1
Programmabegroting 2015 - 2018
Gemeentehuis Singelpark 1 3984 NC Odijk Postbus 5 3980 CA Bunnik Telefoon (030) 659 48 48 Fax (030) 657 03 85 Website http://www.bunnik.nl/ E-mail
[email protected]
1
2
2
3 Inhoudsopgave Aanbieding
5
Inleiding
7
Begrotingspositie 2015 - 2018
9
Dienstverlening en Organisatie
12
Programma: 1. Bestuur en Organisatie Programma: 2. Dienstverlening Programma: 3. Algemene dekkingsmiddelen Fysiek domein Programma: 4. Veiligheid Programma: 5. Openbare ruimte Programma: 6. Bouwen, wonen & ondernemen Sociaal domein Programma: 7. Maatschappelijke ontwikkelingen Programma: 8. Algemene ondersteuning Programma: 9. Maatwerk ondersteuning
13 17 20 23 24 26 29 33 34 37 39
Recapitulatie
43
Vaststellingsbesluit
45
Paragrafen 1. Bedrijfsvoering 2. Weerstandsvermogen 3. Lokale lasten en heffingen 4. Verbonden partijen 5. Kapitaalgoederen 6. Financiering 7. Grondbeleid
46 47 50 53 57 68 70 72
Bijlagen Bijlage I: Reserves en voorzieningen Bijlage II: Opgenomen Nieuw Beleid vanuit Kadernota Bijlage III: Eenmalige uitgaven 2015 - 2018 Bijlage IV: Inventarisatie risico’s Bijlage V: Kaders en regelingen
76 77 81 84 86 89
3
4
4
5
Aanbieding Voor u ligt de Programmabegroting 2015 – 2018. Belangrijke input voor de Programmabegroting vormt de Kadernota die eerder dit jaar door de gemeenteraad werd behandeld. Deze begroting mag niet los gezien worden van de uitkomsten van het bezuinigingsproject ‘Bunnikse Kwaliteit’. De uitkomsten van beide processen maken het voor ons mogelijk om een positief financieel beeld te laten zien voor de jaren 2016-2018. En daar zijn we trots op! We hebben daarvoor uiteraard keuzes moeten maken. We hebben gewerkt aan een begroting die ambitie uitstraalt en tegelijkertijd prioriteiten stelt. Dit alles vanuit het credo ‘Zorgzekerheid en Realisme’! De begroting 2015-2018 is een begroting die gedomineerd wordt door beelden van transformatie. Transformatie op het gebied van gemeentelijke zorgtaken, een transformatie van bestuur en organisatie en een transformatie van de gemeentelijke begroting. Zoals een rups zich terugtrekt in een cocon om na enige tijd als vlinder de wereld in te vliegen, zo staat de gemeente op het punt om haar eigen transformatie door te maken. Een transformatie waarvan net als in het geval van de rups op dit moment nog niet precies te zien is hoe lang het transformatieproces duurt en hoe het exacte resultaat eruit ziet. Het enige verschil met de 'vlinderwording' is dat onze transformatie in elke fase zichtbaar is. En dat willen we ook heel graag. Om zo samen vanuit onze rol in de samenleving met onze inwoners, onze ondernemers en onze ketenpartners te werken aan een nieuw Bunniks gezicht in 2018. We hebben in 2014 een eerste verkenning gedaan op dit vlak door samen met expertgroepen uit de samenleving de bezuinigingsopgave bij de kop te pakken en daar zijn we positief over. Hoe het gezicht wat we met elkaar gaan vormgeven er precies uit komt te zien, weten we nog niet. Er is zoveel beweging om ons heen, dat we niet op voorhand met alles rekening kunnen houden. Dat vraagt soms om het maken van keuzes, waarvan het lijkt alsof we ze ad hoc moeten maken. Op die momenten zullen de scenario's vanuit de Strategische Agenda voor ons de toetssteen zijn, om te kunnen bepalen welke keuze we moeten maken. De Programmabegroting 2015-2018 is de eerste begroting van ons college in de nieuwe samenstelling na de gemeenteraadsverkiezingen. Wij hebben in deze begroting de koers zoals verwoord in onze collegeagenda ‘Binden en Bewegen’ voortgezet. Dat betekent dat u ook in deze begroting ziet, dat we meer ruimte willen geven aan onze inwoners en ondernemers om van de gemeente Bunnik nog meer ‘hun gemeente’ te maken. Dat vraagt om een verschuiving naar een meer gelijkwaardige positie tussen onze inwoners, onze medewerkers en onszelf als bestuur. Als college hebben wij uitgesproken deze bestuursperiode in te zetten op meer verbondenheid met de Bunnikse samenleving. We willen dit bereiken door zelf, maar ook onze medewerkers te stimuleren en faciliteren meer de dialoog met elkaar aan te gaan en een grotere betrokkenheid te laten zien bij alle initiatieven die in Werkhoven, Odijk en Bunnik plaatsvinden. De afgelopen jaren heeft de organisatie hierin al stappen gezet. We willen hier nog verder in gaan, nog meer de ruimte zoeken. Daarbij erkennen we dat het niet zomaar en snel tot in de perfectie geregeld zal worden, maar elke zichtbare stap is er één. Ieders inzet en inbreng blijft daarvoor meer dan ooit nodig en daar rekenen we ook op. Bunnik is de groene voortuin van onze stedelijke regio, een fijne plek om te wonen vlak bij een belangrijke economische motor van de regio: Utrecht Science Park. In 2015 willen we vanuit verschillende invalshoeken initiatieven nemen om deze positie verder te profileren. Hierbij vormen de begrippen ‘duurzaamheid’ en ‘innovatie’ de leidraad. We staan we aan de vooravond van grote veranderingen binnen het sociaal domein. Het rijk hevelt per 1 januari 2015 via een enorme decentralisatieopdracht taken naar ons over. Voor het eerst krijgt één partij, de gemeente, zeggenschap over praktisch het hele sociale domein. De wettelijke decentralisaties op het gebied van werk, Wmo/Awbz en jeugd zijn zeer indringende operaties die zowel qua beperkte spankracht als financiële mogelijkheden alleen in samenwerking met andere partners gerealiseerd kunnen worden. Hoewel de decentralisatie van deze taken financiële risico’s met zich meebrengt, bieden ze tegelijkertijd kansen om de kracht van onze kleine gemeente zichtbaar te maken. Als leidraad in deze veranderingen gebruiken we de Visie Sociaal Domein Bunnik. In deze visie zijn de drie voor ons leidende speerpunten verwoord, namelijk ‘maatschappelijke participatie’, ‘integrale benadering’ en ‘Bunnikse maat en schaal’. We staan voor stevige uitdagingen, maar dankzij de enorme inzet van alle betrokkenen in de afgelopen anderhalf jaar liggen we op koers. Daarbij realiseren we ons dat het veld nog volop in beweging is, waardoor er sprake is van een continu veranderingsproces. Dat betekent dat we ongetwijfeld nog voor keuzes komen te staan die om een snelle beslissing vragen en daardoor mogelijk als ‘ad hoc’ beslissing overkomen. We hanteren daarbij altijd de scenario’s uit de Strategische agenda als toetssteen. Daarbij staan zorgzekerheid en realisme voor ons voorop. 5
6
Deze Programmabegroting sluit met een negatief resultaat voor 2015. De jaren 2016 en verder geven ook een negatief resultaat. Deze prognose ligt in lijn met de prognose zoals gemeld in de Programmabegroting 2014-2017. Voor het geprognosticeerde begrotingstekort is eind 2013 een nieuwe bezuinigingsronde ‘Bunnikse Kwaliteit’ gestart en de resultaten zijn positief. De voorgestelde bezuinigingen zijn in een apart raadsvoorstel aangeboden. In 2015 worden de eerste effecten van de bezuinigingsmaatregelen uit de bezuinigingsronde ‘Bunnikse Kwaliteit’ zichtbaar. We doen ook vanuit dat opzicht nadrukkelijk een beroep op de samenleving. Uit de verschillende participatietrajecten, die achter ons liggen, blijkt namelijk de kracht van de Bunnikse samenleving. Daarom zien wij de implementatie van de bezuinigingsmaatregelen met vertrouwen tegemoet. De uitkomsten van dit project maken het mogelijk om de komende jaren toe te werken naar een begrotingsoverschot en het versterken van de reserve positie. Het jaar 2015 vraagt om maximale inzet van alle betrokkenen in onze samenleving en in ons gemeentehuis om de uitdagingen en opgaven in het komende jaar te verwezenlijken. Wij hebben er vertrouwen in, wij hebben er zin in!
Bunnik, 7 oktober 2014. Burgemeester en wethouders van Bunnik.
6
7
Inleiding Wijze van totstandkoming en opzet De gemeenteraad heeft op 3 juli 2014 de Kadernota 2015 - 2018 vastgesteld. Deze Kadernota gaf een vooruitblik op de te verwachten ontwikkeling van de begrotingspositie voor 2015 en volgende jaren en bevat de financiële kaderstelling door de gemeenteraad voor wat betreft het nieuwe beleid. Op basis van het nieuwe beleid vanuit de Kadernota en het bestaande beleid vanuit de Programmabegroting 2014 is deze Programmabegroting 2015 - 2018 opgesteld. Grondslag De uitgangspunten zoals die zijn vastgesteld voor de opstelling van de Kadernota 2015 - 2018 zijn eveneens gehanteerd voor het opstellen van de Programmabegroting 2015. Daarnaast is rekening gehouden met de mutaties die voortvloeien uit de Nota van Actualisatie 2014 en de structurele financiële effecten voortvloeiend uit de besluitvorming van de gemeenteraad tot en met de vergadering van 30 juni 2014. Gehanteerde technische uitgangspunten: Woningprognose (1-1) Inwonerprognose (1-1) Prijsstijging Loonstijging Rekenrente Belastingtarieven: OZB Hondenbelasting Toeristenbelasting Marktgelden, grafbegraafrechten Leges (excl. bouwleges) Afvalstoffenheffing, reinigingsrechten1 Rioolrecht2
2015
2016
2017
2018
6.268 14.765 2,25% 0,0% 2,5%
6.306 14.841 0% 0% 2,5%
6.457 15.143 0% 0% 2,5%
6.568 15.365 0% 0% 2,5%
Zie prijsstijging idem idem
-
-
-
idem idem 100% kostendekking 100% kostendekking
100% kostendekking 100% kostenDekking
100% kostendekking 100% kostendekking
100% kostendekking 100% kostendekking
en
Specifieke onderwerpen Organisatieplanning 2014 De activiteiten zoals die zijn opgenomen in deze begroting worden uitgevoerd binnen de kaders die op dit moment bekend zijn. Indien aanpassing van deze kaders leidt tot knelpunten en noodzakelijke keuzes wordt de gemeenteraad hierover apart geïnformeerd. Kostenverdeling Vanaf 2014 is er gekozen voor een nieuwe kostenverdeling. Vanaf 2014 worden geen uren meer toegerekend aan de producten met uitzondering van de producten waar een inkomst tegenover staat. Alle resterende bedrijfsvoeringskosten staan op programma 1. Er is één uurtarief voor alle afdelingen met uitzondering van de werf. NB. In de cijfers van de jaarrekening 2013 zijn nog wel de uren op de diverse producten verantwoord. Dit geeft extra verschillen in de vergelijking tussen de cijfers jaarrekening 2013 en begroting 2014 en 2015.
1 Verrekend worden 100% van de netto lasten vermeerderd met de compensabele BTW 2 Verrekend worden 100% van de kosten van de riolering c.a., de compensabele BTW, 50% van de kosten
straatreiniging. Deze uitkomst wordt verminderd met de verfijningsuitkering riolering in de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Basis is het dekkingsplan bij het Gemeentelijk Rioleringsplan.
7
8 Leeswijzer De begroting 2015 heeft een nieuwe opzet gekregen. In verband met de huidige ontwikkelingen binnen het sociaal domein, wordt de programmabegroting in 3 thema’s opgebouwd te weten: Dienstverlening en Organisatie, Fysiek domein en Sociaal domein. De nieuwe opzet is besproken met de klankbordgroep vanuit de raad. Elk thema heeft zijn eigen kleur in de begroting. Deze opzet zal de komende jaren nog verder doorontwikkeld worden. In de huidige opzet is reeds gebleken dat de indeling van het thema Sociaal domein nog om heroverweging vraagt. De programma’s worden als volgt opgebouwd. Allereerst worden de doelstellingen die in de collegeagenda zijn opgenomen vermeld. Het betreft dus de doelstellingen voor de komende 4 jaar. Daarna worden de actiepunten die voor het jaar 2015 op het programma staan, vermeld en de uitvoering ervan beschreven. Het bestaand beleid en ontwikkelingen op het bestaande beleid komen aan bod en tot slot het financiële kader. Deze Programmabegroting is als volgt opgebouwd. Per programma wordt ingegaan op: - De doelstellingen - De actiepunten - Uitvoering van collegeagenda en actiepunten - Het bestaand beleid - Het financiële kader met toelichting De toelichting mutaties tussen de begroting 2014 en de begroting 2015 vindt plaats vanaf een verschil van € 50.000 op programmaniveau. .
8
9
Begrotingspositie 2015 - 2018 Situatie Kadernota 2015 - 2018 De jaarschijf 2015 van de Kadernota 2015 – 2018 sluit met een nadelig saldo van € 539.300. Voor de jaren 2016 tot en met 2018 werd tevens een nadelig saldo geraamd. Saldi Kadernota De Kadernota 2015 sloot met de volgende saldi: Saldi x € 1.000
2015 Saldo Kadernota
-539,3
2016
2017
-539,6
2018
-798,0
-836,0
Saldi Informatienota Bij de vaststelling van de Kadernota 2015-2018 is een informatienota aangeboden. Hierin stond het effect van de meicirculaire op de begroting vermeld. Het meerjarenperspectief na de informatienota was als volgt: Saldi x € 1.000
2015 Saldo Informatienota
-529,1
2016
2017
-285,8
2018
-372,2
-512,8
Financiële ontwikkelingen na de Informatienota Na de Informatienota hebben zich de volgende financieel belangrijkste ontwikkelingen voorgedaan, welke zijn verwerkt in de begroting. Omgevingsvergunningen Kapitaallasten Financiering Toerekening rente reserve dekking kap.lasten aan exploitatie OZB Algemene uitkering septembercirculaire Uren Bijdrage stichting sporthuis Vervallen stelpost risico woningbouw CAO Het nieuwe werken Overig Totaal ontwikkelingen
2015
2016
15.600 -71.200 -75.000 42.000 -31.600 -126.000 33.000 105.000 -110.500 26.700 6.200 -185.800
17.200 -71.200 -75.000 53.600 -32.300 -126.000 33.000 33.000 -127.000 26.700 19.000 -249.000
2017 115.000 23.100 -71.200 -75.000 75.700 31.300 -126.000 25.000 33.000 -127.000 26.700 300 -69.100
2018 115.000 26.200 -71.200 -75.000 126.400 91.400 -126.000 25.000 33.000 -127.000 26.700 51.800 96.300
Omgevingsvergunningen In de programmabegroting 2014 was de egalisatiereserve leges omgevingsvergunningen niet meer toereikend waardoor in 2017 een nadelig bedrag van € 115.000 ten laste van de programmabegroting kwam. In deze programmabegroting wordt, uitgegaan van de huidige bestemmingplannen, voor 2017 rekening gehouden met de legesopbrengst van het project Beverweert, waar in de woningbouwprognose geen rekening mee gehouden is. Dit betekent, dat de reserve wel toereikend is. Dit is voordelig voor de programmabegroting voor de jaarschijven 2017 en 2018. Kapitaallasten Doordat er minder nieuwe investeringen zijn, nemen de kapitaallasten af. Financiering Er is sprake van lagere baten met betrekking tot de financiering. Dit is het gevolg van het financieringstekort (er wordt meer geld geleend) waardoor er geen rentebaten maar rentelasten in de begroting opgenomen zijn.
9
10
Toerekening rente van de reserve kapitaallasten De rente van de reserve dekking kapitaallasten wordt jaarlijks aan de exploitatie toegevoegd. Aangezien de reserve afneemt neemt ook de bespaarde rente hierover af. Dit is nadelig voor de begroting. OZB Ten opzichte van de Programmabegroting 2014-2017 is het volume van de niet-woningen toegenomen, wat een voordelig effect heeft op de Programmabegroting 2015-2018. Algemene uitkering septembercirculaire Naar aanleiding van de septembercirculaire is de algemene uitkering geactualiseerd. Het systeem van de algemene uitkering is het trap op trap af systeem. Dat betekent dat lagere uitgaven voor het rijk leiden tot een lagere algemene uitkering in het gemeentefonds. In de septembercirculaire is in 2015 een nadelig effect te zien door lagere loon en prijscompensatie van het rijk aan de departementen. Vanaf 2016 is er een positief effect op de algemene uitkering doordat er hogere uitgaven van het rijk aan asielzoekers en leningen m.b.t. studiefinanciering zijn. Het positieve effect wordt deels tenietgedaan door een korting op de Wmo vanaf 2016 voor een bedrag van € 100.000. Uren Er worden minder uren aan kostendekkende producten en projecten toegerekend. Dit komt onder andere doordat er minder uren aan projecten, zoals Odijk-West en de multifunctionele accommodaties worden besteed ten opzichte van de begroting 2014. Hierdoor komen deze uren nu als nadeel op de begroting en worden daarmee ten laste gebracht van het begrotingsresultaat. Bijdrage Stichting Sporthuis Bunnik De onderhandelingen met Stichting Sporthuis Bunnik zijn afgerond en leveren voor de programmabegroting een structureel voordeel op van € 33.000. In voorliggende begroting is nog geen rekening gehouden met het structurele voordeel als gevolg van de aanleg van een kunstgrasveld voor Bunnik ’73, omdat daarover nog definitieve besluitvorming moet plaatsvinden. Vervallen stelpost risico woningbouw In de Programmabegroting 2014-2017 was nog een restant van de stelpost risico woningbouw opgenomen. Deze bedragen kunnen nu komen te vervallen, omdat de meerjarenprognose voor de ontwikkeling van de woningbouw opgesteld is op basis van een realistisch scenario. Er staan nu geen stelposten financiële tegenvallers meer opgenomen in de begroting 2015. CAO In de Troonrede werd aangekondigd dat er op het gebied van loonontwikkeling na vijf jaar een eind komt aan de gehanteerde nullijn voor ambtenaren. De precieze loonsverhoging voor ambtenaren, politieagenten, onderwijzers, militairen en ander overheidspersoneel hangt af van de caoonderhandelingen. In de nieuwe cao is er voor gemeenteambtenaren per 1 oktober 2014 sprake van een loonsverhoging van 1%. Dit heeft structureel een nadelig effect voor de Bunnikse begroting van € 110.500 in 2015. Het rijk heeft aangekondigd dat deze loonontwikkeling gecompenseerd wordt via de algemene uitkering en meegenomen wordt in de meicirculaire 2015. Omdat dit dan echter een onderdeel is van het totale accres (en daarmee ook onderdeel is van het eerder genoemde trap op trap af systeem), kan op dit moment niet op voorhand uitgegaan worden van een stijging van de algemene uitkering. De meicirculaire 2015 gaat hierover meer duidelijkheid geven. De uitkomsten hiervan worden betrokken bij de Kadernota 2016-2019. Het nieuwe werken (Bunnikse Manier van Werken) In het laatste kwartaal van 2014 is de Bunnikse Manier van Werken ingevoerd. Om dit gedachtegoed van het plaats- en tijdonafhankelijk werken neer te zetten is een verbouwing van het gemeentehuis gedaan en zijn de ICT-voorzieningen aangepast. De raad heeft hiervoor in juli 2014 een krediet beschikbaar gesteld. Op basis van de huidige plannen en invoering kan ten opzichte van de bedragen die in de Programmabegroting 2014-2017 waren opgenomen, een extra structureel voordeel van € 43.300 worden ingeboekt. Hiervan is in het bezuinigingsproject Bunnikse Kwaliteit al € 16.600 opgenomen, zodat er voor de begroting 2015 per saldo nog een voordeel van € 26.700 structureel bij te ramen is.
10
11 Situatie volgens de Programmabegroting 2015 Volgens de nu voorliggende begroting 2015 bedraagt voor 2015 het saldo -/- € 714.900. De jaren erna sluiten af met een nadelig saldo van € 534.800, € 441.300 respectievelijk € 416.500 in 2018. Saldi x € 1.000
2015 Saldo Programmabegroting 2015-2018 Taakstelling Bunnikse Kwaliteit
2016
2017
2018
-714,9
-534,8
-441,3
-416,5
700,0
700,0
1000,0
1000,0
Ontwikkeling algemene reserve Op begrotingsbasis (peildatum 1 juli 2014) bedraagt de algemene reserve € 6,4 miljoen (zie stand boekwaarde 1 januari 2015 in de staat van reserves en voorzieningen). In dit saldo is nog geen rekening gehouden met de vorming van een bufferreserve sociaal domein van € 3,0 miljoen. Daarnaast is de besluitvorming over de toetreding tot de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) (€ 70.000) en de voorgenomen besluitvorming over de gemeentelijke bijdrage voor het kunstgrasveld Bunnik ’73(€ 110.000) nog niet verwerkt in dit saldo. Na verwerking van deze posten bedraagt de stand van de reserve per 1 januari 2015 € 3,2 miljoen.
11
12
Dienstverlening en Organisatie
12
13
Programma: 1. Bestuur en Organisatie Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1. Ontwikkelen van uitgangspunten van passende participatie. 2. Uitbreiden van de inzet van sociale media en webcare. 3. Profileren van Bunnik als het dorpse karakter van de stadsregio en de groene voortuin van de stad. 4. Ontwikkelen van een nieuwe, toekomstgerichte organisatievisie. 5. Ontwikkelen van de rol van de gemeente als partner in een netwerk. 6. Inzetten op de doorontwikkeling van maatschappelijke en politieke sensitiviteit van de organisatie. 7. Werken aan een faciliterende organisatie met faciliterende medewerkers. 8. Doorvoeren van de Bunnikse Manier van Werken in de organisatie. 9. Verbeteren van de informatievoorziening. 10. Streven naar een verdere verduurzaming van de bedrijfsvoering.
Actiepunten 2015 1.1 In kaart brengen welke vorm van participatie bij welke situatie of welk vraagstuk past en die vorm vervolgens toepassen; 1.2 De gemeente faciliteert passende participatie van en initiatieven vanuit de samenleving, tenzij dat om aanwijsbare redenen niet mogelijk is. 2.1 De inzet van sociale media en webcare maakt kennisdeling makkelijker en zorgt dat de gemeente participeert in netwerken, signalen uit de samenleving kan opvangen en snel kan reageren op bepaalde vragen. 4.1 Inzetten op een verandering in houding: stimuleren van het denken in oplossingen en maximaal gebruiken van de regelruimte (“ja, mits”). 5.1 Dwarsverbanden binnen de ambtelijke organisatie zoeken, om écht integraal te kunnen werken, maar ook buiten de organisatie met stakeholders als regiogemeenten, maatschappelijke organisaties en bedrijven. 6.1 Faciliteren wat kan; regisseren/samenwerken waar het (financieel) voordeel heeft; reguleren wat moet. 7.1 Waar nodig kijken naar de mogelijkheid om maatwerk voor verschillende “klantgroepen” te ontwikkelen: een plusaanbod dat tegen een vergoeding beschikbaar is bovenop het basisaanbod. 8.1 Streven naar plaats- en tijdonafhankelijk werken met aandacht voor faciliteiten en gedrag. 8.2 Versterken van de interne communicatie.
Uitvoering van collegeagenda Organisatiekoers (1.1 / 1.2 / 4.1 / 5.1 / 6.1 / 7.1 / 8.2) In 2014 is gewerkt aan een nieuwe koers op de opbouw en inrichting van de organisatie. Een organisatie die aansluit bij de politiek-bestuurlijke richting (onder meer verwoord in de collegeagenda 2014-2018 ‘Binden en Bewegen’), een organisatie die invulling kan geven aan de externe uitdagingen en interne opgaven en die past bij de omvang van de gemeente. Uitgangspunt is de uitspraak van de gemeenteraad dat de zelfstandigheid van Bunnik de komende tien jaar niet ter discussie staat. De ontwikkelingen hebben gevolgen voor de rol van de gemeente. Zoals verwoord in de actiepunten komt deze rol neer op: faciliteren wat kan, regisseren/samenwerken waar het (financieel) voordeel heeft en reguleren wat moet. Dit heeft gevolgen voor de opbouw van de organisatie. Uitgangspunt is om zoveel mogelijk beleid en uitvoering op de verschillende domeinen bij elkaar te brengen om hiermee een impuls te geven aan integraal werken. Bij de organisatiekoers is ook aangegeven welke toekomstige cultuur nodig is en welke gedragskenmerken van medewerkers daarbij horen. De organisatie zal de blik meer naar buiten richten en netwerken om verbindingen in en met de samenleving tot stand brengen. Dit stelt hoge eisen aan communicatieve vaardigheden, (politieke) sensitiviteit, inlevingsvermogen en oplossingsgerichtheid. De mogelijkheden om buiten bestaande kaders te denken zullen komende jaren onontbeerlijk zijn. Hiervoor is 13
14
het enerzijds nodig dat kaders worden aangepast. Anderzijds komt het in het daadwerkelijk handelen meer en meer aan op de menselijke interactie en bewustwording van elkaars gaven en opgaven om tot een gezamenlijk resultaat te komen. De afgelopen jaren zijn al stappen gezet in het realiseren van de gewenste koers. Deze ingeslagen weg wordt de komende jaren vervolgd. Dit is een organisch veranderingsproces, waarin continu gewerkt wordt aan verbeteringen in de lijn met de nieuwe collegeagenda en de organisatiekoers. Aandachtspunt hierbij is het effect van de trend om steeds meer taken uit te besteden aan derden of in samenwerking met partners uit te voeren. Er wordt stevig ingezet op het maken van afspraken met hen om de werkwijze die in Bunnik wordt voorgestaan terug te laten komen in hun wijze van dienstverlening aan en communicatie met de Bunnikse samenleving. Gerelateerd aan de genoemde doelstellingen uit de collegeagenda worden medewerkers toegerust om participatie in te zetten, een partner in het netwerk te zijn, de maatschappelijke en politieke sensitiviteit door te ontwikkelen en een faciliterende rol naar de samenleving in te vullen. Medewerkers zullen ruimte krijgen om meer eigenaarschap en betrokkenheid te tonen en integraal te denken. Om deze beweging centraal verder in gang te zetten is in 2014 gestart met het houden van intensieve gesprekken tussen het College en het management van de organisatie. Deze dialoog zal ook nadrukkelijk en in verschillende vormen in 2015 op de agenda staan, om op die manier de krachten te bundelen en in gezamenlijkheid de schouders onder de uitdagingen te zetten. Social media en webcare (2.1) Social media bieden inwoners een nieuwe communicatiemogelijkheid om met of over de overheid te praten op media zoals Facebook en Twitter. Social media geven de gemeente een extra mogelijkheid te luisteren naar de inwoner en ondernemer en vragen om te buigen naar antwoorden die ook voor anderen van belang kunnen zijn. Op basis van de uitkomsten van een in 2014 gestartte pilot zetten we vanaf 2015 webcare in als extra instrument om in gesprek te zijn met en diensten te verlenen aan de samenleving. De kaders voor de inzet van social media en webcare komen voort uit het in 2014 vastgestelde social media beleid. Bunnikse Manier van Werken (8.1) In het laatste kwartaal van 2014 is de Bunnikse Manier van Werken ingevoerd. Om dit gedachtegoed van het plaats- en tijdonafhankelijk werken neer te zetten is een verbouwing van het gemeentehuis gedaan en zijn de ICT-voorzieningen aangepast. Daarnaast worden bestuur, management en medewerkers toegerust door middel van werkateliers om de nieuwe manier van werken vorm te geven. Deze omslag van werken zal in 2015 verder doorgevoerd worden. Per 1 januari 2015 is één van de vrijgekomen verdiepingsvleugels verhuurd aan de Stichting ‘Meedoen mogelijk maken’. Voor de andere verdiepingsvleugel worden gesprekken gevoerd met belangstellenden. In de loop van 2015 gaan we ook bezien of de vergaderlocaties voor verhuur beschikbaar worden gesteld om de bezettingsgraad hiervan te verhogen en meer inkomsten te genereren.
Bestaand beleid Product Gemeenteraad College van B&W
Samenwerking Gegevensbeheer Bedrijfsvoering
Activiteiten Raad Griffie Burgemeester en Wethouders Communicatie Commissie bezwaarschriften Kabinetszaken Bestuurlijke samenwerking Basisregistratie personen Basisregistratie objecten O Organisatiekosten
Relevante beleidsontwikkelingen Implementatie stelsel van basisregistraties De implementatie van een stelsel van basisregistraties (een verplichting vanuit het i-NUP - de overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-Overheid) is meer dan alleen een 14
15
technische operatie en heeft daarom ook veel impact op de organisatie. De inrichting van en de koppelingen tussen de registraties en het inregelen van de bijbehorende beheerprocessen, zijn complexe en kennisintensieve activiteiten. Daarbij brengt dit gezien de omvang van de werkzaamheden een nieuwe capaciteitsvraag met zich mee, waarbij het deels ook zo is dat er een beroep gedaan zal worden op andere competenties. Voor het in kaart brengen van het geheel van deze impact (die mogelijk deels in samenwerking met bijvoorbeeld andere gemeenten zal moeten worden opgevangen) is medio 2014 een businesscase opgesteld. Op basis hiervan wordt in de eerste helft van 2015 een intern proces opgestart om te komen tot een integrale ontwikkeling van de basisregistraties die nog ‘op de rol staan’ (al dan niet in samenwerking met omliggende gemeenten), maar vooral ook om bij te dragen aan de uiteindelijke doelstelling om te komen tot een efficiëntere overheid en verlaging van de administratieve lasten voor inwoners en bedrijven. Kernpunt is daarbij dat de overheid niet (meer) bij de inwoners, bedrijven en instellingen mag vragen naar gegevens die binnen de overheid reeds beschikbaar is (‘niet meer naar de bekende weg vragen’). Eventuele structurele effecten van deze slag, voorzover die al tijdig in beeld zijn, zullen een plek krijgen in de Kadernota 2016-2019. Strategische agenda De gemeente Bunnik heeft naar aanleiding van het bestuurskrachtonderzoek in 2013 een start gemaakt met de zogenoemde Strategische agenda, om de gewenste externe ontwikkelingkoers in de nabije toekomst te bepalen. Ten behoeve van die Strategische agenda is in 2014 een scenariostudie opgeleverd. De scenario’s die hieruit naar voren zijn gekomen, zullen een toetssteen zijn in de keuzes waarvoor de gemeente komt te staan.
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Meerjarenbegroting 2017
2016
2018
Lasten Gemeenteraad College van B&W Samenwerking Gegevensbeheer Bedrijfsvoering
3.377,0 427,9 1.429,3 98,2 727,8 693,8
7.345,9 235,4 429,4 66,2 443,5 6.171,3
7.456,4 226,8 395,7 68,5 405,8 6.359,6
7.464,8 226,8 395,7 68,5 414,2 6.359,6
7.463,7 226,8 395,7 68,5 413,1 6.359,6
7.473,2 234,8 395,7 68,5 414,6 6.359,6
Baten Gemeenteraad College van B&W Samenwerking Gegevensbeheer Bedrijfsvoering
62,2 43,9 18,3 -
30,5 10,0 20,5 -
35,4 14,9 20,5 -
35,4 14,9 20,5 -
35,4 14,9 20,5 -
35,4 14,9 20,5 -
Saldo lasten en baten
3.314,8-
7.315,4-
7.421,0-
7.429,4-
7.428,3-
7.437,8-
Mutatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
3.314,8-
7.315,4-
7.421,0-
7.429,4-
7.428,3-
7.437,8-
7.409,211,8-
7.413,515,9-
7.409,818,5-
7.418,319,5-
15
16
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht. Eenmalige uitgaven 2015 - 2018
2015
Opleidingen gemeenteraad
2016
2017
2018 8.000
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015 Er is een nadelig verschil van € 105.600 van 2015 ten opzichte van 2014. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: •
Bij het product college van B&W is een voordeel van € 33.700 ontstaan, omdat het college van B&W is teruggebracht van 3 naar 2 wethouders. Deels was hiermee al rekening gehouden in Bunnik in Balans.
•
Vanaf 2014 is er een nieuwe verdeelsystematiek voor de uren. Dit betekent, dat de uren uitsluitend worden geraamd op de producten waar een inkomst tegenover staat. De uren voor de overige producten worden onder dit programma opgenomen. Ten opzichte van 2014 zijn er minder uren op de producten geraamd waar een inkomst tegenover staat. Dit levert op het product Bedrijfsvoering een nadeel op van € 188.300. Bij het product Gegevensbeheer is een voordeel van € 37.700. Dit komt enerzijds, omdat er in 2014 nog een incidentele raming is opgenomen voor de BGT-transities van € 11.000. Deze raming komt voor 2015 te vervallen. Daarnaast worden er minder uren geraamd voor de activiteit Basisregistratie personen. Dit levert een voordeel op van € 26.700. Overige mutaties: € 11.300 voordelig.
•
•
16
17
Programma: 2. Dienstverlening Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1. Inzetten op verdere digitalisering van onze dienstverlening. 2. Zoeken naar andere, nieuwe manieren van fysieke dienstverlening. 3. Streven naar deregulering en versimpeling van regels waar nodig.
Actiepunten 2015 1.1 Zowel binnen de organisatie als naar de samenleving zoveel mogelijk werken vanuit de houding digitaal, tenzij. 2.1 De mogelijkheden onderzoeken om producten (paspoorten e.d.) thuis te bezorgen.
Uitvoering van collegeagenda Kostendifferentiatie digitale producten (1.1) In 2015 wordt de ontwikkeling van digitale formulieren die via de website in te vullen zijn, voortgezet. Hierdoor kunnen meer producten volledig digitaal worden afgehandeld. Voordeel hiervan is dat het proces efficiënter kan worden ingericht en de aanvrager van een product meer inzicht heeft in de voortgang van het proces. Verder wordt op basis van een in 2014 uitgevoerde analyse bij wijze van proef kostendifferentiatie toegepast tussen het digitaal of fysiek aanvragen van een drietal producten: - Gehandicaptenparkeerkaart; - Afschrift burgerlijke stand; - Blauwe zone/Mereveldseweg. Op deze manier wordt inwoners de mogelijkheid geboden om tegen een lager tarief gemeentelijke producten af te nemen en wordt bekeken of het kostenaspect een prikkel kan zijn voor een toename in het gebruik van het digitale kanaal. Aansluiting op de Berichtenbox (1.1) In het kader van de i-Nup – de overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-Overheid – zijn alle gemeenten verplicht aan te sluiten op de Berichtenbox van MijnOverheid. De Berichtenbox biedt de inwoner een persoonlijke, beveiligde elektronische postbus voor digitale correspondentie van de overheid. Het kabinet heeft als doelstelling dat in 2017 alle zaken met de overheid online geregeld kunnen worden. De gemeente Bunnik kan – door aan te sluiten op de Berichtenbox van MijnOverheid – grote berichtenstromen digitaal versturen. Hierbij kan gedacht worden aan een herinnering voor het verlengen van reisdocumenten. Het voorbereidende traject vindt in 2015 plaats, zodat aansluiting op de Berichtenbox begin januari 2016 een feit kan zijn. Nieuwe vormen van fysieke dienstverlening (2.1) Het ‘dichter bij de inwoner brengen van producten’ kan niet alleen langs de genoemde digitale weg gestalte krijgen. Daarom wordt ook in de fysieke dienstverlening in 2015 onderzoek gedaan naar vernieuwende mogelijkheden. Denkbare voorbeelden hiervan zijn het thuisbezorgen van producten, of het op locatie in de kernen aanwezig zijn voor vraagbeantwoording of productaanvraag of -afgifte.
17
18
Bestaand beleid Product
Activiteiten
Klantencontact
Website Klachtenbehandeling Burgerlijke stand Rijbewijzen en reisdocumenten Verkiezingen Naturalisatie APV en bijzondere wetten Uitwegvergunning en invalidenparkeerkaarten Markt en standplaatsen Omgevingsvergunningen Begraafplaats
Burgerzaken
Vergunningverlening
Begraafplaats
Relevante beleidsontwikkelingen n.v.t.
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Meerjarenbegroting 2017
2016
2018
Lasten Klantcontact Burgerzaken Vergunningverlening Begraafplaats
1.695,2 121,7 327,3 1.156,9 89,4
1.383,8 52,0 344,3 910,1 77,3
1.386,0 44,5 342,2 934,6 64,7
1.353,1 44,5 309,3 934,6 64,7
1.375,5 44,5 330,9 934,6 65,5
1.375,5 44,5 330,9 934,6 65,5
Baten Klantcontact Burgerzaken Vergunningverlening Begraafplaats
814,8 240,6 558,5 15,6
663,6 229,9 408,2 25,5
866,7 258,4 582,9 25,5
941,3 258,4 657,5 25,5
753,1 258,4 469,3 25,5
967,3 258,4 683,4 25,5
Saldo lasten en baten
880,4-
720,2-
519,3-
411,8-
622,3-
408,2-
Mutatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
880,4-
720,2-
519,3-
411,8-
622,3-
408,2-
574,355,0
492,881,0
729,3107,0
523,2115,0
18
19
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht. Eenmalige uitgaven 2015 - 2018 Aankoop materiaal verkiezingen
2015 26.300
2016
2017 15.000
2018 15.000
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015 Er is een voordelig verschil van € 200.900 van 2015 ten opzichte van 2014. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: • • •
•
Bij het product Vergunningverlening is er een nadeel van € 25.000 als gevolg van het feit, dat er per saldo meer uren naar de activiteit Uitwegvergunningen en invalidenparkeerkaarten gaat. Daarnaast is de raming voor leges omgevingsvergunning verhoogd als gevolg van de geactualiseerde woningbouwprognose. Dit betekent een voordeel van € 174.700. Op het product Burgerzaken ontstaat aan de batenkant een voordeel van € 28.500 ten opzichte van 2014. Dit is het gevolg van de aanpassing van de tarieven door het rijk; het tarief van met name het paspoort is ten opzichte van 2014 verhoogd. Overige mutaties: € 22.700 voordelig.
19
20
Programma: 3. Algemene dekkingsmiddelen Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1. Een gezonde financiële positie behouden: het gemeentelijk huishoudboekje moet op orde zijn.
Actiepunten 2015 1.1 Uitvoering geven aan het project Bunnikse Kwaliteit; 1.2 Doorgaan met de verbetering van risicomanagement; 1.3 Verbeteren van de sturing op gemeenschappelijke regelingen, in samenspel met de gemeenteraad;
Uitvoering van collegeagenda Implementatie bezuinigingmaatregelen Bunnikse Kwaliteit (1.1) Eind 2013 is het bezuinigingsproject Bunnikse Kwaliteit gestart. Via de inzet van expertgroepen vanuit de Bunnikse samenleving is een pakket aan bezuinigingsmaatregelen opgesteld. Op basis van de besluitvorming door de gemeenteraad eind 2014, worden de gekozen maatregelen vanaf 2015 geïmplementeerd. Daarbij wordt een groot beroep gedaan op inwoners, het maatschappelijk middenveld, bestuur en organisatie, om met elkaar Bunnik financieel gezond te houden. Inbedding risicomanagement (1.2) De laatste jaren is risicomanagement steeds meer onder de aandacht gekomen, veelal als reactie op een negatieve ervaring. Denk hierbij aan milieurampen, grote branden, kartelvorming in de bouw en niet te vergeten de effecten van de wereldwijde economische crisis. Dit soort negatieve ervaringen leiden vaak tot aanscherping van maatregelen op het gebied van toezicht, controle en andere vormen van beheersing. Risicomanagement kan echter zoveel meer zijn dan een reactie op een negatieve ervaring. De Bunnikse organisatie werkt vanuit een missie, visie en strategie met bijbehorende doelen. Dat betekent dat alles wat het ‘bereiken van die doelen’ in de weg kan staan, een risico genoemd kan worden. In een tijd waarin (financiële) middelen steeds schaarser worden en informatie zich steeds sneller verspreid, is het van groot belang snel en effectief in te kunnen spelen op ontwikkelingen. Risicomanagement is daarmee niet alleen gericht op het voorkomen van schade, maar ook op het voorkomen dat kansen niet gezien en benut worden. Deze benadering vraagt om een integrale aanpak. Deze twee uitgangspunten, namelijk 1. risicomanagement is verbonden met de strategie van de organisatie en 2. risicomanagement moet integraal worden opgepakt, vormen de basis voor de structurele inbedding van risicomanagement binnen de organisatie. Hieraan wordt in 2015 verder vormgegeven. Sturing en beheersing binnen samenwerkingen (1.3) Bunnik maakt deel uit van een aantal gemeenschappelijke regelingen en andere samenwerkingsvormen. Redenen van deelname aan samenwerkingen zijn divers en vaak gelegen in wettelijke verplichtingen, vermindering van kwetsbaarheid, goedkopere dienstverlening en/of verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening. Met het ‘op afstand zetten van taken’ neemt ook de mogelijkheid tot directe (aan)sturing af. Terwijl de eindverantwoordelijkheid voor de taak in alle opzichten bij het gemeentebestuur aanwezig blijft. Aandachtspunt hierbij is de trend dat steeds meer taken uitbesteed worden aan derden danwel in samenwerking met partners worden uitgevoerd. Daarom wordt het opnieuw vormgeven van het proces van sturing en beheersing, zoals dat in 2014 gestart is, in 2015 uitgewerkt. De focus zal daarbij niet liggen op het ontwikkelen van uitgebreide verantwoordingssystemen, maar op het vroegtijdig en continu in gesprek zijn met deze partners, zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau. Dit vraagt om een wederzijdse open houding, waarin het belang van de inwoners centraal staat.
20
21
Bestaand beleid Product
Activiteiten
Geldbeheer
Financiering Deelnemingen OZB Hondenbelasting Toeristenbelasting Algemene uitkering Stelposten Mutaties in reserves
Belastingen
Algemene Uitkering Algemene baten en lasten
Relevante beleidsontwikkelingen De algemene dekkingsmiddelen worden niet als baten in de diverse programma’s opgenomen. Inzicht in de algemene dekkingsmiddelen is echter essentieel en zullen hieronder beschreven worden. Lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is Betreffende de lokale heffingen gaat het om die heffingen waarvan de besteding niet gebonden is. Voorbeelden hiervan zijn de OZB, hondenbelastingen en de toeristenbelasting. In de gemeente Bunnik wordt de opbrengst onroerende zaakbelasting verhoogd met inflatie. Voor 2015 is de inflatie bepaald op 2,25%. Daarnaast wordt rekening gehouden met een waardedaling van 2%. Voor de overige lokale heffingen wordt verwezen naar de paragraaf lokale lasten en heffingen. Voorbeelden van lokale heffingen waarvan de besteding wel gebonden is, zijn het rioolrecht en de afvalstoffenheffing. Deze heffingen worden op de desbetreffende programma’s verantwoord. Algemene Uitkering De algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de gegevens uit de meicirculaire 2014. In het volgende overzicht is de omvang van de algemene uitkering weergegeven zoals die in de Programmabegroting 2015 is verwerkt. In die ramingen is, naast het effect van de uitkeringsfactor, rekening gehouden met de raming van het aantal inwoners en woningen. Deze bedragen zijn inclusief de decentralisatie uitkeringen. Omschrijving
2014
2015
2016
2017
Raming algemene uitkering
13.242.664
13.320.196
13.127.945
13.000.110
Dividend De gemeente Bunnik heeft deelnemingen in Vitens en de Bank Nederlandse Gemeente (BNG). Naar verwachting zal in totaal een dividenduitkering van € 40.250 worden ontvangen. Onvoorzien Het bedrag onvoorzien dient te worden geraamd voor de begroting in zijn geheel of per programma. In de gemeente Bunnik wordt een post onvoorzien in de begroting opgenomen. In de begroting 2015 is voor onvoorziene onvermijdbare en onuitstelbare lasten een bedrag beschikbaar van € 44.295.
21
22
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
2016
Meerjarenbegroting 2017
2018
Lasten Geldbeheer Belastingen Algemene uitkering Algemene baten en lasten
8.791,7 184,8 311,4 5,5 8.290,1
1.070,6 19,4 69,9 3,6 977,7
1.052,1 19,2 60,1 3,8 969,0
1.078,7 19,2 60,1 3,8 995,6
1.054,3 19,2 60,1 3,8 971,2
1.089,4 19,2 60,1 3,8 1.006,2
Baten Geldbeheer Belastingen Algemene uitkering Algemene baten en lasten
25.181,4 2.813,4 4.558,0 10.194,6 7.615,5
17.406,0 473,7 4.626,7 10.135,2 2.170,4
20.161,4 402,6 4.809,8 13.217,6 1.731,5
20.223,1 402,6 4.827,1 13.287,8 1.705,6
20.396,8 402,6 4.896,1 13.168,3 1.929,8
20.212,0 402,6 4.946,8 13.087,2 1.775,4
Saldo lasten en baten
16.389,7
16.335,4
19.109,3
19.144,4
19.342,5
19.122,6
8.156,0 7.645,6
918,7 1.019,2
747,3 679,3
850,4 588,9
868,1 745,4
891,2 546,0
261,4-
122,7-
345,2-
Mutatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen Saldo mutatie reserves Resultaat
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
510,415.879,4
100,5 16.435,9
68,019.041,3
18.882,9
19.219,7
18.777,4
19.113,2 3,9-
19.152,1 7,7-
19.350,0 7,6-
19.150,1 27,4-
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015 Er is een voordelig verschil van € 2.774.000 van 2015 ten opzichte van 2014. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: • Lagere lasten met betrekking tot de algemene baten en lasten € 9.000. Dit komt voornamelijk door lagere bespaarde rente over de reserves van € 119.000 aangezien de stand van de reserves lager is. Daarnaast is per 1 oktober 2014 de nieuwe CAO ingegaan. Dit is een nadeel van € 110.000. • Lagere baten met betrekking tot de financiering: € 71.100 nadelig. • Op het product Belastingen ontstaat per saldo een voordeel van € 192.800. Dit komt door de correctie voor de inflatie en door areaaluitbreiding voor de OZB. • Naar aanleiding van de septembercirculaire is op het product Algemene uitkering de bedragen uit de integratieuitkering sociaal domein (Zorg, Jeugd, Werk en Inkomen) verantwoord. Dit levert op dit product een voordeel op van € 4.069.600. De lasten worden budgettair neutraal verantwoord op de programma’s 8 en 9 verantwoord. Daarnaast is de algemene uitkering herberekend naar aanleiding van de herverdeling gemeentefonds, nieuwe maatstaven, nieuw accres en de uitname gemeentefonds naar aanleiding van korting op onderwijshuisvesting, overheveling buitenonderhoud schoolgebouwen en korting integratieuitkering Wmo. Dit levert totaal een nadeel van € 987.200 ten opzichte van 2014. • Tot slot is er een nadeel van € 438.900 aan de batenkant van de algemene baten en lasten. Dit is voor € 200.200 vanwege een lagere onttrekking uit de reserve leges omgevingsvergunningen. Daarnaast is er een lager baat van € 240.000 vanwege lagere bespaarde rente op reserves (inclusief de reserve dekking kapitaallasten). En tenslotte is in juli 2014 is een alternatief plan voorgelegd voor de Bunnikse manier van werken. Hieruit komt een extra structureel voordeel voor de begroting van € 26.700. (Dit is het saldo van een totaal extra voordeel van € 41.700 minus de € 15.000 die in de Bunnikse Kwaliteit opgenomen is.) 22
23
Fysiek domein
23
24
Programma: 4. Veiligheid Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1. De organisatie van de crisisbeheersing verder vorm geven. 2 De (gemoderniseerde) brandweergarages overdragen aan de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). 3.De samenleving participatief betrekken bij veiligheid, waarbij de eigen verantwoordelijkheid gestimuleerd wordt.
Actiepunten 2015 1.1 Actief samenwerken met de politie; 1.2 Bibob-beleid opzetten, om de integriteit van vergunning- en subsidieaanvragers beter te kunnen beoordelen. 2.1 Intensiveren van de samenwerking met de VRU en de gemeente Zeist om de crisisbeheersing verder te optimaliseren. 3.1 Promoten van de aansluiting van de inwoners van Bunnik op Burgernet; 3.2 Meer aandacht besteden aan preventie, vooral op het gebied van (auto)inbraken in Bunnik.
Uitvoering van collegeagenda Integriteitbeoordeling (1.2) De openbare orde en veiligheid in Bunnik wordt door de inwoners positief geduid. Er is geen sprake van grote problemen. Dit positieve beeld moet behouden en waar mogelijk versterkt worden. Gelet op ervaringen en signalen vanuit de regio, wordt in 2015 het Bibob-instrument ontwikkeld, hoewel daar begin oktober 2014 sec vanuit Bunnik gezien nog geen directe aanleiding voor lijkt te zijn. Met dit instrument wordt het mogelijk om, wanneer daartoe concrete signalen ontvangen worden, een integriteitcontrole te kunnen laten uitvoeren, bijvoorbeeld in het kader van vergunning- en subsidieverlening. Samenwerking binnen de veiligheidsketen (1.1 / 2.1) Een goede samenwerking met de veiligheidsdiensten, politie, VRU en de GHOR is belangrijk. De huidige ervaring is dat de samenwerking goed is en men kan elkaar makkelijk weet te vinden. Gelet op de recente wijzigingen in de crisisorganisatie, neemt het belang van deze samenwerking alleen maar toe. Op basis van de positieve ervaringen wordt de samenwerking de komende jaren verder verstevigd. Veiligheid in de buurt (3.1 / 3.2) Het inschakelen van de inwoners bij de veiligheid heeft zich inmiddels al een aantal keren bewezen. Er zijn al veel Bunnikse inwoners aangesloten op Burgernet, waardoor een aantal positieve resultaten is behaald. Om de kracht van de inwoners in nog grotere getale te kunnen benutten, wordt ook in 2015 met regelmaat aandacht gevraagd voor aansluiting bij Burgernet. Daarnaast worden inwoners en ondernemers blijvend gewezen op preventiemaatregelen om de eigen veiligheid te blijven waarborgen.
Bestaand beleid Product Beschermende maatregelen
Brandweerzorg
Activiteiten Criminaliteitspreventie Overige beschermende maatregelen Crisisbeheersing Brandweer Brandweerkazerne Bunnik Brandweerkazerne Werkhoven
24
25
Relevante beleidsontwikkelingen Bijdrage Vru Het bestuur van de VRU heeft voorgesteld een nieuwe financieringssystematiek in te voeren waarbij de gemeentelijke bijdrage geënt is op de bijdrage uit het gemeentefonds. De gemeente Bunnik is een voordeelgemeente, dat wil zeggen de bijdrage op basis van ijkpuntscores valt lager uit dan in de huidige bijdrageregeling. Voor Bunnik betekent dit dat op basis van de nieuwe financieringsstructuur er sprake is van een structureel voordeel. Dit voordeel is berekend op totaal € 123.000 op jaarbasis in 2020. De VRU adviseert om het voordeel, op basis van de nieuwe financieringssystematiek, in 2015 als eenmalig aan te merken in afwachting op de effecten van de herijking, de inbreng van de huisvestingslaten na 2015 en de herverdeling van het gemeentefonds (2016). Het standpunt van de gemeente Bunnik is om het toch al structureel in te boeken. Er is veel vertrouwen in de organisatie van de VRU om de nieuwe systematiek op een goede manier vorm te geven zodanig dat het voordeel een structureel karakter heeft. Overdracht brandweerkazernes Op 1 januari 2016 worden de brandweer kazernes overgedragen aan het VRU. Voor die tijd moeten de kazernes op onderhoudsniveau 3 worden gebracht. Hiervoor zal de kazerne in Werkhoven worden verbouwd en worden opgeleverd uiterlijk 1 december 2014. De kazerne in Bunnik zal worden vervangen door een nieuwe kazerne en uiterlijk 1 augustus 2015 worden opgeleverd. Evenementenbeleid In de collegeagenda is aangegeven dat deregulering de komende jaren hoog op de agenda staat. Fasegewijs worden kaders tegen het licht gehouden om deze aan te passen aan de nieuwe balans tussen ‘ruimte geven’ en ‘houvast bieden’, ter ondersteuning van de kracht van de samenleving. Het evenementenbeleid is bij uitstek een geschikt terrein om in 2015 als eerste aan te pakken. Aan de hand van een aantal praktijkvoorbeelden die in 2014 hebben gespeeld, zal bekeken worden welke effecten dit heeft op het evenementenbeleid. Bij het ‘ruimte geven’ zal uiteraard het uitgangspunt zijn de veiligheid van deelnemers en publiek.
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Meerjarenbegroting 2017
2016
2018
Lasten Beschermende maatregelen Brandweerzorg
1.369,3 428,4 940,9
1.014,3 57,0 957,4
990,2 57,2 933,1
963,4 57,2 906,2
937,4 57,2 880,2
929,4 57,2 872,2
Baten Beschermende maatregelen Brandweerzorg
4,5 4,5
4,5 4,5
4,6 4,6
4,6 4,6
4,6 4,6
4,6 4,6
Saldo lasten en baten
1.364,8-
1.009,8-
985,6-
958,8-
932,8-
924,8-
Mutatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
1.364,8-
1.009,8-
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
985,6-
958,8-
932,8-
924,8-
985,6-
958,8-
932,8-
924,8-
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015 Niet van toepassing: verschil van saldo lasten en baten is kleiner dan € 50.000. 25
26
Programma: 5. Openbare ruimte Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1.Samenwerken met buurgemeenten, provincie, BRU, partners uit de omgeving, inwoners en bedrijven aan een gezamenlijke visie op de inrichting van het buitengebied waarin invulling wordt gegeven aan termen als autoluw, fietsvriendelijk en bereikbaarheid (voor ondernemers en bewoners). 2. Duurzaam inzetten op verkeersveiligheid. 3. Verbeteren van de aansluiting van routes in het Openbaar Vervoer. 4. Verder werken aan verduurzaming van verkeer en vervoer. 5. De openbare ruimte minimaal op het huidige niveau houden.
Actiepunten 2015 1.1 Bijdragen aan de optimalisering van de ontwikkeling van de infrastructuur rond Vechten. Streven naar een verkeersveilige situatie door herinrichting van het kruispunt bij Vroeg, waarbij de recreatieve ontwikkeling van het gebied voorop staat. Vermindering van de verkeersdruk voor doorgaand verkeer en het terugbrengen van de maximum snelheid vormen een doelstelling. 1.2 Bijdragen aan een spoedige aanleg van de oostelijke ontsluiting van Houten over de parallelweg van de A12 en onderzoeken welke kansen dit biedt voor een betere verkeersafwikkeling rond de N229, in relatie tot de ruimtelijke ontwikkelingen aan de westkant van Odijk. 1.3 In navolging op de gezamenlijke visie voor het buitengebied samenstellen van een maatregelenpakket om een autoluw, fietsvriendelijk en bereikbaar buitengebied te realiseren (bijvoorbeeld: verbetering van fietspaden, de aanleg van een carpoolplaats en de introductie van een spitsknip). 1.4 Verbeteren van de verbinding tussen Bunnik en het Utrechtse Science Park. 2.1 Verkeersonveilige kruispunten aanpakken, met het kruispunt op de N229 bij Odijk als prioriteit; 2.2 Wegen binnen de bebouwde komen zo veilig mogelijk inrichten; de Provincialeweg wordt na omlegging van de Baan van Fectio autoluw, met een maximumsnelheid van 30 km/u. 4.1 Zoeken naar creatieve manieren en pilots om oplaadpunten voor elektrisch autorijden te faciliteren. 5.1 Verkennen van nieuwe vormen van (passende) participatie in het onderhoud van de openbare ruimte, ook op bedrijventerreinen; 5.2 Het hondenpoepbeleid wordt geherintroduceerd.
Uitvoering van collegeagenda Verkeersbeleid (1.1 / 1.3 / 2.2 / 4.1) Bunnik wordt gekenmerkt door veel verkeer- en vervoersstromen. Het zoeken naar een goed evenwicht met de leefbaarheid van het gebied is dan ook essentieel. De verkeer- en vervoerstromen beperken zich niet tot de gemeente Bunnik, maar raken ook alle buurgemeenten. In samenspraak moet gekomen worden tot een gezamenlijke visie en een gezamenlijke aanpak op mobiliteit met name in het buitengebied. Het in 2014 opgestelde verkeersbeleidsplan geeft hiervoor de koers aan. Besluitvorming over deze koers vindt plaats in 2015. Op basis daarvan worden concrete acties en projecten benoemd. Omdat het de leefbaarheid direct raakt, worden inwoners, bedrijven en instellingen nadrukkelijk hierbij betrokken. Vanuit duurzaamheidoogpunt worden initiatieven ten aanzien van oplaadpunten voor elektrisch rijden en andere alternatieve brandstoffen gefaciliteerd. Regionaal verkeer en vervoer (1.2 / 1.4 / 2.1) In 2015 wordt samen met de Provincie Utrecht en de gemeente Houten verder ingezet op de realisatie van de oostelijke ontsluiting over de Parallelweg. Onderdeel hiervan is de realisatie van een veilige aansluiting op de N229 (kruispunt Odijk). In samenspraak met inwoners, gebruikers en de Universiteit Utrecht worden de mogelijkheden verkend om de verbindingen tussen het Science Parc en bijvoorbeeld het NS-station en Houten beter op elkaar aan te laten sluiten. Ook het recreatief medegebruik van straten, lanen en paden wordt hierbij betrokken. 26
27
Openbare ruimte (5.1 / 5.2) De fysieke leefomgeving, de openbare ruimte, raakt iedereen die binnen de gemeente woont, werkt en/of recreëert. Om de kwaliteit van de openbare ruimte op het huidige niveau te kunnen behouden, is het nodig dat iedereen daar naar vermogen een steentje aan kan bijdragen. Enerzijds is dit nodig omdat de financiële middelen daartoe uitdagen. Anderzijds is de ervaring dat onder inwoners en ondernemers veel initiatieven leven en er bereidheid en creativiteit aanwezig is om een actieve rol te pakken. Daarom zal in 2015 binnen de organisatie verder worden ingezet op het verkennen en bieden van mogelijkheden om die initiatieven te faciliteren en waar nodig te stimuleren. Specifiek aandachtspunt binnen de openbare ruimte in 2015 zal de actualisatie van het hondenpoepbeleid zijn.
Bestaand beleid Product Wegen
Verkeer
Recreatie en Landschap
Riolering
Openbaar groen
Activiteiten Straatreiniging Openbare verlichting Bruggen Verkeersmaatregelen Gemeentelijk verkeer en vervoer Verkeersinstallaties Openbaar Vervoer Recreatie Landschap Kunstwerken Gemeentelijk rioleringsplan Riolen Hoofdgemalen en pompen Kwijtschelding rioolrecht Rioolrecht Groenonderhoud
Relevante beleidsontwikkelingen Wegenplan 2015-2020 In 2014 is het wegenplan geëvalueerd en geactualiseerd. Het wegenplan geeft zowel de kwalitatieve als financiële kaders voor het wegenonderhoud de komende periode. De komende periode zal dit de basis vormen voor het jaarlijkse onderhoud aan de wegen in onze gemeente. Ook de ondergrondse infrastructuur heeft aandacht nodig. Onderzocht wordt welke voordelen het biedt om op dit gebied actief te participeren in regionale samenwerking (Winnet). Indien dit positief uitpakt wordt daar verder uitwerking aan gegeven. Beleidsplan Openbare verlichting In 2014 is het beleidsplan Openbare Verlichting vastgesteld en daarmee de voor vervanging benodigde financiële middelen. Met de vervanging van verouderde masten en armaturen zal in 2015 gestart worden. De komende jaren zal de achterstand in vervanging worden ingelopen. Groenplan 2014-2018 vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen Het Groenplan 2014-2018 is een plan voor noodzakelijke vervangingsinvesteringen in het openbaar groen. Het Groenplan is in twee delen opgedeeld: één gedeelte voor de bomen en één gedeelte voor het overige groen. Het Groenplan beschrijft het groenbeheer voor de periode 2014-2018. In het plan wordt de gemeentelijke visie op het groenbeheer beschreven: welk onderhoud is nodig voor de aanwezige functies met een financiële verantwoording. Het Groenplan is de uitwerking/beschrijving van het bestaande gemeentelijk beleid en vormt de basis voor de beheercyclus. Door de bezuinigingsmaatregelen van juli 2013 (Kwaliteitsbeheerplan Openbare Ruimte 2009) is voor het onderhoudsniveau van de plantsoenen gekozen voor beheerniveau B (CROW normen; een onafhankelijke kennisorganisatie op het gebied van infrastructuur, openbare ruimte en verkeer en vervoer). Deze maatregelen zijn inmiddels ook gerealiseerd. Naast het onderhoud moet rekening worden gehouden met vervanging van de beplantingen aan het einde van de levensduur. Vervanging vindt op dit moment slechts op zeer beperkte schaal plaats. Er zijn sterk verouderde beplantingsvakken, maar die zijn feitelijk uitgeput en vormen geen gesloten vak meer. Om
27
28
deze noodzakelijke vervangingsinvesteringen te kunnen doen is gedurende deze periode een bedrag nodig van € 42.500.
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Meerjarenbegroting 2017
2016
2018
Lasten Wegen Verkeer Riolering Recreatie en landschap Openbaar groen
4.294,3 1.755,0 699,3 940,1 193,7 706,2
2.991,1 1.328,2 148,1 1.042,0 77,8 395,0
2.986,7 1.340,8 149,0 1.050,5 77,9 368,5
2.988,4 1.338,5 149,0 1.050,5 77,9 372,4
3.034,5 1.380,8 149,0 1.050,5 77,9 376,3
3.036,2 1.378,5 149,0 1.050,5 77,9 380,2
Baten Wegen Verkeer Riolering Recreatie en landschap Openbaar groen
1.372,3 12,2 4,41.353,1 10,2 1,1
1.250,7 8,4 1.229,2 13,1 0,0
1.245,1 8,4 1.223,3 13,4 0,0
1.245,1 8,4 1.223,3 13,4 0,0
1.245,1 8,4 1.223,3 13,4 0,0
1.245,1 8,4 1.223,3 13,4 0,0
Saldo lasten en baten
2.922,0-
1.740,4-
1.741,6-
1.743,3-
1.789,4-
1.791,1-
Mutatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
2.922,0-
1.740,4-
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
1.741,6-
1.743,3-
1.789,4-
1.791,1-
1.741,6-
1.743,3-
1.789,4-
1.791,1-
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht. Eenmalige uitgaven 2015 - 2018 Actualisatie wegenbeheersplan
2015
2016
22.238
2017
2018
22.238
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015 Niet van toepassing: verschil van saldo lasten en baten is kleiner dan € 50.000.
28
29
Programma: 6. Bouwen, wonen & ondernemen Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1.Inzetten op een spoedige realisatie van ’t Burgje, tegen maximale opbrengst en inspelend op de regionale woningbouwvraag. 2. Creëren van mogelijkheden tot woningbouw in de kernen door middel van inbreiding, na realisatie van het bedrijventerrein A12. 3. Het huidige Structuurplan, dat tot 2015 loopt, wordt vernieuwd. 4. Actualiseren van de Woonvisie. 5. Bevorderen van duurzaamheid door initiatieven vanuit de samenleving te faciliteren. 6. Zo snel mogelijk realiseren van het nieuwe bedrijventerrein langs de A12. 7. Participeren in en anticiperen op ontwikkelingen rondom het Utrecht Science Park. 8. Faciliteren van initiatieven van (lokale) ondernemers om het voorzieningenniveau van de Bunnikers op peil te houden. 9.Verruimen van de mogelijkheden voor recreatief (mede)gebruik van het buitengebied om een vitaal platteland te creëren. 10. Versterken van de positionering van de streek.
Actiepunten 2015 1.1 Werken aan een snelle uitvraag van en grondbod op ’t Burgje; 1.2 Streven naar energieneutraal bouwen (in overleg met experts zoals NMU), waarbij ook andere alternatieven onderzocht worden; 1.3 Onderzoeken van de mogelijkheid om op de gronden ten westen van Odijk zonnepanelen te plaatsen; 1.4 De overige (onbestemde) gronden ten westen van Odijk worden verkocht. 2.1 Meedenken met initiatieven in particuliere woningbouw en deze faciliteren waar dat mogelijk is. 2.2 Herzien (versimpelen/flexibiliseren) van bestemmingsplannen waar dat nodig blijkt; 2.3 Opnieuw bezien van het integraal handhavingsbeleid. 3.1 Het huidige Structuurplan vernieuwen, in samenwerking met andere beleidsvelden en in samenwerking met onder meer Houten en Wijk bij Duurstede, om ruimte in de zogenaamde “driehoek” tussen deze kernen te creëren. 4.1 Bij de actualisering van de Woonvisie aandacht besteden aan het bieden van ruimte voor diverse groepen inwoners en woningtypen in zowel koop als huur; 4.2 Versterken van de relatie tussen het woonbeleid en de ontwikkelingen op het Utrechts Science Park, waar werkgevers van veel van de inwoners van de gemeente Bunnik zijn gevestigd; 4.3 In overleg gaan met partners (corporaties e.d.) over de wijze waarop de combinatie tussen Wonen, Welzijn en Zorg (WWZ) verder wordt vormgegeven. 5.1 Faciliteren van duurzaamheidsmaatregelen van ondernemers, corporaties en bewoners bij hun bestaande bedrijven en woningen; 5.2 Stimuleren van verhuizing van milieuonvriendelijke bedrijven uit de kernen; 5.3 Bevorderen van de afkoppeling van regenwater. 6.1 Naast aandacht voor werk voor hoogopgeleide inwoners aandacht behouden voor laaggeschoolde arbeid, zodat zoveel mogelijk Bunnikers een baan kunnen vinden in de omgeving. 7.1 Aansluiting zoeken bij en samenwerking met de stuurgroep Utrecht Science Park; 7.2 Voorwaarden scheppen zodat tot een locatie voor ZZPérs en kleine ondernemingen en start-ups gekomen kan worden, bijvoorbeeld in de vorm van een bedrijfsverzamelgebouw; 7.3 Een actieve rol spelen in de verbinding van wonen, ondernemen en recreatie. 8.1 Het college investeert in de relatie met Bunnikse ondernemers (onder meer de BHIK); 8.2 Mee denken met ondernemingen en een verbindende houding aannemen, onder meer op het gebied van regelgeving, om economische ontwikkeling mogelijk te maken. 9.1 In regionaal verband stimuleren van recreatieve fiets-, wandel- en vaarroutes met aandacht voor toeristische overstappunten (TOP’s). 9.2 Faciliteren van innovatieve recreatiemogelijkheden en daarop inspelen; 10.1 Inzetten op verbetering van de communicatie in de vorm van streekpromotie. 29
30
Uitvoering van collegeagenda Ontwikkeling ’t Burgje (1.1 / 1.2 / 1.3 / 1.4) In de collegeagenda is aangegeven dat gestreefd wordt om op locatie 't Burgje energieneutraal te bouwen. Daarnaast wordt de mogelijkheid onderzocht om op de gronden ten westen van Odijk zonnepanelen te plaatsen. De overige onbestemde gronden ten westen van Odijk worden verkocht. Aan de hand van gesprekken met de raad, medewerkers, de klankbordgroep en marktpartijen,zijn spelregels uitgewerkt. De spelregels vormen de basis van een aanbestedingsleidraad voor het kiezen van een marktpartij die locatie 't Burgje gaat ontwikkelen. Duurzaamheid, kwaliteit en prijs zijn hierbij belangrijke opgaven. Er wordt naar gestreefd om dit eind 2014 te laten plaatsvinden. Gunning, en daarmee duidelijkheid over de globale invulling van locatie 't Burgje, zal dan kunnen plaatsvinden in 2015. Hierop volgend zal de bestemmingsplanprocedure worden gestart. Structuurplan (3.1) In 2015 wordt gewerkt aan een nieuw structuurplan, ook wel een nieuwe omgevingsvisie genoemd voor de gemeente. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de Strategische agenda, waarin de gewenste externe ontwikkelingskoers van de gemeente in de nabije toekomst wordt bepaald. De omgevingsvisie wordt in dialoog met de omgeving, waaronder buurgemeenten, opgesteld. Hierbij ligt een directe relatie met de (regionale) visie over mobiliteit. Het is van belang voor inwoners en ondernemers om samenhang en zoveel mogelijk eenduidigheid tussen het beleid van de gemeenten te zien. Daarop zal dan ook de focus liggen bij de totstandkoming van de visie, die in 2015 gereed komt. Woonvisie (4.1 / 4.2 / 4.3) De woningmarkt bevindt zich al een aantal jaren in een turbulente tijd. Ontwikkelingen zijn divers en gaan snel, zowel op landelijk als op regionaal niveau. Dit maakt dat in gezamenlijkheid en afstemming met andere partijen de Woonvisie geactualiseerd moeten worden. Hiervoor worden in 2015 de voorbereidingen gestart, afronding vindt plaats in 2016. Vanwege de ontwikkelingen in het sociaal domein wordt in de Woonvisie specifiek ingegaan op de aansluiting tussen Wonen, Welzijn en Zorg. Dat zal in dialoog met alle betrokken partners in het netwerk gebeuren. Planontwikkeling en handhaving (2.1 / 2.2 / 2.3) Parallel aan de ontwikkeling van bovengenoemde visies, worden in 2015 concrete stappen gezet om ook op het gebied van wonen en ondernemen meer ruimte te bieden aan inwoners en ondernemers. Daarbij moet gedacht worden aan het versimpelen en flexibiliseren van bestemmingsplannen. Inbreidingslocaties voor woningbouw zullen worden verkend. Er worden maatregelen getroffen om snel in te kunnen spelen op concrete verzoeken. Ook zal gewerkt worden aan het verruimen van de mogelijkheden van medegebruik van het platteland (recreatief, wonen en/of zorg). Hierbij wordt een open grondhouding aangenomen, die uitgaat van de mogelijkheden die er zijn. Vanwege veranderende inzichten en het geven van meer ruimte en verantwoordelijkheid aan de samenleving zelf, wordt in het kader van deregulering ook het integrale handhavingsbeleid onder de loep genomen. Duurzaamheid (5.1 / 5.2 / 5.3) Duurzaamheid is een belangrijk speerpunt. Ook in 2015 en volgende jaren vormt dit een belangrijk uitgangspunt in het handelen. Dat wordt niet alleen zichtbaar in onze woningbouwplannen (energieneutraliteit), maar ook op andere terreinen van beleid. In 2014 is de duurzaamheidsnota opgesteld. Deze nota biedt de kaders voor concrete uitwerking de komende jaren. Ook hier is de dialoog en samenwerking met inwoners en ondernemers essentieel. De ervaring is dat onder inwoners en ondernemers bereidheid en creativiteit aanwezig is om initiatieven in gang te zetten. Daarom zal in 2015 binnen de organisatie verder worden ingezet op het verkennen en bieden van mogelijkheden om die initiatieven te faciliteren en waar nodig te stimuleren. Concreet wordt actie ondernomen ten aanzien van het faciliteren in oplaadpunten voor elektrisch autorijden en andere alternatieve brandstoffen, duurzaam bouwen en het handelen van onze eigen organisatie. Ondernemen (6.1 / 7.1 / 7.2 / 7.3 / 8.1 / 8.2 / 10.1) Zoals eerder is aangegeven, is Bunnik de groene voortuin van onze stedelijke regio, een mooie plek om te wonen vlak bij een belangrijke economische motor van de regio: Utrecht Science Park. In 2015 zal vanuit economisch oogpunt de focus liggen op het inspelen op en participeren in ontwikkelingen die een directe relatie hebben met het Science Park. Dit biedt ook kansen voor de Kromme Rijnstreek in den breedte (inwoners en bedrijvigheid) en kan leiden tot een versterking van de positionering van onze gemeente en 30
31
de streek. Met het doel de bedrijvigheid en het (winkel)voorzieningenniveau binnen de gemeente op peil te houden, wordt ingezet op het verder in dialoog gaan met (potentieel nieuwe) betrokken ondernemers. Om zo met hen te zoeken naar mogelijkheden voor ontwikkeling en deze te faciliteren, in combinatie met het beroep dat op hen wordt gedaan in het kader van maatschappelijk ondernemen. De Economic Board Utrecht (EBU) en de Q4 zijn op regionaal niveau belangrijke partners. Met de komst van de Tour de France in 2015 naar Utrecht zijn er ook voor het Bunnikse bedrijfsleven mogelijkheden zich te profileren. Dit wordt gestimuleerd en waar mogelijk gefaciliteerd. Recreëren (9.1 / 9.2) Gemeente Bunnik participeert in de ontwikkeling van poorten en toeristische overstappunten (TOP’s) in o.a. het Kromme Rijngebied. Een belangrijk toeristisch overstappunt voor de gemeente Bunnik ligt bij Fort Vechten. Het streven is om in 2015 ook op andere locaties in het Kromme Rijngebied TOP’s te realiseren, mogelijk op Bunniks grondgebied. De ontwikkeling hiervan is een initiatief van de Provincie Utrecht en wordt ondersteund door Gebiedscoöperatie O-gen. In de Gebiedscoöperatie O-gen werken overheden, maatschappelijke organisaties, terreineigenaren, ondernemers en particulieren uit de Geldersche Vallei, Heuvelrug en Kromme Rijnstreek samen. Hier worden ook mogelijkheden verkend om innovatieve recreatiemogelijkheden te verkennen en faciliteren.
Bestaand beleid Product Economie Wonen
Milieu
Ruimtelijke ordening
Handhaving Grondexploitatie
Activiteiten Economische aangelegenheden Monumenten Volkshuisvestingsbeleid Woningtoewijzing Eigendommen Openbare speelvoorzieningen Huisnummering GFT en restafval Specifieke afvalstromen Kwijtschelding reinigingsheffing Reinigingsheffing Milieu Bestemmingsplannen Planontwikkeling Verspreide gronden Handhaving omgevingsvergunningen Grondexploitatie churchillhal Grondexploitatie Rijneiland Grondexploitatie choleneiland Odijk Grondexploitatie Burgweg Grondexploitatie Odijk West Grondexploitatie Werkhofterrein Grondexploitatie Delteijkterrein Grondexploitatie Bedrijventerrein Grondexploitatie Anne Frank terrein Grondexploitatie Scholeneiland Bunnk
Relevante beleidsontwikkelingen Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied Op 13 maart 2014 heeft het algemeen bestuur van het recreatieschap, bij gebrek aan draagvlak voor de regeling, besloten tot opheffing. Volgens de afspraken in de gemeenschappelijke regeling wordt een liquidatieplan opgesteld. Dit liquidatieplan gaat uit van een gefaseerd liquidatieproces waarin de komende jaren de eigendommen, rechten en verplichtingen ofwel worden beëindigd ofwel bij een rechtsopvolger worden ondergebracht. Dan kan de gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2018 opgeheven worden. Eind 2017 zal de finale afrekening van de resterende verplichtingen geschieden. Door niet per 1 januari 2015 maar per 1 januari 2018 op te heffen is er ruimte om in onderhandelingen met beoogde rechtsopvolgers een goed onderhandelingsresultaat te bereiken waardoor de restantafkoopsom daalt.
31
32
De deelnemers blijven nog vier jaar in de huidige samenwerking en met de huidige afspraken bij elkaar als recreatieschap. Ook de deelnemersbijdrage blijft vooralsnog de komende 4 jaar gelijk. Dat betekent dat er, bij tussentijdse overdracht van verplichtingen, ruimte ontstaat om ‘te sparen’ als voorschot op de resterende afkoopsom aan het einde van de 4 jaar. Besloten is om de restverplichting over de deelnemers te verdelen met een verdeelsleutel gelijk aan die voor de deelnemersbijdrage.
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Meerjarenbegroting 2017
2016
2018
Lasten Economie Wonen Milieu Ruimtelijke ordening Grondexploitatie
13.526,0 25,8 336,4 1.588,8 839,4 10.735,5
3.404,7 6,6 100,3 1.414,8 220,2 1.662,7
4.777,2 6,6 100,8 1.497,6 211,2 2.960,9
1.798,1 6,6 100,8 1.479,5 211,2 -
1.781,1 6,6 100,8 1.462,5 211,2 -
1.781,1 6,6 100,8 1.462,5 211,2 -
Baten Economie Wonen Milieu Ruimtelijke ordening Grondexploitatie
9.956,1 106,0 1.370,4 196,0 8.283,7
2.950,0 10,0 1.198,4 79,0 1.662,7
4.278,1 10,2 1.225,2 81,7 2.960,9
1.326,8 10,2 1.234,8 81,7 -
1.326,8 10,2 1.234,8 81,7 -
1.326,8 10,2 1.234,8 81,7 -
Saldo lasten en baten
3.569,8-
454,7-
499,1-
471,3-
454,3-
454,3-
Mutatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
3.569,8-
454,7-
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
499,1-
471,3-
454,3-
454,3-
582,583,4
554,983,6
536,682,3
535,781,4
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht. Eenmalige uitgaven 2015 - 2018 Verbetermaatregelen Odru
2015 44.775
2016
2017
2018
16.994
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015 Niet van toepassing: verschil van saldo lasten en baten is kleiner dan € 50.000.
32
33
Sociaal domein
33
34
Programma: 7. Maatschappelijke ontwikkelingen Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1. Verbinden van sport met andere onderdelen van het sociaal domein. 2. Herijken subsidiebeleid op basis van door de raad vastgestelde maatschappelijke doelen. 3. Samen met sportverenigingen op zoek naar mogelijkheden om kunstgrasvelden aan te leggen.
Actiepunten 2015 1.1 Inzetten op buurtsportcoaches als makelaars met een signaalfunctie binnen het sociale domein. 2.1 Periodiek herzien van de maatschappelijke vraagstukken en doelstellingen van het subsidiebeleid. 3.1 Samen met sportverenigingen zoeken naar mogelijkheden om deze verenigingen (deels) te verzelfstandigen en de positie van het Sporthuis in die discussie betrekken.
Uitvoering van collegeagenda Sport (1.1 / 3.1) Hoewel binnen het sociaal domein op dit moment de aandacht grotendeels gericht is op de komst van de extra zorgtaken naar de gemeente per 1 januari 2015, zijn er op lokaal gebied ook ontwikkelingen gaande. De afgelopen jaren is veel over sport gesproken. Inmiddels is ‘sport op orde’. De financiën zijn onder controle en er is sprake van een constructieve samenwerking met het Sporthuis en de sportverenigingen. Het is nu van belang naar de toekomst te kijken en te de mogelijkheden te onderzoeken om met alle partijen te komen tot meer verzelfstandiging. Inmiddels zijn op dit vlak al enkele stappen gezet, recentelijk met Bunnik ’73. Daarnaast kan de sport meer betekenen binnen het sociaal domein. Met buurtsportcoaches kan de sport een stimulans zijn voor inwoners om meer te gaan sporten en te bewegen. Niet alleen om te sporten op zich, maar om mensen vitaler en gezond te houden, eenzaamheid te voorkomen en de leefbaarheid in wijken en buurten te bevorderen. In 2014 is er een initiatief gestart vanuit de samenleving (sportverenigingen, Sporthuis, jongerenwerk en welzijn ouderen). Herijking subsidiebeleid (2.1) Het sociaal domein wordt momenteel beheerst door de implementatie van de drie transities, Jeugdzorg, AWBZ/Wmo en de Participatiewet. Deze transities moeten in een breder perspectief worden ingebed, zodat alle taken binnen het sociaal domein elkaar aanvullen en versterken ter ondersteuning van de inwoners, bedrijven en instellingen in de gemeente. Onderdeel hiervan is het opnieuw kijken naar de wijze van de subsidiëring. De subsidiëring moet aansluiten bij en een duidelijke meerwaarde hebben voor de samenleving. Hiertoe wordt in 2015 het subsidiebeleid herijkt.
Bestaand beleid Product Onderwijs
Sport
Welzijn
Activiteiten Openbaar onderwijs Bijzonder basisonderwijs Onderwijsvoorzieningen Leerplicht Sportbeleid Sportaccommodaties Sporthuis Bibliotheek Culturele subsidies Cultuur Wmo beraad Wmo benchmark Peuterspeelzaalwerk
34
35 Welzijnsaccommodaties
4 lokalen Camminghaschool Muziektent Jeugdaccommodatie Odijk Jeugdaccommodatie Werkhoven Accommodatie scouting Odijk Accommodatie algemeen Accommodatie Yumbo 1 lokaal Aquamarijn Peuterspeelzaal ‘t Kruimeltje Huurvergoeding Stichting Sporthuis Peuterspeelzaal ‘t Grutje Peuterspeelzaal ‘t Kruimeltje
Relevante beleidsontwikkelingen Decentralisatie buitenonderhoud onderwijshuisvesting Per 1 januari 2015 wordt de Wet Decentralisatie buitenonderhoud van kracht. Tot nu toe kunnen schoolbesturen bij hun gemeente budget aanvragen voor het buitenonderhoud. Het gaat om gevelonderhoud, vervangen van het dak etc. Tegelijk met het overdragen van budget worden ook verantwoordelijkheden overgedragen van gemeente naar de schoolbesturen. Per saldo gaat het echter niet om een neutrale situatie in financiële zin voor gemeenten. Het Rijk koppelt aan de overdracht ook nog een korting op inkomsten uit het gemeentefonds. Om de effecten voor de gemeente zo beperkt mogelijk te houden zal er nader overleg met de schoolbesturen moeten volgen over het buitenonderhoud. Gelet op het feit dat de gemeente eigenaar is van drie Multifunctionele Accommodaties zal de insteek voor het overleg zijn om het buitenonderhoud aan de gemeente over te laten onder doorbetaling van de bijdragen die de scholen van het Rijk krijgen. Passend onderwijs Per 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs van kracht. Schoolbesturen zijn dan verplicht om aan leerlingen passend onderwijs aan te bieden. Het doel van de wet is dat er minder leerlingen naar het speciaal onderwijs gaan en dat het regulier onderwijs meer leerlingen met een specifieke leer- of onderwijsbehoefte gaat opvangen. Schoolbesturen krijgen de mogelijkheid zich te specialiseren in een bepaalde type leerproblematiek. Dit is een aangelegenheid voor de schoolbesturen, de gemeenten kunnen echter met afgeleide gevolgen te maken krijgen op het gebied van huisvesting of vervoersstromen. Voor deze onderwerpen is de gemeente wel verantwoordelijk. Op lokaal niveau zullen gemeente en schoolbesturen nadere afspraken maken over samenwerking en afstemming met jeugdhulp vanuit de gemeente. Subsidieplafonds Volgens de in 2008 vastgestelde Algemene Subsidieverordening stelt de gemeenteraad bij het vaststellen van de begroting ook de hoogte van het subsidieplafond vast. De subsidieplafonds in 2015 bedragen: Totaal H1: sportbeleid
€
13.360
Totaal H2: dorp- en buurtbeleid
€
442.143
Totaal H3: beleid voor kwetsbare burgers
€
264.532
Totaal H4: jeugdbeleid
€
370.796
Totaal H5: incidentele subsidies
€
7.349
Totaal
€
1.098.180
Het totaal van het subsidieplafond bedraagt € 1.098.180.
35
36
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Meerjarenbegroting 2017
2016
2018
Lasten Onderwijs Sport Welzijn Welzijnsaccommodaties
2.852,8 1.026,9 1.116,3 534,5 175,1
2.500,0 865,6 974,7 463,8 195,9
2.373,1 750,4 964,3 472,5 185,8
2.369,6 746,9 964,3 472,5 185,8
2.377,2 746,9 965,8 472,5 192,0
2.372,2 746,9 966,9 472,5 185,8
Baten Onderwijs Sport Welzijn Welzijnsaccommodaties
515,2 393,3 121,9
609,4 38,6 333,0 237,9
591,8 38,6 390,3 163,0
591,8 38,6 390,3 163,0
584,3 38,6 382,8 163,0
584,3 38,6 382,8 163,0
Saldo lasten en baten
2.337,6-
1.890,6-
1.781,3-
1.777,8-
1.792,9-
1.787,9-
Mutatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
2.337,6-
1.890,6-
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
1.781,3-
1.777,8-
1.792,9-
1.787,9-
1.760,321,0-
1.756,821,0-
1.771,921,0-
1.766,921,0-
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht Eenmalige uitgaven 2015 - 2018 Opstellen Mbp Barbaraschool
2015
2016
2017
2018
3.500
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015 Er is een voordelig verschil van € 109.300 van 2015 ten opzichte van 2014. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: • Op het product Onderwijs ontstaat een voordeel van € 100.000 in verband met de verwachte lagere lasten met het van kracht worden van de Wet Decentralisatie buitenonderhoud schoolgebouwen per 1 januari 2015. • Het voordeel op sport is voornamelijk doordat de onderhandelingen met Stichting Sporthuis Bunnik zijn afgerond en per saldo een structureel voordeel op van € 33.000. • Overige mutaties: € 23.700 nadelig.
36
37
Programma: 8. Algemene ondersteuning Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1.Streven naar een gemeente die sturend en verbindend werkt, als partner in een netwerk van inwoners, andere overheden, zorgverleners, verzekeraars en vrijwilligersorganisaties. 2.Stimuleren van de participatiesamenleving door ondersteuning en stimulering van de eigen kracht en verantwoordelijkheid van inwoners.
Actiepunten 2015 2.1 Zoeken naar creatieve manieren om mantelzorgers en vrijwilligers te ondersteunen; 2.2 Samen met de samenleving op zoek naar innovatieve ideeën die bijdragen aan zorg op maat, waarbij er goedkoper gewerkt wordt zonder dat het ten koste gaat van kwaliteit; 2.3 Actief samenwerken met Stichting Krachtig Kromme Rijn in zijn rol van sociaal makelaar.
Uitvoering van collegeagenda Stimuleren en ondersteunen van lokale initiatieven (2.1 / 2.2 / 2.3) In 2015 zullen de transities verder worden vormgegeven, van transitie naar transformatie. Om de taken adequaat te kunnen uitvoeren en daarmee ook binnen de financiële kaders te blijven zal de zorg op andere wijze moeten worden vormgegeven. Daarvoor is de eigen kracht van inwoners (informele zorg, mantelzorg en vrijwilligerswerk) van groot belang. Maar daar waar specialistische zorg en ondersteuning nodig is, zullen ook de zorgaanbieders hun organisaties en dienstverlening moeten aanpassen. Het inzetten van de eigen kracht verdient ondersteuning van de gemeente. Op een creatieve wijze zal gekeken worden naar mogelijkheden om mantelzorgers en vrijwilligers te ondersteunen. Dit kan met een hart onder de riem, maar ook door gezamenlijke gesprekken met professionals. De Stichting Kracht Kromme Rijn speelt hierin een belangrijk rol. In samenwerking met de stichting zal de participatie verder vormgegeven worden.
Bestaand beleid Product Informele hulp Algemene voorziening
Activiteiten Maatschappelijke subsidies Vrijwilligersondersteuning Preventie jeugd (jeugdwerk) Preventie jeugd (CJG) Maatschappelijk werk Maatschappelijke ondersteuning Gezondheidszorg
Relevante beleidsontwikkelingen n.v.t.
37
38
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2013
Lasten Informele hulp Algemene voorziening
1.318,2 278,8 1.039,4
Baten Informele hulp Algemene voorziening
0,3 0,3
Saldo lasten en baten
1.317,9-
Begroting 2014 1.008,5 143,6 864,8
Begroting 2015 2.984,4 146,6 2.837,8 -
-
1.008,5-
2.984,4-
Meerjarenbegroting 2017
2016
2.943,0 146,6 2.796,3 -
2.943,0-
2.882,1 146,6 2.735,4
2018 2.881,9 146,6 2.735,2
-
2.882,1-
-
2.881,9-
Mutatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
1.317,9-
1.008,5-
2.984,4-
2.943,0-
2.882,1-
2.881,9-
2.939,644,8-
2.926,017,0-
2.882,1-
2.881,9-
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015 Er is een nadelig verschil van € 1.975.900 van 2015 ten opzichte van 2014. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: • Voor de decentralisatie Jeugdzorg wordt in de integratieuitkering sociaal domein een bedrag ontvangen van € 2.103.300. De baten staan in programma 3, de lasten worden op dit programma verantwoord. • In 2014 is een incidentele raming opgenomen voor de invoeringskosten voor het sociaal domein ter hoogte van € 110.000. Deze raming vervalt voor 2015 en volgende jaren. Dit levert een voordeel op van € 110.000. • Overige mutaties: € 17.400 voordelig.
38
39
Programma: 9. Maatwerk ondersteuning Doelstellingen Collegeagenda 2015 t/m 2018 1. Versterken van de samenwerking tussen de verschillende disciplines in het sociaal domein en werken aan één toegangspoort voor het sociaal domein om maatwerk te leveren. 2. Streven naar een gemeente die sturend en verbindend werkt, als partner in een netwerk van inwoners, andere overheden, zorgverleners, verzekeraars en vrijwilligersorganisaties. 3. Uitvoering en beleid dichterbij elkaar brengen, om de regisserende rol beter te kunnen invullen. 4. Vorm geven aan Social Return On Investment (SROI), de maatschappelijke tegenprestatie. 5. Werkgevers zo goed mogelijk positioneren in hun rol met het oog op de Participatiewet 6. De toegankelijkheid van de voorzieningen behouden en vergroten door ondersteunende maatregelen voor lagere inkomens.
Actiepunten 2015 1.1 Kijken naar de mogelijkheid van “keukentafelgesprekken”, om aan de voorkant te zien hoe kracht van inwoners en hun omgeving maximaal benut kan worden en de gemeente maatwerk kan leveren; 2.1 Inzetten op een goed functionerende Sociaal domein-raad, samen wordt vorm gegeven aan het sociaal domein; 2.2 De financiële en beleidsmatige schotten in het sociaal domein zoveel mogelijk weghalen. 3.1 De samenwerking op beleid en uitvoering met de gemeentelijke partners, waaronder de RDWIgemeenten, voortzetten. 4.1 In eerste instantie richten op de groep die de meeste kans heeft om binnen afzienbare tijd terug te keren op de arbeidsmarkt; 5.1 De positie van organisaties als Biga en zorgaanbieders tegen het licht houden, met het oog op de kaders van de participatiewet. 6.1 Zoeken naar de beste – en juridisch haalbare – manier om mensen met een laag inkomen (tot 125% van het minimuminkomen) te ondersteunen bij hun deelname aan sport en cultuur, indien eventuele bezuinigingen op die sectoren leiden tot contributiestijgingen. Daarbij kan gedacht worden aan een declaratiefonds participatie, wat actief onder de aandacht van de inwoners van de gemeente gebracht wordt.
Uitvoering van collegeagenda Sturing en verbinding binnen het Sociaal domein (1.1 / 2.1 / 2.2 / 3.1 ) Aan de hand van deze Routekaart Sociaal domein is in 2013 en 2014 projectmatig gewerkt aan de transformatie die het gevolg is van de overkomst van de verantwoordelijkheden op het gebied van de AWBZ, Jeugdhulp, Participatiewet en Passend onderwijs. Om vanuit de projectsituatie naar de structurele situatie te komen, zijn in het laatste kwartaal van 2014 een aantal ‘kwartiermakers’ begonnen aan de inrichting van een ‘afdeling Sociaal domein’. De inzet van kwartiermakers gebeurt op drie vlakken: de afdeling als geheel, het Sociaal Team (voortbordurend op de pilot) en het Centrum voor Elkaar (de ‘voorkant’ van het reguliere gemeentelijke proces). De afdeling gaat over het gehele brede veld van het Sociaal domein, en dus ook over veel meer dan ‘alleen’ de transities AWBZ, Jeugdhulp en Participatiewet. Dit betekent dat ook aanpalende sociale taakvelden als sport hierin worden ondergebracht. De integraliteit van de afdeling wordt zichtbaar in zowel het samenbrengen van de genoemde taakvelden als door het samenbrengen van beleid en uitvoering. Omdat er sprake is van een continu veranderingsproces, waarin niet alle verandering op voorhand is te voorzien, zal dat af en toe om ad hoc keuzes vragen en daarvoor moet binnen de begroting ruimte worden gecreëerd. Hiervoor is wendbaarheid vanuit financieel oogpunt nodig. In de collegeagenda is aangegeven een bufferreserve in te willen stellen om de zorgzekerheid te kunnen waarborgen. Zorgzekerheid betekent in de huidige tijd niet meer 'ik vraag, de gemeente levert altijd', maar wel dat het proces van 'zorgen dat' in principe altijd gerealiseerd kan worden. Dat proces kan zich waar nodig nog steeds vertalen in concrete levering van hulpmiddelen of zorg, maar zal vooral bestaan uit met de inwoner in gesprek gaan op grond 39
40
van eigen kracht. Om op die manier te kijken waar de mogelijkheden van hem/haar en de omgeving liggen, of waar aanvullend door de gemeente of haar netwerkpartners nog expertise, zorg, etcetera geleverd moet worden. De inzet door gemeentelijke krachten is hiermee integraal onderdeel geworden van het 'zorgen dat', en daarmee ook van de genoemde zorgzekerheid. Anders gezegd: zorgzekerheid omvat dan ook het feit dat de gemeente aan expertise en inspanningen kan leveren wat zij moet leveren. Dat kan variëren van specifieke procesbegeleiding tot het feit dat bij wijze van spreken het loket op 1 januari 2015 bemand is. Dit maakt het dan ook logisch dat voor de eventuele meerkosten die hiervoor in het jaar 2015 gemaakt moeten worden, uit de bufferreserve geput wordt. In de Kadernota 2016-2019 worden deze kosten integraal opgenomen in het geheel van de organisatiekosten. Concreet wordt voorgesteld om voor de duur van vier jaar een bufferreserve van € 3 miljoen in te stellen, om de zorgzekerheid op korte termijn veilig te kunnen stellen. Het is de bedoeling om de beschikking over deze buffer zo beperkt mogelijk te houden. Maatwerk (1.1 / 4.1) In 2013 is de kanteling in de Wmo doorgevoerd, door het aangaan van “keukentafelgesprekken” met zorgbehoevenden. Hierdoor is het mogelijk gebleken om op individuele basis goede ondersteuning te geven, waarbij de tevredenheid op een hoog niveau blijft. De ondersteuning wordt breed bekeken, inclusief de participatieve elementen zoals mantelzorg en vrijwilligersondersteuning. Dit zal nu breder, voor het hele sociaal domein, worden ingezet. Uit de financiële resultaten van de afgelopen jaren blijkt dat hiermee ook een kostenreductie plaatsvindt, ten opzichte van de oude indicering. Hierdoor snijdt het mes aan twee kanten. Binnen de nieuwe Participatiewet zijn de acties met name gericht op de doelgroepen die het meeste kans hebben op werk. Ook daarvoor wordt gerichte individuele ondersteuning gegeven door de Regionale Dienst Werk en Inkomen. Sociaal domein-raad (2.1) Bij de implementatie van de transities moet er ruimte zijn voor de inbreng van diegenen die afhankelijk zijn van de zorg. Voor de Wmo is dit al georganiseerd. De Wmo-raad heeft een vaste rol voor het gevraagd en ongevraagd geven van een advies over alles wat de Wmo aangaat. De Wmo-raad heeft inmiddels laten zien ook een adviesrol te kunnen vervullen bij de Jeugdhulp. In 2015 zal de Wmo-raad worden omgevormd tot een Sociaal domein-raad. Participatiewet (5.1 / 6.1) Ter ondersteuning van de zwakkeren in de Bunnikse samenleving wordt gezocht naar mogelijkheden om de toegankelijkheid van voorzieningen te kunnen behouden en waar mogelijk te vergroten. Onderdeel hiervan is ook het positioneren en stimuleren van de werkgevers binnen de gemeente in hun rol zoals de Participatiewet deze aangeeft. De kaders die hiervoor nodig zijn, worden vastgelegd via het declaratiefonds Participatie. Bij de verdere uitwerking zal gekeken worden naar de mogelijkheden om het gebruik te verruimen van 110% naar 125%. Daarnaast wordt gedacht om het drempelbedrag te verhogen met € 25,- tot maximaal € 125,-, mede gelet op de verhoging van contributies van verenigingen. In het kader van de werkgelegenheid zal, ter ondersteuning van de mensen met beperkingen in hun werkmogelijkheden, de Biga een belangrijke rol moeten gaan vervullen. Door de afbouw van de WSWregeling moet de Biga een verandering doorvoeren. Binnen het samenwerkingsverband zullen voorstellen worden voorbereid voor deze omvorming. Belangrijk aspect hierbij is om in dit verband daar waar mogelijk het werk dicht bij de inwoners te brengen.
Bestaand beleid Product Maatwerkvoorziening
Werk
Activiteiten Leerlingenvervoer Indicatiestelling Hulp bij het huishouden Hulpmiddelen AWBZ transitie Preventie jeugd Begeleiding Volwasseneducatie Arbeidstoeleiding Sociale werkvoorzieing Kinderopvang
40
41 Inkomen
Bijstandsverlening en inkomensvoorziening Minimabeleid Schuldhulpverlening
Relevante beleidsontwikkelingen Aanbesteding leerlingenvervoer De gemeente Bunnik heeft in samenwerking met de gemeenten De Bilt, Houten, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist het leerlingenvervoer opnieuw aanbesteed. De nieuwe contracten zijn ingegaan per 1-8-2012, schooljaar 2012/2013. De Europese openbare aanbesteding heeft geleid tot gunstigere tarieven ten opzichte van het vorige contract. Dit komt met name door een nieuwe perceelindeling en het daaraan gekoppelde tarief. De nieuwe overeenkomsten voor het leerlingenvervoer lopen tot en met 31 juli 2015, met als optie de mogelijkheid tot verlenging van tweemaal twee jaar tot uiterlijk 31 juli 2019. Wmo hulpmiddelen Vanaf 1 januari 2012 is er een nieuw contract afgesloten met een hulpmiddelenleverancier. Deze aanbesteding heeft geleid tot een aanbestedingsvoordeel van zeker 10 %. Dit voordeel is reeds verwerkt vanuit Bunnik in Balans in de begroting 2014. Daarnaast is eind 2012 gestart met de pilot ‘Het gesprek’ in het kader van de Wmo-kanteling. In de loop van 2013 is besloten dat deze werkwijze voortgezet wordt. Het lijkt erop dat door de pilot ‘Het gesprek’ en het hiermee anders kijken naar de ondersteuningsvraag er aanzienlijk minder voorzieningen zijn aangevraagd (circa 35%). De combinatie van het aanbestedingsvoordeel en de gedaalde vraag leidt tot een financieel voordeel.
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Meerjarenbegroting 2017
2016
2018
Lasten Maatwerkvoorziening Werk Inkomen
4.456,0 2.047,3 710,8 1.697,9
4.043,1 1.771,1 605,4 1.666,5
5.800,7 2.977,2 605,6 2.218,0
5.852,7 3.061,0 605,6 2.186,2
5.790,5 3.029,0 605,6 2.155,9
5.762,1 3.024,9 605,6 2.131,6
Baten Maatwerkvoorziening Werk Inkomen
2.227,5 348,2 627,7 1.251,6
1.902,0 302,9 569,0 1.030,1
1.908,8 309,7 569,0 1.030,1
1.908,8 309,7 569,0 1.030,1
1.908,8 309,7 569,0 1.030,1
1.908,8 309,7 569,0 1.030,1
Saldo lasten en baten
2.228,6-
2.141,1-
3.891,9-
3.943,9-
3.881,7-
3.853,3-
Mutatie reserves Toevoegingen Onttrekkingen
-
-
-
-
-
-
Saldo mutatie reserves
-
-
-
-
-
-
Resultaat
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
2.228,6-
2.141,1-
3.891,9-
3.943,9-
3.881,7-
3.853,3-
3.867,924,0-
3.917,826,0-
3.863,817,9-
3.831,521,7-
41
42
Toelichting mutaties begroting 2014 - 2015 Er is een nadelig verschil van € 1.750.800 van 2015 ten opzichte van 2014. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag: • Voor de decentralisatie Wmo 2015 wordt in de integratieuitkering sociaal domein een bedrag ontvangen van € 1.434.800. De baten staan in programma 3,de lasten worden op dit programma verantwoord. • Voor de decentralisatie Participatiewet wordt in de integratieuitkering sociaal domein een bedrag ontvangen van € 531.500. De baten staan in programma 3, de lasten worden op dit programma verantwoord. • Vorig jaar is de huishoudelijke hulp opnieuw gecontracteerd. Dit blijkt een structurele besparing op te leveren van € 50.000. Daarnaast is afgelopen jaar geconstateerd dat de andere wijze van werken bij de Wmo, de keukentafelgesprekken, heeft geleid tot lagere kosten. In de Kadernota is hier al een bedrag van € 75.000 aan besparing opgenomen. Verder moet wettelijk de herindicering van cliënten in de Wmo ook leiden tot een vermindering van uitgaven. Een grote groep moet nog geherindiceerd worden. Naar verwachting levert dit ook nog een structurele besparing op van € 100.000. Hiermee kan in totaal een besparing worden bereikt van € 225.000. • Tot slot is bij de kadernota een aanbestedingsvoordeel op leerlingenvervoer gemeld van € 50.000. • Overige mutaties: € 60.000 nadelig
42
43
Recapitulatie
43
44
Recapitulatie / Budgetautorisatie Op bijgaand overzicht staan de budgetten per begrotingsprogramma. Elk programma is onderverdeeld naar lasten en baten. Binnen de budgetten zoals gespecificeerd onder de programma’s is het college geautoriseerd de begroting uit te voeren. Noodzakelijke mutaties op deze budgetten in de loop van het dienstjaar zullen aan de gemeenteraad worden voorgelegd met inachtneming van de bepalingen, zoals die door de gemeenteraad zijn vastgesteld in de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet, de zgn. Financiële verordening.
Lasten en baten (x € 1.000)
Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
2016
Meerjarenbegroting 2017
2018
Lasten 01 - Bestuur en Organisatie 02 - Dienstverlening 03 - Algemene Dekkingsmiddelen 04 - Veiligheid 05 - Openbare ruimte 06 - Bouwen, Wonen en Ondernemen 07 - Maatschappelijke ontwikkeling 08 - Algemene Ondersteuning 09 - Maatwerk Ondersteuning
3.377,0 1.695,2 635,7 1.369,3 4.294,3 13.526,0 2.852,8 1.318,2 4.456,0
7.345,9 1.383,8 151,9 1.014,3 2.991,1 3.404,7 2.500,0 1.008,5 4.043,1
7.456,4 1.386,0 304,8 990,2 2.986,7 4.777,2 2.373,1 2.984,4 5.800,7
7.464,8 1.353,1 228,4 963,4 2.988,4 1.798,1 2.369,6 2.943,0 5.852,7
7.463,7 1.375,5 186,2 937,4 3.034,5 1.781,1 2.377,2 2.882,1 5.790,5
7.473,2 1.375,5 198,2 929,4 3.036,2 1.781,1 2.372,2 2.881,9 5.762,1
Voor bestemming Toevoegingen reserves Na bestemming
33.524,4 8.156,0 41.680,4
23.843,3 918,7 24.762,0
29.059,6 747,3 29.806,9
25.961,4 850,4 26.811,7
25.828,1 868,1 26.696,2
25.809,7 891,2 26.700,8
Baten 01 - Bestuur en Organisatie 02 - Dienstverlening 03 - Algemene Dekkingsmiddelen 04 - Veiligheid 05 - Openbare ruimte 06 - Bouwen, Wonen en Ondernemen 07 - Maatschappelijke ontwikkeling 08 - Algemene Ondersteuning 09 - Maatwerk Ondersteuning
62,2 814,8 17.535,9 4,5 1.372,3 9.956,1 515,2 0,3 2.227,5
30,5 663,6 16.386,8 4,5 1.250,7 2.950,0 609,4 1.902,0
35,4 866,7 19.482,2 4,6 1.245,1 4.278,1 591,8 1.908,8
35,4 941,3 19.634,2 4,6 1.245,1 1.326,8 591,8 1.908,8
35,4 753,1 19.651,4 4,6 1.245,1 1.326,8 584,3 1.908,8
35,4 967,3 19.666,0 4,6 1.245,1 1.326,8 584,3 1.908,8
Voor bestemming Onttrekkingen reserves Na bestemming
32.488,7 7.645,6 40.134,3
23.797,6 1.019,2 24.816,8
28.412,7 679,3 29.091,9
25.688,0 588,9 26.277,0
25.509,5 745,4 26.254,9
25.738,3 546,0 26.284,3
Saldo lasten en baten: Resultaat voor bestemming Toevoegingen/onttrekkingen reserves Resultaat na bestemming
1.035,7510,41.546,1-
45,7100,5 54,8
646,968,0714,9-
273,4261,4534,8-
318,6122,7441,3-
71,3345,2416,5-
44
45
Vaststellingsbesluit
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Bunnik in zijn openbare vergadering van 6 november 2014.
De griffier,
De burgemeester,
45
46
Paragrafen
46
47
1. Bedrijfsvoering Bestaand beleid Product Kostenplaats Bedrijfsvoering
Kostenplaats Het palet Kostenplaats MFA Het Kwartier Kostenplaats MFA Bunnik Kostenplaats Gemeentewerf Kostenplaats Stuurgroep Kromme Rijnlandschap
Activiteiten Personeel Overige personeelskosten Gemeentehuis Werkplekken en facilitaire voorzieningen ICT Overige bedrijfsvoeringskosten Het Palet MFA Het Kwartier MFA Bunnik Gemeentewerf Overige kosten werf Overhead Stuurgroep Kromme Rijn
Relevante beleidsontwikkelingen Personeelsbeleid Het personeelsbeleid is vastgelegd in het p&o-beleidsplan en de daaruit voortvloeiende deelnotities. In het Sociaal Jaarverslag wordt het gevoerde beleid jaarlijks geëvalueerd. De aandacht zal zich in 2015 richten op het doorontwikkelen van de organisatie en haar medewerkers, teneinde vorm en inhoud te geven aan de zich vernieuwende rol van de overheid. De Bunnikse Manier van Werken zal geïmplementeerd worden, waarbij een integrale aanpak van brick, bytes en behaviour leidend is om volgens de Bunnikse principes plaats- en tijdonafhankelijk te werken. Tot slot zal in 2015 het vijfjaarlijkse medewerkertevredenheidsonderzoek worden uitgevoerd Wet revitalisering generiek toezicht Op 1 oktober 2012 is de Wet revitalisering generiek toezicht in werking getreden. Deze wet moet zorgen voor een vereenvoudiging van het toezicht tussen de verschillende bestuurslagen, het zogenoemde ‘interbestuurlijk toezicht’. Het belangrijkste uitgangspunt van de wet is dat het interbestuurlijk toezicht verschuift van verticaal toezicht naar horizontale verantwoording. Dit betekent dat niet langer de provincies en het Rijk, maar de gemeenteraden primair verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de uitvoering van de gemeentelijke medebewindtaken (de taken die de gemeente uitvoert namens het Rijk of de provincie). Het College van B&W is verantwoordelijk voor het ontsluiten van deze ‘toezichtinformatie’ voor de horizontale en de verticale toezichthouders. KING (Kwaliteitinstituut Nederlandse Gemeenten) is daartoe in opdracht van de VNG gestart met het portaal ‘Toezichtinformatie’ op de website www.waarstaatjegemeente.nl. Via dit portaal kan informatie aangeleverd worden over de uitvoering van hun medebewindtaken. Vervangen automatiseringsapparatuur 2015-2018 Niet alle apparatuur wordt vervangen binnen het basispakket van de RID, zoals presentatiemiddelen, iPads, fotocamera’s, draadloos netwerk, specifieke printers, scanners en telefoons. In verband met het verlopen van de economische en de technologische levensduur is vervanging van deze hardware voorzien en dient hier een separaat budget voor te zijn. Dit betekent niet dat automatisch wordt vervangen, vooral zaken als storingsgevoeligheid, onderhoudskosten, capaciteit en nieuwe ontwikkelingen worden afgewogen bij de vervanging. Uitstellen van vervangen is risicovol omdat de organisatie afhankelijk is van de beschikbaarheid van hard- en software om daarmee continuïteit van dienstverlening te waarborgen. En daarnaast worden door deze investeringen structurele besparingen door meer digitalisering mogelijk gemaakt.
47
48
Migratie Oracle databases Iedere 3 jaar dient de Oracle databasesoftware opgewaardeerd te worden naar een hogere versie. Hierbij moet dan door de leveranciers ook een migratie van databases van de gemeentelijke kernapplicaties worden uitgevoerd. Voor 2016 is een migratie naar Oracle Database 12 voorzien Informatiebeveiliging Gemeenten zijn als professionele overheid verantwoordelijk voor het op orde hebben van hun informatieveiligheid. Dit zullen en mogen inwoners, bedrijven en ketenpartners van gemeenten verwachten. Deze verantwoordelijkheid strekt verder dan de eigen organisatie. Gemeenten hebben er als collectief belang bij dat alle gemeenten en alle (keten) partners hun informatieveiligheid op orde hebben. In dat kader hebben de gemeenten de resolutie ‘Informatieveiligheid, randvoorwaarde voor de professionele gemeenten’ aangenomen. In grote lijnen betekent dit dat iedere gemeente informatieveiligheidsbeleid vaststelt aan de hand van het basisnormenkader Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG). Het aannemen van deze resolutie was ter voorkoming dat het rijk een wettelijke verplichting zou opleggen op dit gebied. Om dit te kunnen borgen is het noodzakelijk een informatiebeveiligingsfunctionaris te benoemen of een dergelijke rol toe te wijzen. Voor deze rol en het uitvoeren van het informatiebeveiligingsbeleid is vanaf 2015 structureel € 15.000 benodigd. In 2015 zal de organisatie van informatiebeveiliging in Bunnik worden ingericht en eerste maatregelen worden genomen om het gewenste niveau van beveiliging te realiseren. Hiervoor is incidenteel € 10.000 benodigd. Rentelasten Geldlening Op 7 maart 2014 is een nieuwe langlopende geldlening aangetrokken van 2 miljoen euro. Deze geldlening heeft een structurele rentelast van € 30.000. Overige vervangingsinvesteringen Er vindt een heroriëntatie plaats op de werkzaamheden die worden verricht vanuit de gemeentewerf. Om niet vooruit te lopen op mogelijke beslissingen zijn de investeringen opgenomen. Deze zullen worden betrokken bij de afwegingen. - Vervanging Citroën Berlingo - Vervanging Porter transporter - Vervanging containers werf - Vervanging aanhangwagen - Vervanging Mitsubishi - Vervanging Frontbezem Vervangingen gemeentewerf < 5.000 Divers klein materiaal buitendienst < 5.000. Deze worden conform de nota van financieel beleid niet afgeschreven.
48
49
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Lasten en baten
Realisatie 2013
Lasten - Personeel - Overige kosten werf - Materieel werf - Overige personeelskosten - Gemeentehuis - Werkplekken + facilitaire voorzieningen - ICT - Overige bedrijfsvoeringskosten - Overhead Stuurgroep Kromme Rijn Baten - Directe baten
Saldo lasten en baten
8.059,1 6.015,9 29,4 48,9 603,8 569,5 311,7 378,0 118,9 17,1-
Begroting 2014 8.554,7 6.238,9 30,9 77,9 508,8 572,1 262,8 745,9 136,3 18,7-
79,4 79,4
7.979,7-
62,4 62,4
8.492,4-
Waarvan bestaand beleid Waarvan nieuw beleid
Begroting 2015 8.574,0 6.253,5 33,2 83,4 480,2 577,0 240,1 794,8 130,7 18,885,8 85,8
2016
Meerjarenbegroting 2017
8.574,0 6.253,5 33,2 83,4 480,2 577,0 240,1 794,8 130,7 18,885,8 85,8
8.574,0 6.253,5 33,2 83,4 480,2 577,0 240,1 794,8 130,7 18,8-
2018 8.574,0 6.253,5 33,2 83,4 480,2 577,0 240,1 794,8 130,7 18,8-
85,8 85,8
85,8 85,8
8.488,2-
8.488,2-
8.488,2-
8.488,2-
8.393,295,0-
8.472,515,7-
8.494,15,9
8.420,268,0-
Incidentele baten en lasten Voor een financieel robuuste begroting is het van belang dat incidentele baten niet worden ingezet ten behoeve van structurele lasten. Dit wordt op dit programma transparant gemaakt met behulp van overstaand overzicht Eenmalige uitgaven 2015 - 2018
2015
Migratie oracle databases (elke 3 jaar)
2016
2017
2018
12.000
Toelichting mutaties begroting 2014 – 2015 Niet van toepassing: verschil van saldo lasten en baten is kleiner dan € 50.000.
49
50
2. Weerstandsvermogen BEGRIPPEN Onder weerstandsvermogen wordt verstaan “het vermogen van de gemeente om niet-structurele financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde zijn taken voort te kunnen zetten”. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen weerstandscapaciteit (dit zijn de middelen waarover de gemeente beschikt/kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar en de volgende jaren van het meerjarenperspectief. Voor het beoordelen van het weerstandsvermogen is inzicht nodig in de omvang en in de achtergronden van de risico’s in relatie tot de aanwezige weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide geeft het weerstandsvermogen aan volgens onderstaande figuur. Aan de hand van dit schema wordt het weerstandsvermogen van de gemeente Bunnik bepaald.
Risico’s
Weerstandscapaciteit
Economisch
Vrij besteedbaar deel algemene reserve
Politiek
Onbenutte belastingcapaciteit
Juridisch Milieu
+
Stille reserves Post onvoorzien
Financieel
= Weerstandsvermogen Verzekeringen
Voorzieningen
Beheersmaatregelen De risico’s voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s die niet anderszins zijn ondervangen. Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – maken geen deel uit van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd.
50
51
Risicoprofiel Voor de bepaling dat de kans zich voordoet is onderstaande verdeling aangehouden. Omschreven als Uitgesloten Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Uitzonderlijk Mogelijk Aannemelijk Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk
Geschatte kans dat het risico zich in werkelijkheid voor zal doen 0% 5% 10% 20% 30% 50% 70% 90%
Alle gemeentelijke bedrijfsactiviteiten zijn beoordeeld op mogelijke risico’s. Op basis van deze beoordeling is de tabel in de bijlage samengesteld. Van de geïnventariseerde risico’s is per risico de kans dat het risico zich voordoet en de financiële impact van het risico geschat. Tenslotte is aangegeven of het een structureel (S) of incidenteel (I) risico betreft Voor het gecalculeerd risicobedrag en de bijbehorende kans, welke resulteert in de financiële impact wordt verwezen naar de bijlage. Deze resulteert in onderstaande tabel.
Uitgesloten Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Uitzonderlijk Mogelijk * Mogelijk aannemelijk Aannemelijk * Aannemelijk waarschijnlijk Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk Voordoend Totaal
Gecalculeerd Risicobedrag 0 8.110.000 455.000 2.916.000 2.000.000 255.000 2.070.000 580.000 55.000 200.000 0 16.641.000
Kans 0% 5% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 90% 100%
Financiële Impact 0 405.500 45.500 583.200 600.000 102.000 1.035.000 348.000 38.500 180.000 0 3.337.700
1.601.500 Voor het opvangen van de geschatte risico’s is gekozen voor een risicoprofiel van 50% en hoger. Hiertoe wordt de bufferreserve ingezet. Bij een verschuiving van het risicoprofiel zal dat gevolgen hebben voor de grootte van de bufferreserve en de algemene reserve. De grootte van de bufferreserve moet dus € 1.601.500 bedragen. De bufferreserve bedraagt € 2.181.600. In principe kan € 580.100 uit de bufferreserve vrijvallen. Deze vrijval van de bufferreserve wordt verwerkt bij de Jaarrekening 2014. RATIO WEERSTANDSVERMOGEN Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit (is een optelling van de vrij besteedbare reservemiddelen, de vrije begrotingsruimte, stille reserves en de onbenutte belastingcapaciteit). De benodigde weerstandscapaciteit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst (ratio) van die berekening vormt het weerstandsvermogen. Hieronder is deze ratio per 1 januari 2015 weergegeven.
51
52
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
7.096.600 3.337.700
=
Kijkend naar de feitelijke stand van de algemene reserve per 1 september 2014 bedraagt deze ratio 1,2. De oorzaak daarvan is dat in 2014 vanuit de algemene reserve een bufferreserve zorg van € 3 miljoen is gevormd. Hoewel er geen algemene norm is voor de ratio van het weerstandsvermogen, wordt in veel gemeenten als referentiekader gebruik gemaakt van een waarderingstabel die luidt: Weerstandsnorm Waardering A B C D E F
Ratio > 2.0 1.4 – 2.0 1.0 – 1.4 0.8 – 1.0 0.6 – 0.8 < 0.6
Betekenis Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Het weerstandsvermogen komt begrotingstechnisch uit op 2,1, maar bedraagt feitelijk 1,2. Het weerstandsvermogen voldoet hiermee aan de eis dat deze groter of gelijk moet zijn aan 1.
52
2,1
53
3. Lokale lasten en heffingen Beleid In 2014 worden de gemeentelijke belastingen en retributies, overeenkomstig het beleid vastgesteld in de Nota financieel beleid, verhoogd met de prijsstijging (2,25% ten opzichte van 2014). De tarieven van de reinigingsheffingen (reinigingsrechten en afvalstoffenheffing) en de rioolrechten worden gebaseerd op volledige kostendekking. Hierbij moet worden opgemerkt dat de compensabele BTW ook als kostenbestanddeel moet worden meegenomen. Weliswaar wordt deze BTW terugontvangen via het BTW compensatiefonds, maar daar tegenover staat een korting op de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Daarnaast wordt de helft van de kosten van straatreiniging verdisconteerd in de rioolheffing. Kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding is mogelijk van de afvalstoffenheffing en rioolheffing. Van de andere belastingen is geen kwijtschelding mogelijk. In grote lijnen wordt kwijtschelding verleend indien het netto besteedbaar inkomen ligt onder de bijstandsnorm die voor de betreffende gezinssituatie van toepassing is. De volgende kwijtscheldingen zijn begroot:
Belastingsoort Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal
Bedrag van de kwijtschelding (afgerond) 19.000 18.700 37.700
Tarieven In de volgende tabel worden de tarieven weergegeven zoals die voor 2015 gaan gelden. De tarieven voor afvalstoffenheffing en reinigingsrechten stijgen licht. Het tarief van de afvalstoffenheffing is hiermee kostendekkend; op grond van de Gemeentewet mag afvalstoffenheffing niet meer dan kostendekkend geheven worden. De tarieven hondenbelasting en toeristenbelasting stijgen met de geraamde prijsontwikkeling. Dit geldt ook voor de marktgelden. In de gemeente Bunnik is de berekeningssystematiek voor de tarieven onroerende zaakbelasting als volgt: het tarief onroerende zaakbelastingen 2014 voor woningen en niet-woningen wordt verhoogd met de inflatie en gecorrigeerd door het percentage waardedaling (of waardestijging) op grond van de jaarlijkse herwaardering van de onroerende zaken. Voor 2015 is de inflatie bepaald op 2,25%. Dit betekent dat de opbrengst onroerende zaakbelasting 2015, exclusief de extra opbrengst uit nieuw- en verbouw, 2,25% hoger is dan de geraamde opbrengst 2014. Daarnaast is een globale schatting gedaan over de waardedaling van de onroerende zaken. Deze waardedaling leidt tot een hogere tariefstijging van de onroerende zaakbelasting dan de inflatie, omdat met een lagere totale WOZ waarde een hogere belastingopbrengst moet worden behaald. Dit betekent dat de ozb tarieven in de gemeente Bunnik als volgt stijgen: 2% voor woningen en 2% voor nietwoningen. Het vGrp (verbreed Gemeentelijk rioleringsplan) is vastgesteld. Het tarief voor 2015 is vastgesteld op € 175,80.
53
54
Tarieven gemeentelijke belastingen en retributies 2014 - 2015 Toename in %
2014
2015
0,2144%
0,2235%
4,24%
- die in hoofdzaak tot woning dienen
0,1753%
0,1827%
4,22%
- die niet in hoofdzaak tot woning dienen
0,2680%
0,2794%
4,25%
Onroerende zaakbelastingen Tarieven % van de WOZ waarde Gebruikersbelasting voor onroerende zaken: - die niet in hoofdzaak tot woning dienen
Eigenarenbelasting voor onroerende zaken:
Hondenbelasting Voor de 1e hond
€
85,75 €
87,60
2,2%
Voor de 2e hond
€
115,87 €
118,45
2,2%
Voor iedere hond boven het aantal van twee
€
117,60 €
120,25
2,3%
Voor honden gehouden in kennels
€
319,43 €
326,60
2,2%
- Eenpersoonshuishouden
€
150,00 €
152,00
1,3%
- Meerpersoonshuishouden
€
203,00 €
206,00
1,5%
Reinigingsrechten (incl. BTW)
€
212,78 €
216,19
1,6%
€
175,80 €
175,80
0,0%
- op campings
€
0,62 €
0,63
1,6%
- in overige verblijfsaccommodaties
€
1,91 €
1,95
2,1%
Dagstandplaats per strekkende meter per marktdag
€
2,95 €
3,01
2,03%
Vaste kwartaalstandplaats per strekkende meter per kwartaal
€
26,45 €
27,04
2,23%
Vaste halfjaarstandplaats per strekkende meter per halfjaar
€
50,17 €
51,30
2,25%
Vaste jaarstandplaats per strekkende meter per jaar
€
95,46 €
97,61
2,25%
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Afvalstoffenheffing:
Rioolheffing Per heffingseenheid
Toeristenbelasting Per overnachting:
Marktgelden
54
55
Overzicht geraamde opbrengsten diverse leges, tarieven en belastingen 2015
2016
2017
2018
Onroerende zaakbelastingen Tarieven % van de WOZ waarde Gebruikersbelasting voor onroerende zaken: - die niet in hoofdzaak tot woning dienen
€
635.654 €
635.654 €
635.654 €
635.654
Eigenarenbelasting voor onroerende zaken: - die in hoofdzaak tot woning dienen
€ 3.060.218 € 3.077.574 € 3.146.543 € 3.197.243
- die niet in hoofdzaak tot woning dienen
€
928.569 €
928.569 €
928.569 €
928.569
Voor de 1e hond
€
62.634 €
62.634 €
62.634 €
62.634
Voor de 2e hond
€
8.173 €
8.173 €
8.173 €
8.173
Voor iedere hond boven het aantal van twee
€
1.082 €
1.082 €
1.082 €
1.082
Voor honden gehouden in kennels
€
653 €
653 €
653 €
653
- Eenpersoonshuishouden
€
244.264 €
244.264 €
244.264 €
244.264
- Meerpersoonshuishouden
€
904.340 €
904.340 €
904.340 €
904.340
Reinigingsrechten (incl. BTW)
€
14.294 €
23.919 €
23.919 €
23.919
Hondenbelasting
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Afvalstoffenheffing:
Rioolheffing Per heffingseenheid
€ 1.056.558 € 1.056.558 € 1.056.558 € 1.056.558
Toeristenbelasting Per overnachting: - op campings
€
25.500 €
25.500 €
25.500 €
25.500
- in overige verblijfsaccommodaties
€
87.305 €
87.305 €
87.305 €
87.305
Standplaatsen
€
9.313 €
9.313 €
9.313 €
9.313
Marktgelden
€
5.820 €
5.820 €
5.820 €
5.820
Marktgelden
55
56
Ontwikkeling lokale lastendruk In de tabel wordt een inzicht gegeven in de stijging van de belastingdruk voor een gemiddeld gezin in Bunnik. In deze berekening zijn alleen de belastingen betrokken die nagenoeg voor iedereen van toepassing zijn en zijn die heffingen die een specifieke belastingplicht hebben uitgesloten.
2014 Onroerende zaakbelasting (gemiddelde woning € 268.000) - Eigenaren Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishouding) Rioolheffing Totaal: - gebruiker - eigenaar - eigenaar en gebruiker Procentuele stijging / daling: - gebruiker - eigenaar - eigenaar en gebruiker
2015
€ € €
469,80 € 203,00 € 175,80 €
489,64 206,00 175,80
€ € €
378,80 € 469,80 € 848,60 €
381,80 489,64 871,44
0,79% 4,22% 2,69%
56
57
4. Verbonden partijen Vanwege bestuurlijke, beleidsmatige en financiële belangen voeren verbonden partijen vaak beleid uit dat de gemeente in principe ook zelf kan blijven doen. Er blijft voor de gemeenteraad nog steeds een kaderstellende -, controlerende - en financiële taak over (het vergt budgettair beslag en de gemeente loopt daardoor risico’s). In verband met de gemeentelijke belangen is het gewenst dat in de begroting en jaarrekening aandacht wordt besteed aan de verbonden partijen. Verbonden partijen zijn derde rechtspersonen waarin de gemeente Bunnik een bestuurlijke en financiële belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt in dit verband verstaan: het hebben van een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die achtergesteld zijn in geval van faillissement van de verbonden partij en/of dat financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Het belang van verbonden partijen is dat deze vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen. De gemeente houdt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Kernvragen zijn of de doelstellingen van de verbonden partijen nog steeds corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente via de verbonden partijen gerealiseerd worden. Het tweede belang betreft het budgettaire beslag en de financiële risico’s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. In deze paragraaf is per gemeenschappelijke regeling een format ingevuld. De reden hiervoor is dat meer inzicht wordt verlangd in de verbonden partijen waardoor het inzicht en de “grip” vergroot kan worden. Overzicht verbonden partijen Verbonden partij/gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling bestuur Regio Utrecht (BRU) Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) regio Utrecht Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied (UHVKR) Gemeenschappelijke regeling Regionale ICT-Dienst Utrecht (RID) Gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Utrecht (AVU) Stuurgroep Kromme Rijnlandschap Gemeenschappelijke regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht Gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI) Wereldkidz Gebiedscoöperatie O-gen
Begroot 2015 45.145 203.176 409.590 28.102 443.166 265.000 19.202 29.781 808.120 50.282 1.690.360 5.000
Deelnemingen BNG Waterleidingbedrijf Vitens
57
58
Bestuur Regio Utrecht (BRU) Vestigingsplaats Utrecht. Doel Het gezamenlijk aanpakken van grootstedelijke, bovenlokale vraagstukken. Programma Bestuur en Organisatie Deelprogramma Samenwerking. Deelnemende Utrecht, Zeist, De Bilt, Houten, Vianen, Nieuwegein, IJsselstein, Stichtse Vecht, partijen Bunnik. Bestuurder(s) Dagelijks bestuur: H.M. Ostendorp Algemeen bestuur: H.M. Ostendorp, F.A. Schenk Openbaar belang Op verschillende terreinen worden de regionale belangen behartigd met name dat wordt op het gebied van verkeer en vervoer en ruimtelijke ontwikkeling. behartigd Bestuurlijk belang De gemeente wordt in het BRU vertegenwoordigd door de burgemeester in het DB en AB en een raadslid in het AB. De gemeentelijke Er is een bedrag van € 45.000 opgenomen in de begroting. financiële bijdrage Ontwikkelingen Kabinet Rutte II heeft het voornemen om de WGR+ (en dus het BRU) af te schaffen. Ten tijde van het schrijven van deze begroting is er nog geen duidelijkheid over de toekomst van het wetsvoorstel ter afschaffing daarvan. Onder kabinet Rutte I speelde dit ook en zijn in 2012 door de BRU-gemeenten en de Provincie Utrecht (principe-)afspraken gemaakt. Taken en middelen zouden worden overgedragen aan de Provincie Utrecht. De inwonersbijdrage van Bunnik vervalt in principe na de liquidatie van BRU. Voor 2015 is deze bijdrage nog wel begroot, daar er ook een goedgekeurde BRU-begroting voor 2015 bestaat waarin dit is opgenomen. De mogelijke financiële gevolgen van de opheffing en takenoverdracht zijn nog niet bekend en moeten als pro memorie worden beschouwd.
Overige relevante gegevens Relatie beoogd maatschappelijk effect
Daarnaast wordt in U10-verband (de deelnemers van BRU plus de gemeente Woerden) bekeken of samenwerking na de opheffing van het BRU op welke gebieden wenselijk is en hoe dit het beste kan worden vormgegeven. Een aantal taken van het BRU, niet voortvloeiend uit de WGR+ is al overgedragen aan de U10. N.v.t. Het BRU is van, voor en door gemeenten. In gezamenlijkheid wordt gewerkt aan grootstedelijke en bovenlokale oplossingen op het gebied van Verkeer en Vervoer en Ruimtelijke ontwikkeling (inclusief economie, wonen en groen).
Gemeenschappelijke gezondheidsdienst regio Utrecht(GGDrU) Vestigingsplaats Zeist. Doel De GGD regio Utrecht (GGDrU) is als gemeenschappelijke regeling verbonden aan gemeenten. De GGGDrU voert de Wet publieke gezondheid (Wpg) voor een deel uit (o.a. het rijksvaccinatieprogramma), adviseert en ondersteunt gemeenten bij het uitvoeren van (lokaal) gezondheidsbeleid en stelt inwoners in staat hun gezondheid te optimaliseren. Programma Algemene ondersteuning. Deelprogramma Algemene voorziening Deelnemende De GGD regio Utrecht bestaat uit alle Utrechtse gemeenten met uitzondering van partijen de gemeente Utrecht (28 gemeenten). Bestuurder(s) Algemeen bestuur: J.J. Eijbersen Dagelijks bestuur: J.J. Eijbersen Openbaar belang Preventieve Publieke Gezondheidsbevordering. dat wordt behartigd Bestuurlijk belang Alle 26 gemeenten nemen deel aan het algemeen bestuurlijk overleg. Het collegelid zit namens de gemeente in het algemeen bestuur en vervult de functie 58
59
Gemeenschappelijke gezondheidsdienst regio Utrecht(GGDrU) van penningmeester in het dagelijks bestuur. De rol van de portefeuillehouder is het verstrekken informatie en het afleggen van verantwoording aan de gemeenteraad. De gemeentelijke Voor het jaar 2015 is een totaalbedrag van € 203.176,- gereserveerd in de financiële begroting, bijdrage Ontwikkelingen Om aan de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) te voldoen werken de 26 gemeenten in de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) vanaf 1 januari 2014 met één GGD die geleid wordt door een directeur Publieke Gezondheid. Deze GGD heeft de juridische vorm van een gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam. En heeft de naam GGD regio Utrecht (GGDrU). De taken van de GGD zijn ondergebracht in het zogenaamde ‘Huis van de Volksgezondheid’. Hierbij hebben de gemeenten meer keuzevrijheid bij de taken die zij afnemen van de GGD. De GGDrU werkt met vijf adviescommissies, waarbij de AB leden ieder hun regio vertegenwoordigen via het DB richting het AB. De regio’s zijn: Eemland, Lekstroom, Utrecht West, Vallei, Zuid Oost Utrecht (waaronder Bunnik valt). Overige relevante De kosten voor het in stand houden van de GGDrU worden verrekend op basis gegevens van het inwoneraantal van de deelnemende gemeenten. Relatie beoogd De GGDrU helpt gemeenten bij hun taak door middel van onderzoek en advies maatschappelijk door: effect • het voorkomen van ziekten; • het bevorderen van gezond gedrag; • het scheppen van een gezonde leefomgeving. De GGD richt zich vooral op preventie. De GGD heeft een relatie met de eerstelijnsgezondheidszorg door het verstrekken van informatie. Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) Vestigingsplaats Zeist. Doel Het inhoudelijke adviseren van de deelnemende gemeenten op het gebied van milieu en archeologie, met daarbij als taak onder meer het inhoudelijk adviseren over omgevingsvergunningen, voor milieuaspecten, en het uitvoeren van de handhavingstaken op milieugebied. Programma Bouwen, wonen en ondernemen Deelprogramma Milieu Deelnemende Stichtse Vecht, De Ronde Venen, Oudewater, Montfoort, Woerden, Utrechtse partijen Heuvelrug, De Bilt, Bunnik, Vianen, Wijk bij Duurstede, Zeist, Veenendaal, Rhenen en Renswoude Bestuurder(s) Algemeen bestuur: R.A. Zakee Openbaar belang In stand houden en beschermen van de bestaande milieukwaliteiten van zowel dat wordt behartigd de bebouwde als groene leefomgeving. Leveren van een bijdrage aan een duurzame ontwikkeling van een aantrekkelijke leefomgeving. In stand houden van de archeologische waarden binnen de gemeente. Bestuurlijk belang Alle deelnemende gemeenten participeren in het bestuurlijk overleg van de Milieudienst. Het collegelid zit namens de gemeente in het algemeen bestuur. De rol van het collegelid is, naast de deelname in het bestuurlijk overleg, het geven van inlichtingen over het bestuur en het afleggen van verantwoording aan de gemeenteraad. De gemeentelijke De werkzaamheden die de Omgevingsdienst voor Bunnik levert zijn vastgelegd financiële bijdrage in een milieubijstandscontract. Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma opgesteld waarin de daadwerkelijke inzet van de Milieudienst wordt vastgelegd. Ontwikkelingen Het Algemeen Bestuur heeft besloten om de Omgevingsdienst eerst op orde te brengen alvorens verder te gaan met het proces om te komen tot een gemeenschappelijke provinciedekkende Regionale Uitvoeringsdienst. Gekozen is om eerst de eigen organisatie en de bijbehorende financiën op orde te brengen. Dat proces is nu gaande en wordt naar verwachting in 2014 afgerond. In dit jaar is daarom nog sprake van twee organisaties in de Provincie. Het doel is om zodra het proces rondom “ ODRU op orde” is afgerond, verder te 59
60
Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) gaan met het komen tot een gemeenschappelijk Regionale Uitvoerings Dienst. Daar zal tezijnertijd nog nadere besluitvorming over dienen plaats te vinden. Overige relevante Geen. gegevens Relatie beoogd De Omgevingsdienst ondersteunt de gemeenten bij de uitvoering van de taak op maatschappelijk het gebied van milieu en archeologie op o.a. de onderdelen: effect het opstellen van voorschriften bij omgevingsvergunning voor milieuaspecten; - het handhaven van milieu-inrichtingen c.q. milieuwerken; - Het beoordelen van bodemonderzoeken en het bijhouden van deze uitkomsten; Het beoordelen van archeologische werkzaamheden, zoals een plan van aanpak en de uitkomsten van de (tussen)onderzoeken. Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied (UHVKR) Vestigingsplaats Utrecht Doel Behartiging van het belang van de deelnemers bij de intergemeentelijke openluchtrecreatie in het landelijke gebied. Het recreatieschap ontwikkelt, exploiteert en onderhoudt diverse recreatiegebieden en recreatieve verbindingen Programma Openbare ruimte. Deelprogramma Recreatie en landschap Deelnemende Amersfoort, Bunnik, De Bilt, Leusden, Renswoude, Rhenen, Utrechtse partijen Heuvelrug, Veenendaal, Wijk bij Duurstede, Woudenberg, Zeist, provincie Utrecht Bestuurder(s) Dagelijks bestuur: R.A. Zakee Algemeen bestuur: R.A. Zakee, B.G. Schipper Openbaar belang Behoefte aan recreatieterreinen en recreatieve verbindingen. dat wordt behartigd Bestuurlijk belang ‘Ontzorgen’ van de deelnemende gemeenten op het gebied van beheer en exploitatie van recreatieterreinen en recreatieve verbindingen. Een collegelid is lid van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur en een raadslid is lid van het algemeen bestuur. De gemeentelijke In de begroting van de gemeente Bunnik is € 26.757 opgenomen als nominale financiële bijdrage bijdrage en € 1.345 als bijdrage uitvoering. Ontwikkelingen Op 13 maart 2014 heeft het algemeen bestuur van het recreatieschap, bij gebrek aan draagvlak voor de regeling, besloten tot opheffing. Volgens de afspraken in de gemeenschappelijke regeling wordt een liquidatieplan opgesteld. Dit liquidatieplan gaat uit van een gefaseerd liquidatieproces waarin de komende jaren de eigendommen, rechten en verplichtingen ofwel worden beëindigd ofwel bij een rechtsopvolger worden ondergebracht. Dan kan de gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2018 opgeheven worden. Eind 2017 zal de finale afrekening van de resterende verplichtingen geschieden. Door niet per 1-1-2015 maar per 1-1-2018 op te heffen is er ruimte om in onderhandelingen met beoogde rechtsopvolgers een goed onderhandelingsresultaat te bereiken waardoor de restantafkoopsom daalt. De deelnemers blijven nog vier jaar in de huidige samenwerking en met de huidige afspraken bij elkaar als recreatieschap. Ook de deelnemersbijdrage blijft vooralsnog de komende 4 jaar gelijk. Besloten is om de restverplichting over de deelnemers te verdelen met een verdeelsleutel gelijk aan die voor de deelnemersbijdrage Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd Het recreatieschap zorgt voor de toegankelijkheid en ontsluiting van natuur en maatschappelijk landschap. Dit draagt bij aan een aantrekkelijke leefomgeving voor de burgers effect van de gemeente Bunnik.
60
61
Regionale ICT-Dienst Utrecht (RID) Vestigingsplaats Doorn Doel Het openbaar lichaam is ingesteld met als doel het uitvoeren van taken die zien op het garanderen van de continuïteit en kwalitatief adequate dienstverlening op het terrein van ICT en de hiervoor benodigde middelen, waaronder soft- en hardware voor de deelnemers aan de RID. Programma Bedrijfsvoering Deelprogramma . Deelnemende De gemeenten Baarn, Bunnik, De Bilt, Soest, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij partijen Duurstede en de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug gevestigd te Zeist Bestuurder(s) Dagelijks bestuur: H.M. Ostendorp Algemeen bestuur: H.M. Ostendorp Openbaar belang Zorgdragen voor continuïteit in ICT van de deelnemers, zodat de dienstverlening dat wordt behartigd adequaat kan plaatsvinden. Bestuurlijk belang Het collegelid vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het Algemeen Bestuur en Dagelijks bestuur. De directeur vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het Opdrachtgeversoverleg. De gemeentelijke De deelnemende organisaties dragen bij aan de jaarlijkse begroting van de RID financiële bijdrage naar rato van het aantal applicaties en het aantal accounts. Tot 2016 is de bijdrage vast op basis van de aantallen uit 2012. Ontwikkelingen In 2014 is gemeente gemigreerd naar de nieuwe ICT-infrastructuur van de RID. Begin 2015 wordt de vervanging van de ICT-omgevingen door de laatste gemeenten afgerond. 2015 zal het eerste jaar zijn van de gezamenlijk ICTinfrastructuur. Er zal bij de RID meer (specialistische) kennis over de ICTinfrastructuur beschikbaar komen en medewerkers worden opgeleid om meerdere taken te kunnen uitvoeren, waardoor een flexibele organisatie ontstaat. Hiermee wordt invulling gegeven aan de doelstellingen minder kwetsbaarheid en hogere kwaliteit. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd Zorgdragen voor continuïteit in ICT van de deelnemers, zodat de dienstverlening maatschappelijk adequaat kan plaatsvinden. effect Afval Verwijdering Utrecht (AVU) Vestigingsplaats Soest. Doel De AVU is een publiekrechtelijke organisatie met een wettelijk geregelde bestuurlijke basis. De gemeenschappelijke regeling behartigt de belangen van de Utrechtse gemeenten op het gebied van afvalbewerking en verwerking. Op grond van de statuten van de gemeenschappelijke regeling en het door het algemeen bestuur vastgestelde beleidsplan heeft de AVU de zorg voor een goede, reguliere en milieuverantwoorde verwerking van door de gemeente(n) ingezamelde afvalstromen (restafval, grof huishoudelijk afval, GFT-afval, plastic) en de inzameling en verwerking van glas en papier / karton. Hiervoor heeft de AVU contracten afgesloten. Programma Bouwen, wonen en ondernemen Deelprogramma GFT- en restafval. Deelnemende Provincie Utrecht en 26 Utrechtse gemeenten. partijen Bestuurder(s) Algemeen bestuur: R.A. Zakee Openbaar belang De AVU bundelt de deskundigheid van de aangesloten gemeenten en de dat wordt behartigd provincie, waardoor er voor beleid en uitvoering een platform met veel (plaatselijke) kennis beschikbaar is. Op dat gebied is de AVU van de gemeenten en de provincie en werkt zij ten dienste van de gemeenten en de provincie. Bestuurlijk belang De provincie Utrecht en alle 26 Utrechtse gemeenten zijn vertegenwoordigd in het algemeen bestuur. Het collegelid vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het algemeen bestuur van de AVU. 61
62
Afval Verwijdering Utrecht (AVU) De gemeentelijke In financiële zin worden alle gemaakte kosten door de AVU doorberekend naar financiële bijdrage de deelnemende gemeenten. Ontwikkelingen Gemeenten worden zelf verantwoordelijk voor de afvoer en verwerking van het verpakkingsplastic. Momenteel loopt er in AVU verband een aanbestedingsprocedure. In 2015 wordt dit geformaliseerd. Overige relevante AVU heeft geen eigen vermogen. De financiële resultaten worden verrekend met gegevens de deelnemers. Relatie beoogd Duurzame ontwikkeling gaat ook over milieu en dus over afvalverwijdering. Door maatschappelijk te zorgen voor een milieuverantwoorde verwerking van afval wordt zo min effect mogelijk schade aangericht aan de natuur. Stuurgroep Kromme Rijnlandschap Vestigingsplaats Odijk. Doel Stuurgroep Kromme Rijnlandschap is een gebiedsgericht samenwerkingsverband van zes gemeenten en de provincie voor natuur en landschap in het Kromme Rijngebied. De stuurgroep is gericht op het bevorderen van ‘stille recreatie’ middels het creëren van een aantrekkelijk en karakteristiek landschap met extensieve recreatiemogelijkheden. De belangrijkste taken zijn: • kosteloos individuele advisering aan en ondersteuning van particuliere grondeigenaren betreffende (kleinschalige) natuuren landschapsontwikkeling en bijbehorende subsidieregelingen, • beperkte aanvullende subsidieverlening, • voorlichting door middel van nieuwsbrief, foldermateriaal en persberichten, • afstemming, zowel horizontaal (tussen de participanten) als verticaal (tussen bewoners en overheden) en formuleren van beleid voor natuur en landschap in het Kromme Rijngebied. • Bevorderen ruimtelijke kwaliteit bij functieverandering en schaalvergroting door o.a. landschappelijke inpassing Om dit te realiseren zet de stuurgroep onder meer een landschapscoördinator in. Programma Openbare ruimte Deelprogramma Recreatie en Landschap. Deelnemende Bunnik, provincie Utrecht, Utrecht, De Bilt, Zeist, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij partijen Duurstede. Bestuurder(s) Algemeen bestuur: R. Zakee Openbaar belang Het bevorderen van ‘stille recreatie’ middels het creëren van een aantrekkelijk en dat wordt behartigd karakteristiek landschap met extensieve recreatiemogelijkheden. Bevorderen ruimtelijke kwaliteit middels advisering en ondersteuning van particuliere eigenaren in het buitengebied. Instandhouding cultuurlandschap en natuurwaarden Bestuurlijk belang Het collegelid is voorzitter van de stuurgroep waarin wethouders, gedeputeerde en andere bestuurders zitting hebben. Daarnaast functioneert op ambtelijk niveau een werkgroep en wordt de dagelijkse uitvoering verzorgd door de landschapscoördinator. De gemeentelijke In de begroting van de gemeente Bunnik is € 19.202 opgenomen voor de financiële bijdrage Stuurgroep Kromme Rijnlandschap. Dit bedrag is gelijk aan het bedrag in de begroting 2014, er heeft derhalve dus geen indexering plaatsgevonden Ontwikkelingen Bewustwording kinderen en landschap door mee te doen aan landschapsuitvoering met scholen (bv. boomfeestdag). Intermediair/schakel tussen eigenaar en vrijwilligersorganisaties t.b.v. landschapsaanleg en beheer. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd De Stuurgroep Kromme Rijnlandschap levert een belangrijke bijdrage aan de maatschappelijk realisatie en instandhouding van een aantrekkelijk en karakteristiek landschap effect binnen o.a. de gemeente Bunnik.
62
63
Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) Vestigingsplaats Bunnik. Doel Deze commissie adviseert over redelijke eisen van welstand en voert zowel wettelijk verplichte als niet wettelijk verplichte taken uit. De wettelijke taken vanuit de welstandscommissie worden onder andere uitgevoerd op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening, Woningwet, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Besluit Omgevingsrecht. De commissie is beleidsmatig gebonden aan het gemeentelijke welstandsbeleid, zoals dit onder andere is vastgelegd in de Welstandsnota en (Beeld)kwaliteitsplannen. Programma Dienstverlening Deelprogramma Vergunningverlening. Deelnemende De meeste gemeenten binnen de provincie Utrecht zijn aangesloten bij WMMN. partijen Eind 2013 zijn totaal 24 gemeenten aangesloten. Grotere gemeenten hebben vaak een eigen welstandcommissie. Bestuurder(s) Algemeen bestuur: R.A. Zakee Openbaar belang Het bevorderen van ruimtelijke- en straatbeeldkwaliteit dat wordt behartigd Bestuurlijk belang Een collegelid vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het algemeen bestuur De gemeentelijke Per jaar worden de tarieven voor de producten vastgesteld. Deze kosten worden financiële bijdrage via de legesverordening doorberekend aan de aanvrager. In de begroting is bij het product Omgevingsvergunning en monumenten een post opgenomen. Voor monumenten is er een post van ruim € 5.000,- opgenomen. Deze worden NIET doorberekend aan de aanvrager. Ontwikkelingen Op 19 december 2013 heeft de raad besloten om deze gemeenschappelijke regeling op te heffen. Tot 1 januari 2017 blijft de gemeenschappelijke regeling in stand. Voor 2017 wordt er een transitie voorbereid om met een andere private organisatie vorm de verschillende gemeenten breder en gerichter te kunnen bedienen. Momenteel worden de eerste aanzetten voor een Dienstverleningsovereenkomst ontwikkeld. Gemeenten hebben hiermee vrijheid om wel of geen producten af te nemen. Met deze exercitie wordt ook een toekomstbestendig organisatie beoogd. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd Het bevorderen van ruimtelijke- en straatbeeldkwaliteit. Hiermee wordt een maatschappelijk bijdrage geleverd aan de leefbaarheid en woonkwaliteit van Bunnik. Ook kan effect hiermee verloedering van woon/werkgebieden ongedaan worden gemaakt. Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Vestigingsplaats Utrecht. Doel Op 1 januari 2006 is de regeling “Veiligheidsregio Utrecht” in werking getreden. Met de Wet veiligheidregio’s van 1 oktober 2010 is deze vorm van samenwerking wettelijke geborgd. De veiligheidsregio moet voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing over een goed geoefende professionele organisatie beschikken door het bundelen van krachten kunnen de hulpverleningsdiensten, zich goed voorbereiden op bijvoorbeeld incidenten zoals grote branden, grote evenementen of een pandemie. Programma Veiligheid Deelprogramma Brandweerzorg Deelnemende De 26 gemeenten gelegen binnen de provincie Utrecht zijn deelnemer aan de partijen gemeenschappelijke regeling en daardoor medeverantwoordelijk voor de bestuurlijke en organisatorische aansturing van de veiligheidsregio. Bestuurder(s) Algemeen bestuur: H.M. Ostendorp Openbaar belang De organisatie kan door het bundelen van krachten, grote branden, rampen en dat wordt behartigd crisis beter aan. Bestuurlijk belang Het bestuur bestaat uit de 26 burgemeesters in de regio Utrecht. De taken van het bestuur worden weergegeven in artikel 14 van de Wet veiligheidsregio. Het bestuur is o.a. verantwoordelijk voor; het beleid ten aanzien van de taken van de veiligheidsregio, de beoogde operationele prestaties, het oefenbeleid en de 63
64
Veiligheidsregio Utrecht (VRU) brandweer opkomsttijden. De gemeentelijke Naast de vaste bijdrage voor de veiligheidsregio maakt de gemeente geld over financiële bijdrage voor de taken zoals afgesproken in de gemeenschappelijke regeling. De bijdrage voor de gemeente Bunnik voor 2014 bedraagt € 865.809 en de bijdrage aan de meldkamer ambulancevervoer (MKA) € 3.235. Ontwikkelingen Er is een regionaal dekkingsplan ontwikkeld, met 1 vergelijkbaar veiligheidsniveau voor de gehele regio. Voorgesteld is om alle brandweerposten over te laten gaan van de gemeenten naar de VRU. Ook de organisatiestructuur wordt aangepast. Enerzijds om beter aan te sluiten bij het proces van regionalisering. Anderzijds om de centrale rol van de brandweerposten in de repressie beter te borgen en het contact met de gemeenten zo goed mogelijk in te richten. Op 4 juli 2014 heeft het Algemeen Bestuur besloten in te stemmen met deze voorstellen, de zogenaamde majeure projecten.
Overige relevante gegevens Relatie beoogd maatschappelijk effect
In 2013 en 2014 is uitgebreid gesproken over de bijdragen van de gemeenten aan de VRU. De verdeling op basis van historische kosten is niet meer de meest correcte verdeling. Een verdeling op basis van de verdeling van de landelijke middelen (verdeling gelden gemeentefonds) lijkt correcter. Hierdoor wordt de bijdrage van de gemeente Bunnik lager. Voor 2015 bedraagt de bijdrage aan de VRU € 808.000 De overdracht van de brandweerkazernes van de gemeente naar de VRU moet nog plaatsvinden. Door deelname aan de Veiligheidsregio Utrecht wordt de samenwerking tussen de verschillende hulpverleningsinstanties inclusief de gemeenten bij de crisisbeheersing verbeterd.
Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht Vestigingsplaats Wijk bij Duurstede. Doel Het doel van het RHC Zuidoost Utrecht is: Het in het samenwerkingsgebied uitvoering geven aan de Archiefwet 1995, alsmede het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek.
Programma Deelprogramma Deelnemende partijen Bestuurder(s) Openbaar belang dat wordt behartigd Bestuurlijk belang De gemeentelijke financiële bijdrage Ontwikkelingen
De taken van het RHC zijn: - de zorg voor en het beheer van de in de archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden van de deelnemers, zoals nader omschreven in de Archiefwet 1995; - het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de deelnemers voor zover deze niet zijn overgebracht; - het stimuleren van de lokale en regionale geschiedbeoefening en het daartoe aanleggen, beheren en bewaren van een zo compleet mogelijke collectie bronnen op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis. Bedrijfsvoering Documentmanagement Bunnik,Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Vianen, Wijk bij Duurstede Algemeen Bestuur: J.J. Eijbersen Uitvoering geven aan de Archiefwet 1995 Het collegelid vertegenwoordigt de gemeente Bunnik in het Algemeen Bestuur. De bijdrage van de gemeente Bunnik bedraagt voor het jaar 2015 € 50.282. Als speerpunten voor het begrotingsjaar 2015 kunnen worden genoemd: - het verbeteren van de digitale toegankelijkheid van de archieven en collecties 64
65
Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht en het wegwerken van de achterstanden; - het uitbreiden van de informatie op de eigen website van het RHC; - de verdere planmatige verwerving van lokale kerkarchieven en de organisatie van een themabijeenkomst voor de eigenaren van particuliere archieven op het gebied van sport, cultuur, toerisme en evenementen in de regio; - het bieden van duidelijkheid aan het bestuur over het resterende restauratiebudget voor het herstel van de waterschade, gekoppeld aan een voorstel voor een schade-inventarisatie en het herstel van de andere archieven; - het verschaffen van duidelijkheid over de inrichting van een gezamenlijk e-depot voor de RHC’s in de provincie, de omvang van de digitale bestanden die in het e-depot worden opgeslagen alsook de jaarlijkse aanwas en de bijdragen in de kosten van een e-depot; - het organiseren van enkele kaartententoonstellingen samen met de musea en oudheidkamers in het werkgebied, waaraan het RHC ook een financiële bijdrage levert uit de 2% winstopslagreserve. Overige relevante N.v.t. gegevens Relatie beoogd Het RHC levert een belangrijke bijdrage aan het culturele erfgoed binnen de maatschappelijk gemeente en draagt dus bij aan verbetering van het klimaat op het gebied van effect kunst en cultuur.
Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI) Vestigingsplaats Zeist. Doel De RDWI heeft als doel kwalitatief hoogstaande diensten en producten aan te bieden op de terreinen van werk, inkomen, sociale werkvoorziening, reintregratie, schuldhulpverlening, inburgering en overige daarmee verband houdende onderwerpen. Programma Maatwerkondersteuning Deelprogramma Inkomen, werk Deelnemende Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede, Zeist. partijen Bestuurder(s) Dagelijks bestuur: J.J. Eijbersen. Algemeen bestuur J.J. Eijbersen, R.A. Zakee Openbaar belang Waarborging en vergroting van kwaliteit, continuïteit, doelmatigheid en dat wordt behartigd doeltreffendheid van de werkzaamheden op het terrein van sociale zaken. Bestuurlijk belang De gemeenteraad van Bunnik heeft twee collegeleden in het algemeen bestuur aangewezen. De bestuurlijke kaders voor de RDWI zijn door de deelnemende gemeenten neergelegd in een Meerjarenbeleidsplan sociale en economische participatie. De gemeentelijke Alle kosten van de RDWI worden doorberekend aan de deelnemende financiële bijdrage gemeenten. Dit gebeurt op basis van een begroting, jaarrekening en tussentijdse rapportages. De p & c cyclus van de RDWI is afgestemd op die van de gemeente. Ontwikkelingen Het is de bedoeling dat per 1-1-2015 de Participatiewet in werking treedt. Deze wet heeft ingrijpende gevolgen. Bijvoorbeeld voor de omvang van de doelgroep waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn (ook jonggehandicapten met verdiencapaciteit); de sociale werkvoorziening (instroom wordt stopgezet); en de financiën (daarop wordt flink bezuinigd). Daarnaast is de samenwerking met de BIGA een thema geweest. Overige relevante De directeur van de werkorganisatie van de RDWI is ambtelijk secretaris van het gegevens Bestuur van de GR. In het kader van het minimabeleid voert de gemeente Bunnik zelf het Participatiefonds Declaratie uit. Relatie beoogd Bestrijding armoedeproblematiek en bevordering van sociale en economische maatschappelijk participatie. effect
65
66
Wereldkidz Vestigingsplaats Doel Programma Deelprogramma Deelnemende partijen Bestuurder(s) Openbaar belang dat wordt behartigd Bestuurlijk belang De gemeentelijke financiële bijdrage
Ontwikkelingen
Overige relevante gegevens Relatie beoogd maatschappelijk effect
Zeist. Openbaar Onderwijs Educatie. Bunnik, Zeist, De Bilt, Veenendaal, Stichtse Vecht, Utrechtse Heuvelrug. Geen bestuurlijke afvaardiging in stichtingsbestuur; begroting en jaarrekening WereldKidz behoeven instemming van het college. N.v.t.
Er is in Bunnik voor gekozen om het gemeentebestuur niet zelf de bestuurder van het openbare basisscholen te laten zijn. Het bestuur van het openbaar onderwijs is op afstand van het gemeentebestuur geplaatst. De gemeente heeft geen financieel belang in de stichting. Mocht de stichting op enig moment financieel in gebreke blijven, dan kan dit alsnog ten laste komen van de gemeente. In laatste instantie blijft de gemeente namelijk verantwoordelijk voor het openbaar onderwijs. In het kader van het Nationaal Onderwijs Akkoord en het Herfstakkoord 2013 heeft het rijk aanvullende middelen ter beschikking gesteld voor de onderwijsinstellingen. WereldKidz heeft in dat kader een extra bijdrage van ca. € 1 miljoen ontvangen. Het leerlingenaantal in de regio daalt. WereldKidz heeft een formatieplan opgesteld om de personele formatie meer in balans te brengen. Het aantal leerlingen dat onderwijs volgt aan de openbare basisscholen in Bunnik en Odijk is ook in het schooljaar 2014/2015 wederom iets toegenomen. N.v.t. N.v.t.
Gebiedscoöperatie O-gen Vestigingsplaats Scherpenzeel. Doel De gebiedscoöperatie werkt samen met haar leden aan de verbetering van de vitaliteit en de kwaliteit voor het landelijk gebied van Gelderse Vallei, Heuvelrug en de Kromme Rijnstreek. O-gen is er voor en door leden: partijen zoals overheden, maatschappelijke organisaties, terreineigenaren, ondernemers, betrokken inwoners en particulieren werken in het landelijk gebied onderling of met andere partners samen aan de gebiedsontwikkeling. Programma Deelprogramma Deelnemende partijen
Openbare ruimte Recreatie en landschap In de Gebiedscooperatie O-gen werken overheden, maatschappelijke organisaties, terreineigenaren, ondernemers en particulieren uit de Geldersche Vallei, Heuvelrug en Kromme Rijnstreek samen. Sinds 1 januari 2014 is het Programmabureau Kromme Rijnstreek onderdeel van Gebiedscooperatie O-gen en gevestigd in Scherpenzeel. Het bureau coördineert de projecten in de Kromme Rijnstreek van het gebiedsprogramma Agenda Vitaal Platteland (AVP) en het Europese LEADER Programma. Ook de Gebiedscommissie Kromme Rijnstreek maakt sinds 1 januari 2014 deel uit van de Gebiedscooperatie O-gen. De Gebiedscommissie is een adviescommissie aan Gedeputeerde Staten voor de provinciale onderwerpen in het landelijk gebied. Daarnaast is de Gebiedscommissie betrokken bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma van de regio. De volgende partijen zijn
66
67
Gebiedscoöperatie O-gen hierin vertegenwoordigd: gemeente Bunnik, gemeente Wijk bij Duurstede, gemeente Houten, gemeente Utrechtse Heuvelrug, Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden, Plaatselijke Groep LEADER Kromme Rijn, Agrarische Natuurvereniging Kromme Rijnstreek, Stichting Terecht Anders, Utrechts Particulier Grondbezit, LTO-Noord, Natuur- en Milieufederatie Utrecht, Utrechts Landschap, mede namens Landschap Erfgoed Utrecht en Staatsbosbeheer. De Plaatselijke Groep LEADER krijgt ook een plek in de organisatie van O-gen. Bestuurder(s) Openbaar belang dat wordt behartigd Bestuurlijk belang De gemeentelijke financiële bijdrage Ontwikkelingen
Overige relevante gegevens Relatie beoogd maatschappelijk effect
Dagelijks bestuur: geen vertegenwoordiger Algemeen bestuur: geen vertegenwoordiger Realiseren van een vitaal platteland en een aantrekkelijk landschap binnen de Kromme Rijnstreek, stimuleren van plattelandsondernemerschap. collegelid R. Zakee is lid van de gebiedscommissie Kromme Rijnstreek, onderdeel van AVP-gebied Oost Gemeente Bunnik betaalt € 5.000,- voor lidmaatschap van gebiedscoöperatie O-gen. Voor het streekfonds Leader is in de begroting van de gemeente Bunnik € 3.000,- opgenomen. In 2014 heeft de gemeente Bunnik besloten om voor de periode van een jaar lid te worden van de nieuwe gebiedscooperatie O-gen. Aan het eind van 2014 bepaalt de gemeente Bunnik of de samenwerking in de gebiedscoöperatie Ogen voor de gemeente Bunnik zinvol is en of zij het lidmaatschap voor meerdere jaren voortzet. N.v.t. Gebiedscooperatie O-gen is een belangrijk samenwerkingsverband voor plattelandondernemerschap binnen het Kromme Rijngebied en speelt daarmee een essentiële rol bij het realiseren en in stand houden van een vitaal platteland.
Deelnemingen Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) De gemeente is aandeelhouder van de Bank Nederlandse Gemeenten. De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de inwoner. Waterleidingbedrijf Vitens De gemeente is aandeelhouder in deze vennootschap. De vennootschap heeft ten doel de uitoefening van een publiek (drink)waterbedrijf, daaronder begrepen de winning, productie, transport, verkoop en distributie van water, alsmede het verrichten van alles wat met de publieke watervoorziening verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.
67
68
5. Kapitaalgoederen Kapitaalgoederen zijn investeringen met een langdurig economisch of maatschappelijk nut. Kapitaalgoederen zijn wegen, riolering, water, groen, gebouwen, automatisering en inventarissen (zgn. materiële activa), maar ook aan bijvoorbeeld bestemmingsplannen (zgn. immateriële activa). Al deze kapitaalgoederen dienen “onderhouden” te worden. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan zijn bepalend voor het voorzieningenniveau en de jaarlijkse lasten. In de Nota financieel beleid zijn de volgende uitgangspunten ten aanzien van kapitaalgoederen opgesteld: • Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut, voor zover ze niet in het kader van grondexploitatie worden getroffen, activeren; • Investeringen met een economisch nut worden geactiveerd en conform de waardevermindering van de investeringen, op consistente wijze afgeschreven; • Gronden en terreinen worden geactiveerd, maar niet op afgeschreven; • Onderhoud dat niet levensduurverlengend is wordt niet geactiveerd; • Onderhoudswerkzaamheden, die leiden tot een nieuwe functionaliteit van het actief of een duidelijke technische verandering mogen wel worden geactiveerd; • Activa met een verkrijgingsprijs minder dan € 5.000 of een afschrijvingslast minder dan € 500 worden niet geactiveerd. Het beleid van de gemeente Bunnik voor de kapitaalgoederen wegen, riolering, gebouwen en groen is onder andere opgenomen in de volgende onderhoudsplannen en daarnaast is het niveau van onderhoud aangegeven. Soort eigendom
Onderhoudsplan
Onderhoudsniveau o.b.v. Onderhoudsplan
Wegen
Wegenplan 2009
Voldoende
Riolering
vGRP 2012 tot en met 2016
Goed
Gebouwen – scholen
Onderhoudsplan d.d. 1 juli 2005 Scholen Het Kwartier Werkhoven en De Kersentuin Bunnik bij Beheerstichting Barbaraschool onderhoudsplan d.d. april 2014
Voldoende
Gebouwen – gemeentehuis
Onderhoudsplan d.d. april 2014
Redelijk/goed
Gebouwen –overige
Onderhoudsplan d.d. april 2014
Redelijk/goed
Openbaar groen
Bomenbeheerplan 2011
Redelijk
In het onderhoudbeheerplan voor wegen, wat in 2014 is geactualiseerd, is geen rekening gehouden met totale vervanging van wegen. Daar steeds de afweging zal worden gemaakt of vervanging noodzakelijk is, wordt dit beschouwd als de aanleg van een nieuwe weg. Dit zal steeds bij afzonderlijke besluitvorming
68
69
plaats vinden. Dergelijke uitgaven zullen worden geactiveerd en in 30 jaar worden afgeschreven. Dit is in overeenstemming met de uitgangspunten in de Nota financieel beleid. De totale vervanging van riolering is in het verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (vGRP) 2012-2016 begrepen. De werkingsduur van dit GRP is vijf jaar en daarna (in 2017) wordt een hernieuwd vGRP opgesteld met een geactualiseerde financiële berekening. Het onderhoudsplan van de Barbaraschool is in 2012 geactualiseerd. Met betrekking tot de vervanging van een gebouw is dit niet in de onderhoudbeheersplannen opgenomen met een vergelijkbare redenering als bij de onderhoudsplannen van wegen (zie Nota financieel beleid). De scholen in Werkhoven zitten in Het Kwartier en de scholen in Bunnik zitten in De Kersentuin. Het beheer is ondergebracht in de beheerstichting; de beheerstichting is verantwoordelijk voor het periodiek onderhoud. Het bomenbeheerplan is op 1 november 2011 vastgesteld. In de hiernavolgende tabel wordt het onderhoud ten laste van de getroffen financiële voorzieningen aangegeven.
Overzicht onderhoudsuitgaven 2015 Op grond van de vastgestelde meerjarenonderhoudsplannen zullen in 2015 naar verw achting de volgende uitgaven w orden gedaan ten laste van de onderhoudsvoorzieningen. Overige gebouw en 7603008
* - gebouw muziekschool
10.184
7603009
- ambtsw oning burgemeester
22.937
7603010
* - brandw eergarage Bunnik
7603011
* - brandw eergarage Werkhoven
7603012
- jeugaccomodatie Odijk
7603015
- w oning Langstraat 11
7603016
- poortgebouw begraafplaats
11.016
7603017
* - gebouw en gemeentew erf
82.054
7603018
- gemeentehuis
48.328
7603022
- muziektent Werkhoven
6.847
7603023
- Barbaraschool
2.234
569 9.294 12.996 7.057
213.516 Overig onderhoud 7603019
- w egen
393.000 393.000
Totaal onderhoudsuitgaven
606.516
69
70
6. Financiering Algemene ontwikkelingen In 2011 is het treasurystatuut vastgesteld. Dit statuut geeft kaders waarbinnen het college en de ambtelijke organisatie moeten blijven bij het beheer van de kasmiddelen en het aantrekken van geldleningen op de korte en de lange termijn. Uitgangspunt van het statuut is een voorzichtig risicomijdend beleid bij het uitzetten/beleggen van overtollige kasgelden. Het treasurystatuut sluit hierbij volledig aan op de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet (de Financiële verordening). Kasbeheer De gemeente heeft de beschikking over rekeningen bij de NV Bank Nederlandse gemeenten (BNG), de Rabobank en de ING bank. Vrijwel alle betalingen en ontvangsten lopen via de BNG. Met deze bank is een zogenaamde raamovereenkomst gesloten. Dit houdt in dat indien het saldo op de rekening boven of beneden bepaalde grenzen komt automatisch een gunstiger renteregiem geldt. Hiertegenover staat dat, indien middelen worden aangetrokken of uitgezet bij een andere bank, een renteverschil ten opzichte van de BNG-tarieven aanwezig moet zijn van ten minste 0,05%. Renterisicobeheer Renterisicobeheer omvat het beperken van de invloed van externe rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente. De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) beoogt grote fluctuaties in rentelasten van lagere overheden te voorkomen. Hiertoe wordt via de kasgeldlimiet een maximum gesteld aan het met kortlopende leningen voorzien in de financieringsbehoefte. Achtergrond is dat de rente van kortlopende (kasgeld)leningen in korte tijd sterk kunnen fluctueren. In de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) staat de bepaling van de renterisiconorm. Deze wordt getoetst aan het totaal van de begroting. De kasgeldlimiet wordt bepaald op een percentage (ingaande 2003 8,5%) van het totaal van de exploitatie-uitgaven van het dienstjaar. Voor 2015 ligt de kasgeldlimiet op ca 8,5% x € 29,7 mln = € 2,5 miljoen. In 2014 zijn kasgeldleningen aangetrokken (kasgeldlimiet is in 2014 2,1 miljoen). In 2014 bedraagt de rente van kasgeldleningen circa 0,4% en voor in deposito gezette gelden circa 0,02%. Hoe de ontwikkeling voor 2015 uit zal komen is niet aan te geven. Voor het beheersen van het renterisico op de vaste geldleningen door het aanbrengen van spreiding in de looptijd in de leningenportefeuille is de renterisiconorm ingevoerd. Zoals hiervoor aangegeven bedraagt deze norm een percentage (20 %) van het begrotingstotaal. Voor 2015 ligt deze norm op bijna € 6,0 miljoen. Hieraan moet worden getoetst het totaal van de in dat jaar verschuldigde aflossingen vermeerderd met de restschuld van de leningen, waarvan het rentepercentage in dat dienstjaar contractueel moet worden herzien en verminderd met eventueel nieuw aangetrokken geldleningen. Er zijn geen leningen aanwezig waarvan de rente tijdens de looptijd kan worden veranderd. In 2015 zal in totaal € 1,6 miljoen worden afgelost op de vaste geldleningen. Hiermee wordt ruimschoots binnen de norm gebleven. Gemeentefinanciering De financieringspositie voor 2015 en volgende jaren is enerzijds afhankelijk van de financieringsbehoefte die voortvloeit uit voorgenomen investeringen en anderzijds uit mogelijke investeringssubsidies en de verwachte opbrengsten uit de grondexploitaties. Mede gezien de financieringsbehoefte bij de grondexploitatie en de verwachte grondopbrengsten kan niet worden uitgesloten dat middelen zullen moeten worden aangetrokken. Discrepanties in de financieringsbehoefte zullen naar verwachting van betrekkelijk korte duur zijn. Deze zullen in eerste instantie opgevangen worden via korte financieringen. Indien op grond van de Wet Fido vaste financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken zal dit toch voor een periode van maximaal ca 10 jaar nodig zijn. Op dit moment ligt de rente van vaste financieringsmiddelen, afhankelijk van de looptijd, op 2,43%. Volgens de nota financieel beleid 2013 wordt de rente naar boven afgerond op 2,5%.
70
71
Stand van de vaste leningen op 1 januari 2015
€ 11.656.722
Nieuwe leningen Reguliere aflossingen
€ €
-1.656.722
Stand van de vaste leningen per 31 december 2015
€
10.000.000
De gemiddelde rente van deze vaste financieringsmiddelen ligt op ca. 3,9%. Schatkistbankieren In het begrotingsakkoord is afgesproken dat lagere overheden in 2013 verplicht gaan schatkistbankieren. Dat betekent dat lagere overheden (tijdelijke) liquide overschotten bij Nederlandse staat dienen onder te brengen (beleggingen) en de Nederlandse staat een marktconforme rente vergoedt die gelijk is aan de rentes die de Nederlandse staat betaalt op leningen die het rijk op de markt aangaat.. Overigens doet de gemeente Bunnik niet aan beleggingen, omdat er geen liquide overschotten zijn. De gemeente Bunnik heeft een bankrekening geopend die vanaf 2014 hiervoor gebruikt wordt. .
71
72
7. Grondbeleid Grondbeleid algemeen Grondexploitatie is het proces waarbij grond wordt aangekocht, bouwrijp wordt gemaakt en rioleringen en wegen worden aangelegd om vervolgens de grond te verkopen voor de bouw van woningen of bedrijven. Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van de programma’s Ruimtelijke Ordening en Woonomgeving, Economische ontwikkelingen,Verkeer en Vervoer, Sport, Recreatie en Landschap. Daarnaast heeft het grondbeleid een grote financiële impact. De financiële baten, maar vooral de financiële risico’s zijn van belang voor de algemeen financiële positie. Het grondbeleid voor de gemeente Bunnik staat vermeld in de Nota grondbeleid 2008. Deze nota is in 2014 geactualiseerd. Onder grondbeleid wordt verstaan de positie die de gemeente in wil nemen ten behoeve van uitbreiding voor woningbouw, bedrijventerreinen en overige doeleinden. Er is een onderscheid tussen actief en faciliterend (passief) grondbeleid. Actief grondbeleid houdt in dat de gemeente zelf grond verwerft, bouwrijp maakt en uitgeeft. Bij faciliterend grondbeleid stelt de gemeente voorwaarden aan de ontwikkeling van grond in eigendom van een particulier. Vanaf 2010 heeft de gemeente Bunnik het actieve grondbeleid omgezet in passief grondbeleid, dat wil zeggen de gemeente stelt voorwaarden aan de ontwikkeling van grond in eigendom van een particulier. In het totaal van alle nieuwbouwplannen in de komende jaren samen wordt de door de gemeenteraad gestelde randvoorwaarde 30% sociale huurwoningen en 70% koopwoningen uitgevoerd. Dit is onder andere vastgelegd in de woonvisie. Nota grondbeleid Medio 2008 is de Nota grondbeleid door de gemeenteraad vastgesteld. Hierin wordt onder andere aandacht besteed aan de wijze van grondverwerving, de aan- en verkoopvoorwaarden te hanteren bij grondtransacties, de te hanteren systematiek van kostprijs- en uitgifteprijsberekening bij grondexploitaties. In 2008 is ook de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. In deze wet zijn ook bepalingen opgenomen voor en over grondexploitaties (voorheen grondexploitatiewet). De Nota grondbeleid is in 2014 geactualiseerd.
72
73
De gehanteerde woningbouwprognose in de begroting ziet er als volgt uit:
MPW 2014 - 2019 (1 feb 2014) Locatie
Project bouw plan
Geplande oplevering 2013
2014
2015
Totaal 2016
2017
2018
2019
2020
op te leveren
Bunnik
De Gaarde
25
25
Bunnik
Scholeneiland
40
40
Bunnik
Anne Frankschool
31
Bunnik
Schoudermantel 32
Odijk
Scholeneiland
Odijk
Kodakterrein fase 2a
Odijk
Kodakterrein fase 2b
9
4
Odijk
Rijneiland fase 5
2
2
Odijk
Rijneiland fase 6
Odijk
Zeisterw eg 44 dorpshuis
Odijk
Singel/Zeisterw eg
Odijk
Zeisterw eg 103-105
Odijk
Odijk-Vinkeburg, fase 1
Werkhoven
Delteyk, fase 1
Werkhoven
Delteyk, fase 2
8
8
Werkhoven
Delteyk, fase 3
12
12
Werkhoven
Werkhof, projectbouw
6
Werkhoven
Werkhof, vrije kavels
5
Werkhoven
Weerdenburg
Werkhoven
Landje van Kemp
Werkhoven
Prins Mauritslaan
Werkhoven
Achterdijk 80a
1
Werkhoven
Achterdijk 82b
1
Werkhoven
Ambachtstraat 24
Totaal per jaar
31 20
20 57
4
61
6
6 13 4 13
13
5
5 1
1
3
1
4
4 40
40
125
45
6
6
12
6 2
15
4
4
5
5
30
33
63
2
2
18
8
1 1 1
1 14
82
38
151
111
48
45
0
489
Plan Rijneiland De woningbouw in het plan Rijneiland bevindt zich in de afrondende fase. Er resteren in juni 2014 nog 4 vrije sector kavels (fase 5). Ondanks een herijking van de prijsstelling zijn deze kavels nog niet verkocht. In 2014 is de afweging gemaakt of moet worden ingezet op de oorspronkelijke planopzet in combinatie met een verdere prijsverlaging of een fundamentele herziening van de verkavelingsopzet met andere woningtypen. Afhankelijk van keuze wordt ingezet op een spoedige afronding van het project. Vooruitlopend op de verkoop van deze laatste kavels is de inrichting van de openbare ruimte wel afgerond. MOB-complex te Odijk De laatste kavel is op 1 juli 2013 verkocht. Als uitvloeisel van het bestemmingsplan en de daarin vastgelegde bebouwingsmogelijkheden moet voorzien worden in voldoende waterberging. Hiervoor moet het bestemmingsplan worden herzien. De voorbereidingen hiervoor zijn in gang gezet. De aanleg wordt in 2015 in uitvoering genomen Project Breed Werkhoven Delteijkterrein De gemeente heeft een overeenkomst afgesloten met een ontwikkelaar over de realisatie van 24 woningen. Het gaat hierbij om 12 sociale huurappartementen en 12 eengezins koopwoningen. In 2013 is e de bouw gestart met de 1 fase van de koopwoningen. Tevens zijn afspraken gemaakt met Lekstede over de realisatie van de huurwoningen. In het voorjaar van 2014 is gestart met de bouw hiervan. Na de zomer van 2014 is gestart met de bouw van de 2e fase van de koopwoningen. 73
74
De Werkhof De gemeente heeft voor de realisatie van 12 eengezins koopwoningen een overeenkomst afgesloten met een ontwikkelaar. In 2013 is gestart met de bouw en alle woningen zijn verkocht. Daarnaast zijn van de 15 vrije kavels inmiddels 8 uitgegeven. Project Dorpshart Bunnik MFA In oktober 2013 is MFA Kersentuin opgeleverd. Op de locatie van de oude Camminghaschool zijn nog zorgwoningen gepland. Partijen zijn in overleg over de mogelijkheden van realisatie hiervan. Anne Frankterrein De locatie van de Anne Frankschool is in 2013 verkocht aan een ontwikkelaar. Start bouw van 29 woningen is in 2014 gepland. Churchillterrein In 2013 is besloten om af te zien van het oorspronkelijke programma van woningbouw. Er is een overeenkomst afgesloten ten behoeve van realisatie van uitbreiding van een supermarkt en een parkeerterrein. In 2014 is hiervoor een bestemmingsplanprocedure gestart. Odijk-west Het beslisdocument voor de ontwikkeling van Odijk-west is op 28 november 2013 behandeld in de raad. De raad heeft besloten om de ontwikkeling van het oorspronkelijke project Odijk-west te beëindigen, met inbegrip van de hierin vastgelegde randvoorwaarden en ambities, en de haalbaarheid van woningbouw op locatie 't Burgje te onderzoeken aan de hand van op te stellen spelregels. Hierbij wordt het uitgangspunt gehanteerd dat er vanuit de gemeente zo min mogelijk (spel)regels worden opgelegd om maximale creativiteit uit de markt te halen en daarmee ook een hoge opbrengst te behalen. Vervolgens beslist de raad aan de hand van de uitkomsten of gestart wordt met de woningbouw. In dezelfde raadsvergadering heeft de raad ook besloten om de overige in eigendom zijnde gronden af te waarderen en vooralsnog niet te verkopen. In de collegeagenda is het raadsbesluit enigszins aangepast, in die zin dat op locatie 't Burgje gestreefd wordt naar energieneutraal bouwen en dat tevens de mogelijkheid onderzocht wordt om op de gronden ten westen van Odijk zonnepanelen te plaatsen. De overige onbestemde gronden ten westen van Odijk worden verkocht. Aan de hand van gesprekken met de raad, medewerkers, de klankbordgroep en marktpartijen, zijn spelregels uitgewerkt. De spelregels vormen de basis van een aanbestedingsleidraad voor het kiezen van een marktpartij die locatie 't Burgje gaat ontwikkelen. Er wordt naar gestreefd om dit in het najaar 2014 laten plaatsvinden. Gunning, en daarmee duidelijkheid over de globale invulling van locatie 't Burgje, zal dan kunnen plaatsvinden in 2015. Hierop volgend zal de bestemmingsplanprocedure worden gestart. Particuliere ontwikkelingen Naast de gemeentelijke grondexploitatiegebieden is de gemeente ook voorwaarden scheppend betrokken bij een aantal particuliere gebiedsontwikkelingen. Deze projecten komen tot stand op basis van tussen de gemeente en de particuliere exploitant afgesloten samenwerkings- en bouwexploitatieovereenkomsten. Verwachte resultaten Op dit moment is het resultaat van de grondexploitaties tot op zekere hoogte onzeker. Bij afsluiting van een grondexploitatie, of eventueel tussentijds als de exploitatie dit mogelijk maakt, zal een eventueel voordelig saldo worden toegevoegd aan de algemene reserve.
74
75 Risico’s grondexploitaties In de actualisatie grondexploitaties en risico’s per 1 januari 2014 staat dat het risicobedrag op de gemeentelijke grondexploitaties ten opzichte van 1 januari 2013 is gedaald. Het totale risicobedrag per 1 januari 2014 bedraagt € 1,1 miljoen. In onderstaande tabel is dit risicobedrag weergegeven voor de onderdelen: in exploitatie genomen gronden en niet in exploitatie genomen gronden en gelijktijdig de vergelijking getrokken met 2013. 2013 (€)
In exploitatie genomen gronden Niet in exploitatie genomen gronden Totaal risicobedragen
2014 (€)
Verschil (€)
1.480.187
582.200
897.987 (V)
995.225
566.600
428.625 (V)
2.475.412
1.148.800
1.326.612 (V)
V = Voordeel 2014 ten opzichte van 2013
De vorig jaar genomen stimuleringsmaatregelen woningbouw hebben geresulteerd in de afname van de risico’s met betrekking tot de in exploitatie genomen gronden. Daardoor zijn gronden namelijk daadwerkelijk verkocht, waardoor het risico bij de projectontwikkelaar is komen te liggen. De afname van de risico’s van niet in exploitatie genomen gronden wordt veroorzaakt door de afwaardering van deze gronden. Overhoeken Jaarlijks worden de prijzen vastgesteld die moeten worden gehanteerd indien overhoeken van plantsoenen bijvoorbeeld verkocht worden aan aanwonende woningeigenaren. Hier kan niet de residuele grondwaardemethodiek worden toegepast, daar geen sprake is van nieuwbouw. Daarnaast dient een grondprijs te worden vastgesteld voor gronden die worden verkocht met een bestemming sociaal-culturele doelstellingen. Bij overhoeken moeten drie situaties worden onderscheiden: a. overhoeken die zullen worden gebruikt als uitbreiding van de tuin, terwijl op die grond geen beperkingen aanwezig zijn als gevolg van de aanwezigheid van kabels en leidingen. Voor 2015 wordt hiervoor € 213,- per m² in rekening gebracht. b. idem, maar nu wel met beperkingen. Voor 2015 wordt hiervoor 50% van € 213= € 106 per m² in rekening gebracht voor het deel van de oppervlakte waar een kabel of leiding gelegen is. c. Idem, maar nu bedoeld om een woninguitbreiding mogelijk te maken. Voor 2015 wordt hiervoor 150 % van € 213 = € 319 per m² in rekening gebracht voor het deel waarop eventueel gebouwd kan worden.
75
76
Bijlagen
Bijlage I
Staat reserves en voorzieningen
Bijlage II
Opgenomen nieuw beleid vanuit Kadernota
Bijlage III
Eenmalige posten
Bijlage IV
Inventarisatie risico’s
Bijlage V
Kaders en Regelingen
76
77
Bijlage I: Reserves en voorzieningen
77
78
Vermeerderingen Omschrijving van de reserve
1
Boekwaarde begin dienstjaar 2015
14
Toevoegingen tlv de exploitatie ivm inflatie ontwikkeling 2,25%
15
Toevoegingen tlv de exploitatie
Verminderingen
Ontvangen subsidies en bijdragen
Overige vermeerderingen
Ten gunste van de exploitatie
Ten gunste van andere reserves en voorzieningen
Overige verminderingen
Boekwaarde einde dienstjaar 2015
Bespaarde rente t.g.v de exploitatie
Bespaarde rente t.g.v. de algemene reserve 2,5%
2,5%
16
17
18
19
20
21
22
23a
23b
A. Algemene reserves 7500000
Bufferreserve
2.181.560
7500001
Algemene reserve
6.427.443
Totaal onderdeel A
8.609.003
609.906 -
609.906
-
500.000
107.347
500.000
107.347
-
-
2.181.560
-
54.539
7.430.002
-
160.686
9.611.562
-
215.225
B Vrije bestemmingsreserves B-1 Bestemmingsreserves 7501002
Reserve uitv.deelnota beeldende kunst
7501006
Reserve bedrijfsvoering
7501013
Reserve management traject
62.043
1.079
63.122
200.000
1.551
200.000
-
5.000
58.045
14.383
72.428
-
1.451
4.495
18.891
-
360
20.209
-
505
-
7.407
7501014
Reserve waardevolle bomen
14.396
7501015
Reserve personeelsfeest
20.209
7501017
Reserve onderwijshuisvesting
296.263
39.777
336.040
7501018
Reserve onderhoud A.Frankschool
208.560
29.530
238.090
-
5.214
7501021
Reserve onderhoud Camminghaschool
62.959
6.504
69.463
-
1.574
7501022
Reserve onderhoud De Lage Engh
100.944
6.708
-
107.652
-
2.524
7501027
Reserve onderh.acc.peuterz. Kruimeltje
106.103
9.900
-
116.003
-
2.653
7501031
Reserve volkshuisvesting
158.949
158.949
-
3.974
7501032
Reserve Dorpshart Bunnik
2.700.000
2.700.000
-
67.500
7501033
Reserve maatregelen verkeer en mobiliteit
1.215.000
1.215.000
-
30.375
7501034
Reserve collegeprogramma
25.000
25.000
-
625
7501035
Reserve persoonsgebonden budget
43.588
68.588
-
1.090
294.163
-
7.354
5.703.598
-
139.157
7501099
Reserve budgetoverheveling Totaal vrije bestemmingsreserves
25.000
294.163 5.566.222
-
137.376
-
-
-
-
-
78
79 B-2 Egalisatiereserves 7501103
Reserve stuurgr. kromme rijnlandschap
184.106
7501104
Reserve kosten riolering
358.080
7501008
Reserve egalisatie kosten gem.reiniging
150.001
7501011
Reserve egalisatie bouwleges
585.342
Totaal vrije bestemmingsreserves
1.277.529
36.280
147.826
-
358.080 85.851 -
-
-
-
122.131
-
-
4.603 8.952
150.001
-
3.750
499.491
-
14.634
1.155.398
-
31.939
11.546.100
299.897
-
B-3 Geblokkeerde bestemmingsreserves 7501200
Reserve dekking kapitaallasten
11.995.885
449.785
Totaal geblokkeerde bestemmingsreserves
11.995.885
-
-
-
-
449.785
-
-
11.546.100
299.897
-
Totaal onderdeel B
18.839.636
-
137.376
-
-
571.916
-
-
18.405.096
299.897
171.096
Totaal reserves
27.448.639
-
747.282
-
500.000
679.263
-
-
28.016.658
299.897
386.321
79
80 Vermeerderingen Omschrijving van de voorziening
1
Boekwaarde begin dienstjaar 2015
11
Toevoegingen tlv de exploitatie ivm inflatie ontwikkeling 2,25%
12
Toevoegingen tlv de exploitatie of andere reserves
Verminderingen
Ontvangen subsidies
Overige ontvangsten van derden
Aanwending
Boekwaarde einde dienstjaar
Bespaarde rente t.g.v de exploitatie
Bespaarde rente t.g.v. de algemene reserve 2,50%
2,50%
13
14
15
16
17
18a
18b
1. Verplichtingen en verliezen 7600001
Voorziening FPU/voormalig personeel
7600002
Voorziening verplichtingen ontslaguitkeringen voormalige wethouders
7600003 7600011
Voorziening pensioenverpl. wethouders
7603021
706
-
-
18
99.153
68.860
30.293
-
2.479
1.278.243
62.265
1.215.978
-
31.956
41.403
31.773
Voorziening wachtgeldverplichtingen voormalig personeel
7600018
706
Voorziening grondexploitatie Achterstallig onderhoud sport
7.150.450 67.689
1.523
9.630
-
1.035
7.150.450
-
178.761
69.212
-
169
1. Egalisatievoorzieningen 7600014
Voorziening egalisatie kosten riolering Totaal 1 t/m 2
2.037.204
45.837
9.798
10.674.848
47.360
9.798
-
-
87.789
2.005.050
-
5.093
251.393
10.480.613
-
219.511
173
3. Onderhoudsvoorzieningen Voorziening onderhoud diverse accommodaties 7603008
- gebouw muziekschool
69.413
1.562
5.120
10.184
65.911
-
7603009
- ambtswoning burgemeester
34.095
767
7.232
22.937
19.157
-
85
7603010
- brandweergarage Bunnik
79.171
1.781
6.159
569
86.542
-
198
7603011
- brandweergarage Werkhoven
83.619
1.881
10.130
9.294
86.336
-
209
7603012
- jeugdaccomodatie schoudermantel
53.567
1.205
9.503
12.996
51.279
-
134
7603015
- woning Langstraat 11
22.195
499
2.859
7.057
18.496
-
56
7603016
- poortgebouw begraafplaats
10.361
233
6.165
11.016
5.743
-
26
7603017
Onderhoud gebouwen gemeentewerf
61.364
1.381
24.984
82.054
5.675
-
153
7603018
Onderhoud gemeentehuis
480.122
10.803
86.328
48.328
528.925
-
1.200
7603019
Onderhoud wegen
728.036
16.381
277.469
393.000
628.886
-
1.820
7603022
Onderhoud muziektent, Werkhoven
7.874
177
3.225
6.847
4.429
-
20
7603023
Barbaraschool
58.898
1.325
9.406
2.234
67.395
1.688.715
37.995
448.580
-
-
606.516
1.568.774
-
4.074
12.363.563
85.355
458.378
-
-
857.909
12.049.387
-
223.585
Totaal onderhoudsvoorzieningen Totaal voorzieningen
80
81
Bijlage II: Opgenomen Nieuw Beleid vanuit Kadernota
81
Progr. Omschrijving
Investering 2015
1 1 1 1 2 3 6 7 7 8 9 9 9 9 11 bedr bedr bedr
3 3 9
Wettelijke verplichtingen Implementatie basisregistraties 2015 Implementatie basisregistraties 2016 Implementatie basisregistraties 2017 Implementatie basisregistraties 2018 Bijdrage VRU Openbare verlichting 2018 Sport: diverse investeringen Aanbesteding leerlingenvervoer Wmo hulpmiddelen Minimabeleid gericht op participatie Areaaluitbreiding pompen en gemalen Dekking onderhoud riolering ODrU uitvoering overgedragen VTH-taken Verbetermaatregelen ODrU Algemene uitkering Migratie oracle databases (elke 3 jaar) Informatiebeveiliging Rentelasten geldlening Subtotaal Vervangingsinvesteringen Onderhoudsmaatregelen wijkregisseur Dekking onderhoudsmaatregelen voorziening wegen Graflift Honor Inno 2000
2016
2017
2018
52.500 19.500 13.000 6.500
52.500
6.500
19.500
13.000
Afschrijf periode 5 5 5 5
6.500
10
Jaarlasten 2015
2016
2017
2018
11.813
11.550 4.388
11.287 4.290 2.925
55.000-
81.000-
107.000-
11.583 50.00075.00020.000 10.000 10.00030.991 44.775 30.991-
12.680 50.00075.00020.000 10.000 10.00030.991 30.991-
30.991-
25.000 30.000 36.829-
11.400 50.00075.00020.000 10.000 10.00030.991 16.994 30.99112.000 15.000 30.000 84.668-
11.024 4.192 2.860 1.463 115.00020.000 13.612 50.00075.00020.000 10.000 10.00030.991
15.000 30.000 135.818-
15.000 30.000 121.849-
35.000 35.000813
35.000 35.000797
35.000 35.000781
35.000 35.000765
83 9 10 10 10 10 bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr bedr
Grafbekisting 3 delig Groenplan vervangingsinvesteringe gemeentelijk groen 2015 Groenplan vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2016 Groenplan vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2017 Groenplan vervangingsinvesteringen gemeentelijk groen 2018 Vervangen automatiseringsapparatuur 2015 Vervangen automatiseringsapparatuur 2016 Vervangen automatiseringsapparatuur 2017 Vervangen automatiseringsapparatuur 2018 Citroën Berlingo 48-BN-JX Porter transporter Aanhangwagen WR-FG-92 Containers werf Dekking containers werf reinigingsrecht Mitsubishi Fuso BX-JJ-20 Bema Frontbezem kommunal 600 Vervangingen gemeentewerf < 5.000 Subtotaal Totaal (A)
Progr. Incidentele uitgaven bedr migratie oracle databases (elke 3 jaar) 9 Verbetermaatregelen Odru Totaal incidentele uitgaven (B) Totaal structurele uitgaven (=A-B)
6.000 42.500 42.500 42.500 42.500 7.829 11.530 14.475 37.580 20.000 18.000 12.000 105.000 37.000 6.500 116.530
57.975
37.580
110.329
136.030
70.975
44.080
0 110.329
2016
0 136.030
2017
0 70.975
3.896
3.825 3.896
1.762
1.723 2.594
1.684 2.536 3.257
3.000 3.450 1.500
2.937 3.375 1.470 9.625 9.625-
5.450 26.067
2.874 3.300 1.440 9.450 9.4506.211 1.246 2.900 38.454
735 3.683 3.754 3.825 3.896 1.645 2.478 3.185 8.456 2.811 3.225 1.410 9.275 9.2756.079 1.219 15.250 62.416
58.601-
97.364-
59.433-
7 6
57.829
Investering 2015
10 15 15 15 15 5 5 5 5 8 6 10 15
2018
0 44.080
20.000 34.421 -
2.408-
Afschrijf Jaarlasten periode 2015 44.775 44.775 47.183-
2016 12.000 16.994 28.994 87.595-
750 3.754 3.825 3.896
2017
2018
0 97.364-
0 59.433-
83
84
Bijlage III: Eenmalige uitgaven 2015 - 2018
84
85
Eenmalige uitgaven 2015 - 2018 2015 Programma 01 exploitatielasten Opleidingen gemeenteraad Programma 02 exploitatielasten Aankoop materiaal verkiezingen Programma 05 exploitatielasten Actualisatie wegenbeheersplan Programma 06 exploitatielasten Verbetermaatregelen Odru Programma 07 exploitatielasten Opstellen Mop Barbaraschool § Bedrijfsvoering exploitatielasten migratie oracle databases (elke 3 jaar) Totaal incidentele uitgaven (B)
2016
2017
2018
-
-
-
8.000
26.300
-
15.000
15.000
22.238
-
22.238
-
44.775
16.994
3.500
-
-
-
96.813
12.000 28.994
37.238
23.000
85
86
Bijlage IV: Inventarisatie risico’s
86
87
PROGRAMMA
SOORT RISICO
RISICO
3 3
Financieel Financieel
9 6
Economisch Economisch
6 7 Bedrijfsv 7 6 6 2 6 Bedrijfsv Bedrijfsv Bedrijfsv Bedrijfsv Bedrijfs 9 8,9
Economisch Politiek Economisch Financieel Milieu Milieu Financieel Financieel/milieu Juridisch Economisch Economisch Economisch Juridisch/milieu Economisch Financieel
Bedrijfs 9 9 6 5 Bedrijfs 1
Juridisch/financieel Financieel Financieel Economisch/politiek Economisch Economisch Politiek
Bedrijfsv Bedrijfs Bedrijfsv
Financieel Economisch Juridisch/Financieel
Algemene uitkering gemeentefonds Verdeelsystematiek algemene uitkering (herijking clusters) Regionale Dienst Werk en Inkomen Vorming/opstartfase Regionale UitvoeringsDienst (RUD) Omgevingsdienst (gaat naar de RUD) Stichting Wereldkidz/openbaar onderwijs Samenwerking met gemeenten of instanties Subsidies Bodemsanering Bodemverontreiniging Stichting begraafplaats Odijk Planschadevergoedingen Aansprakelijkheid Vervanging personeel Garantiestellingen woningen Overige gemeentegaranties Rampen en calamiteiten Regiotaxi Decentralisatie rijkstaken sociale domein (decentralisatie jeugdzorg, AWBZ, onderkant arbeidsmarkt, participatiewet, passend onderwijs en efficiëncykorting door het rijk bij het overhevelen van AWBZ en jeugdzorg naar de gemeente) Rechtmatigheid Openeinde regeling Participatiewet Openeinde regeling Leerlingenvervoer Kwijtscheldingen gemeentelijke belastingen Bomenbeheerplan Kwaliteit van het personeel Bestuurlijke aangelegenheden (wachtgeld huidige wethouders) Niet realiseren ombuigingen (Bunnik in Balans) Storing hard- en software Vandalisme/(moedwillige) vernieling gemeentelijke bezittingen Bestemmingsplannen
6
GECALCULEERD RISICOBEDRAG/ FINANCIEEL EFFECT
KANS
FINANCIËLE IMPACT/ BENODIGDE WEERSTANDSCAPACITEIT
BEHEERSING RISICO
INCIDENTEEL (I) EN/OF STRUCTUREEL (S)
pm pm
70% 20%
pm pm
Accepteren Accepteren
S I/S
pm
10%
pm
Accepteren
I
€ 15.000 pm pm € 3.500.000 €0 pm pm € 50.000 €0 pm pm € 1.270.000 € 1.920.000 pm €0
20% 10% 10% 5% 0% 20% 5% 10% 30% 5% 20% 5% 5% 10% 0%
€ 3.000 pm pm € 175.000 €0 pm pm € 5.000 €0 pm pm € 63.500 € 96.000 pm €0
Verminderen/beheersen Accepteren Accepteren Accepteren Vermijden Verminderen/beheersen Accepteren Accepteren Accepteren Verminderen/beheersen Verminderen/beheersen Accepteren Accepteren Accepteren Accepteren
I S S S S S S S S
€ 2.000.000 € 1.420.000 pm €0 € 32.000 € 100.000 pm
30% 5% 20% 0% 20% 10% 20%
€ 600.000 € 71.000 pm €0 € 6.400 € 10.000 pm
Verminderen/beheersen Verminderen/beheersen Verminderen/beheersen Accepteren Verminderen/beheersen Accepteren Verminderen/beheersen
S S S S S S S
€ 150.000 € 50.000 € 100.000
50% 20% 10%
€ 75.000 € 10.000 € 10.000
Verminderen/beheersen Accepteren Verminderen/beheersen
I/S S S
pm pm
20% 10%
pm pm
Verminderen/beheersen Verminderen/beheersen
S S
S S S S S
87
88
PROGRAMMA
SOORT RISICO
RISICO
5 Bedrijfsv
Economisch Juridisch
Bedrijfsv Bedrijfsv Bedrijfsv
Financieel Economisch Financieel
Bedrijfsv Bedrijfsv Bedrijfsv 5
Economisch Economisch Financieel Economisch
Storm- en bliksemschade openbaar groen Trajecten medewerkers en WW verplichtingen gedragen door de gemeente Pensioenpremie Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt Loonkosten (CAO hoger dan raming verwachte loonstijging) Demografische ontwikkelingen (invloed op Wmo) Vergrijzing Risico’s als gevolg van wijzigingen in de Ziektewet Schadeclaims door schade aan: wegen riolering en openbare voorzieningen Wet sociale werkvoorziening/onderrealisatie WSW plaatsen Meer aanvragen schuldhulpverlening (meer uitgaven armoedebeleid) Kosten afval Sport; voorzieningenniveau sportaccommodaties Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vGRP) Dorpshuis Sporthuis Onrechtmatige vestiging voorkeursrecht op gronden in Werkhoven-west Wmo verstrekkingen - Hulp bij het Huishouden Wmo verstrekkingen - Wonen, Rollen en Vervoer Wmo verstrekkingen (Wet maatschappelijke ondersteuning) Grondexploitatie/malaise op de woningmarkt (lagere opbrengsten bouwleges en OZB, vertraging of afstel in de ontwikkeling van grondexploitaties)
9
Financieel
9
Financieel
6 7 5 7 7 6
Milieu Politiek Milieu Politiek Politiek Juridisch
9 9 9
Economisch Economisch Economisch
6
Economisch
Bedrijfsv
Economisch
Leegstand lokalen MFA’s TOTAAL BENODIGDE WEERSTANDSCAPACITEIT
GECALCULEERD RISICOBEDRAG/ FINANCIEEL EFFECT
KANS
FINANCIËLE IMPACT/ BENODIGDE WEERSTANDSCAPACITEIT
BEHEERSING RISICO
INCIDENTEEL (I) EN/OF STRUCTUREEL (S)
€ 10.000
10%
€ 1.000
Accepteren
I
€ 100.000 € 55.000 pm
50% 70% 20%
€ 50.000 € 38.500 pm
Accepteren Accepteren Accepteren
S I S
pm pm pm € 286.000
20% 30% 10% 50%
pm pm pm € 143.000
Accepteren Accepteren Accepteren Accepteren
S S S S
€ 15.000 € 15.000 € 100.000
10% 10% 10%
€ 1.500 € 1.500 € 10.000
Verminderen/beheersen Verminderen/beheersen Verminderen/beheersen
I/S I/S I/S
€ 50.000
10%
€ 5.000
Accepteren
S
€ 10.000 € 15.000 € 24.000 pm pm pm
50% 10% 50% 10% 10% 10%
€ 5.000 € 1.500 € 12.000 pm pm pm
Accepteren Verminderen/beheersen Verminderen/beheersen Accepteren Accepteren Accepteren
S I S S S S
€ 1.500.000 €0 €0
50% 50% 0%
€ 750.000 €0 €0
Verminderen/beheersen Accepteren Vermijden
I S I
€ 75.000
60%
€ 45.000
Accepteren
S
Verminderen/beheersen Verminderen/beheersen Verminderen/beheersen
I I S
€ 3.779.000 pm € 16.641.000
< 50% > 50% 60%
€ 665.800 € 483.000 pm € 3.337.700
88
89
Bijlage V: Kaders en regelingen
89
90
Wettelijk kader
Jaar van besluit
Jaartal Herziening
Programma
Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Wet Openbaarheid van Bestuur Wet op de Lijkbezorging Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen Wet tijdelijk huisverbod Wet op de Veiligheidsregio’s Drank- en horecawet Wegenverkeerswet Strategisch Mobiliteitsplan Provincie Utrecht (SMPU)
2003 1991 1998
1 1 2
2005 2009 2010 2012 1994
2 2 2 2 3
2004
2014
3
Regionaal Verkeer- en Vervoer Plan (RVVP) Wet op de telecommunicatie
2005 2000
2015
3 3
Inpassingsplan Rijsbruggerwegtracé (provincie) Provinciale Structuurvisie Regionaal Structuurplan (BRU) Gemeentelijk structuurplan Wet op het primair onderwijs Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) Wet Partcipatiebudget Nota recreatie en toerisme Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Beeldkwaliteitplan Buitengebied
2012 2013 2005 2007 1981 1996 2009 2013 2010 2010
Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) Monumentenwet Woningwet Wet Inburgering Wet Publieke Gezondheid Wet op de Jeugdzorg Jeugdwet Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Leerplichtwet RMC wet Wet op het specifiek cultuurbeleid
2010 1998 2003 2006 2010 2010 2014
7,8 7,10, 7,10, 7 7 7 7
2010 2009 2002 1993
7,8 7 7 7
Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen Nota “Kwetsbare groepen” Lokaal gezondheidsbeleid Besluit en Beleidsregels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Wmo beleidsplan Nota integraal jeugdbeleid gemeente Bunnik 2009-2012
2014 2004 2009
7 7 7
2010 2012 2009
2015
2015
3 4 4,10, 4 5 5 5 6 6 6
7 7 7
90
91
Wettelijk kader
Jaar van besluit
Jaartal Herziening
Programma
Wet werk en bijstand (Wwb) Wet Sociale Werkvoorziening
2004 1998
8 8
Participatiewet
2015
8
Wet Investeren in Jongeren (WIJ)
2009
8
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
2012
8
Wet Milieubeheer Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken
2002
9
2008
9
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Waterwet Wet op de ruimtelijke ordening
2007 2009 2008
9 9 10
Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) Provincialre Ruimtelijke Verordening (PRV) Huisvestingswet
2013
10
1992
10
2008 2012 1998 2004 2007
10 10 10 11 11 11 bedrijfsvoering
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Bouwbesluit Wet op de Lijkbezorging Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) Grondexploitatiewet Circulaires gemeentefonds Gemeentewet
jaarlijks
91
92
Lokale regelgeving
Jaar van besluit
Reglementen van orde voor de raad en van het Open Huis Instructie voor de griffier Collegeagenda 2014-2018 Organisatiebesluit Legesverordening
2013 2003 2014 2008 2014
Realisatieplan elektronische dienstverlening Financiële verordening gemeente Bunnik (art. 212 GW) Controleverordening gemeente Bunnik (art 213 GW) Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid (art. 213a GW) Verordening externe klachtenbehandeling Verordening op de rekenkamercommissie Valei en Veluwerand 2014 Strategisch communicatie beleidsplan Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten Regionaal crisisbeheersingsplan Kadernota Integrale veiligheid Bunnik 20132016 Brandveiligheidsverordening Evenementenbeleid Nota handhaving APV en parkeerovertredingen Verkeersbeleidsplan 2014-2024 Wegennota Nota parkeernormen Marktverordening Regionaal convenant kantoren Regionaal convenant bedrijventerreinen Economisch beleidsplan Winkeltijdenverordening Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Bunnik 2012 Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Bunnik 2010 Verordening Leerlingenvervoer 2012 Ambtsinstructie leerplichtambtenaar 2012 Kadernota Educatie 2008-2012 Cultuurnota 2008-2012 Accommodatiebeleid
Jaartal Herziening
2015 2018 2015
Programma 1 1 1 1 1
2009
1
2012
1,bedrijfsvoering
2007
1,bedrijfsvoering
2012 2008
1,bedrijfsvoering 1
2014 2012 2012
1 1 2,3,4,10,
2007 2014
2 2
2013 2012 2008
2 2 2,4
2011 2014 2014 2009 2005 2014 2013 2010 2014
2024 2019 2016
2 3 3 3 4 4 4 4 4
2012
5
2010 2012 2012 2008 2008 1996
5 5 5 5 5,7 6
2015
92
93
Lokale regelgeving
Jaar van besluit
Nota Ruimte Bestemmingsplan Buitengebied Nota Sport op orde Bunnik Buiten Gewoon Mooi Algemene Subsidieverordening Beleidsregels subsidieverstrekking Accommodatiebeleid Bunnik Monumentaal Monumentenverordening Bunnik Verordening WMO beraad WMO verordening Lokaal handhavingsbeleid kwaliteit kinderopvang gemeente Bunnik Verordening Peuterspeelzalen Bunnik Plan Centrum voor Jeugd en Gezin gemeente Bunnik
2006 2011 2013 2003 2008 2008 1996 2006 2006 2007 2009
Jaartal Herziening
2015 2015
Programma 6 6 6 6 7 7 7 7 7 7 7
2012 2011
7 7
2011
7
Maatregelenverordening Wet werk en bijstand
2007
8
Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand
2007
8
Beleidsnotitie schuldhulpverlening en handhavingsbeleid Wet werk en bijstand (Wwb) Protocolklachtrecht RSD Gemeenschappelijke Regeling RDWI Toeslagenverordening Wwb Verordening langdurigheidstoeslag Wwb
2008 2007 2012 2012 2012
8 8 8 8 8
Aanwijsbesluit uitvoering WSW door Biga BV
2008
8
Sociaal economisch contract uitvoering WSW
2008
8
2010
8
2011
8
2011 2012
8 8
Verordeningen, toeslagen en verlagingen WIJ, maatregelen WIJ, werkleeraanbod WIJ Meerjarenbeleidskader Sociale- en economische participatie 2011-2014 Regio KRH Beleidsregels opschorting, herziening, intrekking en terugvordering van bijstand en inkomensvoorziening Besluit tijdelijke regels aanscherping Wwb Verordeningen Participatiewet (maatregelen; clientenparticipatie; reintegratie, LKS; individuele inkomenstoeslag Milieubeleidsplan 2008-2012
2015 2008
2014
8 9
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) Waterplan Bunnik 2008-2013 Afvalstoffenbeleidsplan 2004-2012
2012 2008 2004
2017 2014 2015
9 9 9
Regionale Huisvestingsverordening
2006
jaarlijks
10
Attractiebesluit Structuurplan Bunnik
1997 2007
2015
10 10
93
94
Lokale regelgeving
Jaar van besluit
Jaartal Herziening
Programma
Bestemmingsplan Buitengebied Bunnik Bestemmingsplan Vinkenburg
2011 2013
10 10
Bestemmingsplan Spoorkruisingen Bunnik Bestemmingsplan Dorpen Bunnik, Odijk en Werkhoven
2013
10
2013
10
2006 1996 2010 2010 1994 1994 2012 2014 2009 2011
10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 11 11 bedrijfsvoering bedrijfsvoering
Uitwerkingsplannen Groenstructuurvisie w.o.: - Groenstructuurplan - Kapvergunningenbeleid - Hondenpoepbeleid - Groenbeheerplan - Speel- en jongerenbeleid Beleidskader af te stoten openbaar groen Bouwverordening Gemeentelijke Welstandsnota Verordening algemene begraafplaats Verordening algemene begraafplaats Nota handhaving Nota grondbeleid 2014 Kwaliteitsplan beheer Openbare Ruimte Archeologische beleidsplan Beeldkwaliteitplannen Woonvisie Nota financieel beleid Treasurystatuut Personeelsbeleidsplan. Organisatiebesluit. Regeling productverantwoordelijkheid gemeente Bunnik 2007 Controleprotocol 2007 e.v. Strategische organisatievisie Bunnik “Kijk verder, kijk Bunnik” Herijking Plan van aanpak juridische kwaliteitszorg Nota Financieel beleid Beleidsplan Informatie Realisatieplan elektronische dienstverlening
2012 2013 2011 2000 2008
2018 2016
2006 2007 2005 2010 2013 2013 2009
bedrijfsvoering bedrijfsvoering 2014
bedrijfsvoering
2018
bedrijfsvoering bedrijfsvoering bedrijfsvoering bedrijfsvoering
94