Programmabegroting 2013-2016
1
Inhoudsopgave Inleiding.................................................................................................................................................................3 Programma’s.........................................................................................................................................................6 1. Volksgezondheid, welzijn, sport en onderwijs......................................................................................7 2. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu.............................................................................12 3. Verkeer en vervoer.....................................................................................................................................18 4. Veiligheid....................................................................................................................................................21 5. Sociale Structuur........................................................................................................................................23 6. Economische structuur............................................................................................................................26 7. Bestuur ........................................................................................................................................................29 8. De Volgerlanden........................................................................................................................................32 9. Algemene dekkingsmiddelen.................................................................................................................35 PARAGRAFEN..................................................................................................................................................37 1. Weerstandsvermogen & risicoparagraaf ..............................................................................................38 2 Financiering ...............................................................................................................................................43 3. Lokale heffingen........................................................................................................................................49 4. Onderhoud kapitaalgoederen.................................................................................................................55 5. Grondbeleid................................................................................................................................................68 6. Verbonden partijen ...................................................................................................................................74 7. Bedrijfsvoering...........................................................................................................................................85 DEEL III FINANCIËLE BEGROTING...................................................................................................88 1. Inleiding................................................................................................................................................89 2. Ontwikkeling financiële positie.......................................................................................................89 3. Financiële aspecten ............................................................................................................................95 BIJLAGE 1 Toelichting prestatie-indicatoren ..........................................................................................104 BIJLAGE 2 Concernplanning raadsagendapunten 2012 ........................................................................112 BIJLAGE 3 ........................................................................................................................................................114 BIJLAGE 4 Gebruikte afkortingen ..............................................................................................................119
2
Inleiding Voor u ligt de programmabegroting 2013. De programmabegroting is een belangrijk sturingsinstrument voor de raad en is het richtinggevend kader voor het college voor de ontwikkeling en uitvoering van beleid in het komende begrotingsjaar. De raad stuurt en autoriseert het college op het niveau van de productgroepen. Het college is met het vaststellen van de programmabegroting gemachtigd tot het uitvoeren van het uitgestippelde beleid en het doen van uitgaven. Financieel perspectief In onderstaand overzicht staan de wijzigingen na vaststelling van de programmabegroting 2013-2016 weergegeven. Zoals u kunt zien bieden wij uw raad een sluitende begroting 2013-2016 aan. De jaarschijf 2013 laat een voordelig saldo zien van € 112.000. In de financiële begroting wordt hierop een nadere toelichting gegeven.
- = voordeel Saldo meerjarenbegroting 2012-2015
2013 268.000 V
2014 112.000 V
2015 40.000 V
2016 378.000 N
Nieuw saldo meerjarenbegroting na kadernota 2013 Nieuw saldo meerjarenbegroting
60.000 V 120.000 V
413.000 V 103.000 V
208.000 N 113.000 N
452.000 V 85.000 V
Ambities We gaven in de Kadernota al aan dat we ons in financieel en politiek onzekere tijden bevinden. Daar is bij het opmaken van deze begroting weinig verandering in gekomen. We weten dat er nog vele onzekerheden op ons afkomen en we zijn daar op voorbereid. Voorbereid, door terughoudend met incidentele meevallers om te gaan en (eventuele) structurele meevallers afgewogen en verantwoord te bestemmen. Alleen op deze wijze blijft de realisatie van de doelstellingen uit ons coalitieprogramma binnen handbereik met een financieel solide huishouding. We werken de taakstellingen op het fysieke en sociale domein verder uit. We zullen die ook nog in 2012 voorleggen aan uw raad, maar ook hier geldt het principe dat zorgvuldigheid en gedegenheid vóór absolute snelheid gaan. Concrete bezuinigingsvoorstellen die uit deze scenario’s komen, worden voor de jaarwisseling aan u aangeboden. Positief is dat ondanks de korting op de algemene uitkering, ons meerjarenperspectief structureel sluitend is. We plukken nu de vruchten van de in 2010 ingezette bezuinigingsoperatie. De huidige onzekere tijd noopt tot bezinning op de rol die de lokale overheid zich moet aanmeten. Dit kan er toe leiden dat we geen dingen doen die inwoners of andere partijen ook kunnen doen. We willen werken aan en investeren in de sociale cohesie in onze gemeente en een effectief en sociaal beleid voeren en voorzieningen bieden tegen acceptabele lasten voor onze inwoners. Ook in deze onzekere tijden zullen we taakstellingen die we vanuit het Rijk krijgen opgelegd, doorleggen naar de Verbonden Partijen volgens het “Trap-op, trap-af”-principe en zullen we de Verbonden Partijen ook scherp blijven besturen en volgen op een doelmatige besteding van de aan hen ter beschikking gestelde middelen en een efficiënte bedrijfsvoering.
3
Risicomanagement Mede in relatie tot de onzekere tijden op economisch gebied, heeft het college extra aandacht voor risicoen projectmanagement. Voor de grote projecten is een werkgroep projectmatig werken in het leven geroepen onder leiding van een coördinator projecten die tot taak heeft het projectmatig werken (incl. risicomanagement) op een hoger niveau te brengen. In dit kader heeft uw raad in juni 2012 de zogenaamde projectkaarten ontvangen. Deze zullen tweemaal per jaar geactualiseerd worden, naast een geconsolideerde voortgangsrapportage.
Al een aantal jaren vereisen de grondexploitaties in onze gemeente bijzondere aandacht. De stagnerende woningmarkt heeft gevolgen voor de woningbouwprojecten, met name in De Volgerlanden. Wij volgen die ontwikkelingen nauwgezet en anticiperen snel en daadkrachtig. Voor de grondexploitaties wordt met betrekking tot het risicomanagement aangesloten bij de systemen en modellen binnen de regio. Met ingang van juli 2012 worden die ook toegepast bij de grex Volgerlanden. Voorzieningen op peil: Samenwerking in de Zwijndrechtse Waard Ons college werkt al jarenlang op bestuurlijk niveau samen met het college van Zwijndrecht. Medio vorig jaar hebben de beide colleges afgesproken om intensiever met elkaar samen te willen werken op het gebied van voorzieningen voor onze inwoners, instellingen en ondernemers. Het is logisch en voor de hand liggend om juist nu die samenwerking te versterken. Wij hebben immers gesteld dat we de voorzieningen in onze gemeente op peil willen houden, óók in een tijd waarin we te maken hebben met financiële onzekerheden. Samenwerking op het gebied van voorzieningen is dan dé logische ontwikkeling, het kan immers efficiencyvoordelen opleveren. Bovendien kan door samenwerking de kwaliteit van de voorzieningen worden verbeterd, waardoor meerwaarde ontstaat voor de 80.000 inwoners van dit gebied, de instellingen en de ondernemers die er gevestigd zijn. Gevoelsmatig moet er een goede verdeling en een balans zijn van de voorzieningen op het niveau van de Zwijndrechtse Waard tussen de twee gemeenten, die door de inwoners als vanzelfsprekend wordt beschouwd. In een gezamenlijke raadsbijeenkomst in het voorjaar van 2012 werd geconstateerd dat tot dan toe in de samenwerking telkens opnieuw afzonderlijk werd afgewogen in hoeverre projecten en onderwerpen voor samenwerking in aanmerking kwamen en welke voorwaarden eraan moesten worden verbonden. Als gevolg hiervan ontstond steeds weer een proces van losse bestuursopdrachten en onderhandelingen om uiteindelijk vast te stellen dat er nauwelijks resultaten werden geboekt. Die constatering heeft ertoe geleid dat in het najaar van 2012 een gezamenlijke visie is opgesteld voor de ‘Waardse’ samenwerking. Raadsleden van beide raden hebben hieraan hun bijdrage geleverd. Deze visie vormt de basis van de samenwerking met onze buurgemeente en zal worden uitgewerkt op die onderdelen waaraan in de visie prioriteit is gegeven. Prestatie-indicatoren In de begrotingsprogramma’s zijn indicatoren opgenomen die de maatschappelijke effecten meetbaar maken. Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) heeft hiervoor gegevens aangeleverd die wij hebben verwerkt in deze begroting. In de begroting van 2011 werd gemeld dat door het OCD nog werd nagedacht over de meetfrequentie van de indicatoren. Hier hebben de Drechtsteden inmiddels afspraken over gemaakt door middel van het afsluiten van een basispakket dat wordt afgenomen bij het OCD. In de bijlage (bijlage 1 Toelichting prestatie-indicatoren) is een overzicht gegeven van de gebruikte indicatoren en de frequentie waarmee deze worden gemeten. Niet alle indicatoren worden jaarlijks gemeten. Dit is ook niet nodig omdat veel indicatoren maar langzaam veranderen. Een jaarlijkse meting is daardoor niet noodzakelijk en de uitvoering van het veldwerk hiervoor kost veel tijd en geld. In een aantal gevallen hebben wij gegevens aangevuld met onderzoeken die wij zelf hebben uitgevoerd (Veiligheidsrapportage).
4
Leeswijzer De begroting is in negen programma’s ingedeeld. Deze programma’s vormen een eerste ingang om meer over het voorgestelde beleid te weten te komen. Ten opzichte van de vorige begroting is de indeling in programma’s op zich gewijzigd. In programma 5 geven we uw raad inzicht in de (beleids)ontwikkelingen op het gebied van sociale zaken die door de SDD en Drechtwerk voor ons worden uitgevoerd. De beleidsinformatie over de Verbonden Partijen zoals we die tot nu toe in programma 5 gaven, is verplaatst naar programma 7. De financiële stromen richting de Verbonden Partijen treft u aan in de paragraaf Verbonden Partijen. Elk programma wordt toegelicht aan de hand van telkens dezelfde onderdelen, te weten de programmadoelstelling, de prestaties die nagestreefd worden, een toelichting op de beleidsvoorstellen en een overzicht van de kosten en opbrengsten. De beleidsvoorstellen vloeien voort uit de acties die in het coalitieprogramma zijn benoemd. De acties zijn verdeeld naar acties die de bevoegdheid van de gemeenteraad betreffen (direct onder ‘Wat gaan we daarvoor doen?’) en acties die de bevoegdheid van het college betreffen (Overige acties). De programma’s worden gevolgd door een zevental paragrafen. Het is een wettelijke eis dat elke gemeente een aantal voorgeschreven paragrafen in de begroting opneemt. Deze paragrafen vormen een dwarsdoorsnede van de begroting op diverse terreinen. De financiële begroting volgt hierop. Hierin schetst het college de financiële positie van de gemeente.
5
Programma’s
6
1. Volksgezondheid, welzijn, sport en onderwijs Inleiding In het collegeprogramma zijn de ‘kracht van de samenleving’, de toepassing van het profijtbeginsel, het stimuleren van zelfredzaamheid en medeverantwoordelijkheid, aandacht voor kwetsbare groepen, versterking van voorzieningen en de ontwikkeling van brede scholen belangrijke kernbegrippen. In 2013 zal op basis van deze uitgangspunten verder gewerkt worden aan de ontwikkelingen op het gebied van volksgezondheid, onderwijs, sport en welzijn. Op het terrein van Zorg en Welzijn wordt door het Rijk nadrukkelijk nagedacht over de decentralisatie van taken. In 2011 zijn hiertoe vanuit het Rijk trajecten opgestart ten behoeve van het aan gemeenten overdragen van taken in het kader van de Wet Werken naar Vermogen, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (begeleidingstaak) en de Wet op de Jeugdzorg. Ondanks het controversieel verklaren van de eerste twee decentralisaties, is de verwachting dat deze twee decentralisaties na de verkiezingen weer worden opgepakt en alsnog worden doorgevoerd. De decentralisaties van de Wet Werken naar Vermogen, de Awbz en de Jeugdzorg zijn de operaties die binnen programma 1 in de komende periode uitgevoerd zullen worden. We werken daarbij nauw samen met de regio. Kenmerkend voor de decentralisaties is dat, naast het organiseren van het aanbieden van voorzieningen en activiteiten dichter bij de burger, er nadrukkelijker uitgegaan wordt van de ‘de kracht van de samenleving’ en de eigen kracht en zelfredzaamheid van het individu. De gemeente voert daarbij een regisserende, stimulerende en faciliterende rol en doet hierbij een beroep op de maatschappelijk partners om aan deze ontwikkelingen in gezamenlijkheid uitvoering te geven. Op lokaal niveau worden hiertoe projecten uitgevoerd, die gericht zijn op het stimuleren van de leefbaarheid in de wijken. Het zelf initiatief en verantwoordelijkheid nemen door de burger staat hierbij centraal. Ook blijven we investeren in het vergroten van de zelfredzaamheid en het versterken en vergroten van de participatiemogelijkheden van onze inwoners. Daarnaast houden we aandacht voor de kwetsbare inwoners in onze gemeente. Met de gemeente Zwijndrecht zal steeds intensiever worden samengewerkt om onze faciliterende rol rond de beschikbaarheid van voorzieningen ook in de toekomst waar te kunnen maken. De intensievere samenwerking met de gemeente Zwijndrecht heeft eveneens tot doel om gezamenlijk besparingen te realiseren op het sociale domein. De komende jaren zullen verdere bezuinigingen worden doorgevoerd. Daarbij zal worden ingezet op efficiencyverhoging, samenwerking, toepassing van het profijtbeginsel en het geven van verantwoordelijkheid aan de samenleving. De plannen zullen de komende periode verder worden geconcretiseerd.
Wat willen we bereiken ? • Versterken van het voorzieningenniveau. • Inwoners doen mee in de samenleving.
7
Indicator oordeel inwoners over voorzieningen: - culturele voorzieningen - sportvoorzieningen - onderwijs in het algemeen - gezondheidsvoorzieningen - welzijnsvoorzieningen Sportdeelname deelname vrijwilligerswerk ervaren gezondheid lidmaatschap organisatie of vereniging onvoldoende sociale contacten
0-waarde 61% 85% 77% 79% 41% 57% 31% 89% 83% 6%
2011 49% 79% 73% 78% 33% -
ambitie 2013 gelijk gelijk stijging gelijk gelijk gelijk gelijk gelijk gelijk gelijk
Over het algemeen zijn de inwoners minder tevreden over de maatschappelijke voorzieningen in HendrikIdo-Ambacht terwijl de gemeentelijke ambitie was deze minimaal gelijk te houden. Vanaf 2010 heeft de gemeente een aantal bezuinigingsmaatregelen moeten treffen ten aanzien van collectieve maatschappelijke voorzieningen. Doelstelling was om de voorzieningen voor de kwetsbare groepen zoveel mogelijk te ontzien. Dit kan het oordeel van de inwoners over voorzieningen hebben beïnvloed.
Wat gaan we daarvoor doen? Uitvoering Wmo-beleidsplan 2012-2016 Het Wmo-beleidsplan Eigen Kracht in de Zwijndrechtse Waard 2012 - 2016 is in 2012 door de gemeenteraad vastgesteld. Dit Wmo-beleidsplan is net als het vorige Wmo-beleidsplan samen met de gemeente Zwijndrecht opgesteld en geldt voor beide gemeenten. Centrale begrippen in het beleidsplan zijn het stimuleren van de eigen kracht en zelfredzaamdheid van het individu en van de samenleving. De looptijd van het beleidsplan is vier jaar. De uitvoering van het beleidsplan vindt programmatisch en eveneens in samenwerking met de gemeente Zwijndrecht plaats. • Verhuizing Wmo-loket Vanuit het regionale project Dienstverlening is in 2012 gewerkt aan verdere verbetering van het Wmoloket. Hiertoe is de (digitale) informatievoorziening geoptimaliseerd en wordt een regionaal digitaal vraaggeleidingssysteem voor welzijns en zorgvragen van inwoners ontwikkeld. Daarnaast is het de bedoeling om in 2013 het fysieke Wmo-loket te herhuisvesten om de toegankelijkheid en bereikbaarheid van het loket te vergroten. Hiertoe wordt gekeken naar mogelijkheden om het Wmoloket te huisvesten in cultureel centrum Cascade of in De Blije Borgh. Deze maatregelen hebben als doel de toegankelijkheid van het loket voor mensen met een ondersteuningsvraag te verbeteren.
• Bestuursopdracht Ambachtse Schakels In het najaar van 2011 is de bestuursopdracht Ambachtse Schakels vastgesteld om initiatieven te ondersteunen die de zelfredzaamheid en participatie versterken van burgers en groepen. Inmiddels is gestart met de opzet en uitvoering van de navolgende projecten: -
project Eetcafe voor kwetsbare doelgroepen in foyer sporthal de Sophiahal; project Lokaal Ambachts Bedrijf (LAB) voor leren en werken; project Mantelzorg Oostendam; project wijknetwerkteam De Volgerlanden;
8
-
project wijknetwerkteam Louwersplein/Krommeweg eo.
Afhankelijk van de resultaten zullen de projecten in 2013 worden voortgezet als onderdeel van het reguliere WMO-uitvoeringsplan. • Uitwerking initiatieven wonen-zorg-welzijn In 2013 wordt vanuit de gemeente actief medewerking verleend aan een aantal initiatieven met betrekking tot de realisatie van woon-zorgclusters zoals bijvoorbeeld het zorgcluster De Volgerlanden en de realisatie van een woon-zorgvoorziening voor de leeftijd 55+ (Kruidhof). Nota accommodatiebeleid Begin 2013 zal een nota accommodatiebeleid aan uw raad worden aangeboden. In de nota zal het toekomstige beleid met betrekking tot de gemeentelijke sport- en welzijnsaccommodaties worden vastgelegd. Centraal daarin staat de kwalitatieve en kwantitatieve afstemming van vraag en aanbod. Doorontwikkeling Wijk- en Buurtgericht Werken In 2013 wordt het wijk- en buurtgericht werken verder ontwikkeld. Het verhogen van de leefbaarheid en het betrekken van bewoners bij de leefomgeving is daarbij de doelstelling. De samenwerking met onze professionele en maatschappelijke partners zal in 2013 worden geïntensiveerd. Daarnaast zullen de bewonersplatforms in toenemende mate betrokken worden bij de voorbereiding en uitvoering van plannen met betrekking tot de leefomgeving. Naast het meedenken over fysieke vraagstukken en het zelf organiseren van activiteiten zullen de bewonersplatforms ook worden gestimuleerd om een bijdrage te leveren aan de sociale cohesie in de wijk. Uitwerken van scenario’s voor de toekomst van het zwembad Met de gemeente Zwijndrecht wordt overleg gevoerd over de toekomst van de zwembadvoorziening in de Zwijndrechtse Waard. Inzet is om te komen tot een besluit over één zwembadvoorziening voor beide gemeenten. Op basis van dat besluit zal in 2013 nadere uitwerking voor de voorbereiding van een nieuw zwembad plaatsvinden.
Overige acties Uitvoering bezuinigingstaakstelling Welzijn en Onderwijs In het kader van de gemeentelijke bezuinigingstaakstelling 2011 – 2014 voor de uitgaven op het terrein van Onderwijs en Welzijn wordt vanaf 2012 uitvoering gegeven aan een structurele ombuiging. Deze maatregelen zijn gebaseerd op het haalbaarheidsonderzoek in 2011. Op basis van de Kadernota 2013 zullen aanvullende en verdergaande bezuinigingsmaatregelen getroffen moeten worden op het sociale domein. Dat vraagt om duidelijke keuzes. De gemeenteraad zal actief betrokken worden bij het maken van deze keuzes. De implementatie van de maatregelen zal gefaseerd verlopen. Bij het ontwerp van deze maatregelen wordt nadrukkelijk gekeken naar de besparingsmogelijkheden die de samenwerking met de gemeente Zwijndrecht kan bieden. Hierbij gaat het om het gezamenlijk in stand houden van voorzieningen op Zwijndrechtse Waard-niveau. Ontwikkeling Brede School De Brede School-ontwikkeling vindt plaats via de realisatie van brede onderwijs- en welzijnsclusters
9
(Integraal Huisvestingsplan) en de invoering van de combinatiefuncties en dagarrangementen. •
Uitvoering van het Integraal huisvestingsplan onderwijs (IHP). Voor de komende jaren zijn de plannen gericht op de voorbereiding van een cluster voor de wijken Centrum en (het oostelijke deel van) De Volgerlanden. Dit cluster zal worden gevestigd in de omgeving van het Jeugdspeelpark. Definitieve besluitvorming hierover zal in 2013 plaatsvinden.
•
Invoering van dagarrangementen en combinatiefuncties. De gemeente Hendrik-Ido-Ambacht neemt deel aan de landelijke regeling voor combinatiefuncties. De gemeente heeft zich hierdoor verplicht om een vastgesteld aantal formatieplaatsen te realiseren voor combinatiefunctionarissen. Vanaf 2011 zijn deze formatieplaatsen stapsgewijs gerealiseerd op de terreinen sport en cultuur. Deze functionarissen zullen in samenwerking met scholen en (lokale) maatschappelijke organisaties activiteiten organiseren voor de jeugd. Door deelname aan de vernieuwde regeling voor combinatiefuncties zal de gemeente vanaf 2013 het aantal formatieplaatsen verder uitbreiden met buurtcoaches.
Regionale samenwerking •
Ontwikkeling visie en beleid in het kader van transitie AWBZ In 2009 is het Rijk begonnen met het overhevelen van taken voor activerende en ondersteunende begeleiding vanuit de Awbz naar de Wmo. In de komende jaren is het de bedoeling taken en middelen vanuit de Awbz naar de Wmo over te hevelen. Vanwege de complexiteit van deze decentralisatie en het feit dat alle gemeenten in de Drechtsteden invulling moeten geven aan deze taak, is besloten om een gezamenlijke visie en gezamenlijk beleid te formuleren ten behoeve van de regionale en lokale uitvoering van deze taak In 2013 zullen de eerste organisatorische uitwerkingen ter besluitvorming worden voorgelegd.
•
Ontwikkeling visie en beleid in het kader van transitie Jeugdzorg In het regeerakkoord is de stelselherziening in de jeugdzorg met ingang van 2015 aangekondigd. Daarom worden taken in het kader van de jeugdzorg gedecentraliseerd naar gemeenten. Het gaat dan om de provinciale jeugdzorg, jeugd-ggz (geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen), jeugd-lvb (zorg voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking), gesloten jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Vanwege de complexiteit van deze transitie en het feit dat alle gemeenten in ZuidHolland Zuid invulling moeten geven aan deze taak, is besloten om in de komende jaren op dit regionale niveau de transitie voor te bereiden en te ontwikkelen. In de bestuursopdracht die hiervoor is vastgesteld, vormen de volgende uitgangspunten de leidraad: -
-
Opvoeden versterken: ondersteuning moet gericht zijn op het versterken van de eigen kracht van ouders, jeugd en hun sociale netwerk. Ondersteuning van professionals bieden: professionals in de directe omgeving van jeugd en gezin kunnen signalen in een vroeg stadium herkennen en samen met de jeugd en zijn ouders en andere betrokken professionals een adequate en gezinsgerichte inschatting maken van wat nodig is en de best passende vorm van ondersteuning bieden. Ondersteuning zoveel mogelijk in de directe leefomgeving plaatsen: ondersteuning moet plaatsgericht worden ingezet, ook specialistische vormen van ondersteuning. Ondersteuning wordt alleen (tijdelijk) buiten de opvoedcontext aangeboden als de ondersteuningsvraag of veiligheid van de jeugd dat vereist.
10
-
-
•
Samenhangend aanbod bevorderen: lokale voorzieningen hebben een pedagogische opdracht en rol als mede-opvoeder. Ondersteuning moet volgens het principe van 1 gezin–1 plan worden aangeboden. Subsidiariteit toepassen: verantwoordelijkheden en budgetten worden in beginsel zo lokaal mogelijk belegd om gerichte versterking van de directe leefomgeving van jeugd en gezin te realiseren. Daar waar taken het lokale vermogen overstijgen, is bovenlokale samenwerking aan de orde.
Realisatie praktijkonderwijs in de Zwijndrechtse Waard In 2013 wordt in de gemeente Zwijndrecht een locatie gestart voor praktijkonderwijs. Het betreft een nevenvestiging van De Sprong in Sliedrecht. De vestiging van deze locatie in de Zwijndrechtse Waard is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen de gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht. Beide gemeenten dragen naar rato van het aantal inwoners bij in de investeringslasten.
Evenementennota In de eerste helft van 2013 zal de evenementennota ter besluitvorming aan uw raad worden voorgelegd.
Bezuingingen regionaal budget Regionale Agenda Samenleving (RAS) Vanaf 1 januari 2013 vindt er meerjarig een bezuiniging plaats op het budget voor de RAS. Vanuit het RAS-budget worden regionale projecten rond zorg(systemen), zorgcoördinatie en CJG als frontoffice voor de gedecentraliseerde jeugdzorg gefinancierd.
Wat mag het kosten ? (bedr agen x € 1.000) VW SO Lasten per productgroep Cultuur en recreatie Educatie Maatschappelijk e zorg Bevolk ingszaken Totaal lasten VW SO
201 3
201 4
201 5
201 6
3.356 2.902 4.103 1.080 1 1.441
3.328 2.916 3.952 1.182 11 .378
3. 317 2. 872 3. 982 1. 106 11.276
3.320 2.878 3.984 1.108 1 1.290
Baten per productgroep Cultuur en recreatie Educatie Maatschappelijk e zorg Bevolk ingszaken Totaal baten VWSO
-542 -39 -716 -474 -1 .770
-542 -39 -716 -474 -1 .770
-542 -39 -716 -474 -1.770
-542 -39 -716 -474 -1.770
Saldo VW SO
9.671
9.608
9.506
9.520
11
2. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu
Inleiding De ruimtelijke kwaliteit van onze gemeente is een belangrijk aandachtsgebied. Wij hechten er daarom aan om zowel bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen als bij de inrichting en het beheer van de openbare ruimte zorgvuldige afwegingen te maken in het belang van onze burgers en bedrijven. De gemeentelijke structuurvisie ’Waar de Waal stroomt’ vormt de leidraad voor de ruimtelijke ontwikkeling van onze gemeente. Tegen de achtergrond van de huidige economische crisis zullen zorgvuldige afwegingen worden gemaakt over het realiseren van projecten en het daarbij behorende tempo. Met betrekking tot het beheer van de openbare ruimte staan wij voor een forse taakstelling. Onze inzet is om bewoners en bedrijven actief te betrekken bij de plannen die ontwikkeld zullen worden. Daarbij vinden wij het belangrijk dat, ondanks de groei van onze gemeente, het huidige woon- en leefklimaat en het herkenbare dorpse karakter van Hendrik-Ido-Ambacht worden bewaard.
Wat willen we bereiken ? • Handhaven van een verantwoord onderhoudsniveau van de openbare ruimte. • Verbeteren van de kwaliteit van de sociale woonomgeving. indicator schaalscore fysieke kwaliteit buurtvoorzieningen tevredenheid inwoners onderhoud waterpartijen schaalscore achteruitgang fysieke woonomgeving schaalscore sociale cohesie
0-waarde 6,1
4,3
2011 5,7 (2011) 5,5 (2012) 53% (2011) 50% (2012) 4,1
6,4
6,2
51%
ambitie 2013 gelijk gelijk gelijk stijging
Wij moeten concluderen dat we zonder de inzet van gebruikers van de openbare ruimte, gezien de huidige economische situatie, als gemeente onvoldoende in staat zijn om het onderhoudsniveau dat in betreffende beleids- en beheerplannen destijds als ‘goed’ is aangemerkt, te handhaven. In 2010 is reeds in de nota Ombuigingen besloten het tot dan toe gehanteerde kwaliteitsniveau ‘goed’ om te zetten naar een ‘basis’ kwaliteit. Dit heeft, samen met een aantal andere maatregelen, een besparing op de buitenruimte van € 1,7 miljoen opgeleverd. Binnen de kaders van het wijk- en buurtgericht werken willen wij de eigen verantwoordelijkheid van burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en verenigingen bij de inrichting en het beheer van de leefomgeving bevorderen. Daartoe willen wij hen waar nodig en mogelijk ondersteuning bieden. De tevredenheid van de inwoners over de fysieke kwaliteit van de buurtvoorzieningen (onderhoud wegen, paden en pleintjes en het groen, openbare verlichting, speelplekken voor kinderen, voorzieningen voor jongeren) is afgenomen. Dit hangt samen met de ombuiging waar een lager onderhoudsniveau voor de openbare ruimte dan voorgaande jaren is vastgesteld. Daarnaast zijn de resultaten merkbaar van het in 2005 vastgestelde speelruimteplan, waarbij vanaf 2011 een aantal secundaire speelplaatsen is vervallen.
12
Het oordeel over het onderhoud van waterpartijen is nagenoeg gelijk gebleven. De verloedering van de fysieke woonomgeving (bekladding van muren en gebouwen, rommel en hondenpoep op straat en vernieling van straatmeubilair) lijkt volgens de bewoners iets te zijn verminderd. Een tegengestelde ontwikkeling zien we in de sociale cohesie die de bewoners ervaren. Een mogelijke reden van de daling van de score sociale cohesie kan zijn dat verminderde identificatie met de buurt en de gebouwde omgeving optreedt als de fysieke kwaliteit daalt. Deze twee indicatoren worden geactualiseerd in 2013.
Wat gaan we daarvoor doen ? Actualiseren bestemmingsplannen Wij zullen er in slagen de te actualiseren bestemmingsplannen af te ronden binnen deze collegeperiode (afronding in 2013). De actualisatie van de bestemmingsplannen loopt op schema. In 2013 zal zowel voor de Sophiapolder, Antoniapolder als het plangebied NoordoeversTransformatiezone een nieuw bestemmingsplan ter vaststelling aan uw raad worden voorgelegd. Voor de Ambachtsezoom zal sprake zijn van een voorontwerp. Ontwikkeling Centrumgebied Schoof-Cascade Het haalbaarheidsonderzoek neemt meer tijd in beslag dan in de in 2011 gesloten intentieovereenkomst met betrokken partijen is aangegeven. Eén van de oorzaken daarvan is dat de gewijzigde inzichten met betrekking tot het winkelprogramma (samenstelling en omvang) hebben geleid tot een neerwaartse bijstelling daarvan (dus minder m2 winkelprogramma). Daarnaast is in het voorjaar van 2012 besloten af te zien van de realisatie van een scholencluster binnen het plangebied. Na afronding van het haalbaarheidsonderzoek zullen op basis daarvan vervolgstappen gezet worden. Daarbij moet onder meer gedacht worden aan het opstellen van een ontwikkelings- en realisatieovereenkomst tussen de gemeente en de betrokken partijen, waarin de wederzijdse verantwoordelijkheden en rollen worden vastgelegd. De gemeente zal in 2013 starten met de voorbereiding van het bestemmingsplan en het opstellen van een grondexploitatie. Zuidwende-Noord en Zuidwende-Zuid Het deelgebied Zuidwende-Noord omvat het voormalige Nebiprofa-terrein en het voormalige vrachtwagenparkeerterrein met omgeving. Voor dit gebied is het bestemmingsplan Zuidwende-Noord in juni 2011 vastgesteld, wat is gericht op de bouw van 56 woningen. De 1e fase van het gebied is inmiddels bouwrijp gemaakt, zodat een aanvang met de bouw van de eerste woningen kan worden gemaakt. Voor de 2e fase lopen nog procedures op grond van de Flora- en faunawet c.q. de omgevingsvergunning voor het kappen van bomen. Het deelgebied Zuidwende-Zuid is in de Structuurvisie Hendrik-Ido-Ambacht aangemerkt als locatie voor een cluster van maatschappelijke voorzieningen. De regionale zorginstelling Yulius heeft een verzoek om medewerking gedaan voor het oprichten van een kliniek en een hoofdkantoor. Op basis van een haalbaarheidsonderzoek zal de bestuurlijke standpuntbepaling over het verzoek van Yulius plaatsvinden. Afhankelijk van de besluitvorming zal in 2013 worden gewerkt aan de verdere voorbereiding van dit project. Bedrijventerrein Ambachtsezoom Voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein Ambachtsezoom is het belangrijk te zoeken naar een fasering die voldoende voortgang waarborgt tegen aanvaardbare risico's. De resultaten van een onderzoek naar de risico's van het actief verwerven van gronden voor de ontwikkeling van Ambachtsezoom zullen de
13
aanpak in 2013 bepalen. Vooralsnog wordt uitgegaan van de verdere ontwikkeling van fase 1, het gedeelte tussen de afrit van de A16 en het eigendom van Program/De Baak. Momenteel wordt gewerkt aan het vertalen van het stedenbouwkundig plan in een bestemmingsplan. Het voorontwerp zal in 2013 ter besluitvorming worden voorgelegd aan de gemeenteraad. Antoniapolder Plus In 2012 zal een visie worden ontwikkeld voor het bedrijventerrein Antoniapolder Plus. In samenhang daarmee zal in 2013 het bestemmingsplan worden geactualiseerd. Verder spelen binnen dit gebied de volgende ontwikkelingen: • Frankepad-Grotenoord In opdracht van de gemeente wordt door de Stec Groep een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van herstructurering. De resultaten van dit onderzoek zullen worden betrokken bij de visie voor Antoniapolder Plus. Door de ROM-D wordt onderzoek uitgevoerd naar de besteding van de FES-middelen die zijn toegezegd met als doel het bedrijventerrein geschikt te maken voor watergebonden bedrijvigheid. Daarbij gaat het onder meer om het ODS-terrein en de gemeentewerf. Afhankelijk van de resultaten van de onderzoeken in 2012 zullen in 2013 concrete maatregelen worden uitgevoerd. • Genieterrein In 2012 wordt naar verwachting een overeenkomst gesloten met ROM-D over de overdracht van dit gemeentelijk bezit aan ROM-D die het bouwrijp maken en de uitgifte van kavels voor eigen rekening en risico zal uitvoeren. • Citadelterrein De ontwikkeling vindt plaats door ABB en Stemar met begeleiding van ROM-D en de gemeente. In 2013 zullen de inspanningen gericht zijn op het in de markt zetten van dit terrein en op het maken van een goede aansluiting op het Waterbusplein. • Doortrekken Antoniuslaan/Waterbusplein Er wordt onderzoek verricht naar het doortrekken van de Antoniuslaan. In 2012 wordt een ontwerp gemaakt voor het waterbusplein.; realisatie wordt in 2013 voorzien. De inrichting van het plein zal worden afgestemd op de plannen voor de Antoniuslaan. Vanuit de gemeente wordt ingezet op de realisatie van een horecavoorziening aan het waterbusplein.
Overige acties Realisatiestrategie Structuurvisie De leidraad voor ruimtelijke ontwikkelingen in onze gemeente wordt gevormd door de Structuurvisie ‘Waar de Waal stroomt’ . De structuurvisie mondt uit in 14 projecten. Jaarlijks wordt de raad gerapporteerd over de voortgang van de projecten. In 2013 zijn de volgende projecten actueel: - Centrumgebied Schoof-Cascade - Zuidwende Noord en Zuid - Bedrijventerrein Ambachtsezoom - Antoniapolder Plus - Brede-scholen-cluster Jeugdspeelpark - Havenhoofd-Damstraat - 1-2-3-koopcentrum
14
Waalzone-Havenhoofd/Damstraat In 2013 zal de visie voor het project gebied Waaltje-Havenhoofd/Damstraat worden afgerond (visieontwikkeling gestart in 2012). Doel van de visie is om stimulerende kaders te ontwikkelen voor de toekomstige ontwikkeling van dit gebied. De visie zal worden afgestemd op de visie Deltapoort. De projectgroep Ambachtelijke Kunst en het Historisch genootschap zullen worden betrokken bij de visie. Betaalbare huur- en koopwoningen voor jongeren, starters, ouderen en gehandicapten Realisatie van geplande woningbouwprojecten komt op dit moment sterk vertraagd tot uitvoering als gevolg van de crisis op de woningmarkt. De uitvoering van de lokale woningbouwplannen loopt daarom langer door dan verwacht. In deze collegeperiode zullen nog woningen worden opgeleverd in het project Heerenhof (inclusief woningen voor starters) en daarnaast vooral nog woningen in De Volgerlanden. Voor de Volgerlanden zijn harde afspraken gemaakt over het aantal betaalbare huur- en koopwoningen. Deze aantallen staan niet ter discussie, maar de oplevering kan langer op zich laten wachten. Door het stellen van kwaliteitseisen aan alle nieuwbouw wordt zoveel mogelijk toegankelijk en aanpasbaar ontworpen zodat woningen tevens geschikt zijn voor ouderen en gehandicapten. Hiertoe zijn in deze collegeperiode regionaal afspraken gemaakt met ontwikkelaars en corporaties in het convenant Kwaliteitseisen Drechtsteden. Op regionaal niveau is een analyse gemaakt van het regionale planaanbod woningbouw afgezet tegen de marktruimte. Hieruit komt naar voren dat er sprake is van overcapaciteit zowel in het planaanbod van eengezinswoningen als appartementen. Geconcludeerd is dat er voor de korte en lange termijn geen ruimte is om nieuwe woningbouwprojecten toe te voegen. Dit betekent dat nieuwe projecten alleen kunnen worden toegevoegd wanneer zij iets toevoegen aan het bestaande planaanbod. Concurrentie tussen projecten moet immers worden voorkomen. Huisvesting statushouders Ook in 2013 krijgen we vanuit het rijk een taakstelling opgelegd ten aanzien van de huisvesting statushouders. In samenwerking met woningcorporaties en stichting Vluchtelingenwerk zal aan deze taakstelling worden voldaan. Stimulering collectief particulier opdrachtgeverschap Doelstelling is nog in deze collegeperiode een locatie aan te wijzen voor een CPO-project en hiervoor geïnteresseerde woningzoekenden te werven. Bij beschikbaarheid van een locatie en voldoende geïnteresseerden zal een project in 2013 kunnen starten. Stimuleren en faciliteren duurzame ontwikkeling en beheer Onder andere door middel van het energieprogramma Drechtsteden 2010-2013 is er voortdurend aandacht voor duurzame ontwikkeling en beheer. Bij de ontwikkeling van het bedrijventerrein Ambachtsezoom worden hoge eisen gesteld aan duurzaamheid. In het programma van eisen zijn diverse randvoorwaarden opgenomen, waaronder een versterking van de ecologische verbindingszone, een collectieve duurzame energievoorziening en alternatieve brandstoffen bij het geplande verkooppunt. Voor Volgerlanden-Oost wordt in samenwerking met HVC onderzocht welke mogelijkheden er zijn voor een collectieve duurzame energievoorziening, vooruitlopend op het Drechtwarmtenet. Op het gebied van duurzaam bouwen wordt bij nieuwbouwwoningen het instrument GPR Gebouwen voorgeschreven. Dit systeem werkt door middel van het toekennen van punten op een vijftal thema’s: milieu, energie, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Voor de hele regio Drechtsteden is een ambitieniveau vastgesteld en dit zal er voor zorgen dat ook in de toekomst duurzame woningen worden gebouwd.
15
Deltapoort Op 11 juni 2012 stelde de gemeenteraad de Gebiedsvisie Deltapoort vast. Eén van de ambities van de Gebiedsvisie Deltapoort is het saneren van verspreid liggende glastuinbouwbedrijven. Eén van de beslispunten van de gemeenteraad luidde: ‘Instemmen met het verrichten van onderzoek door de bestuurlijke werkgroep glastuinbouw naar de financiële risico’s die samenhangen met de sanering van verspreid liggend glas, alvorens te starten met de uitvoering.’ Aan de hand van de uitkomsten van genoemd onderzoek, wordt onder regie van het programmabureau Deltapoort een uitvoeringsprogramma opgesteld dat leidraad zal zijn voor de gemeentelijke activiteiten in 2013. Een andere ambitie in de Gebiedsvisie bestaat uit het realiseren van een recreatief routenetwerk. Ook hiervoor zal door het programmabureau Deltapoort een uitvoeringsprogramma worden opgesteld voor 2013. Noordoevers In 2012 is er veel gewijzigd voor het project Noordoevers. In maart 2012 is na een periode van onderzoek in Drechtstedenverband besloten het project Noordoevers uit de ROM-D te halen. Met name de financiering van het project bleek een te zware wissel voor de ROM-D. De zes Drechtstedengemeenten hebben de gezamenlijke verantwoordelijkheid genomen voor het doorstarten van dit project als woningbouwproject; de gemeente Dordrecht heeft zich opgeworpen als opdrachtnemer voor de uitvoering. De gemeente Papendrecht heeft eveneens aangegeven als opdrachtnemer te willen fungeren, daarbij doelend op de inbreng van expertise. In 2012 zijn verschillende bedrijven in het plangebied Noordoevers aangekocht om daarmee de planrealisatie van Noordoevers en de Volgerlanden zoveel mogelijk veilig te stellen. In de loop van 2012 heeft de gemeente Dordrecht, als projectuitvoerder, deze rol overgenomen. De gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht behouden hun publiekrechtelijke bevoegdheid, zoals het vaststellen van bestemmingsplannen en het verlenen van omgevingsvergunningen voor concrete bouwplannen. Verder draagt de gemeente, conform regionaal gemaakte afspraken, bij in het tekort en de risico’s van het project. In 2012 is door de gemeenteraad een voorbereidingsbesluit genomen. In 2013 zal het bestemmingsplan voor de Sophiapolder en de Transformatiezone ter besluitvorming worden voorgelegd aan de gemeenteraad. Ruimen begraafplaatsen Achterambacht Op basis van het beleidsplan begraafplaatsen zal in 2013 worden gestart met het ruimen van graven. Daarbij zullen onderdelen van de begraafplaats opnieuw worden ingericht. Eén van de belangrijkste onderdelen van dit traject is de communicatie met nabestaanden. Daarbij geldt als uitgangspunt dat nabestaanden minimaal een jaar voordat er daadwerkelijk wordt overgegaan tot ruimen, worden geïnformeerd.
16
Wat mag het kosten ? (b ed r agen x € 1.000) VROM Lasten per productgroep Rioleri ng Groen RO en Volkshuisvesting Reiniging Fysiek mili eu Bouw grondexpl oitaties Totaal lasten VROM
2013
2014
2015
2016
1.957 1.818 2.747 3.123 567 7.145 17.357
2.059 1.762 2.550 3.129 564 7.741 17.805
2. 103 1. 782 2. 597 3. 140 568 9. 670 19.859
2.104 1.799 2.602 3.152 568 2.986 13.211
Baten per productgroep Rioleri ng Groen RO en Volkshuisvesting Reiniging Fysiek mili eu Bouw grondexpl oitaties Totaal baten VROM
-2.024 -463 -952 -3.309 0 -7.226 -13.974
-2.110 -463 -921 -3.323 0 -7.900 -14.716
-2. 164 -463 -1. 013 -3. 332 0 -9. 791 -16.763
-2.164 -463 -1.013 -3.343 0 -3.033 -10.016
3.383
3.089
3.096
3.1 95
Saldo VROM
17
3. Verkeer en vervoer
Inleiding Door haar ligging aan en nabij de rijkswegen A15 en A16 kan Hendrik-Ido-Ambacht beschikken over een goede bereikbaarheid. Echter, als gevolg van onvoldoende en/of stagnerende doorstroming op beide rijkswegen ondervinden we hinder van deze wegen. Toename van mobiliteit en groei van de gemeente leidden er toe dat de bereikbaarheid van onze gemeente verslechterde. Vanwege het belang van een goede bereikbaarheid en toegankelijkheid van onze gemeente behouden wij voortdurend aandacht voor deze problematiek. Naast de bereikbaarheid vanaf de rijkswegen hechten wij veel waarde aan de bereikbaarheid en toegankelijkheid van bedrijventerreinen, voorzieningen en woonwijken. Duurzame verkeersveiligheid speelt hierbij een belangrijke rol.
Wat willen we bereiken ? • Verbeteren van de bereikbaarheid van Hendrik-Ido-Ambacht en de wijken. • Verbeteren van het openbaar vervoer. • Verbeteren van de verkeersveiligheid. indicator oordeel ondernemers over bereikbaarheid per auto oordeel inwoners over bereikbaarheid van de eigen gemeente en eigen wijk - bereikbaarheid buurt met auto - bereikbaarheid buurt vanaf de snelweg - doorstroming op hoofdwegen in gemeente oordeel inwoners bereikbaarheid gemeentelijke voorzieningen per fiets oordeel ondernemers over bereikbaarheid per openbaar vervoer oordeel inwoners over het openbaar vervoer aantal verkeersslachtoffers parkeeroverlast
0-waarde 7,6
2011 7,4
ambitie 2013 stijging stijging
7,7 8,2 7,1
-
8,2
-
stijging
6,9
6,1
stijging
62%
63%
stijging
28 20%
13 25%
daling daling
De bewoners en ondernemers kennen een hoge waardering toe aan de autobereikbaarheid van HendrikIdo-Ambacht. Ook de fietsbereikbaarheid van de gemeentelijke voorzieningen wordt hoog gewaardeerd. Minder tevreden zijn de ondernemers over de bereikbaarheid per openbaar vervoer. Volgens hen is deze in de afgelopen jaren ook nog afgenomen. Een mogelijke oorzaak hiervan is dat er tijdelijk een aantal haltes zijn vervallen wegens reconstructie of wegwerkzaamheden, dit is een beslissing geweest van de vervoersmaatschappij Arriva. Wij verwachten voor 2013 een kentering door de komst van de HOV-D halte aan de Hoge Kade. De bewoners zijn nog even tevreden over het openbaar vervoer als enkele jaren geleden.
18
Door voordurende uitvoering van het gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan waarin duurzaam veilig een grote rol speelt is het aantal verkeersslachtoffers in Hendrik-Ido-Ambacht het laatste jaar fors afgenomen. Volgens de bewoners is de parkeeroverlast toegenomen. Binnen de bestaande bebouwing is een deel gereserveerd voor parkeren, dit deel is gelijkblijvend van omvang. Het autobezit stijgt echter nog elk jaar; van begin 2011 naar begin 2012 is de stijging 6 auto’s per 1000 inwoners. Hierdoor wordt de stijging van de parkeeroverlast verklaard. Bij reconstructies en groot onderhoud van wegen, straten en pleinen wordt de parkeercapaciteit heroverwogen zodat deze beter aansluit op de parkeerbehoefte die door de jaren heen is ontstaan. Dit kan evenwel op gespannen voet staan met de ruimte, die beschikbaar is voor groen en/of andere voorzieningen in de wijk. In overleg met wijkplatforms en bewoners uit de betreffende straten worden verschillende mogelijkheden afgewogen.
Wat gaan we daar voor doen ? Aantrekkelijker maken van het openbaar vervoer over water door het verplaatsen van de halte van de waterbus en de aansluiting op het fietsnetwerk, inclusief de aanleg van parkeerplaatsen In samenhang met de herstructurering van het bedrijventerrein Antoniapolder zetten wij in op verplaatsing van de huidige ponton van de Waterbus aan de Veerweg naar het Noordeinde ter hoogte van het Genieterrein, een kwalitatief hoogwaardig waterbusplein, met ondermeer een aansluiting op het fietsnetwerk en het voorzien van voldoende parkeergelegenheid. De uitvoering hiervan door de ROM-D wordt naar verwachting in 2013 ter hand genomen en voltooid in 2014. Verbeteren van de toegangswegen van en naar de A15 In aansluiting op de realisatie van het nieuwe tracé van het Noordeinde dient ook het wegvak tussen de Schenkel en het brugtracé te worden gereconstrueerd, waardoor de ontsluiting van onze gemeente in de richting van de rijksweg A15 zal verbeteren. In het kader van de ombuigingen is onderzocht of de reconstructie kan worden uitgesteld. Uit verrichte metingen van de stroefheid van het wegdek blijkt dat er vooralsnog geen directe actie nodig is om de verkeersveiligheid van het wegvak tussen De Schenkel en het brugtracé van de rijksweg A-15 te waarborgen. De verkeersintensiteit en de staat van onderhoud van het wegvak zullen in de komende jaren worden gemonitord teneinde een verkeersveilige situatie te kunnen bieden aan de weggebruikers. Mede in samenhang met de voortgang van de ontwikkelingen in De Volgerlanden verwachten wij de betreffende reconstructie in 2016 uit te voeren. Verbeteren van de toegangswegen van en naar de A16 Het waterschap Hollandse Delta heeft medio 2012 opdracht verstrekt voor de reconstructie van de kruising van de toe- en afrit van de zuidelijke zijde van de rijksweg A16 met de Hendrik Ydenweg. De kruising wordt voorzien van een verkeersregelinstallatie, waarbij de capaciteit van de kruising voor de afwikkeling van verkeerstromen wordt vergroot en de verkeersveiligheid wordt verhoogd. De benodigde werkzaamheden worden in 2013 afgerond. Vergroten van de verkeersveiligheid door het verder uitvoeren van het programma ‘Duurzaam veilig’ Bij het opstellen en uitvoeren van het programma voor het groot onderhoud wordt telkens beoordeeld welke maatregelen en/of voorzieningen noodzakelijk c.q. wenselijk zijn ter verhoging van de verkeersveiligheid. Benodigde verkeersmaatregelen worden uitgevoerd overeenkomstig de principes van duurzaam veilig (functionaliteit van wegen, homogeniteit en/of snelheid en richting, fysieke en sociale vergevingsgezindheid, herkenbaarheid en voorspelbaarheid van wegen en gedrag, en statusonderkenning)
19
Parkeren grote voertuigen In 2012 is een onderzoek gestart naar de behoefte van ondernemers in de gemeente Hendrik-IdoAmbacht aan parkeerruimte voor grote voertuigen in de openbare ruimte. Onderzoeksvraag is wat de gevolgen zijn wanneer een parkeerreguleringssysteem voor dergelijke voertuigen wordt ingevoerd en er kosten worden verbonden aan het parkeren in de openbare ruimte. Het resultaat van het onderzoek zal in 2013 in een nader voorstel worden uitgewerkt, waarbij ook de stedenbouwkundige en planologisch/juridische inpassing van een parkeervoorziening voor grote voertuigen zal worden bezien.
Wat mag het kosten ? (bedr agen x € 1.000) Verkeer en vervoer Lasten per productgroep Verkeer,vervoer en waterstaat Totaal lasten Verkeer en v ervoer
201 3
201 4
201 5
201 6
4.106 4.1 06
4.132 4.1 32
4. 172 4.172
4.213 4.21 3
Baten per productgroep Verkeer,vervoer en waterstaat Totaal baten Verkeer en vervoer
-20 -20
-20 -20
-20 -20
-20 -20
4.086
4.1 1 2
4.152
4.1 93
Saldo Verkeer en Verv oer
20
4. Veiligheid
Inleiding Onze gemeente staat bekend als een veilige gemeente. Dat willen we graag zo houden! Veiligheid is een integraal thema dat de meeste programma’s raakt. Wij vinden dat Hendrik-Ido-Ambacht een gemeente moet zijn en blijven waarin iedereen zich veilig kan voelen. Dit rechtvaardigt ook de inzet die we de afgelopen jaren hebben gestoken op het thema veiligheid en zullen dit ook voor de komende jaren continueren. De kracht is en blijft met zoveel mogelijk partijen in een vroeg stadium en pro-actief anticiperen op het thema veiligheid. Veiligheid heeft raakvlakken met vrijwel alle programma’s. Onder het programma veiligheid vinden we brandbestrijding, rampenbestrijding, APV, veiligheidsbeleid en veiligheidbevorderende maatregelen.
Wat willen we bereiken ? Handhaving van het huidige veiligheidsniveau indicator onveiligheidsgevoel in de buurt schaalscore overlast vermogensdelicten overlast door groepen jongeren aantal aangiften en meldingen - absoluut - % t.o.v. totale bevolking
0-waarde 15% 3,2 10%
2011 19% 2,8 12%
1.002 3,8%
948 3,5%
ambitie 2013 gelijk gelijk gelijk gelijk
Op 9 juli 2012 is per raadsbrief de gemeenteraad geïnformeerd dat de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht zich aansluit bij de landelijke Integrale Veiligheidsmonitor. Dit leidt tot een trendbreuk. De doelgroep, vraagstelling en wijze van dataverzameling is dusdanig anders dat er geen vergelijking mogelijk is met eerdere metingen vanuit de burgerpeiling en de monitor Leefbaarheid en veiligheid. In 2013 worden de cijfers gepubliceerd over 2012. De daarop volgende meting zal in 2016 zijn. Het aantal aangiften wordt gemonitord door de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht. Het gaat hier om het netto aantal, dus exclusief de administratieve aangiften. Het volgende beeld tekent zich dan af: indicator % aangifte diefstallen t.o.v. totale bevolking % meldingen overlast jongeren % aangiften en meldingen t.o.v. totale bevolking
2010 1,31 %
2011 1,30 %
1,28 % 2,77 %
1,07% 2,87%
Ambitie 2013 1,30 % 1,20 % 2,80 %
Wat gaan we daar voor doen? Geen activiteiten op raadsniveau.
21
Overige acties: In 2012 is het nieuwe Regionaal Crisis Plan (RCP) geïmplementeerd. Hiermee is het gemeentelijk rampenplan komen te vervallen. In 2013 is het doel een totaal-oefening voor de gemeentelijke organisatie te realiseren.
Ontwikkelingen op regionaal niveau Regionalisering Brandweer Per 1 januari 2013 zal de brandweer in de gehele regio geregionaliseerd gaan worden en worden opgenomen in de Veiligheidsregio. Vanuit de gemeente zal dit proces begeleid worden en er zal op worden toegezien dat kwaliteit en kosten in balans blijven.
Ontwikkelingen op landelijk niveau Nationale Politie Door de kabinetscrisis en de verkiezingen in september 2012, is de nieuwe Nationale Politiewet nog niet aangenomen en van kracht geworden. Aangenomen mag worden dat dit in 2013 plaats zal vinden. Een proces wat ook vanuit onze gemeente nauwlettend en constructief zal worden gevolgd.
Wat mag het kosten ? (b ed r agen x € 1.000) Veiligheid Lasten per productgroep Orde en veili gheid Totaal lasten Veiligheid Baten per productgroep Orde en veili gheid Totaal baten Veiligheid Saldo Veiligheid
2013
2014
2015
2016
2.213 2.213
2.217 2.217
2. 221 2.221
2.222 2.222
-36 -36
-36 -36
-36 -36
-36 -36
2.1 77
2.1 81
2.185
2.1 86
22
5. Sociale Structuur
Inleiding Onder dit programma vallen de taken en activiteiten zoals die worden uitgevoerd door de Sociale Dienst Drechtsteden en de sociale werkvoorziening Drechtwerk.
Wat willen we bereiken ? We gaan er vanuit dat mensen zelfstandig willen zijn en zoveel mogelijk zelf de regie willen voeren op hun eigen bestaan. Werk is in onze ogen het belangrijkste middel om zelfstandigheid te bevorderen. Wie geen baan heeft, ondersteunen wij in de zoektocht naar werk, zo nodig aangevuld met inkomensondersteuning, schuldbemiddeling of andere activiteiten. Anderen ondersteunen we in hun zelfstandigheid door middel van zorgvoorzieningen of minimabeleid. Alle vormen van ondersteuning zijn gericht op het versterken van de zelfstandigheid en de eigen mogelijkheden van onze klanten.
Wat gaan we daar voor doen ? De SDD levert de volgende producten: • Re-integratie • Regie voering op de WsW • Kinderopvang • Inkomensondersteuning • Minimabeleid • WMO individuele voorzieningen & hulp in de huishouding • Budgetadvies en schuldbemiddeling Aantal klanten 1 januari 2011 31 december 2011 7 mei 2012
h-i-ambacht 156 150 186
TOTAAL 5093 4676 4836
Overige acties Belangrijke ontwikkelingen in 2013 zijn: • De aanpassing van de wet inburgering per 1-1-2013 • De wijziging van de WMO waaraan de activering en begeleiding wordt toegevoegd (per 1-1-2013) • De Wet kinderopvang per 1-1-2013 • De Wet educatie basisonderwijs per 1-1-2013 Vernieuwing in de sociale zekerheid Op 1 januari 2013 zou de Wet werken naar Vermogen (Wwnv) in werking treden. Met de nieuwe wet wilde het kabinet de arbeidsdeelname verhogen en een forse bezuiniging realiseren op de uitkeringsgelden (€ 1, 8 miljard landelijk). Daarvoor zou het stelsel van sociale zekerheid en publieke arbeidsbemiddeling op
23
een fundamenteel niveau herzien moeten gaan worden. De huidige regelingen Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet Arbeidsgeschiktheid Jongeren (een gedeelte van de huidige Wajong) en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) worden in één wet samengevoegd. Bovendien zouden de budgetten aanzienlijk worden gekort en introduceerde de Wwnv een nieuw instrument om de loonkosten voor mensen met een lagere productiviteit aan te vullen: loondispensatie. De overgang naar deze WWnV gaat in 2013 niet door. Dit betekent dat de samenvoeging van deze verschillende bijstandsuitkeringen voorlopig van de baan is. Op het moment dat dit besluit door de Tweede Kamer werd genomen waren we al bezig met de voorbereidingen voor de visievorming en implementatie van deze wet. Hierbij lag het accent niet alleen op de veranderende wettelijke mogelijkheden, maar ook op de bezuinigingen op het re-integratiebudget. Onze inzet blijft er echter wel op gericht om met minder middelen uitvoering te geven aan de wettelijke reintegratietaak en de uitstroom naar (passend) werk te vergroten.
Wat gaat het kosten? De basisbegroting SDD 2013 heeft vooral een technisch karakter. De begroting bevat slechts de doortrekking van bestaand beleid en de verwachte Rijksbijdragen 2013. In december 2012 presenteert de SDD de geactualiseerde begroting, daarin worden alle inzichten op dat moment gegeven en zo goed mogelijk vertaald naar de financiële consequenties. Op dit moment gaan we uit van de volgende budgetten: Participatie WSW Kinderopvang Bijstandsverlening Minimabeleid WMO - Huishoudelijke hulp WMO - Hulpmiddelen Schuldbemiddeling en Budgetadvies WMO - uitvoeringskosten Apparaatskosten SDD
435 1.087 7 2.303 128 1.525 801 1 52 650
GRD-taakstellingen In het kader van Brede doorlichting en de zgn. Ketenkorting kende de SDD een oplopende taakstelling van 1,8 mln in 2011 tot 3,4 mln in 2015. Van deze taakstellingen heeft de SDD reeds een structurele dekking gerealiseerd voor 2012 en verder van € 2,2 mln. Via Drechtwerk hebben we in 2013 naar verwachting 39 mensen aan het werk. Vanwege het niet doorgaan van de WWnV per 1-1-2013 zal de Rijkssubsidie op de loonkosten gehandhaafd blijven op het peil van 2012. Eerder was een daling van die subsidie voorzien. Dit betekent dat de geraamde bijdrage van onze gemeente in het exploitatieresultaat van Drechtwerk lager zal zijn dan eerst was voorzien en nu € 158.000,zal bedragen.
24
Wat mag het kosten ?
(bedr agen x € 1.000) Sociale st ructuur Lasten per productgroep Sociale samenwerk ing Totaal lasten Sociale structuur
201 3
201 4
201 5
201 6
6.684 6.684
6.622 6.622
6. 607 6.607
6.612 6.61 2
Baten per productgroep Sociale samenwerk ing Totaal baten sociale st ructuur
-3.348 -3.348
-3.348 -3.348
-3. 348 -3.348
-3.348 -3.348
Saldo sociale structuur
3.336
3.274
3.259
3.264
25
6. Economische structuur Inleiding Nederland is in de greep van een economische crisis. Toch vinden wij het belangrijk om te blijven werken aan de groei van de werkgelegenheid binnen onze gemeente en de regio. Een goede economische ontwikkeling is een belangrijke voorwaarde voor het goed functioneren van onze gemeente. Wij zullen dan ook prioriteit geven aan de projecten waaraan op economisch gebied gewerkt wordt. Wel zullen wij, tegen de achtergrond van de huidige economische situatie, zorgvuldige afwegingen maken. Samenwerking op economisch gebied met de gemeente Zwijndrecht en de regio is juist nu van het grootste belang.
Wat willen we bereiken ? • Versterken van het ondernemingsklimaat. • Groei van de werkgelegenheid. indicator oordeel ondernemers over ondernemingsklimaat aantal bedrijven aantal startende ondernemers aantal werkzame personen
0-waarde 6,8
2011 6,7
ambitie 2013 stijging
909
969 (1.1.2010) 1.034 (1.1.2011) 169 (2010) 173 (2011) 5.890 (1.1.2010) 5.953 (1.1.2011)
stijging
126 6.037
stijging stijging
De ondernemers in Hendrik-Ido-Ambacht waarderen het ondernemingsklimaat ook in deze tijd van economische crisis even hoog als bij de 0-meting in 2008. Het aantal bedrijven en instellingen is toegenomen. Dit zien we ook terug bij de startende ondernemers. Het aantal startende ondernemers is de afgelopen jaren duidelijk toegenomen. Dit is een landelijke trend. Er is geen sprake van een stijging van de werkgelegenheid. Mede door de economische crisis is de werkgelegenheid in Hendrik-Ido-Ambacht ten opzichte van 2008 gedaald (met 2,4%). In het afgelopen jaar was weer sprake van een lichte stijging.
Wat gaan we daar voor doen ? Voor de economische structuur zijn de projecten Ambachtsezoom, Antoniapolder Plus waaronder herstructurering Frankepad/Grotenoord, Noordoevers en uitbreiding De Schoof belangrijk. Uw raad is gelijktijdig met de Kadernota geïnformeerd over de stand van zaken m.b.t. de projecten uit de structuurvisie. Deze informatieronde zal met enige regelmaat herhaald worden zodat duidelijk is wat deze collegeperiode gerealiseerd zal worden.
26
Overige acties
Mogelijkheden onderzoeken om startende ondernemers te stimuleren zich in Hendrik-IdoAmbacht te vestigen. In 2012 is de mogelijkheid onderzocht om een bedrijvencentrum te vestigen voor startende ondernemers in de voormalige gemeentewerf. Gelet op de huidige economisch omstandigheden is door de Stichting Bedrijvencentrum Drechtsteden de conclusie getrokken dat er op dit moment onvoldoende markt is voor zo’n voorziening. Bezien zal worden of in de toekomst een definitief Bedrijvencentrum voor startende ondernemers gevestigd kan worden in een nieuw pand op het bedrijventerrein Ambachtsezoom. Creëren van randvoorwaarden voor de horeca. De vestiging van horecavoorzieningen draagt bij aan de verhoging van het voorzieningenniveau in onze gemeente. De randvoorwaarden voor horeca krijgen in deze collegeperiode bijzondere aandacht. Dit zal ertoe leiden dat er aan het eind van deze periode vier (nieuwe) horecaondernemers in onze gemeente gevestigd zullen zijn. Voor horeca in Park Sandelingen is in 2012 een vergunning verleend. Feitelijke realisatie vindt plaats in 2012-2013. In de toekomst wordt ook horeca bij het nieuw aan te leggen waterbusplein gewenst. Hierover worden gesprekken gevoerd met kandidaat-ondernemers.
Ontwikkelingen op regionaal niveau Stimuleren van aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt De regio Drechtsteden richt zich op actieve deelname aan de Economische Agenda voor de Zuidvleugel. De Drechtsteden zijn daarom onder andere actief betrokken bij het Schaalsprong programma Deltatechnologie/Maritiem. Een van de hoofdpunten is het inzetten op een betere aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt. Dit sluit aan bij onze lokale ambitie. De arbeidsmarkt wordt in rap tempo krapper. De grote waterbouwers en ook maritieme en deltatechnologie bedrijven merken nu al dat er tekort aan personeel dreigt, met name in technische beroepen. Er is dus een noodzaak om te investeren in het interesseren en opleiden van jonge mensen voor de watersector. In regionale samenwerking ondersteunen we de Maritieme campus (vanuit de Economische Agenda Zuidvleugel 2012-2015). Een goede aansluiting tussen het maritiem technisch onderwijs en de vraag vanuit de markt is cruciaal om in de toekomst voldoende personeel voor de maritieme sector te kunnen behouden. De regio Rijnmond, Drechtsteden en Gorinchem zal hierbij als één regio optrekken (als ware het één maritieme campus). Doelstellingen en uitgangspunten om te komen tot een maritieme campus worden onderschreven door branches, kennisinstellingen en overheden. Belangrijkste opgave: ontsluiten van bestaande opleidingsstructuren. Herstructurering bedrijventerreinen Vanuit de Economische Agenda Zuidvleugel 2012-2015 en op basis van lopende of reeds verrichte onderzoeken willen we komen tot: - Schaalsprongprogramma: analyse fysieke knelpunten maritieme bedrijven in samenwerking met Kamer van Koophandel en Provincie Zuid-Holland. - Koppeling met het uitvoeringsprogramma bedrijventerreinen Drechtsteden: uitwerking en prioriteitenstelling maatregelen middellange en lange termijn o.b.v. uitkomsten onderzoeken.
27
Aanleg glasvezel bedrijventerreinen Door de stichting CAI is het initiatief genomen om de bedrijventerreinen in onze gemeente te voorzien van glasvezel. In het najaar van 2012 zijn projecten opgestart voor de bedrijventerreinen Antoniapolder en Sandeling. Met de stichting wordt overleg gevoerd over de aanleg van glasvezel in de Ambachtsezoom en het Genie- en Citadelterrein. Het streven is erop gericht om in 2013 alle bedrijventerreinen te voorzien van glasvezel. Bevorderen transport schone schepen (LNG/Schone motor) De maritieme industrie heeft in het kader van het topsectorenbeleid een innovatiecontract met het Rijk afgesproken, waarin zij heeft aangegeven fors te willen investeren in schone schepen (LNG). Door de bestuurders van de Zuidvleugel is de ambitie uitgesproken in de Zuidvleugel op dit punt voorop te willen lopen, snel de overstap naar de duurzame binnenvaart te willen maken. Vanuit de Economische Agenda Zuidvleugel 2012-2015: In samenwerking met Cleantech Rotterdam, Provincie Zuid-Holland, TNO, Ballast Nedam, Drechtsteden, gemeente Rotterdam, etc wordt gewerkt aan de uitwerking van de vraagstelling m.b.t. de toepassing van LNG in schepen als schone brandstof.
Wat mag het kosten ? (b ed r agen x € 1.000) Economische st ructuur Lasten per productgroep Economische Zaken Totaal lasten Economische structuur
2013
2014
2015
2016
383 383
379 379
385 385
386 386
Baten per productgroep Economische Zaken Totaal baten Economische st ructuur
-47 -47
-47 -47
-47 -47
-47 -47
Saldo Economische structuur
336
332
338
339
28
7. Bestuur
Inleiding Wij willen vanuit onze zelfstandigheid en identiteit, herkenbaar participeren in regionale samenwerkingsverbanden. Daarbij zijn we, zoals we ook al in het begin van ons collegeprogramma hebben aangegeven, positief kritisch op die samenwerkingsverbanden, waarbij de maatstaf is dat samenwerking meerwaarde moet hebben voor onze inwoners, in de zin van kwaliteit, identiteit, functionaliteit, bereikbaarheid en financiën. De gemeente volgt de regionale ontwikkelingen actief op de voet. Dit programma bevat de baten en lasten van regionale samenwerking op het gebied van de Sociale Dienst, Drechtwerk en de algemene bijdrage aan de regiostaf ZHZ. De portefeuille sociale zaken is een regionale verantwoordelijkheid. Een groot aantal taken op het terrein van werk, zorg en inkomen heeft de gemeente, net als de andere gemeenten in de Drechtsteden, dan ook overgedragen aan de regionale uitvoeringsorganisatie, de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD). Voor meer gedetailleerde informatie over de uitvoering van deze taken verwijzen wij u dan ook naar de meerjarenbegroting van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden, waarvan de begroting van de SDD integraal onderdeel uitmaakt. De SDD is dus een belangrijk vehikel in de realisatie van de gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden op deze beleidsterreinen, maar dit staat, vanzelfsprekend, niet los van de lokale taken zoals in programma 1 van onze gemeentelijke begroting zijn opgenomen. Verbinding van het regionale en het lokale sociale beleid is essentieel en heeft dan ook bij voortduring onze aandacht. Andere samenwerkingsverbanden vindt u onder de functionele programma’s (Onder programma 1 vallen Bureau Leerplicht en Vroegtijdig Schoolverlaten en de GGD. Onder programma 2 valt de Omgevingsdienst. Onder programma 4 valt de Veiligheidsregio en Brandweer Zwijndrechtse Waard. De kostenplaats bedrijfsvoering is er o.a. voor de SCD). In de paragraaf Verbonden Partijen vindt u een totaaloverzicht van alle Verbonden Partijen, waaronder dus ook de hierboven expliciet benoemde Drechtwerk en Zuid-Holland Zuid, inclusief een financieel overzicht.
Wat willen we bereiken ? • • • •
Inzet op nadrukkelijke sturing op en beheersing van de kosten van de regionale samenwerkingsverbanden. Verbetering van bestuurlijke besluitvorming in de regio. Verbetering van de dienstverlening van onze gemeente. De gemeente betrekt inwoners actief en tijdig bij beleid en uitvoering
indicator oordeel inwoners over kwaliteit van de dienstverlening oordeel inwoners over hun betrokkenheid bij de totstandkoming van gemeentelijke plannen oordeel inwoners over hun betrokkenheid bij de uitvoering van gemeentelijke plannen (WBW als verbindende factor)
0-waarde 7,7
2011 -
ambitie 2013 gelijk
6,0
5,8
stijging
5,8
5,8
stijging
29
Gezien de vele wijzigingen die er momenteel in dienstverlening plaatsvinden is ervoor gekozen om een nieuwe meting weer in 2013 uit te laten voeren. Wel heeft in 2012 een Benchmark servicegerichtheid Nederlandse gemeenten 2012 plaats gevonden, waarin gekeken is naar de wijze waarop gemeentes verzoeken van burgers afhandelen. De resultaten van de gemeentes zijn naast elkaar gezet en met elkaar vergeleken. Daarin stond Hendrik-Ido-Ambacht op de twaalfde plaats. Een zeer goed resultaat. Er worden veel inspanningen verricht om de ambitie van 2013 op gelijk niveau te scoren, waar te maken. Met deze ambitie is de lat erg hoog gelegd, gezien de ongemakken die de verbouwing van de Publiekshal in het tweede deel van 2012 met zich mee zal brengen. Ook is het mogelijk dat de grote wachttijden die zijn ontstaan in het voorjaar bij de grote toename van paspoortaanvragen, met name voor kinderen, invloed zullen hebben op het oordeel van de inwoners. Desondanks streven we ernaar de ambitie waar te maken. De ambitie is om de laatste twee cijfers te laten stijgen. Met de bewonersplatforms zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop zij betrokken worden bij gemeentelijke plannen. Voor ruimtelijke projecten wordt een afzonderlijk communicatieplan opgesteld. In het kader van het Wijk- en buurtgericht werken zullen de bewonersplatforms reeds in een vroeg stadium bij de voorbereiding van plannen voor de openbare ruimte worden betrokken. Op een aantal onderdelen van de openbare ruimte, met name voor speelvoorzieningen, worden de bewonersplatforms uitgenodigd zelf plannen op te stellen en uit te voeren, daartoe gefaciliteerd en ondersteund door de gemeente.
Wat gaan we daar voor doen ? Geen activiteiten op raadsniveau.
Overige acties Verdere verbetering van de dienstverlening Burgers en bedrijven hebben een groeiende wens om op elk moment van de dag informatie beschikbaar te hebben over onze producten en deze ook te kunnen aanvragen. Het digitale dienstverleningskanaal neemt sterk in belang toe, net als de informatieverstrekking via sociale media. Van deze 'snelle' communicatiekanalen wordt tevens verwacht dat ze actueel en juist zijn. Maar ook bij telefoon en balie, veranderen de verwachtingen. Men wordt mondiger, verwacht een snelle, inhoudelijk correcte service en een klantgerichte instelling, kortom een serviceverlening anno 2014 Alle activiteiten zijn erop gericht om over enkele jaren een ontwikkeling doorgemaakt te hebben die zich vertaalt in een sterk gedigitaliseerde en burgergerichte dienstverlening, waarbij 80% van de eerste contacten met de burger direct worden afgehandeld door de gemeente. Om deze ambitie waar te maken zoeken wij intensieve samenwerking op regionaal niveau op het gebied van kennis, informatie en technologie. Ook heeft Hendrik-Ido-Ambacht samen met de Drechtsteden, zich aangesloten bij het concept Antwoord©, dat gemeenten helpt de dienstverlening aan burgers en bedrijven in te richten naar de eisen van de (nabije) toekomst. Tenslotte leiden wij onze medewerkers op voor de benodigde frontoffice en backoffice taken en optimaliseren wij processen als meldpunt, telefonie en digitale dienstverlening.
30
Inzet op nadrukkelijke sturing op kosten van de regionale samenwerkingsverbanden Ook in 2013 zal blijvend worden ingezet op het verstevigen van de samenwerking met andere gemeenten en partners om onze bestuurlijke doelstellingen te realiseren. Regionale samenwerking op de schaal van de Drechtsteden of op het niveau van Zuid-Holland Zuid is erop gericht dat deze voor Hendrik-IdoAmbacht beleidsmatig en/of financieel meerwaarde oplevert. Ook kan het zo zijn dat door regionale samenwerking onze sociaal-economische positie versterkt worden. Aan deze samenwerking zijn kosten verbonden. Op deze kosten zijn en blijven we kritisch. Overigens zijn we dat niet alleen op de kosten, maar ook op de kwaliteit van de producten, diensten en resultaten die de regionale samenwerking oplevert. De samenwerking moet van toegevoegde waarde blijven voor onze inwoners, bedrijven en instellingen. Bijdragen aan verbetering van bestuurlijke besluitvorming in de regio Voor een goed functionerende bestuurlijke hoofdstructuur in de Drechtsteden is betrokkenheid belangrijk. Daarom zullen wij ook in 2013 actief participeren tijdens de Drechtstedendinsdagen. De inhoudelijke programmering voor deze maandelijkse dinsdag voor colleges en gemeenteraden biedt mogelijkheden voor een verstevigde programmatische bestuurlijke samenwerking met als resultaat een daadkrachtige besluitvorming en uitvoering van concrete projecten. Vanaf 2011 wordt in de Drechtstedengemeenten gesproken over het ‘Toekomstperspectief op de Drechtsteden’. De centrale inzet daarbij is intensivering van de samenwerking van de gemeenten: ‘de Drechtsteden als ware het één netwerkorganisatie’. Als vervolg op deze discussie is in 2012 op ambtelijk niveau concreet ingezet op de zogenoemde proeftuinen, om de regio en de gemeenten tot een innovatieve, efficiënte en effectieve netwerkorganisatie door te ontwikkelen, dit vanuit en met behoud van de samenwerkingsgedachte van de Drechtsteden en de Drechtstedengemeenten. Onze gemeente participeert hierin actief. Op basis van de evaluatie wordt bekeken of en op welke wijze deze proeftuinen in 2013 vervolg krijgen. In het kader van de toekomst van het netwerkbestuur zijn in de regio gesprekken gevoerd en suggesties gedaan (onder andere tijdens de Drechtstedendinsdagen) om de kwaliteit van het netwerkbestuur te versterken. Naar aanleiding van de resultaten van de verkenning Toekomst Netwerkbestuur en besluitvorming in de Drechtraad hierover kunnen in 2013 de gewenste vervolgstappen worden ingericht.
Wat mag het kosten ? (bedr agen x € 1.000) Bestuur Lasten per productgroep Bestuur Totaal lasten Bestuur
201 3
201 4
201 5
201 6
4.508 4.508
4.383 4.383
4. 311 4.31 1
4.101 4.1 01
Baten per productgroep Bestuur Totaal baten Bestuur
-239 -239
-239 -239
-239 -239
-80 -80
4.269
4.1 44
4.072
4.021
Saldo Bestuur
In de lasten van het programma Bestuur is jaarlijks een bijdrage van € 25.000 beschikbaar voor onvoorziene incidentele uitgaven.
31
8. De Volgerlanden
Inleiding De gemeente Hendrik-Ido-Ambacht werkt samen met buurgemeente Zwijndrecht aan de realisatie van de aantrekkelijke woningbouwlocatie De Volgerlanden. Hiermee voorzien we (mede) in de regionale woningbehoefte.
Wat willen we bereiken ? • Wervend woonmilieu met adequate voorzieningen. indicator schaalscore fysieke kwaliteit buurtvoorzieningen tevredenheid winkelaanbod schaalscore verloedering fysieke woonomgeving schaalscore sociale cohesie
0-waarde 6,2 64% 3,4
2011 5,9 (2011) 6,1 (2012) 85% 3,4
6,4
6,0
ambitie 2013 stijging stijging daling stijging
Ook in de Volgerlanden is de tevredenheid van de inwoners over de fysieke kwaliteit van de buurtvoorzieningen (onderhoud wegen, paden en pleintjes en het groen, openbare verlichting, speelplekken voor kinderen, voorzieningen voor jongeren) niet gestegen. De mate van verloedering (bekladding van muren en gebouwen, rommel en hondenpoep op straat en vernieling van straatmeubilair) die bewoners van de Volgerlanden ervaren, is niet veranderd. Ze ervaren een afnemende sociale cohesie. Door het bewonersplatform is dit onderkend. Tijdens het wijkbezoek van het college aan De Volgerlanden waren het schoonhouden van de wijk en sociale cohesie daarom onderwerpen van gesprek. De tevredenheid van de bewoners van de Volgerlanden over het winkelaanbod in de buurt is aanmerkelijk toegenomen. De opening van winkelcentrum Hoogambacht heeft hier aan bijgedragen.
Wat gaan we daarvoor doen? •
realiseren van een gevarieerd woningbouwprogramma gebaseerd op de uitgangspunten: Aantrekkelijk, Duurzaam , Adequaat en Doelmatig.
Overige acties Samenwerking met buurgemeente Zwijndrecht Het project De Volgerlanden is gebaseerd op de samenwerkingsovereenkomst De Volgerlanden, gesloten eind jaren ’90 tussen Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht. De beide gemeenten hebben in de eerste helft van 2011 gezamenlijk het besluit genomen de samenwerking in het kader van De Volgerlanden voort te zetten en de sturing en financiële controle op het project en de realisatie van de woonwijk te verbeteren.
32
Nadat de raad van de gemeente Zwijndrecht in mei 2012 had ingestemd met de grondexploitatie De Volgerlanden 2012 heeft de raad van Hendrik-ido-Ambacht op 11 juni 2012 de grondexploitatie De Volgerlanden 2012 vastgesteld.
Kwaliteitsniveau De Volgerlanden. In de in 2011 besloten hernieuwde samenwerking zijn ook afspraken gemaakt over de kwaliteit van de woonwijk. Daarbij is nadrukkelijk uitgegaan van de oorspronkelijke doelstelling een woonwijk te ontwikkelen met een wervend woonmilieu. In de nadere afspraken die onderdeel uitmaken van de nieuwe samenwerkingsovereenkomst is het begrip kwaliteit nader geduid met de termen: aantrekkelijk, duurzaam, adequaat en doelmatig. Deze termen zijn leidraad voor de vormgeving van de woningen en openbare ruimte en voorzieningen. Ten aanzien van de verbetering van de sturing en financiële controle zijn in 2011 en 2012 positieve resultaten bereikt. De termen adequaat en doelmatig zijn daarbij nadrukkelijke uitgangspunten. Deelgebied West Het bestemmingsplan De Volgerlanden-West is op 7 mei 2012 vastgesteld. In de periode 2013 – 2016 is de aandacht vooral gericht op het afmaken van deelgebied West. Gelet op de situatie op de woningmarkt zal creatief worden ingespeeld op de mogelijkheden in relatie tot de gewenste kwaliteit en de snelheid van de bouw zodat het woongenot voor de bewoners kan worden gerealiseerd. Deelgebied Oost Het bestemmingsplan De Volgerlanden-Oost is op 7 november 2011 vastgesteld. In het kader van de bezwaar- en beroepsprocedure wordt verwacht dat de Raad van State eind 2012 uitspraak zal doen. Bij een positieve uitspraak zal dit bestemmingsplan onherroepelijk zijn. Reeds vanaf 2011 zijn de voorbereidingen gestart voor de verkoop en bouw van 45 vrije sector woningen, plan “Onder de Linden”. Gelet op de voortgang van eerdergenoemde planprocedure wordt ervan uitgegaan dat de daadwerkelijke bouw 2e kwartaal 2013 zal starten. De verdere aanpak van deelgebied Oost is bespreekpunt tussen De Volgerlanden en de projectontwikkelaars. Winkelcentrum Hoog-Ambacht Om een evenwichtig branchepatroon te verkrijgen worden het distributieplanologisch onderzoek (DPO) wijkwinkelcentrum Volgerlanden van 23 oktober 2003 en het DPO Winkelstructuur gemeente HendrikIdo-Ambacht van 23 oktober 2008 als basis genomen. Realiseren zorgvoorzieningen De Volgerlanden In november 2011 is de zorgvoorziening van Yulius opgeleverd. Met de bouw van de zorgvoorziening welke door Rhiant wordt gerealiseerd is in juli 2011 gestart. De planning is dat deze zorgvoorziening rond maart 2013 wordt opgeleverd. Verkeersveiligheid In navolging van het beleid uit 2012 is er een continue alertheid op de verkeersveiligheid tijdens de bouw van De Volgerlanden. Met name de scholenclusters en de scholenroutes krijgen de benodigde aandacht. De verkeersveiligheid is onderdeel van de programma’s van eisen en bestekken.
33
Wat mag het kosten?
(b ed r agen x € 1.000) De Volgerlanden Lasten per productgroep Gr ex Volgerl anden (exl.sto rtin g in r eser v es) Mutatie onderhanden werk en Volgerl anden Totaal lasten De Volgerlanden Baten per productgroep Gr ex Volgerl anden Mutatie onderhanden werk en Volgerl anden Totaal baten De Volgerlanden Saldo De Volgerlanden
2013
2014
2015
2016
8.867
8.500
7. 978
6.138
19.002 27.869
361 8.861
0 7.978
7.786 13.924
-27.869 0 -27.869
-8.861 0 -8.861
-911 -7. 067 -7.978
-13.924 0 -13.924
0
0
0
0
34
9. Algemene dekkingsmiddelen
Inleiding We dragen zorg voor een gezond financieel evenwicht op onze begroting. Voor wat betreft de heffingen die onze inwoners raken, wordt de totale lastendruk en het voorzieningenniveau in ogenschouw genomen. Onder algemene dekkingsmiddelen verstaan we beleggingen en deelnemingen, de Algemene uitkering, OZB, de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen en de mutaties in de reserves.
Wat willen we bereiken ? • Goede communicatie met inwoners over gemeentelijke belastingen. indicator positief oordeel van de inwoners over de besteding van belastinggeld door de gemeente
0-waarde 7,1
2011 6,7 (2010) 6,1 (2011)
ambitie 2013 gelijk
De waardering van de inwoners over hoe de gemeente het belastinggeld besteedt, vertoont een dalende ontwikkeling. Ook hier zien we de gevolgen van de economische recessie terug. De inwoners worden geconfronteerd met belastingen die stijgen met een inflatiecorrectie en met de gevolgen van de bezuinigingen die noodgedwongen zijn doorgevoerd.
Wat gaan we daar voor doen ? Zorgdragen voor een gezond financieel evenwicht op onze begroting Voorop staat een solide financieel beleid dat tot doel heeft een sluitende meerjarenbegroting te behouden, zodat we onze toekomstige generatie een gedegen basis kunnen bieden. Om de begroting meerjarig in evenwicht te houden wordt kritisch gekeken naar onze uitgaven en wij vragen dat ook van onze verbonden partijen. In deze periode van financieel zwaar weer zullen doordachte keuzes gemaakt moeten worden. Bij leges, reiniging en riool wordt uitgegaan van 100% kostendekking. De algemene belastingen volgen de prijsindex. Eventuele verhogingen van de gemeentelijke belastingen moeten nadrukkelijk in relatie worden gebracht met de gemeentelijke voorzieningen, waarbij wij de totale lastendruk van de inwoners in het oog houden.
Overige acties Goede communicatie met inwoners over gemeentelijke belastingen Naar verwachting zal er bij de inwoners weinig draagvlak zijn voor lastenverzwaringen. Toch zijn maatregelen nodig om een sluitende begroting te kunnen presenteren. Van belang is dat inwoners de noodzaak hiervan op zijn minst kunnen begrijpen. Goede, tijdige communicatie helpt daarbij. Met verschillende communicatiemiddelen zullen de inwoners zorgvuldig worden geïnformeerd over het hoe en waarom van de maatregelen.
35
Wat mag het kosten ? (bedr agen x € 1.000) Algemene dekkingsmiddelen
201 3
201 4
201 5
201 6
Lasten per productgroep Financiering en algemene dekk ingsmiddelen Mutaties toevoegingen aan reserves Meer jar ig beg ro tin gssaldo : v o or deli g r esultaat Totaal lasten A lgemene Dekkingsmiddelen
28 298 120 446
27 363 103 493
28 331 0 359
28 251 85 364
Baten per productgroep Financiering en algemene dekk ingsmiddelen Mutaties bijdragen uit reserves Meer jar ig beg ro tin gssaldo : n adel ig re sul taat Totaal baten Algemene Dekkingsmiddelen
-27.536 -168 0 -27.704
-27.107 -126 0 -27.233
-26. 776 -78 -113 -26.967
-27.068 -14 -27.082
Saldo A lgemene Dekkingsmiddelen
-27.258
-26.740
-26.608
-26.71 8
Een nadere specificatie van de algemene dekkingsmiddelen is te vinden in deel III van deze begroting bij het onderdeel “Financiële aspecten”.
36
PARAGRAFEN
37
1. Weerstandsvermogen & risicoparagraaf Inleiding Deze paragraaf geeft inzicht in (mogelijke) risico’s voor de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht en de weerstandscapaciteit om die risico’s op te vangen. De risico’s Voor de beoordeling van de financiële positie van de gemeente zijn niet alleen de in deze begroting gepresenteerde cijfermatige gegevens van belang, zoals het eigen vermogen, de voorzieningen en de onbenutte belastingcapaciteit. Het college dient de raad ook inzicht te geven in de risico’s die niet in de begroting kunnen worden verwerkt. Bij de vaststelling van de begroting dient uw raad deze risico’s naar de laatste stand van zaken te bevestigen. Bij de inventarisatie van de risico’s in deze paragraaf betreft het de actuele risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen. Dit zijn de risico’s • die niet op een andere manier zijn te ondervangen; • die een financieel nadelig gevolg kunnen hebben; • die relevant zijn (lees: risico van materieel belang); • die met redelijke zekerheid zich gaan voordoen en • die niet direct beïnvloedbaar zijn. Voor de inventarisatie van de risico’s gelden de volgende criteria: • in het kader van het weerstandsvermogen zijn in principe alleen de financiële risico’s van toepassing waarvoor vooralsnog geen of onvoldoende beheersmaatregelen aanwezig zijn. • Voor invulling van het begrip ‘risico van materiële betekenis’ is gekozen voor een norm van 0,5% van de totale uitgaven van de gemeente, t.w. € 0,3 mln. Dus richten we ons op risico’s die redelijkerwijs een financiële impact kunnen hebben van € 0,3 miljoen of meer. Door clustering van een aantal kleinere risico’s binnen een programma, kan eventueel al te rigide hantering van het materialiteitsbegrip worden ondervangen. • Voor de beschouwing van de risico’s wordt een tijdshorizon gehanteerd van 4 jaar. De gehanteerde werkwijze Per risico wordt op hoofdlijnen toegelicht wat het risico behelst. Vervolgens vindt op basis van de beschikbare informatie daar waar mogelijk een inschatting plaats omtrent de omvang van het risico en de mate van zekerheid dat het risico zich gaat voordoen. De mate van zekerheid wordt geduid met laag (30%), gemiddeld (50%) en hoog (80%). Daarnaast wordt aangegeven of het risico structurele of incidentele gevolgen heeft. Daar waar structurele gevolgen zijn, zullen, indien dit risico zich voordoet, structurele beheersmaatregelen genomen moeten worden. Eventuele incidentele gevolgen kunnen afgezet worden tegen incidentele beheersmaatregelen (onder andere de reserves).
Product Beschrijving risico
Structureel/incidenteel
Algemene uitkering, brede doel uitkeringen, specifieke uitkeringen De effecten van de rijksbezuinigingen en de decentralisatiediscussies zijn voor de middellange termijn nog allerminst zeker. Deze effecten kunnen nadeliger zijn dan de €15,- per inwoner (vanaf 2014) waarmee nu rekening is gehouden. De macroeconomische ontwikkelingen zijn moeilijk te voorspellen, laat staan de effecten die deze ontwikkelingen op onze begroting kunnen hebben. Structureel/Incidenteel
38
Risico omvang
Kans op optreden Maatregelen
Product Beschrijving risico
Voor deze risicoparagraaf houden we rekening met een extra nadelig effect ter grootte van 2% van onze Algemene Uitkering. Dit komt neer op € 400.000,- op jaarbasis. We streven ernaar om in 2 jaar de nadelige effecten van deze ontwikkelingen structureel in onze begroting te verwerken. Gemiddeld (50%) Actief volgen en indien noodzakelijk maatregelen nemen tot bijsturing, met name bij Kadernota of begroting.
Regionale samenwerking Per verbonden partij hebben we de risicoparagraaf uit de eigen begroting van de betreffende verbonden partij geanalyseerd en daarbij gekeken of wij als eigenaar van de verbonden partijen op getrapte wijze de mogelijke effecten van die risico’s in onze eigen risicoparagraaf moesten opnemen. De GRD kent een omzet van 215 miljoen en een weerstandscapaciteit van 3 miljoen. Onze bijdrage is circa 10 miljoen (4,5%). OZHZ kent een omzet van 22 miljoen met een weerstandscapaciteit van 1 miljoen, onze bijdrage is circa 3 ton (1,4%). De VRZHZ heeft een omzet van 9 miljoen, een weerstandscapaciteit van 0,5 miljoen en onze bijdrage is circa 3 ton (3,3%). PGJ ZHZ heeft een omzet van 19 miljoen / 9 miljoen netto (excl. Kassiersfunctie JGZ) en een weerstandscapaciteit van 2,9 miljoen. Onze bijdrage (excl. Inwonerbijdrage OZHZ) is zo’n 6 ton (6,6 %). Drechtwerk kent een totale omzet van zo’n 61 miljoen en géén weerstandscapaciteit, onze bijdrage is circa 1,5 ton (0,2%). De risico’s zijn in de begrotingen van voornoemde partijen zelden gekwantificeerd en zeker niet opgeteld tot een gewogen gemiddelde o.i.d. Inhoudelijk zijn vele risico’s gerelateerd aan rijksmaatregelen en/of decentralisaties, m.n. op het gebied van sociale zekerheid / werkvoorziening.
Structureel/incidenteel Risico omvang Kans op optreden Maatregelen Product Beschrijving risico
Voor de bepaling van ons risico wordt daarom met name onze bijdrage als vertrekpunt gehanteerd. Wanneer we uit gaan van een maximaal risico van 10% van onze bijdrage resulteert een cumulatief bedrag van ongeveer € 1,3 miljoen. Incidenteel / structureel Circa 1,3 mln Gemiddeld (50%) Actief bewaken in de ambtelijk en bestuurlijke overlegvormen Grondexploitaties In het algemeen kennen grondexploitaties algemene risico’s zoals rente- en prijsmutaties, tijdsplanningen en afzetrisico’s enerzijds en specifieke projectrisico’s anderzijds. Daarnaast geldt dat in zo’n grex op basis van onderzoek zo goed mogelijk, plus enigszins voorzichtig, wordt geraamd zodat zowel voor- als nadelen kunnen optreden. Bovendien is er veelal de mogelijkheid ook op inhoud bij te sturen om zodoende eventuele mee- of tegenvallers op te vangen. Wij hebben drie actieve grondexploitaties die jaarlijks worden geactualiseerd en
39
vastgesteld. Voor een uitgebreide toelichting op de risico’s wordt verwezen naar de (vertrouwelijke bijlage) van de grex’en zelf. Volgerlanden: Deze grex kent een verwacht saldo op contante waarde van 10,3 miljoen negatief (WEL ingeboekt en afgedekt). Daarnaast worden de risico’s weer geactualiseerd. Op basis van deze actualisatie en de door ons daarbij gehanteerde risicobeheersingsmethodiek, is voor de korte termijn (3 jaar) met 90% zekerheid een buffer van 16 miljoen afdoende. Wij hebben hierbij vooralsnog gebruik gemaakt van de risicobeheersingssystematiek die we ook gebruiken bij onze andere grondexploitaties. Bij de actualisatie van de grex per 1-1-2013 kan er door de Stuurgroep De Volgerlanden voor een definitieve risicobeheersingssytematiek gekozen worden. Daarnaast geldt dat in de met de gemeente Zwijndrecht gemaakte afspraken is opgenomen dat van het eventuele exploitatietekort tot € 20 miljoen (eindwaarde) beide partijen ieder de helft voor zijn rekening nemen. Het bedrag dat boven de € 20 miljoen uitkomt komt voor 2/3 deel voor rekening van Hendrik-Ido-Ambacht en 1/3 deel voor rekening van Zwijndrecht. Per saldo is ons risico circa 11 miljoen. Ambachtsezoom: Deze grex kent een verwacht saldo op contante waarde van 7,3 miljoen positief (nog niet ingeboekt) en een maximale risicobuffer van 4,3 miljoen (met 90% zekerheid) Zuidwende: Deze grex kent een verwacht saldo op contante waarde van € 6k positief (niet ingeboekt) en een maximale risicobuffer van 0,5 miljoen (met 90% zekerheid)
Structureel/incidenteel Risico omvang Kans op optreden Maatregelen
Product Beschrijving risico
Structureel/incidenteel Risico omvang Kans op optreden
Voor de bepaling van het gecombineerde risico moet ook rekening worden gehouden met het nog niet in de boeken opgenomen positieve resultaat Ambachtsezoom. Gecombineerd leidt dit tot een omvang van ongeveer 8 miljoen. Incidenteel Circa 8 miljoen Gemiddeld (50%) Actief bewaken en bijsturen in de betreffende stuurgroep aan de hand van kwartaalrapportages
Regionale samenwerking Noordoevers De gemeente neemt deel in de regionale ontwikkelingsmaatschappij ROM-D, hierin hebben we dus een afgeleid risico. Eén van de projecten van ROM-D is het Noordoevers project dat gedeeltelijk op ons grondgebied ligt. Begin 2012 is regionaal het voorstel gedaan dit project uit de ROM-D te halen en onder te brengen bij de Drechtsteden. De raad heeft hier op 5 maart 2012 mee ingestemd. In dit voorstel wordt er vanuit gegaan dat Hendrik-Ido-Ambacht tot 2016 circa 1 miljoen bijdraagt in het voorzien tekort van fase 2 en fase 4 en voor 10,2% participeert in de risico’s, die momenteel worden geraamd op 50% van 9 miljoen (ons gewogen aandeel per fase: fase 1 € 204.545, fase 2 € 102.273, fase 3 € 51.136 en fase 4 € 102.273). Incidenteel Circa € 0,9 miljoen Gemiddeld (50%)
40
Maatregelen
Actief bewaken in de ambtelijk en bestuurlijke overlegvormen
Uit deze risico-inventarisatie blijkt dat we een gewogen risico kennen van 5,3 miljoen. Hier staat de volgende weerstandscapaciteit tegenover. Weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit Het weerstandsvermogen bestaat uit: • de weerstandscapaciteit, bestaande uit resp. het eigen vermogen, langlopende voorzieningen, de onbenutte belastingcapaciteit en garantstellingen • de eventuele risico’s die de gemeente loopt Het weerstandsvermogen kan dus niet los worden gezien van de risico’s. Het berekende profiel van risico’s is de optelsom van alle door het college benoemde risico’s. In een situatie van voldoende financiële manoeuvreerruimte is deze benadering meestal wel toereikend. Echter in de huidige economische tijd met tal van onzekerheden is het gewenst om de risico’s beter te preciseren en het regelmatig weerstandsvermogen te herijken.
41
Voor onze gemeente is de weerstandscapaciteit als volgt samengesteld: W eer standscapaciteit 2013
Per inwoner
1) Al gemene reserves
6.928.845
Incidenteel beschikbaar
6.928.845
244
25.000
1
Beschikbaar voor "O nvoor ziene uitgaven"
O nbenutte bel astingcapaciteit A fv alstoffenheffing 2) Kosten 3) BTW 4) af: O pbrengsten 5) Vrije ruim te
2.919.434 435.000 3.105.300 249.134
9
R ioler ing 6) Kosten 7) BTW 8) bij: Toevoeging egalisatier eser ve rioler ing 9)af: O pbrengsten 10) Vr ije r uimte
1.710.000 97.200 62.000 1.822.000 47.200
2
O ZB 11) O pbrengst volgens ar t. 12 norm 12) O pbrengst volgens tarief HIA 13) Vr ije r uimte
5.379.882 4.809.000 570.882
20
56.168 47.101 9.067
0
876.283
31
7.830.1 28
276
Mar ktgel den 14) Kosten mark t 15) O pbrengst mark t 16) Vr ije r uimte Totaal vr ije r uimt e Totaal weer standsvermogen (Incidenteel + Str uctur eel)
Relatie beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit Uit het bovenstaande blijkt dat voor ongeveer € 7,8 miljoen aan weerstandscapaciteit beschikbaar is. Dit is voldoende om als dekking te kunnen fungeren voor de materieel relevante risico’s.
42
2. Financiering Inleiding In deze paragraaf komen de onderwerpen aan de orde die behoren tot het geldstromenbeleid van de gemeente. Dit zijn onder andere risicobeheer (met name rente- en kredietrisico), de financieringspositie, het kasbeheer en de informatievoorziening. Algemeen De uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie dient plaats te vinden binnen de kaders zoals gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). In deze wetgeving staan vooral de transparantie en risicobeheersing centraal. De transparantie komt daarbij tot uitdrukking in voorschriften voor een verplicht financieringsstatuut alsmede een financieringsparagraaf in begroting en jaarrekening. De risicobeheersing heeft betrekking op renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s en debiteurenrisico’s. Het begrip treasury kan worden gedefinieerd als het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Meer concreet gaat het om financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden, het te allen tijde zorgen voor voldoende liquide middelen (waarbij een tijdelijk overschot, binnen zekere risicokaders, tegen een zo hoog mogelijk rendement wordt belegd), en het daarbij afdekken van met name rente- en kredietrisico’s. Binnen de financiële functie van de gemeente is het van belang het onderscheid te herkennen tussen de treasury- en de controlfunctie. Treasury zorgt voor de beschikbaarheid van geldmiddelen; de controlfunctie is belast met het toezicht en de bewaking van de aanwending ervan. Vanuit deze rollen is de focus bij treasury gericht op feitelijke in- en uitgaande kasstromen, terwijl de controlfunctie veelal redeneert in termen van baten en lasten. Benadrukt wordt dat de doelstelling van de treasuryfunctie van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht is dat deze uitsluitend de publieke taak dient en dat een prudent beleid gevoerd wordt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet fido. De gemeente Hendrik-Ido-Ambacht heeft de advisering over en de uitvoering van haar treasurybeleid overgedragen aan het Servicecentrum Drechtsteden. Ontwikkelingen De huidige schuldenproblematiek in Europees verband heeft er toe geleid dat ook op nationaal niveau meer focus is gekomen op begrotingsdiscipline en schuldposities. Op dit moment is in Nederland op twee fronten nieuwe wetgeving in de maak die mogelijk grote financiële gevolgen gaat krijgen voor gemeenten, te weten: 1. de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF). Deze wet zal een vertaling worden van EUbegrotingsrichtlijnen, waarin is vastgelegd dat het maximale begrotingstekort van de overheid 3% van het BBP mag bedragen. Becijferingen hebben uitgewezen dat 0,38% van dit tekort voor rekening komt van gemeenten. Via de Wet HOF zal deze tekortlimiet worden verankerd. Per gemeente zal een berekening worden gemaakt op kasbasis (het zgn. EMU-saldo) in plaats van het gebruikelijke baten/lastenstelsel. Via deze wet zullen vergaande bevoegdheden aan het
43
2.
kabinet worden toegekend om in te grijpen indien de norm wordt overschreden, zoals kortingen op het gemeentefonds. De beoogde datum van inwerkingtreding van deze wet is 1 januari 2013. Schatkistbankieren. In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden vanaf 2013 (tijdelijke) overschotten aan geldmiddelen verplicht bij het Rijk zullen moeten stallen. Dit wordt aangeduid als schatkistbankieren zonder leenfaciliteit. Het is dus beter om te spreken van schatkistbeleggen. Het aanhouden van overschotten bij het Rijk betekent dat de Nederlandse Staat minder geld hoeft te lenen op de financiële markten, hetgeen een voordelig effect geeft op de staatsschuld. Voor gemeenten betekent dit echter een aantasting van de autonomie met betrekking tot de wijze waarop zij met haar overtollige middelen wenst om te gaan. Daarnaast zullen gemeenten genoegen moeten nemen met lagere rendementen. Hoewel een wettelijke grondslag nog moet worden gecreëerd, is al wel bepaald dat alle na 4 juni 2012 vrijkomende middelen onder de nieuwe regels zullen vallen. Gezien het feit dat gemeente Hendrik-IdoAmbacht met name aan de opnemende kant van het financieringsspectrum zit, zullen de gevolgen voor de gemeente naar verwachting beperkt zijn.
Zodra de hier geschetste ontwikkelingen in wetgeving verankerd zijn, zal worden bezien in hoeverre het gemeentelijke Financieringsstatuut moet worden aangepast. Het afgelopen jaar heeft de renteontwikkeling het volgende beeld laten zien: Verloop rentetarieven 1 juli 2011 - 1 juli 2012 4,00%
10-jaars IRS 3-maands Euribor
2,00%
1,00%
1-jul-12
1-jun-12
1-mei-12
1-apr-12
1-mrt-12
1-feb-12
1-jan-12
1-dec-11
1-nov-11
1-okt-11
1-sep-11
1-aug-11
0,00% 1-jul-11
Percentage
3,00%
Datum
44
In absolute cijfers:
Renteontwikkeling afgelopen jaar Vorig jaar (begin juli 2011)
Actueel ten tijde van opstelling begroting 2013 (begin juli 2012)
Toe-/afname
Korte rente (3-maands Euribor), ca.
1,55%
0,65%
-0,90%
Lange rente (10-jaars IRS), ca.
3,45%
1,96%
-1,49%
Spreiding kort/lang
1,90%
1,31%
-0,59%
Omschrijving
De ontwikkeling van de korte rente staat vooral onder invloed van het monetaire beleid zoals uitgevoerd door de Europese Centrale Bank (ECB). De daling van de korte rente gedurende het afgelopen jaar is dan ook met name het gevolg van de door de ECB doorgevoerde verlagingen van de voorschotsrente (‘refirente’). Om de oplopende inflatie te beteugelen zag men zich genoodzaakt om de rente eind 2011 in twee stapjes van 0,25% te verlagen van 1,50% naar het huidige niveau van 1%. De geldmarkt heeft deze beweging gevolgd. Op de kapitaalmarkt was het afgelopen jaar eveneens een dalende rente zichtbaar, zelfs in forse mate. De lange rente (Interest Rate Swap, IRS) daalde in die periode namelijk, geheel tegen de verwachtingen in, met maar liefst circa 1,5 procentpunt van 3,45% naar een actueel niveau van iets onder de 2%. Deze daling werd veroorzaakt door de Europese schuldencrisis. In het licht hiervan behoorde de Nederlandse staat namelijk het afgelopen jaar, samen met Duitsland en enkele Scandinavische landen, tot een vluchthaven voor centrale banken en grote institutionele beleggers. Dit grote aanbod van kapitaal vertaalde zich in een lagere rente. Uit voorgaande grafiek blijkt echter wel dat de lange rente gedurende de maand juni 2012 gevoelig is opgelopen. Deze rentestijging werd met name veroorzaakt doordat Spanje zich nadrukkelijk bij het Europese schuldenloket had gemeld, een beroep dat tot een veelvoud aan steun zou kunnen leiden dan ten aanzien van Griekenland het geval was. De onzekerheid over in hoeverre dergelijke bijdragen door landen als Nederland gedragen kunnen worden, deden de rente flink oplopen. Afgewacht moet worden in hoeverre dit effect doorzet. Voor het komende jaar wordt door een aantal sector- en grootbanken gemiddeld de volgende rentebeweging voorzien, waarbij benadrukt moet worden dat dit een momentopname is die dagelijks wijzigt.
Renteverwachting komend jaar (rentevisie) Actueel ten tijde van opstelling begroting 2013 (begin juli 2012)
Gemiddelde verwachting grootbanken van stand over 1 jaar
Toe-/afname
Korte rente (3-maands Euribor), ca.
0,65%
0,76%
0,11%
Lange rente (10-jaars IRS), ca.
1,96%
2,50%
0,54%
Spreiding kort/lang
1,31%
1,74%
0,43%
Omschrijving
Opgemerkt moet worden dat banken bij het verstrekken van financiering, afhankelijk van de leninglooptijd, nog wel opslagen berekenen bovenop de IRS-niveaus zoals vermeld in voorgaande tabellen.
45
Deze opslagen zijn het afgelopen jaar opgelopen en bedragen thans circa 0,8% (80 basispunten) voor een 10-jaars lening. Door ontwikkelingen als de schuldencrisis en strengere vermogensvereisten voor banken, de zogenoemde Basel III-richtlijnen, kunnen deze opslagen verder oplopen. Geconcludeerd kan worden dat met name voor de lange rente een stijging wordt verwacht. Het renteverschil tussen korte en lange rente zal daarmee oplopen. Renterisico’s Renterisico’s kunnen vanuit Wet fido-optiek worden bezien op de korte en op de langere termijn. Renterisico op de korte schuld: de kasgeldlimiet Met de kasgeldlimiet is in de Wet fido een norm gesteld voor het maximum bedrag waarop de gemeente haar financiële bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd < 1 jaar) mag financieren. Deze norm bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. Voor 2013 kan de kasgeldlimiet voor de gemeente Hendrik-IdoAmbacht als volgt worden bepaald:
Begrotingstotaal 2013 Relevant percentage Kasgeldlimiet
€ €
75,000 miljoen 8,5% 6,375 miljoen
Bovendien heeft de gemeente door middel van zogenoemde CAP’s het renterisico over een kortlopend te financieren bedrag van € 45 miljoen afgedekt op een niveau van 3,7%. Deze CAP’s hebben een looptijd tot respectievelijk eind 2014 (€ 15 miljoen) en eind maart 2016 (€ 30 miljoen). Omdat met dergelijke CAP’s een renterisico wordt afgedekt, mag dit bedrag worden betrokken bij de beoordeling van de kasgeldlimiet. De totale limietruimte bedraagt aldus 51,4 miljoen. De gemeente Hendrik-Ido-Ambacht verwacht in 2013 binnen de totale limietruimte (kasgeldlimiet + CAP’s) te opereren. Oogmerk van het door het SCD uit te voeren gemeentelijke saldobeheer is om de limietruimte optimaal te benutten. Indien de kasgeldlimiet (met inbegrip van de CAP’s) bij herhaling wordt overschreden dient er geconsolideerd te worden ofwel moet één en ander worden omgezet in langlopende financiering. De te betalen rente voor de korte financiering is in de begroting 2013-2016 geraamd op 2,75 %. Renterisico op de langlopende schuld: de renterisiconorm De gemeente loopt renterisico op het moment dat nieuwe leningen moeten worden aangetrokken (herfinanciering) of als een renteherziening van toepassing is. Om het renterisico te beheersen is in de Wet fido de renterisiconorm geformuleerd. Het doel van deze norm is om overmatige afhankelijkheid van het renteniveau in één bepaald jaar te voorkomen, dit ter bescherming van de gemeentelijke financiële positie. Met deze norm bevordert de Wet fido een solide financieringswijze bij openbare lichamen. Conform voorschrift van de Wet fido wordt het renterisico in de navolgende tabel voor de komende vier jaren bepaald, terwijl de renterisiconorm alleen betrekking heeft op het totaal van de begroting van het komende jaar. De renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal. Aldus bedraagt deze norm voor de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht in 2013 € 15,0 miljoen.
46
R enteherzieningen A flossingen R enterisico
€ € €
- € 14.545 € 14.545 €
€ €
75.000 20% 15.000
Toetsing renterisico aan norm: R enterisico € R enterisiconorm € Onderschrijding €
14.545 15.000 455-
Berekening renterisiconorm Begrotingstotaal 2013 Percentage regeling R enterisiconorm 2013
- € 11.272 € 11.272 €
- € 4.000 € 4.000 €
4.000 4.000
Uit deze tabel blijkt dat de renterisiconorm in 2013 niet wordt overschreden. Het interne rente-omslagpercentage zal voor de jaren 2013 tot en met 2016 3,7 % bedragen. Financieringspositie De totale gemeentelijke langlopende leningenportefeuille valt in twee delen uiteen, te weten een deel voor de Algemene Dienst en een deel voor De Volgerlanden. Mede op grond van de liquiditeitenplanning wordt voor 2013 het volgende verloop van de leningenportefeuilles voorzien:
Verwacht verloop leningenportefeuilles 2013
Portefeuille
Stand per 1-1-2013
Bedragen x € 1.000
BIJ: Nieuwe lening 2013
AF: Aflossingen 2013
Stand per 31-12-2013
Algemene Dienst De Volgerlanden
€ €
39.818 64.500
€ €
10.000 -
€ €
2.045 12.500
€ €
47.773 52.000
Totaal
€
104.318
€
10.000
€
14.545
€
99.773
Ook in de jaren na 2013 zal een financieringsbehoefte bestaan. Deze behoefte komt vooral voort uit aflopende fixe-leningen in 2014 (De Volgerlanden) en 2016 (Algemene Dienst). De leningen voor de Volgerlanden waren ooit aangegaan met het oogmerk dat aflossing plaats zou kunnen vinden uit grondopbrengsten. Op grond van de actuele economische realiteit is echter de verwachting dat deze te zijner tijd geherfinancierd moeten worden. Kredietrisico’s Kredietrisicobeheersing richt zich op de kredietwaardigheid (en dus risicoprofiel) van de tegenpartijen bij financiële transacties. Kredietrisico’s kunnen worden gelopen vanuit uitzettingen of uit verleende garanties. Uitzettingen Onder uitzettingen worden verstaan verstrekte leningen en beleggingen. Naar verwachting zullen per eind 2013 de standen hiervan als volgt bedragen: Leningen aan woningcorporaties Woningfinancieringen gemeentepersoneel Lening aan ROM-D
€ € €
0,1 mln 6,2 mln 3,2 mln
47
Beleggingen Spoorfonds Totaal
€ €
0,4 mln 9,9 mln
In 2003 heeft de gemeenteraad besloten dat het verstrekken van geldleningen aan plaatselijke instellingen geen gemeentelijke taak is. Voor zover passend binnen de vastgestelde kaders kunnen dergelijke instellingen gebruik maken van het gemeentelijke garantiebeleid voor een zo gunstig mogelijke financiering van maatschappelijke activiteiten, waardoor de besparing in de rentekosten ten gunste van die activiteiten kan worden ingezet. In het licht van de ontwikkelingen rond schatkistbankieren moet nog worden bezien hoe in de nabije toekomst met bovenstaande middelen moet worden omgegaan. Zo kan het zijn dat het Rijk de gemeente verplicht om haar Spoorfondsbelegging te liquideren en tegen een lager rendement onder schatkistbankieren te brengen. Garantstellingen De gemeente loopt niet alleen kredietrisico op uitzettingen, maar ook op de geldleningen waarover een garantstelling is verstrekt. Naar verwachting zal de totale restantschuld van de gegarandeerde geldleningen per eind 2013 € 89,7 miljoen bedragen. Dit kan als volgt worden gespecificeerd: Woningbouw Sociaal-maatschappelijke instellingen Overig Totaal
€ € € €
81,0 mln 0,3 mln 8,4 mln 89,7 mln
Van het hierboven weergegeven bedrag aan woningbouwgaranties verloopt € 71,8 miljoen (ofwel 89%) via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De gemeente bekleedt in dit fonds een zogenoemde achtervangpositie, waaraan een relatief laag risicoprofiel verbonden is (indirect kredietrisico). De overige borgstellingen zijn te kenmerken als directe gemeentelijke kredietrisico’s. De grootste hiervan betreft een 1,35% aansprakelijkheid voor de financieringsportefeuille van HVC waaraan een bedrag van € 8,3 miljoen verbonden is. Liquiditeitrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat de gemeente vanwege een tekort aan geldmiddelen niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. Voor de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht is dit risico beperkt, onder meer vanwege een met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) overeengekomen kredietlimiet van € 22 miljoen. Debiteurenrisico Het debiteurenbeleid is gericht op het beperken van de uitstaande debiteurenomvang. Door middel van reguliere aanmaningsrondes, invorderingsacties en inning door middel van automatische incasso worden de risico’s beperkt gehouden. Jaarlijks vindt beoordeling plaats van de dubieuze debiteuren. Relatiebeheer De gemeente onderhoudt contacten met de BNG, Deutsche Bank, Rabobank en ING. Informatievoorziening Minimaal tweemaal per jaar vindt een overleg plaats met het Servicecentrum Drechtsteden over de voortgang en uitvoering van de treasuryzaken. Indien daartoe vanuit gemeente of vanuit SCD behoefte dan wel noodzaak wordt gevoeld vindt daarnaast ook contact op incidentele basis plaats. Voor zover relevant zullen door het SCD rapportages worden opgeleverd voor in- of extern gebruik.
48
3. Lokale heffingen Inleiding De lokale heffingen kunnen we onderscheiden in heffingen waarvan de besteding gebonden dan wel ongebonden is. Gebonden wil zeggen dat de besteding gerelateerd is aan een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente, zoals leges, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Deze heffingen worden verantwoord op de betreffende programma’s en niet tot de algemene dekkingsmiddelen gerekend. Ongebonden lokale heffingen zijn zuivere belastingen, waar geen directe tegenprestatie tegenover staat. Het gaat hierbij om de onroerende-zaakbelastingen (OZB) en precariobelasting. Deze heffingen zijn niet verbonden aan een inhoudelijk programma en behoren tot de algemene dekkingsmiddelen. Deze paragraaf heeft betrekking op beide heffingen. In het vervolg gaan wij achtereenvolgens in op: Ontwikkelingen en rijksbeleid Overzicht opbrengst gemeentelijke heffingen Heffingen woonlasten (lokale lastendruk) Overige lokale heffingen Kwijtscheldingen 1. Ontwikkelingen en rijksbeleid OZB-tarieven De maximale stijging van de totale opbrengst OZB in Nederland wordt door het Rijk bepaald met de zgn. macronorm. De macronorm voor het begrotingsjaar 2013 is 3,0% over € 3,237 miljard (de OZBopbrengst op basis van de gemeentelijke begrotingen 2012). In het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen van 10 mei 2012 is aangekondigd dat de overschrijding van de macronorm over 2012 ter grootte van € 7,7 miljoen in mindering wordt gebracht op de ruimte voor 2013. Op grond van deze bestuurlijke afspraak en de macronorm van 3,0% zal de totale OZBopbrengst in 2013 niet hoger mogen zijn dan € 3,3264 miljard. Daarmee komt de reële macronorm op 2,76%. Precariobelasting op kabels, buizen en leidingen van nutsbedrijven Naar aanleiding van de motie Van der Burg (Kamerstukken II, 32 500-VII, nr. 9) is er een nieuw wetsvoorstel gemaakt inzake vrijstelling van de precariobelasting voor netwerken van nutsbedrijven. Hierdoor zullen de netwerken van nutsbedrijven worden vrijgesteld van precariobelasting. De precariobelasting blijft bestaan als regulerend instrument voor gemeenten ter zake van onder andere terrassen en andere objecten boven, op en in de openbare grond. In het wetsvoorstel zal een overgangsregeling worden opgenomen die gekoppeld is aan een peildatum. Gedurende de overgangstermijn mogen decentrale overheden de precariobelasting op netwerken van nutsbedrijven afbouwen in een zelf gekozen tempo. De peildatum wordt vastgesteld op 1 januari 2012. Dit betekent dat alle decentrale overheden die vóór of uiterlijk op 1 januari 2012 precariobelasting op netwerken van nutsbedrijven hieven gebruik mogen maken van de overgangsregeling.
2. Overzicht gemeentelijke belastingopbrengsten Onderstaande tabel geeft een overzicht, ingedeeld naar algemene dekkingsmiddelen en gebonden heffingen, met de geraamde opbrengst voor 2013 en 2012, evenals de verantwoorde opbrengsten over 2011.
49
Bedragen x € 1.000 Rekening 201 1 A lgemene dekkingsmiddelen (ongebonden heffingen) Onroerende-zaakbelastingen Hondenbelasting Precariobelasting Subtotaal G ebonden heffingen A fvalstoffenheffing Rioolheffing Lijkbezorgingsrechten Bouwleges Overige leges Marktgeld Subtotaal TOTA A L
Begr oting na wijz. 201 2
Begr oting 2013
Mutatie 201 3 t.o.v. 2012
4.878 143 48 5.069
4.436 140 115 4.691
4.809 145 119 5.073
373 5 4 382
2.849 1.587 388 418 491 38 5.771 1 0.840
3.066 1.673 450 490 553 43 6.275 1 0.966
3.228 1.822 455 510 544 43 6.602 1 1.675
162 149 5 20 -9 0 327 709
Procentueel aandeel per heffingssoort op totale opbrengst 2013 Marktgeld 0% Overige leges 5% Bouwleges 4% Lijkbezorgingsrechten 4%
Rioolheffing 16%
Afvalstoffenheffing 28%
Onroerendezaakbelastingen 41%
Hondenbelasting 1% Precariobelasting 1%
Wij merken op dat de verschillen tussen 2013 ten opzichte van 2012 geen indicatie geven van de stijging of daling van de tarieven, maar van de totale opbrengst. Factoren zoals areaaluitbreiding spelen hierbij een belangrijke rol. Circa 20% van de inkomsten is afkomstig uit lokale heffingen. Zij vormen daarom een belangrijke inkomstenbron van de gemeente.
3. Heffingen woonlasten (lokale lastendruk) Tot de woonlasten worden gerekend de OZB, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. De woonlasten vormen het grootste deel van de opbrengst uit de gemeentelijke heffingen en daarmee grotendeels de
50
lokale lastendruk. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de woonlasten volgens de Atlas van de lokale lasten van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) voor meerpersoonshuishoudens in euro’s weergegeven over de laatste vier jaren. In de kolom 2013 zijn de gevolgen van de belastingvoorstellen verwerkt.
OZB-eigenaar Afvalstoffenheffing Rioolheffing eigenaar Rioolheffing gebruiker Ontwikkeling lastendruk % stijging tov vorig jaar Gemiddelde w oningwaarde
2009 262,00 305,00 90,00 42,00 699 -3,7% 248.000
201 0 262,00 305,00 94,00 44,00 705 0,9% 250.000
201 1 276,00 294,00 94,00 44,00 708 0,4% 237.931
201 2 281,34 299,88 98,70 46,08 726 2,5% 233.000
2013 286,97 305,88 105,60 49,30 748 3,0% 233.000
NB: De woningwaarde van 2013 is nog niet aangepast aan de waarde-ontwikkeling omdat die nog niet bekend is.
Bij de berekening van de woonlasten voor 2013 is uitgegaan van een inflatiecorrectie van 2%. De stijging van de woonlasten komt iets hoger uit, nl op 3%. Bij de rioolheffing is namelijk kostendekking het uitgangspunt. Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemiddelde woonlasten in 2013 met 3% zullen stijgen ten opzichte van het jaar ervoor. Hieronder treft u per heffing een toelichting aan. Onroerende-zaakbelastingen (OZB) De onroerende-zaakbelastingen (OZB) genereren de hoogste belastingopbrengst. De OZB worden gesplitst in een eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting voor nietwoningen. De opbrengst vloeit naar de algemene middelen van de gemeente. De raad bepaalt de tarieven en daarmee het bedrag dat de belastingplichtigen moeten betalen. De heffingsgrondslag is de waarde van de onroerende zaak. Deze wordt vastgesteld volgens de regels van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Voor 2013 gelden de WOZ-waarden met als waardepeildatum 1 januari 2012. Sinds 2009 wordt de OZB berekend naar een percentage van de WOZ-waarde van de onroerende zaak. Uitgangspunt bij het bepalen van de tarieven is de raming in de begroting van de meer- of minderopbrengst t.o.v. het jaar ervoor. Tevens dient rekening gehouden te worden met de WOZwaardeontwikkeling. De percentages voor 2013 kunnen pas berekend worden wanneer de ontwikkelingen (daling/stijging) van de WOZ-waarden bekend zijn. Deze zijn op dit moment onvoldoende bekend. Onderstaande tabel laat zien hoe de OZB-tarieven zich in de afgelopen jaren hebben ontwikkeld.
Eigenaar w oning Eigenaar niet-woning Gebruiker niet-w oning
2009 0,1057 0,2122 0,1699
201 0 0,1048 0,2122 0,1699
201 1 0,1160 0,2283 0,1828
2012 0,1207 0,2371 0,1898
51
Het bovenstaande tarief is uitgedrukt in een percentage. Dit percentage laat na vermenigvuldiging met de WOZ-waarde het te betalen bedrag aan OZB zien.
Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing wordt geheven ter dekking van de kosten voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Uitgangspunt is dat dit kostendekkend gebeurt. De tarieven hebben zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld (x € 1):
Meerpersoons Eenpersoons
2009 305,00 214,00
2010 305,00 214,00
201 1 294,00 207,00
201 2 299,88 211,20
2013 305,88 215,40
Stijging
-10,2%
0,0%
-3,5%
2,0%
2,0%
Rioolheffing Met ingang van 2010 is het rioolrecht ex artikel 229 van de Gemeentewet vervangen door de rioolheffing ex artikel 228a van diezelfde wet. Dit is het gevolg van de inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. Hiermee hebben gemeenten de mogelijkheid gekregen om naast de kosten van zorgplicht voor het afvalwater ook de kosten van de zorg voor het hemel- en grondwater te verhalen via de rioolheffing. Tot 2010 konden alleen de kosten van aanleg en onderhoud van het gemeentelijk rioleringsstelsel via het rioolrecht worden verhaald. Welke kosten via de nieuwe rioolheffing worden verhaald dient met het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) te zijn vastgesteld. De tarieven hebben zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld (x € 1): Eigendom Gebruik meerpersoons Gebruik eenpersoons Stijging
2009 90,00 42,00 21,00 5,5%
2010 94,00 44,00 22,00 4,6%
201 1 94,00 44,00 22,00 0,0%
2012 98,70 46,08 23,04 4,9%
201 3 105,60 49,30 24,65 7,0%
Hendrik-Ido-Ambacht heft van eigenaren van panden een vast bedrag per jaar, hierbij is 1 januari bepalend. Ook van gebruikers van panden wordt rioolheffing geheven. Eenpersoonshuishoudens betalen de helft van een meerpersoonshuishouden.
Vergelijking andere gemeenten Om inzicht te krijgen in het algemene verloop van de hoogte van de woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) is het goed een vergelijk met andere gemeenten te maken. Vergelijking van woonlasten kan worden gemaakt met de Drechtstedengemeenten. Deze is gebaseerd op de actuele gegevens van de Digitale Atlas van de lokale lasten 2012 op www.coelo.nl en geeft de woonlasten van een meerpersoonshuishouden weer. Ook het landelijk gemiddelde is hierin opgenomen.
52
Gemeente
Gemiddelde tarief OZB RioolheffingA fvalstoffen Totaal Rangnr. WOZ-waarde OZB eigenaar eig/gebr heffing meerp.huish. Alblasserdam 216.000 0,1130 244 250 264 758 331 Dordrecht 176.000 0,1100 194 152 241 587 36 H.I. Ambacht 233.000 0,1207 281 145 300 726 281 Papendrecht 211.000 0,1124 237 228 222 687 191 Sliedrecht 190.000 0,0903 172 199 213 584 32 Zwijndrecht 193.000 0,1127 218 204 285 707 246 Landelijk gemiddelde 228.000 0,1050 239 177 267 683 De indicatie in de laatste kolom betekent hoe lager het rangnummer hoe lager de w oonlasten.
4. Overige lokale heffingen Hondenbelasting De Gemeentewet regelt dat gemeenten een belasting op het houden van honden mogen heffen. De hondenbelasting is een zuivere belasting die, net als de OZB, naar de algemene middelen van de gemeente vloeit. In de Perspectiefnota voor de begroting 2010 is echter besloten de hondenbelasting als doelbelasting in te voeren. Precariobelasting De precariobelasting is een zuivere belasting. De opbrengst is afhankelijk van de lengte aan kabels, leidingen en buizen in de gemeentegrond. Lijkbezorgingsrechten De tarieven worden bepaald met als uitgangspunt kostendekkendheid.
5. Kwijtschelding Als een belastingplichtige als gevolg van financiële omstandigheden niet in staat is een belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen, kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. De regels voor het toekennen worden bepaald door de rijksoverheid. Deze regels komen erop neer dat kwijtschelding mag worden verleend aan belastingplichtigen die een inkomen hebben dat niet hoger ligt dan 90% van de bijstandsnorm. Gemeenten mogen hier in die zin van afwijken, dat deze inkomensgrens wordt verruimd naar 100% van de bijstandsnorm. Onze gemeente hanteert de zogeheten 100%-norm, wat betekent dat inwoners met een inkomen op bijstandsniveau in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking komen. Er vindt ook een vermogenstoets plaats. Een groot deel van de kwijtscheldingen wordt geautomatiseerd getoetst. Het doel hiervan is om zo de administratieve lasten voor de burger te verminderen. Gemeenten mogen zelf bepalen voor welke belastingen kwijtschelding wordt verleend. Op het gebied van kwijtschelding is een aantal ontwikkelingen gaande die wellicht aanleiding geven om de kwijtscheldingsverordening te wijzigen. Het gaat om kwijtschelding van de privébelastingen van ondernemers, mensen met kinderopvang en de kwijtscheldingsnorm voor 65-plussers. Hiervoor zullen u waar nodig voorstellen worden gedaan.
53
Naar verwachting wordt in 2013 voor de volgende bedragen kwijtschelding verleend: x € 1.000
Afvalstoffenheffing Rioolheffing
Werkelijk 2011 87 12
Begroting 2012 67 9
Begroting 2013 87 9
54
4. Onderhoud kapitaalgoederen Het beheer van kapitaalgoederen (wegen, riolering, water, openbaar groen, sportfaciliteiten, gebouwen et cetera) is belangrijk omdat het de publieke ruimte betreft en er directe invloed is op het woon-, leef- en werkklimaat van iedereen, maar ook omdat er een substantieel deel van de begroting mee gemoeid is. Volgens het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), artikel 12, lid 2, moet in de begroting ten aanzien van het onderhoud van kapitaalgoederen worden aangegeven: − het actueel beleidskader (met betrekking tot beheerplannen: wanneer vastgesteld of geactualiseerd); − het van toepassing zijnde kwaliteitsniveau; − de vertaling van de financiële consequenties van het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau in de begroting. Beheer van kapitaalgoederen is uiteraard niet nieuw. Er wordt al vele jaren aan beheer gedaan en er zijn de nodige instrumenten, zoals beheersystemen, beschikbaar om de beheertaak te ondersteunen en om goede financiële ramingen te maken. De beheersystemen hebben als doel het beheer zo effectief en efficiënt mogelijk in te richten. Dat betekent: de juiste maatregelen op de juiste plaats en op de juiste momenten en ook nog tegen de laagst mogelijke kosten. Maar effectief en efficiënt beheren lukt alleen als voldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Mede als gevolg van reeds in het begin van deze collegeperiode gemaakte afspraken over omvangrijke ombuigingen en als gevolg van de economische crisis, worden beschikbare middelen beperkt, waardoor beheeruitgaven moeten worden afgewogen tegen andere beleidsvelden. Het is belangrijk daarbij de juiste afwegingen te maken en in dit kader consequenties nader te beschouwen. Uitstel van onderhoud kan er toe leiden dat de gemeente op termijn met een beheerachterstand wordt geconfronteerd. De kapitaalgoederen worden zoveel mogelijk planmatig beheerd en onderhouden en omvatten dan ook een aantal specifieke beleidsplannen. In specifieke beleidsnota’s komt de methodiek van beheer aan de orde en wordt de vraag beantwoord op welke wijze het areaal in een zo goed mogelijke staat blijft tegen zo laag mogelijke kosten. Voorts wordt hierin het beleidskader omtrent het onderhoud van kapitaalgoederen gegeven. Om de kosten voor het onderhoud te bepalen zijn normkosten berekend op basis van een gekozen kwaliteitsniveau. Dit gewenste onderhoudsniveau wordt bepaald aan de hand van de optimale kwaliteit of landelijk gehanteerde normbedragen. Onderdeel openbare ruimte 1. Wegen
2. Riolering
Beleids- en beheerplan
Vastgesteld
Beleidsplan wegbeheer 2007-2012 Gemeentelijk Verkeer- en Vervoersplan 2009-2020 Beleidsplan openbare verlichting 2008-2013 Beheerplan openbare verlichting 2012-2014 Beleidsplan infrastructurele kunstwerken 2009-2015 Beheerplan infrastructurele kunstwerken 2009-2013 Beleidsplan verkeersvoorzieningen 2007-2013 Beheerplan verkeersvoorzieningen 2008-2012 Beleidsplan straatmeubilair 2007-2013 Beheerplan straatmeubilair 2008-2012 Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2009-2013
03-09-2007 07-12-2009
Planning/ actualisering 2012 2020
01-10-2007 24-01-2012 05-10-2009
2013 2014 2015
05-10-2009
2013
03-09-2007 29-05-2008 03-09-2007 10-06-2008 06-10-2008
2013 2012 2013 2012 2012
55
Onderdeel openbare ruimte
3. Water
4. Openbaar groen
5. Gebouwen 6. Afvalinzameling
Beleids- en beheerplan
Vastgesteld
Rioolbeheerplan 2009-2013 Grondwaterplan 2009-2013 Stedelijk waterplan 2004-2012
05-03-2009 07-12-2009 01-12-2003
Baggerplan 2009-2015 Beeldkwaliteitplan Groen 2011-2014 Beleidsplan bomen 2009-2019 Beheer (zorg)plan bomen 2006-2015 Beheerplan groenvoorzieningen 2008-2015 Beleidsplan begraafplaatsen 2008-2018 Beheerplan begraafplaatsen 2009-2014 Onderhoudsplan sportvelden Beleidsplan Buitenspelen, ja leuk! 2004-2014 Speelruimteplan 2009-2013 Beheerplan speelvoorzieningen 2010-2013 Gebouwenbeheerplan 2008-2012 Beleidsplan afvalinzameling 2003-2013 Beleidsplan zwerfafval 2008-2018 Zwerfafvalbeheerplan 2010-2015
07-09-2009 08-12-2011 09-11-2009 06-02-2006 04-2007 06-10-2008 17-03-2008 10-2007 04-04-2005 06-07-2009 08-07-2010 03-12-2007 07-2003 06-10-2008 17-08-2010
Planning/ actualisering 2013 2013 in overleg met Waterschap 2013 2015 2019 2015 2015 2018 2014 2012 2015 2013 2013 2012 2012 2018 2015
Voor de kapitaalgoederen worden specifieke meerjarige beleidsplannen en onderhoudsplannen opgesteld. De beleidsplannen worden voor een periode van 6 tot 10 jaar opgesteld. Beheerplannen hebben over het algemeen een cyclus van 4 jaar en kunnen actualisatie van het beleidsplan tot gevolg hebben. De beheerplannen vinden hun vertaling in jaarlijkse uitvoeringsplannen. Op basis van een gekozen kwaliteitsniveau worden de onderhoud- en vervangingskosten berekend met behulp van genormeerde kosten. Wegen, water, groen, riolering en kunstwerken vormen niet alleen belangrijke schakels in de gemeentelijke infrastructuur, maar leveren ook een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van de gemeente. Ze hebben daarmee waarde voor de bereikbaarheid, de economie, de omgevingskwaliteit en de veiligheid. Om die waarde duurzaam en efficiënt in stand te houden, is een systematisch en planmatig beheer noodzakelijk. Het beheer is dan ook gericht op het duurzaam in stand houden van de gemeentelijke voorzieningen. Dat wil zeggen dat kapitaalgoederen op een zodanige manier worden onderhouden dat tegen zo beperkt mogelijke kosten de voorzieningen voortdurend goed functioneren en er geen kapitaalvernietiging plaatsvindt. Daarbij worden beleids- en beheerplannen voor de openbare ruimte in de komende jaren telkens kritisch beschouwd op mogelijkheden tot bezuinigingen, ook in relatie met het gewenste kwaliteitsniveau van de gemeentelijke voorzieningen. Uitgangspunt voor het gewenste kwaliteitsniveau is dat de veiligheid en begaanbaarheid van de openbare ruimte op voldoende wijze gewaarborgd blijven.
1. Wegen 1.a. Wegbeheer Beleidskader De algemene doelstelling voor het wegbeheer is het voeren van een duurzaam wegbeheer waarbij de veiligheid voor de verkeersdeelnemers in stand wordt gehouden. Comfort en aanzien van de weg spelen hierbij een beperkte rol.
56
In het in 2007 geactualiseerde beleidsplan wegbeheer is als uitgangspunt voor wegbeheer vastgesteld, onderhoud op basisniveau, zodat er geen kapitaalvernietiging plaatsvindt. Onder het begrip basisniveau wordt verstaan: “Instandhouding op de langere termijn, uitgaand van een gemiddelde levensduur. Er wordt geen achterstand opgebouwd. Incidenteel zijn kleine achterstanden in onderhoud mogelijk. Eventueel onveilige situaties worden onmiddellijk aangepakt. Verzorgingsgraad voldoende, niet storend”. Binnen het beheer worden voorts drie prioriteitenniveaus onderscheiden, namelijk gebiedsontsluitingswegen, erftoegangswegen en woonstraten, waarbij wegen met grote verkeersintensiteiten intensiever worden onderhouden dan wegen met kleine intensiteiten. kwaliteitsniveau In het vigerende Beleidsplan Wegbeheer wordt voor de technische kwaliteit van verhardingen kwaliteit B, de basiskwaliteit gehanteerd, zoals deze door CROW (het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte) voor gemeenten/wegbeheerders is aangereikt. Aan de hand van jaarlijkse weginspecties worden locaties geïnventariseerd welke niet aan de overeenkomende kwaliteitseisen voldoen. De betreffende locaties van de asfalt- en elementenverhardingen worden vervolgens ingepland voor onderhoud op korte termijn (0-2 jaar). In het onderhoud van verhardingen richten wij ons op veiligheid en begaanbaarheid van ons wegenstelsel. Prioriteit wordt verleend aan herstel van situaties, die direct gevaar voor weggebruikers opleveren. Bij achterstallig onderhoud bij asfaltwegen is sprake van snel toenemende kosten, zodra de fundering wordt aangetast. Bij elementenverhardingen (klinkers en tegels) is er vooral sprake van een ongelijkmatig wegdek en zullen de extra kosten minder stijgen. Dat is ook de reden dat de beschikbare middelen vooral worden ingezet voor asfaltverhardingen en veel minder voor elementenverhardingen, waardoor de onderhoudstoestand van de elementenverhardingen kwalitatief minder wordt. Financieel kader De financiële uitkomsten van het wegbeheerplan zijn in de meerjarenramingen vertaald en opgenomen onder het product ‘Wegen, straten en pleinen’ van het programma Verkeer en vervoer. Egalisatiereserve wegbeheer Op 1 januari 2013 heeft de reserve wegbeheer een saldo van circa € 2,0 mln. Deze egalisatiereserve heeft als doel het gelijkmatig verdelen van kosten in de tijd. Ontwikkelingen Vanuit de VINEX-locatie De Volgerlanden zal de komende jaren een aantal wegvakken voor overdracht naar de Algemene Dienst in aanmerking gaan komen, een en ander in samenhang met de voortgaande ontwikkeling van deze uitbreidingslocatie. Binnen de reservering voor areaaluitbreiding is hiermee rekening gehouden. In het kader van bezuinigingen dienen beleid- en beheerplannen voor de openbare ruimte, waar onder het wegenbeleidsplan, kritisch te worden beoordeeld. Bezien wordt of bijstellen van het onderhoudsniveau tot de mogelijkheden behoort. Daarbij geldt mede als uitgangspunt dat onderhoudswerkzaamheden mogelijk met ruimere tussenpozen worden uitgevoerd, met in achtname van de geldende veiligheidsnormen; veiligheid en begaanbaarheid moeten worden gewaarborgd. Bij de actualisatie van het vigerende wegenbeleidsplan blijkt, rekening houdend met een jaarlijkse onttrekking aan de reserve voor wegonderhoud, dat het huidige areaal tot in het jaar 2019 op het door de raad vastgestelde kwaliteitsniveau kan worden onderhouden. Vanaf 2020 zal bij handhaving van het onderhoudsniveau de reserve voor wegonderhoud zijn uitgeput, waardoor een structureel tekort in de begroting zal optreden voor het
57
onderhoud aan wegverhardingen. Afhankelijk van de nader door de raad vast te stellen kwaliteit voor het wegonderhoud, zal een maatregel dienen te worden genomen teneinde de infrastructurele voorzieningen in onze gemeente op acceptabel niveau te kunnen onderhouden. Hiertoe zullen in de komende tijd verschillende scenario's worden uitgewerkt.
1.b Verkeer en vervoer Beleidskader In 2009 zijn in het kader van Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan voorkeurstructuren voor gemotoriseerd verkeer, openbaar vervoer en langzaam verkeer vastgesteld. Voor gemotoriseerd verkeer heeft dit geleid tot een nieuw wegencategoriseringsplan (voorkeurstructuur voor de hoofdwegen). Hierin zijn mede de kaders voor een goede verkeersdoorstroming en veiligheid van woonstraten in het kader van Duurzaam Veilig vastgesteld. Binnen dit Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan is eveneens het parkeerbeleid opgenomen. Financieel kader Voor een betere doorstroming van het openbaar vervoer en de verbetering van de toegankelijkheid van de bushaltes door mensen met bewegingsbeperkingen zijn gelden beschikbaar gesteld waarop de subsidie vanuit de GDU gelden in mindering wordt gebracht.
1.c Openbare verlichting Beleidskader In 2007 is het beleids- en beheerplan voor de openbare verlichting bijgesteld. Het doel van het beleid voor de openbare verlichting is om ook bij duisternis aan de weggebruiker verkeers- en sociale veiligheid en comfort te bieden. Het doel van het beheer van de openbare verlichting is de installatie (bovengrondse verlichtingsobjecten) in stand te houden door effectief beheer en efficiënt onderhoud tegen zo laag mogelijke kosten. Bij de mate waarin en de wijze waarop dat gebeurt, moet ook rekening worden gehouden met milieu- en duurzaamheidaspecten (lichtvervuiling, energieverbruik, hergebruik ed.). Financieel kader De kosten voor het beheren en onderhouden en vervangen van lichtmasten, armaturen en lampen voor de 6250 lichtpunten binnen en buiten de bebouwde kom, zijn opgenomen onder het product “Openbare verlichting” van het Programma Verkeer en vervoer. Egalisatiereserve openbare verlichting Op 1 januari 2013 heeft de reserve openbare verlichting een saldo van circa € 0,2 mln. Deze egalisatiereserve heeft als doel het gelijkmatig verdelen van kosten in de tijd. Ontwikkelingen Op basis van in het beleidsplan vastgelegde uitgangspunten en het toepassen van nieuwe ontwikkelingen en technieken zoals dimmen en LED verlichting, zullen in de komende jaren de nodige lichtmasten en armaturen worden vervangen om de installatie kwalitatief op peil te houden, de doelmatigheid te verbeteren en energieverbruik te beperken.
1.d Infrastructurele kunstwerken Beleidskader Binnen de openbare ruimte bevinden zich infrastructurele kunstwerken, die de kruising van (water)wegen of andere natuurlijke barrières mogelijk maken. Dit zijn onder andere bruggen, duikers, tunnels en
58
viaducten. Vanuit het oogpunt van veiligheid en aanzien dienen deze onderdelen te worden beheerd en onderhouden. In het beleidsplan zijn de hoofdpunten van het beleid beschreven. Het huidige beleid is erop gericht de kunstwerken op het kwaliteitsniveau ‘basis’ te onderhouden. De uitgangspunten van het in 2009 door de raad vastgestelde beleidsplan zijn vervolgens in het beheergedeelte vertaald naar een plan van aanpak voor het onderhoud. Op basis van dit onderhoud en de in de toekomst noodzakelijke vervangingen, zijn de financiële consequenties hiervan nader bepaald en aangegeven. Kwaliteitsniveau Uitgangspunt is een zodanig kwaliteitsniveau dat de kunstwerken en bruggen naar behoren functioneren en er dus geen sprake is van achterstallig onderhoud of gevaarlijke situaties. Bij het beheer heeft het voorkomen van gevaarlijke situaties eerste prioriteit. Tweede prioriteit is zorg dragen voor het goed functioneren van de voorzieningen, gevolgd door het wegwerken van eventueel achterstallig onderhoud. Financieel kader Voor het onderhouden van kunstwerken (bruggen, duikers, viaducten, verwijderen graffiti) is binnen het product “Infrastructurele kunstwerken” van het Programma Verkeer en vervoer jaarlijks een budget beschikbaar.
1.e Verkeersvoorzieningen Beleidskader In 2007 is het beleidsplan Verkeersvoorzieningen vastgesteld. In het beleidsplan wordt een aantal onderdelen van de openbare ruimte benoemd, welke alle vallen onder de term verkeersvoorzieningen. Per onderdeel, zoals voor verkeersborden, straatnaamborden, ANWB borden, verkeerspaaltjes en dergelijke zijn beleidsuitgangspunten geformuleerd. De verkeersvoorzieningen worden op het basisniveau onderhouden, waarbij niet wordt uitgegaan van een kwaliteitsdifferentiatie per gebied. Reden hiervoor is dat verkeersvoorzieningen qua plaatsing, beheer en onderhoud moeten voldoen aan wettelijke bepalingen en landelijke richtlijnen. In het in 2008 vastgestelde beheerplan zijn de uitgangspunten voor de verkeersvoorzieningen vertaald naar een meerjarig plan van aanpak voor het onderhoud aan deze voorzieningen. Financieel kader Voor het onderhoud van verkeersvoorzieningen is structureel een budget beschikbaar binnen het product “wegen, straten en pleinen” van het Programma Verkeer en vervoer.
1.f. Straatmeubilair Beleidskader Straatmeubilair zoals banken, afvalbakken, fietsenstallingen, abri’s is een wezenlijk onderdeel van de openbare ruimte. In het beleidsplan ‘straatmeubilair’, dat in 2007 door de raad is vastgesteld, wordt omschreven op welke wijze wordt omgegaan met het beheer en onderhoud van deze voorzieningen. Essentieel hierbij is de bepaling van het kwaliteitsniveau voor het onderhoud. Op basis van de landelijke wetgeving en richtlijnen worden de betreffende voorzieningen onderhouden op het kwaliteitsniveau ‘basis’. Het straatmeubilair in de representatieve zone wordt op een hoog kwaliteitsniveau onderhouden. In het in 2008 vastgestelde beheerplan zijn de uitgangspunten voor het straatmeubilair vertaald naar een plan van aanpak voor het onderhoud aan deze voorzieningen. Financieel kader Voor het onderhoud van straatmeubilair is een budget beschikbaar binnen het product “wegen, straten en pleinen” van het Programma Verkeer en vervoer.
59
2. Riolering Beleidskader De gemeente is verantwoordelijk voor de inzameling en het transport van afvalwater binnen haar grondgebied. Deze zorgplicht staat omschreven in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) en vloeit voort uit de Wet Milieubeheer. In het GRP 2009-2013 wordt de samenhang tussen de doelstellingen en de verschillende activiteiten op het gebied van de riolering en de daarvoor benodigde middelen verduidelijkt. De gemeentelijke zorgplicht met betrekking tot afvalwater, hemelwater en grondwater wordt daarbij beschreven. Het functioneren van de riolering wordt onder andere gewaarborgd door het plegen van onderhoud. Door het beheer en onderhoud planmatig uit te voeren en af te stemmen met andere werken in de openbare ruimte, wordt dit efficiënt uitgevoerd. De planmatige aanpak en afstemming zijn uitgewerkt in het rioolbeheerplan. In het rioolbeheerplan zijn daarnaast de benodigde vervangingsinvesteringen op lange termijn in beeld gebracht. In het basisrioleringsplan is onder meer aandacht besteed aan wijzigingen in het stelsel door onder andere afkoppeling van verhard oppervlak en geplande uitbreiding, wijziging in de neerslaghoeveelheden als gevolg van klimatologische veranderingen. Met betrekking tot het grondwater is onze belangrijkste taak een goed inzicht verkrijgen in het grondwaterpeil met als doel het voorkomen en beperken van grondwateroverlast in kwantitatieve en kwalitatieve zin. Het grondwaterplan is in 2009 door de raad vastgesteld. Kwaliteitsniveau Het beleidskader van de riolering wordt gevormd door het Gemeentelijk Rioleringsplan, dat de basis vormt voor de te nemen maatregelen. Bij riolering is minder sprake van achterstanden, maar van reguliere vervangingen en wettelijk noodzakelijke milieumaatregelen. Het GRP is de neerslag van de wettelijke verplichting (Wet Milieubeheer art. 4.22) dat de gemeenten een rioleringsnota moeten hebben. Deze nota bepaalt de normen voor de kwaliteit van het milieu en het onderhoud. De gestelde kwaliteitsnorm wordt met de beschikbare middelen gerealiseerd. Op basis van uitgevoerde inspecties wordt met behulp van het geautomatiseerde rioleringsbeheersysteem de restlevensduur van de riolering bepaald en wordt een vervangingsplanning opgesteld, rekening houdend met eventuele revitalisering van woonomgevingen. Financieel kader De kosten en beheermaatregelen die verband houden met de doelen in het GRP, zijn in het rioolbeheerplan 2010-2014 uitgewerkt. De verbrede heffing dekt alle kosten die te maken hebben met onze zorgplicht voor het afvalwater, hemelwater en grondwater met een kostendekkend tarief. Voor een kostendekkende rioolheffing moet de rioolheffing in de jaren tot 2014 met 3% stijgen, exclusief inflatie. Voor het uitvoeren van verbetermaatregelen, om aan de doelstellingen te kunnen voldoen, worden jaarlijks conform het gemeentelijk rioleringsplan in de investeringsplanning bedragen opgenomen. Voor het beheer en onderhoud van rioleringen c.a. zijn budgetten beschikbaar onder het product “riolering” van het Programma Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu. Egalisatiereserve riolering Op 1 januari 2013 heeft de reserve riolering een saldo van circa € 3,2 mln. Deze egalisatiereserve heeft als doel het gelijkmatig verdelen van kosten in de tijd om tariefschommelingen te voorkomen. De egalisatie-
60
reserve wordt gevoed met het verschil tussen de jaarlijkse exploitatiekosten van de riolering en de inkomsten uit rioolheffing.
3. Water
3.a Stedelijk waterplan Beleidskader Het doel van het waterplan is om te komen tot een goed beheersbaar en aantrekkelijk watersysteem met helder water van voldoende kwaliteit en gevarieerde veilige oevers dat op de gewenste gebruiksfuncties is afgestemd. In het in 2003 vastgestelde “Waterplan van H tot Z” is een uitvoeringsprogramma opgenomen om bovenstaand doel te bereiken. De gemeente en waterschap Hollandse Delta hebben opdracht gegeven de voortgang van de uitvoering van de maatregelen uit dit plan te evalueren en actualiseren. Op basis van de evaluatie heeft de raad in 2009 besloten een geactualiseerd uitvoeringsprogramma vast te stellen, rekening houdend met nationale en Europese wet- en regelgeving. Financieel kader De jaarlijkse kosten die verband houden met het uitvoeren van het stedelijk waterplan zijn opgenomen onder het product 'Waterwegen' binnen het programma Verkeer en vervoer. De kosten die verband houden met de uitvoering van dat plan worden jaarlijks geraamd op de investeringsplanning. De lasten van deze investering komen tot uitdrukking op het product 'Waterwegen'. Ontwikkelingen De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Unie van Waterschappen (UvW) hebben in juni 2010 bestuurlijk een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Als vervolg daarop is in mei 2011 het Bestuursakkoord Water opgesteld en ondertekend door Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven. Het Bestuursakkoord Water is gericht op het vergroten van de doelmatigheid en transparantie in de waterketen. Het Bestuursakkoord Water en het plan van aanpak van de VNG en UvW voorzien niet in overdracht van taken. Ieder houdt de regie en verantwoordelijkheid van de bestaande taakverdeling in de waterketen en heeft de volledige flexibiliteit en keuzemogelijkheid om te participeren in de te uit te werken analyses en haalbaarheidsonderzoeken. Onze gemeente heeft binnen de Drechtsteden met de gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht en het waterschap Hollandse Delta een overeenkomst, die is gericht op samenwerking. De onderlinge samenwerking van de gemeenten met het waterschap door een intensivering van de bundeling van kennis en capaciteit, heeft tot doel vergroten van de kwaliteit, kostenbesparing en het verminderen van kwetsbaarheid. De samenwerking in de waterketen richt zich op de (afval)waterketen voor afvalwater, hemelwater en grondwater en voor zover noodzakelijk op het oppervlaktewater en zal verder kunnen worden geïntensiveerd en gestructureerd op basis van haalbaarheidonderzoek. Bij actualisatie van beleid zal de samenwerking in de waterketen worden verankerd en waar mogelijk en gewenst gezamenlijk beleid worden nagestreefd.
3.b Baggerplan Beleidskader Het baggeren en het daaraan ten grondslag liggende baggerplan is een belangrijke schakel in de gemeentelijke waterketen. Het in 2008 vastgestelde GRP, waarin beleid is aangegeven voor het beheer van riool-, hemel- en grondwater en het waterplan vormen een keten, die bijdraagt aan schoon
61
oppervlaktewater in onze gemeente. Het baggerplan, dat in 2009 is vastgesteld, geeft inzicht in de beheeractiviteiten. Kwaliteitsniveau Ingevolge de Keur moeten wateren periodiek uitgebaggerd worden om ze op de juiste breedte en diepte te houden. Jaarlijks bestaat de verplichting om deze de wateren in het kader van een schouw vrij te maken van los vuil en waterplanten. Het feitelijke baggerwerk vindt plaats in samenwerking met het waterschap Hollandse Delta. Financieel kader De kosten voor het baggeren van watergangen zijn opgenomen onder het product “beheer en onderhoud waterwegen” van het Programma Verkeer en vervoer.
4. Groen
4.a Groenstructuurplan Beleidskader Het groenstructuurplan verdeelt onze gemeente in drie onderhoudszones. In 2011 is als uitwerking hiervan het geactualiseerde Beeldkwaliteitplan groen vastgesteld. Voor de onderscheidende onderhoudszones in het Beeldkwaliteitplan is de kwaliteit Basis vastgesteld. Als uitwerking van het beeldkwaliteitplan groen is het beheerplan groen opgesteld en in 2007 vastgesteld waarin de jaarlijks te verrichten onderhoudswerkzaamheden zijn aangegeven. Het beheer en onderhoud van de gemeentelijke groenvoorzieningen vindt plaats op basis van het vastgestelde beeldkwaliteit- en beheerplan. Als beheerplan bomen is in 2006 het Zorgplan bomen vastgesteld waarbij alle bomen zijn geïnventariseerd en gelijktijdig een VTA controle is uitgevoerd. In 2001 is er een Groenstructuurvisie vastgesteld in het Groenstructuurplan. Het Groenstructuurplan verdeelt onze gemeente in drie onderhoudszones en vormt het beleidsmatig kader om te komen tot een gestructureerd groenbeleid. Een groenbeleid dat zich richt op het creëren van een balans tussen de kwaliteit en de beschikbare middelen. Het Groenstructuurplan biedt ook een kader voor ontwerp, (her)inrichting en het onderhoud van het openbaar groen. In 2008 is dit verder uitgewerkt door een boombeleidsplan op te stellen. Het beeldkwaliteitplan dat in 2011 is vastgesteld, geeft een visie op de gewenste visuele kwaliteit van de groenvoorzieningen in de openbare ruimte. Het geeft weer wat het onderhoudsniveau is van de ‘groene gemeente’; met andere woorden welke kwaliteit wordt er nagestreefd. Daarnaast zijn hier frequenties in opgenomen en zijn de kosten voor het onderhoud voor de komende jaren geraamd. Als beheerplan bomen is in 2006 het Zorgplan bomen vastgesteld waarbij alle bomen zijn geïnventariseerd en gelijktijdig een VTA controle is uitgevoerd. Deze zal geactualiseerd worden na vaststelling van het beeldkwaliteitplan voor de komende jaren. In 2009 is gestart met de invoering van het groene kaart model waarbij de kernwoorden: deregulering en efficiencyverbetering de basis vormen. Vergunning aanvragen voor het kappen van bomen is dan niet meer nodig, er is dan een lijst met bomen die niet gekapt mogen worden, gepubliceerd. De overige bomen mogen zonder vergunning gekapt worden. Dit vraagt wel extra toezicht maar levert op het gebied van deregulering voor bewoners een grote winst.
62
kwaliteitsniveau Voor het bepalen van de gewenste kwaliteit van het groen wordt het beeldkwaliteitplan groen uit 2011 gebruikt. bomenbestand Het actuele bomenbestand bestaat op 1 juli 2012 uit 11.355 exemplaren. Vanaf 1 juli 2011 tot bovengenoemde datum kunnen de volgende aantallen met betrekking tot het bomenbestand worden vermeld. Er zijn aanvragen om vergunning ingediend om in totaal 377 bomen te vellen. In deze aanvragen zijn de bomen voor Zuidwende (noord en zuid) en het vrachtwagenparkeerterrein begrepen. Daarbij zijn vergunningen voor 32 dode bomen aangevraagd. In diverse aanvragen om omgevingsvergunning is vermeld dat nieuwe bomen zullen worden aangeplant; het betreft in totaal 95 exemplaren. Voorts zijn 15 bomen herplant. Dit betreffen bomen die vanwege de aanleg van de centrale busoverstapplaats aan de Hoge Kade dienden te worden verwijderd. Daarnaast zullen in het kader van inboet nog 49 bomen worden aangeplant. Deze exemplaren zijn ter vervanging van bomen, die eerder na de boominspecties zijn geveld en waarover bewoners waren geïnformeerd, dat hiervoor in de plaats nieuwe bomen zouden worden geplant. Vanuit de Visual Tree Assesment, de methode waarmee interne gebreken kunnen worden ontdekt aan de buitenkant van de boom (door middel van onder andere aanwezigheid van schimmels, het groeigedrag, vlekken of breuken van de bast of de stam of vlekken op de bladeren), is gesignaleerd dat binnen onze gemeente 486 bomen met een verhoogd risico aanwezig zijn. Dit verhoogd risico houdt in dat extra controles noodzakelijk zijn om de veiligheid te kunnen waarborgen en te beoordelen of deze bomen nog kunnen worden gehandhaafd. Financieel kader De budgetten voor het onderhoud van openbare groenvoorzieningen zijn opgenomen onder het product “groen” van het Programma Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu. Daarnaast vindt aanpassing van het onderhoudsbudget plaats bij uitbreiding en andere mutaties van het areaal. Ontwikkelingen Teneinde tot kostenbesparing op het onderhoud van groenvoorzieningen te kunnen komen, zal arbeidsintensieve beplanting worden omgevormd tot arbeidsextensieve beplanting Er zijn meerdere manieren van omvormen die tot kostenbesparingen leiden en die de biodiversiteit van de groenvoorziening niet behoeven te verminderen. In het algemeen is eentonig/monocultuur om te vormen naar meer natuurlijke vegetaties. Gazon is om te vormen naar gras/ruigte, waardoor de maaifrequentie aanzienlijk kan worden beperkt. Eentonige heesters zijn om te vormen naar een bloemen- of kruidenweide, of naar natuurlijke struiken. Bodembedekkers zijn om te vormen naar natuurlijke struiken en gazon kan worden omgevormd tot een bloemrijke oever. Rekening houdend met de gemeentelijke groenstructuur en ecologische zone kan het omvormen niet overal. Bij overwegingen tot omvorming van bestaande groenvoorzieningen spelen de ruimtelijke betekenis, de ecologische betekenis, de gebruiksmogelijkheden en de technische kwaliteit van het aanwezige groen een belangrijke rol. Het om te vormen groen in de wijken dient ook zo veel als mogelijk te passen bij de wensen van bewoners over de sfeer, inrichting en beheer. Daarbij zullen bewoners ook worden gefaciliteerd wanneer zij openbaar groen gezamenlijk willen onderhouden.
63
4.b Begraafplaatsen Beleidskader Bij de vaststelling van het Beeldkwaliteitplan groen is aangegeven dat door de bijzondere functie van de begraafplaatsen deze binnen de representatieve zone een goede kwaliteit moeten krijgen. De in 2008 vastgestelde beleids- en beheerplannen voor de begraafplaatsen geven naast deze uitgangspunten ook inzicht in de benodigde capaciteit voor begraven en bijzetten van urnen voor de komende jaren. Met behulp van deze gegevens kan worden aangegeven op welk moment graven geruimd moeten worden om voldoende capaciteit te behouden. Financieel kader In de exploitatie begraafplaatsen zijn de kosten opgenomen voor het beheer en onderhoud van de begraafplaatsen en het nieuwe uitvaartcentrum. De leges van de verschillende begraafplaatsactiviteiten zijn mede op deze kosten afgestemd en leiden tot een kostendekkende exploitatie. Egalisatiereserve begraafplaatsen Op 1 januari 2013 heeft de reserve begraafplaatsen een saldo van circa € 0,2 mln. Deze egalisatiereserve heeft als doel de kosten en inkomsten voor het onderhoud van graven op begraafplaatsen, waarvoor het meerjarig onderhoud eenmalig door nabestaanden is afgekocht, gelijkmatig over de tijd te spreiden. Ontwikkelingen Met de aanstelling van een beheerder voor de begraafplaatsen en het uitvaartcentrum binnen onze eigen organisatie en voortzetting van de inzet van aannemers voor het groenonderhoud de begraafplaatsen en voor het delven van graven, worden de begraafplaatsen en het uitvaartcentrum op verantwoorde wijze geëxploiteerd. Dit met extra aandacht voor representatie en onderhoud en tegen aanvaardbare en kostendekkende tarieven voor alle begraaf- en uitvaartprocessen.
4.c Sportvelden Beleidskader Bij het onderhoud van sportvelden moet worden voldaan aan de ‘spelregels’ die gelden voor aanleg en onderhoud. Het kwaliteitsniveau van de velden dient afgestemd te zijn op de soort sport en de intensiteit van het gebruik. Het niet of niet tijdig uitvoeren van bepaalde onderhoudsmaatregelen kan gevolgen hebben voor het (kunst)grasveld en dus voor de sportbeoefening. Het in 2007 vastgestelde Onderhoudsplan sportvelden omvat een gedetailleerde uitwerking van het regulier en groot onderhoud van de sportvelden op het sportpark. Er is rekening gehouden met de verschillen in het gebruik en de eigenschappen van de diverse velden, maar over het algemeen is gekozen voor een vrij uniforme aanpak voor het uitvoeren van de diverse onderhoudsmaatregelen. Financieel kader De onderhoudsmaatregelen en de daarbij behorende kostprijsberekening zijn per veld gespecificeerd. De budgetten voor het onderhoud van sportvelden zijn opgenomen onder het product “sportaccommodaties buiten/groen” van het Programma Volksgezondheid, welzijn, sport en onderwijs. Ontwikkelingen De sportverenigingen die actief zijn in sportpark Schildman hebben aangegeven behoefte te hebben aan een andere manier van samenwerken met de gemeente op het gebied van beheer en onderhoud van de sportvelden. De directe wens meer invloed te kunnen uitoefenen op beheer en onderhoud is door de verenigingen geuit. Het coalitieprogramma geeft aan dat het wenselijk is dat de directe bemoeienis van de gemeente op onderdelen minder wordt, onder gelijktijdige vergroting van het beroep op maatschappelijke inzet. Deze twee wensen sluiten naadloos op elkaar aan.
64
De besturen van zowel ASWH, IFC als DSV hebben aangegeven zelf het onderhoud en beheer uit te willen voeren. Omdat alle buitensportverenigingen meedoen, is het mogelijk het totale beheer van het sportpark uit te laten voeren. De verenigingen krijgen maximale sturing binnen de gestelde kaders van de kwaliteit van de velden. Middels een contract met de drie verenigingen, wordt maatwerk verricht. Het budget dat in de begroting beschikbaar is voor jaarlijks onderhoud, zowel groot als klein onderhoud, benutten we om de verenigingen beheer en onderhoud te laten regelen. De gemeente blijft eindverantwoordelijk voor het onderhoud van de velden, welke we ter beschikking stellen aan de verenigingen tegen een vooraf bepaalde huurvergoeding. Met het beschikbare bedrag zal een sober en doelmatig onderhoud van de sportvoorzieningen kunnen worden verzorgd, zeker als verenigingen in staat zijn op creatieve wijze middels sponsoring, zelfwerkzaamheid of anderszins het onderhoud te (laten) verzorgen.
4.d Speelvoorzieningen Beleidskader In het in 2005 door de gemeenteraad vastgestelde beleidsplan Buiten spelen, Ja Leuk! is aan de hand van demografische gegevens van een wijk bepaald hoeveel speelvoorzieningen en welke soort speelelementen noodzakelijk zijn. Het op het beleidsplan aansluitende speelruimteplan is in 2009 geactualiseerd en door de raad vastgesteld. Dit kan aanleiding geven tot: - plaatsen van nieuwe speeltoestellen; - opheffen van bestaande speelplaatsen; - verandering van inrichting van bestaande speelplaatsen. In 2010 is het Beheerplan speelvoorzieningen 2010-2013 vastgesteld. In dit plan zijn de jaarlijks uit te voeren beheer- en onderhoudswerkzaamheden aan de speelvoorzieningen geïnventariseerd en begroot. Overeenkomstig het beheerplan wordt het kwaliteitsniveau van speelvoorzieningen gehandhaafd en de veiligheid van toestellen volgens de betreffende wet- en regelgeving is voldoende gewaarborgd. kwaliteitsniveau Speelplekken en speelvoorzieningen dienen conform het speelruimteplan uitdagend, veilig en schoon te zijn. Bovendien moeten ze beantwoorden aan de eisen die de doelgroep (leeftijdscategorie) stelt en dient er voldoende mogelijkheid te zijn voor toezicht (met name bij speelplekken voor jongere kinderen). Verder dienen ze te voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen. Door inspecties, vastgelegd in inspectierapporten, worden periodiek alle speelplekken en speelwerktuigen gekeurd op veiligheid en onderhoudstoestand. Waar nodig vindt reparatie en/of vervanging plaats. Gestreefd wordt naar een evenwichtige verdeling van speelvoorzieningen en verblijfsgebieden voor kinderen van 3 t/m 18 jaar, op een zodanige wijze verdeeld over de gemeente dat ze voorzien in de behoefte. Binnen nadere randvoorwaarden krijgen wijkplatforms bij de planvorming en inrichting van speelplekken en speelvoorzieningen een belangrijkere rol en worden daartoe gefaciliteerd door de gemeente. Financieel kader De jaarlijkse beheer- en onderhoudskosten van de speelplaatsen zijn vertaald in het product ‘speelvoorzieningen’ binnen het Programma Volksgezondheid, welzijn, sport en onderwijs.
65
5. Gebouwenbeheer Ontwikkelingen In de verordening 212 Gemeentewet is bepaald dat het college eenmaal in de vier jaar een actualisatie van het gebouwenbeheerplan (onderhoudsplanning) aan de gemeenteraad voorlegt ter vaststelling. Hierin staan de exploitatie en de meerjaren onderhoudsramingen in werk en in financiële belasting. Het huidige plan is in 2009 geactualiseerd. Financieel kader De financiële uitkomsten van het gebouwenbeheerplan worden in de meerjarenramingen vertaald. Ontwikkelingen In 2012 zijn de beheerplannen voor afzonderlijke gebouwen nader beschouwd om te beoordelen op welke onderdelen op verantwoorde wijze incidentele dan wel structurele bezuinigingen kunnen worden bereikt.
6. Afval
6.a Afvalinzameling Beleidskader De gemeente is verantwoordelijk voor de inzameling van huishoudelijk afval binnen haar grondgebied. Deze zorgplicht staat omschreven in de afvalstoffenverordening en vloeit voort uit de Wet milieubeheer. In 2008 is de nieuwe Europese kaderrichtlijn afvalstoffen gepubliceerd. Deze richtlijn vormt de basis voor het tweede landelijk Afvalbeheer Plan: “Naar een materiaalketenbeleid”. In LAP2 krijgt het ‘ketengericht afvalbeleid’ een belangrijke plaats door naar de materiaalketen van afval te kijken. Dit gaat van de winning van een grondstof tot en met de verwerking van een afvalstof. Met deze ketenaanpak wordt een duurzaam en zuinig materiaalgebruik beoogd, waarmee een vermindering van de milieudruk kan worden gerealiseerd. Rekening houdend met de toenemende aandacht voor grondstoffen en daarbinnen de inzet van afval als grondstof, is het voorliggend Afvalbeleidsplan 2013-2023 Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht opgesteld.
Financieel kader De kosten van het gescheiden inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval worden gedekt met een kostendekkende afvalstoffenheffing. Ontwikkelingen Met een geactualiseerd afvalbeleidsplan voor de komende tien jaar wordt een beleid geformuleerd waarmee onze gemeente belangrijke stappen kan zetten om de LAP2-doelstellingen te bereiken. Nieuwe maatregelen moeten erop gericht zijn om het afvalscheidinggedrag van huishoudens te stimuleren. Naar verwachting zal dit niet alleen kunnen worden bereikt met aanvullende sturingselementen, maar is ook een heroriëntatie op de systeemkeuze voor de afvalinzameling noodzakelijk. De systeemaanpassingen die de belangrijkste bijdrage lijken te kunnen leveren aan het bereiken van de LAP2-doelstellingen, liggen bij de inzameling van GFT-afval en het beschikbaar maken van de grondstofstromen, die nu nog bij het restafval zitten. Bij GFT gaat het om verbetering van de kwantiteit en de kwaliteit. Voor de optimalisatie van de grondstofstromen uit het restafval is de methode Droog en Herbruikbaar veelbelovend. Deze methode, waarbij alle droge componenten gezamenlijk worden ingezameld en daarna op een centrale locatie worden gescheiden, is door HVC onderzocht in pilot-projecten.
66
Het afvalbeleid dient zich te richten op verbetering van afvalscheiding tot 60% in de komende tien jaar, met de reeds beschikbare faciliteiten. Het denken in grondstof, waarbij afvalstromen waarde krijgen, vormt de basis voor een benodigde fundamentele verandering bij de afvalinzameling.
6.b Zwerfafval Beleidskader In 2008 heeft de raad met de vaststelling van het beleidsplan zwerfafval ingestemd met een ketenaanpak. Dit wil zeggen het opzetten van voorlichting- en bewustwordingscampagnes, het verbeteren van de gemeentelijke faciliteiten en, na een intensief communicatietraject, het inzetten van handhaving. kwaliteitsniveau De gemeente stelt zich ten doel een minimale score van een A (schoon, 1-3 eenheden zwerfafval per 100m2, op het eerste gezicht geen zwerfafval maar als je goed kijkt zie je iets liggen) te behalen voor het aangetroffen zwerfafval in alle soorten gebieden (verhardingen, groen en water). Financieel kader De kosten van het opruimen van zwerfafval zijn vertaald in het product ‘Wegen, straten en pleinen’ binnen het Programma Verkeer en vervoer.
67
5. Grondbeleid Algemeen De Wet ruimtelijke ordening (Wro), die op 1 juli 2008 in werking is getreden, biedt gemeenten instrumenten ten aanzien van kostenverhaal voor te realiseren plannen die afwijken van het geldende bestemmingsplan. De Wro biedt naast het privaatrechtelijke spoor van kostenverhaal nu ook de mogelijkheid om kosten te verhalen via een publiekrechtelijk spoor, het exploitatieplan. Het exploitatieplan wordt tegelijk met de planologische maatregel vastgesteld en doorloopt dezelfde procedure. Dit betekent dat tegen een exploitatieplan ook mogelijkheden zijn voor beroep en bezwaar door belanghebbenden. De gemeenteraad heeft op 30 mei 2011 de Nota bovenplanse voorzieningen vastgesteld (voorheen Nota Bovenwijkse Voorzieningen). Het gemeentelijk beleid m.b.t. het verhalen van bovenplanse kosten is daarmee in overeenstemming gebracht met de uitgangspunten van de Wro. Ook is in 2011 de Nota Afwegingskader Strategische Verwervingen vastgesteld door het college.
Uitvoering grondbeleid Binnen de gemeente is een aantal grondexploitaties actueel: De Volgerlanden, bedrijventerrein Ambachtsezoom en Zuidwende Noord en Zuid. De aanleg van de weg Ambachtsezoom is grotendeels gefinancierd vanuit de grondexploitaties De Volgerlanden, Ambachtsezoom en Zuidwende. De Volgerlanden (beleidskader) Voor de ontwikkeling en realisatie van De Volgerlanden wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde bouwclaimmodel. Hierbij worden de gronden in het plangebied door private partijen overgedragen aan de gemeente. De gemeente gaat daarbij overeenkomsten aan met private partijen. De gronden die in eigendom van private partijen waren, zijn overgedragen en daarvoor zijn overeenkomsten met betrekking tot bouwclaims afgesloten. Door de stuurgroep De Volgerlanden is - in het kader van de nadere afspraken over de voortzetting van de samenwerking tussen de beide gemeenten – bepaald dat de kwaliteit die geleverd moet worden nader aangeduid wordt als: aantrekkelijk, duurzaam, adequaat en doelmatig. Aantrekkelijk en duurzaam als het gaat om het realiseren van een wijk waar woningzoekenden zich graag vestigen. Bij duurzaamheid moet nadrukkelijk aandacht zijn voor het bouwen van woningen en voorzieningen conform de Gemeentelijke Praktijkrichtlijn Gebouwen waaronder Duurzaam Bouwen en PolitieKeurmerk Veilig Wonen. Adequaat en doelmatig worden bezien in het licht van het zo functioneel als mogelijk realiseren van De Volgerlanden Verwervingen De verwervingen in het gebied De Volgerlanden-West zijn afgerond. In het gebied De Volgerlanden-Oost is nog plm. 0,5 hectare in bezit van private partijen. De aankoopgesprekken hierover zijn nog steeds gaande. Ook zullen in de toekomst enkele bij aankopen overgenomen pachtovereenkomsten ontbonden moeten worden. Dit kan plaatsvinden op het moment dat het betreffende vastgestelde bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. Verwacht wordt dat dit begin 2013 zal plaatsvinden. Omschrijving Totale plangebied (bruto) Areaal nog aan te kopen grond Areaal nog te verkopen grond
Oppervlakte 211,0 ha 0,5 ha 38,8 ha
68
Bovenwijkse voorzieningen Met betrekking tot de voortgang van het project De Volgerlanden zijn afspraken gemaakt tussen de colleges van Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht. Die afspraken leidden ertoe dat de stortingen in het Fonds Bovenwijks Voorzieningen vanuit het project De Volgerlanden met ingang van 1 januari 2011 zijn beëindigd. Voor de geplande projecten vanuit het Fonds Bovenwijkse Voorzieningen betekent dit dat de dekking vanaf 1 januari 2011 ook deels uit de algemene middelen zal plaatsvinden. Inmiddels is – voor het kostenverhaal in het kader van de Wet ruimtelijke ordening - een exploitatieplan voor De Volgerlanden-Oost opgesteld. Deze is door de raad vastgesteld in december 2011, hiertegen is geen beroep aangetekend en is derhalve van kracht per februari 2012. Het bestemmingsplan Volgerlanden-Oost is ook in december 2011 vastgesteld door de raad. Hiertegen is beroep aangetekend bij de Raad van State. Indien één van deze beroepen gegrond wordt verklaard, wordt het bestemmingsplan vernietigd. Daarmee kan het exploitatieplan ook worden vernietigd, al is dat niet zeker omdat daarover nog geen eenduidige jurisprudentie is. In het exploitatieplan wordt het kostenverhaal geregeld waaronder ook de kosten voor bovenplanse voorzieningen. Voor het kostenverhaal van bovenplanse voorzieningen dient de nota Bovenplanse voorzieningen te voldoen aan een aantal eisen zoals gesteld in de Wro. De Nota Bovenplanse voorzieningen is in mei 2011 vastgesteld en is aangepast aan de Wro. Overdracht openbaar gebied naar Algemene Dienst Het plangebied De Volgerlanden bestaat uit een groot aantal fases. De ontwikkeling van het plangebied is over een langere reeks van jaren gespreid. In 2004 is een overdrachtsprotocol tot stand gekomen. Hierin is vastgelegd dat de openbare ruimte van het plangebied per (deel)fase naar de Algemene Dienst wordt overgedragen, gemiddeld genomen één jaar nadat de werkzaamheden rondom het woonrijp maken van de fase zijn afgerond en het werk in zijn totaliteit is opgeleverd. Gedurende dat jaar is het mogelijk om de areaaluitbreiding die hieruit voortkomt te verwerken in de beheerplannen voor de openbare ruimte (wegen, riolen, groen, water, openbare verlichting, speelvoorzieningen). Fase 1 Noord en fase 1 Zuid, fase 3 (grotendeels), een aantal clusters van de fasen 4, 5 en 6 alsmede de Laan van Welhorst zijn inmiddels door de projectorganisatie aan de gemeentelijke organisatie overgedragen. Per 1 januari 2012 moesten er nog ca 1400 van de ca 4800 kavels verkocht worden. Daarvan zijn er in 2012 98 kavels gepland en 241 kavels in 2013. De Volgerlanden (financieel kader) De raad van de gemeente Zwijndrecht heeft in mei 2012 ingestemd met de grondexploitatie De Volgerlanden 2012. Op 11 juni 2012 heeft de raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht de grondexploitatie De Volgerlanden 2012 vastgesteld. De grondexploitatie De Volgerlanden 2012 is het resultaat van grondige herziening van de exploitatie. Hierin is rekening gehouden met de verder stagnerende Nederlandse woningbouwmarkt als gevolg van de economische crisis en oplopende rentekosten. Deze grondexploitatie De Volgerlanden 2012 is het resultaat hiervan en sluit per 1 januari 2012 met een negatief resultaat van € 10,3 miljoen waarin het positieve resultaat van de uitspraak van het Hof over de zettingproblematiek in deelplan Noord nog niet is meegenomen. Dit zal in de eerstvolgende herziening van de grondexploitatie worden verwerkt.
69
Bestuurlijk is de afspraak gemaakt dat 4 keer per jaar gerapporteerd wordt over de grondexploitatie De Volgerlanden.
De Volgerlanden (risico’s) In het proces van het ontwikkelen van deze exploitatie De Volgerlanden spelen diverse risico’s een rol. Veel risico’s hebben direct invloed op het resultaat van deze exploitatie De Volgerlanden. In de met de gemeente Zwijndrecht gemaakte afspraken is opgenomen dat van het eventuele exploitatietekort tot € 20 miljoen beide partijen ieder de helft voor zijn rekening nemen. Het bedrag dat boven de € 20 miljoen uitkomt, komt voor 2/3 deel voor rekening van Hendrik-Ido-Ambacht en 1/3 deel voor rekening van Zwijndrecht. In de GREX per 1-1-2012 is een exploitaitetekort van € 10,3 miljoen berekend. In de afgelopen jaren is de systematiek van risicomanagement tegen het licht gehouden en aangepast. Onderdeel daarvan is een aanvullende inventarisatie van de risico’s, inclusief prioritering van deze risico’s. Dit heeft geleid tot een risicotabel nieuwe stijl. Daarbij zijn voor de belangrijkste risico’s beheersmaatregelen opgesteld. Periodiek worden de risico’s en beheersmaatregelen beoordeeld en herzien. In de vertrouwelijk behandelde grondexploitatie is de tabel opgenomen met de benoemde risico’s en beheersmaatregelen. Bedrijventerrein Ambachtsezoom (beleidskader) Dit gebied wordt in de nabije toekomst omgevormd naar een hoogwaardig bedrijventerrein. Inmiddels is uit onderzoek gebleken, dat rangeerterrein Kijfhoek voor het realiseren van het huidige programma geen belemmering meer is en daarom kan de verdere ontwikkeling van het gebied worden voortgezet. Om zoveel mogelijk sturing te kunnen geven aan het proces van transformatie van het grondgebruik in het plangebied, was besloten tot het voeren van een actieve grondpolitiek. Momenteel wordt onderzoek gedaan naar de risico's van het actief verwerven van gronden voor de ontwikkeling van Ambachtsezoom. Gezocht wordt naar een fasering die voldoende voortgang waarborgt tegen aanvaardbare risico's.
Omschrijving Totale plangebied (bruto) Gemeentelijk eigendom Areaal nog aan te kopen grond Areaal nog te verkopen grond
Oppervlakte 31,7ha 14,4 ha 17,3 ha 21,5 ha
Bron: Actualisatie grondexploitatie Bedrijventerrein Ambachtsezoom 2012 Bedrijventerrein Ambachtsezoom (financieel kader) De geactualiseerde grex Ambachtsezoom is vastgesteld in de raadsvergadering van 2 juli 2012. Uitgangspunt voor de gemeente is uiteindelijk te komen tot een financieel economisch verantwoorde exploitatie. De eerste fase is in regie en voor risico van de gemeente. Voor de tweede fase is betrokkenheid van marktpartijen denkbaar. Vanwege het regionale belang zal de ontwikkeling van het bedrijventerrein mogelijk worden overgedragen aan ROM-D. De mogelijkheden worden nader onderzocht. Voordat het plangebied ontwikkeld kan worden en het bestemmingsplan kan worden opgesteld, zal ook een aantal aspecten nog nader onderzocht moeten worden (bijvoorbeeld luchtkwaliteit/risicocontour Kijfhoek (bij een eventueel aangepast programma)/archeologie /oppervlaktewater). Deze aspecten vormen tegelijkertijd ook een risico op de haalbaarheid van de planontwikkeling. Het verwachte exploitatieresultaat op
70
eindwaarde (per 31 december 2027) bedraagt € 13,04 miljoen positief. De contante waarde per 1 januari 2012 bedraagt € 7,29 miljoen positief. Bedrijventerrein Ambachtsezoom (risico’s) Algemeen Op 2 juli 2012 is de grondexploitatie per 1 januari 2012 door de gemeenteraad vastgesteld. Onderstaande, algemene gegevens zijn daaraan ontleend. Voor een gedetailleerd overzicht van de risico’s en de beheersing daarvan wordt verwezen naar bovengenoemde grondexploitatie. Vanaf 2012 zijn alle geïdentificeerde risico’s gekwantificeerd waarbij gebruik is gemaakt van gekwalificeerde methoden in risicoanalyse. Daarnaast worden risico’s vanaf 2012 buiten het saldo van de grondexploitatie verantwoord. Top 3 risico’s: 1. Afwijking grondopbrengsten als gevolg van de markt 2. Algemene afwijking van de parameters 3. Vertraging van het project
Zuidwende en omgeving (beleidskader) Het project omvat de deelgebieden Zuidwende-Noord en Zuidwende-Zuid.
1. Zuidwende-Noord Dit deelgebied heeft betrekking op de bouw van woningen in het overgangsgebied tussen de wijk Krommeweg en de wijk De Volgerlanden. Op deze locatie worden 56 eengezinswoningen gebouwd: 20 woningen in een rij (starterswoningen); 25 geschakelde woningen of type 2-onder-1-kap; 6 woningen in twee blokjes (type 3-onder-1-kap); 5 vrijstaande woningen. De actuele stand van zaken: a. De omgevingsvergunning voor de bouw van 56 woningen is verleend. b. De staatssecretaris heeft bericht dat geen ontheffing op grond van de Flora- en faunawet wordt verleend omdat geen sprake is van overtreding van verbodsbepalingen van deze wet. Tegen deze beschikking is een bezwaarschrift ingediend door de Stichting Mooi Geweest bij het ministerie. c. De (nieuwe) omgevingsvergunning voor de kap van 226 bomen is verleend. Momenteel bestaat gelegenheid om hiertegen bezwaren in te dienen. Eventuele bezwaarschriften zullen aan de orde worden gesteld in de Commissie bezwaarschriften. d. Er is een begin gemaakt met het verwijderen van de asfaltverharding van het voormalige vrachtwagenparkeerterrein. Als gevolg van vertragingen in de procedure op grond van de Flora- en faunawet is de realisatie van het project opgeknipt in twee fasen. De gronden voor de 1e fase worden nog in juni 2012 bouwrijp gemaakt. In deze fase zijn 40 woningen geprojecteerd: - 20 woningen in een rij (starterswoningen); - 12 woningen type 2-onder-1-kap;
71
-
- 6 woningen in twee blokjes (type 3-onder-1-kap); - 2 vrijstaande woningen. De voorbereidende werkzaamheden voor de 2e fase (het voormalige vrachtwagenparkeerterrein en omgeving) zijn nog deels gestart, namelijk de verwijdering van de asfaltverharding van het voormalige vrachtwagenparkeerterrein. Deze fase omvat 16 woningen: - 13 geschakelde woningen of type 2-onder-1-kap; - 3 vrijstaande woningen.
2. Zuidwende-Zuid Dit deelgebied is in de vastgestelde Structuurvisie Hendrik-Ido-Ambacht aangemerkt als locatie voor een cluster van maatschappelijke voorzieningen. Momenteel wordt de haalbaarheid onderzocht van de realisatie van een nieuwe hoofdvestiging van Yulius (zorgvoorzieningen en kantoor) in dit gebied. De actuele stand van zaken: Yulius heeft een eerste (concept)schetsplan opgesteld dat inzicht geeft in de door hen beoogde bebouwing en in de beoogde inrichting van de onbebouwde gronden ten behoeve van parkeren, groen etc. De gemeente is bezig met de afronding van een globaal haalbaarheidsonderzoek. Dit wordt aangevuld met de uitkomsten van een impactonderzoek en met de uitkomsten van een risico-analyse in verband met de aardgastransportleiding.
Oppervlakte Zuidwende-Noord en –Zuid Omschrijving Totale plangebied (bruto) Gemeentelijk eigendom Areaal nog aan te kopen grond Areaal nog te verkopen grond
Oppervlakte 4,5ha 3,9 ha 0,6 ha 4,5 ha
Bron: Herziening grondexploitatie Zuidwende e.o. 2012 Zuidwende en omgeving (financieel kader) De gebieden Zuidwende-Noord en Zuidwende-Zuid zijn opgenomen in de nieuwe conceptgrondexploitatie ‘Zuidwende e.o.´. Deze grondexploitatie is vastgesteld in de raadsvergadering van 2 juli 2012. De grondexploitatie vertoont een klein batig saldo (circa € 6.600 op netto contante waarde per 1 januari 2012). Het verwachte exploitatieresultaat op contante waarde voor het deelgebied ZuidwendeNoord circa € 55.200 nadelig en voor deelgebied Zuidwende-Zuid circa € 61.800 voordelig. Zuidwende en omgeving (risico’s) Bij de berekening van de kosten en opbrengsten behoort het inzichtelijk maken van de risico’s.
De belangrijkste risico’s worden gevormd door: 1. lagere grondopbrengst; 2. vertraging van het project; 3. hogere saneringskosten Zuidwende-Noord; 4. hogere kosten voor verplaatsing van de volkstuinen; 5. hogere verwervingskosten; 6. project blijkt niet realiseerbaar.
72
Deze risico’s staan beschreven in hoofdstuk 5 van de grondexploitatie die op 2 juli 2012 door de gemeenteraad is vastgesteld. Daarnaast zijn de uitkomsten weergegeven in een ‘stoplichtenoverzicht’ (op de laatste pagina van deze grondexploitatie).
73
6. Verbonden partijen Inleiding Verbonden partijen zijn die partijen waarmee de gemeente een bestuurlijke relatie heeft én waarin zij een financieel belang heeft. Een verbonden partij levert daarmee een bijdrage aan de realisatie van maatschappelijke doelen van de gemeente. Partijen waaraan een significant (financieel) risico kleeft, worden ook verwerkt in de paragraaf ‘Weerstandsvermogen’. In dit hoofdstuk gaan we in op de doelstellingen, taken en financiële aspecten van de samenwerkingsverbanden waarin de gemeente HendrikIdo-Ambacht participeert. Bij een deelneming participeert de gemeente in het risicodragend vermogen van een privaatrechtelijke rechtspersoon als aandeelhouder van de betreffende NV of BV. Hieronder wordt een opsomming gegeven van dergelijke samenwerkingsverbanden.
Verbonden partijen
Deelnemingen
GR Drechtsteden GR Publieke Gezondheid & Jeugd GR Veiligheidsregio GR Natuur en recreatieschap IJsselmonde GR Koepelschap Buitenstedelijk groen Drechtwerk GR Halt ZHZ GR Openbare Verlichting
ROM-D HVC (NV) Oasen (NV) Eneco Holding (NV) BNG (NV)
A. Verbonden partijen GR Drechtsteden De gemeenten in de Drechtsteden zijn gezamenlijk een netwerkstad en netwerkorganisatie op een aantal beleidsterreinen. Inhoudelijke samenwerking, afstemming en voorbereiding van beleid binnen de Drechtsteden vindt plaats op de beleidsterreinen Fysiek, Sociaal en Bestuur. Al een aantal jaren werken de Drechtsteden samen in gezamenlijke uitvoeringsorganisaties: Sociale Dienst Drechtsteden, Servicecentrum Drechtsteden, Gemeentebelastingen Drechtsteden, Onderzoekcentrum Drechtsteden, en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden (ROM-D) als onderdelen van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Met die samenwerking zetten de gemeenten in op optimale dienstverlening aan de inwoners, organisatorische en financiële verbeteringen en presentatie van ‘De Drechtsteden’ naar buiten als economisch krachtige, goed bereikbare en leefbare regio. Zij doen dit elk met behoud van de eigen karakteristieke kenmerken. Daarnaast werken besturen en organisaties van de Drechtstedengemeenten ook samen met partijen in de regio, zoals het regionale bedrijfsleven, woningbouwcorporaties, het onderwijs, de gezondheidszorg, welzijnsorganisaties en culturele instellingen. Participeren in de samenwerking biedt de gemeenten kansen en vernieuwingen voor de regio en daarmee ook voor de inwoners. Deze diversiteit aan beleidsterreinen en uitvoeringstaken waarop in Drechtstedenverband wordt samengewerkt, is vanzelfsprekend merkbaar in de programma’s in onze gemeentelijke begroting.
74
Naam verbonden partij Vestigingsplaats Rechtsvorm Doel (openbaar belang dat wordt behartigd)
GR Drechtsteden Dordrecht Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden heeft tot doel, binnen de kaders als genoemd in en voortvloeiend uit de GR Drechtsteden, draagvlak te creëren voor een evenwichtige ontwikkeling van het gebied. Ter verwezenlijking van deze doelstelling en met inachtneming van de autonomie van de deelnemende gemeenten, behartigt Drechtsteden de gemeenschappelijke regionale belangen op de volgende terreinen: - Fysiek (volkshuisvesting, wonen, ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijk beheer, milieu, water, groen, publieke infrastructuur, economie, grondzaken, bereikbaarheid, recreatie en toerisme) - Sociaal (sociale zekerheid en –ontwikkeling, onderwijs en kennisinfrastructuur, sport en cultuur) - Bestuurlijke ontwikkeling en grotestedenbeleid - staf- en ondersteunende diensten en de bedrijfsvoering - sociaal- geografisch onderzoek Naast de hiervoor genoemde belangen heeft Drechtsteden als doelstelling zorg te dragen voor: a.
Financieel belang van de gemeente Risico’s
Bestuurlijk belang/ zeggenschap gemeente Toekomstperspectief en ontwikkelingen
de efficiënte en effectieve heffing en invordering van belastingen, voor de heffing en invordering waarvan de gemeenteraden van de gemeenten belastingverordeningen en de kwijtscheldingsregels hebben vastgelegd, elk voor zover het hun gebied betreft; b. de uitvoering van de WOZ waaronder tevens wordt begrepen de administratie van vastgoedgegevens en het verstrekken van vastgoedgegevens aan de deelnemers en derden, elk voor zover het hun gebied betreft. De totale bijdrage van onze gemeente bedraagt € 9.7 mln. De risico’s waarvan de gemeente voor een deel mededrager is, bestaan in hoofdzaak uit de volgende zaken: • Meerkosten ICT-applicaties • Landsbanki-tegoeden Vertegenwoordiging in het Drechtstedenbestuur (collegelid), Drechtraad (raadsleden fracties) en diverse portefeuillehoudersoverleggen (portefeuillehouders). In 2013 zal op basis van een evaluatie worden bekeken of en op welke wijze de proeftuinen een vervolg krijgen. Daarnaast zullen in het kader van de verkenning naar de toekomst van het Netwerkbestuur – na besluitvorming in de Drechtraad hierover – de voorgestane vervolgstappen in dit traject worden gezet.
75
GR Publieke Gezondheid & Jeugd, GR Omgevingsdienst en GR Veiligheidsregio Een groot deel van de gemeenschappelijke diensten van de regio Zuid-Holland Zuid heeft betrekking op (fysieke) veiligheid. Per 1 januari 2013 ontstaat de nieuwe GR Publieke Gezondheid & Jeugd, die een voortzetting is van de GR Zuid-Holland Zuid. Binnen deze nieuwe GR functioneren de GGD en het Bureau Leerplicht en Vroegtijdig Schoolverlaten (BLVS). Daarnaast maakt onze gemeente deel uit van de veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. De veiligheidsregio beoogt de politieke, bestuurlijke en ambtelijke betrokkenheid tussen de 19 gemeenten van de regio te versterken op het gebied van veiligheid, met behoud van de kwaliteit en de inhoud van de dienstverlening. In deze veiligheidsregio zijn de brandweertaak en de taken op het terrein van de GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) ondergebracht. Per 1-1-2013 wordt de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) ondergebracht bij de Veiligheidsregio. Per 1 januari 2013 zal de structuur van de GR Omgevingsdienst wijzigen. Op dit moment kent de Omgevingsdienst 2 eigenaren. Dat zijn de Provincie Zuid-Holland en de GR Zuid-Holland Zuid. Dit betekent dat wij als gemeente hier op “getrapte” wijze eigenaar zijn en onze beïnvloedingsmogelijkheden beperkt zijn. Per 1 januari 2013 worden de 19 gemeenten uit de regio Zuid-Holland Zuid rechtstreeks eigenaar, tezamen met de provincie Zuid-Holland.
Naam verbonden partij Vestigingsplaats Rechtsvorm Doel (openbaar belang dat wordt behartigd) Financieel belang van de gemeente Risico’s
Bestuurlijk belang/ zeggenschap gemeente Toekomstperspectief en ontwikkelingen
Naam verbonden partij Vestigingsplaats Rechtsvorm Doel (openbaar belang dat wordt behartigd)
Publieke Gezondheid & Jeugd. Dordrecht Gemeenschappelijke regeling De GR Publieke Gezondheid & Jeugd beoogt een bijdrage te leveren aan het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het terrein van publieke gezondheid en onderwijs. De totale bijdrage van onze gemeente aan de regio Zuid-Holland bedraagt voor 2012: € 702.000 De GR PG&J geeft zelf de volgende 2 risico’s aan: • Frictiekosten uitplaating JGZ • Aanbestedingsrisico’s ICT en P&O-kolom SCD. Vertegenwoordiging in het Algemeen Bestuur (collegelid) en het Raadsledenplatform (raadslid). Ons huidige AB-lid zit ook in het DB van de GR PG&J. Per 1 januari gaat deze GR van start. Het jaar 2013 zal voor een belangrijk deel in het teken staan van het op de rit krijgen van de nieuwe organisatie.
Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Dordrecht Gemeenschappelijke regeling De regeling is opgericht ter uitvoering van de Wet veiligheidsregio’s en stelt zich ten doel te allen tijde een gezamenlijke effectieve en efficiënt georganiseerde slagkracht voor crisisbeheersing, rampenbestrijding, brandweerzorg en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen te kunnen leveren en een deskundig en betrouwbare veiligheidsadviseur te zijn.
76
Financieel belang van de gemeente Risico’s
De bijdrage voor 2013 is € 281.000
Bestuurlijk belang/ zeggenschap gemeente Toekomstperspectief en ontwikkelingen
De burgemeester zit in het AB van de Veiligheidsregio.
Naam verbonden partij Vestigingsplaats Rechtsvorm Doel (openbaar belang dat wordt behartigd)
Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid Dordrecht Gemeenschappelijke regeling De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid voert de wettelijke milieutaken uit voor de 19 gemeenten van Zuid-Holland Zuid en de provincie ZuidHolland. De totale bijdrage van onze gemeente aan de regio Zuid-Holland bedraagt voor 2012: € 318.000 (waarvan € 93.000 IWB en € 225.000 wettelijke taken milieu) De GR OD geeft de onderstaande zaken als risico aan: • Mate waarin de fluctuatie in omzet opgevangen kan worden door flexibele schil personeelsbestand; • Aansprakelijkheid voor adviezen; • Huisvestingssituatie per 2015 • Dienstverleningsarrangement SCD
Financieel belang van de gemeente Risico’s
Bestuurlijk belang/ zeggenschap gemeente Toekomstperspectief en ontwikkelingen
De GR VRZHZ geeft de volgende risico’s op: • Fiscale veranderingen op het gebied van BTW-compensabele kosten • Te lage Rijksdoeluitkering • Frictiekostenvergoeding beëindiging dienstverleningsarrangement SCD • Invoering netcentrisch werken • Niet begrote kosten tbv verplichte systeemtest o.g.v. artikel 2.5.1 Besluit Veiligheidsregio
In 2013 zal de VR ZHZ zich specifiek gaan richten op de uitvoering die de Wet veiligheidsregio’s stelt. Een aantal speerpunten daarbij zijn: • (Verdere) voorbereiding van de versterking en regionalisering van de brandweer; • het versterken van de incidentbestrijding op het water; • voorbereiding op inhuizing in de nieuwe huisvesting waarbij dan alle onderdelen onder een dak komen te zitten.
Wij zijn via een collegelid in het AB vertegenwoordigd. In 2013 zal de GR ODZHZ zich o.a. bezig houden met het inzichtelijk maken van hun kostprijzen en dat die bekostiging m.i.v. 2014 geschiedt o.b.v. programma-afspraken en prestaties. Daarbij zal ook expliciet aandacht worden besteed aan de kwalitatieve aspecten van de dienstverlening.
77
Drechtwerk De sociale werkvoorziening beoogt mensen met een arbeidsbeperking zinvol en passend bij hun mogelijkheden te laten deelnemen aan het arbeidsproces. Gemeentelijke overheden zijn bij wet verantwoordelijk voor de uitvoering van de sociale werkvoorziening. Sw-bedrijf Drechtwerk levert een bijdrage aan het realiseren van onze sociale doelstellingen uit de begroting. Daarnaast is ook de samenhang belangrijk met de WWB-taken die door de Drechtsteden zijn belegd bij de Sociale Dienst Drechtsteden. Op 1 januari 2013 zou de Wet werken naar Vermogen (Wwnv) in werking treden. Met de nieuwe wet wilde het kabinet de arbeidsdeelname verhogen en een forse bezuiniging realiseren op de uitkeringsgelden (€ 1, 8 miljard landelijk). De overgang naar deze WWnV gaat in 2013 niet door. Op het moment dat dit besluit door de Tweede Kamer werd genomen, waren we al bezig met de voorbereidingen voor de visievorming en implementatie van deze wet. Hierbij lag het accent niet alleen op de veranderende wettelijke mogelijkheden, maar ook op de bezuinigingen op het re-integratiebudget. Onze inzet blijft er echter wel op gericht om met minder middelen uitvoering te geven aan de wettelijke re-integratietaak en de uitstroom naar (passend) werk te vergroten. Naam verbonden partij Vestigingsplaats Rechtsvorm
Doel (openbaar belang dat wordt behartigd)
Financieel belang van de gemeente Risico’s
Bestuurlijk belang/ zeggenschap gemeente Toekomstperspectief en ontwikkelingen
Drechtwerk Dordrecht Sociaal-inhoudelijk opdracht is belegd bij de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden Drechtwerk: NV Drechtwerk is opgericht om voor de deelnemende gemeenten uitvoering te geven aan de Wet sociale werkvoorziening. De algemene doelstelling van deze wet is om aan zoveel mogelijk voor de Wsw geïndiceerde inwoners van de aangesloten gemeenten een dienstbetrekking aan te bieden voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden. Aandeel Wsw’ers uit Hendrik-Ido-Ambacht ten opzichte van het totaal aantal Wsw’ers. In onze begroting is een budget voor ons aandeel opgenomen van € 158.000. Subsidieresultaat SW: In de begroting 2013 en verder is geen cao verhoging SW opgenomen. Bij een eventuele verhoging is de kans groot dat niet zal worden gecompenseerd in de subsidie. Opdrachtgeversrol: via bestuurlijke vertegenwoordiging in de GR Drechtsteden Eigenaarsrol: wethouder financiën De in het Ondernemingsplan 2012 van Drechtwerk benoemde voorbereidingen voor de toekomst vormen de basis van de ontwikkelingen voor 2013. Enerzijds behelst dit de ontwikkeling van werkbedrijven tot zelfstandig functionerende vennootschappen die mensen m.b.v. loondispensatie een goede werkplek kunnen bieden. Een andere belangrijke ontwikkeling is om in samenwerking met gemeenten en andere partners kleinschalige werk/leerinitiatieven op te zetten waarin mensen met een lage verdiencapaciteit in een rustige omgeving maatschappelijk nuttige werkzaamheden kunnen verrichten.
78
GR Gemeenschappelijke Vuilverwerking Dordrecht en omstreken (Gevudo) Gevudo bezit 20 % van de aandelen van NV Huisvuilcentrale Noord-Holland, HVC te Alkmaar en behartigt en coördineert de belangen van de deelnemende gemeenten richting HVC. De GR Gevudo is aangegaan door de gemeenten Alblasserdam, Binnenmaas, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Leerdam, Liesveld, Nieuw-Lekkerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht. Het doel van de regeling is de belangen te behartigen van de deelnemers op het gebied van het op milieuhygiënisch verantwoorde wijze verwerken van huishoudelijke afvalstoffen afkomstig van de Drechtsteden, Alblasserwaard en Vijfheerenlanden en de Hoeksche Waard. Waar de regeling in het verleden daadwerkelijk actief was in het verzamelen en verwerken van huishoudelijk afval, wordt het doel nu feitelijk uitsluitend verwezenlijkt door het verwerven, beheren en vervreemden van aandelen in het kapitaal van de N.V. Huisvuilcentrale NoordHolland (HVC) en het partij zijn bij overeenkomsten tussen aandeelhouders van HVC. De GR Gevudo staat naar rato van haar deelname in HVC garant voor het nakomen van de verplichtingen die HVC aangaat met betrekking tot de financiering van verbrandingsinstallaties. Hiervoor wordt een garantstellingprovisie ontvangen. De verdeelsleutel is het gemiddelde tonnage aangeleverd afval over de laatste 5 jaar. Zie verder onder deelneming HVC. Koepelschap Buitenstedelijk Groen en Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde Doel van het Koepelschap is een evenwichtige ontwikkeling en instandhouding van het buitenstedelijk groen als geheel en in verhouding tot zijn omgeving. Het Natuur- en Recreatieschap behartigt de bovenlokale belangen van openluchtrecreatie op het eiland IJsselmonde.
Naam verbonden partij
Koepelschap Buitenstedelijk Groen
Vestigingsplaats Rechtsvorm Doel (openbaar belang dat wordt behartigd)
Schiedam Gemeenschappelijke Regeling Het Koepelschap heeft tot doel op basis van Rijks-, provinciaal en regionaal beleid in onderlinge samenhang een evenwichtige ontwikkeling en instandhouding van het buitenstedelijk groen als geheel in het gebied behorend tot de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hendrik-Ido-Ambacht, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Westvoorne en Zwijndrecht en in de directe omgeving daarvan te bevorderen.
Financieel belang van de gemeente Risico’s Bestuurlijk belang/ zeggenschap gemeente Toekomstperspectief en ontwikkelingen
De bijdrage aan Koepelschap bedraagt in 2013 € 158.000 Er worden geen risico’s genoemd. Een wethouder is lid van het Algemeen Bestuur.
79
Naam verbonden partij
Natuur- en Recreatieschap IJsselmonde
Vestigingsplaats Rechtsvorm Doel (openbaar belang dat wordt behartigd)
Rotterdam Gemeenschappelijke Regeling Het Natuur- en Recreatieschap heeft tot doel de natuur- en recreatieschapsgebieden in of in de directe nabijheid van de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hendrik-Ido-Ambacht, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Westvoorne en Zwijndrecht efficiënt en effectief te beheren. Financiering vindt plaats via Koepelschap
Financieel belang van de gemeente Risico’s Bestuurlijk belang/ zeggenschap gemeente Toekomstperspectief en ontwikkelingen
Er worden geen risico’s genoemd. Wethouder RO is lid van het dagelijks en algemeen bestuur van het NRIJ Een raadslid is lid van het Algemeen Bestuur van het NRIJ
Bureau Halt Deze regeling richt zich op het voorkomen en terugdringen van jeugdcriminaliteit. Naam verbonden partij Vestigingsplaats Rechtsvorm Doel (openbaar belang dat wordt behartigd) Financieel belang van de gemeente Risico’s Bestuurlijk belang/ zeggenschap gemeente Toekomstperspectief en ontwikkelingen Naam verbonden partij Vestigingsplaats Rechtsvorm Doel (openbaar belang dat wordt behartigd)
Bureau Halt Dordrecht Gemeenschappelijke regeling Halt Zuid-Holland Zuid Voorkomen en terugdringen van veel voorkomende jeugdcriminaliteit. Ook alternatieve straffen voor jongeren. Geraamd budget € 7.000 Er worden geen risico’s genoemd. Burgemeester – als representant van de Drechtsteden - zit in Stuurgroep Halt.
Bureau Openbare Verlichting Hardinxveld-Giessendam Gemeenschappelijke Regeling 1. Het Bureau Openbare Verlichting behartigt de gemeenschappelijke en afzonderlijke belangen van de gemeenten op het gebied van het beheren en in stand houden van de openbare verlichting van de gemeenten. Het draagt zorg voor een zo doelmatig mogelijke uitvoering van taken en uitoefening van bevoegdheden op het voornoemde terrein. 2.
In het kader van haar doelstelling heeft het Bureau Openbare
80
Verlichting als basistaken het: a. het administratief beheren van de bestanden van de openbare verlichting; b. het verzorgen van de totstandkoming van overeenkomsten tussen de gemeenten en externe aannemers voor het technische onderhoud van de openbare verlichting en het contractmanagement van die overeenkomsten; c. het coördineren en het voeren van de directie over de onderhoudswerkzaamheden van de openbare verlichting, uitgevoerd door derden; d. het direct, of indirect via de gemeenten, fungeren als meldpunt voor storingen aan de Openbare Verlichting, het registreren van schades en het begeleiden van de schadeafwikkeling dan wel het beheer daarvan, indien uitbesteed; e. het voorbereiden van gezamenlijk beleid van de gemeenten op het gebied van beheer en onderhoud van de openbare verlichting en
Financieel belang van de gemeente Risico’s Bestuurlijk belang/ zeggenschap gemeente Toekomstperspectief en ontwikkelingen
f. het bieden van deskundige ondersteuning aan gemeenten op het gebied van beheer en onderhoud van de openbare verlichting; Jaarlijkse bijdrage op basis van hoeveelheid lichtmasten. In 2013 zal de bijdrage € 50.000,- zijn. Er worden geen risico’s genoemd. Vertegenwoordiging in het bestuur (collegelid).
B. Deelnemingen ROM-D De ROM-D, de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden, is in 1999 opgericht om als uitvoeringsorganisatie de regionale economie in de Drechtsteden te versterken. In dat kader heeft zij ook als taak bedrijventerreinen te ontwikkelen en te herstructuren/revitaliseren. Daarnaast heeft de ROM-D tot taak bredere regionale economische ontwikkelingen te initiëren en grootschalige woningbouwlocaties te (her)ontwikkelen. In 2009 zijn in Drechtstedenverband besluiten genomen om de ROM-D daadkrachtiger en efficiënter te positioneren en de regionale samenwerking te intensiveren. In 2010 en 2011 zijn de nieuwe structuren van de bestuurlijke organisatie en de organisatie van de onderneming ROM-D ingevoerd. Daarmee is er een structuur waarin het Drechtstedenbestuur -het dagelijks bestuur van de Drechtsteden- stuurt op de uitvoering en versterking van de ROM-D, daartoe gemachtigd door de Drechtstedengemeenten, die elk aandeelhouder in de ROM-D zijn. Het Drechtstedenbestuur kan door zijn positie waar nodig snel anticiperen op ontwikkelingen en kan, vanuit zijn verantwoordelijkheid als regiobestuurder voor de Drechtsteden, de belangen behartigen voor de Drechtsteden als totaliteit en de
81
gezamenlijke Drechtstedengemeenten. Verder is met een Raad van Commissarissen uit leden voorgedragen door de eigenaren van de ROM-D voorzien in de toezichthouder op de resultaten en bedrijfsvoering van de ROM-D-organisatie. Een ander belangrijk element in de nieuwe structuur van de ROM-D is de vorming van een fonds (ROM-D Capital) dat uitsluitend gevormd wordt door publieke middelen. Publieke partijen kunnen hierin investeren. Het opgebrachte kapitaal kan risicodragend ingezet worden in de projecten die onder aansturing van de directie van de ROM-D worden uitgevoerd. Een Investment Committee houdt toezicht op en geeft advies over de inzet van deze publieke gelden. In maart 2012 is, na een intensief proces van overleg in de Drechtraad en de lokale gemeenteraden, ingestemd met het voorstel van het Drechtstedenbestuur tot gefaseerde doorontwikkeling van de Noordoevers onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van de Drechtsteden en gelijktijdige loskoppeling van het project van de ROM-D. Het project Noordoevers-Transformatiezone wordt als gezamenlijk regionaal project uitgevoerd, waarbij de zes gemeenten eigenaar zijn van het project. Dit heeft tot gevolg dat dit project is losgekoppeld uit de ROM-D. De ROM-D is voor het Drechtstedenbestuur essentieel als vehikel voor de regio om de positie van de Drechtsteden te versterken. Het functioneren van de ROM-D en de sturing op de ROM-D laten echter te wensen over, zo werd geconstateerd bij de besluitvorming over het project Noordoevers. De zes gemeenteraden hebben dan ook ingestemd met het voorstel van het Drechtstedenbestuur om het toekomstbeeld van de ROM-D te verkennen. Deze verkenning zal moeten leiden tot een verdere doorontwikkeling van de ROM-D als gezamenlijke ontwikkelingsmaatschappij ter versterking van de economische opgave van de Drechtsteden.
Naam deelneming Vestigingsplaats Rechtsvorm
Doel (openbaar belang dat wordt behartigd) Financieel belang van de gemeente Bestuurlijk belang/ zeggenschap gemeente Toekomstperspectief en ontwikkelingen
Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden (ROM-D) Dordrecht De structuren na invoering van de doorontwikkeling: 1.) ROM-D Holding N.V. 2.) ROM-D Beheer N.V. 3.) ROM-D Capital B.V. 4.) ROM-D C.V. Het versterken van de economische ontwikkeling van de Drechtsteden. Kapitaaldeelname met stemrechten via volmacht aan het Drechtstedenbestuur. Hendrik-Ido-Ambacht: kapitaal: 140.989, stemrechten 4% Bestuurlijk: Drechtstedenbestuur heeft zitting in de Holding N.V., met gemeentelijke volmacht Verdere doorontwikkeling van de ROM-D als gezamenlijke ontwikkelingsmaatschappij ter versterking van de economische opgave van de Drechtsteden.
HVC Alkmaar In deze gemeenschappelijke regeling is het aandelenbezit in de HuisVuilCentrale Alkmaar (HVC) ondergebracht na de verkoop van Gevudo N.V. aan HVC. Door deze deelneming wordt een bijdrage geleverd aan een schoon en veilig Hendrik-Ido-Ambacht, hetgeen een van de doelstellingen uit het
82
coalitieprogramma is. Deze doelstelling ligt onder het programma VROM (2). De eventuele tekorten van HVC Alkmaar worden vanwege de gemeenschappelijke regeling omgeslagen naar de aandeelhouders. Dit gebeurt naar rato van de procentuele deelname in het aandelenkapitaal. HVC heeft in 2009 een bod gedaan op de afvalinzamelaar Netwerk NV. Hiermee proberen zij hun dienstverlening te optimaliseren.
Naam deelneming Vestigingsplaats Rechtsvorm Doel (openbaar belang dat wordt behartigd) Financieel belang van de gemeente Bestuurlijk belang/ zeggenschap gemeente Toekomstperspectief en ontwikkelingen
HVC Alkmaar NV Het behartigen van de belangen van de in de GR deelnemende gemeenten voor het verwerken van het ingezamelde huishoudelijk afval. Deelname in HVC met 529 (20%) aandelen door GR Gevudo e.o. (dat wil zeggen 16 deelnemende gemeenten aan Gevudo). Deelname in algemene vergadering van aandeelhouders. Overname van Netwerk NV
Eneco Van oudsher was het doel om publieke belangen te borgen op het gebied van energievoorziening. Als gevolg van de liberalisering van de energiesector wijzigt dit in de richting van een meer financieel belang.
Naam deelneming Vestigingsplaats Rechtsvorm Doel (openbaar belang dat wordt behartigd) Financieel belang van de gemeente Bestuurlijk belang/ zeggenschap gemeente Toekomstperspectief en ontwikkelingen
Eneco Holding N.V. Rotterdam NV Waarborg energievoorziening Aantal aandelen: 22.495 (0,5%). In de raming voor 2013 is € 316.378,- aan dividend opgenomen. Als aandeelhouder
Oasen Het doel van deze deelneming is het borgen van publieke belangen met betrekking tot drinkwater. Naam deelneming Vestigingsplaats Rechtsvorm Doel (openbaar belang dat wordt behartigd) Financieel belang van de gemeente
Oasen Zuid-Holland Gouda NV Drinkwater verzorging inwoners Hendrik-Ido-Ambacht 21 van de 748 uitgegeven aandelen (3%). In de raming voor 2013 is €277,aan dividend opgenomen.
83
Naam deelneming Bestuurlijk belang/ zeggenschap gemeente Toekomstperspectief en ontwikkelingen
Oasen Zuid-Holland Als aandeelhouder -
BNG De gemeente heeft een financieel belang in de Bank Nederlandse Gemeenten. Naam deelneming Vestigingsplaats Rechtsvorm Doel (openbaar belang dat wordt behartigd)
Financieel belang van de gemeente Bestuurlijk belang/ zeggenschap gemeente Toekomstperspectief en ontwikkelingen
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Den Haag Naamloze vennootschap De Bank Nederlandse Gemeenten, opgericht in 1914, is een bank van en voor de overheid. De bank biedt financiële diensten aan, zoals kredietverlening, betalingsverkeer en advisering. De BNG heeft de hoogste rating voor kredietwaardigheid (triple A). De gemeente heeft 25.818 aandelen (0.05%) in haar bezit. In de ramingen voor 2013 is rekening gehouden met een dividend van € 27.616,-. Als aandeelhouder neemt de gemeente deel aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders -
84
7. Bedrijfsvoering Inleiding In deze paragraaf worden de beleidsvoornemens en de stand van zaken op het gebied van bedrijfsvoering belicht. Onze gemeente opereert in een sterk veranderende omgeving waarin tal van ontwikkelingen een grote of minder grote impact hebben en waarin momenteel de onzekerheden in de politiek en de economische crisis ook onze bedrijfsvoering raken. Welke taken worden overgeheveld van rijk naar gemeenten, hoe kunnen we samenwerken zodat het meerwaarde voor onze bewoners oplevert, wat is de impact van verdergaande individualisering en digitalisering van de samenleving en hoeveel middelen hebben we daarvoor beschikbaar. Een turbulente omgeving vereist permanente aandacht en pro-activiteit. Personeel en Organisatie Om flexibel in te kunnen spelen op ontwikkelingen en genoemde onzekerheden is de strategische P&Onotitie “Het huis van de toekomst 2011-2015” vastgesteld. Het huis van de toekomst staat voor de organisatie waarin we werken. Bouwplannen daarin zijn publieke dienstverlening (zie programma 7 Bestuur), samenwerking, sturing en mensen. Wij zijn positief kritisch op de diverse samenwerkingsverbanden, waarbij de maatstaf is dat de samenwerking meerwaarde moet hebben voor onze inwoners. Op dit moment zijn er verschillende samenwerkingsverbanden in ontwikkeling. Hiervan zijn er twee officieel benoemd als Proeftuin, te weten de Proeftuin Beleid en de Proeftuin Dienstverlening. Vanuit de Proeftuin Beleid is de Proeftuin Ruimtelijke Ordening ontstaan. Daarnaast worden er samenwerkingsmogelijkheden onderzocht in het Ontwikkelspoor Openbare Ruimte en kennen we het Intergemeentelijk Project Management (IPM). Op basis van de ervaringen in deze samenwerkingsverbanden zal eind 2012 worden beoordeeld hoe met deze vorm van samenwerken kan worden verder gegaan in de komende jaren. In 2013 gaan we werken met de nieuwe verrekensystematiek van het SCD. Doel van die verrekensystematiek is om een betere balans te krijgen tussen het bedrag dat wat men betaalt aan het SCD en de voor dat bedrag geleverde producten en diensten. Op dit moment ziet het er naar uit dat dit voor ons een nadelig effect zal hebben op onze begroting. Deze nieuwe systematiek geeft de eigenaren de mogelijkheid om in beperkte mate te sturen op de nieuwe parameters. Wij zullen van deze mogelijkheid optimaal gebruik maken. Tegelijkertijd zijn wij van mening dat er een balans moet zijn tussen zakelijkheid en solidariteit. Voor een gezonde organisatie is de kwaliteit van leiderschap essentieel. Leiderschap gaat over het maken van keuzes, het stimuleren, inspireren, motiveren en (durven) beoordelen op prestaties. De leidinggevende moet over de juiste vaardigheden beschikken om de benodigde ondersteuning te kunnen bieden. Met behulp van een regionaal programma gaan we het leiderschap (verder)ontwikkelen. Vergrijzing van het personeelsbestand en de verwachte uitstroom van kennis en ervaring maken een goede planning noodzakelijk. Met strategische personeelsplanning (SPP) verkrijgen we inzicht in de vraag welk personeel de organisatie op korte en langere termijn nodig heeft, rekening houdend met ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de omgevingsfactoren. SPP richt zich niet alleen op kwantiteit maar ook op kwaliteit. Met behulp van een regionale methodiek is in 2012 gestart met het maken van een personeelsplanning voor de komende drie jaar. In 2013 krijgt dit onderwerp een belangrijk vervolg.
85
Om snel te schakelen in een onzekere en dynamische omgeving moet een organisatie flexibel (mee) kunnen bewegen. Alle medewerkers worden aangesteld in algemene dienst. Zo’n aanstelling houdt in, dat medewerkers in goed overleg met de leidinggevende breed ingezet kunnen worden in verschillende passende functies. Daarnaast worden meer tijdelijke dienstverbanden aangegaan in plaats van vaste, zodat goed kan worden ingespeeld op wijziging in (omvang van) taken.
Vanuit het strategisch opleidingsplan wordt verder gestuurd op de benodigde competenties van de medewerker van de toekomst (regievoerder in plaats van uitvoerder, meer generalist dan specialist). Voor organisatiebrede opleidingen en trainingen ligt de focus op projectmatig werken, regisseren en op teamontwikkeling van het management. Individueel moeten medewerkers zich in het kader van “een leven lang leren” blijven ontwikkelen in het belang van de organisatie en zichzelf. Daarmee verhogen zij hun eigen inzetbaarheid en arbeidsmobiliteit. Het in 2012 vastgestelde gezondheidsbeleid legt een basis voor arbozorg in de organisatie en wordt verder geïmplementeerd. Het beleid is niet alleen verplicht op grond van de Arbo-wet, maar draagt ook daadwerkelijk bij aan het realiseren van een veilig en aantrekkelijk werkklimaat. Daarnaast wordt het meerjarig arbobeleidsplan geactualiseerd. Voor wat betreft het ziekteverzuim streven we naar een percentage van (maximaal) 4,3 %. Dit percentage is gebaseerd op de gemeentelijke verzuimnorm van het A&O fonds 2011 voor gemeenten van gelijke grootte. Het beleid ten aanzien van het terugdringen van externe inhuur wordt onverminderd voortgezet. In 2012 is gestart met het opstellen van een stagebeleid. We hebben kaders opgesteld en keuzes gemaakt in soorten stageplaatsen die we aan willen bieden. Samen met het SCD gaan we in 2013 pro actief zorgen voor het invullen van deze stageplaatsen. Informatisering Onze gemeentelijke dienstverlening en bedrijfsvoering wordt in steeds hogere mate ondersteund door ICT-faciliteiten. Rijksbrede ontwikkelingen (wet- en regelgeving, Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en E-overheid) waaraan een ICT-component gekoppeld is, zijn hier o.a. de oorzaak van. Nog sterker dan voorheen zal er in regional verband gestuurd gaan worden op financiële kaderstelling en de beoogde bijdrage van de ICT-voorzieningen om deze gestelde kaders te realiseren. In 2013 zal applicatieconsolidatie het instrument zijn om de ICT-kosten beheersbaar te krijgen en te houden. We willen in de regio voor 1 functionaliteit nog maar 1 applicatie hebben. Applicatieconsolidatie is een traject dat in 2014 zal doorlopen. Naast de wettelijke verplichte ICT-projecten, zullen overage (ambitie)projecten en activiteiten aan de hand van een onderliggende onderliggende businesscase worden beoordeeld en geprioriteerd. De financiële ruimte voor de komende periode is beperkter waardoor het effect voor wat betreft het maken van afwegingen, alleen maar groter gaat worden. Dat betekent dat niet alle ambities gerealiseerd zullen kunnen worden.
Planning en control De beleidscyclus is de kapstok in het samenspel tussen raad, college en de ambtelijke organisatie. Uitgaande van politiek primaat en ambtelijke professionaliteit wordt samenhangend gewerkt aan het realiseren van de doelen uit de begroting. Het spreekt natuurlijk voor zich dat wij hierbij blijvend aandacht zullen besteden aan de aspecten interne controle, rechtmatigheid en getrouwheid van de cijfers. Verder zal
86
ook in 2013 aandacht zijn voor het verbeteren van onze P&C-documenten, de afstemming met onze regiopartners (o.a. SCD, GBD en SDD), het inbedden van de aangekondigde bezuinigingen in de P&Cdocumenten en het risicomanagement. Juridisch Juridisch Control zal integraal onderdeel van de interne controle uitmaken. Dit met het doel om de interne controle op inhoud te versterken. Communicatie Eén van de thema’s in de communicatie voor 2013 is ‘Inwoners denken mee’. Onder andere de nieuw ontwikkelde website gaan we hiervoor inzetten. Ook de ontwikkeling, inzet en gebruik van nieuwe (social) media is een belangrijk speerpunt. Daarnaast blijft het uitgangspunt dat we deze nieuwe media inzetten in combinatie met de traditionele communicatiemiddelen, zoals het wekelijkse gemeentenieuws en de jaarlijkse gemeentegids.
87
DEEL III FINANCIËLE BEGROTING
88
1.
Inleiding
De financiële begroting bevat een nadere toelichting op de financiële positie van de gemeente. Begonnen wordt met een uiteenzetting over de ontwikkeling van de financiële positie na vaststelling van de meerjarenbegroting 2013 en verder. Vervolgens komen een aantal specifieke financiële aspecten aan de orde, zoals het totaal van baten en lasten per programma, de incidentele baten en lasten, een samenvatting van nieuwe en/of geïntensiveerde exploitatiekosten, investeringen en de reservepositie. NB In alle financiële tabellen zijn de bedragen afgerond op duizendtallen. Hierdoor kunnen in enkele eindtellingen afrondingsverschillen ontstaan. Dit heeft geen invloed op de ramingcijfers. 2.
Ontwikkeling financiële positie
Van Meerjarenbegroting 2012 naar Meerjarenbegroting 2013 Het financiële overzicht ziet er als volgt uit: Tabel 1 - = v oor deel Saldo meer jarenbegr oting 201 3
2013 -267.955
2014 -1 12.427
2015 -39.356
2016 378.071
BW2 winternota Kadernota 2013 -2016
316.258 -108.983
51.322 -352.301
-52.658 -116.186
-393.632 -436.557
-60.680
-413.406
-208.200
-452.118
Algemene uitkering R isico € 15 per inw. Financiering Prijsindex structureel -1% 2012 Diver sen
480.120 -424.005 155.283 -79.148 -192.115
592.138
509.176
523.204
-55.311 -79.148 -147.119
-101.666 -79.148 -7.286
-168.655 -79.148 91.838
Nieuw sal do meerjarenbegroting
-1 20.545
-1 02.846
1 12.876
-84.879
Nieuw sal do meerjarenbegroting na kadernota 2012
Toelichting: Financiering: De kosten voor het aantrekken van leningen zijn een afgeleide van hetgeen in de begroting plaatsvindt. Bezuinigingen, vertraagde woningbouw, de inzet van reserves vinden hun weerslag in de financieringsbehoefte. De verlaging van de reserves maakt dat het financieringstekort oploopt en er eerder geleend moet worden. Vertraging in de woningbouw zorgt er enerzijds voor dat er minder geïnvesteerd wordt en er dus minder middelen nodig zijn, anderzijds kunnen oude leningen niet afgelost worden en zal herfinanciering aan de orde zijn. Een tekort in de grondexploitatie gaat ten koste van de reservepositie wat maakt dat er eerder geleend moet worden. Daarnaast zijn de bezuinigingsplannen doorgerekend, wat een verlaging van de financieringsbehoefte tot gevolg heeft. Al met al een complexe post, waarbij de inzet is om zo scherp mogelijk de gevolgen in de financieringsbehoefte in de begroting te verwerken.
Junicirculaire: Voor de begroting 2013-2016 is uitgegaan van de junicirculaire. In de junicirculaire is het Begrotingsakkoord 2013 verwerkt. In het Begrotingsakkoord zijn keuzen gemaakt om de financiële positie van Nederland te verbeteren door middel van een pakket aan maatregelen van afgerond 12 miljard euro in 2013. Het Begrotingsakkoord leiden via de trap-op-trap-af-systematiek tot afnemende accressen.
89
Risico € 15,- per inwoner: De decentralisatie van rijkstaken is uitgesteld. Het verwachte nadelig effect van € 15,- per inwoner zal daarom nog niet in 2013 optreden. Het hiervoor gereserveerde bedrag kan in 2013 vrijvallen. Prijsindex: In 2012 is de prijsindex op de materiële budgetten met 1% verlaagd. Deze verlaging werkt structureel door. In de winternota 2012 wordt u hierop geïnformeerd. Rekenkamer: Bij de behandeling van de Kadernota voor de begroting 2013 is de voorgestelde bezuiniging niet geaccordeerd. Diversen: In de afgelopen jaren hebben we kunnen melden dat de heffing en inning van belastingen door verbetering van bestanden up-to-date is. De werkelijke inkomst 2011 leidt na indexatie en aanpassing met de verwachte groei van het aantal woningen tot een positief resultaat. Verder zijn in deze posten diverse kleinere correcties verwerkt en de investering in het ondergronds Klikosysteem is hier opgenomen.
Uitgangspunten Bij de berekening van de saldi in tabel 1 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd. Tabel 2 W on ingprog nose Inw onerpr ognose Prijsstijgin g Loon stijgin g O mslagr ente Kapitaallasten A lgemen e uitkeri ng
201 3 11.405 28.398 2% 2% 3,7% A nnuïtair Lopen de prijzen
2014 11.505 28.647 2% 2% 3,7% Ann uïtair Constante pr ijzen
201 5 11.655 28.896 2% 2% 3,7% A nnuïtair C onstan te prijz en
2016 11.855 29.519 2% 2% 3,7% An nuïtair C onstante prijzen
90
Van realisatie 2011 naar begroting 2012 naar begroting 2013 In navolgend overzicht worden aanmerkelijke verschillen tussen de begroting 2013 en de begroting 2012 en de realisatie 2011 toegelicht. Een aanmerkelijk verschil is een verschil groter dan € 50.000 en 10% op productgroepniveau. Tabel 3 - is voordeel
(bed ra ge n x € 1000)
Progr amma
Ver schil begroting 2013 t.o.v. begr oting 201 2 Lasten
V erschil begrot ing 201 3 t .o.v. begr oting 2012 Baten
Ver schil begr oting 201 3 t.o.v. r eal isat ie 201 1 Lasten
Ver schil begr oting 2013 t.o.v. realisatie 201 1 Bat en
1 . Vol ksgezondheid welzijn spor t en onder wijs Productgr oep C ultuur en recreatie Educatie M aatschappelijke zorg Bevolking sz aken Totaal
88616527241 -
16014940-
366174187 28 325-
26 147 516 9681
144 1563388439 1.634 1 .239
1859211640 1.7122.091 -
424 2291.26043 35 5.985 4.998
359751412420 5.9916.808-
18 18
11-
1.5301.530-
52 52
4949-
11-
22-
223 223
196196-
0 0
3.1613.1 61-
1.080 1 .080
30 30
11-
64 64
187187-
7777-
1.366 1.366
207207-
19.03719.037-
11.706 1 1.706
16.5071 6.507-
2.238 2.238
15.4271 5.427-
23.656 23.656
2. Vol kshuisvesting, r uimtel ijke or dening en milieu Productgr oep R ioler ing Gr oen R O en Volkshuisvesting R einiging Fy siek mili eu Gr ondexploitaties Totaal 3. Verk eer en ver voer Productgr oep V er keer,vervoer en waterstaat Totaal 4. Veiligh eid Productgr oep O rde en vei ligheid Totaal 5. Sociale str uctuur Productgr oep Sociale samen werk ing Totaal 6. Econ omische structu ur Productgr oep Econ omische Zaken Totaal
1 1
7. Bestuur Productgr oep Bestuur Totaal 8. Vol ger landen Productgr oep R O en Volksh uisvesting de Volgerlan den Totaal
19.037 1 9.037
9. A lgemene dekkingsmiddelen Productgr oep F inanciering en alg.dekkin gsmiddelen Totaal
641641 -
91
Toelichting: 1. Volksgezondheid, welzijn, sport en onderwijs Verschil begroting 2013 t.o.v. begroting 2012: Cultuur en recreatie: Naast bezuinigingen is in de cijfers het feit verwerkt dat sportpark Schildman onder de BTW-heffing is gebracht. Dit zorgt voor structureel lagere lasten. Educatie: Hier is de bezuiniging zichtbaar op schoolbegeleiding. Maatschappelijke zorg: De uitgaven zijn lager door bezuinigingen op sociaal-cultureel werk en de accommodaties. Verschil begroting 2013 t.o.v. realisatie 2011: Cultuur en recreatie: Naast bezuinigingen is in de cijfers het feit verwerkt dat sportpark Schildman onder de BTW-heffing is gebracht. Dit zorgt voor structureel lagere lasten. In 2011 zijn daarnaast een aantal eenmalige uitgaven geboekt, zoals de afboeking van een kunstgrasveld en de afrekening van een subsidie. Educatie: In 2011 heeft de verzelfstandiging van het openbaar primair onderwijs plaatsgehad en de kapitaallasten zijn minder geworden ten opzichte van 2011. Bij de inkomsten van 2011 is een eenmalige bate geboekt doordat een voorziening is omgezet naar een reserve. In 2013 speelt dat niet. Maatschappelijke zorg: De uitgaven zijn in 2011 lager geweest doordat een deel van de nieuwe AWBZprojecten en de deskundigheidsbevordering voor vrijwilligers zich in de voorbereiding bevonden. In 2011 is het resterende deel van een bijdrage aan de GGD voor de uitvoering van een plan alcoholpreventie, retour gekomen. De inkomsten zijn lager doordat de aparte uitkering voor Jeugd en gezin is opgenomen in de algemene uitkering en daarom niet meer zichtbaar is op dit programma.
2. Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu Verschil begroting 2013 t.o.v. begroting 2012: Riolering: Bij de begroting wordt rekening gehouden met de bouwproductie vanuit De Volgerlanden. De baten (rioolheffing) zijn ook op de nieuwe planning aangepast. Per saldo resteert op programma 9 een storting in de egalisatiereserve riolering. Groen: De uitgaven zijn verlaagd als gevolg van bezuinigingen en doordat er minder ambtelijke uren besteed worden aan de begraafplaatsadministratie door verdergaande automatisering. RO en Volkshuisvesting: In 2013 staan lagere lasten geraamd doordat in 2012 eenmalige bijdragen gepland staan in het negatief vermogen van Noordoevers en in de herstructurering van het woonwagenpark. Reiniging: De inkomsten stijgen doordat de heffing verhoogd is met 2% inflatiecorrectie en het aantal woningen is gewijzigd De uitgaven zijn gedaald met name als gevolg van een daling van de afschrijvingen.
92
Grondexploitaties: De bedragen bestaan voornamelijk uit de geraamde kosten en opbrengsten van grondexploitaties. Deze lasten en baten verschillen doordat projecten in ontwikkeling zijn.
Verschil begroting 2013 t.o.v. realisatie 2011: Riolering: Bij de begroting wordt rekening gehouden met de bouwproductie vanuit De Volgerlanden. De baten (rioolheffing) zijn ook op de nieuwe planning aangepast. Per saldo resteert op programma 9 een storting in de egalisatiereserve riolering. Groen: 2011 is voor de begraafplaats een overgangsjaar geweest, het beheer is gewijzigd en de aula is in gebruik genomen in dat jaar. Dit heeft zijn weerslag gehad in de cijfers van 2011 en van 2013. RO en Volkshuisvesting: Het begrote bedrag is in 2013 lager doordat in 2011 eenmalige zaken aan de orde zijn geweest zoals de vorming van de voorziening Noordoevers van € 1 miljoen en kosten voor een second opinion op dit project. Reiniging: De inkomstenstijging is het gevolg van aanpassing van het tarief en het aantal woningen. Grondexploitaties: De bedragen bestaan voornamelijk uit de geraamde kosten en opbrengsten van de grondexploitaties. Deze lasten en baten verschillen doordat projecten in ontwikkeling zijn.
3. Verkeer en vervoer Verschil begroting 2013 t.o.v. realisatie 2011: In 2011 is een bedrag van € 242.000 uitgegeven aan de wegen in Oostendam. In de openbare verlichting is in 2011 meer uitgegeven aan onderhoud. In 2011 heeft een uitgestelde bijdrage, vanuit 2010, aan het waterschap voor wettelijke ontvangstplicht van baggerwerkzaamheden plaats gevonden. Daarnaast is er in 2011 een bijdrage vanuit fonds bovenwijkse voorzieningen aan reconstructie Noordeinde geweest. In 2011 is voor duurzaam veilig vanuit de provincie subsidie ontvangen. 4. Veiligheid Verschil begroting 2013 t.o.v. realisatie 2011: Orde en veiligheid: In 2011 bedroeg het voordelige exploitatiesaldo van De Brandweer Zwijndrechtse Waard € 100.844. De overige inkomsten in 2011 bedroegen de terugbetaling van de gemeente Zwijndrecht voor de inwonersbijdrage aan de veiligheidsregio. 5. Sociale structuur (voorheen: Regionale samenwerking) Verschil begroting 2013 t.o.v. begroting 2012: Sociale samenwerking: De lasten in 2012 zijn hoger dan in 2013. Dit wordt veroorzaakt door de bijramingen in de kadernota 2013 voor 2012 van Drechtwerk. Verschil begroting 2013 t.o.v. realisatie 2011: Sociale samenwerking: De lasten in het kader van de regionale samenwerking, welke geen betrekking hebben op sociale samenwerking zijn vanaf 2012 geboekt bij programma 7 Bestuur. Een bedrag van € 665.000 wordt veroorzaakt door een betaling in 2011 aan Manden Maken. In 2011 is incidenteel
93
een bedrag ad € 640.970 van Sociale Zaken ontvangen betreffende Incidentele Aanvullende Uitkeringen over 2010. Dit bedrag is in 2011 één op één aan de SDD afgedragen. In 2011 zijn er incidentele inkomsten over oude jaren met betrekking van de BBZ ontvangen.
6. Economische structuur Verschil begroting 2013 t.o.v. realisatie 2011: Economische zaken: De hogere lasten in 2013 worden met name veroorzaakt doordat er op zowel markten en standplaatsen als herstructurering Frankepad/ Grotenoord meer uren zijn begroot. 7. Bestuur Verschil begroting 2013 t.o.v. begroting 2012: Bestuur: Het verschil wordt veroorzaakt doordat er minder uren zijn begroot. De baten bestaan uit extra bijdragen vanuit de voorziening voormalig personeel, waar tegenover ook lasten staan geraamd. Verschil begroting 2013 t.o.v. realisatie 2011: Bestuur: Er is een post voor areaaluitbreiding opgenomen. De lasten in het kader van de regionale samenwerking, welke geen betrekking hebben op sociale samenwerking zijn vanaf 2012 onder dit programma geboekt. In 2011 staan de werkelijke lasten nog in programma 5. De baten bestaan uit diverse posten, zoals exploitatie gemeentewerf, voormalig wethouders. 8. De Volgerlanden Verschil begroting 2013 t.o.v. begroting 2012: De bedragen op programma 8 bestaan voornamelijk uit de geraamde kosten en opbrengsten van de grondexploitatie De Volgerlanden. Deze lasten en baten verschillen doordat dit een project in ontwikkeling is. De verschillen lopen binnen het programma budgettair neutraal. Verschil begroting 2013 t.o.v. realisatie 2011: De bedragen op programma 8 bestaan voornamelijk uit de geraamde kosten en opbrengsten van de grondexploitatie De Volgerlanden. Deze lasten en baten verschillen doordat dit een project in ontwikkeling is. In 2011 heeft een storting in voorzien verlies De Volgerlanden plaats gevonden. De overige verschillen lopen binnen het programma budgettair neutraal. 9. Algemene dekkingsmiddelen Verschil begroting 2013 t.o.v. begroting 2011: De verschillen worden veroorzaakt door mutaties in de reserves, een hogere opbrengst OZB en hogere inkomsten vanuit de Algemene Uitkering. Verschil begroting 2013 t.o.v. realisatie 2011: De verschillen worden veroorzaakt door mutaties in de reserves, een hogere opbrengst OZB en hogere inkomsten vanuit de Algemene Uitkering.
94
3.
Financiële aspecten
Overzicht baten en lasten programma’s De volgende tabel toont meerjarig de totale lasten en baten uitgesplitst naar programma’s. In tabel 4 worden baten en lasten per programma gepresenteerd exclusief de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. Dit leidt tot het resultaat vóór bestemming. In de daarop volgende tabel 5 zijn de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves toegevoegd, wat leidt tot het resultaat na bestemming. Tabel 4 ( b ed rag en x € 1000 ) Programmaplan
201 1 2012 G erealiseerd Begrotin g na wijziging
201 3 (meer jar en ) begr oting
201 4 (meer jaren) begr oting
201 5 (meerjaren ) begroting
2016 (meerj aren) begroting
Pr ogr amma 1 VW SO Lasten Baten
11.766 -2.451
11.682 -1.730
11.441 -1.770
11.378 -1.770
11.276 -1.770
11.290 -1.770
Saldo
9.31 5
9.952
9.671
9.608
9.506
9.520
Pr ogr amma 2 VROM Lasten Baten
12.358 -7.167
16.118 -11.883
17.357 -13.974
17.805 -14.716
19.859 -16.763
13.211 -10.016
Saldo
5.191
4.235
3.383
3.089
3.096
3.1 95
Pr ogr amma 3 Ver keer en vervoer Lasten Baten
5.636 -72
4.088 -19
4.106 -20
4.132 -20
4.172 -20
4.213 -20
Saldo
5.564
4.069
4.086
4.1 12
4.152
4.1 93
Pr ogr amma 4 Veil igheid Lasten
2.222
2.215
2.262
2.213
2.217
2.221
Baten
-259
-36
-36
-36
-36
-36
Saldo
1 .956
2.226
2.1 77
2.185
2.1 86
2.1 81
Pr ogr amma 5 Sociale st ru ctuur Lasten
9.846
6.881
6.684
6.622
6.607
6.612
Baten
-4.428
-3.348
-3.348
-3.348
-3.348
-3.348
Saldo
5.41 8
3.533
3.336
3.274
3.259
3.264
Pr ogr amma 6 Economische struct uu r Lasten Baten
319 -48
353 -46
383 -47
379 -47
385 -47
386 -47
Saldo
271
307
336
332
338
339
Pr ogr amma 7 Best uur Lasten Baten
3.142 -32
4.695 -162
4.508 -239
4.383 -239
4.311 -239
4.101 -80
Saldo
3.11 0
4.533
4.269
4.1 44
4.072
4.021
16.163 -11.362
8.832 -8.832
27.869 -27.869
8.861 -8.861
7.978 -7.978
13.924 -13.924
0
0
Pr ogr amma 8 Volger lan den Lasten Baten
Saldo
4.801
0
Pr ogr amma 9 Al gemene dekkingsmiddelen (exclusief PR1 51 4 mutat ies reserves en PR 1519 r esultaat na bestemming) Lasten Baten
2.479 -29.829
27 -27.998
28 -27.536
27 -27.107
28 -26.776
28 -27.068
Saldo Saldo Lasten Saldo Baten
-27.350 63.924 -55.648
-27.971 54.938 -54.054
-27.508 74.589 -74.839
-27.080 55.804 -56.1 44
-26.748 56.836 -56.977
-27.040 55.986 -56.309
8.277
884
-250
-340
-141
-323
R esul taat voor bestemming ( + is negatief )
0
0
95
Toelichting algemene dekkingsmiddelen 201 1 2012 201 3 201 4 201 5 2016 (verwer kt in p rogr . 9) en onvoorzien (verwer kt in G erealiseer d Begr otin g na (meer jar en ) (meer jar en) (meer jar en ) (meerj ar en) progr . 7) wijziging begr oting begr oting begr oting begr oting - lokale heffin gen (O ZB, hondenbelastin g, precar io) -5.068 -4.691 -5.074 -5.148 -5.223 -5.223 - W O Z, heffing en invor d.k n.gem.belastin gen 25 0 0 0 0 0 - algemene uitkerin g -21.655 -21.801 -21.457 -20.897 -20.618 -21.098 - afwikk el ing lasten en baten, balan sposten voorg.jr. 1.285 0 0 0 0 0 - voorzien dubieuze debiteuren 37 0 0 0 0 0 - dividen d (BNG, Eneco,Oasen en Netwer k) -349 -323 -323 -323 -323 -323 - w oningcor por aties 0 0 0 0 0 0 - saldo kosten verdeelstaat -291 -200 0 0 0 0 - saldo fin an ci er ingsfunctie (k pl rente en afschr.) -1.334 -956 -654 -712 -584 -396 - in cidenteel onvoor ziene uitg aven 0 25 25 25 25 25 Totaal -27.350 -27.946 -27.483 -27.055 -26.723 -27.015
96
Tabel 5 ( b ed rag en x € 1000 ) Programmaplan
R esul taat voor bestemming ( + is negatief )
201 1 2012 G erealiseerd Begrotin g na wijziging 8.277
883
201 3 (meer jar en ) begr oting
201 4 (meer jaren) begr oting
201 5 (meerjaren ) begroting
2016 (meerj aren) begroting
-250
-340
-141
-323
0 0
0 0
0 0
0 0
Toevoegin gen en ont tr ekkingen aan r eser ves ger elateerd aan programma Pr ogr amma 1 - VW SO T oevoegin g reserve A mbachtelijke k unst O nttrekking reser ve A mbach telijke kun st T oev.r eser ve Nieuw bouw/renovatie zwem bad T oev.r eser ve Huisvestin g BO/VO T oevoegin g egalisatiereserve OBO via OSG O nttrekking eg alisatiereserve O BO via OSG
4 -2 0 0 0 -2.134
200 151 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Pr ogr amma 2 - VRO M T oevoegin g reserve Gr ondbedr ijf algemeen O nttrekking reser ve Grondbedrijf algemeen T oevoegin g reserve H erstr. Oostendam O nttrekking reser ve H er str . Oosten dam T oevoegin g egalisatiereserve beg raafplaatsen O nttrekking eg alisatiereserve begr aafplaatsen T oev. r eserve Bovenw ijkse Voorzienin gen O ntt. r eser ve Bovenw ijkse Voorzieni ngen T oevoegin g egalisatiereserve riolering O nttrekking eg alisatiereserve r iolering
10 0 0 -300 166 -72 77 -990 3.394 -11
0 0 0 0 0 -13 0 0 64 0
0 0 0 0 107 0 106 0 62 0
0 0 0 0 110 0 185 0 45 0
0 0 0 0 104 0 148 0 56 0
0 0 0 0 104 0 69 0 55 0
66 0 0 -104
23 0 0 0
23 0 0 0
23 0 0 0
23 0 0 0
23 0 0 0
8.800 -4.806
0 -92
0 -158
0 -126
0 -78
0 -14
T oev Eg alisatiereserve r en teschomm eling O nttr. Egalisatiereserve rentesch ommeling T oevoegin g Alg em ene r eser ves O nttrekking Algemene reserves T oevoegin g Best.reserve Spoorfonds O nttrekking Best.reserve Spoorfon ds T oevoegin g res.rendement Spoorfonds O nttrekking res.rendement Spoorfonds T oevin g reserve combin atiefuncties T oevoegin g suppletie-uitkering verdeelsy steem O nttrekking suppletie-uitk er ing verdeelsy steem T oev.aan reserve Bestedingsbeperking en O nttr. reserve Besteding sbeper kingen T oev. Bestem mingsr eser ve Mandenmaken O nttr. Bestemmin gsreserve Man denm aken
100 0 111 -12.291 0 0 2 0 0 0 -728 0 -91 665 0
200 0 665 -777 0 0 0 0 40 0 -200 0 -285 0 -665
0 0 0 -10 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Totaal toevoegingen Totaal onttrekkingen Saldo toev oeging/onttrekkingen reser ves
13.395 -21 .530 -8.135
1 .343 -2.032 -689
298 -1 68 1 30
363 -1 26 237
331 -78 253
251 -14 237
1 42
194
-1 20
-1 03
11 3
-85
Pr ogr amma 3 - Verkeer en V ervoer T oevoegin g egalisatiereserve wegbeheer O nttrekking eg alisatiereserve w egbeheer T oev egalisatiereserve openbare ver lichting O nttr. egalisatiereserve open bar e verlichting Pr ogr amma 8 - De Vol gerl and en T oev algem en e r eser ve de V olgerlanden O nttr algemene reserve de Volgerlanden Pr ogr amma 9 - Al gemene dekkingsmiddelen
R esul taat na b estemming ( + is negatief )
97
Overzicht incidentele baten en lasten Voor de beoordeling van de meerjarige financiële positie is het belangrijk om inzicht te hebben in de incidentele baten en lasten. Dit zijn posten die niet langer dan 3 jaar in de begroting zijn opgenomen. Structurele lasten dienen gedekt te worden door structurele baten. In navolgende tabel zijn de incidentele baten en lasten (korter dan 4 jaar) opgenomen met een ondergrens van € 50.000. Tabel 6 Incid entel e baten O msch rijvin g
Incid en tel e lasten 201 3
201 4
201 5
Pr ogr amma 1 - VW SO Pr ogr amma 2 - VRO M O ver ige lasten en baten N oordoever s
Pr ogr amma 7 - Best uur Bijdrage uit de v oorzien ing in uitkeri ngen aan VP Pr ogr amma 9 - Al gemen e dekkin gsmiddelen A lg.U itk erin g: Stelpost A WBZ
Totaal
132 .600
0
0
20 16 O mschr ijv ing
2 01 3
20 1 4
2015
20 16
Pr ogr amma 1 - VW SO T ransitie AWBZ
58.700
0
0
0
Pr ogr amma 2 - VRO M O ver ige lasten en baten 0 N oordoevers Ver k iezingen
142.800 0
0 91.0 00
0 0
0 0
175.000
175.0 00
175.00 0
0
376 .500
266.0 00
1 7 5.000
0
Pr ogr amma 7 - Bestu ur 175 .000
175.0 00
1 75.000
58 .700
0
0
366 .300
17 5.00 0
17 5.000
0 U itkeri ngen aan VP Pr ogr amma 9 - Algemen e dek kin gsmiddel en 0 -
0 Totaal
Toelichting: Overige lasten en baten Noordoevers: dit betreft de kosten en opbrengsten voor de lening aan ROM-D. In 2014 vinden zowel de gemeenteraadsverkiezing als de verkiezing voor het Europees parlement plaats. Vanwege de bovengenoemde 3-jaarstermijn, is een uitgave die via de voorziening bekostigd wordt, opgenomen in dit overzicht. In deze opstelling is de mutatie in de reserve Riolering en Begraafplaatsen niet opgenomen, omdat dit een gesloten exploitatie betreft en dit geen invloed heeft op het exploitatieresultaat.
98
Structurele mutaties reserves Dit is een nieuw onderdeel in de begroting. Omdat de financiële positie van de gemeente in gevaar zou kunnen komen wanneer structurele lasten uit een reserve worden gedekt, zal vanaf 2013 een overzicht van de structurele onttrekkingen uit reserves voorgeschreven worden. Een onttrekking aan een reserve moet gezien worden als een incidentele baat, omdat een reserve op termijn uitgeput is. Ook hier wordt een periode van 3 jaar of langer als structureel beschouwd. Tabel 7 St ru cturel e ontt rek kin gen aan r eser ves O msch rijving reserve
2 01 3
Stuct ur ele t oev oegingen aan r eser ves 201 4
20 1 5
2016 O msch r ijv ing r eser ve Bovenw ijkse voor zieningen Begraafplaatsen R iolering W egbeheer W egbeheer Openbar e verlichting
A R De Volgerlanden
158.000
1 26.000
78.000
14.000
Totaal
1 58 .000
12 6.00 0
78.0 00
1 4.000 Tot aal
20 1 3
2014
201 5
2 01 6
106.000 107.000 62.000 23.000 pm pm
184.00 0 110.00 0 45.00 0 23.00 0 pm pm
148 .000 104 .000 56 .000 23 .000 pm pm
69.000 1 04.000 55.000 23.000 pm pm
298.0 00
362.000
3 31 .00 0
251 .000
In de tabel worden zowel de toevoegingen als de onttrekkingen weergegeven. Om een eventueel risico van uitputting van de reserve en ongedekte structurele lasten te duiden, zijn alleen de structurele onttrekkingen van belang. De (kapitaal)lasten die voortvloeien uit de projecten en investeringen die als gevolg van de overeenkomst met Zwijndrecht, d.d. 9 mei 2011, nu volledig onze onder eigen verantwoordelijkheid en regie zijn komen te vallen, worden uit de algemene reserve De Volgerlanden gedekt. De groei van het aantal woningen in De Volgerlanden heeft een positief effect op de hoogte van de Algemene Uitkering. Naast de algemene reserve De Volgerlanden voor de dekking van de (kapitaal)lasten zal de volumegroei van de Algemene Uitkering dan ook aangewend worden voor de dekking van de (kapitaal)lasten. Door een deel (20%) van de volumegroei van de Algemene Uitkering in te zetten ter dekking van de (kapitaal)lasten, wordt toegewerkt naar een situatie waarbij dekking uit de algemene reserve De Volgerlanden niet meer nodig zal zijn. Op basis van de huidige inzichten zal de algemene reserve De Volgerlanden voldoende zijn.
Investeringen In navolgend overzicht staan de investeringen getotaliseerd naar economisch en maatschappelijk nut en naar programma voor de jaren 2013-2016. In het raadsbesluit over deze meerjarenbegroting wordt verzocht de routine- en vervangingsinvesteringen voor het dienstjaar beschikbaar te stellen. Ook wordt verzocht krediet beschikbaar te stellen voor de het ondergronds Klikosysteem in de Volgerlanden voor het jaar 2013.
99
Financieringsoverzicht In navolgend overzicht wordt de ontwikkeling van de financiering, de reserves en de voorzieningen weergegeven. Dit geeft een beeld van het financieringstekort c.q. -overschot. Tabel 8 Meerjarig investeringsplan 201 3 - 201 6 O mschr ijving investering
( bed rag en x 1.000 ) raadsbesl.
2013
2014
2015
201 6
INVESTERINGEN MET EEN ECONO MISCH NUT Programma 1 - Volksgezondheid, welzijn, sport en onder wijs Gymzaal Weteringsingel toplaag sportvloer Gymzaal Weteringsingel dakbedekking Gymzaal Bekestein, toplaag sportvloer CV ketel sporthal de Ridderhal Stelpost IH P 2016: school Jeugdspeelpark Dakbedekking centrum Bekestein CV ketel centrum Bekestein vervanging Totaal programma 1
12 12
51
36
1 4.732
Programma 2 - Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu Vervangen riolering vervanging T erugdringen van wateroverlast vervanging Vervangen drukrioler ingspompmen vervanging Afkoppelen verhar d oppervlak vervanging T egengaan gr ondwateroverlast-situaties vervanging Ondergronds Kliko sy steem MJB2013 Totaal programma 2
968 30 41 89 25 77 1 .230
103 103
129 129
129 129
154
165
1 4.861
Kostenplaats Gemeentehuis: CV / pompen Gemeentehuis: wandopeningen - electrische deuren Gemeentehuis: algemene verlichting Totaal kostenplaats
vervanging vervanging vervanging
Totaal investeringen met een economisch nut
6 31 14 5 14.732 31
34 153 106 293 1 .535
INVESTERINGEN MET EEN MAATSCHAPPELIJK NUT Programma 3 - Ver keer en vervoer Reconstr .V'Dijk: NoordE/Zwijdrecht exl.r otondes Aanleg rotonde Veersedijk - Rietlaan * Aansluiting Ond.Rijweg-Fontijnkruid / Buurtweg Noordeinde, wegvak vanaf de Schenkel tot brugtracé A15 Rotonde W eteringsingel - Reeweg Reconstr . aansluiting W eteringsingel - Hoge Kade Vervangen infrastructurele kunstwerken vervanging Totaal programma 3
131 1 31
14 47
155 155
1.700
Totaal investeringen met een maatschappel ijk nut
1 31
47
155
1.700
1 .666
201
320
1 6.561
TO TAAL INVESTERINGEN
33 700 500 500
* In de raadsvergadering van 2 juli 2012 (Kadernota 2013) is toegezegd deze investering door te schuiven naar 2017.
100
Tabel 9 ( bedragen x € 1000) Financieringsov er zicht
201 3 1-1
vermeerd verni/afschr mutaties (+ ) mutaties (-)
2013 31-1 2
2014 31-12
2015 31-1 2
2016 31-1 2
Investeringen Materiële vaste activa - maatschappelijk nut - economisch nut Financiële vaste activa
68.786 5.582 63.204 14.906
2.267 0 2.267 0
2.043 346 1.697 137
69.010 5.236 63.774 14.769
68.173 4.910 63.262 14.628
66.446 4.596 61.850 14.483
80.901 4.280 76.621 14.334
Totaal v aste activa
83.692
2.267
2.180
83.778
82.801
80.929
95.233
Onderhanden werk de Volgerlanden Onderhanden werk overig
84.059 15.708
0 4.952
19.002 1.368
65.057 19.292
64.696 17.302
71.763 21.189
63.977 20.085
Totaal onder handen wer k
99.767
4.952
20.370
84.350
81 .998
92.952
84.062
183.460
7.219
22.550
168.128
164.799
173.881
1 79.295
16.710 6.929 9.781
298 0 298
168 168 0
1 6.840 6.761 10.079
17.076 6.634 10.441
17.329 6.556 10.773
17.565 6.542 11.024
Vr eemd vermogen - voorzieningen - opgenomen langlopende geldleningen
105.931 1.614 104.318
9.999 0 10.000
1 4.733 187 14.545
101.199 1.426 99.772
99.739 1.239 98.500
110.552 1.052 109.500
1 14.024 1.024 113.000
Totaal financier ingsmiddel en
122.641
10.297
1 4.901
11 8.039
116.815
127.879
1 31.590
Financieringstekor t - / overschot +
-60.819
3.079
7.649
-50.090
-47.984
-46.001
-47.706
Totaal v aste activa en onderh anden werk
Financiering Eigen vermogen - algemene reserve - bestemmings- egalisatie reserves
101
Reserves en voorzieningen In navolgend overzicht wordt de omvang van de reserves en voorzieningen in meerjarig perspectief gepresenteerd. Tabel 10 Meer jarenover zicht reserves en voorzieningen
(bedrag en x € 1000)
201 3 01-01 Toevoeging Ontrekking
31 -12
2014 31 -12
2015 31 -12
2016 31-1 2
3.017
0
10
3.007
3.007
3.007
3.007
Algemene reserve de Volgerlanden Algemene reserve Grondbedrijf Totaal algemene r eserves Grondexploitatie
3.902 10 3.912
0 0 0
158 0 1 58
3.744 10 3.754
3.617 10 3.627
3.539 10 3.549
3.525 10 3.535
Effecten nalatensch. mw. Spoor-v.Tichelt R endement nalatensch. mw.Spoor-v.Tichelt Suppletie-uitkering verdeelsy steem Ambachtelijke kunst Huisvesting BO /VO C ombinatiefuncties Nieuwbouw / renovatie zwembad Onuitstelbaar groot onderhoud zwembad de Louwert Frictiekosten SC D / Bedrijfsvoering Bovenwijkse voorzieningen Totaal bestemmingsreserves
435 20 0 36 151 40 200 600 285 207 1 .973
0 0 0 0 0 0 0 0 0 106 1 06
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
435 20 0 36 151 40 200 600 285 313 2.079
435 20 0 36 151 40 200 600 285 497 2.264
435 20 0 36 151 40 200 600 285 645 2.412
435 20 0 36 151 40 200 600 285 715 2.481
Egalisatiereserve bestedingsbeperkingen Egalisatiereserve begraafplaatsen Egalisatiereserve wegbeheer Egalisatiereserve openbare verlichting Egalisatiereserve riolering Egalisatiereserve renteschommelingen Totaal egalisatiereserves
1.593 235 2.107 125 3.447 300 7.807
0 107 23 0 62 0 1 92
0 0 0 0 0 0 0
1.593 342 2.130 125 3.509 300 7.999
1.593 453 2.153 125 3.554 300 8.1 78
1.593 557 2.176 125 3.610 300 8.361
1.593 661 2.199 125 3.665 300 8.543
Voormalig personeel Voorziening Noordoevers Totaal voorzieningen
614 1.000 1 .614
0 0 0
187 0 1 87
426 1.000 1.426
239 1.000 1.239
52 1.000 1.052
24 1.000 1.024
18.323
298
355
18.266
18.315
18.380
18.590
Meerjarenover zicht reserves en voorzieningen Algemene reserve
Totaal reserves en voor zieningen
102
EMU-saldo Op grond van de Europese begrotingsregels mag het landelijk EMU-tekort (het gezamenlijk tekort van het Rijk, lokale overheden en sociale fondsen) van de landen die participeren in de Economische Monetaire Unie niet boven de 3% uitkomen. Een goede informatievoorziening voor het Rijk is essentieel voor het monitoren en beheersen van het EMU-saldo. In navolgend overzicht wordt deze informatie voor wat betreft Hendrik-Ido-Ambacht gepresenteerd. Tabel 11 EMU-saldo begr oting 2012-201 4
( bedragen x € 1000 ) 201 2
201 3
201 4
incl.wijz. 1
Exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q. onttr ekking uit reserves - is n egatief en + is positief saldo Afschrijvingen t.l.v. de exploitatie
+
2
+
3
-
4
+
5
+
6
-
7
+
8
Verkoopopbr engsten van gr ond (tegen verkoopprijs)
-
9
Betalingen ten laste van de voorzieningen
-
10
+
11b
Betalingen die niet via de exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves worden gebracht en die nog niet vallen onder een van de andere genoemde Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en aandelen
Br uto dotaties aan de post voorzieningen t.l.v. de exploitatie Uitgaven aan investeringen in (im)materiele vaste activa die op de balans worden geactiveer d De in mindering op de onder 4 bedoelde investeringen gebrachte ontvangen bijdragen van het R ijk, de Provincies, de Europese U nie en over igen Verkoopopbr engsten uit desinvesteringen in (im)materiele vaste activa (tegen verkoopprijs) Uitgaven aan aankoop van grond en de uitgaven aan bouwen woonr ijp maken e.d.
Berekend EMU-saldo
-884
250
340
2.230
2.118
2.109
74
0
0
12.315
1.666
201
1.499
0
0
0
0
0
14.343
16.012
16.241
5.587
29.599
14.841
99
187
187
0
0
0
0 -1 8.251
0 14.102
0 661
103
BIJLAGE 1 Toelichting prestatie-indicatoren Outcomedoelstellingen en indicatoren coalitieprogramma Hendrik-Ido-Ambacht 2010-2014 Programma 1: Volksgezondheid, welzijn, sport en onderwijs Wat willen we bereiken? - Behouden van het voorzieningenniveau. - Meer inwoners doen mee in de samenleving. indicator
definitie
bron
frequentie
nulmeting
oordeel inwoners over de volgende voorzieningen: - culturele voorzieningen - sportvoorzieningen - onderwijs in het algemeen - gezondheidsvoorzieningen - welzijnsvoorzieningen sportdeelname
% van de bevolking dat (zeer) tevreden is over betreffende gemeentelijke voorziening
Monitor leefbaarheid en veiligheid (OCD)/ Burgerpeiling (OCD)
2 jaarlijks
2009
4 jaarlijks
2009
4 jaarlijks
2009
4 jaarlijks
2009
4 jaarlijks
2009
4 jaarlijks
2009
deelname vrijwilligerswerk
ervaren gezondheid
lidmaatschap organisatie of vereniging onvoldoende sociale contacten
% van de bevolking dat sport
Participatiemonitor (OCD) % van de bevolking dat het Participatiemonitor afgelopen jaar vrijwilligerswerk (OCD) heeft gedaan % van de bevolking dat de Gezondheidsenquête eigen gezondheid als goed tot (GGD) uitstekend ervaart % van de bevolking dat lid is Participatiemonitor van een organisatie of (OCD) vereniging % van de bevolking dat zegt Participatiemonitor onvoldoende sociale contacten (OCD) te hebben
104
Programma 2: Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu Wat willen we bereiken? - Handhaven van een verantwoord onderhoudsniveau van de openbare ruimte. - Verbeteren kwaliteit van de sociale woonomgeving. indicator
definitie
schaalscore fysieke kwaliteit buurtvoorzieningen
samengestelde score van een Monitor leefbaarheid en aantal vragen. In de buurt veiligheid (OCD)/ Veiligheidsmonitor is/zijn: - de wegen, paden en pleintjes goed onderhouden - perken, plantsoenen en parken goed onderhouden - het buiten goed verlicht - goede speelplekken voor kinderen - goede voorzieningen voor jongeren
oordeel inwoners over onderhoud waterpartijen schaalscore achteruitgang fysieke woonomgeving
De laagste waarde van deze schaalscore bedraagt 0, de hoogste waarde is 10. Hoe hoger de score op deze schaal, hoe beter de kwaliteit van de woonomgeving wordt ervaren. % van de bevolking dat (zeer) tevreden is over het onderhoud van waterpartijen samengestelde score van een aantal vragen die te maken hebben met de fysieke woonomgeving in debuurt: - bekladding van muren en/of gebouwen - rommel op straat - hondenpoep op straat - vernieling van straatmeubilair
bron
frequentie
nulmeting
2 jaarlijks
2009
Burgerpeiling (OCD)
2 jaarlijks
nnb
Monitor leefbaarheid en veiligheid (OCD)/ Veiligheidsmonitor
2 jaarlijks
2009
De laagste waarde van deze schaalscore bedraagt 0, de hoogste waarde is 10. Hoe hoger de score op deze schaal, hoe ernstiger de respondenten verloedering ervaren.
105
schaalscore sociale cohesie
samengestelde score van een aantal vragen: - de mensen kennen elkaar in deze buurt nauwelijks - de mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om - de mensen wonenin een gezellige buurt, waar veel saamhorigheid is - men voelt zichthuis bij de mensen die in deze buurt wonen
Monitor leefbaarheid en veiligheid (OCD)/ Veiligheidsmonitor
2 jaarlijks
2009
De laagste waarde van deze schaalscore bedraagt 0, de hoogste waarde is 10. Hoe hoger de score op deze schaal, hoe meer sociale samenhang in de woonomgeving wordt ervaren.
106
Programma 3: Verkeer en vervoer Wat willen we bereiken? - Verbeteren bereikbaarheid van Hendrik-Ido-Ambacht en de wijken. - Verbeteren openbaar vervoer. - Verbeteren verkeersveiligheid. indicator
definitie
oordeel ondernemers over bereikbaarheid per auto
rapportcijfer van ondernemers voor de bereikbaarheid van hun vestiging per auto nog nader uit te werken
oordeel inwoners over bereikbaarheid van de eigen gemeente en eigen wijk oordeel inwoners bereikbaarheid gemeentelijke voorzieningen per fiets oordeel ondernemers over bereikbaarheid per openbaar vervoer oordeel inwoners over het openbaar vervoer aantal verkeersslachtoffers
parkeeroverlast
bron
Gemeentelijk ondernemingsklimaat in de Drechtsteden (OCD) nieuwe indicator, op te vragen via Burgerpeiling (OCD) nog nader uit te werken nieuwe indicator, op te vragen via Burgerpeiling (OCD) rapportcijfer van ondernemers Gemeentelijk voor de bereikbaarheid van ondernemingsklimaat in hun vestiging per openbaar de Drechtsteden (OCD) vervoer % van de bevolking dat (zeer) Monitor leefbaarheid en tevreden is over het openbaar veiligheid (OCD)/ vervoer Burgerpeiling (OCD) totaal aantal Gemeente Hendrik-Idoverkeersslachtoffers Ambacht/ (gewonden + doden) Politie Zuid-Holland-Zuid % van de bevolking dat vindt Monitor leefbaarheid en dat parkeeroverlast vaak veiligheid (OCD)/ voorkomt Veiligheidsmonitor
frequentie
nulmeting
3 jaarlijks
2007
2 of 4 jaarlijks
pm
2 of 4 jaarlijks
pm
3 jaarlijks
2007
2 jaarlijks
2009
jaarlijks
2009
2 jaarlijks
2009
107
Programma 4: Veiligheid Wat willen we bereiken? - Handhaving van het veiligheidsniveau. indicator
definitie
bron
frequentie
nulmeting
onveiligheidsgevoel in de buurt
% van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt Samengestelde score op basis van aantal vragen naar het vóórkomen van: - fietsendiefstal - diefstal uit auto’s - beschadiging aan/diefstal vanaf auto’s - inbraak in woningen Hoe hoger de score op deze schaal (van 0 tot 10), hoe ernstiger men de overlast ervaart. % van de bevolking dat vindt dat overlast door groepen jongeren vaak voor komt -
Monitor leefbaarheid en veiligheid (OCD)/ Veiligheidsmonitor Monitor leefbaarheid en veiligheid (OCD)/ Veiligheidsmonitor
2 jaarlijks
2009
2 jaarlijks
2009
Monitor leefbaarheid en 2 jaarlijks veiligheid (OCD)/ Veiligheidsmonitor Politie Zuid-Holland-Zuid jaarlijks
2009
schaalscore overlast vermogensdelicten
overlast door groepen jongeren aantal aangiften - absoluut - % t.o.v. totale bevolking
2009
108
Programma 6: Economische structuur Wat willen we bereiken? - Versterken van het ondernemingsklimaat. - Groei van de werkgelegenheid. indicator
definitie
rapportcijfer van ondernemers voor het ondernemingsklimaat aantal bedrijven totaal aantal vestigingen, inclusief vestigingen waar enkel parttimers (1-11 uur per week) werken aantal startende ondernemers oordeel ondernemers over ondernemingsklimaat
aantal werkzame personen
bron
frequentie
nulmeting
Gemeentelijk ondernemingsklimaat in de Drechtsteden (OCD) Bedrijvenregister Drechtsteden (OCD)
3 jaarlijks
2007
jaarlijks
1.1.2009
Kamer van Koophandel
jaarlijks
2009
jaarlijks
1.1.2009
frequentie
nulmeting
totaal aantal werkzame Bedrijvenregister personen(1-11 uur en ≥12 uur Drechtsteden (OCD) per week)
Programma 7: Bestuur Wat willen we bereiken? - Verbetering van de dienstverlening van onze gemeente. - De gemeente betrekt inwoners actief en tijdig bij beleid en uitvoering. indicator oordeel burgers over kwaliteit van de dienstverlening
definitie
waardering van bezoekers van de publieksbalie met betrekking tot de kwaliteit van dienstverlening, uitgedrukt in een rapportcijfer van 1 tot 10. oordeel inwoners over % van de bevolking dat het hun betrokkenheid bij de (helemaal) eens is met de stelling: totstandkoming van burgers worden voldoende gemeentelijke plannen betrokken bij totstandkoming van gemeentelijke plannen oordeel inwoners over % van de bevolking dat het hun betrokkenheid bij de (helemaal) eens is met de stelling: uitvoering van burgers worden voldoende gemeentelijke plannen betrokken bij de uitvoering van gemeentelijke plannen
bron
Benchmark Publiekszaken jaarlijks (VNG)
2009
nieuwe indicator, op te vragen via Burgerpeiling (OCD)
2 jaarlijks
pm
nieuwe indicator, op te vragen via Burgerpeiling (OCD)
2 jaarlijks
pm
109
Programma 8: De Volgerlanden Wat willen we bereiken? - Wervend woonmilieu met adequate voorzieningen. indicator
definitie
schaalscore fysieke kwaliteit buurtvoorzieningen
Monitor leefbaarheid samengestelde score van een aantal vragen. In de buurt is/zijn: en veiligheid (OCD)/ - de wegen, paden en pleintjes goed Veiligheidsmonitor onderhouden - perken, plantsoenen en parken goed onderhouden - het buiten goed verlicht - goede speelplekken voor kinderen - goede voorzieningen voor jongeren
tevredenheid winkelaanbod schaalscore verloedering fysieke woonomgeving
De laagste waarde van deze schaalscore bedraagt 0, de hoogste waarde is 10. Hoe hoger de score op deze schaal, hoe beter de kwaliteit van de woonomgeving wordt ervaren. % van de bevolking dat (zeer) tevreden is met het winkelaanbod samengestelde score van een aantal vragen die te maken hebben met de fysieke woonomgeving in de woonbuurt: - bekladding van muren en/of gebouwen - rommel op straat - hondenpoep op straat - vernieling van straatmeubilair
bron
frequentie
nulmeting
2 jaarlijks
2009
Monitor leefbaarheid 2 jaarlijks en veiligheid (OCD) /Burgerpeiling (OCD) Monitor leefbaarheid 2 jaarlijks en veiligheid (OCD)/ Veiligheidsmonitor
2009
De laagste waarde van deze schaalscore bedraagt 0, de hoogste waarde is 10. Hoe hoger de score op deze schaal, hoe ernstiger de respondenten verloedering ervaren. schaalscore sociale cohesie samengestelde score van een aantal Monitor leefbaarheid vragen: en veiligheid (OCD)/ - de mensen kennen elkaar in deze Veiligheidsmonitor buurt nauwelijks - de mensen gaan in deze buurt op een prettige manier met elkaar om - ik woon in een gezellige buurt, waar
2009
2 jaarlijks
2009
110
veel saamhorigheid is - ik voel me thuis bij de mensen die in deze buurt wonen De laagste waarde van deze schaalscore bedraagt 0, de hoogste waarde is 10. Hoe hoger de score op deze schaal, hoe meer sociale samenhang in de woonomgeving wordt ervaren.
Programma 9: Algemene dekkingsmiddelen Wat willen we bereiken? - Goede communicatie met inwoners over gemeentelijke belastingen. indicator
definitie
oordeel inwoners over % van de bevolking dat het besteding belastinggeld door (helemaal) eens is met de stelling: gemeente de gemeente doet voldoende voor het belastinggeld dat ik aan de gemeente betaal
bron
frequentie
nulmeting
Burgerpeiling (OCD)
2 jaarlijks
pm
111
BIJLAGE 2 Concernplanning raadsagendapunten 2012
112
Programma's: 1=VW SO 2= VROM 3=Verk eer en vervoer 4=Veiligheid 5= Sociale structuur 6= Ec. zaken 7= Bestuur 8= De Volgerlanden 10= Bedrijfsvoering
C oncernplanning raadsagendapunten 2013
progr 1 1 1
pfh Vli Vli Vli
productnaam Div WMO Spe elvoorzien ingen
N ota ac commodatiebeleid Visie transitie AW BZ Speelruimteplan
onderwerp
1 2 2
Vli Ve Ve
Recrea tieve voorzieningen Bestemmingsplannen Bestemmingsplannen
Even emente nnota Soph iapolder N oordo evers-Tran sformatiezone
2 2 2 2
Ve Ve Ve St o
Bestemmingsplannen Bestemmingsplannen Ruimt elijk e ordenin g Ruimt elijk e ordenin g
A ntoniapolder Bedrijventerrein Ambach tsezoom Rapportage Realisatiestrat egie Structuurvisie A ctualisatie gro ndexploit atie Ambac htsezoom
2 2 3 3
Ve Ve Ve Ve
Ruimt elijk e ordenin g Riolering Openb are verlichtin g Beleid VVW
A ctualisatie gro ndexploit atie Zuidwende Gemeen telijk riolringsplan Beleidsplan openba re verlichting Beleidsplan verk eersvoorzieningen
3 3 7
Ve Beleid VVW Ve Wegen, st raten, plein en Heij Burgemeester
Parkeren grote voertuigen Beleidsplan straatmeu bilair Burgerjaarverslag
7 7 8 9
raad raad St o Fla
Ge meenteraad en commissies Ge meenteraad en commissies De Volgerlanden Heffing en invordering van belasting
Protocol accountan tscontrole 2013 Rapport van bevin din gen programmaverslag 2012 A ctualisatie gro ndexploit atie Vaststelling verhoging van de belastingen bij de begroting
10 10 10
Fla Fla Fla
Belastinge n en leges Planning & Con trol Planning & Con trol
Vaststellen tarieven leges en heffingen Kadernota voor de begrot ing 2014 Begroting 2014
10 10
Fla Fla
Planning & Con trol Planning & Con trol
Programmaverslag 2012 W internota 2013
jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec ntb
113
BIJLAGE 3
Programma’s, productgroepen en producten In de begroting zijn alle gemeentelijke activiteiten geclusterd in programma’s. Een centraal kenmerk van een programma zijn de beoogde maatschappelijke effecten. Vanuit de programmabegroting wordt de productenraming opgebouwd, binnen de programma’s worden productgroepen onderscheiden die verder worden uitgesplitst naar producten. Binnen onze gemeente vigeren de volgende programma’s, productgroepen en producten. Programma 1 Volksgezondheid, welzijn, sport en onderwijs Productgroep/Producten Cultuur en recreatie • Kunstzinnige vorming • Sportbeleid • Bibliotheekwerk • Mediazaken • Recreatieve voorzieningen • Sportaccommodaties • Speelvoorzieningen • Zwembaden Educatie • Bijzonder basisonderwijs • Bijzonder voortgezet onderwijs • Openbaar basisonderwijs • Openbaar voortgezet onderwijs • Gemeenschappelijke uitgaven en inkomsten van het onderwijs Maatschappelijke zorg • Kinderdagopvang • Maatschappelijk werk • Openbare gezondheidszorg • Sociaal-cultureel werk • Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) • Accommodaties sociaal-cultureel werk Bevolkingszaken • Overige burgerzaken
114
Programma 2 Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu Productgroep/Producten Riolering • Riolering • Verbrede heffing Groen • Lijkbezorging • Openbaar groen/parken/plantsoenen Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting • Bestemmingsplannen • Monumentenzorg • Ruimtelijke ordening/volkshuisvesting • Stedelijke vernieuwing • Vastgoedbeheer gemeente-eigendommen • Vastgoedregistratie • Bouw- en woningtoezicht Reiniging • Afvalstoffen/reinigingsrecht • Beleid afvalinzameling en -verwerking • Toezicht afval Fysiek milieu • Bodembescherming • Geluidshinder • Milieubeleid/-programma • Vergunningverlening en handhaving milieubeheer Grondexploitaties • Bedrijventerrein Ambachtsezoom • Park Zuidwende
Programma 3 Verkeer en vervoer Productgroep/Producten Verkeer, vervoer en waterstaat • Beleid verkeer, vervoer en waterstaat • Gladheidsbestrijding • Infrastructurele kunstwerken • Openbaar vervoer
115
• • • •
Openbare verlichting Verkeersmaatregelen Waterwegen Wegen, straten en pleinen
Programma 4 Veiligheid Productgroep/Producten Orde en veiligheid • Brandbestrijding • Rampenbestrijding • Regulering APV/bijzondere wetten • Veiligheidsbeleid • Veiligheidsbevorderende maatregelen
Programma 5 Sociale structuur Productgroep/Producten Sociale samenwerking • Samenwerking: SDD en Drechtwerk
Programma 6 Economische structuur Productgroep/Producten Economische zaken • Economisch beleid • Markten en standplaatsen
116
Programma 7 Bestuur Productgroep/Producten Bestuur • Algemene lasten en baten bestuur • Algemene voorlichting • Burgemeester en wethouders • Gemeenteraad en commissies • Internationale contacten • Rechtsbescherming/advisering • Regionale samenwerking • Personeelsrestaurant • Gemeentewerf • Gemeentelijke ontwikkeling/burgerparticipaties • Publieke dienstverlening
Programma 8 De Volgerlanden Productgroep/Producten RO en volkshuisvesting De Volgerlanden • De Volgerlanden Programma 9 Algemene dekkingsmiddelen Productgroep/Producten Financiering en algemene dekkingsmiddelen • Woningcorporaties • Beleggingen en deelnemingen • Heffing en invordering gemeentelijke belastingen • WOZ • Algemene uitkering • Saldo kostenverdeelstaat • Mutaties reserves • Saldo rekening voor bestemming • Saldo rekening na bestemming • Lasten en batenafwikkeling voorgaande jaren
117
Overige kostenplaatsen Productgroep/Producten Kostenplaatsen Kostenverdeelstaat • Kostenplaats Rente en Afschrijving • Kostenplaats Gemeentehuis • Kostenplaats Bedrijfsvoering • Kostenplaats De Volgerlanden
118
BIJLAGE 4 Gebruikte afkortingen AB APV ASV AWBZ B&W BBP BLVS BNG Bofv CEP CJG COELO DPO ECB Euribor Fido GBD GDU Gevudo GGD GGZ GHOR GOW GPR GR GRP GRD GREX GVVP HIA HOV HR HRM HVC ICT IRS ISV LVG MKB mln MT nnb
Algemeen bestuur Algemene plaatselijke verordening Algemene subsidieverordening Algemene wet bijzondere ziektekosten Burgemeester en wethouders Bruto binnenlands product Bureau leerplicht en vroegtijdig schoolverlaten Bank Nederlandse Gemeenten Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen Centraal economisch plan Centrum voor jeugd en Gezin Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden Distributieplanologisch onderzoek Europese centrale bank Euro interbank offered rate Wet financiering decentrale overheden Gemeentelijke belastingen Drechtsteden Gebundelde doeluitkering Gemeenschappelijke vuilverwerking Dordrecht en omstreken Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Geestelijke gezondheidzorg Geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen Gecoördineerd ouderenwerk Gemeentelijke praktijk richtlijn Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk rioleringsplan Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden Grondexploitatie Gemeentelijk verkeer- en vervoersplan Hendrik-Ido-Ambacht Hoogwaardig Openbaar Vervoer Human resources Human resources management Huisvuilcentrale Informatie- en communicatietechnologie Intrest rate swap Investeringsfonds stedelijke vernieuwing Licht verstandelijk gehandicapten Midden- en kleinbedrijf miljoen Managementteam nog nader bepalen
119
NRIJ NV OCD OV OZB P&C P&O PM RAS RAV RO ROM-D SCD SDD SJOP SoVo SPP VAO VINEX VNG VTA Wabo WBW WMO WOZ WSW Wsw WWB ZHZ
Natuur- en recreatieschap IJsselmonde Naamloze vennootschap Onderzoekscentrum Drechtsteden Openbare verlichting Onroerend zaakbelasting Planning en control Personeel en organisatie pro memorie Regionale agenda samenleving Regionale ambulancevoorziening Ruimtelijke ordening Regionale ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Sociale Dienst Drechtsteden Stimuleren jongerenontmoetingsplek Sociale voorzieningen Strategische personeelsplanning Vereniging ambachtse ondernemers Vierde nota ruimtelijke ordening extra Vereniging Nederlandse Gemeenten Visual Tree Assessment Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wijk- en buurtgericht werken Wet maatschappelijke ondersteuning Wet waardering onroerende zaken Waarborgfonds sociale woningbouw Wet sociale werkplaatsen Wet werk en bijstand Zuid-Holland Zuid
120