Gemeente Bronckhorst Bestemmingsplan Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.) (wijzigingsplan ex 3.6 Wro)
Datum: mei 2012 Project: GBO656
OOSTZEE stedenbouw Tivolilaan 205 Postbus 9 6800 AA Arnhem Tel (026) 442 33 42 Fax (026) 445 85 12
[email protected] www.oostzee.nl
Toelichting
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
______________________________________________________________________________________________
Inhoudsopgave
Inleiding .................................................................................................................................. 5 1.
Wettelijk kader ................................................................................................................ 7
2.
Beschrijving van het project ............................................................................................ 9
3.
4.
2.1
Situering van het plangebied .....................................................................................................9
2.2
Bestaande situatie ........................................................................................................................9
2.3
Beschrijving initiatief................................................................................................................. 11
Milieuaspecten .............................................................................................................. 15 3.1
Bodemkwaliteit........................................................................................................................... 15
3.2
Archeologie .................................................................................................................................. 15
3.3
Water ............................................................................................................................................. 16
3.4
Luchtkwaliteit.............................................................................................................................. 18
3.5
Geluid ............................................................................................................................................ 18
3.6
Natuurwaarden........................................................................................................................... 18
3.7
Externe veiligheid....................................................................................................................... 20
3.8
Verkeersaspecten....................................................................................................................... 20
3.9
Milieuzonering ............................................................................................................................ 21
Economische uitvoerbaarheid ....................................................................................... 23
OOSTZEE stedenbouw
3
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
Toelichting
______________________________________________________________________________________________
4
OOSTZEE stedenbouw
Toelichting
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
______________________________________________________________________________________________
Inleiding
Het voorliggende bestemmingsplan is een wijzigingsplan ex artikel 3.6 Wro van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2005 Hengelo/Vorden’ van de gemeente Bronckhorst (vastgesteld bij besluit van de raad op 27 april 2006) en van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2005/2008 Hengelo/Vorden’ van dezelfde gemeente (vastgesteld bij besluit van de raad op 27 november 2008). Dit laatste bestemmingsplan is een correctieve herziening van het eerstvermelde plan. Het bestemmingsplan beoogt de planologische basis te leggen voor een wijziging van een agrarisch bedrijf in een woonbestemming. In dat kader worden twee stallen, een schuur en een bijgebouw van de huidige bedrijfswoning gesloopt. De dubbelbewoonde bedrijfswoning blijft gehandhaafd en wordt gesplitst in twee woningen. Het voormalige agrarische bedrijf is gelegen ten westen van de kern Hengelo op het perceel Riefelerdijk 3/3A. Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, een toelichting en een verwijzing naar de regels van de geldende bestemmingsplannen ‘Buitengebied 2005 Hengelo/Vorden’ en ‘Buitengebied 2005/2008 Hengelo/Vorden’. In het kader van dit bestemmingsplan zijn een bodemonderzoek en een flora- en faunaonderzoek verricht waarvan de rapporten als bijlage aan dit bestemmingsplan zijn toegevoegd. De resultaten van deze onderzoeken zijn in de plantoelichting samengevat.
OOSTZEE stedenbouw
5
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
Toelichting
______________________________________________________________________________________________
6
OOSTZEE stedenbouw
Toelichting
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
______________________________________________________________________________________________
1.
Wettelijk kader
In artikel 17 nr. 19 van de planregels van de vigerende bestemmingsplannen ‘Buitengebied 2005 Hengelo/Vorden’ en ‘Buitengebied 2005/2008 Hengelo/Vorden’ is een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6 Wro opgenomen die het College van Burgemeester en wethouders de mogelijkheid geeft om het agrarisch bouwperceel te verwijderen en de gronden te benutten voor een woonbestemming. Daarbij wordt/worden de voormalige agrarische bedrijfswoning(en) gehandhaafd en krijgt/krijgen een woonbestemming. De regels uit artikel 17, nr. 19 die van toepassing zijn op het voorliggende bouwplan zijn hieronder cursief gemaakt. 1. Als hergebruik van de aanwezige bedrijfsgebouwen mogelijk is moeten de woningen zoveel mogelijk worden gerealiseerd in één, en ten hoogste in twee gebouwen waarbij maximaal 3 extra woningen/wooneenheden gerealiseerd kunnen worden, naast de reeds bestaande - voormalige dienstwoning(en). Bij hergebruik dient in ieder geval het voormalige agrarisch hoofdgebouw waarin de dienstwoning is gelegen te worden gebruikt; 2. Als hergebruik van de aanwezige bedrijfsgebouwen voor wonen niet mogelijk is kan na sloop van alle gebouwen vervangende nieuwbouw plaatsvinden in de vorm van één vrijstaande woning of maximaal drie woningen/wooneenheden in één gebouw, met een omvang van maximaal 50 % van de gesloopte oppervlakte; 3. De woningen moeten een inhoud hebben van minimaal 300 m³ per woning. De maximale inhoudsmaat voor een vrijstaande woning bedraagt 750 m3; 4. Alle overige bebouwing die niet voor de woning(en) kan worden ingericht (b.v. als bijgebouw) moet worden gesloopt. De karakteristieke gebouwen dienen te worden gehandhaafd; 5. In beginsel dient verevening in de vorm van een minimale reductie van 50 % van de bebouwde oppervlakte van niet-karakteristieke gebouwen op het voormalige bouwperceel te worden gerealiseerd, de bestaande woning niet meegerekend en buiten de berekening gelaten. De toekomstige woningen moeten voldoen aan de bouwregels voor woningen die zijn opgenomen in art. 4 lid 5 van het vigerende bestemmingsplan. Dat brengt onder andere met zich mee dat de oppervlakte van het bijgebouw (of de gezamenlijke oppervlakte van meerdere bijgebouwen) niet meer bedraagt dan 100 m2 per woning. Verder wordt in artikel 3 (Beschrijving in hoofdlijnen) lid 3.4.3. voorgeschreven dat in het kader van de functiewijziging van een agrarische bedrijf in een woonfunctie een erfinrichtingsplan moet worden gemaakt die een garantie vormt voor een goede landschappelijke inpassing van de nieuwe bebouwing op het bestaande erf. De gemeente heeft geconstateerd dat het plan van de initiatiefnemer voldoet aan de bovenstaande, in cursief schrift, weergegeven voorwaarden. De initiatiefnemer heeft tevens het vereiste inrichtingsplan gemaakt. Een en ander is in de volgende hoofdstukken toegelicht.
OOSTZEE stedenbouw
7
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
Toelichting
______________________________________________________________________________________________
8
OOSTZEE stedenbouw
Toelichting
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
______________________________________________________________________________________________
2.
Beschrijving van het project
2.1
Situering van het plangebied
Het voormalige agrarische bedrijf Riefelerdijk 3/3A is gelegen in het buitengebied van de gemeente Bronckhorst ten westen van de kern Hengelo. Het perceel is kadastraal bekend als gemeente Hengelo (Gld.), sectie Q, nummer 237. De onderstaande luchtfoto en de luchtfoto op de volgende bladzijde geven een beeld van de ligging van het voormalige boerderijcomplex in de omgeving.
Ligging van het plangebied (binnen rode cirkel) ten opzichte van de kern Hengelo (Gld.)
De boerderij ligt op de rand van het essen- en kampenlandschap rondom Hengelo (het gebied ten noorden van de Riefelerdijk) en het broekontginningslandschap aan weerszijden van de Hengelosebeek (het gebied ten zuiden van de Riefelerdijk). De boerderij bestond 100 jaar geleden al. Het gebied heeft momenteel een vrij open karakter. In het verleden (100 jaar geleden) was het gebied ten noorden van de Riefelerdijk echter geheel bebost. Het broekontginningslandschap ten zuiden van de Riefelerdijk had in die tijd nog een sterk besloten karakter door het feit dat veel van de, toentertijd smalle langgerekte percelen, bedekt waren met bos.
2.2
Bestaande situatie
Het agrarische gebruik van de bedrijfsgebouwen is beëindigd. In het verleden was het een gemengd veeteelt- en akkerbouwbedrijf waar varkens en koeien werden gehouden. Nu vinden er alleen nog op hobbymatige basis bosbouw- en akkerbouwactiviteiten plaats. De agrarische bedrijfsgebouwen zijn nog allemaal aanwezig. De bebouwing bestaat in de eerste plaats uit een (voormalige) boerderij met een achterhuis (deel) dat door meerdere huishoudens wordt bewoond. Het voorhuis staat met de kap dwars op de lengterichting van de Riefelerdijk. De kap van het achterhuis staat daar haaks op en ligt parallel aan de lengterichting van de Riefelerdijk. Op de luchtfoto op de volgende bladzijde is het achterhuis met een cijfer 4 aangegeven. Achter de oude boerderij, en daarmee verbonden, ligt een stenen
OOSTZEE stedenbouw
9
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
Toelichting
______________________________________________________________________________________________
varkensschuur. Deze is met een 1 op de luchtfoto aangegeven. Daarachter liggen twee langgerekte houten varkensschuren (voorzien van de nummers 2 en 3 op de luchtfoto). Rechts op het perceel ligt een mestbassin (met een 5 aangegeven). De varkensstallen zijn eenvoudig van opzet en hebben weinig ruimtelijke en architectonische kwaliteit. Het oude boerderij heeft geen status als monument. De luchtfoto en de foto's van de gebouwen geven een beeld van de bestaande situatie.
Luchtfoto perceel met huidige bebouwing
Het achterhuis
10
OOSTZEE stedenbouw
Toelichting
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
______________________________________________________________________________________________
Stenen varkensstal
Houten varkensstallen
2.3
Beschrijving initiatief
Zoals in de inleiding reeds is vermeld wil de initiatiefnemer het grootste deel van de vrijgekomende agrarische bedrijfsgebouwen slopen in ruil voor een woonbestemming van het voor- en achterhuis van de voormalige boerderij. In de nieuwe situatie wordt de woning in twee woningen gesplitst. De gemeenten in de Achterhoek worden geconfronteerd met bevolkingskrimp en een daling van de woningbehoefte. Het feit dat dit plan niet leidt tot een groei van de woningvoorraad is voor de gemeente Bronckhorst reden om aan dit initiatief mee te werken. Dit plan voorziet in de (blijvende) naar 'landelijk wonen' waarin middels de functiewijziging van voormalige boerderijen voldaan kan worden.
OOSTZEE stedenbouw
11
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
Toelichting
______________________________________________________________________________________________
De onderstaande luchtfoto brengt in beeld welk deel van de bebouwing de initiatiefnemer wil slopen en welk deel hij wil handhaven. Op bladzijde 13 staat de landschappelijke inrichtingsschets die een beeld geeft van de toekomstige inrichting van het perceel. In het rood is de resterende bebouwing weergegeven, bestaande uit de nieuwe dubbelwoning, de overblijvende schuur en een nieuwe kleine schuur die ten zuidwesten van de voormalige boerderij wordt neergezet.
Luchtfoto met kruis door te slopen bebouwing en te verwijderen mestbassin Het inrichtingsplan voorziet in een aantal maatregelen die het erf rondom het complex een grotere landschappelijke beslotenheid te geven. De erfgrens aan de zuidwestzijde van het perceel zal van afschermende beplanting worden voorzien en ten westen van het huidige perceel zal op een open stuk grond een fruitboomgaard worden aangeplant. De parkeersituatie op het perceel wijzigt niet. Op het perceel is voldoende parkeerruimte aanwezig voor de auto's van de bewoners van de woningen en de eventuele bezoekers van die woningen.
12
OOSTZEE stedenbouw
Toelichting
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
______________________________________________________________________________________________
Landschappelijke inrichtingsschets, de bebouwing in rode kleur
OOSTZEE stedenbouw
13
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
Toelichting
______________________________________________________________________________________________
14
OOSTZEE stedenbouw
Toelichting
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
______________________________________________________________________________________________
3.
Milieuaspecten
3.1
Bodemkwaliteit
Een bestemmingsplan dat voorziet in bouw- en/of inrichtingsmogelijkheden dient een reëel beeld te geven van de bodemkwaliteit van de gronden waarop het initiatief betrekking heeft. Uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen is dat de bodemkwaliteit geschikt is voor de beoogde functie. In februari 2012 is een verkennend bodemonderzoek 1 uitgevoerd op de projectlocatie. Dit onderzoek is opgenomen in de bijlage van het bestemmingsplan. De onderzoeksresultaten zijn hieronder samengevat. Op basis van de analyseresultaten kan geconcludeerd worden dat de grond licht verontreinigd is met lood en zink en het gondwater licht verontreinigd is met barium. De hypothese 'de gehele locatie is onverdacht' dient grotendeels aangenomen te worden. Uit het onderzoek blijkt dat de bodem niet geheel schoon is, maar dat de kwaliteit geen belemmering of beperking vormt voor de nieuwe bestemming. Omdat voor een aantal parameters in de bodem de streefwaarde wordt overschreden moet echter geconcludeerd worden dat de grond niet multifunctioneel toepasbaar is. Een nader onderzoek van de bovenvermelde verontreinigingen is niet noodzakelijk omdat deze geen direct gevaar opleveren voor het milieu en de volksgezondheid. Er zijn geen stoffen boven de tussenwaarde aangetroffen. Eventueel vrijkomende grond kan op het terrein worden verwerkt. Het afvoeren, verplaatsen en mengen van grond kan alleen met toestemming van de gemeente gebeuren.
3.2
Archeologie
Op basis van het Verdrag van Malta en de Wet op de archeologische monumentenzorg is het verplicht om de archeologische waarden bij ruimtelijke planvorming te betrekken, met name bij plannen waarbij bodemwerkzaamheden uitgevoerd worden. Het gaat hierbij om het bekende en nog niet bekende bodemarchief. Uitgangspunt hierbij is dat de archeologische waarden zoveel mogelijk behouden blijven en niet aangetast worden. In het kader van dit plan tot functiewijziging worden alleen bestaande stallen afgebroken. Misschien worden tevens de bijbehorende fundamenten verwijderd. De bodem ter plaatse van deze fundamenten en in de directe omgeving van deze fundamenten is in het verleden bij de bouw van deze stallen (eind jaren '60, begin jaren '70) verstoord. Bij het eventueel verwijderen van deze fundamenten is de kans daarom nihil dat het, eventueel ter plaatse aanwezige, archeologische bodemarchief wordt aangetast.
1
Terra Agribusiness Verkennend bodemonderzoek Riefelerdijk 3 te Hengelo Gld, projectnummer: 2011-102, 2-2-2012
OOSTZEE stedenbouw
15
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
Toelichting
______________________________________________________________________________________________
3.3
Water
Voor de uitvoering van ruimtelijke plannen dient rekening gehouden te worden met het aspect water. Om dit te kunnen waarborgen is een watertoets verplicht voor diverse ruimtelijke plannen, waaronder een bestemmingsplan. Dit betekent dat de ruimtelijke onderbouwing van het plan een waterparagraaf dient te bevatten waarin de waterhuishoudkundige situatie wordt beschreven en de effecten van de ruimtelijke veranderingen op de waterhuishouding worden verwoord. Watersysteem van het plangebied Infiltratie Uit het bodemonderzoek is naar voren gekomen dat de bodem van het plangebied in hoofdzaak uit eerdgronden (tamelijk fijn zand) bestaat. Het grondwaterniveau bevond zich tijdens het bodemonderzoek op circa 1,30 m beneden maaiveldniveau. Het gemiddelde hoogste grondwaterniveau van het perceel ligt tussen 0,40 - 1,20 m beneden maaiveldniveau. De bodem is, gelet op de bodemopbouw, het grondwaterniveau en het ontbreken van kwel, geschikt voor het opvangen en infiltreren van hemelwater. Het hemelwater mag niet worden geloosd op het riool. Riolering De bedrijfswoning is reeds voorzien van een aansluiting op het riool. Deze situatie blijft in de toekomst gehandhaafd. Waterhuishoudkundige aspecten In de 'Handreiking Watertoets 2' zijn inhoudelijke criteria aangereikt voor de watertoets, die basis vormen voor de planbeoordeling door het waterschap en het daaruit voortvloeiende wateradvies. In onderstaande watertoetstabel zijn de voor het bestemmingsplan van belang zijnde waterhuishoudkundige criteria opgenomen.
Thema
Toetsvraag
Veiligheid
1. Ligt in of binnen 20 meter vanaf het plangebied een waterkering? (primaire waterkering, regionale waterkering of kade) 2. Ligt het plangebied in een waterbergingsgebied of winterbed van een rivier? 1. Is de toename van het afvalwater (DWA) groter dan 1 m3/uur? 2. Ligt in het plangebied een persleiding van WRI 3. Ligt in of nabij het plangebied een RWZI van het waterschap? 1. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak met meer dan 2500 m2 2. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak met meer dan 500 m2 3. Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak ? 4. In of nabij het plangebied bevinden zich natte en laag gelegen gebieden, beekdalen, overstromingsvlaktes
Riolering en Afvalwaterketen Wateroverlast (oppervlakte water)
Relevant
16
Nee
Intensiteit# 2
Nee
2
Nee
2
Nee Nee
1 1
Nee
2
Nee
1
Ja
1
Nee
1
OOSTZEE stedenbouw
Toelichting
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
______________________________________________________________________________________________
Oppervlaktewaterkwaliteit Grondwateroverlast
1. Wordt vanuit het plangebied (hemel)water op oppervlaktewater geloosd?
Nee
1
1. Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond? 2. Is in het plangebied sprake van kwel? 3. Beoogt het plan dempen van perceelsloten of andere wateren? 1 Ligt het plangebied in de beschermingszone van een drinkwateronttrekking ?
Nee
1
Nee Nee
1 1
Nee
1
Inrichting en beheer
1. Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in eigendom of beheer zijn bij het waterschap? 2. Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel?
Nee
1
Nee
2
Volksgezondheid
1. In of nabij het plangebied bevinden zich overstorten uit het gemengde stelsel? 2. Bevinden zich, of komen er functies, in of nabij het plangebied die milieuhygiēnische of verdrinkingsrisico’s met zich meebrengen (zwemmen, spelen, tuinen aan water)? 1. Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte EVZ? 2. Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED water? 3. Bevindt het plangebied zich in beschermingszones voor natte natuur 4. Bevindt het plangebied zich in een Natura 2000gebied? 1. Bevindt het plangebied zich in een TOP-gebied? 1. Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt? 1. Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig?
Nee
1
Nee
1
Nee
2
Nee Ja
2 1
Nee
1
Nee Nee
1 2
Nee
1
Grondwaterkwaliteit
Natte Natuur
Verdroging Recreatie Cultuurhistorie
Nadere toelichting Wateroverlast (oppervlaktewater) Het gebied is geschikt voor de infiltratie van hemelwater. De oppervlakte aan verharding neemt in het kader van dit plan aanmerkelijk af. De hemelwaterafvoer van de voormalige boerderij is al afgekoppeld. De ondergrond is daar geschikt voor. Er is voldoende ruimte om het hemelwater zonder problemen in de bodem weg te laten vloeien. Nadere toelichting Natte natuur De locatie ligt in een beschermingszone rondom een nat natuurgebied. Met name het verdwijnen van de veeteeltactviteiten heeft een gunstig effect op de grondwaterkwaliteit onder het perceel waar de woningen staan.
OOSTZEE stedenbouw
17
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
Toelichting
______________________________________________________________________________________________
3.4
Luchtkwaliteit
In de Wet Luchtkwaliteit en de daarop gebaseerde regelingen – Besluit NIBM en Regeling NIBM (luchtkwaliteitseisen) – is getalsmatig vastgelegd dat bepaalde projecten ‘niet in betekenende mate’ bijdragen aan de luchtverontreiniging. Sinds de vaststelling van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) draagt volgens het Besluit NIBM (VROM, 31-10-2007) een project niet in betekenende mate bij zolang de toename van de concentratie fijn stof of stikstofdioxide maximaal 3% bedraagt. Volgens de Regeling NIBM (VROM, 31-10-2007) geldt dat de toename pas bereikt wordt bij de realisatie van een groot aantal woningen. Het plan bestaat uit de functiewijziging van een boerderij met een agrarische bestemming naar een voormalige boerderij met een woonbestemming in ruil voor de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen. Het aantal woningen neemt niet toe. Het plan heeft alleen postieve gevolgen voor de luchtkwaliteit. De eventuele luchtverontreiniging welke het gevolg is van agrarische bedrijfsverkeer naar en van het perceel neemt immers af en het aantal woningen en het bijbehorende verkeer blijft gelijk. Het aspect van de luchtkwaliteit leidt daarom niet tot een belemmering voor de realisatie van het project.
3.5
Geluid
Ingevolge de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij ruimtelijke plannen ter waarborging van een goed akoestisch woon- en leefklimaat rekening gehouden te worden met het aspect wegverkeerlawaai. Volgens de Wgh bevinden zich langs alle wegen wettelijke geluidszones, met uitzondering van woonerven en 30 km/uur-gebieden. Voor geluidgevoelige objecten dient rekening gehouden te worden met de geluidsbelasting op de gevels. Dit bestemmingsplan voorziet in de splitsing van een woning in twee woningen. Gelet op de lage verkeersintensiteit van de Riefelerdijk mag ervan worden uitgegaan dat de geluidsbelasting van de woningen op de adressen Riefelerdijk 3 en 3A onder de voorkeursnorm van 48 dB blijft.
3.6
Natuurwaarden
Bij ruimtelijke ontwikkelingen kunnen natuurwaarden en wettelijk beschermde soorten of wettelijk beschermde gebieden in het geding zijn. Om de natuurwaarden van de projectlocatie te kunnen beoordelen moet er getoetst worden aan hetgeen beschreven staat in de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. Daarnaast is het beleid aangaande de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van belang. Het doel van de Flora- en faunawet is het instandhouden en met rust laten van de planten en diersoorten die in het wild voorkomen. Op grond van de Flora- en faunawet is het verboden activiteiten te verrichten die leiden tot aantasting van wettelijk beschermde soorten en van hun voortplantingsplaats, vaste rustplaats of vaste verblijfsplaats. De Natuurbeschermingswet regelt de bescherming van gebieden die om hun ecologische waarde beschermd moeten worden. Daaronder vallen onder andere de zogenaamde Natura 2000 gebieden en de natuurmonumenten. De projectlocatie is echter niet gelegen binnen speciale beschermingszones als bedoeld in de
18
OOSTZEE stedenbouw
Toelichting
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
______________________________________________________________________________________________
Natuurbeschermingswet. De projectlocatie ligt eveneens niet binnen de EHS. Dus het beleid dat daarop van toepassing is heeft geen betrekking op de projectlocatie. Gelet op het voorafgaande heeft in november 2011 een quickscan Flora en fauna plaatsgevonden om te bepalen of in het kader van dit plan de leefomstandigheden van wettelijk beschermde soorten worden aangetast. Het bijbehorende rapport 2 is als bijlage aan dit bestemmingsplan toegevoegd. De conclusies van het onderzoek kunnen als volgt worden samengevat. De geplande ingrepen in het gebied zullen bestaan uit het slopen van een paar schuren en het verwijderen van een mestbassin. Op de planlocatie zijn geen vaste verblijfplaatsen of groeiplaatsen van zwaar beschermde dier- en plantsoorten aangetroffen. Wel is het niet uit te sluiten dat enkele licht en zwaar beschermde soorten in het gebied aanwezig zijn waardoor voor deze soorten een nadere inspanning noodzakelijk is. Steenuil Gezien de ligging van een broedlocatie en de opbouw van het plangebied, kan worden aangenomen dat de planlocatie een onderdeel vormt van een foerageergebied. Om te voorkomen dat de planlocatie ongeschikt wordt als foerageergebied en daardoor bedreigend kan zijn voor het aanwezige broedpaar, dient het perceel op basis vna het inrichtingsplan te worden ingericht en beheerd in de toekomst. Indien hieraan kan worden voldaan zijn geen nadere mitigerende maatregelen noodzakelijk. Huismus Door de mogelijke aanwezigheid van broedlocaties van deze soort is het noodzakelijk inzichtelijk te hebben of de soort aanwezig is en hoeveel broedlocaties verloren kunnen gaan. Daarom is in de broedperiode aanvullend onderzoek naar de aanwezigheid van deze dieren noodzakelijk. Aan de hand van de geldende protocollen zijn twee bezoeken in de broedperiode noodzakelijk om voldoende betrouwbare gegevens te krijgen. Amfibieën Door de aanwezigheid van mogelijk voortplantingswater van bruine kikker op de mestzak is het noodzakelijk te voorkomen dat door de werkzaamheden schade aan dieren ontstaat. Schade kan worden voorkomen door ruim voor het voortplantingsseizoen, voor maart, het aanwezige regenwater weg te laten lopen waardoor de locatie ongeschikt wordt als voortplantingswater. Vleermuizen Het slopen van de schuren kan resulteren in het verwijderen van vaste verblijfplaatsen van vleermuizen. Uit de quick-scan Flora en fauna is naar voren gekomen dat de boerderij veel geschikte potentiële verblijfplaatsen biedt voor vleermuizen. Bij een uitgebreide zoektocht zijn echter geen sporen van vleermuizen aangetroffen. Er moet altijd een mitigatie en compensatieplan worden opgesteld indien vleermuizen aanwezig zijn. Een dergelijk plan moet de garantie bieden dat de aanwezige vleermuizen geen gevaar lopen tijdens de voorgenomen bouwactiviteiten en dat de feitelijke, of de mogelijke, waarde die een gebouw of gebied voor de vleermuizen heeft, behouden blijft. Door bij het mitigatie- en compensatie plan uit te gaan van alle mogelijke functies die een gebouw of gebied voor de (eventueel) aanwezige vleermuizen kan vervullen hoeft geen aanvullend
2
Ecochore natuurtechniek Quickscan natuuronderzoek Riefelerdijk 3a in Hengelo, november 2011
OOSTZEE stedenbouw
19
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
Toelichting
______________________________________________________________________________________________
vleermuisonderzoek te worden verricht. Dit betekent wel dat de compenserende en mitigerende maatregelen de maximale zwaarte zullen hebben. Ten behoeve van dit bestemmingsplan is in april 2012 een compensatie- en mitigatieplan 3. opgesteld dat aan deze eisen voldoet. Dit plan is als bijlage aan dit bestemmingsplan toegevoegd. Gezien het bovenstaande is nader onderzoek naar vleermuizen niet meer noodzakelijk. Uit de overige conclusies van de quick scan Flora en fauna blijkt dat een nader onderzoek van de overige soortgroepen ook niet noodzakelijk is.
3.7
Externe veiligheid
Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid van diegenen die niet betrokken zijn bij risicovolle activiteiten, maar die als gevolg van die activiteiten wel risico lopen. Om deze reden dient er op de projectlocatie rekening gehouden te worden met het aspect externe veiligheid. In het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) is een normering opgenomen voor de externe veiligheid voor bedrijven met gevaarlijke stoffen. Daarnaast bestaan er richtlijnen over het vervoer van gevaarlijke stoffen (via de weg, het spoor of via buisleidingen). Er moet ten behoeve van de veiligheid voldoende afstand in acht worden genomen tussen risicovolle bedrijven of transportroutes voor gevaarlijke stoffen en (beperkt) kwetsbare objecten. In de omgeving van de projectlocatie bevinden zich geen bedrijven die vallen onder het BEVI. De wegen rondom de projectlocatie worden niet gebruikt voor vervoer van gevaarlijke stoffen. Daarnaast bevinden zich in de omgeving geen buisleidingen die gevaarlijke stoffen transporteren. Geconcludeerd wordt dat er met betrekking tot de externe veiligheid geen belemmeringen aanwezig zijn voor de realisatie van het project op de projectlocatie. Een nader onderzoek is daarom niet noodzakelijk.
3.8
Verkeersaspecten
Een ruimtelijke ontwikkeling mag niet leiden tot problemen bij de verkeersafwikkeling of tot parkeeroverlast. Het aantal woningen neemt niet toe. Er kan in de toekomst op de locatie geen agrarisch bedrijf meer worden uitgeoefend. Dus het verkeer dat samenhangt met het agrarische bedrijf vindt niet meer plaats. Dat betekent dat het plan per saldo leidt tot een vermindering van de (geringe) verkeersbelasting van de Riefelerdijk. Op het erf is voldoende parkeerruimte voor de auto's van de bewoners en bezoekers van de woningen.
3
Foreest Groen Consult Compensatie mitigatieplan Soortgroep vleermuizen Riefelerdijk 3 a Hengelo Gld., april 2012
20
OOSTZEE stedenbouw
Toelichting
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
______________________________________________________________________________________________
3.9
Milieuzonering
De vraag is of de woningen op het perceel de ontplooiing van reeds bestaande ruimtelijke functies in de omgeving belemmert en omgekeerd, of de nieuwe bewoners onaanvaardbare hinder ondervinden van bedrijven in de omgeving. Met meest nabijgelegen agrarisch bedrijf ligt op ruim 300 meter ten zuidoosten van de meest nabijgelegen woning op het perceel Riefelerdijk 3/3a. Voor woningen die ontstaan in het kader van een functiewijizgingsplan geldt een minimale afstand van 50 meter tot het meest nabijgelegen agrarische bedrijf als norm op basis van de Wet geurhinder en veehouderij. Aan deze vorm kan in het onderhavige geval voldaan worden. Er bestaat derhalve vanuit de optiek van de milieuzonering geen bezwaar tegen de nieuwe woonbestemming van het perceel.
OOSTZEE stedenbouw
21
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
Toelichting
______________________________________________________________________________________________
22
OOSTZEE stedenbouw
Toelichting
Buitengebied; Riefelerdijk 3/3A Hengelo (Gld.)
______________________________________________________________________________________________
4.
Economische uitvoerbaarheid
Voor de realisatie van dit bestemmingsplan hoeft geen exploitatieplan opgesteld te worden omdat het kostenverhaal anderszins is verzekerd. Alle kosten zullen worden gedragen door de initiatiefnemer. De realisering van het bestemmingsplan leidt derhalve niet tot kosten die voor de rekening van de gemeente Bronckhorst komen. De economische uitvoerbaarheid is niet in het geding. De gemeente Bronckhorst heeft met de initiatiefnemer een planschade-overeenkomst afgesloten waarin is geregeld dat eventueel optredende planschade wordt doorberekend aan de initiatiefnemer.
OOSTZEE stedenbouw
23