OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE Ondersteuningsmagazijn gevorderd 2
BEROEPSTAAK B en C Verpleeghuis-verzorgingshuis-thuiszorg
Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: BC BRANCHE VVT 1415 Fase: Gevorderd 2 Naam Student:………………….
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Overzicht activiteiten
Verpleeghuis-verzorgingshuis-thuiszorg
Ondersteuningsmagazijn School
Beroepstaak B en C VVT
Gevorderd 2
BBL Uren 1. De psychogeriatrische zorgvrager en ouderen met een psychiatrische stoornis Activiteiten B 1.1 Verplegen van zorgvragers met dementie 2 B 1.2 Verschijnselen dementie B 1.3 Verplegen van zorgvragers met een depressie B 1.4 Verpleegplan van zorgvragers met een depressie B 1.5 Kennistaak depressie B 1.6 Monitoren van een depressie B 1.7 Verplegen van zorgvragers met acute verwardheid/delier PsP
1.8 Psychopathologie psychische functies
B B
1.9 Chronische psychiatrische en/of geriatrische zorgvragers met probleemgedrag 1.10 DSM-IV-TR
B
1.11 Ouderenpsychiatrie
B
1.12 Omgaan met zorgvragers met stemmingsstoornissen
B
1.13 Omgaan met angstige zorgvragers
B
1.14 Omgaan met zorgvragers met schizofrenie/psychose
B B B B B C1 C2 C2 PAAF PAAF PAAF
1.15 Omgaan met zorgvragers met het syndroom van Korsakov 1.16 Agressie in het verpleeghuis, verzorgingshuis of in de thuiszorg 1.17 Reflectie op agressie-intervisie 1.18 Protocol: opvang na een agressie-incident 1.19 CFB en dé- escalerend handelen 1.1 Ouderenmishandeling 1.2 Theorie soorten gesprekken 1.3 Een gesprek met de zorgvrager (keuze uit 3 ) 1.1 Dementie 1.2 Depressie op oudere leeftijd 1.3 Opdracht delier
Albeda College Branche Gezondheidszorg 2
4
1 1 2 4 3
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Overzicht activiteiten Ondersteuningsmagazijn School
Verpleeghuis-verzorgingshuis-thuiszorg Beroepstaak B en C VVT
Gevorderd 2
BBL Uren 2. De geriatrische zorgvrager na een chirurgische ingreep Activiteiten B 2.1 Zorgvrager met orthopedische aandoeningen B 2.2 Opname orthopedische zorgvrager B 2.3 Pre operatieve zorg bij een prostatectomie B 2.4 Postoperatieve zorg na een prostatectomie C1 2.5 Patientenvoorlichting, educatie en/of instructie geven (simulatie) PAAF 2.1 PAAF Collumfractuur en Total hip (herhaling)
5
2
1
PAAF 2.2 PAAF urologie
2
VDL
2.1 Voeding voor ouderen
2
VDL
2.2 ondervoeding en overvoeding praktijkopdracht
1
3. De geriatrische zorgvrager met een chronisch somatische aandoening B 3.1 Verplegen van zorgvragers met een reumatische aandoening B 3.2 Verpleegplan van de zorgvrager met een reumatische aandoening B 3.3 Reuma en behandeling B 3.4 Verplegen van zorgvragers met pijn PAAF 3.1 Reumatische aandoeningen B 3.5 Kennisopdracht Zorgvrager met Maag-darm-leveraandoeningen B 3.6 Kijkopdracht maag-darm-leveraandoeningen B 3.7 Verpleegplan voor een zorgvrager met een ileostoma B 3.8 Verpleegkundige zorg bij chronische darmaandoeningen B 3.9 Verpleegplan voor zorgvragers met levercirrose PAAF 3.2 Chronische darmaandoeningen PAAF 3.3 Ziekten van het spijsverteringsstelsel B 3.10 Verplegen van een zorgvrager met een schildklieraandoening B 3.11 Ziekten aan de bijnieren B 3.12 Verplegen van zorgvragers met diabetes mellitus B 3.13 Medicijnen bij hormonale aandoeningen PAAF 3.4 Het hormoonstelsel PAAF 3.5 Diabetes Mellitus B 3.14 Verpleegkundige zorg bij infectieziekten PAAF 3.6 PAAF Infectieziekten B 3.15 Verplegen van een zorgvrager met huidaandoeningen PAAF 3.7 Chronische huidaandoeningen B 3.16 Wondverzorging C1 3.1 Patientenvoorlichting en/of instructie geven (simulatie) C2 3.2 Gesprek met een zorgvrager (simulatie)
Albeda College Branche Gezondheidszorg 3
2
2 3
2 2 3
3 1 2 1 1 ZWLP 2 2
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Overzicht activiteiten
Verpleeghuis-verzorgingshuis-thuiszorg
Ondersteuningsmagazijn School
Beroepstaak B en C VVT
Gevorderd 2
BBL 4 De zorgvrager met hart- en/of longaandoeningen Activiteiten B 4.1 Verplegen van zorgvragers met chronisch hartfalen B 4.2 Basiskennis hart en bloedvaten- filmpjes B 4.3 Onderzoek en behandeling cardiologie B 4.4 Repertorium medicatie hartfalen PAAF 4.1 ACS, hartritmestoornissen en hartfalen PAAF 4.2 Medicatie bij cardiologische aandoeningen PAAF 4.3 Hypertensie PAAF 4.4 Stolling B 4.5 Verplegen van zorgvrager met COPD en astma B 4.6 Medicatie bij COPD en astma PAAF 4.5 COPD en astma PAAF 4.6 Longaandoeningen B 4.7 Teamrollen B 4.8 Vergadering C1 4.1 Patientenvoorlichting,educatie en/of instructie geven C1 4.2 Motiverende gesprekstechnieken C2 4.3 Een gesprek met de zorgvrager 5 De oncologische zorgvrager Activiteiten B 5.1 Kijkopdracht oncologische zorgvrager B 5.2 Verplegen van zorgvragers met een oncologische aandoening B 5.3 Presentatieopdracht psychosociale klachten, pijn en vermoeidheid B 5.4 Zelftest cytostatica B 5.5 Presentatieopdracht oncologie VDL 5.1 Voeding en oncologie PAAF 5.1 Oncologie basis PAAF 5.2 Carcinomen PAAF 5.3 Hematologie PAAF 5.4 Zelftest oncologie B 5.6 Aanbevelingen voor overleg C2 5.1 Omgaan met kritiek van familie C2 5.2 Alternatieve geneeswijzen 6 De neurologische zorgvrager Activiteiten B 6.1 Orientatieopdracht B 6.2 Presentatieopdracht onderzoeken neurologie B 6.3 Verplegen van zorgvragers met niet-aangeboren hersenletsel B 6.4 Verplegen van zorgvragers met een dwarslaesie B 6.5 Verplegen van zorgvragers met een CVA B 6.6 Verpleegplan van een zorgvrager met MS B 6.7 Zorgvrager met epilepsie PAAF 6.1 PAAF CVA en Parkinson (herhaling) PAAF 6.2 PAAF MS Albeda College Branche Gezondheidszorg 4
4
4
2 2 2 6
4
2 1
4
2 2 ZWLP 7
4
BC BRANCHE VVT 1415
Overzicht activiteiten Ondersteuningsmagazijn School
MBO-verpleegkundige
Verpleeghuis-verzorgingshuis-thuiszorg Beroepstaak B en C VVT
Gevorderd 2
BBL Uren PAAF 6.3 PAAF overige neurologische aandoeningen B 6.8 Ketenzorg C2 6.9 Omgaan met gedragsproblemen 7. Palliatieve zorg Activiteiten B 7.1 Verpleegkunde Palliatieve zorg 1 B 7.2 Verpleegkunde Palliatieve zorg 2 B 7.3 Palliatieve sedatie B 7.4 Film “Hospice en Palliatieve zorg” B 7.5 Zorgpad Stervensfase B 7.6 Richtlijnen Palliatieve zorg en COPD B 7.7 Multidisciplinair overleg B 7.8 Simulatie MDO PAAF 7.1 Chronische pijn C2 7.1 Begeleiden van zorgvragers in de palliatieve fase C2 7.2 Omgaan met verlieservaringen
Albeda College Branche Gezondheidszorg 5
1
2
4 ZWLP 3
2 2 1
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.1 B Verplegen van zorgvragers met dementie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft zijn/haar kennis over de verpleegkundige zorg bij de verschillende fasen van dementie opgefrist. Neem je boek mee, zorg dat je een computer hebt. Boek: de Geriatrische zorgvrager; hoofdstuk verplegen van zorgvragers met dementie. Theorielokaal/studieruimte Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Herhaal je kennis over verplegen van zorgvragers met dementie door de activiteiten verplegen van een zorgvrager met dementie te maken uit beginnersfase bij de geriatrische zorgvrager. Activiteit 2 Onderzoek wat de specifieke aandachtspunten zijn van een dementerende zorgvrager in de thuissituatie en van de dementerende zorgvrager op een verpleegafdeling in het ziekenhuis of verpleeghuis. Maak een verdeling van interventies voor het bevorderen van het lichamelijk functioneren en interventies voor het veilig maken van de omgeving.
Dementerende oudere in thuissituatie
Dementerende oudere op een verpleegafdeling in het ziekenhuis of verpleeghuis
Verpleegkundige interventies voor het bevorderen van het lichamelijke functioneren Verpleegkundige interventies voor het veilig maken van de omgeving
Albeda College Branche Gezondheidszorg 6
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.2 B Verschijnselen dementie Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft de verschijnselen van dementie uitgelegd en hierbij voorbeelden gegeven uit het dagelijkse leven van de zorgvrager. Zorg dat je beschikking hebt over theorieboek verplegen van geriatrische zorgvragers 2.verplegen van zorgvragers met dementie OLC, thuis, leslokaal Evaluatie met behulp van antwoordmodel. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 De ziekte van Alzheimer is een ongeneeslijke aandoening van de hersenen die uiteindelijk tot dementie leidt. Wat is de betekenis van de volgende verschijnselen van dementie: 1. Apraxie 2. Afasie 3. Agnosie 4. Persevereren 5. Decorumverlies 6. Desoriëntatie in tijd 7. Desoriëntatie in plaats 8. Oordeels- en kritiekstoornissen 9. Stoornissen van de cognitieve functies 10. Confabuleren Activiteit 2 Bedenk bij alle bovenstaande verschijnselen van dementie een voorbeeld uit het dagelijks leven van de zorgvrager, wanneer de zorgvrager hier veel hinder van ondervindt. Voorbeeld: Afasie: De zorgvrager begrijpt de taal wel goed, maar heeft moeite met het vinden van de juiste woorden of zinsopbouw. Apraxie: De zorgvrager weet voorwerpen (zoals een koffiezetapparaat) niet meer op juiste manier te gebruiken Activiteit 3 Maak praktijksituatie 1 uit het hoofdstuk verplegen van een zorgvrager met dementie.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 7
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.3 B Verplegen van zorgvragers met een depressie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft kennis over de verpleegkundige zorg bij zorgvragers met een depressie. Neem je boek mee, zorg dat je een computer hebt. Boeken: de verzorgen van de Geriatrische zorgvrager, verplegen van de psychiatrische zorgvrager; hoofdstuk verplegen van zorgvragers met een depressie. Plezierige activiteitenlijst voor ouderen op (www.ouderenpsychiatrie.nl). Theorielokaal/studieruimte/ thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Maak de vragen die bij praktijksituatie 1,2 en 3 staan in de geriatrische zorgvrager met een depressie. Maak de vragen die bij de praktijksituaties staan in de psychiatrische zorgvrager met een depressie. Kijk de vragen na met behulp van de antwoordmodellen van de boeken. Activiteit 2 Maak een dagindeling voor een oudere depressieve zorgvrager en motiveer deze. Hou hierbij rekening met : gezondheidsbedreigende factoren, bejegening, structuur stimuleren van zelfwerkzaamheid.
Activiteit 3 Heb je in de praktijk al kennis gemaakt met een depressieve zorgvrager? Zo ja, welke symptomen heb je herkend? Ga na welke verpleegkundige interventies werden getroffen. Komen deze overeen met de theorie? Leg uit waarom wel/niet.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 8
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.4 B Verpleegplan van zorgvragers met een depressie Resultaat
De student heeft een verpleegplan gemaakt m.b.v. een casus over een zorgvrager met depressie. Neem je boek mee en zorg voor een computer. Zorg dat je beschikt over de gezondheidspatronen van GORDON en het zakboek verpleegkundige diagnosen. ( mapje ondersteunend materiaal) Boek: verzorgen van geriatrische zorgvragers; hoofdstuk verplegen van zorgvragers met een depressie. Theorielokaal, studieruimte , thuis. Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. Maak gebruik van het antwoordmodel van het boek. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op (A,D,H,J,K,M)
Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces Competentie
Activiteit: Maak de competentieopdracht ‘een verpleegplan maken’ bij het hoofdstuk verplegen van zorgvragers met een depressie. Maak hiervoor gebruik van het onderstaande model. 1. Analyseer de gegevens uit de casus en vul onderstaand schema in:
In de casus staat een ziekte/ stoornis genoemd
wat voor soort ziekte ( soms meerdere mogelijkheden)
wat zijn de symptomen
wat zegt de casus erover
wat weet ik er van?
wat zijn de complicaties/ wat zijn de aandachtspunten
2. Orden de gegevens en stel de verpleegkundige diagnoses. Maak hiervoor gebruik van de patronen van Gordon. 3. Werk 3 specifieke verpleegproblemen uit volgens de PES 4. Formuleer aansluitend verpleegdoelen volgens de RUMBA 5. Formuleer minimaal 4 verpleegkundige interventies per doel. 6. Maak een product en proces evaluatie per doel.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 9
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.5 B Kennistaak depressie Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft beschreven wat een depressie is, wat de oorzaken en symptomen zijn. Hij heeft de behandelmogelijkheden benoemt voor jongere en oudere chronische zieke zorgvragers met een depressie. Neem je boeken mee en zorg voor een computer. Zorg dat je informatie hebt gelezen over zorgvragers met een depressie. Boeken: de verzorgen van de Geriatrische zorgvrager, verplegen van de psychiatrische zorgvrager; hoofdstuk verplegen van zorgvragers met een depressie. Theorielokaal/studieruimte/ thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Beschrijf de verschillen tussen een depressie op jongere leeftijd en op oudere leeftijd m.b.v. onderstaande tabel. Symptomen Openbaring van depressie
Jongere leeftijd
Oudere leeftijd
Sombere depressieve stemming Verlies van interesse en plezier Gevoelens van waardeloosheid of schuldgevoelens Insomnia of hypersomnia
Vermindering of toename van gewicht of eetlust Moeheid of verlies van energie
Verminderd vermogen tot concentratie en besluiteloosheid Gedachten aan de dood
Albeda College Branche Gezondheidszorg 10
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Activiteit 2 Maak de onderstaande vragen. Vragen: 1. Wat zijn de oorzaken van een depressie zowel bij jongere als oudere zorgvragers? 2. Wat zijn de verschillen tussen dementie en depressie? 3. Waaruit bestaat de behandeling van depressie zowel voor jongere als oudere zorgvragers?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 11
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.6 B Monitoren van een depressie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft m.b.v. een casus een zorgvrager gemonitord en hiervoor gebruik gemaakt van de MADRS-schaal. Neem je boek mee, zorg voor een computer. Boek: verzorgen van de Geriatrische zorgvrager; hoofdstuk verplegen van zorgvrager met een depressie, de MDARS-schaal Op internet: http://www.ouderenpsychiatrie.nl: Klik op praktijk; meetinstrumenten Theorielokaal/studieruimte/ thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 De Montgomery Asberg Depression Rating Scale (MADRS) is de meest gebruikte schaal in de ouderenpsychiatrie om de ernst en het beloop van een depressie bij iemand die nietdementeert vast te leggen. Een score hoger dan 20 duidt op lichte depressiviteit en een score hoger dan 30 op ernstige depressiviteit.
Vul de MADRS-schaal (beschreven in het boek) in voor dhr. Hensen uit de casus aan het eind van het hoofdstuk verplegen van zorgvragers met een depressie. Wat is je conclusie?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 12
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.7 B Verplegen van zorgvragers met acute verwardheid/delier
Resultaat
Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student een analyse gemaakt van het ziektebeeld en een verpleegplan opgesteld voor een zorgvrager met acute verwardheid/ delier in het verpleeghuis, verzorgingshuis of thuiszorg. Zorg dat je beschikt over een computer, de gezondheidspatronen van Gordon, sjabloon verpleegplan opstellen en het zakboek verpleegkundige diagnosen. Informeer bij je BPV instelling naar richtlijnen ten aanzien van acute verwardheid/delier Theorieboek: verplegen van geriatrische zorgvragers. Het hoofdstuk over het verplegen van patiënten met een delier (mediatheek) Theorie op internet: - http://geriatrie.venvn.nl/LinkClick.aspx?fileticket=zcdu3J22jbI% 3D&tabid=3923 - http://www.delirant.info/DreamHC/Pagina11.html - http://www.umcutrecht.nl/subsite/valpreventie/Richtlijnen/Richtli jn-acute-verwardheiddelier/ - http://www.mcl.nl/Ik-ben-pati-nt/De-specialismen/Klinischegeriatrie/Ziektebeelden-geriatrie/Delier-acute-verwardheid-/ OLC, thuis, leslokaal Samen met medestudent; bespreken met inhoudsdeskundige en lever de activiteit in. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op (A,D,H,J,K,M)
Ria vertelt: ‘Eergisteren heb ik een oude mevrouw opgenomen met een ontregelde diabetes en een open been. Bij het opnamegesprek konden we gewoon met elkaar praten en vertelde ze wat er gebeurd was. En nu, twee dagen later, herkent ze me niet meer. Ze zit maar voor zich uit te staren en suft weg. Ik snap er niets van, ze kwam zo vitaal over’.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 13
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Activiteit 1 Analyseer het ziektebeeld: acute verwardheid/delier na opname en vul onderstaand schema in
Delier na opname in het ziekenhuis
Om wat voor soort ziekte gaat het? wat weet ik er al vanaf?
Wat zijn de symptomen van een delier?
Wat zijn de oorzaken en gevolgen?
Risicogroepen delier ? Hulpmiddelen vroegtijdige signalering?
Waaruit bestaat de behandeling?
Wat zijn de verpleegkundige aandachtspunten?
*lees voor ziekenhuis, ook verpleeghuis, verzorgingshuis en thuiszorg Activiteit 2 Lees de casus en beantwoord de vraag Symptoomherkenning Terwijl Ina meneer Alberda aan het verzorgen is, probeert zij een gesprekje aan te knopen. Ina merkt dat zij niet echt contact met hem krijgt en dat ze zijn aandacht niet kan behouden. Hij kijkt glazig voor zich uit. Ina geeft hem een washandje dat hij aan zijn rechterhand doet. Hij raakt zijn gezicht ermee aan, maar doet vervolgens niets meer. Verder valt het Ina op dat hij tegen mensen praat die er niet zijn. Als ze aan hem vraagt hoeveel mensen er in de kamer zijn, zegt hij dat er zes mensen zijn. Als ze aan meneer Alberda vraagt waar hij is, zegt hij dat hij op de markt is. Verder weet hij niet welk deel van de dag het is, wat de juiste datum en het jaartal zijn. Zijn dochter herkent hij wel. ’s Nachts is meneer Alberda erg onrustig, terwijl hij overdag veel ligt te suffen. Hij kijkt angstig uit zijn ogen. Als Ina hem vraagt wat hem zo angstig maakt, vertelt hij dat er honden op zijn kamer zitten. Hij durft hierdoor niet naar zijn kamer terug. Eenmaal in bed is hij druk in de weer met zijn dekens en wil steeds opnieuw zijn bed uit. Daarnaast valt op dat hij incontinent is van urine terwijl hij dat normaal nooit is. 1. Welke symptomen van het delier herken je bij deze patiënt?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 14
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Activiteit 3 Maak een verpleegplan voor een zorgvrager met een delier. Inventariseer met behulp van de gezondheidspatronen van GORDON de standaardproblemen bij een delier.
1. Inventariseer met behulp van de gezondheidspatronen van CORDON de standaardproblemen bij een delier. 2. Werk de verpleegproblemen uit volgens PES 3. Formuleer aansluitend verpleegdoelen volgens de RUMBA 4. Formuleer minimaal 4 verpleegkundige interventies per doel. 5. Maak een product en proces evaluatie per doel.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 15
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.8 B Psychopathologie psychische functies Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
Verplicht/keuze
De student heeft met behulp van deze activiteit kennis en inzicht opgedaan over de psychische functies. Hij heeft deze a.d.h.v. casuïstiek benoemd en herkend Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over psychische functies Spreek af met welke studiegenoten jij deze activiteit gaat uitvoeren Traject 409 verplegen van zorgvrager met een psychiatrische ziekte 1: psychopathologie (mediatheek) DVD klinische psychologie(DSM IV) uit de mediatheek School of thuis, internetaansluiting Vergelijk en bespreek deze activiteit met je studiegenoten. Stel leervragen aan de docent 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V Verplicht
Activiteit 1 Onderzoek naar diverse stoornissen. Onderzoek en noteer wat de mogelijke stoornissen zijn bij de volgende psychische functies: Expressie en psychomotoriek Bewustzijn Zelfbeleving Waarneming Denken Gevoelsleven Willen en verlangen Activiteit 2 Lees de casus en beantwoord de vragen. Beoordeel aan de hand van het gedrag van de zorgvragers Ans en Aart uit de casus, welke stoornissen in de psychische functies je herkent. Beargumenteer met behulp van de theorie Casus Ans Ans (65 jaar) is poliklinische in behandeling is bij een GGZ instelling. Ze is getrouwd en moeder van twee dochters. Het gaat de laatste tijd steeds minder goed met haar. Dat wil zeggen: Ans voelt zich druk en opgejaagd van binnen, tegelijkertijd komt ze tot bijna niets meer en voelt ze zich somber. Ze voelt zich tot niets en niemand aangetrokken en is het liefst alleen. Warm eten doet ze nauwelijks meer. Ze is trouwens erg vermagerd. Ook aan zichzelf verzorgen, zoals douchen en haren wassen komt ze niet of nauwelijks toe. Ze voelt zich doodmoe en angstig.
Casus Aart Aart (74 jaar) is zeven weken geleden opgenomen in een GGZ instelling vanwege ernstige verwardheid, toenemende zwerfneigingen en ernstige verwaarlozing. Aart heeft veel last van Albeda College Branche Gezondheidszorg 16
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
stemmen in zijn hoofd. Als hij last van stemmen in zijn hoofd heeft, wil hij niet luisteren en niet mee eten aan tafel. Hij wil geen warme maaltijden eten, in de overtuiging dat hij door de verpleegkundigen op de afdeling wordt vergiftigd. Hij zegt dat hij dat niet zelf denkt, maar dat zijn stemmen hem dat vertellen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 17
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.9 B Chronische psychiatrische en/of geriatrische zorgvragers met probleemgedrag Resultaat
De student kan benoemen welke interventies hij toepast bij chronische psychiatrische en/of geriatrische zorgvragers met probleemgedrag. Praktische Zorg dat je de beschikking hebt over een computer en internet, voorbereiding Boeken en tijdschriften uit de mediatheek. Theorie Literatuur naar keuze In het ondersteund materiaal kun je literatuur vinden over probleemgedrag en claimend gedrag Locatie School /thuis Evaluatie Bespreek deze activiteit met een inhoudsdeskundige. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op Werkproces Competentie A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V Activiteit 1 Begripsbepaling probleemgedrag Vragen beantwoorden over probleemgedrag. Beantwoord de volgende vragen: - Probleemgedrag: Waar hebben we het dan eigenlijk over? - Geef een definitie van het begrip probleemgedrag - Hoe ontstaat probleemgedrag bij geriatrische zorgvragers? Activiteit 2
Aan de slag met…… eigen ervaringen
Beschrijf je eigen ervaringen met geriatrische zorgvragers en gedragsproblemen -
Welke gedragsproblemen kom je tegen bij geriatrische zorgvragers of bij jouw zorgvragers op de afdeling? Op welke manier kun je als verpleegkundige in je werkzaamheden gehinderd worden door een geriatrische zorgvrager met gedragsproblemen? Welke gevoelens en emoties kunnen gedragsproblemen bij verpleegkundigen oproepen?
-
Albeda College Branche Gezondheidszorg 18
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Activiteit 3 Omgaan met geriatrische zorgvragers met probleemgedrag Onderzoek en beschrijf hoe je moet omgaan met zorgvragers en gedragsproblemen met behulp van de vragen. Omgaan met ontremd gedrag van geriatrische zorgvragers Ontremd gedrag: waar hebben we het dan over Waar komt ontremdheid vandaan? Welke vormen van ontremdheid zijn er? Welke gevoelens en emoties kunnen ontremde ouderen oproepen bij verpleegkundigen Hoe kun je het ontremde gedrag zo beïnvloeden, dat het minder wordt? Omgaan met claimend en extreem aandachtvragend gedrag van geriatrische zorgvragers Claimend en extreem aandachtvragend gedrag : waar hebben we het dan over Waar komt claimend en extreem aandachtvragend gedrag vandaan? Welke vormen van claimend en extreem aandachtvragend gedrag zijn er? Welke gevoelens en emoties kunnen claimend en extreem aandachtvragend gedrag van geriatrische zorgvragers oproepen bij verpleegkundigen Hoe kun je het claimend en extreem aandachtvragend gedrag zo beïnvloeden, dat het minder wordt
C -
D. -
Omgaan met angstig en dwangmatig gedrag van geriatrische zorgvragers Omgaan met angstig en dwangmatig gedrag: waar hebben we het dan over? Waar komt angstig en dwangmatig gedrag van geriatrische zorgvragers vandaan? Welke vormen van angstig en dwangmatig gedrag zijn er? Welke gevoelens en emoties kunnen claimend en extreem aandachtvragend gedrag van geriatrische zorgvragers oproepen bij verpleegkundigen Hoe kun je angstig en dwangmatig gedrag van geriatrische zorgvragers zo beïnvloeden, dat het minder wordt? Omgaan met ……. Gedragsprobleem naar keuze….. omgaan met…………………………: waar hebben we het dan over? Waar komt…………………………………………………….vandaan? Welke vormen van………………………………………………zijn er? Welke gevoelens en emoties kunnen…………oproepen bij verpleegkundigen? Hoe kun je …………………gedrag van geriatrische zorgvragers zo beïnvloeden, dat het minder wordt?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 19
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.10 B DSM-IV-TR Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Tijd Locatie Evaluatie
Werkproces Competentie
De student heeft de inhoud en opbouw van de DSM-IV uitgelegd aan studiegenoten met behulp van een powerpoint. Zorg dat je beschikking hebt over het boek verplegen in de geestelijke gezondheidszorg en de DVD DSM-IV uit de mediatheek. Boek DSM-IV-TR (mediatheek) . Tip: Traject 409 verplegen van zorgvrager met een psychiatrische ziekte, deel 1: Classificatiesysteem DSM4 2 uur School of thuis, Evalueer de uitvoer, aantrekkelijkheid en inhoud van de powerpoint en uitleg met studiegenoten. Stel zo nodig leervragen aan de docent. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op (A,D,H,J,K,M)
Activiteit 1 Beantwoord de vragen over het nut en belang van een classificatiesysteem zoals DSM4. Waarom is diagnostiek belangrijk? Wat wordt bedoeld met een classificatiesysteem? Wat zijn de voor en nadelen van een classificatiesysteem zoals DSM4? In hoeverre is DSM4 belangrijk voor jou als verpleegkundige?
Activiteit 2 Bekijk de DVD "DSM 4" met een voorbeeld gesprek.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 20
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Activiteit 3 Leg met behulp van een powerpoint de inhoud en opbouw van de DSM4 uit aan studiegenoten Werkwijze Beantwoord de vragen over inhoud en opbouw van de DSM4
Wat is het doel van DSM4 Waar en door wie wordt er een diagnose gesteld? Welke mogelijkheden zijn er om gegevens te verzamelen? Welke rol speelt de verpleegkundige daarbij? Op welke manier worden de gegevens verwerkt m.b.v. DSM4? Welke stoornissen worden er beschreven in de DSM4?
Verwerk de gegevens tot een logisch opgebouwde powerpoint
Albeda College Branche Gezondheidszorg 21
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.11 B Ouderenpsychiatrie
Resultaat
De student heeft kennis van verschillende psychiatrische ziektebeelden/aandoeningen kennis opgedaan. De student heeft bij de uitwerking van activiteiten er rekening mee gehouden dat deze ziektebeelden/aandoeningen ook kunnen voorkomen bij chronisch psychiatrische en- geriatrische zorgvragers.
Praktische voorbereiding
Zorg dat je de beschikking hebt over een computer en internet, Boeken en tijdschriften uit de mediatheek + de gezondheidspatronen van Gordon. Boek verplegen in de geestelijke gezondheidszorg (mediatheek) Op internet: Schizofrenie en psychose www.pandora.nl www.ypsilon.nl www.anoiksis.nl Op internet: Stemmingsstoornissen www.platformggz.nl School/ thuis Bespreek deze activiteit met een inhoudsdeskundige 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
Activiteit 1 Onderzoek en beschrijf de volgende psychiatrische ziektebeelden/aandoeningen: - Angststoornissen - Stemmingstoornissen (manie, manisch-depressiviteit) - Schizofrenie en psychose - Korsakow In je uitwerking houd je er rekening mee dat deze ziektebeelden kunnen voorkomen bij chronisch psychiatrische en- geriatrische zorgvragers. Om ondersteuning en verpleegkundige basiszorg te bieden aan chronische psychiatrische zorgvragers en/of geriatrische zorgvragers, werk je de psychiatrische ziektebeelden/aandoeningen uit volgens onderstaande criteria: - Symptomen (in DSM IV-R) - Oorzaken - Behandeling - Complicaties van het ziektebeeld op langere termijn - Zelfzorgtekorten en verpleegproblemen - Basiszorg: verpleegdoelen/ verpleegkundige interventies/ evaluatie - Preventieve aandachtspunten - Medicijnen (werking en bijwerkingen) en belang van medicatietrouw - Leefregels
Albeda College Branche Gezondheidszorg 22
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.12 B Omgaan met stemmingsstoornissen Resultaat
De student heeft kennis van verschillende stemmingsstoornissen ziektebeelden/aandoeningen kennis opgedaan. De student heeft bij de uitwerking van activiteiten er rekening mee gehouden dat deze ziektebeelden/aandoeningen ook kunnen voorkomen bij chronisch psychiatrische en- geriatrische zorgvragers.
Praktische voorbereiding
Zorg dat je de beschikking hebt over een computer en internet, Boeken en tijdschriften uit de mediatheek + de gezondheidspatronen van Gordon. Boek verplegen in de geestelijke gezondheidszorg (mediatheek) Op internet: Stemmingsstoornissen www.platformggz.nl DVD: Je zal het maar hebben, depressie, en manisch depressief, 606.3 School/ thuis Bespreek deze activiteit met een inhoudsdeskundige 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
Stemmingswisselingen geven het leven van mensen kleur, je ervaart het leven intens, met verdriet of blijdschap. Als deze afwisselingen niet meer in balans zijn, of doorschieten naar uitersten, zonder dat daar een directe aanleiding toe is, kan er sprake zijn van een stemmingsstoornis. Activiteit 1 Bekijk voor je beeldvorming de DVD: Je zal het maar hebben, depressie, en manisch depressief, 606.3 Activiteit 2 Geef een overzicht van de mogelijke problemen die zich binnen de verschillende gezondheidspatronen van Gordon kunnen voordoen. Zet in dit zelfde overzicht ook de verpleegkundige interventies die van de verpleegkundige verwacht kunnen worden bij de verschillende stemmingsstoornissen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 23
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.13 B Omgaan met angstige zorgvragers Resultaat
De student heeft inzicht t.a.v. het omgaan met angstige zorgvragers en de verpleegproblemen De student heeft bij de uitwerking van activiteiten er rekening mee gehouden dat deze ziektebeelden/aandoeningen ook kunnen voorkomen bij chronisch psychiatrische en- geriatrische zorgvragers.
Praktische voorbereiding
Zorg dat je de beschikking hebt over een computer en internet, Boeken en tijdschriften uit de mediatheek + de gezondheidspatronen van Gordon. Theorie Boek verplegen in de geestelijke gezondheidszorg (mediatheek) DVD: Angststoornissen en dwanghandelingen 606.84 Gedragstherapie deel 4, fobisch gedrag, 410 Kijk mensen /fobieën, 606.3 Ziek van angst, 606.3 Locatie School/ thuis Evaluatie Bespreek deze activiteit met een inhoudsdeskundige 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en Werkproces Competentie stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V Angst is voor een mens van levensbelang om te kunnen (over)leven. Soms echter komt het hele leven in teken van angst te staan. Dat maakt het leven niet langer leefbaar. Activiteit 1 DVD: Kies één of meerdere DVD’s uit onderstaande lijst en bekijk deze Angststoornissen en dwanghandelingen 606.84 Gedragstherapie deel 4, fobisch gedrag, 410 Kijk mensen /fobieën, 606.3 Ziek van angst, 606.3 Activiteit 2 Beantwoord de vragen over angststoornissen Wat er bedoeld wordt met de angststoornissen zoals die in DSM-IV beschreven zijn: - de paniekstoornis, - fobische stoornis, - de obsessief-compulsieve stoornis, - de gegeneraliseerde angststoornis - traumatische stressstoornissen. Activiteit 3 Geef een overzicht van de mogelijke problemen die zich binnen de verschillende gezondheidspatronen van Gordon kunnen voordoen. Zet in dit zelfde overzicht ook de verpleegkundige interventies die van de verpleegkundige verwacht kunnen worden bij de verschillende angststoornissen. Welke angststoornis/ symptomen herken je het meest bij jouw zorgvragers op de afdeling. Kun je mogelijke oorzaken noemen Hoe wordt er door verpleegkundige/verzorgende omgegaan met de angst van deze zorgvragers, wordt hiervoor een bepaalde methodiek gebruikt?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 24
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.14 B Omgaan met zorgvragers met schizofrenie/psychose Resultaat
De student heeft kennis en inzicht opgedaan in de omgang met zorgvragers met schizofrenie/psychose. De student heeft bij de uitwerking van activiteiten er rekening mee gehouden dat deze ziektebeelden/aandoeningen ook kunnen voorkomen bij chronisch psychiatrische en- geriatrische zorgvragers.
Praktische voorbereiding
Zorg dat je de beschikking hebt over een computer en internet, Boeken en tijdschriften uit de mediatheek + de gezondheidspatronen van Gordon. Boek verplegen in de geestelijke gezondheidszorg (mediatheek) Op internet: Schizofrenie en psychose www.pandora.nl www.ypsilon.nl www.anoiksis.nl DVD: Je zal het maar hebben, depressie, en manisch depressief, 606.3 School/ thuis Bespreek deze activiteit met een inhoudsdeskundige 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
Activiteit 1 Maak een verpleegplan aan de hand van de gezondheidspatronen van Gordon. - Zoek vijf standaard verpleegkundige diagnoses (PES) bij zorgvragers met schizofrenie - Maak op basis van de verpleegkundige diagnosen een verpleegplan voor een zorgvrager met schizofrenie Activiteit 2 Beantwoord de volgende vragen: Wat is het belang van dagstructuur voor een zorgvrager met schizofrenie? Hoe ziet de dagstructuur er uit voor deze zorgvrager Welke verpleegkundige interventies pas je toe om een evenwichtige dagstructuur te realiseren bij deze doelgroep? Waar moet je als verpleegkundige alert op zijn bij medicatie, medicatietoediening en medicatietrouw.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 25
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.15 B Omgaan met zorgvragers met het syndroom van Korsakov Resultaat
De student heeft kennis en inzicht opgedaan in de omgang met zorgvragers met het syndroom van Korsakov. De student heeft bij de uitwerking van activiteiten er rekening mee gehouden dat deze ziektebeelden/aandoeningen ook kunnen voorkomen bij chronisch psychiatrische en- geriatrische zorgvragers.
Praktische voorbereiding
Zorg dat je de beschikking hebt over een computer en internet, Boeken en tijdschriften uit de mediatheek + de gezondheidspatronen van Gordon. Boek verplegen in de geestelijke gezondheidszorg.
Theorie
http://www.youtube.com/watch?v=M5lzdk-9bZg http://www.youtube.com/watch?v=Rp_4aNxZWGI
Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
School/ thuis Bespreek deze activiteit met een inhoudsdeskundige. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1: Bekijk de filmpjes op You tube. http://www.youtube.com/watch?v=M5lzdk-9bZg http://www.youtube.com/watch?v=Rp_4aNxZWGI
Activiteit 2: Beantwoord de volgende vragen: - Maak een tabel met daarin een overzicht van de verpleegkundige interventies - Welke problemen kun je verwachten ten aanzien van deze zorgvragers binnen de afdeling? - Waar moet je als verpleegkundige alert op zijn bij medicatie, medicatietoediening en medicatietrouw. - Hoe ziet de dag invulling er uit voor deze zorgvragers? - Welke therapieën zijn van belang, en waarom.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 26
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.16 B Agressie in het verpleeghuis, verzorgingshuis of in de thuiszorg Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces Competentie
De student heeft de studie taak over agressie uitgevoerd en heeft hierover een verslag geschreven. Raadpleeg relevante bronnen naar keuze Ga na in welke informatie in je BPV instelling te vinden is over agressie Naar keuze Thuis Bespreek de studietaak en je verslag met groepsgenoten. Vul zo nodig je verslag aan. Lever je verslag ter beoordeling in bij de docent. Stel zo nodig je verslag bij 1.7 hanteren crisissituaties E. Beslissingen en activiteiten initiëren T. Instructies en procedures opvolgen V. Met druk en tegenslag omgaan
Activiteit 1 Werk de onderstaande vragen uit en verwerk deze in een verslag Onderzoek: Wat wordt er onder agressie verstaan? Welke uitingsvormen van agressie kun je tegenkomen in het verpleeghuis, verzorgingshuis of in de thuiszorg? Hoe kun je agressief gedrag bij zorgvragers en/of mantelzorg signaleren Wat zijn de oorzaken van agressief gedrag bij zorgvragers en/of mantelzorg Hoe kun je als verpleegkundige agressie bij zorgvragers en/of mantelzorg voorkomen of doen afnemen? Verwerk je antwoorden in een verslag Lever het verslag volgens afspraak in bij de docent Benoem in het verslag de geraadpleegde bronnen Het verslag wordt beoordeeld door de docent
Albeda College Branche Gezondheidszorg 27
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.17 B Reflectie op agressie-intervisie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft een verslag geschreven over haar/zijn ervaringen met agressie in de VVT en ingebracht in een intervisie –bijeenkomst Maak met studiegenoten en docent afspraken over de intervisiebijeenkomst (datum, tijd, locatie) Onderzoek of jouw BPV instelling een agressie-protocol heeft Naar keuze Thuis, BPV Bespreek je verslag over agressie in een intervisiebijeenkomst 1.7 Crisissituaties hanteren E. Beslissingen en activiteiten initiëren T. Instructies en procedures opvolgen V. Met druk en tegenslag omgaan
Activiteit 1 Schrijf een verslag over jouw ervaringen met agressie in het verpleeghuis, verzorginghuis of in de thuiszorg Er heeft zich (bijna) een agressie-incident voorgedaan. Aandacht schenken aan de gebeurtenis helpt je om het voorval te verwerken. Wacht hier nooit te lang mee, want gevoelens nemen geen pauze. Sta daarom stil bij wat er is gebeurd. Hieronder wat vragen om je op weg te helpen: 1. 2.
3. 4. 5. 6.
7.
8. 9.
Beschrijf wat er precies gebeurde. Hoe heb je gehandeld? • Waarom heb je zo gehandeld? • Wat werkte wel? • Wat werkte niet? • Zou je het de volgende keer, of als het een ander overkomt ook zo doen? Wat dacht je? Wat voelde je? Snap je waarom het gebeurde? Gaf de zorgvrager bijvoorbeeld vooraf al signalen af? Welke signalen? Waren er collega’s in de buurt? • Wat deden ze? • Wat werkte wel/niet? Waarom? • Wat adviseer je ze voortaan te doen? Is er een agressieprotocol? • Zo ja, wordt dat ook toegepast? o Zo ja, heb je daar ook baat bij gehad? Voldoet het protocol of moet het worden veranderd of aangevuld? Wat werkt wel? Wat niet of minder? o Zo nee, waarom wordt het niet gebruikt? • Zo nee, zijn er in de organisatie andere afspraken gemaakt waar je op kunt terugvallen? Welke? Is daar ook gebruik van gemaakt? Waarom? Is er melding gemaakt van het agressie-incident? Waarom wel/niet? Is het agressie-incident geregistreerd? Waarom wel/niet?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 28
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Activiteit 2 Neem actief deel aan de intervisie bijeenkomst en breng jouw uitgewerkte ervaring in
= is een vorm van onderlinge deskundigheidsbevordering tussen collega’s en teamleden gericht op het kijken naar het eigen handelen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 29
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.18 B Protocol: opvang na een agressie-incident Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft een protocol gemaakt over de opvang van verpleegkundigen (begeleiders) na agressie-incidenten op de afdeling in het verpleeghuis, verzorgingshuis of in de thuiszorg Ga in je BPV instelling op zoek naar richtlijnen e/of protocollen over de opvang van verpleegkundigen na agressie-incidenten Agressie-protocol van het ziekenhuis Op internet: http://www.arboflexbranche.nl/download/Documenten/Toolbox%20Vast/ Checklist%20agressie%20werknemer.pd Naar keuze. Toon en bespreek je protocol aan c.q. met studiegenoten Vergelijk de protocollen op overeenkomsten en verschillen 1.7 onvoorziene omstandigheden en crisissituaties E. Beslissingen en activiteiten initiëren T. Instructies en procedures opvolgen V. Met druk en tegenslag omgaan
Activiteit 1 Geef antwoord op de volgende vragen over de opvang na een agressie-incident Wat vind jij? 1. Hoe is de opvang na een agressie-incident bij op jouw stageplek geregeld? 2. Hoe wil opgevangen worden na een agressie-incident? Wat vind je belangrijk? 3. Ken je de vertrouwenspersonen in de organisatie? • Praat je ook met ze? • Waarom wel/niet? 4. Met wie praat je het liefst en waarom? (Denk aan: professionele hulpverleners buiten of binnen de instelling, teamgenoten, leidinggevende enz.) 5. Wordt het agressie-incident op een later tijdstip, bijvoorbeeld drie weken na het voorval, nog eens besproken? Of praten jullie er na een tijdje niet meer over? 6. Vind jij dat het bespreken van alle voorvallen met agressie thuishoort op de agenda van het werkoverleg? Waarom wel/niet? 7. Ga na in je instelling of er richtlijnen zijn met betrekking tot de opvang en nazorg na een schokkende gebeurtenis, neem dit mee naar school Activiteit 2 Maak een protocol voor de opvang van verpleegkundigen ( begeleiders) na agressieincidenten op de afdeling in het verpleeg- verzorgingshuis of in de thuiszorg Werkwijze Voer deze activiteit in een subgroep van maximaal 3 studenten uit. Geef aan welke bronnen geraadpleegd zijn bij het maken van het protocol.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 30
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.19 B CFB en dé- escalerend handelen Resultaat
Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces Competentie
De student heeft in een oefensituatie persoonlijke veiligheidstechnieken toegepast zonder zichzelf en/of de ander te beschadigen. Zorg dat jij je kennis over CFB en de-escalerend handelen hebt opgefrist Trek ruim zittende kleren (+ sokken) aan waarin je gemakkelijk kunt bewegen, doe je schoenen uit en doe je sieraden af. Zet alle tafels en stoelen aan één kant van het lokaal Naar keuze CFB training op school Activiteit 1: Kijk de vragen na met behulp van klasgenoten en de docent . Stel evt. leervragen. Activiteit 2: Bespreek met je klasgenoot en docent hoe de uitvoer van de training en de persoonlijke veiligheidstechnieken is gegaan. 1.7 onvoorziene omstandigheden en crisissituaties E. Beslissingen en activiteiten initiëren T. Instructies en procedures opvolgen V. Met druk en tegenslag omgaan
Activiteit 1 Fris je kennis op over controle fysieke beheersing, agressie en dé-escalerend handelen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Wat is CFB? Wat is de visie van CFB? Wat is het doel van CFB? Hoe ontstaat agressie bij zorgvragers en/of mantelzorg? Hoe herken je agressie bij zorgvragers en/of mantelzorg? Wat kun je zelf doen om agressie te voorkomen of te doen verminderen bij zorgvragers en/of mantelzorg Welke richtlijnen t.a.v. dé-escalerend handelen moet je in acht nemen bij CFB
Albeda College Branche Gezondheidszorg 31
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Activiteit 2 Demonstreer in een oefensituatie persoonlijke veiligheidstechnieken, zonder je zelf en/of de ander te beschadigen: Polstechnieken Kleding technieken Haartechnieken Verwurging
Werkwijze: 1. De training begint met een korte introductie en warming-up 2. Vervolgens geven de trainers een demonstratie van iedere techniek. 3. Daarna oefen je de techniek in tweetallen 4. Na alle polstechnieken maak je voor jezelf aantekeningen om ze niet te vergeten 5. De training eindigt met een korte cooling-down en een nabespreking waarin de volgende punten besproken wordt: hoe is uitvoer van de polstechnieken gegaan wat ging goed/minder goed is het resultaat behaald aandachtspunten voor de toekomst
Albeda College Branche Gezondheidszorg 32
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.1 C Ouderenmishandeling Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
Je kunt signalen van ouderenmishandeling herkennen en je kunt verpleegkundige interventies benoemen t.a.v. het mogelijk voorkomen van ouderenmishandeling. Ondersteunend materiaal lezen Zie boven School Terugkoppeling/nabespreking in de groep . 1.4 Begeleidt de zorgvrager (C,D,R)
Werkwijze: Lees de reader Meldpunt Ouderenmishandeling uit het ondersteunend materiaal Bekijk de video “Ouderenmishandeling” uit 2002 en beantwoord de volgende vragen: Welke signalen van ouderenmishandeling herken je in de casus? Welke hulp zou je deze mensen als zorgverlener bieden en hoe pak je dit aan? Wat kun je doen wanneer een oudere, die is mishandeld, bewust geen interventies wil van hulpverleners? Bespreek met elkaar voorbeelden de je mogelijk uit de praktijk kent. Ga op zoek naar een protocol ouderenmishandeling in je instelling en neem deze mee naar school Ga in discussie over de volgende stelling: Door de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen in ons land is het logisch dat het aantal gevallen van ouderenmishandeling alleen maar toeneemt.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 33
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.2 C Theorie soorten gesprekken Resultaat
Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Verplichte activiteit
De student is bekend met de methodieken van de volgende gesprekken: Begeleidend gesprek Probleemgesprek (helpend gesprek) Slecht nieuwsgesprek De student kiest een casus t.b.v. een simulatie of een filmpje Ondersteunend materiaal portaal over soorten gesprekken Boek ondersteunen bij persoonlijke basiszorg School Kijk na de les of de leerdoelen behaald zijn 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C,D,R)
Activiteit: Onderzoek welke methodieken er zijn voor de verschillende soorten gesprekken en bespreek met elkaar voorbeelden van de gesprekken uit de praktijk. Kies een soort gesprek en ga een simulatie voorbereiden of neem een filmpje op van een gesimuleerd gesprek
Werkwijze : 1. Bestudeer de theorie van de soorten gesprekken 2. Oefen zo mogelijk in een (informeel) rollenspel voor de klas om de verschillende soorten gesprekken te laten zien. 3. Kies vervolgens één van de activiteiten uit en bereid een simulatie voor
Albeda College Branche Gezondheidszorg 34
BC BRANCHE VVT 1415
1.3a C
MBO-verpleegkundige
Een gesprek met de zorgvrager (Begeleidingsgesprek)
Resultaat
Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie Tijdsduur Evaluatie
Werkproces/competenties Verplicht/keuze
De student voert een begeleidingsgesprek met een zorgvrager en/of mantelzorger ( bijv. de zorgvrager met angst voor een operatie, na operatie, behandeling of onderzoek, de zorgvrager met een oncologische aandoening, een jeugdige zorgvrager met een fractuur, ouderenmishandeling, dementerende zorgvrager, chronisch hartfalen, COPD etc.) Afspreken met de docent of er gewerkt kan worden met een acteur. Met elkaar een planning maken Boek: “Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening” of “chronische somatische aandoening”, geriatrische zorgvrager. School 2 Ingevulde feedbackformulieren . Nabespreking met de docent. Reflectieverslag en aangepast leerdoel m.b.t. het voeren van begeleidingsgesprekken. 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C,D, R) Kies een casus uit de praktijk en beschrijf deze zo helder mogelijk Maak een keuze uit één van de gesprekken van 1.3
Activiteit Je gaat een begeleidingsgesprek voeren met een zorgvrager ( eventueel met een acteur) waarbij je rekening houdt met specifieke begeleidingsvragen
Werkwijze : 1. Kies een casus uit een boek, uit het ondersteunend materiaal, of maak gebruik van een casus uit je eigen praktijk. 2. Werk in ieder geval met de ziektebeelden die in B uitgewerkt zijn. 3. Bestudeer nogmaals de aandachtspunten bij een zorgvrager met dit ziektebeeld of stoornis. 4. Bereid het gesprek voor, wat wil je gaan bespreken, wat is het doel van je gesprek? Ieder ziektebeeld of problematiek betekent rekening houden met specifieke aandachtspunten! 5. Formuleer voor het gesprek een leerdoel, wat wil je oefenen? 6. Voer het gesprek met de acteur of oefen in 3 tallen met verschillende casussen en ziektebeelden. Wissel van rol. Geef elkaar tops en tips. 7. Schrijf een reflectieverslag en pas je leerdoel aan.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 35
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.3b C Een gesprek met de zorgvrager (Helpend gesprek) Resultaat Theorie Praktische voorbereiding Locatie Evaluatie Werkproces Verplicht/keuze
De student heeft geoefend met het voeren van een helpend gesprek met een zorgvrager tijdens een simulatie Ondersteunend materiaal helpend gesprek Eigen casuïstiek of casus uit je boek School 3 Feedbackformulieren van medestudenten en 1 van de docent 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C,D,R) Keuze uit één van de gesprekken van 1.3
Activiteit: Je gaat oefenen met het uitvoeren van een helpend gesprek
Werkwijze : 4. Bestudeer de theorie van het helpend gesprek ( bij ondersteunend materiaal) 5. Formeer 3 tallen en oefen met de verschillende casuïstiek. Geef feedback met behulp van het feedbackformulieren, of regel een acteur in overleg met de docent (indien mogelijk) 6. Wissel van rollen en oefen zo vaak als nodig is. 7. Formuleer eventueel een leerdoel en verwerk dit in je POP/werkplan
Albeda College Branche Gezondheidszorg 36
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.3c C Een gesprek met de zorgvrager (Slecht nieuwsgesprek) Resultaat Theorie Praktische voorbereiding Locatie Evaluatie Werkproces Verplicht/keuze
De student heeft een slecht nieuwsgesprek uitgevoerd in een rollenspel Boek basiszorg of internetsites, ondersteunend materiaal Casuïstiek zoeken of eigen praktijksituatie School Ingevulde observatie formulieren 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C,D,R) Keuze uit één van de soorten gesprekken uit 1.3
Activiteit : Je gaat in een oefensituatie een slechtnieuwsgesprek uitvoeren. Werkwijze : 1. Bestudeer de theorie over het slechtnieuwsgesprek. 2. Bedenk situaties waarin jij als verpleegkundige een slechtnieuwsgesprek voeren ( let op : het gaat over verpleegkundige onderwerpen!!, dus geen gesprek over een behandeling of diagnose). Kijk op internet of in je boeken. Denk aan : - de zorgvrager gaat van een 1 persoonskamer naar een 4 persoonskamer - de zorgvrager moet langer aan het infuus of pomp liggen of zijn bed niet uit. 3. Oefen in 3 – tallen met het slechtnieuws gesprek, geef feedback d.m.v. het observatieformulier ( bij ondersteunend materiaal) 4. Wissel van rol. Je kunt gebruik maken van de bijgevoegde casussen of schrijf zelf een casus. Je kunt ook werken met een acteur in overleg met de docent
Albeda College Branche Gezondheidszorg 37
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.3d C Een gesprek met de zorgvrager (Begeleiden na slecht nieuws) Resultaat Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Verplicht /keuze
Je kunt een zorgvrager met longcarcinoom begeleiden na het slecht nieuwsgesprek Boek: Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening School Ingevulde observatie formulieren 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C,D,R) Keuze uit één van de gesprekken van 1.3
Activiteit : Je gaat in een oefensituatie Dhr. Bernard begeleiden na een slecht nieuwsgesprek Werkwijze : Lees de competentie opdracht aan het eind van hoofdstuk 4 van thema 3 en bedenk wat je nodig hebt voor de uitvoering van deze opdracht. Regel een ruimte en zo mogelijk een acteur. Dit kan het leerrendement bevorderen! Geef van te voren aan waar je feedback op wilt Bespreek de opdracht na in de subgroep en zorg voor schriftelijke feedback
Albeda College Branche Gezondheidszorg 38
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.1 PAAF Dementie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Tijdsduur Evaluatie Werkproces competentie
Je hebt kennis van een aantal vormen van dementie Neem je boek mee en zorg dat je internet tot je beschikking hebt Zorg dat je beschikking hebt over theorieboek verplegen van geriatrische zorgvragers Theorielokaal/ studieruimte Kijk de antwoorden na m.b.v. het antwoordmodel en bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Maak onderstaande test over dementie. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Welk kenmerk is altijd aanwezig bij dementie? Wat is subcorticale dementie en noem 3 oorzaken Noem 3 oorzaken voor het ontstaan van dementie. Noem 3 verschijnselen van de eerste orde (deze doen zich altijd voor) Wat is de oorzaak van de ziekte van Alzheimer? Welke onderzoeken kunnen er bij een vermoeden van dementie worden uitgevoerd? (minstens 2) 7. Beschrijf kort wat de benadering Validation inhoudt. 8. Wat zijn de twee meest voorkomende vormen van dementie? 9. Welk geheugen blijft bij dementie vaak het langst in tak. Het korte of het lange termijn geheugen 10. Welk deel van het geheugen is als eerste aangetast bij dementie? 11. Noem 3 verschijnselen van de tweede orde (deze kunnen zich voordoen ) 12. Hoeveel stadia zijn er mogelijk bij dementie en beschrijf het zwaarste stadium? 13. Beschrijf kort wat ROB benadering inhoudt.
Activiteit 2 Als bovenstaande test moeilijk voor je is, kijk dan terug naar de beginnersfase, opdracht BB2.5 paaf opdracht dementie.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 39
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.2 PAAF depressie op oudere leeftijd Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student heeft kennis opgedaan over depressie op oudere leeftijd. Zorg dat je beschikking hebt over theorieboek verplegen van geriatrische zorgvragers en het boek verplegen in de GGZ. Deze boeken kun je vinden in de mediatheek Hoofdstuk over dementie Hoofdstuk over stemmingstoornissen Internet: http://www.depressie.org/ http://www.trimbos.nl/onderwerpen/psychischegezondheid/depressie http://www.psychischegezondheid.nl/depressiecentrum Theorielokaal/ studieruimte Bespreek je antwoorden met de inhoudsdeskundige 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Onderzoek en beschrijf de oorzaken, symptomen en behandeling van mensen met een depressie Activiteit 2 Kijkopdracht: Bekijk de DVD “Oud zeer, deel 3: een pilletje voor de eenzaamheid (606.3) en beantwoord de vragen Beantwoord de volgende vragen –vooral de vragen 1 en 2 dienen uitgebreid te worden beantwoord- n.a.v. de dvd en verwerk de antwoorden in een verslagje (A4-tje). Lever dit verslagje in bij de docent. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Wat valt je op in het gedrag (houding, motoriek, geuite klachten, …) van mevrouw gedurende de gehele aflevering? Welke gevolgen heeft haar depressie + angststoornis voor zowel het individueel als het sociaal functioneren van mevrouw? Wat voor soort fobische klachten heeft mevrouw? Hoe zou je de relatie tussen mevrouw en haar vriend willen typeren? Welke factoren hebben vermoedelijk bijgedragen tot het ontstaan van de depressie bij mevrouw? Hoe ontwikkelen haar klachten zich gedurende de opname in het psychiatrisch centrum? Waardoor knapt mevrouw uiteindelijk op?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 40
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Activiteit 2 Beantwoord vragen over depressie op oudere leeftijd. 1.
Ook de depressieve episode op oudere leeftijd is een formele psychiatrische diagnose. Schrijf (nog eens) de diagnostische criteria op voor de depressieve episode. Je kunt hierbij gebruik maken van de DSM-4 (mediatheek)
2.
Hieronder staat een weegschaal afgebeeld die het draagkracht- draaglastevenwicht illustreert (in dit geval uit balans). Het DK-DL model kan als verklaringsmodel voor het ontstaan van een depressie dienen.
Noem zoveel mogelijk draagkracht- als draaglastfactoren die bij het ontstaan depressie op oudere leeftijd een rol spelen.
van een
3.
Beschrijf welke verschillende behandelvormen er zijn voor ouderen met een en schrijf op welke antidepressieve medicatie de eerste keus vormt bij ouderen.
depressie
4.
Tussen depressie bij ouderen enerzijds en dementie anderzijds bestaan zowel overeenkomsten als verschillen. Schrijf hieronder zoveel mogelijk verschillen. Er staan er al een paar ingevuld.
Depressie
Dementie
- kans op genezen. - op alle leeftijden - plotseling begin -
- bijna nooit te genezen. - meesten zijn > 80 jr. - meestal sluipend begonnen -
Albeda College Branche Gezondheidszorg 41
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1.3 PAAF opdracht delier Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student toont zijn kennis over delier door het maken van de opdracht Zorg dat je beschikt over theorieboek verplegen van de geriatrische zorgvrager (mediatheek) of relevante vakliteratuur van internet Thema delier School, thuis Kijk deze activiteit na met behulp van je klasgenoten en het antwoordmodel 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1: Maak de opdracht over delier.
Delier Wat is een delier: Noem 6 kenmerken van een delier Wat is de onderliggende oorzaak van een delier: Samenvattend is een delier: een uiting van onderliggend lijden Wat kan een delier veroorzaken, noem er vijf. Onderzoek delier:……………………………….
Behandeling: 1. 2. Duur van delier is……………………………………
Albeda College Branche Gezondheidszorg 42
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
2.1 B Zorgvrager met orthopedische aandoeningen Resultaat Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie
Werkprocessen en competenties
De student heeft kennis opgedaan over orthopedische ingrepen en kan de verpleegkundige interventies benoemen. Zorg dat je beschikking hebt over het boek verplegen van mensen met acuut somatische aandoening. Lees uit je boek het hoofdstuk “het bewegingsapparaat”. Hoofdstuk “het bewegingsapparaat”. Theorielokaal, studieruimte, thuis Bespreek de antwoorden met medestudenten. Breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. Plaats de folder op het portaal. 1.1: stelt verpleegkundige diagnosen 1.2 biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden A. beslissen en activiteiten initiëren J. formuleren en rapporten K. vakdeskundigheid toepassen M. analyseren
Activiteit 1: Voer de oriëntatieopdracht orthopedie volgens de ABC methode uit. Werkwijze: Maak groepjes van 4 personen Doel: voorkennis inventariseren. Zorg per groepje voor een flap en een viltstift. De studenten moeten om de flap heen kunnen staan. Schrijf op de flap in twee kolommen de letters A-Z. De studenten schrijven op de flap de woorden die zij associëren met het woord Orthopedie en die beginnen met de letter op de flap staat. Gebruik vooral ook de moeilijke letters. Bespreek onderling kort het resultaat van de overige flappen en stel elkaar vragen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 43
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Activiteit 2 Werk de vragen uit over arthosis deformans en reumatoide arthitis. Veel voorkomende aandoeningen die een orthopeed behandelt, zijn: - arthrosis deformans -
reumatoïde artritis
Werk van per aandoening de volgende vragen het uit: o wat is het? o
welke oorzaken zijn er?
o
bij wie komt het voor?
o
welke symptomen zijn er?
o
welke onderzoeken worden er gedaan?
o
welke behandelingen zijn er mogelijk?
o
welke complicaties komen er voor?
o
wat is de prognose?
o
welke gezondheidsproblemen kent een zorgvrager met deze aandoening?
o
welke verpleegproblemen kun je verwachten bij deze gezondheidsproblemen?
o
welke verpleegkundige interventies zijn actueel en relevant voor het verplegen van deze zorgvrager?
Activiteit 3 Bekijk de dvd chirurgenwerk deel 1 prothesen of bekijk via google een video operatie heup/Total hip Is de film duidelijk? Stel zo nodig vragen aan de docent ter verduidelijking Wat is een veel voorkomende oorzaak van een infectie na een Total hip operatie? Activiteit 4 Maak een folder over een Total Hip prothese of een Total knee Maak met maximaal 4 personen een folder over Total Hip (of total knee), waarin je informatie geeft aan zorgvragers die een Total Hip operatie gaan krijgen. Plaats de folder op het portaal van je groep en lever 1 exemplaar in bij de docent.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 44
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Activiteit 5 Maak de 3 praktijkopdrachten en de competentieopdracht uit je boek van het hoofdstuk ‘het bewegingsapparaat’. Werkwijze: Bespreek met medestudenten je antwoorden of overleg met je docent.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 45
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
2.2 B Opname orthopedische zorgvrager Activiteit Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie
Evaluatie Werkprocessen
De student heeft een opname voorbereidt en uitgevoerd aan de hand van een gestandaardiseerde vragenlijst. Zorg dat je beschikking hebt over verplegen van mensen met acuut somatische aandoeningen + boek plannen van zorg Zorg dat je beschikt over de checklist anamnese gesprek voeren (ondersteunend materiaal) Spreek af met welke studiegenoten jij deze activiteit gaat uitvoeren (max.4) Casus dhr. Tonnema-total hip Ondersteuningsmagazijn E1 het voorbereiden en uitvoeren van een opname, checklist-anamnese gesprek Boek verplegen van mensen met een acuut somatische aandoening Tip: Trajectboek 406 deel 1 School, in subgroepen Theorielokaal, voorbereiding Praktijklokaal, uitvoer opnamegesprek Feedback a.d.h.v. checklist-anamnesegesprek van minimaal 2 klasgenoten en 1 docent 1.1 stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op 1.8 coördineert de zorgverlening D. aandacht en begrip tonen H. overtuigen en beïnvloeden J. formuleren en rapporteren K. vakdeskundigheid tonen M. analyseren
Activiteit 1 Bereid een opname van en- het anamnese gesprek (van max. 20 minuten) voor met mijnheer Tonnema aan de hand van een gestandaardiseerde vragenlijst. Schrijf alle moeilijke woorden uit de casus op die je moeilijk vindt en zoek uit wat deze woorden betekenen Welke kennis over het ziektebeeld (en) heb je nodig om het opnamegesprek voor te bereiden en uit te voeren Welke gevolgen heeft dit ziektebeeld voor de basiszorg Welke verpleegkundige aandachtspunten zijn nodig om zorgvragers met dit ziektebeeld te verplegen Welke gesprekstechnieken heb je nodig om het opnamegesprek te voeren? Welke gegevens ga je verzamelen in het opnamegesprek? Formuleer de vragen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 46
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Activiteit 2 Voer in het praktijklokaal een opnamegesprek van maximaal 20 minuten met dhr. Tonnema Werkwijze Verdeel de rollen 1 student is dhr. Tonnema, 1 student is de verpleegkundige en 2 studenten observeren en geven feedback Voer het opnamegesprek uit. In het dorp waar hij geboren en getogen is, kent iedereen Nico Tonnema. Na een werkzaam leven woont hij nu met zijn echtgenote in een bejaardenwoning in de dorpskern. Samen hebben ze drie kinderen die allang het huis uit zijn. De laatste jaren sukkelt Nico een beetje met zijn gezondheid. Hij heeft diabetes mellitus type 2 en de pompfunctie van zijn hart is niet meer zo best. Een jaar geleden heeft Nico, nadat hij daar al lang pijnklachten aan had, een totale heupprothese links gekregen. Aanvankelijk ging het voorspoedig en functioneerde de nieuwe heup uitstekend. Nico vertelde iedereen dat hij ‘nergens rekening mee hoefde te houden’. Hij beschouwt zijn lichaam als iets ‘wat het gewoon moet doen’ en het viel hem dan ook erg tegen toen de heup, enkele weken na plaatsing van de prothese, na een onverwachte beweging plotseling luxeerde. Een jaar na de plaatsing van de heupprothese krijgt Nico pijnklachten in de lies en een flinke zwelling in het gebied van prothese. Hij loopt er eerst een poos mee rond voordat hij ermee naar de huisarts gaat. Deze stuurt hem direct door naar de orthopeed in het ziekenhuis. Nico vermoedt dat er iets met de heup aan de hand is, omdat de pijnklachten steeds heviger worden. Nico wordt opgenomen op de afdeling orthopedie van het algemeen ziekenhuis.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 47
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
2.3 B Preoperatieve zorg bij een prostatectomie Resultaat
De student heeft beschreven welke preoperatieve zorg wordt verleend aan een zorgvrager die een prostatectomie zal ondergaan. Praktische voorbereiding Neem je boek en je laptop mee.
Theorie Locatie Evaluatie Werkprocessen Competentie
Boek verplegen van mensen met een acuut somatische aandoening, hoofdstuk over geslachtsorganen Thuis, klaslokaal Bespreek de activiteit met studiegenoten en docent. 1.2 biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden K. vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Beantwoord de vragen, onderbouw je antwoorden met behulp van de theorie.
Hoe ziet de preoperatieve zorg eruit bij een prostatectomie? Welke gegevens heb je nodig voor het uitvoeren van de preoperatieve zorg? Wat kun je zeggen van nut en noodzaak van preoperatief scheren en wat zegt de literatuur hierover. Wat is de rol van de verpleegkundige bij het verlenen van pre- operatieve zorg.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 48
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
2.4 B Postoperatieve zorg na een prostatectomie Resultaat
De student is instaat om een zorgvrager na een prostatectomie te monitoren en postoperatieve controles uit te voeren. Praktische voorbereiding Neem je boek en je laptop mee. Zorg dat je beschikt over de casus van meneer Veerman (ondersteunend materiaal). Theorie Boek verplegen van mensen met een acuut somatische aandoening, hoofdstuk over geslachtsorganen Tip: Trajectboek 406 deel 1 Locatie Thuis, klaslokaal Evaluatie Spreek deze activiteit op inhoud na met studiegenoten. Werkprocessen 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden
Meneer Veerman is terug van de OK. De ingreep is zonder problemen verlopen. Je krijgt de opdracht om de gezondheidstoestand van meneer Veerman te monitoren en postoperatieve controles uit te voeren Activiteit Beantwoord de vragen over postoperatieve zorg.
Welke postoperatieve controles moet je doen? Met welke mogelijke complicaties houd je rekening? Beschrijf per mogelijke complicatie, de verpleegkundige observaties en de verpleegkundige interventies. Er is de laatste jaren aardig wat onderzoek gedaan naar nut en noodzaak van postoperatieve controles. Ken je daar de uitkomsten van?
Onderbouw je antwoorden met behulp van de theorie. Tip internet: http://scripts.kwfkankerbestrijding.nl/bestellingen/documents/Prostaatkanker.pdf
Albeda College Branche Gezondheidszorg 49
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
2.1 C Patiëntenvoorlichting, educatie en/of instructie geven Resultaat
Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Je kunt een advies en/of voorlichtingsgesprek voorbereiden en houden voor een zorgvrager of een instructie voorbereiden en geven Nadenken over een onderwerp. Verdiepen in het onderwerp Verdelen van de onderwerpen over de groep en afspraken maken wanneer welke groep de voorlichting geeft. criteria presentatie en feedbackformulier voorlichting (ondersteunend materiaal) Boek voorlichting, advies en instructie voor 5/14 stappenplan School/thuis Feedback op het voorlichtingsgesprek middels feedbackformulier 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan een zorgvrager Competentie I: Presenteren Competentie: L: Materialen en middelen inzetten. Gebruik bij deze onderwerpen een eigen casus uit de praktijk
Activiteit Voorbereiden van een voorlichtings- of adviesgesprek of een instructie en deze uitvoeren Werkwijze: 1. Kies een zorgvrager uit je eigen beroepspraktijk of maak een keuze 2. Schrijf de praktijksituatie op en koppel dit aan het ziektebeeld 3. Schrijf een voorlichtings-/instructie plan volgens de stappen van voorlichting. 4. Voer de voorlichting uit en zorg voor feedbackformulieren voor je groepsgenoten, zodat je 360 graden feedback kunt verzamelen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 50
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
2.1 PAAF Collumfractuur en Total hip Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Je hebt kennis van de operatieve mogelijkheden ten gevolge van een collumfractuur of coxartrose. Neem je boek mee en zorg voor een computer. Anatomie en fysiologie van de mens Theorielokaal/ studieruimte Kijk de antwoorden na m.b.v. een antwoordmodel . 1.2 K vakdeskundigheid toepassen
Activiteit 1 Herhaal onderstaande PAAF activiteit uit G1 chronisch zieken over collumfractuur en total hip. Bekijk voor jezelf nogmaals de anatomie van de heup en plaats de onderstaande namen in de tekening. - caput femoris -
collum femoris
-
corpus femoris
-
trochantor major
-
trochantor minor.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 51
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Wijs nu voor jezelf aan welk gedeelte gebroken is bij iemand met een collumfractuur. 1) 2) 3)
Waarom is meestal dit gedeelte van de heup gebroken als iemand zijn heup breekt? Waarom zie je een collumfractuur meer bij vrouwen dan bij mannen? Hoe kan je aan een zorgvrager vrijwel altijd zien of er sprake is van een collumfractuur?
Er zijn verschillende indelingen om de heupfracturen te classificeren. In het kort komt het er op neer dat de plaats van de breuk en de stand van de breuk uiteindelijk bepalend is welke operatie er volgt. Dit in samenspraak met de leeftijd en vitaliteit van de patiënt Waar men hier bij goed op let is de kans op afsterven van de heupkop. Des te meer naar mediaal de heup gebroken is des te groter is de kans dat de doorbloeding van de heupkop onherstelbaar is beschadigd. Ga voor jezelf of als groepje nu eens kijken op internet naar de volgende fracturen en maak voor jezelf een korte samenvatting met plaatjes: -
mediale collumfractuur
-
laterale collumfractuur
-
pertrochantere femurfractuur
Albeda College Branche Gezondheidszorg 52
BC BRANCHE VVT 1415
-
MBO-verpleegkundige
subtrochantere femurfractuur
Als er bepaald is aan de hand van de soort fractuur, leeftijd en mobiliteit welke operatie er plaats gaat vinden zijn er een scala aan mogelijkheden. Hieronder staan de meest voorkomende mogelijkheden beschreven. Ga ook deze weer bekijken op internet en maak voor jezelf een samenvatting -
Total hip(kop hals prothese) DHS/GHS
-
Gamma nail
Door ouderdom kan er ook slijtage ontstaan in de heup . 4) Welk gedeelte van de heup is er nu aangedaan? 5) Wat voor soort operatie van de bovenstaande 3 volgt er dan in dien een operatie de aangewezen behandeling is.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 53
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
2.2 PAAF urologie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student heeft kennis van een aantal veel voorkomende urologische aandoeningen en behandelingen. Neem je boeken mee en zorg voor een computer. Boek: Anatomie /fysiologie Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening Inwendige geneeskunde Basisboek pathologie Verplegen van zorgvragers voor en na een chirurgische ingreep, onderzoek of behandeling (406) - Traject V&V http://www.allesoverurologie.nl/mannen http://www.prostaat.nl Theorielokaal/studieruimte/thuis Kijk de vragen na m.b.v. het antwoordmodel. Bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige. 1.2 K vakdeskundigheid toepassen
Activiteit 1 Maak onderstaande zelftest over de bouw van de nieren en urinewegen . Benoem de nummers in het plaatje. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 54
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
De nier is opgebouwd uit zeer veel kleine deeltjes, hoe heten deze deeltjes?
Wat is de naam van de genummerde onderdelen van een niereenheid?
1= 2= 3= 4= 5= 6= 7= 8= 9= 10 =
1 2
7 8
3 4
9
5
6
Benoem de hiernaast genoemde onderdelen van de urinewegen: 1 2 3 4 5 6 7 8 9
10. Hoe gaat de gevormde urine van de nieren naar de blaas? 11. Hoe wordt er voorkomen dat urine vanuit de blaas terugstroomt naar de nieren? 12. Waarom mag er geen urine terug naar de nieren?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 55
10
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Activiteit 2 Maak onderstaande zelftest over de bouw van de mannelijke geslachtsorganen. 1.
Benoem de genummerde onderdelen van het plaatje:
1. Hoeveel zwellichamen bevat de penis van de man en wat loopt er door het kleinste zwellichaam. 2. Hoe heten de klieren bij de man die te vergelijken zijn met de klieren van Bartolin bij de vrouw? 4. Waar worden de zaadcelen gemaakt en waar worden ze opgeslagen? 5. De zaadcellen passeren via de zaadleider vlak voor de penis de zaadblaasjes en de prostaat. Wat is de functie van deze 2 structuren? 6. Waar wordt het mannelijk hormoon gemaakt en hoe heet dit hormoon? 7. Wat is de functie van de prostaat? Wat is het juiste antwoord op onderstaande meerkeuze vragen? 8. De epididymus heeft als functie a) productie van testosteron b) opslag van zaadcellen c) beide 9.Hoeveel zwellichamen bevat de penis van de man? a) 1 b) 2 c) 3
Albeda College Branche Gezondheidszorg 56
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
10. Welke structuur scheidt geen vocht af bij de mannelijke geslachtsorganen a) klieren van Bartolin b) klieren van Cowper c) de zaadblaasjes 11.Waar ligt de prostaat? a) boven voor de blaas b) naast de blaas c)achter onder de blaas
Als bovenstaande zelftesten vragen of onduidelijkheden oproepen, kijk dan nog eens terug naar het anatomie/fysiologieboek of de beginners opdrachten. Activiteit 3 Maak onderstaande opdracht over pathologiën van de nieren m.b.v. het boek inwendige geneeskunde. Beschrijf van onderstaande pathologiën: Wat houdt de pathologie in Oorzaak Verschijnselen behandeling o
Acute glomerulonefritis
o
Nierinsufficientie: acuut en chronisch
o
Niertumoren
o
Hydronefose
o
Niercyste
o
nierstenen
Activiteit 4 Maak onderstaande opdracht over pathologiën van de urinewegen. 1. Wat kunnen oorzaken zijn voor een cystitis? 2. Kan men cystitis krijgen door brommer rijden in de kou? 3. Wat zijn verschijnselen van een cystitis? 4. Wat kan het verloop zijn van een cystitis als de infectie zich verspreid? 5. Wat is de behandeling van cystitis?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 57
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
6. Wat is reflux? 7. Noem oorzaken voor het ontstaan van blaastumoren. 8. Wat zijn verschijnselen van een blaastumor? 9. Hoe wordt een blaastumor behandeld? 10. Als de blaas wordt verwijderd, hoe wordt de urine dan opgeslagen en geloosd? 11. Wat is een blaasdivertikel? 12. Waardoor ontstaan een blaasdivertikel? 13. Wat zijn de verschijnselen van een blaasdivertikel? 14. Wat is daar de behandeling van? 15. Wat betekent incontinentie? 16. Waarvoor kun je incontinent zijn?
17. Wat is mictie? 18. 18. Waarom loopt de blaas niet continu leeg, maar plast een baby in 1 keer zijn blaas leeg? 19. Beschrijf de mictiereflex. 20. Welke openingen zijn aanwezig in de bekkenbodemspieren?
21. Wat is stress-incontinentie? 22. Wat is meestal de oorzaak van urge-incontinentie?
23. Wat is de oorzaak van een overloopincontinentie? 24. Wat is retentie van urine?
25. Als de blaas overvol is, welke organen lopen dan gevaar?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 58
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Activiteit 5 Maak onderstaande opdracht over pathologiën van de prostaat. 1. Als de prostaat vergroot is, welke structuur druk hij dan dicht? 2. Welke verschijnselen krijgt een man als zijn prostaat is vergroot? 3. Zijn de mictieverschijnselen bij prostaatcarcinoom dezelfde als bij benigne prostaat hypertrofie?
4. Wat is de oorzaak (-en) van prostaatcarcinoom?
5. Welke onderzoeken kunnen gedaan worden om de prostaat te onderzoeken? En geef een korte omschrijving. 6. Welke behandelingen kunnen plaats vinden? 7.
Waar metastaseert een prostaatcarcinoom meestal naar toe?
Bekijk de DVD 605.8 chirurgenwerk – kanker/endo/plas. over een TURP ingreep 8. Wat is een circumcisie? 9. Wat wordt er dan gedaan? 10. Waarom wordt dat gedaan?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 59
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
2.1 VDL Voeding voor ouderen
Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
De student heeft de beroepsopdracht uitgevoerd over voeding voor ouderen in het verpleeghuis. Stel op vast op welke moment jij deze opdracht gaat uitvoeren Zorg dat je beschikt over het boek voeding bij gezondheid en ziekte (uit de mediatheek). Boek voeding bij gezondheid en ziekte (uit de mediatheek) Je mag allerlei bronnen (naar keuze) raadplegen . School en/of BPV-instelling Evalueer deze opdracht met je werkbegeleider Neem de uitwerking van deze opdracht mee naar de voedingsles.
Werkproces Competenties
1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Voer de opdracht uit over voeding bij ouderen. Zelfzorg tekort in eten en drinken: In de literatuur worden verschillende factoren genoemd waardoor de zelfzorg voor de voeding en vocht van de oudere zorgvrager in gevaar kan komen. Je moet hierbij denken aan: - verminderde mobiliteit - motorische handicaps - laag inkomen - eenzaamheid en - vergeetachtigheid - kauwproblemen - slikproblemen - dieetvoorschriften Daarnaast spelen een aantal fysiologische factoren een rol die van invloed zijn op de voedingsbehoefte van ouderen. Hierbij moet je denken aan : - lagere stofwisseling door - Vochtbalans verstoring - Hygiëne - verstoord evenwicht - minder eetlust i - chronische obstipatie - degeneratieve processen - gebruik van medicatie 1. Werk een van bovenstaande factoren van zelfzorg tekort in voeding en vocht verder uit door in de theorie op te zoeken wat er precies speelt bij de oudere zorgvrager
Albeda College Branche Gezondheidszorg 60
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
2. Beschrijf kort een voorbeeld uit de praktijk of uit je eigen omgeving waarbij een van de bovenstaande voedingsproblemen zich voordeed. 3. Welke oplossingsstrategie werd gevolgd voor dit probleem beschreven in vraag 2? 4. Vond je de gekozen oplossing voldoende of zou je verbeterpunten kunnen noemen? Gezonde voeding voor senioren: 5. Zoek op wat de aanbevolen hoeveelheden zijn voor een oudere tussen de 51-70 jaar en ouder dan 71 jaar. Deze kun je vinden bij de informatie van het voedingscentrum en de schijf van 5. 6. Vraag bij een oudere zorgvrager na of hij/zij deze aanbevolen hoeveelheden per dag gebruikt of niet. Vraag ze systematisch een voor een na. 7. Vindt de zorgvrager zelf dat hij/zij gezond eet? 8. Vindt jij als verpleegkundige dat deze zorgvrager gezond eet? Motiveer je antwoord. Dieet bij ouderen ethische overwegingen: 9.
Veel ouderen hebben te maken met een dieet. Van sommige voedingsvoorschriften is heel duidelijk resultaat te zien in de gezondheid van de zorgvrager. Maar in elk dieet zitten ook voorschriften met betrekking tot preventie; oftewel het voorkomen van erger in de nabije of verre toekomst. Motiveer duidelijk je mening of je vindt dat dergelijke dieetvoorschriften wel of niet ten uitvoer gebracht zouden moeten worden bij een oudere zorgvrager.
Ouderen en dementie ethische overwegingen: Bij het progressieve proces van dementie nemen voedingsproblemen toe. Ondervoeding, uitdroging en verstikking zijn belangrijke doodsoorzaken bij dementie. Je zult in dergelijke gevallen met medisch/ethische vragen geconfronteerd gaan worden. Formuleer voor jezelf een mening over onderstaande vragen. In welke situatie zou je wel willen handelen en in welke situatie niet. 10. Als een dementerende zorgvrager te weinig gaat drinken; wordt er wel of geen infuus ingebracht? 11. Als een dementerende zorgvrager ondervoed is geraakt, gaan we dan met sondevoeding bij voeden om de zorgvrager weer op gewicht te brengen? 12. Als een dementerende zorgvrager zich voortdurend verslikt in voeding, zelfs in dik vloeibare voeding. Laten we dan een PEG katheter aanleggen of niet?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 61
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
2.2 VDL Ondervoeding en overvoeding praktijkopdracht Resultaat Praktische voorbereiding
De student heeft de praktijkopdracht uitgevoerd over de zorgvrager met ondervoeding en overvoeding in de eigen zorgsetting Stel op vast op welke moment jij deze praktijkopdracht gaat uitvoeren en maak evt. afspraken met collega’s.
Theorie
Je mag allerlei bronnen (naar keuze) raadplegen.
Locatie
BPV-instelling
Evaluatie
Evalueer deze opdracht met je werkbegeleider. Neem de uitwerking van deze opdracht mee naar de voedingsles.
Werkproces Competenties
1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op (A,D,H,J,K,M) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden ( E,F,J,K,R,V)
Deze opdracht heeft als doel dat je op de plek waar je werkt of stage loopt met een constructieve kritische blik kunt kijken naar de voedselverzorging. De uitwerking van deze opdracht moet je meenemen naar de les voedingsleer. Daar zal op jouw praktijkvoorbeeld verder worden ingegaan samen met je medestudenten. Afhankelijk van de afspraken met je docent kan deze opdracht worden voorzien van feedback. Vragen aan collega: 1. Weet jij van elke zorgvrager of die goed gevoed, ondervoed of overvoed is? 2. Worden de zorgvragers gemeten en gewogen als ze voor het eerst komen? 3. Wordt er daarna nog vaker gewogen? Wat is daarvan de reden? 4. Hoe houd je in de gaten of een zorgvrager voldoende eet? 5. Hoe houd je in de gaten of een zorgvrager voldoende drinkt? 7. Wie is er volgens jou verantwoordelijk voor het eten en drinken van de zorgvrager? 8. Wie mag er hulp bieden bij eten de drinken? 9. Wordt er een screening methode gebruikt voor ondervoeding? Zo ja welke, en zo nee waarom niet? Vragen om zelf uit te werken: 10. Beschrijf een voorbeeld van een zorgvrager met chronische ondervoeding (ernstig vermagerd/uitgemergeld/decubitus). 11. Beschrijf een voorbeeld van een zorgvrager met acute ondervoeding (opgezwollen van het vocht, decompensatie). 12. Heb je zelf in je klinische les het thema eten en drinken benoemd; of heb je een klinische les gevolgd waar dit thema in was verwerkt? Wat was het onderwerp? 13. Welke medicatie laat de eetlust van zorgvrager afnemen of juist toenemen (misselijk, vieze smaak, diarree, eetlust)? 14. Welke ouderdomsverschijnselen/ziekten belemmeren de zorgvragers ernstig om voldoende te eten of te drinken? 15. Bij welke ziektebeelden neemt de zorgvragers onvoldoende rust om te eten of te drinken?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 62
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Vragen bij bestudering van verpleegkundige dossiers: 16. Waar kun je meet- en weeg gegevens terug vinden in het verpleegkundig dossier? 17. Waar kun je in het verpleegkundig dossier gegevens vinden over het eten, drinken en voedingstoestand van de zorgvrager? 18. Neem de screeningsmethode voor ondervoeding die gebruikt wordt op je werkplek mee, of voeg een kopie bij. 19. Bestudeer 1 protocol dat betrekking heeft op voeding en vocht. Voeg het protocol bij. Denk hierbij aan uitdroging, (dreigende) ondervoeding, obesitas, decubitus, diarree, misselijkheid, zelfzorg tekort in eten of drinken etc. 20. Kun je merken dat er in de praktijk ook volgens dit protocol wordt gewerkt? Waar zie je verschillen en waar overeenkomsten. Vragen over de uitvoering van het voedingsbeleid: 21. Beschrijf verbeterpunten voor de zorg rondom voeding en vocht bij de zorgvragers op de plek waar je werkt. 22. Beschrijf wat er goed gaat in de zorg rondom voeding en vocht bij de zorgvrager op de plek waar je werkt. 23. Schrijf van een zorgvrager op alles wat deze heeft gegeten en gedronken op een dag. Beoordeel of deze zorgvrager op die dag voldoende heeft gegeten en gedronken. Vragen over verpleegkundige zorg bij obesitas 24. Beschrijf een zorgsituatie waarbij de zorgvrager veel hinder ondervindt van zijn/haar overgewicht. 25. Zijn er voldoende snelle mogelijkheden om aangepaste materialen te regelen voor de zorg van een obese zorgvrager (rolstoel, bed, lift)? 26. Waarom kan een obese zorgvrager ook ondervoed zijn? 27. Wordt de zorg rondom obese zorgvragers multidisciplinair geregeld (eetcontrole programma, psychologische hulp…)? 28. Beschrijf waar de knelpunten zitten voor therapietrouw m.b.t. dieet van obese zorgvragers. 29. Beschrijf een zorgsetting waarin je adviezen over leefstijl (beweging, voeding) hebt gegeven aan een zorgvrager met obesitas. 29. Waar zitten de knelpunten om als verpleegkundige ergonomisch veilig te werken met obese zorgvragers?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 63
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.1 B Verplegen van zorgvragers met een Reumatische aandoening Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student kan de meest voorkomende gezondheids- en bestaansproblemen bij een reumatische aandoening benoemen De student kan vertellen welke interventies worden toegepast bij pijn, stijfheid en krachtsverlies en vermoeidheid. Neem je boek mee en zorg voor een computer. Boek: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; thema verplegen van cliënten met Reumatische artritis. Internet: www. Reumafonds.nl Theorielokaal, studieruimte, thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Herhaal je kennis over verplegen van zorgvragers met een Reumatische aandoening door de activiteit: verplegen van een zorgvrager met reumatische artritis te maken uit gevorderd 1 chronisch zieken. Activiteit 2 Onderzoek wat de meest voorkomende gezondheids- en bestaansproblemen zijn bij een zorgvrager met een reumatische aandoening. Neem dezelfde aandoeningen die je hebt uitgewerkt bij de PAAF activiteit (kies uit iedere categorie een aandoening)
Aandoening
Lichamelijk
Psychisch
Albeda College Branche Gezondheidszorg 64
Sociaalmaatschappelijk
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.2 B Verpleegplan van de zorgvrager met een Reumatische aandoening Resultaat
De student heeft een verpleegkundige diagnose gesteld en een verpleegplan gemaakt m.b.v. een casus Neem je boek mee en zorg voor een computer. Zorg dat je beschikt over de gezondheidspatronen van Gordon Boek: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; thema verplegen van cliënten met Reumatische artritis. Theorielokaal, studieruimte, thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.1 en 1.2 K vakdeskundigheid toepassen
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie Activiteit
Stel de verpleegkundige diagnose en maak een verpleegplan van de competentieopdracht bij het hoofdstuk verplegen van cliënten met reumatische artritis. Analyseer de gegevens uit de casus en vul onderstaand schema in:
In de casus staat een ziekte/ stoornis genoemd
wat voor soort ziekte ( soms meerdere mogelijkheden)
wat zijn de symptomen
wat zegt de casus erover
wat weet ik er van?
wat zijn de complicaties/ wat zijn de aandachtspunten
Orden de gegevens en stel de verpleegkundige diagnoses. Maak hiervoor gebruik van de patronen van Gordon. Werk 3 specifieke verpleegproblemen uit volgens de PES Formuleer aansluitend verpleegdoelen volgens de RUMBA Formuleer minimaal 4 verpleegkundige interventies per doel. Maak een product en proces evaluatie per doel.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 65
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.3 B Reuma en behandeling Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft kennis over de behandeling bij Reuma en de rol van de verpleegkundige hierbij. Zorg dat je beschikking hebt over theorieboek verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; pathologieboek. Thema 5.verplegen van cliënten met een Reumatoïde artritis OLC, thuis, leslokaal Evaluatie met behulp van antwoordmodellen en medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Onderzoek hoe de behandeling bij Reumatoïde artritis eruit ziet, welke hulpverleners er allemaal betrokken kunnen zijn en wat je taak als verpleegkundige bij de behandeling is. Onderzoek : De medicamenteuze behandelingen en werk de 5 groepen uit. Wat zijn het voor een medicijnen, wat is het doel en wat zijn de bijwerkingen? De fysiotherapie en welke rol deze discipline speelt bij de behandeling? De ergonomische richtlijnen, de leefregels en de maatregelen voor gewrichtsbescherming. Wat houden deze in? De chirurgische behandeling. Wat is de reden wanneer hiermee wordt gestart, welke ingrepen komen het meest voor en wat houden deze ingrepen in. Behandeling door andere hulpverleners. Wie zijn dit en wat doen zij?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 66
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.4 B Verplegen van zorgvragers met pijn Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces Competentie
Je weet welke interventies en welke pijnmeetinstrumenten worden toegepast bij zorgvragers met pijn en chronische pijn. Neem je boek mee en zorg voor een computer. Boek: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; thema verplegen van cliënten met pijn en chronische pijn. Theorielokaal, studieruimte, thuis Bespreek de antwoorden en activiteit 3 met medestudenten m.b.v. het antwoordmodel van het boek en het antwoordmodel bij het ondersteunende materiaal. Breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Herhaal je kennis over verplegen van zorgvragers met pijn en chronische pijn door de activiteiten over een zorgvrager met chronische pijn uit gevorderd 1 chronisch zieken door te lezen en voor jezelf te herhalen. Activiteit 2 Maak Praktijk 1 over emoties en pijn uit het desbetreffende hoofdstuk. Herken je een dergelijke situatie uit je eigen praktijk? Zo ja, hoe heb je toen gehandeld? Activiteit 3 Informeer in je instelling waar je stage loopt of waar je werkzaam bent naar richtlijnen en/of een verpleegplan over hoe om te gaan bij chronische pijn en neem deze mee naar school.
Werkwijze bij activiteit 3: Bespreek met een paar medestudenten het verpleegplan en/of de richtlijnen en vergelijk deze met elkaar. Beoordeel het verpleegplan op de volgende items: Item Gaat de verpleegkundige zorg uit van het multidimensionale karakter van pijn.
Ja/nee
argumentatie
Is er ook sprake van een interdisciplinaire aanpak?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 67
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Wordt er gesproken over alert zijn op fysiologische reacties en gedragsveranderingen van zorgvragers met pijn, in het bijzonder wanneer zorgvragers niet in staat zijn tot verbale communicatie. Wordt er gebruik gemaakt van pijnbeoordelingsinstrumenten?
Wordt er gesproken over bevorderen van medicatietrouw, psychosociale interventies, ontspannings- en afleidingstechnieken, het bevorderen van comfort en rust, het gebruik van warmte en koude en massage?
Bespreek met elkaar in hoeverre in de praktijk wordt gewerkt met de richtlijnen en/of verpleegplan.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 68
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.1 PAAF Reumatische aandoeningen Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft kennis over verschillende vormen van reuma en de anatomie en pathologie van de meest voorkomende namelijk reumatische artritis. Neem je boeken mee en zorg voor een computer Boeken: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening: 5 Verplegen van cliënten met reumatoïde artritis ; anatomieboek en je pathologieboek Internet:www.reumafonds.nl Theorielokaal/studieruimte/thuis Kijk de activiteit na m.b.v. antwoordmodel en bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden K vakdeskundigheid toepassen
Activiteit 1 Ga naar de map reuma bij de Chronisch zieke zorgvrager in gevorderd 1 en herhaal de activiteiten van de PAAF over reuma.. Test jezelf met de zelftesten.
Activiteit 2 Ga naar de site van het reumafonds en maak de onderstaande vragen. Vragen Wat is reuma en in welke 3 categorieën wordt reuma onderverdeeld? Geef een uitleg bij iedere categorie. Geef bij iedere categorie 2 voorbeelden. Leg bij ieder voorbeeld uit wat deze aandoening inhoudt, wat de symptomen zijn en waaruit de behandeling bestaat.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 69
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.5 B Kennisopdracht Zorgvrager met maag, darm en leveraandoeningen Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces Competentie
De student heeft kennis over operaties aan het maagdarmstelsel en kan zijn kennis toepassen in de praktijkopdrachten/competentieopdracht De student heeft praktijkopdracht 1 en 2 en de competentieopdracht gemaakt. Neem je boek en je laptop mee. Zorg dat je anatomische kennis hebt over het maag-darm stelsel. Boek: verplegen van mensen met een acute somatische aandoening, hoofdstuk over het maagdarmstelsel. School en/of thuis. Beoordeel zelf of je voldoende kennis hebt over dit onderwerp. Vraag feedback aan de docent op de competentieopdrachten en de praktijkopdrachten 1.1 stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E:samenwerken en overleggen J: formuleren en rapporteren K: vakdeskundigheid toepassen M: analyseren
Activiteit 1: Maak een woordenlijst van de vetgedrukte woorden uit het hoofdstuk operaties aan het maagdarmstelsel. Werkwijze: In gevorderde fase 1 heb je je al verdiept in de chirurgische zorgvrager. Lees het hoofdstuk uit het boek over operatie aan het maagdarmstelsel nogmaals door en maak een woordenlijst van alle vetgedrukte woorden. Activiteit 2: Maak praktijkopdracht 1 en 2 en de competentieopdracht uit het hoofdstuk operaties aan het maagdarmstelsel. In gevorderde fase 1 heb je deze opdracht misschien al gemaakt. Zo nee, maak hem alsnog. Zo ja, hoe kijk je er nu tegenaan nu je in de gevorderde fase 2 zit? Pas je antwoorden eventueel aan.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 70
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.6 B Kijkopdracht maag, darm- en leveraandoeningen Resultaat
Praktische voorbereiding
Theorie Evaluatie Werkproces Competentie
Je hebt een beeld van de MDL afdeling in het ziekenhuis. Je kan je inleven in een zorgvrager met darm en lever aandoeningen. Zorg dat je de beschikking hebt over een computer en internet. Zorg dat je de beschikking hebt over theorieboek: verplegen van mensen met een acute somatische aandoening. Interne geneeskunde of een ander anatomie/pathologieboek Interne geneeskunde: aandoeningen aan de spijsverteringsorganen. Beoordeel zelf of je de resultaten behaald hebt.. 1.2 biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden K. Vakdeskundigheid vergroten R: op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
Activiteit 1 Kijkopdracht maag, darm- en leveraandoeningen. Om een indruk te krijgen van maag, darm en leveraandoeningen, ga je in deze activiteit drie filmpjes bekijken. Beoordeel zelf of je voldoende informatie opgedaan heb. Film 1: http://www.gezond24.nl/video/bekijk/in-het-ziekenhuis16.htm. Informatie over deze aflevering: In het ziekenhuis - MDL (Maag Darm Lever) Afl.: MDL (Maag Darm Lever). We zijn op bezoek bij de afdeling maag-, darm-, leverziekten van het St. Antonius Ziekenhuis Utrecht/Nieuwegein. We zien hoe dokter Bas Weusten stukjes weefsel uit de slokdarm van Meneer Megens neemt. Dit doet hij door middel van een endoscopische ingreep, een kijkbuis via de mond. Er is namelijk een beginnende vorm van kanker geconstateerd. Maar de vraag is hoe diep het tumorweefsel zich genesteld heeft. Dokter Weusten doet samen met patholoog Cees Seldenrijk onderzoek. De MDL-artsen werken nauw samen met de afdeling pathologie. Dokter Paul Stadhouders behandelt een patiënte met de ziekte van Crohn. Zij heeft een vernauwing in de dunne darm en dokter Stadhouders rekt de darm (ook endoscopisch) op met een ballon. Film 2: http://www.gezond24.nl/video/bekijk/je-zal-het-maar-hebben1.htm Deze aflevering gaat over jongeren met darmaandoeningen en heet “Shit happens”. Aitse heeft anus-atresie, hij is geboren zonder anus. Tera is faecaal incontinent. Bij haar werkt de kringspier van de anus niet meer en zij poept met behulp van een pacemaker. Patrick ontmoet ook Brenda. Zij heeft de ziekte van Crohn en laat aan Patrick zien hoe zij met behulp van haar stoma poept. Presentatie: Patrick Lodiers.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 71
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Film 3: http://www.gezond24.nl/video/bekijk/een-goed-begin51.htm Informatie over deze aflevering: Als Danielle 20 jaar is, wordt ze ernstig ziek. Ze heeft een auto-immuunziekte waardoor haar lever ernstig is beschadigd. Ze krijgt te horen dat haar lever nog maar vijf jaar houdbaar is. Voor Danielle is dit een enorme klap: "Op je 20e gaat het allemaal net beginnen en dan denk je dat je nog maar vijf jaar te leven hebt". Om te kunnen overleven heeft Danielle een levertransplantatie nodig. Danielle slikt medicijnen en die slaan aan. Maar op haar 30e is er geen ontkomen meer aan: Danielle heeft een nieuwe lever nodig. Heel onverwacht is ze aan de beurt en dan volgt een aantal spannende dagen waarin Danielle in een levensbedreigende situatie terecht komt. Op het nippertje loopt het goed af en kan Danielle aan een nieuw leven beginnen met haar donorlever. Tijdens al die jaren van ziekte en ziekenhuisopnamen speelt er, naast het ziek-zijn, een ding een grote rol voor Danielle: ze wil heel graag een kind. Maar wanneer is haar lichaam goed genoeg om zwanger te worden? Een half jaar na de transplantatie ontmoet Danielle de tien jaar jongere Kevin. Ze worden verliefd en trouwen. Danielle ‘s lichaam is sterk genoeg dus de tijd lijkt rijp om zwanger te worden. Maar is Kevin al wel aan kinderen toe? Lukt het nog wel om zwanger worden en hoe gaat haar lever zich gedragen tijdens de zwangerschap? Allemaal vragen die Danielle en Kevin bezighouden.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 72
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.7 B Verpleegplan voor een zorgvrager met een ileostoma
Resultaat Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
Een verpleegplan opstellen en bijstellen voor een zorgvrager voor en na een chirurgische ingreep Neem je boek en je laptop mee. Zorg dat je beschikt over de gezondheidspatronen van Gordon, sjabloon verpleegplan opstellen en het zakboek verpleegkundige diagnosen ( zie ondersteunend materiaal). Theorieboeken: verplegen van mensen met een acute somatische aandoening, plannen van zorg OLC, thuis, leslokaal Samen met medestudent; bespreken met inhoudsdeskundige en lever de activiteit in. 1.1 verpleegplan opstellen 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden M. Analyseren J. Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheid toepassen
Activiteit 1
Stel een verpleegplan op aan de hand van een casus. Werkwijze Lees casus deel 1 Henk is een man van 35 jaar en werkt als baliemedewerker op een bank. Henk heeft al zeven jaar de ziekte van Crohn. De ziekte heeft een wisselend verloop gekend. Na de laatste acute fase is met de behandelend arts besloten dat Henk een ileostoma krijgt. Henk dat dit wel zien aankomen, maar heeft het er toch moeilijk mee. Er is besloten bij Henk een resectie van zowel colon als rectum uit te voeren. Henk is gisteren op de afdeling chirurgie opgenomen. Tijdens de opname werd Henk vergezeld door zijn echtgenote. Beiden maakte een gespannen en zenuwachtige indruk. Tijdens de anamnese vertelde Henk dat hij veel buikpijnklachten heeft gehad. Henk heeft het laatste half jaar niet meer gewerkt omdat de klachten te hevig waren, daarnaast was hij bang dat hij ten gevolge van de diarree zichzelf zou “bevuilen”. Van zijn vrouw hoor je dat ze zich veel zorgen maken over het feit dat er de laatste tijd regelmatig vers bloed bij de ontlasting zat: “Dat is toch niet normaal???” Henk en zijn vrouw vertellen door de arts te zijn voorgelicht omtrent het aanleggen van de ileostoma maar geven aan nog geen idee te hebben wat dit betekent voor de toekomst. ”Eerst maar eens de operatie doorkomen” zegt Henk, daarna zien we wel verder. 1.
Analyseer de gegevens uit de casus en vul onderstaand schema in:
Albeda College Branche Gezondheidszorg 73
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
In de casus staat een ziekte/ stoornis genoemd
wat voor soort ziekte ( soms meerdere mogelijkheden)
wat zijn de symptomen
wat zegt de casus erover
wat weet ik er van?
wat zijn de complicaties/ wat zijn de aandachtspunten
2. Orden de gegevens en stel de verpleegkundige diagnoses. Maak hiervoor gebruik van de patronen van Gordon. 3. Werk 3 specifieke verpleegproblemen uit volgens de PES 4. Formuleer aansluitend verpleegdoelen volgens de RUMBA 5. Formuleer minimaal 4 verpleegkundige interventies per doel. 6. Maak een product en proces evaluatie per doel. Lees casus deel 2 (postoperatief) Henk heeft de operatie goed doorstaan zonder bijkomende complicaties. Postoperatief heeft Henk een epiduraalkatheter voor de pijnbestrijding, een urinekatheter, een infuus en een maagsonde. Op de stoma zit een zakje. Na 3 dagen zijn de epiduraal- en de urinekatheter verwijderd. De peristaltiek van de darmen is inmiddels op gang gekomen en Henk is begonnen met drinken per os. Hij heeft geen maagretentie en de maagsonde mag verwijderd worden. Omdat hij nog steeds antibiotica krijgt moet het infuus nog inblijven. Henk heeft al wel naar zijn stoma gekeken maar wilde nog niet helpen bij de verzorging. Hij vind het maar een raar ding daar op zijn buik! Hij wil liever nog een keer toekijken hoe de verpleging de stoma verzorgd omdat het allemaal nog zo nieuw is. Hij zegt zich ook zorgen te maken hoe dat straks zou gaan wanneer hij weer gaat werken en hoe zijn vrouw zo’n ding op zijn buik zal vinden. Vandaag is de vierde dag postoperatief. Henk geeft aan dat hij aandrang heeft: “als of hij naar de wc moet”. Hij klaagt ook over een strak en pijnlijk gevoel “van onderen”.
Analyseer de gegevens uit de casus en vul onderstaand schema in:
Albeda College Branche Gezondheidszorg 74
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
wat zegt de casus de postoperatieve zorg
wat weet ik ervan?
soort behandeling, medicatie
wat kunnen de complicaties zijn
wat zegt het dossier erover
1. Werk 3 specifieke verpleegproblemen uit volgens de PES 2. Formuleer aansluitend verpleegdoelen volgens de RUMBA 3. Formuleer minimaal 4 verpleegkundige interventies per doel. 4. Maak een product en proces evaluatie per doel.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 75
wat zijn de aandachtspunten
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.8 B Verpleegkundige zorg bij chronische darmaandoeningen Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student weet de belangrijkste verpleegkundige zorg bij zorgvragers met darmaandoeningen: prikkelbare darmsyndroom, diverticulose, colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn Neem je boeken mee en zorg voor een computer. Boek inwendige geneeskunde Basisboek pathologie Boeken en internet Theorielokaal/studieruimte/thuis Kijk de vragen na m.b.v. het antwoordmodel. Bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige 1.1 en 1.8 K vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Vragen beantwoorden over darmaandoeningen. Beantwoord van onderstaande darmaandoeningen de vragen: prikkelbare darmsyndroom, diverticulose, colitis ulcerosa ziekte van Crohn Vragen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Leg in het kort uit wat de aandoening inhoudt. Wat zijn de symptomen/ziekteverschijnselen? Wat zijn de eventuele complicaties? Door welke onderzoeken kan de diagnose worden gesteld? Waaruit bestaat de behandeling en therapie? Wat kun je als verpleegkundige observeren bij een zorgvrager met een dergelijke aandoening? 7. Geef 2 specifieke gezondheids- en/ of bestaansproblemen bij de betreffende darmaandoening ? 8. Geef bij elk minimaal 4 verpleegkundige interventies.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 76
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.9 B Verpleegplan voor zorgvragers met levercirrose Resultaat Praktische voorbereiding
Theorie
Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft aan de hand van een casus een verpleegplan gemaakt voor een zorgvrager met levercirrose Zorg dat je de beschikking hebt over een computer en internet. Zorg dat je de beschikking hebt over theorieboek: verplegen van mensen met een acute somatische aandoening. Interne geneeskunde of een ander anatomie/pathologie boek. Boek: verplegen van mensen met een acute somatische aandoening Boek: Interne geneeskunde (aandoeningen aan de spijsvertering) Feedback medeleerling, nakijken docent. 1.1 stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden J: formuleren en rapporteren K: vakdeskundigheid toepassen N: onderzoeken
Activiteit 1 Maak een verpleegplan over een zorgvrager met alcoholabusis met als gevolg een levercirrose. Vraag 1: Schrijf een casus over een zorgvrager met alcoholabusis met als gevolg een levercirrose. Label: gezondheidsbeleving en instandhouding P:________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ E:________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ S:________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ Doel: __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________
Albeda College Branche Gezondheidszorg 77
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Label: Stressverwerkingspatroon P:________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ E:________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ S:________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________
Doel: __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ Label: Zelfperceptie en zelfbelevingspatroon: P:________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ E:________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ S:________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ Doel: __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________ Vraag 2: Welke interventies passen bij de in vraag 2 gestelde verpleegproblemen en doelen Formuleer bij elk verpleegprobleem en doel, vier verpleegkundige interventies.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 78
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.2 PAAF Chronische darmaandoeningen Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student heeft kennis van verschillende darmaandoeningen: prikkelbare darmsyndroom, diverticulose, colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn Neem je boeken mee en zorg voor een computer. Boek inwendige geneeskunde Basisboek pathologie Boeken en internet Theorielokaal/studieruimte/thuis Kijk de vragen na m.b.v. het antwoordmodel. Bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige 1.2 en 1.8 K vakdeskundigheid toepassen
Activiteiten Maak onderstaande opdracht over chronische darm aandoeningen. In deze opdracht bespreken we enkele regelmatig voorkomende chronische darmaandoeningen zoals het prikkelbare darmsyndroom, diverticulose, colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn .
1. Een veel voorkomende darmklacht is een spastisch colon, ook wel bekend onder de naam colonneurose of emotionele diarree 2. Een meer gebruikt woord is het prikkelbare darmsyndroom, door artsen vaak aangeduid met IBS. Waar staat IBS voor? 3. Wat is meestal de hoofdklacht bij IBS? 4. Aan IBS is niet veel te doen, wat zou de klachten eventueel kunnen verminderen? 5. Wat werkt meestal averechts?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 79
BC BRANCHE VVT 1415
5.
MBO-verpleegkundige
Een ander ziektebeeld is diverticulose. Wat is een divertikel?
6. In welk deel van de wereld komt dit ziektebeeld het meest voor? 7. Diverticulose is in principe klachtenvrij. Wat kunnen wel eventuele complicaties zijn, die klachten kunnen veroorzaken? 8. Hieronder zie je een plaatje met divertikels. Kun je hierop zien waarom er een diverticulitis kan ontstaan?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 80
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
9.
Wat kunnen de complicaties van diverticulitis zijn?
10.
Colitis ulcerosa is een ontsteking van de darm? Welk gedeelte van de darm gaat het hier om . De dikke of dunne darm?
11.
Welk gedeelte van je bovenstaande antwoord is hierin het meest aangedaan?
12. 13.
Wat is de oorzaak van colitis ulcerosa? Hoe ziet de ontlasting eruit bij iemand met actieve colitis ulcerosa ?
14.
Een andere complicatie van een ernstige colitis ulcerosa is een toxisch megacolon. Wat is dit?
15. Verder is er de kans op een perforatie waardoor er een peritonitis kan ontstaan. Wat is een perforatie en wat is een peritonitis? 16. Wat is het belangrijkste onderzoek in de vaststelling van de diagnose C.U? 17. 18.
Welk medicijn neemt een belangrijke plaats in in de behandeling van C.U. Hebben mensen met C.U. een vergrote kans het ontwikkelen van een coloncarcinoom?.
19.
Een andere vorm van een ontsteking van de darm is de ziekte van Crohn. Waar in de darm vindt je over het algemeen dit ziektebeeld?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 81
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
21.
Als men naar de oorzaak van Crohn vraagt staat er vaak in de stukken” ECI” Wat betekend deze term? Wat zijn de meest voorkomende symptomen van Crohn?
22.
Noem 2 mogelijke complicaties van Crohn?
23.
Wat moet men uitsluiten alvorens de diagnose Crohn te geven?
24.
Crohn wordt veelal behandelt met corticosteroïden. Welke met name?
25.
Wat zijn veel voorkomende complicaties van het gebruik van corticosteroïden op de lange termijn
20.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 82
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.3 PAAF ziekten van het spijsverteringsstelsel
Praktische voorbereiding
Theorie
Evaluatie Werkproces competentie
Je kunt beschrijven wat de oorzaken, symptomen, onderzoeken, behandelmethoden en complicaties zijn bij een aantal aandoeningen aan het spijsverteringsstelsel. Zorg dat je de beschikking hebt over een computer en internet. Zorg dat je de beschikking hebt over theorieboek: verplegen van mensen met een acute somatische aandoening. Interne geneeskunde of een andere anatomie/pathologie boek. Verplegen van zorgvragers voor en na een chirurgische ingreep, onderzoek of behandeling (406) - Traject V&V Boek: verplegen van mensen met een acute somatische aandoening: operaties aan het maagdarmstelsel Boek: interne geneeskunde; aandoeningen aan de spijsvertering Feedback medeleerling , nakijken docent. 1.2 biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden K: vakdeskundigheid toepassen
Activiteit 1 Vul het onderstaande schema in. Benoem de nummers, de onderstreepte nummers ook in het Latijn.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 13. 14. 18.
Benoem de volgende nummers, de onderstreepte nummers ook in het Latijn: Albeda College Branche Gezondheidszorg 83
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
1
2
3 8 9 7
4
5 10
6
11 Nummer 2, 3 en 4 vormen met elkaar:………….. Nummer 5 t/m 11 vormen met elkaar:………
Activiteit 2 Uitwerken ziektebeelden aan het spijsverteringsstelsel . Vul onderstaand schema in: Orgaan
Ziektebeeld
Slokdarm
Reflux
Oorzaak /beschrijving
Verschijnsel en
Onderzoek
Divertikels Varices Carcinoom Maag
Ulcus Perforatie Bloeding Carcinoom Pylorussteno se
Albeda College Branche Gezondheidszorg 84
Behandeling
Complicatie
BC BRANCHE VVT 1415
Orgaan
Ziektebeeld
Dunne darm
Divertikel
MBO-verpleegkundige
Oorzaak /beschrijving
Verschijnsel en
Onderzoek
Ileus Ziekte van Crohn Dikke darm
Colitis ulcerosa Diverticulitis Poliepen Darm carcinoom Appendicitis
Buikvlies
Peritonitis
Lever
Hepatitis Leversteatose Leverfibrose Levercirrose Icterus Levercarcino om
Galblaas
Galstenen
Pancreas
Ontsteking galblaas Pancreatitis
Milt
Pancreascarcinoom Ruptuur
Albeda College Branche Gezondheidszorg 85
Behandeling
Complicatie
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.10 B Verplegen van een zorgvrager met een schildklieraandoening Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student kan: Informatie geven over diagnostiek bij ziekten aan de schildklier . Ziektesymptomen van schildklieraandoeningen verklaren en de verpleegkundige maatregelen benoemen. Complicaties na strumectomie benoemen en weten hoe te handelen. Neem je boek en je laptop mee.. Zorg dat je voldoende kennis hebt over de anatomie van de schildklier. Zorg dat je de functie van de hypofyse kent. School of thuis, internetaansluiting. Bespreek je uitwerking met studiegenoten. Vraag feedback aan de docent. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.6 Voorlichting, advies en instructie
Activiteit 1: Beantwoord de vragen over zorgvragers met schildklieraandoeningen. Werkwijze: Ga naar de website van de schildklier stichting Nederland en beantwoord de volgende vragen in eigen woorden: Vraag 1: Welke diagnostische onderzoeken worden er verricht om afwijkingen aan de schildklier op te sporen. Vraag 2: Noem de belangrijkste symptomen van de ziektebeelden hyperthyreoïdie en hypothyreoïdie. Vraag 3: Geef aan welke aspecten in behandeling en verpleging van belang zijn. Vraag 4: Door welke oorzaak kan een vergroting van een schildklier optreden. Vraag 5: Een complicatie na een strumectomie kan een bloeding zijn, noem de maatregelen die bij een dergelijke complicatie genomen dienen te worden. Vraag 6: Benoem de symptomen bij de ziekte van Graves. Activiteit 2 Schrijf een casus en stel een verpleegplan op. Werkwijze: Schrijf een casus over een zorgvrager met schilklierkanker die geopereerd moet worden. Stel een verpleegplan op over de postoperatieve zorg, formuleer 3 verpleegproblemen. In het mapje ondersteunend materiaal kan je een sjabloon vinden.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 86
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.11 B Ziekten aan de bijnieren Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student heeft een werkstuk gemaakt over verschijnselen, oorzaak en behandeling van ziekten aan de bijnieren. Zorg dat je de beschikking hebt over een computer en internet. Zorg dat je voldoende kennis hebt over de anatomie van de bijnieren. Zorg dat je de functie van de hypofyse kent. School of thuis, internetaansluiting. Werkstuk ter beoordeling aanbieden aan de docent en plaatsen op het portaal. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V 1.9 Evalueert de zorgverlening D,J,M
Activiteit 1: Maak een werkstuk over een aandoening aan de bijnieren. Werkwijze: Verdeel de klas in groepjes en maak een werkstuk over één van de volgende aandoeningen aan de bijnieren: Ziekte van Addison Cushingsyndroom Adrenogenitaal syndroom Feochromocytoom In het werkstuk is het de bedoeling dat er vooral geschreven wordt over oorzaak, onderzoek en behandeling en dat het stuk anatomie/pathologie bekend moet zijn. Hoofdstuk 1: Beschrijf kort wat de ziekte inhoudt, hoe vaak het voorkomt en bij wie. Hoofdstuk 2: Welke diagnostische onderzoeken worden er verricht om afwijkingen aan de bijnieren op te sporen? Hoofdstuk 3: Noem de belangrijkste symptomen van de ziektebeelden. Hoofdstuk 4: Geef aan welke aspecten in behandeling en verpleging van belang zijn. Hoofdstuk 5: Welke psychische klachten/ gedragsverandering kan je tegenkomen bij een zorgvrager met deze aandoening. Schrijf een proces- en productevaluatie.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 87
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.12 B Verplegen van zorgvragers met Diabetes Mellitus Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces competentie
De student heeft met behulp van de activiteiten de verpleegkundige zorg en interventies beschreven bij zorgvragers met Diabetes Mellitus Neem je boek mee en zorg voor een computer. Boek: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; thema verplegen van cliënten met een Diabetes Mellitus Theorielokaal, studieruimte, thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en m.b.v. het antwoordmodel van het boek en het antwoordmodel bij het ondersteunende materiaal. Breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Herhaal je kennis over verplegen van zorgvragers met Diabetes Mellitus door de kennistaak over een zorgvrager met een Diabetes Mellitus te maken uit Gevorderd 1 chronisch zieken. Activiteit 2 Maak Praktijk 1 uit het desbetreffende hoofdstuk. Herken je een dergelijke situatie uit je eigen praktijk? Zo ja, hoe heb je toen gehandeld? Activiteit 3 Maak de onderstaande vragen. Vragen: 1. Leg uit waarom het van belang is dat een zorgvrager kennis heeft over de ziekte? 2. Hoe komt het dat zorgvragers niet altijd gemotiveerd zijn om de bloedsuikerwaarden binnen bepaalde grenzen te houden? 3. Welke verpleegkundige interventies tref je wanneer een zorgvrager zich niet houdt aan de therapievoorschriften? 4. Waaruit bestaat de verpleegkundige zorg in de diagnose fase? 5. Waaruit bestaat de verpleegkundige zorg in de stabiele fase? 6. Welke verpleegkundige interventies tref je bij een hypoglykemie? 7. Kijk terug naar je eigen praktijksituatie en ga na of er is gehandeld volgens de interventies bij een hypoglykemie in het boek.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 88
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.13 B Medicijnen bij hormonale aandoeningen Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student heeft kennis van de medicatie die gegeven wordt bij hormonale aandoeningen. Zorg dat je de beschikking hebt over een computer en internet.
School, thuis Beoordeel zelf of je voldoende kennis hebt opgedaan. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit : Maak je eigen repertorium hormonale aandoeningen. Werkwijze: Wanneer je medicatie deelt, wordt er als verpleegkundige van je verwacht dat je weet wat je geeft en wat de bijwerkingen zijn. Deze activiteit is bedoeld om je te verdiepen in de medicatie die je geeft bij hormonale aandoeningen. Medicinale hormonen worden onderverdeeld in: - anabole steroïden. - anti-hormonen. - bloedsuiker-middelen (o.a. insuline). - calcium-regulerende middelen. - corticosteroïden. - hypofyse-hormonen . - hypothalamus-hormonen. - geslachtshormonen. - hormonen bij kanker. - schildklier-middelen. Zoek uit elke groep één medicament en beschrijf in eigen woorden het volgende: wanneer gebruik je het. wanneer mag je het niet gebruiken. hoe werkt het. wat is de bijwerking. hoe zit het met medicatietrouw. hoe duur is het
Albeda College Branche Gezondheidszorg 89
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.4 PAAF Het hormoonstelsel Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student heeft kennis van het hormoonstelsel Neem je boeken mee en zorg voor een computer. Anatomieboek internet Anatomieboek en internet Theorielokaal/studieruimte/thuis Kijk de vragen na m.b.v. het antwoordmodel. Bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M
Activiteit 1 Maak onderstaande opdracht over hormonen.
1. Het hormoonstelsel bestaat uit klieren. Er zijn 2 soorten klieren. Klieren met externe secretie(exocriene klieren) en klieren met interne secretie(endocriene klieren) zoek uit wat dit inhoudt en noteer dan bij onderstaande klieren of ze endocrien of exocrien zijn. -
hypofyse epifyse speekselklier schildklier (gl. Thyroidea) zweetklier hypothalamus borstklier (mamam) bijnieren (gl. Suprarenalis)
2. Buiten exocriene en endocriene klieren zijn er ook nog 2 die het beide hebben en men daarom gemengde klieren noemt. Welke zijn dit?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 90
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3. Bekijk voor jezelf of met een groepje de hormoonklieren en maak er een boomstructuur van te beginnen met aan de top de hypothalamus. daaronder komt de hypofyse die aangestuurd wordt door hypothalamus . Daaronder komen dan de overige endocriene en gemengde klieren. Noteer langs de lijnen ook de hormonen die vanuit de ene klier de andere aansturen. Hieronder zie alvast een voorbeeld van de schilklier
Activiteit 2 Maak onderstaande vragen. Vragen Processen in het lichaam worden neuraal en hormonaal geregeld. Deze 2 systemen werken samen. Waar wordt de verbinding tussen deze 2 systemen gevormd? (1) …..
Albeda College Branche Gezondheidszorg 91
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Hormonen worden geproduceerd door klieren. Er zijn 2 soorten klieren, endocriene klieren en exocriene klieren. Wat is het verschil tussen deze 2? (2)
(3) Noem de klieren van het endocriene systeem en beschrijf de ligging. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Hormonen kunnen ook geproduceerd worden door weefsel. (denk aan gastrine, geproduceerd door de maag, secretine geproduceerd door de wand van de twaalfvingerige darm)
Waaruit zijn de meeste hormonen opgebouwd? (4)
Waar worden hormonen weer afgebroken? (5)
Hormonen brengen een boodschap over. Zij komen bij hun doelwit orgaan via (6) ……….
Er kunnen tientallen verschillende hormonen in de bloedbaan circuleren, Hoe is het mogelijke dat een bepaald hormoon ook precies het gewenste effect heeft? (7)
Klieren van het endocriene systeem Hypofyse Beschrijf de bouw en ligging van de hypofyse. (8) (9) Welke 2 hormonen geeft de neurohypofyse af? 1. 2. Albeda College Branche Gezondheidszorg 92
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
ad 1 - Wat zijn de prikkels voor afgifte van het hormoon genoemd bij (1)
- waar doet dit hormoon zijn werking
- wat is de werking
(10) ad 2 - Wat zijn de prikkels voor afgifte van het hormoon genoemd bij (2)
-
waar doet dit hormoon zijn werking
-
wat is de werking
De adenohypofyse geeft 2 groepen hormonen af: -
direct werkende hormonen of effecthormonen
-
glandotrope hormonen
(11) Welke 2 hormonen zijn de direct werkende hormonen? 1. 2. ad 1 - waar doet dit hormoon zijn werking
- wat is de werking
(12) ad 2 - waar doet dit hormoon zijn werking - wat is de werking
Albeda College Branche Gezondheidszorg 93
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
(13) Welke 5 hormonen zijn de glandotrope hormonen? 1. 2. 3. 4. 5.
(14) ad 1 - waar doet dit hormoon zijn werking
- wat is de werking
(15) ad 2 - waar doet dit hormoon zijn werking
-
wat is de werking
(16) ad 3 - waar doet dit hormoon zijn werking
- wat is de werking
(17) ad 4 - waar doet dit hormoon zijn werking
- wat is de werking
(18) ad 5 - waar doet dit hormoon zijn werking
- wat is de werking -
Albeda College Branche Gezondheidszorg 94
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
schildklier Beschrijf de bouw en ligging van de schildklier. (19) (20) Wat is de Latijnse benaming? ………..
(21) Wat produceert de schildklier? 1. 2. 3.
Hoe wordt de schildklier gestimuleerd om zijn product af te geven aan de circulatie? (22) Wat is een belangrijke bouwsteen van het schildklierhormoon? (23) Wat is de werking van het schildklierhormoon? (24)
Bijschildklier Beschrijf de bouw en ligging van de bijschildklier. (25)
(26) Wat is de Latijnse benaming? ………..
(27)Wat produceren de bijschildklieren?
(28) Wat is de werking van het bijschildklierhormoon?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 95
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Alvleesklier Beschrijf de bouw en ligging van de alvleesklier. (29) (30) Wat is de Latijnse benaming? ……….. (31) Welk deel produceert hormonen? (32) Welke hormonen worden daar geproduceerd? 1. 2.
(33) Beschrijf de werking van deze hormonen en hun samenwerking. (34) Welke pathologie ontstaan als deze werking verstoord is? Bijnieren Beschrijf de bouw en ligging van de bijnieren. (35) (36) Wat is de Latijnse benaming? ………..
(37) De bijnieren bestaan uit 2 los van elkaar functionerende delen. 1. 2. (38) welke hormonen produceren deze delen en wat is hun werking? Ad 1.a.
b.
c.
(39) ad 2. a.
b.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 96
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
geslachtsklieren (40) Wat zijn de geslachtsklieren bij de man en wat bij de vrouw?
(41) Wat is de Latijnse benaming?
(42) Welke hormonen worden daar geproduceerd?
(43) Wat is hun werking?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 97
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.5 PAAF Diabetes mellitus Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
De student heeft kennis van de pathologie diabetes mellitus. Neem je boeken mee en zorg voor een computer.
Locatie Evaluatie
Theorielokaal/studieruimte/thuis Kijk de vragen na m.b.v. het antwoordmodel. Bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Werkproces competentie
boek: inwendige geneeskunde http://www.diabetesfonds.nl/overzicht/over-diabetes
Activiteit 1 Volg het hoorcollege over Diabetes Mellitus en herhaal de activiteiten van de PAAF over Diabetes Mellitus uit de beginnersfase. Test jezelf met de zelftesten Activiteit 2 Maak onderstaande opdracht over diabetes mellitus.
Gebruik voor onderstaande vragen het boek inwendige geneeskunde thema: hormonale aandoeningen en http://www.diabetesfonds.nl/overzicht/over-diabetes 1.
Welk hormoon is er te weinig bij de pathologie diabetes mellitus?
2.
Wat heeft dit tot gevolg?
3.
Welke soorten diabetes mellitus worden er onderscheiden?
4.
Wat is het verschil tussen de 2 meest belangrijke typen?
5.
Wat gebeurt er met de bloedsuikerspiegel als er geen insuline wordt afgegeven?
6.
Noem 3 oorzaken voor DM type I.
7.
Welk orgaan laat nu glucose het lichaam verlaten?
8.
Als er op deze wijze glucose het lichaam verlaat, wat wordt er dan automatisch door de glucose mee genomen het lichaam uit?
9.
Wat zal een DM zorgvrager dus veel gaan doen? (2 reacties)
10.
Wat zijn hier de medische termen van?
11.
Noem nog 2 verschijnselen die naast bovenstaande reacties gesignaleerd worden.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 98
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Doordat er te weinig glucose in de cellen is om te verbranden om energie te verkrijgen gaat het lichaam een andere stof verbranden. 12. 13.
Welke voedingsstof gaat het lichaam van een DM zorgvrager dan verbranden? Wat is het gevolg daarvan voor het bloed?
14.
Wat zijn de gevolgen hiervan als er geen behandeling wordt gegeven?
15.
Welke onderzoeken kunnen er gedaan worden om DM vast te stellen?
16.
Wat is de behandeling van DM type I?
17.
Waartussen moet een evenwicht gevonden worden?
18.
Hoe worden de medicijnen toegediend en waarom moet dit op deze manier?
19.
Hoe wordt DM type II ook wel genoemd?
20.
Maken deze zorgvragers insuline?
21.
Wat zijn oorzaken voor DM type II?
22.
Wat zijn de eerste symptomen van type II?
23.
Wat is de behandeling van DM type II?
24.
Wat is een hyperglykemische coma en wat is de behandeling?
25.
Wat is een hypoglycemische coma en wat is de behandeling?
26.
Noem de verschijnselen van een hypo- en een hyperglycaemie?
27.
Noem een aantal lange termijn gevolgen van DM.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 99
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.14 B Verpleegkundige zorg bij infectieziekten Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student weet welke verpleegkundige zorg wordt toegepast bij de verschillende infectieziekten. De student weet de isolatie richtlijnen en kan deze toepassen op de verschillende infectieziekten. Neem je boeken mee en zorg voor een computer. Boek: inwendige geneeskunde http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/infectieziekten/vraag-enantwoord/wat-is-het-norovirus-en-wat-zijn-de-symptomen-en-behandelingvan-buikgriep.html http://www.meningitis-stichting.nl https://www.hersenstichting.nl/alles-overhersenen/hersenaandoeningen/hersenvliesontsteking.html http://nhg.artsennet.nl/kenniscentrum/k_richtlijnen/k_nhgstandaarden/Same nvattingskaartje-NHGStandaard/M35_svk.htm http://www.rivm.nl/Onderwerpen/Ziekten_Aandoeningen/I/Influenza http://www.mrsa-net.nl/nl/publiek/mrsa-algemeen/wat-is-mrsa/4-is-mrsa-tebehandelen www.nursing.nl/magazine activiteit isolatie verplegen gevorderd 1 klinischezorg Theorielokaal/studieruimte/thuis Bespreek eigen ervaringen, vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige. Maak gebruik van het antwoordmodel. 1.1, 1.2 A, E, D, F, H, J, K, M, R, V
Activiteit 1 Onderzoek de verschillende vormen van isolatie. Isolatie: hoe zat het ook al weer? Onderzoek welke vormen van isolatie er zijn en wat dit betekent voor de verpleegkundige zorg. Leg uit welke vorm je zal toepassen bij de onderstaande infectieziekten. Influenza Meningitis Norovirus Hepatitis A Urineweginfecties Besmetting met herpes virus MRSA Klebsiella Activiteit 2 Stel een verpleegplan op voor een zorgvrager met een infectie ziekte. Maak een verpleegplan voor een zorgvrager die besmet is met 1 van de bovenstaande infectie ziekten. Je kunt hiervoor gebruik maken van een casus uit je eigen praktijk.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 100
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.6 PAAF infectieziekten Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student heeft kennis van een aantal veel voorkomende infectieziekten Neem je boeken mee en zorg voor een computer Boek: inwendige geneeskunde http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/infectieziekten/vraag-enantwoord/wat-is-het-norovirus-en-wat-zijn-de-symptomen-en-behandelingvan-buikgriep.html http://www.meningitis-stichting.nl https://www.hersenstichting.nl/alles-overhersenen/hersenaandoeningen/hersenvliesontsteking.html http://nhg.artsennet.nl/kenniscentrum/k_richtlijnen/k_nhgstandaarden/Same nvattingskaartje-NHGStandaard/M35_svk.htm http://www.rivm.nl/Onderwerpen/Ziekten_Aandoeningen/I/Influenza http://www.mrsa-net.nl/nl/publiek/mrsa-algemeen/wat-is-mrsa/4-is-mrsa-tebehandelen Theorielokaal/studieruimte/thuis Kijk de vragen na m.b.v. het antwoordmodel. Bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V K vakdeskundigheid toepassen
Activiteit 1 Maak onderstaande opdracht over een aantal infectieziekten. Werk onderstaande infectieziekten uit: Influenza Meningitis Norovirus Hepatitis A Urineweginfecties Besmetting met herpes virus MRSA Klepsiella
Beschrijf daarbij: Wat is de veroorzaker Wat is de wijze van besmetting Wat is de incubatietijd Wat zijn de verschijnselen, is het verloop van de ziekte Wat is de behandeling Wat zijn de complicaties
Albeda College Branche Gezondheidszorg 101
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Aanvullende vragen: Waarom worden chronische zorgvragers en mensen boven de 65 jaar voor influenza gevaccineerd? Wat is het verschil tussen meningitis en menigitissepsis? Wat is het verschil tussen hepatitis A en hepatitis B Waarom hebben chronische zorgvragers grotere kans op urineweginfecties? Welke herpes vormen zijn er. Wanneer is herpes besmettelijk? Kan herpes verdwijnen? Wat is icterus, waardoor komt deze specifieke kleur en wat kan de oorzaak zijn van icterus? Waarom is een ziekenhuis/zorginstelling heel alert op MRSA en Klepsiela? Welke maatregelen neemt men daarom?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 102
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.15 B Verplegen van een zorgvrager met huidaandoeningen Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
De student benoemt de belangrijkste aandachtspunten bij het verplegen van een zorgvragers met psoriasis of een andere huidaandoening Neem je boek mee en zorg dat je internet tot je beschikking hebt Basisboek pathologie http://www.psoriasis.nl http://www.huidinfo.nl
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Theorielokaal/ studieruimte Bespreek de uitwerkingen met je groepsgenoten en de inhoudsdeskundige 1.1, 1.2 K vakdeskundigheid
Activiteit 1 Beschrijf bij de onderstaande ziektebeelden in het schema 2 belangrijke verpleegproblemen en de daarbij behorende verpleegkundige interventies. Activiteit 2 Welke tips kun je een zorgvrager geven m.b.t. de lichamelijke verzorging bij deze aandoeningen?
ziektebeeld
Probleem
Erysipelas
1
Verpleegkundige interventies
2
Herpes zoster
1
2.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 103
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
ziektebeeld
Probleem
Eczeem
1.
Verpleegkundige interventies
2.
Psoriasis
1.
2.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 104
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.7 PAAF Chronische huidaandoeningen RESULTAAT PRAKTISCHE VOORBEREIDING
THEORIE
LOCATIE TIJDSDUUR EVALUATIE
JE HEBT KENNIS VAN EEN AANTAL HUIDAANDOENINGEN NEEM JE BOEK MEE EN ZORG DAT JE INTERNET TOT JE BESCHIKKING HEBT. BASISBOEK PATHOLOGIE. HTTP://WWW .PSORIASIS.NL HTTP://WWW .HUIDINFO.NL THEORIELOKAAL/ STUDIERUIMTE. 2 LESUREN KIJK DE ANTWOORDEN NA M.B.V. HET ANTWOORDMODEL EN BESPREEK VRAGEN EN ONDUIDELIJKHEDEN MET DE INHOUDSDESKUNDIGE.
WERKPROCES COMPETENTIE
1.2 K VAKDESKUNDIGHEID TOEPASSEN
ACTIVITEIT 1: EFFLORESCENTIELEER
Bij aandoeningen van de huid treden veranderingen aan de huid op, de zogenaamde efflorescenties. Enkele veel voorkomende efflorescenties zijn:
Zoek bij de hieronder genoemde efflorescenties de betekenis. Teken de afwijking op een huiddoorsnede of plak een internetfoto in de kolom.
EFFLORESCENTIE OMSCHRIJVING MACULA
PAPEL
VESIKEL
BULLA
PUSTEL
Albeda College Branche Gezondheidszorg 105
TEKENING OF INTERNETFOTO
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
SQUAMA
EXCORIATIE
EROSIE
ULCUS
RHAGADE
LICHENIFICATIE
CRUSTA
NODU[LU]S
ACTIVITEIT 2: DERMATOLOGIE: HUIDAANDOENINGEN – STUDIE-ACTIVITEIT Lees onderstaande tekst grondig door. Stel eventuele vragen aan de docent. Dermatologische aandoeningen Exantheem: “uitslag”, wegdrukbare roodheid door vaatverwijding, bestaande uit vlekken en papels, bijvoorbeeld bij kinderziekten en medicijnovergevoeligheid Enantheem: roodheid van de slijmvliezen ECZEEM: huidaandoening die bestaat uit vele efflorescenties Albeda College Branche Gezondheidszorg 106
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
[roodheid, schilfering, papels, blaasjes, korsten, vocht] verloopt meestal in aanvallen en gaat gepaard met jeuk.
Contacteczeem = allergisch eczeem op contactplaatsen, bijv. door nikkelen armbandje, zalf
Constitutioneel eczeem = atopisch eczeem; heftig jeukend chronisch eczeem op basis van erfelijkheid; samenhangend met asthma bronchiale en hooikoorts. Onder de leeftijd van één jaar komt dit eczeem voor in de vorm van dauwworm [plaatje rechts hieronder]. De latere vorm zit vooral op de buigzijde van ellebogen en knieën. Therapie: jeuk bestrijden met antihistaminica, allergenen vermijden, desensibiliseren.
Kokkogeen eczeem = scherp omschreven eczeemplekken met een onbekende oorzaak: atopie?, warmte?, vocht?, wrijving? [heeft dus niets te maken met bacteriën, kokken!]
Seborroïsch eczeem is een eczeem dat bestaat uit roodheid en vettige schilfering, vooral op het behaarde hoofd, in de wenkbrauwen, in de neusplooi, achter de oren, in andere plooien. Komt vooral voor op wat oudere leeftijd, de lichtste vorm is roos en bij baby’s ‘berg’. De oorzaak is onbekend. Therapie: zwavelzinkzalf of lichte corticosteroïdzalf.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 107
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
AANDOENINGEN veroorzaakt door BACTERIEN
Impetigo vulgaris is een oppervlakkige huidinfectie door stafylokokken of streptokokken, vooral bij kinderen in het gezicht [‘krentenbaard’]. Het begint met roodheid, blaasjes en pustels, die barsten waarna korsten ontstaan.
Ostiofolliculitis en diepe folliculitis zijn ontstekingen van de haarzakjes. Bij de ostiofolliculitis is alleen de mond van het haarzakje ontstoken; een diepe folliculitis kan gepaard gaan met pusophoping in het haarzakje door een infectie met stafylokokken; een zogenaamde furunkel [= steenpuist] kan hier het gevolg van zijn. Therapie: zwavelzalf of chirurgisch.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 108
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
AANDOENINGEN veroorzaakt door VIRUSSEN
Herpes simplex: een groep blaasjes op een rode ondergrond. De oorzaak is een infectie met het herpesvirus. Bij een eerste contact [meestal tussen 0,5-6 jr.] ontstaat vooral een stomatitis, soms een vulvovaginitis. Daarna blijft het virus in het lichaam aanwezig. Bij verminderde weerstand treedt een recidief op: vooral als koortslip. [zie het plaatje linksonder]
Herpes Zoster is gordelroos. Begint met verschijnselen van moeheid en een branderig gevoel van een bepaald huidgebied [altijd halfzijdig]. Daarna ontstaan rode plekken, papels en met sereus vocht gevulde blaasjes. De blaasjes drogen in en genezen met littekens. Als complicatie kan neuralgie [= zenuwpijn] optreden. [zie het plaatje midden onder]
Wratten [op jeugdige leeftijd] worden veroorzaakt door het wrattenvirus; er ontstaan grote aantallen, kleine, platte wratjes aan handen, vingers en het gezicht. Ze kunnen met wrattentinctuur worden aangestipt, m.b.v. een lepel verwijderd of m.b.v. vloeibare stikstof bevroren worden. Vaak recidiveren ze. [zie het plaatje rechtsonder]
AANDOENINGEN veroorzaakt door SCHIMMELS Het typische van schimmelinfecties is roodheid met schilfering. Vaak treedt in het centrum al genezing op, als de infectie zich aan de rand nog uitbreidt [‘ringworm’]. Deze schimmelinfecties tref je vooral aan op warme, vochtige plaatsen/plooien [zie plaatje hiernaast].
OVERIGE DERMATOLOGISCHE AANDOENINGEN
Urticaria ofwel ‘netelroos’: heftig jeukende rode strepen en blaasjes ten gevolge van een toxische reactie [bijv. na contact met brandnetels of een kwal]; de plekken verdwijnen na korte tijd [een uur].
Albeda College Branche Gezondheidszorg 109
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Psoriasis is een genetisch bepaalde, meestal niet jeukende chronische huidziekte, bestaande uit roodheid met grove, zilverwitte schilfers. De plekken zitten vooral op de strekzijde van knieën, ellebogen en op het behaarde hoofd. De plekken zijn erg therapieresistent.
Huid met psoriasisplekken;
bij E: behaarde hoofd
Nagelpsoriasis
Erythema nodosum: rode, pijnlijke, diep in de huid gelegen knobbels; vaak bij koorts en interne ziekten [t.b., reuma]. Vooral op het onderbeen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 110
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
ACTIVITEIT 3: DERMATOLOGIE: HUIDAANDOENINGEN - INVULOEFENING Zet rechts bij de 10 foto’s het dermatologisch ziektebeeld; kies uit: constitutioneel eczeem; ringworm; seborrhoïsch eczeem; impetigo; psoriasis; gordelroos; herpes labialis; verruca; furunkel; melanoom.
FOTO
ZIEKTEBEELD
FOTO
Albeda College Branche Gezondheidszorg 111
ZIEKTEBEELD
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.16 B Wondverzorging Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
Je hebt inzicht gekregen over de kennis die je nodig hebt om wonden te kunnen verzorgen. Zorg dat je beschikking hebt over een computer. Informatie over de WCS classificatie in het boek verpleegtechnische vaardigheden Thema: wondzorg en website Nursing op internet. Een boek Anatomie/fysiologie. In het OLC of een laptop van het Albeda college Bespreek je bevindingen met mededeelnemers en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. 1.2 en 1.8 K: Vakdeskundigheid toepassen L: materialen en middelen inzetten
Activiteit 1 Meld je aan bij Nursing.nl als je dat nog niet gedaan hebt tijdens je opleiding tot Verpleegkundige. Ga naar Wondindex. Hier staat veel actuele informatie over wondverzorging. Verdiep je in W.C.S. en TIME. Je kunt de info onder de verschillende knoppen bestuderen. Neem een casus uit de praktijk of uit je boek en onderzoek met behulp van de website wat de juiste behandeling is. Deel je kennis en ervaringen uit de praktijk en van de website met je klasgenoten.
3.1 C Patiëntenvoorlichting, educatie en/of instructie geven Resultaat
Je kunt een advies en/of voorlichtingsgesprek voorbereiden en Albeda College Branche Gezondheidszorg 112
BC BRANCHE VVT 1415
Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
MBO-verpleegkundige
houden voor een zorgvrager of een instructie voorbereiden en geven Nadenken over een onderwerp. Verdiepen in het onderwerp Verdelen van de onderwerpen over de groep en afspraken maken wanneer welke groep de voorlichting geeft. criteria presentatie en feedbackformulier voorlichting (ondersteunend materiaal) Boek voorlichting, advies en instructie voor 5/14 stappenplan School/thuis Feedback op het voorlichtingsgesprek middels feedbackformulier 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan een zorgvrager Competentie I: Presenteren Competentie: L: Materialen en middelen inzetten. Gebruik bij deze onderwerpen een eigen casus uit de praktijk
Activiteit Voorbereiden van een voorlichtings- of adviesgesprek of een instructie en deze uitvoeren Werkwijze: 1. Kies een zorgvrager uit je eigen beroepspraktijk of maak een keuze uit onderdeel 1.2 t.m 1.16 2. Schrijf de praktijksituatie op en koppel dit aan het ziektebeeld 3. Schrijf een voorlichtings-/instructie plan volgens de stappen van voorlichting. 4. Voer de voorlichting uit en zorg voor feedbackformulieren voor je groepsgenoten, zodat je 360 graden feedback kunt verzamelen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 113
BC BRANCHE VVT 1415
3.2a C
MBO-verpleegkundige
Gesprek met een zorgvrager (Begeleidingsgesprek)
Activiteit Resultaat Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie Tijdsduur Evaluatie
Werkproces/competenties Verplicht/keuze
De student voert een begeleidingsgesprek met een zorgvrager met een chronisch somatische aandoening Afspreken met de docent of er gewerkt kan worden met een acteur. Met elkaar een planning maken Boek: “Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening” of “chronische somatische aandoening”, geriatrische zorgvrager. School 2 Ingevulde feedbackformulieren . Nabespreking met de docent. Reflectieverslag en aangepast leerdoel m.b.t. het voeren van begeleidingsgesprekken. 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C,D, R) Kies een casus uit de praktijk en beschrijf deze zo helder mogelijk Maak een keuze uit één van de soorten gesprekken a, b of c
Je gaat een begeleidingsgesprek voeren met een zorgvrager ( eventueel met een acteur) waarbij je rekening houdt met specifieke begeleidingsvragen
Werkwijze : 1. Kies een casus 2. Werk in ieder geval met de ziektebeelden die in B uitgewerkt zijn. 3. Bestudeer nogmaals de aandachtspunten bij een zorgvrager met dit ziektebeeld of stoornis. 4. Bereid het gesprek voor, wat wil je gaan bespreken, wat is het doel van je gesprek? Ieder ziektebeeld of problematiek betekent rekening houden met specifieke aandachtspunten! 5. Formuleer voor het gesprek een leerdoel, wat wil je oefenen? 6. Voer het gesprek met de acteur of oefen in 3 tallen met verschillende casussen en ziektebeelden. Wissel van rol. 7. Geef elkaar tops en tips. 8. Schrijf een reflectieverslag en pas je leerdoel aan.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 114
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.2b C Een gesprek met de zorgvrager (Helpend gesprek) Resultaat Theorie Praktische voorbereiding Locatie Evaluatie Werkproces Verplicht/keuze
De student heeft geoefend met het voeren van een helpend gesprek met een chronische zorgvrager tijdens een simulatie Ondersteunend materiaal helpend gesprek Eigen casuïstiek of casus uit je boek School 3 Feedbackformulieren van medestudenten en 1 van de docent 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C,D,R) Keuze uit één van de soorten gesprekken a, b of c
Activiteit: Je gaat oefenen met het uitvoeren van een helpend gesprek
Werkwijze : 8. Bestudeer de theorie van het helpend gesprek ( bij ondersteunend materiaal) 9. Formeer 3 tallen en oefen met de verschillende casuïstiek. Geef feedback met behulp van het feedbackformulieren, of regel een acteur in overleg met de docent (indien mogelijk) 10. Wissel van rollen en oefen zo vaak als nodig is. 11. Formuleer eventueel een leerdoel en verwerk dit in je POP/werkplan
Albeda College Branche Gezondheidszorg 115
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
3.2c C Een gesprek met de zorgvrager (Slecht nieuwsgesprek) Resultaat Theorie Praktische voorbereiding Locatie Evaluatie Werkproces Verplicht/keuze
De student heeft een slecht nieuwsgesprek uitgevoerd in een rollenspel Boek basiszorg of internetsites, ondersteunend materiaal Casuïstiek zoeken of eigen praktijksituatie School Ingevulde observatie formulieren 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C,D,R) Keuze uit één van de soorten gesprekken a, b of c
Activiteit : Je gaat in een oefensituatie een slechtnieuwsgesprek uitvoeren. Werkwijze : Bestudeer de theorie over het slechtnieuwsgesprek. Bedenk situaties waarin jij als verpleegkundige een slechtnieuwsgesprek voeren ( let op : het gaat over verpleegkundige onderwerpen!!, dus geen gesprek over een behandeling of diagnose). Kijk op internet of in je boeken. Denk aan : - de zorgvrager gaat van een 1 persoonskamer naar een 4 persoonskamer - de zorgvrager moet langer aan het infuus of pomp liggen of zijn bed niet uit. Oefen in 3 – tallen met het slechtnieuws gesprek, geef feedback d.m.v. het observatieformulier ( bij ondersteunend materiaal) Wissel van rol. Je kunt gebruik maken van de bijgevoegde casussen of schrijf zelf een casus. Je kunt ook werken met een acteur in overleg met de docent
Albeda College Branche Gezondheidszorg 116
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.1 B Verplegen van zorgvragers met chronisch hartfalen Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Je weet de leefregels en de verpleegkundige zorg bij zorgvragers met chronisch hartfalen en hypertensie Neem je boek mee en zorg voor een computer. Boek: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; thema verplegen van cliënten met chronisch hartfalen. Internet: www.hartstichting.nl Theorielokaal, studieruimte, thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent. Vraag feedback op je STARR verslag aan je de docent. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E, F, J, K, R, V
Activiteit 1 Bekijk het fragment over de taken van een hartfalenverpleegkundige in het MUMC http://www.youtube.com/watch?v=EB-lxUp2HAE&feature=related Maak de onderstaande 6 vragen over de aandachtspunten in de verpleegkundige zorg. Vragen: 1. Beschrijf waaruit de werkzaamheden bestaan van een hartfalenverpleegkundige. 2. Vind je een speciale verpleegkundige voor hartfalen (nurse practitioner) nodig? Beargumenteer je antwoord. 3. Leg uit wat je als verpleegkundige bij onderstaande adviezen vertelt aan de zorgvrager: het slikken van medicijnen, het gebruik van zout, het gebruik van vocht het gewicht van de zorgvrager beweging en rust luisteren naar je lichaam stress situaties 4. Wat zijn de specifieke verpleegkundige observaties bij een zorgvrager met hartfalen? 5. Een zorgvrager geeft aan erg vermoeid te zijn t.g.v. hartfalen. Welke verpleegkundige interventies onderneem je? Activiteit 2 Beschrijf een korte casus uit de praktijk van een zorgvrager met hartfalen. Vergelijk de verpleegkundige zorg uit het boek met de zorg die gegeven wordt in de praktijk. Noteer de overeenkomsten en de verschillen en trek je conclusie. Reflecteer volgens het STARR model op activiteit 2 en bespreek je verslag met je docent.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 117
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.2 B Basiskennis hart en bloedvaten - filmpjes Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student heeft door het bekijken van de filmpjes basiskennis over de werking van hart en bloedvaten opgedaan. Zorg dat je de beschikking hebt over een computer en internet. Internet: http://www.hartstichting.nl/hart_en_vaten/hoe_werkt_het_hart/filmpjes _hart_vaten/filmpjes_hart_bloedvaten/ School en/of thuis, internet aansluiting. Geen 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E, F, J, K, R, V
Activiteit 1
Bekijk de verschillende filmpjes over hart en vaten. http://www.hartstichting.nl/hart_en_vaten/hoe_werkt_het_hart/filmpjes_hart_vaten/filmpjes_h art_bloedvaten/
Hoe werkt het hart? Wat doet het hart precies? Wat is een beroerte? Hoe verloopt een hartkatheterisatie? De hartstichting legt het je uit met behulp van filmpjes. Beoordeel zelf of je na het bekijken van de fimpjes het resultaat van deze activiteit hebt behaald. Tip: Op http://hartfalenderwijs.nl/ geeft een cardioloog een begrijpelijke uitleg van belangrijke zaken bij hartfalen, zijn patiënt vertelt hoe hij ermee heeft leren omgaan en een verpleegkundige welke ondersteuning hij kan bieden.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 118
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.3 B onderzoek en behandeling cardiologie Resultaat
Locatie Evaluatie
De student heeft zich verdiept in verschillende onderzoeken en behandelingen van de cardiologische zorgvrager Verplegen van zorgvragers met een chronische somatische aandoeningen: Hoofdstuk over chronisch hartfalen. Verplegen van mensen met een acuut somatische aandoening: hoofdstuk over de bloedsomloop. Internet o.a. http://www.havenziekenhuis.nl/files/u1/2011_03_29_informatiebrochu rehartfalen_0.pdf School en/of thuis, internet aansluiting. Feedback medestudenten en/of beoordeling door docent.
Werkproces Competentie
1.6 Voorlichting, advies en instructie I,L
Theorie
Activiteit: Werk onderstaande onderzoeken/behandelingen uit -
E.C.G
-
Telemetrie
-
Bloedonderzoek
-
Dotteren
-
Hartkatheterisatie/P.T.C.A
Geef antwoord op de volgende vragen: wat houdt het onderzoek in.
wat is de verpleegkundige voorbereiding.
wat is de verpleegkundige nazorg.
benoem de mogelijke complicaties.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 119
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.4 B Repertorium medicatie hartfalen Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Je hebt kennis van de medicatie die wordt gegeven aan zorgvragers met hartfalen en hoge bloeddruk. Zorg dat je de beschikking hebt over een computer en internet. Neem je boek mee School, thuis Beoordeel zelf of je voldoende kennis hebt opgedaan en bespreek dit met de inhoudsdeskundige 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit: Maak je eigen repertorium van medicijnen die worden gebruikt bij hartfalen en hoge bloeddruk. Werkwijze: Zoek uit elke onderstaande groep één medicament en beschrijf in eigen woorden het volgende: 1. wanneer gebruik je het. 2. wanneer mag je het niet gebruiken. 3. hoe werkt het. 4. wat is de bijwerking. 5. hoe zit het met medicatietrouw. 6. hoe duur is het Meest voorkomende medicijnen bij hartfalen: Plastabletten (diuretica)
Kaliumsparende diuretica
Nitraten
ACE-remmers
Digitalis preperaten
Beta-blokkers
Albeda College Branche Gezondheidszorg 120
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.1 PAAF ACS, hartritmestoornissen en hartfalen Resultaat
Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces competentie Keuze/ verplicht
De student heeft de activiteiten over het acuut coronair syndroom en hartritmestoornissen gemaakt en toont hiermee zijn/haar kennis aan Neem je boeken mee en zorg voor een computer. Boek inwendige geneeskunde Basisboek pathologie Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening http://www.hartwijzer.nl/Alle_onderwerpen.php https://www.nhg.org/standaarden/samenvatting/acuut-coronairsyndroom https://www.nhg.org/standaarden/samenvatting/stabiele-anginapectoris https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten Artikel Nursing: klinisch redeneren astma cardiale; februari 2011 (zie ondersteuningsmagazijn) Boeken en internet Theorielokaal/studieruimte/thuis Kijk de vragen na m.b.v. het antwoordmodel (ondersteunend materiaal) Bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige 1.1 en 1.8 K vakdeskundigheid toepassen Verplicht.
Activiteiten Maak onderstaande opdracht over acuut coronaire syndromen en hartritmestoornissen.
Hartproblemen zijn er op verschillend gebied , zoals bijvoorbeeld door problemen met de bloedvoorziening, problemen met de prikkelgeleiding, problemen met de hartwerking, hartkleppen, enz. De problemen die aan de orde komen in deze opdracht zijn het acuut coronair syndroom (angina pectoris/infarct), ritmestoornissen en hartfalen.
1.
Bekijk het plaatje op de volgende blz. en herhaal voor je zelf of je onderstaande anatomische structuren nog weet te benoemen. Controleer dit desnoods met je boeken en/of internet. (nummers 5, 10 en 20 hoeven niet beantwoord te worden) Albeda College Branche Gezondheidszorg 121
BC BRANCHE VVT 1415
2.
a. b.
MBO-verpleegkundige
Teken voor jezelf nu nog de sinusknoop, de AV-knoop, de bundels van His en de vezels van Purkinje in. De sinusknoop is de ‘gangmaker’ van het hart die de frequentie van het hart aangeeft. Op welke wijze kan de sinusknoop geprikkeld worden om de frequentie te beïnvloeden?
3.
Hoe heten de bloedvaten die de hartspier van bloed voorzien?
4.
Deze bloedvaten kunnen aangetast worden door atherosclerose. Wat is dit?
5.
Wat betekent angina pectoris (AP)?
6.
Angina pectoris ontstaat door ischemie. Wat is ischemie?
7.
Noem een paar oorzaken/risicofactoren wanneer/waardoor angina pectoris kan ontstaan?
8.
a. b. c. d.
Wat zijn de meest kenmerkende symptomen van angina pectoris? De New York Heart Association heeft AP klachten ingedeeld in 4 klasse. Welke zijn dit en beschrijf het nut van deze classificering. Beschrijf het verschil tussen de werkdiagnose stabiele en instabiele angina pectoris. Wat wordt bedoeld met een Acuut Coronair Syndroom (ACS)?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 122
BC BRANCHE VVT 1415
e.
MBO-verpleegkundige
Een zorgvrager kan zich presenteren met AP klachten maar, bij nader onderzoek, dat er toch een andere diagnose wordt geteld ook al lijken de klachten op het klassieke AP beeld. Benoem 5 differentiaal diagnoses:
9.
Welk medicijn helpt vaak bij iemand met AP-klachten en hoe wordt dit toegediend en binnen hoeveel minuten moet het effect hebben? Gaan de klachten niet over dan spreekt men van een ……… AP
10.
De AP-klachten ontstaan uiteindelijk meestal door een vernauwing in kransslagaders. Hierdoor kan uiteindelijk ook een infarct ontstaan. Wat is precies een infarct?
11.
a.
b.
Wat zijn de 3 meest voorkomende behandelingen bij iemand met een infarct veroorzaakt door een vaatvernauwing/afsluiting en beschrijf deze behandelingen? Wat wordt verstaan onder reperfusie?
12.
De vernauwing/afsluiting in de bloedvaten ontstaan door thrombusvorming en/of een embolie. Wat is het verschil tussen deze 2?
13.
Wat is een stil infarct?
14.
Zijn AP-klachten op een ECG te zien?
15.
Bij het doormaken van een hartinfarct komen er enzymen in de bloedbaan welke vrijkomen uit het necrotisch weefsel. Deze stijging is te meten via bloedonderzoek. Welke 4 waarden worden geprikt en welk enzym laat als eerste een stijging van de waarde zien?
16.
Een van de complicaties van een infarct kunnen ritmestoornissen zijn.? Er zijn vele soorten ritmestoornissen. Zoek onderstaande ritmestoornissen op in je boeken en beschrijf kort voor jezelf wat ze inhouden. Je kunt hiervoor ook kijken op www.hartstichting .nl bij de hartritmestoornissen. Daar zijn ook nog enkele filmpjes te zien. - bradycardie - tachycardie - atriumfibrilleren - ventrikelfibrilleren - extrasystole - asystole - AV-block
Vormen van extrasystole 18.
Welk van de bovenstaande twee ritmes zijn de meest levensbedreigend na een hartinfarct? Uiteindelijk kan een hart tekortschieten in zijn functie. Dit noemt men decompensatio cordis of hartinsufficiëntie of hartfalen. Een ernstige complicatie is het ontstaan van een astma cardiale. Lees het artikel over dit onderwerp vanuit het ondersteuningsmagazijn.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 123
BC BRANCHE VVT 1415
19.
MBO-verpleegkundige
Op bladzijde 2 staan klinische parameters. Welke parameters horen bij links decompensatie en welke bij rechts decompensatie. Vul schema in: Links decompensatie
Rechts decompensatie
Kan bij allebei
Links decompensatie
Rechts decompensatie
Kan bij allebei
Albeda College Branche Gezondheidszorg 124
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.2 B Medicatie bij cardiologische aandoeningen Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
De student kan vertellen wat de oorzaak is van hartfalen en de medicamenteuze behandeling benoemen en ontwikkeld een repertorium hartmedicatie Neem je boeken en je laptop mee. Verplegen van zorgvragers met een chronische somatische aandoeningen: Hoofdstuk over chronisch hartfalen. Verplegen van mensen met een acuut somatische aandoening, hoofdstuk over de bloedsomloop. Interne geneeskunde Internet o.a. http://www.farmacotherapeutischkompas.nl/ medicijnkosten: http://medicijnen.linklib.nl/link.php?id=1590
https://www.hartstichting.nl/hart-en-vaatziekten http://www.heartfailurematters.org/NL/Animation/Pages/animati on_4.aspx Locatie Evaluatie Werkproces competentie
School en/of thuis, internet aansluiting Bespreek je uitwerking met medestudenten. Stel leervragen aan de PAAF docent 1.2 en 1.5 K: vakdeskundigheid toepassen
Activiteit 1 Volg het hoorcollege over hartfalen / decompensatie cordis. Dit is een korte herhaling vanuit gevorderde 1, chronische zorgvrager en een verdieping en inleiding op het onderwerp cardiologie. Activiteit 2 Maak je eigen repertorium van medicijnen die worden gebruikt bij hartfalen en hoge bloeddruk Verdeel de klas in 9 groepjes. Verdeel de 9 medicijngroepen onder elkaar en werk, per groep, één medicijngroep uit. Zoek uit elke onderstaande groep minimaal twee medicament en beschrijf in eigen woorden het volgende: 7. wanneer gebruik je het. (indicaties) 8. wanneer mag je het niet gebruiken. (contra indicaties) 9. hoe werkt het. 10. wat is/zijn de bijwerking(en). 11. hoe zit het met medicatietrouw. 12. hoe duur is het geneesmiddel ongeveer per maand? (kijk naar de goedkoopste een duurste variant) Werk de vragen uit in een Word document. Presenteer je uitwerking, per groep, aan de klas in maximaal 10 minuten. Presentatievorm is vrije keuze. Spreek onderling af wie de Word uitwerkingen verzamelt en samenvoegt tot een document en dit document plaatst op portaal. Albeda College Branche Gezondheidszorg 125
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Meest voorkomende medicijnen bij hartfalen: 1. Plastabletten (diuretica) + Kalium sparende diuretica 2. Nitraten 3. ACEremmers 4. Digitalis preparaten 5. Bètablokkers 6. Calciumantagonisten 7. Antiarrhythmica (waaronder amiodaron) 8. Anticoagulantia + Thrombocytenaggregatieremmers 9. Cholesterol verlager
Albeda College Branche Gezondheidszorg 126
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.3 PAAF Hypertensie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student heeft de activiteiten over hypertensie gemaakt en toont hiermee zijn/haar kennis aan. Neem je boeken mee en zorg voor een computer. Boek inwendige geneeskunde Basisboek pathologie Boeken: Internet: bijvoorbeeld https://www.thuisarts.nl/hoge-bloeddruk/ik-heb-hoge-bloeddruk https://www.hartstichting.nl/risicofactoren/hoge-bloeddruk https://www.nhg.org/standaarden/volledig/cardiovasculairrisicomanagement http://www.farmacotherapeutischkompas.nl/default.asp Theorielokaal/studieruimte/thuis Kijk de vragen na m.b.v. het antwoordmodel. Bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige 1.1, 1.8 en 1.5 (monitoren) K vakdeskundigheid toepassen
Activiteit: Maak onderstaande opdracht over hypertensie. 1.
Hypertensie is een te hoge bloeddruk. Waartoe kan hypertensie leiden?
2.
Benoem oorzaken welke de kans op hypertensie vergroten. Let hierbij op pathologie en/of risicofactoren waar een persoon zelf invloed op heeft.
3.
De meest voorkomende vorm van hypertensie is echter de essentiële hypertensie. Wat houdt dat in en wat is het verschil met secundaire hypertensie?
4.
Waarom wordt de bloeddruk aangegeven als RR?
5.
Houdt men als maat voor hypertensie de systolische of de diastolische waarde aan?
6.
Vanaf welke waarde gaat men over hypertensie praten?
7.
Wat betekent atherosclerose wat een gevolg kan zijn van hypertensie?
8.
Welke waarden in het bloed en urine kunnen wat zeggen over hypertensie?
9.
Er zijn over het algemeen 5 medicijnengroepen welke een werking hebben op de bloeddruk. Welke groepen zijn dat en wat is hun werking? Geef een voorbeeld van een medicijn (stofnaam).
Albeda College Branche Gezondheidszorg 127
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.4 PAAF STOLLING Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student heeft de opdracht over stolling gemaakt Neem je anatomie boek mee en zorg voor een computer. Boeken en internet(Wikipedia). Theorielokaal/studieruimte/thuis. Kijk de vragen na m.b.v. het antwoordmodel. Bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige. 2.1 K vakdeskundigheid toepassen.
Activiteiten Maak onderstaande opdracht over stolling
Bloedstolling is een uiterst ingewikkeld proces. In vrijwel ieder anatomieboek staat het wat anders of in andere volgorde besproken, waardoor je het overzicht snel kwijt bent. Deze opdracht is gemaakt n.a.v. de informatie op Wikipedia. Probeer het te verifiëren met je anatomieboek. 1. 2.
Wat is een ander woord voor bloedstolling? Bij bloedstolling zijn de bloedplaatjes en stollingsfactoren van belang. Wat voor stoffen zijn de stollingsfactoren chemisch gezien?
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Middels welke twee wegen komt de stolling op gang? Wat is de eerste stap na een verwonding (bloedende wond)? Door een beschadiging van welke cellen treedt de reactie van vraag 4 op? Wat doen de bloedplaatjes bij een verwonding? Door welk eiwit gevormd in de lever worden de bloedplaatjes geactiveerd? Welk eiwit speelt nog meer een belangrijke factor bij het verdere totale klonteren van het bloed? Hoeveel stollingsfactoren zijn er?
10.
Factor 4 kunnen we uit onze voeding halen. Welke stof is dit?
11.
Noem enkele antistollingsmedicijnen oftewel “bloedverdunners” welke je in een zorgsetting tegen kan komen?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 128
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.5 B Verplegen van zorgvrager met COPD en Astma Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft kennis over de verpleegkundige zorg bij zorgvragers met COPD en astma. Neem je boek mee. Hoofdstuk over verplegen van cliënten met COPD of astma OLC, thuis, leslokaal Evaluatie met behulp van antwoordmodel. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden K. Vakdeskundigheid toepassen.
Activiteit 1: Beschrijf de verpleegkundige interventies bij de onderstaande gezondheids- en bestaansproblemen. Gezondheids- en bestaansproblemen. Benauwdheid.
Verpleegkundige interventies
Functiebeperking en ADL afhankelijk.
Afhankelijk van medicijnen.
Conditieverslechtering en vermoeidheid.
Verstoorde slaap door het hoesten en niet kunnen liggen. Angst bij kortademigheid en vrees voor verstikking; depressie; verlies van gevoel van eigenwaarde. Verandering in relatie met de partner en seksuele problematiek.
Sociaal isolement en veranderd toekomst perspectief. Problemen met werk en inkomen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 129
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.6 B Medicatie en COPD Resultaat
Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft kennis over de verschillende medicijnen en verschillende technieken bij COPD en astma en geeft hier voorlichting over. Zorg dat je beschikking hebt over theorieboek verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening en het Pathologieboek. Formeer een groep van 3 studenten voor activiteit 2. Verzamel inhalatiemiddelen uit het praktijklokaal of uit het praktijkveld en neem deze mee naar de klas Thema 2.verplegen van cliënten met COPD of astma OLC, thuis, leslokaal Evaluatie met medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. 1.2: biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden K. Vakdeskundigheid toepassen.
Activiteit 1 Maak de onderstaande vragen.
1. Onderzoek welke medicijnen worden voorgeschreven bij COPD en astma. 2. Ga na wat de meest voorkomende inhalatiemiddelen zijn, zowel kortwerkende, langwerkende en ontstekingsremmende middelen en geef aan wat het doel is van deze medicijnen. 3. Ga na welke orale medicijnen kunnen worden voorgeschreven. 4. Ga na wat de bijverschijnselen kunnen zijn van de meest gebruikte medicijnen. Maak hiervoor gebruik van het Repertorium Geneesmiddelen of het Farmacotherapeutisch Kompas. Activiteit 2 Lees de competentieopdracht aan het eind van het hoofdstuk “Verplegen van cliënten met COPD of astma door en volg hierna de onderstaande werkwijze Werkwijze: 1. Ga met een paar medestudenten inventariseren wat de oorzaken kunnen zijn van het niet trouw innemen van de medicijnen door mevrouw Abdis. 2. Onderzoek met elkaar de inhalatieapparatuur en ga na wat de juiste inhalatietechniek is. 3. Hoe zorg je er nu voor dat mevrouw Abdis op de juiste wijze met haar medicijnen omgaat.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 130
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.5 PAAF COPD en astma Resultaat
Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student kan de anatomie en fysiologie van de ademhalingsorganen beschrijven. De student kan de oorzaken, verschijnselen, diagnostiek en behandeling COPD en astma verwoorden. Boeken: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening, Anatomie en fysiologie, Inwendige geneeskunde en Basisboek pathologie.
Theorielokaal/studieruimte/thuis Bespreek vragen en onduidelijkheden met de docent. 1.2 verpleegkundige basiszorg verlenen K vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Bestudeer theorie over de luchtwegen, longen, COPD en astma.
Maak een samenvatting van de bestudeerde theorie. Volg het hoorcollege over COPD en astma. Verwerk in je samenvatting de volgende onderdelen.
Beknopte beschrijving van de anatomie en fysiologie van de luchtwegen en de longen. De uitwerking van de ziektebeelden astma bronchiale, longemfyseem en chronische bronchitis met daarin: oorzaak; verschijnselen; diagnostiek; behandeling.
Bespreek onduidelijkheden en vragen tijdens de les met de docent en medestudenten.
4.6 PAAF Longaandoeningen Albeda College Branche Gezondheidszorg 131
BC BRANCHE VVT 1415
Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces competentie
MBO-verpleegkundige
De student heeft toont in de lessen zijn/haar kennis van verschillende longaandoeningen Neem je boeken mee en zorg voor een computer. Boek inwendige geneeskunde Boeken uit serie verplegen van mensen met…… Boeken en internet Theorielokaal/studieruimte/thuis Kijk de vragen na m.b.v. het antwoordmodel uit het ondersteund materiaal. Bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige. 1.2 biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden K vakdeskundigheid toepassen
Activiteit Maak onderstaande opdracht over longaandoeningen. De ziektebeelden welke in deze opdracht naar voren komen zijn COPD, astma, pneumonie, longembolie , longinfarct en ARDS. Het ziektebeeld COPD is in de beginnersfase al vrij uitgebreid aan bod geweest. Bekijk deze activiteiten nogmaals. Kijk nog even goed naar het ziektebeeld, de oorzaken en symptomen. 1. Welke 3 oorzaken voor het ontwikkelen van COPD staan bovenaan als zijnde fors uitlokkende oorzaken. 2. Een van de vele complicaties van COPD kunnen bronchiectasieën zijn . Wat zijn dit en zoek een foto op internet om het te zien? 3. Een andere complicatie kan zijn dat de rechterharthelft in grootte toeneemt. hoe komt dit? (bestudeer hier ook nog even de kleine bloedsomloop voor ) 4. Waarom is de volledige naam van astma, astma bronchiale. 5. Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van astma 6. Wat is er aan de hand bij iemand met een astmatische bronchitis. 7. Dan is er ook nog zoiets als een astma cardiale. Wat is dat? 8. Op welk tijdstip van de dag treedt een astma cardiale het meest op?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 132
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
9. Een pneumonie staat ook wel bekend als een longontsteking. Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen een lobaire en een bronchopneumonie. Wat is het verschil? 10. Wat zijn de hoofdveroorzakers van een pneumonie?
11. Bij de oudere zorgvragers zie je met enige regelmaat een aspiratiepneumonie of een hypostatische pneumonie. Wat houden deze 2 vormen in? 12. Welke bacterie is veelal de veroorzaker van een pneumonie na de griep of bij mensen met DM. 13. Als er in een bloedvat een stolsel ontstaat noemt men dat een trombus of embolus. Als dat stolseltje losschiet noemt men dat een embolie. Als een embolie ergens vastloopt krijg je een infarct Wat betreft de longen maakt men onderscheid wat betreft een longembolie en een longinfarct. Welke van de twee ontstaat vanuit de kleine bloedsomloop en welke vanuit de grote bloedsomloop? (hiervoor moet je de bloedsomloop vanuit het hart weer even bestuderen) 14. Waar komt het stolsel bij een longembolie meestal vandaan? 15. Hoe heet het hoofdbloedvat van waaruit de art. bronchialis komt waarin een stolsel terecht komt bij een longinfarct? 16. De gevaarlijkste vorm van een longembolie is waarschijnlijk wel de ruiterembolie. Zoek deze term op en beschrijf waarom dit is 17. Door vele longziekten kunnen er al dan niet acute complicaties ontstaan Een veel gebruikte term daarbij is ARDS Waar staat dit voor en wat is het? 18. In feite kun je alle longziekten plaatsen onder 3 hoofdgroepen 1. Ventilatie ziekten(de ademweg) 2. Diffusieziekten(uitwisseling O2 en CO2 3. Perfusieziekten(doorbloeding) Waar plaats je een longembolie onder? Waar plaats je COPD onder? Waar plaats je Astma onder?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 133
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.7 B Teamrollen Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Je kunt benoemen welke teamrollen jij vervult tijdens een vergadering Lees de tekst over teamrollen Boek De zorgverlening coördineren en evalueren. Thema 2 De zorg coördineren (coördinatie en continuïteit van zorg) School Reflectieverslag 1.8 Coördineert de zorgverlening (B, E, Q)
Activiteit Individueel en samenwerkingsopdracht. Schrijven van een reflectieverslag Werkwijze Lees de tekst over de verschillende teamrollen en beantwoord de onderstaande vragen. Bespreek dit met medestudenten in je subgroep en vraag feedback. Schrijf daarna hierover een reflectieverslag waarin de feedback verwerkt is en lever dit in bij je docent. Geef antwoord op de volgende vragen: - Welke taakrollen, procesrollen en disfunctionele rollen vervul jij zelf in een vergadering? Ga hierbij uit van een werk/stage situatie. Geef toelichting en voorbeelden bij de verschillende rollen. - Ben je tevreden over de rollen die je vervult? Waarom wel of niet? Motiveer je antwoord. - Stel een top 3 samen van de rollen die jij vervult in een vergadering waar je het meest tevreden over bent. Geef een toelichting en benoem de voordelen van deze rollen in een vergadering. - Stel een top 3 op van rollen die je graag wil ontwikkelen of verbeteren. Geef een toelichting en benoem de voordelen van deze rollen in een vergadering.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 134
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.8 B Vergadering Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Je kunt aan een vergadering deelnemen Onderwerp bepalen een actueel probleem of knelpunt waar over vergaderd gaat worden Boek De zorgverlening coördineren en evalueren. Thema 2 De zorg coördineren (coördinatie en continuïteit van zorg) School Feedback op teamrollen. 1.8 Coördineert de zorgverlening (B, E, Q)
Activiteit Samenwerkingsopdracht, uitvoeren van een vergadering Werkwijze Je subgroep gaat vergaderen over het volgende onderwerp: De directie heeft het team waar je werkzaam bent opdracht gegeven te onderzoeken of werken met VitalConnect® een kwaliteitsverbetering zal zijn voor de zorg aan cardiologische patienten. Iedereen heeft zich verdiept in het product (zie http://www.vitalconnect.com) Jullie gaan vergaderen over dit product zodat het team een standpunt in kan nemen over dit product wat als advies met de directie besproken gaat worden. De subgroep kiest een voorzitter en een notulist. De voorzitter leidt de vergadering en mag inhoudelijk inbreng hebben. De notulist observeert het groepsproces en notuleert gedrag aan de hand van de teamrollen. Als de groep groot is kan er ook gekozen worden voor een binnenring die vergadert en buitenring die observeert. Bespreek alle rollen met elkaar en geef elkaar feedback aan het eind van de vergadering.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 135
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.1 C Patiëntenvoorlichting, educatie en/of instructie geven Resultaat
Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze
Je kunt een advies en/of voorlichtingsgesprek voorbereiden en houden voor een zorgvrager of een instructie voorbereiden en geven Nadenken over een onderwerp. Verdiepen in het onderwerp Verdelen van de onderwerpen over de groep en afspraken maken wanneer welke groep de voorlichting geeft. criteria presentatie en feedbackformulier voorlichting (ondersteunend materiaal) Boek voorlichting, advies en instructie voor 5/14 stappenplan School/thuis Feedback op het voorlichtingsgesprek middels feedbackformulier 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan een zorgvrager Competentie I: Presenteren Competentie: L: Materialen en middelen inzetten. Gebruik bij deze onderwerpen een eigen casus uit de praktijk of een casus van een cardiologische zorgvrager
Activiteit Voorbereiden van een voorlichtings- of adviesgesprek of een instructie en deze uitvoeren Werkwijze: 5. Kies een zorgvrager uit je eigen beroepspraktijk 6. Schrijf de praktijksituatie op en koppel dit aan het ziektebeeld 7. Schrijf een voorlichtings-/instructie plan volgens de stappen van voorlichting. 8. Voer de voorlichting uit en zorg voor feedbackformulieren voor je groepsgenoten, zodat je 360 graden feedback kunt verzamelen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 136
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.2 C Motiverende gesprekstechnieken Resultaat Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
Je hebt geoefend met (complexe) motiverende gesprekstechnieken aan de hand van een casus Zelf opzoeken op internet en theorie uit ondersteunend materiaal School feedback middels feedbackformulier motiverende gespreksvoering (zie ondersteunend materiaal) 1.4 begeleiden van de zorgvrager op psychosociaal gebied Competentie C: Begeleiden Competentie D: Aandacht en begrip tonen
Activiteit Oefen met het hanteren van (complexe) motiverende gespreksvoering aan de hand van een casus
Werkwijze 1. Bestudeer de theorie (zie ondersteunend materiaal) 2. Breng een casus in uit je eigen stage waarin je de zorgvrager moet motiveren om leefregels na te leven. Hierbij kun je denken aan het motiveren van een zorgvrager om medicatie in te nemen, deel te nemen aan activiteiten of het motiveren van een zorgvrager zich te wassen, uit bed te gaan, zich te houden aan een voorgeschreven dieet en dergelijke. 3. Voer in een rollenspel een motiverend gesprek met de zorgvrager. De verschillende fasen van verandering kunnen geoefend worden naar aanleiding van de casus. De casus kun je telkens aanpassen aan de fase van verandering. (dit kan fictief zijn of naar aanleiding van je ervaringen in de praktijk) 4. Als je dit onder de knie hebt en je wilt je nog meer ontwikkelen kun je verder oefenen met de meer complexe gesprekstechnieken, dit kun je lezen in de bijgevoegde theorie. 5. Aan het einde van de training schrijf je een reflectieverslag m.b.t. je gespreksvoering en formuleert indien nodig een leerdoel.
Instructie bij het oefenen: Voor deze training heb je een acteur nodig die zich goed in de situatie van de zorgvrager kan inleven. Vraag je docent of er een simulatie georganiseerd kan worden. Het is ook heel leerzaam om de gesprekken van anderen bij te wonen en de nabespreking bij te Wonen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 137
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
4.3 C Een gesprek met de zorgvrager Resultaat Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie Tijdsduur Evaluatie
Werkproces/competenties Verplicht/keuze
De student voert een begeleidingsgesprek, een helpend gesprek of een slecht nieuwsgesprek met een zorgvrager Afspreken met de docent of er gewerkt kan worden met een acteur. Met elkaar een planning maken Boek: “Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening” of “chronische somatische aandoening”, geriatrische zorgvrager. School 2 Ingevulde feedbackformulieren . Nabespreking met de docent. Reflectieverslag en aangepast leerdoel m.b.t. het voeren van begeleidingsgesprekken. 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C,D, R) Kies een casus uit de praktijk en beschrijf deze zo helder mogelijk Maak een keuze uit één van de gesprekken (zie activiteit gesprekken bij thema 3)
Activiteit Je gaat een begeleidingsgesprek of een helpend gesprek of een slecht nieuwsgesprek voeren met een zorgvrager ( eventueel met een acteur) waarbij je rekening houdt met specifieke begeleidingsvragen
Werkwijze : 9. Kies een casus 10. Werk in ieder geval met de ziektebeelden die in B uitgewerkt zijn. 11. Bestudeer nogmaals de aandachtspunten bij een zorgvrager met dit ziektebeeld of stoornis. 12. Bereid het gesprek voor, wat wil je gaan bespreken, wat is het doel van je gesprek? Ieder ziektebeeld of problematiek betekent rekening houden met specifieke aandachtspunten! 13. Formuleer voor het gesprek een leerdoel, wat wil je oefenen? 14. Voer het gesprek met de acteur of oefen in 3 tallen met verschillende casussen en ziektebeelden. Wissel van rol. 15. Geef elkaar tops en tips. 16. Schrijf een reflectieverslag en pas je leerdoel aan.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 138
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
5.1 B Kijkopdracht oncologische zorgvrager Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student heeft de kijkopdracht gemaakt over de oncologische zorgvrager. Daarnaast heeft de student een verslag gemaakt, waarin hij zijn kennis toont over de oncologische aandoeningen. Neem je boek en je laptop mee. Boek: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening. Thema: Verplegen van cliënten met een oncologische aandoening . School of thuis, internetaansluiting. Vergelijk je antwoorden met een medestudent, vul zo nodig aan. 1.2 K: vakdeskundigheid toepassen D: aandacht en begrip tonen
Activiteit : Bekijk de DVD over de oncologische zorgvrager en beantwoord de vragen. Ga naar de website : http://player.omroep.nl/?aflID=3949513 of bekijk via uitzending gemist de uitzending van 05-02-2007 van BNN ‘je zal het maar hebben’ over kanker. Je kan de DVD ook lenen in de mediatheek. Duur: 30 minuten Deze uitzending gaat over drie mensen met respectievelijk borstkanker, teelbalkanker en vulva kanker. Geef antwoord op de volgende vragen: Welke symptomen worden benoemd. Chemokuur: Welke bijwerkingen en interventies worden genoemd. Vul deze in op het schema van de volgende bladzijde. Radiotherapie: Welke bijwerkingen en interventies worden genoemd. Vul deze in op het schema van de volgende bladzijde. Wordt er gesproken over preventie. Wat doet het met de zorgvrager.. Wat is jouw rol als verpleegkundige daarin De student verwerkt de antwoorden in een verslag. Criteria verslag: Maximaal 2 A4 Lettertype Arial 11
Albeda College Branche Gezondheidszorg 139
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Vul het schema in Bijwerkingen chemotherapie 1.
Verpleegkundige interventies
2.
3.
4.
5.
6.
Bijwerkingen Radiotherapie 7.
Verpleegkundige interventies
8.
9.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 140
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
5.2 B Verplegen van zorgvragers met een oncologische aandoening Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces competentie
De student kan de verpleegkundige aandachtspunten bij zorgvragers met een oncologische aandoening benoemen Neem je boek mee en zorg voor een computer. Boek: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; Thema: Verplegen van cliënten met een oncologische aandoening Theorielokaal, studieruimte, thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en m.b.v. het antwoordmodel van het boek en het antwoordmodel bij het ondersteunende materiaal. Breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Maak Praktijk 1 uit het desbetreffende hoofdstuk. Herken je een dergelijke situatie uit je eigen praktijk? Zo ja ,hoe pakt men een dergelijk gewichtsverlies aan?
Activiteit 2 Beschrijf de belangrijkste gezondheids- en bestaansproblemen bij mensen met kanker. Formuleer bij 4 problemen de daarbij behorende verpleegkundige interventies.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 141
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
5.3 B Presentatieopdracht psychosociale klachten, pijn en vermoeidheid Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student heeft een presentatie uitgevoerd over de verpleegkundige zorg aan een oncologische zorgvrager bij psychosociale klachten, pijn en vermoeidheid. Neem je boek en je laptop mee. Boek: Verplegen van mensen met een chronisch somatische aandoening Thema: Verplegen van cliënten met een oncologische aandoening Internet. School of thuis, internetaansluiting D.m.v. zelftesten, verslagen en feedback van docent en medestudenten 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit Voer de presentatieopdracht uit over een onderwerp naar keuze. Werkwijze: Kies in overleg met de docent één van de drie onderwerpen en presenteer deze in de les. Psychosociale klachten bij kanker Pijn bij kanker Vermoeidheid bij kanker Verdiep je in het onderwerp en de verpleegkundige zorg die gegeven wordt. De presentatie wordt beoordeeld door de docent en studiegenoten met behulp van het feedbackformulier van beroepsopdracht B. Tijdens de presentatie wordt gelet op; ODAT Uitvoering Inhoud Parate kennis Relevantie Duur: maximaal 15 minuten
Albeda College Branche Gezondheidszorg 142
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
5.4 B Zelftest cytostatica Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
De student heeft zijn kennis over cytostatica vergroot. Neem je boek en je laptop mee.
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
School of thuis, internetaansluiting Score van de testen 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Boek: Verplegen van mensen met een chronisch somatische aandoening. Thema: Verplegen van cliënten met een oncologische aandoening Op internet: http://www.dokterhoe.nl/cytostatica/general
Activiteit Maak de zelftest werken met cytostatica. Werkwijze: Maak 3 zelftesten op de volgende site http://www.dokterhoe.nl/cytostatica/general Ga naar de bovengenoemde website: Doorloop de site door op de paarse balk de onderwerpen één voor één te openen en te lezen. Lees eerst de onderwerpen van Algemeen door en daarna Werkwijze Maak dan de 3 testen onder het kopje toets. Schrijf van alle drie de testen je totaalscore op en bepaal voor jezelf of je voldoende kennis hebt over het onderwerp.
Test Gereed maken cytostatica Toediening cytostatica Afval en schoonmaak
Score
Albeda College Branche Gezondheidszorg 143
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
5.5 B Presentatieopdracht oncologie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces competentie
De student heeft kennis over kwaadaardige ziekten uitgaande van bloedcellen. Neem je boek mee en je laptop Pathalogie boek School Feedback op presentatie en verslag van medestudenten en docent. Reflectieverslag volgens STARR 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit Presentatieopdracht oncologie en verslag schrijven. Verdeel de volgende onderwerpen met je mede studenten. 1. Hogkin 2. Non Hodgkin 3. Leukemie 4. Kahler Onderzoek wat je al weet over dit onderwerp: maak een verslag en geef een presentatie. In je verslag/presentatie gaat het vooral om de verpleegkundige aandachtspunten en de verpleegkundige interventies. De volgende onderwerpen moeten in je verslag/presentatie naar voren komen: Beschrijf de gevolgen op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied voor de zorgvrager Beschrijf welke behandelingen je de zorgvrager kan bieden om zo prettig mogelijk te leven. Denk hierbij aan alternatieve therapieën , regelen van uitjes, pruik aanschaffen, vergoedingen. Beschrijf de veranderde rol van de familie/partner Zoek een artikel over behandelmethoden/ kanker die relevant is voor dit onderwerp en geef je mening hierover. Criteria voor deze opdracht Je hebt een verslag gemaakt over dit onderwerp die voldoet aan de opdracht. Deze lever je in bij de docent voordat je je presentatie geeft. Je hebt een presentatie gegeven die voldoet aan de criteria die is bijgevoegd bij deze opdracht. Je hebt een artikel opgezocht en je mening hierover gegeven In overleg met de docent plan je je presentatie. Reflecteren Reflecteer na afloop volgens STARR op je presentatie en voeg deze reflectie toe aan je portfolio.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 144
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Observatiecriteria presentatie oncologie 1=zeer onvoldoende 2=onvoldoende 3=matig 4=voldoende 5=goed Inhoud/proces De presentatie bevat een inleiding met tijdsduur, onderwerp, doelstelling, globale inhoud en evaluatie De presentatie is relevant voor het onderwerp en gericht op het verpleegkundige aspect
score opmerkingen
De presentatie geeft antwoorden op de gestelde vragen uit de activiteit De inhoud van de presentatie is duidelijk en éénduidig De inhoud van de presentatie is levendig en actueel De inhoud van de presentatie is in eigen woorden verteld De presentatie bevat een inleiding, doelstelling, inhoud, evaluatie In de presentatie is gebruik gemaakt van minimaal 2 werkvormen. Er is gelegenheid voor het stellen van vragen De presentatie is logisch van opbouw De subgroepleden leveren een evenredig aandeel in de presentatie Het ondersteunend materiaal is duidelijk en functioneel De deelnemers maken oogcontact met de groep
Albeda College Branche Gezondheidszorg 145
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
5.1 VDL Voeding en oncologie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces Competenties
De student heeft de vragen over voeding en oncologie beantwoord en besproken met studiegenoten. Neem je boek en je laptop mee. Boek: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening Thema: Verplegen van cliënten met een oncologische aandoening Je mag gebruik maken van verschillende bronnen. School, thuis Bespreek deze activiteit met behulp van het antwoordmodel en studiegenoten (max. 3) . 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Beantwoord de vragen over voeding en oncologie. Vragen over voeding Ondervoeding: 1. Noem 4 reden waarom veel patiënten met kanker flink afvallen tijdens hun ziekte periode. 2. Noem 5 voedingsmaatregelen die je kunt nemen om het gewichtsverlies tegen te gaan. 3. Moet iedere patiënt met kanker een aansterkend dieet volgen? Alternatieve voedingsbegeleiding: 4. Wat is het principe van het Moerman dieet? 5. Zou je een patiënt met kanker aanraden/afraden het Moerman dieet te volgen? Geef een argumenten voor en een tegen. 6. Wat is bij jullie in het ziekenhuis het beleid ten aanzien van het wensdieet? Met andere woorden: Wie komt er in aanmerking voor een wensdieet en waar bestaat dat dan uit? Bestraling: 7. Een patiënt met bestralingen in het mond-keelgebied heeft vaak last van een pijnlijke en droge mond/keel. Noem 5 maatregelen die je kunt nemen ter verlichting van deze klachten. 8. Bij bestraling in het maag-darmgebied treedt er vaak diarree op. Noem 3 voedingsmaatregelen die je kunt treffen. 9. Dhr. Kolf ligt bij jou op de afdeling en zijn buik wordt dagelijks bestraald. Hij klaagt voortdurend over brandend maagzuur. Dhr. heeft geen trek. Welke maatregelen neem je? Vragen over oncologie Maagresectie: Bij mevrouw Gossé is de maag verwijderd i.v.m. een carcinoom. De wond is goed herstellende, maar mevrouw zit tijdens het eten erg snel vol en krijgt daarna enorme darmkrampen. Ze valt ook geleidelijk af. 10. Wat zijn de 5 functies van de maag? 11. Na de operatie krijgt ze regelmatig een injectie met een bepaald vitamine. Welk vitamine en waarom? Albeda College Branche Gezondheidszorg 146
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
12. Krijgt mevrouw nu sneller infecties nu ze geen maagzuur meer produceert? 13. Van welke voedingsstoffen begint de vertering reeds in de maag? Kan mevrouw deze voedingsstoffen nu niet meer verteren? 14. Mensen met een maagresectie vermageren vaak enorm. Welke drie adviezen geef je mevrouw Gossé om te voorkomen dat ze verder afvalt? Let hierbij op de specifieke functies die de maag heeft. Darmresectie: Bij dhr. Klok (61 jaar) is een tumor ontdekt in de dunne darm. Er wordt besloten de tumor te verwijderen samen met een gedeelte van de dunne darm. 15. Wat zijn de 2 functies van de dunne darm? 16. Waarom haalt de chirurg niet de gehele dunne darm weg als die ziek is? 17. Dhr Klok blijkt na herstel van de operatie geen dieet te hoeven volgen. Hoe kan dat? 18. Twee jaar later blijken er bij dhr. Klok ondanks de eerste operatie toch uitzaaiingen te zijn in de dunne darm. Kort op elkaar krijgt hij twee o.k.'s waarbij na de eerst operatie 50% van de dunne darm overblijft, maar ook dat blijkt onvoldoende. Na de laatste operatie blijkt hij 25% van de dunne darm over te hebben gehouden. Hij heeft last van het "short bowel syndroom" Hij heeft last van het "short bowel syndroom" Wat is dit? 19. Welke dieetmaatregelen moeten er worden genomen bij short bowl syndroom? Noem er vier Stoma: Mevrouw Brood moet een colectomie ondergaan i.v.m. ontwikkeling van een carcinoom in het colon. Ze krijgt een colonstoma en er volgt na de operatie geen dieet hiervoor. Ze mag gewone gezonde voeding gebruiken nu het zieke deel van haar darm is verwijderd. 20. Waarom moet mevrouw Brood haar gewicht stabiel houden? 21. Uiteindelijk moet toch de gehele dikke darm worden verwijderd. Mevrouw Brood krijgt een ileostoma. Welke dieetmaatregelen moeten er worden genomen? Noem er drie.
Activiteit 2 Geef aan welke bronnen jij geraadpleegd hebt bij het beantwoorden van de vragen over oncologie en voeding.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 147
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
5.1 PAAF oncologie basis Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft basiskennis over de oncologie Zorg dat je beschikt over het basisboek pathologie Zorg dat je beschikt over een computer en internet Basisboek pathologie internet Theorielokaal/ studieruimte Kijk deze activiteit na met behulp van het antwoordmodel 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Maak onderstaande vragen.
1)
Met wat voor ziekte houdt de oncologie zich bezig?
2)
In dit geheel zijn er benigne en maligne afwijkingen te vinden. Wat betekenen deze termen.
Oncologie heeft dus alles te maken met celgroei en deling. Een gezonde cel gaat na uitrijping dood. Een oncologische cel gaan niet dood. Zij zijn vaak onvoldoende uitgerijpt en volgen een ongeremde groei.
3)
Welke specialist houdt zich met het onderzoek naar deze cellen bezig?
4)
Tumor betekend letterlijk zwelling. Welk woord wordt daarom meer gebruikt in de medische wereld om de groep kwaadaardige tumoren aan te geven?
5)
Er bestaan nog veel onduidelijkheden over de oorzaken van kanker. Benoem enkele externe factoren die van invloed zijn op het ontstaan van kanker.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 148
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
6)
Over het algemeen zie je wat meer kanker optreden bij de cellen die zich snel delen en daardoor een groot herstel vermogen hebben . Hoe komt dit?
7)
Hieronder zie een echografisch plaatje van een tumor in de borst van een vrouw. Er zijn bepaalde eigenschappen aan een tumor waardoor de verdenking naar maligne of benigne gaat. Denk je dat dit zwarte bolletje malige of benigne is. Op basis van welke eigenschap ben je tot die conclusie gekomen.
Belangrijk om te weten is dat door alle eigenschappen die je aan een tumor kan zien op alle verschillende onderzoeken, men dus een vermoeden kan uitspreken hoe zeker men denkt dat een tumor maligne of benigne zal zijn. De werkelijke diagnose kan echter pas gesteld worden als de cellen van de tumor zichtbaar zijn onder de microscoop.
8)
De naamgeving van tumoren wordt bepaald door het soort weefsel waaruit de tumor bestaat of vanuit gaat en of het maligne of benigne is. Albeda College Branche Gezondheidszorg 149
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Verklaar voor je zelf onderstaande tumoren. Zijn ze goed of kwaadaardig en uit welk weefsel bestaan ze. a) b) c) d) e) f)
adenocarcinoom fibrosarcoom osteochondroom myoom angiomyolipoom glioom
9)
Wat kunnen de redenen zijn om een goedaardige tumor toch te verwijderen?
10)
Een van de vervelende eigenschappen van een maligne tumor is de verspreiding van maligne cellen door het lichaam ook wel metastasering genoemd. Wat zijn de 4 meest voorkomende verspreidings wegen?
11)
Metastasen worden veelvuldig gevonden in de lever. Noem nog meer plaatsen waar metastasen veelvuldig gevonden worden.
12)
Kun je anatomisch uitleggen hoe het komt dat men uitzaaiingen van een darmtumor veelvuldig in de lever vindt?
13)
Wat is de TNM classificatie en waar staan de letters voor?
14)
Welke soort therapieën zijn er voor kanker?
15)
Wat is het verschil tussen een curatieve en een palliatieve therapie?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 150
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
5.2 PAAF Carcinomen Resultaat Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft kennis van verschillende carcinomen Neem je boeken mee en zorg voor een computer. Boek inwendige geneeskunde Boeken uit serie verplegen van mensen met chronische/acute somatische aandoening basisboek pathologie Boeken en internet Theorielokaal/studieruimte/thuis Kijk de vragen na m.b.v. het antwoordmodel. Bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteiten Maak onderstaande opdracht over carcinomen In deze opdracht bespreken we enkele veel voorkomende kwaadaardige vormen van kanker te weten prostaatca, ovariumca, longca, darmca en mammaca. Zoals je in eerdere opdrachten in de beginnersfase en/of gevorderde fase 1 hebt gezien, is een van de kenmerken van kwaadaardige gezwellen de metastasering.
19. Er waren 4 hoofdmanieren waarop tumoren kunnen metastaseren. Bijvoorbeeld doorgroei naar bestaande holtes of omgeving en en metastasering, waarbij er tijdens ingrepen cellen gemorst worden. Wat zijn echter de 2 meest voorkomende vormen van metastasering? 20. Noem 4 plaatsen, waarnaar kwaadaardige tumoren veelvuldig metastaseren 21. Bij de man staat prostaatca hoog op de lijst van voorkomen. Waar ligt de prostaat en wat was zijn functie?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 151
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
22. Wat zijn de mogelijkheden om de prostaat ca te onderzoeken? 23. Wat zijn de behandelmethoden van prostaatca? 24. Een van de hierboven gevraagde behandelingen is hormoontherapie. Hier kunnen de mannen borstvorming van krijgen. Waarom is dat?
25. Bij de vrouw is ovariumca een van de wat meer voorkomende vormen. Wat zijn de ovaria? 26. Deze tumoren kunnen vrij groot worden alvorens ze klachten geven. Heb je enig idee hoe dat kan ? 27. Bij ovariumca hebben de vrouwen dus soms een heel dikke buik . Deels door de tumor en deels door de ascites. Wat is ascites? 28. Op welke leeftijd komt ovariumca het meest voor?
29. Een ander vorm van kanker is longkanker. Wat beschouwt men als de belangrijkste oorzaak voor longkanker? 30. Bij longtumoren maakt men vaak verschil tussen perifere en centrale tumoren Van welk weefsel gaan deze twee vormen uit?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 152
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
31. Aan welke vorm zou je het eerst denken bij iemand die bloed ophoest een perifere vorm of een centrale vorm? 32. Waar vindt je meestal de longtumor als bij iemand hoofd en gelaat gaat zwellen ?( Men noemt dit wel het vena cava superior syndroom.) 33. Wat is de eerst aangewezen behandeling als de tumor niet operatief kan worden weggehaald?
34. Weer een ander vorm is darmca. Waar komt darmca het meest voor. In de dunne of in de dikke darm? 35. Dikke darmkanker komt met name voor bij mensen boven de 50. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak bij iemand van 25 jaar die darmkanker krijgt 36. Wat is een mogelijkheid om darmkanker in een vroeg stadium op te sporen en kan ook als bevolkingsonderzoek worden ingezet? 37. Een wat nieuwere techniek, welke op steeds meer röntgenafdelingen wordt ingezet voor darmonderzoek is virtuele colonscopie. kijk eens op internet wat dit inhoudt. Als je gaat zoeken kun je ook leuke filmpjes tegenkomen. 38. Als complicatie van een darmtumor kan een mechanische ileus ontstaan. Wat is dit? 39. De tumoren worden vaak aangegeven naar de plaats van voorkomen in de dikke darm. Wat waren ook al weer de onderdelen van de dikke darm. 40. Wat is vaak het gevolg voor een zorgvrager als de tumor zich in het rectum bevindt en het rectum verwijderd moet worden?
Bij de vrouw staat borstkanker wat betreft de kwaadaardige aandoeningen op nummer 1.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 153
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
41. Uit welke weefsels bestaat een vrouwenborst? 42. Kan borstkanker ook bij een man voorkomen? 43. Hoe metastaseren borsttumoren(via welke weg)? 44. Hoe heet de regelmatig bij jongere vrouwen voorkomende goedaardige tumor? 45. Waarom hebben vrouwen welke voor de overgangsklachten hormonen slikken een grotere kans op borstkanker? 46. Hoe heet het erfelijke gen, waardoor er in bepaalde families meer borstkanker voorkomt? 47. Noem nog 2 oorzaken , welke de kans op borstkanker vergroten? 48. Wat kunnen uiterlijke kenmerken zijn van borstkanker? 49. Wat is het standaardonderzoek voor borstonderzoek? 50. Na de diagnose kan er een mastectomie/ablatio mammae volgen . Wat is dit? 51. Hoe noemt men in het latijn een borstsparende operatie? 52. Wat is de functie van de schidlwachtprocedure? 53. Als bovenstaande procedure voor de zorgvrager slecht uitvalt wat volgt er dan meestal.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 154
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
5.3 PAAF Hematologie (activiteit later beschikbaar)
Albeda College Branche Gezondheidszorg 155
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
5.4 PAAF Zelftest oncologie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student toont zijn kennis over oncologie door het maken van de zelftest Bestudeer de theorie en je aantekeningen over het bewegingsapparaat Theorie en aantekeningen over oncologie Naar keuze Kijk de test na met behulp van het antwoordmodel 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit Maak onderstaande zelftest. 1) Wat is een mogelijke interne oorzaak voor het ontwikkelen van een tumor? a) tabak b) voeding c) hormonen d) virussen 2) Wat is geen kenmerk van een benigne tumor? a) lage groeisnelheid b) infiltratieve groei c) inkapseling d) nauwelijks necrose vorming 3) Uit welk weefsel bestaat een neuroom? a) zenuwweefsel b) spierweefsel c) steunweefsel d) bindweefsel 4) welk weefsel zit er niet in een angiomyolipoom? a) vetweefsel b) bloedvatweefsel c) dekweefsel d) spierweefsel 5) Wie is er waarschijnlijk het slechts aan toe gezien de tumor TNM classificatie? a) T1 No b) M3 c) T2 N3 d) To M1
6) Welke behandeling staat ook wel bekend als bestraling?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 156
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
a) chemotherapie b) radiotherapie c) immunotherapie d) hormonale therapie
7) A)Curatieve therapie is gebaseerd op genezing B) Palliatieve therapie is gebaseerd op genezing a) b) c) d)
A is juist B is juist A en B zijn juist A en B zijn onjuist
8) Welke verspreidingsweg van kankercellen bij een operatie van een darmtumor ligt het meest voor de hand . a) lymfogene verspreiding b) hamatogene verspreiding c) ent metastasen d) infiltratieve verspreiding
Albeda College Branche Gezondheidszorg 157
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
5.6 B Aanbevelingen voor overleg Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces competentie
Je kunt aanbevelingen doen om de kwaliteit van de communicatie, overleg en overdracht te verbeteren. Naar aan leiding van een praktijkvoorbeeld. Vorm een subgroep, zoek in het ondersteuningsmagazijn de teksten van het IKR op horend bij deze activiteit. Boek De zorgverlening coördineren en evalueren. Thema 2 De zorg coördineren (coördinatie en continuïteit van zorg) School Kort verslag over de mening van de subgroep, en aanbevelingen om de kwaliteit van de communicatie, het overleg en de overdracht te verbeteren. 3.2 bevorderen en bewaken van kwaliteit 3.3 coördineert de zorgverlening Competenties B, C, E, Q, S, T, U
Activiteit Samenwerkingsopdracht. Artikel lezen, discussie en meningsvorming, aanbevelingen schrijven. Werkwijze Lees met je subgroep het artikel van de IKR. Discussieer met elkaar wat je van het artikel vindt. Vorm een gezamenlijke mening over de inhoud van het artikel. Beantwoord de volgende vragen Zijn de teksten rond overdracht en communicatie herkenbaar voor jullie als je kijkt naar de eigen beroepspraktijk? Wat wel, en/of wat niet? Kun je een praktijkvoorbeeld geven waaruit blijkt dat de continuïteit van zorg in gevaar kwam door onvoldoende communicatie of overdracht? Wat zijn jouw aanbevelingen voor een betere overdracht/overleg en daarmee verbetering van de kwaliteit van zorg op jouw werkplek? Denk hierbij aan aspecten als: rolverdeling tijdens het overleg, gedragsaspecten van jezelf en anderen, aanwezigen tijdens het overleg, wijze van besluitvorming, kwaliteit van de communicatie
Albeda College Branche Gezondheidszorg 158
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
5.1 C Omgaan met kritiek van familie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties Verplicht/keuze
De student kan methodisch omgaan met kritiek van familie Lezen theorie ondersteunend materiaal van de negen strategieën School 3 Feedbackformulieren met Tops en Tips en nabespreking met docent. 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C,D,R) Keuze uit deze activiteit, omgaan met verlieservaringen (thema 7) of omgaan met gedragsproblemen (thema 6)
Activiteit : Je gaat oefenen in het omgaan met kritiek van familie van een zorgvrager d.m.v. een rollenspel Werkwijze : 1. Lees de theorie door. 2. Beschrijf situaties uit je stage waarin je kritiek kreeg van familie over de zorg van hun familielid. 3. Oefen in 3 – tallen deze situaties met behulp van de 9 strategieën( theorie bij ondersteunend materiaal) of regel een acteur in overleg met de docent
5.2 C Alternatieve geneeswijzen Albeda College Branche Gezondheidszorg 159
BC BRANCHE VVT 1415
Resultaat
Theorie Praktische voorbereiding Locatie Werkproces
MBO-verpleegkundige
De student heeft zich georiënteerd op de alternatieve geneeswijzen /of complementaire zorg en een presentatie gegeven of een gastdocent uitgenodigd Boek: ‘Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg” Internetsites over alternatieve geneeswijzen Eventueel ruimte regelen voor de gastdocent School 1.6 geeft voorlichting en instructie I presenteren L materiaal en middelen inzetten
Activiteit 1: Je gaat je oriënteren op alternatieve geneeswijzen of complementaire zorg binnen de setting waar je werkzaam bent en presenteert dit aan medestudenten Werkwijze: 1. Formeer een groepje van 4 studenten. 2. Kies een alternatieve geneeswijze of vorm van complementaire zorg die past bij de doelgroep waarmee je werkt . 3. Bereid een presentatie voor waarbij je iets vertelt over de geneeswijze of zorg en over de begeleiding van de zorgvrager die deze behandeling of zorg krijgt. ( denk aan de zorgvrager met chemotherapie of aan de zorgvrager met een verstandelijke beperking die massage krijgt) 4. Voer de presentatie uit, maak gebruik van het feedbackformulier presentatie Activiteit 2: Je gaat een gastdocent uitnodigen die iets kan vertellen over een alternatieve geneeswijze of complementaire zorg Werkwijze : 1. Formeer een groepje. 2. Kies een alternatieve geneeswijze of vorm van complementaire zorg die past bij de doelgroep waarmee je werkt . 3. Nodig in overleg met de docent een gastdocent uit .
Albeda College Branche Gezondheidszorg 160
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
6.1 B Oriëntatieopdracht Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student heeft de filmpje bekeken op internet en toont hiermee kennis te hebben van neurologische ziektebeelden. Zorg dat je de beschikking hebt over internet en een computer. Zorg dat je de beschikking hebt over het boek mensen met chronisch somatische aandoeningen zieken. Maak gebruik van je boeken en internet School of thuis Beoordeel zelf of je voldoende inzicht gekregen hebt in neurologische ziektebeelden. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Oriëntatieopdracht: bekijk de filmpjes op internet. Werkwijze: Neurologie is een specialisatie die zich bezighoudt met de hersenen, zenuwen, ruggenmerg en spieren. De klachten die de neuroloog behandelt zijn o.a. hoofdpijn, duizeligheid, dubbelzien, rugpijn, verlammingen. Aandoeningen die bij een neuroloog terecht komen zijn dan o.a. epilepsie, m.s., parkinson, dementie, hersentumoren, c.v.a., coma, hersentumoren. Om een indruk te krijgen van zorgvragers die bij de neuroloog komen kun je de korte filmpjes op internet bekijken op www.ziekenhuis.nl filmpjes, genre neurologie, de ziektebeelden: dwarslaesie, epilepsie, hernia.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 161
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
6.2 B Presentatieopdracht onderzoeken neurologie
Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Je hebt je verdiept in de verschillende onderzoeken die uitgevoerd worden bij een neurologische zorgvrager door middel van het maken van een korte presentatie en door te luisteren naar presentaties van andere studenten. Zorg dat je de beschikking hebt over internet en een computer. Maak gebruik van je boeken en internet. School of thuis. Vraag feedback aan medestudenten op je presentatie. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1: Voer de presentatieopdracht over neurologische onderzoeken uit.* Werkwijze: De neuroloog kan onderstaande onderzoeken doen. Verdeel de onderzoeken onder je medestudenten en presenteer aan elkaar wat je hebt gevonden: E.M.G. E.E.G. E.N.G. Evoked potential röntgenfoto CT-scan MRI-scan Pet-scan Doorbloedingsonderzoek halsslagaderen Lumbaalpunctie TIA-screening Geef in je presentatie antwoordt op de volgende vragen: Wat houdt het onderzoek in Wat zijn de verpleegkundige voorbereidingen Wat houdt de nazorg in Is het een belastend onderzoek voor de zorgvrager Duur presentatie: 10 a 15 minuten (* BBL mag het schriftelijk uitwerken).
Albeda College Branche Gezondheidszorg 162
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
6.3 B Verplegen van zorgvragers met niet-aangeboren hersenletsel Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces competentie
De student weet waaruit de verpleegkundige zorg bestaat bij zorgvragers met niet- aangeboren hersenletsel (NAH) Neem je boek mee en zorg voor een computer en/of DVD speler Boek: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; thema verplegen van cliënten met niet-aangeboren hersenletsel door een ongeval. www.dehoogstraat.nl Theorielokaal, studieruimte, Bespreek de antwoorden en de film met medestudenten en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V 1.9 Evalueert de zorgverlening
Activiteit 1 Maak de onderstaande vragen. 1. Ga na wat de belangrijkste gezondheidsproblemen zijn bij niet-aangeboren hersenletsel. (NAH) 2. De verpleegkundige zorg in een revalidatiecentrum is het best te omschrijven als “verplegen met de handen op de rug”. Wat betekent dit? 3. Waaruit bestaat de algemene verpleegkundige zorg bij niet-aangeboren hersenletsel? 4. Beschrijf de specifieke verpleegkundige zorg bij NAH: Communicatieproblemen Zintuigelijke problemen Lichamelijke problemen Sociale problemen Emotionele en gedragsproblemen
Activiteit 2 Bekijk de film op de site van het revalidatiecentrum “de Hoogstraat” over hersenletsel, ervaringen van jongeren en ouders en bespreek met een paar medestudenten wat een NAH voor een zorgvrager en diens naasten sociaal-maatschappelijk betekent .
Albeda College Branche Gezondheidszorg 163
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
6.4 B Verplegen van zorgvragers met een dwarslaesie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces competentie
De student weet waaruit de verpleegkundige zorg bestaat bij zorgvragers met een dwarslaesie. Neem je boek mee en zorg voor een computer en/of DVD speler Boek: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; thema verplegen van cliënten met een totale/partiële dwarslaesie www.dehoogstraat.nl Theorielokaal, studieruimte, Bespreek de antwoorden en de film met medestudenten en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Maak de onderstaande vragen. 5. Ga na wat de belangrijkste gezondheidsproblemen zijn bij een dwarslaesie veroorzaakt door een trauma. 6. Op welke complicaties moet je als verpleegkundige bedachtzaam zijn? 7. Waaruit bestaat de verpleegkundige zorg bij een dwarslaesie? Activiteit 2 Bekijk de film op de site van het revalidatiecentrum “de Hoogstraat” over een Dwarslaesie en ervaringen van revalidanten bespreek met een paar medestudenten wat een dwarslaesie voor een zorgvrager en diens naasten sociaal-maatschappelijk betekent .
Albeda College Branche Gezondheidszorg 164
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
6.5 B Verplegen van zorgvragers met een CVA Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student weet welke interventies worden toegepast bij communicatie stoornissen, motorische problemen en neglect t.g.v. een CVA . De student weet wat een CVA maatschappelijk voor een zorgvrager betekent. Neem je boek mee en zorg voor een computer. Boek: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; thema verplegen van cliënten met een CVA Theorielokaal, studieruimte, thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V 1.4 Begeleidt een zorgvrager
Activiteit 1 Herhaal je kennis over verplegen van zorgvragers met een CVA door de activiteit: verplegen van een zorgvrager met een CVA te maken uit gevorderd 1 chronisch zieken. Activiteit 2 Onderzoek wat een CVA sociaal-maatschappelijk voor een zorgvrager en diens naasten betekent en vul het onderstaande schema in. Sociaal- maatschappelijk . Veranderd toekomstperspectief
. Veranderde relatie tot het sociale netwerk
Verandering in de partnerrelatie
Verandering in de rol in de maatschappij
Albeda College Branche Gezondheidszorg 165
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
6.6 B Verpleegplan van een zorgvrager met MS Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student heeft een verpleegplan gemaakt m.b.v. een casus over een zorgvrager met MS Neem je boek mee en zorg voor een computer. Boek: Verplegen van chronisch zieken, lichamelijk gehandicapten en revaliderende; thema verplegen van cliënten met een lichamelijke beperking door multiple sclerose Theorielokaal, studieruimte ,thuis Bespreek de antwoorden met een medestudent en breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.9 Evalueert de zorgverlening D,J,M
Activiteit 1 Maak de competentieopdracht bij het hoofdstuk verplegen van cliënten met een lichamelijke beperking door multiple sclerose. 17. Analyseer de gegevens uit de casus en vul onderstaand schema in:
In de casus staat een ziekte/ stoornis genoemd
wat voor soort ziekte ( soms meerdere mogelijkheden)
wat zijn de symptomen
wat zegt de casus erover
wat weet ik er van?
wat zijn de complicaties/ wat zijn de aandachtspunten
18. Orden de gegevens en stel de verpleegkundige diagnoses. Maak hiervoor gebruik van de patronen van Gordon. 19. Werk 3 specifieke verpleegproblemen uit volgens de PES 20. Formuleer aansluitend verpleegdoelen volgens de RUMBA 21. Formuleer minimaal 4 verpleegkundige interventies per doel. 22. Maak een product en proces evaluatie per doel.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 166
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
6.7 B Zorgvrager met epilepsie Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces competentie
De student heeft ter oriëntatie de filmpjes bekeken op internet en toont hiermee kennis te hebben van de aandoening epilepsie. De student heeft zich verdiept in de verpleegkundige zorg rondom de zorgvrager met epilepsie in het ziekenhuis. Zorg dat je de beschikking hebt over internet en een computer. Maak activiteit 1 thuis voorafgaand aan de les op school. Maak gebruik van internet Thuis activiteit 1 en op school activiteit 2. Beoordeel zelf of je voldoende inzicht gekregen hebt in de aandoening epilepsie en de verpleegkundige zorg bij een zorgvrager met epilepsie in het ziekenhuis. 1.2 biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden Competenties: K. vakdeskundigheid toepassen C: begeleiden
Activiteit 1 Oriëntatieopdracht Bekijk de filmpjes op internet om je te oriënteren: http://www.youtube.com/watch?v=L3qt-pgwHEU&feature=player_detailpage http://www.youtube.com/watch?v=MqEZO5ACKrw&feature=player_detailpage
Activiteit 2 Spiekbriefjes Stel in je subgroep vragen op over de verpleegkundige zorg in het ziekenhuis bij een zorgvrager met epilepsie. Zoek de antwoorden op de vragen in je boeken en op internet en zet de antwoorden op een spiekbriefje. Laat de spiekbriefjes zien aan de andere subgroepen en vergelijk deze. Wissel de informatie op de spiekbriefjes uit onder begeleiding van de docent.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 167
BC BRANCHE VVT 1415
6.1
MBO-verpleegkundige
PAAF MS
Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student heeft kennis over de behandeling bij MS en de rol van de verpleegkundige hierbij. Zorg dat je beschikking hebt over theorieboek verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; pathologieboek. Thema 8.verplegen van cliënten met een lichamelijke beperking door MS OLC, thuis, leslokaal Evaluatie met behulp van antwoordmodellen en medestudenten. Vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Onderzoek hoe de behandeling met medicijnen bij MS eruit ziet en wat je taak als verpleegkundige hierbij is. Activiteit 2 Onderzoek welke behandelingen gericht op klachten en symptomen worden toegepast.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 168
BC BRANCHE VVT 1415
6.2
MBO-verpleegkundige
PAAF overige neurologische aandoeningen
Resultaat Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces
De student heeft de activiteiten gemaakt over een aantal neurologische aandoeningen Boek: inwendige geneeskunde, Anatomie/fysiologieboek + Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening Theorielokaal/studieruimte/thuis Bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E,F,J,K,R,V
Activiteit 1 Maak de mindmap van MS, CVA en Parkinson. Kijk indien nodig naar de opdrachten uit de gevorderde 1 fase. zorgvrager met M.S. locatie aandoening .. .. .. Oorzaken .. .. .. Verschijnselen .. .. ..
Onderzoeken .. .. ..
Behandeling Complicaties
??
Albeda College Branche Gezondheidszorg 169
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
zorgvrager met C.V.A.
wat is een C.V.A. .. .. .. ..
Oorzaken embolie .. .. .. ..
onderzoeken .. .. ..
behandeling
Verschijnselen .. .. .. .. .. .. .. .. .. afasie .. ..
korte termijn
lange termijn
prognose .. .. links
rechts verpleegkundige aandachtspunten ..
Albeda College Branche Gezondheidszorg 170
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
zorgvrager met parkinson locatie aandoening .. .. .. Oorzaken .. .. .. Verschijnselen .. .. ..
verschijnselen lange termijn
stadia
Onderzoeken .. .. ..
Behandeling .. .. .. Complicaties .. .. ..
?? prognose
Albeda College Branche Gezondheidszorg 171
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Activiteit 2 Maak onderstaande zelftest over het zenuwstelsel. Indien nodig: bestudeer dan a.d.h.v. de beginners opdrachten het zenuwstelsel nogmaals. Zelftest zenuwstelsel 1.
De stof die nodig is voor de prikkeloverdracht op spierweefsel heet: 1. 2. 3. 4.
2.
De sensibele vezels die via het ruggenmerg verlopen, gaan: 1. 2. 3. 4.
3.
de achterhoorn binnen, de achterhoorn uit, de voorhoorn binnen, de voorhoorn uit,
Het sympathisch zenuwstelsel werkt remmend op: 1. 2. 3. 4.
4.
nor-adrenaline, dopamine, insuline, acetylcholine,
het hart, de lever en de ademhaling, de spijsvertering, de longen.
Het ruggenmerg eindigt ongeveer bij het heiligbeen bij het staartbeen ter hoogte van de laatste lendenwervel ter hoogte van de tweede lendenwervel
5.
A. B.
1. 2. 3. 4.
Een dendriet voert impulsen naar het cellichaam toe De insnoering van Ranvier is de ruimte tussen de myelineschede en de schede van Schwann A juist juist onjuist onjuist
B juist onjuist juist onjuist
Albeda College Branche Gezondheidszorg 172
BC BRANCHE VVT 1415
6.
MBO-verpleegkundige
Welke van de volgende stellingen is juist? A B
Het sympathische systeem is een onderdeel van het onwillekeurige ( vegetatieve, autonome ) zenuwstelsel. Het (ortho) sympathische systeem stimuleert de spijsvertering.
1. 2. 3. 4.
A en B zijn beide juist Alleen A is juist Alleen B is juist A en B zijn beide onjuist
7.
4
2
4
2 11
3
3
Hierboven zie je een plaatje van een zenuw . Welk gedeelte is de synaps gedeelte? 1. 2. 3. 4.
8.
Het willekeurige zenuwstelsel wordt ook wel genoemd 1 2 3 4
9.
animale zenuwstelsel autonoom zenuwstelsel perifeer zenuwstelsel vegetatief zenuwstelsel
De zenuwceluitlopers die impulsen afvoeren uit de zenuwcel waartoe zij behoren, heten 1 2 3 4
10.
1 2 3 4
dendrieten myelinescheden neurieten scheden van Schwann
In welke volgorde zijn bovenstaande structuren bij de kniepeesreflex betrokken? 1. 2. 3. 4.
Ruggenmerg Sensibele zenuwcel Motorische zenuwcel Zintuigen Albeda College Branche Gezondheidszorg 173
BC BRANCHE VVT 1415
11.
MBO-verpleegkundige
5.
Spier
1 2 3 4
1–2–3–4–5 2–1–3–4–5 4–1–2–3–5 4–2–1–3–5
Welk van de volgende onderdelen behoort niet tot het centrale zenuwstelsel 1 2 3 4
grijze stof hersenen ruggenmerg ruggenmergszenuwen
Activiteit 3 Maak onderstaande opdracht over dwarslaesie. Bekijk ter inleiding een filmpje op internet, bv. via deze link: http://vimeo.com/18046380 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Wat is een dwarslaesie? Welke functies kunnen daardoor uitvallen? Wat is tetraplegie en wat is paraplegie. Leg uit waarom dit ontstaat. Wat is het verschil tussen een complete en incomplete dwarslaesie? Noem een aantal oorzaken voor een dwarslaesie. Leg uit wat de spinale shockfase inhoud. Leg uit wat de chronische fase inhoud. Welke onderzoeken kan men doen om een dwarslaesie vast te stellen? Wat is de behandeling van een dwarslaesie?
Activiteit 4 Bekijk de opdracht: G1B2 chron. PAAF: basiskennis hersenen Bestudeer indien nodig nogmaals de anatomie/fysiologie van de hersenen Maak G1B2.6 chron.PAAF Basiskennis hersenen zelftest
Albeda College Branche Gezondheidszorg 174
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
Activiteit 5 Maak onderstaande opdracht over Niet Aangeboren Hersenletsel (N.A.H.) 1. 2. 3. 4. 5.
Noem een aantal oorzaken voor N.A.H. Welke verschijnselen kunnen optreden? Waarom zijn er zoveel verschillende stoornissen en komen zij niet altijd bij iedereen voor? Welke onderzoeken kunnen uitgevoerd worden om N.A.H. vast te stellen? Wat is de behandeling van N.A.H.?
Beschrijf kort onderstaande oorzaken voor Niet Aangeboren Hersenletsel Gebruikt hiervoor het boek inwendige geneeskunde en https://www.hersenstichting.nl/allesover-hersenen/hersenaandoeningen/hersenontsteking.html
meningitis encephalitis commotio cerebri contusio cerebri schedel(basis)fracturen epidurale bloeding subdurale bloeding
Beschrijf hierbij wat de pathologie inhoudt, de verschijnselen behandeling
Activiteit 6 Maak onderstaande opdracht over Hernia (Hernia Nucleus Pulposi) en Ischias
1. 2. 3. 4. 5.
Bekijk het plaatje en benoem de onderdelen in het Nederlands. Wat is een hernia letterlijk? Waar komt een hernia nucleus pulposi voor? Wat is de oorzaak? Noem een aantal verschijnselen?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 175
en
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
6.
Hoe wordt een hernia vastgesteld? 7. Wat is de behandeling van een hernia? 8. Wat kunnen complicaties zijn? 9. Wat is de N. ischiadicus en waar is zijn ligging? 10. Wat is Ischialgie? 11. Dan is er ook nog de term spit (lumbago) wat houdt dat in?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 176
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
6.8 B Ketenzorg = ook deskundigheidsbevordering (actuele ontwikkelingen) Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Presentatie over Ketenzorg Verzamel informatie over ketenzorg, en vorm een subgroep Boek De zorgverlening coördineren en evalueren. Thema 2 De zorg coördineren (coördinatie en continuïteit van zorg) School Feedback op de uitgevoerde presentatie 1.8 Coördineert de zorgverlening (B, E, Q)
Activiteit Verschillende bronnen raadplegen, voorbereiding en presentatie over ketenzorg, samenwerkingsopdracht. Werkwijze Vorm een subgroep. Raadpleeg verschillende bronnen om de volgende vragen te kunnen beantwoorden. - Wat is Ketenzorg? Benoem een aantal voorbeelden van ketenzorg. - Wat is het belang van ketenzorg? Leg uit waarom kennis over ketenzorg voor jou als verpleegkundige relevant is. Naar aanleiding van de verzamelde informatie bereidt je met een subgroep een 10-15 minuten durende presentatie voor over dit onderwerp. Maak gebruik van voorbeelden, het liefst uit de praktijk. Gebruik ook hulpmiddelen bij de presentatie. In een aantal instellingen bestaat ketenzorg al, kies een zorgcategorie uit waarover je de presentatie zal gaan. Gebruik de volgende vragen om een richtlijn te hebben voor de opbouw van de presentatie. Wie (instellingen/disciplines) vormen de door jou gekozen keten? Welke disciplines zijn erbij betrokken? Hoe is het project ontstaan? Welke doelen zijn er geformuleerd? Wat is het voordeel of de meerwaarde voor het project? Wat kan ketenzorg allemaal betekenen voor patiënten/ zorgvragers binnen de door jou gekozen keten? Voer de presentatie uit voor de groep, geef de uitwerking van de theorie ook aan de docent. Je ontvangt feedback van medestudenten en docent aan de hand van criteria van het beoordelingsformulier.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 177
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
6.1 C Omgaan met gedragsproblemen Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties Verplicht/keuze
Je kunt de verschillende vormen van gedragsproblemen in de zorg herkennen. Je bent in staat te vertellen hoe je met gedragsproblemen kunt omgaan aan de hand van een stappenplan Lezen theorie (omgaan met gedragsproblemen) Zie ondersteunend materiaal . School Uitwisseling in de groep 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C,D,R) Keuze uit deze activiteit, omgaan met verlieservaringen (thema 7) en omgaan met kritiek van de familie (thema 5)
Werkwijze : Lees de theorie door (stappenplan bij probleemgedrag) uit het ondersteunend materiaal
Maak een keuze uit één van onderstaande vormen van probleemgedrag 1. Omgaan met agressief gedrag van klinische zorgvragers 2. Omgaan met ontremd gedrag van klinische zorgvragers 3. Omgaan met claimend en extreem aandacht vragend gedrag van klinische zorgvragers 4. Omgaan met angstig en dwangmatig gedrag van klinische zorgvragers
Geef een beschrijving van het gedrag en geef daarbij een voorbeeld uit de eigen praktijk Wat is de oorzaak van het gedrag? Welke vormen van het gedrag zijn er? Welke gevoelens en emoties kan het gedrag oproepen bij verpleegkundigen? Hoe kun je het gedrag zo beïnvloeden, dat het minder wordt? Zijn er richtlijnen in de instelling waar je werkt om met probleemgedrag om te gaan?
Presenteer je belangrijkste bevindingen in max. 5 minuten bijvoorbeeld met behulp van een mind map, op een flap etc. Doe het zo mogelijk aan de hand van een praktijkvoorbeeld.
We gaan het probleemgedrag nader bekijken aan de hand van een methodiek. Lees de literatuur “stappenplan bij probleemgedrag” uit het ondersteunend materiaal Probeer aan de hand van je gekozen praktijkvoorbeeld (mag ook een nieuw voorbeeld zijn) de probleemsituatie te analyseren. Bekijk in de evaluatie wat deze activiteit je heeft opgeleverd aan de hand van de volgende vragen: Is er iets veranderd in de beeldvorming t.a.v. de praktijksituatie? Zie je mogelijkheden om anders met het probleemgedrag van de zorgvrager om te gaan? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 178
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
7.1 B Verpleegkunde palliatieve zorg 1 Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces Competentie
De student kan benoemen wat er onder palliatieve zorg wordt verstaan en waaruit de verpleegkundige zorg bestaat. Neem je boek mee en zorg voor een computer. Boek: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening Boek: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; thema verplegen van cliënten met een oncologische aandoening; Internet: http://palliatieve-zorg.startpagina.nl/ http://www.palliatievezorg.nl/ Theorielokaal, studieruimte, thuis Vergelijk het verslag met een medestudent. Breng eventuele vragen en onduidelijkheden naar voren bij de docent en vraag in overleg met de inhoudsdeskundige om feedback. 1.1 verpleegplan opstellen 1.2 biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden E. Samenwerken F Ethisch en integer handelen J. Formuleren en rapporten K. Vakdeskundigheid toepassen M. Analyseren V. Met druk en tegenslag omgaan
Activiteit 1 Schrijf een verslag van 1- 2 A4 waarin de onderstaande punten zijn verwerkt. Verslagpunten: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Wat is palliatieve zorg? Waarom wordt palliatieve zorg gegeven? Wie geeft palliatieve zorg? Wie ontvangt palliatieve zorg? Hoelang kan palliatieve zorg duren? Waar wordt palliatieve zorg gegeven? Hoe wordt palliatieve zorg gegeven? Wat zijn de verpleegkundige interventies bij palliatieve zorg?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 179
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
7.2 B Verpleegkunde palliatieve zorg 2 Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces competentie
Je weet het verschil tussen palliatieve zorg en terminale zorg en je weet de basis principes van palliatieve- terminale zorg d.m.v. een mindmap. Neem je boek mee en zorg voor een computer. Formeer een groep van 3-4 studenten en zorg voor flappen en stiften Boeken: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; thema verplegen van cliënten met een oncologische aandoening en Verzorgen van geriatrische zorgvragers: thema Het levenseinde, palliatieve en terminale zorg. Palliatievezorg.startpagina.nl http://www.palliatievezorg.nl/ Theorielokaal, studieruimte, thuis Presenteer de flap met de mindmap aan de groep en vergelijk deze met de andere flappen o.l.v.de inhoudsdeskundige. Maak een foto van de flap of neem de mindmap over in je aantekeningen. 1.1, 1.2, 1.4 K vakdeskundigheid toepassen F ethisch en integer handelen D aandacht en begrip tonen.
Activiteit 1 Maak een mindmap op een flap en verwerk hierin de onderstaande begrippen. Werkwijze: Zet in het midden het begrip: Palliatieve-terminale zorg. Daarom heen kun je denken aan doelgroep, instellingen en organisaties, verpleegproblemen en verpleegkundige zorg, palliatieve zorg, terminale zorg, gewenst levenseinde. Geef aan hoe de verschillende onderdelen met elkaar worden verbonden.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 180
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
7.3 B Palliatieve sedatie Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student weet wat er onder palliatieve sedatie wordt verstaan en wat haar/zijn verpleegkundige taak is hierbij. Kan het verschil benoemen tussen palliatieve sedatie en euthanasie. Neem je boek mee en zorg voor een computer. Boek: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; thema verplegen van cliënten met een oncologische aandoening; Palliatievezorg.startpagina.nl http://www.palliatievezorg.nl/ Theorielokaal, studieruimte, thuis. Bespreek je onderzoek met je medestudenten en met de inhoudsdeskundige. 1.1, 1.2, 1.4 K vakdeskundigheid toepassen
Activiteit 1 Onderzoek wat er wordt verstaan onder palliatieve sedatie en wat de verpleegkundige taak hierbij is Geef aan wat het verschil is met euthanasie. Onderbouw dit met duidelijke criteria . Palliatieve sedatie is……. Verpleegkundige taak bij palliatieve sedatie is…… Euthanasie is…… Het verschil tussen palliatieve sedatie en euthanasie is…. (onderbouw je antwoord met duidelijke criteria)
Albeda College Branche Gezondheidszorg 181
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
7.4 B Film hospice en palliatieve zorg Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student weet waaruit de palliatieve zorg bestaat in een hospice na het kijken en nabespreken van een film Neem je boek mee en zorg voor een computer. Boek: Verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; thema verplegen van cliënten met een oncologische aandoening; http://palliatieve-zorg.startpagina.nl/ http://www.palliatievezorg.nl/ Theorielokaal, studieruimte, Bespreek de film met medestudenten ende inhoudsdeskundige. Bespreek tevens je eigen bevindingen en ervaringen.. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden K vakdeskundigheid toepassen F ethisch en integer handelen D aandacht en begrip tonen.
Activiteit 1 Bekijk een film over een hospice in overleg met de inhoudsdeskundige, bijvoorbeeld van Jacobshospice Den Haag. Maak gebruik van de kijkopdracht. Werkwijze: Hoe ervaren de zorgvragers het verblijf in de hospice? Wat is de reden van deze zorgvragers om voor een hospice te kiezen? Waaruit bestaat de verpleegkundige zorg voornamelijk? Ter afsluiting: Zou je zelf in een hospice willen werken en waarom wel waarom niet? Vind je het ontstaan van hospices een goede ontwikkeling? Motiveer je antwoord
Albeda College Branche Gezondheidszorg 182
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
7.5 B Zorgpad Stervensfase Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
De student weet wat het Zorgpad Stervensfase inhoudt en hoe je de zorg kunt monitoren. Neem je boek mee en zorg voor een computer. Boek: Verzorgen van mensen met een geriatrische aandoening: thema het levenseinde, palliatieve en terminale zorg. www.zorgpadstervensfase.nl Theorielokaal, studieruimte, thuis Kijk de vragen na m.b.v. antwoordmodel en bespreek onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige. 1.1, 1.2, 1.4, 1.8 K vakdeskundigheid toepassen F ethisch en integer handelen D aandacht en begrip tonen.
Activiteit 1 Zoek uit wat het zorgpad stervensfase inhoudt m.b.v. de onderstaande vragen.
1. Wat is het Zorgpad Stervensfase? 2. Waar kan het Zorgpad Stervensfase gebruikt worden? 3. Hoe is het Zorgpad Stervensfase opgebouwd? 4. Wanneer is het niet zinvol om het Zorgpad Stervensfase te gebruiken? Activiteit 2 Ga na welke formulieren er gebruikt kunnen worden om de zorg te monitoren en worden deze ook bij jou in de praktijk gebruikt? Zo ja, welke en hoe wordt het ingezet? Zo nee, waarom niet en hoe zou het eventueel wel kunnen? Bespreek deze formulieren en de praktijksituatie uit het boek met een medestudent.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 183
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
7.6 B Richtlijnen palliatieve zorg en COPD Resultaat Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
De student weet wat de richtlijnen voor palliatieve zorg en COPD zijn na het lezen van het artikel. Zorg dat je beschikking hebt over theorieboek verplegen van mensen met een chronische somatische aandoening; Stem met een paar medestudenten af wanneer je deze activiteit bespreekt. 2.verplegen van cliënten met COPD of astma, artikel in ondersteunend materiaal OLC, thuis, leslokaal Bespreek de samenvatting en eigen ervaringen /mening met de groep en de inhoudsdeskundige. 1.1 Stelt een verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op A,D,H,J,K,M
Activiteit Lees het artikel over richtlijnen bij palliatieve zorg en COPD en maak een samenvatting. Wat vind je van een dergelijke richtlijn en hoeverre wordt er in de praktijk hiermee gewerkt?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 184
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
7.7 B Multidisciplinair overleg. Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Je kunt uitleggen wat een MDO is, uitgangspunten en voordelen benoemen. Verzamel informatie Boek De zorgverlening coördineren en evalueren. Thema 2 De zorg coördineren (coördinatie en continuïteit van zorg) School Kennis over MDO 1.8 Coördineert de zorgverlening (B, E, Q)
Activiteit Samenwerkingsopdracht, literatuurstudie, vragen beantwoorden. Werkwijze Lees uit het boek De zorgverlening coördineren en evalueren. Thema 2 De zorg coördineren (coördinatie en continuïteit van zorg). Raadpleeg zo nodig ook andere bronnen. Beantwoord de volgende vragen: Wat is het MDO? Wat is een zorgvrager bespreking? Wat is het doel van beide vormen van overleg? Wat zijn de voordelen van het MDO? Wat zijn nadelen/knelpunten bij een MDO? Benoem de belangrijkste uitgangspunten bij een MDO/zorgvragerbespreking? Na het beantwoorden van de vragen ga je in de subgroep praktijkervaringen uitwisselen over het MDO en de zorgvragerbespreking. Bespreek zowel positieve als negatieve ervaringen met elkaar. Als MDO niet plaatsvindt op je afdeling bespreek dan met elkaar waarom het wenselijk is dat een MDO georganiseerd. Onderbouw je mening met goed argumenten. Antwoorden worden plenair besproken.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 185
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
7.8 B Simulatie MDO Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Je kunt tijdens een simulatie actief deelnemen aan een MDO Verzamel informatie Boek De zorgverlening coördineren en evalueren. Thema 2 De zorg coördineren (coördinatie en continuïteit van zorg) School Aan de hand van de observatielijst krijg je feedback van je medestudenten en de docent. 1.8 Coördineert de zorgverlening (B, E, Q)
Activiteit Deelname en actieve bijdrage aan simulatie van een MDO Werkwijze Kies met elkaar uit de casussen voor de simulatie een zorgvrager voor de simulatie of gebruik een casus uit de lessen Palliatieve Zorg. Verdeel met elkaar de verschillende rollen van deelnemers aan het overleg. Bespreek eventueel van te voren in sub groepjes wat het doel van de persoon met de rol moet zijn. Voer de simulatie met elkaar uit. Naar aanleiding van de observatielijst krijg je feedback van je medestudenten en de docent. Evalueer en reflecteer op de simulatie.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 186
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
7.1 PAAF Chronische pijn (activiteit later beschikbaar)
Albeda College Branche Gezondheidszorg 187
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
7.1 C Begeleiden van zorgvragers in de palliatieve fase (reflectie) Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties
De student kan verwoorden hoe de begeleiding bij palliatieve zorg in de instelling geregeld is, en hij/zij kan punten ter verbetering benoemen “Troost” in ondersteunend materiaal “Troost” in ondersteunend materiaal School Kringgesprek in de groep 1.4 Begeleidt een zorgvrager (C,D,R)
Activiteit : Je kunt verwoorden hoe de begeleiding rond de palliatieve zorgvrager in je instelling geregeld is en je kunt positieve en ontwikkelpunten rond die begeleiding benoemen. Werkwijze : Kringgesprek over troost als verpleegkundige interventie Per instelling wordt een korte uiteenzetting gegeven waarin werkwijze, visie, uitgangspunten worden benoemd ten aanzien van de begeleiding van palliatieve zorgvragers. (werken met zorgpad stervensfase etc.) Discussie over de positieve en ontwikkelpunten van de verschillende instellingen. Discussie over hetgeen je straks als gediplomeerd verpleegkundige zou kunnen bijdragen aan een positieve ontwikkeling ten aanzien van de begeleiding van palliatieve zorgvragers in de eigen instelling
Albeda College Branche Gezondheidszorg 188
BC BRANCHE VVT 1415
MBO-verpleegkundige
7.2 C Omgaan met verlieservaringen
Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces/competenties Verplicht/keuze
De student kan verlieservaringen bij zorgvragers herkennen en kan de juiste interventies ondernemen. Lezen ondersteunend materiaal “herkennen van signalen….” Boek geriatrische zorgvragers thema 2 hoofdstuk 2 School Nabespreking in de groep/leerprocesverslag 1.4 Begeleidt de zorgvrager (C,D,R) Keuze uit deze activiteit, omgaan met gedragsproblemen (thema 6) of omgaan met kritiek van de familie (thema 5)
Activiteit Je kunt de verschillende vormen van verlieservaring in de geriatrie herkennen, je bent in staat te vertellen hoe je met deze verlieservaringen kunt omgaan Werkwijze : Lees de theorie door (herkennen van signalen bij verlieservaringen van ouderen) uit het ondersteunend materiaal Lees uit je boek: verplegen van geriatrische zorgvragers, hoofdstuk 2 thema 2 Schrijf voor jezelf op met welke soorten verlieservaringen de geriatrische zorgvragers uit jou instelling mee te maken krijgen. Pak de lijst van de 10 signalen erbij. (zie theorie ondersteunend materiaal) Beoordeel een zorgvrager uit de beroepspraktijk op deze 10 signalen. Welke zijn te herkennen, welke niet? Wissel de ervaringen uit in de groep aan de hand van de verschillende praktijksituaties en beoordeel voor jezelf of je anders naar verlieservaringen kijkt en of verlieservaringen altijd herkend worden. Kijk nog eens goed naar de vier verpleegkundige strategieën. Maak vier groepen. Elke groep kiest één verpleegkundige strategie. Elke groep laat aan de hand van een praktijkvoorbeeld zien, hoe de gekozen strategie gebruikt wordt om de zorgvrager te stimuleren/onderbieden/af te remmen of zorg over te nemen. Evalueren: wat heeft deze activiteit je opgeleverd? Schrijf hierover een leerprocesverslag
Albeda College Branche Gezondheidszorg 189