VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 34 NUMMER 4 7 maart 2008
150 stichtingen stroomlijnen Foto: Jan van Teeffelen
Op de foto vlnr: Henk Brink, Fred Sweep en Bob de Jonge.
Onder de paraplu van het UMC St Radboud werken ongeveer honderdvijftig stichtingen. De afgelopen jaren hebben de fiscus en de Wet Toelating Zorginstellingen aangedrongen op het stroomlijnen van al die onderzoeks- en collectebusstichtingen. Een nieuwe structuur tekent zich af. Pieter Lomans
Onder het UMC St Radboud zijn allerlei onderzoeks- en collectebusstichtingen actief. Dergelijke stichtingen schaffen apparatuur aan of bekostigen onderzoek, waardoor een afdeling soms wat soepeler kan blijven functioneren. De stichting als smeerolie. De afgelopen jaren hebben twee ontwikkelingen de rust rondom de stichtingen verstoord. Zo was daar de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZI 2006), die stelt dat organisaties onder de vlag van een UMC nadrukkelijk onder de zeggenschap van de Raad van Bestuur moeten vallen. Dat is bij veel stichtingen niet het geval. In dezelfde periode laat de Belastingdienst weten dat niet alle stichtingen die onder de acht Nederlandse UMC’s werken, hun financiële zaken op orde hebben. Een dreigende naheffing kan worden voorkomen, wanneer de betreffende UMC’s de zaken goed gaan regelen. Echte onderzoekstichtingen moeten bijvoorbeeld worden omgezet in Afdelings BV’s. In de sfeer van het UMC St Radboud blijken ongeveer honderdvijftig stich-
Pagina 5 Impressie van Sweep Day
Pagina 7 LUX-debat over dierproeven
tingen actief, die allemaal een brief kregen van de Raad van Bestuur. Ook prof. Dr. Fred Sweep van de Afdeling Chemische Endocrinologie ontving het schrijven als voorzitter van de Stichting Endocrinologisch Research Centrum (STERC). ‘De toon in de brief was nogal onhandig en ook de planning – net voor de zomervakantie – verdiende geen schoonheidsprijs, waardoor we niet enthousiast waren’, zegt hij. ‘Bovendien hadden we als stichting de zaken bestuurlijk, juridisch en fiscaal uitstekend op orde. Voor ons hoefde het allemaal niet.’ Maar na die stroeve start volgt uitgebreid overleg. Henk Brink en Bob de Jonge trekken vanuit Valorisatie met menige stichting het overleg vlot. Regelingen worden - met begrip voor wederzijdse belangen - verder ingevuld en aangepast. Er ontstaat een ‘format’ waarbij afdelingen in de nieuwe ziekenhuisorganisatie de mogelijkheid hebben om een Afdelings BV (bijvoorbeeld voor contractresearch) en een SteunStichting (bijvoorbeeld voor donaties) op te zetten. Beide vallen dan onder de UMC paraplu. Hendrik-Jan Vos van Valorisatie: ‘Maar de verzamelde fondsen blijven bestemd voor het oorspronkelijke doel en de BV’s/stichtingen krijgen een grotere vrijheid van handelen. Ze kunnen bijvoorbeeld hun eigen financiële administratie doen, als die maar jaarlijks door de UMC accountant gecontroleerd kan worden.’ Sweep: ‘Na onze aanvankelijke aarzeling zijn we toch omgegaan. Gaandeweg werd aan veel van onze bezwaren tegemoet gekomen, zodat we binnen het grotere, formele kader van de Holding toch baas blijven van onze eigen BV. Het afgelopen jaar hebben we samen een goede opzet bepaald. Daar kunnen de overige stichtingen nu van profiteren.’ Momenteel wordt al gewerkt aan de omzetting van ruim vijftig ‘oude’ stichtingen naar een Afdelings BV of SteunStichting. n
Pagina 8 Reportage: Als het maar geen ALS is
Pagina 13 Studenten oefenen consulten met echte pubers
radb o d e 4 - 2 0 0 8
inhoud 3
Beleid Geslaagde reorganisatie Een jaar geleden zijn C20 en C30 in elkaar geschoven. De zorg is efficiënter geworden, constateren de hoofdverpleegkundigen Nanda Vermeulen en Karin van Ditshuizen. ‘Misschien een voorbeeld voor andere verpleegafdelingen.’
7
Reportage Als het maar geen ALS is ALS begint sluipenderwijs. Moeite met het dichtknopen, een struikelpartij, zich verslikken. Het UMC St Radboud maakt deel uit van het ALS-centrum Nederland. ‘Wij creëren een sterk vangnet.’
10
13
Oecumenische vieringen
Onderwijs Studenten oefenen met echte pubers Bij Geneeskunde is een nieuw cursusprogramma ontwikkeld voor communicatie en consultvoering. Onlangs zijn hierbij, voorafgaand aan het coschap Kindergeneeskunde, voor het eerst echte pubers ingezet.
Opinie Luxdebat over dierproeven ‘Zijn dierproeven in de medische wetenschap onvermijdelijk of overbodig?’, luidde de centrale vraag tijdens het drukbezochte LUX-debat op 26 februari.
8
agenda
Onderzoek Europese subsidie voor Kiliaan Neuroanatoom Amanda Kiliaan heeft een Europese subsidie binnengehaald. Met dit bedrag bouwt ze voort op haar eerdere onderzoek naar de relatie tussen voeding, vetten, vaten en neurodegeneratieve ziekten zoals Alzheimer.
10.00 uur personeelsrestaurant: zondag 9 maart, voorganger pastor Jack de Groot; zondag 16 maart, voorganger pastor Wim Smeets, donderdag 20 en vrijdag 21 maart, voorganger pastor Stieneke Reeders.
P A OG Voor alle cursussen en meer informatie: www. umcn.nl/paog.
12 maart Nascholing Psychiatrie Nijmegen 2007 - 2008: Psychiatrie en recht.
15
Overig
Betoog Belang van het kind staat voorop Vruchtbaarheidsproblemen komen veel voor. Enkele keren per jaar weigeren hulpverleners mee te werken aan een behandeling. Mogen we überhaupt aan deze noodrem trekken? Prof.dr. Jan Kremer houdt een pleidooi voor een landelijk protocol.
En verder...
Nieuwsladder 3 Koffieautomaten en Max Havelaar, bonden wijzen CAO af 4 Impressie van Sweep Day 5 In bedrijf: onderzoek handeczeem, informatieavond vaccin baarmoederhalskanker, fietswinkel en leenfiets, pijnpaspoort 6 Promotie Erwin Kenma, prijzen en benoemingen 11 Advertenties 12 Column buitenland 13 Mensen, Kleine boodschap, Colofon 14 PIP-nieuws 15 Wereldglaucoomdag, Ethiek 16
kunst
11 maart Als derde activiteit van Radboud Reppen en Roeren wordt bij de aanvang van de Boekenweek 2008 in Huize Heyendael het literair menu ‘Jonge knarren en oude blagen’ geserveerd. De avond begint om 18.30 uur. Meer informatie staat op de intranetsite van de Personeelsvereniging, onder nieuws.
12 maart Cursus GROS (Gevaarlijke stoffen Registratie- en OpsporingsSysteem) voor medewerkers die gebruik (gaan) maken van dit systeem. Inlichtingen Mw. P. van Heijst, staf P&O, (36)10645. E-mail:
[email protected].
18 maart Startbijeenkomst integratie laboratoria, 16.00 tot 17.30 uur, Lammerszaal (route 86), met een toelichting op achtergronden en werkwijze. Inleiders zijn prof.dr. Melvin Samsom, prof.dr. Dirk Ruiter en prof.dr. Hans Willems. Er is veel tijd ingeruimd voor vragen en suggesties.
19 maart Inloopuur RSI-preventiewerkplek van 12.00 - 13.00 uur, locatie IDEA, F.C. Donderslaan 2, routenummer 235. Publieksmiddag over kunst, om 15.00 uur in de Lammerszaal (route 86), Onderwijscentrum Medische Wetenschap. De toegang is gratis, maar inschrijven via PAOG-Heyendael is noodzakelijk: T (024) 361 70 50, e-mail: paog-heyendael@paog. umcn.nl
20 maart Om 19.30 uur organiseert de Geneeskundige Kring Nijmegen in samenwerking met de Discussiecommissie van de MFVN in de Hippocrateszaal (oude Prekliniek) een symposium over TBS. De heer Poelmann van de Raad van Bestuur van de Pompekliniek zal de bezoekers hier een kijkje laten nemen in de TBS problematiek. Aan bod komen onder andere risico-inschatting van terugkeer in de maatschappij en psychiatrische beelden in de TBS-kliniek. Toegang is gratis voor alle geïnteresseerden. Catherine Poncin, Corpus, uit een reeks van elf foto’s. Courtesy Galerie Les filles du Calvaire, Parijs-Brussel. Op de foto van Catherine Poncin zien we een deel van de geschiedenis van het UMC St Radboud samengebald. Het kasteel Heyendael met de intussen verdwenen vijver die voor de leek de vorm van een nier heeft, wekt de suggestie dat reeds in het landschap ingeschreven was dat het UMC hier uitgebouwd zou worden, en zich via afbraak en nieuwbouw verder zou ontplooien. Ernaast bevinden zich beelden uit de medische studie van het menselijk lichaam: twee anatomische tekeningen – ontleend aan de diatheek van het Anatomisch Museum – omlijsten een beeld uit de nucleaire geneeskunde. Deze foto is de eerste uit een reeks van elf die op artistieke wijze het UMC St Radboud verbeeldt. Als fotografe neemt Catherine Poncin zelf geen foto’s; in een tijd waarin iedereen fotografeert, bestaat haar artistieke concept erin de beeldarchieven van haar opdrachtgever te doorvorsen en er stroken beeldmate-
riaal aan te ontlenen. Diverse van deze stroken brengt ze bij elkaar om zo haar eigen foto’s te componeren. In haar kunstopdracht beperkte Catherine Poncin zich niet tot het verdwijnen en het verschijnen van gebouwen in combinatie met sociale activiteiten gaande van colleges tot feestelijkheden. Voor het eerst in haar oeuvre betrok ze er de beelden bij die de medische wetenschappen sinds oudsher maar thans in overvloed produceren. Daarin valt op dat om de inwendige mens te bekijken, het lichaam niet langer opengemaakt moet worden, terwijl er steeds kleinere en kleinere onderdelen zichtbaar worden gemaakt. Het gehele kunstproject van Catherine Poncin zal op 19 maart tijdens de publieksmiddag van de Commissie Beeldende Kunst, worden gepresenteerd. Daan Van Speybroeck
2
24 maart Op tweede Paasdag wordt voor de 50ste keer de Rosamars georganiseerd. Iedereen kan aan deze gouden Rosamars deelnemen, en een route lopen door de omgeving van Nijmegen, Groesbeek of de Maasvallei. Er zijn zes verschillende parcours, variërend van 5 tot 40 kilometer. Start: vanaf 08.00 uur op het Universitair Sportcentrum aan de Heijendaalseweg 141, Nijmegen. Auto’s zijn gratis te parkeren op parkeerplaats P7 en P8. De Stichting Rosamars heeft haar wandeltochten verbonden aan het Radboud Kinderziekenhuis. In de afgelopen jaren is er al voor 20.000 euro aan kindvriendelijke projecten gerealiseerd dankzij de lopers van deze Paasloop. Een blarenprikteam, bestaande uit Radboudmedewerkers, zal de wandelaars ondersteunen.
radb b e l e id ode 4 - 2008
Geslaagde reorganisatie verpleegafdelingen C20 en C30
nieuwsladder Vijf jaar Alzheimer Centrum Nijmegen Op 27 februari vierde het Alzheimer Centrum Nijmegen (ACN) het vijfjarig jubileum met een symposium. Het centrum startte in 2003 met steun van Alzheimer Nederland. Het ACN averricht veel wetenschappelijk onderzoek, met als doel de kwaliteit van leven te verbeteren van mensen met dementie en hun naasten. Onderzoek richt zich op een veelheid van aspecten, van basaal biomarker onderzoek tot onderzoek naar de organisatie van zorg. Door het ACN zijn afdelingen die binnen het Radboud bij dementieonderzoek zijn betrokken, nauwer met elkaar gaan samenwerken.
‘Veiligezorg’
Hoofdverpleegkundigen Karin van Ditshuizen (C30, foto links) en Nanda Vermeulen (C20) kwamen met het idee om hun afdelingen in elkaar te schuiven. ‘Misschien een voorbeeld voor andere verpleegafdelingen.’ Foto: Frank Muller Een jaar geleden is de zorg op de afdelingen C20 en C30 in elkaar geschoven. Vroeger was C20 voor patiënten Oogheelkunde, en C30 voor patiënten van KNO en Mondkaak- en Aangezichtschirurgie. Tegenwoordig kunnen patiënten voor deze specialismen op beide afdelingen terecht. Alleen zijn dagbehandeling en klinische behandeling nu gescheiden. De zorg is efficiënter geworden, constateren de twee hoofdverpleegkundigen Nanda Vermeulen en Karin van Ditshuizen. ‘Misschien een voorbeeld voor andere verpleegafdelingen.’
R i e t j e va n V li e t
‘Toen ik begon op de verpleegafdeling van Oogheelkunde was er in de weekenden een volledige personele bezetting maar patiënten waren er lang niet altijd.’ Nanda Vermeulen, hoofdverpleegkundige van C20, beschrijft hoe vreemd ze deze situatie vond. Ze had de opdracht om fors te bezuinigen en besefte dat de kaasschaafmethode weinig zin had. Er was al zoveel ingeleverd. ‘Het mes moest erin.’ Op de verpleegafdeling van KNO en Mondkaak- en Aangezichtschirurgie, C30, liep hoofdverpleegkundige Karin van Ditshuizen met een vergelijkbaar probleem. Weliswaar hoefde bij haar de kraan nog niet dicht maar, zo beschrijft ze: ‘Ook bij ons was de gemiddelde bedbezetting te laag. We wisten dat ook wij moesten gaan inleveren.’ Vermeulen en Van Ditshuizen hadden elkaar snel gevon-
Meer doen met minder Toen hoofdverpleegkundigen Nanda Vermeulen en Karin van Ditshuizen hadden bedacht dat ineenschuiven van de verpleegafdelingen C20 en C30 het antwoord was op de lage bedbezetting, werd personeelsadviseur Ton Grote erbij gehaald. ‘Het is een reorganisatie’, vertelt hij. ‘Daarvoor is een formele opdracht nodig van het clusterbestuur.’ Het project ‘Doelmatig capaciteitsmanagement’ was snel geboren. Ton Grote ondersteunde de hoofdverpleegkundigen in de formele kant van de reorganisatie en zorgde samen met hen voor regelmatige terugkoppeling aan de Manager Zorg. Er zaten nogal wat arbeidsvoorwaardelijke kanten aan. Zo zijn de onregelmatigheidsdiensten op C20 vervallen. Dit betekende voor een aantal verpleegkundigen een inkomensachteruitgang. Zij kwamen overeenkomstig de cao in aanmerking voor de afbouwregeling ORT. Er waren ook verpleegkundigen die juist de voorkeur gaven aan onregelmatige diensten. ‘Voor hen moest naar een passende plek elders gezocht worden.’ Doordat de afdelingen de tijd hebben genomen om de reorganisatie door te voeren, waren onaangename afvloeiingsregelingen niet nodig. ‘Nu, na een jaar draaien we op C20 met ruim zes formatieplaatsen minder verpleegkundigen en verzorgenden. De gemiddelde bedbezetting is toegenomen van 57 naar 80 procent.’ Daarnaast blijken de afdelingen in vergelijking met 2005 30 procent meer patiënten te hebben behandeld. Dat komt onder meer door het veel intensievere gebruik van de dagbehandelingsmogelijkheden. ‘Het aantal zware dagbehandelingen is in twee jaar tijd verdubbeld.’
den. Hun afdelingen liggen niet alleen dicht bij elkaar, ook de aard van hun problemen was identiek. ‘Ik wilde geen formatie kwijtraken en zocht naar mogelijkheden om de bedbezetting te verhogen’, kijkt Van Ditshuizen terug. De oplossing die zij bedachten, heet ‘andere zorgprogrammering’. ‘Die term is niet van ons. We deden wat we moesten doen.’ De twee afdelingen werden in elkaar geschoven. Op C20 is alleen nog dagbehandeling mogelijk terwijl C30 zich concentreert op de klinische behandeling. Op beide afdelingen kunnen nu patiënten van Oogheelkunde, KNO en Mondkaak- en Aangezichtschirurgie terecht. Dat klinkt heel logisch en ook de overgang van de oude naar de nieuwe situatie lijkt een eenvoudige verandering. ‘Maar dat was het niet’, benadrukken de twee hoofdverpleegkundigen. ‘Er zijn cultuurverschillen te overbruggen en ook moesten de verpleegkundigen wennen aan een nieuwe categorie patiënten en een nieuw specialisme op hun afdeling’, vertelt Van Ditshuizen. ‘Zoiets vraagt om aanpassing van gewoontes en een andere manier van verpleging. Dat kan op weerstanden stuiten.’
Schrift Er zaten nogal wat formele kanten aan de reorganisatie (zie kader). Dat was de reden om voortdurend met de medische staven in overleg te zijn. Chefs de cliniques, managementteams, onderdeelcommissie, medewerkers: iedereen was gedurende de hele reorganisatie erbij betrokken. Om eventuele knelpunten in de zorg te ondervangen werd de werkgroep Verpleging ingesteld, met daarin de hoofdverpleegkundigen van de twee afdelingen, de seniorverpleegkundigen en verpleegkundigen. Een schrift zorgde ervoor dat alles waar verpleegkundigen tegenaan liepen, snel bij de werkgroep op tafel lag. Vermeulen: ‘De medewerkers moeten er uiteindelijk voor zorgen dat de afdelingen in elkaar geschoven konden worden. Juist op de werkvloer weet men wat werkbaar is en wat niet. Daarom is het zo belangrijk om constant met hen te communiceren.’ Er kwamen heel wat tegenwerpingen. Iedereen vreesde dat de zorg aan kwaliteit zou inboeten. ‘Telkens vroegen we om oplossingen’, zegt Vermeulen. ‘Zodra er een suggestie kwam, gingen we ermee aan de slag. Als iets niet kon worden uitgevoerd, koppelden we terug en vroegen we om nieuwe oplossingen. Zo hebben we stelselmatig alle bezwaren weggewerkt.’ Belangrijk in zo’n operatie als deze is dat de leidinggevenden koers houden, heeft Vermeulen ervaren. Geen water in de wijn doen, maar steeds vragen: wat heb je nodig om de kwaliteit van zorg te behouden? ‘De veranderingen, hoe klein ook, mogen geen verrassing zijn voor de medewerkers. Als ze eenmaal weten dat hun meedenken wordt beloond, win je hun vertrouwen. Dat is de voorwaarde om een reorganisatie als deze te doen slagen.’ n
3
Meerdere afdelingen in het UMC St Radboud zijn gestart met het project ‘Veiligezorg’. Dit project heeft als doel agressie te bestrijden, veiligheid te creëren en de arbeidsomstandigheden binnen de zorg hierin te verbeteren. Het project loopt op de afdelingen Psychiatrie en de Spoedeisende Hulp. Ook het Mortuarium en de Kinder IC zijn er onlangs mee gestart en met de afdelingen Oogheelkunde, Dermatologie en Kinderafdelingen Q2A worden afspraken gemaakt. Agressie is niet voorbehouden aan enkele risicoafdelingen, maar kan overal voorkomen. De stuurgroep is bezig om gedragsregels en een convenant ‘Veiligezorg’ voor het hele UMC af te sluiten. Meer informatie is te vinden op intranet, ingang medewerker, UMC-brede projecten, Veiligezorg.
Gewijzigde openingstijden restauratieve voorzieningen Op Goede Vrijdag, Pasen, Koninginnedag en Hemelvaart zijn de openingstijden van de restauratieve voorzieningen gewijzigd (zie de nieuwspagina van facilitaire dienstverlening). Op paaszaterdag, eerste en tweede Paasdag, Koninginnedag en Hemelvaartsdag is alleen het restaurant open, van 08.30 tot 19.00 uur. De overige restauratieve voorzieningen in het Radboud zijn op die dagen gesloten. De vrijdag na Hemelvaart (2 mei) is het restaurant open van 08.00 tot 20.00 uur, de brug van 12.00 tot 14.00 uur en de koffiecorner Vrouw & Kind van 9.00 tot 16.00 uur.
Afdeling voeding levert bijzondere bestellingen Afdelingen kunnen voortaan via Matrix bestellingen doen die tijdelijk in het assortiment zitten: rond Pasen paaseitjes, met Sinterklaas speculaasjes en met Kerst kerstkransjes. Inkoop zal hierover informatie verspreiden hoe dat in z’n werk gaat. Ook kan er dagvers gebak worden besteld. De afdeling Voeding zal aan verpleegafdelingen en andere afdelingen, die eerder gebak bestelden, de assortimentkeuze en de bestelprocedure verspreiden. De kosten van de producten komen ten laste van de afdeling die de bestelling heeft geplaatst.
Secretaressedag Op 17 april vindt secretaressedag plaats, met als thema ‘Communicatie: horen & zien, zeggen & schrijven’. Het programma is gevarieerd en gaat via de telefoon naar verbale en non-verbale communicatie. Er is weer een taalquiz en ’s middags geeft Schoevers een presentatie: efficiënt en effectief communiceren. De dag wordt afgesloten door Angelique van ’t Riet van Multiplicity, met een workshop over zakelijk flirten. Inschrijven: www. umcn.nl/sn of via een email naar postbus secretaressenetwerk. Kosten e 7,50 voor leden en e 15,00 voor niet-leden, inclusief lunch en borrel.
radb o d e 4 - 2 0 0 8
Ruim baan voor innovaties dankzij implementatiecoach Vernieuwend werken in de zorg. Dat kan op je eigen afdeling maar ook ziekenhuisbreed of landelijk. Drie verpleegkundigen van het UMC St Radboud rondden onlangs hun opleidingstraject implementatiecoach af. ‘Veel verpleegkundigen blijken met wat extra scholing en coaching een grote rol te kunnen spelen bij het doorvoeren van zorgvernieuwingen’.
R i e t j e va n V li e t
Soms komt er van vernieuwingen niets terecht, zelfs al beschouwt iedereen ze als verbeteringen. Als er geen aandacht is voor informatie, introductie, instructie, implementatie en borging, vallen mensen terug in hun vertrouwde werkpatronen. Of ze zetten bijvoorbeeld een nieuwe procedure onwillekeurig naar hun eigen hand. Voor je het weet brengt de innovatie iets anders teweeg dan ooit bedoeld. ‘Juist hier ligt het werk van de implementatiecoach’, stelt Hanny Cobussen. Zelf heeft ze zich als nurse practitioner continentie en urostomazorg binnen de polikliniek Urologie beziggehouden met de implementatie van het landelijke protocol zelfkatheterisatie. Daartoe coachte ze in verschillende ziekenhuizen de continentieverpleegkundigen. ‘Alleen dan weet je zeker dat het protocol goed verankert.’ Cobussen behoort samen met kwaliteitsfunctionaris Marion Giesberts en verpleegkundig pijnconsulent Rianne van Boekel tot de eerste lichting van acht implementatie coaches die het Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging onlangs heeft afgeleverd. Het UMC St Radboud was daarbij ruim vertegenwoordigd. Giesberts en Van Boekel hebben voor het UMC, het Universitair Longcentrum Dekkerswald en het Medisch Centrum Alkmaar gewerkt aan een nieuwe manier om patiënten te informeren over de pijnbehandeling na een operatie. ‘Ons uitgangspunt is dat patiënten sneller genezen naarmate ze actiever worden betrokken bij de postoperatieve pijnbehandeling. Deze patiëntempowerment brengt met zich mee dat verpleegkundigen en andere zorgverleners hun zorg anders moeten inrichten. Als implementatiecoach probeer je hulpverleners daarvan bewust te laten worden.’
Vlnr. Marion Giesberts, Hanny Cobussen en Rianne van Boekel. Zij behoren tot de eerste lichting van implementatiecoaches die het Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging onlangs heeft afgeleverd. Foto: Frank Muller
Draagvlak De drie implementatiecoaches laten de producten zien waar ze het afgelopen jaar aan gewerkt hebben. Een brochure, een folder met bijbehorend verpleegkundig protocol, een kennistoets voor patiënten, een dvd, een interactieve website: het oogt zo eenvoudig maar er schuilt een heel implementatietraject achter voor ze goed worden ingezet in een ziekenhuis. ‘Wij zijn nu bezig om het voorlichtingsmateriaal landelijk te implementeren’, zeggen Giesberts en Van Boekel. Het voorlichtingsmateriaal is voor de patiënt, maar veronderstelt wel een bepaalde manier van werken door de verpleegkundige. Dit kan door goede scholing worden gerealiseerd. ‘Soms zijn er ook weerstanden. Dan moet je als implementatiecoach eerst zorgen voor draagvlak. Daarom is het belangrijk dat die innovaties ondersteund
Zuivere koffie met kwaliteit
Bonden zeggen nee
Het UMC St Radboud is toe aan nieuwe koffieautomaten. ‘Wij willen de klant zoveel mogelijk tevreden stellen wat betreft smaak, assortiment en kosten,’ zo legde manager Voeding Jan Halink uit aan de Ondernemingsraad. In de Europese aanbesteding bij vier bedrijven wil het FAB daarom ook twee leveranciers betrekken die géén Max Havelaar keurmerk hebben, maar wel ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’.
Foto: Nelleke Dinnissen
worden door bijvoorbeeld de beroepsverenigingen.’ Ook al lijkt het dat patiënten onderhand wel weten hoe het zit, toch blijkt bij navraag dat niet alles vanzelfsprekend is. ‘Bij de dvd over postoperatieve pijnbestrijding, die heel basale informatie over pijnbehandeling laat zien, zeiden patiënten dat ze toch iets nieuws hadden gehoord.’ Bij het implementatieproces is een team zelf verantwoordelijk voor de verdere ingebruikneming. De implementatiecoach begeleidt dit proces op afstand. ‘Wij zijn er verder voor de borging van de vernieuwingen. We spreken mensen aan op hun sterke kanten en geven ondersteuning bij eventuele minder sterke kanten of gebrek aan kennis. Ook bespreken we problemen bij de implementatie. Maar ze moeten het zelf doen. Dat is de kracht van het coachen.’ n
‘Wij willen ook in de koffievoorziening excelleren. De smaak moet goed zijn, overeenkomen met wat medewerkers van thuis gewend zijn. We willen het assortiment uitbreiden met onder meer cappuccino en cacao tegen uiteraard zo scherp mogelijke prijzen’, lichtte manager Voeding Jan Halink in de overlegvergadering van 26 februari toe. Probleem is echter dat van de vier grote partijen die voor Europese Aanbesteding in aanmerking komen er twee géén Max Havelaar keurmerk hebben, en dat druist in tegen het convenant dat vorig jaar met de Ondernemingsraad is gesloten. In 2007 is namelijk op voorstel van de OR 180.000 euro voor vijf jaar overgemaakt naar het FAB om de extra kosten van Max Havelaar koffie te financieren. Halink: ‘Wij zouden graag zien dat de OR het convenant heroverweegt. De twee andere grote partijen voldoen namelijk ook aan de eisen van ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen’. Zij leveren koffie met het Utz Certified keurmerk, die ook in bekende koffiemerken van de grote supermarkten is verwerkt. Ook zij helpen de arme boeren, onder meer door hen commerciëler te leren werken. Ze geven niet de vis, maar de hengel om vissen te vangen.’ De OR wil het convenant wel heroverwegen, maar heeft het FAB gevraagd eerst precies uit te zoeken wat de verschillen zijn. ‘Pas dan kunnen we een goede afweging maken,’ aldus OR-voorzitter Hanneke Santegoets. Als de aanbesteding snel verloopt, zullen de koffie automaten rond de zomervakantie worden vervangen door nieuwe. JM
4
De vier centrales van overheidspersoneel vinden het eindbod CAO UMC van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) onvoldoende. Ze hebben het afgewezen. De vier centrales vinden de salarisparagraaf onvoldoende, en het gat tussen hun inzet en het eindbod NFU te groot. De CAO voorziet in een salarisverhoging in drie jaar van in totaal 10,05 procent: een loonsverhoging van 6 procent en een verhoging van de eindejaarsuitkering van 4,05 procent. De bonden vinden echter dat de ingangsdata van de loonsverhogingen veel eerder in het jaar moeten liggen. Ook vinden ze dat er een opbouwsystematiek voor de eindejaarsuitkering moet komen. Bovendien zijn volgens de bonden de afspraken rond levensfasebewust personeelsbeleid/persoonlijk budget onvoldoende uitgewerkt. ‘Het geeft ons zo niet het vertrouwen dat dit nieuwe systeem goed gaat werken,’ aldus een citaat uit een gezamenlijke nieuwsbrief die 20 februari naar de leden is gegaan. In deze nieuwsbrief werden leden opgeroepen tot een handtekeningenactie, om zo het protest te laten doorklinken. De bonden vragen het NFU terug naar de onderhandelingstafel te gaan voor: een betere salaris paragraaf, een rechtvaardige eindejaarsuitkering en goede afspraken over levensfasebewust personeels beleid. De handtekeningen worden aan de NFU-voorzitter voorgelegd. De afwijzing van het eindbod betekent dat er op dit moment geen sprake is van een nieuwe CAO. Het bestuur van de NFU beraadt zich over de huidige situatie. JM Op intranet (PIP-online) staat meer informatie over de CAO.
radb o d e 4 - 2 0 0 7 8
Een extra dag in het jaar moet goed besteed worden. Vandaar dat op schrikkeldag 29 februari Sweep Day plaatsvond. De mouwen werden opgestroopt om te zorgen voor een ‘aantoonbaar mooier’ UMC St Radboud voor patiënten en bezoekers. Overal in het UMC waren medewerkers en externe krachten aan het schilderen, schoonmaken, klussen en opruimen.
Uitreiking van de ‘zwieptiem’-poloshirts in het Personeelsrestaurant.
Gi j s Mu n n i c h s
Veel animo voor
Sweep Day
Meubilair wordt opgeknapt...
Het doel van Sweep Day is om de uitstraling van verpleegafdelingen, poliklinieken en openbare ruimten sterk te verbeteren. ‘Daarnaast willen we met deze dag het bewustzijn van onze medewerkers vergroten’, zegt Jan Jaap Schmitz, directeur Facilitair Bedrijf. ‘Kijk eens door de bril van de patiënt naar je afdeling. Het is de bedoeling dat medewerkers hun eigen verantwoordelijkheid nemen om de uitstraling van hun afdeling continu op orde te houden.’ Die ochtend is de opkomst in het Personeelsrestaurant, waar het startschot van de dag gegeven wordt, groot. Veel medewerkers, gehuld in groene ‘zwieptiem’-poloshirts, gingen erna aan de slag. Ze kregen ondersteuning van medewerkers van de technische dienst, extra schoonmaakpersoneel en schilders. Patiëntenkamers en gangen kregen een likje verf, kasten werden opgeruimd, trappen extra schoongemaakt, onnodig papier- en plakwerk op balies werd verwijderd, overtollig meubilair afgevoerd enzovoorts.
...of weggegooid. In totaal is 125 kuub aan spullen afgevoerd.
Frisse uitstraling Annet Papageorgiou, verzorgende op verpleegafdeling Neurologie, heeft een week geleden in kaart gebracht wat er moest gebeuren op haar afdeling. ‘Het gaat vaak om kleine dingen’, vertelt ze. ‘Ingezakte planken in kasten; vieze vingerafdrukken waar patiënten tegenaan kijken. Vandaag is een mooie dag om extra klusjes op te pakken, al ben ik er altijd mee bezig om de afdeling er netjes uit te laten zien.’ Op verpleegafdeling Cardiothoracale chirurgie zijn medewerkers ook druk in de weer om de afdeling op te ruimen. ‘Vergelijk het met je eigen huis, je verzamelt in de loop der jaren een hoop spullen’, aldus verpleegkundige Marc Snippert. ‘Kijk eens kritisch wat je écht nodig hebt. We hebben veel oude spullen afgevoerd: een koelkast, prullenbakken, prikborden, oude infuusstandaarden die we niet meer gebruiken. Als je goed opruimt, kun je daarna de boel ook veel beter schoonhouden.’ In het Bouw Informatiecentrum wordt het nieuwe meubelassortiment met korting aangeboden. Ook kunnen medewerkers hier hun eigen afdelingsruimten laten inrichten op een speciaal pc-scherm. Gidi van Neerven, hoofdverpleegkundige IC, gebruikt de Sweep Day om de koffiekamer op zijn afdeling een metamorfose te geven. ‘Ik heb stoelen besteld en een nieuwe tafel. De koffiekamer moet weer fris ogen. Een frisse uitstraling zorgt ervoor dat mensen meer plezier in hun werk hebben.’
In het Bouw Informatiecentrum kunnen medewerkers op een speciaal pc-scherm hun ruimtes opnieuw laten inrichten.
Feestelijk slotakkoord De dag wordt afgesloten met een borrel in het Studiecentrum. ‘Sweep Day is fantastisch verlopen’, zegt Jan Jaap Schmitz. ‘We hebben meer dan 125 kuub aan spullen afgevoerd, massa’s likken verf uitgesmeerd en nog mooier, de sfeer en het enthousiasme in de zorg waren overweldigend!’ Snel daarna kondigt hij feestband de Sjonnies aan, die zorgen voor het feestelijk slotakkoord. n
Jan Jaap Schmitz op het podium met de Sjonnies, de feestelijke afsluiter van Sweep Day. Foto's: Nico van der Boor, onderste foto: Norbert Steinkamp
5
i n b e dri j f daarvoor tot 1 januari 2009 onderhoud laten verrichten aan hun fiets. Uit de arbeidsvoorwaardengelden is hiervoor 10 euro per medewerker beschikbaar gesteld. Dit bedrag heeft Van Hees verdubbeld. JM
Pijnpaspoort
Op schoot, met toverzalf en tellen tot 3
artsen, verpleegkundigen en analisten lopen risico. Het komt veel voor, blijkt uit onderzoek onder gezondheidswerkers. Toch melden zich weinig medewerkers bij de Arbo & Milieudienst (AMD). ‘Mogelijk weten medewerkers onvoldoende dat ze de bedrijfsarts ook kunnen raadplegen zónder dat er sprake is van verzuim,’ is de verklaring van bedrijfsarts Bea Groenenberg. ‘Door mensen met beginnend eczeem of aanleg daarvoor op te sporen, kunnen we veel ellende voorkomen. Vandaar ons preventief medisch onderzoek. Medewerkers van een aantal risico-afdelingen hebben een vragenlijst ontvangen. Wie klachten heeft of aanleg voor eczeem nodigen we uit voor nader onderzoek, advies en eventueel verwijzen we door naar een dermatoloog. We gaan de gegevens uit het onderzoek ook rangschikken op afdeling en functiegroep. Als we concreet zicht hebben op het vóórkomen, kunnen we een actief preventiebeleid starten.’ Wat is de winst daarvan? ‘Door risicogroepen te wijzen op goede hand- en huidverzorging en het juiste gebruik van beschermings- en reinigingsmiddelen kunnen we het ontstaan terugdringen. En door beginnende handeczeem op te sporen en het goed te behandelen, kun je voorkomen dat mensen er chronisch last van krijgen.’ JM
Foto: Jan van Teeffelen
Foto: Jan van Teeffelen
Dinsdag 26 februari is de UMC-leenfiets officieel in gebruik genomen. Op de foto Jos van Hees van de fietswinkel, projectdirecteur Servicebedrijf Helga Wismeyer (links) en Roelfina Idema (PIP).
Idee van PIP
Naar de stad op UMC-leenfiets ‘Wie bedenkt er een project dat snel is te implementeren en de service van medewerkers verbetert,’ vroeg projectdirecteur Helga Wismeyer aan managers van de onderdelen die straks onder het Servicebedrijf vallen. De medewerkers van het Personeelsinformatiepunt (PIP) ventileerden het idee van een leenfiets. Een cadeau gaan kopen in de stad voor een vertrekkende medewerker, een bedrijf bezoeken buiten het Radboud of in de pauze even een boodschap doen. Het kan voortaan met de UMC-leenfiets, een extra service voor medewerkers die niet met de fiets op het werk zijn. Ook stagiaires kunnen de leenfiets gebruiken. Wie een fiets wil lenen kan dit vanaf 10 maart melden bij het PIP, ook via telefoon 19166 en e-mail: pipmail@ po.umcn.nl. PIP geeft de reservering door aan fietshandelaar Jos van Hees bij de bewaakte fietsenstalling. Medewerkers kunnen de fietssleutel daar vervolgens op vertoon van een geldige UMC-pas ophalen (Kapittelweg 40, intern via route 71). De fiets kan maximaal een werkdag geleend worden. Meer informatie: zie intranet PIP-on line ➔ Actueel. JM
Op 20 februari zijn de eerste exemplaren van het Pijnpaspoort uitgereikt aan vijf patiëntjes van het Radboud Kinderziekenhuis. Dit is een klein boekje waarin kinderen hun wensen en rituelen kunnen opschrijven die te maken hebben met de onderzoeken en behandelingen die zij ondergaan. Zo oefenen zij zelf invloed uit op hun beleving van pijn, angst en paniek die daarmee gepaard gaan. De Stichting Vrienden van het Radboud Kinderziekenhuis heeft zich ingezet voor de financiering van het Pijnpaspoort. Kinderen, ouders en zorgverleners waren rijendik aanwezig op het Theaterplein. De presentatie van het Pijnpaspoort werd gedaan door Jochem van Gelder, bekend van het tv-programma Praatjesmakers. ‘Als een dokter jou een prik moet geven, hoe zou je willen dat hij dat doet?’, vraagt hij aan een patiëntje op de eerste rij. ‘Bij mama op schoot’, zegt het jongetje. ‘En ook een beetje toverzalf erbij?’, vraagt Jochem. ‘Ja. En de dokter moet tot drie tellen voordat hij prikt.’ Door het Pijnpaspoort kunnen artsen en verpleegkundigen rekening houden met de wensen van een kind. Guido van den Bogaert, manager zorg van het Kinderziekenhuis, reikte het Pijnpaspoort uit aan de patiëntjes. Patiëntje Marleen zong een zelfgeschreven liedje over hoe fijn het is om gezond te zijn. De kinderen luisterden muisstil. Na de ‘praatjes’ van Jochem van Gelder konden ze genieten van een theatervoorstelling. Het Pijnpaspoort zal vanaf april gebruikt worden in het Kinderziekenhuis. Een grote groep patiëntjes die komt voor onderzoek of behandeling zal vanaf dan het boekje ontvangen. GM
Handeczeem
Vroege opsporing voorkomt erger
Opening fietswinkel
Tegoedbon 20 euro voor onderhoud Op 5 maart, bij het ter perse gaan van deze Radbode, is de fietswinkel UMC St Radboud officieel geopend. Fietswinkel, werkplaats en stalling bevinden zich allemaal aan de Kapittelweg 40. De opening werd verricht door prof. dr. Melvin Samsom, lid Raad van Bestuur, en Jan van der Meer, wethouder gemeente Nijmegen. Sinds kort is de stalling uitgerust met toegangscontrole. Medewerkers kunnen met een geldige UMCpersoneelsbadge naar binnen. De winkel en werkplaats zijn toegankelijk voor zowel medewerkers van het UMC St Radboud als voor studenten van de HAN en de RU en voor buurtbewoners. Openingstijden: van maandag tot en met vrijdag, van 08.00 tot 17.30 uur. Voor reparatie kunnen fietsen ook eerder worden gebracht, door een reparatieformulier in de brievenbus te gooien op de deur van de werkplaats. De stalling is buitenom 24 uur per dag bereikbaar, binnendoor tot 21.00 uur. Tot 1 september 2008 loopt er een actie. Ieder personeelslid kan zich, éénmaal, met een geldige personeelsbadge melden bij Jos van Hees van de fietswinkel, voor een tegoedbon van 20 euro. Zij kunnen in zijn werkplaats
Bedrijfsarts Bea Groenenberg: ‘handeczeem komt vaak voor bij gezondheidswerkers. Foto: Flip Franssen Schrale handen, jeuk, pijn, infecties… Handeczeem komt vaak voor bij werkers in de gezondheidszorg. Toch melden zich relatief weinig medewerkers met deze klachten bij de bedrijfsarts. ‘Jammer, want bij vroege opsporing kunnen we veel kwaad voorkomen,’ vertelt bedrijfsarts Bea Groenenberg. Vorige week is er daarom binnen het Radboud een preventief medisch onderzoek gestart naar handeczeem. Handeczeem ontstaat bij nat werk, vaak handen (moeten) wassen, irritatie door oplos- of schoonmaakmiddelen of door een allergie (bijvoorbeeld latex). Vooral medewerkers op operatiekamers, in de schoonmaak,
6
Baarmoederhalskanker
Informatieavond over preventie met vaccin
Maandag 17 maart organiseert het UMC St Radboud een voorlichtingsavond over preventie van baarmoederhalskanker en HPV vaccinatie. Uit onderzoek blijkt dat 60 tot 80 procent van de jonge vrouwen die seksueel actief worden binnen vijf jaar besmet raken met een HPV infectie (humaan Papillomavirus) van de geslachtsorganen. Bij de meesten verdwijnt het virus spontaan. Echter bij circa 20 procent blijft het virus aantoonbaar en dan kan het uitgroeien tot een voorstadium van baarmoederhalskanker en na jaren zelfs tot kanker. ‘Condooms geven onvoldoende bescherming tegen de overdracht. Iedereen loopt dus risico op een HPV infectie en dus op baarmoederhalskanker,’ volgens gynaecologisch oncoloog Ruud Bekkers. Ter preventie is er een vaccin ontwikkeld, dat vanaf november 2006 op de markt is. Het voorkomt infectie en dus ook de vorming van voorstadia en kanker. In diverse landen (Oostenrijk, Duitsland, Belgie, USA, en Australie) is het al in het Rijksvaccinatie Programma (RVP) opgenomen. In Nederland staat het nog ter discussie. Met brede vaccinatie neemt baarmoederhalskanker waarschijnlijk met 60-70 procent af. Het effect is echter nog niet bewezen, en de vaccinatie is duur, 375 euro per vaccin. ‘Ondanks het ontbreken van het ultieme bewijs is vaccinatie van 12-13 jarige meisjes via het RVP gerechtvaardigd,’ vindt gynaecologisch oncoloog Ruud Bekkers. ‘Het alternatief, wachten met vaccinatie tot het bewijs van bescherming tegen baarmoederhalskanker over 15-20 jaar wel geleverd wordt, zou een hele generatie vrouwen de kans op primaire preventie tegen baarmoederhalskanker ontnemen.’ JM
radb o pi n i e ode 4 - 2008
LUX-debat over dierproeven benutten als die zich aandienen. Het is niet realistisch nu alle dierproeven te stoppen.’ Waarmee de scherpste angel eigenlijk al uit het debat was. Het door Ritskes beschreven 3V-concept bij dierproeven – verfijnen, verminderen, vervangen – dat tegenwoordig steeds meer opgang doet, juichte Zuidgeest toe. ‘Al moet verfijnen, niet een excuus worden om niet verder te zoeken naar alternatieven voor dierproeven’. Ritskes stelde haar op dit punt gerust met de mededeling dat Vervanging momenteel meer plaatsvindt dan Verfijning. ‘Het aantal gebruikte proefdieren is in Nederland de afgelopen dertig jaar mede hierdoor gedaald van 1,5 miljoen naar ca. 600.000. Er komen ook steeds meer goede alternatieven voor proefdieren, zoals proeven met gekweekte cellen. Je hebt echter uiteindelijk een compleet dier nodig om het effect van een medicijn of een ingreep na te kunnen gaan. En een complete kunstmatige muis zie ik voorlopig nog niet verschijnen.’
Het aantal gebruikte proefdieren is in Nederland de afgelopen dertig jaar gedaald van 1,5 miljoen naar ca. 600.000. Foto: Flip Franssen
‘Zijn dierproeven in de medische wetenschap onvermijdelijk of overbodig?’, luidde de centrale vraag tijdens het drukbezochte LUX-debat op 26 februari jl. Merel Ritskes-Hoitinga, hoogleraar proefdierkunde en directeur van het Centraal Dieren Laboratorium, kruiste hierover verbaal de degens met Marja Zuidgeest, directeur van vereniging Proefdiervrij. Aansluitend bogen Erno Eskens (o.a. uitgever van Filosofie Magazine) en René ten Bosch (hoogleraar filosofie aan de Radboud Universiteit) zich over het nut van dierenrechten. Mar t e n D o o p e r
Directe aanleiding voor een debat over dit in – wezen tijdloze – onderwerp waren de recente gebeurtenissen in Venray waar dierenactivisten de vestiging van een dierproefcentrum wisten te verhinderen, leidde Koen Dortmans van LUX het debat in. Wie ook in het LUX-debat op een heftige confrontatie tussen voor- en tegenstanders van dierproeven had gehoopt, werd enigszins teleurgesteld. Ritskes en Zuidgeest waren het opvallend vaak met elkaar eens en ook de filosofen verschilden vooral op details van elkaar in hun opvatting over dierenrechten. Ritskes opende de discussie met de mededeling dat dierproeven niet gedaan worden ‘omdat we het leuk vinden.’ ‘Dierproeven zijn in veel gevallen wettelijk verplicht. Bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen, de productie van vaccins en het onderzoek naar de veiligheid en/of risico’s van stoffen in de leefomgeving. Daarnaast worden dierproeven uitgevoerd in het kader van onderwijs, bijvoorbeeld het oefenen van chirurgische ingrepen, en in het onderzoek ter vergroting van de wetenschappelijke kennis.’ ‘Veel dierproeven mogen dan wel wettelijk verplicht zijn’, reageerde Zuidgeest, ‘maar wetten hebben geen eeuwigheidswaarde. Als onderzoekers goede argumenten hebben dat sommige verplichte proeven overbodig zijn, kunnen zij samen met ons lobbyen voor de afschaffing ervan. Bijvoorbeeld als het doel, zoals inzicht over de veiligheid van een bepaalde stof, ook op een andere manier bereikt kan worden.’ Ofschoon zij aangaf tegen dierproeven te zijn, ‘zonder uitzondering’, verklaarde Zuidgeest hier in één adem achteraan een proefdiervrije maatschappij vooral te zien als een ‘uitdaging’. ‘Wij zetten in op een stevige dialoog met de mensen die dierproeven uitvoeren. We zijn realistische idealisten en proberen de mogelijkheden tot vermindering van dierproeven te
7
Nadat Ritskes had uitgelegd dat alle dierproeven ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan een onafhankelijke Dier Ethische Commissie, beklaagde Zuidgeest zich over de geringe openheid van deze commissies. ‘Als je de rapporten opvraagt, krijg je half zwartgelakte formulieren toegezonden.’ Ritskes erkende dat de openheid van deze commissies best groter mag zijn. ‘In Denemarken, waar ik gewerkt heb, was die informatie voor iedereen toegankelijk.’ Op de vraag vanuit de zaal of het niet verstandig was als Proefdiervrij zelf zitting zou nemen in de Dier Ethische Commissies, zoals in Scandinavische landen het geval is, antwoordde Zuidgeest dat zij dit niet zinvol achtte. ‘Wij zijn tegen dierproeven, dus we moeten dan iedere aanvraag per definitie afkeuren.’ Ritskes en Zuidgeest waren het er over eens dat de Dier Ethische Commissie voor een bijna onmogelijke opgave staat; het afwegen van het ongerief dat de proefdieren wordt aangedaan tegen de mogelijke winst in de vorm van wetenschappelijke kennis en/of medische vooruitgang die mensenlevens kan redden. ‘Appels en peren vergelijken’, vonden beiden. ‘Wij vinden daarbij dat het doel de middelen niet heiligt’, stelde Zuidgeest. ‘Je mag niet een dier opofferen ten behoeve van de mens’. ‘Maar minder of geen proefdieren, betekent dat de mens eerder proefkonijn zal zijn’, reageerde Ritskes. Op de vraag vanuit de zaal aan Zuidgeest of de extra mensenlevens die er dan vallen bij de introductie van nieuwe medicijnen acceptabel zijn, wilde Zuidgeest geen antwoord geven. ‘Dat is niet de discussie. Ik wil dat er gezocht wordt naar alternatieven voor die dierproeven.’ Dit deed René ten Bos in het aansluitende filosofendebat, verzuchtten dat Ritskes en Zuidgeest in feite vooral verschillen in de snelheid waarin zij de dierproeven overbodig willen maken. Hij merkte op dat de hele discussie over dierproeven en proefdieren eigenlijk te danken, dan wel te wijten is aan een filosoof. ‘Nadat René Descartes betoogde dat dieren geen pijn kunnen voelen, lag de weg open naar de vivisectie.’ Waarop zijn opponent Erno Eskens ter ondersteuning van zijn pleidooi voor dierenrechten ook teruggreep op
‘Maar minder of geen proefdieren, betekent dat de mens eerder proefkonijn zal zijn’
een klassieke filosoof. ‘Hugo de Groot stelde dat de mens een rationeel en specifiek dier is en daarom bepaalde universele rechten heeft. Waarom dan niet andere dieren ook specifieke rechten toekennen?’ Om hier Orweliaans aan toe te voegen dat wat hem betreft hierbij niet alle dieren dezelfde rechten behoeven te hebben. ‘Dieren waarvan vaststaat dat ze gevoel hebben mag je bijvoorbeeld niet martelen.’ Voor Ten Bos zijn dierenrechten een stap te ver. ‘Een dier moet wat mij betreft goed behandeld worden, maar hoeft niet het recht te hebben niet gedood te worden. Het welzijn van dieren is al op veel manieren wettelijk beschermd. Ik zie niet in wat verdere juridisering daar aan toe kan voegen. Bovendien, hoe wil je de naleving van dierenrechten controleren?’ Dierenrechten zouden volgens Ten Bos het uitvoeren van dierproeven waarschijnlijk snel onmogelijk maken. ‘Juristen werpen zich waarschijnlijk massaal op als verdediger van de proefdieren. Ik vind dat niet wenselijk.’ Eskens erkende dat het mogelijk zou moeten blijven onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld als de mens zelf gevaar loopt, dieren te mogen doden. ‘Er zijn immers ook omstandigheden die legitimeren dat je een ander mens doodt. Daarbuiten zou ik het goed vinden als mensen zich wat vaker zouden aanbieden als proefpersoon.’ n
r e p o r t a g e
ALS begint sluipenderwijs. Moeite met het dichtknopen, een struikelpartij, zich verslikken. Maar onafwendbaar beneemt de gevreesde zenuwspieraandoening patiënten uiteindelijk de adem. Het UMC St Radboud maakt deel uit van het ALScentrum Nederland dat nu vijf jaar bestaat. Doel: een zorgvuldige en snelle diagnose en verbetering van de zorg. ‘Wij creëren een sterk vangnet.’
Multidisciplinair overleg, onder voorzitterschap van revalidatiearts dr. Harmen van der Linden (links voo
Als het maar
P aul va n la e r e
Elke donderdag ziet neuroloog dr. Jurgen Schelhaas zo’n drie nieuwe patiënten, waarvan de verwijzend neuroloog vermoedt dat ze ALS hebben. Het is geen gemakkelijke dag. De diagnose hangt als een zwaard van Damocles boven de gesprekken en onderzoeken. Wie wordt getroffen door de ziekte, heeft gemiddeld nog een jaar of drie te leven, althans vanaf het begin van de eerste verschijnselen van spieruitval. Gelukkig valt het zwaard niet altijd: bij ongeveer de helft van de mensen blijkt toch iets anders aan de hand. Schelhaas coördineert samen met klinisch neurofysioloog prof. dr. Machiel Zwarts en neuroloog prof. dr. Baziel van Engelen het Nijmeegse ALS-centrum. De donderdag
is gereserveerd voor de diagnosestelling. Omdat het bij nieuwe patiënten om een vermoeden gaat, wordt voorzichtig omgesprongen met de term ALS. Liever wordt gesproken over voorhoornlijden. ALS is namelijk een ziekte van de voorhoorn, de plaats in het ruggemerg waar de zenuwcellen zitten die de spieren aansturen – de motorische neuronen. Bij ALS gaan die cellen ten gronde, en bovendien de neuronen die vanuit de hersenen deze voorhoorncellen activeren (zie kader). Maar er zijn ook ‘mimics,’ ziekten die sterk lijken op ALS, maar die niet of veel minder die desastreuze afloop kennen. Juist dit verschil onderstreept het belang van een juiste diagnose. Iemand ten onrechte met de diagnose ALS opzadelen, is rampzalig, en dat geldt ook voor het omgekeerde. Bovendien bestaan voor sommige van die mimics medicijnen die de voortgang afremmen of zelfs stopzetten. Een foute diagnose betekent dat patiënten van die middelen verstoken blijven.
Versnipperd
Logopediste en spraak/taal-patholoog drs. Simone Knuyt instrueert mevrouw voor een tongkrachtmeting.
Tegen ALS zelf is nog nauwelijks kruit gewassen. Eén middel remt de ziekte enigszins: Riluzol. Het verlengt de levensduur met drie tot zes maanden. ‘Het meeste effect heeft het middel in het begin,’ zegt Schelhaas. Het is een extra reden om de diagnose zo vroeg mogelijk te stellen. ‘Bovendien stellen de meeste patiënten het op prijs dat ze weten waar ze aan toe zijn.’ Snelle en zorgvuldige diagnostiek is daarom een belangrijk doel van het ALS-centrum Nijmegen, dat samen met soortgelijke units in het UMC Utrecht en het AMC, het ALS-centrum Nederland vormt. Dit landelijke centrum bestaat nu vijf jaar en is een erkend expertisecentrum. Bijna driekwart van de ALS-patiënten wordt inmiddels naar een van de drie UMC’s verwezen voor een diagnose. Schelhaas: ‘Vroeger was de diagnostiek erg versnipperd, iedereen zag toen slechts een paar patiënten. Die werden dan zelfs een dag of vier opgenomen in het ziekenhuis. Wij stellen de diagnose nu binnen een dag.’ De bundeling van kennis heeft er toe bijgedragen dat ALS eerder wordt onderkend. ‘Er zat voorheen gemiddeld negentien maanden tussen de eerste verschijnselen en de vaststelling van ALS, nu nog geen jaar. Veel eerder kan niet, het is nu eenmaal een ziekte die sluipend begint.
8
Geleidelijk gaat het dichtdoen van de knoopjes wat moeilijker, of wordt je hand ietsje dunner. Dan ga je niet onmiddellijk naar de dokter. Maar aan het eind van de keten zorgen we voor maximale snelheid. Wanneer een neuroloog ALS vermoedt, wordt de patiënt binnen twee weken gezien door het ALS-centrum Nederland.’ Schelhaas eerste gesprek deze ochtend is met meneer Berkhouwer. Hij is bijna tachtig en heeft sinds een paar jaar spierproblemen. Eerst een beetje wankel lopen, later een vreselijk vermoeid gevoel in de enkels, vervolgens ook in de benen. Het leverde regelmatig een valpartij op. ‘Ik rolde zo het rozenperkje in,’ vertelt hij opgewekt.
‘Vroeger was de diagnostiek van ALS erg versnipperd, iedereen zag toen slechts een paar patiënten’
Ook uit zijn handen is de kracht weggevloeid. ‘Alles glijdt eruit.’ Schelhaas test de spierkracht die is overgebleven in armen, benen en polsen. Meneer moet tegendruk geven. ’Kijken wie het sterkste is,’ zegt Schelhaas aanmoedigend. Daarna klopt hij met een hamertje op de zijkanten van de knieën en enkels en plaatst hij een aangeslagen stemvork op de beenspieren. ‘Voelt u het trillen.’?
Revalidatieteam Om 10 uur is het multidisciplinaire overleg gepland. Rond de ovalen vergadertafel hebben zich liefst veertien
radb o d e 4 - 2 0 0 8
Twee typen zenuwcellen aangetast ALS is een afkorting van Amyotrofische Laterale Sclerose. Het is een ernstige ziekte van het zenuwstelsel waarbij de spieren geleidelijk slinken (atrofie) en hun kracht verliezen. Twee groepen van zenuwcellen worden hierbij aangetast: de neuronen in het ruggenmerg die de spieren aansturen én zenuwcellen in de centrale hersenen die de ruggenmergneuronen activeren. Door deze laatste teloorgang ontstaan abnormale reflexen en spasticiteit. Bij sterk verwante zenuwspierziekten zijn alleen de motorneuronen aangedaan (spinale spierdystrofie) of juist alleen de centrale hersencellen. Vanaf het moment van de eerste verschijnselen, bijvoorbeeld de trap niet meer op kunnen of moeite hebben met tandenpoetsen, is de overlevingsduur van ALS gemiddeld drie jaar. Een kleine 10 procent van de patiënten leeft langer dan tien jaar. De ziekte komt anderhalf keer vaker voor bij mannen dan bij vrouwen en begint meestal tussen de 45 en 65 jaar. In Nederland wordt jaarlijks bij zo’n driehonderd mensen ALS vastgesteld. In totaal telt Nederland duizend patiënten. Een op de tien heeft een erfelijke vorm, bij de overige 90 procent is de oorzaak onbekend.
Foto’s: Paul van Laere
oraan). Naast hem neuroloog dr. Jurgen Schelhaas.
geen als is mensen verzameld, uit zo’n acht disciplines. Naast medici zijn ook logopedisten, ergo-en fysiotherapeuten, een diëtiste en een maatschappelijk werker aanwezig. Het UMC-team heeft momenteel 27 ALS-patiënten onder zijn hoede. Deze ochtend komen, onder voorzitterschap van revalidatiearts dr. Harmen van der Linden, vijf patiënten ter sprake. Het gaat over uiteenlopende zaken als sondevoeding, vervoersproblemen, instructies voor een nieuwe rolstoel en een rijbewijsverlenging. Schelhaas: ‘Zonder dit overleg werk je snel langs elkaar heen. Nu weet je wat iedereen doet. Met zijn allen creëren we een sterk vangnet.’ Nederland telt ongeveer dertig van deze gespecialiseerde revalidatieteams, zodat de zorg dicht bij de patiënt aanwezig is. De drie teams van het ALS-centrum Nederland hebben de extra taak om de zorg te verbeteren. ‘We ontwikkelen bijvoorbeeld protocollen voor slikstoornissen, beademing of voedingsproblemen.’ Onderzoek hoort eveneens bij de centrumfunctie. Het ALS-centrum Nederland heeft de ambitie op dit gebied de mondiale top te bereiken. Inmiddels heeft meneer Berkhouwer zich bij Henny Janssen gemeld voor een echo-onderzoek van de spieren. De KNF- laborante van Klinische Neurofysiologie kijkt onder andere naar eventuele fasciculaties, karakteristieke onwillekeurige trillinkjes van de spieren van ALS-patiënten. Janssen: ‘Een van de ALS-patiënten had het gevoel dat hij ‘pieren’ in zijn benen had. Toen zijn vrouw hier de echo zag zei ze: ‘O, nu snap ik wat je bedoelt.’ Janssen maakt echo’s van de spieren in de hals, de armen en de benen. Met een meetlint bepaalt ze de precieze positie, om de metingen te standaardiseren. Met echo zijn een aantal ALS-mimics te achterhalen. Tegelijkertijd is de techniek ook zelf onderwerp van studie. ‘We hopen dat je met echo-metingen, bijvoorbeeld van de dikte en witheid van de spieren, het verloop van de ziekte in de tijd kunt zien,’ verklaart prof. Zwarts. Dat zou ook enorm helpen bij medicijntrials, omdat een effect momenteel lastig te bepalen is. En het mooie van echo is dat het totaal niet belastend is.’ Een verdieping lager is logopediste en spraak/taal-patholoog drs. Simone Knuyt bezig met een andere bijzondere
vorm van diagnostiek: de bepaling van de tongkracht. ‘De tong is een hele sterke spier, die slechts op 40 procent van zijn capaciteit hoeft te werken. Wanneer die spier achteruit gaat, merk je dat dus aanvankelijk niet. Dus meten we die kracht, wat mogelijk weer van nut kan zijn bij de vroegdiagnostiek,’ legt ze uit. De tongkrachtmeter is een apparaatje van eigen makelij. De patiënt moet de tong in een tuitje steken en dit alle kanten op bewegen. Op de aangesloten computer kan Knuyt dan meteen zien over welke krachten de tong nog beschikt.
Voorspelbaar Een laatste objectieve meetmethode, die traditioneel
een centrale rol vervult in de diagnostiek, is het elektromyogram. ‘Met een EMG meten we de zenuwgeleiding en spierwerking. Daarmee kunnen we andere oorzaken voor spierkrachtverlies en -uitval uitsluiten,’ ligt prof. Zwarts toe. ‘Zo’n andere oorzaak kan bijvoorbeeld een ontstoken zenuw zijn, of iets in de spieren. Dat moet dus allemaal normaal zijn.’ Ook het verloop is een belangrijk element in de diagnostiek. ‘Bij ALS gaat het in gestage lijn alleen maar slechter. Het begint ergens – dat kan in de handen of benen zijn, maar ook in de ademhalingsspieren – en vervolgens zie je de problemen zich als een olievlek uitbreiden. Het gaat nooit met sprongen.’ De achteruitgang leidt tot een toenemende afhankelijkheid. Schelhaas: ‘Dat vinden patiënten het moeilijkste. Vandaag sprak ik ook een man die zijn arm niet meer kan bewegen. Die moet door zijn zoon geholpen worden op het toilet. Mensen kunnen op den duur niet meer praten of slikken. Ze moeten machteloos toezien dat ze volledig aftakelen.’ Het enige positieve is dat de ziekte niet met pijn gepaard gaat. En ook de rechte dalende lijn heeft zijn voordelen. ‘Mensen weten waar ze aan toe zijn. Ik kan ze nu zeggen: volgend jaar kunt u nog met de familie op vakantie. Mensen hebben de tijd zich overal op voor te bereiden, het verloop is voorspelbaar.’ Maar de afloop eveneens. Schelhaas: ‘Wij zijn een ALS-centrum, maar bij elke patiënt hoop je dat het geen ALS is. n
KNF- laborante Henny Janssen van Klinische Neurofysiologie kijkt op het scherm naar het echobeeld van de armspier.
9
o n d e rz o e k
Europees onderzoek naar vetten en Alzheimer
Dementerende muizen op dieet Neuroanatoom Amanda Kiliaan heeft met het onderzoeksconsortium Lipididiet een Europese subsidie binnengehaald van bijna een half miljoen euro. Met dit bedrag bouwt ze voort op haar eerdere onderzoek naar de relatie tussen voeding, vetten, vaten en neurodegeneratieve ziekten zoals Alzheimer. Pieter Lomans
Een aantal Europese onderzoekers die meer wil weten over de invloed van vetten op de hersenen, zoals visolie en cholesterol, richt in 1999 het consortium Lipidiet op. Een van de deelnemende partners is het Nederlandse voedingsbedrijf Numico Research B.V. waar Amanda Kiliaan op dat moment werkt. ‘Het project leverde zoveel interessante gegevens op dat de Europese Commissie graag een vervolg wilde’, zegt neuroanatoom Kiliaan, inmiddels verbonden aan de afdelingen Anatomie en Cognitive Neuroscience van het UMC St Radboud. ‘Via het zevende Europese Kaderprogramma hebben we nu voor het vervolgprogramma Lipididiet in totaal zes miljoen euro ontvangen. Het onderzoek loopt van fundamenteel tot toegepast, van epidemiologie tot gedragswetenschap, van dier tot mens, van dieet tot zenuwcel. Verbindend thema: welk effect hebben vetten - lipiden - in onze voeding op het ontstaan van de ziekte van Alzheimer en andere neurodegeneratieve aandoeningen in veroudering.’
Eiwitklontjes lzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. Nederland telt A ongeveer 250.000 patiënten. De ziekte ontstaat doordat hersencellen massaal afsterven in een proces wat neurodegeneratie wordt genoemd. Bij mensen met Alzheimer gaat het geheugen sterk achteruit en ze verliezen steeds meer het gevoel voor tijd, ruimte en realiteit. Om de oorzaken van Alzheimer te achterhalen worden de mechanismen onderzocht die deze neurodegeneratie veroorzaken. Kiliaan: ‘Er zijn een aantal genetische factoren bekend. In sommige families krijgen mensen soms al op veertigjarige leeftijd Alzheimer, de zogenoemde early onset Alzheimer. Door een mutatie in het beta-amyloïd gen maken ze veel meer van dit eiwit aan. En juist in de hersenen van Alzheimerpatiënten worden veel plaques, veel samenklonteringen van dit eiwit gevonden.’
‘In sommige families krijgen mensen al op veer tigjarige leeftijd Alzheimer’
Supersnel dement ok genetische variaties in het apolipoproteïne E (ApoE) spelen een rol. O ApoE is een zeer belangrijke transporter en opruimer van cholesterol. De meeste mensen zijn dragers van het ApoE3 allel en hebben ApoE3 als cholesteroltransporter. Een klein deel van de mensen heeft echter een ApoE4 cholesteroltransporter die minder goed functioneert. Kiliaan: ‘Bij ApoE4 blijft veel meer cholesterol in de bloedvaten hangen, dus ook in de hersenen, en dat geeft een drie tot tien keer hogere kans op Alzheimer.’ Kiliaan gebruikt muizen met die erfelijke problemen om het ontstaansproces van Alzheimer op het spoor te komen. Ze werkte al met een APP/PS1-muis, een muis die versneld van die beta-amyloid plaques in de hersenen vormt. ‘Daar komen nu twee nieuwe muismodellen bij’, zegt Kiliaan. ‘Omdat ApoE4 de belangrijkste genetische risicofactor is voor Alzheimer bij de mens gaan we in een ApoE4 muis onderzoeken of goede en slechte vetten invloed hebben op de hersendoorbloeding en neurodegeneratie. Daarnaast gebruiken we een Foto: Frank Muller
10
radb o d e 4 - 2 0 0 8 zogenoemde ApoE knockout muis, die helemaal geen cholesterol transporteert en opruimt. Door een overdaad aan cholesterol in die muis verslechtert de kwaliteit van de vaten heel snel, werkt de bloedhersenbarrière nauwelijks en ontstaan in sneltreinvaart neurodegeneratie en geheugenproblemen.’
Vetten en vaten De exacte ‘ontstaansgeschiedenis’ van Alzheimer is nog altijd niet bekend. Worden bijvoorbeeld eerst de bloedvaten aangetast en takelen daarna de zenuwcellen af? Of zit het probleem van begin af aan in de zenuwen en spelen de vaten een minder belangrijke rol? Kiliaan stelt dat er in elk geval voldoende aanwijzingen zijn dat slechte vaten een belangrijke rol spelen in het hele ontstaansproces. ‘Mijn onderzoek’, zegt ze, ‘richt zich dan ook op deze ‘vaatfactor’. Via onderzoekspartner Numico Research krijgt een deel van de muizen een westers, cholesterolrijk dieet voorgeschoteld, een ander deel krijgt een neutraal, en weer een ander deel krijgt een visolierijk dieet dat waarschijnlijk beschermend werkt. We zijn bijzonder benieuwd of die dieetvariaties, via het effect op de bloedvaten, een duidelijke invloed – positief of negatief - op het ontstaan van Alzheimer hebben.’
Zwemmende muis Om die invloed te meten zijn natuurlijk allerlei onderzoeken nodig. Daarvoor werkt Kiliaan samen met partners in het consortium, maar ook met diverse onderzoeksgroepen in het Radboud. ‘De cognitieve gedragstesten doen we samen met celbioloog Ineke van der Zee en neurobioloog Judith Homberg, die speciale apparatuur hebben om het gedrag van muizen automatisch te registreren en te analyseren.’ Cognitieve achteruitgang wordt bijvoorbeeld gemeten door muizen op gezette tijden los te laten in een Morris Water Maze. Zo’n Maze (doolhof ) is een ronde bak met water waarin net onder het wateroppervlak een klein platform is geplaatst. Een zwemmende muis gaat op zoek naar het platform. De tijd die de muis na een aantal leersessies nodig heeft om het platform te vinden, zegt iets over zijn cognitieve vermogen. Verplaatsing van het platform geeft inzicht in het vermogen om nieuwe taken te leren, een vaardigheid die bij Alzheimerpatiënten ook verminderd is. ‘Op die manier kunnen we de achteruitgang van cognitieve vermogens uitstekend in kaart brengen’, zegt Kiliaan. n Het vervolg van dit artikel, inclusief foto’s, is te vinden op www.umcn.nl/overhetumc/publicaties/radbode
Meting ijzerbindend eiwit belangrijk voor lab en kliniek
prijzen en benoemingen Benoeming hoogleraren Met ingang van 1 januari 2008 is Folkert Meijboom in dienst getreden als hoogleraar Kindergeneeskunde in het bijzonder van de aangeboren hartafwijkingen en als hoofd Kindercardiologie. Met ingang van 1 maart 2008 is Dorine Swinkels benoemd tot hoogleraar met de persoonlijke leeropdracht Experimentele Klinische Chemie. De benoeming geldt voor vijf jaar.
‘Krebspreis’ voor Peter Friedl Prof. dr. Peter Friedl van het UMC St Radboud heeft de prestigieuze Duitse ‘Krebspreis’ ontvangen. Hij kreeg de prijs tijdens het 28ste Duitse Congres voor Kanker in Berlijn (20-22 Februari 2008). Friedl is hoogleraar voor Microscopische Beeldvorming van de Cel bij de afdeling Celbiologie van het Nijmegen Centre for Molecular Life Sciences (NCMLS). De prijs, een geldbedrag van 22.500 euro, wordt door de Duitse Maatschappij voor Kanker jaarlijks toegekend voor bijzondere wetenschappelijke prestaties, die belangrijk zijn voor toekomstige ontwikkelingen op het gebied van de oncologie. Friedl maakt processen in de cel zichtbaar, de interacties van immuun- en tumorcellen en metastasen (uitzaaiingen) van tumoren. Doel hiervan is de groei van tumoren en metastasen te remmen.
Chiel Hekster Op 27 februari tijdens de Dutch Showcase Hospital Pharmacy te Maastricht heeft Chiel Hekster samen met een collega de Jan Glerum award ontvangen. Deze prijs wordt uitgereikt aan personen die een betekenisvolle bijdrage hebben geleverd aan de educatie in de ziekenhuisfarmacie. De prijs bestaat uit een oorkonde, een judicium en een geldbedrag (E 1000).
Drs. Maud Graff
Dr. Erwin Kemna: ‘Interessant is nu om uit te zoeken hoe je het risico op bloedarmoede van buitenaf zou kunnen beïnvloeden.’ Foto: Frank Muller Het eiwit hepcidine werd enkele jaren geleden ontdekt als ‘sleuteleiwit’ in de ijzerhuishouding van het lichaam. Gebrek aan een nauwkeurige meting van hepcidine maakte verder onderzoek moeilijk. Dr. Erwin Kemna van de afdeling Klinische Chemie ontwikkelde een gevoelige hepcidine-meting met behulp van massaspectrometie. Vandaag promoveert hij op zijn onderzoek. Het vinden van een eiwit dat belangrijk is bij een of ander proces in het lichaam is één ding. Het daarna ontrafelen van de details van de functie van dat eiwit en het gebruik hiervan in de kliniek is heel wat anders. Om te beginnen moet je daarvoor nauwkeurige metingen kunnen doen aan dat eiwit. ‘En dat ontbrak tot nu toe voor het eiwit hepcidine, een eiwit dat de hoeveelheid beschikbaar ijzer in het lichaam regelt’, vertelt Kemna. Een gebruikelijke meettechniek als ELISA is bij hepcidine niet te gebruiken omdat er tegen dit eiwit nauwelijks antilichamen zijn op te wekken.’ Gelukkig beschikt het UMC sinds enkele jaren over een zogeheten SELDI-TOF massaspectrometrie-apparaat. ‘Daarmee kun je, als je de techniek goed beheerst, zeer nauwkeurig de hoeveelheid van een eiwit bepalen’, vertelt Kemna die de afgelopen jaren zijn promotietijd besteedde aan het ontwikkelen van een SELDI-TOF MS-meting voor hepcidine. ‘Deze meetmethode maakt het mogelijk het onderzoek naar hepcidine, zowel basaal als wat betreft klinische toepassingen, nu stevig ter hand te nemen’, verklaart hij het belang van zijn onderzoek. In het basale onderzoek gaat de aandacht vooral uit naar de manier waarop de aanmaak van het hepcidine in het
lichaam varieert onder invloed van ziekteprocessen, legt Kemna uit. ‘We hebben al aangetoond dat de aanmaak van hepcidine toeneemt onder invloed van ontstekingsprocessen. Dat lijkt de verklaring te zijn voor de bloedarmoede die ontstaat bij chronische ontstekingsziekten als reumatoïde artritis. Interessant is nu om uit te zoeken hoe je de aanmaak van hepcidine en daarmee het risico op bloedarmoede van buitenaf zou kunnen beïnvloeden. Een ander onderwerp is het op basis van hepcidinewaarden maken van onderscheid tussen bloedarmoede door ontstekingsprocessen, bloedarmoede die het gevolg is van een tekort aan ijzer in het lichaam en ziektebeelden waar beide processen door elkaar heen lopen. Dit onderscheid is van groot belang voor de manier waarop de bloedarmoede behandeld moet worden. Ook denken we dat het meten van hepcidine meer inzicht kan verschaffen in aandoeningen die nu vallen onder de noemer ‘onbegrepen bloedarmoede’ of ‘onbegrepen ijzerstapeling’. We hebben inmiddels enkele aanwijzingen dat het meten van hepcidine hierbij iets kan zeggen over de mogelijke betrokkenheid van genetische afwijkingen bij deze afwijkingen in de ijzerstofwisseling. De komende tijd wordt het vooral zaak hepcidinewaarden en andere gegevens te verzamelen van grote groepen patiënten. Daaruit zal moeten blijken bij welke aandoeningen het meten van hepcidine een toegevoegde diagnostische waarde heeft. Daarnaast is de meting ook goed te gebruiken bij laboratoriumonderzoek naar de biochemische routes die betrokken zijn bij de ijzerhuishouding. Zowel in gekweekte cellen, bij dieren als bij mensen. Nu we beschikken over een goede hepcidine-meting kan de kennis over dit eiwit snel groeien.’ MD
11
De Alzheimer stimuleringsprijs werd woensdag 27 februari door prof. Corstens uitgereikt aan drs. Maud Graff. Graff is werkzaam als onderzoeker bij de afdeling Ergotherapie, het Alzheimercentrum Nijmegen en de afdeling KWAZO van het UMC St Radboud. Zij voerde een promotieonderzoek uit naar de effectiviteit en kosteneffectiviteit van ergotherapie aan huis bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers. De prijs is een stimuleringsprijs voor wetenschappelijk onderzoek op het gebied van Alzheimer en dementie.
Promoties, oraties, afscheidsredes* • Promotie drs. F.A. van de Laar, donderdag 6 maart om 13.30 uur. Titel: Diet and alpha-glucosidase inhibition in the early treatment of type 2 diabetes mellitus • Promotie drs. E.H.J.M. Kemna, vrijdag 7 maart om 13.30 uur. Titel: Hepcidin: analysis, regulation and clinical perspectives • Oratie mw. prof.dr. W.T.A. van der Graaf, hoogleraar Translationele Medische Oncologie, vrijdag 7 maart om 15.45 uur. Titel rede: Oneindige paden • Promotie mw. drs. I. Gosens, dinsdag 11 maart om 13.30 uur. Titel: Composition and function of the Crumbs protein complex in the mammalian retina • Promotie drs. P.J.P. Poels, dinsdag 11 maart om 15.30 uur. Titel: Spirometry expert support in general practice • Promotie mw. drs. W. Denneboom, donderdag 13 maart om 13.30 uur. Titel: Improving medication safety in the elderly * Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2 Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www. umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’
1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
BOUWKEURMEESTER KEURT UW WONING
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37
óók op
Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
Leuth, Steenheuvelsestraat 24 Een pand kopen of verkopen? Schakel bouwkeurmeester Toon Peters in voor:
UÊ>«ÊiÕÀ}i UÊ6iÀ«ÊiÕÀ}i UÊii«ÊiÕÀ}i UÊ ÊiÕÀ}i Meer informatie of een oriënterend gesprek? Bel Toon Peters!
UÊ"«iÛiÀ}i UÊëiVÌià UÊÊ iÀ}iÊ*ÀiÃÌ>ÌiÊ `Ûià Met kwaliteitsgarantie ISO 9001:9002 certificering TUV!
Sprokkelveld 52 6596 DM Milsbeek T (0485) 516 775 I www.petersbouwadvies.nl E
[email protected]
Perceeloppervlak: 1090 m2 Inhoud: 465 m3 Woonoppervlak: 115 m2 Aantal kamers: 5 Ruim en landelijk wonen, dicht bij Nijmegen, en zonder files naar het UMC! Dat kan in Leuth. Vrijstaand huis, groot perceel en vrij uitzicht achter. Basisschool, winkels en huisarts zijn op loopafstand. Mogelijkheden voor praktijk aan huis.
Vraagprijs 349.500,- k.k. Kijk op www.makelaarsland.nl of bel 088-200 2000
(Bio)medisch tekstwerk Het UTN redigeert en vertaalt uw
De slimste manier om je huis te verkopen!
• • • • • • • • •
HERCKENRATH FIETSPLUS Bovag vijfsterren fietsspeciaalzaak
Op alle wegen kom je fietsen van Herckenrath tegen
zier e l p 2 fiets m an 1500 n testba e + eig
Voor de persoonlijke aanpak
KAAIJ ADVOCATEN
Nieuw: energielabel!
Molenweg 17 6631 KJ Horssen (Gld.) Tel. 0487 – 541566 Fax 0487 – 541835 www.herckenrath-fietsplus.nl E-mail:
[email protected]
(populair)wetenschappelijke artikel beleidstekst voorlichtingstekst dissertatie oratie powerpoint presentatie poster website ... en meer
Voor meer informatie, kijk op www.ru.nl/utn/tekstwerk. U kunt uw verzoek richten aan
[email protected] of bellen met 024 – 3611425. Alle talen meester!
Wij zijn en blijven nog steeds hofleverancier voor nieuwe tweewielers via het UMC. ST. RADBOUD/ VCC fietsplan!! Kom snel voor de nieuwe collectie.....
assurantiën | pensioenen | hypotheken | financieel advies
Tot 0,3% rentekor ting!
Een mooie woning? Een Radboud Hypotheek! De Radboud Hypotheek Gaat u een huis kopen, uw woning verbouwen of wilt u besparen op uw maandelijkse hypotheeklasten? Als medewerker van het UMC St Radboud kunt u profiteren van de Radboud hypotheek. Dit exclusieve hypotheekarrangement wordt aangeboden door Alpha Hypotheken. Profiteer onder andere van de volgende kortingen: N Tot 0,3% rentekorting en/of tenminste 25% korting op afsluitprovisie N 50% korting op taxatiekosten N 25% korting op makelaarskosten N 10% besparing op notariskosten
Agneta Nijsse - Hypotheekadviseur Radboud Financieel Informatie Punt (FIP)
Het Radboud Financieel Informatie Punt (FIP) Wilt u meer weten over de Radboud Hypotheek? Neem dan contact op met Agneta Nijsse van het Radboud Financieel Informatie Punt (FIP). Als medewerker kunt u gratis gebruik maken van de diensten van het FIP. U krijgt daar advies over al uw financiële zaken. Daarnaast kunt u profiteren van collectieve personeelskortingen op uw hypotheek en verzekeringen.
Direct meer weten?
Kom langs of maak een afspraak:
Bereken zelf uw voordeel:
Bel onze speciale Radboudlijn:
U vindt ons in het UMC St Radboud
Kijk op www.akkermansvanelten.nl
0481-367077 op werkdagen van 8.30 tot 17.00 uur
(vlakbij het PIP en FLEXPUNT):
gebruikersnaam: radboud
kamer 1.04, routenummer 526, 527
wachtwoord:
Openingstijden: maandag van 11.30 tot 17.00 uur
Onze website is ook bereikbaar via het
en vrijdag van 9.00 tot 14.00 uur
12
voordeel
intranet van het UMC St Radboud
radb o nderwijs ode 4 - 2008
buitenland In deze rubriek schrijven studenten over hun ervaringen in het buitenland. Student Geneeskunde Take van der Hoek liep stage in Sengerema.
Studenten oefenen met echte pubers In de studie Geneeskunde is een nieuw cursusprogramma ontwikkeld voor communicatie en consultvoering. Ter voorbereiding op hun coschappen oefenen studenten al langer gesprekken met simulatiepatiënten. Onlangs zijn hierbij, voorafgaand aan het coschap Kindergeneeskunde, voor het eerst echte pubers ingezet. Ook komen in de rollenspellen actuele thema’s aan bod zoals het bij een moeder aankaarten van overgewicht van haar dochter.
Gi j s Mu n n i c h s
Reanimeren in Tanzania De laatste maand van mijn stage in Sengerema heb ik gewerkt op Verloskunde. Aan het einde van een werkdag besloten ik en mijn collega, Irma, te kijken of we nog konden assisteren bij een bevalling op de verloskamer. Daar aangekomen zagen wij dat er een kindje werd gereanimeerd door twee studentes verpleegkunde. Het jongetje was slap en blauw en de reanimatie deed eerder kwaad dan goed. Ondanks dat wij tot nu toe alleen pop ‘Annie’ hadden gereanimeerd, besloten Irma en ik om het over nemen. We waren echter niet bij de bevalling geweest, wisten niet hoeveel minuten het kindje al op de wereld was. Wij hadden geen geschiedenis, laat staan een diagnose, en de verpleegkundigen waren inmiddels weg. Het enige dat we wisten was dat het kindje niet ademde en geen hartslag had. Na een halve minuut, die langer dan een uur leek, kreeg het kindje toch een eigen hartslag, zij het onregelmatig. Langzaam ging hij zelf ademen. Wij besloten hem aan de enige zuurstofmachine van het ziekenhuis te leggen en hij knapte op, werd minder slap en zijn blauwe kleur trok weg. We hadden er vertrouwen in, tot de stroom uitviel: het kindje kreeg geen zuurstof meer en zijn conditie ging weer achteruit. Wij wisten niet goed wat wij moesten doen. Hoelang was het kindje al gereanimeerd voordat wij kwamen? Hoeveel schade zouden zijn hersenen al hebben opgelopen? Wat is zijn kans dat hij in een rolstoel terecht zou komen, als zijn familie daar überhaupt al geld voor zoud hebben? Tijdens onze stage in Tanzania zijn wij er vaak mee geconfronteerd dat het voor gehandicapten moeilijk is te overleven in deze harde samenleving met weinig sociale voorzieningen en maatschappelijke kansen. We dachten aan de verlamde jongen op de kinderafdeling, die werd verwaarloosd door zijn familie omdat er geen geld of eten voor hem was. Irma en ik zijn echter ook op bezoek geweest bij families die hun gehandicapte kinderen juist met veel liefde behandelen. We dachten ook aan andere moeders in het ziekenhuis die kinderen hadden verloren. Zij leken vaak minder gehecht aan pasgeborenen dan aan oudere kinderen. De verklaring die wij hiervoor hadden, was dat moeders zich onbewust beschermen tegen zo’n groot verdriet, aangezien 15 procent van de kinderen voor het vijfde levensjaar overlijdt. Wat was de kans van dit kind? We wilden met de moeder praten, maar zij lag in een andere kamer en we kenden haar niet. Al deze dingen overdenkend bleven wij het kindje reanimeren. Wie zijn wij immers om over dit leven te beslissen. Hij knapte weer op, inmiddels was de generator van het ziekenhuis aangezet en konden wij het kindje weer aan de zuurstof leggen. Helaas hebben wij de volgende ochtend moeten vernemen dat het kindje was overleden, nadat de stroom die nacht voor de tweede keer was uitgevallen.
Ter voorbereiding op het coschap Kindergeneeskunde oefenen studenten een consult met een puber en een moeder. De veertienjarige Rens heeft vaak hoofdpijn, wat zijn ‘moeder’ Colette veel zorgen baart. Gaandeweg het gesprek openbaart zich de strijd tussen moeder en zoon. Behalve de hoofdpijn spelen ook andere problemen. Puber Rens verzuimt veel van school. Zijn moeder kampt zelf met migraine en is bang dat haar zoon dit ook heeft. Het leidt tot veel gekibbel tussen de twee. De student oefent in het bewaken van de regie en het consult voeren. Het spel van moeder en zoon komt heel echt over. Een tekenend voorbeeld is het moment dat Rens niet naar de ‘dokter’ luistert, maar naar de grond kijkt, wat aan zijn vingers frummelt, waarop moeder Colette hem op de vingers tikt. ‘Dat was geen spel’, zegt Rens achteraf. ‘Ik zit vaker zo wat te frunniken.’ Door de situatie zo echt mogelijk te maken, kunnen studenten goed hun vaardigheden oefenen, aldus Evelyn van Weel-Baumgarten, universitair hoofddocent medische consultvaardigheden. ‘In het driegesprek met moeder en zoon moet de student het gesprek in goede banen leiden, maar tegelijk ook juist medisch handelen.’ Rens is een van de zes scholieren van de Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen die als simulatiepatiënt deelnemen aan het medisch onderwijs. Hij zit in een
Ook oefenen ze in het communiceren, terwijl ze tegelijk een medische handeling verrichten.’ Voor het coschap Kindergeneeskunde is ook geoefend met een actueel thema, namelijk het bespreekbaar maken van overgewicht. De student voert een consult, waarbij hij of zij een moeder moet confronteren met het overgewicht van haar dochter. Een probleem dat vooral voorkomt in de lagere sociale klassen en bij allochtonen. Een van de simulatiemoeders is daadwerkelijk allochtoon. ‘Het gesprek komt erg echt over’, zegt een studente achteraf. ‘Het is heel leerzaam om zo je vaardigheden te oefenen. Je doet er alles aan om de moeder te overtuigen dat haar dochter te zwaar is, zonder te veel met het vingertje te wijzen. De moeder moet zelf het belang in gaan zien om iets aan het overgewicht te doen.’
Belang van communicatie De communicatiecursus is ontwikkeld door de afdeling Huisartsgeneeskunde en de afdeling Medische Psychologie, in samenwerking met diverse clinici uit het Radboud. Van elk specialisme waar studenten coschappen lopen, zijn er specialisten die de communicatiecursus mede vormgeven. Behalve de psycholoog geeft ook de kinderarts, internist of chirurg feedback aan de student. ‘De specialisten letten er specifieker op of bijvoorbeeld naar de juiste medische informatie gevraagd wordt’, aldus Van
Een student oefent het voeren van een consult bij puber Rens en simulatiemoeder Colette. dramaklas; de uren die hij in het Radboud maakt, vallen onder deze lesuren. ‘Je krijgt een papiertje waarop staat welk ziektebeeld je hebt’, vertelt hij. ‘Ook hebben we in een paar bijeenkomsten de rollenspellen geoefend. Het leuke is dat je veel kunt improviseren. Omdat ik zelf ook veertien jaar ben, kom ik eigenlijk vanzelf in mijn rol.’
Overgewicht De studenten krijgen voor ieder coschappenblok enkele voorbereidende lesweken. In de bachelor-masterstructuur is het programma voor communicatie en consultvoering vernieuwd. ‘Studenten oefenen communicatieve vaardigheden op een manier die aansluit op een bepaald coschap. Zo kunnen ze er in de praktijk meteen gebruik van maken’, zegt Van Weel-Baumgarten. ‘Als alle coschappen afgerond zijn, zijn alle vaardigheden aan bod gekomen waar een basisarts over moet beschikken. De studenten leren bijvoorbeeld een slechtnieuwsgesprek te voeren, patiënten te motiveren tot therapietrouw en communiceren met patiënten van een andere cultuur.
13
Foto: Jan van Teeffelen
Weel-Baumgarten. ‘Daarnaast zijn zij een rolmodel. Studenten zullen eerder het belang van communicatie inzien als een arts dit aangeeft. Nieuw is dat een student zelf kan aangeven waar hij of zij feedback over wil hebben. Zo kunnen studenten voor zichzelf leerdoelen stellen en aan die punten werken waar ze verbetering in behoeven.’ Van Weel-Baumgarten, naast haar UMC-taken ook werkzaam als huisarts, vindt de aandacht voor communicatie in de medische opleiding essentieel. Ze is blij met het brede draagvlak in het Radboud voor de communicatiecursus. ‘Communicatie is niet iets softs waar alleen psychologen op hameren. Uit veel wetenschappelijke studies blijkt dat het goed communiceren door een arts allerlei gunstige effecten heeft. Het leidt bijvoorbeeld tot meer therapietrouw, betere resultaten van een behandeling en gezondere patiënten, maar ook tot minder klachtenprocedures. Genoeg redenen dus voor studenten om ervoor te zorgen dat ze communicatief goede dokters worden.’ n
radb o d e 4 - 2 0 0 8
mensen Jetty van Cronenberg Jetty van Cronenberg kwam ruim 5,5 jaar geleden ons team versterken als staffunctionaris Logistiek. Gedurende deze tijd heeft zij zich vooral beziggehouden met textiel. Mede onder haar hoede is het UMC St Radboud overgestapt naar een nieuwe wasserij en zijn er op het gebied van representatieve kleding keuzes gemaakt. Dankzij Jetty’s kundige begeleiding is de nieuwe witte dienstkleding aangeschaft. Haar stokpaardje om de verstrekking van witte dienstkleding via kledingautomaten te laten verlopen is eind vorig jaar omgezet in de praktijk. Wij bedanken Jetty voor haar essentiële inbreng! Naast dit alles was Jetty ook een zeer prettige collega en wij vinden het dan ook erg jammer dat zij ons gaat verlaten. Jeanette Rutten-v.d. Snoek, Hoofd Logistiek
Marinka Bakker-van Bebber Marinka Bakker-van Bebber is 25 jaar in dienst als researchanalist op het laboratorium nierziekten. Aanvankelijk op een gezamenlijk promotieonderzoek van Kindergeneeskunde en Antropogenetica en vervolgens een jaar bij de afdeling Hematologie. Eind 1987 startte zij met haar werkzaamheden op het onderzoekslaboratorium van Nierziekten. In deze periode ontwikkelde ze zich tot een expert op het gebied van de immunohistologie, immunohistochemie en confocale lasermicroscopie. De talloze illustraties die zij maakte voor het wetenschappelijk nieronderzoek werden zeer vaak bij de beoordeling van artikelen geroemd om hun hoogstaande kwaliteit. Ze heeft bijgedragen aan de totstandkoming van een groot aantal proefschriften. Ze is een plezierige collega, gezegend met een goed humeur, die met toewijding haar werk verricht. Prof.dr. Jo H.M. Berden Hoofd afdeling nierziekten
Ben Heisen Na bijna 19 jaar verlaat Ben Heisen, logistiek medewerker POM binnen het Facilitair bedrijf, met ingang van 1 mei het UMC St Radboud. Hij maakt gebruik van de FPU-regeling. Graag nodigen wij u uit afscheid van hem te nemen op vrijdag 28 maart tussen 16.00 en 18.00 uur in de kantine van het Studiecentrum (voorheen Prekliniek), Geert Grooteplein Noord 21. Jeanette Rutten v.d. Snoek, Hoofd Logistiek
Kelly Sessink Onlangs hebben we als verpleegafdelingen Heelkunde stilgestaan bij het 12,5 jarig jubileum van seniorverpleegkundige Kelly Sessink. Na haar diplomering is zij als verpleegkundige binnen verpleegafdelingen Heelkunde komen werken en heeft ze zich ontwikkeld tot teamleider en vervolgens seniorverpleegkundige. Kelly werkt al jaren vanuit enthousiasme en gedrevenheid aan deskundigheidsbevordering en verbetering van de kwaliteit van zorg binnen onze afdeling, met name binnen de chirurgische oncologie. Met haar patiëntgerichte benadering en haar expertise levert ze een aanzienlijke bijdrage aan het verbeteren van zorg. Namens collega’s verpleegafdelingen Heelkunde Lex Smetsers, Hoofdverpleegkundige
Per 1 mei unieke cadeaulijn jubilarissen Weg met de pennen en horloges. Wie jubileert in het Radboud krijgt vanaf 1 mei een uniek jubileumgeschenk. De Raad van Bestuur heeft deze cadeaus speciaal laten ontwerpen voor medewerkers van het UMC St Radboud. De geschenken zijn bedrukt met tekstfragmenten uit ‘De genezing van de krekel’, een boek van arts en schrijver Toon Tellegen. Het is een parabel over het genezingsproces, beter worden dus. De geschenken voor 25- en 40-jarige jubilarissen zijn ontworpen door Corry Ammerlaan-van Niekerk. Zij geniet als kunstenares een internationale reputatie. Ze brengt de contacten van ‘mens tot mens’ in beeld. Deze symboliek past bij de sfeer van het UMC St Radboud, want ook hier draait alles om de mens.
Hans Jacobs Per 1 februari is Hans Jacobs 25 jaar in dienst van het UMC St Radboud. Het grootste deel van zijn carrière heeft hij gewerkt op de afdeling KNO/MKA, respectievelijk als verpleegkundige en hoofdverpleegkundige. Momenteel werkt Hans als hoofdverpleegkundige op de afdeling Neurochirurgie-Plastische chirurgie. Hans is klantgericht, een people manager en door passie gedreven. Wij hopen dat hij zich nog lang aan deze afdeling wil binden. In besloten kring heeft Hans zijn jubileum op 14 februari gevierd. Mede namen prof. dr. André Grotenhuis, Paul Bours MBA, Manager Zorg Neurosensorisch cluster
D r. J a c o P a s m a n Op 1 februari 2008 was Dr. Jaco Pasman 25 jaar in dienst. Hij begon in 1983 zijn opleiding als artsassistent neuroloog . Na zijn opleiding is hij aangesteld als staflid op de afdeling Klinische Neurofysiologie. Voor deze afdeling heeft hij veel betekend. Mede door hem is de Interoperatieve Neuro Monitoring gestart in het ziekenhuis. Tijdens specifieke operaties worden nu EEG’s, EP’s en TCD’s geregistreerd. Als coördinator van de Kinder KNF zorgt hij voor een goede samenwerking met de Kinderneurologie en Neonatologie. Daarnaast heeft hij zich de afgelopen jaren sterk ingezet voor een digitale afdeling. Als voorzitter van de digitale werkgroep heeft hij ervoor gezorgd dat de hele afdeling ‘digitaal’ is. Onderzoeken online meekijken is mogelijk en alle verslagen zijn te raadplegen in het EPD systeem! Donderdag 20 maart wordt hem een receptie aangeboden op de afdeling Klinische Neurofysiologie van 16.30 uur tot 18.00 uur Prof. Dr. Machiel Zwarts Hoofd afdeling Klinische Neurofysiologie
Foto: Frank Muller
Wie 12,5 jaar in dienst is kan kiezen uit een schaal, vaas, of schaal met deksel van keramiek. 25- jarige jubilarissen hebben de keuze uit een fotolijst, schaal of karaf van glas en zilver. Voor medewerkers met een dienstverband van 40 jaar is een sculptuur gemaakt, die symbool staat voor inzet en betrokkenheid. Bij het Personeelsinformatiepunt (PIP, route 536), staan de geschenken opgesteld in een vitrinekast. P-adviseurs krijgen via de postronde een brief met de keuze van jubileumgeschenken. De medewerker kan aangeven wat hij/zij wil hebben, dat wordt vervolgens via de postronde bezorgd. Het is niet meer mogelijk om de geschenken via intranet te bestellen.JM
Colofon Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen (eindredactie), Gijs Munnichs, Walter Verhoeven. Aan dit nummer werkten mee: Marten Dooper, Joke Groeneveld, Paul van Laere, Pieter Lomans, Daan Van Speybroeck, Rietje van Vliet. E-mail:
[email protected], telefoon: 024-3613538 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, Henk Gerrits, mr. æmiel Kerckhoffs. prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat en Patrick Voskuilen.Vormgeving en lay-out: Puntkomma Creatieve Communicatie Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023-5714745, e-mail: zandvoort@bureauvanvliet. com Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442 Verschijningsdata zie intranet, button Radbode
Speciale behandeling
kleine boodschap Gratis, niet commerciële, advertenties van medewerkers, vrijwilligers en studenten. Opgave bij het Voorlichtingscentrum in de hal van het ziekenhuis. Postadres: 528 Staf Concerncommunicatie, voorlichtingscentrum. E-mail:
[email protected]. Hieronder een klein gedeelte, op intranet (www. umcn.nl) vindt u alle advertenties. Opgave van (UMC)werkadres of (RU) student nummer is vereist. Maximale lengte 20 woorden, goederen mogen niet duurder zijn dan g 700, -.
Zeer aantrekkelijke courtagekortingen voor alle leden van de Personeelsvereniging
Gevraagd: Oranje Unox handschoenen, T (024) 344 95 09. Huishoudelijke hulp gevraagd voor 1x per 14 dagen in Molenhoek (huis met 2 katten). T 06-13 25 49 59 of (024) 361 34 70.
Aangeboden: Oranjesingel 21 • 6511 NM Nijmegen T (024) 360 69 00 E
[email protected] I www.beaufortmakelaars.nl
Ùw huis onze Hoofdzaak 14
Personal Computer P3, Scherm 17 Inch, toetsenbord, muis. e 45,-. T (024) 361 78 51/
[email protected]. Apple G3 PC, inclusief externe LaCie CD brander, Wacom Intuos tablet (A5). Vraagprijs: e 125,-. T 06-12 64 84 16. Thinsulate verwarmde handschoenen, maat medium (valt iets groot uit), nieuw, e 30,-. Ideaal om te skiën. T (024) 355 71 03,
[email protected]. Te huur benedenwoning aan de Groenestraat, Nijmegen, 5 minuten van het UMC St. Radboud, per 1 april 2008. T 06-30 11 30 04.
o pi n i e radb ode 4 - 2008
PIPnieuws PersoneelsInformatiePunt ma t/m do 11.30-14.00 en 15.00-17.00 uur vrij 11.30-14.00 uur. T (024) 361 91 66, route en interne post 536.
[email protected] : medewerker ➔ pip on line
Actueel UMC Leenfiets: Zie rubriek “In bedrijf ”.
PIP tip Korting Openbaar Vervoer Fiscale reiskostenregeling woon-werkverkeer. Inleveren vervoersbewijzen kan tot 1 mei.
Vacatures Elke donderdag staan de nieuwe vacatures op internet.
Vacaturetip Voor analist MLO, 08498 Kernanalist : werken bij het UMC ➔ vacatures
FLEX Op zoek naar een afwisselende functie met inzet op diverse afdelingen? De allroundfunctie via FLEX, het intern uitzendbureau, biedt mogelijkheden. Inzet op oproepbasis onder andere in de spoelkeuken, catering en centrale patiëntenkeuken. Meer informatie over FLEX vindt u op onze site. Meer uitleg over uw inzet als allroundmedewerker: bel of mail ons. : www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk T (024) 361 03 03, flexmail@ po.umcn.nl route 534, interne post 536 ma t/m vrij 09.00-16.30 uur
Belang van het kind staat voorop Vruchtbaarheidsproblemen komen veel voor. Eén op de zeven paren krijgt ermee te maken en inmiddels is 1 op de 40 kinderen het resultaat van een IVF behandeling. Ook in het UMC St Radboud begeleiden we jaarlijks vele paren in deze moeilijke fase van hun leven. Daarbij komt het af en toe voor dat we twijfelen of we er wel goed aan doen als we een paar een behandeling aanbieden. Het belang van het toekomstige kind kan in het geding zijn. Enkele keren per jaar zeggen we daadwerkelijk ‘nee' en weigeren we mee te werken aan een behandeling. Mogen we überhaupt aan deze noodrem trekken en hoe neem je dit soort besluiten? Een pleidooi voor een landelijk protocol.
het betoog In de colloquiumkamer van de afdeling Verloskunde en Gynaecologie bespreken een tiental artsen, verpleegkundigen en andere experts een aantal paren met onvervulde kinderwens. De artsen twijfelen of het wel verstandig is om mee te werken aan vruchtbaarheidsbehandelingen bij deze mensen. De eerste casus is een paar waarvan de man elke dag meer dan vijftien flesjes bier drinkt en dat zelf niet als probleem ervaart. Hij vraagt zich af waar we ons mee bemoeien. Hij kan toch zelf wel uitmaken of het verstandig is om een kind op de wereld te zetten. De tweede casus is een paar waarvan de vrouw een paar
Vrijwilligers Wilt u 1 dagdeel per week gastvrouw of gastheer zijn, eens per maand op zondag bij de kerkdienst actief zijn of iets anders doen? Wij zijn blij met uw aanmelding. Voor meer informatie: Coördinator vrijwilligerswerk, Joke Hoop. T (024) 361 53 28,
[email protected]. : werken bij het UMC ➔ vrijwilligerswerk
Cursussen en trainingen Het UMC St Radboud heeft een breed pakket aan cursussen en trainingen, gericht op ontwikkeling, professionalisering en deskundigheidsbevordering voor medewerkers. Dit pakket bevat onder andere leergangen op het gebied van management, trainingen over inzetbaarheid en loopbaan en algemene cursussen in office-programma’s. Een compleet overzicht vindt u op intranet. : medewerker ➔ leren bij het UMC ➔ opleidingsaanbod
RSI preventiewerkplek Na een dag stressen achter de PC last van nek, arm en schouders? Vage klachten die steeds langzamer verdwijnen? Dan is het tijd voor een bezoek aan de RSI-preventiewerkplek. Deze flexibele werkplek is ingericht om te laten zien hoe een goede beeldschermwerkplek eruit ziet. Deskundigen op het terrein van RSI-preventie geven tips en adviezen, bijvoorbeeld welke houding is het beste achter de computer. Inloopuur op 19 maart 2008 van 12.00 tot 13.00 uur. Locatie: IDEA, F.C. Donderslaan 2, route 235.Voor meer informatie: Pieternel van Heijst, T 361 06 45,
[email protected].
Pipnieuws valt onder verantwoordelijkheid van Staf P&O.
Prof.dr. Jan Kremer: ‘We moeten niet vastleggen wat we besluiten, maar hoe we besluiten.’ Foto: Frank Muller jaar geleden is opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Ze heeft nog steeds angst- en paniekaanvallen en gebruikt al jaren antidepressiva. De arts vraagt zich af of dit wel het goede moment is om aan kinderen te denken, en is bang dat de vrouw bij een mislukte IVF behandeling van de regen in de drup komt. De derde casus is een paar waarvan de man sperma heeft laten invriezen voor de chemotherapie vanwege kanker. Het gaat niet goed met hem en hij zal binnenkort overlijden. Zijn vrouw wil dolgraag kinderen van hem, desnoods na zijn dood. Nadat de drie casus uitgebreid zijn besproken, luidt het advies bij de eerste casus om te overleggen met de huisarts. Bij de tweede zal met toestemming van de patiënt informatie worden opgevraagd bij de behandelende psy-
15
chiater en de derde casus zal worden voorgelegd aan de jurist van het ziekenhuis met de vraag wat er nu precies in de embryowet staat over postuum ouderschap. Over een maand zullen ze opnieuw worden besproken. Gelukkig zijn dit soort gevallen uitzonderingen, maar ze komen in ieder ziekenhuis voor. Het gaat daarbij feitelijk over drie groepen: ernstige psychosociale problemen, kinderwens bij terminale patiënten (ook wel prepostuum ouderschap genoemd) en dragerschap van onbehandelbare genetische aandoeningen waarbij het kind grote kans heeft op jonge leeftijd de ziekte te krijgen. Vaak wordt gezegd dat er geen vragen gesteld zouden worden als er geen vruchtbaarheidsprobleem was geweest. Dat is op zich juist, maar bij vruchtbaarheids behandelingen zijn wel artsen en verpleegkundigen actief betrokken, die ook hun eigen morele afwegingen moeten kunnen maken voor hun handelen. Soms wordt dat betwijfeld en vinden mensen dat artsen zich niet moeten bemoeien met dit soort zaken. Paren zouden zelf moeten uitmaken of ze wel of niet een kind krijgen. Natuurlijk is dat in verreweg de meeste gevallen helemaal juist. De autonomie van het paar is een zeer belangrijk ethisch uitgangspunt waar we zuinig op moeten zijn. Toekomstige ouders zijn in principe zelf verantwoordelijk voor hun kind. Maar als het belang van het kind ernstig in het geding is, moet er een noodrem kunnen zijn. Kijk maar naar al die vreselijke gevallen van kindermishandeling in ons land. Soms zien wij dat al aankomen voor de bevruchting. In veel van de besproken gevallen wordt overigens geen ‘nee’ gezegd; Soms omdat het minder erg blijkt te zijn dan het aanvankelijk leek, soms omdat het paar zelf ziet dat het op dit moment niet verstandig is om aan kinderen te denken en soms omdat goede begeleiding van huisarts, psycholoog of maatschappelijk werkende de situatie heeft verbeterd. Op dit moment zijn er geen landelijke richtlijnen voor dit soort procedures. Dat kan eigenlijk ook niet, want het is erg moeilijk om algemeen geldende grenzen te stellen. Ieder geval is uniek. Maar wat wel nodig is, is een landelijk protocol over de procedure. We moeten aan de maatschappij laten zien hoe we dit soort keuzes maken. We moeten niet vastleggen wat we besluiten, maar hoe we besluiten. Zo zouden we bijvoorbeeld kunnen afspreken dat artsen in ieder ziekenhuis dit soort gevallen moeten kunnen bespreken in een multidisciplinaire groep met onder andere ethici en psychologen. Ook zouden we kunnen afspreken dat de huisarts altijd betrokken wordt, omdat hij of zij de patiënten vaak het beste kent. Juist omdat het gaat over zo’n moeilijke keuzes met grote gevolgen, is het nodig dat dit protocol er gaat komen. Dat is ook een maatschappelijk belang. Het zou dan ook goed zijn als de staatssecretaris geld ter beschikking stelt om ons dit protocol te laten maken. n Jan Kremer, hoogleraar Voortplantingsgeneeskunde
radb a ctueel ode 4 - 2008
Onbewuste ‘dode hoeken’ maken glaucoom gevaarlijk Gisteren was het voor de eerste keer Wereld Glaucoom Dag. Wereldwijd is er aandacht gevraagd voor deze sluipende oogziekte die zonder behandeling uitmondt in blindheid. Met name in het beginstadium kan de ziekte tot gevaarlijke toestanden leiden, stelt oogarts Thomas Theelen.
Mar t e n D o o p e r
Het klinkt misschien vreemd, maar het vervelende van glaucoom is dat je er lange tijd geen last van hebt. ‘Bij glaucoom sterven er langzaam zenuwvezels in het oog af’, legt Theelen uit. ‘Daardoor neemt het gezichtsvermogen af. “Zien” doen we echter niet alleen met onze ogen, maar vooral met onze hersenen. Als er ergens in het gezichtsveld stukjes wegvallen, bijvoorbeeld doordat de zenuwprikkels uit een stukje van het netvlies niet meer worden doorgegeven aan de hersenen, compenseren de hersenen automatisch die uitval. Ze bedenken op grond van het beeld van de omgeving van de zwarte vlek als het ware hoe het ontbrekende stukje er logischerwijze zou hebben uitgezien. De manier waarop de hersenen het ontbrekende stukje beeld invullen heeft echter als gevolg dat als er op het ontbrekende beeld nu juist iets heel afwijkends staat, dit niet gezien wordt. Zo kan het
‘Glaucoom is in ontwikkelde landen de twe ede oorzaak van blindheid, ondanks dat de ziekte te behandelen is’ gebeuren dat een glaucoompatiënt die auto rijdt zo maar een kind dat oversteekt over het hoofd ziet. Omdat het beeld van dit kind precies op dat deel van het netvlies terecht komt dat beschadigd is. Of, iets minder dramatisch, patiënten stoten in huis van alles om doordat de betreffende voorwerpen als het ware in hun ‘dode hoek’ staan. Ook valincidenten komen bij oudere mensen met glaucoom vaker voor, doordat zij allerlei voorwerpen over het hoofd zien.’ Die ‘dode hoeken’ of ‘zwarte vlekken’ ontstaan bij glaucoom als door een toegenomen druk in het oog
ethiek Buitenlandse studenten en Nederlandse euthanasie Een paar dagen geleden hield ik een verhaal over euthanasie in Nederland voor een groep buitenlandse studenten. Bij deze gelegenheid kon weer eens vastgesteld worden hoe groot de verbazing is over de Nederlandse manier van omgang met dit fenomeen. Bij buitenlanders roept het vaak een vreemde mix van afwijzing en bewondering op; overigens meer van het eerste dan van het laatste. Bij wijze van descriptieve ethiek is het aardig te schetsen wat er eigenlijk speciaal is aan de Nederlandse situatie is en hoe dit is te verklaren. Vergeleken met bijna alle andere landen in de wereld heeft de Nederlandse omgang met euthanasie vier unieke trekken. 1) Artsen begonnen in de 70er jaren over euthanasie te praten en er ontstond
Oogarts Thomas Theelen: ‘Die vroege opsporing is wenselijk omdat de aandoening vooral in een vroeg stadium met succes behandeld kan worden.’ Foto: Jan van Teeffelen de zenuwvezels van het netvlies op sommige plaatsen afsterven. ‘De toename van de druk in het oog is meestal het gevolg van een verstoring van de vochthuishouding in de voorste oogkamer, de ruimte tussen de ooglens en het hoornvlies’, legt Theelen uit. ‘Dit vocht wordt constant op de ene plaats vers aangemaakt en elders weer uit de oogkamer afgevoerd. Als de aanmaak te hoog is of de afvoer te gering, stijgt de druk in de oogkamer en daardoor ook de druk op de gezichtszenuw. Wat de precieze oorzaak is van de verstoring in aanmaak en afvoer, is bij de meeste patiënten niet bekend. Als oogarts spreek je dan over primair glaucoom. We weten wel dat er diverse risicofactoren bestaan. Leeftijd speelt een rol, glaucoom komt bij mensen jonger dan 40 jaar nauwelijks voor. Mensen die sterk bijziend zijn, dat wil zeggen een brilsterkte hebben van meer dan -6, lopen een verhoogd risico, evenals mensen bij wie glaucoom in de familie voorkomt en mensen van Aziatische of Afrikaanse afkomst.’
Laagdrempelige screening Juist deze risicofactoren bieden volgens Theelen een aanknopingspunt om glaucoom in een vroeg stadium op te sporen. ‘Die vroege opsporing is wenselijk omdat de aandoening vooral in een vroeg stadium met succes behandeld kan worden. Met oogdruppels, lasertechnieken of een operatie is de druk in de oogkamer te verminderen. Dat herstelt weliswaar niet de beschadigingen die er al aan het netvlies zijn aangebracht, maar het remt wel het voortschrijden van de ziekte. In veel gevallen kan de ziekte zelfs tot staan gebracht worden. Het spreekt vanzelf dat je daarmee het meeste succes boekt.’ Dat is
een praktijk van melding, overigens met een gestaag groeiend meldingspercentage. 2) Nederland heeft een voor buitenlandse begrippen schokkerend open en direct debat over euthanasie en aanverwante medische beslissingen rondom het levenseinde. 3) Nederland had een 30 jaar durende gedoogpolitiek. Ofschoon euthanasie officieel strafbaar was, werd het onder van te voren bekende omstandigheden getolereerd. Daarna, in 2002, werd Nederland het eerste land dat zowel euthanasie als ook hulp bij zelfdoding legaliseerde of
in ieder geval decriminaliseerde (hierover kun je discussiëren). 4) In geen enkel ander land ter wereld is zoveel bekend over de klinische praktijk met betrekking tot medische beslissingen rondom het levenseinde. In Nederland zijn dan ook vier grote empirische onderzoe-
16
de achterliggende gedachte van de Wereld Glaucoom Dag, die de World Glaucoma Association en de World Glaucoma Patiënt Association gisteren organiseerde. Theelen: ‘Wereldwijd is deze dag aandacht besteed aan de ziekte. Want glaucoom is in ontwikkelde landen na macula degeneratie de tweede oorzaak van blindheid, ondanks dat de ziekte te behandelen is. Omdat mensen zich niet bewust zijn van het feit dat ze glaucoom hebben, wordt de aandoening meestal pas in een laat, zeg maar te laat stadium ontdekt. Je kunt stellen dat naast iedere patiënt bij wie glaucoom is vastgesteld er een patiënt rondloopt die nog niet weet dat hij het heeft. De Nederlandse Glaucoom Werkgroep is daarom bezig na te gaan hoe er op een laagdrempelige methode een screening gedaan kan worden. Het verspreiden van een tabel waarmee mensen simpel kunnen nagaan of zij een verhoogd risico op glaucoom hebben, kan daarbij helpen; in combinatie met een snelle en patiëntvriendelijke oogmeting. Die meting zou later in gespecialiseerde opticiënwinkels kunnen worden uitgevoerd. Blijkt daaruit dat er mogelijk sprake is van glaucoom dan is een bezoek aan de oogarts gewenst. Die kan zekerheid geven en een behandeling starten.’ Ondanks het belang dat Theelen hecht aan meer bewustwording van glaucoom bij het grote publiek, is de Wereld Glaucoom Dag gisteren nagenoeg geruisloos voorbij gegaan aan de medewerkers, patiënten en bezoekers van het Radboudziekenhuis. ’De komende jaren zou naar landelijke acties rondom Wereld Glaucoom Dag gestreefd moeten worden’, stelt Theelen. ‘Dit jaar is pas het begin’. n
ken gehouden waardoor een grote hoeveelheid feitenmateriaal boven tafel is gekomen. Als verklaring worden in de literatuur verschillende factoren naar voren gebracht. De eerste het Calivinisme. Deze verklaring bouwt voort op een verschil tussen katholieke schaamtecultuur en de protestante schuldcultuur. Als een protestant iets gedaan heeft dat door anderen wellicht als moreel problematisch zou kunnen worden gezien heeft hij de neiging om in het openbaar uit te leggen waarom het toch door de beugel kan. Dan is er de sterke handelscultuur waardoor in Nederland een accent op persoonlijke vrijheid en autonomie is komen te liggen. Een derde verklarende factor is de politieke cultuur van vergaderen en compromissen sluiten, een noodzakelijke voorwaarde voor het gedoogbeleid. Als vierde factor wordt vaak de zeer sterke secularisatie genoemd waardoor argumenten zoals de “heiligheid van het leven” en “voor God spelen” in het publieke debat nauwelijks nog slagkracht hebben. Tot slot is er de sterke patiëntenemancipatie waardoor de arts/patiëntverhouding krachtig genivelleerd is en patiënten hun arts mondig confronteren met hun wensen. Bert Gordijn