PensionPro Seminar16 juni 2016 Pensioen in een wereld van verandering Het is standaard geworden om te zeggen dat we in bijzondere tijden leven. Sinds het uitbreken van de crisis in 2008, volgt de ene unieke gebeurtenis de andere unieke gebeurtenis op.
Na de val Lehman volgde een bankencrisis, vervolgens een schuldencrisis, toen een eurocrisis en nu worden we als voorlopig sluitstuk geconfronteerd met negatieve rentes. In deze wereld vol veranderingen bouwen we aan ons pensioen. Het thema van deze dag is dus goed gekozen.
We hebben er in Nederland terecht voor gekozen om flink voor ons pensioen te sparen. Ons kapitaaldekkingstelsel heeft ons geen windeieren gelegd. Onze pensioenbesparingen zijn opgelopen tot 190% van GDP.
Meer dan 90 procent van de werknemers is aangesloten bij een pensioenfonds. Het aantal ouderen dat onder de armoedegrens leeft is in Nederland het laagst. Dat is echt iets om trots op te zijn. En dit alles doen we tegen acceptabele kosten, zeker bij pensioenfondsen met een relatief grote schaal.
1
Als je kijk naar de rapporten die er over pensioenen verschijnen, en als je kijkt naar de media-aandacht voor pensioenen, dan wordt duidelijk dat ons pensioenstelsel, ondanks alle bijzondere verdiensten aan verandering toe is. Dus we leven niet alleen in een wereld die aan verandering onderhevig is, maar de pensioenwereld moet ook zelf een verandering ondergaan.
Een van die rapporten, waaraan ik refereerde, is van onze hand. Eind mei hebben wij onze rapportage over de financiële positie van pensioenfondsen naar buiten gebracht.
Die hebben we gemaakt op basis van de herstelplannen van pensioenfondsen. Uit de rapportage kwam naar voren dat een behoorlijk aantal fondsen goed presteert ondanks de moeilijke tijden, maar dat het merendeel van de fondsen in zwaar weer zit.
Als de huidige dekkingsgraden niet verbeteren, dan zullen in 2017 veel deelnemers, naar schatting zo’n 1,8 miljoen pensioenaanspraken, worden geconfronteerd met een korting van gemiddeld 0,5 procent.
En als de malaise aanhoudt dan zullen heel veel mensen (lees 9,9 miljoen pensioenaanspraken) in 2020 en 2021 te maken krijgen met onvoorwaardelijke kortingen, die opgeteld kunnen oplopen tot 20 procentpunt.
In deze omgeving is het van groot belang dat de informatie, die deelnemers krijgen, goed aansluit op hetgeen een fonds waar kan maken. Ons onderzoek met de AFM speelt hier ook op in. Ik kom hier later nog op terug.
2
Want nu er tekorten zijn, komen de kwetsbaarheden van ons pensioenstelsel volledig boven water, pijnlijk aan het licht, zo je wilt. Kwetsbaarheden, die vragen om een hervorming van het huidige stelsel.
Welke kwetsbaarheden zijn dit?
Allereerst is er de beleggingsspagaat waar fondsen in zitten. Fondsen moeten tegelijkertijd zekerheid bieden aan ouderen en voldoende risico nemen om jongeren uitzicht te geven op een goed, betaalbaar pensioen. Dat gaat – in het bijzonder als de buffers zijn uitgeput - niet samen. Onze pensioenfondsen kunnen nu de buffers leeg zijn, geen maatwerk leveren.
En dan is er een tweede weeffout, die samenhangt met de verdeling van het pensioenvermogen. Binnen de grote pot van het pensioenvermogen is er sprake van ondoorzichtige en moeilijk uitlegbare herverdelingen. Denk aan de ingewikkelde korting- en indexatieregels, maar ook het hanteren van een rekenrente. Juist in tijden waarin het tegenzit, laait de discussie op over wie waar recht op heeft. Jongeren hebben het gevoel dat de ouderen de rekening naar hen willen doorschuiven. Gepensioneerden vinden dat aan hen gedane beloftes niet worden nagekomen.
Los van wat hier allemaal wel en niet van waar is, wordt duidelijk dat generaties in het huidige systeem tegenover elkaar komen te staan en elkaar verwijten maken. En dergelijke verwijten over en weer zijn niet bevorderlijk voor het vertrouwen in het stelsel. Vertrouwen dat toch al fors onder druk staat. 3
De problemen van ons pensioenstelsel vragen dan ook om een fundamentele oplossing,in de vorm van een vernieuwing van ons pensioenstelsel. En die moet er zo snel mogelijk komen. De lage dekkingsgraden vergroten de problemen dus uit.
Ik noemde er 2: fondsen kunnen niet inspelen op de verschillende behoefte in zekerheid onder de deelnemers, en de discussie over de verdeling van de pensioenpot wordt op de spits gedreven, zoals nu bijna dagelijks in de kranten te lezen valt.
Hoogste tijd voor een nieuw pensioenstelsel.
Natuurlijk zal een nieuw pensioenstelsel de tekorten die al zijn ontstaan niet wegpoetsen. Maar een nieuw stelsel kan wel het vertrouwen in het pensioenstelsel weer vergroten.
En wat betekent dit allemaal voor pensioenfondsen? Die kunnen zichzelf en hun achterban nu al voorbereiden op de veranderingen, die gaan gaan komen.
Fondsen zien verschillende kritieke lijnen op zich afkomen. Naast het naar beste kunnen managen van de kwetsbare financiële situatie, gaat het dan om het managen van de te hoog gespannen verwachtingen over ons pensioenproduct.
4
En verder om het bepalen van een visie en strategie op de veranderingen die op hen afkomen.
Het thema-onderzoek van AFM en DNB gezamenlijk, over financiële opzet en informatie moet een bijdrage leveren in het reduceren van de te hoog gespannen verwachtingen.
We maken daarbij gebruik van de informatie uit de jongste herstelplannen en de haalbaarheidstoets. We kijken naar de kans op indexatie en de kans op kortingen. In het onderzoek hanteren we een horizon van 3 tot 5 jaar.
De AFM kijkt hoe de informatieverstrekking hierover gaat. Mijn collega Karina Raaymakers van de AFM zal daar zo meer over vertellen.
Dat pensioenfondsen hun deelnemers goed informeren over wat zij de komende jaren mogen verwachten met betrekking tot hun pensioen, is cruciaal voor een goede overstap naar een nieuw contract.
Het tweede belangrijke aandachtspunt voor pensioenfondsen is dat besturen hun verandervermogen waar nodig versterken.
Opdat ze de toekomst, die ras dichterbij komt, aan kunnen. Centrale vraag daarbij is: wat heeft een fonds nodig heeft om tot een toekomstbestendig bedrijfsmodel te komen?
5
Hiertoe moet je een goed beeld hebben van je eigen positie in de pensioensector. En van de mate waarin kan worden ingesprongen op relevante externe ontwikkelingen.
Maar ook hoe de uitvoerder in de wedstrijd zit, wat fiscaal naar verwachting gebeurt, welke ontwikkelingen ers pselen in de sector waarin je actief bent, hoe schaalvoordelen behaald kunnen worden, et cetera.
Op basis hiervan kan je als bestuur toekomstscenario’s schetsen. En vervolgens een strategie ontwikkelen.
De uitkomst kan heel verschillend zijn. Een conclusie kan zijn, geven de ontwikkelingen die op je afkomen, om je aan te sluiten bij een grotere speler, of om je te ontwikkelen tot magneet fonds of om te besluiten tot liquidatie.
Kortom, besturen kunnen niet stil zitten. Deelnemers moeten goed worden geïnformeerd over wat zij van hun pensioen mogen verwachten en het pensioenfonds moet gereed gemaakt worden voor de aanstaande veranderingen in ons pensioenstelsel.
De nieuwe standaard is dat het bijzondere tijden zijn. Met een pensioenwereld in verandering. Hier opende ik mee, en hier wil ik ook mee afsluiten.
6