,06 miljoen. Bij stortingen in de reserves ad € 23,06 miljoen gaat het in 2008 op hoofdlijnen om: - bijdrage aan reserve ESFI - bijdrage aan reserve Cofinanciering Kompas - bijdrage aan reserve provinciale bijdrage bodemsanering - bijdrage aan de egalisatiereserve Grondwaterheffing - bijdrage aan overige reserves
12
Begroting 2008 in één oogopslag
€ 15,19 miljoen " 7,00 miljoen " 0,50 miljoen " 0,18 miljoen " 0,19 miljoen
In onderstaand schema zijn de lasten per programma naar de bovengenoemde categorieën ingedeeld Bestedingen naar categorie Omschrijving 1. Ondernemend Groningen 2. Wonen 3. Karakteristiek Groningen 4. Bereikbaar Groningen 5. Schoon/veilig Groningen 6. Gebiedsgericht 7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur 8. Bestuur 9. Bedrijfsvoering 0. Algemene dekkingsmiddelen Bijdragen aan reserves Totaal Waarvan: - Personeelskosten - Materiële apparaatskosten
apparaats- programmakosten kosten 5.171,1 2.193,5 3.396,6 16.875,4 3.660,2 27.505,9 20.608,8 79.726,1 16.327,1 10.368,1 2.753,4 1.919,5 4.389,5 60.771,0 8.913,0 4.572,8 2.364,8 140,8 1.202,3 4.505,2 0,0 0,0 68.786,9 208.578,4
(bedragen x € 1.000,--) kapitaaloverige bijdrage aan lasten lasten reserves 1.932,6 0,0 0,0 313,1 100,0 0,0 169,0 0,0 0,0 5.855,2 1.400,0 0,0 0,0 1.003,4 0,0 0,0 0,0 0,0 21,1 60,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 7.053,2 0,0 0,0 0,0 0,0 23.059,2 15.344,3 2.563,4 23.059,2
53.445,2 15.341,8 68.786,9
Totaal 9.297,3 20.685,2 31.335,2 107.590,1 27.698,6 4.672,8 65.241,6 13.485,8 2.505,6 12.760,7 23.059,2 318.332,2
53.445,2 15.341,8 68.786,9
1.2.3. Relatie tussen middelen 2008 en bestedingen 2008 per programma In het navolgende schema hebben wij een relatie gelegd tussen de bestedingen per programma en de herkomst van deze middelen. Relatie tussen bestedingen en middelen Omschrijving
Bestedingen 2008
1. Ondernemend Groningen 2. Wonen 3. Karakteristiek Groningen 4. Bereikbaar Groningen 5. Schoon/veilig Groningen 6. Gebiedsgericht 7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur 8. Bestuur 9. Bedrijfsvoering 0. Algemene dekkingsmiddelen Bijdragen aan reserves Totaal Nog in te vullen begrotingsruimte 2008
9.297,3 20.685,2 31.335,2 107.590,1 27.698,6 4.672,8 65.241,6 13.485,8 2.505,6 12.760,7 23.059,2 318.332,2
(bedragen x € 1.000,--) Middelen Leges Overige Bijdragen uit baten reserves 0,0 184,2 200,0 0,0 61,3 1.732,8 0,0 169,0 700,0 131,8 1.263,2 3.144,0 858,0 1.088,3 1.450,6 0,0 0,0 0,0 0,0 90,6 549,9 0,0 21,3 0,0 0,0 1.029,4 0,0 0,0 719,8 3.962,6
146.400,0
989,8
4.627,1
11.739,9
Algemene middelen 8.913,1 5.287,2 10.333,2 32.496,7 18.184,0 4.672,8 28.610,1 13.464,6 1.476,2 8.078,4 23.059,2 154.575,5
146.400,0
989,8
4.627,1
11.739,9
157.143,7
Specifieke uitkeringen 0,0 13.603,9 20.133,0 70.554,5 6.117,6 0,0 35.991,0 0,0 0,0 0,0
2.568,2
Totaal, inclusief begrotingsruimte 2008
320.900,4
2.568,2
Waarvan: - Provinciefonds - Opbrengst opcentenheffing m.r.b. - Rentebaten, dividenden etc. Totaal algemene middelen
78.401,2 41.932,4 36.810,0 157.143,7
1.2.4. Nieuw beleid 2008 De provincie Groningen heeft voor het jaar 2008 in totaal voor ca. € 320,9 miljoen op de begroting staan. Tot een bedrag van ca. € 318,3 miljoen worden in deze begroting concrete bestedingsvoorstellen gedaan. Het grootste deel van de nu voor 2008 vastgelegde middelen (ca. 96,2%) betreffen uitgaven op basis van aanvaard beleid. Voor nieuw beleid willen wij in 2008 ca. € 12,24 miljoen (ca. 3,8% van de totaal voor 2008 vastgelegde middelen) beschikbaar stellen. Daarvan heeft ca. € 2,38 miljoen betrekking op het continueren van het nieuw beleid uit de periode 2003-2007. In onderstaande grafiek geven wij de verdeling per programma aan. Het grote aandeel van het programma Ondernemend Groningen heeft te maken met het beschikbaar stellen van extra middelen ten behoeve van cofinanciering in brede zin, bij Bereikbaar Groningen vooral met de middelen voor het oplossen van knelpunten wegen en waterwegen en bij het programma Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur in verband met de extra middelen voor armoedebeleid en het Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg.
Begroting 2008 in één oogopslag
13
Nieuw beleid 2008 per programma
5,47% 4,98% 27,49% 15,11%
4,94% 4,49%
Ondernemend Groningen Wonen Karakteristiek Groningen Bereikbaar Groningen Schoon/veilig Groningen Gebiedsgericht Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur Bestuur Interne organisatie
8,37% 8,60%
20,54%
In de bijlagen 2 en 3 van deel 4 van deze begroting geven wij een specificatie van de voorstellen nieuw beleid per programma. Een inhoudelijke toelichting op die voorstellen kunt u vinden in deel 3 van de Voorjaarsnota 2007, die u op 27 juni 2007 heeft vastgesteld.
1.2.5. Restant begrotingsruimte 2008-2011 De nog niet ingevulde begrotingsruimte bedraagt voor 2008 ca. € 2,57 miljoen oplopend tot ca. € 3,94 miljoen in 2010. Wij stellen voor de nu resterende flexibele ruimte niet in te vullen, maar deze voorlopig beschikbaar te houden in afwachting van de verdere invulling van de taakstelling uit het regeerakkoord en gelet op het feit dat voor een tweetal in de Voorjaarsnota 2007 aangekondigde voorstellen nieuw beleid tot nu toe door ons een p.m.-raming is gehanteerd (i.c. tekorten landschap en vernieuwing managementcontract Beheer Wegen en Kanalen). In de onderstaande grafiek hebben wij het verloop van de nog niet ingevulde begrotingsruimte 2008-2011 in beeld gebracht. Begrotingsruimte 2008-2011 (bedragen x € 1.000,--) 4.500,0 4.000,0 3.500,0 3.000,0 2.500,0 2.000,0 1.500,0 1.000,0 500,0 0,0 2008
14
2009
2010
Begroting 2008 in één oogopslag
2011
1.3. Kerngegevens begroting 2008 Omschrijving
Waarde
Lengte provinciale wegen (km)
600
Lengte provinciale fietspaden (km)
250
Lengte provinciale vaarwegen (km) Lengte sloten (km)
150 718
Vaste bruggen, viaducten en tunnels
175
Beweegbare bruggen
78
Sluizen
16 540
Bushaltes
30 21
Verkeersregelinstallaties Tunnelgemalen Oppervlakte land (ha) per 1-1-2007
232.792
Oppervlakte water (ha) per 1-1-2007
63.211
Aantal inwoners per 1-1-2007:
573.614
- waarvan jonger dan 20
129.865
- waarvan 20 tot en met 64 jaar - waarvan 65 jaar en ouder
358.288 85.461 25
Aantal gemeenten
2
Aantal waterschappen Per inwoner in euro’s:
555
- uitgaven 2008
4
- begrotingsruimte 2008 - langlopende leningen per 1-1-2008 - reserves en voorzieningen per 1-1-2008
42 411
- uitkering Provinciefonds 2008
137 73
- opbrengsten opcenten motorrijtuigenbelasting 2008
1.4. Samenstelling Provinciale Staten De zetelverdeling in Provinciale Staten ziet er sinds maart 2007 als volgt uit
Partij
Zetels
Partij van de Arbeid (PvdA) Christen Democratisch Appèl (CDA) Socialistische Partij (SP) Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) ChristenUnie GroenLinks Partij voor het Noorden (PvhN) Democraten 66 (D66) Partij voor de Dieren
12 9 7 5 4 3 1 1 1
Totaal
43
Begroting 2008 in één oogopslag
15
16
Begroting 2008 in één oogopslag
Deel 2 Programmaplan 2008-2011 beschrijving + middeleninzet per programma
17
18
INHOUDSOPGAVE Deel 2. Programmaplan 2008-2011 Inleiding………………………………………………………………………………………….
21
1. Ondernemend Groningen…………………………………………………………………. Bedrijvigheid………………………………………………………………………………….. Landbouw ……………………..……………………………………………………………… Recreatie en toerisme………………………………………………………………………..
25 29 35 39
2. Wonen………………………………….……………………………………………………… Ruimtelijke ontwikkeling……………………………………………………………………… Technische infrastructuur…………………………………………………………………….
43 47 55
3. Karakteristiek Groningen…………….……………………………………………………. Natuur en landschap..……………………………………………………………………….. Programma Landelijk Gebied (PLG)………………………………………………………..
59 63 67
4. Bereikbaar Groningen………..……………………………………………………………. Mobiliteit en infrastructuur..………………………………………………………………….
77 81
5. Schoon/veilig Groningen……………………….…………………………………………. Water……….………………………………………………………………………………….. Milieu…………………………………………………………………………………………… Risicobeleid/veiligheid….……………………………………………………………………..
91 95 99 107
6. Gebiedsgericht………………………………………………………………………………. POP/Gebiedsgericht…………………………………………………………………………..
113 117
7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur.……………………………………………. Welzijn……..………………………………………………………………………………….. Sociaal beleid………………….……………………………………………………………… Jeugdzorg…………………………………………………………………………………….. Cultuur, media, erfgoed.……………………………………………………………………..
123 127 135 141 147
8. Bestuur………………………………………………………………………….……………. Provinciale Staten (Statenbegroting)..…………………………………………………….. Overige Bestuursorganen.………………………………………………………………….. Bestuurlijke samenwerking…..……………………………………………………………… Communicatie………..………………………………………………………………………..
155 159 165 169 173
9. Overzicht algemene dekkingsmiddelen..………………………………………………. Algemene dekkingsmiddelen……………………………………………………………….. Onvoorziene uitgaven………………………………………………………………………..
177 179 182
19
20
Inleiding In dit deel van de Programmabegroting 2008 wordt bij elk programma en de daarbinnen te onderscheiden thema's een beschrijving gegeven van het voorgenomen beleid aan de hand van de vragen Wat willen wij bereiken?, Wanneer?, Wat gaan we daarvoor doen? en Wat mag het kosten? Hierbij hanteren wij het stramien, dat sinds de Programmabegroting 2005 wordt gebruikt. De totale begroting van lasten en baten heeft in 2008 een geraamde omvang van ongeveer € 320.900.400,--. Een belangrijk deel van deze middelen is vastgelegd voor uitgaven binnen de verschillende programma's. De verwachte begrotingsruimte (flexibel budget) varieert in de periode 2008-2011 tussen € 2,57 en € 3,94 miljoen. In de volgende grafiek komt de ontwikkeling van de begrotingsruimte tot uitdrukking.
Financieel perspectief 2008-2011 4.500,0 4.000,0
(bedragen x € 1.000,--)
3.500,0 3.000,0 2.500,0
VJN2007 BG2008
2.000,0 1.500,0 1.000,0 500,0 0,0
2008
2009
2010
2011
In deel 4 van deze Programmabegroting gaan wij nader in op de herkomst en bestedingen van de provinciale middelen. In onderstaande grafiek hebben wij inzichtelijk gemaakt, waar de provinciale middelen in 2008 in hoofdlijnen vandaan komen en hoe deze middelen naar verwachting aan de verschillende programma's zullen worden besteed. Op die manier krijgt u een globaal beeld van de onderlinge verhoudingen bij de inzet van provinciale middelen per programma in 2008.
Programmaplan 2008-2011 Inleiding
21
Middelen 2008
1,44%
11,47%
Uitkering Provinciefonds Specifieke uitkeringen Opcenten motorrijtuigenbelasting Leges en andere heffingen Bespaarde rente/dividenden c.a. Overige inkomsten Reserves en voorzieningen
3,66% 24,43%
0,31%
13,07%
45,62%
Bestedingen per programma 2008
1. Ondernemend Groningen 2. Wonen 3. Karakteristiek Groningen 4. Bereikbaar Groningen 5. Schoon/veilig Groningen
0,79%
4,01%
7,24%
2,92%
6,50%
6. Gebiedsgericht 9,84%
4,24%
7. Welzijn, sociaal beleid, cultuur 8. Bestuur 9. Bedrijfsvoering 0. Algemene dekkingsmiddelen Reserves en voorzieningen
20,49% 33,80%
1,47% 8,70%
De percentages in deze grafiek wijken af van die in de Begrotingskrant 2008 omdat in bovenstaande grafiek het positieve begrotingssaldo 2008 van ca. € 2,57 miljoen niet is meegeteld in de lasten 2008 bij het onderdeel algemene dekkingsmiddelen en daarmee bij het totaal van de lasten voor 2008.
22
Programmaplan 2008-2011 Inleiding
In meerjarig perspectief en in absolute zin ziet de onderlinge verhouding er als volgt uit.
Bestedingen 2008-2011 in duizenden euro's 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0 2008
2009
2010
2011
1. Ondernemend Groningen
2. Wonen
3. Karakteristiek Groningen
4. Bereikbaar Groningen
5. Schoon/veilig Groningen
6. Gebiedsgericht
7. Welzijn, sociaal beleid, cultuur
8. Bestuur
9. Bedrijfsvoering
0. Algemene dekkingsmiddelen
Reserves en voorzieningen
Programmaplan 2008-2011 Inleiding
23
24
Programmaplan 2008-2011 Inleiding
1. Ondernemend Groningen Het programma Ondernemend Groningen richt zich op een duurzame groei van economie en werkgelegenheid. Hierbij gaat het o.a. om een goed functionerende arbeidsmarkt, een optimaal vestigingsklimaat en een goede bereikbaarheid. Recreatie en toerisme leveren in toenemende mate een bijdrage aan de werkgelegenheid. De landbouw blijft ook in de toekomst van groot belang. Aandeel in de totale begroting 2008: 2,92%.
Ondernemend Groningen
25
26
Ondernemend Groningen
1. Programma Ondernemend Groningen Dit programma bestaat uit de thema's: 1. Bedrijvigheid; 2. Landbouw; 3. Recreatie en toerisme. Lasten Ondernemend Groningen 2008-2011 per thema (x € 1.000,--) 10.000,0 8.000,0 bedrijvigheid
6.000,0
landbouw
4.000,0
toerisme
2.000,0 0,0 2008
2009
2010
2011
Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen benodigd en beschikbaar.
recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000,--) 2008 2009 2010
Omschrijving
2011
1. Ondernemend Groningen a. bedrijvigheid - lasten - baten saldo van lasten en baten
7.186,6 2.575,0 4.611,6
7.226,0 2.577,6 4.648,4
7.709,7 2.580,3 5.129,5
7.818,2 2.583,1 5.235,1
b. landbouw - lasten - baten saldo van lasten en baten
580,7 0,0 580,7
603,1 0,0 603,1
626,6 0,0 626,6
651,2 0,0 651,2
c. recreatie en toerisme - lasten - baten saldo van lasten en baten
1.530,0 5,3 1.524,7
1.337,1 5,3 1.331,8
1.311,0 5,3 1.305,7
1.361,9 5,3 1.356,6
Saldo Ondernemend Groningen
6.717,0 6.583,3 7.061,7 7.242,9
Hierna worden de afzonderlijke thema's beschreven en wordt de daarvoor benodigde middeleninzet verder gedetailleerd.
Ondernemend Groningen
27
28
Ondernemend Groningen
Bedrijvigheid Omschrijving thema Bedrijvigheid In noordelijk verband streven we naar het samengaan van economie en omgeving: een versterkte duurzame groei van economie en werkgelegenheid in combinatie met behoud en versterking van de fysieke omgeving. Voorwaarden hiervoor zijn een optimaal vestigingsklimaat voor bedrijven met een goede kennisinfrastructuur, innovatiemogelijkheden, een goed functionerende arbeidsmarkt, sterke clusters van samenwerkende bedrijven en kennisinstellingen en een gedifferentieerd aanbod van bedrijventerreinen en kantoorlocaties die uitstekend bereikbaar zijn. Vanuit een zuinig en duurzaam ruimtegebruik willen we bestaande bedrijventerreinen optimaal benutten en zo nodig herstructureren voordat nieuwe terreinen worden ontwikkeld. Leidraad bij de ontwikkeling en ondersteuning van projecten is het innovatie- en speerpuntenbeleid, zoals in de nota 'Werken aan economische groei, beleidsagenda economie 2004-2008' is verwoord. In de agenda zijn de volgende 6 speerpuntsectoren opgenomen: Energy Valley, Life Sciences, Chemische Sector in Delfzijl, ICT, Agribusiness en Scheepsbouw. Naast het actief participeren in netwerken, bestaan onze activiteiten in dezen met name uit het verwerven van projecten en projectideeën en het meeontwikkelen en subsidiegereed maken van projecten.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijke effecten: 1. bedrijvigheid
1. behoud en ontwikkeling bedrijvigheid in de speerpuntsectoren, inclusief toeleveranciers en afnemers
2. werkgelegenheidsontwikkeling 2. werkgelegenheidsontwikkeling die gelijke tred houdt met het landelijk gemiddelde 3. arbeidsmarkt
3. goed functionerende arbeidsmarkt door een goede afstemming van vraag en aanbod
4. bedrijventerreinen
4. ontwikkeling van duurzame bedrijventerreinen
Te bereiken in (planperiode) Beïnvloedbaarheid: ad 1./2.
2008 t/m 2011
ad 3.
De rol van de provincie is met name ondersteunend en faciliterend richting de centrale spelers op dit veld, zijnde gemeenten, UWV, CWI en sociale partners.
ad 4.
Indien het financiële instrumentarium (waaronder Kompas en TIPP en provinciale cofinanciering) wordt benut en indien sprake is van wijziging bestemmingsplannen, kan de provincie invloed uitoefenen. Voor het overige kan zij alleen advies geven en haar inbreng leveren en is zij afhankelijk van besluitvorming door anderen.
De mate van beïnvloeding is zwak te noemen, omdat er sprake is van een zeer hoge afhankelijkheid van de economische situatie op wereld-, europees en nationaal niveau en uiteraard de conjunctuurbeweging. Te noemen zijn tendensen als globalisering, opkomst lage lonen landen, wisselkoersontwikkeling (dure euro) etc. Door gericht regionaaleconomisch beleid kun je wel enige positieve beïnvloeding bereiken.
Ondernemend Groningen
29
Meetbaarheid: ad 1./2./3.
ad 4.
De meetbaarheid van de ontwikkeling van bedrijven en werkgelegenheid is mogelijk (vestigingenregister, arbeidsmarktgegevens, CBS). Gemeten kan worden aan de hand van het aantal hectare opgeleverde gerevitaliseerde bedrijventerreinen; het aantal hectare ruimtewinst. Deze gegevens worden bijgehouden door de betreffende gemeente en kunnen pas bij afronding van het project worden aangeleverd.
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • •
Beleidsagenda economie 2004-2008 provincie Groningen "Werken aan economische groei"; Provinciaal Omgevingsplan Groningen; Plan van aanpak project Provinciering; Uitvoeringsagenda 2004-2008 "Groningen werkt aan werk"; Collegeprogramma 2007-2011.
Prioriteiten 2008 Uitvoering innovatie- en speerpuntenbeleid, Speerpuntsectoren, exclusief Energy Valley Activiteiten: • ontwikkelen en subsidiegereed maken van (innovatieve) projecten gerelateerd aan de speerpuntsectoren; • (laten) ontwikkelen van diensten voor de provincieringen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 4-6 (innovatieve) projecten. Kwalitatieve informatie: • sterk en concurrerend bedrijfsleven als bron voor werkgelegenheid.
Goed functionerende arbeidsmarkt Activiteiten: • meeontwikkelen en subsidiegereed maken van projecten (o.a. op het gebied van scholing voor specifieke knelpunten in het bedrijfsleven en het intensiveren van scholing voor werknemers); • verbeteren van de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 5 arbeidsmarktgerelateerde projecten; • het opzetten van 3 bedrijfstakoverleggen (BTO's/branchegericht met ondernemers en onderwijsinstellingen) ter bevordering van de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt. Kwalitatieve informatie: • door middel van BTO‘s concrete afspraken maken m.b.t. leerlingen stageplaatsen, docentenstages, stimulering techniek, bevorderen bedrijfsexcursies etc.; • met relevante stakeholders (kennisinstellingen, ondernemers, intermediairs) ondernemerschap in brede zin bevorderen.
30
Ondernemend Groningen
Revitaliseren bedrijventerreinen € 100.000,-Activiteiten: • opzetten nieuw beleidskader bedrijventerreinen; • ontwikkelen en financieren van revitaliseringsprojecten (geen nieuwe bedrijventerreinen) en -huisvestingen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 3 revitaliseringsprojecten in uitvoering. Kwalitatieve informatie: • realiseren van een evenwichtig en op de marktbehoefte afgestemd aanbod van bedrijventerreinen.
Ondernemend Groningen
31
Tabel 1.1. Lasten en baten programma Ondernemend, thema Bedrijvigheid (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten aanvaard beleid thema Bedrijvigheid • 7109 Uitvoering innovatie- en speerpuntenbeleid • 7103 Een goed functionerende arbeidsmarkt • 7108 Revitaliseren bedrijventerreinen 95 100 100 100 100 100 Totaal prioriteiten aanvaard beleid 95 100 100 100 100 100 Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Bedrijvigheid • 7001 Algemeen economische zaken • 7002 Promotie en acquisitie • 7103 Arbeidsmarkt • 7106 Regioprogramma's (incl. Interreg III) • 7107 Provinciale bedrijven • 7108 Fysieke bedrijfsomgeving • 7109 Marktsectoren • 7201 Nutsvoorzieningen Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Bedrijvigheid • 7001 Algemeen economische zaken • 7002 Promotie en acquisitie • 7103 Arbeidsmarkt • 7106 Regioprogramma's (incl. Interreg III) • 7107 Provinciale bedrijven • 7108 Fysieke bedrijfsomgeving • 7109 Marktsectoren • 7201 Nutsvoorzieningen Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Bedrijvigheid
32
166 230 1.563
164 224 938
125 222 814
130 228 770
135 234 797
140 240 826
4.364 314 858 1.728 2.122
5.307 315 726 1.354 2.010
2.691 281 64 821 2.069
2.814 291 67 855 1.971
2.944 302 70 891 2.237
2.979 314 73 928 2.218
11.345 11.440
11.038 11.138
7.087 7.187
7.126 7.226
7.610 7.710
7.718 7.818
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
meerjarenraming 2009
2010
2011
6 826 945 114 712 170 2.396
62 114
65 114
67 114
70 114
73 114
2.396
2.396
2.396
2.396
2.396
5.169 5.169 6.271
2.572 2.572 8.566
2.575 2.575 4.612
2.577 2.577 4.649
2.580 2.580 5.130
2.583 2.583 5.235
Ondernemend Groningen
Toelichting: De daling in de overige lasten aanvaard beleid (productgroepen 7103, 7106, 7108 en 7109) van 2007 op 2008 heeft vooral te maken met eenmalige bijdragen in 2007 in het kader van cofinanciering Kompas.
Ondernemend Groningen
33
34
Ondernemend Groningen
Landbouw Omschrijving thema Landbouw De landbouw in onze provincie blijft ook in de toekomst van groot belang. Diverse ontwikkelingen (internationale liberalisering van de markt, veranderende inzet van Europese inkomensondersteuning, zwaardere milieueisen en veranderende wensen van de consument) leiden ertoe dat de landbouw en bijbehorende agribusiness een dynamische sector blijft. De komende jaren zullen we ons blijven richten op verdere verbetering en structuurversterking van de productiefactoren grond en water, waarbij de landinrichting een belangrijk instrument zal zijn. Daarnaast zal onze inzet gericht zijn op innovatie van de gangbare landbouw, waarbij wij zodanige voorwaarden en faciliteiten willen scheppen dat ondernemers maximaal kunnen inspelen op economische en technische ontwikkelingen. Tevens streven wij naar kennisvergroting in de gangbare landbouw en zullen wij productiewijzen zoals biologische landbouw en nieuwe teelten stimuleren. Met een breed programma willen we voorwaarden en faciliteiten scheppen zodat ondernemers maximaal op de door hen gewenste wijze kunnen inspelen op de ontwikkelingen, hetzij door schaalvergroting, productiviteitsverhoging en/of kostprijsverlaging, hetzij door verbreding en/of nieuwe teelten.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect: 1. agrarische werkgelegenheid 2. (markt)positie van de agrarische sector
1. behoud en waar mogelijk uitbreiding van directe en indirecte werkgelegenheid in de agrarische sector 2. sterke marktpositie op interne en externe markt
3. grootschalige en verbrede landbouw
3. ruimte voor ondernemers om zich richting grootschaligheid of verbreding te ontwikkelen
4. verbeteren agrarische structuren
4. versterkte structuren, bijvoorbeeld door sterke productieketens en goede samenwerkingsverbanden.
Te bereiken in (planperiode): Beïnvloedbaarheid: ad 1. t/m 4.
2008-2011 De mate van beïnvloeding m.b.t. het behalen van doelstellingen 1 tot en met 4 is gering te noemen omdat de provincie in hoge mate afhankelijk is van externe factoren (algehele economische situatie in Europa en Nederland, de bereidheid en mogelijkheid van ondernemers om te investeren, de medewerking van andere overheden m.b.t. planologie en cofinanciering etc.). De provincie kan wel de planologische ruimte die de landbouw krijgt voor verdere ontwikkeling, beïnvloeden.
Meetbaarheid: ad 1./2.
De meetbaarheid van de eerste twee doelstellingen is goed. Voorbeeld hiervan is een beeld van de toegevoegde waarde, de werkgelegenheid en exportgegevens.
ad 3./4.
De meetbaarheid van de laatste twee doelstellingen is zwak, omdat het moeilijk is hiervoor indicatoren te formuleren.
Ondernemend Groningen
35
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • • • • •
Collegeprogramma GS; Beleidsnotitie Landbouw "B(l)oeiend Groningen"; Regeerakkoord; Provinciaal Omgevingsplan Groningen; Nota Ruimte; Structuurschema Groene Ruimte; Maatregelen tegen wateroverlast in Groningen en Noord Drenthe; Provinciale nota waterberging; Landbouwstructuuronderzoek; Strategische Agenda Noord Nederland; Nota Kiezen voor Landbouw; Programma Landelijk Gebied (PLG).
Prioriteiten 2008 Versterking, vernieuwing en verbreding van de agrarische sector € 109.600,-Activiteiten: • ontwikkelen en uitvoeren van projecten t.b.v. versterking, vernieuwing en verbreding van de sector; • ontwikkelen en uitvoeren van projecten gericht op behoud en versterking van natuur- en milieukwaliteiten in landbouw- en tuinbouw; • inzetten op kennisontwikkeling, ketenontwikkeling en afzetbevordering; • continuering project glastuinbouw Eemsmond. Uitvoering van de projecten zal grotendeels via het Programma Landelijk Gebied (PLG) plaatsvinden. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • behoud van werkgelegenheid: 8.900 direct en 8.500 indirect in 2008 (bron: provinciaal werkgelegenheidsregister); • marktpositie: behoud of verhoging van toegevoegde waarde (2004 (CBS, voorlopig cijfer): € 295 miljoen); • 8 projecten in het kader van versterking, vernieuwing en verbreding van de agrarische sector; • 1 project gericht op verduurzaming landbouw; • 2 projecten gericht op regionale kennisontwikkeling; • 1 project agribusiness (niet zijnde primaire sector); • starten met gebiedsinrichting glastuinbouwproject Eemsmond; • gelijke tred houden met landelijke ontwikkeling op gebied van biologische landbouw (hectares). Kwalitatieve informatie: • zorg dragen voor een goed functionerende kennisstructuur; • duurzame landbouw vanuit oogpunt natuur en milieu; • stabiele biologische landbouwsector.
36
Ondernemend Groningen
Tabel 1.2. Lasten en baten programma Ondernemend Groningen, thema Landbouw (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten aanvaard beleid thema Landbouw • 7302 Versterking, vernieuwing en verbreding van de agrarische sector 110 110 110 110 110 Totaal prioriteiten aanvaard beleid 0 110 110 110 110 110 Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Landbouw • 7301 Landinrichting • 7302 Landbouw Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Landbouw • 7301 Landinrichting • 7302 Landbouw Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Landbouw
721 1.042
211
471
493
517
541
1.763 1.763
211 321
471 581
493 603
517 627
541 651
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
10 37
-
-
-
-
-
47 47 1.716
0 0 321
0 0 581
0 0 603
0 0 627
0 0 651
meerjarenraming 2009
2010
2011
Toelichting: De productgroep 7301 Landinrichting vervalt met ingang van het begrotingsjaar 2007. De middelen van de productgroep worden onderdeel van de productgroep 7303 Landbouw en landinrichting (PLG). Deze nieuwe productgroep valt onder het thema PLG van het programma Karakteristiek Groningen. Een deel van de middelen van de productgroep 7302 Landbouw is met ingang van 2007 ondergebracht bij productgroep 7303 Landbouw en landinrichting (PLG) bij het programma Karakteristiek Groningen, thema PLG. Dat geldt bijvoorbeeld voor: - versterking, vernieuwing en verbreding van de agrarische sector (zie ook 7303); - biologische landbouw (zie 7303).
Ondernemend Groningen
37
38
Ondernemend Groningen
Recreatie en Toerisme Omschrijving thema Toerisme en Recreatie Wij verwachten, dat toerisme en recreatie voor meer werk en inkomen kunnen zorgen. Het toeristische bedrijfsleven moet ruimte behouden om te investeren in nieuwe ontwikkelingen. Kansen op groei doen zich voor in het verblijfs- en dagtoerisme en de vaarrecreatie. Wij verwachten dat het toeristisch bedrijfsleven actief inspeelt op de vraag naar kwaliteitsverbetering. De investeringen in promotie en marketing van de toeristische mogelijkheden in stad en provincie Groningen zullen in 2008 worden gecontinueerd. Ook willen we opnieuw investeren in fiets-, wandel- en vaarroutes.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effecten: 1. extra werkgelegenheid
groei aantal banen toeristische sector: 2%
2. extra bestedingen
groei toeristische bestedingen: 2,5%
Te bereiken in (planperiode): Beïnvloedbaarheid: ad. 1./ 2.
2008-2011 De mate van beïnvloeding is beperkt te noemen omdat de provincie in hoge mate afhankelijk is van externe factoren. Deze externe factoren zijn: algehele economische situatie in Europa en Nederland, de bereidheid en mogelijkheid van ondernemers om te investeren, de medewerking van andere overheden met betrekking tot planologie en cofinanciering etc.
Meetbaarheid: ad. 1./2.
De meetbaarheid is sterk. De genoemde doelstellingen kunnen cijfermatig worden berekend op basis van gegevens van het project Toerdata Noord, dat uitgevoerd wordt door Instituut Service Management (ISM) te Leeuwarden.
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • •
Provinciaal Omgevingsplan Groningen; OP EFRO / Koers Noord; Provinciaal meerjarenplan (PLG); Toerdata Noord: rapporten 'Toerisme in cijfers' en 'Consumentenonderzoek Toerisme'; Collegeprogramma 2007-2011.
Prioriteiten 2008 Verbindingen: onderdeel vaarrecreatie Activiteiten: • realiseren vaarverbindingen (waaronder Zuidlaardermeer - Oost-Groningen); • verbeteren bestaande vaarvoorzieningen/verbeteren bereikbaarheid.
€ 200.000,--
De eerder beschikbaar gestelde bedragen uit de reserve ESFI voor het oplossen van knelpunten doorvaarten, nieuwe vaarverbindingen, vaarverbinding Ems-Tijdenskanaal en ecologische herstel Zuidlaardermeer worden in 2007/2008 en volgende jaren aangewend.
Ondernemend Groningen
39
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • zie overzicht pagina 41. Kwalitatieve informatie: • bijdrage aan een leefbaarder platteland; • aantrekkelijk vaarwegennet.
Verbindingen: uitvoering Plankader wandelen en fietsen Activiteiten: • begeleiden en ondersteunen van activiteiten gericht op de realisering van wandel- en fietspaden; • verbeteren van infrastructuur en bijbehorende voorzieningen; • realiseren van toeristische wandel- en fietsroutes. Vanaf 2008 zal de uitvoering van projecten grotendeels via het PLG plaatsvinden (zie programma Karakteristiek Groningen). Daarin is ook opgenomen het Groninger aandeel in de financiering van de landelijke wandel- (252 km) en fietsroutestructuur (274 km) voor de periode 2007-2013. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • zie overzicht pagina 41. Kwalitatieve informatie: • bijdrage aan een leefbaarder platteland; • aantrekkelijk netwerk van kwalitatief hoogwaardig netwerk van fiets- en wandelmogelijkheden.
Toeristische promotie en marketing
€ 510.200,-inclusief nieuw beleid € 115.000,-- (VJN2007)
Activiteiten: • samenstellen en uitbesteding pakket diensten op het gebied van toeristische promotie en marketing; • uitvoering mediacampagne; € 115.000,-- (Nieuw beleid - Voorjaarsnota 2007) • continueren verzamelen en publiceren van ontwikkelingscijfers via Toerdata Noord. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • zie overzicht pagina 41. Kwalitatieve informatie: • versterking toeristisch imago provincie Groningen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren van de genoemde prioriteiten • werkgelegenheid: 16.100 banen direct/indirect full- en parttime in 2008 t.o.v. 14.878 direct en indirect in 2002: zie onderstaand overzicht; • (cumulatief) bestedingen (uit Toerdata Noord): zie onderstaand overzicht.
40
Ondernemend Groningen
Overzicht Werkzame personen Recreatie & Toerisme (fulltime en parttime) provincie Groningen (ontleend aan jaarrapportages Toerisme in cijfers van Toerdata Noord) 2002 horeca logies cultuur, recreatie, sport en amusement personenvervoer reisorganisatie en bemiddeling recreatiegoederen overige detailhandel Totaal Aandeel totale werkgelegenheid
2003
2004
2005
7.704 1.247 2.914
7.854 1.420 3.448
7.390 1.358 3.216
7.243 1.352 3.094
1.589 531
1.709 566
1.770 574
1.881 562
580 313
669 305
605 271
594 243
14.878
15.971
15.184
14.969
5,5%
5,9%
5,8%
5,8%
Overzicht bestedingen Recreatie & Toerisme provincie Groningen (bedragen x € 1 miljoen) 2003 2004
2002
2005
dagrecreatie verblijfsrecreatie
367 89
375 86
379 88
386 95
totaal
456
461
467
481
Ondernemend Groningen
41
Tabel 1.3. Lasten en baten programma Ondernemend Groningen, thema Recreatie en toerisme (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten nieuw beleid thema Recreatie en toerisme • 7003 Toeristische promotie mediacampagne 115 71 Totaal lasten prioriteiten nieuw beleid 0 71 115 0 0 0 Prioriteiten aanvaard beleid thema Recreatie en toerisme • 6101 Verbindingen: vaarrecreatie • 6101 Verbindingen: uitvoering Plankader wandelen en fietsen • 7003 Toeristische promotie en marketing Totaal prioriteiten aanvaard beleid Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Recreatie en toerisme • 6101 Toerisme en recreatie • 7003 Toeristische promotie Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Recreatie en toerisme • 6101 Toerisme en recreatie • 7003 Toeristische promotie Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Recreatie en toerisme
100
200
75
0
385 485
395 595
408 483
422 422
436 436
2.231 634
4.482 110
671 149
698 156
726 163
755 171
2.865 2.865
4.592 5.148
820 1.530
854 1.337
889 1.311
926 1.362
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
20 90
5
5
5
5
5
110 110 2.755
5 5 5.143
5 5 1.525
5 5 1.332
5 5 1.306
5 5 1.357
meerjarenraming 2009
2010
2011
Toelichting: Een deel van de middelen van de productgroep 6101 Toerisme en recreatie wordt met ingang van 2007 ondergebracht bij productgroep 6102 Toerisme en recreatie (PLG) bij het programma Karakteristiek Groningen, thema PLG. Het gaat daarbij om recreatieve fietspaden. De daling in de overige lasten aanvaard beleid (productgroep 6101) van 2007 op 2008 heeft vooral te maken met eenmalige bijdragen in het kader van cofinanciering Kompas in 2007.
42
Ondernemend Groningen
2. Wonen Het programma Wonen richt zich op het creëren van een ruim en gevarieerd aanbod aan woningen en woonmilieus dat voldoet aan de woonbehoefte van de (potentiële) inwoners. Ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid in zowel de steden als de dorpen zijn hierbij van groot belang. Onder dit programma vallen ook de ruimtelijke ordening en ontwikkeling. Het gaat hierbij om het ontwikkelen en uitvoeren van het provinciale beleid voor de fysieke omgeving, inbreng van dit beleid in het rijks- en SNN-beleid en zorgdragen voor doorwerking in de gemeentelijke plannen. Actief bijdragen aan de realisering van ruimtelijke projecten van regionale betekenis op basis van een geïntegreerde gebiedsgerichte aanpak en in samenwerking met gemeenten, marktpartijen en de bewoners van het gebied. Aandeel in de totale begroting 2008: 6,50%.
Wonen
43
44
Wonen
2. Programma Wonen Dit programma bestaat uit de thema's: 1. Ruimtelijke ontwikkeling; 2. Technische infrastructuur. Lasten Wonen 2008-2011 per thema (x € 1.000,--)
25.000,0 20.000,0 15.000,0
ruimtelijke ontw ikkeling
10.000,0
technische infrastructuur
5.000,0 0,0 2008
2009
2010
2011
Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen benodigd en beschikbaar.
recapitulatie lasten en baten per thema Omschrijving
2008
(bedragen x € 1.000,--) 2009 2010
2011
2. Wonen a. ruimtelijke ontwikkeling - lasten - baten saldo van lasten en baten
20.573,5 13.665,1 6.908,4
13.194,6 6.175,9 7.018,7
7.287,3 228,9 7.058,4
7.250,0 228,9 7.021,1
b. technische infrastructuur - lasten - baten saldo van lasten en baten
111,7 0,0 111,7
117,0 0,0 117,0
122,5 0,0 122,5
128,4 0,0 128,4
7.020,0
7.135,7
7.181,0
7.149,5
Saldo Wonen
Hierna worden de afzonderlijke thema's beschreven en wordt de daarvoor benodigde middeleninzet verder gedetailleerd.
Wonen
45
46
Wonen
Ruimtelijke Ontwikkeling Omschrijving Ruimtelijke Ontwikkeling De ruimtelijke ontwikkeling levert een bijdrage aan de hoofddoelstelling van het omgevingsbeleid, te weten voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke leefomgeving. Een prettig leefklimaat in het stedelijk gebied met een goed vestigingsklimaat voor bedrijven en bewoners. Een vitaal platteland waarin plaats is voor natuur, mensen oog hebben voor elkaar en kwetsbare groepen niet verstoken blijven of worden van de nodige voorzieningen en verzorging. We hebben grote ambities om de regionale ruimtelijke opgaven te realiseren. Wij willen hiertoe meer sturing op de uitvoering van deze opgaven. Door sneller en actiever op de grondmarkt te opereren kunnen we meer invloed uitoefenen op regionale ruimtelijke projecten. Eind 2008 willen we ons actieve grondbeleid operationeel hebben, in de vorm van uitvoeringsgericht beleid, de benodigde regelgeving en een uitvoeringsorganisatie. In Groningen streven we naar een kwalitatief hoog woningaanbod dat alle Groningers, ongeacht het inkomen, voldoende keuzemogelijkheden biedt. We streven ook naar het verhogen van de kwaliteit van het stedelijke gebied. Dit doen we in de brede context van leefbaarheid en duurzaamheid. Concreet komt het neer op het ontwikkelen en uitvoeren van provinciaal beleid voor de woningbouw en voor stedelijke vernieuwing. En op het stimuleren en ondersteunen van gemeenten bij de invulling van de kwalitatieve en kwantitatieve woningvraag en de aanpak van stedelijke vernieuwing. Vanuit onze toezichthoudende functie richting gemeenten zien wij er op toe dat statushouders (verblijfsgerechtigde asielzoekers) zo snel mogelijk gehuisvest worden. Hiervoor zal de komende tijd extra inzet nodig zijn in verband met het generaal pardon.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Wonen • aanpassen van de woningvoorraad op woningbehoefte; • aandacht voor de kwaliteit van de woningvoorraad; • aandacht voor wonen, welzijn, zorg; • aandacht voor specifieke groepen.
Wonen: • opstellen nieuw kaderstellend beleid Wonen; • stimulering van de uitvoering van de woningbouwafspraken met het Rijk; • stimulering van de uitvoering van gemeentelijke woonplannen; • beoordeling gemeentelijke bestemmingsplannen en projectbesluiten; • stimulering van de bouw van betaalbare huur- en koopwoningen; • stimulering van de bouw van voldoende woningen voor specifieke doelgroepen: starters, ouderen en mensen met een beperking; • stimulering investering in kwaliteit van de koopwoningen van lage inkomensgroepen.
Wonen
47
Ruimte: • verbetering van de woonen leefomgeving in stedelijk gebied, incl. de bebouwde kom op het platteland; • aandacht voor behoud en versterking van (vitaliteit van) de niet-stedelijke omgeving; • herkenbaarheid ruimtelijk beleid van de provincie op gemeentelijk niveau; • Betere en snellere uitvoering van ruimtelijke ontwikkelingsopgaven.
Te bereiken in (planperiode):
Beïnvloedbaarheid:
Meetbaarheid:
Ruimte: • stimulering van de uitvoering van gemeentelijke programma's en plannen voor stedelijke vernieuwing ter verbetering van de leefbaarheid; • beeld van problematiek stedelijke vernieuwing toekomstig ISV; • ondersteuning gemeentelijke planvorming via Vliegende Brigade; • bijdrage aan de uitvoering regioprogramma's en uitvoeren provinciaal beleid zoals verwoord in de nota Provinciaal Bouwheerschap; • bijdrage aan de uitvoering geactualiseerde Regiovisie Groningen-Assen (MIP); • uitvoering (doorwerking + agenda) Nota Ruimte; • geïntegreerde gebiedsontwikkelingen zie ook bouwheerschap (start processen Lauwersmeer, Eemsmond, Veenkoloniën); • bevordering realisatie ZZL in relatie tot gebiedsontwikkeling • uitvoeringsgericht grondbeleid. • Nota Bouwen en Wonen 2005-2008; • Afspraken met Rijk in kader van BLS; • Beleidskader Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV-2) 2005-2009; • Provinciaal Omgevingsplan (POP 2) 2006-2008; • Actualisering Regio Groningen-Assen; • Kadernota Grondbeleid: invulling gebiedsopgaven. De invloed is op de te behalen maatschappelijke effecten in 2008 is beperkt omdat de provincie voor het bereiken van bovenstaande doelen sterk afhankelijk is van andere partijen en van maatschappelijke ontwikkelingen. Daar waar de provincie zelf regie voert (POP, grondbeleid) is de invloed uiteraard groter. De uitvoering van programma's en nota's is te meten door een confrontatie van de werkelijkheid met de planning. De meetbaarheid is in algemene zin zwak, voor zover kwalitatieve doelstellingen worden nagestreefd. Woningbouw is echter wel meetbaar, echter de provincie heeft wat de woningbouw betreft een stimulerende en geen uitvoerende rol.
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • • • • • • • • •
48
POP (bestaand december 2006 en in 2008 nieuw vast te stellen); Kadernota Grondbeleid 2007; Nota Provinciaal Bouwheerschap in de provincie Groningen; Ontwikkelagenda Nationaal Stedelijke Netwerk Groningen-Assen 2006; Geactualiseerde Regiovisie Groningen Assen 2030; Meerjaren Investeringsprogramma Groningen-Assen (2008-2015); Nota Ruimte 2006; Uitvoeringsagenda Nota Ruimte 2006-2008; Nota Ruimte, ieder zijn rol, december 2005 (VROM, IPO en VNG); Nieuwe Wro 2007; IBW; Provinciaal meerjarenprogramma landelijk gebied (PMJP 2006); Handelingskader grondverwerving ILG (2006) Nota Bouwen en Wonen; Beleidskader Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV); Beleidsregel Besluit Locatiegebonden Subsidies (BLS).
Wonen
Prioriteiten 2008 Provinciaal Bouwheerschap/gebiedenbeleid
€ 382.800,-(continuering nieuw beleid: VJN2007)
Activiteiten: uitvoeren nota Provinciaal Bouwheerschap: • initiëren van en participeren en adviseren in provinciale gebiedsgerichte processen en trajecten, planvorming en uitvoering (m.n. de regiogebieden); • participeren en adviseren in provinciale ontwikkelingsprojecten (Blauwe Stad, Meerstad, Regio Groningen/Assen, Veenkoloniën, Eemsdelta en Lauwersmeer); • initiëren van en participeren en adviseren in provinciale thematische projecten (nieuwe wegen, windmolens en agrarische schaalvergroting); • financieel en pro-actief vakmatig ondersteunen van gemeenten ten behoeve van ruimtelijke kwaliteitsgerichte strategie, beleid en planvorming; • adviseren over subsidieaanvragen; • bewerkstelligen kennisontwikkeling en uitwisseling (excursie/workshops/pilotprojecten). Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • advisering over subsidieaanvragen (ca. 15); • organiseren excursie voor gemeenten (1); • advisering over gemeentelijke RO-plannen (WRO en ISV: 90 stuks); • aantal gemeenten waar pro-actief overleg mee wordt gevoerd (80 %); • percentage RO- plannen waarin ruimtelijke kwaliteit adequaat is behandeld (70%); • aantal succesvolle agrarische schaalvergrotingsmaatwerkprojecten (10 stuks). Kwalitatieve informatie: • door een zorgvuldig beheer kunnen bestaande kwaliteiten gehandhaafd blijven: permanente en continue resultaten; • door zorgvuldige planontwikkelingen kunnen kwalitatief goede nieuwe ruimtelijke kwaliteiten gerealiseerd worden: een continue stroom van op te leveren nieuwe ruimtelijke kwaliteiten. Beleid en uitvoering Nota Bouwen en Wonen Activiteiten: • opstellen nieuw kaderstellend beleid Wonen vanuit een breed perspectief; • stimulering uitvoering woningbouw- , transformatie- en woonzorgplannen gemeenten en woningcorporaties; • begeleiden en toetsen nieuwe woonplannen, gemeentelijke bestemmingsplannen en projectbesluiten voor wat betreft de bouwcapaciteit voor woningbouw. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • aantallen nieuw gebouwde 3000 en gesloopte 1300 woningen in 2008. Kwalitatieve informatie: • inloop kwalitatieve woningtekorten, met speciale aandacht voor de tekorten van specifieke doelgroepen (lage inkomens, statushouders, zorgbehoevende senioren, starters en ouderen).
Uitvoering woningbouwafspraken met het Rijk (BLS) € 8.458.000,-De provincie Groningen coördineert de uitvoering van het Besluit Locatie Gebonden subsidies (BLS). Het BLS is door het Rijk in het leven geroepen om de woningbouwproductie te stimuleren en is in Groningen gericht op de regio Goningen-Assen. De provincie is budgethouder. Activiteiten: • opzetten en bijhouden woningbouwmonitor; • ondersteuning en advisering gemeenten bij hun bouwactiviteiten; • stimulering succesvolle bouwprogramma's;
Wonen
49
• •
regionale afstemming woningaanbod; uitbetaling BLS-subsidies aan de 12 deelnemende gemeenten van de Regio Groningen-Assen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • bouw van in totaal 6.000 woningen in het gebied van de Regio Groningen-Assen; hiervan dienen de Groninger gemeenten in het gebied van de Regiovisie 4.215 huizen te bouwen. Kwalitatieve informatie: • afstemming woningbouwprogramma's qua prijsniveau. Blauwestad Activiteiten: • verkoop en bouw van bouwkavels en projectmatig ontwikkelde woningen, in 2008 samen 150 stuks; • oplevering vaarverbinding in Reiderwolde; • oplevering natuurgebieden in Reiderwolde; • algehele oplevering meer en de dijken; • afronding en uitvoering afspraken inzake beheer en onderhoud met waterschap, gemeenten en Projectorganisatie Blauwestad; • aanwijzen officieel zwemstrand Midwolda. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • aantallen nieuwbouw woningen in de periode 2005-2014 in totaal 1.480, in 2008 150 stuks. Kwalitatieve informatie: • woningen in het hogere prijssegment.
Planontwikkeling Meerstad Activiteiten: • uitwerking van het Masterplan Meerstad in verschillende deelplannen waarin begrepen de rode elementen (wonen en werken), de blauwe elementen (water) en de groene elementen (natuur); • uitwerking van het Masterplan Meerstad in een plan voor de infrastructuur (grijze elementen), inclusief de hoofdontsluiting en hoofdinfrastructuur van het plangebied en de overige verkeersoplossingen; • initiëren en regisseren van planologische procedures (onder andere bestemmingsplannen en milieu-effectrapportages) alsmede het aanvragen en begeleiden van de aanvraag van vergunningen o.m. ontgrondingsvergunnning; • initiëren en aanleggen van infrastructurele werken en openbaar gebied, groenstructuren en het meer conform het Masterplan; • het bouwrijp maken van de uit te geven gronden en het uitgeven van deze gronden in combinatie met productierechten, een en ander overeenkomstig de Samenwerkingsovereenkomst Meerstad; • deelname aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) als lid van de Stichting Zeggenschap. In deze stichting hebben de publieke partijen zich verenigd; de private partijen nemen in de AVA deel als Grondbank. Beide partijen hebben één stem; • In de AVA worden besluiten genomen over ondermeer: - voorbereiding verplaatsing hoogspanningsleiding; - vaststellen Zekerhedenagent; - grondexploitatie; - sluis. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • start bouwrijp maken deelplan 1. Kwalitatieve informatie: • de procedure van het globale bestemmingsplan Meerstad-Midden is afgerond (onder voorbehoud van eventuele beroepsprocedures Raad van State); • de art. 19-2 procedure voor het eerste deelplan (1.100 - 1.300 woningen) is afgerond.
50
Wonen
Stimulering uitvoering stedelijke vernieuwing (ISV)
€ 5.313.000,-(inclusief nieuw beleid € 50.000,-- behoefteraming ISV-3 en € 117.200,-- Vliegende Brigade)
Activiteiten: • monitoring en stimulering uitvoering gemeentelijke stedelijke vernieuwingsprogramma's en projecten voor de periode 2005-2009 € 5.145.800,--; • voorbereiding ISV-3 periode € 50.000,-- (nieuw beleid behoefteraming ISV-3 - Voorjaarsnota 2007); • uitvoeren stimuleringsregeling Vliegende Brigade € 117.200,-- (continuering nieuw beleid 20032007 - Voorjaarsnota 2007). Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • monitoring voortgang ISV-programma's in de 5 programmagemeenten en ISV-projecten in 19 projectgemeenten; • naar verwachting doen 5 gemeenten een beroep op ondersteuning van de vliegende brigade. Kwalitatieve informatie: • ter voorbereiding op ISV-3 zal bij gemeenten de stedelijke vernieuwingsopgave voor de periode 2010-2014 worden geïnventariseerd. Het betreft een onderzoek naar de structurele opgave en de knelpunten die om maatregelen vragen om de leefbaarheid te kunnen waarborgen. De resultaten hiervan zullen mede dienen als onderbouwing van onze claim ISV-3 richting Rijk. • zicht houden op de voortgang van de uitvoering van de stedelijke vernieuwingsopgave in de periode 2005-2009 en inzicht verkrijgen in de stedelijke vernieuwingsopgave in onze provincie voor de periode 2010-2014.
Uitvoering geactualiseerde Regiovisie Groningen-Assen € 2.640.440,-Onze rol is initiërend, stimulerend en instrumenterend. Samen met 14 partners uit de regio wordt het Meerjareninvesteringsprogramma 2008-2015 uitgevoerd. Activiteiten in 2008 • OV-maatregelen voor regio: spoor, bus, fiets; • maatregelen autoverkeer; • samenwerking regionale bedrijvenlocaties; • voorinvesteren in landschap t.b.v. integrale verstedelijking; • regionaal uitvoeringsprogramma Regiopark; • regionale afstemming woningaanbod (zie boven). Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • realisatie station Europark, Noordelijke ringweg, facelifts diverse stations, tracéstudie tramlijn Hoofdstation-Zernike, studie HOV-as Meerstad, transferium Hoogkerk, transferium Haren; realisatie businfra Roden-Leek-Groningen; • woningbouwafspraken (zie boven); • realiseren uitvoeringsprogramma 2008 Regiopark. Kwalitatieve informatie: • Er worden een tweetal gebiedsopgaven (Noord en Zuidoost/Zuidwest) en een viertal ontwerpopgaven (Groningen-Haren, Assen, Hoogezand-Sappemeer en Leek-Roden) voorzien, met belangrijke relaties naar het project Regiopark. • De gebiedsopgave Noord behelst de integrale ontwikkeling van het landelijk gebied ten noorden van de T-structuur; die van Zuidoost/Zuidwest idem ten zuidoosten en ten zuidwesten van de Tstructuur. • De ontwerpopgave Groningen-Haren betreft de integrale ontwikkeling rond het hart van de Tstructuur, de knoop van het stedelijk netwerk waar verschillende landschapstypen aan elkaar grenzen. De ontwerpopgaven Assen, Hoogezand-Sappemeer, Leek-Roden betreffen de integrale stedelijke ontwikkelingen van deze kernen.
Wonen
51
Uitvoering Nota Ruimte/ Grondbeleid Activiteiten: • uitvoering Ontwikkelagenda Groningen-Assen waaronder FES-VROM project Centrale Zone/Meerstad, duurzaamheid, Energy Valley; • doorvoering afspraken met Rijk/IPO/VNG in POP 2008 (EHS, bundeling, NL, Basiskwaliteit, saldobenadering); • implementatie notitie Mooi Nederland (verrommeling) en restant Uitvoeringsagenda Nota Ruimte zoals Klimaat en Energie; • uitvoeringsgericht grondbeleid; • voor de uitvoering van het grondbeleid benodigde regelgeving; • operationele organisatie voor de uitvoering grondbeleid, inclusief uitgewerkte relatie met de Dienst Landelijk Gebied. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Akkoord over inzet rijksmiddelen en instrumenten in regio Groningen-Assen en in overige delen provincie, voor zover gerelateerd aan de Ruimtelijke Hoofdstructuur Nota Ruimte. Belangrijk is daarbij de toekenning van FES-VROM middelen voor de Centrale As/Meerstad en de start van de uitvoering van het Meerstad-onderdeel daarin (Sontbrug e.o.). Kwalitatieve informatie: Uitvoering Nota Ruimte houdt verband met de Grondexploitatiewet en de nieuwe Wro die beide in 2008 van kracht zijn. Dit heeft direct consequenties voor andere prioriteiten in 2008 zoals het nieuwe gebiedenbeleid in kader van het POP, de structuurvisie die het POP wordt en de Verordening die in verband met het POP wordt opgesteld.
Planontwikkeling Zuiderzeelijn Bij positieve besluitvorming in 2007 door het kabinet en de Tweede Kamer over de Structuurvisie ZZL wordt er inbreng geleverd bij de voorbereiding en uitvoering van een Planstudie ZZL (in samenhang met regionale ontwikkelingsopgaven).
Noordelijke Ontwikkelingsas (NOA) Activiteitenprogramma 2008, inbreng bij advisering ten aanzien van promotie, netwerkbijeenkomsten, bestuurlijke bezoeken en lobbies, projectontwikkeling 7e kaderprogramma en Interreg BSR, seminars.
52
Wonen
Tabel 2.1. Lasten en baten programma Wonen, thema Ruimtelijke ontwikkeling (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten nieuw beleid thema Ruimtelijke ontwikkeling • 9101 Bouwheerschap/ gebiedenbeleid 383 383 383 383 • 9201 Stimulering ISV a) Behoefteraming ISV-3 100 50 100 b) Vliegende Brigade 0 117 117 117 117 Totaal lasten prioriteiten nieuw beleid 0 100 550 600 500 500 Prioriteiten aanvaard beleid thema Ruimtelijke ontwikkeling • 9101 Bouwheerschap: regionale gebiedsuitwerking • 9101/2 Uitvoeren woningbouwafspraken • 9201 Nota Bouwen en Wonen • 9101 Uitvoering woningbouwafspraken met het Rijk (BLS) • 9101 Planontwikkeling Blauwe Stad • 9101 Planontwikkeling Meerstad • 9201 Stimulering uitvoering ISV • 9101 Uitvoeren geactualiseerde Regiovisie • 9101 Uitvoeren Nota ruimte • 9101 Planontwikkeling ZZL Totaal prioriteiten aanvaard beleid Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Ruimtelijke ontwikkeling • 9101 Regionale planning • 9102 Gemeentelijke plannen • 9201 Bouwen en wonen Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
261
0
0
0
0
3.096
8.458
p.m
p.m.
p.m.
4.018
5.146
6.115
168
168
2.640
2.640
2.640
2.640
2.640
0
10.015
16.244
8.755
2.808
2.808
6.165 1.617 9.789
4.484 1.657 1.507
1.212 1.555 1.012
1.256 1.629 955
1.274 1.706 999
1.109 1.787 1.046
17.571 17.571
7.648 17.763
3.779 20.573
3.840 13.195
3.979 7.287
3.942 7.250
Wonen
53
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Ruimtelijke ontwikkeling • 9101 Regionale planning • 9102 Gemeentelijke plannen • 9201 Bouwen en wonen Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Ruimtelijke ontwikkeling
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
meerjarenraming
3.955
6.499
8.519
61
61
61
8.573
4.121
5.146
6.115
168
168
12.528 12.528
10.620 10.620
13.665 13.665
6.176 6.176
229 229
229 229
5.043
7.143
6.908
7.019
7.058
7.021
2009
2010
2011
Toelichting: Het is niet in alle gevallen mogelijk om de prioriteiten aanvaard beleid van bedragen te voorzien omdat de beschikbare budgetten (apparaatskosten en programmakosten niet één op één zijn te herleiden naar deze prioriteiten.
54
Wonen
Technische infrastructuur Omschrijving thema Technische infrastructuur Ruimtelijk beleid ontwikkelen en uitvoeren voor technische infrastructuur (diepe delfstoffen zout en aardgas, windenergie, militaire oefenterreinen, kabels en leidingen). Het beleid is en wordt vastgelegd in het POP (Provinciaal Omgevingsplan) en het IBW (Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzeegebied). Het gaat daarbij om projecten op het gebied van opsporen, winnen, produceren, opslaan, transporteren en distribueren van energie en of andere stoffen.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect:
• •
• Te bereiken in (planperiode)
Beïnvloedbaarheid:
Meetbaarheid:
uitbreiding productiecapaciteit windenergie met 165 MW tot 2010; voorzien in de maatschappelijke behoefte aan technische infrastructuur (locaties voor projecten en traceringen voor transportleidingen) zodanig uitvoeren dat nadelige (ruimtelijk en milieukundig) zo gering mogelijk zijn; technische infrastructuur dient veilig en betrouwbaar te zijn.
• •
2010 (einde looptijd van het BLOW-convenant); Het voorzien in de behoefte aan technische infrastructuur is een continue activiteit. De mate van beïnvloedbaarheid is beperkt omdat de provincie voor het bereiken van bovenstaande doelstellingen sterk afhankelijk is van het particulier initiatief, betrokken gemeenten en relevante maatschappelijke ontwikkelingen. De uitvoering van het in het kader van de BLOW afgesproken taakstelling is goed meetbaar (gerealiseerde MW). De meetbaarheid is voor het overige zwak omdat veel kwalitatieve doelstellingen worden nagestreefd.
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • •
Bestuursovereenkomst BLOW 2001; Plan van Aanpak BLOW 2002; POP 2 2006; Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzeegebied 1995; Structuurschema Militaire Terreinen 2, 2001.
Wonen
55
Prioriteiten 2008 Technische infrastructuur Activiteiten: • Uitvoering van het Plan van Aanpak BLOW van 2002. Jaarlijks wordt gerapporteerd. De doelstelling is om in 2008 meer dan 100% van de taakstelling (ca. 170 MW) te hebben gerealiseerd. • Uitvoering van taken ter zake van technische infrastructuur binnen het beleidskader van het POP en het IBW. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • De uitvoering van het Plan van Aanpak BLOW is gericht op de realisatie van 165 MW uiterlijk in 2010. De vordering van de uitvoering is niet goed te plannen, maar jaarlijks wordt het jaarverslag getoetst door ons college en de Statencommissie Omgevingsbeleid en Wonen. Kwalitatieve informatie: • Uitgaande brieven van het College welke van strategisch ruimtelijk belang zijn worden voorgelegd aan de Staten. • Geen goedkeuring wordt verleend aan zaken die afwijken van het POP en het IBW dan nadat de Staten hierover zijn gehoord.
56
Wonen
Tabel 2.2. Lasten en baten programma Wonen, thema Technische infrastructuur (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Technische Infrastructuur 115 • 9103 Technische infrastructuur 112 117 123 128 108 Totaal overige lasten aanvaard 112 117 123 128 beleid 115 108 Totaal lasten 115 108 112 117 123 128
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Technische Infrastructuur • 9103 Technische infrastructuur Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Technische infrastructuur
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
115
108
112
117
123
128
Wonen
meerjarenraming 2009
2010
2011
57
58
Wonen
3. Karakteristiek Groningen Het programma Karakteristiek Groningen richt zich op de uitvoering van het Provinciaal Meerjarenprogramma voor het landelijk gebied (PMJP) in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied, het Waddenzeebeleid en het behouden en herstellen van het bijzondere karakter van het Groninger landschap. Het realiseren van de ecologische hoofdstructuur en de daarin gewenste natuurkwaliteit is een belangrijk onderdeel van dit beleid. Per 1-1-2007 is de nieuwe wet inrichting landelijk gebied (WILG) in werking getreden. Daarmee worden de rijksmiddelen voor de (integrale) uitvoering van de beleidsopgaven voor het landelijk gebied via het Investeringsbudget Landelijk Gebied aan de provincie Groningen ter beschikking gesteld. Programmering van deze rijksmiddelen vindt plaats in het PMJP. In december 2006 is het PMJP 2007-2013 ter vaststelling aan PS aangeboden. Ook de organisatie en werkwijze met de nieuwe ILG-systematiek staan in het PMJP 2007-2013 vermeld. Volgens afspraak met het Rijk wordt het ILG als programma, inclusief beschikbare middelen zichtbaar in de provinciale begroting opgenomen. Vanaf 2008 gebeurt dit in het thema Programma Landelijke Gebied (PLG). Aandeel in de totale begroting 2008: 9,84%.
Karakteristiek Groningen
59
60
Karakteristiek Groningen
3. Karakteristiek Groningen Dit programma bestaat uit het thema's: 1. Natuur en landschap, inclusief Waddenzeebeleid; 2. Programma Landelijk Gebied (PLG) Lasten Karakteristiek Groningen 2008-2011 per thema (x € 1.000,--) 35.000,0 30.000,0 25.000,0 20.000,0 15.000,0 10.000,0 5.000,0 0,0
natuur en landschap PLG
2008
2009
2010
2011
Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen benodigd en beschikbaar.
recapitulatie lasten en baten per thema Omschrijving
2008
(bedragen x € 1.000,--) 2009 2010
2011
3. Karakteristiek Groningen a. natuur en landschap - lasten - baten saldo van lasten en baten
2.766,9 0,0 2.766,9
2.855,2 0,0 2.855,2
2.947,5 0,0 2.947,5
3.044,1 0,0 3.044,1
b. PLG - lasten - baten saldo van lasten en baten
28.568,3 20.302,0 8.266,3
27.812,9 20.297,8 7.515,2
29.355,5 21.421,3 7.934,2
29.978,2 21.919,7 8.058,5
Saldo Karakteristiek Groningen 11.033,2 10.370,3 10.881,7 11.102,6 Hierna worden de afzonderlijke thema's beschreven en wordt de daarvoor benodigde middeleninzet verder gedetailleerd.
Karakteristiek Groningen
61
62
Karakteristiek Groningen
Natuur en landschap Omschrijving thema Natuur en landschap Het thema natuur en landschap richt zich op beleidsuitwerkingen natuur en landschap, waddenzaken, uitvoering groene wetten en het biologisch meetnet. Hoofddoel is behoud en verbetering van de natuurkwaliteit en versterking van het landschappelijk karakter. Samen met diverse overheden en belangengroepen werken we aan het realiseren van de hoofddoelstelling voor de Waddenzee: duurzame bescherming en ontwikkeling van de waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap. Natura 2000 en de Flora- en Faunawet richten zich op behoud van de biodiversiteit, dit geldt voor soorten en leefgebieden, binnen en buiten natuurgebieden. De beleidsuitwerkingen hebben ten doel de effectiviteit van beleid, regelgeving en inzet van financiering te verhogen en hiermee de natuur- en landschapskwaliteit te behouden en te verbeteren. Het biologisch meetnet levert de gegevens om de veranderingen in beeld te brengen en het beleid zo mogelijk bij te sturen.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect: 1. duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied, inclusief behoud van het unieke open landschap en bescherming archeologische waarden en cultuurhistorie
1. Het maatschappelijk effect wordt met name getracht te bereiken door middel van beleidsbeïnvloeding, uitvoering van projecten via het Waddenfonds en ontsluiting van kennis via de Waddenacademie.
2. duurzame bescherming en ontwikkeling van soorten en leefgebieden
2. De jaarlijkse ontheffingverlening Flora- en Faunawet, de vergunningverlening Natura 2000, en wadloopvergunningen is niet constant. Bij de jaarlijkse verantwoording worden aantallen vergunningen weergegeven.
Te bereiken in (planperiode): Beïnvloedbaarheid:
2008 1. Behoud en bescherming van de Waddenzee en beïnvloeding van het beleid vindt plaats via een interprovinciale bestuurlijke organisatie (RCW). Provincie is regisseur van de themagroepen Kennis en Natuur van de RCW en voorzitter van de Beheerraad van de RCW. Invloed op te nemen investeringen in het kader van het Waddenfonds vindt plaats via het RCW. De Waddenacademie is onderdeel van de themagroep kennis. De waddenprovincies hebben een directe taak tot uitwerking en uitvoering van het recreatiebeleid in de waddenzee 2. Door zorgvuldige toetsing van aanvragen voor ontheffingen en vergunningen worden soorten en leefgebieden duurzaam beschermd.
Meetbaarheid:
Via het biologisch meetnet en aanvullende onderzoeken wordt informatie verkregen over de ontwikkeling van soorten, leefgebieden en landschappen. Deze is gewaarborgd door een systematische aanpak.
Karakteristiek Groningen
63
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • •
Toestand van natuur en landschap 2006; Investeringsplan Waddenfonds 2006; Faunabeheerplan 2002; PKB Waddenzee 2007; IBW Waddenzee 1994; Wadloopverordening 1996+ wijziging 2005; NB-wet.
Prioriteiten 2008 Samenwerking Waddenoverheden € 257.300,-Activiteiten: In het Regionaal Coördinatiecollege Waddengebied (RCW) vindt afstemming en besluitvorming plaats over het waddenbeleid en trekken provincies gezamenlijk op bij de uitvoering van o.a. de natuurbeschermingswet, het recreatiebeleid en het internationale waddenbeleid. Het RCW speelt ook een rol in het Waddenfonds, de Waddenacademie, het servicepunt handhaving Waddenzee en het rampenplan Waddenzee. Het RCW rond eind 2007 begin 2008 het beheer- en ontwikkelingsplan waddenzee af. Kwalitatieve informatie: • informatievoorziening via de gezamenlijke overheidssite www.waddenzee.nl; • handhavingstaken op de Waddenzee gecoördineerd via het SepH Waddenzee; • nominatiedossier werelderfgoedsite Waddenzee; • beleid en regelgeving vastgelegd in het Beheer- en ontwikkelingsplan Waddenzee; • veiligheid van recreanten en bescherming van de natuur gegarandeerd; • coördinatie van Groningse projecten waarvoor een bijdrage wordt gevraagd uit het Waddenfonds.
Natura 2000 en Flora- en faunawet Activiteiten: De aanwijzingsbesluiten en instandhoudingsdoelstellingen zijn voor de gebieden Zuidlaardermeer en Lieftinghsbroek vastgesteld. In 2008 worden de beheerplannen vergunningverlening voor deze gebieden opgesteld. Met betrekking tot Flora- en faunawet worden de beleidsregels herzien. Het faunabeheerplan uit 2002 zal in 2008 worden geactualiseerd en opnieuw worden vastgesteld. In 2007 is de evaluatie afgerond. Kwalitatieve informatie: Voor de gebieden Zuidlaardermeer en Lieftinghsbroek worden beheerplannen vergunningverlening opgesteld die voor bepaalde activiteiten een vergunningaanvraag overbodig maakt. Door aanpassing van de wetgeving externe werking zal provincie vanaf 2008 ook vergunning verlenen voor activiteiten in het Waddengebied.
Beleid natuur en landschap Activiteiten: Wij passen in 2008 de natuurdoelenkaart aan. Tevens stellen we de EHS-kaart in het kader van de Wet ammoniak en veehouderij vast. We streven ernaar alle landschapsontwikkelingplannen in 2008 te evalueren Het ministerie van LNV zal eind 2007 met een nieuwe soortenbeleid komen. Wij zullen het nieuwe soortenbeleid in 2008 implementeren. Voor de bescherming van weidevogels voeren we het actieprogramma uit dat eind 2007 is opgesteld. Dit geldt tevens voor de bescherming van het karakteristieke Groninger landschap. Kwalitatieve informatie: De uitvoering van het natuur- en landschapsbeleid vindt plaats binnen het Programma Landelijk Gebied (PLG).
64
Karakteristiek Groningen
Biologisch meetnet
€ 42.200,-nieuw beleid - VJN2007 Betreft continueren nieuw beleid 2003-2007 ad € 42.200,--. Deze middelen worden ingezet ten behoeve van de uitvoering van het biologisch meetnet waarvoor jaarlijks onderzoek wordt gedaan naar het voorkomen van flora en fauna in onze provincie.
Karakteristiek Groningen
65
Tabel 3.1. Lasten en baten programma Karakteristiek Groningen, thema Natuur en landschap (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten nieuw beleid thema Natuur en landschap • 6205 Monitoring kwaliteit natuur en landschap 42 42 42 42 Totaal lasten prioriteiten nieuw beleid 0 0 42 42 42 42 Prioriteiten aanvaard beleid thema Natuur en landschap • 6205 Samenwerking Waddenoverheden • 6205 Natura 2000 en Flora- en faunawet • 6205 Beleid natuur en landschap Totaal prioriteiten aanvaard beleid Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Natuur en landschap • 6201 Natuur • 6202 Landschap • 6205 Natuur en landschap Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Natuur en landschap • 6201 Natuur • 6202 Landschap • 6205 Natuur en landschap Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Natuur en landschap
191
257
265
273
281
0
191
257
265
273
281
4.254 2.679 -
1.755
2.468
2.548
2.633
2.721
6.933 6.933
1.755 1.946
2.468 2.767
2.548 2.855
2.633 2.948
2.721 3.044
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
199 388 -
-
-
-
-
-
587 587 6.346
0 0 1.946
0 0 2.767
0 0 2.855
0 0 2.948
0 0 3.044
meerjarenraming 2009
2010
2011
Toelichting: De productgroep 6201 en 6202 zijn met ingang van het begrotingsjaar 2007 komen te vervallen. Voor een deel zijn ze opgegaan in de nieuwe productgroep 6205 Natuur en landschap, maar voor een ander deel in de productgroepen, die de basis vormen voor het thema PLG (programma Karakteristiek Groningen). De wijziging in de overige lasten aanvaard beleid van 2007 op 2008 houdt verband met enerzijds de uitgaven t.b.v. cofinanciering Kompas die alleen in 2007 zijn geraamd en anderzijds met een hogere toerekening van apparaatkosten in 2008.
66
Karakteristiek Groningen
Programma Landelijk Gebied (PLG) Omschrijving thema PLG In 2004 zijn in het kader van het Investeringsbudget landelijk Gebied (ILG) afspraken gemaakt tussen Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Het Rijk stelt doelen en geld beschikbaar en bemoeit zich niet met de uitvoering. De provincie krijgt een regisserende rol in het landelijke gebied en maakt afspraken met het Rijk. In het Programma Landelijk Gebied (PLG) 2007-2013 worden doelen en rijks-, Europese- en provinciale middelen gebundeld. Vervolgens worden, in samenwerking met de gebiedspartners, de afgesproken doelen en prestaties gerealiseerd. De provincie wordt door het Rijk afgerekend op haar prestaties na afloop van de programmaperiode. Het PLG is een breed programma voor de thema's: • Natuur; • Recreatie & Toerisme; • Landschap en Cultuurhistorie; • Landbouw; • Sociaal-economische vitalisering; • Bodem; • Water. Het PLG omvat de realisatie van doelen in het landelijk gebied door middel van fysieke inrichting en het beheer van natuur en landschap. Het regulier beheer en onderhoud valt buiten het PLG. Wij streven naar de realisatie van duurzame economische groei in combinatie met behoud en waar mogelijk verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. De natuurlijke, landschappelijke en milieuwaarden in de provincie Groningen zijn ten opzichte van vele andere delen van Nederland uniek. Daarom zijn ook het behoud en de versterking van deze kwaliteiten van groot belang. Daarnaast streven wij naar een duurzame sociaaleconomische structuur in het landelijk gebied, wij zien dit als een voorwaarde voor een vitaal platteland. Wij kiezen daarom voor een verdere versterking van het platteland in een offensieve ontwikkelingsgerichte strategie. Kernpunt voor de realisatie van onze doelen in het landelijk gebied van onze provincie wordt ‘koppelen van maatregelen tot integrale projecten’. Vanwege een tekort aan financiële middelen voor met name recreatie en toerisme, cultuurbehoud, landschap en sociaal-economische vitalisering zullen we met alle partners ontwikkelen die een efficiënte aanpak en een meerwaarde in zich hebben. Wij zetten de realisatie vooral in door middel van gebiedsgericht werken. Deze aanpak heeft alleen meerwaarde wanneer het oppakken van de opgaven op regioniveau winst opleveren ten opzichte van een centrale provinciale aanpak. Op basis hiervan hebben we een start gemaakt met het vertalen van doelen naar concrete maatregelen in de regio's. Per regio worden een aantal grote integrale projecten ontwikkeld, waaraan meerdere doelstellingen gekoppeld worden. Deze worden ook vermeld in het regioprogramma dat jaarlijks wordt bijgesteld.
Karakteristiek Groningen
67
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect
Natuur BIODIVERSITEIT EN KWALITEIT LEEFOMGEVING Zekerstelling van de biodiversiteit en de kwaliteit van de leefomgeving door behoud, herstel, ontwikkeling en duurzaam gebruik van de natuur.
Rijks (R) of Provinciaal (P) doel R R R R R/P
Recreatie & Toerisme RECREATIEF EN TOERISTISCH AANTREKKELIJK GRONINGEN behoud en ontwikkeling van een recreatief en toeristisch aantrekkelijk Groningen
P
Landschap BEHOUD EN VERSTERKING LANDSCHAP Behoud en versterking van de identiteit, diversiteit en belevingswaarde van het landschap. Behoud en versterking van cultuurhistorische en ecologische waarden en objecten van het landschap.
R/P
R/P
R
R
R/P Landbouw DUURZAME LANDBOUW Een toekomstgerichte, concurrerende landbouw als economisch drager in het landelijk gebied die duurzaam gebruik maakt van bodem, water, lucht en overige natuurlijke hulpbronnen
R/P R/P R/P
68
Karakteristiek Groningen
Prestatie-indicatoren
Realisatie EHS; d.m.v. verwerving, inrichting en (particulier) beheer en oplossen knelpunten infrastructuur Milieukwaliteit EHS/VHR; gericht op milieutekorten en verdrogingsbestrijding Nationaal Park Lauwersmeer; realiseren van een grootschalig natuurgebied gericht op natuur, recreatie, educatie, voorlichting en onderzoek Soortenbescherming; realiseren soortbeschermingsplannen Natuurbeheer buiten de EHS; ontwikkelen van natuurwaarden in het agrarisch cultuurlandschap en beheer van bestaande natuurgebieden. Landelijk routenetwerken; Ontwikkelen en in stand houden landelijke routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen Provinciale routenetwerken; Ontwikkelen en in stand houden provinciale routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen Landschap (generiek) en cultuurhistorie; door inrichting en beheer landschapselementen Nationaal landschap Middag-Humsterland; Ontwikkelen van het landschap door inrichting en beheer landschapselementen, vergroten toegankelijkheid, structuurverbetering landbouw en versterken cultuurhistorische waarden Nationaal landschap Drentsche Aa; Ontwikkelen van het landschap door inrichting en beheer landschapselementen, vergroten toegankelijkheid, structuurverbetering landbouw en versterken cultuurhistorische waarden (provincie Drenthe voert daarin de regie) Meerjarenovereenkomst Stichting Landschapsbeheer Grondgebonden landbouw; Behoud en ontwikkelen van de grondgebonden landbouw en glastuinbouw door agrarische structuurverbetering Duurzaam ondernemen; Bevorderen van een duurzame productie door de land- en tuinbouw, via projecten op gebied van versterking, vernieuwing & verbreding Landinrichting; Door de brede inzet van het instrument landinrichting kunnen, in samenhang met het belang voor landbouw, water, natuur, landschap, recreatie en infrastructuur, eigendom, bestemming en inrichting van de grond worden gerealiseerd.
Maatschappelijk effect
Sociaal-economische vitalisering DYNAMISCH PLATTELAND Gezonde economische en sociale basis en een voorzieningenniveau dat toegesneden is op de behoeften
Rijks (R) of Provinciaal (P) doel P
P
P
Bodem VEILIGSTELLING GEBRUIKSMOGELIJKHEDEN De (gebruiks)waarde van de bodem moet behouden blijven of worden hersteld.
R
Water DUURZAAM WATERSYSTEEM het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen aanvaardbare maatschappelijke kosten
R/P
R
R
Prestatie-indicatoren
Stimulering en verbreding van de plattelandseconomie; stimuleren van de marktsector en kwaliteitsverbetering vooral gericht op kleinschalige MKB, landbouw en toeristischrecreatief bedrijfsleven Verbetering van de leefbaarheid in plattelandsgebieden; Verbetering en versterking van het woon-, werk- en leefmilieu en vergroten van betrokkenheid en bij de leefomgeving Stimuleren lokale ontwikkelingen via LEADER-aanpak; In het regioloket wordt samengewerkt tussen programmamanagement PLG, LEADER actiegroep (LAG) en gemeenten. Het project levende dorpen maakt integraal onderdeel uit van het loket. Duurzaam bodemgebruik; bodemgebruik en (water)bodemkwaliteit zijn op elkaar afgestemd Bodemsanering; realiseren van de gewenste bodemkwaliteit in het landelijk gebied door saneringsprojecten. Waterkwantiteit; het op orde brengen boezemen regionaal watersysteem Waterkwaliteit; verbeteren en handhaven gronden oppervlaktewaterkwaliteit en saneren verontreinigde waterbodems.
Te bereiken in (planperiode) Beïnvloedbaarheid:
2007-2013 De mate van beïnvloeding is ten opzichte van vorige jaren sterk toegenomen omdat de provincie de beschikking heeft over circa € 150 miljoen aan rijksmiddelen en ca. € 25 miljoen aan EU-Plattelandsontwikkelingsprogrammamiddelen. Daarnaast investeert de provincie een circa € 40 miljoen in de genoemde doelen. Dit betekent dat de provincie de beschikking heeft over circa € 210 miljoen aan overheidsmiddelen. Daarnaast lokt dit cofinanciering van externe partijen uit, naar verwachting globaal circa €150 - 200 miljoen. De doelen zijn voor een groot deel door het Rijk gesteld. De verdeling van de middelen gebeurt echter onder regie van de provincie. Vooral op de thema's Natuur, Landschap, Landbouw/Landinrichting, en Bodem is deze beïnvloeding groot in de vorm van subsidieverlening. Bij het thema Sociaal-economische vitalisering bestaat de beïnvloeding naast de subsidiering voor een deel uit RO-beleidsuitvoering (vrijkomende agrarische bedrijven).
Meetbaarheid:
De meetbaarheid van de prestaties is groot omdat het gehele subsidiekader op de gestelde doelen en prestaties wordt opgesteld. Daarnaast wordt, in samenwerking met de Dienst Landelijk Gebied, een monitoringprogramma ingericht.
Karakteristiek Groningen
69
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • •
Agenda Vitaal Platteland; Rijksmeerjarenprogramma Landelijk Gebied 2007-2013; PMJP provincie Groningen 2007-2013; POP 2; Alle nota's van de provincie per thema.
Prioriteiten 2008 Natuur
€ 20.637.000,-- , incl. nieuw beleid € 210.000,-- : VJN2007
Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis) Realisatie EHS - EHS te verwerven (incl. robuuste verb.) - EHS inrichting (incl. robuuste verb.) - EHS particulier beheer (incl. robuuste verb.) - knelpunten infrastructuur ontsnipperd Milieukwaliteit EHS/VHR - verdrogingbestrijding: Nationaal Park Lauwersmeer Versterken samenwerking en stimuleren educatieve functie
Rijks (R) of Provinciaal (P) doel
Prestatie-indicator
prestatie in PLG periode (ambitie)
Realisatie in 2008
R
ha ha ha aantal
862 1784 p.m. 4-6
250 255 250 ha 0
R
ha
3770
300
R
gerealiseerd Beheeren Inrichtingsplan (BIP) realiseren van het MJP Uitvoering Soortenbeleid
7 jaarplannen uit BIP
1
7 jaarplannen uit BIP
1
ha ha ha/projecten
p.m. 1000 p.m.
p.m. p.m. p.m.
Soortenbescherming
R
Natuurbeheer buiten de EHS - Beheer (via realisatie EHS) - Natuurbraak - Overige maatregelen
R R P
Kwalitatieve informatie: De ecologische hoofdstructuur bestaat uit de kerngebieden, robuuste verbindingszones, ecologische verbindingszones en ontsnipperingspunten. In alle categorieën wordt de EHS middels aankoop, particulier natuurbeheer, inrichting en beheer gerealiseerd. In 2008 behalen we de doelstellingen conform het provinciaal bod PLG. Prioriteit is meer deelname van particulieren aan beheer van natuur. In 2008 gaan we door met de uitvoering aan de nota actualisatie natuur en landschapsbeleid. De agrarische natuurverenigingen blijven we steunen en financieren projecten die de basisnatuurkwaliteit verbeteren en maken we gebruik van natuurbraak. Voor bescherming soorten en leefgebieden komt er een nieuw landelijke programma vanaf 2008. We richten ons op belangrijke leefgebieden voor meerdere gidssoorten: akkerflora en fauna, weidevogelkerngebieden en een natuurvriendelijker oever, berm en slootbeheer De uitvoering van de Flora- en faunawet is goed geregeld. De Natuurbeschermingswet is eind 2005 gewijzigd. De provincie is bevoegd gezag voor de vergunningverlening Natuurbeschermingswet, vogel- en habitatrichtlijngebieden. De instandhoudingsdoelstellingen zijn vastgesteld. Bij de totstandkoming van het Programma Landelijk Gebied is gebleken dat de ambitie hoger is dan we met rijks en provinciale middelen kunnen uitvoeren. In het kader van de Voorjaarsnota 2007 is voor continuering van nieuw beleid voor Natuurkwaliteit landelijk gebied een bedrag van € 210.000,-- beschikbaar gesteld. Dit betekent dat een extra ambitie kan worden gerealiseerd, veelal zal dat gebeuren in projecten. Hierbij wordt de systematiek uit het Programma Landelijk Gebied gevolgd. Meer concreet betreft het de verbetering van natuurkwaliteit in het landelijk gebied binnen en buiten EHS; ontwikkelen van natuurwaarden in het agrarisch cultuurlandschap en beheer van bestaande natuurgebieden.
70
Karakteristiek Groningen
Recreatie en Toerisme
€ 580.000,--
Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis) Ontwikkelen en versterken toegankelijkheid Landelijke routenetwerken - Ontwikkelen en onderhouden van een landelijk aaneengesloten routenetwerk voor wandelen, fietsen en varen
Rijks (R) of Provinciaal (P) doel
Prestatie-indicator
R
-
netwerk wandelen (km) netwerk fietsen (km) netwerk aren (km) aantal bewegwijzerde routes
prestatie in PLG periode (ambitie)
Realisatie in 2008
252* 274* 500 8
p.m. p.m. p.m. p.m.
Provinciale netwerken P - Ontwikkelen en in stand houden van kwalitatief - netwerk wandelen en 117 hoogwaardige, aaneengesloten fietsen (km) (grensoverschrijdende) netwerken voor - netwerk varen (km) 250 wandelen, fietsen en varen en bekendheid - bewegwijzerde routes 25 geven aan de netwerken wandelen en fietsen * bron: Meerjarenprogramma Landelijke routenetwerken wandelen en fietsen. Programmering 2007 t/m 2013
p.m. p.m. p.m.
Kwalitatieve informatie: Wij willen ons de komende jaren richten op het stimuleren van de toeristisch-recreatieve ontwikkeling. Wij rekenen daarbij ook nadrukkelijk op de medewerking van onze gebiedspartners, die wij hierbij zeker nodig zullen hebben. Hierbij blijven wij aandacht geven aan verdere verbetering van de infrastructuur voor zowel fiets-, wandel-, vaarroutes en ruiterpaden en het profileren van het Groninger platteland als aantrekkelijk gebied voor toerisme en recreatie. Wij verwachten dat het toeristisch bedrijfsleven actief inspeelt op de vraag naar kwaliteitsverbetering. De afgelopen jaren is er flink geïnvesteerd in toeristische infrastructuur. Voor de fiets- en wandelpaden zullen wij, samen met onze gebiedspartners, actief prioritaire projecten bepalen en deze tot uitvoering brengen. Verdere uitbreiding en kwaliteitsverbetering van de recreatieve vaarwegen blijft nodig. Ook de komende jaren zal dit flinke financiële inspanningen vergen. Voor de ontwikkeling van landelijke vaarroutes zullen wij ons actief blijven inzetten. Ook zal, samen met gebiedspartners, naar oplossingen worden gezocht om regionale en lokale knelpunten in het vaarwegennet op te lossen. De hoofdlijnen voor de ontwikkeling van nieuwe vaarroutes zijn verwoord in ons Provinciaal Omgevingsplan (POP). Meer nog dan voorheen zullen wij trachten de verbetering van de toeristische infrastructuur vorm te geven binnen grotere, integrale projecten.
Landschap en Cultuurhistorie
€ 907.000,-- , incl. nieuw beleid € 100.000,-- : VJN2007
Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis) Landschap (generiek) en cultuurhistorie - Inrichting landschap en landschapselementen: lijn, punt en vlakelementen - Beheer landschap en landschapselementen: lijn, punt en vlakelementen - Nieuwe of verbeterde gebouwde monumenten en behoud van historische erven en kerkterreinen Nationaal landschap Middag-Humsterland - Uitvoeringsprogramma door provincie Drenthe - Bestemmingsplan t.b.v. behoud nat./landsch. Nationaal landschap Drentsche Aa - Uitvoeringsprogramma - Bestemmingsplan t.b.v. behoud nat./landsch. Landschapsbeheer Groningen - Meerjarenovereenkomst
Rijks (R) of Provinciaal (P) doel
Prestatie-indicator
prestatie in PLG periode (ambitie)
Realisatie in 2008
P
(aantal)
150
25
P
(aantal)
250
35
P
(aantal)
enkele
p.m.
R
uitvoeringsprogramma bestemmingsplan
1 1
1/7 p.m.
R
uitvoeringsprogramma bestemmingsplan
1 1
1/7 p.m.
P
meerjarenovereenkomst
p.m.
p.m.
Karakteristiek Groningen
71
Kwalitatieve informatie: De afgelopen jaren hebben we veel geïnvesteerd in de inrichting en het beheer van karakteristieke landschapselementen zoals houtwallen, essen en bijzondere cultuurhistorische terreinen. Doordat wij geen rijksmiddelen meer ontvangen voor laatstgenoemde werkzaamheden kunnen wij het beheer van deze landschapselementen mogelijk niet meer voortzetten dan wel in een lagere cyclus beheerswerkzaamheden uitvoeren waardoor de beheerskosten uiteindelijk toenemen door ingrijpender werkzaamheden. Doordat de middelen voor beheer beperkter zijn zal daar waar mogelijk gekeken worden naar duurzamere vormen van beheer. Uiteraard dienen deze maatregelen landschappelijk verantwoord te zijn. Bij de totstandkoming van het Programma Landelijk Gebied is gebleken dat de ambitie hoger is dan we met rijks en provinciale middelen kunnen uitvoeren. In het kader van de Voorjaarsnota 2007 is voor continuering van nieuw beleid voor landschapsontwikkeling en -herstel een bedrag van € 100.000,-- beschikbaar gesteld. Dit betekent dat een extra ambitie kan worden gerealiseerd, veelal zal dat gebeuren in projecten. Hierbij wordt de systematiek uit het Programma Landelijk Gebied gevolgd. Meer concreet betreft het ontwikkeling en herstel van landschap en landschapselementen; inrichting en beheer van lijn-, punt- en vlakelementen.
Landbouw Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis) Grondgebonden landbouw - Grondgebonden landbouw - Glastuinbouw
€ 1.877.000,--
Rijks (R) of Provinciaal (P) doel
Prestatie-indicator
R/P
-
Duurzaam ondernemen - Pilot projecten duurzame ondernemen (VROM) - Versterking, Vernieuwing & Verbreding Landinrichting Door de brede inzet van het instrument landinrichting kunnen, in samenhang met het belang voor landbouw, water, natuur, landschap, recreatie en infrastructuur, eigendom, bestemming en inrichting van de grond worden gerealiseerd.
prestatie in PLG periode (ambitie)
realisatie in 2008
opp. landbouw ingericht (ha) oppervlakte glastuinbouw (ha) aantal verspreid liggende glastuinbouwbedrijven
14.040 p.m.
p.m. p.m.
p.m.
p.m.
R
-
aantal projecten
7
1
P
-
aantal projecten
70
10
11
4
5
p.m.
R/P -
Aantal af te ronden klassieke landinrichtingsprojecten Aantal af te ronden modulaire landinrichtings- en waterbergingsprojecten
Kwalitatieve informatie: In 2008 richten we ons op: • versterking, vernieuwing en verbreding van de agrarische sector; • glastuinbouw Eemsmond; • kennisstructuur/regionaal praktijkonderzoek; • pilots duurzaam ondernemen (VROM). We zetten sterk in op het afwerken van klassieke (oude) landinrichtingsblokken. Het rijksbod betekent een inzet van € 15,28 miljoen voor de lopende verplichtingen (klassiek en vastgestelde modules). Daarnaast naar aanleiding van het landbouwstructuuronderzoek inzet kavelruilcoördinator ten behoeve van verbetering van de agrarische structuur en realisering van niet agrarische doelen zoals de EHS. Tevens inzet landinrichting/flankerend beleid ten behoeve van de (nood)waterbergingsgebieden in de Onner- en Oostpolder, de Ulsderpolder en Binnen Aa.
72
Karakteristiek Groningen
Sociaal economische vitalisering
€ 1.408.000,-- , incl. nieuw beleid: VJN2007 - Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg € 700.000,-(1)
Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis) Stimulering en verbreding van de plattelandseconomie - stimuleren van de marktsector en kwaliteitsverbetering vooral gericht op kleinschalige MKB, landbouw en toeristisch-recreatief bedrijfsleven Verbetering van de leefbaarheid in plattelandsgebieden - verbetering en versterking van het woonwerk- en leefmilieu en vergroten van betrokkenheid bij leefomgeving Stimuleren lokale ontwikkelingen via LEADER-aanpak - stimuleren van het ontwikkelen van initiatieven en plannen bottom-up
Rijks (R) of Provinciaal (P) doel
Prestatie-indicator
prestatie in PLG periode (ambitie)
P
wordt ingevuld via de actieplannen voor LEADER
P
wordt ingevuld via de actieplannen voor LEADER
P
wordt ingevuld via de actieplannen voor LEADER
Realisatie in 2008
Kwalitatieve informatie: Het gaat bij dit onderdeel om twee speerpunten: 1. Leefbaarheid en verbreding plattelandseconomie; 2. Lokale ontwikkelingen. ad 1. Gezonde economische en sociale basis en een voorzieningenniveau dat toegesneden is op de behoeften. Daarnaast behoud van werkgelegenheid en het ontwikkelen van een vitale werk- en woonomgeving. ad 2. Voor de sociale vitaliteit is van groot belang dat er initiatieven ontstaan (initiatiefgroepen met voldoende zelforganiserend vermogen) die in goede verhouding met de overheid kunnen opereren, zodat de leefbaarheid van de directe omgeving van onderop wordt gegarandeerd. Hierbij wordt gewerkt met de zgn. LEADER-systematiek. (1) - In de Voorjaarsnota 2007 is in het kader van nieuw beleid voor het Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg voor de periode 2008-2011 jaarlijks een bedrag van € 1.000.000,-- beschikbaar gesteld. De beschikbare middelen voor de bijdrage regelingen Zorginfrastructuur (€ 250.000,--) en multifunctionele gebouwen (€ 500.000,--) worden voor € 200.000,-- respectievelijk € 500.000,-- ingezet ten behoeve van sociaal economische vitalisering. De overige middelen ad € 300.000,-- worden ingezet bij het programma Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur, onderdeel thema sociaal beleid.
Karakteristiek Groningen
73
Bodem Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis) Duurzaam bodemgebruik Bodemsanering Realiseren van de gewenste bodemkwaliteit in het landelijk gebied door sanering
Rijks (R) of Provinciaal (P) doel R R
Prestatie-indicator Opstellen en uitvoeren bodemvisie
prestatie in PLG periode (ambitie) 2007-2013 1
Uitgevoerd MJP Bodem 2005-2009 Opgesteld MJP Bodem 2010 -2013
1 1
Kwalitatieve informatie: Naar verwachting is met het huidige budget de doelstelling alle spoedeisende gevallen van bodemverontreiniging beheerst dan wel gesaneerd in het landelijk gebied voor 2015, niet haalbaar. Wat betreft de locaties in het landelijk gebied met een ernstige en spoedeisende (water)bodemverontreiniging waarbij sanering noodzakelijk is, richt dit zich met name op voormalige stortplaatsen en gedempte sloten (wijken). In het verleden is hier vaak afval gestort, zonder dat bodembeschermende voorzieningen zijn getroffen. In het kader van het onderzoek 'voormalige stortplaatsen' wordt op een tiental locaties nader onderzoek uitgevoerd om te bezien of in de toekomst saneringsmaatregelen noodzakelijk zijn. Wanneer er sprake is van een ernstige bodemverontreiniging waarbij de sanering spoedeisend is, zal deze met alle belanghebbenden worden opgepakt. Bodembeheer zal steeds meer integraal worden benaderd. In de samenleving willen wij bevorderen dat bewuster en duurzamer met de (water)bodem wordt omgegaan en dat de gebruiksmogelijkheden van de (water)bodem op de langere termijn worden veilig gesteld. Hiervoor stellen wij een Bodemvisie op en actualiseren wij de bodemkwaliteitskaarten en stellen we bodemambities op. Water Activiteiten en kwantitatieve prestatie-indicatoren: Operationeel doel (kwaliteitseis) Waterkwantiteit - realiseren grootschalige waterberging realiseren kleinschalige waterberging Waterkwaliteit (o.a.) implementatie KRW; - Beekherstel; - Natuurvriendelijke oevers - vispassages -
€ 1.020.000,--
Prestatie-indicator
prestatie in PLG periode (ambitie)
Realisatie in 2008
m³
43,7 miljoen
Hunze en Aa's:
In 2008 Ulsderpolder en Onner- en Oostpolder ingericht als waterbergingsgebiden; m³
p.m.
km km stuks
39 114 80
Inrichten polder Vredewold (zomerpolder) 225.000 m3 ; 55 ha. In 2008 worden doelstellingen en maatregelenpakketten uitgewerkt.
Kwalitatieve informatie: Voor de realisatie van de waterberging worden de volgende acties uitgevoerd: • goedkeuren bestemmingsplannen waarin de Ulsderpolder en Onner- en Oostpolder zijn aangewezen als waterbergingsgebieden; • inzetten flankerend beleid: aankoop en verpachting van gronden en inzet landinrichtingsmaatregelen. Ten aanzien van de Europese Kaderrichtlijn Water worden de volgende acties uitgevoerd: • doelstellingen en maatregelenpakketten uitwerken; Vanaf 2009 uitvoeren inrichtingsmaatregelen via het PLG; • geen spijtmaatregelen voor waterkwaliteit door onder andere beekherstel, natuurvriendelijke oevers en terugdringen emissies.
74
Karakteristiek Groningen
Tabel 3.2. Lasten en baten programma Karakteristiek Groningen, thema PLG (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten nieuw beleid thema ILG • 6203 Natuurkwaliteit landelijk gebied 210 210 210 210 • 6204 Landschapsontwikkeling en -herstel 100 100 100 100 • 9105 Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg: 500 500 500 a. Multifunctionele centra 500 b. Zorginfrastructuur 200 200 200 200 Totaal lasten prioriteiten nieuw beleid 0 0 1.010 1.010 1.010 1.010 Prioriteiten aanvaard beleid thema ILG • 4002 Water (PLG) • 5204 Bodem (PLG) • 6102 Toerisme en recreatie (PLG) • 6203 Natuur (PLG) • 6204 Landschap en cultuurhistorie (PLG) • 7303 Landbouw en landinrichting (PLG) • 9105 Sociaal-economische vitalisering (PLG) Totaal prioriteiten aanvaard beleid Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema ILG • 4002 Water (PLG) • 5204 Bodem (PLG) • 6102 Toerisme en recreatie (PLG) • 6203 Natuur (PLG) • 6204 Landschap en cultuurhistorie (PLG) • 7303 Landbouw en landinrichting (PLG) • 9105 Sociaal-economische vitalisering (PLG) Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
0
1.020
1.020
155 580 20.445
155 1.428 580 20.462
658 1.428 580 20.481
112 2.120
580 20.427
376
807
810
813
816
1.182
1.876
1.876
1.876
1.876
1.408 6.218
708 25.418
708 24.574
708 26.022
708 26.547
1.361
320
323
326
329
74 1.897
349
365
383
401
326
221
232
243
254
728
560
586
614
643
763
690
723
758
794
5.149 11.367
2.140 28.568
2.249 27.813
2.324 29.356
2.421 29.978
Karakteristiek Groningen
75
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema ILG • 4002 Water (PLG) • 5204 Bodem (PLG) • 6102 Toerisme en recreatie (PLG) • 6203 Natuur (PLG) • 6204 Landschap en cultuurhistorie (PLG) • 7303 Landbouw en landinrichting (PLG) • 9105 Sociaal-economische vitalisering (PLG) Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema ILG
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
297
169
165
468 18.466
297 297 11.070
meerjarenraming 2009
2010
2011
468 18.466
160 1.128 468 18.466
659 1.128 468 18.466
504
504
504
504
695
695
695
695
20.302 20.302 8.266
20.298 20.298 7.515
21.421 21.421 7.934
21.920 21.920 8.058
Toelichting: Het Programma Landelijk Gebied (PLG) is met ingang van 2007 ingevoerd. Voorheen zaten de budgetten aanvaard beleid opgenomen onder productgroepen, die deel uitmaken van andere programma's. Het verschil tussen begroting 2007 en 2008 (lasten prioriteiten aanvaard beleid) kan worden verklaard doordat de cijfers 2007 alleen zijn gebaseerd op de provinciale bijdrage en die van 2008 op de provinciale- en de rijksbijdrage. Daarnaast is er in 2008 sprake van een lagere toerekening van apparaatkosten dan in 2007 (zie blok overige lasten aanvaard beleid).
76
Karakteristiek Groningen
4. Bereikbaar Groningen Het programma Bereikbaar Groningen richt zich op de verbetering van de bereikbaarheid van het platteland en de stad Groningen door middel van een samenhangend pakket van maatregelen, waarbij zowel openbaar vervoer als de verdere verbetering van de infrastructuur een belangrijke rol spelen. Aandeel in de totale begroting 2008: 33,80%.
Bereikbaar Groningen
77
78
Bereikbaar Groningen
4. Programma Bereikbaar Groningen Dit programma bestaat uit de thema's Mobiliteit en Infrastructuur. Vanwege de grote onderlinge verwevenheid van beide thema's is het niet goed mogelijk deze thema's afzonderlijk te beschrijven. Daarom is voor een beschrijving op programmaniveau gekozen. Lasten Bereikbaar Groningen 2008-2011 per thema (x € 1.000,--) 80.000,0 60.000,0 mobiliteit
40.000,0
infrastructuur
20.000,0 0,0 2008
2009
2010
2011
Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen benodigd en beschikbaar.
recapitulatie lasten en baten per thema Omschrijving
2008
(bedragen x € 1.000,--) 2009 2010
2011
4. Bereikbaar Groningen a. mobiliteit - lasten - baten saldo van lasten en baten
67.150,9 60.954,0 6.196,9
68.465,6 62.487,5 5.978,0
72.992,0 64.071,7 8.920,3
71.842,2 65.708,3 6.134,0
b. infrastructuur - lasten - baten saldo van lasten en baten
40.439,2 10.995,4 29.443,8
42.241,9 11.312,6 30.929,3
45.152,8 11.639,2 33.513,6
42.908,4 11.975,7 30.932,8
35.640,6
36.907,3
42.433,8
37.066,7
Saldo Bereikbaar Groningen
Hierna wordt het programma Bereikbaar Groningen beschreven en wordt de daarvoor benodigde middeleninzet verder gedetailleerd.
Bereikbaar Groningen
79
80
Bereikbaar Groningen
Mobiliteit en Infrastructuur Omschrijving thema's Mobiliteit en Infrastructuur Wij vinden transport van personen en goederen een belangrijke voorwaarde voor welbevinden, welvaart en welzijn. Wij zien de auto voor de verdere economische ontwikkeling van onze regio als onmisbaar. De auto is ook voor het functioneren van het platteland noodzakelijk. Het garanderen van een blijvend goede bereikbaarheid van de gehele regio staat centraal in ons verkeers- en vervoerbeleid waarbij wij ernaar streven om de ongewenste neveneffecten van vooral de auto zoals filevorming, verkeersonveiligheid, geluidhinder, stank en ruimtebeslag in vooral stedelijke gebieden zoveel mogelijk te beperken. Wij staan een werkwijze voor waarbij wij samen met de andere overheden de verkeers- en vervoerproblematiek zoveel mogelijk per gebied of vervoerrelatie (bundel) aanpakken. Daarnaast dragen wij zorg voor duurzame instandhouding van het provinciale wegennet, inclusief fietspaden, kunstwerken, verkeersregelinstallaties, wegmeubilair, beplanting en andere bijkomende voorzieningen.
Planstudie Lemmer-Delfzijl 2e fase c.a. Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect: • Verschuiving goederenvervoer van weg naar water
•
Verschuiving van containervervoer van weg naar water
•
Door het verruimen van het kanaalprofiel naar klasse V-a en het verbreden van de bruggen naar het tweestrooks concept wordt het aantrekkelijk om goederen over water te vervoeren in plaats van over de weg. Vervoer over water is milieuvriendelijker, economisch aantrekkelijker en het ontlast de bestaande wegenstructuur
•
Door het verhogen van de bruggen op de vaarweg naar een doorvaarthoogte van minimaal 9,10 meter wordt het aantrekkelijk om containers over water te vervoeren in plaats van over de weg.
Te bereiken in (planperiode): Beïnvloedbaarheid:
2020 De keuze van een vervoerder voor weg- of watervervoer is vooral afhankelijk van bedrijfseconomische factoren. De betrouwbaarheid van de keten is daarbij een noodzakelijke randvoorwaarde.
Meetbaarheid:
Het monitoringssysteem dat in gebruik is op de vaarweg (Informatie- en Volgsysteem Scheepvaart (IVS)) is nauwkeurig te volgen hoe de scheepvaart zich ontwikkelt. Het is vooralsnog lastig te bepalen of de groei van het vervoer over water een gevolg is van de verschuiving van de weg of komt door autonome ontwikkelingen.
Bereikbaar Groningen
81
Het verbeteren van de verkeersafwikkeling/verkeersveiligheid op de Ring Groningen Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect: • verbeteren doorstroming
•
•
verbeteren verkeersveiligheid
•
•
verbeteren bereikbaarheid
•
Door het opheffen van gelijkvloerse kruisingen en het opruimen van verkeersregelinstallaties wordt de doorstroming van het verkeer bevorderd. Door het opheffen van gelijkvloerse kruisingen en het opruimen van verkeersregelinstallaties wordt de kans op het ontstaan van bepaalde type ongevallen, zoals voorrangs- en kop-staartongevallen, verkleind. Door de bouw van ongelijkvloerse aansluitingen verbetert de doorstroming van de Ring Groningen hetgeen de bereikbaarheid van de stad Groningen ten goede komt. Specifiek op de Zuidelijke Ringweg verbetert de doorstroming enigszins door uitvoering van de Langmanmaatregelen (tot en met 2009). Een robuuste verbetering van de bereikbaarheid daarna, wordt gerealiseerd door uitbouw van de weg op het bestaande tracé. De bestaande hoofdrijbaan wordt verbreed en daarnaast of daaronder wordt een parallelstructuur aangelegd voor verkeer dat in de stad zijn bestemming heeft.
Te bereiken in (planperiode): Beïnvloedbaarheid:
circa 2020 De mate van beïnvloedbaarheid is op de aan te pakken kruisingen sterk voor die delen van de Ring Groningen die in beheer en onderhoud bij de provincie zijn. Dit geldt zowel voor de doorstroming als voor de verkeersveiligheid. Voor de doorstroming geldt echter dat nog niet aangepakte knelpunten op de Ring Groningen zich (mogelijk) meer zullen gaan manifesteren. Voor wat betreft de verkeersveiligheid geldt dat weggebruikers bepaalde fouten (bijv. roodlichtnegatie) niet meer kunnen maken. Of ongevallen plaatsvinden blijft echter in zeer hoge mate afhankelijk van het gedrag van de weggebruiker. Ruimtelijke procedures en/of grondaankopen kunnen leiden tot vertraging in de uitvoering. Waar het betreft uit te voeren verbeteringsmaatregelen op de Zuidelijke Ringweg is de beïnvloedbaarheid gering. Het beheer en onderhoud van dit deel van de Ring Groningen berust bij het Rijk.
Meetbaarheid:
Het effect van de maatregelen op zowel de doorstroming als de verkeersveiligheid is goed te monitoren, door afname filevorming en het volgen van de ongevalsgegevens die beschikbaar worden gesteld door de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
82
Bereikbaar Groningen
Planstudie Groningen - Delfzijl c.a. Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect: • het verbeteren van de doorstroming / bereikbaarheid stad Groningen • verbeteren van de verkeersveiligheid • verbeteren van de OVverbinding Ten Boer Groningen • bevorderen gebruik fiets Te bereiken in (planperiode):
Beïnvloedbaarheid:
Meetbaarheid:
•
In de planstudie wordt gekeken naar de mogelijkheden van het huidige wegtracé en in relatie daarmee de doorstromingsmaatregelen voor de bus Groningen-Ten Boer. Ook zal gekeken worden naar de mogelijkheden voor een Fietsroute Plus (Groningen-Ten Boer).Tevens wordt gestudeerd op de mogelijkheden en effecten van een kortsluiting tussen de N360 en de Eemshavenweg (N46) al dan niet in combinatie met capaciteitsverruiming van de Eemshavenweg tussen Bedum en Groningen.
Betreft een B-project uit het onderdeel infrastructuur van ons collegeprogramma. In deze bestuursperiode willen wij de haalbaarheid onderzoeken ten behoeve van eventuele realisatie op de middellange termijn. De beïnvloedbaarheid is groot te noemen aangezien het beheer en onderhoud van de weg Groningen-Delfzijl (N360) bij de provincie berust. De meetbaarheid van de effecten van te treffen maatregelen is groot.
Regiotram Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect: • verbeteren bereikbaarheid
•
•
•
•
verbetering (verkeers-) leefbaarheid beperking groei autoverkeer
Te bereiken in (planperiode): Beïnvloedbaarheid:
Meetbaarheid:
•
De Regiotram zorgt voor verbetering van de bereikbaarheid vanuit de regio naar de stad Groningen alsook in de stad Groningen. Door de inzet van de Regiotram als duurzame vervoersmodaliteit, zal de (verkeers)leefbaarheid verbeteren. De Regiotram zal bijdragen aan de modal shift en daardoor aan de beperking van de groei van het autoverkeer.
1e fase (Hoofdstation - Zernike) in 2014/2015 (voor fase 2 en volgende dient de planperiode nog te worden bepaald. De beïnvloedbaarheid is groot. Gelet op de forse investeringen bestaat er wel een belangrijke afhankelijkheid van externe geldstromen. Afhankelijkheid bestaat ook van te volgen procedures. De meetbaarheid is groot, bijvoorbeeld door de ontwikkeling van het aantal OV-reizigers, het terugdringen van het aantal bussen in de stad Groningen of de ontwikkeling in de groei van het autoverkeer.
Bereikbaar Groningen
83
Planontwikkeling ZZL (HST) Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect: • aansluiting NoordenRandstad
•
•
ontwikkeling NOA
•
•
economische impuls
•
•
ruimtelijke structurering
•
Te bereiken in (planperiode):
Beïnvloedbaarheid:
Meetbaarheid:
Met de snelle verbinding van de ZZL (HST) wordt het Noorden beter aangesloten op het economisch centrum van Nederland. De bereikbaarheid van de Noordvleugel verbetert. De HST vormt belangrijke infrastructurele drager bij de vorming van een Noordelijke ontwikkelingsas (Randstad-Noorden-DuitslandScandinavië en verder) Door sterke reistijdverkorting gaat grotere wisselwerking optreden tussen gebieden en steden. Verbetert het imago van het Noorden en bevordert de vestiging en groei van bedrijven. Versterking van kennisgeoriënteerde economische sectoren en wonen. De verbinding maakt gebieden in het Noorden toegankelijker. Het faseverschil tussen het Noorden en de rest van Nederland verbinding vermindert. De HST versterkt de functie van de haltesteden, draagt bij aan bundeling van verstedelijking in kernzones en vergroot draagvlak voor aansluitend regionale openbaar vervoer.
Afhankelijk van de definitieve besluitvorming in 2007 door het kabinet en de Tweede Kamer over de Structuurvisie ZZL wordt er een procedure voor een planstudie voorbereid. De planstudie zou kunnen leiden tot een besluit tot realisatie van de verbinding 2017. Bij een negatief besluit wordt het planproces ZZL beëindigd. De wijze waarop de snelle verbinding wordt gerealiseerd wordt uitgewerkt in een planstudie. De financiële inbreng van overheden en marktpartijen is daarbij bepalend voor de technische uitvoering, de te realiseren reistijdbesparing en bijbehorende ruimtelijk-economische effecten. De effecten van ZZL op reizigersomvang richting westen van Nederland valt goed te meten. De ontwikkeling van de economie en ruimtelijke ontwikkeling valt goed te meten, het bepalen van het effect van de ZZL daarin is lastiger.
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • • • • • •
84
Provinciaal Omgevingsplan; Beleidsnota Fiets provincie Groningen; Actieplan verkeersveiligheid provinciale wegen; Geactualiseerde Regiovisie Groningen-Assen; Beleidsnota openbaar vervoer in beweging; Beleidsnota Herijking Investeringsniveau Infrastructuur (H2i); Actualisering Beleidsnota Herijking Investeringsniveau Infrastructuur (H2i2); Managementcontract beheer wegen en kanalen; SNN-beleidsvisie Goederenvervoer Noord-Nederland; SNN-beleidsvisie Mobiliteitsmanagement; Gebiedsuitwerking ZZL, uitwerking A6/A7-as; Omgevingsbalans POP; Netwerkanalyse Groningen-Assen.
Bereikbaar Groningen
Prioriteiten 2008 Planstudie Lemmer-Delfzijl 2e fase c.a.
t.l.v. incidentele budgetuitbreiding verkeersonderzoek 2008 à € 50.000,-(VJN2007)
Activiteiten: Met de planstudie Lemmer-Delfzijl 2e fase is ook een netwerkanalyse van de noordelijke vaarwegen annex. Deze netwerkanalyse zal aan het licht brengen welke knelpunten zich voordoen op het noordelijk vaarwegennet die om een oplossing vragen. Dit om de mogelijkheden van de op te waarderen vaarweg Lemmer - Delfzijl niet alleen voor het doorgaande maar ook voor het scheepvaartverkeer met een bestemming (haven) in de regio maximaal te benutten. In 2008 wordt: • de netwerkanalyse afgerond; • een start gemaakt met de planstudie (met deelstudies) met een doorloop naar 2010. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Naast het opleveren van de netwerkanalyse is nu nog niet aan te geven hoeveel en welke deelstudies in 2008 worden uitgevoerd. Dit zal in de loop van 2007 duidelijk worden. Kwalitatieve informatie: • de planstudie moet passen binnen het MIT-kader; • het Rijk kan eerst in 2012 financiële middelen vrijmaken voor de uitvoering van de 2e fase van de vaarweg Lemmer-Delfzijl; • de planstudie moet in 2010 worden afgerond.
Het verbeteren van de verkeersafwikkeling/verkeersveiligheid op de Ring € 953.300,-Groningen Activiteiten: • De inspanningen richten zich op de spoedige start van de werkzaamheden rond het ongelijkvloers maken van de kruising Noordelijke Ringweg-Bedumerweg in combinatie met de vernieuwing van de Noordzeebrug. Het moment dat daadwerkelijk kan worden begonnen hebben wij niet in de hand. Dit heeft te maken met het ingewikkelde proces van grondverwerving. Wij streven er voor wat betreft de Oostelijke Ringweg naar in 2008 de studie naar het eindbeeld voor dit onlangs van het Rijk overgenomen deel van de Ringweg Groningen af te ronden. • Naar aanleiding van de motie Mastwijk (Tweede Kamer, oktober 2006) heeft Rijkswaterstaat NoordNederland, in nauwe samenwerking met ons en de gemeente Groningen, de Verkenning Zuidelijke Ringweg Groningen 2e fase opgesteld. Deze is op 14 mei 2007 besproken met de minister van Verkeer en Waterstaat. De maanden erna worden gebruikt om zodanige financieringsafspraken te maken dat de minister van Verkeer en Waterstaat uiterlijk in het bestuurlijk overleg in het najaar van 2007 kan besluiten een planstudie op te starten. Als dat het geval is dan zal die planstudie in 2008 en 2009 uitgevoerd worden. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Geen. Kwalitatieve informatie: De projecten passen in ons streven om te zijner tijd alle (belangrijke) aansluitingen op de Ring Groningen ongelijkvloers uit te voeren. Dit komt de verkeersafwikkeling op de Ring Groningen ten goede en verbetert tevens de verkeersveiligheidssituatie bij de aansluitingen. De projecten worden ondersteund via een communicatietraject ten behoeve van de weggebruikers. Om de financiële dekking van deze grootschalige projecten mede mogelijk te maken sparen wij sinds 2001 jaarlijks uit eigen middelen een bedrag van € 953.300,--. Eenzelfde bedrag reserveren wij ook in de Brede Doeluitkering (BDU). Bovendien heeft de overdracht van de N46 financiële middelen opgeleverd die wij kunnen inzetten voor de verbeteringsmaatregelen aan de Oostelijke Ringweg.
Bereikbaar Groningen
85
Planstudie Groningen - Delfzijl c.a. t.l.v. budget verkeersonderzoek Activiteiten: Het doen van een planstudie bestaande uit een eindbeeld en het ontwikkelen van een maatregelenpakket om dit eindbeeld te bereiken. Ook zal gekeken worden naar het oplossend vermogen van een kortsluitende verbinding tussen de N360 (weg Groningen-Delfzijl) en de N46 (Eemshavenweg). Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Planstudie wordt in 2009 afgerond. Kwalitatieve informatie: • In de planstudie zullen de betrokken gemeenten participeren alsook relevante belangengroepen/ organisaties en burgers. • Voor de planstudie zal externe deskundigheid worden ingehuurd. • Studie wordt uitgevoerd in het kader van de regio Groningen - Assen. • Studie wordt mede bekostigd uit het Regiofonds. Regiotram € 200.000,-- (VJN2007) Activiteiten: • afronden van het voorlopig ontwerp tracéstudie voor Hoofdstation - Zernike (inclusief aansluiting Hoofdstation); • studie aansluiting tram op Hoofdstation (studie afgerond in 2009); • afronden inspraak over het voorlopig ontwerp tracéstudie voor Hoofdstation - Zernike. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Geen. Kwalitatieve informatie: Definitieve besluitvorming over het tracé voor de tramverbinding Hoofdstation - Zernike zal naar verwachting in 2008/2009 plaatsvinden.
Planontwikkeling Zuiderzeelijn € 177.300,-- (VJN2007) Activiteiten: • voeren van overleg met kabinet over besluitvorming en opzet van Planstudie ZZL; • bij positieve besluitvorming: bijdragen aan uitvoering Planstudie Zuiderzeelijn. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Planstudie Zuiderzeelijn. Kwalitatieve informatie: Het kabinet heeft in 2005 besloten om - voordat het project ZZL wordt vervolgd - eerst nut en noodzaak aan te tonen in een Structuurvisie volgens het wetsvoorstel voor de nieuwe Wro. In de ontwerp-Structuurvisie ZZL (april 2006) is het kabinetsvoornemen opgenomen om de Zuiderzeelijn niet aan te leggen maar met de regio een regiospecifiek pakket uit te werken. De Tweede Kamer heeft om uitwerking verzocht van de door de regio voorgestelde hogesnelheidstrein (HST-3) en een regiospecifiek pakket. In oktober 2006 kon tussen Rijk en regio geen overeenstemming worden bereikt over de uitkomsten van deze uitwerking. De besluitvorming over de Structuurvisie en aanvullende uitwerking is aan het volgende kabinet overgelaten. De besluitvorming over het vervolg van het project, zo mogelijk in de vorm van een Planstudie voor de HST-3, wordt medio 2007 verwacht. De planstudie volgens de procedure van de Tracéwet vergt 3 tot 4 jaar. De regio zal te zijner tijd op basis van de uitkomsten van de Planstudie een besluit dienen te nemen over de daadwerkelijke realisatie van het project en over de inzet van de tot dusverre gereserveerde middelen.
86
Bereikbaar Groningen
Tabel 4.1. Lasten en baten programma Bereikbaar Groningen, thema Mobiliteit (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten nieuw beleid thema Mobiliteit • 3001 Regiotram 200 200 • 3001 Verkeersonderzoek 50 50 • 3001 Planontwikkeling ZZL (HST) 177 177 177 177 • 3001 Beleidsnota fiets 200 200 200 200 Totaal prioriteiten aanvaard beleid 0 250 627 377 377 377 Prioriteiten aanvaard beleid thema Mobiliteit • 3001 Verkeersafwikkeling/ verkeersveiligheid op de Ring Groningen • 3001 Planontwikkeling ZZL (HST) Totaal prioriteiten aanvaard beleid Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Mobiliteit • 3001 Mobiliteitsbeleid • 3401 Luchtvaartvervoer • 3402 Collectief Personenvervoer Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Mobiliteit • 3001 Mobiliteitsbeleid • 3401 Luchtvaartvervoer • 3402 Collectief Personenvervoer Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Mobiliteit
953
953
953
953
0
953 177 1.130
953
953
953
953
18.537 326 44.632
16.460 324 57.231
18.249 351 46.971
18.253 354 48.529
21.167 355 50.140
18.351 358 51.804
63.495 63.495
74.015 75.395
65.571 67.151
67.136 68.466
71.662 72.992
70.513 71.843
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
16.388
12.120
44.106 60.494 60.494 3.001
meerjarenraming 2009
2010
2011
14.511
14.511
14.511
14.511
56.795
46.443
47.977
49.561
51.198
68.915 68.915 6.480
60.954 60.954 6.197
62.488 62.488 5.978
64.072 64.072 8.920
65.709 65.709 6.134
Toelichting: De stijging van de overige lasten aanvaard beleid van 2007 naar 2008 (productgroep 3001) wordt vooral veroorzaakt door hogere lasten in het kader van de BDU (zie ook baten). De stijging van de overige lasten aanvaard beleid van 2009 naar 2010 (productgroep 3001) heeft met name te maken een geraamde besteding in 2010 van de reservering ten behoeve van de ringwegen ad € 2.830.000,--. De daling van de overige lasten aanvaard beleid van 2007 naar 2008 (productgroep 3402) wordt veroorzaakt door lagere lasten in het kader van de BDU-OV (zie ook baten).
Bereikbaar Groningen
87
Tabel 4.2. Lasten en baten programma Bereikbaar Groningen, thema Infrastructuur (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten nieuw beleid thema Infrastructuur • 3101 Knelpunten wegen en waterwegen Totaal lasten prioriteiten nieuw beleid Prioriteiten aanvaard beleid thema Infrastructuur • 3301 Planstudie Lemmer-Delfzijl 2e fase • 3101 Planstudie GroningenDelfzijl Totaal prioriteiten aanvaard beleid Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Infrastructuur • 3101 (Re)constructie wegen en fietspaden • 3102 Onderhoud en beheer wegen en fietspaden • 3103 Verkeersveiligheid • 3301 (Re)constructie waterwegen • 3302 Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen • 3303 Onderhoud en beheer overige vaarwegen • 3304 Onderhoud en beheer sluizencomplex Lauwersoog • 3305 Herstel schade als gevolg van bodemdaling Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
88
0
1.750
1.750
1.750
1.750
1.750
1.750
1.750
1.750
0
1)
0
0
1) 0
0
0
0
12.288
7.881
5.422
6.238
7.909
6.264
14.564
14.857
14.603
15.160
15.738
16.340
2.169 3.944
2.440 3.034
2.109 2.542
2.164 2.447
2.222 2.561
2.282 2.545
10.929
9.694
9.801
10.109
10.427
10.755
5.862
6.710
3.900
4.051
4.209
4.373
537
338
304
315
328
340
8
24
8
8
9
9
50.301 50.301
44.978 46.728
38.689 40.439
40.492 42.242
43.403 45.153
42.908 42.908
Bereikbaar Groningen
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Infrastructuur • 3101 (Re)constructie wegen en fietspaden • 3102 Onderhoud en beheer wegen en fietspaden • 3103 Verkeersveiligheid • 3301 (Re)constructie waterwegen • 3302 Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen • 3303 Onderhoud en beheer overige vaarwegen • 3304 Onderhoud en beheer sluizencomplex Lauwersoog • 3305 Herstel schade als gevolg van bodemdaling Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Infrastructuur
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
meerjarenraming
1.237
425
425
425
425
425
50.957
176
197
203
209
216
10.259
9.587
9.634
9.924
10.221
10.528
1.398
622
625
644
663
683
201
113
114
117
121
124
64.091 64.091 -13.790
10.923 10.923 35.805
10.995 10.995 29.444
11.313 11.313 30.929
11.639 11.639 33.514
11.976 11.976 30.932
2009
2010
2011
39
Toelichting: 1) Komt ten laste van het budget Verkeersonderzoek, dat is ondergebracht bij het thema Mobiliteit. De schommelingen in de overige lasten aanvaard beleid (productgroep 3101) heeft te maken met de incidentele investeringsbijdragen in het kader van H2i(2). De daling in de overige lasten aanvaard beleid (productgroep 3103) van 2007 naar 2008 heeft te maken met een eenmalige overboeking van kredieten van 2006 naar 2007, die niet doorwerkt naar 2008. De daling in de overige lasten aanvaard beleid (productgroep 3301) van 2007 naar 2008 heeft te maken met een daling van de rente en afschrijvingen op investeringen in waterwegen. De schommelingen in de overige lasten aanvaard beleid (productgroep 3303) heeft te maken met de oorspronkelijk voor 2008 en 2009 geraamde extra uitgaven voor de boordvoorzieningen A.G. Wildervanckkanaal, die middels voorstellen in de Voorjaarsnota 2006 naar voren zijn gehaald (2006 en 2007).
Bereikbaar Groningen
89
90
Bereikbaar Groningen
5. Schoon/veilig Groningen Het programma Schoon en Veilig Groningen richt zich op een schone en veilige leefomgeving. Zo moet bijvoorbeeld het risico van calamiteiten, ontploffingen en overstromingen zo klein mogelijk zijn. Aandeel in de totale begroting 2008: 8,70%.
Schoon/veilig Groningen
91
92
Schoon/veilig Groningen
5. Schoon/veilig Groningen Dit programma bestaat uit de thema's: 1. Water; 2. Milieu; 3. Risicobeleid/veiligheid. Lasten Schoon/veilig Groningen 2008-2011 per thema (x € 1.000,--) 25.000,0 20.000,0
w ater
15.000,0
milieu
10.000,0
risicobeleid/veiligheid
5.000,0 0,0 2008
2009
2010
2011
Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen benodigd en beschikbaar.
recapitulatie lasten en baten per thema Omschrijving
2008
(bedragen x € 1.000,--) 2009 2010
2011
5. Schoon/veilig Groningen a. water - lasten - baten saldo van lasten en baten
4.485,3 1.333,0 3.152,3
4.569,6 1.375,5 3.194,1
4.798,4 1.420,2 3.378,2
5.006,2 1.467,3 3.538,9
b. milieu - lasten - baten saldo van lasten en baten
21.469,3 5.683,9 15.785,4
21.947,1 5.687,2 16.259,8
22.285,3 5.690,6 16.594,6
22.674,7 5.694,1 16.980,5
c. risicobeleid/veiligheid - lasten - baten saldo van lasten en baten
1.744,0 1.047,0 697,0
1.768,2 1.047,0 721,2
1.793,5 1.047,0 746,5
1.037,4 0,0 1.037,4
19.634,7
20.175,2
20.719,4
21.556,8
Saldo Schoon/veilig Groningen
Hierna worden de afzonderlijke thema's beschreven en wordt de daarvoor benodigde middeleninzet verder gedetailleerd.
Schoon/veilig Groningen
93
94
Schoon/veilig Groningen
Water Omschrijving thema water Water is één van de essentiële thema's voor het bereiken van een schone en veilige leefomgeving. Klimaatwijziging noopt ons tot een visie op de gevolgen van zeespiegelstijging en neerslagveranderingen. Hierbij spelen ook keuzes in de ruimtelijke ordening een rol. Voor het gebiedsgericht waterbeleid is het behouden, het herstellen en het realiseren van duurzame watersystemen het uitgangspunt. Voor het herstellen van de watersystemen is de denkrichting: vasthouden, bergen en afvoeren per gebied in onderling evenwicht. Door een veerkrachtige inrichting van de watersystemen en het bevorderen van een adequate waterkeringszorg moeten voldoende waarborgen kunnen worden geboden om veilig en zonder wateroverlast in deze provincie te kunnen wonen, werken en recreëren. Voor de uitvoering van het waterbeleid zijn in eerste aanleg de waterschappen de meest aangewezen lichamen van functioneel bestuur met een eigen financieringssysteem. Een deel van het waterbeleid (inrichting waterbergingsgebieden, bestrijding verdroging en het verbeteren van de ecologische doelstellingen van de watersystemen (KRW)) is ondergebracht bij programma karakteristiek Groningen, thema PLG. Muskusratten en beverratten worden bestreden om onveilige situaties te voorkomen en schade te beperken.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect:
Toelichting:
1. voorkomen van wateroverlast
1. Voorkomen en/of beperken van wateroverlast: • als gevolg van overstromingen vanuit zee door de 5-jaarlijkse toetsing van de primaire waterkeringen; • vanuit de boezemsystemen door het versterken van regionale waterkeringen; • in de regionale watersystemen (vanuit overige watergangen) door het treffen van waterhuishoudkundige maatregelen. 2. Terugdringen van de muskusrattenpopulatie, en beverratten geen kans geven in Groningen.
2. beperken schade en voorkomen van onveilige situaties door muskus- en beverratten. Te bereiken in (planperiode):
1. De primaire waterkeringen voldoen in 2010 aan de veiligheidsnorm; De regionale waterkeringen voldoen in 2015 aan de veiligheidsnorm; De regionale watersystemen voldoen in 2015 aan de normen voor wateroverlast. 2. De norm voor muskusratten wordt bereikt in 2012. Aan de norm voor beverratten wordt voldaan.
Beïnvloedbaarheid: Zwak:
• •
Matig
•
De norm voor de primaire waterkeringen is wettelijk vastgelegd. Het beheer van de regionale watersystemen is een taak en verantwoordelijkheid van de waterschappen. De norm voor de regionale waterkeringen is in 2005 door PS vastgesteld. De handhaving van de norm is een taak en verantwoordelijkheid van de waterschappen.
Schoon/veilig Groningen
95
Meetbaarheid:
• • • •
De waterschappen rapporteren vijfjaarlijks aan de provincie over de veiligheidstoestand van de primaire waterkeringen. De waterschappen rapporteren jaarlijks over de visuele inspectie van de regionale waterkeringen. De waterschappen rapporteren over de voortgang van de uitvoeringsprogramma's voor de regionale waterkeringen. De meetbaarheid van de bestrijding van muskus- en beverratten wordt bepaald door de ontwikkeling in de vangsten en de vangsten per uur.
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • •
Provinciaal Omgevingsplan/ POP-uitwerking waterberging; Stroomgebiedsvisie Groningen/ Noord en Oost-Drenthe; Europese Kaderrichtlijn Water; Notitie "Doorbraak Waterberging"; Water 2000+: actie- en uitvoeringsprogramma 2008; Nationaal Bestuursakkoord Water; Regionaal Bestuursakkoord Water; Meerjarenbeleidsplan muskusrattenbestrijding provincie Groningen.
Prioriteiten 2008 Uitvoeren Regionaal Bestuursakkoord Water Activiteiten: • uitvoeren actie- en uitvoeringsprogramma Water 2008; • uitvoeren communicatieplan Water 2000+.
€ 230.700,--
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • opstellen driejaarlijkse Regionale WaterSysteemRapportage (RWSR). Kwalitatieve informatie: • voortgangsrapportage actie- en uitvoeringsprogramma Water 2007; • nieuwsbrief, website en andere communicatie- en informatiemiddelen.
Watervisie Lauwersmeer Activiteiten: • besluitvorming toekomstig waterbeheer Lauwersmeer. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • uitwerking 3e weg (gemaal Lauwersoog in 2015 met inzet voor natuur en waterbeheer) Kwalitatieve informatie: • behoud veiligheid tegen overstromingen en voorkomen van wateroverlast; • scheppen van randvoorwaarden voor het realiseren van de doelstellingen voor het Nationaal Park Lauwersmeer.
96
Schoon/veilig Groningen
Integrale Kustvisie Activiteiten: • opstellen integrale Kustvisie (2008/2009). Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • integrale Kustvisie voor de Groninger kust. Kwalitatieve informatie: • voorkomen en beperken van overstromingen vanuit zee; • anticiperen op klimaatverandering door het geven van oplossingsrichtingen voor de toekomstige bescherming tegen overstromingen vanuit zee.
Hoogwaterstudie (HOWA3-studie) Activiteiten: • onderzoek naar maatregelen tegen wateroverlast na 2015; uitvoeren in 2008 en 2009. Daarbij de bodemdaling door aardgaswinning betrekken. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • maatregelen tegen wateroverlast uit de bozem na 2015; • maatregelen om gevolgen van bodemdaling door aardgaswinning te compenseren of te voorkomen. Kwalitatieve informatie: • beperken wateroverlast uit de boezem.
Droogtestudie Activiteiten: • onderzoek uitvoeren naar het effect van klimaatverandering op de behoefte aan oppervlaktewater: uitvoeren onderzoek in 2008 en 2009. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • maatregelen om effect van klimaatverandering te beperken; • implementatie nieuwe verdringingsreeks. Kwalitatieve informatie: • de beschikbaarheid van oppervlaktewater voor landbouw, natuur, industrie etc. zoveel als mogelijk zeker stellen.
Schoon/veilig Groningen
97
Tabel 5.1. Lasten en baten programma Schoon en Veilig Groningen, thema Water (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten aanvaard beleid thema Water • 4001 Uitvoeren Regionaal Bestuursakkoord Water 231 238 245 252 225 • 4001 Watervisie Lauwersmeer • 4001 Integrale Kustvisie • 4001 Hoogwaterstudie (HOWA3) • 4001 Droogtestudie Totaal prioriteiten aanvaard beleid 0 225 231 238 245 252 Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Water • 4001 Water • 4101 Waterschapsaangelegenheden • 4201 Muskusrattenbestrijding Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Water • 4001 Water • 4101 Waterschapsaangelegenheden • 4201 Muskusrattenbestrijding Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Water
3.226 365 2.074 5.665 5.665
1.171 377 1.929 3.477 3.702
1.998 352 1.904 4.254 4.485
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
930
650
650
650
650
650
696 1.626 1.626 4.039
647 1.297 1.297 2.405
683 1.333 1.333 3.152
726 1.376 1.376 3.194
770 1.420 1.420 3.378
817 1.467 1.467 3.539
1.976 363 1.993 4.332 4.570
2.094 374 2.085 4.553 4.798
2.187 385 2.182 4.754 5.006
meerjarenraming 2009
2010
2011
Toelichting: Een deel van de middelen van de productgroep 4001 Water is met ingang van 2007 ondergebracht bij productgroep 4002 Water (PLG) bij het programma Karakteristiek Groningen, thema PLG voor het onderdeel cofinanciering waterberging en productgroep 6203 Natuur (PLG) voor verdrogingsbestrijding. De stijging van de overige lasten aanvaard beleid bij productgroep 4001 Water van 2007 op 2008 houdt verband met een wijziging in de toerekening van de apparaatskosten. De lichte daling van de overige lasten aanvaard beleid bij productgroep 4001 Water van 2008 op 2009 houdt verband met het aflopen van het nieuw beleid 'Wijziging grondwaterwinning Onnen'.
98
Schoon/veilig Groningen
Milieu Omschrijving thema Milieu Wij hebben in ons Collegeprogramma 2007-2011 als belangrijke trends opgenomen de verandering van het klimaat en de grote rol die duurzaamheid speelt bij de kwaliteit van onder meer het milieu. In bovenstaand kader richten wij er ons de komende jaren dan ook op dat het in de provincie Groningen zo duurzaam, gezond en veilig leven is. Daarbij gaat het om verbetering van de milieukwaliteiten schoon, gezond, veilig, stil, duister, energiebesparing en het duurzaam gebruik van energiebonnen. Wij willen aansluiten bij de prioriteiten die Minister Cramer van het ministerie VROM aan de Kamer heeft voorgelegd, te weten aandacht voor klimaat en energie, burgers in een gezonde, veilige en duurzame leefomgeving, het hanteren van regels die minder lasten opleveren en beter in de uitvoering zijn en aandacht voor in ons geval mooi Groningen. In IPO-verband zijn wij hier ook mee bezig. Wij gaan alle onderwerpen op het gebied van energie zo integraal mogelijk benaderen. Op grond hiervan hebben wij onder milieu ook het onderwerp Energy Valley ondergebracht. Daarbij zijn wij er ons van bewust dat de missie van Energy Valley is: "economische structuurversterking door de uitbouw en concentratie van energiegerelateerde activiteiten in het Noorden van Nederland". Ons doel is om aan de nationale doelstellingen met betrekking tot klimaatbeleid en -verandering een evenredige bijdrage te leveren, dit door mitigatie. Met dit begrip bedoelen wij: • het vermijden, verminderen van het energiegebruik, het efficiënt inzetten en gebruiken van energie, het inzetten van duurzame energie en de schone inzet van fossiele brandstof. Hierbij gaat het ons in concreto om het uitvoeren van Actieplan Biomassa ( het brede door u vastgestelde programma voor de toepassing van biomassa als grondstof en energiebron). Met het aantreden van het nieuwe kabinet en de verstevigde positie van het klimaatprobleem op de (inter-)nationale agenda is het Actieplan Biomassa zeer actueel. In de tweede plaats geven wij inhoud aan ons Energie- en Innovatiefonds: eerste spoor daarbij is het Energieconvenant Groningen en het tweede het Actieplan Gebouwde Omgeving (AGO: programmatische aanpak van energiebesparing in de gebouwde omgeving). Verder vormt ons project Costa Due fase II een belangrijke beleidsprioriteit (vooral de industrie een belangrijke speler) en Energy Valley (speerpunt in de "Beleids- en activiteitenagenda Economische speerpunten provincie Groningen"). Verder willen wij bij de komst van kolencentrales in de Eemshaven daadwerkelijk stimuleren dat het nodige gedaan wordt aan grootschalige afvang van CO2, transport ervan en eventuele opslag in de ondergrond. Om invulling te geven aan de in ons collegeprogramma opgenomen trend duurzaamheid streven wij er naar dat duurzame ontwikkeling wordt meegenomen in allerlei beleidsontwikkelingen en projecten (o.a. bij de opstelling van het nieuwe POP). Ons doel is om daarbij ook de onderwerpen donker en stilte te betrekken. Hierbij is vermeldenswaard dat wij bezig zijn met de voorbereiding van een nota Openbare Verlichting. Indien het programma "Leren voor Duurzame Ontwikkeling" (LvDO) daartoe aanknopingspunten biedt, zijn wij bereid om ook in een volgende programmaperiode hierop actief te participeren. In 2007 is in IPO-verband per provincie een gezondheidskaart opgesteld. Ons doel is om in IPO-verband in 2008 een gezamenlijke strategie te ontwikkelen om de problemen aan te pakken. Daarnaast zullen wij indien noodzakelijk aanvullende activiteiten ontwikkelen specifiek voor de provincie Groningen. Uitgangspunt bij bodemsanering blijft, dat in 2030 alle ernstige verontreinigingen van de (water)bodem gesaneerd en/of onder controle zijn. Daarnaast streven wij in lijn met het rijksbeleid naar een situatie waarbij alle spoedeisende locaties voor 2015 zijn beheerst dan wel gesaneerd. Onderzoek daartoe doen wij in samenwerking met de gemeenten. Duurzaam gebruik van de bodem is leidend uitgangspunt in onze benadering, waarbij wij de rol van de bodemsanering in gebiedsontwikkeling en in programma's zoals ISV en PLG zullen inbrengen.
Schoon/veilig Groningen
99
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect: • het behouden en verbeteren van het leefmilieu in Groningen.
1. een actuele vergunning voor ieder bedrijf; 2. uitgevoerde toezichtbezoeken, onderzoek van meldingen en klachten en uitvoering van bestuurlijke handhavingsacties; 3. ontwikkeld milieubeleid, gestimuleerde duurzame ontwikkeling, uitgevoerd provinciaal klimaatbeleid en uitgevoerde projecten; 4. behoud en uitbouw van de energiesector en profilering van het Noorden als energieregio; 5. verkleining werkvoorraad bodemsanering.
Te bereiken in (planperiode): Beïnvloedbaarheid:
jaarlijks tot vierjaarlijks (collegeperiode) 1. Beïnvloedbaarheid goed; door uitvoeren van actualiseringtoetsen eens per vijf jaar en uitvoeren van ambtshalve wijzigingen. 2. Beïnvloedbaarheid redelijk; door het adequaat inzetten van communicatie, toezicht en handhavingsinstrumenten kan de naleving worden bevorderd. Hiernaast zijn we afhankelijk van de normgetrouwheid, spontane naleving van de bedrijven en burgers en duidelijkheid, handhaafbaarheid van wet- en regelgeving. 3. Beïnvloedbaarheid Duurzame Ontwikkeling: zwak tot redelijk, afhankelijk van zeggenschap en de mate van draagvlak bij eventuele andere betrokkenen. Verder wordt beïnvloedbaarheid bepaald door deelname aan grote projecten (Meerstad) en nadere uitwerking van thema's (energiegebruik). De beïnvloedbaarheid van het klimaatbeleid is redelijk als het gaat om de industriële activiteiten. Voor het overige is de beïnvloedbaarheid redelijk vanuit een regierol (stimuleren, faciliteren). Beïnvloedbaarheid via het instrumentarium uit de Wet milieubeheer is redelijk tot groot als het gaat om energie. Via duurzaam ketenbeheer aansluiten bij de maatschappelijke dynamiek, dit om met vele actoren om een zuinig omgaan met de beschikbare grondstoffen zoals grond. 4. De mate van beïnvloeding is redelijk te noemen, waarbij overigens ook hier de invloed van externe factoren (wereldeconomie, keuze energiebedrijven, europees en nationaal overheidsbeleid etc.) zeer aanzienlijk is. 5. Invloed redelijk tot beperkt vanwege de afhankelijkheid van geldstromen van derden en het Rijk.
Meetbaarheid:
1. De meetbaarheid van de te bereiken doelstellingen is goed vooral van de industriële activiteiten. Op gebied van onder meer emissiereductie goed. 2. Meetbaarheid is goed. Kwantitatieve gegevens zijn: aantallen uitgevoerde controles, aantal meldingen en klachten, aantal bestuurlijke acties. 3. Meetbaarheid duurzame ontwikkeling wordt bepaald door de mate van concreetheid van een project. Klimaatbeleid: CO2-emissiereductie is goed meetbaar (Nederlandse emissieregistratie). Energie (klimaatbeleid en energieconvenant): meetbaarheid redelijk voor zover het industriële activiteiten betreft. Grond(stoffen): meetbaarheid redelijk indien vallend onder project Ketenbeheer grond. Waterbodems: meetbaarheid goed. 4. De meetbaarheid van behoud en uitbouw van de energiesector is mogelijk. 5. Verkleining van werkvoorraad is goed meetbaar.
100
Schoon/veilig Groningen
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Nationaal Milieubeleidsplan4 (NMP4); VROM-beleid ten aanzien van duurzame ontwikkeling en transities; POP Groningen; Provinciaal Milieu Verordening (PMV); Meerjarenprogramma bodemsanering provincie Groningen 2005-2009; Beleidsbrief Bodem (ministerie van VROM, december 2003); Beëindiging Stichting BSB (Bodemsanering in gebruik zijnde Bedrijventerreinen); Nota Grondstromenbeleid provincie Groningen; Handhavingsstrategie en -werkwijze; Handhavingsprogramma 2007; Handhavingsprogramma 2008-2011dat voor nieuwe collegeperiode vastgesteld is in 2007; Handhavingsuitvoeringsprogramma 2008 dat vastgesteld wordt in 2008. Visie Duurzaam Bodembeheer; Potentieelstudie Energie Provincie Groningen; CO2-nota: van Kyoto via Den Haag naar Groningen; (nieuwe) Uitvoering(splan) klimaatbeleid provincie Groningen (BANS 1 en 2); Provinciaal klimaat/CO2 programma; Nota Mestvergisting; Actieplan Biomassa; Uitvoeringsplan Energieconvenant Groningen; Systeemschets Costa Due I; Beleidsagenda economie 2004-2008; Perspectief voor Energy Valley; Wegen in de Vallei; Werkplan Energy Valley; Convenant Duurzaam Bouwen; (nieuw) Noordelijk Ambitiestatement Leren voor Duurzame Ontwikkeling; Regeringsverklaring; Collegeprogramma 2007-2011.
Prioriteiten 2008 Actieplan Biomassa
€ 395.000,-nieuw beleid: VJN2007 Het Actieplan Biomassa 2007-2010 is een samenhangend totaalprogramma ter stimulering van de toepassing en het gebruik van biomassa in onze provincie. Om redenen van efficiëntie en zorgvuldigheid is in het actieplan nadrukkelijk afgestemd met projecten als Costa Due, het Bestuursakkoord Nieuwe Stijl (BANS) en het Energieconvenant Groningen. Activiteiten: • inzet op een stevige positie van biomassa in beleid. Dit spoor heet het 'meerjarenprogramma' en leidt tot gunstige randvoorwaarden voor biomassa in het overheidsbeleid. Het programma is ondermeer gericht op: coherentie in beleid, concessieverlening OV, gunstige juridische kaders voor biomassa, ondersteuning van gemeentes, kennis over kansen voor biowarmte, bio-fuels en bioraffinage (teelt, verwerking). In dit programma worden ook aanvragen ontwikkeld voor Europese subsidies voor (internationale) biomassaprojecten. •
ondersteuning van marktinitiatieven. Dit spoor heet het 'ondersteuningsprogramma' en kent drie peilers: 1 - meefinanciering van een tijdelijke, competente trekker voor nieuwe bio-energieprojecten (organiserend vermogen'); 2 - bij elkaar brengen van partijen om projecteninitiatieven te versnellen ('makelen en schakelen'); 3 - subsidiëren van haalbaarheidstudies.
Schoon/veilig Groningen
101
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Het Actieplan Biomassa geeft via de factsheets per project (gedetailleerde beschrijving van voorgenomen activiteiten) nauwgezet aan welke werkzaamheden moeten worden verricht, hoeveel uren daarvoor nodig zijn en hoeveel additioneel procesgeld dit vereist en waarvoor. Kwalitatieve informatie: • Het Actieplan Biomassa levert in kwalitatieve zin een gunstige omgeving op voor de ontwikkeling van biomassa-projecten.
Energie- en Innovatiefonds
€ 250.000,-nieuw beleid: VJN2007 Met behulp van het Energie- en Innovatiefonds zullen wij aan het thema klimaatbeleid en -verandering een evenredige bijdrage leveren door vooral aandacht te besteden aan de onderwerpen energiebesparing en duurzaam energiegebruik. Het fonds kent twee sporen te weten het Energieconvenant en het actieplan Gebouwde Omgeving. Energieconvenant Groningen (€ 125.000,--) Activiteiten: • Het opstellen en uitvoeren van het jaarprogramma ECG 2008-2011. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • CO2-emissiereductie, het provinciale streven is om te komen tot CO2(-equivalenten)-emissiereductie van 1,8 à 2,4 Mton in 2010 ten opzichte van 1990; • Opwekking duurzame energie als percentage van het totale gebruik, de doelstelling is 5% in 2010. Kwalitatieve informatie: • Centraal staat het produceren van duurzame energie en het bereiken van energiebesparing. Actieplan Gebouwde Omgeving (€ 125.000,--) Activiteiten: • Intensiveren en uitbouwen bestaande projecten als Wonen++, TELI (concrete projecten voor energiebesparing voor bewoners). • Actief ondersteunen van bouw energiezuinige of zelfs energieneutrale woningen. Dit komt tot uiting in het streven naar een zo hoog mogelijke EPL (Energieprestatie op Locatie) op wijkniveau, of een zo laag mogelijke EPC (Energieprestatiecoëfficiënt) op woningniveau. • Nieuwe ideeën en initiatieven ondersteunen zoals ander andere de uitrol van de HRe-ketel (micro-WKK), de invoering van energielabels onder de EPBD (Energy Performance Buildings Directive: richtlijn voor gebouwen op gebied van energie) en het creëren van een level playing field voor actoren in dit speelveld (bouwers, ontwikkelaars, gemeenten, (particuliere) huishoudens woningbouwcorporaties, etc.) • Inzet van het energie- en Innovatiefonds voor de cofinanciering van BANS II (bestuursakkoord nieuwe stijl) dat gericht is de gebouwde omgeving en energiebesparing. Kwalitatieve informatie: • Opstellen van een programmatische aanpak voor het ontwikkelen van interventiestrategieën in de bouw gericht op energiebesparing. Wij zullen natuurlijk noodzakelijke verbanden tussen beide onderdelen leggen evenals tussen dit fonds, het Actieplan Biomassa en Costa Due, fase II.
102
Schoon/veilig Groningen
Energy Valley
€ 200.000,-nieuw beleid: VJN2007
Activiteiten: • meeontwikkelen en subsidiegereed maken van projecten. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • faciliteren van tenminste 10 concrete projecten in Groningen. Kwalitatieve informatie: • Energy Valley verder op de kaart zetten als de energieregio van Nederland en de voorsprong op andere regio's (in Nederland) verder uitbouwen.
Costa Due Fase II
€ 80.000,-nieuw beleid: VJN2007
Activiteiten: Costa Due Fase II is gericht op de hoofddoelstelling economische structuurversterking in de Eemsdelta, waarbij grote nadruk ligt op het terugdringen van de CO2-uitstoot. Het uitgangspunt is om (grootschalig) biomassa om te zetten in groene grondstoffen en energie. Met Costa Due I heeft de provincie zwaar geïnvesteerd in het ontwikkelen van een intensieve dialoog met een 60-tal relevante stakeholders. Eindresultaat hiervan is de Systeemschets Eemsdelta 2030, alsmede de start van een aantal concrete businesscases. Fase II is bedoeld om het netwerk levend te houden, de businesscases en eventuele nieuwe projectinitiatieven (verder) te ondersteunen en de Systeemschets up to date te houden. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • aantal businesscases dat verder wordt ontwikkeld vanuit het Costa Due netwerk; • aantal ondersteunde marktinitiatieven. Kwalitatieve informatie: • levend houden van het netwerk; • optimale kennisverspreiding als goede voedingbodem voor innovatieve projectontwikkeling.
Schoon/veilig Groningen
103
Handhaving Activiteiten: • Projecten opstarten (rond 'omgevingsvergunning', eenduidig toezicht) in het kader van de deregulering van verschillende VROM-vergunningen voor wonen, ruimte en milieu (zo veel mogelijk samenvoegen). De nieuwe werkwijze zal consequenties hebben voor het verlenen van vergunningen en voor onze toezichts- en handhavingstaken, o.a. een meer integrale benadering. • Uitvoering geven aan structurele oplossing van klachten en meldingen bij circa 15 bedrijven die geuroverlast veroorzaken. • De invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) medio 2008 zal leiden tot een aantal inhoudelijke wijzigingen en veranderingen in de organisatie van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Verbeteringen doorvoeren die voortvloeien uit de uitkomsten van de onderzoeken door de Regisseurs professionalisering milieuhandhaving en door VROM-Inspectie naar de uitvoering van toezichttaken hebben wij in 2006 opgepakt. Deze betreffen primair het verder ordenen, structureren en transparant maken van de werkprocessen die wij doorlopen in het kader van toezicht en handhaving, inclusief de afhandeling van klachten en meldingen. In 2008 bouwen we voort op deze in gang gezette verbeteringen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • grijs preventief toezicht: circa 830 inspecties; • 100% toezicht op vergunningplichtige vuurwerkevenementen; • 100% toezicht op uitvoering bodemsaneringen; • 100% toezicht op vergunningen Natuurbeschermingswet; • 50% controle op machtigingen afschot ganzen, zwanen, vossen en 25% controle op eenden en overig; • blauw preventief toezicht: circa 60 inspecties Grondwaterwet; • blauw preventief toezicht: circa 100 inspecties Whvbz; • regievoerders: beoordelen uitvoeringsprogramma's en jaarverslagen 28 gemeenten/waterschappen; • MER/SMB: begeleiding circa 30 MER-procedures. Kwalitatieve informatie • invulling geven aan verbetermaatregelen uit onderzoek VROM-Inspectie en regisseurs; • herziening handhavingstrategie; • uitvoering geven aan handhavingsuitvoeringsprogramma, met als speerpunt bodem; • verdere professionalisering van de handhaving(sorganisatie).
Vergunningverlening Activiteiten: • Afronding van het project in het kader van de implementatie van de omgevingsvergunning: medio 2008 gaat de provincie vergunningen verlenen waarin de toestemmingsvereisten voor milieu, wonen, bouwen, slopen, indirecte lozingen etc. moeten worden meegenomen. Ook moeten wij toezien op de naleving van deze vergunningen en waar nodig handhavend optreden. • Het beoordelen en het beheer van luchtkwaliteit in kader van het besluit luchtkwaliteit. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • het verlenen van circa 150 vergunningen en toestemmingen; • periodieke rapportages in het kader van het Besluit luchtkwaliteit met inzicht in de luchtkwaliteit in de • provincie (vier keer per jaar naar VROM). Kwalitatieve informatie • kwaliteitsverbetering door toetsen van milieuvergunningen en bestemmingsplannen aan de luchtkwaliteitseisen (opleggen van voorschriften ter vermindering van de emissie van luchtverontreinigende stoffen in milieuvergunningen) • resultaat audit van kwaliteitszorgsysteem via extern bureau; reguliere audits.
104
Schoon/veilig Groningen
Tabel 5.2. Lasten en baten programma Schoon en veilig Groningen, thema Milieu (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten nieuw beleid thema Milieu • 5003 Actieplan Biomassa 395 297 285 • 5003 Fonds Energiebesparing en innovatie: a. Energie Convenant Groningen 125 125 125 125 b. Actieplan Gebouwde Omgeving 125 125 125 125 125 • 5003 Energy Valley • 5003 Costa Due, fase 2 Totaal lasten prioriteiten nieuw beleid Prioriteiten aanvaard beleid thema Milieu • 5502 Handhaving • 5501 Vergunningverlening en handhaving Totaal prioriteiten aanvaard beleid Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Milieu • 5003 Milieu (algemeen) • 5201 Bodemsanering • 5202 Afval • 5203 Gebiedenbeleid/landbouw en milieu • 5501 Vergunningverlening • 5502 Toezicht en handhaving • 5601 Ontgrondingen Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
200 80
200 25
200
200
50 0
175
925
772
735
450
0
90 90
90 90
90 90
90 90
90 90
3.763 8.014 2.251
3.402 7.525 1.658
2.567 7.672 1.752
2.645 7.762 1.821
2.753 7.556 1.882
2.865 7.654 1.914
805
-
-
-
-
-
5.058 3.504 35
3.581 3.389 67
4.181 4.238 44
4.378 4.433 46
4.585 4.637 47
4.802 4.851 49
23.430 23.430
19.622 19.887
20.454 21.469
21.085 21.947
21.460 22.285
22.135 22.675
Schoon/veilig Groningen
105
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Milieu • 5003 Milieu (algemeen) • 5201 Bodemsanering • 5202 Afval • 5203 Gebiedenbeleid/landbouw en milieu • 5501 Vergunningverlening • 5502 Toezicht en handhaving • 5601 Ontgrondingen Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Milieu
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
meerjarenraming
620 6.603 837
16 5.271 40
5.271 189
5.271 189
5.271 189
5.271 189
77
-
-
-
-
-
1.178 85 418 9.818 9.818 13.612
390
126
130
133
137
147 5.864 5.864 14.023
98 5.684 5.684 15.785
98 5.688 5.688 16.259
98 5.691 5.691 16.594
98 5.695 5.695 16.980
2009
2010
2011
Toelichting: De daling van de overige lasten aanvaard beleid bij productgroep 5003 Milieu (algemeen) van 2007 op 2008 heeft te maken met het aflopen van het nieuw beleid m.b.t. duurzame energie. De daling van de overige lasten aanvaard beleid bij productgroep 5201 Bodemsanering van 2009 op 2010 heeft te maken met een overheveling van budget naar productgroep 5204 Bodem (PLG) in 2010. De stijging van de overige lasten aanvaard beleid van 2007 naar 2008 (productgroepen 5501 en 5502) wordt vooral veroorzaakt door een wijziging in de toerekening van apparaatskosten. De productgroep 5203 Gebiedenbeleid/landbouw en milieu vervalt met ingang van het begrotingsjaar 2007. De middelen van de productgroep zijn sinds 2007 onderdeel van de productgroep 6203 Natuur (PLG). Deze nieuwe productgroep valt onder het thema PLG van het programma Karakteristiek Groningen.
106
Schoon/veilig Groningen
Risicobeleid/veiligheid Omschrijving thema risico- en veiligheidsbeleid Wij dragen bij aan een veilige provincie door een toename van veiligheid en een afname van het gevoel van onveiligheid bij de inwoners. Hiervoor wordt de komende jaren zowel intern (de ambtelijke provinciale organisatie) als extern aandacht besteed aan veiligheid. De provinciale activiteiten op dit terrein worden beschreven in het Actieprogramma Provinciaal Veiligheidsbeleid 2006-2007. In 2006 zijn het uitvoeringsprogramma extern veiligheidsbeleid 2006-2010 en het jaarplan 2007 vastgesteld. Via het programma wordt externe veiligheid opgenomen in milieuvergunningen en bestemmingsplannen. De risico's van gebruik, transport en opslag worden gecommuniceerd met burgers. Het Rijk subsidieert dit programma. De provincie is regisseur van de uitvoering. Het programma wordt uitgevoerd samen met de gemeenten, de regionale brandweer, de gemeentelijke samenwerkingsverbanden en de eigen provinciale afdelingen. De verantwoordelijkheid hiervoor is grotendeels neergelegd bij het steunpunt Externe Veiligheid Groningen. Dit steunpunt is in 2006 geformeerd.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect:
1. De provinciale organisatie is goed voorbereid op calamiteiten en rampen in de provincie en de plannen worden geoefend; 2. De provincie stelt zich actief op in de (voorbereiding op de) rampenbestrijding. 3. Er is toezicht op de politietaak met betrekking tot de handhaving van de openbare orde en hulpverlening aan de burgers. 4. Bevolking en intermediairs zijn goed geïnformeerd over risicosituaties, preventie en bestrijding van rampen met behulp van middelen die de provincie ter beschikking stelt. 5. Bij milieubesluiten en besluiten van ruimtelijke ordening wordt rekening gehouden met risico's van gevaarlijke stoffen.
Te bereiken in (planperiode): Beïnvloedbaarheid:
2008-2011 1. Het gaat om activiteiten van de verschillende actoren in het Groninger Model Crisismanagement die elk hun eigen bestuur hebben en ieder een eigen verantwoording en democratische controle. De rol van de provincie in de voorbereiding op rampen en zware ongevallen is wettelijk vastgelegd, die van partner in crisismanagement niet. Provinciale Staten worden geïnformeerd over de uitvoering van wettelijke provinciale taken en hebben invloed op de provinciale bijdrage als partner in crisismanagement. De CdK legt in voorkomende gevallen verantwoording af aan Provinciale Staten over zijn optreden tijdens crises. 2. Het gaat om 'eigen' provinciale activiteiten; daarin is de mate van beïnvloedbaarheid door Provinciale Staten sterk. 3. Het gaat om wettelijk opgelegde taken; daarin is de mate van beïnvloedbaarheid door Provinciale Staten beperkt. 4. Het gaat wat betreft de risicokaart om wettelijke taken; daarin is de mate van beïnvloedbaarheid door Provinciale Staten beperkt. Overige activiteiten in dit verband zijn 'eigen' provinciale activiteiten; daarin is de mate van beïnvloedbaarheid door Provinciale Staten sterk. 5. Hierbij gaat het om adviezen (van het steunpunt Externe Veiligheid Groningen) aan de gemeenten en aan ons. Provinciale Staten kunnen in beperkte mate het vastgestelde uitvoeringsprogramma externe veiligheidsbeleid 2006-2010 beïnvloeden.
Schoon/veilig Groningen
107
Meetbaarheid:
1. Dit blijkt uit het resultaat van de toetsing van het regionaal beheersplan (inclusief de organisatieplannen van de diensten waarin in het beheersplan naar wordt verwezen), van de gemeentelijke rampenplannen en van de rampbestrijdingsplannen van VR-plichtige BRZO-bedrijven en van de calamiteitenplannen van de waterschappen in combinatie met de beoefening van alle plannen. De inspectie en doorlichting van de rampenbestrijding door het ministerie van BZK geeft aanvullende informatie. Over de voorbereiding op de rampenbestrijding worden Provinciale Staten en de minister van BZK gerapporteerd. 2. Aan de hand van de geplande oefeningen en deelname aan besprekingen in het kader van de rampenbestrijding is goed meetbaar of de provincie zich actief opstelt in de rampenbestrijding. 3. Het toezicht op de politietaak is meetbaar aan de hand van de twee bijeenkomsten van de commissaris van de Koningin met de regionale driehoek, die bestaat uit de korpsbeheerder, de korpschef en de hoofdofficier van Justitie en aan de hand van de twee werkbezoeken van de commissaris van de Koningin en de procureur-generaal aan het regionale korps. Hierover wordt gerapporteerd aan Provinciale Staten in de jaarlijkse veiligheidsrapportage. Dit geldt ook ten aanzien van de voortgang en activiteiten in het kader van het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Groningen, waarvan de commissaris van de Koningin het voorzitterschap vervult. 4. Op basis van de geregistreerde aantallen bezoekers van de Risicokaart Groningen is in beperkte mate meetbaar hoeveel mensen geïnformeerd zijn over de risicosituaties in de provincie. Ook landelijke en regionale risicocommunicatieonderzoeken geven een indicatie. 5. Over de projecten van het uitvoeringsprogramma externe veiligheidsbeleid wordt halfjaarlijks gerapporteerd. Daarin wordt aangegeven hoeveel adviezen het steunpunt heeft verstrekt.
Relevante beleidsnota's/informatie • • • •
Website www.risicokaart.nl (http://groningen.esrinl.com/risicokaart_pub/kaart.html); Actieprogramma Provinciaal Veiligheidsbeleid 2008-2009; Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding Regio Groningen 2005-2009; Uitvoeringsprogramma externe veiligheidsbeleid 2006-2010 'Samen sterk, samen veilig'.
Prioriteiten 2008 Provinciaal Veiligheidsbeleid € 125.600,-Activiteiten: • uitvoering actieprogramma Provinciaal Veiligheidsbeleid 2008-2009; • participeren in het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Groningen. NB. Door ontwikkelingen op het gebied van de externe veiligheid en BRZO, op het gebied van de voorbereiding op de rampenbestrijding en de ontwikkeling van het provinciaal veiligheidsbeleid zal het budget voor veiligheid in de komende jaren verder onder druk komt te staan. Daarom is bij de Voorjaarsnota 2007 voor de komende jaren jaarlijks € 100.000,-- voor (incidentele) kosten veiligheid beschikbaar gesteld. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • een rapportage over het uitgevoerde beleid van 2007; • deelname aan alle bestuursvergaderingen en platformbijeenkomsten van het RPC Groningen.
108
Schoon/veilig Groningen
Crisismanagement € 62.300,-Activiteiten: • actualisering provinciaal coördinatieplan; • opleidings- en trainingstraject van potentiële deelnemers aan het Provinciaal Actiecentrum (PAC); • organisatie oefening Regionaal Beleidsteam (RBT); Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • trainingsbijeenkomsten voor PAC-medewerkers; • deelname aan oefeningen: als deelnemer, als responscel of bijwonen van MDO-overleg; • het feitelijk plaatsvinden van een RBT-oefening. Kwalitatieve informatie: • de positionering van potentiële PAC-medewerkers in hun rol moet verbeteren, zowel door opleiding als door oefening; • doelen van het multidisciplinaire oefenbeleidsplan dienen gehaald te worden; • de kwaliteit van de RBT-oefening zal blijken uit de evaluatie. Risicokaart € 50.000,-Activiteiten: Ons college is wettelijk verantwoordelijk voor het beheer van de provinciale risicokaart van Groningen. Het bevoegd gezag - veelal gemeenten, maar ook de provincie - is wettelijk verantwoordelijk voor de actualisatie van deze kaart. Het steunpunt Externe Veiligheid Groningen ondersteunt gemeenten hierbij. Aan de hand van ervaringen van professionele gebruikers met de professionele en/of de openbare risicokaart heeft het IPO in 2006 een analyse gedaan naar de functionaliteit van de model risicokaart. Daarnaast hebben de provincies in 2007 is onderzoek gedaan naar de communicatieve functie en gebruiksvriendelijkheid van de openbare risicokaart. Op basis van de resultaten uit de analyse en het communicatieonderzoek hebben de provincies een advies opgesteld voor de doorontwikkeling van de professionele model risicokaart. De activiteiten die hieruit voortvloeien zijn in 2007 landelijk opgepakt en worden in 2008 verder uitgevoerd. Wij participeren in deze ontwikkelingen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • de publieke risicokaart Groningen is actueel en voor burgers beschikbaar op het internet; • de professionele risicokaart Groningen is actueel en voor (externe) professionals beschikbaar; • 25-50 adviezen aan gemeenten (van het steunpunt externe veiligheid). Kwalitatieve informatie: De risicokaart van de provincie Groningen - een samenwerking tussen de provincie, de gemeenten en de hulpverleningsorganisaties in de provincie Groningen - bestaat uit een versie voor professionals en een versie voor publiek. Deze laatste versie is te vinden via de website van de provincie Groningen en op www.risicokaart.nl (http://groningen.esrinl.com/risicokaart_pub/kaart.html). Op de risicokaart staan zowel potentiële veroorzakers van risico's als degenen die mogelijk door de risico's zullen worden getroffen. De professionele risicokaart - die voor een beperkte groep beschikbaar is - kan gebruikt worden bij rampenbestrijding en ook - proactief - in de sfeer van ruimtelijke ordening, bijvoorbeeld ter voorkoming van vestiging van risicobronnen bij bebouwing met een woonfunctie.
Schoon/veilig Groningen
109
Toetsing en Toezicht Activiteiten: • In 2008 zullen de resultaten van de toetsing in 2007 van de aangeboden planvorming op het gebied van de preparatie op rampen worden verwerkt. De gemeentelijke implementatie van het in 2007 vastgestelde nieuwe model rampenplan zal onderwerp van provinciale toetsing zijn. In 2008 zal een nieuw regionaal beheersplan worden vastgesteld en ter toetsing worden aangeboden. De afgelopen jaren is de aandacht van de provincie steeds meer van implementatie van wet- en regelgeving naar oefening en continue verbetering verschoven. Dit is mede te danken aan de voortvarende wijze waarop de wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding in de regio is geïmplementeerd. Naar het zich laat aanzien is in 2008 de nieuwe wet op de veiligheidsregio's van kracht en zal daarmee de planvorming ingrijpend zijn gewijzigd. Gevolgen voor de toetsing van de planvorming zullen de gedachten over aanpassingen in interbestuurlijk toezicht en de rol van de provincie in dat kader in 2008 nog niet hebben. Provinciale activiteiten op het gebied van toezicht gaan vergezeld van advies en ondersteuning, gericht op kwaliteitsverbetering en borging, zowel in de richting van gemeenten als naar de Veiligheidsregio (die in oprichting is). De versterking van de horizontale intervisie door gemeenten zal de provincie krachtig stimuleren en waar mogelijk faciliteren. Hierbij wordt gezorgd voor afstemming met andere provincies. • In 2005 is de inspectie OOV van het ministerie van BZK begonnen met de algemene doorlichting op de rampenbestrijding, een meerjarig proces dat uit drie fasen bestaat. De provincie is bij de doorlichting onderwerp van onderzoek in het laatste en bestuurlijke gedeelte. In eerdere fasen van het onderzoek is zij vertegenwoordigd geweest in het doorlichtingteam en daardoor eventueel volger van de voortgang van verbeteringen. Dit op verzoek van de inspectie OOV. De afspraken hierover en die over de afstemming en samenwerking bij het toezicht op de voorbereiding van de rampenbestrijding liggen vast in een landelijk protocol. In 2006 is een grote simulatie uitgevoerd van een ramp, waarmee zowel meldkamers als gemeenten en hulpdiensten zijn geconfronteerd. De resultaten van dit deel van het onderzoek zijn in 2007 gepresenteerd. Op grond van deze onderzoeksresultaten zijn hernieuwd verbeteringen in de bedrijfsvoering aangebracht en is de doorlichting in de fase beland dat in 2008 de bestuurlijke en organisatorische aansturing van het beleid kan worden getoetst. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er zullen 25 gereviseerde gemeentelijke rampenplannen of één nieuw crisisplan en er zal een geactualiseerd regionaal beheersplan of een regionaal beleidsplan worden getoetst. • Er zullen 4 gemeentelijke rampbestrijdingsplannen (resp. revisies van deze) worden getoetst. Bijzonder daarbij is dat één plan voor het gehele Chemiepark zal worden opgesteld voor 6 BRZO-bedrijven en de op dat terrein niet VR-plichtige bedrijven. • Er zullen revisies van 2 calamiteitenplannen worden getoetst en ons oordeel over het plan van het wetterskip Fryslân zal worden gegeven aan de coördinerende provincie, zodra dit plan aan ons is aangeboden. Kwalitatieve informatie: Onze opgebouwde kennis op het gebied van toetsing zal landelijk worden ingebracht in het kader van de evaluatie van het instrumentarium en bezinning over de uitvoerbaarheid van de regelgeving en de werkbaarheid van het instrumentarium. De informatie die voortvloeit uit het toezicht kan ook worden benut om tot meer integrale beleidsvoering te komen. De provinciale behoefte aan inzicht in de implementatie van planonderdelen in de basis van de diverse organisaties kan worden bevorderd door beschikbaar te zijn voor het uitvoeren van evaluaties van beoefening van de plannen. Vraagstukken van veiligheid zullen meer moeten doorklinken in het omgevingsbeleid en in de ruimtelijke ordening. Programmafinanciering voor de implementatie van VROM-regelgeving wordt gebruikt voor de verdere ontwikkeling van extern veiligheidsbeleid op gebieden waar de overheid nu geen invloed op heeft.
110
Schoon/veilig Groningen
Uitvoeringsprogramma externe veiligheid 2006-2010
€ 1.047.000,-(inclusief € 230.000,-personeelskosten)
Activiteiten: • het rapporteren over de programma-activiteiten in 2007; • het uitvoeren van het jaarplan 2008; • het opstellen van het jaarplan 2009. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • de halfjaarrapportages over het uitvoeringsprogramma externe veiligheidsbeleid 2006-2010; • het aantal adviezen van het steunpunt. Kwalitatieve informatie: • de terugkoppeling van de gemeenten over het functioneren van het steunpunt Externe Veiligheid Groningen.
Schoon/veilig Groningen
111
Tabel 5.3. Lasten en baten programma Schoon en Veilig Groningen, thema Risicobeleid en veiligheid (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten nieuw beleid thema Risicobeleid en veiligheid • 2001 Provinciaal Veiligheidsbeleid 100 100 100 100 Totaal prioriteiten nieuw beleid 0 0 100 100 100 100 Prioriteiten aanvaard beleid thema Risicobeleid en veiligheid • 2001 Provinciaal Veiligheidsbeleid • 2001 Crisismanagement • 2001 Risicokaart • 2001 Toezicht en toetsing • 2001 Uitvoeringsprogramma Externe veiligheidsbeleid 2006-2010 Totaal prioriteiten aanvaard beleid Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Risicobeleid en veiligheid • 2001 Openbare orde en Veiligheid Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Risicobeleid en veiligheid • 2001 Openbare orde en Veiligheid Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Risicobeleid en veiligheid
25 61 50
26 62 50
26 64 50
27 66 50
28 68 50
1.030
817
806
795
0
1.166
955
946
938
146
1.639
833
689
722
756
791
1.639 1.639
833 1.999
689 1.744
722 1.768
756 1.794
791 1.037
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
800
1.030
1.047
1.047
1.047
800 800
1.030 1.030
1.047 1.047
1.047 1.047
1.047 1.047
0 0
839
969
697
721
747
1.037
meerjarenraming 2009
2010
2011
Toelichting: De daling van de lasten prioriteiten aanvaard beleid (onderdeel Uitvoeringsprogramma Externe veiligheidsbeleid 2006-2010) van 2007 op 2008 wordt veroorzaakt door het feit dat de personele kosten van dit programma in 2007 nog worden gedekt door een geraamde inkomst bij productgroep 5501 als onderdeel van het thema Milieu, terwijl deze personeelskosten in de jaren 2008 tot en met 2010 worden verrekend met het budget dat hiervoor van het Rijk wordt ontvangen. De verrekening van deze kosten wordt daarmee vanaf 2008 onderdeel van het thema Risicobeleid en veiligheid.
112
Schoon/veilig Groningen
6. Gebiedsgericht Het programma Gebiedsgericht richt zich op een optimale ontwikkeling van de vier regio's in de provincie Groningen. Dit vanuit de gedachte dat iedere regio haar eigen kwaliteiten, problemen en kansen heeft, binnen een (streek)eigen dynamiek. Aandeel in de totale begroting 2008: 1,47%.
Gebiedsgericht
113
114
Gebiedsgericht
6. Gebiedsgericht Dit programma bestaat uit het thema POP. Lasten POP 2008-2011 per thema (x € 1.000,--) 4.850,0 4.800,0 4.750,0 POP 4.700,0 4.650,0 4.600,0 2008
2009
2010
2011
Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen benodigd en beschikbaar.
recapitulatie lasten en baten per thema Omschrijving
(bedragen x € 1.000,--) 2008 2009 2010
2011
6. Gebiedsgericht a. POP - lasten - baten saldo van lasten en baten
Saldo Gebiedsgericht
4.672,8 0,0 4.672,8
4.728,1 0,0 4.728,1
4.793,9 0,0 4.793,9
4.796,6 0,0 4.796,6
4.672,8
4.728,1
4.793,9
4.796,6
Hierna worden het thema POP beschreven en wordt de daarvoor benodigde middeleninzet verder gedetailleerd.
Gebiedsgericht
115
116
Gebiedsgericht
POP / Gebiedsgericht Omschrijving thema POP / Gebiedsgericht Uitvoering van het Provinciaal Omgevingsplan (POP) zowel de opgaven per programma (Ondernemend Groningen, Wonen, Karakteristiek Groningen, Bereikbaar Groningen en Schoon/veilig Groningen) als de opgaven per regio (Centraal, Noord, Oost en West). Opstellen van een nieuw POP, met o.a. de thema's demografie, economie en klimaat en uitwerkingen voor 4 gebieden, te weten stad Groningen, Veenkoloniën, Eemsdelta en Lauwersmeer.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect: Duurzame ontwikkeling:
Voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke omgeving.
Hoofdaccenten POP: 1. Dynamische economie Onze economie, de werkgelegenheid en de deelname van mensen aan het arbeidsproces op hetzelfde niveau brengen en houden als de rest van het land.
te bereiken door: • vergroten werkgelegenheid en deelname aan arbeidsproces; • goed vestigingsklimaat voor bedrijven; • sterke economische kernzone met voldoende en gedifferentieerd aanbod van bedrijfsterreinen; • passend en gevarieerd arbeidsaanbod.
2. Sterke steden Een stedelijk gebied met een prettig leefklimaat voor de inwoners en met goede vestigingsvoorwaarden voor bedrijven.
te bereiken door: • een sterke stad Groningen als economisch en cultureel hart van Noord-Nederland; • een woningvoorraad die voldoet aan de wensen van de consument; • goede bereikbaarheid door goede infrastructuur en een goed openbaar vervoer; • een veilige leefomgeving met goede voorzieningen.
3. Leefbare omgeving Een provincie waar je als bewoner prima een boterham kunt verdienen en tot op hoge leeftijd goed kunt wonen in een omgeving waar ook plaats is voor natuur. Een omgeving waar de mensen oog hebben voor elkaar en waar kwetsbare groepen niet verstoken blijven van de nodige voorzieningen en verzorging.
te bereiken door: • een goed niveau van voorzieningen, zorg en cultuur; • voldoende deelname van kwetsbare groepen aan de samenleving; • mogelijkheden om zelfstandig te wonen in een veilige en aantrekkelijke woonomgeving; • hoge kwaliteit van natuur, landschap, milieu en water; • zuinig zijn met voorraden als ruimte, water, grondstoffen en energie; • openbaar vervoer voor iedereen.
Gebiedsgericht
117
Via gebiedsgericht werken wordt op de schaal van de vier regio's Centraal, West, Noord en Oost een bijdrage geleverd aan de uitvoering van de generieke en thematische doelstellingen/opgaven van het POP. Het thema POP / Gebiedsgericht kent om die reden geen afzonderlijke prestatie-indicatoren. Deze zijn per definitie gelijk aan die van de (overige) thema's, zij het dat daarin veelal geen differentiatie op regionale schaal is aangebracht. De relatie tussen het POP, de thema's en de regio-opgaven enerzijds en de bijdragen van de regioprogramma's en de doelstellingen anderzijds is in onderstaand schema verduidelijkt.
Te bereiken in (planperiode): Beïnvloedbaarheid:
t/m 2010 De beïnvloedbaarheid is sterk afhankelijk van concrete kansen die bestuurlijke partners zien om zaken door regionale samenwerking te realiseren en beschikbare financiële middelen.
Meetbaarheid:
Gerealiseerde projecten per thema en in de regio's, onder andere via de jaarlijkse Voortgangsrapportage gebiedsgericht werken.
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • •
118
POP 2; Regioprogramma's; Voortgangsrapportage gebiedsgericht werken; Diverse beleidsnota's (waaronder rijksnota's en sectornota's); Voorbereidingsdocumenten integrale herziening POP (startnotitie, analysedocument).
Gebiedsgericht
Prioriteiten 2008 Uitvoeren Regioprogramma's Centraal-, Noord-, Oost- en West- Groningen € 371.500,-Algemeen: • Voor alle vier regio's is een herziening van het regioprogramma gereed. Onder andere is de thematiek verbreed in relatie tot het Programma Landelijk Gebied (PLG), het Waddenfonds en daaraan verbonden budgetten. Daarnaast anticiperen de regio's zowel qua proces als inhoud met regionale inbreng op de lopende integrale herziening van het POP. Activiteiten: • Uitvoering Regioprogramma Centraal, met accent op: - positioneren van de stad Groningen: structuurvisie gemeente Groningen, POP-gebiedsopgave bereikbaarheid van de stad; - bereikbaarheid van de stad Groningen: Zuidelijke Ringweg, (regio) tram, gebiedsontwikkeling Centrale Zone, transferia; - ontwikkelen wonen, werken en bereikbaarheid van de regio Groningen - Assen: uitvoeringsprogramma bereikbaarheid, versnellen woningbouw, ontwikkelen woningbouwlocaties voor lange(re) termijn, regionale samenwerking bedrijventerreinen; - relatie stad - platteland: voorinvesteren landschap, investeringsprogramma Regiopark, westelijke en noordelijke stadsrandzone. •
Uitvoering Regioprogramma Noord, met accent op: - uitvoering van de Identiteitsvisie Damsterdiep; - versterking sociaal-economische positie Eemsdelta: uitvoering van een nieuw Bestuursakkoord Eemsdelta met een actieprogramma tot 2010. Rekening wordt gehouden met de POPgebiedsopgave voor de Eemsdelta; - toeristisch-recreatieve ontwikkeling van het Lauwersmeergebied: opstellen grensoverschrijdende visie en begeleiden concrete plannen in het gebied; rekening wordt gehouden met de POP gebiedsopgave voor het Lauwersmeer; - noordelijke stadsrandzone: uitwerken van een gezamenlijke aanpak; - plattelandseconomie en leefbaarheid: servicenetwerk voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf, verder uitvoeren van de extra woningbouwopgave voor het Hoogeland en uitvoeren LEADER Noord-Groningen.
•
Uitvoering Regioprogramma Oost, met accent op: - Blauwestad: zie het programma Wonen, thema Ruimtelijke ontwikkeling; - Ring Blauwestad: uitvoering Beertsterdiep, Blauwe Roos en Toeristische infrastructuur, voorbereiding noordelijke vaarverbinding en particuliere woningverbetering; - Regioprogramma Oost: uitvoering van het geactualiseerde regioprogramma voor de periode 2008-2010. Er wordt nauw aangesloten op het programma Landelijk Gebied voor oost. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan onderdelen van het nieuwe POP. De thema's regionale economie (MKB) sociaal-economische vitalisering, toerisme/recreatie, ruimtelijk beleid/wonen en regiomarketing krijgen (blijvend) aandacht; uitvoeren van het LEADER-programma voor Oost; - Agenda voor de Veenkoloniën: uitvoering van het nieuwe meerjarige gebiedsprogramma met accent op de thema's: agribusiness, water en wonen, infrastructuur, toerisme en innovatie en kennis. Rekening wordt gehouden met de POP-gebiedsopgave voor de Veenkoloniën.
•
Uitvoering Regioprogramma West, met accent op: - Uitvoering van het nieuwe ontwikkelingsprogramma voor West voor de jaren 2008 e.v. Er wordt nauw aangesloten bij het programma Landelijk Gebied voor West; het thema 'Economie in het landelijk gebied' zoals het MKB krijgt bijzondere aandacht. - uitwerking en uitvoering van het reeds lopende programma West; - opstarten nieuwe projecten programma 2008 e.v.; - uitvoeren van het LEADER-programma voor West.
Gebiedsgericht
119
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Zie toelichting in blok maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren op pagina 117. Kwalitatieve informatie: Vanuit de regio's is breed gedragen de bestuurlijke wens geuit om de gebiedsgerichte samenwerking door te zetten. In het kader van de voorbereiding van het nieuwe POP worden de opgaven per regio c.q. per deelgebied opnieuw verkend en wordt met de regionale partners nagegaan in welke vorm de gebiedsgerichte samenwerking wordt voortgezet. De discussie rond de bestuurlijke organisatie (intergemeentelijke samenwerking, rolverdeling provincie/gemeenten) en de nieuwe Wro (waarbij alle overheidslagen toegesneden instrumenten en bevoegdheden krijgen voor gebiedsontwikkeling) spelen hierbij ook een belangrijke rol.
Opstellen nieuw Provinciaal Omgevingsplan € 304.700,-Activiteiten: De inzet is om in 2008 een nieuw Provinciaal Omgevingsplan (POP) besluitvormingsgereed te hebben. Het POP is een ontwikkelingsgerichte visie. Toekomstgericht én met ruimte om die toekomst vorm te geven. Daarvoor is een proces op gang gebracht, waarbij in het laatste kwartaal van 2007 het accent heeft gelegen op interactieve communicatie met (groepen van) de bevolking. De uitkomsten hiervan, samen met de resultaten uit de eerdere analysefase, zijn gebundeld en na politieke besluitvorming verwerkt in een voorontwerp POP. In de loop van 2008 zal dit voorontwerp na besluitvorming in GS aan PS ter vaststelling worden voorgelegd. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • één breed gedragen agenda met onderwerpen en richting voor ontwikkelingen van de provincie Groningen voor de komende decennia; • één voorontwerp voor het Provinciaal Omgevingsplan (POP); • één vastgesteld POP. Kwalitatieve informatie: De centrale uitgangspunten van het omgevingsbeleid (sterke steden en vitaal platteland, eigen karakter handhaven & versterken van en werken aan een duurzame leefomgeving) en een gebiedsgerichte aanpak zijn voor het nieuwe POP vertrekpunt. In het verlengde daarvan wordt de aandacht gefocust op drie brede, integrale thema's: demografische ontwikkelingen, klimaat en economie. Bovendien is voor 4 gebieden een integrale opgave - uitvoeren van het LEADER programma voor Oost - voorzien. Dit zijn: het Lauwersmeer, de Veenkoloniën, de stad Groningen en de Eemsdelta. De bedoeling is dat het POP een visiedeel gaat bevatten (strategisch, richtjaar 2030), een beleidskader gericht op uitvoering (tactisch, 2008-2020) en een uitvoeringsprogramma, samen met de gebiedspartners, met haalbare en meetbare doelen voor de periode 2008-2011.
120
Gebiedsgericht
Tabel 6.1. Lasten en baten programma Gebiedsgericht, thema POP (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten nieuw beleid thema POP • 9104 Opstellen nieuw Provinciaal Omgevingsplan 305 214 214 214 305 • 9104 Bijstelling POP/doorwerking Nota Ruimte 70 70 70 70 • 9104 Bestuursakkoord Eemsdelta 80 80 • 9104 Ring Blauwestad 150 150 150 • 9104 Uitvoering regioprogramma's voor Centraal, Noord, Oost en West t.b.v. behoefteraming ISV-3 -50 Totaal prioriteiten nieuw beleid 0 305 555 514 434 284 Prioriteiten aanvaard beleid thema POP • 9104 Uitvoering regioprogramma's voor Centraal, Noord, Oost en West Totaal prioriteiten aanvaard beleid Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema POP • 9104 Gebiedsgericht werken/ uitvoering POP Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema POP • 9104 Gebiedsgericht werken/ uitvoering POP Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema POP
0
422 422
422 422
422 422
422 422
422 422
4.887
3.832
3.696
3.792
3.938
4.091
4.887 4.887
3.832 4.559
3.696 4.673
3.792 4.728
3.938 4.794
4.091 4.797
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
193
19
193 193 4.694
19 19 4.540
0 0 4.673
meerjarenraming 2009
0 0 4.728
2010
2011
0 0 4.794
0 0 4.797
Toelichting: De bedragen die zijn genoemd bij de prioriteiten aanvaard beleid betreffen alleen de programmakosten. De apparaatskosten, die met deze activiteiten zijn gemoeid, zijn verwerkt onder overige lasten aanvaard beleid. De daling van de raming 2008 ten opzichte van 2007 bij de overige lasten aanvaard beleid heeft betrekking op het aflopen van nieuw beleid na 2007. Zie in dat verband ook de prioriteiten nieuw beleid vanaf 2008.
Gebiedsgericht
121
122
Gebiedsgericht
7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur Het programma Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg en cultuur richt zich op het vergroten van de sociale samenhang in de provincie. Goede, voor iedereen bereikbare, voorzieningen, welzijns-, buurt- en jongerenwerk, sport en een bloeiend cultureel klimaat zijn daarvoor essentieel. Aandeel in de totale begroting 2008: 20,49%.
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
123
124
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur Dit programma bestaat uit de thema's: 1. Welzijn; 2. Sociaal beleid; 3. Jeugdzorg; 4. Cultuur, media, erfgoed. Lasten Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg en cultuur 2008-2011 per thema (bedragen x € 1.000,--) 50.000,0 40.000,0
w elzijn
30.000,0
sociaal beleid
20.000,0
jeugdzorg cultuur, media, erfgoed
10.000,0 0,0 2008
2009
2010
2011
Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen benodigd.
recapitulatie lasten en baten per thema (bedragen x € 1.000,--) 2008 2009 2010
Omschrijving
2011
7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur a. welzijn - lasten - baten saldo van lasten en baten
6.242,3 113,5 6.128,8
6.046,6 0,0 6.046,6
6.227,4 0,0 6.227,4
6.186,3 0,0 6.186,3
b. sociaal beleid - lasten - baten saldo van lasten en baten
2.189,1 0 2.189,1
2.279,9 0 2.279,9
2.336,6 0 2.336,6
2.395.5 0 2.395.5
c. jeugdzorg - lasten - baten saldo van lasten en baten
37.075,8 35.356,0 1.719,8
37.909,8 36.522,7 1.387,0
38.706,0 37.728,0 978,0
39.993,7 38.973,0 1.020,7
d. cultuur, media, erfgoed - lasten - baten saldo van lasten en baten
19.734,5 612,1 19.122,4
19.954,7 521,5 19.433,2
20.497,8 521,5 19.976,3
21.036,5 521,5 20.515,0
Saldo Welz., soc. bel., jz., cultuur
29.160,1
29.146,8
29.518,2
30.117,4
Hierna worden de afzonderlijke thema's beschreven en wordt de daarvoor benodigde middeleninzet verder gedetailleerd.
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
125
126
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
Welzijn Omschrijving thema Welzijn Betrokkenheid van mensen bij de samenleving waarin zij wonen is zeer waardevol voor die samenleving als geheel. Voor Stad en Ommeland is het zaak dat mensen zich volwaardig lid voelen van de samenleving en daarin ook actief participeren. Daarom zal het creatieve vermogen van individuen, organisaties, bedrijven en samenwerkingsverbanden zo goed mogelijk worden gestimuleerd. Begrippen als zorg voor elkaar, menselijke maat, eigen verantwoordelijkheid en wederzijds respect zijn daarbij essentieel. Wij willen initiatieven stimuleren die bijdragen aan zo'n betrokken samenleving. Vooral de menselijke maat zal uitgangspunt zijn voor ons beleid. Dat betekent ook dat samen met andere partijen naar kleinschalige oplossingen zal worden gezocht als de problematiek daar om vraagt. Hoewel de eigen verantwoordelijkheden van inwoners van onze provincie niet uit het oog worden verloren, zullen mensen die in de knel dreigen te raken zo goed mogelijk worden ondersteund en weer op weg geholpen. De gebiedsgerichte aanpak is een goede methode om samen met de Groninger gemeenten aan de lokale sociale infrastructuur te werken en een waardevolle bijdrage te leveren aan de leefbaarheid van het platteland. Projecten die uit de gebiedsgerichte aanpak komen, geven antwoord op lokale vragen. Aan de leefbaarheid van de wijken in de grote steden in onze provincie wordt vanuit welzijn ook aandacht besteed via bijdragen voor sociale herstructurering. Bovenlokaal werkt de provincie samen met organisaties een vijftal provinciale speerpunten uit. Deze speerpunten zijn wonen,welzijn en zorg, armoede, huiselijk geweld, jeugd & veiligheid en vrijwilligerswerk. Het speerpunt Wonen, welzijn en zorg komt aan de orde bij het thema Sociaal Beleid. Armoede heeft met het nieuwe collegeprogramma een extra accent en extra middelen gekregen. Er komt een fonds beschikbaar van jaarlijks € 500.000,-- waarop instellingen en organisaties een beroep kunnen doen voor de uitvoering van projectmatige activiteiten die gericht zijn op preventie, sociale activering, (schuld)hulpverlening, veiligheid en arbeidsre-integratie in wijken en buurten. Er wordt een Actieprogramma Armoedebeleid 2008-2011 opgesteld dat in oktober 2007 aan uw Staten wordt voorgelegd. Het huidige provinciale beleid is vastgelegd in het beleidsplan Wel(en)levend Groningen 2005-2008. Ook onderwijs en sport dragen bij aan de sociale infrastructuur van de provincie en bevorderen de maatschappelijke betrokkenheid van burgers. Op het gebied van onderwijs is de beleidsnota 'Handig zelfstandig' verschenen en zijn Equal-aanvragen op het gebied van aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt gedaan. Met betrekking tot de sport ligt er de nieuwe beleidsnota 'Mitdoun=Goud' .Hierin is het beleid voor de komende jaren aangegeven. Het accent ligt op buurten en wijken, onderwijs en jeugd, de ondersteuning van sprotverenigingen, talentontwikkeling en initiatieven om ouderen meer te laten bewegen en sporten en tenslotte de (mede)financiering van evenementen die bijdragen aan de verhoging van de sportparticipatie (inclusief een bijdrage aan het sportgala). De provincie vindt het belangrijk dat jongeren worden betrokken bij maatschappelijke ontwikkelingen en het provinciaal beleid en hierin hun inbreng hebben. Via het beleidsveld jongerenparticipatie (12 tot 18 jaar) draagt de provincie hieraan bij. Tenslotte zal in 2008 in als afronding van de Simons-cyclus de Sociale Agenda worden opgesteld op basis van de analyse, waaronder het Sociaal Rapport en het Sociaal Debat dat in het najaar van 2007 wordt georganiseerd. De agenda bevat de onderwerpen waarop de provincie in de periode 2009-2012 wil inzetten. Voor die agenda is natuurlijk ook het nieuwe collegeprogramma Sociaal en Slagvaardig van belang.
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
127
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect: 1. Versterken van de sociale infrastructuur
• • • • •
•
door met de Groninger gemeenten welzijn gebiedsgericht te benaderen; door aan de G6-gemeenten bijdragen te verstrekken voor sociale herstructurering van wijken; door bovenlokaal onderwerpen aan te pakken binnen provinciale speerpunten wonen-welzijn-zorg, huiselijk geweld, jeugd & veiligheid, vrijwilligerswerk en armoede; door terugdringing van het aantal vroegtijdig schoolverlaters; door verbetering van preventie en vroegtijdige onderkenning van achterstanden, optimalisering van de aansluiting tussen in- en externe zorgstructuren op scholen en versterking van de infrastructuur van schakel- en spijbelopvangprojecten; door behoud en uitbreiding van het sportaanbod.
2. Vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid van burgers bij mondiale problematiek 3. Vergroten van de betrokkenheid van jongeren bij provinciale ontwikkelingen
•
door het COS-Groningen themabijeenkomsten te laten houden en door andere vergelijkbare activiteiten te stimuleren en financieren.
•
4. Verhogen sport- en bewegingsparticipatie en daarmee bevorderen van sociale samenhang en gezondheid.
•
door regelmatig via polls, expertmeetings en jongerenpanels jongeren uit te nodigen om met de provincie over thema's te discussiëren waar zijzelf interesse in hebben. Daarbij gaat onze aandacht in het bijzonder uit naar vmbo-ers. Via scholen, universiteit, buurthuizen en verenigingen proberen wij steeds weer nieuwe jongeren enthousiast te maken. De uitwerking van het sportbeleid staat vermeld op bladzijde 131 en 132.
Te bereiken in (planperiode)
2005-2008
128
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
Beïnvloedbaarheid: •
1. Versterken sociale infrastructuur
• • •
2. Vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid van burgers bij mondiale problematiek 3. Vergroten van de betrokkenheid van jongeren bij provinciale ontwikkelingen 4. Verhogen participatie sport en bewegen en daarmee de sociale samenhang en gezondheid.
•
• • • • • •
De inhoud van de gebiedsprogramma's (in het kader van gebiedsgericht werken) wordt bepaald door de gemeenten en de provincie samen. De mate van beïnvloedbaarheid door de provincie is hier gemiddeld omdat iedereen op basis van gelijkwaardigheid aan het gebiedsgericht werken deelneemt. De inhoud van de uitwerkingsprogramma's voor de provinciale speerpunten wordt voor een groot deel bepaald door de provincie zelf, de mate van beïnvloedbaarheid is hier derhalve sterk. Bij het onderwijsbeleid zijn veel externe partners betrokken. De mate van beïnvloedbaarheid door de provincie is gemiddeld, omdat veel partijen opereren vanuit eigen bevoegdheden. Het sportbeleid wordt mede bepaald door gemeenten en de provincie samen. De mate van beïnvloedbaarheid is hier gemiddeld, omdat iedereen op basis van gelijkwaardigheid aan de Breedtesportimpuls deelneemt. De provincie verstrekt subsidie aan COS Groningen en andere subsidieaanvragers. De doelen worden mede door hun bepaald. De mate van beïnvloedbaarheid is gemiddeld. De jongeren zelf zijn hierbij de beïnvloeders. De aanpak is ontvangersgericht, waarbij jongeren zelf kunnen aangeven waar hun interesses liggen. (A) inzet met name t.b.v. Buurt/wijk, Onderwijs, Sport en jeugd; (B) stimuleren van de ondersteuning van sportverenigingen; (C) stimuleren van de ondersteuning van de talentontwikkeling; (D) ondersteunen/stimuleren van oudereninitiatieven op het gebied van de sport en bewegen; (E) financieren evenementen, die bijdragen aan verhogen sportparticipatie van niet-sporters (incl. bijdrage sportgala). De provincie kan op al deze punten een flinke stimulans geven.
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
129
Meetbaarheid: •
1. Versterken sociale infrastructuur
•
•
•
2. Vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid van burgers bij mondiale problematiek 3. Vergroten van de betrokkenheid van jongeren bij provinciale ontwikkelingen 4. Verhogen sport- en bewegingsparticipatie en daarmee bevorderen van sociale samenhang en gezondheid.
•
De gebiedsprogramma's zijn door de verschillende regio's vastgesteld. De projecten die hierin verwoord staan zijn veelal concreet. De uitvoeringsprogramma's van de provinciale speerpunten zijn door ons college vastgesteld in januari 2005. De projecten die hierin vermeld staan zijn behoorlijk concreet en zitten met name op het niveau van onderzoek, ondersteuning en afstemming. De meetbaarheid van doelstellingen binnen het onderwijsbeleid zijn per regio meetbaar, zij het dat de aanpak per regio dermate kan verschillen dat cijfers nog niet goed vergelijkbaar zijn. Bij de volledige implementatie van de Jeugd- en Onderwijsmonitor medio 2008 kunnen diverse gegevens worden opgevraagd. De meetbaarheid binnen sport is ten dele goed te bepalen; het is goed meetbaar hoeveel sportverenigingen ondersteuning hebben gehad en in welke vorm en met welke frequentie. Daarentegen is het moeilijk om te meten wat de ondersteuning op lange(re) termijn heeft opgeleverd. De meetbaarheid van afspraken met COS Groningen is geregeld in het budgetcontract 2005-2008.
•
Het participerend aantal jongeren is meetbaar, het communicatieve deel is dat niet.
•
De (toenemende) participatie aan sport en bewegen zal per monitor worden gevolgd.
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • •
130
Beleidsplan welzijn 2005-2008 'Wel(en)levend Groningen'; Zestal gebiedsprogramma's 2005-2008; Uitvoeringsprogramma provinciale speerpunten 2005-2008; Actieprogramma armoedebeleid; Onderwijsnota 'Handig zelfstandig' 2005-2008; Jeugd- en Onderwijsmonitor; Sportnota 'Mitdoun=Goud'; Beleidsnotitie mondiale bewustwording; Meerjarenplan jongerenparticipatie 2007-2009.
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
Prioriteiten 2008 Continueren gebiedsgericht werken met Groninger gemeenten in zestal € 540.000,-gebieden en één functionele regio (G6-herstructurering wijken) € 502.100,-Activiteiten: • Uitvoering van zes geografische (door gemeenten en provincie) goedgekeurde gebiedsprogramma's en één functioneel programma (G6-gemeenten) gericht op versterken sociale infrastructuur op lokaal niveau. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Deelname van alle 25 Groninger gemeenten. Kwalitatieve informatie: • Gebiedsprogramma's; deze worden zo meetbaar mogelijk gemaakt. Uitvoering provinciale speerpunten
€ 990.700,-- , incl. nieuw beleid: VJN2007 € 500.000,--: Armoedebeleid
Activiteiten: • Uitvoering provinciale speerpunten wonen-welzijn-zorg, armoede, vrijwilligerswerk, jeugd & veiligheid, huiselijk geweld. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Toename in aangiften van huiselijk geweld en afname van recidive; meten door middel van monitoring huiselijk geweld; • Vermindering aantal meldingen overlast, vandalisme en criminaliteit in relatie tot jongeren; • Armoede: Uitvoering van het Actieprogramma Armoedebeleid 2008-2011 (nieuw beleid: € 500.000,-- per jaar in de periode 2008-2011). Het actieprogramma wordt in oktober 2007 aan uw Staten voorgelegd. • Vrijwilligers: Bevorderen dat vrijwilligersorganisaties advies en/of informatie inwinnen bij het kenniscentrum vrijwilligers. Streven voor 2008 is 25 organisaties; Bevorderen dat leerlingen vrijwilligerswerk gaan doen via het project vrijwilligersstage in het onderwijs. Streven voor 2008 is 300 leerlingen. Kwalitatieve informatie: • Uitvoeringsprogramma's speerpunten; deze worden zo meetbaar mogelijk gemaakt.
Uitvoering sportbeleid € 791.500,-Activiteiten: • ondersteunen gemeenten bij uitvoering Buurt-, Onderwijs- en Sportprojecten (BOS); • verenigingsondersteuning; • sportondersteuning voor 55-plussers; • ondersteuning talenten en talentcentra; • realisering verhoging sportparticipatie, ook van gehandicapten en chronisch zieken; • realisering verhoging sportaanbod voor gehandicapten en chronisch zieken; • realisering verhoging sportparticipatie asielzoekers; • realisering verbreed aanbod sportverenigingen; • realisering verhoging van potentieel kader sportverenigingen, gericht op vrouwen en culturele minderheden. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • structurele verhoging sportparticipatie gehandicapten en chronisch zieken (toename van 50% na afloop project); • toegankelijk maken van het sportaanbod voor gehandicapten en chronisch zieken (15 verenigingen extra na afloop project);
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
131
• • •
verhoging sportparticipatie van asielzoekers in de sport (15 sportverenigingen extra en jaarlijks deelname van 100 asielzoekers); kwalitatieve en kwantitatieve versterking kader en bestuur sportverenigingen: 10% van sportvereniging moet na afloop project aanbod hebben verbreed; daarnaast moet (bestuurlijke) organen na afloop van het project bestaan uit vrouwen en/of culturele minderheden; 25 Groninger gemeenten voeren BOS-projecten uit, met in de uitvoering ondersteuning van het Huis voor de Sport Groningen.
Kwalitatieve informatie: • minimaal het behoud van en mogelijk verbreding sportaanbod; • gezondere Groningers, en dan vooral handhaving of vermindering van jeugd met overgewicht. • toename gezonde 55-plussers en vermindering van sociaal isolement verkerende 55-plussers. • provinciaal dekkend sportondersteuningsinstituut, te weten het Huis voor de Sport.
Uitvoering onderwijsbeleid Activiteiten: • alle jongeren in beeld; • preventieve maatregelen ter voorkoming van voortijdig schooluitval; • sluitende aanpak en terug naar school of werk; • versterken relatie onderwijs en bedrijfsleven.
€ 177.600,--
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters: meten en monitoren per regio; • provinciale dekking sluitende aanpak van 100%. Kwalitatieve informatie: • Jeugd- en Onderwijsmonitor provincie Groningen; • provinciaal dekkend netwerk van spijbel- en schakelvoorzieningen; • opzetten van regionale bestuurlijke netwerken in de hele provincie.
Uitvoering jongerenparticipatie Activiteiten: • nieuw meerjarenplan 2007-2009 voor jongerenparticipatie uitvoeren; • gebiedsgericht werken in kader van jongerenparticipatie.
€ 44.100,--
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • handhaven van contacten die met ca. 1.500 jongeren zijn gelegd door middel van 1 sms-poll en naar aanleiding hiervan 1 persconferentie; • 1 meeting waar 100 vmbo-jongeren aan deelnemen; • 3 verschillende panels met jongeren. Kwalitatieve informatie: Geen.
132
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
Tabel 7.1. Lasten en baten programma Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur, thema Welzijn (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten nieuw beleid thema Welzijn 500 500 500 500 • 8001 Armoedebeleid Totaal lasten prioriteiten nieuw beleid 0 0 500 500 500 500 Prioriteiten aanvaard beleid thema Welzijn • 8001 Continuering gebiedsgericht werken - zestal gebieden • 8001 Gebiedsgericht werken in een gebied (G6) • 8001 Uitvoering provinciale speerpunten • 8201 Uitvoering sportbeleid • 8102 Uitvoering onderwijsbeleid • 8001 Uitvoering jongerenparticipatie Totaal prioriteiten aanvaard beleid Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Welzijn • 8001 Ontwikkeling en ondersteuning welzijn • 8101 Studiefonds • 8102 Onderwijsbeleid • 8201 Sport Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Welzijn • 8001 Ontwikkeling en ondersteuning welzijn • 8101 Studiefonds • 8102 Onderwijsbeleid • 8201 Sport Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Welzijn
540
540
502
502
0
491 787 178 43 2.541
491 792 178 44 2.547
132 571 178 45 926
132 577 178 47 934
132 292 178 48 650
5.629
3.789
2.706
4.096
4.243
4.464
84 621 872
89 145 287
160 161 169
165 169 191
171 177 203
177 185 211
7.206 7.206
4.310 6.851
3.196 6.243
4.621 6.047
4.794 6.228
5.037 6.187
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
114 114 114 6.737
114 114 114 6.129
meerjarenraming 2009
2010
2011
385 23 113 521 521 6.685
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
0 0 6.047
0 0 6.228
133
0 0 6.187
Toelichting: De daling van de lasten prioriteiten aanvaard beleid bij productgroep 8201 (Sport) van 2008 op 2009 heeft te maken met het aflopen van het provinciaal beleid ten behoeve van Breedtesportimpuls en de daarvoor te ontvangen rijksmiddelen. De daling van 2010 op 2011 is het gevolg van het aflopen van het beleid in het kader van de Sportnota 2007-2010. Een deel van de middelen van de productgroep 8001 Ontwikkeling en ondersteuning wordt met ingang van 2007 ondergebracht bij productgroep 9105 Sociaal-economische vitalisering (PLG) bij het programma Karakteristiek Groningen, thema PLG. Het betreft de bijdrage voor Multifunctionele Centra. Een deel van de middelen van de productgroep 8001 Ontwikkeling en ondersteuning wordt met ingang van 2007 ondergebracht bij productgroep 8602 Zorg en hulpverlening, thema Sociaal beleid. Het betreft de bijdrage voor Zorgbelang Groningen en patiënten- en consumentenbeleid. Verder wordt de daling bij overige lasten aanvaard beleid (productgroep 8001) van 2007 op 2008 verklaard door het effect van de overboeking van kredieten van 2006 naar 2007, die geen doorwerking heeft naar 2008. De stijging bij overige lasten aanvaard beleid (productgroep 8001) in 2009 (t.o.v. 2008) is louter van administratief technische aard. Omdat de prioriteiten uit het welzijnsplan 2009-2012 nu nog niet bekend zijn worden de middelen in 2009 weer volledig onder overige lasten aanvaard beleid verantwoord.
134
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
Sociaal Beleid Omschrijving thema Sociaal Beleid Het thema Sociaal Beleid omvat wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare groepen (ouderen, mensen met een lichamelijke en verstandelijke handicap, mensen met een psychische handicap), zorg en hulpverlening en asielzoekersbeleid. De provincie hanteert als beleidsuitgangspunt dat kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met een handicap zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen en in de eigen woonomgeving ondersteuning kunnen krijgen. Dat vraagt om afstemming tussen wonen, welzijn en zorg. Kwetsbare groepen moeten kansen krijgen deel te nemen aan de samenleving. De provincie Groningen vindt het belangrijk dat de inwoners van Groningen kunnen rekenen op een goed aanbod van (gezondheids)zorg. De provincie wil een bijdrage leveren aan noodzakelijke vernieuwingen in de zorg en zet zich ervoor in om samen met de betrokken partijen knelpunten op te lossen. Zorgvragersbeleid (patiënten- en consumenten) maakt onderdeel uit van sociaal beleid. Met de nieuwe beleidsnotitie wil de provincie de positie van zorgvragers verder versterken. Het accent wordt sterk gelegd op bundeling en samenwerking. Verder zullen prestatieafspraken worden gemaakt. De provincie wil verder een bijdrage leveren aan een zinvol verblijf van asielzoekers en mensen die gebruik maken van een vorm van noodopvang. Voor de uitvoering van het sociaal beleid zijn o.a. twee fondsen beschikbaar, het Stimuleringsfonds Zorg en het Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg. Het laatste fonds is weliswaar nieuw, maar omvat de oude regelingen voor multifunctionele centra en zorginfrastructuur en wordt nu uitgebreid met extra middelen voor de component wonen. De criteria hiervoor moeten nog worden ontwikkeld.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect: 1. Het creëren van een aanbod wonen, welzijn en zorg dat aansluit bij de vraag van kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische handicap.
De provincie voert een stimulerend beleid, kan faciliteiten beschikbaar stellen en kent incidentele subsidies toe. Beoogd wordt: • een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van leven van ouderen en mensen met een lichamelijke en/of geestelijke beperking; • een bijdrage te leveren aan een ontwikkeling waarbij de vraag kwetsbare groepen op het terrein van wonen, welzijn en zorg bepalend is voor de organisatie van het aanbod; • de invloed van cliëntenorganisaties te versterken; • een bijdrage te leveren aan de uitvoering van het mede door ons ondertekende convenant Wonen, Welzijn en Zorg in het kader van de Regiovisie Groningen-Assen. Er wordt bijgedragen aan een aantal pilotprojecten en aan de uitwisseling van kennis via een werkplaats.
2. Zorg en hulpverlening: Bijdragen aan innovatie en aan de oplossing van knelpunten die de burgers raken
De provincie voert een stimulerend beleid, kan faciliteiten beschikbaar stellen en kent incidentele subsidies toe uit het Stimuleringsfonds Zorg. Belangrijke onderwerpen: • bijdragen aan een betere afstemming tussen verschillende vormen van spoedeisende medische hulp buiten kantooruren; • versterken van de positie van zorgvragers door de activiteiten van hun organisaties te financieren en bij gemeenten, zorgaanbieders en zorgverzekeraars aandacht te vragen voor hun belangen; • de provincie bevordert het ontstaan van goede netwerken voor palliatieve zorg in de regio.
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
135
3. Asielzoekersbeleid: Acceptatie, integratie en participatie asielzoekers
Acceptatie, integratie en participatie van asielzoekers. Deelname van asielzoekers aan onderwijs, recreatie, sport, werk, leerprojecten, vrijwilligerswerk en inburgeringsprojecten. Beoogd wordt in samenwerking met de ketenpartners een bijdrage te leveren aan een zinvol verblijf van asielzoekers in de provincie Groningen en mensen die gebruik maken van een vorm van noodopvang.
Te bereiken in (planperiode): Beïnvloedbaarheid:
2005-2008.
1. en 2. Zorg en hulpverlening en het beleid voor kwetsbare groepen (wonen, welzijn en zorg)
3. Asielzoekersbeleid
Op het terrein van de volksgezondheid en het beleid voor kwetsbare groepen (wonen, welzijn en zorg) dragen andere partijen (zorgverzekeraars, gemeenten, uitvoerende instellingen) de hoofdverantwoordelijkheid. In samenwerking met die partijen kan de provincie een bijdrage leveren aan het verbeteren van het aanbod. Daartoe worden o.a. het Stimuleringsfonds Zorg en het Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg ingezet en de zorgvragersorganisaties gefinancierd. Asielzoekersbeleid is primair een taak van de rijksoverheid en landelijke organisaties zoals bijvoorbeeld het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en Internationale Organisatie ter beheersing van de Migratie (IOM). De provinciale invloed op dit beleid is gering. Wel kan in samenwerking met de ketenpartners invloed uitgeoefend worden op het bevorderen van een zinvol verblijf van asielzoekers in onze provincie.
Meetbaarheid: 1. en 2. Zorg en hulpverlening en het beleid voor kwetsbare groepen (wonen, welzijn en zorg)
3. Asielzoekersbeleid
De te bereiken doelen worden vastgelegd bij de honorering van subsidieaanvragen en door het maken van afspraken met de betrokken partijen. Hierbij moet aangetekend worden dat het niet altijd mogelijk is om de te bereiken doelen lang van te voren exact en meetbaar te formuleren Dat hangt mede van het overleg met betrokken partijen af. Uit inventarisatie is gebleken dat 400 asielzoekers deelnemen aan onderwijs, recreatie, sport, cultuur, (vrijwilligers)werk en/of trajecten inburgering (nulmeting). Het streefgetal voor 2008 is 800 deelnemers. Wat de huisvesting van asielzoekers betreft is het streefgetal 200 in 2008.
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • • •
Rijksnota's; Wet Maatschappelijk Ondersteuning (WMO); Nota Bouwen en Wonen van de provincie Groningen; Het advies "Verbetering van de acute zorg in Groningen" en de opdrachtverlening voor een vervolgproject; Rijksbeleid acute zorg; Kadernotitie Zorgvragers in de provincie Groningen; Stimuleringsfonds zorg; Investeringsfonds Wonen, Welzijn en Zorg; Beleidsinformatie COA; Beleidsnota asielzoekersbeleid 2005-2008.
136
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
Prioriteiten 2008 Stimuleringsfonds Zorg
€ 350.000,-nieuw beleid: VJN2007 Om in de komende periode een stimulans te geven aan het tot stand komen van vernieuwingen in de zorg is het Stimuleringsfonds Zorg bij de Voorjaarsnota 2007 gecontinueerd. Het fonds heeft betrekking op het terrein van de jeugdzorg, de gezondheidszorg algemeen, de geestelijke gezondheidszorg, het gehandicaptenbeleid en het ouderenbeleid. Het fonds wordt ingezet voor vernieuwende activiteiten waarvan de effecten voor zorgdragers en -gebruikers direct aantoonbaar zijn. Enkele van de onderstaande prioriteiten komen ten laste van dit fonds. Voor een nadere toelichting over de inhoud en financiering van het stimuleringsfonds Zorg verwijzen wij u naar bladzijde 43 van de Voorjaarsnota 2007
Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg
€ 300.000,-nieuw beleid: VJN2007
Activiteiten: Ter verbetering van de sociale infrastructuur en het sociale huisvestingsbeleid in dorpen, buurten en wijken hebben wij een Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg ingesteld, bestaande uit drie onderdelen: 1. zorginfrastructuur in kleinschalige woonzorgvoorzieningen voor kwetsbare doelgroepen € 250.000,-2. welzijnsvoorzieningen/multifunctionele gebouwen € 500.000,-3. betaalbare en kwalitatief goede (levensloopbestendige) woningen voor specifieke groepen € 250.000,-Totaal nieuw beleid: VJN2007 € 1.000.000,-De onderdelen ad 1. en ad 2. zijn grotendeels opgenomen onder het programma Karakteristiek Groningen, thema PLG, productgroep 9105 Sociaal-economische vitalisering voor de bedragen € 200.000,-respectievelijk € 500.000,--. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: Kwalitatieve informatie: Voor de uitwerking van de onder ad 3. benoemde regeling zullen we ons beleid op dit terrein gaan uitwerken, nadat er meer duidelijkheid is over de sociale, economische en ruimtelijke problematiek als gevolg van een krimpende bevolking in Oost-Groningen en er meer duidelijk is over de criteria voor de leefbaarheidvraagstukken in het kader van de stedelijke vernieuwing.
Convenants Wonen, Welzijn en Zorg
t.l.v. Stimuleringsfonds Zorg
Activiteiten: Een bijdrage leveren aan de uitvoering van het mede door de provincie ondertekende convenant Wonen, Welzijn en Zorg voor ouderen en kwetsbare groepen in het kader van de Regiovisie Groningen-Assen door middel van het betrokken zijn bij een aantal pilotprojecten en de uitwisseling van kennis via een werkplaats. Eind 2007 wordt voor de overige Groningse gemeenten een vergelijkbaar convenant afgesloten. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er wordt een concreet aantal pilots uitgevoerd. Voor de werkplaats zie hieronder. Kwalitatieve informatie: • De convenants Wonen, Welzijn en Zorg vormen de basis voor de activiteiten van de betrokken partijen.
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
137
Zorgvragersbeleid (patiënten en consumenten) € 881.900,-Activiteiten: • subsidiëren van zorgvragersorganisaties teneinde de positie van de regionale zorgvrager op het terrein van welzijn en zorg te versterken. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Afsluiten budgetcontracten in met Zorgbelang Groningen en de koepels in samenhang met prestatieafspraken (nog in ontwikkeling). De eerste afspraken zullen voor 2008 worden gemaakt. Prioriteit ligt bij de bij de basisfuncties collectieve belangenbehartiging en informatievoorziening Kwalitatieve informatie: • kadernotitie zorgvragers in de provincie Groningen.
Werkplaats wonen, welzijn en zorg
t.l.v. Stimuleringsfonds Zorg
Activiteiten: • Wonen, welzijn en zorg: opzetten werkplaats in samenwerking met zorgverzekeraar Menzis. (Zowel de afdeling Cultuur en Welzijn als de afdeling Ruimtelijke Plannen is hierbij betrokken). Via de werkplaats wisselen organisaties op het gebied van wonen, welzijn en zorg informatie uit over het opzetten van woon-zorgprojecten voor kwetsbare groepen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 1 werkplaats , minimaal 4 activiteiten, 120 deelnemers. Kwalitatieve informatie: • Tevredenheid deelnemers werkplaats wonen, welzijn en zorg. Tijdens twee bijeenkomsten worden de deelnemers gevraagd een beoordelingsformulier in te vullen.
Verbetering acute zorg buiten kantooruren
t.l.v. Stimuleringsfonds Zorg
Activiteiten: • verbetering van de acute zorg buiten kantooruren; • verbetering van de afstemming tussen de doktersdiensten, de spoedeisende hulp in ziekenhuizen en de ambulancezorg via een gezamenlijk project van de betrokken partijen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Er wordt uitvoering gegeven aan een uitgewerkt plan voor één fysiek loket (huisartsenposten en ziekenhuizen), met als eerste resultaat één telefonische ingang voor de acute zorg buiten kantooruren. Er is sprake van een toenemend gebruik van deze telefonische ingang. Verder wordt er minimaal 1x een gezamenlijke activiteit ondernomen om de bewoners van Groningen te informeren. Kwalitatieve informatie: • Er is draagvlak bij de partijen voor de uitvoering van het project.
Asielzoekersbeleid Activiteiten: • uitvoering nota provinciaal asielzoekersbeleid 2005-2008; • bijdrage leveren aan het COA-project "Gezond in AZC". Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • inventarisatie aantal deelnemende asielzoekers aan projecten: streefgetal 800. Kwalitatieve informatie: • verslaglegging COA.
138
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
€ 54.500,--
Tabel 7.2. Lasten en baten programma Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur, thema Sociaal beleid (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten nieuw beleid thema Sociaal beleid 350 350 350 350 • 8701 Stimuleringsfonds Zorg • 8701 Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg 250 300 300 300 300 Totaal prioriteiten nieuw beleid 650 650 650 650 0 250 Prioriteiten aanvaard beleid thema Sociaal beleid • 8701 Convenants Wonen, welzijn en zorg • 8602 Zorgvragersbeleid • 8701 Werkplaats wonen, welzijn en zorg • 8602 Verbeteren acute zorg buiten kantooruren • 8005 Asielzoekersbeleid Totaal prioriteiten aanvaard beleid Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Sociaal beleid • 8005 Asielzoekers • 8501 Maatschappelijke voorzieningen • 8601 Volksgezondheid • 8602 Zorg en hulpverlening • 8701 Wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare groepen Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
860
882
911
941
972
0
55 915
55 937
91 1.002
91 1.032
91 1.063
117
28
64
67
70
73
131
-
-
-
-
-
270 -
575
369
383
398
414
763
358
170
178
187
196
1.281 1.281
961 2.126
603 2.190
628 2.280
655 2.337
683 2.396
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
139
rekening 2006
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Sociaal beleid • 8005 Asielzoekers • 8501 Maatschappelijke voorzieningen • 8601 Volksgezondheid • 8602 Zorg en hulpverlening • 8701 Wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare groepen Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Sociaal beleid
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
meerjarenraming
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0 0 2.126
0 0 2.190
0 0 2.280
0 0 2.337
0 0 2.396
2009
2010
2011
-
0 0 1.281
Toelichting: De productgroepen 8501 en 8601 zijn met ingang van 2007 komen te vervallen en maken vanaf dat moment onderdeel uit van de nieuwe productgroep 8602. De stijging van de overige lasten aanvaard beleid (productgroep 8005) van 2008 op 2009 wordt veroorzaakt doordat er vanaf dat moment geen verrekening meer plaats vindt ten behoeve van breedtesportimpuls. De daling van de overige lasten aanvaard beleid bij productgroep 8602 van 2007 op 2008 houdt verband met het feit dat de in 2008 aan deze productgroep toe te rekenen apparaatskosten dalen ten opzichte van 2007. De daling van de overige lasten aanvaard beleid bij productgroep 8701 van 2007 op 2008 houdt verband met het feit dat het aanvaard beleid Stimuleringsfonds Zorg in 2008 zonder nader besluit afloopt (zie in dit verband prioriteiten nieuw beleid). De daling wordt enigszins beperkt doordat de in 2008 aan deze productgroep toe te rekenen apparaatskosten stijgen ten opzichte van 2007.
140
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
Jeugdzorg Omschrijving thema Jeugdzorg De provincie is op grond van de Wet op de jeugdzorg verantwoordelijk voor de regie, planning en financiering van het bureau jeugdzorg en van het zorgaanbod jeugdhulpverlening. Dit aanbod moet aansluiten op de behoefte/vraag van cliënten en op het aanbod van gemeentelijke voorzieningen voor jeugdigen. Ook moet de provincie er zorg voor dragen dat de cliënten hun aanspraken op jeugdzorg tot gelding kunnen brengen binnen een redelijke termijn. Er moet dus kwalitatief en kwantitatief voldoende aanbod zijn. Voor de uitvoering van deze taken ontvangt de provincie twee doeluitkeringen, een doeluitkering bureau jeugdzorg en een doeluitkering aanbod jeugdhulpverlening. Deze uitkeringen worden ontvangen op basis van een vierjarig beleidskader jeugdzorg en een jaarlijks uitvoeringsprogramma. Op dit moment is een provinciaal Beleidskader jeugdzorg 2005-2008 van kracht. Voor 2008 wordt een nieuw uitvoeringsprogramma opgesteld. Het concept daarvan is in oktober 2007 beschikbaar. Eind 2006 is een start gemaakt met het procesmanagement jeugdzorg. Volgens het plan van aanpak 'Als het ergens kan, kan het in Groningen' dat hiervoor is vastgesteld, wordt in 2007 en 2008 gewerkt aan vernieuwing en intensivering van het provinciale jeugdzorgbeleid.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect: • Het hebben van een goed functionerend Bureau Jeugdzorg (BJZ) die optreedt daar waar sprake is van ernstige opvoed- en opgroeiproblemen. • Het hebben van voldoende zorgaanbod dat is zo flexibel is dat het is afgestemd op de vraag van de jongeren. • Aansluiting hebben tussen het lokale jeugdbeleid en het provinciale jeugdzorgbeleid waardoor jongeren van de zorg ontvangen die ze nodig hebben (licht waar het kan en zwaar waar het moet). Te bereiken in (planperiode): Beïnvloedbaarheid:
• geen wachtlijsten bij BJZ en het zorgaanbod; • doorlooptijden BJZ binnen de wettelijke termijnen; • vraaggerichte indicatiestelling door BJZ.
• starten met het flexibiliseren van het aanbod van de zorgaanbieders; • verhoging van de rijksuitkering ter dekking van 100% van de provinciale zorgvraag (kunnen realiseren van genoegzaam aanbod). • afspraken met alle gemeenten/ regio’s over de aansluiting van het lokale jeugdbeleid op de provinciale jeugdzorg; • het stimuleren van vernieuwingen in de zorg en de voorliggende voorzieningen (via het Stimuleringsfonds Zorg).
2005-2008 De provincie draagt als regisseur, planner en financier verantwoordelijkheid voor uitvoering van de jeugdzorg op grond van de Wet op de jeugdzorg. De rijksoverheid stelt kaders en bepaalt de hoogte van de doeluitkering die de provincie krijgt. De provincie treedt bij het uitoefenen van haar financieringstaak in overleg met andere bij de jeugdzorg betrokken ketenpartners die eveneens een financieringstaak hebben, zoals het Zorgkantoor (AWBZ), ministerie justitie (Raad voor de Kinderbescherming) en gemeenten. Samenwerking en afstemming met deze partijen is belangrijk voor het sluitend krijgen van de zorgketen.
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
141
Meetbaarheid:
De resultaten worden steeds beter meetbaar. In IPO-verband wordt aandacht besteed aan het onderling kunnen vergelijken van provincies (benchmarking). Het registreren van beleidsinformatie vindt al plaats maar wordt nog nader verfijnd. Hiervoor heeft ook het procesmanagement jeugdzorg opdracht gekregen. Door de invoering van de p*q-systematiek wordt de meetbaarheid van de productie ook weer groter, echter is niet zeker of deze systematiek nog ingevoerd gaan worden. Hierover lopen landelijk contacten tussen VWS, IPO en de MOgroep (brancheorganisatie voor o.a. jeugdzorg).
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • •
Beleidskader Jeugdzorg 2005-2008; Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2008; Kwartaalrapportages Jeugdzorg; Rapport 'Het gaat goed, maar kan beter' van BMC (Bureau Management Consultants) naar doelmatigheid in de jeugdzorg; Notitie Jeugdzorg in Groningen stand van zaken; Notitie 'Samen Sterk' (sturen op kwaliteit in de jeugdzorg); Plan van aanpak 'Als het érgens kan, kan het in Groningen' (procesmanagement jeugdzorg); Voortgangsrapportages jeugdzorg; Stimuleringsfonds Zorg.
142
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
Prioriteiten 2008 Uitvoering plan van aanpak 'Als het érgens kan, kan het in Groningen': deelproject versterking regierol provincie Activiteiten: • uitvoeren en implementatie van de notitie sturingsfilosofie van de provincie; • verbeteren/verscherpen informatievoorziening; • monitoring van gemaakte afspraken; • continueren van in 2007 gestart financieringsoverleg (provincie, AWBZ, ministerie justitie, gemeenten); • formatie van de afdeling jeugdzorg in evenwicht brengen met de uit te voeren werkzaamheden; • afspraken maken met BJZ, zorgaanbieders en andere ketenpartners over benodigde informatieverstrekking. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • twee rapportages over voortgang procesmanagement waarin dit project wordt belicht; • herinrichten/uitbreiden van de afdeling jeugdzorg met nader te bepalen formatie; • afsprakenlijst uit financieringsoverleg; • rapportage/notitie over informatieverstrekking. Kwalitatieve informatie: • mate van waardering van ketenpartners voor de sturing door de provincie en de mate waarin afspraken worden nagekomen; • inzicht in de complexe financieringsstromen en de besteding ervan; • verwerken van verbeterde informatievoorziening in (voortgangs)rapportage en uitvoeringsprogramma; • de voor sturing en beheersing van benodigde informatie wordt gedeeld door ketenpartners.
Uitvoering plan van aanpak 'Als het érgens kan, kan het in Groningen': deelproject veranderprogramma BJZ Activiteiten: In 2007 is een veranderprogramma binnen BJZ gestart en door de provincie financieel ondersteund. In 2008 moet worden gemonitord op de resultaten van dit veranderprogramma. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • doorlooptijden van AMK en Toegang (vrijwillige instroom) binnen de wettelijke normen; • geen wachtlijsten bij AMK, Toegang, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering; • deelname van BJZ in de gerealiseerde centra voor jeugd en gezin; • leveren van maandelijkse rapportages door BJZ aan de provincie; • twee rapportages over voortgang procesmanagement waarin dit project wordt belicht. Kwalitatieve informatie: • aanpassen van de organisatie BJZ aan landelijke ontwikkeling (o.m. invoering van (nieuwe) werkmethodieken, aanpassing van registratiesystemen); • verwerken van informatie uit cliënttevredenheidsonderzoeken in de organisatie BJZ.
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
143
Uitvoering van het plan van aanpak 'Als het érgens kan, kan het in Groningen': deelproject vraaggerichte jeugdzorg Activiteiten: • uitvoering van pilots op basis waarvan gekeken wordt of vraaggerichte jeugdzorg haalbaar is. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • twee rapportages over procesmanagement jeugdzorg waarin dit deelproject wordt belicht; • uitvoering van een nog nader te bepalen aantal pilots. Kwalitatieve informatie: • de mate waarin BJZ en de zorgaanbieders van jeugdzorg in staat zijn hun organisaties aan te passen op vraaggericht werken.
Uitvoering van het plan van aanpak 'Als het érgens kan, kan het in Groningen': deelproject afstemming lokaal jeugdbeleid/Centra Jeugd en Gezin Activiteiten: In 2007 is met een aantal Groninger gemeenten een convenant afgesloten waarin afspraken zijn gemaakt over het realiseren van de aansluiting. In deze aansluiting spelen de Centra voor Jeugd en Gezin een grote rol. De provincie heeft in deze centra een rol enerzijds omdat BJZ hierin een positie inneemt en anderzijds omdat ze de vorming ervan wil stimuleren en faciliteren. In 2008 zal de provincie deze twee rollen nader vorm geven in die gemeenten waarmee een convenant is gesloten. Met die gemeenten waarmee in 2007 nog geen convenant is gesloten zullen in 2008 afspraken worden gemaakt. Kwantitatieve prestatie-indicatoren • twee rapportages over procesmanagement jeugdzorg waarin dit deelproject wordt belicht; • met alle Groninger gemeenten (of clusters van gemeenten) zijn in 2008 convenanten afgesloten voor de aansluiting lokaal en provinciaal jeugd(zorg)beleid; • met alle Groninger gemeenten (of clusters van gemeenten) zijn in 2008 afspraken gemaakt over de inzet van BJZ in de Centra voor Jeugd en Gezin. Kwalitatieve informatie: • cliëntstromen binnen Centra voor Jeugd en Gezin geven aan hoeveel cliënten in het voorliggend veld (onder verantwoording van de gemeenten) zijn geholpen en hoeveel cliënten zijn doorgestuurd naar BJZ en daar van een indicatie zijn voorzien.
Uitvoering van het plan van aanpak 'Als het érgens kan, kan het in Groningen': deelproject samenwerking in de keten Activiteiten: • continueren van het financieringsoverleg ter versterking van de keten (provincie, zorgkantoor, ministerie justitie en gemeenten); • monitoren van de afspraken tussen provincie, Lentis (voorheen GGz Groningen), Accare (instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie), BJZ, zorgaanbieders en huisartsen over toegang van de jeugd-ggz; • monitoren van gemaakte afspraken met jeugdgezondheidszorg, de lvg-sector (licht verstandelijk gehandicapte kinderen en jongeren) en het ministerie van Justitie. Kwantitatieve prestatie-indicatoren • twee rapportages over voortgang procesmanagement jeugdzorg waarin dit project wordt belicht; • alle instroom van jeugd-ggz via de toegang van BJZ; • instroom jeugd-ggz cliënten wordt door BJZ afgedaan binnen de wettelijke doorlooptijden. Kwalitatieve informatie: • jeugd-ggz cliënten krijgen vraaggerichte indicatie die afhankelijk van de inhoud van de indicatie gericht is op jeugdhulpverlening of AWBZ (en niet zonder meer een AWBZ-indicatie).
144
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
Tabel 7.3. Lasten en baten programma Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur, thema Jeugdzorg (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten aanvaard beleid thema Jeugdzorg • 8801 Deelprojecten Versterking regierol provincie, Veranderprogramma BJZ, 655 822 450 Vraaggerichte jeugdzorg, Afstemming lokaal jeugdbeleid/Centra Jeugd en Gezin, Samenwerken in de keten Totaal prioriteiten aanvaard beleid 0 655 822 450 0 0 Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Jeugdzorg • 8801 Jeugdzorg Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Jeugdzorg • 8801 Jeugdzorg Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Jeugdzorg
38.866
39.125
36.254
37.460
38.706
39.994
38.866 38.866
39.125 39.780
36.254 37.076
37.460 37.910
38.706 38.706
39.994 39.994
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
37.610
38.323
37.610 37.610 1.256
38.323 38.323 1.457
meerjarenraming 2009
2010
2011
35.356
36.523
37.728
38.973
35.356 35.356 1.720
36.523 36.523 1.387
37.728 37.728 978
38.973 38.973 1.021
Toelichting: De lasten prioriteit aanvaard beleid betreffen de extra middelen (waaronder een jaarlijkse bijdrage van € 300.000,-- ter ophoging van het Stimuleringsfonds Zorg) die bij de Voorjaarsnota 2006 zijn toegekend ten behoeve van procesmanagement jeugdzorg. Deze lasten zijn exclusief de kosten van personeel dan wel inhuur van derden. Deze bedragen in 2007 en 2008 € 350.000,-- per jaar. De daling van overige lasten aanvaard beleid van 2007 op 2008 heeft te maken met de in 2007 ontvangen middelen voor het terugdringen van de wachtlijsten in de jeugdzorg (zie ook overige baten aanvaard beleid).
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
145
146
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
Cultuur, media, erfgoed Omschrijving thema cultuur, media erfgoed Het thema Cultuur omvat de onderdelen cultuurbereik, erfgoed en kunsten. In de Cultuurnota 2005-2008 zijn deze drie onderdelen vertaald in drie programma's: 1. Creatieve netwerken (bereik door verankering): Wij willen het cultuurbereik in de regio's stimuleren. Hierin werken we nauw samen met gemeenten en instellingen in de Regionale Cultuurplannen. Het nieuwe beleid op het gebied van Amateurkunst sluit aan bij de Regionale Cultuurplannen en heeft als doel het organisatorisch vermogen in de regio te versterken, nieuwe initiatieven mogelijk te maken en bij te dragen aan de ontwikkeling van de amateur-kunstenaar. Door het leggen van een stevige basis in de regio creëren wij ook kansen voor talent om te groeien. Personen en instellingen in stad en regio vormen netwerken en individuen kunnen zich ontplooien. Het beleid is gericht op verankering van, nu nog vaak incidentele, initiatieven in de regio, maar ook van cultuuronderwijs op scholen en van de belevingswaarde van de Groninger taal en cultuur van de inwoners van Groningen. Onder dit programma valt ook bibliotheken. 2. Het verhaal van Groningen (identiteit door ontwikkeling) Wij willen het cultureel erfgoed niet alleen bewaren maar ook presenteren aan de huidige en toekomstige generaties. Door het vertellen van verhalen over Groningen in de vorm van eigentijdse presentaties van collecties wordt het verleden op een actuele en aansprekende manier weer zichtbaar gemaakt. Om dit te bereiken willen wij de verschillende collecties benaderen als één geheel, te weten de Collectie Groningen. Deze Collectie Groningen is het collectief van alle collecties binnen de afzonderlijke beleidsterreinen zoals de archieven, monumenten, immaterieel erfgoed, archeologie, museale objecten, collectie Groningana en het landschap. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan het instandhoudingsbeleid van deze Collectie Groningen, waarbij selectie een steeds grotere rol zal gaan spelen. 3. Dynamiek in de kunsten van stad en regio Wij willen de aantrekkelijkheid van Groningen zowel als vestigingsplaats als ook voor bezoekers van elders versterken door een krachtige culturele profilering: in Groningen valt veel te beleven. Hierin werken we nauw samen met de gemeente Groningen en de grote instellingen en festivals die de basis van de bekendheid van Groningen als culturele hoofdstad van het Noorden vormen. Wij willen de kwaliteit van deze instellingen en festivals behouden en versterken. Talentontwikkeling is daarbij een belangrijke focus. Daarnaast willen wij het organisatorisch vermogen in de kunsten versterken bijvoorbeeld door samenwerking te stimuleren, aangezien hiervan een sterke dynamische werking uitgaat. Ook wordt onder het concept Creatieve Stad het creatieve milieu in de stad Groningen versterkt. Dit om het woon- en vestigingsklimaat in stad en regio te bevorderen. Door het beleid Culturele Planologie proberen wij het leefklimaat in stedenbouwkundig en landschappelijke zin te versterken door kunsten/cultuurhistorie en planologie aan elkaar te verbinden. Kortom: het beleid is gericht op het vergroten van de dynamiek in de kunsten in stad en regio. Niet opgenomen in de Cultuurnota 2005-2008: 4. Media Conform artikel 107 Mediawet is het provinciebestuur verantwoordelijk voor minstens een regionale omroep in de provincie zodanig dat een kwalitatief hoogwaardige programmering mogelijk is en continuïteit van de bekostiging gewaarborgd is. In Groningen verzorgt RTV Noord de programmering. Met RTV Noord onderhouden wij een structurele relatie. Over de relatie tussen omroep en provincie is in 2003 de Medianota, kadernota RTV Noord verschenen. Daarnaast zijn afspraken in 2006 gemaakt tussen IPO en ROOS die zijn vastgelegd in een handboek financiële verantwoording regionale omroepen en uitgangspunten beleid. Deze drie documenten zijn de basis geweest voor de budgetafspraken met RTV Noord die in 2006 zijn overeengekomen.
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
147
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect: 1. Creatieve netwerken (cultuurbereik)
Het versterken van sociaal-culturele samenhang in de regio door in te zetten op laagdrempelige, voor een breed publiek toegankelijke functies en initiatieven in de provincie, dichtbij en herkenbaar voor Groningers. Hierdoor worden de inwoners van de provincie Groningen in aanraking gebracht met cultuur en wordt de actieve deelname aan cultuur bevorderd.
2. Het Verhaal van Groningen (erfgoed)
Het stimuleren dat het publiek meer met de informatie vanuit de Collectie Groningen in aanraking komt en daar kennis van neemt en het waarborgen van de instandhouding van de Collectie Groningen voor toekomstige generaties. Op deze wijze wordt een bijdrage geleverd aan het zelfbewustzijn van de burgers over de regio.
3. Dynamiek in de kunsten van stad en regio (kunsten)
De mogelijkheden voor het uitvoeren van nieuwe toepassingen, nieuwe ideeën, experimenten en samenwerkingsvormen vergroten en nieuwe initiatieven stimuleren. Hiermee wordt aan de bestaande culturele infrastructuur een impuls gegeven. Deze aanpak heeft zodoende direct effect op de Kunsten en resulteert in nieuwe toepassingen van cultuur, zoals Culturele Planologie en bewerkstelligen van de Creatieve Stad. Het verbinden van de kunsten met andere sectoren (economische en maatschappelijke) is een uitgangspunt in ons beleid.
4. Media
Zoveel mogelijk inwoners over het maatschappelijke, economische, sportieve en culturele leven in de provincie Groningen informeren. In het geval van een ramp heeft de regionale omroep een speciale taak als rampenzender.
Te bereiken in (planperiode): Beïnvloedbaarheid:
2005-2008 De mate van beïnvloedbaarheid is enerzijds sterk. De omvang en effectiviteit van het beleid en de diverse beleidsinstrumenten hebben een aanzienlijke invloed op het uiteindelijke resultaat. Daarbij worden bijvoorbeeld gerichte budgetafspraken gemaakt met (culturele)instellingen en convenanten afgesloten met andere overheden. Het afbreukrisico is echter dat wij voor de uitvoering voornamelijk afhankelijk zijn van externe partijen zoals andere overheden, culturele organisaties en bedrijfsleven. Voor media is sprake van een bijzondere situatie. Wij kunnen en willen geen positie innemen aangaande de inhoud en kwaliteit van de programmering. Hier geldt de onafhankelijke journalistieke verantwoordelijkheid.
Meetbaarheid:
De producten op programmaniveau algemeen en abstract. Op productniveau is het beleid meetbaar geformuleerd. Met budgetinstellingen worden Afspraken Budgetfinanciering vastgelegd, waarin bepaalde kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen worden opgenomen. Daarnaast is echter op voorhand niet duidelijk in te schatten hoe voorwaardenscheppend beleid o.a. via subsidieregelingen zich in de praktijk kwantificeert. Bij de prioriteiten 2008 is derhalve soms sprake van aannames. Indien dit het geval is, is dat aangegeven. Met het Rijk zijn zowel voor het Actieplan Cultuurbereik als ook voor de Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving outputdoelstellingen en -indicatoren afgesproken over de cultuurperiode 2005-2008.
148
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
Relevante beleidsnota's/informatie • • • • • • • • • • • • •
Cultuurnota 2005-2008 provincie Groningen: Stroomversnelling; Cultuurconvenant OCenW - Noord Nederland 2005-2008; Noordelijk Profiel: Investeren in Ontwikkeling; Medianota, kadernota RTV Noord; Uitgangspunten beleid regionale omroepen; Handboek financiële verantwoording regionale omroepen; Afspraken Budgetfinanciering van de budgetinstellingen; Notitie Cultuureducatie, beleidsnotitie Bureau voor Cultuureducatie in de provincie Groningen; Marsrouteplan Bibliotheekvernieuwing provincie Groningen; Notitie Amateurkunst in stad en provincie Groningen; Notitie Regionale Cultuurplannen 2004/5-2007; Aanvraag OCW Actieplan Cultuurbereik, Cultuureducatie, Beeldende Kunst en Vormgeving; Plan van aanpak RTV Noord.
Prioriteiten 2008 Creatieve Netwerken (Cultuurbereik)
€ 4.376.300,-(incl. Bibliotheken)
Activiteiten: • Regionale Cultuurplannen (RCP) worden versterkt door verankering (deelname van bestaande instellingen en follow-up), verdieping (professionele inbreng) en ontwikkeling (inhoudelijk en organisatorisch). • Het amateurkunstbeleid kent via het financieel faciliteren van de creatieve netwerken een meer op de regio gerichte invulling met als doel het versterken van het organisatorisch vermogen in de regio, nieuwe initiatieven mogelijk te maken en bij te dragen aan de ontwikkeling van amateurkunstenaars. De theaterwerkplaats De Prins van Groningen heeft hierbij een verbindende en ondersteunende rol. • Investeren in jeugd; via cultuureducatiebeleid basisonderwijs en voortgezet onderwijs en doelgroep jongeren (Jonge Harten Festival, De Steeg, en ondersteuning van initiatieven die zich richten op jongeren die normaal niet zo snel met kunst en cultuur in aanraking komen (voorheen de Paradox gelden). • Naast een reguliere jaarlijkse bijdrage aan Biblionet wordt flink geïnvesteerd in bibliotheekvernieuwing (p.m., afhankelijk van besluitvorming vanuit het Rijk): bibliotheken gaan moderner werken en hebben een duidelijke sociale functie, de in 2006 en 2007 in gang gezette vernieuwingen worden afgerond en geconsolideerd. • Steeds meer scholen stellen een cultuureducatieplan op en het aantal cultuurcoördinatoren groeit. De scholen maken gebruik van de ondersteuningsstructuur via IVAK en Kunststation C. • Scholen ontvangen onder meer via Kunststation C en IVAK een leerlingbijdrage. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 1 werkplaats in de gemeente Groningen; • 4 regionale cultuurplannen en 21 gemeenten die participeren in deze plannen; - afronding van het proces van bibliotheekvernieuwing; - consolidatie van hetgeen bereikt is; - ontwikkeling nieuwe plannen en activiteiten in geval van continuering rijksbudget bibliotheekvernieuwing; - continuering van het medeopdrachtgeverschap van Biblionet; - continuering netwerk bibliotheekvernieuwing provincie en gemeenten. • 4 of meer regionale creatieve netwerken in de regio (Noord-Groningen, Oost-Groningen, Gorecht en het Westerkwartier); • 8 sterke organisatoren in positie; • +/- 300 basisscholen die een cultuureducatieplan opstellen; +/- 40.000 leerlingen van basisscholen die met cultuur in aanraking komen;
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
149
• • • •
Ontwikkeling instrumentarium om de uitbreiding van de relatie van de scholen met de culturele omgeving te kunnen meten (beoogd effect 25%). Alle basisscholen en op termijn de onderbouw van het voortgezet onderwijs maken gebruik van Kunststation C en IVAK als sparringpartner. Publieksbereik is via RCP/RCN in 2008 met 5% gegroeid ten opzichte van de meting in 2002-2003 (van 25.000 toen naar 26.500 mensen in 2008). Jaarlijks worden 400 jongeren actief en 6000 jongeren passief bereikt door Jonge Harten Festival, De Steeg en initiatieven voor jongeren die normaal niet snel met kunst en cultuur in aanraking komen (voorheen Paradox-gelden).
Kwalitatieve informatie: • Binnen iedere RCP-regio ontstaan netwerken die de functie van het RCP kunnen versterken en wordt in samenwerking met de werkplaats in de stad en de koepels verder gebouwd aan een bloeiend amateurkunstenaarsnetwerk in stad en regio. • Bibliotheken blijven moderner werken en hebben een duidelijke sociale functie. • Verankering van cultuureducatie in het onderwijs wordt bevorderd, scholen gaan als volwaardige partner deelnemen aan het culturele netwerk in de regio.
Het Verhaal van Groningen (Erfgoed) € 2.463.900,-Activiteiten: • Het betreft een presentatiebeleid, waarbij de Collectie Groningen als collectief van alle collecties (archieven, monumenten, archeologie, musea, landschap, bibliotheken en immaterieel erfgoed) in samenhang wordt getoond. De (historische) collectie van het Groninger Museum maakt hier een wezenlijk onderdeel van uit. • Instandhouding van de Collectie Groningen. Het betreft het zorg blijven dragen voor de instandhouding van de Collectie Groningen, waarbij selectie een steeds grotere rol zal gaan spelen. Verder zal er worden gewerkt aan een goede afstemming hierover tussen de verschillende overheden. Bovenstaande activiteiten zijn als zodanig verwoord in de Cultuurnota 2005-2008 als beleidsmaatregelen. NB. In het kader van de Voorjaarsnota 2007 is besloten (cf. het collegeprogramma 2007-2011) voor de periode 2008 t/m 2012 de subsidie aan het Huis van de Groninger Cultuur te continueren en te verhogen naar € 325.000,-- alsmede het mediabudget regionale cultuur van € 25.000,-- te continueren. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • presentaties, instandhouding Collectie Groningen via 28 erfgoedinstellingen incl. activiteiten; • inzet van 5 kredieten voor activiteiten op gebied van publieksbereik en instandhouding; • het realiseren van tentoonstellingen door het Groninger Museum vanuit Collectie Groningen; • tot stand komen van 1 Provinciaal Steunpunt Monumentenzorg; • realiseren van 2 Archeologisch Informatiepunten. (zie verder de productenbegroting) Kwalitatieve informatie: • het vergroten van de belangstelling voor en het gebruik van informatie over de Collectie Groningen (in relatie met kennis over geschiedenis in het algemeen), hetgeen een bijdrage levert om de dynamiek, de rijkdom en potentie van de eigen regio meer zichtbaar te maken; • het digitaal ontsluiten van de Collectie Groningen: www.hetverhaalvangroningen.nl; • presentaties/gebruik van de historische collectie van het Groninger Museum; • samen met erfgoedinstellingen in stand houden van de Collectie Groningen. Dynamiek in de kunsten stad en regio (Kunsten) € 2.970.900,-Activiteiten: • De dynamiek in de beeldende kunsten en podiumkunsten in stad en regio wordt actief bevorderd. De Kunstraad heeft opdracht gekregen door middel van het Kunstenbudget deze dynamiek te versterken. • Wij dragen zorg voor talentontwikkeling, zowel op professioneel als op amateurniveau, door het subsidiëren van instellingen actief op dit gebied en door het uitzetten van culturele prijzen. • De uitstraling van de grote instellingen en festivals en van de culturele infrastructuur in algemene zin wordt versterkt, door deze instellingen te subsidiëren.
150
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
•
Er wordt een plan ontwikkeld waarin kunsten, wetenschap en bedrijfsleven samenwerken om te komen tot creatieve milieus onder het concept “De Creatieve Stad”. • Er wordt een sterk cultureel planologisch beleid ontwikkeld. Bovenstaande activiteiten zijn als zodanig verwoord In de Cultuurnota 2005-2008 als beleidsmaatregelen. NB. In het kader van de Voorjaarsnota 2007 is besloten om voor de periode 2008 t/m 2012 het Stimuleringsfonds Kunst en Cultuur te continueren met een bedrag van € 150.000,-- (conform het collegeprogramma 2007-2011). Daarnaast is besloten om de bijdrage van € 200.000,-- per jaar ten laste van de reserve ESFI voor CISbasisvoorzieningen, oorspronkelijk lopend tot en met 2007 conform Cultuurnota 2005-2008, met een jaar te continueren, namelijk tot en met 2008. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • plaatsvinden van 5 grote interdisciplinaire manifestaties (aanname t.b.v. Kunstraad Groningen); • ontstaan van 5 nieuwe samenwerkingsinitiatieven, onder andere tussen topinstellingen en potentials (aanname); • realiseren van 1 broedplaats; • houden van 3 grote internationale festivals (Noorderzon, Noorderlicht en Noorderslag); • plaatsvinden van 2 creatieve projecten; • realiseren van 1 cultuurpand; • realiseren van 2 projecten culturele planologie; • houden van 1 culturele prijs (opdrachten); • functioneren van de Kunstraad Groningen, waarbij subsidieaanvragen binnen 8 weken worden afgehandeld; • minimaal 1 vernieuwend project via krediet Versterken productiefunctie (opdrachtendeel Kunstraad Groningen); • realiseren van 1 grote tentoonstelling door het Groninger Museum. Kwalitatieve informatie: • Vergroten aantrekkelijkheid van Groningen als vestigingsplaats, innovatieve bedrijvigheid en het aantrekken en behouden van hoogwaardig personeel.
Media € 8.207.200,-Activiteiten: • Financieren van 1 regionale omroep RTV Noord die conform de Mediawet programmering op radio, televisie, teletekst, internet, nieuwsbrief en teksttv verzorgt; • Bewaken financiële positie RTV Noord waarbij het plan van aanpak van RTV Noord leidend is. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • Positief exploitatiesaldo RTV Noord. Kwalitatieve informatie: • Een regionale omroep die een gezonde financiële basis heeft voor de toekomst. Als basisdocument voor dit laatste geldt het plan van aanpak uit 2003 en de aanvullende brief hierop van RTV Noord die medio 2005 ontvangen is. • Conform het Handboek financiële verantwoording legt de regionale omroep jaarlijks verwoording aan de provincie.
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
151
Tabel 7.4. Lasten en baten programma Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur, thema Cultuur, media en erfgoed (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten nieuw beleid thema Cultuur, media en erfgoed • 8311 Huis van de Groninger 325 325 325 325 Cultuur • 8311 Mediabudget regionale cultuur 25 25 25 25 • 8312 CIS - basisvoorzieningen 200 • 8312 Stimulering kunst en cultuur 150 150 150 150 Totaal lasten prioriteiten nieuw beleid 0 0 700 500 500 500 Prioriteiten aanvaard beleid • 8310 Creatieve netwerken • 8401 Biblionet • 8311 Het verhaal van Groningen • 8312 Dynamiek in de kunst stad en regio • 8003 Media Totaal prioriteiten aanvaard beleid Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Cultuur, media en erfgoed • 8003 Media • 8310 Creatieve netwerken • 8311 Het verhaal van Groningen • 8312 Dynamiek in de kunsten van stad en regio • 8401 Bibliotheekwerk Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
152
1.558 3.829 2.475
1.482 2.894 2.114
1.424 2.990 2.134
1.458 3.088 2.201
1.492 3.190 2.253
0
2.948 7.833 18.643
2.621 8.207 17.318
2.707 8.403 17.658
2.778 8.589 18.114
2.848 8.780 18.563
7.894 1.824 3.010
30 306 718
52 318 832
54 333 871
57 348 913
59 365 956
2.885
447
447
468
491
514
3.439
92
68
71
75
80
19.052 19.052
1.593 20.236
1.717 19.735
1.797 19.955
1.884 20.498
1.974 21.037
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
rekening 2006
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Cultuur, media en erfgoed • 8003 Media • 8310 Creatieve netwerken • 8311 Het verhaal van Groningen • 8312 Dynamiek in de kunsten van stad en regio • 8401 Bibliotheekwerk Totaal baten Saldo thema Cultuur, media en erfgoed
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
meerjarenraming
17 504 31
402
402
312
312
312
243
210
210
210
210
210
609 1.404
1.041 1.653
612
522
522
522
17.648
18.583
19.123
19.433
19.976
20.515
2009
2010
2011
Toelichting: De daling van de prioriteiten aanvaard beleid bij productgroep 8310 van 2007 op 2008 houdt verband met de overboeking van kredieten vanuit 2006 naar 2007, die geen structurele doorwerking hebben naar 2008. De daling van de prioriteiten aanvaard beleid bij productgroep 8401 van 2007 op 2008 houdt verband met het feit dat er in 2008 geen lasten, maar ook geen baten voor de herstructurering van het bibliotheekwerk worden geraamd (zie ook baten 8401). De daling van de prioriteiten aanvaard beleid bij productgroep 8311 van 2007 op 2008 houdt enerzijds verband met de overboeking van kredieten vanuit 2006 naar 2007, die geen structurele doorwerking hebben naar 2008 en anderzijds met het feit dat het aanvaard beleid Huis van de Groninger Cultuur en het mediabudget regionale cultuur in 2008 zonder nader besluit aflopen (zie in dit verband prioriteiten nieuw beleid). De daling van de prioriteiten aanvaard beleid bij productgroep 8312 van 2007 op 2008 houdt enerzijds verband met de overboeking van kredieten vanuit 2006 naar 2007, die geen structurele doorwerking hebben naar 2008 en anderzijds met het feit dat het aanvaard beleid CIS - basisvoorzieningen en Stimulering Kunst en Cultuur in 2008 zonder nader besluit aflopen/verminderen (zie in dit verband prioriteiten nieuw beleid).
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
153
154
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
8. Bestuur Het programma Bestuur richt zich op de algemene ondersteuning van zowel Provinciale Staten als Gedeputeerde Staten, het inzichtelijk maken van het provinciaal beleid voor burgers, belangengroepen en andere belangstellenden en op de deelname van de provincie Groningen aan diverse samenwerkingsverbanden. Aandeel in de totale begroting 2008: 4,24%.
Bestuur
155
156
Bestuur
8. Bestuur Dit programma bestaat uit de thema's: 1. Provinciale Staten (Statenbegroting); 2. Overige bestuursorganen; 3. Bestuurlijke samenwerking; 4. Communicatie. Lasten Bestuur 2008-2011 per thema (x € 1.000,--) 5.000,0 Provinciale Staten 4.000,0 overige bestuursorganen
3.000,0 2.000,0
bestuurlijke samenw erking
1.000,0
communicatie
0,0 2008
2009
2010
2011
Voor de uitvoering van dit programma zijn de onderstaande middelen benodigd en beschikbaar.
recapitulatie lasten en baten per thema Omschrijving
2008
(bedragen x € 1.000,--) 2009 2010
2011
8. Bestuur a. Provinciale Staten - lasten - baten saldo van lasten en baten
2.302,5 0,0 2.302,5
2.471,3 0,0 2.471,3
2.537,4 0,0 2.537,4
2.638,5 0,0 2.638,5
b. overige bestuursorganen - lasten - baten saldo van lasten en baten
3.589,4 7,4 3.582,0
3.702,8 7,5 3.695,3
3.874,0 7,6 3.866,4
4.053,1 7,8 4.045,3
c. bestuurlijke samenwerking - lasten - baten saldo van lasten en baten
3.770,8 0,0 3.770,8
3.922,6 0,0 3.922,6
4.021,1 0,0 4.021,1
4.186,5 0,0 4.186,5
d. communicatie - lasten - baten saldo van lasten en baten
3.823,2 13,9 3.809,3
3.965,9 14,3 3.951,6
4.164,7 14,7 4.150,0
4.320,0 15,2 4.304,8
13.464,6
14.040,8
14.574,9
15.175,1
Saldo Bestuur
Hierna worden de afzonderlijke thema's beschreven en wordt de daarvoor benodigde middeleninzet verder gedetailleerd.
Bestuur
157
158
Bestuur
Provinciale Staten Statenbegroting 2008 en meerjarenbegroting 2009-2011 Omschrijving thema Provinciale Staten Provinciale Staten werken sinds 2006 met een eigen Statenbegroting. Het voorliggende ontwerp is vastgesteld door het presidium. De beoogde maatschappelijke effecten van het dualisme zijn: de herkenbaarheid van de provinciale politiek vergroten. De burger en maatschappelijke organisaties weten beter wat Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten doen en wie waarvoor verantwoordelijk is. Ook weet de burger dat de politieke discussie plaatsvindt in de Statenvergadering en dat zij meer invloed kunnen uitoefenen op de besluitvorming. Om bij te dragen aan deze effecten is het presidium continu bezig met ontwikkeling van nieuwe initiatieven en verbetering van processen. Zo is in 2007 begonnen met een training voor de (plaatsvervangend) commissievoorzitters. De kwaliteit van het debat staat of valt namelijk voor een groot deel met de inrichting van een (commissie)vergadering en de wijze waarop een voorzitter de vergadering leidt. Maar ook rondetafelgesprekken, vergaderingen op locatie, werkbezoeken en startnotities zijn vormen waarmee de herkenbaarheid en zichtbaarheid van de Staten wordt vergroot. Ook in 2008 ligt de nadruk op zichtbare en herkenbare politiek. Na de Statenverkiezingen in 2007 is een aantal veranderingen doorgevoerd. Het aantal Statenleden is teruggebracht van 55 naar 43. Het aantal commissies is teruggebracht naar 4: Bestuur en Financiën; Economie en Mobiliteit; Welzijn, Cultuur en Sociaal beleid; Omgeving en Milieu. De commissies vergaderen verspreid over twee weken, waarbij 's ochtends om 9.00 uur en 's middags om 17.00 uur vergaderingen plaatsvinden. Deze indeling biedt de commissies de mogelijkheid om 's middags activiteiten te ondernemen, zoals werkbezoeken. De Staten hebben bij de Algemene Beschouwingen op 27 juni 2007 besloten een nieuwe (tijdelijke) commissie in te stellen die onderzoekt op welke wijze de landschappelijke en cultuurhistorische waarden in Groningen beter beschermd en hersteld kunnen worden. De uitkomsten van deze commissie worden gepresenteerd aan Provinciale Staten. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen worden betrokken in het debat en de besluitvorming over het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan. Het contact met Groningers staat bij Provinciale Staten zoals gezegd hoog in het vaandel. Er zijn verschillende vormen om de interactiviteit met burgers te vergroten. Ook op het gebied van ICT. Voor 2007 staat onderzoek naar een portal voor de provinciale politiek gepland: één centrale ingang voor de burger voor informatie over Provinciale Staten en de fracties. In 2008 beslissen de Staten over het nieuwe Provinciaal Omgevingsplan (POP), een belangrijke beslissing waarbij de Staten ook de mening van de Groningers wil horen. Bij het maken van de voorstellen voor interactiviteit door ICT zal het presidium in belangrijke mate bekijken hoe burgers zo goed mogelijk betrokken kunnen worden bij de beslissing over het POP, bijvoorbeeld door het instellen van deze portal. Eind 2007/begin 2008 zal het presidium mogelijk voorstellen voor uitvoering doen. Een andere vernieuwende vorm informatievoorziening die burgers en politici dichter bij elkaar kan brengen is het uitzenden van Statenvergaderingen via internet, met een systeem waarmee burgers tevens op een innovatieve en laagdrempelige manier toegang kunnen krijgen tot andere informatie over Provinciale Staten en inhoudelijke stukken. Op deze wijze kunnen zij gemakkelijk informatie kunnen opzoeken dat hen interesseert. Het presidium heeft besloten onderzoek te doen naar de mogelijkheden en kosten van het uitzenden van Statenvergaderingen via internet. Het onderzoek loopt inmiddels en het presidium komt hiervoor in 2008 met een voorstel voor uitvoering. Ook bij de behandeling van de begroting kunnen de Staten laten zien wat zij belangrijk vinden voor Groningen. In 2008 zal de werkgroep politieke begroting - samen met de ambtelijke ondersteuning - bekijken hoe (de behandeling van) de begroting politieker gemaakt kan worden. Met andere woorden: uit de behandeling moet nadrukkelijk blijken wát de Staten willen bereiken, in plaats van hoe dit bereikt moet worden. Het presidium komt zo nodig met voorstellen voor een andere aanpak van de begrotingsbehandeling.
Bestuur
159
Financiële toelichting Vermindering aantal Statenleden Met ingang van 15 maart 2007 is het aantal Statenleden verminderd (van 55 naar 43 Statenleden). Daarnaast is het aantal - wat nu genoemd wordt - burgerleden van Statencommissies toegenomen. De post 'vergoedingen c.q. salariskosten Statenleden' is per saldo verlaagd naar € 630.000,-- in 2008. NB. In de Begroting 2008 hebben wij voorlopig verondersteld dat de lagere vergoeding Statenleden zal leiden tot een evenredige vermindering van onze uitkering uit het Provinciefonds. Indien dit niet of slechts ten dele het geval zal zijn, zal het verschil ten gunste van de algemene middelen worden gebracht. Fractievergoedingen Op 4 juli 2007 hebben Provinciale Staten ingestemd met de verhoging van de fractievergoedingen per 15 maart 2007. Het budget voor 2008 is nu € 230.750,--. Verordening rechtpositie Statenleden Met de invoering van de nieuwe verordening rechtspositie Statenleden zijn voorzieningen getroffen voor o.a. een vaste internetvergoeding en een beperkte wachtgeldregeling. De vaste internetvergoeding is € 25,-- per maand. Omtrent de wachtgeldregeling wordt nader ingegaan in de paragraaf Weerstandsvermogen. Verslaglegging Met ingang van 2007 is het aantal Statencommissies van vijf naar vier terug gebracht. Mede gelet op de uitgaven over 2006 is het budget met ca. € 10.000,-- verlaagd en bedraagt het voor 2008 € 58.220,--. Facilitair catering De uitgaven van dit krediet over de afgelopen jaren geven aanleiding met ingang van 2008 het krediet op te hogen tot € 25.000,--.
160
Bestuur
Bestuursorganen Provinciale Staten Provinciale Staten bepalen het beleid (op hoofdlijnen) en nemen de belangrijkste beslissingen. Provinciale Staten richten zich in het bijzonder op hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende functies. Provinciale Staten vertegenwoordigen de gehele bevolking van de provincie. De leden van Provinciale Staten worden direct gekozen door de burgers en staan aan het hoofd van provincie. De provincie Groningen heeft 43 Statenleden. Vanuit de Staten hebben diverse leden zitting in bestuurlijke vertegenwoordigingen, zoals de Algemene Vergadering (AV) van het Interprovinciaal Overleg (IPO), Groningen Seaports, het NHI Parlementariërforum, de commissie Rechtsbescherming, het Algemeen Bestuur (AB) van het Samenwerkingsverband NoordNederland (SNN) en de Programmaraad van de Noordelijke Rekenkamer. Presidium Het dagelijkse bestuur van Provinciale Staten. Het presidium bereidt de vergaderingen van Provinciale Staten voor. In het presidium zijn de negen fractievoorzitters in Provinciale Staten vertegenwoordigd: Partij van de Arbeid, CDA, SP, VVD, ChristenUnie, GroenLinks, de Partij voor het Noorden, D66 en de Partij voor de Dieren. De voorzitter van Provinciale Staten, de commissaris van de koningin in de provincie Groningen, zit het presidium voor. Seniorenconvent Overlegorgaan bestaande uit alle negen fractievoorzitters in Provinciale Staten. De voorzitter van Provinciale Staten, de commissaris van de Koningin in de provincie Groningen, zit het Seniorenconvent voor. Het Seniorenconvent bespreekt vertrouwelijke aangelegenheden. Om deze reden zijn de vergaderingen van het convent niet openbaar. Statencommissies In het dualistische stelsel is de functie van Statencommissies in essentie dezelfde als die van Provinciale Staten; die van kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend lichaam. Statencommissies adviseren Provinciale Staten over de aan hen toebehorende onderwerpen. In Groningen bestaan vier Statencommissies: Welzijn, Cultuur en Sociaal beleid; Omgeving en Milieu; Economie en Mobiliteit; Bestuur en Financiën. De Noordelijke Rekenkamer De provincie Groningen heeft een onafhankelijke rekenkamer, samen met de provincies Drenthe en Fryslân. De Noordelijke Rekenkamer houdt zich bezig met het onderzoek naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gevoerde bestuur. Tevens bestaat er een Programmaraad voor de Noordelijke Rekenkamer. Deze bestaat uit drie Statenleden per provincie. De Programmaraad functioneert als een soort gesprekspartner voor de Noordelijke Rekenkamer. De Noordelijke Rekenkamer hoeft door haar onafhankelijke positie de suggesties van de Programmaraad niet over te nemen. Voor 2007/2008 staan de volgende onderzoeken geprogrammeerd: cultuurbeleid, bedrijventerreinen, sociaaleconomische vitalisering van het platteland, mobiliteit (publicatie september 2007), toerisme en recreatie, quickscan 'criteria (Noordelijke) cultuursubsidies en vervolgonderzoek Provinciale Staten. Voor 2007/2008 ruimt de Noordelijke Rekenkamer tevens capaciteit in om de volgende onderwerpen te blijven monitoren: uitvoering wet Inrichting Landelijk Gebied, aanwijzing nationale landschappen, toezicht (beheer) primaire waterkeringen, uitvoering Kaderrichtlijn Water en het Waddenfonds. Twee aandachtspunten worden meegenomen door de Noordelijke Rekenkamer, indien deze van toepassing zijn op het onderwerp: provinciaal beleid: Europaproof? en de aansluiting Collegeprogramma-VoorjaarsnotaBegroting.
Bestuur
161
Prioriteiten 2008 Provinciale Staten Activiteiten: • Volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende taak uitvoeren; • Herkenbare politiek; • Provinciaal Omgevingsplan (POP); • Werkgroep politieke begroting; • Onderzoekscommissie voor bescherming/herstel landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Communicatie/interactie Activiteiten: • Uitzenden vergaderingen via internet; • Betrekken van burgers (herkenbare politiek) door ICT.
162
Bestuur
Tabel 8.1. Lasten programma Bestuur, thema Provinciale Staten (bedragen in euro's) Budgetten bedrijfsvoering
PS 2008
SG 2008
Vergoedingen c.q. salariskosten Toegerekende kosten Subtotaal budgetten bedrijfsvoering
630.000 202.076
Budgetten algemeen bestuurlijke zaken Algemeen Statenleden Fractievergoedingen Reis- en verblijfkosten Scholing en opleiding/ lidmaatschappen Internetabonnementen Algemeen Staten en Statencommissies Verslaglegging Advertentiekosten Statenexcursie Uitvoering duale taken Diverse kosten/representatie Facilitair catering Noordelijke Rekenkamer Bijdrage aan de Noordelijke Rekenkamer Subtotaal budgetten algemeen bestuurlijke zaken Totale lasten Provinciale Staten en Statengriffie
Totaal 2008
Totaal 2009
Totaal 2010
Totaal 2011
422.850 333.219
1.052.850 535.295
1.091.899 560.756
1.132.437 587.429
1.174.562 615.370
832.076
756.069
1.588.145
1.652.655
1.719.866
1.789.931
PS 2008
SG 2008
Totaal 2008
Totaal 2009
Totaal 2010
Totaal 2011
230.750 18.410
237.673 18.999
244.803 19.608
252.147 20.237
15.820 13.000
16.358 13.390
16.916 13.792
17.493 14.205
58.220 12.600
61.766 13.367
77.800 6.770 25.000
59.967 12.978 15.414 80.134 6.998 25.750
82.538 7.234 26.523
63.619 13.768 16.353 85.014 7.479 27.318
256.000
331.000
331.000
331.000
230.750 16.300 12.200 13.000
58.220 12.600 -77.800 5.350 25.000
2.110 3.620
1.420
256.000 707.220
7.150
714.370
818.661
817.546
484.633
1.539.296
763.219
2.302.515
2.471.316
2.537.411
2.638.564
Bestuur
163
164
Bestuur
Overige bestuursorganen Omschrijving thema overige bestuursorganen In het duale stelsel (zoals dat is ingevoerd in maart 2003) zorgen Gedeputeerde Staten voor de beleidsvoorbereiding en uitvoering van beleid binnen door Provinciale Staten vastgestelde kaders. De commissaris van de koningin vormt de schakel tussen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten en is belast met de zorgplichten met betrekking tot de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers. De commissaris van de koningin heeft een aantal wettelijke taken op het terrein van het openbaar bestuur. Dit betreft o.a. een rol bij de vervulling van burgemeestersvacatures en bij de eventuele herbenoeming van burgemeesters, bij het bezoeken van de gemeenten, bij de toekenning van Koninklijke onderscheidingen en bij het bevorderen van de samenwerking tussen vertegenwoordigers van rijksdiensten, die in de provincie werkzaam zijn, en functionarissen van provinciale-, gemeente- en waterschapsbesturen.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect: Goede kwaliteit van het openbaar bestuur in de provincie
Komen tot een extern georiënteerde en slagvaardige provincie, die tegemoet komt aan de wensen en behoeften van haar klanten en doelgroepen. Daartoe wordt wekelijks een goed voorbereide GSvergadering gehouden met een goede agenda en een adequate uitvoering van en communicatie over de genomen besluiten. Daarnaast worden bijeenkomsten met ons ambtelijk managementteam en met externe partijen goed voorbereid.
Te bereiken in (planperiode): Beïnvloedbaarheid:
2008 Externe beïnvloeding is matig. Bij de taken van de commissaris van de koningin is geen sprake van beïnvloedbaarheid. De activiteiten van de commissaris van de koningin vloeien voort uit de rol van de commissaris van de koningin als éénhoofdig bestuursorgaan, zoals dit is vastgesteld in de Provinciewet en in de ambtsinstructie van de commissaris van de koningin. Over deze activiteiten is de commissaris van de koningin verantwoording verschuldigd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De commissaris van de koningin informeert de leden van Provinciale Staten via jaarverslagen.
Meetbaarheid:
Bij de taken van de commissaris van de koningin is meetbaarheid niet van toepassing.
Relevante beleidsnota's/informatie Geen.
Bestuur
165
Prioriteiten 2008 Gemeentebezoeken Activiteiten: De commissaris van de koningin benut zijn bezoeken aan de gemeenten om een beeld te krijgen van de bestuurlijke kwaliteit. Dit heeft betrekking op zowel de raad, het college van B&W als de gemeentelijke organisatie. Ook de wijze waarop burgers en organisaties bij het bestuur van de gemeente worden betrokken heeft zijn bijzondere aandacht. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: De commissaris van de koningin bezoekt iedere gemeente eens in de twee jaar.
166
Bestuur
Tabel 8.2. Lasten en baten programma Bestuur, thema Overige bestuursorganen (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten aanvaard beleid thema Overige bestuursorganen • 1201 Gemeentebezoeken Totaal prioriteiten aanvaard beleid 0 0 0 0 0 0 Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Overige bestuursorganen • 1101 Gedeputeerde Staten • 1201 Kabinetszaken Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Overige bestuursorganen • 1101 Gedeputeerde Staten • 1201 Kabinetszaken Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Overige bestuursorganen
2.419 1.259
2.479 957
2.421 1.168
2.480 1.223
2.594 1.280
2.713 1.340
3.678 3.678
3.436 3.436
3.589 3.589
3.703 3.703
3.874 3.874
4.053 4.053
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
14 18
3 4
3 4
3 5
3 5
3 5
32 32
7 7
7 7
8 8
8 8
8 8
3.646
3.429
3.582
3.695
3.866
4.045
meerjarenraming 2009
2010
2011
Toelichting: Niet in alle gevallen is het mogelijk om de genoemde prioriteiten aanvaard beleid 1 op 1 te vertalen in geld. In dat geval zijn de financiële middelen onderdeel van de overige lasten aanvaard beleid.
Bestuur
167
168
Bestuur
Bestuurlijke samenwerking Omschrijving thema Bestuurlijke samenwerking 1. Bij dit programmaonderdeel gaat het zowel om meer algemene bestuurlijke zaken en bestuurlijke organisatie als om specifieke wettelijke taken zoals geschillenbeslechting, toezicht op de gemeentefinanciën en archiefzorg. Daarnaast betreft het programma ook de provincie- en landsgrensoverschrijdende samenwerking (IPO en SNN respectievelijk NHI en NSC). 2. Het beleid bij het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen is gericht op het verkrijgen en behouden van financieel gezonde overheden. Wij voeren - binnen de mogelijkheden van de Gemeentewet - het toezicht op maat uit op basis van het door ons vastgestelde 'Beleidskader voor het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen'. Ons toezicht kenmerkt zich door een terughoudende opstelling met ruimte voor de eigen autonomie en door maatwerk. Repressief toezicht is de norm en preventief toezicht wordt slechts ingezet bij gebleken noodzaak. Een frequent en open overleg met gemeenten en gemeenschappelijke regelingen past in deze koers.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijke effect
ad 1. De beoogde maatschappelijke effecten zijn: • Het zo goed mogelijk functioneren van het openbaar bestuur, inclusief de behandeling van geschillen en klachten daaromtrent. • gezamenlijke voorbereiding en uitvoering van beleid op diverse terreinen en belangenbehartiging in Noordelijk verband (SNN) en in het verband van de 12 provincies (IPO). • ontwikkeling, uitbreiding en onderhoud van bestuurlijk relevante internationale netwerken en samenwerkingsverbanden; stimulans voor participatie in grensoverschrijdende projecten via onder meer de kanalen van de Nieuwe Hanze Interregio (NHI) en de North Sea Commission (NSC). ad 2. Structureel financieel gezonde gemeenten en gemeenschappelijke regelingen. Door middel van een continu proces van overleg en informatie-uitwisseling is het de bedoeling ontwikkelingen zodanig tijdig te signaleren, dat waar mogelijk preventief toezicht kan worden voorkomen, evenals het afglijden van gemeenten naar de artikel 12 FVW-status.
Te bereiken in (planperiode):
2008
Bestuur
169
Beïnvloedbaarheid:
ad 1. Bestuurlijk wordt actief geparticipeerd in IPO en SNN. De mate van beïnvloeding is derhalve groot te noemen. Uiteraard zal in kleiner verband (bv. SNN) in hogere mate gewenst resultaat worden geboekt dan in groter verband (bv. IPO). De invloed binnen grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden is beperkter en mede afhankelijk van de omvang van de betreffende organisaties en de intensiteit van de persoonlijke bestuurlijke en ambtelijke betrokkenheid. ad 2. De mate van beïnvloedbaarheid van het financiële beleid van bijv. gemeenten is beperkt. Gemeenten zijn primair zelf verantwoordelijk voor een gezond financieel beleid. Het uitgangspunt bij ons toezicht is dan ook dat wij alert reageren op omstandigheden die tot financiële ontsporing kunnen leiden dan wel in strijd zijn met wettelijke bepalingen. Daarnaast speelt rijksbeleid (bezuinigingen e.d.) een belangrijke rol bij de bepaling van het financiële beleid van gemeenten.
Meetbaarheid:
ad 1. IPO en SNN: in bestuurlijke zin moeilijk aan te geven. Een nulmeting is niet voorhanden voor bestuur en activiteiten. Een aangrijpingspunt bieden de jaarlijkse programma's en de daarop volgende jaarverslagen. Voor de participatie in grensoverschrijdende organisaties en samenwerkingsverbanden geldt iets soortgelijks. Daarnaast zijn resultaten beperkt meetbaar via de realisatie van projecten en de mate van aanwending van de beschikbare EU-middelen. ad 2. Het streven is gericht op het onder repressief toezicht brengen van alle gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (100%).
Relevante beleidsnota's en informatie: ad 1. • IPO-jaarplan 2008; • IPO-meerjarenagenda 2008-2011; • nieuw bestuursakkoord IPO-Rijk (2007); • Strategische Agenda voor Noord-Nederland 2007-2013; • Koers Noord-programma 2007-2010; • Operationeel Programma EFRO 2007-2013; • Operationeel Programma Interreg IVC. ad 2. Wij voeren - binnen de mogelijkheden van de Gemeentewet - het toezicht op maat uit op basis van het door ons vastgestelde 'Beleidskader voor het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen'.
170
Bestuur
Prioriteiten 2008
het SNN € 508.200,-het NHI € 28.700,-Financieel toezicht op gemeenten € 423.900,-Activiteiten: • SNN: bevordering van de Noordelijke samenwerking door uitvoering van het EFRO-programma 20072013; • NHI: intensivering contacten in het grensgebied en realisatie projecten in het kader van o.a. Interreg IVC; • vernieuwen en uitbouwen van internationale netwerken; • toezicht op gemeenten: - In 2005 is door Deloitte Management Support BV een onderzoek verricht naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het financieel toezicht op gemeenten. Dit op basis van de verordening betreffende periodiek onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door GS van Groningen uitgevoerde bestuur. In 2006 heeft Deloitte rapport terzake uitgebracht. Om het financieel toezichtsproces verder te optimaliseren adviseert Deloitte om een -financiële- risicoanalyse per gemeente op te stellen. Op grond van deze analyse kunnen de gemeenten alsdan, op basis van objectieve criteria, worden ingedeeld in slecht-matig-redelijk-goed. In 2007 wordt een model ontwikkeld op grond waarvan wij de Groninger gemeenten, op basis van hun financiële positie, nader zullen kunnen kwalificeren zoals hierboven aangegeven. Op basis van de uitkomsten zal het financieel toezicht vanaf 2008 dan nader afgestemd kunnen worden, waarbij meer aandacht zal kunnen worden besteed aan financieel zwakkere gemeenten. Dit laat overigens onverlet dat ook de financieel sterkere gemeenten door ons gevolgd zullen worden, zij het in iets mindere mate. In 2008 zal als gezamenlijk onderzoeksthema door de provinciale toezichthouders aandacht worden besteed aan de volgende twee onderwerpen: - toetsing duurzaam financieel evenwicht; - (kwalitatieve) samenstelling van informatie (ten behoeve van duurzaam financieel evenwicht). Kwantitatieve prestatie-indicatoren: SNN: • Het realiseren van het EFRO-programma is nog niet in handzame en zinvolle getallen uit te drukken. Het jaarverslag (en de voortgangsrapportages) van vergelijkbare programma's in de periode 2000-2006 geeft een behoorlijke indruk over de geleverde prestaties. NHI: • een aantal nieuwe initiatieven in grensoverschrijdende en interregionale samenwerking in onder meer Interreg IVC. Toezicht op gemeenten: • 25 gemeenten en 30 gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen: - percentage repressief toezicht-gemeenten in de provincie: 100%; - percentage repressief toezicht-gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen: 100%. Kwalitatieve informatie: • SNN: geen; • NHI: geen; • Toezicht op gemeenten: geen.
Bestuur
171
Tabel 8.3. Lasten en baten programma Bestuur, thema Bestuurlijke samenwerking (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten aanvaard beleid thema Bestuurlijke samenwerking • 1601 SNN 508 525 542 560 470 • 1601 NHI 29 30 31 31 28 • 1401 Financieel toezicht op gemeenten 435 424 444 465 487 Totaal prioriteiten aanvaard beleid 0 933 961 999 1.038 1.078 Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Bestuurlijke samenwerking • 1301 Bestuurlijke organisatie • 1401 Financieel toezicht op gemeenten • 1501 Uitvoering van wettelijke regelingen • 1601 Bestuurlijke samenwerking • 1605 Algemeen bestuurlijk Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Bestuurlijke samenwerking • 1301 Bestuurlijke organisatie • 1401 Financieel toezicht op gemeenten • 1501 Uitvoering van wettelijke regelingen • 1601 Bestuurlijke samenwerking • 1605 Algemeen bestuurlijk Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Bestuurlijke samenwerking
257
229
233
176
180
1.027 1.842 35
1.148 1.158 1
1.279 1.266 35
1.339 1.315 37
1.402 1.366 39
1.468 1.421 40
3.403 3.403
2.564 3.497
2.809 3.770
2.924 3.923
2.983 4.021
3.109 4.187
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
107 107
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
3.296
3.497
3.770
3.923
4.021
4.187
88 411
meerjarenraming 2009
2010
2011
1 106
Toelichting: De daling van de overige lasten aanvaard beleid (productgroep 1301) van 2009 op 2010 heeft betrekking op het aflopen van het nieuw beleid uit de Voorjaarsnota 2006 m.b.t. fusieproces gemeenten Blauwestad (€ 60.000,-- t/m 2009).
172
Bestuur
Communicatie Omschrijving thema Communicatie De provincie treedt naar buiten als modern ambitieus collegiaal en integraal samenwerkend bestuur, dat wordt geleid door de maatschappelijke problemen en kansen waarmee we worden geconfronteerd. Dit betekent transparant, interactief en aanspreekbaar communiceren. We willen ons beleid baseren op thema's die de burger belangrijk vindt, het reguliere werk van de provincie beter zichtbaar maken en nadrukkelijk aandacht hebben voor communicatie in het beleidsproces. We betrekken de bevolking bij de provinciale politiek door hen te laten weten wat de provincie doet en de dialoog met hen op gang te brengen en te houden. Via ons relatiemanagement investeren we in de opbouw en onderhoud van goede contacten met personen, instanties en organisaties die voor ons van belang zijn voor het realiseren van onze doelstellingen. Zoveel mogelijk wordt ons relatiebeleid gekoppeld aan evenementen die door ons of in onze provincie worden georganiseerd. De mensen die voor ons van belang zijn laten we op een zinvolle en aangename manier kennismaken met Groningen. Een kennismaking met ons gebied, maar ook met het provinciaal bestuur. Onder de vlag van 'Er gaat niets boven Groningen' voeren wij met de gemeente Groningen, Marketing Groningen, Kamer van Koophandel, Groninger Museum en diverse bedrijven en organisaties jaarlijks gezamenlijk campagne om Groningen te promoten. De activiteiten van het GPO worden gesponsord door de 'Ambassadeurs van Groningen': 22 bedrijven in stad en provincie Groningen. Wij willen de bekendheid, aantrekkelijkheid en kwaliteit van provincie en stad Groningen verbeteren en ervoor zorgen dat er een positief beeld bestaat over Groningen, zodat consumenten onze provincie graag bezoeken en ondernemers zich hier willen vestigen. Ook willen wij de betrokkenheid van onze inwoners en ondernemers bij onze provincie vergroten. Want meer betrokkenheid heeft een positieve invloed op het werken leefklimaat in Groningen en op de waardering voor onze provincie. Wij richten ons daarbij op vier sectoren: toerisme, cultuur, economie en onderwijs. Met ons evenementenbeleid willen we bijdragen aan een positief beeld over Groningen. Evenementen zijn van belang voor de leefbaarheid en ontwikkeling van onze provincie. Wij zien hierin een unieke gelegenheid om Groningen 'op de kaart te zetten'. Door grote evenementen en manifestaties te ondersteunen willen wij het beeld van Groningen als enerverende en bedrijvige provincie te versterken. Bovendien willen we zo het woon- en werkklimaat en de economische ontwikkeling bevorderen. De subsidieaanvragen worden getoetst aan de criteria die aan het budget zijn verbonden.
Maatschappelijke effecten en prestatie-indicatoren Maatschappelijk effect:
• Inwoners en organisaties weten wat het bestuur wil en doet. • Ze kunnen zich daarover een mening vormen. • Ze zijn in staat - waar mogelijk - het beleid te beïnvloeden.
Te bereiken in (planperiode): Beïnvloedbaarheid:
2008 De mate van beïnvloedbaarheid is relatief. Dit hangt sterk af van de informatie die wordt geboden en op welke manier, van de omgevingsfactoren en - niet onbelangrijk - van de interesse van de burger. Daarnaast verrichten we veel activiteiten in samenwerking met andere partijen, waar wij niet altijd invloed op hebben.
Meetbaarheid:
De werkelijke effecten van onze communicatie zijn moeilijk aantoonbaar. Wel kan inzicht worden gegeven in het bereik van onze communicatie: • aantal contacten met relaties; • aantal bezoekers aan evenementen; • groei in de bekendheid met de positieve kanten van Groningen; • positieve landelijke publiciteit over Groningen in de media; • bekendheid met de positieve kanten van Groningen en/of het door de provincie uit te voeren beleid.
Bestuur
173
Relevante beleidsnota's en informatie • • • • • • • •
Klantenonderzoek publieksvoorlichting 2007; Burgerjaarverslag 2007; Evaluatie provinciale monitor (2007); Rapport Effectmeting GPO (RUG, elke twee jaar); Nota Provincie, profiel en communicatie; Burgerjaarverslag 2007; Jaarverslag CvdK 2007; Notitie profilering provincie Groningen 2006.
Prioriteiten 2008 Beleidscommunicatie Activiteiten: • stimuleren van een communicatieve houding en gedrag bij medewerkers; • pers & publiciteit: persberichten en beantwoording persvragen; • interactieve activiteiten: interactief beleid met doelgroepen te ontwikkelen.
€ 335.800,--
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 10 beleidsprojecten waarbij communicatieadvies is gegeven; • 3 interactieve activiteiten begeleid; • 450 persvragen beantwoord. Kwalitatieve informatie: • doelgroepen zijn in staat waar mogelijk het beleid te beïnvloeden.
Publiekscommunicatie € 235.800,-Activiteiten: • uitvoering notitie publiekscommunicatie (profilering en vergroten bekendheid provincie); • provinciale website en intranet; • beantwoording publieksvragen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 40 bezoekers GS-spreekuur; • 20.000 bezoekers per maand van de website; • 1.000 publieksvragen/reacties. Kwalitatieve informatie: • bekendheid van de provincie bij de inwoners; • inwoners weten wat de provincie wil en doet.
Groningen Promotie Activiteiten: • persberichten; doorlopende activiteit, verschijnen onregelmatig; • beantwoording persvragen, doorlopende activiteit; • advertenties; doorlopende activiteit, verschijnen onregelmatig; • website www.daaromgroningen.nl (met maandelijkse digitale nieuwsbrief) en www.groningerstudieblogs.nl; doorlopende activiteit; • redactie portal Groningen.nl, doorlopende activiteit; • uitvoering positioneringsrapport, doorlopende activiteit; • beantwoording publieksvragen, doorlopende activiteit;
174
Bestuur
€ 114.000,--
• •
incidentele sponsoring, doorlopende activiteit; 2 netwerkbijeenkomsten Ambassadeurs van Groningen.
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 60.000 bezoekers per jaar van de websites; • 19.000 publieksvragen/reacties. Kwalitatieve informatie: • bekendheid/imago van de provincie bij de inwoners van Nederland en ondernemers in Nederland.
Grote evenementen
€ 405.000,-(inclusief € 200.000,--: VJN2007)
Activiteiten: • subsidiëren van eventuele grote evenementen; • voorbereidingen organisatie van DelfSail 2009. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 100.000 bezoekers per evenement; • (internationale) media-aandacht voor het evenement. Kwalitatieve informatie: • bekendheid/imago van de provincie bij inwoners binnen en buiten de provinciegrenzen.
Relatiemanagement Activiteiten: • organiseren GS-jaardiner; • verder vernieuwen van relatiegeschenken; • organiseren nieuwjaarsreceptie; • diverse ontvangsten in kader van gezamenlijk Gastheerschap.
€ 228.700,--
Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • 70 bezoekers GS-jaardiner; • aantal uitgegeven relatiegeschenken; • 500 bezoekers nieuwjaarsreceptie; • aantal ontvangsten en bezoekers in het kader van gezamenlijk Gastheerschap. Kwalitatieve informatie: • bekendheid/imago van de provincie bij inwoners binnen en buiten de provinciegrenzen; • het onderhouden van functionele relaties; • aangaan van nieuwe functionele relaties.
Middenevenementen
€ 273.000,-(inclusief € 110.000,--: VJN2007)
Activiteiten: • subsidiëren van evenementen op het gebied van cultuur, sport en toerisme die passen in de bestaande infrastructuur van Groningen. Kwantitatieve prestatie-indicatoren: • aantal bezoekers van het evenement; • (landelijke) media-aandacht voor het evenement. Kwalitatieve informatie: • bekendheid en imago van de provincie bij inwoners binnen en buiten de provinciegrenzen.
Bestuur
175
Tabel 8.4. Lasten en baten programma Bestuur, thema Communicatie (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming 2006 2007 na 2008 LASTEN 2009 2010 2011 wijziging Prioriteiten nieuw beleid thema Communicatie • 1603 Opkomstbevordering Statenverkiezingen 50 50 • 1604 Grote evenementen 200 200 200 200 • 1604 Middenevenementen 110 110 110 110 110 Totaal prioriteiten nieuw beleid 0 110 310 310 360 360 Prioriteiten aanvaard beleid thema Communicatie • 1603 Beleidscommunicatie • 1603 Publiekscommunicatie • 1604 Groningen Promotie • 1604 Grote evenementen • 1604 Relatiemanagement • 1604 Middenevenementen Totaal prioriteiten aanvaard beleid Specificatie overige lasten aanvaard beleid thema Communicatie • 1603 Communicatie • 1604 Representatie en relatiemanagement Totaal overige lasten aanvaard beleid Totaal lasten
BATEN
Specificatie overige baten aanvaard beleid thema Communicatie • 1603 Communicatie • 1604 Representatie en relatiemanagement Totaal overige baten aanvaard beleid Totaal baten Saldo thema Communicatie
0
329 230 111 200 373 159 1.402
336 236 114 205 229 163 1.283
344 243 117 211 236 168 1.319
352 250 121 217 243 173 1.356
361 258 125 224 250 178 1.396
2.465
2.163
1.851
1.939
2.031
2.127
1.069
153
380
398
417
437
3.534 3.534
2.316 3.828
2.231 3.824
2.337 3.966
2.448 4.164
2.564 4.320
rekening 2006
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
1
14
14
14
15
15
1 1 3.533
14 14 3.814
14 14 3.810
14 14 3.952
15 15 4.149
15 15 4.305
meerjarenraming 2009
2010
2011
Toelichting: De daling bij overige lasten aanvaard beleid (productgroep 1603) van 2007 op 2008 wordt voor een belangrijk deel verklaard door het effect van de overboeking van kredieten van 2006 naar 2007, die geen doorwerking heeft naar 2008.
176
Bestuur
9. Overzicht algemene dekkingsmiddelen De algemene dekkingsmiddelen zijn bedoeld om de uitgaven die niet ten laste van specifieke middelen kunnen worden gebracht, op te kunnen vangen binnen een reëel sluitende begroting. Tot deze algemene dekkingsmiddelen kunnen onder andere worden gerekend de opbrengst van de opcentenheffing op de motorrijtuigenbelasting en de uitkering uit het Provinciefonds. Deze twee inkomstenbronnen vormen samen 37,5% van de totale geraamde inkomsten in 2008.
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
177
178
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
9. Overzicht algemene dekkingsmiddelen Onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Onder tabel 9.1 wordt een aantal onderdelen kort toegelicht. In de financiële begroting (deel 4) wordt een totaalbeeld van de baten en lasten gegeven en wordt ingegaan op de financiële positie. Tabel 9.1. Algemene dekkingsmiddelen, overige heffingen en onvoorziene uitgaven (bedragen x € 1.000,--) Algemene realisatie 2007 2008 2009 2010 2011 dekkingsmiddelen 2006 Opcenten MRB 39.460 41.053 41.932 43.112 44.431 45.796 Provinciefonds
74.456
76.274
78.401
79.671
80.704
82.029
Dividenden 2 3
23.649
15.658
14.954
15.233
14.940
14.943
Saldo van de financieringsfunctie Saldo van het BTWcompensatiefonds Saldo overige algemene dekkingsmiddelen Saldo algemene dekkingsmiddelen
10.100
11.659
11.542
11.673
12.641
11.843
1.478
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
0
-7.283
-4.122
-2.045
-346
1.247
149.143
137.361
142.707
147.644
152.370
155.858
2007
2008
2009
2010
2011
Onvoorziene uitgaven Werkelijk onvoorziene uitgaven (exclusief stelposten)
realisatie 2006
-
671
671
671
671
671
1. Algemene dekkingsmiddelen 1.1. Opcenten Motorrijtuigenbelasting Het Rijk stelt jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. Provincies kunnen vervolgens zelf bepalen in hoeverre zij de vrije capaciteit willen benutten. Het verschil tussen het wettelijk toegestane aantal opcenten en het feitelijke aantal is de vrije belastingcapaciteit. Per 1 april 2008 bedraagt het wettelijke maximum 107,9 opcenten. Dit is een toename van 2,9 ten opzichte van 2007. In 2005 en 2006 zat de provincie Groningen met zijn tarief in de top drie van de provincies. In 2007 is de provincie Groningen naar de vierde plaats gezakt. In 2008 zal dat beeld naar verwachting gehandhaafd blijven. Zie tabel 9.2.
2
Rekening houdend met de aan onze deelnemingen in het aandelenkapitaal (NV Essent en NV BNG) toe te rekenen rentekosten. Het dividend Essent wordt gestort in de reserve ESFI. Zolang de middelen in deze reserve nog niet tot besteding komen zal dit leiden tot hogere inkomsten wegens bespaarde rente (verwerkt in de regel 'Saldo van de financieringsfunctie). 3 Het dividend Essent zal in 2007 naar verwachting nog ca. € 36 miljoen hoger uitvallen wegens de uitbetaling van een interim-dividend. De raming 2007 zal worden aangepast in het kader van de Integrale Bijstelling 2007.
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
179
Tabel 9.2. Tarieven opcenten MRB in 12 provincies en mogelijke voornemens 2008 provincie
2002 2003 2004 2005
2006
2007
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
64,3 50,6 64,8 68,1 61,5 57,4 64,0 44,7 59,7 65,2 63,3 60,4
65,8 58,6 66,9 70,3 64,3 59,8 65,2 42,7 61,2 66,7 66,3 62,6
75,70 61,00 75,90 73,10 78,10 62,50 71,70 52,70 71,80 69,30 68,30 71,10
76,80 66,60 77,40 74,00 79,00 63,40 71,70 52,70 72,20 69,30 69,70 75,30
77,20 67,30 78,60 75,30 80,50 64,00 71,70 63,40 73,30 69,30 71,60 78,80
77,80 67,30 79,70 76,80 81,40 67,00 71,70 63,90 73,30 69,30 71,60 78,80
Gemiddeld tarief
60,3
62,5 67,03 69,27
70,68
72,58
73,22 groei provinciaal gemiddelde: 0,9%
Maximum tarief
84,8 89,9 94,70 99,00 102,40 105,00
68,00 60,10 69,00 72,00 76,50 61,40 68,60 52,70 71,80 69,30 68,10 66,95
voor- toelichting/opmerking nemen 2008 indexering indexering indexering indexering indexering + extra verhoging indexering
107,90 groei index 2008: 2,8%
Er is een relatie tussen de opcentenheffing en de algemene uitkering uit het Provinciefonds. De verdeling tussen de provincies van de totale omvang van het provinciefonds is gebaseerd op verdeelmaatstaven waaronder de theoretische opbrengst voor de motorrijtuigenbelasting. In het verdeelmodel Provinciefonds wordt de opbrengst per opcent motorrijtuigenbelasting als negatieve inkomstenmaatstaf gehanteerd. Voor 2008 gaat het om de gerealiseerde opbrengst per opcent motorrijtuigenbelasting in 2006. Met deze maatstaf wordt beoogd de tussen de provincies bestaande verschillen in belastingcapaciteit te compenseren. In situaties waarin het totale provinciale belastinggebied groter van omvang wordt en/of waarin ons aandeel in het totale provinciale belastinggebied afneemt zal de compensatie via het Provinciefonds stijgen. En omgekeerd zal deze dalen.
1.2. Algemene uitkering uit het Provinciefonds 1.2.1. Accres Aan de hand van de junicirculaire 2007 hebben wij de raming voor de uitkering 2007 uit het Provinciefonds bijgesteld. Voor 2007 wordt het accres nu geraamd op 6,09% in plaats van de eerder door ons gehanteerde 2,30%. Omdat de onderhandelingen over een tussen het Rijk en de provincie te sluiten bestuursakkoord nog lopen hebben wij besloten om voor het accres in de jaren 2008-2011 voorlopig het uitgangspunt van de septembercirculaire 2006 te blijven volgen. Op basis van die circulaire komt het accres voor de periode 2008-2011 uit op gemiddeld 3,30%. Bij het opstellen van de ramingen verlagen wij dit percentage in het kader van ons eigen behoedzaam scenario met 1 procentpunt per jaar. Met andere woorden voorshands gaan wij uit van een accres van 2,30% per jaar in de periode 2008-2011. Volgens het regeerakkoord 2007-2011 is het de bedoeling dat een deel van het extra accres, dat in de junicirculaire 2007 beschikbaar komt, wordt geoormerkt voor de uitvoering van door het Rijk gestelde prioriteiten. In dat geval zal slechts een beperkt deel van deze extra middelen ten gunste van de algemene middelen komen. Wij zijn van mening dat het oormerken van het accres van het Provinciefonds in principe niet past bij het autonome karakter van de bestuurslaag provincies.
180
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
1.2.2. Behoedzaamheidsreserve In het collegeprogramma 2007-2011 hanteren wij nog steeds het uitgangspunt dat de behoedzaamheidsreserve naar verwachting elk jaar volledig zal worden uitbetaald. De behoedzaamheidsreserve is over de periode 2003 tot en met 2006 slechts gedeeltelijk (gemiddeld 39,7%) tot uitbetaling gekomen. Aangezien wij als provincie bij de raming van het Provinciefonds in meerjarig perspectief ons eigen behoedzaam scenario volgen, zien wij in de ontwikkelingen van 2003 tot en met 2006 geen reden om het in 2003 gekozen uitgangspunt volledig los te laten. Vanwege het relatief hoge accres voor 2007 (6,09%) achten wij de kans op onderuitputting in de rijksbegroting groter dan normaal. Daarom stellen wij - als eenmalige afwijking van bovengenoemd uitgangspunt - voor om met betrekking tot de behoedzaamheidsreserve 2007 er vanuit te gaan dat deze slechts voor de helft tot uitbetaling zal komen. Dat betekent voor ons een structureel nadeel van ca. € 0,49 miljoen. Ten aanzien van de hoogte van de door het Rijk in te houden behoedzaamheidsreserve (vanaf 2008) zal naar verwachting in 2008 een wijziging worden doorgevoerd. Het voornemen bestaat om dit bedrag te beperken tot 50% van het oorspronkelijke bedrag, ofwel tot ca. € 9,1 miljoen (aandeel provincie Groningen ca. € 0,49 miljoen). Elk voorjaar na afloop van het betrokken jaar zal aan de hand van het gerealiseerde verloop van de rijksuitgaven worden bepaald welk deel van de behoedzaamheidsreserve aan de provincies zal worden uitbetaald.
1.3. Dividend De provincie Groningen neemt deel (voor onderstaande bedragen) in het aandelenkapitaal van: • Essent N.V. € 1.722.096,-• N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) " 571.962,-• N.V. Waterbedrijf Groningen " 11.345,-• Groningen Airport Eelde N.V. " p.m. • N.V. NOM (Investerings- en Ontwikkelingsmij. voor Noord-Nederland) " 6.353,-• Blauwe Stad B.V. " 7.200,-• Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl (OMD) B.V. " 360,-• Oikocredit Nederland " p.m. Het dividend van de aandelen Essent N.V. en het dividend van de aandelen N.V. BNG wordt vanaf 2008 geraamd op € 15.000.000,-- respectievelijk € 120.000,--. Het dividend van Essent N.V. wordt conform de bestendige gedragslijn toegevoegd aan de reserve Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI).
1.4. Saldo financieringsfunctie (rente) Hier komt tot uitdrukking het saldo van rentelasten en -baten in verband met de financiering van de provinciale uitgaven. Daarbij is rekening gehouden met administratieve boekingen vanwege een berekend financieringstekort en de opbrengst wegens bespaarde rente.
1.5. Saldo van het BTW-compensatiefonds Voorlopig gaan wij er vanuit dat het effect van het BTW-compensatiefonds ook in 2008 tenminste budgettair neutraal is.
1.6. Saldo overige algemene dekkingsmiddelen Het betreft hier onder andere: • stelposten vanwege het verwacht achterblijven van bepaalde uitgaven; • een stelpost vanwege de BTW-component, die nog voor een deel in de provinciale uitgaven zit; • de verwachte opbrengst van nog te realiseren bezuinigingstaakstellingen; • onverdeelde apparaatskosten.
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
181
2. Onvoorziene uitgaven In de begroting dient een budget te worden opgenomen ten behoeve van onvoorziene uitgaven. De hoogte van de reservering kan de provincie zelf vaststellen. Voor de komende jaren is de hoogte van reservering vastgesteld op gemiddeld € 671.370,--. Door middel van een adequate kredietbewaking tracht de provincie het aantal onvoorziene tegenvallers zoveel mogelijk te beperken en hierdoor het beroep op onvoorzien zoveel mogelijk te minimaliseren.
182
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Deel 3 Programmabegroting 2008 Paragrafen
183
184
INHOUDSOPGAVE Deel 3. Paragrafen 1. WEERSTANDSVERMOGEN ............................................................................................................... 187 1.1. INLEIDING ........................................................................................................................................ 187 1.1.1. Weerstandscapaciteit ............................................................................................................. 187 1.1.2. Beleidslijn................................................................................................................................ 188 1.2. VOLSTORTING DEELNAME AANDELENKAPITAAL N.V. NOM.................................................................. 189 1.3. EUROPESE REGIOPROGRAMMA'S / LEADER II .................................................................................. 189 1.4. BTW EUROPESE SUBSIDIES ............................................................................................................. 189 1.5. BESMETTING BERMGROND MET CYSTENAALTJES ................................................................................ 190 1.6. HOOGOVENSLAKKEN ........................................................................................................................ 190 1.7. BLAUWESTAD ................................................................................................................................... 190 1.8. HERSCHIKKING VAN TAKEN IN HET WATERBEHEER .............................................................................. 192 1.9. BTW-COMPENSATIEFONDS ............................................................................................................... 192 1.10. RIJKSBEZUINIGINGEN...................................................................................................................... 193 1.11. GEWAARBORGDE GELDLENINGEN.................................................................................................... 193 1.12. ZUIDERZEELIJN (HST).................................................................................................................... 193 1.13. MEERSTAD .................................................................................................................................... 194 1.14. RISICO'S BIJ AAN- EN VERKOOP GRONDEN IN DE ULSDERPOLDER ...................................................... 195 1.15. AFSCHRIJVING OP GEBOUWEN ........................................................................................................ 195 1.16. GLASTUINBOUW EEMSMOND ........................................................................................................... 195 1.17. PERSLEIDING GRONINGEN - DELFZIJL.............................................................................................. 195 1.18. SPECIFIEKE UITKERINGEN VOOR HOOFDKANALEN ............................................................................. 196 1.19. KUNSTWERKEN WEGEN EN KANALEN ............................................................................................... 196 1.20. CIVIELE PROCEDURE OVER SCHUUR MET AANBOUW ......................................................................... 196 1.21. EXTERN VEILIGHEIDSBELEID............................................................................................................ 197 1.22. ACTIEPLAN CULTUURBEREIK ........................................................................................................... 197 1.23. WACHTGELDREGELING STATENLEDEN............................................................................................. 197 1.24. ACTUALISATIE PROJECTRISICO'S ..................................................................................................... 197 2. FINANCIERINGSPARAGRAAF 2008 ................................................................................................. 199 2.1. ALGEMEEN....................................................................................................................................... 199 2.2. ONTWIKKELING RENTETARIEVEN ....................................................................................................... 199 2.2.1. Kapitaalmarkt.......................................................................................................................... 200 2.2.2. Geldmarkt ............................................................................................................................... 200 2.3. FINANCIERINGSBELEID 2008............................................................................................................. 200 2.3.1. Meerjarige liquiditeitsprognose 2008-2011 ............................................................................ 200 2.3.2. Liquiditeitsprognose 2008....................................................................................................... 200 2.4. UITZETTINGEN.................................................................................................................................. 201 2.4.1. Kortlopende uitzettingen......................................................................................................... 201 2.4.2. Toezicht kortlopende middelen............................................................................................... 201 2.4.3. Langlopende uitzettingen ....................................................................................................... 201 2.4.4. Langlopende opgenomen middelen ....................................................................................... 204 2.4.5. Toezicht langlopende middelen.............................................................................................. 204 3. BEDRIJFSVOERING ........................................................................................................................... 205 3.1. PERSONEEL & ORGANISATIE............................................................................................................. 205 3.1.1. Organisatieontwikkeling.......................................................................................................... 205 3.1.2. Personeelsbeleid .................................................................................................................... 206 3.1.3. CAO ........................................................................................................................................ 206 3.2. ICT-BELEIDSPLAN 2007-2009 .......................................................................................................... 206 3.3. FACILITAIRE DIENSTVERLENING ......................................................................................................... 207 3.4. FINANCIËN & CONTROL .................................................................................................................... 207 3.4.1. Rechtmatigheidtoets............................................................................................................... 207 3.4.2. Doelmatigheid/Doeltreffendheid ............................................................................................. 208 3.5. WAT MAG HET KOSTEN ..................................................................................................................... 208
Inhoudsopgave
185
4. LOKALE HEFFINGEN ......................................................................................................................... 209 4.1. INLEIDING ........................................................................................................................................ 209 4.2. BELEID TEN AANZIEN VAN LOKALE HEFFINGEN .................................................................................... 209 4.3. LOKALE LASTENDRUK ....................................................................................................................... 209 4.4. OVERIGE HEFFINGEN ........................................................................................................................ 210 5. ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN .............................................................................................. 213 5.1. ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN WEGEN EN KANALEN ..................................................................... 213 5.2. HUISVESTING ................................................................................................................................... 214 5.3. ICT ................................................................................................................................................. 215 6. GRONDBELEID ................................................................................................................................... 217 7. VERBONDEN PARTIJEN.................................................................................................................... 219 7.1. PROGRAMMA ONDERNEMEND GRONINGEN ........................................................................................ 219 7.1.1. Essent..................................................................................................................................... 219 7.1.2. Groningen Seaports ............................................................................................................... 220 7.1.3. Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) ..................................................................... 220 7.2. PROGRAMMA WONEN ....................................................................................................................... 221 7.2.1. Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl (OMD)............................................................................. 221 7.2.2. Blauwestad ............................................................................................................................. 221 7.2.3. Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij Meerstad ...................................................... 221 7.3. PROGRAMMA BEREIKBAAR GRONINGEN ............................................................................................ 222 7.3.1. Groningen Airport Eelde (GAE) .............................................................................................. 222 7.3.2. OV-bureau Groningen Drenthe .............................................................................................. 222 7.4. PROGRAMMA SCHOON/VEILIG GRONINGEN ........................................................................................ 223 7.4.1. Waterbedrijf Groningen .......................................................................................................... 223 7.5. PROGRAMMA WELZIJN, SOCIAAL BELEID, CULTUUR ............................................................................ 223 7.5.1. Oikocredit................................................................................................................................ 223 7.6. PROGRAMMA BESTUUR .................................................................................................................... 224 7.6.1. Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) ................................................................. 224 7.6.2. Interprovinciaal Overleg (IPO) ................................................................................................ 224 7.6.3. Bestuuracademie Noord-Nederland (BANN) ......................................................................... 225 7.6.4. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) ................................................................................... 225 7.6.5. Noordelijke Rekenkamer ........................................................................................................ 226
186
Inhoudsopgave
1. Weerstandsvermogen 1.1. Inleiding Op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) 2004 zijn de provincies verplicht aan de Begroting en Rekening een paragraaf Weerstandsvermogen toe te voegen. Volgens de voorschriften bevat deze paragraaf ten minste: a. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; b. een inventarisatie van de risico's (inclusief openeinderegelingen, bedrijfsvoering, financiering, positieve risico's en voorzieningen); c. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's (o.a. risicomanagement). De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de provincie beschikt om niet begrote kosten, die onverwachts optreden en substantieel gedekt moeten worden, op te vangen. Het gaat om die elementen waaruit tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden zoals bijvoorbeeld algemene reserve, maar ook onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves. Stille reserves zijn de meerwaarden van activa die te laag of tegen nul zijn gewaardeerd, doch direct verkoopbaar zijn indien men dat zou willen. Onderscheid wordt gemaakt in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Met incidenteel wordt bedoeld het vermogen om calamiteiten en eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat deze invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Met structurele weerstandscapaciteit worden middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. De risico’s, die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn niet anderszins te ondervangen. Reguliere risico’s - risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal goed meetbaar zijn - maken geen deel uit van de risico’s opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden getroffen. Onder risico's verstaan de voorschriften alle voorzienbare risico's waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of niet tot afwaardering van activa hebben geleid en van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot het balanstotaal of het eigen vermogen. Het gaat daarbij onder andere om: • aanspraken als gevolg van de door de provincie gegarandeerde geldleningen aan instellingen; • eventuele door de provincie te betalen afkoopsommen; • schadeclaims; • risico's die voortvloeien uit mogelijke aanspraken op vermogensschade, die niet verzekerd zijn/kunnen worden.
1.1.1. Weerstandscapaciteit Ernst & Young heeft in 1999 en 2004 een onderzoek gedaan naar de minimaal benodigde weerstandscapaciteit. Er is onderzoek gedaan naar de risico's die de provincie loopt. Uiteindelijk is de omvang van de aan te houden reserve vooral afhankelijk van het risicoprofiel. Uit vergelijking van de provincie Groningen met andere provincies is gebleken dat de financiële positie van de provincie Groningen ten opzichte van de andere provincies in de afgelopen jaren is verslechterd. Deze ontwikkeling is toe te schrijven aan het meer participeren in grote projecten. Uit de vergelijking komt tevens naar voren dat de structurele weerstandscapaciteit (vooral bepaald door de belastingcapaciteit bij de opcenten motorrijtuigenbelasting) van de provincie Groningen relatief laag is. Dit pleit voor een stevige algemene reservepositie. De weerstandscapaciteit wordt gedefinieerd als de vrije ruimte in de algemene reserve, vrij aanwendbare bestemmingsreserves, onbenutte belastingcapaciteit, het gereserveerde bedrag voor onvoorziene uitgaven en de verwachte begrotingsruimte. Reservepositie De omvang van de reservepositie (vrije ruimte Algemene Reserve en bestemmingsreserves) wordt door ons per ultimo 2006 berekend op ca. € 24,97 miljoen. Het aanwenden van deze middelen leidt er echter wel toe dat de opbrengst wegens bespaarde rente, die nu in de begroting als algemeen dekkingsmiddel wordt gebruikt, zal afnemen.
Weerstandsvermogen
187
Belastingcapaciteit De belastingcapaciteit heeft betrekking op extra inkomsten die de provincie Groningen kan genereren als het maximum aantal opcenten op de motorrijtuigenbelasting wordt geheven (105,0) in vergelijking met de opbrengst bij het op dit moment geldende tarief (per 1 april 2007: 77,2 opcenten). Deze capaciteit kan per 1 april 2007 wordt berekend op ca. € 14,81 miljoen. Omdat de door uw Staten vastgestelde verhoging van het aantal opcenten per 1 april 2008 (+ 0,8%) geringer is dan de maximale stijging van het maximum aantal opcenten (+ 2,8%) neemt deze capaciteit in 2008 toe tot ca. € 16,26 miljoen. Gereserveerde middelen voor onvoorziene uitgaven In de Programmabegroting 2008 is voor de periode 2008-2011 jaarlijks een bedrag van ca. € 671.000 gereserveerd voor het opvangen van werkelijk onvoorziene en onvermijdbare uitgaven. Dit bedrag is ontstaan op basis van gebleken historische behoefte om onvoorziene en onvermijdbare uitgaven jaarlijks op te vangen. Verwachte begrotingsruimte 2008-2011 Op basis van actuele financiële meerjarenramingen verwachten wij de onderstaande begrotingsruimte: Tabel 1.1: Verwachte begrotingsruimte 2008-2011 Omschrijving
(bedragen x € 1.000) 2008 2009 2010
2011
Verwachte begrotingsruimte (- = tekort)
2.568
3.745
3.462
3.941
Er past bij deze cijfers nog wel enig voorbehoud. De provincies zijn momenteel in overleg met Rijk over een te sluiten bestuursakkoord. Een essentieel onderdeel van dat bestuursakkoord is de wijze waarop de bezuinigingstaakstelling uit het regeerakkoord 2007-2011 inzake het afromen van de provinciale vermogens nader vorm zal worden gegeven.
1.1.2. Beleidslijn In 2004 hebben wij aan de Statencommissie Bestuur en Financiën de meest recente rapportage over het minimaal benodigd weerstandsvermogen voorgelegd. In een begeleidende notitie hebben wij aangegeven dat er geen functionele redenen zijn om van het advies van de accountant inzake de omvang af te wijken. Dat houdt in dat wij in principe € 23 miljoen aan willen houden als financieel weerstandsvermogen. Sinds 2004 hebben wij dit bedrag verhoogd met een reservering van € 1,25 miljoen ten behoeve van sindsdien ontstane ingeschatte risico's. In totaal is er een minimaal weerstandsvermogen noodzakelijk van € 24,25 miljoen. In de loop van dit najaar zullen wij opnieuw een onderzoek laten uitvoeren naar de minimaal benodigde weerstandscapaciteit. Wij stellen ons op het standpunt dat tot op het moment dat er een nieuw onderzoek naar de minimaal benodigde weerstandscapaciteit is uitgevoerd de norm uit de vorige collegeperiode gehandhaafd blijft. Indien en voor zover er in deze collegeperiode een beroep wordt gedaan op het bedrag van € 24,25 miljoen, zal aanvulling in beginsel via rekeningsaldi moeten geschieden. Indien er geen positief rekeningsaldo optreedt, zal tijdelijk genoegen moeten worden genomen met een lager bedrag. In die omstandigheid moet naar bevind van zaken worden gehandeld. Zou er zich een grote "financiële ramp" voordoen dan zal er niet aan te ontkomen zijn om gedurende een aantal jaren voor aanvulling van het saldo ook begrotingsruimte aan te wenden. Teneinde eindeloze discussies over de vraag wat een financiële ramp is te voorkomen, stellen wij voor daarvoor een vuistregel te hanteren van minimaal 10% van het benodigde vermogen van € 24,25 miljoen. Gelet op het feit dat de vrije ruimte in de Algemene Reserve en de bestemmingsreserves per 31 december 2006 € 24,97 miljoen bedraagt is deze toereikend om de minimale benodigde reservering van € 24,25 miljoen mogelijk te maken. Of de omvang van de minimaal aan te houden weerstandscapaciteit na 2007 ook € 24,25 miljoen moet bedragen, is de vraag. In de loop van de tijd zal het risicoprofiel wijzigen. Teneinde met dat gegeven rekening te houden is het naar onze mening nodig van tijd tot tijd opnieuw een discussie daarover te voeren. Het eerstvolgende moment voor een dergelijke discussie is na het aangekondigde onderzoek komend najaar.
188
Weerstandsvermogen
In de navolgende subparagrafen worden de te onderkennen risico's beschreven. In de paragrafen 1.2 tot en met 1.24 zijn de wijzigingen ten opzichte van de meest recente risico's, zoals vermeld in de paragraaf Weerstandsvermogen bij de Jaarrekening 2006, cursief weergegeven. Indien een beschreven risico niet langer een financieel risico vormt, dan wordt dit vermeld in deze paragraaf. In de volgende rapportage over het weerstandsvermogen verdwijnt het risico uit de paragraaf weerstandsvermogen.
1.2. Volstorting deelname aandelenkapitaal N.V. NOM Bij de oprichting van de NOM is afgesproken dat de NOM een beroep kan doen op de aandeelhouders het aandelenkapitaal vol te storten. Voor de provincie Groningen telt die verplichting tot een bedrag van € 3,49 miljoen. De kans dat de NOM daar een beroep op doet wordt, gezien de huidige en verwachte liquiditeitspositie van de NOM, zeer klein geacht. Om die reden hebben wij al in de Voorjaarsnota 2000 voorgesteld de jaarlijkse reservering van € 151.563,-- voor het opvangen van de kosten, die voortvloeien uit een eventuele volstorting van onze deelname in het aandelenkapitaal van de N.V. NOM, toe te voegen aan ons flexibel budget. De provincies Drenthe en Fryslân hebben, mede op basis van de verwachting dat de NOM geen beroep zal doen op de reservering, dit onderdeel geschrapt uit hun weerstandsvermogen. Ook onze verwachting is dat de NOM geen beroep zal doen op de reservering. In hun meerjarenplan 2007-2010 wordt daarover niet meer gesproken. Ofschoon de formeel juridische verplichting nog wel bestaat, komen wij, op basis van bovenstaande gegevens, tot de conclusie dat de reservering van een bedrag van € 3,49 miljoen binnen ons weerstandsvermogen, kan worden geschrapt.
1.3. Europese Regioprogramma's / LEADER II Voor de eindafrekeningen van de Doelstelling 2 en Doelstelling 5b-programma's (1994-1999) van de provincies Groningen en Drenthe voert de Europese Commissie controleonderzoeken uit op projectniveau. Deze controles resulteren mogelijk in correcties op de einddeclaraties, die de provincies in 2002 bij de Europese Commissie hebben ingediend. Het Doelstelling 5b-programma is inmiddels definitief afgesloten. Dit programma is in tegenstelling tot het Doelstelling 2-programma, niet onderworpen aan een nader auditonderzoek. Op basis van het voorlopige en gedeeltelijke afsluitingsvoorstel van de auditafdeling van de Europese Commissie wordt voor wat betreft het Doelstelling 2-programma vooralsnog een negatieve correctie van € 6,2 miljoen aangegeven, hiervan heeft circa € 3,7 miljoen betrekking op de provincie Groningen. Het betreft een gedeeltelijke afsluiting omdat het project Martinihal te Groningen buiten het voorstel is gehouden in verband met de nog lopende juridische procedures. Naar verwachting zal in de loop van 2007 meer duidelijkheid kunnen worden gegeven over het uiteindelijke afsluitingsbesluit van de Europese Commissie. Tegen een dergelijk besluit kan een bezwaar en beroepprocedure bij het Europese Hof worden gestart. Eventuele tekorten dienen in eerste instantie te worden gedekt door SNN-rentebaten. Het LEADER II programma Lauwersland (1994-1999) is definitief afgerekend. Momenteel voert de auditafdeling van de Europese Commissie een onderzoek uit naar het LEADER+-programma (2000-2006). Dit betreft een programma van het SNN. Echter, de financiële risico's met betrekking tot correcties op grond van de auditresultaten zijn voor rekening van de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân. Gelet op de fase, waarin het auditonderzoek zich bevindt kan er nog geen indicatie worden gegeven van een eventuele negatieve correctie.
1.4. BTW Europese subsidies Er heeft lange tijd onduidelijkheid bestaan met betrekking tot de compensabele BTW bij Europese subsidies. Het ministerie van Financiën heeft daarover gesprekken gevoerd met de Europese Commissie. Bij brief van 18 juni 2007 heeft het ministerie aan de gemeente- en provinciebesturen laten weten dat naar de mening van de Europese Commissie de huidige praktijk (waarbij de compensabele BTW wel deel uitmaakt van de subsidieaanvragen) niet langer in overeenstemming blijkt te zijn met een bepaalde regel uit een Verordening van de Europese Gemeenschap. Dat betekent concreet dat de BTW-uitgaven die voor compensatie bij het BTW-compensatiefonds in aanmerking komen, na dagtekening van de brief (18 juni 2007) geen onderdeel meer mogen uitmaken van de betalingsaanvragen aan de Europese Commissie. Over de aanvragen vòòr dagtekening van de brief zal nog verder overleg plaats vinden met de Europese Commissie. Het ministerie van Financiën zal een onderzoek in laten stellen naar de omvang van de problematiek over de periode tot 18 juni 2007.
Weerstandsvermogen
189
Het ministerie van Financiën heeft al eerder (en wel bij brief van 10 mei 2004) aangegeven dat het Rijk het budgettaire risico op zich neemt met betrekking tot het BTW-deel van de Europese subsidies. Op grond daarvan heeft het IPO bij brief van 27 juni 2007 aan de ministers van Economische Zaken en Financiën gevraagd op welke wijze de toezegging uit de brief van 10 mei 2004, ook in de toekomst gestand zal worden gedaan. Gelet op het feit dat de omvang van het risico nog niet bekend is, zal de maximale omvang van circa € 3 miljoen in de paragraaf Weerstandsvermogen worden opgenomen.
1.5. Besmetting bermgrond met cystenaaltjes Langs de N363 zijn bermen aangevuld met grond die besmet bleek te zijn met cystenaaltjes (globodera pallida), welke aardappelmoeheid veroorzaken. De provincie is aansprakelijk gesteld voor schade die de aanliggende boeren ondervinden. De provincie is op 8 september 2004 in hoger beroep door het Gerechtshof te Leeuwarden veroordeeld tot betaling van de (nog nader te betalen) schade. Inmiddels is in opdracht van de betreffende boeren door een beëdigd taxateur een schaderapport opgesteld, waarbij de totale schade wordt getaxeerd op € 124.400,--. Uit periodiek onderzoek (november 2006) is gebleken dat van het traject Ranum-Roodeschool (N363) bepaalde bermgedeeltes aan weerszijden van de weg nog licht besmet zijn met cystenaaltjes. Gemiddeld is het aantal ten opzichte van het onderzoek van 2004 nog verder afgenomen, maar het percentage is nog te hoog om de bermen weer normaal ecologisch te beheren. In 2008 worden de bermen weer op het voorkomen van de globodera pallida onderzocht.
1.6. Hoogovenslakken Circa 70 km provinciale weg heeft een fundering bestaande uit hoogovenslakken. In deze funderingen doen zich veranderingen voor, waardoor het wegdek plaatselijk omhoog gedrukt wordt en verkeersonveilige situaties kunnen ontstaan. Er wordt van uitgegaan dat kan worden volstaan met het wegfrezen van de oneffenheden en slechte plekken en het aanbrengen van overlagingen op enkele slechte wegvakken. Het risico is aanwezig dat zich op enkele plaatsen ontwikkelingen zullen voordoen waardoor meer ingrijpende maatregelen nodig zijn. Een voorstel om een wegvak met ernstige schade duurzaam te herstellen is in voorbereiding. Dit voorstel betreft een gedeelte van de N366 bij Nieuwe Pekela, uit te voeren in 2008, kosten ca. € 2.200.000,-- en een gedeelte van de N361 (Menneweer-Lauwersoog), uit te voeren in de periode 2010-2015, kosten ca. € 2.100.000,--.
1.7. Blauwestad De provincie voert een actief grondbeleid bij het project Blauwestad. De maximale provinciale voorfinanciering bedraagt netto € 90 miljoen. Tegenover deze € 90 miljoen netto staat als financiële zekerheidsstelling de waarde van de woningbouwkavels in het plangebied. De waarde van de grond is ruimschoots voldoende om als dekking te fungeren voor de maximale cashflow en navolgende uitgaven. In overleg met de projectorganisatie Blauwe Stad en de private partijen is een "Beheersprotocol Blauwe Stad" vastgesteld. In dit protocol zijn nadere afspraken gemaakt over de begrotings- en verantwoordingsprocedures van de publieke en private exploitaties. Een belangrijk punt van aandacht vormt de uitputting van het investeringskrediet. Op 1 januari 2007 bedroeg de uitputting € 84,9 miljoen. De begroting voor 2007 voorziet in uitgaven van € 10,6 miljoen in 2007 zodat de uitgaven goed bewaakt dienen te worden. Er wordt in de begroting 2007 een aanvullende storting van de private partijen van € 9 miljoen opgenomen ter voorkoming van de overschrijding van de maximale voorfinanciering van € 90 miljoen. Voor het gebied Reiderwolde hebben wij gekozen voor particulier natuurbeheer. De VOF Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen (ANOG) is geselecteerd voor het uitvoeren van het natuurbeheer. Wij hebben een voorfinanciering ter beschikking gesteld aan de ANOG van maximaal € 0,5 miljoen. Dit bedrag is bedoeld om de voorbereidingskosten voor de inrichting te dekken. Deze lening is afkomstig van de Reserve Groen en drukt dus niet op het provinciaal investeringskrediet. Nu de uitvoering van het meer grotendeels is voltooid, is het zaak om sluitende afspraken te maken over beheer en onderhoud. Het gaat om contracten met de gemeenten, het waterschap en met de Stichting Het Groninger Landschap. Hieronder staan in een notendop een aantal potentiële financiële risico's die de provincie loopt in de nabije toekomst. Een raming van de bedragen is bijgevoegd. Wel wordt hierbij opgemerkt dat er hard wordt gewerkt aan beperking of eliminatie van de risico's. Voor een uitgebreidere beschrijving wordt verwezen naar de risicoanalyse Blauwestad (18 april 2007).
190
Weerstandsvermogen
Kompas1/ Zuidelijke vaarverbinding De zuidelijke vaarverbinding moet per 1 september 2008 gereed zijn. Als dat niet lukt, dan vervalt de Kompassubsidie voor het niet gerealiseerde deel en zal de provincie (samen met andere publieke partijen) moeten bijbetalen. Tot nu toe ligt alles op schema! De zuidelijke vaarverbinding is op 22 december 2006 apart aanbesteed en niet samen met de inrichting van Reiderwolde. Kompastechnisch en qua financiële administratie is het ook zeer gewenst om met twee bestekken te werken. Beide bestekken dienen goed op elkaar te zijn afgestemd. Reiderwolde In september 2006 hebben GS besloten om de VOF Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen (ANOG) aan te wijzen als particulier natuurbeheerder voor Reiderwolde. Op grond van een overeenkomst is de ANOG gehouden het Inrichtingsplan uit te voeren. In de overeenkomst is een planning opgenomen, die - gelet op de samenhang met de bouw van de 80 woningen in Reiderwolde - niet in het gedrang mag komen: mei - juni 2007 beschikking SN-subsidie juli - augustus 2007 aanvullende inrichtingssubsidie aanvragen 1 augustus 2007 overdracht gronden aan VOF ANOG en aanbesteding 1 september 2008 werk uitgevoerd en afgerekend Cruciaal wordt de datum van 1 augustus 2007! Gelet op de omvang van het werk dient de grond uiterlijk 1 augustus 2007 te worden verkocht aan de VOF ANOG, zodat de VOF nog een jaar de tijd heeft om het werk te realiseren. Volgens het contract met de VOF ANOG dient er vóór deze datum inzicht te zijn of de VOF redelijkerwijs in staat is om het afgesproken werk uiterlijk 1 september 2008 gereed te hebben. Indien deze datum niet wordt gehaald, dan zijn schadeclaims van de projectontwikkelaars mogelijk. Tekort € 1 miljoen voor compensatie Staatsbosbeheer (SBB) Door de keuze voor de ANOG (en niet voor Staatsbosbeheer) zijn er problemen ontstaan met SBB omdat deze instantie nog 20 ha te compenseren grond in bezit heeft, die overgedragen moet worden aan de projectorganisatie. Deze kwestie is opgelost. In het contract inzake de oplossing staat dat de provincie aan SBB grond en inrichting levert ter waarde van € 1,5 miljoen. Voor SBB is 22 ha gereserveerd in Reiderwolde. SBB wil dit niet meer in verband met ANOG. Verkoop van de 22 ha levert ca. € 0,5 miljoen op. De resterende € 1 miljoen dient te komen uit ILG. LNV is hier mordicus op tegen en stelt dat bij de eerste controle deze move onderzocht zal worden. Voorstel: nader overleg met LNV. Als dit geen oplossing biedt, dan komen voor de dekking andere EHS-fondsen in beeld. Vaarweg- en nautisch beheer Er dienen voor het komende vaar- en zwemseizoen duidelijke richtlijnen voor het nautisch beheer op het Oldambtmeer te zijn. Het is de bedoeling dat het nautisch beheer te zijner tijd overgaat naar het waterschap Hunze en Aa's, maar dit vergt overleg, duidelijkheid inzake financiën en proceduretijd. In overleg met de Gemeenschappelijk Regeling en waterschap zal de provincie daartoe eerst voorlopige maatregelen (doen) treffen. Omdat het nautisch beheer door Provinciale Staten moet worden toegewezen aan een bevoegd gezag, is hiermee een vergoeding gemoeid. Over de verdeling van deze kosten vindt nog overleg plaats met de projectorganisatie, het Waterschap en de overige publieke partijen. Instortende kwelsloten en wateroverlast Bij de Nieuweweg is in het najaar wateroverlast ontstaan. Voorts zijn er een aantal kwelsloten ingestort. Deze kwelsloten zijn aangelegd in het kader van de herinrichting met administratief karakter (HAK). DLG heeft hiervoor de ontwerpen gemaakt; de provincie was opdrachtgever. De kwelsloten zijn niet overgedragen aan het waterschap en toch is de HAK opgeheven. Momenteel wordt onderzocht wat de omvang is van herstelwerkzaamheden en of DLG een calamiteitenfonds heeft dat kan worden toegepast. Zo niet dan wordt naar de provincie gekeken.
Weerstandsvermogen
191
1.8. Herschikking van taken in het waterbeheer In de met de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest gesloten overeenkomsten in het kader van de 'Herschikking van taken in het waterbeheer' in 2000 is opgenomen dat de provincie zorg draagt voor de financiering van de vervangingsinvesteringen van de bestaande sluizen in de vaarwegen van de waterschappen behorende tot de categorie B (situatie 1 januari 1995). Voorts draagt de provincie voor 50% zorg voor de financiering van de meerkosten van baggerwerk dat nodig is ten behoeve van het vaarwegbeheer op de categorie B-vaarwegen, voor zover deze meerkosten uitsluitend het gevolg zijn van de aanwezigheid van klasse III en IV verontreinigde baggerspecie. Indien en voor zover bij het baggeren de aanwezigheid van klasse III en IV verontreinigde baggerspecie wordt geconstateerd, zal op het moment van baggeren een schatting moeten worden gemaakt van de hiermee gemoeide kosten voor de provincie. Ervan uitgaande dat eens per 25 jaar gebaggerd wordt, loopt dit risico door tot het jaar 2025.
1.9. BTW-compensatiefonds In 2003 is het BTW-compensatiefonds gestart. Sindsdien declareren de provincies de BTW die zij als overheid aan derden betalen, bij dat fonds. Het fonds wordt onder meer gevoed door een korting op het provinciefonds. Omtrent het definitief uit te nemen bedrag is een onderzoek gedaan door dezelfde onderzoeksinstantie die onderzoek heeft gedaan naar de raming van dat bedrag. De resultaten daarvan zijn inmiddels bekend en geven aan dat er op het Provinciefonds een korting moet worden toegepast van € 124 miljoen. Daarover is inmiddels een bestuurlijke afspraak tot stand gekomen. Het onderzoek naar de verdeling van het bedrag van de € 124 miljoen is inmiddels afgerond. Dat onderzoek is uitgevoerd samen met een onderzoek naar de nettering van specifieke uitkeringen. Daarmee wordt bereikt dat er niet meer twee soorten specifieke uitkeringen bestaan, te weten: oude uitkeringen die bij de introductie van het BTW-compensatiefonds reeds bestonden en worden uitgekeerd inclusief BTW, omdat daarmee in de korting op het provinciefonds rekening mee is gehouden. En anderzijds specifieke uitkeringen die ontstaan zijn na in introductie van het BTWcompensatiefonds, die netto worden uitgekeerd. Het resultaat is dat de korting op het Provinciefonds met ongeveer € 8,6 miljoen wordt teruggedraaid. Over de nettering van de specifieke uitkeringen is met het Rijk een overeenkomst gesloten. De gezamenlijke provincies hebben over het jaar 2005 een bedrag van ruim € 170 miljoen gedeclareerd bij het fonds. Dat betekent dat er in de loop van de tijd meer uitbesteed is. De daarmee gepaard gaande extra BTW-ontvangst door het Rijk wordt in het BTW-compensatiefonds gestort. In het jaar 2006 zijn afspraken tot stand gekomen over het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). De zeggenschap over de gelden voor dat investeringsbudget gaat over van het Rijk naar de provincies. Met name bij de herinrichting van aangekochte gebieden komt ook de BTW ter sprake. De provincies voeren deze activiteiten uit als overheid en de BTW is dan compensabel. Teneinde daarvoor over de middelen te kunnen beschikken is het ILG-budget gekort met 3,7%. De daarmee corresponderende middelen zijn in het BTW-compensatiefonds gestort. Indien tussentijds blijkt dat er tussen de geraamde declaraties en de werkelijkheid grote verschillen ontstaan, wordt over dit punt opnieuw gesproken. Inmiddels zijn er afspraken tot stand gekomen om de termijn waarop dit bekend moest zijn te verlengen. In toenemende mate worden gemeenten en provincies (en ook de provincie Groningen) geconfronteerd met het probleem van verzekeraars die weigeren de volledige schade te vergoeden wanneer een verzekerde schade toebrengt aan provinciale eigendommen. Hun redenering is dat de BTW over een schade al gedeclareerd wordt bij het BCF. De provincies en gemeenten stellen zich op het standpunt dat het bij het BCF gaat om een financieringsconstructie die zich afspeelt tussen de lagere overheden en het Rijk. Derden kunnen daaraan geen voordeel ontlenen. De provincies worden immers gekort in het Provinciefonds voor de gedeclareerde BTW. Over dit punt is advies gevraagd aan een deskundige. Dat advies is inmiddels ontvangen en is onderwerp van bespreking met het verbond van verzekeraars. In het bestuursakkoord met de gemeenten wordt hierover naar voren gebracht dat de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij dat overleg wordt betrokken.
192
Weerstandsvermogen
1.10. Rijksbezuinigingen De provincie is voor haar inkomsten in belangrijke mate afhankelijk van de algemene en specifieke uitkeringen van het Rijk. De uitkering uit het Provinciefonds hangt samen met de bestedingen van het Rijk. De provincie krijgt gedurende het jaar (mei-/juni- en september-/oktobercirculaire) informatie over de hoogte van de uitkeringen uit het Provinciefonds en het verwachte accres. Het accres wordt na afloop van het begrotingsjaar definitief vastgesteld op basis van de gerealiseerde ontwikkeling van de rijksuitgaven. De omvang van het accres is voorafgaand en gedurende het begrotingsjaar onzeker. Om tegenvallers zoveel mogelijk in meerjarig perspectief op te kunnen vangen, stellen wij onze ramingen voor de uitkering uit het provinciefonds op volgens ons eigen behoedzaam scenario. In hoeverre de daarmee opgebouwde buffer toereikend is, is vooraf niet aan te geven. Op basis van het regeerakkoord 2007-2011 van het in februari 2007 aangetreden kabinet verwachten wij dat de provincies opnieuw met ombuigingen op het Provinciefonds te maken zullen krijgen. In het nieuwe Collegeprogramma zijn afspraken gemaakt over hoe wij omgaan met deze rijksbezuinigingen. De provincies voeren momenteel met het Rijk een discussie over een tussen het Rijk en de provincies te sluiten bestuursakkoord. Een van de onderdelen van dat bestuursakkoord richt zich met name op de invulling van de taakstelling uit het regeerakkoord inzake het afromen van de provinciale vermogens (4 x € 200 miljoen in de periode 2008-2011). Of en wanneer er een bestuursakkoord tot stand komt is momenteel nog niet aan te geven. Naar verwachting bestaat er komend najaar wel duidelijkheid over de vraag of er wel of geen bestuursakkoord komt en wat de financiële consequenties zijn van de dan ontstane situatie. De financiële gevolgen van het één en ander zullen wij gelet op het voorgaande vertalen in een wijziging van de Programmabegroting 2008 in het kader van de Integrale Bijstelling 2007.
1.11. Gewaarborgde geldleningen Per 1 januari 2008 zal de provincie gewaarborgde geldleningen hebben uitstaan tot een bedrag van circa € 24,8 miljoen. Het betreft borgstellingen richting geldgevers ten behoeve van het Waterbedrijf Groningen, het Nationaal Groenfonds, diverse zorginstellingen en kredietgaranties voor drie bedrijven en instellingen. Door de borgstellingen loopt de provincie het risico tot overname van de aflossingsverplichting te moeten overgaan indien de geldnemers niet aan hun verplichtingen tegen de geldgevers kunnen voldoen. Om dit eventuele nadelige risico zichtbaar te maken, worden jaarlijks de solvabiliteit en liquiditeit van de betrokken instellingen beoordeeld. In de afgelopen jaren zijn de borgstellingen voor zorginstellingen in omvang aanzienlijk afgenomen. De provincie heeft per 1 juli 1985 het verlenen van garanties voor betaling van rente en aflossing van geldleningen aangegaan door instellingen in de gezondheidszorg beëindigd. Tot en met 2000 zijn nog wel garanties verleend in het geval dat bestaande geldleningen werden geconverteerd naar leningen met een lager rentepercentage. Per 1 januari 2001 heeft de provincie haar beleid aangescherpt door het verlenen van garanties bij conversie naar laagrentende leningen te beëindigen. Als uitzondering worden wel garanties verleend indien aangetoond kan worden dat het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ) de lening niet wil waarborgen. Doordat steeds meer leningen worden ondergebracht bij het WfZ neemt het risico op de portefeuille af. Dit fonds kan ingrijpen in de bedrijfsvoering van een zorginstelling wanneer dit financieel gezien noodzakelijk blijkt. De omvang van de gewaarborgde leningenportefeuille zal als gevolg van aflossen en het niet meer garanderen van nieuwe leningen de komende jaren gestaag afnemen.
1.12. Zuiderzeelijn (HST) Het project Zuiderzeelijn (HST) betreft de aanleg van een snelle openbaar vervoerverbinding tussen het Noorden en de Randstad met onder andere als doel de ruimtelijk-economische structuur van het Noorden te versterken en de bereikbaarheid van de noordvleugel van de Randstad te verbeteren. Het kabinet heeft in 2005 besloten om - voordat het project ZZL wordt vervolgd - eerst nut en noodzaak aan te tonen in een Structuurvisie volgens het wetsvoorstel voor de nieuwe Wro. In de ontwerp Structuurvisie ZZL (april 2006) is het kabinetsvoornemen opgenomen om de Zuiderzeelijn niet aan te leggen maar met de regio een regiospecifiek pakket uit te werken.
Weerstandsvermogen
193
De Tweede Kamer heeft om uitwerking verzocht van de door de regio voorgestelde hogesnelheidstrein (HST-3) en een regiospecifiek pakket. In oktober 2006 kon tussen Rijk en regio geen overeenstemming worden bereikt over de uitkomsten van deze uitwerking. De besluitvorming over de Structuurvisie is aan het volgende kabinet overgelaten. De besluitvorming over het vervolg van het project, zo mogelijk in de vorm van een Planstudie voor de HST-3, wordt medio 2007 verwacht. Een planstudie volgens de Tracéwet vergt 3 tot 4 jaar. Bij positieve keuze voor een Planstudie ZZL zal de regio te zijner tijd op basis van de uitkomsten een besluit dienen te nemen over het vervolg van het project en over de inzet van de tot dusverre gereserveerde middelen. Op dat moment zal worden bezien hoe de afspraken over de inzet van de energieaandelen en de afspraken over het aandeel in de regionale bijdrage worden geëffectueerd.
1.13. Meerstad Meerstad is het nieuw te ontwikkelen gebied ten oosten van de stad Groningen dat onder meer in belangrijke mate moet voorzien in de toekomstige woningbehoefte van de provincie Groningen. De ontwikkeling van Meerstad zal het ongewenste uitwaaieren van woningbouw naar plattelandsgebieden en naar de kop van Drenthe moeten beperken. De vijf hoofddoelstellingen van het project Meerstad Groningen zijn: • de bouw van op termijn 10.000 woningen in het midden- en hoger segment; • de aanleg van een groot meer, gericht op buffering en berging van water; plm. 600 ha; • het creëren van een recreatieve trekker, onder meer in de vorm van het genoemde meer; • de ontwikkeling van een robuuste verbindingszone ter versterking van de ecologische (hoofd)structuur van stad en regio, en daarmee; • de aanleg van een nieuw, kwalitatief hoogwaardig landschap van substantiële omvang (GIOS, ofwel groen in en om de stad). Door de gezamenlijke overheden en marktpartijen is het Masterplan Meerstad vastgesteld. De samenwerkingsovereenkomst (SOK) is op 28 september 2005 ondertekend. Onderdeel van deze SOK is de grondexploitatie (GREX). De overheidspartijen hebben samen een Bestuursovereenkomst (BOK) afgesloten. Tevens is de organisatie, die Meerstad gaat realiseren, opgericht: de grondexploitatie maatschappij Meerstad (GEMM). De partijen die deel nemen aan de GEMM zijn: de gemeenten Groningen en Slochteren, de provincie Groningen, het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en vier marktpartijen: Amstelland Deelnemingen Grondbedrijf B.V., Hanzevast Projectrealisatie 4 B.V., Heijmans Vastgoed Realisatie B.V. en GIP Groningen I B.V. Een project van een dergelijke omvang en een looptijd van 20 jaar - uniek in Nederland -, gaat gepaard met risico's. Ook voor de betrokken overheidspartijen. De publieke partijen staan garant voor een deel van de ondernemings- en financieringsrisico's. De provincie neemt deel aan de financiële garantstelling voor het restrisico voor een bedrag van maximaal € 6 miljoen. Van dit bedrag is € 1 miljoen gestort. De storting van € 1 miljoen is bij de provincie geadministreerd als lening verstrekt aan enerzijds de Stichting Zeggenschap (groot € 2.000,--) en anderzijds de Stichting Kapitaal (groot € 48.000,-- en € 950.000,--). De Stichting Zeggenschap financiert met deze lening de storting van het geplaatste aandelenkapitaal in GEMM Beheer B.V. De Stichting Kapitaal financiert met de lening de storting van het kapitaal in GEMM C.V. en de aan GEMM C.V. ter beschikking gestelde achtergestelde lening. Conform de huidige gedragslijn hoeft hiervoor geen reservering gedaan te worden in het vrij beschikbare deel van het weerstandsvermogen. Voor de € 5 miljoen is dit conform de huidige gedragslijn binnen de provincie echter wel gebruikelijk. Dit betreft een mogelijk te lopen financieel risico. Afdekking van dit risico gebeurt vanuit de beschikbare vrije ruimte in het weerstandsvermogen. Dit betekent dat hiervoor 25% van € 5 miljoen, zijnde € 1,25 miljoen, is gereserveerd.
194
Weerstandsvermogen
1.14. Risico's bij aan- en verkoop gronden in de Ulsderpolder In de Ulsderpolder is landbouwgrond aangekocht. Deze grond behoudt de agrarische bestemming. De waarde van de grond als onderpand blijft dus ook - grosso modo - intact. Het mogelijke risico in de Ulsderpolder wordt nog verder beperkt door het uitgangspunt, dat de gronden (en de bedrijfsgebouwen) worden aangekocht tegen de reële agrarische waarde van het moment van aankoop. Daarmee wordt de basis gelegd om de gronden eveneens weer te verkopen tegen een prijs die een kopende landbouwer wil betalen. Een deel van de gronden is inmiddels verkocht. De aktepassering vindt plaats in november 2007. De overige gronden zijn inmiddels ook in de verkoop. Naar verwachting bestaat eind 2007 uitsluitsel over de verkoopprijs van deze gronden. Op basis van de huidige prognoses kan het oorspronkelijk geraamde risico van aan- en verkoop van gronden in de Ulsderpolder worden verlaagd van maximaal € 1.125.000,-- (bij aankoop van alle 420 ha landbouwgronden in de polder) tot maximaal € 200.000,-- (gebouwen en de aangekochte 140 ha land).
1.15. Afschrijving op gebouwen Voor aankoop gebouwen geldt hetzelfde uitgangspunt als voor aankoop grond. Daar komt bij, dat op voorhand geen onderbouwde uitspraak zijn te doen over een mogelijke af- of bijschrijving bij verkoop van gebouwen, omdat - meer dan bij grond - bij aankoop door een derde dit specifiek en maatwerk is. Gebouwen worden zo snel mogelijk doorgeleverd en dus niet verpacht. Ook geldt als uitgangspunt dat de gronden behorende bij de bedrijfsgebouwen zo veel mogelijk gebruiksvrij op korte termijn worden gehouden, teneinde snelle doorlevering van het gehele bedrijf mogelijk te maken. Daarnaast worden geen bedrijfsgebouwen aangekocht buiten de Ulsderpolder. In de polder ligt slechts 1 bedrijf bestaande uit 2 boerderijen met bijbehorende opstallen, welke in 2005 is aangekocht. In 2006 zijn beide boerderijen separaat te koop aangeboden aan ingelanden in de Ulsderpolder. Dit heeft in 2007 geleid tot verkoop van de beide boerderijen met bijbehorend land. Gezien de verwevenheid van de verkoop van de boerderijen en het land is een uitsplitsing hiervan niet zinvol. Eind 2007 verwachten wij de definitieve balans te kunnen opmaken van de aan- en verkoop van de agrarische bedrijfsgebouwen en land in de Ulsderpolder. Op basis van de huidige prognoses kan het oorspronkelijk geraamde risico van aan- en verkoop van gronden en gebouwen in de Ulsderpolder worden verlaagd van maximaal € 1.225.000,-- (bij aankoop van 1 bedrijf en alle 420 ha landbouwgronden in de polder) tot maximaal € 200.000,-- (gebouwen en de aangekochte 140 ha land).
1.16. Glastuinbouw Eemsmond Bij de Voorjaarsnota 2004 heeft u € 400.000,-- beschikbaar gesteld ten laste van de reserve Cofinanciering Kompas, teneinde de noodzakelijke voorbereidingskosten voor de uiteindelijke uitvoering van het project te kunnen financieren. Over de jaren is de verdeling als volgt: 2004: € 165.000,--, 2005: € 155.000,-- en 2006: € 80.000,--. Het project zal kostendekkend worden uitgevoerd. De kosten die in de voorfase van het project worden gemaakt, zullen zoveel mogelijk worden doorberekend in de uiteindelijke grondprijs. Als dat niet mogelijk is, zal een vereffening via het fonds cofinanciering Kompas worden nagestreefd. Indien het totale project niet doorgaat kunnen deze kosten niet gedekt worden uit het fonds cofinanciering Kompas. De tot dan toe bestede middelen moeten in dat geval als verlies worden afgeboekt. In de procedure voor wijziging van het bestemmingsplan (tweede helft 2007) is een duidelijk go/no-go moment opgenomen, zodat het daadwerkelijk risico beduidend lager is.
1.17. Persleiding Groningen - Delfzijl In 2006 is opdracht verleend door Waterschap Noorderzijlvest voor de uitvoering van de werkzaamheden ten behoeve van de rioolpersleiding. De geraamde kosten bedragen € 12 miljoen. De door de aannemer te gebruiken beoogde techniek voor de sanering van de rioolpersleiding blijkt, na een proefstuk, te functioneren. Het waterschap Noorderzijlvest heeft de kostenbegroting dan ook nog niet gewijzigd. De kosten zijn als volgt verdeeld: VROM : € 6 miljoen Waterschappen : € 4,05 miljoen Provincie Groningen : € 1,35 miljoen Gemeente Groningen : € 0,6 miljoen.
Weerstandsvermogen
195
In het convenant rioolpersleiding is afgesproken dat de partijen zich verbinden om, indien overschrijding van de kosten onontkoombaar is, tot overeenstemming komen over de financiering van de kostenoverschrijding. VROM heeft toegezegd maximaal 50 procent bij te dragen in de kosten met een maximum van € 9 miljoen. Formeel moet deze toezegging nog schriftelijk worden ontvangen. De provinciale bijdrage wordt gedekt uit de provinciale reserve Bodemsanering. Bij de Voorjaarsnota 2006 is € 0,8 miljoen beschikbaar gesteld uit het flexibel budget om de financiële risico's met betrekking tot dit project af te dekken, deze middelen zijn bij de jaarrekening 2006 vrijgevallen. Het risico van een eventuele kostenoverschrijding wordt nu opgenomen binnen het provinciale weerstandsvermogen.
1.18. Specifieke uitkeringen voor hoofdkanalen Naar aanleiding van het rapport van de Commissie Brinkman inzake specifieke uitkeringen hebben de provincies Groningen en Friesland en het Rijk een intentieovereenkomst gesloten. De intentie is dat de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl in beheer bij de provincies blijft en dat onderhoud en exploitatie van de zijtakken (waaronder het Winschoterdiep en de Rensel) door het Rijk wordt afgekocht. Over de voorwaarden en de financiële aspecten vindt overleg plaats. Het is nog onzeker of voldoende middelen worden verkregen voor met name onderhoud en exploitatie van de zijtakken.
1.19. Kunstwerken wegen en kanalen In het kader van Actualisering Herijking Infrastructuur (H2i2) is besloten de kunstwerken Helwerdertil, Eelswerdertil en brug Matsloot te vervangen in de periode tot 2010. De Helwerdertil en de Eelswerdertil zijn in 2006 vervangen. Daarnaast is geconstateerd dat een aantal andere kunstwerken binnen afzienbare tijd aan vervanging toe is. Voor het vervangen van deze kunstwerken zijn nog geen middelen beschikbaar gesteld. Sinds 2001 (H2i) beschikken wij met het oog op de toestand van deze kunstwerken over een calamiteitenpot kunstwerken. Hieruit kan worden geput indien zich onverhoopt bij deze kunstwerken acute problemen voordoen die om een oplossing vragen. Van deze pot is de jaren er na een aantal keren gebruik gemaakt. In 2005 (H2i2) is deze pot weer aangevuld tot de oorspronkelijke € 476.639,--. In 2006 is opnieuw een beroep gedaan op deze pot voor de kunstwerken brug Nieuweklap (N355) en de brug Mensingeweer (N984), waarmee in totaal € 235.000,-- was gemoeid. Het saldo van de calamiteitenpot kunstwerken bedraagt € 241.639,--. Inmiddels zijn al onze (vaste) kustwerken globaal geïnspecteerd door een gespecialiseerd bureau. Op basis van de aangetroffen situatie en de kostenprognose is een meerjarenonderhoud- en vervangingsschema opgesteld. Daarbij is aangegeven dat op korte termijn bij een 20-tal kunstwerken gedetailleerd onderzoek moet worden uitgevoerd. Tevens moet op korte termijn een grote onderhoudsachterstand worden weggewerkt. De kostenprognose voor dit meerjarenonderhoudsplan ligt aanzienlijk hoger dan het nu beschikbare budget. Het uitstellen van onderhoud in de prioriteitscategorie duurzaamheid (constructief) zal in de volgende jaren leiden tot hogere beheer- en onderhoudskosten met verminderde veiligheid voor de gebruikers.
1.20. Civiele procedure over schuur met aanbouw Ten behoeve van de beweegbare brug over het Eemskanaal zijn, als onderdeel van de ombouw/verbetering van de N33, eind jaren tachtig ophogingen van grond/zand gemaakt. Vanwege de weinig draagkrachtige ondergrond ter plaatse is bij de uitvoering van de grondwerkzaamheden grote zorg besteed aan het voorkomen c.q. beperken van stabiliteitsproblemen. De gedragingen van de ondergrond zijn voortdurend gevolgd, opdat tijdig ingegrepen zou kunnen worden indien zich problemen zouden voordoen. De heer Hummel te Appingedam vordert schadevergoeding van de provincie voor volgens hem geleden schade aan zijn schuur met aanbouw. De provincie wijst de vordering af omdat zij naar haar mening zorgvuldig heeft gehandeld en van oordeel is dat de schade niet kan zijn veroorzaakt door de werkzaamheden. De heer Hummel heeft een civiele procedure aangespannen tegen de provincie. De vordering bedraagt € 114.308,79 te verhogen met wettelijke rente en kosten (nog onbekend). Inmiddels is een comparitie alsmede gerechtelijke plaatsopneming gehouden op 23 november 2006. Na de plaatsopneming en comparitie is beide partijen gevraagd om in overleg met elkaar aan te geven aan de rechtbank welke de vervolgstap moet zijn. Een mogelijke vervolgstap is de aanwijzing van een deskundige door de rechtbank. Nu de eindafrekening van de N33-Noord in 2007 gereed zal zijn, moet een voor de provincie ongunstige uitspraak als mogelijk risico worden aangemerkt.
196
Weerstandsvermogen
1.21. Extern veiligheidsbeleid De kosten voor het uitvoeringsprogramma extern veiligheidsbeleid 2006 - 2010, waaronder personele kosten voor 6,2 fte, worden tot 2011 volledig vergoed door de subsidieregeling programmafinanciering EV-beleid voor andere overheden 2006-2010. Formeel is sprake van een eindige financiering. In de toelichting op de subsidieregeling is echter aangegeven dat de gelden na 2011 zullen worden verdeeld via het Provinciefonds en het Gemeentefonds. Aan deze overgang van de financiering kleven twee risico's die kunnen leiden tot een vermindering van de vergoedingen. Dit zijn: 1. het Rijk vermindert de totale gelden voor externe veiligheid; 2. binnen het Provinciefonds vloeit het extra geld naar andere provincies. De risico's zijn niet concreet. Dat worden ze pas als de verdeelsleutel bekend is. Het ministerie van VROM zal die in 2008 vaststellen. Bij een lagere uitkering ontstaat een wachtgeldrisico. Dit risico omvat twee aspecten: de kans dat het wachtgeld daadwerkelijk moet worden betaald én de hoogte van het wachtgeld. In de jaren 2009 en 2010 is de kans op wachtgeld minimaal. Daarna zal naar verwachting voor één medewerker in de periode tussen 1 januari 2011 en 1 juli 2013 wachtgeld (circa € 115.000,--) moeten worden betaald.
1.22. Actieplan Cultuurbereik Voor de uitvoering van het Actieplan Cultuurbereik 2005-2008 ontvangen wij rijksmiddelen in het kader van cultuurbereik. Het Rijk heeft hier voorwaarden aangebonden. Eén van de voorwaarden terzake is dat deze middelen niet gebruikt mogen worden voor het geven van (structurele) exploitatiesubsidies. Aan een viertal instellingen zijn echter middelen verstrekt met een dergelijk omschrijving. Afdeling Cultuur en Welzijn geeft aan dat hiervoor impliciet toestemming is verkregen van het Rijk doordat de betreffende instellingen in de subsidieaanvraag van de provincie Groningen aan het Rijk zijn genoemd. Formeel gezien voldoen wij echter niet aan de voorwaarden en bestaat de kans dat het Rijk de betreffende middelen ad circa € 100.000,-- per jaar gaat terugvorderen. Om duidelijkheid te verkrijgen op dit punt hebben wij op 25 mei 2007 een brief verstuurd aan het ministerie. Hierin geven wij aan dat de betreffende instellingen bijdragen leveren aan de realisatie van de geformuleerde ouputdoelstellingen van het Actieplan Cultuurbereik. Met de instellingen zijn afspraken gemaakt die beogen dat de middelen worden besteed aan activiteiten ten behoeve van de realisatie van de outputdoelstellingen. Aan het ministerie van OCW is gevraagd om in te stemmen met onze zienswijze. Telefonisch heeft OCW laten weten akkoord te gaan (14 juni 2007), een schriftelijke bevestiging moet nog volgen.
1.23. Wachtgeldregeling Statenleden Met ingang van 15 maart 2007 is in de verordening rechtspositie Statenleden een wachtgeldregeling voor Statenleden opgenomen. Indien Statenleden hierop een beroep doen zullen de kosten per Statenlid circa € 10.000,--, over een periode van twee jaar, bedragen.
1.24. Actualisatie projectrisico's Projecten waarvan uit de accountantsverklaring blijkt dat niet geheel conform de voorwaarden is gewerkt. In de loop van ieder jaar worden veel projecten afgerond. Op grond van de subsidievoorwaarden worden hierbij accountantsverklaringen afgegeven. In de meeste gevallen geeft de accountant een goedkeurende verklaring af. Soms wordt wel een opmerking gemaakt. Voor een goed zicht op de aard van deze opmerkingen zijn deze hieronder in beeld gebracht. Wij hebben alleen de nog lopende risico's weergegeven naar aanleiding van accountantsverklaringen die zijn gedateerd tot en met 24 april 2007. Wij worden geconfronteerd met strengere eisen van onze subsidiegevers. Dit leidt tot opmerkingen in de afgegeven accountantsverklaringen bij projecten. Hierbij valt te denken aan: termijnoverschrijdingen, uitvoering van het werk gestart voordat de definitieve beschikking is afgegeven, of de accountant geeft aan dat niet vastgesteld kan worden dat naast subsidie van het Rijk ook andere subsidies zijn verkregen.
Weerstandsvermogen
197
In veel gevallen gaat het bij dergelijke projecten om risico's die qua omvang binnen onze normale bedrijfsvoering kunnen worden opgelost. Uiteraard zullen wij passende maatregelen treffen om de risico's zoveel mogelijk te beperken. De wijzigingen ten opzichte van de vermelde projectrisico's in de jaarrekening 2006 zijn cursief weergegeven. Tabel 1.2.: Bevindingen van de accountant bij de afrekening van projecten Project
Opmerking accountant
1. Programma Stads- en Dorpsvernieuwing 2004
Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij de aandacht op artikel 41a waarin is opgenomen dat het fonds niet groter mag zijn dan het bedrag van de laatste vier uitgekeerde jaarlijkse bijdragen. Het saldo van het fonds ad € 5.345.000,-ultimo 2004 overschrijdt echter de totale bijdragen van de laatste vier jaar ad € 1.484.000,--.
2. Tijdelijk besluit uitkeringen Jeugdzorg (Afrekening 2005)
De juistheid en volledigheid van het aantal aan- en afmeldingen aan LBIO jaar t-2 door Bureau Jeugdzorg is, op grond van bevindingen van de accountant van Bureau Jeugdzorg, niet vast te stellen doordat het IJsysteem niet voorziet in een registratie hiervan.
Dit is een landelijk probleem en zal niet tot problemen leiden m.b.t. de verantwoording 2005 en 2006. Richting Bureau Jeugdzorg zijn inmiddels acties ondernomen om dit probleem voor de verantwoording 2007 op te lossen.
3. Vaarweg Lemmer Delfzijl: Verruiming fase B en vervanging brug Eibersburen
Wij vestigen uw aandacht op artikel 2.4 uit de beschikking d.d. 12 en 13 oktober 2006 met kenmerk DNN 2006/4803 en 2006/4675. In dit artikel is opgenomen dat de voortgangsrapportages binnen vier weken na afloop van een kalenderhalfjaar ingediend moeten zijn. Aan deze voorwaarde is niet voldaan.
Ondanks het feit dat Rijkswaterstaat geen problemen heeft met de "te late" indiening van deze voortgangsrapportages zullen wij ons inzetten om in de toekomst op tijd te rapporteren. Wel dient te worden opgemerkt dat een periode van vier weken inclusief accountantscontrole wel een korte periode is.
198
Weerstandsvermogen
Risico en mogelijke beheersmaatregelen Deze opmerking is een logisch gevolg van de eindigheid van de regeling Stads- en Dorpsvernieuwing. Inmiddels zijn gemeenten aangespoord om projecten af te rekenen met de provincie. De stand van de voorziening per ultimo 2006 bedraagt circa € 4,6 miljoen. Niet besteedde SDV middelen zullen uiteindelijk vloeien naar de middelen voor de Investeringsregeling Stedelijke Vernieuwing (ISV). Alle middelen zijn beschikt maar projecten kunnen goedkoper uitvallen of niet worden uitgevoerd. In 2007 zullen wij een monitor houden onder gemeenten over de door hen nog uit te voeren projecten.
2. Financieringsparagraaf 2008 2.1. Algemeen Bij het functioneren van de provincie Groningen speelt de financiële sturing een steeds belangrijkere rol. Door de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt, de verdere decentralisatie van overheidstaken en niet in de laatste plaats de kassiersfunctie die de provincie uitoefent voor het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN), wordt de provincie gedwongen een steeds actiever financierings- en treasurybeleid te voeren. De treasuryfunctie bij de provincie Groningen richt zich op: a. de beheersing van de in- en uitgaande geldstromen; b. beschermen van vermogen en resultaten tegen financiële risico's zoals rente- en beleggingsrisico's; c. verkrijgen en behouden van vermogensverschaffers, alsmede de toegang tot de vermogensmarkt; d. het rendabel maken van liquiditeitsoverschotten. Als algemene doelstelling geldt dat renterisico's en renteresultaten dienen te worden beheerst door te streven naar een grote mate van zekerheid over de renteresultaten in de tijd. Als afgeleide hiervan streeft de provincie Groningen ernaar marktconforme prijzen te realiseren door, voordat een transactie wordt aangegaan, meerdere offertes te vragen en deze met elkaar te vergelijken. Daarnaast wordt uitsluitend risicomijdend uitgezet. Naast de treasuryfunctie van de provincie zelf, wordt ook de treasuryfunctie en het kasbeheer van de SNN-middelen uitgevoerd.
2.2. Ontwikkeling rentetarieven Het verloop van de rentetarieven van de geld- en kapitaalmarkt van 2004 tot en met 2006 en de verwachting voor 2007 en 2008 staat vermeld in onderstaand overzicht. Voor de geldmarkt is uitgegaan van het 3-maands Euribortarief en voor de kapitaalmarkt is rekening gehouden met geldleningen met een looptijd van 10 jaar. Verloop rentetarieven geld- en kapitaalmarkt van 2004 tot en met 2006 en de verwachting voor 2007 en 2008
5,0
percentage
4,5 4,0 3,5 3,0 2,5 2,0 1,5 2004
2005
2006
2007
2008
jaren geldm arkt
kapitaalm arkt
Financiering
199
De onderstaande renteverwachtingen zijn naar de situatie medio april 2007.
2.2.1. Kapitaalmarkt De verwachting, naar de situatie medio april 2007, van een zestal grootbanken voor de kapitaalmarktrente (lange rente) is dat de 10-jaars onderlinge verrekenrente van de banken - de zogenaamde swaprente - in 2008 zal gaan stijgen van 4,32% naar 4,48%.
2.2.2. Geldmarkt De ECB richt zich volledig op het handhaven van prijsstabiliteit. De huidige stand van de refirente (basisherfinancieringsrente) bedraagt 3,75%. De verwachting is dat de refirente ultimo 2007 tot 4,25% zal zijn gestegen. De verwachting is dat eind 2008 de rente gedaald zal zijn tot 4,00%. Voor 2008 verwacht men een gemiddelde refirente van 4,17%.
2.3. Financieringsbeleid 2008 De provincie Groningen heeft een voorzichtig doch degelijk beleggingsbeleid, passend binnen de kaders van het treasurystatuut. Uitzettingen in speculatieve zaken zijn niet aan de orde. Een en ander betekent wel dat niet het hoogste rendement wordt behaald, zoals mogelijk zou kunnen zijn bij uitzettingen in aandelen, opties of andere derivaten. De uitvoering van het treasurybeleid wordt naast het gestelde in door de rijksoverheid vastgestelde wet- en regelgeving, zoals Provinciewet, Wet FIDO, ministeriële regelingen, het Besluit Begroting en Verantwoording, de Financiële Verordening Provincie Groningen en de hierop gebaseerde nadere uitvoeringsregels van Gedeputeerde Staten, het treasurystatuut voor de provincie Groningen, het Delegatiebesluit Provinciale Staten - Gedeputeerde Staten provincie Groningen 1990, het Bevoegdhedenbesluit Gedeputeerde Staten 2004, het Bevoegdhedenbesluit Commissaris van de Koningin 2004 evenals de Administratieve Organisatie (AO) Treasury. Naar aanleiding van de rechtmatigheidcontrole over 2004, werd het treasurystatuut met ingang van 2005 aangepast. De belangrijkste wijzigingen betroffen het Mandaat geldmarkttransacties en de rapportages. In het periodieke treasuryoverleg SNN worden de resultaten over de afgelopen periode besproken en worden tevens de te verwachten kasstromen voor de komende periode vastgelegd. In dit overleg zijn ambtenaren van de drie noordelijke provincies vertegenwoordigd en medewerkers van het SNN.
2.3.1. Meerjarige liquiditeitsprognose 2008-2011 Voor het bepalen van de kasstromen van de gelden die de provincie Groningen onder haar beheer heeft wordt een meerjarige prognose opgesteld. De bronnen van deze meerjarenraming zijn: • de Programmabegroting 2008 van de Provincie Groningen inclusief de meerjarenraming; • de liquiditeitsplanning van het SNN; • de Begroting 2008 van de Regiovisie; • meerjarige prognose van de Blauwestad. Deze prognose wordt periodiek bijgesteld. De meerjarenprognose vormt samen met de rentevisie de basis voor het opvragen van offertes voor het uitzetten - dan wel het aantrekken - van gelden voor een periode langer dan één jaar.
2.3.2. Liquiditeitsprognose 2008 Er wordt een voortschrijdende 12-maandsprognose uit de meerjarenprognose 2008-2011 gehaald. Deze prognose wordt wekelijks bijgesteld aan de hand van de werkelijkheid. De voortschrijdende 12-maands-prognose vormt samen met de rentevisie de basis voor het opvragen van offertes voor het uitzetten - dan wel het aantrekken - van gelden voor een periode van één maand tot één jaar.
200
Financiering
2.4. Uitzettingen 2.4.1. Kortlopende uitzettingen Voor de raming van de rente van de kortlopende middelen wordt voor 2008 4,00% als uitgangspunt genomen. Voor de kortlopende geldbehoefte wordt gebruik gemaakt van dag- en kasgelden. Verwacht wordt dat in 2008 incidenteel tot een maximum bedrag van € 5,0 miljoen zal worden opgenomen. Voor de uitzetting van de liquiditeiten, tot maximaal één jaar, wordt gekozen voor deposito’s en spaarrekeningen bij financiële instellingen met minimaal een A/P1-rating. Verwacht wordt dat gemiddeld € 74,0 miljoen kan worden uitgezet à 4,00%. Dit bedrag is als volgt te specificeren: Daggelden Deposito's en spaarrekeningen Deposito's en spaarrekeningen (nazorg) totaal
10,0 miljoen 60,0 miljoen 4,0 miljoen 74,0 miljoen
2.4.2. Toezicht kortlopende middelen Aan de toezichthouder, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkszaken, wordt ieder kwartaal de liquiditeitspositie gezonden per begin van de maand. Voor de bepaling van de liquiditeitspositie wordt gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van het begrotingstotaal. Het saldo van de netto vlottende schuld mag deze limiet niet overschrijden. Een vlottende schuld ontstaat als de kortlopende schulden hoger zijn dan de kortlopende activa, met andere woorden er worden kortlopende schulden gebruikt voor de financiering van vaste activa. Dit percentage is voor 2008 vooralsnog geraamd op 7,0%. De schuld in rekening-courant aan het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) wordt op de balans als vlottende schuld geboekt. Ten behoeve van het bovengenoemde overzicht wordt € 36,8 miljoen als langlopende schuld aangemerkt. Dit is het deel dat langlopend is uitgezet ten behoeve van het SNN. Voor de provincie Groningen bedraagt de kasgeldlimiet voor 2008 7,0% van € 320.900.378,-- = € 22.463.026,--. Verwacht wordt dat deze limiet in 2008 niet structureel zal worden overschreden.
2.4.3. Langlopende uitzettingen Voor het uitzetten c.q. beleggen van gelden voor een periode langer dan één jaar wordt gekozen voor financiële instellingen met een minimale AA-rating (rating volgens Moody's creditratings). Per 1 januari 2008 zal in totaal € 119,3 miljoen op langere termijn zijn uitgezet c.q. belegd tegen een gemiddeld rendement van ca. 4,67%. Dit rendement wordt in hoofdzaak bereikt door de achtergestelde lening verstrekt aan Essent ad € 26,6 miljoen à 9,00% per jaar. Er zal belegd worden in garantieproducten, obligaties, onderhandse geldleningen en overige beleggingen. Dit bedrag is als volgt te specificeren: Garantieproducten Obligaties Deposito Onderhandse geldleningen totaal
47,4 miljoen 18,9 miljoen 5,0 miljoen 48,0 miljoen 119,3 miljoen
Financiering
201
Garantieproducten met hoofdsomgarantie (totale waarde per 1 januari 2008 € 47,4 miljoen): • Op 23 februari 2006 is er een bedrag van € 7,5 miljoen voor 5 jaar uitgezet. De rating van de debiteur is AA. Het netto rendement is minimaal 2,384% en maximaal 5,686% per jaar. Jaarlijks vindt op 23 februari een koersclick plaats, voor het eerst op 23 februari 2007. De koersclick is gebaseerd op het verloop van de Dow Jones Euro Stoxx 50. De koersclick per 23 februari 2007 is 11,4%. Gelet op de click kan er na het 1e beleggingsjaar het maximale rendement van 5,686% worden bijgeschreven. In verband met het voorzichtigheidsbeginsel wordt in de eerste jaren van de uitzetting het minimale rendement van 2,384% bijgeschreven. De administratieve waarde van de uitzetting bedraagt per 1 januari 2008 € 7,8 miljoen. • Op 22 februari 2006 is er een bedrag van € 7,5 miljoen voor 5 jaar uitgezet. De rating van de debiteur is AA. Het minimum netto rendement is 0,881% en het maximum rendement ligt tussen 4,464% en 10,434% per jaar. Jaarlijks vindt op 22 februari een koersclick plaats, voor het eerst op 22 februari 2007. De koersclick is gebaseerd op het verloop van de Dow Jones Euro Stoxx 50. De koersclick per 22 februari 2007 is 11,08% (maximum is 13,0 %). In verband met het voorzichtigheidsbeginsel wordt in de eerste jaren van de uitzetting het minimale rendement van 0,881% bijgeschreven. De administratieve waarde van de uitzetting bedraagt per 1 januari 2008 € 7,6 miljoen. • Op 25 mei 2004 is een bedrag van € 12,5 miljoen (SNN-middelen) voor een periode van 5 jaar uitgezet. Het netto rendement is minimaal 2,83% en maximaal 5,92% per jaar. Jaarlijks vindt op 25 mei een koersclick plaats, voor het eerst op 25 mei 2005. Deze koersclick bedroeg in 2005 13,4%. De koersclick per 25 mei 2006 bedroeg 18,8% De koersclick is gebaseerd op het verloop van de koers van de Dow Jones Euro Stoxx 50. In verband met het voorzichtigheidsbeginsel wordt het minimale rendement van 2,83% per jaar bijgeschreven op de uitzetting. Administratieve waarde van deze uitzetting is per 1 januari 2008 € 13,8 miljoen. Bij het afsluiten van het garantieproduct - via Loyalis Financial Services - was de rating van de uitzetting een AA-rating met een stabiele outlook. Het garantiedeel werd ondergebracht bij de Nationale Investeringsbank (NIB) Capital Bank NV. Door de verkoop van NIB Capital NV in 2005 is de rating van het garantiedeel van de uitzetting verlaagd van een AA-rating naar een A-rating. Informatie leert dat de huidige eigenaren van de NIB maatregelen hebben genomen om de onderneming zijn AA-status terug te bezorgen. In het treasurystatuut van de provincie Groningen is onder meer bepaald dat, indien de rating van een geldnemer daalt beneden de door de provincie gestelde kredietwaardigheideisen, onderzocht dient te worden op welke termijn de afgesloten overeenkomst eventueel beëindigd zou kunnen worden en tegen welke kosten, bijvoorbeeld een boete. Begin 2006 is door ons de afweging gemaakt geen reparatie dan wel verdere acties uit te voeren. Verder voldoet de uitzetting nog steeds aan de bepalingen van de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO). Overigens brengt het aanhouden van het product geen aanvullende financiële risico's met zich mee. • Op 15 maart 2003 is een bedrag van € 15,0 miljoen voor 10 jaar uitgezet. De rating van de debiteur is AA. Het nettorendement is minimaal 4,038% en maximaal 7,602% per jaar. Jaarlijks vindt op 14 maart een koersclick plaats, voor het eerst op 15 maart 2004. De koersclick is gebaseerd op het verloop van de koers van de Dow Jones Euro Stoxx 50. De stijging van de koers is als volgt: o 1e jaar 32,5% (per 14 maart 2004); o 2e jaar 11,1% (per 15 maart 2005); o 3e jaar 25,3% (per 14 maart 2006); o 4e jaar 1,9% (per 14 maart 2007). Gelet op de clicks kan er na het 1e , 2e en het 3e uitzettingsjaar het maximale rendement van 7,602% bijgeschreven worden. De som van de clicks is na 4 jaar totaal 34,9 %. Wanneer de som van de clicks boven 50,0% komt, stijgt het rendement boven de tot nu toe bijgeschreven 4,038% per jaar. In verband met het voorzichtigheidsbeginsel wordt in de eerste jaren van de uitzetting het minimale rendement 4,038% per jaar bijgeschreven. De administratieve waarde van de uitzetting bedraagt per 1 januari 2008 € 18,1 miljoen. Het betreft gelden van de voorziening Nazorg stortplaatsen.
202
Financiering
Obligaties (totale waarde per 1 januari 2008 € 18,9 miljoen): • Op 14 februari 2006 is er voor een bedrag van € 5.177.500,-- obligaties (inclusief € 177.500,-agio) aangekocht met een AA-rating. De agio wordt lineair afgeschreven. Het gemiddelde rendement van deze obligaties bedraagt 3,54% per jaar. De obligaties zullen worden afgelost in januari 2011. De administratieve waarde van deze uitzetting bedraagt per 1 januari 2008 € 5,1 miljoen. • Op 1 juni 2004 is de provincie toegetreden tot een obligatiefonds. Er is op die datum € 12,5 miljoen in het fonds gestort. De gemiddelde rating van de obligatieportefeuille is AA. De looptijd van deze uitzetting is 5 jaar en de renteverwachting is 4,25% per jaar. De duration (economische looptijd) van de obligaties ligt tussen de 4 en 6 jaar. Het rendement uit deze belegging wordt behaald uit de reguliere couponuitkering en het koersresultaat van aan- en verkoop van de obligaties. Het rendement over 2004 bedroeg 7,31%. Het hoge rendement over 2004 werd veroorzaakt door het positieve koersresultaat van de obligaties. De koersen van de obligaties stegen door de dalende rente. Het rendement over 2005 bedroeg 3,96%. Het lagere rendement over 2005 werd veroorzaakt door het negatieve koersresultaat van de obligaties. De koersen van de obligaties daalden door de stijgende rente. Het rendement over 2006 is 5,35%. De nettorendementen zijn aan het fonds toegevoegd. De administratieve waarde bedraagt op 1 januari 2008 € 13,9 miljoen (het betreft hier SNN-gelden). Deposito (totale waarde per 1 januari 2008 € 5,0 miljoen): Op 15 februari 2006 is er een bedrag van € 5,0 miljoen uitgezet middels een deposito voor een periode van 5 jaar. De rating van de debiteur is AA. Het rendement is maximaal 4,0% per jaar. Het maximum rendement wordt behaald indien het rentetarief van de 6-maands Euribor zich de komende jaren binnen een bepaalde bandbreedte beweegt. Doordat de korte rente in het 1e jaar van de uitzetting sneller is gestegen dan verwacht en zich buiten de bandbreedte bewoog, is het rendement over het 1e jaar 2,00%. Onderhandse geldleningen (totale saldi per 1 januari 2008 € 48,0 miljoen): Achtergestelde lening Essent à 9,00 % Achtergestelde lening GEMM CV à 6,50 % Waterschappen Noorderzijlvest en Hunze & Aa's: o 4,48 % per 01-10-2008 o 4,25 % per 31-10-2008 (SNN-lening) totaal
26,6 1,0
miljoen miljoen
11,3 miljoen 9,1 miljoen 48,0 miljoen
In onderstaand worden de specifieke uitzettingen voor de nazorg stortplaatsen en de SNN-middelen op een rijtje gezet. Uitzettingen middelen nazorg stortplaatsen De totale uitzettingen voor de voorziening nazorg stortplaatsen zijn per 1 januari 2008: Garantieproduct 4,038 % - 7,602 % Deposito's en spaarrekeningen totaal
18,1 miljoen 4,0 miljoen 22,1 miljoen
Uitzettingen SNN-middelen De totale uitzettingen voor het SNN zijn per 1 januari 2008: Garantieproduct 2,83 % - 5,92 % Obligaties verwacht rendement 4,25 % Onderhandse geldlening 4,25 % totaal
Financiering
13,8 miljoen 13,9 miljoen 9,1 miljoen 36,8 miljoen
203
2.4.4. Langlopende opgenomen middelen Per 1 januari 2008 resteren een drietal onderhandse geldleningen, te weten: Per 01-10-2008 à 4,48 % Per 01-04-2009 à 4,16 % Per 11-05-2008 à 1,00 % totaal
11,3 miljoen 12,5 miljoen 1,1 miljoen 24,9 miljoen
2.4.5. Toezicht langlopende middelen Het renterisico op de vaste schuld kan worden berekend door te bepalen welk deel van de langlopende leningen in enig jaar moet worden geherfinancierd. De wet stelt normen voor het risico van de vaste schulden. Met het stellen van deze normen wordt een kader gesteld om tot een zodanige opbouw van de langlopende leningen te komen, dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. De renterisiconorm voor de provincie Groningen is voor het jaar 2008 20 % van € 24.945.505,-- (vaste schuld op 1-1-2008) is € 4.989.000,--. Op 1 oktober 2008 zal € 11,3 miljoen worden afgelost op de opgenomen langlopende geldleningen. Op 1 oktober 2008 wordt € 11,3 miljoen en op 1 november 2008 € 9,1 miljoen terugontvangen van twee onderhandse geldleningen die in het verleden zijn verstrekt aan het Zuiveringsbeheer Provincie Groningen (ZPG). Herfinanciering is daarom niet aan de orde. Onderstaand is een aflossingsschema opgenomen van de door de provincie op langlopende leningen af te lossen bedragen en de door de provincie te ontvangen bedragen op uitgezette (onderhandse) geldleningen. Hieruit blijkt dat de renterisiconorm door de provincie de komende jaren niet overschreden zal worden doordat de te ontvangen aflossingen ruimschoots de te betalen aflossingen overschrijden. Het totale aflossingsschema per jaar: Jaar 2008 2009 totaal
204
Leningen o/g 11.344.505 12.500.000 23.844.505
Leningen u/g ZPG 20.420.110 20.420.110
Financiering
Saldo -9.075.605 12.500.000 3.424.395
3. Bedrijfsvoering 3.1. Personeel & Organisatie 3.1.1. Organisatieontwikkeling In het collegeprogramma is, op aangeven van het MT, aandacht voor de kwaliteit en de omvang van de provinciale organisatie in de komende periode omdat de provincie de komende tijd voor een aantal belangrijke veranderingen en uitdagingen staat. Deze uitdagingen en veranderingen hebben te maken met vele facetten van de beleidsvorming en -uitvoering en de bedrijfsvoering. Van omgaan met de verschillende maatschappelijke organisaties met allemaal verschillende belangen, wijzigende inzichten en opdrachten vanuit het Rijk, maar zeker ook met burgers tot meer interne veranderingen op het gebied van digitalisering, informatietechnologie, procesgeöriënteerd werken, etc. Onzeker daarbij is op dit moment nog welke gevolgen de uitwerking van de voorgenomen plannen van het kabinet Balkenende voor de provincie(s) hebben. In grote lijnen staat in het bestuursprogramma “Slagvaardig en sociaal” aangegeven in welke richting de organisatie zich ontwikkelt in de komende periode. Uitgangspunt voor de MT-brief is geweest het programma "van verander- naar ontwikkelagenda: Perspectief 2010". Daarin wordt een globale schets gegeven van de toekomstige organisatie: hoogwaardig, klein en flexibel, minder lijn en meer horizontale samenwerkingsvormen. Uit de MT-brief blijkt dat er, deels door intensivering, op een aantal punten in de organisatie behoefte is aan kwaliteitsverbetering, zowel wat betreft specifieke kennis en kunde alsook in omvang van formatie. Voor zowel de uitbreiding als de kwaliteitsverbetering zijn middelen uitgetrokken. Verder wordt de komende jaren verder gewerkt aan productiviteitsverhoging en bestuurlijke/ambtelijke selectiviteit. (bedragen x € 1.000,--) Omschrijving 2008 2009 2010 2011 i/s Intensiveringen Ontwikkelingen in beleid Ontwikkelingen in informatie (-technologie) Ontwikkelingen t.a.v. inkoop totaal intensivering
456 57
608 76
608 76
608 76
s s
114 627
152 836
152 836
152 836
s s
-210 -420 -630
-420 -840 -1.260
-630 -1.260 -1.890
- 840 -1.680 -2.520
s s
Bevriezen accressen materiële uitgaven Efficiëntere inkoop concern € 20.000.000 Efficiëntere inkoop blauw € 10.000.000 subtotaal bezuiniging overig AKP
-250 -125 -375
-287 -500 -250 -1.037
-628 -750 -375 -1.753
-985 -1.000 -500 -2.485
s s s
totaal extensivering
-1.005
-2.297
-3.643
-5.005
s
Per saldo structureel
- 378
-1.461
-2.807
-4.169
s
Incidentele kosten 1 Extra investering in kennis Frictiekosten Totaal
500 1.000 1.500
500 1.000 1.500
500 1.000 1.500
500 1.000 1.500
i i i
Totaal incidenteel en structureel
1.122
-1.307
-2.669
Extensiveringen Bestuurlijke selectiviteit Productiever werken subtotaal bezuiniging op formatie
39
In de laatste kolom staat “s” voor structureel en “i” voor incidenteel. 1
Deze kosten worden opgevangen ten laste van het rekeningresultaat 2006
Bedrijfsvoering
205
3.1.2. Personeelsbeleid Onlangs hebben wij de nota strategisch Personeels- en Organisatiebeleid vastgesteld. Hierin zijn actuele thema’s opgenomen die de komende tijd verder worden uitgewerkt. Doel hiervan is ook op termijn te kunnen beschikken over een personeelsbestand dat in staat is en blijft om op kwalitatief goed niveau te presteren. Het gaat onder meer om de volgende thema’s: • Vergrijzing en ontgroening: De gemiddelde leeftijd bedraagt inmiddels circa 47 jaar en heeft de neiging verder op te lopen. • Formatie- en personeelsplanning: In de afdelingen wordt nagedacht over de vraag hoe de ontwikkeling van de organisatie wordt vertaald in de formatieplannen: welke kwaliteiten zijn wanneer en in welke omvang nodig. Dit wordt gelegd naast de competenties van medewerkers. Op deze wijze ontstaat een beeld van de ontbrekende kwaliteiten. Dit kan deels worden ingevuld door opleidingsplannen en deels door het aantrekken van nieuwe medewerkers. • Aantrekkelijk werkgeverschap en arbeidsmarkt: De uitgangspositie van de provincie is op dit punt gunstig. Er is veel hoogwaardige arbeid, er zijn goede relaties met de omgeving, er zijn goede loopbaanperspectieven en de arbeidsvoorwaarden zijn goed. Diversiteitbeleid zal, zoals ook vorig jaar aangegeven, meer aandacht moeten krijgen. Deze onderwerpen zullen de komende tijd worden uitgewerkt in concrete actieprogramma’s.
3.1.3. CAO Op 1 juni 2007 is de provinciale CAO afgelopen. Er wordt een begin gemaakt met de onderhandelingen voor de nieuwe CAO. Al eerder hebben we de verwachting uitgesproken dat er door het aantrekken van de economie druk komt op de loonontwikkeling. De nieuwe CAO voor het Rijk is een goede indicatie voor de ruimte die de komend tijd nodig zal zijn. Er worden de komende tijd geen grote verandering op het gebied van de sociale zekerheid verwacht. De op interprovinciaal niveau gesignaleerde trends komen op hoofdlijnen overeen met onze notitie over strategisch P&O-beleid. De bedoeling is om landelijk afspraken te maken over: • ontwikkeling en mobiliteit van personeel; • arbeidsmarkt; • differentiatie arbeidsvoorwaarden (mogelijkheden om meer en langer te werken, verantwoorde loonontwikkeling); • gezond werken. Dit binnen een evenwichtig stelsel van sociale zekerheid en pensioenen.
3.2. ICT-beleidsplan 2007-2009 In het voorjaar van 2007 is het Strategisch ICT beleid 2007-2009 goedgekeurd door Statencommissie Bestuur en Financiën en daarmee het meerjarenprogramma Grondig. Voor 2007 worden in Grondig projecten gestart die onder meer: a. interne processen verder ondersteunen door het nader uitwerken van het digitaliseren op basis van het P8-concept; b. nader vormgeven aan het programma de Andere Overheid; c. de ontwikkeling van de organisatie ( o.a. huisvesting) mede mogelijk maken via ICT-infrastructuur en -voorzieningen. Grondig is opgebouwd uit de twee deelprogramma's Bedrijfsvoering en Digitalisering. Welke samen met Metamorfose en Procesgeoriënteerd werken het programma "Onderweg naar 2010" vormen.
206
Bedrijfsvoering
3.3. Facilitaire dienstverlening De afdeling Facilitaire Zaken ondersteunt de medewerkers in het provinciehuis onder meer door optimale levering van facilitaire producten en diensten, binnen de randvoorwaarden van financiën, personele bezetting en afgesproken kwaliteit. Om deze producten en diensten zoveel mogelijk af te blijven stemmen op de wensen van de medewerkers onderzoeken we jaarlijks de mate van tevredenheid over de facilitaire dienstverlening.
3.4. Financiën & Control 3.4.1. Rechtmatigheidtoets Provinciale Staten zijn met ingang van 2004 verplicht in het kader van de controle op de jaarrekening naast een toets op de getrouwheid ook een toets op de rechtmatigheid uit te laten voeren. Uitgangspunt hierbij is, dat de accountant alleen de financiële rechtmatigheid toetst. De rechtmatigheidcontrole houdt een uitbreiding in van de werkzaamheden die de controlerende accountant moet verrichten bij de controle van de jaarrekening. In concreto heeft deze uitbreiding van controlewerkzaamheden betrekking op het begrotingscriterium, het voorwaardencriterium en het M&O-criterium (Misbruik en Oneigenlijk gebruik). Over de jaren 2004, 2005 en 2006 hebben wij een maximale inspanning geleverd om het resultaat van een goedkeurende accountantsverklaring te bereiken. Het spreekt voor zich dat wij deze lijn in de toekomst zullen blijven continueren. De risico’s op onrechtmatig handelen doen zich vooral voor bij de naleving van de interne- en externe regelgeving. Hierop leggen wij bij de uitvoering van activiteiten dan ook de nadruk. Samengevat wordt hieronder een totaalbeeld van de te verrichten structurele activiteiten weergegeven: 1. Begrotingscriterium: Wij toetsen jaarlijks het systeem van budgettering en zullen in de toekomstige jaarrekeningen adequate toelichtingen geven bij overschrijdingen c.q. onderschrijdingen. 2. Voorwaardencriterium: Bij het opstellen van nieuwe verordeningen zullen wij voor zover mogelijk voldoende rekening houden met zogenaamde hardheidsclausules. Hiermee wordt voorkomen dat wij verstrikt raken in een al te stringente toepassing van regels. Verder zullen wij jaarlijks alle externe en interne regels blijven actualiseren en op basis daarvan een risicoanalyse blijven opstellen. De hierbij behorende beheersmaatregelen zullen wij op basis van interne audits toetsen. 3. Misbruik & Oneigenlijk gebruikcriterium: Het M&O-beleid hebben wij neergelegd in een reeks van verschillende verordeningen c.a. Wij zijn van mening dan wij met behulp van die verordeningen een toereikend M&O-beleid voeren. In onze voordracht van 8 november 2005, nummer 32/2005 hebben wij de verschillende M&O-elementen samengebracht. Op deze wijze ontstaat inzicht in de verschillende verordeningen c.a. waarin het M&O-beleid is vormgegeven. Jaarlijks zullen wij alle verordeningen c.a. waarin maatregelen zijn opgenomen ten aanzien van het M&O-beleid onder de loep nemen. Naast deze inventarisatie van verordeningen zullen ook de risico's en de daarbij behorende beheersmaatregelen in beeld worden gebracht. Ook hier zullen wij interne audits verrichten. Concluderend kan worden gesteld dat wij fors blijven inzetten op het onderwerp rechtmatigheid. Het gehele beheersinstrumentarium is adequaat uitgewerkt en wordt ieder jaar opnieuw geactualiseerd. De slag die we vanaf 2007 willen maken is door middel van een groeimodel toewerken naar het inbedden van de rechtmatigheidtoets in het primaire proces. Hierbij wordt opgemerkt dat de uiteindelijke toets op de rechtmatigheid door middel van uit te voeren audits centraal door de afdeling Financiën & Control blijft plaatsvinden.
Bedrijfsvoering
207
3.4.2. Doelmatigheid/Doeltreffendheid Op basis van de Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid toetsen wij jaarlijks de doelmatigheid en doeltreffendheid van één of meerdere beleidsprogramma's, waarbij in ieder geval elk beleidsprogramma eens in de acht jaar onderzocht wordt. Inmiddels zijn er twee programma's onderzocht. De onderzoeksresultaten hebben wij aan u voorgelegd in het kader van de jaarrekeningtrajecten en zijn met u besproken op de Dag van de Verantwoording in 2005 en 2006. Het tweede onderzoek met betrekking tot doelmatigheid en doeltreffendheid over het programma Wonen is uitgevoerd door de afdeling F&C op basis van het zogenaamde "Groninger Model". Dit model is een kapstok voor toekomstige onderzoeken waarin voldoende ruimte is voor maatwerk voor de verschillende programma's. Op basis van de ervaringen van dit onderzoek wordt het "Groninger Model" geëvalueerd en wordt alsmede een beoordeling uitgevoerd van de efficiency en de effectiviteit van het onderzoek in brede zin. Na deze evaluatie en beoordeling zal een start worden gemaakt met het onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het Programma Schoon/Veilig Groningen over het verslagjaar 2006. Het volgende Programma dat onderzocht gaat worden is Ondernemend Groningen.
3.5. Wat mag het kosten In tabel 2 zijn de lasten en baten opgenomen die aan de paragraaf Bedrijfsvoering zijn verbonden. Tabel 2. Lasten en baten paragraaf Bedrijfsvoering (externe productgroepen) (bedragen in duizenden euro's) rekening begroting begroting meerjarenraming LASTEN 2006 2007 na 2008 2009 2010 2011 wijziging Lasten aanvaard beleid 3.204 2.155 2.506 2.521 2.537 2.655 Totaal lasten
BATEN
3.204 rekening 2006
2.155
2.506
begroting 2007 na wijziging
begroting 2008
2.521
2.537
2.655
meerjarenraming 2009
2010
2011
Baten aanvaard beleid
3.409
1.034
1.030
1.077
1.127
1.180
Totaal baten
3.409
1.034
1.030
1.077
1.127
1.180
-205
1.121
1.476
1.444
1.410
1.475
Saldo paragraaf
Toelichting Het betreft hier alleen de lasten en baten van de externe productgroepen. De overige lasten, worden via de verdeling van de apparaatskosten aan de diverse programma's toegerekend en komen daar tot uitdrukking. Specificatie lasten en baten 2008 naar productgroepen In tabel 3 worden de lasten en baten 2008 zoals vermeld in tabel 2 verbijzonderd naar productgroepen. Tabel 3. specificatie lasten en baten 2008 paragraaf Bedrijfsvoering (externe productgroepen) (bedragen in duizenden euro's) ProductProductgroepnaam Lasten Baten Saldo groep2008 2008 2008 nummer 1602 Voorzieningen personeel 427 14 413 1701 Diensten voor derden 1.829 952 877 1702 Verhuur gebouwen 250 64 186 totaal 2.506 1.030 1.476
208
Bedrijfsvoering
4. Lokale heffingen 4.1. Inleiding De paragraaf lokale heffingen zal aandacht besteden aan: a. de gerealiseerde versus de geraamde inkomsten opcentenheffing motorrijtuigenbelasting en leges; b. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; c. een aanduiding van de lokale lastendruk; d. een overzicht op hoofdlijnen van de lokale heffingen. Er wordt geen aandacht besteed aan het kwijtscheldingsbeleid, aangezien dit verder niet van toepassing is op de provinciale belastingen en heffingen. Tabel 4: Inkomsten lokale heffingen (bedragen x € 1.000,--) Omschrijving Opcenten m.r.b. Leges Totaal
realisatie 2006 39.460 2.205 41.665
2007
2008
2009
2010
2011
41.053 1.036 42.089
41.932 990 42.922
43.112 997 44.109
44.431 1.005 45.436
45.796 1.012 46.808
4.2. Beleid ten aanzien van lokale heffingen Opcenten motorrijtuigenbelasting Het Rijk stelt jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. De provincie dient zelf te bepalen in hoeverre zij de vrije capaciteit (verschil wettelijk maximum - werkelijk opcentenniveau) wil benutten. De ingangsdatum van tariefaanpassing is wettelijk bepaald op 1 april. Bij de raming wordt rekening gehouden met het toepassen van de inflatiecorrectie en de groei van het wagenpark. Leges De provincie heft voor diverse diensten leges en legt voor het gebruik van haar bezittingen precariobelasting op. In de wijziging van de Legesverordening 2007 zijn de belastbare feiten, alsmede de tarieven opgenomen. Om de waardevastheid van de huidige tarieven intact te houden, worden de tarieven in principe trendmatig verhoogd met het inflatiecorrectiepercentage zoals in de begroting wordt gehanteerd. De verhoging van de legestarieven is wenselijk met het oog op consistentie in de begroting, waarin sprake is van een trendmatige verhoging van de uitgavenbudgetten enerzijds en van de inkomsten uit leges anderzijds.
4.3. Lokale lastendruk Onder lokale lastendruk wordt verstaan hoe de lokale lastendruk zich verhoudt ten opzichte van de landelijke lastendruk. Hierbij is voornamelijk de hoogte van de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting van toepassing. Zoals eerder vermeld, stelt het Rijk jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. Voor 2008 zal dit maximum uitkomen op 107,9 opcenten. Omdat de index van het maximum aantal opcenten per 1 april 2008 met 2,8% stijgt, zal de verhoging van ons tarief 0,9% zijn. Het aantal opcenten zal daardoor per 1 april 2008 uitkomen op 77,8. Op de ranglijst van duurste provincies van Nederland, neemt de provincie Groningen vanaf 1 april 2008 waarschijnlijk de vierde plaats in. De gemiddelde automobilist in onze provincie betaalt vanaf 1 april 2008 per voertuig ongeveer € 164,-- aan provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting. Deze berekening is gebaseerd op de gewichtsverdeling per ultimo 2006.
Lokale heffingen
209
Onderstaand overzicht toont de ontwikkeling van het percentage ten opzichte van het landelijk gemiddelde en het stijgingspercentage over de afgelopen jaren. Alhoewel het maximumtarief per 1 april 2008 stijgt met 2,8% wil dit niet zeggen dat de tarieven van de provincies niet meer mogen stijgen dan dit percentage. De enige begrenzing zit in de absolute hoogte van het aantal opcenten, namelijk maximaal 107,9 opcenten per 1 april 2008. Tabel 5. Ontwikkeling opcenten Motorrijtuigenbelasting in de jaren 2005 tot en met 2008 2005 provincie Groningen landelijk gemiddelde provincie Groningen als % van landelijk gemiddelde wettelijk maximum provincie Groningen als % van wettelijk maximum stijgingspercentages tarieven per 1 april
2006
2008 2
75,7 69,3 109,2
76,8 70,7 108,6
77,2 72,6 106,3
77,8 73,2 106,3
99,0 76,5
102,4 75,0
105,0 73,5
107,9 72,1
2005
provincie Groningen landelijk gemiddelde wettelijk maximum
2007
2006
11,3 3,3 4,5
1,5 2,0 3,4
2007 0,5 2,7 2,5
2008 0,8 0,8 2,8
In tabel 6 laten we een prognose zien van de verwachte ontwikkeling van onze belastingcapaciteit. De belastingcapaciteit is het bedrag dat als extra inkomsten kan worden gegenereerd als het maximum aantal opcenten op enig moment als tarief zou worden gehanteerd. Tabel 6. Verwachte ontwikkeling belastingcapaciteit 2007-2011 (bedragen x € 1.000,--) Omschrijving 2007 2008 2009 2010
2011
aantal opcenten provincie per 1-4 maximum aantal opcenten per 1-4 vrije zoom (in aantallen opcenten) opbrengst per opcent mogelijke opbrengst inzet vrije zoom
77,2 105,0 27,8
77,8 107,9 30,1
79,0 111,7 32,7
80,2 115,6 35,4
81,4 119,6 38,2
532,6 14.805,6
540,2 16.259,8
548,2 17.924,6
556,4 19.697,7
565,0 21.584,3
4.4. Overige heffingen Bij dit onderdeel gaat het onder meer om de volgende leges en heffingen: • Leges Vaarwegenreglement; • Leges Grondwater; • Leges Ontgrondingen; • Haven- en kadegelden; • Grondwaterheffing; • Ontgrondingenheffing; • Heffing nazorg stortplaatsen. Jaarlijks worden de legestarieven aangepast met een trendmatige verhoging. In de bij de legesverordening 1993 behorende tarieventabel worden deze aanpassingen jaarlijks vastgelegd.
2
Voor wat betreft de prognose 2008 van het landelijk gemiddelde is aangesloten bij de uitkomsten van een dit voorjaar gehouden inventarisatie. De feitelijke tarieven per 1 april 2008 kunnen daarvan afwijken.
210
Lokale heffingen
De haven - en kadegelden zijn gebaseerd op het Havengeldreglement Delfzijl en het Kade- en Havengeldreglement Groningen. Deze is voor het laatst gewijzigd op 5 juli 2006. In de Grondwaterheffingsverordening is het tarief per m3 te onttrekken grondwater vastgesteld op € 0,02 (zie besluit van Provinciale Staten van 5 juli 2006, nummer B.1). Met ingang van 1 augustus 2003 is Heffingsverordening ontgrondingen Groningen 2003 van kracht geworden. Deze is voor het laatst gewijzigd op 4 juli 2007 (voordracht nr. 15/2007). De heffing is gewijzigd in die zin dat de (deel-)heffingen voor de bekostiging van kosten van planning en onderzoek en van compenserende maatregelen met ingang van 1 januari 2007 vervallen en dat een nieuwe heffing wordt ingevoerd voor de bekostiging van onderzoek naar het causaal verband tussen een ontgronding en een schade en naar de omvang van die schade. In onze voordracht tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van de nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Groningen (voordracht nr. 23/2006) zijn de tarieven voor 2006 en 2007 vastgesteld. De baten uit leges en andere heffingen zijn in de begroting 2008 verwerkt bij de diverse programma's.
Lokale heffingen
211
212
Lokale heffingen
5. Onderhoud kapitaalgoederen 5.1. Onderhoud kapitaalgoederen wegen en kanalen De provincie is eigenaar van 600 km weg, 11 km parallelweg, 250 km fietspad, 150 km vaarweg met de daarbij behorende bruggen, viaducten, tunnels, sluizen, verkeersregelinstallaties, beplanting, bedieningsgebouwen en onderhoudssteunpunten. In het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen 2004-2007, vastgesteld door Provinciale Staten in 2003, is vastgelegd op welke wijze het beheer en onderhoud van de wegen en vaarwegen in de contractperiode plaatsvindt. Uitgangspunt in het managementcontract is dat de kapitaalgoederen op een sobere en doelmatige wijze worden onderhouden en duurzaam in stand worden gehouden. De middelen voor beheer en onderhoud zijn hierop afgestemd. Het managementcontract wordt in 2007 geëvalueerd, waarna een nieuw contract voor de periode 2008 tot en met 2011 zal worden opgesteld. De middelen voor beheer en onderhoud zijn opgenomen in het programma Bereikbaar Groningen. Het betreft de volgende productgroepen: • 3102 t.b.v. onderhoud en beheer van wegen en fietspaden; • 3302 t.b.v. onderhoud en beheer van hoofdvaarwegen; • 3303 t.b.v. onderhoud en beheer van overige vaarwegen; • 3304 t.b.v. onderhoud en beheer van de schutsluis Lauwersoog. Lasten beheer en onderhoud, exclusief toegerekende rente en apparaatskosten (bedragen x € 1.000,--) 2007 2008 2009 2010 2011 Wegen: 3102 Wegen en fietspaden 8.539,3 7.875,9 8.112,2 8.355,6 8.606,2 Waterwegen: 3302 Hoofdvaarwegen 3.500,1 3.012,0 2.996,8 2.976,1 2.949,6 3303 Overige vaarwegen 4.868,9 1.929,3 1.987,2 2.046,8 2.108,2 3304 Lauwersoog 191,2 144,1 148,5 152,9 157,5 De lasten van wegen en fietspaden (3102) zijn ten opzichte van de Programmabegroting 2007 gestegen omdat er in 2007 uitgaven worden gedaan voor activiteiten, die oorspronkelijk voor 2006 waren gepland (ca. € 0,75 miljoen). Verder zijn de accressen voor materiële uitgaven met ingang van 2007 met 2 procentpunt verlaagd (ca. - € 0,1 miljoen). En tenslotte neemt het te onderhouden areaal met ingang van 2007 toe in verband met de overdracht van de N46 aan de provincie (ca. € 1 miljoen). De lasten van de gesubsidieerde hoofdvaarwegen (3302) zijn vanaf 2008 ten opzichte van de ramingen in de Programmabegroting 2007 gedaald omdat volgens de huidige inzichten er vanaf 2008 meer apparaatskosten worden toegerekend en er minder inkomsten worden ontvangen. Dit leidt ertoe dat er binnen de van het Rijk ontvangen middelen minder budget beschikbaar is voor het onderhoud van boordvoorzieningen (ca. € 0,5 miljoen). De lasten van de overige waterwegen (3303) zijn ten opzichte van de Programmabegroting 2007 in 2007 gestegen omdat in 2007 sprake is van uitgaven voor activiteiten, die oorspronkelijk voor 2006 zijn gepland (ca. € 0,9 miljoen). Daarnaast worden er in 2007 extra middelen beschikbaar gesteld voor de vervanging van de brug Bareveld (ca. € 0,4 miljoen). In de raming voor 2007 zit verder nog begrepen een bijdrage van ca. € 1,7 miljoen ten behoeve van de vervanging boordvoorzieningen A.G. Wildervanckkanaal. Die middelen waren ook al voor 2007 geraamd in de Programmabegroting 2007. De lasten sluizencomplex Lauwersoog (3304) zijn ten opzichte van de Programmabegroting 2007 in 2007 gestegen omdat in 2007 sprake is van uitgaven voor activiteiten, die oorspronkelijk voor 2006 zijn gepland (ca. € 0,05 miljoen). De reconstructie en verbetering van bestaande infrastructuur en de vervanging van kunstwerken vindt plaats in het kader van het investeringsprogramma voor infrastructuur dat in 2005 is geactualiseerd. De middelen hiervoor zijn opgenomen in de volgende productgroepen: • 3101 t.b.v. (re)constructie van wegen en fietspaden; • 3301 t.b.v. (re)constructie waterwegen. Veelal wordt een bijdrage geleverd vanuit het budget voor onderhoud.
Onderhoud kapitaalgoederen
213
Jaarlijks wordt in de afdelingsplannen vastgelegd welke prestaties in het betreffende jaar worden geleverd en welke middelen daarvoor beschikbaar zijn. Het onderhoud aan wegverhardingen wordt uitgevoerd op basis van inspecties en metingen. Het beschikbare budget is erop gebaseerd dat de kwaliteit gedurende de contractperiode licht verbetert. De kwaliteit van de fietspadverhardingen is de afgelopen jaren enigszins achteruit gegaan. De kwaliteit van de kunstwerken blijkt bij nader onderzoek slechter te zijn dan werd verwacht. Daarom worden middelen bestemd voor vervanging van boordvoorzieningen langs wegen ingezet voor onderhoud van kunstwerken. Bij de boordvoorzieningen langs wegen ontstaat hierdoor enige onderhoudsachterstand. Ondanks de extra middelen is de onderhoudsachterstand bij kunstwerken toegenomen. Op de vaarwegen, die vallen onder het convenant hoofdvaarwegen en gefinancierd worden door het Rijk, is sprake van achterstallig onderhoud. Op het Winschoterdiep is in de afgelopen jaren een inhaalslag gemaakt bij het vervangen van boordvoorzieningen, er is echter nog een aanzienlijke achterstand bij het baggerwerk. Op het laatste deel van het Winschoterdiep en op de Rensel is een vaardieptebeperking ingesteld. De ontwikkeling van het achterstallig onderhoud op de hoofdvaarwegen in de komende jaren is afhankelijk van de resultaten van overleg met het Rijk over actualisering van het convenant hoofdvaarwegen en de uitwerking van het rapport van de commissie Brinkman inzake specifieke uitkeringen. Vooruitlopend hierop zijn in de begroting voor de komende jaren middelen opgenomen ter voorfinanciering van baggerwerk op het Winschoterdiep. Bij de overige vaarwegen is sprake van achterstallig onderhoud op het A.G. Wildervanckkanaal. Hier zijn in 2006 en 2007 incidenteel extra middelen beschikbaar gesteld voor het vervangen van boordvoorzieningen. In het kader van de actualisering van het managementcontract Beheer Wegen en Kanalen zal worden beslist over de middelen voor de komende jaren en daarmee over de mogelijkheid het achterstallig onderhoud in te lopen. Het onderhoud van bedieningsgebouwen en onderhoudssteunpunten gebeurt op basis van periodieke inspecties. Het betreft 3 steunpunten voor wegbeheer, het steunpunt voor de waterbouwkundige onderhoudsploeg, een deurenloods, de werkplaats van de afdeling SEM, 7 steunpunten voor de muskusrattenbestrijding, 6 centrale bedieningsgebouwen en enkele kleinere bedieningsgebouwtjes. De onderhoudstoestand is voldoende, mede dank zij het uitvoeren van groot onderhoud en het vervangen van een steunpunt voor de muskusrattenbestrijding.
5.2. Huisvesting De afdeling Facilitaire Zaken onderhoudt de gebouwen en de technische installaties van het provinciehuis zodanig dat in ieder geval wordt voldaan aan de NEN- en ARBO-normen. Voor het onderhoud maken we steeds vaker gebruik van zogenaamde prestatiecontracten in plaats van inspanningscontracten. Dit houdt in dat verantwoordelijkheid van de aannemer verschuift van inspanning (leveren van uren) naar het realiseren en/of in stand houden van een overeengekomen staat van onderhoud van de gebouwen en installaties. Het hieronder gepresenteerde meerjarenperspectief is gebaseerd op voortzetting van het bestaande beleid, namelijk de instandhouding van de gebouwen en installaties op het wettelijk vereiste niveau, binnen daarvoor beschikbaar gestelde budgetten. Meerjarenperspectief onderhoud gebouwen (bedragen x € 1.000)
Groot onderhoud technische installaties Groot onderhoud gebouwen Totaal
2007
2008
2009
2010
2011
238 280 518
183 391 574
535 343 878
335 361 696
1.168 250 1.418
Het jaar 2011 geeft een piek te zien omdat wij het nieuwe deel van het gebouw Sint Jansstraat 4 in dat jaar 15 jaren in gebruik hebben. Voor veel technische installaties is 15 jaren de levensduur en daarom staan in 2011 veel vervangingen in het meerjarenonderhoudsplan. Met name de bekabeling met de 3.900 aansluitingen voor het communicatienetwerk is dan aan vervanging toe.
214
Onderhoud kapitaalgoederen
De kans is groot dat dit perspectief binnenkort drastisch zal moeten worden herzien. De wijze van deze herziening is sterk afhankelijk van de besluitvorming over het project Metamorfose. Indien besloten wordt om de plannen van het project Metamorfose te realiseren, dan zullen ook de investeringen die daarmee zijn gemoeid moeten worden opgenomen in het meerjarenperspectief voor huisvesting. Voor het onderhoud van de buitenzijde van de gebouwen aan de Sint Jansstraat heeft nader onderzoek inmiddels uitgewezen dat het noodzakelijk onderhoud in de komende jaren kan worden uitgevoerd binnen het beschikbare budget. In onderstaande tabel worden de onderhoudslasten weergegeven van de gebouwen beheerd door de afdelingen, die vallen onder het managementcontract Wegen en Kanalen. Meerjarenperspectief onderhoud gebouwen vallend onder het Managementcontract Wegen en Kanalen (bedragen x € 1.000,--) 2007 2008 2009 2010 2011 Exploitatie 372 381 393 405 417 Groot onderhoud 50 50 50 50 50 nb nb nb nb Verplaatsing steunpunt WOP nb 431 443 455 467 Totaal 422 De verplaatsing van het steunpunt van de WOP van Ruischerbrug (binnen het gebied van Meerstad) naar het Winschoterdiep bij Waterhuizen is vertraagd in verband met een onderzoek van de gemeente Groningen naar de mogelijke vestiging van een baggerspeciedepot in de nabijheid van de nieuwe locatie. Met betrekking tot de exploitatielasten is een jaarlijks accres toegepast van 5%. In 2008 zal groot onderhoud worden uitgevoerd aan het bedieningsgebouw Pagode te Lauwersoog. Naar verwachting zal de vervanging van de opslagplaats van de muskusrattenbestrijding in Marum ook in 2008 plaats vinden. Voor de jaren 2009 tot en met 2012 is jaarlijks € 50.000,-- ingepland voor schilderwerk, vervanging technische installaties en overige groot onderhoud werkzaamheden die op dit moment nog niet zijn in te plannen. De gemeente Groningen heeft bouwontwikkelingsplannen m.b.t. de Reitdiepzone. Mogelijkerwijs zal ons wegensteunpunt in Groningen verplaatst moeten worden als gevolg van deze plannen. Welke consequenties dit heeft en welke tijdplanning deze ontwikkelingsplannen hebben is op dit moment nog niet goed in te schatten.
5.3. ICT De afdeling ICT exploiteert en beheert ICT-objecten. In onderstaande tabel wordt per cluster (organisatieonderdeel ICT) aangegeven binnen welke termijnen de objecten vervangen dienen te worden: Cluster
Object
vervangingstermijn
BTI (beheer technische infrastructuur)
Server Netwerkcomponenten Back-up omgeving Telefooncentrale Standaard systeemkast Standaard monitor Randapparatuur pc's Mobiele telefoon
3 jaar 3 jaar 3 jaar 7 jaar 3 jaar 4 jaar 3 jaar 3 jaar
Helpdesk
Onderhoud kapitaalgoederen
215
216
Onderhoud kapitaalgoederen
6. Grondbeleid We hebben grote ambities om de regionale ruimtelijke opgaven te realiseren. Wij willen hiertoe meer sturing op de uitvoering van deze opgaven. Door sneller en actiever op de grondmarkt te opereren kunnen we meer invloed uitoefenen op regionale ruimtelijke projecten. In deze collegeperiode gaan wij het actief grondbeleid door de provincie inzetten. Hiertoe zetten we de komende jaren een aantal belangrijke stappen. Eind 2007 wordt een kadernota voor een actief grondbeleid aan Provinciale Staten aangeboden. Met de vaststelling van de kadernota is dit ons beleidskader dat we in 2008 zullen uitwerken tot uitvoeringsgericht beleid en de daarbij behorende regelingen en verordeningen. De interne organisatie wordt doorgelicht, om tot een eenduidig en inzichtelijk grondbeleid te komen. Actief grondbeleid kan niet zonder een gestructureerde en efficiënte uitvoeringsorganisatie. Hiervoor zal expertise worden aangetrokken en ingehuurd. Daarnaast worden interne medewerkers opgeleid. We onderzoeken de mogelijkheden voor de oprichting van een eigen grondbedrijf. Speciale aandacht zullen we schenken aan de relatie en de samenwerking met de Dienst Landelijk Gebied (DLG). De intensiteit van actief grondbeleid wordt mede bepaald door de wijze waarop in het nieuwe POP de opzet en inhoud van de gebiedsopgaven worden ingevuld. In de loop van 2008 ontstaat hierover meer duidelijkheid. Eind 2008 willen we ons actieve grondbeleid operationeel hebben. De uitvoeringsorganisatie is eind 2008 ingericht en het beleid en regelgeving is dan ook operationeel. De provincie voert een actief grondbeleid bij het project Blauwestad. De maximale provinciale voorfinanciering bedraagt netto € 90 miljoen. Tegenover deze € 90 miljoen netto staat als financiële zekerheidsstelling de waarde van de woningbouwkavels in het plangebied. De gronden verworven voor de realisatie van de Blauwestad zijn eigendom van de provincie. Om te bepalen of deze gronden wel voldoende waarde vertegenwoordigen om als zekerheid te kunnen dienen, is door een onafhankelijk taxateur een taxatierapport gemaakt. In dit rapport stijgt, afhankelijk van de voortgang van de (gewijzigde) bestemming van de gronden, de waarde van de gronden met woningbouwbestemming. Ook de bewerking om van landbouwgrond uiteindelijk een uitgeefbare kavel te maken leidt tot waardevermeerdering. Deze waardevermeerdering is gekoppeld aan het tempo die de private partijen in hun meerjarenexploitatie hebben opgenomen voor het bouw- en woonrijp maken van de kavels. Wat willen we bereiken? Het beoogde maatschappelijke effect is: • Betere en snellere uitvoering van ruimtelijke ontwikkelingsopgaven. Relevante beleidsnota's/informatie: • Provinciaal meerjarenprogramma landelijk gebied (PMJP 2006); • Kadernota grondbeleid (beoogde vaststelling december 2007); • Handelingskader grondverwerving ILG (2006); • Provinciaal Omgevingsplan. Voor het begrotingsjaar 2008 gelden de volgende prioriteiten, kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen en activiteiten. Prioriteiten
Actief grondbeleid operationeel
Kwalitatieve doelstelling Kwantitatieve Activiteiten 2008 doelstelling
Snellere en slagvaardige realisatie en sturing van ruimtelijke ontwikkelingsopgaven
Grondbeleid
• Vaststelling Kadernota grondbeleid • Inrichting uitvoeringsorganisatie grondbeleid • Alle te nemen uitvoeringsbesluiten grondbeleid • Uitvoering opleidingsplan
217
218
Grondbeleid
7. Verbonden partijen Verbonden partijen zijn (conform het BBV) privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties, waarin de provincie zowel een bestuurlijk als financieel belang heeft. Onder "bestuurlijk belang" wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met een "financieel belang" wordt bedoeld dat middelen ter beschikking zijn gesteld die verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij. Ook is sprake van een "financieel belang" als financiële problemen bij een verbonden partij op de provincie kunnen worden verhaald. In de volgende paragrafen worden de verbonden partijen van de provincie Groningen gegroepeerd per programma weergegeven. De verbonden partijen voeren een beleid uit dat de provincie ook (gedeeltelijk) zelf had kunnen uitvoeren of vanuit andere, ook beleidsmatige overwegingen, hebben Provinciale Staten indertijd besloten deel te nemen aan de verbonden partij. De doelstellingen van de verbonden partijen corresponderen met die van de provincie of via de verbonden partijen worden de doelstellingen van de provincie gerealiseerd.
7.1. Programma Ondernemend Groningen 7.1.1. Essent Essent levert aan haar binnen- en buitenlandse klanten in de huishoudelijke en zakelijke markt o.a. elektriciteit, gas en warmte en is daarnaast actief in het milieu- en kabelcomsegment. De provincie Groningen heeft een aandelenbelang van ruim 6% in de betreffende holding. Vanwege de bepalingen van de nieuwe gas- en elektriciteitswetten en het van toepassing zijnde structuurregime, dienen de aandeelhouders zich te onthouden van bemoeienis met de feitelijke bedrijfsuitoefening, met dien verstande dat sinds eind 2005 bepaalde bestuursbesluiten zijn onderworpen aan goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders. Omdat per 1 juli 2004 de liberalisering van de energiemarkt is voltooid, is de oorspronkelijke binding tussen de Nederlandse energiebedrijven en hun verzorgingsgebieden vervallen. Vanwege de uitkomst van de parlementaire behandeling van de splitsingswet, is een eigendomsscheiding tussen het netwerkbedrijf en het leveringsbedrijf van Essent (vooralsnog) echter niet verplicht. In de praktijk betekent dit dat een privatisering van het (geïntegreerde) bedrijf op dit moment is uitgesloten. Recentelijk heeft de minister van Economische Zaken echter aangegeven mogelijk binnenkort met een Koninklijk Besluit te komen, op grond waarvan een gedwongen splitsing van de energiebedrijven toch zal worden opgelegd. Gezien de verschillende ontwikkelingen in de internationale energiesector, achten bestuur en commissarissen van Essent een verdere schaalvergroting van de onderneming echter zeer gewenst. Tegen die achtergrond is begin 2007 met Nuon een fusieakkoord op hoofdlijnen gesloten, dat in het verdere verloop van dit jaar concreet zal worden uitgewerkt. Welke voorwaarden aan een dergelijke fusie zullen worden gesteld, zal echter pas eind 2007 door de NMa bekend worden gemaakt. De bevoegdheid tot definitieve besluitvorming over deze fusie komt toe aan de algemene vergaderingen van aandeelhouders van Essent en Nuon. Naar verwachting zullen deze daarover eind 2007/ begin 2008 besluiten. Na de implementatie van de genoemde fusie, zal de nieuwe vennootschap zich waarschijnlijk voorbereiden op een internationale vervolgstap in Noordwest-Europa. In ons Collegeprogramma 2007-2011 hebben wij aangegeven van oordeel te zijn dat het netwerk van het bedrijf in elk geval in publieke handen dient te blijven en dat de commerciële productie en handel in energie moeten worden vervreemd. De wijze waarop daaraan invulling kan worden gegeven, is mede afhankelijk van de uitkomst van de discussie met het parlement over de volledige inwerkingtreding van de splitsingswet. Vestigingsplaats: Arnhem Eigen vermogen ultimo 2006: € 3,414 miljard Vreemd vermogen ultimo 2006: € 1,620 miljard Solvabiliteit ultimo 2006: 0,68 Resultaat 2006: € 761 miljoen
Verbonden partijen
219
7.1.2. Groningen Seaports Overeenkomstig de vigerende Gemeenschappelijke Regeling (GR) stelt Groningen Seaports zich ten doel op een zo doelmatig mogelijke wijze een evenwichtige ontwikkeling van de havens en de daarmee verbonden bedrijfsterreinen bij Delfzijl en de Eemshaven te bevorderen. De bestuurlijke verantwoordelijkheid daarvoor berust bij het betreffende Dagelijks en Algemeen Bestuur, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de drie participanten in de GR: de provincie Groningen, de gemeente Delfzijl en de gemeente Eemsmond. De in dit verband te ondernemen acties en uit te werken projectideeën, worden beschreven in een meerjarenprogramma en een daarvan afgeleid jaarplan en begroting, die door het AB worden vastgesteld. Voor de komende jaren staan enkele zeer grote projecten op stapel, waaronder de vestiging van twee nieuwe kolencentrales en een LNG-terminal bij de Eemshaven. Wij zijn om een aantal redenen van oordeel dat bij Groningen Seaports, een aanpassing van de bestuursstructuur gewenst zou zijn. Volgens het Collegeprogramma 2007-2011 streven wij in dat verband naar een scheiding tussen de publieke taken en de commerciële activiteiten van de organisatie. Vestigingsplaats: Delfzijl Eigen vermogen ultimo 2006: € 85,5 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2006: € 36,7 miljoen Solvabiliteit ultimo 2006: 0,70 Resultaat 2006: € 2,0 miljoen
7.1.3. Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) De NOM is een overheidsvennootschap, waarvan het Rijk en de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe aandeelhouders zijn. De drie provincies hebben samen echter slechts een aandelenbelang van 0,1%. Bij de statutenwijziging van eind 2005 is afgesproken dat de drie politieke commissarissen (gedeputeerden van Groningen, Fryslân en Drenthe) van het bedrijf, in de loop van 2006 zouden worden vervangen door externe vertegenwoordigers. Deze ontwikkeling is inmiddels geëffectueerd. Jaarlijks kennen de drie noordelijke provincies elk een, al dan niet geïndexeerde, bijdrage toe. Deze bijdrage is niet afhankelijk van de geleverde of te leveren prestaties. De grootste aandeelhouder, het Rijk, levert ook de grootste bijdrage. Het Rijk bepaalt zijn bijdrage mede op basis van een door haar goed te keuren werkplan. Belangrijke prestatie-indicatoren in het werkplan zijn: uitgezet risicodragend kapitaal, aantal startende bedrijven, behoud arbeidsplaatsen en aantal acquisitieprojecten. In verband met de eind 2005 bekend gemaakte beleidsvoornemens van rijkswege m.b.t. de verschillende regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) in ons land, heeft o.a. overleg plaatsgevonden over de opstelling van een meerjarenplan inclusief meerjarige indicatoren en begroting voor de individuele ROM's. Van dat meerjarige kader, zullen de jaarplannen van de ROM's worden afgeleid. In de eind 2005 gepubliceerde beleidsbrief m.b.t. de ROM's, had de staatssecretaris van EZ aangekondigd de bestaande kruisfinanciering van de ontwikkelingsbedrijven van die ROM's door hun participatiebedrijven, te willen beëindigen. De aandeelhouders van de NOM en de Limburgse ontwikkelingsmaatschappij (LIOF) waren echter van oordeel dat de hiervoor aangevoerde argumenten niet valide zijn en hebben dat vervolgens onderbouwd in enkele naar aanleiding daarvan gevoerde gesprekken en opgestelde brieven. Op grond daarvan is van rijkswege alsnog afgezien van het genoemde voornemen. Vestigingsplaats: Groningen Eigen vermogen ultimo 2006: € 77,9 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2006: € 12,2 miljoen Solvabiliteit ultimo 2006: 0,86 Resultaat 2006: € 2,7 miljoen
220
Verbonden partijen
7.2. Programma Wonen 7.2.1. Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl (OMD) De provincie Groningen heeft een aandelenbelang van 2% in de Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl (OMD). In 2001 is het Masterplan Delfzijl vastgesteld door de gemeenteraad. Het plan heeft tot doel om de jarenlange neerwaartse spiraal te doorbreken van dalende inwonertallen en grote leegstand van woningen. Voor de uitvoering van het Masterplan is de OMD opgericht. De OMD is een samenwerkingsverband van de gemeente Delfzijl, woningcorporatie Acantus en de provincie Groningen. Alle deelnemende partijen hebben inmiddels externe commissarissen benoemd in de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen stelt de ontwikkelingsplannen vast en bereidt de begroting en jaarrekening voor. Tweemaal per jaar vindt er een vergadering plaats van aandeelhouders. Hierbij worden begroting respectievelijk jaarrekening vastgesteld en worden eventuele afwijkingen van het Masterplan besproken. Het budget van de OMD wordt gevoed uit het ISV, bijdragen van de corporatie Acantus, een rijksbijdrage en een bijdrage van de gemeente. Vestigingsplaats: Delfzijl Eigen vermogen ultimo 2005: € 89.424,-Vreemd vermogen ultimo 2005: € 20.061.034,-Solvabiliteit ultimo 2005: 0,01 Resultaat 2005: € 31.436,-De rekening 2006 van OMD is nog niet vastgesteld derhalve treft u de cijfers 2005 aan.
7.2.2. Blauwestad De provincie Groningen heeft een aandelenbelang van 40% in Blauwe Stad B.V. In Blauwe Stad B.V. nemen voorts deel de gemeenten Winschoten, Reiderland en Scheemda. Blauwe Stad B.V. is belast met de voorbereiding van (wijzigingen van) planologische besluiten en (bouw- en exploitatie)verordeningen betreffende het project Blauwestad, met het voorbereiden van subsidieaanvragen en onteigeningsprocedures en overige voorbereidings- en uitvoeringshandelingen. De bovengenoemde drie gemeenten en de provincie hebben het addendum afgesloten met de Ontwikkelingsmaatschappij De Blauwe Stad C.V.. De Ontwikkelingsmaatschappij C.V. wordt vertegenwoordigd door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ontwikkelingsmaatschappij Blauwe Stad B.V.. Vestigingsplaats: Groningen Eigen vermogen Blauwe Stad B.V.: Vreemd vermogen: Solvabiliteit: Resultaat:
€ 18.000,-n.v.t. n.v.t. n.v.t.
7.2.3. Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij Meerstad Meerstad is een nieuw te ontwikkelen gebied ten oosten van de stad Groningen dat onder meer in belangrijke mate moet voorzien in de toekomstige woningbehoefte van de provincie Groningen. De ontwikkeling van Meerstad beperkt het ongewenste uitwaaieren van woningbouw naar plattelandsgebieden en naar de kop van Drenthe. Door de gezamenlijke overheden en marktpartijen is het Masterplan Meerstad vastgesteld. De samenwerkingsovereenkomst (SOK) is op 28 september 2005 ondertekend. Onderdeel van deze SOK is de grondexploitatie (GREX).
Verbonden partijen
221
De overheidspartijen hebben samen een Bestuursovereenkomst (BOK) afgesloten. Tevens is de Grondexploitatie Maatschappij Meerstad (GEMM) opgericht; de organisatie die Meerstad gaat realiseren. De partijen die deelnemen aan de GEMM zijn: de gemeenten Groningen en Slochteren, de provincie Groningen, het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en vier marktpartijen: Amstelland Deelnemingen Grondbedrijf BV, Hanzevast Projectrealisatie 4 B.V., Heijmans Vastgoed Realisatie BV en GIP Groningen I B.V. Een project van een dergelijke omvang en looptijd van 20 jaar - uniek in Nederland- gaat gepaard met risico's. Ook voor de betrokken overheidspartijen. De publieke partijen staan garant voor een deel van de ondernemings- en financieringsrisico's. De provincie neemt deel aan de financiële garantstelling voor het restrisico voor een bedrag van maximaal € 6 miljoen. Van dit bedrag is € 1 miljoen contant gestort. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
1. De provincie heeft € 2.000,-- aan kapitaaldeelname in de "Stichting ten behoeve van de bundeling zeggenschap in GEMM Beheer B.V."
2. Er is een kapitaaldeelname van € 48.000,-- in de "Stichting ten behoeve van kapitaaldeelname in GEMM CV",
3. Er is door de provincie aan deze stichting een achtergestelde lening verstrekt van € 950.000,--, rente 6,4983% op jaarbasis. Voor de overige € 5 miljoen is binnen de ruimte in het weerstandsvermogen 25% zijnde € 1,25 miljoen gereserveerd. Vestigingsplaats: Groningen Eigen vermogen ultimo 2005: € 249.946,-Vreemd vermogen ultimo 2005: € 4.756.859,-Solvabiliteit ultimo 2005 : 0,05 Resultaat 2005: verlies € 54,-De rekening 2006 van de Stichtingen is nog niet vastgesteld. Derhalve treft u de cijfers 2005 aan.
7.3. Programma Bereikbaar Groningen 7.3.1. Groningen Airport Eelde (GAE) GAE houdt zich bezig met het beheer, de exploitatie en de verdere ontwikkeling van de luchthaven Eelde. De aandelen in de betreffende vennootschap worden gehouden door de provincies Groningen en Drenthe (ieder 30%) en de gemeenten Groningen (26%), Tynaarlo (10%) en Assen (4%). De provincie Groningen is bovendien vertegenwoordigd in de raad van commissarissen van GAE. De aandeelhouders van GAE achten de aanwezigheid van de luchthaven o.a. van groot belang voor het regionale acquisitieklimaat, de bevordering van economie en werkgelegenheid en de bijdrage aan de logistieke infrastructuur. Middels de voorgenomen baanverlenging wordt getracht hieraan een verdere impuls te geven. Vestigingsplaats: Eelde Eigen vermogen ultimo 2006: € 12,0 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2006: € 24,5 miljoen Solvabiliteit ultimo 2006: 0,33 Resultaat 2006: verlies € 0,6 miljoen
7.3.2. OV-bureau Groningen Drenthe Het OV-bureau, een initiatief van de provincies Groningen en Drenthe en de gemeente Groningen, is verantwoordelijk voor het openbaar vervoer in Groningen en Drenthe. Het OV-bureau stuurt de vervoerders aan en geeft het openbaar vervoer vorm. Het OV-bureau is verantwoordelijk voor het beheer van de concessies, voor toekomstige aanbestedingen en voor de ontwikkeling van het openbaar vervoer.
222
Verbonden partijen
Vestigingsplaats: Assen Eigen vermogen ultimo2006: € 0,-- 3 Voorziening BDU ultimo 2006: € 18.268.633,-Vreemd vermogen ultimo 2006: € 1.412.998,-Solvabiliteit: n.v.t. Resultaat 2006: € 6.041.740,-- (volgens opgave OV-bureau: € 0,--)
7.4. Programma Schoon/veilig Groningen 7.4.1. Waterbedrijf Groningen (WbG) Het Waterbedrijf Groningen is een overheidsvennootschap die o.a. zorg draagt voor de drinkwatervoorziening in haar verzorgingsgebied. Alle aandelen worden gehouden door de provincie Groningen en de gemeenten die geheel of gedeeltelijk in het voorzieningsgebied liggen. De provincie heeft in het WbG een aandelenbelang van ongeveer 10% en is bevoegd tot voordracht van twee leden van de raad van commissarissen, die daarin de functies van voorzitter respectievelijk vicevoorzitter vervullen. Naast het produceren en leveren van drinkwater, houdt het Waterbedrijf Groningen zich o.a. bezig met verschillende geliberaliseerde activiteiten op het gebied van industriewaterlevering, afvalwaterverwerking en riolering. Daarbij wordt nauw samengewerkt met de Waterleidingmaatschappij Drenthe en met het Zeeuws/Rijnmondse waterbedrijf Evides. Tegen de achtergrond van de gewijzigde positie en marktbenadering van het WbG, is inmiddels een corresponderende wijziging van de organisatiestructuur voorzien. Vestigingsplaats: Groningen Eigen vermogen ultimo 2006: € 34,5 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2006: € 62,3 miljoen Solvabiliteit ultimo 2006: 0,36 Resultaat 2006: € 4,9 miljoen
7.5. Programma Welzijn, sociaal beleid, cultuur 7.5.1. Oikocredit Oikocredit stimuleert mensen, kerken en instellingen wereldwijd om hun financiële reserves sociaalethisch te beleggen. Met dit geld verschaft Oikocredit krediet aan groepen kansarme mensen in ontwikkelingslanden, die daardoor voor hun eigen inkomen kunnen zorgen. Oikocredit levert zo een structurele bijdrage aan meer gerechtigheid in de wereld. Oikocredit staat wereldwijd bekend als een van de belangrijkste sociaal-ethische beleggingsfondsen en als toonaangevend verstrekker van krediet voor ontwikkeling. De provincie participeert in Oikocredit door middel van aanschaf van 50 certificaten à € 200,-- met als uitgangspunt de mondiale bewustwording met betrekking tot de doelstellingen van Oikocredit te vergroten. Vestigingsplaats: Utrecht Eigen vermogen ultimo 2006: € 293,5 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2006: € 26,9 miljoen Solvabiliteit ultimo 2006: 0,92 Resultaat 2006: € 8,5 miljoen
3
Cijfers gebaseerd op jaarrekening 2006 van het OV-Bureau Groningen/Drenthe
Verbonden partijen
223
7.6. Programma Bestuur 7.6.1. Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) Dit is een gemeenschappelijke regeling waaraan de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe deelnemen. De gemeenschappelijke regeling heeft het openbaar lichaam SNN opgericht dat de belangen, waarvoor de gemeenschappelijke regeling is aangegaan, behartigt. Deze belangen zijn: • verbreding en intensivering van de samenwerking en het overleg tussen de deelnemende provinciale besturen; • waarborging van de coördinatie in het beleid van de deelnemende provinciale besturen; • het gezamenlijk onderzoeken van de gevolgen van de werkzaamheden van de Europese Unie voor de deelnemende provincies en het opstellen van gemeenschappelijke standpunten dienaangaande; • het bevorderen van gemeenschappelijk optreden tegenover derden, met name de EU en de rijksoverheid; • het gemeenschappelijk uitoefenen van provinciale taken en het bieden van een kader voor decentralisatie van rijkstaken naar samenwerkende provincies; • het verlenen van onderlinge steun tussen de deelnemende provincies en het bevorderen van de uitwisseling van en taakverdeling tussen personeel van de deelnemende provincies. De organen van het Samenwerkingsverband zijn: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter, de commissies. Het voorzitterschap rouleert om de twee jaar tussen de deelnemende provincies; vanaf 1 juli 2007 tot 1 juli 2009 bekleedt de provincie Fryslân in de persoon van de Commissaris van de Koningin het voorzitterschap. Leden van Gedeputeerde Staten participeren in de genoemde besturen en in de drie bestuurscommissies. Leden van Provinciale Staten participeren in het algemeen bestuur. Jaarlijks wordt het Jaarprogramma SNN uitgebracht waarin en detail de besteding van de middelen die beschikbaar zijn op grond van het programma Koers Noord en het OP EFRO. Centraal in deze programma's staan de versterking van de ruimtelijk-economische structuur van het Noorden. De jaarrekening/jaarverslag SNN 2008 geeft verantwoording van de kosten en de verrichtingen van het samenwerkingsverband in 2008. De drie deelnemende provincies betalen elk een derde van de uitvoeringskosten SNNalgemeen/SEAN. Vestigingsplaats: Groningen Eigen vermogen ultimo 2006: € 22,7 miljoen Vreemd vermogen ultimo 2005: € 449,6 miljoen Solvabiliteit ultimo 2006: 0,05 Resultaat 2006: € 3,9 miljoen
7.6.2. Interprovinciaal Overleg (IPO) De twaalf provincies zijn lid van de vereniging. Het bestuur wordt gevormd door de voorzitter (apart gekozen) en een lid van elk college van GS. De vereniging kent een algemene ledenvergadering waarin vanuit elke provincie twee Statenleden participeren. De vereniging heeft, evenals haar voorganger: de Gemeenschappelijke Regeling IPO, tot doel de belangen te behartigen van de provincies bij het Rijk en een effectief platform te vormen voor uitwisseling van kennis en ervaring tussen provincies. Een belangrijke taak wordt gevormd door de uitvoering van het in 2007 gesloten nieuwe bestuursakkoord met het Rijk, bedoelt om een adequate bijdrage te geven aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Er zijn voor de behartiging van de provinciale belangen 10 bestuurlijke commissies in het leven geroepen die elk een omschreven en afgebakend beleidsterrein behartigen. Deze commissies worden gevormd door leden uit de colleges van GS.
224
Verbonden partijen
Jaarlijks wordt een Jaarprogramma IPO uitgebracht waarin en detail de voornemens en de kosten daarvan staan vermeld. De provincie Groningen betaalt naar rato mee in de kosten van het IPOsecretariaat en de kosten van diverse projecten en programma's. Het jaarverslag incl. jaarrekening IPO 2008 geeft verantwoording van de verrichtingen en de kosten van de vereniging IPO in 2008. Vestigingsplaats: Den Haag Eigen vermogen ultimo 2006: € 740.000,-Vreemd vermogen ultimo 2006: € 6.669.000,-Solvabiliteit ultimo 2006: 0,10 Resultaat 2006: € 740.000,--
7.6.3. Bestuuracademie Noord-Nederland (BANN) Het betreft een gemeenschappelijke regeling waaraan de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe, 69 gemeenten uit deze provincies en dertien waterschappen deelnemen. Vanaf oktober 2002 is de gemeenschappelijke regeling BANN uitsluitend bedoeld als garantievoorziening voormalige BANN. Dit als gevolg van de fusie tussen de BANN en de BAON (Bestuursacademie Oost-Nederland). De garantievoorziening functioneert als vangnetvoorziening voor latente wachtgeldaanspraken en doorlopende wachtgeld- en FPU-uitkeringen met bijbehorende werkgeverslasten, alsmede de werkgeverslasten van de gepensioneerde medewerkers en de aan de IZA Nederland verschuldigde schadeloosstelling. De provincie Groningen draagt jaarlijks bij in de kosten van de handhaving van de kosten van de gemeenschappelijke regeling in 2006. Vestigingsplaats: Assen Eigen vermogen ultimo 2005: € 1.174.378,-Vreemd vermogen ultimo 2005: € 81.234,-Solvabiliteit ultimo 2005: 0,94 Resultaat 2005: € 36.678,-De rekening 2006 van de BANN is nog niet vastgesteld derhalve treft u de cijfers 2005 aan.
7.6.4. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Eind 1990 heeft de Provincie Groningen aandelen gekocht van de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) te Den Haag. Door mede-eigenaar van deze bank te worden is de provincie Groningen betrokken bij de verdere ontwikkeling van de BNG. Per 31 december 2006 bezit de Staat der Nederlanden 27.845.360 aandelen à € 2,50 (50% van het totale aandelenkapitaal). De provincie Groningen bezit 75.250 aandelen à € 2,50 (circa 0,14% van het aandelenkapitaal). De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijke belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlands maatschappelijk domein en het handhaven van een goede kredietwaardigheid (Moody’s: AAA). Een belangrijk deel van het betalingsverkeer tussen de provincies en het Rijk loopt via de BNG. De BNG heeft in 2006 de uitgangspunten van het meerjarige beleid rondom de gewenste kapitalisatie en het dividend gepresenteerd. Het beleid van de BNG gaat daarbij uit van een reguliere pay-out van 50% van de winst (was 43%). Het gepresenteerde kapitalisatiebeleid van de BNG betekent - naar huidig inzicht en naar de beschreven voorwaarden - dat er in 2006 een extra uitkering van € 500 miljoen, in 2007 € 500 miljoen en in 2009 € 200 miljoen plaatsvindt ten laste van de reserves. De voornaamste voorwaarde voor dit beleid is het behoud van de aan de bank toegekende ratings. Eén en ander behoudens de goedkeuring in de algemene vergadering van aandeelhouders.
Verbonden partijen
225
Vestigingsplaats: Den Haag De samenstelling van het vermogen van de BNG was ultimo 2006: Eigen vermogen: € 2.576 miljoen (ultimo 2005: € 3.145 miljoen); per aandeel € 42,31 (€ 50,06) Vreemd vermogen: € 87.357 miljoen (ultimo 2005: € 88.359 miljoen) Eigen vermogen als % van het balanstotaal: 2,6% (2005: 3,0%) Solvabiliteit ultimo 2006: 0,03 Achtergesteld vreemd vermogen: € 163 miljoen (ultimo 2005: € 167 miljoen) Het aandeel van de provincie in het aandelenkapitaal bedraagt 0,13512% De nettowinst over 2006 bedroeg na belastingen: € 199 miljoen (2005 € 311 miljoen) De resultaatverwachting over 2008 is onzeker, doordat met name de druk op het renteresultaat zal aanhouden. Dit is mede het gevolg van de extra dividenduitkeringen ten laste van de reserves. Verwacht wordt dat de dividenduitkering over 2008 voor de provincie Groningen circa € 120.000,-- zal bedragen.
7.6.5. Noordelijke Rekenkamer Om de controlerende rol van Provinciale Staten te ondersteunen, is een rekenkamer(functie) bij de provincies in de provinciewet verplicht gesteld. In Groningen is gekozen om een onafhankelijke rekenkamer met de drie noordelijke provincies op te zetten. De Noordelijke Rekenkamer houdt zich bezig met het onderzoek naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gevoerde bestuur. Op 10 november 2004 is door de Staten besloten tot het instellen van de gemeenschappelijke regeling en de benoeming van de bestuursleden. De Noordelijke Rekenkamer is vanaf dat moment operationeel. De bestuursleden worden op basis van hun verschillende deskundigheden benoemd door de drie noordelijke Staten. Tevens is gekozen voor het instellen van een Programmaraad, bestaande uit drie Statenleden per provincie. De Programmaraad functioneert als een soort gesprekspartner voor de Noordelijke Rekenkamer. Zo bespreekt de Rekenkamer het onderzoeksprogramma met de Programmaraad. De Rekenkamer hoeft, door haar onafhankelijke positie, de suggesties van de Programmaraad niet over te nemen. Vestigingsplaats: Assen Eigen vermogen ultimo 2006: € 25.000,-Vreemd vermogen ultimo 2006: € 146.000,-Solvabiliteit ultimo 2006: 0,15 Resultaat 2006: € 146.000,--
226
Verbonden partijen
Deel 4 Financiële begroting 2008
Financiële begroting 2008
227
228
Financiële begroting 2008
INHOUDSOPGAVE FINANCIËLE BEGROTING 2008 1. FINANCIEEL BELEID 2008-2011 OP HOOFDLIJNEN ................................................................. 233 1.1. FINANCIEEL PERSPECTIEF 2008-2011 ......................................................................................... 233 1.1.1. Middelen en bestedingen 2008-2011 ................................................................................ 233 1.1.1.1. Middelen .....................................................................................................................................233 1.1.1.2. Bestedingen................................................................................................................................234 1.1.1.3. Begrotingsruimte 2008-2011 ......................................................................................................235
1.1.2. Mee- en tegenvallers ......................................................................................................... 235 1.1.2.1. Provinciefonds ............................................................................................................................236 1.1.2.2. Lagere indexering opcenten motorrijtuigenbelasting ..................................................................237 1.1.2.3. Toerekening apparaatskosten 2008 ...........................................................................................238 1.1.2.4. Wijzigingen in lasten aanvaard beleid ........................................................................................238
1.2. BESTEMMING FLEXIBEL BUDGET 2008-2011................................................................................. 238 1.3. VERKLARING AANMERKELIJKE VERSCHILLEN BEGROTING 2008 EN REKENING 2006 ....................... 238 1.3.1. Verklaring verschillen tussen Begroting 2008 en Rekening 2006..................................... 239 1.4. VERKLARING AANMERKELIJKE VERSCHILLEN BEGROTING 2008 EN BEGROTING 2007 ..................... 244 1.4.1. De voor 2008 te hanteren accressen wegens loon- en prijsstijgingen.............................. 244 1.4.2. Toe te rekenen rente en afschrijvingen ............................................................................. 244 1.4.3. Overboeking kredieten 2006-2007 .................................................................................... 244 1.4.4. Cofinanciering Kompas ..................................................................................................... 244 1.4.5. Wijzigingen in de toerekening van apparaatskosten......................................................... 244 1.4.6. Verhoging van budgetten wegens opgetreden knelpunten in het aanvaard beleid .......... 245 1.4.7. Voorstellen bezuinigingen/nieuw beleid ............................................................................ 245 1.5. VERKLARING AANMERKELIJKE VERSCHILLEN 2008-2011 ............................................................... 245 1.6. INCIDENTELE BATEN EN LASTEN ................................................................................................... 246 1.7. ARBEIDSKOSTEN GERELATEERDE VERPLICHTINGEN ...................................................................... 247 1.8. VERLEENDE GARANTIES EN WAARBORGEN ................................................................................... 247 1.9. INVESTERINGEN NAAR NUT .......................................................................................................... 248 1.10. FINANCIERING ........................................................................................................................... 249 BIJLAGE 1. BEZUINIGINGSVOORSTELLEN PROGRAMMABEGROTING 2008 ............................................. 251 BIJLAGE 2. VOORSTELLEN NIEUW BELEID 2008-2011 PROGRAMMABEGROTING 2008 .......................... 253 BIJLAGE 3. VOORSTELLEN CONTINUEREN NIEUW BELEID 2003-2007 PROGRAMMABEGROTING 2008 .... 257 BIJLAGE 4. INFRASTRUCTURELE PROJECTEN: PLANNING INVESTERINGEN 2008-2011............................ 261 2. OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN 2008 ............................................................................... 263 3. MEERJARENRAMINGEN 2008-2011 PER PROGRAMMA / PARAGRAAF................................ 295 4. RELATIES TUSSEN PROGRAMMA'S, THEMA'S EN PRODUCTGROEPEN IN BEGROTING 2008..................................................................................................................................................... 303 AFKORTINGENLIJST PROGRAMMABEGROTING 2008................................................................ 307
Financiële begroting 2008
229
230
Financiële begroting 2008
1. Financieel beleid 2008-2011 op hoofdlijnen
Financiële begroting 2008
231
232
Financiële begroting 2008
1. Financieel beleid 2008-2011 op hoofdlijnen 1.1. Financieel perspectief 2008-2011 1.1.1. Middelen en bestedingen 2008-2011 In deze paragraaf schetsen we eerst het beeld van de herkomst en de bestedingen van de provinciale middelen op basis van aanvaard beleid en de in de Voorjaarsnota 2007 voor de periode 2008-2011 reeds vastgelegde voornemens.
1.1.1.1. Middelen De provincie Groningen is ook in de komende jaren voor het verkrijgen van middelen voor een belangrijk deel (circa 70%) afhankelijk van de rijksoverheid. Veranderingen in de uitgaven van het Rijk werken vanwege de vrij directe koppeling van het Provinciefonds aan de rijksuitgaven in belangrijke mate door in de financiële speelruimte van onze provincie. In onze provinciale meerjarenramingen volgen wij ten aanzien van de raming Provinciefonds een behoedzaam scenario. Het gemiddeld jaarlijkse accres van de uitkering Provinciefonds wordt door ons 1-procentpunt lager geraamd dan de fondsbeheerders (Binnenlandse Zaken en Financiën) aangeven. Door ons behoedzaam scenario bouwen wij een buffer op om jaarlijks de gevolgen van een onderuitputting van circa € 0,5 miljard in de rijksbegroting op te vangen. Tabel 1. Herkomst middelen 2008-2011 (bedragen * € 1.000,--) Omschrijving
1. Uitkering Provinciefonds 2. Specifieke uitkeringen 3. Opcenten motorrijtuigenbelasting 4. Leges en andere heffingen 5. Bespaarde rente/dividenden 6. Overige inkomsten 7. Reserves en voorzieningen Totaal
bedragen relatief bedragen relatief bedragen relatief bedragen relatief 2008 aandeel 2009 aandeel 2010 aandeel 2011 aandeel 2008 2009 2010 2011 78.401 24,43% 79.671 25,41% 80.703 25,51% 82.029 26,09% 146.400 45,62% 141.784 45,22% 140.050 44,27% 142.692 45,39% 41.932 990 36.810 4.627 11.740
13,07% 0,31% 11,47% 1,44% 3,66%
320.900 100,00%
43.112 997 35.009 5.888 7.050
13,75% 0,32% 11,17% 1,88% 2,25%
313.512 100,00%
44.431 1.004 32.487 6.844 10.811
14,05% 0,32% 10,27% 2,16% 3,42%
45.796 1.012 28.438 10.181 4.234
14,57% 0,32% 9,05% 3,24% 1,35%
316.330 100,00%
314.383
100,00%
Circa 13% van de provinciale middelen wordt verkregen uit de opcentenheffing op de motorrijtuigenbelasting. Om onze inkomsten uit de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting met € 1 miljoen te vergroten, is een verhoging van ca. 1,9 opcenten nodig. Een verhoging van 1 opcent betekent voor de houder van een motorvoertuig een gemiddelde lastenverzwaring van circa € 2,11 per jaar. Voor de lichtste voertuigen gaat het per opcent om een bedrag van € 0,58 per jaar en voor de zwaarste voertuigen om € 9,31 per jaar. Per 1 april 2008 wordt het aantal opcenten motorrijtuigenbelasting met 0,6 verhoogd. Deze verhoging met 0,6 opcenten heeft betrekking op de jaarlijkse indexering. Deze verhoging met 0,6 opcenten per 1 april 2008 betekent dat de lasten op jaarbasis voor de houder van een voertuig met gemiddeld zo'n € 1,27 zullen stijgen (minimaal € 0,35 per jaar en maximaal € 5,59 per jaar). De houder van een voertuig in Groningen betaalt per 1 april 2008 bij een tarief van 77,8 opcenten op jaarbasis gemiddeld € 164,-- aan provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting, boven op een hoofdsom van gemiddeld € 211,--.
Financiële begroting 2008
233
1.1.1.2. Bestedingen De provinciale middelen - op basis van actuele inzichten en rekening houdend met de in de Voorjaarsnota 2007 vastgelegde beleidsvoornemens - worden voor een belangrijk deel besteed in de programma's Wonen, Karakteristiek Groningen, Bereikbaar Groningen, Schoon/veilig Groningen en Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur. Het aandeel van het programma Bereikbaar Groningen is zo fors mede vanwege de decentralisatie van taken met betrekking tot het openbaar vervoer (OV). Tegenover de uitgaven voor het OV staan rijksbijdragen. De uitgaven voor het OV beslaan ongeveer 44% van het totale budget ten behoeve van verkeer en vervoer. De uitgaven op binnen het programma Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur hebben voor ongeveer 57% betrekking op jeugdhulpverlening. Afgezien van de apparaatskosten en de inzet van provinciale middelen (2008: € 0,97 miljoen) kunnen de overige uitgaven voor jeugdhulpverlening worden bekostigd uit de doeluitkering van het Rijk. In onderstaande tabel worden de provinciale uitgaven uitgesplitst naar de tien beleidsterreinen, zoals deze ook in de provinciale begroting worden onderscheiden. Tabel 2. Besteding provinciale middelen 2008-2011 (bedragen * € 1.000,--) Omschrijving Programma/paragraaf 1. Ondernemend Groningen 2. Wonen 3. Karakteristiek Groningen 4. Bereikbaar Groningen 5. Schoon/veilig Groningen 6. Gebiedsgericht 7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur 8. Bestuur 9. Bedrijfsvoering 0. Algemene dekkingsmiddelen Reserves en voorzieningen Totaal Waarvan beleidsvoornemens vastgelegd in Voorjaarsnota 2007 en Programmabegroting 2008
bedragen relatief bedragen relatief bedragen relatief bedragen relatief 2008 aandeel 2009 aandeel 2010 aandeel 2011 aandeel 2008 2009 2010 2011 9.297 2,92% 9.166 2,96% 9.647 3,09% 9.831 3,16% 20.685 6,50% 13.312 4,29% 7.410 2,37% 7.378 2,38% 31.335 9,84% 30.668 9,89% 32.303 10,34% 33.022 10,63% 107.590 33,80% 110.707 35,71% 118.145 37,82% 114.751 36,94% 27.699 8,70% 28.285 9,12% 28.877 9,24% 28.718 9,24% 4.673 1,47% 4.728 1,52% 4.794 1,53% 4.797 1,54% 65.242 13.486 2.506 12.761 23.059
20,49% 4,24% 0,79% 4,01% 7,24%
318.332 100,00%
8.763
2,75%
66.191 14.063 2.521 9.709 20.701
21,35% 4,54% 0,81% 3,13% 6,68%
310.051 100,00%
6.980
2,25%
67.768 14.597 2.537 5.645 20.665
21,69% 4,67% 0,81% 1,81% 6,62%
312.389 100,00%
5.506
1,76%
69.612 15.198 2.655 4.011 20.665
22,41% 4,89% 0,85% 1,29% 6,65%
310.639 100,00%
1.969
In de cijfers met betrekking tot de besteding van de provinciale middelen 2008-2011 is rekening gehouden met de in de Voorjaarsnota 2007 (voordracht nr. 11/2007) vastgelegde beleidsvoornemens. Voor een specificatie van deze voornemens verwijzen wij naar de bijlagen 1 tot en met 3 bij dit onderdeel van de Programmabegroting 2008. In de Programmabegroting wordt zichtbaar gemaakt welke bedragen er via de provinciale begroting worden ingezet op de onderscheiden programma’s. Dit is maar een deel van het verhaal. Naast deze middelen, is er ook nog een middelenstroom afkomstig van het Rijk en Europa, die weliswaar deels via de begroting van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) loopt, maar die met provinciale bestuurlijke en ambtelijke betrokkenheid wordt ingezet op projecten waarmee wij (ook) onze provinciale beleidsdoelen willen realiseren. In SNN-verband vindt besluitvorming plaats over de inzet van middelen, die in haar begroting zijn opgenomen. Er zijn daarnaast nog Haagse financieringsbronnen (zoals het FES en het Piekenprogramma) en Europese middelen (gericht op internationale samenwerking met partners uit andere Europese lidstaten, zoals de Interregprogramma's, het EU POP en het 7-de kaderprogramma), waarvoor onze provinciale betrokkenheid vergelijkbaar is als hierboven aangegeven met het SNN.
234
Financiële begroting 2008
0,63%
Het vraagt om een intensieve rol/begeleiding van de provincie op het vlak van informatieverspreiding, projectverwerving, subsidieadvisering en advisering Gedeputeerde Staten. Het gaat hierbij evenwel om middelen, die niet via de provinciale respectievelijk SNN-begroting lopen. De omvang van de middelen die vanuit deze bronnen in de provincie Groningen neerslaan is niet op voorhand in te schatten. Wij ramen het aandeel van de provincie Groningen in de subsidiebronnen, die via de SNN-begroting lopen, op ruim € 20 miljoen per jaar. Zoals gezegd, een bedrag van een dergelijke omvang moeten we bij onze provinciale begroting "optellen" om een vollediger beeld te krijgen van de middelen die ons ter beschikking staan om beleid te voeren. Middelen die ook om veel inzet van menskracht vanuit ons provinciehuis vragen. Deze middelen slaan met name neer bij het programma Ondernemend Groningen en voor een zeer beperkt deel bij het programma Bereikbaar Groningen. 1.1.1.3. Begrotingsruimte 2008-2011 Als we de bestedingen (zie tabel 2) confronteren met de middelen (zie tabel 1) dan resulteert de in tabel 3 aangegeven begrotingsruimte. Tabel 3. Financieel perspectief 2008-2011 Omschrijving
(bedragen * € 1.000,--) 2008 2009 2010 2011
Saldo middelen en bestedingen
2.568
3.462
3.941
3.745
In paragraaf 1.2 gaan we nader in op de wijze waarop wij met de nu nog resterende ruimte wensen om te gaan.
1.1.2. Mee- en tegenvallers Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2007 (voordracht nr. 11/2007) treedt er vanaf 2008 een verbetering op in het financieel perspectief. Deze verbetering wordt met name veroorzaakt het hogere accres 2007 van onze uitkering uit het Provinciefonds en een verschuiving in de toerekening van apparaatkosten van de algemene middelen naar de gesubsidieerde hoofdvaarwegen. Daar tegenover staat een nadeel vanwege de lagere indexering van het aantal opcenten motorrijtuigenbelasting per 1 april 2008 en iets hogere lasten van de Statenbegroting 2008. Tabel 4 geeft de vergelijking tussen het nu berekende financiële perspectief en het in de Voorjaarsnota 2007 gepresenteerde perspectief (zie Voorjaarsnota 2007, tabel 1 op pagina 8). Tabel 4. Mee- en tegenvallers in vergelijking met de Voorjaarsnota 2007 (bedragen * € 1.000,--) Omschrijving 2008 2009 2010 Restant flexibel budget volgens: a. de huidige inzichten (zie tabel 3) b. de Voorjaarsnota 2007 (nr. 11/2007) verschil Verklaring verschil: 1. Provinciefonds 2. Lagere indexering opcenten motorrijtuigenbelasting 3. Toerekening apparaatskosten/correctie apparaatskosten 4. Wijziging lasten aanvaard beleid
2011
2.568 1.063 1.505
3.462 2.074 1.388
3.941 2.571 1.370
3.745 2.423 1.322
1.480 -230 266 -11
1.501 -324 223 -12
1.521 -324 184 -11
1.542 -324 132 -28
In de volgende subparagrafen worden de mee- en tegenvallers in de periode 2008-2011 - genoemd onder punt 1 tot en met 4 - nader toegelicht.
Financiële begroting 2008
235
1.1.2.1. Provinciefonds In tabel 5 hebben wij aangegeven welke veranderingen er in onze uitkering uit het Provinciefonds zullen optreden in vergelijking met de ramingen in de Voorjaarsnota 2007. De bijstelling van de nieuwe ramingen is deels gebaseerd op de junicirculaire 2007. De daarin aangekondigde mutaties met betrekking de accressen 2008 en invulling van de taakstelling afromen vermogens provincies hebben wij echter nog niet verwerkt. Dit in afwachting van een mogelijk nog deze zomer te sluiten bestuursakkoord tussen Rijk en provincies. Tabel 5. Wijzigingen in de uitkering Provinciefonds (bedragen * € 1.000,--) 2008 2009 2010
Omschrijving Uitkering Provinciefonds volgens Voorjaarsnota 2007
2011
76.292
77.530
78.530
79.823
2.259 -500 25 -304 1.480
2.294 -511 29 -311 1.501
2.328 -522 33 -318 1.521
2.364 -533 37 -326 1.542
-148
-153
-157
-162
716 -22 83 629
731 -22 84 640
746 -23 86 652
761 -23 88 664
totaal wijzigingen (A+B)
2.109
2.141
2.173
2.206
Uitkering Provinciefonds in Programmabegroting 2008
78.401
79.671
80.703
82.029
Wijzigingen direct t.l.v. of t.g.v. algemene middelen (A): 1. Accres 2007 2. Inhouding behoedzaamheidsreserve 2007 (50%) 3. Integratietraject 2008 middelen regionale omroepen 4. Wijziging fysieke eenheden 2007/2008 subtotaal (A) Wijzigingen, die in principe moeten leiden tot overeenkomstige mutaties in lasten en baten (B): 5. Vergoeding Statenleden (stelpost) 6. Netteren specifieke uitkeringen/nieuwe uitnameformule BTW-compensatiefonds (BCF) 7. Vergoeding administratieve lasten BCF 8. Luchthavens met regionale betekenis subtotaal (B)
In het navolgende worden de wijzigingen in de uitkering Provinciefonds afzonderlijk in het kort toegelicht. 1. Accres 2007 In de junicirculaire 2007 hebben de fondsbeheerders een nieuwe raming opgesteld voor het accres 2007. Het accres voor 2007 is nu nader vastgesteld op 6,09%. In de Voorjaarsnota 2007 gingen wij nog uit van 2,30%. 2. Inhouding behoedzaamheidsreserve 2007 (50%) Bij het accres 2007 past wel een kanttekening. Het accres 2007 wordt pas in het voorjaar 2008 definitief vastgesteld. Omdat wij in eerste instantie zijn uitgaan van een volledige uitbetaling van de behoedzaamheidsreserve 2007, kan in het meest ongunstige geval (bij een forse onderuitputting van de rijksuitgaven 2007) er een negatieve nacalculatie volgen van maximaal € 0,98 miljoen. Een eerste indicatie daarvan kunnen wij dit najaar krijgen bij het verschijnen van de septembercirculaire 2007. Omdat bij hoge accressen de kans op onderuitputting redelijk groot is stellen wij bij wijze van uitzondering voor om nu al te veronderstellen dat de helft van de behoedzaamheidsreserve 2007 niet tot uitbetaling zal komen. Dat betekent dat wij onze uitkering vanaf 2007 structureel met - € 0,49 miljoen (= 50% van de volledige behoedzaamheidsreserve) corrigeren. 3. Integratietraject 2008 middelen regionale omroepen De middelen voor de regionale omroepen zijn in 2006 aan het Provinciefonds toegevoegd. Omdat er sprake was van grote herverdeeleffecten is destijds door de fondsbeheerders besloten deze middelen binnen 3 jaar in de algemene uitkering te integreren. In 2008 vindt daarvan de laatste tranche plaats. Herverdeeleffecten worden conform de bestaande gedragslijn met de algemene middelen verrekend. Er is sprake van een bescheiden voordeel van tenminste € 21.700,--.
236
Financiële begroting 2008
4. Wijziging fysieke eenheden 2007/2008 Het aantal fysieke eenheden van de verdeelmaatstaven (zoals inwonertallen, oppervlakte land, binnenwater, buitenwater, groen, maatstaf warmtekrachtkoppeling etc) is geactualiseerd naar de toestand per 1 januari 2007. Vooral omdat ons inwonertal terugloopt, terwijl dat in andere provincies nog (licht) stijgt, levert dat voor onze provincie een negatief inkomenseffect op. 5. Vergoeding Statenleden De verwachting bestaat dat onze uitkering uit het Provinciefonds zal worden verlaagd in verband met de vermindering van het aantal Statenleden van 55 naar 43 met ingang van 7 maart 2007. De vergoeding aan de Statenleden is in totaliteit met eenzelfde bedrag verlaagd. 6. Netteren specifieke uitkeringen/nieuwe uitnameformule BTW-compensatiefonds (BCF) De specifieke uitkeringen worden vanaf 2008 allemaal exclusief BTW verstrekt. Om dit te compenseren komt er een toevoeging aan het Provinciefonds. Tevens is de verdeling, waarmee de uitname van de BTW in 2004 heeft plaatsgevonden, geactualiseerd. Deze effecten lopen dusdanig door elkaar heen dat ze zonder aanvullende gegevens niet meer van elkaar zijn te onderscheiden. Het totaaleffect betekent een meerinkomst van tenminste € 716.300,--. Deze zal moeten worden ingezet om de lagere - nu netto - specifieke uitkeringen te kunnen compenseren. Mocht dit bedrag uiteindelijk niet geheel nodig zijn dan kan er alsnog een deel van dit bedrag vrijvallen ten gunste van de algemene middelen. 7. Vergoeding administratieve lasten BCF Omdat de specifieke uitkeringen voortaan netto worden verstrekt hebben de provincies volgens de fondsbeheerders straks minder administratieve lasten. Of dit zo is moet in de praktijk blijken. De fondsbeheerders korten de gezamenlijke provincies nu met € 0,4 miljoen. Het kost onze provincie in ieder geval tenminste € 21.700,-- per jaar. Aangezien de compensatie wegens administratieve lasten BCF tot nu toe was ingeboekt als gedeeltelijke invulling van de taakstelling formatiereductie betekent een vermindering van deze compensatie dat de provinciale organisatie de taakstelling formatiereductie tot een bedrag van € 21.700,-- anders zal moeten invullen. 8. Luchthavens met regionale betekenis Met ingang van 2008 worden de middelen voor de burgerluchthavens van regionale betekenis aan het Provinciefonds toegevoegd. In totaal wordt structureel € 1,2 miljoen aan het Provinciefonds toegevoegd voor deze luchthavens. In de eerste twee jaren na de overdracht van de taken en bevoegdheden (2008 en 2009) wordt € 0,2 miljoen extra verdeeld voor de aanloopkosten. Dit is onder het voorbehoud van parlementaire goedkeuring, omdat het wetsvoorstel Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens (RBML) op dit moment nog niet door het parlement is behandeld. De provincies krijgen volgens het wetsvoorstel de taken en bevoegdheden voor het nemen van luchthavenbesluiten en luchthavenregelingen en de handhaving van deze besluiten. Ons aandeel in bovengenoemde middelen bedraagt in 2007 ca. € 82.700,--.
1.1.2.2. Lagere indexering opcenten motorrijtuigenbelasting Sinds 1 april 1998 koppelen wij het aantal opcenten m.r.b. aan de trendmatige groei van het netto nationaal inkomen tegen marktprijzen, met een correctie vanwege de groei van het aantal voertuigen. Ten tijde van de voorbereiding en opstelling van de Voorjaarsnota 2007 hadden wij nog niet de beschikking over de definitieve cijfers met betrekking tot het voortschrijdende gemiddelde van het netto nationaal inkomen tegen marktprijzen. In de Programmabegroting 2008 baseren wij ons - indien beschikbaar - op definitieve cijfers van het ministerie van Financiën met betrekking tot het voortschrijdend gemiddelde van het netto nationaal inkomen tegen marktprijzen. Deze zijn nu beschikbaar. In de Voorjaarsnota 2007 raamden wij het voortschrijdende gemiddelde op 3,5%. Voorts zijn wij in de Voorjaarsnota 2007 uitgegaan van een verwachte groei van het aantal voertuigen van 2% per jaar. Per saldo zou daaruit volgen dat op basis van de afgesproken indexering per 1 april 2008 het aantal opcenten met 1,5% (= 3,5%-2,0%) ofwel met 1,2 moet worden verhoogd. Volgens het ministerie van Financiën komt het voortschrijdend gemiddelde feitelijk uit op 2,8%. Met een verwachte groei van het aantal voertuigen van 2% per jaar, volgt daaruit voor onze provincie per 1 april 2008 een verhoging van het aantal opcenten met 0,8% (= 2,8%-2,0%) ofwel 0,6 opcent. Als gevolg daarvan zal de geraamde opbrengst in 2008 ca. € 229.600,-- en vanaf 2009 ca. € 324.100,-- per jaar lager uitvallen dan eerder is geraamd in de Voorjaarsnota 2007.
Financiële begroting 2008
237
In het overzicht Algemene dekkingsmiddelen (deel 2) en in de paragraaf Lokale heffingen (deel 3) gaan wij nader in op het provinciaal belastinggebied. 1.1.2.3. Toerekening apparaatskosten 2008 Bij de nieuwe verdeling van de apparaatskosten 2008 treden er verschuivingen op in de toerekening van apparaatskosten. Dit heeft te maken met een wijziging van inzet van personeel. Relatief meer formatieplaatsen zullen in 2008 worden ingezet ten behoeve van gesubsidieerde hoofdvaarwegen en minder ten behoeve van die onderdelen, die rechtstreeks ten laste van de algemene middelen komen. Van de totale apparaatkosten 2008 wordt daardoor een groter deel toegerekend aan de gesubsidieerde hoofdkanalen. Het effect voor de algemene middelen bedraagt in 2008 een voordeel van ca. € 266.000,--. 1.1.2.4. Wijzigingen in lasten aanvaard beleid Statenbegroting 2008 Voor het jaar 2008 wordt voor de derde keer met een afzonderlijke Statenbegroting gewerkt. Het in de Programmabegroting 2008 opgenomen ontwerp is opgesteld door het Presidium. De voorstellen in deze begroting houden rekening met een verlaging van het budget Vergoedingen Statenleden met € 148.200,-- omdat het aantal Statenleden is gedaald van 55 naar 43. Wij veronderstellen dat deze besparing geheel teniet zal worden gedaan door een evenredige uitname uit het Provinciefonds. De overige wijzigingen in de Statenbegroting 2008 (fractievergoedingen, verslaglegging en catering) leiden tot een structureel extra beslag op het flexibel budget van € 10.600,-- met ingang van 2008. Daarbij hadden wij voor het jaar 2011 tot nu toe geen rekening gehouden met de kosten van een Statenexcursie. De kosten daarvan worden geraamd op ca. € 16.400,--.
1.2. Bestemming flexibel budget 2008-2011 In tabel 3 hebben wij aangegeven welke de verwachte omvang van het flexibel budget in de periode 2008-2011 zal zijn. Het gegeven financiële perspectief is nog wel omgeven met een onzekerheidsmarge in verband met het deze zomer mogelijk nog te sluiten bestuursakkoord tussen het Rijk en de provincies en de gevolgen van de rijksbegroting 2008 voor onze uitkering uit het Provinciefonds. Duidelijkheid daarover wordt in het komend najaar verwacht. Wij geven uw Staten in overweging de nu resterende flexibele ruimte niet in te vullen, maar deze beschikbaar te houden voor het opvangen van de financiële gevolgen van de nadere uitwerking van het tussen het Rijk en de provincies nog te sluiten bestuursakkoord en voor de middelen die mogelijk benodigd zullen zijn voor een tweetal voorstellen nieuw beleid, die in de Voorjaarsnota 2007 nog waren voorzien van een p.m. raming (tekorten landschap en verlenging managementcontract Wegen en Kanalen).
1.3. Verklaring aanmerkelijke verschillen Begroting 2008 en Rekening 2006 In deze Programmabegroting geven wij ook een toelichting op de belangrijkste verschillen met het voorvorige jaar (= rekeningjaar). Deze toelichting willen wij beperken tot een toelichting op hoofdlijnen (op programmaniveau). De details van de afwijkingen in het rekeningjaar (lees in dit geval 2006) worden al toegelicht in de jaarrekening 2006 zelf. Het gaat ons inziens daarom alleen om wijzigingen in het beleid, die na het rekeningjaar 2006 zijn/worden doorgevoerd. In onderstaande tabel zijn de lasten en baten per programma voor de Rekening 2006 en de Begroting 2008 opgenomen. Vervolgens worden conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) de aanmerkelijke verschillen tussen de Begroting 2008 en de Rekening 2006 op hoofdlijnen toegelicht. Omdat het BBV geen aanwijzing geeft wat een aanmerkelijk verschil precies inhoudt, zijn wij bij de verklaring van de aanmerkelijke verschillen uitgegaan van tenminste 10% van het programmatotaal met een minimum van € 250.000,--. De verschillen op de algemene dekkingsmiddelen (onder meer Provinciefonds, opbrengst opcentenheffing motorrijtuigenbelasting worden niet nader toegelicht omdat wij deze al in andere onderdelen van deze Programmabegroting uitgebreid hebben toegelicht. De toe te lichten onderdelen zijn in de tabel hieronder grijs gemaakt.
238
Financiële begroting 2008
(bedragen x € 1.000,--) Rekening 2006 Begroting 2008 Verschil t.o.v. Rekening 2006
Programma
LASTEN 1. Ondernemend Groningen 2. Wonen 3. Karakteristiek Groningen 4. Bereikbaar Groningen 5. Schoon/veilig Groningen 6. Gebiedsgericht 7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur 8. Bestuur 9. Bedrijfsvoering 10. Algemene dekkingsmiddelen Totaal lasten
16.069 17.686 6.933 113.796 30.734 4.887 66.407 12.865 2.995 9.928 282.300
9.297 20.685 31.335 107.590 27.699 4.673 65.242 13.486 2.506 12.761 295.273
-6.772 2.999 24.402 -6.206 -3.035 -214 -1.165 621 -489 2.833 12.973
BATEN 1. Ondernemend Groningen 2. Wonen 3. Karakteristiek Groningen 4. Bereikbaar Groningen 5. Schoon/veilig Groningen 6. Gebiedsgericht 7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur 8. Bestuur 9. Bedrijfsvoering 10. Algemene dekkingsmiddelen Totaal baten
5.327 12.528 587 124.585 12.245 193 39.535 139 3.821 159.069 358.029
2.580 13.665 20.302 71.949 8.064 0 36.082 21 1.029 155.467 309.160
-2.747 1.137 19.715 -52.636 -4.181 -193 -3.453 -118 -2.792 -3.602 -48.869
Geraamd resultaat voor bestemming Verrekening met reserves Geraamd resultaat na bestemming
75.729 -62.875 12.854
13.888 -11.319 2.568
-61.841 51.556 -10.286
1.3.1. Verklaring verschillen tussen Begroting 2008 en Rekening 2006 Als er in de Begroting 2008 sprake is van lagere lasten dan wel hogere baten ten opzichte van de Rekening 2006 dan spreken wij over een voordeel (V). Als er in de Begroting 2008 sprake is van hogere lasten dan wel lagere baten ten opzichte van de Rekening 2006 dan hebben wij het in onderstaande analyse over een nadeel (N). Programma Ondernemend Groningen Lasten Het verschil bij de lasten tussen de Begroting 2008 en de Rekening 2006 is ongeveer € 6,8 miljoen voordelig. Dit verschil wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door: € 3,7 miljoen (V) Cofinanciering Kompas: In de Begroting 2008 zijn in tegenstelling tot de Rekening 2006 nog geen bijdragen in het kader van Cofinanciering Kompas opgenomen € 2,4 miljoen (V) Lasten diverse regionale programma's: In de Begroting 2008 zijn in tegenstelling tot de Rekening 2006 nog geen lasten van programma's zoals EQUAL, IAG en TIPP verwerkt. € 0,7 miljoen (V) Toegerekende apparaatskosten: In de Begroting 2008 worden aan dit programma minder apparaatskosten toegerekend.
Financiële begroting 2008
239
Baten Het verschil bij de baten tussen de Begroting 2008 en de Rekening 2006 is ongeveer € 2,7 miljoen nadelig. Dit verschil wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door: € 2,4 miljoen (N) Baten diverse regionale programma's: In de Begroting 2008 zijn in tegenstelling tot de Rekening 2006 nog geen baten van programma's zoals EQUAL, IAG en TIPP verwerkt (zie ook lasten). € 0,3 miljoen (N) Inverdieneffecten BOA: Bij de afwikkeling van het BOA zijn in de Rekening 2006 incidentele baten opgenomen. Programma Wonen Lasten Het verschil bij de lasten tussen de Begroting 2008 en de Rekening 2006 is ongeveer € 3,0 miljoen nadelig. Dit verschil wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door: € 4,5 miljoen (N) Budget Locatiegebonden Subsidies (BLS): In de Begroting 2008 worden de lasten in het kader van het Budget Locatiegebonden Subsidies (BLS) ca. € 4,5 miljoen hoger geraamd dan in de Rekening 2006. Tegenover deze hogere lasten staan ook hogere baten. € 1,7 miljoen (N) Regiofonds Groningen-Assen: De bijdrage aan het Regiofonds Groningen-Assen is met ingang van 2007 met € 1,7 miljoen verhoogd. € 0,2 miljoen (N) Toegerekende rentekosten: De toegerekende rentekosten 2008 liggen ca. € 0,2 miljoen hoger dan in de Rekening 2006. € 2,7 miljoen (V) ISV: De bijdragen in het kader van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing worden in de Begroting 2008 ca. € 2,7 miljoen lager geraamd dan in de Rekening 2006. Tegenover deze lagere lasten in 2008 staan ook lagere baten. € 0,7 miljoen (V) SDV: De bijdragen in het kader van het programma Stads- en Dorpsvernieuwing (SDV) lagen in de Rekening € 0,7 hoger dan in de Begroting 2008. Tegenover deze lagere lasten in 2008 staan ook lagere baten. € 0,1 miljoen (V) Toegerekende apparaatskosten: In de Begroting 2008 worden aan dit programma minder apparaatskosten toegerekend.
Programma Karakteristiek Groningen Lasten Het verschil bij de lasten tussen de Begroting 2008 en de Rekening 2006 is ongeveer € 24,4 miljoen nadelig. Dit verschil wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door: € 1,8 miljoen (N) Toegerekende apparaatskosten: In de Begroting 2008 worden aan dit programma meer apparaatskosten toegerekend. Dit houdt verband met de activiteiten in het kader van het Programma Landelijk Gebied (PLG). € 2,0 miljoen (N) Programmakosten PLG - provincie: De uitgaven in het kader van Programma Landelijk Gebied (2007-2013) worden met ingang van 2007 bij dit programma geraamd. Een deel van de lasten (ca. € 0,5 miljoen) was in 2006 onderdeel van andere programma's. In het kader van nieuw beleid is in de Voorjaarsnota 2006 vanaf 2007 € 1,5 miljoen per jaar extra beschikbaar gesteld. € 20,1 miljoen (N) Programmakosten PLG - Rijk: De uitgaven in het kader van Programma Landelijk Gebied (2007-2013) worden met ingang van 2007 bij dit programma geraamd. Met ingang van de begroting 2008 worden ook de van het Rijk te ontvangen middelen geraamd (zie baten).
240
Financiële begroting 2008
€ 0,4 miljoen (N)
€ 0,2 miljoen (N)
Bijdrage Stichting Landschapsbeheer: De bijdrage aan de Stichting Landschapsbeheer Groningen ligt in de Rekening 2006 bijna € 0,4 miljoen hoger dan in de Begroting 2008 vanwege een uitbetaalde rijksbijdrage. Kapitaallasten: In de Begroting 2008 moet rekening worden met kapitaallasten i.v.m. maatregelen waterberging.
Baten Het verschil bij de baten tussen de Begroting 2008 en de Rekening 2006 is ongeveer € 19,7 miljoen voordelig. Dit verschil wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door: € 0,4 miljoen (N) Rijksbijdrage ten behoeve van Stichting Landschapsbeheer: In de Rekening 2006 was sprake van een rijksbijdrage van bijna € 0,4 miljoen ten behoeve van de Stichting Landschapsbeheer Groningen. € 20,1 miljoen (V) Rijksbijdrage PLG: Met ingang van de Begroting 2008 worden de van het Rijk te ontvangen middelen t.b.v. het PLG geraamd in de begroting.
Programma Bereikbaar Groningen Baten Het verschil bij de baten tussen de Begroting 2008 en de Rekening 2006 is ongeveer € 52,6 miljoen nadelig. Dit verschil wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door: € 0,5 miljoen (V) Bijdragen BDU/bijdragen uit voorzieningen: In de Begroting 2008 wordt in totaal ca. € 0,5 miljoen meer aan rijksbijdragen BDU en onttrekkingen aan de voorziening BDU geraamd. € 0,8 miljoen (N) Inkomsten reconstructie wegen: In de Rekening 2006 is er ca. € 0,8 miljoen meer verantwoord aan baten reconstructie wegen dan nu wordt geraamd in de Begroting 2008. € 50,0 miljoen (N) Afkoopsom N46: In de Rekening 2006 is een eenmalige afkoopsom voor het beheer en onderhoud van de N46 ontvangen. € 0,8 miljoen (N) Diverse baten beheer en onderhoud wegen: De baten voor beheer en onderhoud van wegen en dan met name de baten ten behoeve van wegverhardingen liggen in de Rekening 2006 € 0,7 hoger dan in de Begroting 2008. € 0,6 miljoen (N) Baten hoofdkanalen: De bijdragen van Rijk, derden en ten laste van voorzieningen voor de hoofdkanalen lagen in de Rekening 2006 € 0,6 miljoen hoger dan nu wordt geraamd in de Begroting 2008. € 0,8 miljoen (N) Inkomsten beheer en onderhoud overige waterwegen: In 2006 is er € 0,8 miljoen meer ontvangen voor het beheer en onderhoud van overige waterwegen dan nu wordt geraamd in de Begroting 2008. Onder andere is hierin begrepen een ontvangen afkoopsom van € 0,5 miljoen. € 0,1 miljoen (N) Baten sluizencomplex Lauwersoog: De baten voor sluizencomplex Lauwersoog liggen in de Rekening 2006 € 0,1 miljoen hoger dan in de Begroting 2008.
Financiële begroting 2008
241
Programma Schoon/veilig Groningen Lasten Het verschil bij de lasten tussen de Begroting 2008 en de Rekening 2006 is ongeveer € 3,0 miljoen voordelig. Dit verschil wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door: € 0,3 miljoen (V) Toegerekende apparaatskosten: In de Begroting 2008 worden aan dit programma minder apparaatskosten toegerekend. € 0,6 miljoen (V) Lasten waterbeheer en waterberging: De lasten voor waterbeheer en waterberging worden in de Rekening 2006 nog volledig in dit programma verantwoord, terwijl het een groot deel van deze lasten in de Begroting 2008 wordt geraamd bij het programma Karakteristiek Groningen. Ook speelt mee dat in 2006 voor een aantal projecten bijdragen van derden zijn ontvangen (zie ook baten). € 0,2 miljoen (N) Lasten milieubeleid en duurzame ontwikkeling: In 2008 staan tegenover lagere lasten, omdat er in 2008 geen rijksbijdragen en bijdragen van derden worden ontvangen (- € 0,6 miljoen), hogere lasten vanwege het nieuw beleid 2008 (€ 0,8 miljoen) dat in de Voorjaarsnota 2007 is vastgelegd. € 0,5 miljoen (V) Lasten Bodemsanering: De lasten Bodemsanering zullen in 2008 naar verwachting iets lager uitvallen dan in 2006. Dit heeft mede te maken met de afwikkeling van voorgaande jaren in de Rekening 2006. € 0,8 miljoen (V) Lasten nazorg stortplaatsen: De lasten nazorg stortplaatsen (inclusief bijdragen aan de voorziening) liggen in 2008 € 0,8 miljoen lager dan in 2006 (zie ook baten). € 0,1 miljoen (V) Lasten gebiedsgericht milieubeleid: Deze liggen in Begroting 2008 € 0,1 miljoen lager dan in de Rekening 2006. € 0,8 miljoen (V) Lasten Vergunningverlening: De lasten vergunningverlening liggen in 2006 € 0,8 miljoen hoger dan is geraamd in de Begroting 2008. Tegenover deze hogere lasten staan in 2006 ook hogere baten (zie baten). Baten Het verschil bij de baten tussen de Begroting 2008 en de Rekening 2006 is ongeveer € 4,1 miljoen nadelig. Dit verschil wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door: € 0,3 miljoen (N) Baten waterbeheer en waterberging: In de Begroting 2008 zal er in tegenstelling tot de Rekening 2006 geen sprake zijn van bijdragen van derden in de kosten van projecten. € 0,6 miljoen (N) Baten milieubeleid en duurzame ontwikkeling: In de Begroting 2008 worden er in tegenstelling tot de Rekening 2006 geen baten voor dit onderdeel geraamd. € 1,2 miljoen (N) Afwikkeling baten Bodemsanering voorgaande jaren: In 2006 is er eenmalig sprake van een extra bate wegens afwikkeling van baten van voorgaande jaren. € 0,8 miljoen (N) Baten nazorg stortplaatsen: In de Begroting 2008 worden er in tegenstelling tot de Rekening 2006 geen baten uit de heffing nazorg stortplaatsen geraamd. € 0,1 miljoen (N) Baten gebiedsgericht milieubeleid: Deze liggen in Begroting 2008 € 0,1 miljoen lager dan in de Rekening 2006. € 0,8 miljoen (N) Baten Vergunningverlening: De baten vergunningverlening liggen in 2006 € 0,8 miljoen hoger dan is geraamd in de Begroting 2008. Het betreft legesinkomsten en rijksbijdragen. € 0,3 miljoen (N) Leges ontgrondingen: In 2006 is er ca. € 0,3 miljoen meer aan leges ontgrondingen binnengekomen dan er nu voor 2008 wordt geraamd.
242
Financiële begroting 2008
Bedrijfsvoering Lasten Het verschil bij de lasten tussen de Begroting 2008 en de Rekening 2006 is ongeveer € 0,5 miljoen voordelig. Dit verschil wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door: € 0,3 miljoen (V) Toegerekende apparaatskosten: In de Begroting 2008 worden aan dit programma minder apparaatskosten toegerekend. € 0,4 miljoen (V) Lasten Zorgverzekeringswet (ZVW): In 2006 was er sprake van eenmalige lasten in het kader van de Zorgverzekeringswet (ZVW). Zie ook baten. € 0,2 miljoen (N) Afwikkelingsverschillen voorgaande jaren: In de Rekening 2006 was er sprake van een eenmalig voordeel wegens afwikkeling van voorgaande jaren. Baten Het verschil bij de baten tussen de Begroting 2008 en de Rekening 2006 is ongeveer € 2,8 miljoen nadelig. Dit verschil wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door: € 2,0 miljoen (N) Baten diensten voor derden: In 2006 was er sprake van eenmalige extra baten wegens werkzaamheden voor derden. € 0,4 miljoen (N) Baten Zorgverzekeringswet (ZVW): In 2006 was er sprake van eenmalige baten in het kader van de Zorgverzekeringswet (ZVW). € 0,4 miljoen (N) Afwikkelingsverschillen voorgaande jaren: In de Rekening 2006 was er sprake van een eenmalig voordeel wegens afwikkeling van voorgaande jaren. Algemene dekkingsmiddelen Lasten Het verschil bij de lasten tussen de Begroting 2008 en de Rekening 2006 is ongeveer € 2,8 miljoen nadelig. Dit verschil wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door: € 2,4 miljoen (V) Lagere rentekosten: De voor 2008 geraamde rentekosten zijn € 2,4 miljoen lager dan in 2006 € 0,5 miljoen (V) Vereveningsbijdrage BCF: In 2008 hoeft er geen vereveningsbijdrage voor het BTW-Compensatiefonds (BCF) meer te worden betaald. € 3,4 miljoen (N) Nieuw beleid 2008: In de Begroting 2008 wordt bij dit onderdeel ca. € 3,4 miljoen geraamd voor nieuw beleid uit de Voorjaarsnota (o.a. Cofinanciering in brede zin). € 1,1 miljoen (N) Onvoorziene uitgaven: In de Begroting 2008 wordt er aan onvoorziene uitgaven en een aantal stelposten ca. € 1,1 miljoen geraamd (waar onder ca. € 0,7 miljoen voor werkelijk onvoorzien). € 1,2 miljoen (N) Nog niet verdeelde apparaatskosten 2008: Van de apparaatskosten 2008 is een bedrag van ca. € 1,2 miljoen nu nog niet functioneel toegedeeld. Dat zal gebeuren in het kader van de Integrale Bijstelling 2008. Verrekening met reserves Het verschil tussen de Begroting 2008 en de Rekening 2006 is ongeveer € 51,6 miljoen voordelig. Dit verschil wordt in hoofdlijnen veroorzaakt door de afkoopsom N46 en het hogere dividend Essent, die in 2006 zijn ontvangen, en aan de reserves zijn toegevoegd.
Financiële begroting 2008
243
1.4. Verklaring aanmerkelijke verschillen Begroting 2008 en Begroting 2007 Om verschillende redenen kunnen ramingen 2008 in de nu voorliggende begroting afwijken van de ramingen in begroting 2007 tot en met de 5e wijziging. Als meest voorkomende oorzaken kunnen worden genoemd.
1.4.1. De voor 2008 te hanteren accressen wegens loon- en prijsstijgingen In bijlage M hebben wij aangegeven welke accressen (stijgingspercentages) wij in deze begroting hanteren wegens de verwachte stijging van lonen en prijzen (ten opzichte van 2007). De cijfers met betrekking tot lonen en prijzen zijn voor 2008 afgeleid van prognoses van het Centraal Planbureau van november 2006.
1.4.2. Toe te rekenen rente en afschrijvingen De te hanteren rentepercentages variëren van jaar tot jaar, al naar gelang de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. Niet alleen de rentetarieven zijn van belang maar ook het volume van benodigde financieringsmiddelen. Verder kunnen nieuwe investeringen leiden tot hogere afschrijvingslasten en investeringen, die in 2008 volledig zijn afgeschreven tot een vrijval van kapitaallasten.
1.4.3. Overboeking kredieten 2006-2007 In de vergelijkende ramingen voor 2007 zijn de kredieten meegenomen, die zijn overgeboekt van 2006 naar 2007 (zie 1e en 2e wijziging van de begroting 2007). In totaal is daarmee voor 2007 een bedrag gemoeid van zo'n € 4,57 miljoen. Per thema kan dit leiden tot aanzienlijke verschillen tussen de ramingen 2007 en 2008.
1.4.4. Cofinanciering Kompas In de begroting 2008 zijn nagenoeg nog geen bijdragen in concrete projecten in het kader van Cofinanciering Kompas opgenomen. Een en ander gebeurt pas in het kader van de Voorjaarsnota 2008. In de vergelijkende ramingen voor 2007, die zijn gebaseerd op de Voorjaarsnota 2007, zijn dergelijke bijdragen wel verwerkt. Zo is in de Voorjaarsnota 2007 m.b.t. het jaar 2007 in totaal een bedrag van circa € 8,1 miljoen verwerkt als bijdragen Cofinanciering Kompas. Per thema kan dit leiden tot aanzienlijke verschillen tussen de ramingen 2007 en 2008.
1.4.5. Wijzigingen in de toerekening van apparaatskosten In de Programmabegroting wordt geen onderscheid gemaakt tussen programma- en apparaatskosten. Dat is wel het geval in de Productenbegroting. Hoewel dit document tot het domein van GS moet worden gerekend is een toelichting op genoemd onderscheid nuttig. Programmakosten zijn die kosten, waarbij een directe transparante relatie bestaat met individuele beleidsproducten. Een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld de subsidie-uitgaven, die rechtstreeks voortvloeien uit een door PS geaccordeerd beleidsplan. Natuurlijk zijn er ook kosten, die een minder directe relatie met een specifiek beleidsproduct hebben, de zogenaamde apparaatskosten. Onder apparaatskosten verstaan we dan de kosten van het inzetten van personeel en het gebruik van niet direct aan producten toe te rekenen productiemiddelen. Om een verdeling van deze apparaatskosten over de diverse beleidsproducten mogelijk te maken, worden deze kosten toegerekend. De verdeling van de kosten vindt plaats op basis van verdeelsleutels. Daarvoor worden diverse criteria gehanteerd. Daarbij gaat het om: 1. aantal formatieplaatsen; 2. verstrekte opdrachten (bijvoorbeeld: drukkerij); 3. verreden kilometers; 4. ureninzet (adviesproducten); 5. m2 (huisvesting).
244
Financiële begroting 2008
Omdat het om versleutelde bedragen gaat, komen geregeld afwijkingen tussen planning en realisatie van toegerekende apparaatskosten voor. Dat wordt bijvoorbeeld veroorzaakt doordat: • we meer of minder in rekening kunnen brengen bij derden (o.m. Rijkswaterstaat) doordat de planning van werkzaamheden mee of tegen zit; • we op basis van de feitelijke realisatie meer of minder apparaatskosten kunnen toerekenen aan investeringswerken (deze verschijnen als opgebouwde waarde op de provinciale balans); Daarom ligt het sturingsaccent voor wat betreft de apparaatskosten meer op categoriaal niveau (personeelskosten, kopieerkosten etc.) dan op het niveau van de versleutelde kosten per productgroep. De toerekening van apparaatskosten naar de productgroepen en de investeringen voor 2008 wordt weergegeven in bijlage G in de bijlagen bij de Programmabegroting 2008 (zie bladzijde 19 tot en met 22).
1.4.6. Verhoging van budgetten wegens opgetreden knelpunten in het aanvaard beleid Bij de uitvoering van het aanvaard beleid kunnen door allerlei externe factoren knelpunten optreden. Bijvoorbeeld bij overeenkomsten waarbij sprake is van tariefstijgingen die de normale prijscompensatie te boven gaat. Of externe wet- en regelgeving die leidt tot hogere kosten. Of een toename in het gebruik van bepaalde voorzieningen, waarbij sprake is van een openeind regeling. In de Beleidsbrief 2007 d.d. 13 maart 2007 (pagina 15) treft u een overzicht aan van de in 2007 en 2008 verwerkte knelpunten aanvaard beleid.
1.4.7. Voorstellen bezuinigingen/nieuw beleid Op basis van het collegeprogramma 2007-2011 worden er ingaande 2008 een aantal bezuinigingen doorgevoerd. Dit kan op onderdelen leiden tot lagere lasten in vergelijking met 2007 (zie bijlage 1) Intensivering van het bestaande beleid dan wel (het continueren van) nieuwe beleidskeuzes (zie de bijlagen 2 en 3 bij dit deel van deze begroting) kunnen op onderdelen leiden tot (tijdelijk) hogere lasten.
1.5. Verklaring aanmerkelijke verschillen 2008-2011 Ook de bedragen opgenomen in de meerjarenramingen 2008-2011 geven soms van jaar tot jaar aanmerkelijke verschillen te zien. Hiervoor is een aantal oorzaken aan te wijzen, waarvan wij hier de voornaamste noemen. • Bepaalde begrotingsjaren bevatten incidentele lasten en/of baten (zie paragraaf 1.6). • De te hanteren rentepercentages variëren van jaar tot jaar, al naar gelang de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. Niet alleen de rentetarieven zijn van belang maar ook het volume van benodigde financieringsmiddelen. • In de meerjarenramingen 2008-2011 zijn de besluiten verwerkt die zijn genomen naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2007. De gevolgen van de bezuinigingsvoorstellen respectievelijk de voorstellen nieuw beleid zijn opgenomen in de bijlagen 1, 2 en 3 bij dit deel van de Programmabegroting 2008. • Er kan in enig jaar sprake zijn van substitutie tussen begrotingsposten en daarmee tussen programma's.
Financiële begroting 2008
245
1.6. Incidentele baten en lasten In de meerjarenramingen 2008-2011 is in een aantal gevallen sprake van incidentele baten en lasten. Deze incidentele baten en lasten hebben wij weergegeven in onderstaande tabel. Bij dat overzicht wordt het volgende opgemerkt. Onder incidentele baten en lasten worden in dit geval verstaan de voor maximaal drie jaren geraamde baten en lasten. In de meerjarenramingen 2008-2011 zijn de incidentele baten en lasten opgenomen waartoe reeds eerder door uw Staten is besloten. In het overzicht zijn ook meegenomen die baten en lasten die elkaar opheffen. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om een eenmalige last, die wordt gedekt door een bijdrage van het Rijk of een beschikking over reserve of voorziening. Tabel 6. Incidentele baten en lasten Programma BATEN Wonen Karakteristiek Groningen Schoon/veilig Groningen Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur Algemene dekkingsmiddelen
Omschrijving
2008
Budget Locatiegebonden Subsidies (VJN2007) ISV-2 Rijksbijdrage PLG-Water, Rijksbijdrage saneren waterbodems (PG2008) Programma externe veiligheid 2006-2010 (PG2007) Provinciale Breedtesportimpuls - bijdrage Rijk Regionale cultuurplannen (VJN2007) Extra uitkering NV BNG (VJN2007) Algemene Reserve - rekeningresultaat 2003 (VJN2004) Algemene Reserve - provinciale breedtesportimpuls (VJN2004) Algemene Reserve - rekeningresultaat 2008 (VJN2007) Algemene Reserve - doorschuiven begrotingsruimte (VJN2007) Reserve ESFI: Cofinanciering waterberging (VJN2004) Reserve ESFI: Vaarverbinding Oldambtmeer-Beerta (VJN2006) Reserve ESFI: Besteding reservering ringwegen t/m 2004 (VJN2004) Reserve ESFI: Diverse projecten h2i(2) (BG2007) Reserve ESFI: Knelpunten vaarwegen (VJN2007) Reserve ESFI: CIS-basisvoorziening (VJN2007) Reserve GWH: Cofinanciering waterberging (VJN2004) Reserve GWH: Wijziging grondwaterwinning Onnen (VJN2006) Stimuleringsfonds Zorg - provinciale breedtesportimpuls (VJN2004) subtotaal baten
LASTEN Ondernemend Groningen
Wonen
Karakteristiek Groningen
Bereikbaar Groningen
Schoon/veilig Groningen
Gebiedsgericht
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
Project bevorderen Ondernemerschap (VJN2007)) Vaarverbinding Oldambtmeer-Beerta - ESFI (VJN2006/07) Toeristische mediacampagne (VJN2007) Budget Locatiegebonden Subsidies (VJN2007) Budget ISV-2 (VJN2007) Behoefteraming ISV3 (VJN2007) PLG-Water saneren waterbodems (rijk) (PG2008) Cofinanciering waterberging - ESFI (VJN2004) Cofinanciering waterberging - Reserve Grondwaterheffing (VJN2004) Besteding reservering ringwegen t/m 2004 - ESFI (VJN2004) Regiotram (VJN2007) Budgetuitbreiding Verkeersonderzoek (VJN2007) Diverse projecten H2i(2) (BG2007) Knelpunten vaarwegen - ESFI (VJN2007) Wijziging grondwaterwinning Onnen (VJN2006) TELI-project 2008 (VJN2007) Costa Due fase 2 (VJN2007) Actieplan Biomassa (VJN2007) Programma externe veiligheid 2006-2010 (PG2007) Programma externe veiligheid 2006-2010 (naar AKP PG2008) Fusie VKDG/VGD (VJN2006) Uitvoering besluit bestuursaccoord Eemsmond (VJN2007) Uitvoering project Ring Blauwe Stad (VJN2007) Gebiedsgericht beleid, naar behoefteraming ISV3 (9201) (VJN2007) Armoedebeleid naar TELI (VJN2007) Incid. Subs. Welzijn - provinciale breedtesportimpuls (VJN2004) Provinciale Breedtesport Impuls (VJN2004) Provinciale Breedtesport Impuls (Bijdrage Rijk) Stichting Monumentenwacht (IB2005) Regionale cultuurplannen (VJN2007) CIS-basisvoorziening (VJN2007) - ESFI Asielzoekersbeleid - provinciale breedtesportimpuls (VJN2004) Jeugdzorg (VJN2006)
246
Financiële begroting 2008
8.458,1 5.145,8
(bedragen x € 1.000,--) 2009 2010
2011
6.114,6 503,0
1.047,0 113,5
1.047,0
1.047,0
90,6 270,0 560,0 27,2 2.285,1 1.000,0 900,0 200,0
75,0
378,2 1.750,0 200,0 120,0 125,0 22,7
928,2 1.750,0
2.830,0 1.934,0 1.750,0
22.423,1
10.184,7
7.560,9
70,0 200,0 115,0 8.458,1 5.145,8 50,0
503,0
75,0
6.114,6 100,0 503,0
900,0 120,0 2.830,0 200,0 50,0 378,2 1.750,0 125,0 25,0 80,0 395,0 1.047,0 -230,0 43,0 80,0 150,0 -50,0 -25,0 -27,2 113,5 113,5 28,0 90,6 200,0 -36,3 822,0
928,2 1.750,0
1.934,0 1.750,0
25,0 297,0 1.047,0 -241,0
285,0 1.047,0 -252,4
80,0 150,0
150,0
450,0
Programma Bestuur
Omschrijving Incid. aanv. desk. adv. i.v.m. ontw'n Essent (VJN2007) Fusieproces gemeenten Blauwestad (VJN2006) Voorfinanciering grote projecten (VJN2006) Formatie afdeling EZ (VJN2006) Costa Due, fase 2 - formatie (VJN2006) Formatie projectbureau (VJN2006) Formatie en externe ondersteuning jeugdzorg (VJN2006/IB2006) Knelpunten formatie Milieuvergunningen (VJN2007) Cofinanciering Kompas, aanvulling (VJN2004)
2008 50,0 60,0 408,6 86,0 220,0 224,2 350,0 125,0 2.500,0
(bedragen x € 1.000,--) 2009 2010
2011
60,0 194,8
46,0
73,0 121,2
19,2
50,0
30,0
30,0
24.334,9
11.274,8
7.838,7
567,1
SALDO BATEN en LASTEN
-1.911,8
-1.090,0
-277,7
-64,1
Idem, exclusief inzet Algemene Reserve
-5.784,1
-1.090,0
-277,7
-64,1
Algemene dekkingsmiddelen
subtotaal lasten
34,1
1.7. Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is bepaald dat de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume een onderdeel zijn van de uiteenzetting van de financiële positie. In onderstaande tabel hebben wij een overzicht voor het jaar 2008 openomen. Deze bedragen zijn op basis van aanvaard beleid. Daarbij hebben wij nog geen rekening gehouden met de gevolgen van de in de Voorjaarsnota 2007 aangekondigde bezuinigingen op de formatie. Tabel 7. Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen 2008 Omschrijving
Vakantiegeld Wachtgelden Werkloosheidsuitkeringen Vroegpensioen (FPU) 55+ regelingen Totaal
geraamd bedrag 2008 (x € 1.000,--) 3.024 100 200 528 90 3.942
Voor flankerend beleid (in de vorm van vertrekbevordering) is voor de realisatie van de geplande formatiereductie in de komende 4 jaar naar verwachting ongeveer € 4 miljoen benodigd. Dit bedrag is gereserveerd ten laste van het rekeningresultaat 2006 en voorlopig toegevoegd aan de Algemene Reserve. Een deel daarvan zal zich in de komende jaren vertalen in arbeidskosten gerelateerde verplichtingen.
1.8. Verleende garanties en waarborgen In deze uiteenzetting van de financiële positie besteden wij ook aandacht aan de verleende garanties en waarborgen. In tabel 8 geven wij u een overzicht van het verwachte verloop van de garantstellingen van 2006 tot 2008. Tabel 8. Garantstellingen 2006-2008 Omschrijving Waterbedrijf Groningen Zorginstellingen Nationaal Groenfonds Borgstellingen diverse bedrijven Totaal
(bedragen x € 1.000,--) Stand per Stand per Stand per ultimo 2006 ultimo 2007 ultimo 2008 1.817 1.558 1.298 7.342 6.710 6.078 9.205 9.205 9.205 7.369 7.369 7.369 25.733 24.842 23.950
In de paragraaf Weerstandsvermogen (zie deel 3 van de Programmabegroting 2008, onderdeel 1.11) gaan wij nader in op de aan deze garantstellingen verbonden risico's.
Financiële begroting 2008
247
1.9. Investeringen naar nut Het Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten en provincies (BBV) bepaalt dat bij de raming voor het begrotingsjaar van de financiële gevolgen van het bestaande en nieuwe beleid afzonderlijk aandacht moet worden besteed aan de investeringen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen investeringen met een economisch nut en investeringen met een maatschappelijk nut. Investeringen met een economisch nut zijn alle investeringen die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven en/of verhandelbaar zijn. De investeringen zien er in periode 2008-2011 op begrotingsbasis als volgt uit. Tabel 9. Investeringen 2008-2011 uitgesplitst naar nut Omschrijving
(bedragen x € 1.000,--) 2008 2009 2010
2011
4.633
4.633
4.633
4.633
-13
-393
356
-7.344
121
-107 -26.723
-116
-175 -25.000
4.741
-22.590
4.873
-27.886
1. Investeringen met een economisch nut: a. gebouwen b. terreinen c. apparatuur 2. Investeringen met een maatschappelijk nut: a. provinciale wegen b. provinciale waterwegen 3. Overige a. voorfinanciering Blauwestad b. agio op obligaties c. verstrekte leningen d. beleggingen Totaal
Voor een volledig overzicht van de geplande investeringen verwijzen wij naar de bijlagen B en H bij de Programmabegroting 2008.
248
Financiële begroting 2008
1.10. Financiering In de meerjarenramingen 2008-2011 zijn de boekwaarden van de onderstaande activa als volgt geraamd. Tabel 10. Boekwaarden activa per 1 januari Omschrijving activa 1. Materiële activa met een economisch nut 2. Materiële activa met een maatschappelijk nut 3. Voorfinanciering Blauwestad 4. Agio op obligaties 5. Financiële activa (deelnemingen) 6. Financiële activa (doorgegeven leningen) 7. Financiële activa (verstrekte geldleningen) 8. Financiële activa (beleggingen) Totaal
(bedragen x € 1.000,--) 2008 2009 2010 10.083 9.696 9.306 40.478 42.211 43.813 89.900 89.887 89.494 110 74 38 2.369 2.369 2.369 11.344 0 0 31.998 32.120 32.013 51.931 51.931 25.208 238.213 228.288 202.241
2011 8.977 45.244 89.850 2 2.369 0 31.897 25.208 203.547
Een nadere detaillering voor 2008 treft u aan in bijlage B bij de Programmabegroting 2008. Voor de financiering van deze activa zijn de volgende geraamde middelen beschikbaar. Tabel 11. Financieringsmiddelen per 1 januari Omschrijving activa 1. Algemene reserve 2. Bestemmingsreserves 3. Voorzieningen 4. Opgenomen langlopende geldleningen Totaal
(bedragen x € 1.000,--) 2008 2009 2010 35.034 30.117 28.052 178.736 153.834 122.010 22.107 22.836 23.598 23.955 12.610 110 259.832 219.397 173.770
2011 26.009 48.397 24.409 110 98.925
Een nadere detaillering treft u aan in de bijlagen C en D bij de Programmabegroting 2008. De daling van de Algemene reserve wordt met name veroorzaakt door de afwikkeling van lopende verplichtingen en de bestemming van het rekeningresultaat 2006. De daling van de Bestemmingsreserves komt voor een belangrijk deel op naam door het forse beroep vanaf 2010 op de reserve Economische, Fysieke en Sociale Infrastructuur (ESFI). Uit de confrontatie van bovenstaande tabellen valt af te leiden, dat er de komende jaren eerst sprake is van een financieringsoverschot dat geleidelijk aan omslaat in een financieringstekort. Deze toename van de financieringsbehoefte wordt veroorzaakt door enerzijds de aflossing van langlopende geldleningen in 2008 en 2009 en anderzijds door een verwacht fors beroep vanaf 2010 op de bestemmingsreserves. Met name het beroep op de reserve Economische, Fysieke en Sociale Infrastructuur (ESFI).
Financiële begroting 2008
249
250
Financiële begroting 2008
Bijlage 1. Bezuinigingsvoorstellen Programmabegroting 2008 (bedragen x € 1.000,--)
product groep
Omschrijving - categorie
2008
2009
2010
2011
Ten gunste van
210,0 420,0 250,0 125,0
287,0 420,0 840,0 500,0 250,0
628,0 630,0 1.260,0 750,0 375,0
985,0 840,0 1.680,0 1.000,0 500,0
flexibel budget flexibel budget flexibel budget flexibel budget flexibel budget
subtotaal bedrijfsvoering
1.005,5
2.297,0
3.643,0
5.005,0
Totaal interne organisatie
1.005.5
2.297,0
3.643,0
5.005,0
1.005,5
2.297,0
3.643,0
5.005,0
9. Interne organisatie bedrijfsvoering 1. Bevriezing accressen materiële uitgaven 2009-2011 2. Bestuurlijke selectiviteit (- 14 fte) 3. Productiever werken (- 28 fte) 4. Efficiëntere inkoop Concern 5. Efficiëntere inkoop Blauwe veld
Totaalgeneraal
0600 0600 0600 0600 0600
(bedragen x € 1.000,--)
Omschrijving - categorie
2008
2009
2010
2011
Totaal
1.005,0
2.297,0
3.643,0
5.005,0
11.950,0
1.005,0
2.297,0
3.643,0
5.005,0
11.950,0
Totaalgeneraal Waarvan ten gunste van: 1. Flexibel budget Totaal
Financiële begroting 2008
251
252
Financiële begroting 2008
Bijlage 2. Voorstellen nieuw beleid 2008-2011 Programmabegroting 2008 (bedragen x € 1.000,--)
product groep
Omschrijving - categorie
2008
2009
2010
2011
Dekking
3.000,0
3.000,0
3.000,0
3.000,0
flexibel budget flexibel budget
1. Ondernemend Groningen bedrijvigheid 1. Cofinanciering in brede zin 2. Voorfinanciering grote projecten (economische en ecologische infrastructuur)
0500 0500
250,0
250,0
250,0
250,0
3.250,0
3.250,0
3.250,0
3.250,0
115,0
p.m.
p.m.
p.m.
subtotaal recreatie
115,0
p.m.
p.m.
p.m.
Totaal ondernemend Groningen
3.365,0
3.250,0
3.250,0
3.250
50,0
100,0
subtotaal ruimtelijke ontwikkeling
50,0
100,0
0,0
0,0
Totaal wonen
50,0
100,0
0,0
0,0
p.m. 700,0
p.m. 700,0
p.m. 700,0
p.m. 700,0
subtotaal Programma landelijk gebied
700,0
700,0
700,0
700,0
Totaal karakteristiek Groningen
700,0
700,0
700,0
700,0
subtotaal bedrijvigheid recreatie 1. Toeristische Mediacampagne
7003
flexibel budget
2. Wonen ruimtelijke ontwikkeling 1. Behoefteraming ISV3
9201
sectorale kredieten (2008)/ flexibel budget (2009)
3. Karakteristiek Groningen Programma landelijk gebied 1. Tekort middelen landschap 2. Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg
Financiële begroting 2008
6203/4 9105
flexibel budget reserve ESFI
253
(bedragen x € 1.000,--)
Omschrijving - categorie
product groep
2008
3001 3001
200,0 50,0
2009
2010
2011
Dekking
4. Bereikbaar Groningen mobiliteit 1. Regiotram - voorbereidingskosten 2. Verkeersonderzoek subtotaal mobiliteit
flexibel budget flexibel budget
250,0
0,0
0,0
0,0
p.m. 136,6 1.750,0
p.m. 136,6 1.750,0
p.m. 136,6 1.750,0
p.m. 136,6
subtotaal infrastructuur
1.886,6
1.886,6
1.886,6
136,6
Totaal bereikbaar Groningen
2.136,6
1.886,6
1.886,6
136,6
5003
80,0
25,0
5003 5003 5003 5003
125,0 125,0 200,0 395,0
125,0 125,0 200,0 297,0
125,0 125,0 200,0 285,0
125,0 125,0 200,0
925,0
772,0
735,0
450,0
100,0
100,0
100,0
100,0
subtotaal risicobeleid/veiligheid
100,0
100,0
100,0
100,0
Totaal schoon/veilig Groningen
1.025,0
872,0
835,0
550,0
infrastructuur 1. Verlenging managementcontract Wegen en Kanalen 2. Voorfinanciering baggerwerk Winschoterdiep 3. Knelpunten wegen en waterwegen
Diversen 0500 3101
flexibel budget flexibel budget reserve ESFI
5. Schoon/veilig Groningen milieu 1. Costa Due, fase 2 - aanvulling 2. Fonds Energiebesparing en - Innovatie: a. Energie Convenant Groningen b. Actieplan Gebouwde Omgeving 3. Energy Valley 4. Actieplan Biomassa subtotaal milieu risicobeleid/veiligheid 1. Veiligheid
254
2001
Financiële begroting 2008
flexibel budget flexibel budget flexibel budget flexibel budget flexibel budget
flexibel budget
(bedragen x € 1.000,--)
product groep
2008
2009
2010
2011
Dekking
9104
304,7
213,6
213,5
213,5
flexibel budget
subtotaal POP
304,7
213,6
213,5
213,5
Totaal gebiedsgericht
304,7
213,6
213,5
213,5
500,0 300,0
500,0 300,0
500,0 300,0
500,0 300,0
800,0
800,0
800,0
800,0
Omschrijving - categorie 6. Gebiedsgericht POP 1. Gebiedsgericht beleid/POP
7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur welzijn 1. Armoedebeleid 2. Investeringsfonds Wonen, Welzijn, Zorg
8001 8001
subtotaal welzijn cultuur, media en erfgoed 1. CIS-basisvoorzieningen
8312
200,0
flexibel budget reserve ESFI
reserve ESFI
subtotaal cultuur, media en erfgoed
200,0
0,0
0,0
0,0
Totaal welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
1.000,0
800,0
800,0
800,0
300,0
309,0
318,3
327,8
300,0
309,0
318,3
327,8
200,0 110,0
200,0 110,0
200,0 110,0
200,0 110,0
subtotaal communicatie
310,0
310,0
310,0
310,0
Totaal bestuur
610,0
619,0
628,3
637,8
8. Bestuur overige bestuursorganen 1. Uitbreiding aantal gedeputeerden
0600
subtotaal overige bestuursorganen communicatie 1. Grote Evenementen 2. Middenevenementen
1604 1604
Financiële begroting 2008
flexibel budget flexibel budget
255
(bedragen x € 1.000,--)
product groep
2008
2009
2010
2011
Dekking
0600 0600 0600 0600
456,0 57,0 114,0 42,0
608,0 76,0 152,0 42,0
608,0 76,0 152,0 42,0
608,0 76,0 152,0 42,0
flexibel budget flexibel budget flexibel budget AKP
subtotaal kwaliteit organisatie
669,0
878,0
878,0
878,0
Totaal interne organisatie
669,0
878,0
878,0
878,0
9.860,3
9.319,2
9.191,4
7.165,9
Omschrijving - categorie 9. Interne organisatie kwaliteit organisatie 1. Ontwikkelingen in beleid (8 fte) 2. Ontwikkelingen in informatie(-technologie) (1 fte) 3. Ontwikkelingen t.a.v. inkoop (2 fte) 4. Facilitair coördinator
Totaalgeneraal
(bedragen x € 1.000,--)
Omschrijving - categorie
2008
2009
2010
2011
Totaalgeneraal
9.860,3
9.319,2
9.191,4
7.165,9
Waarvan ten laste van: 1. Flexibel budget 2. ESFI 3. Sectorale kredieten 4. AKP
6.818,3 2.950,0 50,0 42,0
6.527,2 2.750,0
6.399,4 2.750,0
6.123,9 1.000,0
42,0
42,0
42,0
25.868,8 9.450,0 50,0 168,0
9.860,3
9.319,2
9.191,4
7.165,9
35.536,8
Totaal
256
Financiële begroting 2008
Totaal
Bijlage 3. Voorstellen continueren nieuw beleid 2003-2007 Programmabegroting 2008 (bedragen x € 1.000,--)
product groep
2008
2009
2010
2011
Dekking
9101 9201
382,8 117,2
382,8 117,2
382,8 117,2
382,8 117,2
stelpost nieuw beleid stelpost nieuw beleid
subtotaal ruimtelijke ontwikkeling
500,0
500,0
500,0
500,0
Totaal wonen
500,0
500,0
500,0
500,0
42,2
42,2
42,2
42,2
42,2
42,2
42,2
42,2
210,0 100,0
210,0 100,0
210,0 100,0
210,0 100,0
subtotaal PLG
310,0
310,0
310,0
310,0
Totaal karakteristiek Groningen
352,2
352,2
352,2
352,2
177,3 200,0
177,3 200,0
177,3 200,0
177,3 200,0
subtotaal mobiliteit
377,3
377,3
377,3
377,3
Totaal bereikbaar Groningen
377,3
377,3
377,3
377,3
Omschrijving - categorie 2. Wonen ruimtelijke ontwikkeling 1. Bouwheerschap 2. Vliegende brigade
3. Karakteristiek Groningen natuur en landschap 1. Monitoring
6205 subtotaal natuur en landschap
PLG 1. Natuurkwaliteit landelijk gebied 2. Landschapsontwikkeling en -herstel
6203 6204
stelpost nieuw beleid
stelpost nieuw beleid stelpost nieuw beleid
4. Bereikbaar Groningen mobiliteit 1. Vervolgactiviteiten HST 2. Beleidsnota Fiets
3001 3001
Financiële begroting 2008
stelpost nieuw beleid stelpost nieuw beleid
257
(bedragen x € 1.000,--)
product groep
2008
2009
2010
2011
Dekking
9104 9104 9104
80,0 150,0 70,3
80,0 150,0 70,3
p.m. 150,0 70,3
p.m. 70,3
stelpost nieuw beleid stelpost nieuw beleid stelpost nieuw beleid
subtotaal POP
300,3
300,3
220,3
70,3
Totaal gebiedsgericht
300,3
300,3
220,3
70,3
0,0
0,0
0,0
0,0
350,0
350,0
350,0
350,0
350,0
350,0
350,0
350,0
150,0 350,0
150,0 350,0
150,0 350,0
150,0 350,0
subtotaal cultuur, media en erfgoed
500,0
500,0
500,0
500,0
Totaal welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
850,0
850,0
850,0
850,0
Omschrijving - categorie 6. Gebiedsgericht POP 1. Uitvoering besluit bestuursakkoord Eemsmond (-delta) 2. Uitvoering project Ring Blauwestad 3. Incidentele bijstelling POP/doorwerking nota Ruimte
7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur welzijn subtotaal welzijn sociaal beleid 1. Stimuleringsfonds Zorg
8701 subtotaal sociaal beleid
cultuur, media en erfgoed 1. Stimulering kunst en cultuur 2. Huis van de Groninger Cultuur
258
8312 8311
Financiële begroting 2008
stelpost nieuw beleid
stelpost nieuw beleid stelpost nieuw beleid
(bedragen x € 1.000,--)
product groep
Omschrijving - categorie
2008
2009
2010
2011
Dekking
50,0
50,0
stelpost nieuw beleid
8. Bestuur communicatie 1. Opkomstbevordering Statenverkiezingen
1603
subtotaal communicatie
0,0
0,0
50,0
50,0
Totaal bestuur
0,0
0,0
50,0
50,0
2.379,8
2.379,8
2.349,8
2.199,8
Totaalgeneraal
(bedragen x € 1.000,--)
Omschrijving - categorie
2008
2009
2010
2011
Totaal
2.379,8
2.379,8
2.349,8
2.349,8 -150,0
9.459,2 -150,0
2.379,8
2.379,8
2.349,8
2.199,8
9.309,2
Totaalgeneraal Waarvan ten laste van: 1. Stelpost nieuw beleid 2. Flexibel budget Totaal
Financiële begroting 2008
259
260
Financiële begroting 2008
Bijlage 4. Infrastructurele projecten: planning investeringen 2008-2011 (bedragen in euro's) Doorlooptijd Krediet (K) Bijdragen of van anderen 08 09 10 11 Raming (R) +ISP/EFRO BDU
Naam project
BIJZONDERE PROJECTEN - Bruggen v. Starkenborghkanaal (klasse V) - Knelpunten Winschoterdiep - A.G. Wildervanckkanaal - Qliner
U U U U
R R R R
PM 36.804.343 7.626.230 PM
BUNDEL RODEN-GRONINGEN (ism Drenthe)
U
R
PM
U U U U U U
R R K K R R
54.528 793.000 4.732.500 PM PM PM
538.172 2.868.500 PM PM PM
U U
K K
3.126.889 4.700.000
1.376.569 1.600.000
U U U (N) U (G/H) U (G) U (G) U
K K K K R K K
PM 5.900.000 2.595.928 200.000 PM 695.965 5.600.000
PM 2.825.250
RESERVERINGEN - BDU-projecten (G) U - Verv. Betonnnen kunstwerken (G/H) U - Brug Matsloot (N978) (H) U - Asfaltwapening Enumatil-Pasop (H) U - Omlegging Zuidhorn (H) U - Infra maatregelen Openbaar Vervoer Regiovisie (H) U - Infra maatregelen Openbaar Vervoer Halteplannen (H) U
R R R R R R R
297.928 241.639 150.000 PM PM PM PM
GEBIED OOST-GRONINGEN - Knelpunten A7 - Pekela's incl.Winschoten - N367 - Alteveer - Onstwedde (Beumeesweg) - Beersterweg-aansl A7-Oostelijke Rondweg Winsch. - N367- Kerklaan (Revitalisering bedrijven terreinen) - N364 Westerstraat Ter Apel - Herinrichting Midwolda/Oostwold GEBIED NOORD-GRONINGEN - Wegomlegging Middelstum - Fietsroute plus GEBIED CENTRAAL- EN STAD-GRONINGEN - Duurzaam veilig Zuidelijk Westerkwartier - Knoop Noordelijke/Westelijke Ringweg - Vernieuwing Noordzeebrug (grondverwerving) - Noorderhogebrug geluidsproblematiek - Reservering aanpak Ringweg Groningen - Brug Enumatil - Transferium Haren
(G) (G) (G) (N) (N)
(G)
(G) (G)
Bijdr. Van de provincie gedurende het project Reserve (invest.ruimte) nieuw beleid actieplan BWK ESFI algemene aanvaard/ verkeersmiddelen beleid veiligheid
PM 3.630.241
33.174.102 7.626.230
PM
68.636 95.328
135.000 PM 12.500 5.331.662
20.500 95.328 1.694.000
381.327 1.300.000
34.028 100.000 200.000 250.000 500.000
672.753 1.453.780
159.500 70.000 PM
PM
630.832 346.220
65.408
65.776 2.825.250 2.595.928
249.500 65.000
2.199.734 244.965 268.331
12.500
426.000
297.928
PM PM PM
241.639 150.000 400.000 756.302 200.000 50.000
PM
TOELICHTING BIJ DE PLANNING INFRASTRUCTURELE PROJECTEN 2008-2011 NAAM PROJECT De projecten zijn geclusterd in Bundels en Gebieden. Dit onderscheid komt uit het Mobiliteitsplan. Bijzondere projecten zijn onderdeel van de bovenregionale infrastructuur of passen (nog) niet binnen Bundels en Gebieden. (N)/(G)/(H) In de planning 2008-2011 zijn de projecten voorzien van (N) nieuw/(G) gewijzigd ten opzichte van de planning 2007-2010 of (H) betrekking op Herijking investeringsniveau infrastructuur (H2i)/(H2i2). WELK ONDERDEEL Hiermee wordt aangegeven op welke fase van het project de planning is gericht (Uitvoering). DOORLOOPTIJD Een grijze tijdbalk geeft aan dat het daadwerkelijke uitvoeringsjaar nog bepaald moet worden. Als het uitvoeringsjaar bekend is, wordt een zwarte balk gebruikt. KREDIET of RAMING Een krediet is beschikbaar als de Staten een project hebben goedgekeurd. In andere gevallen is het een (voorlopige) raming, die soms nog gewijzigd kan worden. BIJDRAGEN van ANDEREN Bedoeld zijn bijdragen van andere overheden en bedrijven. Ook (te) ontvangen Europese en ISP-gelden zijn hieronder geraamd. Deze bijdragen van EFRO/ISP en BDU worden inclusief BTW toegekend. De BTW-component dient echter niet als dekking van het project, maar komt ten goede van de Egalisatiereserve BTW-compensatiefonds. BWK ONDERHOUD Hier zijn de bedragen van het programma Groot Onderhoud opgenomen waar het een gecombineerde uitvoering van knelpunten betreft.
Financiële begroting 2008
261
262
Financiële begroting 2008
2. Overzicht van baten en lasten 2008
Financiële begroting 2008
263
BEGROTING 2008
Num-
Lasten
Omschrijving
mer
2_)
Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
1.
2
3
4
5
ONDERNEMEND GRONINGEN Bedrijvigheid
11.440.579
11.138.203
7.186.563
7001
Algemeen economische zaken
166.023
164.171
124.968
7002
Promotie en acquisitie
229.543
224.498
221.913
7103
Arbeidsmarkt
1.563.323
937.761
814.151
7106
Regioprogramma's
4.363.987
5.306.668
2.691.271
7107
Provinciale bedrijven
314.228
315.283
280.899
7108
Fysieke bedrijfsomgeving
952.877
825.848
163.661
7109
Marktsectoren
1.728.379
1.354.103
821.026
7201
Nutsvoorzieningen
2.122.219
2.009.873
2.068.673
Landbouw
1.763.867
321.014
580.699
721.437
0
0
7301
Landinrichting
7302
Landbouw
1.042.430
321.014
580.699
Recreatie/toerisme
2.865.105
5.147.582
1.530.009
6101
Toerisme en recreatie
2.231.147
4.581.790
871.135
7003
Toeristische promotie
633.958
565.792
658.874
Totaal lasten ondernemend Groningen
16.069.551
16.606.799
9.297.271
Totaal baten ondernemend Groningen
5.327.028
2.577.757
2.580.300
Nadelig slot ondernemend Groningen
10.742.523
14.029.042
6.716.971
264
Financiële begroting 2008
BEGROTING 2008
Num-
Omschrijving
Baten
mer Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
1.
2
3
4
5
5.169.957
2.572.457
2.575.000
6.387
0
0
0
0
0
ONDERNEMEND GRONINGEN Bedrijvigheid
7001
Algemeen economische zaken
7002
Promotie en acquisitie
7103
Arbeidsmarkt
825.603
0
0
7106
Regioprogramma's
945.303
61.957
64.500
7107
Provinciale bedrijven
114.353
114.400
114.400
7108
Fysieke bedrijfsomgeving
712.229
0
0
7109
Marktsectoren
169.986
0
0
7201
Nutsvoorzieningen
2.396.096
2.396.100
2.396.100
Landbouw
47.523
0
0
7301
Landinrichting
10.153
0
0
7302
Landbouw
37.370
0
0
109.548
5.300
5.300
Recreatie/toerisme 6101
Toerisme en recreatie
19.665
5.300
5.300
7003
Toeristische promotie
89.883
0
0
5.327.028
2.577.757
2.580.300
Totaal baten ondernemend Groningen
Financiële begroting 2008
265
BEGROTING 2008
Num-
Lasten
Omschrijving
mer
2_)
Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1 2.
2
3
4
5
WONEN Ruimtelijke ontwikkeling
17.571.284
17.762.508
20.573.495
9101
Regionale planning
6.165.195
10.480.535
12.692.833
9102
Gemeentelijke plannen
1.616.634
1.656.641
1.555.776
9201
Bouwen en wonen
9.789.455
5.625.331
6.324.886
Technische infrastructuur
114.582
107.993
111.670
Technische infrastructuur
114.582
107.993
111.670
Totaal lasten wonen
17.685.866
17.870.501
20.685.165
Totaal baten wonen
12.527.918
10.619.831
13.665.130
Nadelig slot wonen
5.157.948
7.250.670
7.020.035
9103
266
Financiële begroting 2008
BEGROTING 2008
Num-
Omschrijving
Baten
mer Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
2.
2
3
4
5
WONEN Ruimtelijke ontwikkeling
12.527.918
10.619.831
13.665.130
3.954.977
6.498.831
8.519.330
0
0
0
8.572.941
4.121.000
5.145.800
9101
Regionale planning
9102
Gemeentelijke plannen
9201
Bouwen en wonen Technische infrastructuur
0
0
0
9103
Technische infrastructuur
0
0
0
12.527.918
10.619.831
13.665.130
Totaal baten wonen
Financiële begroting 2008
267
BEGROTING 2008
Num-
Lasten
Omschrijving
mer
2_)
Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
3
4
5
Natuur en landschap
6.932.861
1.945.607
2.766.882
6201
Natuur
4.253.748
0
0
6202
Landschap
2.679.113
0
0
6205
Natuur en landschap
0
1.945.607
2.766.882
PLG
0
11.367.887
28.568.333
4002
Water (PLG)
0
2.380.692
1.339.743
6102
Toerisme en recreatie (PLG)
0
186.534
580.100
6203
Natuur (PLG)
0
4.017.170
20.986.047
6204
Landschap en cultuurhistorie (PLG)
0
702.449
1.127.976
7303
Landbouw en landinrichting (PLG)
0
1.909.845
2.436.103
9105
Sociaal-economische vitalisering (PLG)
0
2.171.197
2.098.364
Totaal lasten karakteristiek Groningen
6.932.861
13.313.494
31.335.215
Totaal baten karakteristiek Groningen
587.084
296.560
20.302.040
6.345.777
13.016.934
11.033.175
3.
2
KARAKTERISTIEK GRONINGEN
Nadelig slot karakteristiek Groningen
268
Financiële begroting 2008
BEGROTING 2008
Num-
Omschrijving
Baten
mer Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
3.
2
3
4
5
KARAKTERISTIEK GRONINGEN Natuur en landschap
587.084
0
0
6201
Natuur
199.425
0
0
6202
Landschap
387.659
0
0
6205
Natuur en landschap
0
0
0
PLG
0
296.560
20.302.040
4002
Water (PLG)
0
296.560
169.040
6102
Toerisme en recreatie (PLG)
0
0
468.000
6203
Natuur (PLG)
0
0
18.466.000
6204
Landschap en cultuurhistorie (PLG)
0
0
504.000
7303
Landbouw en landinrichting (PLG)
0
0
695.000
9105
Sociaal-economische vitalisering (PLG)
0
0
0
587.084
296.560
20.302.040
Totaal baten karakteristiek Groningen
Financiële begroting 2008
269
BEGROTING 2008
Num-
Lasten
Omschrijving
mer
2_)
Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
4.
2
3
4
5
BEREIKBAAR GRONINGEN Mobiliteit
63.495.107
75.395.074
67.150.855
3001
Mobiliteitsbeleid
18.536.704
17.839.467
19.828.709
3401
Luchtvaartvervoer
326.063
324.228
351.275
3402
Collectief Personenvervoer
44.632.340
57.231.380
46.970.871
Infrastructuur
50.301.406
46.728.173
40.439.215
3101
(Re)constructie wegen en fietspaden
12.288.099
9.631.132
7.172.185
3102
Onderhoud en beheer wegen en fietspaden
14.564.364
14.856.794
14.603.161
3103
Verkeersveiligheid
2.169.506
2.439.901
2.108.882
3301
(Re)constructie waterwegen
3.944.061
3.034.074
2.542.293
3302
Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen
10.928.951
9.693.725
9.801.452
3303
Onderhoud en beheer overige vaarwegen
5.861.542
6.710.287
3.899.668
3304
Onderhoud en beheer sluizencomplex Lauwersoog
537.350
338.485
303.706
3305
Herstel schade a.g.v. bodemdaling
7.533
23.776
7.868
Totaal lasten bereikbaar Groningen
113.796.513
122.123.248
107.590.069
Totaal baten bereikbaar Groningen
124.584.853
79.837.973
71.949.445
Nadelig slot bereikbaar Groningen
-10.788.340
42.285.275
35.640.624
270
Financiële begroting 2008
BEGROTING 2008
Num-
Omschrijving
Baten
mer Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1 4.
2
3
4
5
BEREIKBAAR GRONINGEN Mobiliteit
60.493.909
68.915.000
60.954.000
3001
Mobiliteitsbeleid
16.387.998
12.120.287
14.511.180
3401
Luchtvaartvervoer
0
0
0
3402
Collectief Personenvervoer
44.105.911
56.794.713
46.442.820
Infrastructuur
64.090.944
10.922.973
10.995.445
3101
(Re)constructie wegen en fietspaden
1.237.091
425.683
424.425
3102
Onderhoud en beheer wegen en fietspaden
50.956.385
175.620
197.330
3103
Verkeersveiligheid
38.714
0
0
3301
(Re)constructie waterwegen
3302
Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen
3303
Onderhoud en beheer overige vaarwegen
3304
Onderhoud en beheer sluizencomplex Lauwersoog
3305
Herstel schade a.g.v. bodemdaling Totaal baten bereikbaar Groningen
Financiële begroting 2008
0
0
0
10.259.424
9.586.600
9.634.610
1.397.959
621.900
625.380
201.371
113.170
113.700
0
0
0
124.584.853
79.837.973
71.949.445
271
BEGROTING 2008
Num-
Lasten
Omschrijving
mer
2_)
Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
3
4
5
Water
5.664.595
3.702.326
4.485.257
4001
Water
3.225.518
1.396.160
2.228.663
4101
Waterschapsaangelegenheden
365.164
376.903
351.973
4201
Muskusrattenbestrijding
2.073.913
1.929.262
1.904.621
23.431.046
19.886.936
21.469.310
5.
2 SCHOON/VEILIG GRONINGEN
Milieu 5003
Milieubeleid en duurzame ontwikkeling
3.763.025
3.576.689
3.492.100
5201
Bodemsanering
8.013.855
7.525.165
7.672.080
5202
Duurzaam bodembeheer en afval
2.251.333
1.658.413
1.752.487
5203
Gebiedenbeleid/landbouw en milieu
805.162
0
0
5501
Vergunningverlening
5.058.220
3.670.253
4.270.899
5502
Toezicht en handhaving
3.504.264
3.389.042
4.237.827
5601
Ontgrondingen
35.187
67.374
43.917
Risicobeleid/veiligheid
1.638.811
1.998.814
1.744.034
Openbare orde en veiligheid
1.638.811
1.998.814
1.744.034
Totaal lasten schoon/veilig Groningen
30.734.452
25.588.076
27.698.601
Totaal baten schoon/veilig Groningen
12.244.633
8.190.110
8.063.940
Nadelig slot schoon/veilig Groningen
18.489.819
17.397.966
19.634.661
2001
272
Financiële begroting 2008
BEGROTING 2008
Num-
Omschrijving
Baten
mer Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
3
4
5
Water
1.625.706
1.296.600
1.333.000
4001
Water
930.233
650.000
650.000
4101
Waterschapsaangelegenheden
0
0
0
4201
Muskusrattenbestrijding
695.473
646.600
683.000
9.818.817
5.863.510
5.683.940
5003
Milieubeleid en duurzame ontwikkeling
619.925
16.339
0
5201
Bodemsanering
6.603.480
5.270.600
5.270.600
5202
Duurzaam bodembeheer en afval
837.370
40.000
189.000
5203
Gebiedenbeleid/landbouw en milieu
5501
Vergunningverlening
5502
Toezicht en handhaving
5601
5.
2
SCHOON/VEILIG GRONINGEN
Milieu
2001
76.611
0
0
1.178.167
389.571
126.340
84.973
0
0
Ontgrondingen
418.291
147.000
98.000
Risicobeleid/veiligheid
800.110
1.030.000
1.047.000
Openbare orde en veiligheid
800.110
1.030.000
1.047.000
12.244.633
8.190.110
8.063.940
Totaal baten schoon/veilig Groningen
Financiële begroting 2008
273
BEGROTING 2008
Num-
Lasten
Omschrijving
mer
2_)
Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1 6. 9104
2
3
4
5
POP
4.886.743
4.558.788
4.672.826
Gebiedsgericht werken/uitvoering POP
4.886.743
4.558.788
4.672.826
Totaal lasten gebiedsgericht
4.886.743
4.558.788
4.672.826
Totaal baten gebiedsgericht
192.977
18.515
0
4.693.766
4.540.273
4.672.826
GEBIEDSGERICHT
Nadelig slot gebiedsgericht
274
Financiële begroting 2008
BEGROTING 2008
Num-
Omschrijving
Baten
mer Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1 6. 9104
2
3
4
5
GEBIEDSGERICHT POP
192.977
18.515
0
Gebiedsgericht werken/uitvoering POP
192.977
18.515
0
Totaal baten gebiedsgericht
192.977
18.515
0
Financiële begroting 2008
275
BEGROTING 2008
Num-
Lasten
Omschrijving
mer
2_)
Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
7.
2
3
4
5
WELZIJN, SOCIAAL BELEID, JEUGDZORG, CULTUUR Welzijn
7.206.451
6.851.663
6.242.253
8001
Ontwikkeling en ondersteuning welzijn
5.629.505
5.365.380
4.782.545
8101
Studiefonds
83.982
89.348
160.003
8102
Onderwijsbeleid
620.764
323.308
338.498
8201
Sport
872.200
1.073.628
961.207
1.281.603
1.875.721
2.189.040
Sociaal beleid 8005
Asielzoekers
117.225
82.424
117.984
8501
Maatschappelijke voorzieningen
130.944
0
0
8601
Volksgezondheid
270.396
0
0
8602
Zorg en hulpverlening
0
1.435.364
1.250.739
8701
Wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare groepen
763.038
357.933
820.318
Jeugdzorg
38.865.998
39.780.428
37.075.842
Jeugdzorg
38.865.998
39.780.428
37.075.842
Cultuur, media, erfgoed
19.052.960
20.235.698
19.734.494
8801
8003
Media
7.893.830
7.862.516
8.258.675
8310
Creatieve netwerken
1.824.392
1.864.263
1.799.674
8311
Het verhaal van Groningen
3.010.353
3.192.631
3.295.505
8312
Dynamiek in de kunsten van stad en regio
2.885.324
3.395.164
3.418.011
8401
Bibliotheekwerk
3.439.061
3.921.123
2.962.629
Totaal lasten welzijn,sociaal beleid,cultuur
66.407.012
68.743.511
65.241.629
Totaal baten welzijn,sociaal beleid,cultuur
39.535.159
40.089.722
36.081.571
Nadelig slot welzijn,sociaal beleid,cultuur
26.871.853
28.653.789
29.160.058
276
Financiële begroting 2008
BEGROTING 2008
Num-
Omschrijving
Baten
mer Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
7.
2
3
4
5
WELZIJN, SOCIAAL BELEID, JEUGDZORG, CULTUUR Welzijn
521.576
8001
Ontwikkeling en ondersteuning welzijn
385.139
0
0
8101
Studiefonds
0
0
0
8102
Onderwijsbeleid
22.992
0
0
8201
Sport
113.445
113.500
113.500
Sociaal beleid
0
0
0
8005
Asielzoekers
0
0
0
8501
Maatschappelijke voorzieningen
0
0
0
8601
Volksgezondheid
0
0
0
8602
Zorg en hulpverlening
0
0
0
8701
Wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare groepen
0
0
0
Jeugdzorg
37.609.911
38.323.351
35.356.000
8801
Jeugdzorg
37.609.911
38.323.351
35.356.000
1.403.672
1.652.871
612.071
8003
Media
16.609
0
0
8310
Creatieve netwerken
503.718
402.565
402.565
8311
Het verhaal van Groningen
31.474
0
0
Cultuur, media, erfgoed
113.500
113.500
8312
Dynamiek in de kunsten van stad en regio
242.539
209.506
209.506
8401
Bibliotheekwerk
609.332
1.040.800
0
39.535.159
40.089.722
36.081.571
Totaal baten welzijn,sociaal beleid,cultuur
Financiële begroting 2008
277
BEGROTING 2008
Num-
Lasten
Omschrijving
mer
2_)
Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
3
4
5
Provinciale Staten
2.249.933
2.423.406
2.302.515
Ondersteuning PS
2.249.933
2.423.406
2.302.515
Overige bestuursorganen
3.678.156
3.661.671
3.589.317
1101
Gedeputeerde staten
2.418.858
2.704.333
2.420.968
1201
Kabinetszaken
1.259.298
957.338
1.168.349
Bestuurlijke samenwerking
3.402.755
3.496.573
3.770.798
87.524
256.456
229.230
410.995
435.434
423.927
8. 1001
2 BESTUUR
1301
Bestuurlijke organisatie
1401
Financieel toezicht op gemeenten
1501
(Uitvoering van) wettelijke regelingen
1.026.643
1.147.458
1.279.351
1601
Bestuurlijke samenwerking
1.842.149
1.656.525
1.802.960
1605
Algemeen bestuurlijk
35.444
700
35.330
Communicatie
3.533.779
3.828.094
3.823.193
1603
Communicatie
2.464.631
2.722.239
2.422.070
1604
Representatie/relatiemanagement
1.069.148
1.105.855
1.401.123
Totaal lasten bestuur
12.864.623
13.409.744
13.485.824
Totaal baten bestuur
139.470
20.850
21.260
Nadelig slot bestuur
12.725.153
13.388.894
13.464.564
278
Financiële begroting 2008
BEGROTING 2008
Num-
Omschrijving
Baten
mer Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
8.
2
3
4
5
BESTUUR Provinciale Staten
0
0
0
Ondersteuning PS
0
0
0
Overige bestuursorganen
31.809
7.250
7.360
1101
Gedeputeerde staten
13.553
2.750
2.750
1201
Kabinetszaken
18.256
4.500
4.610
106.422
0
0
0
0
0
1001
Bestuurlijke samenwerking 1301
Bestuurlijke organisatie
1401
Financieel toezicht op gemeenten
1501
(Uitvoering van) wettelijke regelingen
0
0
0
670
0
0
1601
Bestuurlijke samenwerking
105.752
0
0
1605
Algemeen bestuurlijk
0
0
0
Communicatie
1.239
13.600
13.900
1603
Communicatie
1.239
13.600
13.900
1604
Representatie/relatiemanagement 139.470
20.850
21.260
Totaal baten bestuur
Financiële begroting 2008
279
BEGROTING 2008
Num-
Lasten
Omschrijving
mer
2_)
Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
3
4
5
Totaal
2.994.532
2.154.522
2.505.630
1602
Voorzieningen personeel
1.113.080
390.017
426.821
1701
Diensten voor derden
1.808.812
1.521.323
1.828.506
1702
Verhuur gebouwen
282.203
243.182
250.304
1799
Diverse lasten en baten
-209.563
0
0
Totaal lasten bedrijfsvoering
2.994.532
2.154.522
2.505.630
Totaal baten bedrijfsvoering
3.821.260
1.034.439
1.029.426
Nadelig slot bedrijfsvoering
-826.728
1.120.083
1.476.204
9.
280
2 BEDRIJFSVOERING
Financiële begroting 2008
BEGROTING 2008
Num-
Omschrijving
Baten
mer Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1 9.
2
3
4
5
3.821.260
1.034.439
1.029.426
BEDRIJFSVOERING Totaal
1602
Voorzieningen personeel
1701
Diensten voor derden
1702
Verhuur gebouwen
1799
Diverse lasten en baten Totaal baten bedrijfsvoering
Financiële begroting 2008
396.380
13.600
13.600
2.950.882
959.639
951.626
62.203
61.200
64.200
411.795
0
0
3.821.260
1.034.439
1.029.426
281
BEGROTING 2008
Num-
Lasten
Omschrijving
mer
2_)
Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
2
3
4
5
OVERZICHT ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Totaal
9.928.060
19.205.355
12.760.714
0010
Financieringsmiddelen
5.273.972
4.810.875
3.075.400
0110
Geldleningen langer of gelijk aan een jaar
4.026.429
4.631.584
3.811.342
0200
Algemene uitkering provinciefonds
452.594
0
0
0310
Eigen middelen
0
0
0
0410
Deelnemingen
175.065
167.330
166.420
0500
Onvoorzien
0
4.362.941
4.505.231
0600
Saldo van kostenplaatsen
0
5.232.625
1.202.321
9.928.060
19.205.355
12.760.714
Totaal lasten algemene dekkingsmiddelen
282
Financiële begroting 2008
BEGROTING 2008
Num-
Omschrijving
Baten
mer Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
2
3
4
5
OVERZICHT ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Totaal
159.069.251
156.566.715
155.467.358
0010
Financieringsmiddelen
5.675.752
5.351.292
5.702.312
0110
Geldleningen langer of gelijk aan een jaar
13.724.274
15.750.476
12.726.921
0200
Algemene uitkering provinciefonds
76.384.225
76.274.350
78.401.220
0310
Eigen middelen
39.460.359
41.052.748
41.932.431
0410
Deelnemingen
23.824.641
15.825.000
15.120.000
0500
Onvoorzien
0
2.312.849
1.584.474
0600
Saldo van kostenplaatsen
0
0
0
Totaal baten algemene dekkingsmiddelen
159.069.251
156.566.715
155.467.358
Totaal lasten algemene dekkingsmiddelen
9.928.060
19.205.355
12.760.714
149.141.191
137.361.360
142.706.644
Voordelig slot algemene dekkingsmiddelen
Financiële begroting 2008
283
BEGROTING 2008
Num-
Lasten
Omschrijving
mer
2_)
Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
2
3
4
5
RECAPITULATIE LASTEN 1
Ondernemend Groningen
16.069.551
16.606.799
9.297.271
2
Wonen
17.685.866
17.870.501
20.685.165
3
Karakteristiek Groningen
6.932.861
13.313.494
31.335.215
4
Bereikbaar Groningen
113.796.513
122.123.248
107.590.069
5
Schoon/veilig Groningen
30.734.452
25.588.076
27.698.601
6
Gebiedsgericht
4.886.743
4.558.788
4.672.826
7
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
66.407.012
68.743.511
65.241.629
8
Bestuur
12.864.623
13.409.744
13.485.824
9
Bedrijfsvoering
2.994.532
2.154.522
2.505.630
0
Algemene dekkingsmiddelen
9.928.060
19.205.355
12.760.714
282.300.213
303.574.036
295.272.944
96.279.627
24.812.810
23.059.229
378.579.840
328.386.846
318.332.173
12.854.527
1.217.260
2.568.205
Totaal gewone dienst voor bestemming 0800
Mutaties reserves Totaal gewone dienst na bestemming
0900
284
RESULTAAT GEWONE DIENST
Financiële begroting 2008
BEGROTING 2008
Num-
Omschrijving
Baten
mer Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
2
3
4
5
RECAPITULATIE BATEN 1
Ondernemend Groningen
2
Wonen
3
Karakteristiek Groningen
4
Bereikbaar Groningen
5.327.028
2.577.757
2.580.300
12.527.918
10.619.831
13.665.130
587.084
296.560
20.302.040
124.584.853
79.837.973
71.949.445
12.244.633
8.190.110
8.063.940
192.977
18.515
0
39.535.159
40.089.722
36.081.571
139.470
20.850
21.260
5
Schoon/veilig Groningen
6
Gebiedsgericht
7
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur
8
Bestuur
9
Bedrijfsvoering
3.821.260
1.034.439
1.029.426
0
Algemene dekkingsmiddelen
159.069.251
156.566.715
155.467.358
Totaal gewone dienst voor bestemming
358.029.633
299.252.472
309.160.470
33.404.734
30.351.635
11.739.908
391.434.367
329.604.107
320.900.378
0800
Mutaties reserves Totaal gewone dienst na bestemming
Financiële begroting 2008
285
BEGROTING 2008
Num-
Lasten
Omschrijving
mer
2_)
Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
2
3
4
5
Specificatie mutaties reserves per programma en thema ONDERNEMEND GRONINGEN bedrijvigheid
45.758
0
0
7103
Reserve Cofinanciering Kompas
32.378
0
0
7106
Reserve Cofinanciering Kompas
13.380
0
0
landbouw
0
0
0
recreatie/toerisme
0
0
0
45.758
0
0
Ruimtelijke ontwikkeling
0
0
0
Totaal Wonen
0
0
0
Totaal Ondernemend Groningen WONEN
286
Financiële begroting 2008
BEGROTING 2008
Num-
Omschrijving
Baten
mer Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
2
3
4
5
1.535.571
3.437.210
0
Specificatie mutaties reserves per programma en thema ONDERNEMEND GRONINGEN bedrijvigheid 7103
Reserve Cofinanciering Kompas
46.176
84.000
0
7106
Reserve Cofinanciering Kompas
670.147
2.218.991
0
7108
Reserve Cofinanciering Kompas
106.835
699.219
0
7109
Reserve Cofinanciering Kompas
126.667
435.000
0
7109
Reserve ESFI - toekomstvaste ICT-infrastructuur
585.746
0
0
landbouw
187.942
134.154
0
7301
Reserve ESFI - grondpot landinrichting
7301
Reserve ESFI - leader II
62.534
0
0
6.807
0
0
7302
Reserve Cofinanciering Kompas
118.601
134.154
0
6101
recreatie/toerisme
0
3.936.891
200.000
Reserve ESFI - vaarverbinding Oldambtm.- Beerta
0
100.000
200.000
6101
Reserve ESFI - knelpunten vaardiepten
0
18.200
0
6101
Reserve Cofinanciering Kompas
0
3.818.691
0
1.723.513
7.508.255
200.000
Totaal Ondernemend Groningen WONEN 9101
Ruimtelijke ontwikkeling
0
1.732.840
1.732.840
Reserve ESFI - Regiovisie Groningen-Assen 2030
0
1.732.840
1.732.840
Totaal Wonen
0
1.732.840
1.732.840
Financiële begroting 2008
287
BEGROTING 2008
Num-
Lasten
Omschrijving
mer
2_)
Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
2
3
4
5
KARAKTERISTIEK GRONINGEN Natuur en Landschap
39.883
0
0
6102
Reserve ESFI - erfgoedlogies
22.907
0
0
6202
Reserve Cofinanciering Kompas - maren
16.976
0
0
0
0
0
39.883
0
0
0
0
0
infrastructuur
54.633.061
245.752
246.019
3101
Reserve ESFI - diverse wegen
21.954.413
192.400
192.400
3101
Reserve afkoopsommen wegen
30.917.558
0
0
3102
Egalisatiereserve managementcontract BWK
1.294.250
53.352
53.619
3301
Reserve ESFI - diverse kanalen
382.139
0
0
3402
Algemene reserve - STOV
84.700
0
0
54.633.061
245.752
246.019
PLG
Totaal Karakteristiek Groningen BEREIKBAAR GRONINGEN mobiliteit
Totaal Bereikbaar Groningen
288
Financiële begroting 2008
BEGROTING 2008
Num-
Omschrijving
Baten
mer Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
2
3
4
5
KARAKTERISTIEK GRONINGEN Natuur en Landschap
3.387.626
575.595
0
6102
Reserve ESFI - erfgoedlogies
1.234
0
0
6201
Reserve Groen - natuurterreinen
290.697
0
0
6201
Reserve Cofinanciering Kompas
1.444.232
0
0
6202
Reserve Cofinanciering Kompas
1.651.463
0
0
6205
Reserve Cofinanciering Kompas
0
575.595
0
PLG
123.989
200.000
700.000
Reserve ESFI - regeling zorginfrastructuur
123.989
200.000
700.000
3.511.615
775.595
700.000
mobiliteit
0
1.115.800
1.015.800
3001
Reserve ESFI - inhuur Oostelijke Ringweg
0
100.000
0
3001
Reserve ESFI - projecten H2i(2)
0
1.015.800
1.015.800
11.350.020
8.326.775
2.128.150
3101
Reserve ESFI - diverse wegen/projecten H2i(2)
9.735.685
4.496.025
378.150
3101
Reserve ESFI - knelpunten wegen/waterwegen
0
0
1.750.000
3102
Algemene reserve - overlagen N366
800.000
0
0
9105
Totaal Karakteristiek Groningen BEREIKBAAR GRONINGEN
infrastructuur
3102
Managementcontract BWK - beheer en onderhoud
3301
Reserve Cofinanciering Kompas
0
745.339
0
65.090
60.000
0
3301
Reserve ESFI - diverse vaarwegen
353.269
1.707.500
0
3303
Reserve Cofinanciering Kompas
240.000
0
0
3303
Managementcontract BWK - beheer en onderhoud
155.976
895.120
0
3303
Reserve afk.s. wegen/waterwegen - brug Bareveld
0
375.000
0
3303
Algemene reserve - slibdepots
0
0
0
3304
Managementcontract BWK - beheer en onderhoud
0
47.791
0
11.350.020
9.442.575
3.143.950
Totaal Bereikbaar Groningen
Financiële begroting 2008
289
BEGROTING 2008
Num-
Lasten
Omschrijving
mer
2_)
Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
2
3
4
5
SCHOON/VEILIG GRONINGEN water
117.233
336.260
210.610
4001
Egalisatiereserve Grondwaterheffing
67.233
336.260
210.610
4001
Reserve Groen - waterberging Meerstad
50.000
0
0
1.387.951
704.700
553.600
992.173
502.200
502.200
0
100.000
0
milieu
5201
Reserve prov. bijdrage bodemsanering
5201
Reserve prov.bijdr.bodems. - waterbodems
5203
Reserve Cofinanciering Kompas
10.248
0
0
5601
Egalisatiereserve Ontgrondingen
385.531
102.500
51.400
1.505.184
1.040.960
764.210
0
0
0
sociaal beleid
151.666
0
0
8701
Stimuleringsfonds Zorg
150.000
0
0
8701
Reserve ESFI - zorgboederij
1.666
0
0
0
0
0
151.666
0
0
Totaal Schoon/veilig Groningen
WELZIJN, SOCIAAL BELEID, JEUGDZORG, CULTUUR welzijn
cultuur, media, erfgoed
Totaal Welzijn, sociaal beleid, cultuur
290
Financiële begroting 2008
BEGROTING 2008
Num-
Omschrijving
Baten
mer Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
2
3
4
5
SCHOON/VEILIG GRONINGEN water
525.393
1.307.750
1.020.000
4001
Reserve ESFI - cofinanciering waterberging
396.573
900.000
900.000
4001
Reserve Grondwaterheffing - cofinan. waterberging
0
120.000
120.000
4001
Reserve Grondwaterheffing - Grondwaterw. Onnen
0
150.000
0
4001
Reserve Cofinanciering Kompas
128.820
0
0
4201
Managementcontract BWK - beheer en onderhoud milieu
0
137.750
0
89.613
580.684
430.630
5001
Egalisatiereserve Grondwaterheffing - GIS
0
5.626
5.630
5003
Reserve Cofinanciering Kompas
0
50.058
0
5003
Res. prov. bijdrage bodemsan.- duurzame energie
0
100.000
0
5201
Reserve provinciale bijdrage bodemsanering
0
425.000
425.000
5203
Reserve Cofinanciering Kompas
89.613
0
0
Totaal Schoon/veilig Groningen
615.005
1.888.434
1.450.630
86.973
777.227
49.916
0
250.000
0
WELZIJN, SOCIAAL BELEID, JEUGDZORG, CULTUUR welzijn 8001
Reserve ESFI - Invest.fonds Wonen,Welzijn, Zorg
8001
Reserve ESFI - multifunctionele centra
59.746
500.000
0
8201
Algemene reserve - breedtesportimpuls
27.227
27.227
27.227
8201
Stimuleringsfonds Zorg
0
0
22.689
sociaal beleid
127.459
0
300.000
8701
Stimuleringsfonds Zorg
127.459
0
0
8701
Reserve ESFI - Invest.fonds Wonen,Welzijn, Zorg
0
0
300.000
cultuur, media, erfgoed
27.764
224.000
200.000
8310
Algemene reserve - cultuurplan Noord Groningen
18.688
0
0
8311
Algemene reserve - museum Hoogeland
9.076
0
0
8311
Reserve Cofinanciering Kompas
0
24.000
0
8312
Reserve ESFI - basisvoorzieningen CIS
0
200.000
200.000
242.196
1.001.227
549.916
Totaal Welzijn, sociaal beleid, cultuur
Financiële begroting 2008
291
BEGROTING 2008
Num-
Lasten
Omschrijving
mer
2_)
Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
2
3
4
5
BESTUUR communicatie
0
0
0
Totaal Bestuur
0
0
0
huisvesting
0
49.000
49.000
Reserve huisvesting en inrichting
0
49.000
49.000
Totaal Bedrijfsvoering
0
49.000
49.000
0
0
0
39.904.076
23.477.098
22.000.000
0
1.000.000
0
7.756.989
0
0
34.043
0
0
0
477.098
0
22.787.887
15.000.000
15.000.000
192.400
0
0
BEDRIJFSVOERING 0800
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN saldo van kostenplaatsen
algemene dekkingsmiddelen 0800
Algemene reserve
0800
Algemene reserve - saldo 2005
0800
Algemene reserve - vertrekb. maatregelen
0800
Reserve ESFI - actieplan fiets
0800
Reserve ESFI - dividend Essent
0800
Reserve ESFI
0800
Reserve Cofinanciering Kompas
4.537.802
4.500.000
4.500.000
0800
Reserve Cofinanciering Kompas - aanvulling
2.500.000
2.500.000
2.500.000
0800
Egalisatiereserve automatisering - saldo 2006
76.254
0
0
0800
Reserve AKP-budgetten
2.018.701
0
0
Totaal Algemene dekkingsmiddelen
39.904.076
23.477.098
22.000.000
TOTAAL GENERAAL
96.279.627
24.812.810
23.059.229
292
Financiële begroting 2008
BEGROTING 2008
Num-
Omschrijving
Baten
mer Gerealiseerd
Geraamd
Geraamd
bedrag 2006
bedrag 2007
bedrag 2008
na 5e wijziging 1
2
3
4
5
BESTUUR communicatie
0
0
0
Totaal Bestuur
0
0
0
huisvesting
156.241
0
0
Reserve huisvesting en inrichting
156.241
0
0
Totaal Bedrijfsvoering
156.241
0
0
saldo van kostenplaatsen
0
301.388
117.486
0600
Algemene reserve - vertrekbevorderende maatregelen
0
212.172
117.486
0600
Managementcontract BWK - beheer en onderhoud
0
89.216
0
15.806.143
7.701.321
3.845.086
0800
Egalisatiereserve BCF
18.056
0
0
0800
Reserve Cofinanciering Kompas
139.039
0
0
0800
Managementcontract BWK
990.633
30.831
0
BEDRIJFSVOERING 0800
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
algemene dekkingsmiddelen
0800
Algemene reserve - diverse
0800
Algemene reserve - begrotingsruimte 2007
93.958
0
0
475.400
475.400
1.000.000
0800
Algemene reserve - rekeningresultaat 2003/2006
7.756.989
2.040.497
2.845.086
0800
Algemene reserve - overboeking (t-1) - (t)
3.752.182
4.569.444
0
0800
Reserve AKP-budgetten
2.579.886
585.149
0
Totaal Algemene dekkingsmiddelen
15.806.143
8.002.709
3.962.572
TOTAAL GENERAAL
33.404.734
30.351.635
11.739.908
Financiële begroting 2008
293
294
Financiële begroting 2008
3. Meerjarenramingen 2008-2011 per programma / paragraaf
Financiële begroting 2008
295
296
Financiële begroting 2008
Omschrijving
(bedragen x € 1.000,--) 2008 2009 2010
2011
Totaal overzicht lasten per programma / paragraaf: - Ondernemend Groningen 9.297,3 9.166,1 9.647,3 9.831,3 - Wonen 20.685,2 13.311,6 7.409,9 7.378,4 - Karakteristiek Groningen 31.335,2 30.668,1 32.303,0 33.022,3 - Bereikbaar Groningen 107.590,1 110.707,5 118.144,8 114.750,7 - Schoon/veilig Groningen 27.698,6 28.284,9 28.877,2 28.718,3 - Gebiedsgericht 4.672,8 4.728,1 4.793,9 4.796,6 - Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur 65.241,6 66.191,1 67.767,7 69.611,9 - Bestuur 13.485,8 14.062,6 14.597,1 15.198,2 - Paragraaf bedrijfsvoering 2.505,6 2.521,1 2.537,3 2.654,7 - Overzicht alg. dekk. middelen 12.760,7 9.708,9 5.645,3 4.011,4 Totaal excl. mutatie reserves 295.272,9 289.350,0 291.723,6 289.973,8 - Mutaties reserves
23.059,2
20.700,5
20.665,2
20.664,7
Totaal incl. mutatie reserves 318.332,2 310.050,5 312.388,8 310.638,5
Totaal overzicht baten per programma / paragraaf: - Ondernemend Groningen 2.580,3 2.582,9 2.585,6 2.588,4 - Wonen 13.665,1 6.175,9 228,9 228,9 - Karakteristiek Groningen 20.302,0 20.297,8 21.421,3 21.919,7 - Bereikbaar Groningen 71.949,4 73.800,1 75.711,0 77.683,9 - Schoon/veilig Groningen 8.063,9 8.109,7 8.157,8 7.161,4 - Gebiedsgericht 0,0 0,0 0,0 0,0 - Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur 36.081,6 37.044,3 38.249,5 39.494,5 - Bestuur 21,3 21,8 22,4 23,0 - Paragraaf bedrijfsvoering 1.029,4 1.077,3 1.127,4 1.179,9 - Overzicht alg. dekk. middelen 155.467,4 157.352,5 158.015,6 159.869,4 Totaal excl. mutatie reserves 309.160,5 306.462,3 305.519,5 310.149,2 - Mutaties reserves
11.739,9
7.049,9
10.810,7
4.234,3
Totaal incl. mutatie reserves 320.900,4 313.512,2 316.330,2 314.383,4
Financiële begroting 2008
297
(bedragen x € 1.000,--) 2008 2009 2010
Omschrijving
2011
Totaal overzicht saldi per programma / paragraaf: - Ondernemend Groningen 6.717,0 6.583,3 7.061,7 7.242,9 - Wonen 7.020,0 7.135,7 7.181,0 7.149,5 - Karakteristiek Groningen 11.033,2 10.370,3 10.881,7 11.102,6 - Bereikbaar Groningen 35.640,6 36.907,3 42.433,8 37.066,7 - Schoon/veilig Groningen 19.634,7 20.175,2 20.719,4 21.556,8 - Gebiedsgericht 4.672,8 4.728,1 4.793,9 4.796,6 - Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur 29.160,1 29.146,8 29.518,2 30.117,4 - Bestuur 13.464,6 14.040,8 14.574,8 15.175,2 - Paragraaf bedrijfsvoering 1.476,2 1.443,8 1.409,8 1.474,8 - Overzicht alg. dekk. middelen -142.706,6 -147.643,6 -152.370,3 -155.858,0 Totaal excl. mutatie reserves -13.887,5 -17.112,2 -13.796,0 -20.175,4 - Mutaties reserves
11.319,3
13.650,6
9.854,5
16.430,5
-2.568,2
-3.461,6
-3.941,5
-3.744,9
totaal lasten
115,0 9.182,3 9.297,3
0,0 9.166,1 9.166,1
0,0 9.647,3 9.647,3
0,0 9.831,3 9.831,3
totaal baten
0,0 2.580,3 2.580,3
0,0 2.582,9 2.582,9
0,0 2.585,6 2.585,6
0,0 2.588,4 2.588,4
totaal saldo
115,0 6.602,0 6.717,0
0,0 6.583,3 6.583,3
0,0 7.061,7 7.061,7
0,0 7.242,9 7.242,9
Totaal incl. mutatie reserves
Ondernemend Groningen LASTEN: - nieuw beleid - overig
BATEN: - nieuw beleid - overig
SALDO: - nieuw beleid - overig
298
Financiële begroting 2008
(bedragen x € 1.000,--) 2008 2009 2010
Omschrijving
2011
Wonen LASTEN: - nieuw beleid - overig totaal lasten
550,0 20.135,2 20.685,2
600,0 12.711,6 13.311,6
500,0 6.909,9 7.409,9
500,0 6.878,4 7.378,4
totaal baten
0,0 13.665,1 13.665,1
0,0 6.175,9 6.175,9
0,0 228,9 228,9
0,0 228,9 228,9
totaal saldo
550,0 6.470,0 7.020,0
600,0 6.535,7 7.135,7
500,0 6.681,0 7.181,0
500,0 6.649,5 7.149,5
totaal lasten
1.052,2 30.283,0 31.335,2
1.052,2 29.615,9 30.668,1
1.052,2 31.250,8 32.303,0
1.052,2 31.970,1 33.022,3
totaal baten
0,0 20.302,0 20.302,0
0,0 20.297,8 20.297,8
0,0 21.421,3 21.421,3
0,0 21.919,7 21.919,7
totaal saldo
1.052,2 9.981,0 11.033,2
1.052,2 9.318,1 10.370,3
1.052,2 9.829,5 10.881,7
1.052,2 10.050,4 11.102,6
BATEN: - nieuw beleid - overig
SALDO: - nieuw beleid - overig
Karakteristiek Groningen LASTEN: - nieuw beleid - overig
BATEN: - nieuw beleid - overig
SALDO: - nieuw beleid - overig
Bereikbaar Groningen LASTEN: - nieuw beleid - overig
2.377,3 2.127,3 2.127,3 377,3 105.212,8 108.580,2 116.017,5 114.373,4 totaal lasten 107.590,1 110.707,5 118.144,8 114.750,7
BATEN: - nieuw beleid - overig totaal baten
0,0 71.949,4 71.949,4
0,0 73.800,1 73.800,1
0,0 75.711,0 75.711,0
0,0 77.683,9 77.683,9
totaal saldo
2.377,3 33.263,3 35.640,6
2.127,3 34.780,0 36.907,3
2.127,3 40.306,5 42.433,8
377,3 36.689,4 37.066,7
SALDO: - nieuw beleid - overig
Financiële begroting 2008
299
(bedragen x € 1.000,--) 2008 2009 2010
Omschrijving
2011
Schoon/veilig Groningen LASTEN: - nieuw beleid - overig totaal lasten
1.025,0 26.673,6 27.698,6
872,0 27.412,9 28.284,9
835,0 28.042,2 28.877,2
550,0 28.168,3 28.718,3
totaal baten
0,0 8.063,9 8.063,9
0,0 8.109,7 8.109,7
0,0 8.157,8 8.157,8
0,0 7.161,4 7.161,4
totaal saldo
1.025,0 18.609,7 19.634,7
872,0 19.303,2 20.175,2
835,0 19.884,4 20.719,4
550,0 21.006,8 21.556,8
totaal lasten
555,0 4.117,8 4.672,8
513,9 4.214,2 4.728,1
433,8 4.360,1 4.793,9
283,8 4.512,8 4.796,6
totaal baten
0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0
totaal saldo
555,0 4.117,8 4.672,8
513,9 4.214,2 4.728,1
433,8 4.360,1 4.793,9
283,8 4.512,8 4.796,6
totaal lasten
1.850,0 63.391,6 65.241,6
1.650,0 64.541,1 66.191,1
1.650,0 66.117,7 67.767,7
1.650,0 67.961,9 69.611,9
totaal baten
0,0 36.081,6 36.081,6
0,0 37.044,3 37.044,3
0,0 38.249,5 38.249,5
0,0 39.494,5 39.494,5
totaal saldo
1.850,0 27.310,1 29.160,1
1.650,0 27.496,8 29.146,8
1.650,0 27.868,2 29.518,2
1.650,0 28.467,4 30.117,4
BATEN: - nieuw beleid - overig
SALDO: - nieuw beleid - overig
Gebiedsgericht LASTEN: - nieuw beleid - overig
BATEN: - nieuw beleid - overig
SALDO: - nieuw beleid - overig
Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur LASTEN: - nieuw beleid - overig
BATEN: - nieuw beleid - overig
SALDO: - nieuw beleid - overig
300
Financiële begroting 2008
(bedragen x € 1.000,--) 2008 2009 2010
Omschrijving
2011
Bestuur LASTEN: - nieuw beleid - overig totaal lasten
310,0 13.175,8 13.485,8
310,0 13.752,6 14.062,6
360,0 14.237,1 14.597,1
360,0 14.838,2 15.198,2
totaal baten
0,0 21,3 21,3
0,0 21,8 21,8
0,0 22,4 22,4
0,0 23,0 23,0
totaal saldo
310,0 13.154,6 13.464,6
310,0 13.730,8 14.040,8
360,0 14.214,8 14.574,8
360,0 14.815,2 15.175,2
totaal lasten
0,0 2.505,6 2.505,6
0,0 2.521,1 2.521,1
0,0 2.537,3 2.537,3
0,0 2.654,7 2.654,7
totaal baten
0,0 1.029,4 1.029,4
0,0 1.077,3 1.077,3
0,0 1.127,4 1.127,4
0,0 1.179,9 1.179,9
totaal saldo
0,0 1.476,2 1.476,2
0,0 1.443,8 1.443,8
0,0 1.409,8 1.409,8
0,0 1.474,8 1.474,8
BATEN: - nieuw beleid - overig
SALDO: - nieuw beleid - overig
Paragraaf Bedrijfsvoering LASTEN: - nieuw beleid - overig
BATEN: - nieuw beleid - overig
SALDO: - nieuw beleid - overig
Algemene dekkingsmiddelen, exclusief mutaties reserves LASTEN: - nieuw beleid - overig totaal lasten BATEN: - nieuw beleid - overig
SALDO: - nieuw beleid - overig
928,8 11.831,9 12.760,7
-145,2 9.854,1 9.708,9
-1.451,9 7.097,2 5.645,3
-2.804,4 6.815,8 4.011,4
0,0 0,0 0,0 0,0 155.467,4 157.352,5 158.015,6 159.869,4 totaal baten 155.467,4 157.352,5 158.015,6 159.869,4
928,8 -145,2 -1.451,9 -2.804,4 -143.635,4 -147.498,4 -150.918,4 -153.053,6 totaal saldo -142.706,6 -147.643,6 -152.370,3 -155.858,0
Financiële begroting 2008
301
302
Financiële begroting 2008
4. Relaties tussen programma's, thema's en productgroepen in begroting 2008 Programmabegroting
Productenbegroting
Omschrijving programma's
Omschrijving productgroepen
en thema's
Productgroepnummer
1. Ondernemend Groningen bedrijvigheid
Algemeen economische zaken Promotie en acquisitie Arbeidsmarkt Regioprogramma's Provinciale bedrijven Fysieke bedrijfsomgeving Marktsectoren Nutsvoorzieningen
7001 7002 7103 7106 7107 7108 7109 7201
landbouw
Landbouw
7302
recreatie/toerisme
Toerisme en recreatie Toeristische promotie
6101 7003
ruimtelijke ontwikkeling
Regionale planning Bouwen en wonen Gemeentelijke plannen
9101 9201 9102
technische infrastructuur
Technische infrastructuur
9103
natuur en landschap
Natuur en Landschap
6205
Programma Landelijk Gebied
Water (PLG) Bodem (PLG) Toerisme en recreatie (PLG) Natuur (PLG) Landschap en cultuurhistorie PLG) Landbouw en landinrichting (PLG) Sociaal Economische Vitalisering (PLG)
4002 5204 6102 6203 6204 7303 9105
2. Wonen
3. Karakteristiek Groningen
Relaties tussen programma's, thema's en productgroepen
303
4. Bereikbaar Groningen mobiliteit
Mobiliteitsbeleid Luchtvaartvervoer Collectief personenvervoer
3001 3401 3402
infrastructuur
(Re)constructie wegen en fietspaden Onderhoud en beheer wegen en fietspaden Verkeersveiligheid (Re)constructie waterwegen Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen Onderhoud en beheer overige vaarwegen Onderhoud en beheer schutsluis Lauwersoog Herstel schade a.g.v. bodemdaling
3101 3102 3103 3301 3302 3303 3304 3305
water
Water Waterschapsaangelegenheden Muskusrattenbestrijding
4001 4101 4201
milieu
Milieu (algemeen) Bodemsanering Duurzaam Bodembeheer en Afval Gebiedsgericht milieubeleid Vergunningenverlening Toezicht en handhaving Ontgrondingen
5003 5201 5202 5203 5501 5502 5601
risicobeleid/veiligheid
Openbare orde en veiligheid
2001
POP / Gebiedsgericht werken
9104
5. Schoon/veilig Groningen
6. Gebiedsgericht POP
304
Relaties tussen programma's, thema's en productgroepen
7. Welzijn, sociaal beleid, jeugdzorg, cultuur welzijn
Ontwikkeling en ondersteuning welzijn Stichting Provinciaal Groninger Studiefonds Onderwijsbeleid Sportbeleid
8001 8101 8102 8201
sociaal beleid
Asielzoekers Zorg en hulpverlening Wonen, welzijn en zorg voor kwetsbare groepen
8005 8602 8701
jeugdzorg
Jeugdzorg
8801
cultuur, media, erfgoed
Media Creatieve netwerken Het verhaal van Groningen Dynamiek in de kunsten van stad en regio Bibliotheken
8003 8310 8311 8312 8401
Provinciale Staten overige bestuursorganen
Ondersteuning Provinciale Staten Gedeputeerde Staten Kabinetszaken
1001 1101 1201
bestuurlijke samenwerking
Bestuurlijke organisatie Financieel toezicht op gemeenten Uitvoering van wettelijke regelingen Bestuurlijke samenwerking Algemeen bestuurlijk
1301 1401 1501 1601 1605
communicatie
Communicatie Promotie en relatiemanagement
1603 1604
8. Bestuur
9. Interne organisatie [opgenomen in paragraaf bedrijfsvoering]
Relaties tussen programma's, thema's en productgroepen
305
Overzicht algemene dekkingsmiddelen
Paragraaf bedrijfsvoering
Hoofdfunctie 0 Financieringsmiddelen Geldleningen langer of gelijk aan een jaar Provinciefonds Eigen middelen Deelnemingen Onvoorzien Saldo kostenplaatsen apparaatskosten > interne producten Voorzieningen personeel Diensten voor derden Verhuur gebouwen
306
0010 0110 0200 0310 0410 0500 0600
Relaties tussen programma's, thema's en productgroepen
1602 1701 1702
Afkortingenlijst Programmabegroting 2008 AB AGO AIP AKP AMK ANOG AO ARBO AV AVA AVV AWBZ AZC
Algemeen Bestuur Actieplan Gebouwde Omgeving Archeologisch Informatiepunt Apparaatskosten Personeel Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Agrarische Natuurvereniging Oost-Groningen Administratieve Organisatie Arbeidsomstandigheden Algemene Vergadering Algemene Vergadering van Aandeelhouders Adviesdienst Verkeer en Vervoer Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Asielzoekerscentrum
B&O-plan B&W B-AKWA BAN BANN BANS BAON BAONN BBL BBP BBV BCF BDU BIP BJZ BKK BLOW BLS BNG BOA BOK BOS BRIM BRO BRZO BSB BSR BTO BTI BTW BUS BV BWK BZK
Beheer- en Ontwikkelingsplan Burgemeester en Wethouders Beleidsanalyse Kwantitatief Waterbeheer Bestuursacademie Nederland (na fusie BAONN en Bestuursacademie West-Nederland) Bestuursacademie Noord-Nederland Bestuursakkoord Nieuwe Stijl Bestuursacademie Oost-Nederland Bestuursacademie Oost- en Noord-Nederland (na fusie BANN en BAON) Bureau Beheer Landbouwgronden Bodembeheerplan Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten BTW-compensatiefonds Brede Doeluitkering Beheer- en Inrichtingsplan Bureau Jeugdzorg Bodemkwaliteitskaart Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie Besluit Locatiegebonden Subsidies Bank Nederlandse Gemeenten Bureau Ontwikkeling Arbeidsmarktprojecten Bestuursovereenkomst Buurt, Onderwijs en Sport Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten Besluit op de Ruimtelijke Ordening Besluit Risico's Zware Ongevallen Bodemsanering in gebruik zijnde Bedrijventerreinen Baltic Sea Region Bedrijfstakoverleg Beheer Technische Infrastructuur Belasting Toegevoegde Waarde Besluit Uniforme Saneringen Besloten Vennootschap Beheer Wegen en Kanalen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ministerie)
c.a. CAO CB CBS CDA CdK/CvdK CIS CMO CO2 COA COS
cum annexis (met bijlagen) Collectieve Arbeidsovereenkomst Commissie Bestemmingsplannen Centraal Bureau voor de Statistiek Christen Democratisch Appèl commissaris van de koningin Culturele Infrastructuur Stad Groningen Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling (v/h POZW en SPRONG) kooldioxide Centrale Orgaan opvang Asielzoekers Centrum voor internationale (Ontwikkelings)samenwerking Afkortingenlijst
307
Costa Due CPMR CV CWI
Concrete stappen naar een duurzame Eemsmond Conference of Peripheral Maritime Regions of Europe Commanditaire Vennootschap Centrum voor Werk en Inkomen
D66 DLG DWK
Democraten 66 Dienst Landelijk Gebied (voormalige) Dienst Wegen en Kanalen
ECB ECG EDR EFRO EHS EMU EPBD EPC EPL ESD ESF ESFI EU EV EVC EZ
Europese Centrale Bank Energieconvenant Groningen Eems-Dollard Regio Europees Fonds Regionale Ontwikkeling Ecologische Hoofdstructuur Europese Monetaire Unie Energy Performance Building Directive Energieprestatiecoëfficiënt Energieprestatie op Locatie Elektroschmelzwerk Delfzijl Europees Sociaal Fonds Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (reserve) Europese Unie Externe Veiligheid Erkenning Verworven Competenties Economische Zaken
F&C FES FIDO FPU fte FUWAPROV FVW
Financiën en Control (afdeling) Fonds Economische Structuurversterking Financiering Decentrale Overheden (wet) Flexibel Pensioen en Uittreden fulltime-equivalent FunctieWaarderingssysteem Provincie Financiële Verhoudingswet
G6 GAE GAVA GBL GCA GDU GEMM GGD GGOR ggz GGz GIOS GIS GLB GPO GR GREX GROWABO GS GSP GT GWH
Delfzijl, Groningen, Hoogezand-Sappemeer, Stadskanaal, Veendam en Winschoten Groningen Airport Eelde Groninger Audiovisueel Archief Groninger Bedrijfslocaties (stichting) Gronings Centrum voor Amateurtheater Gebundelde Doeluitkering Grondexploitatiemaatschappij Meerstad Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime geestelijke gezondheidszorg (Stichting) Geestelijke Gezondheidszorg(-cliëntenplatform Groningen) Groen In en Om de Stad Geografisch Informatiesysteem Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Groninger Promotie Overleg Gemeenschappelijke Regeling Grondexploitatie Groninger Waterschapsbond Gedeputeerde Staten Groningen Seaports Grand Theatre Grondwaterheffing
H2I(2) HAK Halt hbo HOV HP
(Actualisering) beleidsnota Herijking Investeringsniveau Infrastructuur Herinrichting met een administratief karakter Het alternatief hoger beroepsonderwijs Hoogwaardig Openbaar Vervoer Handhavingsprogramma
308
Afkortingenlijst
HRe HSB HST HUP HvdS
Hoog Rendement elektriciteit Houderschapsbelasting Hogesnelheidstrein Handhavingsuitvoeringsprogramma Huis voor de Sport
IAG IBG IBW ICES ICT IDV IFHP IKAP ILG IMR IND INLIA Interreg IOM IPO IPPC IPR ISM ISP ISV IVAK Ivb IVN IVS IZA IZR
Innovatief Actieprogramma Groningen Informatie Beheer Groep Interprovinciaal Beleidsplan Waddenzeegebied Interdepartementale Commissie Economische Structuurversterking Informatie- en Communicatietechnologie Interimregeling Duurzaam Veilig International Federation for Housing and Planning Individuele Keuzemogelijkheden Arbeidsvoorwaarden Provincies Investeringsbudget Landelijk Gebied Integratie Milieu en Ruimtelijke ordening Immigratie- en Naturalisatiedienst Internationaal Netwerk aan Lokale Initiatieven ten behoeve van Asielzoekers Interregionaal Internationale Organisatie ter beheersing van Migratie Interprovinciaal Overleg Integrated Pollution Prevention and Control Investeringspremie voor Regionale projecten Instituut Service Management Integraal Structuurplan Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Instituut Voor Amateuristische Kunstbeoefening Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer Instituut voor Natuurbeschermingseducatie Informatie- en Volgsysteem Scheepvaart Instituut Ziektekostenvoorziening Ambtenaren Interprovinciale Ziektekostenregeling
KB KC KLIC KPGRV KpVV KRW KvK
Kanaalbeheer (afdeling) Kleine Commissie Kabel- en Leidingeninformatiecentrum Koninklijk Provinciaal Groninger Rederijkersverbond Kennisplatform Verkeer en Vervoer Kaderrichtlijn Water Kamer van Koophandel
LAG LAP LBIO LEADER LED LIOF LMA LNG LNV LPG LTO LvDO lvg
Leader Actiegroep Landelijk Afvalbeheersplan Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen Liaisons Entre Actions de Développement de l'Économie Rurale (EC: samenwerking voor plattelandsontwikkeling) Light Emitting Diode Limburgse ontwikkelingsmaatschappij Landelijk Meldpunt Afvalstoffen Liquified Natural Gas Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ministerie) Liquified Petroleum Gas Land- en Tuinbouworganisatie Leren voor Duurzame Ontwikkeling licht verstandelijk gehandicapten
M&O mbo MDO MER MERA MIP MIT
Misbruik & Oneigenlijk gebruik middelbaar beroepsonderwijs Multidisciplinair Oefenplatform Milieueffectrapport(age) Milieu, Energie en Recycling van Afvalstoffen Meerjaren Investeringsprogramma Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport Afkortingenlijst
309
MJP MK12 MKB MLA MOgroep m.r.b. MT MTZ MURA MusIP MW
Meerjarenprogramma Martinikerkhof 12 Midden- en Kleinbedrijf Micro Light Aeroplanes Maatschappelijk Ondernemers groep (brancheorganisatie voor Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang) motorrijtuigenbelasting Managementteam Milieutoezicht (afdeling) Muskusrattenbestrijding Museum Inventarisatie Project MegaWatt
NAD NAM NAVOS Nastort NB NBP NEN NHI NIB NIROV NITG NL NMa NME NMP NOA NOM NS NSC NV
Noordelijk Archeologisch Depot Noordelijke Aardolie Maatschappij Nazorg Voormalige Stortplaatsen Nader onderzoek stortplaatsen Natuurbescherming Natuurbeleidsplan Nederlandse Norm Nieuwe Hanze Interregio Nationale Investeringsbank Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen Nationaal Landschap Nederlandse Mededingingsautoriteit Natuur- en Milieueducatie Nationaal Milieubeleidsplan Noordelijke Ontwikkelingsas Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij Nederlandse Spoorwegen North Sea Commission Naamloze Vennootschap
OCW OGGz OM OMD OOV OP OV OVMG
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ministerie) Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Openbaar Ministerie Ontwikkelingsmaatschappij Delfzijl Openbare Orde en Veiligheid Operationeel Programma Openbaar Vervoer (Stichting) Oorlogs- en Verzetsmateriaal Groningen
P&O PAC PAF PCCV PCWM PG PKB PLG PMJP PMV POG POP PPC PRVMD PS PvdA PvhN
Personeel & Organisatie (afdeling) Provinciaal Actiecentrum Provinciaal Accomodatiefonds Provinciaal Commandocentrum Civiele Verdediging Provinciale Commissie Water en Milieu Programmabegroting Planologische Kernbeslissing Programma Landelijk Gebied Provinciaal Meerjarenprogramma Provinciale Milieuverordening Provinciale Omgevingscommissie Groningen of Provinciale commissie voor het Omgevingsbeleid Provinciaal Omgevingsplan Provinciale Planologische Commissie Provinciale Raad voor de Volksgezondheid en Maatschappelijke Dienstverlening Provinciale Staten Partij van de Arbeid Partij voor het Noorden
RBML RBT
Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens Regionaal Beleidsteam
310
Afkortingenlijst
RCN RCP RCW REGIWA RHC RMC RO ROC ROL ROM ROOS RPC RTV Noord RuG/RUG RWSR
Regionale Creatieve Netwerken Regionale Cultuurplannen Regionaal College Waddengebied Regeling Integraal Waterbeheer Regionaal Historisch Centrum Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Ruimtelijke Ordening Regionaal Opleidingscentrum Regeling Onderhoudsovereenkomsten Landschapselementen Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (Stichting) Regionale Omroep Overleg en Samenwerking Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Radio en TV Noord Rijksuniversiteit Groningen Regionale WaterSysteemRapportage
SAKO SAMO SBB SDV SEAN SEM SepH SEV SMB SN SNN SOK SP SPARC STA STOV STOWA SZW
Samenwerkende Korenorganisaties Samenwerkende Muziekorganisaties Staatsbosbeheer Stads- en Dorpsvernieuwing Sociaal-economische Adviesraad Noord-Nederland Staal, Elektro en Materieel Servicepunt Handhaving Sociaal-economische vitalisering Strategische Milieubeoordeling Subsidieregeling Natuurbeheer Samenwerkingsverband Noord-Nederland Samenwerkingsovereenkomst Socialistische Partij Strategic Partnerships in River Corridors Stichting Amateurdans Stadsgewestelijk Openbaar Vervoer Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ministerie)
TELI THD TIPP TNO TSN
Tijdelijke subsidieregeling energiebesparing huishoudens met lagere Inkomens Telefonische Hulpdienst Tender Investeringsprogramma Provincies (Nederlandse organisatie voor )Toegepast-Natuurwetenschappelijk Onderzoek Topsport Steunpunt Noord
UAF UWV
Universitair Asyl Fonds Uitvoering WerknemersVerzekeringen
VAT VGD VGG VHR VJN VKDG vmbo VNG VNO-NCW vo VOF VONPG
Value Added Tax Vereniging Groninger Dorpen Vereniging van Groninger Gemeenten Vogel- en Habitatrichtlijn Voorjaarsnota Vereniging Kleine Dorpen Groningen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Vereniging van Nederlandse Gemeenten Verbond van Nederlandse Ondernemers - Nederlands Christelijk Werkgeversverbond voortgezet onderwijs vennootschap onder firma Vereniging tot Ondersteuning van Noodopvang dakloze vreemdelingen in de Provincie Groningen Veiligheidsrapport Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening Milieubeheer (ministerie) Verkeer- en Vervoerberaad Volkspartij voor Vrijheid en Democratie Vereniging Vreemdelingenverkeer Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ministerie)
VR VROM VVB VVD VVV VWS
Afkortingenlijst
311
Wabo Wav WB Wbb WbG WE WfZ Wgh Whvbz WILG WKK Wm WMO WOP Wro WRO
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet ammoniak en veehouderij Wegbeheer (afdeling) Wet bodembescherming Waterbedrijf Groningen Wegenbouw (afdeling) Waarborgfonds voor de Zorgsector Wet geluidhinder Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden Wet investeringsbudget landelijk gebied Warmtekrachtkoppeling Wet milieubeheer Wet Maatschappelijke Ondersteuning Waterbouwkundige Onderhoudsploeg Wet ruimtelijke ordening (nieuw) Wet op de Ruimtelijke Ordening
ZPG ZVW ZZL
Zuiveringsbeheer Provincie Groningen Zorgverzekeringswet Zuiderzeelijn
312
Afkortingenlijst