Postbus 1 3430 AA
Bezoekad res Stadsplein 1 3431 LZ
www.nieuwegein.nl
Financiën
Programmabegroting 2016-2019
Raadsnummer 2015-415 Datum
22 september 2015
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
3 (147)
Inhoudsopgave
1
2
3
4
Algemeen
5
1.1
Kerngegevens
5
1.2
Leeswijzer
6
1.3
Bestuurlijk perspectief
1.4
Financieel perspectief
11
1.4.1
Ontwikkeling begrotingssaldo
11
1.4.2
Doorlichting budgetten
16
1.4.3
Inzet stelposten
18
1.4.4
Saldo begroting 2016
19
1.4.5
Reserve Betere buurten
19
1.4.6
Ontwikkelingen sociaal domein
19
Beleidsbegroting
8
21
2.1
Programmaplan
21
2.1.1
Bestuur, Samenleving en Dienstverlening
21
2.1.2
Openbare orde en Veiligheid
27
2.1.3
Transities Sociaal Domein
32
2.1.4
Economie en Vrije Tijd
52
2.1.5
Ruimtelijke Ontwikkeling
64
2.1.6
Duurzame Ontwikkeling
73
2.1.7
Beheer Openbare Ruimte
80
2.1.8
Grote Gebiedsontwikkeling
89
2.1.9
Bedrijfsvoering
95
2.1.10 Algemene dekkingsmiddelen
101
2.2
Paragrafen
105
2.2.1
Lokale heffingen
105
2.2.2
Financiering
109
2.2.3
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
112
2.2.4
Onderhoud kapitaalgoederen
118
2.2.5
Verbonden partijen
125
2.2.6
Grondbeleid
134
2.2.7
Parkeren
137
Financiële begroting
139
3.1
Overzicht van baten en lasten 2016
139
3.2
Overzicht reservemutaties
140
3.3
Overzicht voorzieningen
142
3.4
Vergelijking met jaarcijfers 2014 en actuele begroting 2015
143
3.5
Meerjarenbegroting 2017 – 2019
143
3.6
Overzicht incidentele baten en lasten
145
3.7
Investeringen 2016
146
Overige gegevens 4.1
Berekening EMU-saldo
147 147
Programmabegroting 2016 -2019 4 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
1
Algemeen
1.1
Kerngegevens
Datum
22 september 2015
5 (147)
Actuele begroting 2015
Jaarstukken 2014
Primitieve begroting 2016
Bestuurlijk Aantal raadsleden Aantal wethouders
33
33
33
4
4
4
18
16
14
Totale programmabaten
159.933
166.342
166.293
Totale programmalasten
159.289
175.003
170.985
16.038
25.768
8.908
7.559
17.471
4.190
9.123
-364
26
Reserves
81.706
82.282
82.611
Voorzieningen
15.770
21.678
16.750
172.500
172.500
172.500
61.038
61.264
61.400
1.147
1.236
1.248
10.715
10.903
10.793
- openbaar basisonderwijs
1.522
1.523
1.485
- bijzonder basisonderwijs
3.453
3.453
3.401
- voortgezet onderwijs
C ommissieleden (niet-raadsleden) Financieel (x € 1.000)
Reservemutaties: Onttrekkingen Stortingen Resultaat Balans:
Opgenomen geldleningen (lang) Sociaal Aantal inwoners Aantal bijstandsgerechtigden (BUIG) Totaal aantal leerlingen:
5.320
5.503
5.480
- speciaal basisonderwijs
237
237
240
- speciaal voortgezet onderwijs
183
187
187
- scholen basisonderwijs
17
17
17
- scholen voortgezet onderwijs
3
3
3
- scholen speciaal basisonderwijs
1
1
1
- scholen speciaal voortgezet onderwijs
1
1
1
Programmabegroting 2016 -2019 6 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Jaarstukken 2014
Actuele begroting 2015
Primitieve begroting 2016
Fysiek Aantal woonruimten1) Aantal 'niet-woningen' conform OZB Oppervlakte gemeente in hectare (incl. water) Aantal arbeidsplaatsen (fulltimers en parttimers) Aantal bedrijfsvestigingen
27.619
27510
27.519
3.503
3740
3.734
2.565
2.565
2.565
39.291
39.500
39.750
4.861
4.900
4.900
2)
439.000
406.000
2)
125.000
120.000
2
Aantal m kantoren 2
waarvan beschikbaar (m )
1) de definitie van de maatst af woonruimten, zoals gebruikt in de algemene uitkering, is als gevolg van de overgang naar de gegevens uit de Basisadministratie Gebouwen gewijzigd. Doordat een aantal categorieën niet meer meetelt, daalt het aantal woonruimten met ingang van 2015 ten opzichte van 2014. 2) gegevens bij het opstellen van de jaarstukken niet geïnventariseerd
1.2
Leeswijzer
Opbouw programmabegroting De programmabegroting bestaat uit de volgende onderdelen: 1.
Algemeen
2.
Beleidsbegroting
3.
Financiële begroting
4.
Overige gegevens
Algemeen Het onderdeel ‘Algemeen’ bestaat uit de kerngegevens, het bestuurlijke perspectief en het financieel perspectief. In het bestuurlijk perspectief gaan we aan de hand van een aantal speerpunten in op de belangrijkste thema’s voor de gemeente in 2016. Het financieel perspectief schetst de financiële ontwikkelingen en de maatregelen die wij hebben genomen om te komen tot een sluitende begroting voor 2016. Beleidsbegroting Het onderdeel ‘Beleidsbegroting’ vormt het beleidsmatige gedeelte en bestaat uit twee hoofdstukken: het programmaplan en de paragrafen. Het hoofdstuk programmaplan beschrijft onze programma’s en geeft per programma antwoord op de 3 W-vragen: 1.
wat willen we bereiken?
2.
wat gaan we in 2016 doen?
3.
wat mag het kosten in 2016?
Met ingang van de begroting 2016 zijn hier twee nieuwe programma’s toegevoegd. Dit betreft het programma Bedrijfsvoering en de Algemene dekkingsmiddelen.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
7 (147)
In het programma Bedrijfsvoering zijn alle bedrijfsvoeringskosten van de organisatie opgenomen. Dit zijn onder andere de salaris- en personeelsgerelateerde kosten en de kosten van huisvesting, ICT en facilitaire zaken. Om te komen tot een transparantere informatievoorziening zijn de kosten voor de bedrijfsvoering niet meer op basis van een gedetailleerde kostenverdeelsystematiek doorgerekend naar de programma’s, maar zijn deze kosten terug te vinden in het programma Bedrijfsvoering. Dit betekent dat, in tegenstelling tot voorgaande jaren, de personele inzet (lasten) niet meer wordt gepresenteerd in de tabellen “Wat mag het kosten” bij de diverse programma’s. Deze verdere vereenvoudiging leidt tot aanzienlijk minder administratieve lasten en maakt de begrotingscijfers nog transparanter. Het tweede nieuwe programma betreft de Algemene dekkingsmiddelen. Hier zijn de onderwerpen opgenomen die in het verleden in het overzicht Algemene dekkingsmiddelen stonden. Hierdoor staan nu, afgezien van de reservemutaties, alle lasten en baten van de gemeente op een programma. Dit leidt tot een verdere vereenvoudiging van de begrotingsopzet. De paragrafen gaan in op de ontwikkelingen van lokale heffingen, weerstandsvermogen en risicobeheersing, financiering, onderhoud kapitaalgoederen, bedrijfsvoering, verbonden partijen, grondbeleid en het parkeren. Financiële begroting In dit deel treft u het overzicht aan van baten en lasten 2016, een toelichting op de financiële positie van de gemeente en een meerjarenoverzicht van de baten en lasten. Ook de investeringsplanning en een overzicht van de reserves en voorzieningen hebben hier een plek. Overige gegevens Hier treft u de berekening aan van het EMU-saldo van de gemeente Nieuwegein.
Programmabegroting 2016 -2019 8 (147)
Raadsnummer
1.3
2015-415
Datum 22 september 2015
Bestuurlijk perspectief
Vertrouwen, verbinden en versterken Inleiding De toekomst vormen we samen: dat is de rode draad in de wijze waarop wij invulling geven aan onze opgaven van dit moment. De samenleving en tijdsgeest vragen om een heroriëntatie op taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De gemeente is niet langer altijd en uitsluitend de aangewezen partij om onderwerpen te agenderen en alle problemen op te lossen. De stad en de inwoners zijn hier ook aan zet. We zoeken samen naar een nieuwe balans: waar voorheen burgers participeerden in het beleid van de overheid, zien we nu dat de overheid deelneemt in netwerken en initiatieven van ondernemers, maatschappelijk middenveld en inwoners. Vertrouwen, verbinden en versterken vormen daarom de kernbegrippen voor 2016. We werken vanuit het vertrouwen in de mogelijkheden die de Nieuwegeinse samenleving heeft om vraagstukken te signaleren, aan te pakken en initiatieven te ontwikkelen. We bieden daarvoor de ruimte en ondersteunen waar nodig of gewenst. We verbinden door onze eigen inzet integraal uit te rollen en aan te sluiten bij de behoefte van inwoners. We zijn doorlopend en duurzaam in gesprek met de stad om initiatieven, knelpunten en verbeterplannen met elkaar vorm te geven. Tenslotte versterken we onze eigen gemeentelijke dienstverlening, zodat we flexibel kunnen blijven aansluiten op de eisen van een veranderende samenleving. Die opgaven hebben we niet van de ene op de andere dag gerealiseerd: het werken aan een gezamenlijk eigenaarschap is per definitie een groeimodel. Zowel gemeente als stad zullen elkaar hierin scherp houden en leren van de praktijk. Vertrouwen in de wijk Een goed voorbeeld van de nieuwe werkwijze vormt de integrale aanpak rondom wonen, woonomgeving en communitybenadering. In 2015 is op verschillende manieren de basis gelegd voor deze ‘driehoek’. De Nieuwegeinse woonvisie is vastgesteld. De aanpak Betere Buurten, die zich zal richten op het verduurzamen van de woonomgeving, is geconcretiseerd en gaat in 2016 van start in twee buurten. Het project Eigenwijks (voorheen de gezonde wijk) is al enige tijd bezig met het bevorderen van de gezondheid, het welbevinden en de veerkracht van onze inwoners door het versterken van de community-aanpak. Zo zijn er telefooncirkels gestart tussen (met name) alleenstaande oudere buren, die elkaar dagelijks even bellen of alles goed is, gaan bewoners hun allochtone buren helpen met de Nederlandse taal om ze zo meer te kunnen betrekken bij (wijk)activiteiten en knappen ouders, samen met de buurt, het schoolplein op zodat kinderen meer uitgedaagd worden om te bewegen. Deze drie invalshoeken versterken elkaar en komen op wijk- of buurtniveau samen. Er ligt geen blauwdruk onder de aanpak: we ontwikkelen juist samen met inwoners een plan op buurtniveau. We omarmen de right to challenge: de ruimte om als inwoner activiteiten op te zetten of over te nemen. We hebben hier al enige ervaring mee op kunnen doen (Fort
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
9 (147)
Vreeswijk, De Pit) en gebruiken deze om toekomstige potentiële initiatieven te herkennen en ondersteunen. Omdat challenges per definitie buiten het gemeentehuis ontstaan sluiten we daarom nauw aan bij de activiteiten en adviezen van de werkgroep ‘Versterking vrijwillige inzet’, een werkgroep van en voor vrijwilligers en initiatiefnemers. Naast het integraal veiligheidsplan gaan we in 2016 aan de slag met het opstellen van interdisciplinaire wijkveiligheidsplannen. We doen ook dat samen met de wijkbewoners. Ook in de uitvoering van deze plannen hebben inwoners een actieve rol: we helpen ze om zelf bij te dragen aan hun directe veiligheid waar dat mogelijk is. Vertrouwen in de stad In ons gesprek met de stad zijn we als gemeente flexibel, maar zeker niet koersloos. We maken bewuste keuzes in wat we wel doen en wat we niet doen. De Toekomstvisie Nieuwegein 2025 vormt hierbij vanaf 2016 een richtsnoer voor ons eigen handelen. De visie is tot stand gekomen vanuit de input van de samenleving en zet een profiel neer voor de stad Nieuwegein dat de verdere dialoog ondersteunt en faciliteert. Ook zal het behulpzaam zijn bij het maken van toekomstige beleidskeuzes en de inzet van gemeentelijke middelen (menskracht en geld). De structuurvisie die we gaan herijken is hier een goed voorbeeld van. Het profiel van Nieuwegein hangt niet alleen samen met onze eigen keuzes: Nieuwegein is onderdeel van een bredere regio waarin mensen wonen, werken en recreëren. We geloven in het belang van een sterke regio voor onze inwoners en zetten daarom in 2016 volop in op het versterken van regionale samenwerking vanuit de koers die onder meer in de Toekomstvisie wordt neergezet. De economie trekt landelijk aan en ondernemers zien weer nieuwe kansen. De vraag is wat dit betekent voor Nieuwegein. Het kantorensegment blijft een punt van aandacht. Transformatie van kantoorruimte lijkt nog altijd gewenst om leegstand van kantoorpanden te voorkomen en verbetering in de leefomgeving te realiseren. Om Nieuwegein economisch te versterken is het van belang om een aantrekkelijk klimaat te creëren voor (startende) ondernemers, en met elkaar kansen en mogelijkheden te verkennen. Ook hier werken we op basis van partnerschap. We zien kansen om ondernemers met elkaar te verbinden waardoor nieuwe initiatieven kunnen ontstaan. In 2016 nemen we dit mee in de verkenning van onze economische koers. Een aantrekkende economie biedt ook kansen voor toerisme, recreatie en evenementen. We zien hierbij een nadrukkelijke rol weggelegd voor citymarketing, in het verlengde van het profiel uit het Toekomstvisie-traject. In 2016 onderzoeken we hoe we dit het beste vorm kunnen geven. Versterken en verbinden 2015 was het jaar van de transitie, de overdracht van taken. Veel is nog georganiseerd binnen de bestaande kolommen: jeugdzorg, WMO en participatiewet. Dat strookt nog niet met de oorsprong van de overheveling van taken naar de gemeente: die was gericht op een integrale aanpak voor het gezin of de persoon. 2016
Programmabegroting 2016 -2019 10 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
wordt een jaar waarin meer aandacht zal zijn voor transformatie en zal ook meer worden ingezet op ontkokering. De transformatie in het sociaal domein is een doorlopend proces en richt zich op drie doelen, die de gemeenteraad in 2013 heeft vastgesteld: passende ondersteuning waar nodig, een hoog participatieniveau van alle inwoners en inkoop binnen de bestaande financiële kaders. Dit zal de komende jaren extra aandacht behoeven en vragen om tijdige bijsturing. De agenda voor de transformatie omvat acht speerpunten: het uitrollen van de Eigenwijkse aanpak, het versterken van de brede toegang tot ondersteuning, het verhogen van de participatie, een integrale aanpak voor kwetsbare jeugd, duurzame inkoop, het ontwikkelen van woon-zorgconcepten, het anders organiseren van beschermd wonen en maatschappelijke opvang, en het uitrollen van een gebiedsgerichte aanpak. Nieuwegein zit wat betreft de ruimtelijke opgave in een overgangsfase: enerzijds is nog sprake van realisatie van de laatste grote woningbouwlocaties en bedrijventerrein het Klooster. Anderzijds is sprake van een periode waarin zowel programmatisch als ruimtelijk behoefte is aan het realiseren van ‘kansen’. De woonvisie en de nota ruimtelijke kwaliteit hebben in 2015 de kaders gegeven voor de richting die Nieuwegein kiest. Met het opstellen van de regionale ruimtelijk-economische koers vertalen we deze kansen ook naar onze positie in de regio. In 2016 zullen we verder werken aan het realiseren en inkleuren van onze ambities. Versterken financiën en organisatie De financiële huishouding van de gemeente moet op orde zijn en blijven. Daarom werken wij hard aan het invullen van de ombuigingstaakstellingen in de begroting. Ook hebben wij een begin gemaakt met het doorlichten van de gemeentelijke begroting. De eerste resultaten hiervan zijn opgenomen in deze begroting. Ook maken wij gebruik van de middelen die wij in de afgelopen jaren apart hebben gezet voor het opvangen van risico’s en tegenvallers. Door de combinatie van deze instrumenten kunnen wij voor 2016 en de komende jaren een sluitende begroting presenteren. Daarmee kunnen we echter niet achterover leunen. Ook voor 2016 en de komende jaren zijn nog ingrijpende keuzes nodig bij het realiseren van de voorgenomen ombuigingsmaatregelen. Wij gaan ook verder met het doorlichten en opnieuw opzetten van belangrijke onderdelen van de begroting. Dat moet er ook toe leiden dat u als raad door middel van de begroting meer sturingsmogelijkheden krijgt. Ons netwerk beperkt zich niet tot de gemeentegrenzen: in 2016 onderzoeken we hoe Europese expertise en middelen kunnen bijdragen aan onze gemeentelijke ambities en doelen. Hiervoor is het van belang samen te werken: zowel binnen als buiten de grenzen. In 2016 zetten we volop in op het zoeken van sterke partners die voor soortgelijke uitdagingen staan. Zoals gezegd: een nieuwe tijd vraagt ook om een ander soort organisatie. Die organisatie is slagvaardiger, meer ondernemend, minder bureaucratisch en denkt minder vanuit blauwdrukken en meer vanuit organisch ontwikkelen met inwoners en partners. In 2016 gaan we aan de slag met deze nieuwe principes. De basis wordt
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
11 (147)
gevormd door een gemeentelijke organisatie die dichter aansluit bij de vraagstukken en behoeften in de samenleving en transparant en daadkrachtig opereert. Dat vraagt om minder regels en protocollen en meer flexibiliteit en maatwerk. Om slagvaardig te kunnen handelen scherpen we onze interne dienstverleningsambities aan. We volgen de landelijke visie op overheidsdienstverlening: digitaal waar het kan, persoonlijk waar het moet, standaardisatie en deregulering met aandacht voor privacy. We willen een betrouwbare overheid zijn die continu werkt aan betere en goedkopere dienstverlening. Ook willen we onze (bedrijfs)processen doorlichten met een ‘Leantraject’. Doel hiervan is scherper en sneller zicht te krijgen op de vraag, doorlooptijden te verkorten en klantwaarde te verhogen. De flexibele organisatie als fundament maakt het makkelijker om in te spelen op de veranderende behoeften in de samenleving en initiatieven vanuit de stad. Dat doen we samen: met de gebruikers en mede-eigenaren van de stad, met ondernemers en investeerders, met dienstverleners en beheerders. Een stevige basis vraagt ook om efficiënte samenwerking en doelmatige afwegingen: waar dragen de gemeentelijke activiteiten aan bij? De reorganisatie van ons gemeentelijk vastgoed is daar een goed voorbeeld van. We streven hierbij naar een professionele organisatie die op basis van transparante ‘spelregels’ het gebruik van het maatschappelijk vastgoed faciliteert. De vastgoedorganisatie zet in op portfoliomanagement zodat jaarlijks bewuste keuzes worden gemaakt ten aanzien van de vastgoedportefeuille en de benodigde organisatie en middelen. In 2016 zal de beoogde lokale vastgoedorganisatie in de steigers staan. Kortom: 2016 wordt een jaar waarin we hard werken aan het realiseren en verfijnen van de koers die in eerdere jaren is ingezet. Het wordt een jaar van minder beleidsvorming en meer beleidsrealisatie. Een jaar waarin het gesprek met raad en inwoners gericht is op de keuzes die we daarin moeten maken, de resultaten die we daarin willen bereiken en de voortgang daarin. Een jaar waarin we ruimte willen houden voor de dialoog met de stad bij de realisatie van beleidsdoelen. Een jaar waarin we vanuit een stevige koers vertrouwen, verbinden en versterken. 1.4
Financieel perspectief
1.4.1
Ontwikkeling begrotingssaldo
Wij starten de toelichting op het financieel perspectief met het begrotingssaldo zoals aangegeven in de kaderstelling 2016 in de Voorjaarsnota 2015. In de kaderstelling hebben we een aantal voorstellen gedaan voor nieuw beleid en intensiveringen. Onderstaande onderwerpen hebben wij verwerkt in de begroting 2016:
Bijdrage Economic Board Utrecht
Verhuizing brugbediening op afstand
Noodzakelijke vervanging bruggen:
o
Betondekken Orvelterdek en Graaf Anselmdek
o
Brug Inundatiekanaal
Fietsvoorziening Structuurbaan
Een nadere toelichting op deze onderwerpen is opgenomen in paragraaf 4.4 van de Voorjaarsnota 2015. Met betrekking tot de aanpak bospercelen starten wij in 2016 met
Programmabegroting 2016 -2019 12 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
de eerste fase. Naar aanleiding van de uitvoering hiervan komen wij in de Voorjaarsnota 2016 met een voorstel voor een vervolg in 2017 en 2018. Na de Voorjaarsnota heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die we onderstaand aan u voorleggen. Ontwikkeling begrotingssaldo Stand kaderstelling 2016
2016
2017
2018
2019
-206.000
-497.000
-186.000
-68.000
Ontwikkeling algemene uitkering
5.000
-642.000
-563.000
-563.000
Kapitaallasten renovatie bruggen
-48.000
-73.000
-70.000
-68.000
C ultuurcoaches
-22.000
-22.000
-22.000
-22.000
Ontwikkeling ombuigingstaakstellingen
-920.000
-708.000
-643.000
-643.000
-1.191.000
-1.942.000
-1.484.000
-1.364.000
Ontwikkeling algemene uitkering Over de ontwikkeling van de algemene uitkering in de meicirculaire bent u eerder geïnformeerd. Wij hebben deze effecten verwerkt in de begroting 2016. In die brief hebben we aangegeven de negatieve ontwikkeling op te vangen door inzet van de stelpost voor risico’s. Recent is de septembercirculaire 2015 verschenen, die een minder negatief beeld laat zien van de ontwikkeling van de algemene uitkering in de komende jaren. Wij zullen de circulaire nader analyseren en u binnenkort separaat informeren over de effecten daarvan. Behoedzaamheid blijft noodzakelijk, zodat wij daarbij vooral denken aan het reserveren van deze middelen voor risico’s in de sfeer van de ombuigingen en kosten voor het doorontwikkelen van de organisatie. Ook zullen wij de benodigde inzet van de stelpost voor risico’s dan heroverwegen. Door de ontwikkeling van de algemene uitkering is mogelijk een geringere inzet noodzakelijk dan nu geraamd. Kapitaallasten renovatie bruggen Voor een deel van de kapitaallasten voor het onderhoud van de betondekken van Orvelterdek en Graaf Anselmdek en de brug over het Inundatiekanaal hebben wij in de Voorjaarsnota dekking aangegeven. Voor de begroting 2016 nemen wij het hele bedrag mee in het perspectief, zodat de werkzaamheden in 2016 kunnen worden uitgevoerd. Inzet cultuurcoaches Sinds 2012 participeren wij in het programma ‘Brede Impuls Regeling Combinatiefuncties’. Hiervoor worden gelden ingezet voor de financiering van de combinatiefunctionarissen sport en cultuur. Met het aannemen van de Visie sport en bewegen wordt gekozen voor een andere invulling en financiële opbouw. Hierdoor is de dekking van de kosten van de combinatiefunctionaris cultuur weggevallen. Deze kan gedeeltelijk gecontinueerd worden vanuit de rijksmiddelen Brede impuls regeling combinatiefuncties. De resterende 60% ad € 22.000 nemen wij mee in het perspectief van de begroting.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
13 (147)
Ontwikkeling ombuigingstaakstellingen De begroting kent een aantal taakstellingen, die moeten worden ingevuld met concrete maatregelen. Voor 2016 was een bedrag van ongeveer € 8,1 mln. aan ombuigingen opgenomen op basis van de begroting 2014 en het coalitieakkoord. Er is hard aan gewerkt om deze taakstellingen in te vullen. Resultaat daarvan is dat van de oorspronkelijke ombuigingsmaatregelen inmiddels een groot deel (€ 5,9 mln.) gerealiseerd is. Een aantal andere maatregelen is op dit moment nog in uitvoering. Tot slot moeten we ook constateren dat, ondanks alle inspanningen op dat punt, een beperkt aantal maatregelen niet op de geplande wijze kan worden gerealiseerd. Bij uitwerking van deze maatregelen is gebleken dat de oorspronkelijke gedachte/grondslag anders is, waardoor de invulling van de maatregel niet mogelijk is. Schematisch ziet dat er als volgt uit:
Maatregelen die in 2016 worden ingevuld, dan wel in uitvoering zijn (geel in bovenstaande figuur): Taakstellingen voor 2016 Personeel en Organisatie
2016 848.000
2017
2018
2019
825.000
658.000
658.000
162.000
162.000
162.000
500.000
500.000
500.000
500.000
Innovatietaakstelling
100.000
100.000
100.000
100.000
Vastgoed
515.000
487.000
487.000
487.000
65.000
65.000
1.972.000
2.472.000
Gemeenschappelijke regelingen Dialoog met de stad Toekomstvisie Nieuwegein 2025
500.000
Afvoer en verwerking groenafval 1.963.000
2.074.000
Personeel en organisatie Momenteel wordt, mede aan de hand van onze strategische personeelsplanning, in kaart gebracht welke vacatures er zijn en in de toekomst zullen ontstaan. De financiële ruimte die door deze vacatures ontstaat zal worden samengevoegd. Vervolgens is het aan de directie, in samenspraak met de afdelingen, om te bezien hoeveel van deze ruimte kan worden ingezet ter dekking van deze taakstelling.
Programmabegroting 2016 -2019 14 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Gemeenschappelijke regelingen Met betrekking tot de gemeenschappelijke regelingen willen wij voor een aantal samenwerkingsverbanden komen tot een taakstelling. Onderzocht wordt of de volgende bedragen bij de betreffende regelingen mogelijk zijn: Organisatie
Te besparen bedrag
VRU
€ 13.000
Pauw
€ 50.000
WIL
€ 125.000
Stichtse Groenlanden Totaal
€ 4.000 € 192.000
Een dergelijke taakstelling is door een individuele gemeente in een samenwerkingsverband niet te realiseren. Het is daarom zaak dat dit najaar met de uitvoering wordt gestart zodat bij de voorbereiding op de begrotingen 2017 duidelijkheid is over de deelname van andere gemeenten in dit traject en daarmee op de haalbaarheid van de ombuiging. Dialoog met de stad Begin dit jaar hebben wij besloten door middel van een enquête de Nieuwegeinse bevolking te vragen naar mogelijke ombuigingsmogelijkheden. Inmiddels is een drietal bureaus gevonden die ervaring hebben met dergelijke trajecten in andere gemeenten. Met deze bureaus is in september een kennismakinggesprek gevoerd en hen is gevraagd een plan van aanpak te presenteren. Het proces is erop gericht om in het eerste kwartaal 2016 de resultaten uit de enquête beschikbaar te hebben zodat in de Voorjaarsnota 2016 daaruit keuzes gemaakt kunnen worden. Toekomstvisie Op dit moment vindt het traject plaats om te komen tot een visie voor Nieuwegein in 2025. Deze visie moet ook een kader bieden om keuzes te kunnen maken wel ke taken we vanaf 2020 als gemeente willen blijven uitvoeren. Voor 2019 is een post van € 500.000 opgenomen als opbrengst van maatregelen die in dat kader al vóór 2020 kunnen worden doorgevoerd. Innovatietaakstelling Met betrekking tot de innovatietaakstelling zijn een drietal sporen in werking gesteld. Intern wordt er een “week van de innovatie” voorbereid om medewerkers uit te dagen om hun werkprocessen te innoveren. Overigens zonder daar direct een financiële taakstelling aan te verbinden. Daarnaast heeft een trainee via internet onderzoek verricht naar innovaties bij andere gemeenten en deze in kaart gebracht. Tot slot is ook in het regionale netwerk het gesprek gestart over innovaties en gekeken of van elkaar op dat vlak geleerd kan worden. De resultaten zullen eind dit jaar worden beoordeeld en vervolgens ingevoerd.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
22 september 2015
Datum
15 (147)
Op dit moment constateren we ook dat een aantal maatregelen niet kunnen worden gerealiseerd (rood in bovenstaande figuur). Deze taakstellingen laten wij vervallen en het niet te realiseren bedrag nemen wij mee in het perspectief van de begroting. Niet te realiseren taakstellingen
2016
Nader uit te werken maatregelen
2017
2018
2019
263.000
263.000
263.000
330.000
330.000
330.000
330.000
50.000
50.000
50.000
50.000
65.000
65.000 643.000
643.000
Taakstelling gemeenschappelijke regelingen (oorspr. 75.000 PM-post) Overige subsidies Bundelen evenementenbeleid met EZ Afvoer en verwerking groenafval Realisatie maatregelen 2016
400.000 920.000
708.000
Nader uit te werken maatregelen In de begroting 2014 was een post opgenomen met maatregelen die nog nader ingevuld moesten worden. Een deel daarvan is inmiddels door middel van een inkooptaakstelling ingevuld. Gewerkt wordt nog aan de taakstelling op gemeenschappelijke regelingen en de dialoog met de stad. De resterende onderdelen leegstand scholen en inkomsten stadshuis zullen worden betrokken bij ons onderzoek naar de vastgoedportefeuille. Omdat daarop ook een afzonderlijke taakstelling rust, kan de resterende post niet volgens de oorspronkelijke opzet worden ingevuld. Gemeenschappelijke regelingen Gelet op het feit dat alle begrotingen van gemeenschappelijke regelingen voor het jaar 2016 reeds zijn vastgesteld is een ombuiging op dit punt voor komend jaar niet meer haalbaar. Wij laten deze taakstelling incidenteel vervallen voor 2016. Overige subsidies Als uitgangspunt voor de ombuiging op overige subsidies heeft u aangegeven dat deze niet de activiteiten binnen het sociaal domein mochten raken. Omdat het overgrote deel van de gemeentelijke subsidies betrekking heeft op onderwerpen binnen de transities kan deze ombuiging niet op de geplande wijze worden doorgevoerd. Afvoer en verwerking groenafval De afvoer en verwerking van het groenafval is meerjarig aanbesteed voor 2015-2017 Dit heeft niet het verwachte aanbestedingsvoordeel opgeleverd. Voor 2016 en 2017 laten wij de resterende taakstelling vervallen. Bundelen evenementenbeleid met EZ De personele inzet ten behoeve van evenementenbeleid is relatief beperkt. Een korting daarop zou leiden tot het wegvallen van het gemeentelijk beleid op dat punt. Daarmee kan deze ombuiging niet worden doorgevoerd. Realisatie maatregelen 2016 In de resterende maanden van 2015 zal, zoals hiervoor aangegeven, door middel van een enquête invulling worden gegeven aan de dialoog met de stad. De voorstellen die daaruit voortkomen, zullen wij bij de Voorjaarsnota 2016 aan u voorleggen. In de eerste helft van 2016 zullen wij u ook voorstellen doen met betrekking tot de vastgoedexploitatie en de daarvoor benodigde organisatie. Door die planning kunnen
Programmabegroting 2016 -2019 16 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
die maatregelen niet voor het hele jaar 2016 een opbrengst opleveren. Wij stellen dan ook voor om de taakstelling op deze onderdelen te temporiseren. Op deze taakstellingen wordt voor 2016 een bedrag van € 400.000 in mindering gebracht. De maatregelen die niet kunnen worden gerealiseerd leiden tot een negatief saldo dat wordt betrokken in het perspectief van de begroting.
1.4.2
Doorlichting budgetten
In het kader van de Najaarsnota 2015 heeft, mede ter dekking van de tegenvaller in de meicirculaire, een eerste doorlichting plaatsgevonden van de budgetten in de begroting. Daarbij zijn zowel mogelijke voor- als nadelen in het perspectief in beeld gebracht. Een aantal aanpassingen daaruit kan structureel worden verwerkt in het meerjarenperspectief.
Effect doorlichting budgetten
2016
Minder aanschaffingen bruggen en vlonders
2017
2018
2019
50.000
50.000
50.000
50.000
Toerekening tarieven rioolheffing
300.000
300.000
300.000
300.000
Activeren openbare verlichting
150.000
150.000
150.000
150.000
OZB gebruikers-niet woningen
200.000
200.000
200.000
200.000
54.000
54.000
54.000
54.000
Vrijval ruimte nominale compensatie Geen verkiezingen in 2016
124.000
Lagere beveiligings- en handhavingskosten Vervallen interne doorbel. kaartvervaardiging Effect doorschuiven investeringen
50.000
50.000
50.000
50.000
-79.000
-79.000
-79.000
-79.000
725.000
725.000
725.000
269.000 1.118.000
Toelichting op effect doorlichting budgetten: Bruggen en vlonders Het onderhoudsbudget voor bruggen en vlonders kan structureel met € 50.000 naar beneden worden bijgesteld zonder dat dit zal leiden tot achterstallig onderhoud. Vanaf 2016 wordt de vervanging van de houten bruggen en vlonders ondergebracht in de voorziening “civieltechnische werken”. Toerekening tarieven rioolheffing De afgelopen jaren is de rioolheffing steeds verhoogd omdat ingevolge het vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan de nodige nieuwe en vervangingsinvesteringen moeten worden gepleegd. Het tempo waarin dit gebeurt is echter vertraagd, zodat de kapitaallasten, en als gevolg daarvan de tarieven, minder snel opliepen dan voorzien. Dit jaar is de kostentoerekening opnieuw onder de loep genomen. Het blijkt dat het aandeel van straatreiniging dat aan het riool is toe te rekenen € 100.000 hoger uitvalt. Daarnaast is in de toerekening aan het tarief nu ook rekening gehouden met BTW over de investeringen sinds 2003 ad € 200.000. Door de kostenstijging van de straatreiniging en de BTW-toerekening stijgt de doorrekening
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
17 (147)
met afgerond € 300.000. Om de tariefstijging, die hieruit voortvloeit, te dempen zetten we een extra bedrag uit de voorziening rioolrechten in.
Openbare verlichting In 2014 is een overeenkomst gesloten met Citytec waarin is afgesproken dat het gehele areaal openbare verlichting na 10 jaar wordt overgedragen aan de gemeente. De gemeente betaalt daarvoor jaarlijks een vast bedrag. Door een deel van deze bijdrage te activeren, komt de waarde van de activa na 10 jaar uit op de economische waarde. Hierdoor behoeft jaarlijks € 150.000 minder als exploitatielasten in de begroting te worden opgenomen. OZB niet-woningen De leegstand van de niet-woningen is de laatste tijd teruggelopen. Voor 2016 leidt dit tot een structureel ingeschatte meeropbrengst van € 200.000. Tot op heden zijn de ontwikkelingen in de leegstand niet verdisconteerd in de tarieven. Met ingang van dit jaar hebben de ontwikkelingen in de leegstand rechtstreeks effect op de gemeentelijke opbrengst. Nominale compensatie In de kaderstelling 2016 hebben wij de ruimte uit de trendmatige verhoging van de inkomsten beschikbaar gesteld voor noodzakelijke aanpassing van budgetten en subsidies vanwege prijsstijgingen. Na verwerking van deze aanpassingen resteert een bedrag van € 54.400 dat kan worden ingezet voor dekking van het perspectief. Verkiezingen Het budget voor verkiezingen is structureel in het meerjarenperspectief opgenomen. In 2016 vinden vooralsnog geen verkiezingen plaats. Hierdoor kan het budget van € 124.500 eenmalig worden afgeraamd. Beveiligings- en handhavingskosten Door het aansluiten bij de meldkamer van de politie in plaats van de meldkamer van de gemeente Utrecht verwachten we structureel lagere beveiligings- en handhavingskosten. Kaartvervaardiging In het verleden zijn flinke investeringen gedaan voor het vervaardigen van geografische kaarten etc. voor de diverse grondexploitaties en projecten. Momenteel is dit een reguliere bedrijfsvoeringstaak geworden en kunnen de kosten niet meer worden doorbelast. Dit is een nadeel in het meerjarenperspectief. Doorschuiven van kredieten Een aantal kredieten, dat beschikbaar is voor 2015, wordt niet uitgegeven. In de najaarsnota wordt voorgesteld om een aantal kredieten door te schuiven naar 2016. Ook in het begrotingsjaar 2016 worden investeringen doorgeschoven. We gaan er in de berekening vanuit dat deze investeringen later wel worden gerealiseerd.
Programmabegroting 2016 -2019 18 (147)
Raadsnummer
1.4.3
2015-415
Datum 22 september 2015
Inzet stelposten
Voor de dekking van het perspectief kan gedeeltelijk gebruik gemaakt worden van een aantal stelposten die ruimte bieden: Ruimte voor bestaand beleid In de stelpost Bestaand beleid is onder meer ruimte opgenomen voor het opvangen van risico’s. Met ingang van 2017 gaat het daarbij om structureel een bedrag van € 1,1 mln. In de brief naar aanleiding van de meicirculaire hebben wij aangegeven het nadeel op de algemene uitkering op te vangen uit deze stelpost. Voor 2017 en 2018 brengen wij een groter bedrag ten laste van deze stelpost dan in de brief aangegeven. In 2019 is het bedrag lager. Dit heeft de volgende effecten voor de omvang van de stelpost en de opbouw ervan: Stelpost Ruimte voor bestaand beleid
2016
2017
2018
2019
Stand kaderstelling
1.400.000
2.154.000
2.804.000
3.454.000
0
-1.220.000
-775.000
-650.000
1.400.000
934.000
2.029.000
2.804.000
Inzet t.b.v. perspectief
Wij constateren dat de begroting 2016 nog een groot aantal onzekerheden bevat. Zo zijn wij nog bezig met het herijken van de vastgoedexploitatie. Er is nog geen beeld van de mogelijk gevolgen daarvan. Ook wordt met man en macht gewerkt aan het invullen van de taakstellingen. Het is niet uit te sluiten dat bij de invulling van maatregelen enige vertraging ontstaat. Om deze en ook andere incidentele risico´s in 2016 op te kunnen vangen, achten wij het van belang op dit moment de post voor het opvangen van risico´s in 2016 in stand te houden. De post is als volgt opgebouwd: Resterende ruimte stelpost Opvangen risico's Reservering loonontwikkeling 2016
1.000.000
0
329.000
400.000
400.000
400.000
400.000
0
534.000
1.300.000
1.950.000
1.400.000
934.000
2.029.000
2.804.000
Reservering loon- en prijsontwikkeling
454.000
Kapitaallasten Meerjareninvesteringsplan (MIP) In de stelpost kapitaallasten MIP is voor 2016 een bedrag van € 98.000 opgenomen voor kapitaallasten van vervanging van onderwijshuisvesting. Dit bedrag kan incidenteel ingezet worden, omdat er in 2016 geen nieuwe onderwijsaccommodaties in gebruik worden genomen. Voor een eventuele inzet van de bedragen in de komende jaren is inzicht nodig in de noodzakelijke vervanging van onderwijshuisvesting in de toekomst. Samengevat kunnen we gebruik maken van de volgende dekking uit de stelposten: Inzet stelposten Bestaand beleid Kapitaallasten MIP
2016
2017 0
2018
2019
1.220.000
775.000
650.000
1.220.000
775.000
650.000
98.000 98.000
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
1.4.4
22 september 2015
Datum
19 (147)
Saldo begroting 2016
De in bovenstaande paragrafen aangegeven ontwikkelingen en de doorlichting van de begroting leiden tot het volgende perspectief voor de begroting 2016: Saldo begroting 2016
2016
2017
2018
2019
Ontwikkeling begrotingssaldo
-1.191.000
-1.942.000
-1.484.000
-1.364.000
Effect doorlichting budgetten
1.118.000
725.000
725.000
725.000
98.000
1.220.000
775.000
650.000
26.000
3.000
16.000
11.000
Inzet stelposten
1.4.5
Reserve Betere buurten
Bij de begroting 2014 is besloten om bedragen beschikbaar te stellen voor toekomstige wijkaanpak. Inmiddels is een startnotitie Betere buurten opgesteld. Wij stellen voor de bedragen die waren opgenomen op de stelpost Nieuw beleid voor 2016 en 2017 te storten in een nieuwe reserve voor de voorbereiding en uitvoering van de wijkaanpak, zoals aangegeven in deze notitie. Conform de Voorjaarsnota wordt ook het bedrag dat voor dit doel wordt onttrokken aan de algemene reserve (op grond van het jaarrekeningresultaat 2014) toegevoegd aan deze reserve. Daarmee ontstaat de noodzakelijke flexibiliteit voor de inzet van de gelden over de jaren heen: geld volgt de plannen. In de documenten van de planning- en controlcyclus zullen wij voorstellen voor de voorbereiding en uitvoering van concrete plannen ten laste van deze reserve aan u voorleggen. Op dit moment stellen wij u voor uit de reserve voor 2016 een bedrag van € 210.000 te onttrekken ten behoeve van planvoorbereidingskosten voor de eerste wijken, zoals aangegeven in de startnotitie.
1.4.6
Ontwikkelingen sociaal domein
Eerder hebben we u geïnformeerd over de ontwikkeling van de integratie-uitkering in het sociaal domein. De bijbehorende bedragen zijn verwerkt in het programma transities sociaal domein. Uitgangspunt is dat de verlagingen van de budgetten worden opgevangen door de maatregelen uit de transformatie-agenda. Onderstaand melden we een aantal nieuwe ontwikkelingen in het sociaal domein. Zoals bij de Voorjaarsnota is besloten, zullen deze ontwikkelingen op dezelfde wijze binnen het sociaal domein worden opgevangen. Begroting WIL De begroting van WIL voor 2016 laat een aanzienlijke kostenstijging zien. In de gemeentebegroting 2016 is de basisbegroting verwerkt waar het AB van WIL mee heeft ingestemd. Deze begroting heeft gevolgen voor de raming van de organisatiekosten en van het onderdeel inkomensondersteuning. Dit leidt tot meerkosten in het perspectief, die bij het opstellen van de kaderstelling nog niet bekend waren. De lasten en verwachte opbrengsten van de innovatiemaatregelen worden onderstaand afzonderlijk inzichtelijk gemaakt, omdat hierover nog geen formeel
Programmabegroting 2016 -2019 20 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
besluit is genomen. Wij stellen voor de eenmalige kosten in 2016 ad € 183.000 ten laste te brengen van de algemene reserve. In 2014 is er een voordeel geweest op de organisatiekosten van WIL, dat via de jaarrekening ten gunste is gekomen van de algemene reserve. Na 2016 leiden de innovatiemaatregelen tot een daling van de organisatiekosten van WIL. De innovatiemaatregelen hebben daarnaast naar verwachting ook een effect op de hoogte van de te betalen uitkeringen. Dit wordt meegenomen in het onderdeel ontwikkeling BUIG. Ontwikkeling BUIG Gerelateerd aan de begroting van WIL is de ontwikkeling van de lasten en baten van de BUIG-budgetten. In de begroting 2016 zijn de lasten verwerkt op basis van de vastgestelde begroting van WIL zonder innovatie. Wij verwerken deze gegevens budgettair-neutraal in de begroting door ophoging van de verwachte BUIG-inkomsten van het Rijk. Omdat deze inkomsten niet rechtstreeks gekoppeld zijn aan de gemeentelijke lasten, levert dit wel een risico op dat in de paragraaf weerstandsvermogen wordt meegenomen. De voordelen die worden behaald door de innovatiemaatregelen van WIL kunnen vervolgens worden gebruikt om dit risico te beperken. Voortzetting Complexe Multiprobleemgezinnen (CMPG) De continuering van de aanpak voor CMPG nemen we mee in de doorontwikkeling en verfijning van de Brede Toegang tot hulp en ondersteuning. Een deel van de kosten, een bedrag ad € 187.000, dekken wij binnen de transitiebudgetten in het sociaal domein. Zoals eerder afgesproken, nemen wij bovenstaande ontwikkelingen mee binnen het sociaal domein. Daarbij gaan wij er van uit dat de taken op het gebied van de transities in principe worden uitgevoerd met de middelen die van het Rijk beschikbaar komen. Dit leidt, mede door de aanzienlijke kortingen op de budgetten die wij van het rijk ontvangen, en waarover we u naar aanleiding van de meicirculaire hebben geïnformeerd, tot een grote opgave in het sociaal domein. Deze opgave moet worden ingevuld door de uitvoering van de transformatieagenda. De verschillende onderdelen daarvan hebben wij opgenomen en toegelicht in het programma Sociaal domein. Voor tekorten die mogelijk ontstaan, kan de reserve Sociaal Domein worden ingezet. Periodiek monitoren wij de budgetten van het Sociaal Domein om vast te stellen of de maatregelen uit de transformatieagenda inderdaad tot de noodzakelijke besparingen leiden. Door ontschot te werken, kan daarbij over de grenzen van de afzonderlijke transities heen worden gekeken. Daarnaast hebben wij in onze risicoinventarisatie ook nadrukkelijk de ontwikkelingen in het Sociaal Domein verwerkt.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
2
Beleidsbegroting
2.1
Programmaplan
2.1.1
Bestuur, Samenleving en Dienstverlening
21 (147)
Hoofddoel: wat willen we bereiken met het programma? Met het programma Bestuur, Samenleving en Dienstverlening hebben we drie doelen: 1.
adequate dienstverlening aan inwoners en ondernemers;
2.
een goed geïnformeerde, betrokken en actieve samenleving;
3.
lokaal, regionaal en internationaal samenwerken.
Wat willen we bereiken en wat gaan we in 2016 doen? 1. Adequate dienstverlening Inwoners en ondernemers zijn tevreden over de dienstverlening van de gemeente. Dit meten wij periodiek en de resultaten daarvan gebruiken wij als sturingsinstrument. SPEERPUNT College 2016: Verbeteren dienstverlening Wij volgen de landelijke visie op Overheidsdienstverlening 2020: Een gezamenlijke uitvoeringsagenda van overheden en partijen met gemeenschappelijke kaders en gezamenlijke sturing op het organiseren van een samenhangende dienstverlening. Kernthema’s zijn digitalisering naast persoonlijk maatwerk, overheidsparticipatie, een betrouwbare overheidspoort, standaardisatie en deregulering, ketensamenwerking en informatiedeling met daarbij continu aandacht voor privacy.
Activiteiten 2016 Dienstverlening gemeente (digitaal en fysiek)
Inwoners en bedrijven kunnen voor zoveel mogelijk digitale producten 24/7 bij de gemeente terecht. Wij verwijzen inwoners en bedrijven actief naar digitale dienstverlening (kanaalsturing) zodat de dienstverlening steeds efficiënter georganiseerd kan worden. Landelijk komen er steeds meer digitale producten beschikbaar. We willen onderzoeken welke producten voor Nieuwegein ook digitaal opengezet kunnen worden.
Voor de (overige) producten en diensten van Burgerzaken willen we vanaf 2016 volledig Werken op Afspraak.
Het Klantcontactcentrum heeft zich ontwikkeld volgens het fasenmodel van Antwoord©. Het landelijk concept voor een bereikbare en dienstbare overheid. Meer dan de helft van het aantal telefoontjes aan de gemeente worden in één gesprek afgehandeld. In de toekomst zien wij een verschuiving waardoor meer
Programmabegroting 2016 -2019 22 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
complexe vragen aan het KCC worden gesteld. Om deze ontwikkeling het hoofd te kunnen bieden, zijn aanpassingen op de website nodig en dient onze kennisbank te worden uitgebreid.
Waar mogelijk vereenvoudigen van (administratieve) regels en procedures (deregulering).
Ons kwaliteitshandvest waarin wij onze dienstverleningsnormen gemeentebreed hebben vastgelegd, zullen wij in 2016 herzien en wij zorgen er voor dat die normen duidelijk zijn en worden nageleefd, door ons en door de organen waaraan wij onze dienstverlening hebben toevertrouwd.
In 2016 willen we onze klanten opnieuw naar hun mening vragen over de door hen ervaren dienstverlening aan onze balies, via de telefoon en via onze website. Door uitbreiding van het werken op afspraak en professionalisering van het KCC streven wij naar een rapportcijfer van minimaal een 8.
In 2016 willen we starten met een LEAN traject waarbij wij interne procedures en werkwijzen onder de loep nemen en deze klantgerichter, eenvoudiger, sneller en plezieriger maken.
In 2016 werken we verder aan het verbeteren van de website, aansluitend op de wensen van de gebruikers.
i-NUP In totaal 24 voorzieningen vormen de basisinfrastructuur voor de e-overheid. De afgelopen jaren stonden in het teken van het in gebruik nemen hiervan. Er zijn binnen het traject vier hoofdlijnen uitgezet: 1) Het loket voor burgers, 2) Digitale dienstverlening aan bedrijven, 3) Het Stelsel van Basisregistraties 4) Implementatie-ondersteuning voor gemeenten. Het landelijke i-NUP programma is eind december 2014 officieel beëindigd. De verantwoordelijkheid voor de verdere implementatie van het i-NUP programma ligt bij de andere overheden. De gemeente Nieuwegein is (net als de meeste gemeenten) ongeveer halverwege (53%) de implementatie van het programma i-NUP. Indicatoren Omschrijving indicator Klanttevredenheid (gemiddeld rapportcijfer van Antwoord©)
Aantal digitale producten (op ons e-loket staan al onze producten en diensten beschreven)
Realisatie 2014
Streefwaarde 2015
Streefwaarde 2016
Streefwaarde 2017
Streefwaarde 2018
Toelichting
Niet gemeten
7
8
8,5
8,5
Ambitie verhoogd vanwege uitbreiden werken op afspraak en professionalis ering van het KCC
60
65
65
65
65
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Omschrijving indicator Percentage gereed van de invulling van het Rijksbeleid edienstverlening en bedrijfsvoering i-NUP
Datum
22 september 2015
23 (147)
Realisatie 2014
Streefwaarde 2015
Streefwaarde 2016
Streefwaarde 2017
Streefwaarde 2018
53%
75%
100%
100%
100%
Toelichting
2. Een goed geïnformeerde, betrokken en actieve samenleving Wij treden onze inwoners en ondernemers open tegemoet en informeren ze structureel over het gemeentelijke beleid en de uitvoering van onze wettelijke taken. Waar mogelijk stellen we samen met inwoners en ondernemers het gemeentelijke beleid op zoals bij de Toekomstvisie. We maken graag gebruik van de kennis en kunde in de stad. Vanuit het idee van de participatiesamenleving vragen we steeds vaker om eigen initiatief en beperkt de gemeente zich tot een regisserende en faciliterende rol. Zo nodigen wij inwoners, ondernemers en onze partners in de stad uit om betrokken en actief te zijn. De kracht in de samenleving en de eigen verantwoordelijkheid die mensen kunnen en willen nemen, maken Nieuwegein tot de stad die ze is. In 2016 is de toekomstvisie voor Nieuwegein 2025 gereed. Deze visie zal weergeven wat het gewenste profiel van Nieuwegein is in 2025 en waaraan de Nieuwegeinse samenleving prioriteit wil geven. De visie vormt een afwegingskader op basis waarvan toekomstige besluitvorming kan plaatsvinden op alle beleidsterreinen. SPEERPUNT College 2016: Samen met de stad We gaan in 2016 volop aan de slag met de buurtgerichte community-aanpak: we ontwikkelen plannen samen met de stad, en zoveel mogelijk dichtbij huis. Dat doen onder andere binnen de aanpak Betere Buurten, die zich zal richten op het verduurzamen van de woonomgeving, binnen het project Eigenwijks (voorheen de gezonde wijk), en binnen het gebiedsgericht werken. Activiteiten 2016 Gebiedsgericht werken Nieuwegein heeft in de afgelopen jaren een ontwikkeling doorgemaakt om meer gebiedsgericht te werken. De aanpak is daarbij zoveel mogelijk ondersteunend: we faciliteren initiatieven die passen binnen het gemeentelijk beleid en gaan aan de slag met wijkproblematiek die door inwoners wordt ingebracht. In 2016 wordt gewerkt aan synergie in de aanpak vanuit de verschillende domeinen om daarmee de integraliteit en de effectiviteit te verhogen. Zie hiervoor ook het programma Transities Sociaal Domein. Goed geïnformeerde inwoners In een participatiesamenleving zoals die nu aan het ontstaan is, vormen allerlei samenwerkingsnetwerken een belangrijke factor. Persoonlijk en omgevingsbewust communiceren zijn van essentieel belang. Goed luisteren, begrijpen en verbinden zijn sleutelbegrippen. In 2016 besteden we hier aandacht aan in ons opleidingsprogramma
Programmabegroting 2016 -2019 24 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
voor medewerkers. Daarnaast zullen we onze digitale informatiemiddelen zoals website en social media verder professionaliseren om optimaler te kunnen inzetten.
Samenspel tussen gemeentelijke professionals onderling en met inwoners verder ontwikkelen
Samenspel tussen gemeentelijke grotere gebiedsprogramma’s ontwikkelen in doelstellingen en werkwijze
Indicatoren Omschrijving indicator
Realisatie 2014
Streefwaarde 2015
Streefwaarde 2016
Streefwaarde 2017
Streefwaarde 2018
87%
80%
80%
80%
80%
85%
90%
90%
90%
90%
33%
40%
40%
40%
40%
37%
65%
65%
65%
65%
Percentage inwoners dat geïnteresseerd is in ontwikkelingen in Nieuwegein
70%
75%
75%
75%
75%
Percentage inwoners dat zich voldoende betrokken voelt bij de beleidsvorming van de gemeente
28%
52%
55%
55%
55%
Inwoners informeren Percentage inwoners dat het nieuws van de gemeente Nieuwegein volgt Percentage inwoners dat het nieuws (soms en altijd)via de gemeentepagina volgt (dit is weer het percentage van de mensen die hierboven hebben aangegeven het nieuws van de gemeente te volgen) Percentage inwoners dat het nieuws van de gemeente Nieuwegein via website (en andere digitale kanalen, zoals social media) volgt Betrokken samenleving* Percentage inwoners dat zich betrokken voelt bij gemeente Nieuwegein
(Vraagstelling gewijzigd)
*Bron: inwoners enquête 2014
3. Regionaal en internationaal samenwerken Het benutten van kansen op Europese samenwerking die bijdragen aan beoogde Nieuwegeinse ambities en verwachte uitdagingen. De evaluatie van 21 jaar stedenband met Rundu, Namibië die eind 2015 aan de raad wordt gepresenteerd, vormt de basis voor besluitvorming over de stedenband. SPEERPUNT College 2016: Internationale samenwerking en Europese subsidies Europese kennis, kunde en financiële middelen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan Nieuwegeinse ambities en speerpunten. Hiervoor is het van belang samen te werken: zowel binnen als buiten de grenzen. In 2016 zetten we volop in op het zoeken van sterke partners die voor soortgelijke uitdagingen staan. Activiteiten 2016 Internationale samenwerking In 2016 wordt een vernieuwde koers voor internationale samenwerking voorgesteld. De resultaten van de evaluatie van de stedenband met Rundu worden hierin verwerkt. Tevens worden er nieuwe vormen van mondiale bewustwording voorgesteld die vanuit
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
25 (147)
de samenleving zijn opgehaald. De focus zal naar verwachting liggen op het versterken van Nieuwegeinse doelstellingen door Europese samenwerkingsverbanden en subsidiekansen. Regionale samenwerking arbeidsmarkt Utrecht In het regionale samenwerkingsverband Arbeidsmarkt Utrecht werken sinds 1 januari 2012 de Provincie Utrecht en veel gemeenten uit de regio Utrecht nauw samen. In 2016 geven we verdere invulling aan de doelen van de regionale samenwerking: uitwisselen van personeel, bieden van loopbaankansen voor medewerkers en het bevorderen van de onderlinge samenwerking, netwerken en kennisdeling. Uitwisseling van vacatures en medewerkers gebeurt via de website www.werkeninhethartvannederland.nl. Ook werken we steeds meer samen op het gebied van opleidingen. Zo is er een gezamenlijk trainee- en Peer to Peer-programma. We wisselen interne trainers en ervaringen met trainingen en bureaus uit en medewerkers nemen ook deel aan trainingen bij andere gemeenten. Regionale samenwerking ICT Wij hebben op ambtelijk niveau goede partners gevonden in de gemeenten Zeist en Houten. Die ambtelijke samenwerking met deze partners (uit 2014) wordt verder geïntensiveerd. Zo streven wij ook in 2016 naar een werkwijze waar bij alle ICT gerelateerde keuzen is beoordeeld of dat misschien beter in samenwerking met deze partners kan worden gedaan. Daarmee beogen wij kennis te delen, kosten te besparen en een hoge kwaliteit te blijven realiseren. Samenwerking U10 Het Bestuur Regio Utrecht (BRU) is per 1 januari 2015 opgeheven. In de afgelopen periode is gewerkt aan een nieuwe vorm van samenwerking tussen negen Utrechtse gemeenten aangevuld met Woerden (samen de U10). In september 2015 is door college en gemeenteraad nader richting bepaald hoe om te gaan met BRU, U10 en EBU. Afhankelijk van die discussie wordt de koers richting 2016 uitgezet. Vastgesteld beleid Titel:
Raadsnummer
Globaal denken, lokaal handelen, nota Internationale samenwerking
2011-022
Nota Samen met de Stad
2012-284
Verordening op het burgerinitiatief gemeente Nieuwegein
2013-083
Strategische agenda Onderwerp:
2016
Visie op de stad
x
Notitie Internationale samenwerking
x
Organisatievisie / visie op bedrijfsvoering
x
Wat mag het kosten in 2016?
2017
2018
Programmabegroting 2016 -2019 26 (147)
Raadsnummer
2015-415
Rekening 2014
Datum 22 september 2015
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 (na 2016 2017 2018 2019 wijziging)
Directe lasten Personele inzet (lasten) Overige indirecte lasten
3.237
2.999
2.624
2.747
2.747
2.747
6.457
6.005
0
0
0
0
1.289
1.243
929
994
989
984
Totale lasten
10.983
10.247
3.553
3.741
3.736
37.321
Totale baten
1.559
14.010
1.421
1.421
1.421
1.421
Saldo Programma
-9.424
-8.846
-2.132
-2.320
-2.315
-2.311
Toelichting op de grotere afwijkingen ten opzichte van 2015: Directe lasten: De directe lasten van dit programma zijn voor 2016 € 373.000 lager dan in 2015. Dit komt doordat voor raadsvergoedingen het regime van de Werkkostenregeling (WKR) van toepassing is. Dit levert een voordeel op van € 76.000 vanwege een lagere afdracht aan de Belastingdienst. Eerder is er incidenteel € 33.000 toegekend om de gemeentelijke website aan te passen aan de laatste wensen (sociale media e.d.). Deze middelen zijn niet meer beschikbaar voor 2016. Per 1 januari 2015 zijn, in verband met de afschaffing van de plusregio’s, de verkeeren vervoerstaken van Bestuur Regio Utrecht naar de provincie Utrecht gegaan. BRU heeft daardoor nu nog maar een minimaal takenpakket. De negen gemeenteraden van de BRU-gemeenten kiezen ervoor om BRU op te heffen, om plaats te maken voor nieuwe vormen van regionale samenwerking. Hierdoor is de bijdrage ten behoeve van de regionale samenwerking met € 100.000 naar beneden bijgesteld. In het jaar 2015 zijn er twee verkiezingen gehouden, zowel voor Provinciale staten als de Waterschappen. Voor het jaar 2016 staan geen verkiezingen op het programma. Derhalve een lagere raming aan kosten hiervoor van € 180.000. Indirecte lasten: De indirecte lasten zijn lager vanwege het niet meer doorrekenen van belastingen en invordering door de uitbesteding van deze taak aan de BghU en het niet meer toerekenen van overhead aan het college van B&W.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
2.1.2
Datum
22 september 2015
27 (147)
Openbare orde en Veiligheid
Hoofddoel: wat willen we bereiken met het programma? Dit programma geeft concreet invulling aan taken die we hebben op het gebied van toezicht op straat (door bijvoorbeeld stadstoezichthouders), brandweerzorg (zowel het hebben van brandveilige bebouwing en evenementen als het onderhouden van een goede brandweerorganisatie), crisisbeheersing (door het inrichten van een organisatie die kan optreden bij rampen en crises), aanpak van criminaliteit (door bijvoorbeeld preventieve voorlichting of de aanpak van georganiseerde criminaliteit), aanpak van overlast (door bijvoorbeeld gebieds- of groepsgerichte maatregelen te nemen, maar ook door het inzetten van buurtbemiddeling). Als laatste valt ook het toepassen van issuemanagement (het onder controle krijgen van zichtbare en mediagevoelige, maar ook minder zichtbare veiligheidsincidenten) onder dit programma. Met het programma Openbare Orde en Veiligheid willen we als regisseur:
Vitale en leefbare wijken creëren en onderhouden, waarin alle generaties bewoners zich veilig voelen en bereid zijn zich in te zetten voor bevordering van de veiligheid.
Duurzame sociale en fysieke veiligheid bevorderen op de terreinen van wonen, werken, zorg en recreëren, bereikt door effectieve samenwerking van alle verantwoordelijke partners. Deze partners nemen hun verantwoordelijkheid en spreken elkaar hier ook op aan.
Een bewegelijke en alerte gemeenschap, die blijvend werk maakt van veiligheid en waarin publieke en private partners elkaar bijstaan en versterken om zowel objectief als subjectief gezien de veiligheid te verbeteren.
Criminaliteit terugdringen door zowel de negatieve uitingsvormen als de oorzaken van deze verschijnselen aan te pakken.
Bovenal willen we bereiken dat de informatiepositie van de gemeente binnen de reikwijdte van dit programma verbetert. Enkel vanuit die positie kan regie worden gevoerd over het programma. Daarnaast willen wij meer partners betrekken en al betrokken partners beter betrekken bij de aanpak van de eerder genoemde gebieden. SPEERPUNT College 2016: Wijkveiligheidsplannen In 2016 gaan de integrale gebiedsteams aan de slag met het opstellen van interdisciplinaire wijkveiligheidsplannen voor de verschillende gebieden. We doen dat samen met de wijkbewoners. Ook in de uitvoering hebben inwoners een actieve rol: we helpen ze om zelf te werken aan hun directe veiligheid waar dat mogelijk is.
Wat willen we bereiken en wat gaan we in 2016 doen? 1. Aanpak geweld In Nieuwegein heerst de opvatting dat geweld niet wordt getolereerd. Plegers van geweld worden aangepakt en inwoners, maar ook medewerkers met een publieke taak weten hoe geweld tegen te gaan. Activiteiten 2016 Het totaal aantal geweldsmisdrijven neemt de afgelopen jaren af, maar er is een stijging te zien in de mate van toegepast geweld en een verandering in de slachtoffers. Extra aandacht voor (mogelijk) geweld/agressie tegen medewerkers met een publieke
Programmabegroting 2016 -2019 28 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
taak heeft een plek gekregen in de vorm van trainingen aan medewerkers. Aandacht voor het lokaal bestuur wordt nog vormgegeven in op te stellen beleid. Daarnaast is er ook aandacht voor het bestrijden van overvallen. In het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) waar diverse ondernemers bij aansluiten is speciale aandacht voor omgaan met overvallen. Indicatoren Omschrijving indicator
Realisatie 2014
Geweldsmisdrijven per 1.000 inwoners
Ontwikkeld beleid Veilige Publieke Taak – lokaal bestuur
3,2
Streefwaarde 2015 3,9
Streefwaarde 2016 3,9
Streefwaarde 2017 3,9
Streefwaarde 2018 3,9
-
X
X
X
X
Toelichting
Deze indicator is overgenomen van de kwantitatieve doelstelling uit het Integraal Veiligheidsplan 20122015.
In een nieuw op te stellen Integraal veiligheidsplan zullen bovenstaande indicatoren worden geëvalueerd. 2. Aanpak georganiseerde criminaliteit De gemeente Nieuwegein is een gemeente waarvan bekend is dat voor georganiseerde criminaliteit geen plaats is. Geconstateerde georganiseerde criminaliteit wordt aangepakt en de komst van criminele organisaties wordt tegengegaan. Activiteiten 2016 Voortzetting informatievergaring georganiseerde criminaliteit Onder andere door de aansluiting bij het Regionaal Informatie en Expertisecentrum (RIEC) hebben we ons een beeld kunnen vormen over de aanwezigheid van georganiseerde criminaliteit in de gemeente. De aansluiting bij het RIEC wordt de komende jaren voortgezet. Hiernaast blijven we actief deelnemen aan het regionale hennepconvenant (een convenant om hennepteelt tegen te gaan), gebruiken we de beleidsregels artikel 13b Opiumwet om in voorkomende gevallen panden te sluiten na aantreffen van een hennepkwekerij en passen we de Wet Bibob actief toe volgens de beleidsregels Bibob. Indicatoren Omschrijving indicator
Een aantal vormen van georganiseerde criminaliteit is geconstateerd en aangepakt.
Realisatie Streef2014 waarde 2015 X
Streefwaarde 2016 X
Streef- Streefwaarde waarde 2017 2018 X
X
Toelichting
Overgenomen uit het Integraal Veiligheidsplan 2012-2015. Door de hoge mate van gevoeligheid van informatie over georganiseerde criminaliteit is het niet mogelijk om concrete cijfers te geven.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Omschrijving indicator
Realisatie Streef2014 waarde 2015
Er is bekend in hoeverre georganiseerde criminaliteit in de gemeente Nieuwegein een plaats heeft.
Streefwaarde 2016
X
22 september 2015
Datum
X
Streef- Streefwaarde waarde 2017 2018 X
X
29 (147)
Toelichting
Overgenomen uit het Integraal Veiligheidsplan 2012-2015.
3. Zorg en Veiligheid In 2015 zijn nieuwe zorgtaken naar de gemeente gekomen. Deze zorgtaken hebben voor een deel ook een directe relatie met de veiligheidstaken, bijvoorbeeld op het gebied van overlast. Om deze samenhang goed vorm te geven willen we een samenwerking tot stand laten komen en/of verbeteren tussen ouders, leerkrachten, de wijkagent, jongerenwerkers, stadstoezichthouders en zorgverleners. Dit moet leiden tot vroegtijdige signalering waardoor overlast en criminaliteit beheerst worden. Activiteiten 2016 Uitwerking verbinding zorg en veiligheid In 2016 zetten we in op versterking van het samenspel tussen partners in het veiligheids- en zorgdomein.
In 2015 is gestart met het bestuurlijk overleg Zorg en Veiligheid. In dit overleg spreken burgemeester, wethouder jeugd, wethouder zorg en basiseenheid chef van de politie met elkaar over de combinatie zorg en veiligheid. Het doel van dit overleg is op bestuurlijk niveau met elkaar ervaringen te delen en afstemming te vinden tussen de gebieden zorg en veiligheid. Ook in 2016 gaan we door met dit overleg.
Begin 2016 wordt het Integraal Veiligheidsplan 2016-2019 opgesteld en aan de raad aangeboden.
4. Toezicht op straat Zichtbaarheid van de toezichthouders en de Boa’s in de wijken zal zoveel mogelijk op niveau blijven. Steeds vaker wordt de inzet van Stadstoezicht gevraagd, daardoor moeten er soms keuzes gemaakt worden over waar deze inzet gepleegd wordt. Activiteiten 2016 In 2016 zal Stadstoezicht meer informatie gestuurd gaan werken. Dit houdt concreet in dat Stadstoezicht op basis van wijkanalyses, klachten en signalen inzet pleegt op de plekken in de stad die daarom vragen. Zo trachten wij aan de voorkant van veel problematiek te gaan zitten, waardoor de leefbaarheid en veiligheid in de wijken vergroot wordt. Verder zal de samenwerking met de verschillende partners in de wijken verder uitgebreid worden. Stadstoezicht heeft, naast de rol van preventief toezicht en repressief handhaven, ook steeds meer een rol om signalen op te pikken die te maken hebben met zorgvraagstukken. Te denken valt hier aan het signalaren van verwaarlozing als een Boa bij iemand aan de deur komt. De Boa zorgt dat deze signalen worden neergelegd in de desbetreffende gebiedsteams. Indicatoren
Programmabegroting 2016 -2019 30 (147)
Raadsnummer
Omschrijving indicator
Realisatie 2014
Werken op basis van wijkanalyses
100%
Streefwaarde 2015 100%
Aantal taken wat op adequaat niveau wordt uitgevoerd
26
26
2015-415
Datum 22 september 2015
Streefwaarde 2016 100%
Streefwaarde 2017 100%
Streefwaarde 2018 100%
26
26
26
Toelichting
Wijkanalyses geven inzicht in de soort problematiek per wijk en maken maatwerk op het gebied van toezicht mogelijk. In 2012 is de methodiek hiertoe ontwikkeld en sinds 2013 zijn er voor alle gebieden in Nieuwegein analyses beschikbaar. In de nota Netheid van de Stad (2008-245) zijn 26 taken benoemd met betrekking tot toezicht en handhaving in de openbare ruimte. Dit betekent dat alle 26 taken met betrekking tot handhaving als beschreven in de nota Netheid van de Stad worden aangepakt. Dit loopt uiteen van reageren op signalen uit de wijk tot dagelijks toezicht.
5. Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Aan de Veiligheidsregio zijn een aantal (wettelijk voorgeschreven) taken toebedeeld zoals brandweerzorg, risico-inventarisatie, adviseren aan het bevoegd gezag over risico’s e.a.. De Wet veiligheidsregio's (Wvr) verplicht het bestuur van de VRU om iedere vier jaar een beleidsplan vast te stellen waarin het beleid is vastgelegd ten aanzien van deze taken van de veiligheidsregio. Het huidige beleidsplan loopt tot 2016. Het nieuwe Beleidsplan 2016-2019 zal na een consultatieronde bij burgemeesters (die het stuk bespreken met hun raden) begin 2016 ter besluitvorming worden voorgelegd aan het Algemeen Bestuur. Activiteiten 2016 De activiteiten van de VRU in 2016 zullen te vinden zijn in het nieuwe beleidsplan 2016-2019.
Vastgesteld beleid Titel
Raadsnummer
Netheid van de Stad, beleidskader handhaving
2008-245
onbebouwde omgeving Integrale Veiligheidsplan 2012-2015
2012-215
Strategische agenda Onderwerp
2016
Integraal Veiligheidsplan 2016-2019
X
VRU beleidsplan 2016-2019
X
2017
2018
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
31 (147)
Wat mag het kosten in 2016?
Rekening 2014
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 (na 2016 2017 2018 2019 wijziging)
Directe lasten Personele inzet (lasten) Overige indirecte lasten
3.241
3.231
3.363
3.363
3.378
3.363
2.380
2.416
0
0
0
0
113
113
70
68
67
66
Totale lasten
5.734
5.760
3.433
3.431
3.445
3.429
Totale baten
656
601
5.123
5.123
513
513
Saldo Programma
-5.078
-5.159
-2.921
-2.919
-2.932
-2.916
Toelichting op de grotere afwijkingen ten opzichte van 2015 Directe lasten: De stijging van de directe lasten wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in 2015 een eenmalig voordeel, vanwege het positieve jaarrekeningresultaat 2014, is geraamd van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Indirecte lasten: De indirecte lasten zijn naar beneden bijgesteld door gepland lager onderhoud van de brandweerkazernes. Baten: Vanaf 2016 ontvangst de gemeente geen opbrengst meer van € 60.000 voor de vergoedingsregeling voor handhaving parkeren en overlast. Verder is in 2015 incidenteel een subsidie ontvangen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor het uitvoeren van proeftuinactiviteiten ad € 36.000. Deze is vervallen in 2016.
Programmabegroting 2016 -2019 32 (147)
Raadsnummer
2.1.3
2015-415
Datum 22 september 2015
Transities Sociaal Domein
Transities Sociaal Domein
Hoofddoel: wat willen we bereiken met het programma? Sinds 1 januari 2015 is de gemeente Nieuwegein verantwoordelijk voor de nieuwe wettelijke taken in het sociaal domein: Jeugdhulp, AWBZ en Werk en Inkomen. Sinds de overheveling (de transities) is hard gewerkt door professionals, vrijwilligers en inwoners om deze nieuwe taken met continuïteit van zorg invulling te geven. We staan hiermee aan het begin van de echte verandering, de transformatie van het sociale domein. De transformatie loopt naar verwachting tot eind 2018 en richt zich op drie doelen die de gemeenteraad in 2013 heeft vastgesteld: 1.
passende ondersteuning voor inwoners, jong en oud, die ondersteuning nodig hebben en,
2.
een hoog niveau van participatie van al haar inwoners, met en zonder beperking,
3.
te realiseren binnen de daartoe beschikbare budgetten.
De komende jaren wordt door middel van acht programma’s extra ingezet de transformatie te realiseren. Omdat de transformatie het gehele sociale domein betreft, kiezen we ervoor in dit programma ook de niet-transitie gerelateerd belangrijke onderwerpen binnen het sociaal domein al vanuit de drie doelstellingen te beschrijven. Dit programma bestaat daarom uit twee delen. Deel 1 beschrijft de doelstellingen en activiteiten van de acht programma’s die transitie gerelateerd zijn (de transformatieagenda). Deel 2 beschrijft de doelstellingen en activiteiten van belangrijke reguliere beleidsonderwerpen in 2016 binnen het sociaal domein. Deze laatste worden zoveel mogelijk in samenhang met de transformatieagenda opgepakt; of zijn daar al deels onderdeel van. Deel 1: De transformatieagenda Visie We staan als overheid voor de opgave om aansluiting te vinden en te behouden op een samenleving waarin veranderingen elkaar steeds sneller opvolgen. Ook vraagt de huidige tijdgeest, in het bijzonder de transformatie in het sociale domein, om een constante oriëntering op taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de gemeente in zijn geheel. Het fundament van de nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen is die van de transformatie naar een samenleving waarin iedereen meedoet. We zijn op weg naar, en inmiddels al begonnen aan een transformatie waarbij de burgers niet participeren in het beleid van de overheid, maar de overheid deelneemt in de netwerken en initiatieven van inwoners. Een samenleving die ook wel als doe-democratie wordt gekenschetst.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
33 (147)
Uitgaande van deze ontwikkeling, die de grondslag vormt voor de transformatieagenda, definiëren we de volgende zes leidende principes om de hoofddoelstellingen te realiseren: 1. Inwoners aan zet 2. Uitgaan van wat mensen kunnen 3. Ruimte voor kansen 4. Co-creatie 5. Gedeeld eigenaarschap 6. Dwars denken De omslag waar we op uit zijn vraagt om eigen verantwoordelijkheid (inwoners aan zet), vraagt om ongedeelde deelname van de inwoners kwetsbaar of niet (uitgaan van wat mensen kunnen), vergt een overheid die ruimte maakt om kansen te creëren, vraagt om co-creatie tussen opdrachtgever (inwoner, overheid) en opdrachtnemer (maatschappelijk middenveld, bedrijfsleven) vanuit gedeeld eigenaarschap. En vraagt ons dwars door oude structuren en beelden te denken. Transformatieagenda in 2016 Langs de leidende principes zoals hiervoor geschetst werken we in 2016 vanuit de transformatie-agenda verder aan de hoofddoelen van het programma: passende ondersteuning, participatie en budgetneutraliteit. We kunnen nu niet voorspellen hoe het in 2018 er allemaal uit zal zien. We kunnen de exacte resultaten waar we naar streven voor 2018 nu niet smart formuleren. Dat zal mogelijk een ander, geïnnoveerd aanbod van ondersteuning en zorg zijn, veelal vrij toegankelijk en onderdeel van en ondersteunt door de samenleving, de buurt, en de familie. Dat kan hele nieuwe vormen van deelname en meedoen aan de samenleving omvatten in een andere waardering van betaald en onbetaald meedoen. Dat kunnen we als overheid niet zelf van de grond krijgen. Daarom werken we aan de fundamenten voor een transformatie van het samenspel tussen overheid, inwoners en maatschappelijke middenveld, waarin de inwoner aan het roer komt. Het programma ‘Eigenwijks’ biedt daarvoor de inhoudelijke handvatten, en definieert leidende principes voor de uitwerking van de transformatieopgaven in diverse transformatieprogramma’s. In 2016 doen we dat concreet met: 1. Programma Eigenwijks 2. Programma De Brede Toegang (met als transformatiefabriek de Stichting Geynwijs) 3. Programma Iedereen doet mee! 4. Programma Kansen voor Jeugd 5. Ontwikkelprogramma Inkoop van individuele- en maatwerkvoorzieningen 6. Programma Wonen en Zorg 7. Programma Beschermd Wonen (nog te ontwikkelen) 8. Gebiedsgericht werken in voeren in de breedte van onze organisatie Deze agenda moet uiteindelijk bijdragen aan een Nieuwegeinse samenleving waarin binnen de beschikbare budgets ondersteuning en zorg voor handen is voor degenen
Programmabegroting 2016 -2019 34 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
die het echt nodig hebben, doordat er nieuwe innovatieve ondersteuningsarrangementen zijn ontstaan, beter en goedkoper dan wat er nu voor handen is, ontstaan vanuit inzet van inwoners, professionals, vrijwilligers en mensen zelf. Een samenleving waarin iedereen meedoet, betaald of onbetaald, en de oude structuren (WMO, AWBZ, W&I, WSW) geen belemmering meer vormen om aan de slag te gaan, op welke manier dan ook, met een positief effect op ieders gezondheid, op ieders sociale vangnet, armoede, en een verhoogde maatschappelijke waarde voor allen door al die bedrijvigheid.
Wat willen we bereiken en wat gaan we in 2016 doen? 1. Programma EigenWijks Nieuwegein (voorheen Gezonde Wijk) Veel inwoners hebben ideeën over hoe hun wijk nog mooier, gezelliger, en beter kan. EigenWijks is een wijkaanpak met, voor en door bewoners. EigenWijks wordt ontwikkeld met inwoners in samenhang met de aanpak Betere Buurten en de Nieuwegeinse woonvisie. Het team Sociaal Programmeurs stimuleert, faciliteert en ondersteunt inwoners waar nodig om samen met andere wijkbewoners, maar ook met winkeliers, scholen, organisaties, verenigingen, aan de slag te gaan met de ideeën. Via (social) media informeren we ook in 2016 de Nieuwegeinse inwoners intensief over Eigenwijks, de energie en ideeën van bewoners en de veranderende wijze waarop de gemeente wil omgaan met inwonersinitiatieven. Door middel van workshops nemen we de organisatie, collega’s en professionals in de wijken mee in deze beweging (inwoners aan zet). Daarnaast neemt EigenWijks deel in de netwerkorganisatie Lijfstyle, waar diverse Nieuwegeinse organisaties en instellingen samenwerken aan het bevorderen van de gezondheid, veerkracht en mentaal welbevinden van onze inwoners. De transformatie vraagt ook van alle onze maatschappelijke partners rolontwikkeling. Lijfstyle doet dit door middel van het geven van gezondheidsinformatie, het houden van grote en kleine events en het ontwikkelen van nieuwe programma’s/producten en het realiseren van verbindingen over financieringsstructuren heen. EigenWijks heeft ook een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de transformatieagenda als geheel. Dit is alleen succesvol als we dat samen met inwoners, vrijwilligers, professionals doen. De ingezette transformatie behelst dat inwoners intensiever dan ooit bij de vaststelling van hun hulpvraag en de oplossing ervan betrokken worden. Via Eigenwijks werken we aan versterking van de participatie en de preventie, vanuit de motivatie van inwoners. Met de sociaal programmeurs bieden we handen en voeten aan de uitvoering van het transformatieprogramma, en de 7 andere programma's die daarin besloten liggen. Activiteiten 2016:
Voortzetten pilots EigenWijks in de wijken Fokkesteeg en JutphaasWijkersloot (gestart juni 2015)
Met de ervaringen uit de pilots EigenWijks de wijkaanpak uitbreiden naar
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
o
Datum
22 september 2015
35 (147)
Merwestein samen met partners in de wijk en Betere Buurten. Zie hiervoor ook programma Ruimtelijke Ontwikkeling.
o
Vreeswijk samen met sleutelfiguren in de wijk die hebben meegewerkt aan een wijkscan van de GGDRU
Sociaal Programmeur aan spreekpunt in de wijk voor sociale vraagstukken en inwonersinitiatieven
Sociaal Programmeurs faciliteren en ondersteunen inwonersinitiatieven
Opzetten van een website ter facilitering van exposure en expertise voor inwonersinitiatieven
Met 3 experimenten meedoen aan de Democratic Challenge van het Ministerie van BZK. De Democratic Challenge staat voor hoe geven we de nieuwe lokale democratie vorm.
Sociaal programmeurs nemen deel aan diverse gemeentelijke projecten (ihkv integraliteit)
Verkennend onderzoek naar mogelijkheden voor een gezondheidspas en/of gezondheidspolis
Workshops crowdfunding voor inwonersinitiatieven en crowdsfundingscoaches
Workshop Deep Democracy. We krijgen steeds meer inwonersinitiatieven. Wat de een zijn prachtige initiatief is, vindt de ander vreselijk. Hoe gaan we hier mee om en brengen we buurtbewoners bij elkaar.
2. Programma Brede Toegang We willen dat inwoners de weg weten te vinden naar informatie, advies en ondersteuning op het gebied van wonen, werken, welzijn, zorg en meedoen via één integrale brede toegang. Via een website, een telefoonnummer en infopunten in de wijk kunnen inwoners op een laagdrempelige wijze antwoord krijgen op hun vragen. In 2016 ontwikkelen we des sociale kaart verder door, en ook de infopunten in de wijk verrijken we met inwoners met nieuwe faciliteiten voor de buurt. Een belangrijk onderdeel van die brede toegang zijn de (gebiedsgerichte) sociaal wijkteams van stichting Geynwijs, waarin professionals uit verschillende disciplines zorgen voor het verhelderen van de hulpvraag en het, samen met de inwoner, vaststellen en realiseren van een oplossing (één huishouden, één plan, één regisseur). De sociaal wijkteams vormen ook de ‘poort’ naar zwaardere zorgvormen en dienen als expertteams en spin in het web voor andere professionals en vrijwilligers in de uitvoering. De medewerkers in de sociaal wijkteams leveren direct ondersteuning (kortdurende interventies) als nodig, en bekijken tegelijkertijd met de betrokken inwoner wat de eventueel gewenste ondersteuning op langere termijn kan zijn. Zo gaan directe ondersteuning en het samen onderzoeken van de oplossing gelijk op. Bij al deze ontwikkelingen willen wij nieuwe vormen van bureaucratisering actief bestrijden. Belangrijk is dat de Brede Toegang, en in het bijzonder de sociale wijkteams van Geynwijs, zich niet bevinden in een professioneel vacuüm. Daarom richt onze inspanning zich in 2016 op het verder positioneren van de stichting Geynwijs (en haar
Programmabegroting 2016 -2019 36 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
werkwijze) in een context van vele relevante partners op nevenliggende domeinen. Dan gaat het om partners die een eigen (wettelijke) bevoegdheid hebben om inwoners door te verwijzen naar specialistische hulp (o.a. huisartsen, jeugdartsen, kinderartsen). Maar het betreft ook partners op domeinen die samenspel vereisen op gebied van veiligheid (o.a. SAVE, Veilig Thuis, Veiligheidshuis, Raad voor de kinderbescherming), werk en inkomen (WIL), wonen (woningbouwcorporaties), de scholen, het vrijwilligerswerk, de mantelzorg, en al die professionals die in de wijk actief zijn met inwoners. Aansluiting onderwijs – jeugdhulp Vanuit Stichting Geynwijs is er sinds 2015 voor elke school in Nieuwegein schoolmaatschappelijk werk beschikbaar. Deze schoolmaatschappelijk medewerkers vormen de verbinding tussen het onderwijs en de jeugdhulp door leerlingen, hun ouders/verzorgers en leerkrachten kortdurende ondersteuning op maat te bieden. Ook zorgen zij voor afstemming met andere professionals in de sociale wijkteams en zijn zij bevoegd om gespecialiseerde jeugdhulp in te zetten wanneer dat door betrokken partijen gewenst is. Het doel is ook in 2016 en verder om door deze ondersteuning dicht bij te brengen de verwijzing naar maatwerkvoorzieningen in te dammen. Relatie zorg en veiligheid De nieuwe zorgtaken die begin 2015 naar de gemeente zijn gekomen, hebben voor een deel ook een directe relatie met veiligheidstaken. Enerzijds gaat het dan om veiligheid in termen van overlast en criminaliteit (zie ook het programma Openbare Orde & Veiligheid, onder Zorg en Veiligheid), anderzijds om de veiligheid van personen in hun huiselijk omgeving, bijvoorbeeld bij huiselijk geweld en kindermishandeling. Ook bij multiprobleemgezinnen speelt naast zorg vaak problematiek op het gebied van veiligheid. Dan zijn naast Geynwijs meerdere partijen betrokken, zoals bijvoorbeeld SAVE Midden-Nederland, de Raad voor de Kinderbescherming, politie en justitie. We willen de samenwerking tussen partijen in de zorg- en veiligheidsketen verder verbeteren. Dit moet leiden tot vroegtijdige signalering waardoor mensen in de knel tijdig worden geholpen en ondersteund, voordat het escaleert. Samenspel met huisartsen, kinderartsen en jeugdartsen De huisartsen, kinderartsen en jeugdartsen (GGD) hebben een eigen wettelijke bevoegdheid om inwoners vanuit hun praktijk door te verwijzen naar aanbieders die opereren onder het regime van de WLZ, de zorgverzekeringswet, de WMO of de Jeugdwet. Dat betekent voor de gemeenten dat zij inwoners doorverwijzen naar een aanbod waar de gemeente financiële verantwoordelijkheid voor draagt, zoals de dagbesteding en de Jeugd-GGZ. Het is daarom van eminent belang dat er samenspel ontstaat met de professionals van Geynwijs in het proces van doorverwijzing vanuit de huisartsen, de kinderartsen en de jeugdartsen naar aanbieders. Inmiddels zijn door de gemeente diverse gesprekken gevoerd met de huisartsen om het samenspel te intensiveren. De gemeente heeft aan de huisartsen aangeboden een praktijkondersteuner voor de huisarts (GGZ) in te zetten in hun praktijk, die tevens agenda-lid is van het Geynwijsteam. De huisartsen hebben zich enthousiast getoond om dit samenspel te ontwikkelen. Inmiddels is de werving voor de POH-GGZ
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
37 (147)
gestart. In 2016 willen we met de huisartsen convenanten sluiten over samenspel met de Geynwijsprofessionals. Inmiddels zijn door de gemeente ook diverse gesprekken gevoerd met de kinderartsen in het Antoniusziekenhuis om het samenspel te intensiveren. De kinderartsen hebben zich enthousiast getoond om dit samenspel samen verder te ontwikkelen. Inmiddels is de afspraak gemaakt om het gesprek tweemaandelijks te vervolgen en het samenspel verder uit te werken. De gesprekken met de GGD over de rol van de jeugdartsen in het doorverwijzen naar specialistische zorg moeten nog worden opgestart. We gaan dit gesprek inzetten via de bestuurlijke lijn, en direct in samenspel met de jeugdartsen. In 2016 willen we afspraken maken over het samenspel van kinder- en jeugdartsen met de professionals van Geynwijs. SPEERPUNT College 2016: Doorontwikkeling Brede Toegang In 2016 zullen we de brede toegang tot zorg en ondersteuning versterken. We zetten in op de doorontwikkeling van de wijkteams van Geynwijs en een goede aansluiting op onderwijs, veiligheidspartners en huisartsen Activiteiten 2016: •
Door ontwikkelen en actualiseren van de digitale sociale kaart die inwoners richting geeft bij het zoeken naar een oplossing voor hun vraag of ondersteuningsbehoefte. Ook professionals en vrijwilligers kunnen hier gebruik van maken;
•
Verdere doorontwikkeling van infopunten (informatie en advies);
•
stichting Geynwijs wordt verder in positie gebracht als verbinder tussen inwoners, vrijwilligers en professionals en kan zo functioneren als transformatiefabriek
Evalueren en versterken van schoolmaatschappelijk werk vanuit Geynwijs.
Verbeteren samenspel tussen de partners in het zorg- en veiligheidsdomein aan de hand van concrete producten en casuïstiek, en heldere afspraken over ieders rol in de keten.
Afpraken met huis-, jeugd- en kinderartsen maken over samenspel met Geynwijsprofessionals.
3. Programma participatie (iedereen doet mee!) Dit programma richt zich op het verstevigen van de participatie van inwoners van Nieuwegein, kwetsbaar of niet. Het meedoen aan de samenleving is voor iedereen belangrijk. Het gaat om werken, sociale contacten, opdoen van vaardigheden, deelnemen en bijdragen aan de maatschappij. Vanuit dit programma wordt in een eerste pijler met inwoners en professionals gewerkt aan het versterken van de zelfredzaamheid. Het gaat hierbij om het creëren of versterken van diensten en (algemene) voorzieningen om inwoners te faciliteren in het zolang mogelijk zelfstandig thuis wonen. Een tweede pijler is ‘meedoen naar vermogen’. Met de regiogemeenten is het schetsontwerp Lekstroom Werkt! opgesteld, waarin een fundamenteel ander kijk op
Programmabegroting 2016 -2019 38 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
het domein werk en inkomen en in bredere zin ‘participatie’ mogelijk wordt . We willen over die eventuele fundamentele wijzigingen duurzaam met de raad in gesprek in 2016. In 2016 wordt ook een programma voorbereid om tot een nieuwe lokale aanpak van participatie (incl. werktoeleiding) te komen. Waarbij iedereen die niet (zo maar) op de arbeidsmarkt actief is, met of zonder beperkingen, wordt uitgenodigd om zijn of haar talent te ontwikkelen, er iets in de samenleving mee te ondernemen, betaald of onbetaald. We gaan op weg naar die nieuwe lokale participatieaanpak, pilots uitvoeren om met en voor jongeren met een beperking een betere positie te realiseren. We gaan aan de slag met een pilot waarin we vanuit de KOEK-methode (klimmen op eigen kracht) in gesprek gaan met mensen die al langdurig buiten de arbeidsmarkt staan, niet over alles wat hen beperkt, maar op zoek naar hun talenten en hen helpen daar iets mee te doen in de samenleving. We gaan, ook in een pilot, voor en met diegenen die niet meer in de oude WSW kunnen instromen op zoek alternatieven om hun deelname aan de samenleving te borgen. De gemeente wil het goede voorbeeld geven als werkgever voor mensen met een beperking, en onze partners stimuleren om dit eveneens te doen. In de pilot Groene Vingers werken we uit hoe we dit inclusieve werkgeverschap vorm kunnen geven. We streven ernaar dat mensen met een beperking zo veel mogelijk bij reguliere werkgevers werk vinden. WIL voert de afspraken die hieromtrent gemaakt zijn, uit. Daarnaast realiseren we alternatieve voorzieningen voor het huidige aanbod van arbeidsmatige dagbesteding, in combinatie met het creëren van participatieplekken voor mensen met een beperking. We verbinden hierin de ‘oude’ domeinen WMO en Werk en Inkomen. Voor de bestaande constructie van de WSW gaan we op zoek naar een alternatief, waarbij huidige deelnemers in de WSW een plek wordt gegeven bij reguliere werkgevers, met behoud van hun rechten. De pilots en de debatten met de raad zullen in de loop van 2016 tot een verdere invulling leiden van de lokale aanpak voor participatie. Een derde pijler binnen het transformatieprogramma Participatie wordt gevormd door versterking van vrijwilligerswerk en mantelzorg. We zijn in 2015 gestart met een proces waarin de vrijwilligers en hun organisaties aan het roer staan van de verdere ontwikkeling en versterking van het vrijwilligerswerk in Nieuwegein. Het jaar 2016 wordt een jaar van effectuering van hun ambities. Een vierde pijler is het uitvoeringsprogramma van het armoedebeleid. Dit richt zich op versterken van de informatievoorziening aan inwoners, de versterking van het netwerk van betrokken inwoners en partners die zich inzetten bij het bestrijden van armoede en een kanteling in dit programma naar het investeren in duurzame participatie. SPEERPUNT College 2016: versterken vrijwillige inzet De inzet van vrijwilligers staat aan de basis van een betrokken en actieve gemeente. Vrijwilligers en initiatiefnemers pakken in 2016 de ruimte om samen vorm te geven
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
39 (147)
aan hun ambities. We ondersteunen daarbij en leren van hun adviezen. Ook omarmen we de Right to Challenge; het recht op initiatief. Activiteiten 2016:
Versterken en uitbreiden algemene voorzieningen voor ondersteuning en participatie
Creëren van participatieplekken in de wijk
Alternatieve inzet realiseren (bij regulier werkgevers) voor huidige deelnemers in de WsW
Ontwerp van een uitvoeringsprogramma Lekstroom Werkt! met een sterk lokale aanpak
Pilot voor jongeren met een beperking, mensen die niet meer in de oude WSW kunnen instromen en pilots gericht op talentontwikkeling van inwoners die al lang (en ver) buiten de arbeidsmarkt staan
Voorstellen ontwikkelen voor de nieuwe uitvoering van een programma gericht op de participatie van allen, beperkt of niet.
Versterken van vrijwilligerswerk en mantelzorg
Afronding van de implementatie van de maatregelen uit het beleidsplan Armoedebeleid 2015, waaronder onder andere de (door)ontwikkeling van een stadspas voor Nieuwegein en de ontwikkeling van een regeling voor de subsidiering van particuliere initiatieven die zich inzetten voor minima.
4. Programma Kansen voor Jeugd Dit programma richt zich op jongeren die als gevolg van een combinatie van factoren dreigen de binding of aansluiting met de maatschappij te verliezen en/of geneigd zijn de samenleving de rug toe te keren. De doelgroep en de problematiek waarmee zij kampt is divers en complex. Met het programma willen we de participatie van deze jongeren in de maatschappij vergroten. Met de overheveling van taken en verantwoordelijkheden vanuit de AWBZ, Jeugdhulp en Participatiewet, zien wij kansen en mogelijkheden om voor deze jongeren werkelijk het verschil te maken. Met een integrale benadering vanuit de verschillende disciplines, het aanbrengen van samenhang in inspanningen en het leveren van maatwerk, willen wij de vicieuze cirkel waar deze jongeren zich vaak ook al van generatie op generatie in bevinden, doorbreken. Een voorbeeld: een groep jongeren lukt het niet binnen het huidige onderwijssysteem en met de aanwezige hulp en ondersteuning (uit hun eigen netwerk of de maatschappij) een startkwalificatie te behalen. De oorzaak is ook bij hen veelal gelegen in een combinatie van persoonlijke factoren, factoren in de directe leefomgeving en/of de wijze waarop de maatschappij (het onderwijssysteem in dit voorbeeld) is ingericht. Dit staat duurzame maatschappelijke participatie in de weg. Met het programma stellen wij ons tot doel om met elkaar tot oplossingen te komen zo dat ook deze jongeren hun plek vinden in de maatschappij, met of zonder startkwalificatie. Wij willen dit doen door aan de jongere te vragen wat hij/zij nodig heeft, zijn/ haar talenten zichtbaar te maken en de inrichting van de maatschappij hier
Programmabegroting 2016 -2019 40 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
binnen de mogelijkheden op aan te passen. Wat dit laatste betreft, achten wij meer mogelijk dan wellicht wordt gedacht. Activiteiten 2016:
In 2015 is het werkprogramma uitgewerkt met betrokken partners. De start van de eerste fase van het werkprogramma is in 2016.
Belangrijke onderdelen van het reguliere jeugd- en onderwijsbeleid worden in 2016 waar mogelijk geïntegreerd programma Meer kansen voor onze Jeugd (bijv. aanpak voortijdig schoolverlaten en/of het preventief jeugdbeleid). Daardoor kunnen we meer samenhang aanbrengen in de instrumenten die worden ingezet en bepalen welke maatregelen in de toekomst een plek krijgen in het programma omdat hun effectiviteit onomstreden is dan wel een wijziging in accent behoeven. 5. Programma Inkoop AWBZ/Wmo en jeugdhulp De transformatieopgave voor de komende jaren (passende ondersteuning voor bewoners bieden binnen beschikbare budgetten, dus de goedkoopste en beste oplossing) vraagt om een inkoopstrategie die hieraan bijdraagt. Door een andere wijze van inkoop te ontwikkelen, benutten we de kansen om innovatie van het hulpaanbod en maatwerk voor onze inwoners te realiseren. In 2015 is de methodiek bestuurlijk aanbesteden ook voor de inkoop jeugd ingevoerd. Activiteit 2016:
Op basis van de ervaringen inkoop 2015 verder ontwikkelen van de inkoopstrategie
6. Programma Wonen en Zorg Begin 2016 wordt het programma wonen en zorg, dat wordt opgesteld op basis van een participatietraject met zorginstanties, vastgoedpartijen en de doelgroep, aangeboden aan de raad voor vaststelling. Het programma draagt bij aan de realisatie van de ambitie uit de woonvisie om het woningaanbod voor mensen met een hulp of zorgbehoefte beter aan te laten sluiten op de vraag. Veel mensen willen graag langer zelfstandig blijven wonen en daarnaast is de toegang tot intramurale voorzieningen ingeperkt. Langer zelfredzaam kunnen wonen is daarom het uitgangspunt. In het programma wordt met inwoners en bijvoorbeeld corporaties en zorgaanbieders gewerkt aan het aanpassen van bestaande woningen, het realiseren van nieuwe woonconcepten en het op orde brengen van de randvoorwaarden om de zelfredzaamheid te vergroten. Activiteiten 2016 bij vaststelling programma: - Uitkomsten eerste pilot (Wenkebachplantsoen, Wijkersloot) effectueren en realiseren en tweede pilot uitvoeren (Colijnpark, Galecop) - Onderzoeken of er behoefte is aan groepswonen onder Nieuwegeinse ouderen - Stimuleren van de realisatie van nultredenwoningen en verzorgd wonen
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
41 (147)
- Verder uitwerken werkprogramma huisvesting kwetsbare jeugdigen en andere doelgroepen (Pension Hommeles) - Ontwikkelen nieuwe concepten met inwoners met een beperking
7. Programma Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang In het kader van de Wmo is de gemeente Utrecht vanaf 2015 als centrumgemeente niet alleen verantwoordelijke voor de maatschappelijke opvang maar ook voor beschermd wonen in de regio’s Lekstroom, Utrecht-West, Zuidoost en stad Utrecht. In het beleidsplan 2015, waarin vooral de focus lag op continuïteit van de zorg, is afgesproken dat voor 2016-2020 een beleidsplan wordt opgesteld dat het beleid voor de periode 2016-2020 beschrijft. De uitwerking van een aantal aandachtsgebieden moet leiden tot een effectievere en efficiëntere uitvoering van opvang en beschermd wonen. De belangrijkste aandachtsgebieden zijn: - doorontwikkeling eerste opvang - herinrichting producten - verhoging participatie cliënten - sturing en bekostiging Het programma is er op gericht om (in Lekstroomverband) een passend antwoord te vinden op het werken met een centrumgemeente in het kader van beschermd wonen. M.n. het bevorderen en faciliteren van de overgang van beschermd wonen naar de extramurale lokale setting is hierin een speerpunt. Het is de verwachting dat Utrecht per 1 januari 2017 de rol van centrumgemeente loslaat. Dat heeft substantiële impact op wonen en zorg voor deze doelgroep in Nieuwegein Activiteit 2016:
verder uitwerken van de (regionale) opgave als input voor het beleidsplan 2016-2020
8. Programma gebiedsgericht werken in de gemeentelijke organisatie Nieuwegein heeft in de afgelopen jaren een ontwikkeling doorgemaakt om meer gebiedsgericht te werken. De aanpak is daarbij zoveel mogelijk ondersteunend: we faciliteren initiatieven die passen binnen het gemeentelijk beleid en gaan aan de slag met wijkproblematiek die door inwoners wordt ingebracht. In 2016 wordt gewerkt aan synergie in de aanpak vanuit de verschillende domeinen om daarmee de integraliteit en de effectiviteit te verhogen. Regionale samenwerking Ook in 2016 werken we met de andere Lekstroom gemeenten samen waar dat tot goedkopere of betere dienstverlening aan onze inwoners leidt. Er is een Bestuurlijk platform actief waaraan de wethouders met de transities in portefeuille deelnemen, en een overleg van gemeentesecretarissen waarin afstemming op ambtelijk niveau
Programmabegroting 2016 -2019 42 (147)
2015-415
Raadsnummer
Datum 22 september 2015
plaatsvindt. Daarnaast worden de transities op onderdelen ook in het verband van de U-10 gemeenten, en met de gemeenten Utrecht en Amersfoort (beschermd wonen, Veilig Thuis (voorheen AMHK)) en provinciaal overleg Jeugd afgestemd en zaken voorbereid. Onze inzet bij regionale samenwerking is het vergroten van de slagkracht en het verminderen van financiële en inhoudelijke risico’s van de vijf gemeenten. Voor 2016 hebben we een deel van het professionele aanbod gezamenlijk ingekocht via ‘gastgemeente’ Houten. Ook is in 2015 de regionale back-office voor de jeugdhulp ingericht en operationeel geworden. In 2016 wordt vanuit Nieuwegein de administratie oud-WMO en de nieuwe administratie ex-AWBZ overgezet naar de gastgemeente Houten. Dat ligt voor de hand om de overlap in de dienstverlening tussen verschillende doelgroepen, de uniforme rapportage en omdat ook de inkoop van individuele- en maatwerkvoorzieningen vanuit het regionale inkoopteam integraal plaatsvindt. De regio Lekstroom is ook de schaal voor de samenwerking met zorgverzekeraar en zorgkantoor Achmea, met wie we een regionale samenwerkingsagenda opstellen. Activiteiten 2016:
Uitbreiden regionale back-office voor Jeugd in de gastgemeente Houten, met administratie van oud-WMO en ex-AWBZ-clientèle
Samenwerkingsafspraken met preferente zorgverzekeraar Achmea.
Deel 2: Regulier beleid SMO Wat willen we bereiken? En wat gaan we in 2016 doen? Transformatiedoel 1:
passende ondersteuning voor inwoners, jong en oud ( incl. infrastructuur qua voorzieningen en preventie van hulpvragen)
Jeugdgezondheidszorg 0 tot 19 jaar De jeugdgezondheidszorg (JGZ) is de preventieve gezondheidszorg voor jeugdigen van 0-19 jaar. Het bereik van de JGZ is al jarenlang hoog. De JGZ heeft tot doel het bevorderen, beschermen en bewaken van de lichamelijke, cognitieve, sociale en geestelijke gezondheid en ontwikkeling van alle jeugdigen. De JGZ voert vooral activiteiten uit op het terrein van ziektepreventie (bijvoorbeeld vaccinaties), gezondheidsbevordering (bijvoorbeeld voorlichting) en vroeg-signalering (bijvoorbeeld van psychosociale problemen). Vanaf 1 januari2016 wordt volgens planning gestart met een integrale JGZ uitgevoerd door de GGDrU. Activiteiten 2016:
Het vormgeven van de JGZ van 0-4 en 4-19 jaar naar een integrale JGZ van 012 en 12-19 jaar.
De voorbereiding van de Europese aanbesteding van het digitaal dossier JGZ.
Het versterken van de verbindingen tussen de GGDrU, wijkteams en andere partners.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
43 (147)
Het nader bepalen van de mogelijkheden voor de uitvoering van preventieve gezondheidsprogramma’s in samenwerking met partners.
Onderwijsachterstandenbeleid Met het onderwijsachterstandenbeleid worden kinderen ondersteund die (mogelijk) een taalachterstand hebben. Deze ondersteuning draagt bij aan een goede start op de basisschool. De specifieke uitkering van het Rijk voor de periode 2011-2015 is met een jaar verlengd. In 2016 continueren we het integrale beleid Peuterspeelzaalwerk (PSZ) en Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) dat voor de periode 2011-2015 is vastgesteld. Activiteiten 2016:
Het voortzetten van de voorschoolse educatie in het peuterspeelzaalwerk, kinderopvang.
Het verbeteren van de doorgaande lijn voor- en vroegschoolse educatie en het maken van resultaatsafspraken.
Het voortzetten van de bovenschoolse schakelklassen, ook die voor vluchtelingen die in 2015 is gestart.
Het vergroten van de ouderbetrokkenheid.
Het beleid van het PSZ en OAB 2011-2016 evalueren en beleid voor de nieuwe periode formuleren. Met name voor het PSZ beleid zal de harmonisatie kinderopvang en PSZ van invloed zijn.
Preventie alcohol- en drugsgebruik In 2014 is het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol vastgesteld door de gemeenteraad. Doel is om met name het alcoholgebruik onder jongeren te verminderen, vanwege de gezondheidsrisico’s die gepaard gaan met alcoholgebruik op jonge leeftijd. Daarnaast is er ook aandacht voor drugsgebruik. Jaarlijks wordt er door het college van B&W een activiteitenplan vastgesteld met de activiteiten die in dat jaar plaatsvinden om de doelstellingen uit het preventie- en handhavingsplan Alcohol te halen. Activiteiten 2016:
Uitvoering van activiteiten uit het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2014-2017. Dit betreft voor 2016: o
jaarlijks doorlopende activiteiten (waaronder preventielessen op scholen over alcohol- en drugsgebruik en toezicht en handhaving op de Drank- en Horecawet)
o
voortzetting van in 2014-2015 ingezette activiteiten: stimuleren opstellen schenkbeleid bij sportverenigingen, aanpak volgend uit het in 2015 opgestelde regiobrede rapportage rond drugsgebruik.
o
het oppakken van een nieuwe activiteit uit het PHP Alcohol.
SPEERPUNT College 2016: Bundeling en professionalisering vastgoed, herijking onderwijshuisvesting en sportaccommodaties. Relatief veel lokalen van scholen worden niet gebruikt voor onderwijsdoeleinden. Gezamenlijk met de schoolbesturen wordt een toekomstvisie onderwijshuisvesting 2030 opgesteld, gestart in 2015, op de spreiding van basisscholen over de wijken,
Programmabegroting 2016 -2019 44 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
gebaseerd op behoefte en niet langer op basis van handhaving van alle denominaties in elke wijk. We pakken dit op in samenhang met de herijking van de sportaccommodaties en de bundeling en professionalisering vastgoed. Activiteiten 2016:
Het definitieve onderwijshuisvestingplan 2030 in een college-en raadsvoorstel uitwerken zodat de raad hierover besluiten kan nemen.
Afhankelijk van de besluitvorming door de raad, planvoorbereidingen treffen voor de uitvoering van de genomen besluiten.
Transformatiedoel 2:
een hoog niveau van participatie van inwoners
Leerplicht en Voortijdig schoolverlaten De maatregelen van leerplicht en het Regionaal Meld- en Coördinatiecentrum (RMC) in 2016 richten zich op het voorkomen en bestrijden van verzuim, begeleiden van leerlingen en ouders bij problematisch verzuim of uitval, op de doorstroom van het voortgezet onderwijs (VO) naar middelbaar beroepsonderwijs (MBO), op de begeleiding van 18+-ers bij o.a. de studie- en beroepskeuze in het VO en MBO en tot slot op het ondersteunen bij het vinden en vasthouden van een stage- of werkplek bij beroepsgerichte opleidingen. Uiteraard signaleren ook de leerplichtambtenaren vaak achterliggende problematiek in gezinnen. Het is zaak in 2016 het samenspel met Geynwijs op dat punt goed te organiseren en vanuit ieders verantwoordelijkheid te handelen. Activiteiten 2016:
Vanaf schooljaar 2015/2016 wordt de leerplichtadministratie van de Lekstroom-gemeenten centraal gevoerd vanuit Nieuwegein in verband met efficiëncywinst.
Samenspel leerplicht en Geynwijs voor als er meer aan de hand is dan het niet volgen van onderwijs.
Vanaf schooljaar 2015/2016 wordt gestart met de nieuwe Entree-opleidingen bij ROC MN en MBO-Utrecht ter vervanging van de MBO-1 opleiding. De Entree-opleiding geeft jongeren zonder diploma de kans om in maximaal twee jaar het diploma Entree te behalen welke toegang biedt tot de niveau2-opleidingen dan wel toeleidt naar de arbeidsmarkt. De onderwijspartners en gemeenten in de RMC Regio Utrecht hebben in 2015 een samenwerkingsovereenkomst ondertekend en werken samen bij de realisatie van een sluitend aanbod voor kwetsbare jongeren.
Aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt Met de komst van de Participatiewet per 1 januari 2015 en de overheveling van taken (persoonlijke begeleiding) van de AWBZ naar de Wmo is de samenwerking tussen onderwijspartners en gemeenten essentieel veranderd. De samenwerking moet ertoe leiden dat er een goede aansluiting is van onderwijs op arbeid dan wel op dagbesteding, met name voor jongeren die uitstromen uit het Praktijkonderwijs
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
45 (147)
(PrO) en het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) richting de arbeidsmarkt of dagbesteding. Dit is onderdeel van het werkprogramma Kansen voor Jeugd. Activiteiten 2016
In 2015 is een convenant ondertekend tussen de onderwijspartners en gemeenten waarin voor het schooljaar 2015/2016 is afgesproken dat er vroegtijdig, in het jaar voordat de jongeren het onderwijs verlaten, contact is tussen het onderwijs en de gemeente over de uitstroommogelijkheden en de mogelijke ondersteuning hierbij door de gemeente. Iedere gemeente in de RMC regio Utrecht heeft een contactpersoon (en/of loket) dat fungeert als eerste aanspreekpunt voor de scholen inzake de uitstromende jongeren.
Het voornemen is de RMC-formatie van het Jongerenloket Lekstroom, waarin WIL en RMC-Lekstroom samenwerken, tijdelijk voor de duur van een jaar uit te breiden om ook jongeren tussen 23 en 27 jaar trajectbegeleiding te kunnen bieden. Voordeel hiervan is dat ook voor deze jongeren het voortijdig schoolverlaten wordt verkleind en de aansluiting naar de arbeidsmarkt wordt vergroot. Na een jaar wordt het effect van de uitbreiding geëvalueerd.
Volwasseneneducatie Volwasseneneducatie bestaat uit basiseducatie op gebied van taal (trajecten NT2, alfabetisering en NT1 voor laaggeletterden). De gemeente Utrecht is per 2015 de centrumgemeente op het gebied van educatie voor de gehele arbeidsmarktregio, en daarmee verantwoordelijk voor het opstellen van een regionaal plan en de overeenkomsten met het ROC MN en de nieuwe taalaanbieder die in september 2015 is gestart, op basis van de input van de diverse subregio’s. Activiteiten 2016:
In 2016 wordt nog 50% van het beschikbare budget besteed bij het ROC Midden Nederland. De overige 50% wordt ingezet voor formele educatie bij de nieuwe taalaanbieder en de ontwikkeling van een Taalhuis.
Eind 2015 starten we met een regionaal Taalhuis. Dit betreft een netwerksamenwerking tussen de bibliotheken van Lekstroom, de gemeenten, WIL en de aanbieders van (non)formele Educatie met als doel het ondersteunen van anderstaligen en laaggeletterden. Deze ondersteuning biedt tevens veel mogelijkheden voor vrijwillige inzet van inwoners.
Jeugdparticipatie Bestaande jeugdproducten worden voortgezet in 2016. Daarnaast is in 2015 ingezet op een actieve bijdrage van jongeren aan de toekomstvisie Nieuwegein (bijeenkomsten en communicatie traject). Activiteiten in 2016:
Faciliteren jongerenraad organisatie jeugddebat, jongerenpanel, uitreiken jongerenlintje De Doorslag)
We organiseren gastlessen om jongeren actief te betrekken bij en te informeren over politieke jeugdparticipatie, met als doel dat jongeren bijvoorbeeld gaan deelnemen aan de jongerenraad.
In het schooljaar 2015/ 2016 word een wervingscampagne opgezet om meer jongeren te interesseren voor deelname aan de jongerenraad.
Programmabegroting 2016 -2019 46 (147)
Raadsnummer
Transformatiedoel 3:
2015-415
Datum 22 september 2015
realisatie binnen bestaande budgetten
Een van de doelstellingen van de herstructurering van het sociale domein, zoals door de raad gedefinieerd, is het realiseren van ondersteuning en participatie binnen de daartoe beschikbare middelen. De middelen die met de transities zijn meegekomen per 1-1-2015 lopen in de komende jaren verder terug. In de transformatie agenda zijn de maatregelen beschreven die er toe moeten leiden dat de participatie- en ondersteuningsdoelstelling ondanks de krimpende budgets binnen de daartoe beschikbare middelen meerjarig worden gerealiseerd. Activiteiten 2016
Kwartaal rapportage aan de Raad over financiële ontwikkeling
Strategische agenda Onderwerp:
2016
2017
2018
Doorontwikkelen regionale samenwerking
x
x
X
Inkoopstrategie
x
X
X
Evaluatie overgangsjaar
x
Diverse verordeningen o.a. participatiewet en beschut
X
X
werk Kadernotitie jeugd
X
Verordening Wmo & Jeugd integreren
x
Indicatoren Omschrijving indicator Dekkend
Realisatie
Streef-
Streef-
Streef-
Streef-
2014
waarde
waarde
waarde
waarde
2015
2016
2017
2018
100%
100%
100%
100%
100%
n.v.t.
0-meting
- 20%
-30%
n.v.t.
0-meting
+ 20%
+ 30%
n.v.t.
0-meting
n.t.b.
n.t.b.
hoogwaardig aanbod voorschoolse educatie (aantal doelgroep-kinderen in ijkjaar 2010 was 214) Gebruik jeugdzorgvoorzieni ngen1 Gebruik schoolmaatschappel ijk werk1 Verkorting
n.t.b.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Omschrijving indicator
Datum
22 september 2015
47 (147)
Realisatie
Streef-
Streef-
Streef-
Streef-
2014
waarde
waarde
waarde
waarde
2015
2016
2017
2018
0-meting
n.t.b
n.t.b.
n.t.b.
0-meting
- 20%
-30%
0-metingn
+ 20%
+ 30%
0-metingn
n.t.b.
n.t.b.
n.t.b.
0-metingn
n.t.b.
n.t.b.
n.t.b.
0-metingn
n.t.b.
n.t.b.
n.t.b.
0-meting
n.t.b.
n.t.b.
n.t.b.
48%
52%
53%
3
4
5
60
60
550
770
800
800
50
50
50
50
gemiddelde duur traject1 Herhaling na
n.v.t.
afgerond traject1 Gebruik
n.v.t.
maatwerkvoorzieni 1)
ngen
Gebruik algemene
n.v.t.
voorzieningen1) Gemiddelde duur
n.v.t.
traject1) Klanttevredenheid1)
n.v.t.
Aantal
n.v.t.
bewonersinitiatieve n1) Aantal
n.v.t.
mantelzorgers
1)
Deelname
44%
vrijwilligerswerk Aantal buurtpleinen
3 1)
5
67 onder Aantal gezinnen onder regie van CMPG
regie en 57
50 (1-8-
doorverwij
2014)
zingen/adv iezen
Het aantal plaatsingen van klanten bij werkgevers op regulier werk, werkervaringsplaat s, participatieplaats, tegenprestatie en beschut werk1 Het aantal plaatsingen van klanten in het kader van Social Return on Investment (aantal is reeds opgenomen in
Programmabegroting 2016 -2019 48 (147)
Raadsnummer
Omschrijving indicator
2015-415
Datum 22 september 2015
Realisatie
Streef-
Streef-
Streef-
Streef-
2014
waarde
waarde
waarde
waarde
2015
2016
2017
2018
7
7,3
7,5
7,5
32%
n.t.b.
n.t.b.
n.t.b.
indicator hierboven)
1
Tevredenheid van werkgevers over WIL
1
(0= zeer slecht, 10 = uitstekend). Instroompercentag e: het aantal aanvragen dat wordt toegekend afgezet tegen het totaal aantal aanvragen1 Preventiequote1
49%
50%
50%
50%
47% < 2 j
48% < 2 j
50% < 2 j
50% < 2 j
40%
41%
41%
41%
88%
89%
89%
89%
89%
95%
100%
100%
+5%
n.t.b.
Gemiddelde duur van de uitkering van klanten (verdeeld naar klantgroep)1 Uitstroom uit WWB uitkering naar zelfstandig beroep of bedrijf, regulier werk, of gesubsidieerd werk (verdeeld naar klantgroep)1 Gebruik minimaregelingen t.o.v. 2014 (te meten aan de hand van het percentage
100%
100%
bereik) Percentage afgehandelde aanvragen bijzondere bijstand met een doorlooptijd < 8 weken1 Bekendheid van klanten met de
n.t.b.
n.t.b.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Omschrijving
Datum
22 september 2015
49 (147)
Realisatie
Streef-
Streef-
Streef-
Streef-
2014
waarde
waarde
waarde
waarde
2015
2016
2017
2018
indicator beschikbare regelingen t.o.v. 20141
1) Dit is een nieuwe indicator, die deel uitmaakt van de in Lekstroomverband opgestelde indicatorenset. Omdat het nieuwe taken betreft is een 0-meting niet voorhanden. Die wordt in 2015 gedaan. Reële streefwaarden zullen op basis van de ervaringen in 2015 worden aangereikt.
Vastgesteld beleid Titel:
Raadsnummer
Beleidsnota PSZ en OAB 2011-2015
2011-325
Kadernotitie jeugdhulp 2013-2017
2013-296
Beleidsplan 2014-2018 zorg voor jeugd
2013-475
Verordening Jeugd 2015
2014-334
Beleidsplan jeugdparticipatie
2013-006
Beleidskader Wmo (Welzijn)-Gezondheid
2014-179
Verordening WMO 2015
2014-335
Armoedebeleidsplan 2015 - 2018
2014-421
Meerjarenbegroting Werk en inkomen Lekstroom
2015-035
Programmabegroting Pauw
2014-
Participatieverordening WIL
2015-205
Afstemmingsverordening Participatiewet en IOAW-IOAZ WIL
2014-419
Verordening Handhaving WIL
2013-119
Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang WIL
2014-056
Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive
2013-135
Verordening individuele studietoeslag WIL
2015-204
Gemeenschappelijke regeling WIL
2012-337
Verordening individuele inkomenstoeslag WIL
2014-407
Verordening Participatie kinderen van ouders met een laag
2014-421
inkomen Businesscase WIL
Wat mag het kosten in 2016?
2012-337
Programmabegroting 2016 -2019 50 (147)
Raadsnummer
2015-415
Rekening 2014
Datum 22 september 2015
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 (na 2016 2017 2018 2019 wijziging)
Directe lasten Personele inzet (lasten) Overige indirecte lasten
46.241
70.634
66.503
64.076
63.558
63.336
5.955
6.149
0
0
0
0
5.435
5.271
4.288
4.124
4.042
3.880
Totale lasten
57.631
82.053
70.791
68.200
67.600
67.217
Totale baten
30.195
22.591
20.348
20.376
20.376
20.377
Saldo Programma
-27.436
-59.462
-50.443
-47.824
-47.224
-46.840
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
51 (147)
Toelichting op de grotere afwijkingen ten opzichte van 2015 Directe lasten: Voor 2016 bedraagt de verlaging van de rijksvergoeding voor jeugd € 1.750.000. De budgetten voor de uitgaven zijn met dit zelfde bedrag verlaagd. De uitvoering van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) wordt door de gemeente Utrecht uitgevoerd. De rijksbijdrage van € 146.000 hiervoor wordt sindsdien rechtstreeks toegekend aan de gemeente Utrecht. Zowel de lasten als de baten zijn vervallen. De diverse kortingen op de rijksbudgetten zijn voor huishoudelijke hulp (€ 400.000) en de WMO nieuwe taken (€ 1.150.000). De uitgaven zijn met het zelfde bedrag verlaagd. In de begroting 2016 is de basisbegroting, de lokale maatwerkbegroting en de innovatiebegroting van WIL voor 2016 verwerkt. Ten opzichte van 2015 dalen de kosten met € 547.000. De middelen voor Participatie minimabeleid zijn ten opzichte van 2015 € 135.000 hoger als gevolg van verruiming van het beleid. Voor de uitvoering van taken voor schuldhulpverlening is € 139.000 meer aan de begroting toegevoegd. De uitkering voor de Sociale werkvoorziening, die met ingang van 2015 is opgenomen in de Integratie uitkering sociaal domein is voor € 265.000 lager vastgesteld. Deze middelen worden één op één doorgesluisd naar de PAUW bedrijven. Daarnaast is de gemeentelijke bijdrage verhoogd met € 65.000. Indirecte lasten: Met ingang van 2015 is de gemeente niet meer verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van de schoolaccommodaties. Hierdoor is de structurele storting in de voorziening onderwijshuisvesting van € 715.000 niet meer nodig. Daarnaast zijn de kapitaallasten voor de onderwijsaccommodaties € 172.000 lager. Met ingang van 2016 vindt geen doorrekening van uren voor onderhoud meer plaats. Ten opzichte van 2015 verklaart dit een verlaging van € 87.000. Baten: In de begroting 2015 was de rijksbijdrage van € 923.000 voor opvang en beschermd wonen en de extra rijkstoelage voor huishoudelijke hulp van € 364.000 op dit programma geraamd. In 2016 is dit onderdeel van de algemene uitkering en wordt verantwoord op het programma Algemene dekkingsmiddelen. De rijksbijdrage voor volwasseneducatie van € 146.000 wordt in het kader van de gewijzigde WEB rechtstreeks toegekend aan de gemeente Utrecht. Met ingang van 2016 ontvangen we de compensabele btw voor re-integratiekosten niet meer. Dit verlaagd de inkomsten met € 200.000. De totale inkomsten voor Participatie/Werk en Inkomen dalen ten opzichte van 2015 met € 547.000. Dit komt overeen met de lagere uitgaven voor deze taken ten opzichte van 2015.
Programmabegroting 2016 -2019 52 (147)
Raadsnummer
2.1.4
2015-415
Datum 22 september 2015
Economie en Vrije Tijd
Het programma Economie & Vrije Tijd is een programma die direct betrekking heeft op het Sociaal Domein. Kern van onze inzet in het Sociaal Domein is het bevorderen van de participatie en zelfredzaamheid van onze inwoners. Dat doen we door in te zetten op het versterken van de eigen kracht (het vermogen om problemen het hoofd te bieden), op het bevorderen van meedoen ((vrijwilligers)werk, onderwijs) in de samenleving naar eigen vermogen, en op het ombuigen van het gebruik van voorzieningen (zo licht, kort en dichtbij als mogelijk). Daarnaast nemen we de inspanningsverplichting op ons om ervoor te zorgen dat niemand hierbij buiten de boot valt. Hoofddoel: wat willen we bereiken met het programma? Het doel van het programma Economie & Vrije Tijd is om een bijdrage te leveren aan een samenleving met veerkrachtige, gezonde en betrokken inwoners en ondernemers. Het programma is gericht op meedoen, ontmoeten en (letterlijk) in beweging komen. Deze factoren dragen in belangrijke mate bij aan het welzijn van inwoners, maar ook aan het versterken van netwerken, het tegengaan van eenzaamheid en het vergroten van de zelfredzaamheid. Een gezonde economie, goede werkgelegenheid en een aantrekkelijk aanbod aan mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding vormen samen een basis waar de programma’s maatschappelijke ondersteuning, jeugd en participatie op gaan rusten. Onze rol hierbij is om waardevolle initiatieven te ondersteunen, stimuleren en faciliteren. In bepaalde gevallen hebben wij de lead, waarbij wij nadrukkelijk willen inzetten op de verbinding tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid. De verschillende onderdelen van het programma zijn: •
Economie: Economische visie, Kantorenaanpak, Binden en verbinden met het bedrijfsleven, Bedrijvenpark Het Klooster, Retailvisie, Liesbosch, Regio, Ambacht;
•
Vrije tijd: Sport & Bewegen, Cultuur, Bibliotheek, DE KOM Stadstheater & Kunstencentrum, Cultuureducatie, Amateurkunst, Beeldende kunst, Popmuziek, Media, Erfgoedinstellingen, Toerisme & Recreatie, Evenementen.
Economie Doel: Een sterke economie is één van de belangrijkste voorwaarden om te kunnen blijven bouwen aan een sociale gemeente. Het hebben van een baan in een veilige en prettige omgeving draagt in belangrijke mate bij aan het welzijn van mensen. Werk zorgt voor financiële zekerheid, leidt tot sociale contacten en versterkt de eigenwaarde. Een sterke economie en economische groei zijn niet langer vanzelfsprekend en vraagt om een gezamenlijke inspanning. Flexibiliteit en durf om kansen te zien en te benutten zijn daarbij, meer dan voorheen, belangrijke uitgangspunten.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
53 (147)
Ondernemers zijn belangrijk voor ons. Ze bieden werkgelegenheid en daarmee ook welvaart en welzijn voor onze inwoners. Concreet willen we het Nieuwegeins ondernemersklimaat verbeteren en onze positie in de economie van Midden Nederland verder versterken. Uitgangspunt hierbij is: ‘ondernemers moeten kunnen ondernemen’. We blijven daarom streven naar het verminderen van onnodige regelgeving. Ondernemers kunnen terecht bij een vast aanspreekpunt in de gemeente. We denken in kansen en mogelijkheden. Daarnaast zetten we in op het versterken van de bestaande relaties met het bedrijfsleven en de binding van bedrijven aan de stad. Wij geloven in onderlinge samenwerking. Dit maakt ondernemers sterker. De gemeente kan een belangrijke rol vervullen in het tot stand brengen van deze verbindingen. Dit staat ook verwoord in de in 2011 vastgestelde Economische visie Nieuwegein. Wat gaan we doen in 2016? SPEERPUNT College 2016: Economische visie De Nieuwegeinse economie staat voor een aantal forse uitdagingen. Deze komen voort uit een aantal structurele veranderingen in de economie die hun (ruimtelijke) impact hebben in onze stad. De behoefte aan (fysieke) kantoren, bedrijventerreinen en winkelcentra verandert onder invloed van technologie en demografie. Het coalitieakkoord spreekt over meer ruimte voor experimenten en kansen vanuit de samenleving zelf. Voor onze stad is het dan ook van groot belang om actief positie te bepalen. Wij willen de ondernemers en bijbehorende werkgelegenheid behouden. Zij zorgen voor welvaart en welzijn in onze stad. Met een economische visie kunnen de piketpalen voor de komende jaren wordt vastgelegd voor het (ruimtelijk) economisch beleid in onze stad. De uitkomsten van de Toekomstvisie zijn daarbij richtinggevend. In 2016 zal de nieuwe economische visie worden vormgegeven. Wij doen dit nadrukkelijk samen met de ondernemers in de stad. Kantorenaanpak 2e fase Het doel van het programma aanpak lege kantoren, tweede fase’ (2014-028) is het terugbrengen van de leegstand om daarmee de leefbaarheid en of vestigingsklimaat te verbeteren. Het jaar 2016 staat in het teken van de uitwerking. Zo blijven we individuele kantorentransformaties faciliteren. We continueren de gebiedsgerichte benadering in Rijnhuizen. We zetten in op het aantrekken van nieuwe investeerders die ook andere doelgroepen (bijvoorbeeld senioren) kunnen bedienen. Wij blijven onze netwerken op dit dossier uitbreiden om daarmee de verbindende rol gestand te kunnen blijven doen. Ook gaan we naast transformatie intensiever de kansen en belemmeringen rond sloop van kantoren beoordelen. Bij het werken aan een gezonde kantorenmarkt werken we veelal samen met de Provincie Utrecht, de regio U10 en met marktpartijen. De Provincie heeft het gezond maken van de kantorenmarkt als een belangrijke prioriteit aangeduid. In 2014/2015 heeft de provincie de concept ‘thematische structuurvisie kantoren’ in inspraak gebracht. Dit is een nadere uitwerking van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie. Uitkomst van de inspraak is dat er eerst nader onderzoek wordt gedaan naar de actuele vraag in de kantorenmarkt anno 2015 alvorens deze thematische structuurvisie wordt vastgesteld. Naar verwachting wordt de visie in 2016 vastgesteld.
Programmabegroting 2016 -2019 54 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Binden en verbinden met het bedrijfsleven De WIL heeft in 2015 voor de eerste maal een banenmarkt georganiseerd met als doel zo veel mogelijk matches te maken tussen bedrijven met vacatures en werkzoekenden. Bedoeling is om ook in 2016 een aantal banenmarkten te organiseren. De organisatie is in handen van de WIL. In 2016 zetten we het organiseren van themagerichte ondernemerslunches voort. Op deze manier breiden we ons netwerk van (nieuwe) ondernemers uit en is bij de ondernemers beter bekend wie hun aanspreekpunt is bij de gemeente. Wij hopen ook met deze ondernemers de economische visie vorm te geven. Daarnaast blijven we ook op bedrijfsbezoek gaan bij de bedrijven en nemen we deel aan diverse ondernemersbijeenkomsten. Bedrijvenpark Het Klooster (promotie en acquisitie) Om het aantal grondverkopen op bedrijvenpark Het Klooster te vergroten worden in 2016 de verdere stappen van het promotie- en acquisitieplan uitgevoerd. Concreet betekent dit dat in 2016 een nieuw bestemmingsplan voor het Klooster zal worden vastgesteld, waarbij met name waar het gaat om kavelindeling meer ruimte is voor flexibiliteit. Ook zal het beeldkwaliteitplan minder gedetailleerd worden zodat we beter kunnen aansluiten op de wensen van (potentiele) vestigers. Deze flexibiliteit zal ook naar voren komen in het promotie en acquisitiemateriaal (website, brochures, presentaties etc.) welke in 2016 vernieuwd zal worden. Het vergroten van de landelijke bekendheid voor het Klooster zal in 2016 worden voortgezet. Hiervoor nemen we deel aan (logistieke) beurzen en congressen, zoals van Nederland Distributieland, Logistica, Vakdag logistiek en E-commerce, Provada en andere netwerkevenementen. Ook zal een aantal maal door ons worden gesproken op deze congressen. We blijven alert op groeiende bedrijven en zullen hen actief benaderen (de zogenaamde ‘koude acquisitie’) om hen te wijzen op mogelijkheden op Het Klooster. Tenslotte organiseren we in 2016 een Klooster-evenement (zelfstandig of in samenwerking met Nederland Distributieland) met als doel ons netwerk verder uit te breiden en de landelijke bekendheid te vergroten. Retailvisie In 2010 is de huidige detailhandelsvisie vastgesteld. Daarmee is zij vijf jaar in werking. Ondertussen is er veel veranderd. In de economie, de technologie en de demografie. Tegelijkertijd ontwikkelt de detailhandel zich verder. Nieuwe concepten komen op. Oude concepten overleven of verdwijnen. Het is aan de gemeente om richtinggevende uitspraken te doen over de gewenste winkelstructuur. Dit vormt de basis voor nieuwe bestemmingsplannen. In 2015 hebben we informatie opgehaald bij winkeliers, consumenten en eigenaren. Wij willen eind 2015/begin 2016 met u de evaluatie van de huidige detailhandelsvisie bespreken in een themacommissie. Dit zal ook het vertrekpunt vormen voor het opstellen van een nieuwe retailvisie. De nieuwe retailvisie zal in 2016 verschijnen. Liesbosch Na jarenlange gesprekken en onderzoeken lijkt 2016 het jaar van uitvoering te worden. De Provincie heeft onder voorwaarden ingestemd met planontwikkeling op het terrein. Daartoe moeten wel een aantal infrastructurele maatregelen worden
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
55 (147)
uitgevoerd. Uitgangspunt daarbij is dat de private partijen deze kosten op zich nemen en uitvoeren. Daarnaast kan planontwikkeling niet eerder plaatsvinden dan dat de maatregelen zijn uitgevoerd. In 2016 starten we met het maken we een nieuw bestemmingsplan voor het plangebied. Hierop zal –zoals te doen gebruikelijkkostenverhaal worden toegepast. Over de start van het bestemmingsplantraject bent u eind 2015 door middel van een startnotitie geïnformeerd. Regio In U10-verband werken we met de regionale partners samen aan een complete en sterke regio door het opstellen, afstemmen en uitvoeren van onder andere economisch- en sociaal beleid. Met de Provincie onderhouden we nauwe banden. Naast de voortzetting van de kantorenaanpak (bestrijding leegstand) zal de detailhandel een belangrijk thema in 2016 zijn. Niet voor niets heeft de Provincie in haar collegeakkoord aangegeven zich te beraden op interventie strategieën om leegstand in de winkelcentra een halt toe te roepen. De gezamenlijke regionale profilering wordt uitgebreid. De gezamenlijke regionale stand op de Vastgoedbeurs PROVADA wordt voortgezet. Ambacht Zoals aangekondigd in ons coalitieakkoord organiseren wij een “week van het ambacht”. In 2016 zal deze voor het eerst plaatsvinden. Indicatoren Omschrijving
Realisat
Streef- Streef
Streef
Streef
indicator
ie 2014
waard
waard
waard
waard
e
e
e
e
2015
2016
2017
2018
39.750
40.000
40.250 )1 = bron:
Totale werkgelegenheid
39.291)1
39.500
Toelichting
Provincie, dec. 2014
Vierkante meters
32.000
20.000
20.000
20.000
)2
65
70
75
20.000
kantoren aan de voorraad onttrokken en vermindering van het aanbod Aantal
80 )2 = in de
bedrijfsbezoeken,
Programmabegroti
ondernemersbijeenkom
ng 2014 was deze
sten en themalunches
indicator nog niet opgenomen.
Vrije tijd Vrijetijdsbesteding levert een belangrijke bijdrage aan het welzijn en de participatie van inwoners in de samenleving, daarom zien wij hierbij een stimulerende en faciliterende rol voor de gemeente. Wij willen dat zoveel mogelijk mensen zich betrokken voelen bij de omgeving waarin ze leven. Die betrokkenheid ontstaat niet
Programmabegroting 2016 -2019 56 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
vanzelf. Onze activiteiten op het gebied van vrije tijd zijn daarom niet alleen een doel, maar vooral ook een middel. Ze kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan integratie, sociale cohesie, participatie, economische bedrijvigheid en zelfs gezondheid en het besef van een gemeenschappelijk normen- en waardenkader. Mensen die zich verbonden voelen met hun omgeving, goed in hun vel zitten en terug kunnen vallen op een netwerk zijn minder geneigd een beroep op bijvoorbeeld zorg- en welzijnsvoorzieningen te doen. Wat gaan we doen in 2016? Sport & bewegen Begin 2015 is de nieuwe gemeentelijke Visie Sport en Bewegen 2015-2018 door de raad vastgesteld. Met deze visie heeft de gemeente zich gepositioneerd in haar streven naar gezonde, veerkrachtige en zelfredzame inwoners. Met de visie is aansluiting gezocht bij de transities in het sociaal domein en is ingezet op een verbreding van de doelgroepen en activiteiten. De kern van de visie is om zo veel mogelijk Nieuwegeinse inwoners gezond en actief te krijgen. Daarnaast vullen wij op basis van de visie de structurele bezuiniging op het beleidsveld sport van € 781.000 in. We bereiken dit onder meer door:
het toekomstbestendiger maken van onze sportaccommodaties;
vitaliseren van sportverenigingen;
meer niet-sporters te verleiden tot structureel bewegen;
sterkere bijdrage bewegen te leveren aan de sociale opgaven: veerkracht van inwoners: harmonisatie van preventieve activiteiten in het kader van transities Sociaal Domein.
De implementatie van de voorgenomen bezuinigingen zal naast de beoogde doelstellingen van het actuele sport- en beweegbeleid, leiden tot min of meer ingrijpende maatregelen in de sfeer van subsidies en accommodaties. In 2015 is de gemeentelijke begroting op het beleidsveld sport geanalyseerd. De begroting die er lag was opgebouwd uit een kluwen aan oude afspraken en pas- en maatwerk. Door het filteren van bruikbare informatie en het invullen van het onbekende met landelijke standaarden is inzicht gekregen in wat het sporten in Nieuwegein de gemeente kost. Daarnaast is de staat van en de behoefte aan de gemeentelijke accommodaties in beeld gebracht. Met het inzicht, wat dit totaalpakket aan informatie oplevert, kan vanaf nu beter gestuurd worden op het samenspel tussen inkomsten, uitgaven, tarieven en subsidies voor/van de gemeentelijke sportaccommodaties, sportverenigingen en overige gebruikers. In 2016 worden de gangbare instandhoudingssubsidies omgevormd naar een (kleinere) subsidiestroom voor sportactiviteiten die sociaal-maatschappelijke doelen dienen (van instandhoudingssubsidie naar activiteitensubsidie. Daarnaast gaan we een aanzet geven tot het actualiseren en verduurzamen van onze voorraad aan accommodaties. In 2015 is het takenpakket van de NV Sportinrichtingen Nieuwegein op gebied van sportstimulering versterkt. De buurtsportcoaches en de combinatiefunctionarissen van voorheen (nu eveneens buurtsportcoaches) richten hun pijlen nu nog meer op de wijken waar zij de verbindingen leggen tussen de (sport)verenigingen, zorg- en welzijnsinstellingen, bedrijfsleven en scholen. Ook voor het leveren van een bijdrage
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
57 (147)
aan de vitalisering van sportverenigingen is capaciteit gereserveerd bij de NV Sportinrichtingen Nieuwegein. In 2016 moeten de effecten hiervan nog meer zichtbaar worden. Daarbij krijgt ook de organisatie vorm van de diverse taken op het gebied van sport en bewegen. Uitgangspunt is het creëren van een efficiënt en effectief samenspel tussen sportverenigingen, de NV Sportinrichtingen Nieuwegein en de gemeente Nieuwegein. Op de gemeentelijke bijdrage van de buurtsportcoaches hebben we moeten bezuinigen. Om het voorgenomen programma in volle omvang uit te voeren is het noodzakelijk om de rijksbijdrage in volle omvang te kunnen benutten. De mogelijkheid hiervan wordt gezocht en gedeeltelijk gevonden in cofinanciering. In 2016 is het streven een nog hoger bedrag ten behoeve van het sportstimuleringsprogramma uit de markt te halen. Verder is in 2015 met succes ingezet op het beschikbaar krijgen van middelen vanuit de Sportimpuls voor sportend Nieuwegein voor de periode november 2015 t/m september 2017. Cultuur In 2015 is door de raad een nieuwe cultuurvisie vastgesteld. In de visie staat de samenhang tussen cultuur en andere beleidsterreinen centraal. Via een proces van prioriteren, is uiteindelijk samen met de stad een vijftal leidende thema’s voor Nieuwegein vastgesteld: wensen vervullen; doelgroepen verleiden; Nieuwegein exposeren; stad verlevendigen; cultuur bedrijven. Deze thema’s vormen het richtinggevend kader voor het cultuurbeleid in de komende vijf jaar en worden geborgd via een uitvoeringsprogramma. Bibliotheek Als gevolg van voortschrijdende digitalisering en een veranderende leesbehoefte van mensen, staat het Nieuwegeinse bibliotheekwerk onder druk. Dit is een landelijke trend. Maatschappelijke en technologische trends maken dat het gebruik van het fysieke boek sterk afneemt. Derhalve zet de bibliotheek Nieuwegein in op een koerswijziging. Ten behoeve van het sociaal domein wordt ingezet op het bieden van betrouwbare onafhankelijke informatie die relevant is in het dagelijks leven van Nieuwegeiners. Ook de bestrijding van laaggeletterdheid en het verhogen van de lokale betrokkenheid van inwoners zijn speerpunten. Dit laat zich concreet vertalen door o.a.:
Nieuwegeinplein: een fysiek en digitaal informatieaanbod over Nieuwegein.
Local Connect: een informatie infrastructuur waarmee betrouwbare informatie in de stad zichtbaar is. Deze informatie is voorzien van context en duiding.
Het opstellen van virtuele dossiers over relevante maatschappelijke onderwerpen. Hieraan gekoppeld vinden informatieavonden en debatten plaats.
Taalhuis: een regionaal samenwerkingsverband om laaggeletterdheid op te sporen en te bestrijden.
Onderwijsondersteuning door het bieden van een dienstenaanbod voor basisscholen en kindercentra.
Samenwerking met het voortgezet onderwijs gericht op mediawijsheid en leesbevordering.
Verstrekken van gezondheidsinformatie via www.nieuwegeingezond.nu.
Programmabegroting 2016 -2019 58 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
DE KOM, Stadstheater en Kunstencentrum Ook in 2016 bruist DE KOM van de activiteiten. In dit vierde, volledige jaar in het nieuwe gebouw is DE KOM de aangewezen plek in (regio) Nieuwegein voor iedereen die kunst en cultuur wil beleven en beoefenen. DE KOM is een podium voor professionele en amateurkunst en organiseert daaromheen tal van andere activiteiten. Het kunstencentrum van DE KOM biedt cursussen en faciliteiten aan op het gebied van beeldende kunst, toneel, dans, musical en muziek. Daarnaast verzorgt het kunstencentrum in samenwerking met zeer diverse (maatschappelijke) partners, een groot aantal kunst- en cultuurprojecten. Dit jaar verwelkomt DE KOM meer dan 200.000 mensen. Daarnaast bereikt DE KOM met activiteiten buiten het pand een gemêleerde groep mensen: niet-reguliere bezoekers, beoogde doelgroepen en relaties. DE KOM is vaak en veel in (regio) Nieuwegein aanwezig. Het aantal cursisten bij het Kunstencentrum neemt weliswaar af maar wordt gecompenseerd door alle andere cultuur-educatieve activiteiten die in samenwerking met zeer diverse partners worden georganiseerd. Sinds september 2014 exploiteert DE KOM, op verzoek van gemeente Nieuwegein, theatercafé DE KOMEET. Rondom voorstellingen vinden hier extra activiteiten plaats, er worden kleine optredens geprogrammeerd en het café is een welkome aanvulling voor (commerciële) huurders. Er wordt bekeken of deze ingeslagen weg succesvol is en of de activiteiten verder uitgebouwd kunnen worden. Cultuureducatie
Samen met Kunst Centraal, de Nieuwegeinse schoolbesturen en DE KOM werken we in de lijn van het daartoe afgesloten convenant (doorlooptijd tot eind 2016) aan een verdiepingsprogramma voor cultuureducatie in het primair onderwijs.
In het voortgezet onderwijs organiseert DE KOM samen met de Nieuwegeinse VOscholen de cultuurdagen. Deze dagen, waarop jongeren in aanraking komen met de Nieuwegeinse culturele omgeving, kunstenaars en culturele instellingen, worden georganiseerd voor de klassen 3 vmbo, 4 havo en 4 vwo.
Cultuurcoaches van DE KOM worden ingezet bij: -
de begeleiding van vijf wijkleerorkesten die zijn opgericht samen met de basisscholen in de wijk,
-
bij naschoolse activiteiten op gebied van muziek, dans, theater en beeldende vorming in samenwerking met welzijnsorganisaties als MOvactor en Lister en kinderopvang organisaties,
-
als versterking van het Brede School programma door het verzorgen van kunstlessen op maat, opfrislessen kunst en cultuur voor leerkrachten in het primair onderwijs en
-
vakantieactiviteiten in samenwerking met sport ID Nieuwegein.
Steeds meer basisscholen gaan over op een (gedeeltelijk) continurooster. Dit biedt de cultuurcoaches extra kansen, omdat de naschoolse tijd langer wordt en scholen en kinderopvangorganisaties graag willen dat er zinvolle activiteiten worden georganiseerd in de buitenschoolse tijd. De Kom speelt daarop in door in overleg met scholen en daaraan gerelateerde opvangorganisaties activiteiten en programma’s op maat te leveren.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
59 (147)
Amateurkunst Met ingang van 1 januari 2016 wordt een bedrag van € 35.000 bezuinigd op het subsidiebudget voor Amateurkunst. Het budget voor amateurkunstproducties wordt door deze maatregel gehalveerd. Om meer geld over te houden voor activiteiten op het gebied van amateurkunst, is besloten de commissie Amateurkunst met ingang van 1 januari 2016 op te heffen. Een kleiner budget voor amateurkunst vraagt om een andere verdeling van de beschikbare subsidiegelden. Wij vinden het belangrijk dat met amateurkunst veel mensen worden bereikt; ook mensen die normaal gesproken (fysiek) minder meedoen. Wij zien graag amateurkunst-projecten die een groot of nieuw publiek bereiken, die de samenwerking met diverse instellingen opzoeken, die Nieuwegein op de kaart zetten, die de historie van Nieuwegein in beeld brengen en die getuigen van ondernemerszin. Bij de verdeling van de subsidiegelden wordt daarom aansluiting gezocht bij de vijf pijlers van de wijkaanpak EigenWijks. Beeldende kunst In 2015 heeft u besloten de kunstopdracht voor het Stadsplein niet door te laten gaan. Het afschaffen van de Percentageverordening Beeldende Kunst heeft tot gevolg dat er geen middelen meer worden toegevoegd aan de reserve Beeldende Kunst Binnenstad. Zoals eerder vermeld wordt vanuit de Cultuurvisie ingezet op een vijftal thema’s, daarbij krijgt Beeldende Kunst zeker aandacht, bijvoorbeeld in de vorm van exposeren/stadspromotie en een kleinschalige stimuleringsregeling voor initiatieven op cultureel gebied. Popmuziek In 2016 wordt in elk geval ingezet op het ondersteunen van de volgende vier activiteiten in de stad: Geinbeat Cityplaza festival, Galepop festival, Gluren bij de Buren en de Kleine Prijs van Nieuwegein. De streefwaarde voor pop wordt de komende jaren verder naar beneden bijgesteld omdat het budget als gevolg van bezuinigingen is afgenomen. Voor het popaanbod wordt samen met de huidige aanbieders wordt gekeken hoe de poppodium activiteiten een breed en toegankelijk karakter kunnen behouden en een bijdrage blijven leveren aan de betrokkenheid in de wijken en mogelijkheden voor het stimuleren van jong podiumtalent. Media Gemeenten in Nederland hebben sinds 2010 op grond van de Mediawet 2008 een zorgplicht voor de bekostiging van de lokale omroep. De Stichting Radio Omroep Lopik, IJsselstein en Nieuwegein (RTV9) is aangewezen als lokale publieke mediainstelling voor Lopik, IJsselstein en Nieuwegein. Samen met RTV9 richten we ons de komende jaren op het vergroten van de zichtbaarheid van RTV9 in Nieuwegein en daarmee op het vergroten van haar publieksbereik. Erfgoedinstellingen
De in 2014 ingezette samenwerking tussen de 3 Erfgoedinstellingen in Nieuwegein (3 E’s) - Het Vreeswijks Museum, Museumwerf Vreeswijk en Museum Warsenhoeck - wordt steeds verder uitgebouwd. Regelmatig vindt overleg plaats om zaken gezamenlijk op te pakken dan wel met elkaar af stemmen.
Programmabegroting 2016 -2019 60 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Sinds januari 2015 is Cronyck de Geyn het gezamenlijke magazine van de 3E’s. De reacties van de lezers daarop zijn positief.
Het Activiteitenprogramma van de 3E’s wordt jaarlijks op elkaar afgestemd en wordt gezamenlijk vastgesteld. Zo ook het Expositieprogramma.
Jaarlijks trainen de erfgoedinstellingen gezamenlijk hun vrijwilligers in een bepaald aspect van hun werkzaamheden.
Het plan is om in 2016/2017 ieder op de eigen locatie een expositie samen te stellen over het gezamenlijk thema van de 3E’s: alles wat te maken heeft met de grote waterwegen door Nieuwegein, de 3e kolk van de Beatrixsluis, ruimte voor de Lek, en de renovatie van de Koninginnensluis.
SPEERPUNT College 2016: Toerisme, recreatie en evenementen (irt citymarketing) We willen bezien op welke wijze we onze activiteiten op het gebied van toerisme, recreatie en evenementen kunnen integreren in het economisch beleid. Stadspromotie speelt hierbij een belangrijke rol. Hierbij kijken we kritisch naar de rol die we daarbij voor ons als gemeente zien, uiteraard in relatie tot andere organisaties, bijvoorbeeld het Recreatieschap. Uiteraard houden we ook de relatie in de gaten met de in 2015 vastgestelde Cultuurvisie. Het achterstallig onderhoud van de terreinen van de volkstuinverenigingen Ons Belang en Galecop wordt in 2016 weggewerkt. De gemeente blijft ook in 2016 werken aan de uitwerking van het beleidskader evenementen (zoals in 2012 door de gemeenteraad vastgesteld). Daarbij wordt nadrukkelijk de synergie gezocht met beleidsvelden economische zaken, horeca en recreatie/toerisme. Er wordt opnieuw een evenementenplein georganiseerd. De ruimtelijke kaders voor evenementen in de stad worden vastgelegd in een gemeentebreed bestemmingsplan. Ten behoeve van het verbeteren van de veiligheid bij evenementen wordt een aantal algemene randvoorwaarden die gelden bij vergunningverlening vastgelegd in beleidsregels. Indicatoren Omschrijving indicator
Realisat
Streef
Streef
Streef
Streef
ie
waard
waard
waard
waard
2014
e 2015 e
e
e
2017
2018
2016 Aantal bezoekers Sport- en
514.000
Evenementencomplex Merwestein
500.00
520.00
0
0
0
200.00
188.00
210.00
0
0
0
)1
Aantal bezoekers zwembad Merwestein
515.00
)1
Toelichting
522.00 betreft alle activiteiten die NV 0 Sportsportinrichtingen exploiteert (incl. zwembad)
198.500
212.00 Cijfers exclusief zwemlessen. 0 Wekelijks gemiddeld 1.000 kinderen voor zwemles. In 2016 is een kleine teruggang ingeschat door een korte sluiting van het golfslagbad, i.v.m. een geplande renovatie.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Omschrijving indicator
Datum
Realisat
Streef
Streef
Streef
Streef
ie
waard
waard
waard
waard
2014
e 2015 e
e
e
2016 Aantal deelnemers
22 september 2015
14.800
9.000
2017 0
Toelichting
2018 0
0 De activiteiten variëren van
activiteiten
sportclinics, naschools
combinatiefunctionarissen
sportaanbod, motorische
(CF)
61 (147)
)1
screening groepen 1 & 2 van het basisonderwijs en vakantie beweegaanbod. Per 1 september 2015 zijn de CF gestopt en worden sport- en beweegactiviteiten uitgevoerd door de BSC.
Aantal deelnemers
800
1.500
7.500
9.500
12.500 De BSC zijn gestart per 1
activiteiten
september 2015. Rol BSC is
buurtsportcoaches (BSC) )1
essentieel anders dan CF. Zie de visie Sport & Bewegen. Aantal fte is van 11,2 CF naar 6,8 BSC gegaan.
Aantal
406.519
410.00
410.00
410.00
0
0
0
3.322
3.250
3.200
3.150
42.037
50.000
52.500
55.000
55.000 Stadstheater en
1.293
1.300
1.300
1.300
1.300 Stadstheater en
1.272
900
925
950
drempeloverschrijdingen
410.00 Een activiteit van bibliotheek 0 De Tweede Verdieping.
bibliotheek Aantal betalende bezoekers bibliotheek Aantal bezoekers theater
3.100 Een activiteit van bibliotheek De Tweede Verdieping. Kunstencentrum DE KOM
Aantal bezoekers filmtheater Aantal leerlingen
Kunstencentrum DE KOM
kunstencentrum
950 Vanaf 2015 is de raming exclusief volwassenen (Stadstheater en Kunstencentrum DE KOM)
Cultuureducatie: aantal
5.636
5.500
5.500
5.500
990
990
990
990
5.500 Kunst Centraal
leerlingen primair onderwijs Cultuureducatie: aantal leerlingen voortgezet
990 Stadstheater en Kunstencentrum DE KOM
onderwijs Aantal bezoekers
6.176
8.532
4.500
4.500
4.500 Inschatting afname aantal
voorstellingen
bezoekers als gevolg van
amateurkunst
halvering subsidie amateurkunst.
Het aantal evenementen in de openbare ruimte met meer dan 1.000 bezoekers en het totale aantal bezoekers daarvan
16/ 59.000
-
15
15/
/50.00
50.000
0
15/ Na zicht op de gerealiseerde 50.000 waarden over 2015, maken we een nieuwe inschatting van de toekomstige streefwaarden.
Programmabegroting 2016 -2019 62 (147)
Raadsnummer
Omschrijving indicator
2015-415
Datum 22 september 2015
Realisat
Streef
Streef
Streef
Streef
ie
waard
waard
waard
waard
2014
e 2015 e
Aantal bezoekers
19.595
15.000
Toelichting
e
e
2016
2017
2018
15.000
15.000
15.000 Museum Warsenhoeck,
erfgoedinstellingen
Museumwerf & Vreeswijks Museum. In 2014 is het werfweekend zeer succesvol geweest. De drie musea zien dit als een eenmalige bijzondere uitschieter en denken met een bezoekersaantal van 15.000 voor de komende jaren een realistische inschatting te geven.
1
) Deze activiteiten worden uitgevoerd door NV Sportinrichtingen Nieuwegein.
Vastgesteld beleid Titel:
Raadsnummer
Beleidsnota Horeca
1992-149
Beleidsnota grootschalige detailhandel buiten de winkelcentra
2007-055, 2008-346
Detailhandelsvisie
2010-282
Economische visie
2011-127
1e wijziging Beleid standplaatsen Nieuwegein
2013-421
Verordening tot 2e wijziging van de verordening winkeltijden
2013-446
Aanpak lege kantoren tweede fase
2014-028
Visie ‘Sport & Bewegen 2015-2018’
2014-458
Financiële situatie Stadstheater en Kunstencentrum De Kom
2013-344
Toeristisch-recreatieve beleidsvisie Nieuwegein
2005-326
De Wind in de zeilen – koersbepalend beleidskader voor evenementen
2012–226
Visie ‘Cultuur & Maatschappij 2015-2020’
2015-364
Strategische agenda Onderwerp:
2016
Economische visie
X
Winkelvisie
X
Uitvoering promotie en acquisitie
X
Klooster
2017
X
2018
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
63 (147)
Wat mag het kosten in 2016?
Rekening 2014
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 (na 2016 2017 2018 2019 wijziging)
Directe lasten Personele inzet (lasten) Overige indirecte lasten
8.614
7.574
7.286
7.269
7.263
7.263
2.148
1.966
0
0
0
0
4.279
4.000
4.027
3.946
3.870
3.811
Totale lasten
15.041
13.540
11.313
112.165
11.133
11.074
Totale baten
4.258
1.815
1.720
1.720
1.720
1.720
Saldo Programma
-10.783
-11.725
-9.593
-9.496
-9.413
-9.354
Toelichting op de grotere afwijkingen ten opzichte van 2015: Directe lasten: De directe lasten dalen door het doorvoeren van de bezuiniging op Sport. Daarnaast zijn de exploitatielasten sportaccommodaties voor 2016 geïndexeerd. Baten: De inkomsten marktgelden zijn vervallen, omdat de markt op afstand is gezet.
Programmabegroting 2016 -2019 64 (147)
Raadsnummer
2.1.5
2015-415
Datum 22 september 2015
Ruimtelijke Ontwikkeling
Hoofddoel: wat willen we bereiken met het programma? Het doel van het programma Ruimtelijke Ontwikkeling is een goede balans tussen de verschillende functies in de stad. Het resultaat moet zijn dat onze gemeente een evenwichtige ruimtelijke en functionele structuur heeft. Zo blijft Nieuwegein een vitale stad met een kwalitatief goed woningaanbod, een breed werkgelegenheid- en voorzieningenprofiel met een belangrijke regiofunctie. Wat willen we bereiken en wat gaan we in 2016 doen? 1. Duidelijkheid en zekerheid over ruimtelijke ontwikkelingen In de structuurvisie ‘Nieuwegein verbindt’ zijn de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2030 op hoofdlijnen weergegeven. Nieuwe omstandigheden maken een herijking van dit kader noodzakelijk, zodat weer een actueel toetsings- en proceskader zal ontstaan dat eenduidig is en voor iedereen toegankelijk. Met nieuwe toekomstbestendige bestemmingsplannen zullen we ruimtelijke sturing geven. In U10-verband werken we met de regionale partners samen aan een complete en sterke regio door het opstellen, afstemmen en uitvoeren van onder andere ruimtelijk-, mobiliteits-, woonen duurzaamheidsbeleid. Activiteiten •
De herijking structuurvisie omvat o.m. de vertaalslag van de toekomstvisie, woonvisie, detailhandelsvisie (voor zover gereed), kantoorvisie en andere relevante visies. In 2016 zal hiertoe gestart worden met het opstellen van een plan van aanpak. Bij deze herijking zullen we zoveel als mogelijk inspelen op de kansen die de nieuwe Omgevingswet (verwachte inwerkingtreding 2018) ons straks biedt.
•
In 2016 komen wij met een plan van aanpak om de invoering van de Omgevingswet - die naar verwachting in 2018 in werking treedt - goed te laten verlopen.
•
In regionaal verband werken wij aan de strategische ruimtelijke agenda. De herijking van de structuurvisie zal hiermee worden afgestemd maar zal ook input opleveren voor deze agenda.
•
De gemeente ziet haar rol in het Ruimtelijk Domein op locaties waar zij grond in eigendom heeft als trekker. Deze projecten worden beschreven in het programma Grote gebiedsontwikkelingen.
•
De uitvoerbaarheid van de Gebiedsvisie Mooi Rijnhuizen wordt samen met marktpartijen en de provincie verder onderzocht. In 2016 moet de markt financieel en organisatorisch (gebiedsmanager) operationeel hebben hetgeen in gezamenlijk overleg bij voldoende draagvlak als gewenste instrumentarium in 2015 is uitgewerkt. De gemeente vervult haar aanjagende faciliterende rol daarbij.
•
In het vierde kwartaal van 2015 is besluitvorming over het project Rijnhuizen, Parkhout en Zandveld voorzien. Indien de raad besluit het project tot uitvoering te brengen, starten we in 2016 met de uitvoering van het project.
•
De visie Stadspark Oudegein wordt uiterlijk in het eerste kwartaal 2016 aan de raad aangeboden met hieraan gekoppeld een uitvoeringsprogramma. In 2016
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
65 (147)
wordt o.a. een Toeristisch Overstap Punt (TOP) gerealiseerd ter hoogte van de westelijke entree van het stadspark. •
Na een aantal jaren waarin minder is gebouwd, zetten wij voor 2016 in op de start van onder meer de volgende bouwactiviteiten: Mgr. G.W. van Heukelumstraat, Juko-/Hesseveld en patiowoningen Lotusplantsoen. Ook worden de kantoortransformaties voortgezet.
SPEERPUNT College 2016: Ruimtelijke agenda en structuurvisie De richting die met de Toekomstvisie wordt uitgezet vertalen we naar een regionale ruimtelijk-economische koers en gebruiken we voor het actualiseren van de structuurvisie 2030. Ook de uitgangspunten van andere aanpalende visies nemen we hier zoveel mogelijk in mee.
Indicatoren Omschrijving indicator Aantal lopende traject (t.b.v. een blijvend actueel planologischjuridisch kader: bestemmingsplannen en beheersverordeningen)
Realisatie Streef2014 waarde 2015 2 8
Streef- Streef- Streef- Toelichting waarde waarde waarde 2016 2017 2018 8 4 3 Op basis van de meerjarenplanning bestemmingsplannen. De komende Omgevingswet kan uit praktische overwegingen tot andere aantallen leiden.
2. Prettig wonen en leven in Nieuwegein We streven er naar om iedereen prettig te laten wonen in Nieuwegein en woonwensen en woningbehoefte van de inwoners zoveel mogelijk te realiseren binnen onze gemeente. We hebben aandacht voor de kwantitatieve en kwalitatieve woningvraag. Op het gebied van het kwalitatieve woningtekort hebben we in het bijzonder aandacht voor huisvesting van kwetsbare groepen, zoals ouderen, mensen met een lager inkomen en starters. Daarnaast is er ook aandacht voor de huishoudens die een stap in hun wooncarrière willen maken en willen doorstromen naar een duurder segment. Het woningaanbod dient bij te dragen aan een vitale stad en een vitale bevolkingsgroep, die goede en betaalbare voorzieningen in stand houdt. Verder houden we er in het bijzonder rekening mee dat er de komende decennia een grote behoefte zal bestaan aan combinaties van wonen en zorg. Eind 2015 wordt besloten hoe het toekomstbestendig maken van de openbare ruimte de komende jaren vorm krijgt in het project ‘Betere Buurten’. Het project ‘Betere Buurten’ heeft ten doel de buitenruimte van buurten toekomstbestendig te maken op de volgende onderdelen:
De omgeving laten aansluiten bij het veranderende gebruik en de bereikbaarheid van o.a. voorzieningen in de wijk/buurt om het welbevinden van de inwoners te versterken (vanuit EigenWijkse aanpak).
Programmabegroting 2016 -2019 66 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Het grootschalig onderhoud van de buitenruimte zodanig aan te pakken dat de kwaliteit van de buitenruimte wordt verhoogd en verduurzaamd (vanuit Betere Buurten).
Het laten aansluiten van de openbare inrichting bij (nieuwe) type woningen (vanuit Woonvisie).
De volgende driehoek visualiseert de aanpak van buurten vanuit de combinatie van deze genoemde onderdelen:
Activiteiten 2016 • De woonvisie is in 2015 vastgesteld en op basis van deze woonvisie worden nieuwe prestatieafspraken gemaakt met de woningcorporaties. In deze afspraken wordt vastgelegd welke bijdrage de corporaties leveren aan de realisatie van de woonvisie. De realisatie van de ambities bij de vier thema’s in de woonvisie, tw. Vitale Stad, Betaalbaar Wonen, Wonen en Zorg en Kwaliteit en Duurzaamheid, staat daarbij centraal en in 2016 wordt gestart met de uitvoering hiervan. •
In 2015 is een programma Wonen en Zorg opgesteld en in 2016 start de uitvoering. Dit programma besteed aandacht aan de nieuwbouw van geschikte woningen, zoals op de locatie Zuilenstein. Het programma gaat ook in op het aanpassen van de bestaande voorraad. De pilots Wenckebachplantsoen en Colijnpark leveren hier input voor. Daarnaast geeft het programma aandacht aan conditionerende maatregelen, zoals informatievoorziening.
•
In 2016 wordt gestart met de voorbereiding ten behoeve van de eerste wijk Merwestein. In 2016 worden mogelijk ook al andere wijken voorbereid. Samen met Mitros zal de aanpak van de Driftenbuurt worden voorbereid.
•
Onze regio is een aantrekkelijk woon-werkgebied en de woningmarkt blijft de komende jaren groeien. Om te voorzien in de behoefte bieden we ruimte voor particuliere initiatieven, onder andere via transformatie van leegstaande kantoren. De focus ligt daarbij op woningbouw voor starters en op combinaties van wonen en zorg. Daarnaast proberen we ter bevordering van de doorstroming op locaties die zich daarvoor lenen aantrekkelijke eengezinswoningen te realiseren in een duurder segment.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
•
Datum
22 september 2015
67 (147)
De vraag naar huurwoningen is onverminderd hoog, maar de investeringsmogelijkheden van corporaties zijn beperkt. Met de corporaties maken we afspraken over investeringen in de Nieuwegeinse sociale woningmarkt. In aanvulling daarop worden particuliere investeerders benaderd en gevraagd om in dit segment met een grote woningvraag te investeren.
•
In U-10 verband werken we samen op het gebied van woonruimteverdeling (verordening), het regionale woningbouwprogramma, wonen en zorg en de sociale woningopgave.
Indicatoren Omschrijving indicator
Uitbreiding woningvoorraad (een nadere specificering staat in de woningbouwmonitor.
Realisatie 2014 160
Streefwaarde 2015 220
Streefwaarde 2016 475
Streefwaarde 2017 400
Streefwaarde 2018 200
40 25 75
p.m. p.m. p.m.
- Waarvan voor ouderen 50 0 15 - Waarvan voor jongeren 100 100 75 - Waarvan sociale huur 100 100 120 NB aantallen volgens Woningbouwmonitor mei 2015.
Toelichting
Het streven is dat gemiddeld 35% van nieuwe woningen binnen de sociale sector valt (25% huur en 10% koop).
3. Gebouwen: veilig, gezond leefklimaat en aanpasbaar We zien er op toe dat veilig, gezond en energiezuinig wordt gebouwd volgens de geldende (wettelijke) kwaliteitseisen voor het beoogde gebruik. Nieuwbouwwoningen of gerenoveerde woningen moeten voldoen aan de criteria van aanpasbaar bouwen. Activiteiten • In 2016 brengen wij in beeld wat het effect is op de personeelsbehoefte en de (leges)inkomsten van het wetsvoorstel “Wet kwaliteitsborging voor het bouwen”. Gevolg van deze wet is dat vanaf 2017 stapsgewijs de toetsing en naleving van bouwvoorschriften aan gecertificeerde marktpartijen wordt gelaten, waardoor minder bouwtechnische ambtenaren nodig zijn. •
Vooruitlopend op de landelijke voorziening – Laan van de Leefomgeving- waar alle relevante digitale informatie aan de drie uitgangspunten van Beschikbaar, Bruikbaar en Bestendig voldoet, streven wij naar een volledig digitale werkwijze voor de afhandeling van omgevingsaanvragen die zoveel mogelijk aan deze uitgangspunten voldoet. In 2016 verwachten wij reeds papierloos te werken betreffende omgevingsvergunningen. Men verwacht dat in 2024 de landelijke voorziening volledig operationeel is.
•
We houden, naast toezicht op nieuwbouwprojecten, ook toezicht op bestaande bouwwerken. Een van de redenen van dit toezicht op bestaande bouwwerken is, dat door interne verbouwingen de brandveiligheid aangetast kan worden. In 2016 streven we 30 bestaande bouwwerken te controleren o.a. op aantasting van de brandveiligheid door interne verbouwingen die mogelijk in de loop der jaren hebben plaatsgevonden.
Programmabegroting 2016 -2019 68 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Indicatoren Omschrijving indicator
Aantal bedrijfsinspecties van bestaande bouw in de gebruiksfase (fysieke veiligheid)
Aantal aanvragen omgevingsvergunning/percentage digitale aanvragen
Realisatie 2014 20
317/87%
Streefwaarde 2015 30
Streefwaarde 2016 30
Streefwaarde 2017 30
Streefwaarde 2018 30
Toelichting
Door interne verbouwingen van bestaande bouwwerken kan de brandveiligheid zijn aangetast. Daarom zijn controles hierop nodig. Gemeente en VRU werken hierin samen. 300/100% 300/100% 300/100% 300/100% Sinds 2010 kunnen aanvragen digitaal worden ingediend, percentage was toen 5% en is inmiddels gestegen naar ca. 90%. Er bestaat een voornemen digitaal indienen wettelijk verplicht te stellen.
4. Verkeer en vervoer De leefbaarheid van de stad (kwaliteit van wonen, werken en recreëren) wordt vergroot door een goed functionerend en gebruikt verkeer- en vervoersysteem. We willen daarom dat Nieuwegein en de in de stad gelegen voorzieningen goed bereikbaar zijn en waar mogelijk bereikbaar worden te voet, per fiets, openbaar vervoer en auto. Het Gemeentelijk Mobiliteitsplan+ (GMP+) uit 2014 is daarbij de leidraad in het promoten van het gebruik van de fiets, het garanderen van de verkeersdoorstroming op ons hoofdwegennet en het benadrukken van de verblijfsfunctie in onze woonwijken en –buurten. We stemmen het realiseren van de ambities uit het GMP+ goed af met het onderhouds-programma (werk met werk maken). Daarbij houden wij rekening met de principes van Duurzaam Veilig Verkeer, demografische ontwikkelingen en nieuwe ontwikkelingen zoals de elektrische fiets, elektrische auto’s en brandstofcelauto’s. We hebben speciale aandacht voor de verplaatsing te voet en met behulp van speciale voertuigen voor mindervaliden. De verwachting is dat zij een nadrukkelijker plek op de weg vragen, gepaard gaand met extra ruimtegebruik. Hier ligt ook een sterke relatie met de transities in het Sociaal domein, waarbij inwoners langer (thuis) zelfstandig moeten blijven functioneren en het project Betere Buurten.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
69 (147)
We zetten ons in voor snelle en rechtstreekse OV verbindingen naar regionale werken onderwijslocaties. Activiteiten • Onder de noemer Nieuwegein Fietsstad treffen we maatregelen die het gebruik van de fiets bevorderen, teneinde een goed en veilig alternatief voor – in ieder geval – binnenstedelijke autoverplaatsingen te bieden. •
We gaan door met het zo snel mogelijk oplossen van fietsknelpunten en daarnaast worden ook regionale fietsverbindingen verbeterd: via Beter Benutten Vervolg het fysiek scheiden van de fietsstroken op de Structuurbaan tussen de kruising Lekkanaaldijk-Structuurbaan (aansluitend op de fietsroute via de Nieuwe Heemsteedsebrug) en de Blauwe Brug, en starten met de aanleg van een rotonde op de kruising Batauweg-Galecopperlaan.
•
We bieden de jaarlijks te actualiseren actie- en projectenlijst van het Gemeentelijk Mobiliteitsplan+ (GMP+) ter informatie aan de Raad aan.
•
Met het wegvallen van het project Utrechts VerkeersveiligheidsLabel in 2013, heeft de Raad het initiatief genomen voor het project ‘veilige schoolroutes’. Dit project zetten we voort, in samenspraak met de betreffende scholen.
•
Jaarlijks leveren we onze inbreng en wensen bij het opstellen van het openbaar vervoerplan van U-OV: Bus en tram in de regio Utrecht, onder andere via inventarisatie van wensen van de gebruikers (enquête), waarbij wij conform het GMP+ het accent leggen op snelle en rechtstreekse OV-verbindingen naar regionale werk- en onderwijslocaties. De lijnvoeringsvoorstellen die Qbuzz ontwikkelt in het kader van het OV-Streefbeeld 2020 worden door ons getoetst. Leidraad bij deze toetsing is het vigerend Nieuwegeinse beleid en de OV-wensen vanuit de Nieuwegeinse samenleving.
•
De gemeente heeft zitting in de bestuurlijke stuurgroep Ring Utrecht, naast onder andere ook Rijkswaterstaat, Provincie Utrecht en gemeente Utrecht. Deze stuurgroep heeft een adviserende rol in het traject om te komen tot een (Ontwerp)TracéBesluit (2017) die moet leiden tot start realisatie van de uitvoering van de maatregelen (vanaf 2018).
•
De gemeente blijft betrokken bij de planvorming inzake de verbreding van de A27 op het trajectgedeelte Houten - Hooipolder. Speciale aandacht vragen wij voor de fietsverbindingen langs de A27 (van en naar Houten en Vianen) en Linieland (Eiland van Schalkwijk, Hollandse Waterlinie).
•
De gemeente neemt deel aan de bestuurstafel Mobiliteit van de U10.
Programmabegroting 2016 -2019 70 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Realisatie 2014
Streefwaarde 2016 2½ %
Streefwaarde 2017 2½ %
Streefwaarde 2018 2½ %
Indicatoren Omschrijving indicator Groeipercentage gebruik OV
3,7%
Streefwaarde 2015 2½ %
Aantal opgeloste fietsknelpunten
4
4
4
4
4
Aantal bushalten met te verbeteren fietsenstalling
0
15
0
0
0
Toelichting
Vanwege sneller beschikbaar komen van cijfers loopt rapportage telcijfers niet meer één jaar achter: in 2013 is groeipercentage 11,2%. Daling 2014 is veroorzaakt door uitval tram (onderhoud) in zomer en technische storingen. Busgebruik is met 4,3 % toegenomen. Percentage is t.o.v. het voorafgaande jaar (dus niet cumulatief). Daar de fietsknelpuntenlijst steeds wijzigt van samenstelling (punten eraf en erbij) is nu gekozen voor een getal dat het aantal op te lossen punten van de actuele lijst weergeeft, i.p.v. een cumulatief getal. Getal geeft het aantal halten met de in dat jaar te verbeteren stallingen weer. 2015 = incl. de 8 uit 2014.
5. Ruimtelijke kwaliteit en cultureel erfgoed Wij willen de bebouwde en de onbebouwde omgeving zo vormgeven en inrichten dat deze kwaliteit biedt en een Nieuwegeinse identiteit weerspiegelt, die aangenaam is voor de inwoners. Daarbij zijn een helder welstandsbeleid, behoud van historische dorpsgezichten, monumenten en beeldbepalende panden en objecten, en cultuurhistorische structuren en elementen van belang. Activiteiten • In 2016 behandelen we de omgevingsvergunningaanvragen volgens het nieuwe welstandbeleid (Nota Ruimtelijke Kwaliteit) dat eind 2015 aan de raad wordt voorgelegd. Kern van dit nieuwe welstandbeleid is “Vrij waar het kan en Streng waar het moet”. •
Met stichting MooiSticht gaan we een dienstverleningsovereenkomst aan voor advisering op ruimtelijke kwaliteit overeenkomstig ons nieuwe welstandsbeleid. De gemeenschappelijke regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland wordt per 1 januari 2017 geliquideerd. De advieswerkzaamheden worden per 1 januari 2016 al ondergebracht in de nieuwe stichting MooiSticht.
•
We werken in 2016 verder aan cultuurhistorisch beleid. Het cultuurhistorisch beleid betreft niet alleen de gebouwde monumentenzorg, maar ook de cultuurhistorische onderdelen historisch groen, historische landschappen en structuren, en aardkundige waarden. Het beleid geeft straks een nieuwe, actuele en brede kijk op de cultuurhistorische waarden van Nieuwegein, op basis waarvan we keuzes maken (of prioriteiten stellen) over waarop we qua
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
71 (147)
cultuurhistorie insteken. Cultuurhistorie is medebepalend voor het imago en de identiteit van Nieuwegein. Bij de herijking van de structuurvisie besteden wij hier aandacht aan. •
Als onderdeel van het cultuurhistorisch beleid wordt een nieuwe lijst opgesteld van panden, objecten en structuren van hoge-bouwhistorische en/of cultuurhistorische waarde, die we vanaf 2017 als gemeentelijk monument, beeldbepalend pand of gemeentelijk beschermde structuur willen aanwijzen. Het cultuurhistorisch beleid verwerken we in alle nieuwe bestemmingsplannen, conform de wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening dat bepaalt dat in elk bestemmingsplan dient te worden aangegeven hoe wordt omgegaan met in het plangebied aanwezige cultuurhistorische waarden.
•
Wij maken in 2016 de cultuurhistorische waardenkaart toegankelijk via de gemeentelijke website, om daarmee het gekoesterde cultureel erfgoed zichtbaarder te maken.
•
De Enveloppecommissie Linieland zet verschillende projecten op om de Nieuwe Hollandse Waterlinie als economische- en recreatieve drager verder te ontwikkelen en voert deze ook uit. In Nieuwegein wordt gewerkt aan de projecten inrichtingsvisie Fort Jutphaas, en de nieuwe bestemming voor fort Vreeswijk als buurthuis in zelfbeheer. De Linielandprojecten zijn geen losse projecten maar dienen gezamenlijk hetzelfde doel: de Nieuwe Hollandse Waterlinie toegankelijk en beleefbaar maken. Wij verlenen hieraan onze medewerking.
Indicatoren Omschrijving indicator
Realisatie 2014
Streefwaarde 2015 37
Streefwaarde 2016 37
Streefwaarde 2017 43
Streefwaarde 2018 49
Aantal gemeentelijke 37 monumenten Toelichting: De Cultuurhistorische Waardenkaart geeft een overzicht van bouwhistorisch zeer waardevolle panden en objecten. Hieruit is een aantal panden geselecteerd om aangewezen te worden als gemeentelijk monument.
Vastgesteld beleid Titel: Fietsnota Nieuwegein Structuurvisie 2030 ‘Nieuwegein Verbindt’ Welstandsnota Nieuwegein 2010 Urgentieprogramma woningbouw Nieuwegein Archeologiebeleid Bouwverordening Nieuwegein Gemeentelijk Mobiliteitsplan + Meerjarenplanning bestemmingsplannen Gebiedsvisie Mooi Rijnhuizen Beleidskader omgevingsrecht 2015-2018
Raadsnummer 2004-482 2009-577 2010-045 2010-194 2012-426 2013-129 2013-385 2014-164 2014-338 2015-140
Strategische agenda Onderwerp: Actualiseren Structuurvisie Gebiedsvisie Wiers-Zuid Gebiedspaspoort Herenstraat-Kruyderlaan
2016 x x x
2017 x
2018
Programmabegroting 2016 -2019 72 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Onderwerp: 2016 2017 2018 Actualiseren diverse bestemmingsplannen *) x x x Cultuurhistorisch beleid x Plan van aanpak invoering Omgevingswet x *) aantal (circa acht) is afhankelijk van de wijze van implementeren van de Omgevingswet, waarbij gewaakt wordt dat geen risico wordt gelopen met het innen van leges bij bestemmingsplannen die aflopen in 2017 en 2018.
Wat mag het kosten in 2016?
Rekening 2014 Directe lasten Personele inzet (lasten) Overige indirecte lasten
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 (na 2016 2017 2018 2019 wijziging)
3.920
15.908
14.836
16.889
17.845
17.845
4.411
4.498
0
0
0
0
20.807
4.429
6.470
6.497
6.492
6.487
Totale lasten
29.138
24.835
21.306
23.386
24.337
24.332
Totale baten
23.254
17.769
18.806
21.700
22.644
22.642
Saldo Programma
-5.884
-7.066
-2.500
-1.686
-1.693
-1.690
Toelichting op de grotere afwijkingen ten opzichte van 2015: Lasten: De toerekening van kosten aan grondexploitaties is € 787.000 lager dan vorig jaar. In 2015 een eenmalig bedrag van € 317.000 voor het project “Ruimte voor de Lek” beschikbaar gesteld en € 64.000 voor het project “Toekomstvisie”. Deze vervallen in 2016. Er vindt een onttrekking plaats aan de reserve “1.600 woningen”. Afhankelijk van uw besluitvorming met betrekking tot de woonvisie wordt het bedrag voor 2016 door middel van de eerste begrotingswijziging verwerkt in de begroting 2016. De lasten nemen met € 210.000 toe vanwege de voorbereidingskosten voor het project “Betere buurten” Indirecte lasten: De indirecte lasten zijn hoger vanwege het incidenteel beschikbaar stellen in 2015 van € 64.000 voor het project “Linieland”. Vanwege de doorbelasting uren en overhead aan de Grondexploitatie en de parkeerexploitatie nemen de indirecte lasten toe met € 1.963.000. Baten: De parkeerinkomsten nemen met € 380.000 toe conform de nieuw vastgestelde Parkeerexploitatie. Een verdere toelichting omtrent het betaald parkeren is opgenomen in paragraaf 2.2.6. Voor een bedrag van € 133.000 zijn er hogere baten vanwege inzet voor beleidsadviezen voor “WRO projecten” ruimtelijk beleid. De verwachte grondverkopen 2016 leveren hogere baten op van bijna € 500.000. Het verschil tussen de lasten en baten van het grondbedrijf wordt verrekend met de post onderhanden werk in de grondexploitaties, waardoor op dit punt geen saldo voor de begroting ontstaat.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
2.1.6
Datum
22 september 2015
73 (147)
Duurzame Ontwikkeling
Hoofddoel: wat willen we bereiken met het programma? Het programma Duurzame Ontwikkeling levert een bijdrage aan Nieuwegein als leefbare – ‘hier en nu’ – en een duurzame – ‘daar en later’ – stad. We streven naar een Nieuwegein als klimaatneutrale, toekomstbestendige stad in 2040. Doel is dat de lokale gemeenschap (inwoners, ondernemers, organisaties en gemeente) laat zien dat zij niet alleen oog heeft voor de eigen belangen van het ‘hier en nu’. Maar dat zij zich ook inzet voor de belangen van onze kinderen, het ‘daar en later’. Bij de toekomstbestendige stad zijn de drie duurzaamheidspijlers People, Planet en Profit in balans. We stimuleren en bevorderen bewustzijn van duurzaamheid en duurzaam gedrag en maatschappelijk verantwoord ondernemen in de eigen organisatie en de samenleving. Het gemeentelijk milieubeleid, één van de pijlers van een duurzame stad, sluit hierbij aan. We houden dus rekening met effecten op de korte, middellange en lange termijn voor een duurzame leefomgeving. In dit programma gaan we dan ook in op een slagvaardig milieubeleid en een adequate uitvoering van (wettelijke) milieutaken. Wat willen we bereiken en wat gaan we in 2016 doen? Duurzame leefomgeving De gemeente bevordert dat inwoners en ondernemers prettig en veilig kunnen wonen, werken en recreëren in Nieuwegein, nu en in de toekomst. Op het gebied van het milieubeleid komt dit erop neer dat:
bodem, water en lucht zo schoon mogelijk zijn;
geluidoverlast zoveel mogelijk wordt beperkt;
bedrijven zich houden aan de milieuwetgeving;
er zorgvuldig met energie wordt omgegaan;
afval op een doelmatige, milieu-hygiënisch verantwoorde wijze wordt verwijderd;
we de uitgangspunten voor een duurzame inrichting toepassen bij ruimtelijke ontwikkelingen.
Activiteiten
We stellen een routekaart op met acties ten behoeve van een klimaatneutraal Nieuwegein in 2040.
We ondersteunen en zetten meer in op innovaties voor een toekomstbestendige stad.
We zorgen voor een goede informatievoorziening aan particuliere eigenaren over verduurzamingsmogelijkheden in huis.
In navolging van de ondertekening in januari 2015 van de landelijke Deal Stroomversnelling Koopwoningen’ werken we samen met regiopartners aan het stimuleren van de realisatie van ‘nul-op-de-meter’ renovaties.
Bij de uitgifte van nieuwe gemeentegrond hanteren we de realisering van ‘nul-op-de-meter’ energieneutrale woningen als uitgangspunt.
In 2016 neemt de gemeente deel in het regionale samenwerkingsverband ‘Coalitie Regio Utrecht’ voor Ruimtelijke Adaptatie. Ruimtelijke Adaptatie is erop gericht om de ruimtelijke inrichting van de bebouwde omgeving aan te passen aan de gevolgen van overstromingen, wateroverlast, extreme droogte
Programmabegroting 2016 -2019 74 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
en hitte. Doel is om uiterlijk 2017 te komen tot een regionale agenda, visie en strategie.
Er wordt een Grondstoffeninzamelplan opgesteld. Na goedkeuring door de raad wordt dit plan in 2016 en verder stapsgewijs tot uitvoering gebracht. Als uitwerking van de door de raad vastgestelde ambities: maximaal 212 kg restafval per inwoner/jaar onder voorwaarde dat de afvalstoffenheffing niet of slechts beperkt omhoog gaat.
We stellen een Jaarprogramma Water op, waarin maatregelen zijn benoemd voor de kwaliteit, het functioneren en de beleving van stedelijk water.
Met behulp van de digitale bodemkwaliteitskaart op onze website faciliteren we kostenbesparend grondverzet.
We nemen deel aan het voor de periode 2015-2018 opgestelde provinciale uitvoeringsprogramma externe veiligheid. Per 1 januari 2016 gaat het bevoegd gezag van het Brzo-bedrijf Ecolab Production Netherlands over van de gemeente naar de provincie.
De Gasunie heeft in 2015 over een lengte van 550 m in het plangebied Blokhoeve kunststof beschermingsplaten boven de gasleiding aangebracht. Over het resterend deel van 175 m worden in 2016 beschermplaten aangebracht ten behoeve van de planontwikkeling Blok Oost.
In 2016 worden 144 reguliere controles bij bedrijven uitgevoerd, waarvan 45 door de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht. We streven ernaar dat 50% van de bedrijven de milieuregels naleven in 2016 bij het eerste bedrijfsbezoek.
We geven invulling aan het ‘Actieplan Geluid 2013’ door vervanging en verhoging van geluidafscherming langs de ’s-Gravenhoutseweg en Zandveldseweg.
De gemeente blijft zich de komende jaren inspannen om de luchtkwaliteit in de gaten te houden en kansen voor verdere verbetering te verzilveren. Dat wordt geborgd door de koppeling met andere beleidsvelden (verkeer, ruimtelijke ordening, klimaat, duurzaam inkopen).
Indicatoren Omschrijving indicator
Opgesteld vermogen voor duurzame energieopwekking (in Megawatt)
maximale hoeveelheid restafval per inwoner per jaar
Percentage bedrijven waar bij een periodieke milieucontrole geen overtredingen zijn
Realisatie Streef- Streef- Streef- Streef- Toelichting 2014 waarde waarde waarde waarde 2015 2016 2017 2018 11,5 MW 11-12 11,513,5 >13,5 In 2015 is Windpark MW 13,5 MW MW Nieuwegein (10 MW) MW opgeleverd. Mogelijk volgt een verhoging van vermogen duurzame energie via zoninitiatieven in Galecopperzoom (2 MW). PM PM PM In het nog op te stellen Grondstoffeninzamelplan worden de streefcijfers vastgesteld. 40% 50% 50% 50% 50% Deze percentages betreffen het eerste bedrijfsbezoek. Bij niet
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Omschrijving indicator
geconstateerd (Naleefgedrag milieuregels door bedrijven) Totaal strekkende meters vervangen en/of nieuw gerealiseerde geluidafscherming
Datum
22 september 2015
75 (147)
Realisatie Streef- Streef- Streef- Streef- Toelichting 2014 waarde waarde waarde waarde 2015 2016 2017 2018 naleving krijgen bedrijven een termijn om alsnog te voldoen. 0 2.5602) Gebaseerd op Actieplan geluid 2013.
Bewustzijn duurzaamheid en duurzaam gedrag De gemeente stimuleert dat zowel inwoners als ondernemers en organisaties zich bewust worden van de duurzaamheidseffecten van hun handelen op zowel milieuaspecten als op sociale en economische aspecten. Dusdanig dat zij in staat zijn deze effecten mee te wegen in hun gedragskeuzen. Met dit doel willen we bevorderen dat inwoners, ondernemers en organisaties zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen gedrag op het gebied van duurzaamheid. Ook willen we dat ze in staat zijn hier (met elkaar) bewust naar te handelen. Met duurzaamheidscommunicatie en –participatie activeren we inwoners, ondernemers en organisaties voor duurzaamheid en dankzij natuur- en milieu-educatie raken vrijwel alle scholieren betrokken bij natuur, milieu en duurzaamheid onder het motto ‘jong geleerd, oud gedaan’. Een klimaatneutrale, toekomstbestendige stad kunnen wij als gemeente namelijk nooit alleen realiseren. Daarvoor is de inzet van inwoners, ondernemers en organisaties noodzakelijk. De gemeente blijft hierin investeren en draagt bij aan randvoorwaarden en ondersteunt mensen waar zij samen hun verantwoordelijkheid voor anderen en hun omgeving willen nemen. Ook het sociale en economische aspect van duurzaamheid is hier van belang. Zo is binnen Nieuwegein en binnen het Natuurkwartier specifiek een grote groep mensen actief die op vrijwillige basis invulling geven aan dit gemeentelijke maar ook gemeenschappelijke doel. Activiteiten
Het Natuurkwartier ontwikkelt zich als plek om meer en meer een bijdrage te leveren aan gezonde veerkrachtige inwoners die actief meedoen in onze samenleving. En tot het vertrekpunt voor het ontdekken en actief gebruik van de recreatieve zone van Park Oudegein.
De gemeente vervolgt het proces met (maatschappelijke) organisaties waarbij zij zelf in toenemende mate regie voeren en verantwoording nemen over delen van de exploitatie van het Natuurkwartier. Bestaande organisaties gaan meer verbindingen met elkaar aan vanuit een gedeeld groen en duurzaam perspectief.
Op basis van een samenhangende visie en ambitie van deze shareholders worden ambities uitgewerkt in gezamenlijke doelen en plan van aanpak. Er komt een samenwerkingsverband tussen de betrokken organisaties bij het Natuurkwartier. Daarbij wordt de verhouding tussen gemeente en dit nieuwe
2
De lengte van de geluidafscherming langs de ’s-Gravenhoutseweg en Zandveldseweg bedraagt 2.560 meter. Als gevolg van wensen/inspraak van omwonenden kan de realisatie doorlopen in 2016.
Programmabegroting 2016 -2019 76 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
platform uitgewerkt, waarbij er sprake zal zijn van een overgangsperiode van enkele jaren.
Het investerings- en exploitatie model wordt verder uitgewerkt en ingevuld. Resultaat is een bedrijfsplan met evaluatie en besluitvormingsmomenten.
Voor wat betreft de vervanging van het, verouderde, MEC-gebouw wordt er een programma van eisen opgesteld en ontstaat een beeld bij de exploitatie, de investering en het eigendom. Daarbij wordt ook bekeken of er een wijziging van het bestemmingsplan nodig is.
BuitenWijs, de regionale samenwerking op het gebied van natuur- en milieueducatie (NME) met de gemeenten Houten, IJsselstein en Lopik, onderhoudt het vernieuwde NME-aanbod en bewaakt de kwaliteit en efficiëntie van de NME-dienstverlening voor het basisonderwijs. In 2016 worden de vier gemeenten – behalve via het NME-aanbod – ondersteund bij de invulling van de duurzame school.
Bij de verdere duurzame inrichting van bedrijvenpark Het Klooster worden de te vestigen bedrijven verplicht een duurzaamheidscan (of een gelijkwaardig voorstel) op te stellen. Via deze scan worden maatregelen in beeld gebracht die het duurzame karakter van de onderneming (op dit natuurlijke moment) kunnen versterken. Wij adviseren de ondernemers over de uitkomsten. Ondernemers zijn verplicht om maatregelen, die zij binnen vijf jaar kunnen terugverdienen daadwerkelijk te treffen. Een gelijkwaardig voorstel om de duurzaamheid van een gebouw te bepalen is bijvoorbeeld met een GPR3 berekening of een Breaam-certificaat4. Dit zijn twee instrumenten in de bouwwereld die daar steeds meer worden toegepast. Elk instrument geeft aan hoe goed er op duurzaam bouwen wordt gescoord. Als gelijkwaardig zien wij een GPR-score van minimaal 7,4 of een BREAAM-score van minimaal ‘Good’.
We promoten de toepassing van groendaken bij particulieren, woningcorporaties en andere instellingen zowel bij nieuwe als bestaande bouw. De noodzaak van groendaken als waterpiekopvang blijkt wel uit de stortbuien en wateroverlast van de zomer van 2014.
Naar aanleiding van de evaluatie van het actieprogramma Dierenwelzijn uit 2009 en de aanbevelingen van de Dierenbescherming verwoord in hun ‘Nota Aanbevelingen Gemeentelijk Dierenwelzijnsbeleid’ wordt het actieprogramma Dierenwelzijn vernieuwd.
De gemeente neemt actief deel aan de duurzaamheidstafel van de U10.
Indicatoren Omschrijving indicator
Aantal afgenomen NMEproducten (scholen)
3
Realisatie Streef2014 waarde 2015 380 350
Streefwaarde 2016 350
Streefwaarde 2017 350
Streef- Toelichting waarde 2018 350
Met GPR meet u de duurzaamheid van een gebouw o de aspecten energie, milieu,
gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde 4.
BREEAM stelt een standaard voor een duurzaam gebouw en geeft vervolgens aan welk
prestatieniveau het onderzochte gebouw heeft
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Omschrijving indicator
Aantal scholen dat NMEproducten gebruikt
Datum
Realisatie Streef2014 waarde 2015 22 22
22 september 2015
Streefwaarde 2016 22
Streefwaarde 2017 22
77 (147)
Streef- Toelichting waarde 2018 22 Dit zijn alle scholen voor primair onderwijs. 4.000 150.000
Aantal bereikte leerlingen NME Aantal bezoekers Natuurkwartier Percentage duurzaamheidsscans bedrijvenpark Het Klooster
3.800 178.780
4.000 150.000
4.000 150.000
4.000 150.000
100%
100%
100%
100%
100%
Oppervlakte nieuw gerealiseerd groendak in m2 in heel Nieuwegein
7.586 m2
2.806 m2
PM
PM
PM
We beoordelen alle duurzaamheidscans van op Het Klooster te vestigen bedrijven. Tot medio 2015 is 1.626 m2 nieuw groendak opgeleverd tot een totaaloppervlak van 20.375 m2. Streefwaarden op langere termijn zijn afhankelijk van bouwplannen.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen De gemeente stimuleert bedrijven en maatschappelijke organisaties om de verantwoordelijkheid te nemen voor de effecten van hun activiteiten op mens, milieu en bedrijfsvoering. Het spreekt voor zich dat de gemeente het voor inwoners en ondernemers zichtbaar maakt dat de gemeentelijke organisatie haar voorbeeldfunctie voor de zorg voor het milieu serieus neemt. We willen een balans bereiken tussen People, Planet en Profit en zo maatschappelijk verantwoord mogelijk te ondernemen (MVO). Daarbij geeft de gemeente zelf het goede voorbeeld. Activiteiten
Wij gaan verder op de ingezette weg om gemeentelijke gebouwen in te zetten voor het opwekken van duurzame energie.
Na een verbeterslag in 2014/2015 van het energiemanagement wordt energiemanagement van onze gemeentelijke gebouwen en objecten structureel in de bedrijfsvoering van de op te richten interne vastgoedunit geïntegreerd om daarmee energie te monitoren en waar mogelijk het energieverbruik te verminderen.
Wij kopen duurzaam in onder andere door de duurzaamheidscriteria op www.pianoo.nl/themas/maatschappelijk-verantwoord-inkopen-duurzaaminkopen - zoals vastgelegd in het inkoop- en aanbestedingsbeleid - toe te passen.
Het milieuzorgsysteem wordt gecontinueerd. Jaarlijks wordt het milieuzorgsysteem onderworpen aan een aantal interne audits en aan een externe audit door een daartoe erkende instelling.
Programmabegroting 2016 -2019 78 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Indicatoren Omschrijving indicator
Realisatie 2014
Aantal kWh opgewekte duurzame energie gemeentelijke gebouwen
10.000
Streefwaarde 2015 36.000
StreefStreefStreef- Toelichting waarde waarde waarde 2016 2017 2018 >109.000 >109.000 >109.000 Na kinderboerderij en MEC (2012) is in 2015 zonpv gerealiseerd op Rioolgemaal Vreeswijk en Gemeentewerf. Twee sportzalen volgen in 2016.
Vastgesteld beleid Titel: Duurzaamheidscan bedrijvenparken Het Klooster en Galecopperzoom Beleidsvisie Externe Veiligheid Bouwen voor de toekomst – duurzaam bouwen beleid gemeente Nieuwegein Beleid hogere grenswaarden Wet geluidhinder Gescheiden inzamelen van kunststof verpakkingen Klimaatprogramma 2009-2013 Stimulering groene daken Actieprogramma Dierenwelzijn Afvalstoffenverordening Nieuwegein 2010 Besluit Bodemkwaliteit: gebiedspecifiek beleid (nota Bodembeheer en Bodemkwaliteitskaarten) Evaluatie Waterplan Nieuwegein *) Windpark Nieuwegein Evaluatie Actieplan Afval Apart *) Project Hoogspanningslijn & Gasleiding in relatie tot Blokhoeve Actieplan Geluid 2013 Bestemmingsplan Windpark Nieuwegein Kansenpakker Duurzaam Nieuwegein Tijdelijk beheer (flora & fauna) bedrijventerrein Het Klooster Overdracht BRZO-en Wm-taken naar de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Voortzetting regionale samenwerking NME-BuitenWijs Voortzetting overeenkomst Dierenopvangcentrum Reijerscop Toetreding gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht Verdere invoering ondergrondse containers Invoering inzameling oud papier met minicontainers RUD Utrecht mandaatbesluit en dienstverleningsovereenkomst Beleidsnota omgevingsrecht 2015-2018 Grondstoffeninzamelplan 2015-2020 Zonnepanelen op sportgebouwen Uitvoeringsnota omgevingsrecht Evaluatie vervolgaanpak luchtkwaliteit Nieuwegein Beleidsregels openbare oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen
Raadsnummer 2004-348 2007-304 2007-380 2009-218 2009-242 2009-357 2009-391 2009-392 2010-259 2011-187 2011-247 2011-281 2011-451 2012-178 2013-157 2013-167 2013-189 2013-254 2013-259 2013-280 2013-351 2013-428 2014-105 2014-157 2014-224 2015-140 2015-153 2015-200 2015-238 2015-253 2015-311
*) inclusief nieuwe beleidskaders
Strategische agenda Onderwerp Grondstoffeninzamelplan
2016 X
2017
2018
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
79 (147)
Wat mag het kosten in 2016?
Rekening 2014
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 (na 2016 2017 2018 2019 wijziging)
Directe lasten Personele inzet (lasten) Overige indirecte lasten
4.397
4.717
4.580
4.583
4.584
4.587
2.537
2.524
0
0
0
0
982
873
819
806
689
684
Totale lasten
7.916
8.114
5.399
5.389
5.273
5.271
Totale baten
5.306
5.766
5.746
5.737
5.622
5.622
Saldo Programma
-2.610
-2.348
347
348
349
351
Toelichting op de grotere afwijkingen ten opzichte van 2015: Directe lasten:
lagere lasten van € 52.000 als gevolg van de ombuigingsmaatregel op de niet wettelijke milieutaken;
€ 40.000 aan lagere lasten als gevolg van een incidentele uitgaaf in 2015 ten behoeve van de uitvoering luchtkwaliteit in het kader van Walstroombeheer;
voor € 43.000 aan lagere lasten als gevolg van incidentele uitgaven in 2015 ten behoeve van werkzaamheden Ecolab;
Hogere lasten van € 45.000 als gevolg van een stijging lasten kwijtschelding afvalstoffenheffing
Indirecte lasten: De lagere lasten van € 54.000 worden voor € 24.000 veroorzaakt door lagere kapitaallasten en het niet meer toerekenen van tractiekosten (€ 37.000) aan dit programma met ingang van 2016.
Programmabegroting 2016 -2019 80 (147)
Raadsnummer
2.1.7
2015-415
Datum 22 september 2015
Beheer Openbare Ruimte
Hoofddoel: wat willen we bereiken met het programma? Wij willen een openbare ruimte realiseren en beheren die duurzaam is, schoon, heel, veilig, bruikbaar en toegankelijk voor al haar inwoners. Deze doelstelling willen we realiseren in gezamenlijk overleg en met gedeelde verantwoordelijkheid van gemeente, inwoners en wijkplatforms, instellingen voor zorg en welzijn, natuurverenigingen, waterschap, woningbouwverenigingen en belanghebbende derden. Met deze werkwijze wil de gemeente het goede voorbeeld geven en daarmee inwoners verleiden om hun eigen steentje bij te dragen aan het op orde brengen en houden van een leefbare woon- en werkomgeving. Wat willen we bereiken en wat gaan we in 2016 doen? 1. Beheer op orde Onderhoud en beheer van de openbare ruimte dragen in belangrijke mate bij aan de ambitie van schoon, heel, veilig, bruikbaar en toegankelijk. Het realiseren van het geformuleerde wensbeeld over de beeldkwaliteit van die openbare ruimte staat met de beschikbare financiële middelen onder grote druk. Een inhoudelijke discussie over hoe in de toekomst omgegaan moet worden met dagelijks verzorgend, planmatig en groot onderhoud en met reconstructies is noodzakelijk. Daarbij is het de uitdaging om een goede (financiële) balans te vinden tussen het uitstellen van onderhoud en het moeten treffen van noodzakelijke maatregelen om voorzieningen veilig te kunnen blijven gebruiken. Het project ‘Betere Buurten’ heeft veel raakvlakken met de openbare ruimte. Het Openbaar Domein levert een bijdrage aan ‘Betere Buurten’, waarbij afstemming tussen ‘Betere Buurten’ en de onderhoudsplannen zal moeten plaatsvinden (werkmet-werk maken). Zie hiervoor ook het programma Ruimtelijke Ontwikkeling. Om met de beschikbare middelen zo groot mogelijk rendement te halen, wordt gewerkt met meerjarige onderhoudscontracten, raamcontracten en wordt constant gezocht naar subsidiemogelijkheden, zoals van de Provincie en het Fonds Nuts Ohra. 2. Activiteiten 2.1 Groen Algemeen Wij willen samen met inwoners een duurzaam, robuust en vitaal openbaar groen realiseren, omdat goed openbaar groen een essentieel onderdeel is van de gezonde wijk (onderdelen gezonde leefomgeving en gezond meedoen). Op basis van het beeldbestek 2015-2017 onderhoudt de gemeente het openbaar groen, zorgt voor onkruidbeheersing op verharding, verwijdert zwerfafval in groen en leegt de afvalbakken. Vooruitlopend om de veranderende wetgeving per 1 januari 2016 omtrent het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen, werkt de gemeente gifvrij. Een tweede belangrijk duurzaamheidsaspect is dat de aannemers volgens ambitieniveau 5 van de CO2-prestatieladder en ‘goud’ volgens de
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
81 (147)
duurzaamheidsmeter moeten werken. Tevens is in de bestekken een ‘social return’ verplichting van 5 % opgenomen om werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt mogelijkheden te bieden. Samen met de WIL wordt hier uitvoering aan gegeven. In het beeldbestek is ruimte opgenomen voor bewonersparticipatie. Op verzoek van bewoners kan de gemeente maatwerk leveren door in samenspraak met bewoners op een bepaalde locatie maatregelen te treffen, waarbij bewoners worden gefaciliteerd met advies en materiaal, binnen de financiële mogelijkheden. Groenstructuurplan Met als uitgangspunt de in 2015 vastgestelde ecologische hoofdstructuur, waaronder ecologische verbindingszones, wordt in 2016 samen met inwoners, plaatselijke natuurverenigingen en andere belanghebbenden een groenstructuurplan opgesteld. Bospercelen In 2016 gaan wordt doorgegaan met het omvormen van populierenbospercelen, te weten delen in de Wilgenroos, twee percelen in Park Oudegein en perceel langs de Weg van de Binnenvaart. Deze populierenbospercelen worden omgevormd tot duurzame bossen, waarbij gelijk ook gekeken wordt of en zo ja, hoe het herstel van de ecologische zones kan worden bewerkstelligd. De omvorming gebeurd in nauw overleg met de natuurverenigingen. Voor deze werkzaamheden is € 200.000 beschikbaar gesteld in 2016. Snippergroen/zelfbeheer In Nieuwegein zijn 470 enthousiaste zelfbeheerders die een stukje gemeentegroen onderhouden. Het aantal zelfbeheercontracten zit al een aantal jaren op het zelfde niveau. Daar waar de mogelijkheid zich voordoet bij bijvoorbeeld de herinrichting van de openbare ruimte proberen we bewoners enthousiast te krijgen om de nieuwe inrichting in zelfbeheer te nemen. Om de zelfbeheerders te waarderen voor hun inzet zij een keer per jaar uitgenodigd voor een bijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst kan worden genetwerkt, kunnen ervaringen worden uitgewisseld en kunnen zij antwoord krijgen op concrete onderhoudsvraagstukken. Naast het in zelfbeheer nemen van stukjes groen wordt het ook eenvoudiger om een stukje gemeentegroen dat grenst aan de tuin te kopen. Dit is een direct gevolg van de versoepeling van de uitgiftevoorwaarden van zogenoemd snippergroen. Het is natuurlijk prettig dat inwoners verzoeken doen voor zelfbeheer of aankoop van snippergroen. Daar staat tegenover het onrechtmatig/illegaal in gebruik nemen van gemeentegrond. In 2016 wordt het project Hoog Zandveld/Lekboulevard afgerond. In dit project heeft de gemeente de wijk geïnventariseerd en mensen gericht aangeschreven met voorstel tot aankoop of ontruiming. Nadat de balans is opgemaakt kan bestuurlijk worden besloten of deze pilot wordt uitgerold over de hele stad. Naast het hiervoor genoemde project wordt illegale ingebruikname van grond ook actief aangepakt in situaties die om urgentie vragen. Per situatie wordt bekeken of de gemeente de grond terugvordert dan wel legaliseert. Dit gaat in goed overleg met de betrokkenen. Hiermee wil de gemeente voorkomen dat er door verjaring gemeentelijk eigendom verloren gaat.
Programmabegroting 2016 -2019 82 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Zwerfafval In 2016 worden de pilots t.b.v. het Afvalbakkenplan afgerond. Door een drietal pilots worden de uiteindelijke strategische keuzes voor het Afvalbakkenplan bepaald. Dit plan, waarvoor de gemeente subsidie heeft ontvangen, heeft als doel het terugdringen van zwerfafval in heel Nieuwegein, met speciale aandacht voor het terugdringen van zwerfafval op de zogenoemde snoeproutes. 2.2 Grijs Verharding algemeen Het beleid voor onderhoud en beheer van de verhardingen is gericht op het realiseren en behouden van een robuuste infrastructuur die schoon, heel, veilig, duurzaam, bruikbaar en goed toegankelijk is voor alle inwoners. De infrastructuur is grotendeels in de jaren ‘80 gerealiseerd en wordt intensief gebruikt. Tweejaarlijks wordt het areaal geïnspecteerd. Het wegenbeheerplan van 2014-2018 geeft aan dat er achterstallig onderhoud is. Dit wordt mede veroorzaakt door de structurele bezuinigingen van de afgelopen jaren. In de afgelopen periode is primair geïnvesteerd in de asfaltwegen om kapitaalsvernietiging tegen te gaan. Daar is dan ook een verbetering van de onderhoudsstaat te zien. Het overgrote gedeelte achterstallig onderhoud zit in de elementenbestrating. In de komende jaren zal daarom de prioriteit hier naartoe verschuiven, waarbij de focus zal liggen op klein onderhoud (bijvoorbeeld herstel gaten). Binnenpleintjes Al jaren vragen bewoners om binnenpleintjes op te knappen. Binnenpleintjes vormen een goede mogelijkheid om bewoners te betrekken bij onderhoud en beheer van de openbare ruimte en om ontmoetings- en speelgelegenheden te realiseren. Hiermee wordt meer betrokkenheid en verantwoordelijkheid van bewoners met hun omgeving en interne cohesie tussen bewoners bewerkstelligd. Ook wordt hiermee de eigen kracht van bewoners gestimuleerd en worden met bewoners en/of wijknetwerken zoveel mogelijk collectieve zelfbeheerovereenkomsten afgesloten. Civiele kunstwerken; tunnels, viaducten en beweegbare bruggen Voor de tunnels, viaducten en beweegbare bruggen is een meerjarenonderhoudsplan opgesteld, gekoppeld aan de gelijknamige voorziening. Tweejaarlijks vindt inspectie plaats van de hiervoor genoemde objecten. Op basis van de uitgevoerde globale visuele inspectie, waaruit blijkt dat er een aanzienlijk aantal houten bruggen en vlonders vervangen moeten worden, wordt een uitvoeringsplan opgesteld. Als gevolg van de taakstellende bezuinigingen wordt bekeken of een houten brug wordt vervangen of dat deze kan komen te vervallen, inclusief de paden van/naar de betreffende brug. In 2016 vindt groot onderhoud aan de inundatiebrug in de Overeindseweg plaats en worden de wegdekken in Fokkesteeg (Orveltedek en het Amselerdek) vervangen. Per 1 april 2016 gaat de uitvoering van de brugbediening van Rijkswaterstaat weer terug naar de gemeente. De huidige bedieningspost zit op de Beatrixsluis. Deze moet worden verhuisd naar een nog te bepalen locatie. Hiermee is een investering gemoeid van € 200.000.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
83 (147)
Openbare Verlichting In januari 2015 is het contract met CityTec met vijf jaar verlengd met een optie van nogmaals vijf jaar. Het uiteindelijke doel is om na 10 jaar het volledige areaal van de openbare verlichting in eigendom en in eigen beheer te hebben. In die tussentijd wordt het achterstallig onderhoud aan de openbare verlichting weggewerkt, na 10 jaar is 25% bespaard op het energieverbruik ten opzichte van 2014 door de invoering van duurzame LED- en dynamische verlichting. Voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud in de periode 2015-2024 is een meerjarenplan per wijk gemaakt. Het betreft vervanging van lichtmasten ouder dan 15 jaar en armaturen ouder dan 20 jaar. In 2016 worden in Zuilenstein 314 en in Batau-Noord 300 armaturen geplaatst. In 2016 worden in Batau-Noord ook 150 masten vervangen. Langs de hoofdrijbanen van de Jachtmonde, Kiezelmonde, Veermonde, Ankermonde en Koekoekslaan zullen 290 armaturen vervangen worden door dynamische verlichting. Verkeersregelinstallaties Er vindt continu onderhoud aan en verbeteringen van verkeersregelinstallaties plaats ten behoeve van een goede verkeersafwikkeling. In 2016 worden de installaties op de kruispunten Symfonielaan-Utrechtsestraatweg en Taludweg-Utrechtsestraatweg vernieuwd. 2.3 Blauw Riolering en Waterhuishouding Wij zamelen afvalwater en afvloeiend hemelwater in en voeren het af en hebben een zorgplicht voor grondwater. Dit is vastgelegd in het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2014-2018 (vGRP). In 2016 blijft de gemeente participeren in het samenwerkingsverband Winnet. Winnet staat voor waterinnovatief netwerk. Binnen de Winnet-regio werken 14 gemeenten en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden samen aan een doelmatiger, duurzamer en efficiënter beheer van de afvalwaterketen, met als doel om te kunnen blijven zorgen voor een goed beheer van riolering en zuivering tegen aanvaardbare kosten. In 2014 is de WINNET ambitie voor de kostenbesparing in de (afval)waterketen bestuurlijk vastgesteld. De ambitie is een kostenbesparing van minimaal 10% op de geprognosticeerde exploitatiekosten in 2020. Nieuwegein realiseert dit door de besparing die al voor 2010 is geleverd (‘Optimalisatiestudie Afvalwatersysteem Nieuwegein’ en ‘Afvalwaterakkoord’) en door het feit dat in het verbreed GRP is uitgegaan van een maximale kostenstijging van 2% per jaar, hetgeen onder de landelijke prognose ligt. De genoemde ambitie is door de Visitatiecommissie Waterketen als positief beoordeeld. Binnen Winnet werkt Nieuwegein samen op basis van het ‘Regionaal Afvalwaterbeleidsplan’. Dit plan is aanvullend op het eerder genoemde verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2014-2018. In 2016 wordt de samenwerking in de regionale themagroepen hemelwater, grondwater, stedelijk water voortgezet om te bekijken of gezamenlijke kwaliteitsverbetering kan worden bereikt. Verder gaat Nieuwegein door met het op ambtelijk niveau samenwerken met IJsselstein,
Programmabegroting 2016 -2019 84 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Montfoort en Lopik. Hierbij wordt op de technische werkvloer besproken op welke punten kostenbesparend kan worden samengewerkt. In 2016 wordt uitvoering gegeven aan het in 2015 vastgestelde baggerplan tertiaire watergangen 2014-2018. Bij de voorbereiding wordt hierbij rekening gehouden met snoeien van ‘belemmerend’ groen en wensen op het gebied van beschoeiing en natuurvriendelijke oevers. Deze werkzaamheden worden vervolgens integraal uitgevoerd. 3. Professionaliseren van werkmethoden 3.1.
Denken vanuit de gebruiker
De omslag in het denken wordt voortgezet: denken vanuit techniek verandert in denken vanuit de gebruiker van de openbare ruimte. De samenwerking met wijkplatforms vindt plaats op basis van de samenwerkingsovereenkomst tussen wijkplatforms en gemeente (december 2010). De wijkplatforms vervullen nog steeds een belangrijke rol in advisering bij projecten, beheer en onderhoud van de gemeente. Met behulp van betrokkenheid van bewoners en andere belanghebbenden wordt toegewerkt naar het handhaven en verder ontwikkelen van het fysieke- en sociale leefklimaat van de stad. Draagvlak voor gemeentelijke plannen op alle leefgebieden wordt gepeild of gecreëerd via ondermeer de wijkplatforms. 3.2. Integraal afstemmen van Openbaar Domein met Ruimtelijk Domein en Sociaal Domein. Alle projecten openbare ruimte en ruimtelijk domein worden jaarlijks op één overzichtskaart gezet. Deze kaart wordt voorgelegd aan interne- (Sociaal en Ruimtelijk Domein) en externe partners (wijkplatforms, woningbouwcorporaties, provincie, waterschap, et cetera). De projectenkaart vormt de basis voor interne – en externe afstemming. Door die afstemming wordt rekening gehouden met elkaars werkzaamheden en plannen, wordt tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten gewerkt en de overlast voor inwoners zoveel mogelijk beperkt. Met gebiedsgericht werken in Nieuwegein is begonnen, stapsgewijs wordt dit uitgebreid. Op dit moment bestaan de gebiedsteams uit deelnemers vanuit de verschillende domeinen binnen de gemeente. In 2016 wordt binnen de gebiedsteams gewerkt met gebiedsanalyses en gebiedsagenda’s waarmee integraal met elkaar de prioriteiten en de uitvoering daarvan voor de komende periode worden besproken. De nieuwe organisatie van het Openbaar Domein voorziet in de gewenste integrale benadering en afstemming van vraagstukken en projecten. 3.3.
Asset management
Naast het ‘Handboek Stedelijk Tapijt’, waarin richtlijnen voor het ontwerp en technische specificaties voor de inrichting van de openbare ruimte en voor het beheer ervan staan opgenomen, worden in 2016 gemeentelijke werkmethoden verder geprofessionaliseerd. Met de "nieuwe" werkmethoden moet effectiever invulling gegeven kunnen worden aan de bestuurlijke ambities met helder de prestaties, kosten en risico's in beeld.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
3.4
Datum
22 september 2015
85 (147)
Beheertoets
Bij alle aanpassingen in de openbare ruimte voortkomend uit bijvoorbeeld ‘Beter Buurten’ moeten de beheer- en onderhoudskosten vooraf in beeld worden gebracht en bij meerkosten ook ter besluitvorming worden voorgelegd (‘beheerbewust ontwerpen’). 3.5
Bevorderen arbeidsparticipatie
Het Openbaar Domein werkt samen met de WIL en andere instanties door structureel tijdelijke participatieplaatsen ter beschikking te stellen. Deze participatieplaatsen zijn gericht op het opdoen van werkervaring. Het ter beschikking stellen van participatieplaatsen bevindt zich soms in een spanningsveld. Een participatieplaats mag geen reguliere arbeidsplaats verdringen. Daarbij zijn niet altijd cliënten beschikbaar om de participatieplaatsen in te vullen. De gemeente zoekt in samenwerking met partners als WIL naar mensen voor deze werkzaamheden in aanmerkingen komen. Er wordt nauw samengewerkt met sociale werkvoorzieningsschappen, Justitie, Lister, Reinaerde, Altrecht, ondernemers, etc. In 2016 worden net als in 2014 en 2015 werkzoekenden ingezet in participatieplaatsen, voorheen ‘stad op orde’-banen. Het Openbaar Domein biedt met name in de uitvoering diverse activiteiten aan, bijvoorbeeld schoonmaken van verkeersborden, werkzaamheden op de kinderboerderij of op de gemeentewerf. Net als afgelopen jaren gaat ook in 2016 van diensten van de PAUW-bedrijven gebruik worden gemaakt. In de integrale beeldbestekken voor het onderhoud van het openbaar groen voor 2016 en verder is de zogenoemde SROI-verplichting (‘Social Return on Investment’) van 5% van de bestekwaarde opgenomen. Dit houdt in dat een aannemer 5% van de aanneemsom dient te investeren in het begeleiden van werkzoekenden die moeilijk toegang hebben tot de arbeidsmarkt 5. De gemeente heeft een contract met Reinaerde. Cliënten van Reinaerde werken in het Natuurkwartier, zowel op de kinderboerderij als in het groenonderhoud, ook maken zij de binnenstad vrij van kauwgomresten.
5
Er wordt nu door de gemeente in samenspraak met PAUW-bedrijven onderzocht
(onderzoek ‘Groene Vingers’) of de activiteiten die PAUW-bedrijven nu uitvoert m.b.t. het beheer van de openbare ruimte uit te voeren is tegen lagere kosten voor de gemeente, waarbij minstens even goede of zelf nog betere sociale effecten blijven bestaan. Dit zou aanleiding kunnen zijn voor uitbreiding of van inzet van de doelgroep Wsw (Wet sociale werkvoorziening) op het beheer van de openbare ruimte.
Programmabegroting 2016 -2019 86 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Indicatoren Omschrijving indicator
Realisat ie 2014
Wijkbeoordeling inwoners.
n.n.b.
Streefwaarde 2015 >6
Streefwaarde 2016 >6
Streefwaarde 2017 >6
Streefwaarde 2018 >6
Percentage afwikkeling van meldingen openbare ruimte binnen de aangegeven normtijd. Percentage vervolgmeldingen.
81,1%
>70%
>70%
>70%
>70%
3,6%
< 10%
< 10%
< 10%
< 10%
Percentage tevreden afwikkeling van vragen/meldingen uit wijkplatformvergadering en.
n.n.b.
100%
100%
100%
100%
Toelichting
Nieuwe indicator (bron: wijkanalyses). Nog geen cijfer van 2014 bekend. Inwoners ontvangen bericht als we de melding niet tijdig kunnen afhandelen. Bijv. als er onvoldoende aandacht is besteed aan de 1e melding. Nieuwe indicator. Nog geen cijfer van 2014 bekend.
Vastgesteld beleid Titel: Verbreed gemeentelijke rioleringsplan 2014-2018 Nota Watervisie 2004 Nota Waterplan 2006 Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Nieuwegein Regeling gedenktekens openbare ruimte 2005 Bomenverordening/bomenlijst/bomenbeschermingsplan Baggerplan tertaire watergangen 2014-2028 Beleidsnota Bewegwijzering Gemeentelijk Mobiliteitsplan+
Onderwerp: Groenstructuurplan (incl. inspraak)
2016 X
2017
Raadsnummer 2013-409 2004-256 2006-311 2007-279 2005-82 2012-167 2014-422 2003-267 2013-385
2018
Toelichting op de ombuigingsmaatregelen Sluiten dierenweides In de eerste helft van 2015 zijn gesprekken gevoerd met Stichting Nedereind en zorginstelling Lister over de overname van de beheer- en onderhoudstaken op de Dierenweides. Met deze voorstellen kan een deel van de bezuinigingstaakstelling worden gerealiseerd. Na het bespreken van dit initiatief met de portefeuillehouder zijn de initiatiefnemers nu aan de slag met het uitwerkingsplan tot overname van het beheer en onderhoud van de dierenweides.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
87 (147)
Wat mag het kosten in 2016?
Rekening 2014
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 (na 2016 2017 2018 2019 wijziging)
Directe lasten Personele inzet (lasten) Overige indirecte lasten
8.433
7.813
7.658
7.545
7.551
7.547
7.601
7.612
0
0
0
0
9.687
8.746
4.735
4.779
4.740
4.651
Totale lasten
25.721
24.171
12.393
12.324
12.291
12.198
Totale baten
9.478
8.952
6.602
6.656
6.638
6.620
Saldo Programma
-16.243
-15.219
-5.791
-5.668
-5.653
-5.578
Toelichting op de grotere afwijkingen ten opzichte van 2015: Lasten:
Hogere eenmalige lasten van € 200.00 voor onderhoud en vervanging van bospercelen;
Lagere lasten van € 35.000 als gevolg van invulling van de bezuinigingsmaatregel met betrekking tot invulling lagere lasten composteren groenafval.
Hogere lasten van € 51.000 verwijderen baggerspecie conform het vastgestelde baggerplan.
Hogere lasten van € 122.000 ten behoeve van Nieuw beleid voor de investeringen Bruggen.
Lagere lasten van € 150.000 wordt veroorzaakt door een verschuiving van de lasten openbare verlichting naar de investering masten en armaturen.
Lagere lasten van € 130.000 als gevolg van het onderbrengen van parkpaden in de voorziening “wegen en mobiliteit” (zie toelichting overige indirecte lasten).
Lagere lasten van € 199.000 voor Geo-informatie als gevolg van een verschuiving van dit product naar het programma bedrijfsvoering.
Indirecte lasten:
Voor € 697.000 door het niet meer direct doorbelasten van de tractie. M.i.v. 2016 worden deze lasten verantwoord binnen het programma bedrijfsvoering.
Lagere lasten dotatie voorziening “wegen en mobiliteit” voor € 127.000 als gevolg van een correctie overhead en personele inzet ten laste van de voorziening van € 257.000 en de correctie van het product parkpaden voor € 130.000.
Lagere kapitaalslasten van € 45.000 wordt veroorzaakt door het doorschuiven van diverse investeringen van 2015 naar 2016 voor verkeerslichtinstallaties. Hierdoor vallen de kapitaallasten het 1e jaar na oplevering lager uit.
Lagere lasten van € 3.007.000 als gevolg van de incidentele lasten in 2015 ten behoeve van de investering Plofsluis.
Lagere kapitaallasten van € 121.000 voor Geo-informatie als gevolg van een verschuiving van dit product naar het programma bedrijfsvoering.
Baten:
incidentele ontvangst in 2015 van € 605.000 in verband met verkoop deel terrein gemeentewerf en voor een bedrag van € 2.117.000 betreft het een incidentele bate in 2015 voor de investering Plofsluis.
Programmabegroting 2016 -2019 88 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Lagere baten GEO-informatie voor een bedrag van € 143.000. Deze baten worden vanaf 2016 verantwoord in het programma bedrijfsvoering.
Hogere baten voor een bedrag van € 400.000 worden veroorzaakt door een hogere opbrengst rioolheffing. Deze hogere opbrengst is het gevolg van een hogere toerekening BTW en een hogere bijdrage straatreiniging aan de rioolheffing.
De hogere baten voor een bedrag van € 73.000 betreft de hogere onttrekking aan de egalisatievoorziening rioolheffing.
Hogere baten voor een bedrag van € 50.000 met betrekking tot een onttrekking aan de voorziening ter dekking van de kapitaallasten nieuwe investering met betrekking tot bruggen.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
2.1.8
Datum
22 september 2015
89 (147)
Grote Gebiedsontwikkeling
Hoofddoel: wat willen we bereiken met het programma? De doelstelling van het programma grote gebiedsontwikkelingen is om te komen tot een duurzame en kwalitatief hoogwaardige stedenbouwkundige invulling van de grote ontwikkellocaties in Nieuwegein. Binnen de bestaande programma’s zal gebiedsontwikkeling op de volgende wijze een bijdrage moeten leveren:
Versterking van de economische invalshoek bij gebiedsontwikkeling zodat een positieve bijdrage geleverd wordt aan het economisch klimaat voor bedrijven (behoud van bestaande en vestiging van nieuwe bedrijven)
Goede balans tussen wonen, werken en verblijven in Nieuwegein met een vergroting van een gedifferentieerd woningaanbod binnen de komende 5 jaar.
De (her)ontwikkeling van een schone, gezonde en veilige woonomgeving.
De inrichting van een veilige openbare ruimte.
Het programma zorgt voor een integrale afstemming tussen en binnen de gebiedsontwikkelingen door te sturen op:
Overleg en samenwerking met marktpartijen
Risico inventarisatie en beheer
Projectmanagement om op efficiëntere en effectieve manier te komen tot voorbereiding en realisatie van plannen
Stellen van prioriteiten
Binnen Nieuwegein zijn de volgende gebieden aangewezen als te ontwikkelen gebieden:
Blokhoeve inclusief hoogspanningsleidingsgebied Nieuwegein Noord
Bedrijvenpark Het Klooster
Binnenstad (Stadhuis, culturele voorzieningen, winkels, kantoren en woningen)
Lekboulevard – Hoogzandveld
Nieuw Vreeswijk
Wat willen we bereiken en wat gaan we in 2016 doen? 1. Blokhoeve inclusief hoogspanningsleidinggebied Nieuwegein Noord Wat willen we bereiken? Deze woningbouwlocatie vormt onderdeel van het woningbouwprogramma en dient daardoor bij te dragen aan de goede balans tussen wonen, werken, verplaatsen en ontspannen. Op de locatie Blokhoeve zullen naast woningen ook openbare voorzieningen gerealiseerd worden waardoor hier een prettige woonwijk zal ontstaan. Activiteiten 2016 Momenteel worden enkele kavels bebouwd en/of zullen op korte termijn opgeleverd worden. Dit betreft zowel de vrije kavels van de gemeente als kavels van AM Wonen. De aanpak van mogelijke oplossingsrichtingen voor de
Programmabegroting 2016 -2019 90 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
hoogspanningslijnproblematiek zal ook in 2016 doorgaan op basis van een nog te nemen raadbesluit. Woningen het Blok
Het Blok Oost: Uit nader akoestisch is gebleken dat in het gebied Blok Oost woningbouw kan plaatsvinden. Een bestemmingsplanprocedure voor dit plandeel is inmiddels opgestart. We verwachten dat vaststelling van dit bestemmingsplan plaats zal vinden in januari 2016. In het noordelijk deel van Blok Oost worden 50 grondgebonden woningen vanaf voorjaar 2016 gebouwd (Vlierhoeve). Portaal zal verder 70 appartementen realiseren in Blok Oost. Verder gaan we op zoek naar een verdere optimalisatie van het plangebied. We verwachten nog 30 – 60 woningen te kunnen toevoegen aan het plangebied. Ook voor Blok West geldt dat het altijd de bedoeling is geweest dat er woningen gerealiseerd worden. Onder andere vanwege het geluidsvraagstuk vanuit de omliggende bedrijven is woningbouw op deze locatie niet zondermeer mogelijk. Het is daarom de vraag of voldoende kwaliteit gerealiseerd kan worden in het plangebied en of woningen met een dove gevel (zonder te openen delen) voor de corporatie acceptabel zijn. De komende periode worden hier keuzes in gemaakt. Afhankelijk van deze keuzes zal besloten worden om de grond van de corporatie en de gemeente al dan niet in de markt te zetten.
Woningen het Eiland
In plandeel Het Eiland geeft de gemeente grond uit voor particulier opdrachtgeverschap. Van de 20 vrije kavels voor particuliere woningbouw op het Eiland zijn inmiddels 14 kavels uitgegeven. Als gevolg van het economisch herstel is ook de verkoop van de nog beschikbare kavels van AM ook gestegen. De noordelijke rand van Het Eiland valt binnen de hoogspanningszone. Vooralsnog is het niet mogelijk om hier woningen te realiseren.
Lamellen (The Edge fase 2)
Dit noordelijk deel van de wijk is gerealiseerd met uitzondering van The Edge fase 2. Deze ontwikkelvlek valt binnen de hoogspanningszone. Realisatie is pas mogelijk nadat deze beperking is opgeheven.
Overige woningen
De bouw en oplevering van de overige woningen is afhankelijk van de oplossing van de hoogspanningsproblematiek.
definitief tracé keuze hoogspanning
In het wetsvoorstel STROOM is o.a. de aanpak opgenomen voor verkabeling (=onder de grond brengen) van hoogspanningsverbindingen die in bevolkingskernen liggen. Verwacht wordt dat plenaire behandeling door de Tweede Kamer van het wetsvoorstel STROOM vóór 15 oktober 2015 plaatsvindt. De minister houdt vast aan de gemeentelijke bijdrage van 25%. Verwacht wordt dat de wet STROOM in 2016 in werking treedt. Tennet heeft voor gemeente Nieuwegein een eerste haalbaarheidsstudie verricht met als resultaat dat verkabelen op basis van een deskstudie technisch mogelijk wordt geacht. De volgende stap is de
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
91 (147)
tweede, verdiepende stap om de fase van haalbaarheid af te ronden; hiermee komt de financiële begroting op basis van kengetallen goed in zicht. De eerste inzichten geven aan dat het verkabelen van de hoogspanningslijn financieel haalbaar lijkt. Na de tweede stap kan het college zijn besluit over het verkabelen nemen en het verkabelen als oplossing gaan voorleggen aan de gemeenteraad. Tennet krijgt opdracht voor de tweede stap van de haalbaarheid na een positief besluit van de Tweede Kamer over het wetsvoorstel STROOM. Als de wetsbehandeling en de gemeentelijke besluitvorming verloopt zoals gepland en verwacht dan staat 2016 in teken van voorbereiding (t/m bestek) van het onder de grond brengen van de hoogspanningslijn in Galecop en Blokhoeve.
2. Het Klooster Wat willen we bereiken? De uitgifte van bedrijvenpark Het Klooster biedt de mogelijkheid bedrijven (waaronder de zwaardere milieucategorie die nu nog dicht bij woonwijken zijn gevestigd) daarnaar toe te verhuizen. Op deze wijze willen we bestaande bedrijven behouden. Daarnaast willen we nieuwe bedrijven aantrekken voor duurzame vestiging in Nieuwegein. Activiteiten 2016 deelgebieden 1, 2 en 3
In 2016 zal de raad een nieuw bestemmingsplan worden voorgelegd voor de deelgebieden 1, 2 en 3. In dit bestemmingsplan zal sprake zijn van (aangepaste) regelgeving in het kader van de uitvoering van het promotie- en acquisitieplan het Klooster en de afspraken met Rijk en provincie over de Vernattingszone in het kader van de nominatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Voor wat betreft deelgebied 1 wordt de verkaveling van het gebied planologisch opgenomen.
Start gronduitgifte deelgebied 1
Het bouwrijp maken van deelgebied 1 zal in de eerste helft van 2016 worden afgerond. In combinatie met de start van het planologisch regiem voor onder andere dit deelgebied kan na het bouwrijp maken gestart worden met de gronduitgifte in dit deel van het Klooster.
Deelgebieden 2 en 3
De deelgebieden 2 en 3 zijn uitgifte-gereed en planologisch belegd met een globaal bestemmingsplan en een daarop gebaseerd geldend uitwerkingsplan. Zoals vermeld komt er een nieuw bestemmingsplan voor ook deze deelgebieden.
Planvorming 3e sluiskolk /verbreding Lekkanaal
De planvorming (door Rijkswaterstaat) voor de 3e sluiskolk en de verbreding van het Lekkanaal is al enige tijd gaande. De procedure op grond van de Tracéwet is afgerond en zijn door Rijkswaterstaat de werken inmiddels gegund. Het eerste half jaar van 2016 zal worden benut voor het verkrijgen van de noodzakelijke vergunningen voor de bouw van de 3e sluiskolk en de verbreding van het Lekkanaal. De verwachting is dat de werkzaamheden zullen starten in het laatste kwartaal
Programmabegroting 2016 -2019 92 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
van 2016. Bestemmingsplan deelgebied 4
De start van het op te stellen bestemmingsplan voor deelgebied 4 is afhankelijk van een nog af te sluiten overeenkomst met een in het gebied gevestigde ondernemer. De verwachting is dat in 2016 de overeenkomst formeel gesloten wordt en er dan ook gestart wordt met het bestemmingsplan voor deelgebied 4.
Reserveringen
Er is in deelgebied 2 en 3 sprake van een aantal (betaalde) reserveringen. Sommige daarvan lopen door tot in 2016. Met het oog hierop zou dit in 2016 kunnen leiden tot daadwerkelijke grondverkoop. De verwachting is dat na afronding van het bouwrijp maken van deelgebied 1 ook in dit deel van het Klooster sprake zal zijn van (betaalde) reserveringen.
3. Binnenstad Wat willen we bereiken? Het project Binnenstad betreft ontwikkel- en uitvoeringsactiviteiten van strategische beslissingen genomen door de gemeenteraad over de Binnenstad op basis van het door de raad vastgestelde OOB 2013, de daarbij behorende vastgestelde grondexploitatie en het uitvoeringsprogramma. Activiteiten 2016 ‘Meer dan vastgoed alleen’
- Investeren in branding en verleiding, gericht op het aantrekken van gebruikers, investeerders en ontwikkelaars. Opzoeken van nieuwe partijen en in gesprek blijven met lokale stakeholders. - Uitbouwen binnenstadmanagement op basis van in derde kwartaal 2015 gesloten intentieovereenkomst met stakeholders. - Versterken van verbindingen tussen binnenstad en haar omgeving.
Oost
- Vermarkten van de te ontwikkelen kavels in Doorslagzone (incl. Dyade-locatie) - Verwerving politiebureau en opstarten ontwikkeling locatie.
West
- Uitwerken programmatische visie en formuleren randvoorwaarden en opstarten bestemmingsplanprocedure. - De wijze van samenwerken tussen de gemeente en de markt nader uit werken.
‘Het Stationsgebied’
- In gesprek blijven met eigenaren – waaronder ABCpartijen, Wereldhave en De Waal - in het gebied over tijdelijke en uiteindelijke ontwikkelingen. - Afstemmen met provincie (voorheen BRU) t.a.v. ontwikkelingen rondom het OV–knooppunt - Verbeteren van de integratie van de oost-west verbinding in het verlengde van de Weverstede.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
93 (147)
4. Lekboulevard Hoogzandveld (LHZ) Agenda van de fysieke veranderingen LHZ:
Bouw patiowoningen in Lotusplantsoen 2016
Selectie ontwikkelaar middenblok 4e kwartaal 2015/1e kwartaal 2016
Activiteiten 2016 Woningbouwontwikkelingen (middenblok)
Selectie ontwikkelaar, onderhandelingen over kooprealisatieovereenkomst
Lotusplantsoen (patio’s)
Eerste helft 2016 zal het terrein bouwrijp worden opgeleverd, zodat de patio’s in aanbouw kunnen. Na afronding van de bouw wordt het terrein woonrijp gemaakt.
5. Nieuw Vreeswijk Wat willen we bereiken? Deze woningbouwlocatie vormt onderdeel van het woningbouwprogramma en dient daardoor bij te dragen aan de goede balans tussen wonen, werken en ontspannen. Activiteiten 2016 Verkoop laatste kavel
Het project Nieuw Vreeswijk is volledig opgeleverd. De verkoop van de particuliere (woon)kavel ten noorden van de Wiersedreef vormt het laatste projectonderdeel van het project Nieuw Vreeswijk. Het Grondbedrijf is belast met de verkoop van deze kavel. Gelet op de sterk aantrekkende woningmarkt en economie is de verwachting dat de kavel op korte termijn aangeboden kan worden. Wanneer dit inderdaad een feit is zal het project Nieuw Vreeswijk formeel worden afgesloten.
Vastgesteld beleid De geldende beleidsplannen op het gebied van ruimtelijke en duurzame ontwikkeling evenals op grondbeleid en beheer dienen als leidraad voor de realisatie van de grote gebiedsontwikkelingen. Dit met uitzondering van het Klooster waar een nieuw bestemmingsplan in voorbereiding is genomen en in 2016 aan de raad zal worden voorgelegd. We verwijzen hiervoor naar de weergave van het vastgesteld beleid bij de programma’s Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzame Ontwikkeling. Wat mag het kosten in 2016? Het programma Grote Gebiedsontwikkelingen voert werkzaamheden uit voor de andere programma’s en het grondbedrijf. De kosten hiervan zijn dan ook opgenomen in deze programma’s. Dit is de reden dat onder dit programma geen exploitatieoverzicht van baten en lasten is opgenomen. In plaats daarvan geven we de geraamde investeringsbedragen die voor 2016 voor ieder gebied zijn opgenomen.
Programmabegroting 2016 -2019 94 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Investeringsraming 2016 per gebied Het Klooster Planontwikkelingskosten
250.000
Woonrijpmaken sectie 2
1.000.000
Woonrijpmaken sectie 3
1.000.000
Stelpost / onvoorzien
1.000.000 3.250.000
Lekboulevard Planontwikkelingskosten Bouw en woonrijpmaken Lotusplantsoen, middenblok, Nijemonde
150.000 2.800.000 2.950.000
Blokhoeve Planontwikkelingskosten
500.000
Faseringskosten
100.000
Hoogspanningslijnen
250.000
Bouwrijpmaken Het Blok
1.300.000
Woonrijpmaken Het Blok
2.200.000
Acoustische maatregelen Het Blok
100.000 4.450.000
Binnenstad Nieuw Planontwikkelingskosten
550.000
Bijzondere kostenelementen
1.700.000
Doorslagzone, Dyade, Politie - diverse kosten
2.250.000
Stelpost / onvoorzien
400.000 4.900.000
TOTAAL
15.550.000
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
2.1.9
Datum
22 september 2015
95 (147)
Bedrijfsvoering
Mede naar aanleiding van de adviezen van de rekenkamercommissie introduceren we met ingang van deze begroting een programma bedrijfsvoering. Hiermee hopen wij de raad beter in staat te stellen zicht te krijgen op hetgeen in de bedrijfsvoering omgaat en hierop waar nodig te sturen. Met het presenteren van de cijfers op één plek en de vereenvoudiging van de kostenverdeelsystematiek is de transparantie verbeterd. Omdat 2016 het eerste jaar is waarin wij dit programma presenteren is het nog niet mogelijk verschillen met voorgaande jaren te duiden. Ook zien wij voor de toekomst nog mogelijkheden om de cijfers beter in verband te brengen met de doelstelling op het terrein van bedrijfsvoering. Op basis van de ervaringen die wij nu op zullen de komende jaren verbeteringen worden doorgevoerd. Hoofddoel: wat willen we bereiken met het programma? “Bedrijfsvoering is de drijvende kracht die de gemeentelijke organisatie optimaal laat functioneren” “Bedrijfsvoering zorgt ervoor dat medewerkers en bestuur hun werk zo goed mogelijk kunnen doen” In de programmabegroting 2015 hebben wij in de paragraaf Bedrijfsvoering aangekondigd te komen met een visie op de Bedrijfsvoering. We hebben daarmee de stap gezet naar de verbetering van de bedrijfsvoering van de gemeente Nieuwegein. In het programma Bedrijfsvoering in deze begroting willen we een koers uitzetten om de bedrijfsvoering te professionaliseren, vereenvoudigen en flexibeler te maken. Wat willen we bereiken en wat gaan we in 2016 doen? Bedrijfsvoering is van de gehele organisatie. Het één functioneert niet zonder het ander. Als gemeente moeten we in een continue en snel veranderende samenleving en een steeds complexere wordende omgeving inspelen op de veranderingen. Dit betekent dat we ons zelf ook moeten aanpassen. We halen buiten naar binnen en kijken meer naar de leefwereld. Een leefwereld die in de afgelopen jaren steeds verder is gekrompen door het vergroten van de systeemwereld. Het is van belang om ook vanuit de bedrijfsvoering het werken vanuit de bedoeling te ondersteunen om zo de systeemwereld te verkleinen en de leefwereld te vergroten. Concreet betekent dit minder regels, eenvoudige procedures, betrouwbare gegevens en adviezen, openheid en flexibiliteit. Het werken vanuit de bedoeling wordt voor de bedrijfsvoering de komende jaren het uitgangspunt. Uiteraard kan het verbeteren van de bedrijfsvoering niet los gezien worden van het bredere traject rond organisatie ontwikkeling. De bedrijfsvoering moet, net zoals de rest van de organisatie inspelen, op de veranderingen in de maatschappij. Continue innoveren en verbeteren zijn hierbij sleutelbegrippen. Uiteraard moeten we hierbij voldoen aan de wet- en regelgeving. We realiseren ons dat het verbeteren van de bedrijfsvoering op bepaalde onderdelen een langere adem vergt. Bepaalde onderwerpen hebben een langere doorlooptijd dan
Programmabegroting 2016 -2019 96 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
andere. Ook zullen prioriteiten gesteld moeten worden en zal bekeken worden welke onderdelen eerst verbeterd en uitgewerkt moeten worden. We spreken daarom van een Strategische agenda Bedrijfsvoering voor de periode 2016-2020. Ook lopende verbetertrajecten zullen hierin meegenomen worden. Bedrijfsvoering algemeen Om vorm en inhoud te geven aan de Strategische agenda Bedrijfsvoering is het van belang om te beginnen met het op orde brengen van de basis. Er zijn hiervoor al de nodige stappen gezet en ook de komende periode wordt hieraan verder gewerkt. Op deze manier kan ook verder gewerkt worden aan een adequate dienstverlening. Het is hierbij van belang om goede voelsprieten in de organisatie te hebben, die snel in staat zijn om zaken te vertalen naar bedrijfsvoering. Er wordt ruimte gegeven (denken, doen en middelen) aan vernieuwen en experimenteren. Innovatie wordt gestimuleerd en onderzocht. Ook voor de bedrijfsvoering geldt dat verantwoordelijkheden laag neergelegd worden. Waar nodig worden regels en procedures aangepast. Dit alles proberen we langs het volgende drieluik te doen:
Registeren: de gegevens zijn juist, volledig en tijdig (basis op orde en processen lean inrichten)
Analyseren: de informatie is toegesneden op het doel (verbeteren kwaliteit van de analyses)
Adviseren: de adviezen zijn open, scherp, transparant en gericht op belang van de stand (verbinden inhoud en geld/middelen)
Naast de algemene verbeterslagen die wij de komende jaren willen maken zijn er ook verbetermogelijkheden op specifieke terreinen. Deze volgen hieronder. Personeel en organisatie De veranderingen waar we als organisatie op moeten inspelen hebben ook betekenis voor ons eigen personeel. Zeker in een tijd waarin de organisatie door allerlei ombuigingen krimpt. Grotere flexibiliteit wordt dan van een groot deel van onze collega’s gevraagd. Dat vraagt om adequate begeleiding en opleiding en om het in kaart brengen van de onderdelen waarop die wendbaarheid noodzakelijk is. Het do el is te komen tot een organisatie die in staat is mee te bewegen met de vraagstukken die de komende jaren naar voren komen. Administratief is het dan nodig de beschikking te hebben over een basis waaruit direct zichtbaar wordt waar welke capaciteiten zich binnen de organisatie bevinden. Het komende jaar wordt dan ook gewerkt aan het uitbouwen van de personeelsadministratie op dat vlak. Om van daaruit gericht te werken aan verdere kwaliteitsverbetering middels opleidingen etc.. Ook kan de nieuwe personeelsadministratie gebruikt worden om te sturen op de personele omvang. Dit alles vraagt om verdergaande digitalisering waarmee wij in staat worden gesteld om verschillende administraties en informatiestromen aan elkaar te verbinden. Informatie die op verschillende plekken in de organisatie aanwezig is moet beter aan elkaar gekoppeld worden. Naast het sneller beschikbaar krijgen van betere stuurinformatie leidt dat op termijn ook tot efficiency.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
97 (147)
Informatisering en automatisering De gemeentelijke Informatie & Communicatie Technologie vormt het kloppend hart van onze organisatie. Nadat in 2015 een doorlichting van de ICT omgeving is uitgevoerd, zal komend jaar in het teken staan van de effectuering van de uitkomsten zoals deze zijn opgetekend in het verbeterplan. Het gaat daarbij om een aantal fundamentele zaken zoals het opstellen en vaststellen van ICT principes, het inrichten van de Informatie Governance en verder uitrollen van het uitgangspunt “enkelvoudige opslag-meervoudig gebruik”. Al deze zaken zullen ook ingepast worden in zowel de visie op overheidsbrede Dienstverlening in 2020, als de door ons zelf op te tekenen ICT Roadmap. Waar mogelijk zullen wij kansen benutten om deze zaken met (regionale)partners te realiseren. Financiën Het blijft van groot belang de financiën van Nieuwegein voor de komende jaren op orde te houden. De stappen die op dat vlak in het verleden reeds zijn genomen dragen daar in belangrijke mate aan bij, maar het blijft zaak de voorgenomen ombuigingen ook daadwerkelijk te realiseren. Daar zal ook in 2016 nog sterk op ingezet blijven worden. Daar waar ombuigingen niet, of onvoldoende haalbaar blijken zullen alternatieven moeten worden gevonden. Daarnaast staat de wereld om ons heen niet stil, zeker niet in financiële zin. Het volgen en doorvertalen van alle ontwikkelingen vraagt een kwalitatief hoogwaardige afdeling Financiën die in staat is pro-actief en met oog voor het gemeentelijk belang de effecten in kaart te brengen en van oplossingen te voorzien. En omdat het daar een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid betreft is ook van belang om die effecten helder en eenduidig te benoemen en onder de aandacht te brengen in de verschillende rapportages. Voorzien van een heldere analyse en duidelijk advies. De financiële omgeving van gemeenten is onzekerder geworden. Daarom is het van belang de wendbaarheid en weerbaarheid van de eigen begroting te vergroten. Door in 2016 alle budgetten kritisch tegen het licht te houden en ook nadrukkelijk te koppelen aan de doelen die wij als gemeente willen bereiken vergroten we het sturingselement en zijn we beter in staat bij te sturen als de omgeving daar toe aanleiding geeft. Daar hoort ook bij dat we de uitkomsten van de toekomstvisie en ons meerjareninvesteringsprogramma (incl. vervangingen) realistisch ramen om verrassingen in de toekomst te voorkomen. Facilitair De facilitaire dienstverlening is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een stabiele factor. Voor komende jaar is het zaak daarin verder door te groeien en te innoveren. We zullen dat doen aan de hand van de volgende ambities:
Het Ontwikkelen van een digitaal Selfserviceloket (informatie en transactie)
Het Optimaal invullen van onze verhuurdersrol
Het Ontwikkelen en professionaliseren van de interne Vastgoedorganisatie
Het Ontwikkelen en Professionaliseren van de inkoopfunctie
Programmabegroting 2016 -2019 98 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
SPEERPUNT College 2016: Bundeling en professionalisering vastgoed, herijking onderwijshuisvesting en sportaccommodaties We zetten in op de bundeling en professionalisering van vastgoedbeheer. We pakken dit in samenhang op met de herijking van sportaccommodaties en de nieuwe visie op onderwijshuisvesting. Control Een gemeente is in control wanneer de gestelde doelen worden bereikt binnen de afgesproken budgetten en spelregels c.q. wanneer tijdig wordt bijgestuurd indien dit niet het geval is. “In control zijn” betekent dat de gemeente weet wat ze wil bereiken en wat ze daar voor over heeft én weet of ze dat bereiken gaat en zo niet, hier tijdig op bijstuurt. Het gaat dus over doeltreffendheid, doelmatigheid, budgetbeheer en rechtmatigheid. De Planning en Controlcyclus is het centrale instrument om in control te zijn, omdat hier immers de doelen en kaders worden geformuleerd, tussentijds gemonitord en achteraf verantwoord. Maar om in control te zijn is er meer nodig dan een P&Ccyclus, bijvoorbeeld heldere verantwoordelijkheden en besluitvormingslijnen, een goede administratieve organisatie, controle op de uitvoering en tijdige signalering en beheersing van risico’s. De functie concerncontrol is in afwachting van een visie op de inrichting van de bedrijfsvoering tijdelijk ondergebracht bij de afdeling financiën. Daarbij zijn waarborgen getroffen voor de onafhankelijkheid en objectiviteit van de functie. Definitieve positionering van concerncontrol, mede in relatie tot de business control zal in de loop van 2016 plaatsvinden. Het is noodzakelijk dat een heldere rolverdeling tussen de controlfuncties wordt afgesproken (één keer aan de bal). Specifieke aandacht vanuit concerncontrol ligt voor 2016 bij het verder uitbouwen van het instrument van de managementrapportages en het concernjaarwerkplan, de sturing en de control op de verbonden partijen en verdere professionalisering van het risicomanagement. Juridisch De wereld waarin de gemeente opereert juridiseert. Dat brengt met zich mee dat geïnvesteerd moet worden in het verbeteren van de juridische kwaliteit. Dat gebeurt onder andere door het actualiseren van het juridisch kwaliteitsplan en het opstellen gemeentebrede kaders voor juridische kwaliteitszorg bij:
kwaliteit van juridische processen en producten
juridisch control
risicobeheersing
kennisniveau en juridisch bewustzijn
Verder wordt het juridische bewustzijn van medewerkers blijvend vergroot door actief te leren van bezwaar en beroepszaken (plan, do, check, act). Strategische agenda Onderwerp: Organisatievisie / visie op bedrijfsvoering
2016 x
2017
2018
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
99 (147)
Wat mag het kosten in 2016?
Rekening 2014
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 (na 2016 2017 2018 2019 wijziging)
Directe lasten Personele inzet (lasten) Overige indirecte lasten
0
0
30.905
30.854
30.679
30.662
0
0
0
0
0
0
0
0
5.745
5.824
5.601
5.384
Totale lasten
0
0
36.650
36.678
36.280
36.046
Totale baten
0
0
4.206
4.222
4.212
4.212
Saldo Programma
0
0
-32.444
-32.456
-32.068
-31.834
Specificatie opbouw programma Bedrijfsvoering
Programma Bedrijfsvoering Begroting 2016 26.437.800 6.047.500 76.000 673.700 1.620.500 171.400 1.119.300 504.300 36.650.500
Begroting 2017 26.386.900 5.963.300 75.200 673.700 1.693.000 171.400 1.130.900 583.300 36.677.700
Begroting 2018 26.213.600 5.879.200 74.400 673.700 1.645.600 171.400 1.125.500 496.300 36.279.700
Begroting 2019 26.197.200 5.795.000 74.400 673.700 1.575.100 171.400 1.102.700 457.000 36.046.500
Salarissen en personeelskosten Huisvesting Financien Personeelszorg Automatisering en informatisering CJP Facilitaire zaken Tractie Totaal baten
Begroting 2016 2.253.200 1.693.700 16.900 94.300 120.600 27.000 4.205.700
Begroting 2017 2.269.100 1.693.700 16.900 94.300 120.600 27.000 4.221.600
Begroting 2018 2.259.600 1.693.700 16.900 94.300 120.600 27.000 4.212.100
Begroting 2019 2.259.800 1.693.700 16.900 94.300 120.600 27.000 4.212.300
Saldo van baten en lasten
-32.444.800 -32.456.100 -32.067.600 -31.834.200
Lasten Salarissen en personeelskosten Huisvesting Financien Personeelszorg Automatisering en informatisering CJP Facilitaire zaken Tractie Totaal lasten Baten
Op dit programma worden voortaan alle salaris- en personeelskosten van de gemeente verantwoord. In de hier genoemde bedragen is geen rekening met loonontwikkeling op basis van een mogelijk nieuw te sluiten cao. Hiervoor is in de
Programmabegroting 2016 -2019 100 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
begroting € 400.000 gereserveerd dat vooralsnog is opgenomen op de stelpost Bestaand beleid. De posten in deze tabel betreffen verder de materiële budgetten op de genoemde terreinen.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
2.1.10
Datum
22 september 2015
101 (147)
Algemene dekkingsmiddelen
Hoofddoel: wat willen we bereiken met het programma? In dit programma verantwoorden wij de algemene dekkingsmiddelen. Dat zijn middelen die de gemeente met name ontvangt van het Rijk en van de burgers, die vrij besteedbaar zijn. Dat in tegenstelling tot de baten die geraamd zijn op de programma’s, die in de meeste gevallen moeten worden besteed aan het doel waarvoor deze zijn ontvangen. De algemene dekkingsmiddelen van de gemeente Nieuwegein bestaan op dit moment uit de volgende onderdelen:
Treasury: lasten en baten van leningen en beleggingen
Algemene lokale heffingen: onroerende-zaakbelasting, roerendezaakbelasting, parkeerbelasting en precario.
Algemene uitkering uit het Gemeentefonds
Wat willen we bereiken en wat gaan we in 2016 doen? De ontwikkelingen met betrekking tot treasury en lokale heffingen worden nader toegelicht in de desbetreffende paragrafen. Algemene uitkering uit het gemeentefonds De algemene uitkering uit het gemeentefonds is veruit de grootste inkomstenbron van de gemeente. Het gemeentefonds wordt beheerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Via een uitgebreid systeem van objectieve maatstaven wordt de algemene uitkering verdeeld over de gemeenten. Wij volgen de circulaires die door het ministerie in mei en september worden opgesteld en verwerken de ontwikkeling van de algemene uitkering die daarin worden aangegeven in de producten van de planning- en controlcyclus. Onderstaand zijn de cijfers uit de meicirculaire verwerkt. Wat ontvangen wij in 2016?
Rekening 2014
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 (na 2016 2017 2018 2019 wijziging)
Lasten: Treasury
6.177
6.217
6.275
6.205
6.245
6.092
Belastingen
293
0
0
0
0
0
Ov. algemene dekkingsmidd.
617
0
0
0
0
0
Nog te besteden middelen0
-1.719
-128
-906
449
1.022
7.087
4.498
6.147
5.299
6.694
7.114
Treasury Algemene uitkering Belastingen Ov.alg.dekking smiddel.
11.226
11.287
10.914
10.847
10.512
10.163
57.431
79.803
79.363
76.881
76.135
76.179
15.872
16.204
16.672
16.669
16.669
16.669
698
153
-16
-16
-16
-16
Totale baten
85.227
107.447
106.933
104.381
103.300
102.995
Saldo Programma
78.140
102.949
100.786
99.082
96.606
95.881
Totale lasten Baten:
Programmabegroting 2016 -2019 102 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Nog te besteden middelen In de begroting 2016 is een aantal stelposten opgenomen voor posten die nog niet kunnen worden toegerekend aan een programma of tot de algemene dekkingsmiddelen behoren. Het gaat daarbij deels om ruimte die in de begroting beschikbaar is voor het doen van investeringen, het opvangen van risico’s of voor te verwachten ontwikkelingen. Deze onderdelen kunnen wanneer nodig met een begrotingswijziging of in de begroting van een volgend jaar door de raad worden bestemd. Daarnaast zijn er stelposten die gevormd zijn voor ombuigingen die nog op de programma’s moeten worden verwerkt. Hierbij gaat het om kortingen op de budgetten die op het moment van opmaken van de begroting nog niet concreet kunnen worden ingevuld. In onderstaande tabel treft u een overzicht aan van deze stelposten met een korte toelichting. Onderwerp 1.
2016
2017
2018
2019
Stelposten voor ontwikkelingen en risico’s:
Stelpost Onvoorzien Stelpost Bestaand beleid
35
35
35
35
1.400
934
2.029
2.804
Stelpost Nieuw beleid
0
0
0
0
Stelpost Kapitaallasten MIP
0
320
598
1.016
2.
Nog in te vullen stelposten:
Stelpost Taakstelling rente
0
-120
-240
-360
Stelpost Ombuigingen
-715
-1.249
-1.314
-1.814
4Stelpost Personeel en overhead
-848
-825
-658
-658
Totaal stelposten
-128
-905
450
1.023
Toelichting op stelposten voor ontwikkelingen en risico’s: De stelpost Onvoorzien is bedoeld voor uitgaven waar de gemeente in de loop van het jaar door onvoorziene omstandigheden voor komt te staan. De stelpost Bestaand beleid bevat een aantal onderdelen:
Een bedrag voor het opvangen van risico’s in de begroting van € 1.000.000 in 2016 en € 1.104.000 in latere jaren.
Bij de kaderstelling 2016 is besloten een bedrag van € 400.000 te reserveren voor de gevolgen van een mogelijke loonstijging voor gemeentepersoneel in 2016.
Jaarlijks wordt een bedrag van € 650.000 op deze stelpost opgenomen om structurele knelpunten in de begroting op te kunnen vangen, doordat op basis van de verwachte ontwikkeling van de algemene uitkering een nullijn wordt toegepast voor de compensatie van loon- en prijsstijgingen. Deze post is onvoldoende om een algemene compensatie in de begroting te verwerken, maar kan in de kaderstelling van het betreffende jaar worden ingezet voor specifieke knelpunten, bijvoorbeeld in de subsidieverstrekking.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
103 (147)
Ten behoeve van de dekking van het perspectief wordt voorgesteld een deel van deze stelpost in te zetten. Dit is nader toegelicht in het financieel perspectief. Stelpost Bestaand beleid
2016
Ruimte voor opvangen risico’s
2017
2018
2019
1.000
1.104
1.104
400
400
400
400
Reservering loon- en prijsontwikkeling
0
650
1.300
1.950
Inzet t.b.v. perspectief
0
-1.220
-775
-650
1.400
934
2.029
2.804
Reservering loonontwikkeling 2016
Totaal
1.104
Op de stelpost Nieuw beleid zijn de middelen opgenomen die in de begroting 2014 zijn geoormerkt voor het project Betere buurten. Voor de jaren 2016 en 2017 wordt voorgesteld de bedragen toe te voegen aan de reserve Betere buurten. De bedragen voor 2018 en 2019 worden aangewend ter dekking van het perspectief. In plaats daarvan wordt een bedrag van € 3.350.000 vanuit het jaarrekeningresultaat 2014 gestort in de reserve Betere buurten. Vanaf 2020 is jaarlijks een bedrag van € 1.875.000 beschikbaar op deze stelpost. Stelpost Nieuw beleid
2016
Project Betere buurten Naar reserve Betere buurten
2017
2018
629
1.412
2019
1.875
1.875
-629
-1.412
0
0
Inzet t.b.v. perspectief
0
0
-1.875
-1.875
Totaal
0
0
0
0
Op de stelpost Kapitaallasten MIP wordt de vrijval van kapitaallasten gereserveerd ten behoeve van de geraamde vervangingsinvesteringen vanaf 2017. Een overzicht hiervan is opgenomen in de bijlagen bij de begroting. De vervangingsinvesteringen voor 2016 worden vermeld in paragraaf 3.3.2. De kapitaallasten hiervan zijn verwerkt in de begrotingscijfers van de programma’s. Wij stellen voor het bedrag van de kapitaallasten dat in 2016 nog niet zal worden besteed voor vervangingsinvesteringen in onderwijshuisvesting vrij te laten vallen. Stelpost Kapitaallasten MIP
2016
Reservering vrijval onderwijsinvesteringen
2017 98
Vervangingsinvesteringen 2017-2019 Inzet t.b.v. perspectief
2018
2019
109
218
460
211
380
556
320
598
1.016
-98
Totaal
0
Toelichting op nog in te vullen stelposten: De stelpost Taakstelling rente is opgenomen om het rentenadeel op te vangen van de aanwending van de dekkingsreserve kapitaallasten. Deze dient jaarlijks voor een bedrag van € 120.000 ingevuld te worden. Op de stelpost Ombuigingen worden de bedragen van de ombuigingen opgenomen die nog niet kunnen worden verwerkt op de betreffende producten. De betreffende onderdelen hebben wij toegelicht in het financieel perspectief. Stelpost ombuigingen
2016
Gemeenschappelijke regelingen Dialoog met de stad
-500
2017
2018
2019
-162
-162
-162
-500
-500
-500
Programmabegroting 2016 -2019 104 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Stelpost ombuigingen
2016
2017
2018
2019
Toekomstvisie Nieuwegein 2025
-500
Innovatietaakstelling
-100
-100
-100
-100
Vastgoed
-515
-487
-487
-487
-65
-65
-1.314
-1.814
Afvoer en verwerking groenafval Temporiseren maatregelen 2016
400
Totaal
-715
-1.249
De stelpost Personeel en overhead betreft taakstellingen, onder meer als gevolg van ombuigingen die betrekking hebben op de gemeentelijke organisatie. De benodigde ruimte kunnen wij vinden door de vacatures die in de organisatie aanwezig zijn of in de komende jaren zullen ontstaan. Op dit moment is echter nog niet concreet aan te geven op welke plaatsen deze ontstaan. Stelpost Personeel en overhead Taakstelling personeel en organisatie
2016 -848
2017 -825
2018 -658
2019 -658
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
2.2
Paragrafen
2.2.1
Lokale heffingen
Datum
22 september 2015
105 (147)
In de decemberraad zullen wij u het jaarlijkse tarievenvoorstel aanbieden. Hierin krijgt u in één overzicht een beeld van de ontwikkelingen, lastendruk en tariefswijzigingen van de belangrijkste belastingen en rechten. Bij het voorstel worden tevens de gewijzigde belastingverordeningen aangeboden. In deze paragraaf wordt u per heffing kort geïnformeerd over de belangrijkste ontwikkelingen, waarbij is uitgegaan van de bij de voorjaarsnota vastgestelde uitgangspunten: kostendekkende tarieven en een inflatiecorrectie van 1,5% voor de belastingen. Lokale heffingen 2016 (bedragen x € 1.000)
Soort heffing
Programma/product
Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Tariefsaanpassing
Belastingen Onroerende-zaakbel. Roerende-zaakbel. Precariobelasting Parkeerbelasting Rechten Afvalstoffenheffing Rioolheffing Waboleges Begraafrechten
Alg. dekkingsmidd. Alg. dekkingsmidd. Alg. dekkingsmidd. Alg. dekkingsmidd. Subtotaal belastingen
13.754 8 218 1.751 15.731
14.206 9 163 1.825 16.203
14.619 10 166 1.851 16.646
1,5% 1,5% 1,5% 1,5%
Duurzame Ontw. Beheer openb. ruimte Ruimtelijke ontwi. Beheer openb. ruimte Subtotaal rechten
4.813 3.421 1.298 395 9.927
4.804 3.470 1.116 348 9.738
4.890 3.816 353 1.133 10.192
0,5% 6% 0% 1,5%
25.658
25.942
26.838
Totaal
Toelichting op de tabel Bovenstaande tabel geeft de opbrengsten weer van de belangrijkste belastingen en rechten. Hierbij is uitgegaan van de netto opbrengsten, dus er is rekening gehouden met eventuele verminderingen, oninbaarheid en kwijtscheldingen. Overigens is het percentage van de tariefstijging niet altijd gelijk aan het percentage van de opbrengststijging, omdat deze laatste ook beïnvloed wordt door andere factoren dan het tarief (zoals de geraamde aantallen). Omdat in deze paragraaf alleen de (financieel) belangrijkste heffingen worden genoemd is nu niet zichtbaar dat in de begroting tevens een bedrag is opgenomen ad € 50.000 voor uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied. Momenteel worden de mogelijkheden onderzocht van de invoering van toeristen- en reclamebelasting en van uitbreiding van haven-, brugen liggelden. De algemene uitgangspunten zijn indexering van de belastingtarieven en kostendekkende tarieven van verstrekte diensten zoals afvalinzameling, riolering en bouwtoezicht. Er wordt een loon- en prijsontwikkeling verwacht van gemiddeld 1,5%.
Programmabegroting 2016 -2019 106 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Onroerende-zaakbelasting Wij stellen u voor om dit jaar de OZB met de inflatiecorrectie van 1,5% te verhogen. Daarnaast was het tot nu toe beleid dat ontwikkelingen in de leegstand niet leidde tot een wijziging van de totale opbrengst omdat het effect hiervan verdisconteerd werd in de tarieven. Dat betekende dat met het oplopen dan wel afnemen van de leegstand de overige bedrijven en burgers meer respectievelijk minder werden belast. Met ingang van dit jaar hebben wij dit uitgangspunt gewijzigd en zullen ontwikkelingen in de leegstand rechtstreeks effect hebben op de gemeentelijke opbrengst. De leegstand van de niet-woningen is de laatste tijd teruggelopen. Voor 2016 leidt dit tot een structureel ingeschatte meeropbrengst van € 200.000. Elk jaar worden nieuwe taxatiewaarden gehanteerd, voor 2016 de waarden per 1 januari 2015. Op dit moment zijn de waardeontwikkelingen nog niet bekend, maar net als bij de vorige taxatierondes is het uitgangspunt dat deze herwaardering op zich geen invloed mag hebben op de totale te realiseren belastingopbrengst. Ook de belastingdruk tussen woningen enerzijds en niet-woningen anderzijds zal hierdoor niet wijzigen. Maar als gevolg van de hertaxatie kan de aanslag per object, afhankelijk van de waardeontwikkeling, natuurlijk wèl meer of minder afwijken van het gemiddelde stijgingspercentage van 1,5%. Roerende-zaakbelasting Voor de roerende-zaakbelasting worden dezelfde uitgangspunten gehanteerd als bij de onroerende-zaakbelastingen zodat ook hier een stijgingspercentage van 1,5% wordt toegepast. Precariobelasting De precariobelasting wordt verhoogd met het inflatiepercentage van 1,5%. Parkeerbelasting De tarieven voor de parkeerbelasting worden verhoogd met de inflatiecorrectie van 1,5%. Doordat wordt afgerond op vijf cent zal dit echter in de praktijk niet altijd tot hogere tarieven leiden. Afvalstoffenheffing In de begrotingscijfers is voor de afvalstoffenheffing uitgegaan van een stijging van het tarief met slechts 0,5%, door een bedrag van € 336.000 te onttrekken aan de tarievenegalisatiereserve. Doordat naar verwachting in 2015 minder wordt onttrokken dan geraamd is de stand van de reserve zodanig dat een dekkingspercentage van 94% voor 2016 volstaat. Dit dient in de komende jaren stapsgewijs naar de 100% te worden gebracht, maar dit kan worden uitgesmeerd over vier jaar. Rioolheffing Ingevolge het vastgestelde Gemeentelijke Rioleringsplan zijn en worden er de nodige nieuwe en vervangingsinvesteringen gepleegd. Doordat de interne kostentoerekening gewijzigd is (de arbeidsuren voor investeringen worden niet meer over veertig jaar afgeschreven maar nu rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht) nemen de kosten dit jaar sterker toe maar op de lange termijn zullen de kapitaallasten daardoor juist dalen. Daarnaast blijkt dat het aandeel van straatreiniging dat aan het riool is toe te rekenen hoger uitvalt. Verder wordt in de tariefsberekening si nds de
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
107 (147)
invoering van het btw-compensatiefonds de betaalde btw als kostenpost meegenomen. We breiden dat nu uit met de btw over de investeringen voor riolering. Ook daarvoor geldt dat de gemeente gekort is op de algemene uitkering. De laatste twee posten betekenen een verdere toename van de kosten van riolering met € 300.000. Om de tariefstijging te dempen en over meerdere jaren te spreiden zetten we in 2016 een bedrag uit de voorziening riolering in ad € 522.300. Naast de inflatiecorrectie van 1,5% betekent dit nog een extra tariefverhoging van 4,5%, zodat de totale tariefstijging in 2016 6% bedraagt. Dit resulteert in een kostendekking van 88%. Dat betekent wel dat in de drie jaren erna het tarief met nog 5% resp. 4% resp. 3% bovenop de inflatiecorrectie zal moeten stijgen om op een kostendekkend niveau uit te komen. Overigens blijft ook dan het Nieuwegeinse tarief uiteindelijk nog steeds ruimschoots onder het landelijk gemiddelde. Begraafrechten De tarieven begraafrechten worden voor 2016 verhoogd met het inflatiepercentage van 1,5%. WABO-leges De tarieven van de bouwgerelateerde WABO-leges zijn sinds de laatste wijziging kostendekkend gemaakt en blijven ook het komende jaar ongewijzigd. Jaarlijks fluctueren de opbrengsten, afhankelijk van de bouwprojecten die ingediend worden, maar over een langere periode zijn de huidige tarieven kostendekkend. Uitbreiding belastinggebied Momenteel wordt onderzocht in hoeverre het wenselijk en rendabel is het gemeentelijk belastinggebied uit te breiden, waarbij gedacht wordt aan reclamebelasting, toeristenbelasting, haven-, brug- en liggelden. Dit onderzoek is nog gaande maar voor de start van het belastingjaar zal u hiertoe een voorstel worden voorgelegd. In de begroting is daarvoor een extra opbrengst van in totaal € 50.000 opgenomen. In de onderstaande afbeelding hebben wij de verdeling van de belangrijkste gemeentelijke heffingen voor u grafisch weergegeven.
Programmabegroting 2016 -2019 108 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Regionale lastenontwikkeling In de onderstaande tabel treft u een vergelijking aan van de Nieuwegeinse tarieven met die van de omliggende gemeenten aan. Hieruit blijkt dat wederom de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de OZB zowel onder het regionaal als het landelijk gemiddelde liggen. afvalstoffenheffing gemeente
rioolrecht
OZB
totaal lokale lasten
1-pers.
meerpers.
1-pers.
meerpers.
1-pers.
meerpers.
150
214
94
135
248
492
597
Nieuwegein
149
213
89
127
244
482
584
IJsselstein
123
236
89
243
240
452
719
Houten
117
199
72
122
357
546
678
Utrecht
203
240
231
231
234
668
705
Vianen
184
250
236
236
227
647
713
Lopik
162
189
111
183
363
636
735
Bunnik
152
206
176
176
485
813
867
Zeist
156
229
127
127
270
553
626
De Bilt
135
263
197
269
376
708
908
Woerden
177
211
174
174
309
660
694
Baarn
217
217
217
217
349
783
783
Soest
174
195
162
162
245
581
602
Stichtse Vecht
144
218
168
228
343
655
789
161
220
158
192
311
630
723
189
264
tarief 2016 Nieuwegein tarief 2015
gemiddeld 2015 regio gemiddeld 2015 landelijk
263
Bron: www.coelo.nl De opbrengst van de belangrijkste gemeentelijke heffingen bedraagt bijna 16% van de totale gemeentelijke inkomsten. Ruim 87% van deze opbrengst wordt gerealiseerd via de OZB, de afvalstoffen- en de rioolheffing. Deze drie heffingen bepalen de zogenaamde lokale lasten voor de burgers. Deze stijgen in Nieuwegein voor een meerpersoonshuishouden met ongeveer 2,2%. Kwijtschelding Kwijtschelding is mogelijk voor afvalstoffenheffing, rioolheffing, OZB en roerende zaakbelastingen. Voor de laatste twee wordt overigens zelden meer kwijtschelding verleend sinds het afschaffen van het gebruikersdeel. Voor de kwijtschelding worden de landelijke normen gehanteerd zoals de VNG die heeft opgesteld. Daarbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van automatische kwijtschelding. Het aantal huishoudens waaraan kwijtschelding wordt verleend, is de afgelopen paar jaar toegenomen als gevolg van de economische omstandigheden. Met het aantrekken van de economie wordt verwacht dat dit weer wat zal afnemen. In totaliteit wordt voor 2016 uitgegaan van een bedrag van ongeveer € 423.000, dat zal worden kwijtgescholden aan circa 1.400 huishoudens.
716
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
2.2.2
Datum
22 september 2015
109 (147)
Financiering
Inleiding In deze financieringsparagraaf behandelen wij de voornemens voor 2016 op het gebied van het treasurybeleid. Wij zullen onder andere ingaan op de stand van de leningenportefeuille, het risicoprofiel, de belangrijkste ontwikkelingen en de beleidsvoornemens. Wettelijk kader De uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie dient plaats te vinden binnen de kaders die gesteld zijn in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) en de Regeling Uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). In de Wet fido staat risicobeheersing en transparantie centraal. Risicobeheersing richt zich op renterisico´s, kredietrisico´s en valutarisico´s (de laatste twee risico´s zijn voor de gemeente Nieuwegein nauwelijks of niet van toepassing). De transparantie komt tot uitdrukking in de voorschriften voor een verplicht financieringsstatuut en een financieringsparagraaf in de begroting en in de jaarrekening. De Ruddo beperkt zich tot regelgeving omtrent het uitzetten van gelden. In het financieringsstatuut staan de kaders van het treasurybeleid, in de strategienota treasury en in de financieringsparagraaf geven we de richting van het beleid aan. Ontwikkelingen en beleidsvoornemens Hoewel de grootste investeringen, zoals met name in de binnenstad, inmiddels zijn gerealiseerd, zullen de komende jaren nog de nodige financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken. Voor een groot deel gaat het dan om herfinanciering, een aantal in het verleden aangetrokken langlopende geldleningen dient namelijk te worden afgelost. Met de in 2016 te voeren strategie wordt rekening gehouden met de verwachting dat op termijn (over veertien, vijftien jaar) de gemeente weer een beleggende gemeente zou kunnen worden; de looptijd van de nieuw af te sluiten langlopende leningen zal hierop worden afgestemd. Daarnaast wordt, binnen de wettelijke kaders, ook gebruik gemaakt van de extreem lage rente voor kort geld. De huidige verwachting is dat de rente de komende tijd wel wat verder zal kunnen oplopen maar historisch gezien blijven de rentestanden nog steeds erg laag. Mocht de actuele situatie wijzigen, dan zullen wij daar uiteraard op inspelen en het renterisico minimaliseren door langlopende leningen af te sluiten. Toch betekent de huidige lage rente niet dat onze rentelasten nu drastisch zullen afnemen. Het merendeel van onze rentelasten ligt namelijk al vast door eerder afgesloten langlopende contracten. Dus de uiteindelijk te realiseren gemiddelde rente zal in 2016 niet lager liggen dan de laatste jaren. Maar ook in 2016 zullen we ruim binnen de interne rekenrente van 4% blijven. Overigens zou het verlagen van de interne rekenrente (naar bijvoorbeeld 3,75%) op zich vrijwel geen budgettair effect hebben: een voordelig resultaat op de rente komt nu ook al rechtstreeks ten gunste van de exploitatie. Daarom zou verlaging van de interne rekenrente aan de ene kant wel tot lagere kapitaallasten leiden, maar aan de andere kant weer tot vermindering van het positieve renteresultaat, dus per saldo heft dat elkaar op.
Programmabegroting 2016 -2019 110 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Leningenportefeuille Onderstaande tabel (2016 bevat inschattingen) geeft de omvang en ontwikkeling aan van de portefeuille aangetrokken en belegde middelen (x € 1.000) Portefeuille-omvang Lang belegde gelden (U/G)
1-1-2012
1-1-2013
1-1-2014
1-1-2015
1-1-2016
4.672
943
788
3.116
4.000
lang
-134.500
-134.500
-172.500
-172.500
-172.500
Kort
-10.831
-16.874
-8.333
2.996
-1.000
totaal portefeuille
-140.659
-150.431
-180.045
-166.388
-169.500
Aangetrokken gelden (O/G)
De portefeuille beleggingen is enkele jaren terug nagenoeg geheel vrijgevallen (hoewel het nu wat oploopt door de startersleningen) terwijl de portefeuille aangetrokken leningen de laatste jaren sterk is toegenomen, als gevolg van de vele en grote investeringen die de afgelopen periode zijn gedaan. De hoofdmoot daarvan wordt gevormd door de investeringen in de binnenstad (stadshuis, theater, parkeergarages). Dit weerspiegelt zich uiteraard in de ontwikkelingen van rentebaten en -lasten. portefeuilleresultaat belegde gelden (U/G)
2012 130
2013
2014
2015
2016
36
130
118
179
aangetrokken gelden (O/G)
-5.117
-5.326
-6.131
-6.125
-6.314
kosten portefeuille O/G
3,64%
3,20%
3,35%
3,43%
3,40%
totaal portefeuilleresultaat
-4.987
-5.321
-6.001
-6.007
-6.135
Risicoprofiel Renterisico Onder renterisico wordt verstaan de mate waarin het saldo van de rentelasten en de rentebaten verandert als gevolg van wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen. Ter beheersing van het renterisico op kortlopende schulden is in de Wet fido de kasgeldlimiet opgenomen. Deze limiet is ingesteld om te voorkomen dat gemeenten teveel kort geld lenen waardoor bij een sterke stijging van de rente de rentelasten ineens explosief zouden toenemen. Voor Nieuwegein bedraagt de kasgeldlimiet voor 2016 € 14,6 miljoen. Afhankelijk van de renteontwikkelingen zal in 2016 binnen deze limiet zo optimaal mogelijk kasgeld worden aangetrokken. Ter beheersing van het renterisico op langlopende schulden is de renterisiconorm ingesteld. Deze norm beoogt een zodanige opbouw van de leningenportefeuille dat het renterisico als gevolg van renteaanpassing en herfinanciering van leningen wordt beperkt. Voor Nieuwegein bedraagt deze norm in 2016 ruim € 34 miljoen terwijl er slechts € 23 miljoen zal moeten worden afgelost en opnieuw gefinancierd. Ook voor de jaren erna zullen we in principe aan deze norm kunnen voldoen omdat er bij de opbouw van de portefeuille is gezorgd voor voldoende spreiding in vervaldata.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
111 (147)
Kredietrisico De omvang van de portefeuille beleggingen van de gemeente zal in 2016 circa € 4 miljoen bedragen, een lening aan een verbonden partij, een drietal kleinere aan lokale instellingen uit oogpunt van maatschappelijk nut en leningen aan starters. De risico´s op deze beleggingen zijn bijzonder laag (ook op de laatstgenoemde, voor de startersleningen geldt namelijk ook de Nationale Hypotheekgarantie). Behoudens kleinere uitzettingen uit oogpunt van maatschappelijk nut mogen vanaf eind 2013 overtollige gelden alleen nog maar bij het rijk of lagere overheden worden belegd. Het risico van dat laatste is natuurlijk minimaal. Voor Nieuwegein zal dit in 2016 overigens alleen gaan om eventuele tijdelijke liquiditeitsoverschotten. Schuldpositie De schuldpositie van de gemeente Nieuwegein was de afgelopen jaren flink toegenomen. De omslag naar een per saldo lenende gemeente (sinds 2009) is vooral het gevolg van de grote investeringen die zijn gedaan. Met name in de binnenstad zoals het stadshuis, het theater, parkeergarages maar daarnaast ook reguliere investeringen, zoals vervanging van de riolering. In plaats van een belegd vermogen van rond de € 100 miljoen begin deze eeuw was de schuldpositie opgelopen tot boven de € 190 miljoen begin 2014. Sindsdien is dit langzamerhand teruggelopen en, met uiteraard de nodige schommelingen, zal dit per saldo de komende jaren nog verder afnemen. Zoals hierboven geschetst is het renterisico daarvan echter beperkt, doordat veel langlopend is vastgelegd. Bovendien zal de herfinanciering de komende jaren waarschijnlijk passen binnen de bestaande rentelasten. Wat overigens wel een nadeel van een forse schuldpositie kan zijn is dat de flexibiliteit van de begroting in de toekomst wordt ingeperkt. Door de vele forse investeringen liggen de kapitaallasten jarenlang vast en dit zijn bij bijvoorbeeld een bezuinigingsoperatie geen eenvoudig in te vullen ombuigingen. Pas bij verkoop zou er financiële ruimte komen en daarbij wreekt zich dat de gemeentelijke investeringen vaak weinig courante objecten zijn voor de vastgoedmarkt.
Programmabegroting 2016 -2019 112 (147)
Raadsnummer
2.2.3
2015-415
Datum 22 september 2015
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Inleiding Voor een goed inzicht in onze financiële positie is het van belang om inzicht te krijgen in de potentiële mee- en tegenvallers (risico’s) en in onze mogelijkheden om deze tegenvallers op te vangen (= de weerstandscapaciteit). Dit inzicht geeft een beeld van de robuustheid van onze financiële situatie. Naast het verkrijgen van inzicht in de financiële weerbaarheid trachten wij met het uitvoeren van risicomanagement een voortschrijdend en structureel inzicht te verkrijgen in de risico’s die we lopen bij het behalen van de doelstellingen van de organisatie. Met dit inzicht willen we het bereiken van de doelstellingen van de gemeente beter kunnen sturen en beheersen, willen we pro-actief met risico’s omgaan en adequate maatregelen nemen om risico’s te voorkomen. Voor beoordeling van ons weerstandsvermogen zijn twee elementen van belang:
De weerstandscapaciteit: de middelen en mogelijkheden waarover wij (kunnen) beschikken om niet-begrote, onvoorziene kosten (risico’s) te dekken.
De risico’s: risico’s van materiële betekenis waarvoor geen maatregelen in de vorm van bijvoorbeeld een verzekering of voorziening zijn getroffen.
Twee maal per jaar, bij de programmabegroting en bij de jaarstukken, actualiseren we onze risico’s en beoordelen we in hoeverre ons weerstandsvermogen toereikend is. Dit doen we aan hand van de gestelde kaders uit de vastgestelde nota risicomanagement en weerstandsvermogen (2009). De beschikbare weerstandscapaciteit zoals deze blijkt uit de voorliggende begroting 2016 zetten we af tegen de geactualiseerde en gekwantificeerde risico-inventarisatie per 1 september 2015. In de hierna volgende paragraaf gaan wij achtereenvolgens in op de beschikbare weerstandscapaciteit en de wijze waarop deze is berekend, de benodigde weerstandscapaciteit en het risicoprofiel waarop dit is gebaseerd en de relatie tussen de benodigde en de beschikbare weerstandscapaciteit. Beschikbare weerstandscapaciteit Tot de weerstandscapaciteit van de gemeente worden gerekend:
De algemene reserves
De onbenutte belastingcapaciteit OZB
De begrotingsruimte
Algemene reserves Onder onze algemene reserves verstaan we de algemene reserve en de bestemmingsreserve Grondbedrijf. De bestemmingsreserve Grondbedrijf vormt namelijk een buffer voor de risico’s in de grondexploitaties. De omvang van de algemene reserve per 31 december 2015 wordt geraamd op € 7.320.000 en de omvang van de reserve grondbedrijf op € 2.600.000. Bij de berekening van de geraamde omvang van de algemene reserve hebben wij geen rekening gehouden met het rekeningresultaat 2014 aangezien dit grotendeels is aangewezen voor specifieke doeleinden.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
113 (147)
De onbenutte belastingcapaciteit OZB De onbenutte belastingcapaciteit is de extra ruimte die we hebben om de belastinginkomsten te maximaliseren. In de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is vastgelegd dat we hiervoor de ruimte hanteren die er is ten opzichte van de artikel 12 normen voor een redelijk belastingpeil. Wij kiezen er al enige jaren voor om – in afwijking daarvan - bij de berekening van de vrije belastingruimte uit te gaan van de mogelijkheid de tarieven voor de woningen op te trekken naar het landelijk gemiddelde tarief voor woningen. Dit hebben we gebaseerd op het gemiddelde landelijke tarief over 2015 (landelijk tarief 0,1251%, Nieuwegein 0,1159%). Dit geeft de mogelijkheid voor een tariefsverhoging voor de woningen met 8%, wat een verhoging van de gemiddelde opbrengst per woning zou betekenen van € 229 naar € 248. Op jaarbasis kan dan rekening worden gehouden met een extra opbrengst van € 492.000. Deze berekeningsmethode is o.i. het meest realistisch om de beschikbare weerstandscapaciteit te bepalen, aangezien deze meerjarig consistent, zonder al te grote fluctuaties, kan worden toegepast. Op basis van een mogelijke meeropbrengst van circa € 492.000 kan via meerjarige kapitalisatie de ruimte voor onbenutte belastingcapaciteit worden berekend op in totaal € 12,3 mln. Begrotingsruimte Bij de berekening van de weerstandscapaciteit hebben wij geen rekening gehouden met begrotingsruimte omdat de stelposten die er nog in zitten reeds zijn ingezet ter dekking van tekorten c.q. het opvangen van de gevolgen van rijksbeleid of niet gerealiseerde ombuigingsmaatregelen. In de grondexploitaties wordt als uitgangspunt gehanteerd dat verwachte verliezen direct dienen te worden afgedekt door een voorziening. Winsten mogen echter pas worden genomen op het moment dat ze nagenoeg volledig zijn gerealiseerd. Dit betekent dat winstgevende grondexploitaties die nog moeten worden afgerond, niet in de balanspositie van het grondbedrijf zijn opgenomen. De contante waarde van de winsten op nog niet afgesloten grondexploitaties bedraagt per saldo afgerond € 17,8 miljoen. Dit bedrag kan worden aangemerkt als een buffer die binnen de grondexploitaties nog aanwezig is. Voor de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit is hier echter geen rekening mee gehouden, omdat immers niet zeker is of de winst daadwerkelijk zal worden gerealiseerd. Voor het overige bevat de meerjarenbegroting geen posten die mogelijk tot begrotingsruimte kunnen worden gerekend. Op grond van bovengenoemde uitgangspunten kan de beschikbare weerstandscapaciteit als volgt worden weergegeven: Beschikbare weerstandscapaciteit (bedragen x € 1.000) Weerstand Algemene reserve Onbenutte belastingcapaciteit (€ 740.000 op jaarbasis) Reserve grondbedrijf Reserve sociaal domein Totale weerstandscapaciteit
Geraamde stand per 1 januari 2016 € 7.320* € 12.300 € 2.600 € 1.200 € 23.420
Programmabegroting 2016 -2019 114 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
*Dit betreft de geraamde stand van de algemene reserve per 1 januari 2016 minus de in de voorjaarsnota 2015 geoormerkte bedragen voor betere buurten, Lean en onderzoek Atrium.
Ten opzichte van de jaarrekening 2014 is de beschikbare weerstandscapaciteit gedaald. Dit is voor een belangrijk deel het gevolg van het feit dat de omvang van de onbenutte belastingcapaciteit is gedaald. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat het tarief dat we rekenen minder afwijkt van het landelijk gemiddelde dan vorig jaar. Benodigde weerstandscapaciteit Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen moet de beschikbare weerstandscapaciteit afgezet worden tegen de risico’s. Het totale ingeschatte maximale gevolg op basis van kansberekening van alle geïnventariseerde risico’s bedraagt afgerond € 24 mln. Door de maximale gevolgen van de individuele risico’s bij elkaar op te tellen ontstaat een te negatief oordeel over het weerstandsvermogen. Het is immers vrijwel zeker dat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen. Daarnaast zal niet ieder risico zich daadwerkelijk in de maximale omvang voordoen. Om deze overschatting van risico’s te voorkomen is gebruik gemaakt van risicosimulatie (de Monte Carlo methode). In de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is vastgesteld dat voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit wordt uitgegaan van een risicosimulatie waarbij een zekerheidspercentage van 90% wordt gehanteerd. Uit de uitgevoerde risicosimulatie volgt dat met 90% zekerheid een bedrag van € 13,9 mln. voldoende is om alle risico’s van de gemeente te kunnen afdekken (de benodigde weerstandscapaciteit). Risicoprofiel Er zijn gemeentebreed in totaal circa 175 risico's in beeld. Dit betreft niet alleen financiële risico’s, maar ook bijvoorbeeld juridische, personele en imagorisico’s. In deze paragraaf weerstandsvermogen presenteren wij alleen de belangrijkste financiële risico’s voor wat betreft kans en gevolg. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit zijn uiteraard alle risico’s meegenomen. Zoals opgemerkt wordt de totale omvang van de benodigde weerstandscapaciteit berekend op basis van kansberekening, terwijl in het hieronder opgenomen staatje de maximale omvang van individuele risico’s is opgenomen. Een vergelijking van deze bedragen is derhalve niet zinvol of mogelijk. Van belang bij het lezen van onderstaand overzicht is voorts dat het zowel structurele risico’s als incidentele risico’s omvat. Om deze bedragen vergelijkbaar te maken (en zodoende in één oogopslag de ratio weerstandscapaciteit te kunnen berekenen) hebben wij t.a.v. de structurele risico’s als uitgangspunt genomen dat deze binnen een termijn van vier jaar (een collegeperiode) zijn opgelost c.q. dat er binnen die termijn alternatieve dekkingsmiddelen zijn gevonden om de gevolgen op te vangen. In de berekening hebben wij daartoe de omvang van het jaarrisico vermenigvuldigd met de factor 4. Belangrijkste financiële risico's Risico
Kans
Vertraging c.q. niet kunnen invullen van de ombuigingsmaatregelen 70% Frictiekosten/vertraging in de afbouw personeel a.g.v. ombuigingen 30% Toename uitkeringen BUIG in relatie tot de doeluitkering 80%
Maximaal financieel gevolg € 6.200.000 € 2.050.000 € 2.168.000
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
115 (147)
Belangrijkste financiële risico's Jeugdzorg: meer vraag naar jeugdhulp in 2015 dan dat er budget beschikbaar is in 2015 WMO: meer vraag naar (oud AWBZ) zorg dan dat er budget beschikbaar is Hogere uitgaven tweedelijnshulp a.g.v. toename verwijzingen Risico’s grondexploitaties* Risico’s parkeren* Tekorten op de exploitatie van maatschappelijk vastgoed Exploitatie Stadshuis
50%
€ 3.500.000
50%
€ 2.000.000
50% Divers 50% 70% 60%
€ € € € €
2.000.000 2.150.000 3.800.000 2.250.000 1.400.000
* Dit betreft de uitkomsten van de afzonderlijk voor deze exploitaties uitgevoerde analyse en de daarop toegepaste risicosimulatie naar de stand van 1 september 2015. Toelichting op de belangrijkste risico’s Tegenover de afname van de weerstandscapaciteit staat dat ook de omvang van de risico’s is afgenomen. Een substantieel risico dat zich bij de jaarrekening 2014 nog voordeed was de negatieve bijstelling van de algemene uitkering als gevolg van de herijking. Inmiddels is dit een zekerheid geworden en zijn de negatieve gevolgen van deze herverdeling verwerkt in de voorliggende meerjarenbegroting.
In de meerjarenraming 2016 e.v. is een stelpost opgenomen voor nog te realiseren maatregelen uit de ombuigingsoperatie. Op grond van een risico inschatting t.a.v. de afzonderlijke maatregelen wordt het totale risico over een periode van vier jaar dat maatregelen niet of later worden gerealiseerd ingeschat op € 6,2 mln.
Ook is er een risico op frictiekosten c.q. vertragingen in de afbouw van de personele gevolgen van de bezuinigingen (de totale omvang van de te realiseren bezuinigingen over de jaren 2016 t/m 2020 is ruim € 15 mln).
De afgelopen jaren was de bijdrage van het rijk voor de BUIG altijd voldoende om onze lasten te dekken. Het nieuwe BUIG-verdeelmodel, afgezet tegen de arbeidsmarkt voor langdurig werklozen, leidt echter tot een verhoogd risico op tekorten. Voor 2015 verwacht de WIL een bedrag van € 16,7 mln. (halfjaarrapportage) aan lasten voor de BUIG voor Nieuwegein. De voorlopige rijksbeschikking is € 16,1 mln. We lopen in 2015 voorlopig een risico van € 542.000. Op grond van deze informatie wordt het maximale risico ingeschat op € 2.170.000 (4 x € 542.000).
De meicirculaire 2015 van het rijk betekende voor Nieuwegein (naast de negatieve effecten van de herijking) ook een lager budget voor de nieuwe taken op het gebied van jeugdhulp. Vooral het objectief verdeel model was hier debet aan. De uitvoeringsbudgetten in de begroting 2016 zijn aangepast op deze lagere inkomsten. Of het lukt om de uitvoering ook daadwerkelijk binnen deze verlaagde budgetten te laten plaatsvinden is echter een risico. We hebben vooralsnog de volledig verlaging van het jeugdbudget in de meicirculaire over de komende 4 jaar als risico opgenomen (€ 3,5 mln).
Voor de WMO zijn de prijzen vastgelegd in contracten maar lopen we wel het risico dat de aantallen hoger uitvallen. Vooralsnog zijn we uitgegaan van het risico dat de vraag max 10% hoger kan liggen dan verwacht (€ 500.000). Dat betekent een maximaal financieel risico van € 2 mln. (4 x € 500.000).
Programmabegroting 2016 -2019 116 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
In het kader van de transities binnen de HSD onderkennen wij ook een risico op hogere uitgaven door toename van het aantal verwijzingen door huis- en kinderartsen. Wij houden vooralsnog rekening met een maximaal financieel risico van € 2 mln. ( 4 x € 500.000).
De risico’s op de grondexploitaties en de parkeerexploitatie worden apart geanalyseerd en het hierboven vermelde bedrag betreft de uitkomst van een afzonderlijke toegepaste risicosimulatie op deze exploitaties. De risico’s m.b.t. de stadshuisexploitatie betreft de kans op huurderving als gevolg van leegstand. Vooralsnog is rekening gehouden met een maximaal risico van € 1.000.000 (4 x € 250.000)
Het risico op de exploitatie van maatschappelijk vastgoed is gebaseerd op het geraamde tekort in 2015. Voor 2016 e.v. wordt als risico onderkend dat zich wederom tekorten op deze exploitaties zullen voordoen. Vooralsnog is rekening gehouden met een maximaal risico van € 2.250.000 (4 x 562.500).
Het risico m.b.t. de stadshuisexploitatie betreft de kans op huurderving als gevolg van leegstand. Vooralsnog is rekening gehouden met een maximaal risico van € 1.400.000 (4 x € 350.000)
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen (de bedragen zijn afgerond). Beschikbare weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen = Benodigde weerstandscapaciteit
=
€ 23.420.000 € 13.930.000
= 1,7
We streven naar een beschikbaar weerstandsvermogen dat tenminste voldoende is. Dat betekent een ratio weerstandsvermogen tussen de 1,0 en 1,4. De ratio weerstandsvermogen van Nieuwegein ligt dus boven deze norm. Ten opzichte van de jaarrekening 2014 (1,8) is de ratio licht gedaald. Tegenover de afname van de beschikbare weerstandscapaciteit staat een evenredige afname van de omvang van de risico’s. Aanvullende informatie op grond van het BBV Met ingang van 2015 is in het BBV de bepaling opgenomen dat er in de begroting in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een aantal kengetallen moeten worden opgenomen ter ondersteuning en ter beoordeling van de financiële positie van de gemeente. Het betreft kengetallen m.b.t. de schuldquote, de solvabiliteitsratio, grondexploitatie, structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit. Deze kengetallen zijn bedoeld om inzicht te geven in de financiële weerbaar- en wendbaarheid van de gemeente. De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente t.o.v. de eigenmiddelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin we in staat zijn aan onze financiële verplichtingen te voldoen. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie is ten opzichte van de totale baten. De structurele exploitatieruimte geeft aan hoe groot de structurele ruimte is,
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
117 (147)
door vergelijking met de structurele baten met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. Tot slot geeft het kengetal met de belastingcapaciteit inzicht in de mate waarin zich bij het voordoen van een financiële tegenvaller, deze in een volgend begrotingsjaar kan worden opgevangen door verhoging van de belastingen. Volgens de voorschriften wordt deze capaciteit gerelateerd aan de hoogte van d e gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). De mate waarin op een tegenvaller kan worden bijgestuurd wordt de wendbaarheid van de begroting genoemd. Als er sprake is van een hoge schuld, de structurele lasten zijn hoger dan de structurele baten en de belastingcapaciteit is laag, dan is er minder ruimte om te kunnen bijsturen. Hieronder presenteren wij de kengetallen van Nieuwegein over 2014, 2015 en 2016. Aangezien dit de eerste keer is dat deze kengetallen moeten worden opgenomen zal t.a.v. de interpretatie hiervan nog nadere vergelijking en bestudering plaatsvinden.
netto schuldquote netto schuldquote, inclusief verstrekte leningen solvabiliteit Kengetal grondexploitatie Structurele exploitatieruimte Belastingcapaciteit
rekening 2014 begroting 2015 begroting 2016 106% 107% 102% 104% 105% 98% 31%
30%
31%
14% 0% 79%
13% -3% 80%
16% 0% 83%
Programmabegroting 2016 -2019 118 (147)
Raadsnummer
2.2.4
2015-415
Datum 22 september 2015
Onderhoud kapitaalgoederen
Inleiding Om een goede inschatting te kunnen maken van meerjarige toekomstige onderhoudslasten, is het van belang om per kapitaalgoed te beschikken over een onderhoudsplan. Na het maken van afwegingen over de intensiteit van het onderhoud bepalen wij per kapitaalgoed het benodigde onderhoudsbudget. Gelet op het verloop van de lasten vormen wij daar voorzieningen voor. In het algemeen geldt de beleidslijn dat onderhoudsvoorzieningen pas kunnen worden gevormd na vaststelling van een meerjarig beheerplan. Er zijn beheerplannen voor wegen, beweegbare bruggen, gemeentelijke accommodaties (inclusief schoolgebouwen). Voor een aantal beheerobjecten is nog geen beheerplan gemaakt. Hierbij gaat het om baggeren, duikers en geluidsschermen. Voor geluid is wel een reserve gevormd. Eind 2015 wordt het beheerplan tunnels, viaducten, houten- en vaste bruggen 2015–2020 afgerond. Kwaliteitsniveau/-ambitie Voor Beheer Openbare Ruimte is het beeldkwaliteitsniveau door de raad bepaald op niveau B. Voor de binnenstad geldt niveau A. Er zijn vier beeldkwaliteitsniveaus: respectievelijk A/A+, B, C en D. Beeldkwaliteit A is het beste beeldkwaliteitsniveau, daarna loopt het beeldkwaliteitsniveau af tot niveau D. Voor elk beheerobject worden normen geformuleerd. Voor zwerfvuil geldt bijvoorbeeld dat op niveau B een bepaalde hoeveelheid zwerfafval op een aantal vierkante meters mag zijn, deze hoeveelheid loopt bij elk niveau verder op. Bij elk kwaliteitsniveau hoort een bepaald beeld, hiervan zijn foto’s opgenomen in de schouwgids. Voor nadere uitleg wordt kortheidshalve verwezen naar onze schouwgids, zie www.nieuwegein.nl, beheer openbare ruimte, beeldbestekken, download schouwgids. Bij al ons onderhoud is de integrale afstemming van alle vakdisciplines binnen het Openbaar Domein en integrale afstemming met zowel het Ruimtelijk Domein als het Sociaal Domein de basis van de besluitvorming. Stel dat het nodig is op middellange termijn een weg te vervangen, dan is denkbaar dat wij levensduur verlengend onderhoud plegen aan de riolering met het doel, rioolvervanging en wegvervanging gelijktijdig met elkaar uit te voeren. In het kader van de transformatie WMO realiseren wij dagbesteding van inwoners met een beperking bij voorkeur in Nieuwegein in plaats van in de provincie. Dit om te besparen op vervoerskosten. Deze transformatie brengt kleinschalige herinrichting van de openbare ruimte met zich mee in verband met opstelplaatsen voor bussen waarmee de cliënten van de dagbesteding worden gebracht en gehaald. Juist in de synergie van werkzaamheden van Openbaar- en andere domeinen zijn de grootste kostenbesparingen mogelijk. Bij alle werkzaamheden is de algemene doelstelling het zorgdragen voor een blijvende beschikbaarheid van een doelmatige, veilige, duurzame, toegankelijke -, bruikbare en financieel doelmatig beheerbare openbare ruimte.
Beheer openbare ruimte
Beheer openbare ruimte
Beheer openbare ruimte
Beheer openbare ruimte
Beheer openbare ruimte
Beheer openbare ruimte
Beheer openbare ruimte
Beheer openbare ruimte
Wegen
Beheerplan beweegbare bruggen
Bebording en bebakening
Beschoeiingen
Geluidschermen
Riolering en
Speelvoorzieningen
Groen
Meerjaren onderhoudsplannen 2010-2029 en voor onderwijs het Kwaliteitsniveau 3 IHPO-Herijking 2008 Kwaliteitsniveau 4: binnenkant schoolcomplexen Meerjaren onderhoudsplannen Kwaliteitsniveau 3 2010-2029
Kwaliteitsniveau 3: de kwaliteit is redelijk of beter
Kwaliteitsniveau 3: de kwaliteit is redelijk of beter
Kwaliteitsniveau 2: de kwaliteit is goed of beter
De kwaliteitsimpuls speelvoorzieningen is in 2014 afgerond.
Actualisatie in 2018
Actualisatie in 2018
Opgenomen in Verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2014-
Actualiseren wij eens in de vijf jaar, eerstvolgende actualisatie in 2016. Dit werken wij uit in een plan van aanpak en een uitvoeringsplan voor de stadsas.
Actualiseren wij eens in de 5 jaar. Beheerplan 2014-2018 is in concept gereed en wordt binnenkort vastgesteld. Volgende actualisatie plaats Actualiserenvindt wij eens in in de2018 vijf jaar. Volgende actualisatie vindt plaats in 2018.
Toelichting
22 september 2015
Gebouwen/accomodaties – Diverse programma’s overige gebouwen
Stadshuis, Theater en Ruimtelijke ontwikkeling parkeergarages Binnenstad Gebouwen/accommodaties met een maatschappelijke Transities sociaal domein functie
-Kwaliteitsimpuls 2011, deels 2012 -IBOR, Bomenbeleidsplan 2001 – B-niveau (IBOR en C ROW) - Bomenverordening/bomenlijst/ Bomenbeschermingsplan 2012 Meerjaren onderhoudsplannen 2012-2031 (de MOP’s van kwaliteitsniveau 2 Theater en parkeergarages moeten nog worden vastgesteld
Aantrekkelijke en uitdagende speelvoorzieningen conform het warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen
Wet milieubeheer, Waterwet
C onform beheerplan. Gemiddeld beeldkwaliteit B (C ROW norm) C onform beheerplan. Gemiddeld beeldkwaliteit B (C ROW norm) Niet van toepassing
C onform beheerplan. Gemiddeld beeldkwaliteit B (C ROW norm)
Kwaliteitsniveau/ ambitie C onform beheerplan. Gemiddeld beeldkwaliteit B (C ROW norm)
Datum
-Uitgangspunten
- Nota Watervisie 2004 - Nota Waterplan 2006 - Beleidsnotitie hemel- en grondwaterzorg gemeente - Verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2014-2018. - Baggerplan 2014-2028
Actieplan geluid
Beheerplan bebording en bebakening, 2007 Beheerplan beschoeiing, 2011
Beheerplan 2014-2018.
Beheerplan wegen 2014 - 2018
Beleidskader + looptijd
Raadsnummer 2015-415
Gebouwen/accommodaties Economie en vrije tijd,
Programma(‘s)
Kapitaalgoederen
Programmabegroting 2016 -2019 119 (147)
Programmabegroting 2016 -2019 120 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Toelichting per soort kapitaalgoed Wegen, Beleidskader: Eens in de twee jaar actualiseren wij het beheerplan wegen. Begin 2014 zijn de wegen geïnspecteerd en is het nieuwe beheerplan in concept gereed. De eerstvolgende actualisatie van het beheerplan vindt plaats in 2018. In het beheerplan brengen wij het onderhoud aan de wegen voor de aankomende vijf jaar in beeld. Op basis van de uitgevoerde visuele inspectie eind 2013 bepalen wij de uit te voeren werken en maken wij een planning voor de volgende vijf jaar. Financiële consequenties en vertaling in de begroting: Voor de financiële gevolgen van het beheerplan is een budget opgenomen in de begroting De navolgende activiteiten staan gepland voor 2016:
Groot onderhoud
€ 1.100.000 (Galecopperlaan, rotonde Batauweg-
Galecopperlaan en de Structuurbaan)
Overlopende projecten 2015: Lupinestraat
Rehabilitatie
€ 812.000
Overige werkzaamheden
€ 727.000
(Inclusief vorstschade, werkzaamheden lokaal maatwerk , bermonderhoud, onderhoud inritten etc.) De financiële gevolgen van de onderhoudsplannen zijn in het kader van IBOR verwerkt in de begroting. Hiervoor is de voorziening voor onderhoud wegen ingesteld. Het is vanuit technisch en financieel oogpunt noodzakelijk om het voorgestelde onderhoud voor de volle 100% op het juiste moment uit te voeren. Alleen dan is sprake van een efficiënte besteding van de financiële middelen. Bij een lager budget zal de achterstandsituatie continu toenemen. De uitkomst van technisch wegbeheer moet resulteren in een gemiddeld beeldkwaliteitsniveau B. Bruggen, tunnels en viaducten Beleidskader: Eens in de twee jaar worden de onderhoudsplannen geactualiseerd. In het onderhoudsplan brengen wij het noodzakelijk onderhoud voor de aankomende vijf jaar in beeld. Financiële consequenties en vertaling in de begroting: voor de financiële gevolgen van het beheerplan is een budget opgenomen in de begroting. Hiervoor is de voorziening voor onderhoud bruggen, tunnels en viaducten ingesteld. De navolgende activiteiten staan gepland voor 2016:
Tunnels, waarbij de waterproblematiek aandacht krijgt voor de volgende tunnels met name de: Symfonietunnel(o.a. verharding van het voetpad), Oudegeintunnel en de Merwesteintunnel. Ook zal de asfaltverharding in de tunnel vervangen waar nodig.
Bruggen, waarbij gerealiseerd wordt de conservering van de Geinbrug en de verhuizing van de centrale bediening naar een nieuwe locatie buiten de bedieningsruimte van de Beatrixsluizen.
Betondekken: Grootschalig onderhoud aan het Graaf Anselmdek en het Orvelterdek. De aanwezige afdichting aan de bovenzijde is op vele plekken gescheurd en moet volledig worden vervangen.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
121 (147)
Bebording en bebakening Beleidskader: In 2007 is het Beheerplan bebording en bebakening opgesteld. De uitvoering van dit plan is in 2008 gestart. Het vervangingsschema is mede op basis van de kengetallen van het CROW opgesteld. Uitgangspunt van het beheerplan is o.a. het bevorderen van de verkeersveiligheid in de gemeente. Uitstel of verlaging van het onderhouds-/vervangingsbudget zal o.a. leiden tot verkeersonveiligheid. Financiële consequenties en vertaling in de begroting: In de begroting zijn middelen gereserveerd waarmee, conform het beheerplan, jaarlijks 1/15e deel van de bebording kan worden vervangen. De navolgende activiteiten staan gepland voor 2016:
In de wijk Batau Noord zullen de verkeers- en straatnaamborden worden vervangen. De indicatieve raming hiervan bedraagt € 130.000.
Beschoeiingen Beleidskader: In 2007 is het Beheerplan onderhoud en vervanging beschoeiingen opgesteld. Onderhoud en vervangingen uit het beheerplan zijn gereed en in 2012 zijn wij gestart met het vervangen van gemeentelijke beschoeiing grenzend aan particuliere tuinen. Dit zetten wij voort in 2016. Financiële consequenties en vertaling in de begroting: voor de financiële gevolgen van het beheerplan is een budget opgenomen in de begroting. Geluidschermen Beleidskader: In het door de raad vastgesteld Actieplan geluid 2013 is onder meer een uitvoeringsprogramma voor de periode t/m 2017 opgenomen. Omdat het beschikbare budget niet voldoende is om de geluidafscherming langs alle wegen in Nieuwegein te vervangen is een prioritering gemaakt, rekening houdend met de geluidbelasting op de langs liggende woningen en de beheerstechnische toestand. Op basis hiervan heeft de gemeenteraad besloten de bestaande geluidafscherming langs de ’s-Gravenhoutseweg, de Zandveldseweg te vervangen en deels te verhogen. Omdat de geluidafscherming langs de A.C. Verhoefweg nog zeker 5 jaar mee kan, wordt pas in het Actieplan 2018 een besluit genomen over de aanpak hiervan. Financiële consequenties en vertaling in de begroting: In 2011 is gestart met de uitvoering en het streven was om eind 2015 de zuidelijke gedeelte van de stadsas gerealiseerd te hebben. De complete realisatie zal echter zijn beslag krijgen in 2016. Met de wens van de bewoners om het groen achter de schermen langs de ’sGravenhouteseweg en de Zandveldseweg maximaal te behouden heeft het maken van een definitief ontwerp voor dit tracé meer tijd in beslag genomen. De aanbesteding van dit deel staat gepland voor eind 2015 waarbij de uitvoering afhankelijk van de weersomstandigheden in het voorjaar 2016 van start zal gaan. De geluidschermen langs de Graaf Florisweg zijn in 2015 vervangen. Voor het onderhoud en de vervanging is de reserve Actieplan geluid gevormd. Alle lasten worden verantwoord in de exploitatie en ten laste gebracht van deze reserve. Riolering en waterhuishouding Beleidskader: In 2013 is het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2014-2018 vastgesteld. Hierin is de inzameling en transport van afvalwater en afvloeiend
Programmabegroting 2016 -2019 122 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
hemelwater en de zorgplicht voor grondwater met daarbij behorende financiële middelen beschreven. In samenwerkingsverband Winnet (waterinnovatief netwerk) werken veertien gemeenten in het verzorgingsgebied van het waterschap Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en het waterschap samen aan het beheer van de afvalwaterketen. In 2016 werken wij samen op basis van het regionaal afvalwaterbeleidsplan. Dit plan is aanvullend op het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2014-2018. Begin 2015 is het baggerplan 2014 – 2028 vastgesteld. Hierin zijn jaarprogramma’s voor het onderhouden van het doorstroomprofiel van watergangen met bijbehorende financiële middelen beschreven. Financiële consequenties en vertaling in de begroting: Voor het onderhoud en vervanging zijn financiële middelen, conform verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2014-2018, in de begroting opgenomen. De navolgende activiteiten staan gepland voor 2016: Riolering:
Wijkoverstijgend / diverse reparaties riolering conform bestek BS14044B OMOP Rioolreparaties IJsselstein en Nieuwegein
Doorslag / diverse rioolvervangingen
Batau / diverse rioolvervangingen
Jutphaas / renovatie rioolgemaal Jutphaas
Waterhuishouding:
Aanpassingen watersysteem ter verbetering waterkwaliteit in samenwerking met HdSR (impulsregeling HdSR): o
Park Oudegein / aanpassen duikers
o
Batau Zuid / aanpassen duikers
Baggeren conform baggerplan 2014 t/m 2018
Reinigen duikers
Speelbehoefte Beleidskader: In 2010 heeft de raad besloten extra middelen ter beschikking te stellen voor de kwaliteitsimpuls speel/beweeg/sportvoorzieningen. Deze kwaliteitsimpuls is in 2014 afgerond. Het Sociaal Domein organiseert, diverse spel- en sportactiviteiten bij bijvoorbeeld de trimstraten, met als doel de gezondheid van bewoners te verbeteren. Financiële consequenties en vertaling in de begroting: Alle speel- en sporttoestellen worden onderhouden volgens wettelijke veiligheidsnormen. Groen Beleidskader: Het onderhoud van het openbaar groen vindt plaats aan de hand van het beeldbestek beheer openbaar groen 2015 – 2017. Het beheerplan bomen is in 2008 vastgesteld en de bomenverordening/bomenlijst/bomenbeschermingsplan in 2012. Elke drie jaar inspecteren wij alle bomen visueel op stabiliteit en mogelijk gevaar voor de omgeving. De attentiebomen (bomen die wij in de gaten willen houden) inspecteren wij elk jaar. Zo nodig treffen wij maatregelen. Financiële consequenties en vertaling in de begroting: In de begroting zijn de reguliere middelen voor groenonderhoud opgenomen.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
123 (147)
Gebouwen en accommodaties - algemeen Beleidskader: De Meerjaren Onderhouds Plannen (MJOP’s) worden elke 4 tot 5 jaar geactualiseerd, waarna telkens de hoogte van de onderhoudsvoorzieningen kan worden vastgesteld. In 2014 is een taakstelling op de onderhoudsvoorzieningen (waaronder die van de gemeentelijke gebouwen) vastgesteld, waarna de MJOP’s zijn geactualiseerd. Verder is begin 2015 geconstateerd dat er geen draagvlak is voor een regionale vastgoedorganisatie (RVO). De professionalisering van het vastgoedbeheer zal daarom in 2015 intern vorm krijgen. Daarbij zullen naast de operationele taken (het uitvoeren van het onderhoud) ook het tactisch en strategisch beheer ontwikkeld worden, en versnipperde taken en functies op het gebied van vastgoedbeheer binnen de eigen organisatie op één plaats worden samengebracht. Financiële consequenties en vertaling in de begroting: Voor het technisch onderhoud van de gemeentelijke gebouwen zijn voorzieningen gevormd, waarmee de kosten voor het onderhoud van het vastgoed over de jaren heen geëgaliseerd kunnen worden. Deze onderhoudsvoorzieningen zijn gebaseerd op de gemiddelde jaarlijkse onderhoudskosten zoals opgenomen in de MJOP’s, voor een periode van 10 jaar voor het Stadshuis, Theater, Parkeergarages en alle overige gemeentelijke gebouwen. De onderhoudsvoorzieningen worden gevuld met dotaties vanuit de verschillende programma’s. Gebouwen en accommodaties – Stadshuis, Theater en parkeergarages Binnenstad Beleidskader: Voor Stadshuis, Theater en parkeergarages Binnenstad zijn MJOP’s opgesteld voor het eigenaarsonderhoud. Zoals voor alle overige gemeentelijke gebouwen wordt ook hier uitgegaan van een plan-horizon van 10 jaar (periode 2015 t/m 2024). De MJOP’s gaan uit van sober maar doelmatig onderhoud, waarbij gezien de huidige nieuwstaat en het representatieve karakter van dit vastgoed kan worden uitgegaan van een conditieniveau na 10 jaar van tenminste 2 (“goed”). De onderhoudsvoorzieningen van Stadshuis, Theater en parkeergarages kunnen in 2015 opnieuw worden vastgesteld, samen met het opnieuw vaststellen van de geactualiseerde onderhoudsvoorzieningen van de overige gemeentelijke gebouwen. Financiële consequenties en vertaling in de begroting: Voor al het vastgoed in de Binnenstad worden onderhoudsvoorzieningen gevormd, voor resp. het Stadshuis, het Theater en de gezamenlijke P-garages P4, P5 en P6. Deze onderhoudsvoorzieningen zullen jaarlijks worden gevuld met dotaties vanuit de exploitaties van Stadshuis, Theater en P-garages. Gebouwen en accommodaties met een maatschappelijke functie Beleidskader: De gemeente voert de regie over het technisch onderhoud van een groot aantal gebouwen met een maatschappelijke functie, zoals sportaccommodaties, buurthuizen, gebouwen voor kinderopvang en een kinderboerderij. Ook hier vindt het onderhoud plaats op basis van periodiek geactualiseerde MJOP’s. Verder heeft de gemeente het economisch claimrecht op onderwijsgebouwen voor primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Bij schoolgebouwen voor primair en speciaal (basis) onderwijs is de gemeente sinds 1 januari 2015 niet meer verantwoordelijk voor het onderhoud (buiten- en binnenkant) van schoolgebouwen. Voor de scholencomplexen in Nieuwegein (multifunctionele accommodaties, MFA) geldt dit in principe ook maar worden, in verband met de vervlechting van functies en gebouwdelen, tussen gemeente en schoolbesturen in 2015 en 2016 nog nadere afspraken gemaakt over de
Programmabegroting 2016 -2019 124 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
definitieve eigendomsverhoudingen van de MFA’s. Verder blijft de gemeente ook na 1 januari 2015 nog verantwoordelijk voor enkele, veelal kleinere, onderhoudsuitgaven voor schoolgebouwen. Financiële consequenties en vertaling in de begroting: De jaarlijkse dotaties aan de onderhoudsvoorzieningen voor gebouwen met een maatschappelijke functie vinden plaats vanuit het programma Maatschappelijke ondersteuning en participatie. De resterende jaarlijkse dotatie aan de onderhoudsvoorziening voor onderwijsgebouwen vindt plaats uit het programma Onderwijs, opvoeding en jeugd. Gebouwen en accommodaties – overige gebouwen Beleidskader: De resterende groep betreft overige gebouwen en objecten zoals de gemeentewerf, het MEC, weekmarkten en kleinere gebouwen en objecten voor verschillende doeleinden. Ook voor deze gebouwen en objecten zijn er MJOP’s en wordt tijdelijk uitgegaan van een conditieniveau van minstens 4 (“matig”). Financiële consequenties en vertaling in de begroting: De dotaties aan de voorziening voor onderhoud overige gebouwen vindt plaats vanuit de verschillende programma’s.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
2.2.5
Datum
22 september 2015
125 (147)
Verbonden partijen
Inleiding Verbonden partijen zijn instellingen waar de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang in heeft. Dit uit zich in een vertegenwoordiging in het algemeen bestuur en een jaarlijkse te verstrekken financiële bijdrage en/of bezit van aandelen. Deze paragraaf geeft inzicht in de ontwikkelingen en voornemens van deze verbonden partijen. Daarnaast wordt voor ieder verbonden partij aangegeven welk openbaar, bestuurlijk en financieel belang ermee is gemoeid en wat de financiële situatie is. De informatie is gebaseerd op de laatste formeel versterkte informatie. Onderstaand overzicht geeft onze verbonden partijen weer. Naam Bank Nederlandse gemeenten Vitens N.V. St. Administratiekantoor Dataland Reinigingsbedrijf Midden Nederland Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Afval Verwijdering Utrecht (AVU)
GGD
N.V. Sportinrichtingen Nieuwegein Samenwerkingsorgaan Stichtse Groenlanden Werk en Inkomen Lekstroom (WIL)
Geijnwijs Sociale Werkvoorzieningsschap (Pauw Bedrijven) Bestuur Regio Utrecht (BRU)
Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU)
Aard organisatie Bancaire instelling Drinkwaterbedrijf Stichting gericht op ontsluiten van aan vastgoed gerelateerde gegevens Gemeenschappelijke regeling gericht op inzamelen en bewerken van afvalstoffen Gemeenschappelijke regeling gericht op rampenbestrijding en crisisbeheersing Gemeenschappelijke regeling gericht op het sturen en uitvoeren van afvalstoffenbeleid in de provincie Utrecht Gemeenschappelijke regeling op gebied van openbare gezondheidszorg N.V. exploiteert het sportcomplex Merwestein Gemeenschappelijke regeling gericht op beheer van natuur en landschap Gemeenschappelijke regeling dat werkzaamheden op gebied van werk, inkomensvoorziening en inkomensondersteuning uitvoert organiseren van de sociale wijkteams Gemeenschappelijke regeling voor de integrale uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening Regionaal openbaar lichaam (plusregio) dat werkt aan verbetering bereikbaarheid, leefbaarheid en economische ontwikkeling regio Utrecht Het opleggen en invorderen van belastingaanslagen
Vestigingsplaats Den Haag Utrecht Gouda
Soest
Utrecht
Utrecht
Zeist
Nieuwegein Utrecht
Nieuwegein
Nieuwegein Breukelen
Utrecht
Utrecht
Programmabegroting 2016 -2019 126 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
De toelichting per verbonden partij is als volgt. Naam + Vestigingsplaats Doel
Programma Openbaar belang dat wordt behartigd
Bestuurlijk belang Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2014 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2014 Financieel resultaat 2014 voor bestemming Risico´s Ontwikkelingen
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Den Haag Het behouden van substantiële marktaandelen in het Nederlandse publieke en semipublieke domein en het behalen van een redelijk rendement voor de aandeelhouders. Algemene dekkingsmiddelen De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan een zo laag mogelijk houden van kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. De Gemeente Nieuwegein bezit 80.184 aandelen, dat is 0,14% van het totale aandelenkapitaal. De waarde van één aandeel is nominaal € 2,50. Omdat de aandelen niet verhandelbaar zijn, is er geen marktwaarde bekend. Het totale aantal aandelen bedraagt per 31 december 2014 € 55.690.720. Door de financiële crisis is het kredietrisico toegenomen. € 3.430 mln €. 3.582 mln € 127.753 mln € 149.923 mln Nettowinst na belastingen € 126 mln Door de financiële crisis is het kredietrisico toegenomen. Gedurende het begrotingsjaar hebben zich geen veranderingen voorgedaan in de belangen van aandeelhouders in BNG Bank. (Hierbij is het gevolg van een eventuele gemeentelijke samenvoeging buiten beschouwing gelaten.)
Beleidsvoornemens
De financiële vooruitzichten voor de kernklantsectoren van de bank blijven weinig positief. BNG Bank verwacht desondanks dat de nieuwe langlopende kredietverlening voor de komende jaren op een met 2015 vergelijkbaar niveau zal uitkomen, als gevolg van een grote vraag naar herfinanciering van bestaande leningen. De toekomstige renteresultaten zullen mede door de aanhoudend lage lange rentetarieven naar verwachting lager uitkomen dan in het verleden het geval was. Het resultaat financiële transacties zal ook in de nabije toekomst gevoelig blijven voor de mate van economisch herstel binnen de eurozone. Gezien de aanhoudende onzekerheden acht de bank het niet verantwoord een uitspraak te doen over toekomstige winstverwachtingen.
Naam + Vestigingsplaats Doel Programma Openbaar belang dat wordt
Vitens N.V. Utrecht Exploitatie van het grootste drinkwaterbedrijf in Nederland. Algemene dekkingsmiddelen Het duurzaam leveren van veilig en betrouwbaar drinkwater, het verantwoord omgaan met natuur en milieu, waarbij Vitens als belangrijkste milieuaspecten noemt het voorkomen van verdroging of vernatting, het gebruik van duurzame energie, een verantwoorde omgang met reststoffen en een ecologisch verantwoord beheer van waterwingebieden. Geen, behalve het stemrecht als aandeelhouder. Gemeente Nieuwegein bezit op 31 december 2014 61.246 aandelen met een nominale waarde van € 1 per aandeel. Dit is 1,060% van het totale geplaatste aandelenkapitaal. € 438 mln € 421 mln € 1.274 mln € 1.293 mln € 42,1 mln
behartigd
Bestuurlijk belang Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2014 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2014 Financieel resultaat 2014 voor bestemming Risico´s Ontwikkelingen
-
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
127 (147)
Beleidsvoornemens
Vitens N.V. streeft naar zo laag mogelijke drinkwatertarieven en naar een resultaat dat toereikend is om rente en dividend te vergoeden aan de vermogensverschaffers.
Naam + Vestigingsplaats Doel
Stichting Administratiekantoor Dataland BV Reeuwijk De missie van Dataland BV is het realiseren van een landelijke voorziening, die leidt tot het breed toegankelijk en beschikbaar maken van vastgoed- en hieraan gerelateerde gegevens uit het informatiedomein van gemeenten voor de overheid, de burgers en het bedrijfsleven. Algemene dekkingsmiddelen Het breed toegankelijk en beschikbaar maken van vastgoed en hieraan gerelateerde gegevens, voortkomend uit het informatiedomein van gemeenten, voor de overheid, de burgers en het bedrijfsleven. De gemeente heeft geen rechtstreeks bestuurlijk belang. Het aantal certificaten van de gemeente Nieuwegein bedraagt 29.848. Dit is 0,43% van het totale aantal (6.894.501). € 495.250 € 846.088 € 569.477 € 624.724 De winst- en verliesrekening over 2014 sluit met een positief resultaat van € 317.574.
Programma Openbaar belang dat wordt behartigd Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2014 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2014 Financieel resultaat 2014 voor bestemming Risico´sOntwikkelingen
Beleidsvoornemens
Naam + Vestigingsplaats Doel
Programma Openbaar belang dat wordt behartigd Bestuurlijk belang
Financieel belang
Dataland groeit als het (geo) kenniscentrum dat zich inzet voor de kwaliteitsverbetering van gemeentelijke bedrijfsprocessen en dienstverlening aan burgers en bedrijven. Denk bijvoorbeeld aan het ondersteunen van gemeenten bij het gebruik van het stelsel van gemeentelijke basisregistraties (dit jaar start Dataland hier een cursus voor) en het in beeld brengen van het maatschappelijk vastgoed voor gemeenten (een project samen met het Kadaster dat nu al vorm wordt gegeven). DataLand koerst op het versterken en structureel maken van zijn positie als kennis- en gegevensknooppunt van en voor Nederlandse gemeenten. De gemeentelijke overheid vraagt om geïntegreerde gegevens en om de kennis om die informatiehuishouding efficiënt en effectief te organiseren. De gemeenten hebben behoefte aan kwalitatief goede gegevens. Daarbij speelt tegelijk de invoering van het stelsel van basisregistraties waarbinnen geografische aspecten van wezenlijk belang zijn. De koers die DataLand volgt is omschreven in de vorm van drie speerpunten: DataLand als “expert”, DataLand als “vertegenwoordiger” en DataLand als “ontzorger”. A. DataLand als “expert”; DataLand ontwikkelt zich verder als het geo-kennisknooppunt van en voor de Nederlandse gemeenten . B. DataLand als “vertegenwoordiger”; DataLand zet zich actief in bij de ondersteuning van gemeentelijk geo-beleid en de inkadering daarvan op regionaal, provinciaal en nationaal niveau. C. DataLand als “ontzorger”; DataLand is dataknooppunt van en voor de gemeenten en blijft zich focussen op het ontzorgen van Nederlandse gemeenten door de distributie van geo-data namens die gemeenten. Reinigingsbedrijf Midden Nederland (RMN) Soest Het RMN is een openbaar lichaam en heeft als doel het realiseren van een effectieve, efficiënte en kwalitatief hoogwaardig en klantvriendelijke uitvoering van de voormalige reinigingsdiensttaken Duurzame ontwikkeling Het openbaar lichaam heeft tot taak het beheren en in stand houden van de gemeenschappelijke regeling waaruit de volgende taak wordt verricht: Het inzamelen en bewerken van afvalstoffen. De Colleges van B&W van de deelnemende gemeenten benoemen elk één lid en een plaatsvervangend lid voor het algemeen bestuur. Voor de gemeente Nieuwegein is dit wethouder P.W.M. Snoeren. De voorzitter van het algemeen en tevens voorzitter van het dagelijks bestuur wordt per zittingsperiode aangewezen door en uit het algemeen bestuur. De kosten van de taken worden bij de deelnemers in rekening gebracht, per contract, op basis van vaste uurtarieven. Volgens de Begroting 2016 van de RMN bedraagt de bijdrage van Nieuwegein € 3.531.000 (raming
Programmabegroting 2016 -2019 128 (147)
Raadsnummer
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2015 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2015 Risico´s
Ontwikkelingen Beleidsvoornemens Naam + vestigingsplaats Doel
Programma Openbaar belang
Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2014 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2014 Financieel resultaat 2014 voor bestemming Risico’s Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens
Naam + Vestigingsplaats Doel
Programma Openbaar belang dat wordt behartigd
Bestuurlijk belang Financieel belang
2015-415
Datum 22 september 2015
2015 € 3.274.000). In 2014 is door de gemeente Nieuwegein € 3.272.200 betaald. € 1.395.200 € 1.397.200 (geraamd) € 9.232.800 € 10.696.500 (geraamd) De deelnemende gemeenten dragen naar evenredigheid bij voor wat betreft zeggenschap en financiële risico´s. Als belangrijkste risico´s zijn gedefinieerd: * Brandschade wagenpark, i.c. het verschil tussen nieuwwaarde en dagwaarde. * Ziekteverzuim; er is geen voorziening getroffen en geen verzekering gesloten. Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Utrecht Het doel van deze regeling is het door de Veiligheidsregio Utrecht realiseren van een gelijkwaardig kwaliteitsniveau van de beheersing van rampen en crises in de Utrechtse gemeenten. Openbare Orde en Veiligheid De (gemeenschappelijke) belangen van de deelnemende gemeenten worden behartigd ter bevordering en waarborging van de voorbereiding op rampen en crises, met inachtneming van hetgeen in of krachtens de regeling nader is bepaald m.b.t. de taken en bevoegdheden van de veiligheidsregio. Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten. In de meerjarenbegroting van de gemeente Nieuwegein 2016 - 2019 is structureel een bedrag beschikbaar ad € 3.088.300. € 5.422.000
€ 5.408.000
€ 48.178.000 € 45.014.000 € 1.705.000 (In de balans t.o.v. 2013 nu wel toegevoegd aan het E.V.) Na de fase ‟De basis op orde‟ staat 2016 voor de VRU in het teken van doorontwikkeling. De organisatieontwikkeling richt zich zowel op de mens (hoe werken we bij de VRU?) als op het harmoniseren van processen en procedures. Verder is de doorontwikkeling van de digitale werkomgeving een belangrijke factor. In de door ontwikkelslag is het voor de VRU essentieel dat de relatie met de gemeenten wordt onderhouden en waar mogelijk verbetert. Transparantie en verbinding zijn in dit verband belangrijke pijlers, zodat voor gemeenten en burgers de meerwaarde van de activiteiten altijd zichtbaar is. Het beleidsplan 2016-2019 zal begin 2016 ter besluitvorming worden voorgelegd. Inhoudelijk heeft het bestuur van de VRU in juli 2014 besloten over de diverse majeure projecten. Daarmee is ook de basis voor het beleidsplan 2016-2019 gelegd. De beleidsvoornemens zijn dan ook gebaseerd op een voortzetting van bestaand beleid, in combinatie met het verder implementeren van de majeure projecten. Afval Verwijdering Utrecht (AVU) Utrecht Op een doelmatige en uit oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde wijze sturing en uitvoering geven aan het afvalstoffenbeleid in de provincie Utrecht. Duurzame ontwikkeling Het zorgdragen voor een goede, reguliere en milieuverantwoorde verwerking van door de gemeenten ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen en de inzameling van glas, papier en karton, ofwel de inzameling, het overladen, het transport, en de verwerking van huishoudelijke afvalstoffen. Nieuwegein wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door wethouder P.W.M. Snoeren. De AVU sluit contracten af met verwerkers voor het transport en de
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Naam + Vestigingsplaats
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2014 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2014 Risico´s
Ontwikkelingen Beleidsvoornemens Naam + Vestigingsplaats Doel Programma Openbaar belang dat wordt behartigd Bestuurlijk belang Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2014 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2014 Financieel resultaat 2014 voor bestemming Risico’s Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens Naam + Vestigingsplaats Doel Programma Openbaar belang dat wordt behartigd
Bestuurlijk belang Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2014 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2014
Datum
22 september 2015
129 (147)
Afval Verwijdering Utrecht (AVU) Utrecht verwerking van diverse afvalstromen. De kosten van de taken worden bij de deelnemers in rekening gebracht. Alle in enig jaar gemaakte kosten worden in dat jaar verrekend met de deelnemende gemeenten. Nieuwegein betaalt niet direct aan de AVU. De kosten voor de afvalverwerking worden via de RMN verrekend. Voor 2016 wordt rekening gehouden met een aandeel in de verwerkingskosten AVU voor een bedrag van € 1.009.804. Het bedrag aan verwerkingskosten over 2014 bedroeg € 866.499. n.v.t. Het saldo van de lasten en baten wordt met de deelnemers verrekend. n.v.t.
Door het ontbreken van reserves en voorzieningen heeft de AVU geen weerstandsvermogen. Alle in enig jaar gemaakte kosten worden aan de deelnemers doorberekend. Als gevolg hiervan kunnen schommelingen optreden in de jaarlijks te betalen bedragen. Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Gezondheidszorg (GGD) Zeist De regeling dient de behartiging van de belangen van de deelnemers op het gebied van de openbare gezondheidszorg Transities Sociaal Domein De regeling voorziet in de behoefte in de gemeenten aan openbare gezondheidszorg. De gemeente Nieuwegein wordt vertegenwoordigd in het Algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling door wethouder A.J. Adriani De bijdrage van Nieuwegein voor gemeenschappelijke A/B taken is voor 2016 geraamd op € 713.474. Daarnaast worden voor specifieke taken afzonderlijke bedragen in rekening gebracht. Dit betreft APG Maatwerk € 46.040, JGZ Maatwerk € 61.048 en JGZ Digitaal dossier € 39.715. € 2.575.683 € 3.212.195 € 10.889.082 € 12.929.123 € 1.278.511 De deelnemende gemeenten zijn financieel aansprakelijk. Er is een nieuw besturingsmodel het ‘GGD-huis’ ingesteld. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen gemeenschappelijke, regionale en lokale taken. De regio is een nieuwe bestuurlijke en uitvoeringslaag binnen de GGD-MN. Hiermee kunnen samenwerkende gemeenten direct sturing geven en zowel in individueel als regionaal verband hun eigen keuzes maken met betrekking tot de afname van de lokale taken van de GGDMN. N.V. Sportinrichtingen Nieuwegein, Nieuwegein Exploitatie van het sportcomplex Merwestein Economie & Vrije Tijd De NV exploiteert het sportcomplex Merwestein en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de uitvoering van het gemeentelijk sportbeleid. De NV heeft op dit moment twee taken, te weten het beheren en exploiteren van sport- en evenementencomplex Merwestein en het uitvoeren van sport- en beweegactiviteiten door buurtsportcoaches (via subsidie aan de NV). De gemeente is 100% aandeelhouder van de NV De gemeente verstrekt de NV een bijdrage in de exploitatie van het complex (onder meer voor de zwemactiviteiten), totaal € 10.028.953. Ook verstrekken we de financiële bijdrage voor de buurtsportcoaches. € 10.688.806 € 10.659.436 € 462.875 € 527.415
Programmabegroting 2016 -2019 130 (147)
Raadsnummer
Naam + Vestigingsplaats Financieel resultaat 2014 voor bestemming Risico’s Ontwikkelingen Beleidsvoornemens Naam + Vestigingsplaats Doel Programma Openbaar belang dat wordt behartigd Bestuurlijk belang Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2014 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2014 Financieel resultaat 2014 voor bestemming Risico’s Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens
Naam + Vestigingsplaats Doel
Programma Openbaar belang dat wordt behartigd
Bestuurlijk belang
Financieel belang
2015-415
Datum 22 september 2015
N.V. Sportinrichtingen Nieuwegein, Nieuwegein € 29.370 negatief De NV heeft de ambitie om te groeien door meerdere taken en activiteiten op het terrein van sporten en bewegen op zich te nemen. Zie de visie Sport & Bewegen. Samenwerkingsorgaan Stichtse Groenlanden (SSG) Utrecht Behartigen van de belangen van de deelnemers bij de gemeentelijke regeling en beheren en investeren in natuur en landschap. Economie & Vrije tijd Het beheren, onderhouden en realiseren van recreatief groen en zwemwater in de regio De gemeente Nieuwegein wordt vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door wethouder J.A.N. Gadella De gemeente verstrekt een deelnemersbijdrage naar rato van het aantal inwoners. De bijdrage van Nieuwegein voor 2016 is ingeschat op € 205.700 € 5.975.809 € 6.004.179 € 4.314.769 € 4.235.054 € 28.370 Weersinvloeden op de inkomsten van het strandbad Maarsseveense plassen. In samenwerking met de deelnemende gemeenten heeft de provincie de Koersnotitie Toekomst Recreatieschappen uitgebracht. Deze notitie beschrijft een visie voor de organisatie van het toekomstig beheer en onderhoud en de ontwikkeling van de recreatieve voorzieningen die nu in vier Utrechtse recreatieschappen, waaronder de Stichtse Groenlanden, zijn ondergebracht. Kansen voor de toekomst liggen in verdergaande ontwikkeling op de recreatieterreinen door het toestaan van commerciële initiatieven. Dit zorgt voor een aantrekkelijk en eigentijds recreatief aanbod en legt voor het beheer een minder zwaar beslag op alleen publieke middelen. Als onderdeel van de uitwerking van de Koersnotitie Toekomst Recreatieschappen zijn nieuwe stappen gezet om te komen tot een verdere ontwikkeling van de recreatieterreinen met behulp van commerciële initiatieven. Dit zorgt voor een aantrekkelijk en eigentijds recreatief aanbod en legt voor het beheer een minder zwaar beslag op alleen publieke middelen. Ook zijn nieuwe ontwikkelingen in gang gezet voor projecten binnen de verschillende gebiedscommissies. Daarnaast zijn verdere stappen gezet om te komen tot het optimaliseren van het Fietsknooppuntensysteem als onderdeel van het verbeteren van de routenetwerken. Werk en Inkomen Lekstroom (WIL), Nieuwegein In WIL werken de gemeente Nieuwegein, Houten, Lopik, Vianen en IJsselstein samen op het gebied van werk, inkomensvoorziening en inkomensondersteuning. Het doel van deze samenwerking is een meer effectieve uitvoering en het bieden van een kwalitatief hoogwaardige dienstverlening. Transities Sociaal Domein WIL biedt een financieel vangnet voor inwoners van de Lekstroom die niet economisch zelfredzaam zijn. Daarnaast zet WIL zich in voor de reintegratie van mensen met een uitkering op de arbeidsmarkt en biedt zij inkomensondersteuning (inclusief schuldhulpverlening) aan mensen om armoede, schulden en sociale uitsluiting te bestrijden. De gemeente Nieuwegein wordt vertegenwoordigd in het Dagelijks en Algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling door wethouder sociale zaken, M.C. Stekelenburg. Vanaf 1 januari 2016 zal een tweede lid van het gemeentelijke bestuur toetreden tot het bestuur van de GR De gemeente Nieuwegein levert een exploitatiebijdrage voor de uitvoering van de taken van de dienst, en de bedrijfsvoering. De
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Naam + Vestigingsplaats
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2014 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2014 Financieel resultaat 2014 voor bestemming Risico’s
Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens
Naam + Vestigingsplaats Doel Programma Openbaar belang dat wordt behartigd
Bestuurlijk belang
Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2014 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2014 Financieel resultaat 2014 voor bestemming Risico’s
Datum
22 september 2015
131 (147)
Werk en Inkomen Lekstroom (WIL), Nieuwegein exploitatiebijdrage van Nieuwegein aan WIL 2016 is begroot op € 5.342.100 (basisbegroting); naast de basisbegroting dragen we nog de volgende middelen incidenteel bij aan de uitvoering: € 89.900 bij voor de generalisten en € 183.400 voor innovaties. Verder bekostigen wij voor bijna € 20 miljoen de uitkeringslasten die WIL voor de inwoners van de gemeente Nieuwegein maakt, alsook de kosten voor het minimabeleid en leveren we een bijdrage aan de toeleiding naar werk. De totale begroting bedraagt € 25.594.200. €0 €0 € 4.969.728 € 6.605.607 € 877.239 De verwachting is dat door de naweeën van de economische crisis en de invoering van de Participatiewet (2015) nog steeds veel inwoners van Nieuwegein een beroep zullen blijven doen op de voorzieningen die WIL aanbiedt. Het gaat om het beroep op de bijstand, de schuldhulpverlening en op voorzieningen die vallen onder het armoedebeleid. De rijksinkomsten voor re-integratie zullen licht stijgen. In de GR is vastgelegd dat de kosten voor re-integratie het vanuit het Rijk beschikbaar gestelde bedrag niet mogen overschrijden. Op dit budget loopt Nieuwegein dus geen direct risico. Nieuwegein loopt echter wel risico op het BUIG-budget (budget voor uitkeringslasten). Ook zorgt het toenemende beroep op de voorzieningen voor extra druk op de organisatie (uitvoeringskosten). Beide risico’s moeten worden beperkt door de innovatiemaatregelen in de periode 2015-2019. Per 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Daarnaast zullen diverse wetten en regelingen in de komende periode worden aangepast (bv. de taaltoets). In de komende jaren wordt de dienstverlening die WIL aanbiedt verder doorontwikkeld, gemoderniseerd (o.a. met behulp van digitalisering) en afgestemd op de Participatiewet. Daarnaast werkt WIL binnen het Programma Interfaces aan het versterken van haar rol als samenwerkingspartner in het Sociaal domein Geynwijs, Nieuwegein Doel van de stichting is het binnen de beleidskaders van de gemeente organiseren van de sociale wijkteams in Nieuwegein Transities Sociaal Domein Deze teams bestaan uit professionals die de Nieuwegeinse inwoners per 1 januari 2015 kunnen adviseren over ondersteuningsvragen en een ondersteuningsplan opstellen waarin ook de inzet van voorzieningen wordt geregeld. Het is de beste manier om te zorgen dat onze inwoners zo onafhankelijk mogelijk worden geholpen. Het college van B&W benoemt en ontslaat de leden van de raad van toezicht. Ook kan het college in noodgevallen de directeur/ bestuurder ontslaan. College en raadsleden zitten niet in de raad van toezicht. De subsidie wordt op dit moment ingeschat op 1,5 miljoen euro. De verwachting is dat het budget verder stijgt naar € 2 mln. door verbreding van het takenpakket, o.a. de overname SMW van Vitras, de taken zorg en veiligheid (Save) en autonome groei zorg, ondersteuning en hulp € n.v.t. € n.v.t. € n.v.t. € n.v.t. € n.v.t. Risico's van de stichting zitten in de personeelskosten in relatie tot de subsidie. Als de personeelskosten hoger zijn dan de inkomsten uit subsidie, door het aannemen van en door ziekte van personeel, ontstaat een risico voor de gemeente. Namelijk, faillissement van de stichting en mogelijke aansprakelijkheid/vervangingskosten van de gemeente. Op dit risico zijn maatregelen genomen zoals de aanstellingsbevoegdheid door het college van B&W. Risico's ontstaan voor de gemeente ook als er meer verplichtingen worden aangegaan door de sociale wijkteams dan er gemeentelijk budget
Programmabegroting 2016 -2019 132 (147)
Raadsnummer
Naam + Vestigingsplaats
Ontwikkelingen
2015-415
Datum 22 september 2015
Geynwijs, Nieuwegein beschikbaar is. Daarover zijn afspraken gemaakt (monitoring, bijsturen van werkwijze). De stichting en de sociale wijkteams zijn op 1 januari van start gegaan. De stichting moet een spin in het web worden tussen inwoners, vrijwilligers en professionals. De werkwijze van de stichting ontwikkelt zich in die richting.
Beleidsvoornemens Naam + Vestigingsplaats Doel
Programma Openbaar belang dat wordt behartigd Bestuurlijk belang Financieel belang
Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2014 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2014 Financieel resultaat 2014 voor bestemming Risico’s
Ontwikkelingen
Beleidsvoornemens Naam + Vestigingsplaats Doel Programma Openbaar belang dat wordt behartigd
Bestuurlijk belang
Financieel belang Risico´s Ontwikkelingen
Sociale Werkvoorzieningsschap ‘Het Westelijk Gebied van Utrecht’ (handelsnaam ‘Pauw Bedrijven’) Breukelen De regeling is getroffen ter behartiging van de integrale uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en de daaruit voortvloeiende en daarmee verband houdende voorschriften en regelingen. Transities Sociaal Domein PAUW bedrijven biedt passende en volwaardige banen aan mensen met een arbeidshandicap die in één van de samenwerkende gemeenten wonen. Wethouder M.C. Stekelenburg vertegenwoordigt de gemeente Nieuwegein in het dagelijks bestuur en in het algemeen bestuur. De gemeente verstrekt een gemeentelijke bijdrage per geplaatste werknemer en een compensatiebijdrage wsw-werknemers buitengemeenten. De gemeentelijke bijdrage 2016 is geraamd op € 380.900. € 2.229.000 € 1.917.000 € 5.836.000 € 6.310.000 € 311.000 nadelig De gemeentelijke bijdrage voor de komende jaren is begroot op basis van de programmabegroting 2016 van PAUW Bedrijven. Deze is gebaseerd op beperkt aflopende bedrijfsinkomsten bij een afnemend aantal Wswplekken. Het risico bestaat dat de bedrijfsinkomsten afnemen in gelijke make met het aantal Wsw-plekken. Hierdoor ontstaat een hogere gemeentelijke bijdrage of een exploitatietekort dat moet worden aangevuld. De instroom in de Wsw is gestopt op 1 januari 2015. De bestaande groep Wsw-werknemers behoudt haar rechten en plichten, maar daalt in omvang door natuurlijk verloop. Dit heeft gevolgen voor de uitvoering. De gemeenten die deelnemen aan de GR Pauw bedrijven zijn in 2015 een proces gestart, gericht op het herformuleren van beleid en uitvoering. In het najaar van 2015 worden de eerste contouren voorgelegd als onderdeel van de brede ondersteuning van de gemeente aan inwoners en organisaties op het leefgebied ‘werk'. Verdere uitwerking en besluitvorming ten aanzien van de Wsw zal plaatsvinden in 2016. Bestuur Regio Utrecht (BRU) Utrecht Het werken aan verbetering van de bereikbaarheid, de leefbaarheid en de economische ontwikkeling van de regio Utrecht. Bestuur, samenleving en dienstverlening Bij Bestuur Regio Utrecht wordt beleid voor de regio ontwikkeld en vastgesteld. Vervolgens begeleidt Bestuur Regio Utrecht de uitvoering en ziet het toe op concrete resultaten. De samenwerking in Bestuur Regio Utrecht biedt nog een voordeel: de regio kan met één krachtige stem naar buiten treden. Zo staan de gemeenten samen sterker in hun contacten met bijvoorbeeld de landelijke overheid. De gemeente Nieuwegein is in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd door 3 raadsleden en een wethouder. Wethouder A.J. Adriani is ook lid van het dagelijks bestuur. Ten tijde van de opmaak van de begroting liep bij de BRU het liquidatieproces. -
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
133 (147)
Beleidsvoornemens
Het parlement heeft eind 2014 ingestemd met opheffing van de WGRplusregeling . Het gevolg is dat de wettelijke taken van de BRU per 1-12015 overgeheveld zijn naar de provincie. De negen voormalige BRUgemeenten en Woerden hebben inmiddels te kennen gegeven graag samen te willen blijven werken op onderwerpen die de gemeentegrenzen overschrijden. Het U10-netwerk is in eerste instantie ontstaan vanuit de behoefte om tenminste de niet-wettelijke taken vanuit de BRU ergens onder te brengen en de verdere wensen voor samenwerking te verkennen en door te ontwikkelen. De U10 heeft, vooruitlopend op de daadwerkelijke opheffing van de BRU, al even kunnen ‘proefdraaien’. Resultaat daarvan is de overtuiging dat de flexibele samenwerkingsvorm voor nu tegemoet komt aan de wensen en positie van de moderne gemeente. Het gaat concreet om de volgende bestuurstafels: - economie - ruimtelijke ontwikkeling - wonen - duurzaamheid en energietransitie - sociaal domein - verkeer en vervoer (in oprichting) Aansluiting bij de U10 is op dit moment van schrijven nog onderwerp van besluitvorming bij de individuele gemeenten. Het U10-convenant zal naar verwachting in het vierde kwartaal van 2015 worden getekend
Naam + Vestigingsplaats
Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) Utrecht Het opleggen en invorderen van belastingaanslagen voor gemeenten en het hoogheemraadschap. Bestuur, samenleving en dienstverlening
Doel Programma Openbaar belang dat wordt behartigd
Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen begin en einde boekjaar 2014 Vreemd vermogen begin en einde boekjaar 2014 Financieel resultaat 2014 na bestemming
Risico´s Ontwikkelingen Beleidsvoornemens
De (gemeenschappelijke) belangen van de deelnemende gemeenten worden behartigd aangaande het opleggen van de diverse gemeentelijke belastingen en de inning hiervan met inachtneming van hetgeen in of krachtens de regeling nader is bepaald m.b.t. de taken en bevoegdheden van de BghU. De gemeente Nieuwegein wordt in het Bestuur vertegenwoordigd door een wethouder. In dit geval door wethouder J.A.N. Gadella. In de meerjarenbegroting van de gemeente Nieuwegein 2016 - 2019 is structureel een bedrag beschikbaar ad € 880.000. €
-
€
720.356
€
-
€ 14.069.662
€ 720.356 voor bestemming en € 0 na bestemming. Het resultaat is aangewend t.b.v. de vorming van een tweetal reserves binnen de BghU. Daarnaast heeft er een uitbetaling plaats gevonden aan de deelnemers. BghU borgt de continuïteit van de taakuitvoering en streeft een permanente verbetering van de kwaliteit en klantvriendelijkheid van het belastingproces ten behoeve van haar deelnemers na. Zij heeft oog voor het belang van burgers, instellingen en bedrijven en probeert hen zoveel mogelijk te faciliteren. Een belangrijk aspect daarbij is de vergaande digitalisering van het belastingproces om zo de vraag- baakfunctie en de contactmogelijkheden op de momenten dat burgers, instellingen en bedrijven dat wensen te optimaliseren. Zij sluit daarbij aan op de KCC ontwikkeling bij de gemeenten. BghU staat borg voor een adequate uitvoering en het ophalen van de juiste belastingopbrengst. BghU streeft daarbij verlaging van de maatschappelijke kosten na door ondermeer samen te werken (zowel horizontaal met meerdere gemeenten als verticaal met waterschappen). BghU is een moderne werkgever met oog en aandacht voor haar medewerkers. De BghU heeft de ambitie om op middellange termijn gezien te worden als toonaangevend samenwerkingsverband op het gebied van belastingen, waarbij er een goede verhouding is tussen de prijs en de kwaliteit van de dienstverlening.
Programmabegroting 2016 -2019 134 (147)
Raadsnummer
2.2.6
2015-415
Datum 22 september 2015
Grondbeleid
Inleiding In deze verplichte paragraaf wordt ingegaan op de beleidslijn voor het grondbeleid en de wijze waarop de gemeente dit uitvoert en wordt nader inzicht gegeven in de financiële positie van het grondbedrijf. In de door uw raad d.d. 22 april 2009 vastgestelde Nota grondbeleid Nieuwegein 2009-2014 (raadsstuk 2009-132), zijn de uitgangspunten van het gemeentelijk grondbeleid vastgelegd. De Nota Grondbeleid wordt momenteel geactualiseerd en eind 2015 aan u ter besluitvorming aangeboden. Algemeen/doel grondbeleid Grondbeleid is een sturingsmiddel voor de gemeente. Het gaat hierbij om het afdwingen of stimuleren van gewenst gebruik van de grond door inzet van een uitgekiende mix aan instrumenten die de gemeente voorhanden heeft. De gemeente beschikt over een breed palet aan middelen om hieraan invulling te geven. Het gewenste gebruik van de grond wordt ontleend aan bestuurlijke doelen, die per locatie kunnen verschillen. Het gaat hierbij om ontwikkeling van nieuwe gebieden en herontwikkeling van bestaande binnenstedelijke gebieden. Bouwgrondproductie (ook wel bouwgrondexploitatie genoemd) is het geschikt maken van grond voor realisering van een nieuwe bestemming, met alle mogelijke risico's en kansen die hiermee gepaard gaan. Opstalontwikkeling gebeurt veelal door derden. Met deze bouwgrondproductie wordt de ruimtelijke ontwikkeling van de stad mede vorm gegeven en worden beleidsdoelen op het gebied van wonen, economie, maatschappelijke ontwikkeling en dergelijke gerealiseerd. Doelstellingen die met het gemeentelijk grondbeleid bewerkstelligd kunnen worden zijn: •
het beschikbaar hebben van voldoende kwalitatief goede woningen en het bevorderen van aantrekkelijkheid en variatie in het woningaanbod;
•
het realiseren van leefbare en duurzame stedelijke gebieden;
•
het bevorderen van duurzaamheid en ecologie;
•
het zorgdragen voor en het bevorderen van een goede spreiding en een goede bereikbaarheid van maatschappelijke voorzieningen.
Het komt er feitelijk op neer dat door middel van het grondbeleid uitvoering wordt gegeven aan de inhoud van het programma Grote Gebiedsontwikkelingen, met veel dwarsverbanden naar andere programma's. Belangrijk hierin is dat uitgegeven gronden over het algemeen door derden worden bebouwd en dat de gemeente altijd in meer of mindere mate samenwerkt met marktpartijen (projectontwikkelaars, corporaties, bedrijven) of particuliere opdrachtgevers. Lopende projecten Voor een groot gedeelte liggen de contouren van het grondbeleid binnen de gemeente Nieuwegein inmiddels vast. De projecten Blokhoeve, Het Klooster, Lekboulevard en de Binnenstad zijn in volle gang. In deze gebieden is sprake van
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Datum
22 september 2015
135 (147)
actief grondbeleid en vastgestelde en actieve grondexploitaties. Voor de voortgang van deze projecten wordt verwezen naar het programma Grote Gebiedsontwikkelingen. Beschikkingsmacht grond Voor de ontwikkeling van de lopende grondexploitatieprojecten zijn de benodigde gronden grotendeels in eigendom van de gemeente. Er zijn enkele percelen die nog in particulier bezit zijn. Het uitgangspunt is dat met de betreffende grondeigenaren minnelijke overeenstemming wordt bereikt. Waar nodig zal het onteigeningsinstrumentarium ingezet worden. Woningbouwopgave Met de regio is afgesproken dat wordt ingezet op de realisatie van in totaal 3.300 woningen (inclusief de 1.600 woningen zoals genoemd in het Urgentieprogramma Woningbouw). De inzet blijft om in de grondexploitatiegebieden (Blokhoeve, Nieuw Vreeswijk, Lekboulevard en de Binnenstad) 1.700 woningen te realiseren. Conform de meest recente woningbouwmonitor zijn er reeds 1.200 woningen opgeleverd, 1.400 in voorbereiding en 700 nog te realiseren. Toekomstige projecten Voor alle nieuwe locaties geldt dat er in een vroeg stadium aandacht moet zijn voor de strategische inzet van grondbeleid (maatwerk). Er is vaak sprake van particuliere grond en particulier initiatief. Toch zijn er in veel gevallen ook gronden van de gemeente nodig. Waar de gemeente grond verkoopt, is de inzet om zoveel mogelijk zakelijk en transparant te zijn. Dat betekent dat gronden zoveel mogelijk in concurrentie op de markt worden gezet. Ook is het van belang dat contractuele verbintenissen goed worden getimed en gedoseerd. Financiële positie grondbedrijf/risico’s Bij de jaarstukken grondbedrijf 2014 is de financiële positie van het Grondbedrijf per 1-1-2015 als volgt samengevat:
*) Ingeval van winstgevende complexen wordt resultaat genomen vanaf het moment dat 50% van de verwachte opbrengst uit grondverkopen is gerealiseerd. Het resultaat wordt vervolgens, onder bepaalde beperkingen, genomen naar rato van de realisatie van opbrengst uit grondverkopen.
Voor een nadere specificatie en onderbouwing van de genoemde bedragen verwijzen we naar de jaarstukken grondbedrijf met geheime bijlagen (raadsstuk 2015-270).
Programmabegroting 2016 -2019 136 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Het is gebruikelijk dat een Grondbedrijf een reserve heeft te weten de reserve Grondbedrijf. In het algemeen geldt dat deze als buffer functioneert tussen de inspanningen/risico’s verbonden aan de grondexploitaties en de Algemene Reserve van de gemeente Nieuwegein. Achterliggende gedachte hierbij is om de gemeentebegroting niet te belasten met de financiële uitkomsten/risico’s van de grondexploitaties. Uit deze reserve kunnen voorzieningen worden gevormd vo or (nieuwe) verlieslatende complexen, of kunnen oplopende tekorten van verlieslatende grondexploitaties worden opgevangen. Deze zullen dan (met onmiddellijke ingang) afgedekt moeten worden door een toevoeging aan de reeds gevormde voorziening. Ook dient de reserve om de risico’s af te dekken. In alle grondexploitaties loopt de gemeente in meer of minder mate risico’s. Dit kunnen tegenvallende of onvoorziene kosten zijn, lager dan geraamde grondopbrengsten, langere doorlooptijden e.d.. De reserve van het Grondbedrijf is per 1-1-2015 positief € 2,6 miljoen. De verwachte voordelige resultaten lopende grondexploitaties (winstgevend) mogen we, gelet op de voorschriften, niet nemen (in de algemene reserve verwerken) maar wel gebruiken om de risico’s af te dekken. Voor de verliesgevende grondexploitaties zijn per 1-1-2015 de volgende voorzieningen gevormd:
Met deze voorzieningen zijn alle voorgecalculeerde verliezen afgedekt. Voor de volledigheid merken we op dat in de begroting 2016 geen winstneming is geraamd omdat in geen enkele winstgevende exploitatie de opbrengsten de grens van 50% realisatie zal overschrijden.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
2.2.7
Datum
22 september 2015
137 (147)
Parkeren
Inleiding Na de oplevering in april 2014 van de 2e fase van de herontwikkeling van de Nieuwegeinse binnenstad is de planning van diverse programmaonderdelen gewijzigd. Realisatie is nog voorzien, maar het programma is gewijzigd en ruim in de tijd naar achteren geschoven. Dit heeft gevolgen voor realisatie van de benodigde parkeercapaciteit en daarmee voor de parkeerexploitatie. Daarnaast is eind 2014 de parkeerexploitatie doorgelicht en de betreffende reserve op het benodigde peil gebracht. Doel parkeerbeleid Bij de herontwikkeling van de Nieuwegeinse binnenstad is vastgelegd dat de benodigde parkeercapaciteit gerealiseerd zou worden in (nieuwe of te renoveren) openbare parkeergarages. Ook is vastgelegd dat er betaald parkeren zou worden ingevoerd, zowel in de parkeergarages als op straat (binnenstad en schil). Het parkeerbeleid heeft doelen op meerdere aspecten: •
Meest relevant is leefbaarheid: gereguleerd parkeren door invoering betaald parkeren voorkomt parkeeroverlast. Zodra de parkeervraag groter wordt dan de parkeercapaciteit leidt dit tot zoekverkeer en ergernis bij bewoners die verder moeten lopen dan gewenst.
•
Esthetisch: parkeren in parkeergarages maakt dat auto’s uit het straatbeeld verdwijnen. Dit komt de kwaliteit van de binnenstad ten goede.
•
Ruimtegebruik: door alle openbare parkeercapaciteit in één hand te hebben, kan optimaal gebruik worden gemaakt van dubbelgebruik door zowel bewoners, winkelend publiek, bezoek en personeel van winkels en bedrijven. Tegelijkertijd is er bij ondergronds en gestapeld parkeren meer ruimte voor herontwikkeling.
•
Tot slot financieel: met de realisatie en exploitatie van de parkeercapaciteit zijn kosten gemoeid. Betaald parkeren dient ter dekking van deze kosten. De gemeente wil er niet op verdienen, maar het mag de gemeente per saldo ook geen geld kosten.
Huidige situatie De planning van diverse programmaonderdelen is gewijzigd bij de herijking OBB 2013. Daarbij zijn er voor diverse toekomstige programmaonderdelen kaders gewijzigd. Dit betreft onder andere de kaders die betrekking hebben op de benodigde parkeercapaciteit. Van de verplichting voor ontwikkelaars om de in totaal benodigde parkeercapaciteit (private en openbaar) volledig te accommoderen, naar het accommoderen van enkel het private deel. Gevolg hiervan is dat er alleen nog private stallingsgarages worden gerealiseerd die niet in eigendom zijn van de gemeente. De benodigde openbare parkeercapaciteit dient geaccommodeerd te worden binnen de bestaande parkeercapaciteit. Op basis van een actuele parkeerbalans voor de binnenstad moet blijken of dergelijke kaders realistisch zijn. Ter illustratie: voor de ontwikkellocatie P-West wordt alleen een private stallinggarage opgenomen. Voor de locatie Doorslagzone is in de concurrentiegerichte dialoog de realisatie van een private stallingsgarage opgenomen.
Programmabegroting 2016 -2019 138 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Parkeerbalans De parkeerbalans voor de binnenstad is niet actueel. Een actualisatie van de parkeerbalans is noodzakelijk en gewenst. In het bijzonder om voor de diverse programmaonderdelen binnen de herontwikkeling van de binnenstad te kunnen onderbouwen op welke wijze de benodigde parkeercapaciteit dient te worden geaccommodeerd. Op dit moment gaat de parkeerbalans uit van het oorspronkelijke ontwikkelprogramma. De herijking vindt in 2016 plaats. Operationele zaken Vanaf juni 2011 is Nieuwegein lid van de Coöperatie ParkeerService. Deze organisatie verzorgt de operationele zaken met betrekking tot het betaald parkeren. Het lidmaatschap wordt ieder twee jaar geëvalueerd. In 2013 is het lidmaatschap op basis van een eerste evaluatie voor twee jaar verlengd. Eind 2015 is wederom geëvalueerd. Op basis hiervan is het lidmaatschap wederom verlengd. Ditmaal voor een periode van 3 jaar.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
3
Datum
22 september 2015
139 (147)
Financiële begroting
Het resultaat van de gemeente bestaat uit het saldo van de lasten en baten van de programma’s (in het verleden resultaat voor bestemming genoemd). Vervolgens wordt hieraan het saldo van de reservemutaties (inclusief de egalisatiereserves) toegevoegd. Dit is het geraamde resultaat (in het verleden resultaat na bestemming genoemd). In dit onderdeel wordt inzichtelijk welke bedragen in de begroting met de reserves verrekend worden.
3.1
Overzicht van baten en lasten 2016
De cijfers op de programma’s zijn toegelicht in het programmaplan in hoofdstuk 2.1. Onderstaand lichten we de reservemutaties nader toe.
Programmanaam Bestuur, samenleving en dienstverlening
Baten
Lasten
Saldo
1.421
3.553
-2.132
512
3.433
-2.921
20.348
70.791
-50.443
1.720
11.313
-9.593
18.806
21.306
-2.500
Duurzame ontwikkeling
5.746
5.399
347
Beheer openbare ruimte
6.602
12.393
-5.791
0
0
0
4.206
36.650
-32.444
106.932
6.147
100.785
166.293
170.985
-4.692
8.908
4.190
4.718
175.201
175.175
26
Openbare orde en veiligheid Transities sociaal domein Economie en vrije tijd Ruimtelijke ontwikkeling (incl. Gro ndbedrijf)
Grote gebiedsontwikkeling Bedrijfsvoering Algemene dekkingsmiddelen Geraamd saldo van baten en lasten
Overzicht reservemutaties Geraamd resultaat
Programmabegroting 2016 -2019 140 (147)
Raadsnummer
3.2
2015-415
Datum 22 september 2015
Overzicht reservemutaties
Reservetoevoegingen In de begroting 2016 zijn de volgende toevoegingen aan bestemmingsreserves geraamd: Stortingen in reserves Algemene reserve Reserve dekking kapitaallasten Reserve beeldende kunst Reserve kunst en cultuur binnenstad Reserve ISV gelden Reserve maatregelen luchtkwaliteit Reserve urgentieprogramma 1600 woningen Reserve Betere buurten Reserve stadshuis en theater Reserve parkeren Reserve actieplan geluid Overhevelingsreserve Reserve startersleningen Reserve scholen en maatschappelijk vastgoed Reserve sociaal domein Reserve grondbedrijf Totaal stortingen
2016
2017 0 0 0 0 0 0 0 3.979 0 0 0 0 0 211 0 0 4.190
2018 0 0 0 0 0 0 0 1.412 0 0 0 0 0 211 0 0 1.623
2019 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 211 0 0 211
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 211 0 0 211
Wij stellen u voor een bestemmingsreserve Betere buurten in te stellen en hierin voor 2016 en 2017 de bedragen te storten die tot nu toe gereserveerd waren op de stelpost Nieuw beleid. Conform het voorstel bij de kaderstelling 2016 wordt een bedrag van € 3,35 mln. als onderdeel van het jaarrekeningresultaat 2014 onttrokken aan de algemene reserve en gestort in de reserve Betere buurten. Bij de jaarrekening 2014 is besloten de voorziening IHPO (Integraal Huisvestingsprogramma Onderwijs) om te zetten in een bestemmingsreserve Scholen en maatschappelijk vastgoed. De storting in de vroegere voorziening is verlaagd omdat het onderhoud van de buitenkant van de scholen niet langer een gemeentelijke taak is. Wij zullen onderzoeken welke storting in de toekomst noodzakelijk is voor de onderdelen waarvoor de gemeente verantwoordelijk blijft en welk bedrag mogelijk beschikbaar is voor invulling van de taakstelling op vastgoed. Reserveonttrekkingen In deze begroting zijn de volgende onttrekkingen aan reserves geraamd.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
Onttrekkingen aan reserves Algemene reserve Reserve dekking kapitaallasten Reserve beeldende kunst Reserve kunst en cultuur binnenstad Reserve ISV gelden Reserve maatregelen luchtkwaliteit Reserve urgentieprogramma 1600 woningen Reserve Betere buurten Reserve stadshuis en theater Reserve parkeren Reserve actieplan geluid Overhevelingsreserve Reserve startersleningen Reserve scholen en maatschappelijk vastgoed Reserve sociaal domein Reserve grondbedrijf Totaal onttrekkingen
Datum
22 september 2015
2016
2017 3.533 2.798 0 0 45 31 0 210 1.088 1.134 0 0 69 0 0 0 8.908
141 (147)
2018 0 2.798 0 0 30 31 0 0 1.088 513 0 0 103 0 0 0 4.563
2019 0 2.799 0 0 30 30 0 0 1.088 509 0 0 114 0 0 0 4.570
0 2.799 0 0 30 0 0 0 1.088 506 0 0 89 0 0 0 4.512
De onttrekking aan de algemene reserve betreft ons voorstel om de noodzakelijke middelen voor de innovatiekosten van WIL ad € 183.400 ten laste van deze reserve te brengen. Daarnaast wordt vanuit het jaarrekeningresultaat 2014 een bedrag van € 3,35 mln. aan de algemene reserve onttrokken en gestort in de bestemmingsreserve Betere buurten. De reserve kapitaallasten is gevormd voor de dekking van een aantal kapit aallasten in de begroting. Jaarlijks wordt daarvoor een bedrag onttrokken aan deze reserve. Bestemmingsreserves •
De onttrekking aan de reserve ISV betreft de kosten van het eerste deel van de startersleningen die zijn verstrekt en waarop in de eerste jaren beperkt rente en aflossing wordt betaald.
•
Voor 2016 wordt voorgesteld een bedrag van € 210.000 te onttrekken aan de reserve Betere buurten voor de voorbereidingskosten ten behoeve van de projecten in de eerste wijken.
•
De onttrekking aan de reserve maatregelen luchtkwaliteit betreft de kosten van de walstroomvoorziening. Na 2018 zal de dekking van deze voorziening op een andere wijze plaatsvinden.
•
Voor de aanloopverliezen vanwege hogere kapitaallasten in de eerste jaren vindt de komende jaren nog een onttrekking plaats aan de reserve Stadshuis en theater.
•
De onttrekking aan de reserve Parkeren is gebaseerd op de vastgestelde parkeerexploitatie, die eind 2014 is herijkt. Het bedrag is met € 51.000 verlaagd omdat geen uren meer worden toegerekend vanuit het voormalige projectbureau Binnenstad.
•
In 2015 is besloten tot een nieuwe tranche van startersleningen. Voor de kosten hiervan is een reserve gevormd, waarvan hier de benodigde onttrekkingen worden geraamd.
Programmabegroting 2016 -2019 142 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
Saldo reserves Bovenstaande ontwikkelingen leiden tot de volgende ontwikkeling van de reserves in het meerjarenperspectief.
Reserves Algemene reserve Reserve dekking kapitaallasten Reserve beeldende kunst Reserve kunst en cultuur binnenstad Reserve ISV gelden Reserve maatregelen luchtkwaliteit Reserve urgentieprogramma 1600 woningen Reserve Betere buurten Reserve stadshuis en theater Reserve parkeren Reserve actieplan geluid Overhevelingsreserve Reserve startersleningen Reserve scholen en maatschappelijk vastgoed Reserve sociaal domein Reserve grondbedrijf Totaalbedrag
3.3
Stand per 1-1-2016 10.869 49.736 89 621 580 131 149 0 5.418 5.580 2.264 0 459 2.694 1.200 2.821 82.611
Stand per 1-1-2017 7.336 46.938 89 621 535 100 149 3.769 4.331 4.446 2.264 0 390 2.905 1.200 2.821 77.893
Stand per 1-1-2018 7.336 44.140 89 621 505 69 149 5.181 3.243 3.933 2.264 0 287 3.116 1.200 2.821 74.953
Stand per 1-1-2019 7.336 41.341 89 621 475 39 149 5.181 2.155 3.424 2.264 0 173 3.327 1.200 2.821 70.594
Overzicht voorzieningen
Voorzieningen voorziening onderhoud sportaccommodaties voorziening onderhoud overige accommodaties voorziening wethouderspensioenen voorz. onderhoud accommodaties MO voorz. onderhoud bruggen, tunnels, viaducten voorziening onderhoud wegen voorziening groot onderhoud sportvelden voorziening onderhoud stadshuis voorziening onderhoud theater voorziening onderhoud parkeergarages voorziening gladheidsbestrijding voorziening afvalstoffenheffing voorziening rioolheffing totaal voorzieningen
Stand per 1-1-2016 678 693 4.402 918 227 5.181 115 280 289 1.199 182 1.379 1.207 16.750
Begrote storting 157 72 302 145 241 2.663 142 211 152 302 111
4.498
Begrote onttrekking
50
336 522 908
Stand per 31-12-2016 835 765 4.704 1.063 418 7.844 257 490 441 1.501 293 1.043 685 20.339
In de begroting worden de stortingen in de voorzieningen geraamd. De onttrekkingen worden, op basis van de werkelijke uitgaven, rechtstreeks op de voorzieningen verantwoord. Hierdoor zal de boekwaarde eind 2016 lager zijn dan hier aangegeven. De € 50.000 die is geraamd als onttrekking aan de voorziening bruggen, tunnels en viaducten betreft de dekking van een deel van de kapitaallasten van de renovatie van een aantal bruggen. De voorzieningen afvalstoffenheffing en rioolheffing zijn gevormd met het doel om tariefschommelingen in de kostendekkende heffingen te voorkomen. Ook kunnen op deze wijze eventuele overschotten worden aangewend voor verlaging van de tarieven
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
22 september 2015
Datum
143 (147)
in de toekomst. Omdat de egalisatiereserves op dit moment hoger zijn dan de vastgelegde minimumomvang van 5% worden de aangegeven bedragen in 2016 ingezet voor het matigen van de tariefstijging.
3.4
Vergelijking met jaarcijfers 2014 en actuele begroting 2015
Programma
Bestuur, Samenleving en dienstverlening
Jaarrekening 2014
Actuele begroting Begroting 2016 2015
Baten
Baten
Economie en Vrije tijd Ruimtelijke Ontwikkeling
Lasten
Baten
Lasten
10.983
1.401
10.247
1.421
656
5.734
601
5.760
512
3.433
30.195
57.631
22.591
82.053
20.348
70.791
4.258
15.041
1.815
13.540
1.720
11.313 21.306
Openbare orde en Veiligheid Transities sociaal domein
Lasten
1.559
3.553
23.254
29.138
17.769
24.835
18.806
Duurzame Ontwikkeling
5.306
7.916
5.766
8.114
5.746
5.399
Beheer Openbare Ruimte
9.478
25.721
8.952
24.171
6.602
12.393 36.650
Bedrijfsvoering Algemene dekkingsmiddelen Saldo lasten resp. baten Onttrekking/toevoeging reserves Geraamd resultaat
-
-
-
-
4.206
85.227
7.125
107.447
6.283
106.932
6.147
159.933
159.289
166.342
175.003
166.293
170.985
16.038
7.559
25.768
17.471
8.908
4.190
175.971
166.848
192.110
192.474
175.201
175.175
Saldo
9.123
-364
26
De belangrijkste verschillen tussen de begroting 2016 en begroting 2015 worden per programma toegelicht in hoofdstuk 2.1. Door de vorming van een nieuw programma ten behoeve van de bedrijfsvoering zijn de lasten op alle andere programma’s lager geworden. 3.5
Meerjarenbegroting 2017 – 2019
Programma
Begroting 2017 Baten
Bestuur, Samenleving en dienstverlening Openbare orde en Veiligheid Transities sociaal domein Economie en Vrije tijd
Begroting 2018
Lasten
1.421
Baten
3.741
Lasten
1.421
Begroting 2019 Baten
3.736
Lasten
1.421
3.732
512
3.431
513
3.445
513
3.429
20.376
68.200
20.376
67.600
20.377
67.217
1.720
11.216
1.720
11.133
1.720
11.074
21.700
23.386
22.644
24.336
22.642
24.331
Duurzame Ontwikkeling
5.737
5.389
5.622
5.273
5.622
5.271
Beheer Openbare Ruimte
6.656
12.324
6.638
12.291
6.620
12.198
Bedrijfsvoering
4.222
36.678
4.212
36.280
4.212
36.046
Ruimtelijke Ontwikkeling
Algemene dekkingsmiddelen
104.381
5.298
103.300
6.694
102.995
7.114
Saldo lasten resp. baten
166.725
169.663
166.446
170.788
166.122
170.412
4.564
1.623
4.569
211
4.512
211
171.289
171.286
171.015
170.999
170.634
170.623
Onttrekking/toevoeging reserves Geraamd resultaat Saldo
3
16
11
Programmabegroting 2016 -2019 144 (147)
Raadsnummer
2015-415
Datum 22 september 2015
De begroting 2016 is opgesteld op basis van de volgende uitgangspunten: •
Voor de materiele budgetten is de nullijn gehanteerd. Dit wil zeggen dat de budgetten niet automatisch zijn verhoogd voor inflatie. Wel heeft aanpassing van een aantal budgetten plaatsgevonden waarbij dit uitgangspunt tot problemen leidt vanwege meerjarige contracten of subsidieafspraken.
•
Omdat er nog geen nieuwe cao is afgesloten voor 2016 is vooralsnog een bedrag van € 400.000 gereserveerd voor een mogelijke verhoging van de personeelskosten in 2016. Deze is opgenomen op de stelpost Bestaand beleid.
•
De berekening van de algemene uitkering is gebaseerd op de stand van de meicirculaire 2015. Wij zullen u later informeren over de effecten van de septembercirculaire.
•
De interne rekenrente is gelijk aan voorgaande jaren en bedraagt 4%.
•
De afschrijvingstermijnen van investeringen zijn gebaseerd op de afschrijvingsduur per categorie conform de vastgestelde afschrijvingstabel.
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
3.6
Datum
22 september 2015
145 (147)
Overzicht incidentele baten en lasten
Materieel evenwicht van de begroting houdt in dat structurele lasten met structurele baten zijn gedekt. Onderstaand overzicht geeft een beeld van de incidentele baten en lasten die in de begroting 2016 zijn opgenomen. Incidentele lasten
2016
Geen verkiezingen 2016
-123.464
Aanschaf handhelds TVL
2017
2018
2019
15.000
Huishoudelijke hulptoelage
369.000
Innovatiemaatregelen WIL
183.400
Subsidie amateursector
12.000
Middelen beter buurten
210.000
Aanpak bospercelen
200.000
Inzet stelpost Nieuw beleid
-1.875.000 -1.875.000
Vervallen onttrekking betere buurten
1.875.000
1.875.000
80.000
0
0
369.000
0
0
0
-752.936
-80.000
0
0
393.400
0
0
0
-359.536
-80.000
0
0
Budget realisatie ombuigingen
400.000
Vervallen ombuigingen 2016/2017
140.000
Effect doorschuiven investeringen
-269.000 1.121.936
65.000
Incidentele baten Taakmutatie huishoudelijke hulptoelage
Saldo incidentele lasten - baten
369.000
Reservemutaties Onttrekking reserve Betere buurten
210.000
Onttrekking innovatiemaatregelen WIL
183.400
Saldo incidenteel na reservemutaties
Bovenstaand saldo geeft aan dat voor alle jaren de incidentele lasten gelijk zijn aan of hoger zijn dan de incidentele baten.
Programmabegroting 2016 -2019 146 (147)
Raadsnummer
3.7
2015-415
Datum 22 september 2015
Investeringen 2016
In onderstaande tabel zijn de voorgestelde vervangingsinvesteringen voor 2016 opgenomen op basis van het meerjaren-investeringsplan. Met de vaststelling van deze begroting autoriseert de raad de benodigde kredieten. Investering
krediet
afschr. termijn
toelichting
C AD systeem software
100.000
5
Vervanging servers
200.000
5
Investering telefonie
350.000
5
Investering actieve netwerkcomponenten
350.000
5
RIS software
75.000
5
BHV C ommunicatiemiddelen
25.000
5
Vervanging voertuig S25 (Autopool)
15.000
8
Betreft vervanging van voertuig uit 2008
Vervanging voertuig S26 (Autopool)
15.000
8
Betreft vervanging van voertuig uit 2008
Vervanging automatisering Bouw en woningtoezicht
88.000
5
Vervanging voertuig B17 (Support) Inrichting begraafplaats Automatisering begraafplaats
33.000
8
200.000
40
Betreft vervanging van voertuig uit 2008
30.000
5
Verkeersregelinstallatie 701
144.000
20
tramoverweg Symfonielaan
Verkeersregelinstallatie 703
98.880
20
tramoverweg Schouwstede
Verkeersregelinstallatie 704
96.000
20
tramoverweg Weverstede / Passage
Verkeersregelinstallatie 706
115.200
20
tramoverweg Koekoekslaan
Verkeersregelinstallatie 707
120.000
20
tramoverweg Roerdomplaan
50.000
4
Diverse rioolvervangingen
400.000
50
Investering conform GRP 2014-2019
Diverse rioolvervangingen
32.000
20
Investering conform GRP 2014-2019
400.000
50
Investering conform GRP 2014-2019
Investering grondwaterafvoer
40.000
50
Investering conform GRP 2014-2019
Investering grondwaterafvoer
24.000
40
Investering conform GRP 2014-2019
C C S centrale hardware
Investeringen hemelwaterafvoer
3.001.080
Programmabegroting 2016 -2019 Raadsnummer 2015-415
22 september 2015
Datum
4
Overige gegevens
4.1
Berekening EMU-saldo
Berekening EMU-saldo
1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitie verantwoord
147 (147)
2015
2016
2017
Volgens realisatie tot en met sept. 2015, aangevuld met raming resterende periode 306
Volgens begroting 2016
Volgens meerjarenraming in begroting 2016
-4.508
-2.941
8.137
8.991
8.839
5.863
5.040
4.952
10.500
11.763
3.404
234
7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) 8 Baten bouwgrondexploitatie:
7.000
12.470
10.691
Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord 9 Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen 10 Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 11 Verkoop van effecten:
4.000
14.421
10.044
4.060
4.919
4.176
nee
nee
nee
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
-3.020
-5.209
2.622
a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? Berekend EMU-saldo