Op weg naar een gezonder Valkenswaard Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011
1
Op weg naar een gezonder Valkenswaard Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 M.F.M.H. Mentjens, M.J.M. van Duijnhoven, S. van den Berg, GGD Brabant-Zuidoost GGD Brabant-Zuidoost Postbus 810 5700 AV Helmond Telefoon 088 0031 100 www.ggdbzo.nl Copyright © 2012, GGD Brabant-Zuidoost Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de GGD Brabant-Zuidoost. De redactie besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van informatie in dit rapport. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze teksten. Voor vragen of opmerkingen kunt u zich richten tot de auteurs via
[email protected].
Colofon Ontwerp en opmaak www.sterdesign.nl Fotografie Jos Lammers Oplage 75 stuks, januari 2012
2
Op weg naar een nog gezonder Valkenswaard Gezondheid, wat is er eigenlijk belangrijker in het
nen. Bewust omgaan met dingen. Nadenken voordat
leven? Een goede gezondheid is iets waar we graag
je bepaalde dingen doet. Er zijn veel mogelijkheden
allemaal mee gezegend zouden zijn. Maar helaas is
om zelf iets te doen aan je gezondheid. En natuurlijk
dat niet altijd zo. Het nieuwe rapport Volksgezond-
gaat het daarbij niet alleen om lichamelijke gezond-
heid Toekomst Verkenning 2011 met als titel ‘Op
heid, maar ook om geestelijke gezondheid.
weg naar een gezonder Valkenswaard’ beschrijft de belangrijkste kernboodschappen voor het gezond-
Samen zullen we dus de uitdaging aan moeten gaan
heidsbeleid in Valkenswaard en doet daarbij een
om te doen wat we kunnen. Denk bijvoorbeeld aan
aantal bruikbare aanbevelingen. Als vervolg hierop
de kwetsbaarheid en eenzaamheid van sommige
zal het lokale gezondheidsbeleid van onze gemeente
ouderen. Daar kunnen we samen iets aan doen als
worden geformuleerd.
we dat willen. Gelukkig zijn er al veel mensen die hiermee bezig zijn, maar het kan nog beter. Ook
Als je gezond bent kun je makkelijker meedoen met
individueel zullen we ons bewust moeten zijn dat
de dingen die in de maatschappij gebeuren. Als je
we zelf iets kunnen doen aan onze gezondheid, bij-
je goed voelt, zit je ook lekkerder in je vel en kun
voorbeeld op het gebied van alcoholgebruik, roken,
je meedoen met allerlei dingen. Het gaat dan vaak
lichaamsbeweging en onveilig seksueel gedrag. Zelf
goed op school, op je werk en ook in je leefomge-
bewust zijn van je mogelijkheden. De gemeente kan
ving en in je gezin. Gezondheid is daarbij vaak alles
hierbij, zeker op het preventieve vlak, een belang-
bepalend. Maar laten we eerlijk zijn, je hebt het
rijke rol spelen.
niet altijd zelf in de hand. En juist daarom is het van belang dat er een goede zorg is binnen de gemeente
In het rapport wordt besproken hoe onze gezond-
en in de regio. Huisartsen, apothekers, fysiothera-
heid in Valkenswaard er voorstaat en wat we kunnen
peuten, thuiszorg, tandartsen, ziekenhuizen, GGD,
doen (of nalaten) om een verdere gezondheidsverbe-
etcetera moeten goed bereikbaar zijn voor iedereen.
tering te bewerkstelligen.
Maar ook een preventieve zorg is belangrijk. Wat kunnen we als mensen zelf doen aan onze gezond-
Laten we er samen aan gaan werken.
heid en hoe kunnen we hier ook zelf onze verantwoordelijkheid nemen? Zeker gezien de ontwikkelin-
Mart Wijnen,
gen op het gebied van vergrijzing, maar ook op het
Wethouder
gebied van bewegen en welzijn is er nog veel te win-
3
4
Inhoudsopgave
1 Van gemeentelijk rapport naar gezondheidsbeleid
7
2 De inwoners van Valkenswaard
11
3 Kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid Gezondheid algemeen Psychische gezondheid Bewegen, voeding en overgewicht ➢ Alcohol- en drugsgebruik Roken ➢ Seksuele gezondheid ➢ Weerbaarheid ➢ Eenzaamheid ➢ Kwetsbare ouderen ➢ Mantelzorg ➢ Gezondheidsverschillen
17 18 21 24 28 32 35 38 40 43 46 50
4 Bronnen, afkortingen en adviseurs
55
5 Gezondheidsprofiel
59
5
Dit rapport is onderdeel van de regionale
Regionaal kompas
Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 van de
De website www.regionaalkompas.nl geeft inzicht in
GGD Brabant-Zuidoost. De regionale VTV bestaat uit
de mogelijkheden die we hebben voor gezondheids-
de volgende onderdelen:
winst door lokaal gezondheidsbeleid. Voor meer cijfermatige informatie kunt u terecht op de website
Regionaal rapport
www.ggdgezondheidsatlas.nl. De digitale versies
‘Op weg naar een gezonder Zuidoost-Brabant’
van de regionale en gemeentelijke rapporten zijn te
Regionaal rapport Volksgezondheid Toekomst
downloaden op www.regionaalkompas.nl.
Verkenning 2011 Gemeentelijke rapporten 21 gemeentelijke rapporten met de belangrijkste kernboodschappen voor het lokale beleid:
‘Op weg naar een gezonder…..’ Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre
Laarbeek
Best
Gemert - Bakel
Son en Breugel
Oirschot Helmond Nuenen Eindhoven Deurne
Geldrop Mierlo Veldhoven Reusel De Mierden Waalre Asten Bladel
Eersel
Someren Heeze - Leende
Bergeijk
6
Valkenswaard Cranendonck
1 Van gemeentelijk rapport naar gezondheidsbeleid
7
De Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning Zuidoost-Brabant Gemeenten krijgen een steeds grotere rol in het volksgezondheidsbeleid. De Wet publieke gezondheid (Wpg) schrijft voor dat gemeenten elke vier jaar een beleidsplan Lokaal gezondheidsbeleid vaststellen. Daarnaast zijn gezondheid en zorg belangrijke onderwerpen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en in het jeugdbeleid van gemeenten. Budgetten zijn beperkt, dus gemeenten moeten keuzes maken. Voor het maken van gezonde keuzes is inzicht in de lokale gezondheidssituatie van belang. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning: vertaling van informatie naar beleid De GGD Brabant-Zuidoost ondersteunt haar gemeenten bij het maken van keuzes door het beschrijven van de belangrijkste gezondheidsthema’s in de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (rVTV). Gemeentelijk rapport beschrijft belangrijkste gezondheidsthema’s In dit gemeentelijk rapport beschrijft de GGD Brabant-Zuidoost specifiek voor de gemeente Valkenswaard de kernboodschappen voor het lokale gezondheidsbeleid. De GGD maakt hierbij, naast diverse landelijke bronnen, vooral gebruik van de informatie uit de jeugd-, de jongeren-, de volwassenen-, de ouderen- en de Wmo-monitor. Waar mogelijk worden cijfers vergeleken met regionale of landelijke trends. Dit rapport is in eerste instantie geschreven als input voor de nota lokaal gezondheidsbeleid en voor beleidsterreinen waar kansen liggen om goede voorwaarden voor gezondheid te creëren. Voor alle gemeenten zijn kernboodschappen opgenomen over de thema’s overgewicht, roken, alcoholgebruik, psychische gezondheid en seksueel gedrag. Dit zijn de speerpunten die benoemd worden in de landelijke nota gezondheidsbeleid ‘Gezondheid dichtbij’ (1). Ook wordt in alle rapporten aandacht besteed aan sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Daarnaast zijn thema’s opgenomen waarin Valkenswaard ongunstig afwijkt ten opzichte van de regio, waar sprake is van een ongunstige trend of waar om beleidsmatige redenen aandacht voor (nodig) is, zoals de thema’s eenzaamheid, mantelzorg en kwetsbare ouderen. Het gezondheidsprofiel (zie hoofdstuk 5) biedt daarnaast nog veel informatie over andere gezondheidsthema’s die niet verder besproken worden.
8
Kernboodschappen Valkenswaard 1 Door de vergrijzing en de gestegen levensverwachting neemt het aantal mensen met chronische aandoeningen en beperkingen de komende jaren verder toe. Bevorder via integraal gezondheidsbeleid dat ook mensen met een beperking kunnen blijven meedoen. 2 Psychische problemen komen voor bij jong en oud. Bevorder vroegsignalering en de bekendheid met beschikbare interventies, zodat hulpverleners tijdig en juist kunnen doorverwijzen. 3 Overgewicht komt in Valkenswaard even vaak voor als in de regio, hoewel er relatief veel gesport wordt. Verbind de initiatieven die een gezonde leefstijl bevorderen, met de nadruk op sporten en bewegen in de buurt. 4 Het drinkgedrag van jongeren is nog steeds verontrustend. Zorg voor effectieve alcoholpreventie via educatie, draagvlak, regelgeving, handhaving en vroegsignalering. 5 Een op de vier volwassenen in Valkenswaard rookt en heeft daardoor een verhoogd risico op ongezondheid. Voorkom dat mensen op jonge leeftijd gaan roken en stimuleer het stoppen met roken. 6 Ruim de helft van de seksueel actieve jongeren in Valkenswaard vrijt wel eens onveilig. Meer voorlichting over gezond seksueel gedrag is nodig. 7 De jeugd in Valkenswaard wordt al op jonge leeftijd geconfronteerd met genotmiddelen en riskant gedrag. Vergroot de weerbaarheid van jongeren om de verleidingen uit het dagelijks leven te kunnen weerstaan. 8 Eenzaamheid komt veel voor bij alleenstaanden en mensen met een laag inkomen. Investeer niet alleen in signalering van eenzaamheid door hulpverleners, vrijwilligers en buurtgenoten, maar zorg ook voor een goede follow-up. 9 In Valkenswaard is een op de vijf ouderen kwetsbaar. Verbeter de communicatie met ouderen en versterk de lokale samenwerking tussen gemeente, professionele en vrijwillige zorg bij de ondersteuning van kwetsbare ouderen. 10 Het aantal mantelzorgers in Valkenswaard is toegenomen en zal nog verder stijgen. Mantelzorgers hebben veel kans op overbelasting en daarom is ondersteuning op maat nodig.
11 Ook in Valkenswaard zijn de sociaaleconomische gezondheidsverschillen groot. De gemeente kan met het armoedebeleid deze verschillen verkleinen. Een integrale aanpak samen met de sociale dienst, re-integratiebedrijven en schuldhulpverlening is hierbij nodig.
leeftijdsgroepen voor Valkenswaard te bekijken. Zoals uit het gezondheidsprofiel blijkt, is er een schat aan gegevens beschikbaar ten behoeve van het gezondheidsbeleid en andere beleidsterreinen zoals het Wmo-beleid en het jeugdbeleid. De GGD Brabant-Zuidoost wil het gebruik van dit gemeentelijk rapport door meerdere beleidsterreinen dan ook stimuleren, met als gezamenlijk doel het bevorderen van de volksgezondheid.
Kernboodschappen gemeentelijk rapport zijn basis voor gemeentelijk gezondheidsbeleid
Regionaal rapport zet gezondheid op de agenda
Bij de keuzes van de kernboodschappen in dit rap-
In het regionale VTV-rapport ‘Op weg naar een
port staat het belang van de gezondheid voorop. In
gezonder Zuidoost-Brabant’ (2) beschrijft de GGD
een nota gezondheidsbeleid stelt de gemeente de
enkele belangrijke ontwikkelingen op het gebied
gezondheidsthema’s vast waaraan zij de komende
van gezondheid in Zuidoost-Brabant. De belangrijk-
jaren aandacht wil besteden. Bij deze prioritering
ste thema’s op het gebied van gezondheid voor deze
spelen ook politieke en financiële argumenten een
regio zijn:
rol. Daarnaast bekijkt de gemeente binnen welk be-
- Langer gezond leven. We leven langer gezond maar diabetes, depressie en dementie vormen een groeiend probleem in een vergrijzende populatie. - Kwetsbare ouderen redden het niet alleen. Zorg voor zorg. - Gezondheidsachterstanden komen niet alleen in steden voor. De meeste gezondheidswinst is te behalen bij lagere sociaaleconomische groepen. - De jeugd: een gezonde investering. Zet in op minder problematiseren en meer normaliseren. - Preventie scoort niet, maar loont wel! Investeren in preventie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. - Een gezonde omgeving: een verademing! Ruimtelijke ontwikkeling biedt kansen voor gezondheid.
leidsterrein een thema het beste tot zijn recht komt. Zo past bijvoorbeeld het thema weerbaarheid (ook) prima binnen het jeugdbeleid en sluiten de thema’s bewegen, voeding en overgewicht goed aan op het sportbeleid. In de nota gezondheidsbeleid worden gemeentelijke doelstellingen beschreven In de nota gezondheidsbeleid beschrijft de gemeente de doelstellingen op het gebied van gezondheid en werkt ze verder uit. Daarbij zullen diverse regionale en lokale partijen betrokken worden omdat zij specifieke deskundigheid op het brede terrein van gezondheid hebben en verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van gezondheid en welzijn. Van belang is de uitwerking van de doelstellingen zo concreet mogelijk te maken alvorens tot uitvoering over te gaan.
Regionaal kompas: actuele informatie voor lokaal Gezondheidsbeleid krijgt vorm met diverse partners
gezondheidsbeleid op internet
Bij de uitvoering van gezondheidsbeleid zijn veel
De website www.regionaalkompas.nl is onderdeel
organisaties en partijen betrokken. Een groot deel
van de regionale VTV. Deze site biedt actuele cijfers,
van deze organisaties is in Valkenswaard al op één
voorbeelden uit de regio en het regionale aan-
of andere manier bij gezondheidsthema’s betrokken.
bod aan interventies. Het regionaal kompas biedt
Er is nog winst te behalen door bijvoorbeeld ook
daarnaast diverse links naar landelijke en regionale
private partijen, zoals supermarkten, te betrekken
websites zoals de ‘Handreiking Gezonde Gemeente’
als partners voor een gezonde leefstijl. Om invulling
van het RIVM en de gezondheidsatlas van de GGD:
te geven aan een integraal gezondheidsbeleid is het
www.ggdgezondheidsatlas.nl.
belangrijk interventies in te zetten die de gezondheid bevorderen in verschillende settings, zoals wijk,
GGD biedt ondersteuning bij de vertaling naar
school en werk.
gemeentelijk beleid De rVTV biedt een schat aan informatie voor
Gemeentelijk rapport biedt ook informatie voor
gemeentelijk (gezondheids)beleid. De realiteit is
andere beleidsterreinen
dat gemeenten keuzes moeten maken binnen hun
Het integrale gezondheidsprofiel (zie hoofdstuk
beleid. De GGD Brabant-Zuidoost ondersteunt
5) biedt de mogelijkheid om per thema diverse
gemeenten in de advisering en uitvoering hiervan.
9
10
2 De inwoners van Valkenswaard
11
Dit hoofdstuk beschrijft de huidige bevolkingssamenstelling van de gemeente Valkenswaard. De opbouw van de bevolking is een belangrijke factor voor de gezondheidstoestand van een gemeente. Met het ouder worden nemen de gezondheidsproblemen vaak toe. Ook het opleidingsniveau hangt samen met gezondheid, omdat mensen met een hogere opleiding vaak een betere gezondheid hebben. In dit hoofdstuk wordt tevens ingegaan op de bevolkingsprognose voor de gemeente Valkenswaard.
Valkenswaard telt ruim 30.500 inwoners
telde Valkenswaard 30.622 inwoners. De inwoners
Valkenswaard is één van de 21 gemeenten van de
van Valkenswaard wonen iets dichter op elkaar dan
regio Zuidoost-Brabant en is in 1934 ontstaan door
die in de regio: de bevolkingsdichtheid is 559 inwo-
samenvoeging van de gemeenten Valkenswaard,
ners per vierkante kilometer tegenover 510 inwoners
Dommelen en Borkel en Schaft. Op 1 januari 2011
in de regio Zuidoost-Brabant.
Figuur 2.1 Demografische opbouw van gemeente Valkenswaard in 2011 (Bron: CBS StatLine, 2011) 300 250 200 150 100 50 0 50 100
Aantal inwoners
150 200 250 300 5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Mannen Valkenswaard Vrouwen Valkenswaard Verschil in aantal vrouwen en mannen in Valkenswaard Mannen Nederland (relatief naar inwonertal gemeente) Vrouwen Nederland (relatief naar inwonertal gemeente)
12
55
60
65
70
75
80
85
90
95
Leeftijd in jaren
Minder jeugd en volwassenen tot 45 jaar in
Bijna 550 inwoners van Valkenswaard hebben geen
Valkenswaard vergeleken met landelijk beeld
opleiding of alleen lager onderwijs
Er wonen in Valkenswaard relatief meer mannen dan
In Valkenswaard bestaan geen grote verschillen in
vrouwen in de leeftijd tot ongeveer 25 jaar en vanaf
opleidingsniveau ten opzichte van de regio (figuur
70 jaar zijn er juist meer vrouwen dan mannen. De
2.2). Van de volwassenen (19 tot en met 64 jaar)
totale man-vrouw verdeling is ongeveer gelijk: 49%
heeft 28% een hbo- of wo-diploma, 35% een havo-,
mannen en 51% vrouwen.
vwo- of mbo-diploma, 35% een mavo- of lbo-diplo-
In figuur 2.1 is de leeftijdsopbouw van Valkenswaard
ma en 3% heeft helemaal geen opleiding of alleen
in 2011 weergeven. In Valkenswaard zijn er relatief
lager onderwijs gevolgd. Deze laatste groep betreft
weinig jongeren: 21% is jonger dan 20 jaar, vergele-
ongeveer 550 volwassenen in Valkenswaard (4).
ken met 24% landelijk. Het aandeel inwoners in de zogenoemde ‘productieve leeftijdsgroep’ van 20 tot
Ook Valkenswaard vergrijst
65 jaar is in Valkenswaard 59%; relatief veel inwo-
Volgens de huidige prognose daalt het aantal inwo-
ners zijn tussen de 45 en 65 jaar. Ook het aandeel
ners van Valkenswaard van ongeveer 30.500 inwo-
65-plussers ligt hoger dan landelijk (20% versus 16%
ners in 2011 naar ongeveer 30.000 inwoners in 2030
in Nederland).
naar ongeveer 28.800 inwoners in 2040. Volgens de
Er bestaan ook verschillen in de verdeling van de
prognose stijgt het relatieve aandeel ouderen en
huishoudens. Van alle huishoudens bestaat 32% uit
daalt het aandeel jeugd en volwassenen (figuur 2.3)
éénpersoonshuishoudens, 35% uit huishoudens zon-
(3, 5). Deze vergrijzing is een landelijke trend als ge-
der kinderen en 33% uit huishoudens met kinderen.
volg van de naoorlogse geboortegolf en een langere
Daarmee is het percentage éénpersoonshuishoudens
levensverwachting.
iets lager en het percentage huishoudens zonder kinderen iets hoger dan landelijk (Nederland: respectievelijk 36% en 30%). Het percentage huishoudens met kinderen is in Valkenswaard wel nagenoeg gelijk aan het landelijk beeld (3).
Figuur 2.2 Opleidingsniveau van inwoners van 19 t/m 64 jaar in Valkenswaard en Zuidoost-Brabant in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
geen opleiding/ lager onderwijs
mavo/lbo
havo/vwo/mbo hbo/wo 0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
percentage
50
Zuidoost-Brabant Valkenswaard
13
Figuur 2.3 Prognose leeftijdsopbouw bevolking Valkenswaard, 2011-2040 (Bron: CBS StatLine 2011 en Provincie Noord-Brabant Bevolkingsprognose 2008) inwoners
2600 2400
CBS 2011
2200
Prognose 2030 Prognose 2040
2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200
14
95+
90-95
85-90
80-85
75-80
70-75
65-70
60-65
55-60
50-55
45-50
40-45
35-40
30-35
25-30
20-25
15-20
10-15
5-10
0-5
0
leeftijd in jaren
15
16
3 Kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid
17
Gezondheid algemeen
Minder kinderen in Valkenswaard chronisch ziek Het aantal 0- tot en met 11- jarige kinderen dat één
Levensverwachting inwoners van Valkenswaard
of meer chronische aandoeningen heeft, ligt in Val-
gelijk aan de regio
kenswaard lager (13%) dan in de regio (19%). Vooral
De levensverwachting bij geboorte in Valkenswaard
het aantal kinderen met eczeem en astma of bronchi-
is voor mannen 77,3 jaar en voor vrouwen 82,5 jaar.
tis is in Valkenswaard kleiner, al zijn het nog steeds
Voor mannen en vrouwen in Zuidoost-Brabant is dat
wel de twee meest voorkomende aandoeningen bij
respectievelijk 78,1 jaar en 82,4 jaar. De totale levens-
kinderen (4).
verwachting is in Valkenswaard bijna gelijk aan het landelijk gemiddelde (6). De gemeente Valkenswaard telt gemiddeld 74 sterfgevallen per 10.000 inwoners per jaar. In de regio betreft het gemiddeld 71 sterfgevallen. De vijf belangrijkste specifieke doodsoorzaken zijn coronaire hartziekten, longkanker, beroerte, dementie en chronische obstructieve longziekten. Dit geldt zowel voor Nederland als Zuidoost-Brabant (2).
Kernboodschap: Door de vergrijzing en de gestegen levensverwachting neemt het aantal mensen met chronische aandoeningen en beperkingen de komende jaren verder toe. Bevorder via integraal gezondheidsbeleid dat ook mensen met een beperking kunnen blijven meedoen.
Meer ouderen positief over de eigen gezondheid De levensverwachting in Nederland is al jaren aan
Toename van het aantal chronisch zieken leidt tot
het stijgen en stijgt nog steeds. Maar lang niet alle
een grotere en complexere vraag naar zorg
levensjaren zijn ook levensjaren zonder ziekte of
De keerzijde van langer leven is dat de ouderdoms-
in goede ervaren gezondheid. In 2009 beoordeelde
ziekten als diabetes, dementie en een combinatie van
11% van de volwassenen en 24% van de ouderen
aandoeningen meer kans hebben om op te treden.
in Valkenswaard de eigen gezondheid als ‘gaat
Dit zal leiden tot een grotere en complexere zorg-
wel’ tot ‘slecht’. Opvallend daarbij is dat het aantal
vraag. Geschat wordt dat het aantal patiënten met
Valkenswaardse ouderen dat positief is over de eigen
diabetes in Zuidoost-Brabant in 2020 gestegen zal
gezondheid de afgelopen jaren behoorlijk is toege-
zijn met 27% ten opzichte van 2007 en dat het aantal
nomen. Bij de volwassenen is er (nog) geen duidelij-
coronaire hartziekten stijgt met 37%. Deze trends zijn
ke verandering zichtbaar. In Zuidoost-Brabant zijn de
gebaseerd op demografische ontwikkelingen en kun-
laatste jaren zowel de ouderen als de volwassenen
nen veranderen door onder andere ontwikkelingen
positiever geworden over hun gezondheid (4).
in de gezondheidszorg, trends in leefstijl en andere sociaaleconomische omstandigheden.
Hoge bloeddruk en gewrichtsslijtage zijn de meest
Diabetes en coronaire hartziekten hebben een grote
voorkomende chronische aandoeningen
zorg- en ziektelast. Dat geldt eveneens voor beroerte,
Onder ouderen komen hoge bloeddruk en ge-
depressie en angststoornissen. Samen behoren zij tot
wrichtsslijtage het meest voor, gevolgd door diabetes
de top 5 van ziekten met de grootste ziektelast en
mellitus (suikerziekte) en botontkalking. Geen van
hebben daarmee een groot effect op de volksgezond-
deze aandoeningen komt vaker voor in Valkens-
heid. Bij mensen van 75 jaar en ouder is dementie ver-
waard dan gemiddeld in de regio. In Zuidoost-Bra-
antwoordelijk voor veel ziektelast (7). De zorg voor
bant krijgen ouderen in toenemende mate te kam-
mensen met dementie is erg arbeidsintensief, zeker in
pen met ziekten als diabetes, luchtwegaandoeningen
de eindfase van de ziekte. Ongeveer 70 procent van
of ernstige hartproblemen. In Valkenswaard is deze
de mensen met dementie woont nog thuis en wordt
trend (nog) niet zichtbaar.
verzorgd door hun naaste familie of hun omgeving,
Onder volwassenen is gewrichtsslijtage de meest
de mantelzorgers (8). De druk op deze mantelzorgers
voorkomende chronische aandoening, gevolgd door
zal nog verder toenemen, aangezien de vraag waar-
hoge bloeddruk en aandoeningen aan de nek of
schijnlijk sneller stijgt dan het aanbod (zie kernbood-
schouders (4).
schap ‘mantelzorg’) (2).
18
Verminder beperkingen en bevorder participatie van
zoveel mogelijk terugdringen van de beperkingen,
chronisch zieken…
bijvoorbeeld via hulpmiddelen of medicatie, kunnen
Niet de ziekten zelf, maar vooral de beperkingen
veel mensen met een beperking voor zichzelf blijven
die daarmee samenhangen, bepalen de mate waarin
zorgen en een goede kwaliteit van leven ervaren.
mensen belemmerd worden in hun zelfredzaamheid.
Gemeenten hebben een rol in het ondersteunen van
Leven met een chronische ziekte kan samengaan met
deze mensen en hen zo lang mogelijk mee te laten
een goed ervaren gezondheid en een leven zonder
doen in de samenleving. Hierbij zal de focus vooral
lichamelijke beperkingen. Maar voor een aantal
moeten liggen op het verminderen van de beperkin-
chronisch zieken is dit zeker niet het geval. In Val-
gen en het bevorderen van participatie.
kenswaard wordt één op de drie volwassenen licht tot sterk belemmerd in het dagelijks functioneren
…en zorg voor coördinatie in de zorg
als gevolg van één of meerdere chronische aandoe-
Een bijkomend aspect van een langere levensver-
ningen. Bij één op de tien is er zelfs sprake van een
wachting is een toename van het aantal mensen met
ernstige belemmering. Deze percentages liggen
meerdere ziekten tegelijk. Deze multimorbiditeit
hoger dan gemiddeld in de regio. Van de ouderen in
maakt de zorg complexer. Patiënten krijgen te ma-
Valkenswaard is bijna de helft van de groep licht tot
ken met meerdere zorgverleners tegelijkertijd. Een
sterk belemmerd in het dagelijks functioneren. Hier-
goede coördinatie en communicatie tussen behande-
van is 13% sterk belemmerd (figuur 3.1) (4). Door het
laars is daarbij van groot belang (2, 7).
Figuur 3.1 Inwoners met beperkingen als gevolg van een chronische ziekte, relatief naar leeftijdsgroep in Valkenswaard in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
34% 24%
13%
9% 19-64 jaar
65+
Licht belemmerd in het dagelijks functioneren Sterk belemmerd in het dagelijks functioneren
19
Een ongezonde leefstijl is een belangrijke factor voor gezondheidsverlies Leefstijlfactoren, vooral roken, alcohol en overgewicht, zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de belangrijkste groepen doodsoorzaken zoals harten vaatziekten, kanker en ziekten van de ademhalingswegen. De urgentie om te blijven investeren in preventie en het terugdringen van ongezond gedrag blijft daarmee onveranderd hoog (2). Naast ongezond gedrag zijn ook de sociale en fysieke omgeving van invloed op het ontstaan van ziekte. Ongezonde factoren komen vaak in combinatie voor. Juist deze combinatie van ongezond gedrag in een ongezonde omgeving brengt extra gezondheidsrisico’s met zich mee.
Maak de gezonde keuze de makkelijke keuze; geef aandacht aan gezondheid binnen meerdere beleidsterreinen De gemeente Valkenswaard besteedt binnen het lokale gezondheidsbeleid, het sportbeleid en het Wmobeleid al aandacht aan preventie van ziekten en het ondersteunen van mensen met een beperking. Maar de gemeente kan via andere beleidsterreinen nog meer doen om het haar inwoners gemakkelijker te maken om zich gezond te gedragen. Mensen moeten zo min mogelijk drempels ondervinden wanneer zij er voor kiezen om gezond te leven (1). Daar kan vanuit verschillende sectoren een bijdrage aan worden geleverd. Voorbeelden zijn veilige fietspaden of parken waar je veilig kunt spelen, wandelen en hardlopen, gebouwen waar het nemen van de trap meer voor de hand ligt dan de lift en een gezond aanbod in de kantine van scholen. Door bijvoorbeeld het verminderen van schooluitval, het opleiden van jongeren en het terugkeren van werklozen naar de arbeidsmarkt krijgen mensen niet alleen betere kansen in het maatschappelijke leven, maar ook betere kansen op gezondheid. Het belang van integraal gezondheidsbeleid wordt ook onderstreept door minister Schippers van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS). In de landelijke beleidsnota ‘Gezondheid dichtbij’ wordt voor het thema ‘Sporten en bewegen in de buurt’ verwezen naar de beleidsbrief sport en naar het Wmo-beleid van gemeenten (1, 9).
20
Psychische gezondheid
Veel mensen lopen risico op een depressie of angststoornis
Jongeren voelen zich steeds vaker psychisch
Ruim een derde van de volwassenen uit Valkens-
ongezond
waard (36%) heeft een matig of hoog risico op
In Zuidoost-Brabant is een positieve trend te zien bij
een depressie of angststoornis. Bij 6% is sprake van
de psychische gezondheid van volwassenen en oude-
een hoog risico. Drie procent van de volwassenen
ren: steeds minder volwassenen en ouderen voelen
gebruikt medicijnen voor angst, depressie, spanning
zich psychisch ongezond. Vijftien procent van de vol-
of stress. Dit is iets lager dan in de regio waar 5%
wassenen en 16% van de 65-plussers in Valkenswaard
hiervoor medicijnen gebruikt. Landelijk onderzoek
voelt zich psychisch ongezond. Psychische ongezond-
toont aan dat angsten en depressies ook een groter
heid is bij de jeugd van 12 tot en met 17 jaar tussen
probleem zijn onder jongeren dan tot voor kort
2003 en 2007 toegenomen, zowel in Valkenswaard
bekend was. Van de jongeren onder de 18 jaar heeft
als in de regio (figuur 3.2).
15% wel eens een depressieve periode meegemaakt
Jongeren uit éénouder- of nieuwgevormde gezinnen
(10).
en niet-schoolgaande jongeren hebben vaker een slechtere psychische gezondheid. Van de volwassen
Een derde van de jongeren met psychische
bevolking met een inkomen beneden modaal is ruim
problemen denkt aan zelfdoding
een kwart psychisch ongezond. Ook zijn mensen
Elf procent van de Valkenswaardse jongeren van 12
met een laag opleidingsniveau (ten hoogste lagere
tot en met 18 jaar piekert dag en nacht. Jongeren
school) vaker psychisch ongezond dan mensen met
piekeren vooral over hun uiterlijk, schoolprestaties
een hoog opleidingsniveau (4).
en relaties. Een kwart van de jongeren van 12 tot en met 18 jaar in Valkenswaard heeft één of meer problemen met ingrij-
Kernboodschap: Psychische problemen bij jongeren komen steeds vaker voor. Bevorder vroegsignalering en de bekendheid met beschikbare interventies, zodat hulpverleners tijdig en juist kunnen doorverwijzen.
pende gebeurtenissen. In de regio ligt dit percentage (21%) lager dan in Valkenswaard. Tien procent van de jongeren heeft in het afgelopen jaar zelfdoding overwogen en 2% zegt ook daadwerkelijk een poging te hebben ondernomen. Dit is vergelijkbaar met de regio. Het overgrote
deel van de mensen die suïcide plegen, heeft een psychische stoornis, zoals een depressie. Van de
Figuur 3.2 Psychische ongezondheid bij 12- tot en met 17-jarigen in Valkenswaard en Zuidoost-Brabant (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
10%
16%
Valkenswaard
2003
9%
13%
Zuidoost-Brabant
2007
21
Zuidoost-Brabantse jongeren die zich psychisch on-
alcoholverslaving (11). Daarnaast draagt sporten bij
gezond voelen heeft 35% in het afgelopen jaar aan
aan een sneller herstel. Sportende mensen met een
zelfdoding gedacht. Negen procent van de jongeren
recente psychische stoornis zijn na drie jaar anderhalf
met een slechte ervaren psychische gezondheid heeft
keer vaker hersteld van hun ziekte dan mensen met
behoefte aan professionele hulp (4).
een psychische stoornis die niet sporten. De GGZ-preventie zou zich meer kunnen richten op
Depressie behoort tot de top vijf van ziekten met de
het stimuleren van bewegen bij gezonde mensen en
hoogste ziektelast
bij groepen waarvan bekend is dat ze risico lopen
Het aantal mensen met een depressie neemt toe.
op het ontwikkelen van een psychische stoornis. Het
Depressie behoort tot de top 5 van ziekten met de
kabinet legt in de beleidsbrief sport (9) de nadruk op
hoogste ziektelast. Psychische problematiek kan
een beweegvriendelijke en veilige omgeving, waarin
verregaande gevolgen hebben. Het belemmert het
sporten en bewegen voor elke leeftijdsgroep dichtbij
functioneren in het dagelijks leven, vermindert de
huis mogelijk is.
kwaliteit van leven en kan zelfs ernstige zelfdestructieve vormen aannemen, zoals suïcidaal gedrag.
Gemeente heeft vooral een rol in het voorkómen
Een depressie op jonge leeftijd kan de schoolcarrière
van psychische problemen
ernstig schaden en is een belangrijke voorspeller
Een veilige en groene leefomgeving heeft een
voor het ontwikkelen van een depressie op latere
gunstige invloed op de psychische gezondheid. De
leeftijd. Door een depressie kunnen volwassenen uit
leefbaarheid in de dorpen wordt in belangrijke mate
het arbeidsproces vallen, ouderen kunnen sociaal
bepaald door hoe mensen in een gebied met elkaar
geïsoleerd raken en vereenzamen en mantelzorgers
samenleven; de sociale omgeving. Het bevorderen
kunnen geen zorg meer bieden aan hun naasten.
van de sociale samenhang is een gemeentelijke
Risicogroepen zijn onder andere kinderen en jonge-
taak in het kader van de Wmo. Het Wmo-beleid is
ren die in armoede leven, mantelzorg verlenen of
dan ook een belangrijke schakel bij het vormgeven
worden blootgesteld aan verwaarlozing, misbruik of
van het lokaal gezondheidsbeleid voor kwetsbare
geweld. Mensen met een andere culturele achter-
groepen.
grond of vluchtelingenachtergrond hebben ook een
Depressie is benoemd als één van de speerpunten
verhoogd risico op psychische klachten en depressie
in het Lokaal Gezondheidsbeleid van de gemeente
in het bijzonder. Ook ‘kwetsbare’ ouderen waarbij
Valkenswaard (12). Vanuit dit kader is een werkgroep
sprake is van eenzaamheid, weinig sociale steun,
depressie opgestart waarin zowel lokale als regionale
lichamelijke ziekten en beperkingen of een laag
partijen vertegenwoordigd zijn (Binnen (onderdeel
inkomen hebben een verhoogd risico op depressieve
GGzE), praktijkondersteuners GGZ, Zuidzorg Val-
klachten. Sociale participatie en gevoel van controle
kenswaard, AMW Dommelregio, Paladijn welzijn en
over het eigen leven beschermen tegen een depres-
GGD). De gemeente voert de regie vanuit de Stuur-
sie.
groep LGB.
Depressie en overgewicht gaan vaak samen
Algemene voorlichting maakt psychische problemen bespreekbaar Preventie van psychische problemen door voorlichting kan helpen het taboe rondom psychische klachten te doorbreken waardoor mensen met depressieve klachten eerder hulp gaan zoeken. Bij volwassenen kan preventie van psychische problemen gericht worden op de groep die werk en zorgtaken combineert. Door voorlichting aan naastbetrokkenen van mensen met een depressie worden zij eerder bewust van het feit dat ook zijzelf risico lopen op een depressie en kunnen zij sneller hulp zoeken. Preventie van psychische problemen bij ouderen kan als boodschap hebben ‘succesvol ouder worden’ en ‘behoud van de kwaliteit van leven’.
Mensen met overgewicht hebben meer kans op een depressie, en andersom. Mensen met diabetes mellitus hebben twee keer zo veel kans op een depressie als gezonde mensen. Recent onderzoek laat zien dat mensen die weinig bewegen meer risico lopen op het ontwikkelen van een psychische aandoening. Omgekeerd heeft bewegen een positief effect op het voorkomen en het herstel van psychische aandoeningen. Depressiepreventie kan dus ook indirect door in te steken op de leefstijlfactoren voeding en beweging. Met sporten minder kans op psychische stoornis Mensen die sporten hebben vijftig procent minder kans om een psychische stoornis te ontwikkelen dan mensen die niet sporten. Ze hebben minder vaak last van depressies, fobieën, andere angststoornissen en
22
Depressiepreventie krijgt vorm door brede insteek Preventie van psychische problemen heeft de beste resultaten als publieksvoorlichting, vroegsignalering en advisering, ondersteuningsprogramma’s en maatregelen gericht op de omgeving in combinatie worden uitgevoerd. - Intermediairs kunnen een belangrijke rol spelen in het tijdig signaleren van depressie en de risico’s daarop. Zo kunnen bijvoorbeeld signaleringsprotocollen worden gebruikt door ouderenwerkers, maatschappelijk werkers of wijkverpleegkundigen. Zij kunnen getraind worden middels een cursus signaleren, gericht op onderwerpen als armoede, eenzaamheid en huiselijk geweld. Ook voor andere vrijwilligers van informele zorgaanbieders (bijvoorbeeld de Zonnebloem, het Rode Kruis, de klussen- en vervoersdienst) kan een training in signalering nuttig zijn. Voor Wmo-medewerkers die de zogenaamde ‘keukentafelgesprekken’ voeren is dit zinvol. Medewerkers van jeugdgezondheidszorg signaleren in sommige gevallen al (beginnende) depressie bij ouders van jonge kinderen of bij pubers. Leerkrachten kunnen getraind worden in het signaleren en bespreekbaar maken van depressieve klachten en de mogelijkheden om door te verwijzen (in samenwerking met deskundigen vanuit de jeugdgezondheidszorg). Vanuit de eerder genoemde werkgroep depressie is ook het initiatief ontstaan voor een cursus deskundigheidsbevordering bij jongerenwerkers door trainers van Binnen (GGzE), die in december 2011 is aangeboden. - Naast signalering is ook de verdere opvolging van een signaal belangrijk. Waar kan iemand terecht met het signaal; wat gebeurt er vervolgens, wie coördineert dit en wordt er ook teruggekoppeld naar degene die het signaal heeft gemeld? - In de regio is een breed aanbod op het gebied van depressie beschikbaar, maar er wordt nog te weinig gebruik gemaakt van de cursussen en groepsinterventies (13). Het bereik hiervan kan nog verbeterd worden. Zorg- en hulpverleners weten vaak nog te weinig van elkaars aanbod, waardoor er niet optimaal wordt doorverwezen. De werkgroep depressie heeft daarom in 2011 het aanbod van tal van aanbieders gebundeld in een handzaam boekje ‘Klaart het nog op?’ (14). Begin 2012 zal dit actief en breed verspreid worden onder de verschillende verwijzers in de gemeente. - Vanuit de werkgroep depressie is ook de suggestie gedaan voor een combinatie-interventie van depressie en bewegen. Er zijn al diverse
programma’s die hun nut op dit vlak hebben bewezen, zoals ‘liever bewegen dan moe’ of ‘bewegen zonder zorgen’. - De inrichting van de leefomgeving draagt bij aan een prettige en veilige woonomgeving en nodigt uit om sociale steun te bieden aan elkaar. Gemeenten hebben bij uitstek invloed op het inrichten van de directe leefomgeving, de sociale samenhang in een dorp en het creëren van veiligheid. Belangrijk hierbij is om de participatie van bewoners te stimuleren. Vooral een goed contact met de buren beschermt tegen depressie (15). - Een nieuwe vorm van zorgverlening is e-Health (16). Er zijn bewezen effectieve e-mental health programma’s voor het ontwikkelen van mentale weerbaarheid en voor de preventie en behandeling van depressie. Deze vorm van zorgverlening sluit ook goed aan bij de jeugd (1). Depressiepreventie past binnen meerdere beleidsterreinen Depressiepreventie biedt bij uitstek mogelijkheden om relaties te leggen met andere beleidsterreinen. Onderdelen van het bestaande lokale beleid op het gebied van welzijn, jeugd en onderwijs, werk en inkomen, huisvesting en sport kunnen ook een functie vervullen bij een integrale aanpak voor depressiepreventie. Ook het Wmo-beleid is een belangrijke schakel bij het vormgeven van het lokaal gezondheidsbeleid voor kwetsbare groepen. Gemeenten hebben bij uitstek invloed op het inrichten van de directe leefomgeving (zoals de hoeveelheid groen in de omgeving), de sociale samenhang in een dorp en het creëren van veiligheid. Activiteiten gericht op het vergroten van sociale participatie, versterking van mantelzorgers en de bestrijding van eenzaamheid, kunnen ook in dit beleid worden geplaatst. Samen sta je sterker Depressiepreventie heeft veel invalshoeken en er zijn veel activiteiten en interventies die door verschillende organisaties kunnen worden uitgevoerd. Belangrijke partners voor de gemeente zijn de GGZ en de GGD. Maar ook zorg- en welzijnsorganisaties, maatschappelijk werk en ouderenbonden zoals het KBO zijn onmisbaar voor het bereiken van doelgroepen. Daarnaast kunnen verpleeg- en verzorgingshuizen een ondersteunende functie hebben voor zelfstandig wonende ouderen. Waar depressiepreventie overgaat in zorg, spelen binnen de eerste lijn de huisarts en praktijkondersteuner GGZ een belangrijke rol. Ten slotte is ook het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) van belang voor begeleiding van risicogezinnen. 23
Bewegen, voeding en overgewicht
Bijna de helft (45%) van de volwassen inwoners van Valkenswaard heeft overgewicht en 11% heeft ernstig overgewicht. Het aandeel ouderen met
Inwoners Valkenswaard scoren goed op lichamelijke
overgewicht ligt nog hoger. Maar liefst 59% van de
activiteit
ouderen in Valkenswaard heeft overgewicht, hiervan
In Valkenswaard lijkt het sportgedrag gunstig. Ver-
heeft 15% ernstig overgewicht (figuur 3.4). Bij alle
geleken met de regio zijn er minder kinderen van 4
leeftijdsgroepen is het overgewicht in Valkenswaard
tot en met 11 jaar die niet sporten en meer kinderen
de afgelopen jaren stabiel gebleven. In Zuidoost-
die veel (meer dan 3 uur in de week) sporten. In 2008
Brabant als geheel zien we wel een stijging van het
sportte 28% van de kinderen meer dan 3 uur in de
overgewicht bij ouderen (4).
week, terwijl dit in 2005 nog maar 18% was. Op school sport 18% van de kinderen minder dan twee keer per week (regio 23%). Gunstig is ook dat volwassen inwoners van Valkenswaard vaker aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen voldoen (68% versus 62% in de regio) (4). De jeugd van Valkenswaard is vaker lid van een sportclub of sportschool
Kernboodschap: Overgewicht komt in Valkenswaard even vaak voor als in de regio, hoewel er relatief veel gesport wordt. Verbind de initiatieven die een gezonde leefstijl bevorderen, met de nadruk op sporten en bewegen in de buurt.
vergeleken met hun leeftijdsgenootjes in de regio. Van de kinderen van 4 tot en met 11 jaar is 74% lid, en van de jeugd van 12 tot en met 18
Overgewicht vormt een risicofactor voor lichamelijke
jaar is 77% lid van een sportclub of sportschool (re-
en geestelijke ongezondheid
gio: respectievelijk 66% en 71%). Het percentage 12-
Overgewicht en vooral obesitas vormen een risico
tot en met 18-jarigen dat lid is van een sportclub of
voor de gezondheid, zowel lichamelijk als geestelijk.
sportschool is gestegen van 67% in 2003 naar 78% in
Volwassenen met obesitas hebben meer kans op
2007 (4). Naast sporten is ook het dagelijks bewegen
diabetes type 2, hartziekten en een aantal vormen
(buitenspelen, fietsen, lopen e.d.) van belang. Voor
van kanker. Door het stijgend aantal ouderen zal het
de jeugd wordt aanbevolen (in de Nederlandse Norm
aantal mensen met diabetes in Zuidoost-Brabant in
Gezond Bewegen) om dagelijks 1 uur matig intensief
2020 naar schatting met 27% toenemen ten opzichte
te bewegen.
van 2007 (2). Ook bij kinderen hebben overgewicht en obesitas schadelijke gevolgen. Zo hebben kinde-
Ondanks gunstig sportgedrag is het percentage
ren met overgewicht steeds vaker last van glucose-
overgewicht niet lager in Valkenswaard
intolerantie en diabetes type 2. Bovendien worden
Het percentage overgewicht in Valkenswaard is
zware kinderen meestal zware volwassenen. Kinde-
vergelijkbaar met de regio. Ondanks het gunstige
ren en volwassenen met overgewicht lopen meer
sportgedrag van de inwoners van Valkenswaard
risico op psychosociale problemen, stigmatisering en
komt er niet minder overgewicht voor. Elf procent
discriminatie. Overgewicht komt niet in gelijke mate
van de kinderen (2 tot en met 11 jaar), en 7% van de
voor in de samenleving. Mensen met een laag inko-
jongeren (12 tot en met 18 jaar) heeft overgewicht.
men en sommige niet-westerse allochtonen (zoals
Eén procent van de kinderen en 0,6% van de jonge-
Turken en Marokkanen) hebben vaker overgewicht.
ren heeft zelfs ernstig overgewicht (obesitas). Er zijn aanzienlijke verschillen tussen jongeren; zo heeft bij
In Valkenswaard is winst te behalen met gezonde
onderzoek door de jeugdgezondheidszorg 14% van
voeding
de jongeren die op scholengemeenschap Were Di in
Er zijn aanwijzingen dat borstvoeding het kind
de 2e klas van het vmbo zitten overgewicht; dit is
beschermt tegen het ontwikkelen van overgewicht.
ruim twee keer zoveel als bij hun leeftijdsgenoten op
Toch krijgt een derde (32%) van de kinderen in
havo of vwo (figuur 3.3) (4).
Valkenswaard geen of onvolledige borstvoeding. Het aantal moeders dat borstvoeding geeft in Valkenswaard is gelijk gebleven. Het eten van voldoende groente en fruit behoort
24
Figuur 3.3 Overgewicht en obesitas in klas 2 van scholengemeenschap Were Di naar schooltype in het schooljaar 2010-2011 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
14% 6%
2%
1%
vmbo
havo/vwo
Overgewicht (inclusief obesitas)
Obesitas
Figuur 3.4 Overgewicht en obesitas in Valkenswaard naar leeftijd (Bron: Gezondheidsmonitors GGD BrabantZuidoost)
59% 45%
11% 1% 2-11 jaar
7%
15% 0,6%
12-18 jaar
Overgewicht (inclusief obesitas)
11% 19-64 jaar
65+
Obesitas
25
tot een gezond voedingspatroon. Bijna twee op de
(Sport2B) en sporten in de wijk. Ook werden
vijf 1- tot en met 11-jarigen eet niet dagelijks fruit
vertegenwoordigers van directies basisonderwijs,
en groente. In de regio eten de leeftijdsgenootjes
vakdocenten lichamelijke opvoeding en verte-
vooral meer fruit. Het aandeel kinderen in Valkens-
genwoordigers van sportverenigingen hiervoor
waard dat groente eet is wel toegenomen. Onder
benaderd. Het bleek moeilijk om de aandacht
de Valkenswaardse jongeren (12 tot en met 18 jaar)
voor een gezonde energiebalans structureel te
is de groente- en fruitconsumptie een stuk minder
behouden. In overleg met de partners is gaande-
goed. Bijna twee derde (64%) van de jeugd eet niet
weg besloten om de preventieprojecten meer op
dagelijks groente en bijna driekwart (74%) van de
een projectbasis te organiseren.
jeugd eet niet dagelijks fruit. Ook een groot deel van de volwassenen en ouderen
- In december 2009 is aan de gemeente (LGB)
in Valkenswaard voldoet niet aan de normen voor
opnieuw een plan van aanpak overgewicht voor-
groente- en fruitconsumptie. Onder volwassenen
gelegd, ditmaal niet beperkt tot de jeugd, met
voldoet respectievelijk 71% en 79% niet aan de norm
de bedoeling om een werkgroep te vormen met
voor groente- en fruitconsumptie. Vooral de fruit-
lokale partijen zoals de thuiszorg en het welzijns-
consumptie ligt hoger in de regio. Van de ouderen
werk. Dit bleek onhaalbaar; geopteerd is toen
voldoet respectievelijk 72% en 57% niet aan de norm
om in 2010 nauwer te gaan samenwerken met
voor groente- en fruitconsumptie (4).
de overige A2-gemeenten en het thema gezonde leefstijl en gezond gewicht te benaderen vanuit
Sportstimulering biedt in Valkenswaard kansen voor
de optiek van het terugdringen van sociaal-
preventie van overgewicht
economische gezondheidsverschillen. Zo wordt
Overgewicht voorkómen door een gezonde leef-
onderzocht of voedingsvoorlichting een structu-
stijl te bevorderen is van groot belang, omdat het
rele plek kan krijgen binnen budgetteringscursus-
moeilijk is om eenmaal bestaand overgewicht aan
sen. Ook zijn er voorbereidingen gaande om te
te pakken. Het bevorderen van een gezond voe-
starten met het laagdrempelig beweeginitiatief
dingspatroon en gezonde beweeggewoonten in de
‘Wandelen in de Wijk’.
jeugdjaren lijkt de beste garantie te bieden voor het behoud van een gezond gewicht. In Valkenswaard
- Ouders van jonge kinderen worden geïnformeerd
is er al veel aandacht voor overgewichtpreventie via
over groei en ontwikkeling via het programma ‘Ik
sportstimulering:
opgroeien’ en kunnen bij vragen over opvoeding terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin.
- Aandacht voor een gezonde leefstijl en een gezond gewicht heeft, met name voor de jeugd, al een lange geschiedenis in Valkenswaard. In 2003 is de gemeente Valkenswaard gestart
- In de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) wordt gewerkt volgens het landelijke ‘Signaleringsprotocol Overgewicht in de Jeugdgezondheidszorg’ (18)
met de zogenaamde Breedtesportimpuls, op-
waardoor het mogelijk is om op een uniforme
gevolgd door de Buurt-Onderwijs-Sport–impuls
wijze kinderen met overgewicht en obesitas te
(BOS-impuls) vanaf 2008. De middelen werden
signaleren en te registreren. Hierin wordt prima
ingezet voor onder andere de aanschaf van de
samengewerkt door ZuidZorg en GGD. Het regio-
lesmethode “Lekker Fit op School” voor alle 12
nale ondersteuningsaanbod is gebaseerd op het
basisscholen, de inzet van het “Gezonde Fruitbuf-
‘Overbruggingsplan’ (19); dit voorziet in zowel
fet” tijdens de jaarlijkse gemeentelijke school-
primaire als secundaire preventie voor kinderen
sportdagen, de Regionale Special Olympics en de
van 0 tot 19 jaar met overgewicht en obesitas.
Nationale Burendag. Ook promotionele aandacht voor het drinken van water tijdens en na sport-
- Het onderwijs is een geschikt kanaal om de jeugd
activiteiten en ondersteuning bij het project
te bereiken, ook als het gaat om een gezonde
‘Gezond schoolontbijt’ zijn activiteiten die vanuit
leefstijl. Zo is de GGD Brabant-Zuidoost sinds
de BOS-impuls zijn ondersteund.
2010 betrokken op scholengemeenschap Were Di in het kader van het gezonder maken van de
De GGD Brabant-Zuidoost sloot aan bij de werk-
26
schoolkantine. Dit sluit aan bij het traject ‘vmbo
groepen die gevormd werden voor de verschil-
in beweging’ waarin de school zorgt voor een
lende deelprojecten binnen de BOS-impuls voor
uitgebreider aanbod sport en bewegen voor de
basisscholen (Sport4Kids), voortgezet onderwijs
leerlingen. Het zoeken van draagvlak voor een
gezondere schoolkantine liep nog door in 2011. Enkele basisscholen in Valkenswaard hebben het
skatebaan, maar ook aan wandel- en fietspaden of een beweegtuin in het dorp.
advies en de ondersteuning van de GGD ingeroepen. Zo is basisschool ’t Smelleken ondersteund met materialen en heeft basisschool Schepelweyen ondersteuning gehad bij een themaperiode rondom de introductie van fruit eten op school. Op basisschool Doorenhagen heeft de GGD een ouderavond over gezond eten voor kinderen
- Regelgeving en handhaving: door een restrictief vestigings- en vergunningenbeleid van (mobiele) snackbars en fastfoodrestaurants in de buurt van (middelbare) scholen of tijdens evenementen kan ongezond eten minder bereikbaar gemaakt worden.
verzorgd.
Meer afstemming en samenwerking tussen professionals is gewenst Programma’s voor leefstijlverbetering vragen een lange looptijd en samenwerking tussen diverse professionals. Het signaleren van (risico op) overgewicht, het uitvoeren van geschikte programma’s en vooral ook het aanleren en volhouden van een gezondere leefstijl vragen om verbinding van preventie en zorg. De uitdaging voor alle partijen is elkaar goed op de hoogte te houden van het aanbod. Naast het stimuleren van gezond gedrag is de omgeving van invloed op de toename in overgewicht. Daarbij gaat het om zowel de fysieke als de sociale omgeving. In het ideale geval nodigt de fysieke omgeving uit tot bewegen en gezond eten. De landelijke nota gezondheidsbeleid pleit ervoor de gezonde keuze de makkelijke keuze te laten zijn. Het kabinet wil dat iedereen veilig kan sporten, bewegen en spelen in de buurt (1). De sociale omgeving kan het veranderen van normen en waarden stimuleren en ondersteunt gezond gedrag. Algemene voorlichting over een gezond beweeg- en voedingspatroon blijft daarom van belang. Integraal beleid biedt in Valkenswaard meerwaarde bij aanpak overgewicht Voor een effectieve preventie van overgewicht is integraal beleid nodig. Er is veel winst te behalen als het thema ‘Veilig sporten en bewegen in de buurt’ een gezamenlijk speerpunt wordt van de beleidsterreinen Wmo, sport en Lokaal gezondheidsbeleid. In dit verband is het zeker aan te raden om gezamenlijk met wijkcoördinatoren en buurtverenigingen na te denken over een aanpak per wijk. Maar er zijn meer mogelijkheden die vanuit verschillende beleidsterreinen kunnen worden opgepakt (20):
- Voorlichting en educatie; het is van belang om aandacht te blijven geven aan gezond eten en voldoende bewegen. De ‘JOGG aanpak’ (Jongeren Op Gezond Gewicht) zet aan tot het gezamenlijk gezond eten, actief spelen en recreatie waarbij iedereen zich inzet om gezond eten en bewegen voor jongeren gemakkelijk en aantrekkelijk te maken. Jongeren, hun ouders en hun omgeving staan hierbij centraal. In deze lokale aanpak nemen niet alleen ouders en gezondheidsprofessionals deel, maar bijvoorbeeld ook winkeliers, bedrijven, scholen en de gemeente. - Intermediairs spelen een belangrijke rol in het opsporen van mensen met risico op overgewicht en in de doorverwijzing naar passend aanbod. Binnen de jeugdgezondheidszorg wordt overgewicht vroegtijdig gesignaleerd en door middel van motiverende gespreksvoering met ouders en kinderen bespreekbaar gemaakt. Een nieuwe ontwikkeling is het landelijk ontwikkelde ‘Preventieconsult’, waarbij huisartsen mensen met overgewicht kunnen opsporen en doorverwijzen naar leefstijlprogramma’s. - Stimuleren van publiek private samenwerking van gemeenten, bedrijfsleven, gezondheidsorganisaties en onderwijs om de gezonde keuze maximaal aantrekkelijk en toegankelijk te maken (1). - Ondersteuning van mensen met overgewicht. Er bestaan diverse goede multidisciplinaire interventies in de eerste en tweede lijn. Voor een goede doorverwijzing van mensen met overgewicht is het belangrijk om gezamenlijk met de aanbieders en verwijzers het overzicht van het aanbod te behouden en hierbij zoveel mogelijk af te stemmen.
- Inrichting van de (fysieke) omgeving, bijvoorbeeld als het gaat om openbare ruimten. Het kabinet spreekt in de landelijke nota gezondheidsbeleid van veilig sporten en bewegen in de buurt (1). Denk hierbij bijvoorbeeld aan speeltuinen of een 27
Alcohol- en drugsgebruik
aangeschoten geweest en 8% drinkt gemiddeld zelfs meer dan 20 glazen per week (figuur 3.5) (4).
Alcoholgebruik onder jongeren zorgwekkend ondanks gunstige trends
Meer ‘binge-drinkers’ in Valkenswaard
Er is een gunstige trend zichtbaar bij het alcohol-
De groep binge-drinkers is tussen 2003 en 2007 niet
gebruik van jongeren. Het aantal 12- tot en met
kleiner geworden. In Valkenswaard is ruim twee op
18-jarigen in de regio Zuidoost-Brabant dat alcohol
de vijf (41%) jongeren van 12 tot en met 18 jaar een
drinkt is in de afgelopen jaren afgenomen. Toch blijft
binge-drinker. Dat wil zeggen dat ze in de afgelopen
dit thema een belangrijk punt van zorg. Jongeren
4 weken bij tenminste één gelegenheid 5 glazen of
tussen de 12 en 15 jaar zouden helemaal geen alco-
meer hebben gedronken. Dit percentage ligt bedui-
hol moeten drinken, maar in de regio is dit voor één
dend hoger dan gemiddeld in Zuidoost-Brabant. In
op de vier jongeren nog steeds wel het geval. Zeven
de regio is 34% van de jongeren een binge-drinker:
procent van de ouders in Valkenswaard geeft aan dat hun kind in de leeftijd van 8 tot en met 11 jaar al eens alcohol heeft gedronken. Van de 12- tot en met 18-jarigen in Valkenswaard heeft nog altijd 52% recent gedronken. Een kwart van de Valkenswaardse jongeren is in de voorgaande maand dronken of
Kernboodschap: Het drinkgedrag van jongeren is nog steeds verontrustend. Zorg voor effectieve alcoholpreventie via educatie, draagvlak, regelgeving, handhaving en vroegsignalering.
Figuur 3.5 Alcoholgebruik van jongeren (12 t/m 18 jaar) in Valkenswaard in 2007 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
52%
48%
41% 34%
25%
21% 8%
Heeft in de afgelopen
Heeft in afgelopen 4 weken bij
4 weken alcohol gedronken
Valkenswaard
28
6%
Is in de afgelopen
Drinkt meer dan 20
één gelegenheid 5 glazen of
4 weken dronken of
glazen alcohol per
meer gedronken
aangeschoten geweest
week
Zuidoost-Brabant
63% van de 16-plussers en 13% van de jongste
Alcohol wordt soms gecombineerd met drugs
groep.
Naast alcoholgebruik is ook drugsgebruik risicovol
Volgens de jongeren in Valkenswaard keurt 38%
gedrag. Het combineren van drugs en alcohol kan
van de ouders hun drankgebruik goed en 7% van de
tot grote negatieve gezondheidseffecten leiden.
ouders zegt er niets van (4).
Over het algemeen geldt dat de effecten van alcohol opgeteld worden bij de effecten van drugs:
Volwassenen en ouderen drinken meer alcohol dan
- Sommige drugs versterken een dronken gevoel
leeftijdgenoten in regio
- Andere drugs verhogen juist het alcoholgebruik
In Valkenswaard voldoet 74% van de volwassenen
omdat het dronken gevoel een tijd uitblijft
en 59% van de 65-plussers niet aan de norm voor
-
aanvaardbaar alcoholgebruik. In de regio is het beeld
- De kans op uitdroging of een overdosis neemt
voor volwassenen en ouderen gunstiger, namelijk
Verhoogde kans op psychosen, angst en agressie toe (22)
67% respectievelijk 52% (4). De officiële norm voor
Zorgwekkend is daarom dat 2% van de Valkens-
‘aanvaardbaar alcoholgebruik’ is onlangs omlaag ge-
waardse jongeren zegt recent gelijktijdig drugs en
bracht op advies van de gezondheidsraad. Vrouwen
alcohol te hebben gebruikt (4).
kunnen het maar beter houden bij één glaasje, mannen bij maximaal twee glaasjes per dag. Dagelijks
Het gebruik van drugs heeft lichamelijke, geestelijke
gebruik van alcohol wordt ontraden om gewenning
en sociale risico’s
te voorkomen. Op basis van de richtlijnen van de ge-
Drugs zijn middelen die de hersenen prikkelen
zondheidsraad komt het nieuwe maximum per week
waardoor er geestelijke en lichamelijke effecten
uit op 5 glazen voor vrouwen (maximaal 1 per dag,
optreden, de zogenaamde psychoactieve werking.
minimaal 2 dagen per week niet) en 10 voor mannen
Drugs kunnen op verschillende manieren ingedeeld
(maximaal 2 glazen per dag, minimaal 2 dagen per
worden. De meest gebruikte indeling is de indeling
week niet).
naar de werking van de drugs op de hersenen. De effecten kunnen stimulerend zijn, verdovend of be-
Ook onder zwangeren blijft het alcoholgebruik te
wustzijnsveranderend. Sommige middelen, zoals hasj
hoog
en wiet, hebben meerdere effecten (21). Het gebruik
Van de moeders van 0- tot en met 11-jarige kinde-
van cannabis heeft lange en korte termijn risico’s. Op
ren dronk 11% alcohol tijdens de zwangerschap. In
de korte termijn heeft cannabis onder andere een
2005 lag dit nog op maar liefst 19%. Ondanks deze
negatieve invloed op de concentratie. Dit kan pres-
forse afname blijft dit een belangrijk aandachtspunt,
taties op school of werk verslechteren en deelname
gezien de schadelijke effecten van alcohol op het
aan het verkeer is riskant. Op de lange termijn werkt
ongeboren kind.
cannabis verslavend en kunnen psychische klachten verergeren.
De negatieve gezondheidseffecten van
Cocaïne is een stimulerend middel. Het geeft een
alcoholgebruik worden vaak onderschat
opgewekt, vrolijk gevoel. Cocaïne is lichamelijk niet
Veel mensen denken dat het gezond is (of op zijn
(of zelden) verslavend. Regelmatig gebruik van co-
minst niet ongezond) om elke dag een paar gla-
caïne kan wel leiden tot geestelijke afhankelijkheid.
zen alcohol te drinken. Er is echter maar een klein
Heroïne is een harddrug en een sterk verdovend mid-
aantal aandoeningen waarop het drinken van een
del. Het is een van de weinige drugs waar gebruikers
tot twee glazen alcohol per dag een risicoverlagend
(snel) lichamelijk afhankelijk van kunnen worden.
effect heeft, zoals diabetes type 2 en (op middelbare leeftijd) hart- en vaatziekten. Alcoholgebruik
Harddruggebruik onder volwassenen in
is uitermate ongezond voor het ongeboren kind,
Valkenswaard gestegen
voor kinderen en jonge mensen. Onder meer heeft
Er zijn geen verschillen gevonden in drugsgebruik
het een negatief effect op de ontwikkeling van de
tussen Valkenswaard en de regio. Dit neemt niet weg
hersenen. Jong beginnen met drinken verhoogt
dat nog steeds 5% van de jongeren recent wiet of
bovendien de kans op overmatig gebruik en versla-
hasj heeft gebruikt. Verder heeft 0,3% van de jonge-
ving op latere leeftijd aanzienlijk. Bij volwassenen is
ren harddrugs gebruikt. Bij de volwassenen heeft 4%
overmatig gebruik schadelijk voor bijna alle organen
in het afgelopen jaar softdrugs gebruikt en 2% deed
van het menselijk lichaam en hangt het samen met
dit in de afgelopen 4 weken. Het harddrugsgebruik
ongeveer zestig aandoeningen.
onder volwassenen in Valkenswaard is gestegen: van 0,7% in 2005 naar 3% in 2009. Eén procent van de
29
volwassenen heeft recent nog harddrugs gebruikt
Op het Were Di is in samenwerking met Paladijn
(4). Dit komt overeen met de ervaringen in het Val-
voorlichting gegeven over alcohol en drugs. Dit is in
kenswaardse signaleringsoverleg. Hier is het proble-
2011 in het lesprogramma op het Were Di opgeno-
matische alcohol- en drugsgebruik van volwassenen
men. Hetzelfde geldt voor voorlichting over lover-
steeds meer een punt van aandacht.
boys en jeugdprostitutie. De politie levert een bijdrage in het terugdringen
Voorlichting over alcoholgebruik blijft belangrijk
van alcoholmisbruik in openbare gelegenheden
Kennis en bewustwording van overmatig alcohol-
en in het publieke domein. Zij doet dit vanuit haar
gebruik bij ouders en kinderen is een noodzakelijke
handhavingstaak en dit past in het beleid dat met
basis voor gedragsverandering. Het is onduidelijk in
partners is afgesproken. Bijzondere aandacht gaat
hoeverre alle basisscholen in Valkenswaard structu-
uit naar het tegengaan van drankmisbruik onder
reel gebruik maken van een lesmethode over genot-
jongeren onder de zestien jaar. In dat kader wordt
middelengebruik.
binnen het SRE project Laat je niet flessen! uitvoe-
Valkenswaard participeert, net als de andere 20
ring gegeven aan het ‘strategisch plan van aanpak
gemeentes in Zuidoost-Brabant, vanaf 2006 in het re-
openbare dronkenschap’. De politie treedt repressief
gionale alcoholmatigingsproject ‘Laat je niet flessen!’
op bij het aantreffen van jongeren met alcoholhou-
(23). Het project heeft inmiddels verschillende posi-
dende drank in de aangewezen gebieden waar dit
tieve resultaten opgeleverd. Het percentage jonge-
niet is toegestaan.
ren dat recent alcohol heeft gedronken is sinds 2003 afgenomen en ook zijn er minder jongeren in de
Huidige werkwijze in Valkenswaard op het gebied
regio die meer dan 20 glazen per week drinken. Uit
van drugs
onderzoek blijkt dat ouders in 2009 de norm ‘geen
Aanpak van drugshandel en -gebruik heeft in 2012
alcohol onder de 16 jaar’ significant meer steunen in
in Valkenswaard de hoogste prioriteit binnen het
vergelijking met 2006. Gunstige trends dus, maar er
veiligheidsbeleid en de politie.
wordt nog steeds veel te veel gedronken door jonge-
De politie levert een bijdrage aan het terugdringen
ren. Voldoende reden om het project voort te zetten.
van gebruik van drugs in het algemeen en bij jeugd
Verdere lokale implementatie en inbedding is nodig
in het bijzonder. Ook het aanpakken van leveranciers
om de effecten voor de inwoners van Valkenswaard
krijgt hierbij bijzondere aandacht.
te versterken.
Zo worden in 2012 narcotica speurhonden in het uitgaansgebied ingezet met als doel het verminde-
De onderstaande acties vloeien voort uit het versla-
ren van drugsoverlast. Dit wordt in samenwerking
vingspreventiebeleid 2011:
met politie en justitie uitgevoerd. Dit middel heeft
- Filmproject jeugd over voorbeeldgedrag vol-
echter voornamelijk een repressieve functie. Aan de
wassenen. Bekeken moet worden of en hoe dit
preventiezijde wordt veelal gebruik gemaakt van een
project een vervolg kan krijgen.
gecombineerde aanpak, waarbij meerdere genotmid-
- Inzet ‘Gezonde School en Genotmiddelen’ in -
delen worden meegenomen. Zo zijn er preventie-
groep 8 basisonderwijs.
activiteiten op het gebied van alcohol en drugs bij
Voorlichting brugklas in het eerste trimester
onderwijsinstellingen in de vorm van gastlessen en/
- Folder voor ouders met algemene en lokale informatie. Deze moet nog uitgezet worden. - Bezoeken aan jeugdgevangenis met risicojongeren - Instructie Verantwoord Alcoholgebruik aan vrij-
of voorlichting. Ouders/opvoeders worden bij deze activiteit ook geïnformeerd. Dit loopt uiteen van het verspreiden van een folder tot interactieve voorlichtingsbijeenkomsten. Ouders krijgen op deze manier meer inzicht in de problematiek waardoor men thuis
willigers van sportverenigingen
het onderwerp beter bespreekbaar kan maken.
-
Handhavingsacties in de horeca
In het verleden is ook een mobiel informatiecentrum
-
Media-aandacht via diverse kanalen
in de vorm van een JIP-bus (Jongeren Informatie
- Informatieplekken ingericht (bijvoorbeeld bibliotheek en CJG) - Helder theater heeft 24 voorstellingen gegeven (via Trimbos instituut) - ‘Mijn en Dijn’ via bureau HALT, in samenwerking met Novadic-Kentron en GGD
Punt) ingezet door verslavingszorginstelling NovadicKentron. In deze JIP-bus was informatie beschikbaar met betrekking tot jongeren, leefstijl, uitgaan en middelengebruik. Daarnaast wil men bij de burger in zijn algemeenheid bekendheid creëren rondom het thema alcohol- en drugsgebruik. Bij het organiseren van
30
preventieactiviteiten worden de media dan ook actief betrokken. Daarmee wil men bereiken dat het publiek actiever gaat nadenken over ieders eigen rol in deze.
Geef alcohol- en drugspreventie structureel aandacht in het onderwijs Aandacht voor genotmiddelengebruik op scholen is een belangrijke basis van alcohol- en drugspreventie. Het is nu van belang deze aandacht ook structureel te maken. Er bestaan goede lesprogramma’s om de preventie van deze thema’s samen op te pakken binnen het basisonderwijs, zoals bijvoorbeeld de interventie ‘de gezonde school en genotmiddelen’ of ‘leefstijl’. Ouderparticipatie is een belangrijk onderdeel van de programma’s omdat ouders een belangrijke rol spelen bij (beginnend) alcoholgebruik van hun kind. Naast het maken van afspraken met hun kinderen vervullen ouders ook een voorbeeldfunctie. Gebleken is dat ouders die het gebruik van alcohol en drugs afkeuren hun kinderen helpen om zich te beschermen tegen genotmiddelengebruik. Er zijn goede voorlichtingsmethoden beschikbaar die zowel op school als thuis het gesprek over genotmiddelengebruik ondersteunen. Integrale aanpak nodig om alcoholgebruik verder te laten afnemen Op basis van eerdere ervaringen en wetenschappelijke inzichten is een basispakket voor lokaal alcoholbeleid samengesteld (24). Dit basispakket bevat interventies en maatregelen op het gebied van:
de gemeente maatregelen treffen zoals het verbieden van happy-hours om binge-drinking te voorkomen. Een integraal lokaal alcoholbeleid heeft primair als doel om de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik te voorkomen. Het betreft niet alleen de gevolgen voor de gezondheid van de burgers in Valkenswaard en hun omgeving. Het gaat ook om de gevolgen voor de veiligheid en de openbare orde in de gemeente. Veel van deze factoren zijn niet direct vanuit gezondheidsbeleid te beïnvloeden, maar vereisen ook maatregelen op andere gemeentelijke beleidsterreinen zoals de Wmo, openbare orde en veiligheid, verkeersveiligheid, onderwijs, jeugdbeleid, horecabeleid, ouderenbeleid en sportbeleid. Voer beleid op het lokale aanbod van drugs Naast individuele voorlichting over druggebruik is de omgeving van belang om te voorkomen dat jongeren in aanraking komen met drugs. Uit de jeugdmonitor blijkt dat jongeren drugs meestal krijgen via vrienden. Terughoudendheid in het beleid voor de beschikbaarheid van drugs is van belang. Dat kan door bijvoorbeeld regulering van het vergunningenstelsel voor coffeeshops en het handhaven van wet- en regelgeving op het gebied van drugs. Er speelt op dit moment een landelijke discussie rondom de coffeeshops inzake het invoeren van het pasjessysteem. In de regio is men nu bezig met een inventarisatie naar mogelijkheden om coffeeshops meer over de regiogemeenten te spreiden.
- Het beïnvloeden van de maatschappelijke normen en het agenderen van de risico’s van alcoholgebruik in alle relevante gemeentelijke sectoren, organisaties en media door social marketing. - Het verlagen van de beschikbaarheid van alcohol door het aantal verkooppunten en hun openingstijden te beperken, vooral op scholen, sportkantines en tijdens evenementen. - Het uitoefenen van controle door leeftijdsgrenzen voor alcoholverkoop na te leven en de regels voor doorschenken en openbare dronkenschap te handhaven. Met het van kracht worden van de wetswijziging in de Drank- en Horecawet gaat het toezicht van de Voedsel en Waren Autoriteit over naar de gemeenten. De nieuwe drank- en horecawet biedt kansen voor alcoholmatiging. Zo zijn jongeren onder de 16 jaar strafbaar als ze in het bezit zijn van alcohol. Ook kan 31
Roken
roken (‘meeroken’) brengt gezondheidsrisico’s met zich mee. Van de kinderen tot en met 11 jaar is 17%
Ruim één op de vier volwassenen in Valkenswaard
recent thuis aan rook blootgesteld, in 2005 was dit
rookt
nog 25%. Onder 12- tot en met 18-jarigen is dit bij
Ruim een kwart van de Valkenswaardse volwassenen
39% het geval. Dit is meer dan gemiddeld in de
rookt (27%), in de regio ligt het percentage op 25%.
regio. Roken tijdens de zwangerschap is ook ongun-
Net als in de regio, rookt in Valkenswaard 12% van
stig voor het ongeboren kind. In Valkenswaard rookt
de jongeren van 12 tot en met 18 jaar. Binnen deze
nog altijd 17% van de aanstaande moeders tijdens
leeftijdsgroep is het percentage dagelijkse rokers
de zwangerschap. In de regio is hierbij een dalende
de laatste jaren afgenomen. Onder de 8- tot en met
trend zichtbaar, maar in Valkenswaard is deze niet
11-jarigen is het aantal rokers gelukkig nihil. Uit
significant (4).
figuur 3.6 blijkt dat het meest wordt gerookt door de volwassenen; onder de ouderen (65 jaar en ouder) rookt nog 15%. Het percentage zware rokers is bij zowel volwassenen als ouderen 2% (4). Nog veel kinderen en jongeren blootgesteld aan tabaksrook Niet alleen zelf roken is van invloed op de gezondheid, ook passief
Kernboodschap: Een op de vier volwassenen in Valkenswaard rookt en heeft daardoor een verhoogd risico op ongezondheid. Voorkom dat mensen op jonge leeftijd gaan roken en stimuleer het stoppen met roken.
Figuur 3.6 Roken naar leeftijd bij inwoners van Valkenswaard (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
32
12%
27%
15%
12-18 jaar
19-64 jaar
65+
Meer rokers onder laagopgeleiden
Aandacht voor roken op scholen in Valkenswaard
Bij mensen met een lage opleiding is het percentage
Het is niet exact bekend in welke mate de basisscho-
rokers groter dan bij mensen met een hoge oplei-
len aandacht besteden aan genotmiddelengebruik.
ding. Hoogopgeleiden doen vaker een succesvolle
Volgens de website van STIVORO,
stoppoging. Een deel van het probleem begint al op
www.rookvrijeschool.nl, heeft geen enkele basis-
jonge leeftijd. Jongeren met een lage opleiding (of
school uit Valkenswaard zich geregistreerd als
met laag opgeleide ouders) hebben een grotere kans
rookvrije school, evenmin is er een school die zelf
om te beginnen met roken en verslaafd te raken.
op haar website meldt een rookverbod te hebben.
Kinderen met rokende ouders zien roken als sociale
Geen enkele basisschool heeft zich aangemeld voor
norm en zullen daardoor ook eerder zelf gaan roken
de nieuwe interventie ‘Leuk zonder Peuk’, die najaar
dan kinderen van niet-rokende ouders. Kinderen van
2011 is gestart.
laag opgeleide ouders zijn ook thuis meer bloot-
De meeste leerlingen uit Valkenswaard gaan naar de
gesteld aan tabaksrook dan kinderen van hoger
plaatselijke scholengemeenschap Were Di. Het Were
opgeleide ouders (47% versus 31%). Opvallend is dat
Di heeft in 2008-2009 deelgenomen aan “de actie
vooral jongeren van het mbo dagelijks roken (20%);
tegengif”, een klassikale niet-rokenafspraak van 1e
bij de opleidingsniveau’s havo, vwo, hbo en univer-
en 2e klassen.
siteit is dit slechts 3%. In de regio zijn ook enorme
De kraamzorg en de jeugdgezondheidszorg van
verschillen in het rookgedrag van volwassenen zicht-
ZuidZorg besteden standaard aandacht aan de
baar; van de hoogopgeleide volwassenen rookt 16%,
risico’s van meeroken door gebruik te maken van de
van de laagopgeleiden maar liefst 40% (4).
interventie “Rookvrij opgroeien” van STIVORO. Ook verloskundigen bespreken standaard de risico’s
(Mee) Roken leidt tot een verhoogd risico op ziekten
van roken tijdens de zwangerschap en de risico’s van
en vroege sterfte
het meeroken door de baby na de geboorte.
Roken is in Nederland de leefstijlfactor die de meeste
In de regio is veel aanbod voor begeleiding bij stop-
ziekte en sterfte veroorzaakt. Rokers overlijden ge-
pen met roken door diverse aanbieders (zie hier-
middeld vier jaar eerder en brengen vijf levensjaren
voor het interventie-overzicht op de website www.
minder in goede gezondheid door (25). In de afgelo-
regionaalkompas.nl). Het is onbekend in hoeverre
pen decennia is het percentage rokers in Nederland
inwoners van Valkenswaard daar gebruik van maken.
gedaald, maar onder hoogopgeleiden neemt het aantal rokers sterker af dan onder laagopgeleiden. Roken verhoogt het risico op verschillende vormen van kanker. Ook verhoogt roken het risico op COPD, beroerte en hartfalen. Daarnaast is door roken het risico op veel andere aandoeningen verhoogd. Ook meeroken schaadt de gezondheid. Mensen die passief roken, roken zelf niet, maar worden wel blootgesteld aan tabaksrook van anderen. Dit geldt ook voor ongeboren kinderen met een rokende moeder. Samenwonen met een roker verhoogt de kans op longkanker met 20 tot 30 procent en de kans
Kansen voor beleid: niet betuttelen, wél stimuleren Met het terugdringen van het aantal rokers kan een grote vooruitgang in de gezondheidssituatie worden gerealiseerd. Stoppen met roken is al vele jaren een belangrijk punt van landelijk beleid, onder andere via wetgeving en landelijke campagnes. Het terugdringen van de gezondheidsrisico’s door roken kan bereikt worden door het voorkómen dat jongeren gaan roken, het beschermen van niet-rokers tegen tabaksrook en door het stoppen met roken bij rokers te stimuleren.
op overlijden als gevolg van hart- en vaatziekten met 25 tot 30 procent (26). Op de korte termijn hebben meerokende kinderen onder andere grotere kans op infecties van de lage luchtwegen, verminderde longfunctie, astma en middenooroorontsteking. De Nederlandse Gezondheidsraad schat dat het risico op wiegendood bijna wordt verdubbeld door meeroken (27).
- Voorlichting over de gezondheidsschade van roken op scholen draagt bij aan het voorkómen dat jongeren gaan roken. Geen enkele basisschool in Valkenswaard heeft volgens www.rookvrijeschool.nl een actief anti-rookbeleid. Slechts enkele scholen zeggen aandacht te besteden aan het bredere thema ‘gezond gedrag’ in het reguliere lesprogramma. De gemeente kan hen verder stimuleren te gaan werken volgens de methode ‘Gezonde School en genotmiddelen’ of de ‘Leefstijl Methode’. Deze methodes besteden aandacht aan de sociale weerbaarheid van kinderen en hebben 33
daarmee ook een positieve invloed op gezond seksueel gedrag en het gebruik van andere genotmiddelen dan roken. - Voor het voorkómen van meeroken zijn er lokaal mogelijkheden op het terrein van handhaving, ondersteuning en agendasetting. Momenteel staat er landelijk, ondanks het rookverbod, in 41% van de cafés en discotheken weer een asbak op tafel. De gemeente kan toezicht houden op de naleving van de Tabakswet en zo nodig een melding doen bij de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). Burgers kunnen gestimuleerd worden om overtredingen te melden. De gemeente kan een rookverbod opnemen in de vergunningverlening voor evenementen waar veel kinderen en jongeren worden verwacht. - Gedragsmatige ondersteuning voor ‘stoppen met roken’ is al langere tijd opgenomen in de Zorgverzekeringswet. In 2011 worden medicatie en nicotinevervangers in combinatie met gedragsmatige ondersteuning ook vergoed. De minister heeft besloten om dit laatste in 2012 weer te beëindigen. De gemeente kan zich inspannen om het gebruik van verzekerde zorg te stimuleren. Stoppen met roken stimuleren door integraal beleid Vanuit het lokale gezondheidsbeleid kunnen de beleidsterreinen Jeugd en Onderwijs worden betrokken bij het voorkómen dat jongeren gaan roken. De gemeente kan aanvragen voor vergunningen in het kader van de Drank- en Horecawet beoordelen op naleving van de Tabakswet. Met name rokers met een lage sociaal economische status worden tot nu toe slecht bereikt. Om dit te verbeteren kunnen intermediairs zoals bijvoorbeeld de sociale dienst en het Wmo-loket hun cliënten gericht op de hoogte brengen van de mogelijkheid om deel te nemen aan een stoppen-met-roken-cursus. Het beleidsterrein Werk en inkomen kan via armoedebeleid en eventueel schuldhulpverlening groepen met een lage sociaal-economische status bereiken en hen stimuleren om gebruik te maken van ondersteuningsmogelijkheden bij het stoppen met roken. In Nederland maakt slechts 16% van de rokers die stopt, gebruik van stopondersteuning. Ter vergelijking: in Engeland is dit 60%.
34
Seksuele gezondheid
(zoenen, betasten of met iemand naar bed gaan). Dit percentage is in Valkenswaard vergelijkbaar met dat van de regio (figuur 3.7) (4).
Veel jongeren in Valkenswaard vrijen onveilig Meer dan de helft van de seksueel actieve jongeren in Valkenswaard (12 tot en met 18 jaar) vrijt wel eens
Een op de acht ouders praat met kind niet over seks
onveilig (58%; dit is 15% van totale groep). Dit per-
De basis voor gezond seksueel gedrag wordt gelegd
centage wijkt niet af van de regio. Onveilig seksueel
in de opvoeding. Ruim één op de drie Valkenswaard-
gedrag vergroot de kans op seksueel overdraagbare
se ouders met kinderen tussen de 4 en 11 jaar oud,
aandoeningen (soa’s) en kan leiden tot ongewenste
vindt het (een beetje) moeilijk om met hun kind te
zwangerschap. In 2010 registreerde de GGD 61 con-
praten over seks (36%). Dit is meer dan gemiddeld in
sulten bij de afdeling soa door inwoners van Valkens-
de regio, waar 31% van de ouders hier moeite mee
waard.
heeft. Maar het is wel gunstig dat de groep ouders
Bij jongeren van 16 tot en met 18 jaar komt onveilig
die hier wel over praat in Valkenswaard groter is dan
vrijen het meest voor ná het voortgezet onderwijs.
in de regio. In de regio praat namelijk 19% van de
Bij de jongste groep jongeren (12 tot en met 15 jaar)
ouders niet over seks met hun kind; in Valkenswaard
is er een verschil naar schooltype: op het vmbo vrijen meer jongeren onveilig dan op de havo of het vwo. Dit komt doordat op het vmbo in deze leeftijdscategorie al meer jongeren seksueel actief zijn. Vijf procent van de jongeren van 12 tot en met 18 jaar in Valkenswaard heeft wel eens tegen zijn of haar zin in een seksuele ervaring met iemand gehad
Kernboodschap: Ruim de helft van de seksueel actieve jongeren in Valkenswaard vrijt wel eens onveilig. Meer voorlichting over gezond seksueel gedrag is nodig.
Figuur 3.7 Seksueel gedrag van jongeren (12 t/m 18 jaar) in Valkenswaard en Zuidoost-Brabant in 2007 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost).
26%
23% 15%
14% 5%
Heeft wel eens
Wel eens onveilig gevreeën
geslachtsgemeenschap gehad
(subgroep seksueel actieve
7%
Seksuele ervaring tegen de zin in
jongeren)
Valkenswaard
Zuidoost-Brabant
35
is de groep die hierover niet praat 12%.
bovendien samen met Helder Theater interviews
Vijftien procent van de ouders heeft behoefte aan
afgenomen met leerlingen waaruit mogelijk een
ondersteuning bij de relationele vorming van hun
theaterstuk ontstaat.
kinderen. De meeste behoefte bestaat aan voor-
Seksuele voorlichting is een van de onderwerpen
lichtingsmateriaal dat ouders aan hun kind kunnen
die aan de orde komen in het onderzoek van de
geven en aan (aanvullende) seksuele vorming op
verpleegkundige van de jeugdgezondheidszorg in
school (4).
groep 7; zij kan hierin ook advies geven aan ouders. Voor sommige kwetsbare jongeren is extra aandacht
Goede communicatieve vaardigheden van belang
nodig.
voor gezond seksueel gedrag Seksuele gezondheid is een staat van lichamelijk, emotioneel, geestelijk en maatschappelijk welbevinden met betrekking tot seksualiteit. Seksuele gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte of gebrek en het voorkomen van zwangerschap en geslachtsziekten. Het gaat bij seksuele gezondheid ook om de bevordering van prettige en gewenste seksuele contacten en relaties. Hiervoor zijn goede relationele en communicatieve vaardigheden van belang. Jongeren die met hun partner kunnen praten over wat ze wel en niet willen binnen hun seksuele relatie hebben een ‘hoge interactiecompetentie’. Meisjes met deze eigenschap worden minder vaak gedwongen tot seksuele handelingen en jongens met een hoge interactiecompetentie dwingen zelf minder vaak. Een warm opvoedingsklimaat draagt bij aan goede communicatieve vaardigheden en seksu-
Aandacht voor seksuele vorming in elke ontwikkelingsfase Seksuele en relationele vorming is geen eenmalige actie maar vraagt om aandacht in elke levensfase. Bekeken kan worden hoe ouders ondersteund kunnen worden in het bespreken van seksueel gedrag. Veel ouders geven aan hier moeite mee te hebben. Het onderwijs is een goede omgeving voor seksuele vorming waarin aandacht is voor het voorkomen van ongewenste zwangerschap en soa / hiv door onveilige seks. Vooral bij meisjes en jongeren in de leeftijdscategorie 16 tot en met 18 jaar is nog veel winst te behalen. Hiervoor bestaan goede lespakketten voor zowel basis- en voortgezet onderwijs. Het verdient aanbeveling het gebruik hiervan te stimuleren en te verankeren. Extra aandacht voor veilig vrijen is nodig want te veel jongeren vrijen onveilig (figuur 3.7).
eel gezonde keuzes op latere leeftijd. Seksuele vorming krijgt nog niet op alle basisscholen structurele aandacht Een goede seksuele vorming van kinderen en jongeren speelt in op de diverse ontwikkelingsfasen van seksueel gedrag. Belangrijk aspect daarbij is aandacht voor gezond seksueel gedrag op scholen en in de sociale omgeving van de jongere. Voor seksuele vorming op scholen bestaan speciale lespakketten. In deze lespakketten worden ook de ouders van de kinderen betrokken. Uit de informatie van de jeugdmonitor blijkt dat ouders behoefte hebben aan ondersteuning bij het bespreekbaar maken van dit thema. Voor zover bekend hebben de afgelopen jaren vier basisscholen in Valkenswaard het lesprogramma ‘Lentekriebels’ in groep 1 tot en met 8 uitgevoerd: St. Servatius, de Windroos, SBO de Zonnewijzer en de Vlaswiek. Lentekriebels schenkt aandacht aan drie thema’s: lichamelijke en emotionele ontwikkeling, sociale ontwikkeling en relaties, en seksualiteit en gezondheid. Het Were Di in Valkenswaard is met Paladijn en de GGD in gesprek over hoe ze seksuele vorming binnen school vorm kunnen geven. Ook loopt er intern een project rondom homo-emancipatie. Paladijn heeft
36
Versterken van sociale en communicatieve vaardigheden Kwetsbare jongeren lopen extra risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag, soa, aids, ongewenste en/of onbedoelde zwangerschappen en ander risicogedrag. Door hun sociale en communicatieve vaardigheden te versterken, worden zij weerbaarder. Weerbare kinderen durven op een passende manier voor zichzelf op te komen en hun eigen grenzen te bewaken. Voor ouders en onderwijs liggen nog kansen om kinderen te helpen op te groeien tot weerbare kinderen (zie ook de kernboodschap ‘weerbaarheid’). Vier waarden staan centraal bij seksuele gezondheid (1): - Autonomie: het recht om eigen keuzes te maken bij het vormgeven van seksualiteit zonder dat iemand anders (mee)beslist - Weerbaarheid: duidelijk maken wat je wel en wat je niet wilt op seksueel gebied en de vaardigheden hebben naar die keuzes te handelen - Besef van wederkerigheid en respect: Kenmerkend voor seksuele gezondheid is dat het niet alleen de eigen gezondheid betreft maar ook die van de ander. De individuele vrijheid van de één houdt op waar die van een ander wordt beschadigd.
- Het recht op toegang tot informatie en tot goede hulpverlening wanneer iemand dat nodig heeft. Kansen voor integrale aanpak binnen het gemeentelijk beleid Door de aanpak van seksuele gezondheidsproblemen te verbinden met andere gezondheidsthema’s en beleidssectoren, kan meer gezondheidswinst behaald worden. Denk bijvoorbeeld aan de thema’s alcoholgebruik (van invloed op seksueel en relationeel geweld) en drugsgebruik (met name recreatief middelengebruik bij seksueel gedrag) en de Lokaal Educatieve Agenda. Omgevingsfactoren spelen ook een belangrijke rol in het voorkómen van seksuele problemen. Daarbij gaat het zowel om de fysieke als de sociale omgeving. Goede verlichting op publieke plaatsen of toezicht op onveilige plekken kunnen bijvoorbeeld seksueel geweld voorkomen. Condoomautomaten in uitgaansgelegenheden bevorderen het veilig vrijen van jongeren. Via het jeugdbeleid kan aandacht voor het vergroten van de weerbaarheid een gunstig effect hebben op seksueel gezond gedrag. Paladijn heeft jongerenwerkers in Valkenswaard getraind om vanuit het jongerenwerk de interventie Girls’ Talk in te zetten. Hierin wordt met bepaalde groepen meiden gewerkt aan seksuele gezondheid. Het Centrum voor Jeugd en Gezin kan ook een rol spelen. Via het onderwijsbeleid ten slotte, kan schooluitval een aandachtspunt zijn als onderdeel van risicogedrag.
37
Weerbaarheid
sociale vaardigheidstraining, zoals die onder andere door het schoolmaatschappelijk werk wordt aange-
Jongeren op jonge leeftijd geconfronteerd met
boden. Het CJG is een goed vertrekpunt om over het
genotmiddelen en riskant gedrag
actuele aanbod in Valkenswaard te adviseren. Indien
De jeugd in Valkenswaard komt al op jonge leeftijd
nodig vormt het CJG ook de schakel naar verdere
in aanraking met genotmiddelen en riskant gedrag.
individuele hulpverlening in de tweede lijn.
Zeven procent van de 8- tot en met 11- jarigen heeft wel eens alcohol gedronken. Van de 12- tot en met 18-jarigen drinkt 8% meer dan 20 glazen alcohol per week. Elf procent van de jonge kinderen (2 tot en met 11 jaar) en 7% van de oudere jeugd (12 tot en met 18 jaar) heeft overgewicht. Van de Valkenswaardse jongeren heeft 15% wel eens onveilig gevreeën (58% van de seksueel actieve jongeren) en heeft 5% wel eens een seksuele
Kernboodschap: De jeugd in Valkenswaard wordt al op jonge leeftijd geconfronteerd met genotmiddelen en riskant gedrag. Vergroot de weerbaarheid van jongeren om de verleidingen uit het dagelijks leven te kunnen weerstaan.
ervaring tegen de zin gehad. Twaalf procent van de 12- tot en met 18-jarigen rookt (4).
Het onderwijs speelt een grote rol in de
Het bevorderen van weerbaarheid is een goede me-
ontwikkeling van weerbare jongeren
thode om een basis te leggen voor gezond gedrag.
Het onderwijs speelt ook een belangrijke rol in het
Een weerbaar kind heeft zelfvertrouwen en kan zijn
versterken van de weerbaarheid van alle jongeren.
of haar grenzen goed aangeven.
Weerbare kinderen kunnen eigen keuzes maken ondanks druk van media, vriendjes, omgeving of
Versterken van weerbaarheid bij jongeren als basis
het aanbod. Een belangrijk element bij een weer-
voor een gezonde leefstijl
baarheidstraining is dat kinderen leren om situaties
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
waarin druk op hen wordt uitgeoefend te herken-
pleit ervoor om de jeugd actief weerbaar te maken
nen. Vervolgens leren kinderen in deze situaties
tegen verleidingen die ze elke dag tegenkomen,
hun eigen standpunt te bepalen en hun handelings-
boven het verdrijven van dergelijke verleidingen uit
mogelijkheden te vergroten. Scholen vormen een
de publieke ruimte (1, 28). Ongezonde leefstijl en
goede setting voor de ontwikkeling van weerbare
risicogedrag van jongeren worden voor het groot-
jongeren. Het is niet van alle basisscholen bekend of
ste deel aangeleerd en zijn te beïnvloeden. Bij het
er weerbaarheidstrainingen gegeven worden. Wel
aanleren van een gezonde leefstijl vanuit weerbaar-
is basisschool Schepelweyen najaar 2011 gestart met
heid, verdienen drie thema’s extra aandacht: gezond
een klassikale training voor groep 8. In Valkenswaard
gewicht, riskant en problematisch middelengebruik
wordt via Lumens de sociale vaardigheidstraining
en seksuele gezondheid (1).
‘12-/12+’ aangeboden. Voor kinderen die een extra steuntje in de rug kun-
Centrum voor Jeugd en Gezin kan ouders in hun rol
nen gebruiken bij de overgang naar het voortgezet
als opvoeder ondersteunen
onderwijs is er de zomertraining ‘Plezier op school’.
Ouders hebben een belangrijke rol in de opvoeding
In Valkenswaard wordt deze zomertraining ingezet
om kinderen weerbaar te helpen opgroeien. Het
via de budgetovereenkomst met GGzE.
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kan een rol spelen in het versterken van de ouders in hun rol als opvoeder. Medewerkers van het CJG kunnen algemene en individuele opvoedingsvragen van ouders bespreken en adviezen geven. Uitgangspunt daarbij is dat ouders zoveel mogelijk ondersteund worden in hun eigen kracht als opvoeder. Zo wordt voorkomen dat normale opvoedvragen meteen zorgvragen worden (1). Soms is een aanvullende training nodig zoals bijvoorbeeld een weerbaarheidstraining of een
38
Geef weerbaarheid een plaats binnen leefstijlprogramma’s en beleidssectoren De gemeente Valkenswaard besteedt op dit moment nog geen specifieke aandacht aan het versterken van de sociale weerbaarheid van de jeugd. Er is dus zeker nog gezondheidswinst te boeken als weerbaarheid een plek krijgt binnen de diverse leefstijlprogramma’s en activiteiten. In 2011 is landelijk een interactief online programma gestart om jongeren van 14 tot en met 18 jaar weerbaar te maken. Dit programma geeft jongeren niet alleen informatie over de feiten rondom alcohol, roken en cannabis, maar geeft ook inzicht in mechanismes als groepsdruk, leert hen vaardigheden om bij de eigen keuzes te blijven en biedt gezonde alternatieven. Aan de website zijn gecertificeerde e-Health interventies gelinkt (1). Voorwaarde voor succes is dat de aanpak van weerbaarheid een plaats krijgt binnen meerdere beleidssectoren zoals jeugd, sport, Wmo en lokaal gezondheidsbeleid.
39
Eenzaamheid
In Valkenswaard zijn veel ouderen ‘lokaal geïntegreerd’
Twee op de vijf ouderen eenzaam
Een gebrek aan sociale contacten kan leiden tot
Zowel regionaal als in Valkenswaard is over de
eenzaamheid. Het is dan ook gunstig dat de grootste
afgelopen jaren een daling te zien in het percentage
groep ouderen in Valkenswaard behoort tot het net-
ernstig eenzame ouderen, maar toch zijn nog steeds veel ouderen eenzaam. Objectief gemeten zijn in Valkenswaard ruim twee op de vijf ouderen (43%) eenzaam. Voor 6% is deze eenzaamheid (zeer) ernstig (figuur 3.8). De meerderheid van de groep ouderen die zélf aangeeft eenzaam te zijn (29%, subjectieve meting) wil hiervoor geen hulp. Een gedeelte van deze groep – omgerekend ongeveer 115 ouderen- wil wel
Kernboodschap: Eenzaamheid komt veel voor bij alleenstaanden en mensen met een laag inkomen. Investeer niet alleen in signalering van eenzaamheid door hulpverleners, vrijwilligers en buurtgenoten, maar zorg ook voor een goede follow-up.
hulp maar krijgt deze nog niet (4). Ook jongere mensen in Valkenswaard kunnen
werktype ‘lokaal geïntegreerd’ (35%). Deze mensen
eenzaam zijn
geven aan dat ze elkaar kennen in de buurt en dat
Eenzaamheid komt ook voor bij jonge mensen.
ze voor elkaar zorgen. Ook behoren veel ouderen tot
Hoewel men misschien anders zou verwachten, komt
het netwerktype ‘lokaal familie afhankelijk’ (31%),
eenzaamheid onder volwassenen (19 tot en met 64
wat aangeeft dat ze familie in de buurt hebben waar
jaar) in Valkenswaard ongeveer even vaak voor als
ze bij terecht kunnen. Eén op de vijf ouderen typeert
onder ouderen. In deze leeftijdsgroep is in 2009 40%
zich als ‘lokaal gereserveerd’. Dit netwerktype geeft
eenzaam en 7% is (zeer) ernstig eenzaam (figuur
aan dat mensen graag op zichzelf zijn, maar bij de
3.8). Maar de Valkenswaardse volwassenen zijn wel
buren terecht kunnen als het nodig is. Deze percen-
vaak lid van een vereniging (61%) of doen vrijwil-
tages wijken niet significant af van de regiopercen-
ligerswerk (26%).
tages (4).
Van de 4- tot en met 11-jarigen heeft 10% vol-
Het is daarnaast positief dat 64% van de ouderen
gens hun ouders niet genoeg vriend(inn)en buiten
deelneemt aan bijeenkomsten van een vereniging of
schooltijd. Gunstig is dat maar liefst 87% van de
club. Deze groep is vergelijkbaar met de regio (61%).
kinderen in deze leeftijdsgroep lid is van een (sport)
Een kwart van de Valkenswaardse ouderen doet
vereniging. Van de oudere jeugd is 86% lid van een
vrijwilligerswerk (4).
vereniging. Deze percentages liggen hoger dan gemiddeld in de regio. Eén op de tien jongeren doet
Eenzaamheid kenmerkt zich door gemis en
vrijwilligerswerk (4).
teleurstelling Eenzaamheid is een negatieve situatie, gekenmerkt
Eenzaamheid hangt samen met burgerlijke staat en
door gemis en teleurstelling. Het gaat om een
inkomen
persoonlijke, subjectieve ervaring en is moeilijk van
Eenzaamheid komt voor bij alle leeftijdsgroepen en
buitenaf waar te nemen. Gevoelens van eenzaam-
is deels afhankelijk van de burgerlijke staat. Geschei-
heid hebben vooral betrekking de kwaliteit van de
den en verweduwde mensen hebben de grootste
relaties. Maar iemand kan zich ook eenzaam voelen
kans op eenzaamheid (29). Regionaal gezien is van
doordat het aantal contacten lager is dan gewenst
de alleenstaande 65-plussers meer dan de helft een-
(30). Eenzaamheid tast het welzijn of het psychisch of
zaam. Bij 14% is sprake van (zeer) ernstige eenzaam-
sociaal welbevinden van mensen aan en is daarmee
heid. Van de ouderen waarvan het (gezamenlijk)
op zichzelf een gezondheidsprobleem. Het kan in
inkomen bestaat uit alleen AOW is bijna de helft
allerlei opzichten ziekmakend zijn, zowel lichamelijk
eenzaam. In Valkenswaard is de groep met alleen
als geestelijk en kan soms zelfs tot een depressie
AOW relatief kleiner dan in de rest van de regio
leiden.
(16% versus 19%). Ook de ‘kwetsbare ouderen’ zijn veel vaker (zeer) ernstig eenzaam (4).
40
Figuur 3.8 Eenzaamheid bij volwassenen en ouderen in Valkenswaard in 2005/2006 en 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost.)
38%
40%
8% 2005
48%
11%
7% 2009
2006
Volwassenen
Eenzaam (matig tot zeer ernstig)
43%
6% 2009
Ouderen
(zeer) Ernstig eenzaam
Veel activiteiten ter preventie van eenzaamheid
pel om hiervan gebruik te maken meestal te groot.
hebben in Valkenswaard een sociaal-cultureel
Hulpverleners en vrijwilligers kunnen mensen helpen
karakter
om over die drempel heen te stappen. Daarvoor is
Om eenzaamheid te voorkomen, is een sociaal net-
het belangrijk dat ze over de juiste vaardigheden
werk voor (kwetsbare) mensen van groot belang. Een
beschikken en op de hoogte zijn van het activitei-
netwerk van vrienden en familie betekent dat het
ten- en hulpverleningsaanbod. Ook het signaleren en
makkelijker wordt iemand iets te vragen. Hoe groter
bespreekbaar maken van de problematiek kan verder
het sociale netwerk, des te groter de hoeveelheid
verbeterd worden. Bij het matchen van vraag en
verkregen steun, de tevredenheid hiermee en de
aanbod kan de Wmo wellicht ook nog een grotere
mate van steun die mensen verwachten te krijgen als
rol spelen.
het nodig is (1).
In wijken met een accent wordt de samenwerking op
Door het verbeteren van de sociale samenhang
het gebied van activiteiten en hulpverleningsaanbod
wordt in Valkenswaard een positieve bijdrage
met professionals gestalte gegeven. De gemeente
geleverd aan de preventie van eenzaamheid. Ook
Valkenswaard werkt hierin samen met de bewoners
vindt voor alle leeftijdsgroepen een groot scala aan
van de wijken. In de wijken worden groepen, com-
activiteiten plaats die een sociaal-cultureel karakter
missies, wijk- of dorpsraden opgericht, die de sociale
hebben. Preventie van eenzaamheid is daarbij niet
samenhang als één van de speerpunten hebben. De
het hoofddoel van de activiteit maar wel een bijef-
mensen van die groepen fungeren als aanspreekpunt
fect. Maar voor mensen die eenzaam zijn is de drem-
in de wijk, ze zijn de ogen en oren van de wijk en
41
vormen ook de schakel tussen bewoners en professionals. De gemeente Valkenswaard werkt in deze wijken samen met de woningbouwcorporaties, politie, zorg en welzijnsinstellingen. De professionele zorgaanbieders kunnen door deskundigheid op hun gebied ook hun eigen doelgroepen bereiken. Door middel van het organiseren van bijvoorbeeld sport- en speldagen in de wijk, wandelen in de wijk, kerstacties, garagesales, gezamenlijke kooksessies en ‘bakkie in de buurt’ wordt gestreefd naar het verbeteren van de leefbaarheid, het verhogen van het gevoel van wooncomfort en veiligheid in een levensloopbestendige wijk. Ter bevordering van de sociale infrastructuur gaat een wijkontwikkelingsplan van start in de Turfberg. Het wijkontwikkelingsplan dat in de Belleman in Dommelen een aantal jaren geleden van start is gegaan heeft ertoe geleid dat voor alleenstaanden en eenzamen een paasbrunch wordt georganiseerd.
Preventie van eenzaamheid door het bevorderen van sociale steun en participatie Veel activiteiten met als doel het voorkómen van eenzaamheid zijn gericht op het bevorderen van participatie en sociale steun. Deze invalshoek sluit goed aan bij de Wmo-gedachte dat de eigen kracht van mensen versterkt moet worden. Dit geldt ook voor mensen die eenzaam zijn. Intermediairs zoals hulpverleners en vrijwilligers kunnen hen daarbij ondersteunen door het versterken van sociale netwerken. Het is een uitdaging om hierbij ook buurtbewoners te betrekken en hen medeverantwoordelijk te maken. Juist ook door mensen te stimuleren om zelf vrijwilligerswerk te gaan verrichten, wordt hun eenzaamheid bestreden. Eenzaamheid rechtstreeks aanpakken is immers extreem lastig. Men kan zich richten op zaken als zingeving, mensen weer een doel geven en zinvol bezig laten zijn. Versterk de signaleringsfunctie van hulpverleners en vrijwilligers Hulpverleners en vrijwilligers hebben ook een rol in het signaleren van eenzaamheid. Versterk hun mogelijkheden om eenzaamheid en andere “niet-pluis-gevoelens” eerder te signaleren, bespreekbaar te maken en mensen te motiveren om gebruik te maken van het bestaande activiteiten- en hulpverleningsaanbod zoals sport- en bewegingsactiviteiten, vrijwilligerswerk en sociaal-culturele activiteiten. Uitgangspunt is niet om meer activiteiten te ontwikkelen, maar het verbeteren van de doorverwijzing naar de bestaande 42
activiteiten door meer bekendheid en betere afstemming. Focus daarbij vooral op de risicogroepen; mensen met een laag inkomen en alleenstaanden. Ook de coördinatie, opvolging en terugkoppeling van een signaal moeten goed geregeld worden. Elke melder moet weten waar hij terecht kan. Maak gebruik van de kansen voor een integrale aanpak binnen het gemeentelijk beleid Binnen de gemeente Valkenswaard zijn meerdere aanknopingspunten om eenzaamheid te voorkomen en aan te pakken. Deze kansen liggen op verschillende beleidsterreinen zoals de Wmo en het lokaal gezondheidsbeleid. Maar ook het jeugdbeleid biedt mogelijkheden, waarbij zeker een belangrijke rol is weggelegd voor het CJG en het Wmo-loket.
Kwetsbare ouderen
neer lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren zich opstapelen en hulpbronnen,
Kwetsbaarheid bij ouderen wordt veroorzaakt door
zoals een partner of voldoende inkomen, tekort
lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten
schieten (1).
Ouderen worden steeds gezonder en zijn steeds welvarender, vitaal en onafhankelijk. Dit geldt echter
Eén op de vijf ouderen in Valkenswaard is kwetsbaar
niet voor alle ouderen. Sommige ouderen verdienen
Ouderen zijn in de Gezondheidsmonitor als kwets-
extra aandacht omdat zij tot de groep kwetsbare
baar aangemerkt als er sprake is van een hoge draag-
ouderen behoren. Van kwetsbaarheid is sprake wan-
last in combinatie met een lage draagkracht. Dit is het geval bij 19% van de ouderen in Valkenswaard, hetgeen neerkomt
Kernboodschap: In Valkenswaard is een op de vijf ouderen kwetsbaar. Verbeter de communicatie met ouderen en versterk de lokale samenwerking tussen gemeente, professionele en vrijwillige zorg bij de ondersteuning van kwetsbare ouderen.
op ongeveer 1.090 personen (figuur 3.9) (4). In totaal heeft 30% van de ouderen in Valkenswaard een hoge draaglast, doordat ze beperkt zijn in hun dagelijkse bezigheden vanwege gezondheidsklachten en/of niet zelfredzaam zijn in het uitvoeren van huishoudelijke of dagelijkse activiteiten en/
Figuur 3.9 Hoge draaglast, lage draagkracht en kwetsbaarheid bij ouderen in Valkenswaard en Zuidoost-Brabant in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
30% 35%
44%
49%
19%23% Hoge draaglast
Valkenswaard
Kwetsbaar
Lage draagkracht
Zuidoost-Brabant
43
of een hoog risico hebben op een angststoornis of
behoefte aan een vervoersvoorziening (zoals de
depressie.
Regiotax), hulp in de huishouding of een woningaan-
Daarnaast heeft 44% van de ouderen in Valkens-
passing. Maar voor veel kwetsbare ouderen is het
waard een lage draagkracht. Dat wil zeggen dat men
onduidelijk hoe ze deze hulp kunnen aanvragen.
weinig regie heeft over het eigen leven, alleenwonend is en/of alleen AOW heeft om van rond te
Divers aanbod in Valkenswaard aanwezig om
komen.
kwetsbare ouderen zo vroeg mogelijk te ondersteunen
Kwetsbare ouderen kampen met diverse lichamelijke
Gemeenten hebben, in samenwerking met lokale
en psychische problemen
zorgverleners, de verantwoordelijkheid voor de
Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het op-
opsporing en preventie van gezondheidsproblemen
eenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale
bij ouderen. Dit is vastgelegd in artikel 5a van de
tekorten in het functioneren dat de kans vergroot
Wet Publieke Gezondheid. Het vroegtijdig signaleren
op negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebe-
van problemen is van groot belang om ouderen in
perkingen, opname in verpleging of verzorging,
een vroeg stadium te kunnen ondersteunen in hun
overlijden). De gezondheid van deze groep is bedui-
beperkingen en daarmee ook het proces van toene-
dend slechter dan die van de gemiddelde oudere
mende kwetsbaarheid te vertragen. De gemeente
in Valkenswaard. Uit regiocijfers blijkt dat bij deze
Valkenswaard stimuleert haar inwoners om zoveel
groep ouderen veel vaker sprake is van obesitas, een
mogelijk zelf, of met hulp van de sociale omgeving,
hoog risico op depressie en angststoornissen, (zeer)
op eigen benen te blijven staan. Zij kunnen daar-
ernstige eenzaamheid en problemen met medicijnge-
bij advies en ondersteuning krijgen van de Wmo.
bruik. Daarnaast bewegen ze veel minder.
Inwoners kunnen terecht bij het Wmo-loket wanneer zij problemen hebben met het zelfstandig wonen of
Het zorggebruik bij kwetsbare ouderen ligt hoog,
met het meedoen aan de samenleving. Zij kunnen
maar…
vervolgens bezocht worden voor een ‘keukentafel-
Uit regiocijfers blijkt ook dat kwetsbare ouderen
gesprek’.
vaker behoefte hebben aan (extra) hulp. Het is te
Maar ook de huisarts en hun praktijkondersteuners,
verwachten dat kwetsbare ouderen in beeld zijn bij
het Steunpunt Mantelzorg, de zorgtrajectbegeleiders
de huisarts. Ruim de helft van deze groep heeft in
dementie en vrijwilligersorganisaties zoals rode kruis,
de twee maanden voor het onderzoek inderdaad de
zonnebloem en kerken, zijn actief op het gebied
huisarts bezocht, dat is relatief meer dan bij de niet-
van het opsporen, doorgeleiden en het afstemmen
kwetsbare ouderen (56% versus 37%). Toch is er ook
van de zorg voor kwetsbare ouderen. Signaleren van
een groep kwetsbare ouderen die al langer dan een
kwetsbare ouderen in Valkenswaard kan dus door
jaar niet bij de huisarts is geweest (8% versus 20%
veel intermediairs gebeuren. Ook het beschikbare
van de niet-kwetsbaren).
hulpaanbod is divers. Net als bij de onderwerpen de-
Veel kwetsbare ouderen krijgen ook zorg of onder-
pressie en eenzaamheid valt hier ook de kennis van
steuning van familie, vrienden of buren. Bijna één
wat de verschillende organisaties doen, nog verder te
op de drie ontvangt mantelzorg en één op de zes
verbeteren. Dit is voor een juiste doorverwijzing van
ontvangt deze zorg zelfs dagelijks (4).
belang.
…de behoefte aan méér zorg is groot
Maar de gemeente kan nog meer doen
De beschikbaarheid van zorg en hulp dicht bij huis is
De overheid zal de komende jaren steeds meer een
een belangrijke voorwaarde voor kwetsbare ouderen
beroep doen op de samenleving om de groeiende
om langer in hun vertrouwde omgeving op eigen be-
groep ouderen te ondersteunen, zodat zij langer
nen te kunnen blijven staan. Ondanks het hoge zorg-
op eigen benen kunnen blijven staan. De financiële
gebruik heeft ruim één op de vijf kwetsbare ouderen
noodzaak om het toenemende gebruik van kostbare
in Zuidoost-Brabant op dit moment behoefte aan
en intensieve zorg te beperken, speelt daarbij ook
(nog meer) zorg (4). Als belangrijkste reden waarom
een rol. Maar de kwetsbare ouderen redden het niet
mensen de gewenste hulp nog niet hebben, noe-
alleen. Gemeenten, zorgverleners en burgers zullen
men zij dat er niemand in de omgeving is die deze
de handen ineen moeten slaan om ook deze groep
hulp kan bieden. Eén op de drie kwetsbare ouderen
ouderen dichtbij huis zorg en ondersteuning te
geeft bovendien aan behoefte te hebben aan één of
geven, waarbij ze hen zo lang mogelijk de regie over
meerdere Wmo-voorzieningen. Daarbij is de meeste
het eigen leven laten behouden.
44
Verbeter de vroegsignalering door vrijwilligers en professionele hulpverleners Ouderen krijgen vaak pas de noodzakelijke zorg of voorzieningen aangeboden op het moment waarop de kwetsbaarheid niet meer omkeerbaar is. Om deze mensen in een vroeg stadium te kunnen ondersteunen is het vroegtijdig signaleren van problemen (door zowel professionals als vrijwilligers) van groot belang. De signalen worden door hen meestal wel herkend, maar het is voor hen vaak lastig om zorgen bespreekbaar te maken met de persoon in kwestie en hen te motiveren hulp te zoeken. Deskundigheidsbevordering is daarom van groot belang. Besteed hierbij aandacht aan diverse ‘niet-pluis-gevoelens’ zoals eenzaamheid, overbelasting van mantelzorgers, armoede, depressie en verwaarlozing.
Neem de regie in de lokale samenwerking Veel kwetsbare ouderen hebben meerdere ziekten (multimorbiditeit). Dit zal de zorg, uitgevoerd door veel verschillende zorgverleners, complexer gaan maken (25). De groeiende groep kwetsbare ouderen verdient optimale zorg, maar tegelijkertijd moet deze zorg betaalbaar blijven. Goede samenwerking is essentieel om in de toekomst voldoende professionele en vrijwillige (mantel)zorg beschikbaar te hebben. De gemeente is de aangewezen partij als kartrekker en verbindende schakel tussen de diverse lokale partners op het gebied van gezondheid, welzijn, zorg en wonen voor (kwetsbare) ouderen (2). Zo zou de gemeente een bijeenkomst kunnen organiseren tussen praktijkondersteuners ouderen en andere lokale zorgaanbieders en welzijnsorganisaties.
Optimaliseer de communicatie met kwetsbare ouderen Voor een deel van de kwetsbare ouderen is onvoldoende duidelijk waar zij voor informatie over Wmovoorzieningen terecht kunnen. Door de toenemende terughoudendheid van gemeenten worden bovendien de verwachtingen bij ouderen over het toewijzen van individuele voorzieningen minder vaak waargemaakt. - Gemeenten kunnen de informatie aan ouderen over Wmo-voorzieningen nog verder verbeteren. De informatie moet meer duidelijkheid geven over het beschikbare aanbod, de toewijzingscriteria voor een voorziening en de procedure die ouderen moeten doorlopen voor de aanvraag. - Om een goede inschatting te kunnen maken van de werkelijke hulpvraag is het essentieel om de eigen ideeën van ouderen over gezondheid, participatie en zelfredzaamheid te kennen (31). In gesprekken is het van belang om aan te sluiten bij de beleving van ouderen en hun ‘eigen taal’ te spreken. Binnen het ‘Nationaal Programma Ouderenzorg’ van ZonMw worden projecten geïnitieerd die ouderen zelf nadrukkelijk een stem geven in het verbeteren van de zorg voor ouderen met complexe hulpvragen (32).
45
Mantelzorg
intensieve mantelzorg geven. Acht procent van de jongeren van 12 tot en met 18
Mantelzorg omvangrijk én noodzakelijk deel van de
jaar en 2% van de kinderen van 8 tot en met 11 jaar
zorg in Nederland
helpt thuis ook wel eens mee in de zorg voor een
Mantelzorg is de onbetaalde zorg die iemand geeft
langdurig ziek of gehandicapt familielid, zoals een
aan een bekende uit zijn omgeving, zoals een part-
ouder, broer of zus. Ze helpen vooral mee met huis-
ner, ouder, kind, buurman/-vrouw of vriend, als deze
houdelijke taken.
voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Deze zorg kan bijvoorbeeld bestaan uit het
Volwassenen en ouderen geven mantelzorg het
huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap
vaakst in de vorm van gezelschap, troost en afleiding
houden, vervoer of geldzaken regelen. Mantelzorg
en begeleiding en/of vervoer. Veel volwassenen en
is een omvangrijk en noodzakelijk onderdeel van de
ouderen doen ook nog de administratie, regelen de
zorg in Nederland.
geldzaken of helpen mee in het huishouden. Onder de 65-plussers geeft de grootste groep mantelzorg
Steeds meer volwassen mantelzorgers in
aan de partner, bij de volwassenen betreft het
Valkenswaard
meestal een (schoon-)ouder (4).
Het aantal volwassenen in Valkenswaard dat momenteel mantelzorg geeft is gestegen van 8% in 2005 naar 12% in 2009. Ook het percentage mantelzorgers dat intensief mantelzorg geeft (langer dan 3 maanden en meer dan 8 uur per week) is gestegen van 2% naar 4% (figuur 3.10). Dit is vergelijkbaar met de regio. Van de ouderen in Valkenswaard geeft 10% mantelzorg, waarvan ongeveer 2 op de 5
Kernboodschap: Het aantal mantelzorgers in Valkenswaard is toegenomen en zal nog verder stijgen. Mantelzorgers hebben veel kans op overbelasting en daarom is ondersteuning op maat nodig.
Figuur 3.10 Mantelzorg door volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Valkenswaard in 2005 en 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
12%
8%
2% geeft momenteel mantelzorg 2005
46
2009
4%
geeft intensief mantelzorg
Bijna vijfhonderd Valkenswaardse mantelzorgers
Langdurig verlenen van mantelzorg kan leiden tot
voelen zich belast
overbelasting
Eén op de vijf Valkenswaardse mantelzorgers van 65
Het is een bekend gegeven dat het verlenen van
jaar of ouder voelt zich (tamelijk) belast. Voor de to-
mantelzorg op den duur kan leiden tot een zware
tale groep ouderen in deze gemeente komt dit neer
(psychische en/of fysieke) belasting van de mantel-
op 2% (ruim 120 personen). Van de 19- tot en met
zorgers. De druk op de mantelzorger kan na verloop
64-jarige mantelzorgers voelt één op de zes zich (ta-
van tijd zo groot worden dat het een negatieve in-
melijk) belast (2% van de totale groep, ongeveer 370
vloed heeft op zijn of haar functioneren als zorgbie-
personen). Deze percentages zijn vergelijkbaar met
der, op de eigen gezondheid en participatiemogelijk-
gemiddeld in de regio en niet duidelijk veranderd
heden in de maatschappij. Dit sluipende verschijnsel
ten opzichte van voorgaande jaren. De meerderheid
wordt de mantelval genoemd (35). Jonge mantel-
van de mantelzorgers heeft geen behoefte aan hulp.
zorgers lopen een verhoogd risico op problemen in
Een groep van ongeveer 190 volwassen mantelzor-
hun ontwikkeling (36). Uit regiocijfers blijkt dat een
gers wil wel graag hulp. Er is vooral behoefte aan
kwart van de 12- tot en met 18-jarige jongeren die
ontspannen activiteiten en aan een vervanger, zodat
mantelzorg geven zich psychisch ongezond voelt, ten
er af en een toe een vrije dag genomen kan worden.
opzichte van 13% van degenen die geen mantelzorg geven (4).
Een op de tien Valkenswaardse ouderen ontvangt mantelzorg
Verschillende risicogroepen met ieder hun eigen
Tien procent van de ouderen in Valkenswaard geeft
behoeften
aan mantelzorg te ontvangen. De helft daarvan
Terwijl de ene mantelzorger fluitend door het leven
ontvangt deze mantelzorg dagelijks. Ze krijgen deze
gaat, zakt een ander weg in een depressie of wordt
zorg vooral van de kinderen of partner, veelal in de
overspannen omdat het evenwicht tussen draaglast
vorm van begeleiding en/of vervoer, het regelen van
en draagkracht zoek is. De mantelzorger krijgt dan
geldzaken en hulp in de huishouding.
meer te verstouwen dan hij aankan. Eén van de
Van de volwassenen in Valkenswaard geeft 2% aan,
belangrijkste knelpunten is dat ze zelf niet gauw
mantelzorg te ontvangen. Ze krijgen deze zorg
met een hulpvraag komen. Ook als rechtstreeks
vooral als hulp in de huishouding en bij het klaarma-
gevraagd wordt of ze hulp nodig hebben, wordt
ken van de warme maaltijden. In de meeste gevallen
dat vaak ontkend. Ze zien zelf niet dat ze overbelast
geeft de partner of huisgenoot deze zorg. Volwasse-
raken. Dat heeft verschillende oorzaken. Zij zijn in de
nen in Valkenswaard krijgen minder vaak mantelzorg
situatie gegroeid, vinden de zorg vanzelfsprekend,
van buren, vrienden of kennissen dan in de regio.
durven geen hulp te vragen of weten niet waar ze
Uit regionale gegevens blijkt dat mensen met een
die moeten zoeken.
lage opleiding vaker mantelzorg ontvangen dan
Ze zullen eerder hulp zoeken voor de zorgvrager dan
mensen met een hoge opleiding (4).
voor zichzelf. Vooral mensen die langdurig en intensief mantelzorg
Aantal ouderen dat mantelzorg ontvangt zal stijgen
verlenen lopen kans op overbelasting. Daaronder
Op basis van de regionale cijfers en de bevolkings-
valt een aantal specifieke groepen met ieder hun
prognosecijfers wordt geschat dat het aantal oude-
eigen behoeften, zoals de 75-plussers die voor hun
ren in de regio Zuidoost-Brabant dat mantelzorg
partner zorgen en zelf vaak gezondheidsproblemen
ontvangt tussen 2009 en 2020 met 36% zal stijgen
hebben, mantelzorgers van mensen met dementie,
(3). De stijging is toe schrijven aan de sterke groei
werkende mantelzorgers, ouders van kinderen met
van het aantal 65-plussers en het hoge zorggebruik
een verstandelijke of lichamelijke beperking en man-
onder deze groep als gevolg van de toename van
telzorgers van mensen met psychiatrische problema-
chronische aandoeningen, voortgaande extramurali-
tiek (37).
sering (33) en invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Mantelzorgondersteuning krijgt vorm vanuit het
Sinds de invoering van deze wet in 2007, valt hulp
Steunpunt Mantelzorg
bij het huishouden niet langer onder de AWBZ maar
Burgers zijn niet alleen verantwoordelijk voor zich-
onder de Wmo. De Wmo kan een positief effect heb-
zelf maar ook voor elkaar. Ze worden geacht elkaar
ben op het aanbod van mantelzorg, omdat via deze
daar waar nodig te helpen deel te nemen aan de
wet ook de ondersteuning van de mantelzorgers kan
samenleving. Om deze uitgangspunten te bereiken
worden geregeld (34).
dienen ook mantelzorgers zodanig ondersteund te
47
worden dat zij in staat worden gesteld hun (vrijwillige) werkzaamheden te (blijven) doen op een manier die bij hen past. Gemeenten zijn hiervoor, vanuit de Wmo, verantwoordelijk.
de huisartsen is daarbij van groot belang. Het is aan de gemeente om hierin de regierol te nemen. Juist in deze tijd van bezuinigingen is de coördinerende rol van de gemeente van groot belang..
In de gemeente Valkenswaard is mantelzorgondersteuning één van de speerpunten binnen het Wmo-beleid. De planvorming vindt plaats binnen de werkgroep mantelzorg, waarin diverse maatschappelijke organisaties deelnemen: Paladijn, MEE, Zuidzorg, Platform gehandicapten, VOGG, Stichting Valkenhof en de gemeente. Er bestaat zowel een lokale gids voor mantelzorgers en ouderen, alsmede een (beknopt) Handboek Mantelzorg en een folder voor mantelzorgers. Via www.mantelzorgdekempen. nl kunnen mantelzorgers ook digitaal informatie vinden. De uitvoering van de overige activiteiten is voor een belangrijk deel ondergebracht bij het Steunpunt
Raadpleeg ook de doelgroep zelf Het biedt ook voordelen om bij de beleidsvorming de doelgroep zelf te betrekken. Dit omvat meer dan het raadplegen van de participatieraad Wmo. De doelgroep mantelzorgers is immers veel breder dan waar de enkele vertegenwoordiger zicht op heeft. Denk aan moeilijk te bereiken groepen als jonge mantelzorgers, mantelzorgers van palliatief terminale patiënten en mantelzorgers van mensen met een psychiatrische aandoening. Het Expertisecentrum Mantelzorg kan gemeenten helpen een goed interactief beleidsvormingsproces op te zetten. Maar ook dichter bij huis kan expertise worden ingezet, bijvoorbeeld vanuit de werkgroep Mantelzorg.
Mantelzorg van Paladijn. Een mantelzorger kan hier terecht voor gesprekken met een deskundige of met lotgenoten, maar ook voor vragen over het mantelzorgcompliment. Via het steunpunt kan iemand bovendien in contact komen met verschillende ondersteuningsgroepen, zoals een ondersteuningsgroep voor partners en familieleden van dementerende
Ondersteuningsbehoeften van mantelzorgers zijn divers en vragen om maatwerk Om aan de ondersteuningsbehoeften van alle groepen tegemoet te komen dient invulling te worden gegeven aan alle basisfuncties voor lokale ondersteuning van mantelzorg (38):
ouderen. Elk jaar in november wordt de ‘Dag voor de mantelzorgers’ georganiseerd. Op deze dag kunnen mantelzorgers elkaar ontmoeten, een praatje maken en deelnemen aan diverse activiteiten. Daarnaast wordt vijf keer per jaar het regionaal Mantelzorgcafé
- Informatie: Informatie moet in vele vormen en langs verschillende kanalen worden geboden en betrekking hebben op ziekten en beperkingen en het beschikbare hulpaanbod.
georganiseerd. Vier keer per jaar komt een nieuwsbrief uit, met informatie over nieuwe ontwikkelingen en geplande activiteiten. Het steunpunt verzorgt bovendien bijeenkomsten over diverse thema‘s, zoals ziektebeelden of onderwerpen rond het werk van de mantelzorger.
Mantelzorgbeleid maak je samen De gemeente Valkenswaard is met deze aanpak op de goede weg, maar zal de komende tijd nog meer bekendheid moeten geven aan de bestaande ondersteuningsmogelijkheden. Mantelzorgers zullen soms ook over een drempel moeten worden geholpen. Gemeente en het Steunpunt Mantelzorg kunnen dit niet alleen. Ook hulpverleners en vrijwilligers van diverse zorgorganisaties kunnen een rol spelen in het signaleren van problemen bij mantelzorgers en hen motiveren om van het bestaande ondersteuningsaanbod gebruik te maken. Afstemming –middels de werkgroep Mantelzorg- en samenwerking op lokaal niveau met bijvoorbeeld Zuidzorg, MEE, zorginstellingen, Binnen (GGzE) en praktijkondersteuners van 48
- Advies en begeleiding: Veel mantelzorgers hebben vooral een luisterend oor nodig om hun vragen te verhelderen en begeleiding bij het vinden van passende oplossingen. Want de mogelijkheden zijn talrijk en voor een leek vaak niet te overzien. De Wmo-consulent kan hierin een belangrijke rol spelen. - Emotionele steun: Wie intensief zorgt voor een ander krijgt zelf ook veel te verwerken. Zorg, ziekte en snel veranderende perspectieven vragen specifieke ondersteuning; individueel of in groepsverband, afgestemd op de aard van de problematiek en op de doelgroep. - Educatie: Op mantelzorg is niemand voorbereid. Of het nu gaat om tiltechniek of om het leren stellen van eigen grenzen; kennis en vaardigheden moeten gaandeweg worden opgebouwd.
- Praktische hulp: Praktische problemen rond verzorging of huishouding zijn meestal de eerste aanleiding om ondersteuning te zoeken. De praktische hulp is vaak primair gericht op de zorgbehoevende, maar betekent ook een taakverlichting voor de mantelzorger. Een soepele manier van indiceren is hierbij wenselijk. - Respijtzorg: Deze zorg wordt in vele vormen aangeboden, variërend van ‘oppas aan huis’ of dagopvang op een zorgboerderij tot kortdurende opname in een zorginstelling. Vooral bij langdurige mantelzorg is het voor velen een noodzakelijke voorwaarde om de zorg vol te houden. Ook hier is een soepele indicatie gewenst. - Materiële hulp: Concrete invulling kan variëren van verpleegartikelen of woningaanpassing tot een parkeervergunning of een complete tijdelijke woning voor de mantelzorger. Het Wmo-loket kan ook de mantelzorger ondersteunen Daarnaast heeft het Wmo-loket een belangrijke rol in het bieden van ondersteuning door een indicatie voor -bijvoorbeeld- hulp bij het huishouden ook af te stemmen op de behoefte van de mantelzorger, zodat zij hun werk kunnen (blijven) doen op een manier die bij hen past en die van belang is voor de lokale gemeenschap. In het keukentafelgesprek wordt daarnaar gevraagd en zo nodig wordt de mantelzorger doorgeleid naar passende ondersteuning (bijvoorbeeld via Respijtzorg of Paladijn). Methodiek familiezorg is veelbelovend Het project familiezorg is enkele jaren geleden als pilot in Reusel uitgevoerd maar wordt nu Kempenbreed verder uitgebouwd. Kernbegrippen van deze nieuwe werkwijze zijn: verantwoordelijkheid uitbreiden naar de betrokken familie en tegelijkertijd de hulp kortsluiten met alle betrokken hulpinstanties. Dit betekent dat de hulpverlening zich voortaan richt op het totale gezin in plaats van op de patiënt en diens mantelzorger(s) afzonderlijk. In een familiegesprek gaan gezinsleden met elkaar in gesprek en zo wordt duidelijk wat de draagkracht en -last is van de zorgende familieleden en welke ondersteuning zij nodig hebben. Daarbij neemt een van de partijen de regie in handen bij de zorgverlening van een cliënt en stuurt de andere partijen aan. Hierdoor kan adequater worden gereageerd als in de situatie van de cliënt iets verandert. Maar ook dan bepaalt de familie wat er moet gebeuren en niet de hulpverleners. 49
Gezondheidsverschillen
inkomen. Voor Valkenswaard geldt dat 7% van de 0tot en met 11-jarige kinderen in een gezin leeft met
Gezondheid en ziekte zijn ongelijk verdeeld
een minimuminkomen.
De gezondheid van mensen met een lage sociaaleconomische status (ses) in de regio Zuidoost-Brabant
Ook een ongunstige fysieke en sociale omgeving
is op veel fronten slechter dan die van mensen met
leidt tot slechtere gezondheid, en…
een hoge sociaaleconomische status. Net als in de
De gezondheidsachterstand in lagere sociaalecono-
rest van Nederland leven inwoners met een lage
mische groepen is deels te verklaren doordat deze
opleiding gemiddeld 6 tot 7 jaar korter. Mensen met
groepen vaker in een ongunstige fysieke en sociale
een lage opleiding leven veertien jaar korter zonder
omgeving leven. De materiële omstandigheden, zo-
beperkingen (25). Figuur 3.11 laat voor de regio de
als woon- en werkomstandigheden zijn vaak minder
ongelijke verdeling van gezondheid duidelijk zien.
gunstig voor de gezondheid. Zo zijn laagopgeleide
Deze percentages zijn gebaseerd op zelfrapportage.
volwassenen in Zuidoost-Brabant minder tevreden
Ernstig overgewicht (obesitas), psychische ongezond-
over hun woning en woonomgeving, voelen zich
heid, diabetes mellitus en andere chronische aan-
vaker onveilig en zijn vaker (ernstig) eenzaam. Ook
doeningen komen aanzienlijk vaker voor bij lager
zijn zij minder betrokken in het verenigingsleven en
opgeleiden dan bij hoger opgeleiden. In Valkens-
vrijwilligerswerk. Bij niet-westerse allochtonen kun-
waard hebben ruim 1.826 inwoners vanaf 19 jaar
nen ook andere oorzaken, zoals minder toegang tot
geen opleiding of alleen basisonderwijs genoten (4).
en/of minder effectiviteit van de zorg, bijdragen aan de gezondheidsachterstanden.
Een ongezonde leefstijl draagt bij aan gezondheidsachterstanden bij jong en oud Volwassenen in de regio ZuidoostBrabant met een lage opleiding (geen of alleen basisonderwijs) hebben op een aantal punten een minder gezonde leefstijl dan mensen met een hogere opleiding. Ze roken meer, doen minder aan sport en ontbijten minder vaak. Voor alcoholgebruik, groente- en fruitconsumptie
Kernboodschap: Ook in Valkenswaard zijn de sociaaleconomische gezondheidsverschillen groot. De gemeente kan met het armoedebeleid deze verschillen verkleinen. Een integrale aanpak samen met de sociale dienst, re-integratiebedrijven en schuldhulpverlening is hierbij nodig.
en bewegen is het verschil tussen hoog- en laagopgeleiden in de regio Zuidoost-Brabant niet zo rechtlijnig. Het aantal mensen dat niet voldoet aan de nieuwe richtlijnen voor aanvaardbaar alcoholgebruik is juist
…gezondheidsproblemen kunnen weer oorzaak zijn
kleiner onder mensen met een laag opleidingsni-
van een lagere sociaaleconomische status
veau.
Mensen met een slechte gezondheid zijn minder
Maar ook op jonge leeftijd is er bij lagere sociaaleco-
toegerust voor het volgen van een hoge opleiding en
nomische groepen al meer ongezondheid zichtbaar
hebben daardoor meer kans op een lager inkomen.
en zijn er meer risicofactoren voor de gezondheid.
De gezondheidsproblemen kunnen er ook toe leiden
Zo komt overgewicht bijna twee keer zo veel voor
dat iemand niet (volledig) kan deelnemen aan het
onder kinderen tot en met 11 jaar van wie beide
arbeidsproces, met een lager inkomen als gevolg.
ouders ten hoogste mbo-kort als opleidingsniveau hebben, dan onder kinderen met hoger opgeleide
Armoedebeleid van de gemeente biedt kansen om
ouders. Ook blijken jongeren tussen de 12 en 18 jaar
gezondheidsverschillen te verkleinen
met laag opgeleide ouders vaker last te hebben van
Naast de uitvoering van de algemene en bijzondere
problemen die voortdurend spelen.
bijstand in het kader van de Wet werk en bijstand,
Naast opleiding speelt inkomen een rol. Regiocijfers
heeft de gemeente Valkenswaard een aantal inko-
laten zien dat kinderen uit gezinnen met een mini-
mensondersteunende regelingen voor de Valkens-
muminkomen twee keer zo vaak niet sporten (buiten
waardse inwoners met een bijstandsuitkering of
school) dan kinderen uit gezinnen met een hoger
een anderszins laag inkomen. De uitvoering hiervan
50
Figuur 3.11 Gezondheid naar opleidingsniveau bij volwassenen in Zuidoost-Brabant in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitor GGD Brabant-Zuidoost)
obesitas
diabetes
minimaal één chronische ziekte
hoog risico op een angststoornis of depressie
voelt zich psychisch ongezond
ervaren gezondheid matig of slecht percentage
0
10
20
30
40
50
60
hbo, universiteit havo, vwo, mbo vmbo, mavo, lbo geen opleiding, basisonderwijs
wordt verzorgd door het samenwerkingsverband
Ten slotte is er ook particulier initiatief zoals bijvoor-
Werk en Inkomen voor de gemeente Valkenswaard,
beeld vanuit de kerken en de Voedselbank. Ook de
Waalre, Cranendonck en Heeze-Leende.
Stichting Leergeld Valkenswaard kan -zo nodig- de
Het betreft de volgende regelingen:
inwoners van Valkenswaard ondersteunen.
- langdurigheidstoeslag - stimuleringssubsidie maatschappelijke participatie - collectieve korting op ziektekostenverzekering. Paladijn biedt ondersteuning aan de Valkenswaardse burgers in de vorm van onder andere de dienst thuisadministratie, hulp bij het invullen van belastingformulieren en bij de aanvraag van Bijzondere bijstand. Reeds eerder genoemde initiatieven zoals ‘Wandelen in de Wijk’ en ‘Leefstijl Actief in de wijk’ zijn eveneens geschikt voor mensen met gezondheidsachterstanden. Daarnaast wordt ook samengewerkt met maatschappelijk werk Dommelregio, dat onder meer een budgetteringscursus en de schuld-
Verminder gezondheidsverschillen door inzet vanuit meerdere beleidsterreinen Het verkleinen van gezondheidsverschillen vraagt een langdurige aanpak vanuit meerdere beleidsterreinen en zal zich enerzijds moeten richten op het verminderen van gezondheidsrisico’s en het bevorderen van een gezonde leefstijl, en anderzijds op het verbeteren van materiële omstandigheden en van woon- en werkomstandigheden. De aanpak van gezondheidsverschillen in Valkenswaard vereist een individuele benadering. De gezondheidsverschillen zijn in Valkenswaard over het algemeen verspreid over de hele bevolking. De wijk het Gegraaf kan wel worden aangemerkt als een aandachtswijk.
hulpverlening verzorgt.
51
- Zoek aansluiting bij het gemeentelijke armoedebeleid en werk samen met de sociale dienst, re-integratiebedrijven en schuldhulpverlening. Hierdoor kan de doelgroep met een minimum inkomen beter worden bereikt. Hiervoor is eind 2011 al een goed initiatief tot stand gekomen, waarbij de cursus ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’ is ingebouwd in de preventieve budgetteringscursus die de sociale dienst aanbiedt aan uitkeringsgerechtigden (39). - Een andere succesvol gebleken interventie is ‘Beweging als Warming-up voor Re-integratie’. Hierbij worden uitkeringsgerechtigden middels specifieke beweegactiviteiten voorbereid op hun volgende stap naar werk of een vervolgtraject gericht op werkhervatting of sociale activering. Dit sluit ook goed aan bij de behoefte aan meer participatie vanuit de bevolking. Voorwaarde is wel, dat het samenwerkingsverband werk en inkomen (SWI) hierin kan investeren. Echter dit is budgetafhankelijk. - Bevorder het volgen van een opleiding en participatie, bijvoorbeeld door het terugdringen van laaggeletterdheid en voortijdige schooluitval en schoolverzuim. Een project waarbij ziekteverzuimbegeleiding vanuit de JGZ wordt ingezet, heeft in Eindhoven geleid tot een sterke afname van het ziekteverzuim bij leerlingen. Ook andere gemeenten zouden dit voorbeeld kunnen overnemen. - Besteed aandacht aan de bekendheid van inkomensondersteunende voorzieningen bij mensen met een laag inkomen en bij intermediairs en hulpverleners. Zorg dat deze informatie geschikt is voor laaggeletterden. In de praktijk blijkt dat mensen met een lage opleiding of inkomen vaak ondersteuning van hulpverleners nodig hebben bij het aanvragen en gebruiken van voorzieningen. - Probeer gezinnen in een achterstandsituatie te bereiken via de jeugdgezondheidszorg. Het project ‘Armoede en Gezondheid van kinderen’ spoort gezinnen met kinderen in achterstandsituaties op en informeert hen over gemeentelijke regelingen (40). In de gemeente Veldhoven is met deze werkwijze al ervaring opgedaan.
52
- Geef aandacht aan het inrichten van een gezonde leefomgeving, een gezond binnenmilieu in woningen en scholen en het beperken van geluids- en stankoverlast. - Creëer een veilige omgeving, bijvoorbeeld door het vergroten van de verkeersveiligheid en het verminderen van criminaliteit.
53
54
4 Bronnen, afkortingen en adviseurs
55
Gegevensbronnen 1 Gezondheid dichtbij. Landelijke nota gezondheidsbeleid. Den Haag, Ministerie van VWS, 2011. 2 Op weg naar een gezonder Zuidoost-Brabant. GGD Brabant-Zuidoost, 2011. 3 CBS, Statline. statline.cbs.nl (geraadpleegd juni 2011). Voorburg: CBS, 2011. 4 GGD Brabant-Zuidoost. Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen (2008-2009), Jeugdmonitor 12 t/m 18
nl (geraadpleegd 14 juni 2011). Amersfoort: GGZ Nederland, 2011. 17 Van Wetten J et al. Een groene gezonde wijk. Inspiratie voor de praktijk. Brochure, 2010. 18 Overgewicht bij kinderen; Regionale Transmurale Afspraak Zuidoost Brabant; HaCa 2010. 19 Bulk-Bunschoten AMW, Renders CM, Leerdam
jarigen (2007-2008), Volwassenenmonitor 19 t/m
FJM van, Hirasing RA. Overbruggingsplan voor
64 jarigen en Ouderenmonitor 65 jaar en ouder
kinderen met overgewicht. Methode voor
(2009-2010). Helmond: GGD Brabant-Zuidoost,
individuele primaire en secundaire preventie in
2007-2009.
de jeugdgezondheidszorg. Amsterdam: Sociale
5 Provincie Noord-Brabant, Bevolkingsprognose 2008. www.brabant.nl/dossiers/dossiers-op-thema/
geneeskunde (JGZ) EMGO, 2005. 20 Handreiking gezonde gemeente. Overgewicht.
bouwen-en-wonen/feiten-en-cijfers-wonen/be-
www.loketgezondleven.nl/settings/gezonde
volkingsprognose-2008.aspx (geraadpleegd 17
gemeente/overgewicht/een-integrale-aanpak (ge-
mei 2011). ’s-Hertogenbosch: provincie NoordBrabant, 2008 6 RIVM, (Gezonde) levensverwachting. Volksge-
raadpleegd 14 juni 2011). Bilthoven: RIVM, 2011. 21 Trimbos Instituut. Wat zijn drugs? www.trimbos.nl/onderwerpen/alcohol-en-drugs/drugs-
zondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas
algemeen (geraadpleegd 14 juni 2011). Utrecht:
Volksgezondheid. www.zorgatlas.nl/gezondheid-
Trimbos Instituut, 2001.
en-ziekte/-gezonde-levensverwachting (geraadpleegd 19 april 2011). Bilthoven: RIVM, 2011. 7 Hoeymans N, Melse JM, Schoemaker CG. Ge-
22 Trimbos Instituut. Alles over alcohol. Combinatie medicijnen & drugs. Effecten en tips bij gecombineerd gebruik. http://www.alcoholinfo.nl/index.
zondheid en determinanten. Deelrapport van
cfm?act=esite.tonen&pagina=307 (geraadpleegd
de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010.
6 december 2011). Utrecht: Trimbos Instituut,
Bilthoven: RIVM, 2010.
2007.
8 Alzheimer Nederland. Cijfers en feiten over dementie. www.alzheimer-nederland.nl/media/38133/feiten%20en%20cijfers.pdf (geraadpleegd 19 april 2011). Bunnik: Alzheimer Nederland, 2010. 9 Ministerie van VWS. Beleidsbrief sport. Sport en
23 Stuurgroep Alcohol en jongeren. Projectplan ‘Laat je niet flessen!’ 2010-2013. www.ljnf.nl (geraadpleegd 7 juli 2011). Eindhoven: SRE, 2009. 24 Loket Gezond Leven. Handreiking gezonde gemeente: Alcohol. Een basispakket voor lokaal alcoholbeleid. www.loketgezondleven.nl/set-
Bewegen in Olympisch perspectief. Den Haag,
tings/gezonde-gemeente/alcohol/een-integrale-
2011.
aanpak/basispakket/ (geraadpleegd 24 augustus
10 Smit F. Factsheet preventie. Preventie van depressie. Utrecht: Trimbos Instituut, 2007. 11 Ten Have M, De Graaf R, Monshouwer K. Sporten en psychische gezondheid. Resultaten van de ‘Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study’(NEMESIS). Utrecht: Trimbos Instituut, 2009. 12 Nota lokaal Gezondheidsbeleid 2010-2011. Gemeente Valkenswaard. September 2009. 13 GGD Brabant-Zuidoost. Interventies. www.regionaalkompas.nl/depressie/interventies. Helmond, 2010. 14 Klaart het nog op? Overzicht depressiepreventie in Valkenswaard. Werkgroep depressiepreventie Valkenswaard, 2011. 15 Handreiking gezonde gemeente. http://www. loketgezondleven.nl/settings/gezonde-gemeente/ depressie/ . Bilthoven, 2011.
56
16 GGZ Nederland. E-health. www.ggznederland.
2011). Bilthoven: RIVM, 2011. 25 Van der Lucht F, Polder JJ. Van gezond naar beter. Kernrapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenningen 2010. Bilthoven: RIVM, 2010. 26 Loket Gezond Leven. Handreiking gezonde gemeente. Roken. Cijfers en feiten: Ook meeroken schaadt de gezondheid. www.loketgezondleven. nl/settings/gezonde-gemeente/roken/cijfers-enfeiten/omvang-en-ernst/meeroken/ (geraadpleegd 24 augustus 2011). Bilthoven: RIVM, 2011. 27 Gezondheidsraad. Volksgezondheidsschade door passief roken. Den Haag: Gezondheidsraad, 2003; publicatie nr 2003/21. 28 Ministerie van VWS. Zorg die werkt. Beleidsdoelstellingen van het ministerie van VWS. Den Haag, 2011.
29 Van de Maat JW, Van der Zwet R. Eenzaamheid. Verkenning. Utrecht: Movisie, 2010. 30 Van Tilburg T, deJong-Gierveld J. Zicht op een-
Websites www.cbs.nl/statline www.regionaalkompas.nl
zaamheid. Achtergronden, oorzaken en aanpak.
www.ggdgezondheidsatlas.nl
Assen; Koninklijke van Gorcum, 2007.
www.loketgezondleven.nl
31 Campen van C. Kwetsbare ouderen. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau, 2011. 32 ZonMw. Nationaal Programma Ouderenzorg.
www.ggdbzo.nl www.sense.info www.vtv2010.nl
www.nationaalprogrammaouderenzorg.nl (geraadpleegd 10 mei 2011). Den Haag: ZonMw,
Afkortingen
2010.
AMW Algemeen Maatschappelijk Werk
33 Bon-Martens MJH van, Eck ECM van Hogen-
CJG Centrum voor Jeugd en Gezin
doorn SM, Hoogen PCW van den, Oers JAM van.
COPD Chronische obstructieve longziekten
Gezondheid telt! In Hart voor Brabant. Regionale
GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst
Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2006. ’s-
GGZ Geestelijke Gezondheidszorg
Hertogenbosch: GGD Hart voor Brabant, 2006.
GGzE Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven
34 Schellingerhout R, Timmermans JM. Hoe groot
KBO Katholieke Bond voor Ouderen
zijn de vraag en het gebruik en nemen deze toe
LGB Lokaal Gezondheidsbeleid
of af? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning,
RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en
Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 2005.
Milieu rVTV regionale Volksgezondheid Toekomst
35 Timmermans JM, Boer A de, Iedema J. De mantel-
Verkenning
val. Over dreigende overbelasting van de mantel-
ses Sociaaleconomische status
zorger. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau,
soa Seksueel Overdraagbare Aandoening
2005.
SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven
36 Tielen L. Factsheet: Jonge mantelzorgers. Kinde-
VOGG Vereniging van ouders en verwanten van
ren en jongeren die opgroeien met een langdurig
mensen met een verstandelijke handicap
ziek familielid. Utrecht: Expertise Centrum Infor-
VWA Voedsel en Waren Autoriteit
mele Zorg. NIWZ, 2003.
Wmo Wet Maatschappelijke Ondersteuning
37 Lier W van, Scherpenzeel R, Storms O. Samen met
Wpg Wet Publieke Gezondheid
mantelzorgers beleid opstellen. Utrecht: Expertisecentrum Mantelzorg, 2010. 38 Movisie. Basisfuncties mantelzorg. www.movisie.
Bij de opzet van dit rapport is gebruik gemaakt van - Stam B.E., de Graaf N., Klaus-Meijs W.M.M.
nl/smartsite.dws?ch=def,DEF&id=125831 (geraad-
Gezondheid in kaart. Rotterdam:
pleegd 26 juli 2011)
GGD Rotterdam / RIVM, 2010.
39 Loket Gezond Leven. Goede voeding hoeft niet
- Handreiking gezonde gemeente. http://www.
veel te kosten. www.loketgezondleven.nl -Inter-
loketgezondleven.nl/settings/gezonde-gemeente.
venties- Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Bilthoven: RIVM, 2011.
(geraadpleegd 20 april 2011). Bilthoven: RIVM, 2011. 40 Loket Gezond Leven. Armoede en gezondheid
Met dank aan - Betrokken medewerkers van de GGD Brabant-
van kinderen. www.loketgezondleven.nl -Inter-
Zuidoost
venties- Armoede en gezondheid van kinderen
-
(geraadpleegd 22 maart 2011). Bilthoven: RIVM,
- drs. A.M. van Gestel, drs. Y.E.G. Meertens en drs.
2011.
D. Terlingen, gemeente Valkenswaard M.E. de Kok, redactieteam regionale VTV, GGD Brabant-Zuidoost
- prof. dr. ing. J.A.M. van Oers, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Tilburg University - drs. M.J.J.C. Poos, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu -
I. Tissen, ZuidZorg
57
58
5 Gezondheidsprofiel
59
Gezondheidsprofiel gemeente Valkenswaard Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning 2011 Leeftijd
Valkenswaard
Valkenswaard
regio ZOB
regio ZOB
Valkenswaard
% recente meting
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
=
A Levensverwachting en sterfte Levensverwachting Levensverwachting mannen bij geboorte in jaren (2005-2008)
77,3
78,1
Levensverwachting vrouwen bij geboorte in jaren (2005-2008)
82,5
82,4
Levensverwachting in goede ervaren gezondheid mannen bij geboorte in jaren (2005-2008)
65,4
Levensverwachting in goede ervaren gezondheid vrouwen bij geboorte in jaren (2005-2008)
66,6
Sterfte Totale sterfte per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008)
73,5
70,7
Sterfte kanker per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008)
20,9
20,9
Sterfte hart- en vaatziekten per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008)
21,9
22,0
7,4
7,5
Sterfte aan ziekten ademhalingsorganen per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008) Aantal sterfgevallen onder zuigelingen per 1.000 levend geborenen (2008) Aantal sterfgevallen onder 1-14 jarigen per 100.000 kinderen per jaar (2004-2008) B
0-1 jaar
0
1-14 jaar
20,5
0-11 jaar
5
Lichamelijke gezondheid
Ervaren gezondheid Gezondheid kind gaat wel tot slecht
=
5
Vindt eigen gezondheid gaat wel tot slecht
12-18 jaar
14
=
14
=
Vindt eigen gezondheid matig/slecht
19-64 jaar
11
=
10
=
65+
24
28
=
0-11 jaar
0,7
=
0,4
=
Langdurige aandoeningen afgelopen 12 maanden (vastgesteld door arts) Diabetes
Astma of bronchitis
Astma, chronische bronchitis, longemfyseem of CARA/COPD
Aangeboren hartaandoening Hartinfarct en/of een andere ernstige hartaandoening (zoals hartfalen of angina pectoris) Kanker
12-18 jaar
0,2
=
0,3
=
=
19-64 jaar
2
=
3
=
=
65+
13
=
15
=
0-11 jaar
4
=
7
12-18 jaar
6
=
7
=
=
19-64 jaar
4
=
6
=
=
65+
7
=
11
▲
0-11 jaar
0,7
0,7
=
12-18 jaar
0,3
0,5
=
19-64 jaar
0,9
▼=
2
=
=
65+
12
=
11
▲
0-11 jaar
0
0,1
=
12-18 jaar
0,2
0
=
19-64 jaar
2
1
=
=
65+
7
=
7
▲
=
0-11 jaar
2
Belemmering door chronische aandoening Sterk belemmerd in het dagelijks functioneren als gevolg van één of meer chronische aandoeningen
60
2 =
3
=
12-18 jaar
2
19-64 jaar
9
7
=
=
65+
13
16
=
Leeftijd
Valkenswaard
Valkenswaard
regio ZOB
regio ZOB
Valkenswaard
% recente meting
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
=
15
=
=
Zelfredzaamheid Heeft grote moeite of hulp nodig bij 1 of meer dagelijkse handelingen
65+
15
Kan 1 of meer huishoudelijke activiteiten niet uitvoeren
65+
26
28
=
Niet zelfstandig in vervoer
65+
11
11
=
Ongevallen Is medisch behandeld voor letsel in de afgelopen 3 maanden
0-11 jaar
5
=▲
6
▲
=
12-18 jaar
20
▼=
17
▼
=
19-64 jaar
12
13
=
=
65+
11
13
▲
=
=
Infectieziekten Aantal meldingen kinkhoest (2010)
totaal
1
181
Aantal meldingen Hepatitis B (2010)
totaal
1
52
Aantal meldingen Q-koorts (2010)
totaal
0
19
C
Geestelijke gezondheid
Gevoelens afgelopen 3 maanden Beetje tot erg somber
0-11 jaar
1
=
1
=
=
12-18 jaar
5
=
4
▲
=
19-64 jaar
9
=
8
▼
=
65+
10
=
11
▼
=
4-11 jaar
3
=
3
▲
=
Heeft indicatie voor psychosociale problematiek
4-11 jaar
10
10
Verhoogde score op KIVPA1 (schooljaar 2009-2010)
klas 2 VO
12
19
0-11 jaar
2
2
12-18 jaar
1,9
=
1
▼
=
12-18 jaar
16
14
▲
=
Autisme Autisme vastgesteld door arts Psychosociale gezondheid =
Psychische gezondheid ouder(s) Problemen met psychische gezondheid ouder(s)
=
Ervaren psychische gezondheid Voelt zich psychisch ongezond
19-64 jaar
15
=
17
▼
=
65+
16
=
19
▼
=
Heeft afgelopen 12 maanden suïcide overwogen
12-18 jaar
10
9
=
Heeft afgelopen 12 maanden suïcidepoging ondernomen
12-18 jaar
2
1
=
19-64 jaar
6
5
=
65+
5
5
=
Suïcide
Psychiatrische aandoeningen Heeft hoog risico op angststoornis of depressie
Aantal cliënten gedurende jaar in zorg bij GGzE (2008)
1.225
D Persoonskenmerken Ongezond gewicht Ondergewicht
Overgewicht (inclusief obesitas)
2-11 jaar
5
=
7
=
=
12-18 jaar
9
=
10
=
=
19-64 jaar
1
=
1
=
=
65+
3
▼=
3
▼
=
2-11 jaar
11
=
11
=
=
12-18 jaar
7
=
10
=
=
19-64 jaar
45
=
45
=
=
65+
59
▲=
59
▲
=
61
Valkenswaard
Valkenswaard
regio ZOB
regio ZOB
Valkenswaard
% recente meting
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
2-11 jaar
1
=
2
=
=
Leeftijd
Obesitas
Is afgelopen jaar meer dan 5 kilo afgevallen
12-18 jaar
0,6
=
1
=
=
19-64 jaar
11
=
11
=
=
65+
15
=
15
=
=
65+
10
0-4 jaar
34
=▼
1-11 jaar
38
12-18 jaar
64
9
▼=
E Leefstijl Borstvoeding Nooit/ vanaf geboorte (ook) kunstvoeding
30
=
=
38
▼
=
=
61
=
=
Groente en fruit consumptie Niet dagelijks groente
Voldoet niet aan de norm voor groenteconsumptie2
Niet dagelijks fruit
Voldoet niet aan de norm voor fruitconsumptie3
19-64 jaar
71
=
69
▼
=
65+
72
=
68
=
=
1-11 jaar
37
32
▼
=
12-18 jaar
74
=
73
▼
=
19-64 jaar
79
=
75
▲
=
65+
57
=
55
=
66
▼
=
Lichamelijke inactiviteit 4-11 jaar
60
Sport of beweegt minder dan 7 dagen per week (minimaal 1 uur per dag)
Sport minder dan 2 keer per week 1 uur buiten school
12-18 jaar
79
Sport minder dan 1 keer per week
19-64 jaar
43
=
44
=
=
65+
56
=
57
▼
=
Voldoet niet aan de norm gezond bewegen Voldoet niet aan de norm gezond bewegen voor 55+
76
=
19-64 jaar
32
=
38
▲
▼
65+
30
=
35
▼
=
0-11 jaar
17
=
16
▼
=
=
0,5
=
=
12
▼
=
25
▼
=
Roken Moeder rookte tijdens (deel van) de zwangerschap Wel eens gerookt Rookt
8-11 jaar
0
12-18 jaar
12
19-64 jaar
27
=
65+
15
19-64 jaar
2
65+
2
Moeder heeft alcohol gebruikt tijdens (deel van) de zwangerschap
0-11 jaar
11
10
▼
=
Wel eens alcohol gedronken
8-11 jaar
7
=
10
▼
=
8-11 jaar
0,7
=
0,2
▼
=
12-18 jaar
52
48
▼
=
15,2
▲
6
▼
Zware rokers
=
14
=
=
2
▼
=
1
=
Alcoholgebruik
Heeft alcohol gedronken in afgelopen 4 weken Leeftijd waarop de helft van de jongeren in de afgelopen 4 weken alcohol heeft gedronken
12-18 jaar
Drinkt meer dan 20 glazen alcohol per week
12-18 jaar
Voldoet niet aan de norm verantwoord alcoholgebruik
4
Voldoet niet aan de norm aanvaardbaar alcoholgebruik5
Probleemdrinker
62
8
=
19-64 jaar
39
▼=
65+
45 =
=
36
▼
=
38
▲
67
=
19-64 jaar
74
65+
59
52
19-64 jaar
10
11
=
Leeftijd
Valkenswaard
Valkenswaard
regio ZOB
regio ZOB
Valkenswaard
% recente meting
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
Druggebruik in afgelopen 4 weken Softdrugs (hasj, wiet)
12-18 jaar
5
=
4
=
▲=
19-64 jaar
2
=
3
=
=
Harddrugs (XTC, paddo, amfetaminen, cocaïne of heroïne)
12-18 jaar
0,3
=
0,8
=
=
Harddrugs (XTC, amfetaminen, LSD, cocaïne of heroïne)
19-64 jaar
1
=
0,9
=
=
Verslavingszorg Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege alcoholgebruik (2010)
43
1023
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gebruik opiaten (2010)
8
411
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gebruik opwekkende middelen (cocaïne, amfetaminen) (2010)
21
418
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gebruik hallucinerende middelen (cannabis, XTC) (2010)
22
464
3
100
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gokken (2010) Seksueel gedrag Ooit geslachtsgemeenschap gehad
12-18 jaar
26
=
23
▲
=
-
12-18 jaar
58
=
62
=
=
12-18 jaar
5
▲=
7
▲
=
totaal
61
2311
< 20 jaar
3
61
Heeft wel eens onveilig gevreeën (subgroep)
Seksuele ervaring tegen de zin Aantal consulten bij de afdeling SOA van de GGD (2010) Aantal tienermoeders6 (2009)
F
Sociale omgeving
School Ervaart problemen in relaties met andere kinderen op school
4-11 jaar
10
=
12
=
=
Voelt zich niet prettig op school
4-11 jaar
6
=
6
=
=
Vindt school niet leuk/ vreselijk
12-18 jaar
4
4
=
0-11 jaar
3
2
=
Jongere heeft problemen met echtscheiding ouders
12-18 jaar
3
Relatie met ouders minder goed
12-18 jaar
19
Ouder ervaart vaak opvoedproblemen
0-11 jaar
2
=
2
=
=
Ouder heeft momenteel behoefte aan professionele ondersteuning bij de opvoeding
0-11 jaar
6
=
6
=
=
12-18 jaar
6
Ouders Gezin heeft problemen met echtscheiding of langdurig weggaan gezinslid
=
3
=
19
= =
Opvoeding
Pesten Is afgelopen 3 maanden regelmatig gepest
5
=
Eenzaamheid Niet genoeg vriend(inn)en buiten schooltijd Is (zeer) ernstig eenzaam
4-11 jaar
10
=
8
=
=
19-64 jaar
7
=
7
=
▼=
65+
6
8
▼
=
Onveiligheid Voelt zich overdag of ‘s nachts wel eens onveilig
12-18 jaar
24
=
29
▲
19-64 jaar
19
=
21
▼
=
65+
15
19
▲=
63
Leeftijd
Valkenswaard
Valkenswaard
regio ZOB
regio ZOB
Valkenswaard
% recente meting
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
Slachtoffer en dader Afgelopen 12 maanden dader ongewenst gedrag
12-18 jaar
64
=
61
▲=
Afgelopen 12 maanden slachtoffer ongewenst gedrag
12-18 jaar
24
25
▼=
0-17 jaar
0,3
Meldingen mishandelde kinderen7 (2008) Recent slachtoffer huiselijk geweld (afgelopen 5 jaar)
19-64 jaar
2
2
=
65+
0,3
0,6
=
Aantal meldingen huiselijk geweld bij steunpunt (2010)
totaal
51
Aantal aangiften huiselijk geweld bij politie (2010)
totaal
30
0-17 jaar
3,9
Huishoudinkomen < e1350 netto per maand
19-64 jaar
10
15
=
Huishoudinkomen < e1000 netto per maand
19-64 jaar
4
8
=
65+
16
=
19
=
0-11 jaar
17
14
▼
=
=
15
965
Armoede Kinderen in uitkeringsgezin8 (2008)
Ontvangt alleen AOW
G Fysieke omgeving Binnenmilieu Is in de afgelopen 7 dagen in huis aan rook blootgesteld
Woont in huis met schimmel- of vocht
12-18 jaar
39
0-11 jaar
13
19-64 jaar
24
32
▲
25
= =
Woning en buurt Geeft onvoldoende rapportcijfer voor eigen woning
19-64 jaar
6
8
=
Geeft onvoldoende rapportcijfer voor eigen woonomgeving
19-64 jaar
7
9
=
Wordt erg gehinderd door geluid
19-64 jaar
23
22
=
Ernstige slaapverstoring door geluid
19-64 jaar
11
12
=
Wordt erg gehinderd door geur
19-64 jaar
8
7
=
5
7
Overlast woonomgeving
H Zorg Ambulancezorg Overschrijding aanrijtijd A1 spoedzorg (15 minuten) (2010) Professionele zorg of hulp Ontvangt momenteel professionele zorg
19-64 jaar
1
65+
23
25
=
65+
6
8
=
tandarts
19-64 jaar
2
3
▼=
huisarts
19-64 jaar
2
2
=
verloskundige
19-64 jaar
2
2
=
Heeft behoefte aan meer hulp/zorg in verband met gezondheid
=
2
▲
=
Zorgvoorzieningen Vindt in de buurt onvoldoende aanwezig:
64
Leeftijd
Valkenswaard
Valkenswaard
regio ZOB
regio ZOB
Valkenswaard
% recente meting
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
WMO-Voorzieningen Heeft in afgelopen jaar gebruik gemaakt van 1 of meer WMO-voorzieningen Heeft behoefte aan 1 of meer WMO-voorzieningen
19-64 jaar
7
6
=
65+
27
29
=
19-64 jaar
5
6
=
65+
12
14
=
Heeft behoefte om vanuit huis gebruik te kunnen maken van diensten bij een nabijgelegen dienstencentrum, bejaarden- of verzorgingstehuis, zoals huishoudelijke hulp of maaltijdverzorging
65+
4
5
=
Heeft behoefte om vanuit de woning op afroep gebruik te kunnen maken van verpleging of verzorging bij een nabijgelegen bejaarden- of verzorgingstehuis of dienstencentrum
65+
7
8
=
12-18 jaar
2
2
=
Behoefte aan zorgvoorzieningen
Hulpvraag bij problemen Heeft momenteel behoefte aan professionele hulp bij een probleem Mantelzorg Ontvangt momenteel mantelzorg
Geeft momenteel mantelzorg
19-64 jaar
2
65+
10
=
10
1
▼
= =
8-11 jaar
2
3
=
12-18 jaar
8
9
=
19-64 jaar
12
▲
10
▲
=
65+
10
=
10
=
=
Vindt mantelzorg geven zwaar
12-18 jaar
0,2
Voelt zich (tamelijk) belast door het geven van mantelzorg
19-64 jaar
2
▲=
1
▲
=
65+
2
=
2
=
=
groep 2, 7
96
97
klas 2
93
95
vanaf 4 jaar
89
90
4-12 jaar
90
87
12-19 jaar
87
90
vanaf 4 jaar
56
87
0-17 jaar
3,4
0,1
=
I Preventie Jeugdgezondheidszorg Opkomst reguliere contactmoment Basisonderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst reguliere contactmoment Voortgezet Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst reguliere contactmoment Speciaal Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst van kinderen met een onderzoek op indicatie Basisonderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst van kinderen met een onderzoek op indicatie Voortgezet Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst van kinderen met een onderzoek op indicatie Speciaal Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Nieuwe indicaties Bureau Jeugdzorg9 (2008) Bevolkingsonderzoeken Opkomst screening borstkanker (2008-2009)
50-75 jaar
87
80
Opkomst screening baarmoederhalskanker (2009)
30-60 jaar
70
66
2 jaar
98
98
Vaccinatiegraad Hib volledig afgesloten op 2 jarige leeftijd (2009) Meningokokken C volledig afgesloten op 2 jarige leeftijd (2009)
2 jaar
96
97
Pneumokokken volledig afgesloten op 2 jarige leeftijd (2009)
2 jaar
94
95
DTP volledig afgesloten op 10 jarige leeftijd (2009)
10 jaar
98
96
BMR volledig afgesloten op 10 jarige leeftijd (2009)
10 jaar
98
96
HPV volledig afgesloten bij 12-jarige meisjes (2010)
12 jaar
44
47
60+
77
77
76
75
Vaccinatiegraad influenza door huisarts via Nationaal Programma Grieppreventie (2009-2010) Opkomst vaccinatie Nieuwe Influenza A 1e vaccinatieronde bij kinderen van 6 maanden-4 jaar en huisgenoten (2009)
65
Valkenswaard
Valkenswaard
regio ZOB
regio ZOB
Valkenswaard
% recente meting
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
4-11 jaar
87
=
80
=
12-18 jaar
86
81
▼
▲
Leeftijd
J Participatie Lidmaatschap vereniging Lid van een vereniging
Lid van sportvereniging/-school
19-64 jaar
61
=
57
=
=
4-11 jaar
74
=▲
66
▲
▲
12-18 jaar
77
▲
71
▲
▲
19-64 jaar
45
=
40
=
▲=
Niet betrokken bij de buurt (sociale cohesie)
19-64 jaar
40
42
=
Buurtparticipatie
Actief geweest om buurt te verbeteren
19-64 jaar
13
15
=
Vindt dat gemeente voldoende doet om bewoners bij veranderingen in de buurt te betrekken
19-64 jaar
26
35
Voelt zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in de buurt
19-64 jaar
64
67
=
Vrijwilligerswerk Verricht vrijwilligerswerk
12-18 jaar
10
=
8
=
=
19-64 jaar
26
=
25
=
=
65+
24
25
Noten a / = gemeentelijk cijfer is statistisch significant hoger/lager ten opzichte van hetzelfde cijfer van de gemeente in de voorgaande monitor b / = regionaal cijfer is statistisch significant hoger/lager ten opzichte van hetzelfde cijfer van de regio in de voorgaande monitor c / = gemeentelijk cijfer is statistisch significant hoger/lager ten opzichte van het regionale cijfer in hetzelfde jaar d De regionale trends voor de indicatoren bij de 0-11 jarigen zijn berekend op de regiocijfers exclusief de gemeente Eindhoven e De regionale trends bij de jongeren zijn berekend voor de leeftijdsgroep van 12-17 jaar en exclusief de gemeente Eindhoven Definities 1 Korte Indicatieve Vragenlijst voor Psychosociale Problemen bij Adolescenten 2 De aanbevolen norm voor groenteconsumptie is 200 gram per dag 3 De aanbevolen norm voor fruitconsumptie is 2 stuks fruit per dag of 1 glas vruchtensap + 1 stuk fruit per dag 4 Norm verantwoord alcoholgebruik: mannen maximaal 21 glazen/week, max 5 glazen/drinkdag, max 5 drinkdagen/week; Vrouwen maximaal 14 glazen/week, max 3 glazen/drinkdag, max 5 drinkdagen/week. 5 Norm aanvaardbaar alcoholgebruik: Mannen maximaal 10 glazen/week, maximaal 2 glazen/drinkdag, maximaal 5 drinkdagen/week; Vrouwen maximaal 5 glazen/week, maximaal 1 glas/drinkdag, maximaal 5 drinkdagen/week 6 Aantal levendgeborenen met een moeder jonger dan 20 jaar 7 Percentage meldingen betreffende kinderen van 0-17 jaar ten opzichte van totale aantal kinderen in deze leeftijd 8 Percentage 0-17 jarigen waarvan de ouder(s)/verzorgers(s) een bijstandsuitkering ontvangen of kinderen die zelf een bijstandsuitkering ontvangen 9 Percentage 0-17 jarigen dat in 2008 een nieuwe indicatie heeft gekregen bij Bureau Jeugdzorg
66
▼=
67
Op weg naar een gezonder Valkenswaard De afgelopen jaren zijn flinke stappen gezet op weg naar een betere gezondheid van de inwoners van Valkenswaard. In dit rapport wordt beschreven hoe de gezondheid er nu voorstaat. Is de gezondheid verbeterd en op welke terreinen liggen nog kansen om de gezondheid en de leefstijl te verbeteren? Ook geeft het rapport inzicht in de verschillende wegen die we kunnen inslaan om ziekten in de toekomst te voorkomen en om gezond gedrag in een gezonde omgeving te stimuleren. Dit rapport biedt nieuwe aanknopingspunten voor een integraal lokaal gezondheidsbeleid en daarmee kunnen we gezamenlijk weer verder op weg naar een gezonder Valkenswaard. Het rapport ‘Op weg naar een gezonder Valkenswaard’ is onderdeel van de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (rVTV) 2011 van de GGD Brabant-Zuidoost. Deze rVTV bestaat uit drie producten: 21 gemeentelijke rapporten met specifieke lokale kernboodschappen, het regionale rapport ‘Op weg naar een gezonder Zuidoost-Brabant’ en het Regionaal Kompas Volksgezondheid (www.regionaalkompas.nl), met daarin de mogelijkheden voor gezondheidswinst door lokaal gezondheidsbeleid.
GGD Brabant Zuidoost Postbus 810 5700 AV Helmond Telefoon 088 0031 100 www.ggdbzo.nl
68