Omgevingsanalyse Sector Gehandicaptenzorg Ten behoeve van het Zorginkoopdocument 2014
Versiedatum: 12 april 2013 sector Gehandicaptenzorg
1
Inleiding CZ zorgkantoren zal ook voor 2014 de zorginkoop uitvoeren voor de AWBZ sector van de CZ-regio’s. Besloten is tot een sectorale insteek en in het onderhavige document wordt de zorginkoop voor de sector Gehandicaptenzorg beschreven. Er staan veel veranderingen op de politieke agenda en deze zijn van invloed op de vormgeving van het zorginkoopbeleid en –document. Door het kabinet-Rutte II zijn voornemens gevisualiseerd over de positionering van de AWBZ in 2017 en de stappen daar naartoe, waarbij de komende jaren onderdelen van de huidige AWBZ aanspraken zullen vervallen. Het betreft de decentralisatie van zorg naar het regime van de gemeentelijke overheid, overhevelingen van zorg naar de Zorgverzekeringswet en vormgeving van de langdurige zorg (intramurale zorg ZZP’s 5 e.v.) naar een landelijke voorziening (kernAWBZ). Bij de decentralisatie naar de Wmo zal sprake zijn van een kanteling, omdat er geen sprake meer zal zijn van verzekerd recht maar van voorzieningen en compensatiebeginsel. Het gaat om meer zorg in de buurt en meer samenwerking tussen verschillende aanbieders, maar ook langer houdbaar gefinancierde voorzieningen. Dit document geeft aan de hand van DESTEP analyse zicht op de kansen en bedreigingen die er voor de sector GZ zijn, waarbij aangegeven wordt waarop de CZ zorgkantoren in kunnen spelen. Op het moment van verschijning van deze omgevingsanalyse is de brief van de staatssecretaris van VWS met het standpunt over de langdurende zorg en de toekomstverwachtingen, nog niet gepubliceerd. Op een later moment zullen het Zorginkoopbeleid en de beleidsspeerpunten voor de sector Gehandicaptenzorg worden gepubliceerd. In een eerder stadium is de marktanalyse voor de zes zorgkantoorregio’s verschenen. Alle documenten vormen de input voor het inkoopdocument Zorginkoop Gehandicaptenzorg 2014.
2
Inleiding De omgeving waarin CZ zorgkantoren actief is, verandert snel. Het doel van de omgevingsanalyse is om inzicht te krijgen in de kansen en bedreigingen die er voor CZ zorgkantoren zijn, zodat we daarop kunnen inspelen. Door het strategisch beleid af te stemmen op de bevindingen van de DESTEP-analyse, is CZ zorgkantoren in staat om succesvol actief te zijn in haar omgeving. Een DESTEP analyse is een (externe) omgevingsanalyse die op zes onderdelen is gebaseerd. DESTEP staat voor: Demografische, Economische, Sociaal culturele, Technologische, Ecologische en Politiek/juridische factoren. Deze factoren zijn niet direct beïnvloedbaar, maar er wordt gekeken naar de laatste ontwikkelingen en veranderingen in de markt en daarop wordt dan ingespeeld. In de analyse zullen niet alle ontwikkelingen die genoemd worden bij de factoren een even grote invloed hebben op het zorginkoopbeleid 2014. In de volgende paragrafen wordt ingegaan op de trends en ontwikkelingen van de DESTEP factoren en de kansen en bedreigingen op de korte en mogelijk langere termijn. Vervolgens wordt ook ingegaan op de impact voor de zorginkoop GZ 2014 en eventueel voor de jaren erna. 1.1 Demografische ontwikkelingen TNO constateert in de trendanalyse 2010-2020 dat de levensverwachting van mensen met een ernstige verstandelijke beperking is toegenomen. Door erfelijkheidsvoorlichting, vroegdiagnostiek en prenatale screening daalt het aantal mensen met aangeboren verstandelijke beperking. TNO concludeert dat de verschillende veranderingen elkaar in evenwicht houden, waardoor de totale prevalentie de komende jaren niet verandert. Wel zal de prevalentie binnen bepaalde leeftijdscategorieën veranderen. Zo worden mensen met een verstandelijke beperking ouder dan voorheen. Kansen en bedreigingen Ouder wordende cliënten met verstandelijke beperking
Door de toename van het aantal ouder wordende mensen met een verstandelijke beperking zal ook een druk ontstaan op een toename van deze populatie in de intramurale zorg. Dit heeft ook gevolgen voor de aandacht voor zorg voor dementie en palliatief terminale zorg die ook aan deze cliëntengroep in toenemende mate zal moeten worden geleverd. Afstemming tussen zorgaanbieders GZ en V&V levert kansen op om voor bovengenoemde cliënten een passende oplossing te bieden. Daarnaast wordt er op landelijk niveau door CZ samengewerkt met VGN e.a. om te komen tot de ontwikkeling van de toolkit Beeldvorming Ouderen (2013 gereed). In de gesprekken tussen zorginkopers en zorgaanbieders zal het gebruik van de instrumenten uit de toolkit besproken worden om zo maatregelen te treffen om de hierboven beschreven doelgroep zo goed mogelijk te ondersteunen.
3
Kinderen met ontwikkelingsachterstand
Kinderen met een (dreigende) ontwikkelingsachterstand zijn geholpen als hun problematiek zo snel mogelijk wordt gesignaleerd. Tegelijk geldt dat die problematiek in een vroeg stadium nog diffuus is en vaak meervoudig. Kinderen en ouders lopen gevaar van de ene deskundige naar de andere deskundige instantie te worden doorgestuurd. Integrale Vroeghulp bundelt kennis en ervaring van alle professionals binnen de keten van zorg en onderwijs. Het gaat om vroegsignalering, vroegdiagnostiek en vroege interventie. De praktijk wijst uit dat al op zeer jonge leeftijd (vanaf zes maanden) met de juiste interventieprogramma’s binnen een gezin veel verbetering kan worden gerealiseerd. Door ouders en kind met effectieve programma´s in een zo vroeg mogelijk stadium te ondersteunen, kan achteruitgang worden voorkomen of zelfs een verbetering van de ontwikkeling worden gerealiseerd. Van belang is een ketennetwerk van vroegsignalering, integrale diagnostiek, gezinsondersteuning, onderwijs en zorg; met erkenning van de positie van ouders als regisseur, omdat zij te allen tijde de constante factor in het leven van hun kind zijn en de eerst belangrijke opvoeder; uitmondend in een voor ouders begrijpelijk en hanteerbaar integraal adviesplan; de beschikbaarstelling van langdurige trajectbegeleiding voor ouders bij de organisatie van passende voorzieningen, gezins- en opvoedingsondersteuning; en een samenhangend aanbod van onderwijs- en zorgarrangementen en een soepele toegang tot onderwijs of combinaties van onderwijs en zorg.
1.2 Economische ontwikkelingen In het regeerakkoord zijn voornemens geformuleerd voor de nieuwe Participatiewet; hierin worden allerlei regelingen voor mensen met een handicap samengevoegd, zoals de Wajong voor jonggehandicapten en de WSW voor sociale werkplaatsen. De instroom in sociale werkvoorzieningen in zijn huidige vorm stopt met ingang van 1 januari 2014. Gemeenten krijgen binnen de wettelijke kaders ruimte om zelf beschut werk als een voorziening te organiseren. Ook is helder dat in de komende jaren de inkomenssituatie van cliënten zal veranderen vanwege toenemende bezuinigingen op uitkeringen, het scheiden van wonen en zorg en het innen van hogere eigen bijdragen, waardoor het besteedbare inkomen van veel mensen met een beperking, zal afnemen. De aanspraken op huishoudelijke hulp worden vervangen door een maatwerkvoorziening voor degenen die het echt nodig hebben en het niet uit eigen middelen kunnen betalen. Kansen en bedreigingen Op het terrein van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de in te voeren Participatiewet zullen mogelijkheden komen voor arbeid i.p.v. dagbesteding van een aantal cliënten. Daarnaast zal de Wmo het kader worden voor de dagbesteding voor cliënten met een (verstandelijke) beperking. Een van de bedreigingen is dat mensen met weinig besteedbaar inkomen knelpunten ervaren bij scheiden wonen en zorg, waarbij ze de huurcomponent zelf moeten betalen.
4
Impact op de langere termijn Afstemming op het grensvlak Wmo en AWBZ is van belang ook voor de langere termijn. Enerzijds omdat er sprake zal zijn van de decentralisatie van dagbesteding en vervoer naar Wmo en anderzijds omdat ook afstemming met de dagbesteding voor intramurale cliënten (AWBZ) nodig blijft. 1.3
Sociaal-culturele ontwikkelingen 1.3.1 Groter beroep op netwerken Er zal meer een beroep gedaan worden op de cliënt zelf en zijn of haar omgeving c.q. sociale netwerk, alvorens dat er een beroep gedaan kan worden op de zorg. In de afgelopen jaren heeft de sector GZ via prijsopslagen gestimuleerd dat zorgaanbieders samen met de cliënten aan de slag gingen om sociale netwerken tot stand te brengen. Hier zijn veel zorgaanbieders in geslaagd, waardoor netwerken van cliënten in kaart zijn gebracht en zijn uitgebreid. Impact zorginkoop 2014 In het kader van de zorginkoop 2014 zullen we bezien welke slimme oplossingen1 nog ingezet kunnen worden door zorgaanbieders samen met cliënten en hun mantelzorgers. Publicatie van best-practices zal worden bepleit. 1.3.2 ‘ongezond’ ouder worden van mensen met een beperking Veel mensen met een verstandelijke beperking worden ‘ongezond’ ouder, door bijvoorbeeld overgewicht, ongezond eten of onvoldoende bewegen. Het is nog onvoldoende bekend om hoeveel cliënten het gaat en waar zij precies last van hebben. Er is een consortium opgericht ‘Gezond ouder worden met een verstandelijke beperking’ en het doel is om kennis te verzamelen over de gezondheid van ouderen met een verstandelijke beperking. Deze informatie kan de zorg aan ouderen met een verstandelijke beperking verbeteren. Kansen en bedreigingen Op basis van wetenschappelijk onderzoek, zoals GOUD, is het mogelijk meer zicht te krijgen op de toekomstige oplossingen voor verbetering kwaliteit van leven en kostenbeheersing. Ook zou dit mogelijkheden bieden om tezamen met CZ sectoren die zich bezighouden met Integrale ouderenzorg (en aandacht voor zorg aan kwetsbare groepen) te bekijken hoe dit beleid ook van toepassing kan zijn op cliënten in de sector GZ. In de afgelopen jaren heeft de sector GZ via prijsopslagen gestimuleerd dat zorgaanbieders meer aandacht geven aan meer bewegen voor cliënten. Hier zijn veel zorgaanbieders in geslaagd, waardoor cliënten meer zijn gaan bewegen. Impact voor zorginkoop 2014 Best practices publiceren zodat er kennisoverdracht kan plaatsvinden; Overleg met andere CZ sectoren om te bezien of er meer afstemming kan plaatsvinden.
1
Bijvoorbeeld door “In voor Zorg” 5
1.3.3 Kwetsbaarheid mensen met verstandelijke beperking In het kader het ZonMw Nationaal Programma Ouderzorg is subsidie gekregen om op basis van alle verzamelde gegevens een kwetsbaarheidsindex te ontwikkelen. Het is niet te verwachten dat alle kwetsbaarheid te voorkomen is, maar wel een deel. Mensen met verstandelijke beperkingen worden steeds ouder en het is jammer als zij die extra jaren onnodig ongezond en hulpbehoevend moeten doorbrengen. “Vijftigplussers met een verstandelijke beperking zijn eerder ‘oud’ dan hun leeftijdsgenoten uit de algemene bevolking. Hun kwetsbaarheid komt overeen met gezonde personen van vijftien jaar ouder. Dit blijkt uit de door ZonMw gefinancierde GOUD-studie (Gezond Ouder met een verstandelijke beperking). In deze studie werkt het Erasmus MC samen met drie zorgorganisaties voor mensen met een verstandelijke beperking. Die zorgaanbieders ervaren dat de gemiddelde levensverwachting van hun bewoners stijgt. Zij willen dat graag koppelen aan een betere en langere gezondheid. Zowel voor het welzijn van de mensen zelf, als voor zorgzwaarte en de kosten van zorg is dit van belang”. (Bron: ZonMW NOP).
Kansen en bedreigingen: De kwetsbaarheid kan worden verminderd door lichamelijke activiteit te stimuleren. Echter, het gaat hier om verandering van leefstijl, en wel door een groep die daarvoor niet of beperkt zelf verantwoordelijkheid kan dragen. Een van de onderzoeksresultaten is een methode die de mensen aan het bewegen moet krijgen, drie keer per week, 8 maanden lang. Het is ook belangrijk dat ook de activiteitenbegeleiders gecoacht worden, wil de interventie doelmatig zijn. Impact voor zorginkoop 2014: Van belang is om meer aandacht te hebben voor ontwikkelingen als obesitas en diabetes bij ouderwordende mensen met een verstandelijke beperking, zodat kwaliteit van leven hoger wordt en de zorgkosten beter beheersbaar zijn. Dat betekent dat er tussen de sectoren GZ en Huisartsenzorg meer aandacht moet komen voor deze problematiek en om maatregelen te nemen in de sfeer van preventie; Bezien of het CZ programma Integrale Ouderenzorg kansen biedt voor GZ. 1.4
Technologische ontwikkelingen
1.4.1. Toekomst beleidsregel zorginfrastructuur Het Ministerie van VWS herbezint zich over de toekomst van de beleidsregel Zorginfrastructuur. De NZa zoekt naar een alternatief voor het huidige systeem. VWS vraagt de NZa de nieuwe regeling zo in te richten dat deze bijdraagt aan voorkoming van een beroep op zwaardere AWBZ- en/of WMO- zorg. Door de NZa wordt onderzocht of Zorginfrastructuur eventueel onderdeel kan worden van de regionale contracteerruimte van zorgkantoren. De NZa wil uiterlijk in 2017, of zoveel eerder als mogelijk is, de huidige financiering van zorginfrastructuur hebben vormgegeven in een prestatiebekostiging of (gedeeltelijk) hebben overgeheveld naar gemeenten en/of Zorgverzekeringswet. De samenloop met de wijzigingen zoals scheiden van wonen en zorg, de overheveling van begeleiding, extramurale zorgzwaartepakketten en het terugbrengen van de langdurige zorg tot de kern, zullen bepalend zijn voor de uiteindelijke bekostigingswijze.
6
Impact voor zorginkoop 2014 Afhankelijk van de mogelijkheden van de beleidsregel bezien welke mogelijkheden er voor zorginkoop 2014 voor de AWBZ zijn2; Best practices publiceren zodat er kennisoverdracht kan plaatsvinden. 1.4.2 Site over verstandelijke beperking en diabetes in de maak Van belang is om mensen met een verstandelijke beperking met diabetes en hun naasten en begeleiders informatie op maat te geven over diabetes en zelfmanagement te stimuleren. Dat is de doelstelling van het project 'Diabetes zelf in de hand'. Op een nieuwe website kunnen mensen met een verstandelijke beperking, hun familie en begeleiders vanaf medio 2013 elk een eigen e-learning gebruiken om meer te weten te komen over diabetes. De e-learning geeft informatie over wat diabetes is en wat het betekent voor het dagelijks leven. Maar ook informatie over medicijnen, hoe cliënten in contact kunnen komen met lotgenoten en hoe begeleiders en naasten het beste ondersteuning kunnen bieden. Dit moet ertoe bijdragen dat mensen met een verstandelijke beperking op een goede manier de eigen regie voeren en gezond kunnen leven met hun aandoening. Het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik, kenniscentrum Mikado, het NIVEL, Stichting Ookjij.nl en Zorgbelang Gelderland zijn de initiatiefnemers van het project Diabetes op maat. Ze gebruiken elk hun eigen kennis, expertise en netwerk om de site zó te ontwikkelen dat het een digitale leeromgeving wordt met informatie die perfect aansluit bij de doelgroep en hun omgeving. Impact voor zorginkoop 2014 In het kader van communicatie en informatievoorziening de verwijzing van bovengenoemde website op website CZ zorgkantoren realiseren. Ook bezien of er in kader van e-health mogelijkheden voor vervolg zijn. 1.5 Ecologische ontwikkelingen Bij ecologische factoren denken we aan ontwikkelingen als duurzaam ondernemen. Impact voor zorginkoop 2014 In het kader van de overeenkomst aandacht aan dit aspect geven, mede met het oog op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. 1.6
Politiek(-juridisch) ontwikkelingen
Voorgenomen maatregelen Regeerakkoord betekenen beperking AWBZ Het Regeerakkoord van het kabinet Rutte II is eind 2012 gepubliceerd en hierin zijn de voornemens geschetst over de vormgeving van de langdurende zorg voor mensen met een beperking voor de middenlange termijn. Tevens is inzichtelijk gemaakt hoe de regering denkt over het schrappen van functies in het Besluit Zorgaanspraken AWBZ en deze wenst te decentraliseren naar de gemeenten danwel over te hevelen naar de Zorgverzekeringswet.
2
Afhankelijk van de definitieve Beleidsregel 2014 bezien welke gevolgen de wijzigingen hebben voor het beslag op de contracteerruimte. 7
Uit een eerste analyse van het regeerakkoord blijkt dat er een kern-AWBZ overblijft voor de intramurale zorg voor gehandicapten en ouderen vanaf 2015. Dit geldt voor de zorgpakketten 5 en hoger. Het gaat om een landelijke centrale voorziening met contracteerruimte waarbij mogelijkerwijs sprake is van een regionale structuur voor inkoop met budgetplafond. De toegang tot de landelijke voorziening loopt via eenduidige criteria. In mei 2013 zal de staatssecretaris van VWS de definitieve contouren van de uitwerking van de voornemens van de langdurende zorg en de landelijke voorziening formuleren in een brief aan de Tweede Kamer. In februari 2013 hebben de Minister en Staatssecretaris al wel de agenda voor deze kabinetsperiode geschetst “van systemen naar mensen”. De kern van de hervormingen is dat er een omslag gemaakt moet worden van het denken in systemen naar het denken in mensen. Zoveel mogelijk thuis wonen of zorg bieden en meer zorg in de buurt. De uitkomsten van de bespreking van de brief van VWS in de Tweede en Eerste Kamer zullen bepalend zijn voor de toekomst. 1.6.1 De (huidige) voorgenomen maatregelen van het Kabinetsakkoord zijn: 1.6.1.1. Decentralisatie van de functies begeleiding en (delen van) persoonlijke verzorging van AWBZ naar WMO per 1 januari 2015. Kansen en bedreigingen In het kader van de voorgenomen decentralisatie is het van belang om een goede informatievoorziening over de producten begeleiding en dagbesteding voor gemeenten te realiseren. Op die manier kan een soort “warme overdracht” van kennis plaatsvinden. Ook zijn er mogelijkheden om gezamenlijk met gemeenten naar afstemming op het gebied van dagbesteding te kijken in het kader van zorginkoop. Op die manier kan synergie voor cliënten bereikt worden en kan aan kostenbeheersing worden gedaan. Impact voor zorginkoop 2014: Het oorspronkelijke voornemen om de aanspraak op dagbesteding per 1 januari 2014 voor nieuwe cliënten te schrappen uit het Besluit Zorgaanspraken AWBZ en de aanspraak op Persoonlijke verzorging aan te scherpen, wordt waarschijnlijk vervangen door een tariefskorting. Dit heeft direct gevolgen voor de te contracteren omvang van dagbesteding en persoonlijke verzorging voor 2014; Bezien of er voldoende zorginfrastructuur is gerealiseerd en aandacht voor voldoende zorg op onplanbare momenten (beschikbaarheidsfunctie GZ). 1.6.1.2.
Decentralisatie van Jeugdzorg naar de nieuwe Jeugdwet per 1 januari 2015. Het wetsvoorstel wordt nu voorgelegd aan verschillende adviesorganen en aan de Raad van State. Men hoopt dat het wetsvoorstel in de zomer kan worden aangeboden aan de Tweede Kamer. Over de budgetten die gemeenten krijgen, hoopt men in mei 2013 meer te kunnen zeggen. Een belangrijk onderwerp omdat de gemeenten dan weten hoe ze de zorg kunnen gaan inkopen. Het streven is nog steeds dat de invoering zal plaatsvinden op 1 januari 2015.
8
Kansen en bedreigingen Er is sprake van voornemen tot overheveling naar gemeenten van alle vormen van zorg voor de jeugd (jeugd-ggz, de zorg voor jeugd met een beperking, de huidige jeugdzorg). Gekozen is voor één systeem van kwaliteitsbeleid voor alle aanbieders van jeugdhulp. In de door landelijke partijen opgerichte werkgroep jeugd-Vb werd duidelijk dat de grens van een IQ van 50 niet langer bepalend zal zijn voor welke zorg de gemeenten wel of niet verantwoordelijk zijn. Omdat ook nog een wijziging van de AWBZ aanhangig is in de Tweede kamer is nog niet helder wat nu nog aan zorg onder de AWBZ of ZvW gaat vallen en wat onder de regie van gemeenten komt. Onduidelijkheid is er nog over de positionering van de prestaties dagbehandeling specifiek voor cliënten met een licht verstandelijke beperking, omdat er ook sprake is van overheveling van (dag)behandeling naar de Zorgverzekeringswet. Impact voor zorginkoop 2014: Voor de zorginkoop 2014 zullen maatregelen getroffen moeten worden voor de overdracht van informatievoorziening over zorg aan jongeren met een licht verstandelijke beperking. Daarnaast grijpt dit traject in op het traject van de decentralisatie van begeleiding naar de gemeenten, omdat daarvan ook een aantal prestaties specifiek voor LVG geldt; Van belang is het houden van grip op de afspraken (naschoolse (dag) behandeling in 2014 vanwege de onzekerheid over de overheveling van deze zorg (ZvW of Jeugdwet). Dit kan effect hebben op de kosten voor CZ (als het overgaat naar ZvW en de uitvoering plaatsvindt door zorgverzekeraars); In het kader van de NZa cyclus zorgzwaarteonderhoud zal in 2014 extra aandacht moeten zijn voor de voornemens tot aanpak van de ZZP’s LVG 4 en 5 en SGLVG. Immers bij overheveling naar de nieuwe Jeugdwet zal het geen aanspraak meer zijn in de AWBZ. 1.6.1.3.
Mogelijke overheveling extramurale behandeling en prestaties Zintuiglijk gehandicaptenzorg naar ZvW. In 2012 is in de ZG sector afgesproken dat er rust zou komen voor een periode van drie jaar en in het tijdsvak 2012-2014 zou in het kader van Verbindend vernieuwen de koers voor afspraken bepaald worden. Er is gewerkt aan een plan van aanpak, waarin wordt vastgelegd dat in een periode van drie jaar gewerkt wordt aan een passende, toekomstbestendige en beheersbare bekostiging en positionering van de zorg- en dienstverlening aan mensen met visuele, auditieve en communicatieve beperkingen. Een ontwikkeling is dat er steeds meer referentiekader beschikbaar is voor de typering van beperkingen en mogelijkheden van cliënten in de zorg, bv. ICF. De ICF is een biopsychosociaal model voor het in kaart brengen van de invloed van, tijdelijke of blijvende, gezondheids-toestanden en contextuele factoren op het functioneren van individuen. Op basis van internationale literatuur kan niet anders dan worden geconcludeerd dat de ICF een nuttig en bruikbaar instrument is voor het in kaart brengen van het functioneren van patiënten en cliënten. Hoewel het (leren) werken met de ICF instellingen en professionals aanvankelijk veel tijd kost, levert het na een (half) jaar niet alleen tijd op, maar ook kwaliteitswinst. De samenwerking met cliënten, hun sociale netwerk en collega’s verbetert en behandeldoelen en interventies sluiten beter aan bij de alledaagse levenssituatie van cliënten.
9
Impact voor zorginkoop 2014 Voor 2014 zal er nog sprake zijn van bestendiging beleid ZG afspraken 2013 en in het betrekken van evaluatiepunten 2012-2013 in het inkoopdocument. Het is nog niet duidelijk of met ingang van 1 januari 2015 de functie extramurale Behandeling en de sector ZG overgeheveld worden naar de ZvW. Dit betekent ook onzekerheid over de uitname van het deel uit de contracteerruimte. 1.6.1.4.
Overheveling functie Verpleging en (daarbij behorende)verzorging naar ZvW. Het voornemen is om in 2015 de functie verpleging over te hevelen naar de Zorgverzekeringswet. Tevens zal een deel van de Persoonlijke verzorging, die gekoppeld is aan de verpleging, ook worden overgeheveld naar de ZvW. In 2017 worden zorgverzekeraars naar verwachting volledig risicodragend voor deze prestaties. Ook de wijkverpleegkundige zal worden onderdeel gaan uitmaken van de prestaties die naar de Zorgverzekeringswet gaan. Impact zorginkoop op langere termijn Voor de zorginkoop zullen de gevolgen voor de sector GZ, gegeven de relatieve omvang van de productieafspraken. De zorg vanuit de wijkverpleegkundige biedt voor de toekomst mogelijkheden voor cliënten met een beperking die langer thuis kunnen blijven wonen in het kader van wijkgerichte zorg. 1.6.1.5. Integratie GGZ care met GGZ cure in de ZvW Het voornemen is om per 1 januari 2015 de ZZP’s C over te hevelen naar de gemeenten. De andere delen van de GGZ care zullen per die datum worden overgeheveld naar ZvW. Impact zorginkoop 2014 Voor de zorginkoop 2014 zal het nog geen gevolgen hebben; Voor de zorginkoop 2015 is nu nog onduidelijk hoe in de sector GZ om te gaan met ZZP C die afgesproken zijn; Voor de langere termijn moet bezien worden welke gevolgen het heeft voor een goede afstemming tussen de sectoren GZ en GGZ (bv. voor de doelgroep autisten of ouder wordende mensen met een verstandelijke beperking en psychische stoornis). 1.6.1.6. De ADL assistentie in 2014. Momenteel wonen er 1.300 personen in een ADL-woning. Het Fokuswonen neemt een bijzondere positie in in het stelsel van zorg en dienstverlening. Jarenlang had Fokus deze positie doordat zowel de bouw, de woonaanpassingen, het alarmintercomsysteem, de gemeenschappelijke badvoorzieningen en de 24-uurs dienstverlening op afroep worden gesubsidieerd vanuit de Regeling subsidies AWBZ. De subsidieregelingen zijn beëindigd en ondergebracht in bestaande reguliere regelingen. De dienstverlening van Fokus bestaat voor het overgrote deel uit activiteiten die vallen onder de functie persoonlijke verzorging. Ook is er hulp bij alledaagse activiteiten. De dienstverlening is 24 uur per dag oproepbaar. M.i.v. 1 januari 2012 is de ADL-assistentie als tijdelijke AWBZ aanspraak geregeld, waardoor bewoners van een ADL-woning aanspraak hebben gekregen op 24-uurszorg dat in de ADL-woning wordt aangeboden. 10
Het College voor Zorgverzekering voert een uitvoeringstoets uit en de resultaten zijn nog niet beschikbaar. Impact voor zorginkoop 2014: Vanwege het nog niet beschikbaar hebben van de gegevens van de Uitvoeringstoets en de besluitvorming over de conclusies in relatie tot invoering per 1 januari 2014 heeft VWS besloten dat in 2014 het beleid van 2013 gecontinueerd worden. 1.6.2 Trend tot extramuralisering Per 1 januari 2013 worden cliënten niet meer voor verblijfszorg geïndiceerd voor ZZP VG 1 en VG 2 mits ouder dan 23 jaar, maar zullen (indien geïndiceerd) voor extramurale prestaties in aanmerking komen. Per 1 januari 2015 zullen cliënten met een verstandelijke beperking niet meer geïndiceerd voor ZZP VG 3. Aandachtspunten zijn de samenwerking met gemeenten om afstemming te hebben over voldoende woningen voor cliënten die thuis blijven wonen, voldoende mogelijkheden voor zorginfrastructuur en zorg op onplanbare momenten. Wellicht dat in de toekomst de wijkverpleegkundige ook meer een rol kan hebben voor cliënten met een beperking. Impact voor zorginkoop 2014 Er zal sprake zijn van afname van productieafspraken ZZP VG 1 en VG 2; Van belang is om beleid te ontwikkelen hoe om te gaan met substitutie van leegvallende ‘plaatsen’ naar extra extramurale zorg voor cliënten met een extramurale indicatie; Ook dient beleid ontwikkeld te worden hoe om te gaan met substitutie van deze ‘plaatsen’ naar afspraken voor hogere (duurdere) ZZP’s; Tevens zal er een toename van afspraken zijn voor extramurale begeleiding (individuele begeleiding en dagbsteding) in 2014; Zorgaanbieders zullen moeten gaan nadenken over alternatieve mogelijkheden voor de leegstand die ontstaat: fungeren als huisbaas voor cliënten met een extramurale indicatie danwel andere bestemming vinden voor het vastgoed. 1.6.3 PGB maatregelen Cliënten kunnen vanaf 1 januari 2013 alleen nog kiezen voor een PGB voor extramurale zorg indien zij minimaal 1 jaar Zorg in natura hebben geprobeerd, en (in geval van een indicatie voor begeleiding) er een indicatie is voor meer dan 10 uur per week. Huidige PGB cliënten behouden hun PGB, maar het zorgkantoor wordt geacht hen actief te sturen in de richting van ZiN-aanbieders. Het PGB voor verblijfsindicaties blijft behouden (in acht nemend dat het aantal mensen met een nieuwe verblijfsindicatie als gevolg van de afschaffing ZZP 1 en 2, en wellicht ook 3 en 4, in de toekomst afneemt). Impactanalyse zorginkoop 2014 Er zal een toename zijn van afspraken extramurale begeleiding door de omzetting van PGB naar ZIN voor extramurale prestaties begeleiding; CZ zorgkantoren zal PGB-houders actief gaan wijzen op de mogelijkheden om Zorg in natura af te nemen.
11
1.6.4 Wetgeving Wetsvoorstel Cliëntenrechten Zorg
Uit het regeerakkoord vloeit een stevig samenstel van wetgevende maatregelen op VWSterrein voort. Het is de ambitie van de bewindslieden dat wetsvoorstellen die nodig zijn voor de in het regeerakkoord genoemde maatregelen in 2013 bij de Tweede Kamer worden ingediend. Om meer tempo in het wetgevingstraject van het wetsvoorstel cliëntenrechten zorg te krijgen, wordt de wet in vijf onderwerpen geknipt: klachten en geschillen; kwaliteit; goed bestuur en medezeggenschap; aanpassing van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (Wgbo); aanpassing van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi). In het voorjaar 2013 krijgt de Tweede Kamer een afgeslankt wetsvoorstel cliëntenrechten zorg dat alleen over klachten en geschillen zal gaan. Ook voor de Kwaliteitswet zorginstellingen zal de Kamer dan een nota van wijziging ontvangen. Voor ‘goed bestuur en medezeggenschap’ komt er eind 2013 een nieuw wetsvoorstel. De aanpassing van de Wgbo en WTZi volgt later in de kabinetsperiode. De nieuwe route biedt de kans om een analyse te maken voor welk probleem de wet een oplossing moet bieden. Ook kan het wetgevingstraject meer in samenwerking met het veld worden gedaan. Bij de vormgeving van nieuwe wetgeving worden de principes van het wetsvoorstel Begingselenwet AWBZ waar relevant meegenomen. Andere wetgeving
De inwerkingtreding van de goedkeuringswet van het VN-verdrag inzake mensen met een beperking wordt voorzien op 1 juli 2015; De wijziging van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning waarbij sprake is van decentralisatie extramurale zorg naar gemeenten en beperken huishoudelijke verzorging tot personen die deze niet zelf kunnen betalen, moet per 1 januari 2015 gerealiseerd zijn; Het wetsvoorstel Zorg en Dwang kan plenair worden voortgezet in de Tweede Kamer; Het wetsvoorstel dat de omvorming van het College voor zorgverzekeringen (Cvz) regelt tot Zorginstituut Nederland (Kwaliteitsinstituut) is gereed voor plenaire behandeling. De inwerkingtreding is voorzien per 1 juli 2013; Het voorstel tot wijziging van een aantal wetten voor het aanscherpen van toezicht op fusies in de zorgsector en de opsplitsingbevoegdheid van de IGZ wordt plenair in de Tweede Kamer voortgezet. Inwerkingtreding is voorzien voor 1 januari 2014. Impact zorginkoop 2014 Op het moment dat wetsvoorstellen aangenomen zijn, zal de wetgeving gelden voor de zorgaanbieders, cliënten en andere relevante partijen. Het is evident dat in de zorginkoop rekening gehouden wordt met wetgeving.
12
Conclusie In voorgaande paragrafen zijn de kritieke omgevingsinvloeden beschreven. Gegeven de voornemens van de decentralisatie van enkele functies AWBZ naar Wmo en zorginkoop intramurale zorg naar landelijke voorziening zal m.n. de toekomst na 1 januari 2015 bepalend zijn voor de mogelijkheden van CZ zorgkantoren. Voor zorgaanbieders zal een paradigmaverschuiving al eerder plaatsvinden en zal in 2014 ingezet moeten worden om de organisatie voor te bereiden op de cultuurverandering. De cliënten die een indicatie hebben voor begeleiding en nu individuele begeleiding of dagbesteding krijgen, zullen na 1 januari 2015 hun aanspraak AWBZ verliezen en een beroep moeten doen op de voorziening dagbesteding vanuit de Wmo. De zorgaanbieders zullen hen hier op moeten voorbereiden en zelf als organisatie samenwerking met gemeenten moeten zoeken en hun aanbod moeten afstemmen op de nieuwe werkelijkheid. Dat betekent dat ze andere strategische keuzes moeten maken en extra aandacht moeten besteden aan het managen van de daarbij passende strategische veranderingen. Tot slot Ten tijde van het opstellen van deze omgevingsanalyse voor de sector Gehandicaptenzorg is de brief van de staatssecretaris van VWS met een nadere uitwerking van de Kabinetsvoornemens nog niet gepubliceerd.
13