College van burgemeester en wethouders, gemeente Maastricht Postbus 1992 6201 BZ Maastricht BETREFT:
Zienswijze ontwerpontheffing/ontwerpbouwvergunning ex 3.23 WRO Oude Molenweg 130 PLAATS, DATUM:
Maastricht, 16 februari 2011 BIJLAGE:
Handtekeningenlijst van ondertekenaars van deze zienswijze
Geacht college van burgemeester en wethouders, Naar aanleiding van de terinzagelegging van de ontwerpontheffing/ontwerpbouwvergunning ex 3.23 WRO Oude Molenweg 130 en aanverwante stukken, betreffende de plaatsing van een zendmast op het terrein van Porta Mosana, doen wij u hierbij onze zienswijze toekomen. Antennebeleid In de ontwerpbouwvergunning/-ontheffing wordt gesteld dat de aanvraag voldoet aan de gebiedsgerichte criteria. De aanvraag zou vallen binnen gebiedstypologie T4. Dit wordt echter nergens onderbouwd, niet in de ontwerpvergunning noch in het Antennebeleid. In het Antennebeleid is niet vastgelegd wat verstaan dient te worden onder bijzondere bebouwing (T), noch wordt de typologie T1 tot en met T4 nader uitgewerkt of vastgelegd. In zoverre is het niet te controleren of de locatie inderdaad een T4-gebied is. Aangezien het terrein door Porta Mosana wordt gebruikt als sportveld, zou het gebied tevens kunnen worden aangeduid als G1. Als de „onderwijs erf/tuin‟, zoals is neergelegd in het kadastraal bericht, al kan worden aangemerkt als bijzondere bebouwing (T4), dan is het hoogst curieus dat er geen rekening mee is gehouden dat deze locatie zich op zeer korte afstand van overduidelijk woongebied (W) en beschermd natuurgebied (G) bevindt. Voorts wordt in het Antennebeleid gesproken over micromasten in T1, T2, T3 en T4. Concluderend kan gesteld worden dat het Antennebeleid onvoldoende basis biedt voor de stelling dat de aanvraag voldoet aan de gebiedsgerichte criteria. Sterker nog: het toewijzen van de aanvraag is in strijd met het Antennebeleid. Vervolgens wordt in ontwerpvergunning/-ontheffing gesteld dat de locatie voldoet aan de objectgerichte criteria. Het Antennebeleid bepaalt vrij summier dat een aanvraag dient te worden afgewezen wanneer het gaat om een beschermd stadsgezicht, rijksmonumenten, Maastrichts planologisch erfgoed en bijzondere ensembles en complexen. Gelet op het zeer nabije, beschermde buitengebied en op de zeer specifieke en strenge eisen ten aanzien van architectonische waarde, duurzaamheid en kwaliteit die de wijk Vroendaal betreffen (zoals onder andere neergelegd in het beeldkwaliteitsplan), is het een logische gevolgtrekking dat het hier om een bijzonder woon- en buitengebied gaat, dat beschermd dient te worden.
Ook ten aanzien van de stelling dat de locatie voldoet aan de objectgerichte criteria geldt dat deze onvoldoende is gemotiveerd en niet kan steunen op de uiterst summiere omschrijving in het Antennebeleid, die voor velerlei uitleg vatbaar is. De ontwerpvergunning/-ontheffing poneert dat de visuele aanwezigheid van de mast vanuit het woongebied minimaal is, doordat de locatie maximaal ligt ingepakt in het groen. Dit is echter onjuist, de mast zal zo‟n 20 meter boven het aanwezige groen uittorenen. Bovendien is de kloostertuin aan achterstallig onderhoud onderhevig, hetgeen betekent dat wanneer de bomen van de kloostertuin gerooid, dan wel gesnoeid worden, het verschil tussen mast en groen nog groter zal zijn, met nog meer horizonvervuiling tot gevolg. Ten slotte dient bedacht te worden dat de mast ook vanuit het waardevolle buitengebied uitermate zichtbaar zal zijn en dat een dergelijke mast in het geheel niet past in de omgeving. Het Antennebeleid streeft naar een afstand van minimaal 75 meter tussen de vrijstaande mast en woonbestemming. Deze mininumafstand wordt echter niet gefundeerd door enig wetenschappelijk onderzoek of anderszins beargumenteerd. Onderbouwing KPN De aanvraag bouwvergunning van KPN d.d. 25 september 2009 is onvolledig en roept vragen op. Ten eerste is op de aanvraag niet ingevuld de naam (en de sexe) van degene die vertegenwoordigingsbevoegd is, hetgeen toch vereist is in het geval de vergunning wordt aangevraagd namens een rechtspersoon, in casu KPN B.V. Voorts vermeldt de aanvraag dat de bebouwde oppervlakte na uitvoering van de werkzaamheden 40 m2 bedraagt, terwijl in het Uittreksel Kadastrale Kaart, zoals bijgevoegd bij de aanvraag, een oppervlakte van 100 m2 wordt gehanteerd. Ook in de powerpoint-presentatie die de gemeente gaf tijdens de informatieavond op 7 april 2010 kwam een oppervlakte van 100 m2 naar voren. Kortom, een aanzienlijke, niet nader verklaarde discrepantie tussen de aanvraag van KPN en de situatie zoals gemeente en kadaster die hanteren. De aanvraag bouwvergunning is daarmee niet alleen incompleet, maar ook incorrect ingediend. Nu de aanvraag bouwvergunning van KPN niet compleet blijkt, heeft de gemeente de aanvraag ten onrechte in behandeling genomen, hetgeen op zich al tot grote onrust onder belanghebbenden heeft geleid. De gemeente beschouwt de onderbouwing van KPN, zoals neergelegd in het rapport „Onderbouwing KPN Mast 7290 Maastricht‟ d.d. 21 juli 2010, als voldoende. Het rapport dat 15 pagina‟s beslaat, bespreekt in slechts 1 pagina de concrete situatie te Heer. Voor het overige heeft het rapport betrekking op algemene informatie over zendmasten en belcapaciteit. In de pagina die de situatie te Heer beschrijft wordt gesteld – en niet middels bijvoorbeeld cijfermateriaal onderbouwd – dat een mast er noodzakelijk is en op termijn altijd noodzakelijk zal zijn. Er is een gekleurd kaartje bijgevoegd om de huidige dekking te illustreren. De vraag is waarop dit gekleurde kaartje is gebaseerd. Waar zijn de dichtstbijzijnde masten, die volgens KPN onvoldoende zijn? Waarom dient er een mast van bijna 40 meter hoog te komen, die uiteindelijk toch slechts een zeer beperkt gebied zal beslaan. In heel Maastricht is er geen mast van dergelijke hoogte. Kennelijk was dit elders niet nodig. Een mast van bijna 40 meter past ook niet in de relatief beperkte bebouwing (geen stadscentrum). De indruk ontstaat dat deze mast een geheel ander doel dient, namelijk het op termijn volhangen van de mast met zenders van andere providers in het kader van het zogeheten site-sharing om zodoende inkomsten te genereren. Dat de mast net niet 40 meter hoog is, is geen toeval. Op deze wijze kan de aanvraag op grond van artikel 3.23 Wro (Wet ruimtelijke ordening) jo. Art. 4.1.1 onder g Bro (Besluit ruimtelijke ordening) worden behandeld. Deze lichtere procedure is met name bedoeld voor kleinere aanbouwwerken en dakkapellen. Wanneer de mast exact 40 meter of hoger was, zou niet het college zoals nu het geval is, maar de raad bevoegd zijn hierover te oordelen. Bovendien zou de dan te volgen procedure meer rechtsbescherming voor belanghebbenden
bieden. De gevolgde procedure is weliswaar wettelijk geregeld en gevolgd, echter gelet op de enorme hoogte van de mast in de onmiddellijke nabijheid van woningen, school en bejaardenhuis, zou van de gemeente uit een grotere zorgvuldigheid betracht dienen te worden in de voorbereiding en de besluitvorming rond de aanvraag. Een belangrijk aspect betreft verder de UMTS-straling. KPN geeft in de onderbouwing aan dat op termijn UMTS-zenders op de mast zullen worden geplaatst (p.13). Volgens de Wet Milieubeheer is voor zendmasten met een totaalvermogen van meer dan 4 kiloWatt een milieuvergunning nodig. Gelet op het site-sharing is de kans niet ondenkbaar dat het totale vermogen van deze zenders de 4 kiloWatt zal overschrijden. Voor zover nu uit de beschikbare gegevens van KPN blijkt, ontbreekt elk gegeven over de zendsterkte van de antennes die nu en in de toekomst mogelijk zullen worden toegevoegd aan de zendmast, dan wel zijn deze door het college niet ter inzage gelegd. Het college heeft in het ontwerpbesluit op geen enkele wijze bepalingen opgenomen ter beperking van het aantal zenders of beperking van de zendstraling. Deze onzorgvuldige handelswijze schept onduidelijkheid en bevordert de rechtsonzekerheid van belanghebbenden. Gezondheidsrisico‟s als morbiditeit (ziekte) en mortaliteit (sterfte) zijn niet in geld uit te drukken. Evenwel weigeren verzekeringsmaatschappijen KPN en andere masteigenaren te verzekeren tegen de “eventuele” nadelige effecten van het 24 uur per dag, 7 dagen per week, 52 weken per jaar te worden blootgesteld aan straling. De overeenkomst die gesloten is tussen KPN en de gemeente Maastricht betreft geen resultaatsverbintenis. Artikel 2 van deze overeenkomst bepaalt dat „de gemeente haar bevoegdheid behoudt om bij nadere overweging, onder meer als gevolg van indiening van schriftelijke zienswijzen, wijzigingen aan te brengen in de door de verzoeker gevraagde planologische maatregel of alsnog te weigeren deze maatregel te treffen‟. Dit betekent dat wanneer een zienswijze leidt tot een heroverweging, de gemeente niet gehouden is om uitvoering te geven aan de overeenkomst en dus geen bouwvergunning aan KPN voor het bouwen van de mast hoeft te verstrekken. Gelet op de inhoud van onderhavige zienswijze lijkt artikel 2 van de overeenkomst duidelijk van toepassing. Schade De bijna 40 meter hoge zendmast veroorzaakt voor alle belanghebbenden en de bewoners van de wijken Heer en Vroendaal directe en indirecte horizonvervuiling en aantasting van het woon- en leefmilieu. Een antenne-installatie is gezien de landschappelijke omgeving op deze locatie in het geheel niet toepasbaar. De vraag is dan ook wat het standpunt van de Welstandscommissie in deze is. Tot op heden zijn belanghebbenden hierover op geen enkele wijze geïnformeerd. De adviezen van de Gezondheidsraad en de uitspraken van de Raad van State ten spijt, zijn de langetermijneffecten (5 tot 20 jaar) van het leven cq wonen onder een zendmast, in de toekomst UMTS-mast, volkomen onbekend. Zo stelt de Belgische Hoge Gezondheidsraad dat „het aangewezen is, gelet op de snelle technologische evolutie in draadloze communicatie en de voorsprong op het wetenschappelijk onderzoek betreffende de mogelijke effecten ervan, om een voorzichtige houding aan te nemen. Het bestaan van een aantal aanwijzingen voor biologische en zelfs gezondheidseffecten, spoort tot waakzaamheid aan en maakt verdere opvolging en het eraan gekoppelde wetenschappelijke onderzoek noodzakelijk.‟ Ten aanzien van de kortetermijneffecten (< 5 jaar) is aangetoond (onder meer door een studie door TNO) dat enkel de fysieke aanwezigheid van een zendinstallatie al psychosociale effecten, zoals slapeloosheid, chronische vermoeidheid, chronische hoofdpijn, het horen
van fluittonen, heeft. Om die reden alleen al dient er met grote voorzichtigheid en zorgvuldigheid worden omgegaan met het plaatsen van een zendinstallatie in een gebied dat door woningbouw wordt gedomineerd. Aldus is vastgelegd in het gemeentelijk antennebeleid (p.8). Vreemd in dezen is dat de betrokken overheidsinstanties in Nederland zich alleen lijken te baseren op Zwitsers onderzoek dat – hoe welkom – geen nadelige effecten rapporteert bij blootstelling van volwassenen (!) aan UMTS type golven, terwijl Nederlands onderzoek door TNO – toch niet het minste instituut – wel degelijk uitwijst „dat er effecten op de perceptie van het welzijn en verschillende cognitieve functies optreden bij blootstelling van mensen aan golven van GSM en UMTS type.‟ De uitspraken van de Raad van State zijn zodanig verwoord dat de gemeente voldoende beleidsvrijheid wordt gelaten: „De enkele stelling van appellant dat gezondheidsrisico‟s niet zijn uitgesloten, betekent niet dat het college om die reden niet in redelijkheid heeft kunnen besluiten de gevraagde vrijstelling te verlenen.‟ (Zaaknummer: 200606703/1 datum uitspraak: 13 juni 2007). In deze zaak gaat het kennelijk om slechts één argument: gezondheidsrisico‟s. Onderliggende zienswijze betreft echter meerdere argumenten. Voorts kan en mag het college om diezelfde gezondheidsrisico‟s de bouwvergunning wél weigeren. Met name het voorzorgsbeginsel voorziet daarin: de gemeente hoeft niet te wachten met het nemen van milieubeschermende maatregelen totdat een onomstotelijk bewijs van schadelijke effecten is geleverd. Dit beginsel is onder andere vastgelegd in het Brundtlandrapport (1987) en de Rio Declaration (1992). Ten slotte heeft het Europees Parlement op 2 april 2009 een resolutie aangenomen inzake de plaatsing van zendmasten en de effecten daarvan op de gezondheid. Onder punt 8 van deze resolutie is bepaald dat „scholen, kinderdagverblijven, rusthuizen en zorginstellingen zich op een specifieke, op basis van wetenschappelijke criteria vastgestelde afstand van dit soort apparatuur bevinden‟. Noch in de ontwerpvergunning/ontwerpontheffing, noch in het Antennebeleid is er een minimale afstand, gefundeerd op wetenschappelijk onderzoek, bepaald. De specifieke kwetsbare groepen kinderen, ouderen en zieken worden in het Antennebeleid nergens met name genoemd, laat staan dat er voor deze groepen specifieke afstanden worden vastgelegd. In de aanvraag is voorzien in een mast op een afstand van circa 80 meter van Croonenhoff en Porta Mosana. Gelet op de onbekendheid van de langetermijneffecten in combinatie met de zeer korte afstand en uitermate kwetsbare groepen, is plaatsing van de mast uiterst onwenselijk. De Wet Publieke Gezondheid bepaalt dat de gemeente tot taak heeft de gezondheid te beschermen en te bevorderen. De vraag rijst of de gemeente, gezien vorengaande zich zorgvuldig van haar taak heeft gekweten. Belanghebbenden lijden directe financiële schade als gevolg van de waardedaling van hun woningen als direct gevolg van het plaatsen van de mast nabij de woongebieden. Belanghebbenden houden de gemeente hiervoor verantwoordelijk en aansprakelijk. Daarnaast lijden belanghebbenden directe financiële schade als gevolg van het treffen van beschermings- en voorzorgsmaatregelen tegen de continue inwerking van straling. UMTSsignalen veroorzaken storing, interferentie en hinder op huishoudelijke apparatuur, elektrische en elektronische installaties, zoals pacemakers, gehoorapparaten en alarminstallaties. Met name de bewoners van het bejaardentehuis Croonenhoff zullen hier naar alle waarschijnlijkheid hinder van ondervinden.
Het feit dat er een agentschap, te weten Agentschap Telecom, bestaat dat als onafhankelijke intermediair optreedt om storingen te onderzoeken en te bepalen wie de storingen dient op te lossen, bevestigt dat het ontstaan van storingen dagelijkse realiteit is. Groene wig Het gebied waarbinnen de zendmast gepland is, bestaat uit een oud park in Engelse Landschapsstijl behorende bij het klooster en zorgcentrum Croonenhoff, een grasveld annex sportterrein behorende bij de aanpalende onderwijsinstelling Porta Mosana, aan de westzijde een groene verbinding naar een landhuis met park gelegen aan de Rijksweg en aan de oostzijde een open groene verbinding van struweel en grasvelden overgaand in het Terraspark Oost, gelegen aan de Oude Molenweg. Het gebied vormt als het ware een “groene wig” tussen de wijken Vroendaal en Heer. Dit gebied (hierna te noemen als “groene wig”) bestaat deels uit een eeuwenoude boomlaag, van voornamelijk zeer oude beuken en eiken (meer dan 200 jaar), met daaronder een gevarieerde struik- en bodemvegetatie, ontsloten door een fraaie padenstructuur, grasvelden, groene singels en (groene) lijnelementen die de beide wijken Vroendaal en Heer met elkaar verbinden. In deze groene wig komen vele zeldzame en bedreigde diersoorten voor die hier zowel fourageren als hun zomer- en/of winterverblijf hebben. Waargenomen soorten zijn onder andere diverse soorten vleermuizen die hier fourageren en in de eeuwenoude bomen tevens hun kraamkolonies hebben, dassen die de groene wig frequent als foerageergebied gebruiken en hier zelfs op de grens van het grasveld/sportveld enkele vluchtpijpen hebben gegraven, dit mogelijk tezamen met vos, steenmarter en konijn. Diverse soorten spechten, buizerd, sperwer en vele kleine zangvogels, waaronder zwarte roodstaart en appelvink. Zowel als broed- als trekvogel. En daarnaast komen er nog verschillende muizen- en insectensoorten voor. Een dergelijke groene wig is van groot ecologisch belang voor deze diersoorten op de overgang van stad en platteland. Net deze kleinschalige gebieden zijn door het jaar heen van groot belang als schuil, nest- en voedselplaats. Het spreekt voor zich dat een dergelijke groene wig ook van grote betekenis is voor de bewoners om hier met hun kinderen te recreëren en de natuur te leren ontdekken. Hierbij vormt natuureducatie een belangrijk element alsmede het gevoel van welbevinden en ontspanning. Zonder meer kan gesteld worden dat dit gebied gezien kan worden als “kapstok” voor ecologische en recreatieve verbindingszones in zowel het landelijk als het stedelijk gebied. Zowel vanuit het terraspark Oost als vanuit de wijken zal de 40 meter hoge zendmast beeldbepalend zijn en als zodanig afbreuk doen aan de stadsrand en het door de gemeente Maastricht zo bejubelde “wonen in het groen”. Het plaatsen van een mast van bijna 40 meter hoog midden in deze groene wig doet grote afbreuk aan zowel de ecologische als landschappelijke waarde, door het verstorende element en doordat mogelijk hierdoor zeldzame diersoorten uit onze wijk verdwijnen. Aan de (recreatieve) belevingswaarde van deze groene wig wordt tevens grote afbreuk gedaan. Door verdichting in het stedelijk gebied verdwijnt er de laatste jaren in onze stad toch al meer en meer groen uit de wijken. Het in uw opdracht uitgevoerde ecologische onderzoek gaat op geen enkele wijze in op de samenhang die er bestaat binnen het totale gebied van de groene wig. Er is enkel gekeken naar de vierkante meters waar de mast op komt te staan, het zogenoemde plangebied. Een dergelijke onderzoek is ver onder het niveau. We vragen u dan ook een uitgebreid onderzoek te laten uitvoeren voor het gebied van de hele groene wig binnen een bredere context van het waardevolle landschap met zijn bebouwing.
Kortom: de mast schaadt in onevenredige mate de ecologische, landschappelijke en belevingswaarden van dit unieke stukje groene wig gelegen tussen de wijken Heer, Vroendaal en het Terraspark Oost. De mast geeft ernstige zichtvervuiling voor de omliggende woonwijken. Met een hoogte van bijna 40 meter is hij in de wijde omtrek overduidelijk storend te zien. Als er nog meer zenders in de mast worden gehangen, zal dit de mast alleen maar prominenter aanwezig maken. Nader onderzoek is noodzakelijk, met name nu het onderzoek dat gepleegd is door De Groene Ruimte B.V. slechts het stukje gras van 10 bij 10 meter beschrijft, alwaar de mast gepland staat (zie pagina 3 van het Onderzoek beschermde natuurwaarden planlocatie Oude Molenweg 130, Maastricht). Hoe kunt u als bestuurders aan de bewoners van met name Vroendaal met goed fatsoen uitleggen dat u wél zeer hoge eisen stelt aan de bouw- en de infrastructuur van de wijk Vroendaal – door u vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan Vroendaal, waarin de hoogte van de hagen tot op de centimeter is geregeld en waarin verder de soortensamenstelling van de groenstructuren, de eisen aan de bouw (met geïntegreerde zonweringen en voorgeschreven kleuren) en aan milieu- en regenwatervoorzieningen tot in detail zijn voorgeschreven (eisen die ons bewoners op hoge kosten hebben gejaagd) – maar vervolgens zelf voornemens bent om toe te staan om op zeer korte afstand van deze wijk een dergelijk gedrocht te laten plaatsen, hetgeen op geen enkel manier in verhouding staat met het Beeldkwaliteitsplan Vroendaal. Door de enorme weerslag die een 40 meter hoge zendmast zal hebben op onze groene wijk en het omringende landschap, valt te verwachten dat hier een negatieve invloed van zal uitgaan op de verkoopwaarde van de woonhuizen. Een procedure voor geleden planschade zal dan ook door ons worden ingezet. In finale conclusie zijn ondergetekenden van mening dat de ontwerpbouwvergunning/ ontwerpontheffing in strijd is met het Antennebeleid, dan wel geen basis kan vinden in voornoemd beleid. Voorts zijn belanghebbenden van mening dat met dit ontwerpbesluit de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, met name het zorgvuldigheidsbeginsel en motiveringsbeginsel geschonden zijn. Van een afweging van belangen, te weten het belang van KPN enerzijds en het belang van belanghebbende omwonenden anderzijds, is niets gebleken. Sterker nog de belangen van omwonenden zijn in het geheel niet genoemd in het ontwerpbesluit, terwijl de belangen van KPN voetstoots voor waar zijn aangenomen. Op deze wijze wordt op generlei wijze recht gedaan aan de belangen van omwonenden. Gezien het voorgaande, verzoeken belanghebbenden het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht om de aanvraag van KPN tot plaatsing van een zendmast van bijna 40 meter op het terrein van Porta Mosana af te wijzen. Vertrouwende uw college hiermede voldoende geïnformeerd te hebben, verblijven wij, Hoogachtend, Deze zienswijze is ondertekend door xxx belanghebbenden zoals aangegeven in bijgaande handtekeningenlijst.
Werkgroep UMTS-zendmast Vroendaal Correspondentieadres: (hier komt nog een correspondentieadres) xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx xx xxxx xx Maastricht email:
[email protected]