OPENBARE VERGADERING van de raad der gemeente Alblasserdam op woensdag 13 september 2006 des namiddags om 19.30 uur in het raadhuis Aanwezig de leden: mevrouw M.J.H. Barra-Leenheer (PvdA), mevrouw P.M. Wennekes (PvdA), de heer R. van Lavieren (PvdA), de heer O. Yilmaz (PvdA), de heer S.C. van Reeuwijk (PvdA), de heer J.J.G. Lok (PvdA), mevrouw L. Sundquestvan Solingen (CDA), de heer A.C.C.M. Ruikes (CDA), de heer J.H. Wesselius (CDA), de heer T. de Gelder (CDA), de heer mr. A. Boele (SGP), de heer J. de Waard (SGP), de heer F.C. de Gier (VVD), mevrouw C.E.J. Leeuwis (VVD), de heer A.J. Zwaan (ChristenUnie) en de heer A.G. Clements (ChristenUnie); Afwezig:
de heer dr.ir. H. Boersma (SGP);
Wethouder:
de heer A.L. Cardon (PvdA), de heer J. de Gruijter (CDA) en de heer J.M. Dekker (VVD);
Griffier:
de heer J.J. ’t Lam;
Voorzitter:
de heer drs. A.D. van den Bergh;
Voorzitter: Dames en heren, mag ik u verzoeken voordat wij met de vergadering beginnen, op te staan van uw zetels, aangezien wij de droeve plicht hebben één van uw voorgangers, de heer J. de Jong van de SGP, te herdenken. Ons is het bericht geworden dat hij vorige week op een hele jonge leeftijd, 59 jaar, is overleden. Ik zou het volgende nog willen zeggen: “de heer De Jong was lid van onze raad in de periode 1978 tot 1986, namens en voor de SGP. Hij nam op 10 april 1986 afscheid en mijn voorganger, de heer Bruin, heeft tegen hem toen de volgende woorden gesproken, die, dacht ik, hem niet kennende, maar begrepen hebbende dat hij hem goed getypeerd heeft, als volgt aan u zou willen herhalen: vanuit een herkenbaar religieus besef en met inspanning om de lokale politiek ethisch naar buiten uit te dragen, opereerde u in deze raad. De grondigheid en feilloze precisie, waarmede u het raadswerk verrichtte, maakte indruk. Ik herinner mij niet één maal dat u uit balans raakte. Heel merkbaar was ook uw voorkeur voor een voorzichtig financieel beleid, zowel wat de lasten voor de inwoners als wat de investeringen betrof. Door uw zeer gedegen bestuurlijke kennis werd u graag een oor geleend”, zo sprak mijn voorganger. Moge wij hem op deze wijze in onze herinnering bewaren.” Ik verzoek u een moment stilte in acht te nemen. Dank u wel. Dan hebben wij vanavond een vergadering die gaat over een uitgestelde Perspectiefnota, waarvoor u, op het moment dat wij u daarvoor om begrip vroegen, ook veel begrip had en hoogst waarschijnlijk nog heeft. Ik ben gebeld door wethouder De Gruijter, dat hij om 10 over 7 op de A 13 in de alom daar bekende, iedere dag voorkomende, file staat/stond. Hij zal zo dadelijk, hopen wij, binnentreden. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 1 – Spreekrecht burgers ------------------------------------------------------Wie van de aanwezigen zou het woord willen voeren? Niemand? Dat klopt ook met het gegeven dat zich niemand bij de griffier heeft aangemeld. Voorzitter stelt aan de orde:
Vastgesteld 2 november 2006
2
AGENDAPUNT 2 – Aanwijzing door het lot van het lid, dat het eerst aan de beurt van stemmen is ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Als er gestemd gaat worden, moeten wij beginnen bij nr. 7, de heer Wesselius. Voorzitter stelt aan de orde: AGENDAPUNT 3 – Actualiteiten -------------------------------------------Wie van zou over de actualiteiten het woord willen voeren? Niemand, dan gaan wij over naar agendapunt 4. AGENDAPUNT 4 - Perspectiefnota 2007 (Raad 2006/061) -------------------------------------------------------------------------------Portefeuillehouders drs. A.D. van den Bergh, A.L. Cardon, J. de Gruijter en J.M. Dekker Burgemeester en wethouders stellen de raad voor: 1. Uitgangspunten voor de begroting 2007 vast te stellen. 2. Kennis te nemen van de geïnventariseerde budgetmutaties per programma. 3. Richtinggevende uitspraken te doen over de voorgestelde budgetmutaties en budgetmaatregelen. Wij hebben u dus een stuk doen toekomen en u heeft daar met elkaar en met ons vorige week en met de ambtenaren over gesproken en u heeft vragen kunnen stellen en u heeft nog schriftelijke vragen ingediend. Die hebben wij doorgenomen als college en wij hebben daar een antwoord op en ik zou als eerste het woord willen geven aan de wethouder van Financiën, de heer Dekker. Wethouder Dekker: Ja voorzitter, ik neem aan dat ik ook even voor de duidelijkheid voor de tribune de vragen moet oplezen, of niet? Nee? Oh, iedereen weet het, nou dat is mooi. Misschien voor mezelf dan? Er zijn heel wat vragen aangeleverd, 31 onderwerpen, laat ik het even zo zeggen, want vragen zijn er waarschijnlijk meer. Deze zijn in onderdelen verdeeld en de eerste gaat over het taskforce project weerstandsvermogen. Er zijn vragen gesteld door het CDA, de SGP en VVD en ik zal proberen er een antwoord op te geven in één keer. In 2005 is een taskforce project gepresenteerd aan u als raad waarin werd aangegeven voor welke projecten gekozen werd, uiteraard met het belangrijkste doel: het versterken van het weerstandsvermogen. Ruim een jaar later kondigen wij nu weer aan een taskforce II project aan te gaan, ook omdat de taskforce I geen statisch document was. Je stelt iets op, maar dat wil niet zeggen dat het dan voor jaar en dag actuele waarde houdt. Nieuwe ontwikkelingen hebben zich voorgedaan in de tussentijd, denk bijv. aan Haven Zuid, het besluit van de scholen in december vorig jaar en de herzieningen grondexploitaties nog dít jaar. Het project taskforce II zal dit najaar starten en doorloop hebben tot het eerste kwartaal 2007. Duidelijk zal worden welke prioritering aangehouden wordt, welke gevolgen dat uiteraard heeft voor het weerstandsvermogen en welke capaciteit daarvoor benodigd is, ook zoals de SGP eigenlijk aangeeft, aan welke randvoorwaarden dat zou moeten voldoen. Nou, dat zijn de randvoorwaarden die wij ook voor ogen hadden. De ontwikkeling rondom de scholen, twee fracties zeggen daar iets over, ja, die zullen gewoon in die discussie worden meegenomen, dus we kunnen nu wel een discussie voeren van: wat is eerst of niet, maar ik denk dat het in die taskforce handiger is, omdat je dan meteen een totaaloverzicht van alles hebt. Een volgende vraag: PM-ramingen. Daar hebben we al een aardige discussie over gehad in een besloten raad, zullen we maar zeggen. Er zijn vragen gesteld om aan te geven of het inkomsten of uitgaven betreft en of ze in te delen zijn naar kleine bedragen, gemiddelde bedragen en dan van majeure uitgaven. De bedoeling van het college was bij deze Perspectiefnota, eigenlijk om aan te geven: informatie te verstrekken aan de gemeenteraad van wat voor zaken zich de komende jaren zouden kunnen aandienen. In de begroting die komt, zullen we uiteraard ook de nodige aandacht daaraan besteden, maar dat kan betekenen dat het enerzijds een post is die we in de risicoparagraaf opnemen, omdat we gewoon niet kunnen inschatten waar we het precies over hebben, dan wel dat we wel een nadere invulling aan zo’n PM-post kunnen geven en hem gewoon in een programma kunnen opnemen. Vastgesteld 2 november 2006
3 We hebben eerder al gezegd: “het zijn eigenlijk met name van die ontwikkelingen, die …. we weten dat ze eraan komen, wat echt de financiële gevolgen ervan zijn dat valt op dit moment gewoon niet in te schatten. Nou, we zullen daar in de begroting, voor zover daar dan helderheid over bestaat op dat moment, dat uiteraard u niet onthouden. Bestaat er nog geen helderheid, in ieder geval in financiële zin, laten we het zo zeggen, dan zullen we hem in ieder geval in de risicoparagraaf opnemen. Er was toen ook al discussie over PM-posten, eigenlijk wensen die zijn aangediend, maar die we eigenlijk niet gehonoreerd hebben als college, in deze Perspectiefnota, nou, het mag duidelijk zijn dat dat we dat geen PM-posten meer noemen, dat zijn gewoon zaken die niet gehonoreerd kunnen worden vanwege onze financiële positie. De derde vraag: aanspreken bestaande budgetten/effecten oplossingsrichtingen. De SGP gaat een beetje in op budget openbare ruimte en toch een aantal nieuwe c.q. overschrijdingen die daar ten laste van komen en de ChristenUnie komt daar ook wat aan, ik zal proberen een wat algemeen antwoord te geven. Algemene lijn bij deze Perspectiefnota was eigenlijk dat nieuwe taken c.q. wensen gedekt moesten worden uit bestaande middelen. Was daar geen sprake van, dan zijn ze niet gehonoreerd. Voor overschrijdingen uit de Bestuursrapportage c.q. jaarrekening is deze lijn, voor zover mogelijk uiteraard, óók gehanteerd. Dat blijkt ondermeer bijv. uit gladheidbestrijding en bijv. extra krediet voor de Randweg. En dat betekent dat die ook met name binnen budgetten van de buitenruimte opgevangen dienen te worden. Het mag natuurlijk ook duidelijk zijn, dat we deze keuze liever niét gemaakt hadden, maar goed, dan moet je ook wel de benodigde financiële middelen in je bezit hebben en die waren er helaas niét. Voor die laatste hebben we aangegeven dat dit met name ten laste zou komen van het onderhoud wegen en dat dit waarschijnlijk zou kunnen gaan leiden tot uitstel van een aantal investeringen of het opknappen van een aantal straten. Daar zullen we in de begroting helderheid over geven. We hebben misschien toén niet gezegd, maar er zijn natuurlijk ook nog wel andere zaken op van invloed, zoals bijv. aanbestedingen van allerlei projecten, daar kunnen wel eens meevallers in zitten. Die kunnen dan dit soort zaken bij wijze van spreken weer opvangen. Maar goed, die meevallers moeten dan wel gerealiseerd zijn. Daar zullen we in de begroting iets naders over zeggen, van welke keuze we dan gemaakt hebben of welke meevaller zich heeft voorgedaan, waarmee we dat effect kunnen opvangen. De ChristenUnie sprak even over vrijwilligers……, maar dat laat ik maar even aan mijn collega over, die zal daar ongetwijfeld wel op terugkomen. Het Collegeprogramma, dat is een algemene vraag, nou ja, geen algemene vraag van de SGP, maar inderdaad van: het liefst hadden we nu al over het Collegeprogramma uitgewerkt en al beschikt. Nou, we hebben gezegd: “inderdaad, dat is ons niet gelukt, maar dat hebben we ook gezegd: u kunt erover beschikken bij de begrotingsbehandeling” en uiteraard tegelijkertijd dat u het begrotingsdocument in de hand krijgt, het Collegeprogramma is dan SMART gemaakt en de financiële vertaling daarvan zal zijn opgenomen in de begroting uiteraard. Deels zit hij natuurlijk al, of in ieder geval voor een groot deel, in de Perspectiefnota verweven, c.q. zijn bepaalde dingen niet gehonoreerd, want zo werkt de uitwerking natuurlijk ook, maar bij de begroting kunt u daarover beschikken.” Prijspeil, een vraag van de ChristenUnie. Er is geschreven dat het Centraal Planbureau (CPB) 1% inflatie verwacht. Het college stelt voor een prijsinflatie van 1,5% te gebruiken voor de gehele meerjarenperiode. In de Perspectiefnota stond “tot en met 2009”, maar dat moet uiteraard “2010” zijn, de gehele meerjarenperiode is ook de begrotingsperiode, dus 1,5%. Dus dat betekent dat we voor deze komende begroting 1,5% aanhouden. Dan vlieg ik even door naar een aantal vragen die voor mij zijn en dat is: nieuwe locatie woonwagencentrum. Daar is ook een vraag over gesteld, door de PvdA. Daarover kan ik het volgende zeggen: dit najaar, dat misschien doorloopt het eerste kwartaal 2007, maar we zullen een notitie aan u voorleggen, op basis waarvan we een besluit zúllen moeten nemen, over het opknappen dan wel verplaatsen van het woonwagencentrum. Afhankelijk van het besluit dat daaruit gaat komen, zullen we inderdaad een behoorlijke discussie hebben over waar we dan de benodigde middelen vandaan moeten halen en ook de benodigde ruimte. Dat willen we dit najaar, nee, dat zal misschien net begin volgend jaar wellicht zijn dat we dat aan u gaan voorleggen, want een verder uitstel van de discussie is ook niet meer mogelijk, dus dat kunt u dán tegemoet zien. Grondexploitaties, een vraag van de ChristenUnie volgens mij, dat ging over die partiële winstneming van grondexploitatieplannen, niet via de algemene reserve moeten lopen. Nou, die lopen ook niet via de algemene reserve, maar via de algemene reserve grondexploitaties. Ik weet ook niet, dat heb ik misschien niet helemaal goed nagelezen, waarom u die vraag heeft gesteld, of waar dat in de Perspectiefnota stond, maar dat is in ieder geval het antwoord: “het loopt altijd via de algemene reserve grondexploitaties”.
Vastgesteld 2 november 2006
4 Bezuiniging op buitenruimte, daar hebben meerdere fracties ook iets van gezegd, gelukkig, want het is natuurlijk nooit leuk. Nou moet ik zeggen, dat de bezuiniging, dat heeft eigenlijk met name betrekking op het budget voor plantsoenen. Het is niet zozeer dat we nu het budget voor plantsoenen gekort hebben, maar gewoon in de laatste jaren is er eigenlijk nooit een stijging op toegepast, ook met het ontbreken van een groenbeheerplan. Maar het betekent ook dat er voor allerlei uitbreidingen in het dorp, waar ook weer gelukkig wat plantsoenen zijn toegevoegd aan ons areaal, dat er eigenlijk nooit extra budget is toegekend. Dat betekent op een gegeven moment, dat als je allerlei berekeningen maakt, dat je tekort komt. Nou, dat stond ook met zoveel woorden in de Perspectiefnota, iets van € 175.000,-- en dat betekent dat er wel maatregelen nodig waren, om uiteraard weer op de nul te komen. Dat waren niet allemaal leuke maatregelen, dat kan ik zo wel zeggen, dat hebben enkelen van u ook aangegeven, maar het is wel noodzakelijk want meer geld ergens anders vandaan halen, dat hebben we ook niet zo voor handen, dus het college heeft vooralsnog déze keus gemaakt, om daarop te bezuinigen. Belangrijk daarbij is ook wel om wel aan te geven dat we gekozen hebben om met name voor de plantsoenen het reguliere onderhoud echt in de plantsoenen zèlf in tact te houden, want dat is hetgeen waarmee je natuurlijk gewoon het aangezicht eigenlijk op orde houdt. Als je in dat soort zaken gaat snoeien, nou ja snoeien klinkt een beetje raar, maar in plaats van vijf keer schoffelen of zes keer schoffelen, vier keer schoffelen in een jaar, dan ga je gewoon hollende achteruit en dan krijg je dat nooit meer goed en gaat de kwaliteit heel sterk achteruit. Dus we hebben eigenlijk voor aanvullende maatregelen gekozen, stuk voor stuk niet leuk, maar helaas, een andere oplossing op dit moment hebben wij ook niet. Dus dat is hetgeen wat in deze Perspectiefnota is aangegeven. Dan kan het natuurlijk zijn dat u als raad, en dat zal misschien op andere onderdelen natuurlijk ook ….. het liever anders ziet, ja, dan verwachten we eigenlijk van u als raad uiteraard dan wel een richtinggevende uitspraak waar we dan dekking moeten zoeken, het liefst nog een heel mooi adequaat dekkingsvoorstel, dat we zelf helemaal niet meer hoeven te zoeken, maar met één van beide zijn we al tevreden. Massabeperking Oude Torenweg; is ook door meerdere fracties iets over gezegd. Een beetje de strekking uit de vragen, althans wat ik eruit proefde, leek mij zo dat u daar zoiets van had van: heeft het nut, of moeten we hier wel mee doorgaan? Ik zal even terugblikken op een klein beetje verleden en dat begint in 2004, dat is niet zo ver terug. Maar dat was het jaar van het vaststellen van het wegengebruiksplan en het daarbij behorende uitvoeringsprogramma. Dat heeft u als raad vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma hebben we zelfs in 2005 een keer geactualiseerd. Daarin was in ieder geval vermeld het knelpunt “massabeperking tweede hoofdontsluiting”. Argumentatie: vanwege de zware belasting van de dijk, gisteren nog volop aan bod gekomen in dit huis, een hoge intensiteit en daardoor ook druk op de verkeersveiligheid en milieunormen, is de huidige massabeperking op de Oude Torenweg een knelpunt dat adequate verkeersafwikkeling belemmert. In ons dorp bestaat ook geen vrachtwagenroutering en dat betekent eigenlijk dat vrachtverkeer overal rijdt waar ze willen rijden. Dat is soms makkelijk, maar soms toch niet echt wenselijk, niet elke weg is daar geschikt voor. Denk bijv. aan Dam/Plantageweg, dat is niet de meest ideale route, maar ze gaan er wel langs. Zou je in de huidige situatie een vrachtwagenroutering voor het dorp willen bepalen en ze moeten het dorp in, dan heb je één weg en dat is de Blokweerweg, want meerdere wegen het dorp in, behalve de Oude Torenweg die dan …… waar de massabeperking op zit, en de Dam/Plantageweg die er eigenlijk niet voor geschikt is, zíjn er niet. Dat betekent dat je de druk van vrachtverkeer erg eenzijdig in het dorp neerlegt. Die discussie is ook aan bod gekomen bij de reconstructie van de Blokweerweg, ik denk dat degenen die die avonden in commissies etc. meegemaakt hebben, dat ook nog wel in hun geheugen zullen hebben, en dat betekent eigenlijk dat, ja, ook voor het wegengebruiksplan de raad eigenlijk heeft gesteld, en het college voert daar een raadskader uit, tot het doen van onderzoek naar de openstelling van de Oude Torenweg. Het eerste wat daar natuurlijk bezien wordt, is of dat juridisch allemaal op een goede manier kan. Sommigen hebben wel eens gezegd: “betrouwbare overheid” en dat soort zaken en dat soort argumenten, aspecten zou je daarbij moeten onderzoeken, alvorens je daar echt mee verder gaat. Dus ja, het antwoord van het college is eigenlijk in die zin: “wij voeren een raadskader uit”, ja, als ik proef dat de meerderheid van de raad zegt: “Ja, doe maar niet”, dan ben ik daar niet blij mee, want ik voer ook een wens van een groot deel van de bevolking ook uit die dan toevallig op de verkeerde routes woont, maar ja, dan zullen we die discussies maar weer vol en zoet moeten aangaan, maar ik hoor dat graag van u. Nota openbare ruimte; er is gesteld: moet die Nota openbare ruimte zoveel geld kosten? We hebben toch allerlei plannen. Juist voor het vaststellen van zo’n Nota openbare ruimte is er ook in de offertes uitgegaan van geactualiseerd beheersprogramma’s, dat die voorhanden zijn, dus zouden wij eigenlijk die stukken niet hebben c.q. ze zouden verouderd zijn, dan zouden de kosten zelfs nog hoger komen te liggen. Dus het is echt: wat er staat, is minimaal nodig om tot zo’n nota te kunnen komen. Vastgesteld 2 november 2006
5 Belastingopbrengsten; daar zijn ook wat vragen over gesteld, in die zin in algemene zin, maar ik zal maar per heffing een beetje aangeven hoe het er precies in zit. OZB, daar wordt niet meer alleen maar gekeken naar toename in tarief, zeg maar, maar ook naar de belastingopbrengst. Dat is eigenlijk hetgeen zoals je het tegenwoordig moet doen. Maximaal toegestaan door het Rijk: een verhoging van 2,75%, maar afhankelijk gesteld van de waardestijging in je dorp. We gaan straks naar een jaarlijkse waardestijging toe, stel dat je waarde zodanig gestegen is, dan kan het wel eens zo zij dat je een tariefdaling zou moeten toepassen. Vooralsnog hebben wij in onze begroting meerjarig 1,5% aan stijging toegepast, conform volgens mij hetgeen al in de vorige begroting was opgenomen. Rioolrechten: zal de eerste jaren op een stijging uitkomen van 2%. Vanaf 2010 is er een stijging van 3% nodig om meerjarig gezien ook kostendekkendheid te bereiken, maar ook te behouden. We hebben een constructie toegepast met vrijval van de reserve rioolrecht, zoals u ook heeft kunnen lezen. Dat zal uiteindelijk via resultaatsbestemming plaatsvinden en dat gaat dus niet via het programma algemeen dekking. Dat is natuurlijk een keuze die we gemaakt hebben, dat mag duidelijk zijn. Afvalstoffenheffing is in 2007 nog niet kostendekkend. Dat wordt dus uit een reserve geput, die overigens op dit moment leeg is. Ook dat is volgens mij vermeld, dat uit de storting ook weer van die reserve rioolrecht dat wordt gedaan om het op dat moment in ieder geval nog kostendekkend te kunnen maken, maar daarna zijn wel drie stijgingen in ieder geval van 2% voor de komende jaren nodig. Er is ook gevraagd van de LAP-doelstellingen (Landelijke Afval Plan) waar we vorige week het startschot voor gegeven hebben, om te komen tot een betere inzameling en scheiding van afval …. of dat ook een gunstig effect zal hebben op de verwerkingskosten en of dat al in deze begroting zit? Nee, dat zit er nog niet in, omdat we in dezen ook redeneren, en zo is het ook helaas, dat even “de last voor de baat uitgaat”, alleen, je kan het op dit moment nog niet inschatten waar je het dan over hebt. Soms zijn het ook niet al te grote zaken, die je bereikt, maar goed, de hoeveelheid papier die extra uit de grijze container blijft, en de hoeveelheid glas, zal uiteindelijk een effect hebben. Alleen op dit moment, om daar te zeggen: “dat is zoveel procent”, ja, het zou heel mooi zijn als we dat halen, maar laten we dat eerst maar eens even zien en middels communicatie en maatregelen zullen we dat moeten zien te bereiken. Dus zo zit het in de begroting in ieder geval. Mochten die voordelen zich voordoen, dan zullen deze uiteraard wel in de begroting worden verwerkt, want dat heeft dan uiteraard een gunstig effect op het tarief. Rioolrecht; daar is ook nog even gevraagd van: ‘’een relatie met het gemeentelijk waterplan”? Dat plan, als het goed gaat, en ik hoop dat dit inderdaad goed gaat, zullen we u aanbieden in december, voor de decemberraad, en dan zou het kunnen worden vastgesteld. Het plan moet nog helemaal doorgerekend worden. De maatregelen daaruit voortvloeiend, is ook nog even de vraag: “speelt het brede rioolrecht daar een rol in en wordt dat brede rioolrecht überhaupt ingevoerd”, want ja, er is in Den Haag niet zóveel zeker, moet ik altijd zeggen. Want het is nú nog geen wet. Dus dat is ook weer van invloed daarop. We hebben ook nog discussie rondom de zettingsgevoelige gebieden, wat is daar nu voor nodig in de komende jaren, om dat op een goede manier te ondervangen, maar het waterplan, zoals we dat nu met het Waterschap gezamenlijk hebben opgesteld, geeft aan dat de wateropgaaf voor ons dorp geríng is, ofte wel: wij hebben eigenlijk best een hoop op orde, dat kunt u in de decemberronde ook in dat plan lezen. Dus de gevolgen daarvan op dit moment zijn in ieder geval niet van dien aard dat het rioolrecht daarvoor echt omhoog zal moeten. Dividend; daar is ook een vraag over gesteld. Waarom is bijv. voor Netwerk en de HVC, de verbrandingsoven Alkmaar geen dividend opgenomen? Dat is wèl opgenomen, dat kunt u lezen in de eerste twee, drie pagina’s van de Perspectiefnota: € 62.000,-- om precies te zijn. Ja, en de vraag van Eneco: “kan dat niet een onsje méér zijn, dikke winst allemaal?” Ja, wij hebben als college eigenlijk een behoedzame lijn ingezet. Enkele fracties hebben ook gezegd: “juist met inkomstenraming moet je ook behoedzaam omgaan”. We hebben een vijfjaars gemiddelde aangehouden van dividenden en daaruit kwam een bedrag dat we nog maar iets naar beneden hebben bijgesteld en dat was dan 50.000 hoger, zeg maar, dan de bijgestelde gemiddelde bijdrage van de afgelopen jaren. Dat leek ons verstandig om dat op deze wijze op te nemen, ook gezien de toch wel behoorlijk turbulente ontwikkelingen in de energiesector. Want helaas weet je nooit zeker wanneer je wat krijgt, dus dát waren, geloof ik, mijn antwoorden. Dank u wel. Voorzitter: Ja, dank u wel. Dan krijgt nu de portefeuillehouder Bestuur het woord. Ik zou dan het volgende willen opmerken: er zijn een aantal punten, die de raad zélf direct aangaan. Dat is duidelijk, dat hebben we ook geschreven. De communicatie, het raadsreisje en de beperking van het aantal raadscommissies, daar moet de raad zélf ook iets over vinden. Vastgesteld 2 november 2006
6 Bij de communicatie zou ik willen meegeven dat wij op dit moment als college bezig zijn om invulling te geven aan één fulltime functie voor communicatie en voorlichting. Die procedure is dus gewoon aan de gang. We ontvangen mensen op dit moment en we zijn benieuwd, gelet op de kwaliteit die zich heeft aangemeld, wanneer we daarin een beslissing kunnen nemen, want we zijn als B&W van mening, dat dit toch wel heel nadrukkelijk nodig is op diverse momenten in ons bestuurlijke bestaan. Wellicht dat dan ook, als er zo’n functionaris in dienst is genomen, meegedacht kan worden of dat dan ook weer gezamenlijk voor de raad iets zou kunnen betekenen, maar daar kunnen we dan in dié situatie met elkaar over praten. M.b.t. het raadsreisje en het beperken van het aantal commissies, zou ik willen zeggen: “ja, laat op u inwerken, nogmaals, wat wij u hebben aangereikt en zoals door de PvdA is voorgesteld, sober, en het CDA brengt in: wellicht een eigen budget”. Ik ben benieuwd hoe u als raad hierover uiteindelijk denkt. De Jumelage; die hebben wij met elkaar afgesproken, om die drie jaar aan te gaan en dan een evaluatie aan u voor te leggen. Welaan, dat moment komt eraan, dus die evaluatie zal aan u, aan het eind van dit jaar, begin volgend jaar, worden aangereikt en dan kunnen we heel goed besluiten wat we doen, maar we hebben het wel opgenomen vanwege het feit dat: mocht u besluiten door te zetten, dan zijn die middelen aanwezig. We hebben met elkaar een situatie in het gemeentehuis, die lang niet altijd optimaal wordt ervaren, wat betreft de werkplaatsen, maar ook de plaatsen waar wij onze mensen ontvangen, om met hen te praten en dan denken wij aan de spreekkamers, dan denken wij aan de situatie bij Burgerzaken, die mag bepaaldelijk slecht genoemd worden, onvolkomen, en wij weten dat er velen van ons ambtelijk apparaat in de regio een nieuwe werkplek krijgen en dus komt er ruimte vrij. Dat geeft dan ook een fantastisch moment om na te denken over hoe je dan vrijgekomen ruimte opnieuw gaat indelen en daarbij ook natuurlijk tegelijkertijd kijkt naar: waar en hoe kunnen wij het loket dat nodig is voor WMO en ISD een goede functie geven. En als de Wipmolen er is, zoals ook gesteld, dan hebben wij afgesproken, dat het heel verstandig zou zijn als in de nieuwe Wipmolen de VVV ook een plekje zou krijgen. Kortom, wij komen toch met een idee daarover en we zijn op het ogenblik als college buitengewoon creatief in de gedachten die je hierover kunt hebben. Laat ik dat zo eens formuleren. De BOA’s en de vrijwillige politie; wij willen dat graag met elkaar, maar daar heb je natuurlijk toch ook wel een duidelijke afspraak over hoeveel extra uren je hen kan inzetten en mag inzetten. We hebben nu mogelijkheden in de basisbegroting en de extra mogelijkheden, die wellicht gevraagd worden door u, daarvan dachten wij in dit kader van deze Perspectiefnota: ja, dat kunnen wij niet zelf opnemen, het is een helder verhaal tot nu toe, we hébben gewoon te weinig geld, we moeten het niet-hebben van geld verdelen en toen leek het ons goed om de extra uren, die eventueel hierin gestopt zouden kunnen worden, nog eens even met elkaar te bespreken, of dat wel nodig is. De brandweer; dat weten we allemaal, die is bezig met grote veranderingen. We hebben hier na de reorganisatie een nieuwe afdeling gecreëerd, de afdeling Vergunning Verlening en Handhaving en daarin is de brandweer ook opgenomen. De brandweer werkt ook, zoals u weet, sterk regionaal en er komt een Veiligheidsregio waarin de totale brandweer een plekje krijgt en vanuit dat kader lijkt het ons heel verstandig om nog even op dit moment niét te zeggen dat wij daar a.h.w. sowieso een financiële plus kunnen behalen. Meestal zijn dit soort wijzigingen, zéker in het begin, van dien aard dat ze wat geld kósten. Maar uiteindelijk denken wij toch bijna altijd wel, dat we toch financiële voordelen van zo’n samenwerking moeten kunnen bewerkstelligen, maar nooit direct in het begin. Laten we daar met elkaar niet dubbelzinnig over zijn, maar helder. Dat is heel erg lastig om meteen vanaf het begin voordeel te creëren en wij zullen proberen met de ….. wij weten in ieder geval, zoals ook aangegeven in de Perspectiefnota, dat we met de brandweerkazerne iets moeten. Natuurlijk zijn we in gesprek, ook met de collega-corpsen van Papendrecht en Sliedrecht, om te kijken of wij daar een samenwerking op touw kunnen zetten. Maar wij rekenen ons niet ríjk. Dan zou ik het woord willen geven aan wethouder De Gruijter, om zijn onderwerpen met u te bespreken. Wethouder De Gruijter: Dank, heer de voorzitter. Betreffende de vraag rondom bouwprojecten, een vraag vanuit de CDAfractie en de SGP-fractie. De CDA-fractie dringt nog eens aan op het versneld uitvoeren van die delen van het bouwprogramma die ook geld opleveren en noemt daar een aantal voorbeelden van. Daar zijn we het mee eens, want dat is ook de algemene lijn achter taskforce I en dat zal ook de lijn zijn achter taskforce II. U geeft zelf alleen bij een ander onderdeel van uw commentaar, dan met name over het onderwijs en onderwijshuisvesting aan, dat ook die investeringen voor u prioriteit hebben en ook die investeringen zullen projectmiddelen, ambtelijke inzet vragen, dus het college zal ook moeten letten op het maatschappelijk rendement, dat uit investeringen volgt en voor zover daar dilemma’s uit voortkomen t.a.v. prioritering, zullen wij die ook weer met u dienen te bespreken. Vastgesteld 2 november 2006
7 Financiën; zeker als je een Perspectiefnota en een begroting bespreekt, hebben we altijd een hele belangrijke dominantie, maar het gaat om meer dan alleen financiën, het heeft ook maatschappelijke effecten, die je dan met elkaar moet afwegen. De SGP-fractie heeft een vraag in dezelfde richting, onderstreept nog eens de grote belangen van bouwprojecten, óók in de financiële zin van het woord. Dat ís zo, we hebben daar uit het recente verleden moeten leren, dat dat zo is en dat dat niet altijd automatisch goed gaat. Het tweede is dat we u één van de PM-posten, die in de Perspectiefnota stond, was bijv. Mercon. U heeft aangedrongen op het aangeven van richting en getallen die daarbij horen. U heeft vandaag daarover ook informatie gekregen en dan zie je inderdaad dat achter zo’n PM-post het gewoon om majeure bedragen gaat. We hebben het gewoon over, naar boven afgerond, bijna drie miljoen euro en dat is echt majeur. Dus u heeft gelijk dat u daar dat inzicht in wilt hebben en dat wij u dat als college ook zo snel mogelijk moeten geven, want alleen als we het zelf hebben en aan u kunnen delen, kunnen we er ook samen op sturen. Nou is het wel zo dat we wellicht niet zozeer aparte instrumenten gaan moeten bedenken, om dat aan u te presenteren, want we hebben een begroting en we hebben een actualisatie van grondexploitaties en ik denk dat we die instrumenten … dat we dáár vooral energie in moeten zetten om die te completeren. Niet altijd staan daarin, in de grondexploitaties de effecten op de algemene dienst benoemd, bijv. rondom bouwleges, staat nóóit in de grondexploitatie benoemd, maar wél in de meerjarenbegroting. Ik denk dat het goed is om die informatie, die u dan gelijktijdig aan te bieden. Niet zozeer door ze bij elkaar te voegen, maar wel dat u het inzicht in één oogopslag heeft. In dat kader kan er dan, denk ik, ook wellicht in commissieverband een keer een technische discussie worden gevoerd, ook met mijn collega Dekker, die coördinator grondexploitatie is, over de algemene systematiek van: welke opbrengsten en kosten reken je nou aan een bepaald project toe, want u heeft het bijv. ook over OZB-inkomsten en inwoneraantal en daarmee het effect op de algemene uitkering. Tot nu toe hebben we wel de neiging gehad om die opbrengsten, niet zozeer separaat zichtbaar te maken, want daarnaast hebben we ook areaaluitbreiding, want op enig moment komen er wel kosten en tot nu toe hebben we daar ook nog geen aparte dekking voor bedacht en die twee zaken zouden in onze beleving eigenlijk toch een relatie met elkaar moeten hebben en het liefst ook in evenwicht moeten zijn. Maar nogmaals, dat vraagt ook een systematiek-discussie, die we dan graag met u zouden voeren ook in de bredere portefeuilleverantwoordelijkheid en portefeuilleverdeling van dit college. Dat t.a.v. bouwprojecten. Budgetten Drechtsteden; staan nu gerubriceerd onder de Wonen-portefeuille en daarmee komt die ook bij mij terecht. Feitelijk moet de informatie zijn dat het een verzamelpost is, waarin we diverse posten, waar het gaat om intergemeentelijke samenwerking ZHZ-Drechtstedenverband bij elkaar hebben gevoegd. Die € 70.000,-- is dus een verzamelpost, onder te verdelen in diverse aspecten. We zullen u dat inzicht geven in de begroting gespecificeerd en ook in de goede paragraaf opnemen, want vele hebben niks te maken met het programma Wonen, maar met Algemeen bestuur, en horen daar dan ook thuis. We zullen u dat inzicht geven en we zullen u ook aangeven of dat in die zin verplichte uitgaven zijn dan wel uitgaven waarin we als raad kunnen kiezen. Dat als min of meer technisch antwoord op die vraag, maar vooralsnog gaat het college ervan uit dat dit helaas een bedrag is waar we dus aan vast zitten, zonder dat we daar veel in zullen kunnen kiezen. Dat is het slechte nieuws daarbij. Resteert een vraag die bij mij is gerubriceerd rondom het Centrum. Dat gaat over het ambitieniveau rondom het centrum, waarbij de ChristenUnie zegt: “volgens mij haalt u daar uw ambitie niet”, omdat er gesproken wordt over het missen van een verbinding bij de Makado-patio, dus alhier, om op een goede manier het dijkniveau te kunnen tackelen, zal ik maar zeggen, als dat het goede woord is, misschien juist weer niet, want het gaat over de bereikbaarheid voor een ieder en ook voor mindervaliden, dus dan zullen we het maar niet over “tackelen” hebben. Maar dié ambitie bestaat dus nog altijd, van het college. We zullen de manier waarop we dat vormgeven ook aan u presenteren en dat zullen we ook doen, doordat we u de inhoudelijke ambities van het zgn. breed Makado-patio zullen presenteren, incluis de grondexploitatie die daarbij hoort, want u heeft ween budgetrecht en dat kunt u dan ook het beste invullen, dat budgetrecht, door ook het vaststellen van een grondexploitatie. Overigens is de speling van het lot, dat dat project vroeger in de economische zakenportefeuille zat en nu nog steeds, alleen er heeft een portefeuillewisseling plaatsgevonden, dus collega Dekker zal u daar dan over gaan informeren. Voorzitter: Dank u wel. Dan zou ik wethouder Cardon willen vragen om zijn punten met u door te nemen.
Vastgesteld 2 november 2006
8 Wethouder Cardon: Exploitatie ISD, punt 21. Het CDA en de SGP zijn daar op het verkeerde been gezet; het gaat niet om een wijziging van de verdeelsleutel, dat stond wel in de tekst, maar het gaat hier om een actualisatie van het cliëntenbestand. Wij hebben de pech dat nu de cijfers van financiën bekend geworden zijn, dat we meer cliënten hebben dan dat we opgegeven hadden en dat heeft ertoe geleid, dat de verdeelsleutel voor ons ongunstiger is uitgepakt, maar het is dus niet gewijzigd, het is een kwestie van nieuwe cijfers cliëntenbestand, want tijdens dit proces van de ISD …., we zijn nu vanaf eind vorig jaar bezig, en het is beslist nog niet afgerond, er liggen nog een aantal maanden voor ons en dat is één van de gevolgen. De WMO; de PvdA zegt: “reservepot”, daar is ook in het verleden over gesproken. Ik kan u verzekeren: in de ISD-afwikkeling op dit moment spelen ook de gelden van de WMO, als het gaat over WVG en met name de AWBZ, en er is nog niet duidelijk wat dat nu precies allemaal gaat kosten. Uitvoeringskosten horen daarbij en gaat dat gedeelte nou volledig naar de ISD of blijft het gedeeltelijk hier? Dat is allemaal nog niet bekend, maar we zullen u daarover rapporten. Het is ook de bedoeling dat in 2007 de nota geschreven wordt. Dat hebben we al eerder, dacht ik, hier meegedeeld, over de WMO in Alblasserdam. Dat zijn dus vijf prestatievelden en het zesde gaat dus naar de ISD. Dat betreft die individuele hulp. En dan zal het u duidelijk worden hoe we er financieel voorstaan. Dat is op dit moment niet te zeggen. Vorig jaar is dus geroepen van: “neem in ieder geval een reservepot, want het zou wel eens slecht uit kunnen pakken”. Nou, we gaan afwachten wat dit allemaal betekent en daar zijn we dus volop mee in de slag, ook met de ISD, die met die berekeningen bezig is. Algemeen maatschappelijk werk; het CDA: “breng dat nog terug”. Wij hebben dat niet voorgesteld en ik moet u zeggen: “ik zou het ook niet willen voorstellen”. In 2005 gaven we aan de Rivas ongeveer € 130.000,-- uit, dat is € 90.000,-- geworden voor dit jaar en ik kan u mededelen dat wij bericht gekregen hebben van Rivas, dat op dit moment geen cliënten geholpen kunnen worden en daar wil ik toch nog eens een keer op terugkomen. Dus men accepteert op dit moment geen cliënten, op basis van het feit dat het budget op is. De ROWA; er wordt gezegd: “kan dat niet goedkoper?” Daar is in het verleden ook over gesproken, om te kijken of er goedkopere huisvesting voor de ROWA kan. Het is, denk ik, een goede zaak om met de ROWA, een zelfstandig bestuur, om het erover te hebben of we goedkoper terecht kunnen, maar ik denk dat dat toegezegd kan worden dat we kunnen kijken van: kan het goedkoper, die huisvesting? Maar nogmaals, het is ook een zaak van een bestuur en daar zullen we mee in contact treden. De SGP zegt: “eerst integrale visie en dán herlocatie van middelen”. U hebt ongetwijfeld gezien dat er nogal wat voorstellen waren die het niet gehaald hebben, dat in ieder geval overeind gebleven is de inloopavonden, waar we mee begonnen zijn. Dat is mede ook n.a.v. de discussie die geweest is in de Wipmolen, toen het ging over de verkiezingen. Tot nu toe is dat in ieder geval een succes, er is een evaluatie en een voorstel om dat dit jaar te controleren en dan te kijken van: hoe gaan we verder? Al die andere dingen die genoemd zijn, zijn op dit moment niet gehonoreerd. Dat heeft er ook mee te maken, tenminste wat mij betreft, dat we dat absoluut nog niet goed kunnen onderbouwen en ik denk dat dat toch een eerste voorwaarde is, wil je dat hier brengen. Drechtwerk en de omzetgarantie; ik denk dat daar ook een verkeerd beeld leeft, als je kijkt naar de cijfers. De cijfers, die hier genoemd worden, dat gaat erom: dat is een tekort van Drechtwerk. Daarnaast is het zo, dat de directie van Drechtwerk probeert in het kader van wat bij alle sociale werkplaatsen op dit moment geprobeerd wordt, om meer mensen in de plaats zelf aan het werk te krijgen. Nou, dat betekent: als ons dat lukt, dan zou dat ertoe kunnen leiden, dat we een bepaalde korting krijgen. Maar daarover wordt eind november nog gesproken in het bestuur van Drechtwerk, omdat er een aantal natuurlijk zegt: “kijk, als ik me heel goed inspan, wordt het dan verdeeld over alle ….?” Nou, daar kom ik dus uitvoerig op terug, maar u moet dat even buiten dit punt houden, als je het hebt over de bedragen die nu genoemd worden, dat is zuiver, wat we tekort komen, wat we erbij moeten leggen, en ik kan u vertellen dat vandaag de begroting 2007 binnen gekomen is en dat zullen we dus meenemen in de behandeling van de begroting 2007. Dan vakantieactiviteiten; ja, de PvdA vindt het jammer dat A-kidz gesneuveld is. Ja, het is een activiteit die geweldig loopt, maar ja, er is door de andere wethouder hier al gezegd dat het pijn doet dat in Buitenruimte gesneden moet worden. Nou, u begrijpt dat ik ook pijn lijd. Voorzitter: Je hebt nog één punt: schoolmaatschappelijk werk. Wethouder Cardon: Oh ja, schoolmaatschappelijk werk, dat vindt de PvdA een belangrijke zaak, ík óók. Vastgesteld 2 november 2006
9 Maar daar wordt op dit moment in ieder geval niet in gesneden. Voorzitter: Dank u wel. Ik stel voor dat u, zoals wij dat van tevoren in het presidium bedacht hadden, nu een half uur de gelegenheid krijgt om met elkaar te bespreken, maar ik zie in een reactie dat het wellicht wat korter kan. Hoe lang zou u dan willen hebben? Wie is er voor een kwartier? Eén fractie. Een half uur; het is aan elkaar voorgelegd, kwart voor 9 op mijn horloge, bent u weer welkom en dat is ook ongeveer de klok daar. SCHORSING HEROPENING Voorzitter: Goed, dames en heren, ik heropen de vergadering. U heeft met elkaar in de fractie en wellicht ook nog onderling gesproken over de antwoorden, denk ik. Ik stel me zo voor, dat we via de lijn van per fractie te reageren, kijken wat die reacties opleveren en dan met elkaar vaststellen wat we dan op tafel hebben liggen. Ik wilde de fracties, die in deze periode niét een vertegenwoordiger in het college hebben zitten, de gelegenheid geven als eerste te reageren en als ik dan de grootste fractie neem, dan zou de SGP-fractie van mij het eerst het woord krijgen. Dus de SGP-fractie heeft het woord. De heer Boele: Maar als ik even mag begrijpen, voorzitter, we gaan nu de nummertjes zo successievelijk volgen, of vraagt u aan mij of ik de voorstellen die wij hebben gedaan nu handhaaf? Voorzitter: Nou, beide in feite. We hebben met elkaar vragen gesteld n.a.v. de door het college opgestelde Perspectiefnota en het zou wel handig zijn als u aan het college meegeeft opvattingen waarmee bij het opstellen van de begroting rekening gehouden kan worden en ik denk dat het ook niet verkeerd is om überhaupt een politiek oordeel te geven over datgene wat er zoal in de Perspectiefnota staat. Met ons filosoferend te constateren hoe we deze financiële stand van zaken beschouwen. De heer Zwaan: Misschien, voorzitter, mag ik even een verduidelijkende vraag stellen, want ik denk dat net als mijn buurman het zo voorbereid heeft, dat wij nu in overweging hebben genomen welke nummers we wel of niet in bespreking willen laten. Dié nummers heb ik nu genoteerd. Dié nummers ga ik u zo meteen noemen en daarna verwacht ik dat we het per punt gewoon langs lopen. Voorzitter: Kijk, ik ben altijd flexibel, dus als dat …. Mevrouw Leeuwis: Zo stond het van tevoren aangekondigd, dat het moest. Voorzitter: Nou ja, goed, we gaan op die wijze het doen, dus …. De heer Boele: Dan ga ik nu uiteenzetten, voorzitter, hoe mijn fractie reageert op de inbreng van het college, op de voorstellen die wij gedaan hebben. In eerste instantie beperk ik mij even daartoe en daarna is er ongetwijfeld gelegenheid om te reageren op de inbreng van de ándere fracties. Voorzitter: Akkoord. De heer Boele: Ons eerste punt was een geactualiseerde taskforce maken, zo’n taskforce aan drie voorwaarden te laten voldoen. Wij vinden dat het college daar adequaat op geantwoord heeft, omdat alledrie de voorwaarden, dat heb ik van wethouder Dekker begrepen, door het college worden overgenomen. Dus wat ons betreft kan dit nu ook verder buiten bespreking blijven. Vastgesteld 2 november 2006
10 Dan hebben wij een opmerking gemaakt over de PM-ramingen, nr. 2. We hebben van het college nú begrepen, dat voor zover kosten voorzien worden, maar nog niét kan worden ingeschat in welke mate die zullen komen, of opbrengsten wellicht, dat dan niét het instrument van de PM-raming maar de risicoparagraaf wordt benut. Dat vinden we een goede gedachte, op die manier blijven we ook inzichtelijk houden welke ambities er allemaal nog mogelijk aankomen. Wij moeten daarbij overigens wel vaststellen, voorzitter, dat de meeste elementen, die uit het driepartijenakkoord naar voren komen, in de Perspectiefnota een PM-status hebben gekregen, en dat maakt een politiek debat, als dat zo blijft, over de niéuwe ambities van dit niéuwe college ook wel een beetje lastig, want alle nieuws heeft eigenlijk de status gekregen van een herinnering, een “Pro Memorie-post” en wij roepen het college op om na te denken of daar misschien iets meer dan Pro Memorie van zou kunnen worden gemaakt. Op dat punt wachten we de begroting met belangstelling af. Wij hebben bij punt 4 gevraagd: “kom nu ook snel met een collegeprogramma”. Dat is door het college nu ook toegezegd, dus ook dát element kan wat ons betreft nu buiten discussie blijven. Vervolgens, voorzitter, hebben wij gevraagd bij punt 13, rondom bouwprojecten, bouwprojecten zijn kwetsbare posten zowel aan de uitgavenkant als aan de inkomstenkant, we hebben gevraagd; “geef ons nou zo realistisch mogelijk inzicht in zowel uitgaven als inkomsten”. Ik heb de beantwoording van wethouder De Gruijter zó begrepen, dat dat ook ontstaat en dat hij met de commissie nog een keer een discussie wil over wat hij noemde “de systematiek van toerekening van opbrengsten en uitgaven”. Wat mij betreft is die toezegging toereikend, dus ook dit element kunnen we nu verder buiten beraadslaging houden. Dan komen we bij punt 18, de bezuiniging op de buitenruimte. Onze fractie maakt zich voortdurend zorgen, voorzitter, over het ad hoc bezuinigen van posten die het beheer van de buitenruimte betreffen. Dat gebeurt ook nú weer in de Perspectiefnota. Bovendien geeft de Perspectiefnota aan, dat de keuzen die nu gemaakt zijn om de tekorten rondom openbaar groen te dekken, ook nog maar een oplossing voor de kórte termijn zijn, omdat er structureel geen oplossing voor handen is. We hebben ook begrepen ook dat veel van de toename van kosten te maken hebben met areaaluitbreiding, wethouder De Gruijter heeft er net wat over gezegd, wíj vinden dat het college bij de begroting een integrale visie voor de langere termijn over het beheer van de openbare ruimte moet gaan presenteren, dan wel in het vooruitzicht moet stellen, om te voorkomen dat we ook voor de langere termijn bezig blijven met dit soort incidentele ingrepen. Dat zou zo eigenlijk niét moeten, vinden wij. In dat verband hebben we er ook als fractie niet zo heel veel behoefte aan om heel gedetailleerd te reageren op die lange opsomming, die het college geeft in de Perspectiefnota, vanaf boomfeestdagen tot en met het verwijderen van de helft van banken toe. Dat is niet een niveau van discussie, een diepte, die we als raad zouden moeten voeren, denk ik. Wij roepen het college op een integrale visie op dat punt te ontwikkelen. Dat punt laten we dus nog even staan, voorzitter, en mogelijk in relatie met de inbreng die op dat punt van de PvdA en de VVD is geleverd. Nr. 21; wij hebben begrepen van wethouder Cardon, dat de tekst van de Perspectiefnota ons op het verkeerde been heeft gezet. Er komt géén gewijzigde verdeelsleutel. Dat stelt ons gerust. Niét stelt ons gerust, voorzitter, dat er dus wel structureel € 130.000,-- bíj moet, omdat we veel meer cliënten blijken te hebben dan destijds voorzien. Wij kúnnen ons voorstellen, dat je dat voor de kórte termijn zult moeten aanvaarden, dus dat je de begroting 2007 voor dié termijn belast met éxtra uitgaven, dat kunnen we billijken, maar tegelijkertijd vinden we dat je daarin niét moet berusten voor de lángere termijn. Het college neemt nú in de Perspectiefnota strúctureel € 130.000,-- éxtra op. Onze boodschap zou zijn: “beperk dat tot het jaar 2007 en ga een actief reïntegratiebeleid mèt de raad communiceren, om te bereiken dat dat bedrag van extra’s weer terúg kan naar nul” en dat zou in het huidige perspectief van economische ontwikkelingen toch mógelijk moeten zijn, voorzitter? Dus op dat punt willen we graag de discussie nog met de raad voortzetten. Wij stellen voor: één jaar € 130.000,-- en daarna moet het niét verder gaan. Het jeugdbeleid; ja, onze vraag, voorzitter, was gericht op de veronderstelling dat de heer Cardon in de raad van verleden week wat té snel constateerde, dat al die elementen van jeugdbeleid van tafel waren en niet waren gehonoreerd. Wij méénden uit de discussie begrepen te hebben, dat hij zich daarin vergistte, maar hij is net zéér helder geweest. Alle elementen die opgesomd zijn in de Perspectiefnota rondom jeugdbeleid, behálve de inloopavonden, zijn ingebrachte elementen van nieuw beleid, die géén van alle zijn gehonoreerd. Als dát zo is, zo hebben we dat begrepen, dan kunnen we ook daarmee dit punt als besproken beschouwen. Dat waren ónze reacties op ónze inbreng en ik heb ook nog e.e.a. te zeggen over de inbreng van anderen, maar dat komt dan wellicht in de volgende termijn van het debat.
Vastgesteld 2 november 2006
11 Voorzitter: Ik mag u misschien vragen punt 13, om even heel concreet te zijn, zeg ik het goed? Nee, wat was het? 3, daar heb ik dacht ik niks over gehoord. De heer Boele: Ja, daar hebt u gelijk in. Er komt, dat heb ik ook in de tekst geschreven, er komt in de Perspectiefnota nogal een paar keer voor, dat niéuwe uitgaven moeten worden bekostigd uit bestaande budgetten. Dat heeft wethouder Dekker ook zojuist nog eens herhaald. Wij vinden dat op zichzelf begrijpelijk, dat je nieuw beleid inwisselt voor oud beleid, maar we vinden wel dat het voor de raad dan helder moet zijn welk oud beleid je dan schrapt en wat de gevolgen zijn van het benutten van bestáánde budgetten voor andersoortige uitgaven. Dat blijft in de Perspectiefnota ónhelder en we vragen daarom aan het college om bij de begroting aan te geven, dat als déze methodiek van ramen wordt voorgezet, om ook aan te geven in de richting van de raad wát daar dan voor moet wijken. Het meest aansprekende voorbeeld is dat van de gladheidbestrijding. We hebben begrepen dat er € 38.000,-- extra moet worden vrijgemaakt, structureel, ten laste van de post wegenonderhoud, onze vraag is: wat betekent dat nu eigenlijk? Kan die post wegenonderhoud zo’n greep eigenlijk wel hebben? Voorzitter: Dus u laat dit staan? De heer Boele: Dit laat ik staan. Dank u wel voor deze correctie, voorzitter. Voorzitter: Dan zou ik nu de fractie van de ChristenUnie het woord willen geven. De heer Zwaan: Dank u wel voorzitter. Punt 2, daar staat ook de ChristenUnie genoemd, ik wil aansluiten bij de woorden van de SGP, zéker als het gaat om PM rondom het collegeprogramma en de duidelijkheid die we vragen in de begroting …… verder niets aan toe te voegen. Dus wat ons betreft ook geen punt voor verdere bespreking. Punt 3, ook daar willen wij nog bij stilstaan en ik denk dat we nu niet verder op de inhoud hoeven in te gaan, omdat die in de discussie verder gaat komen, want ook de SGP heeft dit punt laten staan. Punt 5, prijspeil; 1,5% is bevestigd door de wethouder. Hartelijk dank, dus dat is niet meer nodig voor bespreking. Dan komen we bij, als ik niets vergeet, het Centrum; het verzoek aan de wethouder om in de begroting dar ook iets meer op te formuleren als wat we nú hebben, want dat is dan misschien door vaagheid door ons dan verkeerd begrepen, maar heeft op dit moment verder geen bespreking nodig. Voorzitter: Mag ik even vragen, want ik denk dat dit niet helder is: het heeft geen bespreking verder nodig, maar u vraagt wel in de begroting méér daarover te zeggen. De heer Zwaan: De beantwoording van de wethouder was duidelijk, alleen dát wat in het stuk staat, was niet zo helder als wat hij heeft uitgesproken. Mijn verzoek is om dat dan ook terug te laten komen in de begroting, want dan is de vaagheid die nu in dít stuk staat gewoon weggenomen. Dus hoeven we dáár niet verder over in bespreking te gaan. Voorzitter: Oh, op dié manier, ja. De heer Zwaan: In mijn snelheid ben ik misschien soms iets te snel, dus ik zal proberen het duidelijk neer te leggen. Wat betreft grondexploitaties, de formulering van de wethouder is ook onze formulering, dus daar hoeven we verder niet bij stil te staan. Dan gaan we naar massabeperking Oude Torenweg; daar willen we nog wel graag bij stilstaan en ook kijken, eventueel vanuit het CDA, hoe we daar in ieder geval er nog een discussie over kunnen hebben met elkaar.
Vastgesteld 2 november 2006
12 Dan kom ik terecht bij punt 26; daarbij hebben we van de wethouder begrepen dat er sprake was van een foute omschrijving, of een “niet-juiste” omschrijving, en we zien met spanning de toegezegde stukken tegemoet. Dus verder ook niét noodzakelijk om in bespreking te brengen. Dan komen we bij punt 29; voldoende beantwoord, heeft verder geen bespreking nodig. Punt 30, rioolrecht, is wel een punt waar we nog bij willen stilstaan en dat is dan ook direct het laatste punt dat wij, als het goed is, hebben ingebracht, als ik niets heb overgeslagen of vergeten. Voorzitter: Ik denk het niet. Dan zou ik de PvdA-fractie het woord willen geven. De heer Van Lavieren: Dank u, MdV. Ik loop de lijst ook maar even door, zoals het is. Wij hebben bij punt 6 een opmerking gemaakt en die laten we daar maar even staan en als daar discussie over komt, dan horen we dat wel. Bij punt 7 geldt hetzelfde. Punt 8, die opmerking laten we ook staan en daar mag eventueel discussie over volgen. Voor punt 9, de jumelage geldt hetzelfde. Punt 11, de inzet van de BOA’s en de vrijwillige politie dus ook. En voor punt 14, daar willen wij dus bij opmerken dat de begrotingen van de Drechtsteden in het vervolg eigenlijk wel taakstellend zouden moeten zijn, zodat we niet meer voor verrassingen komen te staan en steeds maar onze begroting daarop moeten bijstellen, zeg maar. Voorzitter: Mag ik even vragen: blijft dat een bespreekpunt of is dat gewoon een stelling …? De heer Van Lavieren: Dat is een stelling, die wij dus innemen …. Voorzitter: Waarvan u zegt: “dat geef ik u mee als college”. De heer Van Lavieren: En voor punt 15 zou ik de wethouder nog even willen uitnodigen om daar nog even uit te leggen wat wij dus hebben begrepen, dat dat onderzoek eigenlijk al in dit jaar gestart zou worden. Voor punt 18, de opmerkingen die wij daar geplaatst hebben, die laten wij zoals ze daar gemaakt zijn. Dan komen we bij punt 22 uit. De heer Boele: Even voor de discussie, voorzitter, bij nummer 18, dat is een hele opsomming van wensen die de PvdA dus gehonoreerd zou willen zien, ánders dan de Perspectiefnota aangeeft, nu heeft het college gevraagd om ook daar een aanvullende dekking voor aan te geven. Hebt u daar ook beelden bij? De heer Van Lavieren: Nee, wij zeggen dus dat …. wij krijgen daar dus mogelijkheden om te kiezen wat wij wel of niet uitgevoerd willen hebben, heb ik zo begrepen in de Perspectiefnota. Dus als ze daar zeggen van: “de bezuiniging niét doorvoeren” bijv., dan moet je dat zo houden staan, maar de dékking zoals dat ook genoemd wordt door het college, zeg maar, dat is een hele leuke opmerking, maar ik denk dat we daar met z’n allen naar moeten zoeken en niet ….. De heer Boele: Nou, ik heb het zó begrepen, dat …. het college heeft nu in de Perspectiefnota een hele opsomming gegeven van mogelijkheden om van die € 150.000,-- ik meen € 125.000,-- of daaromtrent, te bezuinigen en nogal wat van die mogelijkheden, daarvan zegt u als fractie: “dat vinden we niét goed”. Dan ontstaat er dus een gat in het financiële beeld en om daar goed over te discussiëren, zou het misschien fijn zijn als u aangeeft hoe dat gat kan worden gedicht. Daar zoék ik even naar. En ik heb ook zo de oproep van het college begrepen en ik zie ook de wethouder van Financiën instemmend knikken, dus daarom mijn vraag van: “hoe moet het dan?”
Vastgesteld 2 november 2006
13 De heer Van Lavieren: Ja, in z’n algemeenheid hebben we op de laatste pagina van het stuk al gezegd, dat wij de mening hebben dat Eneco wat onderschat is in het maken van de winst in de begroting, dus dáár zou je sowieso al e.e.a. uit kunnen bekostigen. De dingen die hier staan, dat zijn geen hele grote bedragen en wij denken in ieder geval dat uit dat Eneco, uit het meervoordeel van Eneco, die zaken zeker gedekt kunnen worden. Oké. Bij punt 22 was ik beland, daar heeft de wethouder een redelijke uitleg over gegeven, dus daar willen we verder niet meer over discussiëren. Punt 27, die stelling willen wij daar houden staan en als daar discussie over komt, dan is dat perfect. De heer Boele: Dat moet ook uit de Eneco-extra dividend, mijnheer Van Lavieren? De heer Van Lavieren: Ja, dat zijn maar hele kleine bedragen. Ik bedoel: het gaat hier om € 3.000,--of € 3.500,-- . Dat is echt …. € 5.400,--, nou ja, dat zijn dingen, daar reken je …. De heer Boele: Dat kan Eneco er wel bij hebben. De heer Van Lavieren: Zéker, zeker. Dan hebben wij bij de opmerking PvdA schoolmaatschappelijk werk en daar vinden wij dat die een belangrijke functie heeft en dat die niet zo maar bezuinigd zou moeten worden. Wij begrijpen dat die in 2007 nog uit de Drechtsteden komt en dan staat er dus een post voor 2008 in de begroting. Wij zouden als PvdA daar graag eerst een goede discussie over willen hebben, over hoe we dat dus gaan invullen en vooral bij het schoolmaatschappelijk werk, we weten dat er brede scholen komen. Wij zijn van mening, dat die brede scholen ook inhouden dat heel wat leerlingen die nu Alblasserdam uitgaan elke morgen, dat die in die brede school tóch weer een plaats kunnen vinden en we vinden daarbij dus schoolmaatschappelijk werk zeer op z’n plaats, om het maar eens even zo te zeggen. Als je die kinderen dus in Alblasserdam wilt houden, dan moet je dat ook maatschappelijk begeleiden, anders denken wij dat er iets fout gaat, dus dat is onze stelling bij punt 28. De heer De Waard: Maar als ik het goed begrepen heb, MdV, als het mag, richting de heer Van Lavieren, heeft de wethouder gezegd van: “aan het schoolmaatschappelijk werk, de middelen die daarvoor ter beschikking zijn, daar gaan we niet aan morrelen de komende jaren”, alleen, er is weer een soort herverdeling ontstaan, waardoor middelen voor schoolbegeleiding ook gebruikt gaan worden. Zo heb ik het begrepen uit de Perspectiefnota tenminste. De heer Van Lavieren: Ja, ja, wij vinden dat bijzonder belangrijk, dus daarom leggen we daar nog maar een keer het accent op. De heer De Waard: Maar u kunt zich er wèl in vinden, dat de middelen voor schoolmaatschappelijk werk gehandhaafd blijven, ten koste van de schoolbegeleidingsmiddelen? De heer Van Lavieren: Nee, wij zeggen dus dat we met z’n allen moeten gaan bekijken hoe het geld dat hier ….. je zegt dus: “het schoolmaatschappelijk werk komt uit de schoolbegeleidingsdienst”, wij moeten met z’n allen eerst maar eens een discussie hebben of dat echt zo moet zijn, ja of nee, en hoe we dat geld moeten gaan verdelen. Dat is wat wij zeggen. De heer De Waard: Helder, akkoord, prima. De heer Van Lavieren: Daarbij zeggen we dus ook wel, dat wij het schoolmaatschappelijk werk ook zeer belangrijk vinden, omdat we in de brede scholen dus de kinderen, die nú uit Alblasserdam gaan, daar wel in willen hebben, zeg maar. Vastgesteld 2 november 2006
14 De heer De Waard: Ja, dat is me ook duidelijk, maar u wilt dus ook een discussie of inderdaad de middelen voor schoolmaatschappelijk werk vanaf 2008 al dan niet uit de middelen voor schoolbegeleiding moeten komen? De heer Van Lavieren: Wij vinden de discussie hoe je schoolbegeleidingsdienst en schoolmaatschappelijk werk moet verdelen een duidelijke discussie, denk ik. Punt 31, dat lijkt me een hele duidelijke, daar hebben we al een paar keer aan gerefereerd, dus dat zal ook zo moeten blijven bestaan. Ik dank u. Voorzitter: Ik wou één verduidelijkende vraag aan u stellen. U had het m.b.t. punt 15, dat u zei: “daar heb ik nog een vraag over aan de wethouder”. Dat kan natuurlijk altijd, maar ik dacht dat we nu eigenlijk ook bezig zijn naar elkaar te zeggen waar we over zouden willen praten, dus wat blijft staan als discussiepunt onderling in de raad. De heer Zwaan: Ik ga ervan uit dat de PvdA het er dan ook even over wil hebben. Voorzitter: Ja, u ziet dat ook als een discussiepunt met de andere fracties. De heer Van Lavieren: Wat ik opgemerkt heb, is: wij hebben begrepen dat de wethouder heeft gezegd dat het onderzoek al in dit jaar gaat plaatsvinden. Als dat zo is, dan is wat hier staat geen discussiepunt meer. Maar als dat niét zo is, dan is dat wèl een discussiepunt. De heer Boele: Maar de wethouder heeft dat gezegd en waarom denkt u dan dat het misschien toch niét zo is, mijnheer Van Lavieren? De heer Van Lavieren: Nou, misschien willen we toch nog wel zeker stellen dat het écht zo is. De heer Lok: Maar wat staat er dan in de Perspectiefnota? De heer Van Lavieren: In de Perspectiefnota staat nl. voor 2008 een post van € 68.000,--, maar als u dat onderzoek nú gaat doen, zeg maar, dan ….. De heer Boele: Ja, oké. Voorzitter: Ik dacht begrepen te hebben bij deze discussie vanuit de wethouder, dat hij toch met u hier een periode voor nodig heeft, die bij wijze van spreken een half jaar beslaat, hè, dit zijn lastige zaken, dat weten we, dus als we vanaf nú rekenen, dan eerste tot tweede kwartaal volgend jaar. De heer Van Lavieren: De insteek van de PvdA is, dat we dat onderzoek niét mogen vergeten en dat we dat gewoon moeten doen. Voorzitter: Ja, oké. De heer Zwaan: En heeft dus de wethouder toegezegd dat die opgenomen wordt in de begroting en niét als PM, want wat we nu gaan doen, heeft gewoon kósten, dus die gaan gewoon ook opgenomen worden dan.
Vastgesteld 2 november 2006
15 Voorzitter: Kosten voor het onderzoek, dat heb ik hem niet horen zeggen, jij wel? Mevrouw Leeuwis: Ik had toch begrepen, dat we eerst informatie kregen daarover en afhankelijk van de keuze die we dan nemen, dat het dan wèl of géén geld kost, of méér of mínder. Voorzitter: Nou, voor het onderzoek zul je toch altijd wel wat moeten uittrekken. Ja, het onderzoek is niet alléén dit jaar, dat loopt over naar het volgend jaar. Dus we moeten bestuurlijk gezien, als raad een wethouder, bij dit soort onderwerpen vragen dit op te pakken en hij zegt: “ja, dat doe ik” en hij geeft aan dat hij daarvoor een periode nodig heeft tot en met pakweg mei/juni en als we dat reëel vinden, dan komt hij in die periode terug naar de raad. Ja? Dat is de essentie van wat er nu voorligt. De CDA-fractie. De heer Ruikes: Dank u wel, MdV. Wat betreft punt 1, Taskforce projecten/weerstandsvermogen, ik heb van de wethouder begrepen dat ook alle plannen rondom de scholen, waar wij hebben gezegd: “geef daar prioriteit aan”, betrokken worden bij de taskforceprioritering en met elkaar afgewogen worden. Dus wat ons betreft wachten we dat af, hoeven we daar vanávond geen discussie meer over, net zoals de SGP dat heeft gezegd. De PM-ramingen, daar hebben we ook de toezegging gekregen van de wethouder dat zoveel mogelijk in de risicoparagraafvoorstellen wordt opgenomen, als het echt niet anders kan. In ieder geval aangegeven wordt of het een plus of een min geeft, dus wat ons betreft, net als de SGP en de ChristenUnie, hoeft dat vanavond ook niet meer in discussie. Punt 6, communicatie, dat willen wij wel met de rest van de raad nog even bespreken. Evenals punt 7, ook heel even kort. Punt 9, heeft de voorzitter gezegd: “die evaluatie komt eraan”. Wij hebben gezegd: “uitgaven bevriezen”. Wat ons betreft is dat dus ook een oproep om zo snel mogelijk met de evaluatie te komen. Dus als die snel komt, hoeft dat wat ons betreft ook niet meer in discussie vanavond. De heer Lok: Daarmee laat u het “bevriezen” dus vervallen, datgene wat er nu nog gebeuren moet, mag dan doorgaan, want hier staat “bevriezen”. De heer Ruikes: Ja, voor volgend jaar. Als je eind van het jaar/begin van het jaar met een evaluatie komt, vind ik dat prima. De heer Lok: Nee, dat is duidelijk. Ik begreep uit uw stuk, dat u het vanaf héden wou bevriezen. De heer Ruikes: Nee, nee, de uitgaven in de toekomst. Oké, dan is dat verduidelijkt, dit is de Perspectiefnota voor de toekomst, dus eerst evalueren en dan pas opnemen in de begroting …. ná de evaluatie. Dan hoeft dat wat ons betreft, als dat duidelijk is, wat ons betreft niet nog een keer in discussie. Punt 10, willen wij wel met de andere fracties even over hebben. Punt 12, hebben we het antwoord gehoord van de portefeuillehouder en wat ons betreft hoeft dat dan niét meer in discussie gebracht te worden, want op den duur levert het geld op, maar in het begin niét, de regionale samenwerking. De heer Boele: Mag ik daar nog één opmerking over maken, voorzitter? De indruk dat het op den duur geld gaat opleveren, regionale samenwerking rondom veiligheid, zou wel eens een verkeerde kunnen zijn. Ik heb net in de schorsing nog even een gesprekje gevoerd met wethouder Dekker en de heer Kooistra, en wij hebben vastgesteld, dat er héél véél extra geld naar gemeenten gekomen in het kader van de algemene uitkering voor intensivering van het veiligheidsbeleid en het is van rijkswege voor een groot deel beargumenteerd vanuit regionale samenwerking, die veiligheidsregio’s, die wettelijk worden opgelegd, die gaan véél meer geld vergen.
Vastgesteld 2 november 2006
16 Dus de indruk dat we wellicht voor de langere termijn op dit punt alleen maar zouden verdiénen, dat zou wellicht in dát perspectief een verkeerde kunnen zijn. De heer Ruikes: Ik baseer me nu even op het antwoord van de portefeuillehouder. De heer Boele: Ja, misschien … omdat u zegt: “het kan nu buiten discussie blijven”. Als we er nu verder niet meer over praten, dan zou dat wel eens tot een verkeerde beeldvorming van vanávond kunnen leiden. Dus misschien is het goed om daar nog even nader bij stil te staan met elkaar. Ik probeer maar even, ik weet niet …. nee, maar de indruk dat het op langere termijn dus geld gaat opleveren, is denk ik een verkeerde. De heer Ruikes: Ik vind het prima om het als punt op te voeren, want ik begrijp …. als we het allemaal zelf hadden moeten doen, dat het dan nog veel meer geld zou kosten. We mógen het zelfs niet meer zelf doen. Goed, dan blijft het erop, want dan is het misschien wel handig als de portefeuillehouder dat nog een keer verduidelijkt. Punt 13, wat ons betreft hoort dat bij de taskforceprioritering en hoeft dat vanávond ook niet verder in discussie te komen. Punt 19, daar willen we wèl nog met de andere fracties over discussiëren. Hetzelfde geldt voor punt 20 en ook voor punt 21, exploitatie ISD. Punt 23, hebben we de beantwoording van de wethouder Cardon gehoord en we willen het ook graag zien in de begroting. Hoeft wat ons betreft nu niet meer in discussie. We wachten daar de begroting op af. De heer Van Lavieren: MdV, ik wil over punt 23 toch wel kort reageren hierna, zeg maar. De heer Ruikes: Misschien om het te verduidelijken, wij hebben gehoord van de portefeuillehouder dat het dus nu al van € 130.000,-- naar € 90.000,-- is. Dat er nu al wachtlijsten zijn, dus wat ons betreft hebben we die suggestie om daar verder op te bezuinigen, nu teruggetrokken. Ja? Oké. Misschien scheelt dat straks weer een aantal minuten. De heer Lok: Maar in deze discussie willen wij toch duidelijk betrekken, dat wij als PvdA wachtlijsten niet accepteren en dat betekent dat we er láter naar kunnen kijken, maar in eerste instantie we dát moeten uitgeven wat nodig is, zodat er géén wachtlijsten zijn en dat we later de zaak even kunnen bekijken van: kunnen we het anders beter bezuinigen. Want op dit moment worden er geen mensen meer geaccepteerd in de hulp, en dát is voor de PvdA een onmogelijkheid. Er is dus een tekórt. De heer Ruikes: Ja, maar dat betekent: u wilt dus méér geld uitgeven. De heer Lok: De PvdA wil er dus méér geld aan uitgeven, dát wat benodigd is, minimaal. De heer Ruikes: Dat is weer een dekkingsprobleem, maar goed. Punt 24, daar hebben we de toezegging van de wethouder gehoord, dat hij gaat praten met het bestuur van de ROWA, en wij willen ook wel meedenken of een goedkope huisvesting eventueel te vinden is, als je tegelijkertijd commercieel kan verhuren in de Alblashof. Dat levert wél geld op. Punt 30, daar hebben we “heroverwegen extra opbrengsten rioolrecht ….”, hebben wij gezegd: “wij hebben gehoord van het gemeentelijk waterplan”, dat het waarschijnlijk allemaal gaat meevallen. Nou, daar houden we de wethouder natuurlijk aan, straks in december. Dus wat ons betreft hoeft dát punt vanavond niet meer in discussie genomen te worden. In het algemeen hebben wij uit zorg om de financiële situatie van deze gemeente juist vanavond allerlei punten ingebracht, waar wat ons betreft extra geld mee bespaard kan worden of verdiend kan worden. Dus wij hoeven geen dekkingsproblemen aan te geven, want wij hebben zelfs geld over om andere dingen te doen. Vastgesteld 2 november 2006
17 Maar dat is in het algemeen. Voorzitter: De VVD-fractie. De heer De Gier: Dank u voorzitter. Er zijn een heleboel punten intussen beantwoord. Er zijn ook nog een heleboel zaken die aangeleverd gaan worden, dus ik was niet voornemens om alle punten even door te gaan lopen. Ik wilde me even beperken tot de punten waarvan wij vinden dat die wel extra aandacht verdienen. Om te beginnen punt 11, het inzetten van de BOA’s. Ja, wij zien in de wijkschouwen, dat dat toch een belangrijk element is. Wij weten ook dat het geld lastig is, dus wij stellen voor om te kijken of het mogelijk is om die slimmer in te gaan zetten op dagen en op plekken waar het echt nodig is en ja, toch ook een aantekening, zodra er geld verdiend wordt, we daar toch wel een uitbreiding zouden willen zien. Punt 18, de extra bezuinigingen in de samenlevingsportefeuille, hebben wij genoemd. Dat zou o.a. kunnen bestaan uit het verhuizen van de ROWA uit de Alblashof en intrekken in het gemeentehuis. Dat zou na de reorganisatie toch een optie moeten kunnen zijn. Wij zouden ook graag willen kijken of de uren van de Sociaal Raadslieden verminderd zouden kunnen worden, of dat te doen is. Voorzitter: Over welk punt heeft u het nu? U noemde punt 18? De heer De Gier: Ja, dat is de dekking die wij daarvoor zien, omdat we gezegd hebben hier bij 18: “hoe zouden we dat in kunnen vullen?” Voorzitter: Ja, ja, u vult in het laatste woord, het te zoeken in de samenlevingsportefeuille, oké. De heer De Gier: Dat klopt. Ja, dan hebben wij gekeken naar de korting die mogelijk zou moeten zijn op de Stichting Welzijnswerk voor Ouderen. Graag zouden wij een specificatie willen ontvangen van de kosten die daarmee gemoeid zijn. Wellicht is ook een suggestie: de Stichting maaltijden Thuis moet uiteraard gehandhaafd blijven, maar misschien moet tóch gekeken worden of er schaal bestaat waarbij middels inkomen gekeken kan worden of er terecht te allen tijde gebruik van wordt gemaakt. Dan hadden wij als optie dat wij graag de A-kidz gehandhaafd willen zien, dat vinden wij toch wel een belangrijke ontwikkeling in het dorp en daar staat een goede prestatie tegenover voor een gering bedrag. Daar zal ruimte voor gevonden moeten worden. Met deze genoemde opmerkingen moet het mogelijk zijn om het budget voor buitenruimte te verbeteren, dus daar zou ruimte voor gecreëerd moeten kunnen worden. Bij punt 21, daar sluiten wij ons toch aan bij ….. Voorzitter: Ja, het loopt nu even door elkaar. Als u gaat reageren op anderen. De heer De Gier: Nee, ik reageer niet op anderen. Voorzitter: Ja, ik heb bij het overzicht niet u staan als VVD, bij punt 21, dus als ik dan uw stuk erbij pak, denk ik dat daar niks over in staat. Klopt dat? De heer De Gier: Nee, maar we hebben er wèl een méning over, maar die moeten we dan een andere keer laten horen. Voorzitter: Ja, nee, daarom. Dít rondje is nu even wat u zelf in discussie wilt brengen in de raad. Dan bent u, denk ik, geweest hè? Vastgesteld 2 november 2006
18 De heer De Gier: Ja, oké. Dan zijn wij geweest, ja. Voorzitter: Akkoord. Belastingopbrengsten, dat was nog een punt waarvan je kan zeggen: “is dat voldoende beantwoord, of ….”. Daar heeft u een opmerking over gemaakt. De heer De Gier: Wat ons betreft, wel ja. Voorzitter: Ja, goed. Ik constateer mét u, dat er een aantal zaken zijn die u nog zou willen bespreken en dat zijn dan, eens even kijken: de punten 3, 6, 7, 8 en 9, dat is ook logisch, die gaan dan voor een deel uzelf aan, en dan 10 en 11, bij de PvdA heb ik genoteerd: “laten staan”. De heer Lok: Als wij het erover eens zijn dat er eerst een evaluatie volgt en dat we het even zo laten, dan is het wat ons betreft geen punt meer. Voorzitter: Dus 9 komt niet meer terug. 10 en 11, zag ik. Wat hebben we dan nog meer? 12, CDA. De heer Ruikes: Meer de vraag van de SGP. Voorzitter: Ja, maar het CDA heeft gezegd: “niet in discussie brengen verder”, gelet op de reactie toch. De heer Boele: Voorzitter, we hoeven daar vanavond niet over door te discussiëren. Ik geef u alleen maar mee wat ik gezegd heb. Voorzitter: Oké, dan hebben wij 13 dacht ik ook niet meer over. Dan blijft over 15, nee, 15 was ook niet meer nodig. Nee, maar dat geeft niet, dat we even zoeken. 18, 19, 20 heb ik staan, ja, 21, dan loopt het door naar 27, “geen discussie meer” heb ik staan, 27 bij de PvdA, nee, “discussie 28” zie ik staan en 30 en 31. Zijn we het daarover eens, als ik dat nog even opnoem: 3, 6, 7, 8, 10, 11, 15, 18, 19, 20, 21, 28, 30, 31, dat we daar met elkaar iets over zouden willen vinden, om mee te geven aan het college, ja? Mevrouw Leeuwis: Ja, ik weet niet hoe het nu technisch verdergaat, maar 27 hadden we nog wel ergens in de dekkingsvoorstellen staan, dus als we dat via de dekkingsmogelijkheden bij buitenruimte nog wel mogen bespreken, dan vinden wij het prima. Voorzitter: Ja, dat klopt dat u daar … 27, de A-kidz, nee, de VVD had gezegd: “handhaven”, maar in eerste instantie staat het er niet bij. Mevrouw Leeuwis: Nee, daarom vraag ik: hoe gaat het dan technisch? Voorzitter: Ja, technisch zou het dus nu zijn als het punt van de PvdA niet gehandhaafd wordt door de PvdA, dat we tegen elkaar zeggen: “daar hoeft niet over gesproken te worden”. Mevrouw Leeuwis: Ja, maar de burgemeester wil het nu niet bespreken, omdat jullie zeggen: “het hoeft niet opgevoerd te worden”.
Vastgesteld 2 november 2006
19 Voorzitter: Punt 27 komt ook terug in de discussie. Goed, dus even chronologisch voor ons nemen, als wij met elkaar iets zouden willen vinden over punt 3, en dat gaat dan over de aanspraken bestaande budgetten/effecten oplossingsrichtingen, dan zou ik de ChristenUnie daar als eerste het woord over willen geven, want zij hebben net aangegeven daar met ons over te willen discussiëren. De heer Clements: Inderdaad, daar zou ik het college het volgende nogmaals willen meegeven, dat zoals ook in het stuk staat, “oplossingsrichtingen ons zorgen baren”, en daarbij willen we benadrukken, dat we dat vooral zien, wat ook wel door anderen genoemd is, in incidentele oplossingen, die voor structurele problemen of wel tijdelijke oplossingen voor structurele problemen …, daar hebben we onze zorg bij, ook naar de toekomst toe. Wij noemen hierbij ook het programma Buitenruimte, met de SGP zijn we daarbij van mening, ja, wij noemen dat hier, maar misschien dat ik dat beter daar kan zeggen, dat we niet op al die kleine puntjes nu zullen ingaan, maar dat naar de toekomst toe dus iets structureels verwacht zou mogen worden. Eventueel, om een tegenvraag tegen te zijn, een dekking voor allerlei zaken, die hebben wij in dit stadium van de discussies niét. Sowieso staan er zoveel PM-posten in, dat wij daar ook geen compleet zicht op hebben, wat nu wel en niet gaat, dus naar onze mening is het nu geen reële opgave om van ons, voor alle opmerkingen die wij maken, op de euro een dekking aan te geven. Dit wilde ik voor dit punt ….. Voorzitter: Ja, ik vraag even aan uw collega’s ….. De heer Clements: Oh ja, twee dingen zijn gemist in de beantwoording. Dat sloeg wethouder Dekker over, dat vrijwilligersbeleid en de mantelzorg, maar ja, ik weet niet of daar nog ruimte voor is, dat is meer eigenlijk een vraag, zou je zeggen. De heer Boele: Overigens voorzitter, ik denk dat het niet nódig is dat wij bij het handhaven van dit voorstel dekking aangeven, want wij betwisten niét, althans míjn fractie niet, dat het mógelijk is wat het college naar voren brengt, nl. dat je bestaande budgetten kúnt gebruiken voor deze nieuwe kostensoort. Dat zou wellicht het gevál kunnen zijn. Waar we om vragen, is, als raad: “college, geef dan inzichtelijk dát het kan”, want daar hebben we geen informatie over, “èn wat het dan betekent voor het oude beleid?” want op de één of andere manier moet het uit de lengte of de breedte komen, het moet gevolgen hebben. Dus het is meer een informatie, waar we om verzoeken, zodat we bij de begroting afwegingen kunnen maken, dan dat we extra kosten willen opvoeren. Het gaat om de systematiek van ramen. Voorzitter: Nou, dat begrijp ik eigenlijk ook bij de ChristenUnie. Als dat door iedereen wordt gedeeld, dan kunnen we dat meegeven aan het college. Vinden we dat allemaal, dat dat wel erg handig is, als dat op die wijze wordt opgelost? Dan gaan we dat aan het college vragen. De heer Ruikes: In grote lijnen dan, hè. Voorzitter: In grote lijnen, voor u mag het in grote lijnen, begrijp ik, we zullen kijken wat het college doet. Punt 6, de communicatie, daar zou u nog met elkaar even over willen praten, gelet op het gegeven antwoord. De heer Wesselius: Ja, er staat hier een concreet voorstel dat wij hebben geformuleerd. Er zijn natuurlijk allerlei manieren waarop je met voorlichtingsuitbreiding in feite om kan gaan. Ons voorstel was, we weten dat er een plan is om een fulltime communicatieadviseur aan te stellen. We begrepen zojuist ook dat daar de wervingsprocedure voor loopt. Ons voorstel, zoals we dat vooraf hadden gedaan is: laat dat nou voorlopig even achterwege en laten we handhaven de voorlichting vanuit de raad, zoals die er nu is. We hebben de reactie van de burgemeester, de portefeuillehouder, op dat punt gehoord. Ja, ik zou eigenlijk wel graag willen horen wat de andere fracties van dit idee vonden, met de concrete vraag erbij: volgens ons is dit een punt, waar we écht daadwerkelijk iets te kiezen hebben. Vastgesteld 2 november 2006
20 We kúnnen iets achterwege laten, op een heleboel andere punten is de ruimte vrij beperkt, en volgens ons levert het ook nog in ieder geval voor volgend jaar substantieel geld op. Misschien dat dát nog inzichtelijker gemaakt kan worden wat het dan precies oplevert. We hebben het niet helemáál uitgerekend. Dus dat is een vraag die misschien richting college nog kan: wat levert dit nou precies op, dit voorstel? Maar richting de collega-fracties in de raad: wat vinden we van dit voorstel? De heer Van Lavieren: Als ik mag, MdV? Wij hebben dus gezegd dat die bezuiniging wel doorgevoerd zou kunnen worden, mede in het licht dat er dus een aparte voorlichter komt voor de gemeente en die taak daarin eventueel geplaatst zou kunnen worden en het levert ook nog eens een keer € 13.000,-- aan besparing op. De heer Wesselius: Ja, ons voorstel is dus andersom hè. Ons voorstel is in feite: handhaven wat er momenteel is aan voorlichting uit de raad en stel de invulling van de fulltime communicatieadviseur, die vacature, stel die voorlopig even uit, totdat we weer financieel licht aan de horizon hebben. Dat levert uiteindelijk méér open volgens ons zou dat voor een korte periode een buitengewoon acceptabele toestand zijn. Het levert, meen ik, € 45.000,-- op en uw voorstel € 13.000,-- uit mijn hoofd, ik ken de getalletjes niet precies, maar …. De heer Van Lavieren: Dan lijkt me dat een redelijker voorstel als wat wij hebben gedaan. Voorzitter: Vindt u het voorstel van het CDA redelijker dan van uzelf? De heer Van Lavieren: Wij hebben er niet op die manier naar gekeken en wij hebben alleen gezegd: “als die voorlichter er tóch moet komen, laat die dan die taak ook overnemen”. Wij hebben niet gekeken in de trant van: is die voorlichter wel nodig en laten we dié nog maar even ……, dus wij hebben op een andere manier naar het probleem gekeken. Dat mag u ons kwalijk nemen, of niet, maar je kan veranderen in het leven, zeg ik altijd maar. Voorzitter: Hoe liggen de andere opvattingen? De heer De Gier: Ja, de vraag is dan wat die voorlichter natuurlijk voor werkzaamheden gaat overnemen, van mensen die daar nu mee bezig zijn, en gezien de drukte die dáár heerst, kun je aan de ene kant ook zeggen: “het is misschien hard nodig dat je hem krijgt”. De heer Wesselius: Maar dan kost het dus de facto geld. De heer De Gier: Dan kost het geld. De heer Wesselius: Maar goed, als je er op dié manier naar kijkt, dan komt er dus op andere plaatsen ruimte vrij, waar mensen ander werk kunnen gaan doen, dus dan kost het de facto niks. Dan heb je er ook geen extra budget voor nodig, want dan stel je een voorlichter aan en dan hou je aan de andere kant mensen over, die werk doen, dus die kun je dan ……. ja, we gaan ze niet ontslaan, maar ik bedoel: de facto kost het dan niks. Dan is het budgettair neutraal. De heer De Gier: Dat wil ik niet zeggen, maar ik denk dat je wel eerst zelf inzichtelijk moet bepalen en moet weten wat die voorlichter precies aan werkzaamheden moet gaan doen en van wie hij dat gaat overnemen en wat het kost. Ik denk niet dat wij daar zo naar gekeken hebben.
Vastgesteld 2 november 2006
21 De heer Lok: Het lijkt mij interessant wat het college daar zèlf eigenlijk over vindt in deze discussie, voordat we er écht over beslissen. Het klinkt heel goed in de oren. We hadden in dat opzicht maar € 13.000,-ingeboekt. € 32.000,-- meer is natuurlijk heel aardig, als er naar dekking wordt gezocht, maar misschien wil het college nog even aangeven waarom zij eigenlijk graag wil, wat er staat dat die niet ingevuld wordt, zodat we dat met de discussie kunnen meenemen voordat we nú beslissen het al of niet te doen. Voorzitter: De bedoeling van vanavond is, denk ik, toch dat we zo’n soort discussie hebben en dat u aan het college aanreikt over de punten die met elkaar besproken zijn, om daar nog eens op terug te komen, om daar nog eens wat informatie over te geven en daar kan een lijn in zitten, om iets wat voorgesteld is wel of niet te doen, maar dan is het bij de begroting het moment waarop het college, lijkt mij, daarop zou kunnen terugkomen. M.b.t. de gedachte die nu geopperd is vanuit het CDA, van: je bent wel met een procedure bezig, maar je kan hem gewoon nog stoppen, want je hebt niemand in dienst genomen, dan hoef je dat geld niet uit te geven, ja, dat is een gedachte die je aan het college kunt meegeven. Dat kun je gewoon meegeven. De heer Wesselius: Wat ik wel graag zou willen begrijpen, is: als die gedachte op meer steun kan rekenen dan alleen die van de CDA-fractie, dat we dan ook met elkaar afspreken dat we de procedure op z’n minst even op ijs zetten. Ik bedoel: het doorgaan met de procedure, heeft consequenties. Als we vanavond geen formeel besluit op dit punt nemen, dan zou het jammer zijn als we bij de begrotingsbehandeling door de werkelijkheid zijn ingehaald. Mevrouw Leeuwis: Volgens mij is nog niet bij iedereen duidelijk, in ieder geval bij míj niet, als ik voor mezelf mag spreken, wat nou die voorlichter dan meer kost, want dat heb ik in die perspectiefnota niet als mutatie gezien, dus wij zijn ervan uitgegaan ….. Voorzitter: Dat klopt ook …. Mevrouw Leeuwis: ……. als we die communicatiemedewerker laten doen, dat het een voordeel oplevert van € 13.000,-en ik begrijp nu …. Voorzitter: In de gewone begroting zitten middelen om tot de aanstelling van zo’n persoon over te gaan, dus in de perspectiefnota is dat dus niet specifiek genoemd. Mevrouw Leeuwis: Nee, het was dus al begroot en je kunt dus een extra bezuiniging doorvoeren als je de raadsvoorlichter niet voortzet, maar die medewerker zat al in de begroting. De heer Wesselius: Ja, maar geld blijft geld hè, of het nu nieuw geld is of oud geld. Mevrouw Leeuwis: Oké, maar goed, kan dan het bedrag genoemd worden hoeveel hij heeft gekost? Was dat € 45.000,--? Oké. De heer Wesselius: Wij zijn ons er ook van bewust dat het natuurlijk een kwaliteitsvermeerdering geeft op een aantal punten, maar dit is wel een punt waar je over niéuw beleid praat, of over niéuwe initiatieven, waar je dus gemakkelijker dingen kunt uitstellen, dan wanneer je het over reeds lopende activiteiten hebt en dat is voor ons reden om te zeggen: “laten we nou even de tijd nemen om …. schuif het op z’n minst een jaar vooruit”, de besparing is binnen en er komen gouden tijden als de economie aantrekt, maar daar kunnen we misschien ook even op wachten met dit punt.
Vastgesteld 2 november 2006
22 De heer Zwaan: Misschien dat ik nog even mag roepen wat we als ChristenUnie als idee hierbij hadden, dat is dat we eigenlijk datgene wat het college ons gepresenteerd heeft, dat we daarmee instemmen. Op de één of andere manier kun je altijd gevoelig zijn voor geld, hè, maar ik denk dat we ook andere doelen hebben willen nastreven, daar ook het college de ruimte voor geven om daar zelf een eigen afweging in te maken en een besluit op te nemen. Dan bedoel ik dus de aanname van zo’n medewerker en alles wat ermee te maken heeft. Ik heb op dit moment nog geen reden om te zien dat dat nu niet nodig is. Ik denk en dat is zoals ik het ervaar tot nu toe, dat er heel scherp gekeken wordt: wat is extra nodig en ís dat echt nodig? En als we dat erin proppen, dan is daar ook reden voor, om het maar zo te zeggen. Daar ga ik nog steeds vanuit, dus het idee om op deze manier, nú, snel geld te verdienen, daar ben ik nog niet zo gevoelig voor. De heer Wesselius: Ja, maar ik vind uw argumentatie wonderlijk, want dat betekent dat je bij elk voorstel vanuit het college zegt: “we vertrouwen erop dat het noodzakelijk is dit geld uit te geven, dus daar hebben we geen eigen idee meer over”. Dan kunnen we heel snel klaar zijn met elkaar, dus ik vind …. misschien heeft u gelijk, dat het noodzakelijk is, maar ik vind de argumentatie daar enigszins dun. De heer Zwaan: Ja, hij is misschien dun, maar de aanstelling is misschien wel noodzakelijk voor een aantal dingen en dáár ben ik vanuit gegaan. Dát is ook de reden waarom ik aangaf op de lijn waarop we nu zitten, op het moment dat er toch een bepaalde hoeveelheid nu aan koppen is, die het college zo’n vraag gaat stellen, zijn wij benieuwd naar de uitkomst van de extra toelichting. De heer Wesselius: Maar u ervaart op dit moment ernstige tekortkomingen in de voorlichting vanuit dit huis, waardoor u zegt: “daar moeten we nu een halve ton extra aan spenderen”. De heer Zwaan: Ik weet niet of die halve ton extra …. dat gaat op dit moment volgens mij een soort eigen leven leiden. Ik heb ook gewoon gekeken naar een bepaalde besparing van € 13.000,--, die je kan realiseren door een aantal dingen slim te combineren. Nou, de PvdA is nu van mening om even jullie kant op te stappen. Dat vind ik uitstekend, alleen, ik ben nog niet zo ver. De heer Lok: Maar gezien de andere zaken die er moeten gebeuren, ik denk toch eigenlijk wat onze voorzitter net heeft verteld: “laat hen maar aankomen met het idee”, maar het dan nu een jaar uit te stellen, en daarmee dus een aantal, zoals wij het zouden willen uitgeven, voor ons veel belangrijker zaken te kunnen realiseren, op dit moment in ónze ogen. Dus wij staan zeer sympathiek tegenover het voorstel en gaan daar ook in mee. De heer Boele: Was u nog aan een rondje opvattingen ventileren bezig? Voorzitter: Ja, dit is nog steeds het rondje m.b.t. punt 6, want ik probeer ….. De heer Boele: Ik wil ontzettend graag wat zeggen, voorzitter, maar ik oefen me in bescheidenheid, dus ja ….. Voorzitter: Oh, oh, ik kijk te weinig naar uw kant. Ik denk dat dit een ….. we kunnen op een natuurlijke manier met elkaar discussiëren. Ik hoef in dít rondje niet continu, denk ik, iedereen het woord te geven. Als u te veel door elkaar heen praat, dan zal ik wat als verkeersregelaar optreden, maar de heer Boele wil heel graag op dit moment zijn gevoelens uiten. De heer Boele: Zoals alle andere leden van de raad natuurlijk. Maar laat ik dit zeggen, voorzitter: “mijn fractie hecht er ten zéérste aan dat de raad een budget houdt voor een eigen voorlichtingsfunctie”. Dat is succesvol geweest in de achterliggende vier jaar. Op een sobere manier ingevuld. Vastgesteld 2 november 2006
23 De raad kon op een eígen wijze naar buiten treden naar de burgers, die óns hebben gekozen, over de dingen die we doen. Ik vínd zelfs dat een goede voorlichting, door de raad zèlf georganiseerd van ons werk, hoort bij de democratie die we hier in deze gemeenschap betrachten. Dus ík, onze fractie, vindt dat we dát moeten handhaven. Dát gezegd hebbende, vind ik het nogal wat om te zeggen: “en het collége mag géén eigen budget voor de voorlichting van zíjn bestuurlijke verantwoordelijkheden doen”, want dat in feite de consequentie van het voorstel van het CDA, hè, u hebt inmiddels een raadsbudget bij de begroting van 2006 gekregen, om een bepaalde personeelsformatie uit te voeren. Ik heb altijd gevonden: “daar gaan we als ráád dus niet meer over”. Ik wil me ook helemáál niet bezighouden met die organisatie, dat is úw verantwoordelijkheid, en om dan nú te zeggen: “we gaan daar bij de begroting 2007 een halve ton afhalen, omdat we vinden dat ú geen professioneel communicatiebeleid moet voeren”, dat líjkt mij te ver gaan. Daar kan ik nu niet vanavond van zeggen: “dát moeten we doen”, want dat zou eigenlijk meten met twee maten zijn. Ik vind, als de raad …., ik heb dat gevoelen toch wel, van oordeel is dat we goéd moeten blijven communiceren, op een zelfstándige manier, met onze burgers, dat ik dat recht het college niet mag betwisten. Dat zeg ik als oppositiepartij, géén deel uitmakend van het college. Voorzitter: Ik denk dat u daar een hele wijze inbreng levert. Ik probeer het zo zuiver mogelijk te behandelen, dat is duidelijk. Ik denk wel dat het ook redelijk is om in te brengen, ik héb gezegd dat wij bezig zijn met een procedure en dat betekent dus, dat u zich allemaal realiseert dat we geld hebben uitgegeven daaraan. Dat is dus wég, als je stopt, en je kan het opnieuw uitgeven als je er volgend jaar op een gegeven moment weer mee begint. Neem dat mee in de afweging, want dat lijkt mij gewoon hele eerlijk. Dat hóór ik niet, ik begríjp dat dat op de één of andere manier …., dat hoeft ook niet direct bij iedereen paraat te zijn, maar het is wèl een feitelijk gegeven en zoals de heer Boele het net verwoordde, is denk ik de feitelijk situatie. Dus als u met elkaar zó discussieert, dan komt er zodadelijk uit wat ik aan het college kan meegeven, als zijnde uw gevoelens bij dit punt. Ik luister. De heer Van Lavieren: MdV, toch nog even voor ons begrip dan maar, en voor óns begrip, wat wij begrepen hebben van de fractie van het CDA, die zeggen dus: “laat de situatie voorlopig zo en laten we later even kijken hoe we dat probleem gaan oplossen”. Ik heb niet begrepen dat het CDA heeft gezegd: “het college mag geen eigen voorlichter hebben”, dat nog niet. De heer Ruikes: Nee, we hebben gezegd: “we willen graag de status quo nu handhaven”. Op dít moment is er ook geen fulltime communicatieadviseur, alleen, het is een feit dat er in het personeelsbudget ruimte is opgenomen voor 2006 om zo iemand aan te stellen. Zo iemand is nog niet aangesteld. Alleen, er is een procedure ….., er zijn kosten gemaakt natuurlijk voor advertenties e.d. Wij zeggen: “gezien de financiële situatie van deze gemeente, gezien het feit hoe we op dit moment met voorlichting omgaan, is dat wat ons betreft de afgelopen jaren vanuit het college voldoende geweest” en wij vinden het acceptabel, om dat voor het komende jaar ook voldoende te laten zijn. Dus stop die procedure en dan ben je wat advertentiekosten e.d. kwijt, en handhaaf gewoon de situatie zoals die nu is en de consequentie daarvan is ook, en daarvan zijn wij dat gedeelte eens met de SGP, want dat is de andere motivatie die erachter zit, wij vinden het ook nog heel duaal, dat de raad een eigen voorlichtingsbudget heeft. Want in het voorstel van het college werd ook nog eens een keer, als die communicatieadviseur aangenomen was, het budget voor de raad en de voorlichting voor de raad, door diezelfde voorlichter gedaan en dáár zit dan de bezuiniging in. Ten principale zijn wij het daar niet helemaal mee eens, maar we zeggen: “als je dan tóch wat moet, gezien de financiële situatie, handhaaf het dan zoals het nú is” en omdat er nog niemand aangenomen is, dachten we dat die mogelijkheid er nog zou zijn. Dus ja, dat levert gewoon een substantieel bedrag op. Hoeveel het precies is, we hebben een schatting gemaakt, maar dat kan het college natuurlijk geven. De heer Boele: Maar moeten wij, vraag ik me af, op dit niveau van de invulling van formatieve functies als raad discussiëren? Zou het niet bijv. dan een betere optie zijn, om tegen het college te zeggen, dat we vinden, gegeven de barre tijden die we meemaken, dat er nog iets van het personeelsbudget af moet en hoe het college dat dan invult, misschien dat zij wel beelden hebben van: nou, als dat écht moet, dan kiezen we liever voor dít type functie, of voor déze activiteit, dan de voorlichtingsfunctie.
Vastgesteld 2 november 2006
24 Ik vind dat wij als raad ons niet al te veel oordeel moeten aanmatigen over de communicatieve functie van het college. Daar gáán wij, denk ik, ook niet over. Laten we het dan open laten en tegen het college zeggen: “kijk maar zélf”. De heer Wesselius: Ja, maar we worden in de perspectiefnota expliciet uitgenodigd door het college om hier iets van te vinden. Voorzitter: Nee, niet over dit punt. De heer Wesselius: Jawel ….. Voorzitter: Nee, nee, even zuiver blijven. Wij nodigden u daarover niét uit. De heer Boele: Ik heb dat begrepen zoals u dat nu zegt, maar als de heer Wesselius dat anders heeft begrepen, ben ik toch benieuwd naar zijn argumentatie. De heer Wesselius: Ik wil wel uitleggen waarom ik mij opgeroepen voelde om daar iets over te zeggen en dat is op blz. 14 van de perspectiefnota, punt 1: “wil de raad separaat voorlichting vanuit de raad doorzetten” en daar wordt nadrukkelijk beargumenteerd dat er een fulltime communicatieadviseur komt, en dat die dus ook wel de voorlichting vanuit de raad kan doen, en dan vind ik toch dat ik op dit punt iets moet vinden eigenlijk. Ik bedoel: ik zou die vraag dus willen beantwoorden van: wil de raad separate voorlichting vanuit de raad voortzetten? In principe: ja. Dan kun je ook zeggen: “schrap die € 13.000,-- dan weg”, maar omdat hier expliciet wordt aangegeven: we hebben daar een andere invulling voor, is de verleiding ook wel erg groot om over die alternatieve invulling iets te gaan vinden, niet waar? Dus vandaar. De heer De Gier: Voorzitter, ik wilde graag iets toevoegen. Ik denk dat er toch wel een principiële keuze is gemaakt. Er is een budget gemaakt, dat is in de begroting opgenomen. Er zal wel degelijk door de raad een keuze gemaakt zijn om dít te gaan doen. Die argumentatie is er natuurlijk ook en natuurlijk zal in het kader van de reorganisatie, die nu heeft plaatsgevonden, zal er behoefte zijn aan zo iemand die wellicht de functies van andere mensen weer kan verlichten, dus ja, ik heb er ook moeite mee om nu even en passant nu te besluiten van: we doen dat niét. Ik denk dat je dan beter naar die functie moet kijken, kijken wat zo iemand allemaal gaat doen, en dat je dan kan besluiten: de raad heeft terecht gezegd: “wij hebben zo iemand nodig”, nou, dan is dat een argument om dat te gaan doen. De heer Wesselius: MdV, we nemen vanavond op dit punt ook geen besluit. We geven toch alleen maar mee aan het college of het een punt is om bij het opstellen van de begroting méé te nemen? En als er een meerderheid in de raad is die zegt: “nou, best college, overwéég dit bij het opstellen van de begroting, waar we over een maand of zo over praten”, dan is de énige oproep die ik hier vanavond zou willen doen: “college, neem dat mee en stel niet in de tussentijd iemand aan en geef concreet aan wat het kan opleveren”. Ik weet niet hoe snel die procedures hier typisch lopen, maar het zou een beetje sneu zijn als we bij de begroting er niet meer over kúnnen praten, omdat de facto de situatie al gecreëerd is dat er wèl iemand in dienst is. Ik denk dat we er eigenlijk vanavond niet meer woorden aan vuil hoeven te maken, dan een dergelijke oproep. We hoeven hier geen formeel besluit te nemen of het nu wel of niet nuttig en noodzakelijk is. Voorzitter: Nee, dat klopt, maar wij hebben als college geprobeerd aan u voor te leggen: zetten wij, zoals ook de vraag luidt, de separate voorlichting vanuit de raad dóór? Het zóu op een andere manier kunnen, dan separaat. En dan geven wij aan hoé dat zou kunnen worden ingevuld. En dát was de kwestie die bij u voorlag en het lijkt gewoon toch wel heel erg zuiver om dáár iets over te vinden. Nou, ik heb gehoord dat u zegt, dat separate voorlichting vanuit de raad u ná aan het hart ligt. Dat betekent dus dat die eventuele schrapping van € 13.000,-- door u niet wordt voorgestaan. Dát is de vraag, die voorligt. Vastgesteld 2 november 2006
25 De heer Wesselius: Ja, maar MdV, even misschien een punt van orde, maar het college doet een aantal voorstellen van punten waarover we met elkaar vanavond zouden kunnen praten en waarmee we de begroting dicht zouden moeten kunnen rijgen. Tegelijkertijd wordt er in de perspectiefnota aangegeven van: met de voorstellen die er liggen, is de begroting nog niet dicht. Ik neem aan, dat er dan ruimte is vanuit de raad, om met aanvullende bezuinigingsvoorstellen te komen en misschien kan u dit voorstel dan als een aanvulling op de ideeën vanuit het college beschouwen en als zodanig dan ook gewoon meenemen in uw beraadslagingen die leiden tot een sluitende begroting, die we over een maand met elkaar bespreken. Voorzitter: Oké, we hebben nog wat meer punten om te bespreken. Ik denk dat ik het juist formuleer, als ik zeg dat het college vanuit de raad aangereikt krijgt om niét de separate voorlichting vanuit de raad te schrappen en nog eens na te denken in hoeverre op dit moment doorgegaan moet worden met een al ingezette procedure. Dát is, denk ik, een juiste samenvatting van de discussie. Ja? Nou, dan leggen we dat aan het college voor. Punt 7; dat gaat over het raadsreisje, daar is e.e.a. van gezegd. Hoe zou u dat willen laten meegeven? De heer Ruikes: Heel kort, MdV. Wat betreft het CDA moeten we in ieder geval een raadsreisje handhaven. Wat ons betreft met een sober budget. Het kan iets goedkoper dan hier voorgesteld is. Er werd in het verleden ook altijd een eigen bijdrage gevraagd aan leden van de raad en hun partners en leden van het managementteam en zo. Juist in het kader van informele contacten, ook met leden van het MT, leden van het college, onderling leden van de raad, vinden wij het héél gewenst dat in ieder het raadsreisje gehandhaafd wordt. Gewoon een eigen bijdrage vragen en zoiets zie ik ook bij de PvdA en ik zou graag van de andere leden van de raad ook willen vragen wat hun gevoelens daarbij zijn. Voorzitter: Ja. Wie wil over dit voorstel iets zeggen? Gaat uw gang. De heer Boele: Ik heb niet zo heel veel gevoelens. Ik vind dat het verhaal van de heer Ruikes heel overtuigend is, dus wij scharen ons daar graag achter, voorzitter. Voorzitter: Ja. De heer Zwaan: Wij willen ons ook voegen in die lijn, waarbij ik nog wel wil opmerken, dat ik het werken met eigen bijdragen e.d. ook niet altijd zo sterk vind. Dan denk ik, dat als je vindt dat er zoiets sober gehouden moet worden, dat je het dan binnen dat kader gewoon moet oplossen. Dan kom je ook met zo’n discussie van eigen bijdragen …., maar we zetten geen blok ervoor. Voorzitter: Oké, is dit nog een punt dat u zegt: “neem dat nog eens mee naar de besprekingen in het presidium”. We zitten binnenkort ook nog met z’n allen bij elkaar, dat we daar nog eens even verder over praten. Maar in ieder geval is een gedachte om wèl elkaar een keer te ontmoeten en dat was ook met partners, maar dat op een wat soberder manier te doen dan we de laatste keer gedaan hebben. Hetgeen toen ook niet heel erg duur was, maar …. nee, anders wek ik een verkeerde indruk, maar akkoord, helder. De heer Van Lavieren: Mag ik nog even één opmerking maken? Wij stellen dus voor om vanuit de eigen bijdragen het nagenoeg kostendekkend te maken, zeg maar. Ik bedoel: je kan discussiëren over de hoogte van de eigen bijdrage, maar als je dat echt sober doet, dan zou je het met een kleine eigen bijdrage bijna kostendekkend kunnen maken. Voorzitter: Oh, dus helemaal geen eigen bijdrage vanuit de algemene middelen? Vastgesteld 2 november 2006
26 Volledig zelf ophoesten, zelf verzorgen. De heer Lok: Maar volgens mij komt dat al heel dicht bij het voorstel van het CDA. Als je met een man of 60 bent en je draagt dan € 20,-- bij, dan zitten we al met een probleem: waar laten we die € 200,--? Voorzitter: In de praktijk denk ik toch niet dat het hetzelfde is, als ik eerlijk ben. De heer Ruikes: Ik weet niet of u wel eens personeelsreisjes organiseert, maar ….. Voorzitter: Ik sprak vandaag iemand die naar Barcelona gaat met zijn personeel, maar …. daar denkt u niet aan. Het is duidelijk. Punt 8, het aantal raadscommissies. Daarvan is gezegd door de PvdA: “ik wil daar nog wel even bij stilstaan”. De bezuiniging heden niet doorvoeren. Ik denk dat we kunnen zeggen, we hebben het ook voor de 13e op ons programma staan om daarbij stil te staan. Zullen we dat doen? Oké. Dan had ik staan punt 10, heroverweging verbouwing gemeentehuis. Wat net niet is gememoreerd, is dat we wèl in het kader van de reorganisatie nog bezig zijn met het opstellen van een visie over dienstverlening en dat daaruit hoogstwaarschijnlijk ook wel de verwachting is dat je wat moet verbouwen. Dat dat eruit komt. Ik hoor graag van u hoe u denkt over eventuele gebouwelijke wijzigingen? De heer Wesselius: Misschien mag ik dan iets roepen, omdat vanuit het CDA dit punt ook is ingebracht. Wij waren blij te horen dat er creativiteit op dit punt is in het college. Dat stemt altijd tot vreugde. Wat we op dit punt voornamelijk willen doen, is een soort van oproep van: laten we hier niet verder springen dan onze financiële polsstok reikt. Dus als er echt dingen noodzakelijk zijn, dingen die noodzakelijk zijn, daar kom je niet omheen, maar het hoeft niet persé een ton te kosten. Het mag best wat minder kosten. Ja, het woord “sober” wil ik haast stelen van de overburen. Laten we proberen de uitgaven op dit punt minimaal te houden, zo lang als we geen grote hoeveelheden geld over hebben. Voorzitter: Dat is helder. Goed, iedereen kan zich daar een beetje in vinden? De heer Van Lavieren: En wij willen daar nog aan toevoegen dat wat betreft de loketfunctie voor de WMO, laten we eerst maar eens onderzoeken waar dat precies …. Voorzitter: Ja, precies, dat hoort erbij. Ja, akkoord. Punt 11, de BOA’s. De heer Van Lavieren: Ja, ik heb dat aangegeven als zijnde van: als daar een discussie over nodig is, dan zou dat voor ons niet zo’n probleem zijn. De heer Ruikes: Wij zijn ook voor extra inzet BOA’s en vrijwillige politie, maar wij zouden dat graag laten betalen door het fenomeen “bestuurlijke boetes” en op dit moment wachten we nog steeds op groen licht vanuit Den Haag, dus wat ons betreft vinden we het prima, maar dan graag budgettair neutraal, laten we maar zeggen, dat we dat gewoon kunnen betalen uit …. als we zèlf de mogelijkheid hebben om bestuurlijke boetes op te leggen. Voorzitter: Ja, dat lijkt een hele verstandige aanpak om te kijken: als we in de gelegenheid zouden zijn …, als die wet snel wordt aangenomen, om die dan ook in te voeren en te kijken of we op die wijze extra middelen kunnen genereren. Vastgesteld 2 november 2006
27 Dan ga ik naar punt 15 en dat gaat over de nieuwe woonwagenlocatie. Wat geeft u het college mee? De heer Zwaan: Volgens mij hadden we afgesproken dat de wethouder in ieder geval een aantal kosten zou opnemen die we sowieso zouden maken en het meest ideaal zou zijn als er natuurlijk al een eerste minimale kostenindicatie naar de toekomst meegenomen zou worden, maar dat is misschien een stapje te ver. De heer De Gier: Volgens mij kregen wij een presentatie in het eerste kwartaal van 2007 hierover? Ik dacht dat wij een presentatie hierover zouden krijgen. De heer Zwaan: Maar minimaal te verwachten kosten, die je nu al eigenlijk weet, die moet je gewoon voor 2007 gaan meenemen en dat is toch in ieder geval al meegegeven aan de wethouder. Voorzitter: Bij het onderzoek dat gedaan wordt, vraagt u nadrukkelijk en dat is ook logisch, inzicht te geven in wat het gaat kosten. Ja, dat komt voor elkaar. Punt 18, de bezuinigingen op de buitenruimte, daarvan zegt de PvdA: “ik wil ze laten staan”, en de SGP heeft nadrukkelijk aangegeven: “kan dat niet beter beargumenteerd worden?” als ik dat even kort mag samenvatten. Geef ons inzicht wat de gevolgen zijn als je ergens gaat bezuinigen. De PvdA zei: “wij kunnen de dividend van Eneco gebruiken”. Ik denk dat een algemene opmerking daarbij is, dat dat …. Mevrouw Leeuwis: De VVD vond ook nog wat hoor. Voorzitter: Ja, VVD, en wat zeg ik niet en wat zou u willen zeggen? Mevrouw Leeuwis: Nou, volgens mij hadden we dekkingsvoorstellen gedaan …. Voorzitter: Oh ja, via die samenlevingsportefeuille, ja. Dat is heel goed om met elkaar over te hebben. Zullen we dat eerst doen? Want dat is natuurlijk een hele vèrgaande. Wat vindt de rest van de raad van dat idee? De heer Boele: Ik vond het heel intrigerend. Ik heb geloof ik vier of vijf voorstellen uit de mond van de heer De Gier genoteerd, om daar eens even met elkaar over door te praten, dat vind ik persoonlijk een interessantere vorm van dekking, dan hopen op nóg meer dividend van Eneco, zoals van de kant van de PvdA is voorgehouden. Dus het lijkt me een goede gedachte om eens even over dát soort dekkingsvoorstellen met elkaar door te praten. De heer Van Lavieren: Ik zal daar maar gelijk op reageren, want …. niet alleen de dekking van Eneco is hier bedoeld. We hadden een dekking van € 13.000,-- voor die voorlichter, die nu inmiddels al weer wat hoger is geworden, mogelijk, of hoger wordt en het reisje levert ook nog wat geld op, dus niet alles zou uit Eneco moeten komen en wat wij aan dingen opvoeren, waar we geen bezuiniging in willen, dat zijn ook niet van die wereldposten, dus het zal elkaar redelijk dekken. Dat ten eerste. Ten tweede vindt de PvdA in z’n algemeenheid, dat we liever snijden in het groen, dan snijden in mensen. We hebben het hier over mensen die gewoon ondersteuning nodig hebben en het nut daarvan bewijst zich bijv. bij wijkbeheer en je kan niet elke keer maar …. heeft zich vanavond al meer gemanifesteerd, dat er gesneden wordt in maatschappelijk werk bijv., je kan niet almaar dat soort bezuinigingen voorstellen, waar de mensen van Alblasserdam, de bewoners van Alblasserdam, de dupe van worden. Echt, de dupe van worden en laten we dan maar wat minder groen zijn of een hobbeltje méér in de straat hebben, dan dat we dit soort dingen doen. Dat is de mening van de PvdA in ieder geval.
Vastgesteld 2 november 2006
28 Voorzitter: Zijn er nog anderen die ook een opvatting hebben over het idee van de …. De heer Boele: Het is misschien een goede gedachte om zo successievelijk eens even de ideeën van de VVD-fractie na te lopen? Want u weerspreekt nu al met een algemene formule van: “ik ga niet in mensen snijden”, maar er valt misschien wel wat méér te zeggen over het vijftal voorstellen van de kant van de heer De Gier. Ik zou daar best wel eens even met elkaar over willen discussiëren, voorzitter. De heer de Gier: Het is ook niet de bedoeling om in mensen te snijden, het is gewoon om te kijken van: waar kunnen we ……. we hebben ontdekt en iedereen weet dat de buitenruimte heel belangrijk is in dit dorp, en het is beperkt …. we weten ook vanuit de wijkschouwen en allerlei gesprekken met allerlei bewegingen, dat het heel belangrijk is en dat de inwoners dat enorm op prijs stellen. Wat je nú ziet, wij hebben ook in het driepartijenoverleg gezegd: “dat vinden we ook belangrijk”. Nou, noodgedwongen gaan we nu toch snoeien, gaan we toch …. dat mogen we hier niet noemen in dit geval, maar gaan we toch bezuinigen daarop, nou, wij geven aan: “kijk ook naar andere posten en probeer dit toch belangrijke element in stand te houden”. Waarbij je helemaal niets doet aan andere dingen en gewoon kijkt: waar kan ik slim, of beter, geld genereren om dit wèl te kunnen doen? Dat is eigenlijk ónze boodschap en dat heeft niéts te maken met ergens geld weghalen en dingen regelen. Het is gewoon bewust naar zaken kijken en dan proberen daarop te bezuinigen. Voorzitter: Maar, heel concreet, ik heb u horen noemen: de sociale raadslieden. Wat denkt u daarbij dan? De heer De Gier: Wij hebben daar een gedachte bij dat dat wellicht met minder aantal uren gedaan zou kunnen worden. Dat zou je dan gewoon inzichtelijk moeten maken. De heer De Gelder: Voorzitter, als ik de voorstellen van de PvdA bekijk, dan gaat het om niet zo heel veel geld. Als ik het snel bereken, kom ik op tussen de € 15.000,-- en € 20.000,--. Ik moet zeggen: “de ideeën van de VVD die kunnen erg ingrijpen, we hebben daar geen enkel inzicht, dus ik vraag me af of het wel verstandig is om op een buitenruimte een besparing te zoeken, terwijl je met een heel andere portefeuille gaat snijden. Wij hebben daar geen enkel idee van wat dat voor consequenties heeft, dus ik vind dat nogal ver gaan. In zoverre volg ik toch wel de lijn van de PvdA-fractie. Mevrouw Leeuwis: Het is een lijstje, dat de afdeling Welzijn zèlf heeft gegeven van: dít zijn keuzen die je kunt maken. Het is ook niet helemaal álles stoppen. Sommige dingen zijn 25%. Nou, geef maar eens aan dan wat dat is? Het is ook niet helemaal dat je alles afbrandt hè, bijv. over die maaltijden thuis, kun je zeggen: “ja, het zijn gesubsidieerde prijzen”, nou, mensen die dat niet kunnen betalen, moet je dat zéker zo laten doen, maar als je een hoger inkomen hebt, kun je best een reële kostprijs laten betalen bijv. en dát soort maatregelen leveren geld op, waardoor je in buitenruimte wat minder hoeft te bezuinigen. Mevrouw Barra: Voorzitter, mag ik daar iets op zeggen? De Stichting Maaltijden Thuis rekent reële prijzen. Het is alleen zo, dat mensen die het niét kunnen betalen, die om de één of andere reden recht hebben op een subsidie, die krijgen een geringe korting. Mevrouw Leeuwis: Ik heb toch echt begrepen, volgens mij uit zéér betrouwbare bron, dat iedereen … óók de mensen die meer kunnen betalen, lager betalen dan de echte reële kostprijs is. Mevrouw Barra: Nou, écht niet, want in de supermarkt is het veel goedkoper. Ik heb gesproken met de directeur van de instelling en dit is míjn verhaal.
Vastgesteld 2 november 2006
29 Mevrouw Leeuwis: Ik zou het graag bevestigd willen zien dan door het college, want ik heb toch echt andere geluiden gehoord. Maar nogmaals, dat lijstje dat wij verder aangedragen hebben …, het is niet dat wij alles stoppen, we kijken alleen: waar kun je minderen, zodat er meer geld vrijkomt. Niét om de hele sociale infrastructuur af te branden, daar zijn we ook niet voor. Ik bedoel, het moet ook nog behapbaar blijven, maar dáár waar het kán, als je dan ruimte kunt creëren zónder asociaal te worden, want dat wil de VVD óók niet, zonder asociaal te worden tóch geld creëren om ook de leefbaarheid in de wijk te kunnen blijven garanderen. De heer De Gier: Ik denk dat het ook belangrijk is …, kijk, het is natuurlijk prachtig dat we met z’n allen over het raadsreisje praten en dat we zeggen: “daar gaan we op bezuinigen”, nou, daar doe je dingetjes mee in buitenruime. Eigenlijk riep ik in het begin: “we zouden het budget moeten verdubbelen, gezien alle inspanningen die we doen”, maar goed, dat is heel enthousiast geroepen, dus we gaan mee met het CDA daarin, maar het is toch reëel om naar grote bedragen te kijken, naar grote posten te kijken en dan te vragen: geef die specificatie, we willen kijken wat daarin omgaat en wat zou je daarop kunnen verminderen. En als dat niet lukt, goed, dan heb je het geprobeerd, dan heb je het wel gedaan, je hebt gekeken en dat is eigenlijk de motivatie om naar dit te kijken en dat heeft niéts te maken met: we gaan daarop bezuinigen, we willen daarmee stoppen. Het moet ook niet in de aanvallende sfeer worden gezocht, maar het is gewoon reëel. Die posten hebben wij gevraagd en die zijn aangedragen en daar zou je op kunnen bezuinigen. En dan vragen wij alleen maar: “lever ons die gegevens en die informatie en laat ons ernaar kijken en laten we er dan over praten en een beslissing nemen”. Voorzitter: Het punt is helder. U zegt heel kort: “de punten die wij genoemd hebben, die vertegenwoordigen met elkaar zo’n grote hoeveelheid sommen geld’s, dat je daar met elkaar naar zou kunnen kijken of je daar € 15.000,-- in kan vinden”. De heer Van Lavieren: Ik wil er toch wat over opmerken, want het raakt toch mijn hart en mijn zieltje een beetje. Als ik hoor van “we moeten zoeken naar middelen, zónder asociaal te worden” betekent dat dan, dat we daar naar grenzen gaan zoeken van het sociale of het asociale gedrag, en ja, dan krijg ik toch wel een klein beetje problemen. De heer De Gelder: Ik heb, voorzitter, toch wel de voorkeur om de bezuiniging éérst in de progamma’s zèlf te zoeken en niet zo snel te gaan schuiven van het ene programma naar het andere programma en wellicht ook wat vooruit lopend op iets wat ik later had willen inbrengen: wij denken bij een volgend onderdeel nog een besparing te kunnen vinden, die zondermeer de voorstellen van de PvdA, zeg maar, dekt. Maar goed, daar kom ik dan zo op, dus dan hoeven we niet in een heel ander programma geld weg te halen. De heer Boele: Mag ik misschien nog wat inbrengen? De discussie is natuurlijk niet alleen maar: hoe kunnen we gaten dichten? Met welke maatregelen en welke omvang van budget is daarvoor nodig? De discussie is ook van: moeten we nu alle dingen, die we in het verleden zó gedaan hebben voor de toekomst ook blíjven uitvoeren? Nu komt er een politieke partij met een aantal interessante mogelijkheden, die het op z’n minst waard zijn om eens even over door te praten en door te rekenen en dan wordt dat a.h.w. maar direct weggewuifd van: “ja, snijden in mensen” en ”daar hebben we geen informatie over”. Wat ík vanavond graag zou voelen, is, en ik ben gráág bereid om de discussie te voeren, dat dít onderwerpen zijn waar je als raad, bij de begroting voor een nieuw jaar, best eens een poosje over zou mogen dóórpraten en dóórdenken, i.p.v. het onmiddellijk terzijde stellen. Dát vind ik de wáárde van de inbreng van de VVD-fractie en daarom zou ik willen voorstellen om dit vijftal onderwerpen nog eens even boven tafel te houden i.p.v. ze terzijde te laten. Voorzitter: Ikzelf constateer, denk ik, als ik de discussie zo hoor, dat er niét vanuit de raad in meerderheid, zoals we hier aanwezig zijn, aan het college wordt gevraagd in die posten al te gaan zoeken. Dat wordt niet gevraagd, althans, daar zie ik geen meerderheid voor. Wat ik wèl ook zou kunnen doorgeven en willen doorgeven, is: er is vanuit de raad geopperd om in de begrotingsvergadering hier nog eens bij stil te staan. Vastgesteld 2 november 2006
30 De heer Ruikes: Met uw welnemen, dat doen we toch elk jaar. Sorry hoor, maar we hebben elk jaar een subsidieverdeelstaat, waarin duidelijk ook die instellingen als SWOA, ROWA allemaal staan en ik denk dat we dat elk jaar moeten afwegen, wat en waar geeft de ROWA zijn geld aan uit en waar geeft de SWOA zijn geld aan uit. We krijgen elk jaar een overzicht van de SWOA, waar zij het geld aan uitgeven of wat de jaarrekening van het jaar daarvoor is, wat voor prestatieafspraken zijn er gemaakt en ik vind dat heel normaal dat wij dat elk jaar bekijken. Dus ik vind dat we alle onderwerpen bekijken in het kader van de subsidieverdeelstaat, óók in die samenlevingsportefeuille. Dus wat de heer Boele zegt, dat doen we élk jaar, in mijn beleving. De heer Boele: Dat gaat een beetje te snel, mijnheer Ruikes. Kijk, wij stellen natuurlijk ieder jaar zo’n subsidieverdeelstaat vast, maar we hebben niet ieder jaar een fundamentele bezinning/herbezinning op nut en noodzaak van deze uitgaven. Het niéuwe van de inbreng van de VVD-fractie is nu, dat ze zeggen: “laten we nog eens even kijken, de vraag aan de orde stellen, of dít op déze wijze voor de toekomst ook zo verder moet?” Dat is een ándere vraagstelling dan de raad geregeld bij de vaststelling van de subsidieverdeelstaat beantwoordt. Dus ik vind dat u dat niet helemáál onder de noemer moet brengen van: “eigenlijk geen nieuws, want we doen dat ieder jaar toch eigenlijk altijd al”. Dát is niet het geval, denk ik. We zouden nú …. bijv. zo’n element als Stichting Maaltijden Thuis, er komt hier tegenstrijdige informatie over tafel, maar laat nou eens wáár zijn wat van de kant van de VVD-fractie is ingebracht, dat het gesubsidieerde maaltijden zijn en dat óók mensen, die dat helemaal niet nódig hebben, daarvan meegenieten. Dan is het toch een discussie wáárd, om daar eens bij stil te staan: moet dat dan ook voor de toekomst zo blíjven? Dat vind ik het wáárdevolle van de inbreng van de VVD-fractie. Mevrouw Leeuwis: Dank u wel. Daarop aansluitend, ik breek toch even gewoon brutaal in, maak dan ook eens concreter, die 25% bezuiniging die de afdeling zèlf ter discussie stelt. Geef maar eens aan dan, wat dat precies is, want dan kunnen wij ook kijken óf we dat wat vinden en óf we dat reëel vinden, maar concreet is dat natuurlijk niet zo gezegd. Voorzitter: Wat bedoelt u nou precies? Mag ik even, want het is me niet helemaal duidelijk. Wat stelt de afdeling voor, want er ligt een stuk van het college, een perspectiefnota? Mevrouw Leeuwis: Nou, een keuze …. Oh, ik heb nog technische vragen gesteld. Zijn die niet bij iedereen doorgemeld? Ik heb nog gevraagd, afgelopen vergadering, die besloten vergadering, werd toegezegd dat de afdeling Welzijn nog voor een overzicht zou zorgen, waarbinnen nog ruimte is. Hoe er binnen dat programma gedekt kon worden. O.a. naar aanleiding van de vragen van de SGP over jeugdbeleid, er staat: je dekt binnen de afdeling, binnen het programma, maar laat dan zien wat ervoor verdwijnt. Nou, daar heb ik een aantal reacties op gekregen inderdaad. Het waren vier bolletjes inderdaad. Nou ja, je zou Sociaal raadslieden kunnen stoppen, enz. Voorzitter: Even voor de goede orde: ik begrijp ook van de griffier, omdat ikzelf ook niet over de vraag en het antwoord beschik, dat dat niet verspreid is. Dat is een vraag, die u gesteld heeft en daar beschikken wij dus met elkaar niet over. Mevrouw Leeuwis: Nee, dan is het inderdaad niet duidelijk. Dan lees ik even mijn vraag voor. Dat heb ik net gezegd hè, ons was toegezegd dat er een lijstje zou komen van de samenlevingsportefeuilles, hoe we zouden kunnen begroten binnen het programma: nieuw beleid voor bestaand beleid, of andersom, en mogelijke bezuinigingen uit het programma welzijn worden hier genoemd: herijking budgetten Sociaal Raadslieden, SWOA, ROWA en Stichting Maaltijden Thuis. Voorstel: stoppen van Sociaal Raadslieden € 35.000,--. Daarvan hebben wij gezegd: “nou, stóppen, gezien het bedrag dat bezuinigd moet worden, is denk ik niet nódig. Ga eens kijken of het iets minder kan”. 25% korting op SWOA, die 25% is al € 190.000,--. 25% korting op Stichting Maaltijden Thuis: € 45.000,--. Nou, misschien dat dat inderdaad door die bedragen, gesubsidieerd of niet, tevoorschijn zou komen.
Vastgesteld 2 november 2006
31 De ROWA, nou, ik denk dat er staat: “de ROWA kost € 170.000,-“, de ROWA uit de Alblashof levert € 25.000,-- op”. Naar aanleiding daarvan hebben wij ons dekkingsvoorstel zó gemaakt. De heer De Gier: …..reëel, wat aan de overkant ook wordt gesuggereerd, om daar gewoon goed naar te kijken. En hoe we dat dan doen, dat is iets anders. De heer Boele: Ik prijs de inzet van mevrouw Leeuwis, om zo diep op de informatie af te gaan. Ik vind het ook heel verwonderlijk en verrassend, dat dat zulke relevante informatie vanavond oplevert en ja, het bevestigt het beeld dat ik net op tafel legde, dat we dus daar met elkaar over moeten doorpraten en dat niét te snel, althans dat is onze opvatting, dat we het niet te snel terzijde moeten laten. De heer Wesselius: MdV, ik vind het heel mooi, dit soort briefjes, dit maakt de discussie ook lastig, maar wat ik me wèl afvraag, is: deze boodschap vanuit de afdeling, wordt die herkend door de verantwoordelijk portefeuillehouder? We zijn met elkaar in discussie, maar het is misschien wèl een relevante vraag. Mevrouw Leeuwis: Dat op z’n minst is al interessant. Wethouder Cardon: Daar wil ik wel iets op zeggen, voorzitter. Voorzitter: Ja, de portefeuillehouder mag wel iets zeggen, maar ik denk dat we in z’n algemeenheid ook in de gaten moeten houden, dat een raadslid ook iets kan vragen aan een ambtenaar en dan is het op zich niet verkeerd als het zo loopt als het nú gelopen is. De heer De Gier: Er is ook een verzoek gedaan om te zorgen voor dekking voor hetgeen wat je ……. Voorzitter: Dan vind ik het als bestuurder altijd wel interessant, de kwestie, want dat speelt in ontzettend veel gemeenten: “is nou een ambtenaar dan gehouden om ook zijn portefeuillehouder in te lichten dat één van de raadsleden die vraag stelt”, dat is altijd weer de kwestie die bij dit soort punten naar boven komt”. De heer Boele: Over het antwoord op dié vraag gaat de raad vanavond niét, voorzitter, dus ik ben ook helemáál niet geïnteresseerd of de wethouder wéét wat hier is gecommuniceerd of niet. Dát is vanavond niet …. Wethouder Cardon: Dat kan ik goed begrijpen, dat u daar niet in geïnteresseerd bent, nee. De heer Boele: Dat is dan een probleem met uw eigen organisatie. Het gaat er nú om, dat wij informatie op tafel hebben, die er vanavond in het debat, om te zoeken naar mogelijkheden om om te buigen, ertoe doet. En dát is het geval, stel ik vast. De heer Wesselius: Maar ik zou wel graag zien, dat we in het …. laat het presidium daar een keer een nuttige daad doen dan, even heldere afspraken maken hoe we met dit soort vragen omgaan, want volgens mij is er een soort van traditie, dat dit soort vragen via de publieke kanalen, ik bedoel eigenlijk naar ons allemáál toekomen, inclusief de antwoorden en dat is tot dusver volgens mij altijd zo het geval geweest, dat dit soort vragen ook via de griffier lopen. Mevrouw Leeuwis: Dit waren nog de technische vragen die je kón stellen, na afloop van …… we hebben de besloten vergadering gehad. Vastgesteld 2 november 2006
32 Als je naar aanleiding daarvan tóch nog, na je fractieberaad, want er is ontzettend veel over vergaderd natuurlijk, mocht je toch die vragen stellen. Voorzitter: Goed, het punt is helder. We realiseren ons ook, dat wij tegen elkaar gezegd hebben dat iedereen die een vraag heeft, en die nadere informatie wil hebben van een ambtenaar, kan daar naartoe gaan. En op dat soort momenten zitten wij er als bestuurders of als griffier er óók niet bij. Dus wie zich op welke wijze voorbereidt om hier te discussiëren met elkaar, ja, dat stond u vrij. Dus het ligt nu op tafel, ik denk dat de vraag van “hoe gaan wij hiermee om”, die kan gesteld worden. Er zijn twee fracties, die hebben aangegeven: “wat ons betreft willen wij hier niet verder induiken, om het motief sociaal, wij vinden dit niet het eerste punt waar je aan moet denken”. De andere fractie zegt: “ik zie nog andere mogelijkheden om het gevraagde bedrag óók op tafel te krijgen, dus om die reden zou ik ook niet als eerste aan deze onderwerpen denken”. Nou, als ik die twee dingen combineer, …. Ja, maar goed, er zijn er dus die heel nadrukkelijk wèl dezelfde insteek kiezen als u, maar we moeten met elkaar discussiëren over: “wat leggen we aan het college voor?” Nou, ik denk dat de gegevens die u hier gepresenteerd heeft, die hebben we in het college gehoord. Dus daar zullen zij iets mee gaan doen, daar zullen zij zich over buigen, neem ik aan, maar ik wil wel heel objectief vaststellen: is het nu een vraag van de raad, ja of nee? Als ik gewoon kijk naar de verhoudingen bij de bespreking van dit onderdeel, zou ik geneigd zijn om te zeggen: “dit krijgt niet van de meerderheid van de raad ondersteuning”. Mevrouw Leeuwis: Wil het CDA ook niet in ieder geval dan boven tafel hebben wat dit concreet dan betekent? Ik bedoel: al is het alleen maar om te zorgen dat je die informatie hebt en dat we daar dan inhoudelijk bij de begroting een discussie over voeren? De heer Ruikes: In míjn beleving voeren we in het kader van de begroting, straks in de commissies, óók over dit soort vragen altijd een discussie, want de Sociaal Raadslieden staat áltijd op de agenda, mét hun jaarrekening, mét hun begroting e.d., dus daar kunnen we áltijd dat soort vragen bediscussiëren. Hetzelfde geldt voor het budget van de SWOA, dat staat er áltijd op en als u zegt …. en dan is die SWOA er zèlf ook hè, om het te verdedigen, en als u dán zegt: “ik wil daar 25% op bezuinigen”, dan is dat wel ontzettend rigoureus en ik vind het heel opvallend dat de afdeling dat zegt, dan kan de SWOA daar zelf ook op reageren en dan heb ik alle stukken van de SWOA …. Ik vind het op zich nuttig en nodig om bij elke begrotingsraad dat soort zaken door te lopen. Mevrouw Leeuwis: Maar dan zegt u dus: “laat inderdaad die informatie maar boven tafel komen”. De heer Van Lavieren: Ja MdV, ik zit al vijf minuten op het puntje van mijn stoel, ik zou ook even wat willen zeggen. Voorzitter: Niet iedereen kan tegelijk praten, maar ik heb ook gezien dat de heer Zwaan aangaf dat hij iets wilde zeggen en die heeft tot nu toe, in déze discussie, weinig gezegd, dus ik geef hem nu even het woord. De heer Zwaan: Zoals wij erin staan op dit moment, is dat de gegevens die nú over tafel komen ., ja, op een bepaalde manier zet je even de dop van de fles, om de discussie te gaan starten, om het zo maar even te zeggen. Gevoed natuurlijk doordat het denken in het college, denk ik, nu ook wel gestimuleerd wordt om ons ook verder informatie te geven. En wat ons betreft wachten we gewoon dié informatie af, maar zijn we op dít moment wel héél voorzichtig om een discussie te starten, die effecten voor bewoners heeft, die je niet graag, zeg maar in negatieve zin, wilt ontwikkelen. Mevrouw Leeuwis: Asociaal wil de VVD ook niet zijn, maar ik begrijp dat u de informatie best wel wilt ontvangen en daarover wilt discussiëren.
Vastgesteld 2 november 2006
33 De heer Zwaan: Ja, met wat ik gezegd heb, dat het denken in het college, denk ik, een aardige input heeft gekregen, zal dat zéker effect krijgen naar ons toe. De heer Boele: (niet te verstaan zonder microfoon) Voorzitter: Ja, goed, we gaan tot de afronding over. De heer Van Lavieren. De heer Van Lavieren: Ik zit al vijf minuten op het puntje van mijn stoel, dat heb ik net al gezegd. Ik vind nl. dat wij wèl duidelijke afspraken gemaakt hebben over hoe wij hier de vergadering zouden houden. Dat wij dus van tevoren de vragen, die we hadden, zouden inleveren en als we vragen achteraf hadden, dan zouden die ook nog bij de griffier ingeleverd worden, zodat iedereen wist waar de knelpunten lagen, waar de vragen over gingen en hoe we daarop zouden reageren. Ik ben, en daar moet ik dan eerlijk in zijn, niét blij verrast met de dingen die nú de VVD naar voren brengt. Mevrouw Leeuwis: Ik heb wel degelijk zoals afgesproken was, die vragen aan de griffier verstrekt. Die heeft de vragen doorverwezen naar de desbetreffende afdelingen, naar wie precies dat weet ik niet; die heeft ze beantwoord, ja, ik denk dat dat een vraag aan de griffier is: waarom het niet aan iedereen verstrekt is. Sterker nog: ik had de mail niet eens gekregen, maar dat komt in de rondvraag nog, want ik krijg niet alle e-mails vanuit het gemeentehuis, dus ik kreeg het pas nèt. Voorzitter: Maar daar zijn we mee bezig, heb ik in de pauze gezien, op een e-mail op mijn PC. De heer De Gier: Ik bedoel, wij hebben ons gewoon keurig netjes aan de afspraken gehouden en ik denk dat dat de intentie was van alle fracties en daarom is het nu boven tafel, en waarom niet? Voorzitter: Ik heb ook niet het gevoel, dat er iets verkeerd gegaan is t.o.v. de afspraken. De heer De Waard. De heer de Waard: Ja, misschien nog een laatste opmerking hierover. De heer Ruikes heeft gelijk, als hij tot twee maal toe zegt, dat ieder jaar weer opnieuw, bij de begrotingsbehandeling, er gesproken wordt over SWOA, etc., etc. Op dít moment spreken we met elkaar over de uitgangspunten voor de nieuwe begroting. In heel de perspectiefnota klinkt door, dat bezuinigingen opgelost moeten worden binnen hetzelfde programma en wat nu de VVD in mijn optiek voorstelt, is: laten we nu ook het lef eens tonen om met elkaar in gesprek te gaan bij de start van een nieuw college ook, het lef hebben om eens te kijken of er niet tot een herschikking van middelen over de huidige programma’s gegaan moet worden en dát vind ik wezenlijk anders, dan een jaarlijkse discussie die we voeren rondom de begroting. Ik vind dat we het lef moeten hebben, en daar daag ik ook de PvdA voor uit, om daarover de discussie aan te gaan, en dan moeten we niét geconfronteerd worden, vind ik, door een portefeuillehouder, als de fractievoorzitter van de SGP zegt: “wij zijn blij dat we deze informatie hebben”: “ja, dat begrijp ik”. Nee, dat begrijpt hij niét, want dat insinueert alsof we graag willen sníjden in mensen. Nee, we willen tot een eerlijke afweging komen en dat kan betekenen: kijken naar de programma’s, en ik vind de start van een nieuw college een prachtig moment, om daarover met elkaar te discussiëren. De heer Van Lavieren: MdV, mag ik even een kleine reactie? De manier zoals het nu voorgesteld is, is een klein beetje scheef. De wethouder begreep dus, dat de heer Boele het niet zo interessant vond wat de wethouder van dit punt vond. Voorzitter: Nou, ik denk dat we déze discussie met elkaar kunnen afronden op dit moment. Vastgesteld 2 november 2006
34 Ik blijf overigens wel bij een eerdere constatering, dat hieruit geen directe vraagstelling aan het college volgt, om hierover een oordeel te geven en dát is wat we vanavond met elkaar zouden bewerkstelligen. De heer De Waard: Maar is de heer Ruikes het wel eens met mijn visie, dat het hier gaat om uítgangspunten en niét om de reguliere discussie die we áltijd hebben. Ik zag nl. fractiecollega’s van u knikken. De heer Ruikes: Wij denken altijd hetzelfde, dus dat is helemaal geen probleem. De heer De Waard: Nou, dan moet u maar beamen …… De heer Ruikes: Nee, nee, ik moét helemaal niks. Ik beoordeel élk jaar de begroting …. de CDA-fractie kijkt élk jaar naar de begroting. We hebben zelfs in het voorjaar al aangekondigd dat wij ons voorbereiden op een moeilijke begrotingsbehandeling, in het kader van alle financiële zaken die op ons afkomen, daarom ziet u ook in ónze bijdrage vanavond over de perspectiefnota de ene bezuiniging na de andere op elkaar gestapeld, en overal proberen wij geld bij elkaar te schrapen, om te zorgen dat die begroting en het meerjarenperspectief positief wordt. Wij willen daarin méédenken en méédenken houdt niet op per programma. Meedenken gaat wat ons betreft over de totale begroting. Dus wij doen dat elk jaar en dat doen wij ook het kómend jaar. De heer De Gier: Dat is ook de insteek van ons, dat we zeggen: “we kijken naar de totale begroting” en elk jaar naar de begroting kijken, naar dezelfde punten en dan proberen die omlaag te krijgen, dat gaat best goed, maar er zijn punten die hebben gewoon de ondergrens bereikt, daar ben je gewoon mee klaar, en dan ga je kijken: wat kan ik herschikken? Want het bedrag wordt niet groter. Voorzitter: Goed, ik rond het nu met elkaar af. Dat is helder, want anders gaan we nu een heel andere discussie over hele principiële uitgangspunten van: “hoe kijken we naar een begroting?” houden en dat denk ik niet dat we dat zouden doen vanavond. U bent het met me eens, als ik concludeer dat er hier uit de bespreking géén vraagstelling te distilleren valt, die de raad in meerderheid aan het college wil voorleggen. De heer Zwaan: Het enige dat ik daarnet heb aangegeven, dat we wèl verwachten dat het college gaat denken naar aanleiding van wat er hier gepasseerd is en dat het dan wel effect heeft. Voorzitter: Dat is een gedachte die u heeft uitgesproken, waar ík niet op kan reageren. De heer De Gier: Volgens mij vragen wij een onderbouwing van de punten die wij genoemd hebben en we willen daar inzage … Mevrouw Leeuwis: Ja, het CDA heeft alleen gezegd: “dat doen we elk jaar”, dus die zijn daar niet op tegen. De ChristenUnie zegt: “ik wil niet zeggen dat ik alvast akkoord ga met dat soort bezuinigingen, maar ik wil de informatie best hebben”. De SGP zegt: “graag een discussie daarover, zonder alvast een oordeel te geven” en wíj vragen om informatie. Volgens mij wil alleen de PvdA niét onderbouwd zien waar deze bedragen vandaan komen, en hebben we dus wel degelijk een méérderheid in de raad ….. Voorzitter: Ik begrijp uw poging, maar we hebben er allemaal bij gezeten en ík heb niet geconcludeerd dat het CDA nú gezegd heeft wat ú zegt.
Vastgesteld 2 november 2006
35 Mevrouw Leeuwis; Volgens mij concludeert u dan toch fout. De heer De Gier: Nee, dan moet de heer Ruikes een uitspraak doen. Voorzitter: Nee, laten we helder worden. We blijven nu niét bezig over dit punt, ik rond het nu écht af, want het is helder wat we willen en de meerderheid wil het naar mijn mening niét op die manier aan het college voorleggen. Mevrouw Leeuwis: Nou, ik blijf daar toch een beetje over drámmen ….. volgens mij concludeert u gewoon fout. Voorzitter: Ja, nee, mevrouw, nee mevrouw, laten we nou wél even goed, eerlijk, normaal met elkaar blijven discussiëren. Mevrouw Leeuwis: Ja, gráág. Voorzitter: Dús ik heb nu écht goed voorgesteld aan iedereen: “nemen wij dit punt óver en wordt het aan het college voorgelegd, om dat op de manier te bekijken zoals ú dat heeft ingebracht?” De PvdA-fractie heeft nadrukkelijk gezegd: “Nee”. Ík heb geconstateerd dat de CDA-fractie daar óók niet vóór is en als dat ánders ligt, dan moeten ze dat nú zeggen, en ik heb begrepen van de SGP, dat ze dat wèl zouden vinden, en de ChristenUnie heeft het ook niet, wat je noemt, zó onderstreept dat ik dat bij het “ja” kan tellen. Dus de CDA-fractie vraag ik nu te bevestigen of ik het juist heb geformuleerd. De heer De Gelder: Nee, voorzitter, de insteek van de VVD was om hun voorstellen te gebruiken als bezuiniging, om het ongedaan te maken van bezuinigingen buitenruimte, nou, dát onderdeel steunen wij niét en ik denk dat de VVD mógelijkheden genoég heeft om dit soort voorstellen, die zij gedaan hebben, in andere kaders opnieuw in te brengen, maar niét in dit kader, dus dít hoeft het college nu niet mee te geven, wat ons betreft. Mevrouw Leeuwis: Wij komen er bij de begroting op terug. Voorzitter: Oké, dank u wel. Wij gaan over naar het volgende punt en dat is dan punt 19, en dat gaat dan over de massabeperking Oude Torenweg. Daar wilden zowel het CDA en de ChristenUnie, die het ingebracht hebben, toch nog even bij stilstaan. Het CDA. de heer De Gelder: Ja voorzitter, het gebruik van de Oude Torenweg ligt gevoelig in Alblasserdam. Dat komt ook omdat aan bewoners in het verleden toezeggingen zijn gedaan, beloftes zijn gedaan, moet ik zelfs zeggen. Nu wordt er een voorstel gedaan, een voorstel gevraagd voor onderzoek naar massabeperking op de Oude Torenweg, en dat kan natuurlijk snel uitgelegd worden als zijnde van: nou, ze gaan het gebruik daar veranderen. Nu is dat onderzoek een onderdeel van een plan van aanpak voor de problematiek van de dijk. Wat wij nog niet wisten, toen wij deze vraag opschreven, wéten wij nu wél, nl. dat volgende week in de commissievergadering het complete plan van aanpak dijklint aan de orde komt, inclusief de verkeersproblemen. Wij hebben gezien dat in dat kader ook dit voorstel op de agenda staat. Wij willen die € 35,000,--, die nu gereserveerd is, wel handhaven, maar wij vinden wel dat we daar nadrukkelijk een discussie moeten hebben, en dat kan dus beginnen in de commissie van volgende week of we dat inderdaad ook politiek wenselijk vinden, ofte wel: nú akkoord, maar wij houden ons wèl de vrijheid voor om in een later kader, in een later stadium, en dat begint dan al vanaf volgende week, om daarop terug te komen.
Vastgesteld 2 november 2006
36 Voorzitter: Even voor een goed begrip, de dekking van die kosten wordt, dacht ik, voorgesteld om dat te halen uit de exploitatie van Lange Steeg. En dat begrijp ik even, dat u daar anders tegenaan kijkt? De heer De Gelder: Nou, dat gaat me wat snel. Mijn punt is, dat dit onderzoek door omwonenden uitgelegd kan worden van: we gaan het gebruik veranderen. Nou, dat strekt nogal ver, dat heeft politieke consequenties, wij willen dat niet zo vanavond heel snel eventjes de revue laten passeren. Wij willen daar indringend over praten. Dat kan volgende week, dus vandaar dat voorstel: die € 35.000,-- kan nú blijven staan, maar we behouden ons wèl het recht voor om daar wellicht anders over te denken als we ……. Voorzitter: Ja, goed. De ChristenUnie. De heer Zwaan: Ja, wij hadden ook in onze vraagstelling neergezet: waar komt dit nou vandaan? Ook niet wetende dat het volgende week op die manier besproken gaat worden. Wat wel heel helder is, is dat er dus een juridisch traject bijv. aan gekoppeld gaat worden in dit onderzoek en eigenlijk was ook het achterliggende punt, dat er eerst een politiek iets behandeld moet worden, voordat we hier “ja” op kunnen zeggen, sowieso als het gaat om de dekking en over het doel en het nut om dit te gaan besteden, dus eigenlijk hetzelfde voorbehoud als het CDA maken wij nu ook. Voorzitter: Oké. Aan het college wordt ……. de heer Boele. De heer Boele: Ik vind het een goede suggestie van de heer De Gelder dat we het geld nu laten staan, want we zullen het wellicht toch nodig hebben en de politieke discussie spoedig voeren, reeds volgende week. Voorzitter: Het geld laten staan. Ik wil even proberen helderheid met elkaar te creëren, als u zegt: “het geld laten staan”, dan denkt u dat het uit de gewone begroting komt, maar …. De heer Boele: Nee, er staat in de perspectiefnota, voorzitter, hoe dat geld, dat het college nodig vond, kan worden gedekt, nl. uit de kosten van de polder die ernaast ligt. Het CDA heeft voorgesteld aanvankelijk, om dat te schrappen, en nú zegt het CDA: “dat moeten we niét schrappen, maar we moeten wèl een discussie voeren”, dus daarmee blijft de perspectiefnota op dít punt overeind en daar schaart míjn fractie zich achter. De heer Ruikes: Dus éérst discussiëren en dán pas uitgeven, daar komt het eigenlijk op neer. Niet uitgeven. De heer Lok: Daar sluiten we ons bij aan. Voorzitter: Geen nadere vraagstelling aan het college hierover. Punt 20. De heer De Gier: Voorzitter, het is door ons ingebracht, dus ik wil daar ook op reageren. Die nota openbare ruimte, daar wordt € 60.000,-- voor gevraagd en ons komt voor dat dat nogal veel is. Ik kan me herinneren dat wethouder Dekker in een vorige periode, in ieder geval in de commissie gezegd heeft: “we hebben ontzettend veel materiaal, we hebben ook al kaarten, dus het is een kwestie van samenvoegen wat we al hebben”. Nou, als dát zo is, dan is die € 60.000,-- wel een héél fors bedrag. Wij denken dus dat het een flink stuk minder kan, wijzelf willen voorstellen om daar € 30.000,-- van te maken en het vrij vallende bedrag kan dan elders worden ingezet, bijv. om de bezuiniging op buitenruimte wat minder heftig te maken.
Vastgesteld 2 november 2006
37 Voorzitter: Even kijken naar een reactie eventueel op dit punt. De heer Zwaan: Wat ik de wethouder heel duidelijk heb horen zeggen, is dat dit volgens mij minimaal nodig is, en dan wil ik niet weer in dezelfde valkuil trappen als daarnet, maar volgens mij moét er dus ook een bepaalde noodzaak zijn, waar ik verder geen argumenten onder kan leggen, maar wat ik alleen constateer en dus heel moeilijk vind om nu dan zomaar te zeggen: “we gaan naar € 30.000,--“. De heer Ruikes: Alleen het punt is: diezelfde wethouder heeft in de vorige periode, toen die nota aangekondigd werd, gezegd: “nou, het kan nog best wel even, we hebben al zoveel op tafel liggen, ik kan het best nog even uitstellen, maar ik kan het zo bij elkaar zetten, alle onderzoeken en inventarisatie e.d. die ik al heb”, en nu staat er twee keer achter elkaar € 30.000,--, over twee jaar. De heer Zwaan: Ik geloof u op uw woord, alleen, ik vind het gewoon heel moeilijk om dan nú te zeggen: “dat en dat is de bezuiniging”. Het enige wat ik kan meegeven aan het college is: “als het zo is als jullie zeggen, dan moeten jullie het vooral doen”. De heer Ruikes: ….ermee willen zeggen: “kijk nog eens wat je in het verleden gezegd hebt” en dat is een oproep: “probeer dat daar dus zo goedkoop mogelijk in te zijn”, want ik heb liever een goedkope nota en bloembakken en plantenbakken in het dorp, bij wijze van spreken, dan weer een stuk papier van € 60.000,--. De heer Lok: Dit steunen we absoluut. Voorzitter: Juist, ja, dat laatste. Maar nu even het eerste nog. Wat proef ik? Wel een ondersteuning van …..? De heer Boele: Het is een oproep om het zo goedkoop mogelijk te doen, die steunen we natuurlijk voorzitter. Aan de andere kant: de wethouder legt zojuist wèl uit, dat deze raming gebaseerd is op de input dat er actuele beheersplannen zíjn. M.a.w.: het is echt een benedenkantraming. Dan vind ik het wat ver gaan om te zeggen: “nou, ik negeer die informatie en ik zeg tóch als raad: het moet voor de helft goedkoper”. Dat kan ik nou ook niet vanavond overnemen. De heer Ruikes: Wáárom kom ik daar nou op terug? Omdat er een vorige keer juist gezegd is: “het is allemaal niet zoveel werk, het kan best even uitgesteld worden”, dat zijn ook zijn eigen woorden. De heer Boeele: Ja, maar dan moeten wij nu discussiëren over wat nou de juiste boodschap van de wethouder was: de laatste of de voorlaatste. Voorzitter: Ik zou de laatste aanhouden, dat lijkt me het handigste. Nee, maar ik bedoel: dat is toch zo, het leven gaat door, dus de laatste mededeling is waar we mee gaan werken. De heer Boele: Ik was ook geneigd om daarmee te gaan werken, dus blijft over: de oproep om het zo goedkoop mogelijk te doen. Voorzitter: Dus geen vraagstelling hierover aan het college. Punt 21, exploitatie ISD. “Discussie voortzetten”, zei de SGP, “incidentele actie”. Ja, u zou het niet structureel willen maken, maar incidenteel, voor twee jaar en het CDA wilde er nog op terugkomen.
Vastgesteld 2 november 2006
38 Mevrouw Sundquest: Dank u wel. Het is natuurlijk zo, dat we voor volgend jaar dit moeten accepteren, maar ik wil toch nog vragen of de wethouder daar iets verder op kan ingaan, zodat er het jaar daarop in ieder geval minder cliënten komen, zodat er bezuinigd kan worden, want dit is natuurlijk wel een heel groot bedrag dat we natuurlijk niet elk jaar zien en hopen terug te komen. Dus we hopen wel dat daar een verandering in komt. De heer De Waard: Deze perspectiefnota, op dit punt, voorzitter, en daarom hebben wij er ook op gereageerd, biedt een perspectief van berusting, van: ja, dit zullen we altijd wel nodig blijven hebben, minstens tot 2010. Nou, dat perspectief van berusting wil de SGP niet uitdragen en vandaar dat we het college graag de uitdaging voorleggen om hier beleid op te maken, zodat dit zo snel mogelijk teruggebracht wordt naar het huidige niveau en daarover heeft mijn fractievoorzitter in de eerste termijn e.e.a. gezegd. Voorzitter: De heer De Gier. De heer De Gier: Ja, wij willen ons daar graag bij aansluiten, we zouden ook echt daar graag gedegen beleid op willen zien en concreet willen zien, met doelstellingen onderbouwd, hoe men de komende twee tot drie jaar gaat proberen het aantal cliënten terug te brengen. Ik denk dat wij daar ook recht op hebben om dat te ondernemen en te laten zien dat de wethouder goed moet aangeven: zó gaan we dat doen, want het is een heleboel geld. Voorzitter: De heer Van Lavieren. De heer Van Lavieren: Ja, wij gaan een heel stuk mee met de opmerkingen van de SGP. Waarschijnlijk niet verrassend, want als je kan besparen, dan moet je dat doen en ik heb de fractie van de SGP horen zeggen …. De heer de Waard: Nee, het gaat niet om geld, u gebruikt zo graag het woordje “sociaal” en “samenleving” enz., hiér gaat het over sociaal en samenleving, in eerste instantie: participeren in de maatschappij. De heer Van Lavieren: Ja, ja, ja, luister, wij vinden dus dat het gewoon op een nette en sociale manier moet gebeuren en als je het hebt over reïntegratietrajecten, dan is dat de manier waarop je deze post naar beneden kan brengen en dáár is waar wij mee gaan ….. De heer Zwaan: Sorry, misschien dat ik ook nog een opmerking mag maken? Voorzitter: Zéker, maar ik had begrepen dat …. De heer Zwaan: Volgens mij gaat het wel om twee punten die hier zich nu wreken op dit moment, als we kijken naar dit agendapunt: 1e. vóór de zomervakantie was er al totaal geen inzicht in de ontwikkeling rondom de bijstand, reïntegratie en al dat soort zaken, het is gewoon een “zwart gat”. Dus wat dat betreft kan ik instemmen met: vooral geen berustende houding hebben. Wíj hebben toen ook aangegeven: laten we als Alblasserdam ook nadenken hoe wij met dat granieten bestand, dat toen zijn intrede heeft gedaan, hoe we een aantal dingen willen doen. Dát heb ik gemist en ik vind dat ook vanuit de wethouder alle initiatieven moeten komen om ons inzicht te geven over wat we willen en hoe we dingen gaan oppakken. Dat is, denk ik, heel belangrijk. 2e. wat zich nu, denk ik, ook gaat voordoen en wat heel lastig gaat worden, is gewoon de ontwikkeling van de ISD en dat betekent ook dat de uitvoering al op een heel ander punt staat als wat we nu hebben en daarom bevreemdt het me eigenlijk ook wel, dat niemand ingaat op de inflatie van de exploitatiekosten ISD.
Vastgesteld 2 november 2006
39 Want we hebben ook gehoord dat er best weer een dure directeur komt, e.d., en volgens mij ligt hier ook nog een opgave voor het college, om te kijken hoe we dát apparaat in de klauwen houden, en dat het wat dat betreft ook gewoon de kosten die het met zich mee moet nemen, dat we die ook dragen, maar dat het toch heel reëel is. Voorzitter: Zoals we het vandaag in de beantwoording aangereikt hebben gekregen en we er nu over gediscussieerd hebben, is de vraag aan het college vanuit de raad: deze post willen wij niét opgenomen zien als een structurele last, maar als een incidentele last en we willen van u horen hoe u beleid daarop gaat zetten. Die vraag gaat naar het college. Punt 27, dat ging dus over de A-kidz, de basisschoolkinderen. Dat was niet helemaal duidelijk, toen we het inventariseerden. Willen we daar nu wel nog bij stilstaan of niet? De heer Van Lavieren: Nee, het ging er meer om hoe daar een dekking voor te vinden, maar volgens mij zijn er al zoveel dekkingen gevonden, dat deze er ook wel bij past. Voorzitter: Gaat de rest van de raad akkoord met deze benadering van de PvdA? De heer De Gier: Gezien de omvang van het bedrag moet daar binnen sport een budget voor te vinden zijn. Voorzitter: Is dat de reactie van de hele raad, dat dit eventueel gehandhaafd kan blijven, maar dan het bedrag vinden binnen de begroting sport en recreatie? Dan geven we dat aan het college mee. Punt 28, dat gaat over het schoolmaatschappelijk werk. De heer Van Lavieren: Ja, ik heb daar al een klein pleidooi bij gehouden en ik zou graag aan de leden van de raad willen vragen wat ze daarvan vinden. De heer De Waard: Ja, u hebt kunnen begrijpen van de inbreng van de fractie van de SGP, dat we hier graag het gesprek en de discussie over aangaan, zodat we misschien toch niet één of andere bezuiniging doorvoeren dan wel niet op schoolmaatschappelijk werk maar wellicht wel op schoolbegeleiding en daarom zie ik het toch graag integraal: jeugdbeleid dat kwam nu niet meer aan de orde hè, maar ook dáár zijn aspecten, we hopen het a.s. maandag over de brede school te hebben. Het gaat állemaal over jeugd, uitdagingen waar we voor staan, op het gebied van de Wet jeugdzorg ook, dus ik ga graag met andere partijen de discussie aan van: hoe gaan we met deze materie íntegraal om? En dan moeten we soms over programma’s dus héén kijken, want hiér gaat het over onderwijs en jeugdzorg, dát gaat over het programma Welzijn en zorg. Mevrouw Leeuwis: Wíj zijn nooit te beroerd om daarover te discussiëren, hoor. De heer De Waard: Dat wéét ik, maar waarschijnlijk is de PvdA toch niet zo conservatief ….., dat ze deze discussie niet willen meemaken. Voorzitter: Maar … de vraagstelling, een discussie, dat is wat u vraagt: hoe nader in te vullen? Maar is dat duidelijk genoeg, denkt u, voor het college, als ik het zo overbreng? Mevrouw Leeuwis: Maak maar inzichtelijk, hoe dat precies zit dan. De heer De Waard: Het gaat hier ook weer om herschikking van middelen eigenlijk, hè, oud voor nieuw inwisselen hè.
Vastgesteld 2 november 2006
40 Daar gaat het hier ook eigenlijk om, niét volgend jaar, maar het jaar daarop in meerjarenperspectief en daarover zijn bij een ander punt ook al vragen gesteld. De heer Ruikes: En ik heb de PvdA-wethouder horen zeggen, dat hij op het schoolmaatschappelijk werk niét bezuinigt. De heer De Waard: En dan bezuinigt hij overeenkomstig de perspectiefnota wèl op het schoolbegeleidingswerk. Voorzitter: Goed, nadere informatie in een zodanige vorm dat hierover goed gediscussieerd kan worden. Ik krijg nog met u aan de orde punt 30, over de rioolrechten? Ja, “blijft staan”, volgens de ChristenUnie. De heer Clements: Ja, dat hebben wíj laten staan. De vrijval van de reserve, ja, door de beantwoording van de wethouder zijn we eerder gesterkt in onze gedachte om het te laten staan, want hij antwoordde van: “ja, t/m 2009 hebben we wat over, maar daarná zal het omhoog moeten, vanaf 2010, naar 3%, omdat we dan een tekort hebben”. Dan lijkt het nu niet zinvol om dan vrij te vallen ten gunste van de algemene dekking, dus in die zin: òf het is wèl nodig, het geld, en het blijft staan, òf het geld is niét nodig en dan kan de stijging over de jaren heen dus mínder zijn. Dat punt willen wij toch graag handhaven. Voorzitter: Wat vindt de rest van de raad van deze opmerking? De heer Clements: Ja, op blz. 47 wordt voorgesteld: omdat de voorziening nu te hoog is, door de aanpassing van de afschrijvingstermijn, daardoor is er gewoon minder geld nodig, omdat blijkbaar minder onderhoud nodig is. Die pot is gevuld door het geld van het rioolrecht. Nu stelt het college voor, om daarvan € 450.000,-- vrij te laten vallen. In eerste reactie heeft het college daarop geantwoord: “ja, dat is een keuze van ons om dat vrij te laten vallen. Tot 2010 redden we het dan verder met 2%, maar na 2010 hebben we tóch weer een tekort en moet het naar 3%”. Dan lijkt het ons niet zuiver, los van de vraag of hoe je dat geld mág besteden uit die voorziening, maar dat is een vraag die daar eventueel nog naast komt, om die dan vrij te laten vallen. Twee dingen dan: òf het geld is ècht over, en dan lijkt me een stijging na 2010 van 3% niet nodig, en nu wellicht ook minder dan 2%, òf het is wél nodig en dan zou ik hem niet willen laten vríjvallen. De heer Boele: Als dat vrijvallen niet doorgaat, dan zou dus de tariefverhoging van de rioolrechten op nul kunnen staan? De heer Clements: In die berekening heb ik geen inzicht, maar die kan dan lager zijn dan 2 of 3%. Voorin staat dat men de 3% handhaaft, voor de komende jaren. Dán teveel heeft en dat weer vrij laat vallen …. zó heb ik het in ieder geval van het college begrepen. Dus ik wil meegeven van: “òf het geld is wèl nodig en dan moet je het niet vrij laten vallen, òf het is niét nodig en dan kunnen de tariefstijgingen in de toekomst mínder zijn.” De heer Wesselius: Maar dan moet je de 4,5 ton dus ergens anders gaan vinden, hè. Ik bedoel, ik snap de argumentatie en ik kan er een heel eind in meegaan, maar dat betekent dus dat je voor volgend jaar een gat van € 150.000,-- schiet, ja, goed, interessant hoe dat gevuld gaat worden, denk ik. De heer Clements: Dan komt de tweede vraag, die ik zijdelings opmerkte: mag uit de reserve egalisatiereserve rioolrecht geld ten gunste van de algemene dekking in de programma’s vrijvallen? Daar heb ikzelf ook mijn vragen over. Sowieso lijkt me dat niet zuiver, maar ….. De heer Boele: Nou, dat zou ook inderdaad míjn reactie zijn. Vastgesteld 2 november 2006
41 Ik heb ook altijd begrepen, dat je réchten en léges alleen maar op een kostendekkend niveau mag vaststellen. Wat we nu doen, is in feite bijna een half miljoen euro onttrekken voor de algemene middelen. Ik zou wel van het college dan willen wéten of dat ook een aanvaardbare wijze van vrij maken van middelen is en of je het dan kunt maken om dan wel voor de komende jaren, terwijl je dat niét nodig hebt, de tarieven voor rioolrechten te verhógen. Want ja, we moeten ook tariefverhogingen kunnen rechtvaardigen naar onze burgers toe. Dat argumenten lijkt sowieso al helemaal weg te vallen, dus ik zou dat nog wel …, ter ondersteuning van het idee van de ChristenUnie, nog wel aan het college willen voorleggen. Voorzitter: Ja, maar die laatste vraag zou ik, als ik heel eerlijk ben, heel opmerkelijk vinden als daar “nee” op komt. Ik mag toch niet veronderstellen dat het college voorstelt om dit te doen, en nu op uw vraag gaat antwoorden: “nee, dit hadden we eigenlijk niet mogen doen”. De heer Boele: Ja, er zijn wel meer dingen die misschien uit de ráád naar voren komen, die het college nog tot een nadere bezinning zouden ….. Voorzitter: Ja, dat ben ik met u eens, maar dit zou ik toch wel zo principieel opmerkelijk vinden, dat ik toch wel achter mijn oren dan zou krabben. Ja, dat meen ik serieus. Als dat eruit gaat komen …., nee, laten we daar helder over zijn. Dat wil niet zeggen, dat je de vraag niet zou moeten stellen hoor, maar ik hoop toch dat er een “nee” op komt, dus dat het mág. De heer Boele: Maar het is ook opmerkelijk, voorzitter, op dat punt val ik helemaal de heer Clements bij, dat je uit een reserve die is gerealiseerd door rioolrechten, 4,5 ton voor algemene middelen gaat onttrekken en tegelijkertijd die rechten wel de komende jaren met een bepaald percentage blijft verhogen. Dat is toch een hele opmerkelijke move, omdat die leegloopt en dat kan ik ook niet goed uitleggen. Dus ik leg die vraag toch nog even bij het college neer, als u ons dat niet al te zeer kwalijk neemt. Voorzitter: Goed. De heer Wesselius: Ja, ik vind de vraag buitengewoon interessant, en kijk vol spanning uit naar het antwoord. Een aantal dingen klinken heel erg logisch aan de rechterkant van mij. Ik constateer wel, dat als dat zo mocht blijken te zijn, dat een hele fijne discussie die we hebben gehad over dekkingen die links en rechts gevonden zijn om leuke dingen te doen, dat die behoorlijk voor niets zijn geweest, want zojuist zijn we dan weer een ton kwijtgeraakt voor volgend jaar. De heer Boele: Maar dat toont te meer aan, mijnheer Wesselius, hoe penibel de financiële situatie van onze gemeente aan het worden is en hoezéér het van belang is, om vérder te gaan dan alleen maar gaten die we schieten, te dichten, maar ook meer fundamenteel na te denken over welke kant moeten we nu eigenlijk met elkaar op in deze gemeente? Gelukkig komt er een collegeprogramma en mijn fractie verwacht stellig dat dát soort gedachtegangen daarin verwoord staan, want op déze manier verder gaan, dat lúkt dus gewoon niet meer. De heer Wesselius: Dat ben ik met u eens, maar dat betekent ook dat het nog maar eens te meer onderstreept, dat de oproep die een paar maanden geleden is gedaan, van: laten we ons voorbereiden op een moeilijke begrotingsbehandeling en laten we bereid zijn om aan te geven waar we dingen achterwege willen laten. We hebben dat geprobeerd. Ik heb daar niet heel veel ideeën verder gehoord waar we nu echt mínder kunnen gaan doen. De heer Zwaan: Er staat al zoveel “PM”, bij wijze van spreken, dus …..
Vastgesteld 2 november 2006
42 De heer Wesselius: Ja, ik heb die discussie vorige week aangeslingerd en ik zou hem graag opnieuw willen doen, want ik vind het een buitengewoon interessante discussie over de PM, maar ik denk dat die niet zo constructief is, nu vanavond, maar er moeten ook echt concrete voorstellen liggen van: waar wil je nou dingen mínder gaan doen? Ik heb heel veel dingen gehoord vanavond van: “je kúnt minder gaan doen, maar dat vinden we niet zo leuk”. Dus we zoeken weer ergens een dekking van een paar duizend euro …. De heer Boele: Dat ben ik met u eens, maar dan zouden we te meer gespitst moeten zijn als er dan ook vanuit deze raad wèl ideeën aangedragen worden, met de vraag: denk daar eens over na, laten we daar met elkaar het gesprek over aangaan, want zó verder gaan dat lukt niet meer voor de toekomst”, dat we dat ook in warmte bejegenen, want we zullen dat debat met elkaar moeten aangaan, is mijn stellige overtuiging, want ik begin me nú pas, zo eerlijk wil ik vanavond zijn, te realiseren dat als dít voorstel van de ChristenUnie dóórgaat, we dus over een termijn van vier jaar € 450.000,-- aan dekking kwijtraken. Nou, nogmaals, dat illustreert te meer hoe penibel onze situatie is. De heer Ruikes: Ik wil nog niet zo ver gaan dat dít voorstel van de ChristenUnie dít nou meteen tot gevolg heeft. Zo’n voorstel is het nog niet. Aan de andere kant: we hebben niet voor niks vanavond, juíst in het kader van de perspectiefnota alleen maar zaken aangedragen, waarin wat ons betreft bezuinigd kan worden of extra geld verdiend kan worden en juíst geen extra uitgaven ingepland. Dus wij zijn er ook van overtuigd dat het een moeilijke zaak zal worden en al dat soort zaken komen wat ons betreft terug bij de begrotingsbehandeling. De heer Zwaan: Maar dit is wel heel fundamenteel. Als je het hebt over lasten naar je burger, en met al dat soort zaken, hoe je met elkaar omgaat en dan vind ik het niet meer dan logisch, ook al is dat nu niet even op jullie netvlies geweest, maar het wèl te betrekken in wat we …. De heer Ruikes: Nee, maar ik wacht dat antwoord van het college af. U heeft óók gelezen in de perspectiefnota, dat bijv. het stratenonderhoud e.d. ánders gedekt gaat worden. Dat straten nog maar één keer open gaan en dat soort dingen, dat dat ook uit het riool komt, dus ik wacht gewoon het antwoord van het college af. Voorzitter: Ja, een antwoord op de vraag van …..? De heer Ruikes: Ja, hoe die vraag van ….. Voorzitter: Ja, die ondersteunt u dus? Dat is even mijn conclusie. De heer Ruikes: Ja. De heer Van Lavieren: Nee, ik of wij, zeg maar, gaan met het CDA mee en ik wil nog wel even opmerken, dat met de jaarekening van 2005 we de situatie van Alblasserdam al redelijk in het oog hadden en dat het niét zo’n rooskleurige situatie was en daar hebben we ook al opmerkingen over gemaakt, als PvdA zijnde. We moeten ons met z’n allen realiseren, dat we in een heel krap jasje zitten en daar moeten we met z’n allen uit zien te komen, maar dan wel voor de PvdA, en ik hoop voor de rest van de raad, op een sociale manier. Voorzitter: Goed, ik denk dat gewoon de vraagstelling, zoals die in eerste instantie is gesteld, overeind blijft. Die geven dus door.
Vastgesteld 2 november 2006
43 Punt 31, dividend Eneco. De PvdA zegt: “je kan in feite méér doen dan je doet”. Het antwoord was: “we hebben het conservatief benaderd”. Op zich is dat een verstandige benadering. Wil de raad dat het ruimhartiger wordt gedaan, zoals de PvdA voorstelt? Mevrouw Leeuwis: Ik vind dat “spelen op onzekerheid”, ik bedoel: laten we nu maar eerst dit proberen te bereiken en zo meteen blijkt het tegen te vallen en dan zet je geld in, waarvan helemaal niet zéker is dat je het extra kunt inzetten. Dan zou ik het liever houden bij maatregelen waarvan we concreet weten dat het al in de begroting en in de dekking zit. De heer Boele: Misschien even een politieke opmerking, voorzitter, we hebben als SGP-fractie wel eens gezegd: “eigenlijk zouden dit soort bedrijven helemaal niet van die mammoetwinsten moeten maken”. Eigenlijk zouden we als gemeente helemaal niet zo ontzettend gelukkig met die enorme dividenduitkeringen moeten zijn. Het zou véél beter zijn, als dit soort gelden teruggaan naar de burgers, die de tarieven moeten betalen, datgene waar Eneco ook goede winst mee maakt. Ik weet wel, dat is technisch gezien heel moeilijk, maar dat is méér een sociaal geluid dan: laten we nog maar meer hogere dividenden gaan inzetten. Eigenlijk vindt mijn fractie, dat dit soort bedrijven geen dividend zouden moeten uitkeren, maar het aan de burgers zèlf zou moeten teruggeven. De heer Wesselius: In zekere zin komt het nu natuurlijk via de gemeente bij de burger terug. De heer Boele: Maar in ieder geval niét rechtstreeks, en misschien wel op een wijze besteed waar veel burgers het niet mee eens zijn. De heer Lok: Nee, maar ik wil aan de andere kant wel zeggen: “op zichzelf bepalen wij de winst van Eneco niét” en als je ons gaat vragen, zoals wij het zelf al zeggen, “is het óverwinst? Geven we al heel duidelijk aan hoe we er feitelijk over denken. Maar aan de andere kant is het wèl geld dat terugkomt, is het wel geld …, de vorige keer was het geloof ik als € 225.000,--, ze hadden nu nog 11% méér winst gemaakt, en zal het dadelijk nog hóger zijn. Hetzelfde geldt voor de huisvuilverbranding, voor de BNG. Als we nou aan alle kanten moeten schrappen en zelfs op dát soort dingen waar we het eigenlijk raadsbreed min of meer over eens zijn dat daar niét op geschrapt zou moeten worden, moét je dan niet een reëler inschatting maken van datgene wat je nog wèl te wachten staat, en zeggen: “een aantal zaken daarvan, zouden dáár voorlopig uit betaald kunnen worden”. Je kunt het niet 100% inboeken, je verwachtingen, dat is inderdaad heel duidelijk. Je moet het als een penningmeester a.h.w. inboeken, maar zelfs als ik het als een penningmeester inboek, laten we zeggen: “op 50% van het verschil tussen vorig jaar en wat je nu denkt”, dan zitten daar nog behoorlijke marges in en als we dan gaan bezuinigen op bijv. A-kidz, € 5.400,--, dan denk ik dat we het hebben over marginale bedragen t.o.v. wat hier nog in te boeken is. Voorzitter: Het lijkt op zich toch overigens zich duidelijk af te tekenen, dat wij als raad geen vraag naar het college afvuren: bent u bereid, kunt u een begroting maken waarin méér winst van Eneco is verwerkt? Dat proef ik, dat we dat niét doen, dus uw suggestie wordt niet overgenomen. Ik denk dat we er met elkaar doorheen zijn en dat we de vergadering kunnen afsluiten. Dan wens ik u allemaal wel thuis en een goede nachtrust. Mevrouw Leeuwis: Mag ik een vraag voor de rondvraag stellen? Hebben we geen rondvraag? Voorzitter: Wij kennen geen rondvraag. Maar wat zou u willen vragen? Mevrouw Leeuwis: Nou, ik hoor u net al iets zeggen over een probleem met de e-mail. Ik begreep van de heer ’t Lam dat hij een mail had laten uitgaan, met de vraag of iedereen wilde reageren of die mail was aangekomen? Vastgesteld 2 november 2006
44 En dat hij nog niet van iedereen daarop een reactie had gehad en míjn vraag is, eigenlijk vooral voor mijn echtgenoot, die heel veel over computers weet: willen jullie dat misschien doen, om te kijken of dat niet alleen bij ons het geval is? De voorzitter sluit de vergadering om 23.00 uur. Alblasserdam, 2 november 2006 griffier, voorzitter,
Vastgesteld 2 november 2006
45
Perspectiefnota 2007: onderwerpen raadsvergadering 13 september 2006 Afspraak: • De fracties leveren de te bespreken onderwerpen uiterlijk 12 september 12.00 uur schriftelijk aan bij de griffier. • De griffier verzamelt de punten per onderwerp en verstrekt aan het college en alle raadsleden een totaaloverzicht (uiterlijk 12 september 14.00 uur). Gehanteerde volgorde van de punten: eerst algemene onderwerpen, daarna per programma. • Op 13 september geeft het college bij aanvang van de behandeling een reactie (maximaal 30 minuten). • Vervolgens is er een schorsing voor fractieoverleg (30 minuten). • In een 1e ronde geven de fracties aan welke onderwerpen zij willen handhaven voor een raadsdebat met de reden waarom. • Vervolgens raadsdebat en besluitvorming over de punten. Bij de aanlevering van de onderwerpen hebben sommige fracties ook aangegeven het met een aantal voorstellen eens te zijn. Die punten zijn niet in het overzicht opgenomen. 1. Taskforce projecten/weerstandsvermogen (algemeen – college) CDA Prioriteit aan het basisonderwijs geven. Het opheffen van de locatie voor voortgezet openbaar onderwijs geeft onzes inziens juist de financiële ruimte om extra te investeren in het basisonderwijs als geheel, onderwijskundig, brede school, maar juist ook in fysieke zin, bouwen van nieuwe scholen (dit ook betrekken bij de Taskforceprioritering). SGP Het vorige college heeft in 2005 een “taskforce projecten” gepresenteerd, bedoeld om projecten te prioriteren, om het weerstandvermogen te verbeteren en om nieuwe initiatieven af te bakenen. Het huidige college kondigt een taskforce II aan. Voorstel: Het college vragen een geactualiseerde taskforce zodanig in te richten, dat: - duidelijk wordt welke prioritering wordt aangehouden (wat doen we wel en wat doen we niet); - welke inkomsten dat op welke termijn kan genereren (relatie met weerstandsvermogen); - inzicht ontstaat in de benodigde versus de beschikbare ambtelijke capaciteit (kunnen we het behappen). VVD Het weerstandsvermogen ontwikkelt zich t.o.v. 2006 later positief, maar minder positief dan prognose 2006. Wordt mede veroorzaakt door minder winst “Hoogendijk” en toevoegen Haven Zuid. Het is dus zaak om als prioriteit voor de winstgevende projecten te gaan. Wij maken ons zorgen over de kosten voor de scholenplannen, uitgangspunt is weliswaar budgettair neutraal maar praktijk laat veelal zien dat de kosten aanzienlijk hoger uit kunnen vallen. Het is dus zaak om hier te kiezen voor de scholen waar de noodzaak duidelijk aanwezig is bijvoorbeeld openbaar onderwijs Pallet en Nokkenwiel. 2. PM-ramingen (algemeen – college) CDA Voor PM posten in de begroting aangeven of het een te verwachte inkomsten of uitgaven zijn. Deze posten indelen naar kleine uitgaven en inkomsten van enkele duizenden euro’s, gemiddelde posten tot 100.000 euro, of majeure uitgaven of inkomsten. Voor zover niet te benoemen opnemen in de risicoparagraaf. Vastgesteld 2 november 2006
46
SGP Tijdens de informatie raad van 6 september jl. is onduidelijkheid gerezen over de betekenis van de (veel voorkomende) PM-ramingen in de Perspectiefnota. Voorstel: In de ontwerpbegroting alleen de PM-status gebruiken indien het gaat om uitgaven c.q. inkomsten waarvan met geen mate van zekerheid valt aan te geven òf zij zich zullen voordoen en evenmin welke omvang zij zullen hebben. ChristenUnie Willen per PM-post bij de begroting een indicatie hebben van de mogelijke effecten op de (meerjaren-)begroting. PM-posten kunnen niet geaccepteerd worden in de aan te bieden begroting 2007. 3. Aanspreken bestaande budgetten/ effecten oplossingsrichtingen (algemeen – college) SGP Van nogal wat onderwerpen van nieuw beleid c.q. nieuw geld wordt aangegeven dat die bekostigd moeten worden uit bestaande budgetten, zoals gladheidbestrijding, vervroegde opening van zwembad, Randweg/Parallelweg. Geen inzicht wordt geboden of die bestaande budgetten daarvoor toereikend zijn en wat in de plaats er van moet wijken. Voorstel: Indien bestaande budgetten worden aangewend voor nieuwe uitgaven, aangeven of dit reëel is en wat daarvan de gevolgen voor bestaand beleid is. ChristenUnie De geschetste oplossingsrichtingen baren ons zorgen. Zo wordt in het programma Buitenruimte op vele kleine punten bezuinigd, die juist het wonen in de wijk veraangenamen. Anderzijds is het soms volledig onduidelijk wat de effecten van keuzes zijn. Zo is het onduidelijk hoe het vrijwilligersbeleid en de mantelzorg gedekt kan worden uit de lopende budgetten. Inzicht is nodig voor een integrale afweging tussen en binnen programma’s, vooral daar waar het leefklimaat/karakter van Alblasserdam betreft. 4. Collegeprogramma (algemeen – college) SGP De raad ontbeert inzicht in het programma waarvoor het college zich gaat inzetten. Het gemis daaraan doet zich gevoelen bij een inhoudelijke beoordeling van de Perspectiefnota: waar gáát het college voor in de komende periode, hoe worden de middelen daarvoor gegenereerd en welke afwegingen liggen daaraan ten grondslag? Voorstel: Het college verzoeken voorafgaand aan de begroting haar collegeprogramma aan de raad te presenteren. 5. Prijspeil (algemeen – college) ChristenUnie Op pagina 4 staat dat uitgangspunt van het prijspeil voor 2007 1% is. Uitgangspunt moet naar ons oordeel 1,5% zijn, gelet op het document CBP informatief juni 2006. Of de zin ‘Voor de jaren 2007-2009 wordt geadviseerd om de inflatiecorrectie op 1,5% te houden’ is correct. En kan worden verlengd naar ook het jaar 2010. 6. Communicatie (bestuur – burgemeester Van den Bergh/raad als het voorlichting uit de raad betreft) PvdA De consequentie van separate voorlichting uit de raad is zeer beperkt. Deze bezuiniging mag worden doorgevoerd. CDA Uitstel van het aanstellen van een fulltime communicatieadviseur tot er meer budgetruimte is in het personeelsbudget. Daarom handhaven van de voorlichting vanuit de raad.
Vastgesteld 2 november 2006
47
7. Raadsreisje (bestuur – raad) PvdA Het credo van de PvdA is al jaren bij alle voorstellen “sober en doelmatig”. Met het voorgestelde alternatief kan hetzelfde doel worden bereikt. Deze bezuiniging mag worden doorgevoerd. Sterker nog de PvdA stelt voor, deze post te schrappen en het initiatief te bekostigen uit eigen bijdrages van de deelnemers. CDA Handhaven met een sober budget en eigen bijdrage deelnemers. 8. Beperken aantal raadscommissies (bestuur –raad) PvdA Wil niet vooruitlopen op de bijeenkomst van 13 oktober waarbij dit onderwerp juist het onderwerp is. De bezuiniging heden niet doorvoeren. VVD Taakstelling op personeel is, voortvloeiend uit huidige reorganisatie, vrij fors. Verdere inkrimping / bezuiniging werkt demotiverend maar zal ook laten zien dat de huidige en mogelijke extra werkzaamheden tot problemen kunnen gaan leiden. Mogelijke besparingen zijn wellicht wel te vinden in de werkwijze van de raad, bijvoorbeeld afzien van commissievergaderingen en overgaan naar twee raadsvergaderingen per maand. 9. Jumelage (bestuur – burgemeester Van den Bergh) PvdA Volgt het voorstel en scherpt het zelfs iets aan. Eerst gedegen evalueren en pas dan beslissen. De bezuiniging heden niet doorvoeren. CDA Beoordelen na evaluatie. Uitgaven voor jumelage bevriezen tot tijdstip van evaluatie. 10. Heroverwegen verbouwing gemeentehuis (bestuur – burgemeester Van den Bergh) CDA Streven naar een loket functie voor WMO en ISD in de Alblashof en een creatieve verbouwing/ baliefunctie voor burgerzaken als de VVV balie verhuist naar de nieuwe Wipmolen (eventueel een extra avondopenstelling in de toekomst). 11. BOA’s en vrijwillige politie (veiligheid – burgemeester Van den Bergh) PvdA Voor extra inzet BOA’s en vrijwillige politie. 12. Brandweer (veiligheid – burgemeester Van den Bergh) CDA Benutten bezuinigingsmogelijkheden regionale samenwerking brandweer. 13. Bouwprojecten (wonen – wethouder De Gruijter) CDA Versneld uitvoeren van bouwprogramma wat geld oplevert. Lange Steeg, Vinkenpolderweg etc. Aantal wooneenheden kan dan ook sneller toenemen. Zo kort mogelijke RO procedures. SGP De realisering van bouwprojecten vormt een belangrijke bron van inkomsten: bouwleges, Vastgesteld 2 november 2006
48
OZB, inwonertal, etc. De inkomstenramingen vergen daarom grote behoedzaamheid. In het verleden kon regelmatige vanwege vertraging in het bouwprogramma de geraamde inkomsten niet worden gehaald (zie ook nu het gestelde op pagina 7 in de Perspectiefnota. Voorstel: Het college verzoeken tot een zo realistisch mogelijke raming van inkomsten terzake van bouwprojecten te komen en de raad inzicht te verschaffen in de precieze ramingen. 14. Budgetten Drechtsteden (wonen – portefeuillehouder De Gruijter) PvdA De budgetten voor de Drechtsteden moeten taakstellend zijn. 15. Nieuwe locatie woonwagencentrum (wonen – portefeuillehouder Dekker) PvdA Het onderzoek naar een nieuwe locatie van het woonwagencentrum medio 2008 niet opschuiven. Dekking kan in 2008 vanuit de algemene reserve. 16. Centrum (wonen – wethouder De Gruijter) ChristenUnie De ambitie voor het centrum wordt onderuitgehaald door o.a. het niet realiseren van een verbinding, wat aan bijvoorbeeld de ouderenbonden bestuurlijk is toegezegd. Opname in meerjarenperspectief heeft onze voorkeur. 17. Grondexploitaties (wonen – wethouder Dekker) ChristenUnie De partiele winstnemingen op exploitatieplannen dient naar onze mening via de Algemene Reserve te lopen. 18. Bezuinigingen op buitenruimte (buitenruimte – wethouder Dekker) PvdA Op de pagina’s 30 en 31 staan een flink aantal bezuinigingsmaatregelen. Voor de PvdA gaat deze verschralingen net iets te ver. - Losse bloembakken en schalen in het dorp verwijderen. Deze bezuiniging niet doorvoeren. - Helft van de banken verwijderen. De PvdA stelt voor dit vooralsnog niet door te voeren. Eerst zoeken naar sponsoren en de kosten voor verwijdering nog niet uitgeven. Neem hiervoor het eerste 1/2jaar van 2007 maar begin nu. In juli 2007 evalueren. - Boomfeestdag. Deze dag heeft een educatieve functie. De PvdA wil daarom dat deze dag blijft. Deze bezuiniging niet doorvoeren. - Schoolbezoek van de scholen aan de Plantage. Ook dit initiatief heeft een educatieve functie. Deze bezuiniging niet doorvoeren. - De jaarlijkse ronde van blad / bagger en takken verwijderen uit de singels voor de duikers voortaan bekostigen uit het GRP. Dit is geen bezuiniging maar een verschuiving. SGP Het budget voor het onderhoud van de buitenruimte staat onder grote druk, zowel wat betreft de wegen, als – in het bijzonder – het openbaar groen ( zie o.a. pag. 31). In het verleden is regelmatig ad hoc gesnoeid in de benodigde budgetten, waarvan thans de resultaten zichtbaar worden. Voorstel: Geen verdere afname in de budgetten voor het onderhoud van de Buitenruimte doorvoeren, tenzij daar aan integrale en afgewogen beleidsvisie aan ten grondslag wordt gelegd. VVD Om conform de wensen volwaardig onderhoud te kunnen doen is er eigenlijk meer geld Vastgesteld 2 november 2006
49
nodig. Wordt nu gedekt door bezuinigingen gladheidbestrijding en opknappen laatste gedeelte Parallelweg. Indien de begroting dit jaar sluitend zal zijn, zal dit de jaren 2008 –2010 naar alle waarschijnlijkheid niet zijn. Om toch kwaliteit t.a.v. buitenruimte te kunnen garanderen stellen wij voor mogelijke bezuinigingen te zoeken in de samenlevingsportefeuille. 19. Massabeperking Oude Torenweg (buitenruimte – wethouder Dekker) CDA Vervallen onderzoek naar massabeperking Oude Torenweg. Eerst zelf afwegen of dit een oplossing is en een politieke uitspraak van de raad vragen. ChristenUnie De kosten voor het onderzoek naar het opheffen van de massabeperking op de Oude Torenbrug van € 35.000 is gelet op het ontbreken van een duidelijke onderzoeksvraag onnodig. 20. Nota openbare ruimte (buitenruimte – wethouder Dekker) CDA Beperken kosten opstellen nota openbare ruimte door samenvoegen van bestaande nota s en inventarisaties. 21. Exploitatie ISD (welzijn en zorg – wethouder Cardon) CDA Gewijzigde verdeelsleutel ISD. Inzetten op hogere uitstroom en vanaf 2008 afname van de extra kosten voor de gewijzigde verdeelsleutel door verlaging van het bestand van de sociale dienst. SGP Structureel wordt de begroting extra belast met € 130.000 als gevolg van een gewijzigde verdeelsleutel. Voorstel: Deze substantiële en niet voorziene verhoging niet zondermeer accepteren; wat blijft er zo over van het samenwerkingsvoordeel? worden hier soms tijdens het spel de spelregels gewijzigd? 22. WMO (welzijn en zorg – wethouder Cardon) PvdA Mist het instellen van een reservepot voor het opvangen van de ongewenste effecten voor onze burgers voortvloeiende uit de WMO. 23. Algemeen maatschappelijk werk (welzijn en zorg – wethouder Cardon) CDA Terugbrengen subsidie Algemeen Maatschappelijk Werk, accepteren van wachtlijsten. 24. ROWA (welzijn en zorg – wethouder Cardon) CDA ROWA naar een goedkopere huisvesting met commercieel verhuren van vrijkomende ruimte in de Alblashof. 25. Jeugdbeleid (welzijn en zorg – wethouder Cardon) SGP Tijdens de informatieve raad van 6 september jl. werd c.q. bleef onduidelijk welke nieuwe Vastgesteld 2 november 2006
50
elementen van jeugdbeleid worden nagestreefd en welke middelen daarvoor beschikbaar moeten komen. Voorstel: Het college verzoeken met een integrale visie op (vernieuwd) jeugdbeleid te komen en eerst dan tot (her-)allocatie van middelen te besluiten. 26. Drechtwerk (welzijn en zorg – wethouder Cardon) ChristenUnie De omzetgarantie (waarvoor diensten worden geleverd zoals groenonderhoud) gekoppeld aan het convenant Drechtwerk dient onzes inziens ingebracht te worden bij de desbetreffende programma’s. 27. Vakantie-activiteiten basisschoolleerlingen A-kidz (cultuur, recreatie en sport – wethouder Cardon) PvdA Tegen het schrappen van “Vakantie-activiteiten basisschoolleerlingen A-kidz”. 28. Schoolmaatschappelijk werk (onderwijs – wethouder Cardon PvdA Het schoolmaatschappelijk werk heeft een belangrijke functie en mag niet wegbezuinigd worden. 29. Belastingopbrengsten (algemene dekking – wethouder Dekker) VVD T.a.v. de diverse belastingen t.w. OZB, rioolrecht e.d. zijn wij van mening dat de verhogingen t.o.v. de bestaande begroting weliswaar niet schokken veel hoger zijn maar wel meer dan genoeg. Verdere stijgingen zijn dan ook niet acceptabel. ChristenUnie Vragen zich af of de LAP-doelstellingen niet zouden moeten leiden tot een lager kostenniveau, waardoor een jaarlijkse stijging van 3% voor de afvalstoffenheffing (pagina 5) niet noodzakelijk is. 30. Rioolrechten (algemene dekking – wethouder Dekker) CDA Heroverwegen extra opbrengsten rioolrecht i.v.m. toekomstige ontwikkelingen. Anticiperen op wateroverlast, gemeentelijk waterplan, zettingsproblemen/ bodemstructuur in wijken. ChristenUnie Op pagina 47 staat een vrijval vermeld van € 450.000. De ChristenUnie leest dat de jaarlijkse tariefsverhoging van 2 à 3% wordt voortgezet, terwijl dit gelet op de hoogte van de egalisatiereserve rioolrecht niet nodig is. Stelt een lagere meerjarentariefsverhoging voor, waardoor voorkomen wordt dat er een blijkbaar onnodige lastenverzwaring in stand gehouden wordt. Tevens hebben we bedenkingen bij de vrijval van de egalisatiereserve rioolrecht ten gunste van het programma algemene dekking. 31. Dividend (algemene dekking – wethouder Dekker) PvdA Het is bekend dat Eneco flink (over)winst maakt. Het uit te keren dividend zal daardoor beduidend meer zijn als het gemiddelde van de laatste jaren. Hierin zit nog flink ruimte ondanks de ingeboekte € 50.000. Tevens zal HVC ook het nodige opleveren.
Vastgesteld 2 november 2006
51
Vastgesteld 2 november 2006