Programmabegroting 2010-2013
Programmabegroting 2010-2013
Gemeente Alphen aan den Rijn
INHOUDSOPGAVE Algemene inleiding............................................................................................................ 5 Financiële Samenvatting..................................................................................................... 9 Nieuwe indeling programma 2, 3 en 4.............................................................................. 27 Programma 1: Democratisch functioneren ........................................................................ 29 Programma 2: Duurzaamheid........................................................................................... 40 Deelprogramma 2.1: Milieubeheer ............................................................................ 41 Deelprogramma 2.2: Grond- en hulpstoffen ............................................................. 45 Deelprogramma 2.3: Stadshygiëne............................................................................ 47 Programma 3: Zorg en Welzijn ......................................................................................... 50 Deelprogramma 3.1 Collectieve voorzieningen welzijn .............................................. 52 Deelprogramma 3.2 Individuele Wmo-voorzieningen en cliëntondersteuning ............ 58 Deelprogramma 3.3 Maatschappelijke zorg .............................................................. 62 Programma 4: Jeugd, Onderwijs, Cultuur en Sport ............................................................ 67
Deelprogramma 4.1 Jeugd ........................................................................................ 68 Deelprogramma 4.1.a
Jeugd en zorg ...................................................................... 68
Deelprogramma 4.1.b
Jeugd en educatie ................................................................ 72
Deelprogramma 4.1.c
Onderwijshuisvesting........................................................... 75
Deelprogramma 4.1.d
Jeugd en veiligheid .............................................................. 76
Deelprogramma 4.1.e
Jeugd en vrije tijd ................................................................ 78
Deelprogramma 4.2 Cultuur ..................................................................................... 82 Deelprogramma 4.3 Sport........................................................................................ 86 Programma 5: Mobiliteit .................................................................................................. 89 Programma 6: Veiligheid.................................................................................................. 96
Deelprogramma 6.1 Sociale veiligheid....................................................................... 98 Deelprogramma 6.1a: Sociale Veiligheid — Veilige woon- en leefomgeving............... 98 Deelprogramma 6.1b: Sociale Veiligheid — Bedrijvigheid en veiligheid .................... 102 Deelprogramma 6.1c: Sociale Veiligheid — Jeugd en veiligheid ............................... 104 Deelprogramma 6.2 Fysieke veiligheid .................................................................... 107 Deelprogramma 6.2a: Fysieke Veiligheid — Verkeersveiligheid................................ 107
2
Deelprogramma 6.2b: Fysieke Veiligheid — Brandveiligheid .................................... 109 Deelprogramma 6.2c: Fysieke Veiligheid — Crisismanagement/ rampenbestrijding. 111 Programma 7: Economie, Werk en Bijstand ..................................................................... 114 Deelprogramma 7.1: Economie ............................................................................... 117 Deelprogramma 7.2: Werk ...................................................................................... 123 Deelprogramma 7.3: Bijstand.................................................................................. 127 Programma 8: Wonen en Woonomgeving........................................................................ 132 Deelprogramma 8.1: Wonen.................................................................................... 133 Deelprogramma 8.2: Woonomgeving ...................................................................... 139 Deelprogramma 8.3: Ruimtelijke ontwikkeling ........................................................ 142 Programma 9: Dienstverlening ....................................................................................... 146 Paragraaf Lokale Heffingen ............................................................................................ 159 Paragraaf Weerstandsvermogen ..................................................................................... 166 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen.......................................................................... 171 Paragraaf Financiering ................................................................................................... 175 Paragraaf Bedrijfsvoering ............................................................................................... 182 Paragraaf Verbonden partijen......................................................................................... 192 Paragraaf Grondbeleid ................................................................................................... 202 Overzicht producten per productgroep........................................................................... 206 Afkortingen .................................................................................................................. 216 Bijlagen:
Notitie verkoop aandelen Nuon
Resultaten risicoanalyse individuele voorzieningen Wmo
3
4
Algemene inleiding Een begroting in een economisch slechte tijd
Dit is de laatste begroting van dit college van de gemeente Alphen aan den Rijn. Een begroting die
komt in een periode dat de wereld een economische crisis doormaakt die de ergste is sinds de crisis van de jaren 30 van de vorige eeuw. De uitkeringen die het Rijk aan de gemeenten verstrekt zijn flink
verlaagd en er bestaat onzekerheid over de Algemene Uitkering voor de jaren na 2011. Na de
vaststelling van de Voorjaarsnota 2009–2013 vormde de meicirculaire een nieuwe tegenvaller. Toch is
het college erin geslaagd een sluitende begroting voor te leggen. En veel meer dan dat. Het college wil de zaken zo goed mogelijk overdragen. Het nieuwe college kan volgend jaar dan ook vertrekken vanuit
een gezonde financiële situatie. Een uitgangspositie die ruimte biedt voor nieuwe initiatieven.
De uitgangspunten voor deze begroting: “activiteiten voortzetten” en “behoedzaamheid”
Dit college heeft altijd hoge ambities met de stad gehad. Investeren in de mensen die de stad bewonen en vormgeven, mensen die het tegenzit hulp en zorg bieden, de inwoners zoveel mogelijk bij beleid en uitvoering betrekken, investeren in grote projecten zoals Lage Zijde en Oude Rijnzone, inzetten op verdere verbetering van de dienstverlening en terugdringen van de bureaucratie. Conform de
prioriteiten zoals geformuleerd in collegeprogramma en stadsvisie is de afgelopen jaren een inhaalslag gemaakt op het gebied van jeugd en sport, en is ook extra geïnvesteerd in een ruime uitleg en
toepassing van de Wet maatschappelijke ondersteuning, dienstverlening en het stedelijk waterplan.
Tijdens de conferentie in 2008 over de Stadsvisie gaven onze inwoners en onze partners aan dat zij deze bestuurlijke koers herkennen, en dat het de juiste koers is. Ook uit de vorig jaar gepresenteerde Tussenbalans blijkt dat het college goed op schema ligt met het realiseren van de ambities uit het Collegeprogramma. Het college wil deze ambities niet zomaar opgeven nu de financiële omstandigheden ongunstig zijn, en het vindt dit ook niet verantwoord. Daarom is het eerste uitgangspunt voor deze begroting “activiteiten voortzetten” oftewel “het op peil houden van de uitgaven”. Het college wil waar mogelijk de
economische ontwikkeling en de algemene ontwikkeling van de stad blijven stimuleren en de activiteiten zoveel mogelijk voortzetten. Ook gaan we gewoon door met het verbeteren van de dienstverlening.
Maar de economische omstandigheden en de teruglopende uitkeringen van het Rijk dwingen ons wel
tot het tweede uitgangspunt voor deze begroting: “behoedzaamheid”. Veel is momenteel onzeker. Hoe lang gaat de crisis duren, hoe diep gaat de crisis worden, hoe verlopen de komende jaren de
uitkeringen van het Rijk? Onder die omstandigheden moeten we wel voorzichtig zijn. Risico’s goed analyseren en bewaken, voorzieningen en reserves goed op peil houden. Het college wil het financiële beleid niet laten leiden door de crisis, maar behoedzaam moeten we wel zijn. Een ingestelde “Task
force economische crisis” is belast met het monitoren van de ontwikkelingen, juist ook binnen Alphen aan den Rijn.
5
Slecht economisch tij
We hebben vele jaren van economisch hoogtij meegemaakt. De internationale beurzen bereikten in 2000 recordniveaus. Daarna waren er enkele economische tegenslagen: de ‘internetballon’ klapte en
de economische onzekerheid nam toe in de periode na de aanslag op de Twin Towers. Maar ruim een jaar geleden waren de internationale beurzen weer opnieuw op hoge niveaus. En opnieuw sprak men over een goudgerand scenario: de wereld was geglobaliseerd, in de opkomende landen groeide de
koopkracht, de ene groeiende economie versterkte de andere, kortom: alles was goed en kon alleen maar beter worden.
En toen was er opeens de kredietcrisis. Aanvankelijk werd er alleen wat gediscussieerd over mogelijke problemen op de Amerikaanse huizenmarkt en Prinsjesdag 2008 kon minister Bos nog een begroting
presenteren gebaseerd op normale omstandigheden. Maar daarna het ging hard: er vielen banken om en plotseling was de crisis op de huizenmarkt in de VS geglobaliseerd: de kredietcrisis leidde wereldwijd tot een teruggang in handel en transport. Intussen hebben de meeste Nederlanders nog hun baan en is de welvaart hier nog steeds op een hoog niveau. Veel Nederlanders merken eigenlijk nog weinig van de kredietcrisis. En er komen geluiden dat
het ergste nu al voorbij is: meevallende verkopen van duurzame goederen, meevallende activiteiten van de inkopers. De krimp van de economie in de VS neemt af en volgens een deel van de economen zal dit resulteren in groei vanaf 2010: dat zou dan het einde van de recessie zijn. Toch lijken de voortekenen
nog niet allemaal goed. De werkloosheid in Europa en in de VS ligt op 9,5%. In ons land is die veel lager, maar we zien het aantal faillissementen snel groeien en de verwachting is dat er nog veel
ontslagen zullen volgen. Is de werkloosheid een “achterlopende” economische indicator en is het herstel intussen ingezet, of voorspelt de oplopende werkloosheid een nieuwe vraaguitval bij de
consumenten? De meningen daarover zijn verdeeld en de onzekerheid blijft voorlopig nog erg groot.
Monitoren en bijsturen in Alphen aan den Rijn
De effecten van de economische crisis zullen zich in de samenleving het meest duidelijk openbaren op het gebied van bedrijvigheid en werkgelegenheid.
Bedrijvigheid: de in Alphen aan den Rijn aanwezige bedrijvigheid is, ten opzichte van landelijke gemiddelden, minder conjunctuurgevoelig. Maar terugval van de consumptieve vraag kan grote invloed
hebben op het voortbestaan van een bedrijf. Aanvragen voor arbeidstijdverkorting zijn een indicator voor naderende problemen, die uiteindelijk kunnen resulteren in het sluiten van een bedrijf.
De informatie over specifieke bedrijven in Alphen aan den Rijn kan een indicatie geven van
(uiteindelijk) een verhoogde instroom in de WWB en een mogelijk hoger beroep op de bijzondere
bijstand/ minimabeleid. De gemeente zal, samen met het UWV-werkbedrijf, mensen met een WWuitkering actief gaan begeleiden richting werk, nog vóórdat zij doorstromen naar de bijstand. Inkoopbeleid
Om het lokale bedrijfsleven meer kans te bieden op opdrachten van de gemeente, hebben de gemeente en de Vereniging Ondernemers Alphen (VOA) afspraken gemaakt over een 'MKB' vriendelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid. De afspraken zijn opgenomen in de intentieverklaring die op 8 januari door de VOA en de gemeente is getekend.1 1
De intentieverklaring is te vinden op de gemeentelijke website onder ondernemen en vervolgens aanbesteden:
link: http://www.alphenaandenrijn.nl/Smartsite.shtml?id=12598
6
Waar mogelijk en toegestaan zullen de eisen bij aanbestedingen worden aangepast. Dit biedt kansen voor Alphense en regionale bedrijven. Overigens is in de eerste helft van 2009 een groot deel van de opdrachten verstrekt aan bedrijven uit Alphen aan den Rijn en omgeving. Verbonden partijen
Verminderde bedrijvigheid kan ook zijn weerslag hebben op de verbonden partijen. Hierbij is de SWA,
met zijn grote bedrijfsmatige componenten en het gedetacheerde WSW-personeel, het meest gevoelig voor economische invloeden. Tijdelijk en gedetacheerd personeel bij bedrijven blijkt altijd het eerst de consequenties van verminderde omzet te moeten compenseren.
Om de directe gevolgen voor het WSW-personeel maar ook de financiële gevolgen voor de gemeente Alphen aan den Rijn zo veel mogelijk te beperken, zal bij daarvoor in aanmerking komende
aanbestedingen worden beoordeeld of gebruik gemaakt zal worden van de wettelijke mogelijkheid om specifiek te gunnen aan SW-bedrijven. Zo is in september 2009 de catering van het stadhuis en Langeroode via het alleenrecht aan de SWA gegund. Vervroegde investeringen, groot onderhoud
Reële opties voor het naar voren halen van gemeentelijke investeringen of uit te voeren groot onderhoud gepland voor 2010 en volgende jaren worden aangegrepen.
Voor 2009 is het budget voor onderhoud openbaar gebied in de begroting 2009 met een bedrag van € 3 miljoen verruimd.
Werkgelegenheid en werkloosheid
Via onze contacten met het CWI monitoren we de in- en uitstroom van werklozen. Recent is gebleken dat de instroom van werkloze jongeren in Alphen aan den Rijn opvallend hoger is dan die in andere gemeenten. De doorstroom van jonge werklozen naar de WWB zal echter lager zijn dan van oudere werklozen. Jongeren zijn in de praktijk immers via opleiding, om- en bijscholing
makkelijker aan ander werk te helpen. Op basis van het Actieplan Jeugdwerkloosheid regio Rijnstreek en regio Holland Rijnland is een convenant met het Rijk gesloten over de uitvoering daarvan. Wij zien de crisis dan ook als een kans om juist nú deze jongeren van goede startkwalificaties te voorzien.
De ontwikkeling van het aantal vacatures is daarbij een belangrijke indicator voor de kans van slagen
op het vinden van ander werk.
Een verhoogde instroom in de WWB vertaalt zich direct in financiële consequenties voor de gemeente
en de vraag of de rijksbijdrage en de risicoreserve WWB toereikend zijn om die consequenties op te vangen.
Een sluitende begroting
Met alle onzekerheden en tegenvallende uitkeringen was het lastig om een sluitende begroting te
kunnen presenteren. Toch is dat gelukt. De structurele meerjarenbegroting laat immers in het laatste jaar een klein overschot van € 4.000 zien op een totaal van € 277 miljoen.
Ook over 2010 en 2011 is sprake van een positief structureel saldo. Alleen in 2012 is dit saldo negatief, als gevolg van een forse aanpassing van de algemene uitkering.
Incidenteel geeft het saldo een grillig beeld. Voor 2010 kent de begroting een fors incidenteel nadeel van bijna € 2,9 miljoen. In het jaar 2013 is weer sprake van een aanzienlijk incidenteel voordeel van € 2,1 miljoen. Deze ontwikkelingen worden toegelicht in het hoofdstuk Financiële Samenvatting.
Dit alles is in lijn met de afspraken in het Bestuurlijk Akkoord van april 2009 tussen Rijk en VNG.
Daarbij moet in aanmerking worden genomen dat er momenteel enkele taakstellingen in uitvoering zijn, waarvan de gunstige effecten pas in de laatste twee jaren zichtbaar worden.
In die zin vindt het college een tijdelijke dekking van het tekort in 2010 goed te verdedigen.
7
Door de behoedzaamheid is de gemeente Alphen aan den Rijn goed voorbereid op de onzekere tijden die komen gaan. Dat is gelukt zonder de ambities van het lopende collegeprogramma los te laten.
Sterker nog: de activiteiten en uitgaven blijven op peil. Daarmee draagt de gemeente ook bij aan het bestrijden van de economische crisis. Zo vindt het komende jaar geen lastenverzwaring plaats.
Bovendien neemt het weerstandsvermogen (en ook weerstandsratio) de komende jaren sterk toe als gevolg van de hoge incidentele begrotingsoverschotten. Daarnaast zijn de risico’s beter in kaart gebracht en er zijn speciale risicoreserves voor Wmo en Wwb in het leven geroepen. Daarmee bieden wij u een begroting aan die behoedzaam is maar ook in de pas loopt met onze ambities en ons uitgangspunt: activiteiten en uitgaven op peil houden.
8
Financiële Samenvatting Inleiding De in de raadsvergadering van 2 juli 2009 vastgestelde Voorjaarsnota 2009-2013 is een belangrijk
kader voor deze programmabegroting 2010-2013. Met de Voorjaarsnota zijn wederom belangrijke inhoudelijke keuzes gemaakt voor het beleid voor de komende jaren. Ondanks de in 2008 ingezette economische crisis is het gelukt een materieel sluitend meerjarenbeeld bij de Voorjaarsnota te
presenteren. Twee ontwikkelingen waren ten tijde van de opstelling van de Voorjaarsnota nog niet definitief bekend die wel van grote invloed zijn op het financiële meerjarenbeeld: −
Uit de meicirculaire van het Rijk werd duidelijk dat de ontwikkeling in de Algemene Uitkering voor de jaren 2012 en 2013 zeer negatief is;
−
De in juni definitief geworden verkoop van de aandelen Nuon heeft eveneens een grote invloed,
maar dan in positieve zin, op het financiële meerjarenbeeld.
In deze begroting zijn de gevolgen van deze ontwikkelingen meegenomen, uiteraard met inachtneming van de moties die zijn aangenomen bij de behandeling van de Voorjaarsnota in de raad. Een en ander wordt in dit hoofdstuk toegelicht.
Financiële samenvatting Voorjaarsnota In de Voorjaarsnota 2009-2013 zijn de autonome ontwikkelingen en de genomen besluiten uit de eerste helft van 2009 meegenomen. Verder zijn er bestuurlijke prioriteiten opgenomen en is er invulling gegeven aan taakstellingen. Conform de wens van de raad heeft het college bij de
Voorjaarsnota inzicht geboden in het vereiste niveau van de bestemmingsreserves, mede in het licht van toekomstige investeringen en mogelijke tegenvallers. De gevolgen daarvan zijn verwerkt in de Voorjaarsnota.
Samengevat ziet het financiële beeld er na vaststelling van de Voorjaarsnota 2009 – 2013 als volgt uit. Voor een toelichting op de bedragen wordt verwezen naar deze Voorjaarsnota (2009/16297). (Een + teken is een nadeel, een - teken een voordeel)
Voorjaarsnota 2009-2013 Beginstand begroting 2009-2012 Algemene uitkering Autonome ontwikkelingen en reeds genomen besluiten Niet autonoom Taakstelling / posterioriteiten Voorjaarsnota 2009-2013 Saldo structureel + incidenteel
2010
2011
S 159.000 -1.074.000 349.000
I S -208.000 38.000 -93.000 -1.454.000 2.369.000 526.000
I 80.000 -63.000 187.000
378.000 0 2.445.000
63.000 0 267.000
1.231.000 45.000 710.000 3.155.000
1.497.000 -205.000 402.000 669.000
2012 S 247.000 -2.005.000 438.000 1.763.000 -260.000 183.000 256.000
I -109.000 0 182.000 0 0 73.000
2013 S 247.000 -2.297.000 438.000
I -142.000 0 142.000
2.029.000 -260.000 157.000 157.000
0 0 0
Het structurele meerjarenbeeld toonde over de jaren 2010 tot en met 2013 een negatief saldo, dat
afliep van € 710.000 in 2010 naar een licht negatief saldo van € 157.000 in 2013, en was daarmee materieel sluitend. Dit was in lijn met de afspraken die zijn gemaakt tussen het Rijk en de VNG in het
Aanvullend Bestuurlijk Akkoord van 17 april 2009.
9
Verder was er sprake van incidentele ontwikkelingen en wensen (in totaal per saldo 2,8 miljoen). Het
totale negatieve saldo werd gedekt uit de ruimte aan weerstandsvermogen boven een weerstandsratio van 1,2.
Financieel beeld begroting In onderstaande tabel tonen wij de stand van het actuele financiële meerjarenperspectief, inclusief alle
wijzigingen die in deze begroting zijn opgenomen. We bouwen de tabel op, beginnend bij de stand van de Voorjaarsnota 2009 - 2013.
(Een + teken is een nadeel, een - teken een voordeel)
Financieel Meerjarenperspectief Stand VJN a. Algemene uitkering b. Invloed Nuon opbrengsten c. Autonome ontwikkelingen en reeds genomen besluiten d. Prioriteiten / keuzes Begrotingssaldo 2010-2013 Saldo structureel + incidenteel
2010
2011
S 710.000 -468.000 -801.000 229.000
I 2.445.000 0 426.000
S 402.000 -156.000 -946.000 273.000
I 267.000 -25.000 -330.000
191.000 -139.000 2.732.000
0 2.871.000
191.000 -236.000 -299.000
25.000 -63.000
2012 S 183.000 866.000 -1.032.000 160.000 276.000 453.000 467.000
I 73.000 -27.000 -59.000
27.000 14.000
2013 S 157.000 1.100.000 -1.515.000 -22.000 276.000 -4.000 -2.106.000
I 0 -124.000 -2.102.000
124.000 -2.102.000
Hieronder volgt een toelichting op deze tabel, eerst het algemene beeld, en vervolgens een toelichting per regel.
Algemeen Het structurele totaalbeeld komt voor 2013 uit op € 4.000 positief en is daarmee sluitend. Incidenteel is het beeld wisselend als gevolg van de invloed van de verkoop van de aandelen Nuon. Dat wordt hieronder verder toegelicht.
In de raadsvergadering van 2 juli 2009 heeft de raad met een motie de wens te kennen gegeven “dat het college bij de begroting van 2010 in kaart brengt welke gevolgen er zijn voor een meerjarig budgettair kader en welke structurele dekkingen van structurele tekorten kunnen worden
doorgevoerd”. Het college heeft met deze begroting invulling gegeven aan deze motie en presenteert een materieel sluitend structureel meerjarenbeeld.
Zoals uit bovenstaand overzicht blijkt is sprake van een scherpe achteruitgang van het niveau van de
Algemene Uitkering ten opzichte van eerdere aannames. Dit kan grotendeels gecompenseerd worden door een groot deel van de opbrengst van de verkoop van de aandelen Nuon in te zetten als structureel dekkingsmiddel.
Deze posten worden hieronder toegelicht. Dat geldt ook voor de posten autonome ontwikkelingen/genomen besluiten en de prioriteiten/keuzes.
De begrote tekorten en overschotten worden verrekend met de Algemene Reserve. Dit heeft gevolgen voor het meerjarenbeeld van het weerstandvermogen. Dat loopt op van 1,4 eind 2010 naar 1,7 eind
2013 en voldoet daarmee ruimschoots aan de gestelde norm (weerstandsratio tussen 1,0 en 1,4). Zie
10
voor meer informatie hierover de paragraaf Weerstandsvermogen en in deze paragraaf onder het kopje Ontwikkeling weerstandsvermogen. a. Mutatie Algemene Uitkering Bij de doorrekening van de meicirculaire is gebleken dat voor de jaren 2012 en 2013 geen duidelijkheid bestaat over de precieze hoogte van de algemene uitkering die de gemeente van het rijk ontvangt. Dit is een gevolg van de bestuurlijke afspraken die het rijk en de VNG in april 2009 hebben
gemaakt over de financiële gevolgen van de economische crisis voor gemeenten. Daarin is afgesproken
dat gemeenten voor de jaren 2009 tot en met 2011 financiële zekerheid krijgen door de methodiek van ‘gezamenlijk trap op en trap af’ tijdelijk buiten werking te stellen. Geen afspraken zijn gemaakt voor
de jaren daarna. Daardoor is niet duidelijk of de methodiek van ‘gezamenlijk trap op en trap af’ vanaf 2012 weer zal worden gehanteerd. Dat is tot uitdrukking gekomen in de meicirculaire doordat het
accres voor 2012 en 2013 op ‘PM’ is gesteld. Daardoor is het niet duidelijk hoe gemeenten in de jaren 2012 en 2013 de algemene uitkering in de begroting moeten verwerken. Deze kwestie is op het VNGcongres aan de orde gesteld. Daar is een dringend beroep gedaan op de minister van BZK om
duidelijkheid te geven over de jaren 2012 en 2013. Op 6 juli heeft de staatssecretaris van BZK in een
brief aan de Tweede Kamer geschreven: “Over de situatie voor 2012 en verder is op dit moment vrijwel niets te zeggen”. De Voorjaarsnota 2009-2013 is zoals gebruikelijk door het college opgesteld voordat de meicirculaire bekend was. In de Voorjaarsnota heeft het college de effecten van de septembercirculaire 2008 evenals de geschatte effecten van het bestuurlijk akkoord tussen de VNG en het rijk van april 2009 verwerkt. Dat is tot uitdrukking gekomen in een korting van jaarlijks € 1,3 miljoen op de algemene uitkering voor de jaren 2009 tot en met 2013 ten opzichte van de septembercirculaire. Eind mei is de
meicirculaire 2009 ontvangen. Zoals uit het bovenstaande overzicht blijkt vallen de cijfers voor 2010 en 2011 iets gunstiger uit, maar zijn de mogelijke gevolgen voor de begrotingsjaren 2012 en 2013
omvangrijk. Het gaat dan om een achteruitgang ten opzichte van de Voorjaarsnota van € 0,9 miljoen in 2012 en € 1,1 miljoen in 2013. Daarbij is de ‘PM’ in de meicirculaire opgevat als nihil en is de
algemene uitkering voor 2012 en 2013 op gelijk niveau gehouden als die van de jaren 2009 tot en met 2011. Daarmee volgt het college een behoedzame strategie. Gezien de bestaande onzekerheid voor de jaren 2012 en 2013 adviseert het ministerie van BZK zeer behoedzaam te zijn bij het opstellen van de meerjarige begroting. Deze ontwikkelingen hebben wel geleid tot een versoepeling van de eisen die aan het meerjarenbeeld worden gesteld in verband met
repressief dan wel preventief toezicht vanuit de provincie. Als de begroting 2010 niet sluitend is, maar het meerjarenbeeld is dat wel, zal toch sprake zijn van repressief toezicht. b. Verwerking opbrengst aandelen Nuon Het college heeft als aandeelhouder in n.v. Nuon besloten in te stemmen met de verkoop van het
productie- en leveringsbedrijf van n.v. Nuon aan Vattenfall AB in vier stappen, tegen nu vastgestelde voorwaarden (2009/11785). Aan de raad is toegezegd voorafgaand aan de behandeling van de
begroting 2010 een nota voor te leggen waarin staat beschreven welke gevolgen de verkoop heeft voor de financieringspositie van de gemeente en op welke manier de verkoop wordt verwerkt in de
begroting 2009 en de jaarrekening 2009. Deze notitie Verkoop aandelen Nuon is als bijlage bij de begroting gevoegd.
11
Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2009-2013 is een motie van de raad m.b.t. de Nuon-gelden aanvaard. Het dictum van de motie luidt: −
De voorgestelde compensatie (25 miljoen euro) voor wegvallend dividend (ca. 9 ton per jaar) wordt gefaseerd afgebouwd in maximaal 10 jaar;
−
De hoofdsom van de Nuon opbrengsten wordt “structureel gemaakt” door dit binnen de kaders van het nog vast te stellen, aangescherpte treasurystatuut met rendement maar wel risicoarm “weg te zetten”;
−
Hierbij genieten maatschappelijk verantwoorde vermogensbeheerders - die investeren in duurzaamheid – zo mogelijk de voorkeur;
−
Het hiermee behaalde rendement jaarlijks wordt toegevoegd als structureel begrotingsmiddel.
Mede uit deze motie blijkt dat de gemeenteraad en het college een duurzame ontwikkeling van onze stad Alphen aan den Rijn voor ogen hebben. Zij durven daarbij op de lange termijn te denken, met ruimte uiteraard voor de keuzes die komende generaties zullen maken.
De belangrijke beslissing over de bestemming van de Nuon-gelden moet worden genomen op het moment dat de wereld in een ernstige economische crisis verkeert. Voor de gemeente betekent dat in ieder geval dat er voorlopig grote onzekerheden bestaan over het verloop van de uitkeringen uit het
Gemeentefonds. In deze uitzonderlijke omstandigheden zou het helemaal niet moeilijk zijn op korte
termijn bestemmingen te vinden voor de beschikbaar gekomen middelen. Toch houden raad en college uitdrukkelijk vast aan het voorzien in de belangen van toekomstige generaties. Een deel van de
middelen zal wel nu al worden besteed, maar dan wel aan projecten, die een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van de stad op langere termijn.
Het grootste deel van de gelden zal echter beschikbaar worden gehouden om andere, nog nader te bepalen doelstellingen op langere termijn te kunnen dekken.
Daarnaast zal een deel van de middelen worden ingezet om de vermindering van dividendopbrengsten op te vangen. Conform de genoemde uitgangspunten en de motie van de raad wordt de bestemming van de netto
opbrengst van € 131,0 miljoen als volgt:
Bestemmingsreserve ten behoeve van het opvangen van het structureel lager dividend -
vrijval in 10 jaar *)
Bestemmingsreserve als structureel dekkingsmiddel Bestemmingsreserve ten behoeve van Waterfront (Lage Zijde) Bestemmingsreserve ten behoeve van Cultuurhuis *
22,5 mln 83,5 mln 13,1 mln 11,9 mln
Totale netto opbrengst
131,0 mln
*Voor het Cultuurhuis is een bedrag van € 18.650.000 nodig. Daarom wordt in 2010 tot en met 2012 jaarlijks €
2.250.000, zijnde de jaarlijkse vrijval uit de reserve Nuon t.b.v. dividendderving, toegevoegd aan de reserve t.b.v.
Cultuurhuis. In 2012 is dan in totaal € 18.650.000 aan deze reserve toegevoegd.
12
De nadere voorwaarden die gelden voor het inzetten van deze reserves worden uiteengezet in de bij deze begroting gevoegde notitie Verkoop aandelen Nuon. Een groot deel van de opbrengst wordt dus niet direct besteed en waardevast gehouden. Over dat deel wordt uitgegaan van een renteopbrengst van 4% per jaar. Dat wordt op langere termijn haalbaar geacht. Dit is als een structurele opbrengst in de begroting verwerkt.
Het belangrijkste deel van de incidentele opbrengsten wordt gevormd door een jaarlijkse vrijval van € 2.250.000 uit de reserve die bedoeld is voor de opvang van het wegvallen van een deel van het
dividend. Daar staat wel tegenover dat er jaarlijks, structureel, een bedrag van € 90.000 bezuinigd moet worden, oplopend in 10 jaar tot € 900.000. Dat bedrag is nu nog als stelpost opgenomen. Het effect op de exploitatie voor de komende jaren is in onderstaand overzicht opgenomen. Voor een
toelichting wordt verwezen naar eerder genoemde notitie. Exploitatie incidenteel
bedragen x € 1.000
minder dividend extra
(- = opbrengst, + = kosten)
2010
2011
2012
2013
500
0
0
0
rente incidentele opbrengsten
-598
-922
-1.042
-545
rente toevoeging aan reserves
524
592
983
693
Effect op saldo exploitatie incidenteel.
426
onttrekking dividendreserve
-2.250
toevoeging res. Cultuurhuis
2.250 426
Totaal saldo expl. Incidenteel Exploitatie structureel
bedragen x € 1.000
minder dividend
330-
2010
59-
148
-2.250
-2.250
-2.250
2.250
2.250
0
-330
-59
-2.102
2011
2012
2013
900
900
900
900
rente structurele opbrengsten
-1.985
-2.060
-2.175
-2.585
rente toevoeging aan reserves
284
304
423
440
-801
-856
-852
-1.245
0
-90
-180
-270
-801
-946
-1.032
-1.515
Effect op saldo expl. structureel bezuiniging om structureel minder dividend op te vangen
Totaal saldo expl. structureel c. Autonome ontwikkelingen / genomen besluiten
De autonome ontwikkelingen / genomen besluiten worden in onderstaande tabel opgesomd.
13
Autonome ontwikkelingen en reeds genomen besluiten
2010 S 20.000
2011 I
S 20.000
2012 I
S 20.000
2013 I
S 20.000
Vervallen taakstelling participatiebudget Vervallen taakstelling open dag Accommodatiebeleid Kostenstijging streekarchief Verlaging bijdrage Rijnstreekberaad Diverse correcties Kapitaallasten en overige kosten
15.000 0 26.000 -46.000
15.000 75.000 26.000 -46.000
15.000 75.000 26.000 -46.000
15.000 75.000 26.000 -46.000
68.000 146.000
68.000 115.000
-24.000 94.000
-24.000 -88.000
Totaal autonome ontwikkelin gen en genomen besluiten
229.000
0
273.000
0
160.000
0
I
-22.000
0
De autonome ontwikkelingen worden hieronder kort toegelicht. −
Participatiebudget: in de raadsbehandeling van de Voorjaarsnota 2009-2013 is een motie aangenomen waarbij de bezuinigingen op participatie worden teruggedraaid
−
Bezuiniging open dag: in de raadsbehandeling van de Voorjaarsnota 2009-2013 is een motie aangenomen waarbij de bezuinigingen op de open dag worden teruggedraaid.
−
Accommodatiebeleid: in de raadsbehandeling van mei is een aanvullende notitie
welzijnsaccommodatie aangenomen waarin is gekozen voor twee multifunctionele welzijnsaccommodaties in Rijnhaven-Oost en in de Zeeheldenbuurt (kleinschalig). Hierdoor is er sprake van extra, structurele kosten van € 75.000 (2009/12331). −
Streekarchief: uit de conceptbegroting 2010 van het Streekarchief blijkt dat er sprake is van een kostenstijging (2009/15005).
−
Bijdrage Rijnstreekberaad: als gevolg van overheveling van milieutaken naar de (nieuwe)
Milieudienst wordt de bijdrage aan het Rijnstreekberaad lager (bron conceptbegroting Milieudienst 2010, 2009/14408). −
Correcties: betreft diverse kleinere correcties op het meerjarenbeeld.
−
Kapitaallasten / overige kosten: de stijging van deze post in de eerstkomende jaren wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere kapitaallasten. Dat is de consequentie van het, voor
sommige activa, hanteren van een kortere afschrijvingstermijn dan voorheen, in lijn met de vastgestelde notitie waardering en activeren (2008/9634). In 2013 is er sprake van lagere kapitaallasten. d. Prioriteiten/keuzes De prioriteiten uit deze begroting worden in onderstaande tabel opgesomd. Alle prioriteiten zijn taakmutaties die zijn opgenomen in de meicirculaire 2009. De reden daarvoor is dat de
beleidsafwegingen zoals gebruikelijk grotendeels bij de vaststelling van de Voorjaarsnota zijn gemaakt. (Een + teken is een nadeel, een - teken een voordeel)
Prioriteiten / keuzes Onderwijshuisvesting Brede school sport en cultuur (combinatiefunctie) Modernisering GBA Integratie uitkering bibliotheek Totaal prioriteiten/keuzes
2010 S 61.000 130.000
2011 I
S 61.000 130.000
I
2012 S 61.000 215.000
25.000 191.000
0
191.000
25.000
I
2013 S 61.000 215.000
27.000 276.000
27.000
276.000
I
110.000 14.000 124.000
14
In de meicirculaire van het gemeentefonds 2009 is sprake van een compensatie middels de algemene
uitkering voor een aantal zgn. taakmutaties. Dit zijn mutaties die dienen om kosten voor extra taken te compenseren.
Aangezien de algemene uitkering een algemeen dekkingsmiddel is, dient er expliciete besluitvorming plaats te vinden voor het beschikbaar stellen van deze budgetten. Dit betreft de onderstaande mutaties: −
Tijdens de decentralisatie van de onderwijshuisvesting is een integratie-uitkering toegekend ten behoeve van tegemoetkoming in kapitaallasten onderwijs.
−
De impuls brede scholen, sport en cultuur richt zich op de realisatie van combinatiefuncties. Dit zijn functies waarbij een werknemer in dienst is bij één werkgever, maar werkzaam is in of ten behoeve van twee of meer sectoren. Met de inzet van combinatiefuncties worden de volgende doelen beoogd: o
de uitbreiding van het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod in het primair en voortgezet onderwijs
o
de versterking van sportverenigingen met oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk
o
Het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen
o
Het bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met één of meer kunst- en cultuurvormen en het onder jongeren stimuleren van actieve kunstbeoefening.
−
De ontwikkeling van de modernisering van de gemeentelijke basisadministratie (mGBA) leidt tot incidenteel hogere invoeringskosten.
−
Een extra integratie uitkering ten behoeve van de bibliotheek.
15
Uiteenzetting financiële positie In deze paragraaf wordt de financiële positie toegelicht conform de artikelen 20 en 21 van de BBV. Overzicht baten en lasten Onderstaand is het volledige overzicht van baten en lasten gepresenteerd, inclusief onttrekkingen en
toevoegingen aan reserves. De kolom 2010 betreft de eigenlijke financiële begroting en wordt conform het BBV vastgesteld, de kolommen 2011-2013 betreffen de meerjarenraming. Deze wordt, gezien de
toekomstgerichtheid, niet vastgesteld. Bedragen x € 1.000
De totale begrotingsomvang in 2010 is circa € 277 miljoen. Hiervan heeft circa € 104 miljoen betrekking op de grondexploitaties. Omdat de grote inkomstenstromen (algemene uitkering,
belastingen) in programma 1 worden verantwoord, is het saldo baten en lasten per programma niet relevant. De toelichting van de mutaties per programma is te vinden bij de toelichting op de programma’s.
Overzicht algemene dekkingsmiddelen Het overzicht algemene dekkingsmiddelen bevat de middelen die voor de gemeente vrij besteedbaar zijn. Dit overzicht is verplicht, conform artikel 8 van het BBV en biedt inzicht in de middelen waar geen rijksverplichting of andere beperking op rust.
16
Bedragen x € 1.000
Onderwerp
Begr 2011
Begr 2013
5.517
5.889
Begr 2012
2.767
2.223
2.423
1.824
2.024
56.420
64.975
66.957
66.900
66.567
66.722
- OZB eigenaren
8.606
8.295
8.299
8.299
8.299
8.299
- OZB gebruikers
1.739
2.085
2.142
2.142
2.142
2.142
183
203
203
203
203
203
64
70
70
70
70
70
17
27
27
27
27
27
2.332
2.365
Renteresultaat
Realisatie 08
Begr 2009
Begr 2010
5.160
3.742
6.345
Dividend
Algemene Uitkering
5.679
5.875
Belastingen
- Hondenbelasting - Toeristenbelasting - Precariobelasting
1.931
2.156
2.125
2.153
Belastingen
12.540
12.836
12.866
12.894
13.073
13.106
Totaal alg dekkingsmidd.
80.465
84.320
87.563
88.106
87.143
87.727
- Parkeerbelasting
Hieronder volgt per component een korte toelichting.
Renteresultaat Het renteresultaat is het positieve verschil tussen de volgende componenten: +
Doorberekende rente aan investeringen (activa)
-
Betaalde rente kort en lang geld
+ -
Ontvangen rente kort en lang geld
Toegevoegde rente reserves en voorzieningen
In 2010 rekenen we 3% toe aan de dekkingsreserves (zoals de reserve onderwijshuisvesting). Aan de overige reserves wordt als inflatiecorrectie 1,25% (conform CPB prognose) toegevoegd, conform de notitie Reserves en voorzieningen (2009/7774). Gezien de huidige economische situatie is het
renteresultaat de komende jaren uiterst onzeker. Zoals uit het overzicht blijkt heeft de verkoop van de aandelen Nuon een grote, positieve invloed op het meerjarige renteresultaat. Zie voor een toelichting hierop eerder in deze paragraaf.
Dividend Het structurele dividend voor Nuon was geraamd op ruim € 1,5 miljoen. Daarnaast was voor 2009 € 1
miljoen en voor 2010 € 0,5 miljoen incidenteel dividend geraamd. Vanwege de verkoop van 49% van de aandelen in het productie- en leveringsbedrijf van Nuon in 2009, is het begrote bedrag aan dividend vanuit Alliander (netwerkbedrijf) verlaagd naar € 600.000. De komende jaren ontvangen wij nog
preferent dividend op het nog niet verkochte deel van de aandelen. Dat bedrag fluctueert over de jaren en bedraagt voor 2010 € 1,4 miljoen. Daarom blijft de daling van 2009 naar 2010 beperkt tot € 0,5
miljoen. Zie voor een verklaring hiervoor de als bijlage bij deze begroting gevoegde notitie Verkoop aandelen Nuon.
Voor BNG en Cyclus wordt respectievelijk € 160.000 en € 71.000 aan dividend geraamd.
17
Algemene uitkering
De raming van de algemene uitkering is gebaseerd op een actualisatie van het aantal inwoners, woningen, leerlingen en andere relevante indicatoren. Alle formele informatie van het Rijk uit de
septembercirculaire 2008, de maartcirculaire 2009 en de meicirculaire 2009 (inclusief uitkomsten Bestuurlijk akkoord van april 2009) is verwerkt.
Zie voor een toelichting eerder in deze paragraaf. Belastingen Bij de Onroerende Zaak Belasting (OZB) stijgt de lastendruk voor de burgers in 2010 en verder niet. Dat geldt ook voor de andere belastingsoorten in de tabel.
Voor overige informatie verwijzen wij naar de paragraaf Lokale Heffingen. Onvoorzien
Voor de post onvoorziene uitgaven wordt een tarief van € 4,36 per inwoner geraamd. Het geraamde bedrag voor onvoorzien voor de periode 2010-2013 bedraagt jaarlijks € 315.000. Het bedrag is in de meerjarenbegroting in zijn geheel in programma 1 geraamd.
Tarieven heffingen en rechten Voor rioolrechten geldt dat het verloop van de tarieven voor de jaren 2007- 2011 is vastgelegd in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Uitgangspunt daarbij blijft een 100% kostendekkend tarief. Een
verhoging van 10% van het tarief voor belastingjaar 2010 wordt op basis van dit plan voorgesteld.
Voor overige heffingen en rechten gelden geheel of gedeeltelijk kostendekkende tarieven (zie paragraaf lokale heffingen).
Tot de woonlasten rekenen we: de Onroerende Zaak Belasting, de rioolrechten (stijging 10%, zie
hieronder) en de afvalstoffenheffing. De woonlasten vormen het grootste deel van de opbrengst uit de gemeentelijke heffingen en daarmee dus ook grotendeels de lokale lastendruk. De woonlasten komen voor 2010 wederom relatief laag uit ten opzichte van omliggende gemeenten en de stijging van de lokale lastendruk blijft beperkt tot 1,9%.
Arbeidskosten In onderstaande tabel zijn de begrote salarislasten en de personele formatie in meerjarig perspectief weergegeven: Arbeidskosten Formatie (in fte) Salariskosten
2009
2010
2011
2012
2013
689
692
677
676
675
37.824.000
38.705.000
37.994.000
37.954.000
37.875.000
18
De formatie kent in de periode 2009-2013 de volgende ontwikkeling: Formatie (in fte) Vaste formatie Tijdelijke formatie Amtelijke capaciteit Bestuurlijke capaciteit Totale formatie/capaciteit
2009
2010
2011
2012
2013
639
639
635
634
634
9
12
1
1
0
648
651
636
635
634
41
41
41
41
41
689
692
677
676
675
De stijging van 2009 naar 2010 bedraagt € 881.000. In dit bedrag zit een verhoging van € 457.000 in verband met de afschaffing van de WW premies per 1-1-2009 zoals aangegeven in de
Voorjaarsnota 2009-2013. Ook hierin was aangegeven dat er geen rekening met CAO-stijgingen wordt gehouden.
De overige stijging van circa € 424.000 betreft reguliere salarisstijgingen en uitbreiding van (tijdelijke) taken waar financiële dekking tegenover staat. Overzicht incidentele baten en lasten Materieel evenwicht van de begroting houdt in dat structurele lasten met structurele baten zijn gedekt. Het overzicht incidentele baten en lasten is dan ook een krachtens het BBV verplicht overzicht dat door de Provincie gebruikt wordt bij de bepaling van het toezichtregime. Overzicht incidentele baten en lasten Incidentele lasten en baten Lasten Kadernota 2007 lijst 1 Lasten Kadernota 2007 lijst 2 Lasten Voorjaarsnota 2007-2011 Lasten Begroting/Prioriteiten 2008-2011 Lasten Voorjaarsnota 2008-2012 Lasten Begroting/Prioriteiten 2009-2012 Lasten Voorjaarsnota 2009-2013 Lasten Begroting/Prioriteiten 2010-2013 Storting/toevoeging div. reserves Taakmutaties Algemene Uitkering (bgw 2009) Lasten Rijn-Gouwe lijn (bgw 2007) Lasten actualisatie bpl. (bgw 2005) Totaal lasten Dekking reserve Kadernota 2007 Dekking reserve Voorjaarsnota 2007 Baten Begroting/Prioriteiten 2008-2011 Dekking Voorjaarsnota 2008-2012/Diverse Res. Baten Voorjaarsnota 2008-2012 Baten Voorjaarsnota 2009-2013 Dekking Voorjaarsnota 2009-2013/Diverse Res. Baten Begroting/Prioriteiten 2010-2013 Dekking Begroting/Prio.2010-2013/Diverse Res Algemene Uitkering (bgw 2009) Dekking reserve RGL (bgw 2007) Dekking reserve Act.bpl (bgw 2005) Onttrekking Reserve Overdracht EWR Totaal baten
2010 100.000 714.500 446.250 279.171 300.250 -29.000 1.732.294 500.000 4.130.000 0 1.554.294 175.000 9.902.759 -839.500 -446.250 -500.000 -55.000 -31.000 807.500 -32.500 -1.454.000 -2.750.000 0 -1.554.294 -175.000 -1.512 -7.031.556
2011 0 0 265.650 225.000 36.000 0 104.794 1.000.000 35.799.000 25.000 0 0 37.455.444 0 -265.650 0 -35.000 0 -62.500 0 -21.979.000 -15.150.000 -25.000 0 0 -1.512 -37.518.662
2012 0 0 0 0 33.000 0 40.000 7.000.000 4.190.000 27.000 0 0 11.290.000 0 0 0 0 0 0 0 -1.999.000 -9.250.000 -27.000 0 0 0 -11.276.000
2013 0 0 0 0 0 0 0 6.401.000 21.351.000 124.000 0 0 27.876.000 0 0 0 0 0 0 0 -21.203.000 -8.651.000 -124.000 0 0 0 -29.978.000
19
Saldo exploitatie
2.871.203
-63.218
14.000
-2.102.000
Saldo lasten en baten Saldo Kadernota 2007 Saldo Voorjaarsnota 2007-2011 Saldo Begroting/Prioriteiten 2008-2011 Saldo Voorjaarsnota 2008-2012 Saldo Begroting/Prioriteiten 2009-2012 Saldo Voorjaarsnota 2009-2013 Saldo Begroting/Prioriteiten 2010-2013 NUON Saldo Overige Saldo exploitatie
2010 -25.000 0 -220.829 214.250 -29.000 2.507.294 426.000 -1.512 2.871.203
2011 0 0 225.000 1.000 0 42.294 -330.000 -1.512 -63.218
2012 0 0 0 33.000 0 40.000 -59.000 0 14.000
2012 0 0 0 0 0 0 -2.102.000 0 -2.102.000
Ontwikkeling Weerstandsvermogen Het beheersen en managen van risico’s is een belangrijke taak van de gemeente. Om de gevolgen van risico’s op te kunnen vangen kan een verzekering worden afgesloten of een specifieke risicoreserve
worden gevormd. Maar voor meer algemene risico’s geldt dat niet: die zijn niet te verzekeren of niet zó concreet te benoemen dat kan worden bepaald hoe groot de financiële omvang van de gevolgen zal zijn. Daarom moet de gemeente over een algemene weerstandscapaciteit beschikken. Om ook de risico’s op langere termijn op te kunnen vangen, is het wenselijk de ontwikkeling van de
weerstandscapaciteit voor de komende vier jaar in kaart te brengen. Daarmee wordt inzichtelijk in
welke mate de gemeente Alphen aan den Rijn, ook op langere termijn, voldoende capaciteit heeft om eventuele tegenvallers op te kunnen vangen. Berekening relevante risico’s
De risico’s relevant voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet anderszins zijn ondervangen. Schematisch ziet dit er als volgt uit.
bruto risico
beheersmaatregelen
netto risico
kwantificeerbaar
niet kwantificeerbaar
voorzieningen / bestemmingsreserve gering belang
van materieel belang
weerstandsvermogen
Het relevante risico wordt bepaald door de bruto begrotingsomvang te verminderen met de posten waarvoor specifieke maatregelen zijn genomen of waarvoor een gering risico wordt gelopen.
Op grond van het feit dat eventuele risico’s zich nooit allemaal tegelijk zullen voordoen én gelet op het risicoprofiel van de gemeente is het voldoende om 12,5% van dit restbedrag als relevant risico aan te merken.
Voor Alphen bedraagt het relevante risico € 59 miljoen x 12,5% = € 7,4 miljoen. Dit bedrag is gebaseerd op de begroting 2010 en wordt jaarlijks herzien. De berekening hiervan is hieronder opgenomen. Een toelichting hierop is te vinden in de nota weerstandvermogen (2008-32708).
20
bedragen * € 1 mln
2009 Begrotingsomvang Personeelskosten
Beheer openbaar gebied Beheer rioleringen Gebouwenbeheer Reserveringen
Rijksgelden Soc. Werkvoorz. WWB
WMO(deel voormalig WVG) Grondexploitaties
Resteert voor overige uitgaven
2010
240 38
12
5
1,5
15,5 9,5
12
10
277 39
13
6
2
19
10
15
10
80
104
183,5
218
56,5
59
Weerstandsratio
De verhouding tussen de beschikbare middelen (weerstandscapaciteit) en deze risico’s noemen we de weerstandsratio.
De raad heeft op 26 maart 20092 besloten om met ingang van de begroting 2010 te werken met een weerstandsratio die zich bevindt tussen de 1,0 en de 1,4.
Dit kader geeft aan dat voor de relevante risico’s een bedrag aan weerstandscapaciteit moet worden aangehouden dat gelijk is aan 100% tot 140% van het risicobedrag. Voor het berekenen van de weerstandsratio worden de algemene reserve en de post onvoorzien
meegenomen. De onbenutte belastingcapaciteit wordt buiten beschouwing gelaten. Ook de nieuw
gevormde reserves Nuon t.b.v. structurele dekking en t.b.v. dividendderving zijn niet bij de berekening van de weerstandscapaciteit meegenomen. Deze zijn echter wel beschikbaar voor het opvangen van incidentele tegenvallers, zij het dat dan in het structurele meerjarenbeeld rekening moet worden gehouden met dalende rente-inkomsten. De weerstandsratio is gelijk aan de reservecapaciteit gedeeld door het relevante risico. Voor de komende jaren wordt de weerstandsratio berekend op:
2
Zie 2008/29124
21
2010 relevant risico in € 1 miljoen
2011 59
2012 59
2013 59
59
x 12,5%
7,4
7,4
7,4
7,4
algemene reserve + onvoorzien in mln
10,3
10,7
10,4
12,6
weerstandsvermogen
1,4
1,5
1,4
1,7
De weerstandsratio voldoet ruimschoots aan de door de raad gestelde norm van 1,0 – 1,4. Dat wordt veroorzaakt door de incidentele opbrengsten als gevolg van de verkoop van de aandelen Nuon. Er is voor gekozen een groot deel van de incidentele ruimte niet in te zetten vanwege de economisch
onzekere situatie. Een ander motief is het feit dat in 2010 een nieuw gemeentebestuur zal aantreden, dat deze ruimte kan betrekken bij de plannen voor de komende jaren. Deze methodiek wordt 4 jaar na invoering geëvalueerd (2013). EMU-saldo
Het begrip EMU-saldo heeft betrekking op het gezamenlijke begrotingssaldo van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen zoals gehanteerd door de EU om te beoordelen of landen aan de 3%
norm van het verdrag van Maastricht voldoen. Om het inzicht in dit EMU-saldo te vergroten dient dit saldo vanaf dit jaar te worden opgenomen in de gemeentebegroting. Sinds in 2003 geconstateerd is
dat het toen opgetreden Nederlandse EMU-tekort mede was veroorzaakt door een tekort bij de lokale overheden, wordt hier al aandacht voor gevraagd. In een destijds verschenen circulaire van het
Ministerie van Financiën is aangegeven dat het EMU-saldo van Alphen aan den Rijn € 7,083 miljoen tekort mag bedragen. Op basis van de Wet Fido behoort Rijksingrijpen tot de mogelijkheden bij een dreigende overschrijding van het 3% EMU-tekort voor zover dit wordt veroorzaakt door een ongewenste ontwikkeling van het EMU-saldo van de lokale overheid. Heel eenvoudig gesteld is het EMU-saldo het verschil tussen inkomsten en uitgaven in een jaar, ofwel een liquiditeitensaldo. Indien een gemeente bijvoorbeeld veel onttrekt aan reserves of veel netto investeert, zoals Alphen aan den Rijn, ontstaat al snel een EMU-tekort zonder dat dit ook een begrotingstekort betekent. Een investering is namelijk wel een uitgaaf maar geen last, en afschrijvingen zijn geen uitgaven maar wel lasten.
Het EMU-saldo kan gebruikt worden als kader om te beoordelen of we jaarlijks niet te veel geld bijlenen. Naast de afweging of er meer wordt geleend dan het EMU-saldo toestaat kan het
uitgangspunt gehanteerd worden dat lokale overheden alleen leningen aan moeten gaan voor investeringen die toekomstige economische groei opleveren. De situatie in Alphen aan den Rijn is hiermee in lijn: er wordt relatief veel in onderwijshuisvesting geïnvesteerd.
22
Berekening EMU saldo EMU saldo Bedragen x € 1.000
Onderwerp Saldo voor wijziging reserves Afschrijving t.l.v. exploitatie Investeringen in vaste activa Baten grondexploitatie niet in begroting* Onttrekkingen voorzieningen t.g.v. derden Resultaat + is EMU-tekort, - is EMU-overschot.
Begr 2010 12.232 -10.955 15.084 -16.840
Begr 2011
-12.998 -11.245
Begr 2012
12.738
Begr 2013
-11.756
-7.304
-11.353
22.715
17.278
12.953
-10.000
-10.000
-10.000
26
26
-453
-11.502
26 8.286 **
26 -15.679
* Voor de jaren 2011, 2012 en 2013 is voor de baten grondexploitatie niet in begroting een indicatief bedrag opgenomen. **In 2012 is sprake van een begroot liquiditeitstekort van € 8,3 miljoen. In 2011 zal bekeken worden of het verwachte liquiditeitsoverschot daarvoor aangewend zal worden.
De schommelingen in het EMU-saldo worden veroorzaakt door de inkomsten uit de verkoop van de NUON-aandelen die nog in tranches in 2011, 2013 en 2015 binnenkomen.
Voor het EMU-saldo dient wel rekening te houden met openstaande posten van de lopende
investeringen, waarvan de uitgaven naar verwachting ook gespreid in de komende jaren zullen plaatsvinden. Financiering De liquiditeitsplanning voor de komende jaren, waarin de Nuon-gelden zijn verwerkt, laat zien dat er voor 2010 een tijdelijk tekort zal ontstaan. Vanwege het onzekere karakter van de uitgavenpatronen van de investeringen en de huidige lage korte rente zal deze behoefte gefinancierd worden met
kortlopende variabele financiering. Voor verdere informatie wordt verwezen naar de Paragraaf Financiering.
23
Investeringen Meerjareninvesteringsprogramma 2010 - 2013 nr. Omschrijving investering 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
-
Vervanging Huisvuilauto Vervanging Veegmachine Vervanging Vorkheftruck Brengstation Vervanging Bestelauto's Handterminals THOG Vrachtauto Grafdelfmachine Vervanging Verkeerregelinstallaties (VRI) Vervanging Haakarmvoertuig Investeringen Openbaar Gebied Meubilair stadhuis Keuken ICT werkplekken ICT netwerken / telefonie ICT Software/MO GVVP Masterplan Sport Infrastructuur Buitensport Vervanging Parkeerautomaten Cultuurhuis Subtotaal beschikbaar te stellen
Reeds genomen besluiten
Zwembad de Thermen Wat te doen met 10 mln (Wandelbos) Totaal
Progr
E/M
2 3 2 2/3 2 3 2 5 6 5 alle alle alle alle alle 5 4 4 5 4
E E E E E E E E E M E E E E E M E E E E
4 8
E E
2010 200.000 258.000 51.000 125.000 80.000 349.500 142.400 5.300.000 902.100 55.750 1.058.500 1.170.000 3.515.000 267.500 150.000 13.624.750
2011
180.000 60.000 328.900 5.700.000 400.000 200.000
2012
2013
200.000
250.000
316.900
285.002
6.200.000
7.100.000
137.115
785.000 50.000 770.000
180.000
61.250 50.000
281.250 1.000.000 9.755.150
243.750 10.000.000 17.277.765
206.250 5.000.000 12.952.502
12.959.845 1.459.010 15.083.760 22.714.995 17.277.765 E = economisch nut, M = maatschappelijk nut
12.952.502
In deze begroting is, voor het eerst, uitgegaan van het eenmalig afschrijven op investeringen met maatschappelijk nut. Dat is conform het raadsbesluit in 2008.
Omdat de investeringen in deze programmabegroting zijn opgenomen is geen afzonderlijk raadsbesluit meer nodig om de investeringen in de jaarschijf 2010 rechtmatig te kunnen
uitvoeren. Separate raadsbesluiten volgen in beginsel slechts als het investeringsbudget niet toereikend is.
24
Reserves In onderstaand overzicht is het verwachte verloop van de reserves en voorzieningen in 2010 opgenomen.
Bedragen x € 1.000
De nieuwe indeling van bovenstaande tabel is conform de Rapportage bestuursopdracht
bestemmingsreserves, tevens actualisatie nota reserves en voorzieningen, zoals vastgesteld in de raad van 26 mei 2009. Conform de wens van de raad is bij de Voorjaarsnota 2009 inzicht geboden in het vereiste niveau van de bestemmingsreserves, mede in het licht van toekomstige investeringen en mogelijke tegenvallers. De reserves nemen in 2010 op begrotingsbasis met € 9,5 miljoen af. De stand van de algemene reserve per 1 januari 2010 is gebaseerd op de stand van de jaarrekening 2008 en de verwachte mutaties naar aanleiding van besluitvorming in 2009.
De toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves onderwijs betreffen voor het grootste deel de reserve onderwijshuisvesting. Onder de overige bestemmingsreserves is opgenomen de Integrale
reserve stadsbeheer, waaraan naar verwachting 2010 € 4,5 miljoen wordt toegevoegd en € 6,5 miljoen wordt onttrokken. De ontvangen gelden van de verkoop van Nuon-aandelen zijn in 2009 toegevoegd aan de overige bestemmingsreserves.
Sinds 2008 worden ‘specifieke voorzieningen’, waarbij achteraf verantwoording moet worden afgelegd over de verstrekte gelden (bijvoorbeeld ISV II en Werkdeel WWB.), volgens de herziene BBV niet als
voorzieningen meer verantwoord. Deze posten worden op een andere plaats op de balans gezet als vooruitontvangen bedragen (transitorische posten). Indien niet volgens bestemming is uitgegeven, moet dit gedeelte worden terugbetaald aan de verstrekker.
25
26
Nieuwe indeling programma 2, 3 en 4
Programma 2
Stadshygiëne: omdat het primaire belang van deze doelstelling de volksgezondheid betreft, werd dit (deel-)programma tot vorig jaar opgenomen in programma 3 Zorg en Welzijn, deelprogramma Stadshygiëne.
De beoogde effecten en de daarvoor te ondernemen activiteiten zijn echter in het collegeprogramma 2006-2010 beschreven in programma 2 Duurzaamheid. Voornemens en verantwoording zullen vanaf
2010 ook plaatsvinden onder programma 2
Programma 2 en 3
Behalve het collegeprogramma 2006-2010 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) een belangrijke leidraad voor de afdeling Welzijn en Onderwijs. Veel beleid dat door de afdeling wordt ontwikkeld, heeft deze wet en de daarin beoogde maatschappelijke effecten als basis. De
programmabegroting van programma 3 Welzijn en Zorg is daarom opgebouwd uit 3 deelprogramma’s: collectieve voorzieningen, individuele voorzieningen en maatschappelijke zorg. Onder deze
hoofdindeling zijn de diverse prestatievelden en de daaraan gekoppelde doelstellingen uit de Wmo samengebracht.
In de programmabegroting van programma 4 zijn alle onderwerpen ondergebracht die betrekking
hebben op jeugd. De onderdelen cultuur en sport vallen – net als in de vorige programmabegroting – ook onder programma 4.
De in de vorige programmabegrotingen gehanteerde indicatoren voldoen voor een deel niet meer. We werken aan het opstellen van nieuwe, relevante en betrouwbare indicatoren. Enkele zijn al opgenomen in deze programmabegroting.
Op basis van de nieuwe indeling zijn ook de budgetten ondergebracht bij het deelprogramma waarbij ze horen.
Een dergelijke ingrijpende herziening van de begroting kan niet in een keer worden vormgegeven. De
komende jaren zal daarom op basis van ervaringen een verdere verfijning plaatsvinden. Opzet
Per deelprogramma en paragraaf zijn steeds de doelstellingen aangegeven, zoals die geformuleerd zijn in de vastgestelde beleidsplannen van het desbetreffende beleidsterrein. Onder het kopje ‛Wat doen we daarvoor?’ zijn de activiteiten benoemd die in 2010 worden uitgevoerd om de geformuleerde doelstellingen te realiseren.
Daarnaast vindt u, indien dat van toepassing is, onder het kopje reguliere activiteiten een overzicht van werkzaamheden die structureel worden uitgevoerd.
27
Overzicht van de wijzigingen en nieuwe indeling Was in PB 2009
Is in PB 2010
Nieuwe indeling PB 2010
3.1 Preventieve zorg
Jeugd: naar 4.1a Jeugd en zorg
Programma 3 Welzijn en zorg
Volwassenen: naar 3.3
Maatschappelijke zorg 3.2 Curatieve zorg
Naar 3.3 Maatschappelijke zorg
Deelprogramma 3.1 Collectieve voorzieningen welzijn
3.3 Stadshygiëne
Naar 2.3 Duurzaamheid
Deelprogramma 3.2 Individuele
3.4 Sociale samenhang
Naar 3.1 Collectieve
Deelprogramma 3.3
voorzieningen welzijn
Maatschappelijke zorg
voorzieningen Wmo en cliëntondersteuning
3.4 Onderwerp internationale
Naar 1 Democratisch functioneren
samenwerking 3.5 Zelfredzaamheid en
Naar 3.1 Collectieve
participatie
voorzieningen welzijn
3.5 Onderdeel
Naar 3.2 Individuele Wmo-
3.5 Wmo-loket
Naar 3.2 Individuele Wmo-
Mantelzorgers
voorzieningen en
cliëntondersteuning voorzieningen en
cliëntondersteuning 3.5 Antidiscriminatiebeleid
Naar 1 Democratisch functioneren Programma 4 Jeugd, onderwijs, cultuur en sport
4.1 Jeugd
Ongewijzigd 4.1a
Volwasseneneducatie naar 3.1
Deelprogramma 4.1 Jeugd
Collectieve voorzieningen welzijn 4.2.Cultuur
Ongewijzigd 4.2
Deelprogramma 4.2 Cultuur
4.3 Sport
Ongewijzigd 4.3
Deelprogramma 4.3 Sport
28
Programma 1: Democratisch functioneren
Missie
Het gemeentebestuur van Alphen aan den Rijn wil, in het belang van de stad, maatschappelijke processen kunnen regisseren. Daarbij willen we helder communiceren met de inwoners, instellingen en het bedrijfsleven.
Speerpunten
Het gemeentebestuur wil maatschappelijke processen kunnen regisseren. Het gemeentebestuur wil helder communiceren met de inwoners, instellingen en het bedrijfsleven en hen zo goed mogelijk betrekken bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid. Het gemeentebestuur wil de Stadsvisie “Alphen in 2018” implementeren. Een effectief en efficiënt gemeentebestuur.
Bestuurders en ambtenaren zijn integer en staan open voor inbreng van anderen.
Het beperken van de lastendruk en het bewaken van de relatie tussen lastendruk en bereikte maatschappelijke effecten en de kwaliteit van de dienstverlening.
Goede plaatsbepaling binnen de regio en de verschillende regionale samenwerkingsverbanden draagt bij aan efficiency en effectiviteit.
Kaders en Context
Op basis van de Grondwet en de Gemeentewet heeft de gemeente autonome bevoegdheden. Daarnaast verricht zij veel taken in medebewind. Veel taken van rijk en provincie worden de laatste jaren naar de gemeente overgeheveld, vaak zonder voldoende financiële middelen.
Landelijke wetgeving betreffende bestuurlijke vernieuwing, zoals de dualisering, brengt veel
verandering voor het lokale bestuur. Beperking van de directe lastendruk wordt in besluitvorming als uitgangspunt gehanteerd. Kostendekkendheid vormt het kader bij de jaarlijkse tariefsvaststelling.
De beleidskaders voor de werkzaamheden binnen dit programma zijn: Stadsvisie “Alphen 2018” (2005);
Nota ”Helderheid en transparantie bij participatie en inspraak” (2005); Alphense Communicatiekalender (2007); Controleprotocol (2006);
HRM Agenda 2006-2010.
29
Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
1
De gemeente weet wat
De gemeente neemt waar nodig initiatief tot samenwerking tussen
medeverantwoordelijk
verantwoordelijkheid zodat maatschappelijke vraagstukken worden
maatschappelijke
Voorbeelden hiervan - zoals de activiteiten ter uitvoering van het
en inwoners
deelgebied Park in het Nieuwe Slootgebied met daarbij onder meer de
er speelt en stimuleert heid van
organisaties, bedrijven
maatschappelijke partners en spreekt partijen aan op hun opgepakt.
Programma Investeren in Mensen (PIM); de ontwikkeling van het
inrichting van een advies- en informatiepunt voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning, dit in samenwerking met een
aantal partijen; de herstructurering van het bedrijventerrein Rijnhaven of de ontwikkeling van het Innovatieve Duurzame Bedrijventerrein (IDB) –
worden in de volgende programma’s uitgewerkt. De gemeenteraad organiseert eigen activiteiten.
De eerste maanden van 2010 zal voor de gemeenteraad in het teken staan van de voorbereidingen op de gemeenteraadsverkiezingen op 3
maart. Op verzoek van de raad heeft het college opkomstbevorderende maatregelen opgesteld; de effecten daarvan zal de raad met interesse volgen. Na de verkiezingen en de installatie van een nieuwe raad zal deze waarschijnlijk opnieuw speerpunten formuleren alsook extra aandacht blijven geven aan de externe communicatie. 2
Stadsvisie “Alphen
De stadsvisie ‘Alphen richting 2018’ is de afgelopen jaren een
2018”
belangrijke basis voor beleid gebleken. Tijdens de conferentie juni 2008 werd duidelijk dat de deelnemers de doelstellingen van de stadsvisie en het toekomstbeeld van de stad nog altijd met enthousiasme omarmen. De voortgang van de tien opdrachten die de stad zichzelf in deze visie gaf, is voldoende tot goed. De visie op het buitengebied is inmiddels
afgerond. We hebben nog geen leerpark, de ‘OK-cultuur’ is vervangen
door goede samenwerking in de veiligheidswereld. ‘De Baronie’ is
behouden, en krijgt de functie die het verdient. De ‘leesbaarheid’ van de route station-stadshart wordt meeontworpen binnen de
Stationsomgeving. Voor de belangrijke poort ‘stadshart’, aan
weerszijden van de kruising Oranje Nassausingel/Thorbeckestraat, is een tweetal beeldbepalende gebouwen bedacht.
Voor 2010 staan belangrijke veranderingen in de bestuurlijke samenwerking op regionaal niveau en wellicht ook fusies van gemeenten in deze regio op stapel. Deze gewijzigde verhoudingen kunnen in 2010 aanleiding zijn om de visie te actualiseren. 3
Participatie: inwoners
De gemeente heeft een positief imago en heeft vertrouwen bij de eigen
betrokken bij
Naar verwachting zal na de verkiezingen op basis van het nieuwe
–uitvoering
Dit als vervolg op de huidige Nota ”Helderheid en transparantie bij
en organisaties zijn
beleidsontwikkeling en
inwoners
collegeprogramma een nieuw communicatiebeleid worden opgesteld. participatie en inspraak” (2005) en de “Alphense Communicatiekalender” (2007). Daarbij wordt aangetekend dat de integratie van de afdelingen
30
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? Communicatie en Bestuursonder-steuning in 2010 aandacht van het management zal vragen. Stadsmarketing De stadsmarketingvisie moet bijdragen aan een positiever imago voor de stad Alphen aan den Rijn. Een conceptbeleidsnota is gereed voor besluitvorming en wordt in 2009/ 2010 tot uitvoering gebracht. Dit beleid richt zich in eerste instantie op de eigen inwoners en
ondernemers. Door in te zetten op beleving en verbinding in de stad voelen Alphenaren zich meer betrokken en worden trotser op de
woonomgeving, de landschappelijke kwaliteit, de voorzieningen, de
evenementen evenals de ontwikkelingen in het stadshart, het wijkgericht werken en de mogelijkheden voor participatie. Participatie bij beleidsontwikkeling en –uitvoering, optimale betrokkenheid van inwoners, bedrijven en instellingen.
Meedoen door burgers, zowel in de beleidsvoorbereiding als de uitvoering, blijft hoog op de agenda staan.
In 2010 zal de afdeling Communicatie in haar adviezen aan de afdelingen blijven bewaken dat de kwaliteit van de communicatie voortdurend onder de aandacht blijft. Daarbij zal in de
communicatieparagraaf en in de feitelijke voortgangscommunicatie
voortaan extra aandacht worden besteed aan de niet-georganiseerde belanghebbenden en aan de resultaten van hun inbreng. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de conclusies van de evaluatie van de
Participatienota (2005). Om die evaluatie heeft de raad juni 2008 verzocht. Uit de evaluatie komt naar voren dat de gemeente het
participatiebeleid goed op orde heeft. Maar aandachtspunten zijn: - duidelijkheid over de inbreng van burgers tijdens informatiebijeenkomsten;
- de koppeling tussen bestuurlijke belangenafweging die plaatsvindt in de participatieve fase en de besluitvorming in de gemeenteraad. De rol van de gemeenteraad is onvoldoende uitgekristalliseerd;
- er is discrepantie tussen tevredenheid van inwoners die meedoen in participatieprocessen en inwoners die minder betrokken zijn.
Wanneer besloten zou worden tot het houden van een referendum over
een daartoe geëigend onderwerp, dan zal de afdeling Communicatie het proces begeleiden.
4
Belanghebbenden zijn
Organiseren van openbare themabijeenkomsten, verder ontwikkelen van
op de hoogte van
gebruik van interactieve media, actief ruimte geven aan eigen
voorzieningen die hen
In 2010 zal weer een aantal intensieve participatieprocessen worden
besluiten en
initiatieven van burgers, bedrijven en instellingen.
31
Nr
Wat willen we bereiken? betreffen
Wat doen we daarvoor? opgezet. Behalve de gemeenteraadsverkiezingen zal het daarbij gaan om grote ontwikkelingen zoals de verdere uitvoering van het
Programma Investeren in Mensen (PIM), de voorgenomen ontwikkeling van het waterfront voor de Lage Zijde, de uitvoering van het Speelruimteplan of het ontwikkelen van een visie voor het bestemmingsplan Bospark.
Naast de gebruikelijke brede voorlichting aan alle inwoners via het Witte Weekblad en de gemeentelijke website zal in 2010 verder worden
ingezet op het beter bereiken van specifieke doelgroepen. Daarbij zal de aansluiting worden gezocht bij de middelen die de huidige, mondige
burgers gebruiken, zoals Hyves, Twitter, weblog of Web 2.0 (sites zoals buurtenonline.nl e.d.). 5
De gemeente is efficiënt Uitvoering HRM-agenda. en effectief
De “HRM agenda” (2007) kent als speerpunt “beter leiderschap”. Via de Leergang Leiderschap Alphen wordt gewerkt aan beter leiderschap en
aan een heldere rolverdeling tussen de “lagen”. Daarmee kunnen we een organisatie verkrijgen die aan de hoge ambities van de stad en de
politiek voldoet. De in 2008 gestarte activiteiten lopen ook in 2010 door; zie verder hierover de paragraaf bedrijfsvoering. Antidiscriminatiebeleid.
Volgens nieuwe, landelijke regelgeving - waarover najaar 2009 landelijke besluitvorming wordt verwacht – moet de gemeente een
voorziening hebben waar inwoners al hun klachten over discriminatie
(leeftijd, afkomst, levensovertuiging) kunnen neerleggen. In 2010 zullen we deze regels implementeren en de aansluiting ervan op het gemeentelijk antidiscriminatiebeleid verzorgen.
Efficiënte werkprocessen; waarborgen van de effectiviteit en efficiency van de inzet van (facilitaire) middelen. Realiseren van de taakstelling
De in de Voorjaarsnota 2008 geformuleerde taakstelling van € 1,3 miljoen is in 2009 voor het grootste gedeelte al uitgewerkt in
besluitvorming en in voorstellen voor besluitvorming. De (voor)genomen maatregelen zijn gericht op een efficiëntere organisatie en op een
besparing van € 250.000 op overhead. De verdere realisering van de taakstelling en de nadere uitwerking van de voorstellen/besluiten zal
zich tot 2010 uitstrekken. Bij de voorstellen gaat het onder meer om de samenvoeging Communicatie/Bestuursondersteuning, de uitbesteding van onderzoek en de samenvoeging van CBO en Financiën.
Een van de voorstellen betreft een effectievere en efficiënte P&Ccyclus. De taken, producten en organisatiewijze van de diverse
bedrijfsvoeringfuncties worden geanalyseerd. Door het maken van verstandige keuzes in de producten en door het zoeken naar
organisatieverbeteringen wordt in 2009 de ingevoerde taakstelling op de diverse bedrijfsvoeringfuncties gerealiseerd.
32
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? Planning- en controlcyclus Via de planning- en controlcyclus wordt de bedrijfsvoering
gecontroleerd, maar dan zodanig dat de verhouding tussen controleactiviteiten en activiteiten voor de stad gezond blijft. Besloten is om alle programma’s van de begroting door te lichten op
keuzemogelijkheden om zo een betere aansturing door de politiek mogelijk te maken.
In 2008 /2009 werden de programma’s 1 en 2 en de Paragraaf
Bedrijfsvoering doorgelicht. In 2009 /2010 worden de programma's 7 Economie, werk en bijstand en 8 Wonen en woonomgeving doorgelicht. Na overleg met de auditcommissie is besloten om de resultaten van de doorlichting gelijktijdig met het jaarverslag aan de raad aan te bieden. Onderzoek samenwerking BackOffice
Recent is verkennend onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor samenwerking op BackOffice(BMF)–gebied met de gemeenten
Rijnwoude, Boskoop en Nieuwkoop. Te denken valt aan onderwerpen zoals Interim Pool, I&A-beleid, HRM-zaken.
Verminderen van bureaucratie: verminderen van het aantal regels,
vereenvoudiging van procedures, efficiëntere werkprocessen en een slankblijvende en daadkrachtige organisatie.
In 2010 ronden we het dereguleringsproject Beter Geregeld af. Met dit project werken we aan betere, logische en duidelijkere regels. En waar mogelijk, schaffen we regels af. Voor de door het college
geformuleerde doelstelling: “vermindering van de administratieve lasten met 25%“ is na doorlichting van 60 gemeentelijke producten het
“Dereguleringsadvies gemeente Alphen aan den Rijn” opgesteld en door het college als ambitie overgenomen. De hierin gestelde doelen zijn
vrijwel bereikt, het moment van de definitieve afronding hangt samen met het digitaliseringstraject.
Eind 2009 wordt het project geëvalueerd. De deregulering houdt gemeentebreed blijvend de aandacht. In 2010 wordt verder gewerkt aan het inbedden van de nieuwe werkwijze in alle werkprocessen. Ook zal in 2010 worden gewerkt aan een effectmeting van de dereguleringsmaatregelen. 6
OZB is lager dan
Verhoging van de OZB boven de inflatie alleen voor het oplossen van
landelijk gemiddelde en knelpunten in de uitvoering van de WMO en de WWB. de overige tarieven zijn
We leven in een periode van economische crisis en nog veel
kostendekkend
onduidelijkheid daarover. Een periode waarin behoedzaamheid past. Het college heeft, gelet op deze bijzondere omstandigheid, besloten het financiële beleid niet te laten leiden door de crisis. Daarvoor is de onzekerheid te groot. Wel is de algemene uitkering door het Rijk verlaagd. De gemeente is goed voorbereid op eventuele tegenvallers. De algemene reserve is van voldoende omvang en ook de
bestemmingsreserves zijn volgens intern onderzoek toereikend voor de doelen waarvoor zij in het leven zijn geroepen.
33
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? Het Rijk gaat uit van een vermijden van stijging van lokale lasten. Nog niet is bekend wat daar precies mee wordt bedoeld. De verwachting is
dat de WOZ-waarden van panden de komende tijd naar beneden zullen worden bijgesteld. In dat geval zal, om de opbrengsten gelijk te houden, het tarief van de OZB met hetzelfde percentage moeten stijgen. In 2010 zal de inflatiecorrectie niet worden toegepast op de opbrengst van de OZB. 7
Grotere bestuurskracht
Alle gemeenten binnen het Rijnstreekberaad hebben een
en efficiency bij
toetredingsverzoek bij de regio Holland Rijnland ingediend .
regionale vraagstukken
De procedure voor toetreding duurt een half jaar, alle colleges en gemeenteraden van de deelnemende gemeenten moeten hierover
besluiten. Eind 2009 zal bekend zijn of de vereiste 2/3 meerderheid voor toetreding is behaald. Zo ja, dan zal de definitieve ontvlechting van het Rijnstreekberaad in de loop van 2010 plaatsvinden.
Een van de agendapunten zal zijn de instelling van een eigen Regionaal Investerings Fonds voor de Rijnstreek voor grote infrastructurele
projekten. Zie ook de Paragraaf Weerstandsvermogen, onder Risico’s, het kopje “Bestuurlijke samenwerking”.
Intussen onderzoekt de provincie de mogelijkheden voor herindeling in de regio. 8
Kennisuitwisseling met de stedenbandpartner
In 2009 is de stand van zaken opgemaakt en zijn de accenten verlegd.
Door de instabiele politieke situatie in Oudtshoorn wordt de voortgang niet geintensiveerd.
We blijven proberen de stedenband voort te zetten. De problemen voor delen van de bevolking zijn nog altijd groot. De samenwerking met het Platform Stedenband is van belang om op deze wijze projecten te
ondersteunen op onder meer het gebied van HIV/Aids en jeugd. Voor
lokale initiatieven kan een subsidie worden aangevraagd.
De ondersteuning vanuit de VNG richt zich in 2010 op Social housing. 9
We zijn een integere en
Het onderwerp integriteit is vast onderdeel van het personeelsbeleid;
bestuurlijke en
(Verklaring omtrent het gedrag), het introductieprogramma voor nieuwe
transparante
ambtelijke organisatie
integriteit wordt onder andere besproken bij nieuwe aanstellingen medewerkers (verplichte aflegging van eed of belofte) en tijdens functioneringsgesprekken/beoordelingen.
Van topambtenaren worden nevenfuncties openbaar gemaakt en voor een aantal functies geldt een meldplicht van financiële belangen.
In het kader van de HRM-agenda blijft het aanspreken op gedrag actueel. In de training voor leidinggevenden wordt hieraan aandacht besteed.
Voor de bestuurders geldt de in 2003 vastgestelde Gedragscode (met
onderwerpen als belangenverstrengeling, nevenfuncties, omgaan met informatie, geschenken en fraude). De afspraak onder de bestuurders is dat gevallen waarbij integriteit aan de orde kan zijn open worden besproken.
Voor 2010 staat uitbreiding van de bewaking van de integriteit bij
34
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? externen (inhuurkrachten, stagiaires, uitzendkrachten, mensen op leer/werkplekken) gepland. Gedacht wordt aan aanvullende maatregelen zoals ook hier vragen van een Verklaring omtrent gedrag en het laten tekenen van een geheimhoudingsverklaring.
35
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr 1,3
•
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
Bron
--
--
63%
--
--
--
BZ
39%
40%
41%
41%
41%
STP
--
24%
24%
24%
24%
STP
10
6
7
8
8
8
CBO
64%
--
60%
--
62%
STP
Opkomstpercentage bij de gemeenteraadsverkiezingen
(=x % boven landelijk gemiddelde)
(2006: 54%)
•
Herkenning van inwoners dat zij
worden betrokken bij veranderingen
39%
in de buurt •
Netto percentage inwoners dat vindt
dat het onvoldoende invloed heeft op
--
(2007: 20%)
het gemeentebestuur Stadsvisie: 2
•
Voortgang opdrachten voor de stad (aantal goedlopende projecten van de tien)
3
Website: •
Bereik van de website3
•
Kwaliteit van de website:
--
Advies.
Plaats website op ranglijst websites 92
gemeenten 5
•
kwaliteitspercentage4
•
Omvang netto ambtelijk apparaat (per
>64%
>64%
>64%
>64%
>64%
nl
6,4 fte
6,2 fte
6,2 fte
6,2 fte
6,2 fte
6,2 fte
P&O
10%
10%
10%
10%
10%
10%
BO
14
PM
27%
19%
19%
19%
19%
19%
BO
3%
5,7%
5,7%
5,7%
5,7%
5,7%
BO
-
1000 inw.6) •
5
Pos. <50 Pos. <50 Pos. <50 Pos. <50 Pos. <50 overheid.
Percentage “gegrond” bij bezwaarschriften tegen besluiten B&W
• •
Woonaantrekkelijkheidsindex
Atlas ge-
7
meenten
Percentage “gegrond” bij bezwaarschriften tegen besluiten B&W betreffende Werk en Bijstand
3
•
Percentage bezwaren tegen besluiten betreffende WOZ8
•
Gemeentelijke woonlasten (landelijke vergelijking) 9
• • 3
pos. 316 pos. 315 pos. 315 pos. 315 pos. 315 pos. 315
COELO
Gemeentelijke woonlasten (regionale positie) 10
pos. 4
pos. 3
pos. 3
pos. 3
pos. 3
pos. 3
COELO
OZB (regionale positie)
pos. 1
pos. 1
pos. 1
pos. 1
pos. 1
pos. 1
COELO
Het percentage inwoners dat het afgelopen jaar de site heeft bezocht. Wordt niet elk jaar gemeten door de stadspeiling. Cijfer komt mogelijk in 2008 en 2011 beschikbaar.
4
Het percentage van de totale set kwaliteitscriteria waaraan de website voldoet.
5
In 2008 niet gemeten.
6
Berekend o.b.v. Berenschot benchmarkonderzoek (2006). Dit onderzoek corrigeert de brutoformatie voor taken die door gemeenten worden uitbesteed. De hieruit resulterende nettoformatie per 1.000 inw. kan worden vergeleken met het gemiddelde van de grootteklasse gemeenten waartoe Alphen aan den Rijn behoort.
7
De Woonaantrekkelijkheidsindex in de Atlas voor gemeenten wordt bepaald door een groot aantal factoren. Alphen scoort hier hoog op bereikbaarheid van banen, hetgeen zwaar weegt, maar laag op historisch karakter, cultureel aanbod, kwaliteit culiniare voorzieningen.
36
Aan dit programma verbonden producten (reguliere activiteiten)
Onder het programma Democratisch functioneren zijn als reguliere uitgaven opgenomen de kosten van
het gemeentebestuur inclusief de kosten van de rekenkamercommissie en de griffie.
Ook worden de kosten verantwoord betreffende juridisch bestuurlijke werkzaamheden, waaronder het
afhandelen van bezwaar en beroepsschriften en de kosten van concern- en publiekscommunicatie.
Tot slot worden de kosten verantwoord wegens heffing en invordering van algemene belastingen en de algemene uitkering. Tevens zijn de belangrijkste inkomsten van de gemeente in de vorm van de Algemene Uitkering en de opbrengsten Onroerende Zaak Belasting ook onder dit programma opgenomen.
Wat mag het kosten?
8
Realisatie 2007 gunstiger ivm betere kwaliteit gegevens en uitvoering. Doel vervolgjaren aantal afnemend ivm jaarlijkse herwaardering, verwachting structureel minder bezwaarschriften.
6 Omvat OZB, rioolrechten en reinigingsheffing (positie 1 staat voor de laagste lasten). De bruto lasten voor een meerpersoons huishouden zijn in Alphen aan den Rijn € 681. Het landelijk gemiddelde is € 629. 10
Zie de tabel “vergelijking lokale lasten” in paragraaf Lokale Lasten.
37
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Bedrijfsvoering Een budget vanuit de VJN 2008 betreffende uitvoeringsplan wonen, zorg en welzijn en masterplan sport ad € 160.000 is toegerekend naar het betreffende deelprogramma. Dit leidt tot een voordeel op dit deelprogramma. Incidentele budgetten 2009 welke vervallen in 2010 leiden tot een voordeel van Afname kapitaallasten als gevolg van het realiseren van de eindtermijn afschrijvingen. Het budget 'eigen risico in proceskosten' is verschoven van productgroep concernondersteuning. Dit leidt op de productgroep concernondersteuning tot lagere kosten. Lagere doorberekende interne uren leiden tot een voordeel van € 77.000.
Bedrag x € 1.000
-160
V
-124 -50 28
V V
-77
V
-383
V
-45 -28
V V
-19 -92
V V
5 5
N N
41
N
41
N
-78 -56 -5 -139
V V V V
-6.500
V
500
N
-319
V
80
N
50
N
Verschuiving van salarislasten en het toerekenen naar de programma's van indirecte kosten leidt op dit programma tot een voordeel.
-764
V
Bij de regionalisering van de brandweer is een taakstelling van € 250.000 opgelegd met ingang van 2010.
-250
V
Op de regionale samenwerking is sprake van een verlaging van de gemeentelijke bijdrage. Dit leidt tot een voordeel van € 46.000.
-46
V
Subtotaal productgroep Bedrijfsvoering Productgroep Concern ondersteuning Lagere doorberekende interne uren leiden tot een voordeel van € 45.000. Het budget 'eigen risico in proceskosten' is verschoven naar productgroep bedrijfsvoering. Dit leidt op de productgroep concernondersteuning tot lagere kosten. Incidentele budgetten 2009 welke vervallen in 2010 leiden tot een voordeel van Subtotaal productgroep Concern ondersteuning Productgroep Directies Diversen Subtotaal productgroep Directies Productgroep Intern.democratie Met ingang van 2010 wordt het product Internationale samenwerking hieronder verantwoord. Voorheen werd dit product onder Sociale samenhang verantwoord (programma 3). Subtotaal productgroep Intern.democratie Productgroep Lastendruk Lagere doorberekende interne uren leiden tot een voordeel van € 78.000. Invulling van negatieve stelposten leiden tot een verlaging van het budget overige uitgaven. Diversen Subtotaal productgroep Lastendruk Productgroep Raad & commissies In de Voorjaarsnota 2008 is voorgesteld € 6,5 immateriele activa boekwaarde eenmalig af te boeken. Dit voorstel is niet aangenomen. Dit leidt in 2010 tov 2009 tot een administratief voordeel van € 6,5 miljoen. Van de opbrengst van de Nuon aandelen is besloten dat € 31,3 mln. wordt bestemd voor projecten. Deze middelen zijn gefaseerd: in 2010 wordt € 0,5 mln. voor projecten bestemd, in 2011 € 1,5 mln, in 2012 € 8 mln, in 2013 € 16,4 mln en in 2014 € 4,9 mln. Hiertegenover staan onttrekkingen uit de betreffende reserve. Het negatieve begrotingssaldo 2009 (stand april 09) valt weg in het nieuwe begrotingssaldo, dit leidt op deze productgroep tot een afwijking van € 319.000. Met ingang van 2010 is een onderhoudsbudget voor het geplande wandelbos geraamd (Kadernota 2004). In de Voorjaarsnota 2009-2013 is € 50.000 budget opgenomen in verband met het wegvallen van de financiele ruimte door opheffing reserve CAI bij jaarrekening 2007.
38
Als gevolg van het (gedeeltelijk) verwerken van de geraamde taakstelling op de ambtelijke organisatie is er sprake van verschuiving naar andere programma's. Op dit programma leidt dit tot een budgettoename, op de overige programma's tot een budgetafname. Invulling van de taakstelling op stadspromotie (€ 20.000) en op achtergrondartikelen in Week in beeld leidt tot een besparing van € 60.000 (taakstelling lijst B, VJN 2009-2013). Subtotaal productgroep Raad & commissies Totaal lasten Baten: Subtotaal productgroep Bedrijfsvoering De aandelen van het leveringsbedrijf van Nuon zijn verkocht. Gevolg is dat er sprake is van een lagere dividendopbrengst. Voor een toelichting verwijzen wij naar de separate notitie Verkoop aandelen Nuon. Incidentele inkomstenbudgetten 2009 welke vervallen in 2010 leiden tot een nadeel. Subtotaal productgroep Bedrijfsvoering Productgroep Lastendruk In 2010 stijgt de algemene uitkering ten opzichte van 2009 met € 2 miljoen. Er was in de begroting 2009 al een groei geraamd van € 4 ton in de jaarschijf 2010. In de Voorjaarsnota is een extra toename van € 1,2 miljoen gemeld. Dit betreft het saldo tussen de voordelige septembercirculaire (€ 2,5 miljoen) en het nadeel vanuit het Bestuursakkoord van april 2009 (1,3 miljoen). De meicirculaire welke nog niet bekend was tijdens het opstellen van de Voorjaarsnota 2009-2013 leidt in 2010 tot een voordeel van € 5 ton. Vanaf 2012 wordt een flinke terugval in de algemene uitkering verwacht, € 9 ton voor 2012 en € 1,1 miljoen vanaf 2013. Stijging van het aantal niet-woningen (areaaluitbreiding) leidt tot een voordeel van € 60.000. Hiertegenover staat een nadeel binnen de algemene uitkering als gevolg van toename van de belastingcapaciteit. Subtotaal productgroep Lastendruk Productgroep Raad & commissies Het positieve resultaat op de kostenplaats rente stijgt met € 2,6 mln. Dit wordt veroorzaakt door de verkoop van de aandelen Nuon. In de separate notitie Verkoop aandelen Nuon is dit toegelicht. Subtotaal productgroep Raad & commissies Totaal baten Totaal resultaat voor bestemming
270
N
-60
V
-7.039 -7.607
V V
544
N
37 581
N N
-1.965
V
-60
V
-2.025 -2.582
V V V
-2.582 -4.026 -11.633
V V V
39
Programma 2: Duurzaamheid Missie
Duurzaamheid is het waarborgen van leefkwaliteit op de lange termijn. Alphen heeft de ambitie om samen met burgers, bedrijven en instellingen te zorgen voor een duurzame leefomgeving. En zo wil Alphen een leefbare stad zijn met een prettige woonomgeving. Het gaat daarbij om: •
Het verhogen van veiligheid bij bedrijven;
•
Het verminderen van milieuovertredingen in het openbaar gebied;
•
Het verminderen van zwerfvuil in de stad;
•
Het verhogen van de bronscheiding van afvalstromen.
Speerpunten •
Wij gaan uit van een selectieve groei, zoals opgenomen in de stadsvisie Alphen 2018.
•
We sporen burgers, instellingen en bedrijven aan tot milieubewust, duurzaam en energiezuinig handelen.
•
We nemen maatregelen om de kwaliteit van het milieu te verbeteren.
Kaders en Context
De beleidskaders voor de werkzaamheden binnen dit programma zijn: •
Gemeentelijk Milieubeleid Plan 3 (GMP 3);
•
Productbegroting Alphen aan den Rijn 2010 Milieudienst West-Holland (vaststelling eind 2009);
•
Klimaatprogramma 2008 – 2012 en Klimaat-plus gemeente Alphen aan den Rijn;
•
Vergunningen- & Handhaving-beleidsplan;
•
Afvalstoffenbeleid 2005-2008;
•
Landelijk Afval Beheerplan (LAP).
De gemeenteraad van Alphen aan den Rijn heeft op 29 mei 2008 ingestemd met de toetreding tot de
gemeenschappelijke regeling van de Milieudienst West-Holland voor wat betreft de uitvoering van de gemeentelijke milieutaken per 1 juli 2008. Met deze milieusamenwerking is als maatschappelijk
resultaat beoogd om bij te dragen aan de uitvoering van het Programma 2: Duurzaamheid. Specifiek moet de milieusamenwerking de efficiency en effectiviteit van de uitvoering van het deelprogramma
2.1: Milieubeheer vergroten. De taken die na de toetreding tot de Gemeenschappelijke Regeling door Milieudienst West-Holland uitgevoerd worden hebben uitsluitend betrekking op Deelprogramma 2.1: Milieubeheer. Met uitzondering van de taken die: -
betrekking hebben op het onderdeel vuillast van het oppervlaktewater en het voorkomen van
wateroverlast, omdat die onderdeel uitmaken van het programma 3.3. Stadshygiëne; alsook betrekking hebben op het onderdeel ‘zwerfvuil’ van Deelprogramma 2.1: Milieubeheer.
De gemeente behoudt zelf de regie op de uitvoering van bovengenoemde milieutaken door de Milieudienst West-Holland.
40
Deelprogramma 2.1: Milieubeheer Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
1
Een beter milieugedrag
Adequate vergunningverlening en handhaving van (landelijke)
en milieukwaliteit
milieuwetgeving conform het Vergunning- & Handhavingbeleidsplan van de Milieudienst West-Holland.
Het ministerie van VROM heeft aangekondigd dat de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 1 januari 2010 in werking treedt. De milieuvergunning wordt dan opgenomen in de omgevingsvergunning. Gemeenten dienen ervoor te zorgen dat bedrijven voor al hun
vergunningen bij één loket terecht kunnen en slechts één procedure
hoeven te volgen. Milieu maakt hier onderdeel van uit.
Naar verwachting zal in 2010 de tweede fase van het Activiteitenbesluit
in werking treden waardoor het aantal vergunningplichtige bedrijven zal verminderen. Dit heeft voor 2010 tot gevolg dat een nieuwe inventarisatie zal plaatsvinden welke bedrijven niet meer
vergunningplichtig zijn en of hiervoor maatwerkvoorschriften moeten worden opgesteld.
Als laatste grote wijziging treedt de Waterwet in 2010 in werking. Voor bedrijven heeft dit tot gevolg dat alle lozingen op het riool onder de
bevoegdheid van de gemeente komen. Dit betekent een toename van het aantal vergunningen en uitbreiding van het toezicht. Met het
Hoogheemraadschap worden afspraken gemaakt over zijn adviserende rol hierbij.
Uitvoering geven aan het gemeentelijk milieubeleid (GMP3) aan de hand van de productbegroting Alphen aan den Rijn 2010 van de Milieudienst West-Holland.
Het grootste deel van het gemeentelijke milieubeleid blijft gericht op de uitvoering van de wettelijke gemeentelijke milieutaken, zoals:
vergunningverlening, handhaving, bodembeheerstaken, en taken op het gebied van geluid en externe veiligheid. Daarnaast wordt expliciet
ingezet op klimaatactiviteiten en duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling
In overeenstemming met het GMP3 en het regionaal milieubeleid wordt integraal uitvoering gegeven aan ‘Duurzame ruimtelijke ontwikkeling’. Dit zal gebeuren aan de hand van het instrument DPL (Duurzaamheids Prestatie op Locatie) . DPL wordt onder meer toegepast bij de herstructurering van de Oude Rijnzone.
Daarnaast wordt ingezet om DPL vast onderdeel van de ISV3-
werkzaamheden te maken. ISV3 is het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing en loopt van 2010 tot 2015. Het ISV3 zal zich voor Alphen aan den Rijn geheel richten op milieu en duurzaamheid.
41
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? Schiphol In 2009 is de gemeente lid geworden van de CROS – Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol - en zijn meetpunten voor
luchtvaartlawaai binnen de gemeente gerealiseerd. Ingezet wordt om nachtelijk vliegverkeer boven de gemeente uit te sluiten. Daarnaast
wordt expliciet ingezet op vermindering van hinder door vliegtuigen door het voorschrijven én bewaken van vliegroutes buiten de woonkernen.
Uitvoering Klimaatprogramma De Milieudienst voert voor de gemeente het regionaal Klimaatprogramma (2008-2012) uit. Dit programma wordt in 15 gemeenten van Holland Rijnland en de Rijnstreek (totaal 500.000 inwoners) uitgevoerd. Het Klimaatprogramma beoogt in 2030 de uitstoot van CO2 met 600 kiloton te verminderen, of anders gezegd, 40% minder uitstoot van CO2 ten opzichte van 1990. De opgave is verdeeld over de thema’s bestaande woningen, nieuwbouw, bedrijven, gemeentelijke organisatie, duurzame mobiliteit en duurzame energieproductie. Doelgroepen zijn bewoners, woningbouwcorporaties en bedrijven. De gemeentelijke organisatie behoort uiteraard het goede voorbeeld te geven. De langetermijnbeleidsopgave is vertaald in acties en kwantitatieve doelen op korte(re) termijn (t/m 2012) die zijn beschreven in 16 SLoK-projecten. Naast het regionale programma wordt binnen de gemeente extra
aandacht aan klimaat besteed door de uitvoering van de zogenaamde ‘plus’ op het klimaatbeleid. Bij de plus wordt vooral ingezet op de particuliere woningbouw, scholen en bedrijven. 2
Verbeteren van de
Maatregelen ten behoeve van het terugdringen van fijn stof zoals het
3
Vermindering van de
Activiteiten ten behoeve van dit effect zijn opgenomen in programma
vuillast van het
2.3 (stadshygiëne).
luchtkwaliteit
oppervlaktewater en het
bevorderen van de verkeersdoorstroming.
voorkomen van wateroverlast
42
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr
1
•
Geregistreerde
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
Bron
68
70
65
65
65
65
MDWH
milieuovertredingen openbaar gebied (stank, geluid en bodemverontreiniging; maximaal:
--
--
550
550
550
550
MDWH
•
Aantal uitgevoerde controles
--
--
10%
10%
10%
10%
MDWH
•
Percentage hercontroles --
--
20%
20%
20%
20%
RO
--
--
90
90
100
100
RO
--
--
75
100
100
100
RO
C
C
C
C
C
C
[1] CIBOR
n.n.b.
<5
0
0
0
0
MDWH
bedrijven met een hoog milieurisico •
Percentages hercontroles bedrijven met een laag milieurisico
•
Percentage ruimtelijke plannen waarop een integraal duurzaamheidsadvies is gegeven
•
Percentage duurzaam gebouwde woningen
•
Hoeveelheid zwerfvuil
(A=goed, E=slecht) 2
•
Score luchtmeting (km wegvak met overschrijding 35-dagen norm)[2]
CIBOR is een meetinstrument voor de kwaliteit van de openbare ruimte. [2]
Het streven naar een gelijkblijvend niveau moet gezien worden in het licht van een toename van de
verkeersstromen.
Aan dit deelprogramma verbonden producten (reguliere activiteiten)
De reguliere milieuactiviteiten zijn voor belangrijk deel ondergebracht bij de Milieudienst WestHolland. De uit te voeren taken zijn in programmabegroting 2010 van de milieudienst opgenomen (zie
ook 2009/14919).
Overige reguliere activiteiten zoals de straatreiniging en het verwijderen van zwerfvuil worden nog door de gemeente uitgevoerd.
43
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Milieukwaliteit/gedrag Het budget voor Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) is incidenteel verhoogd (VJN 2009-2013) met € 70.000 in 2010. Interne (uren)doorberekeningen leiden tot een stijging van de kosten van € 24.000. Het aantal adviesuren bij de milieudienst West-Holland wordt verlaagd met ingang van 2010 met 1250. Dit levert een besparing op van € 100.000. Deze besparing is onderdeel van de taakstelling, lijst B zoals opgenomen in de VJN 2010-2013. Diversen Subtotaal productgroep Milieukwaliteit/gedrag Totaal lasten Baten: Productgroep Milieukwaliteit/gedrag De geraamde inkomsten zijn komen te vervallen Subtotaal productgroep Milieukwaliteit/gedrag Totaal baten Totaal resultaat voor bestemming
Bedrag x € 1.000
70
N
24 -100
N V
9 3 3
N N N
23 23 23 26
N N N N
44
Deelprogramma 2.2: Grond- en hulpstoffen Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
1
Verantwoord gebruik
•
van eindige
grondstoffen
Uitbreiden blauwe minicontainer voor de inzameling van oud papier tot 80% van alle laagbouw huishoudens
•
Inzamelen van plastic vanaf 2009 op 5 locaties verspreid door de stad. Vanaf 2010 uit te breiden naar 80 locaties
•
Binnen 10 jaar ondergronds inzamelen in de laagbouw implementeren, bij alle huishoudens die hiervoor in aanmerking komen
•
In 2010 ontwikkelen nieuw afvalbeleid met tijdvak 2011- 2016
•
Locatie-
en haalbaarheidsstudie nieuw Afvalbrengstation
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr 1
2008
2009
2010
2011
2012
2013
49%
50%
50%
51%
52%
53%
Realisatie •
Vergroting van het
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
Bron Stadsbeheer
percentage scheiding van afval aan de bron •
index afvalstoffenheffing
100
100
100
100
100
100
45
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Grotere bronscheiding Verschuiving in de toerekening personeelslasten Toename kapitaallasten (o.a. bij tractiemiddelen) Diversen De mutaties worden verdisconteerd met de egalisatiereserve Subtotaal productgroep Grotere bronscheiding Productgroep Schadelijke stoffen Verschuiving in de personeelslasten Subtotaal productgroep Schadelijke stoffen Totaal lasten Totaal resultaat voor bestemming
Bedrag x € 1.000
299 180 -8
N N V
471
N
-135 -135 336 336
V V N N
46
Deelprogramma 2.3: Stadshygiëne Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
1
Vermindering van de
Afkoppelen verhard oppervlak
vuillast van het
Door de vermindering van de toevoer van regenwater naar de gemengde oppervlaktewater en het rioolstelsels verminderen de riooloverstorten en is een effectievere voorkomen van zuivering van het afvalwater mogelijk. In 2010 zal bij de reconstructie wateroverlast
van de zeeheldenbuurt afvoerend verhard oppervlak worden afgekoppeld. Saneren afvalwaterlozingen in het buitengebied
* Drukrioolstelsels: De aanleg in de Gnephoek en Landlustweg start in 2009 en zal medio 2010 worden voltooid. De voorbereiding van de
Kortsteekterbuurt start in 2009 en de uitvoering vindt plaats in 2010.
Hierna is de realisatie van het ‘Saneringsplan afvalwaterlozingen in het buitengebied’ voltooid.
* IBA’s: De panden die niet van een aansluiting op een gemeentelijk rioolstelsel worden voorzien en waarvan de eigenaren door het
hoogheemraadschap van Rijnland zijn aangeschreven in verband met het uitvoeren van aanvullende zuiveringsmaatregelen zullen van een Individuele Behandelingsinstallatie voor Afvalwater (IBA) worden
voorzien. De uitvoering hiervan start in 2009 en zal in 2010 worden voltooid.
Sanering rioolwateroverstorten
Voor het verminderen van de overstortende hoeveelheid rioolwater vanuit de gemengde rioolstelsels worden als laatste bergbezinkbassins nabij de Handelsweg in 2010 voorbereid en in 2011 gerealiseerd. In 2010, met een doorloop in 2011, worden de bestaande rioolwateroverstorten gesaneerd.
Uitvoering geven aan het Stedelijk waterplan Alphen aan den Rijn
In 2010 is de baggerachterstand ingelopen en is het onderhoud van de watergangen overgedragen aan het Hoogheemraadschap van Rijnland.
Een aantal duikers in Alphen-west is vergroot waardoor de waterafvoer is verbeterd. Langs het Zegerpad zijn natuurvriendelijke oevers aangebracht.
Omdat het primaire belang van deze doelstelling de volksgezondheid betreft, werd dit (deel)-
programma tot vorig jaar opgenomen in programma 3 Zorg en Welzijn, deelprogramma Stadshygiëne. De beoogde effecten en de daarvoor te ondernemen activiteiten zijn echter in het collegeprogramma 2006-2010 beschreven in programma 2 Duurzaamheid. Voornemens en verantwoording zullen vanaf
2010 ook plaatsvinden onder programma 2.
47
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr 6
2008
2009
2010
Realisatie
Doel
Doel
2011 Doel
[3]
2012
2013
Doel
Doel
Sanering afvalwaterlozingen in het buitengebied
75%
100%
100%
-
-
-
Sanering rioolwateroverstorten
75%
75%
75%
100%
-
-
Aanleg bergbezinkbassins
67%
83%
83%
100%
-
-
Aan dit deelprogramma verbonden producten (reguliere activiteiten) Reguliere activiteiten binnen dit deelprogramma betreffen: •
Het onderhouden van het openbaar water met bijbehorende duikerverbindingen, het
verwijderen overmatige beplanting en bagger en het opruimen van vervuiling. • •
Het beheer, het onderhoud en de uitbreiding van het gemeentelijk rioolstelsel. Het beheer en onderhoud van de technische installaties deel uitmakend van de gemeentelijke
rioolstelsels (rioolgemalen, pompen etc.).
48
Wat mag het kosten?
Dit deelprogramma is met ingang van 2010 onderdeel van programma 2. Tot en met 2009 was dit deelprogramma onderdeel van programma 3.
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Voorkomen vervuiling Deze producten met budgetten komen van Programma 3. ( zie hiervoor de toelichting) Door een verschuiving van taken tussen de gemeente Alphen en het Hoogheemraadschap van Rijnland op het gebied van beheer en onderhoud stedelijk water, zal naar verwachting de komende jaren positieve financieel effecten merkbaar zijn voor de gemeente. In de VJN 20092013 is deze besparing opgenomen als onderdeel van de taakstelling lijst B. Voor jaarschijf 2010 is € 25.000 opgenomen, vanaf 2011 € 50.000 Subtotaal productgroep Voorkomen vervuiling Totaal lasten Baten: Productgroep Voorkomen vervuiling De hiermee samenhangende inkomsten komen eveneens van Programma 3 ( zie hiervoor de toelichting) Subtotaal productgroep Voorkomen vervuiling Totaal baten Totaal resultaat voor bestemming
Bedrag x € 1.000
6.224 N -25 V
6.199 N 6.199 N
-6.020 V -6.020 V -6.020 V 179 N
¹ De nieuwe doelstellingen voor 2011 en volgende jaren worden beschreven in het nieuw op te stellen verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2011 – 2015. Dit plan zal eind 2010 door de gemeenteraad worden vastgesteld.
49
Programma 3: Zorg en Welzijn Missie
Alphen aan den Rijn investeert in de kwaliteit van de samenleving door mensen zo ruimhartig mogelijk in staat te stellen om zelfstandig en volwaardig deel te nemen aan die samenleving. Kwetsbare mensen en groepen worden daarbij waar nodig adequaat ondersteund. Het collegeprogramma ‘Samenleven in de complete stad 2006-2010’ maakt het mogelijk om ook in 2010 extra te investeren in jeugd en
jongeren en om wijken en buurten te faciliteren om de sociale samenhang te bevorderen. Het
realiseren van een goed voorzieningenniveau gebeurt door onder meer een nieuw accommodatiebeleid
uit te voeren en door het ontwikkelen van woon- en zorgzones. De gemeente stelt de kaders vast die
zijn vertaald in heldere uitgangspunten. De gemeente vervult daarbij steeds actiever de regierol. Deze rol is niet altijd dezelfde. Soms is deze faciliterend, door partijen bij elkaar te brengen. Soms is de gemeente een samenwerkingspartner, zij kan ook financier zijn of zorgen voor inhoudelijke
afstemming van de activiteiten. Dit bij elkaar moet leiden tot een goed afgestemd pakket aan vraaggerichte voorzieningen.11
Speerpunten
Wij willen investeren in: Extra aandacht voor mensen in kwetsbare posities, het bevorderen van gezond gedrag en een
•
gezonde leefomgeving.
Een adequaat voorzieningenniveau. Met de uitvoering van de Wet maatschappelijke
•
ondersteuning (Wmo) maken we het mogelijk dat iedereen actief kan deelnemen aan het maatschappelijke leven.
Goede ondersteuning van en waardering voor vrijwilligers en mantelzorgers die onmisbaar zijn
•
in de Alphense samenleving. •
Het realiseren van meer sociale projecten op wijkniveau.
•
Het bevorderen van de zelfredzaamheid van gehandicapten en ouderen.
Het uitvoeren van het uitvoeringsprogramma Wonen, welzijn en zorg.
•
Kaders en Context
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), per 1 januari 2007.
• •
‘Van Kwetsbaar naar weerbaar’, Wmo-beleidsplan 2008-2012 (2008).
•
Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2009.
•
Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2009.
•
Uitvoeringsnotitie vrijwilligerswerk en mantelzorg (Wmo) (2008).
Wet Publieke Gezondheid (2008) en nota Lokaal volksgezondheidsbeleid 2008-2011 ‘Voorkomen
•
is beter dan genezen’.
Alphen 2018 (preventie van misstanden heeft prioriteit boven repressie; allereerst aandacht voor
•
jongeren; waarborgen van de ‘dorpse’ kwaliteiten van het verstedelijkende Alphen).
11
De in de vorige programmabegrotingen gehanteerde indicatoren voldoen voor een deel niet meer en zijn
vervallen of aangepast. We werken aan het opstellen van nieuwe, relevante en betrouwbare indicatoren bij alle prestatiedoelen.
50
Lokale visie Wonen, welzijn en zorg met bijbehorend convenant wonen, welzijn en zorg gemeente
•
Alphen aan den Rijn (2007).
Regionaal Kompas (uitvoeringsprogramma van de regionale beleidsvisie verslavingszorg en
•
maatschappelijke opvang ‘Iedereen telt’ (2008).
Verordening Wmo-adviesraad Alphen aan den Rijn 2009.
• •
De Wet inburgering en de daarbij horende Verordening (ingangsdatum 1 januari 2009).
•
Plan van Aanpak Programma Investeren in Mensen (PIM, 2007).
•
Op weg naar een nieuwe sociale agenda, richtinggevend kader heroverweging PIM (2009).
•
ISV, Meerjaren Ontwikkelingsprogramma Stedelijke Vernieuwing 2, 2005-2009.
•
ISV Uitvoeringsplan 2008-2009.
•
Evaluatie ISV 2005-2009 (besluitvorming najaar 2009). Plan van Aanpak Lokaal Integratiebeleid (2005).
•
PIM in 2010 Het Programma Investeren in Mensen (PIM)
12
is vastgesteld met de begroting 2008-2011.
Het doel van PIM luidt: ‘het geven van een sociale impuls aan de stad door de ondersteuning van initiatieven die leiden tot verbetering van de positie van burgers op de terreinen jeugd, zorg en welzijn, zelfredzaamheid en sociale samenhang’.13 PIM wil dus bijdragen aan het realiseren van merkbare
resultaten in de stad. Om dit te bereiken is voor de jaren 2008-2011 tien miljoen euro vrijgemaakt. Jaarlijks wordt een jaarplan en een jaarverslag uitgebracht. In het jaarplan staat beschreven welke
resultaten beoogd worden en hoeveel geld daarmee gemoeid is. Het jaarverslag geeft vanzelfsprekend de bereikte resultaten weer. Het jaarplan 2010 verschijnt eind 2009. In de eerste helft van 2010 wordt het jaarverslag over 2009 uitgebracht.
De eerste resultaten van PIM zijn inmiddels duidelijk zichtbaar. De oprichting van het eerste Centrum voor Jeugd en Gezin en van Participe, de introductie van de Alphenpas en van wijkgericht werken in Kerk en Zanen en Lage Zijde: het zijn allemaal projecten die dankzij PIM van de grond komen of versneld van start gaan.
Een aantal van die projecten blijkt zo succesvol of zelfs onmisbaar, dat de gemeente die ook na 2011 wil voortzetten. Daar moet dan wel structureel geld voor gevonden worden, want PIM is echt bedoeld
als een tijdelijke stimulans. De gemeente kan bijvoorbeeld een beroep doen op subsidieregelingen van het Rijk of op externe fondsen, maar ook wordt nog eens kritisch gekeken naar de structurele
budgetten binnen de gemeentebegroting. Met de heroverweging PIM wordt bezien op welke bestaande voorzieningen en projecten bespaard wordt ten gunste van projecten uit PIM. Met de mogelijk blijvende
projecten binnen PIM is een jaarlijkse kostenpost van ongeveer € 800.000 gemoeid. Hoewel dit een
aanzienlijk bedrag is, is het een goede besteding van deze middelen als de projecten die onder PIM hun toegevoegde waarde hebben bewezen, ook na 2011 kunnen doorgroeien.
12
De informatie betreffende PIM is ook van toepassing op activiteiten in 2010 die onder de programma’s 4 en 7
vallen. 13
Plan van aanpak PIM (2007/13175).
51
Deelprogramma 3.1 Collectieve voorzieningen welzijn In deze paragraaf benoemen we de activiteiten waarmee we invulling geven aan de doelstellingen van de prestatievelden 1. Sociale samenhang en 5. Deelname maatschappelijk verkeer en zelfstandig
functioneren van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Daarnaast benoemen we ook de
activiteiten van prestatieveld 4, voor zover het de ondersteuning van de vrijwilligers betreft. Ten slotte geven we aan wat we doen op het gebied van dierenwelzijn. De doelstellingen zijn: Wmo-prestatieveld 1
Het bevorderen van de sociale samenhang en de leefbaarheid door de actieve bemoeienis van inwoners met de eigen woonomgeving te vergroten, de onderlinge betrokkenheid te versterken en de ontmoetingsmogelijkheden te verbeteren. Wmo-prestatieveld 4 a.
Het behouden, waarderen en ondersteunen van vrijwilligers zodat
zij hun waardevolle inzet in de samenleving kunnen (blijven) geven.
b. Het stimuleren van vrijwilligerswerk. Wmo-prestatieveld 5
Het ondersteunen van inwoners bij hun wens om zolang mogelijk zelfstandig te blijven wonen in een vertrouwde omgeving waarin het mogelijk is om medemensen te ontmoeten.
Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
1
Verhogen van de sociale •
Wat doen we daarvoor? De tweede ISV-periode (2005-2009) loopt af. In het najaar gaan we
samenhang en
evalueren en projecten afbouwen of ombouwen naar reguliere
verbeteren van de
voorzieningen. Speerpunten blijven jeugd en een goede
wijken
participatie en veiligheid). De bewoners worden door middel van
woonomgeving (schoon openbaar gebied, sociale samenhang,
leefkwaliteit in de
activiteiten betrokken bij het versterken van de onderlinge
contacten en van de binding met de wijk. Voorbeelden zijn
buurtbemiddeling, buurtconciërges, huiskamerproject voor jongeren, straatspeeldagen, kleinschalige bewonersactiviteiten, sportactiviteiten en buurtteams. De besluitvorming over de voortzetting zal uiterlijk in november 2009 plaatsvinden. •
Wijkgericht werken in twee wijken, Kerk en Zanen en de Lage Zijde: per wijk is een vierjarig wijkplan waarin de activiteiten zijn
omschreven. De plannen zijn met en door bewoners opgesteld. De activiteiten dragen bij aan het verbeteren van de wijk en vergroten de contacten van bewoners onderling. Hiervoor zetten we een
wijkmanager (vanuit de gemeente) en een opbouwwerker (vanuit Stichting Participe) in.
52
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? •
Stimuleren van de sociale samenhang in de ISV-buurten door middel van opbouwwerk. Participe blijft actief met de begeleiding en
ondersteuning van bewoners. Ook op fysiek gebied loopt nog een aantal projecten door in 2010 (renovatie openbaar gebied Groene Dorp en Zeeheldenbuurt en de bouw van een multifunctionele accommodatie aan de kop van de Sterrenlaan). •
Het project ‛Achter de voordeur’ (Edelstenenbuurt): met activering op individueel niveau wordt getracht de zelfredzaamheid van de bewoners te vergroten. Op basis van de uitkomsten van de
huisbezoeken zullen de in 2009 gestarte activiteiten in 2010 worden voortgezet. •
Participe ondersteunt de uitvoering van kinderactiviteiten in de vijf ISV-buurten. Hierbij doen per wijk 100 kinderen mee en zijn drie vrijwilligers actief.
•
Pluspunt Briljantstraat en Marsdiep: dit zijn fysieke servicepunten in de wijk van en voor bewoners.
2
Ondersteuning
•
vrijwilligers
In 2010 blijft er aandacht voor het promoten van vrijwilligerswerk, het werven van vrijwilligers, waarbij vooral ook gericht geworven wordt onder allochtonen en ouderen (Zilver werkt).
•
De extra uren ondersteuning en deskundigheidsbevordering vanuit Participe blijven gehandhaafd.
Zie ook programma 4/4.1.2.1/Jeugd en educatie/maatschappelijke stages.
3
Het mogelijk maken van •
In de tweede helft van 2009 en begin 2010 worden klanten die
zelfstandig
gebruik maken van ondersteunende begeleiding AWBZ (deze
functioneren
regeling is vervallen) opnieuw geïndiceerd. Er kan een extra beroep op voorzieningen binnen de Wmo en/of welzijnsactiviteiten worden gedaan. De gemeente ontvangt jaarlijks € 65.000 om tegemoet te
komen aan een mogelijke stijging van de vraag. Er wordt met onze partners in het veld actief gemonitord welke gevolgen de wetswijziging heeft . •
Zelfredzaamheid van ouderen: uitvoering van de lokale visie Wonen, welzijn, zorg (2007). In het uitvoeringsplan 2009 – 2018 staan 35 projecten beschreven die door de betrokken partners worden
uitgevoerd. De ontwikkeling van woonservicezones maakt hiervan ook deel uit. Een woonservicezone is in ontwikkeling in Nieuwe
Sloot. Andere woonservicezones worden ontwikkeld conform het plan van aanpak woonservicezones uit 2009. •
Met ingang van 1 januari 2010 wordt het Collectief vraagafhankelijk vervoer De RijnstreekHopper (CVV) op basis van een nieuw contract uitgevoerd. De aanbevelingen vanuit het Eindrapport
Kwaliteitsonderzoek RijnstreekHopper worden, voor zover dat nog
53
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? niet is gebeurd in 2009, in 2010 geïmplementeerd. •
De samenwerkingsovereenkomst met MEE (informatie, advies en
professionele ondersteuning voor mensen met een beperking) wordt in 2010 verlengd. De wijze waarop dit gebeurt, is afhankelijk van
ontwikkelingen in de AWBZ die pas eind 2009 bekend zullen zijn. •
Nieuwe contracten voor inburgering worden per 1 januari 2010 afgesloten (zie programma 7 Wwb re-integratie)
•
Stichting Participe voert in samenwerking met Gilde Samenspraak het project ‛Taalcoaches’ uit.
•
De samenwerking tussen de gemeente en Participe heeft een nieuwe vorm gekregen. De met ingang van 2009 ingevoerde
productsubsidiëring is de leidraad voor de samenwerking en het
opstellen van de meerjarenbegroting. Op basis van de uitkomsten van de eerste evaluatie van het functioneren van Participe eind 2009, worden voor 2010 e.v. afspraken tussen Participe en de
gemeente gemaakt. Daarnaast is er aandacht voor het ontwikkelen
van diensten en producten die ontstaan op het snijvlak van zorg en welzijn, zowel op het gebied van de collectieve als op dat van de individuele hulpverlening. •
De productsubsidiëring bij Kwadraad is in voorbereiding. Onderdeel van dit traject is een kritische doorlichting van de producten en
diensten van Kwadraad. De implementatie is volledig gerealiseerd in 2011. •
Welzijnsaccommodaties: in 2009 is het welzijnsaccommodatiebeleid vastgesteld. In 2010 wordt gewerkt aan de implementatie hiervan. Hierbij zijn wijk/buurtverenigingen nauw betrokken. Een aantal
nieuwe accommodaties is gepland, onder meer een multifunctioneel gebouw op de kop van de Sterrenlaan en een welzijnsvoorziening in Nieuwe Sloot (2010/2011). Voorts aanpassingen aan of nieuwe
accommodaties in Kerk en Zanen, voor Halfje Wit en voor Kaju Putih. •
Ouderen en eenzamen: bij Participe is een ouderenadviseur werkzaam. Door onder meer voorlichting en verwijzing naar
beschikbare voorzieningen worden ouderen gestimuleerd om actief aan de samenleving deel te nemen. 4
Dierenwelzijn
Het verminderen van verwaarlozing en mishandeling van dieren en het
(dit onderdeel valt niet
verminderen van dierenoverlast
onder de Wmo)
•
De uitvoering van de in 2007 vastgestelde nota wordt voortgezet. In
2010 heeft daarbij de uitvoering van het Honden- en kattenbesluit, dat de inrichting van een dierenasiel behelst, prioriteit. Dit gebeurt in samenwerking met regiogemeenten. •
Ongeveer 50 klassen van basisscholen doen in het schooljaar 2009/2010 mee met het lesprogramma op het terrein van
54
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? dierenwelzijn. Enkele klassen van scholen uit het voortgezet onderwijs krijgen lessen of voeren een debat over dierenwelzijnszaken. •
Overige actiepunten uit de nota dierenwelzijn worden ter hand genomen zoals het zoeken naar aansluiting op het nationale
dierenrampenplan, het opstellen van een handleiding preventieve maatregelen bij inrichting en beheer van de openbare ruimte.
Reguliere activiteiten •
Sociaal culturele activiteiten in de wijken uitgevoerd door de buurt- en wijkverenigingen voor inwoners van Alphen. Participe richt haar activiteiten op jongeren en ouderen. De gemeente stelt hiervoor subsidies beschikbaar.
•
Volwasseneneducatie: de gemeente voert de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) in
Rijnstreekverband uit. De Rijksmiddelen die de Rijnstreekgemeenten ontvangen worden ingezet voor onder meer alfabetisering (voor autochtonen, en voor allochtonen als
voorbereiding op een inburgeringtraject), NT2 (niveau 3 en 4), ondersteuning van vrijwilligers, doelgroepen in het kader van de Wmo, laaggeletterden en het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (VAVO). Dit laatste biedt – onder bepaalde voorwaarden - de
mogelijkheid om leerlingen >18 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten alsnog met subsidie een vmbo-tl diploma of een startkwalificatie in de vorm van een Havo of VWO-diploma te laten halen. Vanaf 1 januari 2008 maken de WEB-gelden samen met Wi en
WWB-middelen deel uit van het Partcipatiebudget. Beleid voor integrale inzet van de middelen van het Participatiebudget wordt in 2009 vastgesteld en vervolgens uitgevoerd. Zie hiervoor
verder Programma 7. •
Het waarderen van vrijwilligers onder meer door middel van de Alphense Vrijwilligersprijs en de gratis Alphenpas. Zie voor de Alphenpas programma 7.
•
Aandacht voor maatschappelijke ontwikkelingen die invloed hebben op het vrijwilligerswerk.
55
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken?
Nr 1
Mensen die zich betrokken voelen bij de
•
2009 2010 2011 2012
2013
Realisatie Doel Doel Doel Doel
2008
Doel
81%
84%
84%
84%
84%
84%
buurt Percentage betrokken inwoners bij
•
Bron Stadspeiling
23%
27%
28%
28%
28%
-
-
-
-
28%
activiteiten in de eigen woonomgeving •
Aantal inwoners per FTE maatschappelijk
1/6000
14
-
3
3
•
Percentage zelfstandig wonende 75-jarigen
95%
•
Percentage zelfstandig wonende 90-jarigen
62%
•
Inburgering Inwoners in traject Geslaagden
4
•
Kwadraad
werker
95%15 95%
96%
96%
96%
GBA
63%
63%
64%
64%
64%
GBA
130
150
50
25
-
-
W&B
46
6016
-
-
-
-
Opgevangen dieren Honden
3517
34
33
32
Katten
288
280
270
260
31
30
250
240
Dierenambulance
14
Deze indicator zal in het kader van de ontwikkeling van productsubsidiëring worden vervangen.
15
Op grond van de realisatiecijfers 2008 is de prognose voor 2009 en volgende jaren bijgesteld ten opzichte van de
programmabegoting van 2009. 16
Het geven van een prognose van het aantal geslaagden is moeilijk. Door het verschillende instapniveau van de
inburgeraars is de periode die nodig is om het examen af te ronden, ook zeer verschillend. Gemiddeld slaagden er in de eerste helft van 2009 5 inburgeraars per maand voor het inburgeringsexamen. 17 Met het aantal opgevangen zwerfkatten zit Alphen aan den Rijn hoger dan het landelijke gemiddelde dat overeenkomt met 145 katten voor onze gemeente. Wat betreft het aantal opgevangen zwerfhonden scoort Alphen aan den RIjn positief ten opzichte van het landelijk gemiddelde, dat voor onze gemeente 78 honden zou betekenen. Door het chippen van zoveel mogelijk dieren wordt geprobeerd het aantal zwerfdieren verder terug te dringen.
56
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Ondersteuning vrijwilligers Als gevolg van de nieuwe programma-indeling is sprake van een nieuwe productgroep. In de Voorjaarsnota 2009-2013 is er budget toegekend ten behoeve van vrijwilligersverzekeringen. Subtotaal productgroep Ondersteuning vrijwilligers Productgroep Sociale samenhang en leefbaarheid Als gevolg van de nieuwe programma-indeling is sprake van een nieuwe productgroep. Subtotaal productgroep Sociale samenhang en leefbaarheid Productgroep Vergroten zelfredzaamheid en participatie Als gevolg van de nieuwe programma-indeling is sprake van een nieuwe productgroep. Subtotaal productgroep Vergroten zelfredzaamheid en participatie Totaal lasten Baten: Productgroep Ondersteuning vrijwilligers Subtotaal productgroep Ondersteuning vrijwilligers Productgroep Sociale samenhang en leefbaarheid Als gevolg van de nieuwe programma-indeling is sprake van een nieuwe productgroep. Subtotaal productgroep Sociale samenhang en leefbaarheid Productgroep Vergroten zelfredzaamheid en participatie Als gevolg van de nieuwe programma-indeling is sprake van een nieuwe productgroep. Subtotaal productgroep Vergroten zelfredzaamheid en participatie Totaal baten Totaal resultaat voor bestemming
Bedrag x € 1.000
250 17
N N
267
N
1.365 1.365
N N
3.310 3.310 4.942
N N N
0
V
-291 -291
V V
-481 -481 -772 4.170
V V V N
57
Deelprogramma 3.2 Individuele Wmo-voorzieningen en cliëntondersteuning In dit deelprogramma benoemen we de activiteiten waarmee we invulling geven aan de doelstellingen van de prestatievelden 6. Het verlenen van individuele voorzieningen en 3. Cliëntondersteuning van de
Wmo. Daarnaast ook de activiteiten van prestatieveld 4, voorzover het de ondersteuning van de mantelzorgers betreft. Deze doelstellingen zijn: Wmo-prestatieveld 3 Het versterken van de zelfredzaamheid van Alphenaren: a.
Het Wmo-loket is laagdrempelig en goed bereikbaar en levert een breed en geïntegreerd dienstenaanbod op het gebied van (aangepast) wonen, welzijn, zorg en inkomensondersteuning en
b.
Het invoeren van cliëntondersteuning bij het maken van een keuze of het oplossen
van problemen.
Wmo-prestatieveld 4 c.
Het behouden, waarderen en ondersteunen van mantelzorgers zodat
zij hun waardevolle inzet in de samenleving kunnen (blijven) geven.
d. Het stimuleren van mantelzorg. Wmo-prestatieveld 6
Het ondersteunen van inwoners bij hun wens om zolang mogelijk zelfstandig te blijven wonen in een vertrouwde omgeving waarin het mogelijk is om medemensen te ontmoeten door het verstrekken van individuele voorzieningen in natura of als persoonsgebonden budget op het gebied van hulp bij het
huishouden, wonen, vervoer en rolstoelen. Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
1
Cliëntondersteuning
Wat doen we daarvoor? •
Er wordt gestreefd naar de inrichting van een advies- en informatiepunt in het deelgebied Park in het Nieuwe
Slootgebied, in samenwerking met een aantal partijen. Het
Wmo-loket zal hier ook aan deelnemen. Het deelgebied Park is naar verwachting in 2011/2012 klaar. •
Er komen cliëntondersteuners, voor kortdurende praktische ondersteuning, bij mensen met complexe- en/of meervoudige
aanvragen binnen een cliëntsysteem/gezin. •
Start van de Wmo-winkel in de centrale hal in het stadhuis,
zodat de advies- en informatiefunctie verstevigd wordt en ook mensen met een onduidelijke hulpvraag goed opgevangen worden. 2
Het ondersteunen van mantelzorgers
•
Met mantelzorgers wordt een persoonlijk opvangplan opgesteld voor als de mantelzorger uitvalt. Zwaarbelaste mantelzorgers krijgen een vrijetijdsbudget van ca. € 200,- als extraatje om
58
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? voor zichzelf te besteden. Criteria hiervoor zijn in ontwikkeling. •
Er is extra aandacht voor respijtzorg. Respijtzorg is de tijdelijke overname van zorg door vrijwilligers of professionals, en is bedoeld om de mantelzorger te ontlasten.
•
De huidige activiteiten van het Steunpunt mantelzorg worden herzien waardoor nieuwe/andere groep gebruikers kan worden aangetrokken. Gekozen moet worden bij welke organisatie
Mantelzorg wordt ondergebracht. In de Rijnstreek vindt hierover afstemming plaats. •
Goede zorg voor mensen in de laatste levensfase: in 2010 vindt implementatie plaats van de aanbevelingen die voortkomen uit het behoefteonderzoek in 2009 naar de beschikbare
hospicecapaciteit in Alphen en omstreken. Op basis van de kennis van de behoefte, de wachtlijsten en de
bevolkingsprognose is uitbreiding van het aantal bedden gewenst. 3
Het verlenen van
•
Participe draagt zorg voor de uitvoering van gemeentelijk beleid en het verstrekken van individuele voorzieningen
individuele
maatschappelijke ondersteuning zoals hulp bij het huishouden,
voorzieningen
woon- en vervoersvoorzieningen en rolstoelen. •
Met ingang van 2010 zijn er nieuwe contracten met aanbieders voor de hulp bij het huishouden.
•
Per 2010 is (waarschijnlijk) de wetswijziging Wmo van kracht,
waardoor alfahulpen niet langer bemiddeld en betaald mogen worden via de aanbieders van de hulp bij het huishouden.
Alfahulpen kunnen alleen rechtstreeks gecontracteerd worden
door een cliënt en bekostigd uit een persoonsgebonden budget. De gemeente streeft naar een onafhankelijke
bemiddelingsfunctie waar cliënten die een alfahulp zoeken en alfahulpen gekoppeld kunnen worden.
Reguliere activiteiten
Met het ontwikkelen van bovenstaande voorzieningen wordt mede uitvoering gegeven aan de doelstellingen van Programma 9 dienstverlening. Kenmerkend voor onze dienstverlening zijn de begrippen: vraaggericht, kwaliteit, beschikbaar en samen. Onze medewerkers beschikken over
inlevingsvermogen, ze zijn duidelijk, deskundig en vriendelijk, en geven volledige en juiste informatie.
59
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken?
Nr 2
•
Aantal zwaarbelaste
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
1,2%18
1,1%
1,1%
1,1%
1,0%
1,0%
mantelzorgers 3
•
•
Klanttevredenheid
Stadspeiling
7,6
8,0
8,0
8,0
8,0
8,0
Bench
hulp bij het
mark
huishouden
Wmo
Klanttevredenheid hulpmiddelen
•
Bron
Idem 7,3
7,4
7,5
7,6
7,6
7,6
7,2
7,3
7,4
7,5
7,5
7,5
Idem
Klanttevredenheid aanvraagprocedure individuele Wmovoorzieningen
Overzicht Wmo-verstrekkingen Verstrekkingen
Realisatie 2008
2009
2010
2011
2012
2013
Vervoervoorzieningen
396
400
390
380
370
370
Rolstoelvoorzieningen
321
330
320
320
320
320
Hulp b.h. huishouden
843
840
830
840
850
860
Woonvoorzieningen
417
420
420
410
410
410
1990
1960
1950
1950
1960
totaal
18
1977
Dit wordt niet jaarlijks gemeten. Het cijfer is uit de stadspeiling 2006/2007. Er waren toen 8700 mantelzorgers.
1,2% hiervan (104) voelde zich zwaar belast.
60
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Bedrag x€ Oorzaak
1.000
Lasten: Productgroep Verlenen individuele voorzieningen Als gevolg van de nieuwe programma-indeling is sprake van een nieuwe productgroep.
10.185
N
184
N
65
N
Subtotaal productgroep Verlenen individuele voorzieningen
10.434
N
Totaal lasten
10.434
N
productgroep.
-700
V
Subtotaal productgroep Verlenen individuele voorzieningen
-700
V
Totaal baten
-700
V
9.734
N
Prijscompensaties welke gecompenseerd worden middels de algemene uitkering (september- en decembercirculaire 2008) leiden tot een lastentoename t.b.v. de WMO van € 184.000.
Kosten voor ondersteunende begeleiding voor psychosociale cliënten (vh AWBZ) leiden tot een lastentoename van € 65.000. Dit budget is beschikbaar gesteld in de VJN 2009-2013. Tegenover deze uitgave staat een inkomstenpost vanuit de algemene uitkering.
Baten: Productgroep Verlenen individuele voorzieningen Als gevolg van de nieuwe programma-indeling is sprake van een nieuwe
Totaal resultaat voor bestemming Wmo-risicoanalyse
De Wmo-risicoanalyse wordt jaarlijks aangeboden bij de Voorjaarsnota. Zie hierover verder de risicoparagraaf en de bijlagen.
61
Deelprogramma 3.3 Maatschappelijke zorg In dit deelprogramma benoemen we de activiteiten waarmee we uitvoering geven aan de doelstellingen uit de prestatievelden 7, 8 en 9 Maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg en Verslavingszorg. Daarnaast benoemen we de activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van het lokale volksgezondheidsbeleid. Deze doelstellingen zijn: Wmo-prestatieveld 7 Voorkomen dat kwetsbare groepen en risicogroepen zich niet (meer) kunnen handhaven in de samenleving.
Wmo-prestatieveld 8 Het regisseren van de uitvoering van openbare geestelijke gezondheidszorg Wmo-prestatieveld 9
Voorkomen van verslaving door voorlichting aan alle inwoners en intermediairs, en specifiek aan jongeren.
Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
1
Wmo-prestatieveld 7
Wat doen we daarvoor? •
Preventieve zorg volwassenen: in de nota Lokaal
volksgezondheidsbeleid 2008-2011 ‘Voorkomen is beter dan
Wmo-prestatieveld 8
genezen’ zijn de hoofdthema’s een gezonde leefstijl en een
Wmo-prestatieveld 9
gezonde leefomgeving uitgewerkt in de vorm van onder meer preventieve activiteiten op het gebied van overgewicht, alcoholpreventie en depressie. Nadat in 2009 de jeugd
speerpunt was, zal in 2010 de aandacht ook naar ouderen gaan. Per jaar worden concrete acties uitgewerkt. In regionaal verband
Zuid-Holland Noord wordt vooral ingezet op samenwerking
tussen instellingen op het gebied van preventie en handhaving. Zie voor preventieve zorg jeugd programma 4.
•
Dak- en thuislozen: de komende jaren is het regionaal Kompas hierin leidend. Er wordt gewerkt aan het voorkomen van huisuitzettingen, uitbreiding van woonvoorzieningen en
dagopvang voor dak- en thuislozen. In 2010 willen we samen met de Binnenvest en wonenCentraal een beschermde
woonvorm realiseren met 8 plaatsen waarvan één voor een gezin. •
Open Venster: bij het Open Venster gaat de aandacht vooral uit naar het werven van nieuwe vrijwilligers om de openingstijden van Het Open Venster uit te kunnen breiden en of in stand te
62
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? houden. •
Project nazorg ex-gedetineerden. Doel is een (ex)-gedetineerde
zo snel mogelijk, al voordat deze in vrijheid is gesteld, te helpen bij het verkrijgen van een identiteitsbewijs, inkomen/werk, zorg en huisvesting. Hiermee wordt de kans op recidive kleiner. De
verwachting is dat in 2010 ongeveer 30 ex-gedetineerden hulp
nodig zullen hebben. In 2009 zijn dat er 25. De stijging ontstaat door de eis van de landelijke politiek om hen regionaal te gaan
plaatsen. De totale uitstroom voor Alphen in 2008 was 246, de totale uitstroom voor 2009 is nog niet bekend. •
Verminderen van huiselijk geweld: per 1 januari 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod van kracht geworden. De uitvoering van
deze Wet blijft aandachtspunt in 2010. Daarnaast zal in 2010 in overleg met de regiogemeenten vervolg worden gegeven aan de werkconferentie Eergerelateerd Geweld. Met de regiogemeenten is ook overleg gaande over de organisatie van een symposium Huiselijk geweld (zie ook Programma 6, veiligheid).
Reguliere activiteiten
De gemeente Leiden ontvangt voor genoemde beleidsterreinen de Rijksmiddelen. In regionaal verband wordt beleid ontwikkeld en worden uitvoeringsprogramma’s opgesteld. De uitvoering vindt plaats in samenwerking met onder meer de GGD, GGZ en Brijder. Verslavingszorg In 2010 voeren we activiteiten uit zoals beschreven in ‘Het regionale activiteitenplan Ambulante Verslavingszorg (2006)’ vanuit de centrumgemeente Leiden. •
Methadonverstrekking: het streven is om de verslaving hanteerbaar te maken en indien
mogelijk af te kicken van de opiaten. In 2008 maakten 49 (in 2007 waren het er 42) personen gebruik van de methadonverstrekking. •
Ambulante begeleiding: een-op-eenbegeleiding door verslavingszorg, waarbij de inhoud van de begeleiding afhankelijk is van de hulpvraag.
Meldpunt Zorg en Overlast
Het meldpunt Zorg en Overlast van de GGD blijft een preventieve, signalerende en coördinerende rol vervullen bij gesignaleerde overlast. In 2008 zijn vanuit Alphen aan den Rijn 196 meldingen gedaan bij
het meldpunt. Het streven is om drempelverlagend te werken en daardoor meer meldingen binnen te krijgen. Dit wordt gerealiseerd door bekendheid te geven aan het meldpunt. Het uiteindelijke doel is
om door adequaat ingrijpen de problemen van individuele personen te helpen oplossen en de overlast terug te dringen. Coördinatieteam urgente situaties (CUS)
Dit team zorgt voor een adequate aanpak voor mensen, in het bijzonder gezinnen met kinderen, die in een urgente crisissituatie geraakt zijn. Vaak is daarbij sprake van meervoudige problematiek op het
63
terrein van inkomen, schulden, wonen, zorg e.d. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om gezinnen die te
maken krijgen met een huisuitzetting, die acuut zonder inkomen zitten en geen eten meer kunnen kopen. Dit betreft een korte tijdelijke interventie, waarbij met relevante partners een structurele oplossing gezocht wordt voor het gezin. Volksgezondheid De Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg (RDOG) is een belangrijke samenwerkingspartner bij de uitvoering van het volkgezondheidsbeleid.
De gemeente is lid van de Regionale Commissie Gezondheidszorg Zuid-Holland Noord. Deze commissie bevordert de samenhang, afstemming en samenwerking tussen partijen in de zorg met als doel het realiseren van een kwalitatief goede en doelmatige zorg, die aansluit op de zorgvraag. De
gemeente wordt vanaf 2008 in de commissie bestuurlijk vertegenwoordigd door de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg (RDOG). Dit met uitzondering van de stuurgroep Wonen, welzijn, zorg waarin de verantwoordelijke wethouder Wmo zitting heeft. In 2010 blijven wij in gesprek met Rijnland Zorggroep over de voortgang van de voorgenomen acties
uit het beleidsplan (2008) van het ziekenhuis. Deze betreffen onder meer de aandacht voor geriatrische patiënten en chronisch zieken, de Spoedeisende Hulp (SEH) in situaties die niet levensbedreigend zijn en de (uitbreiding van) openingstijden bij de Huisartsenpost.
Eerstelijnszorg: wat betreft de kleine kernen Aarlanderveen en Zwammerdam willen we de huisartsenzorg (zoveel mogelijk) continueren. Begraafplaatsen
Tot slot zijn onder dit deelprogramma ook de kosten en opbrengsten van de gemeentelijke begraafplaatsen opgenomen. Nadat in de eerste helft van 2008 de uitbreidingsstrook tussen de huidige begraafplaats en de Zegerplas is opgehoogd en de grond zich heeft gezet, wordt deze
ingericht in de tweede helft van 2009. Deze uitbreiding is vanaf 2010 beschikbaar voor begrafenissen
en bijzettingen. Voor de tweede helft van 2009 is een capaciteitsprognose voorzien, om de benodigde capaciteit voor de middellange termijn (2015-2025) te kunnen bepalen.
64
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr
Prestatie
•
Aantal huisuitzettingen
veld 7
•
Aantal aangiften van huiselijk geweld
Prestatie
•
Deelnemers aan het
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
Bron
7
1520
6
5
4
3
13319
160
170
180
190
190
Politie
49
50
50
50
50
50
Brijder
76
85
85
85
85
85
wonenCen traal
methadonprogramma
veld 9 •
Toeleiding naar verslavingszorg
19
Dit cijfer is gecorrigeerd ten opzichte van het programmaverslag 2008 van 132 naar 133 op basis van de
definitieve politiegegevens over 2008. Uit landelijke gegevens blijkt dat het aantal aangiften ver achterblijft bij het werkelijke aantal gevallen van huiselijk geweld. We streven daarom naar het verhogen van het aantal aangiften, zodat hulpverlening in gang kan worden gezet en recidive kan worden voorkomen. 20
Het cijfer van 2009 is het streefgetal uit de programmabegroting 2009. Vanwege de sterke daling van het aantal
huisuitzetting in 2008 ten opzichte van de Programmabegroting 2008, is het doel voor 2010 sterk naar beneden bijgesteld.
65
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Regie op openb.geest.gezondheidszorg Als gevolg van de nieuwe programma-indeling is sprake van een nieuwe productgroep. Subtotaal productgroep Regie op openb.geest.gezondheidszorg Productgroep Zorg voor kwetsbare groepen Als gevolg van de nieuwe programma-indeling is sprake van een nieuwe productgroep. Subtotaal productgroep Zorg voor kwetsbare groepen Totaal lasten Baten: Productgroep Regie op openb.geest.gezondheidszorg Als gevolg van de nieuwe programma-indeling is sprake van een nieuwe productgroep. Subtotaal productgroep Regie op openb.geest.gezondheidszorg Productgroep Zorg voor kwetsbare groepen Er zijn geen inkomsten geraamd bij deze productgroep. Subtotaal productgroep Zorg voor kwetsbare groepen Totaal baten Totaal resultaat voor bestemming
Bedrag x € 1.000
2.558 2.558
N N
79 79 2.637
N N N
-904 -904
V V
0 0 -904 1.733
V V V N
66
Programma 4: Jeugd, Onderwijs, Cultuur en Sport Missie
Het integrale jeugdbeleid in Alphen aan den Rijn is, zoals is verwoord in de Kadernota Integraal Jeugdbeleid, gericht op het regisseren van alle krachten en kwaliteiten in de samenleving en het
scheppen van voorwaarden voor persoonlijke groei en welbevinden van de Alphense jeugd van 0 t/m 23 jaar, zodat deze zich ontwikkelt tot zelfstandige en maatschappelijk actieve mensen. We stimuleren culturele ontwikkeling door deelname aan kunst en cultuur. We bevorderen de
mogelijkheden tot lichamelijke ontwikkeling door middel van een goed en toegankelijk aanbod van
sportvoorzieningen. De doelstelling bij de thema’s integraal jeugdbeleid en de doelstellingen op het gebied van cultuur en sport versterken elkaar. Het integrale jeugdbeleid is onder te verdelen in de thema’s zorg, educatie, veiligheid en vrije tijd. Bij de ontwikkeling van jongerenbeleid willen we met in plaats van over jongeren praten.21
Speerpunten
Integraal jeugdbeleid Jeugd en Zorg:
- Zorgen voor een sluitend stelsel van zorg en opvang voor de jeugd.
Jeugd en Educatie:
- Verhogen van het aantal jongeren dat de school verlaat met een startkwalificatie. - Terugdringen schoolverzuim en schooluitval.
- Optimaliseren ontwikkelingskansen van kinderen.
- Het bieden van effectieve en passende zorg en begeleiding aan leerlingen.
Jeugd en Veiligheid:
- Terugdringen van overlast door jongeren. - Creëren veilige leefomgeving. Jeugd en Vrije tijd:
- Bevorderen van de participatie van jongeren.
- Bevorderen van het multifunctionele gebruik van accommodaties.
Sport:
Investeren in sport- en recreatiemogelijkheden.
Bevorderen van gezond leefgedrag door stimuleren van sportbeoefening (gericht op doelgroepen).
Cultuur:
Het verbeteren van de kwaliteit van de bibliotheek. In stand houden van het huidige aanbod en gebruik van culturele voorzieningen. Behouden van het cultureel erfgoed.
21
De in de vorige programmabegrotingen gehanteerde indicatoren voldoen voor een deel niet meer en zijn
vervallen of aangepast. We werken aan het opstellen van nieuwe, relevante en betrouwbare indicatoren bij alle prestatiedoelen.
67
Kaders en Context
Kadernota programma Jeugd 2007-2011.
Regioconvenant “Ketenaanpak jeugdbeleid, jeugdzorg en gezinsondersteuning (vroegsignalering en zorgcoördinatie) Zuid-Holland Noord 2007-2010.
Deelprogramma Jeugd en Educatie, samenhangend onderwijsbeleid. Alphen aan den Rijn 2007-2010.
Deelprogramma Jeugd en Veiligheid 2008-2011. Deelprogramma Jeugd en Vrije Tijd 2008-2011. Deelprogramma Jeugd en Zorg 2009-2011.
Nota “Kansen Optimaal Benutten: Onderwijsachterstandenbeleid/VVE: Voor- en Vroegschoolse Educatie
augustus 2006 – augustus 2010”.
Kadernota Onderwijsbegeleiding in Alphen aan den Rijn, 2006-2011. Toekomstnotitie ‘Verder bouwen aan de brede school’ (2008).
Nota ‘Lokaal onderwijshuisvestingsbeleid Alphen aan den Rijn, 2005-2010.
Nota ‘Samenwerken aan een sportieve en gezonde stad. Sportbeleid Alphen aan den Rijn 2008-2012’. Cultuurnota (2006.;
Preventieplan Veilig Opgroeien Alphen aan den Rijn – november 2007. Toekomstnotitie Brede School Alphen aan den Rijn – september 2008. Toekomstnotitie Peuterspeelzaalbeleid – september 2007.
Plan van Aanpak Programma Investeren in Mensen (PIM, 2007).
Wet Publieke Gezondheid (2008) en nota Lokaal volksgezondheidsbeleid 2008-2011 ‘Voorkomen is beter dan genezen’.
Op weg naar een nieuwe sociale agenda, richtinggevend kader heroverweging PIM (2009).
PIM in 2010
Voor informatie over dit onderwerp verwijzen wij naar Programma 3.
Deelprogramma 4.1 Jeugd Deelprogramma 4.1.a
Jeugd en zorg
Doelstelling a.
b.
Het scheppen van voorwaarden waaronder ouders de eigen verantwoordelijkheid om hun kinderen op te voeden en te verzorgen optimaal kunnen invullen.
Het realiseren van een sluitend stelsel van zorg en opvang voor jeugd en gezin.
68
Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
1
Het voorkomen van
Aandacht voor gezonde leefgewoontes van jongeren vooral gericht op
bij jongeren
school en afspraken maken met horeca en scholen over drankgebruik en
gezondheidsproblemen
overgewicht en tegengaan van alcoholgebruik. Project bewegen op
veilig uitgaan. Verder is er aandacht voor verbetering van binnenmilieu op basisscholen. De preventieprogramma’s over alcohol en drugs op
scholen en de betrokkenheid van onderwijzend personeel hierbij dienen minimaal op het huidige niveau te blijven. 75% van de scholen doet mee aan deze programma’s. In overleg met de scholen proberen we de deelname te verhogen, maar het al dan niet deelnemen, blijft een autonome beslissing van de scholen. 2
Veilig opgroeien voor
•
alle kinderen in Alphen
Het bieden van mogelijkheden om in een zo vroeg mogelijk stadium vragen en problemen te bespreken door middel van het Opvoedbureau (beschikbaar van 0-18 jaar).
•
We verlenen ondersteuning bij de opvoeding van kinderen.
Hieronder vallen projecten zoals Kom Erbij en Homestart. Dit zijn voorzieningen ter bestrijding en voorkoming van
ontwikkelingsachterstanden bij kinderen. Ze zijn gericht op zowel ouders als kinderen. Allochtone ouders zijn een
belangrijke doelgroep en worden vooral via Kom Erbij goed bereikt. •
In 2009 is een onderzoek gestart naar de behoefte van ouders op het gebied van opvoedingsondersteuning. Op basis van de resultaten van het onderzoek en in nauw overleg met onze
partners vindt in 2010, waar nodig, een herziening plaats van het huidige aanbod aan opvoedingsondersteuning. Wij willen in de stad een passend aanbod realiseren dat vraaggericht,
toegankelijk en laagdrempelig is. De programma’s waarmee wordt gewerkt, hebben hun effect bewezen. •
Er zijn, vanuit verschillende invalshoeken, verschillende
casuïstiek overleggen voor de jeugd. In 2009 en 2010 wordt geanalyseerd hoe deze zich tot elkaar verhouden en wat een
efficiënte en effectieve structuur is. Daarnaast zal in 2010 de rol van de Verwijsindex in dit geheel duidelijker worden, wat ook tot aanpassingen kan leiden. Bij de casuïstiek rondom
multiproblemgezinnen/risicogezinnen wordt gewerkt met de regiobrede methodiek ‘1 gezin, 1 plan’. •
Het regioconvenant ‘Ketenaanpak jeugdbeleid, jeugdzorg en
gezinsondersteuning (vroegsignalering en zorgcoördinatie) Zuid Holland Noord 2007-2010’ bevindt zich in een vergevorderd stadium. In september 2009 wordt een nieuw, aanvullend
convenant ondertekend, waarin de verdere implementatie van
de Verwijsindex (onder de naam jeugdMATCH), de methodiek 1 gezin 1 plan, een model voor zorgcoördinatie en verdere
ontwikkeling van CJG's in de regio centraal staan. Alphen aan
69
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? den Rijn is trekker van de regionale werkgroep CJG. Er zijn 5 subwerkgroepen die gezamenlijke thema's/aanbod voor de CJG's ontwikkelen en uitwerken. JeugdMATCH en het
elektronisch kinddossier (EKD) worden in 2010 ingevoerd. De
praktische consequenties van met name de JeugdMATCH voor Zorgcoördinatie en casuïstiek overleg worden verder uitgewerkt. Ook het aantal partners dat werkt met de JeugdMATCH wordt verder uitgebreid. •
Het eerste Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) aan de Meteoorlaan wordt verder ontwikkeld. Vooral publiciteit, het
ontwikkelen van gezamenlijke werkprocessen en de uitbreiding van de samenwerkingspartners vragen continue aandacht.
Overwogen wordt het CJG van de Meteoorlaan te verplaatsen naar de nieuwbouwlocatie Nieuwe Sloot. De huidige ruimte in het ziekenhuis is te beperkt •
De voorbereiding van het geplande tweede CJG in Kerk en Zanen wordt, nadat daarmee al in 2009 is begonnen, in 2010
voortgezet. Omdat het hier een nieuwbouwlocatie betreft, zal opening pas eind 2011 plaatsvinden. •
In 2010 wordt een voorstel gedaan voor de prestatie-
indicatoren van de CJG’s. Naar huidige schatting zullen jaarlijks 1000 gezinnen gebruik maken van een dergelijk centrum voor
algemene activiteiten, opvoedingsondersteuning en preventieve gezondheidszorg. Jaarlijks zullen per centrum 100 ouders
komen met specifieke vragen over opvoedingsondersteuning. •
In regionaal verband wordt een virtueel CJG ontwikkeld. Volgens de plannen komen er in de eerste helft van 2010 twee sites, één voor ouders en één voor jongeren van 12 jaar en ouder.
•
In 2009 is de eerste fase van de invoering van productsubsidiëring bij ActiVite afgerond en zijn de tarieven per product vastgesteld. In de tweede fase van (2009/2010) worden de samenwerkingsafspraken verder ontwikkeld.
Reguliere activiteiten
Voor 0-4-jarigen en de 4–19-jarigen wordt het uniforme deel van het basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg uitgevoerd. Dat houdt in dat screening (hielprik, controle van gezicht en gehoor) plaatsvindt en dat vaccinaties worden gegeven. Daarnaast wordt advies gegeven. Het aanbieden van gezondheidszorg door consultatie door de schoolarts.
70
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr 1
•
Bereik van preventief (jeugd)
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
Bron
98,99%
99%
99%
99%
99%
99%
ActiVite
97%
97%
97%
97%
97%
97%
GGD
gezondheidsonderzoek 0-4 jaar •
Bereik van preventief onderzoek 4-19 jarigen
1
•
Gebruikers harddrugs 12-17 jaar22
Alphen aan den Rijn
1,2% 1,4%
Zuid Holland Noord Gebruikers alcohol 12-17 jaar
40%
Alphen aan den Rijn
47%
Zuid Holland Noord 2
23
1,2% -
1,2%
1,2%
1,2%
GGD
-
40%
40%
40%
40%
40%
GGD
-
-
-
-
-
26 -
-
-
Ge-
-
-
-
meente
-
-
-
-
-
CJG
750
750
Kom
40
40
Erbij
1,2%
•
Bereikte risicogezinnen
71
90
90
•
Gezinnen die gezinscoaching/
35
45
45
bemoeizorg krijgen •
Gezinnen die gebruik maken van
Centra voor Jeugd en Gezin (CJG)
22
•
Opvoedingsvragen in CJG
•
Ouders bij Kom Erbij
•
Gezinnen bij HomeStart
25
24 20
1000
718
750
39
100 40
1000 150 750 40
-
750 40
-
-
W&O CJG
JSO
De indicatoren zijn aangepast aan de nieuwe vraagstelling van de onlangs (2008) gehouden vierjaarlijkse
jeugdmonitor. Deze is uitgevoerd door de GGD op basis van de landelijke vraagstelling. Nieuw is ook de vergelijking met het regionale cijfer. 23
Een daling van het aantal gebruikers blijft altijd het streven. Aangezien op landelijk niveau een toename van het
percentage verslaafden en gebruikers gemeten wordt, is een gelijkblijvend niveau echter een meer realistische doelstelling. 24
Het CJG is vanaf 9 juli 2008 actief.
25
Deze cijfers zijn niet gebaseerd om realisatiegegevens, maar betreffen een schatting. Het CJG is halverwege 2008
gestart. 26
Door de vorming van CJG’s verandert er veel in de werkwijze en de aanpak. Daarom worden in 2010 nieuwe en
reële prestatie-indicatoren bepaald voor 2011 en volgende jaren.
71
Deelprogramma 4.1.b
Jeugd en educatie
Doelstelling Het scheppen van voorwaarden voor optimale onderwijs- en ontwikkelingskansen die moeten leiden tot het participeren op de arbeidsmarkt en een volwaardig maatschappelijk functioneren. Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
1
Optimale onderwijs- en ontwikkelingskansen
Wat doen we daarvoor? • •
In 2010 voeren we productsubsidiëring in bij het peuterwerk. De Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) wordt voortgezet en uitgebreid. We willen optimale startkansen voor kinderen
scheppen aan het begin van hun schoolloopbaan. In 2010 is het aantal bereikte doelgroepkinderen van de voorscholen 210. Dit is 85% van de doelgroep zoals die gedefinieerd is in de nota Kansen optimaal benutten. • •
We starten in 2010 met een pilot VVE in de kinderopvang. Projecten onderwijsachterstanden.
Er zijn zes projecten die doorlopen in 2010: o o
Taalbeleid primair onderwijs;
Steunpunt neveninstromers basisonderwijs. Neveninstromers zijn leerlingen van buitenlandse afkomst die gedurende het schooljaar instromen;
o o
Ouderondersteuning VVE;
Ondersteuning schoolloopbaan door zorgnetwerken;
o
Trajectbegeleiding rond schooluitval bij 6-12 jarigen;
o
Vroegsignalering en doorlopende zorg aan peuters die naar het basisonderwijs gaan.
•
Schakelklassen: In het schooljaar 2009-2010 zijn drie schakelklassen voor leerlingen met grote taalachterstanden in het basisonderwijs.
•
We voeren het besluit van de gemeenteraad ‘Een kans voor getalenteerde jongeren met een taalachterstand’ uit.
Jongeren in het voortgezet onderwijs (havo/vwo-advies) met taalachterstand krijgen extra ondersteuning. •
Het schoolmaatschappelijk werk is in 2010 beschikbaar voor 21 scholen.
•
Peuterspeelzaalbeleid: naar verwachting wordt medio 2010 nieuwe wetgeving van kracht. Landelijke ontwikkelingen zullen leiden tot harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzalen.
•
Voorkomen voortijdig schoolverlaten: in 2010 wordt vervolg
72
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? gegeven aan de verbeterslagen op het gebied van registratie en administratie binnen de leer- en kwalificatieplicht. Aan het einde van schooljaar 2009-2010 zal dit leiden tot een kwalitatief goed jaarverslag Leerplicht. •
De verschillende disciplines worden geïntegreerd: in 2010 zal worden gewerkt aan verdere cijfermatige en inhoudelijke samenwerking van verschillende disciplines die werkzaam zijn op het gebied van leerplicht en jeugdwerkloosheid,
zoals leerplicht, kwalificatieplicht, RMC en jongerenloket. Zie voor het jongerenloket en de wet Wet investeren in jongeren (Wij) verder programma 7. •
Maatschappelijke stages: in 2010 wordt in samenwerking met scholen, de jongeren en de stagemakelaar de
ontwikkeling voortgezet. Door de maatschappelijke stages maken jongeren op een zinvolle manier kennis met de
overeenkomsten en verschillen in onze samenleving door onbezoldigd iets voor een ander te doen én daarvoor verantwoordelijkheid te nemen. 2
Brede scholen
•
In 2010 wordt de werkwijze op de negen brede scholen in de ISV-wijken voortgezet waarbij het accent op het vergroten van ontwikkelingskansen voor kinderen
gehandhaafd blijft. In de tweede helft van 2010 wordt de volledige brede school geëvalueerd en wordt een advies voor de toekomst voorbereid. •
In het kader van de ‘impuls Brede scholen, sport en cultuur’ worden combinatiefuncties gerealiseerd. Een
combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in dienst is bij één werkgever, maar werkzaam is voor twee of meer sectoren: in dit geval onderwijs, sport en/of cultuur.
73
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr 1
•
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
75%
80%
Doel 28 85%
85%
90%
95%
3
3
4
4
4
4
600
750
750
750
183
165
149
134
134
-
-
-
-
-
RMC
75
70
60
60
60
Bureau
Bereik binnen doelgroep van kinderen voor Voor- en
Bron JSO29
Vroegschoolse Educatie (VVE) •
Schakelklassen (gem. 10 leerlingen per klas)
•
401
Aantal deelnemers naschoolse
450
27
activiteiten brede school 1
•
Niet-leerplichtige voortijdige schoolverlaters (18-23 jaar)
•
Leerplichtige schoolverlaters zonder startkwalificatie
•
184 46
Aantal jongeren met een Halt afdoening spijbelen
27
RMC33
30
31
32
-
Halt
Het cijfer voor 2009 is bijgesteld op basis van een correctie die ook heeft plaatsgevonden in het
programmaverslag 2008. Het aantal deelnemers vanaf 2010 stijgt weer, omdat vanaf schooljaar 2009-2010 het aantal brede scholen verdubbelt. 28
Afhankelijk van de rijksmiddelen per 1-8-2010.
29
Expertisecentrum voor Jeugd Samenleving en Opvoeding.
30
Het ministerie van OCW heeft in het convenant voortijdig schoolverlaten met onder meer de RMC’s en de
schoolbesturen afgesproken dat het aantal voortijdig schoolverlaters gaat dalen. Op grond van deze afspraken zijn de doelen voor de komende jaren opgesteld. 31
Als de verbeterslag die momenteel plaatsvindt is afgerond, kan een reële prognose voor de komende jaren
worden gedaan. 32
Dit convenant is pas in november 2008 van start gegaan op de scholen. Omdat er een tijd over heen gaat voordat
deze leerlingen bij leerplicht terechtkomen (scholen gaan eerst zelf aan de slag met waarschuwingen) waren in
2009 pas de eerste afdoeningen aan de orde. De prognoses voor 2010 e.v. jaren zijn indicatief omdat nog geen gegevens van een heel jaar bekend zijn. 33
Regionaal Meld- en Coördinatiepunt voortijdig schoolverlaten.
74
Deelprogramma 4.1.c
Onderwijshuisvesting
Doelstelling
Voorzien in adequate huisvesting voor het primair, voortgezet en speciaal onderwijs conform de wettelijke opdracht.
Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
1
Onderwijshuisvesting
Wat doen we daarvoor? Er is een bestuurlijk-ambtelijke Taskforce onderwijshuisvesting binnen
de gemeente in het leven geroepen die de huidige achterstanden
afhandelt, zodat daarna een masterplan onderwijshuisvesting voor de
komende jaren kan worden vastgesteld. De opdracht van deze Taskforce is om de volgende zaken op het terrein van de onderwijshuisvesting in onderlinge samenhang en in samenwerking met de onderwijsinstellingen aan te sturen:
* afhandeling achterstanden; * lopende projecten onderwijshuisvesting;
* ontwikkeling masterplan onderwijshuisvesting (incl.ontwikkeling leerpark). 2
Leerpark
Leerpark: het streven is om in het najaar van 2009 een
samenwerkingsovereenkomst af te sluiten. In 2010 worden de werkzaamheden om het Leerpark te realiseren voortgezet.
Reguliere activiteiten
Uitvoering integraal huisvestingsplan onderwijs (2007): o o
realiseren van de nieuwbouw Samen Op Wegschool (Prinses Irenelaan);
voortzetting van de nieuwbouw van de Groen van Prinstererschool en Het Palet met een brede schoolvoorziening aan de Tolstraat (inclusief voorziening bewegingsonderwijs);
o
treffen van voorbereidingen voor de uitbreiding van de Prismaschool;
o
voortzetting van de gebiedsontwikkeling aan de Lupinesingel (incl. vervanging schoolgebouwen en gymlokaal);
o
voorbereiding van de Kop Sterrenlaan (wijkgerichte voorziening), inclusief vervanging schoolgebouw;
o
realisatie van de uitbreiding van An Noer;
o
voortzetting nieuwbouw Bonifaciusschool aan de Paradijslaan (inclusief gymlokaal);
o
voorbereiding van de nieuwbouw van een dependance voor De Rank in het noordelijk deel van de Lage Zijde (hoofdgebouw aan de Da Costastraat);
volgtatr?eenten hebben de wettelijke opdracht om te voorzien in adequate h voor het primair en gulioere cativiteietnvoortgezet en nv oortgezet en specia is van de verordening voorzieningen ond
75
Deelprogramma 4.1.d
Jeugd en veiligheid
Doelstelling a.
b.
Het bevorderen van een veilige leefomgeving van jeugd en gezin.
Aanpakken van zorgelijk en overlastgevend gedrag ten einde afglijden richting jeugdcriminaliteit te voorkomen.
Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
1
Wat doen we daarvoor? •
Vervolg geven aan Het Overleg. Dit is een breed overleg
betreffende jeugd en veiligheid met alle betrokken ketenpartners.
•
Project Digiveilig: in 2010 kiezen we een vorm voor de
vervolgaanpak. De keuze is afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek (2009) naar de aard en grootte van digitale criminaliteit onder Alphense jongeren. Onder digitale
criminaliteit verstaan we onder meer grof taalgebruik, pesten, seksuele toespelingen, pornografische activiteiten of beelden, afpersing, bedreiging e.d. •
De cijfers wat betreft jeugd en veiligheid worden meegenomen bij de veiligheidsmonitor en komen terug bij de monitoring van het totale programma jeugd. Er wordt (onder meer) voor Jeugd en Veiligheid een nulmeting gehouden.
•
Ontwikkelen van een repressieve aanpak van jeugd die met teveel alcohol op overlast veroorzaakt of een delict begaat.
Reguliere activiteiten •
Het maatjesproject wordt voortgezet. Dit project van Humanitas heeft tot doel een-opeenbegeleiding te bieden aan jongeren tot 20 jaar die geen indicatie krijgen van een
hulpverleningsinstantie maar die wel sociaal en maatschappelijk kwetsbaar zijn. Daarnaast kan het Maatjesproject worden ingezet voor jongeren die wel een indicatie hebben, maar extra ondersteuning behoeven. •
Jeugdpreventieteam (JPT): doelstelling is te zorgen dat risicojongeren worden gesignaleerd, dat
snel (binnen 2 werkdagen) contact wordt opgenomen met jongeren en ouders en dat zonodig een zorgtraject start.
76
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr 1
•
Aantal Alphense jongeren dat in
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
93
80
80
80
80
80
•
Aantal jongeren dat het
•
Aantal jongeren dat in Het
23
25-30
25-30
25-30
60
60
-
Maatjesproject heeft bereikt Overleg is ingebracht
34
JPT rapportage
het Jeugd Preventie Team (JPT) is ingebracht
Bron
25-30 25-3034 MaatjesProject -
-
Gemeente W&O
De voortgang van dit project is afhankelijk van beschikbare financiering.
77
Deelprogramma 4.1.e
Jeugd en vrije tijd
Doelstelling
Het stimuleren van deelname van de jeugd aan activiteiten op het gebied van sport, cultuur, recreatie en de jongeren hierbij betrekken.35 Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr 1
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? •
Bevorderen Jongerenparticipatie. In 2010 is de jongerenraad actief en functioneert volgens nieuwe werkwijze. Hierbij wordt op projectmatige wijze aan thema’s gewerkt en worden jongeren betrokken bij gemeentelijke ontwikkelingen.
•
Mogelijkheden voor virtuele informatievoorziening op het gebied van vrije tijd worden onderzocht.
•
Er worden drie locaties nader uitgewerkt als potentiële locaties voor een discotheek. In september zal aan marktpartijen
gevraagd worden of zij het haalbaar achten op één van de drie locaties een plan te ontwikkelen. Half november 2009 worden
de resultaten hiervan aan de B&W voorgelegd. De vervolgacties in 2010 zijn hier afhankelijk van. •
Max: de mogelijkheden tot herhuisvesting van de gebruikers van Max worden onderzocht.
•
De projecten Kindergemeenteraad worden georganiseerd om de betrokkenheid en participatie van jeugd en jongeren te
vergroten. •
De gemeente stimuleert jeugdinitiatieven. Er wordt bekendheid gegeven aan de mogelijkheid om deze in te dienen via bijvoorbeeld de jongerenraad en de website.
•
De gemeente maakt minstens één dag voor het voortgezet onderwijs mogelijk (op initiatief van de school zelf), waarbij
leerlingen uit de bovenbouw in één dag kennis maken met het reilen en zeilen op het stadhuis. •
Jongeren worden gestimuleerd hun talenten te ontwikkelen door het jaarlijks toekennen van een jeugdprijs: YouR Alphen.
•
Het jeugd- en jongerenwerk (Participe) wordt voortgezet.
•
Ook in 2010 wordt in samenwerking met partners uit de stad het jongerenfestival Lakeside georganiseerd.
•
We voeren het besluit van de gemeenteraad uit om jaarlijks de
Ster van Alphen toe te kennen aan kinderen die zich gedurende meerdere jaren of met een concrete activiteit hebben ingezet voor de Alphense samenleving. 35
De indicatoren voor dit deelprogramma zijn in ontwikkeling.
78
Reguliere activiteiten jeugdbeleid
De gemeente heeft op het terrein van onderwijs en jeugdbeleid een aantal vaste (deels wettelijke) taken, zoals onderwijshuisvesting, leerplicht, leerlingenvervoer, onderwijsachterstandenbeleid,
volwasseneneducatie en jeugdbeleid. Onder de vaste taken valt ook het subsidiëren van instellingen
die bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen, zoals Participe, ActiVite, Kwadraad en de RDOG. Leerlingenvervoer De verzorging van het leerlingenvervoer is een wettelijke verplichting. Vanuit de Verordening
leerlingenvervoer Alphen aan den Rijn wordt bepaald op welke voorziening een leerling recht heeft. Naast het aangepaste vervoer (taxibus) kunnen leerlingen ook gebruik maken van het openbaar vervoer
of een eigen vervoermiddel. Uit de registratie bleek een substantiële toename van het aantal leerlingen
dat gebruikt maakt van deze voorziening. Deze stijging wordt in het gehele land gesignaleerd. De twee oorzaken: een aantal leerlingen werd voorheen naar school vervoerd ten laste van de AWBZ. Deze
regeling is opgeheven en de leerlingen maken nu gebruik van het gemeentelijk leerlingenvervoer.
Gemeenten worden hiervoor niet gecompenseerd. De toename wordt verder verklaard door een
toename van het aantal laag functionerende kinderen en kinderen met gedragsproblemen. Deze kinderen vallen eerder op bij de verscherpte diagnostiek bij leerlingen met achterstanden op basisscholen. Leerplicht
Sinds enkele jaren voert Alphen aan den Rijn naast haar eigen leerplichttaken deze taken ook uit voor de gemeente Rijnwoude. Tot augustus 2008 werden deze taken ook uitgevoerd voor de gemeente Ter Aar. Inmiddels is Ter Aar opgegaan in de nieuwe gemeente Nieuwkoop, waarvoor Alphen ook de
leerplichttaken uitvoert. Het aantal leerplichtigen in alle drie de gemeenten gezamenlijk is ongeveer 23000 leerlingen. Ook in 2010 worden voor alle drie de gemeenten de leerplichttaken door de gemeente Alphen aan den Rijn uitgevoerd. Op 1 augustus 2007 is de kwalificatieplicht van kracht geworden. Bekostiging van de medewerker vindt plaats uit RMC-middelen. Dit is een regionale functie voor de gemeenten Alphen aan den Rijn, Rijnwoude en Nieuwkoop.
79
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak
Bedrag x € 1.000
Lasten: Productgroep Jeugd en Educatie Als gevolg van de nieuwe indeling van programma 3 en 4 is deze productgroep nieuw
3.382
N
Subtotaal productgroep Jeugd en Educatie
3.382
N
753
N
753
N
Als gevolg van de nieuwe indeling van programma 3 en 4 is deze productgroep nieuw
2.343
N
Subtotaal productgroep Jeugd en Zorg
2.343
N
10.451
N
10.451
N
ingesteld.
Productgroep Jeugd en vrije tijd Als gevolg van de nieuwe indeling van programma 3 en 4 is deze productgroep nieuw ingesteld. Subtotaal productgroep Jeugd en vrije tijd Productgroep Jeugd en Zorg ingesteld.
Productgroep Onderwijshuisvesting Als gevolg van de nieuwe indeling van programma 3 en 4 is deze productgroep nieuw ingesteld. Subtotaal productgroep Onderwijshuisvesting
80
Totaal lasten
16.929
N
Als gevolg van de nieuwe indeling van programma 3 en 4 is deze productgroep nieuw
-1.141
V
Subtotaal productgroep Jeugd en Educatie
-1.141
V
0
V
0
V
Als gevolg van de nieuwe indeling van programma 3 en 4 is deze productgroep nieuw
-1.402
V
Subtotaal productgroep Jeugd en Zorg
-1.402
V
-254
V
Baten: Productgroep Jeugd en Educatie ingesteld.
Productgroep Jeugd en vrije tijd Als gevolg van de nieuwe indeling van programma 3 en 4 is deze productgroep nieuw ingesteld. Subtotaal productgroep Jeugd en Vrije tijd Productgroep Jeugd en Zorg ingesteld.
Productgroep Onderwijshuisvesting Als gevolg van de nieuwe indeling van programma 3 en 4 is deze productgroep nieuw ingesteld. Subtotaal productgroep Onderwijshuisvesting
-254
V
Totaal baten
-2.797
V
Totaal resultaat voor bestemming
14.132
N
Er is geen apart budget voor deelprogramma Jeugd en Veiligheid beschikbaar. In de doorontwikkeling van de (deel)programma-indeling en de bijbehorende budgetten is het de intentie hier een apart budget voor te benoemen.
81
Deelprogramma 4.2 Cultuur Doelstelling: a.
Zorgen voor een breed cultuur aanbod dat toegankelijk is voor verschillende doelgroepen
c.
Het stimuleren van het historisch besef
b.
Toegang tot kennis voor alle bewoners
d. Het in stand houden van cultureel erfgoed Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
1
Wat doen we daarvoor? •
Bij de Streekmuziekschool en de bibliotheek wordt in 2010
productsubsidiëring bij wijze van proef ingevoerd en in 2011 definitief.
•
De planontwikkeling voor het herhuisvesten van de bibliotheek met het Streekarchief Rijnstreek, de muziekschool en andere partners in het nieuwe cultuurhuis wordt voortgezet. Het
resultaat is mede afhankelijk van de ontwikkeling van het stadshart Lage Zijde. Zie hiervoor ook Programma 8/8.3 Stadshart, ontwikkeling Lage Zijde.
•
De gemeente participeert in het onderdeel cultuur van de Regionale Agenda Samenleving (RAS). Daarvoor worden in regionaal verband door de bibliotheek en de kunstuitleen
activiteiten ontplooid. Voor het schooljaar 2009/2010 is dat de Limes. Het thema voor 2010/2011 moet nog worden bepaald. •
Het activiteitenprogramma cultureel erfgoed: de archeologische
bodemvondsten worden geëxposeerd in een nieuw op te richten museum. In 2009 is gewerkt aan de realisatie van een tijdelijk museum en is er gestart met het permanente museum, dat in 2010 zijn poorten gaat openen. •
Het poppodium het Kasteel moet na de opbouw van de nieuwe organisatie in 2009 komen tot een wekelijks programma in het seizoen 2009/2010.
Reguliere activiteiten
De gemeente subsidieert het aanbod aan kunst en cultuur via grote instellingen als het theater
Castellum, de Streekmuziekschool, de Bibliotheek, Parkexpressie, Het Kasteel en de kunstuitleen (SBK). Er is in de gemeente Alphen aan den Rijn voldoende aanbod om het culturele leven van de diverse doelgroepen (waaronder jongeren) te verrijken zoals onder andere de bioscopen, poppodium Het
Kasteel, jongerencentrum Max, theater Castellum, Jeugdtheaterhuis en dansverenigingen/scholen.
We bevorderen betrokkenheid van inwoners bij het oprichten en in stand houden van beeldende kunst in openbare ruimte.
82
Het stimuleren en het behouden van het historisch besef en het behoud van het cultureel erfgoed
worden gefaciliteerd door de instandhouding van het streekarchief, de jaarlijkse monumentendag, tentoonstellingen over ons cultureel erfgoed en het in stand houden van gemeentelijke monumenten zoals Rijnkade 11 en Villa Nuova.
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr 1
•
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
81.000
81.000 37 -
81.000
Bron
Deelnamecijfers van kunst- en cultuurinstellingen bezoekers Theater Castellum cursisten van Muziekschool
deelnemers van Parkexpressie leerlingen jeugdtheaterschool •
Aantal leden van de bibliotheek
•
Monumenten op de monumentenlijst
91.010
36 81.000
1684
1600
Bedrijfs 1600
-
verslag van
1000
1000
betrokken
285
285
285
instellingen
17.500
38 -
-
-
idem
50
50
50
50
1000
1000
270
285
285
17.593
17.500
67
50
1023
1000
-
81.000 plan en jaar
ROV
die in aanmerking komen voor subsidie
36
Het realisatiecijfer voor 2008 is hoger dan verwacht. Het echter niet reëel – mede gezien de economische
ontwikkelingen - om op grond van de realisatiecijfers van één jaar het doel voor de komende jaren omhoog bij te stellen. 37
Met de invoering van de productfinanciering worden nieuwe indicatoren opgesteld voor de muziekschool.
38
Met de invoering van de productfinanciering worden nieuwe indicatoren opgesteld voor de bibliotheek.
83
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Cons.prof.kunst cultuur Een tegemoetkoming in de toegenomen exploitatie lasten van het poppodium Het Kasteel leidt tot een stijging van € 31.000 (VJN 2009-2013). Incidentele budgetten 2009 welke vervallen in 2010 leiden tot een afwijking van € 134.000. Het verdelen van de prijscompensatie 2009 leidt in 2010 tot een stijging van het budget met € 30.000. Onderhoudskosten welke in de vorige begroting onder een ander productgroep vielen, leiden tot een verschuiving van € 89.000 op deze productgroep. Afrondingen leiden tot een afwijking van € 4000. Subtotaal productgroep Cons.prof.kunst cultuur Productgroep Historisch besef De begroting 2010 van het Streefarchief laat een kostenstijging zien van € 25.000. Subtotaal productgroep Historisch besef Productgroep Monumenten Het budget wat structureel beschikbaar is gekomen middels de Voorjaarsnota 2007 en bedoeld is voor de activiteiten uitwerking beleid en beleid uitdragen d.m.v. inhuur derden is vervallen. Dit is onderdeel van de taakstelling welke is opgenomen in de Voorjaarsnota 2009-2013, zgn. lijst B. Afrondingen leiden tot een mutatie van € 2.000. Subtotaal productgroep Monumenten Totaal lasten Baten:
Bedrag x € 1.000
31
N
-134 30
V N
89
N
4 20
N N
25 25
N N
-25
V
2 -23 22
N V N
84
Productgroep Cons.prof.kunst cultuur Een vervallen incidenteel budget van 2009 leidt in 2010 tot een afwijking van € 50.000 Diverse mutaties leiden tot een voordeel van € 16.000. Subtotaal productgroep Cons.prof.kunst cultuur Productgroep Historisch besef Subtotaal productgroep Historisch besef Productgroep Monumenten Subtotaal productgroep Monumenten Totaal baten Totaal resultaat voor bestemming
50
N
-16 34
V N
0 0
V V
0 0 34 56
V V N N
85
Deelprogramma 4.3 Sport Doelstelling
In samenwerking met derden voor zoveel mogelijk inwoners voorwaarden te scheppen die een leven lang sporten en bewegen mogelijk maken.
Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
1
Uitvoering Masterplan
Sportbeleid
Sport
•
De gemeente ontwikkelt een nieuw tarievenstelsel voor de sportsector. Na de inspraakprocedure wordt het tarievenstelsel eind 2009 vastgesteld door de gemeenteraad en gefaseerd ingevoerd met ingang van 1 januari 2010. De hieraan gekoppelde invoering van productsubsidiëring bij
Sportspectrum wordt ingevoerd met de aanvraag van de
subsidie voor 2011 die voor 1 juni 2010 wordt ingediend. •
In het kader van de landelijke Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur worden combinatiefuncties gerealiseerd.
•
In 2009/2010 wordt de sportdesk ingericht.
Buitensport •
De twee sportparken De Bijlen en Zegersloot worden
gerenoveerd, waarbij tevens de was- en kleedlokalen worden aangepakt. Daarnaast wordt een nieuw sportpark gerealiseerd op de groenstrook Kerk en Zanen. De nieuwe voorzieningen zullen in 2010 in gebruik genomen worden.
Binnensport •
In april 2009 heeft het college besloten de Rijnstreekhal open te houden totdat er een nieuwe binnensportaccommodatie is gerealiseerd in Alphen aan den Rijn. In 2009 wordt een
onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid van een nieuwe binnensportaccommodatie, waarna we in 2010 aan de slag gaan op basis van de resultaten. Zwembaden •
In juli 2009 is het definitieve ontwerp voor het nieuw te realiseren zwembad door de raad vastgesteld, waarna met de bouw wordt begonnen. Naar verwachting wordt het nieuwe
zwembad direct na de zomer van 2011 in gebruik genomen.
Reguliere activiteiten
De nota ‘Samenwerken aan een sportieve en gezonde stad. Sportbeleid Alphen aan den Rijn 20082012’ wordt uitgevoerd. Sportspectrum heeft hier een groot aandeel in. Reguliere activiteiten zijn
onder meer goed beheer van het zwembad, de sporthallen, de gymnastieklokalen en de sportparken. Daarnaast is Sportspectrum verantwoordelijk voor de uitvoering van projecten op het gebied van
86
sportstimulering. Speciale aandacht en inzet zijn er voor de sportdeelname van jongeren, gehandicapten en ouderen.
Een breed en divers aanbod van sport (waaronder de ongeorganiseerde sport en de particuliere sportaanbieders) wordt ondersteund in financiële of faciliterende zin. Hierdoor heeft Alphen aan den Rijn een goed aanbod van bijvoorbeeld wandel- en fietspaden en fitnesscentra.
De samenwerking tussen het ID College (opleiding Sport en Bewegen), Sportspectrum en gemeente wordt gecontinueerd.
Sport is verder onderdeel van projecten als Brede School, Superpretbus en ISV activiteiten.
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr 1
•
Percentage van de bevolking dat aan
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
63%
65%
67%
69%
71%
73%
16.600
16.900
17.200
17.500
17.500
Bron STP
sport doet 16.300
•
Leden van sportverenigingen
•
Bezoekers zwembad (op jaarbasis)39 371.774 Waarvan schoolzwemmen
Waarvan recreatief zwemmen
15.801
Sport-
355.000 355.000 355.000 389.000 389.000 spectrum 14.000
14.000
14.000
15.000
15.000
177.539 170.000 170.000 170.000 187.600 187.600
Tijdens de totstandkoming van de geactualiseerde sportnota is geconstateerd dat recente gegevens op
sportgebied ontbreken. Binnenkort zal een nulmeting worden gedaan aan de hand waarvan de doelen voor de komende jaren zullen worden vastgesteld. Het geactualiseerde sportbeleid maakt aanpassing c.q. wijziging van de criteria noodzakelijk.
39
In 2012 zal het herbouwde zwembad de Thermen in gebruik zijn, waardoor er een toename van het
bezoekersaantal is.
87
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Sportactiv.&-voorz. Een taakmutatie waartegenover een extra inkomst staat vanuit het gemeentefonds (meicirculaire 2009) leidt tot een structurele toename van lasten van € 130.000 in 2010, oplopend naar € 215.000 in 2013. Met ingang van 2011 is er sprake van een bezuiniging van € 100.000 op sport en volksgezondheid. Vooralsnog is er € 50.000 voor sport opgenomen, evenals € 50.000 bij volksgezondheid. De besparing is onderdeel van de taakstelling welke in de VJN 2009-2013 is opgenomen. Hogere kapitaallasten ten opzichte van 2009 leiden tot een nadeel van € 33.000. Diverse mutaties en afronding leiden tot een nadeel. Subtotaal productgroep Sportactiv.&-voorz. Totaal lasten Baten: Productgroep Sportactiv.&-voorz. In verband met de nieuwbouw van zwembad de Thermen is er sprake van een stijging van de inkomsten (VJN 2008). Dit betreft een stijging van de zwembadtarieven. Subtotaal productgroep Sportactiv.&-voorz. Totaal baten Totaal resultaat voor bestemming
Bedrag x € 1.000
130
N
0
V
33 15 178 178
N N N N
-70
V
-70 -70 108
V V N
88
Programma 5: Mobiliteit Missie
Alphen aan den Rijn ligt centraal in de Randstad, in theorie op een half uur van tal van steden en stedelijke voorzieningen. Willen we die centrale ligging optimaal benutten, dan moeten we zorgen voor een goede bereikbaarheid, zowel per auto, fiets en met het openbaar vervoer. Gelet op de huidige
verkeer- en parkeercapaciteit van het centrum, zetten we binnen de stad vooral in op het gebruik van fiets en openbaar vervoer. Belangrijke punten zijn:
Behouden bereikbaarheid oostkant Alphen ook na realisatie van de overslagterminal en het meerlaags bedrijventerrein “Steekterpoort”;
Betere bereikbaarheid noordzijde van de stad;
Behouden bereikbaarheid westzijde van de stad; Bevorderen (gebruik van) openbaar vervoer en fietsverkeer en;
Bevorderen fiets- en autoparkeergelegenheid in het Stadshart Lage Zijde.
Speerpunten
Wij houden vast aan de kaders van het vastgestelde Gemeentelijk Verkeer- en VervoersPlan (GVVP). De interne bereikbaarheid vergroten door het definitief afbouwen van de Oostelijke
hoofdontsluitingsroute via de Burgemeester BruinsSlotsingel, de Kennedylaan en de Oranje Nassausingel, richting de N11.
Om de ontsluiting van Alphen aan den Rijn te verbeteren, zowel per auto als openbaar vervoer, blijven we bij de provincie inzetten op verbreding van de N207, de voltooiing van de ringweg en de realisatie
van een lightrailverbinding naar Schiphol.
Voor de toekomst wordt in samenwerking met Rijkswaterstaat en de gemeente Rijnwoude ingezet op
een ongelijkvloerse kruising Leidse Schouw, zeker als de ringweg wordt voltooid, en Goudse Schouw. Door uitvoering van het fietsbeleid wordt het gebruik van de fiets bevorderd;
Door het opstellen van de parkeerbalans voor het gehele Stadshart zal de behoefte van de parkeergelegenheid in beeld worden gebracht. Met het uitvoeren van het nieuwe Herijkt Masterplan
Lage Zijde zullen voor de op te heffen parkeervoorzieningen voldoende parkeervoorzieningen worden gerealiseerd.
Opstellen van een nieuwe Nota Parkeerbeleid. Realisering RijnGouwelijn.
Kaders en Context
De volgende kaders zijn van toepassing:
Parkeernorm van 1,2 – 2,1 parkeerplaats per woning, afhankelijk van het woningtype, voor aanleunwoning/zorgwoning geldt een norm van 0,4 – 0,6 parkeerplaats per woning; Wegontwerp (gebruik duurzame materialen en milieubevorderende maatregelen); Wet geluidshinder;
Besluit luchtkwaliteit;
Nota economisch beleid (februari 2005); Gemeentelijk Verkeer- en VervoersPlan (GVVP), inclusief bijstelling van 2004. Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
89
Nr
Wat willen we bereiken?
1
Verder verbeteren van een goede interne
Wat doen we daarvoor? • •
Uitvoering van het actieplan GVVP
In het actieplan GVVP zijn de wensen uit de structuurvisie en de maatregelen nader beschreven en geordend tot concrete projecten.
bereikbaarheid
Op basis van het geactualiseerde meerjarenprogramma 2007-2012 is in 2009 de derde jaarschijf uit dit programma opgezet. In deze
jaarschijf is tevens een overzicht samengesteld van de nog uit te
voeren werken binnen het GVVP tot en met 2012. Jaarlijks wordt op basis van een werkplan en een nieuwe jaarschijf de voortgang en ontwikkeling binnen het GVVP inzichtelijk gemaakt.
•
Er wordt gewerkt aan een vervolg van het GVVP na 2012. Hierin wordt gekeken hoe het huidige GVVP zal worden afgerond, wat er
met de lopende en nog uit te voeren werken moet gebeuren en of er een opvolger moet komen in de vorm van een GVVP-2.
2
Verder verbeteren van
•
een goede externe
Inzetten op de verbreding van de N207 De corridorstudie heeft het nut en de noodzaak van verbreding van
bereikbaarheid
de N207 aangetoond. Op grond hiervan worden verschillende
combinaties van maatregelen op hun capaciteitsverhogende effect verder onderzocht. Hiernaast moet worden vastgesteld welke maatregelen op welke termijn kunnen en moeten worden
doorgevoerd. Naar aanleiding van de intentieovereenkomst worden verschillende combinaties van maatregelen verder onderzocht op hun capaciteitsverhogende effect. •
Voltooien van de ringweg door realisatie van de rondweg door de
Gnephoek
Een van de meest actuele acties om deze doelstelling te realiseren is de ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst Oude
Rijnzone (SOK) op 27 oktober 2008. In de SOK is overeengekomen dat de gemeenten Alphen aan de Rijn en Rijnwoude, in
samenwerking met de provincie, een haalbaarheidsstudie uitvoeren naar de beoogde oeververbinding, de Maximabrug. Deze
haalbaarheidsstudie is inmiddels ook gestart en gaat zicht bieden op de realiseringsmogelijkheden van zowel de (relatief) korte termijn. •
Een gerealiseerde oeververbinding die de verkeerssituatie in Koudekerk verbetert en de bestaande en de voor 2015 (in de
streekplanwijziging) voorziene ontwikkelingen, zijnde de nieuwe woonwijken Rijnpark fase I en II en het bedrijventerrein
Hoogewaard, (beter) ontsluit, als de doelen op de langere termijn (tot 2020 en later). •
Een gerealiseerde rondweg rond Alphen aan den Rijn, die de verkeers- en leefbaarheidsproblematiek van Alphen aan den Rijn vermindert, en
•
Een ontsluiting van mogelijk te realiseren woningbouw in de Gnephoek.
90
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? •
De uitkomsten van de haalbaarheidsstudie zullen voor beide
gemeenten en de provincie voor het eind van 2009 beschikbaar zijn. •
Verbeteren aansluiting Leidse Schouw op N11 Zowel het doorgaande autoverkeer op de N11 als het autoverkeer van en naar Alphen aan den Rijn op dit kruispunt is de afgelopen
jaren flink toegenomen. Hierdoor stagneert het autoverkeer, vooral op de Leidse Schouw in de middagspits), wat weer leidt tot
verkeersonveiligheid en tot stagnatie op aansluitende wegvakken in Alphen aan den Rijn. Bij de plannen voor de ringweg zal ook de Leidse Schouw en het kruispunt N11- Leidse Schouw moeten
worden betrokken. Er wordt ingezet op een ongelijkvloerse kruising Leidse Schouw/N11. Als laatste tussenoplossing wordt een extra linksafstrook op de Leidse Schouw uitgewerkt. 3
Voldoende
•
parkeergelegenheid in
Realiseren van voldoende (ondergrondse) parkeergelegenheid
Binnen de Stationsomgeving wordt voldoende parkeergelegenheid
het centrumgebied
gerealiseerd. Het Masterplan voor de Lage Zijde is inmiddels
vastgesteld. De parkeergelegenheid in het gehele Stadshart wordt onderzocht. Door het opstellen van een “parkeerbalans” in dit hele
gebied wordt inzicht verschaft over het aantal benodigde
parkeerplaatsen en voorzieningen voor het stallen van fietsen. Hierbij wordt voldoende parkeergelegenheid in dit gebied
gerealiseerd. Met het nieuwbouwprogramma Lage Zijde voor
woningen zullen eigen parkeervoorzieningen worden gerealiseerd. 4
Bevorderen van het
•
Realiseren van voldoende bewaakte stallingruimten bij het station en in het Stadshart en veilige stallingmogelijkheden bij
gebruik van openbaar
halteplaatsen van regionaal openbaar vervoer en winkelcentra.
vervoer en fiets
•
In de uitwerking van de verschillende plannen (Stationsomgeving,
Stadshart en (mogelijke) herinrichting winkelcentra) wordt rekening gehouden met het realiseren van voldoende stallingruimte voor fietsen. •
Verbeteren van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer voor ouderen en gehandicapten.
•
Er moeten circa 170 opstapplaatsen aangepast worden. Uit
bestaande dekkingsmiddelen, inclusief provinciale subsidies, kunnen 20 tot 22 plaatsen per jaar worden aangepakt. Daar waar mogelijk wordt dit ook vanuit het GVVP integraal voorbereid en
uitgevoerd. Het gemeentelijk aandeel voor de aanpassing van de
opstapplaatsen wordt jaarlijks meegenomen in de voorjaarsnota’s. • •
OV-verbinding Schiphol/Amsterdam
De verdere verbetering van de openbaar vervoerverbinding tussen Schiphol/ Amsterdam en Alphen aan den Rijn is als prioriteit
opgenomen in de OV-visie van de provincie Zuid-Holland en in de Corridorstudie N207. De verbinding Alphen aan den Rijn – Schiphol is benoemd tot prioritaire buscorridor en is ook zo opgenomen in
91
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? het project verbetering doorstroming buscorridors. Binnen dit
project werken de provincie Zuid-Holland, Stadsregio Rotterdam, Stadsgewest Haaglanden en Rijkswaterstaat samen aan een
geprioriteerd actieprogramma met infrastructurele maatregelen die zijn gericht op verbetering van de doorstroming. Het gaat hierbij om maatregelen voor de korte termijn (quick wins) als voor de langere termijn. •
Uitvoering van het fietsbeleid. Een nieuw fietsplan uit 2009 moet bijdragen aan het bevorderen
van het fietsgebruik. Onderdelen van dit fietsplan zijn een goed en veilig fietsnetwerk, voldoende goede fietsparkeerplaatsen, fiets en ruimtelijke ordening, werken, school en vrije tijd. Het fietsplan is
uitgangspunt bij ontwikkelingen en plannen e.d. op het gebied van o.a. verkeer en vervoer, ruimtelijke ordening, bouwaanvragen en beheer.
Het aantal fietspaden zal worden uitgebreid op basis van het vastgestelde GVVP en het Provinciaal fietspadenplan (onder andere ontsluiting Zaanse Rietveld en fietspad Hogedijk te Aarlanderveen) en het Limespad langs de Oude Rijn tussen Zwammerdam en
Alphen aan den Rijn. Op initiatief van de Provincie Zuid-Holland wordt momenteel samen gewerkt aan het ontwerp en de realisatie
van een langzaamverkeer en OV brug over het Aarkanaal ter hoogte van de Nieuwkoopseweg. Ook de fietsverbinding over de N11 ter hoogte van Burggooi zit in de ontwikkelfase. •
Betaalgedrag van parkeerder op straat
•
Het betaalbedrag van parkeerders op straat moet beter. Uit
oogpunt van rechtvaardigheid moet iedereen die zijn auto parkeert in de betaald parkeerzone de parkeergelden voldoen. Gestreefd wordt naar een percentage van boven de 90%. Door intensieve controle moet dit worden gehaald. •
RijnGouweLijn
•
De provincie en de gemeente Leiden hebben een alternatief
benoemd voor het tracé door de binnenstad. Dit tracé wordt nu onderzocht op de haalbaarheid. Dit heeft geen effect op onze bijdrage aan de RijnGouweLijn. 5
Optimaal gebruik van
•
Voortzetten van het CVV
het Collectief
•
Het CVV wordt voor een periode van 2 jaar voortgezet in de huidige
Vraagafhankelijk Vervoer (CVV) in Alphen
aan den Rijn en de regio
vorm (combinatie met OV). Vanaf de nieuwe concessie voor het
openbaar vervoer vanaf 2012 zullen de deur-halte ritten onder de reguliere OV concessie vallen. Het CVV zal dan meer specifiek gericht zijn op het vergroten van de toegankelijkheid van de
algemene voorzieningen die gebruikt worden door mensen met een beperking. De verantwoording van het CVV ligt bij het Rijnstreekberaad.
92
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr 1
•
2
•
3
•
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
Bron
Verkeer genoemd als een van de STP
drie hoofdproblemen in de buurt Bereikbaarheid genoemd als een van
STP
de drie hoofdproblemen Bezettingsgraad van de
62,5%
60%
61%
61,5%
62%
62%
Parkeerexploitatie.
parkeervoorzieningen in het centrum op straat •
Bezettingsgraad parkeergarage
•
Aantal gestalde fietsen in de
Castellum bij 24 uur bewaakte fietsenstalling Castellum •
Idem aan de bewaakte stalling De Vest40
4
•
Percentage inwoners dat de fiets
•
Aantal aangepaste opstapplaatsen
12% 73.673 81.007
13%
13%
13%
13%
13%
73.000
74.000
76.000
76.000
77.000
81.000
82.000
83.000
84.000
84.500
55% STP
gebruikt voor centrumbezoek41
voor ouderen en gehandicapten
40
60
80
IOR
Aan dit programma verbonden producten (reguliere activiteiten)
Naast het regulier onderhoud aan ‘gesloten verhardingen’ (asfalt) en ‘open verhardingen’ (klinkers/tegels) zullen in 2010 onder andere de volgende wegreconstructies worden opgepakt: -
de tweede fase President Kennedylaan en;
-
wellicht de meest in het oog springende de reconstructie van het kruispunt Oranje Nassausingel met de President Kennedylaan en de Willem de Zwijgerlaan. In het kader van Duurzaam Veilig
worden verspreid in de gemeente diverse 30 km/u zones ingericht en andere snelheidremmende
voorzieningen aangebracht.
Het regulier onderhoud aan verkeersregelinstallaties, verkeersvoorzieningen, parkeervoorzieningen en openbaar vervoersvoorzieningen draagt ook bij aan de realisering van de beoogd maatschappelijke effecten van dit programma.
Wat mag het kosten?
40
Gegevens driejaarlijks parkeeronderzoek beschikbaar 3e kwartaal 2007 en 2009.
41
Wordt niet ieder jaar gemeten. Kolom 2006 vermeldt de meest recente meting (2003).
93
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Bereikbaarheid centrum Verschuiving van personeelskosten binnen Stadsbeheer en directie grondgebied Vervallen incidentele budgetten Afgeschreven investeringen Project invoering Kar apparatuur in VRI's (2009) Investering GVVP (Maatschapp. Nut) wordt niet meer geactiveerd Vanaf 2010 is sprake van een verlaging van € 50.000 op het GVVP. Deze besparing is onderdeel van de taakstelling lijst B, zoals opgenomen in de VJN 2009-2013. Aangezien er sprake is van een verlaging van de reservetoevoeging heeft deze mutatie in dit overzicht financieel geen effect. Diversen Subtotaal productgroep Bereikbaarheid centrum Productgroep CVV Incidentele budgetten / overheveling (Kastanjeziekte) Verschuiving budgetten naar programma 2 Diversen Subtotaal productgroep CVV Productgroep Doorstroming
Bedrag x € 1.000
-84 76 -55 -30 1.170 0
V N V V N V
4N 1.081 N -234 -113 -16 -363
V V V V
94
Incidentele Investering brugbediening Jaarschijf investeringen openbaar gebied Toevoeging budget i.v.m. areaaluitbreiding Areaalbudget (nog te verdelen) Toename kapitaallasten meerjarige investeringen Vervallen incidentele budgetten (overheveling en inhuur derden) Diversen Subtotaal productgroep Doorstroming Productgroep Openbaar vervoer Correctie inzet uren Subtotaal productgroep Openbaar vervoer Productgroep Parkeren Verschuiving van budgetten van Stadsbeheer naar Stadshart Omzetting van PG 6 Veiligheid nr. PG 5 Mobiliteit Verhoging budgetten Parkeren, conform jaarschijf Reserve Groot Onderhoud Parkeergarage Castellum omgezet in een voorziening Diversen Bovenstaande mutaties worden verdisconteerd met de egalisatiereserve Subtotaal productgroep Parkeren Totaal lasten Baten: Productgroep Bereikbaarheid centrum Inkomsten project invoering Kar apparatuur in VRI's (2009) Diversen Subtotaal productgroep Bereikbaarheid centrum Productgroep Openbaar vervoer Verlaging inkomsten. Bijstelling t.o.v. voorgaande jaren Subtotaal productgroep Openbaar vervoer Productgroep Parkeren Geschatte teruggang van 0,6% parkeerinkomsten Subtotaal productgroep Parkeren Totaal baten Totaal resultaat voor bestemming
1.300 -2.673 100 243 181 -66 -26 -941
N V N N N V V V
-4 V -4 V -22 792 72 100 -12
V N N N V
930 N 703 N
30 N 7N 37 N 6N 6N 20 20 62 765
N N N N
95
Programma 6: Veiligheid Missie
Veiligheid is niet meer alléén de verantwoordelijkheid van de politie, of breder gezien de overheid maar ook van andere partijen en de burgers. Deze gezamenlijke verantwoordelijkheid krijgt vorm op lokaal niveau in samenwerkingsverbanden en netwerken. Met het programma veiligheid krijgt dit streven vorm en inhoud in een samenhangend beleid, dat verschillende beleidssectoren overschrijdt en
daarmee ook met verschillende lokale partners, de (on)veiligheid aanpakt. Het samenspel tussen deze actoren wordt ook zo georganiseerd dat er een slagvaardige aanpak van maatschappelijke problemen ontstaat. De regie in de samenwerking ligt bij de gemeente; waarbij niet alléén integrale belangen
worden afgewogen, prioriteiten worden gesteld, maatwerk gerealiseerd en voor samenhang tussen
verschillende beleidsterreinen gezorgd. Het programma veiligheid is een netwerkprogramma dat wordt gekenmerkt door een horizontale sturing. Afstemming van beleid binnen de netwerken vindt eerder plaats door onderhandeling. De regierol van de gemeente wordt door de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) dan ook als volgt omschreven: "het idee dat de overheid ook zonder dat haar
uitdrukkelijke sturingsmogelijkheden en bevoegdheden ter beschikking staan, instrumenten dient te hebben om de diverse actoren in het nieuwe gefragmenteerde krachtenveld te beïnvloeden"(ROB, 1999: 21). Doel van dit programma is dan ook, ondanks de verschillende doelstellingen, normen, waarden en
strategieën die de partijen hebben, toch tot een definiëring van een gezamenlijk doel te komen om een collectieve actie te doen ontstaan. De gemeente Alphen aan den Rijn is dus de regisseur van dit netwerk om de verschillende veiligheidspartners te mobiliseren, randvoorwaarden te scheppen
waaronder partners hun bijdrage kunnen leveren en over procesvaardigheden beschikken om te enthousiasmeren, te overtuigen en partijen aan de gezamenlijke aanpak en doelstellingen kunnen
binden. Met de vertaling van het programma veiligheid 2007-2010 in concrete activiteiten is niet alléén
deze regisseurrol nadrukkelijker uitgewerkt, maar zijn ook de noodzakelijke instrumenten, zoals lokale veiligheidsmonitoring en het communicatieplan veiligheid, ontwikkeld. Hiermee zijn we alweer
dichterbij gekomen met het behalen van de doelstellingen zoals deze in het programma veiligheid 2007-2010 zijn geformuleerd.
Speerpunten
Sociale veiligheid: Veilige woon –en leefomgeving Het verminderen van overlast zowel op buurtniveau als op straat, het verminderen van onveiligheidsgevoelens, het verminderen van inbraak- en voertuigcriminaliteit, het vergroten van
leefbaarheid en sociale weerbaarheid (buurtpreventie en buurtbemiddeling), het verminderen van (huiselijk) geweld, de bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit en de persoonsgericht aanpak (veelplegers).
Bedrijvigheid en veiligheid Het vergroten van veiligheid op bedrijventerreinen, in winkelcentra en uitgaansgebieden, het verminderen van overlast (bestuurlijke boete en verbaliseringsbeleid), aandacht voor de veiligheid van toeristen en bij grootschalige evenementen.
Jeugd en veiligheid: Bevorderen van een veilige leefomgeving van jeugd en gezin.
96
Aanpakken van zorgelijk en overlastgevend gedrag ten einde afglijden richting jeugdcriminaliteit te voorkomen. Fysieke veiligheid:
Verkeersveiligheid Vooral verbeteren rondom scholen en in woonbuurten Brandveiligheid Het waarborgen van een goed toegeruste en geoefende brandweerorganisatie en het verhogen van het kwaliteitsniveau door regionale samenwerking. Crisismanagement/rampenbestrijding
Aandacht voor operationele oefeningen deelprocessen. Doel: De veiligheid zelf (doen) vergroten en als (rampenbestrijding-) organisatie hier goed voorbereid zijn voor het geval het toch mis gaat.
Kaders en Context De volgende kaders zijn van toepassing: Het veiligheidsprogramma van het Rijk 2006; De veiligheidsmonitor van het Rijk 2006; Het (veiligheids)wetgevingsprogramma van het Rijk 2006; Het onderhandelaarakkoord Landelijk Kader Nederlandse Politie 2007; De kadernota gemeente Alphen aan den Rijn; Het collegeprogramma 2006-2010 gemeente Alphen aan den Rijn; Handhavingprogramma Toezicht en Handhaving Openbaar Gebied; Bestuursakkoord Rijk/VNG juni 2007; Kwaliteitsplan Brandveiligheid en Hulpverlening 2008 – 2009 Kadernota programma Jeugd 2007-2011en deelprogramma Jeugd en Veiligheid (april 2008) Korpsjaarverslag 2008 Politie Hollands-Midden
97
Deelprogramma 6.1 Sociale veiligheid
Deelprogramma 6.1a: Sociale Veiligheid — Veilige woon- en leefomgeving Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
1
Vergroten van de
Het project ‘Stop fietsendiefstal’ met als doel het terugdringen van de
(het verminderen van
aandacht. Vanaf 2008 tot en met 2012 wordt in samenwerking met de
voertuigcriminaliteit,
Inmiddels is er een landelijk systeem van registratie gestolen fietsen. In
objectieve veiligheid overlast, inbraak- en geweld enz.)
fietsendiefstal in 2012 met 25% heeft nu, evenals landelijk, ook de volle politie en de unit THOG alle scholen in Alphen bezocht voor voorlichting 2010 zal gekeken worden hoe een soortgelijk systeem in Alphen kan worden geïmplementeerd. Procedures zijn opgesteld voor de verankering van het Keurmerk Veilig Wonen (KVW) voor nieuwbouw. Er is een plan van aanpak voor
uitbreiding naar bestaande bouw, met als doel om 50% van de huidige Alphense woningen te certificeren. Veiligheidseffectrapportages:
In 2010 komt er een handleiding VER. Hierin staan de criteria omschreven wanneer er bij een (gebieds)ontwikkeling een VER wordt uitgevoerd, welke VER en in welke fase van een project deze wordt uitgevoerd. Ook wordt de uitvoering van een VER geborgd in de ontwerpprocessen. Overlast rond
Geweld wordt sinds september 2006 geregistreerd aan de hand van 10
uitgaansgelegenheden
verschijningsvormen, waaronder geweld in horecagelegenheden en
en geweld op straat in
geweld op straat. Deze vormen met huiselijk geweld de drie meest
uitgaansgebieden
voorkomende vormen in de gemeente (en regio). De cijfers over 2008
verminderen
laten een spectaculaire daling van het aantal geweldsincidenten zien. Desalniettemin blijft het een onderwerp dat onze aandacht verdient.
Met behulp van het horecaconvenant (overeenkomst tussen gemeente,
politie en horeca) verklaren zij dat de openbare orde en veiligheid en de woon- en leefsituatie in Alphen aan den Rijn kwalitatief gewaarborgd dient te blijven.
Indicatoren; daling geweldsincidenten door politie geregistreerd (zie
voorgaande cijfers). De Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU) zal voor dit convenant een rol gaan spelen. KVU is een hulpmiddel voor lokale
initiatieven op het gebied van veilig uitgaan. De KVU zorgt voor het Verbeteren van de
objectieve veiligheid
kader waarin samenwerkingspartners, zoals de horeca, politie,
gemeente en Kamer van Koophandel, hun eigen bijdrage leveren aan
98
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
een veilig horecagebied. Bijvoorbeeld door toezicht te houden op verantwoord alcoholgebruik, te zorgen voor extra surveillance en het
creëren van een veilige omgeving. In 2008 is met de KVU gestart en zal in 2009 – 2010 verder vorm krijgen. Huiselijk geweld:
Door middel van voorlichting (lokale pers, website, folders) neemt de bekendheid met en de herkenning van huiselijk geweld bij de inwoners
toe. De bekendheid met hulpverlening wordt zo ook groter.
Een wijkaanpak (o.a. de Pluspunten in de wijken) biedt mogelijkheden om de signaalgevoeligheid bij inwoners te vergroten en de drempel voor het melden van huiselijk geweld te verlagen. De wijkagenten als
aanspreekpunt met betrekking tot huiselijk geweld worden meer onder de aandacht van de bewoners gebracht.
Goede afstemming tussen hulpverlening en politie geeft slachtoffers, daders en getuigen van huiselijk geweld snel adequate hulp.
n 2010 wordt, evenals in 2009, in de Planetenbuurt, Edelstenenbuurt,
Stromenbuurt, Groene Dorp, Zeeheldenbuurt en de wijken Lage Zijde en Kerk en Zanen het onderwerp huiselijk geweld geagendeerd op de
agenda’s van het zogenaamde professionals overleg (wijkmanager, politie, opbouwwerker, jeugdwerker etc.). Per 1 januari 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod van kracht geworden.
De uitvoering van deze Wet blijft aandachtspunt. Daarnaast zal in 2010 in overleg met de regiogemeenten vervolg worden gegeven aan de werkconferentie Eergerelateerd geweld. Met de regiogemeenten is
overleg gaande over de organisatie van een symposium Huiselijk geweld (2009-2010). De GGD schrijft een werkplan RAAK (Regionale AAnpak
Kindermishandeling. De basis hiervoor, het verkorte werkplan, is in het bestuurlijk overleg Huiselijk geweld goedgekeurd. Locaal casusoverleg veelplegers Binnen de gemeente Alphen aan den Rijn is in 2008 gestart met de voorbereidingen voor het opstarten van een Lokaal Casus Overleg Veelplegers (LCO). Veelplegers zijn verantwoordelijk voor een onevenredig deel van de criminaliteit in onze gemeente.
De voorbereidingen zullen in de zomer van 2009 afgerond zijn en na de zomer zal het LCO feitelijk gestart zijn.
Belangrijkste elementen voor een adequaat werkend LCO zijn: - het opstellen van een convenant
- betrokkenheid districtgemeenten (rijn- en veenstreek) - aansluiting op het project nazorg gedetineerden
- adequate aanpak categorie jongvolwassenen 18-23 jaar
- 'naadloze' aansluiting op Alphense aanpak/overleg jeugdige toppers Deelnemende partijen zijn: OM, Gemeente Alphen aan den Rijn, Politie,
99
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
Reclassering Nederland, Palier, Leger des Heils. Belangrijk aandachtspunt is tevens de afstemming met het project
Nazorg ex-gedetineerden. Deze aansluiting wordt gewaarborgd door deelname van een vertegenwoordiger van het project in het casusoverleg. Verminderen van de
Bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit
georganiseerde
De verwevenheid van georganiseerde criminaliteit binnen de
aanpakken van de
is. De roep om bestuurlijke maatregelen wordt steeds groter.
criminaliteit en
verworvenheid hiervan met de samenleving.
samenleving is zodanig dat alleen strafrechtelijk optreden niet afdoende In 2009 zijn voorbereidingen gestart voor de districtelijke aanpak van hennepteelt waarbij aandacht wordt geschonken aan de bestuurlijke mogelijkheden. In 2010 zal deze aanpak naar verwachting worden bekrachtigd in een convenant.
In 2009 worden tevens voorbereidingen getroffen om deel te nemen aan het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum Haaglanden / Hollands Midden (RIEC).
Het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum Haaglanden/HollandsMidden heeft tot doel de bestuurlijke aanpak van de georganiseerde
misdaad verder te ondersteunen en vorm te geven. Met de versterking van deze bestuurlijke aanpak ontstaat voor de veiligheidspartners
(gemeenten, provincie, politie, OM en belastingdienst) een verbetering van de mogelijkheid om te komen tot integrale aanpak van deze vormen van misdaad. Speerpunten zijn: verbetering van de toepassing van de
wet Bibob, mensenhandel, georganiseerde hennepteelt, vastgoedfraude en witwassen. 2
Vergroten van de
subjectieve veiligheid
De bestaande buurtpreventieprojecten (de Waterrand, Appelenburg en Ericapark, de Hazelaar en Wielingen) worden verstevigd en waar
mogelijk uitgebreid met nieuwe wijken. De doelstelling is om in 2010 2 nieuwe wijken aan te laten sluiten op buurtpreventie.
De lopende projecten worden getoetst aan de resultaten uit de
veiligheidsmonitor. De veiligheidsmonitor wordt in 2010 voortgezet. 3
Verminderen van de
De “regels van de straat” maken deel uit van de reguliere werkprocessen
ruimte
gezelliger, veiliger en schoner te houden zijn er regels voor de straat
overlast in de openbare
van de unit THOG en van de politie. Om Alphen aan den Rijn samen
ontwikkeld om de inwoners hieraan te herinneren. De handhaving van deze regels wordt voortgezet. Er worden afspraken gemaakt, zodat de verschillende werkwijzen van de betrokken instanties op elkaar aansluiten en herkenbaar zijn voor de inwoners . Na vaststelling van de wetsvoorstellen betreffende de bestuurlijke boete in het parlement, wordt een keuze gemaakt over invoering en reikwijdte van de bestuurlijke boete in Alphen aan den Rijn.
100
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr 1
•
2009
2010
2011
2012
2013
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
Bron
225
220
215
210
205
200
Politie
Aantal delicten: woninginbraken en diefstal uit woningen
incidenten fysiek geweld (geweld incl. bedreiging)
494
481
468
456
445
432
Politie
fietsdiefstal
787
708
637
637
637
637
Politie
vandalisme
610
605
600
600
600
600
Politie
95%
95%
95%
95%
95%
95%
STP
55%
55%
60%
60%
60%
65%
STP
75%
75%
75%
75%
75%
75%
STP
31%
27%
26%
25%
25%
25%
STP
16%
12%
11%
11%
10%
10%
STP
19%
22%
21%
20%
20%
20%
STP
auto-inbraak •
2008 Realisatie
Percentage aangiften bij de politie:
woninginbraken en diefstal uit woningen
fysiek geweld fietsdiefstal
auto-inbraak
555
75% 30%
545
75% 30%
535
75% 40%
525
75% 40%
518
75% 40%
518
75% 40%
Politie
STP STP
vandalisme 2
•
Percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt
•
Percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt
•
Idem, in buurten met een
bovengemiddeld onveilig gevoel
101
Deelprogramma 6.1b: Sociale Veiligheid — Bedrijvigheid en veiligheid Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
1
Veiligheid op
De veiligheid op bedrijventerreinen en in winkelcentra wordt bevorderd
winkelcentra
Kort gezegd komt dat er op neer dat ondernemers, gemeente, politie en
bedrijventerreinen en in door een aanpak op basis van het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). brandweer gezamenlijk werken aan een samenhangend pakket van
veiligheidsmaatregelen. Op de bedrijventerreinen is al sinds vele jaren de Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen Alphen aan den Rijn (SBBA) actief, waarin genoemde partijen samenwerken. De SBBA heeft in 2007 het systeem van camerabeveiliging aanzienlijk uitgebreid. In 2008 is nader onderzoek gedaan naar de verdere
ontwikkelingsmogelijkheden van beveiliging met behulp van
geavanceerde beveiligingssystemen. Camera’s vormen daar een
belangrijk onderdeel van. Dit project zal blijvend worden voortgezet. In de winkelcentra bestaat een PPS-constructie (Publiek Private
Samenwerking) als de SBBA niet, maar ook daar wordt gewerkt aan beveiliging op basis van het KVO. Na het behalen van het KVO-keurmerk voor De Aarhof en De Ridderhof zal in 2010 het keurmerk voor De Herenhof worden behaald. In
samenwerking met het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) wordt ook voor dit winkelcentrum een plan van aanpak opgesteld. De SBBA (Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen Alphen) zal in 2009 en 2010 het systeem van collectieve camerabeveiliging, zoals dat met
succes wordt toegepast op de bedrijventerreinen Molenwetering en Rijnhaven, uitbreiden naar het terrein De Schans. In 2009 heeft de
gemeente voor deze investering eenmalig een bedrag van 70.000 euro beschikbaar gesteld. De exploitatiekosten van de beveiliging komen ten laste van de bedrijven.
Ook onderzoekt de SBBA de mogelijkheden om een nieuwe
preventiemethode, onder de naam SelectaDNA, ook in Alphen aan den Rijn toe te passen. Met dit systeem is het mogelijk om waardevolle
artikelen zodanig te merken, dat ze te herleiden zijn naar de eigenaar. Externe veiligheid: dit betreft de risico’s voor de omgeving die
veroorzaakt worden door het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, water, per rail of via buisleidingen dan wel door het produceren, verwerken en opslaan van gevaarlijke stoffen. Ten behoeve van een extern veiligheidbeleid wordt de gemeente Alphen aan den Rijn
doorgelicht op de borging van externe veiligheidsrisico’s. Daarnaast zal in 2010 een gemeentelijk beleidsplan op externe veiligheid in Alphen aan den Rijn worden opgesteld.
De inwoners en bedrijven worden op de hoogte gebracht van de
102
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
bestaande risico’s op het gebied van externe veiligheid door een gericht risicocommunicatiesysteem. Een gericht beleid wordt opgesteld en een uitvoeringsprogramma ingevoerd. Zodra de beleidslijnen zijn
vastgesteld, zal de implementatie worden overgeheveld naar het programma wonen. (8)
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr
1
•
aangiften van inbraak, dan wel poging tot inbraak, in een
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Bron
realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
245
220
200
180
180
180
Politie
40
35
32
30
30
30
Politie
1
2
3
3
3
3
bedrijf, een instelling of een winkel gedurende
sluitingstijden, in hele gemeente •
Aangiften van bedrijven van inbraak, dan wel poging tot
inbraak, in een bedrijf, op de bedrijventerreinen in Alphen aan den Rijn die onderdeel zijn van
de Publiek Private Samenwerking in SBBA verband • •
Aantal winkelcentra met KVOcertificering
119
115
115
115
115
115
Aantal aangiften van
105
145
160
170
180
190
winkeldiefstal •
Politie
Aangiften van huiselijk geweld
103
Deelprogramma 6.1c: Sociale Veiligheid — Jeugd en veiligheid Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? 1
Creëren van een veilige
Met het vaststellen van de kadernotitie jeugd en het deelprogramma
Terugdringen van
programma veiligheid komen te vervallen.
(thema veiligheid).
inspanningen weergegeven die input geven voor de veiligheidsmonitor,
leefomgeving.
overlast door jongeren
jeugd en veiligheid in april 2008, is verantwoording binnen het
In het programma veiligheid wordt in relatie tot Jeugd en Veiligheid alle onderdeel jeugd. Effectweergave van deze instrumenten worden ook
weergegeven in het programma veiligheid en dus ook in het jaarplan. Andere onderdelen van het programma jeugd, onderdeel jeugd en veiligheid die raakvlakken hebben met het programma veiligheid worden opgenomen in het programma Jeugd. Nazorg Jeugd.
De gemeente is verantwoordelijk voor de nazorg van jeugd die uit een justitiële instelling komen. De Raad voor de Kinderbescherming is
verantwoordelijk voor het opstellen van de individuele plannen van aanpak . De raad beschrijft tevens welke inspanningen er nodig zijn na de detentieperiode. De hulpvraag van betreffende jongeren na de
detentieperiode wordt door de raad ingebracht in Het Overleg. De aard van de hulpvraag wordt gemonitor in het applicatiesysteem van Het
Overleg. De partners van Het Overleg zullen de vraag van de jongere uitvoeren. Daar waar nodig zal de gemeente maatwerk leveren.
Dergelijke vragen worden gemonitord in het systeem van Het Overleg. Verwachting is dat in 2010 meer monitorgegevens bekend zijn. Veilige School In het schooljaar 2009 -2010 werken de scholen van het convenant
Veilige School met een incidentenregistratie. In het schooljaar 2010 zal de veilige school een handelingschecklist opstellen.
De eerste gegevens uit de incidentenregistratie zijn in het schooljaar 2010 bekend. Het Overleg Jeugd en Veiligheid
De monitorgegevens van Het Overleg 2009 vormen input voor het onderdeel jeugd en veiligheid van de veiligheidsmonitor 2010.
Project Digiveilig: in 2009 starten we met onderzoek naar de aard en grootte van digitale criminaliteit onder Alphense jongeren. Onder
digitale criminaliteit verstaan we onder meer grof taalgebruik, pesten, seksuele toespelingen, pornografische activiteiten of beelden,
afpersing, bedreiging e.d. Afhankelijk van de uitkomsten kiezen we in 2010 een vorm voor de vervolgaanpak.
104
Nr
2008 realisatie
2009Doel
2010
2011
2012
2013
Doel
Doel
Doel
Doel
Bron
Zie deelprogramma jeugd en veiligheid van het programma jeugd
105
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Jeugd Het betreffende personeelsbudget is ondergebracht bij het product openbare orde en veiligheid.
Bedrag x € 1.000
-44
V
-44
V
-29
V
Correcties in personeelsbudgetten als gevolg van aangepaste planningsuren Diverse kleine correcties Subtotaal productgroep Verk.onveilig plek/slachtoffers Productgroep Woon- en leefomgeving Een deel van de personeelslasten controleurs openbaar gebied is verschoven naar de activiteit inspectie openbaargebied.
-73 2 -100
V N V
-317
V
De interne kosten van stadsbeheer is komen te vervallen. De betreffende kosten van de activiteiten worden nu rechtstreeks gebudgetteerd.
-233
V
Diverse kleine correcties Subtotaal productgroep Woon- en leefomgeving Totaal lasten Totaal resultaat voor bestemming
7 -543 -688 -688
N V V V
Subtotaal productgroep Jeugd Productgroep Verk.onveilig plek/slachtoffers De interne kosten van stadsbeheer is komen te vervallen. De betreffende kosten van de activiteiten worden nu rechtstreeks gebudgetteerd.
106
Deelprogramma 6.2 Fysieke veiligheid
Deelprogramma 6.2a: Fysieke Veiligheid — Verkeersveiligheid Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
1
Minder
Verkeersveiligheidbeleid heeft twee pijlers: de fysieke verkeersveiligheid
verkeersonveilige plekken/situaties
ofwel het nemen van maatregelen en doen van aanpassingen aan de
infrastructuur om de verkeerssituatie zo veilig mogelijk te maken. De tweede pijler is gedragsbeïnvloeding van alle deelnemers aan het
verkeer. Dit door middel van specifieke doel(groep)gerichte projecten van verkeerseducatie via scholen, publiekscampagnes en dergelijke. De uitvoering van het actieplan GVVP heeft niet alleen als doel het
2
verbeteren van de bereikbaarheid (zie programma 5, Mobiliteit), maar Een daling van
verkeersslachtoffers
ook het verbeteren van de verkeersveiligheid. Het uitgangspunt is een duurzaam veilige inrichting van wegen. Daaronder vallen veilige
hoofdwegen (gebiedsontsluitingswegen: 50 en 70 km/uur), veilige woonstraten (erftoegangswegen: 30 km/uur, woonerf) en veilige fietsroutes (via fietspaden en woonstraten). Daarnaast is er ook
aandacht voor verkeersveilige wegen in het buitengebied (60 km/uur) In de periode 2008-2011 ligt de uitvoering van projecten op hoofdwegen vooral aan de oostzijde van het centrum (Oranje
Nassausingel, Pr. Kennedylaan en aansluitingen). Aan de westzijde is de aandacht gericht op een studie naar de verbetering van de route aan de westzijde van het centrum (Prins Bernhardlaan, Laan der Continenten). De uitvoering van projecten in woonstraten is verspreid over diverse plaatsen in de gemeente Alphen aan den Rijn. De veiligheid op
fietsroutes komt aan de orde in het op te stellen Actieplan Fiets. De wegen in het buitengebied zijn al ingericht als 60 km/uur wegen Daarnaast is er vanuit de ongevallengegevens en klachten aandacht voor de verkeersveiligheid Educatie en gedrag Om de kennis en het gedrag in het verkeer te verbeteren is er een
regionale projectgroep verkeersveiligheid Rijnstreek actief die zich jaarlijks richt op projecten die de kennis en het gedrag moeten
verbeteren. Een aantal voorbeelden zijn: het “School-thuis route”project, de “broem-ritten” de verkeersleerkracht en de verkeersouders op scholen.
107
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken?
Het huidige verkeersveiligheiddoel, opgenomen in de Nota Mobiliteit is een permanente verbetering van de verkeersveiligheid in de periode tot 2020, met als streven een afname van het aantal
verkeersdoden en ziekenhuisgewonden.
De doelstellingen uit de Nota Mobiliteit voor verkeersveiligheid zijn: 30% minder verkeersdoden en 7,5% minder ziekenhuisgewonden in 2010 ten opzichte van het peilgetal 2002 (gemiddelde van 2001, 2002 en 2003).
De doelstelling voor 2010 is (in opgehoogde c.q. werkelijke aantallen): De doelstelling voor 2010 is:
Voor een peilgetal van 2 verkeersdoden in Alphen aan den Rijn komt een afname van 30%
•
neer op 1 verkeersdode in 2010
Voor een peilgetal van 43 ziekenhuisgewonden in Alphen aan den Rijn komt een afnamen van
•
7,5% neer op 39 ziekenhuisgewonden in 2010, rekening houdende met een afname van de registratiegraad van ziekenhuisgewonden. Nr 2
•
Aantal ongevallen met
•
Aantal verkeersdoden
ziekenhuisopname42
42
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
Bron
47
47
46
46
46
46
VIASTAT
1
1
1
1
1
1
VIASTAT
De sterke daling kan een tijdelijke ontwikkeling zijn, daarom worden de doelstellingen nog niet aangepast.
108
Deelprogramma 6.2b: Fysieke Veiligheid — Brandveiligheid Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
1
Wonen, werken,
Wat doen we daarvoor?
2010 staat in het teken van het opbouwen van de nieuwe (regionale)
uitgaan en recreëren
brandweerorganisatie. De doelstelling daarbij is om het huidige
in de gemeente
kwaliteitsniveau en de producten te blijven leveren. Hoe deze nieuwe
de risico’s van brand
geleverd wordt en op welke wijze is nog niet geheel duidelijk. In dit
minimaliseren.
een nieuwe organisatie zal vooral de ontvlechting uit de
veiliger maken door en andere gevaren te
organisatie er precies uit komt te zien, welke dienstverlening er
proces wordt de gemeente nauw betrokken. Naast het opbouwen van gemeentelijke organisatie veel aandacht moeten krijgen. Bovenstaande maakt dat in 2010 het niet de verwachting is dat de brandweer nieuwe dingen zal gaan doen, maar dat het maximale
gedaan moeten worden op de juiste kwaliteit te blijven continueren Vanzelfsprekend blijft de brandweer onderstaande hoofdtaken gewoon uitvoeren:
- Het beoordelen van de brandveiligheid en het adviseren over vergunningvoorwaarden bij de (ver)bouw van woningen en bedrijven,
bij nieuwbouw en aanpassing van infrastructuur en bij de organisatie van evenementen.
- Het paraat hebben van een goed opgeleid, geoefend en toegerust brandweerkorps dat binnen normtijden brandbestrijding uitvoert en bijdraagt aan de bestrijding van andere incidenten.
Daarnaast spant de brandweer zich in om per 1 januari 2010 te voldoen aan het regionale kwaliteitsnormenkader voor
brandweerzorg. Hiertoe is het ‘kwaliteitsplan brandveiligheid en hulpverlening 2008-2009’ vastgesteld. De noodzakelijke
verbeterslagen bestaan voornamelijk uit het wegwerken van een inhaalslag op het gebied van het samenstellen van objectkaarten en aanvalsplannen, het aanpassen van de brandweerkazernes in
Aarlanderveen en Zwammerdam en het verschriftelijken van al bestaande werkwijzen en procedures.
109
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr 1
•
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
87%
90%
90%
90%
90%
90%
71%
81%
98%
100%
100%
Bron
Percentage meldingen dat binnen de genormeerde
opkomsttijd met voldoende
Brandweer
mensen en middelen is afgehandeld 1
•
Percentage regionale
kwaliteitsnormen waarvan uitvoering (ruim) voldoende is
Brandweer
110
Deelprogramma 6.2c: Fysieke Veiligheid — Crisismanagement/ rampenbestrijding Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
1
De veiligheid zelf (doen) Veiligheidsregio. vergroten en als
(rampenbestrijding-)
organisatie hier goed
Wat doen we daarvoor?
De gemeente Alphen aan den Rijn speelt op bestuurlijk- en ambtelijk niveau een actieve rol in de vorming van de veiligheidsregio Hollands
Midden. Belangrijk onderdeel daarin is de ontwikkeling van de Oranje voorbereid zijn voor het Kolom, waarin de gemeentelijke voorbereiding op en optreden tijdens geval het toch mis gaat crises binnen de hele regio op een adequate en eenduidige manier gebeurt. In juni 2009 is gestart met de invulling van het bureau gemeentelijke crisisbeheersing (BGC). De werkzaamheden van het BGC zijn o.a.
kennisuitwisseling; organiseren van opleidingen; aangeven van kaders
als regionaal beleidsplan/regionaal crisisplan; een stem voor de Oranje Kolom op regionaal niveau; ondersteunen van gemeenten om zaken
voor elkaar te krijgen in de eigen gemeente. De prioriteiten waaraan gewerkt zal worden zullen liggen op gebied van: - Opleiden, trainen, oefenen - Planvorming
- Poolvorming
In 2011 voldoet dit aan kwaliteitsnormen die in 2009 bestuurlijk vastgesteld zijn. De uitvoering zal op basis van prioriteiten eind 2009 op gang moeten komen. Lokaal De ontwikkelingen in de regio zijn bepalend voor wat er lokaal gedaan moet worden en vice versa. Juist lokaal kan de gemeente Alphen aan den Rijn haar invloed uitoefenen op regionale ontwikkelingen.
Omdat op dit moment de taken nog niet regionaal opgepakt worden, neemt de gemeente Alphen aan den Rijn haar eigen
verantwoordelijkheden. De procesdeelplannen (actiecentra) worden
jaarlijks beoefend, door middel van een workshop of een daadwerkelijke oefening. Het alarmeringssysteem Call-Out wordt maandelijks beoefend.
Indicatoren hiervoor: - certificaat van deelname aan workshop - certificaat voor deelname aan de oefening. De oefening wordt in de
evaluatie met minimaal een voldoende becijferd, door bijvoorbeeld een externe partij.
- rapportages van call-out oefeningen. In de programmaperiode 2007-2010 worden voor bijzondere objecten (PI, Detentiecentrum, risicobedrijven van de risicokaart) en
111
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
gebeurtenissen (Jaarmarkt) multidisciplinaire calamiteiten bestrijdingsplannen ontwikkeld. Deze plannen zijn toegespitst op de aard van het object en beschrijven op welke wijze de hulpverleningsdiensten en de gemeente optreden. Indicator:
vastgesteld plan, oefenen van het plan en uitvoering van het plan (Jaarmarkt).
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma
Oorzaak
Lasten: Productgroep Brandveiligh. en rampen Vervallen incidentele budgetten Meevaller FLO regeling Toename kapitaallasten uit het Meerjaren Investeringsplan Vervallen inhuurbudget (geschatte lagere inhuur) Diverse kleine mutaties Subtotaal productgroep Brandveiligh. en rampen Productgroep Overige brandweeractiviteiten Vervallen incidentele budgetten Vervallen inhuurbudget (geschatte lagere inhuur)
Bedrag x € 1.000
-65 -123 81 -39 -6 -152
V V N V V V
-130 -25
V V
112
Bijdrage gemeenschappelijke regeling Voorjaarsnota 2009: Correctie veiligheidsregio Subtotaal productgroep Overige brandweeractiviteiten Productgroep Verkeersslachtoffers De hiervoor gedane investeringen uit voorgaande jaren zijn afgeschreven. Hierdoor zijn de kapitaallasten komen te vervallen. Diverse kleine mutaties Subtotaal productgroep Verkeersslachtoffers Totaal lasten Baten: Productgroep Brandveiligh. en rampen Vergoeding Nieuwkoop Beëindiging dienstverleningsovereenkomst Gemeente Boskoop Subtotaal productgroep Brandveiligh. en rampen Totaal baten Totaal resultaat voor bestemming
266 38 149
N N N
-24
V
4 -20 -23
N V V
-38 81 43 43 20
V N N N N
113
Programma 7: Economie, Werk en Bijstand Missie •
Alphen aan den Rijn: stad met economische vitaliteit. Dat betekent een gezonde economische structuur, voldoende economische groei en een stimulerend ondernemersklimaat.
•
Om de economische crisis het hoofd te kunnen bieden heeft de Gemeente Alphen aan den Rijn de Taskforce Economische Crisis ingesteld. Hier worden ideeën ontwikkeld om de
werkgelegenheid te behouden en te versterken en ondernemers de helpende hand te bieden. •
De beste weg naar werk betekent investeren in mensen door middel van een breed aanbod aan opleidingen en/of leerwerktrajecten. In samenwerking met werkgevers en
opleidingsinstellingen wordt vraaggericht gewerkt om de krapte op de arbeidsmarkt tegen te gaan. •
In de regio wordt samengewerkt om gevarieerd werk aan te kunnen bieden aan
baanveranderaars, herintreders en starters. Het doel is het verhogen van de participatiegraad van 68,5% naar 75%. •
Iedereen doet mee. Er wordt ook geïnvesteerd in de mens, die niet tot de beroepsbevolking behoort of een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft. Hiervoor worden participatiebanen en/of maatschappelijke activiteiten ingezet.
Speerpunten Economie
De gemeente schept binnen haar mogelijkheden voorwaarden voor bedrijven om te kunnen bijdragen aan een goede economische ontwikkeling van Alphen aan den Rijn en de regio;
•
Op bestaande bedrijventerreinen wordt ruimte gecreëerd voor nieuwe bedrijvigheid door middel van herstructurering en intensief ruimtegebruik;
•
Nieuwe ruimte voor bedrijvigheid (herstructureren, intensiveren en nieuwe uitgifte) wordt primair ingezet om te voorzien in de ruimtevraag van lokale en regionale bedrijvigheid.
•
Deze nieuwe ruimte is voorzien in het Steekterweggebied, in de nabijheid van de Overslag Terminal Alphen (OTA) die in 2010 gereed zal zijn. Ten behoeve van de aanleg van deze terminal is in 2009 de N207 omgelegd.
•
Aantrekken c.q. binden van hoogwaardige werkgelegenheid op het gebied van service en dienstverlening;
•
Vergroten van het aantal bedrijfsvestigingen c.q. m2 bedrijventerrein door: o
herstructureren van bestaand bedrijventerrein;
o
intensiever grondgebruik op bestaand bedrijventerrein en;
o
beperkte uitgifte van nieuw bedrijventerrein.
o
Startende ondernemers worden ondersteund door het vestigen van een bedrijfsverzamelgebouw.
114
Speerpunten Werk en Bijstand •
Verbeteren van de dienstverlening vanuit het gezichtspunt van de klant door: o
Integraal samenwerken met UWV-Werkbedrijf in het Werkplein;
o
Bij de aanvraag WWB waar nodig inzetten van schuldhulpverlening en minimaregelingen;
o •
Digitaliseren van aanvragen;
Verbreden van Werkhart (het werkgeversservicepunt) gericht op het beantwoorden van werkgeversvraagstukken op Human Resource Management gebied;
•
Ondanks de economische crisis zoveel mogelijk de instroom beperken;
•
Uitvoering geven aan het Meerjaren beleidsplan WWB;
•
Re-integratie door: o
Inzetten van de A3 aanpak;
o
Opleidingstrajecten om klanten goed toe te rusten op de arbeidsmarkt;
o •
Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid, samenwerking in Holland-Rijnland;
Voorkoming van misbruik van sociale voorzieningen, door hoogwaardig handhaven;
Kaders en Context
De volgende kaders zijn van toepassing: •
Economisch beleidsplan (vastgesteld februari 2005);
•
Nota Grondbeleid (vastgesteld juni 2006);
•
Detailhandelnota (vastgesteld juni 2005);
•
Transformatievisie Oude Rijnzone en samenwerkingsovereenkomst Oude Rijnzone (respectievelijk vastgesteld medio 2007 en oktober 2008).
•
Meerjaren beleidsplan WWB (2009 - 2012);
•
Regionaal ketenmarktbeleid Rijnstreek (2009);
•
Minimabeleid (2006);
•
Grip op de Knip (Nota Schuldhulpverlening 2008);
•
Plan van aanpak voor gevolgen economische crisis Alphen aan den Rijn (juni 2009);
Economische crisis Vanaf het einde van 2008 ondervindt het Nederlandse bedrijfsleven de gevolgen van een internationale economische crisis. Bedrijven leggen hun productie deels stil, voorraden worden afgebouwd en
werknemers met flexibele contracten worden afgestoten. Faillissementen en ontslagen lopen landelijk op en zullen naar verwachting verder toenemen. Economische achteruitgang vertaalt zich met enige vertraging in een verslechtering van de arbeidsmarktsituatie. De laatste (voorlopige) economische
raming van het CPB impliceert een oplopende werkloosheid tot 5,5% in 2009 en 8,75% in 2010. Het
aantal werklozen zal in Nederland in 2010 (675.000) meer dan verdubbelen ten opzichte van 2008
(304.000). Naar verwachting daalt het Bruto Binnenlands Product in 2009 met 3,5%. Ook loopt in 2009 de wereldhandel terug met 9,75%, de investeringen van bedrijven met 11,12% en de export vanuit Nederland met 11,75% (ramingen CPB). Om de gevolgen van de economische crisis te bestrijden, is het Plan van aanpak voor gevolgen economische crisis Alphen aan den Rijn vastgesteld. In dit Plan van Aanpak geeft ons college antwoord op de vraag hoe we de gevolgen van de huidige economische crisis voor Alphen aan den Rijn en de Alphenaren proberen tot een minimum te beperken. Door gericht te investeren willen we kansen
benutten voor de toekomst. Daarom kijken we in dit Plan van Aanpak door de crisis heen, en nemen we
115
maatregelen die ons door deze periode heen loodsen én die ons op langere termijn ook vooruit helpen. De Gemeente Alphen aan den Rijn wenst dat iedereen meedoet en mee kan doen. Dat geldt ook in een tijd van economische crisis.
De maatregelen zijn gebaseerd op een analyse van de meest recente ontwikkelingen en vloeien voort uit de meest recente cijfers van het Werkplein en de Kamer van koophandel. De Gemeente Alphen aan den Rijn zet zich tot het uiterste in om de gevolgen van de economische crisis voor haar burgers te beperken en realiseert zich tegelijkertijd dat het slechts in zeer beperkte mate invloed heeft op het
krachtenveld van de internationale economische en financiële ontwikkeling. Desalniettemin schetst het plan een Alphense aanpak die vormt krijgt binnen onze eigen mogelijkheden. We zijn alert, volgen de
ontwikkelingen op de voet en nemen actie. In de afgelopen weken hebben we verschillende gesprekken gevoerd met onze partners: banken, werkgevers/ondernemers, het Werkbedrijf, de Kvk enz. De inhoud van deze gesprekken is verwerkt in de maatregelen die de gemeente neemt.
Met een pakket van maatregelen wil Alphen aan den Rijn de lokale economie ondersteunen en bescherming bieden aan de economisch zwakkeren in de samenleving. Daarbij gaan we vooral op zoek naar samenwerking met onze bestaande partners en zijn alert op ontwikkelingen bij betrokkenen als Provincie, Rijk, corporaties, onderwijsinstellingen en andere partijen.
116
Deelprogramma 7.1: Economie Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr Wat willen we
Wat doen we daarvoor?
1
Vergroten van het
• Herstructureren van het bedrijventerrein Rijnhaven
aantal
Herstructurering van bestaande bedrijventerreinen is één van de
bedrijfsvestigingen,
belangrijkste onderdelen van de Transformatievisie Oude Rijnzone. In
starters
Rijnhaven en op termijn (na 2020) het bedrijventerrein Heimanswetering.
bereiken?
waaronder ook
Alphen aan den Rijn betreft dit in eerste instantie het bedrijventerrein
Het uit de jaren zestig daterende bedrijventerrein Rijnhaven is gemengd van karakter, maar herbergt een relatief hoog aantal bedrijven in de
hogere milieucategorieën. Dit is een verzamelterm voor bedrijven die hinder, dan wel risico’s voor de omgeving veroorzaken. Als uitgangspunt voor de herstructurering geldt dat nieuwe ontwikkelingen op Rijnhaven niet gehinderd mogen worden door de risicocirkels van bedrijven die
risico’s voor hun omgeving opleveren (BEVI-bedrijven). Dat betekent dat bestaande risicocirkels zoveel mogelijk moeten worden beperkt.
Daardoor ontstaan mogelijkheden tot herstructurering van vrijkomend terrein voor de vestiging van bedrijven met hoogwaardige
werkgelegenheid en meer werkgelegenheid per hectare. Ook biedt het mogelijkheden op de lange termijn voor functiemenging aan de rand van het bedrijventerrein.
Om de herontwikkeling van de voormalige chocoladefabriek De Baronie
mogelijk te maken wordt in 2010 voor een deel van Rijnhaven-Oost het bestemmingsplan aangepast. Hiermee wordt invulling gegeven aan de
transformatieopgave van Rijnhaven-Oost . Naast deze herontwikkeling wordt voor een groter gebied van Rijnhaven-Oost, aansluitend aan de
Baronie de transformatieopgave uitgewerkt in een masterplan. Ook wordt het openbaar gebied verder opgeknapt. Door een integrale aanpak van het openbaar gebied (herinrichting van straten, regulering van het parkeren, vervangen van klinkerbestrating door asfalt, vernieuwing van de
beplanting, e.d.) wordt de kwaliteit en uitstraling van de openbare ruimte in grote delen van het bedrijventerrein verbeterd. Uitvoering van deze
werken is mede mogelijk gemaakt door een subsidie (van ruim 1,2 miljoen euro) van de provincie Zuid-Holland
De inspanningen van de projectorganisatie Rijnhaven richten zich vooral op Rijnhaven-Oost. In het Masterplan Rijnhaven is gesteld dat gestreefd wordt naar transformatie van Rijnhaven-Oost naar een stedelijk milieu met gemengde functies, waaronder wonen.
De voor het gebied Rijnhaven-Oost opgestelde stedenbouwkundige schets en de daarbij horende financiële scan worden op basis van de verkende milieubelemmeringen verder uitgewerkt.
De transformatie en herstructurering van Rijnhaven is een kostbare
aangelegenheid. In het kader van de transformatie Oude Rijnzone zijn
117
Nr Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? rijks- en provinciale middelen toegezegd aan Rijnhaven. Het Rijk heeft een bedrag van 30 miljoen euro toegezegd voor de Oude Rijnzone. Rijk en
2
Vergroten van het
provincie stellen als voorwaarde dat ook de gemeente middelen ter
beschikking stelt. In 2010 wordt gestart met de voeding van een reserve
aantal
voor herstructurering bedrijventerreinen.
waaronder ook
• Ontwikkelen van een bedrijventerrein in het Steekterweggebied.
bedrijfsvestigingen, starters
De totstandkoming van de transformatievisie Oude Rijnzone (ORZ) heeft
het besef doen ontstaan, dat de gemeente voor ontwikkelingen als deze, samenwerking en afstemming moet zoeken met de overige partners in ORZ-verband. De samenwerkingsovereenkomst ORZ van medio 2008 vormt hiervan de formele bevestiging. Ook is inmiddels een regionale bedrijventerreinenstrategie opgesteld.
Zowel het Innovatieve Duurzame Bedrijventerrein (IDB), als Steekterpoort I als Steekterpoort II maakt onderdeel uit van deze ontwikkeling. In 2005 heeft het ingenieursbureau DHV in opdracht van de gemeente een
ontwikkelingsvisie voor het IDB opgesteld. De economische en financiële haalbaarheid van een opzet voor het IDB, zoals DHV destijds voor ogen stond, kon daarbij niet aangetoond worden. Het was voor de gemeente
daarom niet mogelijk aan die studie een snel en voortvarend vervolg te geven. Daarnaast moest vastgesteld worden dat de ruimtelijke
randvoorwaarden in de vorm van de nieuwe wegenstructuur destijds
evenmin duidelijk genoeg waren, om de verdere uitwerking van een IDB ter hand te nemen.
Inmiddels is de nieuwe wegenstructuur definitief vastgelegd, hoewel de hieraan ten grondslag liggende vrijstellingen en vergunningen nog
herroepelijk zijn (aan schorsing en vernietiging bloot staan) vanwege
diverse nog lopende bezwaar- en beroepsprocedures. Het in uitvoering nemen van de werken en werkzaamheden kent dus nog risico's, maar
niettemin hebben de provincie Zuid-Holland, van Uden BV (exploitant OTA) en de gemeente in het belang van de voortgang begin 2009 met de werkzaamheden een aanvang gemaakt. Voor zover nu bekend is, zal
voltooiing en ingebruikname van de wegenstructuur ten noorden van het spoor, welke tevens de ontsluiting vormt voor het IDB, echter niet eerder dan eind 2011/2012 een feit zijn.
Welke invloed de huidige zich nog uitbreidende economische crisis zal hebben op de realiseerbaarheid van de plannen rond het IDB valt
voorlopig niet te zeggen. De voltooiing van de voor de ontsluiting van het IDB benodigde wegenstructuur ligt in ieder geval nog te ver van ons af om het komend jaar al het noodzakelijke vervolgonderzoek naar de haalbaarheid van het IDB ter hand te nemen. Afhankelijk van de
ontwikkelingen, zoals die zich het komend jaar zullen manifesteren, kan de nadere uitwerking en marktconsultatie voor het IDB in het jaar 2010 of
2011 worden ingepland, om een voldoende betrouwbaar beeld op te
118
Nr Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? leveren van de realiseringskansen vanaf het jaar 2012. De in 2009 uit te brengen bedrijfsterreinenstrategie kan hierbij een belangrijke basis bieden om richting te geven aan het voor het IDB noodzakelijke vervolgonderzoek. De SER ladder speelt op nationaal, provinciaal en lokaal niveau een steeds centralere rol. Volgens de SER ladder moet eerst onderzocht worden of in de ruimtebehoefte van bedrijven kan worden voorzien door
herstructurering en intensivering op bestaande terreinen alvorens overgegaan mag worden tot de uitgifte van nieuwe bedrijventerreinen. De uitgifte van Steekterpoort II is met de laatste partiële streekplanherziening en ook d.m.v. afspraken in de
samenwerkingsovereenkomst Oude Rijnzone (medio 2008) direct gekoppeld aan de herstructurering van Rijnhaven.
In de Oude Rijnzone maar ook lokaal is in 2008 en 2009 verder gewerkt aan een bedrijventerreinenstrategie.
In deze strategie is er aandacht voor vraag en aanbod, profilering van de verschillende terreinen, kwaliteit en duurzaamheid, financieel en ruimtelijk instrumentarium (grondprijsbeleid), uitplaatsingsbehoeften, HMC en het IDB concept. • Bieden van faciliteiten aan startende ondernemers en kleinschalig ondernemerschap (bedrijfsverzamelgebouw) Het startercentrum wordt gerealiseerd binnen het plangebied van de Stationsomgeving. Er is 800 m2 nieuwbouw gepland voor startende
ondernemers (Antarctica, wonenCentraal). Insteek is dat de gemeente maximaal 50 % van de huursom voor starters subsidieert, inclusief afbouwregeling. Als er niet direct starters zijn is er een
leegstandsvergoeding voor wonenCentraal. De plannen worden uitgewerkt met wonenCentraal en vanaf 2010 kunnen starters van dit centrum gebruik maken.
In 2009 wordt de subsidieregeling, c.q. leegstandsvergoeding vastgesteld. • Aantrekken van hoogwaardige werkgelegenheid Er is een marketing- en acquisitieplan opgesteld, dat vooral tot doel heeft, om de positionering van het ‘merk’ Stationslocatie en de daarbij behorende marketingmix scherper te formuleren. Extern onderzoek heeft het belang duidelijk gemaakt van een helder inzicht in de markt en een duidelijk beeld van doelgroepen, voordat marketing- en promotie-instrumenten worden ingezet. Ook de expertsessie met marktpartijen, die heeft plaatsgevonden, heeft bijgedragen aan het verhelderen van de positionering van het ‘merk’. Het is duidelijk geworden dat Alphen op het gebied van kantoren de meeste
119
Nr Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? kansen heeft door zich vooral te richten op de regionale markt. Overigens is onder invloed van de wereldwijde economische crisis de situatie op de kantorenmarkt er niet gunstiger op geworden. Wat de gevolgen zijn voor de Alphense kantorenmarkt is op dit moment nog niet te overzien. • Faciliteren van derden bij de herontwikkeling van winkelcentra. Planvorming Lage Zijde. De ambitie van de gemeente is om de Lage Zijde eenzelfde kwaliteitsimpuls te geven als de Hoge Zijde. Deze ambitie is verwoord in het Herijkte Masterplan Lage Zijde dat in november 2007 is vastgesteld door de Raad. In 2008 is distributieplanologisch onderzoek uitgevoerd opdat helder is welk uitbreidingsmetrage op basis van markttechnische overwegingen aanvaardbaar is en welke branches de koopkrachtbinding en regionale positie van het Alphense stadshart versterken. Planvorming Baroniehof Het plangebied is opgeschaald; de bijdrage van dit initiatief aan de herstructurering van Rijnhaven wordt hiermee nog belangrijker. Supermarkten waaronder een prijsvechter maken deel uit van dit plan. In de vorm van reguliere planbegeleiding faciliteert de gemeente de plannen voor de winkelcentra Ridderhof en Herenhof. Voor Ridderhof is in 2008 de bouwaanvraag voor de vestiging van een Aldi ingediend. Dit is onderdeel van een groter revitaliseringsplan voor dit winkelcentrum. Ook voor Herenhof is een uitbreiding van m2 voorzien opdat bestaande supermarkten op de toekomst voorbereid zijn. Dit plan bevindt zich nog niet in het stadium ‘bouwaanvraag’, Alle uitbreidingsmeters worden beoordeeld op hun effecten voor de verzorgingstructuur van Alphen aan den Rijn (o.a. koopkrachtbinding) door distributieplanologisch onderzoek. Onderzoeken van mogelijkheden van fondsvorming voor winkeliers en ondernemers Op 1 mei 2009 is de wet Experimenten Bedrijven Investerings Zones (BIZ) in werking getreden. De wet maakt het mogelijk dat ondernemers
eenvoudiger gezamenlijk kunnen investeren in hun omgeving, waarbij alle ondernemers meebetalen. Het gaat om activiteiten die in het verlengde liggen van de publieke taak, zoals gezamenlijke inhuur van
surveillancediensten, camerabewaking of de verwijdering van graffiti. Een BI-zone is een afgebakend gebied waarbinnen ondernemers
gezamenlijk investeren in de aantrekkelijkheid en veiligheid van hun
bedrijfsomgeving. De gemeente stimuleert en faciliteert het instellen van
120
Nr Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? dergelijke zones, omdat daarmee de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de bedrijfsomgeving gestalte krijgt. Als BIZ-gebied kunnen zowel bedrijventerreinen als winkelgebieden worden aangemerkt. Om de
bekendheid van de BIZ te vergroten en ondernemers te informeren over de mogelijkheden van de experimentenwet, is op 2 september 2009 een informatieavond gehouden voor ondernemers.
Zodra een groep van georganiseerde ondernemers te kennen heeft gegeven tot de oprichting van een BIZ-organisatie over te gaan (dat is een wettelijke voorwaarde), kunnen verdere stappen worden ondernomen. Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr
1
Aantal bedrijfsvestigingen
2008
2009
2010
2011
2012
2013
realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
Bron
3.585
3.700
3.750
3.750
3.750
3.750
CBS
Uitgifte van bedrijventerrein in hectaren
2,3
3
3
3
3
3
EOGZ
Aantal startende bedrijven
510
525
525
525
525
525
KvK
35.500 35.500
CBS
2 Aantal werkzame personen 3
43
35.000
35.500 35.500
35.500
Regionale koopkrachtbinding - dagelijkse boodschappen - niet-dagelijkse boodschappen
94%
95%
95%
95%
95%
95%
77%
77%
77%
77%
77%
77%
Koopstromenonder z./stadsha rtmonitor
43
Zie voorgaande voetnoot.
121
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Economische groei Verwacht wordt dat in 2010 in totaal meer grondaankopen worden gedaan dan in 2009, conform Meerjaren Perspectief Grondexploitatie. De grondaankopen in 2010 betreffen de complexen Steekterpoort en Stadshart Lage Zijde. Op deze productgroep is er vanaf 2010 sprake van een verlaging van budget met € 10.000. Deze besparing is onderdeel van de taakstelling lijst B, zoals opgenomen in de VJN 20092013. Subtotaal productgroep Economische groei Totaal lasten Baten: Productgroep Economische groei Conform het Meerjaren Perspectief Grondexploitatie worden in 2010 meer opbrengsten uit grondexploitaties verwacht in vergelijking met 2009. Voor 2010 betreffen dit de complexen Kerk en Zanen, Molenwetering, De Schans, Nieuwe Sloot en Stadshart Lage Zijde. Subtotaal productgroep Economische groei Totaal baten Totaal resultaat voor bestemming
Bedrag x € 1.000
7.755
N
-10
V
7.745 7.745
N N
-7.735
V
-7.735 -7.735 10
V V N
122
Deelprogramma 7.2: Werk Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
4a
Verminderen van het aantal
Doel is het aantal jongeren jonger dan 27 jaar met een
jongeren tot 27 jaar met een
bijstandsuitkering te verminderen van 9,5% naar 5% van het totale
Jongeren tot 27 jaar op traject
In 2009 is een Regionale Jeugdtop gevormd die maatregelen
via het Jongerenloket.
neemt ter bestrijding van de gevolgen van de economische crisis
bijstandsuitkering. 4b
klantenbestand.
voor jongeren.
Het fysieke Jongerenloket is één van de maatregelen die genomen zijn om de instroom van jongeren te verminderen. Jongeren die
vroegtijdig uitvallen worden op een kwalificatietraject of op een beroepsgerichte opleiding geplaatst. In 2010 wordt het Jongerenloket geëvalueerd. 5
Het bevorderen van uitstroom
Re-integratietrajecten (A3)
werk.
gecontinueerd. Per 1-1-2010 worden nieuwe contracten gesloten
uit de uitkering naar betaald
De Alphense Activerende Aanpak (A3) wordt in 2010 met aanbieders. In aanvulling op de reguliere aanpak van de gemeente worden nieuwe projecten ondersteund vanuit het
werkdeel WWB om nog beter maatwerk te bieden. Een voorbeeld daarvan is een project om ex-gedetineerden te re-integreren naar werk. 6
Uitvoeren van de WSW
Op basis van de rijksvergoeding wordt het aantal fomatieplaatsen (SE) per gemeente vastgesteld: de 'taakstelling'. Er zijn veel meer
werkzoekenden geïndiceerd voor de WSW dan er formatieplaatsen zijn, met als gevolg er een wachtlijst is. Dit is een landelijk
probleem. De verwachting is dat de wachtlijst toeneemt als gevolg van de recessie.
Om te voorkomen dat mensen die op de wachtlijst staan thuis zitten, treden ze in dienst bij SWA met een loonkostensubsidie van de gemeente. Zodra er een WSW-formatieplaats vrijkomt, wordt de overstap gemaakt. 7
Vergroten van
Doenja, het Maatschappelijk Activering Centrum (MAC).
maatschappelijke participatie
Wordt in 2010 definitief ondergebracht bij een externe partner.
op de arbeidsmarkt.
de activiteiten gericht op Spoor 3 en de Wmo-diensten (o.a.
voor mensen zonder uitzicht
Er wordt onderzocht of er een koppeling kan plaatsvinden tussen boodschappen doen voor ouderen en inzet voor sociale activiteiten voor ouderen).
8
9
Goed inzicht verschaffen in de
De opgestelde startnotitie regionaal arbeidsmarktbeleid wordt in
arbeidsmarkt
in de regio maken wij afspraken om het beleid uit te werken.
Uitvoering geven aan het
•
vraag- en aanbodzijde van de
Meerjarenbeleidsplan
2010 vertaald naar een lokaal uitwerkingsplan. Met onze partners In 2010 volgt verdere uitwerking van het
meerjarenbeleidplan. De sluitende aanpak van alle
123
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? bijstandsgerechtigden staat hierin geformuleerd.
Ketenpartners maken daar waar dit nog nodig is hiervoor nadere werkafspraken. •
Onderzocht wordt wat de gemeente concreet met EVCtrajecten (Eerder Verworven Competenties) kan doen voor de begeleiding van klanten zonder startkwalificatie.
•
Als uitvloeisel van een convenant met de VNG, worden nietuitkeringsgerechtigden (Nuggers) geactiveerd naar werk.
•
Door de diverse aanbestedingen re-integratie, inburgering
en volwasseneducatie in één aanbesteding onder te brengen, is gestart met invulling te geven aan het idee van
ontschotting van budgetten om hierdoor meer speelruimte binnen deze regelingen te creëren van het
participatiebudget. Zie ook programma 3.1. •
De Wet Investeren in Jongeren (WIJ) gaat per 1 oktober 2009 in en wordt uitgewerkt. Hiervoor wordt een nieuwe verordening vastgesteld.
Er is een plan van aanpak economische crisis opgesteld. Uitwerking loopt door naar 2010. De gemeente monitort de
werkloosheid, het aantal starters op de arbeidsmarkt en startende ondernemers. Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr 4a
•
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
8%
8%
5%
5%
5%
5%
W&B
*
*
*
*
*
UWV
Percentage jongeren tot 27 jaar van
Bron
het totale klantenbestand met een 4b
bijstandsuitkering. •
Aantal jongeren tot 27 jaar die deelnemen aan een traject via het Jongerenloket.
5
•
Aantal nieuw gestarte trajecten44 met als doel beëindiging of vermindering
6
7
van de uitkering (spoor 1 en 2).
146
100
100
100
100
100
W&B
•
WSW contracten
400
393
393
393
393
393
SWA
•
Aantal mensen op WSW-wachtlijst
100
95
90
85
80
75
SWA
•
Hiervan indicatie begeleid werken
45
45
45
45
45
4545
SWA
•
Aantal trajecten met als doel 197
150
150
150
150
150
W&B
maatschappelijke participatie (spoor 3).
*indicatoren zijn in ontwikkeling i.v.m. Wet Investeren in Jongeren die per 01 oktober 2009 van kracht zal zijn.
44
Traject: het geheel van activiteiten gericht op begeleiding van de werkzoekende klant naar werk (of sociale
activering, conform de re-integratieladder - A3). 45
De indicaties worden gedaan door het CWI. De Gemeente Alphen aan den Rijn heeft hier geen invloed op.
124
Aan dit deelprogramma verbonden producten (reguliere activiteiten) Reguliere activiteiten binnen dit deelprogramma betreffen: o o
Re-integratietrajecten aanbieden.
Projecten in spoor 3 vallen niet onder de aanbesteding en worden met de huidige aanbieders in 2010 voortgezet.
Wat mag het kosten?
125
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Bedrag x€ Oorzaak
1.000
Lasten: Productgroep Participatiebudget (vh scholing/acti De budgetten voor het zgn. W-deel van de WWB zijn verhoogd met 1,3 miljoen. Hiertegenover staan hogere verwachte inkomsten. Interne urendoorberekeningen leiden tot een nadeel van
1.093
N
193
N
166
N
23
N
-384
V
Het WI-budget is overgeheveld naar het participatiebudget. Voor de uitvoeringskosten van de WI was er geld opgenomen via het WI budget. Deze
uitvoeringskosten worden via de algemene uitkering gedekt. Deze kosten zijn via de VJN 2009-2013 opgenomen. Als gevolg een taakmutatie uit het gemeentefonds is er sprake van extra
incidenteel budget in het kader van het deltaplan inburgering. Dit leidt tot een lastentoename van € 23.000 (VJN 2009-2013). Incidentele budgetten 2009 welke vervallen in 2010 leiden tot een voordeel van Lagere kosten voor de SWA leiden tot een voordeel van
-61
V
Subtotaal productgroep Participatiebudget (vh scholing/acti
1.030
N
Totaal lasten
1.030
N
Baten: Productgroep Participatiebudget (vh scholing/acti Hogere geraamde inkomsten veroorzaakt door het W-deel leiden tot een extra inkomst van
-1.284
V
Subtotaal productgroep Participatiebudget (vh scholing/activering
-1.284
V
Totaal baten
-1.284
V
-254
V
Totaal resultaat voor bestemming
126
Deelprogramma 7.3: Bijstand Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
7A
Vermindering van het aantal
•
inwoners dat afhankelijk is
De economie stagneert en o.b.v. de berekeningen van het CPB
van een bijstanduitkering
wordt het klantenbestand in hoogte bijgesteld. Er zal geen sprake
Reductie van het klantenbestand WWB:
zijn van een afname van het klantenbestand, maar van een toename
van circa 800 klanten in 2008 (inclusief 135 klanten ouder dan 65 jaar), naar 950 klanten (inclusief 150 klanten ouder dan 65 jaar). •
Beperking van de instroom moet worden bereikt door: ¾
Integrale dienstverlening. Door de werkzaamheden van gemeente en UWV-Werkbedrijf op elkaar aan te laten
sluiten is betere anticipatie mogelijk (bijv. in geval van maximale WW en aansluiting WWB). ¾
Streng zijn aan de poort door controle en informatie-
verstrekking bij een aanvraag zodanig in te richten dat alleen de rechthebbenden een uitkering ontvangen.
•
Door de toename van het aantal klanten in de WWB, zullen de uitgaven op het I-deel toenemen. Dit risico is zeer hoog. Op
basis van de huidige cijfers kan met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden vastgesteld dat er een structureel eigen risico bestaat van 5% van het jaarlijks I-deel van het
Wwb-budget, zijnde om en nabij € 5 ton. Jaarlijks dient de
gemeente Alphen aan den Rijn rekening te houden met het zogenaamd ‘eigen risico’ in de budgetteringssystematiek van het Wwb I-deel. Dit risico wordt gedekt uit de structurele
risicoreserve van 5% van het jaarlijks I-deel van het Wwbbudget, zijnde € 5 ton op jaarbasis. •
Genoemde actiepunten worden in combinatie met Programma 7.2 Werk en Hoogwaardig Handhaven ingezet.
7B
Voorkomen dat misbruik
•
wordt gemaakt van de
•
voorzieningen
Hoogwaardig handhaven Om misbruik van sociale voorzieningen te voorkomen, is het
noodzakelijk hierop te controleren. Door controles consequent en volledig plaats te laten vinden, wordt misbruik tegengegaan en wordt voorkomen dat het draagvlak voor de voorzieningen vermindert. •
Naast reguliere controles vinden er themacontroles plaats. Het Hoogwaardig handhaven wordt in alle geledingen van de
127
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
organisatie (inclusief UWV-Werkbedrijf) ingezet. •
De lijn die is ingezet door Hoogwaardig handhaven en streng zijn aan de poort wordt verder doorgezet. Dit moet in 2010 leiden tot 30 beëindigde, verlaagde of ingetrokken uitkeringen.
•
De Sociale Recherche wordt in geval van complexe zaken en fraudezaken boven de € 10.000 ingeschakeld vanwege het procesverbaal.
8
Uitbreiding voorzieningen en •
Uitbreiding voorzieningenniveau Het bereik van de minima was in 2008 42% van het aantal
uitvoeren van
huishoudens tot 110% van het minimuminkomen. De
minimaregelingen
Gemeente Alphen aan den Rijn neemt deel aan de benchmark minimabeleid van SGBO. Uit de benchmark blijkt dat het
gemiddelde bereik van de deelnemende gemeenten rond dit
percentage zit. De Gemeente Alphen aan den Rijn scoort
bovengemiddeld op de items categoriale bijstand, collectieve ziektekostenverzekering en duurzame gebruiksgoederen (witgoedregeling). Ondergemiddeld scoort de Gemeente Alphen aan den Rijn op de items individuele bijzondere
bijstand (niet medisch) en kwijtschelding gemeentelijke
belastingen. Door informatieverstrekking en onderstaande actiepunten, wordt er naar gestreefd het percentage bereik op een hoger niveau te tillen. •
In 2010 wordt het aanvragen van bestaande voorzieningen
vereenvoudigd. •
In 2010 wordt het ‘snelloket’ verder ontwikkeld en kunnen
klanten via een beslisboom (lijst met keuzen en alternatieven) zelf een keuze maken van wat zij willen aanvragen.
•
In 2010 wordt de website doorontwikkeld en uitgebreid met onder andere de mogelijkheid van het digitaal aanvragen van informatie en voorzieningen.
•
Naast de schriftelijke voorlichting (WWB-Krant en de website)
vinden er voorlichtingsbijeenkomsten plaats voor ouderen en allochtonen. •
Bij het bevorderen van het gebruik van voorzieningen wordt de Cliëntenraad van de Gemeente Alphen aan den Rijn betrokken.
•
Voor de mensen van 65 jaar en ouder vindt de
informatievoorziening plaats in samenwerking met de Sociale Verzekeringsbank (SVB). •
Cursussen budgetbeheersing aanbieden aan diverse doelgroepen.
De budgetcursussen in 2010 continueren. •
Vergroten voorzieningen voor de Alphense minima
128
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
De doorontwikkeling en groei (verbreding) van de AlphenPas (gratis voor minima) zorgt voor een uitbreiding van de voorzieningen van de minima. • •
Schuldhulpverlening
Het front-Office is gepositioneerd binnen SCA. Het backoffice, de begeleiding is m.i.v. januari 2010 uitbesteed aan een externe partij.
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr 7
•
Aantal verstrekte uitkeringen (per
•
Aantal nieuwe aanvragen om een
•
Aantal beëindigde, ingetrokken of
economische eenheid) uitkering levensonderhoud
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
Bron
796
800
950
950
950
950
W&B
296
330
450
450
450
450
W&B
64
50
30
30
30
30
W&B
1.076
1.050
1.150
1.250
1.350
1.400
SCA
1.240
1.250
1.250
1.250
1250
1.250
SCA
156
175
200
200
200
200
SCA
verlaagde uitkeringen naar
aanleiding van hoogwaardig handhaven. 8
•
Aantal aanvragen bijzondere bijstand
•
Aantal aanvragen minimabeleid
•
Aantal nieuwe aanvragen schuldhulpverlening
Aan dit deelprogramma verbonden producten (reguliere activiteiten) •
Afhandelen bijstandaanvragen binnen de wettelijke termijn van 8 weken (16 weken voor de
Bijstand Besluit Zelfstandigen (BBZ) en Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk
Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen (IOAZ). Hierbij wordt rekening gehouden met de in de wet vastgelegde eenmalige uitvraag van klantgegevens.
•
Tijdig en nauwkeurig betalen van uitkeringen.
•
Beheren van budgetten in geval van schuldhulpverlening.
•
Debiteurenbeheer.
•
Afhandelen binnen de daarvoor geldende termijn van bezwaarschriften.
•
Digitaliseren van aanvragen en klantdossiers.
•
Vroegtijdig signaleren van fraude door gebruik te maken van Suwinet en het Inlichtingenbureau. De gegevens in deze databanken worden gevoed door o.a. de Belastingdienst en Justitie.
•
Verwerken van mutaties en vakantiemeldingen die van invloed zijn op de uitkering.
•
Bij beëindiging van een bijstanduitkering een beëindigingonderzoek uitvoeren.
•
Zorg dragen voor een correcte afdracht aan de Belastingdienst en verstrekken van jaaropgaven
aan de klant.
129
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Bijstandsuitkeringen Er is sprake van een stijging van € 2,7 miljoen op het I deel van de WWB. Hiertegenover staan extra inkomsten vanuit het rijk. Het geraamde verschil tussen de uitgaven en de inkomsten ad € 417.000 wordt onttrokken uit de risicoreserve WWB. Subtotaal productgroep Bijstandsuitkeringen Productgroep Bijz.bijstand en minimaregelingen Interne urendoorberekeningen leiden tot een nadeel van Subtotaal productgroep Bijz.bijstand en minimaregelingen Productgroep Sociale recherche Met ingang van 2011 loopt het contract af met de Sociale Recherche te Leiden. Dit contract wordt herzien en aangenomen wordt dat gezien de gewijzigde wetgeving op de handhaving gemeentelijk meer intern afgehandeld kan worden (bestuursrechterlijk) en minder extern uitgezet hoeft te worden (strafrechterlijk). In de taakstelling welke opgenomen is in de Voorjaarsnota 2009-2013 (lijst B) is rekening gehouden met een besparing van € 40.000 met ingang van 2011. Subtotaal productgroep Sociale recherche Totaal lasten Baten: Productgroep Bijstandsuitkeringen Er is sprake van een stijging van de inkomsten van € 2.320.000. Hiertegenover staat een verlaging van € 450.000 als gevolg van het terugnemen van het begroot voordelig saldo van de WWB (VJN 2009-2013), Subtotaal productgroep Bijstandsuitkeringen
Bedrag x € 1.000
2.674
N
2.674
N
-15 -15
V V
0
V
0 2.659
V N
-1.870
-1.870
V
130
Productgroep Bijz.bijstand en minimaregelingen Subtotaal productgroep Bijz.bijstand en minimaregelingen Productgroep Sociale recherche Subtotaal productgroep Sociale recherche Totaal baten Totaal resultaat voor bestemming
0
V
0 0 -1.870 789
V V V N
131
Programma 8: Wonen en Woonomgeving Missie
We plannen samen met de bewoners en de maatschappelijke en ontwikkelingspartners onze leefomgeving. We hebben het hier over woningen, bedrijven, groen en water. In Alphen ligt de nadruk
op herstructurering van woonwijken, op stadsinbreiding en -uitbreiding en bouwen voor verschillende doelgroepen. Bij aanleg en onderhoud van de woonomgeving speelt bewonersparticipatie een belangrijke rol.
Speerpunten
Wij streven naar een beheerste groei van de woningvoorraad om aan de vraag vanuit de gemeente zelf, maar ook vanuit de regio te kunnen voldoen.
Goede doorstroming op de woningmarkt ondersteunt de afstemming tussen woningvoorraad en de verschillende doelgroepen.
We zijn trots op het grote aantal vrijwilligers dat meehelpt bij het beheer van hun woonomgeving en willen deze groep graag uitbreiden.
De gemeente gaat zorgvuldig om met de schaarse ruimte en zoekt naar een goede balans tussen wonen, werken en recreatie.
Kaders en Context
Woonvisie 2004-2018, waarin we woningbehoefte en aanbod bijeen brengen; Streekplan Zuid-Holland Oost.
Beheerplannen openbare ruimte. Beleidsvisies als Transformatievisie Oude Rijnzone, Alphen 2018, Economisch beleid, GVVP, Detailhandelsbeleid, Nota Ruimte etc.
Prestatieafspraken met wonenCentraal. Lokale Visie Wonen, welzijn en zorg. Structuurvisie Buitengebied
Het Herijkt Masterplan Stadshart Lage Zijde
132
Deelprogramma 8.1: Wonen Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
0
Realiseren goede
•
Opstellen nieuwe prestatieafspraken 2010 e.v.
huisvesting voor alle
•
In 2010 verlopen de oude prestatieafspraken. Er worden nieuwe
doelgroepen
Wat doen we daarvoor?
prestatieafspraken opgesteld, waarbij onderstaande doelen (1A t/m 1E) in acht worden genomen.
1A
Realisatie van een
•
Uitvoeren van het woningbouwprogramma
gedifferentieerd
•
Het woningbouwprogramma uit de vastgestelde Woonvisie wordt mogelijk
woningaanbod
bijgesteld/getemporiseerd op basis van resultaten van het onderzoek naar
de marktopnamecapaciteit van ons woningbouwprogramma (2008) en de huidige situatie op onze woningmarkt (kredietcrisis). o
Met het oog op de kredietcrisis zullen de mogelijkheden van een opkoopfonds worden onderzocht.
De (programmatische en financiële) consequenties van deze mogelijke bijstelling zullen per project (vooraf) worden vastgesteld. Eens per twee jaar wordt het bouwprogramma (achteraf) gemonitord.
•
Uitvoeren van een verhuisketenonderzoek
•
Eens per drie jaar wordt een verhuisketenonderzoek uitgevoerd. Aan de hand van dit onderzoek, dat in 2010 weer plaatsvindt, kan worden bepaald in hoeverre het toevoegen van nieuwbouwwoningen in de periode 20072009 heeft geleid tot doorstroming op de woningmarkt (= doelstelling van ons woonbeleid).
•
In kaart brengen herstructureringsmogelijkheden •
Inventarisatie van binnenstedelijke herstructureringslocaties
(o.a. in samenwerking met wonenCentraal, aansluitend op hun nieuwe bedrijfsvisie). •
Inventarisatie van de mogelijkheden tot transformatie van kantoorpanden naar woonruimten.
1B
Voldoende doorstroming
•
Toewijzing door middel van “lokaal maatwerk”
op de woningmarkt
•
Met behulp van het “lokaal maatwerk”(voorheen: experimentenregeling) uit het Convenant Woonruimteverdeling Rijnstreek 2009 kan maximaal 30% van de vrijkomende huurwoningen buiten de reguliere toewijzingsvoorwaarden gericht aan doelgroepen (voorrang) worden toegewezen. Hierdoor ontstaat doorstroming op de woningmarkt.
•
In 2008 is gestart met een experiment voor de percelen in Lage Zijde, waar
het Voorkeursrecht op gevestigd is. Dit experiment wordt in 2010 voortgezet. •
* In 2009 is een experiment voor de woningen in het Zegerkwartier
uitgevoerd. Door dit experiment zijn 21 woningen meer vrijgekomen (en dus meer doorstroming gegenereerd) dan wanneer de woningen op volgorde van inschrijfduur waren toegewezen. 1C
Voldoende woningen
•
Gericht toewijzen aan doelgroepen / voorrang voor doelgroepen
133
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
beschikbaar voor
•
doelgroepen van beleid
Met wonenCentraal is een garantieafspraak gemaakt voor het huisvesten van de statushouders en huishoudens die vallen onder het Generaal Pardon (doelgroep van beleid).
•
Op jaarbasis worden maximaal vijf woningen toegewezen aan mantelzorgers.
•
Opvang woningzoekenden met acute woningnood Middels de urgentieregeling uit het Convenant Woonruimteverdeling Rijnstreek 2009 of prestatieafspraak A9 uit de prestatieafspraken worden woningzoekenden met een acute woningnood gehuisvest.
• •
Uitvoering geven aan uitvoeringsprogramma koopstarters In het uitvoeringsprogramma om koopstarters (doelgroep van beleid) op de Alphense woningmarkt te faciliteren, is gekozen voor:
•
1.
Toepassen van koopvarianten;
2.
Voortzetten verkoop sociale huurwoningen;
3.
Stimuleren collectief particulier opdrachtgeverschap (zie ook 1E);
4.
Realiseren goedkope koopwoningen.
In 2010 wordt de uitvoering van deze maatregelen voortgezet. Maatregelen 1 en 2 worden in nauwe samenwerking met wonenCentraal uitgevoerd. Tevens wordt gemonitord of de doelstellingen van deze uitvoeringsmaatregelen (als bieden van keuzevrijheid, bevorderen van doorstroming –zie ook 1B-, gedifferentieerde wijken en leefbaarheid in buurten) worden behaald of dat de uitvoeringsmaatregelen moeten worden bijgesteld.
1D
Bevorderen zelfstandigheid •
Uitvoering geven aan opgestelde visie rondom wonen, welzijn en zorg
zorgbehoevende
Doelstelling van de lokale visie wonen, welzijn en zorg is dat
woonconsument door
zorgbehoevende woonconsumenten worden ondersteund om zolang
woningaanbod te koppelen
mogelijk zelfstandig te blijven wonen in een vertrouwde omgeving. In het
aan service en diensten
uitvoeringsprogramma van deze visie, ondersteund door de resultaten van het onderzoek naar woonservicezones, is bepaald wat gemeentebreed het gewenste diensten- en voorzieningenaanbod is. De uitvoering van deze maatregelen wordt in 2010 verder vormgegeven. •
Opstellen plan van aanpak voor het ontwikkelen van woonservicezones In 2010 wordt per voorgestelde woonservicezone een plan van aanpak opgesteld. Dit gebeurt in nauwe samenspraak met betrokken partners, die werkzaam zijn op de terreinen wonen, welzijn en zorg in de gemeente.
•
Bevorderen levensloopbestendigheid nieuwbouw
•
Woningen worden aangepast aan de woonwensen die ontstaan door leeftijd of beperkingen, van de betreffende woonconsument. Hierdoor ontstaat (op termijn) een gedifferentieerd aanbod in bestaande woningen. In 2009 zijn criteria opgesteld waar nieuwe seniorenwoningen aan zouden moeten voldoen. Deze criteria worden vervolgens meegenomen bij toekomstige marktselecties. Op deze manier wordt getracht nieuwbouwwoningen aan te laten sluiten bij de woningbehoefte van deze groep én de woningen levensloopbestendig te maken.
•
Opplussen flatwoningen
•
wonenCentraal maakt door deze maatregel woningen geschikt voor
134
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? bewoning door senioren. In de strategische bedrijfsvisie van wonenCentraal is bepaald dat de komende periode 200 woningen zullen worden opgeplust. •
Inzichtelijk maken woningaanbod senioren
•
Het gebundeld aanbieden van seniorenwoningen, zowel in de woonkrant als op Internet, wordt voortgezet.
•
Ondersteunen initiatieven kleinschalige woonvormen Naar behoefte worden (kleinschalige) initiatieven met wonen en zorg door de gemeente ondersteund (denk onder andere aan Activite/Gemiva/ Philadelphia). Deze initiatieven maken over het algemeen onderdeel uit van het uitvoeringsprogramma van de lokale visie wonen, welzijn en zorg.
1E
Tevredenheid van de
•
Uitvoeren projecten (collectief) particulier opdrachtgeverschap
inwoners over de kwaliteit
•
In 2009 is de Verordening Collectief Particulier Opdrachtgeverschap
van het woningaanbod
vastgesteld. Concreet wordt een tweetal projecten met collectief particulier opdrachtgeverschap gefaciliteerd: circa 50 woningen in KLOP en circa 30 woningen in Nieuwe Sloot. Monitoring van deze projecten zal bepalen of het bouwprogramma de behoefte voldoende waarborgt.
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Bovengenoemde doelstellingen, die we in deze collegeperiode moeten bereiken, zijn neergelegd in het collegeprogramma 2006-2010. Deze doelstellingen en de manier waarop ze bereikt kunnen worden,
komen overeen met de doelstellingen en maatregelen zoals deze in de Woonvisie Alphen aan den Rijn 2004 – 2018 staan en de Prestatieafspraken met wonenCentraal, die lopen van 2006 tot 2010. Door
monitoring van het woonbeleid worden zowel de ontwikkelingen binnen dit beleidsveld als de behaalde resultaten beschreven. De Monitor Woonvisie geeft inzicht in de uitvoering van de maatregelen uit de Woonvisie Alphen aan den Rijn 2004-2018, de uitvoering van het bouwprogramma en de effecten
daarvan op de wachtlijsten, wachttijden en de daadwerkelijke doorstroming voor de verschillende
doelgroepen (onder andere gemeten middels het uitgevoerde verhuisketenonderzoek en gegevens
vanuit de Stichting Woonmarkt Rijnstreek). Het doel van monitoring van het woonbeleid is het tijdig kunnen bijsturen van het woonbeleid als de uitgangspunten veranderen of de gestelde doelen niet
worden gehaald.
In september 2007 is de Conferentie Alphens Woonbeleid georganiseerd, waarin nadrukkelijk is
ingegaan op de bereikte resultaten van de uitvoeringsmaatregelen, de Alphense woningmarkt en de sturingsmogelijkheden die de gemeente heeft om de gewenste effecten van de Woonvisie te bereiken. De conclusies én vervolgacties uit deze conferentie (bijvoorbeeld het concreet maken van het
uitvoeringsprogramma om koopstarters op de Alphense woningmarkt te faciliteren, een onderzoek om
de mogelijke behoefte aan collectief particulier opdrachtgeverschap in onze gemeente te stimuleren en het onderzoeken van de marktopnamecapaciteit van ons gemeentelijk woningbouwprogramma)
hebben geleid tot een aanscherping van de manier waarop wij in 2010 invulling geven aan de uitvoering van ons woonbeleid.
135
Meerjarenprogramma woningbouw: Woningbouwplanning Oudshoorn
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
6
Ridderveld
106
35
Zegersloot Hoorn
59
73
Hoge Zijde: stationsomgeving
33
87
222
28
108
373
57
262
277
54
Lage Zijde: diverse kleine plannen Lage Zijde: stadshart
12
Lage Zijde: Nieuwe sloot
100
Steekterpolder Kerk en Zanen: deelgebied Q Kerk en Zanen: deelgebied KLOP Kerk en Zanen: Burggooi Kerk en Zanen: stationsomgeving
27 65
65
65
65
65
183
100
49
83
49
49
293
379
1.044
543
398
149
Aarlanderveen Zwammerdam Totaal
49
Noot: In dit bouwprogramma zijn uitsluitend zekere aantallen opgenomen. De huidige situatie op de woningmarkt leidt er noodzakelijk toe dat een aantal projecten later in de tijd en/of met een andere woningprogrammering zal worden uitgevoerd dan aanvankelijk gepland (zie ook 1A). De huidige
planning van diverse projecten laat een piek zien in 2011. Daarentegen laat de periode vanaf 2014 een sterke onderproductie zien. De gemiddelde woningbehoefte ligt rond de 300 woningen per jaar. Bovenstaande leidt ertoe dat per project zal worden nagegaan of bovenstaande planning en programmering nog van toepassing is. Dit moet worden afgestemd met betrokken projectverantwoordelijken.
Aan dit deelprogramma verbonden producten (reguliere activiteiten) Tot de normale taken behoren onder andere het verstrekken van subsidies voor kleinere
bouwprojecten, het toetsen van bouwaanvragen aan gemeentelijke kaders en het uitvoeren van het Convenant Woonruimteverdeling Rijnstreek 2009. Binnen dit deelprogramma voeren we het volkshuisvestingsbeleid uit en worden planologische deelstudies gedaan. Ook vinden binnen dit deelprogramma bouwplanbeoordelingen plaats.
Het beheer en onderhoud van het gemeentelijke vastgoed (woningen) valt eveneens onder dit deelprogramma, evenals de activiteiten rondom de verkoop van gronden t.b.v. woningbouw. Tot slot worden de kosten verantwoord van het afgeven en handhaven van vergunningen in het kader van de Woningwet, inclusief de hieruit voortvloeiende juridische procedures.
136
Aan dit deelprogramma verbonden producten (reguliere activiteiten)
Tot de normale taken behoren onder andere het verstrekken van subsidies voor kleinere bouwprojecten, het toetsen van bouwaanvragen aan gemeentelijke kaders en het uitvoeren van het Convenant Woonruimteverdeling Rijnstreek 2005.
Binnen dit deelprogramma voeren we het volkshuisvestingsbeleid uit en worden planologische deelstudies gedaan. Ook vinden binnen dit deelprogramma bouwplanbeoordelingen plaats.
Het beheer en onderhoud van het gemeentelijke vastgoed (woningen) valt eveneens onder dit deelprogramma, evenals de activiteiten rondom de verkoop van gronden t.b.v. woningbouw.
Tot slot worden de kosten verantwoord van het afgeven en handhaven van vergunningen in het kader
van de Woningwet, inclusief de hieruit voortvloeiende juridische procedures.
137
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Woningaanbod Verschuiving van lasten over diverse afdelingen Vervallen incidentele budgetten Toename kapitaallasten uit het MIP Omzetting naar verwerkingskosten product inzameling Diversen Subtotaal productgroep Woningaanbod Totaal lasten Baten: Productgroep Woningaanbod Verhoging structurele huurinkomsten Subtotaal productgroep Woningaanbod Totaal baten Totaal resultaat voor bestemming
Bedrag x € 1.000
-166 -164 77 -9 -6 -268 -268
V V
-32 -32 -32 -300
V V V V
V V
138
Deelprogramma 8.2: Woonomgeving Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
1,2 Tevredenheid van bewoners over
We blijven bewoners betrekken bij de (her)inrichting van hun
3
hun woonomgeving
woonomgeving. Dit uit zich in plannen die in meerdere of
Vergroten van de sociale
van bewoners tot stand komen. De plannen sluiten beter aan bij
vergroting van de kwaliteitsbele-
werken leert men elkaar in de buurt beter kennen, wat de sociale
samenhang in de buurt en de ving van het openbare gebied
Verbeteren van de leefkwaliteit in de wijken
mindere mate (afhankelijk van de uitgangspunten) door inbreng de wensen van de bewoners en door samen aan de plannen te
samenhang vergroot.
Elk jaar stellen we een lijst met projecten (her)inrichting openbare
ruimte op (vanuit meerjarenperspectief), die we tot stand brengen met bewonersparticipatie.
Ook bij de uitvoering van het speelruimteplan blijven we de bewoners betrekken. In 2010 is mogelijk de uitvoering van speelplekken in Ridderveld nog niet geheel afgerond.
4
Tevredenheid van bewoners over
Dit onderwerp maakt onderdeel uit van de tevredenheid van
de parkeergelegenheid
bewoners over hun woonomgeving. Waar knelpunten in delen van de stad bestaan zoekt de gemeente naar oplossingen. We
bespreken samen met bewoners de mogelijkheden om de
parkeerplaatsen vorm te geven, dit in evenwicht met de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals groen. 5
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling
In 2008 is de Visie Buitengebied Alphen aan den Rijn door de raad vastgesteld met als doel de versterking van
de(economische)vitaliteit van het buitengebied; gevolgd door een uitvoeringsprogramma in 2008. De uitvoering van deelprojecten uit dit programma wordt in 2010 gecontinueerd.
In 2010 wordt gewerkt aan een Kwaliteitsvisie op de open In programma 2 Duurzaamheid wordt uitgebreid beschreven wat in 2010 wordt uitgevoerd op basis van de raadskeuzes Klimaatbeleid 6
Het behouden van natuurwaarden Door een aantal gebieden natuurlijk(er) in te richten en te via biodiversiteit
onderhouden behouden we daadwerkelijk natuurwaarden via biodiversiteit. Dit wordt gerealiseerd in samenhang met de
verschillende (her)inrichtingsprojecten. Oevers in de stad worden zoveel mogelijk ecologisch ingericht en beheerd passend in het Stedelijk waterplan. De beoogde effecten onder punt 6 en de activiteiten die daarvoor nodig zijn, zijn in het collegeprogramma 2006-2010 beschreven in programma 2 Duurzaamheid. Omdat het primaire belang van deze doelstelling de inrichting van de woonomgeving betreft, is het in dit (deel-)programma opgenomen.
139
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr
2
•
Tevredenheid van bewoners
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Realisatie
Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
7,3
7,6
7,6
7,6
7,6
7,6 STP
over de woonomgeving
•
Bron
Betrokkenheid bij de eigen 3802
3800
3950
3950
3950
3950
SB
Aantal vrijwilligers
26 %
27 %
27 %
27 %
27 %
27 %
STP
Actief in eigen buurt
83 %
83 %
83 %
83 %
83 %
83 %
buurt:
Gevoel van STP
medeverantwoordelijkheid voor eigen buurt 3
•
Waardering voor buurtvoorzieningen:
4
•
Speelplekken
6.4
7
6,6
6,6
6,6
6,6
STP
Voorzieningen voor jongeren
5,5
6
5,7
5,7
5,7
5,7
STP
6,3
6,5
6,5
6,5
6,5
6,5
STP
Waardering voor buurtvoorzieningen (parkeren)
Het doel voor 2009 is mogelijk te hoog ingezet, maar nu niet meer terug te draaien, vandaar wel m.i.v. 2010 reëlere verhoging voorgesteld van het doel (tevens realisatie 2008 toegevoegd voor het overzicht)
Aan dit deelprogramma verbonden producten (reguliere activiteiten)
Binnen dit deelprogramma voeren we de volgende activiteiten op reguliere basis uit: • •
ISV programma 2005-2009, jaarschijf 2010, conform plan ter verbetering van de woonomgeving.
Uitvoering ophaalwerken (reconstructies), jaarschijf 2010 conform meerjarenplanning Stadsbeheer.
•
Ontwerpen en voorbereiden van de inrichting woonbuurten inclusief groen- en recreatievoorzieningen.
•
Het onderhoud van de groenvoorzieningen.
•
Beheer en onderhoud van speelvoorzieningen.
•
Ondersteuning vrijwilligers bij het onderhoud van het openbaar gebied (bewonersparticipatie).
140
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Woonomgeving Verschuiving van salarisbudgetten door herziening van de activiteiten in relatie met de productgroep woonomgeving Vrijval kapitaallasten uit de staat van Activa Diversen Subtotaal productgroep Woonomgeving Totaal lasten Totaal resultaat voor bestemming
Bedrag x € 1.000
641
N
-118 2 525 525 525
V N N N N
141
Deelprogramma 8.3: Ruimtelijke ontwikkeling Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
7
Evenwichtige ruimtelijke
Oude Rijnzone:
ontwikkeling
•
In juni 2009 is de rijksbijdrage voor de OudeRijnzone ter
grootte van 30 miljoen euro verstrekt voor de periode tot
2014. De provincie Zuid-Holland draagt ongeveer hetzelfde bedrag bij . De stuurgroep OudeRijnzone zal in 2010 op een andere wijze voortbestaan; eind 2009 zal een regionale
organisatievorm met meer wederzijdse verplichtingen zijn geconstrueerd. •
In 2010 zal een overeenkomst gesloten zijn tussen
Rijnwoude en Alphen aan den Rijn over de aanpak en uitvoering van het cluster Rijnwoude oost/ Alphen west.
Binnen dit cluster wordt in ieder geval (door)gewerkt aan: herstructurering en transformatie Hoogewaard en Rijnhaven, infrastructurele studies van N 207 tot N11, uitwerking en
inpassing van de oeververbinding Oude Rijn, studie rondom Halte west RijnGouwelijn en inspelen op initiatieven van bedrijven volgens de SER ladder •
De verdere ontwikkeling van het Steekterweggebied wordt ook voortgezet. De aanleg van OTA en wegomlegging N 207 worden voortgezet. Voor het gebied tussen Alphen oost
(Steekterweggebied)en Bodegraven west zal ook in 2010 een contract zijn gesloten. In beide verder uitgewerkte
samenwerkingsovereenkomsten worden nadere afspraken gemaakt tussen partijen over programmering, fasering, uitvoeringsorganisatie en financiering.
Regionale bereikbaarheid:
gewerkt zal worden aan de vervolgprojecten voortkomend uit de Corridorstudie N207; de uitwerking randweg Gnephoek zal
binnen het OudeRijnzone cluster Rijnwoude oost/Alphen west plaatsvinden. Voorts zal de evaluatie van het bestaande GVVP
tot 2010 hebben geleid tot enige bijstellingen in beleid voor de periode tot 2020. Het geactualiseeerde GVVP tot 2020 zal in 2010 voltooid worden. Bestemmingsplanproductie
Nieuwe bestemmingsplannen in 2010: -
(Postzegel)bestemmingsplannen Buitengebied
-
Zegerslootgebied
-
Bedrijventerreinen
Doorlopende bestemmingsplannen: -
Nieuwe Sloot
142
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
-
Steekterpoort I
-
Limes
-
Aarlanderveen (beroepsprocedure)
-
Ridderveld (beroepsprocedure) Centrum Groot
Vanaf 1 januari 2010 moeten alle ruimtelijke plannen digitaal uitwisselbaar en raadpleegbaar zijn. Dit is een uitvloeisel van de
nieuwe Wro, die op 1 juli 2008 in werking is getreden. Daarnaast moeten nieuwe bestemmingsplannen zijn voorzien van een exploitatieplan. Stadsontwikkelingsprojecten -
Stadshart: begeleiding diverse bouwplannen
-
Begeleiding kwaliteitsverbetering winkelcentra Ridderhof
-
Begeleiding bouwplannen Nieuwe Sloot
-
Begeleiding ontwikkelingen Kop Sterrenlaan
-
Begeleiding initiatief Multifunctioneel Centrum De Bijlen
-
Begeleiding Peter Langhoutlokatie
-
Begeleiding Wandelbos
-
Gebiedsontwikkeling Bospark en omgeving
-
en Herenhof en bestemmingsplantechnisch regelen Begeleiding bouwplannen Stationsomgeving Begeleiding bouwplannen Lupinesingel Begeleiding De Thermen
Onderwijslokaties (Prismaschool, Meerkoetstraat) Leerpark
Voorbereiding volgende fase ontwikkeling KLOP Kerk en Zanen
Regievoeren en sturen op ontwikkelinitiatieven uit de markt.
Structuurvisie Buitengebied
Voor het buitengebied is een structuurvisie vastgesteld. Op basis van het door de raad vastgestelde uitvoeringsprogramma (2009) zal de uitvoering van de deelprojecten ter hand worden
genomen. Op basis van die structuurvisie worden ook initiatieven begeleid volgens een vast protocol volgend de
ontwikkelingsplanologie. Voor elk initiatief moet een (postzegel)bestemmingsplan worden gemaakt Structuurvisie
De nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening verplicht gemeenten om structuurvisies te maken. Voor het buitengebied is een
structuurvisie opgesteld, maar voor het overige deel van het grondgebied nog niet. Eind 2009 worden daarvoor de
143
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor?
bouwstenen vastgesteld. In het kader van die structuurvisie moet onder andere meer zicht komen op het gebied van
Heimanswetering (bedrijventerrein, transformatie) en het Zegerslootgebied.
In 2010 wordt tevens gewerkt aan een Stadsbrede visie op Kwaliteit van de openbare ruimte. Herstructurering Ridderveld
Door sociale en ruimtelijke problemen in de wijken met jaren ’50 en ’60 woningen zal de komende tijd wellicht het fenomeen
herstructurering gaan spelen. wonenCentraal zal de belangrijkste partner daarin zijn.
Nieuwe wetgeving WABO De Wabo is uitgesteld tot in elk geval 1 januari 2010. Er wordt
verder gewerkt aan de implementatie daarvan.
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? De voor 2010 opgenomen producties voldoen aan vastgestelde beleidskaders, zoals: transformatievisie en samenwerkingsovereenkomsten OudeRijnzone, Alphen 2018, en de daarin geformuleerde
opdrachten, GVVP, Economisch beleid, detailhandelsbeleid, grondbeleid, Woonvisie, Nota Ruimte, Wet RO, Grondexploitatiewet, Structuurvisie Buitengebied, Masterplan Stadshart Lage Zijde. Aan dit deelprogramma verbonden producten (reguliere activiteiten) Onder dit deelprogramma vallen de activiteiten met betrekking tot onderzoek naar mogelijke
inbreidings- en uitbreidingsgebieden van onze gemeente. Ook worden verantwoordt de kosten van het opstellen van structuurplannen, ruimtelijke plannen en exploitatieplannen. Daarnaast vallen de kosten van het Projectbureau Stadshart onder dit deelprogramma en een groot deel van de kosten van het uitvoeren van projecten (o.a. Stationsomgeving en Nieuwe Sloot).
144
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Stadshart Vrijval kapitaallasten (Theater / garage) Vervallen incidentele budgetten Herberekening interne budgetten Subtotaal productgroep Stadshart Productgroep Structuur plannen Omzetten inzet uren van voormalige afd EOGZ Vervallen incidentele budgetten Vrijval kapitaallasten Diversen Subtotaal productgroep Structuur plannen Totaal lasten Totaal resultaat voor bestemming
Bedrag x € 1.000
-11 -14 54 29
V V N N
322 -63 -39 -4 216 245 245
N V V V N N N
145
Programma 9: Dienstverlening Eenvoudige en uniforme afhandeling gegarandeerd, persoonlijke aandacht en begeleiding waar gewenst. De gemeente heeft bij de levering van veel producten en diensten een monopoliepositie. Om die reden mogen hoge eisen gesteld worden aan de kwaliteit en levering van de gemeentelijke producten en
diensten. We streven dan ook naar excellente publieke dienstverlening en sluiten daarmee aan op de landelijke trends, zoals: Administratieve lastenvermindering, gemeente Antwoord © en de invoering
van de Omgevingsvergunning. Uiteindelijk doel is het dienstverleningsproces in 2015 zo georganiseerd te hebben dat klanten zelf kunnen kiezen via welk kanaal ze hun dienstverleningsvraag aan de
gemeente willen voorleggen. 80% van de voorgelegde vragen kan direct afgehandeld worden in het Service Centrum Alphen. De resterende 20% wordt doorgespeeld naar de betreffende vakafdeling of een andere overheid. Het SCA is in alle gevallen in staat de voortgang van de vraag te volgen en de
klant te informeren over de status van de afhandeling van de vraag. Onze dienstverlening kenmerkt zich in 2015 (fase 5 van Antwoord ©) door: vraaggerichtheid, kwaliteit, beschikbaarheid en
gezamenlijkheid. Dit streven naar excellente dienstverlening is als onderdeel verankerd in het
Collegeprogramma 2006-2010 ‘Samenleven in de complete stad’. Samengevat luidt onze visie op publieke dienstverlening als volgt: ‘In 2015 leveren wij, als gemeente Alphen aan den Rijn, excellente dienstverlening, op basis van de behoefte en de logica van de klant. We streven naar een vraaggerichte publieke dienstverlening. We leveren kwalitatief hoogwaardig werk. Tachtig procent van de klantcontacten handelen we direct efficiënt af. Speerpunten binnen excellente dienstverlening zijn: vraaggericht, kwaliteit, beschikbaar en samen46. Vraaggericht Klantbehoeften inzichtelijk maken. Onze klanten vragen niet om producten, maar om oplossingen en resultaten. Excellente dienstverlening begint dus met de vraag: wie is mijn klant en welk resultaat
wenst mijn klant? In plaats van ‘aanbodgedreven’ informatievoorziening, bieden we onze diensten vraaggericht en persoonlijk aan, afhankelijk van hun behoeften. Periodiek houden we
klanttevredenheidsonderzoeken op het vlak van telefonische, elektronische, schriftelijke en fysieke (publieksbalie) dienstverlening. Met de uitkomsten hiervan voeren we verbeteringen door. Ook vergelijken we deze uitkomsten met resultaten die andere gemeenten behalen. Doel is om de klantbehoeften te vertalen naar kernkwaliteiten van de organisatie. Kwaliteit Professioneel gedrag staat centraal. We behandelen burgers, bedrijven en instellingen correct en deskundig. Onze medewerkers beschikken echter ook over inlevingsvermogen, ze zijn duidelijk,
vriendelijk en geven volledige en juiste informatie. We managen de klantverwachtingen: voor de meest relevante vormen van dienstverlening zijn servicenormen opgesteld die voor alle (potentiële) klanten
46
In 2009 vindt doorontwikkeling van de speerpunten plaas. Hierbij worden de 4B’s van strategische
dienstenmarketing benut en vertaald naar de Alphense situatie (Behoeften, Belofte, Beleving, Bewijs)
146
toegankelijk en duidelijk zichtbaar zijn op de plaats van handeling (bijvoorbeeld aan de balie of op de website). Klanten krijgen op die manier inzicht in wat ze van de gemeente mag verwachten.
We doen ons werk in één keer goed. Waar mogelijk leveren we eenvoudige producten en diensten op basis van het motto: ‘klaar terwijl u wacht’. Waar dit niet kan, houden we onze levertijden zo kort
mogelijk. Het SCA volgt de voortgang van de vraag en is in staat de klant informatie te geven over de status van de afhandeling van de vraag. Beschikbaar Klanten kunnen kiezen op welke manier ze de gemeente willen benaderen (web, telefoon, loket, post, mail). Wij richten onze kanalen hier op in. In 2015 hebben we fase 5 bereikt van Antwoord©. Dit
betekent dat tachtig procent van de vragen direct in het Service Centrum Alphen wordt afgehandeld. Slechts in twintig procent van de gevallen spelen we de vraag door naar een vakafdeling of een andere overheid. We zijn in staat om meervoudige producten en diensten aan te bieden. De
basisadministraties zijn ingericht en worden overal in onze organisatie gebruikt. We beperken de administratieve lasten.
Internet zien we als het belangrijkste kanaal van de toekomst. Telefonie, balie en post blijven bestaan, maar voor de bulkvraag verleiden we onze afnemers bewust naar het digitale loket. Dit levert op
termijn tijdswinst op, die we kunnen gebruiken voor een intensievere begeleiding van klanten. We zijn
flexibel als het gaat om openingstijden en om locaties waar we onze diensten aanbieden. Samen
De gemeente is niet altijd degene die het nauwste contact met de klant heeft. Als we de klant beter van dienst kunnen zijn door onderdelen van activiteiten aan andere partijen uit te besteden, dan doen we dat. Dat is niet hetzelfde als het vraagstuk aan andere spelers overlaten, de gemeente blijft regisseur
van de vraagafhandeling. De gemeente kan echter wel in de randvoorwaardelijke sfeer een rol spelen. Zoals het stimuleren van samenwerking tussen ketenpartners op locatie waardoor de integrale
dienstverlening verbetert. Concreet voorbeeld hiervan vormt de doorontwikkeling van het Wmo-loket naar een Wmo-winkel waar klanten geholpen kunnen worden met vragen die het SCA, het Werkplein, het Wmo-loket en andere balies betreffen. We delen telefonie- en internetfaciliteiten met andere overheden.
Ambitie 2010
Alphen werkt hard aan het verder optimaliseren van de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Daarbij gaat het zowel om de toegang tot de dienstverlening (langs digitale weg of fysiek aan één van de gemeentelijke balies) als om de kwaliteit van de verleende diensten. Kwaliteit in termen van snelheid, correctheid, volledigheid en bijvoorbeeld rechtmatigheid.
In het programma Dienstverlening zijn vijf deelprogramma’s/-projecten opgenomen die een belangrijke motor vormen om de dienstverlening verder te optimaliseren: -
Het deelprogramma SCA+ dat de toegankelijkheid van de gemeentelijke diensten en de klanttevredenheid over de wijze van dienstverlening stimuleert;
Het project Beter Geregeld dat bijdraagt aan een vermindering van administratieve lasten/regeldruk voor burgers en bedrijven;
Het project Duidelijke Taal waardoor bewoners en bedrijven de informatie die gemeente hen stuurt, begrijpt en er op juiste wijze mee weet om te gaan;
147
-
Het project E-dienstverlening dat bijdraagt aan het uitbreiden van het aanbod van digitale
-
En het project omgevingsvergunning/Alphen Zakelijk. Het proces rondom het verstrekken van
producten;
de omgevingsvergunning wordt zo ingericht dat er één geïntegreerde vergunning voor
bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu ontstaat. Het project Alphen Zakelijk richt zich op het ondersteunen van (beginnende) ondernemers. Samen met Alphense
ondernemers wordt onderzocht hoe de ondersteuning het beste vormgegeven kan worden.
Deze projecten moeten ertoe bijdragen dat de communicatiekanalen eind 2010 verder versterkt en ingericht zijn, zowel in termen van toegankelijkheid/beschikbaarheid als in termen van
kwaliteitsbeleving van het kanaal. Deze doelstelling werken we uit in beoogde prestaties per kanaal en in afspraken over de plekken binnen de organisatie waar we de inspanning leveren om de doelstelling
te behalen.
De vijf ‘dienstverleningsprojecten’ komen bovenop de reguliere activiteiten die bijdragen aan het verbeteren van de dienstverlening zoals deze bijvoorbeeld in het SCA en op andere plekken in de
organisatie plaatsvinden. Binnen dit programma verantwoorden we onze inspanningen alleen voor de vijf dienstverleningsprojecten. Collectieve dienstverlening of dienstverlening gericht op de stad verantwoorden we in de andere programma’s zoals “Wonen en Woonomgeving’’.
Kaders en Context
De onderstaande documenten en besluiten hebben als basis gediend voor het Programmaplan Dienstverlening: •
Onderweg naar excellente dienstverlening…. (Bedrijfsplan SCA, september 2003);
•
Informatiebeleid I-visie (2004/12464);
•
Uitvoeringsplan stadsvisie 'Alphen richting 2018: zo zien wij dat!' ( 2004/11797);
•
Burgerjaarverslag 2006, 2007 en 2008 Gemeente Alphen aan den Rijn;
•
Voortgang verbetering telefonische bereikbaarheid (2006/16318, 2007/8125);
•
Startdocument Dienstverlening, augustus 2007;
•
Visie op dienstverlening: nieuwe tijden, betere service, september 2008;
•
Programmaplan Dienstverlening. Allemaal voor Alphen, trektocht naar Excellente
dienstverlening, september 2008; •
Schrijfwijzer 2008;
•
Op weg naar Elektronische dienstverlening, maart 2009;
•
Wmo-beleidsplan 2008-2011: ‘Van kwetsbaar naar weerbaar’, februari 2008.
De stukken volgen deze landelijke ontwikkelingen: •
Publieke dienstverlening, professionele gemeenten Visie 2015, juni 2005 (Commissie Gemeentelijke Dienstverlening/Commissie Jorritsma);
•
Op weg naar een contactcenter overheid, juli 2005 (Stuurgroep Voorstudie CCO);
•
Model voor business case KCC, februari 2006 (BRW Groep/CCO);
•
Gemeente heeft Antwoord©, januari 2007.
Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor?
148
Nr
Wat willen we
Wat doen we daarvoor?
1
Vraaggericht/
De toegankelijkheid van gemeentelijke diensten verbeteren door het verder
Beschikbaar/
stroomlijnen van processen en procedures, veelgestelde vragen direct aan de
bereiken?
Kwaliteit:
Verbeterde
toegankelijkheid van de
gemeentelijke
Front-Office af te handelen en te werken met één loket. Het SCA is in staat om van die vragen die niet meteen afgehandeld kunnen worden, de statusinformatie te kunnen geven. Prioriteiten voor 2010 zijn: •
diensten
Doorontwikkeling SCA+; kanalen (internet, telefoon, balie, e-mail en post) op orde (zie ook deelprogramma SCA+).
•
Doorontwikkelen en evalueren van de ingezette koers; samenwerking met de Alphense ondernemers binnen Alphen Zakelijk en het vereenvoudigen van de vergunningaanvraag binnen de omgevingsvergunning.
•
De kwaliteit en organisatie van de Front-Offices zodanig vormgeven dat
aan de verwachtingen van de klant (burger, bedrijf, instelling) kan worden voldaan. Speerpunt in 2010 is het investeren in medewerkers. Deelprogramma SCA+
De doorontwikkeling van SCA tot SCA+ is de Alphense uitwerking van de landelijke aanpak ‘Gemeente heeft Antwoord©’. Hierin is gemeentelijke
dienstverlening gedefinieerd als het unieke portaal voor de overheid. Deze ontwikkeling omvat onder andere de doorontwikkeling van het SCA tot een Front-Office organisatie waarbinnen 80% van de eerste contacten met de burger direct worden afgehandeld. Binnen het deelprogramma zijn 6
deelprojecten te onderscheiden. Prioriteiten binnen de deelprojecten voor 2010 zijn:
1. Deelproject Klant Contact Systeem: het KCS is aangeschaft op basis van een programma van eisen en deels ingericht (gefaseerd per productgroep). Doel is de kwaliteit van het kanaal telefonie te verbeteren.
2.Deelproject Klantprocessen: de processen WABO, Alphen Zakelijk en stadsbeheer zijn vormgegeven en gedigitaliseerd. Het project draagt bij aan het vergroten van de kwaliteit van het kanaal balie.
3. Deelproject 14+: Alphen aan den Rijn is alleen telefonisch bereikbaar onder
140172, het nummer is bekend onder burgers en bedrijven. Dit project draagt bij aan het vergroten van de beschikbaarheid van het kanaal telefonie.
4. Deelproject informatievoorziening: de gemeentelijke informatievoorziening is gekoppeld aan landelijke voorzieningen (Antwoord content en
Samenwerkende catalogi), er is een interne informatiestructuur opgebouwd waarmee de FO en BO informatie met elkaar delen ten behoeve van het
klantcontact (80% afhandeling). Ten slotte zijn de meest gestelde vraag- & antwoordcombinaties van Burgerzaken, Wmo, W&B en Wonen opgesteld
waardoor vragen in de 1ste lijns FO sneller afgehandeld kunnen worden (balie, callcenter, e-mail). Dit project draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit van het kanaal balie.
5. Deelproject Kanaalmanagement: binnen de kanalen internet, telefoon, balie,
149
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? e-mail en post worden systematisch metingen verricht vanuit de bestaande systemen en bij “klanten” aan de hand van een vastgestelde set servicenormen en prestatie-indicatoren. De uitkomsten worden gebruikt om waar mogelijk
verbeteringen te herkennen en door te voeren. Dit project draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit van alle kanalen.
6. Deelproject Personeel en organisatie: in 2010 wordt bij de WABO en Alphen Zakelijk proefgedraaid met een nieuwe organisatiestructuur (zie ook Anders
Alphens Organiseren). Dit project draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit van het kanaal balie. Alphen Zakelijk In 2010 zal de omgevingsvergunning uitgevoerd worden binnen het huidige loket Wonen. Dit zal in samenhang met de dienstverlening voor bedrijven
(Alphen Zakelijk) gebeuren. Daarbij is het van belang dat in 2010 een goede
ICT-ondersteuning wordt gerealiseerd. Het project draagt bij aan het vergroten van de kwaliteit van het kanaal balie. Tijdenbeleid:
De afgelopen jaren is extra inzet gepleegd om de openingstijden in de publieke en private dienstverlening te verruimen. In december 2009 wordt het project Tijdbeleid afgesloten met een eindevaluatie. In 2010 worden de
aanbevelingen uit de eindevaluatie, geïmplementeerd. Het project draagt bij aan het vergroten van de beschikbaarheid van het kanaal balie. Website
In 2007 heeft Alphen een compleet vernieuwde website gekregen. Het uiterlijk, de informatie en de interactieve manieren om met inwoners te communiceren (forum, digitale nieuwsbrief) zijn sterk verbeterd.
In 2010 wordt gewerkt aan het verder digitaal ontsluiten van gemeentelijke
informatie (zoals bestemmingsplannen en informatie over vergunningen) via projecten als Omgevingsvergunning en Midoffice-implementatie. Naast het vergroten van de hoeveelheid informatie die via de website ontsloten kan
worden wordt ook gewerkt aan de ‘kwaliteit’ van de website zodat deze meer aansluit bij de wensen en behoeften van de gebruikers (vormgeving,
vindbaarheid, overzichtelijkheid en het plezier bij het bezoeken van de
website). Het project draagt in die zin bij aan zowel het vergroten van de beschikbaarheid als de kwaliteit van het kanaal E-dienstverlening. Optimaliseren statusinformatie: e-mail
In het voorjaar van 2009 is een nieuw documentair management systeem ingevoerd (Verseon). Hierdoor kunnen de centrale e-mails die niet direct aan de voorkant kunnen worden afgehandeld in het gemeentelijk systeem geregistreerd en gevolgd worden. In 2010/2011 zal e-mail worden geïntegreerd binnen het Klant Contact Systeem (KCS). Hierdoor zal
150
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? statusinformatie via de website ook bij burgers inzichtelijk zijn. Dit project draagt bij aan het vergroten van de kwaliteit van alle kanalen. Optimaliseren statusinformatie: post
De digitale afhandeling van binnenkomende analoge post (brieven) wordt ondersteund door de inzet van het DMS Verseon. Verseon is in 2009
geïnstalleerd en ingericht als maatwerk applicatie voor alle afdelingen. Medio augustus 2009 start een pilot bij de afdeling IOR waarin de digitale
afhandeling van de post wordt getest. Ook zal gestart worden met het Vermindering
digitaliseren van groot formaat documenten, zoals technische tekeningen tot
administratieve
maximaal A0-fromaat.
burgers en
planning en methode voor gemeentebrede invoering in 2010 gekozen. Op dit
lastendruk voor bedrijven
In het 4e kwartaal van 2009 worden aan de hand van de pilotresultaten de
moment is de inschatting dat het geen "Big Bang" invoering zal worden, maar eerder maatwerk per afdeling. In het eerste kwartaal van 2010 wordt ook een
start gemaakt met de digitalisering van de ingekomen facturen en het opslaan van de documenten in Verseon. Daarbij zal met name de online
gegevensuitwisseling tussen Verseon en het financiële pakket Coda aandacht
krijgen.
Deregulering van diensten In het collegeprogramma 2006 – 2010 is aangegeven dat het college streeft naar een procentuele afname van regeldruk met 25% voor de gehele
collegeperiode. Om dit doel te bereiken is in 2008 het project Beter Geregeld! (administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven) gestart.
Eind 2009 wordt het project geëvalueerd. In 2010 wordt verder gewerkt aan het inbedden van de nieuwe werkwijze in alle werkprocessen. Het digitaal
kunnen aanbieden van diensten, dat een belangrijk onderdeel uitmaakt van Beter Geregeld, hangt samen met het gemeentebrede digitaliseringtraject en zal pas in de komende jaren volledig gerealiseerd worden.
In 2010 werken we aan een effectmeting van de dereguleringsmaatregelen.
Deregulering houdt gemeentebreed blijvend de aandacht. Het project draagt bij aan het vergroten van de kwaliteit van alle kanalen. 2
Vraaggericht: Verhogen van de
klanttevredenheid over de wijze van dienstverlening
Algemeen oordeel kwaliteit dienstverlening
Om inzicht te krijgen in de verwachtingen en behoeften van klanten wordt vanaf 2010, direct na het klantcontact, de klanttevredenheid gemeten. Dit
gebeurt bij alle kanalen (website, telefoon, balie en e-mail). De uitkomsten worden gebruikt om, waar nodig, bij te sturen.
Balie Daarnaast wordt periodiek de tevredenheid over de baliedienstverlening
151
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? gemeten middels een benchmark. In 2008 scoorde de baliedienstverlening een 7,7. Doel is om in 2012 een 8 te halen voor onze baliedienstverlening. Telefoon
Om inzicht te verkrijgen in de telefonische bereikbaarheid en de oproepopvolging wordt deze zowel kwalitatief als kwantitatief gemeten. Op
basis van de meetuitkomsten is in 2007 gestart met een doorontwikkeling van de telefonische bereikbaarheid langs 3 wegen;
1. Verbetering van de kwaliteit van telefonische contacten door individuele medewerkers (waarbij de belangrijkste norm de kwaliteit van de oproepopvolging is);
2. Verbetering van de telefonische bereikbaarheid van de afdelingen cq
afdelingen met de grootste verkeerstromen (tot de norm van 98%; deze norm wordt in 2010 getoetst aan de haalbaarheid).
3. Het doorontwikkelen van het SCA tot een SCA+ om 80% van de gestelde vragen bij het eerste contact af te handelen.
In 2009 is onderzocht of de telefonische bereikbaarheid te verbeteren is door het aanbrengen van wijzigingen in de infrastructuur. De hieruit voortgekomen aanbeveling om de telefooncentrale te vervangen wordt in 2010 geïmplementeerd. 3
Beschikbaar: Dienstverlening verder digitaliseren
Digitalisering producten
Het Rijk heeft een advies uitgebracht aan gemeenten welke producten zij digitaal zouden moeten aanbieden. Dit betreft een lijst van 34 producten. De producten zijn gekozen op basis van het aantal malen dat een dergelijk
product wordt afgenomen per jaar. In Alphen aan den Rijn is de Top-34
vertaald naar een lijst van 2647 producten. Deze producten worden in de periode tot 2010 digitaal klaargezet. Er staan inmiddels vier Mid-Office
producten klaar waarvan één live: Burgerzaken, “Afspraak maken via internet’’. Drie producten voor burgerzaken zijn binnenkort live af te nemen (uitreksel burgerlijke stand, uitreksel GBA, binnengemeentelijke verhuizing). Zeven producten zijn via E-formulieren aan te vragen. Zie ook bijlage 1. Leveranciers zijn nog niet in staat om standaard geïntegreerde producten op te leveren. In 2010 zal dan ook verder worden verder gewerkt aan het realiseren
van de koppeling met de Back-Office systemen. Daarvoor wordt in de loop van 2010 een definitieve keuze gemaakt wat betreft de inzet van de Mid-
Officecomponenten. De ondersteuning in het SCA kan daarmee verder verbeterd worden:
1. In 2009 zijn de basisregistraties Adressen en Gebouwen technisch 47
In Alphen aan de Rijn gingen we oorspronkelijk uit van 28 te digitaliseren producten. Uit het dereguleringsadvies
is duidelijk geworden dat vergunning in- en uitrit en de evenementenvergunning ook beter (en dus anders) geregeld kunnen worden. Voor deze producten is digitaliseren daarmee overbodig geworden.
152
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? geïmplementeerd evenals het aansluiten op de landelijke voorziening. In 2010 worden de afnemende applicaties daarop aangesloten, wat uiterlijk 1-7-2011 gerealiseerd moet zijn.
2. De aansluiting van afnemend systeem van de GBA, gestart in 2009, wordt verder uitgerold.
3. Het Document Management Systeem Verseon is begin 2009 opgeleverd en vormt de basis voor het digitaal werken verder in te voeren, waarmee onder meer voldaan kan worden aan het monitoren van afhandeltijden.
4. Een nieuw raadsinformatiesysteem wordt begin 2010 opgeleverd. 5. Uitbouwen van het Klant Contact Systeem. In 2009 kan een aantal ‘quick winst’ gerealiseerd worden zoals ondersteuning van het algemene
dienstverleningsproces. Hierdoor kunnen in 2010 de KCS- functies verder ingericht worden met onder meer de aansluiting met de afhandeling van
diensten.
6. Het niveau van elektronisch afhandelen (conform niveau-indeling reisadvies) én de kwaliteit van de huidige E-formulieren zal worden verhoogd.
Genoemde activiteiten dragen bij aan het vergroten van de beschikbaarheid en de kwaliteit van het kanaal elektronische dienstverlening.
4
Kwaliteit: Verhogen
professionaliteit
Duidelijke taal
Duidelijke taal is een integraal onderdeel van de manier waarop we met elkaar communiceren, ongeacht welk middel en naar wie. In 2010 vinden diverse activiteiten plaats die als gewenst effect moeten hebben dat er minder
verduidelijkende vragen worden gesteld aan de gemeentelijke organisatie door burgers en bedrijven. In 2010 vindt er een evaluatie plaats en worden actiepunten opgesteld en in uitvoering genomen.
Het project draagt bij aan het vergroten van de kwaliteit van alle kanalen. Servicenormen Vanaf 2007 werkt de Gemeente Alphen aan den Rijn met een
kwaliteitshandvest. Onderdeel daarvan zijn vastgestelde servicenormen. De Alphense servicenormen zijn verdeeld in een aantal algemene normen die voor de hele organisatie gelden en een aantal specifieke normen per balie. Bij de
algemene normen gaat het om afspraken die gericht zijn op de bereikbaarheid
van de gemeente via de vier kanalen: telefoon, post, internet/e-mail en balies.
De normen per balie zijn maatwerk en daarom verschillend van elkaar. In 2009 zijn de servicenormen geëvalueerd. In 2010 worden de aanbevelingen die
voortkomen uit de evaluatie geïmplementeerd. Het project draagt bij aan het vergroten van de kwaliteit van alle kanalen. 5
Samen
Wmo-winkel
Stimuleren
Het Wmo-loket wordt doorontwikkeld naar een Wmo-winkel. De Wmo-winkel
dienstverlening
stadhuis waarin op locatie samengewerkt wordt met de ketenpartners aan
integrale
is te beschouwen als een uitgebreid Wmo-loket op een centrale plek in het integrale dienstverlening. In de Wmo-winkel zijn diverse hoeken waar de
153
Nr
Wat willen we bereiken?
Wat doen we daarvoor? samenwerkingspartners op het terrein van aangepast wonen, welzijn, zorg, werk en inkomensondersteuning informatie en advies verstrekken, spreekuur houden etc. Het draagt bij aan de brede ontwikkeling naar integrale
dienstverlening in het SCA met Werkplein, Wmo-winkel en andere balies en aan de kwaliteit van de dienstverlening.
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? In 2007 heeft de gemeente zich doelen gesteld met betrekking tot de baliedienstverlening in de servicenormen. De indicatoren voor volgende jaren kunnen onder invloed hiervan wijzigen. Daarbij zal
ook het normenkader voor dienstverlening aan bedrijven/instellingen betrokken worden. In het onderstaand indicatorenoverzicht zijn de sleutelindicatoren voor 2010 opgenomen. Nr 1
2008
2009
2010
2011
2012
2013
40%
45%
50%
55%
60%
80%
90%
90%
ntb
ntb
98%
98%
7,3
7,5
7,5
7,5
8
72%
79%
80%
>80%
>80%
>80%
Realisatie Doel
Doel
Doel
Doel
Doel
Verbeterde toegankelijkheid van de gemeentelijke diensten •
Vraagafhandeling via SCA (+)48
Telefoon •
Algemeen telefoonnummer wordt binnen drie keer overgaan opgenomen (servicenorm) Auditel, onderzoek telefonisch bereikbaarheid
• Post •
Beantwoord binnen 6 weken (servicenorm)
Balie •
Wachttijd maximaal 15 minuten (servicenorm)
•
Openingstijden SCA t.o.v. landelijk gemiddelde
91%
80%
85%
90%
90%
90%
37/32
>=
>=
>=
>=
>=
92%
92%
92%
98%
98%
98%
80,7%
82%
84%
85%
87%
90%
Balie wonen •
Lichte bouwvergunning binnen 4 weken (servicenorm)
•
Reguliere bouwvergunning binnen 10 weken (servicenorm)
Balie bijzondere bijstand/ minimabeleid •
Aanvraag bijz. bijstand (wwb) binnen 4 weken (servicenorm)
Meldingen openbare ruimte •
2
48
Afhandeling binnen 5 dagen of informeren
70%
Verhogen van de klanttevredenheid over de wijze van dienstverlening •
Overall oordeel publieke dienstverlening
7,7
>7,5
>7,5
>7,5
>=8
>=8
•
Oordeel baliedienstverlening
7,7
>7,5
>7,5
>7,5
>=8
>=8
•
Oordeel telefonische dienstverlening
7,1
>7,5 >7,5>7,
>7,5
>=8
>=8
•
Oordeel digitale dienstverlening
6,4
>7,5
>7,5
>=8
>=8
5
De vraagafhandeling door het SCA wordt meetbaar na invoering van het KCC.
154
Nr 3
4
2008
2009
2010
63
ntb
ntb
13
23
Realisatie Doel
2011
2012
2013
>26
>26
>26
>26
51
Doel
Doel
Doel
Doel
Dienstverlening verder digitaliseren •
Beoordeling website
•
% elektronische dienstverlening
•
Aantal gedigitaliseerde producten49
67%
Verminderen administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven50 •
Burgers
0%
16%
16%
•
Bedrijven
0%
11%
11%
Aan dit programma verbonden producten (reguliere activiteiten)
De hierboven genoemde vijf ‘dienstverleningsprojecten’ komen bovenop de reguliere activiteiten die bijdragen aan het verbeteren van de dienstverlening zoals deze in het SCA en in andere organisatieonderdelen plaatsvinden.
49
Anno 2009 staan vier mid-office producten klaar, de rest is via E-formulieren beschikbaar.
50
Een groot aantal maatregelen leidt niet tot een reductie van de administratieve lasten, maar tot een verbetering
van de dienstverlening. Bijvoorbeeld: complete en heldere informatie op de website valt niet onder de definitie van vermindering van administratieve lasten en kan dus niet worden doorgerekend, maar is wel heel erg belangrijk. 51
De implementatiefase van het project Beter Geregeld loopt door tot in 2010. De doelen betreffende
administratieve verlichting die in het dereguleringsadvies zijn vastgesteld, zullen pas dan gerealiseerd zijn. In de loop van 2010 zullen indicatoren worden geformuleerd voor de volgende jaren.
155
Wat mag het kosten?
Toelichting op de ontwikkeling van baten en lasten per deelprogramma Oorzaak Lasten: Productgroep Verbetering dienstverlening Incidentele budgetten 2009 welke vervallen in 2010 leiden tot een voordeel van Interne urendoorberekening en kapitaallasten leiden tot een nadeel van De afdrachten van rijksleges voor paspoorten en rijbewijzen leiden tot een nadeel van € 57.000. Hiertegenover staan inkomsten, per saldo is deze mutatie budgettair neutraal. Diverse geringe mutaties en afrondingen leiden tot een voordeel van € 14.000. Subtotaal productgroep Verbetering dienstverlening Totaal lasten Baten: Productgroep Verbetering dienstverlening Als gevolg van de economische ontwikkelingen is een stagnatie in de huizenbouw zichtbaar en dus een daling in inkomsten in bouwleges. In de Voorjaarsnota 2009-2013 is een daling in de inkomsten van de bouwleges ad € 900.000 voor 2009 en 2010 opgenomen. Als gevolg van het doorberekenen van uren aan projecten is er sprake van een voordeel van € 84.000. Hiertegenover staan extra interne urendoorberekening (zie lasten). Afdrachten van rijksleges leiden tot een voordeel van € 57.000 (zie lasten). Diverse geringe mutaties en afrondingen leiden tot een nadeel van € 13.000. Subtotaal productgroep Verbetering dienstverlening Totaal baten Totaal resultaat voor bestemming
Bedrag x € 1.000
-508 259 57
V N N
-14 -206 -206
V V V
900
N
-84
V
-57 13 772 772 566
V N N N N
156
Bijlage 1
Overzicht oplevering producten E-dienstverlening Gewenst
product
niveau
Huidig
Realisatie
Doorontwikkeling
2
4
2
4
niveau
Inzamelen grofvuil
4
1
Afval Storten
1
1
Afval van Huishouden inzamelen
1
1
Afval, Klein bedrijfsafval
1
1
Afvalbrengstation
1
1
Afvalstoffenheffing
2
2
Belastingen en heffingen
2
**
Inzage bestemmingsplan
1
1
Bezwaarschrift indienen
4
1
2009
2010
4
Aanvraag Bouwvergunning
3
1
*
Bouw en verbouw, principeverzoek
3
2
*
Bouwgronduitgifte
3
1
*
Inzage bouwplannen
3
1
*
Advies brandveiligheid
3
1
*
Uittreksel GBA
3
2
Vergunning evenementen
1
1
Rolstoel, voorzieningen en hulp
3
1
3 2
3
Kapvergunning
1
1
Milieuvergunning
3
1
OZM en WOZ taxatie
3
2
Melding openbare ruimte
3
0
2
3
2
4
* 3
Parkeervergunning
4
1
Afspraak maken
4
4
Rioolrecht
1
1
Bijstandsuitkering
1
0
1 of hoger
Uitritvergunning
3
1
3
Aanvraag leerlingenvervoer
4
1
2
Uitreksel burgerlijke stand
3
1
3
Binnengemeentelijke verhuizing
4
2
4
Vakantiemelding Bijstand
4
1
2
* Project Omgevingsvergunning, nog in te plannen ** Niet via Midoffice
4
4
157
Hieronder nog even een overzicht van de niveaus.
Niveau
Publicatie
Aanvraag
Verwerking
Levering/ontsluiti
0
Papieren formulier
Handmatig
Handmatig
Handmatig (papier)
(papier)
(papier)
1
PDF/Wordformulier
Handmatig
Handmatig
Handmatig (papier)
2
Webformulier
Elektronisch
Handmatig
Handmatig (papier)
3
Webformulier
Elektronisch
Elektronisch
Handmatig (papier)
4
Webformulier
Elektronisch
Elektronisch
Elektronisch
(papier)
(papier)
ng
(papier)
158
Paragraaf Lokale Heffingen Algemeen
De paragraaf lokale heffingen heeft betrekking op twee soorten heffingen: heffingen waarvan de besteding van de opbrengst gebonden is (bestemmingsheffingen) en heffingen waarvan de besteding van de opbrengst vrij is. Ongebonden lokale heffingen zoals de OZB, hondenbelasting en precario
rekenen we tot de algemene dekkingsmiddelen, omdat zij inhoudelijk niet aan begrotingsprogramma’s zijn gerelateerd en de opbrengst vrij kan worden besteed. Gebonden heffingen, zoals de
afvalstoffenheffing en rioolrechten, worden verantwoord op het betreffende programma en rekenen we
niet tot de algemene dekkingsmiddelen.
De gemeenteraad stelt jaarlijks in december de tarieven voor het komende jaar vast. De paragraaf Lokale Heffingen geeft inzicht in de diverse gemeentelijke belastingen en de consequenties daarvan voor de inwoners en is als volgt opgebouwd: •
Beleidsuitgangspunten
•
Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten;
•
Woonlasten (lokale lastendruk),
•
Vergelijking met omliggende gemeenten;
•
Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.
Beleidsuitgangspunten Nota uitgangspunten kostendekkende tarieven Op 28 juni 2007 heeft de gemeente uitgangspunten vastgesteld voor kostendekkende tarieven. Deze nota dient ook als basis voor de tarieven (leges en rechten) voor de begroting 2010. Deze worden in december 2009 in de raad vastgesteld.
De belangrijkste doelstellingen van deze nota zijn: ¾
Het geven van inzicht in de kostentoerekening per heffing;
¾
Het vastleggen van de mate van kostendekkendheid per heffing;
¾
Het formuleren van kaders voor het instellen van egalisatiereserves en -voorzieningen.
De ontwikkelde kostenmodellen resulteren uiteindelijk in exploitatieoverzichten en worden per verordening bijgevoegd en gepresenteerd tijdens de decemberraad.
Reserves worden jaarlijks beoordeeld op hoogte en relevantie. Voor egalisatiereserves gekoppeld aan
een tarief, wordt op basis van een meerjarige analyse van de geraamde baten en lasten beoordeeld of aanpassing van het tarief nodig is. Belastingen 2010 •
Bij de Onroerende Zaak Belasting (OZB) stijgt de lastendruk voor de burgers in 2010 en verder niet.
•
Rioolheffing: het verloop van de tarieven voor de jaren 2007- 2011 is vastgelegd in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Uitgangspunt daarbij blijft een 100% kostendekkend tarief. Een verhoging van 10% van het tarief voor belastingjaar 2010 wordt op basis van dit plan voorgesteld.
•
Hondenbelasting: geen stijging van het tarief vanwege de gehanteerde inflatiecorrectie van 0.
159
•
Parkeerbelastingen: algemeen dekkingsmiddel, waarbij jaarlijks een exploitatieoverzicht wordt
gemaakt van de parkeergarages en de naheffingsaanslagen. Voor deze laatste geldt maximaal 100% kostendekkendheid. •
Toeristenbelasting: met ingang van 2006 is het tarief voor campings en kampeeronderkomens
•
Precariobelasting: geen stijging van het tarief, omdat een inflatiepercentage van 0% wordt
teruggebracht tot € 0,50 per overnachting. Dit bedrag blijft gehandhaafd in 2010.
gehanteerd. Rechten/tarieven 2010 •
Afvalstoffenheffing: uitgangspunt is een 100% kostendekkend tarief.
•
Begrafenisrechten: 100% kostendekkend tarief.
•
Marktgelden: volgens de uitgangspunten kostendekkende tarieven is een kostendekkendheid van 75% haalbaar.
•
Haven- en opslaggelden: volgens de uitgangspunten kostendekkende tarieven is een kostendekkendheid van 15% haalbaar.
•
Leges: 100% kostendekkend tarief op basis van de totale legesopbrengst.
•
Brandweerrechten: streven naar 100% kostendekkendheid is het uitgangspunt.
•
Staangelden: tarief gebaseerd op een puntenstelsel gerelateerd aan de grootte van de standplaats en de aanwezige voorzieningen. In verband met de geplande overname van de standplaatsen door wonenCentraal worden de tarieven voor 2010 vooralsnog niet verhoogd.
160
Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten
De verwachte belastingopbrengsten, inclusief eigen gemeentelijke inkomsten, zijn voor 2009:
(Deze cijfers zijn gebaseerd op een inflatiecorrectie van 0%, uitgezonderd riool 10% en een groei van het aantal woningen van 300 stuks)
Categorie
Bedragen x € 1.000
Rekening
Rekening
Begroting
2007
2008
2009
9.771
10.348
10.380
10.431
Rioolrechten
4.250
4.866
5.386
5.839
Afvalstoffenheffing
8.651
8.722
8.420
8.438
22.672
23.936
24.186
24.708
180
183
203
203
Parkeerbelastingen
2.022
1.931
2.156
2.156
Toeristenbelasting
70
64
70
70
Precariobelastingen
21
17
27
20
2.293
2.195
2.456
2.449
1.041
1.650
1.257
1.257
759
835
849
849
83
80
91
91
829
783
851
851
2.712
3.348
3.048
3.048
27.677
29.479
29.690
30.205
Overzicht belastingopbrengsten
Begroting 2010
Woonlasten Onroerende zaakbelastingen (* m.i.v. 2006 wegvallen gebruikersdeel)
Subtotaal Overige belastingen Hondenbelasting
Subtotaal Overige rechten Leges bouwvergunningen Begrafenisrechten Marktgelden Leges burgerzaken Subtotaal
Totaal
161
Woonlasten (lokale lastendruk)
Tot de woonlasten rekenen we: de onroerende-zaakbelastingen, de rioolrechten en de
afvalstoffenheffing. De woonlasten vormen het grootste deel van de opbrengst uit de gemeentelijke heffingen en daarmee dus ook grotendeels de lokale lastendruk. Bij de berekening van de woonlasten wordt uitgegaan van een eigen woning die wordt bewoond door een gezin.
De woonlasten in Alphen aan den Rijn over de laatste vijf jaar en een prognose voor het komende jaar laat zich samenvatten in onderstaande tabel (* € 1). In deze tabel wordt rekening gehouden met de
procentuele ontwikkeling van de gemiddelde waarde van de woningen. Voor 2010 wordt voor Alphen aan den Rijn een waardedaling voor de woningen verwacht van -1%. Lokale
Bedragen x € 1
2006
2007
2008
2009
2010
192,00
198,00
204,00
210,00
208,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Rioolrecht
132,00
141,90
156,09
171,70
187,50
Afvalstoffenheffing
318,24
324,60
324,60
324,60
324,60
Totaal (afgerond)
642,00
664,50
685,00
706,00
720,10
3,5%
3,1%
3,1%
1,9%
lastendruk OZB-eigenaar (m.i.v. 2006 waarde eenheid van € 2.268 naar € 2.500)
OZB-gebruiker (m.i.v. 2006 vervallen)
%
verloop
t.o.v.
vorig jaar
-17%
Onroerende-zaakbelasting 1.
In de voorjaarsnota is het beleidsuitgangspunt dat het tarief onroerende-zaakbelastingen ten opzichte van het jaar 2009 niet wordt verhoogd, in verband met het feit dat een inflatiepercentage van 0% wordt gehanteerd.
2.
Per 1 januari 2008 is de limitering van de tarieven afgeschaft. In het bestuursakkoord tussen Rijk
en gemeenten is afgesproken dat de afschaffing van de limietbepalingen niet mag leiden tot een onevenredige stijging van de collectieve lastendruk. Het instellen van een macronorm moet dit voorkomen. Als deze norm wordt overschreden kan het Rijk ingrijpen via een correctie van het volume van het gemeentefonds. De macronorm voor 2010 is 4,30%. Het kabinet heeft wel aan
gemeenten verzocht om in deze crisistijd voorzichtig om te gaan met de ruimte die de macronorm 3.
voor 2010 biedt, dus om de lokale belastingen niet of slechts minimaal te laten stijgen.
De onroerende-zaakbelastingen worden sinds 2009 berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. Bij de verdeling van gelden naar de gemeenten via het gemeentefonds wordt rekening gehouden met een vaste belastingcapaciteit, ongeacht het verschil in feitelijke
162
tarieven tussen gemeenten. Deze rekentarieven zijn voor 2010 voor eigenaren woningen 0,0901%,
voor gebruikers van niet-woningen 0,0988% en voor eigenaren van niet-woningen 0,1226%. 4.
Gemeenten krijgen jaarlijks van de waterschappen en de rijksbelastingdienst een vergoeding voor de kosten die ze maken voor de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken. De vergoeding van de kosten vindt momenteel plaats door een specifieke uitkering aan elke
gemeente. De totale vergoeding wordt daarbij verdeeld via een aantal objectieve maatstaven (vast bedrag, aantal woningen, aantal niet-woningen, oppervlakte). Per 1 januari 2009 is de vergoeding
van de kosten voor de uitvoering van de WOZ overgeheveld naar het gemeentefonds. Bij de verdeling wordt zoveel mogelijk aangesloten bij dezelfde verdeelmaatstaven. Rioolrechten / rioolheffing
In het in de loop van 2006 vastgestelde gemeentelijk rioleringsplan is het gewenste verloop van de rioolrechten in de periode 2007-2011 weergegeven. De raad heeft aangegeven dat het uiteindelijke
tarief gekoppeld gaat worden aan de uitvoering van de in het GRP opgenomen werkzaamheden. Conform de jaarschijf 2010 van het GRP gaat deze begroting uit van een stijging van 10% op
rioolrechten. Vanaf 2010 zullen de rioolrechten worden vervangen door een rioolheffing. Daarvoor zal nieuw GRP worden opgesteld, geldig vanaf 2011. Ontwikkeling tarieven rioolrechten Bedragen x € 1 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Rioolrecht
127,15
132,00
141,90
156,09
171,70
187,50
% stijging
0,79%
3,81%
7,5%
10%
10%
10%
Afvalstoffenheffing
Bij de vaststelling van het tarief voor afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van 100%
kostendekkendheid. Op dit moment wordt onderzocht of het tarief vanwege de hoge stand van de egalisatiereserve kan worden verlaagd. Ontwikkeling tarief afvalstoffenheffing Bedragen x € 1
Tarief
2005
2006
2007
2008
2009
2010
312,00
318,24
324,60
324,60
324,60
324,60
5,1%
2,0%
2,0%
0%
0%
0%
afvalstoffenhef fing % stijging t.o.v. vorig jaar
163
Ontwikkeling gemeentelijke woonlasten in vergelijking met andere gemeenten
De vergelijking met ons omliggende gemeenten geeft inzicht in de positie van Alphen aan den Rijn. Hiervoor baseren wij ons op de, inmiddels breed erkende, gegevens van het COELO (Centrum voor
Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden van de Universiteit van Groningen) en gegevens
vanuit de gemeenten zelf.
Tabel: vergelijking lokale lasten
Bedragen x € 1
Totale lokale lasten 2009 Meer-persoons Rijnwoude
Tarieven lokale lasten 2009
Afwijking
Afvalstoffen hef.
t.o.v. Alphen
Rioolrechten
0zb
Tarief OZB
Bedrag OZB
in 2009
in 2009
652
-48
219
231
0,0860
202
*701
0
325
172
0,0866
204
Leiderdorp
714
13
312
105
0,1262
297
Zoeterwoude
721
21
222
281
0,0929
218
Waddinxveen
728
28
282
173
0,1162
273
Nieuwkoop
752
51
251
234
0,1136
267
Kaag en Braassem
758
57
300
248
0,0892
210
Bodegraven
804
104
308
289
0,0882
207
Boskoop
842
142
285
276
0,1197
281
Reeuwijk
934
233
291
411
0,0986
232
Gemiddelde regio
761
280
242
0,1017
239
Alphen aan den Rijn
* Voor de berekening van onroerende-zaakbelastingen is uitgegaan van een fictieve WOZ-waarde van standaard € 235.000 voor de woningen in alle gemeenten. Het cijfer voor Alphen aan den Rijn wijkt daarom iets af van de tabel lokale lastendruk op een van de vorige pagina’s.
Deze cijfers hebben betrekking op de woonlasten van 2009 omdat de cijfers van 2010 pas vergelijkbaar zijn na vaststelling door de diverse gemeenteraden. De gemeenten zijn in volgorde geplaatst van laagste naar hoogste lasten ten aanzien van de totale lasten voor meerpersoonshuishoudens.
Kwijtschelding
Ieder jaar krijgt elk huishouden in de gemeente Alphen aan den Rijn aanslagen voor de verschillende belastingen. Wanneer iemand niet in staat is de aanslagen te voldoen, kan een aantal van deze
belastingen gedeeltelijk worden kwijtgescholden. Dit wordt bepaald door de persoonlijke, financiële
omstandigheden. Aan het verlenen van kwijtschelding zijn voorwaarden verbonden, onder andere met betrekking tot de hoogte van het banksaldo/vermogen en de maandelijkse aflossingen aan schulden. Kwijtschelding kan op elk moment door de burger worden aangevraagd op een daarvoor vastgesteld formulier. Ook wordt aan het begin van elk belastingjaar op basis van gegevens van het inlichtingenbureau sociale zaken automatische kwijtschelding toegekend.
Gemeenten mogen zelf bepalen voor welke belastingen kwijtschelding wordt verleend. In Alphen aan den Rijn zijn de belastingen en heffingen die voor kwijtschelding in aanmerking komen: •
afvalstoffenheffing
•
onroerende-zaakbelastingen
•
hondenbelasting voor de eerste hond
•
jaarlijkse grafonderhoudsrechten (ook voor urn of nis)
164
•
rioolrechten (voor huiseigenaren)
In praktijk komt het verlenen van kwijtschelding voor rioolrechten en onroerende-zaakbelastingen nauwelijks voor.
Overzicht verleende kwijtschelding in euro’s. Bedragen x € 1 Verleende kwijtschelding
Rekening
Rekening
Begroting
Begroting
2007
2008
2009
2010
155.911
147.675
152.900
150.000
Meerjarig hondenbelasting
1.843
2.037
2.000
2.000
Meerjarig grafrechten
2.074
2.091
2.100
1.500
157.444
124.081
175.000
150.000
2.109
1.755
2.000
2.000
590
1.000
1.000
1.000
319.971
345.327
335.000
306.500
Meerjarig afvalstoffenheffing
Incidenteel afvalstoffenheffing Incidenteel hondenbelasting Incidenteel onroerende-zaak Totaal jaarlijkse kwijtschelding
165
Paragraaf Weerstandsvermogen Weerstandscapaciteit
Het beheersen en managen van risico’s is een belangrijke taak van de gemeente. Om de gevolgen van risico’s op te kunnen vangen kan een verzekering worden afgesloten of een specifieke risicoreserve
worden gevormd. Maar sommige risico’s zijn niet te verzekeren of zó concreet te benoemen dat
precies kan worden bepaald hoe groot de financiële omvang van de gevolgen zal zijn. Daarom moet de gemeente over een algemene weerstandscapaciteit beschikken.
Niet alle risico’s zijn relevant voor het gewenste niveau van de weerstandscapaciteit. Voor normale bedrijfsrisico’s, de risico’s die samenhangen met de uitoefening van de gemeentelijke taken én die
door de gemeente zelf beïnvloedbaar zijn, worden binnen de bedrijfsvoering maatregelen getroffen om het risico te beheersen óf de gevolgen daarvan te beperken. Bij open einde regelingen zoals de WWB en de WMO zijn specifieke risicoreserves ingesteld. Zie ook onder het kopje risico’s.
Binnen de grondexploitaties wordt, naast ramingen voor onvoorziene uitgaven, een algemene reserve grondexploitaties aangehouden die jaarlijks wordt geactualiseerd. Uit een recent onderzoek (zie
raadvoorstel 2009-10242) is gebleken dat het niveau van de reserves en voorzieningen toereikend is
ten opzichte van de risico’s en bestemmingen waar deze voor bedoeld zijn.
Berekening relevante risico’s
De risico’s relevant voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet anderszins zijn ondervangen. Schematisch ziet dit er als volgt uit.
bruto risico
beheersmaatregelen
netto risico
kwantificeerbaar
niet kwantificeerbaar
voorzieningen / bestemmingsreserve gering belang
van materieel belang
weerstandsvermogen
Het relevante risico wordt bepaald door de bruto begrotingsomvang te verminderen met de posten waarvoor specifieke maatregelen zijn genomen of waarvoor een gering risico wordt gelopen.
Op grond van het feit dat eventuele risico’s zich nooit allemaal tegelijk zullen voordoen én gelet op het risicoprofiel van de gemeente is het voldoende om 12,5% van dit restbedrag als relevant risico aan te merken.
Voor Alphen bedraagt het relevante risico € 59 miljoen x 12,5% = € 7,4 mln. Dit bedrag is gebaseerd op de begroting 2010 en wordt jaarlijks herzien. De berekening hiervan is te vinden in de nota weerstandvermogen (2009-32708)
166
Weerstandsratio
De verhouding tussen de beschikbare middelen (weerstandscapaciteit) en deze risico’s noemen we de weerstandsratio.
De raad heeft op 26 maart 200952 besloten om met ingang van de begroting 2010 te werken met een weerstandsratio die zich bevind tussen de 1,0 en de 1,4.
Dit kader geeft aan dat voor de relevante risico’s een bedrag aan weerstandscapaciteit moet worden aangehouden dat gelijk is aan 100% tot 140% van het risicobedrag. Voor het berekenen van de weerstandsratio worden de algemene reserve en de post onvoorzien meegenomen. De onbenutte belastingcapaciteit wordt buiten beschouwing gelaten. De weerstandsratio is gelijk aan de reservecapaciteit gedeeld door het relevante risico. Voor de komende jaren wordt de weerstandsratio berekend op: 2010
2011
2012
2013
relevant risico in € 1 miljoen
59
59
59
59
x 12,5%
7,4
7,4
7,4
7,4
algemene reserve + onvoorzien in mln
10,3
10,7
10,4
12,6
weerstandsvermogen
1,4
1,5
1,4
1,7
De weerstandsratio voldoet aan de door de raad gestelde norm van 1,0 – 1,4. Deze methodiek wordt 4 jaar na invoering geëvalueerd (2013).
In de berekening van de weerstandsratio zijn de onderstaande posten welke wel tot het eigen vermogen behoren, niet opgenomen. •
Bestemmingsreserves
De begrote stand van de bestemmingsreserves (exclusief reserves grondbedrijf en onderwijs)
bedraagt per 1 januari 2010 € 103 miljoen (inclusief Nuon reserves). Voor deze reserves is een bestemming vastgelegd.
De raad heeft in 2009 besloten de Nuon-aandelen te verkopen, de opbrengst is toegevoegd aan een nieuw gevormde bestemmingsreserves inzake verkoop Nuon-aandelen. Voor 2009 bedraagt dit circa € 58 miljoen.
Mocht in de toekomst de gemeente in financiële moeilijkheden komen, dan zouden bepaalde
beslissingen herzien kunnen worden. Dit gebeurt alleen in noodgevallen. Zowel de provincie als het rijk adviseren om de bestemmingsreserves geen deel uit te laten maken van de weerstandscapaciteit. In Alphen aan den Rijn wordt deze lijn gevolgd. Stille reserve
52
Zie 2008/29124
167
Van stille reserves is sprake wanneer activa in het economische verkeer meer waard zijn dan de waardering op de balans.
Een stille reserve is de waarde van het onroerend goed in eigendom bij de gemeente
(theater/bioscoop, parkeergarage, zwembaden, huizen.) Het onroerend goed voorziet grotendeels in een door de raad daaraan toegekende bestemming. Het is niet aannemelijk is dat de hele
gemeentelijke onroerend goed portefeuille op korte termijn liquide gemaakt kan worden. Deze stille reserve wordt niet tot de weerstandscapaciteit gerekend.
Risico’s Projecten en grondexploitaties De risico’s van projecten en grondexploitaties wordt beschreven in de paragraaf grondbeleid. De aangewezen projectleiders bezien periodiek welke risico’s zich in een project voordoen en welke
beheersmaatregelen eventueel getroffen moeten worden. Als een project volgens raming verliesgevend is, wordt hiervoor bij de jaarrekening een voorziening getroffen. Deze voorziening wordt elk jaar bij de jaarrekening geactualiseerd volgens de op dat moment bekende gegevens. Er is een start gemaakt met tussentijdse rapportages over het verloop van de meest actieve grondexploitaties. Centrale brugbediening "Groot Alphen" Er zijn inmiddels principeafspraken gemaakt met alle betrokken partijen waarbij bekend is geworden wat de gevolgen voor de gemeente zijn bij doorvoering van de centrale brugbediening, uitgevoerd door
de Provincie Zuid-Holland. De personele en financiële gevolgen zijn bekend. Risico’s zijn zoveel mogelijk uitgesloten. In het vervolg zal dit onderwerp niet meer opgenomen worden in deze paragraaf. 2e fase sanering voormalig NAF terrein De aanbesteding van de tweede fase van de sanering van het voormalig NAF terrein is begin 2009
afgerond. Het contract is inmiddels getekend. De financiële gevolgen kunnen worden gedekt uit de
voor deze sanering gevormde reserve. In het vervolg zal dit onderwerp niet meer opgenomen worden in deze paragraaf. Ontwikkelingen Coupépolder Het is nog altijd niet volledig duidelijk of de beheermaatregelen die de gemeente genomen heeft rondom de voormalige vuilstort op de Coupépolder als voldoende worden beschouwd door het bevoegde gezag/de rechter. De mogelijkheid bestaat dat aanvullende maatregelen genomen moeten
worden en daardoor extra kosten gemaakt moeten worden. In het kader van de ISV zijn daarvoor middelen beschikbaar.
Oude Rijnzone/Revitalisering bedrijventerreinen In overleg met een groot aantal partners wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de Oude Rijnzone en, op dit moment, de revitalisering van het bedrijventerrein Rijnhaven. Voor beide projecten zijn substantiële bijdragen beschikbaar gestelde van Rijk en Provincie. De (financiële) gevolgen voor onze
gemeente zijn tot nu toe globaal becijferd. Afhankelijk van het ambitieniveau zouden hierin nog wijzigingen kunnen optreden. Regionalisering Brandweer
Alles is er op gericht om de brandweer per 1 januari 2010 geregionaliseerd te hebben. Bij het opstellen van deze begroting zijn de daarmee samenhangende processen van ontvlechting, harmonisatie van
168
arbeidsvoorwaarden en dergelijke nog in volle gang. In het najaar van 2009 zal blijken of dat nog tot financiële consequenties voor de gemeent Alphen aan den Rijn zal leiden. Bestuurlijke samenwerking In het najaar van 2009 en het voorjaar van 2010 wordt door de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn de discussie gevoerd over mogelijke aansluiting van onze gemeente bij de regio Holland Rijnland in combinatie met opheffing van het Rijnstreekberaad.
Eventuele aansluiting bij Holland Rijnland leidt voor het basistakenpakket tot een hogere inwonerbasisbijdrage van circa € 2 per inwoner, vergeleken met de huidige situatie. De keus voor extra projecten boven het basispakket kan tot extra investeringen en kosten leiden, waartegenover weer
maatschappelijk rendement staat. Aansluiting leidt derhalve tot een hogere basisbijdrage van circa € 140.000 per jaar. Daar staat dan tegenover dat er in de toekomst wellicht als gevolg van de samenwerking minder taken door de gemeente hoeven te worden uitgevoerd. Wmo
Met de invoering van de Wmo in 2007 is de gemeente verantwoordelijk geworden voor het bieden van hulp bij het huishouden aan inwoners die dit nodig hebben. Onder de Wvg, die in de Wmo is opgegaan, was de gemeente al verantwoordelijk voor vervoersvoorzieningen, woonvoorzieningen en rolstoelen. Met de toevoeging van de hulp bij het huishouden zijn de totale kosten voor deze individuele
voorzieningen ruimschoots verdubbeld t.o.v. 2006. Een inwoner die conform de gestelde indicatie recht heeft op een individuele voorziening maatschappelijke ondersteuning ontvangt deze ook. Er is sprake van een openeinderegeling waarmee de gemeente een financieel risico loopt. Bij openeinde-
regelingen bestaat er altijd het risico van toename in het gebruik van de voorzieningen. Om eventuele tekorten op de verstrekking van individuele Wmo-voorzieningen op te kunnen vangen is een
risicoreserve ingesteld. De begrote stand van de reserve op 1-1-2010 bedraagt € 600.000. Op grond van een opgestelde risicoanalyse individuele voorzieningen wordt verwacht dat dit voldoende is om eventuele risico’s op te vangen in 2009 en 2010.
Een toelichting op de in 2009 opgestelde risicoanalyse individuele voorzieningen is als bijlage bij deze begroting opgenomen. Wwb
De zware economische omstandigheden leiden tot de verwachting dat het aantal bijstandsgerechtigden fors zal gaan stijgen. Op de uitvoering van de Wwb loopt de gemeente risico op de omvang van het Ideel. Pas bij een landelijke afwijking als gevolg van conjuncturele factoren van meer dan 12.500 bijstandsgerechtigden vindt achteraf compensatie plaats.
Fluctuaties in de prognoses van het aantal Wwb’ers dienen deels door de gemeenten zelf te worden opgevangen. Op grond van een opgestelde risicoanalyse Wwb wordt verwacht dat het risico 5% van het jaarlijks I-deel van het Wwb-budget bedraagt, ca. € 500.000. Om dit risico af te kunnen dekken is een risicoreserve Wwb ingesteld.
De in 2009 opgestelde risicoanalyse Wwb is als bijlage bij deze begroting opgenomen. Algemene uitkering De belangrijkste inkomstenbron voor de gemeente is de Algemene Uitkering uit het gemeentefonds. In april 2009 zijn er afspraken gemaakt tussen het Rijk en de VNG met betrekking tot de algemene
uitkering voor de jaren 2009-2011. Dit geeft gedurende deze periode stabiliteit voor wat betreft de
grootste inkomstenpost bij de gemeenten. Voor de periode 2012 en 2013 zijn er nog geen afspraken
169
gemaakt. Dat is tot uitdrukking gekomen in de meicirculaire doordat het accres voor 2012 en 2013 op
‘PM’ is gesteld. Daardoor is het niet duidelijk hoe gemeenten in de jaren 2012 en 2013 de algemene
uitkering in de begroting moeten verwerken. In de begroting 2010-2013 is de ‘PM’ in de meicirculaire
opgevat als nihil en is de algemene uitkering voor 2012 en 2013 op gelijk niveau gehouden als die van de jaren 2009 tot en met 2011. Daarmee wordt vooralsnog voldoende rekening gehouden met de onzekere economische ontwikkelingen de komende jaren. SWA Het SWA, Sociale Werkvoorziening Alphen met zijn grote bedrijfsmatige componenten en het
gedetacheerde WSW-personeel, is zeer gevoelig voor economische invloeden. Tijdelijk en gedetacheerd personeel bij bedrijven blijken altijd het eerst de consequenties van verminderde omzet te moeten compenseren. De onvermijdbare financiële consequenties voor een bedrijf als de SWA zijn voor
rekening van de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling, waarvan Alphen aan den Rijn met een deelname van circa 75% verreweg het grootste aandeel heeft. Renteresultaat Het renteresultaat is aan schommelingen onderhevig. Het is namelijk afhankelijk van o.a. de ontwikkeling van de rentestand. Die is in deze tijd van economische crisis erg onzeker. Daarnaast is de hoogte van de investeringen in grote projecten en grondexploitaties een bepalende factor voor het
renteresultaat. Het tijdstip waarop deze investeringen plaatsvinden is niet altijd precies te voorspellen. Op basis van meerjarige prognoses t.a.v. de liquiditeitsontwikkeling zal periodiek een inschatting van het renteresultaat worden gemaakt.
170
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen Algemeen
Deze paragraaf bevat het beleid ten aanzien van het planmatig onderhoud van de gemeentelijke kapitaalgoederen.
In onze gemeente is dat beleid onder andere vastgelegd in de volgende (kaderstellende) nota’s: - “Kiezen voor kwaliteit” voor de openbare ruimte; - Beheerplan gemeentelijk vastgoed;
- Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan voor de functionele aanpassingen wegen; - Gemeentelijk rioleringsplan; - Speelruimteplan. - Waterplan
Aan het slot van de paragraaf is een overzicht opgenomen van de in de gemeentebegroting 2010 en meerjarenramingen 2010 – 2013 geraamde onderhoudskosten van de kapitaalgoederen. Beheerplan openbare ruimte
In onderstaande tabel geven we weer welke onderdelen van de kapitaalgoederen in het beheerplan openbare ruimte zijn opgenomen. Wel / of niet
Toelichting
opgenomen in
dit beheerplan. Bruggen en Tunnels
Wel
*Zie ook Rijnbruggen
Communicatie
Wel
Betreffende uitvoering van onderhoudswerken
Graffitibestrijding
Wel
Groenvoorzieningen
Wel
Hondenuitlaatplekken
Wel
Meubilair
Wel
Openbare Verlichting
Wel
Schoon
Wel
Verharding
Wel
Verkeersvoorzieningen
Wel
Water
Wel
Drijfvuil verwijderen, duikers, inlaten en over storten
Speelvoorzieningen
Wel/Niet
Huidig budget/werkwijze wel, nieuw beleid is in apart
Rijnbruggen, spoor viaducten
Wel/Niet
Onderhoud wel, vervanging niet
Speelruimteplan vastgesteld
Afvalinzameling
Niet
Vastgesteld in visiedocument
Begraafplaatsen
Niet
Apart beheerplan wordt aangeboden
Bewonersparticipatie
Niet
Calamiteiten
Niet
Cultuurkunstwerken
Niet
Parkeervoorzieningen
Niet
Riolering
Niet
Vastgesteld in Gemeentelijk Rioleringsplan
Vastgoed
Niet
Apart beheerplan is inmiddels vastgesteld
Water
Niet
Oevers en baggerwerken; Waterplan vastgesteld
171
In het kwaliteitsplan zijn vastgelegd de verschillende niveaus van onderhoud in bepaalde gebieden van de gemeente.
Het buitengebied wordt op een extensief niveau onderhouden. De woonwijken en de bedrijventerreinen op het niveau “normaal” en de overige delen van de gemeente (Stadshart, winkelcentra,
Stationsomgeving enzovoort) op het niveau “aandacht”. Ter vaststelling van dit onderhoudsniveau is de
zogenaamde beeldkwaliteitladder gebruikt. Daarmee is bereikt dat de gewenste kwaliteit van de fysieke omgeving op een eenduidige manier is vastgesteld. Op basis van onder andere de jaarschijven uit dit beheerplan worden de afdelingsplannen opgesteld op het gebied van onderhoud en reconstructies openbare ruimte. Bewoners kunnen op basis van deze plannen in een vroegtijdig stadium worden geïnformeerd en worden betrokken bij de uit te voeren werkzaamheden.
De kosten van het regulier onderhoud uit dit plan van circa € 12,5 miljoen per jaar kunnen worden gedekt uit de lopende begroting. De kosten van reconstructies worden tot en met 2009
gekapitaliseerd. De kapitaallasten van die investeringen worden ten laste gebracht van de Integrale reserve stadsbeheer. Omvang van die reserve per 1 januari 2009 is € 11,4 miljoen. Dit saldo is niet voldoende om de lasten op te vangen tot in elk geval de komende twintig jaar.
In het kader van een vastgestelde bestuursopdracht wordt onderzocht welke maatregelen nodig zijn om de kosten van de reconstructies jaarlijks in mindering te kunnen brengen van een in te stellen
voorziening. Daarbij zal rekening gehouden worden met: -
Het kwaliteitsplan m.b.t. de openbare ruimte;
De huidige stand en ontwikkeling van de Integrale reserve stadsbeheer (IRS); een bedrag van cumulatief € 266.000 per jaar vanaf 2011 is beschikbaar gesteld in de voorjaarsnota 2009;
De nieuwe afschrijvingmethodiek (2008/9634): deze heeft grote gevolgen voor de IRS op korte termijn.
De geraamde bedragen voor ophaalfasen die vanuit grondexploitaties beschikbaar komen; De kwaliteit en kwantiteit van het areaal en de prijsfluctuaties;
Beheerplan gemeentelijk vastgoed
Voor het meerjarig onderhoud van het gemeentelijk vastgoed is begin 2007 door de gemeenteraad een beheerplan vastgesteld. Omdat voor vooral het meerjarig onderhoud van het stadhuis, het theater en sportaccommodaties onvoldoende middelen beschikbaar waren heeft het college in haar programma
2006 – 2010 daarvoor extra middelen beschikbaar gesteld. Naast de beschikbare reguliere budgetten (zie tabel) is daarmee een extra bedrag beschikbaar gekomen van € 1,3 miljoen structureel. Van dit
bedrag is € 750.000 voor het groot onderhoud aan sportaccommodaties en € 550.000 voor het groot onderhoud van het overig gemeentelijk vastgoed. Het laatstgenoemde bedrag is inmiddels in de
begroting 2009 verwerkt bij de afdeling Beheer. Voor alle bij de afdeling beheer in onderhoud zijnde objecten wordt in 2009 een MeerJarenOnderhoudsProgramma opgesteld om een goed inzicht te krijgen in de onderhoudslasten in de komende jaren.
Alleen financieel inzicht is niet voldoende. In aansluiting op het beheerplan gemeentelijk vastgoed wordt een vastgoedregistratiesysteem opgezet met als belangrijkste doelen: •
Het systematisch en centraal vastleggen van relevante informatie van al het gemeentelijke vastgoed.
172
•
Met deze informatie goed kunnen inspelen op de eisen, wensen en behoefte van huidige en toekomstige gebruikers.
•
Een basis vormen voor professioneel, financieel gezond en transparant vastgoed management in de publieke omgeving.
Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan (GVVP)
Basis voor dit plan vormt de in 2002 vastgestelde Structuurvisie Verkeer en Vervoer en het daarop gebaseerde actieplan GVVP. Dat plan loopt tot 2012. Daarin is een groot aantal werkzaamheden
opgenomen met betrekking tot functionele aanpassingen van wegen en wegsituaties. Het merendeel van die aanpassingen is inmiddels uitgevoerd. Voor de dekking van de kosten van resterende
werkzaamheden kan de AMI-reserve (Alphens Meerjarenplan Infrastructuur) worden aangewend. Per 1 januari 2009 bedroeg het saldo € 10,2 miljoen.
Het huidige GVVP zal worden doorontwikkeld naar het GVVP+. Dit zal leiden tot een herprioritering van de uit te voeren projecten. Met (2008/9894) is dit proces opgestart. De looptijd van het GVVP is dan
2012 tot 2018. Tevens is dit de invulling van raadsmotie 2007/11270, waarin gevraagd wordt om een integrale meerjarige beleidsvisie bereikbaarheid en doorstroming. Gemeentelijk rioleringsplan
Al jaren wordt gewerkt met een Gemeentelijk Rioleringsplan. Jaarlijks wordt dit plan geactualiseerd en op basis daarvan wordt het tarief voor de rioolrechten vastgesteld. Hier is sprake van een
kostendekkende exploitatie. In het plan zijn maatregelen opgenomen om aan de vigerende milieuwetgeving te voldoen en om de nodige vervangingen tijdig te realiseren. Tevens worden de
nodige bergbezinkbassins en overige waterbergende maatregelen op basis van dit plan gerealiseerd. De hoogte van de egalisatiereserve rioleringen bedroeg per 1 januari 2009 € 2.200.000.
In de tweede helft van 2010 zal een nieuw verbreed Gemeentelijk rioleringsplan ter vaststelling worden aangeboden. In dit plan zullen voorstellen worden gedaan voor de ontwikkeling van de bestedingen in de planperiode 2011-2015 en de daarmee samenhangende dekking via de rioolheffing.
Voor 2009 is het Operationeel jaarplan rioleringen vastgesteld (2009/7602). De begroting bedraagt
ruim € 8.000.000 wat € 1.750.000 hoger is dan het budget dat is opgenomen in het GRP 2007-2011. Deze hoge begroting heeft deels te maken met het inlopen van een achterstand in de aanleg van
riolering in het buitengebied en deels met het creëren van een buffer aan werkzaamheden om verdere vertraging in de uitvoering te voorkomen. Voor 2010 wordt weer een regulier operationeel jaarplan
opgesteld.
173
Speelruimteplan
In het speelruimteplan zijn kwalitatieve en kwantitatieve doelen vastgesteld en zijn de benodigde budgetten voor klein onderhoud & gegevensbeheer (€ 171.000), groot onderhoud (€ 188.000) en eenmalige aanpassingen (€ 1.600.000) vrijgemaakt.
Budgetten jaarrekening 2008, begroting 2009 en 2010 onderhoudslasten kapitaalgoederen (exclusief BTW):
Bedragen x € 1.000
Onderhoud van kapitaalgoederen: Categorie Wegen
Rekening 2008
Begroting 2009 *
Begroting 2010
4.082
9.964
17.784
203
528
681
(bruggen/tunnels)
1.494
1.648
2.308
Groen
3.643
3.928
4.154
Openbare verlichting
1.435
1.215
1.064
206
244
262
Riolering
3.380
5.803
4.849
Gebouwen
1.385
1.754
1.462
15.828
25.086
32.563
Water Kunstwerken
Verkeerslichten
Totaal:
* uitgegaan is van de primitieve begroting 2009.
Bij wegen is er sprake van een forse stijging van de kosten. Deze stijging wordt voornamelijk
veroorzaakt doordat investeringen met maatschappelijk nut zoals wegen met ingang van 2009 niet meer geactiveerd worden maar in één keer ten laste van de exploitatie worden gebracht. Hiertegenover staat dekking vanuit de betreffende reserve.
174
Paragraaf Financiering Algemeen
Met ingang van 1 januari 2001 is de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) in werking getreden. De belangrijkste uitgangspunten van deze wet zijn het bevorderen van een solide
financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden, evenals het beheersen van renterisico’s. Op grond van de Wet Fido zijn de gemeenten verplicht om een treasurystatuut op te
stellen en zowel in de begroting als in het jaarverslag een financieringsparagraaf op te nemen. De beleidsvoornemens voor het treasurybeleid dienen te worden toegelicht in de financieringsparagraaf van de begroting; de realisatie ervan in het jaarverslag.
De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s. De treasuryfunctie omvat de financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. De uitvoering ervan
vereist snelle beslissingen in een complexer geworden geld- en kapitaalmarkt. De uitvoering van de treasuryfunctie voor decentrale overheden is gericht op het beheersbaar houden van de financiële
risico’s en het optimaliseren van het renteresultaat binnen de gestelde wettelijke kaders en
randvoorwaarden van het treasurystatuut. Deze paragraaf geeft de beleidsvoornemens om deze doelstellingen te realiseren. Hierbij wordt rekening gehouden met: •
Interne- en externe ontwikkelingen
•
Marktontwikkelingen
•
Risicobeheer
•
Liquiditeitsplanning.
Anders dan in de paragraaf Weerstandsvermogen gaat het in de paragraaf Financiering specifiek om risico’s uit hoofde van de financieringsfunctie. Interne en externe Ontwikkelingen Wettelijk kader
In de eerste helft van 2009 zijn als gevolg van de kredietcrisis de wettelijke kaders aangepast. Per 1 januari 2009 zijn er enkele wijzigingen doorgevoerd in de Wet Fido. Belangrijke wijzigingen voor Alphen aan den Rijn zijn: -
vervallen van kwartaalrapportages voor toezicht op kasgeldlimiet. Informatie over kasgeldlimiet dient opgenomen te worden in financieringsparagraaf;
-
wijziging van renterisiconorm: jaarlijkse verplichte renteaflossingen en renteherzieningen mogen voor gemeenten niet hoger zijn dan 20% van het begrotingstotaal.
Doordat bij diverse decentrale overheden eind 2008 het kredietrisico bij het uitzetten van overtollige
middelen bij buitenlandse financiële instellingen (IJsland, Lehmann Brothers) zich heeft geopenbaard, is de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) op enkele punten aangescherpt.
Per 1 april 2009 zijn onderstaande aanpassingen doorgevoerd: -
aanvullende rating voor landen van minimaal AA afgegeven door ten minste twee ratingbureaus;
-
Voor uitzettingen met een looptijd > 3 maanden geldt een minimale rating van AA-minus;
175
-
Aanvullende richtlijnen t.a.v. het aantrekken van financieringsmiddelen, die niet direct benodigd zijn (nearbanking).
Deposito Landsbanki Op 28 augustus 2008 is voor een periode van anderhalve maand een deposito van € 3 miljoen uitgezet bij het vestigingskantoor van Landsbanki in Amsterdam. Tot op heden is het geld nog niet op de
rekening van de gemeente teruggestort als gevolg van financiële problemen bij de bank. Vanaf
december 2008 is de bank is surseance van betaling waardoor zij niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen.
In november 2008 heeft extern onderzoek plaatsgevonden door Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING), gericht op de vraag of is gehandeld binnen de geldende kaders voor het
liquiditeitenbeheer. Uit het onderzoek bleek dat gehandeld is binnen de geldende kaders voor het liquiditeitenverkeer. Het deposito is op advies van de accountant bij de jaarrekening 2008 met 20% afgewaardeerd. In de jaarrekening 2008 én in deze begroting is hiervoor een toelichting opgenomen in de risicoparagraaf.
Het deposito van de gemeente valt onder het IJslandse depositogarantie stelsel (DGS). Bij De Nederlandsche Bank is hiervan opgaaf gedaan waarna € 20.000 is ontvangen. De gemeente komt niet in aanmerking voor € 100.000, omdat dit onder het Nederlandse DGS valt en deze niet geldt voor overheden. De inzet blijft gericht om (samen met andere gedupeerde overheden) het grootst mogelijke deel van de vordering te incasseren.
Professionaliseringstraject In 2009 heeft de gemeente een professionaliseringstraject ingezet om de treasuryfunctie een
kwaliteitsimpuls te geven. Onderdeel van dit traject vormt de uitvoering van een zogenoemde treasuryscan, waarbij de huidige invulling van de treasuryfunctie wordt afgezet tegen een reële kwaliteitsnorm om vervolgens een analyse te maken van mogelijke verbeterpunten. Deze verbeterpunten worden in de 2e helft 2009 en 2010 geïmplementeerd. Herziening Treasurystatuut
Bovenstaande externe ontwikkelingen, de veranderende actuele situatie op de financiële markten en de interne organisatorische veranderingen hebben het noodzakelijk gemaakt dat het bestaande
treasurystatuut in 2009 is getoetst en herijkt. Een herzien voorstel, waarbij het Treasurystatuut wordt vervangen door een nieuwe Regeling Treasury, wordt tegelijk met deze begroting aan de raad aangeboden.
Marktinformatie en verwachte Renteontwikkelingen De financiële markten bepalen in belangrijke mate welke rente de gemeente moet betalen op haar
financiering en ontvangt op haar beleggingen. De nominale rente bestaat uit twee componenten te weten de interbancaire basisrente (Euribor53 en Swaprente54) en de organisatiespecifieke opslag
53
Euribor staat voor Euro Interbank Offered Rate. De Euribor tarieven zijn de gemiddelde rente tarieven waartegen 57 Europese banken elkaar leningen in euro’s verstrekken. Hierbij gelden verschillende looptijden:
176
(zogenoemde creditspread), die de bank rekent voor het daadwerkelijk verstrekken en opnemen van
het geld. In de eerste helft van 2009 is zowel de korte als de lange rente erg volatiel (bewegelijk)
geweest onder invloed van de onrust op de financiële markten. Door de diverse maatregelen van de
monetaire autoriteiten zijn de basisrentes het afgelopen jaar fors gedaald. Zo is de 3-maands Euribor rente van 5,3% begin oktober 2008 gedaald naar 1,00% begin juli 2009. De 10-jaars Swaprente is in
dezelfde periode gedaald van 4,65% naar 3,60%. De nominale rentes, die gemeente moet betalen zijn echter niet in deze mate gedaald, omdat de opslagen door de banken fors hoger zijn komen te liggen door de kredietcrisis.
Vooruitblik (bron Atrive) In onderstaande tabel worden de verwachtingen ten aanzien van de 3-maands Euribor en de 10-jaars
swaprente van enkele banken weergegeven. Uit de prognoses blijkt dat de genoemde grootbanken de eerste 3 maanden na juli 2009 een gemiddelde stijging van 10 basispunten55 van de korte rente
verwachten. Over 12 maanden verwacht de markt een stijging met 40 basispunten. Uiteindelijk zal de rente over een jaar een gemiddeld niveau van 1,43% bereiken, aldus analisten.
Ten aanzien van de 10-jaars swaprente wordt in het najaar van 2009 een niveau van circa 3,97% verwacht. Dit betekent dus een verwachte stijging met 37 basispunten ten opzichte van het
renteniveau van juli 2009. De gemiddelde verwachting van 4,18% over 12 maanden ligt 58 basispunten hoger dan het tarief van juli 2009. Tegenover deze hogere swaptarieven staat wel de verwachting dat
de opslagen wat naar beneden zullen gaan.
NB bovenstaande tarieven zijn exclusief spread 3-maands Euribor Actuele rente juli 2009 Visie over 3
10-jaars swap 3,60%
Visie over 3
maanden 1,20%
10-jaars swap
1,03% Visie over 12
maanden ING 1
3-maands Euribor
1,03%
Visie over 12
maanden 1,30%
3,60% maanden
4,00%
4,15%
Fortis Bank 2
1,00%
1,10%
4,10%
4,40%
Rabobank 3
1,10%
1,81%
3,67%
4,05%
ABN AMRO 4
1,20%
1,50%
4,10%
4,10%
Gemiddelde
1,13%
1,43%
3,97%
4,18%
vanaf 1 week tot 12 maanden. De Euribor tarieven gelden als basistarief (maatstaf) voor de rente op kortlopende financiering 54
De basisrente voor looptijden langer dan 1 jaar
55
Basispunt is 0,01%
177
Risicobeheer Hieronder zullen wij ons beperken tot de voor de gemeente relevante financiële risico’s, zijnde het renterisico en kredietrisico.
De gemeente loopt geen koersrisico, omdat het effectenbezit een niet speculatief karakter heeft en de aandelen gewaardeerd zijn tegen de historische aanschafprijs. Renterisico o/g portefeuille Bij het aantrekken van langlopende financiering stelt de wet Fido een norm waaraan het renterisico van
de langlopende opgenomen leningen als geheel moet voldoen. Deze norm wordt aangeduid als de
renterisiconorm en bedraagt 20% van het begrotingstotaal. De aflossingen en renteherzieningen van de bestaande leningenportefeuille mogen jaarlijks deze norm niet overschrijden. In onderstaande grafiek toont dit renterisico de komende 10 jaar afgezet tegen de norm.
45.000.000 35.000.000 25.000.000 15.000.000 5.000.000 5.000.00015.000.00025.000.00035.000.00045.000.00055.000.00065.000.00075.000.0002010
2011
2012
2013
2014
2015
Aflossingen
2016
2017
2018
2019
2020
Fido-norm
Uit bovenstaande grafiek valt af te lezen dat de norm de komende jaren niet wordt overschreden. Dit komt doordat de leningportefeuille uit vier leningen bestaat met onderstaande modaliteiten BEDRAG
RENTE
EINDDATUM
AFL
GELDGEVER
20.000.000
4,31%
1-2-2030 Fixe
BNG
10.000.000
4,5075%
11-1-2018 Fixe
BNG
10.000.000
4,222%
8-5-2013 Fixe
ASN
10.000.000
3,87%
9-1-2014 Fixe
ROBECO
De gemeente zal in 2010 geen acties op dit renterisico hoeven nemen.
178
Kredietrisico u/g en garantieportefeuille Kredietrisico’s kunnen zich op twee manieren manifesteren. Ten eerste het risico dat direct wordt
gelopen uit hoofde van de door de gemeente verstrekte geldleningen. Onderstaande tabel toont de lopende verstrekte geldleningen en uitzettingen Omschrijving 1 Stichting Wonen Centraal 2 Castellum BV 3 SWA 4 Ashram college 5 Het kasteel 6 leningen voorm. St Jozef 7 SVN 8 Verl. Gemeentegaranties
Afloopdatum percentage restant ultimo 2008 restant ultimo 2009 Aflossing 2010 rente 2010 2017 3,88% € 1.327.716 € 1.201.612 € 46.562,47 € 130.990,33 2014 3,90% € 516.783 € 438.814 € 81.064,83 € 15.674,91 2012 0% € 816.060 2022 0% € 945.000 € 877.500 € 67.500 2019 5,35% € 86.670 € 81.005 € 6.505 € 4.176 € 53.122 jaarlijkse annuiteit is 4.075 € 1.229.432 € 572.529
Ad 1) Dit betreft een lening verstrekt aan Stichting wonenCentraal. Zij zijn aangesloten bij het WSW en
daarom is het risico voor de gemeente zeer gering. Geen actie vereist; Ad 2) Dit betreft een lening aan het theater.
Ad 3) Dit betreft een renteloze lening aan de Sociale Werkplaats Alphen. De aflossing wordt aan het einde van het jaar bepaald en is gerelateerd aan het jaarresultaat van SWA met een maximum van €
90.756. Na 2012 wordt de resterende schuld omgezet in een 20 jaar durende geldlening met een rente van het alsdan geldende marktrentepercentage bij de N.V. BNG. SWA is een publiekrechtelijk lichaam , waardoor het kredietrisico beperkt is. Geen actie vereist;
Ad 4) Dit betreft een renteloze lening aan het Ashram college voor de bekostiging van
brandveiligheidsvoorzieningen en het vervangen van armaturen in het gebouw Marsdiep. Er staan geen openstaande vorderingen in de administratie, dus het kredietrisico is op dit moment gering;
Ad 5) Dit betreft een lening voor de verbouwing van de accommodatie van jongerenvereniging Het Kasteel. Er staan geen openstaande vorderingen in de administratie, dus het kredietrisico is op dit moment gering;
Ad 6) Dit zijn een vijftal leningen, die zijn verstrekt aan vroegere WBV St. Jozef (tegenwoordig Stichting wonenCentraal). Totale restant hoofdsom van deze leningen is zeer gering. Ondanks dat het
kredietrisico zeer gering is (zie Ad 1) zal er in 2010 bekeken worden of deze leningen i.h.k.v. een
stukje administratieve lastenverlichting afgelost kunnen worden;
Ad 7) Dit betreft een deelname aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten. De fondsen zijn revolverend. Het risico is gering. Geen actie vereist;
Ad 8) Dit betreft gemeentegaranties ten aanzien van hypotheken die in de jaren tachtig zijn
aangesproken. De vordering, die de gemeente uit hoofde daarvan heeft, is hier opgenomen. Er zal gekeken worden om deze vordering af te boeken.
Ten tweede is een kredietrisico aan de orde ten aanzien van verstrekte gemeentegaranties (ook wel borgstellingen genoemd). De gemeente staat dan garant voor de betaling van rente en aflossing op
langlopende geldleningen, die zijn aangetrokken door organisaties, instellingen of verenigingen die activiteiten verzorgen die in het verlengde liggen van de publieke taak. Het merendeel, circa 80%, zijn garanties aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) op leningen die zijn verstrekt aan
Stichting wonenCentraal. Gelet op de zekerheidsstructuur van het WSW is het kredietrisico op deze
179
gewaarborgde geldleningen zeer gering. Voor de overige garanties is het vanwege het ontbreken van inzicht in de specifieke voorwaarden van de borgstellingen niet mogelijk een kwantitatief dan wel
kwalitatief oordeel over de mogelijke kredietrisico’s te geven. Daarom is besloten om hier ultimo 2009 een inventarisatieonderzoek naar te laten doen in de vorm van een afstudeeropdracht. De uitkomsten hiervan zullen in 2010 beschikbaar komen.
Liquiditeitsplanning De belangrijkste basis voor het financieringsbeleid wordt gevormd door de liquiditeitsplanning voor de komende jaren. De liquiditeitsplanning geeft inzicht in de verwachte renterisico’s. Om in meerjarige
perspectief de verwachte inkomsten en uitgaven in beeld te krijgen zijn de kasstromen in onderstaande categorieën gegroepeerd en vervolgens gesaldeerd: •
Operationele kasstromen (Oper)
•
Financieringskasstromen (R+A)
•
Meerjareninvesteringsprogramma (MP)
•
Grondexploitaties (Grex)
•
Projectbureau Stadshart (PBS)
•
Ontvangsten Nuon aandelen (Nuon)
Onderstaande grafiek toont de verschillende kasstromen voor de komende vier jaar.
50.000.000
30.000.000
10.000.000
-10.000.000
-30.000.000
-50.000.000 2010
2011
Nuon
R+A
MIP
2012
Grexen
PBS
2013
Oper
Gesaldeerd resulteert dit naar verwachting in onderstaand Financieringstekort (-) of overschot (+)
180
Jaar
Financieringssaldo
2010
- 5,0 miljoen
2011
1,2 miljoen
2012
21,5 miljoen
2013
13,8 miljoen
Eind 2009 zal een kwaliteitslag gemaakt worden voor de liquiditeitsplanning 2010. Hierdoor moet het mogelijk worden ook binnen het begrotingsjaar het verwachte liquiditeitsverloop in beeld te brengen en hierop pro-actief te anticiperen.
Het verwachte saldo kort vreemd vermogen ultimo 2009 bedraagt circa – 18 miljoen.
Rekening-courant
Op dit moment heeft de gemeente een kredietfaciliteit in de rekening-courant bij de BNG van € 4,5 miljoen. De vergoedingen in de rekening-courant bedragen debet 3,35% en credit 0,10% (peildatum medio 2009). Ultimo 2009 zal de mogelijkheid beoordeeld worden om de kredietfaciliteit in de
rekening-courant op te hogen en aanvullende rentecondities af te spreken. Hierdoor kan de inzet van
de gemeente ten behoeve van het dagelijkse saldobeheer worden gereduceerd en wordt het risico op kredietoverschrijdingen kleiner.
Financieringsbeleid Vanwege het sterk onzekere karakter van de kasstromen MP, Grexen en PBS en het tijdelijke tekort zal de gemeente dit in 2010 financieren met kortlopende variabele financiering. De gemeente heeft uit
hoofde van de kasgeldlimiet tot € 20,5 miljoen aan ruimte hiervoor. Gedurende het jaar betekent dat de kasgeldlimiet naar verwachting wordt overschreden. Gelet op het tijdelijke karakter is dit
toegestaan. Met deze financieringsstrategie profiteert de gemeente van de zeer lage korte rente bij financieren. Het renterisico schatten wij laag in vanwege het tijdelijke karakter van het tekort en de rentevooruitzichten van de grootbanken. Er zal naar verwachting in 2010 geen langlopende financiering hoeven te worden aangetrokken.
181
Paragraaf Bedrijfsvoering "Samenleven in de complete stad" is het dragend thema voor de gemeentelijke activiteiten in de
collegeperiode 2006-2010. Als we de doelstellingen uit het Collegeprogramma 2006-2010 willen realiseren, moeten we als gemeentelijke organisatie in staat zijn: De hiervoor benodigde en gewenste maatschappelijke processen te regisseren door inwoners, instellingen en bedrijfsleven samen te brengen en stimuleren; Onze dienstverlening effectief en efficiënt in te richten en uit te voeren, onder andere door overbodige regels te schrappen. De bedrijfsvoering levert een brede ondersteuning aan het concern bij haar activiteiten om bovenstaande doelstellingen te realiseren. Tot de bedrijfsvoering behoren onder meer de
ondersteunende bedrijfsprocessen rond personeel en organisatie, informatisering en automatisering, communicatie, financieel beheer (inclusief administratieve organisatie en interne controle) en de facilitaire dienstverlening.
In deze bedrijfsvoeringparagraaf beschrijven we de doelen van 2010 op het gebied van de bedrijfsvoering. Deze prestaties worden binnen 3 strategische doelen beschreven. Ontwikkelen van het “organiserend vermogen” van de gemeentelijke organisatie; Verder ontwikkelen van de (e-)dienstverlening; Verkrijgen van een meer effectieve en efficiënte gemeente met minder regels;
Strategische bedrijfsvoeringsdoelen in 2010 Ontwikkelen van het “organiserend vermogen” van de gemeentelijke organisatie: Met het ontwikkelen van ons “organiserend vermogen”, willen we een gemeentelijke organisatie verkrijgen, die beter is in dienstverlening, slagvaardig en minder bureaucratisch opereert en die luistert naar- en samenwerkt met burgers. De beleidsmedewerker van de toekomst schrijft dan ook niet meer achter zijn bureau, maar zoekt samen met anderen uit wat “het beleid” moet worden; hij/zij laat niet regisseren maar regisseert zelf.
Thema’s 2010: Implementatie HRM-agenda 2006-2010. Verder ontwikkelen van de interne (e-)dienstverlening: “Dienstverlenen” doen we straks ook anders. E-dienstverlening vereist een “andere” frontoffice, en een goed geoliede backoffice die het belang van bediening van- en samenwerking met de frontoffice als een vanzelfsprekendheid ziet.
Thema’s 2010: E-dienstverlening, doorontwikkeling vraaggerichte, facilitaire dienstverlening, basisregistraties, telefonische bereikbaarheid en regiosamenwerking belastingen Verkrijgen van een meer effectieve en efficiënte gemeente met minder regels: De dienstverlening aan inwoners, instellingen en bedrijfsleven voeren we uit met minder regels; overbodige regels worden waar mogelijk geschrapt. Vanuit deze doelstelling voeren we onze interne dienstverlening eveneens daar waar mogelijk met minder regels uit. Thema’s 2010: minder regels en kortere doorlooptijden
182
Strategisch doel 1: Ontwikkelen van het “organiserend vermogen” van de gemeentelijke organisatie Voor 2010 gaan we voort op de weg die in de “HRM agenda 2006-2010” is uitgezet en richten we ons op het verbeteren van: •
Leiderschap;
•
Leren en ontwikkelen.
•
Werven en selecteren van medewerkers;
Zorg voor en over managers, kennismanagement, rolverdeling tussen P&O en management, opleiding
& ontwikkeling, arbeidsmarktbeleid passend bij de externe omgeving, binnenhalen van jongeren in een organisatie die bij ze past, kwaliteit, aanspreken en begeleiden op houding en gedrag, cultuur. Een selectie van begrippen die in de HRM agenda een plaats hebben gekregen en waar we mee verder werken in 2010.
In 2008 is met een groot aantal activiteiten gestart die in 2009 en 2010 doorlopen; Het realiseren dat alle leidinggevenden door versterking van hun persoonlijk leiderschap effectiever
medewerkers en organisatie kunnen (aan)sturen en daardoor tot betere resultaten komen. Daartoe het
verder ontwikkelen en uitvoeren van ALL, onder andere middels coaching- en opleidingsactiviteiten op het gebied van samenwerken, verandermanagement, politiek- en omgevingsbewustzijn, persoonlijke ontwikkeling op gedragbeïnvloeding en het voeren van dialoog met medewerkers.
Het gangmakertraject; voor het bedenken en vormgeven van verbeteringen zijn niet alleen directeuren of leidinggevenden nodig, maar ook de medewerkers door de hele organisatie heen. Waar de Alphense
Leergang Leiderschap (ALL) van betekenis is voor de leidinggevenden, zijn de gangmakers dit vanuit de medewerkers bezien.
Arbeidsmarktmobiliteit krijgt in de regiosamenwerking expliciet aandacht. Daarnaast worden ook andere HRM onderwerpen in regionaal verband opgepakt. De speerpunten dienstverlening, programmatisch werken en wijkgericht werken adviseren en
ondersteunen wij in werk-, en projectgroepen. En daarnaast zal in 2009 en 2010 de verbinding tussen dienstverlening, wijkgericht werk en leiderschap in een gecombineerd project zichtbaar zijn.
183
Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken voor de
Hoe draagt onze bedrijfsvoering daaraan bij?
stad? De gemeente weet wat er speelt
Algemeen: Verbeteren van het vermogen (sensitiviteit en
en stimuleert
vaardigheden) van de gemeentelijke organisatie om benodigde
medeverantwoordelijkheid van
(interne en externe) stakeholders bij elkaar te kunnen brengen
maatschappelijke organisaties, bedrijven en inwoners
om de doelen van de stad te kunnen realiseren.
Invulling geven aan het HRM-speerpunt “Lerende organisatie” met als directe doel kennis en vaardigheden van organisatieleden op peil te brengen. Ontwikkeltrajecten:
•
In 2010 voeren we diverse ontwikkeltrajecten uit voor medewerkers: onder andere talenten, mentoren en gangmakers.
E-HRM-systeem: Het aanschaffen van een E-HRM-
•
systeem.
Dit is een personeelsmanagementinformatiesysteem (vanaf
2010) waarop alle managers en medewerkers toegang
hebben tot Human Resource management informatie. Een belangrijke basis om de HRM-agenda uit te voeren, te monitoren en te verantwoorden. Ontwikkelplan:
•
De Alphense Leergang voortzetten op basis van korte en lange termijn opleidingsbehoefte per afdeling, directie en concern. In 2010 starten we met een ontwikkelplan voor de totale
organisatie, gekoppeld aan de strategische doelen van het
concern. Op basis hiervan stellen we onze HRM speerpunten
en acties bij. •
Medewerkersbetrokkenheidonderzoek:
In 2010 wordt een MBO uitgevoerd. In 2009 vinden de voorbereidingen plaats.
Invulling geven aan het HRM-speerpunt “Leiderschap” door middel van Alphense Leergang Leiderschap (ALL) met als
directe doel beter leiderschap te verkrijgen en de rolverdeling tussen “de lagen” helder te krijgen.
- In 2010 realiseren we dat alle leidinggevenden door versterking van hun persoonlijk leiderschap effectiever medewerkers en de organisatie kunnen (aan)sturen en daardoor tot betere resultaten komen. Dit doen we via Alphense leergang leiderschap (ALL)
- Start organisatiebreed samenwerkingstraject Dienstverlening in combinatie met wijkgericht werken voor medewerkers en leidinggevenden najaar 2009-2010.
- Verbeteren functionering- en beoordelingsgesprekken.
184
Nr
Wat willen we bereiken voor de stad?
Hoe draagt onze bedrijfsvoering daaraan bij? In 2009/2010 worden actuele richtlijnen voor functioneren en beoordelen geïntroduceerd, gericht op dialoog, op ontwikkeling èn empowerment van medewerkers.
Invulling geven aan het HRM-speerpunt “slimmer
•
werven” met als directe doel een duurzame opbouw van ons personeelsbestand te krijgen . o
Innovatie instrument W&S: Actualiseren van ons werving & selectie- en introductiebeleid zodat deze aansluiten op de arbeidsmarkt.
o
Wereldstagiairs: creëren van
samenwerkingsverbanden met scholen in de regio en het bieden van stageplaatsen aan doelgroepen
(waaronder allochtonen). Het doel voor 2009 is minimaal 13 stagiairs en voor 2010 minimaal 15. o
Arbeidsmarktbeleid. In 2010 voeren we passende maatregelen uit om antwoord te geven op de steeds krappere arbeidsmarkt. Mobiliteit (in-, door-, en uitstroom) en arbeidsmarktcommunicatie staan hierin centraal.
o
Regiosamenwerking: In 2009 is een start gemaakt
met regiosamenwerking op verschillende fronten : mobiliteit (Werken in het Westen) met de
-
gemeentes uit de amstelrijnstreek
aanbestedingen (E-HRM, assesments),
-
Personeelsbeheer, Interim Plus, Infoplan I&A, GEO en centrale inkoop met de gemeentes Rijnwoude, Boskoop en Nieuwkoop
In 2010 zal dit verder worden geïntensiveerd.
• Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Speerpunten HRM-agenda
2008
2009
Realisatie Doel
2010
2011
2012
2013
Doel
Doel
Doel
Doel
Bron
M.b.t. leiderschap: 1.
Waardering medewerkers voor
2.
Beperking arbeidsverzuim
leidinggevenden
(concernniveau)
1)
1)
7,0
1)
1)
7,0
4,55
4,5%
4,5%
4,5%
4,5%
4,5%
51%
16%
15%
15%
15%
15%
MBO
2)
M.b.t. slimmer werven: 3.
Percentage van medewerkers die op eigen verzoek vertrekt binnen drie jaar gerelateerd aan het totaal aantal medewerkers dat op eigen verzoek vertrekt 3).
185
Speerpunten HRM-agenda
2008
2009
Realisatie Doel 4.
Aantal Wereldstagiairs
13
Min. 13
2010
2011
2012
2013
Doel
Doel
Doel
Doel
Min. 15
Min. 15
Min. 15
Min. 15
5,5%
5,5%
5,5%
5,5%
Bron
M.b.t. leren en ontwikkelen: 5.
Percentage doorstroming van
interne medewerkers 4)
4,8%
5%
1) De meting van het Onderzoek Betrokkenheid Medewerkers vindt 1x per 3 jaar plaats. Er wordt een meting gedaan in 2010. 2) Inzet is stabilisatie van arbeidsverzuim. Voor 2011 e.v. zullen we de arbeidsverzuimcijfers opnieuw vaststellen. 3) In absolute getallen betreft dit 27 medewerkers die binnen 3 jaar op eigen verzoek zijn vertrokken afgezet tegen het totaal van 53 medewerkers die in 2008 op eigen verzoek vetrokken. 4) De stijgende lijn vanaf 2007 willen we voortzetten. In 2009 streven we naar 5% oplopend naar 5,5% in 2010.
Strategisch doel 2: Verder ontwikkelen van de interne (e-)dienstverlening
De interne, facilitaire dienstverlening zorgt voor een belangrijk fundament onder de gemeentelijke
dienstverlening aan inwoners, instellingen en bedrijven. Vanuit deze visie stellen we minimaal dezelfde eisen aan onze interne, facilitaire dienstverlening als die aan de gemeentelijke dienstverlening gesteld worden.
De interne, facilitaire dienstverlening is vraaggericht en wordt aangeboden via één — e (elektronisch)
— loket. De achterliggende backoffice-processen sluiten via een nieuw te implementeren mid-office en documentair management systeem naadloos aan op de dienstverlening vanuit dit eenduidige
frontoffice. De inrichting en beheer van (processen rond) verschillende basisregistraties faciliteert de eenmalige uitvraag van (basis )gegevens aan inwoners, instellingen en bedrijven.
De externe gerichte E-dienstverlening wordt beschreven in programma 9 Dienstverlening. Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken voor de
1
Verbeterde toegankelijkheid van
Algemeen: Een minimale (interne) klanttevredenheid van
de gemeentelijke diensten en
voldoende tot goed voor onze interne, vraaggerichte, facilitaire
stad?
daarmee een verhoogde
klanttevredenheid over de wijze van dienstverlening.
Hoe draagt onze bedrijfsvoering daaraan bij?
dienstverlening.
Borgen van het implementatietraject voor een vraaggerichte, facilitaire dienstverlening. •
In 2010 wordt gestuurd op een betere dienstverlening door bewaking en aanscherping van de Service Level Agreements (SLA’s) en management rapportages. Tevens zullen de producten met SLA's worden uitgebreid.
•
In 2010 zal de aanbesteding van de nieuwe telefooncentrale worden uitgevoerd. De implementatie zal in 2010 een feit zijn
186
Nr
Wat willen we bereiken voor de stad?
Hoe draagt onze bedrijfsvoering daaraan bij? Uitvoering geven aan de jaarschijf 2009 van het meerjareninvesteringsplan ICT •
Uitvoering geven aan het Informatieplan (ICTprojecten op afdeling- en concernniveau);
•
In 2010 wordt gemeentebreed gestart met de digitale postverwerking en het project digitale facturering wordt voortgezet (start eind 2009).
Algemeen: Centrale ontsluiting en mutatie van de basisregistraties BAG en WKBP en voldoen aan de wettelijke verplichtingen hieromtrent
Implementeren van de GEO-visie
•
•
Vanaf 2010 gaan we het binnengemeentelijk gebruik van de gegevens uit de registraties BAG en WKBP beschrijven en implementeren.
•
Ontsluiten van de bestemmingsplannen op intranet en internet.
•
Opstarten project voor basisregistratie BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie. Afronding is gepland medio 2014.
Waaraan kunnen we zien of we het bereiken? Nr
2008
2009
Realisatie Doel 156
•
Overall klanttevredenheid interne,
2010
2011
2012
2013
Doel
Doel
Doel
Doel
--
3.0
3.5
4.0
4.0
4.0
Klanten-
77%
60%
70%
75%
75%
75%
BMF57
% FD-diensten, dat volledig digitaal
68%
45%
60%
65%
65%
65%
% Calls dat binnen de service
85%
80%
85%
85%
85%
85%
% Basisgegevens uit registers BAG
100%
100%58
en WKBP dat tijdig naar de
Wkbp
BAG
mon.
facilitaire dienstverlening •
Bron
% Vraagafhandeling door de frontoffice
•
wordt afhandeling •
niveaus wordt afgehandeld •
landelijke voorziening ontsloten wordt
56
Het doel wordt in 2010 geëvalueerd. De komende twee jaar komen er meer diensten bij waardoor de verwachting
is dat het percentage vraagafhandeling en de overall klanttevredenheid gaat toenemen. Als de nieuwe diensten geborgd zijn, kan pas gestuurd worden op excellente kwaliteit en zullen percentage vraagafhandeling en overall klanttevredenheid gaan toenemen. 57
De BMF-klantenmonitor vindt plaats in 2009. De frequentie is 1x per 2 jaar. De klant heeft voor elke dienst de
keuze uit de oordelen slecht (1), onvoldoende (2), matig (3), voldoende (4) en goed (5) 58
Na het behalen van 100% in 2009 is de actie afgerond.
187
Strategisch doel 3: Verkrijgen van een meer effectieve en efficiënte gemeente met minder regels
In het Collegeprogramma 2006-2010 geeft het College aan te streven naar een effectieve en efficiënte gemeentelijke organisatie. We vergroten de effectiviteit en de efficiency van de gemeente en dringen de bureaucratie voor inwoners en bedrijven terug. Vermindering van het aantal regels, vereenvoudiging van procedures, efficiëntere werkprocessen en een slankblijvende en daadkrachtige gemeentelijke organisatie zijn hierbij sleutelwoorden.
Met het verminderen van de administratieve lastendruk voor inwoners, instellingen en bedrijfsleven
wordt voor ook de norm gezet voor de inrichting van onze interne, facilitaire dienstverlening. Doel is te komen tot een interne, facilitaire dienstverlening die minder regels stelt aan onze organisatieleden, eenvoudigere procedures kent en efficiënt in de uitvoering zijn.
Daarnaast zorgen we voor een effectieve en efficiënte gemeentelijke organisatie door integrale en
betrouwbare managementinformatie aan te bieden, waarmee we het management en bestuur optimaal willen ondersteunen bij het nemen van beslissingen. De noodzaak om schaduwadministraties bij te houden vervalt hiermee.
Regionale samenwerking draagt door schaalvergroting bij aan een hogere efficiency (lagere gemiddelde
kosten per opgelegde aanslag) en continuïteit (meer belastingmedewerkers zorgen voor minder single points of failure) op het gebied van de oplegging en invordering van gemeentelijke belastingen.
Wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor? Nr
Wat willen we bereiken voor de
Hoe draagt onze bedrijfsvoering daaraan bij?
1
Verminderen van bureaucratie:
Algemeen: Optimaal faciliteren van het management en
stad?
verminderen van het aantal
bestuur bij het nemen van (integrale) beslissingen door het
regels, vereenvoudiging van
aanbieden van betrouwbare en integrale
procedures,
efficiëntere werkprocessen en
managementinformatie.
een slankblijvende en
Realiseren van de taakstelling op overheadfuncties.
daadkrachtige organisatie.
•
Wij hebben als organisatie de opdracht (taakstelling) om ruimtescheppende maatregelen te treffen voor de
voorjaarsnota 2009-2013. Deze maatregelen bestaan onder andere uit verbeteren van efficiëntie en
besparingen op de overhead. In de organisatieanalyse
“Anders Alphens organiseren” is een strategisch kader opgesteld met als richting dat wij met minder
leidinggevenden en meer integraal willen werken. •
Hier geven we invulling aan door het herinrichten van bedrijfsvoeringsfuncties. In 2008 heeft Directie
Grondgebied de bedrijfskundigen geclusterd. In 2009 worden de taakstellingen waarbij een (re) organisatie component aan vastzit uitgevoerd en in 2010 geëvalueerd. Deze zijn: •
Samenvoeging BO/COM.
De afdelingen Bestuursondersteuning en Communicatie
188
Nr
Wat willen we bereiken voor de stad?
Hoe draagt onze bedrijfsvoering daaraan bij? vervullen een belangrijke verbindende functie tussen bestuur, politiek, burgers en de organisatie. Om de
gemeentesecretaris, het bestuur en de directies nog beter te kunnen faciliteren en adviseren, worden deze afdelingen samengevoegd. •
Samenvoeging bedrijfsbureau en ondersteuning.
De units Bedrijfsbureau en Ondersteuning (directie Bewoners) hebben directiebrede en dienstverlenende taken voor de afdelingen en programmamanagers van de
directie Bewoners. Om deze klanten nog beter te kunnen faciliteren en adviseren, worden deze units samengevoegd. •
Uitbesteding onderzoeksfunctie en Concernbeleid samenvoegen met Financiën.
De afdeling Concernbeleid & Onderzoek gaat naar aanleiding van een audit op de effectiviteit en
doelmatigheid van het huidige onderzoeksproces haar focus verplaatsen van onderzoek naar onderzoeksadvies en kennismanagement. Hierdoor worden de cyclische onderzoeksproducten (Stadspeiling en Stadsmonitor)
volledig uitbesteed en wordt de frequentie te verlaagd van jaarlijks naar 2-jaarlijks.
Tevens wordt de afdeling Concernbeleid en Onderzoek
ondergebracht bij de afdeling Financiën. Hierdoor worden de beleidsfuncties van beide afdelingen verbonden om de organisatie nog beter te kunnen faciliteren en adviseren. •
Inzetten interim plus.
De externe inhuur wordt teruggedrongen en het kennismanagement versterkt door het inzetten van de Interim Pluspool, een team van interne interim-
medewerkers. Deze professionals werken concernbreed en op de strategische en complexe opdrachten in de
organisatie. Kenmerk is een flexibele wendbare inzet van hoogwaardig niveau waarbij nazorg en kennisoverdracht vanzelfsprekend is. Dit team borgt de gewenste
organisatieontwikkeling en kennisbehoud in de organisatie en het is kostenbesparend ten opzichte van de inhuur van een externe professional. Evaluatie vindt plaats in 2011. (Zie ook regionale samenwerking in strategisch doel 1) Algemeen: Waarborgen van de effectiviteit en efficiency van de inzet van (facilitaire) middelen. •
Borging van de regiosamenwerking belastingen, waarmee
189
Nr
Wat willen we bereiken voor de stad?
Hoe draagt onze bedrijfsvoering daaraan bij? we de gemiddelde kosten per opgelegde aanslag verlagen en de continuïteit van het gemeentelijke belasting- en invorderingsproces vergroten . •
In 2009 en 2010 worden de organisatie en processen geoptimaliseerd ten gunste van de dienstverlening van de inwoners van Alphen, Nieuwkoop en
Rijnwoude. Alle waardebeschikkingen liggen voor 28 februari 2010 (de wettelijke termijn) op de mat. Het
aantal bezwaarschriften (indicator voor de geleverde kwaliteit) blijft onder het landelijk gemiddelde. •
Verbeteren van de transparantie en rechtmatigheid van het gemeentelijk handelen.
Inkoop •
Om het “inkoopbewustzijn” verder te vergroten
worden jaarlijks themabijeenkomsten en trainingen georganiseerd om te leren van elkaar en elkaars successen en knelpunten te delen. Interne
(medewerkers gemeente) en externe klanten (ondernemers) gaan naar workshops. •
Wat betreft duurzaam inkopen streven we er naar in 2010 50% tot 75% van ons beïnvloedbare
inkoopvolume duurzaam te besteden. Dat wil zeggen dat milieu- en sociale criteria, conform de
aanbevelingen en zoals geformuleerd door Senter Novem, daar waar mogelijk, worden opgenomen in de aanbestedingsdocumenten. •
Het contracten register wordt in 2009 volledig ingevuld. In 2010 bewaken en borgen we de processen.
•
In 2010 verbeteren we de informatieverstrekking via inter- en intranet.
•
In 2010 zal de gemeente beschikken over een “beter geregeld” inkoopbeleid, dat wil zeggen een
toegankelijker, beter leesbaar inkoopbeleid. •
Rechtmatigheid •
Ook in 2010 voeren de controllers de jaarlijkse rechtmatigheidcontroles uit. Om een goedkeurende
accountantsverklaring op rechtmatigheid te behalen, auditten we 25 belangrijke bedrijfsprocessen op voldoende aantoonbaar rechtmatig handelen. •
Op basis hiervan kan de accountant zijn oordeel
uitspreken over de rechtmatigheid van minimaal 95%
190
Nr
Wat willen we bereiken voor de stad?
Hoe draagt onze bedrijfsvoering daaraan bij? van onze totale begrotingsomvang in 2010. •
Doorlichten programma’s begroting. •
In 2007 heeft het College – mede in het kader van onze verordening ex. art. 213a59 van de Gemeentewet - besloten gedurende deze collegeperiode alle
begrotingsprogramma’s door te lichten. Hierbij wordt een oordeel gevormd over de input, activiteiten,
output en effecten van alle programma’s. Daarnaast worden de variabelen in kaart gebracht waarmee de
Gemeenteraad de programma ’s kan bijsturen en wat de consequenties van eventuele keuzes zijn. •
In 2009/2010 lichten we de volgende programma's door: programma 7 Economie,Werk en Bijstand en programma 8 Wonen en Woonomgeving.
•
Naar aanleiding van een raadsmotie zal in het vervolg (vanaf jaarverslag 2009) de doorlichtingsrapportage tegelijkertijd met het jaarverslag aan de raad aangeboden worden.
59
In deze verordening is vastgesteld dat het college periodiek onderzoek laat uitvoeren naar de effectiviteit en
doelmatigheid van het door haar gevoerde beheer, zoals voorgeschreven in art. 213a van de Gemeentewet. In Alphen aan den Rijn vindt dit onderzoek plaats als onderdeel van de reguliere planning en controlcyclus. M.b.t. deze programma-audits is sprake van verbijzonderd onderzoek.
191
Paragraaf Verbonden partijen Beleid en ontwikkeling
Op basis van artikel 9 lid 2 van het BBV is het de bedoeling te rapporteren over partijen waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. In de nota Verbonden Partijen (1997) heeft de
raad besloten om naast de ‘verplichte’ verbonden partijen vanuit het BBV ook andere belangrijke partners hieraan toe te voegen. Andere belangrijke partners zijn bijvoorbeeld de grotere gesubsidieerde instellingen.
Het inzicht in de aspecten van verbonden partijen is nodig vanwege de vaak aanmerkelijke belangen. Voor Alphen aan den Rijn zijn vooral deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke
regelingen en stichtingen en verenigingen relevant. Deze worden in dit deel van de begroting nader beschouwd.
De gemeente heeft vele taken te vervullen. Taken die samenhangen met de realisatie van de eigen gemeentelijke doelstellingen, maar ook de taken waarmee (mede) uitvoering wordt gegeven aan rijksbeleid. Een groot deel van die taken wordt uitgevoerd door de eigen gemeentelijke organisatie. Maar lang niet allemaal. Voor veel taken is het noodzakelijk of gewenst om deel te nemen in een zogenaamde verbonden partij, of om een taak uit te besteden aan een andere externe organisatie. Hiervoor kunnen diverse redenen bestaan, zoals: -
Efficiencyvoordelen
-
Risicospreiding
-
Effectiviteit en bundelen van bestuurlijke kracht
-
Kennisvoordeel
De gemeente stelt voor het uitvoeren van die taken financiële middelen beschikbaar, of heeft
gemeentelijk vermogen in de betreffende organisatie belegd. Hierover wordt verantwoording afgelegd. Hierbij wordt aangesloten bij de bestaande planning & control cyclus. Op basis van artikel 15 BBV dient de visie op de verbonden partijen in relatie tot de realisatie van doelstelling en de beleidsvoornemens over de verbonden partijen te worden toegelicht. De gemeente heeft in de nota verbonden partijen algemene beleidsregels vastgesteld over het verkeer met verbonden partijen. Aanvullend op deze nota heeft in 2008 een nul-meting plaatsgevonden.
Daarin is de feitelijke stand van zaken met betrekking tot de verbonden partijen onderzocht. Dit heeft geleid tot een 11-tal verbetervoorstellen. De stand van zaken van die verbetervoorstellen is: 1. Afspraken maken over: - een tussentijdse rapportage (2 tot 4 x per jaar) over de voortgang van de doelstellingen en de prestaties (inhoudelijk en financieel).
3 x per jaar worden er zogenaamde marap gesprekken gevoerd met de grootste instellingen (>€ 250.000).
2. Afspraken maken over: -een tijdige indiening van de ontwerpbegroting en -rekening aan de raad c.q. het college. - het ter kennisneming aanbieden van het jaarverslag aan de gemeente
192
Dit wordt in het proces van productsubsidiëring meegenomen 3. De gezamenlijke gemeenten zijn verantwoordelijk voor een eventueel negatief financieel resultaat. In geval van een onvoldoende vermogenspositie zou sterker op risicobeheersing moeten worden gestuurd.
RDOG en de SWA hebben een eigen systeem van risicobeheersing, waarbij rekening wordt gehouden met risico’s en beheersingsmaatregelen. 4. De betreffende portefeuillehouder koppelt in het college (en via het PO naar de organisatie) het ingenomen standpunt terug.
In de business review wordt ook over verbonden partijen gerapporteerd. 5. Met de stichting(en) afspraken maken over:
- het toepassen van de norm van de onderwijsinspectie als graadmeter voor de kwaliteit van het onderwijs.
- het op orde houden van de meerjarenbegroting om een financieel gezonde exploitatie op langere termijn te verzekeren.
Deze aanbeveling is niet overgenomen door B&W. De kwaliteit van het onderwijs is de verantwoordelijkheid van het Rijk. Bij het Scala en SOPORA is een meerjarenbegroting voorhanden. 6. BV Castellum. Standpuntbepaling door de gemeentelijk aandeelhouder onderwerpen tijdig in het college bespreken.
Dit gebeurt.
De BV Castellum wordt financieel gesteund met toepassing van de Asv, hoewel deze bepaalt dat een winstbeogende instelling niet subsidiabel is.
7.Onderzoek welke juridische vormgeving het beste past bij de doelstellingen van de gemeente.
In de nieuwe Asv mag aan alle rechtspersonen een subsidie worden verstrekt.
De gemeentelijk vertegenwoordiger in de aandeelhoudersvergadering is tevens in grote mate
inhoudelijk betrokken bij de voorbereiding van besluiten t.b.v. het theater. Hierdoor ontstaat een risico van onvoldoende functiescheiding.
8.Heroverwegen van het mandaat aan de directeur Bewoners.
Het mandaat van de directeur Bewoners is omgezet naar het mandaat van de directeur BMF. 9. De vermogenspositie en het exploitatieresultaat van het Theater is per 31 december 2006 onvoldoende.
Inmiddels is een voorstel door de gemeenteraad goedgekeurd (met nummer 2008/9127) voor een extra bijdrage om het Eigen Vermogen te versterken. 10. Met de Stichting Sportspectrum is een privaatrechtelijke samenwerkingsovereenkomst gesloten. (Extra) Financiering zou via prestatieafspraken moeten plaatsvinden. In de praktijk wordt de
financiering via de ASV geregeld. Onderzoek welke juridische vormgeving het beste past bij de doelstellingen van de gemeente.
Dit wordt meegenomen binnen het project productsubsidiëring met Stichting Sportspectrum.
193
11. En over subsidieontvangers is aangegeven dat de volgende ontwikkelingen zouden worden
afgewacht: het fusieresultaat Zorgwijzer en Welzijn, het fusieresultaat Stichting peuterspeelzalen, verder de eventuele extra financiering Sportspectrum via de overeenkomst te regelen en het CVV meer rekening en verantwoording te laten afleggen.
Zie diverse toelichtingen per instelling.
Subsidieontvangende instellingen zijn in de nota in drie categorieën ingedeeld: minder dan € 50.000, tussen € 50.000 en 250.000 en meer dan € 250.000 aan subsidiegelden. De instellingen in bijgevoegd overzicht betreffen instellingen met meer dan € 250.000 aan subsidiegelden.
194
Meting Jaarlijks vindt onderzoek plaats naar de huidige stand van zaken met betrekking tot de verbonden partijen. De resultaten zijn verwerkt in onderstaande tabel. Voor de scoring in deze tabel is van de volgende ratio's uitgegaan, gebaseerd op de informatie per 3112-2008 en per 31-12-2007 (jaarverslagen).
Eigen
Exploitatie-
Tussentijdse
Eind-
vermogen
resultaat
rapportage
rapportage
2007 2008
2007 2008
2007 2008
2007
2008
Gemeenschappelijke regelingen Openbaar Primair Onderwijs Regio Alphen aan den Rijn
nvt
+
nvt
-
-
-
+
+
+
+
-
-
-
-
-
+
Regionale Brandweer en GHOR HollandsMidden 1) Regionale dienst Openbare Gezondheidszorg Regio Hollands Midden (RDOG)
-
+
+
+
-
+
+
+
Rijnstreekberaad
+
+
+
+
-
-
+
+
nvt
nvt
+
+
-
+
+
+
-
-
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
-
-
+
+
Nuon N.V.
+
+
+
+
+
+
+
+
Oasen N.V.
+
+
+
+
nvt
nvt
+
+
Bank Nederlandse Gemeenten N.V. 2)
+
+
+
+
+
+
+
+
Cyclus N.V.
+
+
+
+
nvt
nvt
+
+
Castellum B.V.
-
-
-
+
+
+
+
+
Streekarchief Rijnlands Midden Sociale Werkvoorziening Alphen aan den Rijn (SWA)
Stichtingen Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Alphen ad Rijn Deelnemingen
Subsidieontvangers > € 250.000 Stichting Participe (voorheen Zorgwijzer en Welzijn)
-
+
+
+
+
+
+
+
Stichting Sportspectrum
-
+
+
+
-
+
+
+
Stichting Openbare Bibliotheek Rijn en Venen
+
+
+
-
+
+
+
+
Stichting Kwadraad
+
+
+
+
+
+
+
+
Stichting ActiVite
+
+
-
-
+
+
+
+
Stichting Peuterspeelzalen Alphen aan den Rijn
-
+
-
+
-
-
+
+
Streekmuziekschool
+
+
-
-
+
+
+
+
Stichting C.V.V.
-
+
+
+
-
+
-
+
1= Een nadelig exploitatieresultaat bij een gemeenschappelijke regeling wordt altijd afgedekt door de deelnemende gemeenten.
2= Banken hebben een eigen solvabiliteit, de zogenaamde BIS-ratio, die boven de 8% moet liggen. Bij de BNG ligt deze op 18%, dus ruim voldoende.
195
Toelichting tabel
Eigen Vermogen:
Het Eigen Vermogen (EV) wordt gedefinieerd als het totale vermogen minus het vreemd vermogen. In
het algemeen wordt een uitkomst van het EV gedeeld door het totale vermogen (TV) tussen de 25% en 50% als acceptabel beschouwd. Voor deze nulmeting hebben we de grens op 35% bepaald. Als het
Eigen Vermogen (EV) meer is dan 35% van het Totale Vermogen (TV) van een instelling is de score ‘+’. Als het EV kleiner is dan 35% van het TV is de score ‘-‘. Indien geen EV aanwezig is, dan is de score ‘n.v.t.’.
Dit betekent dus ook dat het Vreemd Vermogen, het vermogen dat door anderen is ingebracht (schulden), kleiner moet zijn dan 65%.
Exploitatieresultaat:
Het exploitatieresultaat wordt gedefinieerd als alle baten min alle lasten. Als het resultaat groter is dan ‘0’ is de score ‘+’. Is het resultaat negatief is de score ‘-‘.
Tussentijdse rapportage.:
Bij voldoende rapportage is de score ‘+’. Bij onvoldoende of ontbrekende rapportage is de score ‘-‘.
Eindrapportage:
Bij voldoende rapportage is de score ‘+’ .
Bij onvoldoende of ontbrekende rapportage is de score ‘-‘. De kolom eigen vermogen is gebaseerd op de jaarrekeningcijfers per 31/12/08 van de betrokken instelllingen.
De kolom exploitatieresultaat is gebaseerd op het jaarrekeningcijfer 2008. In deze cijfers is rekening gehouden met de toegekende subsidie van de Gemeente Alphen aan den Rijn. De kolom tussentijdse rapportage betreft cijfers 2008.
196
Hierna treft u de beleidsvoornemens voor de met de gemeente verbonden partijen aan:
Deelnemingen BNG In de nulmeting zijn voor de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) geen verbeterpunten naar voren gekomen. Dit betekent dat de huidige samenwerking met de BNG en de rapportagestructuren gehandhaafd zullen blijven. NUON Energy In de nulmeting is voor NUON N.V. geen verbeterpunt benoemd. Dit betekent dat in het kader van de nota verbonden partijen geen verbeteringen hoeven te worden doorgevoerd. Nuon N.V. is inmiddels
gesplitst in een productie- en leveringsbedrijf (PLB) Nuon Energy en een netwerkbedrijf Alliander N.V. Inmiddels is besloten om de aandelen in het PLB te verkopen aan het Zweedse Vattenfall AB. Op 1 juli 2009 is de eerste 49% van deze aandelen geleverd. Op 1 juli 2011 en 2013 wordt vervolgens 15% overgedragen en per 1 juli 2015 de resterende 21% van de aandelen.
Zowel de verkoopprijs als het tot 2015 uit te keren dividend staat vast. Via een aparte Stichting hebben de gezamenlijke aandeelhouders nog invloed op het door Nuon uit te voeren beleid. Nuon Energy Public Assurance Foundation Deze Stichting heeft als doel het waarborgen van de belangen van de voormalige aandeelhouders van Nuon N.V. zoals die zijn vastgelegd in de verkoop documenten. Alphen aan den Rijn zal in deze
Stichting worden vertegenwoordigd door één van de andere voormalige aandeelhouders van Nuon N.V. Alliander N.V. De gemeente is aandeelhouder geworden in het van het voormalige energiebedrijf Nuon N.V. afgesplitste Netwerkbedrijf, dat verder gaat onder de naam Alliander N.V..
In dit bedrijf heeft de gemeente Alphen aan den Rijn een aandeel van 1,35%. Alliander is
verantwoordelijk voor aanleg en onderhoud van de netwerken en de distributie van energie. Verdere details zijn ten tijde van het opstellen van deze paragraaf nog niet bekend. Oasen NV Voor Oasen N.V. zijn de tussentijdse rapportages niet verplicht. In samenspraak met Oasen wordt gekeken hoe de rapportages ingevoerd kunnen worden. Hierbij is specifieke aandacht voor de verantwoording aan de raad. Cyclus
De doelstelling van Cyclus voor de gemeente is het op een verantwoorde wijze verwerken van het ingezamelde huishoudelijk afval tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. De tussentijdse
rapportages zijn voor Cyclus N.V. niet verplicht. In 2009 wordt in samenspraak met Cyclus gekeken hoe deze tussentijdse rapportages ingevoerd kunnen worden. Aandachtspunt hierbij is de stand van
zaken van de afvalopbrengsten, zodat eventuele meevallers voor de gemeente vroegtijdig kunnen worden gemeld.
197
Theater Castellum
In de nulmeting is voor het theater geconstateerd dat de financiële positie van het theater aandacht vraagt. Hiervoor is in 2008 een extra subsidie verstrekt voor 4 jaar om het eigen vermogen aan te vullen en zijn er afspraken gemaakt over de tussentijdse verantwoording en toezicht door de
gemeente. De verwachting is dat door deze steun de financiële positie van het theater stabiel positief wordt. In 2009 en 2010 moeten de eerste resultaten hiervan zichtbaar zijn. De directeur BMF is gemandateerd tot vertegenwoordiger van de gemeente in de aandeelhoudersvergadering.
Gemeenschappelijke regelingen RDOG
De RDOG (Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg) is een gemeenschappelijke regeling van de 28 gemeenten uit de regio Hollands Midden. De RDOG voert wettelijke taken uit wat betreft de openbare
gezondheidszorg en openbare veiligheid. Deze betreffen onder meer de bestrijding van infectieziekten en de inzet bij crisisbeheersing en rampenbestrijding.
Voor het programma Openbare Gezondheidszorg wordt een gemeentelijke bijdrage per inwoner in rekening gebracht. De RDOG beschikt over een algemene reserve en bestemmingsreserves om
schommelingen in de exploitatie en frictiekosten van aanvullende diensten op te kunnen vangen. De maximale omvang van de algemene reserve en bestemmingsreserves is vastgelegd in de nota Reserves en voorzieningen 2008-2011 RDOG HM. Het plafond is vastgesteld op € 1,- per inwoner. Dit is een
bewuste keuze geweest die ook inhoudt dat de RDOG onvoldoende ‘scoort’ bij de toets van het eigen vermogen. Daardoor is het nodig strakker te sturen op tussentijdse rapportages en exploitatieresultaat. Rijnstreekberaad Het Rijnstreekberaad zal naar verwachting in 2010 worden opgeheven. De voorbereidingen daarvoor
vangen in de loop van dit jaar aan. Voor dit slotjaar worden geen wijzingen in de informatievoorziening naar de deelnemende gemeenten doorgevoerd. Regionale Brandweer Hollands Midden. De regionale brandweer Hollands Midden heeft een sterke positie voor wat betreft het eigen
vermogen. De jaren 2007 en 2008 zijn met een positief exploitatieresultaat afgesloten. Deze resultaten zijn gevoegd bij een reserve van beperkte omvang om relatief kleine tekorten op het exploitatieresultaat op te vangen.
Alphen aan den Rijn wordt, als deelnemer van de Gemeenschappelijke Regeling, door de burgemeester in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd. Binnen de gemaakte werkafspraken wordt de jaarrekening en de begroting in het Algemeen Bestuur besproken en vastgesteld. Vooraf aan de behandeling in het Algemeen Bestuur wordt de ontwerpbegroting aangeboden aan de gemeenteraad. De gemeenteraad kan haar zienswijze op de ontwerpbegroting naar voren brengen. Daarnaast wordt jaarlijks met alle
financieel consulenten van de deelnemende gemeenten de begroting en de jaarrekening doorgesproken. SWA
De Sociale Werkvoorziening Alphen aan den Rijn (SWA) heeft een goede rapportagestructuur richting de gemeente middels jaarrekening, begroting en meerjarenbegroting. De financiële positie van de SWA
behoeft wel aandacht. SWA heeft tot 2009 een eigen vermogen (egalisatiereserve) weten op te bouwen,
198
maar zal door de teruglopende resultaten als gevolg van de economische crisis deze (deels) moeten aanwenden om de exploitatietekorten te dekken.
Per 2008 komen de rijksgelden naar de gemeenten i.p.v. rechtstreeks naar de sociale werkvoorziening bedrijven zelf. Overleg met SWA over de wijze van aanleveren van gegevens is gaande.
Naast de rijksvergoedingen is er een financiële relatie tussen gemeente en SWA via een gemeentelijke bijdrage, een eenmalige lening en doordat de gemeente een aantal diensten inkoopt (zoals groenvoorziening, schoonmaak stadhuis, re-integratieactiviteiten) bij SWA.
Stichtingen en verenigingen Stichting Openbaar Primair Onderwijs regio Alphen aan den Rijn (SOPORA) Uit de meting is gebleken dat het exploitatieresultaat over het jaar 2008 van de stichting Openbaar
Primair Onderwijs regio Alphen aan den Rijn onvoldoende is. Ook de tussentijdse rapportages waren niet voldoende om goed toezicht te kunnen uitvoeren. De Gemeente Alphen aan den Rijn heeft (samen met 5 andere gemeenten) voornamelijk een bestuurlijk belang met een toezichthoudende taak in deze stichting. Daarom worden de financiële, beleidsrijke documenten goedgekeurd. Tevens verleent
SOPORA haar medewerking aan de managementrapportages. Het exploitatieresultaat over 2008 was nog negatief. De meerjarenbegroting laat vanaf 2010 een positief resultaat zien. Er is vanaf het
schooljaar 2008 – 2009 een reorganisatie doorgevoerd. De gemeente gaat niet over de kwaliteit van de scholen. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs regio Alphen aan den Rijn (Stichting OVO-Scala College) Ook voor de stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs geldt dat Gemeente Alphen aan den Rijn
voornamelijk een bestuurlijk belang heeft. De stichting heeft een Raad van Toezicht. De gemeenteraad keurt de ontwerp jaarrekening en begroting goed. Het bestuurlijk overleg wordt in 2010
geïntensiveerd. Het exploitatieoverzicht over 2007 was positief en dat over 2008 nog positiever (iets meer dan € 500.000). Stichting Participe Stichting Participe voert voor de gemeente de Wmo taken uit. Daarnaast verzorgt de stichting de
collectieve welzijnsactiviteiten in de gemeente. De derde hoofdtaak van Participe is de uitvoering van het (programma) beheer van de Alphense welzijnsaccomodaties.
Stichting Welzijn en Stichting Zorgwijzer zijn per 1 oktober 2008 overgegaan in Stichting Participe. Bij de inrichting van deze nieuwe stichting is ook gekeken naar de financiële positie en is voor 2009 een eerste productbegroting opgesteld met daarbij een rapportagecyclus. In 2009 worden de
rapportage afspraken verfijnd om een volwaardige verantwoording te kunnen afleggen. Er komt eind 2009 een eerste evaluatie over de nieuwe werkwijze van Participe en de samenwerking met de
gemeente. Het jaar 2010 wordt gebruikt om de werkwijze in beide organisaties verder te verankeren.
Het eigen vermogen van de stichting is op dit moment voldoende. Stichting Sportspectrum
Stichting Sportspectrum voert het beheer van de gemeentelijke sportaccommodaties en doet aan
sportstimulering. In het kader van het Masterplan Sport zullen in 2009 vele plannen uitgevoerd worden ten behoeve van de sportvoorzieningen.
De invoering van productsubsidiëring en het ontwikkelen van een tarieven- en subsidiestelsel zijn belangrijke projecten. De financiële positie van de stichting en de opbouw van de tussentijdse
199
rapportages zijn als verbeterpunten benoemd in de meting. Ook zijn afspraken gemaakt om de juridische structuur te onderzoeken. CVV de Rijnstreekhopper De stichting heeft de dagelijkse uitvoering van het CVV-systeem in de Rijnstreekgemeenten. Begin 2009 heeft onderzoeksbureau Mobycon een onderzoek naar de kwaliteit van de RijnstreekHopper gedaan. Op basis van de resultaten zijn aanbevelingen gedaan. Een deel van de aanbevelingen is opgenomen in het bestek van de nieuwe aanbesteding. Met ingang van 1 januari 2010 moet het
collectief vraagafhankelijk vervoer in de Rijnstreek op basis van een nieuw contract worden uitgevoerd. De overige aanbevelingen m.n. t.a.v. de monitoring van de uitvoering van het RijnstreekHoppervervoer en t.a.v. de communicatie met reizigers en chauffeurs moeten in overleg met alle betrokken partijen
nader worden uitgewerkt. In het kader van het overleg over de implementatie van de aanbevelingen zal ook gesproken worden over de implicaties van de Nota Verbonden Partijen. Overige instellingen Bij de meting zijn ook andere subsidieontvangers meegenomen. Deze zijn: -
St. Openbare Bibliotheek Rijn en Venen
-
St. Kwadraad
-
St. ActiVite
-
St. Peuterspeelzalen Alphen
-
Muziekschool
De resultaten van de meting en de daaruit voortvloeiende verbeterpunten zullen meegenomen worden in het project productsubsidiëring, waarin de samenwerkingstructuur heroverwogen worden.
Tabel productsubsidiëring Instelling
Begrotingsjaar
Opmerkingen
Peuterspeelzalen (SPA)
2009 en 2010
Eerste stap in 2009. In februari 2009 is een plan van aanpak vastgesteld. Invoering complex door samenloop met fusie met Stichting Kinderopvang Alphen.
Muziekschool
2011
In november 2008 is een plan van aanpak vastgesteld. Eerste stappen in 2009 en 2010. Invoering volledige productsubsidiëring bij begroting 2011
Sportspectrum
2011
Samenloop met andere processen zoals invoering tarievenstelsel sport Integrale aanpak is in uitwerking.
Participe (voorheen St.
2009
Is gestart in 2008, er wordt gewerkt met een
Zorgwijzer en
productenboek60. Eind 2009 zal hieromtrent de
Stichting Welzijn)
eerste evaluatie plaatsvinden.
Bibliotheek
2011
Eerste Stappen in 2009 en 2010 invoering volledige product-
200
subsidiëring bij begroting. Beoogd wordt om medio 2009 af te ronden, zodat in 2010 regulier kan worden begroot. Op deze wijze kan 2010 als ‘oefenjaar’ worden beschouwd. Activite
2009
Productenboek is af. Er zijn afspraken gemaakt omtrent de evaluatie van het productenboek.
Kwadraad
2010
Begin 2009 is een plan van aanpak vastgesteld. Voor 2010 zal er zowel een in-outputbegroting als productbegroting worden ingediend (0-jaar). Vanaf 2010 wordt er met enkel een productbegroting gewerkt.
201
Paragraaf Grondbeleid Inleiding
Voor de ruimtelijke inrichting van het grondgebied worden door de gemeente doelstellingen geformuleerd, die vervolgens leiden tot het voeren van het grondbeleid. Dit grondbeleid is gericht op het bereiken van die doelstellingen, zoals onder andere het realiseren van bedrijventerreinen
(werkgelegenheid), woningbouw en recreatiegebieden. In het grondbeleid zijn twee uitersten zichtbaar, te weten het actieve grondbeleid en het passieve of faciliterende grondbeleid.
Bij actief grondbeleid koopt de gemeente de bebouwde en/ of onbebouwde grond. De grond wordt geschikt gemaakt voor uitgifte en door de gemeente verkocht. Bij passief grondbeleid is de grond in bezit van particulieren en wordt de gemeentelijke rol beperkt tot het toetsen van bouwaanvragen en
het vaststellen van bestemmingsplannen. De apparaatskosten, die hiermee gepaard gaan werden tot 1 juli 2008, de invoeringsdatum van de Grexwet,door middel van exploitatieovereenkomsten verhaald (bestaande overeenkomsten lopen door, er worden geen nieuwe meer afgesloten). Bij de invoering van de grondexploitatiewet per 1 juli 2008 is onder andere geregeld dat kosten ook
verhaald kunnen worden op basis van een exploitatieplan. De al langer bestaande wettelijke
instrumenten voor kostenverhaal, te weten exploitatieverordening en baatbelasting hebben een aantal tekortkomingen. Doelstelling van de grondexploitatiewet is een betere regeling voor kostenverhaal en biedt de mogelijkheid tot het stellen van locatie-eisen bij particuliere grondexploitatie. In de
grondexploitatiewet blijft vrijwillige samenwerking voorop staan. Indien er niet met alle eigenaren in een gebied een overeenkomst gesloten kan worden over de grondexploitatie moet de gemeente
publiekrechtelijk kosten verhalen bij de niet gecontracteerde partijen. De wet geeft op deze wijze dus een aanvullend publiekrechtelijk instrument naast de privaatrechtelijke overeenkomsten die de
voorkeur blijven genieten. In 2009 is het exploitatieplan voor het Stadshart Lage Zijde vastgesteld. Bestaand beleid Gemeente Alphen aan den Rijn
In 2007 is de beleidsnota grondbeleid 2007 – 2011 in de raad vastgesteld. Hierin wordt onder andere inzicht gegeven in de verschillende beleidsvelden, de soorten instrumenten en de grondprijsbepaling. De Gemeente Alphen aan den Rijn hanteert verschillende methoden van grondprijsbepaling. Voor het maken van een keuze gelden de volgende uitgangspunten: 1.
Met uitzondering van enkele specifieke bestemmingen worden gronden verkocht tegen marktconforme prijzen, die worden bepaald via taxatie dan wel een openbaar gemaakte biedprocedure.
2.
De grondprijzen kennen minimaal een niveau, waarbij de kosten van het in productie nemen
3.
In de grondprijzen voor woningbouw wordt als regel de grondquotemethodiek gehanteerd
4.
Grondprijzen voor bedrijventerreinen worden in het gronduitgiftebeleid opgenomen als een
5.
Grondprijzen voor kantoren en winkels worden residueel bepaald op basis van
van gronden (ophogen, bouw- en woonrijp maken) gedekt zijn. (grondprijs als percentage van de VON-prijs). prijs per m2.
referentieprojecten (grondprijs als verschil tussen vastgoedwaarde en stichtingskosten).
202
In de gemeente Alphen aan den Rijn zijn er locaties, waar een faciliterend grondbeleid wordt
gehanteerd. Het betreft hier voornamelijk kleinere woningbouwprojecten. Bij deze locaties zijn in het verleden (voor de inwerkingtreding van de grondexploitatiewet) exploitatieovereenkomsten afgesloten, waarbij de gemeente zich verplicht heeft tot de aanleg van de voorzieningen van openbaar nut en de
private partij zich verplicht heeft tot het betalen van een exploitatiebijdrage aan de gemeente. Ook bij de woningbouwlocatie Burggooi (750 woningen in de duurdere koopklasse) speelt de gemeente een faciliterende rol. De particuliere ontwikkelaar is bij deze ontwikkeling ook verantwoordelijk voor de
aanleg van het openbaar gebied. De gemeente int op basis van de meerpartijenovereenkomst 1991 een aantal vergoedingen voor o.a. het faciliteren van de ontwikkeling en dergelijke. Op een groter aantal locaties (met een ruimere omvang) wordt een actief grondbeleid gevoerd.
Momenteel zijn er 8 complexen, waarvan de gronden in exploitatie zijn en waarbij elk complex zijn eigen dynamische exploitatiebegroting heeft. De grondexploitaties worden jaarlijks herzien, waarbij de
exploitatiebijdragen van ontwikkelaars gebaseerd worden op de actuele grondexploitatieberekeningen. Het betreft hier de locaties De Schans, Kerk en Zanen, Molenwetering/Hoorn-West/Prinsenhoek,
Nieuwe Sloot, Stationsomgeving, Stadshart Hoge Zijde, Stadshart Lage Zijde en Steekterpoort I.
Op de complexen De Schans, Molenwetering / Hoorn-West / Prinsenhoek en Steekterpoort I wordt
werkgelegenheid gecreëerd door de ontwikkeling van bedrijventerreinen. In totaal zal nog ongeveer 26,8 hectare bedrijventerrein worden gerealiseerd, waarvan ca. 1,9 hectare is gepland in 2009 en 7,1 in 2010. Ook in het complex Stationsomgeving wordt werkgelegenheid in de vorm van
kantorenlocaties ontwikkeld. In dit gebied zal nog ongeveer 25.000 m2 BVO kantoren worden
gebouwd. Ook in het Stadshart Lage Zijde is ruimte voor ongeveer 12.000 m2 BVO commerciële ruimte. De doelstellingen op het gebied van volkhuisvesting worden vooral gerealiseerd in de complexen Kerk
& Zanen, Nieuwe Sloot, Stationsomgeving en het Stadshart Lage Zijde. In de eerstgenoemde 3 complexen zullen nog ca. 1.750 woningen worden gerealiseerd. In het meerjaren perspectief
grondexploitaties 2009 (MPG) is een meer gespecificeerd overzicht met verschillende typen woningen opgenomen. Naast woon- en werkfuncties zullen in de Stationsomgeving en het Stadshart Lage Zijde
commerciële functies worden gerealiseerd en zullen maatschappelijke functies in Kerk en Zanen en Nieuwe Sloot worden ontwikkeld.
Voorts is er nog een aantal locaties, waarvan de gronden nog niet in ontwikkeling zijn, maar waar in de toekomst planontwikkeling (of herontwikkeling) wordt verwacht. Dit zijn de locaties Steekterpoort II,
Gnephoek en Rijnhaven. Deze locaties vormden ook een onderdeel van het provinciale onderzoek van de transformatievisie van de Oude Rijnzone, waarin de gemeente Alphen aan den Rijn heeft
geparticipeerd. Momenteel vinden nadere onderzoeken gezamenlijk met de Provincie en de gemeente Rijnwoude plaats voor een evt. ontwikkeling, die ook van invloed zal zijn op de Alphense infrastructuur.
203
Financiële positie De complexe materie van de ruimtelijke inrichting en de omvangrijke financiële stromen (uitgaven en inkomsten) bij de realisatie van de doelstellingen uit het grondbeleid hebben een grote impact op de algemene financiële positie van de gemeente. De laatste jaren hebben zich in de praktijk weinig als
risico aangemerkte omstandigheden ook daadwerkelijk voorgedaan. Dit is geen aanleiding geweest om de (financiële) risico’s die er nog wel degelijk zijn uit het oog te verliezen. In 2008 is de economische
crisis begonnen. Hieronder worden de financiële positie en risico’s belicht. Ten aanzien van de financiële positie is een onderverdeling te maken in: 1. 2. 3.
De te verwachten resultaten van de grondexploitaties op basis van netto contante waarde.
De reservepositie en de stand van de voorzieningen, die gerelateerd zijn aan de uitvoering van het grondbeleid.
De onderbouwing van de geraamde winstnemingen uit de grondexploitaties.
Ad 1) Een uitgebreide toelichting op de financiële positie van de herziene grondexploitaties wordt jaarlijks weergegeven in het MPG, Meerjarenperspectief Grondexploitaties. In het MPG is onder andere meer inzicht gegeven in de cashflows van de complexen, de belangrijkste ontwikkelingen van het
aankomende jaar, en een voorzichtige voorspelling voor (tussentijdse) winstnemingen. De totale netto contante waarde per 1-1-2009 van de 8 lopende grondexploitaties bedraagt € 12,0 miljoen negatief.
De kosten van de verwachte winstgevende grondexploitaties zijn afgedekt door de opbrengsten van de betreffende exploitatie. De netto contante waarde van de winstgevende complexen bedraagt ongeveer € 49 miljoen. De netto contante waarde van de verliesgevende complexen bedraagt ongeveer € 61
miljoen negatief. Deze verliezen zijn afgedekt in voorzieningen. De administratieve herziening van de grondexploitaties vindt 1 maal per jaar plaats. Ad 2) De reserves en voorzieningen die gerelateerd zijn aan de grondexploitaties worden niet structureel gevoed. Bij de voorjaarsnota worden voorstellen tot incidentele of structurele voeding integraal
afgewogen tegen andere voorstellen die dekking vragen. Voor de reserve strategische grondaankopen
is een plafond van € 10 miljoen bepaald. Deze reserve is tot een niveau van ca. € 2,5 miljoen gevormd. De totale reserves verbonden aan de grondexploitaties bedragen per 1/1/2009 € 18,5 miljoen. Een
aanzienlijk deel van deze reservepositie van € 4,8 miljoen is al vastgelegd. Het resterende deel van € 13,7 miljoen draagt voor € 6 miljoen bij aan het weerstandsvermogen. Naast de reserves zijn er ten behoeve van de verliesgevende complexen Stationsomgeving,
Steekterpoort I en Stadshart Hoge en Lage Zijde voorzieningen aangelegd. Ter grootte van de Netto Contante Waarden van deze complexen is een totale voorziening gevormd van € 61 miljoen. Ten
bedrage van € 48 miljoen is dit bedrag afgewaardeerd op de boekwaarde van deze complexen en ten bedrage van € 13 miljoen is dit bedrag terug te vinden onder de “echte” voorzieningen op de balans. Ad 3)
In overleg met de accountant zijn in 2002 gedragsregels opgesteld, die gehanteerd worden bij het nemen van tussentijdse winsten. Ten aanzien van de grondexploitaties wordt jaarlijks bezien of een
tussentijdse winstneming mogelijk is. Op basis van het bedrijfseconomische matching principe wordt
204
de voortgang van deze grondexploitatie bepaald en wordt tussentijds de winst naar rato genomen met de beperking, dat de boekwaarden van deze complexen geen debet saldo (gaan) vertonen. Voor 2009 is een winstneming van € 8,6 miljoen. geprognosticeerd. Risico’s
Door de complexiteit c.q. het niet-routinematige karakter van de grondexploitaties zijn de (financiële) risico’s niet of niet goed kwantificeerbaar. In het MPG wordt aangegeven hoe met bepaalde risico’s om wordt gegaan en is een aantal algemene en specifieke risico’s behandeld. Vastgesteld kan worden dat de economische crisis geleid heeft tot het in negatieve zin omslaan van de conjunctuur. Inzakkende economische activiteit kan leiden tot vertraging in de gronduitgifte, waardoor vertraagde (of lagere) inkomsten of hogere nadelige resultaten binnen die grondexploitaties kunnen ontstaan.
Vertragingen in de gronduitgifte in winstgevende exploitaties kan zich vertalen in een mogelijk lager voordelig resultaat op termijn. Voor een verlieslatende exploitatie zal bij nadelige ontwikkelingen per direct een hogere voorziening moeten worden getroffen. In dat geval ontstaat dus een directer financieel effect voor de gemeente. Kijken we naar het totaal van de exploitaties (exclusief Stadshart) dan moet er globaal voor circa € 125 miljoen aan grond worden verkocht en nog voor ongeveer € 100 miljoen aan kosten worden gemaakt
(geabstraheerd van andere kosten en opbrengsten!). Één jaar uitstel van de opbrengsten betekent een rentetegenvaller van € 5 miljoen (namelijk 4%). Maar bij uitstel van de verkopen kunnen ook sommige kosten worden uitgesteld. Aannemende dat bij de helft van de kosten mogelijk is, dan levert dat een voordeel van € 2 miljoen op en beperkt het verlies zich tot € 3 miljoen. Dat verlies uit zich in: óf
minder toekomstige winst, óf de noodzaak om een voorziening te treffen (alleen bij verlieslatende
exploitaties). Kortom, áls er een nadelig effect op de grondexploitaties ontstaat dan uit zich dat alleen bij verlieslatende exploitaties in een begrotingsresultaat. Dat resultaat is bovendien incidenteel. Minder toekomstige winst zou een probleem worden als we meerjarig al rekening hadden gehouden met winstnemingen. Dat is echter niet het geval. Getracht wordt te anticiperen op risico’s door ze zoveel mogelijk uit te sluiten of te minimaliseren.
Mogelijkheden hiervoor zijn bijvoorbeeld het verrichten van nader onderzoek, het inbouwen van
flexibiliteit en het tijdig nemen van adequate maatregelen. Er is gekeken naar de kansen die er zijn om
door aanpassing van de programmering nieuwe mogelijkheden te benutten. Die kansen zijn helaas niet
groot voor de korte termijn. De omschakeling naar een ander woningbouwprogramma vergt te veel
voorbereidingstijd om snel en adequaat in te kunnen zetten. De plannen liggen immers niet compleet uitgewerkt ‘op de plank’. Naast risicobeperkingen is het essentieel te kunnen beschikken over
voldoende financiële middelen in de reservepositie om in het uiterste geval risico’s te kunnen
afdekken. De reservepositie is eerder behandeld in deze paragraaf, waarbij is aangegeven dat de
risicoreserve exploitatieverliezen een deel van het weerstandsvermogen van de exploitaties verzorgt. Dit gedeelte van het weerstandsvermogen dekt vooral risico’s in de opbrengsten van lopende grondexploitaties.
205
Overzicht producten per productgroep Effect
Productgroep
Product
Lasten 2010
Baten 2010
PROGRAMMA 01 Democratisch functioneren Deelprogramma: Democratisch functioneren Beperking directe lastendruk
Lastendruk
P7210756 Afvalstoffenheffing P9210156 Algemene uitkering P9300156 Uitvoering Wet Woz
0
0
2.141.545
P9320156 Baten ozb eigenaren
0
8.299.186
P9360156 Baten toeristenbelasting
0
70.375
P9370156 Baten hondenbelasting
0
202.987
585.275
0
818.457
104.958
133.511
0
1.333.078
0
P6200431 Management
477.574
104.024
P6220330 Nieuw beleid
126.409
0
P6300431 Evenementenbeleid
104.656
0
6.714.856
4.926.792
P0020502 Projecten
411.453
0
P0020805 Staffuncties
675.955
0
P0020705 Algemeen directeur
143.582
0
P9130156 Beleggingen
Integere en transparantie van org.
27.175 926.478
P0031060 Geo-informatie P6200229 Bedrijfsbureau Bewoners
Directies
0 1.604.095
P0020202 Proces en kwaliteitsverbetering
P6110530 Nieuw beleid
Concern ondersteuning
66.956.843
590.892
P9400256 Lasten heffing/invordering gem.belas Bedrijfsvoering
0
0
P9310156 Baten ozb gebruikers
P9390156 Baten precariobelasting Effectieve en efficiente organisatie
11.453
Intern.democratie
P0021231 Int.samenwerking
41.134
0
Raad & commissies
P0010101 Gemeenteraad
849.790
32.500
P0020102 Juridisch-bestuurlijke werkzaamheden
466.715
0
P0020302 Bezwaarschriftenafhandeling
322.240
0
P0020402 Burgemeester en wethouders
712.519
30.000
P0021453 Concerncommmunicatie
858.774
21.219
P0021656 Gemeenterekening
82.962
0
P0022005 Burgemeester en wethouders
30.056
8.908
P0050102 Regionale samenwerking
398.154
35.963
P0060101 Griffie
539.270
0
P0060201 Rekenkamercommissie
182.878
0
P9220156 Onvoorzien en onverdeeld
432.301
1.482.726
P9220205 Onvoorzien en onverdeeld
292.550
0
P9600156 Saldo kostenplaatsen
173.169
8.865.790
0
1.512
Totaal Democratisch functioneren
19.113.757
94.238.981
Totaal PROGRAMMA 01 Democratisch functioneren
19.113.757
94.238.981
P9800156 Voormalig GEB
206
Effect
Productgroep
Product
Lasten 2010
Baten 2010
PROGRAMMA 02 Duurzaamheid Deelprogramma: Grond- en hulpstoffen Verantwoord gebruik van eindige gron
Grotere bronscheiding
P7210117 Inzamelen afvalstoffen
7.178.307
848.491
P7210923 Reiniging
440.498
0
P7211021 Reiniging
102.105
0
0
8.419.626
838.438
126.090
8.559.348
9.394.207
1.674.637
0
P7250117 Inzamelen afvalstoffen Schadelijke stoffen
P7210217 Inzamelen K.C.A.
Totaal Grond- en hulpstoffen Deelprogramma: Milieubeheer Betere milieukwaliteit en gedrag
Milieukwaliteit/gedrag
P7210820 Schoon P7230624 Milieubeleid en advies
-130.000
0
130.000
0
1.925.090
0
263.568
0
3.863.295
0
611.758
51.500
68.766
12.740
P7220119 Beheer en onderhoud riolering
594.984
0
P7220221 Installaties Beheer Rioleringen
485.781
0
4.253.637
30.715
P7231024 Samenwerking Milieudienst P7231111 Milieu P8200711 Milieu regie en coordinatie Totaal Milieubeheer Deelprogramma: Stadshygiene Handhaven kwaliteitsniveau vuilwater
Voorkomen vervuiling
P2210119 Beheer & onderhoud water P2210221 Brugbediening Binnenhvns/waterwgn
P7220322 Waterhuishouding en riolering P7220456 Riolering en waterzuivering P7220522 Waterkwaliteit
Totaal Stadshygiene
Totaal PROGRAMMA 02 Duurzaamheid
5.583
0
40.800
0
P7220623 Riolering en waterhuishouding
137.897
0
P7260119 Beheer en onderhoud riolering
0
6.445.602
6.199.205
6.540.557
18.621.849
15.934.764
207
Effect
Productgroep
Product
Lasten 2010
Baten 2010
PROGRAMMA 03 Zorg en Welzijn Deelprogramma: Collectieve voorzieningen welzijn Versterken sociale infrastructuur
Ondersteuning vrijwilligers
P6200931 Vrijwilligersbeleid
267.407
0
Sociale samenhang en leefbaarheid
P6201330 Wijkmanagement
142.033
78.702
P6300121 Vastgoed Soc.Cult.werk
227.798
5.940
P6300331 Sociaal cultureel werk
876.912
206.409
Vergroten zelfredzaamheid en partici
P8210131 ISV-Projecten
0
22.207
P8210330 ISV-Projecten
117.887
75.057
P6200331 Lokaal Welzijnsbeleid
2.218.924
475.854
P6200531 Maatschappelijk werk
965.645
0
P6200631 Seniorenbeleid
101.976
0
22.983
5.138
4.941.565
869.307
10.434.159
709.139
10.434.159
709.139
36.470
0
P6520131 Gehandicaptenvoorzieningen Totaal Collectieve voorzieningen welzijn Deelprogramma: Ind. WMO vz.en clientenondersteuning Voldoende vz. kwetsbare groepen
Verlenen individuele voorzieningen
P6220131 Wet Maatsch Ondersteuning
Totaal Ind. WMO vz.en clientenondersteunin Deelprogramma: Maatschappelijke zorg Handh./vermind. aantal verslaafden
Regie op openb.geest.gezondheidszorg P7140120 Ongdiertebestrijding P7140231 Volksgezondheid P7240118 Begraafplaatsen
Voldoende vz. kwetsbare groepen
Zorg voor kwetsbare groepen
Totaal PROGRAMMA 03 Zorg en Welzijn
42.894
783.822
860.678
P7240221 Vastgoed Lijkbezorging
45.740
0
P7240356 Lijkbezorging
21.474
0
P6200121 Vastgoed Maatschap.begl./advies
68.932
0
9.864
0
2.636.738
903.572
18.012.463
2.482.018
P6201031 Geintegreerde indicatiestelling Totaal Maatschappelijke zorg
1.670.436
208
Effect
Productgroep
Product
Lasten 2010
Baten 2010
93.782
0
1.243.100
186.853
744.172
116.725
PROGRAMMA 04 Jeugd, Onderwijs, Cultuur en Sport Deelprogramma: Cultuur Stimuleren historisch besef Cons.prof.kunst cultuur
P5100121 Vastgoed Bibliotheekwerk P5100231 Kunst en Cultuur:Bibl. & arch. P5110131 Kunst en Cultuur:muziek & creat. ex P5400121 Vastgoed Kunst P5400231 K&C:Podium kunst & b
53.401
0
1.208.991
292.499
Historisch besef
P0021338 Beh. Gemeentelijke Archieven
213.869
0
Monumenten
P5410111 Monumentenbeleid
252.416
123.884
68.029
0
3.877.760
719.961
P5410221 Vastgoed Oudheidkunde Totaal Cultuur Deelprogramma: Jeugd Adquate onderwijshuisvesting
Onderwijshuisvesting
P4200121 Bwkdiensten Openb Basisow P4200231 Beheer openbaar bao P4210121 Bouwkdnstn Bijz Basisow
3.682
0
710.612
0
42.170
0
358.801
0
P4220131 Bijzonder basisonderwijs
587.492
212.000
P4230131 Bijzonder basisonderwijs
4.367.057
0
P4210231 Beheer openbaar bao
P4310121 Bouwk distn Bijz Spec Baows
6.114
0
P4320131 Beh.bijzonder speciaal ows
907
0
P4330131 Beh.bijzonder speciaal ows
1.090.860
0
P4400121 Vastgoed. Openb. AV en VW ows P4400231 Scala college P4410231 Bijz.voortgezet onderwijs P4800431 Decentralisatie
37.867
0
2.143.501
0
400.620
0
6.961.823
9.983.110
P4820121 Vastgoed Volwasseneducatie
149.733
0
Invulling vrije tijd jongeren Jeugd en vrije tijd
P6300231 Jeugd- en jongerenwerk
752.917
0
Meer schoolverl.met startkwal.
P4800131 Leerlingenvervoer
917.280
5.852
P4800231 Leerplicht
702.010
207.227
1.354.717
911.899
155.216
67.337
Jeugd en Educatie
P4800331 Gem. autonome onderwijs P4800531 Milieu-educatie P6500121 Vastgoed Kinderopvang Veiliger gezinsmilieu risicogezinnen
Jeugd en Zorg
69.963
0
P6500231 Kinderopvang en peuterwerk
293.660
67.845
P6300531 Integraal jeugdbeleid & brede school
535.144
0
P6300630 Jeugd
142.033
0
1.105.713
926.713
560.071
475.722
23.449.964
12.857.705
5.081.785
963.586
5.081.785
963.586
32.409.510
14.541.252
P7150131 Volksgezondheid; Jeugd P7160131 Volksgezondheid; Beleid / opv.onders Totaal Jeugd Deelprogramma: Sport Bevorderen gezond leefgedrag
Sportactiv.&-voorz.
Totaal Sport
Totaal PROGRAMMA 04 Jeugd, Onderwijs, Cultuur en Sport
P5300131 Sport- en recreatiebeleid
209
Effect
Productgroep
Product
Lasten 2010
Baten 2010
PROGRAMMA 05 Mobiliteit Deelprogramma: Mobiliteit Behoud goede interne bereikbaarheid
Bereikbaarheid centrum
P2100922 Wegen en fietspaden
35.464
0
P2101022 Openbare verlichting
21.490
40.580
816.804
0
P2101222 Algemeen P2110111 Verkeersplannen P2110319 Verkeersvoorzieningen P2110622 Verkeersontwerp en beheer Bevorderen gebruik openbaar vervoer Doorstroming
Openbaar vervoer
Doorstroming
1.834.228 0
41.437
205.097
14.044.465
7.031.047
P2100219 Beheer en onderhoud wegen
P2101723 Areaaluitbreiding
166.426
0
9.246
0
2.141.107
176.641
243.000
0
P2110419 Verkeersmaatregelen werken
14.416
0
P2110521 Install Verkeersmaatregelen
261.594
5.320
P8220322 Bouwplanbeoordeling
165.198
4.143
P8220323 Bouwplanbeoordeling
25.500
0
537.585
0
P2101523 Integrale kosten Openbare verlichtin
11.100
0
P2101623 Integrale kosten Verhardingen
82.083
0
278.001
0
17.207
0
P0021823 Management
P5600823 Integrale kosten Groen Parkeren
3.496.573 34.272
P2100721 Install Wegen,straten,pleinen
Voldoende parkeergelgenheid
9.152
P2120222 Openbaar vervoer
P2100419 Gereedschap en machines
CVV
0
478.801
P2120111 Vervoersplannen
P2100319 Onderhoud kunstwerken
Optimaal gebruik CVV
68.299
P2140119 Onderhoud parkeer P2140422 Parkeren P2140536 Parkeervergunningen P2140670 Parkeren P2140725 Parkerencontrole
9.155
0
25.049
0
2.385.585
862.297
657.055
0
0
2.441.338
Totaal Mobiliteit
26.066.912
12.609.843
Totaal PROGRAMMA 05 Mobiliteit
26.066.912
12.609.843
P2150170 Parkeren
210
Effect
Productgroep
Product
Lasten 2010
Baten 2010
PROGRAMMA 06 Veiligheid Deelprogramma: Fysieke veiligheid Minder branden/ongevallen Brandveiligh. en rampen Overige brandweeractiviteiten
P1200390 Incidentenbestrijding
3.927.222
355.690
P1200121 Vastgoed Brandweer
143.087
0
P1200290 Risicobeheersing
478.023
45.709
0
22.326
P1200590 Regionale brandweer
960.496
183.178
P2100117 Gladheidsbestrijding
114.816
0
5.623.644
606.903
1.063.532
20.527
128.263
40.102
P1200490 Werkzaamheden voor derden Minder verkeersonveilige plekken
Verkeersslachtoffers
Totaal Fysieke veiligheid Deelprogramma: Sociale veiligheid Minder verkeersonveilige plekken
Verk.onveilig plek/slachtoffers
P2100821 Installaties Openbare Verlichting P2110722 Verkeersveiligheid
Vergr.veiligheidsgevoel/ha Jeugd ndh.niveau Woon- en leefomgeving
P1400431 Criminaliteitsbestrijding P1400102 Openbare orde en veiligheid/rampenbe P1400321 Vastgoed Politie
88.017
0
279.093
0
91.296
0
1.061.772
1.051
201.802
0
Totaal Sociale veiligheid
2.913.774
61.680
Totaal PROGRAMMA 06 Veiligheid
8.537.418
668.583
P1400625 Controleurs openbaar gebied P1400730 Openbare orde en veiligheid/rampenbe
211
Effect
Productgroep
Product
Lasten 2010
Baten 2010
P6100133 Uitkeringen
14.496.746
12.737.875
P6120133 Uitkeringen
216.022
293.464
P6120233 Uitkeringen
130.000
109.500
16.413
0
PROGRAMMA 07 Economie, Werk en Bijstand Deelprogramma: Bijstand Bieden financieel vangnet Bijstandsuitkeringen
P6201233 Clientenraad Tegengaan van nietgebruik sociale v Vermindering uitkeringsdagen bijstan
Bijz.bijstand en minimaregelingen
P6140133 Bijzondere bijstand
128.170
0
Sociale recherche
P6100433 Sociale recherche
139.388
0
15.126.740
13.140.839
Totaal Bijstand Deelprogramma: Economie Meer arbeidsplaatsen
Economische groei
P3100221 Vastgoed Handel/Markten
26.004
0
P3100325 Weekmarkten
125.660
0
P3110120 Weekmarkten
0
14.400
P3110225 Weekmarkten
0
90.918
1.042.555
208.977
P8300111 Economie en grondzaken P8300122 Financieel beheer
167.875
0
P83090211 Kerk en Zanen
12.464.941
12.464.941
P83090222 Kerk en Zanen
2.617.105
2.617.105
P83091011 Molenwetering
9.232.130
9.232.130
P83091022 Molenwetering
785.438
785.438
7.606.275
7.606.275
P83091111 De Schans P83091122 De Schans P83091411 Steekterpoort I P83091422 Steekterpoort I
Totaal Economie
289.934
289.934
8.586.394
8.586.394
8.264.003
8.264.003
P83092111 Nieuwe Sloot
16.127.818
16.127.818
P83092122 Nieuwe Sloot
7.141.190
7.141.190
P83093211 Stadshart HZ
300.000
300.000
P83093222 Stadshart HZ
804.628
804.628
P83093270 Stadshart
822.926
822.926
P83093311 Stationsomgeving
2.889.153
2.889.153
P83093322 Stationsomgeving
3.987.994
3.987.994
P83093811 Stadshart LZ
52.224
52.224
P83093870 Stadshart LZ
13.024.038
13.024.038
P83095011 Gnephoek
7.750
7.750
P83095022 Gnephoek
370.512
370.512
P83095322 Steekterpoort II
440.604
440.604
P83099822 Algemeen grondexploitaties
138.000
138.000
P83099902 Begrote uren plankosten
58.707
58.707
P83099910 Begrote uren plankosten
253.224
253.224
P83099911 Begrote uren plankosten
610.613
610.613
P83099919 Begrote uren plankosten
163.849
163.849
P83099922 Begrote uren plankosten
1.156.500
1.156.501
P83099960 Begrote uren plankosten
80.436
80.437
P83099970 Begrote uren plankosten
300.000
300.000
99.938.481
98.890.683
212
Effect
Productgroep
Product
Lasten 2010
Baten 2010
P6110131 Gesubsidieerd werk
10.774.395
9.762.207
P6110231 Arbeidsmarktbeleid
289.344
75.879
P6110331 Werkgelegenheidsproj.
101.372
69.540
P6200731 Vluchtelingenopvang
2.000
0
P6210131 Volwasseneneducatie
14.482
0
102.122
52.812
Deelprogramma: Werk Vergroten Participatiebudget (vh scholing/acti maatschappelijke participa
P6210136 Inburgering P6210333 Inburgering P6230133 Participatiebudget Totaal Werk
Totaal PROGRAMMA 07 Economie, Werk en Bijstand
-20.000
0
6.383.969
4.736.000
17.647.684
14.696.438
132.712.904
126.727.960
213
Effect
Productgroep
Product
Lasten 2010
Baten 2010
PROGRAMMA 08 Wonen en woonomgeving Deelprogramma: Ruimtelijke ontwikkeling Evenwichtige ruimtelijke ordening
Stadshart
P0021770 Stadshart
1.371.590
939.940
Structuur plannen
P8100111 Structuurplannen
1.915.144
1.604.294
P8100211 Ruimtelijke plannen
881.372
176.386
P8100311 Stedelijk beheer
309.509
0
4.477.615
2.720.620
P8200121 Vastgoed Woningen
245.796
811.535 0
Totaal Ruimtelijke ontwikkeling Deelprogramma: Wonen Realisatie gedifferentieerd Woningaanbod woningab
P8200725 Inspectie
885.407
P8200811 Juridische proc. Bouwzaken
303.591
0
P8220111 Volkshuisvesting en deelstudies
328.890
256.890
P8220221 Vastgoed Woonwagenkampen
37.208
0
P8220456 Gemeente-garantie
22.901
0
P8220517 Woningontruiming
15.996
3.790
1.839.788
1.072.215
527.747
0
Totaal Wonen Deelprogramma: Woonomgeving Tevredenheid bewoners over hun woono
Woonomgeving
P0021020 Bewonersparticipatie P2101122 Woonomgeving
48.874
0
P2101322 Afdelingsmanagement
414.307
0
P2101821 Beheer Openbaar gebied
693.886
0
P2110811 Afdelingsmanagement
240.146
0
P5600118 Aandacht Groen
3.594.936
0
P5600318 Extensief Groen
280.829
0
P5600420 Beheer speelvoorzieningen
493.332
0
P5600621 VG. Openb groen/openlucht recr. P5600722 Groen en recreatie Totaal Woonomgeving
Totaal PROGRAMMA 08 Wonen en woonomgeving
51.332
0
324.439
18.151
6.669.828
18.151
12.987.232
3.810.986
214
Effect
Productgroep
Product
Lasten 2010
Baten 2010
366.654
84.451
PROGRAMMA 09 Dienstverlening Deelprogramma: Dienstverlening Verbetering dienstverlening
Verbetering dienstverlening
P0021553 Project- en Beleidscommunicatie P0030121 Bouwk Burgerlijke Stand P0030236 Burgerlijke stand P0030336 Naturalisatie/naamwijz P0030436 Verkiezingen P0030536 Bevolkingsadministratie P0030636 KCC P0030736 Vergunningen P0030936 Management SCA P0031136 Projecten SCA P0040136 Burgerlijke stand P5600520 Meldingen openbaar gebied
13.869
0
257.343
0
89.236
0
126.825
0
1.256.809
0
969.443
0
1.250
0
246.461
0
50.700
0
545.829
1.421.940
609.840
0
1.619.717
155.517
P6140436 Schuldhulpverlening
612.600
30.000
P6500433 Kinderopvang
185.559
0
1.296.117
1.332.728
60.093
0
Totaal Dienstverlening
8.308.346
3.024.636
Totaal PROGRAMMA 09 Dienstverlening
8.308.346
3.024.636
276.770.390
274.039.023
P6140236 Bijzondere bijstand en minimabeleid
P8230136 Woningwetzaken P9400136 Balie financien
Eindtotaal
215
Afkortingen A3
-
Alphense Activerende Aanpak
AO/IC
-
Administratieve Organisatie / Interne Controle
AWBZ
-
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BBV
-
Besluit Begroting en Verantwoording
BDU
-
Brede Doel Uitkering
BNG
-
Bank Nederlandse Gemeenten
BROEM-ritten
-
Breed Overleg en Mobiliteit Ouderen
CBS
-
Centraal Bureau voor de Statistiek
CJG
-
Centrum voor Jeugd en Gezin
COELO
-
Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden van de Universiteit van Groningen
CPA
-
Centrale Post Ambulancevervoer
CROS
-
Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol
CTC
-
Community That Cares
CTVS
-
Coördinatieteam Voortijdig Schoolverlaten
CVV
-
Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
DT
-
Directeuren Team
GBKN
-
Grootschalige Basiskaart Nederland
GGD
-
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst
GHOR
-
Gemeenschappelijke Hulpverlening Ongevallen Rampen
GoVeRa
-
Goederen Vervoer Randstad
GMP3
-
Derde Gemeentelijk Milieubeleids Programma
GVVP
-
Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan
HHR
-
Hoogheemraadschap van Rijnland
HOED
-
Huisvesting Onder Een Dak
HPK-lijst
-
Herplaatsingskandidaten lijst
I-deel
-
Inkomensdeel (WWB)
IDB
-
Innovatief Duurzaam Bedrijventerrein
ID-banen
-
In- en Doorstroombanen
IPPC
-
Integrated Pollution Prevention and Control- richtlijn (Europese Richtlijn 96/61/EG)
ISV
-
Integrale / Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
IVB
-
Integraal Veiligheids Beleid
KCA
-
Klein Chemisch Afval
KVO
-
Keurmerk Veilig Ondernemen
LKNP
-
Landelijk Kader Nederlandse Politie
216
LAP
-
Landelijk Afval Platform
MAC
-
Maatschappelijk Activiteiten Centrum
MAS
-
Meldingen en Afhandeling Systeem (registratie en afhandeling meldingen inzake (onderhoud) openbaar gebied
MIP
-
Meerjaren Investering Plan
MER
-
Milieu Effect Rapportage
MOP
-
Meerjarig Ontwikkelings Programma
MTO
-
Medewerkers Tevredenheids Onderzoek
NAF-terrein
-
Nederlandse Asfalt Fabriek
NCTB
-
Nationale Coördinator Terreurbestrijding
OKC
-
Ouder Kind Centra
ORZ
-
Oude Rijnzone
OZB
-
Onroerende Zaak Belasting
OTA
-
Overslag Terminal Alphen aan den Rijn
PAGO
-
Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek
PIM
-
Programma Investeren in Mensen
PPS-constructie
-
Publiek Private Samenwerkingsverbanden
PMS
-
Performance Management System
PKVW
-
Politie Keurmerk Veilig Wonen
RMC
-
Regionaal Meld- en Coördinatiepunt voortijdig schoolverlaten
SAM
-
Subsidieregeling aanpak milieudrukvermindering
SBBA
-
Samenwerking Beveiliging Bedrijventerreinen Alphen
SBK
-
Stichting Beeldende Kunst
SCA
-
Service Centrum Alphen aan den Rijn
SEC
-
Sport en Educatie Centrum
SLOK
-
Stimulering Lokake Klimaatinitiatieven
STAA
-
Stichting Alphense Ateliers
SUWI – keten
-
Stichting uitvoering wet werk en inkomen
SWA
-
Sociale Werkvoorziening Alphen aan den Rijn
VER
-
Veiligheids Effect Rapportage
VNG
-
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
VVE
-
Vroege en Voorschoolse Educatie
VZHG
-
Vereniging Zuid-Hollandse Gemeenten
WABO
-
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
W-deel
-
Werkdeel (WWB)
W&I
-
Werk en Inkomen
Wet FIDO
-
Wet Financiering Decentrale Overheden
Wet IJGZ
-
Wet Integrale Jeugd Gezondheids Zorg
217
Wet WCPV
-
Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid
Wmo
-
Wet maatschappelijke ondersteuning
218
09-2009
Gemeente Alphen aan den Rijn Postbus 13 2400 AA Alphen aan den Rijn Telefoon 0900 - 481 11 11
[email protected] www.alphenaandenrijn.nl