Ontmoetingskerk Laren - 5 januari 2014 Preek over Mattheüs 2: 13- 18 Een tijdje geleden zei Paul Haenen op de televisie over kerst: vroeger hadden mijn ouders vaak ruzie, het hele jaar door eigenlijk. Op kerst wilde ze dat het goed was en dan mocht er geen ruzie gemaakt worden. Kerstmis was altijd heel krampachtig bij ons thuis. Ik heb daarom tot op vandaag rond kerst altijd het gevoel: wegwezen, ver wegwezen. Wat hij zegt is herkenbaar en is door velen op talloze manieren verwoord. Kerstfeest is het feest waar de meeste kritiek op is. Een jongen van vijftien: die vrome versjes komen mijn neus uit, dat hoeft voor mij niet. Kerstmis heeft altijd onder kritiek gelegen: het is een opgeklopt commercieel feest, dat weinig meer met de oorspronkelijke boodschap te maken heeft. Dominees haakten vaak slim in op onlustgevoelens bij mensen door de wereldnood breed uit te meten. En kerkgangers hoorden de boodschap gelaten en berustend aan, om vervolgens over te gaan tot de orde van de dag en het feest. Ze werden wat moe om aan te horen wat ze al wisten. En wat kun je in feite doen tegen die oprukkende vercommercialisering van een feest. Wat kun je doen tegen de oppervlakkigheid. Wat kun je doen tegen de 'het moet weer kunnen' trend waarmee mensen zich overgeven niet zozeer aan gezelligheid maar aan overdadigheid en materialisme. Wat kun je doen tegen alle kerst-lukt gekakel van Albert Heijn en vele anderen? In de kerk kun je twee dingen doen: benadrukken dat gezelligheid en een goede maaltijd niet verkeerd zijn. Op de berg van de Heer wordt een maaltijd aangericht met vette spijzen en belegen wijnen. Maar laat ook alle verhalen van kerst tot hun recht laten komen. In onze beleving is het kerstfeest al achter de rug, hoewel in de kerkelijke traditie de kersttijd tot in januari duurt. Dat betekent: de verhalen van die zondagen zijn wezenlijk voor het kerstfeest. Die horen er bij. Ook het verhaal dat we lazen, van Herodes en de gruwelijke moord op de kinderen in Bethlehem. In dit verhaal kom je tegen: de wrede koning Herodes, het vluchtelingenkind Jezus, de moord op de onschuldige kinderen en een huilende ontroostbare moeder Rachel. Dit verhaal hoort er ook bij. Sterker nog: je kunt pas kerst vieren als je dit verhaal herkent een meebeleeft. Drie mensen haal ik naar voren: Herodes, Rachel en Jozef. Herodes heeft bij ons nogal een slechte naam. Eigenlijk is dat merkwaardig. Als 1
we hem zouden meten met maatstaven waarmee we regeerders van nu beoordelen, zou hij het er niet slecht van afbrengen. Hij deed veel aan werkgelegenheid, liet grote bouwwerken oprichten, vernieuwde en vergrootte de tempel, garandeerde de vrijheid van godsdienst voor het Joodse volk en loste een hongersnood op. Een goed regeerder! Toch maakt Matthéüs hem zwart. Van Herodes is bekend dat hij twee gezichten had: naar de Romeinen is hij de Romeinen welgezind, naar de Joden is hij de Joden goedgezind. Een goede diplomaat zouden wij zeggen. Maar: Herodes handelt voortdurend met het oogmerk macht. Hij is bang dat anderen zijn positie willen ondergraven. Hij is zo bang, dat hij er wreed van wordt: hij doodt drie zoons, zijn vrouw Marianne, zijn moeder en een farizeeër, die het einde van zijn rijk voorspelde. En zelfs bepaalt hij: als ik dood ga, moet er nog iemand anders vermoord worden, 'opdat er rouw zal zijn in het land.' Of het verhaal van Herodes gebeurd is zoals het er staat weten we niet. Er wordt nogal eens aan getwijfeld. Andere geschiedschrijvers hebben dit verhaal niet. Dat is ook niet zo belangrijk. Matthéüs heeft met dit verhaal, deze legende, een bedoeling. Hij tekent een koning, Herodes, die bang is macht te verliezen en daarom moordt uit angst. Herodes wordt beschreven als de machthebber ten koste van anderen, ten koste van de waarheid, ten koste van het Licht. Herodes is niet de enige, hij leefde niet alleen toen, hij leeft ook nu. Kijk maar om je heen, de wereld stikt van mensen die macht gebruiken ten koste van anderen. Herodes kun je herkennen in Saddam Hoessein, in Assad van Syrië met hun gifgas, in Kim Yuong un van Noord Korea, die zijn naakte oom door honden liet verscheuren, in. Vul ze maar aan. De theoloog Bonhoeffer schrijft in 1940 over Hitler: Hij is als een moordlustige Herodes, die er op uit is alleen maar te denken aan zijn gruwelijke eigenbelang. Je kunt Herodes makkelijk aanwijzen als het om anderen, om dictators in het verleden of potentaten ver weg gaat. Maar ook dichtbij leeft de geest van Herodes als mensen in fabrieken, scholen of thuis macht misbruiken ten koste van anderen. Als ze het licht in elkaars ogen niet gunnen. Herodes representeert de donkere, angstige, wrede kant die elk mens meedraagt. Hij zit ook in mij. Hij is hier ook aanwezig in de Ontmoetingskerk. 2
Zolang wij niet doen wat in ons vermogen ligt om onrecht tegen te gaan, zolang wij machtsmisbruik toelaten geven we Herodes de ruimte. Zolang wij de ogen sluiten voor onrecht, waar we iets tegen kunnen doen, zijn we handlangers van Herodes. Telkens, ook vandaag vallen er onschuldige slachtoffers omdat Herodes het licht niet kan verdragen. En wij, hoe kunnen wij feestvieren als we Herodes niet kennen? L. 510: solo 1, allen 2 1. O kerstnacht, schoner dan de dagen hoe kan Herodes 't licht verdragen dat in uw duisternisse blinkt en wordt gevierd en aangebeden? Zijn hoogmoed luistert naar geen reden hoe schel die in zijn oren klinkt. 2. Hij poogt d' onnoozle te vernielen door 't moorden van onnoozle zielen, en wekt een stad- en landgeschrei in Bethlehem en op de akker en maakt de geest van Rachel wakker, die waren gaat door beemd en wei. Als tweede figuur uit het verhaal noem ik Rachel. Matthéüs citeert Jeremia als hij de kindermoord van Bethlehem beschrijft. Rachel is de vrouw van Jacob. Jeremia plaatst Rachel op een heuvel in Rama en laat haar huilen als haar volk in ballingsschap wordt gevoerd. Rachel is de stammoeder van Israël. Een moeder die om haar kinderen geeft, die treurt als er iets ergs gebeurt. Rachel huilt en met haar huilen alle vaders en moeders mee die verdriet hebben. In Rachel huilen alle vaders en moeders van de toen gedode kinderen mee. Rachel treurt met alle ouders die tegenwoordig kinderen verliezen, soms om de meest krankzinnige en onrechtvaardige redenen. Rachel treurt om alle kinderen die beschadigd zijn en misbruikt en daar een leven lang last van hebben. Rachel zal huilen. Rachel weigert zich te laten troosten! Voor sommige mensen is blijven huilen de enige vorm van protest die nog over is. Ontroostbaar willen blijven om het onrecht niet uit het oog te verliezen. 3
En wij? Hoe kunnen wij feestvieren als wij Rachel niet kennen? L 510: solo 3, allen 4 en 5 3. Dan naar het Westen, dan naar 't Oosten Wie zal die droeve moeder troosten, nu zij haar lieve kinders derft? Nu zij die ziet in 't bloed versmoren, aleer ze nauwlijks zijn geboren, en zoveel zwaarden rood geverfd? 4. Zo velt de zeis de korenaren, zo schudt een bui de groene blaren, wanneer het stormt in 't wilde woud. Wat kan de blinde staatzucht brouwen, wanneer ze raast uit misvertrouwen! Dat luidt zo schendig dat haar rouwt. 5. Bedrukte Rachel, schort dit waren: uw kinders sterven martelaren en eerstelingen van het zaad, dat uit uw bloed begint te groeien en heerlijk tot Gods eer zal bloeien en door geen tirannie vergaat. Ik word er wel eens moe van, dat gepraat over onrecht in de wereld! Al die dominees die met hun interessante gezichten staan te kletsen over dingen die scheef zitten, maar waar je niets aan kunt doen. Het gaat in de kerk zo vaak over mensen ver weg, maar niet over mij! Dat schreef een jongen van zestien indertijd. Die jongen heeft gelijk, als Herodes en Rachel de belangrijkste personen uit dit verhaal zouden zijn. Dit verhaal gaat niet alleen over angst en wreedheid, over verdriet en onrecht. Er zit meer achter deze geschiedenis. Als je goed leest en je vergelijkt het verhaal met wat er in het boek Exodus staat, het verhaal van Mozes, vallen allerlei overeenkomsten op. 4
Daar is, net als bij Matthéüs, sprake van een wrede koning, de farao. Ook die farao is bang zijn macht te verliezen. Ook hij laat kleine jongetjes doden. Net als in ons verhaal wordt er één gered: Mozes. Later zal diezelfde Mozes het volk uit Egypte wegleiden. Jezus staat in de lijn van het joodse volk. Met Jezus gebeurt, wat vroeger met het joodse volk gebeurde. Zoals Israël voordien als de zoon van God wordt aangeduid, staat hier over Jezus: Uit Egypte heb ik mijn zoon geroepen. Jezus herhaalt de geschiedenis van Israël en zet die voort. De redding van Jezus verwijst naar gebeurtenissen die in het verleden plaatsvonden, maar verwijzen ook naar de toekomst. Daarom is het de bedoeling van het verhaal niet te blijven steken in ellende, onrecht en verdrukking, maar om te vertellen van redding, van hoop op de toekomst. Matthéüs geeft aan dat God sterker is dan het kwaad. Alle misère, die Herodes en zijn trawanten aanrichten hebben niet het laatste woord, ook al lijkt dat vaak zo. De Bijbel gaat voortdurend over redding uit de nood, bevrijding van doodsgevaar, een uitweg uit een uitzichtloze situatie. God heeft met redding te maken. Daarom was het opschrift boven ons verhaal fout. Er stond: de kindermoord, alsof daar alles mee gezegd is. Er moet staan, de redding van de dood. Daar gaat het om. God redt. Hoe? Door middel van Jozef. Hij is misschien wel de belangrijkste persoon uit het verhaal. Jozef toont aan hoe te midden van onheil heil zichtbaar te maken is. Hoe? Door gehoor te geven aan de stem van God. ( Matthéüs schrijft: aan wat een engel hem in de droom zegt. Je zou ook kunnen zeggen: Jozef krijgt een ingeving) Daarmee is het belangrijkste gezegd: God heeft Jozef nodig, God heeft mensen nodig. Jozef wordt door de joods schrijver Lapide een radicale vrijheidsstrijder genoemd. Al zijn zoons hebben namen van vechters tegen de Romeinen. In ons verhaal en bij Matthéüs heeft Jozef niet zo'n spectaculaire rol. Hij is een beetje de Jan Doedel van het evangelie. Hij zegt niet veel, doet trouw wat hem opgedragen wordt. Het enige dat hij moet doen is naast Maria 's ezeltje lopen en nu midden in de nacht weglopen, vluchten. Geen vlammende protesten, geen solidair meehuilen, maar wat hij doet, zwijgend, is achteraf gezien van 5
uitzonderlijk belang. Jozef is het verlengstuk van God. Dietrich Bonhoeffer weer: 'Ik geloof dat God uit alles, ook uit het slechtste, iets goeds kan en wil laten ontstaan. Hiervoor heeft hij mensen nodig. Ik geloof dat God de mensen zoveel weerstandsvermogen geeft als we nodig hebben. Ik geloof dat God geen noodlot is buiten de tijd, maar dat Hij wacht op eerlijk bidden en verantwoord handelen en hierop antwoord geeft.' Jozef behoedt ons voor het gevaar uitsluitend het christendom in verband te brengen met mensen ver weg, met spectaculaire gebeurtenissen of dappere staaltjes van geweldloosheid en solidariteit. Jozef stelt ons de vraag: in hoeverre ben jij getuige van de boodschap van God: licht in de duisternis. Dat betekent aan de ene kant niet dat jij het heil in je eentje hoeft te bewerkstelligen. Je mag staan in de belofte die Jeremia doorgeeft: 'Er is hoop voor de toekomst, de kinderen zullen naar hun gebied terugkeren. Ik zal mij ontfermen, luidt het woord van de Heer'. Die belofte vormt het fundament. Dat betekent aan de andere kant: verval niet in een stil maar wacht maar alles wordt nieuw christendom. Met jouw beperktheden, met je onaardige en aardige kanten mag je iets doorgeven van het geheim waar de hele Bijbel om draait: Ik maak alle dingen nieuw. Daarom: vier feest! Maar laat op het feest naast Herodes en Rachel, vooral Jozef niet ontbreken. En Jozef staat voor: naast een ezeltje lopen, de hand van Maria vasthouden, een beker water geven, een luisterend oor hebben en vooral: ontvankelijk zijn voor de stem van een engel. Amen J.G. de Bruijn
6