Op weg naar een gezonder Waalre Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011
1
Op weg naar een gezonder Waalre Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 M.F.M.H. Mentjens, M.J.M. van Duijnhoven, GGD Brabant-Zuidoost GGD Brabant-Zuidoost Postbus 810 5700 AV Helmond Telefoon 088 0031 100 www.ggdbzo.nl Copyright © 2011, GGD Brabant-Zuidoost Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de GGD Brabant-Zuidoost. De redactie besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van informatie in dit rapport. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze teksten. Voor vragen of opmerkingen kunt u zich richten tot de auteurs via
[email protected].
Colofon Ontwerp en opmaak www.sterdesign.nl Fotografie Jos Lammers Oplage 75 stuks, december 2011
2
Op weg naar een gezonder Waalre Voor u ligt het nieuwe lokale rapport Volksgezond-
Toch blijft extra aandacht nodig voor een aantal
heid Toekomst Verkenning 2011: Op weg naar een
groepen in de bevolking. Belangrijk is dat wij ons
gezonder Waalre. In dit rapport beschrijft de GGD
ervan bewust zijn of worden dat onze bevolking
Brabant-Zuidoost de belangrijkste kernboodschap-
vergrijst en het aantal mensen met chronische
pen voor het gezondheidsbeleid in Waalre en doet
aandoeningen en beperkingen toeneemt. Maar
daarbij relevante en bruikbare aanbevelingen. Als
tegelijkertijd manifesteert zich de ontwikkeling dat
vervolg hierop zal het lokale gezondheidsbeleid van
de bevolking veel langer voor zichzelf moet kunnen
de gemeente Waalre worden geformuleerd.
zorgen. Daarbij is ook aandacht nodig voor eenzaamheid en kwetsbaarheid van ouderen. Daarnaast
Gelukkig mogen we vaststellen dat - dankzij onze
blijft het noodzakelijk om ons in te zetten voor de
toenemende welvaart en ontwikkeling - we in
preventie van ziekten en het verbeteren van gedrag
Waalre steeds langer met een als goed ervaren
wat betreft alcoholgebruik, roken, lichaamsbewe-
gezondheid leven. Een goede gezondheid is onmis-
ging en onveilig seksueel gedrag.
baar om te kunnen participeren in de maatschappij. Immers de gezondheid is van invloed op schoolpres-
In dit rapport wordt systematisch besproken hoe het
taties en de mogelijkheden om deel te nemen aan
er met onze gezondheid in Waalre uitziet en wat we
de arbeidsmarkt en de samenleving als geheel. Een
moeten doen (of nalaten) om een verdere gezond-
goede gezondheid leidt bovendien tot innerlijke
heidsverbetering te bewerkstelligen.
tevredenheid en welzijn. Laten we hier samen mee aan de slag gaan! Wethouder dr. ir. P.A. van Dalen 1 november 2011
3
4
Inhoudsopgave
1 Van gemeentelijk rapport naar gezondheidsbeleid
7
2 De inwoners van Waalre
13
3 Kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid Gezondheid algemeen Psychische gezondheid Bewegen, voeding en overgewicht ➢ Alcoholgebruik ➢ Roken ➢ Seksuele gezondheid ➢ Weerbaarheid ➢ Eenzaamheid ➢ Kwetsbare ouderen ➢ Mantelzorg ➢ Gezondheidsverschillen 4 Bronnen, afkortingen en adviseurs
19 20 23 26 30 33 36 38 40 43 46 50
5 Gezondheidsprofiel
59
55
5
Dit rapport is onderdeel van de regionale
Regionaal kompas
Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 van de
De website www.regionaalkompas.nl geeft inzicht in
GGD Brabant-Zuidoost. De regionale VTV bestaat uit
de mogelijkheden die we hebben voor gezondheids-
de volgende onderdelen:
winst door lokaal gezondheidsbeleid. Voor meer cijfermatige informatie kunt u terecht op de website
Regionaal rapport
www.ggdgezondheidsatlas.nl. De digitale versies
‘Op weg naar een gezonder Zuidoost-Brabant
van de regionale en gemeentelijke rapporten zijn te
Regionaal rapport Volksgezondheid Toekomst
downloaden op www.regionaalkompas.nl.
Verkenning 2011’ Gemeentelijke rapporten 21 gemeentelijke rapporten met de belangrijkste kernboodschappen voor het lokale beleid:
‘Op weg naar een gezonder…..’ Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre
Laarbeek
Best
Gemert - Bakel
Son en Breugel
Oirschot Helmond Nuenen Eindhoven Deurne
Geldrop Mierlo Veldhoven Reusel De Mierden Waalre Asten Bladel
Eersel
Someren Heeze - Leende
Bergeijk
6
Valkenswaard Cranendonck
1 Van gemeentelijk rapport naar gezondheidsbeleid
7
De Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning Zuidoost-Brabant Gemeenten krijgen een steeds grotere rol in het volksgezondheidsbeleid. De Wet publieke gezondheid (Wpg) schrijft voor dat gemeenten elke vier jaar een beleidsplan Lokaal gezondheidsbeleid vaststellen. Daarnaast zijn gezondheid en zorg belangrijke
Kernboodschappen Waalre 1 Door de vergrijzing en de stijgende levensverwachting neemt het aantal mensen met chronische aandoeningen en beperkingen de komende jaren verder toe. Bevorder via integraal gezondheidsbeleid dat ook mensen met een beperking kunnen blijven meedoen.
onderwerpen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en in het jeugdbeleid van gemeenten. Budgetten zijn beperkt, dus gemeenten moeten keuzes maken. Voor het maken van gezonde keuzes is inzicht in de lokale gezondheidssituatie van belang.
2 Psychische problemen komen voor bij jong en oud. Bevorder vroegsignalering en de bekendheid met beschikbare interventies, zodat hulpverleners tijdig en juist kunnen doorverwijzen.
Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning: vertaling van informatie naar beleid De GGD Brabant-Zuidoost ondersteunt haar gemeenten bij het maken van keuzes door het beschrijven van de belangrijkste gezondheidsthema’s in de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning
3 Het overgewicht bij kinderen is toegenomen ondanks een verbetering van het sportgedrag. Verbind de initiatieven die een gezonde leefstijl bevorderen en leg de nadruk op sporten en bewegen in de buurt.
rVTV. Gemeentelijk rapport beschrijft belangrijkste gezondheidsthema’s In dit gemeentelijk rapport beschrijft de GGD Bra-
4 Het drinkgedrag van jongeren is nog steeds verontrustend. Zorg voor effectieve alcoholpreventie via educatie, draagvlak, regelgeving, handhaving en vroegsignalering.
bant-Zuidoost specifiek voor de gemeente Waalre de kernboodschappen voor het lokale gezondheidsbeleid. De GGD maakt hierbij, naast diverse landelijke bronnen, vooral gebruik van de informatie uit de
5 Een op de vijf volwassenen in Waalre rookt. Voorkom dat jongeren gaan roken en stimuleer het stoppen met roken.
jeugd-, de jongeren-, de volwassenen-, de ouderenen de Wmo-monitor. Waar mogelijk worden cijfers vergeleken met regionale of landelijke trends. Dit rapport is in eerste instantie geschreven als input voor de nota lokaal gezondheidsbeleid en voor
6 Driekwart van de seksueel actieve jongeren in Waalre vrijt wel eens onveilig. Meer voorlichting over gezond seksueel gedrag is nodig.
beleidsterreinen waar kansen liggen om goede voorwaarden voor gezondheid te creëren. Voor alle gemeenten zijn kernboodschappen opgenomen over de thema’s overgewicht, roken, alcoholgebruik, depressie en seksueel gedrag. Dit zijn de speerpunten die benoemd worden in de lande-
7 De jeugd in Waalre wordt al op jonge leeftijd geconfronteerd met genotmiddelen en riskant gedrag. Vergroot de weerbaarheid van jongeren om de verleidingen uit het dagelijks leven te kunnen weerstaan.
lijke nota gezondheidsbeleid ‘Gezondheid dichtbij’ (1). Ook wordt in alle rapporten aandacht besteed aan sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Daarnaast zijn thema’s opgenomen waarin Waalre ongunstig afwijkt ten opzichte van de regio, waar sprake is van een ongunstige trend of waar om beleidsmatige redenen aandacht voor (nodig) is, zoals de thema’s eenzaamheid, mantelzorg en kwetsbare ouderen. Het gezondheidsprofiel (zie hoofdstuk 5) biedt daarnaast nog een schat aan informatie over andere gezondheidsthema’s die niet verder besproken worden.
8
8 Eenzaamheid komt veel voor bij alleenstaanden en mensen met een laag inkomen. Investeer niet alleen in signalering van eenzaamheid door hulpverleners, vrijwilligers en buurtgenoten, maar zorg ook voor een goede follow-up.
9 In Waalre is een op de vijf ouderen kwetsbaar. Verbeter de communicatie met ouderen en versterk de lokale samenwerking tussen gemeente, professionele en vrijwillige zorg in de ondersteuning van kwetsbare ouderen.
Gezondheidsbeleid krijgt vorm met diverse partners Bij de uitvoering van gezondheidsbeleid zijn veel organisaties en partijen betrokken. Een groot deel van deze organisaties is in Waalre al op één of andere manier bij gezondheidsthema’s betrokken. Er is nog winst te behalen door ook private partijen, zoals supermarkten, te betrekken als partners voor
10 Ongeveer 165 Waalrese mantelzorgers hebben momenteel behoefte aan ondersteuning. Deze groep zal de komende jaren toenemen. De behoeften van mantelzorgers zijn divers en vragen om ondersteuning op maat.
een gezonde leefstijl. Om invulling te geven aan een integraal gezondheidsbeleid is het belangrijk interventies in te zetten die de gezondheid in verschillende settings, zoals wijk, school en werk bevorderen. Gemeentelijk rapport biedt ook informatie voor andere beleidsterreinen
11 Ook in Waalre zijn sociaaleconomische gezondheidsverschillen. De gemeente kan met het armoedebeleid deze verschillen verkleinen. Een integrale aanpak samen met de sociale dienst, re-integratiebedrijven en schuldhulpverlening is hierbij nodig.
Het integrale gezondheidsprofiel (zie hoofdstuk 5) biedt de mogelijkheid om per thema diverse leeftijdsgroepen voor Waalre te bekijken. Zoals uit het gezondheidsprofiel blijkt, is er een schat aan gegevens beschikbaar ten behoeve van het gezondheidsbeleid en andere beleidsterreinen zoals het Wmobeleid en het jeugdbeleid. De GGD Brabant-Zuidoost wil het gebruik van dit gemeentelijk rapport door meerdere beleidsterreinen dan ook stimuleren, met als gezamenlijk doel het bevorderen van de volks-
Kernboodschappen gemeentelijk rapport zijn basis
gezondheid. Begin 2011 zijn de Wmo-gegevens al
voor gemeentelijk gezondheidsbeleid
gebruikt als input voor het Wmo-beleidsplan 2012-
Bij de keuzes van de kernboodschappen in dit rap-
2015 ‘Iedereen kan meedoen!’ van de gemeente
port staat het belang van de gezondheid voorop. In
Waalre (2).
een nota gezondheidsbeleid stelt de gemeente de gezondheidsthema’s vast waaraan zij de komende
Regionaal rapport zet gezondheid op de agenda
jaren aandacht wil besteden. Bij deze prioritering
In het regionale VTV-rapport ‘Op weg naar een
spelen ook politieke en financiële argumenten een
gezonder Zuidoost-Brabant’ (3) beschrijft de GGD
rol. Daarnaast bekijkt de gemeente binnen welk be-
enkele belangrijke ontwikkelingen op het gebied
leidsterrein een thema het beste tot zijn recht komt.
van gezondheid in Zuidoost-Brabant. De belangrijk-
Zo past bijvoorbeeld het thema weerbaarheid (ook)
ste prioritaire thema’s op het gebied van gezondheid
prima binnen het jeugdbeleid en sluiten de thema’s
voor deze regio zijn:
bewegen, voeding en overgewicht goed aan op het sportbeleid. In de nota gezondheidsbeleid worden gemeentelijke doelstellingen beschreven
- Langer gezond leven. We leven langer gezond maar diabetes, depressie en dementie vormen een groeiend probleem in een vergrijzende populatie.
In de nota gezondheidsbeleid beschrijft de gemeente de doelstellingen op het gebied van gezondheid en werkt ze verder uit. Daarbij zullen diverse regio-
- Kwetsbare ouderen redden het niet alleen. Zorg voor zorg.
nale en lokale partijen betrokken worden omdat zij specifieke deskundigheid op het brede terrein van gezondheid hebben en verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van gezondheid en welzijn. Van belang is
- Gezondheidsachterstanden komen niet alleen in steden voor. De meeste gezondheidswinst is te behalen bij lagere sociaaleconomische groepen.
de uitwerking van de doelstellingen zo concreet mogelijk te maken alvorens tot uitvoering over te gaan.
- De jeugd: een gezonde investering. Zet in op minder problematiseren en meer normaliseren.
9
- Preventie scoort niet, maar loont wel! Investeren in preventie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. - Een gezonde omgeving: een verademing! Ruimtelijke ontwikkeling biedt kansen voor gezondheid. Regionaal kompas: actuele informatie voor lokaal gezondheidsbeleid op internet De website www.regionaalkompas.nl is onderdeel van de regionale VTV. Deze site biedt actuele cijfers, voorbeelden uit de regio en het regionale aanbod aan interventies. Het regionaal kompas biedt daarnaast diverse links naar landelijke en regionale websites zoals de ‘Handreiking Gezonde Gemeente’ van het RIVM en de gezondheidsatlas van de GGD: www.ggdgezondheidsatlas.nl. GGD biedt ondersteuning bij de vertaling naar gemeentelijk beleid De rVTV biedt een schat aan informatie voor gemeentelijk (gezondheids)beleid. De realiteit is dat gemeenten keuzes moeten maken bij het formuleren van de speerpunten van hun beleid. De GGD Brabant-Zuidoost is uiteraard bereid om de gemeente Waalre in dit keuzeproces te adviseren. Daarnaast kan de GGD ook aan de uitvoering van het gemeentelijk beleid een belangrijke bijdrage leveren.
10
11
12
2 De inwoners van Waalre
13
Dit hoofdstuk beschrijft de huidige bevolkingssamenstelling van de gemeente Waalre. De opbouw van de bevolking is een belangrijke factor voor de gezondheidstoestand van een gemeente. Met het ouder worden nemen de gezondheidsproblemen vaak toe. Ook het opleidingsniveau hangt samen met gezondheid, omdat mensen met een hogere opleiding vaak een betere gezondheid hebben. In dit hoofdstuk wordt tevens ingegaan op de bevolkingsprognose voor de gemeente Waalre.
Waalre telt bijna 16.500 inwoners
heid is 737 inwoners per vierkante kilometer tegen-
Waalre is één van de 21 gemeenten van de regio
over 510 inwoners in de regio Zuidoost-Brabant.
Zuidoost-Brabant en wordt ook wel de ‘Groenfontein van de Kempen’ genoemd door de natuurlijke
Minder volwassenen tussen de 20 en 35 jaar in
omgeving. Waalre is in 1923 ontstaan uit de gemeen-
Waalre vergeleken met landelijk beeld
ten Waalre en Aalst. Op 1 januari 2011 telde Waalre
De totale man-vrouw verdeling in Waalre is ongeveer
16.482 inwoners. De inwoners van Waalre wonen op
gelijk: 49% mannen en 51% vrouwen. Vanaf onge-
een betrekkelijk klein oppervlak: de bevolkingsdicht-
veer 60 jaar zijn er meer vrouwen dan mannen.
Figuur 2.1 Demografische opbouw van de gemeente Waalre in 2011 (Bron: CBS StatLine, 2011) 175 150 125 100 75 50 25 0 25 50
Aantal inwoners
75 100 125 150 175
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Mannen Waalre Vrouwen Waalre Verschil in aantal vrouwen en mannen in Waalre Mannen Nederland (relatief naar inwonertal gemeente) Vrouwen Nederland (relatief naar inwonertal gemeente)
14
55
60
65
70
75
80
85
90
95
Leeftijd in jaren
In figuur 2.1 is de leeftijdsopbouw van Waalre in
ligt het percentage eenpersoonshuishoudens hoger
2011 weergeven (4).
(36%) en het percentage huishoudens zonder kinderen iets lager (30%).
In Waalre komt het aandeel jongeren in de bevolking overeen met het landelijk beeld: 25% van de
Veel meer inwoners met een hoge opleiding in
inwoners is jonger dan 20 jaar. Het aandeel inwoners
Waalre
uit de zogenoemde ‘productieve leeftijdsgroep’ van
Waalre heeft vergeleken met het gemiddelde in
20 tot 65 jaar ligt in Waalre lager (54% versus 61%
Zuidoost-Brabant veel meer hoogopgeleide inwo-
in Nederland) terwijl het aandeel 65-plussers hoger
ners; 49% van de inwoners heeft hbo of universiteit
ligt (21% versus 16% in Nederland). Het verschil met
gedaan, tegenover 33% in de gehele regio (figuur
Nederland in de productieve leeftijdsgroep wordt
2.2). Logischerwijs zijn er weer minder inwoners met
vooral veroorzaakt doordat er minder 20- tot 35-ja-
een havo, vwo of mbo diploma (27% versus 34% in
rige inwoners in Waalre wonen. Er bestaan ook ver-
de regio) en een mavo of lbo diploma (21% versus
schillen in de verdeling van de huishoudens. Van alle
29% in de regio) (5). Een vergelijkbaar percentage
huishoudens in Waalre bestaat 28% uit eenpersoons-
inwoners van Waalre heeft geen opleiding of alleen
huishoudens, 35% uit huishoudens zonder kinderen
lager onderwijs (2% versus 4% in de regio). Dit zijn
en 37% uit huishoudens met kinderen. In Nederland
voor Waalre ongeveer 180 inwoners.
Figuur 2.2 Opleidingsniveau van inwoners (19 t/m 64 jaar) in Waalre en Zuidoost-Brabant in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
geen opleiding/ lager onderwijs
mavo/lbo
havo/vwo/mbo hbo/wo 0
10
20
30
40
percentage
50
Zuidoost-Brabant Waalre
15
Figuur 2.3 Prognose leeftijdsopbouw bevolking Waalre, 2011-2040 (Bron: CBS StatLine 2011 en Provincie NoordBrabant Bevolkingsprognose 2008) inwoners
1400 1300
CBS 2011
1200
Prognose 2030
1100
Prognose 2040
1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100
Ook Waalre vergrijst Volgens de huidige prognose stijgt het aantal inwoners van Waalre van ongeveer 16.500 inwoners in 2011 naar ongeveer 17.500 inwoners in 2030. Van 2030 tot 2040 blijft het inwoneraantal nagenoeg gelijk. Volgens de prognose stijgt het relatieve aandeel ouderen de komende jaren (figuur 2.3). Deze toename is naar verhouding minder groot dan gemiddeld in de regio Zuidoost-Brabant. Dit hangt samen met het feit dat het aandeel ouderen in Waalre nu al relatief hoog is (4,6). In tegenstelling tot het landelijk beeld stijgt ook het aandeel jongeren in Waalre licht.
16
95+
90-95
85-90
80-85
75-80
70-75
65-70
60-65
55-60
50-55
45-50
40-45
35-40
30-35
25-30
20-25
15-20
10-15
5-10
0-5
0
leeftijd in jaren
17
18
3 Kernboodschappen voor lokaal gezondheidsbeleid
19
Gezondheid algemeen
volgd door rugaandoeningen en aandoeningen aan de nek of schouders.
Levensverwachting inwoners van Waalre hoger dan landelijk gemiddelde
Toename van het aantal chronisch zieken leidt tot
De levensverwachting bij geboorte in Waalre is voor
een grotere en complexere vraag naar zorg
mannen 81,2 jaar en voor vrouwen 83,2 jaar. Voor
De keerzijde van langer leven is dat de ouderdoms-
mannen en vrouwen in Zuidoost-Brabant ligt deze
ziekten als diabetes, dementie en een combinatie van
op respectievelijk 78,1 jaar en 82,4 jaar. De totale levensverwachting ligt in Waalre hoger dan het landelijk gemiddelde (7). Waalre telt 62 sterfgevallen per 10.000 inwoners per jaar, in de regio zijn dat er gemiddeld 71. De vijf belangrijkste specifieke doodsoorzaken zijn coronaire hartziekten, longkanker, beroerte, dementie en chronische obstructieve longziekten. Dit geldt zowel voor Nederland als Zuidoost-Brabant (3).
Kernboodschap: Door de vergrijzing en de stijgende levensverwachting neemt het aantal mensen met chronische aandoeningen en beperkingen de komende jaren verder toe. Bevorder via integraal gezondheidsbeleid dat ook mensen met een beperking kunnen blijven meedoen.
Meeste inwoners vinden eigen gezondheid goed
aandoeningen meer kans hebben om op te treden.
De levensverwachting in Nederland is al jaren aan
Dit zal leiden tot een grotere en complexere zorg-
het stijgen en stijgt nog steeds. Maar lang niet alle
vraag. Geschat wordt dat het aantal patiënten met
levensjaren zijn ook levensjaren zonder ziekte of
diabetes in Zuidoost-Brabant in 2020 gestegen zal
in goede ervaren gezondheid. De meeste inwoners
zijn met 27% ten opzichte van 2007 en dat het aantal
van Waalre zijn positief over de eigen gezondheid.
coronaire hartziekten stijgt met 37% (3). Deze trends
Desondanks geeft 14% van de jongeren, 9% van de
zijn gebaseerd op demografische ontwikkelingen en
volwassenen en 23% van de ouderen in Waalre aan
kunnen veranderen door onder andere ontwikkelin-
de eigen gezondheid matig tot slecht te vinden. Op-
gen in de gezondheidszorg, trends in leefstijl en an-
vallend is dat de ouderen in Waalre gemiddeld een
dere sociaaleconomische omstandigheden. Diabetes
positiever oordeel geven over hun gezondheid dan
en coronaire hartziekten hebben een grote zorg- en
de ouderen in de regio. Regionaal zien we een trend
ziektelast. Dat geldt eveneens voor beroerte, depres-
dat in alle leeftijdsgroepen steeds positiever over de
sie en angststoornissen. Samen behoren zij tot de top
eigen gezondheid wordt geoordeeld. In Waalre geldt
5 van ziekten met de grootste ziektelast en hebben
dit alleen voor de ouderen; de overige leeftijdsgroe-
daarmee een groot effect op de volksgezondheid.
pen zijn gelijk gebleven (5).
Bij mensen van 75 jaar en ouder is dementie verantwoordelijk voor veel ziektelast (8). De zorg voor
Hoge bloeddruk en aandoeningen van het
mensen met dementie is erg arbeidsintensief, zeker
bewegingsapparaat zijn de meest voorkomende
aan het einde van de ziekte. Ongeveer 70 procent van
chronische aandoeningen
de mensen met dementie woont nog thuis en wordt
Onder ouderen komen de chronische aandoeningen
verzorgd door hun naaste familie of hun omgeving,
hoge bloeddruk en gewrichtsslijtage (artrose, reuma)
de mantelzorgers (9). De druk op deze mantelzorgers
het meest voor, gevolgd door diabetes (suikerziekte)
zal nog verder toenemen, aangezien de vraag waar-
en onvrijwillig urineverlies. Het aantal ouderen met
schijnlijk sneller stijgt dan het aanbod (zie kernbood-
een hoge bloeddruk is de afgelopen jaren toegeno-
schap ‘mantelzorg’) (3).
men. Geen van deze aandoeningen komt vaker voor in Waalre dan gemiddeld in de regio, op onvrijwillig
Verminder beperkingen en bevorder participatie
urineverlies na (11% versus 7% in regio). In Waalre
van chronisch zieken…
krijgen steeds meer ouderen met ernstige hartaan-
Niet de ziekten zelf, maar vooral de beperkingen
doeningen te maken. Dit is een trend die ook in
die daarmee samenhangen, bepalen de mate waarin
de regio is te zien. Ook onder volwassenen is hoge
mensen belemmerd worden in hun zelfredzaamheid.
bloeddruk de meest voorkomende aandoening, ge-
Leven met een chronische ziekte kan samengaan met
20
Figuur 3.1 Inwoners met beperkingen als gevolg van een chronische ziekte, relatief naar leeftijdsgroep in Waalre in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
53% 28%
13%
6% 19-64 jaar
65+
Belemmerd in het dagelijks functioneren Sterk belemmerd in het dagelijks functioneren
een goed ervaren gezondheid en een leven zonder
meerdere ziekten tegelijk. Deze multimorbiditeit
lichamelijke beperkingen. Maar voor een aantal
maakt de zorg complexer. Patiënten krijgen te ma-
chronisch zieken is dit zeker niet het geval. In Waalre
ken met meerdere zorgverleners tegelijkertijd. Een
wordt ruim een kwart van de volwassenen
goede coördinatie en communicatie tussen behande-
belemmerd in het dagelijks functioneren als gevolg
laars is daarbij van groot belang (3).
van één of meerdere chronische aandoeningen, bij de ouderen geldt dit zelfs voor de helft van de groep
Een ongezonde leefstijl is een belangrijke factor
(figuur 3.1) (5).
voor gezondheidsverlies
Door het zoveel mogelijk terugdringen van de beper-
Leefstijlfactoren, vooral roken, alcohol en overge-
kingen, bijvoorbeeld via hulpmiddelen of medicatie,
wicht, zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor
kunnen veel mensen met een beperking voor zichzelf
de belangrijkste groepen doodsoorzaken zoals hart-
blijven zorgen en een goede kwaliteit van leven
en vaatziekten, kanker en ziekten van de ademha-
ervaren. Gemeenten hebben een rol in het onder-
lingswegen. De urgentie om te blijven investeren in
steunen van deze mensen en hen zo lang mogelijk
preventie en het terugdringen van ongezond gedrag
mee te laten doen in de samenleving. Hierbij zal de
blijft daarmee onveranderd hoog.
focus vooral moeten liggen op het verminderen van
Naast ongezond gedrag zijn ook de sociale en fysieke
de beperkingen en het bevorderen van participatie.
omgeving van invloed op het ontstaan van ziekte. Ongezonde factoren komen vaak in combinatie voor.
…en zorg voor coördinatie in de zorg
Juist deze combinatie van ongezond gedrag in een
Een bijkomend aspect van een langere levensver-
ongezonde omgeving brengt extra gezondheidsri-
wachting is een toename van het aantal mensen met
sico’s met zich mee.
21
Maak de gezonde keuze de makkelijke keuze; geef aandacht aan gezondheid binnen meerdere beleidsterreinen De gemeente Waalre besteedt binnen het lokale gezondheidsbeleid en het Wmo-beleid al aandacht aan preventie van ziekten en het ondersteunen van mensen met een beperking. Maar de gemeente kan via andere beleidsterreinen nog meer doen om het haar inwoners gemakkelijker te maken om zich gezond te gedragen. Mensen moeten zo min mogelijk drempels ondervinden wanneer zij er voor kiezen om gezond te leven (1). Daar kan vanuit verschillende sectoren een bijdrage aan worden geleverd. Voorbeelden zijn veilige fietspaden of parken waar je veilig kunt spelen, wandelen en hardlopen, gebouwen waar het nemen van de trap meer voor de hand ligt dan de lift en een gezond aanbod in de kantine van scholen. Door bijvoorbeeld het verminderen van schooluitval, het opleiden van jongeren en het terugkeren van werklozen naar de arbeidsmarkt krijgen mensen niet alleen betere kansen in het maatschappelijke leven, maar ook betere kansen op gezondheid. Het belang van integraal gezondheidsbeleid wordt ook onderstreept door minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). In de landelijke beleidsnota ‘Gezondheid dichtbij’ wordt voor het thema ‘sporten en bewegen in de buurt’ verwezen naar de ‘Beleidsbrief sport’ en naar het Wmo-beleid van gemeenten (1, 10).
22
Psychische gezondheid
Een derde van de jongeren met psychische problemen denkt aan zelfdoding
Psychische problemen komen in alle
Net als in de regio, piekert 13% van de Waalrese
leeftijdsgroepen voor
jongeren van 12 tot en met 18 jaar dag en nacht.
Het percentage mensen in Waalre met psychische
Jongeren piekeren vooral over hun uiterlijk, school-
problemen neemt toe met de leeftijd. Dertien pro-
prestaties en keuzes die ze moeten maken. Tien
cent van de 12- tot en met 18-jarigen, 15% van de
procent van de jongeren heeft in het afgelopen jaar
volwassenen en 17% van de 65-plussers voelt zich
zelfdoding overwogen en 0,6% heeft ook daadwer-
psychisch ongezond (figuur 3.2). Indien we kijken
kelijk een poging ondernomen. Dit is vergelijkbaar
naar psychiatrische aandoeningen dan heeft ruim
met de regio. Het overgrote deel van de mensen die
een derde van de volwassenen in Waalre een matig
suïcide plegen, heeft een psychische stoornis, zoals een depressie. Van de Zuidoost-Brabantse jongeren die zich psychisch
Kernboodschap: Psychische problemen komen voor bij jong en oud. Bevorder vroegsignalering en de bekendheid met beschikbare interventies, zodat hulpverleners tijdig en juist kunnen doorverwijzen.
ongezond voelen heeft 35% in het afgelopen jaar aan zelfdoding gedacht. Negen procent van de jongeren met een slechte ervaren psychische gezondheid heeft behoefte aan professionele hulp (5). Depressie behoort tot de top vijf van ziekten met de hoogste ziektelast
of hoog risico op een depressie of angststoornis
Het aantal mensen met een depressie neemt toe.
(36%). Bij 5% is sprake van een hoog risico. Geeste-
Depressie behoort tot de top 5 van ziekten met de
lijke problemen komen meer voor bij vrouwen dan
hoogste ziektelast (8). Psychische problematiek kan
bij mannen. Ook jongeren uit éénouder- of nieuw-
verregaande gevolgen hebben. Het belemmert het
gevormde gezinnen en niet-schoolgaande jongeren
functioneren in het dagelijks leven, vermindert de
hebben vaker een slechtere psychische gezondheid.
kwaliteit van leven en kan zelfs ernstige zelfdestruc-
Van de volwassen bevolking met een inkomen bene-
tieve vormen aannemen, zoals suïcidaal gedrag.
den modaal is ruim een kwart psychisch ongezond.
Een depressie op jonge leeftijd kan de schoolcarrière
Ook bij lager opgeleiden (ten hoogste lagere school)
ernstig schaden en is een belangrijke voorspeller
komen psychische klachten vaker voor dan bij hoger
voor het ontwikkelen van een depressie op latere
opgeleiden (5).
leeftijd. Door een depressie kunnen volwassenen uit
Figuur 3.2 Psychische ongezondheid naar leeftijd in Waalre en Zuidoost-Brabant (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
13% 14%
15%
12-18 jaar
Waalre
17%
19-64 jaar
17%
19%
65+
Zuidoost-Brabant
23
het arbeidsproces vallen, ouderen kunnen sociaal
De praktijkondersteuners Geestelijke Gezondheids-
geïsoleerd raken en vereenzamen en mantelzorgers
zorg in Waalre ondersteunen de huisartsen bij de
kunnen geen zorg meer bieden aan hun naasten.
zorg voor mensen met psychische en psychosociale
Risicogroepen zijn onder andere kinderen en jonge-
klachten.
ren die in armoede leven, mantelzorg verlenen of worden blootgesteld aan verwaarlozing, misbruik of geweld. Ook ‘kwetsbare’ ouderen waarbij sprake is van eenzaamheid, weinig sociale steun, diverse lichamelijke ziekten en beperkingen of een laag inkomen hebben een verhoogd risico op depressieve klachten. Sociale participatie en gevoel van controle over het eigen leven beschermen tegen een depressie. Depressiepreventie via voeding en beweging Depressiepreventie kan ook indirect door in te steken op de leefstijlfactoren voeding en beweging. Mensen met overgewicht hebben namelijk meer kans op een depressie, en andersom. Ook diabetespatiën-
Algemene voorlichting maakt psychische problemen bespreekbaar Voorlichting kan helpen bij het bespreekbaar maken van psychische problemen. Preventie van psychische problemen door voorlichting kan helpen het taboe rondom psychische klachten te doorbreken waardoor mensen met depressieve klachten eerder hulp gaan zoeken. Bij volwassenen kan preventie van psychische problemen gericht worden op de groep die werk en zorgtaken combineert. Preventie van psychische problemen bij ouderen kan als boodschap hebben ‘succesvol ouder worden’ en behoud van de kwaliteit van leven.
ten hebben twee keer zoveel kans op een depressie dan gezonde mensen. Omgekeerd hebben mensen die sporten vijftig procent minder kans om een psychische stoornis te ontwikkelen dan mensen die niet sporten. Ze hebben minder vaak last van depressies, fobieën, andere angststoornissen en alcoholverslaving (11). Daarnaast draagt sporten bij aan een sneller herstel. Sportende mensen met een recente psychische stoornis zijn na drie jaar anderhalf keer vaker hersteld van hun ziekte dan mensen met een psychische stoornis die niet sporten. De GGZ-preventie zou zich meer kunnen richten op
Algemene voorlichting maakt psychische problemen bespreekbaar Preventie van psychische problemen door voorlichting kan helpen het taboe rondom psychische klachten te doorbreken waardoor mensen met depressieve klachten eerder hulp gaan zoeken. Bij volwassenen kan preventie van psychische problemen gericht worden op de groep die werk en zorgtaken combineert. Preventie van psychische problemen bij ouderen kan als boodschap hebben ‘succesvol ouder worden’ en ‘behoud van de kwaliteit van leven’.
het stimuleren van bewegen bij gezonde mensen en bij groepen waarvan bekend is dat ze risico lopen op het ontwikkelen van een psychische stoornis. Het kabinet legt in de beleidsbrief sport de nadruk op een beweegvriendelijke en veilige omgeving, waarin sporten en bewegen voor elke leeftijdsgroep dichtbij huis mogelijk is (10).
Depressiepreventie krijgt vorm door brede insteek Preventie van psychische problemen heeft de beste resultaten als publieksvoorlichting, vroegsignalering en advisering, ondersteuningsprogramma’s en maatregelen gericht op de omgeving in combinatie worden uitgevoerd.
Gemeente heeft vooral een rol in het voorkómen van psychische problemen Een veilige en groene leefomgeving heeft een gunstige invloed op de psychische gezondheid. De leefbaarheid in de dorpen wordt in belangrijke mate bepaald door hoe mensen in een gebied met elkaar samenleven; de sociale omgeving. Binnen het Wmobeleid in Waalre is het bevorderen van de sociale samenhang in de gemeente een speerpunt. Het Wmo-beleid is ook een belangrijke schakel bij het vormgeven van het lokaal gezondheidsbeleid voor kwetsbare groepen. Het voorkomen van overbelasting bij mantelzorgers is daar een voorbeeld van. Uit onderzoek blijkt dat eenzaamheidsgevoelens en depressie met elkaar samenhangen.
24
- Intermediairen kunnen een belangrijke rol spelen in het tijdig signaleren van depressie en de risico’s daarop. Zo kunnen bijvoorbeeld signaleringsprotocollen worden gebruikt door ouderenadviseurs, maatschappelijk werkers of wijkverpleegkundigen. De ouderenadviseurs in Waalre hebben al een cursus signaleren - gericht op armoede, eenzaamheid en huiselijk geweld- gevolgd. Zij passen deze kennis toe in het adviserend huisbezoek, dat jaarlijks in een ander postcodegebied van start gaat. Ook andere vrijwilligers van informele zorgaanbieders (bijvoorbeeld de Zonnebloem, het Rode Kruis, de klussen- en vervoersdienst) zijn getraind in signalering. In het voorjaar van 2011
zijn ook de sportverenigingen benaderd. Vanuit deze groep is echter geen enkele aanmelding gekomen, waardoor de cursus uiteindelijk niet heeft plaatsgevonden. In het najaar van 2011 wordt bekeken hoe de opzet van de cursus aangepast kan worden zodat er wellicht in de toekomst meer mensen geïnteresseerd zijn om hieraan deel te nemen. Medewerkers van jeugdgezondheidszorg signaleren in sommige gevallen al (beginnende) depressie bij ouders van jonge kinderen of bij pubers. Ook leerkrachten zouden getraind kunnen worden in het signaleren en bespreekbaar maken van depressieve klachten en de mogelijkheden om door te verwijzen (in samenwerking met deskundigen vanuit de jeugdgezondheidszorg). - Niet alleen is er aandacht nodig voor signalering; ook de verdere opvolging van een signaal verdient aandacht. Waar kan iemand terecht met het signaal; wat gebeurt er vervolgens, wie coördineert dit en wordt er ook teruggekoppeld naar degene die het signaal heeft gemeld? - De inrichting van de leefomgeving draagt bij aan een prettige en veilige woonomgeving en nodigt uit om sociale steun te bieden aan elkaar. Gemeenten hebben bij uitstek invloed op het inrichten van de directe leefomgeving, de sociale samenhang in een dorp en het creëren van veiligheid. Belangrijk hierbij is om de participatie van bewoners te stimuleren. Vooral een goed contact met de buren beschermt tegen depressie (12). - In de regio is een breed aanbod op het gebied van depressie beschikbaar, maar er wordt nog te weinig gebruik gemaakt van de cursussen en groepsinterventies (13). Het bereik hiervan kan nog verbeterd worden. Zorg- en hulpverleners weten vaak nog te weinig van elkaars aanbod, waardoor er niet optimaal wordt doorverwezen. Dit geldt overigens niet alleen voor het onderwerp ‘depressie’, maar bijvoorbeeld ook voor mantelzorg en ouderen. Hoe dit het beste verbeterd kan worden, kan in overleg met de diverse aanbieders nader bekeken worden. De Klankbordgroep Wonen, Welzijn, Zorg en LGB in de gemeente zou dit als speerpunt kunnen oppakken. Het is aan te raden om hierbij ook vertegenwoordigers van de doelgroep te betrekken zoals via de Stichting Zelfhulpnetwerk Zuidoost-Brabant.
programma’s voor het ontwikkelen van mentale weerbaarheid en voor de preventie en behandeling van depressie. Deze vorm van zorgverlening sluit ook goed aan bij de jeugd (1). Depressiepreventie past binnen meerdere beleidsterreinen Depressiepreventie biedt bij uitstek mogelijkheden om relaties te leggen met andere beleidsterreinen. Het is belangrijk dat doelstellingen voor lokaal gezondheidsbeleid voor de verschillende thema’s goed op elkaar aansluiten, zodat overlap en witte vlekken worden vermeden. Onderdelen van het bestaande lokale beleid op het gebied van welzijn, jeugd en onderwijs, werk en inkomen, huisvesting en sport kunnen ook een functie vervullen bij een integrale aanpak voor depressiepreventie. Ook het Wmo-beleid is een belangrijke schakel bij het vormgeven van het lokaal gezondheidsbeleid voor kwetsbare groepen. Gemeenten hebben daarnaast invloed op het inrichten van de directe leefomgeving (zoals de hoeveelheid groen in de omgeving), de sociale samenhang in een dorp en het creëren van veiligheid. Activiteiten gericht op het vergroten van sociale participatie, versterking van mantelzorgers en de bestrijding van eenzaamheid, kunnen ook in dit beleid worden geplaatst. Samen sta je sterker Depressiepreventie heeft veel invalshoeken en er zijn veel activiteiten en interventies die door verschillende organisaties kunnen worden uitgevoerd. Belangrijke partners voor de gemeente zijn de GGZ en de GGD. Maar ook zorg- en welzijnsorganisaties, maatschappelijk werk en ouderenbonden zoals het KBO zijn onmisbaar voor het bereiken van doelgroepen. Zo kunnen vanuit GOW Welzijnswerk straks vrijwillige coaches worden ingezet, die mensen persoonlijk gaan ondersteunen. Daarnaast kunnen verpleeg- en verzorgingshuizen een ondersteunende functie hebben voor zelfstandig wonende ouderen. Waar depressiepreventie overgaat in zorg, spelen binnen de eerste lijn de huisarts en praktijkondersteuner GGZ een belangrijke rol. Ten slotte is ook het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) van belang voor begeleiding van risicogezinnen.
- Een nieuwe vorm van zorgverlening is EHealth (14). Er zijn bewezen effectieve e-mental health 25
Bewegen, voeding en overgewicht
Het percentage overgewicht bij kinderen stijgt Overgewicht is een belangrijk gezondheidsprobleem. Zo ook in Waalre, met name onder de jongste
Inwoners Waalre scoren goed op lichamelijke
inwoners (2 tot en met 11 jaar). Binnen deze groep
activiteit
kinderen is het percentage overgewicht toegenomen
Voldoende lichamelijke activiteit is belangrijk voor
van 6% naar 11%. Twee procent heeft zelfs ernstig
een goede energiebalans. Gunstig is dan ook dat
overgewicht (obesitas). Bij de jongeren in Waalre is
volwassen en oudere inwoners van Waalre vaker aan
juist een gunstige trend zichtbaar: in 2003 lag het
sport doen dan gemiddeld in de regio. Meer Waal-
percentage 12- tot en met 17-jarigen met overge-
rese 65-plussers voldoen bovendien aan de Norm
wicht in Waalre nog op 10%, in 2007 is dit gedaald
voor Gezond Bewegen (71% versus 65% regio).
naar 4%. Hiermee steekt Waalre ook gunstig af ten
Ook jongeren in Waalre tussen de 12 en 18 jaar oud
opzichte van de regio (figuur 3.3).
bewegen meer dan hun leeftijdgenoten in de regio. Negenentwintig procent is zeven dagen per week tenminste een uur lichamelijk actief. De jongste kinderen (4 tot en met 11 jaar) zijn de laatste jaren ook meer gaan sporten; de groep die tenminste twee keer per week een uur sport (buiten school) is in Waalre gegroeid van 29% naar 39% (5).
Kernboodschap: Het overgewicht bij kinderen is toegenomen ondanks een verbetering van het sportgedrag. Verbind de initiatieven die een gezonde leefstijl bevorderen en leg de nadruk op sporten en bewegen in de buurt.
Figuur 3.3 Trends in overgewicht bij de jeugd in Waalre en Zuidoost-Brabant (exclusief Eindhoven) (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
11%
10%
6%
11%
10% 9%
4%
2-11 jaar
12-17 jaar Waalre
26
10%
2005
2003
2008
2007
2-11 jaar
12-17 jaar Zuidoost Brabant
De helft van de ouderen in Waalre is te zwaar
fruitconsumptie wordt echter wel door relatief meer
Van de volwassenen in Waalre is 44% te zwaar en
Waalrese 65-plussers gehaald dan gemiddeld door
bij de ouderen geldt dit zelfs voor de helft van de
hun leeftijdgenoten in de regio (5).
groep (51%). In de regio zijn relatief nog meer 65-plussers met overgewicht (59%). Tien procent van
Sportstimulering biedt in Waalre kansen voor
de Waalrese ouderen heeft obesitas, wat eveneens
preventie van overgewicht
minder is dan gemiddeld in de regio (15%). Zowel
Overgewicht voorkómen door een gezonde leef-
bij de volwassenen als de ouderen in Waalre is het
stijl te bevorderen is van groot belang, omdat het
overgewicht de afgelopen jaren stabiel gebleven. In
moeilijk is om eenmaal bestaand overgewicht aan
Zuidoost-Brabant als geheel zien we wel een stijging
te pakken. Het bevorderen van een gezond voe-
van het overgewicht bij ouderen.
dingpatroon en gezonde beweeggewoonten in de jeugdjaren lijkt de beste garantie te bieden voor het
Overgewicht vormt een risicofactor voor lichamelijke
behoud van een gezond gewicht. In Waalre is er al
en geestelijke ongezondheid
veel aandacht voor overgewichtpreventie via sport-
Overgewicht en vooral obesitas vormt een risico
stimulering:
voor de gezondheid, zowel lichamelijk als geestelijk. Volwassenen met obesitas hebben 5-12 keer zoveel
- In Waalre is sinds 2008 de werkgroep ‘Gezond
kans op diabetes en een duidelijk verhoogde kans
Gewicht’ actief binnen het lokaal gezondheids-
op hartziekten en een aantal vormen van kanker.
beleid. In deze werkgroep participeren gemeen-
Door het stijgend aantal ouderen zal het aantal
te (afdelingen sport en welzijn), GGD Brabant-
mensen met diabetes in Zuidoost-Brabant in 2020
Zuidoost en het GOW Welzijnswerk. Samen met
naar schatting met 27% toenemen ten opzichte van
de afdeling Sport van de gemeente zijn al diverse
2007 (3). Ook bij kinderen hebben overgewicht en
activiteiten opgepakt. Aandacht voor bewegen
obesitas schadelijke gevolgen. Zo hebben kinderen
met jonge kinderen is er via het programma
met overgewicht steeds vaker last van glucose-intole-
‘Beweegkriebels’. Leidsters van peuterspeelzalen
rantie en diabetes type 2. Bovendien worden zware
hebben op kosten van de gemeente de training
kinderen meestal zware volwassenen. Kinderen en
Beweegkriebels gevolgd, een deskundigheidsbe-
volwassenen met overgewicht lopen meer risico op
vordering om meer te bewegen met jonge kinde-
psychosociale problemen, stigmatisering en discrimi-
ren en het bewegen een structurele plek binnen
natie. Overgewicht komt niet in gelijke mate voor in
de instelling te geven. Gekoppeld aan deze
de samenleving. Mensen met een laag inkomen en
training is de voorlichtingsbijeenkomst ‘Eetplezier
sommige niet-westerse allochtonen (zoals Turken en
en beweegkriebels’ voor ouders georganiseerd,
Marokkanen) hebben vaker overgewicht.
maar deze is niet uitgevoerd wegens gebrek aan belangstelling.
In Waalre is winst te behalen met gezonde voeding Er zijn aanwijzingen dat borstvoeding het kind
- Alle basisscholen in Waalre hebben meegedaan
beschermt tegen het ontwikkelen van overgewicht.
aan het project Kids Sport; een schoolsport-
Toch krijgt 28% van de kinderen in Waalre geen of
programma voor groep 3 t/m 8. Met Kids Sport
onvolledige borstvoeding. Het aantal moeders dat
maken de kinderen tijdens de gymles kennis met
borstvoeding geeft in Waalre is gelijk gebleven.
diverse sporten. Daarnaast ontvangt de school
Het eten van voldoende groente en fruit behoort
een lesmap met uitgewerkte lessen over gezonde
tot een gezond voedingspatroon. Een derde van de
leefstijl. Helaas wordt dit project om financiële
1- tot en met 11-jarige Waalrese kinderen eet niet
redenen niet gecontinueerd.
dagelijks fruit en groente. Dit is in de afgelopen jaren niet beduidend veranderd. In Waalre eten
- Voor de doelgroep senioren (55 jaar en ouder)
relatief meer jongeren tussen de 12 en 18 jaar dage-
is in samenwerking met GOW Welzijnswerk het
lijks groente en fruit dan gemiddeld in de regio. Dit
project ‘Leefstijl Actief in de wijk’ uitgevoerd, een
neemt echter niet weg dat nog altijd 45% niet dage-
wijkgericht sportstimuleringsproject. Het project
lijks groente eet en zelfs twee op de drie jongeren
richt zich op sociale activering van ouderen door
niet dagelijks fruit (67%). Ook een groot deel van
middel van bewegingsactiviteiten in groeps-
de volwassenen en ouderen in Waalre voldoet niet
verband. Het gaat uit van bestaande bewe-
aan de normen voor fruitconsumptie of groentecon-
gingsactiviteiten, netwerken en faciliteiten. In
sumptie (respectievelijk 49% en 65%). De norm voor
samenspraak met de ouderenorganisaties en de
27
maatschappelijk organisaties worden er voorlich-
Onbekend is in hoeverre scholen in Waalre gebruik-
tingsbijeenkomsten georganiseerd voor mensen
maken van ‘Lekker Fit op school’, ‘Smaaklessen’,
uit de doelgroep. Aansluitend op deze bijeen-
‘De Gezonde Schoolkantine’ of andere landelijke
komsten kunnen ouderen zich aanmelden voor
programma’s.
een beweegcursus. Tijdens deze cursussen maken ouderen kennis met bestaande bewegingsactiviteiten in Waalre. - In 2010 heeft de gemeente Waalre in het kader van een pilot meegedaan aan het ‘KICK’ project. In dit project worden mensen met diabetes vanuit de eerste lijn doorverwezen naar het sport- en beweegaanbod in de buurt. Het is een methodiek om de samenwerking tussen de fysiotherapeuten en de lokale sport- en beweegaanbieders te bewerkstelligen. Het doorverwijzen van patiënten naar het lokale sport- en beweegaanbod verloopt hierdoor soepel. Het project wordt nu gecontinueerd op initiatief van de fysiotherapeuten en beweegaanbieders binnen de gemeente Waalre. Voor de verwijzers wordt een databank gemaakt waarin het lokale aanbod staat vermeld. - Voor de senioren biedt het GOW Welzijnswerk ‘Meer bewegen voor ouderen’. Met ingang van 2012 wordt ‘Wandelen in de wijk’ structureel aangeboden door dezelfde organisatie. Bewoners
Meer afstemming en samenwerking tussen professionals is gewenst Programma’s voor leefstijlverbetering vragen een lange looptijd en samenwerking tussen diverse professionals. Het signaleren van (risico op) overgewicht, het uitvoeren van geschikte programma’s en vooral ook het aanleren en volhouden van een gezondere leefstijl vragen om verbinding van preventie en zorg. De uitdaging voor alle partijen is elkaar goed op de hoogte te houden van het aanbod. Naast het stimuleren van gezond gedrag is de omgeving van invloed op de toename in overgewicht. Daarbij gaat het om zowel de fysieke als de sociale omgeving. In het ideale geval nodigt de fysieke omgeving uit tot bewegen en gezond eten. De landelijke nota gezondheidsbeleid pleit ervoor de gezonde keuze de makkelijke keuze te laten zijn. Het kabinet wil dat iedereen veilig kan sporten, bewegen en spelen in de buurt (1). De sociale omgeving kan het veranderen van normen en waarden stimuleren en gezond gedrag ondersteunen. Algemene voorlichting over een gezond beweeg- en voedingspatroon blijft daarom van belang.
kunnen onder begeleiding laagdrempelig en vrijblijvend deelnemen aan een wandeling in de eigen buurt, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele beperkingen die mensen hebben. - Er is ook een beweeggids uitgegeven met daarin het aanbod van beweeg- en sportactiviteiten voor de burgers van de gemeente Waalre. - Ouders van jonge kinderen worden geïnformeerd
Integraal beleid biedt in Waalre meerwaarde bij aanpak overgewicht Voor een effectieve preventie van overgewicht is integraal beleid nodig. Er is veel winst te behalen als het thema ‘Veilig sporten en bewegen in de buurt’ een gezamenlijk speerpunt wordt van de beleidsterreinen Wmo, sport en Lokaal gezondheidsbeleid. Maar er zijn meer mogelijkheden die vanuit verschillende beleidsterreinen kunnen worden opgepakt (17):
over groei en ontwikkeling via het programma “Ik opgroeien” en kunnen bij vragen over opvoeding terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. - In de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) wordt gewerkt volgens het landelijke ‘Signaleringsprotocol Overgewicht in de Jeugdgezondheidszorg’ (15)
- Inrichting van de (fysieke) omgeving, bijvoorbeeld als het gaat om openbare ruimten. Het kabinet spreekt in de landelijke nota gezondheidsbeleid van veilig sporten en bewegen in de buurt (1). Denk hierbij bijvoorbeeld aan speeltuinen of een skatebaan, maar ook aan wandel- en fietspaden of een beweegtuin in het dorp.
waardoor het mogelijk is om op een uniforme wijze kinderen met overgewicht en obesitas te signaleren en te registreren. Hierin wordt samengewerkt door ZuidZorg en GGD. Het regionale ondersteuningsaanbod is gebaseerd op het ‘Overbruggingsplan’ (16); dit voorziet in zowel primaire als secundaire preventie voor kinderen van 0-19 jaar met overgewicht en obesitas.
28
- Regelgeving en handhaving: door een restrictief vestigings- en vergunningenbeleid van (mobiele) snackbars en fastfoodrestaurants in de buurt van (middelbare) scholen of tijdens evenementen kan ongezond eten minder bereikbaar gemaakt worden.
- Voorlichting en educatie; het is van belang om aandacht te blijven geven aan gezond eten en voldoende bewegen. De ‘JOGG aanpak’ (Jongeren Op Gezond Gewicht) spoort aan tot het gezamenlijk gezond eten, actief spelen en recreatie waarbij iedereen zich inzet om gezond eten en bewegen voor jongeren gemakkelijk en aantrekkelijk te maken. Jongeren, hun ouders en hun omgeving staan hierbij centraal. In deze lokale aanpak nemen niet alleen ouders en gezondheidsprofessionals deel, maar bijvoorbeeld ook winkeliers, bedrijven, scholen en de gemeente. - Intermediairs spelen een belangrijke rol in het opsporen van mensen met risico op overgewicht en in de doorverwijzing naar passend aanbod. Binnen de jeugdgezondheidszorg wordt overgewicht vroegtijdig gesignaleerd en door middel van motiverende gespreksvoering met ouders en kinderen bespreekbaar gemaakt. Een nieuwe ontwikkeling is het (landelijk) door de NHG ontwikkelde ‘Preventieconsult’, waarbij huisartsen mensen met overgewicht kunnen opsporen en doorverwijzen naar leefstijlprogramma’s. - Stimuleren van publiek private samenwerking van gemeenten, bedrijfsleven, gezondheidsorganisaties en onderwijs om de gezonde keuze maximaal aantrekkelijk en toegankelijk te maken (1).
29
Alcoholgebruik
de 16- tot en met 18-jarigen is het drankgebruik nog steeds hoog. In Zuidoost-Brabant is 63% van de 16-
Alcoholgebruik bij jongeren zorgwekkend ondanks
tot en met 18-jarigen ‘binge-drinker’. Dat wil zeggen
gunstige trends
dat ze in de afgelopen 4 weken bij tenminste één
In het alcoholgebruik van jongeren is een gunstige
gelegenheid 5 glazen of meer hebben gedronken.
trend zichtbaar. Het aantal 12- tot en met 18-jarigen
Bij de 12- tot en met 15-jarigen in de regio ligt dit op
in Zuidoost-Brabant dat alcohol drinkt is in de af-
13%. De groep binge-drinkers is de afgelopen jaren
gelopen jaren afgenomen. Toch blijft het alcoholge-
niet kleiner geworden. In Waalre is één op de drie
bruik bij jongeren zorgwekkend. Jongeren tussen de
jongeren van 12 tot en met 18 jaar een binge-drin-
12 en 15 jaar zouden helemaal geen alcohol moeten
ker. Volgens de jongeren keurt 31% van de ouders
drinken, maar in de regio is dit voor één op de vier
hun drankgebruik goed of zegt er niets van.
jongeren nog steeds wel het geval. In Waalre geeft zeven procent van de ouders aan dat hun kind in de
Ook onder zwangeren blijft het alcoholgebruik
leeftijd van 8 tot en met 11 jaar al eens alcohol heeft
te hoog
gedronken. Daarnaast heeft bijna de helft van de
Van de moeders van 0- tot en met 11-jarige kinderen
Waalrese 12- tot en met 18-jarigen recent gedron-
dronk 15% alcohol tijdens de zwangerschap. In 2005
ken. Tweeëntwintig procent is onlangs nog dronken
lag dit nog op maar liefst 27%. Ondanks deze forse
of aangeschoten geweest en 6% drinkt gemiddeld
afname ligt het percentage van Waalre alsnog hoger
zelfs meer dan 20 glazen per week 5). ‘Binge-drinken’ bij jongeren neemt niet af Het is goed nieuws dat het aantal jongeren dat recent alcohol heeft gedronken is gedaald. Deze daling is echter alleen zichtbaar bij de 12 tot en met 15 jarigen in de regio. Onder
Kernboodschap: Het drinkgedrag van jongeren is nog steeds verontrustend. Zorg voor effectieve alcoholpreventie via educatie, draagvlak, regelgeving, handhaving en vroegsignalering.
Figuur 3.4 Alcoholgebruik bij jongeren (12 t/m 18 jaar) in Waalre in 2007 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
48% 22% 6%
30
Heeft in afgelopen 4 weken
Is in de afgelopen 4 weken
Drinkt meer dan 20 glazen
alcohol gedronken
dronken of aangeschoten geweest
alcohol per week
dan in de regio (10%). Gezien de schadelijke effecten
alcohol heeft gedronken is sinds 2003 afgenomen
van alcohol op het ongeboren kind blijft dit een
en ook zijn er minder jongeren in de regio die meer
belangrijk aandachtspunt.
dan 20 glazen per week drinken. Uit onderzoek blijkt bovendien dat het draagvlak bij ouders voor de norm
Waalrese ouderen drinken meer alcohol dan
‘geen alcohol onder de 16 jaar’ tussen 2006 en 2009
leeftijdgenoten in regio
is toegenomen. Gunstige trends dus, maar er wordt
De officiële norm voor ‘aanvaardbaar alcoholge-
nog steeds veel te veel gedronken door jongeren. En
bruik’ is op advies van de Gezondheidsraad omlaag
nog altijd keuren veel ouders dit goed. Voldoende
gebracht. Vrouwen kunnen het maar beter houden
reden om het project voort te zetten. Verdere lokale
bij één glaasje, mannen bij maximaal twee glaas-
implementatie en inbedding is nodig om de effecten
jes per dag. Dagelijks gebruik van alcohol wordt
voor de inwoners van Waalre te versterken. Onlangs
ontraden om gewenning te voorkomen. Op basis van
hebben de sportverenigingen binnen de gemeente
deze richtlijnen komt het nieuwe maximum per week
een Instructie Verantwoord Alcoholschenken (IVA)
uit op 5 glazen voor vrouwen (maximaal 1 per dag,
gekregen.
minimaal 2 dagen per week niet) en 10 voor mannen (maximaal 2 glazen per dag, minimaal 2 dagen per week niet). In Waalre voldoet 67% van de volwassenen en 62% van de 65-plussers niet aan deze norm voor aanvaardbaar alcoholgebruik. Daarmee ligt het onaanvaardbaar alcoholgebruik bij de ouderen in Waalre aanzienlijk hoger dan in de regio (52%). De negatieve gezondheidseffecten van alcoholgebruik worden vaak onderschat Veel mensen denken dat het gezond is (of op zijn minst niet ongezond) om elke dag een paar glazen alcohol te drinken. Er is echter maar een klein aantal aandoeningen waarop het drinken van een tot twee glazen alcohol per dag een risicoverlagend effect heeft, zoals diabetes type 2 en (op middelbare leeftijd) hart- en vaatziekten. Alcoholgebruik
Geef alcoholpreventie structureel aandacht in het onderwijs Structurele aandacht voor genotmiddelengebruik op scholen is een belangrijke basis van alcoholpreventie. Er bestaan goede lesprogramma’s om de preventie van de thema’s alcohol en roken samen op te pakken binnen het basisonderwijs, zoals bijvoorbeeld de interventie ‘de gezonde school en genotmiddelen’. Ouderparticipatie is een belangrijk onderdeel van dit programma omdat ouders een belangrijke rol spelen bij (beginnend) alcoholgebruik van hun kind. Naast het maken van afspraken met hun kinderen vervullen ouders ook een voorbeeldfunctie. Behalve voorlichting blijft ook regelgeving en handhaving van belang; het betreft met name de handhaving van de leeftijdsgrens van 16 jaar.
is uitermate ongezond voor het ongeboren kind, voor kinderen en jonge mensen. Onder meer heeft het een negatief effect op de ontwikkeling van de hersenen. Jong beginnen met drinken verhoogt bovendien de kans op overmatig gebruik en verslaving op latere leeftijd aanzienlijk. Bij volwassenen is overmatig gebruik schadelijk voor bijna alle organen van het menselijk lichaam en hangt het samen met ongeveer zestig aandoeningen. Voorlichting over alcoholgebruik blijft belangrijk Kennis en bewustwording van overmatig alcoholgebruik bij ouders en kinderen is een noodzakelijke basis voor gedragsverandering. Het is onduidelijk in hoeverre alle basisscholen in Waalre structureel gebruik maken van een lesmethode over genotmiddelengebruik. Waalre participeert, net als de andere 20 gemeentes in Zuidoost-Brabant, vanaf 2006 in het regionale al-
Integrale aanpak nodig om alcoholgebruik verder te laten afnemen Op basis van eerdere ervaringen en wetenschappelijke inzichten is een basispakket voor lokaal alcoholbeleid samengesteld (19). Dit basispakket bevat interventies en maatregelen op het gebied van: - Het beïnvloeden van de maatschappelijke normen en het agenderen van de risico’s van alcoholgebruik in alle relevante gemeentelijke sectoren, organisaties en media door social marketing. - Het verlagen van de beschikbaarheid van alcohol door het aantal verkooppunten en hun openingstijden te beperken, vooral op scholen, sportkantines en tijdens evenementen. - Het uitoefenen van controle door leeftijdsgrenzen voor alcoholverkoop na te leven en de regels voor doorschenken en openbare dronkenschap te handhaven.
coholmatigingsproject ‘Laat je niet flessen!’. Het project heeft inmiddels verschillende positieve resultaten opgeleverd (18). Het percentage jongeren dat recent
31
Beperk ook de maatschappelijke gevolgen van alcoholgebruik Een integraal lokaal alcoholbeleid heeft primair als doel om de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik te voorkomen. Het betreft niet alleen de gevolgen voor de gezondheid van de burgers in Waalre en hun omgeving. Het gaat ook om de gevolgen voor de veiligheid en de openbare orde in de gemeente. Veel van deze factoren zijn niet direct vanuit gezondheidsbeleid te beïnvloeden, maar vereisen ook maatregelen op andere gemeentelijke beleidsterreinen zoals de Wmo, openbare orde en veiligheid, verkeersveiligheid, onderwijs, jeugdbeleid, horecabeleid, ouderenbeleid en sportbeleid.
32
Roken
Nog veel kinderen en jongeren blootgesteld aan tabaksrook
Eén op de vijf volwassenen in Waalre rookt
Niet alleen zelf roken is van invloed op de gezond-
In tegenstelling tot de regio is het aantal rokers in
heid, ook passief roken (‘meeroken’) brengt gezond-
Waalre de afgelopen jaren niet afgenomen. Het
heidsrisico’s met zich mee. Bij 10% van de Waalrese
meest wordt gerookt door de volwassenen van 19
kinderen van 0 tot en met 11 jaar rookte de moeder
tot en met 64 jaar (figuur 3.5). Twintig procent van
tijdens de zwangerschap, hetgeen gunstiger is dan
de Waalrese volwassenen rookt, in de regio ligt het
gemiddeld in de regio (16%). Zowel in Waalre als in Zuidoost-Brabant als geheel neemt het roken tijdens de zwangerschap
Kernboodschap: Een op de vijf volwassenen in Waalre rookt. Voorkom dat jongeren gaan roken en stimuleer het stoppen met roken.
af. Van de 0- tot en met 11 jarigen in Waalre is 12% recent thuis aan rook blootgesteld. Onder 12- tot en met 18-jarigen is dit bij 22% het geval, wat minder is dan gemiddeld in de regio. Meer rokers onder laagopgeleiden
percentage op 25%. Van de 65-plussers rookt nog
Bij mensen met een lage opleiding is het percentage
13%. Het percentage zware rokers van 21 sigaretten
rokers groter dan bij mensen met een hoge oplei-
of meer per dag is bij zowel volwassenen als ouderen
ding. Hoogopgeleiden doen vaker een succesvolle
beperkt. Indien we naar de jeugd kijken dan zien we
stoppoging. Een deel van het probleem begint al op
dat 12% van de jongeren (12 tot en met 18 jaar) in
jonge leeftijd. Jongeren met een lage opleiding (of
Waalre rookt. Onder de 8- tot en met 11- jarigen zijn
met laag opgeleide ouders) hebben een grotere kans
gelukkig nog vrijwel geen rokers (5).
om te beginnen met roken en verslaafd te raken. Jongeren van laag opgeleide ouders roken ook sig-
Figuur 3.5 Roken naar leeftijd bij inwoners van Waalre en Zuidoost-Brabant (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
8 - 11-jarigen
12 - 18-jarigen
19 - 64-jarigen
65 jaar en ouder 0
5
10
15
20
25
30
percentage
Waalre Zuidoost-Brabant
33
nificant vaker thuis mee dan kinderen van niet laag
De kraamzorg en de jeugdgezondheidszorg van
opgeleide ouders (47% versus 31%). Opvallend is dat
ZuidZorg besteden standaard aandacht aan de
vooral jongeren van het mbo dagelijks roken (20%);
risico’s van meeroken. Dat geldt ook voor verloskun-
bij het opleidingsniveau havo, vwo, hbo en univer-
digen. In de regio is veel aanbod voor begeleiding
siteit is dit slechts 3%. In de regio zijn ook enorme
bij stoppen met roken door diverse aanbieders. Het
verschillen in het rookgedrag van volwassenen zicht-
is onbekend in hoeverre inwoners van Waalre daar
baar; van de hoogopgeleide volwassenen rookt 16%,
gebruik van maken.
van de laagopgeleiden maar liefst 40% . (Mee) Roken leidt tot een verhoogd risico op ziekten en vroege sterfte Roken is in Nederland de leefstijlfactor die de meeste ziekte en sterfte veroorzaakt. Rokers overlijden gemiddeld vier jaar eerder en brengen bijna vijf levensjaren minder in goede gezondheid door (3,20). In de afgelopen decennia is het percentage rokers in Nederland gedaald, maar onder hoogopgeleiden neemt het aantal rokers sterker af dan onder laagopgeleiden. Roken verhoogt het risico op verschillende vormen van kanker. Ook verhoogt roken het risico op COPD, beroerte en hartfalen. Daarnaast is door roken het risico op veel andere aandoeningen verhoogd. Ook meeroken schaadt de gezondheid. Op de korte termijn hebben meerokende kinderen onder andere grotere kans op infecties van de lage luchtwegen, verminderde longfunctie, astma, middenoorontsteking. Ook is het risico op wiegendood bij pasgeborenen aanzienlijk groter. Kinderen met rokende ouders zien roken bovendien als sociale norm en zullen daardoor ook eerder zelf gaan roken dan kinderen van niet-rokende ouders. Samenwonen met een roker verhoogt de kans op longkanker met 20 tot 30 procent en de kans op overlijden als gevolg van harten vaatziekten met 25 tot 30 procent (21). Aandacht voor roken op scholen in Waalre Het is niet exact bekend welke basisscholen in Waalre aandacht besteden aan genotmiddelengebruik. Volgens de website www.rookvrijeschool.nl van STIVORO zijn basisschool de Meent en Ekenrooi rookvrije scholen, maar ook op basisschool de Wilderen geldt een algeheel rookverbod. Voor basisschool ‘de Drijfveer’ is niet bekend of er een beleid is ten aanzien van (niet) roken. Basisschool Ekenrooi heeft zich aangemeld voor de nieuwe interventie ‘Leuk zonder Peuk’, die najaar 2011 is gestart. Er is geen school voor voortgezet onderwijs in Waalre; scholieren gaan vooral naar het Were Di in Valkenswaard en het St. Joriscollege in Eindhoven. Het Were Di heeft in 20082009 deelgenomen aan ‘Actie tegengif’, waarbij in klas 1 en klas 2 een stoppen met roken afspraak wordt gemaakt .
34
Kansen voor beleid: niet betuttelen, wél stimuleren Met het terugdringen van het aantal rokers kan een grote vooruitgang in de gezondheidssituatie worden gerealiseerd. Stoppen met roken is al vele jaren een belangrijk punt van landelijk beleid, onder andere via wetgeving en landelijke campagnes. Het terugdringen van de gezondheidsrisico’s door roken kan bereikt worden door het voorkómen dat jongeren gaan roken, het beschermen van niet-rokers tegen tabaksrook en door het stoppen met roken bij rokers te stimuleren. - Voorlichting over de gezondheidsschade van roken op scholen draagt bij aan het voorkómen dat jongeren gaan roken. Drie basisscholen in Waalre zijn al rookvrij en besteden aandacht aan het thema in het reguliere lesprogramma. De gemeente kan basisscholen verder stimuleren te gaan werken volgens de ‘Gezonde School Methode’. - Voor het voorkómen van meeroken zijn er lokaal mogelijkheden op het terrein van handhaving, ondersteuning en agendasetting. Momenteel staat er landelijk, ondanks het rookverbod, in bijna 50% van de cafés en discotheken weer een asbak op tafel. De gemeente kan toezicht houden op de naleving van de Tabakswet en zo nodig een melding doen bij de voedsel- en warenautoriteit (VWA). Burgers kunnen gestimuleerd worden om overtredingen te melden. De gemeente kan een rookverbod opnemen in de vergunningverlening voor evenementen waar veel kinderen en jongeren worden verwacht . - Gedragsmatige ondersteuning voor ‘stoppen met roken’ is al langere tijd opgenomen in de Zorgverzekeringswet. In 2011 worden medicatie en nicotinevervangers in combinatie met gedragsmatige ondersteuning ook vergoed. De minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) heeft besloten om dit laatste in 2012 weer te beëindigen. De gemeente kan zich inspannen om het gebruik van verzekerde zorg te stimuleren.
Stoppen met roken stimuleren door integraal beleid Vanuit het lokale gezondheidsbeleid kunnen de beleidsterreinen Jeugd en Onderwijs worden betrokken bij het voorkómen dat jongeren gaan roken. De gemeente kan aanvragen voor vergunningen in het kader van de Drank- en Horecawet beoordelen op naleving van de Tabakswet. Met name rokers met een lage sociaaleconomische status worden tot nu toe slecht bereikt. Om dit te verbeteren kunnen intermediairs zoals bijvoorbeeld de sociale dienst en het Wmo-loket hun cliënten gericht op de hoogte brengen van de mogelijkheid om, in sommige gevallen gratis, deel te nemen aan een stoppen-met-roken-programma. Het beleidsterrein Werk en Inkomen kan via armoedebeleid en eventueel schuldhulpverlening groepen met een lage sociaaleconomische status bereiken en hen stimuleren om gebruik te maken van ondersteuningsmogelijkheden bij het stoppen met roken.
35
Seksuele gezondheid
geslachtsziekten. Het gaat bij seksuele gezondheid ook om de bevordering van prettige en gewenste
Veel jongeren in Waalre vrijen onveilig
seksuele contacten en relaties. Hiervoor zijn goede
Waar de Waalrese jeugd bij thema’s als sporten en
relationele en communicatieve vaardigheden van be-
gezonde voeding gunstig scoren ten opzichte van
lang. Jongeren die met hun partner kunnen praten
de regio, zien we juist een ongunstiger beeld als het
over wat ze wel en niet willen binnen hun seksuele
gaat om seksueel gedrag. Driekwart van de seksueel
relatie hebben een ‘hoge interactiecompetentie’.
actieve Waalrese jongeren tot en met 18 jaar vrijt
Meisjes met deze eigenschap worden minder vaak
wel eens onveilig, wat beduidend meer is dan gemid-
gedwongen tot seksuele handelingen en jongens
deld in de regio (62%). Van de totale groep jongeren
met een hoge interactiecompetentie dwingen zelf
heeft 16% wel eens onveilig gevreeën
minder vaak. Een warm opvoedingsklimaat draagt bij
(figuur 3.6). Onveilig seksueel gedrag vergroot
aan goede communicatieve vaardigheden en seksu-
de kans op seksueel overdraagbare aandoeningen
eel gezonde keuzes op latere leeftijd.
(soa’s) en kan leiden tot ongewenste zwangerschap. In 2010 registreerde de GGD Brabant-Zuidoost bij de afdeling SOA 36 consulten door inwoners van de gemeente Waalre. Bij jongeren van 16 tot en met 18 jaar komt onveilig vrijen het meest voor ná het voortgezet onderwijs.
Kernboodschap: Driekwart van de seksueel actieve jongeren in Waalre vrijt wel eens onveilig. Meer voorlichting over gezond seksueel gedrag is nodig.
Bij de jongste groep jongeren (12 tot en met 15 jaar) is er een verschil naar schooltype: op het vmbo vrijen meer jongeren onveilig dan op de havo of het vwo. Dit komt door-
Onduidelijk in hoeverre seksuele vorming structureel
dat op het vmbo in deze leeftijdscategorie al meer
aandacht krijgt op basisscholen
seksueel actieve jongeren zijn.
Een goede seksuele vorming van kinderen en jonge-
Zeven procent van de jongeren van 12 tot en met 18
ren speelt in op de diverse ontwikkelingsfasen van
jaar in Waalre heeft wel eens tegen zijn of haar zin
seksueel gedrag. Belangrijk aspect daarbij is aan-
in een seksuele ervaring met iemand gehad (zoenen,
dacht voor gezond seksueel gedrag op scholen en in
betasten of met iemand naar bed gaan). Dit percen-
de sociale omgeving van de jongere. Voor seksuele
tage is in Waalre vergelijkbaar met dat van de regio
vorming op scholen bestaan speciale lespakketten.
(5).
In deze lespakketten worden ook de ouders van de kinderen betrokken. Uit de informatie van de
Een op de zes ouders praat met kind niet over seks
Jeugdmonitor blijkt dat ouders behoefte hebben aan
De basis voor gezond seksueel gedrag wordt gelegd
ondersteuning bij het bespreekbaar maken van dit
in de opvoeding. Een op de drie ouders met kinde-
thema (5). Voor zover bekend heeft in 2010 alleen
ren tussen de 4 en 11 jaar oud vindt het (een beetje)
basisschool Ekenrooi het lesprogramma ‘Lentekrie-
moeilijk om met hun kind te praten over seks. Zeven-
bels’ in groep 1 tot en met 8 uitgevoerd. Lentekrie-
tien procent praat hier helemaal niet over. Eén op de
bels schenkt aandacht aan drie thema’s: lichamelijke
vijf ouders wil graag ondersteuning bij de relationele
en emotionele ontwikkeling, sociale ontwikkeling en
vorming van hun kinderen, in de regio is dit 15%. De
relaties, en seksualiteit en gezondheid. Basisschool
meeste behoefte bestaat aan voorlichtingsmateriaal
de Wilderen geeft op haar website aan, aandacht
dat ouders aan hun kind kunnen geven en aan (aan-
te besteden aan het bevorderen van gezond ge-
vullende) seksuele vorming op school.
drag, waaronder ook seksualiteit. Onduidelijk is in hoeverre en op welke manier basisscholen de Meent
Goede communicatieve vaardigheden van belang
en de Drijfveer aandacht besteden aan het thema
voor gezond seksueel gedrag
seksuele gezondheid.
Seksuele gezondheid is een staat van lichamelijk,
Seksuele voorlichting is een van de onderwerpen
emotioneel, geestelijk en maatschappelijk welbe-
die aan de orde komen in het onderzoek van de
vinden met betrekking tot seksualiteit. Seksuele
verpleegkundige in groep 7; zij kan hierin ook advies
gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte
geven aan ouders. Voor sommige kwetsbare jonge-
of gebrek en het voorkomen van zwangerschap en
ren is daarbij extra aandacht nodig.
36
Figuur 3.6 Seksueel gedrag van jongeren (12 t/m 18 jaar) in Waalre en Zuidoost-Brabant in 2007 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost).
21%
16%
Waalre Wel eens geslachtsgemeenschap gehad
Aandacht voor seksuele vorming in elke ontwikkelingsfase Seksuele en relationele vorming is geen eenmalige actie maar vraagt om aandacht in elke levensfase. Bekeken kan worden hoe ouders ondersteund kunnen worden in het bespreken van seksueel gedrag. Veel ouders geven aan hier moeite mee te hebben. Het onderwijs is een goede omgeving voor seksuele vorming waarin aandacht is voor het voorkomen van ongewenste zwangerschap en soa/ hiv door onveilige seks. Vooral bij meisjes en jongeren in de leeftijdscategorie 16 tot en met 18 jaar is nog veel winst te behalen. Hiervoor bestaan goede lespakketten voor zowel basis- en voortgezet onderwijs. Het verdient aanbeveling het gebruik hiervan te stimuleren en te verankeren. Extra aandacht voor veilig vrijen is nodig want te veel jongeren vrijen onveilig (figuur 3.6). Versterken van sociale en communicatieve vaardigheden Kwetsbare jongeren lopen extra risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag, soa, aids, ongewenste en/of onbedoelde zwangerschappen en ander risicogedrag. Door hun sociale en communicatieve vaardigheden te versterken, worden zij weerbaarder. Weerbare kinderen durven op een passende manier voor zichzelf op te komen en hun eigen grenzen te bewaken. Voor ouders en onderwijs liggen nog kansen om kinderen te helpen op te groeien tot weerbare kinderen (zie ook de kernboodschap ‘weerbaarheid’). Vier waarden staan centraal bij seksuele gezondheid (1): - Autonomie: het recht om eigen keuzes te maken bij het vormgeven van seksualiteit zonder dat iemand anders (mee)beslist
23% 14%
Zuidoost-Brabant Wel eens onveilig gevreeën
- Weerbaarheid: duidelijk maken wat je wel en wat je niet wilt op seksueel gebied en de vaardigheden hebben naar die keuzes te handelen - Besef van wederkerigheid en respect: Kenmerkend voor seksuele gezondheid is dat het niet alleen de eigen gezondheid betreft maar ook die van de ander. De individuele vrijheid van de één houdt op waar die van een ander wordt beschadigd. - Het recht op toegang tot informatie en tot goede hulpverlening wanneer iemand dat nodig heeft. Kansen voor integrale aanpak binnen het gemeentelijk beleid Door de aanpak van seksuele gezondheidsproblemen te verbinden met andere gezondheidsthema’s en beleidssectoren, kan meer gezondheidswinst behaald worden. Denk bijvoorbeeld aan de thema’s alcoholgebruik (van invloed op seksueel en relationeel geweld) en drugsgebruik (met name recreatief middelengebruik bij seksueel gedrag) en de Lokaal Educatieve Agenda. Omgevingsfactoren spelen ook een belangrijke rol in het voorkómen van seksuele problemen. Daarbij gaat het zowel om de fysieke als de sociale omgeving. Goede verlichting op publieke plaatsen of toezicht op onveilige plekken kunnen bijvoorbeeld seksueel geweld voorkomen. Condoomautomaten in uitgaansgelegenheden bevorderen het veilig vrijen van jongeren. Via het jeugdbeleid kan aandacht voor het vergroten van de weerbaarheid een gunstig effect hebben op seksueel gezond gedrag. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kan hierin ook een rol spelen. Paladijn zou jongerenwerkers kunnen trainen om vanuit het jongerenwerk de interventie “Girls’ Talk” in te zetten. Hierin wordt met bepaalde groepen meiden gewerkt aan seksuele gezondheid. 37
Weerbaarheid
Versterken van weerbaarheid bij jongeren als basis voor een gezonde leefstijl
Jongeren worden al op jonge leeftijd geconfronteerd
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
met genotmiddelen en riskant gedrag
Sport (VWS) pleit ervoor om de jeugd actief weer-
De jeugd in Waalre wordt al op jonge leeftijd ge-
baar te maken tegen verleidingen die ze elke dag
confronteerd met genotmiddelen en riskant gedrag.
tegenkomen, boven het verdrijven van dergelijke
Zeven procent van de 8 tot en met 11 jarigen heeft
verleidingen uit de publieke ruimte (1, 22). Onge-
al eens alcohol gedronken. Elf procent van de jonge
zonde leefstijl en risicogedrag van jongeren worden
kinderen (2 tot en met 11 jaar) en 5% van de oudere
voor het grootste deel aangeleerd en zijn te beïn-
jeugd (12 tot en met 18 jaar) heeft overgewicht. Van
vloeden. Bij het aanleren van een gezonde leefstijl
de Waalrese jongeren heeft bovendien 16% wel eens
vanuit weerbaarheid, verdienen drie thema’s extra
onveilig gevreeën (76% van de seksueel actieve jon-
aandacht: gezond gewicht, riskant en problematisch
geren) en heeft 7% wel eens een seksuele ervaring
middelengebruik en seksuele gezondheid (1).
tegen de zin gehad. Twaalf procent van de 12- tot en met 18- jarigen rookt, waarvan de helft dagelijks. Het bevorderen van weerbaarheid is een goede methode om een basis te leggen voor gezond gedrag. Een weerbaar kind heeft zelfvertrouwen en kan zijn of haar grenzen goed aangeven.
38
Kernboodschap: De jeugd in Waalre wordt al op jonge leeftijd geconfronteerd met genotmiddelen en riskant gedrag. Vergroot de weerbaarheid van jongeren om de verleidingen uit het dagelijks leven te kunnen weerstaan.
Centrum voor Jeugd en Gezin kan ouders in hun rol als opvoeder ondersteunen Ouders hebben een belangrijke rol in de opvoeding om kinderen weerbaar te helpen opgroeien. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kan ouders ondersteunen in hun rol als opvoeder. Medewerkers van het CJG kunnen algemene en individuele opvoedingsvragen van ouders bespreken en adviezen geven. Uitgangspunt daarbij is dat ouders zoveel mogelijk ondersteund worden in hun eigen kracht als opvoeder. Zo wordt voorkomen dat normale opvoedvragen meteen zorgvragen worden (1). Soms is een aanvullende training nodig, zoals een weerbaarheidstraining of een sociale vaardigheidstraining, bijvoorbeeld via het schoolmaatschappelijk werk. Het CJG is een goed vertrekpunt om over het actuele aanbod in Waalre te adviseren. Indien nodig vormt het CJG ook de schakel naar verdere individuele hulpverlening in de tweede lijn.
Geef weerbaarheid een plaats binnen leefstijlprogramma’s en beleidssectoren De gemeente Waalre besteedt op dit moment nog geen aandacht aan het versterken van de sociale weerbaarheid van de jeugd. Er is dus zeker nog gezondheidswinst te boeken als weerbaarheid een plek krijgt binnen de diverse leefstijlprogramma’s en activiteiten. In 2011 start landelijk een interactief online programma om jongeren van 14 tot en met 18 jaar weerbaar te maken. Dit programma geeft jongeren niet alleen informatie over de feiten rondom alcohol, roken en cannabis, maar geeft ook inzicht in mechanismes als groepsdruk, leert hen vaardigheden om bij de eigen keuzes te blijven en biedt gezonde alternatieven. Aan de website zijn gecertificeerde eHealth interventies gelinkt (1). Voorwaarde voor succes is dat de aanpak van weerbaarheid een plaats krijgt binnen meerdere beleidssectoren zoals jeugd, sport, Wmo en lokaal gezondheidsbeleid.
Het onderwijs speelt een grote rol in de ontwikkeling van weerbare jongeren Het onderwijs speelt ook een belangrijke rol in het versterken van de weerbaarheid van alle jongeren. Weerbare kinderen kunnen eigen keuzes maken ondanks druk van media, vriendjes, omgeving of het aanbod. Een belangrijk element bij een weerbaarheidstraining is dat kinderen leren om situaties waarin druk op hen wordt uitgeoefend te herkennen. Vervolgens leren kinderen in deze situaties hun eigen standpunt te bepalen en hun handelingsmogelijkheden te vergroten. Scholen vormen een goede setting voor de ontwikkeling van weerbare jongeren. Voor zover bekend zijn afgelopen jaar geen klassikale weerbaarheidstrainingen gegeven op de basisscholen. Wel hebben twee kinderen op individuele basis deelgenomen aan de training ‘Plezier op school’.
39
Eenzaamheid
bijna de helft eenzaam. In Waalre is de groep met alleen AOW relatief kleiner dan in de rest van de regio
Twee op de vijf ouderen in Waalre eenzaam
(10% versus 19%). Ook de ‘kwetsbare ouderen’ zijn
Hoewel regionaal een daling te zien is in het percen-
veel vaker (zeer) ernstig eenzaam (5).
tage eenzame ouderen zijn nog steeds veel ouderen eenzaam. De situatie in Waalre is vergelijkbaar met
In Waalre zijn minder ouderen ‘lokaal geïntegreerd’
die in de regio. Objectief gemeten zijn in Waalre
Een gebrek aan sociale contacten kan leiden tot een-
ruim twee op de vijf ouderen (41%) eenzaam. Voor
zaamheid. Het is dan ook ongunstig dat minder
8% is deze eenzaamheid (zeer) ernstig (figuur 3.7).
ouderen behoren tot het netwerktype ‘lokaal geïn-
De meerderheid van de groep ouderen die zelf
tegreerd’ dan in de regio (32% versus 37%). Deze
aangeeft eenzaam te zijn, wil hiervoor geen hulp.
mensen geven aan dat ze elkaar kennen in de buurt
Veertien procent van deze groep - omgerekend
en dat ze voor elkaar zorgen. De Waalrese ouderen
ongeveer 130 ouderen- wil wel hulp maar krijgt deze nog niet (5). Ook jongere mensen in Waalre zijn eenzaam Eenzaamheid komt ook voor bij jongere mensen. Wellicht in tegenstelling tot de verwachting is de eenzaamheid onder volwassenen (19 tot en met 64 jaar) in Waalre nagenoeg gelijk aan de eenzaamheid onder ouderen. In deze leef-
Kernboodschap: Eenzaamheid komt veel voor bij alleenstaanden en mensen met een laag inkomen. Investeer niet alleen in signalering van eenzaamheid door hulpverleners, vrijwilligers en buurtgenoten, maar zorg ook voor een goede follow-up.
tijdsgroep is 38% eenzaam en 7% (zeer) ernstig eenzaam (figuur 3.7). De Waalrese volwassenen zijn echter wel vaak lid
behoren juist vaker tot het netwerktype ‘lokaal ge-
van een vereniging (68%) of doen vrijwilligerswerk
reserveerd’ (28% versus 24%). Dit netwerktype geeft
(28%). In Waalre zijn zelfs meer volwassenen lid van
aan dat mensen graag op zichzelf zijn, maar bij de
een vereniging dan gemiddeld in de regio. Vooral
buren terecht kunnen als het nodig is. Dat betekent
het lidmaatschap van een sportvereniging ligt hoger
dat vrij veel Waalrese ouderen weinig familie in de
(48% versus 40%).
buurt hebben wonen en dat ze evenmin in een buurt
Van de 4- tot en met 11-jarigen heeft 6% niet
wonen waar iedereen elkaar kent en voor elkaar
genoeg vriend(inn)en buiten schooltijd. Maar het is
zorgt. Dit heeft als gevolg dat deze ouderen sneller
positief dat 83% van de kinderen in deze leeftijds-
een beroep moeten doen op professionele zorg wan-
groep lid is van een (sport)vereniging. Van de oudere
neer er een zorgbehoefte is.
jeugd is maar liefst 85% lid van een vereniging en
Het is wel positief dat maar liefst 71% van de oude-
voor 74% is dit een sportvereniging. Hier is echter
ren deelneemt aan bijeenkomsten van een vereni-
wel een afname te zien in de tijd. Zeven procent van
ging of club. Deze groep is duidelijk groter dan in de
deze jongeren doet vrijwilligerswerk.
regio (61%). Achtentwintig procent van de Waalrese ouderen doet vrijwilligerswerk.
Eenzaamheid hangt samen met burgerlijke staat en inkomen
Eenzaamheid kenmerkt zich door gemis en
Eenzaamheid komt voor bij alle leeftijdsgroepen en
teleurstelling
is deels afhankelijk van de burgerlijke staat. Geschei-
Eenzaamheid is een negatieve situatie, gekenmerkt
den en verweduwde mensen hebben de grootste
door gemis en teleurstelling. Het gaat om een
kans op eenzaamheid. Omdat ouderen vaker verwe-
persoonlijke, subjectieve ervaring en is moeilijk van
duwd zijn, is de kans op eenzaamheid onder deze
buitenaf waar te nemen. Gevoelens van eenzaam-
groep groter, vooral bij 75-plussers (23). Regionaal
heid hebben vooral betrekking op gebreken in de
gezien is van de alleenstaande 65-plussers meer
kwaliteit van relaties. Maar iemand kan zich ook
dan de helft eenzaam. Bij 14% is sprake van (zeer)
eenzaam voelen doordat het aantal contacten lager
ernstige eenzaamheid. Van de ouderen waarvan het
is dan gewenst (24). Eenzaamheid tast het welzijn of
(gezamenlijk) inkomen bestaat uit alleen AOW is
het psychisch of sociaal welbevinden van mensen aan
40
Figuur 3.7 Eenzaamheid bij volwassenen en ouderen in Waalre en Zuidoost-Brabant in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
38%
39%
7% Waalre 19-64 jaar
eenzaam
41% 7%
Zuidoost-Brabant 19-64 jaar
44%
8% Waalre 65+
8% Zuidoost-Brabant 65+
(Zeer) ernstig eenzaam
en is daarmee op zichzelf een gezondheidsprobleem.
op de hoogte zijn van het activiteiten- en hulpverle-
Het kan in allerlei opzichten ziekmakend zijn, zowel
ningsaanbod. Het blijkt dat hulpverleners en vrijwilli-
lichamelijk als geestelijk en kan bijvoorbeeld tot een
gers niet altijd op de hoogte zijn van elkaars aanbod.
depressie leiden.
Ook het signaleren en bespreekbaar maken van de problematiek kan verbeterd worden. Bij het matchen
Veel activiteiten ter preventie van eenzaamheid
van vraag en aanbod kan het Wmo-loket wellicht
hebben in Waalre een sociaal-cultureel karakter
ook nog een grotere rol spelen.
Om eenzaamheid te voorkomen, is een sociaal netwerk voor (kwetsbare) mensen van groot belang. Een netwerk van vrienden en familie betekent dat het makkelijker wordt iemand iets te vragen. Hoe groter het sociale netwerk, des te groter de hoeveelheid verkregen steun, de tevredenheid hiermee en de mate van steun die mensen verwachten te krijgen als het nodig is (1). Door het verbeteren van de sociale samenhang wordt in Waalre een positieve bijdrage geleverd aan de preventie van eenzaamheid. Ook vindt voor alle leeftijdsgroepen een groot scala aan activiteiten plaats die een sociaal-cultureel karakter hebben. Preventie van eenzaamheid is daarbij niet het hoofddoel van de activiteit maar wel een bijeffect. Maar voor mensen die eenzaam zijn is de drempel om hiervan gebruik te maken meestal te groot. Hulpverleners en vrijwilligers kunnen mensen helpen om over die
Preventie van eenzaamheid door het bevorderen van sociale steun en participatie Veel activiteiten met als doel het voorkómen van eenzaamheid zijn gericht op het bevorderen van participatie en sociale steun. Deze invalshoek sluit goed aan bij de Wmo-visie ‘iedereen kan meedoen’ met als doel om de eigen kracht van mensen te versterken. Dit geldt ook voor mensen die eenzaam zijn. Intermediairs zoals hulpverleners en vrijwilligers kunnen hen daarbij ondersteunen door het versterken van sociale netwerken. Het is een uitdaging om hierbij ook buurtbewoners te betrekken en hen medeverantwoordelijk te maken. Juist ook door mensen te stimuleren om zelf vrijwilligerswerk te gaan verrichten, wordt hun eenzaamheid bestreden. GOW Welzijnswerk gaat via vrijwillige coaches (‘maatjes’) specifiek aandacht besteden aan de doelgroep.
drempel heen te stappen. Daarvoor is het belangrijk dat ze over de juiste vaardigheden beschikken en
41
Versterk de signaleringsfunctie van hulpverleners en vrijwilligers Hulpverleners en vrijwilligers hebben ook een rol in het signaleren van eenzaamheid. Versterk hun mogelijkheden om eenzaamheid en andere ‘niet-pluis-gevoelens’ eerder te signaleren, bespreekbaar te maken en mensen te motiveren om gebruik te maken van het bestaande activiteiten- en hulpverleningsaanbod, zoals sport- en bewegingsactiviteiten, vrijwilligerswerk en sociaal-culturele activiteiten. Uitgangspunt is niet om meer activiteiten te ontwikkelen, maar het verbeteren van de doorverwijzing naar de bestaande activiteiten door meer bekendheid en betere afstemming. Focus daarbij vooral op de risicogroepen; mensen met een laag inkomen en alleenstaanden. Ook de coördinatie, opvolging en terugkoppeling van een signaal (follow-up) moeten goed geregeld worden. Elke melder moet weten waar hij terecht kan. Vanuit het GOW Welzijnswerk is een voorstel gedaan voor een ‘Meldpunt Eenzaamheid’, inclusief de bijbehorende protocollen en afspraken. Maak gebruik van de kansen voor een integrale aanpak binnen het gemeentelijk beleid Binnen de gemeente Waalre zijn meerdere aanknopingspunten om eenzaamheid te voorkomen en aan te pakken. Deze kansen liggen op verschillende beleidsterreinen zoals de Wmo en het lokaal gezondheidsbeleid. Maar ook het jeugdbeleid biedt mogelijkheden, waarbij zeker een belangrijke rol is weggelegd voor het CJG en het Wmo-loket.
42
Kwetsbare ouderen
wanneer lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren zich opstapelen en hulpbron-
Kwetsbaarheid bij ouderen wordt veroorzaakt door
nen, zoals een partner of voldoende inkomen, tekort
lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten
schieten (1).
Ouderen worden steeds gezonder en zijn steeds welvarender, vitaal en onafhankelijk. Dit geldt echter
Eén op de vijf ouderen in Waalre is kwetsbaar
niet voor alle ouderen. Sommige ouderen verdienen
Ouderen zijn in de gezondheidsmonitor als kwets-
extra aandacht omdat zij tot de groep kwetsbare
baar aangemerkt als er sprake is van een hoge draag-
ouderen behoren. Van kwetsbaarheid is sprake
last in combinatie met een lage draagkracht (5). Dit is het geval bij 20% van de ouderen in Waalre, hetgeen neerkomt op onge-
Kernboodschap: In Waalre is een op de vijf ouderen kwetsbaar. Verbeter de communicatie met ouderen en versterk de lokale samenwerking tussen gemeente, professionele en vrijwillige zorg in de ondersteuning van kwetsbare ouderen.
veer 650 personen (figuur 3.8). In het totaal heeft 34% van de ouderen in Waalre een hoge draaglast, doordat ze beperkt zijn in hun dagelijkse bezigheden vanwege gezondheidsklachten, niet zelfredzaam zijn in het uitvoeren van huishoudelijke of dagelijkse activiteiten en/of een hoog risico hebben op een
Figuur 3.8 Hoge draaglast, lage draagkracht en kwetsbaarheid bij ouderen in Waalre en Zuidoost-Brabant in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
34% 35%
43%
49%
20% 23% Hoge draaglast
Waalre
Kwetsbaar
Lage draagkracht
Zuidoost-Brabant
43
angststoornis of depressie.
ouderen is het onduidelijk hoe ze deze hulp kunnen
Daarnaast heeft 43% van de ouderen in Waalre een
aanvragen. De beschikbaarheid van zorg en hulp
lage draagkracht. Dat wil zeggen dat men weinig
dicht bij huis is een belangrijke voorwaarde voor
regie heeft over het eigen leven, alleenwonend is en/
kwetsbare ouderen om langer in hun vertrouwde
of alleen AOW heeft om van rond te komen. Het per-
omgeving op eigen benen te kunnen blijven staan.
centage voor lage draagkracht ligt in Waalre lager dan gemiddeld in de regio (49%). Dit heeft voor een
Divers aanbod in Waalre aanwezig om kwetsbare
groot deel te maken met het feit dat minder Waal-
ouderen zo vroeg mogelijk te ondersteunen
rese ouderen alleen AOW ontvangen dan gemiddeld
Gemeenten hebben, in samenwerking met lokale
in de regio (10% versus 19%).
zorgverleners, de verantwoordelijkheid voor de opsporing en preventie van gezondheidsproblemen
Kwetsbare ouderen kampen met diverse lichamelijke
bij ouderen. Dit is vastgelegd in artikel 5a van de
en psychische problemen
Wet Publieke Gezondheid. Het vroegtijdig signale-
Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het op-
ren van problemen is van groot belang om ouderen
eenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale
in een vroeg stadium te kunnen ondersteunen in
tekorten in het functioneren dat de kans vergroot op
hun beperkingen en daarmee ook het proces van
negatieve gezondheidsuitkomsten (functiebeperkin-
toenemende kwetsbaarheid te vertragen. De ge-
gen, opname in verpleging of verzorging, overlijden)
meente Waalre stimuleert haar inwoners om zoveel
(3). De gezondheid van deze groep is beduidend
mogelijk zelf, of met hulp van de sociale omgeving,
slechter dan die van de gemiddelde oudere in Waal-
op eigen benen te blijven staan. Zij kunnen daarbij
re. Uit regiocijfers blijkt dat bij deze groep ouderen
advies en ondersteuning krijgen van het Wmo-loket
veel vaker sprake is van obesitas, (zeer) ernstige
en het LIAC. Inwoners kunnen hier terecht wanneer
eenzaamheid en problemen met medicijngebruik.
zij problemen hebben met het zelfstandig wonen of
Daarnaast bewegen ze veel minder.
met het meedoen aan de samenleving. Ouderen van 70 jaar en ouder kunnen elke 3 jaar gebruik maken
Het zorggebruik bij kwetsbare ouderen ligt hoog,
van het adviserend huisbezoek. Het GOW Welzijns-
maar…
werk, dat deze dienst aanbiedt, richt zich momenteel
Uit regiocijfers blijkt ook dat kwetsbare ouderen
ook op het verbeteren van de samenwerking tussen
vaker behoefte hebben aan (extra) hulp. Het is te
formele en informele zorg, alsmede op de organisa-
verwachten dat kwetsbare ouderen in beeld zijn bij
tie van een steunpunt vrijwilligerswerk.
de huisarts. Ruim de helft van deze groep heeft in
Maar ook de huisarts en hun praktijkondersteuners,
de twee maanden voor het onderzoek inderdaad de
het steunpunt mantelzorg, de zorgtrajectbegelei-
huisarts bezocht, dat is relatief meer dan bij de niet-
ders dementie en vrijwilligersorganisaties zoals Rode
kwetsbare ouderen (56% versus 37%). Toch is er ook
Kruis, De Zonnebloem en parochie, zijn actief op het
een groep kwetsbare ouderen die al langer dan een
gebied van het opsporen, doorgeleiden en het af-
jaar niet bij de huisarts is geweest (8% versus 20%).
stemmen van de zorg van kwetsbare ouderen. Signa-
Veel kwetsbare ouderen krijgen ook zorg of onder-
leren van kwetsbare ouderen in Waalre kan dus door
steuning van familie, vrienden of buren. Bijna één
veel intermediairs gebeuren. Ook het beschikbare
op de drie ontvangt mantelzorg en één op de zes
hulpaanbod is divers. Net als bij de onderwerpen
ontvangt deze zorg dagelijks (5).
depressie en eenzaamheid valt ook hier de kennis van wat eenieder doet nog verder te verbeteren. Dit
…de behoefte aan méér zorg is groot
is voor een juiste doorverwijzing van belang.
Ondanks het hoge zorggebruik heeft ruim één op de vijf kwetsbare ouderen in Zuidoost-Brabant op dit
Maar de gemeente kan nog meer doen
moment behoefte aan (meer) zorg. Als belangrijkste
De overheid zal de komende jaren steeds meer een
reden waarom mensen de gewenste hulp nog niet
beroep doen op de samenleving om de groeiende
hebben, noemen zij dat er niemand in de omgeving
groep ouderen te ondersteunen, zodat zij langer
is die deze hulp kan bieden. Eén op de drie kwets-
op eigen benen kunnen blijven staan. De financiële
bare ouderen geeft bovendien aan behoefte te
noodzaak om het toenemende gebruik van kostbare
hebben aan één of meerdere Wmo-voorzieningen.
en intensieve zorg te beperken, speelt daarbij ook
Daarbij is de meeste behoefte aan een vervoersvoor-
een rol. Maar de kwetsbare ouderen redden het niet
ziening (zoals de Regiotax), hulp in de huishouding
alleen. Gemeenten, zorgverleners en burgers zullen
of een woningaanpassing. Maar voor veel kwetsbare
de handen ineen moeten slaan om ook deze groep
44
ouderen dicht bij huis de zorg en ondersteuning te geven. Waarbij ze hen zo lang mogelijk de regie over
‘maatje’ fungeren voor kwetsbare personen, past ook goed in dit kader.
het eigen leven laten behouden.
Verbeter de vroegsignalering door vrijwilligers en professionele hulpverleners Ouderen krijgen vaak pas de noodzakelijke zorg of voorzieningen aangeboden op het moment waarop de kwetsbaarheid niet meer omkeerbaar is. Om deze mensen in een vroeg stadium te kunnen ondersteunen is het vroegtijdig signaleren van problemen (door zowel professionals als vrijwilligers) van groot belang. De signalen worden door hen meestal wel herkend, maar het is voor hen vaak lastig om zorgen bespreekbaar te maken met de persoon in kwestie en hen te motiveren hulp te zoeken. Deskundigheidsbevordering is daarom van groot belang. Besteed hierbij aandacht aan diverse ‘niet-pluis-gevoelens’ zoals eenzaamheid, overbelasting van mantelzorgers, armoede, depressie en verwaarlozing. In Waalre zijn al eerder signaleringstrainingen gegeven rond armoede, eenzaamheid en huiselijk geweld. Wellicht kunnen in de toekomst ook de andere genoemde thema’s aan bod komen.
Neem de regie in de lokale samenwerking Veel kwetsbare ouderen hebben meerdere ziekten (multimorbiditeit). Dit zal de zorg, uitgevoerd door veel verschillende zorgverleners, complexer gaan maken (3). De groeiende groep kwetsbare ouderen verdient optimale zorg, maar tegelijkertijd moet deze zorg betaalbaar blijven. Goede samenwerking is essentieel om in de toekomst voldoende professionele en vrijwillige (mantel)zorg beschikbaar te hebben. De gemeente is de aangewezen partij als kartrekker en verbindende schakel tussen de diverse lokale partners op het gebied van gezondheid, welzijn, zorg en wonen voor (kwetsbare) ouderen.
Optimaliseer de communicatie met kwetsbare ouderen Voor een deel van de kwetsbare ouderen is onvoldoende duidelijk waar zij voor informatie over Wmovoorzieningen terecht kunnen. Door de toenemende terughoudendheid van gemeenten worden bovendien de verwachtingen bij ouderen over het toewijzen van individuele voorzieningen minder vaak waargemaakt (3). - Gemeenten kunnen de informatievoorziening naar ouderen over Wmo-voorzieningen nog verder verbeteren. De informatie moet meer duidelijkheid geven over het beschikbare aanbod, de toewijzingscriteria voor een voorziening en de procedure die ouderen moeten doorlopen voor de aanvraag. - Om een goede inschatting te kunnen maken van de werkelijke hulpvraag is het essentieel om de eigen ideeën van ouderen over gezondheid, participatie en zelfredzaamheid te kennen (25). In gesprekken is het van belang om aan te sluiten bij de beleving van ouderen en hun ‘eigen taal’ te spreken. Binnen het ‘Nationaal Programma Ouderenzorg’ van ZonMw worden projecten geïnitieerd die ouderen zelf nadrukkelijk een stem geven in het verbeteren van de zorg voor ouderen met complexe hulpvragen (26). - Het initiatief vanuit GOW Welzijnswerk om te gaan werken met vrijwillige coaches, die als 45
Mantelzorg
ongeveer 65 volwassenen en 100 ouderen die wel graag praktische of emotionele ondersteuning willen
Mantelzorg omvangrijk en noodzakelijk deel van de
bij het geven van mantelzorg.
zorg Mantelzorg is de onbetaalde zorg die iemand geeft
In Waalre ontvangen minder volwassenen
aan een bekende uit zijn omgeving, zoals een part-
mantelzorg dan in regio
ner, ouder, kind, buurman/-vrouw of vriend, als deze
Acht procent van de ouderen in Waalre geeft aan
voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandi-
mantelzorg te ontvangen. De helft daarvan ontvangt
capt is. Deze zorg kan bijvoorbeeld bestaan uit het
deze mantelzorg dagelijks. Ze krijgen deze zorg
huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap
vooral van de kinderen of partner, veelal in de vorm
houden, vervoer, geldzaken regelen. Mantelzorg is
van het regelen van de geldzaken of begeleiding en/
een omvangrijk en noodzakelijk onderdeel van de
of vervoer. Ouderen in Waalre ontvangen minder
zorg in Nederland.
vaak mantelzorg van de kinderen dan gemiddeld in de regio (4% versus 6%).
Aantal volwassen mantelzorgers Waalre relatief
Van de volwassenen ontvangt 0,2% mantelzorg, wat
beperkt
iets minder is dan gemiddeld in de regio (1%). Bin-
In Waalre geeft 7% van de volwassenen mantelzorg,
nen deze leeftijdsgroep zijn de dagelijkse verzorging,
wat minder is dan gemiddeld in de regio (10%)
begeleiding en/of vervoer en gezelschap of troost de
(figuur 3.9). Ongeveer twee op de vijf volwassen
voornaamste vormen van zorg. In de meeste geval-
mantelzorgers geeft deze zorg intensief (langer dan
len geeft de partner, kind(eren) of een huisgenoot
3 maanden voor meer dan 8 uur per week). Van de
de mantelzorg. Uit regionale gegevens blijkt dat
ouderen geeft 10% mantelzorg, waarvan eveneens
mensen met een lage opleiding vaker mantelzorg
ongeveer twee op de vijf intensief. Onder de jonge-
ontvangen dan mensen met een hoge opleiding.
ren (12 tot en met 18 jaar) is 7% mantelzorger en ook 1% van de jonge kinderen van 8 tot en met 11 jaar helpt thuis wel eens mee in de zorg voor een langdurig ziek of gehandicapt familielid, zoals een ouder, broer of zus. Ze helpen vooral mee met huishoudelijke taken (5). Volwassenen en ouderen geven mantelzorg het vaakst in de vorm van gezelschap, troost en afleiding en begeleiding en/of vervoer. Veel
Kernboodschap: Ongeveer 165 Waalrese mantelzorgers hebben momenteel behoefte aan ondersteuning. Deze groep zal de komende jaren toenemen. De behoeften van mantelzorgers zijn divers en vragen om ondersteuning op maat.
ouderen doen ook nog de administratie of regelen de geldzaken. Onder de 65-plussers
Aantal ouderen dat mantelzorg ontvangt zal stijgen
geeft de grootste groep mantelzorg aan de partner,
Op basis van de regionale cijfers en de bevolkings-
onder de volwassenen is dit meestal een (schoon)
prognosecijfers wordt geschat dat het aantal oude-
ouder.
ren in de regio Zuidoost-Brabant dat mantelzorg ontvangt tussen 2009 en 2020 met 36% zal stijgen
Eén op de vijf oudere mantelzorgers voelt zich belast
(3). De stijging is toe te schrijven aan de sterke groei
Eén op de vijf Waalrese mantelzorgers van 65 jaar
van het aantal 65-plussers en het hoge zorggebruik
of ouder voelt zich (tamelijk) belast. Van de totale
onder deze groep als gevolg van de toename van
groep ouderen in deze gemeente komt dit neer op
chronische aandoeningen, voortgaande extramurali-
2% (65 personen). Van de 19- tot en met 64-jarige
sering en de invoering van de Wet maatschappelijke
mantelzorgers voelt één op de zeven zich (tamelijk)
ondersteuning (Wmo) (27). Sinds de invoering van
belast; dit betreft circa 90 personen (1% van alle
deze wet in 2007 valt hulp bij het huishouden niet
volwassenen). Deze percentages zijn vergelijkbaar
langer onder de AWBZ maar onder de Wmo. De
met het gemiddelde in de regio en niet duidelijk
Wmo kan een positief effect hebben op het aanbod
veranderd ten opzichte van voorgaande jaren. De
van mantelzorg, omdat via deze wet ook de onder-
meerderheid van de mantelzorgers heeft geen be-
steuning van de mantelzorgers kan worden geregeld
hoefte aan hulp. Toch is er in Waalre een groep van
(28).
46
Figuur 3.9 Mantelzorg geven en ontvangen onder volwassenen in Waalre en Zuidoost-Brabant in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitors GGD Brabant-Zuidoost)
10% 7% 0,2% 1% geeft momenteel mantelzorg Waalre
Ontvangt momenteel mantelzorg
Zuidoost-Brabant
Langdurig verlenen van mantelzorg kan leiden tot
gevraagd wordt of ze hulp nodig hebben, wordt
overbelasting
dat vaak ontkend. Ze zien zelf niet dat ze overbelast
Het is een bekend gegeven dat het verlenen van
raken. Dat heeft verschillende oorzaken. Zij zijn in de
mantelzorg op den duur kan leiden tot een zware
situatie gegroeid, vinden de zorg vanzelfsprekend,
(psychische en/of fysieke) belasting van de mantel-
durven geen hulp te vragen of weten niet waar ze
zorgers. De druk op de mantelzorger kan na verloop
die moeten zoeken. Ze zullen eerder hulp zoeken
van tijd zo groot worden dat het een negatieve
voor de zorgvrager dan voor zichzelf. Vooral mensen
invloed heeft op zijn of haar functioneren als zorg-
die langdurig en intensief mantelzorg verlenen lopen
bieder, op de eigen gezondheid en de participatie-
een vergrote kans op overbelasting. Daaronder valt
mogelijkheden in de maatschappij. Dit sluipende
een aantal specifieke groepen met ieder hun eigen
verschijnsel wordt de mantelval genoemd (29). Jonge
behoeften. Het betreft onder meer de 75-plussers
mantelzorgers lopen een verhoogd risico op proble-
die voor hun partner zorgen en zelf vaak gezond-
men in hun ontwikkeling (30). Uit regiocijfers blijkt
heidsproblemen hebben, mantelzorgers van mensen
dat een kwart van de 12- tot en met 18-jarige jonge-
met dementie, werkende mantelzorgers, ouders
ren die mantelzorg geven zich psychisch ongezond
van kinderen met een verstandelijke of lichamelijke
voelt, ten opzichte van 13% van degenen die geen
beperking en mantelzorgers van mensen met
mantelzorg geven (5).
psychiatrische problematiek (31).
Verschillende risicogroepen met ieder hun eigen
Mantelzorgondersteuning krijgt vorm vanuit
behoeften
Steunpunt Mantelzorg
Terwijl de ene mantelzorger fluitend door het leven
Burgers zijn niet alleen verantwoordelijk voor zich-
gaat, zakt een ander weg in een depressie of wordt
zelf maar ook voor elkaar. Ze worden geacht elkaar
overspannen omdat het evenwicht tussen draaglast
daar waar nodig te helpen deel te nemen aan de
en draagkracht zoek is. De mantelzorger krijgt dan
samenleving. Om deze uitgangspunten te bereiken
meer te verstouwen dan hij aankan. Eén van de
dienen ook mantelzorgers zodanig ondersteund te
belangrijkste knelpunten is dat ze zelf niet gauw
worden dat zij in staat worden gesteld hun (vrijwilli-
met een hulpvraag komen. Ook als rechtstreeks
ge) werkzaamheden te (blijven) doen op een manier
47
die bij hen past. Gemeenten zijn hiervoor, vanuit de Wmo, verantwoordelijk. In de gemeente Waalre is mantelzorgondersteuning één van de speerpunten binnen het Wmo-beleid. De planvorming vindt plaats binnen de werkgroep mantelzorg, waarin diverse maatschappelijke organisaties deelnemen: MEE, ZuidZorg, RSZK, GOW Welzijnswerk en de gemeente. Er bestaat zowel een lokale gids voor mantelzorgers en ouderen, alsmede een (beknopt) ‘Handboek Mantelzorg’ en een folder voor mantelzorgers. Via de website www.mantelzorgdekempen.nl kunnen mantelzorgers ook digitaal informatie vinden. De uitvoering van de overige activiteiten is voor een
Raadpleeg ook de doelgroep zelf Het biedt ook voordelen om de doelgroep zelf te betrekken bij de beleidsvorming. Dit omvat meer dan het raadplegen van de participatieraad Wmo. De doelgroep mantelzorgers is immers veel breder dan waar de enkele vertegenwoordiger zicht op heeft. Denk aan moeilijk te bereiken groepen als jonge mantelzorgers, mantelzorgers van palliatief terminale patiënten en mantelzorgers van mensen met een psychiatrische aandoening. Het Expertisecentrum Mantelzorg kan gemeenten helpen een goed interactief beleidsvormingsproces op te zetten. Maar ook dichterbij huis kan expertise worden ingezet, bijvoorbeeld vanuit de werkgroep Mantelzorg.
belangrijk deel ondergebracht bij het Steunpunt Mantelzorg van het GOW Welzijnswerk. Een mantelzorger kan hier terecht voor gesprekken met een deskundige of met lotgenoten, maar ook voor vragen over het mantelzorgcompliment. Via het steunpunt kan iemand bovendien in contact komen met verschillende ondersteuningsgroepen, zoals een ondersteuningsgroep voor partners en familieleden van dementerende ouderen. Elk jaar in november wordt de ‘Dag voor de mantelzorgers’ georganiseerd. Op deze dag kunnen mantelzorgers elkaar ontmoeten, een praatje maken en deelnemen aan diverse activiteiten. Daarnaast wordt vijf keer per jaar het regionaal Mantelzorgcafé georganiseerd. Vier keer per jaar komt een nieuwsbrief uit, met informatie over nieuwe ontwikkelingen en geplande activiteiten. Het steunpunt verzorgt bovendien bijeenkomsten over diverse thema‘s, zoals ziektebeelden of onderwerpen rond het werk van de mantelzorger.
Mantelzorgbeleid maak je samen De gemeente Waalre is met deze aanpak op de goede weg, maar zal de komende tijd nog meer bekendheid moeten geven aan de bestaande ondersteuningsmogelijkheden. Mantelzorgers zullen soms ook over een drempel moeten worden geholpen. Gemeente en het Steunpunt Mantelzorg kunnen dit niet alleen. Ook hulpverleners en vrijwilligers van diverse zorgorganisaties kunnen een rol spelen in het signaleren van problemen bij mantelzorgers en hen motiveren om van het bestaande ondersteuningsaanbod gebruik te maken. Afstemming –middels de werkgroep Mantelzorg- en samenwerking op lokaal niveau met bijvoorbeeld ZuidZorg, MEE, RSZK, GGzE en praktijkondersteuners van de huisartsen zijn daarbij van groot belang. Het is aan de gemeente om hierin de regierol te nemen. Juist in deze tijd van bezuinigingen is de coördinerende rol van de gemeente van groot belang.
48
Ondersteuningsbehoeften van mantelzorgers zijn divers en vragen om maatwerk Om aan de ondersteuningsbehoeften van alle groepen tegemoet te komen dient invulling te worden gegeven aan alle basisfuncties voor lokale ondersteuning van mantelzorg (32): - Informatie: moet in vele vormen en langs verschillende kanalen worden geboden en betrekking hebben op ziekten en beperkingen en het beschikbaar hulpaanbod. - Advies en begeleiding: veel mantelzorgers hebben vooral een luisterend oor nodig om hun vragen te verhelderen en begeleiding bij het vinden van passende oplossingen. Want de mogelijkheden zijn talrijk en voor een leek vaak niet te overzien. De Wmo-consulent kan hierin een belangrijke rol spelen. - Emotionele steun: Wie intensief zorgt voor een ander krijgt zelf ook veel te verwerken. Zorg, ziekte en snel veranderende perspectieven vragen specifieke ondersteuning. Individueel of in groepsverband, afgestemd op de aard van de problematiek en op de doelgroep. - Educatie: Op mantelzorg is niemand voorbereid. Of het nu gaat om tiltechniek of om het leren stellen van eigen grenzen; kennis en vaardigheden moeten gaandeweg worden opgebouwd. - Praktische hulp: praktische problemen rond verzorging of huishouding zijn meestal de eerste aanleiding om ondersteuning te zoeken. De praktische hulp is vaak primair gericht op de zorgbehoevende, maar betekent ook een taakverlichting voor de mantelzorger. Een soepele manier van indiceren is hierbij wenselijk. - Respijtzorg: wordt in vele vormen aangeboden, variërend van ‘oppas aan huis’ of dagopvang op een zorgboerderij tot kortdurende opname in een zorginstelling. Vooral bij langdurige mantelzorg
is het voor velen een noodzakelijke voorwaarde om de zorg vol te houden. Ook hier is een soepele indicatie gewenst. - Materiële hulp: concrete invulling kan variëren van verpleegartikelen of woningaanpassing tot een parkeervergunning of een complete tijdelijke woning voor de mantelzorger. Het Wmo-loket kan ook de mantelzorger ondersteunen Daarnaast heeft het Wmo-loket een belangrijke rol in het bieden van ondersteuning door een indicatie, voor bijvoorbeeld hulp bij het huishouden, ook af te stemmen op de behoefte van de mantelzorger. Hierdoor kunnen zij hun werk (blijven) doen op een manier die bij hen past en die van belang is voor de lokale gemeenschap. Dit kan heel gericht door het opstellen van een mantelzorgondersteuningsplan (MOP). Methodiek familiezorg is veelbelovend Het project ‘familiezorg’ is enkele jaren geleden als pilot in Reusel- De Mierden uitgevoerd maar wordt nu Kempen-breed verder uitgebouwd. Kernbegrippen van deze nieuwe werkwijze zijn: verantwoordelijkheid uitbreiden naar de betrokken familie en tegelijkertijd de hulp kortsluiten met alle betrokken hulpinstanties. Dit betekent dat de hulpverlening zich voortaan richt op het totale gezin in plaats van op de patiënt en diens mantelzorger(s) afzonderlijk. In een familiegesprek gaan gezinsleden met elkaar in gesprek en zo wordt duidelijk wat de draagkracht en -last is van de zorgende familieleden en welke ondersteuning zij nodig hebben. Daarbij neemt een van de partijen de regie in handen bij de zorgverlening van een cliënt en stuurt de andere partijen aan. Hierdoor kan adequater worden gereageerd als in de situatie van de cliënt iets verandert. Maar ook dan bepaalt de familie wat er moet gebeuren en niet de hulpverleners. GOW Welzijn is mede initiatiefnemer van het project in de Kempen en staat ervoor open om dit project ook in Waalre tot ontwikkeling te brengen.
49
Gezondheidsverschillen
uit gezinnen met een minimuminkomen twee keer zo vaak niet sporten (buiten school) dan kinderen uit
Gezondheid en ziekte zijn ongelijk verdeeld
gezinnen met een hoger inkomen. Voor Waalre geldt
De gezondheid van mensen met een lage sociaaleco-
dat 6% van de 0- tot en met 11-jarige kinderen in
nomische status (ses) in de regio Zuidoost-Brabant
een gezin leeft met een minimuminkomen (5).
is op veel fronten slechter dan die van mensen met een hoge sociaaleconomische status. Net als in de
Ook ongunstige fysieke en sociale omstandigheden
rest van Nederland leven inwoners met een lage
dragen bij aan ongezondheid
opleiding gemiddeld 6 tot 7 jaar korter. Mensen met
De gezondheidsachterstand in lagere sociaalecono-
een lage opleiding leven veertien jaar korter zonder
mische groepen is deels te verklaren doordat deze
beperkingen (1). Figuur 3.10 laat voor de regio de
groepen vaker in een ongunstige fysieke en sociale
ongelijke verdeling van gezondheid duidelijk zien.
omgeving leven. De materiële omstandigheden,
Deze percentages zijn gebaseerd op zelfrapportage.
zoals woon- en werkomstandigheden zijn vaak
Ernstig overgewicht (obesitas), psychische ongezondheid, diabetes mellitus en andere chronische aandoeningen komen aanzienlijk vaker voor bij lager opgeleiden dan bij hoger opgeleiden. Zoals reeds geschetst in hoofdstuk 2 is het opleidingsniveau van de inwoners van Waalre relatief hoog. Toch hebben (ook) in Waalre ruim 600 inwoners vanaf 19
Kernboodschap: Ook in Waalre zijn sociaaleconomische gezondheidsverschillen. De gemeente kan met het armoedebeleid deze verschillen verkleinen. Een integrale aanpak samen met de sociale dienst, re-integratiebedrijven en schuldhulpverlening is hierbij nodig.
jaar geen opleiding of alleen basisonderwijs genoten. minder gunstig voor de gezondheid. Zo zijn laagopEen ongezonde leefstijl draagt bij aan
geleide volwassenen in Zuidoost-Brabant minder te-
gezondheidsachterstanden bij jong en oud
vreden over hun woning en woonomgeving, voelen
Volwassenen in de regio Zuidoost-Brabant met
zich vaker onveilig en zijn vaker (ernstig) eenzaam.
een lage opleiding (geen of alleen basisonderwijs)
Ook zijn zij minder betrokken in het verenigings-
hebben op een aantal punten een minder gezonde
leven en vrijwilligerswerk. Bij niet-westerse alloch-
leefstijl dan mensen met een hogere opleiding. Ze
tonen kunnen ook andere oorzaken, zoals minder
roken meer, doen minder aan sport en ontbijten min-
toegang tot en/of minder effectiviteit van de zorg,
der vaak. Voor alcoholgebruik, groente- en fruitcon-
bijdragen aan de gezondheidsachterstanden.
sumptie en bewegen is het verschil tussen hoog- en laagopgeleiden in de regio Zuidoost-Brabant niet zo
Gezondheidsproblemen kunnen echter ook oorzaak
rechtlijnig. Het aantal mensen dat niet voldoet aan
zijn van een lagere sociaaleconomische status
de nieuwe richtlijnen voor aanvaardbaar alcohol-
Mensen met een slechte gezondheid zijn minder
gebruik is juist kleiner onder mensen met een laag
toegerust voor het volgen van een hoge opleiding en
opleidingsniveau.
hebben daardoor meer kans op een lager inkomen.
Maar ook op jonge leeftijd is er bij lagere sociaaleco-
De gezondheidsproblemen kunnen er ook toe leiden
nomische groepen al meer ongezondheid zichtbaar
dat iemand niet (volledig) kan deelnemen aan het
en zijn er meer risicofactoren voor de gezondheid. Zo
arbeidsproces, met een lager inkomen als gevolg .
komt overgewicht bijna twee keer zo veel voor onder kinderen tot en met 11 jaar van wie beide ouders
Armoedebeleid van de gemeente biedt kansen om
ten hoogste een mbo-kort opleiding hebben, dan
gezondheidsverschillen te verkleinen
onder kinderen met hoger opgeleide ouders. Ook
Naast de uitvoering van de algemene en bijzondere
blijken jongeren tussen de 12 en 18 jaar met laag
bijstand in het kader van de Wet Werk en Bijstand,
opgeleide ouders vaker last te hebben van proble-
heeft de gemeente Waalre een aantal inkomenson-
men die dag en nacht spelen. Naast opleiding speelt
dersteunende regelingen voor de Waalrese inwoners
inkomen een rol. Regiocijfers laten zien dat kinderen
met een bijstandsuitkering of een anderszins laag
50
Figuur 3.10 Gezondheid naar opleidingsniveau bij volwassenen (19 t/m 64 jaar) in Zuidoost-Brabant in 2009 (Bron: Gezondheidsmonitor GGD Brabant-Zuidoost)
obesitas
diabetes
minimaal één chronische ziekte
hoog risico op een angststoornis of depressie
voelt zich psychisch ongezond
ervaren gezondheid matig of slecht percentage
0
10
20
30
40
50
60
hbo, universiteit havo, vwo, mbo vmbo, mavo, lbo geen opleiding, basisonderwijs
inkomen. Het betreft de volgende regelingen: - langdurigheidstoeslag; - bijdrageregeling maatschappelijke deelname; - collectieve ziektekostenverzekering. GOW Welzijnswerk biedt ondersteuning aan de Waalrese burgers in de vorm van onder andere de dienst thuisadministratie. Dit betreft hulp bij het invullen van belastingformulieren en bij de aanvraag van bijzondere bijstand. Reeds eerder genoemde initiatieven zoals ‘Wandelen in de Wijk’ en ‘Leefstijl Actief in de Wijk’ zijn eveneens geschikt voor mensen met gezondheidsachterstanden. Daarnaast wordt ook samengewerkt met maatschappelijk werk Dommelregio, dat onder meer een budgetteringscursus en de schuldhulpverlening verzorgt. Ten slotte is er ook particulier initiatief zoals bijvoorbeeld vanuit de parochies, de Voedselbank en het LIAC (centrum voor vrijwillige dienstverlening). Ook de Stichting Leergeld Valkenswaard en omstreken kan -zo nodig- de inwoners van Waalre ondersteunen.
Verminder gezondheidsverschillen door inzet vanuit meerdere beleidsterreinen Het verkleinen van gezondheidsverschillen vraagt een langdurige aanpak vanuit meerdere beleidsterreinen. Deze aanpak zal zich enerzijds moeten richten op het verminderen van gezondheidsrisico’s en het bevorderen van een gezonde leefstijl en anderzijds op het verbeteren van materiële omstandigheden en van woon- en werkomstandigheden. De aanpak van gezondheidsverschillen in Waalre vereist een individuele benadering. In tegenstelling tot een stad zoals Eindhoven heeft deze gemeente immers geen aandachtswijken, maar zijn de gezondheidsverschillen verspreid over de hele bevolking. - Zoek aansluiting bij het gemeentelijke armoedebeleid en werk samen met de sociale dienst, re-integratiebedrijven en schuldhulpverlening. Hierdoor kan de doelgroep met een minimum inkomen beter worden bereikt. Een voorbeeld voor een gerichte interventie is de cursus ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’, waarbij mensen met een beperkt budget leren om toch gezond te eten (33). Maatschappelijk werk Dommelregio 51
gaat deze voorlichting inbouwen in haar budgetteringscursus in de gemeente Valkenswaard, waaraan eventueel ook inwoners uit Waalre kunnen deelnemen. - Een andere succesvol gebleken interventie is ‘Beweging als Warming-up voor Re-integratie’. Hierbij worden uitkeringsgerechtigden middels specifieke beweegactiviteiten voorbereid op hun volgende stap naar werk of een vervolgtraject gericht op werkhervatting of sociale activering. Dit sluit ook goed aan bij de behoefte aan meer participatie vanuit de bevolking. Voorwaarde is wel dat de Stichting Werk en Inkomen (SWI) hierin wil investeren. - Bevorder het volgen van een opleiding en participatie, bijvoorbeeld door het terugdringen van laaggeletterdheid en voortijdige schooluitval en schoolverzuim. Een project waarbij ziekteverzuimbegeleiding vanuit de JGZ wordt ingezet, heeft in Eindhoven geleid tot een sterke afname van het ziekteverzuim bij leerlingen. Ook andere gemeenten zouden dit voorbeeld kunnen overnemen. - Besteed aandacht aan de bekendheid van inkomensondersteunende voorzieningen bij mensen met een laag inkomen en bij intermediairs en hulpverleners. Zorg dat deze informatie geschikt is voor laaggeletterden. In de praktijk blijkt dat mensen met een lage opleiding of inkomen vaak ondersteuning van hulpverleners nodig hebben bij het aanvragen en gebruiken van voorzieningen. - Probeer gezinnen in een achterstandsituatie te bereiken via de jeugdgezondheidszorg. Het project ‘Armoede en gezondheid van kinderen’ spoort gezinnen met kinderen in achterstandsituaties op en informeert hen over gemeentelijke regelingen (34). In de gemeente Veldhoven is met deze werkwijze al ervaring opgedaan. - Geef aandacht aan het inrichten van een gezonde leefomgeving, een gezond binnenmilieu in woningen en scholen en het beperken van geluids- en stankoverlast. - Creëer een veilige omgeving, bijvoorbeeld door het vergroten van de verkeersveiligheid en verminderen van criminaliteit.
52
53
54
4 Bronnen, afkortingen en adviseurs
55
Gegevensbronnen 1 Gezondheid dichtbij. Landelijke nota gezond-
15 Overgewicht bij kinderen; Regionale Transmurale Afspraak Zuidoost Brabant; HaCa 2010.
heidsbeleid. Den Haag, Ministerie van VWS, 2011.
16 Bulk-Bunschoten AMW, Renders CM, Leerdam
2 Heijnen D. Beleidsplan Wmo 2012-2015 gemeente
FJM van, Hirasing RA. Overbruggingsplan voor
Waalre: Iedereen kan meedoen! Waalre: afdeling
kinderen met overgewicht. Methode voor
Maatschappelijke Taken, 2011 (concept).
individuele primaire en secundaire preventie in
3 Op weg naar een gezonder Zuidoost-Brabant. GGD Brabant-Zuidoost, 2011. 4 CBS, Statline. www.statline.cbs.nl (geraadpleegd juni 2011). Voorburg: CBS, 2011. 5 GGD Brabant-Zuidoost. Jeugdmonitor 0 t/m 11 jarigen (2008-2009), Jeugdmonitor 12 t/m 18 jarigen (2007-2008), Volwassenenmonitor 19 t/m
de jeugdgezondheidszorg. Amsterdam: Sociale geneeskunde (JGZ) EMGO, 2005. 17 Handreiking gezonde gemeente. Overgewicht. www.loketgezondleven.nl/settings/gezonde gemeente/overgewicht/een-integrale-aanpak (geraadpleegd 14 juni 2011). Bilthoven: RIVM, 2011. 18 Stuurgroep Alcohol en jongeren. Projectplan
64 jarigen en Ouderenmonitor 65 jaar en ouder
‘Laat je niet flessen!’ 2010-2013. www.ljnf.nl (ge-
(2009-2010). Helmond: GGD Brabant-Zuidoost,
raadpleegd 7 juli 2011). Eindhoven: SRE, 2009.
2007-2009. 6 Provincie Noord-Brabant, Bevolkingsprognose
19 Loket Gezond Leven. Handreiking gezonde gemeente: Alcohol. Een basispakket voor lokaal
2008. www.brabant.nl/dossiers/dossiers-op-thema/
alcoholbeleid. www.loketgezondleven.nl/set-
bouwen-en-wonen/feiten-en-cijfers-wonen/be-
tings/gezonde-gemeente/alcohol/een-integrale-
volkingsprognose-2008.aspx (geraadpleegd 17
aanpak/basispakket/ (geraadpleegd 24 augustus
mei 2011). ’s-Hertogenbosch: provincie NoordBrabant, 2008 7 RIVM, (Gezonde) levensverwachting. Volksge-
2011). Bilthoven: RIVM, 2011. 20 Van der Lucht F, Polder JJ. Van gezond naar beter. Kernrapport van de Volksgezondheid Toekomst
zondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas
Verkenningen 2010. Bilthoven: RIVM, 2010.
Volksgezondheid. www.zorgatlas.nl/gezondheid-
21 Loket Gezond Leven. Handreiking gezonde ge-
en-ziekte/-gezonde-levensverwachting (geraad-
meente. Roken. Cijfers en feiten: Ook meeroken
pleegd 19 april 2011). Bilthoven: RIVM, 2011.
schaadt de gezondheid. www.loketgezondleven.
8 Hoeymans N, Melse JM, Schoemaker CG. Ge-
nl/settings/gezonde-gemeente/roken/cijfers-en-
zondheid en determinanten. Deelrapport van
feiten/omvang-en-ernst/meeroken/ (geraad-
de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010.
pleegd 24 augustus 2011). Bilthoven: RIVM, 2011.
Bilthoven: RIVM, 2010. 9 Alzheimer Nederland. Cijfers en feiten over dementie. www.alzheimer-nederland.nl/media/38133/feiten%20en%20cijfers.pdf (geraadpleegd 19 april 2011). Bunnik: Alzheimer Nederland, 2010. 10 Ministerie van VWS. Beleidsbrief sport. Sport en Bewegen in Olympisch perspectief. Den Haag, 2011. 11 Ten Have M, De Graaf R, Monshouwer K. Sporten en psychische gezondheid. Resultaten van de
22 Ministerie van VWS. Zorg die werkt. Beleidsdoelstellingen van het ministerie van VWS. Den Haag, 2011. 23 Van de Maat JW, Van der Zwet R. Eenzaamheid. Verkenning. Utrecht: Movisie, 2010. 24 Van Tilburg T, de Jong-Gierveld J. Zicht op eenzaamheid. Achtergronden, oorzaken en aanpak. Assen; Koninklijke van Gorcum, 2007. 25 Campen van C. Kwetsbare ouderen. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau, 2011. 26 ZonMw. Nationaal Programma Ouderenzorg.
‘Netherlands Mental Health Survey and Incidence
www.nationaalprogrammaouderenzorg.nl
Study’(NEMESIS). Utrecht: Trimbos Instituut, 2009.
(geraadpleegd 10 mei 2011). Den Haag: ZonMw,
12 Handreiking gezonde gemeente. http://www. loketgezondleven.nl/settings/gezonde-gemeente/ depressie/ . Bilthoven, 2011. 13 GGD Brabant-Zuidoost. Interventies. www.regionaalkompas.nl/depressie/interventies. Helmond, 2010. 14 GGZ Nederland. E-health. www.ggznederland.
2010. 27 Bon-Martens MJH van, Eck ECM van Hogendoorn SM, Hoogen PCW van den, Oers JAM van. Gezondheid telt! In Hart voor Brabant. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2006. ’s-Hertogenbosch: GGD Hart voor Brabant, 2006. 28 Schellingerhout R, Timmermans JM. Hoe groot
nl (geraadpleegd 14 juni 2011). Amersfoort: GGZ
zijn de vraag en het gebruik en nemen deze toe
Nederland, 2011.
of af? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven:
56
RIVM, 2005. 29 Timmermans JM, Boer A de, Iedema J. De mantel-
Bij de opzet van dit rapport is gebruik gemaakt van - Stam B.E., de Graaf N., Klaus-Meijs W.M.M.
val. Over dreigende overbelasting van de mantel-
Gezondheid in kaart. Rotterdam: GGD Rotter-
zorger. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau,
dam/RIVM, 2010.
2005.
- Handreiking gezonde gemeente. http://www.
30 Tielen L. Factsheet: Jonge mantelzorgers. Kinde-
loketgezondleven.nl/settings/gezonde-gemeente.
ren en jongeren die opgroeien met een langdurig
Bilthoven: RIVM, 2011.
ziek familielid. Utrecht: Expertise Centrum Informele Zorg. NIWZ, 2003. 31 Lier W van, Scherpenzeel R, Storms O. Samen met
Met dank aan - Betrokken medewerkers van de GGD Brabant
mantelzorgers beleid opstellen. Utrecht: Expertisecentrum Mantelzorg, 2010.
Zuidoost - drs. A.M. van Gestel, drs. Y.E.G. Meertens en drs.
32 Movisie. Basisfuncties mantelzorg. www.movisie.
M.E. de Kok, redactieteam regionale VTV, GGD
nl/smartsite.dws?ch=def,DEF&id=125831 (geraadpleegd 26 juli 2011)
Brabant Zuidoost - prof. dr. ing. J.A.M. van Oers, Rijksinstituut voor
33 Loket Gezond Leven. Goede voeding hoeft niet veel te kosten. www.loketgezondleven.nl -Inter-
Volksgezondheid en Milieu/ Tilburg University - drs. M.J.J.C. Poos, Rijksinstituut voor Volksge-
venties- Goede voeding hoeft niet veel te kosten
zondheid en Milieu
(geraadpleegd 20 april 2011). Bilthoven: RIVM,
-
mr. D.M.G.M.W. Heijnen, gemeente Waalre
2011.
-
Dhr. A. van der Heijden, GOW Welzijn
34 Loket Gezond Leven. Armoede en gezondheid van kinderen. www.loketgezondleven.nl -Interventies- Armoede en gezondheid van kinderen (geraadpleegd 22 maart 2011). Bilthoven: RIVM, 2011. Websites www.cbs.nl/statline www.regionaalkompas.nl www.ggdgezondheidsatlas.nl www.loketgezondleven.nl www.ggdbzo.nl www.sense.info www.vtv2010.nl Afkortingen COPD Chronische obstructieve longziekten GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst GGZ Geestelijke Gezondheidszorg GGzE Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven IVA Instructie Verantwoord Alcoholschenken MOP Mantelzorgondersteuningsplan PoZoB Praktijkondersteuning Zuidoost-Brabant RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ses Sociaaleconomische status soa Seksueel Overdraagbare Aandoening SRE Samenwerkingsverband Regio Eindhoven SWI Stichting Werk en Inkomen VWA Voedsel en Waren Autoriteit VWS Volksgezondheid Welzijn en Sport Wmo Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wpg Wet Publieke Gezondheid
57
58
5 Gezondheidsprofiel
59
Gezondheidsprofiel gemeente Waalre Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning 2011 Leeftijd
Waalre % recente meting
Waalre
regio ZOB
regio ZOB
Waalre
trenda
% recente meting
trendb,d,e
versus regioc
=
A Levensverwachting en sterfte Levensverwachting Levensverwachting mannen bij geboorte in jaren (2005-2008)
81,2
78,1
Levensverwachting vrouwen bij geboorte in jaren (2005-2008)
83,2
82,4
Levensverwachting in goede ervaren gezondheid mannen bij geboorte in jaren (2005-2008)
65,4
Levensverwachting in goede ervaren gezondheid vrouwen bij geboorte in jaren (2005-2008)
66,6
Sterfte Totale sterfte per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008)
61,7
70,7
Sterfte kanker per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008)
18,9
20,9
Sterfte hart- en vaatziekten per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008)
20,1
22,0
7,1
7,5
Sterfte aan ziekten ademhalingsorganen per 10.000 inwoners per jaar (2005-2008) Aantal sterfgevallen onder zuigelingen per 1.000 levend geborenen (2008)
0-1 jaar
0
1-14 jaar
19,8
0-11 jaar
4
Vindt eigen gezondheid gaat wel tot slecht
12-18 jaar
14
=
14
=
Vindt eigen gezondheid matig/slecht
19-64 jaar
9
=
10
=
65+
23
28
=
0-11 jaar
0
=
0,4
=
12-18 jaar
0,7
=
0,3
=
=
Aantal sterfgevallen onder 1-14 jarigen per 100.000 kinderen per jaar (2004-2008) B
Lichamelijke gezondheid
Ervaren gezondheid Gezondheid kind gaat wel tot slecht
=
5
Langdurige aandoeningen afgelopen 12 maanden (vastgesteld door arts) Diabetes
Astma of bronchitis
Astma, chronische bronchitis, longemfyseem of CARA/COPD
Aangeboren hartaandoening Hartinfarct en/of een andere ernstige hartaandoening (zoals hartfalen of angina pectoris) Kanker
19-64 jaar
2
=
3
=
=
65+
13
=
15
=
0-11 jaar
4
=
7
=
12-18 jaar
10
=
7
=
19-64 jaar
4
=
6
=
=
65+
7
=
11
▲
0-11 jaar
0,8
0,7
=
12-18 jaar
0,7
0,5
=
19-64 jaar
1
▼=
2
=
=
65+
12
11
▲
=
0-11 jaar
0,2
0,1
=
12-18 jaar
0
0
=
19-64 jaar
2
=
1
=
=
65+
10
=
7
▲
=
0-11 jaar
2
Belemmering door chronische aandoening Sterk belemmerd in het dagelijks functioneren als gevolg van één of meer chronische aandoeningen
60
2 =
3
=
12-18 jaar
3
19-64 jaar
6
7
=
= =
65+
13
16
=
Leeftijd
Waalre % recente meting
Waalre
regio ZOB
regio ZOB
Waalre
trend
a
% recente meting
trend
b,d,e
versus regioc
=
15
=
=
Zelfredzaamheid Heeft grote moeite of hulp nodig bij 1 of meer dagelijkse handelingen
65+
15
Kan 1 of meer huishoudelijke activiteiten niet uitvoeren
65+
28
28
=
Niet zelfstandig in vervoer
65+
9
11
=
0-11 jaar
6
▲=
Ongevallen Is medisch behandeld voor letsel in de afgelopen 3 maanden
6
▲
=
12-18 jaar
15
▼
17
▼
=
19-64 jaar
13
=
13
=
=
65+
15
=
13
▲
=
=
=
Infectieziekten Aantal meldingen kinkhoest (2010)
totaal
2
181
Aantal meldingen Hepatitis B (2010)
totaal
1
52
Aantal meldingen Q-koorts (2010)
totaal
0
19
0-11 jaar
1
C
Geestelijke gezondheid
Gevoelens afgelopen 3 maanden Beetje tot erg somber
=
1
12-18 jaar
4
=
4
▲
=
19-64 jaar
7
=
8
▼
=
65+
9
=
11
▼
=
4-11 jaar
3
=
3
▲
=
Autisme Autisme vastgesteld door arts Psychosociale gezondheid Heeft indicatie voor psychosociale problematiek
4-11 jaar
8
10
Verhoogde score op KIVPA1 (schooljaar 2009-2010)
klas 2 VO
23
19
=
Psychische gezondheid ouder(s) Problemen met psychische gezondheid ouder(s)
0-11 jaar
3
12-18 jaar
2,4
=
2 1
▼
=
=
12-18 jaar
13
=
14
▲
=
Ervaren psychische gezondheid Voelt zich psychisch ongezond
19-64 jaar
15
=
17
▼
=
65+
17
=
19
▼
=
Heeft afgelopen 12 maanden suïcide overwogen
12-18 jaar
10
9
=
Heeft afgelopen 12 maanden suïcidepoging ondernomen
12-18 jaar
0,6
1
=
19-64 jaar
5
5
=
65+
4
5
=
Suïcide
Psychiatrische aandoeningen Heeft hoog risico op angststoornis of depressie
Aantal cliënten gedurende jaar in zorg bij GGzE (2008)
562
D Persoonskenmerken Ongezond gewicht Ondergewicht
Overgewicht (inclusief obesitas)
2-11 jaar
9
7
=
=
12-18 jaar
8
=
10
=
=
19-64 jaar
2
=
1
=
=
65+
5
▼=
3
▼
=
2-11 jaar
11
11
=
=
12-18 jaar
5
10
=
19-64 jaar
44
=
45
=
=
65+
51
▲=
59
▲
61
Leeftijd
Waalre % recente meting
Obesitas
Is afgelopen jaar meer dan 5 kilo afgevallen
Waalre
regio ZOB
regio ZOB
Waalre
trend
% recente meting
trend
versus regioc
a
b,d,e
2-11 jaar
2
=
2
=
=
12-18 jaar
1
=
1
=
=
19-64 jaar
9
=
11
=
=
65+
10
=
15
=
65+
10
0-4 jaar
28
▼=
30
=
=
1-11 jaar
33
=
38
▼
=
12-18 jaar
45
=
61
=
19-64 jaar
70
=
69
▼
=
9
▼=
E Leefstijl Borstvoeding Nooit/ vanaf geboorte (ook) kunstvoeding Groente en fruit consumptie Niet dagelijks groente
Voldoet niet aan de norm voor groenteconsumptie2
Niet dagelijks fruit
Voldoet niet aan de norm voor fruitconsumptie3
65+
65
=
68
=
=
1-11 jaar
32
=
32
▼
=
12-18 jaar
67
=
73
▼
19-64 jaar
73
=
75
▲
=
65+
49
=
55
▼
66
▼
=
Lichamelijke inactiviteit 4-11 jaar
61
Sport of beweegt minder dan 7 dagen per week (minimaal 1 uur per dag)
Sport minder dan 2 keer per week 1 uur buiten school
12-18 jaar
71
Sport minder dan 1 keer per week
19-64 jaar
33
=
44
=
65+
47
57
▼
Voldoet niet aan de norm gezond bewegen
76
19-64 jaar
35
=
38
▲
▼=
65+
29
=
35
▼
Moeder rookte tijdens (deel van) de zwangerschap
0-11 jaar
10
16
▼
Wel eens gerookt
8-11 jaar
0,6
=
0,5
=
=
Voldoet niet aan de norm gezond bewegen voor 55+ Roken
Rookt
12-18 jaar
12
=
12
▼
=
19-64 jaar
20
=
25
▼
=
65+
13
19-64 jaar
2
65+
0,6
Moeder heeft alcohol gebruikt tijdens (deel van) de zwangerschap
0-11 jaar
15
▼
10
▼
Wel eens alcohol gedronken
8-11 jaar
7
=
10
▼
=
Zware rokers
=
14
=
=
2
▼
=
1
=
Alcoholgebruik
Heeft alcohol gedronken in afgelopen 4 weken
8-11 jaar
0
=
0,2
▼
=
12-18 jaar
48
=
48
▼
=
15,2
▲
6
▼
Leeftijd waarop de helft van de jongeren in de afgelopen 4 weken alcohol heeft gedronken
12-18 jaar
Drinkt meer dan 20 glazen alcohol per week
12-18 jaar
6
=
19-64 jaar
37
▼=
65+
47
Voldoet niet aan de norm aanvaardbaar alcoholgebruik5
19-64 jaar
67
65+
62
52
Probleemdrinker
19-64 jaar
10
11
=
Voldoet niet aan de norm verantwoord alcoholgebruik
62
4
=
=
36
▼
=
38
▲
67
=
=
Leeftijd
Waalre % recente meting
Waalre
regio ZOB
regio ZOB
Waalre
trend
a
% recente meting
trend
b,d,e
versus regioc
=
4
=
▲=
Druggebruik in afgelopen 4 weken Softdrugs (hasj, wiet)
12-18 jaar
5
19-64 jaar
3
=
3
=
=
Harddrugs (XTC, paddo, amfetaminen, cocaïne of heroïne)
12-18 jaar
0
=
0,8
=
=
Harddrugs (XTC, amfetaminen, LSD, cocaïne of heroïne)
19-64 jaar
1
=
0,9
=
=
Verslavingszorg Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege alcoholgebruik (2010)
13
1023
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gebruik opiaten (2010)
3
411
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gebruik opwekkende middelen (cocaïne, amfetaminen) (2010)
4
418
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gebruik hallucinerende middelen (cannabis, XTC) (2010)
8
464
Aantal cliënten in verslavingszorg vanwege gokken (2010)
2
100
Seksueel gedrag Ooit geslachtsgemeenschap gehad
12-18 jaar
21
=
23
▲
=
-
12-18 jaar
76
=
62
=
12-18 jaar
7
▲=
7
▲
=
totaal
36
2311
< 20 jaar
0
61
4-11 jaar
9
=
12
=
=
=
6
=
=
Heeft wel eens onveilig gevreeën (subgroep)
Seksuele ervaring tegen de zin Aantal consulten bij de afdeling SOA van de GGD (2010) Aantal tienermoeders6 (2009)
F
Sociale omgeving
School Ervaart problemen in relaties met andere kinderen op school Voelt zich niet prettig op school
4-11 jaar
6
Vindt school niet leuk/ vreselijk
12-18 jaar
5
4
=
0-11 jaar
3
2
=
Ouders Gezin heeft problemen met echtscheiding of langdurig weggaan gezinslid Jongere heeft problemen met echtscheiding ouders
12-18 jaar
4
Relatie met ouders minder goed
12-18 jaar
20
=
3
=
Ouder ervaart vaak opvoedproblemen
0-11 jaar
2
=
2
=
=
Ouder heeft momenteel behoefte aan professionele ondersteuning bij de opvoeding
0-11 jaar
6
=
6
=
=
12-18 jaar
4
19
= =
Opvoeding
Pesten Is afgelopen 3 maanden regelmatig gepest
5
=
Eenzaamheid Niet genoeg vriend(inn)en buiten schooltijd Is (zeer) ernstig eenzaam
4-11 jaar
6
=
8
=
=
19-64 jaar
7
▼=
7
=
▼=
65+
8
=
8
▼
=
12-18 jaar
35
=
29
▲
19-64 jaar
15
=
21
▼
65+
13
Onveiligheid Voelt zich overdag of ‘s nachts wel eens onveilig
19
▲=
63
Leeftijd
Waalre % recente meting
Waalre
regio ZOB
regio ZOB
Waalre
trend
% recente meting
trend
versus regioc
a
b,d,e
Slachtoffer en dader Afgelopen 12 maanden dader ongewenst gedrag
12-18 jaar
Afgelopen 12 maanden slachtoffer ongewenst gedrag Meldingen mishandelde kinderen7 (2008) Recent slachtoffer huiselijk geweld (afgelopen 5 jaar)
66
61
▲
12-18 jaar
29
25
▼=
0-17 jaar
0,2
19-64 jaar
3
2
=
65+
0,2
0,6
=
Aantal meldingen huiselijk geweld bij steunpunt (2010)
totaal
19
Aantal aangiften huiselijk geweld bij politie (2010)
totaal
14
0-17 jaar
2,1
Huishoudinkomen < e1350 netto per maand
19-64 jaar
9
Huishoudinkomen < e1000 netto per maand
19-64 jaar
5
65+
10
=
19
=
0-11 jaar
12
▼=
14
▼
=
=
15
965
Armoede Kinderen in uitkeringsgezin8 (2008)
Ontvangt alleen AOW
15
=
8
=
G Fysieke omgeving Binnenmilieu Is in de afgelopen 7 dagen in huis aan rook blootgesteld
12-18 jaar
22
0-11 jaar
14
19-64 jaar
28
25
Geeft onvoldoende rapportcijfer voor eigen woning
19-64 jaar
6
8
=
Geeft onvoldoende rapportcijfer voor eigen woonomgeving
19-64 jaar
7
9
=
Woont in huis met schimmel- of vocht
32
▲
=
Woning en buurt
Overlast woonomgeving Wordt erg gehinderd door geluid
19-64 jaar
20
22
=
Ernstige slaapverstoring door geluid
19-64 jaar
11
12
=
Wordt erg gehinderd door geur
19-64 jaar
7
7
=
3
7
H Zorg Ambulancezorg Overschrijding aanrijtijd A1 spoedzorg (15 minuten) (2010) Professionele zorg of hulp Ontvangt momenteel professionele zorg
Heeft behoefte aan meer hulp/zorg in verband met gezondheid
19-64 jaar
1
65+
26
=
25
2
▲
= =
65+
8
8
=
Zorgvoorzieningen Vindt in de buurt onvoldoende aanwezig: tandarts
19-64 jaar
2
3
▼=
huisarts
19-64 jaar
1
2
=
verloskundige
19-64 jaar
3
2
=
64
Leeftijd
Waalre % recente meting
Waalre
regio ZOB
regio ZOB
Waalre
trend
% recente meting
trend
versus regioc
a
b,d,e
WMO-Voorzieningen Heeft in afgelopen jaar gebruik gemaakt van 1 of meer WMO-voorzieningen
19-64 jaar
6
6
=
65+
25
29
=
19-64 jaar
5
6
=
65+
13
14
=
Heeft behoefte om vanuit huis gebruik te kunnen maken van diensten bij een nabijgelegen dienstencentrum, bejaarden- of verzorgingstehuis, zoals huishoudelijke hulp of maaltijdverzorging
65+
4
5
=
Heeft behoefte om vanuit de woning op afroep gebruik te kunnen maken van verpleging of verzorging bij een nabijgelegen bejaarden- of verzorgingstehuis of dienstencentrum
65+
6
8
=
12-18 jaar
2
2
=
19-64 jaar
0,2
65+
8
10
=
Heeft behoefte aan 1 of meer WMO-voorzieningen
Behoefte aan zorgvoorzieningen
Hulpvraag bij problemen Heeft momenteel behoefte aan professionele hulp bij een probleem Mantelzorg Ontvangt momenteel mantelzorg
Geeft momenteel mantelzorg
=
1
▼
8-11 jaar
1
3
=
12-18 jaar
7
9
=
19-64 jaar
7
▲= =
10
▲
10
=
65+
10
Vindt mantelzorg geven zwaar
12-18 jaar
0
Voelt zich (tamelijk) belast door het geven van mantelzorg
19-64 jaar
1
▲=
1
▲
=
65+
2
=
2
=
=
groep 2, 7
96
97
klas 2
94
95
vanaf 4 jaar
100
90
4-12 jaar
92
87
12-19 jaar
86
90
vanaf 4 jaar
67
87
0-17 jaar
2,5
0,1
= =
I Preventie Jeugdgezondheidszorg Opkomst reguliere contactmoment Basisonderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst reguliere contactmoment Voortgezet Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst reguliere contactmoment Speciaal Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst van kinderen met een onderzoek op indicatie Basisonderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst van kinderen met een onderzoek op indicatie Voortgezet Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Opkomst van kinderen met een onderzoek op indicatie Speciaal Onderwijs (schooljaar 2009-2010) Nieuwe indicaties Bureau Jeugdzorg9 (2008) Bevolkingsonderzoeken Opkomst screening borstkanker (2008-2009)
50-75 jaar
85
80
Opkomst screening baarmoederhalskanker (2009)
30-60 jaar
64
66
2 jaar
95
98
Vaccinatiegraad Hib volledig afgesloten op 2 jarige leeftijd (2009) Meningokokken C volledig afgesloten op 2 jarige leeftijd (2009)
2 jaar
95
97
Pneumokokken volledig afgesloten op 2 jarige leeftijd (2009)
2 jaar
94
95
10 jaar
93
96
DTP volledig afgesloten op 10 jarige leeftijd (2009) BMR volledig afgesloten op 10 jarige leeftijd (2009)
10 jaar
95
96
HPV volledig afgesloten bij 12-jarige meisjes (2010)
12 jaar
40
47
60+
70
77
54
75
Vaccinatiegraad influenza door huisarts via Nationaal Programma Grieppreventie (2009-2010) Opkomst vaccinatie Nieuwe Influenza A 1e vaccinatieronde bij kinderen van 6 maanden-4 jaar en huisgenoten (2009)
65
Leeftijd
Waalre % recente meting
Waalre
regio ZOB
regio ZOB
Waalre
trend
% recente meting
trend
versus regioc
a
b,d,e
J Participatie Lidmaatschap vereniging Lid van een vereniging
Lid van sportvereniging/-school
4-11 jaar
83
=
80
=
=
12-18 jaar
85
81
▼
▲=
19-64 jaar
68
=
57
=
4-11 jaar
70
▲=
66
▲
▲=
12-18 jaar
74
▲=
71
▲
▲=
19-64 jaar
48
=
40
=
▲
Niet betrokken bij de buurt (sociale cohesie)
19-64 jaar
36
42
=
Buurtparticipatie
Actief geweest om buurt te verbeteren
19-64 jaar
17
15
=
Vindt dat gemeente voldoende doet om bewoners bij veranderingen in de buurt te betrekken
19-64 jaar
42
35
Voelt zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in de buurt
19-64 jaar
71
67
=
12-18 jaar
7
=
19-64 jaar
33
=
65+
28
Vrijwilligerswerk Verricht vrijwilligerswerk
8
=
25
=
25
Noten a / = gemeentelijk cijfer is statistisch significant hoger/lager ten opzichte van hetzelfde cijfer van de gemeente in de voorgaande monitor b / = regionaal cijfer is statistisch significant hoger/lager ten opzichte van hetzelfde cijfer van de regio in de voorgaande monitor c / = gemeentelijk cijfer is statistisch significant hoger/lager ten opzichte van het regionale cijfer in hetzelfde jaar d De regionale trends voor de indicatoren bij de 0-11 jarigen zijn berekend op de regiocijfers exclusief de gemeente Eindhoven e De regionale trends bij de jongeren zijn berekend voor de leeftijdsgroep van 12-17 jaar en exclusief de gemeente Eindhoven Definities 1 Korte Indicatieve Vragenlijst voor Psychosociale Problemen bij Adolescenten 2 De aanbevolen norm voor groenteconsumptie is 200 gram per dag 3 De aanbevolen norm voor fruitconsumptie is 2 stuks fruit per dag of 1 glas vruchtensap + 1 stuk fruit per dag) 4 Norm verantwoord alcoholgebruik: mannen maximaal 21 glazen/week, max 5 glazen/drinkdag, max 5 drinkdagen/week; Vrouwen maximaal 14 glazen/week, max 3 glazen/drinkdag, max 5 drinkdagen/week. 5 Norm aanvaardbaar alcoholgebruik: Mannen maximaal 10 glazen/week, maximaal 2 glazen/drinkdag, maximaal 5 drinkdagen/week; Vrouwen maximaal 5 glazen/week, maximaal 1 glas/drinkdag, maximaal 5 drinkdagen/week 6 Aantal levendgeborenen met een moeder jonger dan 20 jaar 7 Percentage meldingen betreffende kinderen van 0-17 jaar ten opzichte van totale aantal kinderen in deze leeftijd 8 Percentage 0-17 jarigen waarvan de ouder(s)/verzorgers(s) een bijstandsuitkering ontvangen of kinderen die zelf een bijstandsuitkering ontvangen 9 Percentage 0-17 jarigen dat in 2008 een nieuwe indicatie heeft gekregen bij Bureau Jeugdzorg
66
= ▼=
67
Op weg naar een gezonder Waalre De afgelopen jaren zijn flinke stappen gezet op weg naar een betere gezondheid van de inwoners van Waalre. In dit rapport wordt beschreven hoe de gezondheid van de Waalrenaren er nu voorstaat. Is de gezondheid verbeterd en op welke terreinen liggen nog kansen om de gezondheid en de leefstijl te verbeteren? Ook geeft het rapport inzicht in de verschillende wegen die we kunnen inslaan om ziekten in de toekomst te voorkomen en om gezond gedrag in een gezonde omgeving te stimuleren. Dit rapport biedt nieuwe aanknopingspunten voor een integraal lokaal gezondheidsbeleid en daarmee kunnen we gezamenlijk weer verder op weg naar een gezonder Waalre. Het rapport ‘Op weg naar een gezonder Waalre’ is onderdeel van de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (rVTV) 2011 van de GGD Brabant Zuidoost. Deze rVTV bestaat uit drie producten: 21 gemeentelijke rapporten met specifieke lokale kernboodschappen, het regionale rapport ‘Op weg naar een gezonder Zuidoost Brabant’ en het Regionaal Kompas Volksgezondheid (www.regionaalkompas.nl), met daarin de mogelijkheden voor gezondheidswinst door lokaal gezondheidsbeleid.
GGD Brabant Zuidoost Postbus 810 5700 AV Helmond Telefoon 088 0031 100 www.ggdbzo.nl
68