Op weg naar een gezonder Someren Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011
1
Op weg naar een gezonder Someren Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 R. Horbach, S. van den Berg, GGD Brabant-Zuidoost GGD Brabant-Zuidoost Postbus 810 5700 AV Helmond Telefoon 088 0031 100 www.ggdbzo.nl Copyright © 2011, GGD Brabant-Zuidoost Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de GGD Brabant-Zuidoost. De redactie besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van informatie in dit rapport. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze teksten. Voor vragen of opmerkingen kunt u zich richten tot de auteurs via
[email protected].
Colofon Ontwerp en opmaak www.sterdesign.nl Fotografie Jos Lammers Oplage 100 stuks, september 2011
2
Op weg naar een gezonder Someren Een goede gezondheid is voor veel mensen één van
Hoewel het met de gezondheid van veel mensen
de belangrijkste dingen in het leven. Een minder
goed gaat, is er nog veel winst te behalen door ge-
goede gezondheid, vooral als dat gepaard gaat met
zonder te leven in een gezondere leefomgeving.
beperkingen, beïnvloedt het participeren van mensen in de maatschappij. Gezondheid is van invloed
In dit rapport beschrijven wij de belangrijkste kern-
op schoolprestaties en de loopbaan van mensen. Een
boodschappen voor het gezondheidsbeleid van So-
goede volksgezondheid heeft dan ook een gunstig
meren. Aan de hand van cijfers van de inwoners van
effect op de economie en de kosten van de gezond-
Someren doen wij bruikbare aanbevelingen op weg
heidszorg. Daarnaast is gezondheid een belangrijke
naar een (nog) gezonder Someren. Het bewandelen
factor voor andere vormen van maatschappelijke
van meerdere wegen is hierbij een goede strate-
participatie, waaronder vrijwilligerswerk en mantel-
gie. Dat kan door zowel aandacht te besteden aan
zorg.
gezond gedrag van de inwoners van Someren als aan een gezonde sociale en fysieke leefomgeving.
Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor het maken
Gezondheidsbeleid krijgt het beste vorm vanuit
van gezonde keuzes, maar gemeente en GGD kun-
meerdere invalshoeken van preventie.
nen hen hierbij ondersteunen. Vooral als het gaat om mensen die dit om één of andere reden niet zelf
Laten we samen op weg gaan naar een gezonder
kunnen. Samen met onze maatschappelijke partners
Someren,
timmeren we op het gebied van gezondheid dan ook al jaren aan de weg.
Annelie Stevens-Ruiters Directeur GGD Brabant-Zuidoost
3
4
Inhoudsopgave
1 Van gemeentelijk rapport naar gezondheidsbeleid
7
2 De inwoners van Someren
11
3 ➢ ➢ ➢ ➢ ➢
17 18 20 23 25 27 30 32 34 36 37
Kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid Gezondheid algemeen Psychische gezondheid Kwetsbare ouderen Overgewicht Alcoholgebruik Drugs Roken Seksuele gezondheid Weerbaarheid Gezondheidsachterstanden
4 Bronnen, afkortingen en adviseurs
39
5 Gezondheidsprofiel
43
5
Dit rapport is onderdeel van de regionale
Regionaal kompas
Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 van de
De website www.regionaalkompas.nl geeft inzicht in
GGD Brabant-Zuidoost. De regionale VTV bestaat uit
de mogelijkheden die we hebben voor gezondheids-
de volgende onderdelen:
winst door lokaal gezondheidsbeleid. Voor meer cijfermatige informatie kunt u terecht op de website
Regionaal rapport
www.ggdgezondheidsatlas.nl. De digitale versies
‘Op weg naar een gezonder Zuidoost-Brabant
van de regionale en gemeentelijke rapporten zijn te
Regionaal rapport Volksgezondheid Toekomst
downloaden op www.regionaalkompas.nl.
Verkenning 2011’ Gemeentelijke rapporten 21 gemeentelijke rapporten met de belangrijkste kernboodschappen voor het lokale beleid:
‘Op weg naar een gezonder…..’ Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre
Laarbeek
Best
Gemert - Bakel
Son en Breugel
Oirschot Helmond Nuenen Eindhoven Deurne
Geldrop Mierlo Veldhoven Reusel De Mierden Waalre Asten Bladel
Eersel
Someren Heeze - Leende
Bergeijk
6
Valkenswaard Cranendonck
1 Van gemeentelijk rapport naar gezondheidsbeleid
7
De Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning Zuidoost-Brabant Gemeenten krijgen een steeds grotere rol in het volksgezondheidsbeleid. De Wet publieke gezond-
Kernboodschappen Someren 1 Het aantal mensen met chronische aandoeningen en beperkingen in Someren neemt de komende jaren verder toe. Dit vraagt om maatregelen op diverse terreinen.
heid (Wpg) schrijft voor dat gemeenten elke vier jaar een beleidsplan Lokaal gezondheidsbeleid vaststellen. Daarnaast zijn gezondheid en zorg belangrijke onderwerpen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en in het jeugdbeleid van gemeenten.
2 In Someren heeft ruim 30% van de volwassenen een matig tot hoog risico op een depressie of angststoornis. Investeer in vroegsignalering en bewegingsstimulering.
Budgetten zijn beperkt, dus gemeenten moeten keuzes maken. Voor het maken van gezonde keuzes is inzicht in de lokale gezondheidssituatie van belang. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning:
3 Ruim een kwart van de Somerense ouderen is kwetsbaar. Bevorder de zelfredzaamheid van kwetsbare ouderen door sociale netwerken te ondersteunen.
vertaling van informatie naar beleid De GGD Brabant-Zuidoost ondersteunt haar gemeenten bij het maken van deze keuzes door het beschrijven van de belangrijkste gezondheidsthema’s in de
4 Nog veel overgewicht bij jongeren in Someren. Blijf investeren in een gezonde leefstijl en gezonde leefomgeving.
regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (rVTV). Gemeentelijk rapport beschrijft belangrijkste gezondheidsthema’s
5 Alcoholgebruik in Someren blijft hoog vergeleken met de regio. Lokale alcoholpreventie kan vanuit meerdere beleidsterreinen nog effectiever geregeld worden.
In dit gemeentelijk rapport beschrijft de GGD Brabant-Zuidoost specifiek voor de gemeente Someren de kernboodschappen voor het lokale gezondheidsbeleid. De GGD maakt hierbij, naast diverse landelijke bronnen, vooral gebruik van de informatie uit de jeugd-, de jongeren-, de volwassenen-,
6 Drie procent van de jongeren van 12 tot en met 18 jaar in Someren gebruikt softdrugs. Voorkom druggebruik bij jongeren; stimuleer structurele voorlichting in het onderwijs.
de ouderen- en de Wmo-monitor. Waar mogelijk worden cijfers vergeleken met regionale of landelijke trends. Dit rapport is in eerste instantie geschreven als input voor de nota lokaal gezondheidsbeleid en
7 Ruim één op de vijf volwassenen in Someren rookt nog steeds. Stoppen met roken is goed, niet starten is beter.
voor beleidsterreinen waar kansen liggen om goede voorwaarden voor gezondheid te creëren. Voor alle gemeenten zijn kernboodschappen opgenomen over de thema’s overgewicht, roken, alcoholgebruik, psychische gezondheid en seksueel gedrag.
8 Ruim tweederde van de seksueel actieve jongeren in Someren vrijt onveilig. Leer jongeren om hun eigen grenzen beter te bewaken.
Dit zijn de speerpunten die benoemd worden in de landelijke nota gezondheidsbeleid ‘Gezondheid dichtbij’ (1). Ook wordt in alle rapporten aandacht besteed aan sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Daarnaast zijn thema’s opgenomen waarin Someren ongunstig afwijkt ten opzichte van de re-
9 De jeugd in Someren wordt al op jonge leeftijd geconfronteerd met genotmiddelen en riskant gedrag. Vergroot de weerbaarheid van jongeren om met deze verleidingen om te gaan.
gio, waar sprake is van een ongunstige trend of waar om beleidsmatige redenen aandacht voor (nodig) is (bijvoorbeeld alcoholgebruik). Het gezondheidsprofiel (hoofdstuk 5) biedt nog een schat aan informatie over gezondheidsthema’s die niet verder besproken worden.
8
10 Sociaaleconomische gezondheidsverschillen komen ook in Someren voor. Pak deze verschillen gelijktijdig aan vanuit meerdere beleidsterreinen.
Kernboodschappen gemeentelijk rapport zijn basis
Regionaal rapport zet gezondheid op de agenda
voor gemeentelijk gezondheidsbeleid
Naast het gemeentelijk rapport beschrijft de GGD in
Bij de keuzes van de kernboodschappen in dit rap-
het regionale VTV-rapport ‘Op weg naar een gezon-
port staat het belang van de gezondheid voorop. In
der Zuidoost-Brabant’ enkele belangrijke ontwik-
een nota gezondheidsbeleid stelt de gemeente de
kelingen op het gebied van gezondheid in Zuidoost-
gezondheidsthema’s vast waaraan zij de komende
Brabant (2). De belangrijkste thema’s op het gebied
jaren aandacht wil besteden. Bij deze prioritering
van gezondheid voor de regio zijn:
spelen ook politieke en financiële argumenten een rol. Daarnaast bekijkt de gemeente binnen welk beleidsterrein een thema het beste tot zijn recht komt. Zo past bijvoorbeeld het thema weerbaarheid (ook)
Langer gezond leven. We leven langer gezond maar diabetes, depressie en dementie vormen een groeiend probleem in een vergrijzende populatie.
prima binnen het jeugdbeleid. In de nota gezondheidsbeleid worden gemeentelijke
Kwetsbare ouderen redden het niet alleen. Zorg voor zorg.
doelstellingen beschreven In de nota gezondheidsbeleid beschrijft de gemeente de doelstellingen op het gebied van gezondheid en werkt ze zo concreet mogelijk uit. Daarbij zullen di-
Gezondheidsachterstanden komen niet alleen in steden voor. De meeste gezondheidswinst is te behalen bij lagere sociaaleconomische groepen.
verse regionale en lokale partijen betrokken worden. Gezondheidsbeleid krijgt vorm met diverse partners
De jeugd: een gezonde investering. Zet in op minder problematiseren en meer normaliseren.
Bij de uitvoering van gezondheidsbeleid zijn veel organisaties en partijen betrokken. Een groot deel van deze organisaties is in Someren al op één of andere manier bij gezondheidsthema’s betrokken.
Preventie scoort niet, maar loont wel! Investeren in preventie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Er is nog winst te behalen door bijvoorbeeld ook private partijen, zoals supermarkten, te betrekken als partners voor een gezonde leefstijl. Om invulling
Een gezonde omgeving: een verademing! Ruimtelijke ontwikkeling biedt kansen voor gezondheid.
te geven aan een integraal gezondheidsbeleid is het belangrijk interventies in te zetten die de gezond-
Regionaal kompas: actuele informatie voor lokaal
heid in verschillende settings, zoals wijk, school en
gezondheidsbeleid op internet
werk, bevorderen.
De website www.regionaalkompas.nl is onderdeel van de regionale VTV. Deze site biedt actuele cijfers,
Gemeentelijk rapport biedt ook informatie voor
voorbeelden uit de regio en het regionale aanbod
andere beleidsterreinen
aan interventies. Ook de regionale en gemeentelijke
Het integrale gezondheidsprofiel (hoofdstuk 5) biedt
rapporten van de rVTV zijn hier te downloaden.
de mogelijkheid om per thema diverse leeftijdsgroepen voor Someren te bekijken. Zoals uit het ge-
GGD biedt ondersteuning bij de vertaling naar
zondheidsprofiel blijkt, is er een schat aan gegevens
gemeentelijk beleid
beschikbaar ten behoeve van het gezondheidsbeleid
De drie producten van de rVTV bieden een schat aan
en andere beleidsterreinen, zoals het Wmo-beleid en
informatie voor gemeentelijk (gezondheids)beleid.
het jeugdbeleid. De GGD Brabant-Zuidoost wil het
De realiteit is dat gemeenten keuzes moeten maken
gebruik van dit gemeentelijk rapport door meerdere
bij het formuleren van de speerpunten van hun be-
beleidsterreinen dan ook stimuleren, met als geza-
leid. De GGD Brabant-Zuidoost is uiteraard bereid om
menlijk doel het bevorderen van de volksgezond-
Someren in dit keuzeproces te adviseren. Daarnaast
heid.
kan de GGD ook aan de uitvoering van het gemeentelijk beleid een belangrijke bijdrage leveren.
9
10
2 De inwoners van Someren
11
Dit hoofdstuk beschrijft de huidige bevolkingssamenstelling van de gemeente Someren. De opbouw van de bevolking is een belangrijke factor voor de gezondheidstoestand van een gemeente. Met het ouder worden nemen de gezondheidsproblemen vaak toe. Ook opleidingsniveau hangt samen met gezondheid, omdat mensen met een hogere opleiding vaak een betere gezondheid hebben. In dit hoofdstuk wordt tevens ingegaan op de bevolkingsprognose voor de gemeente Someren.
Someren telt ruim 18.000 inwoners
tegenover 510 inwoners per vierkante kilometer in
Someren is één van de 21 gemeenten van de regio
de regio Zuidoost-Brabant (3).
Zuidoost-Brabant en bestaat naast de hoofdkern Someren uit drie kerkdorpen; Someren-Eind, Someren-
Relatief veel huishoudens met kinderen in Someren
Heide en Lierop. Someren had op 1 januari 2011
Van alle huishoudens in Someren bestaat 25% uit
18.317 inwoners. De inwoners van Someren wonen
eenpersoons-huishoudens, 32% uit huishoudens zon-
op een betrekkelijk ruim oppervlak: de bevolkings-
der kinderen en 42% uit huishoudens met kinderen.
dichtheid is 227 inwoners per vierkante kilometer
Dit wijkt af van het landelijk gemiddelde.
Figuur 2.1 Demografische opbouw van gemeente Someren in 2011 (Bron: CBS StatLine, 2011) 200 175 150 125 100 75 50 25 0 25 50 75
Aantal inwoners
100 125 150 175 200
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Mannen Someren Vrouwen Someren Verschil in aantal vrouwen en mannen in Someren Mannen Nederland (relatief naar inwonertal gemeente) Vrouwen Nederland (relatief naar inwonertal gemeente)
12
55
60
65
70
75
80
85
90
95
Leeftijd in jaren
In Nederland ligt het percentage eenpersoonshuis-
Inwoners van Someren zijn minder vaak hoog
houdens hoger (36%) en het percentage huishou-
opgeleid
dens met kinderen lager (34%) (3).
Someren heeft vergeleken met het gemiddelde in
In Someren is 24% van de inwoners jonger dan
Zuidoost-Brabant minder hoogopgeleide inwoners;
20 jaar. Het aandeel mensen uit de ‘productieve
17% van de inwoners van 19 tot en met 64 jaar heeft
leeftijdsgroep’ tussen 20 tot 65 jaar en het aan-
hbo of universiteit gedaan, tegenover 33% in de
deel ouderen is vergelijkbaar met de Nederlandse
hele regio (figuur 2.2) (4). Het aantal inwoners met
populatie. In Someren is 59% tussen de 20 en 65 jaar
een havo/vwo of mbo opleiding ligt in Someren juist
tegenover 61% in Nederland en 17% van de inwo-
hoger; 43% tegenover 34% in de regio Zuidoost-
ners van Someren is 65 jaar en ouder tegenover 16%
Brabant. In Someren heeft 41% van de inwoners
in Nederland. In figuur 2.1 is de leeftijdsopbouw van
een lage opleiding (geen opleiding, lager onderwijs,
Someren in 2011 weergeven (3). De totale man-
mavo of lbo). Dit percentage ligt in Zuidoost-Brabant
vrouw verdeling in Someren is vrijwel in evenwicht:
op 33%. Bijna 550 volwassenen (5%) in Someren
50,7% mannen en 49,3% vrouwen. Tot en met on-
hebben geen opleiding of alleen lager onderwijs
geveer 75 jaar zijn er meer mannen dan vrouwen in
gevolgd (4).
de Someren. Vanaf 75 jaar zijn er juist meer vrouwen dan mannen.
Figuur 2.2 Opleidingsniveau van volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Someren in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
geen opleiding/ lager onderwijs
mavo/lbo
havo/vwo/mbo hbo/wo 0
10
20
30
40
percentage
50
Zuidoost-Brabant Someren
13
Figuur 2.3 Prognose leeftijdsopbouw bevolking Someren, 2011-2040 (Bron: CBS StatLine 2011 en Provincie Noord-Brabant Bevolkingsprognose 2008) inwoners
1700 1600
CBS 2011
1500 1400
Prognose 2030 Prognose 2040
1300 1200 1100 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100
Ook Someren vergrijst Volgens de huidige prognose blijft het aantal inwoners van Someren tussen 2011 en 2040 nagenoeg gelijk (5). In 2011 zijn er ongeveer 18.300 inwoners in Someren. De verwachting is dat er in 2030 18.700 inwoners zijn en in 2040 18.300 inwoners. Volgens de prognose stijgt het relatieve aandeel ouderen (figuur 2.3). Deze trend is vergelijkbaar met de vergrijzing in Nederland.
14
95+
90-95
85-90
80-85
75-80
70-75
65-70
60-65
55-60
50-55
45-50
40-45
35-40
30-35
25-30
20-25
15-20
10-15
5-10
0-5
0
leeftijd in jaren
15
16
3 Kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid
17
Gezondheid algemeen
tal coronaire hartziekten stijgt met 37%. Deze trends zijn gebaseerd op demografische ontwikkelingen en
Levensverwachting in Someren hoger dan
kunnen veranderen door onder andere ontwikkelin-
Nederlands gemiddelde
gen in de gezondheidszorg, trends in leefstijl en an-
De levensverwachting bij geboorte in Someren is
dere sociaaleconomische omstandigheden. Diabetes
voor mannen 79,6 jaar en voor vrouwen 83,2 jaar
en coronaire hartziekten hebben een grote zorg- en
(voor de totale groep 81,5 jaar). Voor mannen en
ziektelast. Dat geldt eveneens voor beroerte, depres-
vrouwen in Zuidoost-Brabant ligt deze op respectie-
sie en angststoornissen. Samen behoren zij tot de top
velijk 78,1 jaar en 82,4 jaar. De totale levensverwach-
5 van ziekten met de grootste ziektelast en hebben
ting in Someren is hoger dan het landelijk gemid-
daarmee een groot effect op de volksgezondheid (7).
delde van 80,1 jaar (6). Someren telt gemiddeld 67
Bij mensen van 75 jaar en ouder zorgt dementie voor
sterfgevallen per 10.000 inwoners per jaar, in de regio zijn dat er gemiddeld 71. De vijf belangrijkste specifieke doodsoorzaken zijn coronaire hartziekten, longkanker, beroerte, dementie en chronische obstructieve longziekten. Dit geldt zowel voor Nederland als ZuidoostBrabant (2).
Kernboodschap: Het aantal mensen met chronische aandoeningen en beperkingen in Someren neemt de komende jaren verder toe. Dit vraagt om maatregelen op diverse terreinen.
Ruim een kwart van de ouderen vindt eigen gezondheid matig tot slecht
de grootste ziektelast. Doordat mensen langer leven
In 2009 gaf 28% van de ouderen in Someren aan zijn
met een ziekte zal in de komende jaren het aantal
of haar gezondheid matig tot slecht te vinden. Voor
mensen met meerdere ziekten tegelijkertijd toene-
de volwassenen ligt dit percentage op 8%. Beide per-
men en zal de vraag naar zorg groter en complexer
centages liggen op een lijn met het gemiddelde in
worden (7). Een deel van de mensen met een chroni-
Zuidoost-Brabant. De trend is wel gunstig: de volwas-
sche ziekte ervaart beperkingen (figuur 3.1). Vooral
sen inwoners van Someren zijn iets positiever over
beperkingen vormen een obstakel voor een zelfstan-
hun eigen gezondheid dan enkele jaren geleden (4).
dig leven. Gemeenten hebben, op basis van de Wmo, een rol in het ondersteunen of beter gezegd compen-
Diabetes komt steeds meer voor onder ouderen in
seren van mensen met een beperking en hen zo lang
Someren
mogelijk mee te laten doen in de samenleving.
Diabetes komt in toenemende mate voor onder oudere inwoners van Someren, momenteel bij 18% van
Gezondheid in de regio ongelijk verdeeld
de ouderen. Hoge bloeddruk en gewrichtsslijtage (ar-
Mensen met een lage sociaal economische status (lage
trose, reuma) zijn de meest voorkomende chronische
ses) hebben gemiddeld een slechtere gezondheid dan
aandoeningen bij ouderen (beiden 24%) en volwas-
mensen met een hoge ses score. Mensen met een lage
senen (resp. 10% en 7%). In de regio heeft bijna één
opleiding leven gemiddeld korter en minder lang in
derde van de ouderen hoge bloeddruk. Bij kinderen
goed ervaren gezondheid dan hoogopgeleiden (7).
en jongeren zijn eczeem en astma of bronchitis de
Deze gezondheidsachterstand zien we ook bij enkele
meest voorkomende chronische aandoeningen (4).
andere sociaaleconomische groepen zoals werklozen en arbeidsongeschikten (zie kernboodschap over soci-
Het aantal chronisch zieken met beperkingen neemt
aaleconomische gezondheidsachterstanden).
toe Zoals uit de bevolkingsprognose van hoofdstuk 2
Leefstijlfactoren zijn voor een deel verantwoordelijk
blijkt, zal de Somerense bevolking gaan vergrijzen.
voor gezondheidsverlies
Doordat het aantal ouderen toeneemt, zal het aantal
Leefstijlfactoren, vooral roken, alcohol en overge-
patiënten met de meest voorkomende chronische
wicht, zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor
ziekten tussen 2007 en 2020 met ongeveer 30% stij-
de belangrijkste doodsoorzaken zoals hart- en vaat-
gen (2). Geschat wordt dat het aantal patiënten met
ziekten, kanker en ziekten van de ademhalingswegen
diabetes in Zuidoost-Brabant in 2020 gestegen zal
(7). De urgentie om te blijven investeren in preventie
zijn met 27% ten opzichte van 2007 en dat het aan-
en het terugdringen van ongezond gedrag blijft daar-
18
Figuur 3.1 Inwoners met chronische ziekten en beperkingen, relatief naar leeftijdsgroep in Someren (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
68% 34% 19%
17% 0,4%
0-11 jaar
18% 2%
12-18 jaar
5% 19-64 jaar
65+
Met chronische ziekte Sterk belemmerd in het dagelijks functioneren door een chronische ziekte
mee onveranderd hoog (2). Naast ongezond gedrag zijn ook de sociale en fysieke omgeving van invloed op het ontstaan van ziekte. Ongezonde factoren komen vaak in combinatie voor. Juist deze combinatie van ongezond gedrag in een ongezonde omgeving brengt extra gezondheidsrisico’s met zich mee.
Verbetering van de gezondheid vraagt bredere aanpak dan enkel vanuit gezondheidssector; maak de gezonde keuze de makkelijke keuze De gezondheidssituatie in de regio Zuidoost-Brabant vraagt om een intensieve aanpak die niet alleen beperkt mag blijven tot de gezondheidssector. Door integraal gezondheidsbeleid kan de gemeente het haar inwoners gemakkelijker maken de gezonde keuze te maken. Zo kan een gezonde luchtkwaliteit van invloed zijn op het voorkomen van astma en COPD. Een beweegvriendelijk ingerichte wijk stimuleert bewoners tot meer lichaamsbeweging. Ook onderwijs, woningbouw, veiligheid, groen en verkeer leveren een bijdrage aan de gezondheid van de inwoners. Tot slot kunnen activiteiten in andere programma’s, die niet primair gericht zijn op gezondheid, verbetering van gezondheid als bijkomend effect hebben. Door bijvoorbeeld het verminderen van schooluitval, het opleiden van jongeren en het terugkeren van werklozen naar de arbeidsmarkt, krijgen mensen niet alleen betere kansen in het maatschappelijke leven, maar ook betere kansen op gezondheid.
19
Psychische gezondheid
psychische gezondheid heeft behoefte aan professionele hulp (4).
Psychische problemen komen in alle leeftijdsgroepen voor
Depressie behoort tot de top vijf van ziekten met de
In de regio Zuidoost-Brabant neemt het aantal men-
hoogste ziektelast
sen met psychische problemen toe met de leeftijd.
Het aantal mensen met een depressie neemt toe.
In Someren is deze stijgende lijn ook aanwezig: 11%
Zoals eerder aangegeven behoort depressie tot de
van de 12- tot en met 18-jarigen, 14% van de volwas-
top 5 van ziekten met de hoogste ziektelast (7).
senen en 19% van de ouderen voelt zich psychisch
Psychische problematiek kan verregaande
ongezond (figuur 3.2) (4). Een slecht ervaren psychische gezondheid komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Ook jongeren uit eenouder- of nieuw samengestelde gezinnen en niet-schoolgaande jongeren hebben vaker een slechtere psychische gezondheid. Van de volwassen bevolking met een inkomen beneden
Kernboodschap: In Someren heeft ruim 30% van de volwassenen een matig tot hoog risico op een depressie of angststoornis. Investeer in vroegsignalering en bewegingsstimulering.
modaal is ruim een kwart psychisch ongezond. Mensen met een laag opleidingsniveau (ten hoogste lagere school) zijn
gevolgen hebben. Het belemmert het functioneren
vaker psychisch ongezond dan mensen met een hoog
in het dagelijks leven, vermindert de kwaliteit van
opleidingsniveau (4).
leven en kan zelfs ernstige zelfdestructieve vormen aannemen, zoals suïcidaal gedrag. Van alle gezond-
Veel mensen lopen risico op een depressie of
heidsverlies wordt 28% veroorzaakt door psychische
angststoornis
ziekten, waarvan een derde wordt veroorzaakt door
Ruim een derde (34%) van de volwassenen in Some-
depressie (8).
ren heeft een matig of hoog risico op een depressie
Een depressie op jonge leeftijd kan de schoolcarrière
of angststoornis. Bij 3% is sprake van een hoog risico.
ernstig schaden en is een belangrijke voorspeller
Vier procent van de volwassenen gebruikt medicijnen
voor het ontwikkelen van een depressie op latere
voor angst, depressie, spanning of stress. Deze cijfers
leeftijd. Door een depressie kunnen volwassenen uit
zijn vergelijkbaar met de regio. Landelijk onderzoek
het arbeidsproces vallen, ouderen kunnen sociaal
toont aan dat angsten en depressies ook een groter
geïsoleerd raken en vereenzamen en mantelzorgers
probleem zijn onder jongeren dan tot voor kort
kunnen geen zorg meer bieden aan hun naasten.
bekend was. Van de jongeren onder de 18 jaar heeft
Risicogroepen voor een depressie zijn onder andere
15% wel eens een depressieve periode meegemaakt.
kinderen en jongeren die in armoede leven, mantelzorg verlenen of worden blootgesteld aan verwaar-
Ruim een derde van de jongeren met psychische
lozing, misbruik of geweld. Ook ‘kwetsbare’ ouderen
problemen denkt aan zelfdoding
waarbij sprake is van eenzaamheid, weinig sociale
Tien procent van de Somerense jongeren van 12
steun, diverse lichamelijke ziekten en beperkingen
tot en met 18 jaar piekert dag en nacht. Jongeren
of een laag inkomen hebben een verhoogd risico op
piekeren vooral over schoolprestaties, hun uiterlijk
depressieve klachten. Sociale participatie en gevoel
en vrienden en vriendinnen. Acht procent van de
van controle over het eigen leven beschermen tegen
jongeren in Someren heeft in het afgelopen jaar zelf-
een depressie.
doding overwogen en 0,3% heeft ook daadwerkelijk een poging ondernomen. Dit komt overeen met de
Depressie en overgewicht gaan vaak samen
regio.
Mensen met overgewicht hebben meer kans op
Het overgrote deel van de mensen die suïcide
een depressie, en andersom. Mensen met diabetes
plegen, heeft een psychische stoornis, zoals een
hebben twee keer zo veel kans op een depressie
depressie. Van de jongeren die zich psychisch onge-
dan gezonde mensen. Recent onderzoek laat zien
zond voelen heeft 35% in het afgelopen jaar aan
dat mensen die weinig bewegen meer risico lopen
zelfdoding gedacht. Negen procent van de jongeren
op het ontwikkelen van een psychische aandoening.
in Zuidoost-Brabant met een slecht ervaren
Omgekeerd heeft bewegen een positief effect op het
20
Figuur 3.2 Percentage mensen dat zich psychisch ongezond voelt in Someren en in de regio (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
11%
14%
14%
12-18 jaar Someren
17%
19%
19-64 jaar
19%
65+
Regio Zuidoost-Brabant
voorkomen en het herstel van psychische aandoe-
Gemeente heeft vooral een rol in het voorkómen
ningen. Depressiepreventie kan dus ook indirect
van psychische problemen
door in te steken op de leefstijlfactoren voeding en
Een veilige en groene leefomgeving heeft een
beweging. Een actief sportbeleid werkt dus gezond-
gunstige invloed op de psychische gezondheid. De
heidsbevorderend, ook op het gebied van psychische
leefbaarheid in wijken wordt in belangrijke mate
problemen.
bepaald door hoe mensen in een gebied met elkaar samenleven. Het Wmo-beleid is een belangrijke scha-
Meer mensen krijgen hulp door vroegsignalering en
kel bij het vormgeven van het (lokaal gezondheids)
een toegankelijk preventieaanbod
beleid voor kwetsbare groepen. Het voorkomen van
Een (ernstige) depressieve stoornis kan voorkomen
overbelasting bij mantelzorgers is daar een voor-
worden door vroegtijdige signalering en vroegtijdig
beeld van. In Someren wordt door de welzijnsinstel-
ingrijpen. Ongeveer een derde van de mensen met
ling een eenzaamheidproject uitgevoerd waarin
een depressie zoekt echter geen hulp. Belangrijk is
onder meer wordt gewerkt met sleutelfiguren in de
dat hulpverleners de risicofactoren en signalen van
wijk. De praktijkondersteuner Geestelijke Gezond-
een depressie kunnen herkennen en weten welk
heidszorg in Someren ondersteunt de huisarts bij de
preventief aanbod er is. Een kwart van de nieuwe ge-
zorg voor mensen met psychische en psychosociale
vallen van depressie is te voorkomen. Uit onderzoek
klachten.
blijkt dat er een sterk verband is tussen eenzaamheid en depressie. (Zelfgerapporteerde) eenzaamheid is ook een risicofactor voor depressie onder ouderen. Het is dus belangrijk om alert te zijn op gevoelens van eenzaamheid en interventies aan te bieden om eenzaamheid te voorkomen. Voor zowel preventie van depressie als preventie van eenzaamheid is het bevorderen van sociale steun en participatie van belang. Doel van depressiepreventie is het mentaal vermogen te versterken, zoals het ontwikkelen van het eigen talent en potentieel.
Algemene voorlichting maakt psychische problemen bespreekbaar Algemene preventie wordt in de regio nog weinig aangeboden. Preventie van psychische problemen door voorlichting kan helpen het taboe rondom psychische klachten te doorbreken waardoor mensen met depressieve klachten eerder hulp gaan zoeken. Bij volwassenen kan preventie van psychische problemen gericht worden op de groep die werk en zorgtaken combineert. Preventie van psychische problemen bij ouderen kan als boodschap hebben ‘succesvol ouder worden’ en behoud van de kwaliteit van leven. 21
Depressiepreventie krijgt vorm door brede insteek Preventie van psychische problemen heeft de beste resultaten als publieksvoorlichting, vroegsignalering en advisering, ondersteuningsprogramma’s en maatregelen gericht op de omgeving in combinatie worden uitgevoerd. - Intermediairs kunnen een belangrijke rol spelen in het tijdig signaleren van depressie en de risico’s daarop. Zo kunnen bijvoorbeeld leerkrachten getraind worden in het bespreekbaar maken van depressieve klachten en de mogelijkheden om door te verwijzen (in samenwerking met deskundigen vanuit de jeugdgezondheidszorg). Een andere mogelijkheid om de signalering van depressie te verbeteren, is het gebruik van signaleringsprotocollen door bijvoorbeeld ouderenadviseurs, maatschappelijk werkers of wijkverpleegkundigen. - De inrichting van de leefomgeving draagt bij aan een prettige en veilige woonomgeving en nodigt uit om sociale steun te bieden aan elkaar. Gemeenten hebben bij uitstek invloed op het inrichten van de directe leefomgeving, de sociale samenhang in een buurt en het creëren van veiligheid. Belangrijk hierbij is om de participatie van wijkbewoners te stimuleren. Vooral een goed contact met de buren beschermt tegen depressie (8). - In de regio is een breed aanbod op het gebied van depressie beschikbaar maar er wordt nog te weinig gebruik gemaakt van de cursussen en groepsinterventies (9). In overleg met de diverse aanbieders dient nader bekeken te worden hoe dit bereik verbeterd kan worden. Het is aan te raden om hierbij vertegenwoordigers van de doelgroep te betrekken, bijvoorbeeld via de stichting zelfhulpnetwerk Zuidoost-Brabant. - Een nieuwe vorm van zorgverlening is E-Health (10). Er zijn bewezen effectieve e-mental health programma’s voor het ontwikkelen van mentale weerbaarheid en voor de preventie en behandeling van depressie. Deze vorm van zorgverlening sluit ook aan bij de jeugd.
22
Samen sta je sterker Depressiepreventie heeft veel invalshoeken en er zijn veel activiteiten en interventies die door verschillende organisaties kunnen worden uitgevoerd (11). Belangrijke partners voor de gemeente zijn de GGD en de GGZ. Maar ook welzijnsorganisaties zijn onmisbaar voor het bereiken van doelgroepen en het Centrum Jeugd en Gezin voor begeleiding van risicogezinnen. Waar depressiepreventie overgaat in zorg, spelen binnen de eerste lijn de huisarts en praktijkondersteuner GGZ een belangrijke rol. Verpleeg- en verzorgingshuizen kunnen een ondersteunende functie hebben voor zelfstandig wonende ouderen.
Kwetsbare ouderen
draaglast, doordat ze beperkt zijn in hun dagelijkse bezigheden vanwege gezondheidsklachten en/of
Kwetsbaarheid bij ouderen wordt veroorzaakt door
niet zelfredzaam zijn in het uitvoeren van huishou-
lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten
delijke of dagelijkse activiteiten en/of een hoog risico
Ouderen worden steeds gezonder en zijn steeds wel-
hebben op een angststoornis of depressie.
varender, vitaler en onafhankelijker. Dit geldt echter
Daarnaast heeft 58% van de ouderen in Someren
niet voor alle ouderen. Sommige ouderen verdienen
een lage draagkracht. Dat wil zeggen dat men wei-
extra aandacht en behoren tot de groep kwetsbare
nig regie heeft over het eigen leven (het gevoel dat
ouderen. Van kwetsbaarheid is sprake wanneer
men het eigen leven niet meer in de hand heeft) en/
lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het
of alleenwonend is en/of alleen AOW heeft om van
functioneren zich opstapelen en hulpbronnen, zoals
rond te komen. Deze twee factoren bij elkaar geno-
een partner of voldoende inkomen, tekort schieten
men duidt op kwetsbaarheid. Dit is het geval bij 27%
(2).
van de ouderen in Someren en komt neer op ruim 750 personen (figuur 3.3) (4).
Kernboodschap: Ruim een kwart van de Somerense ouderen is kwetsbaar. Bevorder de zelfredzaamheid van kwetsbare ouderen door sociale netwerken te ondersteunen.
Meer ouderen in Someren zijn kwetsbaar dan in de regio In de regio Zuidoost-Brabant is 23% van de zelfstandig wonende ouderen kwetsbaar (figuur 3.3). Ten opzichte van de regio is de groep kwetsbare ouderen in Someren groter. Dit komt vooral doordat er in Someren meer
Ruim een kwart van de ouderen in Someren is
ouderen niet zelfredzaam zijn. Ook zijn er meer
kwetsbaar
ouderen die weinig regie over hun eigen leven
Ouderen zijn in de Gezondheidsmonitor als kwets-
hebben, alleen AOW hebben en daardoor een lage
baar aangemerkt als er sprake is van een hoge
draagkracht hebben. In de regio heeft 49% van de
draaglast in combinatie met een lage draagkracht
ouderen een lage draagkracht (4).
(4). In Someren heeft 37% van de ouderen een hoge
Figuur 3.3 Ouderen met een hoge draaglast, een lage draagkracht en kwetsbaarheid in Someren en de regio Zuidoost-Brabant in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
37% 35%
58% 49%
Hoge draaglast Someren
27% 23% Lage draagkracht
Kwetsbaar
Regio Zuidoost-Brabant
23
Kwetsbare ouderen kampen met diverse lichamelijke en psychische problemen Kwetsbaarheid bij ouderen vergroot de kans op negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebeperkingen, opname in verpleging of verzorging, overlijden). De gezondheid van deze groep is beduidend slechter dan die van de gemiddelde oudere in Someren. Ze hebben bijvoorbeeld veel vaker obesitas, een hoog risico op depressie en angststoornissen, last van (zeer) ernstige eenzaamheid en problemen met medicijngebruik. Daarnaast bewegen ze veel minder dan gemiddeld en hebben vaker behoefte aan (extra) hulp. Ze krijgen deze hulp niet omdat ze niemand kennen om dit aan te vragen of omdat ze niet weten waar ze hiervoor terecht kunnen. De meeste kwetsbare ouderen bezoeken wel regelmatig de huisarts. Acht procent van de kwetsbare ouderen is echter al langer dan een jaar niet bij de huisarts
len worden veelal wel herkend, maar men is vaak onvoldoende bekend met het lokale zorgaanbod en weet niet waar men de signalen kan neerleggen. Het is daarom wenselijk om op lokaal niveau een goede verbinding te maken tussen de eerstelijnszorg en het lokaal loket. In de praktijk krijgen ouderen vaak pas de noodzakelijke zorg of voorzieningen aangeboden op het moment waarop de kwetsbaarheid niet meer omkeerbaar is. Een deel van deze ouderen is echter al in een eerdere stadium in beeld bij zorgverleners of gemeente, bijvoorbeeld voor het aanvragen van huishoudelijk hulp. Grijp een dergelijke specifieke aanvraag aan voor een brede integrale probleemverheldering en inschatting in hoeverre andere vormen van hulp of voorzieningen, zoals woningaanpassingen, nodig zijn. Hierdoor wordt de kwaliteit van leven verhoogd en functioneren ouderen langer zelfstandig.
geweest (4). Divers aanbod in Someren voorhanden In Someren gebeurt al veel op het gebied van opsporen, doorgeleiden en het afstemmen van de zorg van kwetsbare ouderen. Voorbeelden hiervan zijn het lokale WIZ-loket (Werk, Inkomen, Zorg), de huisarts en de praktijkondersteuners, het dementienetwerk, steunpunt mantelzorg, ouderenorganisaties en vrijwilligersorganisaties zoals KBO, rode kruis, zonnebloem en parochie. Signaleren van kwetsbare ouderen in Someren kan dus door veel intermediairs gebeuren. Ook het beschikbare hulpaanbod is divers. Zowel het eenzaamheidsproject als het project dementie ondersteuningsnetwerk ‘Samen voor dementie’ van ONIS-welzijn zijn hier voorbeelden van.
Bevorderen van de sociale cohesie en vroegsignalering houdt ouderen langer zelfstandig - Veel dreigend kwetsbare ouderen kunnen zich lange tijd zelfstandig redden doordat zij ondersteuning krijgen van familie, buren of vrijwilligers van verenigingen of ouderenbonden. Het is daarom van belang om als gemeente te blijven investeren in de sociale samenhang tussen burgers en het vrijwilligerswerk. Hierdoor kan het gebruik van professionele zorg door ouderen worden uitgesteld of beperkt. Tegelijkertijd wordt daarmee ook de maatschappelijke deelname van niet-kwetsbare ouderen, via bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, gestimuleerd. - Om een oudere die kwetsbaar is in een vroeg stadium te kunnen ondersteunen is het vroegtijdig signaleren van problemen (door zowel professionals als vrijwilligers) van groot belang. De signa24
Investeren in het netwerk rondom kwetsbare ouderen kansrijk - Veel kwetsbare ouderen hebben meerdere ziekten tegelijk (multimorbiditeit). Deze ouderen hebben vaak te maken met verschillende instellingen en zorgverleners, uiteenlopend van de huisarts, apotheker, fysiotherapeut, medisch specialisten in het ziekenhuis tot het welzijnswerk en de gemeente. In Someren is winst te behalen door de samenwerking tussen de verschillende zorgdisciplines beter op elkaar aan te laten sluiten en het aanbod meer af te stemmen. Dit kan gebeuren door betrokken organisaties bij elkaar te brengen, te investeren in relaties met aanbieders in de ouderenzorg en elkaars expertise te benutten om daarmee een gezamenlijke lokale aanpak te ontwikkelen. - De organisaties die naar elkaar doorverwijzen moeten elkaars werkwijze kennen. Het Lokaal loket werkt volgens de methode van de kanteling (versterken van zelfredzaamheid in plaats van voorzieningengericht) terwijl huisartsen mensen vaak naar het loket doorverwijzen voor een specifieke voorziening. Afstemming is van groot belang. Ook buren en vrijwilligers zijn potentiële verwijzers, maar de sociale kaart is hen vaak nog onbekend. Daarnaast is het voor hen vaak lastig om zorgen bespreekbaar te maken met de persoon in kwestie en hem of haar te motiveren hulp te zoeken. In de regio zijn daarvoor workshops ontwikkeld. Ook het versterken van de afstemming en samenwerking tussen de formele en informele zorg (professionals en vrijwilligers) biedt kansen.
Overgewicht
vergelijkbaar met die van de regio en zijn niet toe- of afgenomen in de afgelopen jaren. Het percentage
Overgewicht blijft stabiel hoog
volwassenen met ernstig overgewicht ligt in Someren
Overgewicht is een belangrijk gezondheidsprobleem
wel lager vergeleken met de regio (4).
in Someren, hoewel het momenteel niet verder toeneemt. In Someren heeft 6% van de 2- tot en
In Someren is winst te behalen met gezonde
met 11-jarigen en 7% van de 12- tot en met 18-ja-
voeding…
rigen overgewicht op basis van zelfgerapporteerde
In Someren neemt het aantal moeders dat borstvoe-
waarden voor lente en gewicht (4). Het percentage
ding geeft af. Er zijn aanwijzingen dat borstvoeding
jeugdigen met ernstig overgewicht (obesitas) is 0,9%
het kind beschermt tegen het ontwikkelen van over-
voor de 2- tot en met 11-jarigen en 0% voor de 12-
gewicht. Toch krijgt twee op de vijf pasgeborenen in Someren nooit of niet uitsluitend borstvoeding. In de regio ligt dit per-
Kernboodschap: Nog veel overgewicht bij jongeren in Someren. Blijf investeren in een gezonde leefstijl en gezonde leefomgeving.
centage lager (30%) (4). Het eten van voldoende groente en fruit behoort tot een gezond voedingspatroon en draagt bij aan een gezond gewicht. Desondanks eet de meerderheid van de 12- tot en met 18-jarigen niet
tot en met 18-jarigen. Zowel in Someren als in de
dagelijks groente en fruit. Ook een groot deel van
regio zijn de percentages voor kinderen en jongeren
de volwassenen en ouderen in Someren voldoet niet
met overgewicht de afgelopen jaren gelijk gebleven.
aan de norm voor groente- en fruitconsumptie. Van
Van de volwassenen in Someren heeft 41% overge-
de 1- tot en met 11-jarige kinderen in Someren eet
wicht (figuur 3.4). Bij 8% is zelfs sprake van ernstig
een derde niet dagelijks fruit en twee op de vijf eet
overgewicht. Daarnaast is meer dan de helft van de
niet dagelijks groente (4).
Somerense ouderen te zwaar (62%) en heeft 13% ernstig overgewicht. Vrijwel alle percentages zijn
Figuur 3.4 Overgewicht in Someren naar leeftijd (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
62% 41%
6%
1%
2-11 jaar
7%
8%
0%
12-18 jaar
Overgewicht inclusief obesitas
13%
19-64 jaar
65+
Obesitas
25
…en meer beweging Voldoende lichamelijke activiteit is belangrijk voor een goede energiebalans. Vergelijkbaar met gemiddeld in de regio Zuidoost-Brabant voldoet ruim een derde van de inwoners van Someren van 19 jaar en ouder niet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Bijna de helft van de volwassenen en twee derde van de ouderen in Someren sport minder dan één keer in de week. Van de 12- tot en met 18-jarigen in Someren voldoet maar liefst vier op de vijf niet aan de beweegnorm voor hun leeftijd. Daarnaast sport twee derde van de 4- tot en met 11-jarige kinderen minder dan twee keer per week en 20% zelfs helemaal niet. Deze cijfers wijken niet af van de regio (4). Overgewicht vormt een risicofactor voor lichamelijke en geestelijke ongezondheid Overgewicht en vooral obesitas vormen een risico voor de gezondheid, zowel lichamelijk als geestelijk. Volwassenen met overgewicht hebben bijvoorbeeld
Overgewicht terugdringen vraagt nog veel inzet en een lange adem Programma’s voor leefstijlverbetering vragen een lange looptijd en samenwerking tussen diverse professionals. Het signaleren van (risico op) overgewicht, het uitvoeren van geschikte programma’s en vooral ook het aanleren en volhouden van een gezondere leefstijl vragen om verbinding van preventie en zorg. Vanuit diverse invalshoeken ontstaan goede initiatieven in Someren. De uitdaging voor alle partijen is elkaar ook op de hoogte te houden van het aanbod. Naast het stimuleren van gezond gedrag is de omgeving van invloed op de toename in overgewicht. Daarbij gaat het om zowel de fysieke als de sociale omgeving. In het ideale geval nodigt de fysieke omgeving uit tot bewegen en gezond eten. De sociale omgeving kan het veranderen van normen en waarden stimuleren en ondersteunt gezond gedrag. Algemene voorlichting over een gezond beweeg- en voedingspatroon blijft daarom van belang.
meer kans op diabetes, hart- en vaatziekten en een aantal vormen van kanker. Door het stijgend aantal ouderen zal het aantal mensen met diabetes in Zuidoost-Brabant in 2020 naar schatting met 27% toenemen ten opzichte van 2007 (2). Ook bij kinderen hebben overgewicht en obesitas schadelijke gevolgen. Zo hebben kinderen met overgewicht steeds vaker last van glucose-intolerantie en diabetes type 2. Bovendien worden zware kinderen meestal zware volwassenen. Kinderen en volwassenen met overgewicht lopen meer risico op psychosociale problemen, stigmatisering en discriminatie. Overgewicht komt niet in gelijke mate voor in de samenleving. Mensen met een laag inkomen en sommige niet-westerse allochtonen (zoals Turken en Marokkanen) hebben vaker overgewicht. In Someren is aandacht voor overgewicht Someren werkt samen met de gemeente Asten en verschillende lokale en regionale partners (zoals de GGD Brabant-Zuidoost, de Zorgboog, huisartsen, MEE, ONIS, de LEV-groep, basis- en voortgezet onderwijs) aan de uitvoering van het activiteitenplan overgewicht. Het doel is een bijdrage leveren aan een gezondere omgeving voor de kinderen en jongeren in Someren en Asten. Er is een divers aanbod aanwezig voor kinderen met overgewicht. In 2011 is een sociale kaart ontwikkeld met dit aanbod waardoor professionals kinderen beter kunnen doorverwijzen en elkaar ook beter weten te vinden. De schoolkantine van het Varendonck-College is aangepast waardoor hier uitsluitend een gezonde lunch gekocht kan worden.
26
Integraal beleid biedt in Someren meerwaarde bij aanpak overgewicht Voor een effectieve preventie van overgewicht is integraal beleid nodig. Dat betekent dat het beleid aandacht besteedt aan de complexiteit van overgewicht. De Handreiking Gezonde Gemeente van het Loket Gezond Leven beveelt de inzet van vijf ‘pijlers’ aan (12): - Inrichting van de (fysieke) omgeving, bijvoorbeeld bij de inrichting van openbare ruimten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan speeltuinen of een skatebaan, maar ook aan veilige wandel- en fietspaden in de wijken zodat kinderen te voet en op de fiets naar school kunnen. - Regelgeving en handhaving, bijvoorbeeld door een restrictief vestigingsbeleid van (mobiele) snackbars en fastfoodrestaurants in de buurt van middelbare scholen of tijdens evenementen. - Voorlichting en educatie. Het is het van belang dat burgers op de hoogte zijn van het aanbod en dat het aanbod toegankelijk is. Social media spelen hierbij een steeds prominentere rol. - Signalering en advies. Intermediairs spelen een belangrijke rol in het opsporen van mensen met (risico op) overgewicht en in de doorverwijzing naar passend aanbod. Een nieuwe ontwikkeling hierin is het ‘Preventieconsult’, waarbij huisartsen mensen met overgewicht opsporen en doorverwijzen naar leefstijlprogramma’s. - Ondersteuning, bijvoorbeeld na signalering van overgewicht bij kinderen door de verpleegkundige of arts van het consultatiebureau of de GGD.
Alcoholgebruik
in de periode 2003-2007 afgenomen. Maar in 2007 heeft nog altijd 59% van de Somerense 12- tot en
Alcoholgebruik in Someren zorgwekkend ondanks
met 18-jarigen recent alcohol gedronken. Dit percen-
gunstige trends
tage ligt hoger dan de regio (figuur 3.5). Van de 12-
Ondanks enkele gunstige trends blijft het alcoholge-
tot en met 15-jarige jongeren in de regio heeft 23%
bruik ook in Someren een belangrijk punt van zorg.
recent gedronken. Dit druist in tegen de norm ‘geen
Tien procent van de moeders drinkt alcohol tijdens
alcohol onder de 16 jaar’. Ruim een kwart van de
de zwangerschap. Gezien de schadelijke effecten van
jongeren in Someren was recent dronken of aange-
alcohol op het ongeboren kind is dit een belangrijk
schoten (29%) en 16% drinkt gemiddeld zelfs meer
aandachtspunt. Elf procent van de ouders in Someren
dan 20 glazen per week. Deze beide percentages
geeft aan dat hun kind in de leeftijd van 8 tot en met
liggen hoger dan gemiddeld in de regio (4). Van de volwassenen in Someren is 13% een overmatig drinker, net als in
Kernboodschap: Alcoholgebruik in Someren blijft hoog vergeleken met de regio. Lokale alcoholpreventie kan vanuit meerdere beleidsterreinen nog effectiever geregeld worden.
de regio. Bij de 65-plussers geldt dat voor 6%. Dit is lager dan in de regio (10%) (4). ‘Binge-drinken’ bij jongeren neemt niet af Het is goed nieuws dat het aantal jongeren in de regio dat recent alcohol heeft gedronken tussen 2003 en
11 jaar al eens alcohol heeft gedronken (4). Het aan-
2007 is gedaald, al is dit niet het geval voor Some-
tal jongeren in de regio Zuidoost-Brabant dat recent
ren. Deze daling is alleen zichtbaar bij de 12- tot en
(in de afgelopen maand) alcohol heeft gedronken is
met 15-jarigen in de regio. Onder de 16- tot en met
Figuur 3.5 Alcoholgebruik bij jongeren (12 t/m 18 jaar) in Someren en Zuidoost-Brabant in 2007 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
16%
6%
48%
34%
59%
48%
Drinkt meer dan 20
Heeft in afgelopen 4 weken bij
Heeft in afgelopen 4 weken
glazen alcohol per
één gelegenheid 5 glazen of meer
alcohol gedronken
week
gedronken
29%
21%
Is in de afgelopen 4 weken dronken of aangeschoten geweest
Someren
Regio Zuidoost-Brabant
27
18-jarigen is het drankgebruik nog steeds hoog. In
in het regionale alcoholmatigingsproject ‘Laat je niet
Zuidoost-Brabant is 63% van de 16- tot en met 18-ja-
flessen!’. Deze werkwijze heeft gezorgd voor een
rigen ‘binge-drinker’. Dat wil zeggen dat ze in de
stevige lokale structuur waarin diverse partners zijn
afgelopen 4 weken bij één gelegenheid 5 glazen of
vertegenwoordigd zoals de gemeente zelf (verschil-
meer hebben gedronken. Bij de 12- tot en met 15-ja-
lende beleidsterreinen), Novadic-Kentron, GGD
rigen in de regio ligt dit op 13%. De groep binge-
Brabant-Zuidoost, ONIS, LEV-groep en de politie. Er
drinkers is de afgelopen jaren niet kleiner geworden.
zijn op diverse terreinen interventies uitgevoerd en
In Someren is bijna de helft (48%) van de jongeren
maatregelen genomen om het verontrustend hoge
van 12 tot en met 18 jaar een binge-drinker. Volgens
alcoholgebruik van de jeugd terug te dringen. Met
de jongeren keurt 74% van de ouders hun drankge-
ingang van 2011 is de projectgroep Someren samen
bruik goed of zegt er niets van (4).
gegaan met die van Asten, waar een soortgelijk project met dezelfde samenwerkingspartners loopt.
Richtlijnen aanvaardbaar alcoholgebruik omlaag gebracht De officiële norm voor ‘aanvaardbaar alcoholgebruik’ is omlaag gebracht. Vrouwen kunnen het maar beter houden bij één glaasje, mannen bij maximaal twee glaasjes per dag (13). Dagelijks gebruik van alcohol wordt ontraden om gewenning te voorkomen. Op basis van de richtlijnen van de Gezondheidsraad en het voorkomen van gewenning, komt het nieuwe maximum per week uit op 5 glazen voor vrouwen (maximaal 1 per dag, minimaal 2 dagen per week niet) en 10 voor mannen (maximaal 2 glazen per dag, minimaal 2 dagen per week niet). In Someren voldoet 74% van de volwassenen en 42% van de ouderen niet aan de norm aanvaardbaar alcoholgebruik (4). De negatieve gezondheidseffecten van alcoholgebruik worden vaak onderschat Veel mensen denken dat het gezond is (of op zijn minst niet ongezond) om elke dag een paar glazen alcohol te drinken. Er is echter maar een klein
Integrale aanpak nodig om alcoholgebruik verder te laten afnemen Aanvullend op landelijke maatregelen en binnen de kaders van landelijke wetgeving hebben gemeenten diverse mogelijkheden om de oorzaken van (schadelijk) alcoholgebruik te beïnvloeden. Als hulpmiddel gelden hierbij de vijf pijlers van een integrale aanpak, zoals beschreven bij het thema overgewicht (14). Ook binnen het regionale alcoholmatigingsproject ‘Laat je niet flessen!’ wordt aan deze pijlers gewerkt (15). Het project heeft inmiddels verschillende positieve resultaten opgeleverd. Zo is het aantal drinkers onder de 16 jaar in Zuidoost-Brabant sinds 2003 afgenomen (2). Uit onderzoek blijkt dat ouders in 2009 de norm ‘geen alcohol onder de 16 jaar’ significant meer steunen in vergelijking met 2006. Gunstige trends dus, maar er wordt nog steeds veel te veel gedronken door jongeren. Voldoende reden dus om het project voort te zetten. Daarbij zijn een goede lokale implementatie en inbedding nodig om de effecten voor de inwoners van Someren te versterken.
aantal aandoeningen waarop het drinken van een tot twee glazen alcohol per dag een risicoverlagend effect heeft, zoals diabetes type 2 en (op middelbare leeftijd) hart- en vaatziekten. Alcoholgebruik is uitermate ongezond voor het ongeboren kind tijdens de zwangerschap, voor kinderen en jonge mensen. Ondermeer heeft het een negatief effect op de ontwikkeling van de hersenen. Jong beginnen met drinken verhoogt bovendien de kans op overmatig gebruik en verslaving op latere leeftijd aanzienlijk. Bij volwassenen is overmatig gebruik schadelijk voor bijna alle organen van het menselijk lichaam en hangt samen met ongeveer zestig aandoeningen. Someren investeert stevig in alcoholpreventie Al sinds 2006 zet gemeente Someren met het project ‘minder drinken ook in Someren!’ ruim in op het gebied van schadelijk alcoholgebruik door de jeugd. Daarnaast participeert Someren al vanaf het begin
28
Basispakket lokaal alcoholbeleid Op basis van eerdere ervaringen en wetenschappelijke inzichten is een basispakket voor lokaal alcoholbeleid samengesteld (16). Dit basispakket bevat interventies en maatregelen op het gebied van: - Maatschappelijke normen beïnvloeden door social marketing: het continu agenderen van het onderwerp ‘risico’s van alcoholgebruik’ in alle relevante gemeentelijke sectoren, organisaties en media - Normen in de omgeving beïnvloeden door verspreiding van basisinformatie over de risico’s van alcoholgebruik - De beschikbaarheid van alcohol verlagen door het aantal verkooppunten en hun openingstijden te beperken, vooral op scholen en tijdens evenementen - Controle uitoefenen door leeftijdsgrenzen voor alcoholverkoop na te leven en de regels voor
doorschenken en openbare dronkenschap te handhaven Beperk ook maatschappelijke gevolgen Een integraal lokaal alcoholbeleid heeft primair als doel om de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik te voorkomen. Het betreft niet alleen de gevolgen voor de gezondheid van de burgers in Someren en hun omgeving, maar het gaat ook om de gevolgen voor de veiligheid en de openbare orde in de gemeente. Veel van deze factoren zijn niet direct vanuit gezondheidsbeleid te beïnvloeden, maar vereisen maatregelen op andere gemeentelijke beleidsterreinen zoals de Wmo, openbare orde en veiligheid, verkeersveiligheid, onderwijs, jeugdbeleid, horecabeleid, ouderenbeleid en sportbeleid. Hier liggen kansrijke mogelijkheden en valt nog veel winst te behalen.
29
Drugs
Weerbaarheid als basis voor preventie riskant middelengebruik
Jongeren gebruiken vooral softdrugs, vaak in
Het zijn vaak dezelfde jongeren die alcohol drin-
combinatie met alcohol
ken, roken, cannabis gebruiken en ander riskant
In Someren heeft 3% van de jongeren van 12 tot en
gedrag vertonen. Vanwege deze clustering van
met 18 jaar de afgelopen 4 weken softdrugs (hasj
ongezonde leefstijl is een aanpak vanuit het thema
of wiet) gebruikt (figuur 3.6). Het gaat dan om een
weerbaarheid aan te raden. Er zijn diverse weerbaar-
groep van circa 60 jongeren. Het zijn vooral jon-
heidstrainingen of sociale vaardigheidstrainingen
gens tussen de 16 en 18 jaar. Twee procent van de
beschikbaar. Weerbare kinderen bezitten de basis-
jongeren gebruikt (soft)drugs en alcohol gelijktijdig.
vaardigheden om een gezonde leefstijl te ontwik-
In de meeste gevallen komen de jongeren aan hasj
kelen en vast te houden: ze maken eigen keuzes
of wiet via vrienden. Vaak roken ze het op straat, in
ondanks druk van media, vriendjes, omgeving of het
een park of op een andere plek buiten. De meeste
aanbod. Weerbaarheid legt een goede basis voor ge-
ouders raden het softdruggebruik af, verbieden het
zondheidsbevordering op het terrein van genotmid-
of weten er niet van af. Eén procent van de jongeren
delen. Ouders en onderwijs kunnen helpen kinderen
gebruikt cocaïne en ook 1% gebruikt XTC. Dit zijn
op te laten groeien tot weerbare kinderen (zie ook
ook vooral de 16- tot en met 18-jarigen. Alleen het
de kernboodschap ‘weerbaarheid’).
percentage jongeren in Someren dat hallucinogene paddenstoelen gebruikt is iets hoger dan in de regio. Het gebruik van softdrugs (2%) en harddrugs (0,3%) in het afgelopen jaar door volwassenen in Someren ligt beduidend lager dan in de regio (resp. 5% en 2%). Vooral jongvolwassenen tot en met 24 jaar gebruiken drugs (4).
Kernboodschap: Drie procent van de jongeren van 12 tot en met 18 jaar in Someren gebruikt softdrugs. Voorkom druggebruik bij jongeren; stimuleer structurele voorlichting in het onderwijs.
Het gebruik van drugs heeft lichamelijke, geestelijke en sociale risico’s Drugs zijn middelen die de hersenen prikkelen waardoor er geestelijke en lichamelijke effecten optreden, de zogenaamde psychoactieve werking. Drugs kunnen op verschillende manieren ingedeeld worden. De meest gebruikte indeling is de indeling naar de werking van de drugs op de hersenen. De effecten kunnen stimulerend zijn, verdovend of bewustzijnsveranderend. Sommige middelen, zoals hasj en wiet, hebben meerdere effecten (17). Het gebruik van cannabis heeft lange en korte termijn risico’s. Op de korte termijn heeft cannabis onder andere een negatieve invloed op de concentratie. Dit kan prestaties op school of werk verslechteren en deelname aan het verkeer is riskant. Op de lange termijn werkt cannabis verslavend en kunnen psychische klachten verergeren. Cocaïne is een stimulerend middel. Het geeft een opgewekt, vrolijk gevoel. Cocaïne is lichamelijk niet (of zelden) verslavend. Regelmatig gebruik van cocaïne kan wel leiden tot geestelijke afhankelijkheid. Heroïne is een harddrug en een sterk verdovend middel. Het is een van de weinige drugs waar gebruikers (snel) lichamelijk afhankelijk van kunnen worden.
30
Goede voorlichtingsmethoden zijn beschikbaar voor het onderwijs Structurele voorlichting op scholen over het gebruik van genotmiddelen is van belang om druggebruik te voorkómen, uit te stellen, te verminderen of verantwoord gebruik te ondersteunen. Goede voorlichting vraagt om herhaling van de boodschap om de risico’s van het gebruik te benadrukken. Naast voorlichting op school is het van belang ook de ouders te betrekken. Ouders moeten worden gestimuleerd om thuis het gesprek met hun zoon of dochter aan te gaan. Gebleken is dat ouders die het gebruik van drugs afkeuren hun kinderen helpen om zich te beschermen tegen druggebruik. Er zijn goede voorlichtingsmethoden beschikbaar die zowel op school als thuis het gesprek over genotmiddelengebruik ondersteunen.
Figuur 3.6 Druggebruik van jongeren (12 t/m 18 jaar) in Someren en de regio Zuidoost-Brabant in 2007 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
wiet of hasj XTC paddo’s amfetamines cocaïne heroïne gelijktijdig drugs en alcohol percentage
0
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0
3,5
4,0
Someren Regio Zuidoost-Brabant
Voer beleid op het lokale aanbod van drugs Naast individuele- en groepsvoorlichting over druggebruik is de omgeving van belang om te voorkomen dat jongeren in aanraking komen met drugs. Uit de monitor blijkt dat jongeren drugs meestal krijgen via vrienden of uit een coffeeshop. Terughoudendheid in het beleid voor de beschikbaarheid van drugs is van belang. Dat kan door bijvoorbeeld regulering van het vergunningenstelsel voor coffeeshops en het handhaven van wet- en regelgeving op het gebied van drugs.
31
Roken
2005; toen rookte nog 22% van de kinderen mee. Van de 12- tot en met 18-jarigen wordt 30% blootge-
Gunstige trend voor roken stagneert in Someren bij
steld aan rook. Beide percentages zijn vergelijkbaar
kinderen, jongeren en ouderen
met de regionale cijfers. Bij bijna 1 op de 8 kinderen
In Someren is het percentage rokers de afgelopen ja-
van 0 tot en met 11 jaar rookte de moeder tijdens
ren in de meeste leeftijdsgroepen gelijk gebleven (4).
de zwangerschap; in de hele regio is dit bij 1 op de
Bij de volwassenen is het percentage rokers gedaald.
6 kinderen het geval. In Zuidoost-Brabant als geheel
In Zuidoost-Brabant en in Nederland is over bijna
neemt het roken tijdens de zwangerschap af, in So-
alle leeftijdsgroepen een lichte daling te zien. Onder
meren blijft deze gunstige trend achterwege (4).
de 8- tot en met 11-jarigen zijn gelukkig nog vrijwel geen rokers, terwijl in de groep van 12 tot en met 18 jaar 14% rookt. Het
Kernboodschap: Ruim één op de vijf volwassenen in Someren rookt nog steeds. Stoppen met roken is goed, niet starten is beter.
meest wordt gerookt door de volwassenen; ruim één op de vijf. Van de ouderen rookt nog 13% (figuur 3.7). Het percentage zware rokers (meer dan 20 sigaretten per dag) is bij zowel volwassenen als ouderen beperkt. Deze cijfers wijken niet af van de regionale gemiddelden (4).
Meer rokers onder laagopgeleiden Nog veel kinderen en jongeren blootgesteld
Bij mensen met een lage opleiding is het percentage
aan tabaksrook
rokers groter dan bij mensen met een hoge oplei-
Niet alleen zelf roken is van invloed op de gezond-
ding. Hoogopgeleiden doen vaker een succesvolle
heid, ook passief roken (‘meeroken’) brengt ge-
stoppoging. Een deel van het probleem begint al
zondheidsrisico’s met zich mee. Van de 0- tot en met
op jonge leeftijd. Jongeren met een lage opleiding
11-jarigen is 14% de afgelopen week thuis aan rook
(of met ouders met een lage opleiding) hebben een
blootgesteld. Dit is een flinke daling ten opzichte van
grotere kans om te beginnen met roken en verslaafd
Figuur 3.7 Roken naar leeftijd bij inwoners van Someren en Zuidoost-Brabant (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
8 - 11-jarigen
12 - 18-jarigen
19 - 64-jarigen
65 jaar en ouder 0
5 Someren Regio Zuidoost-Brabant
32
10
15
20
25
percentage
te raken. Jongeren van laag opgeleide ouders roken significant vaker thuis mee dan kinderen van niet laag opgeleide ouders (47% versus 31%). Opvallend is dat vooral jongeren van het mbo dagelijks roken (20%); bij het opleidingsniveau havo, vwo, hbo en universiteit is dit 3%. In de regio zijn ook enorme verschillen in het rookgedrag van volwassenen zichtbaar; van de hoogopgeleide volwassenen rookt 16%, van de laagopgeleiden maar liefst 40% (4). (mee) Roken leidt tot een verhoogd risico op ziekten en vroege sterfte Roken is in Nederland de leefstijlfactor die de meeste ziekte en sterfte veroorzaakt. Rokers overlijden gemiddeld vier jaar eerder en brengen vijf levensjaren minder in goede gezondheid door (2, 7). In de afgelopen decennia is het percentage rokers in Nederland gedaald, maar onder hoogopgeleiden neemt het aantal rokers sterker af dan onder laagopgeleiden. Roken verhoogt het risico op verschillende vormen van kanker. Ook verhoogt roken het risico op COPD, beroerte en hartfalen. Daarnaast is door roken het risico op veel andere aandoeningen verhoogd. Ook meeroken schaadt de gezondheid. Kinderen met rokende ouders zien roken als sociale norm en zullen daardoor eerder ook zelf gaan roken dan kinderen van niet-rokende ouders. Mensen die passief roken worden blootgesteld aan tabaksrook van anderen en roken daardoor onvrijwillig mee. Dit geldt ook voor ongeboren kinderen met een rokende moeder. Samenwonen met een roker verhoogt de kans op longkanker met 20 tot 30 procent en de kans op overlijden als gevolg van hart- en vaatziekten met 25 tot 30 procent (18). Aandacht voor roken in Someren
Kansen voor beleid: niet betuttelen, wél stimuleren Met het terugdringen van het aantal rokers kan een grote vooruitgang in de gezondheidssituatie worden gerealiseerd. Stoppen met roken is al vele jaren een belangrijk punt van landelijk beleid, onder andere via wetgeving en landelijke campagnes. Het terugdringen van de gezondheidsrisico’s door roken kan bereikt worden door het voorkómen dat jongeren gaan roken, het beschermen van niet-rokers tegen tabaksrook en door het stoppen met roken te stimuleren. - Voorlichting over de gezondheidsschade van roken op scholen draagt bij aan het voorkómen dat jongeren gaan roken. De gemeente kan basisscholen stimuleren rookvrij te worden als onderdeel van de ‘Gezonde School Methode’. Voor zowel het basis- als het voortgezet onderwijs bestaan geschikte lesmethoden. - Voor het voorkómen van meeroken zijn er lokaal mogelijkheden op het terrein van handhaving, ondersteuning en agendasetting. Momenteel wordt in ongeveer 50% van de café’s alweer gerookt. De gemeente kan toezicht houden op de naleving van de Tabakswet en zo nodig een melding doen bij de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). Burgers kunnen gestimuleerd worden om overtredingen te melden. De gemeente kan een rookverbod opnemen in de vergunningverlening voor evenementen waar veel kinderen en jongeren worden verwacht. - Gedragsmatige ondersteuning bij ‘stoppen met roken’ is opgenomen in de Zorgverzekeringswet maar valt wel vaak onder het eigen risico. Medicatie en nicotinevervangers worden vanaf 2012 echter niet meer uit de basisverzekering vergoed. De gemeente kan zich inspannen om het gebruik van verzekerde zorg te stimuleren.
Zowel voor de preventie van roken als het stoppen met roken worden op lokaal niveau activiteiten ontplooid. Veelal gebeurt dit door verloskundigen, Zorgboog en GGD tijdens contactmomenten met ouders en kinderen, bijvoorbeeld door folders (‘roken… niet waar de kleine bij is’) onder de aandacht te brengen en het gesprek aan te gaan met (rokende) ouders. Ook is door basisscholen aandacht aan het onderwerp besteed door bijvoorbeeld schoolkrant artikeltjes en landelijk campagne materiaal. Het Varendonck-College is een rookvrije school. Er is voldoende aanbod van ondersteuning bij stoppen met roken in de regio. De GGD heeft hiervan een actueel overzicht in het regionaal kompas, dit is verspreid onder intermediairs zoals huisartsen en tandartsen (19).
Stoppen stimuleren door integraal beleid - Vanuit het lokale gezondheidsbeleid kunnen de beleidsterreinen Jeugd en Onderwijs worden betrokken bij het voorkómen dat jongeren gaan roken. De gemeente kan aanvragen voor vergunningen in het kader van de Drank- en Horecawet beoordelen op naleving van de Tabakswet. - Voornamelijk rokers met een lage sociaaleconomische status worden tot nu toe slecht bereikt. Om dit te verbeteren kunnen intermediairs, zoals bijvoorbeeld de sociale dienst en het Lokaal Loket, hun cliënten gericht op de hoogte brengen van de mogelijkheid om gratis deel te nemen aan een stoppen-met-roken-programma. Het beleidsterrein Werk en Inkomen kan via armoedebeleid en eventueel schuldhulpverlening hetzelfde doen. 33
Seksuele gezondheid
seksuele contacten en relaties. Hiervoor zijn goede relationele en communicatieve vaardigheden van be-
Veel jongeren in Someren vrijen onveilig
lang. Jongeren die met hun partner kunnen praten
In Someren vrijt 15% van de jongeren van 12 tot en
over wat ze wel en niet willen binnen hun seksuele
met 18 jaar wel eens onveilig (figuur 3.8). Van de
relatie hebben een ‘hoge interactiecompetentie’.
seksueel actieve jongeren vrijt 71% onveilig. Deze
Meisjes met deze eigenschap worden minder vaak
cijfers wijken niet af van het regionale gemiddelde.
gedwongen tot seksuele handelingen en jongens
Onveilig seksueel gedrag vergroot de kans op seksu-
met een hoge interactiecompetentie dwingen zelf
eel overdraagbare aandoeningen (soa) en kan leiden
minder vaak. Een warm opvoedingsklimaat draagt
tot ongewenste zwangerschap. Bij jongeren van 16
bij aan goede communicatieve vaardigheden en
tot en met 18 jaar komt onveilig vrijen het meest
seksueel gezonde keuzes op latere leeftijd.
voor na het voortgezet onderwijs. Bij de jongste groep jongeren (12 tot en met 15 jaar) is er een verschil naar schooltype: op het vmbo vrijen meer jongeren onveilig dan op de havo of het vwo. Dit komt doordat op het vmbo in deze leeftijdscategorie meer seksueel actieve jongeren
Kernboodschap: Ruim twee derde van de seksueel actieve jongeren in Someren vrijt onveilig. Leer jongeren om hun eigen grenzen beter te bewaken.
zijn (4). Ruim een vijfde van de 12- tot en met 18-jarigen in Someren heeft al eens geslachtsge-
In Someren nog niet overal aandacht voor seksuele
meenschap gehad. In de regio Zuidoost-Brabant zijn
vorming in de verschillende seksuele ontwikkelings-
ten opzichte van 2003 meer jongeren seksueel actief.
fasen
In Someren is dit gelijk gebleven (4).
Een goede seksuele vorming van kinderen en jongeren speelt in op de diverse ontwikkelingsfasen van
Percentage jongeren met negatieve seksuele
seksueel gedrag. Belangrijk aspect daarbij is aan-
ervaring lager dan in de regio
dacht voor gezond seksueel gedrag op scholen en in
Vier procent van de jongeren van 12 tot en met 18
de sociale omgeving van de jongere. Voor seksuele
jaar in Someren heeft wel eens tegen zijn/haar zin
vorming op scholen bestaan speciale lespakketten. In
in een seksuele ervaring met iemand gehad (zoe-
het lespakket ‘Lentekriebels’ voor het basisonderwijs
nen, betasten of naar bed gaan). Dit is lager dan het
wordt ook ingezet op het betrekken van ouders. Uit
gemiddelde in de regio. De basis voor een gezond
de informatie van de jeugdmonitor blijkt dat ouders
seksueel gedrag wordt gelegd in de opvoeding. Bijna
behoefte hebben aan ondersteuning bij het be-
een derde van de ouders van kinderen vanaf 4 jaar
spreekbaar maken van dit thema. De afgelopen jaren
vindt het (een beetje) moeilijk om met hun kind te
hebben acht basisscholen in Someren daar gebruik
praten over seks. Drieëntwintig procent praat hier
van gemaakt, als onderdeel van een gemeente breed
helemaal niet over met hun kind. Eén op de zes
project op het basisonderwijs. Voor het voortgezet
ouders wil graag ondersteuning bij de relationele
onderwijs bestaat er het lesprogramma ‘Lang leve de
vorming van hun kinderen. De meeste behoefte be-
liefde’. Het Varendonck-College heeft de afgelopen
staat aan voorlichtingsmateriaal dat ouders aan hun
jaren geen gebruik gemaakt van de training voor do-
kind kunnen geven, en aan (aanvullende) seksuele
centen die de GGD jaarlijks aanbiedt, wel komt het
vorming op school (4).
thema terug in onderdelen van het lesprogramma zoals verzorging en biologie.
Goede communicatieve vaardigheden van belang voor gezond seksueel gedrag Seksuele gezondheid is een staat van lichamelijk, emotioneel, geestelijk en maatschappelijk welbevinden met betrekking tot seksualiteit. Seksuele gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte of gebrek en het voorkomen van zwangerschap en geslachtsziekten. Het gaat bij seksuele gezondheid ook om de bevordering van prettige en gewenste
34
Figuur 3.8 Seksueel gedrag van jongeren (12 t/m 18 jaar) in Someren en de regio Zuidoost-Brabant in 2007 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
21%
23% 15%
14% 4%
Geslachtsgemeenschap gehad
Someren
Wel eens onveilig gevreeën
7%
Seksuele ervaring tegen de zin in
Regio Zuidoost-Brabant
Aandacht voor seksuele vorming in elke ontwikkelingsfase - Seksuele en relationele vorming is geen eenmalige actie maar vraagt om aandacht in elke levensfase. Bekeken kan worden hoe ouders ondersteund kunnen worden in het bespreken van seksueel gedrag. Veel ouders geven aan hier moeite mee te hebben. Het onderwijs is een goede omgeving voor seksuele vorming waarin aandacht is voor het voorkomen van ongewenste zwangerschap en soa / hiv door onveilige seks. Vooral bij meisjes en jongeren in de leeftijdscategorie 16 tot en met 18 jaar is nog veel winst te behalen. Hiervoor bestaan goede lespakketten voor zowel basis- en voortgezet onderwijs. Het verdient aanbeveling het gebruik hiervan te stimuleren en te verankeren. - Kwetsbare jongeren lopen extra risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag, soa, aids, onbedoelde zwangerschappen en ander risicogedrag. Door hun sociale en communicatieve vaardigheden te versterken, worden zij weerbaarder. Weerbare kinderen durven op een passende manier voor zichzelf op te komen en hun eigen grenzen te bewaken. Voor ouders en onderwijs liggen nog kansen om kinderen te helpen op te groeien tot weerbare kinderen (zie ook de kernboodschap ‘weerbaarheid’).
Kansen voor integrale aanpak binnen het gemeentelijk beleid - Door de aanpak van seksuele gezondheidsproblemen te verbinden met andere relevante gezondheidsthema’s en andere relevante beleidssectoren, kan meer gezondheidswinst behaald worden. Gezondheidsthema’s die relevant zijn voor de bevordering van seksuele gezondheid zijn onder andere alcoholgebruik (van invloed op seksueel en relationeel geweld) en druggebruik (met name recreatief middelengebruik bij seksueel gedrag). - Omgevingsfactoren spelen ook een belangrijke rol in het voorkómen van seksuele problemen. Daarbij gaat het zowel om de fysieke als de sociale omgeving. Goede verlichting op publieke plaatsen of toezicht op onveilige plekken kunnen bijvoorbeeld seksueel geweld voorkomen. Condoomautomaten in uitgaansgelegenheden bevorderen het veilig vrijen van jongeren. - Via het jeugdbeleid kan aandacht voor het vergroten van de weerbaarheid een gunstig effect hebben op seksueel gezond gedrag. Het Centrum voor Jeugd en Gezin kan hierin ook een rol spelen. Via het onderwijsbeleid kan schooluitval een aandachtspunt zijn als onderdeel van risicogedrag.
35
Weerbaarheid
aan voor jongeren van 12 tot 16 jaar die niet weerbaar genoeg zijn.
Jongeren worden al op jonge leeftijd geconfronteerd
met genotmiddelen en riskant gedrag
Centrum voor Jeugd en Gezin ondersteunt ouders in
Bij de hiervoor benoemde thema’s alcohol, roken en
hun rol als opvoeder
seksueel gedrag is weerbaarheid als methode ge-
Ouders hebben een belangrijke rol in de opvoeding
noemd om een basis te leggen voor gezond gedrag.
om kinderen weerbaar te helpen opgroeien. Het
Een weerbaar kind heeft zelfvertrouwen en kan zijn
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kan een rol
of haar grenzen goed aangeven. Een deel van de
spelen in het versterken van de ouders in deze rol.
jeugd vertoont al jong riskant gedrag. Elf procent
Medewerkers van het CJG kunnen algemene en indi-
van de 8- tot en met 11-jarigen heeft wel eens
viduele opvoedingsvragen van ouders bespreken en
alcohol gedronken. Van de Somerense jongeren van 12 tot en met 18 jaar heeft 15% wel eens onveilig gevreeën en heeft 4% wel eens tegen een seksuele ervaring tegen de zin gehad. Veertien procent van de 12- tot en met 18-jarigen rookt dagelijks.
Kernboodschap: De jeugd in Someren wordt al op jonge leeftijd geconfronteerd met genotmiddelen en riskant gedrag. Vergroot de weerbaarheid van jongeren om met deze verleidingen om te kunnen gaan.
Versterken van weerbaarheid bij jongeren als basis voor een gezonde leefstijl
adviezen geven. Uitgangspunt daarbij is dat ouders
Het ministerie van VWS pleit ervoor om de jeugd
zoveel mogelijk ondersteund worden in hun eigen
actief weerbaar te maken tegen verleidingen die
kracht als opvoeder. Soms is een aanvullende training
ze elke dag tegenkomen (1). Ongezonde leefstijl en
voor kinderen/jongeren nodig zoals een weerbaar-
risicogedrag van jongeren worden voor het groot-
heidstraining of een sociale vaardigheidstraining.
ste deel aangeleerd en zijn te beïnvloeden. Bij het
Het CJG is een goed vertrekpunt om over het actuele
versterken van de weerbaarheid, verdienen drie
aanbod in Someren te adviseren. Indien nodig vormt
thema’s extra aandacht: gezond gewicht, riskant en
het CJG ook de schakel naar verdere individuele
problematisch middelengebruik en seksuele gezond-
hulpverlening in de tweede lijn.
heid (1). Het onderwijs speelt een grote rol in de ontwikkeling van weerbare jongeren De meeste scholen besteden aandacht aan weerbaarheid en bieden soms cursussen aan. Weerbare kinderen kunnen eigen keuzes maken ondanks druk van media, vriendjes, omgeving of het aanbod. Een belangrijk element bij een weerbaarheidstraining is dat kinderen leren om situaties waarin druk op hen wordt uitgeoefend te herkennen. Vervolgens leren kinderen in deze situaties hun eigen standpunt te bepalen en hun handelingsmogelijkheden te vergroten. Scholen vormen een goede setting voor de ontwikkeling van weerbare jongeren. In Someren werkt één basisschool structureel met het ‘Marietje Kessels-project’, een evidence-based training voor alle kinderen van groep 7. Voor kinderen die in de overgang van groep 8 naar de eerste brugklas zitten biedt de GGD een speciale zomertraining aan, die de stap naar het voortgezet onderwijs gemakkelijker maakt. Daarnaast biedt de Zorgboog een training
36
Geef weerbaarheid een plaats binnen leefstijlprogramma’s en beleidssectoren De huidige aanpak bij het versterken van weerbaarheid is nog versnipperd en weinig structureel. Er is zeker nog gezondheidswinst te boeken als de initiatieven beter op elkaar worden afgestemd, het bereik wordt vergroot en weerbaarheid een plek krijgt binnen de diverse leefstijlprogramma’s en activiteiten. Zo start in 2011 landelijk een interactief online programma om jongeren van 14 tot en met 18 jaar weerbaar te maken. Dit programma geeft jongeren niet alleen informatie over de feiten rondom alcohol, roken en cannabis, maar geeft ook inzicht in mechanismes als groepsdruk, leert hen vaardigheden om bij eigen keuzes te blijven en biedt gezonde alternatieven. Aan de website zijn gecertificeerde eHealth interventies gelinkt (1). Voorwaarde voor succes is dat de aanpak van weerbaarheid een plaats krijgt binnen meerdere beleidssectoren, zoals jeugd, sport, Wmo en lokaal gezondheidsbeleid.
Gezondheidsachterstanden
beperkingen (7). Figuur 3.9 laat voor de regio de ongelijke verdeling van gezondheid duidelijk zien. Deze
Gezondheid en ziekte zijn ongelijk verdeeld in
percentages zijn gebaseerd op zelfrapportage (4).
Zuidoost-Brabant
Ernstig overgewicht (obesitas), psychische ongezond-
De gezondheid van mensen met een lage sociaaleco-
heid, diabetes en andere chronische aandoeningen
nomische status (ses) in de regio Zuidoost-Brabant
komen aanzienlijk vaker voor bij lager opgeleiden
is op veel fronten slechter dan die van mensen met
dan bij hoger opgeleiden. In Someren hebben bijna 1.700 inwoners vanaf 19 jaar geen opleiding of alleen basisonderwijs
Kernboodschap: Sociaaleconomische gezondheidsverschillen komen ook in Someren voor. Pak deze verschillen gelijktijdig aan vanuit meerdere beleidsterreinen.
genoten. Lager opgeleiden leven ongezonder in een ongezonde omgeving, maar… Volwassenen in de regio ZuidoostBrabant met een lage opleiding (geen of alleen basisonderwijs) hebben op een aantal punten een minder gezonde leefstijl dan mensen
een hoge sociaaleconomische status. Net als in de
met een hogere opleiding (4). Zo roken laagopge-
rest van Nederland leven inwoners met een lage
leide volwassenen meer dan hoog opgeleide volwas-
opleiding gemiddeld 6 tot 7 jaar korter. Mensen met
senen. Van de groep volwassenen zonder opleiding
een lage opleiding leven veertien jaar korter zonder
of met alleen basisonderwijs rookt 40%, ten opzichte
Figuur 3.9 Gezondheid naar opleidingsniveau bij volwassenen (19 t/m 64 jaar) in de regio ZuidoostBrabant in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitor GGD Brabant-Zuidoost)
obesitas
diabetes
minimaal één chronische ziekte
hoog risico op een angststoornis of depressie
voelt zich psychisch ongezond
ervaren gezondheid matig of slecht percentage
0
10
20
30
40
50
60
hbo, universiteit havo, vwo, mbo vmbo, mavo, lbo geen opleiding, basisonderwijs
37
van 16% in de groep hoog opgeleiden (hbo of universiteit). Daarnaast doen zij minder aan sport en relatief veel laagopgeleiden ontbijten minder dan 5 keer per week. Voor alcoholgebruik, groente- en fruitconsumptie en bewegen is het beeld in de regio Zuidoost-Brabant niet zo rechtlijnig. Volwassenen met een laag opleidingsniveau voldoen gemiddeld minder goed aan de Nederlandse norm voor gezond bewegen dan volwassenen met een mavo/lbo of havo/vwo/mbo opleiding. Zij scoren echter wel iets beter dan de groep hoogopgeleide volwassenen. Het percentage mensen dat niet voldoet aan de nieuwe richtlijnen voor aanvaardbaar alcoholgebruik is het hoogst bij de opleidingsniveau’s mavo/lbo en havo/ vwo/mbo. Onder mensen met een laag opleidingsniveau is dit percentage veel lager (46%). Uit de sociale en fysieke omgevingsfactoren blijkt dat lager opgeleiden in de regio vaker (zeer) ernstig eenzaam zijn en dat zij vaker een onvoldoende rapportcijfer geven voor hun woning en hun woonomgeving dan hoger opgeleiden. Mensen met een lage opleiding hebben moeilijker toegang tot gezondheidsvoorzieningen, deels door laaggeletterdheid. …gezondheidsproblemen kunnen ook oorzaak zijn van een lagere sociaaleconomische status Mensen met een slechte gezondheid zijn minder toegerust voor het volgen van een hoge opleiding en hebben daardoor meer kans op een lager inkomen. De gezondheidsproblemen kunnen ertoe leiden dat iemand niet (volledig) kan deelnemen aan het arbeidsproces. Door deze gezondheidsselectie leidt een slechtere gezondheidstoestand tot minder kansen in het volgen van een opleiding, het deelnemen aan het arbeidsproces en een lager inkomen. Gezondheidsachterstanden ook bij (niet-westerse) allochtone groepen Gezondheidsachterstanden hebben niet alleen een relatie met opleiding maar ook met etniciteit. Met name niet-westerse allochtonen hebben vaker gezondheidsproblemen. In totaal heeft 2% van alle inwoners van Someren een niet-westerse achtergrond. Etniciteit en ses zijn aan elkaar gerelateerd: veel (niet-westerse) allochtonen hebben een lage ses, en mede daardoor zijn zij een belangrijke risicogroep voor gezondheidsachterstanden. Ook erfelijke aanleg en minder toegang tot en/of minder effectiviteit van de zorg, dragen hieraan bij.
38
Verminder gezondheidsverschillen door inzet vanuit meerdere beleidsterreinen Gezondheidsverschillen verminderen vraagt een langdurige aanpak vanuit meerdere beleidsterreinen. De aanpak moet zich enerzijds richten op het verminderen van gezondheidsrisico’s en het bevorderen van een gezonde leefstijl, en anderzijds op het verbeteren van materiële omstandigheden en van woon- en werkomstandigheden. - Door aansluiting te zoeken bij het gemeentelijke armoedebeleid, kan gerichter op de doelgroep met een minimum inkomen worden ingezet. Een voorbeeld voor een gerichte interventie is de cursus ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’, waarbij mensen met een beperkt budget leren om toch gezond te eten. - Het bevorderen van opleiding en participatie, bijvoorbeeld door het terugdringen van laaggeletterdheid, voortijdig schooluitval en schoolverzuim. - Blijf aandacht besteden aan de bekendheid van inkomensondersteunende voorzieningen bij mensen met een laag inkomen en intermediairs en hulpverleners. Zorg dat deze informatie geschikt is voor laaggeletterden. In de praktijk blijkt dat mensen met een lage ses vaak ondersteuning van hulpverleners nodig hebben bij het aanvragen en gebruiken van voorzieningen. - Het inrichten van een gezonde leefomgeving, het beperken van geluids- en stankoverlast en aandacht voor een gezond binnenmilieu in de woningen. - Het creëren van een veilige omgeving, bijvoorbeeld door het vergroten van de verkeersveiligheid en verminderen van criminaliteit.
4 Bronnen, afkortingen en adviseurs
39
Gegevensbronnen
nl/settings/gezonde-gemeente/overgewicht/een-
1 Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
integrale-aanpak/vijf-pijlers/ (geraadpleegd 24
Sport. Gezondheid dichtbij. Landelijke nota gezondheidsbeleid. Den Haag, Ministerie van VWS, 2011. 2 GGD Brabant-Zuidoost. Op weg naar een gezon-
augustus 2011). Bilthoven: RIVM, 2011. 13 Gezondheidsraad. Richtlijnen Goede Voeding. Den Haag: Gezondheidsraad, 2006. 14 Loket Gezond Leven. Handreiking gezonde
der Zuidoost-Brabant. Regionaal rapport Volksge-
gemeente. Alcohol. Integrale aanpak: inzetten op
zondheid Toekomst Verkenning 2011. Helmond:
verschillende pijlers. www.loketgezondleven.nl/
GGD Brabant-Zuidoost, 2011.
settings/gezonde-gemeente/alcohol/een-integra-
3 CBS, Statline. www.statline.cbs.nl (geraadpleegd 3 augustus 2011). Voorburg: CBS, 2011. 4 GGD Brabant-Zuidoost. Jeugdmonitor 0 tot en met 11 jarigen (2008-2009), Jeugdmonitor 12 tot en met 18 jarigen (2007-2008), Volwassenenmonitor 19 tot en met 64 jarigen (2009-2010) en
le-aanpak/vijf-pijlers/ (geraadpleegd 24 augustus 2011). Bilthoven: RIVM, 2011. 15 Stuurgroep Alcohol en jongeren. Projectplan ‘Laat je niet flessen!’ 2010-2013. www.ljnf.nl (geraadpleegd 14 juni 2011). Eindhoven: SRE, 2009. 16 Loket Gezond Leven. Handreiking gezonde
Ouderenmonitor 65 jaar en ouder (2009-2010).
gemeente: Alcohol. Een basispakket voor lokaal
Helmond: GGD Brabant-Zuidoost, 2007-2009
alcoholbeleid. www.loketgezondleven.nl/set-
5 Provincie Noord-Brabant, Bevolkingsprognose
tings/gezonde-gemeente/alcohol/een-integrale-
2008. www.brabant.nl/dossiers/dossiers-op-thema/
aanpak/basispakket/ (geraadpleegd 24 augustus
bouwen-en-wonen/feiten-en-cijfers-wonen/be-
2011). Bilthoven: RIVM, 2011.
volkingsprognose-2008.aspx (geraadpleegd 10
17 Trimbos Instituut. www.trimbos.nl (geraadpleegd
mei 2011). ’s-Hertogenbosch: provincie Noord-
14 juni 2011). Utrecht: Trimbos Instituut, 2011.
Brabant, 2008 6 RIVM. (Gezonde) levensverwachting. Volksge-
18 Loket Gezond Leven. Handreiking gezonde gemeente. Roken. Cijfers en feiten: Ook meeroken
zondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas
schaadt de gezondheid. www.loketgezondleven.
Volksgezondheid. www.zorgatlas.nl/gezondheid-
nl/settings/gezonde-gemeente/roken/cijfers-en-
en-ziekte/-gezonde-levensverwachting (geraad-
feiten/omvang-en-ernst/meeroken/ (geraad-
pleegd 29 april 2011). Bilthoven: RIVM, 2010.
pleegd 24 augustus 2011). Bilthoven: RIVM, 2011.
7 Lucht F van der, Polder JJ. Van gezond naar beter.
19 Meeldijk T, Meertens Y. Welke interventies wor-
Kernrapport van de Volksgezondheid Toekomst
den uitgevoerd in de regio? In: Regionale VTV,
Verkenningen 2010. Bilthoven: RIVM, 2010.
Regionaal Kompas Volksgezondheid Brabant-
8 Loket Gezond Leven. Handreiking gezonde ge-
Zuidoost, www.regionaalkompas.nl/brabant-zuid-
meente. Depressie. www.loketgezondleven.nl/set-
oost/themas/roken (geraadpleegd 14 juni 2011).
tings/gezondegemeente/depressie (geraadpleegd
Helmond: GGD Brabant-Zuidoost, 2010.
14 juni 2011). Bilthoven: RIVM, 2011. 9 GGD Brabant-Zuidoost. Depressie interventies.
Websites
www.regionaalkompas.nl/brabant-zuidoost/
www.regionaalkompas.nl
gezondheid-en-ziekte/depressie/ (geraadpleegd
www.loketgezondleven.nl
14 juni 2011). Helmond: GGD Brabant-Zuidoost,
www.ggdgezondheidsatlas.nl
2011.
www.ggdbzo.nl
10 GGZ Nederland. E-health. www.ggznederland. nl (geraadpleegd 14 juni 2011). Amersfoort: GGZ
www.cbs.nl/statline www.sense.info
Nederland, 2011. 11 Bakel AM van (red). Wat zijn aanbevolen in-
COPD Chronische obstructieve longziekten
pas Volksgezondheid Brabant-Zuidoost, www.
GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst
regionaalkompas.nl/brabant-zuidoost/themas/
GGZ Geestelijke Gezondheidszorg
depressie/wat-zijn-aanbevolen-interventies/
GGzE Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven
(geraadpleegd 14 juni 2011). Helmond: GGD
PoZoB Praktijkondersteuning Zuidoost-Brabant
Brabant-Zuidoost, 2010.
RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
12 Loket Gezond Leven. Handreiking gezonde ge-
40
Afkortingen
terventies? In: Regionale VTV, Regionaal Kom-
rVTV Regionale Volksgezondheid Toekomst
meente: Overgewicht. Integrale aanpak: inzetten
Verkenning
op verschillende pijlers. www.loketgezondleven.
ses Sociaaleconomische status
soa Seksueel Overdraagbare Aandoening SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven VWA Voedsel en Waren Autoriteit Wmo Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wpg Wet Publieke Gezondheid Bij de opzet van dit rapport is gebruik gemaakt van - Stam B.E., de Graaff N., Klaus-Meijs W.M.M. Gezondheid in kaart. Rotterdam: GGD Rotterdam / RIVM, 2010. - Handreiking gezonde gemeente. http://www. loketgezondleven.nl/settings/gezonde-gemeente/ overgewicht/een-integrale-aanpak/. Bilthoven: RIVM, 2011. Met dank aan - Betrokken medewerkers van de GGD BrabantZuidoost - drs. A.M. van Gestel, drs. Y.E.G. Meertens en drs. M.E. de Kok, redactieteam regionale VTV, GGD Brabant-Zuidoost - prof. dr. ing. J.A.M. van Oers, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu / Tilburg University - drs. M.J.J.C. Poos, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu -
drs. M. Peijnenburg, gemeente Someren
41
42
5 Gezondheidsprofiel
43
Gezondheidsprofiel gemeente Someren Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning 2011 Leeftijd
Someren % recente meting
Someren
regio ZOB
regio ZOB
Someren
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
=
A Levensverwachting en sterfte Levensverwachting Levensverwachting mannen bij geboorte in jaren (2005-2008)
79,6
78,1
Levensverwachting vrouwen bij geboorte in jaren (2005-2008)
83,2
82,4
Levensverwachting in goede ervaren gezondheid mannen bij geboorte in jaren (2005-2008)
65,4
Levensverwachting in goede ervaren gezondheid vrouwen bij geboorte in jaren (2005-2008)
66,6
Sterfte Totale sterfte per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008)
67
70,7
Sterfte kanker per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008)
20
20,9
Sterfte hart- en vaatziekten per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008)
23
22,0
7
7,5
Sterfte aan ziekten ademhalingsorganen per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008) Aantal sterfgevallen onder zuigelingen per 1.000 levend geborenen (2008)
0-1 jaar
0
1-14 jaar
6
0-11 jaar
5
Vindt eigen gezondheid gaat wel tot slecht
12-18 jaar
14
=
14
=
Vindt eigen gezondheid matig/slecht
19-64 jaar
8
10
=
65+
28
=
28
=
0-11 jaar
0,7
=
0,4
=
12-18 jaar
0
=
0,3
=
=
Aantal sterfgevallen onder 1-14 jarigen per 100.000 kinderen per jaar (2004-2008) B
Lichamelijke gezondheid
Ervaren gezondheid Gezondheid kind gaat wel tot slecht
=
5
Langdurige aandoeningen afgelopen 12 maanden (vastgesteld door arts) Diabetes
Astma of bronchitis
Astma, chronische bronchitis, longemfyseem of CARA/COPD
Aangeboren hartaandoening Hartinfarct en/of een andere ernstige hartaandoening (zoals hartfalen of angina pectoris) Kanker
19-64 jaar
2
=
3
=
=
65+
18
15
=
0-11 jaar
7
=
7
=
12-18 jaar
7
=
7
=
=
19-64 jaar
3
=
6
=
=
65+
10
=
11
▲
=
0-11 jaar
0,5
0,7
=
12-18 jaar
0,7
0,5
=
19-64 jaar
2
▼=
2
=
=
65+
7
=
11
▲
0-11 jaar
0
0,1
=
12-18 jaar
0
0
=
19-64 jaar
3
=
1
=
=
65+
5
=
7
▲
0-11 jaar
0,4
Belemmering door chronische aandoening Sterk belemmerd in het dagelijks functioneren als gevolg van één of meer chronische aandoeningen
44
2 =
3
12-18 jaar
2
19-64 jaar
5
7
=
= =
65+
18
16
=
Leeftijd
Someren % recente meting
Someren
regio ZOB
regio ZOB
a
% recente meting
trend
=
15
trend
Someren
b,d,e
versus regioc
=
=
Zelfredzaamheid Heeft grote moeite of hulp nodig bij 1 of meer dagelijkse handelingen
65+
15
Kan 1 of meer huishoudelijke activiteiten niet uitvoeren
65+
32
28
=
Niet zelfstandig in vervoer
65+
16
11
0-11 jaar
6
=
Ongevallen Is medisch behandeld voor letsel in de afgelopen 3 maanden
6
▲
=
12-18 jaar
14
▼=
17
▼
=
19-64 jaar
12
=
13
=
=
65+
9
=
13
▲
=
=
Infectieziekten Aantal meldingen kinkhoest (2010)
totaal
18
181
Aantal meldingen Hepatitis B (2010)
totaal
0
52
Aantal meldingen Q-koorts (2010)
totaal
1
19
0-11 jaar
0,9
C
Geestelijke gezondheid
Gevoelens afgelopen 3 maanden Beetje tot erg somber
=
1
12-18 jaar
1
=
4
▲
19-64 jaar
7
=
8
▼
=
65+
10
=
11
▼
=
4-11 jaar
4
3
▲
=
Heeft indicatie voor psychosociale problematiek
4-11 jaar
10
10
Verhoogde score op KIVPA1 (schooljaar 2009-2010)
klas 2 VO
15
19
Autisme Autisme vastgesteld door arts Psychosociale gezondheid =
Psychische gezondheid ouder(s) Problemen met psychische gezondheid ouder(s)
0-11 jaar
2
12-18 jaar
0,6
=
2 1
▼
=
=
12-18 jaar
11
=
14
▲
=
Ervaren psychische gezondheid Voelt zich psychisch ongezond
19-64 jaar
14
=
17
▼
=
65+
19
=
19
▼
=
Heeft afgelopen 12 maanden suïcide overwogen
12-18 jaar
8
9
=
Heeft afgelopen 12 maanden suïcidepoging ondernomen
12-18 jaar
0,3
1
=
19-64 jaar
3
5
=
65+
5
5
=
Suïcide
Psychiatrische aandoeningen Heeft hoog risico op angststoornis of depressie
D Persoonskenmerken Ongezond gewicht Ondergewicht
Overgewicht (inclusief obesitas)
2-11 jaar
11
7
=
12-18 jaar
12
=
10
=
=
19-64 jaar
1
=
1
=
=
65+
2
=
3
▼
=
2-11 jaar
6
=
11
=
12-18 jaar
7
=
10
=
=
19-64 jaar
41
=
45
=
=
65+
62
=
59
▲
=
45
Leeftijd
Someren % recente meting
Obesitas
Is afgelopen jaar meer dan 5 kilo afgevallen
E
Someren trend
a
regio ZOB
regio ZOB
% recente meting
trend
b,d,e
Someren versus regioc
2-11 jaar
0,9
=
2
=
=
12-18 jaar
0
=
1
=
19-64 jaar
8
=
11
=
65+
13
=
15
=
=
65+
8
0-4 jaar
40
▼=
30
=
1-11 jaar
39
38
▼
=
12-18 jaar
72
=
61
=
19-64 jaar
71
69
▼
=
9
▼=
Leefstijl
Borstvoeding Nooit/ vanaf geboorte (ook) kunstvoeding Groente en fruit consumptie Niet dagelijks groente
Voldoet niet aan de norm voor groenteconsumptie2
Niet dagelijks fruit
Voldoet niet aan de norm voor fruitconsumptie3
65+
70
=
68
=
=
1-11 jaar
32
=
32
▼
=
12-18 jaar
75
=
73
▼
=
19-64 jaar
77
=
75
▲
=
65+
50
=
55
=
▼=
66
▼
=
Lichamelijke inactiviteit 4-11 jaar
67
Sport of beweegt minder dan 7 dagen per week (minimaal 1 uur per dag)
Sport minder dan 2 keer per week 1 uur buiten school
12-18 jaar
78
Sport minder dan 1 keer per week
19-64 jaar
49
=
44
=
65+
67
=
57
▼
Voldoet niet aan de norm gezond bewegen Voldoet niet aan de norm gezond bewegen voor 55+
76
=
19-64 jaar
36
=
38
▲
▼=
65+
36
=
35
▼
=
Roken Moeder rookte tijdens (deel van) de zwangerschap
0-11 jaar
13
=
16
▼
=
Wel eens gerookt
8-11 jaar
0,6
=
0,5
=
=
Rookt
Zware rokers
12-18 jaar
14
=
12
▼
=
19-64 jaar
21
25
▼
=
65+
13
19-64 jaar
1
65+
0,8
=
14
=
=
2
▼
=
1
=
Alcoholgebruik Moeder heeft alcohol gebruikt tijdens (deel van) de zwangerschap
0-11 jaar
10
▼=
10
▼
=
Wel eens alcohol gedronken
8-11 jaar
11
=
10
▼
=
8-11 jaar
0
0,2
▼
=
12-18 jaar
59
=
48
▼
15,2
▲
6
▼
Heeft alcohol gedronken in afgelopen 4 weken Leeftijd waarop de helft van de jongeren in de afgelopen 4 weken alcohol heeft gedronken
12-18 jaar
Drinkt meer dan 20 glazen alcohol per week
12-18 jaar
16
=
19-64 jaar
40
▼=
65+
31
Voldoet niet aan de norm aanvaardbaar alcoholgebruik5
19-64 jaar
74
65+
42
52
Probleemdrinker
19-64 jaar
14
11
=
Voldoet niet aan de norm verantwoord alcoholgebruik
46
4
=
36
▼
=
38
▲
=
67
=
Leeftijd
Someren % recente meting
Someren
regio ZOB
regio ZOB
a
% recente meting
trend
=
4
trend
Someren
b,d,e
versus regioc
=
▲
Druggebruik in afgelopen 4 weken Softdrugs (hasj, wiet)
12-18 jaar
3
19-64 jaar
0,4
=
3
=
=
Harddrugs (XTC, paddo, amfetaminen, cocaïne of heroïne)
12-18 jaar
1
=
0,8
=
Harddrugs (XTC, amfetaminen, LSD, cocaïne of heroïne)
19-64 jaar
0,3
=
0,9
=
=
Verslavingszorg Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege alcoholgebruik (2010)
10
1023
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gebruik opiaten (2010)
0
411
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gebruik opwekkende middelen (cocaïne, amfetaminen) (2010)
5
418
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gebruik hallucinerende middelen (cannabis, XTC) (2010)
4
464
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gokken (2010)
1
100
Seksueel gedrag Ooit geslachtsgemeenschap gehad
12-18 jaar
21
=
23
▲
=
-
12-18 jaar
71
=
62
=
=
12-18 jaar
4
▲=
7
▲
totaal
41
2311
< 20 jaar
1
61
4-11 jaar
12
=
12
=
=
=
6
=
=
Heeft wel eens onveilig gevreeën (subgroep)
Seksuele ervaring tegen de zin Aantal consulten bij de afdeling SOA van de GGD (2010) Aantal tienermoeders6 (2009)
F
Sociale omgeving
School Ervaart problemen in relaties met andere kinderen op school Voelt zich niet prettig op school
4-11 jaar
6
Vindt school niet leuk/ vreselijk
12-18 jaar
4
4
=
0-11 jaar
0,9
2
Ouders Gezin heeft problemen met echtscheiding of langdurig weggaan gezinslid Jongere heeft problemen met echtscheiding ouders
12-18 jaar
1
Relatie met ouders minder goed
12-18 jaar
16
=
3
=
Ouder ervaart vaak opvoedproblemen
0-11 jaar
3
2
=
=
Ouder heeft momenteel behoefte aan professionele ondersteuning bij de opvoeding
0-11 jaar
6
=
6
=
=
12-18 jaar
3
19
= =
Opvoeding
Pesten Is afgelopen 3 maanden regelmatig gepest
5
=
Eenzaamheid Niet genoeg vriend(inn)en buiten schooltijd Is (zeer) ernstig eenzaam
4-11 jaar
5
=
8
=
19-64 jaar
7
▼=
7
=
▼=
65+
5
=
8
▼
=
12-18 jaar
21
=
29
▲
19-64 jaar
18
=
21
▼
65+
17
Onveiligheid Voelt zich overdag of ‘s nachts wel eens onveilig
19
= ▲=
47
Leeftijd
Someren % recente meting
Someren trend
a
regio ZOB
regio ZOB
% recente meting
trend
b,d,e
Someren versus regioc
Slachtoffer en dader Afgelopen 12 maanden dader ongewenst gedrag
12-18 jaar
Afgelopen 12 maanden slachtoffer ongewenst gedrag Meldingen mishandelde kinderen7 (2008) Recent slachtoffer huiselijk geweld (afgelopen 5 jaar)
48
61
▲
12-18 jaar
20
25
▼
0-17 jaar
0,1
19-64 jaar
2
2
=
65+
0,5
0,6
=
Aantal meldingen huiselijk geweld bij steunpunt (2010)
totaal
14
Aantal aangiften huiselijk geweld bij politie (2010)
totaal
10
0-17 jaar
2,1
Huishoudinkomen < e1350 netto per maand
19-64 jaar
10
Huishoudinkomen < e1000 netto per maand
19-64 jaar
3
65+
35
=
19
=
0-11 jaar
14
▼
14
▼
=
=
15
▲
965
Armoede Kinderen in uitkeringsgezin8 (2008)
Ontvangt alleen AOW
15
=
8
=
G Fysieke omgeving Binnenmilieu Is in de afgelopen 7 dagen in huis aan rook blootgesteld
12-18 jaar
30
0-11 jaar
10
19-64 jaar
19
25
Geeft onvoldoende rapportcijfer voor eigen woning
19-64 jaar
3
8
Geeft onvoldoende rapportcijfer voor eigen woonomgeving
19-64 jaar
2
9
Woont in huis met schimmel- of vocht
32
=
=
Woning en buurt
Overlast woonomgeving Wordt erg gehinderd door geluid
19-64 jaar
13
22
Ernstige slaapverstoring door geluid
19-64 jaar
6
12
Wordt erg gehinderd door geur
19-64 jaar
5
7
20
7
H Zorg Ambulancezorg Overschrijding aanrijtijd A1 spoedzorg (15 minuten) (2010) Professionele zorg of hulp Ontvangt momenteel professionele zorg
Heeft behoefte aan meer hulp/zorg in verband met gezondheid
19-64 jaar
0,9
65+
21
=
25
2
▲
= =
65+
9
8
=
Zorgvoorzieningen Vindt in de buurt onvoldoende aanwezig: tandarts
19-64 jaar
2
3
▼=
huisarts
19-64 jaar
1
2
=
verloskundige
19-64 jaar
2
2
=
48
Leeftijd
Someren % recente meting
Someren trend
a
regio ZOB
regio ZOB
% recente meting
trend
b,d,e
Someren versus regioc
WMO-Voorzieningen Heeft in afgelopen jaar gebruik gemaakt van 1 of meer WMO-voorzieningen
19-64 jaar
5
6
=
65+
24
29
=
19-64 jaar
5
6
=
65+
15
14
=
Heeft behoefte om vanuit huis gebruik te kunnen maken van diensten bij een nabijgelegen dienstencentrum, bejaarden- of verzorgingstehuis, zoals huishoudelijke hulp of maaltijdverzorging
65+
5
5
=
Heeft behoefte om vanuit de woning op afroep gebruik te kunnen maken van verpleging of verzorging bij een nabijgelegen bejaarden- of verzorgingstehuis of dienstencentrum
65+
9
8
=
12-18 jaar
0,9
2
=
19-64 jaar
0,7
65+
13
10
Heeft behoefte aan 1 of meer WMO-voorzieningen
Behoefte aan zorgvoorzieningen
Hulpvraag bij problemen Heeft momenteel behoefte aan professionele hulp bij een probleem Mantelzorg Ontvangt momenteel mantelzorg
Geeft momenteel mantelzorg
=
1
▼
=
8-11 jaar
0,6
3
=
12-18 jaar
7
9
=
19-64 jaar
9
▲= =
10
▲
10
=
=
65+
9
Vindt mantelzorg geven zwaar
12-18 jaar
0,5
Voelt zich (tamelijk) belast door het geven van mantelzorg
19-64 jaar
1
▲=
1
▲
=
65+
1
=
2
=
=
groep 2, 7
98
97
klas 2
97
95
vanaf 4 jaar
96
90
4-12 jaar
93
87
12-19 jaar
95
90
vanaf 4 jaar
88
87
0-17 jaar
1,8
I
0,1
=
Preventie
Jeugdgezondheidszorg Opkomst reguliere contactmoment Basisonderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst reguliere contactmoment Voortgezet Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst reguliere contactmoment Speciaal Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst van kinderen met een onderzoek op indicatie Basisonderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst van kinderen met een onderzoek op indicatie Voortgezet Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst van kinderen met een onderzoek op indicatie Speciaal Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Nieuwe indicaties Bureau Jeugdzorg9 (2008) Bevolkingsonderzoeken Opkomst screening borstkanker (2008-2009)
50-75 jaar
86
80
Opkomst screening baarmoederhalskanker (2009)
30-60 jaar
70
66
2 jaar
99
98
Vaccinatiegraad Hib volledig afgesloten op 2 jarige leeftijd (2009) Meningokokken C volledig afgesloten op 2 jarige leeftijd (2009)
2 jaar
99
97
Pneumokokken volledig afgesloten op 2 jarige leeftijd (2009)
2 jaar
99
95
10 jaar
97
96
DTP volledig afgesloten op 10 jarige leeftijd (2009) BMR volledig afgesloten op 10 jarige leeftijd (2009)
10 jaar
97
96
HPV volledig afgesloten bij 12-jarige meisjes (2010)
12 jaar
70
47
60+
75
77
77
75
Vaccinatiegraad influenza door huisarts via Nationaal Programma Grieppreventie (2009-2010) Opkomst vaccinatie Nieuwe Influenza A 1e vaccinatieronde bij kinderen van 6 maanden-4 jaar en huisgenoten (2009)
49
Leeftijd
Someren % recente meting
J
Someren trend
a
regio ZOB
regio ZOB
% recente meting
trend
b,d,e
Someren versus regioc
Participatie
Lidmaatschap vereniging Lid van een vereniging
Lid van sportvereniging/-school
4-11 jaar
84
=
80
=
=
12-18 jaar
84
=
81
▼
▲=
19-64 jaar
62
=
57
=
=
4-11 jaar
66
=
66
▲
=
12-18 jaar
73
▲
71
▲
▲=
19-64 jaar
37
=
40
=
▲
Niet betrokken bij de buurt (sociale cohesie)
19-64 jaar
24
42
Buurtparticipatie
Actief geweest om buurt te verbeteren
19-64 jaar
12
15
=
Vindt dat gemeente voldoende doet om bewoners bij veranderingen in de buurt te betrekken
19-64 jaar
33
35
=
Voelt zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in de buurt
19-64 jaar
67
67
=
12-18 jaar
10
=
19-64 jaar
31
=
65+
30
Vrijwilligerswerk Verricht vrijwilligerswerk
8
=
25
=
25
Noten a / = gemeentelijk cijfer is statistisch significant hoger/lager ten opzichte van hetzelfde cijfer van de gemeente in de voorgaande monitor b / = regionaal cijfer is statistisch significant hoger/lager ten opzichte van hetzelfde cijfer van de regio in de voorgaande monitor c / = gemeentelijk cijfer is statistisch significant hoger/lager ten opzichte van het regionale cijfer in hetzelfde jaar d De regionale trends voor de indicatoren bij de 0-11 jarigen zijn berekend op de regiocijfers exclusief de gemeente Eindhoven e De regionale trends bij de jongeren zijn berekend voor de leeftijdsgroep van 12-17 jaar en exclusief de gemeente Eindhoven Definities 1 Korte Indicatieve Vragenlijst voor Psychosociale Problemen bij Adolescenten 2 De aanbevolen norm voor groenteconsumptie is 200 gram per dag 3 De aanbevolen norm voor fruitconsumptie is 2 stuks fruit per dag of 1 glas vruchtensap + 1 stuk fruit per dag 4 Norm verantwoord alcoholgebruik: Mannen maximaal 21 glazen/week, max 5 glazen/drinkdag, max 5 drinkdagen/week; Vrouwen maximaal 14 glazen/week, max 3 glazen/drinkdag, max 5 drinkdagen/week 5 Norm aanvaardbaar alcoholgebruik: Mannen maximaal 10 glazen/week, maximaal 2 glazen/drinkdag, maximaal 5 drinkdagen/week; Vrouwen maximaal 5 glazen/week, maximaal 1 glas/drinkdag, maximaal 5 drinkdagen/week 6 Aantal levendgeborenen met een moeder jonger dan 20 jaar 7 Percentage meldingen betreffende kinderen van 0-17 jaar ten opzichte van totale aantal kinderen in deze leeftijd 8 Percentage 0-17 jarigen waarvan de ouder(s)/verzorgers(s) een bijstandsuitkering ontvangen of kinderen die zelf een bijstandsuitkering ontvangen 9 Percentage 0-17 jarigen dat in 2008 een nieuwe indicatie heeft gekregen bij Bureau Jeugdzorg
50
= = ▼=
51
Op weg naar een gezonder Someren De afgelopen jaren zijn flinke stappen gezet op weg naar een betere gezondheid van de inwoners van Someren. In dit rapport wordt beschreven hoe de gezondheid van de inwoners van Someren er nu voorstaat. Is de gezondheid verbeterd en op welke terreinen liggen nog kansen om de gezondheid en de leefstijl te verbeteren? Ook geeft het rapport inzicht in de verschillende wegen die we kunnen inslaan om ziekten in de toekomst te voorkomen en om gezond gedrag in een gezonde omgeving te stimuleren. Dit rapport biedt nieuwe aanknopingspunten voor een integraal lokaal gezondheidsbeleid en daarmee kunnen we gezamenlijk weer verder op weg naar een gezonder Someren. Het rapport ‘Op weg naar een gezonder Someren’ is onderdeel van de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (rVTV) 2011 van de GGD Brabant Zuidoost. Deze rVTV bestaat uit drie producten: 21 gemeentelijke rapporten met specifieke lokale kernboodschappen, het regionale rapport ‘Op weg naar een gezonder Zuidoost Brabant’ en het Regionaal Kompas Volksgezondheid (www.regionaalkompas. nl), met daarin de mogelijkheden voor gezondheidswinst door lokaal gezondheidsbeleid.
GGD Brabant Zuidoost Postbus 810 5700 AV Helmond Telefoon 088 0031 100 www.ggdbzo.nl
52