Update Beleggingsvisie 2016
Blijven beleggen in een wereld vol verandering In deze update van onze jaarvisie praten we u bij over de marktontwikkelingen. En kijken we vooruit naar de tweede helft van 2016. Dit doen we aan de hand van onze visie op vijf beleggingscategorieën en tien bedrijfssectoren. Waar zien wij de kansen, en waar juist niet?
Inhoud 4
5
8
10
15
20
Ook in 2e helft 2016 veel koersbeweging te verwachten
“Stijging olieprijs pakt uiteindelijk positief uit voor veel koersen”
Macro-economie en marktontwikkelingen
2016 begon nog heftiger dan we al dachten, door onzekerheid. Gelukkig neemt die de laatste tijd af
Beleid beleggingsstrategieën ING
Alert anticiperen op de ontwikkelingen blijft nodig
Analyse vermogenscategorieën
Door de stijgende trends vanaf 2009 leek beleggen makkelijk. Medio vorig jaar startte een nieuwe fase
Technische analyse
De stijgende trend van de aandelenindices is intact gebleven, ondanks de forse correcties begin 2016
Duurzaam beleggen
Na de klimaatconferentie in Parijs is klimaatontwrichting dit jaar hét thema binnen duurzaam beleggen
Sectoren 22
Duurzame consumentengoederen
24
Dagelijkse consumentengoederen
27
Nutsbedrijven
33
31
Vastgoed
34
Energie
37
Informatietechnologie
Basismaterialen
29
Financiële waarden
Industriegoederen
26
36
Gezondheidszorg
39
Telecommunicatiebedrijven
40
Grondstoffen
Bob Homan Bob Homan is het gezicht van de bank op beleggingsgebied. Hij is econoom en begon zijn carrière bij de Postbank. Daarna werkte hij bij enkele vermogensbeheerders. In 2003 werd hij directeur Beleggen bij WestlandUtrecht Effectenbank en sinds 2008 geeft hij leiding aan het ING Investment Office.
Ook in 2e helft 2016 veel koersbeweging te verwachtenhelft 2016 veel koersbeweging te verwachten
“Stijging olieprijs pakt uiteindelijk positief uit voor veel koersen” Welkom bij de update van Beleggingsvisie 2016. Waar zijn we inmiddels anders over gaan denken dan een half jaar geleden? En wat verrast ons? Om maar meteen tot de kern te komen: op hoofdlijnen blijft onze visie ongewijzigd. Ook onze rendementsverwachtingen voor 2016 achten we nog haalbaar. De wereldeconomie groeit namelijk, zij het trager dan anders in opgaande fases van de economische cyclus. En mede door het actieve beleid van de belangrijkste centrale banken blijven de rentes naar verwachting voorlopig laag. Wel blijven de markten wisselvallig door onzekerheden als het brexitreferendum, de economische groei in China en de olieprijs. Maar de forse stijging van de olieprijs in de eerste vijf maanden van 2016 kan ook worden gezien als een teken van vertrouwen van beleggers in de wereldeconomie. Al leek op sommige beursdagen het tegenovergestelde het geval. Dan gaf de olieprijs de richting aan van de aandelenkoersen. Uiteraard gaat een veel verder stijgende olieprijs ook negatieve effecten krijgen. Zoals hogere kosten voor consumenten. Een verrassing was voor ons het hoge rendement op staatsobligaties uit de eurozone.
4
Ontwikkeling olieprijs pakt uiteindelijk positief uit voor veel koersen De schommelingen in de prijs per vat ruwe olie werken door in de prijzen van andere grondstoffen, van koersen van aandelen uit de sectoren energie en basismaterialen en in de koersen van hoogrentende obligaties. In de artikelen in deze update vindt u onze toelichtingen hierop. Bent u benieuwd naar onze visie op de tien aandelensectoren en de vier belangrijkste beleggingscategorieën? Al onze analisten en investmentmanagers komen aan het woord over hun expertisegebieden. Daaronder uiteraard ook onze analisten duurzaam beleggen. Een belangrijk thema daarbinnen is dit jaar klimaatverandering. Maar centraal in deze update staat de vraag: wat zijn de belangrijkste marktontwikkelingen? En wat betekenen die voor uw beleggingen en ons beleid? Ook die inzichten delen we graag met u. Ik wens u veel leesplezier!
Simon Wiersma investmentmanager
Macro-economie
2016 begon nog heftiger dan we al dachten, door onzekerheid. Gelukkig neemt die de laatste tijd af De eerste weken van 2016 was er sprake van een nog grotere koersbeweeglijkheid dan we in onze Beleggingsvisie 2016 al hadden voorzien. Het marktsentiment werd bepaald door de zorgen over de wereldwijde economische groei, en dan met name die van China en andere opkomende markten, en de sterk dalende grondstoffenprijzen. Risicovolle beleggingscategorieën, zoals aandelen en (hoogrentende) bedrijfsobligaties, ondergingen al vanaf de eerste handelsdag in 2016 forse koersdalingen. ‘Veilige’ staatsobligaties waren daarentegen gevraagd. Sinds de tweede week van februari is het beeld op de financiële markten flink verbeterd. De belangrijkste oorzaak hiervan is een positiever beleggerssentiment over de economische groei van China en de als gevolg daarvan hogere grondstoffenprijzen en de sterkere valuta’s van opkomende markten. Verder bleef het beleid van de belangrijke centrale banken een sterk bepalende factor. Zowel de Japanse centrale bank als die van de eurozone, de Europese Centrale Bank (ECB), kondigden nog meer stimulering aan en de Amerikaanse centrale bank, de ‘Fed’, lijkt geen
haast te maken met de volgende verhoging van de beleidsrente. Obligaties presteren in 2016 tot nu toe beter dan aandelen Ondanks het koersherstel van de afgelopen maanden staat de wereldaandelenindex (in euro’s) op het moment van schrijven, 31 mei 2016, dit jaar tot nu toe op een verlies van 0,6%. Dit komt mede door de zwakkere Amerikaanse dollar, waardoor dollarbeleggingen in euro’s uitgedrukt minder waard zijn geworden. Obligatiebeleggers staan er beter voor, met een rendement van 3,3% op staatsobligaties uit de eurozone en inmiddels 7,7% op hoogrentende bedrijfsobligaties en 6,7% op obligaties uit opkomende markten.
5
Onzekerheid blijft ook in de rest van 2016 de stemming bepalen De onzekerheid over de wereldwijde economische groei, over het beleid van de belangrijke centrale banken en over de winstontwikkeling van bedrijven zal naar verwachting ook in de tweede helft van 2016 de stemming op de financiële markten blijven bepalen. Deze onzekerheid zal op bepaalde momenten kunnen gaan pieken, bijvoorbeeld eind juni rond het brexit-referendum en de Spaanse parlementsverkiezingen en in november rond de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Vooruitzichten voor groei en inflatie niet veranderd Onze verwachtingen voor de economische ontwikkelingen op de iets langere termijn zijn gematigd positief. Wij denken dat er in de ontwikkelde economieën op de iets langere termijn sprake zal zijn van lage groeipercentages van het bruto binnenlands product (bbp), een lage inflatie en lage rentes. De Amerikaanse economie bijvoorbeeld is in het eerste kwartaal van 2016 slechts 0,8% gegroeid (kwartaal op kwartaal, omgerekend naar jaarbasis). Dit is de zwakste groei sinds het eerste kwartaal van 2014. In de eurozone bedroeg de bbp-groei in het eerste kwartaal van 2016 0,5% (2% als we deze zouden omrekenen naar jaarbasis, zoals in de VS gebruikelijk is). De economie in de eurozone deed het daarmee een stuk beter dan die in de VS, maar in vergelijking met de groei na voorgaande recessies is de groeisnelheid nog steeds niet hoog. De aanhoudende lage groeipercentages resulteren naar verwachting in relatief lage verwachte rendementen op aandelen, obligaties en va stgoed. Het ‘trendmatige’ groeitempo van de ontwikkelde economieën, zeg maar het voortschrijdende langetermijngemiddelde, is al decennia aan het afnemen. Ook de bbp-groei in de opkomende markten – waaronder China – zal naar verwachting nog wel iets vertragen. Dit alles ondanks de inspanningen van de belangrijke centrale banken in de wereld (die van de VS, Japan, China en de eurozone) om de economie te stimuleren met een overvloed aan ‘goedkoop’ geld. Onzekerheid over groei is niet afgenomen … Een van de oorzaken van het huidige, ongebruikelijk trage herstel van de economische groei na een recessie is de vermindering van de schuldenlast van overheden, bedrijven en particulieren. In veel ontwikkelde landen is nog maar net een begin gemaakt met het wegwerken van de schulden na de financiële crisis van 2008-2009. En in de meeste
6
opkomende markten zijn de schulden de afgelopen jaren zelfs opgelopen. Als overheden, bedrijven en particulieren hun schulden verminderen, gaat dat ten koste van investeringen en consumptie en remt dat dus de economische groei. Een andere factor die een rol speelt bij het trage herstel is de onzekerheid over de toestand van de Chinese economie. Die zit momenteel midden in een door de autoriteiten begeleid overgangsproces. China gaat namelijk van een op investeringen en export gebaseerde economie naar een door binnenlandse consumptie en de dienstensector gedreven groei. De afnemende groei van de bouwsector en de industriesector in China heeft ook voor andere landen gevolgen. Vooral opkomende economieën die het van de export van olie en andere grondstoffen moeten hebben, zoals Brazilië en Rusland, worden hierdoor geraakt. Ook daardoor ontstaat er onzekerheid over de groeikracht van de wereldeconomie. Het is daarom een positieve ontwikkeling dat de Chinese economie in de eerste maanden van 2016 signalen van stabilisatie laat zien en dat mede daardoor de grondstoffenprijzen weer zijn aangetrokken. … en de inflatieverwachting is nog steeds laag Onder economen en beleidsmakers vinden er niet alleen discussies plaats over de snelheid van de economische groei, maar ook over het inflatieniveau. Vragen die daarbij steeds weer naar boven komen, zijn: ‘Worden de inflatie en de groei nog wel goed gemeten?’ En: ‘Wat is de bijdrage aan de bbp-groei van diensten als Airbnb, Spotify en Uber? Is het erg dat deze diensten minder kosten en opleveren dan hotels, cd’s en taxi’s? Wat betekent dit voor de officiële inflatiecijfers? Als deze technologische ontwikkelingen tot een lager economisch groeipercentage leiden, moeten we ons daar dan zorgen over maken?’ Ons antwoord is dat de maakindustrie minder sterk zal groeien en de dienstensector juist groter zal worden. Dit leidt tot grote veranderingen, zoals we die nu bijvoorbeeld in China zien. Maar misschien moeten we ons iets minder druk maken over het niveau van de economische groei, dus over de groei van het bbp. Vernieuwen of ten onder gaan De groei van het bbp is niet altijd een goede indicator voor de toe- of afname van de welvaart. Voor beleggers is het echter wel noodzakelijk om de bovengenoemde veranderingen tijdig te signaleren. Bedrijven die zich niet vlug genoeg aan de snel veranderende situatie aanpassen, zullen dit niet overleven. Kijk maar naar Nokia, de voormalige marktleider op het gebied van mobiele telefoontjes,
die de slag volledig miste bij de opkomst van smartphones. Zoals sjeik Zaki Yamani, de voormalige minister van Oliezaken van Saudi-Arabië en oudvoorzitter van de OPEC, het formuleerde: ‘Het stenen tijdperk is niet geëindigd door een gebrek aan stenen, maar door een beter alternatief. Ook het olietijdperk zal eindigen voordat de olie op is.’ Deze uitspraak is op verschillende sectoren en bedrijven van toepassing. De vervanging (verdringing) van oude bedrijfsmodellen door nieuwe wordt wel ‘disruptieve innovatie’ of ‘creatieve destructie’ genoemd. Succesvolle vernieuwers als Spotify en Netflix zetten de oude marktleiders in hoog tempo buitenspel. Remmen de centrale banken de vernieuwing af ? Dit brengt ons op een andere vraag: wat is nu precies het effect van het stimulerende monetaire beleid van de belangrijke centrale banken? Deze streven hiermee hogere groei- en inflatiepercentages na, maar leidt dit beleid niet tot te weinig creatieve
destructie? Werken lage rentes niet averechts? Je zou namelijk kunnen stellen dat met lage rentes (lage kosten voor bedrijfsfinancieringen) juist minder gezonde – want niet-innoverende – bedrijven overeind worden gehouden. Daar staat tegenover dat ook nieuwkomers als Uber en Airbnb, zij het minder direct, baat hebben bij lage rentes. Deze bedrijven groeien snel doordat ze gebruikmaken van bestaande overcapaciteit (auto’s, woonruimte). Verder zien we dat consumenten bij lagere spaarrentes niet automatisch meer gaan uitgeven en in sommige gevallen zelfs juist meer gaan sparen. Er zijn, kortom, nog veel vragen waarop wij in dit stadium geen duidelijk antwoord kunnen geven. Waar we het echter wel over eens zijn, is dat de huidige, snel veranderende wereld wel degelijk tekenen van vooruitgang laat zien en daarom ook kansen biedt voor beleggers, ondanks het feit dat de economie – als je alleen naar de groeicijfers kijkt – bijna stil lijkt te staan.
7
H. van Heijster, N. Levy & F. Rengers investmentmanagers
Beleid beleggingsstrategieën ING
Alert anticiperen op de ontwikkelingen blijft nodig De koersschommelingen zullen heftig blijven. Alert anticiperen op de ontwikkelingen blijft dus nodig. Strategie Actueel: technologie prominent, maar ook brede spreiding Bij onze beleggingsstrategie Actueel ligt de focus binnen aandelen op wereldwijde bedrijfssectoren. Het prominente thema bij deze strategie is technologie, in de brede zin van het woord. Het gaat hierbij dan ook om meerdere terreinen, van informatietechnologie, het internet der dingen en biotechnologie tot drinkwatervoorziening. De brede spreiding over andere sectoren, zoals financiële waarden en gezondheidszorg, en over andere beleggingscategorieën, zoals vastgoed en obligaties, is evenzeer kenmerkend voor de beleggingsstrategie Actueel. Strategie Duurzaam: tegengaan klimaatverandering als drijfveer Bij onze beleggingsstrategie Duurzaam geven we inhoud aan maatschappelijk verantwoord beleggen. Aandelen of obligaties van bedrijven of (semi-) overheden met bepaalde afkeurenswaardige activiteiten of gedragingen worden uitgesloten als beleggingsmogelijkheid. Denk bijvoorbeeld aan het produceren van tabak, het gebruikmaken van kinderarbeid of het uitvoeren van de doodstraf. Er wordt ook gericht belegd op basis van actuele duurzame thema’s, zoals klimaatverandering. Bedrijven die bijdragen aan oplossingen hiervoor,
8
zoals de productie van wind- en zonne-energie of het vergroten van energie-efficiëntie, zijn bij de beleggingsstrategie Duurzaam sterk vertegenwoordigd, zowel bij de aandelen- als bij de obligatiebeleggingen. Strategie Comfort*: brede spreiding aandelen over regio’s Kenmerkend voor onze beleggingsstrategie Comfort is de brede spreiding over diverse beleggingscategorieën en regio’s. De komende periode ligt de nadruk daarbij op vastgoed en alternatieve beleggingen. Binnen de categorie aandelen hebben we momenteel geen voorkeur voor een specifieke regio. Binnen de categorie obligaties hanteren we een overweging (ten opzichte van de neutrale weging) van bedrijfsobligaties. Staatsobligaties zijn daardoor bij deze beleggingsstrategie minder sterk vertegenwoordigd, met uitzondering van staatsobligaties uit de periferie van de eurozone (landen als Spanje en Italië). Strategie Dynamiek*: brede spreiding over beleggingsthema’s Ook onze beleggingsstrategie Dynamiek kent een brede spreiding over diverse beleggingscategorieën, regio’s, sectoren en thema’s. De komende periode ligt de nadruk daarbij op vastgoed en alternatieve
beleggingen. Binnen de categorie aandelen hebben we momenteel geen voorkeur voor een specifieke regio. Het belangrijkste thema is technologie. Denk bijvoorbeeld aan de verdere ontwikkeling van internet (het internet der dingen) en sociale media. Binnen de categorie obligaties hanteren we een overweging van bedrijfsobligaties. Staatsobligaties zijn daardoor bij deze beleggingsstrategie minder sterk vertegenwoordigd, met uitzondering van staatsobligaties uit de periferie van de eurozone (landen als Spanje en Italië). Strategie Inkomen: accent op Europa Bij onze beleggingsstrategie Inkomen ligt de focus op rente-inkomsten en dividendrendement. Behalve in dividendaandelen beleggen we ook in lagevolatiliteitaandelen. Deze hebben een aantrekkelijke risico-rendementsverhouding en bieden uitzicht op bovengemiddelde langetermijnrendementen, doordat ze tijdens beurscorrecties doorgaans minder dan gemiddeld in koers dalen. De geografische spreiding bij de beleggingsstrategie Inkomen kent een accent op Europa, waardoor het valutarisico – ten opzichte van de euro – van deze strategie iets lager is dan dat van onze andere beleggingsstrategieën. Tegen de achtergrond van een stimulerend centralebankbeleid
en de nog altijd zeer lage obligatierentes beleggen we binnen obligaties niet alleen in staatsleningen uit de eurozone, maar ook in hoger renderende obligatiecategorieën, zoals bedrijfsobligaties, hoogrentende obligaties en obligaties uit opkomende markten. Strategie Index: indexbeleggen met spreiding en tactische positiewisselingen Bij onze beleggingsstrategie Index wordt uitsluitend in indexfondsen belegd. Het beleid is om te beleggen in (kosten)efficiënte indexfondsen van goede kwaliteit. Dat betekent dat de indexfondsen de rendementen van de indices nauwgezet volgen, tegen zo laag mogelijke kosten. Voor het gedeelte zakelijke waarden (aandelen, vastgoed) wordt via indexfondsen gespreid belegd in regioaandelenfonden en beursgenoteerd vastgoed. Het gedeelte vastrentende waarden bestaat uit indexfondsen die het rendement volgen van de obligatiecategorieën die deel uitmaken van de strategische assetallocatie van ING: eurostaatsleningen, eersteklas bedrijfsobligaties, hoogrentende bedrijfsobligaties en obligaties uit opkomende markten. In strategie Index wordt dezelfde tactische assetallocatie gevolgd als bij onze andere beleggingsstrategieën.
*) De beleggingsstrategieën Comfort en Dynamiek zijn exclusief beschikbaar voor klanten van ING Private Banking.
9
Simon Wiersma investmentmanager
Analyse vermogenscategorieën
Door de stijgende trends vanaf 2009 leek beleggen makkelijk. Medio vorig jaar startte een nieuwe fase Achteraf bezien was de juiste strategie voor beleggen vanaf 2009 redelijk eenvoudig. Je kocht aandelen en obligaties, en op momenten van onrust kocht je gewoon bij. Momenten van onrust zijn er sinds 2009 ook genoeg geweest. Denk bijvoorbeeld aan de schuldencrisis in de eurozone in 2011, de ongerustheid over het verwachte terugschroeven van het stimulerende beleid van de Amerikaanse centrale bank in 2013 en de zorgen over de afnemende groei in China in 2015. Maar wie tijdens de dips rustig bijkocht, werd beloond met mooie rendementen, mede dankzij de langzaam maar gestaag aantrekkende groei, de lage inflatie en het sterk stimulerende beleid van de belangrijke centrale banken. Magie lijkt te zijn uitgewerkt Sinds medio 2015 lijkt deze ‘magische mix’ van marktomstandigheden echter niet meer te werken. Ondanks de extra stimuleringsmaatregelen van de centrale bank van Japan en de uitbreiding van het opkoopprogramma van de Europese Centrale Bank (ECB) zijn de rendementen op aandelen in 2016 tot nu toe teleurstellend geweest en die op obligaties juist verrassend hoog. Wereldwijde aandelen zijn met 1% gestegen (MSCI All Country World Index 31 mei 2016, in lokale valuta’s, dividend netto herbelegd). Staatsobligaties van landen uit de eurozone hebben
10
het met een winst van 3,3% veel beter gedaan (Citigroup EMU Government Bond Index). Een belangrijke oorzaak van de verandering van de trend sinds 2009 zijn de ontwikkelingen in de VS en China, de twee grootste economieën van de wereld. Belangrijke koerswijzigingen in China … China zit midden in een economische overgangsfase. In het Chinese economische-groeibeleid vindt een verschuiving plaats van nadruk op de exportsector naar nadruk op de binnenlandse consumptie en de dienstensector. Dit heeft niet alleen gevolgen voor China zelf, maar ook voor de rest van de wereld. Door de groeiende dienstensector, die inmiddels groter is dan de productiesector en meer binnenlands georiënteerd is, neemt de afhankelijkheid van het buitenland af. Ook vermindert de behoefte aan grondstoffen, die China voor een belangrijk deel uit het buitenland haalt. We zien nu al dat de groei van de wereldhandel achterblijft bij de economische groei, een gevolg van het afnemende grondstoffenverbruik van China. Het zou ons niet verbazen als dit de komende jaren zo blijft en dit verschil mogelijk zelfs nog groter wordt. De onzekerheid over de groeikracht
van de Chinese binnenlandse consumptie en over de Chinese economie als geheel zal naar verwachting tot meer volatiliteit (koersbeweeglijkheid) op de financiële markten leiden. … en in de VS Tegelijkertijd verwachten we dat de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve (Fed), langzaam maar zeker minder gaat stimuleren. In december 2015 heeft de Fed de beleidsrente, voor het eerst sinds 2006, weer verhoogd. Voor veel mensen die op dat moment werkzaam waren in de financiële sector was dat de eerste renteverhoging van de Fed die zij in hun carrière meemaakten. Dat is, naast de afname van de liquiditeit (de beschikbaarheid van kapitaal), een extra reden om bij een renteverhoging van de Fed rekening te houden met een sterke volatiliteit op de financiële markten. Wij verwachten overigens dat het tempo van deze renteverhogingen zeer gematigd zal zijn. Voor de tweede helft van 2016 verwachten wij nog maar één renteverhoging van de Fed. Onduidelijke communicatie van centralebankpresidenten over hun rentebeleid zal de marktbewegingen wel versterken. Iets lagere groeiverwachtingen Wij hebben onze verwachtingen voor de wereldwijde economische groei in 2016 enigszins verlaagd, van iets boven de 3% naar tussen de 2,5% en 3% op jaarbasis. De belangrijkste reden voor deze neerwaartse bijstelling is de tegenvallende groei van de Amerikaanse economie in het eerste kwartaal van 2016. Verder zullen de belangrijke centrale banken volgens ons wel doorgaan met hun stimulerende monetaire beleid, maar zullen de onzekerheid over bijvoorbeeld een volgende renteverhoging door de Fed en de twijfel over de winstgroei van bedrijven leiden tot relatief hoge risicopremies. Hiermee bedoelen we het verschil tussen het gemiddelde winstrendement per aandeel en de ‘risicovrije’ rente. Hierdoor is er naar onze mening maar weinig ruimte voor hogere waarderingen van aandelen, en daarmee dus ook voor koersstijgingen. De groei in de ontwikkelde economieën zal in 2016 naar verwachting uitkomen tussen de 1,5% en 2%. Voor de opkomende markten (inclusief China) verwachten wij een groei van tussen de 3,5% en 4%. De kwartaalwinsten van Amerikaanse en Europese bedrijven lagen in het eerste kwartaal van 2016 fors lager dan in 2015 en dit heeft geleid tot sterk lagere winstgroeiverwachtingen voor de rest van 2016. Wij verwachten dat deze winsttaxaties bij een verder herstel van de grondstoffenprijzen iets verhoogd
zullen worden. Als de grondstoffenprijzen nog verder dalen, geldt het omgekeerde. Weinig opwaarts potentieel voor staatsobligaties Bij een iets hogere beleidsrente van de Fed zullen de obligatierentes (marktrentes) wereldwijd mogelijk iets oplopen, maar wij verwachten geen opwaartse renteschok. De koersen van staatsobligaties hebben in onze ogen vanaf de huidige niveaus weinig opwaarts potentieel. Ondanks onze lage rendementsverwachting voor obligaties blijven we voor onze beleggingsstrategieën in staatsobligaties beleggen. Deze vormen namelijk de enige vermogenscategorie die bescherming biedt in tijden van toenemende onzekerheid. Vooral verschillen binnen de beleggingscategorieën De gemiddelde analistenverwachting voor de winstgroei van beursgenoteerde ondernemingen schatten wij voor 2016 op circa 5% en voor 2017 op circa 4%. Tegelijkertijd verwachten wij dat de gemiddelde koers-winstverhouding iets zal dalen. Al met al komen wij hierdoor voor 2016 uit op een verwacht rendement op wereldwijde aandelen van ongeveer 6%. Vanaf het koersniveau van 31 mei betekent dit dan nog 5% tot het einde van dit kalenderjaar. Net als in 2015 zullen de veranderingen in de wisselkoersen van belangrijke valuta’s een grote invloed hebben op het resultaat in euro’s. Anders dan in 2015 is de euro in 2016 tot nu toe iets sterker geworden ten opzichte van de dollar, waardoor eurobeleggers een negatief valutaresultaat hebben op hun beleggingen in de VS. Het steeds sterker uiteenlopen van het beleid van de Fed en dat van de andere belangrijke centrale banken zal tot sterkere koersschommelingen leiden. Uitgaande van deze ontwikkelingen denken wij dat niet alleen de rendementsverschillen tussen de verschillende beleggingscategorieën, maar vooral ook die binnen de beleggingscategorieën in 2016 groter zullen zijn dan in 2015. Met name de grote rendementsverschillen tussen de verschillende aandelensectoren zijn tot nu toe opvallend. Zo boekten aandelen uit de sector energie in 2016 een gemiddeld rendement van 9,2%, terwijl op aandelen uit de sector financiële waarden een verlies werd geleden van gemiddeld 4,4% (tot en met 31 mei 2016, in euro’s). Raming rendementen 2016 In het onderstaande schema ziet u onze ramingen van de beleggingsresultaten voor het beleggingsjaar 2016, per beleggingscategorie. Ook ziet u per categorie de rendementen in 2016, tot en met 31
11
mei. De waarde van de ramingen moet niet worden overschat. Het zijn slechts mogelijke uitkomsten, waarbij we ook nog willen opmerken dat het om indexrendementen gaat. De kosten van beleggen,
zoals eventuele transactiekosten en de servicefee, gaan daar dus nog van af.
Rendementsverwachtingen 2016
De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De afkorting LC staat voor ‘local currencies’, oftewel lokale valuta’s. Bron: ING Investment Office, 31 mei 2016.
12
Actief beheer van onze tactische assetallocatie Op het moment van schrijven, 31 mei 2016, hanteren wij in de tactische assetallocatie van onze beleggingsstrategieën een neutrale weging van aandelen. De weging van vastgoedaandelen hebben wij in april 2016 verhoogd van neutraal naar overwogen, ten koste van alternatieve beleggingen (die overigens wel nog steeds licht overwogen zijn) en obligaties. Het exacte beleid kan overigens per beleggingsstrategie verschillen: niet in elke strategie zijn alternatieve beleggingen opgenomen. Naar onze mening zal de zoektocht van beleggers naar rendement in de vorm van inkomsten (dividend, rente) voorlopig nog doorgaan en zijn vastgoedaandelen een aantrekkelijk alternatief. Gezien de verwachte volatiliteit denken wij dat we in 2016 nog iets vaker dan in 2015 onze tactische assetallocatie zullen aanpassen. Het op de juiste momenten vergroten en verkleinen van risico zal van doorslaggevende invloed zijn op de beleggingsresultaten. Tactische onderweging staatsobligaties In de eerste maanden van 2016 kregen de rendementen op beleggingen in staatsobligaties van landen uit de eurozone steun van de nog iets verder dalende rentes. Maar het omgekeerde kan ook gebeuren: een iets hogere kapitaalmarktrente kan leiden tot kleine koersverliezen op staatsobligaties uit de eurozone. Die koersverliezen zullen naar verwachting slechts voor een deel worden gecompenseerd door de nog iets lagere spreads van staatsobligaties van de perifere eurolanden. Wij houden daarom vooralsnog vast aan de tactische onderweging van staatsobligaties. Binnen staatsobligaties gaat onze voorkeur uit naar de perifere eurolanden. Daar is de marktrente nog ruim een procent hoger dan in Duitsland. In 2015 hebben oplopende spreads het rendement op (hoogrentende) bedrijfsobligaties behoorlijk gedrukt. Een fors lagere olieprijs en een lawine van nieuw uitgegeven obligaties hebben in 2015 onverwacht
geleid tot hogere effectieve rentes. Sinds het herstel van de olieprijs in februari 2016 is er sprake van een omgekeerde beweging, wat tot een behoorlijk positief rendement op hoogrentende bedrijfsobligaties heeft geleid. Onderweging ‘EMD’ opgeheven Ook voor de rest van 2016 blijven wij wat de obligatiecategorieën betreft onverminderd enthousiast over (hoogrentende) bedrijfsobligaties. De matige economische groei en de – vanwege de lage rente – laag blijvende financieringslasten zorgen voor gunstige omstandigheden. Wel is er verschil tussen Amerikaanse en Europese bedrijfsobligaties. De VS is niet alleen iets verder in de economische cyclus, maar ook in de kredietcyclus . We zien dat daar langzaam maar zeker sprake is van een verzwakking van de omstandigheden. Bovendien blijft een lage olieprijs voor hoogrentende bedrijfsobligaties een risicofactor (doordat oliebedrijven in deze obligatiecategorie zwaar zijn vertegenwoordigd), al denken wij wel dat het faillissementsrisico bij de huidige olieprijs van tegen de vijftig dollar per vat door de markt te hoog is ingeprijsd. De hogere risicopremie maakt deze obligatiecategorie aantrekkelijk, maar beleggers moeten er wel rekening mee houden dat er in deze categorie grote koersschommelingen kunnen optreden. Dat geldt ook voor obligaties uit opkomende markten (‘EMD’, emerging market debt): aantrekkelijke waarderingen, maar de koersschommelingen kunnen groot zijn. Via de valutamarkt zal het beleid van de belangrijke centrale banken grote invloed hebben op het koersverloop van EMD. De onderweging van de categorie EMD hebben we in maart 2016 verhoogd naar een neutrale weging. De belangrijkste redenen voor deze verhoging waren de hogere grondstoffenprijzen en het perspectief van een wat langere periode van een iets zwakkere wisselkoers van de Amerikaanse dollar ten opzichte van valuta van opkomende markten.
13
Tactische assetallocatie per 31 mei 2016
Bron: ING Investment Office. Dit is onze tactische assetallocatie per 31 mei 2016. Onze actuele allocatie vindt u in ons Maandbericht Beleggen.
14
Bas Heijink technisch analist
Technische analyse
De stijgende trend van de aandelenindices is intact gebleven, ondanks de forse correcties begin 2016 De stijgende langetermijntrend van de aandelenindices is intact gebleven. Begin 2016 ondergingen de aandelenmarkten forse correcties. Daardoor ontstonden er hogere bodems. De nieuwe trend in de AEX moet nog wel vorm krijgen.
Wat is technische analyse? Technische analyse is een analysemethode waarbij in koersgrafieken en andere marktdata naar trends en herkenbare patronen wordt gezocht. Op grond daarvan doet de technisch analist uitspraken over de situatie op korte en lange termijn in de betreffende markt. De belangrijkste gegevens die de analist hiervoor gebruikt, zijn de koers, het handelsvolume en de tijd. De analist gaat ervan uit dat marktbewegingen de uitkomst vormen van het gedrag van beleggers. In de koersgrafieken ontstaan daardoor trends en andere koerspatronen. Technische analyse is niet zozeer het voorspellen van koersbewegingen, als wel het op basis van marktgegevens schetsen van de waarschijnlijkste toekomstscenario’s. De technische analyse zal geregeld afwijken van de fundamentele visie. De beleggingsstrategieën van ING komen voornamelijk tot stand op basis van fundamentele analyse.
15
Belangrijk eerste kwartaal AEX Het eerste kwartaal van 2016 is een belangrijk kwartaal geweest voor de AEX-index. Er werd bij 378,50 punten een bodem in het langetermijnbeeld geplaatst en we zagen een ‘klassieke’ omkeer. De bewegingen van april 2015, toen de AEX een top vormde bij 510 punten, tot begin 2016 vertonen qua diepte en tijdsverloop veel overeenkomsten met de bewegingen die in 2011 plaatsvonden. Ook toen werd er een belangrijke bodem in het langetermijnbeeld geplaatst. Inmiddels vertoont de AEX een nieuwe stijgende trend, die overigens nog wel vorm moet krijgen.
AEX-index
Forse terugvallen zijn noodzakelijk voor stijgende trend Voor de zomermaanden van 2016 achten wij een test van de novembertop van 2015 bij 475 punten mogelijk, en voor de tweede helft van 2016 blijft een beweging naar de zone 495-520 punten kansrijk. Een voorwaarde daarvoor is wel dat de stijgende langetermijntrend intact blijft. In 2016 hebben er al drie correcties plaatsgevonden, waaronder twee van meer dan 10%. Wij achten de kans groot dat 2016 een jaar met veel koersbeweging zal blijven en dat er nog meerdere correcties zullen plaatsvinden. Maar de trend is stijgend, en forse terugvallen zijn
16
Bron: Reuters Metastock XIV, mei 2016
noodzakelijk om de stijgende bodemlijn te bepalen en de buitengrenzen van de trend te vormen. S&P 500 Index: stijgende langetermijntrend is intact gebleven Voor het eerst in jaren heeft er in de S&P 500 Index een correctie plaatsgevonden van meer dan 10%. Deze index vormde begin 2016 een dubbele bodem bij 1.810 punten en bereikte daarmee bijna de sinds 2009 stijgende langetermijnbodemlijn. Inmiddels heeft de S&P 500 Index in een krachtige opgaande beweging de belangrijke toppenzone van 2.110-2.135 punten opnieuw getest. Wij verwachten dat nog in
mei 2016 – na de nodige consolidatie en mogelijk na een tijdelijke terugval – de volgende fase van de stijgende langetermijntrend van de maanden daarna kan starten. Dat zou een structurele doorbraak van de zone 2.110-2.135 punten betekenen en een opwaarts vervolg naar – in eerste instantie – de 2.300 punten.
S&P 500 Index
Olieprijs: krachtige draai en veel potentie Begin 2016 is onze technische visie op de meeste grondstoffen gedraaid van negatief naar positief. Wij meenden toen al dat het opwaartse potentieel enorm groot was. Als we naar de grafiek van de WTI-olieprijs kijken, is te zien dat deze begin 2016 een dubbele bodem vormde, waarna hij in februari de langere dalende toppenlijn brak. Inmiddels is ons eerste
Bron: Reuters Metastock XIV, mei 2016
koersdoel van 51 USD bijna bereikt. Dit betekent dat de olieprijs vanaf de bodem al ruim 20 USD is opgelopen. De trend is krachtig en opwaarts gericht, maar rond de 51 USD mag toch een neerwaartse tegenreactie worden verwacht voor de vorming van een volgende, hogere bodem. Ons eerstvolgende doel voor de tweede helft van 2016 ligt bij 62 USD.
17
Prijs WTI-olie in dollar per vat
Euro-dollarkoers: opwaartse druk De euro-dollarkoers heeft de lange dalende trend vanaf de 1,40-top aan het einde van de zomer van 2015 gebroken. Sindsdien is er sprake van een zijwaartse trend binnen een bandbreedte van 1,045 en 1,150. Sinds de hertest van de onderkant van eind 2015 is er een krachtige stijgende middellangetermijntrend te zien. Wij achten de
18
Bron: Reuters Metastock XIV, mei 2016
kans groot dat de bovenkant van de zijwaartse bandbreedte de komende tijd bij 1,150 opwaarts zal worden gebroken, waarna een nieuwe stijgende langeretermijntrend kan ontstaan. Het eerste doel daarna ligt dan bij 1,200-1,210. Anderzijds zou een beweging onder de 1,105 een verzwakking betekenen en ertoe leiden dat de huidige zijwaartse fase langer kan gaan duren.
Grafiek euro-dollarkoers
Bron: Reuters Metastock XIV, mei 2016
Belangrijke informatie De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het
beleggingsaanbevelingen maar geen beleggingsadvies
verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor
noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop
de toekomst. U kunt uw inleg (gedeeltelijk) verliezen. Er is
van enig financieel instrument. ING Bank N.V. betrekt haar
geen rekening gehouden met de kosten van beleggen, zoals
informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle
een service fee. Deze kosten moeten in mindering worden
mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde
gebracht op het rendement.
van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in deze publicatie heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING
Disclosure
Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte
Deze technische analyse is opgesteld door Bas Heijink,
informatie accuraat of compleet is. De informatie in deze
technisch analist van het ING Investment Office en
publicatie kan gewijzigd worden zonder enige vorm van
is uitgebracht door ING Bank N.V. Zijn beloning is niet
aankondiging. Auteursrecht en rechten ter bescherming van
afhankelijk van specifieke observaties of standpunten in deze
gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie.
publicatie. Evenmin houdt hij beleggingsposities aan in de
Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan,
genoemde financiële instrumenten.
mits de bron wordt vermeld. ING Bank N.V. is statutair gevestigd te Amsterdam, handelsregister nr. 33031431
Disclaimer
Amsterdam en staat onder toezicht van De Nederlandsche
Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd
Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten AFM).
te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie. ING Bank
Het betreft hier een beleggingsaanbeveling op basis van
N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie bevat
technische analyse, die een autonome analysemethode is. De beleggingsaanbeveling op basis van technische analyse kan afwijken van de overige beleggingsaanbevelingen verstrekt door ING Bank N.V.
19
Jochen Harkema - analist duurzaam beleggen Peter Tros - analist duurzaam beleggen
Duurzaam beleggen
Na de klimaatconferentie in Parijs is klimaatontwrichting dit jaar hét thema binnen duurzaam beleggen Bij duurzaam beleggen kijken we naar langetermijnontwikkelingen. De klimaatontwrichting is daar een van. Met de klimaatconferentie eind 2015 is de aandacht hiervoor sterk gegroeid. Het is dit jaar hét thema binnen duurzaam beleggen.
Daarnaast is ook het belastinggedrag van bedrijven een belangrijk thema, zeker sinds de publicatie van de zogenoemde Panama Papers. Maar eerst even terug naar begin december 2015: toen vond in Parijs de 21e klimaatconferentie van de Verenigde Naties plaats. Klimatologen en andere wetenschappers zijn het er inmiddels in grote meerderheid over eens dat er een verband bestaat tussen de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer en de opwarming van de aarde. De CO2-uitstoot moet drastisch worden teruggeschroefd om de opwarming onder de door wetenschappers als kritisch aangemerkte maximale temperatuurstijging van 2 ºC te houden. De regeringsleiders van de 195 landen die aan de conferentie deelnamen, hebben een akkoord gesloten over het terugdringen van de CO2-uitstoot om zo de temperatuurstijging te beperken. Hoewel er al eerder een klimaatverdrag is gesloten (het Kyoto-protocol), is dit het eerste akkoord waar alle deelnemende landen mee hebben ingestemd.
20
Het akkoord voorziet in steun aan ontwikkelingslanden De bij het akkoord aangesloten landen zijn overeengekomen de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, de wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot ruim onder de 2ºC en zelfs een inspanning te doen om deze tot 1,5 ºC te beperken. Bovendien is er overeenstemming bereikt om meer geld beschikbaar te stellen en om de ontwikkelingslanden financieel te ondersteunen, waardoor zij zich kunnen aanpassen aan de opwarming van de aarde. Op 22 april 2016 hebben 171 van de 195 landen het klimaatakkoord bekrachtigd. De overige landen hebben hiervoor nog tot december 2016 de tijd. Investeerders mijden fossiele brandstoffen Er zijn al verschillende initiatieven genomen om het verbruik van fossiele brandstoffen te verminderen. Jaarlijks wordt er bijna 500 miljard dollar aan subsidies verstrekt ten behoeve van
fossiele brandstoffen. De Wereldbank pleit voor afschaffing van deze subsidies en voor een belasting op CO2-uitstoot. De Europese Investeringsbank en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) hebben besloten om de financiering en subsidiëring van kolencentrales terug te dringen. Ook grote pensioenfondsen als ABP en Pensioenfonds Zorg en Welzijn schroeven hun investeringen in fossiele brandstoffen terug. Nu er in het Klimaatakkoord ook concrete afspraken zijn vastgelegd, zullen er nog meer initiatieven volgen om de CO2-uitstoot te beperken en zullen steeds meer investeerders zich terugtrekken uit fossiele brandstoffen. Panama Papers zetten belastingdiscussie verder op scherp De Panama Papers zorgen voor veel maatschappelijke beroering. Volgens deze publicatie maken tal van bedrijven en particulieren op grote schaal gebruik van fiscale ontwijkingsroutes. Dit leidt tot kritiek op het belastinggedrag van bedrijven en personen. Ook de politiek uit kritiek op deze
partijen en bezint zich op maatregelen. De Europese Commissie wil multinationals die in Europa actief zijn, dwingen om transparanter te zijn over hun vennootschapsbelasting. Bedrijven die nalaten om transparant te zijn over hun belastingbetalingen lopen ook nu al reputatierisico’s. Voorkeur voor bedrijven die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen De analisten duurzaam beleggen van ING letten onder meer op de mate waarin belasting wordt ontweken, op hoe transparant men hierover is en in hoeverre hierbij de relevante wet- en regelgeving wordt nageleefd. Ook kijken we naar maatschappelijke ontwikkelingen en de publieke opinie. Een duurzame onderneming laat zich niet louter leiden door de kortetermijnwinsten die allerlei voordelige fiscale routes kunnen opleveren. Wij beleggen liever in bedrijven die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen, een eerlijk deel aan belastingen betalen en oog hebben voor de belangen van de verschillende belanghebbenden.
Bekijk de sectoren 21
Sectoren
Bekijk hieronder de visie van ING op de verschillende sectoren Hoewel de economie als geheel niet sterk groeit, is er wel degelijk sprake van vooruitgang en innovatieve ontwikkelingen. Nieuwe aanbieders nemen de plaats in van bedrijven die stil blijven staan.
Cor Blankestijn beleggingsanalist
Duurzame consumentengoederen
De reis- en hotelsector, maar ook de luxegoederensector, zijn getroffen door de aanslagen in Parijs Duurzame consumentengoederen zijn bijvoorbeeld tv’s en koelkasten, producten in en om de woning, auto’s en juwelen. Ook dienstverleners als cruisemaatschappijen en reclamebureaus worden tot deze sector gerekend. Niet lang na het uitbrengen van onze Beleggingsvisie 2016 werd Parijs getroffen door terroristische aanslagen, waarbij meer dan honderddertig doden vielen. Deze gebeurtenissen, maar ook de aanslagen die in de maanden daarna volgden, raakten de bedrijfsresultaten van veel consumentensectoren. Daardoor pakt 2016 tot nu toe anders uit dan wij
22
hadden voorzien. De hotelsector zag het aantal kamerboekingen fors terugvallen. Dit gold met name voor Parijs, maar ook voor andere hoofdsteden, zoals Brussel. Enkele malen, vlak na aanslagen, vielen de boekingen zelfs helemaal stil.
Minder televisie, meer online films en programma’s De toeristen die wegbleven uit steden als Parijs, kochten daar dus ook geen luxegoederen zoals juwelen en kleding. Ook bleven restaurants en koffiehuizen leger dan voorheen, wat flink gedaalde omzetten tot gevolg had. Positieve financiële resultaten waren er voor de mediabedrijven, die extra reclametijd verkochten en betere kijkcijfers hadden. Dit dempte enigszins het negatieve effect van de nog steeds weglopende kabelabonnees, het zogenoemde cord-cutting. Het zal nog wel even duren voordat de rust op de markt voor luxe consumentengoederen en -diensten weer terugkeert. Ook verwachten wij dat luxeproducten steeds vaker online zullen worden gekocht, in plaats van in fysieke winkels. Effecten Dieselgate merkbaar in de autosector … In het artikel over deze sector in onze Beleggingsvisie 2016 werd de vraag gesteld of Dieselgate, het schandaal waarbij Volkswagen werd betrapt op fraude met de uitstoot van hun dieselauto’s, de toekomst van het autorijden zou veranderen. We zijn pas een halfjaar verder, en nu al kan die vraag bevestigend worden beantwoord. In 2016 groeit het aantal auto’s dat niet of slechts gedeeltelijk op fossiele brandstof rijdt harder dan ooit tevoren. Het marktaandeel van de valsspelers in de sjoemelsoftware-affaire daalt nu al bijna een halfjaar elke maand, ook al hebben slechts een paar fabrikanten – met name Volkswagen, Suzuki en Mitsubishi – er echt last van. Nissan heeft handig gebruikgemaakt van het schandaal door op een zeer laag koersniveau een groot belang in Mitsubishi te nemen.
… en aan imagocampagnes en opgelegde boetes Dieselgate versnelt de omschakeling van fossiele brandstof op niet-fossiele energiebronnen. In ons sectorcommentaar over de CO2-uitstoot van personenauto’s van april 2015 kunt u lezen dat de Europese autofabrikanten toen voor een keuze stonden. Óf vervroegde investeringen in schonere en zuinigere auto’s, óf straks in 2020-2021 dezelfde bedragen uitgeven aan boetes wegens te veel uitstoot. Dit was al zo voordat de sjoemelsoftwareaffaire begon. De schade voor Volkswagen lijkt inmiddels, alleen al door in de VS te betalen boetes en vergoedingen, in de tientallen miljarden euro’s te lopen. Daarnaast zal Volkswagen ook nog enkele tientallen miljarden gaan investeren om zijn gehavende imago op te vijzelen. Dat lukt volgens ons alleen als er op grote schaal – voor alle modellen – in elektrisch rijden wordt geïnvesteerd. Er gaan zelfs geruchten dat Volkswagen zal worden verplicht om in de VS elektrische auto’s te gaan produceren. Autosector slechtst presterende subsector op de beurs, ondanks verkooprecords Binnen de sector duurzame consumentengoederen presteerde de autosector in 2016 op de wereldwijde aandelenmarkten toe eind mei het slechtst van alle subsectoren, ondanks het feit dat de verkopen nog steeds op recordhoogtes lagen. Door de sjoemelsoftware-affaire hebben consumenten een sterkere onderhandelingspositie gekregen. Dit is met name het geval in de VS. Daar is de korting die dealers bij de aanschaf van een nieuwe auto geven naar een recordhoogte gestegen: deze ligt nu ruim 14% hoger dan een jaar geleden.
23
Cor Blankestijn beleggingsanalist
Dagelijkse consumentengoederen
Grote sportevenementen jagen doorgaans de omzetten aan. Maar de meeste moeten dit jaar nog beginnen De sector dagelijkse consumentengoederen kent naast de drankensector nog de subsectoren voedingsmiddelen, huishoudelijke en persoonlijke verzorgingsartikelen, winkelketens en tabaksfabrikanten. Het merendeel van de thema’s die wij in onze Beleggingsvisie voor 2016 voor deze sector hebben gesignaleerd, spelen pas vanaf het eind van het tweede kwartaal. Dat zijn bijvoorbeeld de grote sportevenementen, zoals de Olympische Spelen in Brazilië en het EK voetbal in Frankrijk. De extra consumptie die we in de 24 landen die meedoen aan het EK voorzien, moet dus nog plaatsvinden. Omdat onze mannen niet meedoen in Frankrijk, verwachten we hier minder consumptie van bier en snacks dan normaal tijdens een EK. Zo zal Ahold veel omzet mislopen in zijn Albert Heijns en Gall & Gall-winkels. Wel zien we dat consumenten de afgelopen maanden meer zijn gaan uitgeven. Vooral in de VS, waar de lonen aan het stijgen zijn, en dan met name die van het laagstbetaalde winkel- en restaurantpersoneel. De energie- en brandstofprijzen blijven naar verwachting laag en de rente zal dit jaar ook niet al te veel stijgen. Daardoor blijven de woonlasten laag, wat gunstig is voor het vrij besteedbare inkomen, en dus voor de consumptie.
24
Suiker de nieuwe staatsvijand? Van de gezondheidsthema’s die wij in onze Beleggingsvisie voor 2016 voor de sector dagelijkse consumentengoederen hebben genoemd, lijkt de strijd van overheden tegen de hoge consumptie van suiker de belangrijkste te zijn geworden. Overmatige suikerconsumptie kan tot allerlei gezondheidsproblemen leiden. Sinds maart 2016 betalen consumenten in het Verenigd Koninkrijk extra belasting op drankjes met een hoog suikergehalte. In Mexico was dit al het geval, en waarschijnlijk voert dit jaar ook Saudi-Arabië een suikertaks in. Andere landen zullen zeker volgen, om zo de hoge kosten van de gezondheidszorg als gevolg van ongezonde voedingsmiddelen gedeeltelijk door de gebruikers daarvan te laten betalen.
In de VS begint het er inderdaad op te lijken In de VS denkt de toezichthouder op de gezondheid en voedsel, de Food and Drug Administration (FDA),
na over strengere regels voor wat er over suiker op verpakkingen moet staan. In San Francisco moeten frisdrankfabrikanten nu al onder hun advertenties en op billboards een tekst plaatsen waarin staat dat drinken van frisdrank met toegevoegde suikers bijdraagt aan obesitas, diabetes en tandbederf. Op openbare plekken als parken en bushaltes zijn reclame-uitingen van de frisdrankindustrie al helemaal niet meer toegestaan. Daarmee lijken producten met veel suiker in hetzelfde verdomhoekje terecht te komen als tabak en – in mindere mate – alcohol. De risico’s voor voedselen frisdrankfabrikanten (strengere regulering, een suikertaks en rechtszaken over aansprakelijkheid) zouden tot een herwaardering van deze bedrijven kunnen leiden. Beleggingen in fabrikanten van suikerhoudende dranken en snacks zouden daardoor nog minder populair kunnen worden. Om geen al te groot omzetverlies te lijden, zouden deze fabrikanten innovatiever met suikervervangers moeten omgaan. Zoektocht naar het ei van Columbus Alle grote producenten van consumentengoederen doen hun uiterste best om financieel minder afhankelijk te worden van producten met veel suiker, ook om zo een gezonder imago te krijgen. Ze
doen dat op verschillende manieren. Zo heeft CocaCola kleinere blikjes geïntroduceerd, zet Mondelēz sterk in op glutenvrije producten en is PepsiCo met gezondere snacks gekomen, zoals hummus. De zoetstof stevia wordt ingezet voor mensen die wel zoete dranken willen drinken, maar geen aspartaam willen gebruiken (dat overigens ook niet goed voor je gezondheid zou zijn, hoewel de wetenschap het daarover nog niet eens is). Hogere marges op gezonde voeding De voedingsmiddelenfabrikanten die het sterkst doordrongen lijken te zijn van de mogelijke toekomstige gezondheidsclaims, zijn Unilever, Nestlé en Danone. Die zijn al jaren bezig om zichzelf om te vormen in door wetenschap gedreven bedrijven op het gebied van voeding, gezondheid en wellness. Niet dat zij stoppen met de verkoop van chips, chocolade en ijs, maar de groei moet – behalve van koffie – vooral komen van voeding die de gezondheid bevordert. Hierop zijn de winstmarges veel hoger dan op gewone voedingsmiddelen.
25
Marina Hagoort beleggingsanalist
Basismaterialen
De markten voor basismaterialen worden bepaald door overschotten. Er is te veel productiecapaciteit In de sector basismaterialen zijn bedrijven actief die grondstoffen produceren en verwerken, zoals mijnbouwers, chemiebedrijven en producenten van bouwmaterialen en papier.
De markten voor basismaterialen worden bepaald door overschotten Verlichting voor de huidige sectorwijde marktoverschotten zal van een afname van de Chinese basismaterialenexport moeten komen. De prijsdalingen waar we op dit moment mee te maken hebben, zouden tot de sluiting van de productiecapaciteit met de hoogste kosten moeten leiden. De afgelopen jaren hebben we echter gezien dat producenten om hun marktaandeel te verdedigen onder de kostprijs bleven leveren, in de hoop dat de prijzen weer zouden stijgen. In de Verenigde Staten en Europa leidde dit tot onderzoeken naar het tegen dumpprijzen aanbieden van onder andere staal en aluminium, en tot maatregelen om dit tegen te gaan. Het aanbod zal in balans moeten komen met de vraag Wij verwachten dat een aanzienlijk deel van de verliesgevende productiecapaciteit uiteindelijk zal moeten sluiten. Als het aanbod meer in balans komt met de vraag, kunnen de prijzen zich stabiliseren en zelfs weer stijgen. De producenten met de
26
laagste kosten zouden hier dan van profiteren. Wij verwachten echter niet dat de grondstoffenprijzen op de recordniveaus van 2011 zullen terugkeren. Terwijl de productiecapaciteit is toegenomen, is voor veel materialen de vraag de afgelopen jaren namelijk juist structureel afgenomen. De lagere olieprijs heeft het competitieve landschap veranderd Energie is van essentieel belang voor de productie van chemicaliën. Voordat in de zomer van 2014 de daling van de olieprijs inzette, hadden chemiebedrijven in de Verenigde Staten en China, die toegang hadden tot relatief goedkope olie en gas respectievelijk steenkool, een kostenvoordeel ten opzichte van Europese productiefaciliteiten. Nu de olieprijs meer dan gehalveerd is, zijn Europese chemiebedrijven veel competitiever geworden. Na sterke start in 2016 komt de sector mogelijk weer onder druk te staan Alle grote producenten van consumentengoederen Van een aantal grondstoffen stegen de prijzen
in de eerste vier maanden van 2016 sterk. Dit was deels een reactie op het afbouwen van de voorraden, wat tot en met 2015 is doorgegaan. Voor de meeste grondstoffen zien wij momenteel echter geen structurele verbetering van de verhouding tussen aanbod en vraag. Voor de tweede helft van 2016 wordt onder andere een
grote toename van het ijzerertsaanbod uit nieuw ontwikkelde mijnen verwacht. Als deze toename niet wordt opgevangen door hogere verwachtingen voor de economische groei of door omvangrijke maatregelen tegen dumping, kunnen de koersen van basismaterialenproducenten weer onder druk komen te staan.
Marina Hagoort beleggingsanalist
Nutsbedrijven
Een belangrijke langetermijnontwikkeling is de integratie van batterijen voor elektriciteitsopslag in stroomnetwerken In de nutssector zijn bedrijven actief die zich bezighouden met de productie, opslag en levering van elektriciteit, aardgas en water. Ook bedrijven die afval ophalen en verwerken of water zuiveren vallen binnen deze sector.
27
Technologische vooruitgang verandert de sector Voor 2016 en de komende jaren verwachten wij dat de nutsbedrijven die op nieuwe technologieën inspelen het best zullen presteren. Elektriciteitsproducenten die dit niet doen, zullen steeds meer moeite hebben om winst te maken. Een belangrijke langetermijnontwikkeling is de integratie van batterijen voor elektriciteitsopslag in stroomnetwerken. Naar verwachting zullen de kosten van dergelijke batterijen de komende tien jaar met meer dan de helft afnemen. Sluiting conventionele capaciteit zou elektriciteitsmarkten meer in balans brengen Hoewel de duurzame opwekkingscapaciteit toeneemt, wordt veel conventionele capaciteit, zoals die op basis van steenkool-, aardgas- en kerncentrales, in stand gehouden om ook wanneer het niet hard genoeg waait of de zon niet schijnt voldoende elektriciteit te kunnen leveren. De overcapaciteit die hierdoor de afgelopen jaren is ontstaan, drukt de elektriciteitsprijzen. Vergroting van de capaciteit voor elektriciteitsopslag zou de beschikbaarheid van duurzaam opgewekte elektriciteit veel betrouwbaarder maken. De conventionele capaciteit kan dan worden verminderd, waardoor de elektriciteitsmarkten meer in balans komen. Sluiten verliesgevende capaciteit is uiteindelijk onafwendbaar De verliezen die moeten worden genomen bij het sluiten van conventionele capaciteit zouden worden beperkt door de steun die de elektriciteitsprijzen krijgen door het afnemende aanbod als gevolg van de krimpende capaciteit. Producenten van duurzame
28
energie profiteren hier het meest van. Nutsbedrijven die wachten met het sluiten van verliesgevende capaciteit, stellen de pijn slechts uit. Hier kan een niet-realistische bedrijfsvoering aan ten grondslag liggen, maar ook regelgeving die capaciteitssluiting bemoeilijkt. Decentralisatie verschuift nutsactiviteiten van elektriciteitsproductie naar dienstverlening Verbeterde en goedkopere elektriciteitsopslag zou ook de decentralisatie van energieopwekking, dus het op meer plaatsen en kleinere schaal opwekken van energie, mogelijk maken. Als huishoudens zelf genoeg elektriciteit kunnen opwekken en opslaan, hebben zij geen externe leverancier meer nodig. Dit zou negatief uitpakken voor de productie- en leveringsactiviteiten van nutsbedrijven. Marktpartijen die de opwekkingscapaciteit (bijvoorbeeld zonnepanelen), batterijen en hieraan verbonden diensten leveren, kunnen daarentegen juist van deze decentralisatie van de energieopwekking profiteren. Technologische ontwikkelingen brengen ook nieuwe elektriciteitsbehoeften met zich mee Door de voortschrijdende technologische ontwikkelingen worden elektronica en elektrische apparaten steeds efficiënter, waardoor de vraag naar elektriciteit afneemt. Anderzijds worden er door de technologische vooruitgang ook nieuwe vormen van elektronica ontwikkeld. Een belangrijk voorbeeld daarvan zijn de elektrische vervoermiddelen. Naarmate er meer elektrisch wordt gereden, zal de vraag naar elektriciteit en oplaadpunten voor vervoer toenemen. Ook deze groeimarkt biedt kansen voor de sector.
Jan Kleipool beleggingsanalist
Financiële waarden
Door de turbulente start van 2016 op de beurs speelden veel angsten over de bankensector opnieuw op De turbulente start van 2016 op de financiële markten heeft veel angsten rond de bankensector weer doen opleven.
Onderliggend herstel banken blijft sterk … De balansen van banken zijn de afgelopen jaren aanzienlijk sterker geworden, dankzij het toevoegen van winst aan het eigen vermogen, reorganisaties, de verkoop van bedrijfsonderdelen en het uitgeven van eigen obligaties en aandelen. Bovendien normaliseren de bedrijfstrends zoals de winsten en het percentage debiteuren dat zijn verplichtingen niet nakomt en nemen de negatieve effecten van de ‘bad banks’ af. Deze trends waren tot nu toe ook in 2016 zichtbaar in de bedrijfsresultaten. Ook het effect van de andere positieve katalysatoren die we een halfjaar geleden in onze Beleggingsvisie 2016 hebben genoemd, was in 2016 duidelijk waarneembaar in de resultaten van de banken. Dit betreft onder andere een goede kostenbeheersing, de aantrekkende kredietgroei en een verdere daling van het percentage wanbetalingen. … maar de risico’s stapelen zich op en de renteverhogingen zijn vertraagd De geopolitieke en economische risico’s voor de
bankensector stapelen zich echter op. Vooral de leningen aan bedrijven in de energiesector en grondstoffensector en aan bedrijven in de opkomende markten kunnen de komende kwartalen tot hogere voorzieningen (reserveringen) leiden. De renteverhoging van de Amerikaanse centrale bank (de ‘Fed’) van eind 2015 heeft niet geleid tot hogere obligatierentes. De rentecurve is zelfs vlakker geworden. Ook in Europa zijn de rentes verder gedaald. De druk op de rentemarges houdt dus langer aan dan wij hadden verwacht. De lage rente is overigens ook ongunstig voor de beleggingsrendementen en kapitaalposities van verzekeraars. Het verwachte tempo waarin de Fed de beleidsrentes in 2016 verder zal verhogen, is bovendien sinds eind 2015 aanzienlijk afgenomen. Europese probleemgevallen niet representatief voor wereldwijde sector Enkele grote Europese banken met zakenbankdivisies hebben drastische herstructureringen doorgevoerd om financieel gezonder te worden. Tot nu toe
29
blijken deze inspanningen echter vruchteloos. Dat komt door de hoge kosten van herstructureringen en reorganisaties, door boetes als gevolg van rechtszaken en door grote investeringen in IT, terwijl een herstel van de toekomstige inkomsten steeds onzekerder wordt. Dit heeft geleid tot een toenemende onzekerheid over de houdbaarheid van de businessmodellen van deze banken. De betreffende zakenbanken vormen echter slechts een beperkte groep binnen de gehele financiële sector en in de waarderingen van deze banken zijn inmiddels zeer sombere scenario’s verrekend. In veel gevallend waren de resultaten van deze zakenbanken bovendien minder slecht dan gevreesd. Neutrale visie, gezien de lage waardering en de kans op meer stimulering In de bankensector overheersen dus negatieve factoren, zoals hardnekkig lage rentes, de steeds strengere kapitaaleisen van toezichthouders, ongunstige omstandigheden voor zakenbanken, herhaaldelijke boetes en schikkingen wegens
30
misdragingen in het verleden, geopolitieke spanningen en een onzekere macro-economische situatie. Bovendien kan er een nieuwe cyclus van stijgende wanbetalingen ontstaan als gevolg van de lage olie- en grondstoffenprijzen en in het geval van een groeivertraging van de Amerikaanse en Europese economie. De risico’s nemen in aantal en omvang toe en worden slechts gedeeltelijk gecompenseerd door kostenbeheersing, de groei van de kredieten, gezondere balansen en drastische herstructureringen. In de lage waardering van de sector zijn echter al veel negatieve scenario’s verdisconteerd. Bovendien zijn er ook opwaartse risico’s, zoals een sterk stimulerend economisch beleid van regeringen en de belangrijke centrale banken en de mogelijkheid van helikoptergeld: geld dat wordt uitgedeeld om de consumptie te stimuleren. Een andere reële mogelijkheid is een sterke opluchtingsrally als sommige van de risico’s mee lijken te vallen. Al met al kiezen we daarom voor een neutrale visie op de sector financiële waarden.
Jan Kleipool beleggingsanalist
Beleggingscategorie vastgoed
De lage rente maskeert de hoge waarderingen. In de 2e helft van 2016 is meer tegenwind te verwachten ING belegt voor haar beleggingsstrategieën alleen in beursgenoteerd vastgoed. Dit kan relatief snel worden aangekocht en verkocht. De huurinkomsten worden deels als dividend uitgekeerd. Dat maakt vastgoed in tijden van lage obligatierentes extra aantrekkelijk.
De lage obligatierentes maskeren echter de hoge waarderingen, die op de inkomsten zijn gebaseerd. In de VS neemt de kans op hogere rentes in de rest van 2016 toe. Daarmee neemt ook de druk op beursgenoteerd vastgoed toe. Lage rentes maskeren de op inkomsten gebaseerde hoge waarderingen De waarderingen op basis van diverse winst- en kasstroommaatstaven in de VS en Europa zijn aan de hoge kant. De huidige extreem lage rentes zorgen echter voor een groot verschil (een grote ‘spread’) tussen de kapitalisatiefactor van vastgoedaandelen en de effectieve rendementen van staatsobligaties. Deze spread rechtvaardigt voor een deel de huidige hoge waarderingen, maar biedt volgens ons te weinig zekerheid, omdat hij snel kan afnemen wanneer de rentes stijgen. Waarschijnlijk vindt in de VS in de loop
van 2016 een volgende renteverhoging plaats. De Fed verhoogt de beleidsrente echter in een lager tempo dan waar wij eind 2015 van uitgingen. Dit geeft de vastgoedsector voorlopig iets meer ruimte. Rente bepalend voor rendement vastgoed De bewegingen van de sector beursgenoteerd vastgoed worden momenteel grotendeels bepaald door de rentebewegingen. De sterke daling van de meerjarige obligatierentes en het economisch herstel in de VS en Europa hebben de afgelopen jaren voor aantrekkelijke beleggingsresultaten van vastgoed gezorgd. Gezien de hogere rentes die we voor de tweede helft van 2016 in het vooruitzicht hebben, verwachten wij dat vastgoed als beleggingscategorie meer tegenwind zal gaan ondervinden. Als de hogere rentes met een verdergaand economisch herstel gepaard gaan, hoeven ze echter geen zware
31
wissel te trekken op de bedrijfsmatige trends van de vastgoedbedrijven, zoals de huurinkomsten en bezettingsgraden. Operationele trends overwegend positief Over het algemeen is er bij vastgoed in de meeste regio’s en deelsectoren sprake van waardestijgingen en positieve bedrijfsmatige trends. De bezettingsgraden stijgen, de winkelverkopen groeien, de vraag naar vastgoed trekt aan en het aanbod blijft matig, waardoor de huurinkomsten en de waarde van het vastgoed stijgen. Deze positieve trends compenseren volgens ons voorlopig het risico van stijgende rentes.
32
De grootste hausse in beursgenoteerd vastgoed ligt waarschijnlijk achter ons De vooruitzichten voor beursgenoteerd vastgoed zijn volgens ons zowel voor de middellange als voor de lange termijn minder rooskleurig dan in de afgelopen zes jaar. Met hogere rentes in het vooruitzicht, de in veel regio’s te hoge, op inkomsten gebaseerde, waarderingen en de eerste signalen van oververhitting in enkele vastgoedmarkten beweegt de beleggingscategorie beursgenoteerd vastgoed zich volgens ons langzaam richting een top, waarna de trend kan keren. Op korte termijn is de druk op de categorie vastgoed iets afgenomen, doordat de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve (Fed), haar renteverhogingen minder snel dan verwacht doorvoert. Ook zetten de positieve onderliggende trends zich nog steeds voort.
David Wolters beleggingsanalist
Industriegoederen
De lage grondstoffenprijzen en de zwakkere economische groei in China zijn sectorbreed merkbaar De sector industriegoederen is een gevarieerde sector die bestaat uit concerns die kapitaalgoederen maken of grote kapitaalintensieve projecten exploiteren, zoals spoorwegen en vliegvelden. Ook dienstverleners zoals uitzendbureaus worden tot deze sector gerekend. Lage grondstoffenprijzen en zwakkere groei China sectorbreed merkbaar De sector industriegoederen bestaat uit diverse subsectoren, zoals conglomeraten, vliegtuigbouwers, spoorwegmaatschappijen, uitzendbureaus en luchtvaartmaatschappijen. De sector is gevoelig voor de wereldwijde economische groei. Binnen de sector zijn trends gaande waar alle bedrijven uit de subsectoren de gevolgen van ondervinden. Zo worden producenten van mijnbouwapparatuur getroffen door het massale uitstel van investeringen door de grote mijnbouwers vanwege de lage grondstoffenprijzen. Luchtvaartmaatschappijen profiteren daar juist van: door de lage olieprijs zijn de brandstofkosten lager. Ook zijn er subsectoren die last hebben van de afzwakkende economische groei in China, al lijkt de groei daar nu te stabiliseren. Hoewel de prijzen van sommige grondstoffen in 2016 een sterke stijging hebben laten zien, zijn de grondstoffenprijzen over een langere termijn beschouwd nog steeds laag. Concurrentievoordeel: innovatie Innovatie kan concurrentievoordeel bieden. Daarom blijft het voor industriebedrijven belangrijk om
te innoveren. De technologische ontwikkelingen gaan snel. Denk bijvoorbeeld aan de opmars van de 3D-printer, de voortgaande automatisering en de robotisering in fabrieken. Het internet der dingen, dat wil zeggen het aan internet koppelen van (huishoudelijke) apparaten, is een ander voorbeeld. Het brandstofverbruik van vliegtuigen kan worden verminderd door allerlei data met elkaar te combineren (het weer, het brandstofverbruik van de motor, navigatiegegevens). En in gebouwen kan efficiënter met energie worden omgegaan doordat – volledig geautomatiseerd – kan worden aangegeven waar onnodig energie wordt verbruikt, bijvoorbeeld doordat de temperatuur in een ruimte te hoog is. Dit zijn volgens ons ontwikkelingen die in de toekomst nog belangrijker zullen worden. Robotisering Op het gebied van robotisering volgen wij een bedrijf dat industriële robots fabriceert, het Japanse Fanuc. Dit concern produceert zeven dagen per week, 24 uur per dag robots met behulp van robots en is wereldwijd marktleider op het gebied van fabrieksautomatisering. Een ander inzicht is dat wij
33
denken dat binnen de sector industriegoederen de producten die aangeboden worden steeds meer een combinatie zullen vormen van hardware en software. Bijvoorbeeld bladen van windturbines die zichzelf automatisch optimaal instellen op de windsnelheid waardoor meer vermogen opgewekt kan worden. Bedrijven binnen deze sector die niet investeren in de softwareaspecten van hun producten, zullen dan ook een forse achterstand oplopen ten opzichte van de concurrentie.
divisies die niet tot de strategische activiteiten behoren. Deze concerns kunnen de afzwakkende Chinese economische groei (die nu overigens lijkt te stabiliseren) en de lage grondstoffenprijzen beter opvangen, doordat zij sterker gediversifieerd zijn dan andere bedrijven. Ook hebben ze veelal een goed gevuld orderboek en bieden ze diensten aan die een telkens terugkerende omzet opleveren. Een voorbeeld van een bedrijf dat aan deze voorwaarden voldoet, is General Electric.
Grote, samengestelde concerns: conglomeraten Voor 2016 hebben wij binnen de sector industriegoederen een voorkeur voor conglomeraten (grote, samengestelde concerns) die zichzelf verbeteren door het verhogen van hun winstmarges, het verlagen van de kosten of het afstoten van
David Wolters beleggingsanalist
Energie
De winsten in deze sector zijn onzeker door de olieprijs. De energiesector bestaat uit ondernemingen op het gebied van de exploratie, winning, raffinage en distributie van olie en gas. Ook de oliedienstverleners behoren tot deze sector. De olie- en gasprijzen zijn sterk bepalend voor de winsten van bedrijven in de energiesector. Het is dan ook begrijpelijk dat de winsten er flink lager zijn dan twee jaar geleden. De olieprijs is in de tussentijd fors
34
gedaald: in juni 2014 stond de olieprijs nog boven de $100 per vat. Wij denken dat de olieprijs en daarmee ook de koersen van aandelen uit de energiesector de komende maanden volatiel (beweeglijk) blijven
totdat vraag en aanbod van olie op de wereldmarkt met elkaar in evenwicht is. Wel is de olieprijs van een dieptepunt van $26 in het begin van het jaar naar ongeveer $50 eind mei gestegen. Factoren die hierbij een rol spelen, zijn de afname van de angst voor een wereldwijde recessie, de verwachte groei van de vraag naar olie en een tijdelijke afname van de olieproductie in verschillende delen van de wereld. Winsten van bedrijven uit de energiesector onzeker door olieprijs Tot de energiesector behoren grote oliebedrijven als Shell, Exxon en BP, die zowel een upstreamdivisie (voor het oppompen van olie en gas) als een downstreamdivisie hebben (raffinaderijen, tankstations). Daarnaast zijn er in deze sector ook bedrijven die zich alleen richten op het oppompen van olie en gas, en bedrijven die alleen raffineren. Tot de energiesector behoren ook de oliedienstverleners. Deze leveren bijvoorbeeld hijskranen voor boorplatforms of specialistische kennis voor het offshore boren naar olie, op vele kilometers diepte. Voorbeelden van oliedienstverleners zijn Schlumberger en Fugro. Door de lage olieprijs staan de winsten van oliemaatschappijen momenteel onder druk. Dit heeft tot gevolg dat er minder in exploratie en productie wordt geïnvesteerd. Ook de winsten van oliedienstverleners staan daardoor onder druk. Voor
35
bedrijven met een sterke balans biedt dit kansen voor overnames. Lage olieprijs: verbruik geraffineerde producten neemt toe Een van de gevolgen van de lage olieprijs, en de daardoor lage brandstofprijs aan de pomp, is dat er meer grote, zware auto’s worden gekocht. Dit leidt tot een hoger verbruik van geraffineerde producten als benzine en diesel. De downstreamdivisies van de grote oliebedrijven zorgen hierdoor over het algemeen voor goede resultaten, terwijl de upstreamdivisies minder goede resultaten boeken. Voorkeur voor grote oliebedrijven Voor 2016 geven wij binnen de energiesector de voorkeur aan de zogenoemde supermajors. Dit zijn de zeer grote concerns, die zowel een upstream- als een downstreamdivisie hebben. Binnen de groep supermajors gaat onze voorkeur met name uit naar bedrijven met een sterke vrije kasstroom, een gezonde balans en een grote downstreamdivisie. Een voorbeeld van een supermajor die aan deze voorwaarden voldoet is Exxon. Dit is een bedrijf dat al jarenlang op onze aanbevolen lijst staat en ook sterke resultaten boekt, ook bij een lage olieprijs. Wel zijn de resultaten een stuk minder dan twee jaar geleden.
Eric de Graaf beleggingsanalist
Gezondheidszorg
Gezondheidszorg was in 2016 tot nu een van de slechtst presterende sectoren op de aandelenbeurs De sector gezondheidszorg bestaat behalve uit farmaceutische ondernemingen en fabrikanten van medische apparaten ook uit dienstverlenende bedrijven, zoals concerns die medicijnen verstrekken en verzenden. De gezondheidszorgsector was de eerste helft van 2016 – in tegenstelling tot voorgaande jaren – een van de slechtst presterende sectoren op de aandelenbeurs. Voor farmaciebedrijven, goed voor ruim de helft van de beurswaarde van de sector, zien wij maar beperkte ruimte voor koerswinst. De verwachte winstgroei is daarvoor namelijk niet hoog genoeg. De subsector farmaceutische bedrijven is de afgelopen jaren dan ook gemiddeld genomen een van de minder presterende subsectoren. De koersontwikkeling per bedrijf verschilt fors door verschillen in de productenpijplijn: succesvolle nieuwe medicijnen kunnen een bedrijf enorme winsten opleveren. Biotechnologie: hoge rendementen, maar ook dalende koersen Aandelen van bedrijven uit de subsector biotechnologie hebben de afgelopen drie jaar gemiddeld bijna tweemaal zoveel rendement opgeleverd als de MSCI All Country World Index
(bron: Bloomberg, mei 2016). Dit komt door de bovengemiddeld sterke omzetgroei van deze subsector en door de – ten opzichte van de beurskoers – forse premies die bij overnames worden betaald. Dit laatste geldt vooral voor overnames van kleinere bedrijven. De aandelenkoersen van biotechbedrijven kwamen het afgelopen halfjaar fors onder druk te staan door discussies over te hoge medicijnprijzen en de houdbaarheid daarvan op de lange termijn. Het is opvallend dat vooral de grotere biotechbedrijven hiervoor zijn afgestraft en hun koersen zagen dalen. Hun aandelen hebben, in vergelijking met die van bedrijven uit andere sectoren, een uitgesproken lage en in onze ogen aantrekkelijke waardering. Medische apparaten: weinig groei, consolidatie zet door De eerste helft van 2016 bereikten aandelen van producenten en leveranciers van medische apparaten het hoogste waarderingsniveau sinds
36
2009. Een belangrijke oorzaak daarvan is het ‘defensieve’ karakter van deze subsector: ook bij economische tegenwind blijft er behoefte aan medische apparatuur, wat de omzetten op peil houdt. Een andere oorzaak van de hoge waardering is de consolidatie die momenteel gaande is. Deze levert veel schaalvoordelen op en leidt daardoor tot een toename van de gemiddelde winstgroei. Wij verwachten voor de komende jaren nog meer consolidatie, maar zien ook financiële ruimte bij bedrijven voor de inkoop van eigen aandelen. Daardoor zijn er nog mogelijkheden voor verdere koersstijgingen. Vanwege de bovengemiddelde waardering verwachten wij echter voor de tweede helft van 2016 geen verdere outperformance ten opzichte van de gemiddelde aandelenmarkt.
Medische dienstverleners: de grootste blijven groeien Tot de subsector medische dienstverleners behoren onder meer bedrijven die medicijnen verstrekken en verzenden. De bedrijven in deze subsector zijn vooral actief in de Verenigde Staten en hebben maar een beperkte omzetgroei. Overnames van kleinere spelers zijn een beproefd middel om de schaal te vergroten en zo de kosten per recept of uitgegeven medicijn te verlagen. Wij verwachten in deze subsector dan ook verdere consolidatie, waarbij partijen als Express Scripts, CVS en UnitedHealth hun marktaandeel verder zullen vergroten en op die manier blijven groeien.
Eric de Graaf beleggingsanalist
Informatietechnologie
Langdurige ‘achterblijvers’ zullen door activistische aandeelhouders tot de orde worden geroepen De sector informatietechnologie bestaat uit producenten van apparatuur (hardware) en dienstverlenende IT-bedrijven en softwareproducenten. Ook financiële dataverwerkers, zoals creditcardmaatschappijen, worden tot deze sector gerekend.
37
Aandelen van bedrijven uit de sector informatietechnologie hebben de afgelopen jaren gemiddeld genomen uitstekend gepresteerd. Er zijn wel verschillen tussen de subsectoren. En zelfs binnen de diverse subsectoren zijn er voor beleggers grote verschillen in rendement. Wij verwachten dat deze de komende jaren blijven bestaan, omdat er flinke verschillen tussen de winnaars en de verliezers zullen zijn. Wel denken wij dat langdurige achterblijvers steeds vaker snel en hard door ‘activistische’ aandeelhouders tot de orde zullen worden geroepen, bijvoorbeeld middels voorstellen om de onderneming op te splitsen. Pc-verkoop structureel onder druk, omzetgroei smartphones loopt terug Na een korte opleving in 2014 heeft de pc-markt in 2015 en ook in de eerste helft van 2016 weer zijn inmiddels normaal geworden krimppatroon laten zien. De pc-vervangingsvraag in de zakelijke markt zal waarschijnlijk wel wat aantrekken, maar de consumentenmarkt blijft onder druk staan. In de hele keten vindt daardoor consolidatie plaats, om door middel van schaalvergroting de kosten per product te kunnen verlagen. Ook de omzetgroei van smartphones zal volgens ons teruglopen, doordat er wereldwijd verzadiging optreedt. Wij denken dat Apple zich hier op termijn deels aan zal kunnen onttrekken doordat dit bedrijf een aantrekkelijker productaanbod heeft dan zijn concurrenten.
Cloudsoftware en advertentieverkopen: een aantrekkelijke combinatie In de softwarehoek zagen we de afgelopen jaren veel investeringen die op een groeiende aanwezigheid in de cloud zijn gericht. De positieve gevolgen hiervan begonnen al in 2015 goed zichtbaar te worden in de resultaten van SAP, Microsoft en andere softwareaanbieders. Wij verwachten dat deze ontwikkeling zich in 2016 zal versnellen. Ook de onlineadvertentie-inkomsten zullen een verdere groei laten zien, ten koste van de traditionele advertentieinkomsten. Bedrijven als Alphabet (Google) en Facebook kunnen hier bovengemiddeld goed van profiteren. IT-bedrijven die cloudsoftware combineren met advertentieverkopen zullen bij veel beleggers een streepje voor hebben. IT-dienstverleners: terugkeer naar groei Na jaren van krimp zien we de vraag naar ITdienstverlening weer wat aantrekken. De grotere bedrijven hebben zich door selectieve overnames en kostenoptimalisatie op dit herstel voorbereid. Het belangrijkste verschil met de vorige groeiperiode is dat er nu meer goed opgeleide potentiële medewerkers beschikbaar zijn. Wij verwachten daarom ditmaal veel minder prijsopdrijvende tekorten en zien de winstmarges, en dus de waarderingen, voorlopig niet naar historisch hoge niveaus gaan.
38
Marina Hagoort beleggingsanalist
Telecommunicatiebedrijven
Toezichthouders blokkeren sectorconsolidatie. Telecommunicatie en media gaan steeds meer in elkaar op In de sector telecommunicatie zijn bedrijven actief die telefonie, internet of televisie aanbieden. Mededingingsautoriteiten blokkeren sectorconsolidatie Consolidatie, dus het binnen een sector via fusies en overnames tot een kleiner aantal grotere spelers komen, zou de prijsconcurrentie in de telecommunicatiesector in toom kunnen houden. Dit zou de winst van de telecomaanbieders ondersteunen. Als er minder aanbieders zijn, kunnen immers door het schaalvoordeel de gemiddelde kosten dalen. De mededingingsautoriteiten stellen echter strenge voorwaarden aan fusies en overnames binnen de telecommunicatiesector om voldoende concurrentie in stand te houden. De afgelopen 12 maanden is een aantal voorgenomen fusies van telecomaanbieders geblokkeerd door de Europese Commissie of – vooruitlopend op een mogelijke afwijzing – afgeblazen. Wij denken dat de kans op een consolidatie die groot genoeg is om de winstgevendheid van de sector te ondersteunen, klein is.
39
Breder productaanbod door bundeling diensten Een andere manier om te concurreren is productdifferentiatie: het verbreden van het productaanbod. Door pakketten aan te bieden met verschillende combinaties van telefonie, internet en nieuws, sport en amusement (‘media’) proberen aanbieders beter te voldoen aan de wensen van de klant. Het media-aanbod neemt ook steeds meer uiteenlopende vormen aan. De aangeboden digitale televisie wordt bijvoorbeeld interactiever, waardoor de consument zelf kan bepalen wanneer hij een uitzending bekijkt. Telecommunicatie en media gaan in elkaar op Door de grotere populariteit van programma’s die door mediabedrijven als Netflix en HBO worden ontwikkeld, verlangen consumenten steeds meer soortgelijke hoogwaardige content als onderdeel van hun televisiepakket. Naarmate deze vormen van media een belangrijker onderdeel van de productieketen in de telecommunicatiesector worden, zal de scheidslijn tussen de media-industrie en de telecommunicatiesector minder scherp
worden. Het lijkt een logische ontwikkeling dat grote delen van de telecommunicatiesector en de mediaindustrie op de lange termijn in elkaar opgaan. Beperkte kans op groei in de telecommunicatiesector Vanwege de matige vooruitzichten voor consolidatie zien wij in de sector als geheel slechts een beperkte
kans op winstgroei. De telecomaanbieders die erboven uit zullen steken, zijn bedrijven die zich onderscheiden door de kwaliteit van hun product (bijvoorbeeld dankzij de exclusieve uitzendrechten van de UEFA Champions League of de Formule 1) en bedrijven die erin slagen om hun kosten aanzienlijk te verlagen.
Friso Rengers beleggingsanalist
Grondstoffen
Opvallende prijsstijging van olie en goud. In de 2e helft van 2016 is vooral de dollarkoers belangrijk Begin 2016 eindigde de vierjarige dalende trend van de grondstoffenprijzen. Vooral de stijging van de prijzen van olie en goud vielen op. In de tweede helft van 2016 zal vooral de ontwikkeling van de dollar van invloed zijn. In onze beleggingsstrategieën beleggen wij in een indexfonds van openbaar verhandelbare grondstoffen, zoals ruwe aardolie, geraffineerde brandstoffen (zoals dieselolie), metalen, sojabonen en mais. Grondstoffencontracten wisselen van eigenaar op de grondstoffentermijnmarkten. Door te beleggen in een grondstoffenindex – een ‘mandje’ termijncontracten voor diverse grondstoffen – kunnen
beleggers inspelen op mogelijke prijsstijgingen binnen de gehele beleggingscategorie. Grondstoffenprijzen stijgen weer, na daling sinds 2012 Hoewel in 2016 van alle beleggingscategorieën grondstoffen het best presteerden, worden de grondstoffenprijzen door beleggers en ‘fysieke marktpartijen’ (producenten en gebruikers) als laag
40
ervaren, doordat deze in het recente verleden veel hoger zijn geweest. Momenteel is er slechts een matige vraag naar grondstoffen, maar dat is logisch, gezien het lagere tempo waarin de wereldeconomie groeit. Op langere termijn zal de vraag naar grondstoffen weer aantrekken, vooral door een toenemende vraag uit de opkomende markten. Voldoende voorraden en aanbod Van de meeste grondstoffen zijn de voorraden ruim voldoende. De vraag naar grondstoffen is stabiel en groeit gematigd. De producenten kunnen voorlopig dan ook voldoen aan de vraag, zelfs bij nog lagere prijsniveaus. Zij zullen dan gewoonweg nog harder in de kosten snijden. Sommige bedrijven hebben als gevolg van de lagere prijzen productiecapaciteit moeten sluiten, maar in veel markten – waaronder die voor ruwe olie – zullen de productievolumes
maximaal worden opgevoerd om zo het verlies aan inkomsten te compenseren dat door de tegenvallende prijzen is ontstaan. Veel producenten hebben in de jaren waarin de grondstoffenprijzen hoog waren, leningen afgesloten (in USD), en er is enorm veel in de uitbreiding en vernieuwing van de productiecapaciteit geïnvesteerd. De aangegane schulden vormen nu een van de prikkels om juist meer te produceren. Weging grondstoffen blijft neutraal Wereldwijd is er veel kapitaal ‘op zoek naar rendement’. Als daar aanleiding voor is, zullen beleggers dan ook zeker de weg naar de grondstoffentermijnmarkten weten te vinden. Wij zien echter nog geen redenen voor een langdurige stijgende prijstrend voor grondstoffen.
Recente prijsontwikkeling grondstoffen
De waarde van uw beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Bron: Thomson Reuters Datastream, mei 2016.
41
TP2649A
Meer weten Heeft u vragen? Of wilt u uw persoonlijke situatie bespreken? Maak dan een afspraak met het Personal Banking Team via 020 22 888 88. Wij zijn u graag van dienst.
Disclaimer De informatie in deze brochure geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in deze brochure. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Beleggen brengt risico’s met zich mee, u kunt uw inleg (deels) verliezen. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 1 juni 2016.
42