PAS Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren Een hulpmiddel bij het zoeken naar passend werk
Bijlagen van de theoretische onderbouwing Deel D
Bijlagen
Adviesgroep ErgoJob
Auteurs:
Marije Goos Lieke van de Graaf Wendy Speksnijder Natascha Spijker Ruth Wobma
Senioradviseur:
Paul van der Hulst
In opdracht van:
Esdégé-Reigersdaal
Opleiding ergotherapie HvA © 2005, Instituut Ergotherapie, Amsterdam
Inhoudsopgave Inleiding.................................................................................................................................. 4 Bijlage 1.
Overheidsbeleid en financiering ....................................................................... 5
Bijlage 2.
De resultaten van de interviews ....................................................................... 8
Bijlage 3.
De dokter erbij?............................................................................................... 36
Bijlage 4.
Conclusies uit het interview ............................................................................ 38
Bijlage 5.
Gebruik van de ICF bij het in kaart brengen van arbeidsrelevante factoren. ........................................................................................................... 61
Bijlage 6.
Integration of OT and ICF concept ................................................................. 63
Bijlage 7.
Interview ‘Signaleringsinstrument voor arbeidsanalyse’ ............................... 69
Bijlage 8.
Bestaande instrumenten voor analyse van arbeidssituaties / vaardigheden van de cliënt ............................................................................. 89
Bijlage 9.
Mensen met een verstandelijke beperking .................................................... 90
Bijlage 10.
Mensen met niet-aangeboren hersenletsel ............................................... 95
Bijlage 11.
Evaluatieformulier...................................................................................... 100
Bijlage 12.
Evaluatiegegevens uit de pilot .................................................................. 104
Bijlage 13.
Conclusies pilot ......................................................................................... 129
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
3
Inleiding Deze bijlagen (deel D) horen bij de producten (deel A t/m C) van het afstudeerproject ‘Analyse van arbeidssituaties’. De delen zijn de volgende: ? Deel A: de PAS (analyse-instrument voor de vaardigheden van de cliënt) ? Deel B: de handleiding bij de PAS ? Deel C: theoretische onderbouwing ? Deel D: bijlagen bij de theoretische onderbouwing
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
4
Bijlage 1. Overheidsbeleid en financiering 1.1
Wetten
Afhankelijk van de handicap van de cliënten, wordt de begeleiding door de cliëntbegeleiders of jobcoaches betaald op basis van een van de volgende wetten. De uitbetaling van de uitkeringen wordt geregeld door het UWV of het zorgkantoor. Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) Een werknemer die langdurig ziek is of gehandicapt wordt en niet meer (volledig) in staat is het werk uit te voeren, kan een beroep doen op de WAO. Voor mensen die voor hun 18e verjaardag blijvend gehandicapt zijn (geraakt) is er de Wajong uitkering. Wet Reïntegratie Arbeidsgehandicapten (Wet REA) De Wet REA biedt arbeidsgehandicapten een aantal mogelijkheden om hun kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren. In het kader van de wet REA kan een scala aan voorzieningen aan werkgever en werknemer worden verstrekt om arbeidsgehandicapten in een betaalde baan te plaatsten. Binnen de Wet REA kan ook begeleid werken worden gerealiseerd. Voorzieningen De Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, de Wet REA, biedt u de mogelijkheid voorzieningen aan te vragen die de kans op het verkrijgen of behouden van werk vergemakkelijken of mogelijk maken. Hierbij kunt u denken aan een doventolk, persoonlijke ondersteuning of vervoer van en naar uw werk, een speciaal aangepaste stoel of een PC, afgestemd op uw beperking. U kunt zelf een aanvraag indienen vo or het aanpassen van uw werkplek. Als u bij een andere werkgever gaat werken, kunt u de voorzieningen meenemen. Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) De WVG is van toepassing op alle mensen die, ongeacht hun leeftijd, door ziekte, handicap of ouderdom een woonvoorziening, rolstoel of vervoersvoorziening nodig hebben om te kunnen functioneren in het dagelijkse leven. Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) De AWBZ is een volksverzekering voor iedereen die in Nederland woont of hier in dienstverband werkt. De AWBZ vergoedt hulpmiddelen, het verblijf in instellingen en aangepaste voorzieningen. Ziekenfondswet (ZW) Iedereen met een inkomen onder de 32.500 euro per jaar of minder is verplicht verzekerd via het ziekenfonds.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
5
1.2.
Speciale regelingen
Er bestaan speciale regelingen voor uitgaven als gevolg een beperking. Persoonsgebonden budget Een regeling waarmee Jobcoaching ook kan worden betaald, is het Persoonsgebonden Budget (PGB). Hiermee kan zelfstandig de keus worden gemaakt over de gewenste zorg en wordt het geld daarvoor zelf beheerd. Met een PGB is men minder afhankelijk van organisaties. Persoonsgebonden reïntegratiebudget (PRB) Wanneer iemand in de WAO of de regeling Wajong zit, kan de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, de Wet REA, kansen op de arbeidsmarkt verbeteren. Met het persoonsgebonden reïntegratiebudget (PRB) heeft men de mogelijkheid om sneller passend werk te vinden. Het geld dat men krijgt moet men besteden aan activiteiten als arbeidsbemiddeling, (sollicitatie-)begeleiding, advisering, of een beroepskeuzetest. Met als doel, het vinden van betaald werk (www.mee-utrecht.nl). 1.3
Instanties die uitkeringen toewijzen
Er zijn een aantal organen betrokken bij het toewijzen van uitkeringen. Dit zijn: ? Het Centrum voor Werk en Inkomen (o.a. Wet REA) ? WSW indicatie commissie (NWSW) ? Het RIO (AWBZ) ? Het LCIG (AWBZ) Wie de uitkering toewijst hangt af van de handicap van degene die de uitkering aanvraagt. Het CWI is betrokken bij uitkeringen voor mensen die een reguliere baan kunnen krijgen, de WSW -indicatiecommissie is betrokken bij uitkeringen voor mensen die op een sociale werkplaats werken, Het RIO en het LCIG zijn betrokken bij uitkeringen voor mensen die behoefte hebben aan zorg en begeleiding Rio Een regionaal indicatieorgaan (RIO) is een onafhankelijk orgaan dat de behoeften van cliënten aan zorg en voorzieningen objectief en integraal beoordeelt. Voor een cliënt is het RIO de toegang tot zorg. Iedereen die aanspraak wil maken op zorg die door de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt betaald, kan met zijn zorgvraag bij het RIO terecht (www.lvio.nl). LCIG Het LCIG is het Landelijk Centrum voor Indicatiestelling Gehandicapten. In opdracht van het RIO verzorgen zij soms de indicatiestelling in het kader van de AWBZ.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
6
2.
Het proces van indicatie via AWBZ
Om in aanmerking te komen voor AWBZ-zorg moet er sprake zijn van een zogenaamde grondslag. Een grondslag kan zijn een somatische ziekte of aandoening, een psychogeriatrische ziekte, een psychiatrische stoornis of een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap. De indicatiesteller bekijkt hoe groot de beperkingen zijn die door een ziekte of handicap worden veroorzaakt en welke problemen er in het dagelijks leven zijn. Om in aanmerking te komen voor functies uit de AWBZ, moet de handicap leiden tot een concrete `zorgvraag'. Indicatiestelling is eigenlijk een toegangsbewijs voor zorg. De indicatiestellers van het LCIG gaan na op welke terreinen u beperkingen ondervindt in het dagelijks leven en drukken uw zorgbehoefte uit in functies. De AWBZ omvat zeven functies. Wanneer Jobcoaching gefinancieerd wordt via de AWBZ, wordt het onder de noemer ‘Ondersteunende begeleiding of Activerende begeleiding’ geschaard (www.lcig.nl).
3.
Bezuinigingen
Voor het werken naar de visie en het realiseren van de doelstellingen zijn, volgens Esdege-Reigersdaal, het overheidsbeleid en de financiering sterk bepalende kritische succesfactoren. Sterk wordt ingezet op het thema ‘terugtredende overheid’. De rijksoverheid wil alleen nog systeemverantwoordelijk zijn. De primaire verantwoordelijkheid voor de zorg wordt uiteindelijk gedecentraliseerd naar burgers, gemeenten, zorgaanbieders en zorgkantoren. In combinatie met de ambitieuze bezuinigingstaakstelling kan dat leiden tot een slechter klimaat voor het werk van onze organisatie. Gaande het verslagjaar werd de sector, bij overval, geconfronteerd met een efficiencykorting van 0,8% die met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2003 gerealiseerd diende te worden. Voor Esdégé-Reigersdaal betrof het een bedrag van ongeveer € 400.000,- Behalve dat dit is ervaren als een onbehoorlijke maatregel – plotsklaps in een lopend jaar met terugwerkende kracht een korting afkondigen – wekte de maatregel ook ten onrechte de suggestie als zou er in de sector niet voldoende efficiënt gewerkt worden (Jaarverslag 2003).
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
7
Bijlage 2. De resultaten van de interviews Algemene persoonsgegevens Achtergrond van de jobcoaches / cliëntbegeleiders
Hoelang werkzaam als JC
MBO inrichtingswerk/ 2 verschillende woonvoorzieningen. Woonvoorziening ER MBO-TW (inrichtingswerk) als begeleider / cliëntbegeleider / jobcoach
8 maanden
HBO-Z (verpleegkunde). Verst. Gehandicapten zorg, houtbewerkplaats begeleider Techniek, WTB kunde, MBO, via vrijwilligerswerk hier. AB opleiding gedaan, NAH. Cliënt begeleider Reigersdaal VG. Woonvorm. Intern opgeleid. Deel HBOV gedaan. Academie voor expressie, HBO makelaardij, lesgeven bij o.a. ER, clustermanager voor 1 jaar, jobcoach de Kroft Kunstacademie, vormingswerk, educatief werk in Schagen, timmeren, meubelmaker vanuit houtbewerking, als jobcoach MBO AB, cursussen richting jobcoach MBO inrichtingswerk, HBO inrichtingswerk. Woonvoorziening V.G. 6 jaar gewerkt. Gezinsvervangend tehuis 20 jaar. HBO consumentenkunde, lesgegeven aan moeilijk lerenden. Invalwerk gehandicapten, kinderdagverblijf, vanaf het begin bij jobcoaching ER betrokken. Toen gewerkt vanuit taakgebieden.
17 jaar wonen 3 jaar werk 20 jaar bij ER 1 jaar 10 jaar 2 jaar 5 jaar 4 jaar 7 jaar 3 jaar 6 ½ jaar 8 jaar
Huidige werkwijze Vraag 1. Maakt u gebruik van deze fasering volgens de methodiek ‘Supported Employment’ ofwel ‘Begeleid Werken’? Cluster BW WF
Nee
Ja II
CBW
II
De Schelp / De Kroft
III
De Zilvermeeuw
I
Totaal Percentage
1 9
7 64
Deels I
vermelde nummering In principe beginnen de jobcoaches bij fase 5. Soms doorlopen ze alle fasen.
II
Fase 1: bij plaatsing stopt de begeleiding. Fase 1 t/m 4 als mensen naar het CBW gaan, fase 1 t/m 6 als mens hier blijven werken. 11 ondervraagden 100 %
3 27
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
8
Opmerkingen BW WF Er wordt veel tijd besteed aan inwerken, met de bedoeling de cliënt steeds zelfstandiger te laten werken. Er zijn 2 arbeidsbemiddelaars voor de 1e 3 fasen bij nieuwe cliënten. CBW Soms als assessment aanwezig, dan wordt het overgeslagen bijvoorbeeld. Vraag 2. Kunt u hieronder aangeven welke fasering u gebruikt, wanneer u geen gebruik maakt van Begeleid Werken? Cluster BW W F CBW De Schelp / De Kroft De Zilvermeeuw
Fasering Cliënt komt binnen met wens, kijken wat de cliënt wil leren, kijken of het mogelijk is, of het trainbaar is. Dan worden activiteitendoelen opgesteld, De doelen worden getraind. De cliënt wordt op de werkplek geplaatst Doelen, activiteiten, evaluaties op lichamelijk, cognitief en neurologisch gebied. Stappen ondersteuningsplan met visie.
Vraag 3. We willen het ‘signaleringsinstrument’ aan laten sluiten bij de instrumenten die reeds gebruikt worden. Welke instrumenten (bijv. lijsten en testen) worden gebruikt binnen de fasering die u met uw cliënt doorloopt? Cluster
Intake
Observatie
BW WF
II
I
CBW
II
De Schelp / De Kroft
II
I
III
De Zilvermeeuw
II
I
I
Totaal Percentage1
8 73
3 27
9 82
1
ArbeidsInteresse testen II
Anders
II
II
I
3 27
% van 11 ondervraagden.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
9
Opmerkingen: BW WF Intakelijsten: De orthopedagoog neemt veelal de intake af Arbeidsinteressetesten: zijn er wel, maar ze zijn niet geschikt voor deze cliënten (of te makkelijk, of te moeilijk) Anders: Evaluatielijsten die worden afgenomen met cliënt en werkgever, en baananalyse. Anders: er worden geen lijsten gebruikt. CBW Intakelijsten: structuur voor vragen en reminders. Arbeidsinteressetesten: www.werk.nl interesse en vaardigheidslijst. Anders: inschrijfformulier (= ingekort). Van lijsten 8 testen van WNK of Argonaut. Intakegesprek wordt met behulp van intakelijst gevoerd. Er wordt een stappenplan gemaakt om een persoon naar zijn werk te begeleiden. We gebruiken vaak een arbeidsoefenplek. De Schelp / De Kroft Intakelijsten: Clustermanager Imma doet intake. Observatie: Anneke maakt per klus een eigen observatie. Corrie maakt zelf aantekeningen. Anders: doelen info formulieren. De Zilvermeeuw Intake wordt gedaan door clustermanager, Ank van Hes. Geen vaste lijst, ervaring wel algemene gegevens lijst. De ONO willen ze gaan gebruiken. Observatielijsten: nog niet. Arbeidsinteressetesten: aan het ontwikkelen. Observatielijsten worden gebruikt, maar geen directe lijsten: uit het hoofd. Observeren tijdens bezigheden. Maken gebruik van ondersteuningsplannen. Testen zijn in ontwikkeling. Observatielijsten zijn in ontwikkeling: testgedeelte wordt geobserveerd. Bijvoorbeeld op de houtafdeling: alle deelhandelingen worden op papier gezet, deze worden geobserveerd en eventueel handeling die de cliënt niet kan worden getraind. Arbeidsinteressetesten: psycholoog is hier naar op zoek.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
10
Het doel van het instrument Vraag 4. We willen graag overeenstemming bereiken over het doel van het instrument. Meerdere doelen zijn mogelijk. Cluster BW WF
Geselecteerde doelen I II III III III III
IV III
V III
VI III
VII III
VIII III
CBW
II
II
II
I
II
I
I
II
De Schelp / De Kroft
II
II
III
III
II
-
I
-
De Zilvermeeuw
III
III
II
III
III
II
III
II
Totaal Percentage
10 91
10 91
10 91
10 91
10 91
6 55
8 73
7 64
Cluster BW WF
Belang van geselecteerde doelen I II III IV V 588 875 422 261 737
VI 353
VII 644
VIII 116
CBW
41
87
56
05
78
02
03
64
De Schelp / De Kroft
608
550
456
817
770
000
005
000
De Zilvermeeuw
628
738
08 8
858
547
605
477
016
Totaal Gemiddelde
56 5.1
63 5.7
50 4.5
51 4.6
62 5.6
25 2.7
40 3.6
25 2.7
Opmerkingen: Zilvermeeuw IV: dat is wat we hier voornamelijk doen, zo normaal mogelijke arbeidssituatie creëren en dat gedrag observeren. I: niet echt, op maat beeld vorm wat geschikt zou zijn. III: heel belangrijke. IV: vastleggen anders intuïtief. V: heel belangrijke. VIII: Bijv. samenwerken met woonvorm niet heel belangrijk: gebeurd zelf. Weer niet of ze allemaal weten. Alles is belangrijk.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
11
Vraag 5. Er is overeenstemming nodig over het moment van afname van het instrument. In welke fase moet het instrument komen? A B Cluster II
BW WF
C
D
II
II
CBW De Schelp / De Kroft De Zilvermeeuw Totaal Percentage
E
I
I
II
II
I
5
5
2
0
1
45
45
18
0
9
De momenten waarop u het instrument zou kunnen afnemen hangt af van het doel van het instrument. Selecteren van een geschikte arbeidssituatie. Cluster BW WF CBW De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal Percentage
A
B
C
D
E
I
II
II
I
I
I
I
I
II
III
I
I
3
6
6
1
1
27
55
55
9
9
Opmerkingen Zilvermeeuw: Onder arbeidssituatie verstaat men trainingscentrum of oefenarbeidsituatie
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
12
Selecteren op welke manier een gekozen arbeidssituatie kan worden aangepast aan de mogelijkheden en beperkingen van een cliënt. Cluster
A
BW WF CBW De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal Percentage
B
C
D
II
I
I
I
I
I
E
III I
II
II
I
I
1
8
4
3
1
9
73
36
27
9
Signaleren van trainings - of ontwikkelingsdoelen voor de cliënt, zodat hij / zij kan voldoen aan de eisen die een arbeidssituatie stelt. Cluster
A
BW WF I
CBW De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal Percentage
B
C
II
II
D
E I
II III
I
I
I
I
II
I
2
8
4
2
2
18
73
36
18
18
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
13
Vastleggen van vaardigheden en gedrag van een cliënt in de arbeidssituatie. Cluster BW WF
A
B
C
I
I
II I
CBW De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal Percentage
D
I
II II
E
II
I
I
II
3
1
5
2
4
27
9
45
18
36
Profielvergelijking: Komen de vaardigheden en beperkingen die de cliënt heeft overeen met de eisen die de arbeidssituatie aan de cliënt stelt. Cluster BW WF
A
B
C
D
E
I
I
I
I
I
I
II
I
I
I
I
I
III
I
I
1
4
7
2
4
9
36
63
18
36
CBW De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal Percentage
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
14
Rapporteren op systematische wijze. Cluster
A
B
C
D
E
I
III
II
II
II
II
II
I
I
III
I
I
II
I
I
I
II
5
5
9
4
5
45
45
82
36
45
BW WF CBW De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal Percentage
Evaluatie van de voortgang van een cliënt tijdens het (traject naar ) werk. Cluster
A
B
C
I
II
I
II
II
II
II
I
I
III
I
I
III
I
I
I
I
5
5
8
4
6
45
45
73
36
55
BW WF CBW De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal Percentage
D
E II
Opmerkingen CBW Gebruik niet alleen tijdens officiële evaluatie momenten.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
15
Middel om de juiste doorverwijzing naar verschillende disciplines te bewerkstelligen wanneer er zich problemen voordoen tijdens (traject naar) werk. Cluster BW WF CBW De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal Percentage
A
B
C
I
D
E
I
I
II
I
II
I
I
I
II
II
I
I
II
II
I
I
I
6
5
5
4
4
55
45
45
36
36
De doelgroep van het instrument Vraag 6. : Voor welke doelgroep zou u het instrument willen gebruiken? Cluster BW WF
Verstandelijk gehandicapten III
Lichamelijk Cliënten met gehandicapten NAH II III
CBW
II
II
II
De Kroft / De Schelp De Zilvermeeuw Totaal
III
I
I
II
III
III
10
8
9
2
Percentage
91
73
82
18
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
Anders n.l II (mensen met autisme, mensen met psychiatrische achtergrond)
16
Welke doelgroep heeft de meeste prioriteit? Cluster
De Zilvermeeuw
Verstandelijk gehandicapten 3 4 4 4 4 4 4 4 3 3
Totaal
37
BW WF
CBW De Kroft / De schelp
Lichamelijk gehandicapten 4 4 4 2 4
Cliënten met NAH 3 3 4 4 3 4
2 3 4 27
4 4 4 33
Anders, n.l 3 4
7
Vraag 7: Op welke locaties zou u het instrument willen inzetten? Activiteiten Trainings centrum centrum
Enclave
Vrijwilligers organisatie
Anders, n.l.
I
I
I (instelling, verzorging shuis/scho len)
Cluster
Bedrijf (betaald werk)
BW WF
II II (ook onbetaald)
CBW
II (ook onbetaald) III III
II
II
I
III
II
III
III
II
10
7
7
6
5
1
91
64
64
55
45
10
De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal Percentage
II
I
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
17
Welke locatie heeft de meeste prioriteit? Cluster
Bedrijf (betaald werk)
Activiteiten Trainings Enclave centrum centrum
Vrijwilligers Anders, organisatie n.l.
BW WF
5 6 6 6 4 6 5 3 5 6 52
5 5
5
CBW De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal
6 6
6
6
5 5 6 4 4 6 35
6 6
6 6
6
6 6 6 42
5 4 6 33
2 6 24
6
Vraag 8: Op welke manier zou u de informatie die u voor het invullen van het instrument nodig heeft willen verzamelen? Cluster BW WF
CBW
De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal Percentage
Cliënt Cliënt + Observeren Dossier Anders,n.l cliëntsysteem III II II I I (persoonlijke toekomst planning, gesprekken met cliënt en verwanten) (afhankelijk van het niveau van de cliënt) I II II I I (Informatie van collega’s en werkgever) II II I I (met werkgever/bedrijfsleider) III I III I 9
7
8
3
3
81
64
72
27
27
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
18
Vraag 9. : Wilt u dat het instrument inzichtelijk is voor de cliënt? Cluster BW WF
Nee
Ja
Suggesties
III
? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ?
CBW II
? ? ? ? De Kroft / De schelp
III
De Zilvermeeuw
III
? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ?
Eenvoudige bewoordingen Niet te lang en te uitgebreid Opdeelbaar (wat niet nodig is voor de cliënt kun je dan weglaten Picto’s is voor klein gedeelte van cliënten Kort/bondig/duidelijk Foto’s (boven picto’s) Grote letters Eventueel picto’s Picto’s Met praten proberen uit te leggen als toevoeging Het mooiste zou zijn als het er standaard in zit voor cliënt PICTO BASE –E-R binnen de stichting E-R zijn mensen die communicatie met cliënten begeleiden. Op papier of mondeling Begrijpelijke taal Eventueel picto’s (de waarde) of foto’s Picto’s is mogelijk: eigen taal, eisen aan opstellen ‘tekst in picto’s’, eisen van de cliënt. Picto’s Foto’s Picto’s Eenvoudige taal Picto’s Mogelijkheid voor foto’s Met cliënt invullen, dat ik het kan uitleggen aan de cliënt. Dat de cliënt kan aangeven waar hulp bij nodig is. Eenvoudig, ja/nee vragen De cliënt hoeft niet te begrijpen hoe het werkt maar moet op een aantal vragen antwoord kunnen geven (niet “hoe vind je je cognitieve vaardigheden?”) Inzichtelijk Op papier (“de meeste kunnen lezen anders leggen we het uit”) Overzichtelijk (“zoals dit interview”) Digitaal (document in Word wat je in kunt vullen) Zeker inzichtelijk voor de cliënt Samen met de evaluatie van het ondersteuningsplan Picto’s Bandje inspreken Vereenvoudigde versie voor de cliënt Instrument voor zowel begeleiders als cliënten
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
19
Totaal
11
Percentage
100
Vraag 10. : Als u het instrument zou gebruiken, hoeveel tijd wilt u er dan aan besteden? Cluster
30 min.
BW WF
I (voor werkgever)
45 min.
60 min.
Anders,nl.
I (voor jobcoach)
De Kroft / De schelp
I (per keer) I (alleen in beginfase)
De Zilvermeeuw
II (als het bovenop ondersteuningsplan komt, te weinig tijd voor)
I
I
Totaal
5
1
2
II (het mag zoveel tijd kosten als er nodig is) (waanneer het bruikbaar is moet er alle tijd zijn die nodig is, afhankelijk van hoelang de cliënt ervoor nodig heeft) Heel erg afhankelijk van de cliënt/financiering,etc. Geen duidelijke tijdsduur aan te geven. 15-20% van de totale begeleiding van een cliënt (totale tijd is verschillend per cliënt) 2x 15 min. 2x 30 min. I (10 min. Per dag per klus-evaluatie) Mogelijkheid tot opsplitsen als grote bijdrage levert-veel tijd gezien concentratie kun je het uitsmeren. Bijv. 6x 10 min. Moet werkbaar zijnhulpmiddel niet struikelblok 3
Percentage
45
10
20
27
CBW
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
20
Vraag 11.: Heeft u suggesties voor de lay-out? Cluster
Suggesties voor de lay-out van het instrument
BW WF
Makkelijk leesbaar (taalgebruik) A4 formaat Duidelijke onderverdeling (nieuw onderwerp op nieuwe A4) Duidelijkheid Simpel houden Niet teveel lezen Duidelijk hoe het met de cliënt gedaan moet worden Makkelijk met de werkgever door te nemen. helder overzichtelijk stap voor stap/gestroomlijnd (oo k met doorverwijzing) vragenlijst (niet via CD-Rom of zoiets) verduidelijking (bv. voorbeelden) voor cliënten ruim grote letters (lettergrootte 16) korte zinnen, zo concreet mogelijk zie als voorbeeld tijdschrift de Draad voor iedereen leesbaar eenvoudig ook voor cliënt een niet te groot boekwerk voor cliënt leuk en aantrekkelijk (leuk uiterlijk door bijv. gekleurd mapje) makkelijk hanteerbaar voor cliënt herkenbaar, bijv. met kleuren korte zinnen begrijpbaar, in de vorm grote letters 1 vraag op 1 bladzijde prikkelarm zo herkenbaar mogelijk geen overbodige dingen erbij afkruisen digitaal kort en bondig korte zinnen zo weinig mogelijk open vragen maar dat ze bijv. kunnen uit 2 dingen. Overzichtelijk Kort en krachtig Niet te ingewikkeld Eenvoudig Werkbaar, niet te veel tijd Deel misschien ook door cliënt invullen
CBW
De Kroft / De schelp
De Zilvermeeuw
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
21
Thema I: Analyse van de arbeidssituatie Vraag 12. In het instrument kan er aandacht zijn voor de Arbeidsinhoud. Dit zijn: Cluster BW WF
Fys. taken III
Psych taken III
CBW
I
II
De Kroft / De schelp
III
III
De Zilvermeeuw
III
III
Totaal
10
11
Toelichting Deze punten zijn beide belangrijk, ze hebben allemaal met elkaar te maken Kan beide invloed hebben op welslagen van het traject Beide zijn bepalend of de cliënt het werk aan kan. Duidelijk krijgen of baan en cliënt met elkaar matchen. Ook van belang als iemand al op een plek zit: evalueren van arbeidsplek De fysieke taakeisen zijn duidelijker te “pakken”, de psychologische niet echt. De fysieke taakeisen zijn voor de werkgever doorslaggevend, of iemand aangenomen wordt Fysiek: duur is belangrijk, mensen zijn eerder moe dan gemiddeld Psychologisch: moeilijk met kleine veranderingen omgaan Fysieke taakeisen zijn vaak bespreekbaar en aan te passen, psychologische taken hebben prioriteit Heeft met elkaar verband. Komt in intake ook naar voren Fysieke taakeisen: mensen met NAH kunnen zich vaak niet lang concentreren. Tempo: mensen met lichamelijke beperkingen, gaat vaak langzamer Psychologische taken: complexiteit, mensen met NAH hebben hier moeite mee NAH heeft een zeer directe relatie met fysieke taakeisen en psychologische taken Beide zijn van belang om duidelijk te krijgen of de werkplek goed aansluit op het kunnen van de cliënt. Er zal een goede mach moeten zijn (ontstaan) tussen werkplek en cliënt
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
22
Vraag 13. In het instrument kan er aandacht zijn voor de Arbeidsvoorwaarden. Zeer relevant Redelijk relevant Relevant Nauwelijks relevant Niet relevant
=5 =4 =3 =2 =1
Cluster
Salaris beloning
Promotie Mogelijk heden
Contract vorm
Omvang aanstelling
Arbeidsrusttijden
Verzuim gelegen heid
BW WF
325
224
424
453
455
343
CBW
43
53
44
43
35
44
De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal
234
124
435
255
555
345
223
424
432
553
554
353
33
39
44
51
41
3
3,55
4
4,64
3,73
Gemiddelde
33 3
Opmerkingen Zilvermeeuw Salaris/beloning: sommige cliënten vinden salaris heel relevant, de cliëntbegeleider zelf niet. Vraag 14. In het instrument kan er aandacht zijn voor Arbeidsverhoudingen. Zeer relevant Redelijk relevant Relevant Nauwelijks relevant Niet relevant Cluster BW WF CBW
=5 =4 =3 =2 =1
Leiding gevende 555 53
Collega’s 545
Overleg vormen 353
Arbeids cultuur 455
Rol conflicten 443
45
24
55
45
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
23
De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal Gemiddelde
545
555
334
355
545
554
555
453
555
553
53
39
52
47
4,82
3,55
4,73
4,27
51 4,64
Vraag 15. In het instrument kan er aandacht zijn voor Arbeidsomstandigheden. Zeer relevant Redelijk relevant Relevant Nauwelijks relevant Niet relevant
Cluster BW WF
=5 =4 =3 =2 =1
Trillinge n 453
Lawaai
Klimaat
Straling 453
Bio / chem. 555
Fysieke aspecten 455
455
455
CBW
25
35
45
25
45
45
De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw
345
545
545
325
525
555
355
555
255
225
225
555
51
49
38
45
53
4,64
4,45
3,45
4,09
4,82
Totaal Gemiddelde
44 4
Opmerkingen Zilvermeeuw Fysieke aspecten: anders kun je niet werken, eigelijk het belangrijkste van alles. Alle aspecten: maakt heel veel uit welk soort hersenletsel er is. BWWF Fysieke aspecten: hangt heel erg af van de handicap van de cliënt.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
24
Thema II. Wat vraagt de arbeidssituatie van de werknemer (cliënt) Vraag 16. In het instrument kan er aandacht zijn voor Psychische belasting. Cluster
Ja
BW WF
III
CBW
II
De Kroft / De schelp
III
De Zilvermeeuw
III
Totaal
11
Nee
Waarom wel / niet Als die belasting veel te zwaar is kan dit op niet gewenst gedrag uitdraaien. Als je psychisch het werk niet aan kan dit een te grote belasting zijn. Voorkomen dat cliënt psychisch belast wordt doordat er meer gevraagd wordt dan de cliënt aan kan. De fysieke taakeisen zijn duidelijker te “pakken”, de psychische niet echt. Ook relevant nadat iemand op de werkplek is, vooral voor tips en trucs om iemand goed te laten functioneren. Daar lopen dingen wel eens mis, op fysiek gebied kun je trainen, psychisch is heel moeilijk te trainen. Soms gebeuren er dingen die je eigenlijk niet voor kan zijn. Heel relevant, voor mijn gevoel zit daar de link van alles, vaardigheden zijn niet zozeer het probleem maar kan de cliënt de situatie aan, dat is belangrijk Is heel belangrijk, weten wat de cliënt aan kan. Vooral voor mensen met NAH, belangrijk om duidelijk te hebben hoe lang iemand zich kan concentreren, sommige mensen nemen initiatief op ongewenste momenten. Heeft een directe relatie met NAH. Het wel/niet slagen van de cliënt op de/een werkplek is mede afhankelijk of deze het aan kan etc. Iedere keer als een cliënt bij een werkplek weg moet omdat de mach niet klopte kan dit het zelfvertrouwen van deze cliënt schade doen.
Vraag 17. In het instrument kan er aandacht zijn voor Fysieke belasting. Cluster Ja Nee Waarom wel / niet BW WF
III
Dit is voor twee kanten belangrijk: te veel doen van een cliënt, wat hij niet kan en zeggen dat de cliënt het niet kan (fysiek) terwijl hij het gemakkelijk kan. Als je weet hoe iemand zijn motoriek is kun je beter een baan zoeken d ie bij hem past. Voorkomen dat cliënt fysiek belast wordt doordat er
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
25
meer gevraagd wordt dan de cliënt aan kan. CBW
II
De Kroft / De schelp
III
De Zilvermeeuw
III
Totaal
11
I
minder belangrijk dan psychische belasting. niet alles wordt gezien, hoe eerder er duidelijkheid is hoe beter. Bij iedere cliënt verschillend, wel lekker om er meer van aan de weet te kunnen komen. Heel belangrijk om te weten. Ook heel belangrijk. voor beide doelgroepen: wat kunnen cliënten en wat kunnen ze niet. Heeft een directe relatie met NAH. Het wel/niet slagen van de cliënt op de/een werkplek is mede afhankelijk of deze het aan kan etc. Iedere keer als een cliënt bij een werkplek weg moet omdat de mach niet klopte zal dit het zelfvertrouwen van deze cliënt schade doen.
1
Thema III: Overige niet arbeids-gerelateerde factoren Vraag 18. In het instrument kan er aandacht zijn voor niet arbeids-gerelateerde factoren. Cluster
Ja
BWWF
lll
CBW
ll
De Kroft / De schelp
ll
Nee
l
Waarom wel / niet Dit heeft met de psychische belasting te maken die kan verschillen per periode, ook andersom is het belangrijk om te weten; wat is de invloed van werk op de niet arbeids -gerelateerde factoren. De thuissituatie is een belangrijk iets, thuis en werk moet wel gescheiden blijven, maar de thuissituatie heeft aan de andere kant wel veel invloed op de uitvoering van het werk. Vrijetijdsbesteding en vervoer zijn minder belangrijk. Alleen signaleren, maar je speelt het door naar collega’s die daar over gaan. Hier is wel voldoende overleg over. Alles wat hieronder valt komt naar voren in het werken. Dit staat in heel nauw verband met werk, relevante info komt pas echt los in de thuissituatie. Minder belangrijk dan de andere factoren, maar je wordt er wel mee geconfronteerd. Privé en werk gescheiden houden maar sommige dingen zijn wel handig om te weten. Thuissituatie, hoe denkt het netwerk erover,
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
26
sommige cliënten hebben het erg druk met hobby’s. We komen het wel aan de weet op een bepaalde manier, de cliënt komt er zelf mee. Het is zeker belangrijk om te weten, niet belangrijk voor het instrument. Mensen met NAH hebben moeite met concentreren, bv: iemand die is verhuisd, ‘verhuisd’ op de werkplek ook nog. Kan dit dus niet scheiden, is dus van invloed op de arbeidssituatie. Het wel/niet slagen van de cliënt op de/een werkplek is mede afhankelijk of deze het aan kan etc. Iedere keer als een cliënt bij een werkplek weg moet omdat de match niet klopte zal dit het zelfvertrouwen van deze cliënt schaden. Is actueel.
De Zilvermeeuw
lll
Totaal
10
1
Percentage
91%
9%
Thema IV: Vaardigheden van de cliënt (belastbaarheid) Vraag 19: In het instrument kan er aandacht zijn voor de Psychosociale belastbaarheid. Zeer relevant Redelijk relevant Relevant Nauwelijks relevant Niet relevant
=5 =4 =3 =2 =1
Cluster
Tijdsbesef
Omgeving herkennen
Omgeving Verkennen
Hulp vragen
Concen -tratie
BWWF
5 3 5 3 3 3 5 5 3 3 5
4 4 5 4 2 5 5 5 4 3 5
3 3 5 3 2 4 4 2 4 2 5
4 4 5 4 4 5 5 5 5 4 5
3 3 5 4 4 3 5 4 4 4 5
Non verbale comm. 3 3 5 3 3 3 3 4 4 4 5
43
37
50
44
40
CBW De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal
43
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
27
Gemiddelde Score Cluster
BWWF
CBW De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal Gemiddelde Score
3,9
3,9 3,4 4,5 4 WeerbaarTaalgebruik Taalbegrip Weerbaarheid in heid in vreemde eigen omgeving omgeving 3 4 4 4 2 3 3 3 5 5 5 5 5 3 4 4 3 4 3 4 3 3 3 3 5 5 5 5 4 3 4 4 5 5 5 5 3 3 3 4 5 5 5 5
3,6 Rekening houden met anderen 3 3 5 3 4 4 5 5 4 4 5
46 4,2
44
43
43
45
4
3,9
3,9
4,1
Opmerkingen: De Zilvermeeuw: Taalgebruik: Manieren van communiceren, bv. Ook taalcomputer Rekening houden met anderen: mensen met NAH zijn egocentrisch, kunnen niet goed rekening houden met anderen. Vraag 20. In het instrument kan er aandacht zijn voor de Fysieke belastbaarheid van de cliënt. Zeer relevant Redelijk relevant Relevant Nauwlijks relevant Niet relevant
=5 =4 =3 =2 =1
Cluster
auditief (gehoor) waarnemen
auditief (gehoor) geheugen
Sensomotoriek
grove motoriek
fijne motoriek
BWWF
3 3 5 3 3 3 5 2
4 3 5 3 3 3 5 3
5 3 5 3 2 5 5 4
5 4 5 3 2 4 5 3
5 3 5 3 3 4 5 4
CBW De Kroft / De schelp
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
28
De Zilvermeeuw Totaal Gemiddelde Score
3 4 5 39 3,5
3 4 5
4 4 5
5 4 5
4 4 5
41
45
45
45
3,7
4,1
4,1
4,1
Cluster
Visueel (zicht) waarnemen
Visueel (zicht) geheugen
kleurherkenning
Uithoudingsvermogen
BWWF
4 3 5 3 3 5 5 3 4 4 5
4 3 5 3 3 5 5 4 4 4 5
4 3 3 3 2 3 4 2 3 4 5
5 2 5 3 4 4 5 4 3 4 5
45
36
44
4,1
3,3
4
CBW De Kroft / De schelp De Zilvermeeuw Totaal Gemiddelde Score
44 4
Thema V: Overige persoonlijke factoren Vraag 21. In het instrument kan er aandacht zijn voor persoonlijke werkgerelateerde factoren. Zeer relevant =5 Redelijk relevant =4 Relevant =3 Nauwelijks relevant = 2 Niet relevant =1 Cluster
bereidheid tot inspanning
motivatie
werkervaring
verzuimbehoefte
BWWF
4 5 4 5 4
4 5 5 4 5
3 5 3 4 3
3 3 3 5 3
CBW
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
29
De Kroft / De Schelp De Zilvermeeuw Totaal Gemiddelde
4,6
5 3 3 4 3 5 35 3,2
5 2 5 3 3 5 41 3,7
5 5 5 5 5 5 53 4.8
5 4 5 5 5 5 51
Vraag 22. In het instrument kan er aandacht zijn voor algemene persoonsgegevens. Zeer relevant Redelijk relevant Relevant Nauwlijks relevant Niet relevant
=5 =4 =3 =2 =1
Cluster
leeftijd
Geslacht
Opleiding
Leef- coping stijl
BWWF
2 5 3 5 1
2 5 2 3 1 3 1 3
2 5 2 3 2 4 2 3
3 3 3 4 3 5 4 3
3 5 5 5 3 5 4 3
3 3 4
2 2 4
3 3 5
4 2 5
5
Totaal
34
28
34
Gemiddelde
3,1
2,5
3,1
CBW De Kroft / De Schelp
De Zilvermeeuw
3 2 3
temper Zelf ament Vertrouwen 3 3 5 5 4 4 4 5 3 3 5 5 3 4 3 3
Persoonlijk verleden 2 3 3 4 2 3 1 3
5
5 3 5
5 4 5
5 3 5
39
43
43
46
34
3,5
4,3
3,9
4,2
3,1
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
30
Slotvragen Vraag 23. Kunt u, na dit interview, beschrijven welk instrument (ideaal plaatje) u voor ogen heeft? Cluster
Ideaal plaatje
BWWF
? ? ? ? ? ? ? ? ? ?
CBW
? ? ? De Kroft / De Schelp
? ? ? ? ? ? ?
Veelomvattend en belangrijk om veel te bespreken, maar toch moet het eigenlijk kort en eenvoudig zijn Doel van het instrument moet zijn: de juiste persoon zit op de juiste plek (vaardigheden van een cliënt moeten passen bij een arbeidssituatie). Een papier met duidelijke richtlijnen waar je eventueel op zou kunnen letten om de situatie te verbeteren. Met name fysieke en psychische belastbaarheid van de cliënt, de vaardigheden van de cliënt zijn belangrijk. Ook is dit duidelijk om aan werkgevers aan te kunnen geven. En de wederzijdse verwachtingen duidelijk krijgen. Een soort checklist die je kunt nalopen: heb je aan alles gedacht bij een cliënt Meer om als jobcoach zelf in eerste instantie te gebruiken. Bespreken met de cliënt bij het werkplan waar aan gewerkt moet worden (als structuur) Eventueel gebruiken voor doorverwijzingmogelijkheden. Niet al te lang iets. Liefst psychisch gebeuren op de voorgrond, ook wel aandacht voor fysieke omstandigheden, maar dat hoort ook bij werkgever en cliënt. Afname bij start en gaandeweg (in ieder geval 1 e paar weken), maar ook op langere termijn. Afname met cliënt erbij en netwerk en met werkgever (of in overleg met). Na de intake een formulier dat als er vragen zijn ik weet waar ik mee gaan de gang moet/ hoe en waar ik het anders moet zoeken “soort wegwijzer”. Lijst met aandachtspunten om even aan te denken Vooral bij nieuwe cliënten kan het instrument nuttig zijn, omdat daarvan nog niet veel gegevens zijn. Houdt het simpel met veel beeldend taalgebruik Deel het instrument in tweeën, het concentratievermogen van de cliënt is kortdurig. Alle onderwerpen zouden aan bod moeten komen. Deel voor de cliënt (aantrekkelijk, leuk) en een deel voor de werksituatie. (gegevens over de werkplek zijn niet zo relevant voor de cliënt) Ook op de computer.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
31
De Zilvermeeuw
? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ?
Checklist, aangeven in niet tot heel goed en ruimte voor opmerkingen. Weinig open vragen. Gedrag in werksituaties, wat heeft persoon nodig om te werken, wat wil de persoon doen, wat is er nog nodig. Observatie, begeleider invullen en met cliënt doornemen, eventueel de uitkomsten met werkgever bespreken. Iemand wil dit werk, kan hij dit aan? Na proefperiode instrumenten gebruiken en na 3 maanden, als mensen al weten wat ze willen. Vorm: hetzelfde als ondersteuningsplan. Ook digitaal. Gekoppeld aan ondersteuningsplan, op hetzelfde moment als het ondersteuningsplan. Doel: nog meer afstemmen van ondersteuning, niks overslaan. Ook observeren. Vragen in overleg met de cliënt. Bepaalde testjes doen, bepaalde handelingen uitvoeren. Filmen, dat analyseren: als oefenmateriaal. Gericht observeren van specifiek gedrag (bv. Werkgedrag). Oefenmethode om bv. te plannen Een instrument die altijd te gebruiken is om een duidelijk beeld te krijgen van de vaardigheden en interesses van een cliënt die een werkwens heeft. Dat er een optimale match ontstaat tussen cliënt en werkplek. Om het slagen te bevorderen
Vraag 24. Wat zou er binnen Esdégé - Reigersdaal nodig zijn (van u of van de organisatie) om het gebruik van zo’n ‘signaleringsinstrument’ te laten slagen? Cluster
Wat is er nodig
BWWF
? ? ? ? ? ? ?
CBW
? ? ? ?
Gericht op BWWF: iedereen moet op de hoogte zijn van dat het er is en dat je er gemakkelijk gebruik van kunt maken. Stel dat het instrument niet werkt bij een cliënt, dan is een adviesgroep waar op je kan terugvallen prettig. Dit is dan zowel nodig voor het gebruik van het instrument als voor gesignaleerde problemen. Er is uitleg nodig aan nieuwe collega’s over het instrument. Implementatie van het instrument Als adviesteam ervoor zorgen dat we serieus genomen worden. Clustermanagers moeten bij de implementatie betrokken worden: iemand die het kan doorgeven aan het team. Terugkoppelplek voor na eind januari 2005 (bv. IOD) Uitvoerbaar instrument, goed te snappen / niet omslachtig, standaardisatie in organisatie (aansluiten op werkplan). Belangrijkst is het kunnen verantwoorden waar je mee bezig bent t.o.v. leidinggevende. Mensen moeten erachter staan om ermee te gaan werken,
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
32
duidelijk om mee te werken (kort en snel) De Kroft / De Schelp
? ? ? ?
De Zilvermeeuw
? ? ? ? ? ? ?
?
Iedereen moet weten waar het instrument goed voor is, het nut er van inzien. Het moet vastgelegd zijn, voor dossiervorming. Het moet niet te veel rompslomp geven. Niet te veel werk. Er moet snel te zien zijn wat er aan de hand is. Geen lange verhalen! Het instrument moet als serieus beschouwd worden. Veel en nodige aandacht geven. Breed gedragen worden door de organisatie. Proefdraaien met het instrument Tijd voor nodig vanuit cluster, nu weinig tijd om het in te vullen. Tijd voor observatie nodig, zodat je niet ondertussen nog met andere cliënten bezig bent. Koppeling met ondersteuningsplan, van hieruit verder denken Goede afstemming op wat al aanwezig is aan methodiek. Gecombineerd met huidige methodieken: is het compleet, kun je daar iets op aansluiten. Bijv. visie, is die compleet. Integreren. Als het instrument goed is dag zal deze vanzelf zijn weg binnen de stichting gaan vinden.
Vraag 25. Wat zouden vanuit uw perspectief de voor- en nadelen zijn van het gebruik van zo’n ‘signaleringsinstrument’? Cluster
Voordelen
Nadelen
BWWF
? ?
? ?
?
? CBW
? ? ?
Geen idee Meer duidelijkheid voor het functioneren van en werken met de cliënt. Het geeft sturing aan de manier waarop je een cliënt begeleid: richtlijn waar je op moet letten. Met name als het in een beginmoment gebruikt wordt. Overzichtelijk: heb je wat je wilt weten van een cliënt en een werkplek. Vooral kunnen bekijken waar eventueel iets fout gaat: preventief werken Cliënt beter tegemoet komen in vraagstelling Betere onderbouwing voor
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
?
?
Geen idee Weet je pas als je ermee gewerkt hebt. Met een lijst is het moeilijker om naast het instrument goed te blijven kijken.
Kan interesses van werknemer afvlakken, moet je er niet blind op staren. Verder blijven kijken dan alleen gegevens uit een instrument. 33
De Kroft / De Schelp
? ? ? ? ?
De Zilvermeeuw
?
? ? ?
? ? ?
financiering
?
Zeker weten dat alles aan bod is geweest. Cliënten komen sneller ‘op hun plek‘. Cliënten kunnen zich beter en sneller ‘handhaven’. Als voorwaarde dat het werken wordt verbeterd. Nu zijn we vaak aan het experimenteren, met instrument kan je veel gerichter op zoek. Helder wat de cliënt wil, duidelijk mogelijkheden en beperkingen. Duidelijk verhaal naar werkgever toe. Zoveel mogelijk informatie om het zo ideaal mogelijk te krijgen voor de cliënt. Eenduidige manier van werken, allen met de neus dezelfde richting op Niets over het hoofd zien, kan tijdig inspringen op bepaalde dingen, methodisch werken. Doelmatig. Zoveel mogelijk informatie voor het zo ideaal mogelijk krijgen voor de cliënt Eenduidige manier van werken, allen met de neus dezelfde richting op.
? ? ? ?
? ?
?
?
Je moet oppassen dat je niet te snel alles voor de cliënt regelt Dit is weer iets nieuws waar we mee te maken krijgen. Het gaat meer papierwerk opleveren. Ik zie er geen. Soms is het ook belangrijk voor de cliënt om te zien (ervaren) dat de werkplek niet haalbaar is, ook al blijkt dit al na het invullen van het instrument. Weer papierwerk De flexibiliteit is eruit als men met een instrument werkt, er kan te star aan worden vastgehouden (niet blind worden). Vreet tijd. Het instrument is meer voor de begeleiding dan voor de cliënt, het is niet zozeer van de cliënt. De flexibiliteit kan eruit gaan als men met een instrument werkt. Er kan dan te star aan worden vast gehouden.
Vraag 26. Heeft U verder nog tips voor ons? Cluster
Tips
BWWF
Nee Nee Houdt het instrument zo eenvoudig en bruikbaar mogelijk (eventueel samen met de cliënt) Nee Nee
CBW
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
34
De Kroft / De Schelp De Zilvermeeuw
Nee Nee Nee Op de hoogte blijven. Verdiepen in NAH: specifiek gedrag, ik heb cursusmap omgaan met NAH. Het moet niet overlappen met het observatie instrument wat ze nu gaan ontwikkelen. Nee. Waar ligt de behoefte, dit allemaal meenemen. Keuzes maken, waar instrumenten toepassen, is het mogelijk. Maak het interview duidelijk en eenvoudig zodat hij ook eventueel door een cliënt ingevuld kan worden. Het invullen moet niet te veel tijd in beslag nemen (iedereen heeft een chronisch gebrek aan tijd)
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
35
Bijlage 3. De dokter erbij?
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
36
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
37
Bijlage 4. Conclusies uit het interview
Naar aanleiding van een interview naar de huidige werkwijze van de jobcoaches van Esdégé-Reigersdaal en hun wensen voor een ‘signaleringsinstrument’.
Oktober 2004
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
38
Inleiding Met het afnemen van het interview wilden we antwoord krijgen op de volgende vragen: Wat is de huidige werkwijze van de jobcoaches bij het begeleiden van cliënten naar werk? (Hierbij richten we ons m.n. op de methodiek: de fasering en het gebruik van lijsten of testen). Welke wensen hebben de jobcoaches t.a.v. vormgeving en inhoud van een arbeidsanalys e instrument dat gebruikt kan worden bij het begeleiden van cliënten naar werk? Bij het verwerken van de uitkomsten van het interview zijn de volgende dingen naar voren gekomen: De meeste jobcoaches werken volgens de methode ‘Begeleid Werken’ en maken hierbij gebruik van intakelijsten en arbeidsinteressetesten. De wensen t.a.v. het instrument lopen uiteen. Bij slechts enkele vragen blijkt een overtuigende meerderheid voor een bepaald onderdeel van het instrument te kiezen. De uitslagen liggen vaak dicht bij elkaar. Dit geldt voor zowel het doel wat het instrument kan hebben, de doelgroep en de wijze van afname. Over het algemeen kan over de inhoud van het instrument worden gesteld dat de jobcoaches vrijwel alle items tenminste relevant vonden. Dit betekent dat we voor de uitdaging staan een instrument te maken wat uitgebreid of volledig is en dat tegelijkertijd werkbaar moet zijn. Daarnaast moet het instrument ook aansluiten bij de instrumenten die al in de praktijk gebruikt worden.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
39
Algemene persoonsgegevens Alle jobcoaches hebben MBO tot HBO niveau. De jobcoaches zijn niet langer dan 10 jaar werkzaam binnen Esdégé-Reigersdaal. Een aantal is 2-3 jaar werkzaam binnen de instelling. Alle betrokkenen willen op de hoogte worden gehouden van de vorderingen binnen het traject.
Huidige werkwijze
Vraag 1. Gebruikt u de methode Supported Employment ofwel Begeleid Werken? 64 % van de geïnterviewden werkt volgens de fasering van Supported Employment. Wanneer de cliënt fase 1 (assessment: een uitgebreid onderzoek naar de mogelijkheden en werkwensen van de kandidaat.) al met een andere begeleider doorlopen heeft, beginnen de jobcoaches in een latere fase van Supported Employment. De cliëntbegeleiders van de Zilvermeeuw gebruiken niet de fasering volgens Supported Employment.
Vraag 2. Als u niet van Supported Employment gebruik maakt, welke fasering hanteert u dan? De cliëntbegeleiders van de Zilvermeeuw hebben de volgende werkwijze: ? onderzoeken wat de wensen en mogelijkheden van de cliënten zijn ? kijken wat haalbaar is ? doelen stellen ? training ? plaatsing ? evaluatie Vraag 3. Welke instrumenten gebruikt u binnen de fasering die u met uw cliënt doorloopt? Van de geïnterviewden gebruikt, 73 % een intakelijst, 27 % een observatie lijst, 82 % een arbeidsinteresse test, 27 % andere lijsten of instrumenten. Dit betreffen baananalyselijsten, evaluatielijsten. Daarbij wordt er ook aangegeven dat er geen instrumenten worden gebruikt.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
40
Het doel van het instrument
Vraag 4. Welke doelen voor het instrument vindt u belangrijk? De geïnterviewden kunnen de onderstaande doelen aankruisen. Ze hebben de mogelijkheid om meerdere doelen tegelijkertijd aan te kruisen. ? ? ? ? ? ? ? ?
Selecteren van een geschikte arbeidssituatie Signaleren op welke manier een gekozen arbeidssituatie kan worden aangepast aan de mogelijkheden en beperkingen van een cliënt Signaleren van trainings- of ontwikkelingsdoelen voor de cliënt, zodat hij / zij kan voldoen aan de eisen die een arbeidssituatie stelt. Vastleggen van vaardigheden en gedrag van een cliënt in de arbeidssituatie. Profielvergelijking: komen de vaardigheden en beperkingen die de cliënt heeft overeen met de eisen die de arbeidssituatie aan de cliënt stelt. Rapporteren op systematische wijze. Evaluatie van de voortgang van een cliënt tijdens het (traject naar) werk. Middel om de juiste doorverwijzing naar verschillende disciplines te bewerkstelligen wanneer er zich problemen voordoen tijdens (traject naar) werk.
Van de geïnterviewden vindt, 91 % doel I, II, III, IV en V belangrijk. 73 % doel VII belangrijk. 55% doel VI belangrijk. 64 % doel VIII belangrijk. Van de doelen die de geïnterviewden hebben aangeven als de belangrijkste, scoren doel II en V het hoogst. De ondervraagden hechten het meeste belang aan een instrument dat kan worden gebruikt om, (II) te signaleren op welke manier een gekozen arbeidssituatie kan worden aangepast aan de mogelijkheden en beperkingen van een cliënt, of (V) een profielvergelijking op te stellen: komen de vaardigheden van een cliënt overeen met de eisen die de arbeidssituatie stelt? Het belang van doelen I, III, IV scoort echter niet veel lager. Op afstand volgen de doelen VII, V en VIII. Doel V en VIII scoren even hoog. De score’s zowel binnen als tussen de clusters zijn erg uiteenlopend zijn. Waar de één een doel heel belangrijk vindt, vindt de ander het niet noemenswaardig.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
41
Het moment van afname
Vraag 5. In welke fase moet het instrument komen? De geïnterviewden hebben de mogelijkheid om meerdere fases aan te kruisen. Fase
A. Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt.
Percentage van geïnterviewden die het instrument in de betreffende fase wil inzetten 45%
B. Het is duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt.
45%
C. De cliënt werkt op de proefplek / stageplek.
18%
D. De cliënt start op de uiteindelijke arbeidssituatie.
0%
E. De cliënt is al langere tijd in de uiteindelijke arbeidssituatie werkzaam
9%
F. Anders, nl.
0%
Hoewel de meeste mensen dus vinden dat het instrument moet worden ingezet voordat de cliënt op een werk of stageplek terecht komt, is dit geen overtuigende meerderheid.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
42
De geïnterviewden geven vervolgens bij elk doel (uit vraag 4) aan in welke fases ze het instrument, met dat betreffende doel, in willen zetten. Ze kunnen hierbij meerdere fases aankruisen: A. Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. B. Het is duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. C. De cliënt werkt op de proefplek / stageplek. D. De cliënt start op de uiteindelijke arbeidssituatie. E. De cliënt is al langere tijd in de uiteindelijke arbeidssituatie werkzaam. Fase F (zie vraag 5) was hierbij niet een mogelijkheid. De dikgedrukte cijfers geven de hoogste percentages aan bij elk doel. Selecteren van een geschikte arbeidssituatie A B C D E 55% 55% 27% 9% 9% Signaleren op welke manier een gekozen arbeidssituatie kan worden aangepast aan de mogelijkheden en beperkingen van een cliënt. A B C D E 73% 9% 36% 27% 9% Signaleren van trainings - of ontwikkelingsdoelen voor de cliënt, zodat hij / zij kan voldoen aan de eisen die een arbeidssituatie stelt. A B C D E 73% 18% 36% 18% 18% Vastleggen van vaardigheden en gedrag van een cliënt in de arbeidssituatie. A B C D E 45% 27% 9% 18% 36% Profielvergelijking: komen de vaardigheden en beperkingen die de cliënt heeft overeen met de eisen die de arbeidssituatie aan de cliënt stelt. A B C D E 63% 9% 36% 18% 36% Rapporteren op systematische wijze. A B C D E 82% 45% 45% 36% 45% Evaluatie van de voortgang van een cliënt tijdens het (traject naar) werk. A B C D E 73% 45% 45% 36% 55% Middel om de juiste doorverwijzing naar verschillende disciplines te bewerkstelligen wanneer er zich problemen voordoen tijdens (traject naar) werk. A B C D E 55% 45% 45% 36% 36%
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
43
De doelgroep van het instrument
Vraag 6. Voor welke doelgroep zou u het instrument willen gebruiken? De geïnterviewden kregen bij deze vraag de mogelijkheid om meerdere doelgroepen aan te kruisen. De prioriteit van de doelgroep is aangegeven op een schaal van 1 tot 4 (hierbij is 1 het belangrijkst, enz.). Bij de verwerking krijgt de doelgroep met de hoogste prioriteit, het hoogste aantal punten (doelgroep met score 1 krijgt 6 punten, enz.). Met deze punten is per doelgroep een gemiddelde uitgerekend.
Doelgroep
Percentage van de geïnterviewden die het instrument zou willen gebruiken voor de betreffende doelgroep 91%
Prioriteit van Opmerkingen de doelgroep
Verstandelijk gehandicapten Lichamelijk 73% gehandicapten Cliënten met NAH 82%
3,4
Anders, nl.
0,6
18%
2,5 3,0 cliënten met autisme en cliënten met een psychiatrische achtergrond.
Er kan worden geconcludeerd dat de meerderheid van de geïnterviewden het instrument willen inzetten voor verstandelijk en lichamelijk gehandicapten en cliënten met NAH.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
44
Vraag 7. Op welke locaties zou u het instrument willen inzetten? De geïnterviewden kregen bij deze vraag de mogelijkheid om meerdere locaties aan te kruisen. De prioriteit van de locaties is aangegeven op een schaal van 1 tot 6 (hierbij is 1 het belangrijkst, enz.). Bij de verwerking krijgt de locatie met de hoogste prioriteit, het hoogst aantal punten (locatie met score 1 krijgt 6 punten, enz.). Met deze punten is per locatie een gemiddelde uitgerekend. Percentage geïnterviewden die het instrument zou willen inzetten op de betreffende locatie 91%
Prioriteit van de locatie
Opmerkingen
4,7
27% van alle geïnterviewden geeft aan dat ze hierbij ook onbetaald werk bedoelen
Activiteitencentrum
64%
3,2
Trainingscentrum
64%
3,8
Enclave
55%
3,0
Vrijwilligersorganisatie
45%
2,2
Anders, nl.
10%
0,5
Locatie
Een bedrijf (betaald werk)
een instelling zoals een verzorgingshuis of een school
Er kan worden geconcludeerd dat de geïnterviewden het instrument bij voorkeur inzetten in een bedrijf, een activiteitencentrum en een trainingscentrum. Het trainingscentrum krijgt hierbij wel een hogere prioriteit dan het activiteitencentrum.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
45
De wijze van afname
Vraag 8. Op welke manier zou u de informatie die u voor het invullen van het instrument nodig heeft willen verzamelen? De geïnterviewden kregen bij deze vraag de mogelijkheid om meerdere manieren van informatieverzameling aan te kruisen. Manier van informatie verzamelen
Het instrument samen met cliënt invullen Instrument samen met cliënt en netwerk van de cliënt invullen Invullen door de cliënt te observeren
Percentage geïnterviewden die het instrument zou willen invullen op de betreffende manier 81%
Opmerkingen
64%
72%
Invullen door informatie uit het dossier te gebruiken
27%
Anders, n.l.
27%
door persoonlijke-toekomstplanning (ptp) gesprekken te voeren met de cliënt en verwanten, door informatie van collega’s en de werkgever/bedrijfsleider te gebruiken.
Er kan worden geconcludeerd dat de geïnterviewden de voorkeur hebben voor de volgende manieren van informatieverzameling: door het instrument samen met de cliënt in te vullen, door de cliënt te observeren en door het instrument samen met cliënt en zijn/haar netwerk in te vullen.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
46
Vraag 9. Wilt u dat het instrument inzichtelijk is voor de cliënt? 100% van de geïnterviewden geeft aan dat het instrument inzichtelijk moet zijn voor de cliënt. Zij geven hier verschillende suggesties voor: Picto’s: 72% van de geïnterviewden geeft dit aan als suggestie. Opmerkingen: ? Picto’s alleen in het gedeelte voor de cliënt. ? Maak gebruik van picto-base van Esdégé-Reigersdaal. ? Picto’s om de waarde van iets aan te geven. ? Picto’s zijn wel moeilijk: eigentaal, eisen aan opstellen ‘tekst in picto’s’, eisen van de cliënt. Foto’s: 27% van de geïnterviewden geeft aan dat door het gebruik van foto’s het instrument inzichtelijk wordt voor de cliënt. Opmerkingen: ? Er moet een mogelijkheid voor foto’s zijn. ? Foto’s boven de picto’s plaatsen. Bewoording en manier van vragen: Opmerkingen: ? Eenvoudige bewoordingen. ? Eenvoudige ja/nee vragen. Duur: Opmerkingen: Kort en bondig. Andere suggesties: Opmerkingen ? Papier: 27% van de geïnterviewden geven aan dat ze het graag op papier willen (“de meeste kunnen lezen anders leggen we het uit”: Zilvermeeuw). ? Opdeelbaar (wat niet nodig is voor de cliënt kun je dan weglaten). ? Grote letters. ? Mondeling, met praten proberen uit te leggen als toevoeging, met cliënt invullen, dat ik het kan uitleggen aan de cliënt. Dat de cliënt kan aangeven waar hulp bij nodig is. ? Binnen de stichting Esdégé-Reigersdaal zijn mensen die communicatie met cliënten begeleiden. ? De cliënt hoeft niet te begrijpen hoe het werkt maar moet op een aantal vragen antwoord kunnen geven (niet “hoe vind je je cognitieve vaardigheden?”). ? Overzichtelijk (“zoals dit interview”). ? Digitaal (document in Word wat je in kunt vullen): 18% van de geïnterviewden geeft dit aan. ? Samen met de evaluatie van het ondersteuningsplan. ? Bandje inspreken. ? Vereenvoudigde versie voor de cliënt. ? Instrument voor zowel begeleiders als cliënten. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
47
Vraag 10. Als u het instrument zou gebruiken, hoeveel tijd wilt u er dan aan besteden? 45% van de geïnterviewden geeft aan dat ze 30 minuten aan het instrument willen besteden. Deze 30 minuten zijn echter op verschillende manieren geïnterpreteerd: 30 minuten voor de werkgever (tegenover 60 minuten voor de jobcoach). 30 minuten per keer. alleen in de beginfase 30 minuten (met daarnaast 10 minuten per keer per klus, ter evaluatie). 10% van de geïnterviewden wil 45 minuten uittrekken voor het instrument. 20% wil 60 minuten besteden aan het instrument. Bijv. 6x 10 min., voor concentratie van de cliënt. Voor jobcoach. 27% van de geïnterviewden geeft een andere duur aan: ? 2x 15 min. ? 2x 30 min. ? 15-20% van de totale begeleiding van een cliënt (totale tijd is verschillend per cliënt). ? Het mag zoveel tijd kosten als er nodig is. ? 10 min. per dag per klus, ter evaluatie. ? wanneer het bruikbaar is moet er alle tijd zijn die nodig is, afhankelijk van hoelang de cliënt ervoor nodig heeft. ? Als het een grote bijdrage levert dan veel tijd. De geïnterviewden plaatsen nog de volgende opmerkingen: ? Het is heel erg afhankelijk van de cliënt/financiering,etc. ? Er is geen duidelijke tijdsduur aan te geven. ? Er moet een mogelijkheid zijn tot opsplitsen. Gezien concentratie kun je het uitsmeren. ? Moet werkbaar zijn, een hulpmiddel niet een struikelblok.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
48
Vraag 11. Heeft u suggesties voor de lay-out van het instrument? De volgende suggesties worden gedaan t.a.v. de lay-out van het instrument: Leesbaarheid: ? Makkelijk leesbaar (taalgebruik). ? Niet teveel lezen. ? Voor iedereen leesbaar. ? Een niet te groot boekwerk, geen overbodige dingen erbij. Begrijpbaarheid: ? Eenvoudig. ? Korte zinnen, zo concreet mogelijk. ? Verduidelijking (bv. voorbeelden) voor cliënten. ? Zo weinig mogelijk open vragen maar dat ze bijv. kunnen kiezen uit 2 dingen. Duidelijkheid: ? Duidelijke onderverdeling (nieuw onderwerp op nieuwe A4, 1 vraag op 1 bladzijde). ? Duidelijk hoe het met de cliënt gedaan moet worden. ? stap voor stap/gestroomlijnd (ook met doorverwijzing). ? Prikkelarm. ? Zo herkenbaar mogelijk. Vorm: ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ?
A4 formaat. Vragenlijst (niet via CD-Rom of zoiets). Ruim. Grote letters (lettergrootte 16). Makkelijk met de werkgever door te nemen. Zie als voorbeeld tijdschrift de Draad. Voor cliënt leuk en aantrekkelijk (leuk uiterlijk door bijv. gekleurd mapje). Makkelijk hanteerbaar. Voor cliënt herkenbaar, bijv. met kleuren. Afkruisen. Digitaal.
Andere suggesties: ? Werkbaar, niet te veel tijd. ? Deel misschien ook door cliënt laten invullen.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
49
Thema I: Analyse van de arbeidssituatie
Vraag 12. Vindt u het belangrijk dat er in het instrument aandacht is voor de arbeidsinhoud? Hieronder staat het percentage van de geïnterviewden dat de specifieke taakeisen belangrijk vindt. Taakeisen Fysieke taakeisen Psychologische taakeisen
Percentage 91% 100%
Hieruit kan worden geconcludeerd dat zowel de psychologische als de fysieke taakeisen voor een arbeidssituatie erg belangrijk worden gevonden door de jobcoaches.
Vraag 13. Hoe belangrijk vindt u het dat er in het instrument aandacht is voor arbeidsvoorwaarden? De onderstaande items zijn door de geïnterviewden gescoord op mate van relevantie. Er waren 5 scoremogelijkheden, aan iedere score is een cijfer gebonden: 1 = Niet relevant 2 = Nauwelijks relevant 3 = Relevant 4 = Redelijk relevant 5 = Zeer relevant Hoe hoger de gemiddelde score, hoe hoger de (gemiddelde) mate van relevantie voor de geïnterviewden. Arbeidsvoorwaarden Arbeidsrusttijden Omvang aanstelling Verzuimgelegenheid Contractvorm Salaris/beloning Promotiemogelijkheden
Gemiddelde score 4,6 4,0 3,7 3,6 3,0 3,0
Er werd opgemerkt dat sommige cliënten het salaris heel belangrijk vinden, terwijl de jobcoach dit niet als prioriteit ziet. Uit het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat de arbeidsvoorwaarden als behoorlijk belangrijk gezien worden. Salaris en promotiemogelijkheden worden als minst relevant aangegeven door de geïnterviewden.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
50
Vraag 14. Hoe belangrijk vindt u dat er in het instrument aandacht is voor arbeidsverhoudingen? De onderstaande items zijn door de geïnterviewden gescoord op mate van relevantie. Er waren 5 scoremogelijkheden, aan iedere score is een cijfer gebonden: 1 = Niet relevant 2 = Nauwelijks relevant 3 = Relevant 4 = Redelijk relevant 5 = Zeer relevant Hoe hoger de gemiddelde score, hoe hoger de (gemiddelde) mate van relevantie voor de geïnterviewden. Arbeidsverhoudingen Collega’s Arbeidscultuur Leidinggevende Rolconflicten Overlegvormen
Gemiddelde score 4,8 4,7 4,6 4,2 3,5
Geconcludeerd kan worden dat de arbeidsverhouding en als een zeer belangrijk deel van het instrument worden gezien door de jobcoaches. Alleen overleg vormen wordt als minder belangrijk gescoord.
Vraag 15. Hoe belangrijk vindt u het dat er in het instrument aandacht is voor de arbeidsomstandigheden van de cliënt? De onderstaande items zijn door de geïnterviewden gescoord op mate van relevantie. Er waren 5 scoremogelijkheden, aan iedere score is een cijfer gebonden: 1 = Niet relevant 2 = Nauwelijks relevant 3 = Relevant 4 = Redelijk relevant 5 = Zeer relevant Hoe hoger de gemiddelde score, hoe hoger de (gemiddelde) mate van relevantie voor de geïnterviewden. Arbeidsomstandigheden Fysieke aspecten Lawaai Klimaat Biologische en chemische stoffen Trillingen Straling
Gemiddelde score 4,8 4,6 4,5 4,1 4,0 3,5
Er kan worden geconcludeerd dat alle aspecten t.a.v. de arbeidsomstandigheden redelijk relevant worden gevonden, alleen het aspect straling vindt men minder relevant.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
51
Thema II. Wat vraagt de arbeidssituatie van de werknemer (cliënt) Vraag 16. Vindt u het relevant om de psychische belasting m.b.v. het instrument te analyseren? 100% van de geïnterviewden vindt het belangrijk dat de psychische belasting in het instrument aan de orde komt. De argumenten die de geïnterviewden hier voornamelijk voor geven zijn: de psychische belasting is moeilijker te achterhalen en de psychische belasting is erg belangrijk voor het wel of niet slagen van een cliënt op een werkplek.
Vraag 17. Vindt u het relevant om de fysieke belasting m.b.v. het instrument te analyseren? 100% van de geïnterviewden wil dat er aandacht is voor fysieke belasting in het instrument. Wel heeft 1 geïnterviewde ja en nee ingevuld, omdat hij/zij fysieke belasting minder belangrijk vind dan psychische belasting.
Thema III: Overige niet arbeidsgerelateerde factoren Vraag 18. Vindt u het relevant om niet arbeidsgerelateerde factoren m.b.v. het instrument te analyseren? 91 % van de geïnterviewden antwoord met ja. Er kan worden geconcludeerd dat alle geïnterviewden het erover eens zijn dat deze factoren van invloed kunnen zijn op het werk van een cliënt. De geïnterviewden van de Schelp/de Kroft en van BWWF geven hierbij als kanttekening dat het wel belangrijk is om niet arbeidsgerelateerde factoren te signaleren / te weten, maar verder willen ze zoveel mogelijk privé en werk gescheiden houden.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
52
Thema IV: Vaardigheden van de cliënt (belastbaarheid) Vraag 19. Hoe belangrijk vindt u het dat er in het instrument aandacht is voor de psychosociale belastbaarheid van de cliënt? De onderstaande items zijn door de geïnterviewden gescoord op mate van relevantie. Er waren 5 scoremogelijkheden, aan iedere score is een cijfer gebonden: 1 = Niet relevant 2 = Nauwelijks relevant 3 = Relevant 4 = Redelijk relevant 5 = Zeer relevant Hoe hoger de gemiddelde score, hoe hoger de (gemiddelde) mate van relevantie voor de geïnterviewden. Psychosociale belastbaarheid Hulp vragen Taalgebruik Rekening houden met anderen Concentratie Taalbegrip Tijdsbesef Omgeving herkennen Weerbaarheid in eigen omgeving Weerbaarheid in vreemde omgeving Non verbale communicatie Omgeving verkennen
Gemiddelde score 4,5 4,2 4,1 4,0 4,0 3,9 3,9 3,9 3,9 3,6 3,4
Geconcludeerd kan worden dat de geïnterviewden het item “om hulp vragen” gemiddeld duidelijk het meest relevante item vinden. De geïnterviewden vinden het van alle items gemiddeld meer dan relevant (tussen relevant en zeer relevant) dat er aandacht aan wordt besteed in het instrument.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
53
Vraag 20. Hoe belangrijk vindt u het dat er in het instrument aandacht is voor de fysieke belastbaarheid van de cliënt? De onderstaande items zijn door de geïnterviewden gescoord op mate van relevantie. Er waren 5 scoremogelijkheden, aan iedere score is een cijfer gebonden: 1 = Niet relevant 2 = Nauwelijks relevant 3 = Relevant 4 = Redelijk relevant 5 = Zeer relevant Hoe hoger de gemiddelde score, hoe hoger de (gemiddelde) mate van relevantie voor de geïnterviewden. Psychosociale belastbaarheid Sensomotoriek Grove motoriek Fijne motoriek Visueel (zicht) geheugen Visueel (zicht) waarnemen Uithoudingsvermogen Auditief (gehoor) geheugen Auditief (gehoor) waarnemen Kleurherkenning
Gemiddelde score 4,1 4,1 4,1 4,1 4,0 4,0 3,7 3,5 3,3
Geconcludeerd kan worden dat de geïnterviewden het van alle items gemiddeld meer dan relevant (tussen relevant en zeer relevant) vinden dat er aandacht aan wordt besteed in het instrument.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
54
Thema V: Overige persoonlijke factoren
Vraag 21. Hoe belangrijk vindt u het dat er in het instrument aandacht is voor persoonlijk werkgerelateerde factoren? De onderstaande items zijn door de geïnterviewden gescoord op mate van relevantie. Er waren 5 score mogelijkheden, aan iedere score is een cijfer gebonden: 1 = Niet relevant 2 = Nauwelijks relevant 3 = Relevant 4 = Redelijk relevant 5 = Zeer relevant Hoe hoger de gemiddelde score, hoe hoger de (gemiddelde) mate van relevantie voor de geïnterviewden. Persoonlijk werkgerelateerde factoren Motivatie Bereidheid tot inspanning Werkervaring Verzuimbehoefte
Gemiddelde score 4,8 4,6 3,7 3,2
Hieruit kan geconcludeerd worden dat alle thema’s wel belangrijk worden geacht, maar de jobcoaches vinden dat motivatie en bereidheid tot inspanning hier het belangrijkst van zijn.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
55
Vraag 22. Hoe belangrijk is het dat algemene persoonsgegevens in het instrument komen? De onderstaande items zijn door de geïnterviewden gescoord op mate van relevantie. Er waren 5 score mogelijkheden, aan iedere score is een cijfer gebonden: 1 = Niet relevant 2 = Nauwelijks relevant 3 = Relevant 4 = Redelijk relevant 5 = Zeer relevant Hoe hoger de gemiddelde score, hoe hoger de (gemiddelde) mate van relevantie voor de geïnterviewden. Algemene persoonsgegevens Coping Zelfvertrouwen Temperament Leefstijl Persoonlijk verleden Leeftijd Opleiding Geslacht
Gemiddelde score 4,3 4,2 3,9 3,5 3,2 3,1 3,1 2,5
Opvallend is dat er in zijn totaliteit heel verschillend gescoord is bij deze vraag. Sommige jobcoaches vinden de algemene persoonsgegevens wel belangrijk en anderen een stuk minder. Hieruit kan geconcludeerd worden dat alleen het geslacht van een cliënt als nauwelijks relevant wordt gezien en de andere punten door de jobcoaches wel als belangrijk worden gezien.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
56
Slotvragen
Vraag 23. Kunt u, na dit interview, beschrijven welk instrument (ideaal plaatje) u voor ogen heeft? Hierbij worden veel verschillende antwoorden gegeven. Deze zijn onderverdeeld in categorieën. De meest genoemde onderwerpen staan bovenaan. Checklist: Acht geïnterviewden geven aan het instrument als een checklist te zien. Ze willen hierbij nagaan of ze overal aan gedacht hebben. Opmerkingen hierbij zijn: ? Gebruiken om een situatie te verbeteren. ? Hierbij moet aan te geven zijn wat goed of juist niet goed gaat met ruimte voor opmerkingen. ? Weinig open vragen. Observatie Vier geïnterviewden geven aan het instrument als observatie instrument te willen gebruiken. Opmerkingen hierbij zijn: ? Testen/handelingen observeren. ? Filmen en analyseren als oefenmateriaal. ? Observeren van gedrag. Ondersteuningsplan Drie geïnterviewden geven aan dat het instrument moet aansluiten bij het ondersteuningsplan. Opmerkingen hierbij zijn: ? Zelfde vorm als het ondersteuningsplan. ? Op het zelfde moment als het ondersteuningsplan te gebruiken. Afname Drie geïnterviewden maakten een opmerking hierover: ? Bij start en gaandeweg ( in ieder geval de eerste paar weken), maar ook op langere termijn. ? Na proefperiode en na 3 maanden, als de cliënt weet wat hij wil. ? Na de intake. Grootte Twee maal is aangegeven dat het niet te lang moet worden. Opmerking hierbij is: ? Het moet veelomvattend zijn, maar toch ook kort en eenvoudig. Vaardigheden en arbeidssituatie Twee maal is aangegeven dat het instrument er voor moet zorgen dat er een optimale match tussen de cliënt en de arbeidssituatie moet ontstaan.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
57
Fysieke en psychische aspecten Twee geïnterviewden gaven een voorkeur aan de aandacht voor de psychische aspecten. Een hiervan geeft aan evenveel aandacht te geven aan de fysieke belastbaarheid, de ander geeft de fysieke belastbaarheid een minder belangrijke plek te geven. Uitwerking instrument Twee geïnterviewden geven aan dat het nodig is aandacht te besteden aan de uitwerking van het instrument. Daarbij vinden zij m.n. dat het toegankelijk moet zijn voor de cliënt. Opmerkingen hierbij: ? Houdt het simpel met veel beeldend taalgebruik. ? Het deel voor de cliënt moet aantrekkelijk zijn, leuk. Met of zonder cliënt Twee geïnterviewden geven aan als ideaal te zien dat het met de cliënt wordt besproken. Daarbij geeft er een aan ook vooral het netwerk van de cliënt en de werkgever te betrekken. Eén geïnterviewde geeft aan het instrument vooral als jobcoach zelf te willen gebruiken. Eén geïnterviewde wil graag een deel voor de cliënt en een deel voor de jobcoach zelf. Opmerking hierbij: ? Het deel voor de cliënt moet in delen aan bod komen, omdat het concentratievermogen van de cliënt kortdurig is. Doorverwijzing Twee geïnterviewden geven aan het instrument (eventueel) te willen gebruiken voor doorverwijzing. Digitale versie Twee geïnterviewden geven aan ook een versie op de computer te willen hebben van het instrument. Nieuwe cliënten Eén van de geïnterviewden vindt dat het instrument vooral nuttig kan zijn bij nieuwe cliënten, omdat daarvan nog niet veel gegevens zijn. Duidelijkheid voor werkgevers Eenmaal is aangegeven dat het instrument zou kunnen bijdragen aan meer duidelijkheid geven aan de werkgever. Dit zorgt ervoor dat de wederzijdse verwachtingen duidelijker worden. Afstemming Eén geïnterviewde geeft aan dat het instrument kan zorgen voor meer afstemming van de ondersteuning van de cliënten. Oefenmethode Eén van de geïnterviewden geeft aan dat het instrument een soort oefenmethode in zich kan hebben, om bepaalde vaardigheden te oefenen.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
58
Vraag 24. Wat zou er binnen Esdégé - Reigersdaal nodig zijn (van u of van de organisatie) om het gebruik van zo’n ‘signaleringsinstrument’ te laten slagen? Hieronder staan de opmerkingen die hierbij gemaakt zijn opgedeeld in categorieën. Bekendheid Alle medewerkers moeten weten dat het er is. Daarnaast moet het instrument als een serieus instrument beschouwd gaan worden. De medewerkers moeten achter het gebruik van het instrument staan. Iedereen moet weten waar het instrument goed voor is en het nut moet duidelijk zijn. Een breed draagvlak is dus zeer wenselijk. Een ‘gemakkelijk’ instrument ? Uitvoerbaar. ? Goed te snappen. ? Niet omslachtig. ? Niet te veel werk. ? Snel zien wat er aan de hand is. ? Geen lange verhalen. Extra tijd Er is extra tijd voor nodig om het instrument in te vullen. Terugvalbasis Het is prettig als er een adviesgroep of iets dergelijks komt, die kan toezien op het gebruik van het instrument en waar problemen kunnen worden doorgegeven. (bv. Het IOD) Ondersteuningsplan Het is van belang dat er goed aangesloten wordt op de huidige methodieken. M.n. in combinatie met het ondersteuningsplan. Dit is een verbetering voor standaardisatie in de organisatie voor het instrument en de dossiervorming. Implementatie Voor de implementatie van het instrument is het goed om eerst proef te draaien. Daarnaast moeten de clustermanagers betrokken worden bij het instrument, omdat zij degenen zijn die het kunnen doorgeven aan het team. Nieuwe collega’s Aan nieuwe collega’s moet het instrument uitgelegd worden. Verantwoorden Het gebruik van het instrument moet te verantwoorden zijn naar de leidinggevenden.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
59
Vraag 25. Wat zouden vanuit uw perspectief de voor- en nadelen zijn van het gebruik van zo’n ‘signaleringsinstrument’? De volgende punten zijn genoemd: Voordelen ? Zo veel mogelijk informatie om het functioneren en werken van de cliënt duidelijk te krijgen. ? Op een methodische wijze werken. ? Geeft sturing aan de manier waarop de cliënt begeleid wordt, daarbij komen cliënten dan sneller op hun plek, kunnen zich beter en sneller handhaven. Er kan met het instrument veel gerichter gezocht worden naar een goede arbeidsplek. ? Er kan preventief mee gewerkt worden en tijdig ingesprongen worden op bepaalde situaties. ? Eenduidige manier van werken, allen met de neus dezelfde richting op. ? Cliënt kan beter tegemoet gekomen worden in de vraagstelling. ? Het kan als checklist werken. Nadelen ? Met een instrument is het moeilijk om ernaast nog flexibel te zijn en goed te blijven kijken. ? Het gaat meer papierwerk opleveren ? Soms is het ook belangrijk voor de cliënt om te zien (ervaren) dat de werkplek niet haalbaar is, ook al blijkt dit al na het invullen van het instrument. ? Je moet oppassen dat je niet te snel alles voor de cliënt regelt ? Kan interesses van werknemer afvlakken, moet je er niet blind op staren. ? Dit is weer iets nieuws waar de jobcoaches mee te maken krijgen. ? Kost veel tijd om in te vullen. Vraag 26. Heeft u verder nog tips voor ons of onderwerpen die u nog aan wilt snijden die niet in het interview naar voren zijn gekomen? ? ? ? ? ?
Houdt het instrument zo eenvoudig en bruikbaar mogelijk (eventueel samen met de cliënt). Iedereen op de hoogte blijven houden. Verdiepen in NAH: specifiek gedrag, ik heb cursusmap omgaan met NAH. Het moet niet overlappen met het observatie instrument wat ze nu gaan ontwikkelen. Goed kijken naar waar de behoefte ligt en dit meenemen. Waar ligt de behoefte, dit allemaal meenemen. Keuzes maken, waar instrumenten toepassen, is het mogelijk. Het invullen moet niet te veel tijd in beslag nemen.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
60
Bijlage 5. Gebruik van de ICF bij het in kaart brengen van arbeidsrelevante factoren.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
61
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
62
Bijlage 6. Integration of OT and ICF concept
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
63
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
64
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
65
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
66
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
67
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
68
Bijlage 7. Interview ‘Signaleringsinstrument voor arbeidsanalyse’ Inleiding Dit interview gaat over het ‘signaleringsinstrument’ dat we samen met jullie de komende weken willen ontwerpen. We hebben tot nu toe met een aantal van jullie meegelopen om kennis te maken met jullie werkzaamheden en met Esdége-Reigersdaal. Uit deze gesprekken kregen we al diverse aanwijzingen over het te ontwerpen ‘signaleringsinstrument’. Daarnaast hebben we literatuur bestudeerd om meer informatie te krijgen over de vormgeving en inhoud van zo’n instrument. Hierdoor hebben we een beter idee gekregen welke vragen we jullie willen voorleggen. Deze vragen hebben we verwerkt in dit interview. Om te zien welke mogelijkheden voor een ‘signa leringsinstrument’ het beste bij jullie werk en wensen passen, hebben we een interview opgesteld. We doen dit interview met ongeveer 3 mensen van elk cluster. Uit deze interviews gaan we een pakket van eisen opstellen dat moet leiden tot het een instrument dat het beste bij jullie aansluit. Het voorlopige pakket van eisen zal in week 45 besproken worden met de vertegenwoordigers van jullie cluster, waar het definitieve pakket van eisen uit moet komen. Dit interview zal ongeveer een uur duren. Het interview bestaat uit een aantal open en een aantal gesloten vragen, het is altijd mogelijk nog extra uitleg te geven bij een antwoord. We zullen wat algemene gegevens van jullie vragen . We willen weten wat jullie werkwijze is en hoe het instrument er naar jullie idee uit moet komen te zien. We werken met een interviewer en een notulist. Doelstellingen We willen antwoord krijgen op de volgende vragen: ?
Wat is de huidige werkwijze van de jobcoaches / cliëntbegeleiders bij het begeleiden van cliënten naar werk? Hierbij richten we ons m.n. op de methodiek: de fasering en het gebruik van lijsten of testen.
?
Welke wensen hebben de jobcoaches / cliëntbegeleiders t.a.v. vormgeving en inhoud van een arbeidsanalyse instrument dat gebruikt kan worden bij het begeleiden van cliënten naar werk?
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
69
Algemene persoonsgegevens
Naam: …………………………………………………………………………………
Cluster: …………………………………………………………………………………
Achtergrond opleiding en werk: …………………………………………………………………………………
Hoe lang werkt u al als jobcoach? …………………………………………………………………………………
Op welke manier zou u bij de ontwikkelingen binnen het project betrokken willen worden? …………………………………………………………………………………
Telefoon: ………………………………………………………………………………… Email: …………………………………………………………………………………
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
70
Huidige werkwijze Vraag 1. Om goed aan te sluiten bij de huidige manier van werken van de jobcoaches/cliëntbegeleiders willen we graag weten welke fasering er gebruikt wordt tijdens de begeleiding van cliënten naar werk. De methode Supported Employment ofwel Begeleid Werken is een methodiek die veel door jobcoaches gebruikt wordt. De fases in deze werkwijze zijn: ? ? ?
? ?
?
Fase 1: Assessment: Een uitgebreid onderzoek naar de mogelijkheden en werkwensen van de kandidaat. Fase 2: Jobfinding: Het zoeken van passend werk op basis van de mogelijkheden en wensen van de kandidaat. Fase 3: Baananalyse: De werkzaamheden die aan een arbeidsplaats verbonden zijn, worden geanalyseerd vanuit de vraag welke eisen zij stellen aan de functionele en sociale vaardigheden van een deelnemer. Fase 4: Matching: Het plaatsen van een kandidaat in passend werk (op basis van assessment en baananalyse). Fase 5: Jobcoaching: Het bieden van een individuele training en inwerkprogramma in de arbeidssituatie (op basis van de gegevens uit het assessment van de kandidaat en de analyse van de baan). Fase 6: Follow- begeleiding: Het verzorgen van verdere begeleiding ter verzekering van het behouden van de baan.
Maakt u gebruik van deze fasering volgens de methodiek ‘Supported Employment’ ofwel ‘Begeleid Werken’? ? ? ?
Nee (ga naar vraag 2) Ja (ga naar vraag 3) Deels, ik gebruik de fasen (vul nummers in)………………………………..
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
71
Vraag 2. Het is mogelijk dat u geen gebruik maakt van de fasering volgens de methodiek Supported Employment ofwel Begeleid Werken, maar van een andere systematiek. We bedoelen hier echter niet de systematiek van zorg- en ondersteuningsplannen die binnen Esdégé-Reigersdaal gebruikt wordt. (Hierin wordt een fasering aangegeven, om aan te geven hoe je doelen bereikt.) Het gaat om de stappen die u doorloopt om een cliënt naar werk te begeleiden. Kunt u hieronder aangeven welke fasering u gebruikt? ? ? ? ? ? ?
Fase 1: ……………………………………………………………………………………….. Fase 2: ……………………………………………………………………………………….. Fase 3: ………………………………………………………………………………… Fase 4 ………………………………………………………………………………… Etc. ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………
Vraag 3. We willen het ‘signaleringsinstrument’ aan laten sluiten bij de instrumenten die reeds gebruikt worden. Welke instrumenten (bijv. lijsten en testen) worden gebruikt binnen de fasering die u met uw cliënt doorloopt? ? ? ? ? ?
Intakelijsten Observatielijsten Arbeidsinteressetesten Anders, nl. ………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………… Als u observatielijsten gebruikt, wat wordt da ar dan mee geobserveerd? Zou u de door u aangegeven instrumenten ter illustratie aan ons willen meegeven?
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
72
Het doel van het instrument
Vraag 4. We willen graag overeenstemming bereiken over het doel van het instrument. Meerdere doelen zijn mogelijk. Hi eronder hebben we er een aantal op een rij gezet. Kruis een of meerdere doelen aan die u belangrijk vindt. Zet de aangekruiste doelen vervolgens in volgorde van belang. Hierbij is 1 het belangrijkste doel, enzovoort.
Doel ?
I. Selecteren van een geschikte arbeidssituatie.
?
II. Signaleren op welke manier een gekozen arbeidssituatie kan worden aangepast aan de mogelijkheden en beperkingen van een cliënt.
?
III. Signaleren van trainings- of ontwikkelingsdoelen voor de cliënt, zodat hij / zij kan voldoen aan de eisen die een arbeidssituatie stelt.
?
IV. Vastleggen van vaardigheden en gedrag van een cliënt in de arbeidssituatie.
?
V. Profielvergelijking: komen de vaardigheden en beperkingen die de cliënt heeft overeen met de eisen die de arbeidssituatie aan de cliënt stelt.
?
VI. Rapporteren op systematische wijze.
?
VII. Evaluatie van de voortgang van een cliënt tijdens het (traject naar) werk.
?
VIII. Middel om de juiste doorverwijzing naar verschillende disciplines te bewerkstelligen wanneer er zich problemen voordoen tijdens (traject naar) werk.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
Volgorde 1, 2, 3, etc.
73
Vraag 5. Er is overeenstemming nodig over het moment van afname van het instrument. In welke fase moet het instrument komen? A. B. C. D. E. F.
Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. Het is duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. De cliënt werkt op de proefplek / stageplek. De cliënt start op de uiteindelijke arbeidssituatie. De cliënt is al langere tijd in de uiteindelijke arbeidssituatie werkzaam. Anders, nl.
De momenten waarop u het instrument zou kunnen afnemen hangt af van het doel van het instrument. Wilt u bij elk doel omcirkelen op welk moment u de afname van het instrument ziet. Er zijn 5 momenten van afname mogelijk. I.
Selecteren van een geschikte arbeidssituatie. A. B. C. D. E.
II.
Selecteren op welke manier een gekozen arbeidssituatie kan worden aangepast aan de mogelijkheden en beperkingen van een cliënt. A. B. C. D. E.
III.
Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. Het is duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. De cliënt werkt op de proefplek / stageplek. De cliënt start op de uiteindelijke arbeidssituatie. De cliënt is al langere tijd in de uiteindelijke arbeidssituatie werkzaam.
Signaleren van trainings- of ontwikkelingsdoelen voor de cliënt, zodat hij / zij kan voldoen aan de eisen die een arbeidssituatie stelt. A. B. C. D. E.
IV.
Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. Het is duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. De cliënt werkt op de proefplek / stageplek. De cliënt start op de uiteindelijke arb eidssituatie. De cliënt is al langere tijd in de uiteindelijke arbeidssituatie werkzaam.
Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. Het is duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. De cliënt werkt op de proefplek / stageplek. De cliënt start op de uiteindelijke arbeidssituatie. De cliënt is al langere tijd in de uiteindelijke arbeidssituatie werkzaam.
Vastleggen van vaardigheden en gedrag van een cliënt in de arbeidssituatie. A. B. C. D. E.
Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. Het is duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. De cliënt werkt op de proefplek / stageplek. De cliënt start op de uiteindelijke arbeidssituatie. De cliënt is al langere tijd in de uiteindelijke arbeidssituatie werkzaam. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
74
V.
Profielvergelijking: Komen de vaardigheden en beperkingen die de cliënt heeft overeen met de eisen die de arbeidssituatie aan de cliënt stelt. A. B. C. D. E.
VI.
Rapporteren op systematische wijze. A. B. C. D. E.
VII.
Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. Het is duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. De cliënt werkt op de proefplek / stageplek. De cliënt start op de uiteindelijke arbeidssituatie. De cliënt is al langere tijd in de uiteindelijke arbeidssituatie werkzaam.
Evaluatie van de voortgang van een cliënt tijdens het (traject naar ) werk. A. B. C. D. E.
VIII.
Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. Het is duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. De cliënt werkt op de proefplek / stageplek. De cliënt start op de uiteindelijke arbeidssituatie. De cliënt is al langere tijd in de uiteindelijke arbeidssituatie werkzaam.
Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. Het is duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. De cliënt werkt op de proefplek / stageplek. De cliënt start op de uiteindelijke arbeidssituatie. De cliënt is al langere tijd in de uiteindelijke arbeidssituatie werkzaam.
Middel om de juiste doorverwijzing naar verschillende disciplines te bewerkstelligen wanneer er zich problemen voordoen tijdens (traject naar) werk. A. B. C. D. E.
Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. Het is duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt. De cliënt werkt op de proefplek / stageplek. De cliënt start op de uiteindelijke arbeidssituatie. De cliënt is al langere tijd in de uiteindelijke arbeidssituatie werkzaam.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
75
De doelgroep van het instrument Vraag 6. Voor welke doelgroep zou u het instrument willen gebruiken? U mag meerdere doelgroepen aankruizen. Zet de aangekruiste doelgroepen vervolgens in volgorde door ze te nummeren. Hierbij is 1 de doelgroep die voor u de meeste prioriteit heeft. Doelgroep
Volgorde 1, 2, 3 etc.
?
Verstandelijk gehandicapten
?
Lichamelijk gehandicapten
?
Cliënten met NAH
?
Anders, n.l. ………………………………………………………………………
Vraag 7. Op welke locaties zou u het instrument willen inzetten? U mag meerdere locaties aankruizen. Zet de aangekruiste locaties vervolgens in volgorde door ze te nummeren. Hierbij is 1 de locatie die voor u de meeste prioriteit heeft.
Locaties
Volgorde 1, 2, 3 etc
?
Een bedrijf (betaald werk)
?
Een activiteitencentrum
?
Een trainingscentrum
?
Een enclave
?
Vrijwilligersorganisatie
?
Anders, n.l. ………………………………………………………………………
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
76
Wijze van afname van het instrument Vraag 8. Op welke manier zou u de informatie die u voor het invullen van het instrument nodig heeft willen verzamelen? Hierbij kunt u meerdere keuzes aangeven. ? ? ? ? ?
Door het instrument samen met de cliënt in te vullen Door het instrument samen met de cliënt en het netwerk van de cliënt / verwanten in te vullen Door de cliënt te observeren Door informatie uit het dossier te gebruiken Anders, n.l. ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………
Vraag 9. Het kan zijn dat u de inhoud van het instrument wilt bespreken met uw cliënt. Dit kan bijvoorbeeld bij het invullen van het instrument of een (tussentijdse) evaluatie. Wilt u dat het instrument inzichtelijk is voor de cliënt? Zo ja, heeft u suggesties op welke manier dit gedaan kan worden? ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… Vraag 10. Als u het instrument zou gebruiken, hoeveel tijd wilt u er dan aan besteden? Bedenk hierbij wat haalbaar is, gezien de belangen van de cliënt, de jobcoach en de werkgever. ? ? ? ?
30 minuten 45 minuten 60 minuten Anders, n.l., ………………………………………………………………………………
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
77
Vraag 11. Heeft u suggesties voor de lay-out van het instrument? Denk hierbij bijvoorbeeld aan het formaat, de manier waarop het moet worden ingevuld, etc. ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
78
Inhoud van het instrument
Hieronder worden een aantal thema’s genoemd die in het instrument opgenomen kunnen worden. In het instrument kan er aandacht zijn voor: Thema I: Analyse van de arbeidssituatie Thema II: Wat vraagt de arbeidssituatie van de werknemer (cliënt)? Thema III: Overige niet arbeidsgerelateerde factoren Thema IV: Vaardigheden van de cliënt (belastbaarheid) Thema V: Overige persoonlijke factoren. Al deze thema’s kunnen invloed hebben op de manier waarop de cliënt het traject naar werk doorloopt. Er worden meerdere aandachtspunten besproken die onder de thema’s vallen.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
79
Thema I: Analyse van de arbeidssituatie
Vraag 12. In het instrument kan er aandacht zijn voor de Arbeidsinhoud. Dit zijn: ? de fysieke taakeisen die bij een specifieke arbeidssituatie horen: zoals duur, intensiteit, tempo(wisseling) ? de psychologische taken die bij de arbeidssituatie horen: zoals complexiteit, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en werkdruk. Kruis de aandachtspunten die u relevant vindt aan, en licht dit toe. ……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
Vraag 13. In het instrument kan er aandacht zijn voor de Arbeidsvoorwaarden. Dit zijn de randvoorwaarden die bij de arbeidssituatie en de functie horen. Deze zijn onder te verdelen in een aantal items. Kruis bij de onderstaande items aan, in welke mate u ze relevant vindt. Zeer relevant
Redelijk relevant
Relevant
Nauwelijks relevant
Niet relevant
Salaris/beloning
?
?
?
?
?
Promotiemogelijkheden
?
?
?
?
?
Contractvorm
?
?
?
?
?
Omvang aanstelling
?
?
?
?
?
Arbeids- rusttijden
?
?
?
?
?
Verzuimgelegenheid
?
?
?
?
?
Sub item
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
80
Vraag 14. In het instrument kan er aandacht zijn voor Arbeidsverhoudingen. Dit zijn de contacten met andere aanwezigen in de arbeidssituatie. Deze zijn onder te verdelen in een aantal items. Kruis bij de onderstaande items aan, in welke mate u ze relevant vindt. Zeer relevant
Redelijk relevant
Relevant
Nauwelijks relevant
Niet relevant
Relaties met leidinggevende(n)
?
?
?
?
?
Relaties met collega’s
?
?
?
?
?
Overlegvormen
?
?
?
?
?
Arbeidscultuur
?
?
?
?
?
Rolconflicten
?
?
?
?
?
Sub item
Vraag 15. In het instrument kan er aandacht zijn voor Arbeidsomstandigheden. Dit zijn de fysische aspecten van de arbeidssituatie en functie. Deze zijn onder te verdelen in een aantal items. Kruis bij de onderstaande items aan, in welke mate u ze relevant vindt. Zeer relevant
Redelijk relevant
Relevant
Nauwelijks relevant
Niet relevant
Trillingen
?
?
?
?
?
Lawaai
?
?
?
?
?
Klimaat (hitte & kou)
?
?
?
?
?
Straling
?
?
?
?
?
Biologische en chemische stoffen
?
?
?
?
?
Fysieke aspecten
?
?
?
?
?
Sub item
(ergonomie werkplek, meubilair, toetsenbord/muis/scherm, gevaar, hygiëne, en beschikbaarheid van beschermingsmiddelen)
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
81
Thema II. Wat vraagt de arbeidssituatie van de werknemer (cliënt)
Vraag 16. In het instrument kan er aandacht zijn voor Psychische belasting. Dit is de psychische belasting die de cliënt in de specifieke arbeidssituatie kan ervaren. Er kan bijvoorbeeld een beroep worden gedaan op concentratievermogen, aandachtsverdeling, initiatief, etc. Vindt u het relevant om dit aandachtspunt m.b.v. het instrument te analyseren? ? ?
Ja Nee
Waarom wel / niet? ……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
Vraag 17. In het instrument kan er aandacht zijn voor Fysieke belasting. Dit is de fysieke belasting die de cliënt in de specifieke arbeidssituatie kan ervaren. Er kan bijvoorbeeld een beroep worden gedaan op de grove motoriek, de balans, etc. Vindt u het relevant om dit aandachtspunt m.b.v. het instrument te analyseren? ? ?
Ja Nee
Waarom wel / niet? ……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
82
Thema III: Overige niet arbeids-gerelateerde factoren Vraag 18. In het instrument kan er aandacht zijn voor niet arbeids-gerelateerde factoren. Dit zijn alle factoren die plaatsvinden buiten het werk (zowel of psychisch als op fysiek gebied) van invloed kunnen zijn op de uitvoering van werk in de arbeidssituatie. Voorbeelden van deze factoren zijn: de thuissituatie, de vrijetijdsbesteding of de manier waarop het vervoer naar het werk is geregeld. Deze factoren kunnen zowel een belemmerende als bevorderende invloed hebben. Een voorbeeld dat het een belemmerende invloed heeft: Een cliënt is thuis aan het verhuizen en is hier zo druk mee, dat hij op zijn werk geen energie heeft. Vindt u het relevant om dit thema m.b.v. het instrument te analyseren? ? ?
Ja Nee
Waarom wel/ niet? ……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
83
Thema IV: Vaardigheden van de cliënt (belastbaarheid) Vraag 19: In het instrument kan er aandacht zijn voor de Psychosociale belastbaarheid van de cliënt. Dit zijn de vaardigheden op van de cliënt op psychosociaal gebied. Deze zijn onder te verdelen in een aantal items. Kruis bij de onderstaande items aan, in welke mate u ze relevant vin dt. Zeer relevant
Redelijk relevant
Relevant
Nauwelijks relevant
Niet relevant
tijdsbesef
?
?
?
?
?
herkennen van een omgeving
?
?
?
?
?
verkennen van een omgeving
?
?
?
?
?
hulp kunnen vragen
?
?
?
?
?
concentratie
?
?
?
?
?
non-verbale communicatie
?
?
?
?
?
Taalgebruik (of een andere manier van het gebruik van communicatie)
?
?
?
?
?
taalbegrip
?
?
?
?
?
weerbaarheid in eigen omgeving
?
?
?
?
?
weerbaarheid in vreemde omgeving
?
?
?
?
?
rekening houden met anderen
?
?
?
?
?
Sub item
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
84
Vraag 20. In het instrument kan er aandacht zijn voor de Fysieke belastbaarheid van de cliënt. Dit zijn de vaardigheden op van de cliënt op fysiek gebied. Deze zijn onder te verdelen in een aantal items. Kruis bij de onderstaande items aan, in welke mate u ze relevant vindt. Zeer relevant
Redelijk relevant
Relevant
Nauwelijks relevant
Niet relevant
auditief (gehoor) waarnemen
?
?
?
?
?
auditief (gehoor) geheugen
?
?
?
?
?
Sensomotoriek (zintuigen gekoppeld aan de motoriek, bv. oog-hand coördinatie)
?
?
?
?
?
grove motoriek
?
?
?
?
?
fijne motoriek
?
?
?
?
?
Visueel (zicht) waarnemen
?
?
?
?
?
Visueel (zicht) geheugen
?
?
?
?
?
kleurherkenning
?
?
?
?
?
uithoudingsvermogen
?
?
?
?
?
Sub item
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
85
Thema V: Overige persoonlijke factoren Vraag 21. In het instrument kan er aandacht zijn voor persoonlijke werkgerelateerde factoren. Deze zijn onder te verdelen in een aantal items. Kruis bij de onderstaande items aan, in welke mate u ze relevant vindt.
Sub item bereidheid tot inspanning motivatie werkervaring verzuimbehoefte
Zeer relevant
Redelijk relevant
Relevant
Nauwelijks relevant
Niet relevant
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
Vraag 22. In het instrument kan er aandacht zijn voor algemene persoonsgegevens. Deze zijn onder te verdelen in een aantal items. Kruis bij de onderstaande items aan, in welke mate u ze relevant vindt. Zeer relevant
Redelijk relevant
Relevant
Nauwelijks relevant
Niet relevant
leeftijd
?
?
?
?
?
geslacht
?
?
?
?
?
opleiding
?
?
?
?
?
leefstijl
?
?
?
?
?
coping (omgaan met situaties)
?
?
?
?
?
temperament
?
?
?
?
?
zelfvertrouwen
?
?
?
?
?
persoonlijk verleden
?
?
?
?
?
Sub item
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
86
Slotvragen Vraag 23. Kunt u, na dit interview, beschrijven welk instrument (ideaal plaatje) u voor ogen heeft? Denk hierbij aan: vorm, inhoud, moment van afname, doel en manier van afname van het instrument. ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………
Vraag 24. Wat zou er binnen Esdégé - Reigersdaal nodig zijn (van u of van de organisatie) om het gebruik van zo’n ‘signaleringsinstrument’ te laten slagen? ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
87
Vraag 25. Wat zouden vanuit uw perspectief de voor- en nadelen zij n van het gebruik van zo’n ‘signaleringsinstrument’? ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………
Vraag 26. Heeft U verder nog tips voor ons of onderwerpen die u nog aan wilt snijden die niet in het interview naar voren zijn gekomen? ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
88
Bijlage 8. Bestaande instrumenten voor analyse van arbeidssituaties / vaardigheden van de cliënt ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ?
? ? ?
Vragenlijst bewegingsapparaat (VBA) (TNO Arbeid 2001) Arbeidsanalyse instrument (arbeidsanalyse instrument) ASA (arbeidssituatie-analyse) (Christis, Fortuin 1989) Handleiding voor de functie-analyse (Directoraat-Generaal 1989) Werkblad 15 Vaardigheden (van der Meer 1995) Melba Een arbeids(re)integratiemethode (van Hooff, Bos 2004) (http://www.melba.nl) INVRA-arbeid (http://www.invra.nl) W.R.I. Werknemersrol interview (van der Hulst 2001) Model handboek RSI (van der Hulst 2001) Functieanalyse formulier (van der Hulst 2001) Arbeidsanalyse-instrument De Hoogstraat (van der Hulst 2001) Het begeleidingsmodel van de Gantel (http://www.hersenletsel.net) Het trainingsmodel van esdégé-reigersdaal (http://www.hersenletsel.net) Lijstwerkboek gebaseerd op Reed and Sanderson (van Santbrink, Soogelee 1989) BaFia (Heesen, Huis in '`t Veld 2002) Intake betreffende arbeid bij cliënten met een beperking ten gevolge van een verstandelijke handicap (ETVA map schooljaar 2000-2001) Instrumenten bij de supported employment methode (Ketelaars, Weeghel 1994) ? Werknemeranalyse-formulier ? Taakomschrijvingsformulier ? Baananalyse-formulier Arbeids Integratie Index Assessment Algemene Arbeidsvaardigheden (Luijten, et al. 2002) De beperkingenlijst (FML) (http://www.lvd.nl/CBBS%20v%202.pdf)
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
89
Bijlage 9. Mensen met een verstandelijke beperking In het classificatiesysteem DSM-IV (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) staat als definitie van een verstandelijke beperking het volgende weergegeven: “ Mental retardation is characterized by significantly subaverage general intellectual functioning with onset before 18 years and concurrent deficits or impairments in adaptive functioning ” (American Psychiatric Association, 1994) Hierbij is er als het ware een dubbel criterium wat betreft het vaststellen van een verstandelijke beperking : 1. “ deficits or impairments in adaptive functioning ” worden operationeel gedefinieerd als belangrijke beperkingen in de mogelijkheden van het individu om te voldoen aan de eisen met betrekking tot persoonlijke onafhankelijkheid en sociale verantwoordelijkheid. Hierbij wordt uitgegaan van het geldende verwachtingspatroon passend bij de kalenderleeftijd en culturele groep van de persoon. 2. “ significantly subaverage general intellectual functioning ” wordt gedefinieerd als het, na onderzocht te zijn met een algemene intelligentietest, uitkomen op tenminste twee standaarddeviaties beneden het gemiddelde/normale IQ. Dit komt neer op een IQ omstreeks 70 of lager. Een indeling in mate van verstandelijke beperking kan als volgt worden gemaakt: Gradatie van verstandelijke handicap Licht Matig Ernstig Diep
IQ-level 50-55 tot 70 35-40 tot 50-55 20-25 tot 35-40 Lager dan 20-25
In het classificatiesysteem ICF van de World Health Organizati on, wordt het accent gelegd op de individuele en sociale consequenties van de (in dit geval) verstandelijke beperking voor activiteiten en participatie van een persoon, waardoor de persoon dit als een beperking en/of participatieprobleem kan ervaren. Om de mate van verstandelijke beperking te classificeren wordt gebruik gemaakt van diagnostiek op drie gebieden: 1. tests voor ontwikkelings- of intelligentie onderzoek. 2. beoordeling van sociale redzaamheid. 3. diagnostiek van de persoonlijkheid en de emotionele beleving. (Gemert & Minderaa, 1997, blz. 74)
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
90
Oorzaken van een verstandelijke beperking: De belangrijkste oorzaken van een hersenbeschadiging die aanleiding kunnen geven voor een verstandelijke beperking kunnen worden onderverdeeld in de volgende groepen: 1. Afwijkingen in erfelijkheidsmateriaal. 2. Infecties. 3. Medicamenten en schadelijke stoffen. 4. Ioniserende straling. 5. Antistoffen. 6. Elektriciteit. 7. Gestoorde bloedtoevoer, al dan niet in combinatie met zuurstoftekort en bloedingen. 8. Ongevallen. 9. Suikertekort. 10. Uitdroging. 11. Ernstige verwaarlozing. 12. Combinaties van schade. 13. Onbekende oorzaak. Van de bovenstaande oorzaken zal alleen de eerstgenoemde iets nader worden beschreven, omdat onder dit punt nog meerdere vormen vallen: 1. Afwijkingen in erfelijkheidsmateriaal: Hierin kan een grove verdeling worden gemaakt in twee soorten: A. Afwijkingen op een bepaalde plaats van een chromosoom of van een chromosomenpaar, deze afwijkingen zijn meestal erfelijk: ? Autosomaal recessief erfelijke ziekten; bij een erfelijke ziekte kan het zijn dat deze bij (een van) de ouders is vastgelegd op een recessief chromosoom. Als deze ziekte zich bij een kind uit moet het van beide ouders een recessief chromosoom met de ziekte erop vastgelegd hebben gekregen. Alleen dan is er sprake van een autosomale recessieve erfelijke ziekte. Het kan zijn dat het kind een verstandelijke beperking oploopt als gevolg van de erfelijke ziekte. ? Autosomaal dominant erfelijke ziekten; een erfelijke ziekte kan ook bij (een van) de ouders zijn vastgelegd op een dominant chromosoom. In dat geval hoeft het kind maar een dominant chromosoom met de ziekte te erven om de ziekte te krijgen.Het kan zijn dat het kind een verstandelijke beperking oploopt als gevolg van de erfelijke ziekte. ? Geslachtsgebonden erfelijke ziekten; soms is er sprake van een stoornis op een bepaalde plaats op het X-chromosoom die aanleiding geeft tot ontwikkelingsstoornissen. Bij vrouwen (met 2 X-chromosomen) wordt de stoornis op een van de twee X-chromosomen in de meeste gevallen teniet gedaan door het tweede “gezonde” X-chromosoom. Bij mannen (met 1 X- en 1 Y-chromosoom) die een X-chromosoom met een stoornis hebben wordt de stoornis niet opgeheven door het Y-chromosoom en geeft het X-chromosoom aanleiding tot ontwikkelingsstoornissen.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
91
B. Afwijkingen waarbij een heel chromosoom of delen van één of meer chromosomen zijn betrokken, deze afwijkingen worden wel samen gevat met erfelijke afwijkingen, maar meestal zijn deze niet erfelijk. Hierbij gaat er iets mis tijdens celdeling van de geslachtscellen of bij de samensmelting tijdens de bevruchting. Ook als de chromosomen van de ouders geen afwijkingen vertonen, kan het erfelijkheidsmateriaal van het kind wel beschadigd zijn (bijvoorbeeld door invloeden van buitenaf). ? Trisomieën; hierbij zijn er in een cel drie chromosomen aanwezig waar normaal maar één paar (2 chromosomen) aanwezig hoort te zijn. De bekendste trisomie is het syndroom van Down. Hierbij is een compleet chromosoom nummer 21 teveel. In enkele gevallen kan een trisomie op een zogenaamde translocatie (een stukje chromosoom is afgebroken en op een ander chromosoom vast komen te zitten) berusten. Een translocatie kan wel erfelijk zijn. ? Eén chromosoom in de bevruchte eicel; in sommige gevallen is er in de bevruchte eicel slechts één chromosoom van een paar aanwezig. ? Stoornissen in de opbouw van chromosomen; hierbij ontbreken één of meer stukjes van een chromosoom of zitten ze niet op hun plaats.
Lijst met factoren waarmee rekening gehouden moet worden bij het zoeken van een geschikte werkplek voor mensen met een verstandelijke beperking: ?
Contact leggen en onderhouden:
?
Communicatie:
?
Sociaal gedrag:
?
Sociale vaardigheden:
? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ?
Met cliëntbegeleider of jobcoach Met ouders / verzorgers Met medebewoners Met een leidinggevende Met collega’s Met onbekende/nieuwe personen Non-verbale communicatie Taalbezit Taalgebruik Luisteren naar anderen (ouders/verzorgers, cliëntbegeleider/jobcoach, leidinggevende, collega, etc.) Bij ouders/verzorgers In een groep mensen Gedrag t.o.v. “normale maatschappelijke verkeer” Omgangs - en beleefdheidsvormen In het sociaal maatschappelijk verkeer buiten de woonsituatie In specifiek maatschappelijk verkeer (boodschappen doen bv.) Rekening houden met anderen Samenwerken met leidinggevende Samenwerken met collega’s Zich oriënteren in een (onbekende) ruimte Weerbaarheid in eigen omgeving Weerbaarheid in vreemde omgeving Vriendschap
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
92
?
Emotionaliteit:
?
Motorische vaardigheden:
?
Visueel/cognitieve vaardigheden: Auditief/cognitieve vaardigheden: Zelfredzaamheid:
? ? ?
Schoolse vaardigheden:
?
Werkvaardigheden:
?
Omgevingsfactoren:
? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ? ?
Uiten van emotie’s Reactie op emotie’s van anderen Omgaan met emoties van anderen Uiten van een negatieve stemming Uiten van een positieve stemming Gevoeligheid voor sfeer Gevoeligheid voor weersveranderingen Zelfgevoel Zelfvertrouwen Zelfkennis Sensomotoriek Grove motoriek Fijne motoriek Visueel waarnemen Visueel geheugen Auditief waarnemen Auditief geheugen Eten en drinken Verzorgingsfactoren (haren kammen, hygiëne, netjes kleden, etc.) Lezen (begrijpend lezen) Schrijven Omgaan met hoeveelheden, tellen, rekenen Taakgerichtheid Zelfstandigheid Doorzettingsvermogen Concentratie Plezier in het werk Samenwerken met anderen Omgang met materiaal Leergierigheid Verantwoordelijkheidsgevoel Tijdsbesef Hulp kunnen vragen (zelfredzaamheid) Omgaan met faalervaringen Herkennen van een omgeving Verkennen van een omgeving Indeling van het gebouw en de werkplek Temperatuur op de werkplek Verlichting op de werkplek Geluid op de werkplek Kleuren en aanbekleding van de werkplek
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
93
Verschillende mogelijkheden van ondersteunende communicatievormen om communicatie met mensen met een verstandelijke beperking te bevorderen (Van Balkom & Welle-Donker, 1994): 1. Motorisch-visuele communicatievormen: Als verzamelnaam voor deze communicatievorm wordt ook “lichaamstaal” gebruikt. Het omvat lichaamshouding, mimiek, blikrichting, handelingen, pantomime en gesticulatie. Een belangrijke motorisch-visuele communicatievorm is het gebruik van gebaren. 2. Grafisch-visuele communicatievormen: Hieronder vallen alfabetisch schrift, plaatjes, foto’s en speciaal ontworpen grafische symboolsystemen. Deze vorm van communicatie is geschikt voor zowel mensen met een (ernstige) motorische handicap als voor mensen met een verstandelijke handicap. Nadeel van deze vorm van communicatie is dat bij het gebruik van foto’s concrete afbeeldingen bepaalde begrippen verbonden blijven met een bepaalde handeling of voorbeeld (het begrip “eten” kan sterk gekoppeld worden aan datgene wat op het plaatje staat). 3. Ruimtelijk-tactiele communicatievormen: Hieronder valt communicatie d.m.v. voorwerpen, abstracte tasbare vormen, maar ook braille en de spraak-voel methode (betasten van het mondbeeld). Deze vorm van communicatie is zeer geschikt voor mensen met een beperkt gezichtsvermogen. 4. Akoestisch-auditieve communicatievormen: Naast spraak, behoren morse en tam -tam tot deze vorm van communicatie. Om deze vorm van communicatie te kunnen gebruiken is een goed gehoor noodzakelijk.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
94
Bijlage 10. Mensen met niet-aangeboren hersenletsel ‘Niet-aangeboren hersenletsel’ wil zeggen: beschadiging van het hersenweefsel door een hersenaandoening die op enig moment na de geboorte is ontstaan en niet samenhangt met zwangerschap of partus. Door de gevolgen van die beschadiging ontstaat er een breuk in de levenslijn. In de dagelijkse praktijk wordt het begrip ‘niet-aangeboren hersenletsel’ vooral gebruikt bij patiënten met een hersenaandoening, die (naast eventuele neurologische uitvalsverschijnselen) cognitieve, emotionele en/of psychische problemen. (Nederlands Centrum Hersenletsel, 2002)
Oorzaken van niet-aangeboren hersenletsel (NAH) Traumatisch hersenletsel ? Schedeltrauma Ieder jaar zijn er 48.000 patiënten met schedeltrauma op de spoedeisende hulp in Nederland. Afhankelijk van het hersenletsel komen schedelfracturen vaker voor: o schedeldakfractuur: liniair of impressie o schedelbasisfractuur: soms beschadiging van hersenzenuwen die bij breuk naar buiten treden. Onderscheid in primair- en secundair hersenletsel: o primair hersenletsel: ontstaat op het moment van de geweldsinwerking o secundair hersenletsel: ontstaat door gebeurtenissen die zich na het ongeval voordoen Bij de eerste opvang ligt de hoogste prioriteit bij het stabiliseren van vitale functies. Bij licht tot matig hersenletsel heeft de cliënt geen neurologische uitval en geen afwijkingen op de schedelfoto. De cliënt wordt met wekadvies en voorlichting naar huis gestuurd. Bij opname wordt elk uur het niveau van bewustzijn gecontroleerd. Van deze groep cliënten vat 73% de oude werkzaamheden weer op, maar wel met de volgende klachten: o vermoeidheid o prikkelbaarheid o futloosheid o vergeetachtigheid o hoofdpijn o verminderde concentratie M.n. cognitieve en gedragsstoornissen hinderen deze cliënten werk te hervatten. Bij ernstig hersenletsel worden de hersenfuncties bewaakt om complicaties vroegtijdig te kunnen ontdekken en behandelen. Operatie alleen om cosmetische redenen. Er is bij deze cliënten vrijwel altijd sprake van stoornissen die leiden tot beperkingen in de ADL en handicaps in het maatschappelijk leven. Neurologische stoornissen zijn van somatische en psychologische aard. Ook kan er sprake zijn van fysieke uitvalsverschijnselen. (Vandermeulen, 2003)
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
95
Niet traumatisch hersenletsel ? CVA, Cerebro Vasculair Accident Risicofactoren zijn o.a. een hogere leeftijd, mannelijk geslacht, familiaire belasting, hypertensie, diabeter myelitis, roken en overmatig alcoholgebruik Oorzaken zijn: o herseninfarcten (afsluiting van een ader in de hersenen) o hersenbloedingen Behandeling vindt veelal plaats op een stroke-unit. In de acute fase is de aandacht gericht op voorkomen, diagnosticeren en behandelen van complicaties. In de fase van herstel en revalidatie worden met neurologisch onderzoek de stoornissen vastgesteld (b.v. hemiparese, afasie). Beperkingen kunnen zijn moeilijk aankleden en eten. Een handicap kan het niet meer kunnen werken zijn. Vanuit de revalidatie in het ziekenhuis of revalidatiecentrum gaat de cliënt naar het verpleeghuis of naar huis. Cognitieve gevolgen zijn: o geheugenstoornissen o concentratiestoornissen o afasieën o apraxieën o agnosieën Algemene en emotionele gevolgen zijn: o vermoeibaarheid o initiatiefverlies o emotionele labiliteit o gedragsstoornissen o depressie Na 1 jaar is 65% van de overlevenden functioneel onafhankelijk. Na 1 maand is 25% van de patiënten met een beroerte overleden. ? Cerebrale infecties Dit kan zijn meningitis (hersenvliesontsteking) en encephalitis/encephalopathie. ? Intoxicaties Er kan hersenletsel als gevolg van oplosmiddelen (verf, lijm, inkt en ontvettingsmiddelen) optreden. Dit komt veel voor bij o.a. schilders, autospuiters, drukkers en vloerbedekkingleggers. De gevolgen hierbij zijn verschijnselen van chronische encephalopathie: o inprentings- en geheugenstoornissen o moeheid o hoofdpijn o prikkelbaarheid o mentale traagheid o depressiviteit o verminderde concentratie Gevolgen van bestrijdingsmiddelen kunnen zijn polyneuropathie, spier/gewrichtspijn en ataxie. Ook kan er hersenletsel optreden als gevolg van het werken met zware metalen. Gevolg hiervan kan zijn polyneuropathie of andere neurologische verschijnselen, b.v. parkinson. Tenslotte kan het misbruiken van alcohol, drugs en polyfarmacie leiden tot encephalopathie. Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
96
?
Hersentumoren Deze zitten of in de hersenvliezen of in de hersenen zelf en drukken tegen de functionele gebieden in de hersenen, wat hersenletsel veroorzaakt. ? Bloedvatstoornissen ? Zuurstofgebrek ? Overige NAH (is geen primaire aandoening) o dementie o ziekte van Parkinson o multiple sclerose o epilepsie (Vandermeulen, 2003) en (Zanen, 2002)
Algemeen: stoornissen bij NAH Neurologische stoornissen
Cognitieve stoornissen
? ? ?
? ?
?
? ?
? ? ?
Bewustzijnsdaling Verlammingen Coördinatie stoornissen Bewegingsstoornissen (motorische traagheid, overbeweeglijkheid, enz) Sensibele stoornissen Overige zintuigelijke functiestoornissen (visus, gehoor, reuk, smaak) Articulatiestoornis: dysartrie Stoornissen van de functie van de blaas Stoornissen in seksuele functies
? ? ? ? ? ? ?
Veranderingen van Psychiatrische stoornissen persoonlijkheid, emotie en gedrag ? Psychomotorische ? Apathie Geheugenstoornissen stoornissen ? Initiatiefvermindering Attentie- en concentratiestoornissen ? Prikkelbaarheid/irritatie ? Stemmingsstoornissen Apraxie ? Stemmingsverandering ? Angststoornissen Afasie ? Stemmingswisselingen ? Post traumatische stressstoornis Afname tempo informatie ? Woede-uitbarstingen / verwerking agressie Inzicht-/ overzicht ? Ontremd gedrag beperking ? Eetontremming Waarnemingsstoornissen ? Libidoverandering / neglect ? Decorumafname Planning- en ? Risicozoekend gedrag organisatieproblemen ? Emotionele vervlakking Beperkte ? Dwanglachen / probleemoplossing dwanghuilen ? Egocentriciteit ? Afname empathie ? Veranderd gevoel van humor ? Moeite met relativeren ? Gestoord ziektebesef / ziekte-inzicht (Nederlands Centrum Hersenletsel, 2002)
Mensen met NAH in de verstandelijk gehandicapten zorg Een aantal mensen met niet-aangeboren hersenletsel maakt gebruik van een voorziening voor verstandelijk gehandicapten. Het gaat hierbij om mensen met een aanzienlijk verval op intellectueel gebied, die gemiddeld op een zeer laag niveau functioneren.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
97
Een opvallend verschil tussen deze twee groepen, niet-aangeboren hersenletsel en verstandelijk gehandicapten, is het feit dat de eersten niet vanaf hun geboorte gehandicapt zijn en hun eigen plek in de maatschappij hebben gehad. Het kan daardoor ook erg confronterend zijn voor hen om te leven tussen mensen met een heel andere belevingswereld. Mensen met NAH zijn zeker niet over de gehele linie zwakzinnig, maar hebben een veel grilliger beeld van intellectueel functioneren. Het gaat hierbij maar om een relatief kleine groep binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg en dat maakt het voor de begeleiding soms moeilijk om goed op de hulpvraag in te kunnen gaan. (Zanen, 2002) Mensen met niet-aangeboren hersenletsel, die terecht komen bij mensen met een verstandelijke beperking hebben veelal met name beperkingen door een groot intellectueel verval. Hierbij zijn ook de volgende punten van belang: ? Niet via ervaring kunnen leren: Mensen met niet-aangeboren hersenletsel hebben veel moeite met het leren van hun ervaringen. Nieuwe vaardigheden moeten ‘ingeslepen’ worden door ze voortdurend dezelfde activiteit op dezelfde wijze te laten verrichten. ? Over- en/of onderschatten van mogelijkheden: Doordat iemand met een hersenletsel zich veelal op het ene gebied beter kan redden dan een ander, worden zijn mogelijkheden door zichzelf en anderen vaak overschat. Daarnaast bestaat het gevaar dat begeleiders een deelnemer op een bepaald gebied onderschatten. ? Gebrek aan inzicht: Het kan zijn dat er onvoldoende inzicht is om bijvoorbeeld de consequenties van een handeling te overzien. Om diezelfde reden weten zij ook niet met grapjes om te gaan. (Zomerplaag & Leemans, 1993) Gevolgen van hersenletsel die van invloed zijn op arbeid Deze groep mensen heeft enkele specifieke kenmerken, die hun leven ingrijpend beïnvloeden. Een deel van deze kenmerken is het gevolg van de abrupte wijze waarop de deelnemers hun handicap hebben gekregen. Omdat ze hun handicap op latere leeftijd hebben gekregen, kreeg hun leven plotseling een onverwachte wending. De deelnemers hebben vaak veel moeite met het verwerken van de kentering. Bovendien vermindert het hersenletsel over het algemeen slechts een deel van iemands vaardigheden en kennis, waardoor iemand met een niet-aangeboren hersenletsel zich op het ene gebied beter kan redden dan een ander. (Zomerplaag &Leemans , 1993) De volgende punten zijn van invloed op arbeid: ? Stoornissen in zintuiglijke waarneming ? Stoornissen in het bewegen ? Cognitieve stoornissen o Attentiestoornissen o Geheugenstoornissen o Communicatieproblemen o Waarnemingsstoornissen o Stoornissen in probleemoplossing Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
98
?
? ? ?
o Mentale overbelasting o Impulsiviteit Emotionele veranderingen o Emotionele vervlakking o Emotionele labiliteit o Stemmingswisselingen Persoonlijkheidsverandering Gedragsverandering Psychiatrische stoornissen
Een aantal veelvoorkomende beperkingen daarbij zijn: ? Energieverdeling ? Communicatieproblemen ? Compensatie aandachts- en geheugenproblemen ? Omgaan met verhoogde prikkelbaarheid en verminderde flexibiliteit ? Niet kunnen generaliseren van vaardigheden naar andere situaties (Nederlands Centrum Hersenletsel, 2004)
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
99
Bijlage 11. Evaluatieformulier
Naam: ………………………………………………………………………………………………
Cluster: …………………………………………………………………………………………….
Dit is de ……. keer dat ik het evaluatieformulier invul.
Hoelang heb je over het invullen van de PAS gedaan? ........ minuten
Kruis hieronder aan wat van toepassing is op de afname van de PAS. Moment van afname: ? Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt ? De cliënt werkt nog niet, maar men heeft al wel een arbeidssituatie in gedachten ? De cliënt werkt op een proef- of stageplek ? De cliënt werkt al langere tijd in een uiteindelijke arbeidssituatie De cliënt valt onder de volgende doelgroep (meerdere punten aankruisen is mogelijk): ? Mensen met een verstandelijke beperking ? Mensen met een lichamelijke beperking ? Mensen met NAH ? Bovenstaande doelgroepen met gedragsproblemen ? Bovenstaande doelgroepen met een psychiatrische achtergrond ? Anders, nl. ……………………………………………………………………….. Locatie: ? ? ? ? ?
Bedrijf (betaald of onbetaald werk) Trainingscentrum Activiteitencentrum Vrijwilligersorganisatie Enclave
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
100
Inhoud van de PAS ( Let op: Als dit niet de eerste keer is dat je dit formulier invult kun je de vragen openlaten waar je al eerder antwoord op hebt gegeven en waar je geen aanvullingen op hebt.) Zijn er items in de PAS die je mist? Benoem deze. ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Zijn er items in de PAS die volgens jou overbodig zijn? Benoem deze. ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Zijn de items in de PAS goed uitgewerkt? Benoem hieronder welke items meer en welke minder uitwerking nodig hebben. Meer:………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Minder:…………………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Helpt de PAS bij het verzamelen van de vaardigheden van de cliënt? Is dit voldoende? Zo nee, wat moet er anders? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Helpt de PAS bij het maken van een profielvergelijking tussen vaardigheden van de cliënt en de arbeidssituatie? Is dit voldoende? Zo nee, wat moet er anders? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
101
Wat vind je van de aankruismogelijkheid: goed, niet zo goed, vraagteken en hulpmiddel of begeleiding nodig. Is dit voldoende, mis je nog wat of is er iets teveel? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
Vorm van de PAS Is het taalgebruik in de PAS duidelijk en begrijpbaar? Zo niet, wat moet er anders? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Is de ruimte voor het invullen van de PAS en voor de profielvergelijking voldoende? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Is de PAS overzichtelijk? Zo niet, wat moet er anders? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Wat vind je van de lengte van de PAS? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
Gebruik van de PAS Is de PAS makkelijk te gebruiken en in te vullen? Geef hieronder aan of je tips hebt om het gebruiksgemak te vergroten. ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
102
Inhoud handleiding Vind je de handleiding compleet, geeft het een goed overzicht van hoe de PAS ingevuld moet worden? Geef aan wat je eventueel mist. ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Worden de items in de PAS voldoende ondersteund door de tekst in de handleiding? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… Vind je het prettig als er een lijst zou zijn die de begrippen uit de PAS toelicht? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
Wil je nog iets anders opmerken? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
103
Bijlage 12. Evaluatiegegevens uit de pilot ?
Hoelang heb je over het invullen van het instrument gedaan?
Cluster Zilvermeeuw Zilvermeeuw Zilvermeeuw De Kroft De Kroft De Kroft De Schelp BWWF BWWF BWWF BWWF CBW
Tijdsduur 1e afname 75 min 65 min 45 a 60 min 45 min niet ingevuld 15 min 30 min 45 min 30 min 35 min 30 min & 60 min (beide aangegeven als 1e keer) 60 tot 75 minuten
Tijdsduur 2e afname Niet gedaan
30 min
Kruis hieronder aan wat van toepassing is op de afname van het instrument bij de verschillende clusters: Moment van afname Zilvermeeuw
Aantal keren afgenomen
Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt De cliënt werkt nog niet, maar men heeft al wel een arbeidssituatie in gedachten De cliënt werkt op een proef- of stageplek
II
De cliënt werkt al langere tijd in een uiteindelijke arbeidssituatie Opmerkingen: -
I II II
De Schelp / De Kroft
Aantal keren afgenomen
Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt De cliënt werkt nog niet, maar men heeft al wel een arbeidssituatie in gedachten De cliënt werkt op een proef- of stageplek
IIII
De cliënt werkt al langere tijd in een uiteindelijke arbeidssituatie Opmerkingen: Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
IIII I
104
BWWF
Aantal keren afgenomen
Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt De cliënt werkt nog niet, maar men heeft al wel een arbeidssituatie in gedachten De cliënt werkt op een proef- of stageplek
ll
De cliënt werkt al langere tijd in een uiteindelijke arbeidssituatie Opmerkingen: -
l ll
CBW
Aantal keren afgenomen
Het is nog niet duidelijk in welke arbeidssituatie de cliënt terecht komt De cliënt werkt nog niet, maar men heeft al wel een arbeidssituatie in gedachten De cliënt werkt op een proef- of stageplek
x x
De cliënt werkt al langere tijd in een uiteindelijke x arbeidssituatie Opmerkingen: hier is alleen beschreven op welke momenten is afgenomen in totaal, dit betekend dat er met x meerdere personen bedoeld worden!
Doelgroep Zilvermeeuw Verstandelijk gehandicapten Lichamelijke gehandicapten Verstandelijk en lichamelijk gehandicapt Cliënten met NAH Cliënten met gedragsproblemen Cliënten met een psychiatrische achtergrond Opmerkingen: -
De Schelp / De Kroft Verstandelijk gehandicapten Lichamelijke gehandicapten Verstandelijk en lichamelijk gehandicapt Cliënten met NAH Cliënten met gedragsproblemen Cliënten met een psychiatrische achtergrond Opmerkingen: Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
Aantal keren afgenomen
IIIII
Aantal keren afgenomen IIIIII
I
105
BWWF Verstandelijk gehandicapten Lichamelijke gehandicapten Verstandelijk en lichamelijk gehandicapt Cliënten met NAH Cliënten met gedragsproblemen Cliënten met een psychiatrische achtergrond Opmerkingen: -
CBW
Aantal keren afgenomen ll l ll
Aantal keren afgenomen
Verstandelijk gehandicapten x Lichamelijke gehandicapten x Verstandelijk en lichamelijk gehandicapt x Cliënten met NAH x Cliënten met gedragsproblemen Cliënten met een psychiatrische achtergrond Opmerkingen: hier is alleen beschreven bij welke doelgroepen het is afgenomen, dit betekend dat er met x meerdere personen in deze doelgroep bedoeld kunnen worden! Daarbij is het heel individueel per cliënt hoe het afgenomen kan worden. Locaties
Zilvermeeuw Bedrijf (betaald of onbetaald werk) Trainingscentrum Activiteitencentrum Vrijwilligersorganisatie Enclave Opmerkingen: -
De Schelp / De Kroft Bedrijf (betaald of onbetaald werk) Trainingscentrum Activiteitencentrum Vrijwilligersorganisatie Enclave Opmerkingen: -
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
Aantal keren afgenomen
IIIII
Aantal keren afgenomen II II II
106
BWWF
Aantal keren afgenomen
Bedrijf (betaald of onbetaald werk) llll Trainingscentrum Activiteitencentrum Vrijwilligersorganisatie ll Enclave Opmerkingen: l: weet niet zeker welke locatie: of bedrijf of vrijwilligersorganisatie
CBW
Aantal keren afgenomen
Bedrijf (betaald of onbetaald werk) x Trainingscentrum Activiteitencentrum Vrijwilligersorganisatie x Enclave Opmerkingen: hier is alleen beschreven bij welke locaties het is afgenomen in totaal, dit betekend dat er met x bedoeld wordt dat op deze locaties de PAS meerdere keren is afgenomen! Wijze van afname
Zilvermeeuw Observatie Met cliënt Met cliënt en verwanten Opmerkingen: De Schelp / De Kroft Observatie Met cliënt Met cliënt en verwanten Opm erkingen: -
BWWF
Aantal keren afgenomen
I
Aantal keren afgenomen
x
Aantal keren afgenomen
Observatie Met cliënt Met cliënt en verwanten Opmerkingen: -
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
107
CBW
Aantal keren afgenomen
Observatie Met client Met client en verwanten Opmerkingen: dit is de indruk, niet apart gevraagd.
x x
(misschien ook)
Inhoud instrument ?
Zijn er items in het instrument die je mist?
Cluster Zilvermeeuw
Zilvermeeuw Zilvermeeuw De Kroft
De Kroft
De Kroft
De Schelp BWWF BWWF BWWF
BWWF
CBW
Gemiste items ? Onder algemene taken en eisen komt grote van de taak nog niet echt naar voren. Bv. een voorbeeld erbij geven, dan valt taak in perspectief te zien. ? Vervoer, er zou een kopje kunnen komen, afhankelijkheid van vervoer. ? Inzicht in kunnen en verbale capaciteiten mist een beetje. Nee ? ADL: heeft een cliënt hulp nodig bij jas aan/uit trekken, eten, drinken, etc. ? Een vraag over of er ook sprake is van psychische problematiek, die invloed heeft op het werken ? Uithoudingsvermogen ? Vervoer: zelfstandig of anders. ? Werktempo ? Werktijden: hoeveel, hoelang, soms aangepaste werktijden in een bedrijf omdat cliënt dit vraagt. ? Handicap: bv. Syndroom van Down. ? Hoogtevrees: kan cliënt gebruik maken van een opstapje ? Zelfinzicht/zelfinschatting (vaak erg moeilijk voor cliënten met NAH) ? Hoe we dit hebben ingevuld (samen met de cliënt) ? Mate van begrip (bv. Snelheid van begrijpen van uitleg). Hoeveel oefening is nodig voor aanleren nieuwe vaardigheid. Het benoemen van zelfbeeld van de cliënt of het gevaar van overschatten. Nee Zwemvaardigheden Gebruik van medicatie bij medische gegevens Vaardigheden komt niet of nauwelijks voor. Hoe is de informatie verzameld: samen met cliënt, observatie, dossier. Ik mis een kopje waarin intelligentie beter tot uitdrukking komt. Soms heeft een cliënt een beste babbel, maar begrijpt pas na een aantal keren de vraag (te hoog ingeschat?) Aandachtpunt of binnen het bedrijf aan de veiligheidsvoorschriften wordt voldaan volgens de geldende normen.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
108
?
Zijn er items in het instrument die volgens jou overbodig zijn? Benoem deze.
Cluster Zilvermeeuw
Overbodige items Ja: ? Bv. Bij lopen: als iemand niet kan lopen kan hij ook niet hurken, die vragen zou je dan niet in moeten vullen. Dus ja/nee schema. Voor cliënt niet prettig. ? Bij de zintuigen ruiken, waar is dat voor nodig? Nee Nee Nee Het eerste deel staat ook in het ondersteuningsplan
Zilvermeeuw Zilvermeeuw De Kroft De Kroft De Kroft De Schelp BWWF
Ja: ? Medische gegevens (pag. 1). Beter is misschien: korte omschrijving van de aard van de handicap. Rest zit al in het dossier als dat er is. Het is teveel werk om het uit te werken en in de vragen komen de onderwerpen als het goed is ook terug. --Medische gegevens, misschien anders. Als een cliënt lichamelijk gehandicapt is kunnen vele vragen weg. Het zijn echter geen overbodige items, want bij het zoeken naar een baan heb je deze informatie wel nodig. Blad 3 en de eerste helft van blad 4, t/m uithoudingsvermogen. We vinden dat dat niet de taak is van de jobcoach, kunnen hierover geen oordeel geven. Info. van bv. medicus. Nee, soms is de plaatsing niet helemaal logisch (verdeling van punten)
BWWF BWWF BWWF
CBW
Ergo
?
Zijn de items in het instrument goed uitgewerkt? Benoem hieronder welke items meer en welke minder uitwerking nodig hebben.
Cluster Zilvermeeuw
Meer uitwerking ? Invulwijzer erbij met wat onder een kopje moet worden verstaan. ? Interesses/hobby’s: zo te algemeen. Erbij dat je de thuissituatie bedoelt.
Zilvermeeuw Zilvermeeuw
Minder uitwerking
Goed
Prima uitgewerkt ?
Medische gegevens: Aandachtspunten bv. Medicatie gevolgen (slaperig van/duf, etc.). Ziekte: epileptie/diabeet/nierziekte en gevolgen daarvan.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
109
De Kroft De Kroft
De Kroft De Schelp BWWF
BWWF
BWWF
BWWF CBW
Moet de cliënt op een bepaalde tijd eten/drinken, zich injecteren: is hier hulp bij nodig. ? Mag wat meer info over de vaardigheden die een client al bezit. Bv. Kan sleutelen/weet van een bepaald programma/heeft kennis van motoren, auto’s/ heeft de wens om ….., etc. Nee Laag werken, bv. Bukken en knielen zijn verschillend.
Nee Verplaatsen binnenshuis en lopen is hetzelfde.
? Algemene taken en eisen: er staat nu: zelfstandig taken ondernemen: in plaats hiervan: ? Zelfstandig taken uitvoeren. ? Zelf initiatief nemen tot een taak. ? Omgaan met anderen: 1e vraag: omschrijving is vaag, voorbeeld is wel duidelijk. ? Tegen kritiek kunnen is erg algemeen gesteld: volgens m’n gevoel mag dit onderwerp uitgebreider, hoe precies weet ik niet. ? Klokkijken: bv. de hele of de halve uren, digitaal of analoog. ? De vaardigheden op de computer. ? Staan, zitten, lopen: meer tijd verschillen. ? Tillen: meer gewicht verschillen. ? Intelligentie
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
Er zijn veel items die met onze intake overeen komen.
110
?
Helpt het instrument bij het verzamelen van de vaardigheden van de cliënt? Is dit voldoende? Zo nee, wat moet er anders?
Cluster Zilvermeeuw Zilvermeeuw Zilvermeeuw De Kroft De Kroft De Kroft
Ja x x x x
De Schelp
x
BWWF
x
BWWF
x
BWWF BWWF CBW
x x
Ergo
x
?
Nee
x
wat moet er anders / opmerkingen? Helpt zeker, omvat heel veel. Je hoort toch veel dingen die je nog niet wist Ik denk dat het de goede kant op gaat. Is goed ? Er moet nog ruimte komen voor het beeld van de cliënt en eigen observatie. ? Vaak kan een cliënt wel leren als er een inwerk periode is, hier bijv. ruimte voor (bijv. na leerperiode van zoveel dagen/weken/maanden) Het instrument geeft een goed beeld van de client zijn vaardigheden o.a. door de ruimte achter de vakken voor korte extra toevoeging die bij iedereen anders is. Het geeft een goed overzicht. Misschien nog wel extra aandacht voor sociale vaardigheden en “inzicht” vragen. Is voldoende, maar wanneer de cliënt onbekend is zou ik dit door bv. ouders of woonbegeleider in laten vullen. Zie de vraag: Zijn er items in het instrument die je mist. Het helpt bij het verzamelen van gegevens. Het lijkt ons voldoende.
Helpt het instrument bij het maken van een profielvergelijking tussen vaardigheden van de cliënt en de arbeidssituatie? Is dit voldoende? Zo nee, wat moet er anders?
Cluster Zilvermeeuw
Ja x
Zilvermeeuw Zilvermeeuw
x
De Kroft De Kroft De Kroft De Schelp BWWF BWWF
x
BWWF BWWF
x x
x
Nee
wat moet er anders / opmerkingen? Je kan daar een goede link in leggen, het is natuurlijk wel een moment opname. Volgens mij is dit voldoende Men krijgt een redelijk inzicht. Er zou wat meer over de vaardigheden die de cliënt nu heeft opgedaan in kunnen (zie vraag: items meer uitwerken) en wat de wens van de cliënt is. Voldoende Heb ik nog niet gedaan Het geeft een goed beeld van de mogelijkheden. Ja, maar onvoldoende. Het allermooiste zou zijn om de baananalyse hierin ook te verwerken zodat je 1 document krijgt. Vaardigheden komen onvoldoende aan de orde. De lijst werkt goed om duidelijk te krijgen wat een cliënt
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
111
wel of niet kan en welke baan hierbij past. Bij deze cliënt kun je voorkomen dat ze in haar nieuwe baan te zwaar tilt of te lang stil staat. Dit instrument geeft inzicht in de vaardigheden van de cliënt. Vaardigheden van de werkzaamheden op een werkplek is een inschatting van de jobcoah. Dan wordt de match gemaakt. Geen inzicht in
CBW
Ergo
?
Wat vind je van de aankruismogelijkheid: goed, niet zo goed, vraagteken en hulpmiddel of begeleiding nodig. Is dit voldoende, mis je nog wat of is er iets teveel?
Cluster
voldoende
Zilvermeeuw Zilvermeeuw Zilvermeeuw
De Kroft
Overbodige items mogelijk
Erg handig, werkt snel en duidelijk. Het is prettig en zou ook door de client zelf (geheel/gedeelte) kunnen worden ingevuld. Goed, overzichtelijk.
De Kroft De Kroft De Schelp
Gemiste items mogelijk Soms zit je tussen goed en niet goed in.
Ik mis niet. Je hebt goed en niet zo goed Dit is goed, ook omdat je daarnaast de mogelijkheid hebt om er nog wat aan toe te voegen (dat is wel nodig)
BWWF
Soms is het niet G of N, maar iets er tussenin.
BWWF BWWF
Is goed
BWWF CBW
---
Verschil tussen goed en niet goed is erg groot Een andere mogelijheid zou kunnen zijn: goed,
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
112
voldoende aangepast, niet opmerking. Het kopje voorbeeld vind ik wat vaag, het is niet altijd een voorbeeld, soms ook uitleg.
Ergo
Vorm instrument ?
Is het taalgebruik in het instrument duidelijk en begrijpbaar? Zo niet, wat moet er anders?
Cluster Zilvermeeuw Zilvermeeuw Zilvermeeuw
De Kroft De Kroft De Kroft De Schelp BWWF BWWF BWWF
Ja x x
Nee wat moet er anders / opmerkingen? Is duidelijk, alleen voor bepaalde cliënten. Bepaald gedeelte (items) zouden eenvoudiger gesteld kunnen worden zodat een cliënt dit instrument zelf zou kunnen invullen en later met een begeleider nalopen dan wordt het instrument meer iets van de cliënt zelf. --Is goed
x x x x
Je vertaalt het naar het niveau van de cliënt. Goed-redelijk: Moeilijk zijn: non-verbaal, concentratie, informatie en iets aankaarten Gepast reageren op waarnemingen van de zintuigen: raar item. Ik begrijp niet wat ik hierover vragen moet. Wat mij betreft mag deze eruit. Taalgebruik is helder en begrijpbaar Ik vind het nog niet begrijpbaar voor cliënten, bv: financiële beloning; geld of salaris.
BWWF
CBW Ergo
?
x
Is de ruimte voor het invullen van het instrument en voor de profielvergelijking voldoende?
Cluster Zilvermeeuw
Ja
Zilvermeeuw Zilvermeeuw
x
De Kroft
Nee
x
wat moet er anders / opmerkingen? Wisselt, bij sommige dingen heb je meer ruimte nodig, als je een digitale versie hebt is dit geen probleem. Aandachtspunten voor de arbeidssituatie zou wat groter mogen. Met de digitale versie zou dat geen probleem zijn (als de kolom automatisch vergroot). Te krap
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
113
De Kroft De Kroft De Schelp BWWF BWWF BWWF BWWF
x x x x x
CBW
x
Ergo
?
----Korte aantekeningen
Als je meer ruimte maakt, wordt het volgens mij alleen maar onduidelijker. De rechterkolom geeft vaak onvoldoende ruimte om aanvullende informatie te kunnen weergeven. Wat wordt er bedoelt met profielvergelijking? Weet ik niet goed, omdat ik het niet ingevuld heb. Ik denk wanneer er meer puntjes zijn, dat het invullen eenvoudiger kan.
Is het instrument overzichtelijk? Zo niet, wat moet er anders?
Cluster Zilvermeeuw
Ja
Zilvermeeuw Zilvermeeuw
De Kroft De Kroft De Kroft De Schelp BWWF BWWF
x x x x x
BWWF BWWF CBW
x x x
Ergo
x
Nee wat moet er anders / opmerkingen? Wat het nog iets overzichtelijker zou maken is het maken van grote kopjes zodat je weet op welk gebied de vragen gesteld worden: zoals bv. fysiek --? De benoemde vaardigheden met onderverdeling kan verwarren. Men zet vrij gauw een kruis op de plek achter vaardigheden b.v.: bewegen:staan de kruizen en dan pas valt de onderverdeling op. Dit kan opgevangen worden door deze rij grijs te maken, dus: bewegen = grijs, staan = grijs. ? Onder voorbeeld staan vaak ook meerdere voorbeelden zoals bij laagwerken staat onder vb. bukken, knielen, hurken. Dit kan ook verwarren, stel dat een cliënt wel kan bukken maar niet kan kielen, hurken, hoe geef je dit aan? Door cirkel eromheen of alleen bij aandachtspunten of… --Is goed
Ik vind het overzichtelijk. Het zou mooi zijn als je de baananalyse er gelijk naast zou kunnen verwerken. Dat het 1 instrument wordt. Het geeft meer als genoeg informatie. Het geeft voor zover door ons ingevuld een goed beeld van de mogelijkheden van de cliënt. Ik denk het wel, misschien kunnen er kopjes ingevoegd
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
114
worden met dezelfde namen als in de ICF, dan wordt de samenhang wat duidelijker.
?
Wat vind je van de lengte van het instrument? Zet eventuele opmerkingen erbij: waarom?
Cluster Zilvermeeuw
Goed Kort
Zilvermeeuw Zilvermeeuw De Kroft De Kroft De Kroft De Schelp BWWF BWWF
x x x x x x x
BWWF BWWF
x x
Lang Best lang, maar toch ook weer belangrijk. Loont nu wel de moeite, maar moet zeker niet langer.
---
CBW
Ergo
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
Niet langer Niet te lang
Het is wel afhankelijk van de cliënt, bij laag niveau misschien in twee keer? Lang genoeg: als een cliënt de vragen minder snel begrijpt kost het vragen meer tijd. Het instrument vraagt veel tijd. Wij stellen ons de vraag of het altijd iets aanvult bij de door ons gebruikte informatie en intake. Bij de ene cliënt zal dit meer het geval zijn dan bij de andere cliënt. Vrij lang, maar het is de moeite waard, dus zou ik dat geen probleem vinden.
115
Gebruik instrument ?
Is het instrument makkelijk te gebruiken en in te vullen? Geef hieronder aan of je tips hebt om het gebruiksgemak te vergroten.
Cluster Zilvermeeuw
Ja x
Zilvermeeuw Zilvermeeuw
De Kroft De Kroft De Kroft De Schelp
x
BWWF
x
BWWF BWWF
x
BWWF CBW Ergo
x
Nee, tips… ? G/N: uitschrijven wat het is, ook voor cliënt. ? Een beschrijving van de betekenis van de items of dingen die eronder vallen. --? Zie bij vraag: Is het instrument overzichtelijk? ? Misschien een stukje welke vaardigheden nog moet worden opgedaan, waar nog aan gewerkt moet worden. (bv. Als het werk/cliënt niet helemaal aansluit en het verstandig lijkt eerst daar aan te werken. Dan kan de cliënt dit instrument meenemen en komt er alleen een aanvulling bij als die vaardigheden bij geleerd zijn. Hoeft niet alles opnieuw ingevuld te worden.) ? Meer onderverdeling in lijsten instrument doen. Een rij grijs waar er onderverdeling is. (bv. Staan, tillen en dragen) Er is erg weinig extra invulruimte, het is erg krap. --Het kopje “aandachtspunten” mag zonder belijning. Als er over een item geschreven moet worden heb je tenminste de ruimte. Vooral bij cliënten die je al langer kent, anders kun je het instrument samen met de vorige werkplek/A.C. invullen. Behalve dus de medische gegevens, ze komen ook niet goed overeen met alle mogelijkheden die er zijn. Iemand heeft bv. wel psychosociale hulp nodig, maar heeft geen psychische klachten. Of heeft geen moeite met bewegen, maar geen pijn. Of iemand is verbaal wel intelligent maar sociaal niet. Hoe gaat het met de informatie op naam? Moet dit niet anoniem? Dit geldt voor dit onderzoek, niet in de praktijk. Ik heb al zaken hiervoor ingevuld ter verbetering. Geen bijzonderheden.
n.v.t.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
116
Inhoud handleiding ?
Vind je de handleiding compleet, geeft het een goed overzicht van hoe het instrument ingevuld moet worden? Geef aan wat je eventueel mist.
Cluster Zilvermeeuw
Compleet Gemiste informatie (Kon er niet veel over zeggen, alleen gebruikt als er iets niet duidelijk was.) Zilvermeeuw --Zilvermeeuw --De Kroft --De Kroft Ja, handleiding is goed. De Kroft --De Schelp Het geeft genoeg informatie om het instrument in te vullen. BWWF Is goed BWWF Ja BWWF Ja BWWF Ja CBW Dit is voldoende Ergo Onder een handleiding versta ik met name pagina 4 en 5. De rest is belangrijke aanvullende info, maar hoeft er denk ik niet in te staan. Opmerking: Herman heeft de handleiding niet echt doorgelezen, alleen in het begin kort gebruikt. Kan hierdoor niet veel over de handleiding zeggen. ?
Worden de items in het instrument voldoende ondersteund door de tekst in de handleiding?
Cluster Zilvermeeuw Zilvermeeuw Zilvermeeuw De Kroft De Kroft De Kroft De Schelp BWWF BWWF BWW F BWWF CBW Ergo
Ja
x x x x x x x x ---
Nee, opmerkingen… Behoefte aan meer ondersteuning. -------
Voldoende.
---
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
117
?
Vind je het prettig als er een lijst zou zijn die de begrippen uit het instrument toelicht?
Cluster Zilvermeeuw Zilvermeeuw Zilvermeeuw De Kroft De Kroft De Kroft De Schelp BWWF BWWF BWWF BWWF
CBW Ergo
?
Ja x
Nee
x
x
Welke items behoeven toelichting / opmerking? Meer uitleg, over sommige een beetje brede items, voor de hele concrete items hoeft dit niet. ------Is niet nodig ----Geen toelichting, het moet gewoon duidelijk.
x x x
x
Het moet duidelijk genoeg zijn. Alleen niet teveel lijsten maken, dit maakt het onoverzichtelijk. Zolang de tekst eenvoudig is/blijft is er geen lijst nodig. Niet nodig Ik vermoed dat men dit handig zal vinden, maar ja dat weet ik niet.
Wil je nog iets anders opmerken?
Cluster Zilvermeeuw
Zilvermeeuw Zilvermeeuw De Kroft
De Kroft De Kroft De Schelp
Opmerkingen… ? Waar komt de PAS in het ondersteuningsplan? Ik zou graag een plek voor de PAS hebben. ? Wat zijn de gevolgen voor de doelen: hoe zet je dat vervolg verder op. (misschien ander project, aanbeveling) ? Lijst kan ook bijdragen aan verbeteren communicatie tussen Zilvermeeuw en CBW. ? Sommige dingen zijn te confronterend voor de cliënt. Zouden wel bv. als observatie ingevuld kunnen worden (dingen zijn wel belangrijk om te vragen) --? Voor de inhoud van de handleiding: ik zou de korte uitleg van de ICF etc. en de ontwikkeling van het instrument weglaten. ? Als het instrument samen met de cliënt wordt ingevuld (bij mij iemand met NAH), had de cliënt soms een ander antwoord dan wat er uit observatie blijkt. Ik vond het lastig om dan het juiste antwoord in te vullen. ----? Het enige punt wat ik moeilijk vind is medische gegevens. En dan intelligentie, in het werkveld blijkt dat je anders met deze term omgaat, je ontwikkeld de mogelijkheden en als een cliënt verschillende mogelijkheden al bezit, ga je verder om daar vanuit
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
118
een keuze te maken naar werk toe. Een cliënt kan over een bepaalde werkkeuze heel veel weten. BWWF BWWF
BWWF BWWF
BWWF algemeen
--Ik denk wel dat het belangrijk is dat je dit formulier samen invult met een persoonlijk begeleider. Zeker als de cliënt niet bekend is. Dit voor een reëel beeld. De invuller moet de cliënt goed kennen. ? Een goede toevoeging bij het werkplan. Er kan gerichter gezocht worden naar een gepaste baan en voorkom je zoveel mogelijk teleurstelling. ? Het is belangrijk om te weten wat een cliënt wel of niet kan. Het zoeken naar een goede match,om tot een goede baan te komen. ? De cliënt vond het leuk en duidelijk. Met betrekking tot het instrument: ? Het is afhankelijk van de cliënt hoe lang de afname duurt. We hebben het zelf naar de cliënt vertaald als dat nodig was. Dat is verder ok. De algemene omschrijving hoeft niet eenvoudiger. ? Medische gegevens: o Dit liever anders. o Sommige dingen zijn overbodig of er kan verwarring in de begrippen zijn, zoals hoe je intelligentie omschrijft of soms spreekt men van psychische factoren en een andere keer van psychosociale ondersteuning en dat zijn toch 3weer andere dingen. Het is lastig hier een lijn in te krijgen. Je kan hier bijvoorbeeld wel schrijven: ‘korte omschrijving van de handicap’. o Het kost ook erg veel tijd om dit uit te zoeken en eigenlijk is alles wel terug te vinden in het dossier. o Wat van belang is voor de werkplek moet ook terug komen in de vragenlijst. o Medicatie ergens noemen is wel belangrijk. ? Locatie: bedrijf cq vrijwilligersorganisatie (liever non-profit) is soms verwarrend. En bij de laatste ook of het gaat om een betaalde vrijwilligersbaan. Bij bedrijf is het eigenlijk “stage”of “betaalde baan”. ? Vaardigheden: o Voor een goede analyse worden er te weinig vaardigheden genoemd. Bijvoorbeeld; zwemvaardigheden, verkeersveiligheid, sociale vaardigheden, extra lijst meegestuurd als bijlage. o Meer ruimte laten voor algemene opmerkingen. ? Het is belangrijk gebleken dat het instrument wordt afgenomen door iemand die de cliënt goed kent. De cliënt zelf kan wel aangeven dat hij kan schrijven en lezen, maar hoe precies dat weet je niet en ook niet altijd of de waarheid wordt gezegd, of soms weet een cliënt het niet. Als een cliënt nieuw is, is het belangrijk dat bijvoorbeeld de persoonlijk begeleider van wonen het instrument invult. Daarom ook graag een hokje waar je in kunt vullen wie het instrument heeft ingevuld. ? Ook noemen hoe de gegevens zijn verzameld: observatie/dossier/gesprek met…..
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
119
CBW
Ergo
? Bij staan en lopen ook de mogelijkheid ‘niet’. De verschillen zijn ook te klein. Tijd open laten of 5minuten/30 minuten/uur. Ook tillen: 1 kilo/10 kilo. ? Er is niks tussen G en N. Dit komt toch wel vaak voor. ? En bij HB. Tot hoe ver gaat die hulp? Je kan wel alles voor iemand doen. De cliënt vond het leuk en duidelijk. ? Het blijkt dat de cliënten waarbij wij het instrument hebben gebruikt moeite hebben met de tijd die nodig is voor het invullen van het instrument. ? Ook wordt het instrument niet door iedereen serieus genomen. ? T.a.v. blad 3 en gedeeltelijk 4 moet het zo zijn dat een jobcoach ten alle tijden een deskundige (arts en/of ergotherapeut) moet kunnen raadplegen. In het laatste overleg (met de adviseurs) hebben we een aantal punten genoemd die we graag in het instrument zouden zien. Ik heb die nog niet kunnen ontdekken: ? Doelgroepen: Gedrags- en psychiatrische prob lematiek kun je niet als apart punt zien. Het is bijna altijd gekoppeld met een verstandelijke handicap. ? Locatie: Het is misschien lastig ook het activiteitencentrum erbij te nemen. Hier zitten cliënten met een erg laag niveau in. Het is de vraag of je deze groepen samen kunt zien? Tijdens het ontwikkelen van het instrument moet je kijken of dit wel mogelijk is. Wat doen jullie hiermee? ? Inzichtelijkheid voor jobcoach en cliënt: Suzanne verteld dat er een manier is om de conclusies makkelijk voor cliënten inzichtelijk te maken. Dit door een kleurenbalk met wat hij wel en niet kan. Dit werd gebruikt in een woonproject: “Op eigen benen.” ? Er zou een plek moeten komen om bijzonderheden uit het ondersteuningsplan te noemen. Waaronder: epilepsie, andere ziektes, medicijngebruik, astma, autisme. Dus eigenlijk alles wat invloed zou kunnen hebben op het werk. ? Lydia wil graag bij de algemene gegevens dat het gewicht en lengte van de cliënt genoteerd wordt. De doelgroep heeft vaak een afwijkende lichaamsbouw. Er zou da n ook aangekruist moeten worden of er dus per definitie aangepast meubilair nodig is of niet. Met betrekking tot het instrument: ? Aan het begin kan aangegeven worden in welke fase de cliënt zich bevindt. Wat wordt hier verder mee gedaan? Ik vind het belangrijk dat jullie aan het eind van het instrument nog iets over weergeven, of anders in jullie aanbevelingen. Wat kan je met dit instrument in welke fase? ? Wat ik ook heb opgeschreven is het puntje van afspraken maken. Voor sommige cliënten is het van groot belang dat er duidelijke afspraken gemaakt worden, bijvoorbeeld over gedrag, over werktijden of dergelijke. Dit is een puntje wat ik mee zou nemen aan het einde van het instrument. ? Een ander puntje is: is de cliënt val gevaarlijk, welke voorzorgsmaatregelen dienen daarvoor genomen te worden? Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
120
Ergens bij bewegen invoegen denk ik. Met betrekking tot de handleiding: ? De handleiding zou ik compacter maken. Heel veel achtergrond info die heel belangrijk en nuttig is, maar denk ik niet helemaal op de plek voor de handleiding.
Overige vragen 1.
Algemene indruk afname instrument
Zilvermeeuw: Er worden dingen in gevraagd die je anders zelf moet verzinnen, dingen die nuttig en zinnig zijn. Geeft een positief gevoel omdat er dingen inzitten die handvaten geven. Goede basis om naar werk te komen: in ondersteuningsplan minder duidelijk. CBW: We zullen zelf het eerste deel tot uithoudingsvermogen niet gebruiken, omdat we vinden dat we hier geen oordeel over kunnen geven. Als we hier extra informatie over willen hebben, buiten de gegevens die we hebben doorgekregen, schakelen we een specialist in. Hoe we het deel erna zullen gebruiken, zal afhangen van de indivuduele cliënt die we voor ons hebben. Misschien is het instrument nog wel handiger om af te nemen als we er een werkplek bij in gedachten hebben en minder handig om bij de intake af te nemen. De Kroft/ De Schelp: Leuk om te doen. Bij de vragen moet de jobcoach wel verder de diepte ingaan, doorvragen. BWWF: Imma Houtenbos/ Kriss Wijnands (orthopedagoog cluster De Schelp/De Kroft): ? Het eerste deel lijkt me dubbel werk: bevat informatie die wij al standaard bij de intake opvragen. ? Het tweede deel lijkt me goed bruikbaar als checklist. Wat ik er in mis – en waar het vaak mis gaat bij het begeleid werken - zijn vragen over benodigde ondersteuning bij niet-arbeidsgebonden situaties, zoals: kan iemand zelf zijn koffie pakken en er suiker en melk in doen tijdens de koffiepauze, eet iemand voldoende netjes of kan iemand met bepaalde ondersteuning wel netjes eten, kan iemand zelfstandig naar het toilet of is er op de werkvloer een collega die daarbij behulpzaam wil en kan zijn?
2.
Feedback op het instrument (zie ook evaluatieformulier)
Zilvermeeuw: CBW :De Kroft/ De Schelp: ? Bij andere werkgerelateerde persoonlijke factoren zou het prettig zijn als hierbij ook de mate van zelfstandigheid zou zijn in te vullen. ? Het zou handig zijn om de stoornissen die bij een handicap horen in te kunnen vullen. ? Veel items in het instrumen komen overeen met onze baananalyse. BWWF:
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
121
3.
Vragen die niet op het evaluatieformulier stonden
? Handleiding apart of in het instrument? Zilvermeeuw: Liever apart dan kan hij weggelaten worden als je alles weet. CBW: Apart, als de handleiding een keer is gelezen heb je heb niet steeds weer nodig. De Kroft/ De Schelp: Kan apart BWWF:
?
De items coping, zelfvertrouwen en motivatie moeten er volgens ons in. Ze staan er nu niet in. Waar en hoe moeten ze toegevoegd worden? Zilvermeeuw: CBW : We vinden dat het te veel tijd kost om het af te nemen. Het eerste deel willen we echter niet gebruiken en het tweede deel aangepast aan de cliënt. Er hoeft niets uit. De Kroft/ De Schelp: BWWF: ?
De items coping, zelfvertrouwen en motivatie moeten er volgens ons in. Ze staan er nu niet in. Waar en hoe moeten ze toegevoegd worden? Zilvermeeuw: Ja, zelfvertrouwen wel. Coping is een groot begrip, anders geformuleerd, wel belangrijk. Motivatie ook belangrijk. CBW: Motivatie erbij met als mogelijkheid goed en niet goed. Zelfvertrouwen hoeft er niet in, dat merken we wel aan de cliënt. Coping valt al onder de items die er al staan. De Kroft/ De Schelp: zeker zelfvertrouwen en motivatie, coping ook wel, maar dan uitwerken. BWWF: ?
Heeft het moment van afname, de wijze van dataverzameling of de locatie gevolgen voor de vorm en het gebruik van het instrument? Zilvermeeuw: Voor doelgroep is het geschikt. In beginsituatie is het handig. Samen met de cliënt invullen is soms moeilijk; omdat de cliënt dit niet uit zijn hoofd weet, bij sommige kopjes misschien: vraag of cliënt dit meeneemt aangeven bij items in PAS. CBW: nee maar het hangt wel er van af welke cliënt je voor je hebt. Hier is een hoger niveau cliënten, die je op een andere manier dingen moet vragen. De Kroft/ De Schelp: ja en het is goed te gebruiken. BWWF: ?
Als je vindt dat begrippen uit het instrument toelichting nodig hebben: welke items hebben dit nodig? Zilvermeeuw: CBW: niet nodig De Kroft/ De Schelp: BWWF:
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
122
Verschillende mensen van de multidisciplinaire adviesgroep en van de jobcoaches hebben feedback gegeven in de PAS en de handleiding. Deze feedback is samengevoegd in deze bijlage.
1.1
Evaluatie van de PAS
Algemene opmerkingen Wie Ortho
Opmerkingen ? Ik vind het instrument overzichtelijk opgezet en het taalgebruik is duidelijk. De aankruismogelijkheden zijn voldoende. ? In het algemeen is het instrument erg gericht op deelvaardigheden (lopen, zitten, etc.) Dit is op zich nuttige informatie, zeker als je te weten wilt komen of je moet door verwijzen naar ergotherapie of niet. Dit is uiteindelijk niet het doel geworden van het instrument. Ik heb het gevoel dat ik toch een stuk mis over de oorspronkelijke doelstelling, de link (of verwijzing) naar de ergotherapie of een vraag die daar de aandacht op vestigt.
AVG
? ?
?
?
Het instrument ziet er goed uit, het lijkt me goed in te vullen als er voldoende gegevens voorhanden zijn. In de praktijk zijn de dossiers meestal erg onvolledig. Ik vraag me af hoe de jobcoaches het instrument snel kunnen invullen als de cliënt nog niet gewerkt heeft. Maar dat zullen jullie ongetwijfeld van henzelf horen. Het instrument maakt heel duidelijk dat er aan informatie op dit moment nog veel ontbreekt als een cliënt gaat werken. Wellicht heeft de jobcoach meer support nodig van meerdere disciplines om het instrument goed in te vull en. Maar het zou mooi zijn als zij zelf die conclusie zouden trekken. Ik bewonder ook de lay out van het instrument!
Voorpagina Items Moment van afname
Wie Ergo
Opmerkingen Overige aanwezigen toevoegen
Algemene persoonlijke gegevens Items Opleiding
Wie Ergo
Ervaringen met werk in het verleden
Ortho
Opmerkingen Persoonlijke gegevens: adres geboortedatum, telefoonnummer, pers. Begeleider, cluster Het zou prettig zijn als er iets meer schrijfruimte is bij ervaringen uit het verleden.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
123
Leuke en minder leuke ervaringen Tevreden over huidig werk Belang van financiële beloning Interesses / hobby’s Medische gegevens (uit dossier)
Ergo
Scheiding maken tussen leuk en minder leuk is voor de cliënt inzichtelijker
Ergo
Tevreden, beetje kort door de bocht: waarom hier niet zelfde kopjes als bij werk in het verleden?
Ergo
Goed punt!
BWWF Ergo
Belang is onderstreept Voorbeelden uit het verleden maakt het misschien eenvoudiger voor de cliënt (vb. lezen, video’s kijken, muziek luisteren, iets verzamelen, koffie drinken, etc.) Medische gegevens zou ik van maken persoonlijke gegevens
Ortho
AVG
Intelligentie
Zilvermeeuw Ortho
AVG
Zilvermeeuw
Lichamelijke klachten Pijn bij beweging
Ergo Ergo
Ortho AVG
Bij de medische gegevens vind ik het item lichamelijke klachten niet helemaal duidelijk bijvoorbeeld voor iemand met epilepsie die bij een toeval op het werk een aanpak volgens protocol nodig heeft. Zijn er specifieke veiligheidseisen nodig? Heeft iemand ondersteuning nodig bij het innemen van zijn medicatie? Moet erbij gezet: mist nog relevant De term intelligentie zou ik vervangen door niveau van functioneren. het word intelligentie vragt om een cijfer en het begrip niveau van functioneren nodigt ook uit tot het geven van een beschrijving. Het woord "intelligentie" zou ik willen vervangen door niveau van functioneren uitgesplitst in cognitief functioneren en sociaal-emotioneel functioneren alles onder de noemer: psychologische gegevens (uit dossier) Niet respectvol geformuleerd. Of anders formuleren of erbij zetten dat de begeleider het uit moet zoeken. Bv: vaardigheden op cognitief gebied Het woord klachten is niet in lijn met het model: het woord functioneren is beter. Ik mis: epilepsie, gebruik medicatie, diabetes, hartklachten, gedragsproblemen. Deze punten zijn erg van belang voor lichamelijk en psychische functioneren op het werk. Dit moet duidelijk naar voren komen. Ook mis ik: lengte, gewicht t.b.v. aangepast meubilair. Misschien dat je hier nog kunt toevoegen: het gebruik van hulpmiddelen (bril, hoorapparaat, wandelstok, etc.) Daarnaast vraag ik me af of in het instrument ook de diagnose (oorzaak van verstandelijke handicap, als deze tenminste bekend is) een plaats moet krijgen, bijv: autisme of een verwante contactstoornis geeft duidelijke specifieke problemen die wel in het instrument terugkomen zoals: begrijpen van gesproken taal. Maar ik mis dan het moeite hebben met veranderingen en de
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
124
noodzaak van een vaststaand werkprogramma. Het heeft ook consequenties voor het leren van nieuwe vaardigheden maar dat staat in het instrument.
Onderzoek naar de vaardigheden van de cliënt en aandachtspunten voor de arbeidssituatie Items bij bewegen lang staan lang lopen Verplaatsen binnenshuis Verplaatsen buitenshuis
Items bij gebruik van zintuigen Zien
Wie
Opmerkingen
BWWF BWWF Ergo
30 min? 30 min? Stok vervangen door kruk
Ergo
BWWF
Misschien zou je hier een opsommingsrijtje van kunnen maken. Nieuw toevoegen: het maken van transvers ( zonder / met: rolstoel, zelfrijder, duwrolstoel, elektrische rolstoel,tillift, etc.) Oriëntatie?
Wie
Opmerkingen
Ergo
Wat wordt er met kleurherkenning bedoeld? Vaak weet men niet hoe de visus is, en denkt men van goed. Misschien handig: heeft er een visueel / auditief onderzoek plaatsgevonden? bij zien gebruiken jullie het voorbeeld kleurherkenning. Dit heeft niet alleen met zien te maken maar ook met het kunnen benoemen van de kleuren. Misschien dat jullie als voorbeeld kunnen gebruiken kleur onderscheiden of diepte zien. Misschien voor de jobcoach duidelijk onder bewegen? (ook al is het zintuiglijk?
Ortho
Evenwicht / balans houden Gepast reageren op waarnemingen van de zintuigen
Ergo
Ergo
Ander woord: reflex?
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
125
Items bij uithoudings vermogen Activiteiten lichamelijk volhouden Items bij leren en toepassen van kennis
Items bij algemene taken en eisen Zelfstandig taken ondernemen
Items bij communicatie Om hulp vragen Begrijpen van nonverbale taal
Items bij omgaan met anderen In een groep taken ondernemen Omgaan met mensen op de werkvloer
Wie
Opmerkingen
Ergo
Misschien handiger om puntjes van de voorbeelden te maken
Wie
Opmerkingen
Ortho
Het kopje leren en toepassen avn kennis is vrij algemeen. Rekenen is een groot begrip (in welke context bedoel je het). Wat ik ook zou w illen weten of iemand het geleerde ook in een andere situatie kan toepassen.
Wie
Opmerkingen
BWWF
Zie evaluatieformulier
Ergo
Adequaat hulp kunnen inschakelen toevoegen
Wie
Opmerkingen
Ergo
Tot communicatie (adequaat)
Ergo
Scorepuntjes van voorbeelden maken
BWWF Ortho
Is een moeilijk begrip voor cliënten bij communicatie kunnen jullie nog toevoegen mailen.
Wie
Opmerkingen
BWWF
Zie evaluatieformulier
Ergo
Voorbeelden meer specificeren in puntjes
BWWF
Sociale vaardigheden, gedrag
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
126
Items bij mentale functies afsluiten voor omgevingsfactoren Meerdere taken doen Besef van dagdelen Klokkijken
Wie
Opmerkingen
BWWF
Omgaan met drukte, rustige omgeving
BWWF
Tegelijk doen? Of meerdere dingen kunnen?
Ortho
Besef van dagdelen zou ik als voorbeeld ochtend en middag nemen. Lunchtijd is meestal wel duidelijk. Tijdsbesef / keuzes kunnen maken?
BWWF Ortho
De weg weten naar een bepaalde locatie
BWWF
Items bij Wie andere werkgerelateerde persoonlijke factoren Naar het BWWF toilet gaan
bij klokkijken zou ik een onderscheid maken tussen analoog en digitaal. Zelfstandig reizen
Opmerkingen
ADL Motivatie
Aanvullende vragen Items Omgevingsfactoren
Wie BWWF Zilvermeeuw
Opmerkingen drukke omgeving, veel mensen Vraag meer richten op de cliënt waarbij het afgenomen wordt.
Onderwerpen van invloed op werk Taken in de juiste volgorde doen
Zilvemeeuw
Vraag niet helemaal duidelijk: misschien ook uitleg erbij
Ergo
Past beter onder kopje mentale functies (soortgelijke vragen?). Aanvullen met: zijn er punten waar over zeer duidelijke afspraken gemaakt moeten worden? Zo ja, waarover? (In sommige gevallen moeten er duidelijke afspraken worden gemaakt om problemen te voorkomen)
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
127
1.2.
Evaluatie van de handleiding
Algemene opmerkingen Wie Ortho
Opmerkingen De handleiding is op zich duidelijk. Misschien is het goed om nog een tweede voorbeeld te geven van hoe in te vullen. Ik mis in de handleiding nog wel richtlijnen voor wat je met de Informatie kunt die je uit dit instrument krijgt : hoe vergelijking arbeidsplek. ik vind de handleiding helder.
AVG
Overige opmerkingen Items Doel van het instrument
Wie Ergo
Doelgroep van het instrument Voorbeeld (valt onder werkwijze) Aandachtspunten werkplek (valt onder werkwijze)
Ergo
Ergo
Ergo
Opmerkingen
De beschrijving van het doel geeft het vermoeden dat het wel een arbeidsanalyse is, terwijl het instrument alleen vaardigheden in beeld brengt. De beschrijving van het doel geeft het vermoeden dat het wel een arbeidsanalyse is, terwijl het instrument alleen vaardigheden in beeld brengt ik vind dat het woord voorbeeld niet altijd representatief is. In het geval van lopen vindt ik het beter als het uitleg zou heten. Heel goed! Goed dat er direct naast de vaardigheden ruimte is voor aandachtspunten. Dan kan dit direct ingevuld worden. Dit punt geeft veel waarde aan het instrument.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
128
Bijlage 13. Conclusies pilot Inleiding Hier worden de conclusies uit de pilot beschreven. De conclusies zijn geschreven aan de hand van de evaluatieformulieren van de jobcoaches en de feedback van de adviseurs. De conclusies zijn per item beschreven. Conclusies gegevens afname van de PAS In de pilot is de PAS op alle momenten van afname en op alle locaties afgenomen. De PAS is bij de drie hoofddoelgroepen (Niet Aangeboren Hersenletsel, verstandelijk gehandicapten en lichamelijk gehandicapten) afgenomen. Een enkele cliënt had ook gedragsproblemen. Cliënten met een bijkomende psychiatrische handicap kwamen niet voor. De PAS is alleen samen met de cliënt afgenomen, dus niet als observatie. Wel zijn er door een aantal jobcoaches in het gesprek met de cliënt items geobserveerd. De tijd die de jobcoaches nodig hebben gehad voor het invullen van de PAS wisselt tussen een half uur en een uur, met uitzonderingen daargelaten. Conclusies over de inhoud van de PAS Er worden meerdere items door de jobcoaches en adviseurs aangegeven die ze missen of overbodig vinden in de PAS. Niet alle clusters missen items of vinden items overbodig. Belangrijke punten die worden aangegeven zijn: ? Zelfinzicht / zelfinschatting. Dit item wordt gemist. Dus in hoeverre de cliënt zichzelf kan inschatten, zodat je weet wat voor waarde je moet hechten aan de gevraagde items aan de cliënt. ? Er mist een vraag over hoe de informatie verzameld is: samen met cliënt, door observatie of met het dossier. ? Er moeten meer ADL gegevens komen. ? Bijna iedereen geeft aan dat de items: coping, zelfvertrouwen en motivatie toegevoegd moeten worden. Het begrip coping moet wel meer uitgelegd worden. ? Medische gegevens: o Voornamelijk door de adviseurs wordt aangegeven dat er items in de medische gegevens missen, ze geven aan dit belangrijk te vinden. Een aantal jobcoaches vinden ook dat er een aantal items moeten worden toegevoegd. o Voornamelijk de jobcoaches geven aan dat er een aantal medische gegevens weg moeten en dat ze anders geformuleerd kunnen worden. Het kost veel tijd en de gegevens staan ook in het ondersteuningsplan. Er wordt door 1 cluster aangegeven dat ze het niet de taak van de jobcoach vinden om medische gegevens te analyseren. De jobcoaches en adviseurs geven aan dat meerdere items uit de PAS meer uitgewerkt moeten worden. Over het algemeen wordt er gezegd dat de PAS helpt bij het verzamelen van de vaardigheden van de cliënt. De meeste jobcoaches vinden dat de PAS helpt bij het maken van een profielvergelijking tussen vaardigheden van de cliënt en de arbeidssituatie. Een enkeling vindt dit niet, dit
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
129
heeft te maken met de items in de PAS waarvan jobcoaches vinden dat ze er wel of niet in moeten. De helft vindt de aankruismogelijkheid in de PAS goed, de helft mist nog een mogelijkheid bij goed en niet zo goed. Conclusie over de vorm van de PAS Het grootste gedeelte van de jobcoaches en adviseurs vindt het taalgebruik in de PAS duidelijk en begrijpbaar. Wel zijn er nog een aantal items genoemd die nog duidelijker en begrijpelijker zouden kunnen worden omschreven. Ook zijn er concrete tips en aanwijzingen gegeven ter verbetering. De jobcoaches en adviseurs geven aan dat de PAS nog niet inzichtelijk is voor cliënten die geschreven tekst niet kunnen begrijpen. Uit de evaluatie blijkt dat alle jobcoaches de ruimte voor het invullen van de aankruismogelijkheden (G/N/etc.) en voor de open vragen in de PAS voldoende vind. Voor het invullen van de kolom “aandachtspunten voor de arbeidssituatie”, waar de profielvergelijking naar voren komt, vindt ongeveer de helft dat er onvoldoende ruimte is. Er wordt aangegeven dat dit minder als probleem wordt gezien doordat er een digitale versie van de PAS is. Over het algemeen vinden alle jobcoaches en adviseurs de PAS overzichtelijk. Wel worden er nog een aantal aanwijzingen en tips gegeven waarmee de overzichtelijkheid nog verbeterd kan worden. Het grootste gedeelte van de mensen vindt de lengte van de PAS goed en in verhouding tot hetgeen het invullen van de PAS oplevert. Er wordt aangegeven dat de tijd die het invullen van de PAS vraagt erg afhankelijk is van de cliënt. Conclusie over het gebruik van de PAS Bijna alle jobcoaches en adviseurs geven aan dat zij vinden dat de PAS over het algemeen gemakkelijk te gebruiken en in te vullen is. Er zijn vele aanwijzingen en tips gegeven waarmee het gebruiksgemak nog vergroot zou kunnen worden. Deze aanwijzingen en tips hebben voornamelijk betrekking op inhoud, overzichtelijkheid, layout en invulmogelijkheden. Conclusie over de inhoud van de handleiding Alle jobcoaches vinden de handleiding een goed overzicht geven over de manier waarop de PAS moet worden ingevuld. Enkele jobcoaches en adviseurs vinden dat er informatie in staat die overbodig is. De meningen verschillen over de vraag of de items uit de PAS voldoende worden ondersteund door de tekst in de handleiding van de PAS. Ongeveer de helft van het aantal adviseurs en jobcoaches geeft aan dat zij het prettig zouden vinden dat een groot aantal van de items uitgebreider beschreven wordt in de handleiding. De andere helft van de jobcoaches en adviseurs geeft aan dat zij vinden dat de PAS gewoon zo duidelijk moet zijn en dat extra lijsten of beschrijvingen alleen maar verwarrend zouden werken. Conclusies algemene indruk afname de PAS Iedereen vindt delen van de PAS nuttig. Per cluster is het afhankelijk wat ze wel of minder relevant aan de PAS vinden. Conclusies vraag: handleiding apart of in de PAS ? Iedereen wil de handleiding apart van de PAS.
Persoonlijke Arbeidsvaardigheden Signaleren
130