Op weg naar een gezonder Reusel-De Mierden Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011
1
Op weg naar een gezonder Reusel-De Mierden Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 P.F.J. van Bree, K.T.J.L Ensinck, GGD Brabant-Zuidoost GGD Brabant-Zuidoost Postbus 810 5700 AV Helmond Telefoon 088 0031 100 www.ggdbzo.nl Copyright © 2012, GGD Brabant-Zuidoost Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de GGD Brabant-Zuidoost. De redactie besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van informatie in dit rapport. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze teksten. Voor vragen of opmerkingen kunt u zich richten tot de auteurs via
[email protected].
Colofon Ontwerp en opmaak www.sterdesign.nl Fotografie Jos Lammers Oplage 75 stuks, februari 2012
2
Op weg naar een gezonder Reusel-De Mierden Een goede gezondheid is voor veel mensen één van
Hoewel het met de gezondheid van veel mensen
de belangrijkste dingen in het leven. Een minder
goed gaat, is er nog veel winst te behalen door ge-
goede gezondheid, vooral als dat gepaard gaat met
zonder te leven in een gezondere leefomgeving.
beperkingen, beïnvloedt het participeren van mensen in de maatschappij. Gezondheid is van invloed
In dit rapport beschrijven wij de belangrijkste
op schoolprestaties en de loopbaan van mensen. Een
kernboodschappen voor het gezondheidsbeleid van
goede volksgezondheid heeft dan ook een gunstig
Reusel-De Mierden. Aan de hand van cijfers doen
effect op de economie en de kosten van de gezond-
wij bruikbare aanbevelingen op weg naar een (nog)
heidszorg. Daarnaast is gezondheid een belangrijke
gezonder Reusel-De Mierden. Het bewandelen van
factor voor andere vormen van maatschappelijke
meerdere wegen is hierbij een goede strategie.
participatie, waaronder vrijwilligerswerk en
Dat kan door zowel aandacht te besteden aan
mantelzorg.
gezond gedrag als aan een gezonde sociale en fysieke leefomgeving. Gezondheidsbeleid krijgt
Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor het maken
het beste vorm vanuit meerdere invalshoeken van
van gezonde keuzes, maar gemeente en GGD
preventie.
kunnen hen hierbij ondersteunen. Vooral als het gaat om mensen die dit om één of andere reden niet zelf
Laten we samen op weg gaan naar een gezonder
kunnen. Samen met onze maatschappelijke partners
Reusel-De Mierden!
timmeren we op het gebied van gezondheid dan ook al jaren aan de weg.
Annelie Stevens-Ruiters Directeur GGD Brabant-Zuidoost
3
4
Inhoudsopgave
1 Van gemeentelijk rapport naar gezondheidsbeleid
7
2 De inwoners van Reusel-De Mierden
11
3 Kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid Gezondheid algemeen Psychische gezondheid Bewegen, voeding en overgewicht ➢ Alcoholgebruik ➢ Drugs Roken ➢ Seksueel gedrag ➢ Weerbaarheid ➢ Eenzaamheid ➢ Kwetsbare ouderen ➢ Mantelzorg ➢ Gezondheid en de fysieke omgeving ➢ Gezondheidsverschillen
17 18 21 24 28 32 35 38 40 42 45 48 52 55
4 Bronnen, afkortingen en adviseurs
59
5 Gezondheidsprofiel
63
5
Dit rapport is onderdeel van de regionale
Regionaal kompas
Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 van de
De website www.regionaalkompas.nl geeft inzicht in
GGD Brabant-Zuidoost. De regionale VTV bestaat uit
de mogelijkheden die we hebben voor gezondheids-
de volgende onderdelen:
winst door lokaal gezondheidsbeleid. Voor meer cijfermatige informatie kunt u terecht op de website
Regionaal rapport
www.ggdgezondheidsatlas.nl. De digitale versies
‘Op weg naar een gezonder Zuidoost-Brabant
van de regionale en gemeentelijke rapporten zijn te
Regionaal rapport Volksgezondheid Toekomst
downloaden op www.regionaalkompas.nl.
Verkenning 2011’ Gemeentelijke rapporten 21 gemeentelijke rapporten met de belangrijkste kernboodschappen voor het lokale beleid:
‘Op weg naar een gezonder…..’ Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre
Laarbeek
Best
Gemert - Bakel
Son en Breugel
Oirschot Helmond Nuenen Eindhoven Deurne
Geldrop Mierlo Veldhoven Reusel De Mierden Waalre Asten Bladel
Eersel
Someren Heeze - Leende
Bergeijk
6
Valkenswaard Cranendonck
1 Van gemeentelijk rapport naar gezondheidsbeleid
7
De Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning Zuidoost-Brabant Gemeenten krijgen een steeds grotere rol in het volksgezondheidsbeleid. De Wet publieke gezondheid (Wpg) schrijft voor dat gemeenten elke vier jaar een beleidsplan Lokaal gezondheidsbeleid vaststellen. Daarnaast zijn gezondheid en zorg belangrijke onderwerpen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en in het jeugdbeleid van gemeenten. Budgetten zijn beperkt, dus gemeenten moeten keuzes maken. Voor het maken van gezonde keuzes is inzicht in de lokale gezondheidssituatie van belang. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning: vertaling van informatie naar beleid De GGD Brabant-Zuidoost ondersteunt haar gemeenten bij het maken van keuzes door het beschrijven van de belangrijkste gezondheidsthema’s in de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (rVTV). Gemeentelijk rapport beschrijft belangrijkste gezondheidsthema’s In dit gemeentelijk rapport beschrijft de GGD Brabant-Zuidoost specifiek voor de gemeente ReuselDe Mierden de kernboodschappen voor het lokale gezondheidsbeleid. De GGD maakt hierbij, naast diverse landelijke bronnen, vooral gebruik van de informatie uit de jeugd-, de jongeren-, de volwassenen-, de ouderen- en de Wmo-monitor. Waar mogelijk worden cijfers vergeleken met regionale of landelijke trends. Dit rapport is in eerste instantie geschreven als input voor de nota lokaal gezondheidsbeleid, maar is ook van belang voor andere beleidsterreinen waar kansen liggen om goede voorwaarden voor gezondheid te creëren. Voor alle gemeenten zijn kernboodschappen opgenomen over de thema’s bewegen, voeding en overgewicht, alcoholgebruik, roken, psychische gezondheid, seksueel gedrag, weerbaarheid en gezondheidsverschillen. De meeste van deze thema’s worden ook benoemd in de landelijke nota gezondheidsbeleid ‘Gezondheid dichtbij’ (1). Daarnaast zijn thema’s opgenomen die voor Reusel-De Mierden in het bijzonder actueel zijn of aansluiten op andere beleidsterreinen zoals drugs, eenzaamheid, kwetsbare ouderen, mantelzorg en de relatie gezondheid en de fysieke omgeving. Het gezondheidsprofiel (hoofdstuk 5) biedt daarnaast nog veel informatie over andere gezondheidsthema’s die niet verder besproken worden.
8
Kernboodschappen Reusel-De Mierden 1 Door de vergrijzing en de stijgende levensverwachting neemt het aantal mensen met chronische aandoeningen en beperkingen de komende jaren verder toe. Verlaag drempels zodat sociale participatie ook voor hen mogelijk blijft. 2 Psychische problemen en depressie komen voor bij jong en oud. Zorg voor preventie met voorlichting, vroegsignalering en bewegingsstimulering. 3 De meerderheid van de kinderen in ReuselDe Mierden beweegt onvoldoende en vergroot hiermee de kans op overgewicht. Verbind de initiatieven die een gezonde leefstijl bevorderen en stimuleer het veilig bewegen in de buurt. 4 Jongeren beginnen nog steeds op te jonge leeftijd met drinken en veel ouders keuren dit goed. Zorg voor een lokale aanpak via educatie, draagvlak, regelgeving, handhaving en vroegsignalering. 5 Het drugsgebruik in Reusel-De Mierden is beperkt, maar jongeren denken wel steeds makkelijker over de risico’s van deze middelen. Een integrale aanpak van de drugsproblematiek is noodzakelijk. 6 Nog steeds één op de vier volwassenen rookt. Voorkom dat jongeren gaan roken en stimuleer het stoppen met roken. 7 Tweederde van de seksueel actieve jongeren vrijt onveilig. Meer voorlichting over gezond seksueel gedrag is noodzakelijk. 8 Jongeren worden al op jonge leeftijd geconfronteerd met genotmiddelen en riskant gedrag. Vergroot hun weerbaarheid zodat ze gezonde keuzes durven te maken. 9 Eenzaamheid komt veel voor bij alleenstaanden en mensen met een laag inkomen. Investeer in scholing van hulpverleners, vrijwilligers en buurtgenoten en verbeter de onderlinge afstemming. 10 Een kwart van de ouderen in ReuselDe Mierden is kwetsbaar. Blijf investeren in vroegsignalering en biedt ondersteuning, waardoor ze langer op eigen benen kunnen blijven staan. 11 Bijna 200 mantelzorgers hebben behoefte aan ondersteuning. Hun behoeften zijn divers en vragen om maatwerk.
12 Meer ernstige geurhinder en verhoogd risico op gezondheidsklachten door intensieve veehouderij. Zet in op een sterk integraal beleid ter verbetering van de leefomgeving en een open communicatie met de burger. 13 Ook in Reusel-De Mierden bestaan sociaaleconomische gezondheidsverschillen. De gemeente kan met het armoedebeleid deze verschillen verkleinen. Een integrale aanpak samen met de sociale dienst, re-integratiebedrijven en schuldhulpverlening is hierbij nodig.
Kernboodschappen gemeentelijk rapport zijn basis voor gemeentelijk gezondheidsbeleid Bij de keuzes van de kernboodschappen in dit rapport staat het belang van de gezondheid voorop. In een nota gezondheidsbeleid stelt de gemeente de gezondheidsthema’s vast waaraan zij de komende jaren aandacht wil besteden. Bij deze prioritering spelen ook politieke en financiële argumenten een rol. Daarnaast bekijkt de gemeente binnen welk beleidsterrein een thema het beste tot zijn recht komt. Zo past het thema weerbaarheid zoals beschreven in dit rapport (ook) prima binnen het Jeugdbeleid en sluiten de thema’s bewegen, voeding en overgewicht goed aan op het Sportbeleid. Eenzaamheid en mantelzorg kunnen binnen de Wmo een plek krijgen.
gezondheidsprofiel door meerdere beleidsterreinen dan ook stimuleren. Met als gezamenlijk doel het bevorderen van de volksgezondheid. Regionaal rapport zet gezondheid in Zuidoost-Brabant op de agenda Naast het gemeentelijk rapport beschrijft de GGD in het regionale VTV-rapport ‘Op weg naar een gezonder Zuidoost-Brabant’ een aantal belangrijke ontwikkelingen op het gebied van gezondheid (2). Deze thema’s kunnen eveneens gebruikt worden bij het opstellen van het lokale gezondheidsbeleid.
- Langer gezond leven. We leven langer gezond maar diabetes, depressie en dementie vormen een groeiend probleem in een vergrijzende populatie. - Kwetsbare ouderen redden het niet alleen. Zorg voor zorg. - Gezondheidsachterstanden komen niet alleen in steden voor. De meeste gezondheidswinst is te behalen bij lagere sociaaleconomische groepen. - De jeugd: een gezonde investering. Zet in op minder problematiseren en meer normaliseren. - Preventie scoort niet, maar loont wel! Investeren in preventie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. - Een gezonde omgeving: een verademing! Ruimtelijke ontwikkeling biedt kansen voor gezondheid.
Om gezondheidsverschillen terug te brengen biedt aansluiting op het armoedebeleid zeker kansen.
Regionaal kompas: actuele informatie voor lokaal gezondheidsbeleid op internet
In de nota gezondheidsbeleid worden gemeentelijke
De website www.regionaalkompas.nl is onderdeel
doelstellingen beschreven
van de regionale VTV. Deze site biedt actuele cijfers,
In de nota gezondheidsbeleid beschrijft de gemeente
voorbeelden uit de regio en het regionale aanbod
de doelstellingen op het gebied van gezondheid en
aan interventies. Ook de regionale en gemeentelijke
werkt ze verder uit. Daarbij zullen diverse regionale
rapporten van de rVTV zijn hier te downloaden.
en lokale partijen betrokken worden.
Daarnaast biedt het regionaal kompas links naar relevante landelijke en regionale websites zoals de
Het integrale gezondheidsprofiel biedt ook
‘Handreiking Gezonde Gemeente’ van het RIVM
informatie voor andere beleidsterreinen
en de gezondheidsatlas van de GGD:
Het integrale gezondheidsprofiel (zie hoofdstuk 5)
www.ggdgezondheidsatlas.nl.
biedt de mogelijkheid om per thema diverse leeftijdsgroepen voor Reusel-De Mierden te bekijken.
GGD biedt ondersteuning bij de vertaling naar
Er zijn veel gegevens beschikbaar voor het gezond-
gemeentelijk beleid
heidsbeleid en andere beleidsterreinen zoals Wmo-,
De drie producten van de rVTV bieden een schat aan
jeugd-, armoede-, milieu- en sportbeleid. Gezond-
informatie voor gemeentelijk (gezondheids)beleid.
heid kan een bijdrage leveren aan de doelstellingen
De realiteit is dat gemeenten keuzes moeten maken
van diverse beleidssectoren: gezonde kinderen
bij het formuleren van de speerpunten van hun be-
kunnen beter leren, gezonde burgers kunnen aan
leid. De GGD Brabant-Zuidoost is uiteraard bereid om
het werk of op andere fronten een waardevolle
Reusel-De Mierden in dit keuzeproces te adviseren.
bijdrage leveren aan de maatschappij. De GGD wil
Daarnaast kan de GGD ook aan de uitvoering van het
het gebruik van dit gemeentelijk rapport en het
gemeentelijk beleid een belangrijke bijdrage leveren.
9
10
2 De inwoners van Reusel-De Mierden
11
Dit hoofdstuk beschrijft de huidige bevolkingssamenstelling van de gemeente Reusel-De Mierden. De opbouw van de bevolking is een belangrijke factor voor de gezondheidstoestand van een gemeente. Met het ouder worden nemen de gezondheidsproblemen vaak toe. Ook het opleidingsniveau hangt samen met gezondheid, omdat mensen met een hogere opleiding vaak een betere gezondheid hebben. In dit hoofdstuk wordt tevens ingegaan op de bevolkingsprognose voor de gemeente Reusel-De Mierden.
Reusel-De Mierden telt ruim 12.500 inwoners
telde de gemeente 12.606 inwoners. De inwoners
Reusel-De Mierden is één van de 21 gemeenten van
wonen op een erg ruim oppervlak: de bevolkings-
de regio Zuidoost-Brabant en is in 1997 ontstaan
dichtheid is 161 inwoners per vierkante kilometer te-
door een samenvoeging van de gemeenten Hooge
genover 510 inwoners in de regio Zuidoost-Brabant.
en Lage Mierde en Reusel. Daardoor ontstond een
Daarmee is Reusel-De Mierden één van de dunst
nieuwe gemeente met vier kernen; Hooge Mierde,
bevolkte gebieden van Nederland.
Hulsel, Lage Mierde en Reusel. Op 1 januari 2011
Figuur 2.1 Demografische opbouw van gemeente Reusel-De Mierden in 2011 (Bron: CBS StatLine, 2011) 120 100 80 60 40 20 0 20 40 60
Aantal inwoners
80 100 120 140 5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
55
Mannen Reusel-De Mierden Vrouwen Reusel-De Mierden Verschil in aantal vrouwen en mannen in Reusel-De Mierden Mannen Nederland (relatief naar inwonertal gemeente) Vrouwen Nederland (relatief naar inwonertal gemeente)
12
60
65
70
75
80
85
90
95
Leeftijd in jaren
Minder eenpersoonshuishoudens en meer
Minder inwoners zonder opleiding of alleen lager
huishoudens met kinderen
onderwijs, maar ook minder hoogopgeleiden
Tot ongeveer 75 jaar wonen meer mannen dan vrou-
Reusel-De Mierden heeft vergeleken met het gemid-
wen in Reusel-De Mierden. Vanaf 75 jaar zijn er juist
delde in Zuidoost-Brabant minder hoogopgeleide
meer vrouwen dan mannen. De totale man-vrouw
inwoners; 21% van de inwoners heeft hbo of uni-
verdeling is vergelijkbaar: 51% mannen en 49%
versiteit gedaan tegenover 33% in de gehele regio
vrouwen.
(figuur 2.2). Maar ook de groep inwoners zonder
In figuur 2.1 is de leeftijdsopbouw in 2011 weerge-
opleiding of alleen lager onderwijs is kleiner dan
geven (3). In Reusel-De Mierden komt het aandeel
in de regio (1% versus 4%). Dit zijn voor Reusel-De
jongeren in de bevolking overeen met het landelijk
Mierden ongeveer 80 inwoners. De meeste inwoners
beeld: 23% van de inwoners is jonger dan 20 jaar.
in deze gemeente hebben een havo, vwo of mbo
Ook het aandeel inwoners uit de zogenoemde
diploma (4).
‘productieve leeftijdsgroep’ van 20 tot 65 jaar en het aandeel ouderen is vergelijkbaar met Nederland. In
Ook Reusel-De Mierden vergrijst
Reusel-De Mierden is 63% tussen de 20 en 65 jaar en
Volgens de huidige prognose blijft het aantal inwo-
14% van de inwoners is 65 jaar en ouder. Er bestaan
ners tot 2030 schommelen rond de 12.500 inwoners.
wel verschillen in de verdeling van de huishoudens.
Na 2030 zet een lichte daling in naar ongeveer
Van alle huishoudens bestaat 23% uit eenpersoons-
12.000 inwoners in 2040. Volgens de prognose stijgt
huishoudens, 34% uit huishoudens zonder kinderen
het relatieve aandeel ouderen (figuur 2.3). Deze ver-
en 43% uit huishoudens met kinderen. In Nederland
grijzing is een landelijke trend en wordt veroorzaakt
ligt het percentage eenpersoonshuishoudens hoger
door de naoorlogse geboortegolf in combinatie met
(36%) en het percentage huishoudens met kinderen
een gestegen levensverwachting (3,5).
lager (34%).
Figuur 2.2 Opleidingsniveau van inwoners van 19 t/m 64 jaar in Reusel-De Mierden en Zuidoost-Brabant in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
geen opleiding/ lager onderwijs
mavo/lbo
havo/vwo/mbo hbo/wo 0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
percentage
Zuidoost-Brabant Reusel-De Mierden
13
Figuur 2.3 Prognose leeftijdsopbouw bevolking Reusel-De Mierden, 2011-2040 (Bron: CBS StatLine 2011 en Provincie Noord-Brabant Bevolkingsprognose 2008) inwoners
1200 1100
CBS 2011 Prognose 2030
1000
Prognose 2040
900 800 700 600 500 400 300 200 100
14
95+
90-95
85-90
80-85
75-80
70-75
65-70
60-65
55-60
50-55
45-50
40-45
35-40
30-35
25-30
20-25
15-20
10-15
5-10
0-5
0
leeftijd in jaren
15
16
3 Kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid
17
Gezondheid algemeen
obstructieve longziekten. Dit geldt zowel voor Nederland als Zuidoost-Brabant (2).
Levensverwachting is gelijk aan landelijk gemiddelde
Ruim een kwart van de ouderen vindt eigen
De levensverwachting bij geboorte in Reusel-De
gezondheid matig tot slecht
Mierden is voor mannen 78,5 jaar en voor vrouwen
De levensverwachting in Nederland stijgt nog steeds.
83,7 jaar (totaal 81,1 jaar). Voor mannen en vrou-
Maar niet alle levensjaren zijn ook levensjaren zonder
wen in de regio Zuidoost-Brabant liggen deze op respectievelijk 78,1 jaar en 82,4 jaar. De totale levensverwachting wijkt niet af van het landelijk gemiddelde van 80,1 jaar (6). Reusel-De Mierden telt gemiddeld 66 sterfgevallen per 10.000 inwoners per jaar, in de regio zijn dat er gemiddeld 71. De vijf belangrijkste specifieke doodsoorzaken zijn coronaire hartziekten, longkanker, beroerte, dementie en chronische
Kernboodschap: Door de vergrijzing en de stijgende levensverwachting neemt het aantal mensen met chronische aandoeningen en beperkingen de komende jaren verder toe. Verlaag drempels zodat sociale participatie ook voor hen mogelijk blijft.
Figuur 3.1 Inwoners met beperkingen als gevolg van een chronische ziekte, relatief naar leeftijdsgroep in Reusel-De Mierden in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
54% 29%
14%
6% 19-64 jaar Belemmerd in het dagelijks functioneren (inclusief sterk belemmerd) Sterk belemmerd in het dagelijks functioneren
18
65+
ziekte of in goed ervaren gezondheid. In 2009 gaf
het aantal mensen met meerdere ziekten zal leiden
drie op de tien ouderen aan zijn of haar gezondheid
tot een grotere en complexere zorgvraag. Daarnaast
matig tot slecht te vinden. Voor de volwassenen ligt
zal de druk op mantelzorgers nog verder toenemen,
dit percentage op één op de tien. Beide percentages
aangezien de vraag waarschijnlijk sneller stijgt dan
liggen in lijn met het gemiddelde in Zuidoost-Bra-
het aanbod (zie ook de kernboodschap ‘mantelzorg’)
bant (4).
(2).
Hoge bloeddruk is de meest voorkomende
Verminder beperkingen en bevorder participatie
chronische aandoening onder volwassenen
van chronisch zieken….
en ouderen
Niet de ziekten zelf, maar vooral de beperkingen
Onder ouderen komen een hoge bloeddruk en
die daarmee samenhangen bepalen de mate waarin
gewrichtsslijtage (artrose, reuma) het meest voor,
mensen belemmerd worden in hun zelfredzaamheid.
gevolgd door diabetes (suikerziekte) en chronische
Leven met een chronische ziekte kan samengaan met
gewrichtsontsteking. Dertig procent van de 65+-ers
een goed ervaren gezondheid en een leven zonder li-
heeft last van een hoge bloeddruk en zeventien
chamelijke beperkingen. Maar voor een aantal chro-
procent heeft diabetes. Beide percentages zijn verge-
nisch zieken is dit zeker niet het geval. In Reusel-De
lijkbaar met de regio Zuidoost-Brabant. In de regio
Mierden wordt bijna een derde van de volwassenen
krijgen ouderen in toenemende mate te kampen met
belemmerd in het dagelijks functioneren als gevolg
deze aandoening. Dit lijkt ook in Reusel-De Mierden
van een of meerdere chronische aandoeningen
het geval, al is de toename nog niet significant. Ook
(29%), bij de ouderen geldt dit zelfs voor meer dan
onder de volwassen inwoners van Reusel-De Mier-
de helft van de groep (54%) (figuur 3.1) (4). Door het
den komen hoge bloeddruk en gewrichtsslijtage het
zoveel mogelijk terugdringen van de beperkingen,
vaakst voor, gevolgd door ernstige of hardnekkige
bijvoorbeeld via hulpmiddelen of medicatie, kunnen
aandoeningen van de rug en luchtwegaandoenin-
veel mensen met een beperking voor zichzelf blijven
gen (astma, chronische bronchitis, longemfyseem
zorgen en een goede kwaliteit van leven ervaren.
of CARA). Bij jongeren zijn astma of bronchitis en
Gemeenten hebben een rol in het ondersteunen van
migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn de meest
deze mensen en hen zo lang mogelijk mee te laten
voorkomende chronische aandoeningen. Kinderen
doen in de samenleving. Hierbij zal de focus vooral
van 0-11 jaar hebben naast astma of bronchitis ook
moeten liggen op het verminderen van de beperkin-
vaak te kampen met eczeem (4).
gen en het bevorderen van participatie.
Toename van het aantal chronisch zieken leidt tot
…en zorg voor coördinatie in de zorg
een grotere en complexere vraag naar zorg
Een bijkomend aspect van een langere levensver-
Zoals uit de bevolkingsprognose van hoofdstuk 2
wachting is een toename van het aantal mensen met
blijkt, zal de bevolking uit Reusel-De Mierden gaan
meerdere ziekten tegelijk. Deze multimorbiditeit
vergrijzen. De keerzijde van langer leven is dat de
maakt de zorg complexer. Patiënten krijgen te ma-
ouderdomsziekten als diabetes, dementie en een
ken met meerdere zorgverleners tegelijkertijd. Een
combinatie van aandoeningen meer kans hebben om
goede coördinatie en communicatie tussen behande-
op te treden. Geschat wordt dat het aantal patiënten
laars is daarbij van groot belang.
met diabetes in Zuidoost-Brabant in 2020 zal zijn gestegen met 27% ten opzichte van 2007 en dat het
Een ongezonde leefstijl is een belangrijke factor
aantal coronaire hartziekten stijgt met 37% (2). Deze
voor gezondheidsverlies
trends zijn gebaseerd op demografische ontwik-
Leefstijlfactoren, vooral roken, alcohol en overge-
kelingen en kunnen veranderen door onder andere
wicht, zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor
ontwikkelingen in de gezondheidszorg, trends in
de belangrijkste groepen doodsoorzaken zoals hart-
leefstijl en andere sociaaleconomische omstandig-
en vaatziekten, kanker en ziekten van de ademha-
heden. Diabetes, coronaire hartziekten hebben een
lingswegen. De urgentie om te blijven investeren in
grote zorg- en ziektelast. Dat geldt eveneens voor
preventie en het terugdringen van ongezond gedrag
beroerte, depressie en angststoornissen. Samen
blijft daarmee onveranderd hoog (2).
behoren zij tot de top 5 van ziekten met de grootste
Naast ongezond gedrag zijn ook de sociale en fysieke
ziektelast en hebben daarmee een groot effect op de
omgeving van invloed op het ontstaan van ziekte.
volksgezondheid (7). Bij mensen van 75 jaar en ouder
Ongezonde leefstijlfactoren komen vaak in combina-
zorgt dementie voor veel ziektelast. De toename van
tie voor. Juist deze combinatie van ongezond gedrag
19
in een ongezonde omgeving brengt extra gezondheidsrisico’s met zich mee.
Maak de gezonde keuze de makkelijke keuze; geef aandacht aan gezondheid binnen meerdere beleidsterreinen Via het lokale gezondheidsbeleid en het Wmo-beleid is er in Reusel-De Mierden al aandacht voor preventie van ziekten en het ondersteunen van mensen met een beperking. Maar de gemeente kan via andere beleidsterreinen nog meer doen om het haar inwoners gemakkelijker te maken om zich gezond te gedragen. Mensen moeten zo min mogelijk drempels ondervinden wanneer zij er voor kiezen om gezond te leven (1). Daar kan vanuit verschillende sectoren een bijdrage aan worden geleverd. Voorbeelden zijn veilige fietspaden of parken waar je veilig kunt spelen wandelen en hardlopen, een breed aanbod van sport(verenigingen) met voor ieder wat wils, gebouwen waar het nemen van de trap meer voor de hand ligt dan de lift en een gezond aanbod in de kantine van scholen. Door bijvoorbeeld het verminderen van schooluitval, het opleiden van jongeren en het terugkeren van werklozen naar de arbeidsmarkt krijgen mensen niet alleen betere kansen in het maatschappelijke leven, maar ook betere kansen op gezondheid. Het belang van integraal gezondheidsbeleid wordt ook onderstreept door minister Schippers van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS). In de landelijke beleidsnota ‘Gezondheid dichtbij’ wordt voor het thema ‘sporten en bewegen in de buurt’ verwezen naar de beleidsbrief sport en naar het Wmo-beleid van gemeenten (1, 8).
20
Psychische gezondheid
Ruim een derde van de jongeren met psychische problemen denkt wel eens aan zelfdoding
Psychische ongezondheid een probleem bij jong
Elf procent van de jongeren van 12 tot en met 18 jaar
en oud
in Reusel-De Mierden piekert dag en nacht. Ze pie-
Psychische problemen komen in alle leeftijdsgroe-
keren vooral over schoolprestaties, hun uiterlijk en
pen voor. Het aantal mensen in Reusel-De Mierden
verveling. Zes procent van de jongeren heeft in het
dat zich psychisch ongezond voelt, verschilt niet
afgelopen jaar zelfdoding overwogen en 0,9% heeft
zo veel tussen de verschillende leeftijdsgroepen.
ook daadwerkelijk een poging ondernomen (4). Van
Deze verschillen zijn in de regio groter. Met name
de jongeren in Zuidoost-Brabant die zich psychisch
de groep ouderen in Reusel-De Mierden die zich
ongezond voelen, heeft ruim één op de drie in het
psychisch ongezond voelt, is met 13% relatief klein
afgelopen jaar aan zelfdoding gedacht. Het over-
(regio 19%). Bij de volwassenen en 12- tot en met
grote deel van de mensen die suïcide plegen, heeft
18- jarigen geldt dit voor respectievelijk 14% en
een psychische stoornis, zoals een depressie. Negen
10% (figuur 3.2). Jongeren uit éénouder- of nieuw-
procent van de jongeren met een slecht ervaren psychische gezondheid heeft behoefte aan professionele hulp (4).
Kernboodschap: Psychische problemen en depressie komen voor bij jong en oud. Zorg voor preventie met voorlichting, vroegsignalering en bewegingsstimulering.
Veel inwoners lopen risico op een depressie of angststoornis In Reusel-De Mierden heeft ongeveer één op de drie volwassenen en ouderen een matig tot hoog risico op een depressie of angststoornis. Bij 3% van de volwassenen is sprake van
gevormde gezinnen en niet-schoolgaande jongeren
een hoog risico. Voor de ouderen geldt dit voor 2%.
hebben vaker een slechtere psychische gezondheid.
Deze groep is kleiner dan in de regio (5%).
Ook lager opgeleiden (ten hoogste lagere school)
Vier procent van de volwassenen en tien procent van
zijn vaker psychisch ongezond dan mensen met een
de ouderen gebruikt medicijnen voor angst, depres-
hoog opleidingsniveau. Van de volwassen bevolking
sie, spanning of stress (4). Landelijk onderzoek toont
met een inkomen beneden modaal is ruim een kwart
aan dat angsten en depressies ook onder jongeren
psychisch ongezond (4).
een groter probleem zijn dan tot voor kort bekend was. Van de jongeren onder de 18 jaar heeft 15% wel eens een depressieve periode meegemaakt (9).
Figuur 3.2 Psychische ongezondheid naar leeftijd in Reusel-De Mierden en Zuidoost-Brabant (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
10%
14%
12-18 jaar
Reusel-De Mierden
14%
17%
19-64 jaar
13%
19%
65+
Zuidoost-Brabant
21
Depressie behoort tot de top vijf van ziekten met de
preventief aanbod er is. Een kwart van de nieuwe ge-
hoogste ziektelast
vallen van depressie is te voorkomen. Uit onderzoek
Het aantal mensen met een depressie neemt toe.
blijkt dat er een sterk verband is tussen eenzaamheid
Depressie en angststoornissen behoren tot de top 5
en depressie (10). Voor zowel preventie van depressie
van ziekten met de hoogste ziektelast (7). Psychische
als preventie van eenzaamheid is het bevorderen van
problematiek kan verregaande gevolgen hebben.
sociale steun en participatie van belang. Doel van
Het belemmert het functioneren in het dagelijks
depressiepreventie is het mentaal vermogen te ver-
leven, vermindert de kwaliteit van leven en kan zelfs
sterken zoals het ontwikkelen van het eigen talent
ernstige zelfdestructieve vormen aannemen, zoals
en potentieel.
suïcidaal gedrag. Een depressie op jonge leeftijd kan de schoolcar-
De gemeente heeft vooral een rol in het voorkómen
rière schaden en is een belangrijke voorspeller voor
van psychische problemen
het ontwikkelen van een depressie op latere leef-
Jongeren en hun ouders in Reusel-De Mierden kun-
tijd. Door een depressie kunnen volwassenen uit
nen met vragen en problemen op psychosociaal
het arbeidsproces vallen, ouderen kunnen sociaal
gebied sinds 2009 terecht bij het Centrum voor Jeugd
geïsoleerd raken en vereenzamen en mantelzorgers
en Gezin (CJG). Binnen dit centrum werken diverse
kunnen geen zorg meer bieden aan hun naasten.
organisaties samen. Indien nodig wordt doorver-
Risicogroepen voor een depressie zijn onder andere
wezen naar professionals in de tweedelijn, zoals
kinderen en jongeren die in armoede leven, mantel-
kinderarts en GGZ. ZuidZorg is alert op signalen die
zorg verlenen of worden blootgesteld aan verwaar-
kunnen duiden op een postnatale depressie bij jonge
lozing, misbruik of geweld. Ook ‘kwetsbare’ ouderen
moeders.
waarbij sprake is van eenzaamheid, weinig sociale
Daarnaast investeert de gemeente in de preventie
steun, diverse lichamelijke ziekten en beperkingen
van psychische problemen door het inkopen van
of een laag inkomen hebben een verhoogd risico op
producten zoals ‘KOPP-groepen’ voor kinderen van
depressieve klachten. Sociale participatie en gevoel
ouders met psychiatrische problemen, woonbege-
van controle over het eigen leven beschermen tegen
leiding, bemoeizorg, Pubers in de Knel, School- en
een depressie.
Jeugdmaatschappelijk Werk, 24-uurs opvang in de centrum gemeente Eindhoven, Jeugd Preventie
Meer kans op depressie bij overgewicht en
Programma en de coördinatie van het meldpunt
lichamelijke inactiviteit
Huiselijk geweld. Ook zet de jongerenopbouwwerker
Mensen met overgewicht of diabetes hebben meer
in op activerende ondersteuning van de jeugd.
kans op een depressie, en andersom. Recent onder-
De gemeente Reusel-De Mierden besteedt binnen
zoek laat bovendien zien dat mensen die weinig
haar Wmo-beleid bovendien veel aandacht aan het
bewegen meer risico lopen op het ontwikkelen van
bevorderen van de sociale cohesie van buurten en
een psychische aandoening (10). Omgekeerd hebben
wijken. Hiervoor zijn inmiddels dorpsraden ingesteld
mensen die sporten vijftig procent minder kans om
en is men in samenwerking met diverse werkgroe-
een psychische stoornis te ontwikkelen dan mensen
pen in de kleine kernen bezig met het opzetten van
die niet sporten. Ze hebben minder vaak last van
steunsystemen. Tot slot levert ook de sportstimule-
depressies, fobieën, andere angststoornissen en
ring vanuit de gemeente een bijdrage aan de preven-
alcoholverslaving (11). Daarnaast draagt sporten bij
tie van psychische ongezondheid.
aan een sneller herstel. Sportende mensen met een recente psychische stoornis zijn na drie jaar anderhalf
Depressiepreventie is voor gemeente reeds
keer vaker hersteld van hun ziekte dan mensen met
speerpunt van lokaal gezondheidsbeleid
een psychische stoornis die niet sporten.
Samen met de drie Kempengemeenten Bergeijk, Bladel en Eersel heeft de gemeente een werkgroep
Meer hulp mogelijk via vroegsignalering en een
‘Depressiepreventie’ ingesteld bestaande uit GGzE,
toegankelijk preventieaanbod
GGD Brabant-Zuidoost, Dommelregio en de gemeen-
Een (ernstige) depressieve stoornis kan voorkómen
ten. De werkgroep richt zich op diverse doelgroepen
worden door vroegtijdige signalering en vroegtijdig
zoals middelbare scholieren, mantelzorgers en ou-
ingrijpen. Ongeveer een derde van de mensen met
deren. Sinds 2009 zijn diverse activiteiten uitgevoerd
een depressie zoekt echter geen hulp. Belangrijk is
zoals:
dat hulpverleners de risicofactoren en signalen van
- Algemene informatiebijeenkomsten voor mensen
een depressie kunnen herkennen en weten welk
22
met depressieve gevoelens, hun mantelzorgers en
geïnteresseerde professionals; - Artikel geplaatst in huis-aan-huiskranten over praktijkondersteuning GGZ in de huisartsenpraktijk; - Brochure en website ‘Klaart het nog op’: een sociale kaart depressie(preventie) voor (door) verwijzers; - Cursussen signaleren van depressie en eenzaamheid voor vrijwilligers van GOW Welzijnswerk; - Informatieve bijeenkomsten en deskundigheidsbevordering voor professionals die met jongeren werken, zoals jongerenopbouwwerkers van Jeugd-Punt en leerkrachten van het Pius X over (vroegtijdige) signalering van depressie bij jongeren, het bespreekbaar maken hiervan en de mogelijkheden voor doorverwijzing; - Workshops ‘Depressiepreventie in de huisartsenpraktijk’ en ‘Ervaringsworkshop depressiepreventie’: uitgevoerd tijdens de LGB-ontmoetingsdag voor professionals / vrijwilligers op het terrein van gezondheid, welzijn en zorg; - Cursussen ‘In de put, uit de put’ georganiseerd voor volwassenen en ouderen met een depressie. De gemeente is op de goede weg om haar burgers te ondersteunen bij (het voorkomen van) hun psychische problemen. Maar gezien de omvang en ernst van deze problematiek is het raadzaam om hiermee ook de komende jaren door te gaan en de huidige aanpak zelfs uit te breiden.
Algemene voorlichting maakt psychische problemen bespreekbaar Voorlichting kan helpen het taboe rondom psychische klachten te doorbreken en de problematiek bespreekbaar te maken waardoor mensen met depressieve klachten eerder hulp gaan zoeken. Bij volwassenen kan preventie van psychische problemen gericht worden op de groep die werk en zorgtaken combineert. Preventie van psychische problemen bij ouderen kan als boodschap hebben ‘succesvol ouder worden’ en ‘behoud van de kwaliteit van leven’. Met sporten en bewegen minder kans op psychische stoornis Lichaamsbeweging heeft een positief effect op het voorkomen en het herstel van psychische aandoeningen. De GGZ-preventie zou zich meer kunnen richten op het stimuleren van bewegen bij gezonde mensen en bij groepen waarvan bekend is dat ze risico lopen op het ontwikkelen van een psychische stoornis.
Depressiepreventie krijgt beter vorm door brede insteek Preventie van psychische problemen heeft de beste resultaten als publieksvoorlichting, vroegsignalering en advisering, ondersteuningsprogramma’s, sportstimulering en maatregelen gericht op de omgeving in combinatie worden uitgevoerd. - Intermediairs spelen een belangrijke rol in het tijdig signaleren van (risico’s op) depressie. Deze vroegsignalering kan verbeterd worden door het gebruik van signaleringsprotocollen door bijvoorbeeld leerkrachten, ouderenadviseurs, maatschappelijk werkers, wijkverpleegkundigen of medewerkers binnen de jeugdgezondheidszorg. - De inrichting van de leefomgeving draagt bij aan een prettige en veilige woonomgeving en nodigt uit om elkaar sociale steun te bieden. Gemeenten hebben bij uitstek invloed op het inrichten van de directe leefomgeving, de sociale samenhang in een buurt en het creëren van veiligheid. Stimuleer hierbij de participatie van wijkbewoners. Vooral een goed contact met de buren beschermt tegen depressie (10). - In de regio is een breed aanbod op het gebied van depressie beschikbaar maar er wordt nog te weinig gebruik van gemaakt (12). De werkgroep ‘Depressiepreventie De Kempen’ heeft een groot aantal interventies samengevoegd in de brochure en website ‘Klaart het nog op’. Deze dienen nog beter onder de aandacht te worden gebracht van (door)verwijzers. - Een nieuwe vorm van zorgverlening is EHealth. Er zijn bewezen effectieve e-mental health programma’s voor het ontwikkelen van mentale weerbaarheid en voor de preventie en behandeling van depressie. Deze vorm van zorgverlening sluit ook aan bij de jeugd (1). Samen sta je sterker Depressiepreventie heeft veel invalshoeken en er zijn veel activiteiten en interventies die door verschillende organisaties kunnen worden uitgevoerd. Belangrijke partners voor de gemeente zijn de GGD en de GGZ. Maar ook welzijnsorganisaties en het CJG zijn onmisbaar bij het bereiken van doelgroepen en het begeleiden van risicogezinnen. Waar depressiepreventie overgaat in zorg, spelen de huisarts en praktijkondersteuner GGZ een belangrijke rol. Verpleeg- en verzorgingshuizen kunnen een ondersteunende functie hebben voor zelfstandig wonende ouderen. Betrek ook vertegenwoordigers van de doelgroep, bijvoorbeeld via de Stichting Zelfhulpnetwerk Zuidoost-Brabant.
23
Bewegen, voeding en overgewicht
Gezonde voeding belangrijk voor een gezond gewicht Er zijn aanwijzingen dat borstvoeding het kind
Het merendeel van de jeugd heeft te weinig
beschermt tegen het ontwikkelen van overgewicht.
lichaamsbeweging
Toch krijgt ruim een derde van alle pasgeborenen in
Voldoende lichamelijke activiteit is belangrijk voor
Reusel-De Mierden geen of niet uitsluitend borstvoe-
een goede energiebalans en het voorkomen van
ding.
overgewicht. Het goede nieuws is dat de jeugd in Reusel-De Mierden gemiddeld meer lichaamsbeweging heeft dan de jeugd in de regio Zuidoost-Brabant. Desondanks sport meer dan de helft van de kinderen in Reusel-De Mierden minder dan twee keer per week. En ook bij de jongeren haalt 69% de beweegnorm voor hun leeftijd niet (figuur 3.3). Wel zijn er tussen 2003 en 2007
Kernboodschap: De meerderheid van de kinderen in Reusel-De Mierden beweegt onvoldoende en vergroot hiermee de kans op overgewicht. Verbind de initiatieven die een gezonde leefstijl bevorderen en stimuleer het veilig bewegen in de buurt.
meer jongeren lid geworden van een sportvereniging. Ook bij de volwassenen en ou-
Ook het eten van voldoende groente en fruit be-
deren in Reusel-De Mierden voldoet ruim een derde
hoort tot een gezond voedingspatroon. Desondanks
niet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen.
eet 28% van de 1-11 jarigen in Reusel-De Mierden
Meer dan de helft van de ouderen sport minder dan
niet dagelijks fruit en 37% niet dagelijks groente. Bij
één keer per week (59%) (4).
de jongeren liggen deze percentages met respectievelijk 66% en 59% nog hoger. De fruitconsumptie is
Het overgewicht bij de jeugd nog altijd te hoog
bij jongeren overigens wel iets toegenomen.
Overgewicht is een belangrijk gezondheidsprobleem
Ook voor de volwassenen en ouderen geldt dat
in Reusel-De Mierden. Zeven procent van de 2- tot
het merendeel de aanbevolen norm voor fruit en
en met 11- jarigen en 12% van de 12- tot en met
groente niet haalt. Maar ten opzichte van de vorige
18-jarigen is te dik (op basis van zelfgerapporteerde
meting is voor beide groepen wel sprake van een
waarden voor lengte en gewicht). Van de kinderen
verbetering van de groenteconsumptie (4).
heeft 1% al ernstig overgewicht (obesitas). Bij de jongeren is dit 0,3% (figuur 3.4). Zowel in Reusel-De
Overgewicht is een risico voor lichamelijke en
Mierden als in de regio is het percentage jongeren
geestelijke ongezondheid
met overgewicht de afgelopen jaren stabiel gebleven
Overgewicht en vooral obesitas zijn een risico voor
(4).
de gezondheid, zowel lichamelijk als geestelijk. Volwassenen met obesitas hebben meer kans op
Meer overgewicht bij ouderen dan in de regio
diabetes, hartziekten en een aantal vormen van kan-
In Reusel-De Mierden is bovendien 46% van de
ker. Door het stijgend aantal ouderen zal het aantal
volwassenen en 66% van de ouderen te zwaar. Bij
diabetespatiënten in Zuidoost-Brabant in 2020 naar
de ouderen ligt dit percentage hoger dan gemiddeld
schatting met 27% toenemen ten opzichte van 2007
in de regio (59%). Bij één op de tien volwassenen
(2). Ook bij kinderen hebben overgewicht en obesitas
en één op de zes ouderen is zelfs sprake van obesi-
schadelijke gevolgen. Zo hebben kinderen met over-
tas. Zowel bij de volwassenen als de ouderen is het
gewicht steeds vaker last van glucose-intolerantie en
aantal mensen met overgewicht de afgelopen jaren
diabetes type 2. Bovendien worden zware kinderen
gelijk gebleven. In de gehele regio is er wel sprake
meestal zware volwassenen.
van een toename van overgewicht bij ouderen (4).
Kinderen en volwassenen met overgewicht lopen meer risico op psychosociale problemen, stigmatisering en discriminatie. Mensen met een laag inkomen en sommige niet-westerse allochtonen (zoals Turken en Marokkanen) hebben vaker overgewicht (zie ook de kernboodschap ‘gezondheidsverschillen’) (4).
24
Figuur 3.3 Sportgedrag bij kinderen en jongeren in Reusel-De Mierden en Zuidoost-Brabant (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
54%
66%
69%
76%
Sport minder dan 2x/week buiten school
Sport of beweegt minder dan 7 dagen per week
4-11 jaar
(minimaal 1 uur per dag) 12-18 jaar
Reusel-De Mierden
Zuidoost-Brabant
Figuur 3.4 Overgewicht en obesitas in Reusel-De Mierden naar leeftijd (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
66% 46%
12%
7% 1% 2-11 jaar
16%
0,3% 12-18 jaar
Overgewicht inclusief obesitas
10% 19-64 jaar
65+
Obesitas
25
Steeds meer aandacht voor een gezonde leefstijl ter
actieplan worden sportverenigingen in de gele-
preventie van overgewicht
genheid gesteld om projecten uit te voeren om
Het is moeilijk om eenmaal bestaand overgewicht aan te pakken. Daarom is het van groot belang om al
inactieven in beweging te krijgen. - De gemeente wil daarnaast in 2012 aan de slag
op jonge leeftijd te starten met het bevorderen van
met het opstellen van een plan van aanpak voor
een gezonde leefstijl. Sporten en bewegen zijn hier-
sportstimulering.
bij essentieel. Voldoende beweging heeft bovendien een positieve invloed op de leerprestaties, weerbaar-
Werkgroep ‘Overgewicht en diabetes De Kempen’
heid en (psycho)sociale en motorische ontwikkeling
timmert aan de weg
van kinderen. De gemeente heeft de afgelopen jaren
De aanpak van overgewicht is de laatste jaren een
al veel aandacht besteed aan sportstimulering bij
belangrijk speerpunt binnen het lokaal gezondheids-
jongeren. Daarbij wordt het thema gezondheid en
beleid. Samen met de drie Kempengemeenten Ber-
voeding vaak meegenomen. Voorbeelden hiervan
geijk, Bladel en Eersel heeft de gemeente hiervoor
zijn:
een werkgroep ingesteld bestaande uit onder andere
- BOS-impuls: de gemeente neemt deel aan de
de GGD Brabant-Zuidoost, ZuidZorg, zorgcentra
Buurt Onderwijs Sport impuls. Via de Brede
(RSZK) en de gemeenten. De werkgroep richt zich op
Scholen zijn in de periode 2008 tot en met 2011
diverse doelgroepen, zoals kinderen en hun ouders,
veel kinderen bereikt met naschoolse sportactivi-
maar ook ouderen en mensen met een (chronische)
teiten. Daarnaast biedt het PIUS X College haar
beperking. Sinds 2009 zijn diverse activiteiten uitge-
leerlingen na de schooltijd de mogelijkheid om
voerd zoals:
extra te sporten.
- Voorlichtingsmiddag over diabetes met lezingen,
- De Impuls brede scholen, sport en cultuur (ook
beweegactiviteiten, stands en workshops in de
wel impuls combinatiefuncties genoemd) heeft
Floriaan te Bladel aansluitend op de landelijke
als doel het sporten binnen en buiten schooltijd
week van diabetes. Doelgroep waren senioren uit
te stimuleren. Op basis van de resultaten van het
de vier Kempengemeenten. Hierbij is samenge-
haalbaarheidsonderzoek dat is uitgevoerd, wordt
werkt met praktijkondersteuners, de apotheek,
eind 2011 een besluit genomen over de precieze
bibliotheek, Kempen Vitaal, GGD Brabant-Zuid-
invulling van de combinatiefuncties vanaf 2012.
oost, Kempen Cuisine en ZuidZorg.
Deze regeling biedt de gemeente de mogelijk-
gegeven aan de doelgroep ouderen en (hun)
reel aan te blijven bieden in een veilige omgeving
mantelzorgers. Iedereen die een maaltijd thuis
en onder goede begeleiding. Hiermee kunnen
ontvangt, heeft hierbij extra informatie gekregen
talenten en achterstanden in beeld worden ge-
in de vorm van een notitieblok (te gebruiken als
bracht en begeleid, ontwikkelingsachterstanden
boodschappenlijstje) met hierop suggesties voor
voorkomen en bestreden en de sociale samen-
gezonde boodschappen en informatie over een
hang worden versterkt. - De gemeente ondersteunt gezinnen met kinderen die onvoldoende middelen hebben om te kunnen sporten. Zo vergoedt de Minimabijdrage-
gezond dieet. - Aan de kindercentra is een adviesnota over eten en bewegen aangeboden. - In de cursus schuldhulpverlening van het Alge-
regeling bijvoorbeeld het lidmaatschap van een
meen Maatschappelijk Werk is een bijeenkomst
voetbalclub, maar ook de aanschaf van sport-
opgenomen over gezonde en betaalbare voe-
schoenen. Ook bij de Stichting Leergeld kunnen
ding. De deelnemers waren afkomstig uit alle vier
gezinnen hiervoor terecht.
de Kempengemeenten.
- Voor volwassenen en ouderen is er een divers
- Het project ‘schoolgruiten’ is onder de aandacht
aanbod om het bewegen te stimuleren. Voorbeel-
gebracht van alle basisscholen. Een van de basis-
den hiervan zijn ‘Meer Bewegen Voor Ouderen’
scholen heeft het programma inmiddels volledig
en activiteiten van de vele sportverenigingen.
ingevoerd en het predicaat ‘schoolgruit-school’
- Met de campagne ‘Liever met de fiets!’ is het fietsgebruik gestimuleerd. Deze campagne sloot
ontvangen. - Aansluitend op landelijke ‘Campagne 30 minuten
aan bij het regionale project ‘Schone lucht kent
bewegen’ zijn persberichten verschenen over het
geen grenzen’.
belang en de mogelijkheden van meer bewegen.
- De gemeente neemt deel aan het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen. Op basis van dit
26
- Via maaltijdvoorzieningen is voorlichting
heid om de naschoolse sportactiviteiten structu-
De gemeente Reusel-De Mierden is op de goede weg om haar burgers te ondersteunen bij het bevorderen van een gezonde leefstijl met veel aandacht voor het vergroten van bewustwording en het stimuleren van sporten en bewegen. Gezien het belang hiervan voor
- Ondersteunen van kinderen met (dreigend) overgewicht: door signalering en advisering via Jeugdgezondheidszorg en de eerste- en tweedelijnszorg. Maak daarbij gebruik van de Regionale Transmurale Afspraak Overgewicht bij Kinderen.
de aanpak van diverse gezondheidsrisico’s zoals overgewicht, depressie, eenzaamheid, sociale samenhang en participatie is het raadzaam om hiermee ook de komende jaren door te gaan. De huidige aanpak kan op een aantal punten zeker nog worden uitgebreid.
Inrichting van de fysieke en sociale omgeving biedt nieuwe kansen Naast het stimuleren van gezond gedrag kan de omgeving een gunstige invloed hebben op het voorkomen van overgewicht. Daarbij gaat het om zowel de fysieke als de sociale omgeving. In het ideale geval nodigt de fysieke omgeving uit tot bewegen en gezond eten. De landelijke nota gezondheidsbeleid pleit ervoor de gezonde keuze de makkelijke keuze te laten zijn. Het kabinet wil dat iedereen veilig kan sporten, bewegen en spelen in de buurt (1). De sociale omgeving kan het veranderen van normen en waarden stimuleren en ondersteunt gezond gedrag. Algemene voorlichting over een gezond beweeg- en voedingspatroon blijft daarom van belang. Mogelijkheden om de komende jaren integraal in te zetten op de aanpak van overgewicht Voor een effectieve preventie van overgewicht is integraal beleid nodig. Er is veel winst te behalen als het thema ‘Veilig sporten en bewegen in de buurt’ een gezamenlijk speerpunt wordt van de beleidsterreinen Wmo, sport, jeugd en Lokaal gezondheidsbeleid. Maar er zijn meer mogelijkheden die vanuit verschillende beleidsterreinen kunnen worden opgepakt (13):
- Betrekken van intermediairs: betrek medewerkers van CJG, Kinderdagverblijven, scholen, ZuidZorg, de combinatiefunctionaris en anderen, bij het vertalen van de boodschap gezonde voeding en voldoende beweging aan kinderen en hun ouders of verzorgers. - Inrichting van de (fysieke) omgeving: van belang is dat de omgeving het bewegen stimuleert via een uitnodigende openbare ruimte en sportvoorzieningen. Maar ook aanpassing van het kantineaanbod van het Pius X College kan het maken van gezonde keuzes vergemakkelijken. - Regelgeving en handhaving: door middel van een restrictief vestigingsbeleid van (mobiele) snackbars en fastfoodrestaurants kan ongezond eten minder bereikbaar gemaakt worden. . Nog meer afstemming en samenwerking tussen professionals is gewenst Programma’s voor leefstijlverbetering vragen een lange looptijd en samenwerking tussen diverse professionals. Het signaleren van (risico op) overgewicht, het uitvoeren van geschikte programma’s en vooral ook het aanleren en volhouden van een gezondere leefstijl vragen om verbinding van preventie en zorg. Vanuit diverse invalshoeken ontstaan goede initiatieven in Reusel-De Mierden. De uitdaging voor alle partijen is elkaar ook op de hoogte te houden van het aanbod en de samenwerking te versterken.
- Voorlichting en educatie: onder andere door het presenteren van gezonde voeding op publieksevenementen, door het stimuleren van het schoolgezondheidsbeleid bij scholen en door het stimuleren van sporten en bewegen. Ook de nieuwe media kunnen hiervoor worden ingezet. De Technische Universiteit Eindhoven en de Fontys Hogeschool onderzoeken momenteel wat de mogelijkheden hiervoor zijn. - Vergroten van weerbaarheid: door kinderen al op jonge leeftijd weerbaar te maken zijn zij beter in staat om gezonde keuzes te maken. 27
Alcoholgebruik
Jongeren die drinken, drinken nog steeds veel… Het is goed nieuws dat het aantal jongeren dat
Alcoholgebruik onder jongeren blijft zorgwekkend
alcohol drinkt, is gedaald. Maar onder de 16 tot en
ondanks gunstige trends
met 18 jarigen is het drankgebruik nog steeds hoog.
Bij het alcoholgebruik van jongeren is een gunstige
In Zuidoost-Brabant is 63% van de jongeren in deze
trend zichtbaar. Het aantal jongeren in de regio Zuid-
leeftijdscategorie ‘binge-drinker’. Dat wil zeggen dat
oost-Brabant dat alcohol drinkt, is in de afgelopen
ze in de afgelopen 4 weken bij één gelegenheid 5
jaren afgenomen. Ook het aantal jongeren in Reusel-
glazen of meer hebben gedronken. Bij de 12- tot en
De Mierden dat in de 4 weken voor het onderzoek
met 15- jarigen in de regio geldt dit voor 13%. De
in 2007 alcohol heeft gedronken is gedaald ten op-
groep binge-drinkers is de afgelopen jaren niet klei-
zichte van 2003. Maar nog altijd ruim de helft heeft
ner geworden. In Reusel-De Mierden kan 43% van
voorafgaand aan het onderzoek gedronken (56%).
alle 12- tot en met 18-jarigen tot de binge-drinkers
En dit percentage ligt hoger dan in de regio. Ook hebben in ReuselDe Mierden veel meer jongeren op 12-13 jarige leeftijd hun eerste glas alcohol gedronken (figuur 3.5). In totaal drinkt in de regio Zuidoost-Brabant één op de vier jongeren tussen de 12 en 15 jaar alcohol en zij gaan daarmee voorbij aan de norm ‘onder 16 jaar geen alcohol’ (4).
Kernboodschap: Jongeren beginnen nog steeds op te jonge leeftijd met drinken en veel ouders keuren dit goed. Zorg voor een lokale aanpak via educatie, draagvlak, regelgeving, handhaving en vroegsignalering.
Figuur 3.5 Startleeftijd alcoholgebruik van jongeren (12 t/m 18 jaar) in Reusel-De Mierden en Zuidoost-Brabant in 2007 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
27%
20%
29%
5% 6%
< 12 jaar
Reusel-De Mierden
28
34%
29%
40%
5% 6%
12-13 jaar
Zuidoost-Brabant
14-15 jaar
> 16 jaar
drinkt (nog) niet
Figuur 3.6 Alcoholgebruik van jongeren (12 t/m 18 jaar) in Reusel-De Mierden en Zuidoost-Brabant in 2007 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
56%
48% 26%
21% 15%
Heeft in de afgelopen
6%
Is in de afgelopen
Drinkt meer dan 20 glazen
4 weken alcohol
4 weken dronken of
alcohol per week
gedronken
aangeschoten geweest
Reusel-De Mierden
Zuidoost-Brabant
worden gerekend. Deze groep is duidelijk groter dan
Alcoholgebruik onder zwangeren blijft te hoog
in de regio (34%). Ruim een kwart van de jongeren is
Van de moeders in Reusel-De Mierden geeft zes pro-
bovendien recent dronken of aangeschoten geweest
cent aan tijdens de zwangerschap alcohol te hebben
en 15% drinkt zelfs meer dan 20 glazen per week
gedronken. Dit percentage is lager dan in de regio
(iguur 3.6).
(10%), maar gezien de schadelijke effecten van alcohol op het ongeboren kind blijft dit een belangrijk
… en een grote groep ouders keurt het
aandachtspunt.
alcoholgebruik van hun kind nog steeds goed Van de ouders met een kind van 8 tot en met 11 jaar
De richtlijnen voor aanvaardbaar alcoholgebruik zijn
geeft 8% aan dat hun kind al eens alcohol heeft ge-
omlaag gebracht
dronken. Bovendien vindt 16% van deze ouders dat
De officiële norm voor ‘aanvaardbaar alcoholge-
15 jaar of jonger een verantwoorde leeftijd is voor
bruik’ is op advies van de Gezondheidsraad omlaag
het eerste glas alcohol. Bijna 1 op de 4 ouders denkt
gebracht (14). Vrouwen kunnen het maar beter
dat je als ouder niet kunt voorkomen dat je kind veel
houden bij één glaasje, mannen bij maximaal twee
gaat drinken.
glaasjes per dag. Dagelijks gebruik van alcohol wordt
Ook aan de 12- tot en met 18-jarige jongeren in
ontraden om gewenning te voorkomen. Op basis van
Reusel-De Mierden is gevraagd wat hun ouders er
deze richtlijnen komt het nieuwe maximum per week
van vinden dat ze alcohol drinken. Hierop antwoordt
uit op 5 glazen voor vrouwen (maximaal 1 per dag,
39% dat ze het goed vinden en bij 11% wordt er
minimaal 2 dagen per week niet) en 10 voor mannen
niets van gezegd. Regiocijfers laten zien dat ook
(maximaal 2 glazen per dag, minimaal 2 dagen per
sommige ouders met kinderen van 12 tot en met 15
week niet). In Reusel-De Mierden voldoet 73% van
jaar het goed vinden als hun kind alcohol gebruikt
de volwassenen en 46% van de 65-plussers niet aan
(15%) of er niets van zegt (6%).
de norm aanvaardbaar alcoholgebruik.
29
De negatieve gezondheidseffecten van
- Elke bibliotheek in de Kempen heeft gebruik
alcoholgebruik worden vaak onderschat
gemaakt van de tentoonstelling over ‘alcohol en
Nederlandse jongeren drinken over het algemeen te
jongeren’. Daarnaast hebben zes basisscholen
jong, te vaak en te veel. De gevolgen daarvan
deelgenomen aan de wedstrijd ‘Lol zonder alco-
zijn ernstig. In de eerste plaats omdat alcoholgebruik op jonge leeftijd de ontwikkeling van de
hol’. - Jeugd-Punt verzorgt elk jaar gastlessen op de
hersenen schaadt, maar ook omdat het kan leiden
basisscholen over de thema’s alcohol, tabak en
tot schooluitval, ongeremd gedrag,
drugs en verzorgt samen met de kinderen een
gewelddadigheid en relationele problemen. Daar-
avond voor de ouders.
naast heeft de maatschappij last van drinkende jongeren. Alcoholgebruik onder jongeren gaat vaak gepaard met overlast in de publieke ruimte,
- Het horecatoezicht in de uitgaansgebieden is uitgebreid. - Workshop ‘alcohol en jongeren’ tijdens de LGB-
zoals geweld, vernielingen en andere criminaliteit.
ontmoetingsdag voor Kempische professionals
Jong beginnen met drinken verhoogt bovendien de
en vrijwilligers op het terrein van gezondheid,
kans op overmatig gebruik en verslaving op latere
welzijn en zorg.
leeftijd aanzienlijk.
- ‘Het beste idee van de Kempen’: inwoners uit de
Alcoholgebruik is ook uitermate ongezond voor
Kempengemeenten zijn uitgedaagd om een ver-
het ongeboren kind. Bij volwassenen is overmatig
nieuwend, origineel, inspirerend en uitvoerbaar
gebruik schadelijk voor bijna alle organen van het
idee te bedenken om alcoholgebruik onder jon-
menselijk lichaam en hangt samen met ongeveer
geren te verminderen. Het winnende idee was:
zestig aandoeningen.
‘alcoholvrij festival op het E3 strand te Eersel’. - Aandacht voor alcohol, uitgaan en vrienden
Reusel-De Mierden investeert samen met de
maken op Pius X College tijdens de eerste ou-
Kempengemeenten in alcoholpreventie
derbijeenkomst van het schooljaar met als doel
Al sinds 2007 besteedt de gemeente Reusel-De
ouders bewust te maken van de nieuwe fase van
Mierden veel aandacht aan de aanpak van schadelijk
hun kind en het belang om met elkaar in gesprek
alcoholgebruik door de jeugd. Dit is dan ook een
te gaan over alcoholgebruik. Novadic-Kentron
belangrijk speerpunt binnen het lokaal gezondheids-
heeft tijdens de rapportgesprekken een infor-
beleid. De gemeente participeert in het regionale
matiestand bemand en een preventiemedewer-
alcoholmatigingsproject ‘Laat je niet flessen!’ (15) en
ker verzorgt wekelijks een Drugs Informatie en
neemt samen met Bladel, Bergeijk en Eersel deel aan
Advies (D.I.A.)- spreekuur op school. Hier kunnen
de subregionale werkgroep ‘Alcohol De Kempen’.
leerlingen, ouders en docenten terecht voor
Deze werkwijze zorgt voor een stevige structuur
informatie of hulp.
waarin diverse partners zijn vertegenwoordigd, zoals
- Uit met ouders: deze actie is bedoeld om ouders
de gemeente zelf (vanuit verschillende beleidster-
van jongeren in de leeftijd van 13 tot en met 17
reinen), Novadic-Kentron, GGD Brabant-Zuidoost,
jaar te informeren over verschillende aspecten
Jeugd-Punt en Dommelregio. Ook worden er afspra-
van uitgaan in Reusel- De Mierden en Bergeijk.
ken gemaakt met de basisscholen, het Pius X College,
- Cursussen Instructie Verantwoord Alcoholgebruik
de politie en de plaatselijke horeca. Sinds 2009 zijn in
IVA: in het najaar van 2011 heeft het barper-
dit verband diverse activiteiten uitgevoerd zoals:
soneel van sportverenigingen de mogelijkheid
- In de Kempengemeenten heeft een pilot ‘Keten
gekregen om deel te nemen aan de IVA cursus.
en hokken’ plaatsgevonden waarbij een regio-
- Extra aandacht voor Kamperen bij de boer:
naal model keetbeleid is ontwikkeld. Op basis van
richtlijnen en afspraken tussen gemeente, jeugd,
dit model worden keten in Reusel-De Mierden
politie, jongerenopbouwwerk en brandweer om
bezocht.
excessen als gevolg van overmatig alcoholgebruik
- Het jongerenopbouwwerk heeft inmiddels met
te bestrijden.
een medewerker van bouw- en woningtoezicht
30
ongeveer 10 drinkhokken/-keten bezocht. In deze
Discussie met burgers vindt plaats op lokaal niveau
hokken en keten is met jongeren gesproken over
Ouders, jongeren, horecaondernemers, scholen,
de veiligheid binnen de ruimte, hun drinkgedrag
(sport)verenigingen, eigenaren/bezoekers van keten
en de gevolgen van (overmatig) alcoholgebruik.
en hokken, middenstand, sociaal-culturele instellin-
De ouders en keeteigenaren zijn gewezen op hun
gen en sportverenigingen zijn in april en mei 2010
verantwoordelijkheden.
uitgenodigd om te discussiëren over het alcohol-
gebruik onder de jeugd in Reusel-De Mierden. De uitkomst was dat ouders het meest verantwoordelijk zijn voor het alcoholgebruik van hun eigen kinderen. Maar uiteindelijk is het belangrijk dat alle betrokken partijen hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Gezamenlijk werden de volgende oplossingen geformuleerd: - Betrek jongeren bij het organiseren van alcoholvrije feesten voor 14 plussers. - Organiseer een ‘kroegentocht’ voor ouders waarbij ze in een aantal horecagelegenheden uitleg krijgen over veilig uitgaan, regels en handhaving, drugs- en alcoholgebruik. - Geef ouders en jongeren voorlichting over de consequenties van het gebruik van een valse ID kaart. - Breng ouders met elkaar in contact zodat er
veel in gang gezet. Maar het blijkt lastig om vanuit een subregionale samenwerking de pijler ‘regelgeving en handhaving’ voldoende inhoud te geven. Dit vraagt om een lokale aanpak met maatregelen op diverse beleidsterreinen zoals de Wmo, openbare orde en veiligheid, verkeersveiligheid, onderwijs, jeugdbeleid, horecabeleid, ouderenbeleid en sportbeleid. Reusel-De Mierden heeft hiermee al een begin gemaakt, maar heeft de kansrijke mogelijkheden die ‘Laat je niet flessen’ heeft opgeleverd, zeker nog niet allemaal benut. Daarnaast is het van belang om de succesvolle interventies nog meer in te bedden binnen de reguliere werkzaamheden van de lokale en regionale organisaties. De communicatie hierover naar de jongeren en hun ouders dient plaats te vinden vanuit het Centrum Jeugd en Gezin (CJG).
gezamenlijk afspraken gemaakt kunnen worden over het alcoholgebruik van hun kinderen. Betrek hierbij zeker ook het voortgezet onderwijs. - Stimuleer het verenigingsleven om zelf regels op te stellen en goede voorbeelden positief belonen. - Geef voorlichting en maak afspraken met het barpersoneel en het verenigingsleven. Veel van deze punten zijn of worden uitgevoerd door de werkgroep ‘Alcohol de Kempen’. Reusel-De Mierden is op de goede weg, maar het kan nog beter De huidige landelijke, regionale en lokale aanpak heeft zeker een bijdrage geleverd aan verschillende positieve resultaten. Zo is het aantal drinkers onder de 16 jaar in Zuidoost-Brabant sinds 2003 afgenomen (2). Ook blijkt het draagvlak bij ouders voor de norm ‘geen alcohol onder de 16 jaar’ in 2009 groter te zijn in vergelijking met 2006 (15). Gunstige trends dus, maar er wordt nog steeds veel te veel gedronken door de jongeren in Reusel-De Mierden. Voldoende reden dus om deze aanpak de komende jaren voort
Maak daarbij gebruik van het basispakket voor lokaal alcoholbeleid Op basis van eerdere ervaringen en wetenschappelijke inzichten is een basispakket voor lokaal alcoholbeleid samengesteld bestaande uit interventies en maatregelen (16): - Maatschappelijke normen beïnvloeden door social marketing: het continu agenderen van het onderwerp ‘risico’s van alcoholgebruik’ in alle relevante gemeentelijke sectoren, organisaties en media. - Normen in de omgeving beïnvloeden door verspreiding van basisinformatie over de risico’s van alcoholgebruik. - De beschikbaarheid van alcohol verminderen door het aantal verkooppunten en hun openingstijden te beperken, vooral in de buurt van scholen en tijdens evenementen. - Controle uitoefenen op de naleving van leeftijdsgrenzen voor alcoholverkoop en het handhaven van de regels voor doorschenken en openbare dronkenschap.
te zetten.
Zorg voor een lokale inbedding van de succesvolle interventies op alle pijlers Gemeenten hebben diverse mogelijkheden om de oorzaken van (schadelijk) alcoholgebruik te beïnvloeden. Als hulpmiddel gelden hierbij de vijf pijlers van een integrale aanpak, namelijk inrichting van de omgeving, regelgeving en handhaving, voorlichting en educatie, signalering en advies, en ondersteuning. Binnen het regionale alcoholmatigingsproject ‘Laat je niet flessen!’ wordt reeds aan deze pijlers gewerkt (15). De subregionale werkgroep ‘Alcohol De Kempen’ heeft op het gebied van ‘voorlichting en educatie’ al 31
Drugs
Dit gebeurt vooral door de 16- tot en met 18jarigen. In vergelijking met 2003 is het drugsgebruik
Beperkt aantal jongeren in Reusel-De Mierden
in Reusel-De Mierden gelijk gebleven. Eén procent
gebruikt softdrugs….
van de jongeren gebruikt gelijktijdig drugs en
Uit de Gezondheidsmonitor van de GGD Brabant-
alcohol. In de regio is dit 3%.
Zuidoost blijkt dat in Reusel-De Mierden 0,9% van de
Van de totale groep volwassenen (19 tot en met
jongeren van 12 tot en met 18 jaar 4 weken voor-
64 jaar) in Reusel-De Mierden gebruikt gemiddeld
afgaand aan het onderzoek softdrugs (hasj of wiet)
1% softdrugs en 0,5% harddrugs. Dit gebruik komt
heeft gebruikt (figuur 3.7). Dit betreft een groep
waarschijnlijk grotendeels voor rekening van de
van circa 12 jongeren; vooral jongens tussen de 16
jongvolwassenen. Want regiocijfers laten zien dat
en 18 jaar. In de meeste gevallen komen de jongeren
10% van de 19- tot en 24-jarigen in Zuidoost-Brabant
aan hasj of wiet via vrienden of ze kopen het in de coffeeshop. Vaak roken ze het op straat, in een park of op een andere plek buiten, in een café of disco, op een feest of bij een concert of bij vrienden. De meeste ouders weten niet dat de jongeren softdrugs gebruiken of ze raden het af. Minder dan één procent (0,3%) van de jongeren gebruikt cocaïne of heroïne en niemand gebruikt XTC.
Kernboodschap: Het drugsgebruik in Reusel-De Mierden is beperkt, maar jongeren denken wel steeds makkelijker over de risico’s van deze middelen. Een integrale aanpak van de drugsproblematiek is noodzakelijk.
Figuur 3.7 Recent druggebruik van jongeren (12 t/m 18 jaar) in Reusel-De Mierden in 2007 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
1% 0,9%
0%
wiet of hasj
32
XTC
0% hallucinogene paddestoelen
0,3%
cocaïne of heroïne
gelijktijdig drugs en alcohol
recent softdrugs heeft gebruikt. Het recente gebruik
Heroïne is een harddrug en een sterk verdovend mid-
van harddrugs ligt in deze leeftijdsgroep op 2% (4).
del. Het is een van de weinige drugs waar gebruikers (snel) lichamelijk afhankelijk van kunnen worden.
…maar de jeugd denkt wel steeds makkelijker
Het combineren van alcohol en drugs geeft vaak
over het gebruik van drugs
extra en onverwachte risico’s. Het effect verschilt per
Ook Jeugd-Punt heeft jongeren in beeld die soft-
combinatie van middelen en per persoon.
drugs en/ of harddrugs gebruiken. Het gaat hierbij om circa 30 jongeren en jongvolwassenen in de
Huidige aanpak van de drugsproblematiek in
leeftijd van 12 tot en met 21 jaar. Jeugd-Punt heeft
Reusel-De Mierden
geen signalen dat sprake is van een toename. Wat
De jongerenopbouwwerkers van Jeugd-Punt gaan in
wel opvalt is dat de jeugd steeds makkelijker denkt
Reusel-De Mierden de straat op om met jongeren te
over (de risico’s van) drugsgebruik en er ook vrijer
praten over druggebruik door henzelf of in het alge-
mee omgaat. Het aantal jongeren dat in beeld is bij
meen. Als binnen een groep sprake is van drugsge-
Jeugd-Punt lijkt iets hoger te liggen dan de cijfers op
bruik wordt hieraan extra aandacht besteed. Daarbij
basis van de jeugdmonitor. Dit valt mogelijk te ver-
wordt ook samengewerkt met Novadic-Kentron.
klaren door de grotere leeftijdscategorie die Jeugd-
Om inzicht te krijgen in hun eigen situatie worden
Punt hanteert. Anderzijds is via de vragenlijst van de
jongeren gecoacht, zodat ze aan de slag gaan met
gezondheidsmonitor mogelijk sprake van onderrap-
hun problematiek. Indien nodig wordt doorverwezen
portage van het soft- en harddrugsgebruik.
naar de hulpverlening. De jongerenopbouwwerkers verzorgen bovendien
Gegevens uit monitor OGGZ
elk jaar gastlessen en een ouderavond op de basis-
Politie Brabant-Zuidoost heeft in zowel 2009 als 2010
scholen over de thema’s alcohol, tabak en drugs. Om
twee incidenten ‘overlast in verband met drugs’ uit
ouders en opvoeders op een laagdrempelige wijze
Reusel-De Mierden geregistreerd. In 2010 zijn er bij
te informeren worden soms persberichten verspreid.
Novadic-Kentron 18 inwoners uit Reusel-De Mierden
Ook op het Pius X College worden voorlichtingsles-
in behandeling geweest met drugs als primaire pro-
sen gegeven. Bovendien kunnen ouders, leerlingen
blematiek. Bij 3 cliënten ging het om het gebruik van
en docenten op deze school voor informatie of hulp
opiaten, bij 11 om opwekkende middelen (cocaïne,
terecht bij het wekelijks Drugs Informatie en Advies
amfetamine) en bij 4 hallucinerende middelen (can-
(D.I.A.)- spreekuur van Novadic-Kentron. Daarnaast
nabis, xtc) (17).
verstrekt Novadic-Kentron waar gewenst informatie en advies aan doelgroepen en geeft ondersteuning
Het gebruik van drugs heeft lichamelijke,
aan ketenpartners, bijvoorbeeld binnen het Centrum
geestelijke en sociale risico’s
voor Jeugd en Gezin (CJG).
Drugs zijn middelen die de hersenen prikkelen waardoor er geestelijke en lichamelijke effecten optreden, de zogenaamde psychoactieve werking. Drugs kunnen op verschillende manieren ingedeeld worden. De meest gebruikte indeling is de indeling naar de werking van de drugs op de hersenen. De effecten kunnen stimulerend zijn, verdovend of bewustzijnsveranderend. Sommige middelen, zoals hasj en wiet, hebben meerdere effecten (18). Het gebruik van cannabis heeft lange en korte termijn risico’s. Op de korte termijn heeft cannabis onder andere een negatieve invloed op de concentratie. Dit kan prestaties op school of werk verslechteren en deelname aan het verkeer is riskant. Op de lange termijn werkt cannabis verslavend en kunnen psychische klachten verergeren. Cocaïne is een stimulerend middel. Het geeft een opgewekt, vrolijk gevoel. Cocaïne is lichamelijk niet (of zelden) verslavend. Regelmatig gebruik van cocaïne kan wel leiden tot geestelijke afhankelijkheid.
Weerbaarheid als basis voor preventie riskant middelengebruik Het zijn vaak dezelfde jongeren die alcohol drinken, roken, cannabis gebruiken en ander riskant gedrag vertonen. Recent onderzoek toont aan dat jongeren in de jeugdzorg en het speciaal onderwijs extra ontvankelijk zijn voor overmatig middelengebruik. Onder meer de gevoeligheid voor groepsdruk en een tekort aan sociale vaardigheden verklaren waarom juist deze jongeren vaak al op jonge leeftijd beginnen met roken, blowen en drinken (19). Vanwege deze clustering van riskant gedrag is een aanpak vanuit het thema weerbaarheid aan te raden. Er zijn diverse weerbaarheidstrainingen of sociale vaardigheidstrainingen beschikbaar. Weerbare kinderen bezitten de basisvaardigheden om een gezonde leefstijl te ontwikkelen en vast te houden: ze maken eigen keuzes ondanks druk van media, vriendjes, omgeving of het aanbod. Weerbaarheid legt een goede 33
basis voor gezondheidsbevordering op het terrein van genotmiddelen. Ouders en onderwijs kunnen helpen kinderen op te groeien tot weerbare kinderen (zie ook de kernboodschap ‘weerbaarheid’). Voor het onderwijs zijn goede voorlichtingsmethoden beschikbaar Structurele voorlichting op scholen over het gebruik van genotmiddelen is van belang om druggebruik te voorkómen, uit te stellen, te verminderen of verantwoord gebruik te ondersteunen. Goede voorlichting vraagt om herhaling van de boodschap om de risico’s van het gebruik te benadrukken. Naast voorlichting op school is het van belang ook de ouders te betrekken. Ouders moeten worden gestimuleerd om thuis het gesprek met hun zoon of dochter aan te gaan. Gebleken is dat ouders die het gebruik van drugs afkeuren hun kinderen helpen om zich te beschermen tegen druggebruik. Er zijn goede voorlichtingsmethoden beschikbaar die zowel op school als thuis het gesprek over genotmiddelengebruik ondersteunen. Voer integraal beleid op het lokale aanbod van drugs Naast individuele voorlichting over druggebruik is de omgeving van belang om te voorkomen dat jongeren in aanraking komen met drugs. Uit de jeugdmonitor blijkt dat jongeren drugs meestal krijgen via vrienden of uit een coffeeshop. Terughoudendheid in het beleid voor de beschikbaarheid van drugs is van belang. Dat kan door bijvoorbeeld regulering van het vergunningenstelsel voor coffeeshops en het handhaven van wet- en regelgeving op het gebied van drugs. Maar ook afstemming van de preventieve en repressieve aanpak vanuit jongerenopbouw, politie, gemeente en onderwijs is essentieel.
34
Roken
met de regio. In de gehele regio Zuidoost-Brabant is het aantal rokers de afgelopen jaren duidelijk afge-
Het aantal rokers in Reusel-De Mierden stabiel
nomen. In Reusel-De Mierden is deze trend minder
Nog steeds één op de vier volwassenen in Reusel-De
zichtbaar (4).
Mierden rookt (24%). Bij de 12-18 jarigen en de ouderen rookt respectievelijk 12% en 11% (figuur 3.8).
Nog teveel kinderen en jongeren blootgesteld
Het aantal rokers onder de 8- tot en met 11- jarige
aan tabaksrook
kinderen is nog nihil. Het percentage zware rokers
Niet alleen zelf roken is van invloed op de gezond-
van 21 sigaretten of meer per dag is bij zowel de
heid, ook passief roken (‘meeroken’) brengt ge-
volwassenen als de ouderen beperkt (respectievelijk
zondheidsrisico’s met zich mee. Nog steeds teveel
1% en 0,5%). Deze percentages zijn vergelijkbaar
kinderen roken onvrijwillig mee. Dat begint al tijdens de zwangerschap. Van één op de zeven kinderen (0 tot en met 11 jaar) rookte de moeder tijdens de zwan-
Kernboodschap: Nog steeds één op de vier volwassenen rookt. Voorkom dat jongeren gaan roken en stimuleer het stoppen met roken.
gerschap. Bovendien wordt 11% van de kinderen in Reusel-De Mierden thuis aan rook blootgesteld, hetgeen overigens lager is dan in de regio (14%). Bij de 12- tot en met 18-jarigen rookt zelfs 27% thuis mee (4).
Figuur 3.8 Roken naar leeftijd bij inwoners van Reusel-De Mierden en Zuidoost-Brabant (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
0,8% 0,5%
12%
8-11 jaar
Reusel-De Mierden
12%
24%
12-18 jaar
25% 19-64 jaar
11%
14%
65+
Zuidoost-Brabant
35
Meer rokers onder laagopgeleiden
is onbekend in hoeverre inwoners van Reusel-De
Bij mensen met een lage opleiding is het percentage
Mierden daar gebruik van maken.
rokers hoger dan bij mensen met een hoge oplei-
Het thema roken is onderdeel van de jaarlijkse gast-
ding. Hoogopgeleiden doen vaker een succesvolle
lessen Alcohol, Tabak en Drugs door Jeugd-Punt in
stoppoging. Een deel van het probleem begint al op
de groepen 7 en 8 van de basisscholen. Maar geen
jonge leeftijd. Jongeren met een lage opleiding (of
enkele basisschool doet mee met het project ‘Leuk
met ouders met een lage opleiding) hebben een gro-
zonder peuk’ en nog niemand mag zich ‘rookvrije
tere kans om te beginnen met roken en verslaafd te
school’ noemen.
raken. In Zuidoost-Brabant roken jongeren van laag
Voor het PIUS X College is dit wel het geval. Het Pius
opgeleide ouders significant vaker thuis mee dan
X doet al meerdere jaren mee aan de ‘Actie Tegengif’
kinderen van niet laag opgeleide ouders (47% versus
waarbij in de eerste en tweede klassen een stop-
31%). Vooral jongeren op het mbo roken dagelijks
pen met roken afspraak wordt gemaakt. Binnen de
(20%); bij het opleidingsniveau havo, vwo, hbo en
school wordt niet meer gerookt, maar het roken
universiteit is dit 3%. In de regio zijn ook enorme
verplaatst zich hierdoor naar ‘buiten de poort’.
verschillen in het rookgedrag van volwassenen zichtbaar; van de hoogopgeleide volwassenen rookt 16%, van de laagopgeleiden maar liefst 40%. In Reusel-De Mierden behoort ruim één op de vier volwassenen tot de groep lager opgeleide (ten hoogste lbo) (4). (mee) Roken leidt tot een verhoogd risico op ziekten en vroege sterfte Roken is in Nederland de leefstijlfactor die de meeste ziekte en sterfte veroorzaakt. Rokers overlijden gemiddeld vier jaar eerder en brengen vijf levensjaren
Kansen voor beleid: niet betuttelen, wél stimuleren Met het terugdringen van het aantal rokers kan een grote vooruitgang in de gezondheidssituatie worden gerealiseerd. Stoppen met roken is al vele jaren een belangrijk punt van landelijk beleid, onder andere via wetgeving en landelijke campagnes. Het terugdringen van de gezondheidsrisico’s door roken kan bereikt worden door het voorkómen dat jongeren gaan roken, het beschermen van niet-rokers tegen tabaksrook en door het stoppen met roken bij rokers te stimuleren.
minder in goede gezondheid door (20). In de afgelopen decennia is het percentage rokers in Nederland gedaald, maar onder hoogopgeleiden neemt het aantal rokers sterker af dan onder laagopgeleiden. Roken verhoogt het risico op verschillende vormen van kanker. Ook verhoogt roken het risico op COPD, beroerte en hartfalen. Daarnaast is door roken het risico op veel andere aandoeningen verhoogd. Ook
- Voorlichting over de gezondheidsschade van roken op scholen draagt bij aan het voorkómen dat jongeren gaan roken. De gemeente kan alle basisscholen stimuleren rookvrij te worden als onderdeel van de Gezonde School Methode. Voor zowel het basis- als het voortgezet onderwijs bestaan geschikte lesmethoden.
meeroken schaadt de gezondheid. Kinderen met rokende ouders zien roken als sociale norm en zullen daardoor eerder ook zelf gaan roken dan kinderen van niet-rokende ouders. Mensen die passief roken, roken zelf niet, maar worden wel blootgesteld aan tabaksrook van anderen en roken daardoor onvrijwillig mee. Dit geldt ook voor ongeboren kinderen met een rokende moeder. Samenwonen met een roker verhoogt de kans op longkanker met 20 tot 30 procent en de kans op overlijden als gevolg van harten vaatziekten met 25 tot 30 procent (21).
- Voor het voorkómen van meeroken zijn er lokaal mogelijkheden op het terrein van handhaving, ondersteuning en agendasetting. Momenteel wordt in ongeveer 50% van de cafés alweer gerookt. De gemeente kan toezicht houden op de naleving van de Tabakswet en zo nodig een melding doen bij de voedsel- en warenautoriteit (VWA). Burgers kunnen gestimuleerd worden om overtredingen te melden. De gemeente kan een rookverbod opnemen in de vergunningverlening voor evenementen waar veel kinderen en jongeren worden verwacht.
Aandacht voor de risico’s van roken, maar het kan nog beter De kraamzorg en de jeugdgezondheidszorg van ZuidZorg besteden standaard aandacht aan de risico’s van meeroken. Dat geldt ook voor verloskundigen. In de regio is veel aanbod voor begeleiding bij stoppen met roken door diverse aanbieders. Het
36
- De gedragsmatige ondersteuning voor ‘stoppen met roken’ is in 2011 opgenomen in de Zorgverzekeringswet, maar valt vaak wel onder het eigen risico. Medicatie en nicotinevervangers worden vanaf 2012 niet meer uit de basisverzekering vergoed. De gemeente kan zich inspannen om
het gebruik van verzekerde zorg te stimuleren. In Nederland maakt slechts 16% van de rokers die stopt, gebruik van stopondersteuning. Ter vergelijking: in Engeland is dit 60%. Vooral rokers met een lage sociaal economische status worden tot nu slecht bereikt. Stoppen met roken stimuleren door integraal beleid Vanuit het lokale gezondheidsbeleid kunnen de beleidsterreinen Jeugd en Onderwijs worden betrokken bij het voorkómen dat jongeren gaan roken. De gemeente kan aanvragen voor vergunningen in het kader van de Drank- en Horecawet beoordelen op naleving van de Tabakswet. Met name rokers met een lage sociaaleconomische status worden tot nu toe slecht bereikt. Om dit te verbeteren kunnen intermediairs zoals de sociale dienst en het Lokale Loket hun cliënten gericht op de hoogte brengen van de mogelijkheid om gratis deel te nemen aan een stoppen-met-roken-programma. Het beleidsterrein Werk en Inkomen kan via armoedebeleid en eventueel schuldhulpverlening groepen met een lage sociaaleconomische status bereiken en hen stimuleren om gebruik te maken van ondersteuningsmogelijkheden bij het stoppen met roken.
37
Seksueel gedrag
afgelopen jaren. Uit regionale gegevens blijkt dat meisjes ruim twee keer zo vaak een negatieve seksu-
Veel jongeren vrijen onveilig in Reusel-De Mierden
ele ervaring hebben gehad dan jongens.
Van alle 12 tot en met 18 jarigen in Reusel-De
De basis voor een gezond seksueel gedrag wordt
Mierden heeft één op de vijf jongeren wel eens
gelegd in de opvoeding. In Reusel-De Mierden vindt
geslachtsgemeenschap gehad. Ruim 7% was bij de
bijna een derde van de ouders van kinderen van 4
eerste keer geslachtsgemeenschap jonger dan 16. Twee van de drie seksueel actieve jongeren vrijt wel eens onveilig, wat neerkomt op 13% van de gehele groep 12 tot en met 18 jarigen (figuur 3.9). Dit aantal is vergelijkbaar met het gemiddelde in de regio. Het opleidingsniveau van
Kernboodschap: Tweederde van de seksueel actieve jongeren vrijt onveilig. Meer voorlichting over gezond seksueel gedrag is noodzakelijk.
jongeren is van invloed op seksueel ongezond gedrag. Onder de 12- tot en met 15-jari-
tot en met 12 jaar het (een beetje) moeilijk om met
gen vrijen jongeren op het vmbo vaker onveilig dan
hun kind te praten over seks en 19% procent praat
jongeren op de havo of het vwo. Dit komt doordat
hier helemaal niet over. Verder vindt 27% het (een
op het vmbo in deze leeftijdscategorie al meer seksu-
beetje) moeilijk om met hun kind over zwanger-
eel actieve jongeren zijn (4).
schap/voortplanting te praten en praat 16% hier helemaal niet over. Tot slot geeft 17% aan het (een
Aantal jongeren met een negatieve seksuele
beetje) moeilijk te vinden om over homoseksualiteit
ervaring niet afgenomen
te praten en praat 16% hier helemaal niet over.
Zes procent van de jongeren heeft wel eens tegen
Ongeveer één op de zes ouders wil graag ondersteu-
zijn of haar zin in een seksuele ervaring met iemand
ning bij de relationele vorming van hun kinderen. De
gehad (zoenen, betasten of naar bed gaan). Dit
meeste behoefte bestaat aan voorlichtingsmateriaal
percentage is gelijk aan het regiopercentage. Er is
dat ouders aan hun kind kunnen geven en aan
bovendien geen sprake van een af- of toename in de
(aanvullende) seksuele vorming op school (4).
Figuur 3.9 Seksueel gedrag van jongeren (12 t/m18 jaar) in Reusel-De Mierden in 2007 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
20% 13% 6%
Ooit geslachtsgemeenschap gehad
38
Wel eens onveilig gevreeën
Seksuele ervaring tegen de zin in
Goede communicatieve vaardigheden zijn van belang voor gezond seksueel gedrag Seksuele gezondheid is een staat van lichamelijk, emotioneel, geestelijk en maatschappelijk welbevinden met betrekking tot seksualiteit. Seksuele gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte of gebrek en het voorkomen van zwangerschap en geslachtsziekten. Het gaat bij seksuele gezondheid ook om de bevordering van prettige en gewenste seksuele contacten en relaties. Hiervoor zijn goede relationele en communicatieve vaardigheden van belang. Jongeren die met hun partner kunnen praten over wat ze wel en niet willen binnen hun seksuele relatie hebben een ‘hoge interactiecompetentie’. Meisjes met deze eigenschap worden minder vaak gedwongen tot seksuele handelingen en jongens met een hoge interactiecompetentie dwingen zelf minder vaak. Een warm opvoedingsklimaat draagt bij aan goede communicatieve vaardigheden en seksueel gezonde keuzes op latere leeftijd. Seksuele vorming krijgt op de meeste scholen
Aandacht voor seksuele vorming in elke ontwikkelingsfase is en blijft belangrijk Seksuele en relationele vorming is geen eenmalige actie maar vraagt om aandacht in elke levensfase. Veel ouders vinden het moeilijk om hierover te praten met hun kind. Het CJG biedt ondersteuningsmogelijkheden. Het onderwijs is een goede omgeving voor seksuele vorming waarin aandacht is voor het voorkomen van ongewenste zwangerschap en soa / hiv door onveilige seks. Zo kan bijvoorbeeld binnen de individuele onderzoeken van de jeugdgezondheidszorg in groep 7 en klas 2 extra aandacht zijn voor seksuele vorming. Vooral bij meisjes en jongeren in de leeftijdscategorie 16 tot en met 18 jaar is nog veel winst te behalen. Hiervoor bestaan goede lespakketten voor zowel basis- en voortgezet onderwijs zoals ‘Lang leve de liefde’ en de online game ‘Can you fix it’. Jongeren worden op deze manier geconfronteerd met de vraag hoe ver ze willen gaan op seksueel gebied en leren om hun wensen en grenzen kenbaar te maken. Daarnaast wordt de website www.sense.info nadrukkelijk aanbevolen.
aandacht Een goede seksuele vorming van kinderen en jongeren speelt in op de diverse ontwikkelingsfasen van seksueel gedrag. Belangrijk aspect daarbij is aandacht voor gezond seksueel gedrag op scholen en in de sociale omgeving van de jongere. Voor seksuele vorming op scholen bestaan speciale lespakketten. In deze lespakketten worden ook de ouders van de kinderen betrokken. In Reusel-De Mierden besteedt een aantal basisscholen al enkele jaren aandacht aan dit onderwerp. Tot nu toe hebben vier scholen meegedaan met het project Lentekriebels. Het Pius X maakt nog geen gebruik van het lespakket ‘Lang leve de
Versterken van sociale en communicatieve vaardigheden Kwetsbare jongeren lopen extra risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag, soa, aids, ongewenste en/of onbedoelde zwangerschappen en ander risicogedrag. Door hun sociale en communicatieve vaardigheden te versterken, worden zij weerbaarder. Weerbare kinderen durven op een passende manier voor zichzelf op te komen en hun eigen grenzen te bewaken. Voor ouders en onderwijs liggen nog kansen om kinderen te helpen op te groeien tot weerbare kinderen (zie ook de kernboodschap ‘weerbaarheid’).
liefde’. Maar het thema krijgt wel aandacht binnen de voorlichtingslessen die worden gegeven door de jongerenopbouwwerkers van Jeugd-Punt. Voor sommige kwetsbare jongeren is extra aandacht nodig. Het jongerenwerk heeft hier aandacht voor en maakt gebruik van ondersteunende materialen van de GGD Brabant-Zuidoost. Ouders, verzorgers en professionals (zoals leerkrachten en kinderleidsters) kunnen met hun vragen over opvoeding, opgroeien en ontwikkeling van kinderen tot 23 jaar terecht bij het Centrum Jeugd en Gezin (CJG). Het CJG is onderdeel van de Brede Scholen in Reusel-De Mierden. Alle vragen over opvoeding, opgroeien en ontwikkeling kunnen via de website www.bredescholenreuseldemierden.nl rechtstreeks bij de juiste persoon worden neergelegd.
Kansen voor integrale aanpak binnen het gemeentelijk beleid Door de aanpak van seksuele gezondheidsproblemen te verbinden met andere gezondheidsthema’s en beleidssectoren kan meer gezondheidswinst behaald worden. Denk bijvoorbeeld aan de thema’s alcoholgebruik (van invloed op seksueel en relationeel geweld), het vergroten van weerbaarheid en de Lokaal Educatieve Agenda. Fysieke en sociale omgevingsfactoren spelen ook een belangrijke rol in het voorkómen van seksuele problemen. Goede verlichting op publieke plaatsen of toezicht op onveilige plekken kunnen seksueel geweld voorkomen. Condoomautomaten in uitgaansgelegenheden bevorderen bovendien het veilig vrijen van jongeren. Via het jeugdbeleid kan aandacht voor het vergroten van de weerbaarheid een gunstig effect hebben op seksueel gezond gedrag. 39
Weerbaarheid
trainingen, zoals de assertiviteitstraining voor jongeren en de zomercursus voor kinderen die in
Jongeren worden al op jonge leeftijd geconfronteerd
het basisonderwijs gepest zijn en naar het voort-
met ongezonde verleidingen
gezet onderwijs gaan. Deze interventies worden
De jeugd in Reusel-De Mierden wordt al op jonge
door verschillende organisaties aangeboden zoals
leeftijd geconfronteerd met genotmiddelen en ris-
de GGD Brabant-Zuidoost, ZuidZorg, Dommelregio,
kant gedrag. Zeven procent van de kinderen vanaf 2
Jeugd-Punt en GGzE. Voor basisscholen is het aanbod
jaar heeft overgewicht en acht procent van de 8- tot
onoverzichtelijk. Het PIUS X College verzorgt zelf een
en met 11- jarigen heeft wel eens alcohol gedronken.
SOVA-training voor leerlingen van de onderbouw.
Van de jongeren heeft 27% het eerste glas alcohol gedronken op 12-13 jarige leeftijd, heeft 13% wel eens onveilig gevreeën en heeft 6% wel eens een seksuele ervaring tegen de zin gehad. Acht procent van de 12 tot en met 18 jarigen rookt dagelijks (4). Het bevorderen van weerbaarheid is een goede methode om een basis te leggen om gezonde keuzes te durven maken.
Kernboodschap: Jongeren worden al op jonge leeftijd geconfronteerd met genotmiddelen en riskant gedrag. Vergroot hun weerbaarheid zodat ze gezonde keuzes durven te maken.
Versterken van weerbaarheid bij jongeren als basis voor een gezonde leefstijl
Centrum voor Jeugd en Gezin kan ouders in hun rol
Weerbare kinderen kunnen eigen keuzes maken
als opvoeder ondersteunen
ondanks druk van media, vriendjes, omgeving of het
Ouders hebben een belangrijke rol in de opvoe-
aanbod. Een weerbaar kind heeft zelfvertrouwen en
ding om kinderen weerbaar te helpen opgroeien.
kan zijn of haar grenzen goed aangeven. Kinderen
Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kan ouders
zullen hierdoor ook beter in hun vel zitten. Het mi-
ondersteunen in hun rol als opvoeder. De afdeling
nisterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Jeugdgezondheidszorg van de GGD Brabant-Zuid-
pleit ervoor om de jeugd actief weerbaar te maken
oost, als onderdeel van het CJG, besteedt aandacht
tegen verleidingen die ze elke dag tegenkomen,
aan de weerbaarheid van kinderen binnen haar
boven het verdrijven van dergelijke verleidingen
onderzoeken. Medewerkers van het CJG bespreken
uit de publieke ruimte (22). Ongezonde leefstijl en
algemene en individuele opvoedingsvragen van ou-
risicogedrag van jongeren worden voor het groot-
ders en geven adviezen. Uitgangspunt daarbij is dat
ste deel aangeleerd en zijn te beïnvloeden. Bij het
ouders zoveel mogelijk ondersteund worden in hun
aanleren van een gezonde leefstijl vanuit weerbaar-
eigen kracht als opvoeder. Zo wordt voorkomen dat
heid verdienen drie thema’s extra aandacht: gezond
normale opvoedvragen meteen zorgvragen worden
gewicht, riskant en problematisch middelengebruik
(1). Soms is een aanvullende training nodig, zoals een
en seksuele gezondheid (1).
weerbaarheidstraining of een sociale vaardigheidstraining. Het CJG is een goed vertrekpunt om over
Het onderwijs speelt een grote rol in de
het actuele aanbod in Reusel-De Mierden te advise-
ontwikkeling van weerbare jongeren
ren. Indien nodig vormt het CJG ook de schakel naar
In Reusel-De Mierden besteden alle scholen aan-
verdere individuele hulpverlening.
dacht aan sociale vaardigheden en bieden cursussen aan. Eén van de basisscholen maakt gebruik van het
Sociale weerbaarheid is voor gemeente speerpunt
‘Marietje Kessels Project’. Een belangrijk element bij
van beleid
deze weerbaarheidstraining is dat alle kinderen in
Het vergroten van de (sociale) weerbaarheid van kin-
de klas leren om situaties, waarin druk op hen wordt
deren en jongeren is op dit moment al een belangrijk
uitgeoefend, te herkennen. Vervolgens leren ze om
speerpunt binnen het lokaal gezondheidsbeleid. Sa-
in deze situaties hun eigen standpunt te bepalen en
men met de drie Kempengemeenten Bergeijk, Bladel
hun handelingsmogelijkheden te vergroten.
en Eersel heeft de gemeente hiervoor een werkgroep
Scholen kunnen kinderen verwijzen naar diverse
ingesteld bestaande uit Dommelregio, MEE, GGD
40
Brabant-Zuidoost en de gemeenten. Sinds 2009 zijn diverse activiteiten uitgevoerd zoals: - Het preventieaanbod sociale weerbaarheid voor de doelgroep 0 tot 23 jaar (en hun ouders) is geïnventariseerd, gebundeld en digitaal ontsloten. - Workshops ‘Versterken van sociale weerbaarheid rondom afhankelijkheid en misbruikrelaties’ (o.a. Loverboyproblematiek) en ‘Marietje Kessels project’: werken aan sociale weerbaarheid in groep 7 en 8!’ georganiseerd voor professionals / vrijwilligers op het terrein van gezondheid, welzijn en zorg. - Thema-avond over sociale weerbaarheid bij jongens met als gastspreker Martine Delfos. Voor de thema-avond zijn op Kempenniveau professionals uitgenodigd die een (toekomstige) rol vervullen in onder meer de CJG’s , jeugdgezondheidszorg en brede scholen.
Vergroot de inzet op weerbaarheid van de jeugd om dagelijkse verleidingen te kunnen weerstaan De gemeente Reusel-De Mierden besteedt op dit moment al de nodige aandacht aan het versterken van de sociale weerbaarheid van de jeugd. Dit helpt jongeren om de gezonde keuzes te kunnen maken op het gebied van voeding, alcohol- en drugsgebruik, roken, relatievorming en seksueel gedrag, psychische
problemen en eenzaamheid. Gezien het belang van deze basisvaardigheid voor diverse gezondheidsrisico’s is het raadzaam om op deze weg verder te gaan en de aanpak zelfs uit te breiden. De huidige aanpak is op een aantal punten ook nog versnipperd en weinig structureel. Er is zeker gezondheidswinst te boeken als de diverse initiatieven die kinderen op diverse momenten in hun leven krijgen aangeboden, nog beter op elkaar worden afgestemd. Ook kan weerbaarheid een plek krijgen binnen de diverse leefstijlprogramma’s en activiteiten en de verschillende thema’s zoveel mogelijk in samenhang worden aangeboden. De communicatie hierover kan plaatsvinden vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin. In 2011 start landelijk een interactief online programma om jongeren van 14 tot en met 18 jaar weerbaar te maken. Dit programma geeft jongeren niet alleen informatie over de feiten rondom alcohol, roken en cannabis, maar geeft ook inzicht in mechanismes als groepsdruk en leert hen vaardigheden om bij eigen keuzes te blijven en biedt gezonde alternatieven. Aan de website zijn gecertificeerde eHealth interventies gelinkt (1).Voorwaarde voor succes is dat de aanpak van weerbaarheid een plaats krijgt binnen meerdere beleidssectoren. Denk bijvoorbeeld aan het jeugdbeleid en het onderwijsbeleid met de Lokaal Educatieve Agenda.
41
Eenzaamheid
helft eenzaam. Bij 14% is sprake van (zeer) ernstige eenzaamheid. Van de ouderen waarvan het (geza-
Minder eenzaamheid bij ouderen in de regio maar
menlijk) inkomen bestaat uit alleen AOW is bijna
niet in Reusel-De Mierden
de helft eenzaam. In Reusel-De Mierden is de groep
Via een objectieve meetschaal blijkt dat 42% van alle
met alleen AOW relatief groter dan in de rest van de
ouderen in Reusel-De Mierden eenzaam is. Voor 6%
regio (32% versus 19%). Ook de ‘kwetsbare ouderen’
is deze eenzaamheid (zeer) ernstig (figuur 3.10). In
zijn veel vaker (zeer) ernstig eenzaam (4).
de regio als geheel neemt het aantal (zeer) ernstig eenzame ouderen af, maar in Reusel-De Mierden
Ouderen scoren goed op het gebied van
blijft deze groep ongeveer gelijk. De meerderheid
sociale contacten
van de ouderen die zichzelf eenzaam voelt wil
Een gebrek aan sociale contacten kan leiden tot
hiervoor geen hulp. Tien procent van de eenzame
eenzaamheid. Het is dan ook positief dat ruim twee
ouderen wil wel hulp, maar krijgt deze nog niet (4).
derde van alle ouderen in de gemeente deelneemt aan bijeenkomsten van een vereniging of club. Bijna
Eenzaamheid hangt samen met burgerlijke
één op de drie ouderen doet vrijwilligerswerk. Het
staat en inkomen Gescheiden en verweduwde mensen hebben de grootste kans op eenzaamheid. Omdat ouderen vaker verweduwd zijn, is de kans op eenzaamheid onder deze groep groter, vooral bij 75-plussers (21). Regionaal gezien is van de alleenstaande 65-plussers meer dan de
Kernboodschap: Eenzaamheid komt veel voor bij alleenstaanden en mensen met een laag inkomen. Investeer in scholing van hulpverleners, vrijwilligers en buurtgenoten en verbeter de onderlinge afstemming.
Figuur 3.10 Eenzaamheid bij volwassenen en ouderen in Reusel-De Mierden in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost.)
36%
42%
6%
6%
19-64 jaar Eenzaam (matig tot en met zeer ernstig)
42
65+ (zeer) Ernstig eenzaam
kerkbezoek is met 81% aanzienlijk hoger dan in de
Veel activiteiten ter preventie van eenzaamheid in
regio (52%). In Reusel-De Mierden behoren de mees-
Reusel-De Mierden hebben een sociaal-cultureel
te ouderen tot het netwerktype ‘lokaal geïntegreerd’
karakter
(43%). Deze mensen geven aan dat ze elkaar kennen
Door het verbeteren van de sociale samenhang in
in de buurt en dat ze voor elkaar zorgen. Daarnaast
de diverse kernen, wordt in Reusel-De Mierden een
behoren meer 65-plussers dan in de regio tot het
positieve bijdrage geleverd aan de preventie van
netwerktype ‘lokaal familie afhankelijk’ (36% versus
eenzaamheid. De aanpak hiervan is daarmee een van
25%). Deze mensen hebben familie in de buurt die
de speerpunten binnen de Wmo.
voor hen zal zorgen (4).
Ook vinden voor alle leeftijdsgroepen een groot scala aan activiteiten plaats die een sociaal-cultureel
Niet alleen ouderen eenzaam
karakter hebben. Uit een inventarisatie naar het
Eenzaamheid komt ook voor bij jonge mensen. In
aanbod van preventieactiviteiten voor ouderen blijkt
Reusel-De Mierden zijn bijna twee op de vijf volwas-
dat voor deze doelgroep met name de KBO’s een be-
senen eenzaam (36%). Opvallend is dat het percen-
langrijke rol spelen (25). Preventie van eenzaamheid
tage (zeer) ernstig eenzame personen bij de volwas-
is daarbij niet het hoofddoel van de activiteit maar
senen hetzelfde is als bij de ouderen, namelijk 6%.
wel een bijeffect.
Desondanks geldt ook voor deze leeftijdsgroep dat
Daarnaast worden in de Kempen activiteiten aan-
veel inwoners lid zijn van een vereniging (66%) of
geboden, zoals de cursus ‘Alleen en dan verder’. Dit
vrijwilligerswerk doen (33%). Cijfers over eenzaam-
is een maatjesproject met mogelijkheden om samen
heid bij de jeugd zijn niet bekend. Wel geeft 6% van
te eten. Maar voor mensen die eenzaam zijn, is de
de 4- tot en met 11-jarigen in Reusel-De Mierden aan
drempel om hieraan deel te nemen meestal te groot.
niet genoeg vriend(inn)en buiten schooltijd te heb-
Hulpverleners en vrijwilligers kunnen mensen helpen
ben. Positief is dat ook de jeugd volop deelneemt
om over die drempel heen te stappen. Ook het Loket
aan het verenigingsleven in de gemeente. Ruim 80%
van A tot Z speelt hierin een belangrijke rol.
van de kinderen is lid van een (sport)vereniging. Ook
Dit loket ondersteunt en adviseert inwoners wan-
het merendeel van de jongeren is hiervan lid (87%).
neer zij problemen ervaren met het meedoen aan de
Dit laatste percentage is hoger dan in de regio (4).
samenleving.
Eenzaamheid kenmerkt zich door gemis en
De gemeente is hiermee zeker op de goede weg
teleurstelling
maar er liggen zeker nog kansen voor verbetering.
Eenzaamheid is een negatieve situatie, gekenmerkt
Daarbij verdienen de risicogroepen, zoals mensen
door gemis en teleurstelling. Het is de uitkomst van
met een laag inkomen en de alleenstaanden, speciale
een persoonlijke waardering van een situatie waarin
aandacht.
iemand zijn bestaande relaties afweegt tegen zijn eigen wensen of verwachtingen ten aanzien van relaties. Eenzaamheid is dus een persoonlijke, subjectieve ervaring. Het is moeilijk van buitenaf waar te nemen. Gevoelens van eenzaamheid hebben vooral betrekking op gebreken in de kwaliteit van relaties. Maar iemand kan zich ook eenzaam voelen doordat het aantal contacten lager is dan gewenst (23, 24). Eenzaamheid tast het welzijn of het psychisch of sociaal welbevinden van mensen aan en is daarmee op zichzelf een gezondheidsprobleem. Het kan in allerlei opzichten ziekmakend zijn, zowel lichamelijk als geestelijk en kan bijvoorbeeld tot een depressie leiden.
Besteed vooral aandacht aan risicogroepen bij het bevorderen van sociale steun en participatie Veel activiteiten met als doel het voorkómen van eenzaamheid zijn gericht op het bevorderen van participatie en sociale steun. De insteek daarbij is om de eigen kracht van mensen te versterken. Deze invalshoek sluit goed aan bij de Wmo-visie ‘Uitgaan van eigen kracht en het eigen oplossingsvermogen van inwoners’. De meeste inwoners in Reusel-De Mierden kunnen voor ondersteuning terugvallen op hun eigen sociale netwerk. Voor risicogroepen, zoals alleenstaanden en mensen met een laag inkomen, is het belangrijk dat hulpverleners hen (tijdelijk) ondersteunen. Van belang is dat ook buurtbewoners daarbij betrokken en medeverantwoordelijk worden gemaakt. Sluit hierbij aan op de initiatieven van de gemeente om in samenwerking met de dorpsraden en werkgroepen ‘zorg in de kleine kernen’ op te zetten. 43
Dit zijn gecoördineerde netwerken van personen, diensten en voorzieningen, waarvan mensen met een beperking zelf deel uit maken en die hen op verschillende manieren ondersteunen om te kunnen blijven participeren in de maatschappij (zie ook de kernboodschap ‘kwetsbare ouderen’). Versterk de signaleringsfunctie van hulpverleners, vrijwilligers en buurtgenoten Hulpverleners en vrijwilligers hebben een rol in het signaleren van eenzaamheid. Versterk hun mogelijkheden om eenzaamheid en andere ‘niet-pluis-gevoelens’ eerder te signaleren, bespreekbaar te maken en mensen te motiveren om gebruik te maken van het bestaande activiteiten- en hulpverleningsaanbod zoals sport- en bewegingsactiviteiten, vrijwilligerswerk en sociaal-culturele activiteiten. Uitgangspunt is niet om meer activiteiten te ontwikkelen, maar het verbeteren van de doorverwijzing naar de bestaande activiteiten door meer bekendheid en betere afstemming. Focus daarbij vooral op de risicogroepen; mensen met een laag inkomen en alleenstaanden. Betrek hierbij ook de ‘gewone’ burger, die zich betrokken voelt bij zijn buurt. Het Loket van A tot Z is een belangrijke spin in het web. Sluit ook aan op het ‘SPAR-overleg’. Binnen dit overleg worden diverse casuïstieken afgestemd en gecoördineerd. Maak gebruik van de kansen voor een integrale aanpak binnen het gemeentelijk beleid Binnen het beleid van de gemeente Reusel-De Mierden zijn voldoende aanknopingspunten om eenzaamheid te voorkomen en mensen die ongewild eenzaam zijn te helpen hier uit te komen. De kansen liggen op verschillende beleidsterreinen zoals de Wmo en het lokaal gezondheidsbeleid. Maar ook het jeugdbeleid biedt mogelijkheden om de eenzaamheidsproblematiek aan te pakken.
44
Kwetsbare ouderen
draagkracht. In Reusel-De Mierden is één op de vier ouderen kwetsbaar, wat neerkomt op ongeveer 400
Een kwart van de ouderen is kwetsbaar
personen (figuur 3.11). Dit komt overeen met de
Door de toename van de gezonde levensverwach-
regio.
ting zijn veel ouderen in staat lang sociaal actief
In het totaal heeft 35% van de ouderen een hoge
te blijven. En ook met een ziekte zijn veel ouderen
draaglast, doordat ze beperkt zijn in hun dagelijkse
actief en zelfredzaam. Sommigen ouderen behoren
bezigheden vanwege gezondheidsklachten, niet zelf-
echter tot de groep kwetsbare ouderen en verdienen
redzaam zijn in het uitvoeren dagelijkse activiteiten
extra aandacht. Ouderen zijn in de Gezondheids-
en/ of een hoog risico hebben op een angststoornis
monitor als kwetsbaar aangemerkt als er sprake is
of depressie. Daarnaast heeft 58% van de ouderen
van een hoge draaglast in combinatie met een lage
een lage draagkracht. Dat betekent dat deze oudere weinig regie heeft over het eigen leven, alleenwonend is en/of alleen
Kernboodschap: Een kwart van de ouderen in Reusel-De Mierden is kwetsbaar. Blijf investeren in vroegsignalering en biedt ondersteuning, waardoor ze langer op eigen benen kunnen blijven staan.
AOW heeft om van rond te komen. Deze groep is in Reusel-De Mierden duidelijk groter dan in de regio. Dit verschil wordt vooral veroorzaakt doordat aanzienlijk meer ouderen alleen AOW ontvangen (32% versus 19%) (4).
Figuur 3.11 Hoge draaglast, lage draagkracht en kwetsbaarheid bij ouderen in Reusel-De Mierden en Zuidoost-Brabant in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
35% 35%
58%
49%
24%23% Hoge draaglast
Reusel-De Mierden
Kwetsbaar
Lage draagkracht
Zuidoost-Brabant
45
Kwetsbare ouderen kampen met diverse
aanvragen. Van alle ouderen heeft één op de acht
lichamelijke en psychische problemen
behoefte aan (meer) Wmo-voorzieningen. De meeste
Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het op-
ouderen weten waar ze deze kunnen aanvragen
eenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale
(86% versus 78% in de regio) (4).
tekorten in het functioneren (2, 26). De gezondheid van deze groep is beduidend slechter dan die van de
Kwetsbare ouderen in Reusel-De Mierden krijgen
gemiddelde oudere in Reusel-De Mierden. Uit regio-
zorg vanuit eigen sociaal netwerk
cijfers blijkt dat bij deze groep ouderen veel vaker
De gemeente Reusel-De Mierden kent diverse initia-
sprake is van obesitas, een hoog risico op depressie
tieven om voor kwetsbare ouderen dicht bij huis een
en angststoornissen, (zeer) ernstige eenzaamheid en
goede woon- en zorginfrastructuur te realiseren. In
problemen met medicijngebruik. Daarnaast bewegen
verschillende kernen kunnen ouderen ondersteuning
ze veel minder. Ook hebben ze een verhoogd risico
ontvangen vanuit hun vertrouwde sociale netwerk.
op ernstige functiebeperkingen, opname in verple-
Hierdoor kunnen ze zo lang mogelijk de regie over
ging of verzorging of zelfs overlijden (4).
het eigen leven behouden en wordt het gebruik van intensieve zorg en verpleging voorkomen of
Het zorggebruik bij kwetsbare ouderen ligt hoog,
uitgesteld. Ook kunnen veel ouderen (indien nodig)
maar…
gebruik maken van verpleging, verzorging of dien-
Het is te verwachten dat kwetsbare ouderen in beeld
sten, zoals huishoudelijk hulp of maaltijdverzorging,
zijn bij de huisarts. Uit regiocijfers blijkt dat ruim de
bij een nabijgelegen dienstencentrum, bejaarden- of
helft van deze groep de twee maanden voorafgaand
verzorgingstehuis. Ook het gemeentelijk Loket van A
aan het onderzoek inderdaad de huisarts heeft be-
tot Z en de dorpsservicepunten geven ouderen advies
zocht. Dat is relatief meer dan bij de niet-kwetsbare
en ondersteuning om zo lang mogelijk zelfstandig te
ouderen (56% versus 37%). Toch is er een groep
kunnen blijven wonen. Momenteel is de gemeente in
kwetsbare ouderen die al langer dan een jaar niet bij
samenwerking met de dorpsraden en werkgroepen
de huisarts is geweest (8% versus 20%).
‘Zorg in de kleine kernen’ bezig met het opzetten
Veel kwetsbare ouderen krijgen ook zorg of onder-
van lokale steunsystemen.
steuning van familie, vrienden of buren. Bijna één op de drie ontvangt mantelzorg en één op de zes
Reeds veel aandacht voor preventie en
ontvangt deze zorg dagelijks.
vroegsignalering van kwetsbaarheid
In Reusel-De Mierden maken meer ouderen gebruik
Het vroegtijdig signaleren van problemen is van
van Wmo-voorzieningen dan in de regio (34% versus
groot belang om ouderen in een vroeg stadium te
29%). Dit geldt vooral voor ‘hulp in de huishouding’.
ondersteunen in hun beperkingen en daarmee ook
De verklaring hiervoor is waarschijnlijk dat ouderen
het proces van toenemende kwetsbaarheid te vertra-
met een laag inkomen veel meer gebruik maken van
gen. Uit het advies van de werkgroep ‘Preventief ou-
Wmo-voorzieningen (49% versus 22%). In Reusel-
derenbeleid De Kempen’ blijkt dat de signalering van
De Mierden is deze groep beduidend groter dan in
kwetsbare ouderen in de Kempen door reeds veel
de regio. Dit geldt ook voor de groep ouderen die
(professionele en vrijwillige) intermediairs gebeurt
professionele zorg ontvangt (31% versus 25% in de
(27). Ook het beschikbare hulpaanbod is heel divers.
regio) (4).
Maar de samenhang in het beschikbare hulpaanbod ontbreekt op dit moment. Ook is onvoldoende dui-
…de behoefte aan méér zorg is groot
delijk waar de signalen kunnen worden neergelegd.
Ondanks het hoge zorggebruik heeft ruim één op de
De ‘nieuwe’ praktijkondersteuners ouderen en de
vijf kwetsbare ouderen in Zuidoost-Brabant op dit
medewerkers van de lokale Wmo-loketten kunnen
moment behoefte aan (meer) zorg (2,4). Als belang-
de centrale personen zijn voor de kwetsbare ouderen
rijkste reden waarom mensen de gewenste hulp nog
bij het vinden van de hulp die het beste aansluit op
niet hebben, noemen zij dat er niemand in de om-
hun behoefte. Ook dit vraagt om meer overleg en
geving is die deze hulp kan bieden. Eén op de drie
afstemming tussen vraag en aanbod.
kwetsbare ouderen geeft bovendien aan behoefte te hebben aan één of meerdere Wmo-voorzieningen.
De gemeente kan nog meer doen
Daarbij is de meeste behoefte aan een vervoersvoor-
Goede samenwerking is essentieel om in de toekomst
ziening (zoals de Regiotax), hulp in de huishouding
voldoende professionele en vrijwillige(mantel)zorg
of een woningaanpassing. Maar voor veel kwetsbare
beschikbaar te hebben voor de groeiende groep
ouderen is het onduidelijk hoe ze deze hulp kunnen
kwetsbare ouderen. De gemeente is de aangewezen
46
partij als kartrekker en verbindende schakel tussen de diverse lokale partners op het gebied van gezondheid, welzijn, zorg en wonen voor (kwetsbare) ouderen. De gemeente is daarmee al op de goede weg, maar er zijn zeker nog kansen die onvoldoende worden benut. Deze zijn verwoord in het ‘Advies van de werkgroep Preventief ouderenbeleid De Kempen’(27).
Zorg voor afstemming van bestaande initiatieven om kwetsbare ouderen op te sporen en te ondersteunen Besteed veel aandacht aan het zorgvuldig matchen van de zorgbehoeften van kwetsbare ouderen op het bestaande zorgaanbod. Geef daarbij de medewerkers van de lokale Wmo-loketten samen met de praktijkondersteuner ouderen (voor zover aanwezig) een centrale rol. Zorg voor een duidelijke taakafbakening. De loketmedewerkers zijn het eerste aanspreekpunt als de benodigde zorg vooral gericht is op voorliggende-, preventieve of individuele Wmo-voorzieningen. De praktijkondersteuner heeft de coördinatie als sprake is van alle andere vormen van zorg. Laat beide disciplines kennis maken met elkaars werkwijze en uitgangspunten, waaronder de methodiek van de ‘kanteling’ en ‘familiezorg’ en houdt hier rekening mee bij het maken van de zorgplannen. Hierdoor kunnen verkeerde verwachtingen bij de burger worden voorkomen. Stimuleer nieuwe initiatieven die een verbinding maken tussen informele en professionele zorg Ouderen krijgen vaak pas de noodzakelijke zorg of voorzieningen aangeboden op het moment waarop de kwetsbaarheid niet meer omkeerbaar is. Om deze mensen in een vroeg stadium te kunnen ondersteunen is het vroegtijdig signaleren van problemen van groot belang. Belangengroepen en vrijwilligersorganisaties kunnen professionele organisaties hierbij helpen. De signalen worden door deze vrijwilligers meestal wel herkend, maar het is voor hen vaak lastig om hun zorgen bespreekbaar te maken met de persoon in kwestie en hen te motiveren professionele hulp te zoeken. De professionele organisaties GOW Welzijnswerk, Dommelregio, GGzE, ZuidZorg en RSZK zijn op afroep beschikbaar om belangen- en vrijwilligersgroepen hierbij te adviseren en te ondersteunen. Hiervoor zijn ook workshops ter versterking van signaleringsvaardigheden ontwikkeld. Bovendien is van belang dat vrijwilligers worden geïnformeerd over de mogelijkheden in de gemeente om hun signalen neer te leggen, zoals het Loket van A tot Z. 47
Mantelzorg
een langdurig ziek of gehandicapt familielid, zoals een ouder, broer of zus. Ze geven vooral emotionele
Mantelzorg vormt omvangrijk en noodzakelijk deel
steun, helpen mee met huishoudelijke taken of in de
van de zorg in Nederland
persoonlijke verzorging.
Mantelzorg is de onbetaalde zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn omgeving, zoals een part-
Toename van het aantal volwassen mantelzorgers
ner, ouders, kind, buren of vrienden, als deze voor
Tussen 2005 en 2009 is het percentage volwassen
langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt
mantelzorg toegenomen van 8% naar 12% (figuur
is. Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen,
3.12). Deze hulp wordt vaker gegeven aan buren,
wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer,
vrienden en kennissen. Ook in de regio Zuidoost-
geldzaken regelen, enzovoorts. Mantelzorg is een
Brabant is sprake van een toename van het aantal
omvangrijk en noodzakelijk onderdeel van de zorg in
volwassen mantelzorgers. Bij de 65 plussers is geen
Nederland.
verandering opgetreden (4)
Jong en oud geven mantelzorg In Reusel-De Mierden geeft 12% van de volwassenen en 8% van de ouderen mantelzorg. Eén op de zes 19tot en met 64- jarige mantelzorgers geeft deze zorg intensief (langer dan 3 maanden voor meer dan 8 uur
Kernboodschap: Bijna 200 mantelzorgers hebben behoefte aan ondersteuning. Hun behoeften zijn divers en vragen om maatwerk.
per week). Bij de ouderen is bij maar liefst twee op de drie mantelzorgers sprake van intensieve zorg. De 65-plussers geven de mantelzorg veelal aan de part-
Eén op de acht oudere mantelzorgers voelt zich
ner, voor de volwassenen is dit meestal een (schoon)
(tamelijk) zwaar belast
ouder (4). Onder de jongeren (12 tot en met 18 jaar)
Eén op de acht mantelzorgers van 65 jaar en ouder
is 8% mantelzorger en 3% van de kinderen (8 tot en
voelt zich (tamelijk) zwaar belast. Uitgaande van de
met 11 jaar) helpt thuis wel eens mee in de zorg voor
totale groep ouderen komt dit neer op 1%. Bij de
Figuur 3.12 Mantelzorg door volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Reusel-De Mierden in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
12%
8%
0,9% geeft momenteel mantelzorg 2005
48
2009
0,4%
voelt zich (tamelijk) belast
volwassen mantelzorgers ligt dit duidelijk anders,
Langdurig verlenen van mantelzorg kan leiden
hiervan voelt slechts één op de dertig zich (tamelijk)
tot overbelasting
zwaar belast. Dit is 0,4% van de totale groep volwas-
Het is een bekend gegeven dat het verlenen van
senen. Dit percentage is bovendien afgenomen sinds
mantelzorg op den duur kan leiden tot een zware
de vorige meting. De meerderheid van de mantel-
(psychische en/of fysieke) belasting. De druk op de
zorgers heeft geen behoefte aan hulp. Toch is er in
mantelzorger kan na verloop van tijd dusdanig groot
Reusel-De Mierden een groep van ongeveer 159 vol-
worden dat het gaat belemmeren in zijn of haar
wassenen en 33 oudere mantelzorgers die wel graag
functioneren als zorgbieder, maar ook met betrek-
ondersteuning willen bij het geven van mantelzorg.
king tot de eigen gezondheid en participatiemoge-
De meeste behoefte bestaat aan informatie en advies
lijkheden in de maatschappij. Dit sluipende verschijn-
(4).
sel wordt de mantelval genoemd (30). Jonge mantelzorgers lopen een verhoogd risico op
Eén op de zes ouderen ontvangt mantelzorg
problemen in hun ontwikkeling (31). Uit regiocijfers
Het aantal ouderen in Reusel-De Mierden dat man-
blijkt dat een kwart van de 12-tot en met 18-jarigen
telzorg krijgt, is met 17% aanzienlijk groter dan in
die mantelzorg geven, zich psychisch ongezond
de regio (10%). Bijna de helft ontvangt deze zorg
voelt. Dit is aanzienlijk hoger dan bij jongeren die
dagelijks. Onder de 65-plussers zijn hulp in de huis-
geen mantelzorg geven (13%) (4).
houding, begeleiding en/of vervoer en regelen van geldzaken en/of administratie de voornaamste vor-
Verschillende risicogroepen met ieder hun
men van zorg. Meer nog dan in de regio ontvangen
eigen behoeften
de ouderen in Reusel-De Mierden mantelzorg vooral
Terwijl de ene mantelzorger fluitend door het leven
van hun kinderen. Van de volwassenen ontvangt
gaat, zakt een ander weg in een depressie of wordt
1% mantelzorg in de vorm van hulp bij huishoude-
overspannen omdat het evenwicht tussen draaglast
lijk werk , gezelschap, troost, afleiding en hulp bij
en draagkracht zoek is. De mantelzorger krijgt dan
regeling geldzaken en/of administratie. In de meeste
meer te verstouwen dan hij aankan. Eén van de
gevallen geeft de partner of hun kinderen deze zorg.
belangrijkste knelpunten is dat ze zelf niet gauw
In de regio is het aantal volwassenen dat mantelzorg
met een hulpvraag komen. Ook als ze recht¬streeks
krijgt gedaald van 2% in 2005 naar 1% in 2009, maar
gevraagd wordt of ze hulp nodig hebben, wordt
in Reusel-De Mierden is dit gelijk gebleven. Voor zo-
dat vaak ontkend. Ze zien zelf niet dat ze overbelast
wel volwassenen als ouderen geldt dat mensen met
raken. Zij zijn in de situatie gegroeid, vinden de zorg
een lage opleiding vaker mantelzorg ontvangen dan
vanzelfsprekend, durven geen hulp te vragen of we-
mensen met een hoge opleiding (4).
ten niet waar ze die moeten zoeken. Ze zullen eerder hulp zoeken voor de zorgvrager dan voor zichzelf.
Aantal ouderen dat mantelzorg nodig heeft
Vooral mensen die langdurig en intensief mantelzorg
zal stijgen
verlenen, lopen een vergrote kans op overbelasting.
Op basis van de regionale cijfers en de bevolkings-
Daaronder valt een aantal specifieke groepen met
prognosecijfers wordt geschat dat het aantal oude-
ieder hun eigen behoeften, zoals de 75-plussers die
ren in de regio Zuidoost-Brabant dat mantelzorg
bijna volcontinu voor hun partner zorgen en zelf
ontvangt tussen 2009 en 2020 met 36% zal stijgen.
vaak gezondheidsproblemen hebben. Maar ook
De stijging is toe schrijven aan de sterke groei van
mantelzorgers van mensen met dementie, werkende
het aantal 65-plussers en het hoge zorggebruik
mantelzorgers, ouders van kinderen met een verstan-
onder deze groep als gevolg van de toename van
delijke of lichamelijke beperking en mantelzorgers
chronische aandoeningen, voortgaande extramurali-
van mensen met psychiatrische problematiek zijn
sering en invoering van de Wet maatschappelijke on-
belangrijke risicogroepen voor overbelasting (32).
dersteuning (Wmo) (28). Nu al woont ongeveer 70% van de mensen met dementie nog thuis en wordt
Mantelzorgondersteuning belangrijk speerpunt
verzorgd door hun naaste familie of hun omgeving,
van Wmo-beleid
de mantelzorgers (29).
Burgers zijn niet alleen verantwoordelijk voor zichzelf maar ook voor elkaar. Ze worden geacht elkaar daar waar nodig te helpen en deel te nemen aan de samenleving. Om deze uitgangspunten te bereiken dienen ook mantelzorgers zodanig ondersteund te worden dat zij in staat worden gesteld hun
49
(vrijwillige) werkzaamheden te (blijven) doen op
Activiteiten voor jong en oud worden georganiseerd
een manier die bij hen past. Gemeenten zijn hier-
door diverse organisaties
voor, vanuit de Wmo, verantwoordelijk. Ook in de
De uitvoering van de activiteiten is voor een belang-
gemeente Reusel-De Mierden is mantelzorgonder-
rijk deel ondergebracht bij het Loket van A tot Z.
steuning één van de speerpunten binnen het Wmo-
Familiezorgers kunnen hier onder meer terecht voor
beleid.
ondersteuning en informatie. Elk jaar wordt boven-
De planvorming vindt plaats binnen de regiegroep
dien de ‘Dag voor de familiezorger’ georganiseerd,
‘mantelzorg De Kempen’. Deze regiegroep heeft
zowel voor de volwassenen als de jongeren. Op deze
enkele jaren geleden een (digitale) Mantelzorggids
dag kunnen familiezorgers elkaar ontmoeten en
uitgebracht voor mantelzorgers en doorverwijzers en
deelnemen aan diverse (ontspannende) activiteiten.
de methodiek ‘familiezorg’ binnen de regio geïm-
Daarnaast vindt maandelijks een inloop plaats. De or-
plementeerd. Naast de regionale activiteiten heeft
ganisatie is in handen van het Steunpunt Mantelzorg
Reusel-De Mierden sinds enkele jaren het mantelzor-
van GOW Welzijnswerk. Het Alzheimer Café verzorgt
gondersteuningsplan (MOP) en de mantelzorgche-
bovendien bijeenkomsten over diverse thema‘s, zoals
que. Deze interventies zijn vastgelegd in het Lokale
ziektebeelden of onderwerpen rond het werk van de
plan van aanpak 2009-2011 mantelzorg in Reusel-de
familiezorger. Vrijwilligers van de Vrijwillige Thuis-
Mierden.
zorg kunnen ter ondersteuning worden ingezet bij thuiswonende terminaal zieke mensen en mensen
Project familiezorg krijgt steeds meer vorm
die lijden aan dementie.
In 2010 is het project ‘familiezorg’ als pilot in ReuselDe Mierden uitgevoerd en wordt momenteel, ook in
Klanttevredenheidsonderzoek
de andere Kempengemeenten, verder uitgebouwd.
In 2010 heeft de gemeente een klanttevredenheids-
Kernbegrippen van deze nieuwe werkwijze zijn:
onderzoek uitgevoerd onder haar klanten. Hieruit
verantwoordelijkheid uitbreiden naar de betrok-
blijkt dat familiezorgers in Reusel-De Mierden over
ken familie en tegelijkertijd de hulp kortsluiten met
het algemeen tevreden zijn over de dienstverlening
alle betrokken hulpinstanties. Deze werkwijze moet
van het Loket van A tot Z. De mogelijkheden voor
ertoe leiden dat de hulpverlening zich voortaan richt
ondersteuning vanuit het Steunpunt Mantelzorg zijn
op het totale gezin in plaats van op de patiënt en
echter nog vrij onbekend bij de doelgroep (33).
diens mantelzorger(s) afzonderlijk. In een familiegesprek gaan gezinsleden met elkaar in gesprek. Zo wordt duidelijk wat de draagkracht en -last is van de zorgende familieleden en welke ondersteuning zij nodig hebben. Daarbij neemt een van de partijen de regie rondom de zorgverlening in handen en stuurt de andere partijen aan. Hierdoor kan adequater worden gereageerd als in de situatie van de cliënt iets verandert. Maar ook dan bepaalt de familie wat
Ondersteuningsbehoeften van familiezorgers zijn divers en vraagt om maatwerk De gemeente Reusel-De Mierden is met deze aanpak op de goede weg. De behoeften van de familiezorgers zijn divers. Om aan de ondersteuningsbehoeften van alle groepen tegemoet te komen dient invulling te worden gegeven aan alle basisfuncties voor lokale ondersteuning (34).
er moet gebeuren en niet de hulpverleners. Het GOW Welzijnswerk werkt momenteel samen met Stichting de Vonk een projectvoorstel uit met betrekking tot de uitbouw van het project ‘familiezorg’ naar vrijwilligers toe. De bedoeling hiervan is om
- Informatie: Deze moet in vele vormen en langs verschillende kanalen worden geboden en betrekking hebben op ziekten en beperkingen en het beschikbaar hulpaanbod.
de formele- en informele hulpverlening in optimale verhouding te brengen. De gemeente Reusel-De Mierden hanteert in haar communicatie inmiddels ook de term familiezorg in plaats van mantelzorg.
- Advies en begeleiding: Veel familiezorgers hebben vooral een luisterend oor nodig om hun vragen te verhelderen en begeleiding bij het vinden van passende oplossingen. Want de mogelijkheden zijn talrijk en voor een leek vaak niet te overzien. - Educatie: Op familiezorg is niemand voorbereid. Of het nu gaat om tiltechniek of om het leren stellen van eigen grenzen, kennis en vaardigheden moeten gaandeweg worden opgebouwd.
50
- Praktische hulp: Praktische problemen rond verzorging of huishouding zijn meestal de eerste aanleiding om ondersteuning te zoeken. De praktische hulp is vaak primair gericht op de zorgbehoevende, maar betekent ook een taakverlichting voor de familiezorger. - Respijtzorg: Deze zorg kan variëren van ‘oppas aan huis’ of dagopvang op een zorgboerderij tot kortdurende opname in een zorginstelling. Vooral bij langdurige familiezorg is het voor velen een noodzakelijke voorwaarde om de zorg vol te houden. - Financiële tegemoetkoming: Het bieden van familiezorg kost niet alleen tijd en energie, maar ook geld. Familiezorgers met een laag inkomen kunnen hierdoor financieel in de knel komen. De gemeente kan familiezorgers hierin op verschillende manieren ondersteunen. - Materiële hulp: De concrete invulling hiervan kan variëren van verpleegartikelen of woningaanpassing tot een parkeervergunning of een complete tijdelijke woning voor de familiezorger. Raadpleeg ook de doelgroep zelf Het biedt voordelen om bij de beleidsvorming de doelgroep zelf te betrekken. Dit omvat meer dan het raadplegen van de Wmo-adviesraad. De doelgroep familiezorgers is immers veel breder dan waar de enkele vertegenwoordiger zicht op heeft. Denk aan moeilijk te bereiken groepen als jonge familiezorgers, familiezorgers van palliatief terminale patiënten en familiezorgers van mensen met een psychiatrische aandoening. Het Expertisecentrum Mantelzorg helpt gemeenten een goed interactief beleidsvormingsproces op te zetten.
51
Gezondheid en de fysieke omgeving
Inwoners hebben vooral last van ernstige geurhinder door landbouw en veeteelt Zeven procent van de inwoners in Reusel-De Mierden
Grote tevredenheid over leefomgeving
ervaart ernstige geurhinder. Dit komt overeen met
In Reusel-De Mierden is slechts 4% van de volwas-
de regio. Maar de oorzaken verschillen. In Reusel-De
senen (19 tot en met 64 jaar) ontevreden over de
Mierden, en vooral in de kern Reusel, is de belang-
eigen woonomgeving (regio 9%). Ze geven hiervoor
rijkste bron van geurhinder ‘landbouw en veeteelt’.
gemiddeld een 8,2. Ten opzichte van de regio voelen
Ruim éénderde van de volwassenen ondervindt hier
veel volwassenen zich betrokken bij de buurt. Ruim
enige geurhinder van en 4% wordt ernstig gehin-
tweederde voelt zich mede verantwoordelijk voor
derd. In de regio geldt dit voor respectievelijk 15%
de leefbaarheid in de buurt. Slechts 20% is zelf niet
en 1%. Industrie en wegverkeer zorgen in Reusel-De
actief betrokken geweest om de leefbaarheid in de
Mierden niet of nauwelijks voor ernstige geurhinder
buurt te verbeteren. De jongeren zijn iets kritischer
(figuur 3.13) (4).
over hun buurt. In de regio geeft 91% een 6 of hoger. In Reusel-De Mierden is dit 86%. Ook de tevredenheid bij de volwassenen over de voorzieningen in de buurt is groot. Het basisonderwijs scoort beter dan in de regio. Het minst tevreden is men over het openbaar vervoer en de voorzieningen voor jongeren. Ook veel jongeren geven in 2007 aan dat ze één of meer ontmoetingsplaatsen
Kernboodschap: Meer ernstige geurhinder en verhoogd risico op gezondheidsklachten door intensieve veehouderij. Zet in op een sterk integraal beleid ter verbetering van de leefomgeving en een open communicatie met de burger.
in de buurt missen (45%). De ouders van jonge kinderen missen vooral een speeltuin voor kinderen en een veilige
Hoge mens-dier dichtheid in de regio verhoogt risico
speelplek. Ze zijn relatief tevreden over de moge-
op gezondheidsklachten
lijkheden voor een kind om alleen buiten te spelen.
In de intensieve veehouderij spelen zowel infectie-
Maar in vergelijking met de regio zijn ze echter vaker
ziekten als ook de blootstelling aan milieufactoren
ontevreden over (aanwezigheid van) speeltuintjes,
een belangrijke rol bij het risico op ontstaan van
park of groenvoorziening en trottoirs.
gezondheidsklachten in de omgeving. Het vrijko-
Naar verhouding is het aantal mensen dat ernstige
men van stoffen zoals ammoniak en fijn stof, met
geluidshinder ervaart in Reusel-De Mierden beperkt
daaraan gebonden allerlei biologische agentia, kan
(15%). De belangrijkste bronnen voor geluidshinder
leiden tot extra blootstelling. Sinds juni 2011 is er
in Reusel-De Mierden zijn wegverkeer (6%), buren
een eerste onderzoeksrapportage (IRAS) beschikbaar
(3%) en vliegtuigen (2%) (4).
die meer inzicht geeft in de mogelijke effecten van de intensieve veehouderij op de gezondheid voor
Leefomgeving kan gezondheid positief beïnvloeden
omwonenden (36). De onderzoekers constateren
De leefomgeving kan uitnodigen tot gezond gedrag,
in dit onderzoek dat wonen nabij intensieve vee-
zoals fietsen, wandelen, sporten en spelen. Uit
houderij tot effecten op de luchtwegen kan leiden.
onderzoek blijkt dat het percentage kinderen met
De omwonenden zijn potentieel blootgesteld aan
overgewicht 15% lager ligt in wijken met groen dan
endotoxinen (deeltjes van bacteriën of schimmels
in wijken zonder groen (35). Bewoners in wijken
die zitten in agrarisch stof) en micro-organismen
met veel groen voelen zich gezonder dan bewoners
(bacteriën, virussen, schimmels e.d.). De niveaus zijn
van wijken met weinig groen. Mensen voelen zich
in de regel laag, maar er kunnen lokale situaties zijn
niet alleen gezonder, ze bezoeken ook minder vaak
waarin het niveau voldoende hoog is om bij een deel
de huisarts met verschillende gezondheidsklachten.
van de omwonenden tot effecten op de luchtwegen
Daarnaast kan een groene omgeving sociale contac-
te leiden. Bij omwonenden wordt minder astma
ten stimuleren en zorgen voor verkoeling op warme
geconstateerd, maar astmapatiënten hebben wel
dagen.
meer last van luchtweginfecties als ze in de buurt van veehouderijbedrijven wonen. Astma komt wel
52
Figuur 3.13 Ernstige geurhinder bij volwassenen in Reusel-De Mierden en Zuidoost-Brabant in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
7%
7%
Ernstige geurhinder (totaal)
2%
0%
Ernstige geurhinder wegverkeer
2%
1%
Ernstige geurhinder landbouw en veeteelt
3%
Ernstige geurhinder open haard/allesbrander
Reusel-De Mierden
4%
1%
1%
Ernstige geurhinder bedrijven/industrie
Zuidoost-Brabant
vaker voor in de buurt van nertsenfokkerijen. Ook
naar gebieden waar minder mensen wonen. Vanuit
constateren de onderzoekers dat geitenbedrijven
het oogpunt van volksgezondheid is dit een goede
en pluimveebedrijven geassocieerd worden met
ontwikkeling. Maar een belangrijk aandachtspunt
meer longontsteking. Uit eerdere (internationale)
blijft dat een goede kwaliteit van de leefomgeving
onderzoeken bleek dat zelfgerapporteerde gezond-
van bewoners in verweving- en landbouwontwikke-
heidsklachten zoals luchtwegklachten, irritatie van
lingsgebieden behouden moet blijven.
de ogen en hartkloppingen vaker voorkomen bij om-
In het Reconstructieplan is door de provincie het
wonenden van intensieve veehouderijen dan bij de
Landbouwontwikkelingsgebied Hulsel Bladel (LOG)
algemene bevolking. Ook rapporteren omwonenden
aangewezen. Dit gebied ligt grofweg tussen Hulsel,
vaak een vermindering van de kwaliteit van leven en/
Netersel en Bladel. Tegen de realisering van dit LOG
of welzijn in vergelijking met andere groepen (37).
bestaat veel weerstand. Omwonenden en maatschappelijke organisaties maken zich zorgen over
De gemeente Reusel-De Mierden ontwikkelt
de ontwikkeling van megabedrijven in de intensieve
integrale plattelandsvisie
veehouderij. Ook de gemeenteraad heeft aangege-
De gemeente Reusel-De Mierden is een agrarische
ven, dat dit LOG moet worden geschrapt. Over de
gemeente. De land- en tuinbouwsector is een be-
handhaving en de omvang van dit LOG neemt de
langrijke economische factor. Het Reconstructieplan
provincie begin 2012 een besluit. Daarnaast is een
Beerze Reusel biedt de mogelijkheid om belastende
aantal intensieve veehouderijbedrijven geconcen-
bedrijven in de buurt van woonkernen te verplaatsen
treerd ten zuiden van de kern Reusel. De gemeente
53
Reusel-de Mierden neemt alle zorgen serieus en werkt daarom samen met een groot aantal belanghebbenden aan een integrale plattelandsvisie. Het doel van dit document is om als gemeente de kaders te formuleren waarbinnen het beleid ontwikkeld en gestuurd wordt. Daarnaast probeert deze visie samenhang aan te brengen tussen de verschillende deelgebieden en deelbelangen. Het vormt daarmee een afwegingskader, waaraan allerlei afzonderlijke
heidsaspecten naast dierwelzijn- en milieuaspecten. - Uitbreiding van de gezondheidsenquête die de GGD periodiek uitvoert met een belevingsmonitor. Resultaten uit het belevingsonderzoek geven (in samenhang met objectieve kenmerken) belangrijke signalen over knelpunten in de woonomgeving. De resultaten kunnen gebruikt worden voor het ontwikkelen en evalueren van (lokaal) beleid.
plannen, ideeën en mogelijke oplossingen kunnen worden getoetst. Zowel op het gebied van gezondheid en veeteelt als bij de inrichting van de buurten en wijken heeft de gemeente Reusel-De Mierden nog kansen voor verbetering van de fysieke leefomgeving:
Betrek volksgezondheid vroegtijdig in de planontwikkeling rondom intensieve veehouderij Het IRAS-rapport beschrijft de relatie tussen de intensieve veehouderij en de gezondheid van omwonenden. Er wordt gepleit voor de volgende maatregelen: Vergroot afstanden van bedrijven tot woonkernen - Bij nieuwbouw en planontwikkeling geen intensieve veehouderij in een straal van 250 meter van gevoelige bestemmingen bouwen en geen gevoelige bestemmingen binnen 250 meter van intensieve veehouderijen bouwen. - Binnen de afstand van 250 – 1000 meter moet tussen een LOG of bedrijf tot een woonkern of lintbebouwing bij vergunningverlening een aanvullende gezondheidskundige risicobeoordeling worden uitgevoerd. Maak een gezondheidsafweging in de planvorming rondom de intensieve veehouderij - Bij de integrale visie van een gemeente over het buitengebied is het belangrijk dat gezondheid daarin ook wordt meegewogen. - Bij planontwikkeling gezondheid meewegen bij besluitvorming (een ‘totaalplaatje’ maken van milieu-, hinder- en risicofactoren in een gebied). Hiervoor kan onder meer het instrument GES (gezondheidseffectscreening) ingezet worden. - Het integraal beoordelen van gezondheidsaspecten (luchtverontreiniging, geur- en geluidsoverlast) bij vergunningen die worden verleend. Zorg voor een open communicatie naar bewoners en heb oog voor de beleving van de bewoners - Open en actieve communicatie door de gemeenten aan de omwonenden betreffende volksgezond54
Houd bij planvorming van gevoelige bestemmingen rekening met geluid- en luchtkwaliteit Het is van belang om ervoor te zorgen dat vooral gevoelige bestemmingen, zoals woningen en scholen, op voldoende afstand gelegen zijn van de A67 en andere drukke provinciale wegen. Dit is zowel voor geluidals luchtkwaliteit belangrijk. Door dit vast te leggen in aanvullend beleid kan voorkómen worden dat er nog gevoelige bestemmingen dichtbij drukke wegen gebouwd worden. Ook het stimuleren van ander en schoner vervoer, zoals fietsen en openbaar vervoer, zorgt voor een omgeving met frissere lucht en minder geluidshinder. Ook bij het nieuwe bedrijventerrein (DIC) is het belangrijk om in de milieuvergunningen rekening te houden met gevoelige bestemmingen evenals met cumulatie van milieufactoren. Diversiteit bij inrichting wijk werkt mee aan gezond gedrag De inrichting van de wijk kan van invloed zijn op het beweeggedrag van de bewoners en op deze manier positief de gezondheid beïnvloeden. Aspecten van de fysieke inrichting die hierbij een rol spelen zijn diversiteit en design. Bij diversiteit gaat het vooral om de ruimtelijke functiemenging van woningen en voorzieningen, waaronder openbaar groen, speelvoorzieningen, winkels, bedrijven en parkeermogelijkheden voor fiets en auto. Fietsen of lopen wordt in een dergelijke omgeving aantrekkelijker omdat afstanden in een dergelijke omgeving als korter worden ervaren. Belangrijk hierbij is ook om fiets- en wandelpaden niet te dicht langs drukke wegen te plaatsen, vanwege de luchtverontreiniging en geluidsoverlast. Bij design gaat het om ontwerpaspecten van de buurt zoals het stratenpatroon, voet- en fietspaden en het ontwerp van de straten zelf. De verkeersveiligheid in een wijk is van belang om dagelijkse beweging te bevorderen. Kinderen uit wijken met veel oversteekplaatsen gaan drie tot vijf keer zo vaak lopend of fietsend naar school.
Gezondheidsverschillen
Een ongezonde leefstijl draagt bij aan gezondheidsachterstanden bij jong en oud
Gezondheid en ziekte zijn ongelijk verdeeld
Volwassenen in de regio Zuidoost-Brabant met
De gezondheid van mensen met een lage sociaaleco-
een lage opleiding (geen of alleen basisonderwijs)
nomische status (ses) in de regio Zuidoost-Brabant
hebben op een aantal punten een minder gezonde
is op veel fronten slechter dan die van mensen met
leefstijl dan mensen met een hogere opleiding. Ze
een hoge sociaaleconomische status. Net als in de
roken meer, doen minder aan sport en ontbijten min-
rest van Nederland leven inwoners met een lage op-
der vaak. Voor alcoholgebruik, groente- en fruitcon-
leiding gemiddeld 6 tot 7 jaar korter. Mensen met
sumptie en bewegen is het verschil tussen hoog- en
een lage opleiding leven veertien jaar korter zonder
laagopgeleiden in de regio Zuidoost-Brabant niet zo
beperkingen (20). Figuur 3.14 laat voor de regio de
rechtlijnig.
ongelijke verdeling van gezondheid duidelijk zien.
Het aantal mensen dat niet voldoet aan de nieuwe
Deze percentages zijn gebaseerd op zelfrapportage.
richtlijnen voor aanvaardbaar alcoholgebruik is
Ernstig overgewicht (obesitas), psychische ongezond-
bijvoorbeeld juist kleiner onder mensen met een laag
heid, diabetes en andere chronische aandoeningen
opleidingsniveau.
komen aanzienlijk vaker voor bij lager opgeleiden
Ook op jonge leeftijd is er bij lagere sociaalecono-
dan bij hoger opgeleiden. In Reusel-De Mierden
mische groepen al meer ongezondheid zichtbaar
hebben ongeveer 630 inwoners vanaf 19 jaar geen
en zijn er meer risicofactoren voor de gezondheid.
opleiding of alleen basisonderwijs genoten (4).
Zo komt overgewicht bijna twee keer zo veel voor onder kinderen tot en met 11 jaar van wie beide ouders ten hoog-
Kernboodschap: Ook in Reusel-De Mierden bestaan sociaaleconomische gezondheidsverschillen. De gemeente kan met het armoedebeleid deze verschillen verkleinen. Een integrale aanpak samen met de sociale dienst, re-integratiebedrijven en schuldhulpverlening is hierbij nodig.
ste mbo-kort als opleidingsniveau hebben, dan onder kinderen met hoger opgeleide ouders. Ook blijken jongeren tussen de 12 en 18 jaar met laag opgeleide ouders vaker last te hebben van problemen die dag en nacht spelen. Naast opleiding speelt inkomen een rol. Regiocijfers laten zien dat kinderen uit gezinnen met een minimuminkomen twee keer zo vaak niet sporten (buiten school)
dan kinderen uit gezinnen met een hoger inkomen. Meer ouderen met een lagere opleiding en alleen
Voor Reusel-De Mierden geldt dat 7% van de 0- tot
AOW in Reusel-De Mierden
en met 11-jarige kinderen in een gezin leven met een
Gezondheidsverschillen tussen lagere en hogere soci-
minimuminkomen (4).
aaleconomische groepen bestaan niet alleen in de steden van Zuidoost-Brabant. In de regio heeft
Gezondheidsachterstanden mede veroorzaakt door
33% van de volwassenen een opleidingsniveau
ongunstige fysieke en sociale omgeving
van ten hoogste mavo, vmbo of lbo. In Reusel-De
De gezondheidsachterstand in lagere sociaalecono-
Mierden is dit 38%. Hierbij valt op dat er in Reusel-
mische groepen is deels te verklaren doordat deze
De Mierden minder volwassenen geen opleiding
groepen vaker in een ongunstige fysieke en sociale
of alleen lager onderwijs hebben (1% versus 4% in
omgeving leven. De materiële omstandigheden, zo-
de regio). Bij de ouderen is het aantal inwoners dat
als woon- en werkomstandigheden zijn vaak minder
alleen lager onderwijs heeft gehad met 33% wel
gunstig voor de gezondheid. Zo zijn laagopgeleide
groter dan in de regio (22%). Dit geldt ook voor de
volwassenen in Zuidoost-Brabant minder tevreden
65-plussers die hoogstens mavo of lbo onderwijs heb-
over hun woning en woonomgeving, voelen zich
ben gevolgd (53% versus 46%).
vaker onveilig en zijn vaker (ernstig) eenzaam.
Naast opleidingsniveau is inkomen een indicator voor
Ook zijn zij minder betrokken in het verenigingsle-
de sociaaleconomische status. Ook het aantal ou-
ven en vrijwilligerswerk. Bij niet-westerse
deren met alleen AOW is in Reusel-De Mierden met
allochtonen kunnen ook andere oorzaken, zoals
32% veel hoger dan in de regio (19%) (4).
erfelijke aanleg en minder toegang tot en/of minder
55
Figuur 3.14 Gezondheid naar opleidingsniveau bij volwassenen in Zuidoost-Brabant in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitor GGD Brabant-Zuidoost)
obesitas
diabetes
minimaal één chronische ziekte
hoog risico op een angststoornis of depressie
voelt zich psychisch ongezond
ervaren gezondheid matig of slecht percentage
0
10
20
30
40
50
60
hbo, universiteit havo, vwo, mbo vmbo, mavo, lbo geen opleiding, basisonderwijs
effectiviteit van de zorg, bijdragen aan de gezond-
zijn eigen mogelijkheden recht heeft op ‘meedoen’,
heidsachterstanden.
ongeacht eventuele financiële, medische of psychische beperkingen. Eén van de pijlers is gezondheid.
Gezondheidsproblemen echter ook oorzaak van
Financiële omstandigheden die de toegankelijkheid
lagere sociaaleconomische status
van gezondheidsvoorzieningen kunnen beperken,
Mensen met een slechte gezondheid zijn minder
moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. In dit
toegerust voor het volgen van een hoge opleiding en
minimabeleid wordt het belang onderstreept om
hebben daardoor meer kans op een lager inkomen.
vanuit lokaal gezondheidsbeleid initiatieven te ont-
De gezondheidsproblemen kunnen er bovendien toe
wikkelen die gericht zijn op minima. Inmiddels is een
leiden dat iemand niet (volledig) kan deelnemen aan
aantal afspraken, regelingen en interventies inge-
het arbeidsproces, met ook een lager inkomen als
voerd, dat een bijdrage levert aan het terugbrengen
gevolg.
van gezondheidsverschillen zoals:
Armoedebeleid van de gemeente biedt kansen
- Convenant ‘Kinderen doen mee’: In dit kader
om gezondheidsverschillen te verkleinen
ondersteunt de gemeente gezinnen met kinderen
Alle Kempengemeenten hebben eind 2007 hun be-
die onvoldoende middelen hebben om te kunnen
leid met betrekking tot de financiële regelingen voor
deelnemen aan sociaal-culturele activiteiten. Zo
inkomensondersteuning geëvalueerd. Dit heeft ge-
kan bijvoorbeeld het lidmaatschap van een voet-
resulteerd in een vernieuwend minimabeleid dat in
balclub, maar ook de aanschaf van een computer
2009 is ingegaan. Dit beleid is onder meer gericht op
worden vergoed.
het bevorderen van participatie en het voorkomen van sociale uitsluiting. Er wordt daarmee een link gelegd naar de Wmo-gedachte dat ieder mens vanuit
56
- Stichting Leergeld: Ook zij helpen schoolgaande kinderen uit gezinnen met een minimaal inko-
men. De hulp is heel divers. Ze verstrekken geen geld aan gezinnen, maar betalen bijvoorbeeld de bijdrage van het schoolkamp van een kind direct aan de school. - Regeling Chronisch zieken, gehandicapten en ouderen: Vergoeding van kosten die een zieke, gehandicapte of oudere moet maken en die niet door een zorgverzekeraar of door de bijzondere-
- Zoek aansluiting bij het gemeentelijke armoedebeleid en werk samen met de sociale dienst, re-integratiebedrijven en schuldhulpverlening. Hierdoor kan de doelgroep met een minimum inkomen beter worden bereikt. Een voorbeeld voor een gerichte interventie is de cursus ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’, waarbij mensen met een beperkt budget leren om toch gezond te eten (38).
bijstand worden vergoed. - Collectieve ziektekostenverzekering voor minima: De Kempengemeenten hebben een collectieve zorgkostenverzekering voor minima afgesloten met zorgverzekeraars, waaraan de doelgroep on-
- Bevorder het volgen van opleiding en participatie, bijvoorbeeld door het terugdringen van laaggeletterdheid, voortijdig schooluitval en schoolverzuim. Interventies vanuit de jeugdgezondheidszorg kunnen hieraan een bijdrage leveren.
der bepaalde voorwaarden en premiekorting kan deelnemen. Om de deelname aan die collectieve verzekering te stimuleren wordt bijzondere bijstand verstrekt in een gedeelte van de verschuldigde premie. - Voedselbank: In Bladel is sinds kort een voedselbank zelfstandig actief voor mensen uit de gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De
- Besteed aandacht aan de bekendheid van inkomensondersteunende voorzieningen bij mensen met een laag inkomen, intermediairs en hulpverleners. Zorg dat deze informatie geschikt is voor laaggeletterden. In de praktijk blijkt dat mensen met een lage sociaaleconomische status vaak ondersteuning van hulpverleners nodig hebben bij het aanvragen en gebruiken van voorzieningen.
Mierden. Ze pakt de armoede direct aan door deze mensen wekelijks een voedselpakket te verstrekken. De hulp van de voedselbank is in principe tijdelijk. Om te voorkomen dat inwoners tussen wal en schip vallen houdt de intergemeentelijke sociale dienst (ISD) regelmatig spreekuur bij de Voedselbank.
Meer afstemming en samenwerking gewenst tussen gezondheids- en armoedebeleid De gemeente Reusel-De Mierden besteedt binnen haar armoedebeleid al expliciet aandacht aan de relatie tussen armoede en gezondheid. Daarbij wordt ook een relatie gelegd met het lokaal gezondheidsbeleid. Ook wordt het belang onderstreept om armoedebeleid op beleidsmatig en uitvoerend niveau af te stemmen met andere gemeentelijke taken zoals cultuureducatie en sportactivering, Wmo, leerplicht, reïntegratie, sociale activering, inburgering en jeugdbeleid. Deze afstemming en samenwerking biedt kansen om de gezondheidsverschillen in deze gemeente te verkleinen. De gezamenlijke aanpak zal zich enerzijds moeten richten op het verminderen van gezondheidsrisico’s en het bevorderen van een gezonde leefstijl en anderzijds op het verbeteren van materiële omstandigheden en van woon- en werkomstandigheden. Deze aanpak heeft op dit moment nog geen concrete vormen aangenomen. De uitdaging voor de komende jaren is dan ook:
- Probeer gezinnen in een achterstandsituatie te bereiken via de jeugdgezondheidszorg. Het project ‘Armoede en Gezondheid van kinderen’ spoort gezinnen met kinderen in achterstandsituaties op en informeert hen over gemeentelijke regelingen (39). In de gemeente Veldhoven is met deze werkwijze al ervaring mee opgedaan. - Geef aandacht aan het inrichten van een gezonde leefomgeving, het beperken van geluid en stankoverlast en een gezond binnenmilieu in woningen en scholen. - Creëer een veilige omgeving, bijvoorbeeld door het vergroten van de verkeersveiligheid en verminderen van criminaliteit.
57
58
4 Bronnen, afkortingen en adviseurs
59
Gegevensbronnen 1 Gezondheid dichtbij. Landelijke nota gezondheidsbeleid. Den Haag, Ministerie van VWS, 2011. 2 Op weg naar een gezonder Zuidoost-Brabant. GGD Brabant-Zuidoost, 2011. 3 CBS, Statline. statline.cbs.nl (geraadpleegd juni 2011). Voorburg: CBS, 2011. 4 GGD Brabant-Zuidoost. Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen (2008-2009), Jeugdmonitor 12 t/m 18 jarigen (2007-2008), Volwassenenmonitor 19 t/m 64 jarigen en Ouderenmonitor 65 jaar en ouder (2009-2010). Helmond: GGD Brabant-Zuidoost, 2007-2009. 5 Provincie Noord-Brabant, Bevolkingsprognose
gemeente: Alcohol. Een basispakket voor lokaal alcoholbeleid. www.loketgezondleven.nl/settings/ gezonde-gemeente/alcohol/een-integraleaanpak/ basispakket/ (geraadpleegd 24 augustus 2011). Bilthoven: RIVM, 2011. 17 Eugster A, Gestel A van, Duijnhoven M van. Vraag in beeld: monitor maatschappelijke opvang, OGGZ en verslavingszorg. Zuidoost-Brabant 2010. Helmond: GGD Brabant-Zuidoost, 2011 18 Trimbos Instituut. www.trimbos.nl (geraadpleegd 14 juni 2011). Utrecht: Trimbos Instituut, 2011. 19 Trimbos Instituut. Drank- en drugsgebruik extreem hoog in jeugdzorg en speciaal onderwijs.
2008. www.brabant.nl/dossiers/dossiers-op-thema/
www.trimbos.nl/nieuws/persberichten/2011/
bouwen-en-wonen/feiten-en-cijfers-wonen/be-
drank-en-drugsgebruik-extreem-hoog-in-jeugd-
volkingsprognose-2008.aspx (geraadpleegd 17
zorg-en-speciaal-onderwijs (geraadpleegd 13
mei 2011). ’s-Hertogenbosch: provincie NoordBrabant, 2008 6 RIVM, (Gezonde) levensverwachting. Volksge-
december 2011). Utrecht: Trimbos Instituut, 2011. 20 Van der Lucht F, Polder JJ. Van gezond naar beter. Kernrapport van de Volksgezondheid Toekomst
zondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas
Verkenningen 2010. Bilthoven: RIVM, 2010.
Volksgezondheid. www.zorgatlas.nl/gezondheid-
21 Loket gezond leven. Handreiking Gezonde Ge-
en-ziekte/-gezonde-levensverwachting (geraad-
meente. Roken. Cijfers en feiten: Ook meeroken
pleegd 19 april 2011). Bilthoven: RIVM, 2011.
schaadt de gezondheid. www.loketgezondleven.
7 Hoeymans N, Melse JM, Schoemaker CG. Ge-
nl/settings/gezonde-gemeente/roken/cijfers-en
zondheid en determinanten. Deelrapport van
feiten/omvang-en-ernst/meeroken/ (geraad-
de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010.
pleegd 12 september 2011). Bilthoven: RIVM,
Bilthoven: RIVM, 2010.
2011.
8 Ministerie van VWS. Beleidsbrief sport. Sport en Bewegen in Olympisch perspectief. Den Haag, 2011. 9 Smit F. Factsheet preventie. Preventie van depressie. Utrecht: Trimbos instituut, 2007. 10 Handreiking gezonde gemeente. http://www. loketgezondleven.nl/settings/gezonde-gemeente/ depressie/. Bilthoven, 2011. 11 Ten Have M, De Graaf R, Monshouwer K. Sporten
22 Ministerie van VWS. Zorg die werkt. Beleidsdoelstellingen van het ministerie van VWS. Den Haag, 2011. 23 Van de Maat JW, Van der Zwet R. Eenzaamheid. Verkenning. Utrecht: Movisie, 2010. 24 Van Tilburg T, deJong-Gierveld J. Zicht op eenzaamheid. Achtergronden, oorzaken en aanpak. Assen; Koninklijke van Gorcum, 2007. 25 Aanbod van preventieve activiteiten voor oude-
en psychische gezondheid. Resultaten van de
ren in de Kempen: een inventarisatie, peildatum:
‘Netherlands Mental Health Survey and Incidence
25 november 2010, de Kempen Kerngezond.)
Study’(NEMESIS). Utrecht: Trimbos Instituut, 2009. 12 GGD Brabant-Zuidoost. Interventies. www.regionaalkompas.nl/depressie/interventies. Helmond, 2010. 13 Handreiking gezonde gemeente. Overgewicht. www.loketgezondleven.nl/settings/gezonde
26 Campen van C. Kwetsbare ouderen. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau, 2011. 27 Advies werkgroep ‘Preventief ouderenbeleid De Kempen’, Regiegroep Lokaal gezondheidsbeleid, d.d. 06-04-2011 28 Bon-Martens MJH van, Eck ECM van Hogen-
gemeente/overgewicht/een-integrale-aanpak (ge-
doorn SM, Hoogen PCW van den, Oers JAM van.
raadpleegd 14 juni 2011). Bilthoven: RIVM, 2011
Gezondheid telt! In Hart voor Brabant. Regionale
14 Gezondheidsraad. Richtlijnen Goede Voeding. Den Haag: Gezondheidsraad, 2006. 15 Stuurgroep Alcohol en jongeren. Projectplan ‘Laat je niet flessen!’ 2010-2013. www.ljnf.nl (geraadpleegd 14 juni 2011). Eindhoven: SRE, 2009.
60
16 Loket Gezond Leven. Handreiking gezonde
Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2006. ’sHertogenbosch: GGD Hart voor Brabant, 2006.
29 Alzheimer Nederland. Cijfers en feiten over
Websites
dementie. www.alzheimer-nederland.nl/me-
www.regionaalkompas.nl
dia/38133/feiten%20en%20cijfers.pdf (geraad-
www.ggdgezondheidsatlas.nl
pleegd 19 april 2011). Bunnik: Alzheimer Neder-
www.cbs.nl/statline
land, 2010
www.loketgezondleven.nl
30 Timmermans JM, Boer A de, Iedema J. De mantel-
www.ggdbzo.nl
val. Over dreigende overbelasting van de mantel-
www.sense.info
zorger. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau, 2005. 31 Tielen L. Factsheet: Jonge mantelzorgers. Kinde-
Afkortingen AOW Algemene Ouderdoms Wet
ren en jongeren die opgroeien met een langdurig
COPD Chronische obstructieve longziekten
ziek familielid. Utrecht: Expertise Centrum Infor-
CJG Centrum voor Jeugd en Gezin
mele Zorg. NIWZ, 2003.
DIA Drugs Informatie en Advies
32 Lier W van, Scherpenzeel R, Storms O. Samen met
GES Gezondheidseffectscreening
mantelzorgers beleid opstellen. Utrecht: Experti-
GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst
secentrum Mantelzorg, 2010.
GGZ Geestelijke Gezondheidszorg
33 Gemeente Reusel-De Mierden. Tevredenheidsonderzoek klanten. Reusel-De Mierden, 2010. 34 Movisie. Basisfuncties mantelzorg. www.movisie.
KBO Katholieke Bond van Ouderen LOG Landbouwontwikkelingsgebieden RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en
nl/smartsite.dws?ch=def,DEF&id=125831 (geraad-
Milieu
pleegd 26 juli 2011)
RSZK Regionale Stichting Zorgcentra de Kempen
35 Vreke J Donders JL, Langers F, Salverda IE,
rVTV Regionale Volksgezondheid Toekomst
Veeneklaas FR. Potenties van groen!De invloed
Verkenning
van groen in en om de stad op overgewicht van
ses Sociaaleconomische status
kinderen en op het binden van huishoudens met
soa Seksueel Overdraagbare Aandoening
midden- en hoge inkomens aan de stad. Wage-
VWA Voedsel en Waren Autoriteit
ningen: Alterra, Wageningen UR, 2006.
Wmo Wet Maatschappelijke Ondersteuning
36 Heederik DJJ & IJzermans CJ (redactie). Mogelijke
Wpg Wet Publieke Gezondheid
effecten van intensieve veehouderijen op de gezondheid van omwonenden: onderzoek naar
Bij de opzet van dit rapport is gebruik gemaakt van
mogelijke blootstelling en gezondheidsproble-
- Stam B.E., de Graaf N., Klaus-Meijs W.M.M. Ge-
men. Utrecht: IRAS Universiteit Utrecht, NIVEL,
zondheid in kaart. Rotterdam: GGD Rotterdam /
RIVM, 2011.
RIVM, 2010.
37 Dusseldorp A, Sijnesael PCC, Heederik D, Doekes
- Handreiking gezonde gemeente. http://www.
G, Giessen AW van de. Intensieve veehouderij en
loketgezondleven.nl/settings/gezonde-gemeente.
gezondheid. Overzicht van kennis over werkne-
Bilthoven, 2011.
mers en omwonenden. Bilthoven: RIVM, IRAS Universiteit Utrecht, 2008. 38 Loket Gezond Leven. Goede voeding hoeft niet
Met dank aan - Betrokken medewerkers van de afdeling Gezond-
veel te kosten. www.loketgezondleven.nl -Inter-
heidsbevordering van de GGD Brabant Zuidoost
venties- Goede voeding hoeft niet veel te kosten
- drs. A.M. van Gestel, drs. Y.E.G. Meertens en drs.
(geraadpleegd 20 april 2011). Bilthoven: RIVM, 2011. 39 Loket Gezond Leven. Armoede en gezondheid van kinderen. www.loketgezondleven.nl -Interventies- Armoede en gezondheid van kinderen (geraadpleegd 22 maart 2011). Bilthoven: RIVM,
M.E. de Kok, redactieteam regionale VTV - prof. dr. ing. J.A.M. van Oers, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu/ Tilburg University - drs. M.J.J.C. Poos, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu - Msc. I. Meessen, gemeente Reusel-De Mierden
2011.
61
62
5 Gezondheidsprofiel
63
Gezondheidsprofiel gemeente Reusel-De Mierden Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning 2011 Leeftijd
Reusel-De Mierden
Reusel-De Mierden
regio ZOB
regio ZOB
Reusel-De Mierden
% recente meting
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
=
A Levensverwachting en sterfte Levensverwachting Levensverwachting mannen bij geboorte in jaren (2005-2008)
78,5
78,1
Levensverwachting vrouwen bij geboorte in jaren (2005-2008)
83,7
82,4
Levensverwachting in goede ervaren gezondheid mannen bij geboorte in jaren (2005-2008)
65,4
Levensverwachting in goede ervaren gezondheid vrouwen bij geboorte in jaren (2005-2008)
66,6
Sterfte Totale sterfte per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008)
65,7
70,7
Sterfte kanker per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008)
18,9
20,9
Sterfte hart- en vaatziekten per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008)
22,3
22,0
7,0
7,5
Sterfte aan ziekten ademhalingsorganen per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008) Aantal sterfgevallen onder zuigelingen per 1.000 levend geborenen (2008)
0-1 jaar
14,6
1-14 jaar
19,4
0-11 jaar
5
Vindt eigen gezondheid gaat wel tot slecht
12-18 jaar
12
14
=
Vindt eigen gezondheid matig/slecht
19-64 jaar
9
=
10
=
65+
29
=
28
=
0-11 jaar
0,5
0,4
=
Aantal sterfgevallen onder 1-14 jarigen per 100.000 kinderen per jaar (2004-2008) B
Lichamelijke gezondheid
Ervaren gezondheid Gezondheid kind gaat wel tot slecht
5
Langdurige aandoeningen afgelopen 12 maanden (vastgesteld door arts) Diabetes
Astma of bronchitis
Astma, chronische bronchitis, longemfyseem of CARA/COPD
Aangeboren hartaandoening Hartinfarct en/of een andere ernstige hartaandoening (zoals hartfalen of angina pectoris) Kanker
12-18 jaar
0,3
=
0,3
=
=
19-64 jaar
2
=
3
=
=
=
15
=
7
7
=
=
65+
17
0-11 jaar
9
12-18 jaar
5
=
19-64 jaar
6
=
6
=
=
65+
8
=
11
▲
=
0-11 jaar
1
0,7
=
12-18 jaar
0
0,5
=
19-64 jaar
1
▼=
2
=
=
65+
12
=
11
▲
=
0-11 jaar
0,6
0,1
12-18 jaar
0
0
=
19-64 jaar
1
=
1
=
=
65+
7
=
7
▲
=
0-11 jaar
4
Belemmering door chronische aandoening Sterk belemmerd in het dagelijks functioneren als gevolg van één of meer chronische aandoeningen
64
2 =
3
=
12-18 jaar
3
19-64 jaar
6
7
=
= =
65+
14
16
=
Leeftijd
Reusel-De Mierden
Reusel-De Mierden
regio ZOB
regio ZOB
Reusel-De Mierden
% recente meting
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
=
15
=
=
Zelfredzaamheid Heeft grote moeite of hulp nodig bij 1 of meer dagelijkse handelingen
65+
17
Kan 1 of meer huishoudelijke activiteiten niet uitvoeren
65+
34
28
Niet zelfstandig in vervoer
65+
13
11
=
Ongevallen Is medisch behandeld voor letsel in de afgelopen 3 maanden
0-11 jaar
4
▲
6
▲
=
12-18 jaar
18
▼=
17
▼
=
19-64 jaar
15
13
=
=
65+
12
13
▲
=
=
Infectieziekten Aantal meldingen kinkhoest (2010)
totaal
1
181
Aantal meldingen Hepatitis B (2010)
totaal
0
52
Aantal meldingen Q-koorts (2010)
totaal
0
19
C
Geestelijke gezondheid
Gevoelens afgelopen 3 maanden Beetje tot erg somber
0-11 jaar
0,8
1
=
=
12-18 jaar
4
=
4
▲
=
19-64 jaar
9
8
▼
=
65+
12
=
11
▼
=
4-11 jaar
3
=
3
▲
=
Heeft indicatie voor psychosociale problematiek
4-11 jaar
10
10
Verhoogde score op KIVPA1 (schooljaar 2009-2010)
klas 2 VO
18
19
0-11 jaar
2
2
12-18 jaar
1
=
1
▼
=
12-18 jaar
10
=
14
▲
=
Autisme Autisme vastgesteld door arts Psychosociale gezondheid =
Psychische gezondheid ouder(s) Problemen met psychische gezondheid ouder(s)
=
Ervaren psychische gezondheid Voelt zich psychisch ongezond
19-64 jaar
14
=
17
▼
=
65+
13
=
19
▼
Heeft afgelopen 12 maanden suïcide overwogen
12-18 jaar
6
9
=
Heeft afgelopen 12 maanden suïcidepoging ondernomen
12-18 jaar
0,9
1
=
19-64 jaar
3
5
=
65+
2
5
Suïcide
Psychiatrische aandoeningen Heeft hoog risico op angststoornis of depressie
Aantal cliënten gedurende jaar in zorg bij GGzE (2008)
213
D Persoonskenmerken Ongezond gewicht Ondergewicht
Overgewicht (inclusief obesitas)
2-11 jaar
7
7
=
=
12-18 jaar
7
=
10
=
=
19-64 jaar
1
=
1
=
=
65+
3
▼=
3
▼
=
2-11 jaar
7
11
=
=
12-18 jaar
12
=
10
=
=
19-64 jaar
46
=
45
=
=
65+
66
▲=
59
▲
65
Leeftijd
Obesitas
Is afgelopen jaar meer dan 5 kilo afgevallen
Reusel-De Mierden
Reusel-De Mierden
regio ZOB
regio ZOB
Reusel-De Mierden
% recente meting
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
2
=
=
2-11 jaar
1
12-18 jaar
0,3
=
1
=
=
19-64 jaar
10
=
11
=
=
65+
16
=
15
=
=
65+
9
0-4 jaar
34
9
▼=
E Leefstijl Borstvoeding Nooit/ vanaf geboorte (ook) kunstvoeding
▼
30
=
=
38
▼
=
=
61
=
=
Groente en fruit consumptie Niet dagelijks groente
Voldoet niet aan de norm voor groenteconsumptie2
Niet dagelijks fruit
Voldoet niet aan de norm voor fruitconsumptie3
1-11 jaar
37
12-18 jaar
59
19-64 jaar
65
69
▼
=
65+
63
68
=
=
1-11 jaar
28
32
▼
=
12-18 jaar
66
73
▼
19-64 jaar
72
=
75
▲
=
65+
54
=
55
=
▼
66
▼
Lichamelijke inactiviteit 4-11 jaar
54
Sport of beweegt minder dan 7 dagen per week (minimaal 1 uur per dag)
Sport minder dan 2 keer per week 1 uur buiten school
12-18 jaar
69
Sport minder dan 1 keer per week
19-64 jaar
46
=
44
=
=
65+
59
=
57
▼
=
Voldoet niet aan de norm gezond bewegen Voldoet niet aan de norm gezond bewegen voor 55+
76
19-64 jaar
33
=
38
▲
▼=
65+
37
=
35
▼
=
0-11 jaar
14
16
▼
=
Roken Moeder rookte tijdens (deel van) de zwangerschap Wel eens gerookt Rookt
Zware rokers
8-11 jaar
0,8
0,5
=
=
12-18 jaar
12
12
▼
=
19-64 jaar
24
25
▼
=
65+
11
19-64 jaar
1
65+
0,5
=
=
14
=
=
2
▼
=
1
=
Alcoholgebruik Moeder heeft alcohol gebruikt tijdens (deel van) de zwangerschap
0-11 jaar
6
Wel eens alcohol gedronken
8-11 jaar
8
Heeft alcohol gedronken in afgelopen 4 weken
8-11 jaar
0
12-18 jaar
56
Leeftijd waarop de helft van de jongeren in de afgelopen 4 weken alcohol heeft gedronken
12-18 jaar
Drinkt meer dan 20 glazen alcohol per week
12-18 jaar
Voldoet niet aan de norm verantwoord alcoholgebruik
4
Voldoet niet aan de norm aanvaardbaar alcoholgebruik5
Probleemdrinker
66
▼
15
=
19-64 jaar
42
▼=
65+
30 =
10
▼
10
▼
=
0,2
▼
=
48
▼
15,2
▲
6
▼
36
▼
=
38
▲
67
=
=
19-64 jaar
73
65+
46
52
=
19-64 jaar
14
11
=
Leeftijd
Reusel-De Mierden
Reusel-De Mierden
regio ZOB
regio ZOB
Reusel-De Mierden
% recente meting
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
Druggebruik in afgelopen 4 weken Softdrugs (hasj, wiet)
12-18 jaar
0,9
=
4
=
▲
19-64 jaar
1
=
3
=
=
Harddrugs (XTC, paddo, amfetaminen, cocaïne of heroïne)
12-18 jaar
0,4
=
0,8
=
=
Harddrugs (XTC, amfetaminen, LSD, cocaïne of heroïne)
19-64 jaar
0,5
=
0,9
=
=
Verslavingszorg Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege alcoholgebruik (2010)
10
1023
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gebruik opiaten (2010)
3
411
11
418
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gebruik hallucinerende middelen (cannabis, XTC) (2010)
4
464
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gokken (2010)
0
100
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gebruik opwekkende middelen (cocaïne, amfetaminen) (2010)
Seksueel gedrag Ooit geslachtsgemeenschap gehad
12-18 jaar
20
=
23
▲
=
-
12-18 jaar
65
62
=
=
12-18 jaar
6
▲=
7
▲
=
totaal
1
2311
< 20 jaar
1
61
Heeft wel eens onveilig gevreeën (subgroep)
Seksuele ervaring tegen de zin Aantal consulten bij de afdeling SOA van de GGD (2010) Aantal tienermoeders6 (2009)
F
Sociale omgeving
School Ervaart problemen in relaties met andere kinderen op school
4-11 jaar
13
12
=
=
Voelt zich niet prettig op school
4-11 jaar
6
6
=
=
Vindt school niet leuk/ vreselijk
12-18 jaar
3
4
=
0-11 jaar
2
2
=
Jongere heeft problemen met echtscheiding ouders
12-18 jaar
2
Relatie met ouders minder goed
12-18 jaar
21
19
Ouder ervaart vaak opvoedproblemen
0-11 jaar
2
2
=
=
Ouder heeft momenteel behoefte aan professionele ondersteuning bij de opvoeding
0-11 jaar
5
6
=
=
12-18 jaar
4
5
Ouders Gezin heeft problemen met echtscheiding of langdurig weggaan gezinslid
=
3
=
= =
Opvoeding
Pesten Is afgelopen 3 maanden regelmatig gepest
=
Eenzaamheid Niet genoeg vriend(inn)en buiten schooltijd Is (zeer) ernstig eenzaam
4-11 jaar
6
8
=
=
19-64 jaar
6
▼=
7
=
▼=
65+
6
=
8
▼
=
Onveiligheid Voelt zich overdag of ‘s nachts wel eens onveilig
12-18 jaar
25
=
29
▲
=
19-64 jaar
14
=
21
▼
65+
11
19
▲
67
Leeftijd
Reusel-De Mierden
Reusel-De Mierden
regio ZOB
regio ZOB
Reusel-De Mierden
% recente meting
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
Slachtoffer en dader Afgelopen 12 maanden dader ongewenst gedrag
12-18 jaar
48
61
▲
Afgelopen 12 maanden slachtoffer ongewenst gedrag
12-18 jaar
19
=
25
▼
0-17 jaar
0,3
19-64 jaar
2
2
=
65+
1
0,6
=
Aantal meldingen huiselijk geweld bij steunpunt (2010)
totaal
10
Aantal aangiften huiselijk geweld bij politie (2010)
totaal
4
0-17 jaar
1,5
Huishoudinkomen < e1350 netto per maand
19-64 jaar
12
15
=
Huishoudinkomen < e1000 netto per maand
19-64 jaar
5
8
=
65+
32
=
19
=
0-11 jaar
11
▼
14
▼
12-18 jaar
27
32
0-11 jaar
9
15
▲
19-64 jaar
16
25
Meldingen mishandelde kinderen7 (2008) Recent slachtoffer huiselijk geweld (afgelopen 5 jaar)
965
Armoede Kinderen in uitkeringsgezin8 (2008)
Ontvangt alleen AOW
G Fysieke omgeving Binnenmilieu Is in de afgelopen 7 dagen in huis aan rook blootgesteld
Woont in huis met schimmel- of vocht
=
Woning en buurt Geeft onvoldoende rapportcijfer voor eigen woning
19-64 jaar
6
8
=
Geeft onvoldoende rapportcijfer voor eigen woonomgeving
19-64 jaar
4
9
Wordt erg gehinderd door geluid
19-64 jaar
15
22
Ernstige slaapverstoring door geluid
19-64 jaar
9
12
Wordt erg gehinderd door geur
19-64 jaar
7
7
=
27
7
Overlast woonomgeving
H Zorg Ambulancezorg Overschrijding aanrijtijd A1 spoedzorg (15 minuten) (2010) Professionele zorg of hulp Ontvangt momenteel professionele zorg
19-64 jaar
2
65+
31
25
65+
9
8
=
tandarts
19-64 jaar
5
3
▼=
huisarts
19-64 jaar
0,9
2
=
verloskundige
19-64 jaar
1
2
=
Heeft behoefte aan meer hulp/zorg in verband met gezondheid
=
2
▲
=
Zorgvoorzieningen Vindt in de buurt onvoldoende aanwezig:
68
Leeftijd
Reusel-De Mierden
Reusel-De Mierden
regio ZOB
regio ZOB
Reusel-De Mierden
% recente meting
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
WMO-Voorzieningen Heeft in afgelopen jaar gebruik gemaakt van 1 of meer WMO-voorzieningen Heeft behoefte aan 1 of meer WMO-voorzieningen
19-64 jaar
7
6
=
65+
34
29
19-64 jaar
5
6
=
65+
12
14
=
Heeft behoefte om vanuit huis gebruik te kunnen maken van diensten bij een nabijgelegen dienstencentrum, bejaarden- of verzorgingstehuis, zoals huishoudelijke hulp of maaltijdverzorging
65+
54
5
=
Heeft behoefte om vanuit de woning op afroep gebruik te kunnen maken van verpleging of verzorging bij een nabijgelegen bejaarden- of verzorgingstehuis of dienstencentrum
65+
7
8
=
12-18 jaar
3
2
=
Behoefte aan zorgvoorzieningen
Hulpvraag bij problemen Heeft momenteel behoefte aan professionele hulp bij een probleem Mantelzorg Ontvangt momenteel mantelzorg
Geeft momenteel mantelzorg
19-64 jaar
1
65+
17
=
10
1
▼
=
8-11 jaar
3
3
=
12-18 jaar
8
9
=
19-64 jaar
12
▲
10
▲
=
65+
8
=
10
=
=
Vindt mantelzorg geven zwaar
12-18 jaar
0
Voelt zich (tamelijk) belast door het geven van mantelzorg
19-64 jaar
0,4
▲
0,1 1
▲
=
=
65+
1
=
2
=
=
groep 2, 7
97
97
klas 2
100
95
vanaf 4 jaar
83
90
4-12 jaar
84
87
12-19 jaar
82
90
vanaf 4 jaar
80
87
0-17 jaar
3
I Preventie Jeugdgezondheidszorg Opkomst reguliere contactmoment Basisonderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst reguliere contactmoment Voortgezet Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst reguliere contactmoment Speciaal Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst van kinderen met een onderzoek op indicatie Basisonderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst van kinderen met een onderzoek op indicatie Voortgezet Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst van kinderen met een onderzoek op indicatie Speciaal Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Nieuwe indicaties Bureau Jeugdzorg9 (2008) Bevolkingsonderzoeken Opkomst screening borstkanker (2008-2009)
50-75 jaar
89
80
Opkomst screening baarmoederhalskanker (2009)
30-60 jaar
73
66
2 jaar
98
98
Vaccinatiegraad Hib volledig afgesloten op 2 jarige leeftijd (2009) Meningokokken C volledig afgesloten op 2 jarige leeftijd (2009)
2 jaar
98
97
Pneumokokken volledig afgesloten op 2 jarige leeftijd (2009)
2 jaar
96
95
DTP volledig afgesloten op 10 jarige leeftijd (2009)
10 jaar
98
96
BMR volledig afgesloten op 10 jarige leeftijd (2009)
10 jaar
98
96
HPV volledig afgesloten bij 12-jarige meisjes (2010)
12 jaar
55
47
60+
94
77
83
75
Vaccinatiegraad influenza door huisarts via Nationaal Programma Grieppreventie (2009-2010) Opkomst vaccinatie Nieuwe Influenza A 1e vaccinatieronde bij kinderen van 6 maanden-4 jaar en huisgenoten (2009)
69
Leeftijd
Reusel-De Mierden
Reusel-De Mierden
regio ZOB
regio ZOB
Reusel-De Mierden
% recente meting
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
80
=
=
81
▼
▲
J Participatie Lidmaatschap vereniging Lid van een vereniging
Lid van sportvereniging/-school
4-11 jaar
81
12-18 jaar
87
=
19-64 jaar
66
=
57
=
=
4-11 jaar
68
▲
66
▲
▲=
12-18 jaar
76
▲
71
▲
▲=
19-64 jaar
40
=
40
=
▲=
Niet betrokken bij de buurt (sociale cohesie)
19-64 jaar
21
42
Buurtparticipatie
Actief geweest om buurt te verbeteren
19-64 jaar
20
15
Vindt dat gemeente voldoende doet om bewoners bij veranderingen in de buurt te betrekken
19-64 jaar
32
35
=
Voelt zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in de buurt
19-64 jaar
68
67
=
Vrijwilligerswerk Verricht vrijwilligerswerk
12-18 jaar
9
8
=
=
19-64 jaar
33
=
25
=
=
65+
30
25
Noten a / = gemeentelijk cijfer is statistisch significant hoger/lager ten opzichte van hetzelfde cijfer van de gemeente in de voorgaande monitor b / = regionaal cijfer is statistisch significant hoger/lager ten opzichte van hetzelfde cijfer van de regio in de voorgaande monitor c / = gemeentelijk cijfer is statistisch significant hoger/lager ten opzichte van het regionale cijfer in hetzelfde jaar d De regionale trends voor de indicatoren bij de 0-11 jarigen zijn berekend op de regiocijfers exclusief de gemeente Eindhoven e De regionale trends bij de jongeren zijn berekend voor de leeftijdsgroep van 12-17 jaar en exclusief de gemeente Eindhoven Definities 1 Korte Indicatieve Vragenlijst voor Psychosociale Problemen bij Adolescenten 2 De aanbevolen norm voor groenteconsumptie is 200 gram per dag 3 De aanbevolen norm voor fruitconsumptie is 2 stuks fruit per dag of 1 glas vruchtensap + 1 stuk fruit per dag 4 Norm verantwoord alcoholgebruik: mannen maximaal 21 glazen/week, max 5 glazen/drinkdag, max 5 drinkdagen/week; Vrouwen maximaal 14 glazen/week, max 3 glazen/drinkdag, max 5 drinkdagen/week. 5 Norm aanvaardbaar alcoholgebruik: Mannen maximaal 10 glazen/week, maximaal 2 glazen/drinkdag, maximaal 5 drinkdagen/week; Vrouwen maximaal 5 glazen/week, maximaal 1 glas/drinkdag, maximaal 5 drinkdagen/week 6 Aantal levendgeborenen met een moeder jonger dan 20 jaar 7 Percentage meldingen betreffende kinderen van 0-17 jaar ten opzichte van totale aantal kinderen in deze leeftijd 8 Percentage 0-17 jarigen waarvan de ouder(s)/verzorgers(s) een bijstandsuitkering ontvangen of kinderen die zelf een bijstandsuitkering ontvangen 9 Percentage 0-17 jarigen dat in 2008 een nieuwe indicatie heeft gekregen bij Bureau Jeugdzorg
70
▼=
71
Op weg naar een gezonder Reusel-De Mierden De afgelopen jaren zijn flinke stappen gezet op weg naar een betere gezondheid van de inwoners van Reusel-De Mierden. In dit rapport wordt beschreven hoe de gezondheid van de inwoners er nu voorstaat. Is de gezondheid verbeterd en op welke terreinen liggen nog kansen om de gezondheid en de leefstijl te verbeteren? Ook geeft het rapport inzicht in de verschillende wegen die we kunnen inslaan om ziekten in de toekomst te voorkomen en om gezond gedrag in een gezonde omgeving te stimuleren. Dit rapport biedt nieuwe aanknopingspunten voor een integraal lokaal gezondheidsbeleid en daarmee kunnen we gezamenlijk weer verder op weg naar een gezonder Reusel-De Mierden. Het rapport ‘Op weg naar een gezonder ReuselDe Mierden’ is onderdeel van de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (rVTV) 2011 van de GGD Brabant-Zuidoost. Deze rVTV bestaat uit drie producten: 21 gemeentelijke rapporten met specifieke lokale kernboodschappen, het regionale rapport ‘Op weg naar een gezonder Zuidoost Brabant’ en het Regionaal Kompas Volksgezondheid (www.regionaalkompas.nl),met daarin de mogelijkheden voor gezondheidswinst door lokaal gezondheidsbeleid.
GGD Brabant Zuidoost Postbus 810 5700 AV Helmond Telefoon 088 0031 100 www.ggdbzo.nl
72