Ontmoetingskerk - Laren NH, 15 februari 2015 2 Koningen 5 Iets ontbreekt aan het leven van Naaman. Met al zijn macht, met alles wat hij kan regelen en bewerkstelligen, is er ook iets waar hij geen vat op heeft. Naaman is machtig. Opperbevelhebber is hij in Aram, het land van Arameeërs. Hij heeft grote overwinningen geboekt. Zelfs het machtige Assyrië, Irak en Iran tegelijk, heeft hij verslagen. Hij heeft een prachtige carrière gemaakt. Bij gelegenheden staat hij naast de koning in de tempel. Toch heeft hij iets niet in de hand. Iets maakt hem kwetsbaar. Zijn huidziekte. Naaman is een vermogend man, maar melaats. Zo vat het verhaal de dubbelheid van zijn leven kort en scherp samen. Met al zijn macht, met heel zijn opgebouwde carrière, bepaalt deze huidziekte hem bij wat hij niet bezit, niet met geld kan betalen, niet kan regelen of kan ritselen. De melaatsheid bepaalt Naaman bij wat hij is kwijtgeraakt: zijn gave huid, maar niet alleen dat. Er schort meer, iets wezenlijks aan het leven van Naaman. Iets dat onbetaalbaar is en niet vast te pakken of vast te houden is. Het fundamentele dat ontbreekt aan Naamans leven, dat is God. Daar gaat dit verhaal over. Het verhaal vertelt over deze Arameeër, die op weg gaat en uiteindelijk God zal vinden. Zo maakt de Bijbel van deze buitenlander een voorbeeld voor Joden en voor ons, voor ieder die zijn verhaal wil horen en God wil ontdekken. God ontdekken gebeurt niet zomaar. Er is voor Naaman nog een lange weg te gaan, voor het zover is. Hij zal van zijn gebaande wegen moeten afwijken. Hij zal onderweg veel, zo niet alles moeten loslaten om God te vinden, te hervinden.
1
Aan het hof van Naaman leeft een joods meisje. Naaman heeft haar indertijd op een van zijn veldtochten geroofd. Deze slavin krijgt geen naam in dit verhaal. Ze speelt wel een belangrijke rol. Zij is de eerste die Naaman op een ander spoor zet. Dit geroofde slavinkind is een wegwijzer naar de God van bevrijding. Ze is spreekbuis van God. Profetes heet dat ook wel. Hoe? Door simpel tegen haar meesteres te zeggen: in Samaria is een profeet, misschien kan hij helpen. Hoe ten einde raad zal Naaman geweest zijn, maar hij laat zich leiden door de woorden van dit joodse meisje. Is dit een wanhoopsdaad van een angstig mens? Of speelt er meer mee? Hoe het ook zij, Naaman gaat naar zijn koning. Die geeft hem een aanbevelingsbrief, zilver, goud, schitterende kleding, paarden en wagens mee. Op naar Israël. Zo gaat Naaman. Bij de profeet in Samaria komt hij eerst niet aan. Hij belandt bij de koning van Israël. Dat ligt meer voor de hand, het zit meer in zijn machtssysteem. De koning kan hem niet helpen. Hij reageert angstig. Hij scheurt zijn kleren en denkt: dit is toch geen samenzwering. Als ik die man niet help, vallen ze ons misschien aan. Naaman met zijn huidziekte, Naaman met zijn gemis, zal bij deze koning geen bevrijding, geen genezing vinden. Daarvoor moet je bij iemand anders zijn. Bij een profeet die nu wel een naam krijgt: Elisa. Mijn God, dat is bevrijding, betekent die naam. Naar hem gaat Naaman op weg, met zijn brief, zijn zilver, goud en mooie kleren, met zijn wagenpark en paardenspul. Elisa ontvangt hem niet. Hij blijft in zijn huis. Een bode stuurt hij, met een korte boodschap. Naar de Jordaan en zeven keer onder water. Zo’n behandeling is Naaman niet gewend. Hij reageert dan ook geprikkeld:
2
Ik had gedacht dat de profeet naar buiten zou komen, naar mij toe en dat hij God zou aanroepen en mij met zijn hand mij zou aanraken en zo mij zou genezen. De profeet doet helemaal niets van dat alles. Hij laat zeggen: naar de Jordaan, afdalen, onder water, zeven maal! Naaman is afwerend: de Jordaan? In mijn land zijn veel mooiere rivieren, waar ik veel beter zou kunnen baden. Deze behandeling zint Naaman van geen kant: Ik doe het niet! Boos wil hij vertrekken. Weer zijn er mensen die Naaman de goede kant opduwen. Anonieme krachten, anonieme werktuigen van God? Wat is hier in het spel? Zijn dienaren zeggen: waarom zou u zo iets eenvoudigs niet proberen? Het opvallende van het verhaal is dat Naaman zich ook door deze dienaren laat gezeggen. Vol overtuiging is hij zelf niet. Vol geloof en vol vertrouwen is hij niet. Er zijn anderen die hem een zetje geven, een zetje met woorden: Probeer het maar, baat het niet……. En Naaman laat zich een geloofszetje geven…. Jordaan betekent afdalen. Dat doet Naaman. Hij daalt af. Op allerlei manieren daalt hij af. Zijn waardigheid laat hij los. Maar er is meer dan dat. Met heel zijn hebben en houden gaat Naaman zeven keer onder water. Zeven is het getal van volheid. Zeven staat voor alles. Water is in de Bijbel een symbool voor de dood. Voor wat je niet kunt vasthouden. Zeven keer onder water, dat zegt aan alle kanten: je raakt alles kwijt. Je moet alles loslaten. Er is niets dat je kunt vasthouden. Niets van wat je hebt, niets van wat je denkt, niets van wat je bezit. Naaman daalt af en wordt teruggeworpen op dat niets. Ieder mens moet vroeger of later loslaten. Alles loslaten. Allen loslaten. Alles wat, allen die je dierbaar zijn. Ook je zelf moet je loslaten. Daar staat die Jordaan voor met dat totale onderdompelen. 3
Als je alles loslaat, alles los moet laten, is er dan niets? Dit verhaal over Naaman, de buitenlander, is een van de oudste doopverhalen. Elk doopverhaal zegt: als je alles los moet laten is er niet niets. Dan is God er. Zeven keer gaat Naaman onder water. Dan komt hij boven gereinigd met de huid van een kind. Wat gebeurt hier in godsnaam? Hier is iets van God. Naaman die alles moet loslaten ontdekt in dat loslaten de oorsprong van alles. Hij krijgt de gaafheid van een kind, staat er. God, althans de God van de Bijbel, wordt vaak vergeleken met een kind. Elk kind dat geboren wordt herinnert aan God. Dat kind staat voor: oorsprong, voor oorspronkelijke gaafheid. Een kind staat voor vertrouwen, voor ontvankelijkheid. Het kind in jou, dat is de innerlijke vrede. Het kind in jou, zo spreekt de Bijbel over God, die aanwezig is in mensen, in jou en mij. Het is kwetsbaar, maar het heeft ook groeikracht. Als een kind, als licht. Huub Oosterhuis heeft dat mooi verwoord, in een lied, dat we straks zingen. Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen of ergens al de wereld daagt Waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt Naaman ont-dekt God. Hij geneest, zegt het verhaal. Ieder mens die meemaakt, dat een huidziekte geneest, mag zich gelukkig prijzen. Wat we er aan kunnen bijdragen, ook via collectes, is mooi. Maar dit verhaal gaat over meer. Het heeft een boodschap voor alle mensen, ook voor huidpatiënten die niet van hun kwalen afkomen. Dit verhaal gaat, als je het goed leest, ook over jou en mij. Ik ben Naaman. Jij bent Naaman.
4
Wij bezitten van alles en nog wat, we werken, bouwen aan carrières, en we ervaren soms dat er iets schort aan ons bestaan. We verzekeren ons aan alle kanten, maar we weten ook dat verzekeringen niet voorkomen dat we zullen kwijtraken en zullen moeten loslaten. Soms zitten we vast aan wat we hebben en niet kwijt denken te kunnen. Naaman is melaats. Als je melaats in het Hebreeuws hardop zegt, Mitsra klinkt het bijna zoals een ander woord voor angst, benauwdheid, Mtsra. Wij zijn Naaman met onze eigen angsten. Angst om te verliezen en los te laten. We zijn vermogend en melaats. Met al onze angsten zijn we het Kind in ons soms uit het oog verloren. Het verhaal spreekt van mensen die Naaman, die jou en mij de weg wijzen. Zoek het maar eens bij die profeet. De profeet die Elisa heet. Elisa betekent hetzelfde als Jezus. God is bevrijding. Ze wijzen de weg naar de Jordaan. Ze weten wat het is om alles kwijt te raken. Dat je als mens in je leven niets kunt vasthouden. Ze weten dat niemand in zijn leven ontkomt aan de Jordaan: aan afdalen en loslaten. Ze weten ook van oorspronkelijke gaafheid. Van het kind, het licht in jou. Door het water, door de dood heen. Dat ontdekt Naaman. Geheel in de stijl van vroeger wil hij er voor betalen. Voor wat hoort wat. Elisa weet dat God onbetaalbaar is, net zoals liefde onbetaalbaar is. Althans de God van de Jordaan, de God van het kind in jou. De God van Elisa, de God die Jezus belichaamt. Dat is de God die in jou en mij aanwezig wil zijn als een kracht van vertrouwen. Die ons bij onze bestemming brengt. Die kan gaan doorwerken in jou en mij. Die je kunt doorgeven pro Deo. 5
Elisa weigert geschenken aan te nemen. Dan zegt Naaman: laat me wat aarde meenemen, om thuis me te herinneren aan wat ik hier ervaren heb. Zo gaat Naaman naar eigen land en eigen leven. Met een hoopje zand. Hij heeft ontdekt, wat altijd genezend werkt: iets, iemand, God zelf. Naaman gaat terug. Thuis moet hij natuurlijk compromissen sluiten, meebuigen met de koning, mee doen met de gewoontes in zijn land. Daar ontkom je niet aan. Als Naaman dat aan Elisa voorlegt, antwoord deze slechts met: ga en ga in vrede. En wij? Wij zijn Naaman. Vermogend en melaats. Mensen van vlees en bloed. Mensen met vrede en onvrede. . Wij zijn Naaman met ons geld en goed, huis en have, met onze carrière. Het is allemaal niet verkeerd. Integendeel, het kan behoren tot het geluk van leven. Maar geld en goed, macht en invloed kunnen ook als melaatsheid worden. Iets wat jou in de greep heeft als een bron van angst. Iets wat je niet kunt loslaten. Iets dat het zicht op God blokkeert. Wees niet bang om de Jordaan op te zoeken, telkens weer. Om af te dalen, los te laten. Vertrouw op de wonderlijke boodschap van dit doopverhaal. Dat vertelt wat niet zal ontbreken, door alle dood heen: De gaafheid van het Kind. Leg een hoopje zand neer en zing, bid in de geest van dit verhaal Wek mijn zachtheid weer. Geef mij terug de ogen van een kind Dat ik zie wat is en mij toevertrouw en het licht niet haat Amen J.G. de Bruijn 6