Op weg naar een gezonder Eindhoven Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011
1
Op weg naar een gezonder Eindhoven Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 M.J.H. van Niekerk, L.H.L. Pouwels, GGD Brabant-Zuidoost GGD Brabant-Zuidoost Postbus 810 5700 AV Helmond Telefoon 088 0031 100 www.ggdbzo.nl Copyright © 2011, GGD Brabant-Zuidoost Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de GGD Brabant-Zuidoost. De redactie besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van informatie in dit rapport. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze teksten. Voor vragen of opmerkingen kunt u zich richten tot de auteurs via
[email protected].
Colofon Ontwerp en opmaak www.sterdesign.nl Fotografie Jos Lammers Oplage 200 stuks, september 2011
2
Op weg naar een gezonder Eindhoven Onze gemeente timmert al jaren aan de weg als het
Als wethouder Jeugd, Welzijn en Zorg ben ik daarom
gaat om de gezondheid van inwoners. We doen er
blij met dit rapport vol kernboodschappen voor het
veel aan om een gezonde leefstijl te bevorderen,
lokale gezondheidsbeleid. Niet alleen omdat het een
maar ook om gezonde buurten en toegankelijke
goed inzicht geeft in de gezondheidstoestand van de
zorg te realiseren. Want een goede gezondheid is
inwoners van Eindhoven. Maar vooral ook omdat op
niet alleen van individueel belang, maar ook maat-
basis van deze informatie keuzes gemaakt kunnen
schappelijk. Wie zich goed voelt, kan beter meedoen
worden voor het Eindhovense gezondheidsbeleid
in de samenleving, op school, op de arbeidsmarkt of
tussen 2012-2015.
in het vrijwilligerscircuit. Belangrijke keuzes dus, waar de toekomst van onze Gezond leven is in eerste instantie een verantwoor-
stad sterk van afhankelijk is. Laten we daarom met
delijkheid van de inwoners zelf. Mensen maken hun
z’n allen nog voortvarender doortimmeren aan de
eigen keuzes. Maar gezond leven is niet altijd even
weg daar naartoe.
makkelijk. En daar ligt voor de overheid, in samenwerking met andere organisaties zoals de GGD,
Wethouder Lenie Scholten,
de uitdaging; samen willen we ervoor zorgen dat
gemeente Eindhoven
gezonde keuzes ook makkelijke keuzes worden.
3
4
Inhoudsopgave
1 Van gemeentelijk rapport naar gezondheidsbeleid
7
2 De inwoners van Eindhoven
11
3 4
Kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid Gezondheid algemeen Overgewicht Diabetes Alcoholgebruik Roken Seksuele gezondheid Psychische gezondheid Gezondheidsverschillen Fysieke leefomgeving
17 18 20 23 26 29 32 34 37 40
Bronnen, afkortingen en adviseurs
45
5 Gezondheidsprofiel
47
5
Dit rapport is onderdeel van de regionale
Regionaal kompas
Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 van de
De website www.regionaalkompas.nl geeft inzicht in
GGD Brabant-Zuidoost. De regionale VTV bestaat uit
de mogelijkheden die we hebben voor gezondheids-
de volgende onderdelen:
winst door lokaal gezondheidsbeleid. Voor meer cijfermatige informatie kunt u terecht op de website
Regionaal rapport
www.ggdgezondheidsatlas.nl. De digitale versies
‘Op weg naar een gezonder Zuidoost-Brabant
van de regionale en gemeentelijke rapporten zijn te
Regionaal rapport Volksgezondheid Toekomst
downloaden op www.regionaalkompas.nl.
Verkenning 2011’ Gemeentelijke rapporten 21 gemeentelijke rapporten met de belangrijkste kernboodschappen voor het lokale beleid:
‘Op weg naar een gezonder…..’ Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre
Laarbeek
Best
Gemert - Bakel
Son en Breugel
Oirschot Helmond Nuenen Eindhoven Deurne
Geldrop Mierlo Veldhoven Reusel De Mierden Waalre Asten Bladel
Eersel
Someren Heeze - Leende
Bergeijk
6
Valkenswaard Cranendonck
1 Van gemeentelijk rapport naar gezondheidsbeleid
7
De Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning Zuidoost-Brabant Gemeenten krijgen een steeds grotere rol in het volksgezondheidsbeleid. De Wet publieke gezond-
Kernboodschappen Eindhoven 1 De levensverwachting in Eindhoven is iets lager dan gemiddeld in Nederland. Dit vraagt om actie, ook buiten het terrein van de gezondheid.
heid (Wpg) schrijft voor dat gemeenten elke vier jaar een beleidsplan Lokaal Gezondheidsbeleid vaststellen. Daarnaast zijn gezondheid en zorg belangrijke onderwerpen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en in het jeugdbeleid van gemeenten.
2 Overgewicht is in Eindhoven een omvangrijk gezondheidsprobleem. Blijf investeren in een gezonde leefstijl en een gezonde leefomgeving.
Budgetten zijn beperkt, dus gemeenten moeten keuzes maken. Voor het maken van gezonde keuzes is inzicht in de lokale gezondheidssituatie van belang. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning:
3 Het aantal ouderen met diabetes in Eindhoven neemt toe. Verklein het risico op diabetes bij ouderen door onder andere het bewegen te stimuleren.
vertaling van informatie naar beleid De GGD Brabant-Zuidoost ondersteunt haar gemeenten bij het maken van keuzes door het beschrijven van de belangrijkste gezondheidsthema’s in de regio-
4 Het alcoholgebruik is onder jongeren in Eindhoven nog steeds hoog. Blijf inzetten op alcoholmatiging onder jongeren.
nale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (rVTV). Gemeentelijk rapport beschrijft belangrijkste gezondheidsthema’s In dit gemeentelijk rapport beschrijft de GGD Bra-
5 Een op de vier volwassenen in Eindhoven rookt. Gebruik de vele mogelijkheden in het lokaal beleid om roken aan te pakken, ook bij jongeren.
bant-Zuidoost specifiek voor de gemeente Eindhoven de kernboodschappen voor het lokale gezondheidsbeleid. De GGD maakt hierbij onder andere gebruik van de informatie uit de jeugd-, de jongeren-, de vol-
6 Veel jongeren in Eindhoven vrijen onveilig. Versterk hun weerbaarheid om de eigen grenzen te kunnen bewaken.
wassenen-, de ouderen- en de Wmo-monitor. Waar mogelijk worden cijfers vergeleken met regionale of landelijke trends van diverse (landelijke) informatiebronnen. Dit rapport is in eerste instantie geschreven als input voor de nota lokaal gezondheidsbeleid en
7 Het risico op een depressie of angststoornis in Eindhoven is hoog. Zorg voor vroegtijdige signalering en een toegankelijk preventie aanbod.
voor beleidsterreinen waar kansen liggen om goede voorwaarden voor gezondheid te creëren. Voor alle gemeenten zijn als kernboodschappen opgenomen de thema’s overgewicht, roken, alcoholgebruik, psychische gezondheid en seksueel gedrag. Dit zijn de speerpunten die benoemd worden in de
8 Gezondheidsverschillen tussen buurten in Eindhoven zijn groot. Blijf buurtgericht en vanuit verschillende beleidsterreinen werken aan het verminderen van gezondheidsverschillen.
landelijke nota gezondheidsbeleid ‘Gezondheid dichterbij’ (1).Ook is in alle rapporten aandacht voor sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Daarnaast zijn thema’s opgenomen waarin Eindhoven ongunstig afwijkt ten opzichte van de regio, waar sprake is van een ongunstige trend of waar om beleidsmatige redenen aandacht voor (nodig) is. Het Gezondheidsprofiel van Eindhoven in hoofdstuk 5 van dit rapport biedt ook informatie over gezondheidsthema’s die in dit rapport niet verder besproken worden.
8
9 Veel Eindhovenaren worden ernstig gehinderd door geluid en luchtverontreiniging. Verbeter de gezondheid van de bewoners door de fysieke leefomgeving aan te pakken.
Kernboodschappen gemeentelijk rapport zijn basis
Regionaal rapport zet gezondheid in Zuidoost-
voor gemeentelijk gezondheidsbeleid
Brabant op de agenda
Dit gemeentelijk rapport geeft een beschrijving van
Naast het gemeentelijk rapport beschrijft de GGD in
de belangrijkste kernboodschappen voor het ge-
het regionale VTV-rapport ‘Op weg naar een gezon-
zondheidsbeleid van de gemeente Eindhoven. Bij de
der Zuidoost-Brabant’ een aantal ontwikkelingen op
keuzes van deze kernboodschappen staat het belang
het gebied van gezondheid (2). De thema’s in dit rap-
van de gezondheid voorop. In de nota gezondheids-
port kunnen, naast de beschreven kernboodschap-
beleid stelt de gemeente de gezondheidsthema’s
pen voor Eindhoven, eveneens gebruikt worden bij
vast waaraan zij de komende jaren aandacht wil
het opstellen van het lokale gezondheidsbeleid. De
besteden. Bij de prioritering spelen ook politieke en
belangrijkste thema’s op het gebied van gezondheid
financiële argumenten een rol. Daarnaast bekijkt de
voor de regio zijn:
gemeente binnen welk beleidsterrein een thema het beste tot zijn recht komt. Zo past bijvoorbeeld het bevorderen van weerbaarheid zoals beschreven in dit rapport bij het thema seksuele gezondheid (ook)
Langer gezond leven. We leven langer gezond maar diabetes, depressie en dementie vormen een groeiend probleem in een vergrijzende populatie.
prima binnen het Jeugdbeleid. In de nota gezondheidsbeleid worden gemeentelijke
Kwetsbare ouderen redden het niet alleen. Zorg voor zorg.
doelstellingen beschreven In de nota gezondheidsbeleid beschrijft de gemeente de doelstellingen op het gebied van gezondheid en werkt ze verder uit. Daarbij zullen diverse regio-
Gezondheidsachterstanden komen niet alleen in steden voor. De meeste gezondheidswinst is te behalen bij lagere sociaaleconomische groepen.
nale en lokale partijen betrokken worden omdat zij specifieke deskundigheid op het brede terrein van gezondheid hebben en verantwoordelijk zijn voor de
De jeugd: een gezonde investering. Zet in op minder problematiseren en meer normaliseren.
uitvoering van gezondheid en welzijn. Van belang is de uitwerking van de doelstellingen zo concreet mogelijk te maken alvorens tot uitvoering over te gaan.
Preventie scoort niet, maar loont wel! Investeren in preventie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Gezondheidsbeleid krijgt vorm met diverse partners Bij de uitvoering van gezondheidsbeleid zijn veel organisaties en partijen betrokken. Een groot deel
Een gezonde omgeving: een verademing! Ruimtelijke ontwikkeling biedt kansen voor gezondheid.
van deze organisaties is in Eindhoven al op één of andere manier bij gezondheidsthema’s betrokken. Er
Regionaal kompas: actuele informatie voor lokaal
is nog winst te behalen door ook private partijen als
gezondheidsbeleid op internet
bijvoorbeeld supermarkten te betrekken als partners
In het kader van de regionale VTV heeft de
voor een gezonde leefstijl.
GGD ook een website ontwikkeld ten behoeve van het lokale gezondheidsbeleid:
Gemeentelijk rapport biedt ook informatie voor
www.regionaalkompas.nl. Deze site biedt niet alleen
andere beleidsterreinen
actuele cijfers maar ook voorbeelden en interventies
Het integrale gezondheidsprofiel (hoofdstuk 5) biedt
uit de regio. Ook de regionale en gemeentelijke
de mogelijkheid om per thema diverse leeftijdsgroe-
rapporten van de rVTV zijn hier te downloaden. Het
pen voor Eindhoven te bekijken. Zoals uit het ge-
regionaal kompas biedt daarnaast diverse links naar
zondheidsprofiel blijkt, is er een schat aan gegevens
relevante landelijke en regionale websites over deze
beschikbaar ten behoeve van het gezondheidsbeleid
thema’s zoals de ‘Handreiking Gezonde Gemeente’
en andere beleidsterreinen zoals het Wmo-beleid en
van het RIVM en de gezondheidsatlas van de GGD:
het jeugdbeleid. De GGD Brabant-Zuidoost wil het
www.ggdgezondheidsatlas.nl.
gebruik van dit gemeentelijk rapport door meerdere beleidsterreinen dan ook stimuleren.
9
10
2 De inwoners van Eindhoven
11
Dit hoofdstuk geeft informatie over de bevolkingssamenstelling van de gemeente Eindhoven. Er wordt ingegaan op diverse aspecten van de demografie die een relatie kunnen hebben met de gezondheid, zoals de leeftijdsopbouw, de etniciteit, het opleidingsniveau, sociaaleconomische status en de bevolkingsprognose.
Eindhoven telt ruim 216.000 inwoners
doen zich in de regio Zuidoost-Brabant vaker voor bij
Eindhoven heeft op 1 januari 2011 216.036 inwoners
allochtone inwoners, vooral bij allochtonen met een
en is daarmee de grootste gemeente in de regio
niet-westerse afkomst (2).
Zuidoost-Brabant. Het is tevens de vijfde stad van Nederland naar inwoneraantal. De inwoners van Eind-
Eindhovense inwoners zijn vaker hoog opgeleid
hoven wonen op een betrekkelijk klein oppervlak: de
Eindhoven heeft vergeleken met het gemiddelde
bevolkingsdichtheid is 2.438 inwoners per vierkante
in de regio Zuidoost-Brabant veel hoogopgeleide
kilometer tegenover gemiddeld 510 inwoners in de
inwoners (3); 42% van de volwassenen van 19 tot
gehele regio Zuidoost-Brabant.
en met 64 jaar heeft hbo of universiteit gedaan, tegenover 33% in de regio. In Eindhoven heeft 27%
Andere leeftijdsopbouw in Eindhoven dan
van de inwoners een lage opleiding (geen opleiding,
gemiddeld in Nederland
lager onderwijs, mavo of lbo). Dit percentage ligt in
In figuur 2.1 is de leeftijdsopbouw van Eindhoven
Zuidoost-Brabant op 33%. Bijna 7.000 volwassen in-
in 2011 weergeven. In Eindhoven is 21% van de
woners (5%) van Eindhoven hebben geen opleiding
inwoners jonger dan 20 jaar, tegenover 24% in Ne-
of alleen lager onderwijs gevolgd (figuur 2.3).
derland. Het aandeel inwoners uit de zogenoemde ‘productieve leeftijdsgroep’ van 20 tot 65 jaar is 64%
Besteedbaar inkomen in Eindhoven gelijk aan het
in Eindhoven en 61% in Nederland. De leeftijdsgroep
landelijk gemiddelde
tussen de 20 en 40 jaar is in Eindhoven duidelijk
Het gemiddelde besteedbaar inkomen van de inwo-
groter. Dit zal komen door het aandeel studenten
ners van Eindhoven is met 14.700 euro per jaar gelijk
op de universiteit en hogeschool in Eindhoven. Het
aan dat in Nederland. Bijna 14% van de inwoners
aandeel 65-plussers in Eindhoven en Nederland is
ontvangt een uitkering voor arbeidsongeschiktheid,
vergelijkbaar, respectievelijk 16% en 16%. Tot en met
werkloosheid of algemene bijstand. Dit komt over-
ongeveer 70 jaar zijn er meer mannen dan vrouwen
een met het landelijk gemiddelde van bijna 16%.
in de Eindhoven. Vanaf 70 jaar zijn er juist meer
Er zijn aanzienlijke verschillen in gezondheid naar
vrouwen dan mannen. De totale man-vrouw verde-
sociaaleconomische status (ses) waarbij ses wordt
ling ligt dicht bij elkaar: 50,9% mannen en 49,1%
uitgedrukt in opleidingsniveau, hoogte van inkomen
vrouwen. Er bestaan verschillen in de verdeling van
of beroepsstatus (2). De gezondheid van mensen met
de huishoudens. Van alle huishoudens bestaat 46%
een lage ses is op veel fronten slechter dan die van
uit eenpersoonshuishoudens, 27% uit huishoudens
mensen met een hoge ses (zie ook hoofdstuk 3). De
zonder kinderen en 27% uit huishoudens met kinde-
gemeente Eindhoven heeft per buurt de ses bepaald
ren. In Nederland ligt het percentage huishoudens
en ingedeeld in vijf groepen (4). Er zijn 15 buurten
met kinderen hoger (34%).
met een lage ses (score 1), tegenover 16 gebieden met een hoge ses (score 5) (figuur 2.4).
Drie van de tien Eindhovenaren is van allochtone afkomst
Ook Eindhoven vergrijst
Eindhoven heeft relatief veel allochtone inwoners
Volgens de huidige bevolkingsprognose groeit het
vergeleken met het landelijk gemiddelde. Bijna
aantal inwoners van Eindhoven in 2011 van ongeveer
30% van de inwoners is van allochtone afkomst. In
216.000 naar ongeveer 228.000 inwoners in 2030, en
Nederland is ruim één op de vijf inwoners (21%) van
naar ongeveer 236.000 inwoners in 2040 (figuur 2.5).
allochtone afkomst. Vooral het aantal niet-westerse
Vooral het relatieve aandeel ouderen stijgt. Deze ver-
allochtonen in Eindhoven ligt met 17% hoger dan
grijzing is ook een landelijke trend. Met meer oudere
in Nederland (11%). Van deze niet-westerse alloch-
inwoners zal ook het aantal mensen met (chronische)
tonen is 5% van Turkse en 3% van Marokkaanse
gezondheidsproblemen toenemen.
afkomst (figuur 2.2). Gezondheidsachterstanden
12
Figuur 2.1 Demografische opbouw van gemeente Eindhoven in 2011 (Bron: CBS StatLine, 2011) 1800 1500 1200 900 600 300 0 300 600 900
Aantal inwoners
1200 1500 1800 2100
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
85
90
95
Leeftijd in jaren
Mannen Eindhoven Vrouwen Eindhoven Verschil Mannen/vrouwen Eindhoven Mannen Nederland (relatief naar inwonertal gemeente) Vrouwen Nederland (relatief naar inwonertal gemeente)
Figuur 2.2 Etniciteit van inwoners van gemeente Eindhoven op 1 januari 2011 (Bron: CBS StatLine, 2011)
13 17 70
Autochtonen
3 7
Westerse allochtonen
1 2 5
Totaal niet-westerse allochtonen Marokko Nederlandse Antillen en Aruba Suriname Turkije Overige niet-westerse allochtonen
13
Figuur 2.3 Opleidingsniveau van inwoners van 19 t/m 64 jaar van de gemeente Eindhoven (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
geen opleiding/ basisonderwijs
mavo/lbo
havo/vwo/mbo hbo/wo 0
10
20
Zuidoost-Brabant Eindhoven
Figuur 2.4 Sociaal Economische Status van de buurten in Eindhoven (Bron: Eindhovense Buurtthermometer 2010, gemeente Eindhoven)
14
30
40
50
percentage
Figuur 2.5 Prognose leeftijdsopbouw bevolking Eindhoven, 2011-2040 (Bron: CBS StatLine 2011 en Bevolkingsprognose 2008, provincie Noord-Brabant)
inwoners
22000 CBS 2011
20000
Prognose 2030 Prognose 2040
18000 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000
95+
90-95
85-90
80-85
75-80
70-75
65-70
60-65
55-60
50-55
45-50
40-45
35-40
30-35
25-30
20-25
15-20
10-15
5-10
0
0-5
2000
leeftijd in jaren
15
16
3 Kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid
17
Gezondheid algemeen
gaan toenemen. Ook andere ziekten zoals depressie en angststoornissen nemen toe door het stijgend
De levensverwachting in Eindhoven iets lager dan
aantal ouderen. Diabetes en coronaire hartziekten
gemiddeld in de regio en in Nederland
hebben een grote zorg- en ziektelast. Dat geldt
De levensverwachting bij geboorte in Eindhoven is
eveneens voor beroerte, depressie en angststoornis-
voor mannen 77,5 jaar en voor vrouwen 81,4
sen. Samen behoren zij tot de top 5 van ziekten met
jaar (totaal 79,5 jaar). Voor mannen en vrouwen in Zuidoost-Brabant ligt deze op respectievelijk 78,1 jaar en 82,4 jaar. De totale levensverwachting in Eindhoven is iets lager dan in de regio Zuidoost-Brabant en ook dan het landelijk gemiddelde van 80,1 jaar. Eindhoven telt gemid-
Kernboodschap: De levensverwachting in Eindhoven is iets lager dan gemiddeld in Nederland. Dit vraagt om actie, ook buiten het terrein van de gezondheid.
deld 75 sterfgevallen per 10.000 inwoners per jaar, in de regio zijn dat er gemiddeld 71. De vijf belangrijkste specifieke
de grootste ziektelast en hebben daarmee een groot
doodsoorzaken zijn coronaire hartziekten, longkan-
effect op de volksgezondheid. Daardoor zal in de ko-
ker, beroerte, dementie en chronische obstructieve
mende jaren de vraag naar zorg groter en complexer
longziekten. Dit geldt zowel voor Nederland als
worden (2).
Zuidoost-Brabant (2). De sterfte aan hart-en vaatziekten is de laatste jaren
Ouderen in Eindhoven hebben vaker chronische
enorm gedaald, waardoor kanker in 2010 doodsoor-
aandoeningen dan in de regio
zaak nummer 1 is geworden (5).
Onder de 65-plussers in Eindhoven komt een aantal ziekten en aandoeningen relatief vaker voor
Eindhovenaren zijn iets positiever over hun eigen
dan gemiddeld in de regio Zuidoost-Brabant. Dit
gezondheid dan enkele jaren geleden
geldt onder meer voor diabetes, hoge bloeddruk,
In 2009 gaf bijna een derde van de ouderen in Eind-
gewrichtsslijtage of een aandoening aan de lucht-
hoven aan zijn of haar gezondheid matig tot slecht
wegen (astma of chronische bronchitis). Bij volwas-
te vinden (31%). Voor de volwassenen ligt dit percen-
senen (19 tot en met 64 jaar) zijn hoge bloeddruk,
tage op 13%. Beide percentages liggen hoger dan
ernstige of hardnekkige aandoeningen aan de rug
het gemiddelde in Zuidoost-Brabant. De trend is wel
en gewrichtsslijtage de meest voorkomende aandoe-
gunstig: de Eindhovenaren zijn iets positiever over
ningen. Deze aandoeningen komen bij volwassenen
hun eigen gezondheid dan enkele jaren geleden.
in Eindhoven even vaak voor als gemiddeld in de regio. Het percentage volwassenen met diabetes ligt
Het aantal ouderen met chronische ziekten neemt
in Eindhoven wel relatief hoger. Bij kinderen en jon-
toe
geren zijn astma of bronchitis en eczeem de meest
In de komende jaren zal het aantal personen met
voorkomende chronische aandoeningen.
een chronische ziekte toenemen. Zoals uit de bevolkingsprognose van hoofdstuk 2 blijkt, maakt vooral
Leefstijlfactoren zijn voor een deel verantwoordelijk
het aantal personen van 65 jaar en ouder een groei
voor gezondheidsverlies
door. Hierdoor stijgt het aantal mensen met de meest
Leefstijlfactoren, vooral roken, alcohol en overge-
voorkomende chronische ziekten tussen 2007 en
wicht, zijn voor een deel verantwoordelijk voor de
2020 met ongeveer 30%. Op basis van de demogra-
belangrijkste groepen doodsoorzaken als hart- en
fische ontwikkelingen wordt geschat dat het aantal
vaatziekten, kanker en ziekten van de ademha-
personen met diabetes in Zuidoost-Brabant in 2020
lingswegen. De urgentie om te blijven investeren in
gestegen zal zijn met 27% ten opzichte van 2007 en
preventie en het terugdringen van ongezond gedrag
dat het aantal coronaire hartziekten stijgt met 37%.
blijft daarmee onveranderd hoog (2).
Deze trends worden echter ook beïnvloed door ontwikkelingen in de gezondheidszorg, veranderingen in leefstijl en sociaaleconomische factoren. Het aantal mensen met ouderdomsziekten zoals diabetes, dementie en een combinatie van aandoeningen zal
18
Verbetering van de gezondheid vraagt bredere aanpak dan enkel vanuit gezondheidssector De gezondheidssituatie in Eindhoven vraagt om een aanpak die niet alleen beperkt mag blijven tot de gezondheidssector. Ook andere sectoren kunnen een bijdrage leveren aan de verbetering van de gezondheid. Zo kan een gezonde luchtkwaliteit de klachten van astma en andere luchtwegaandoeningen verminderen. Een beweegvriendelijk ingerichte wijk stimuleert bewoners tot meer lichaamsbeweging. Ook werk en inkomen, onderwijs, woningbouw, veiligheid, groen en verkeer leveren een bijdrage aan de gezondheid van de inwoners. Tot slot kunnen activiteiten in andere programma’s, die niet primair gericht zijn op gezondheid, verbetering van gezondheid als bijkomend effect hebben. Door bijvoorbeeld het verminderen van schooluitval, het opleiden van jongeren en het terugkeren van werklozen naar de arbeidsmarkt krijgen mensen niet alleen betere kansen in het maatschappelijke leven, maar ook betere kansen op gezondheid.
19
Overgewicht
intensieve lichaamsbeweging). Bij de volwassenen en ouderen geldt dit voor respectievelijk 49% en 39%
Het percentage overgewicht bij de jeugd is stabiel
(norm: gedurende 5 dagen per week 30 minuten
maar nog altijd hoog
matig intensieve lichaamsbeweging) (7). Er zijn
In Eindhoven heeft 13% van de 2- tot en met 11-ja-
aanwijzingen dat borstvoeding het kind beschermt
rigen overgewicht, waarvan 3% ernstig overgewicht
tegen het ontwikkelen van overgewicht. Van de kin-
(obesitas). Het percentage kinderen in Eindhoven
deren in Eindhoven krijgt 26% geen of onvolledige
van 2 tot en met 11 jaar met overgewicht is de
borstvoeding.
afgelopen jaren stabiel gebleven. 12% van de 12- tot en met 18-jarigen heeft overgewicht, waarvan 2%
Overgewicht is een risico voor lichamelijke en
ernstig overgewicht. Dit is een meting op basis van
geestelijke ongezondheid
zelfgerapporteerde waarden voor lengte en gewicht
Overgewicht en vooral obesitas zijn een risico voor
(figuur 3.1). Overgewicht bij kinderen in Eindhoven
de gezondheid, zowel lichamelijk als geestelijk.
komt vaker voor dan gemiddeld in de regio Zuidoost-
Volwassenen met obesitas hebben 5-12 keer zoveel
Brabant.
kans op diabetes en een 2-4 keer zo hoge kans op hartziekten en een aantal vormen van kanker. Ook
Ernstig overgewicht bij volwassenen en ouderen in
bij kinderen heeft overgewicht en obesitas schade-
Eindhoven neemt toe
lijke gevolgen. Zo hebben kinderen met overgewicht
Van de 19- tot en met 64-jarigen in Eindhoven heeft
steeds vaker last van glucose-intolerantie en diabetes
42% overgewicht. Van hen heeft 11% ernstig over-
type 2. Bovendien worden zware kinderen meestal
gewicht. Het aandeel volwassenen met ernstig over-
zware volwassenen. Kinderen en volwassenen met
gewicht is tussen 2005 en 2009 toegenomen. Ook bij
overgewicht lopen meer risico op psychosociale
de 65-plussers in Eindhoven is de trend ongunstig.
problemen, stigmatisering en discriminatie. Mensen
Tussen 2006 en 2009 is het percentage ouderen met
met een laag inkomen en sommige niet-westerse
overgewicht gestegen van 55% naar 59%. Ernstig overgewicht nam in deze periode toe van 15% naar 17%. Het percentage ouderen met extreem overgewicht ligt daarmee in Eindhoven hoger dan gemiddeld in de regio Zuidoost-Brabant.
Kernboodschap: Overgewicht is in Eindhoven een omvangrijk gezondheidsprobleem. Blijf investeren in een gezonde leefstijl en een gezonde leefomgeving.
Ongezond eten en te weinig bewegen verhogen de kans op overgewicht
allochtonen (zoals Turken en Marokkanen) hebben
Ongezonde voeding, onvoldoende beweging en
meer kans op overgewicht.
geen borstvoeding krijgen zijn belangrijke risicofactoren voor overgewicht. Het eten van voldoende
Preventie overgewicht op jonge leeftijd starten
groente en fruit behoort tot een gezond voedingspa-
Overgewicht is in Eindhoven een omvangrijk gezond-
troon. Een meerderheid van de 12- tot en met 18-ja-
heidsprobleem, al stijgt overgewicht bij de jeugd niet
rigen in Eindhoven haalt de aanbevolen hoeveelhe-
verder. Bij volwassenen en ouderen is de toename
den voor groenten (58%) en fruit (72%) niet (norm:
van ernstig overgewicht zorgelijk.
2 ons groenten en 2 stuks fruit per dag) (6). Steeds
Overgewicht voorkómen door een gezonde leef-
meer volwassenen en ouderen in Eindhoven voldoen
stijl te bevorderen is van groot belang, omdat het
niet aan de norm voor fruitconsumptie (respectie-
moeilijk is om eenmaal bestaand overgewicht aan
velijk 76% en 55%) of aan de norm voor groente-
te pakken. Daarom is het zinvol op jonge leeftijd
consumptie (respectievelijk 66% en 70%). In Eind-
te starten met het stimuleren van een gezonde
hoven wordt minder gesport en bewogen door alle
leefstijl. Gemeenten hebben een belangrijke rol in
leeftijdsgroepen dan in de regio Zuidoost-Brabant.
de preventie van overgewicht, vooral door mensen
Wel is er een stijgende lijn te zien in deelname aan
in beweging te krijgen en gezonde en gevarieerde
sportactiviteiten. Van de 12- tot en met 18-jarigen
voeding te stimuleren. Programma’s voor leefstijl-
in Eindhoven voldoet 78% niet aan de beweegnorm
verbetering moeten voldoende intensiteit hebben
voor hun leeftijd (norm: dagelijks 60 minuten matig
en een voldoende lange looptijd. Naast individueel
20
Figuur 3.1 Overgewicht in Eindhoven en de regio Zuidoost-Brabant naar leeftijd. (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
59% 42%
59%
45%
13%11% 12%10%
2-11 jaar
12-18 jaar
Eindhoven
19-64 jaar
65+
Zuidoost-Brabant
gedrag is de omgeving van invloed op de toename in
de medewerkers van Korein en Spilcentra op het
overgewicht. Daarbij gaat het om zowel de fysieke
terrein van voeding en beweging. Ook huisart-
als de sociale omgeving. In het ideale geval nodigt
sen zijn betrokken bij het programma. Er wordt
de fysieke omgeving uit tot bewegen. De sociale om-
een zorgprogramma overgewicht bij kinderen
geving kan het veranderen van normen en waarden
opgesteld samen met twee gezondheidscentra in
stimuleren en ondersteunt gezond gedrag.
de Achtse Barrier. In Doornakkers werken GGD, gemeente en buurtbewoners samen om de om-
In Eindhoven is al jarenlang aandacht voor overgewicht
geving beweegvriendelijker in te richten. - Via het programma ‘Gezond in de Buurt’ voert de
In Eindhoven vinden diverse activiteiten plaats in het
GGD activiteiten uit om de leefstijl van bewoners
kader van het terugdringen van overgewicht:
in acht buurten met gezondheidsachterstand te
- De Jeugdgezondheidszorg van ZuidZorg en de
bevorderen. Om de allochtone doelgroepen te
GGD controleren alle kinderen op verschillende
bereiken en te ondersteunen zet zij Turkse en
leeftijden op hun gewicht. Indien er sprake is van
Marokkaanse zorgconsulenten in. Binnen het
(dreigend) overgewicht geven zij ouders en kin-
programma is veel aandacht voor voeding en
deren adviezen. Zo nodig verwijzen zij door naar
bewegen.
beweegactiviteiten, diëtist, opvoedingsonder-
- Op het gebied van sport en bewegen gebeurt
steuning, het Spreekuur Overgewicht of andere
er veel in Eindhoven. Zo wordt al jaren gebruik
hulpverleners.
gemaakt van de combinatiefuncties. Door de in-
- De GGD Brabant-Zuidoost werkt in samenwer-
zet van combinatiefunctionarissen in het project
king met andere professionals vanaf 2005 met
‘Onwijs Fit’ voor basisscholen krijgen kinderen op
het programma ‘De Familie Lekkerbek in balans’
basis van testresultaten advies en ondersteuning
(8). Doel van het programma is door een mix van
over bewegingsactiviteiten. Vervolgens gaat de
interventies (dreigend) overgewicht bij kinde-
school op basis van de testresultaten aan de slag
ren en jongeren aan te pakken. Voor hen zijn er
met het opstellen van gezondheidsbeleid. Verder
speciale cursussen en is er een Spreekuur Over-
neemt Eindhoven via het ‘Nationaal Actieplan
gewicht op de GGD. Een belangrijke pijler is het
Sport en Bewegen’ deel aan de eerste tranche
versterken van de kennis bij intermediairen, zoals
van de netwerkaanpak ‘Sport Lokaal Samen’.
21
Overgewicht terugdringen vraagt blijvende inzet op verschillende beleidterreinen Voor een effectieve preventie van overgewicht is integraal beleid nodig. Dat betekent dat de gemeente aandacht besteedt aan de complexiteit van overgewicht op verschillende terreinen. Zoals hiervoor beschreven vinden er in Eindhoven al veel activiteiten plaats in het kader van preventie van overgewicht en het bevorderen van een gezonde leefstijl. Voor de komende jaren is het belangrijk blijvend in te zetten op: - Voorlichting en educatie: onder andere door het presenteren van gezonde voeding op publieksevenementen, door het stimuleren van het schoolgezondheidsbeleid bij scholen en Spilcentra en door het stimuleren van sporten en bewegen. Ook de nieuwe media kunnen hiervoor worden ingezet. De Technische Universiteit Eindhoven en de Fontys Hogeschool onderzoeken momenteel wat de mogelijkheden hiervoor zijn. - Ondersteuning van kinderen met (dreigend) overgewicht: door signalering en advisering via Jeugdgezondheidszorg, eerste- en tweedelijnszorg, en via het Spreekuur Overgewicht van de Familie Lekkerbek in balans. - Betrekken van intermediairen: via medewerkers van Korein Kinderplein, Spilcentra, scholen, ZuidZorg, Welzijn Eindhoven en anderen, kan de boodschap over gezonde voeding en voldoende beweging worden overgebracht aan kinderen en hun ouders of verzorgers. Het komend jaar zal vanuit de Familie Lekkerbek in balans extra aandacht besteed worden aan samenwerking met intermediairen in buurten en wijken. - Samenwerking met de eerstelijnszorg: het gezondheidscentrum in de Achtse Barrier werkt samen met de Familie Lekkerbek in balans/GGD ZuidoostBrabant in de aanpak van kinderen met overgewicht door het opstellen van een zorgprogramma. Het is de bedoeling dat dit zorgprogramma over de stad en regio wordt uitgedragen. - Inrichting van de (fysieke) omgeving: van belang is dat de omgeving het bewegen stimuleert via een uitnodigende openbare ruimte en sportvoorzieningen. Ervaringen opgedaan in Doornakkers kunnen worden gebruikt voor andere buurten en wijken in Eindhoven. - Regelgeving en handhaving: door middel van een restrictief vestigingsbeleid van (mobiele) snackbars en fastfoodrestaurants kan ongezond eten minder bereikbaar gemaakt worden.
22
Diabetes
Vroeger noemde men dit vaak ‘ouderdomsdiabetes’. Nu komt het ook bij jonge mensen voor. Dit komt
Diabetes is bij ouderen in Eindhoven een groeiend
doordat de leefstijl van veel mensen veranderd is.
probleem
Gebrek aan lichamelijke activiteit, roken, het eten
Eén op de zes 65-plussers (16% van de ouderen) in
van teveel verzadigde vetten en te weinig voedings-
Eindhoven heeft diabetes. Het aantal ouderen met
vezels en (ernstig) overgewicht zijn risicofactoren
diabetes is de afgelopen jaren toegenomen, zowel
voor het ontwikkelen van diabetes type 2. Daarnaast
in Eindhoven als in de regio (figuur 3.2). In 2006 had
speelt erfelijkheid ook een belangrijke rol.
14% van de ouderen in Eindhoven diabetes. Diabetes mellitus komt bij personen van Turkse, Marok-
Ongezonde leefstijl mogelijk een verklaring voor
kaanse en Surinaamse afkomst meer voor dan onder
stijgend aantal ouderen met diabetes Het aantal ouderen met overgewicht en obesitas is sterk toegenomen. Tus-
Kernboodschap: Het aantal ouderen met diabetes in Eindhoven neemt toe. Verklein het risico op diabetes bij ouderen door onder andere het bewegen te stimuleren.
sen 2006 en 2009 is het percentage ouderen in Eindhoven met overgewicht gestegen van 55% naar 59% (figuur 3.2); obesitas nam toe van 15% naar 17%. In de afgelopen jaren is de groep ouderen in Eindhoven die onvoldoende beweegt (39%) of onvoldoende sport (60%) kleiner
autochtonen. Diabetes is een ernstige chronische
geworden. In 2006 voldeed 41% niet aan de beweeg-
aandoening die vaak op hogere leeftijd ontstaat.
norm (gedurende vijf dagen per week 30 minuten
Dit geldt vooral voor diabetes type 2. Bij deze vorm
matig intensieve lichaamsbeweging) (7) en 66% vol-
van diabetes werkt de alvleesklier niet goed en is het
deed niet aan de sportnorm (sport minder dan een
lichaam minder gevoelig geworden voor insuline.
keer per week) (3). Toch hebben meer ouderen in
Figuur 3.2 Diabetes en overgewicht bij ouderen (65 jaar en ouder) in Eindhoven in 2006 en 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
Diabetes
Overgewicht percentage
0
10
20
30
40
50
60
Eindhoven 2006 Eindhoven 2009
23
Eindhoven een gebrek aan lichamelijke activiteit ten
artsenpraktijk plaats. Alle zorggroepen in Eind-
opzichte van de regio. De relatief ongezonde leefstijl
hoven (Stichting Gezondheidscentra Eindhoven,
en het toenemende aantal ouderen met overgewicht
Ondernemende Huisarts en Praktijkondersteu-
en obesitas is mogelijk een verklaring voor het stij-
ning Zuidoost-Brabant (Pozob)) werken met het
gend aantal ouderen met diabetes.
zorgprogramma ‘Diabetes’. Dit is een zorgaanbod waarbij verschillende disciplines betrokken zijn.
Diabetes leidt vaak tot andere
Preventie is een onderdeel van het programma.
gezondheidsproblemen Diabetes is niet te genezen en zorgt voor schade
Beweegkuur voor mensen met een verhoogd risico
aan bloedvaten en zenuwweefsel. Dit leidt weer tot
De ‘Beweegkuur’ is een leefstijlinterventie waarmee
andere gezondheidsproblemen, zoals hart- en vaat-
mensen met een (verhoogd) risico op diabetes type
ziekten (zoals hartinfarct, beroerte, doorbloedings-
2 vanuit de eerste lijn worden begeleid naar een
stoornissen van de benen), nierziekten, blindheid en
gezonde en actieve leefstijl. De Beweegkuur start in
gevoelloosheid en/of pijn in de ledematen.
de huisartsenpraktijk. De deelnemer wordt begeleid door een leefstijladviseur (meestal een fysiothera-
Gezonde leefstijl en vroege opsporing van belang bij
peut) en een diëtist. Doel van het programma is de
preventie diabetes
gezonde leefstijl integreren in het dagelijkse leven.
Omdat overgewicht een belangrijke risicofactor is
Hierbij wordt nauw samengewerkt met beweeg- en
voor diabetes type 2 zijn initiatieven die gericht
sportactiviteiten in de buurt om zo de deelname aan
zijn op het voorkómen van overgewicht ook van
sport zo laagdrempelig mogelijk te maken. In een
belang voor preventie van diabetes. Het gaat dan
vijftal gezondheidscentra in Eindhoven wordt de
om het bevorderen van een gezonde leefstijl zoals
beweegkuur nu uitgevoerd.
een gezond voedingspatroon en voldoende bewe-
Daarnaast bieden sommige fysiotherapiepraktijken
ging. Daarnaast is het van belang dat mensen die
ook speciale beweegprogramma’s voor mensen met
risico lopen op het ontwikkelen van diabetes type 2
diabetes aan. Om risicofactoren (bijvoorbeeld voor
vroeg opgespoord worden. Ze kunnen dan door hun
diabetes) beter op te kunnen sporen en mensen
leefstijl aan te passen het risico op diabetes vermin-
adequaat te kunnen behandelen, is ten behoeve van
deren. Voor mensen bij wie de diagnose diabetes is
de eerstelijnszorg ook het ‘Preventieconsult’ ontwik-
vastgesteld is het belangrijk dat zij zich tijdig voor
keld, voor mensen vanaf 45 jaar. De pilotfase hiervan
behandeling melden en op die manier complicaties
is afgerond en implementatie is voorzien vanaf 2011.
voorkómen of uitstellen. In Eindhoven bestaat een aanbod aan diabetespreventie: - Voorlichting over gezonde voeding wordt gegeven door diëtisten, praktijkondersteuners en (diabetes)verpleegkundigen en bij wijkgerichte gezondheidsprojecten als het project ‘Gezond in de buurt’ van de GGD. In verschillende huisartsenpraktijken werken allochtone zorgconsulenten die individuele- en groepsvoorlichtingen geven aan specifiek de Turkse en Marokkaanse inwoners. - Om het stimuleren van bewegen te promoten is het aanbod van beweegmogelijkheden een essentiële voorwaarde. Eindhoven heeft een breed aanbod aan beweegactiviteiten vanuit de Sportbedrijven, sportverenigingen, Welzijn Eindhoven en ouderenorganisaties. - Mensen kunnen zelf tests doen om na te gaan of zij tot de risicogroep behoren, onder andere via de landelijke site ‘Kijk op diabetes’. Steeds meer vindt opsporing van risicogroepen vanuit de huis-
24
Het gemeentelijk beleid biedt kansen om bij ouderen de risicofactoren voor diabetes te verminderen - Allochtone ouderen lopen meer risico om diabetes te krijgen. Van belang is specifiek op deze doelgroep gerichte activiteiten te blijven aanbieden, onder andere via een aangepast beweegaanbod en via voorlichtingsactiviteiten. - Hoewel er plannen zijn om de Beweegkuur op te nemen in het basispakket van de zorgverzekering, is dit nog steeds onzeker. Vanuit het gezondheidsbeleid van de gemeente kan gestimuleerd worden de Beweegkuur te laten financieren door de zorgverzekeraar of kan samen met de eerstelijnszorg naar alternatieven worden gekeken. - Bewegen is een belangrijke factor om overgewicht te voorkomen en een gezonde leefstijl te behouden. Bewegen helpt mee het risico op diabetes te verkleinen. Een laagdrempelig beweegaanbod in de buurt is van belang om ouderen blijvend te laten deelnemen aan beweegactiviteiten. Het is daarom essentieel om het beweegaanbod voor
ouderen in de buurt te behouden en om ouderen te stimuleren deel te nemen aan het beweegaanbod. - Een beweegvriendelijke omgeving biedt kansen om het bewegen te stimuleren. Leuke wandelroutes in de wijk nodigen uit om op stap te gaan. Een groene omgeving draagt hieraan bij. In Eindhoven en diverse gemeenten in de regio wordt inmiddels ‘Wandelen in de wijk’ gestart, korte wandelroutes in de eigen omgeving die op een vast moment in de week met een groep gelopen worden. Ook wordt er ervaring opgedaan met een zogenaamde ‘Beweegtuin’, een serie fitnesstoestellen in de buitenlucht, waar ouderen zelfstandig of onder begeleiding kunnen bewegen (7).
25
Alcoholgebruik
tergrond. Ook geven zij aan dat er thuis strengere regels zijn ten aanzien van hun alcoholgebruik. Het
Alcoholgebruik onder jongeren zorgwekkend
binge-drinken (bij één gelegenheid meer dan vijf gla-
Tien procent van de ouders in Eindhoven geeft aan
zen alcohol drinken) komt bij allochtone jongere die
dat hun kind in de leeftijd van 8 tot en met 11 jaar
de laatste maand nog alcohol hadden gedronken,
al eens alcohol heeft gedronken. Dit is wel lager dan
niet minder vaak voor. Het lager alcoholgebruik kan
drie jaar eerder in 2005 (toen 15%). Van de 12- tot
voor een deel worden verklaard door de islamitische
en met 15-jarigen heeft 18% alcohol gedronken in
achtergrond van veel allochtone jongeren. Marok-
de vier weken voorafgaand aan het onderzoek. Bij
kaanse jongeren drinken het minst vaak alcohol. Ook
de 16- tot en met 18-jarigen was dit 71%. In de regio
de Turkse jongeren drinken beduidend minder dan
wordt in beide leeftijdsgroepen meer gedronken dan
autochtone jongeren. Surinaamse, Antilliaanse en
in Eindhoven, namelijk 23% en 82%.
Arubaanse jongeren verschillen niet van hun autochtone leeftijdgenoten (10).
Het aantal jongeren in de regio Zuidoost-Brabant dat recent alcohol heeft gedronken is gedaald. Voor
Gezondheidseffecten alcoholgebruik vaak
Eindhoven zijn deze trendgegevens niet beschikbaar
onderschat
maar verwacht wordt dat de trend vergelijkbaar is.
Veel Nederlanders denken dat het gezond is (of op
De daling is alleen zichtbaar bij de 12- tot en met
zijn minst niet ongezond) om elke dag een paar
15-jarigen. Onder de 16- tot en met 18-jarigen is het
glazen alcohol te drinken. Er is echter maar een klein
drankgebruik nog steeds hoog. In Eindhoven is 52%
aantal aandoeningen waarop het drinken van een
van de 16- tot en met 18-jarigen ‘binge-drinker’. Dat
tot twee glazen alcohol per dag een risicoverlagend
wil zeggen dat ze in de afgelopen vier weken bij
effect heeft, zoals diabetes type 2 en (op middelbare
één gelegenheid vijf glazen of meer hebben gedronken. Bij de 12- tot en met 15-jarigen ligt dit op 10%. In de regio liggen beide percentages hoger op respectievelijk 63% en 13%. De groep binge-drinkers in de regio is de afgelopen jaren niet kleiner geworden. In Eindhoven is 20% van
Kernboodschap: Het alcoholgebruik is onder jongeren in Eindhoven nog steeds hoog. Blijf inzetten op alcoholmatiging onder jongeren.
de jongeren in de afgelopen vier weken dronken of aangeschoten geweest. Dit is vergelijkbaar met de regio.
leeftijd) hart- en vaatziekten. Alcoholgebruik is uitermate ongezond voor het ongeboren kind tijdens de
Van de volwassenen in Eindhoven voldoet 63%
zwangerschap, voor kinderen en voor jonge mensen.
niet aan de norm aanvaardbaar alcoholgebruik (zie
Alcoholgebruik heeft ondermeer een negatief effect
Gezondheidsprofiel) (9). Bij de 65-plussers is dit 52%.
op de ontwikkeling van de hersenen. Jong begin-
12% van de volwassenen is probleemdrinker. In de
nen met drinken verhoogt bovendien de kans op
regio voldoen volwassenen vaker niet aan de norm
overmatig gebruik en verslaving op latere leeftijd
(67%). Zowel bij de ouderen als bij de volwassenen
aanzienlijk. Ook gebruiken jongeren die alcohol
blijft het percentage dat niet voldoet aan de norm
drinken en/of roken vaker drugs. Bij volwassenen is
aanvaardbaar alcoholgebruik in de tijd gelijk. Er is
overmatig gebruik schadelijk voor bijna alle organen
geen stijgende of dalende trend zichtbaar.
van het menselijk lichaam en hangt het samen met
Van de moeders van 0- tot en met 11-jarige kinderen
ongeveer zestig aandoeningen. Tijdens de zwanger-
dronk 10% alcohol tijdens de zwangerschap. In 2005
schap wordt alcoholgebruik vanwege het risico voor
lag dit nog op 16%. Gezien de schadelijke effecten
het kind geheel afgeraden. Desondanks drinkt één
van alcohol op het ongeboren kind blijft dit een
op de tien vrouwen in Eindhoven alcohol tijdens
belangrijk aandachtspunt.
haar zwangerschap. Hulp zoeken bij verslavingsproblematiek is vaak een hele stap. Drempelverlagende
Allochtone jongeren drinken minder
voorlichting en informatie over de mogelijkheden
Allochtone jongeren van 11 tot en met 19 jaar
helpt inwoners van Eindhoven om zich te wenden tot
drinken significant minder en op minder dagen van
hulpverlening.
de week dan jongeren met een Nederlandse ach-
26
Figuur 3.3 Alcoholgebruik van jongeren van 12 t/m 15 jaar en 16 t/m 18 jaar in Eindhoven (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
0,2%
6%
6%
38%
18%
71%
Drinkt meer dan 20 glazen
Is in de afgelopen 4 weken
Heeft in afgelopen 4 weken
alcohol per week
dronken of aangeschoten geweest
alcohol gedronken
12 t/m 15 jaar
16 t/m 18 jaar
Eindhoven investeert via ‘Laat Je Niet Flessen’ in
onder de 16’ onder de aandacht gebracht. In het
alcoholmatiging jongeren
kader van beleid en regelgeving is aandacht voor het
In het regionale alcoholmatigingsproject ‘Laat Je
evenementenbeleid en het horecastappenplan. Ook
Niet Flessen!’ werken de 21 gemeentes in de regio
de handhavingstaken worden ingevuld onder andere
Zuidoost-Brabant samen aan het terugdringen van
op naleving van de leeftijdsgrenzen voor het kopen
alcoholgebruik onder de 16 jaar en aan de afname
van alcohol.
van dronkenschap in het publiek domein (11). Aanvullend op landelijke maatregelen en binnen de
Het project ‘Laat Je Niet Flessen!’ heeft al verschillen-
kaders van landelijke wetgeving hebben gemeenten
de positieve resultaten opgeleverd. Zo is het aantal
diverse mogelijkheden om de oorzaken van (schade-
drinkers onder de 16 jaar in Zuidoost-Brabant sinds
lijk) alcoholgebruik te beïnvloeden. Via het project
2003 afgenomen (2). Uit onderzoek blijkt dat ouders
‘Laat Je Niet Flessen!’ wordt ingezet op drie pijlers
in 2009 de norm ‘geen alcohol onder de 16 jaar’
van een effectieve alcoholaanpak, te weten: educatie
significant meer steunen in vergelijking met 2006.
en draagvlak, beleid en regelgeving en handhaving.
Gunstige trends dus, maar jongeren drinken nog te jong, te vaak en te veel. Voldoende reden voor het
Eindhoven participeert vanaf 2006 in dit project en
SRE om het project voort te zetten tot 2013.
heeft een lokale werkgroep Alcohol en Jongeren (12). Eindhoven heeft op alle drie de peilers interventies ingezet. In het kader van educatie en draagvlak zijn scholen gestimuleerd het lesprogramma ‘De Gezonde School en Genotmiddelen’ te gebruiken. Naast activiteiten op scholen neemt de gemeente Eindhoven ouders van uitgaande jeugd mee op kroegentocht op ’t Stratumseind. In het project ‘Uit met Ouders’ krijgen ouders voorlichting over uitgaan, alcoholgebruik en veiligheid. Via publieksactiviteiten met carnaval en Koninginnedag wordt ‘geen alcohol
Weerbaarheid als basis voor preventie riskant middelengebruik Alcoholgebruik gaat vaak samen met ander middelengebruik en met gedragsproblemen Er blijkt een samenhang te zijn tussen roken, cannabisgebruik en alcoholgebruik. Het zijn vaak dezelfde jongeren die alcohol drinken, roken, cannabis gebruiken en ander riskant gedrag vertonen. Vanwege deze clustering van riskante gewoonten kan een aanpak vanuit het thema weerbaarheid gekozen worden. 27
Er zijn diverse weerbaarheidstrainingen of sociale vaardigheidstrainingen beschikbaar. Zo voeren Stivoro en het Trimbosinstituut in 2011 de jongerencampagne ‘Weerbaarheid en drinken, roken, blowen’ uit. De campagne heeft tot doel jongeren weerbaar te maken en hen niet te laten kiezen voor (overmatig) drinken, roken en blowen. Weerbare kinderen bezitten de basisvaardigheden om een gezonde leefstijl te ontwikkelen en vast te houden: eigen keuzes maken ondanks druk van media, vrienden, omgeving of het aanbod. Weerbaarheid legt een goede basis voor gezondheidsbevordering op het terrein van genotmiddelen. Ouders en onderwijs kunnen helpen kinderen op te groeien tot weerbare kinderen. Een basispakket lokaal alcoholbeleid in Eindhoven is noodzakelijk Blijven investeren in preventie van alcoholgebruik is noodzakelijk om problemen te voorkomen. Het regionale project ‘Laat Je Niet Flessen!’ ondersteunt de gemeente hierbij. Op basis van eerdere ervaringen en wetenschappelijke inzichten is een basispakket voor lokaal alcoholbeleid samengesteld. Dit basispakket bevat interventies en maatregelen op het gebied van: - Maatschappelijke normen beïnvloeden: het continu agenderen van het onderwerp ‘risico’s van alcoholgebruik’ in alle relevante gemeentelijke sectoren, organisaties en media - Normen van publiek beïnvloeden door verspreiding van basisinformatie over de risico’s van alcoholgebruik - De beschikbaarheid van alcohol verlagen door het aantal verkooppunten en hun openingstijden te beperken, vooral op scholen (feesten) en tijdens evenementen - Controle uitoefenen door leeftijdsgrenzen voor alcoholverkoop na te leven en de regels voor doorschenken en openbare dronkenschap te handhaven Het alcoholbeleid heeft primair als doel om de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik voor jongeren/ inwoners te voorkomen. Echter, naast de gevolgen voor de eigen gezondheid gaat het ook om de gevolgen voor de directe omgeving, de veiligheid en de openbare orde in de gemeente. Preventie van alcoholgebruik moet dan ook in samenhang gezien worden met maatregelen op andere gemeentelijke beleidsterreinen zoals openbare orde en veiligheid, verkeersveiligheid, onderwijs, jeugdbeleid, horecabeleid en sport(kantine)beleid.
28
Roken
mensen van Marokkaanse afkomst is het aandeel rokers minder hoog vergeleken met Nederlanders.
Meer rokers in Eindhoven in vergelijking met de
Dit is voornamelijk toe te schrijven aan vrouwen van
regio Zuidoost-Brabant
Marokkaanse afkomst, die nauwelijks roken.
In Eindhoven wordt zowel bij de volwassenen als bij de ouderen meer gerookt dan in de regio Zuidoost-
Veel kinderen en jongeren roken mee
Brabant (figuur 3.4). De trend bij de volwassenen
Van de 0- tot en met 11-jarigen is 15% in de zeven
is positief. Rookte in 2005 nog 32% van de volwas-
dagen voorafgaand aan het onderzoek in huis aan
senen, in 2009 is dat gedaald naar 27%. Bij ouderen
rook blootgesteld. Dit is een flinke daling ten op-
blijft het aantal rokers gelijk, evenals in de regio.
zichte van 2005; toen was dit nog 25%. De cijfers zijn
Bij de 8- tot en met 11-jarigen in Eindhoven zijn er
vergelijkbaar met die van de regio Zuidoost-Brabant.
nog vrijwel geen rokers (0,8%), maar bij de jongeren
Van de 12- tot en met 18-jarigen wordt 32% blootge-
van 12 tot en met 18 jaar is deze groep al 11%. De
steld aan rook. Dit is vergelijkbaar met de regionale
volwassen bevolking rookt het meest; ongeveer 1 op
cijfers. Bij 1 op de 5 kinderen van 0 tot en met 11 jaar
de 4 mensen. Rookgedrag verschilt wel per buurt.
rookte de moeder tijdens (een deel van) de zwanger-
De buurten in Eindhoven waar het meeste gerookt
schap; in de hele regio is dit bij 1 op de 6 kinderen
wordt onder de volwassenen zijn de Barrier (42%),
het geval.
de Binnenstad (42%) en Oude Spoorbaan en Hagenkamp (41%). Van de ouderen in Eindhoven (65+)
Door (mee)roken een verhoogd risico op ziekten en
rookt 16%.
sterfte Roken is in Nederland de leefstijlfactor die de meeste ziekte en sterfte veroorzaakt. Ten opzichte van niet-rokers verliezen
Kernboodschap: Een op de vier volwassenen in Eindhoven rookt. Gebruik de vele mogelijkheden in het lokaal beleid om roken aan te pakken, ook bij jongeren.
rokers in Nederland gemiddeld 4,1 levensjaren en 4,6 gezonde levensjaren (5). In de afgelopen decennia is het percentage rokers in Nederland gedaald, onder hoogopgeleiden neemt het aantal rokers sterker af dan onder laagopgeleiden. Roken verhoogt het risico op ver-
Meer rokers onder laagopgeleiden
schillende vormen van kanker, bijvoorbeeld longkan-
Bij mensen met een lage opleiding is het percentage
ker. Ook verhoogt roken het risico op COPD, beroerte
rokers duidelijk groter dan bij mensen met een hoge
en hartfalen. Daarnaast is door roken het risico op
opleiding. Het blijkt dat hoogopgeleiden vaker een
veel andere aandoeningen verhoogd. Ook meeroken
succesvolle stoppoging doen. Een deel van het pro-
schaadt de gezondheid. Mensen die passief roken,
bleem begint al op jonge leeftijd. Jongeren met een
roken zelf niet, maar worden wel blootgesteld aan
lage opleiding (of met ouders met een lage oplei-
tabaksrook van anderen en roken daardoor onvrij-
ding) hebben een grotere kans om te beginnen met
willig mee. Dit geldt niet alleen voor ‘meerokers’,
roken en verslaafd te raken. Zo zien we dat jongeren
maar ook voor ongeboren kinderen met een rokende
van laag opgeleide ouders significant vaker thuis
moeder. Niet-rokers kunnen overlijden aan het
blootgesteld worden aan rook dan kinderen van niet
inademen van de kankerverwekkende stoffen in ta-
laag opgeleide ouders (47% versus 31%). Opvallend
baksrook. Meeroken vergroot het risico op longkan-
is dat vooral jongeren van het mbo dagelijks roken
ker en hart- en vaatziekten. Samenwonen met een
(20%); bij het opleidingsniveau havo, vwo, hbo en
roker verhoogt de kans op longkanker met 20 tot 30
universiteit is dit 3%.
procent. Meeroken vergroot bij volwassenen de kans op overlijden als gevolg van hart- en vaatziekten met
Turkse mannen roken meer
25 tot 30 procent.
Uit GGD-onderzoeken in de grote steden en uit een landelijk onderzoek komt naar voren dat een groter percentage mensen van Turkse afkomst rookt vergeleken met Nederlanders, in het bijzonder geldt dit voor mannen van Turkse afkomst (13). Bij
Aandacht voor roken in Eindhoven Met het terugdringen van het aantal rokers kan een grote vooruitgang in de gezondheidssituatie worden gerealiseerd. Stoppen met roken is al vele jaren een 29
Figuur 3.4 Roken naar leeftijd bij inwoners van Eindhoven en de regio Zuidoost-Brabant (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
8 - 11-jarigen
12 - 18-jarigen
19 - 64-jarigen
65 jaar en ouder 0
5
10
15
20
25
30
percentage
Eindhoven Zuidoost-Brabant
belangrijk punt van landelijk beleid, onder andere via wetgeving en landelijke campagnes. Ook in Eindhoven is er aandacht voor roken. Diverse zorgaanbieders hebben een stoppen met roken aanbod. De huisarts en praktijkondersteuner geven begeleiding bij het stoppen met roken, ZuidZorg biedt de cursus ‘Pakje Kans’ aan en ook het Máxima Medisch centrum biedt begeleiding. In het Catharina-ziekenhuis is een polikliniek ‘Stoppen met roken’. Dit aanbod is van belang voor rokers die willen gaan stoppen. Beter nog is het voorkomen van (mee)roken. Ook maken nog maar weinig rokers gebruik van het aanbod stoppen met roken. Om die reden wordt vanuit het gezondheidsbeleid extra aandacht besteed aan roken met als doel roken en meeroken terug te dringen (14). De aanpak is gericht op de volgende pijlers: 1 Zorgen dat de jeugd niet gaat roken 2 Rokers die willen stoppen ondersteunen 3 Meeroken voorkomen. Om te zorgen dat de jeugd niet gaat roken wordt vooral via scholen gewerkt aan bewustwording om niet te gaan roken (‘Actie Tegengif’, ‘leuk zonder peuk’, lesprogramma ‘Gezonde School en Genotmiddelen’). Aandacht voor rokers die willen stoppen met roken is specifiek gericht op risicogroepen, zoals Turkse mannen en bewoners uit achterstandswijken. Bij meeroken voorkomen ligt het accent op ouders van 30
jonge kinderen en aanstaande ouders. Via verloskundigen en kraamzorg wordt het onderwerp bespreekbaar gemaakt. Vanuit de Jeugdgezondheidszorg (ZuidZorg en GGD) krijgt het onderwerp (niet) roken indien nodig aandacht tijdens contactmomenten met ouders en kinderen. Nog veel mogelijkheden om roken tegen te gaan Naast genoemde activiteiten zijn er lokaal nog meer mogelijkheden om het roken tegen te gaan, zoals: - Er wordt in zo’n 50% van de cafés alweer gerookt. De gemeente kan toezicht houden op de naleving van de Tabakswet en zo nodig een melding doen bij de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). Tevens kan het belang van het rookverbod in de horeca actief worden uitdragen. - Er kan worden toegezien op het rookverbod in sportkantines - De gemeente kan het rookverbod opnemen in de vergunning voor evenementen waar veel jeugd verwacht wordt. Dit kan ook bij een buitenevenement. - De gemeente kan aanvragen voor bouwvergunningen in het kader van de Drank- en Horecawet beoordelen op naleving van de Tabakswet. - Hoewel er goede zorg om te stoppen met roken
voorhanden is, wil dat niet zeggen dat deze zorg ook gebruikt wordt. Een gemeente kan zich inspannen om het gebruik van stoppen met roken programma’s te stimuleren. In Nederland maakt slechts 16% van de rokers die stopt, gebruik van stopondersteuning. Ter vergelijking: in Engeland bedraagt dat percentage 60%. Met name rokers met een lage sociaaleconomische status worden tot nu toe slecht bereikt. - Via het beleidsterrein Werk en Inkomen kan via armoedebeleid en eventueel schuldhulpverlening groepen met een lage sociaaleconomische status bereiken. Zij kunnen hen stimuleren gebruik te maken van ondersteuningsmogelijkheden bij het stoppen met roken en voorwaarden daarvoor scheppen. - Rookpreventie blijven opnemen in het lokale gezondheidsbeleid. Zet sectoroverschrijdende maatregelen in om een effectief tabaksontmoedigingsbeleid te voeren en het percentage rokers onder inwoners terug te dringen.
31
Seksuele gezondheid
seksuele contacten en relaties. Hiervoor zijn goede relationele en communicatieve vaardigheden van be-
Aantal jongeren met een negatieve seksuele
lang. Jongeren die met hun partner kunnen praten
ervaring is toegenomen
over wat ze wel en niet willen binnen hun seksuele
Negen procent van de jongeren van 12 tot en met 18
relatie hebben een ‘hoge interactiecompetentie’.
jaar in Eindhoven heeft wel eens tegen zijn/haar zin
Meisjes met deze eigenschap zijn minder vaak wel
in een seksuele ervaring met iemand gehad (zoenen,
eens gedwongen tot seksuele handelingen en jon-
betasten of naar bed gaan). Dit is iets hoger dan
gens met een hoge interactiecompetentie dwingen
in de regio (7%), Tilburg (7%) en ’s-Hertogenbosch
zelf minder vaak. Een warm opvoedingsklimaat
(7%). In Breda heeft 8% van de jongeren wel eens
draagt bij aan seksueel gezonde keuzes op latere
tegen zijn/haar zin in een seksuele ervaring met ie-
leeftijd.
mand gehad. In de regio is er een stijging te zien ten opzichte van 2003.
In Eindhoven is op scholen aandacht voor seksuele
De basis voor een gezond seksueel gedrag wordt
vorming
gelegd in de opvoeding. Van de ouders van kinde-
Een goede seksuele vorming van kinderen en jonge-
ren vanaf 4 jaar vindt 30% het (een beetje) moeilijk
ren speelt in op de diverse ontwikkelingsfasen van
om met hun kind te praten over seks. 21% van de
seksueel gedrag. Belangrijk aspect daarbij is aan-
ouders praat hier helemaal niet over met hun kind.
dacht voor gezond seksueel gedrag op scholen en in
Dit is hoger dan in de regio waar 19% hier helemaal
de sociale omgeving van de jongere. Voor seksuele
niet over praat met hun kind. Van de ouders wil
vorming op scholen bestaan speciale lespakketten.
15% graag ondersteuning bij de relationele vorming
Ook wordt jaarlijks ‘de week van de Lentekriebels’
van hun kinderen. De meeste behoefte bestaat aan
uitgevoerd waaraan zo’n tien scholen in Eindhoven
voorlichtingsmateriaal dat ouders aan hun kind kun-
deelnemen. Dit is een week vol aandacht voor rela-
nen geven en aan (aanvullende) seksuele vorming op
ties en seksualiteit voor leerlingen van groep 1 t/m
school. Nog veel jongeren vrijen onveilig In Eindhoven vrijen veel jongeren onveilig. Van de 12- tot en met 18-jarigen heeft 22% ooit geslachts-
Kernboodschap: Veel jongeren in Eindhoven vrijen onveilig. Versterk hun weerbaarheid om de eigen grenzen te kunnen bewaken.
gemeenschap gehad (figuur 3.5). De meeste jongeren die geslachtsgemeenschap hebben gehad zijn tussen de 16 en
8. Hierbij wordt ook ingezet op het betrekken van
18 jaar oud. Van de jongeren die geslachtsgemeen-
ouders. Uit de informatie van de jeugdmonitor blijkt
schap gehad hebben, heeft de helft in Eindhoven dit
dat ouders behoefte hebben aan ondersteuning bij
wel eens onveilig gedaan. Onveilig seksueel gedrag
het bespreekbaar maken van dit thema. De GGD
vergroot de kans op seksueel overdraagbare aandoe-
stimuleert het voortgezet onderwijs, naast aandacht
ningen (soa’s) en kan leiden tot ongewenste zwan-
in reguliere lessen over seksualiteit, ook gebruik te
gerschap. Onveilig vrijen komt het meest voor bij
maken van het Lespakket ‘Lang Leve de Liefde’. Leer-
jongeren van 16 tot en met 18 jaar ná het voortgezet
lingen worden met behulp van dit lespakket getraind
onderwijs. Bij de jongste groep (12 tot en met 15
in vaardigheden als het kunnen praten en onder-
jaar) is er een verschil naar schooltype: op het vmbo
handelen over relaties en veilig vrijen. De GGD biedt
vrijen meer jongeren onveilig dan op de havo of het
hiervoor een training aan voor docenten. De website
vwo. Dit komt vooral doordat op het vmbo meer jon-
www.sense.info biedt veel digitale informatie over
geren seksueel actief zijn in deze leeftijdscategorie
seksualiteit. Hier vindt men betrouwbare informatie
dan op havo of vwo.
over seksualiteit, maar ook over verliefdheid, relaties, liefde en alles wat daarbij komt kijken. Jongeren in
Goede communicatieve vaardigheden zijn van
Eindhoven worden attent gemaakt op deze website.
belang voor goede seksuele gezondheid
Jongeren onder de 25 jaar met vragen over seksuali-
Seksuele gezondheid is meer dan de afwezigheid van
teit kunnen ook terecht bij het Sense spreekuur van
ziekte of en het voorkomen van zwangerschap en
de GGD.
geslachtsziekten. Het gaat bij seksuele gezondheid ook om de bevordering van prettige en gewenste
32
Figuur 3.5 Seksueel gedrag van jongeren (12 t/m 18 jaar): jongeren die geslachtsgemeenschap hebben gehad en jongeren die wel eens onveilig vrijen (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost, GGD Hart voor Brabant, GGD West-Brabant)
22%
22% 11%
Eindhoven
Ooit geslachtsgemeenschap
26%
25% 13%
Tilburg
16%
’s-Hertogenbosch
17%
Breda
Onveilig vrijen
Versterken van de weerbaarheid is een goede basis voor een gezond gedrag Seksuele en relationele vorming is geen eenmalige actie maar vraagt om aandacht in elke levensfase. Vooral bij meisjes en jongeren in de leeftijdscategorie 16 tot en met 18 jaar is nog veel winst te behalen, ook in Eindhoven. Het onderwijs is een goede omgeving voor seksuele vorming waarin ook aandacht is voor het voorkomen van ongewenste zwangerschap en soa/hiv door onveilige seks. Het verdient aanbeveling het gebruik van lespakketten te stimuleren en te verankeren binnen het onderwijs. Kwetsbare jongeren lopen extra risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag, soa, aids, ongewenste en/of onbedoelde zwangerschappen en ander risicogedrag. Door hun sociale en communicatieve vaardigheden te versterken, worden zij weerbaarder. Weerbare kinderen durven op een passende manier voor zichzelf op te komen en hun eigen grenzen te bewaken. Voor ouders en onderwijs liggen kansen om kinderen te helpen op te groeien tot weerbare kinderen.
heden bevorderen het veilig vrijen van jongeren. Door de aanpak van seksuele gezondheidsproblemen te verbinden met andere relevante gezondheidsthema’s en andere relevante beleidssectoren, kan meer gezondheidswinst behaald worden. Gezondheidsthema’s die relevant zijn voor de bevordering van seksuele gezondheid zijn onder andere alcoholgebruik (van invloed op seksueel geweld en veilig vrijen) en drugsgebruik (met name recreatief middelengebruik bij seksueel gedrag). Via het jeugdbeleid kan aandacht voor het vergroten van de weerbaarheid een gunstig effect hebben op seksueel gezond gedrag. Via het onderwijsbeleid kan schooluitval een aandachtspunt zijn als onderdeel van risicogedrag.
Kansen voor integrale aanpak binnen het gemeentelijk beleid Omgevingsfactoren spelen een belangrijke rol in het voorkomen van seksuele problemen. Daarbij gaat het zowel om de fysieke als de sociale omgeving. Goede verlichting op publieke plaatsen of toezicht op onveilige plekken kunnen bijvoorbeeld seksueel geweld voorkomen. Condoomautomaten in uitgaansgelegen33
Psychische gezondheid
opleidingsniveau. Ook ‘kwetsbare’ ouderen waarbij sprake is van eenzaamheid, weinig sociale steun,
Psychische problemen komen al op jonge leeftijd
diverse lichamelijke ziekten en beperkingen vormen
voor
een risicogroep.
Zeventien procent van de jongeren van 12 tot en met 18 jaar heeft één of meer problemen die dag
Depressie behoort tot de top vijf van ziekten met de
en nacht spelen. Dit is in Eindhoven hoger dan in de
hoogste ziektelast
regio (13%) en in de andere grote steden in Brabant.
Het aantal mensen met een depressie neemt toe. De-
In Tilburg is dit 16%, Breda 14% en ’s-Hertogenbosch
pressie en angststoornissen behoren beide tot de top
13%. Jongeren piekeren vooral over schoolprestaties,
5 van ziekten met de hoogste ziektelast (5). Psychi-
hun uiterlijk en verveling. Eén op de tien jongeren
sche problematiek kan verregaande gevolgen heb-
heeft in het afgelopen jaar zelfdoding overwogen en
ben. Het belemmert het functioneren in het dagelijks
1% heeft ook daadwerkelijk een poging onderno-
leven, vermindert de kwaliteit van leven en kan zelfs
men. Van de jongeren die zich psychisch ongezond
ernstige zelfdestructieve vormen aannemen, zoals
voelen (17%) heeft 36% in het afgelopen jaar aan
suïcidaal gedrag.
zelfdoding gedacht. Eén op de tien jongeren met
Een depressie op jonge leeftijd kan de schoolcarrière
een slecht ervaren psychische gezondheid heeft
ernstig schaden en is een belangrijke voorspeller
behoefte aan professionele hulp. Het aantal mensen
voor het ontwikkelen van een depressie op latere
met psychische problemen neemt per leeftijdsgroep
leeftijd. Door een depressie kunnen volwassenen uit
toe. Bij de 19- tot en met 64-jarigen is dit 21% en van
het arbeidsproces vallen en ouderen kunnen sociaal
de 65-plussers voelt 23% zich psychisch ongezond (fi-
geïsoleerd raken en vereenzamen.
guur 3.6). In de regio voelen zowel de jongeren als de volwassenen en ouderen zich minder vaak psychisch ongezond. Risico op een depressie of angststoornis in Eindhoven hoger dan in de regio
Kernboodschap: Het risico op een depressie of angststoornis in Eindhoven is hoog. Zorg voor vroegtijdige signalering en een toegankelijk preventieaanbod.
Van de 19- tot en met 64-jarigen in Eindhoven heeft 43% een matig of hoog risico op een depressie of angststoornis. Bij 7% is sprake van een hoog risico. In de regio liggen
Preventie van depressie een gezamenlijke
beide percentages lager namelijk op 37% en 5%. Zes
verantwoordelijkheid
procent van de volwassenen en 9% van de ouderen
Preventie van depressie is gericht op het vergroten
gebruikt medicijnen voor angst, depressie, spanning
van de zelfredzaamheid en controle van mensen
of stress. Landelijk onderzoek toont aan dat angsten
(15). Daarbij zijn in grote lijnen twee strategieën te
en depressies ook een groter probleem zijn onder
onderscheiden:
jongeren dan tot voor kort bekend was. Van de
- Preventie richt zich op mensen die (nog) geen
jongeren onder de 18 jaar heeft 15 procent wel eens
klachten hebben (universele preventie). Als deze
een depressieve periode meegemaakt.
vorm van preventie gericht is op specifieke risicogroepen, is er sprake van selectieve preventie.
Meer kans op psychische ongezondheid bij een deel
Binnen deze strategie passen in grote lijnen de
van de bevolking
taken van de gemeente, hoewel ook zorgverze-
Een slecht ervaren psychische gezondheid komt
keraars hier taken op zich kunnen nemen. Hier
meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Jongeren uit
liggen relaties met andere beleidssectoren dan
één ouder- of nieuwgevormde gezinnen en niet-
de openbare gezondheid, zoals welzijn, onder-
schoolgaande jongeren hebben vaker een slechtere
wijs, jeugd en sport. Het stimuleren van bewegen
psychische gezondheid. Van de volwassen bevol-
heeft bijvoorbeeld een positieve invloed op de
king met een inkomen beneden modaal is ruim een
psychische gezondheid.
kwart psychisch ongezond. Mensen met een laag
- Preventie richt zich op mensen met (lichte) de-
opleidingsniveau (ten hoogste basisonderwijs) zijn
pressieve klachten (secundaire of geïndiceerde
vaker psychisch ongezond dan mensen met een hoog
preventie). Dit onderdeel van de keten behoort
34
Figuur 3.6 Psychische ongezondheid naar leeftijd bij inwoners van Eindhoven en de regio ZuidoostBrabant (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
17% 13%
21%
12-18 jaar
Eindhoven
17%
19-64 jaar
23%
19%
65 jaar en ouder
Regio
globaal tot de verantwoordelijkheid van zorgver-
indicatieve vragenlijst voor Psychosociale Problemen
leners en zorgverzekeraars, maar ook gemeenten
bij Adolescenten. De Zorgadviesteams op scholen
kunnen een bijdrage leveren.
bespreken problematiek vroegtijdig. Ook de Centra Jeugd en Gezin werken aan vroegtijdig signaleren
Belangrijke partners voor de gemeente zijn de GGzE
en een integrale aanpak. In de eerste lijn worden
en haar preventieafdeling Binnen, de GGD Brabant-
specifiek op depressie gerichte projecten uitgevoerd,
Zuidoost en ZuidZorg. Maar ook welzijnsorganisaties
zoals het ‘Doorbraakproject Depressie’.
en scholen zijn onmisbaar voor het bereiken van doelgroepen en het Centrum Jeugd en Gezin voor begeleiding van risicogezinnen. Waar depressiepreventie overgaat in zorg, spelen binnen de eerstelijn de huisarts en praktijkondersteuner ggz een belangrijke rol. Nog weinig mensen met psychische klachten maken gebruik van het preventie aanbod In het Lokaal Gezondheidsbeleid 2007-2011 is een van de doelstellingen dat een groter percentage Eindhovenaren zich psychisch gezond voelt (14). In de afgelopen jaren is aandacht besteed aan het in kaart brengen van het preventief aanbod met betrekking tot depressie preventie. Hieruit blijkt dat universele preventie in de regio nog weinig aan-
Meer mensen helpen door vroegtijdige signalering en een toegankelijk preventieaanbod Een (ernstige) depressieve stoornis kan voorkomen worden door vroegtijdige signalering en vroegtijdig ingrijpen. Preventie van psychische problemen op jonge leeftijd starten is daarom zinvol. Ongeveer een derde van de mensen met een depressie zoekt geen hulp. Belangrijk is dat hulpverleners de risicofactoren en signalen van een depressie kunnen herkennen en weten welk preventief aanbod er is. Preventie van psychische en psychosociale problemen heeft het beste resultaat als publieksvoorlichting, vroegtijdige signalering en advisering, ondersteuningsprogramma’s en maatregelen gericht op de leefomgeving in combinatie worden uitgevoerd.
dacht krijgt. Voor risicogroepen is een gevarieerd aanbod waaronder sociale vaardigheidstrainingen en groepscursussen als ‘In de put, uit de put’, omgaan met spanningsklachten voor Turkse en Marokkaanse vrouwen. Wel maken naar verhouding weinig mensen met psychische klachten gebruik van het bestaande preventieve aanbod. Van belang is om psychische klachten vroegtijdig te signaleren zodat gericht hulp geboden kan worden. Dat gebeurt vanuit de Jeugdgezondheidszorg van ZuidZorg en GGD. Via de periodieke onderzoeken wordt aandacht aan psychische problematiek besteed onder andere via een korte
Het gaat om: - Publieksvoorlichting en bewustwording: veel mensen zijn niet bekend met psychische stoornissen en depressieve gevoelens. Algemene toegankelijke informatie kan helpen problemen tijdig onder ogen te zien en tijdig hulp te zoeken. - Preventieprogramma’s voor kinderen/jongeren: met deze programma’s kunnen zij beter worden voorbereid op stressvolle situaties. Voorbeelden zijn weerbaarheids- en sociale vaardigheidstrainingen en de Doepraatgroep voor risicokinderen. 35
- Signaleren en adviseren: train professionals zoals leerkrachten, huisartsen, jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen en wijkverpleegkundigen in het gebruik van signaleringsinstrumenten, het bespreekbaar maken van depressieve klachten en kennis van doorverwijzingmogelijkheden. - Ondersteuning: bij mensen met depressieve klachten kan een advies toereikend zijn. Wanneer dit niet voldoende is, zijn er andere interventies beschikbaar. Een nieuwe vorm van zorgverlening is EHealth (16). Er zijn bewezen effectieve e-mental health programma’s voor het ontwikkelen van mentale weerbaarheid en voor de preventie en behandeling van depressie. Deze vorm van zorgverlening sluit ook aan bij de jeugd. - Inrichting van de leefomgeving: een groene omgeving heeft een gunstige invloed op de psychische gezondheid van mensen. Wijkkenmerken als bebouwing, sociale cohesie en veiligheid dragen eveneens bij aan een prettige leefomgeving.
36
Gezondheidsverschillen
en hun woonomgeving dan hun hoger opgeleide stadsgenoten.
Gezondheid en ziekte zijn in Eindhoven ongelijk verdeeld
Gezondheidsachterstanden ook bij (niet-westerse)
De gezondheid van mensen met een lage sociaaleco-
allochtonen groepen
nomische status (ses) in Eindhoven is op veel fronten
Gezondheidsachterstanden hangen niet alleen
slechter dan die van mensen met een hoge sociaal-
samen met opleiding maar ook met etniciteit. Vooral
economische status. Net als in de rest van Nederland
niet-westerse allochtonen hebben vaker gezond-
leven inwoners met een lage opleiding gemiddeld 6
heidsproblemen. In totaal heeft 17% van alle Eindho-
tot 7 jaar korter. Bij de gezonde levensverwachting
venaren een niet-westerse achtergrond. Etniciteit en
zijn de verschillen nog groter. Mensen met een lage
ses zijn aan elkaar gerelateerd: veel (niet-westerse)
opleiding leven ongeveer 20 jaar in een minder goe-
allochtonen hebben een lage ses en mede daardoor
de gezondheid. Figuur 3.7 laat voor Eindhoven de
behoren zij tot een belangrijke risicogroep wat
ongelijke verdeling van gezondheid duidelijk zien.
betreft gezondheidsachterstanden. Ook andere
Deze percentages zijn gebaseerd op zelfrapportage.
oorzaken zoals erfelijke aanleg en minder toegang
Ernstig overgewicht (obesitas), psychische ongezond-
tot en/of minder effectiviteit van de zorgverlening
heid, diabetes en andere chronische aandoeningen
dragen bij aan hun gezondheidsachterstand.
komen aanzienlijk vaker voor bij lager opgeleiden dan bij hoger opgeleiden. In Eindhoven hebben bijna
Gezondheidsverschillen veroorzaakt door verhoogde
14.000 inwoners vanaf 19 jaar geen opleiding of al-
gezondheidsrisico’s en gezondheidsselectie
leen basisonderwijs genoten. In een aantal buurten
De gezondheidsachterstand bij mensen met een lage
in Eindhoven bestaat een concentratie van bewoners
ses en bepaalde etnische groepen wordt voor een
met een lage sociaaleconomische status (zie hoofd-
deel veroorzaakt door het verhoogd voorkomen van
stuk 2).
gezondheidsrisico’s en een minder gezonde leefstijl. Maar ook de materiële omstandigheden, zoals woon- en werkomstan-
Kernboodschap: Gezondheidsverschillen tussen buurten in Eindhoven zijn groot. Blijf buurtgericht en vanuit verschillende beleidsterreinen werken aan het verminderen van gezondheidsverschillen.
digheden zijn veelal minder gunstig voor de gezondheid. Andersom geldt dat een slechtere gezondheidstoestand ertoe kan leiden dat iemand tot een lagere ses-groep behoort (gezondheidsselectie). Mensen met een slechte gezondheid zijn minder toegerust voor het volgen van een hoge opleiding en hebben daardoor
meer kans op een lager inkomen. De gezondheidsLager opgeleiden scoren ook minder gunstig bij
problemen kunnen ertoe leiden dat men niet kan
leefstijl- en omgevingsfactoren
deelnemen aan het arbeidsproces.
Behalve dat mensen met een lage opleiding een slechtere gezondheid hebben, scoren zij ook slechter
Eindhoven werkt aan het verminderen van
op bepaalde leefstijl- en omgevingsfactoren. Zo ligt
gezondheidsverschillen
het percentage rokers bij inwoners zonder opleiding
Terugdringen van gezondheidsverschillen is al jaren
of alleen basisonderwijs in Eindhoven op 40%, terwijl
een thema in het gezondheidsbeleid van de ge-
dit bij inwoners met een hbo of universitaire oplei-
meente Eindhoven. Dat moet ook, want alleen een
ding op 18% ligt. Ook het percentage probleem-
intensieve lange termijn aanpak kan er toe leiden
drinkers is bij lager opgeleiden met 18% aanzienlijk
dat sociaaleconomische gezondheidsverschillen niet
hoger dan de 10% bij hoger opgeleiden. Bij het
verder toenemen of liever nog verminderen. In Eind-
voedings- en beweeggedrag zijn de verschillen tus-
hoven wordt hieraan via verschillende programma’s
sen de opleidingsniveaus minder rechtlijnig. Indien
van de GGD Brabant-Zuidoost gewerkt.
gekeken wordt naar sociale en fysieke omgevings-
- Het programma ‘Gezond in de Buurt’ (17) wordt
factoren zien we dat lager opgeleiden in Eindhoven
uitgevoerd in acht buurten in Eindhoven die te
vaker (zeer) ernstig eenzaam zijn en dat zij vaker een
maken hebben met achterstanden op het terrein
onvoldoende rapportcijfer geven voor hun woning
van gezondheid en een concentratie van bewo-
37
Figuur 3.7 Gezondheid naar opleidingsniveau bij volwassenen in Eindhoven (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
obesitas
diabetes
minimaal één chronische ziekte
hoog risico op een angststoornis of depressie
voelt zich psychisch ongezond
ervaren gezondheid matig of slecht
0
10
20
30
40
50
hbo, universiteit havo, vwo, mbo vmbo, mavo, lbo geen opleiding, basisonderwijs
ners met een lage sociaaleconomische status. Dit
steunen cliënten en zorgverleners bij het over-
zijn Tivoli, Doornakkers, Lakerlopen, Woensel-
bruggen van taalbarrières en culturele verschillen
West, Jagershoef, Mensfort, De Bennekel en
op het terrein van gezondheid. Zij geven uitleg
Genderdal. Gezond in de buurt is een werkwijze
over ziekten, behandelwijzen, leefstijl en zelfzorg
waarbij de GGD samen met bewoners en or-
(diabetes, medicijngebruik etc). Ook begeleiden
ganisaties in de buurt factoren aanpakken die
de zorgconsulenten de cliënten naar activiteiten
gezondheid beïnvloeden, zoals leefstijlfactoren, fysieke en sociale leefomgeving en toegang tot gezondheidszorg. Het is maatwerk per buurt. - In de Eindhovense krachtwijk Doornakkers is
in de buurt. - Leerlingen van hoog risicoscholen (waaronder scholen in lage ses buurten) krijgen vanuit het programma Go4Risk van de Jeugdgezondheids-
gezondheid een van de drie prioritaire thema’s
zorg van de GGD extra zorg. Voor leerlingen die
(18). Er wordt in nauwe samenwerking met het
een verhoogd risico lopen in hun ontwikkeling
Gezondheidscentrum De Akkers extra geïnves-
wordt extra tijd uitgetrokken. Zij worden gevolgd
teerd in gezondheid, onder andere via beweeg-
en zo nodig worden eventuele vervolgstappen
programma’s voor verschillende groepen buurt-
bepaald.
bewoners. - Om gezondheidsachterstand bij niet-westers allochtone groepen te beïnvloeden worden Turkse en Marokkaanse zorgconsulenten ingezet. Zij zijn een dagdeel per week aan het werk in de gezondheidscentra en huisartsenpraktijken in Doornakkers, Woensel-Zuid, Stratum en via groepsactiviteiten in De Bennekel en Genderdal. Turkse en Marokkaanse zorgconsulenten onder-
38
Blijvend en integraal inzetten op het terugdringen van gezondheidsverschillen Gezondheidsverschillen verminderen vraagt een langdurige aanpak vanuit meerdere beleidsterreinen. De aanpak moet zich enerzijds richten op het verminderen van gezondheidsrisico’s en het bevorderen van een gezonde leefstijl en anderzijds op het verbeteren van materiële omstandigheden en van woon- en wer-
60
percentage
komstandigheden. Voor het verminderen van gezondheidsrisico’s en bevorderen van gezonde leefstijl zijn het programma Gezond in de buurt in lage ses buurten, de inzet van de allochtone zorgconsulent en het risicogericht werken bij leerlingen waardevolle programma’s om voort te zetten. Ook een intensievere betrokkenheid bij preventieve gezondheidsprogramma’s van de eerstelijnszorg in lage ses buurten is zinvol. Dit gebeurt bijvoorbeeld via de inzet van de ‘wijkverpleegkundige plus’ via het ZonMw-programma Zichtbare Schakel in enkele buurten met lage ses in Eindhoven. Door aansluiting te zoeken bij het gemeentelijke armoedebeleid, kan gerichter op de doelgroep met een minimuminkomen worden ingezet. Een van de aanbevelingen uit de Eindhovense armoedemonitor 2009 is dat de relatie armoede en gezondheid meer aandacht verdient. Voor verbetering van materiële omstandigheden en van woon- en werkomstandigheden is het betrekken van andere beleidsterreinen van belang. Maatregelen van andere beleidsterreinen op het terugdringen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen kunnen zijn: - Het bevorderen van opleiding en participatie, bijvoorbeeld door het terugdringen van laaggeletterdheid en voortijdig schoolverlaten - Het ondersteunen van mensen met een laag inkomen onder andere door bekendheid en gebruik van inkomensondersteunende maatregelen te verbeteren, zoals de ondersteunende fondsen op het terrein van sport, cultuur en muziek - Het inrichten van een gezonde leefomgeving, het beperken van geluid en stankoverlast en aandacht voor een gezond binnenmilieu in de woningen - Het creëren van een veilige omgeving, bijvoorbeeld door het vergroten van de verkeersveiligheid en verminderen van criminaliteit. Een deel van deze maatregelen wordt al gerealiseerd in Eindhoven, maar om daadwerkelijke en duurzame resultaten te bereiken, is blijvende en versterkte aandacht nodig.
39
Fysieke leefomgeving
Luchtverontreiniging door wegverkeer kan leiden tot gezondheidsklachten als hoesten, piepen en kort-
Leefomgeving is van invloed op de gezondheid
ademigheid. De kleinste deeltjes van ingeademd fijn
De kwaliteit van de leefomgeving beïnvloedt de
stof kunnen bovendien vanuit de longen het bloed
gezondheid op diverse manieren. Allereerst
ingaan. Dan kunnen vaatvernauwing, bloedklonte-
rechtstreeks door ernstige geluidshinder van verkeer
ring en een verstoorde hartslag ontstaan. Voor de
en blootstelling aan uitlaatgassen in de buitenlucht.
gezondheid is dan ook de fijnste fractie van het fijn
Daarnaast kan de leefomgeving uitnodigen tot
stof, afkomstig van de verbranding van wegverkeer,
gezond gedrag, zoals fietsen, wandelen, sporten en
het meest schadelijk. Daarom zijn vooral langs druk-
spelen. Een groene leefomgeving kan ervoor zorgen
ke wegen gezondheidsrisico’s te verwachten, zelfs
dat mensen een positieve beleving hebben en zich
wanneer er aan de normen wordt voldaan. Kinderen,
gezonder voelen en groen kan zorgen voor verkoe-
die op een school dicht bij een snelweg zitten, heb-
ling tijdens warme dagen. Veel Eindhovenaren worden gehinderd door het wegverkeer Wegverkeer is de belangrijkste bron van geluidshinder. Daarnaast zijn vliegverkeer en railverkeer belangrijke veroorzakers van ernstige geluidhinder. Naast geluid zorgt
Kernboodschap: Veel Eindhovenaren worden ernstig gehinderd door geluid en luchtverontreiniging. Verbeter de gezondheid van de bewoners door de fysieke leefomgeving aan te pakken.
vooral wegverkeer tot verslechtering van de luchtkwaliteit, waardoor mensen die direct langs drukke wegen wonen
ben meer luchtwegklachten en hun longen werken
of kinderen die langs drukke wegen op school zitten
minder goed. Volwassenen die langs een snelweg of
een hoger risico hebben op gezondheidsklachten.
drukke binnenstedelijke weg wonen, hebben meer
In Eindhoven wordt 28% van de volwassenen ernstig
kans om te overlijden aan een luchtwegziekte of een
gehinderd door geluid. Dat is hoger dan in de regio
hart- en vaatziekte.
Zuidoost-Brabant (22%). Wegverkeer is zowel in
Dit geldt vooral binnen 100 meter van een snel-
Eindhoven als in de regio de belangrijkste bron
weg of in de eerstelijns bebouwing (binnen ca. 50
voor geluidshinder. In Eindhoven wordt 12% ernstig
meter) van een drukke stads- of provinciale weg. Om
gehinderd door geluid van wegverkeer. In de regio
gevoelige groepen (ouderen, kinderen en mensen
is dit lager, namelijk 9%. Brommers en scooters ver-
met luchtwegklachten of hart- en vaatziekten) te
oorzaken bij 11% van de volwassen Eindhovenaren
beschermen tegen te hoge concentraties luchtver-
geluidshinder en vliegtuigen bij 3%. De bewoners
ontreiniging, is het belangrijk de luchtverontreini-
in Eindhoven worden ook ernstig verstoord in hun
ging door drukke binnenstedelijke wegen en langs
slaap door geluid van verkeer, meer dan in de regio
snelwegen aan te pakken.
(figuur 3.8). Gezondheidsklachten door verkeerhinder en luchtverontreiniging Blootstelling aan geluid kan al bij lage geluidsniveaus ernstige hinder en slaapverstoring veroorzaken en kan leiden tot een verminderd prestatievermogen. Ook kan blootstelling aan geluid via lichamelijke stressreacties leiden tot een verhoogde bloeddruk en hart- en vaatziekten. Daarnaast leidt geluidsoverlast mogelijk tot meer bezoeken aan de huisarts, meer medicijngebruik tegen hoge bloeddruk, meer ziekenhuisopnames en verminderde leerprestaties van kinderen.
40
Gezondheid verbeteren door wegverkeer aan te pakken Met betrekking tot wegverkeer is het verminderen ervan of zorgen voor schonere voertuigen belangrijk. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan milieuzonering, waarbij alleen relatief schoon vrachtverkeer een bepaald (centrum)gebied in mag. Naast vrachtwagens kan dit ook voor bestelauto’s worden toegepast. Daarnaast is het belangrijk ervoor te zorgen dat vooral gevoelige bestemmingen, zoals woningen en scholen, op voldoende afstand gelegen zijn van drukke wegen. Dit is zowel voor geluid- als luchtkwaliteit belangrijk. Door dit vast te leggen in aanvullend beleid kan voorkómen worden dat er nog gevoelige bestemmingen dichtbij drukke wegen
Figuur 3.8 Geluidshinder naar bron bij inwoners (19 t/m 64 jaar) van Eindhoven en de regio ZuidoostBrabant (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
12 9
7
Geluidshinder wegverkeer
Slaapverstoord wegverkeer
%
%
%
5
%
11 8 %
%
Geluidshinder brommers/ scooters
6
%
4
%
Slaapverstoord Brommers/
3
%
4
%
Geluidshinder vliegtuigen
1
%
1
%
Slaapverstoord vliegtuigen
scooters Eindhoven
Regio Zuidoost-Brabant
gebouwd worden. Ook het stimuleren van ander en schoner vervoer, zoals fietsen en openbaar vervoer, zorgt voor een omgeving met frissere lucht en minder geluidshinder. In Eindhoven is al een milieuzone voor vrachtverkeer. Toch vinden er nog overschrijdingen van de luchtkwaliteit plaats. Mede daarom wordt het wegverkeer in de binnenstad verder aangepakt. De gemeente wil dit met 30% verminderen. De GGD gaat bekijken wat dit voor effecten heeft op de gezondheid. Ook wordt in dit project het gebruik van de fiets verder gestimuleerd. Naast het wegverkeer is er aandacht voor de effecten van het vliegverkeer op de gezondheid en de beleving van bewoners. Via een leefbaarheidsmonitor wordt door de GGD in 2011 onderzoek gedaan in Eindhoven en de omliggende gemeenten. Vooral met het oog op de uitbreiding van het vliegverkeer is deze nulmeting relevant. In 2014 wordt dit onderzoek herhaald. Groene omgeving leidt tot meer gezondheid Bewoners in wijken met veel groen voelen zich gezonder dan bewoners van wijken met weinig groen. Mensen voelen zich niet alleen gezonder, ze bezoe-
ken ook minder vaak de huisarts met verschillende gezondheidsklachten. Daarnaast kan een groene omgeving bewegen en sociale contacten stimuleren. Uit onderzoek blijkt tevens dat het percentage kinderen met overgewicht 15% lager ligt dan in wijken zonder groen (19). Groen heeft ook een recreatieve functie; het werkt vooral als het gemakkelijk toegankelijk en uitnodigend is. Maar ook uitzicht op groen brengt al positieve effecten met zich mee. Tot slot zorgt groen voor koeling. Dit is positief met het oog op verhitting van de stad, die door de klimaatverandering steeds meer kan gaan optreden. Verhitting kan leiden tot gezondheidsproblemen vooral bij ouderen en baby’s. Diversiteit bij inrichting wijk werkt mee aan gezond gedrag De inrichting van de wijk kan van invloed zijn op het beweeggedrag van de bewoners en op deze manier positief de gezondheid beïnvloeden. Aspecten van de fysieke inrichting die hierbij een rol spelen zijn diversiteit en design. Bij diversiteit gaat het vooral om de ruimtelijke functiemenging van woningen en voorzieningen waaronder openbaar groen, speelvoor41
zieningen, winkels, bedrijven en parkeermogelijkheden voor fiets en auto. Fietsen of lopen wordt in een dergelijke omgeving aantrekkelijker omdat afstanden in een dergelijke omgeving als korter worden ervaren. Belangrijk hierbij is ook om fiets- en wandelpaden niet te dicht langs drukke wegen te plaatsen, vanwege de luchtverontreiniging en geluidsoverlast. Bij design gaat het om ontwerpaspecten van de buurt zoals het stratenpatroon, voet- en fietspaden en het ontwerp van de straten zelf. De verkeersveiligheid in een wijk is van belang om dagelijkse beweging te bevorderen. Voor kinderen is vooral een veilige verkeerssituatie belangrijk om voldoende te bewegen. Kinderen uit wijken met veel oversteekplaatsen gaan drie tot vijf keer zo vaak lopend of fietsend naar school. Integrale aanpak kan zorgen voor verbetering van de fysieke leefomgeving en gezondheidswinst Vroegtijdig betrekken van gezondheid bij de inrichting van de fysieke leefomgeving biedt extra kansen voor het bevorderen van gezondheid, welzijn en welbevinden zonder veel extra kosten. Sinds 2010 zijn de afdelingen milieu en gezondheid binnen de gemeente meer gaan samenwerken. De GGD ondersteunt deze aanpak. Er is in 2010 een workshop georganiseerd met vertegenwoordigers van verschillende afdelingen over gezonde wijkinrichting. De wijk Doornakkers was hierbij het voorbeeld. Dit is niet bij een voorbeeld gebleven, want ook in de praktijk krijgt vooral het onderwerp groen nu uitgebreide aandacht binnen de herinrichting van deze buurt.
42
43
44
4 Bronnen, afkortingen en adviseurs
45
Gegevensbronnen
17 GGD Brabant-Zuidoost en Gemeente Eindhoven.
1 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ge-
Gezond in de buurt. www.ggdbzo.nl (geraadpleegd
zondheid dichtbij. Landelijke nota gezondheidsbeleid.
Den Haag: Ministerie van VWS, 2011.
18 GGD Brabant-Zuidoost. Doornakkers Gezond! Plan van
2 GGD Brabant-Zuidoost. Op weg naar een gezonder
Aanpak 2009-2012. Helmond/Eindhoven: GGD Brabant-
Zuidoost-Brabant. Regionaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011. Helmond: GGD Brabant-
14 juni 2011). Helmond: GGD Brabant-Zuidoost, 2011.
Zuidoost, gemeente Eindhoven, 2009. 19 Vreke J, Donders JL, Langers F, Salverda IE, Veeneklaas
Zuidoost, 2011.
FR. Potenties van groen! De invloed van groen in en om
3 GGD Brabant-Zuidoost. Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen
de stad op overgewicht van kinderen en op het binden
(2008-2009), Jeugdmonitor 12 t/m 18 jarigen (2007-
van huishoudens met midden- en hoge inkomens aan de
2008), Volwassenenmonitor 19 t/m 64 jarigen en Ou-
stad. Wageningen: Alterra, Wageningen UR, 2006.
derenmonitor 65 jaar en ouder (2009-2010). Helmond: GGD Brabant-Zuidoost, 2007-2009. 4 Gemeente Eindhoven. Eindhovense Buurtthermometer 2010. Eindhoven, 2010. 5 Lucht F van der, Polder JJ. Van gezond naar beter. Kern-
Websites www.regionaalkompas.nl www.ggdgezondheidsatlas.nl www.cbs.nl/statline
rapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkennin-
www.loketgezondleven.nl
gen 2010. Bilthoven: RIVM, 2010.
www.ggdbzo.nl
6 Voedingscentrum. www.voedingscentrum.nl (geraad-
www.sense.info
pleegd 14 juni 2011). Den Haag: Stichting Voedingscentrum Nederland, 2011. 7 NISB. www.nisb.nl (geraadpleegd 14 juni 2011). Ede
Bij de opzet van dit rapport is gebruik gemaakt van - Stam B.E., de Graaf N. W.M.M. Klaus-Meijs. Gezondheid in kaart. Rotterdam: GGD Rotterdam / RIVM, 2010.
(Gld): Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen, 2011.
- Handreiking gezonde gemeente. http://www.loketgezondleven.nl/settings/gezonde-gemeente/overgewicht/
8 GGD Brabant-Zuidoost. Programma “Familie Lekkerbek
een-integrale-aanpak/. Bilthoven: RIVM, 2011.
in balans”: verslag 2010, werkplan 2011. Helmond: GGD Brabant-Zuidoost, 2011. 9 Gezondheidsraad. Richtlijnen Goede Voeding. Den
Met dank aan -
Medewerkers van de GGD Brabant-Zuidoost en
Bureau Gezondheid, Milieu&Veiligheid GGD’en
raadpleegd 14 juni 2011). Utrecht: Nederlands Centrum
Brabant/Zeeland
Jeugdgezondheid, 2011.
-
drs. A.M. van Gestel, drs. Y.E.G. Meertens en drs.
M.E. de Kok, redactieteam regionale VTV,
GGD Brabant-Zuidoost
Haag: Gezondheidsraad, 2006. 10 NCJ. www.ncj.nl/onderwerpen/101/middelengebruik (ge-
11 SRE. Laat je niet flessen! www.ljnf.nl (geraadpleegd 14 juni 2011). Eindhoven: SRE, 2011. 12 Gemeente Eindhoven. Projectgroep Alcohol en Jonge-
- prof. dr. ing. J.A.M. van Oers en drs. M.J.J.C. Poos, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
ren. Concept jaarverslag 2010, werkplan 2011. Eindhoven: gemeente Eindhoven, 2011.
-
Gemeente Eindhoven
13 RIVM. Zijn er verschillen naar sociaaleconomische status en etniciteit? www.nationaalkompas.nl/gezondheids-
Afkortingen
determinanten/leefstijl/roken/verschillen-sociaaleco-
COPD Chronische obstructieve longziekten
nomisch-en-etniciteit/ (geraadpleegd 14 juni 2011).
GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst
Bilthoven: RIVM, 2011.
GGZ Geestelijke Gezondheidszorg
14 Gemeente Eindhoven. Eén in gezondheid. Nota lokaal gezondheidsbeleid Eindhoven 2007-2010, Uitvoerings-
PoZoB Praktijkondersteuning Zuidoost-Brabant
programma Eindhoven: Eén in gezondheid 2008-2011.
RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
15 GGD Brabant-Zuidoost. Interventies depressie. www.re-
ses Sociaaleconomische status
gionaalkompas.nl\depressie\interventies (geraadpleegd
soa Seksueel Overdraagbare Aandoening
14 juni 2011). Helmond: GGD Brabant-Zuidoost, 2010.
SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven
16 GGZ Nederland. E-health. www.ggznederland.nl (ge-
46
GGzE Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven
VWA Voedsel en Waren Autoriteit
raadpleegd 14 juni 2011). Amersfoort: GGZ Nederland,
Wmo Wet Maatschappelijke Ondersteuning
2011.
Wpg Wet Publieke Gezondheid
5 Gezondheidsprofiel
47
Gezondheidsprofiel gemeente Eindhoven Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenningen 2011 Leeftijd
Eindhoven Eindhoven
regio ZOB
regio ZOB
Eindhoven
% recente meting
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
trenda
A Levensverwachting en sterfte Levensverwachting Levensverwachting mannen bij geboorte in jaren (2005-2008)
77,5
78,1
Levensverwachting vrouwen bij geboorte in jaren (2005-2008)
81,4
82,4
Levensverwachting in goede ervaren gezondheid mannen bij geboorte in jaren (2005-2008)
65,4
Levensverwachting in goede ervaren gezondheid vrouwen bij geboorte in jaren (2005-2008)
66,6
Sterfte Totale sterfte per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008)
74,8
70,7
Sterfte kanker per 10.000 inwoners per jaar(2005-2008)
22,2
20,9
Sterfte hart- en vaatziekten per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008)
22,5
22,0
7,6
7,5
Sterfte aan ziekten ademhalingsorganen per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008) Aantal sterfgevallen onder zuigelingen per 1.000 levend geborenen (2008) Aantal sterfgevallen onder 1-14 jarigen per 100.000 kinderen per jaar (2004-2008) B
0-1 jaar
3,7
1-14 jaar
19,7
0-11 jaar
6
Lichamelijke gezondheid
Ervaren gezondheid Gezondheid kind gaat wel tot slecht
5
Vindt eigen gezondheid gaat wel tot slecht
12-18 jaar
16
14
Vindt eigen gezondheid matig/slecht
19-64 jaar
13
10
65+
31
28
0-11 jaar
0,2
=
0,4
=
12-18 jaar
0,5
0,3
=
=
19-64 jaar
4
=
3
=
Langdurige aandoeningen afg. 12 maanden (vastgesteld door arts) Diabetes
Astma of bronchitis
Astma, chronische bronchitis, longemfyseem of CARA/COPD
Aangeboren hartaandoening Hartinfarct en/of een andere ernstige hartaandoening (zoals hartfalen of angina pectoris) Kanker
65+
16
15
0-11 jaar
7
=
7
=
12-18 jaar
8
7
=
=
19-64 jaar
6
=
6
=
=
65+
13
11
▲
0-11 jaar
0,6
0,7
=
12-18 jaar
0,4
0,5
=
19-64 jaar
2
▼=
2
=
=
65+
12
=
11
▲
=
0-11 jaar
0,1
0,1
=
12-18 jaar
0
0
=
19-64 jaar
1,1
=
1,4
=
65+
8
=
7
▲
=
0-11 jaar
3
Belemmering door chronische aandoening Sterk belemmerd in het dagelijks functioneren als gevolg van één of meer chronische aandoeningen
48
2
=
12-18 jaar
3
3
19-64 jaar
7,4
6,5
=
=
65+
18
16
Leeftijd
Eindhoven Eindhoven
regio ZOB
regio ZOB
% recente meting
a
% recente meting
trend
=
15
trend
Eindhoven
b,d,e
versus regioc
=
Zelfredzaamheid Heeft grote moeite of hulp nodig bij 1 of meer dagelijkse handelingen
65+
18
Kan 1 of meer huishoudelijke activiteiten niet uitvoeren
65+
29
28
▼=
Niet zelfstandig in vervoer
65+
11
11
▼=
0-11 jaar
6
Ongevallen Is medisch behandeld voor letsel in de afgelopen 3 maanden
6
▲
=
12-18 jaar
17
▼
17
▼
=
19-64 jaar
13
13
=
=
65+
13
13
▲
=
Aantal meldingen kinkhoest (2010)
totaal
23
180
Aantal meldingen Hepatitis B (2010)
totaal
26
52
Aantal meldingen Q-koorts (2010)
totaal
3
19
0-11 jaar
2
=
=
Infectieziekten
C
Geestelijke gezondheid
Gevoelens afgelopen 3 maanden Beetje tot erg somber
=
1
12-18 jaar
4
4
▲
=
19-64 jaar
10
8
▼
65+
13
=
11
▼
4-11 jaar
3
3
▲
=
Heeft indicatie voor psychosociale problematiek
4-11 jaar
11
10
Verhoogde score op KIVPA1 (schooljaar 2009-2010)
klas 2 VO
24
19
Autisme Autisme vastgesteld door arts Psychosociale gezondheid =
Psychische gezondheid ouder(s) Problemen met psychische gezondheid ouder(s)
0-11 jaar
2
2
12-18 jaar
2
1
▼
=
12-18 jaar
17
14
▲
Ervaren psychische gezondheid Voelt zich psychisch ongezond
19-64 jaar
21
▼
17
▼
65+
23
▼
19
▼
Heeft afg. 12 maanden suïcide overwogen
12-18 jaar
10
9
=
Heeft afgelopen 12 maanden suïcidepoging ondernomen
12-18 jaar
1
1
=
Suïcide
Psychiatrische aandoeningen Heeft hoog risico op angststoornis of depressie
Aantal cliënten gedurende jaar in zorg bij GGzE (2008)
19-64 jaar
7
5
65+
6
5
=
totaal
11.983
2-11 jaar
6
12-18 jaar
10
19-64 jaar
1
▼
65+
3
2-11 jaar
13
D Persoonskenmerken Ongezond gewicht Ondergewicht
Overgewicht (inclusief obesitas)
=
7
=
=
10
=
=
1
=
=
▼
3
▼
=
=
11
=
12-18 jaar
12
10
=
19-64 jaar
42
=
45
=
=
65+
59
59
▲
=
49
Leeftijd
Obesitas
Is afgelopen jaar meer dan 5 kilo afgevallen
E
Eindhoven Eindhoven
regio ZOB
regio ZOB
% recente meting
% recente meting
trend
2-11 jaar
3
12-18 jaar
2
trend
a
=
Eindhoven
b,d,e
versus regioc
2
=
1
=
=
19-64 jaar
11
11
=
=
65+
17
15
=
65+
10
0-4 jaar
26
▼=
30
=
1-11 jaar
36
▼
38
▼
=
12-18 jaar
58
19-64 jaar
66
9
Leefstijl
Borstvoeding Nooit/ vanaf geboorte (ook) kunstvoeding Groente en fruit consumptie Niet dagelijks groente
Voldoet niet aan de norm voor groenteconsumptie2
Niet dagelijks fruit
Voldoet niet aan de norm voor fruitconsumptie3
=
61
=
=
69
▼
65+
70
=
68
=
=
1-11 jaar
31
▼
32
▼
=
12-18 jaar
72
73
▼
=
19-64 jaar
76
75
▲
65+
55
55
=
▼
66
▼
Lichamelijke inactiviteit 4-11 jaar
71
Sport of beweegt minder dan 7 dagen per week (minimaal 1 uur per dag)
Sport minder dan 2 keer per week 1 uur buiten school
12-18 jaar
78
Sport minder dan 1 keer per week
19-64 jaar
45
44
=
65+
60
57
▼
Voldoet niet aan de norm gezond bewegen
76
=
19-64 jaar
40
=
38
▲
▼
65+
39
35
▼
Moeder rookte tijdens (deel van) de zwangerschap
0-11 jaar
19
=
16
▼
Wel eens gerookt
8-11 jaar
0,8
=
0,5
=
=
12-18 jaar
11
12
▼
=
19-64 jaar
27
25
▼
Voldoet niet aan de norm gezond bewegen voor 55+ Roken
Rookt
Zware rokers
65+
16
=
14
=
19-64 jaar
3
2
▼
65+
1
1
=
Alcoholgebruik Moeder heeft alcohol gebruikt tijdens (deel van) de zwangerschap
0-11 jaar
10
▼
10
▼
=
Wel eens alcohol gedronken
8-11 jaar
10
10
▼
=
Heeft alcohol gedronken in afgelopen 4 weken
8-11 jaar
0,2
0,2
▼
=
12-15 jaar
18
23
12-18 jaar
42
48
▼
15,2
▲
Leeftijd waarop de helft van de jongeren in de afgelopen 4 weken alcohol heeft gedronken
12-18 jaar
Drinkt meer dan 20 glazen alcohol per week
12-18 jaar
3
6
▼
Voldoet niet aan de norm verantwoord alcoholgebruik4
19-64 jaar
34
▼
36
▼
65+
38
38
▲
=
=
Voldoet niet aan de norm aanvaardbaar alcoholgebruik
Probleemdrinker
50
5
19-64 jaar
63
=
67
65+
52
=
52
=
19-64 jaar
12
11
=
Leeftijd
Eindhoven Eindhoven
regio ZOB
regio ZOB
% recente meting
% recente meting
trend
trend
a
Eindhoven
b,d,e
versus regioc
=
▲=
Druggebruik in afgelopen 4 weken Softdrugs (hasj, wiet)
12-18 jaar
5
19-64 jaar
5
Harddrugs (XTC, paddo, amfetaminen, cocaine of heroine)
12-18 jaar
0,8
Harddrugs (XTC, amfetaminen, LSD, cocaine of heroine)
19-64 jaar
1
4 =
=
3
=
0,8
=
=
0,9
=
=
Verslavingszorg Aantal clienten in verslavingszorg vanwege alcoholgebruik (2010)
462
1023
Aantal clienten in verslavingszorg vanwege gebruik opiaten (2010)
236
411
Aantal clienten in verslavingszorg vanwege gebruik opwekkende middelen (cocaïne, amfetaminen) (2010)
177
418
Aantal clienten in verslavingszorg vanwege gebruik hallucinerende middelen (cannabis, XTC) (2010)
205
464
45
100
Aantal clienten in verslavingszorg vanwege gokken (2010) Seksueel gedrag Ooit geslachtsgemeenschap gehad
12-18 jaar
22
23
▲
=
-
12-18 jaar
55
62
=
7
▲
12
=
6
=
Heeft wel eens onveilig gevreeën (subgroep)
Seksuele ervaring tegen de zin Aantal consulten bij de afdeling SOA van de GGD (2010) Aantal tienermoeders6 (2009)
F
12-18 jaar
9
totaal
1284
▲
2311
< 20 jaar
30
61
4-11 jaar
14
= ▼=
Sociale omgeving
School Ervaart problemen in relaties met andere kinderen op school Voelt zich niet prettig op school
4-11 jaar
7
Vindt school niet leuk/ vreselijk
12-18 jaar
4
4
=
=
0-11 jaar
3
2
Ouders Gezin heeft problemen met echtscheiding of langdurig weggaan gezinslid Jongere heeft problemen met echtscheiding ouders
12-18 jaar
3
3
Relatie met ouders minder goed
12-18 jaar
21
19
Ouder ervaart vaak opvoedproblemen
0-11 jaar
2
Ouder heeft momenteel behoefte aan professionele ondersteuning bij de opvoeding
0-11 jaar
12-18 jaar
=
=
Opvoeding =
2
=
=
6
6
=
=
5
5
Pesten Is afgelopen 3 maanden regelmatig gepest
=
Eenzaamheid Niet genoeg vriend(inn)en buiten schooltijd Is (zeer) ernstig eenzaam
4-11 jaar
11
=
8
=
19-64 jaar
10
▼=
7
=
▼
65+
11
8
▼
12-18 jaar
36
29
▲
21
▼
Onveiligheid Voelt zich overdag of ‘s nachts wel eens onveilig
19-64 jaar
27
65+
25
19
▲
51
Leeftijd
Eindhoven Eindhoven
regio ZOB
regio ZOB
Eindhoven
% recente meting
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
trenda
Slachtoffer en dader Afgelopen 12 maanden dader ongewenst gedrag
12-18 jaar
Afgelopen 12 maanden slachtoffer ongewenst gedrag Meldingen mishandelde kinderen7 (2008) Recent slachtoffer huiselijk geweld (afgelopen 5 jaar)
66
61
▲
▲
12-18 jaar
32
25
▼
▼
0-17 jaar
0,85
19-64 jaar
3
2
=
65+
0,7
0,6
=
Aantal meldingen huiselijk geweld bij steunpunt (2010)
totaal
823
Aantal aangiften huiselijk geweld bij politie (2010)
totaal
394
0-17 jaar
8,2
965
Armoede Kinderen in uitkeringsgezin8 (2008) Huishoudinkomen < e1350 netto per maand
19-64 jaar
23
15
Huishoudinkomen < e1000 netto per maand
19-64 jaar
13
8
65+
15
19
=
▼
0-11 jaar
15
▼
14
▼
=
=
15
▲
Ontvangt alleen AOW
G Fysieke omgeving Binnenmilieu Is in de afgelopen 7 dagen in huis aan rook blootgesteld
12-18 jaar
32
0-11 jaar
18
19-64 jaar
30
25
Geeft onvoldoende rapportcijfer voor eigen woning
19-64 jaar
12
8
Geeft onvoldoende rapportcijfer voor eigen woonomgeving
19-64 jaar
14
9
Wordt erg gehinderd door geluid
19-64 jaar
28
22
Ernstige slaapverstoring door geluid
19-64 jaar
18
12
Wordt erg gehinderd door geur
19-64 jaar
7
7
=
3
7
Woont in huis met schimmel- of vocht
32
=
Woning en buurt
Overlast woonomgeving
H Zorg Ambulancezorg Overschrijding aanrijtijd A1 spoedzorg (15 minuten) (2010) Professionele zorg of hulp Ontvangt momenteel professionele zorg
Heeft behoefte aan meer hulp/zorg in verband met gezondheid
19-64 jaar
2
2
65+
29
25
▲
=
65+
9
8
Zorgvoorzieningen Vindt in de buurt onvoldoende aanwezig: tandarts
19-64 jaar
4
3
▼
huisarts
19-64 jaar
2
2
=
verloskundige
19-64 jaar
2
2
=
19-64 jaar
7
6
=
65+
33
29
WMO-Voorzieningen Heeft in afgelopen jaar gebruik gemaakt van 1 of meer WMO-voorzieningen Heeft behoefte aan 1 of meer WMO-voorzieningen
52
19-64 jaar
7
6
65+
17
14
Leeftijd
Eindhoven Eindhoven
regio ZOB
regio ZOB
Eindhoven
% recente meting
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
trenda
Behoefte aan zorgvoorzieningen Heeft behoefte om vanuit huis gebruik te kunnen maken van diensten bij een nabijgelegen dienstencentrum, bejaarden- of verzorgingstehuis, zoals huishoudelijke hulp of maaltijdverzorging
65+
7
5
Heeft behoefte om vanuit de woning op afroep gebruik te kunnen maken van verpleging of verzorging bij een nabijgelegen bejaarden- of verzorgingstehuis of dienstencentrum
65+
10
8
12-18 jaar
3
2
=
19-64 jaar
2
Hulpvraag bij problemen Heeft momenteel behoefte aan professionele hulp bij een probleem Mantelzorg Ontvangt momenteel mantelzorg
1
▼
=
65+
10
10
=
8-11 jaar
3
3
=
12-18 jaar
11
19-64 jaar
8
▲
10
▲
65+
10
=
10
=
=
Vindt mantelzorg geven zwaar
12-18 jaar
0,1
Voelt zich (tamelijk) belast door het geven van mantelzorg
19-64 jaar
1
▲
1
▲
=
65+
1
2
=
=
groep 2, 7
95
97
klas 2
92
95
vanaf 4 jaar
90
90
Opkomst van kinderen met een onderzoek op indicatie Basisonderwijs (schooljaar 2009-2010)
4-12 jaar
85
87
Opkomst van kinderen met een onderzoek op indicatie Voortgezet Onderwijs (schooljaar 2009-2010)
12-19 jaar
86
90
vanaf 4 jaar
84
87
0-17 jaar
4,1
Opkomst screening borstkanker (2008-2009)
50-75 jaar
75
80
Opkomst screening baarmoederhalskanker (2009)
30-60 jaar
61
66
Geeft momenteel mantelzorg
I
9
▼
0,1
=
Preventie
Jeugdgezondheidszorg Opkomst reguliere contactmoment Basisonderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst reguliere contactmoment Voortgezet Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst reguliere contactmoment Speciaal Onderwijs (schooljaar 2009-2010)
Opkomst van kinderen met een onderzoek op indicatie Speciaal Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Nieuwe indicaties Bureau Jeugdzorg (2008) 9
Bevolkingsonderzoeken
Vaccinatiegraad Hib volledig afgesloten op 2 jarige leeftijd (2009)
2 jaar
97
98
Meningokokken C volledig afgesloten op 2 jarige leeftijd (2009)
2 jaar
96
97
2 jaar
94
95
DTP volledig afgesloten op 10 jarige leeftijd (2009)
Pneumokokken volledig afgesloten op 2 jarige leeftijd (2009)
10 jaar
95
96
BMR volledig afgesloten op 10 jarige leeftijd (2009)
10 jaar
95
96
HPV volledig afgesloten bij 12-jarige meisjes (2010)
12 jaar
35
47
60+
77
77
68
75
Vaccinatiegraad influenza door huisarts via Nationaal Programma Grieppreventie (2009-2010) Opkomst vaccinatie Nieuwe Influenza A 1e vaccinatieronde bij kinderen van 6 maanden-4 jaar en huisgenoten (2009)
53
Leeftijd
J
Eindhoven Eindhoven
regio ZOB
regio ZOB
% recente meting
% recente meting
trend
trend
a
b,d,e
Eindhoven versus regioc
Participatie
Lidmaatschap vereniging Lid van een vereniging
Lid van sportvereniging/-school
4-11 jaar
76
12-18 jaar
75
=
80
=
81
▼
▲
19-64 jaar
49
=
57
=
4-11 jaar
60
66
▲
12-18 jaar
63
▲
71
▲
▲
19-64 jaar
35
=
40
=
▲
Niet betrokken bij de buurt (sociale cohesie)
19-64 jaar
57
=
42
Buurtparticipatie
Actief geweest om buurt te verbeteren
19-64 jaar
15
15
=
Vindt dat gemeente voldoende doet om bewoners bij veranderingen in de buurt te betrekken
19-64 jaar
40
35
Voelt zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in de buurt
19-64 jaar
65
67
12-18 jaar
7
8
=
25
=
Vrijwilligerswerk Verricht vrijwilligerswerk
19-64 jaar
20
65+
21
=
25
Noten a / = gemeentelijk cijfer is statistisch significant hoger/lager ten opzichte van hetzelfde cijfer van de gemeente in de voorgaande monitor b / = regionaal cijfer is statistisch significant hoger/lager ten opzichte van hetzelfde cijfer van de regio in de voorgaande monitor c / = gemeentelijk cijfer is statistisch significant hoger/lager ten opzichte van het regionale cijfer in hetzelfde jaar d De regionale trends voor de indicatoren bij de 0-11 jarigen zijn berekend op de regiocijfers exclusief de gemeente Eindhoven e De regionale trends bij de jongeren zijn berekend voor de leeftijdsgroep van 12-17 jaar en exclusief de gemeente Eindhoven Definities 1 Korte Indicatieve Vragenlijst voor Psychosociale Problemen bij Adolescenten 2 De aanbevolen norm voor groenteconsumptie is 200 gram per dag 3 De aanbevolen norm voor fruitconsumptie is 2 stuks fruit per dag of 1 glas vruchtensap + 1 stuk fruit per dag 4 Voldoet niet aan norm verantwoord alcohol gebruik: mannen maximaal 21 glazen/week, max 5 glazen/drinkdag, max 5 drinkdagen/week; Vrouwen maximaal 14 glazen/week, max 3 glazen/drinkdag, max 5 drinkdagen/week 5 Norm aanvaardbaar alcoholgebruik: Mannen maximaal 10 glazen/week, maximaal 2 glazen/drinkdag, maximaal 5 drinkdagen/week; Vrouwen maximaal 5 glazen/week, maximaal 1 glas/drinkdag, maximaal 5 drinkdagen/week 6 Aantal levendgeborenen met een moeder jonger dan 20 jaar 7 Percentage meldingen betreffende kinderen van 0-17 jaar ten opzichte van totale aantal kinderen in deze leeftijd 8 Percentage 0-17 jarigen waarvan de ouder(s)/verzorgers(s) een bijstandsuitkering ontvangen of kinderen die zelf een bijstandsuitkering ontvangen 9 Percentage 0-17 jarigen dat in 2008 een nieuwe indicatie heeft gekregen bij Bureau Jeugdzorg
54
= ▼
55
Op weg naar een gezonder Eindhoven De afgelopen jaren zijn flinke stappen gezet op de weg naar een betere gezondheid van de inwoners van Eindhoven. In dit rapport wordt beschreven hoe de gezondheid van de Eindhovenaren er nu voorstaat. Is de gezondheid verbeterd en op welke terreinen liggen nog kansen om de gezondheid en de leefstijl te verbeteren? Ook wordt inzicht gegeven in de verschillende wegen die ingeslagen kunnen worden om ziekten in de toekomst te voorkomen en om gezond gedrag te stimuleren. Dit rapport biedt nieuwe aanknopingspunten voor een integraal lokaal gezondheidsbeleid en daarmee kunnen we gezamenlijk weer verder op weg naar een gezonder Eindhoven. Het rapport ‘Op weg naar een gezonder Eindhoven’ is onderdeel van de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (rVTV) 2011 van de GGD Brabant Zuidoost. Deze rVTV bestaat uit drie producten: 21 gemeentelijke rapporten met specifieke lokale kernboodschappen, het regionale rapport ‘Op weg naar een gezonder Zuidoost Brabant’ en het Regionaal Kompas Volksgezondheid (www.regionaalkompas.nl) met daarin de mogelijkheden voor gezondheidswinst door lokaal gezondheidsbeleid.
GGD Brabant Zuidoost Postbus 810 5700 AV Helmond Telefoon 088 0031 100 www.ggdbzo.nl
56