Marktanalyse 2015 Sector Gehandicaptenzorg Regio West-Brabant
31-03-2015
Marktanalyse Sector Gehandicaptenzorg CZ zorgkantoren heeft een marktanalyse opgesteld voor de sector Gehandicaptenzorg (GZ). Het zorgkantoor gebruikt de marktanalyse voor haar inkoopbeleid. Zorgaanbieders kunnen deze informatie gebruiken bij het ontwikkelen van het gewenste zorgaanbod voor hun cliënten. Daarnaast biedt de marktanalyse de gelegenheid om samen met elkaar over de ontwikkelingen in gesprek te gaan. Deze marktanalyse geeft een beeld van de zorgvraagontwikkeling, het zorgaanbod, de toegankelijkheid, de doelmatigheid en de kwaliteit van de regio West-Brabant in vergelijking met het totaal van de zes CZ zorgkantoorregio’s (Haaglanden, ZuidHollandse eilanden, West-Brabant, Zeeland, Zuidoost-Brabant en Zuid-Limburg). Nieuw, ten opzichte van vorig jaar is deze
indeling op de vijf beleidskaders, passend bij onze opdracht in de Wet langdurige zorg. Hierdoor wordt voor het eerst ook informatie wordt gegeven over de doelmatigheid. De cijfers zijn gebaseerd op 2014 (en soms ook nog vergeleken met eerdere jaren) maar dat voor de consequenties wordt gekeken naar 2015. Sinds 1 januari 2015 is er veel veranderd. De AWBZ bestaat niet meer en de Wlz is in werking getreden. Delen van de AWBZ zijn overgeheveld naar de Zvw (zorgverzekeraars) en delen naar de Wmo en de jeugdwet (gemeente). CZ Zorgkantoren is in de Wlz verantwoordelijk voor mensen met een langdurige intensieve zorgvraag. Deze marktanalyse zal dan ook niet ingaan op het benoemen en oplossen van knelpunten van extramurale zorg en jeugdzorg. Namens de makers wenst CZ zorgkantoren u veel leesplezier. Tilburg, 31 maart 2015
Het opstellen van deze marktanalyse is met de grootste zorgvuldigheid gebeurd om zorgaanbieders en zorginkopers een beeld te geven van de ontwikkeling van vraag en aanbod. Wanneer er desondanks toch onjuistheden in voor komen, aanvaardt CZ zorgkantoren daarvoor geen enkele aansprakelijkheid. Ook aanvaardt CZ zorgkantoren geen aansprakelijkheid voor enige directe of indirecte schade die zou kunnen ontstaan door het gebruik van de hierin aangeboden informatie.
2
Inhoudsopgave 1. De Wlz is een feit 2. Marktgrootte regio 3. Vijf Beleidskaders Kader 1. Zorgvraagontwikkeling
Kader 2. Toegankelijkheid Kader 3. Zorgaanbodontwikkeling
Kader 4. Doelmatigheid Kader 5. Kwaliteit 4. Hoe verder?
3
1. De Wlz is een feit De Wlz is per 1 januari 2015 ingegaan. De drie belangrijkste uitgangspunten zijn:
1.
Toegang: •
2.
Keuzevrijheid: • • •
3.
Alleen toegankelijk voor cliënten met een zeer intensieve zorgvraag in de directe nabijheid.
Keuzevrijheid cliënt voor leveringsvorm: MPT, VPT, ZZP, PGB of combinatie MPT en PGB. Toets zorgkantoor op doelmatigheid en zorglevering verantwoord thuis (toetsingsprotocollen zijn nog in ontwikkeling) Voor MPT en VPT geldt een machtigingsprocedure die op basis van advies zorgaanbieder leidt tot een positieve of negatieve beschikking.
Onafhankelijke cliëntondersteuning: •
•
Naast de cliëntondersteuning van zorgaanbieder en zorgkantoor kan cliënt gebruik maken van onafhankelijke cliëntondersteuning door Zorgbelang of MEE bij bijvoorbeeld keuze voor zorgaanbieder, leveringsvorm en/of zorgplanbespreking. Zowel het CIZ, de zorgaanbieder als het zorgkantoor moeten de cliënt actief wijzen op deze mogelijkheid.
Meer (actuele) informatie over deze ontwikkelingen vindt u op onze website
4
2. Marktgrootte* regio West-Brabant
* op basis van het aantal intramurale afgesproken dagen
5
3. Vijf beleidskaders Klantvraag – criteria en beleidskader
Confrontatie vraag en aanbod 1. Zorgvraagontwikkeling (klantbehoefte): • Indicaties opgesplitst per ZZP • Indicaties afgezet over 3 jaar (2012 – 2013 – 2014)
5. Kwaliteit: • Landelijke kwaliteitskader pijler 1 • Landelijk kwaliteitskader Pijler 2a onderdeel zorgafspraken en ondersteuningsplannen
Vraag
PA
W REA
2. Toegankelijkheid: wachtlijst • Wachtlijstinformatie • actief wachtenden buiten de norm • wens wachtenden buiten de norm
4. Doelmatigheid: • Kosten per bed • ZZP’s inclusief en exclusief behandeling • Meerzorg
3. Zorgaanbodontwikkeling: • Aanbod Realisatie ZZP/VPT • MPT en PGB • Meerzorg • Crisis
6
Kader 1. Zorgvraagontwikkeling
7
Toelichting In dit hoofdstuk zorgvraagontwikkeling wordt de indicatieontwikkeling van de intramurale indicaties in beeld gebracht. Er is onderscheid gemaakt in de ontwikkeling van VG 1 en VG 2, LG 1, en LG 3, en de hoge ZZP’s (VG 3 t/m VG 8, LG 2, LG 4 t/m LG 7). Bron: indicatieontwikkeling CIZ basisrapportage (publicatie website CIZ) Periode: 01-07-2012 tot 01-07-2014 met een trendlijn richting 01-01-2015 Indeling: VG 1-2, VG 3-8, LG en ZG in aantal cliënten . Vervolgens is een verder uitsplitsing gemaakt op de VG 1 tot en met VG 8 indicaties en LG 1 tot en met LG 7 indicaties.
Let wel: Het aantal indicaties kan hoger zijn dan aanbod: Cliënten kunnen slaap wachtend zijn of de indicatie kan in een andere zorgkantoorregio worden verzilverd Aanbod kan hoger zijn dan het aantal indicaties: Indicaties van bureau jeugdzorg* zijn niet meegenomen in CIZ rapportage noch in de wachtlijsten. De zorg is wel opgenomen in het aanbod. Indicaties vanuit een ander zorgkantoorregio worden in West-Brabant verzilverd.
* deze analyse heeft betrekking op 2014 waar CZ zorgkantoren nog zorg inkocht voor cliënten met een bureau jeugdzorg indicatie
8
Indicatieontwikkeling intramuraal Stijging zorgvraag VG 3 tot en met 8 Daling lage ZZP’s (VG 1 en 2 en LG 1 en 3), LG en ZG
CZ zorgkantoren
LG hoog indicaties nemen niet af in West-Brabant ZG indicaties nemen toe terwijl deze bij CZ juist afnemen
West-Brabant 9
VG
Indicatieontwikkeling tussen 2012 en 2014 Sterke stijging zorgvraag VG 6 en 8 Daling lage ZZP’s en VG 5 Verschuiving van indicaties van VG 5 naar VG 8
CZ zorgkantoren
Sterke afname indicaties lage ZZP’s VG 3 neemt sterk toe in West-Brabant
West-Brabant 10
LG
Indicatieontwikkeling tussen 2012 en 2014 Sterke afname in het aantal LG indicaties behalve op de LG 7
CZ zorgkantoren
Sterke afname indicaties lage LG 2 Toename bij LG 4 en 6 terwijl deze bij CZ totaal afnemen Aantal LG indicaties nemen in verhouding nagenoeg niet af
West-Brabant 11
Conclusies Zorgvraagontwikkeling Beleid VWS i.r.t. afbouw lage ZZP’s (VG 1&2 en LG 1&3) is goed te zien in de indicatieontwikkeling
• Er worden geen nieuwe indicaties meer afgegeven voor VG 1&2 en LG 1&3 voor 23+. • De huidige 20 VG 1, 235 VG 2, 35 LG 1 en 170 LG 3 indicaties zullen door natuurlijk verloop verder teruglopen. • De vrijkomende plaatsen kunnen niet vervangen worden door hoge VG ZZP’s; Er kan geen substitutie plaatsvinden.
Stijgende zorgvraag VG 3 t/m 8 (excl. VG 5)
• Bij CZ totaal zien we een zorgzwaarteverzwaring in indicaties op de hoge ZZP’s. Deze is ook zichtbaar in West-Brabant. • Daarbij is de zorgvraag voor VG 3, 6 en 7 relatief hoog ten aanzien van het aanbod ZZP: veel cliënten verzilveren hun indicatie op een andere wijze dan via een ZZP.
Zorgvraag LG neemt nagenoeg niet af in West-Brabant
• Past niet binnen de trend van een afnemende zorgvraag voor deze doelgroep. • Er is daarnaast sprake van zorgzwaarteverzwaring.
12
Kader 2. Toegankelijkheid
13
Toelichting toegankelijkheid Bron: AZR vergelijking tussen datum zorgtoewijzing en de peildatum Peildata: maandelijks over 2014 Aantal cliënten buiten de norm : Actief wachtenden: cliënt wil de geïndiceerde zorg ontvangen, maar krijgt dit niet (wachtend buiten zijn wil) Wens wachtenden: cliënt wil de geïndiceerde zorg alleen ontvangen van de zorgaanbieder van voorkeur
Alleen voor de wachtenden VG is onderscheid gemaakt tussen cliënten die wachten met en zonder enige vorm van zorg. Overig: cliënten die wachten met een LG of LVG indicatie. Er zijn geen wachtlijsten voor mensen met een zintuiglijk beperking. De tabellen op slide 15, 16 en 17 laten het gemiddeld aantal wachtenden cliënten per ZZP zien over de genoemde periode. Er is onderscheid gemaakt tussen cliënten die wachten met en zonder enige vorm van zorg. Gehanteerde landelijke norm: maximaal aanvaarbare wachttijd: 6 weken: 13 weken:
LVG 1-5, VG 3-8, LG 3-7 VG 1 en 2, LG 1 en 2
14
Aantal actief wachtenden Meeste actief wachtenden bij de VG 1, 2, 3 en 6 Actief wachtenden zonder enige vorm van zorg op de VG 1, 2, 3, 5, 6 en de LVG ZZP’s
Stijging aantal actief wachtenden VG met enige vorm van zorg aan het eind van 2014 Relatief veel actief wachtenden VG 1, 2 en 6
25 22 20 20
15 15
13
10 6 5
4 3
4 1
1
apr-14
jul-14
1
0 jan-14
1 okt-14
Actief Wachtend VG met enige vorm van zorg Actief Wachtend VG zonder enige vorm van zorg Actief Wachtend Overig met en zonder enige vorm van zorg
CZ zorgkantoren
West-Brabant 15
VG
Aantal wens wachtenden Meeste wens wachtenden bij VG 3 en 6
250
Relatief veel wens wachtenden
229
225
207
200
182
175
157
150 125 100 75
62 50
50 25
54 40
22 5
54
58
22 8
10 3
jul-14
okt-14
0 jan-14
apr-14
Wens Wachtenden VG 1 t/m 8 Wens Wachtend zonder enige vorm van zorg VG 1 en VG 2
Wens Wachtend met enige vorm van zorg VG 1 en VG 2
Wens Wachtend zonder enige vorm van zorg VG3 t/m VG 8
Wens Wachtend met enige vorm van zorg VG 3 t/m VG 8
CZ zorgkantoren
West-Brabant 16
Overig
Aantal wens wachtenden Meeste wens wachtenden bij LG 2 en 4 en LVG 3 en 4
Meeste wens wachtenden bij de doelgroep LVG, deze ontvangen wel enige vorm van zorg
30 26
26
25
20
19 18
20 18
17
17 16
15
9
10
4
5
2 1
1
jan-14
apr-14
3 2 1
4 1
0 jul-14
okt-14
Wens Wachtenden LG en LVG LG 01 en LG 03: Wens Wachtend zonder enige vorm van zorg
LG 01 en LG 03: Wens Wachtend met enige vorm van zorg
LG 02 en LG 04 t/m 07: Wens Wachtend zonder enige vorm van zorg
LG 02 en LG 04 t/m 07: Wens Wachtend met enige vorm van zorg
LVG: Wens Wachtend zonder enige vorm van zorg
LVG: Wens Wachtend met enige vorm van zorg
CZ zorgkantoren
West-Brabant 17
Conclusies Toegankelijkheid Er zijn actief wachtenden lage ZZP’s (VG 1&2 en LG 1&3)
Meeste wens wachtenden op VG 3 en VG 6
Zeer gering aantal wachtenden LG. Wel een aantal wens wachtenden LVG
• Cliënten kunnen in 2015 op de lage ZZP’s alleen maar actief wachten: Een cliënt met een lage ZZP indicatie moet in 2015 een keuze maken of hij opgenomen wil worden in een instelling of thuis wil blijven wonen. Deze keuze heeft consequenties voor de wijze van financiering van de zorg die de cliënt ontvangt.
• Cliënt wil wachten op een bepaalde locatie of woongroep of is tevreden met de extramurale zorg die hij op dit moment ontvangt. • Uitzoeken waar de behoefte ligt van de wens wachtenden om te kijken of hier een aanbod voor is te creëren.
• Gelet op de relatief geringe omvang is niet te verwachten dat dit tot grote problemen leidt. • LVG cliënten wachten omdat er fysiek geen plek is. Bekeken wordt of de zorgvraag op een andere manier kan worden ingezet.
18
Kader 3. Zorgaanbodontwikkeling
19
Toelichting Zorgaanbod Zorgaanbod ZZP/VPT Bron: realisatiecijfers CZ aangeleverd door zorgaanbieders via AW319 en monitor Peildata 31-12-2012, 31-12-2013, 31-12-2014 Aantal plaatsen/cliënten : deze zijn gekoppeld aan de realisatiecijfers ZZP
MPT Bron: realisatiecijfers CZ zorgkantoren aangeleverd door zorgaanbieders via AW319 en monitor Peildata: 2013 en 2014 Aantal cliënten : Deze zijn gekoppeld aan de realisatiecijfers voor extramurale functies. Op BSN niveau is gekeken voor welk bedrag er per unieke cliënt is gedeclareerd op jaarbasis. Bedragen onder € 1.000 zijn weggelaten in de weergave. Er is onderscheid gemaakt in declaraties tot € 20.000 en boven € 20.000. Dit om een beeld te hebben welke cliënten hun ZZP alleen extramuraal verzilveren (scheiden wonen en zorg) en waar het gaat om een combinatie MPT en PGB of (kortdurende) overbruggingszorg tot intramurale opname. Het is niet per cliënt vast te stellen wanneer het gaat om MPT ter vervanging van intramurale opname. In werkelijkheid kan deze verhouding dus anders liggen. De bedragen geven alleen een indicatie.
PGB Bron: PGB realisatie tabellen van CZ zorgkantoren Peildata: 2012,2013,2014 Aantal cliënten : Bij de toekenning van PGB is bekeken welk bedrag nodig is per cliënt (bruto PGB). Op BSN niveau is bekeken voor welk bedrag er per unieke cliënt is toegekend op jaarbasis. Bedragen onder € 1.000 zijn weggelaten in de weergave. Er is onderscheid gemaakt in toekenning tot € 20.000 en boven € 20.000. Dit om een beeld te geven welke cliënten hun ZZP volledig verzilveren in PGB of voor een gedeelte.
20
VPT
Zorgaanbodontwikkeling VPT Er is weinig aanbod VPT
CZ zorgkantoren
Alleen aanbod in VPT in VG Het aanbod VPT VG laat hetzelfde beeld zien als CZ totaal
West-Brabant 21
VG
Zorgaanbodontwikkeling intramuraal Sterke toename aanbod VG 6 Toename aanbod VG 4 en 7 Afname aanbod VG 1 en 2 en de jaarlijkse afbouw past binnen de opdracht van VWS (10% van de afspraak)
Relatief laag aanbod in lage ZZP’s Relatief hoog aanbod VG 7
10%
14%
20%
19%
21%
22%
27%
Percentage zorgaanbod 2014 ten opzichte van CZ totaal
CZ zorgkantoren
West-Brabant 22
17%
LG
Zorgaanbodontwikkeling intramuraal Veel LG zorg wordt in de sector V&V geleverd maar dit aanbod neemt af Toename aanbod LG 4 en 6 Afname aanbod LG 1, 3, 5 en 7
In tegenstelling tot de indicaties neemt het aanbod LG wel af Relatief groot aanbod in de V&V sector Relatief groot aanbod LG 5 Relatief klein aanbod LG 1, 4, 6 en 7
4%
14%
21%
12%
31%
12%
16%
Percentage aanbod 2014 in de GZ ten opzichte van CZ totaal
CZ zorgkantoren
West-Brabant 23
LVG
Zorgaanbodontwikkeling intramuraal LVG 3 grootste omvang LVG 4 en 5 grootste toename zorgaanbod Afname aanbod LVG 1 t/m 3
Relatief laag aanbod LVG, met uitzondering van LVG 4 Aanbod LVG 5 neemt niet toe
8%
5%
15%
24%
7%
Percentage aanbod 2014 ten opzichte van CZ totaal
CZ zorgkantoren
West-Brabant 24
ZG
Zorgaanbodontwikkeling intramuraal Toename ZG 2 en 5 Sterke afname ZG 3 afname ZG 4 van 2013 naar 2014
Geen aanbod ZG1 en ZG2 Relatief hoog aanbod ZG in regio West-Brabant dit komt door het bovenregionale karakter
0%
0%
66%
59%
100%
Percentage aanbod 2014 ten opzichte van CZ totaal
CZ zorgkantoren
West-Brabant 25
MPT
Zorginzet Extramuraal Toename op de hoge ZZP’s
VG
Er wordt relatief veel zorg extramuraal verzilverd Veel scheiden wonen en zorg in de West-Brabant, dit is zichtbaar door het grote aantal cliënten dat hun intramurale indicatie voor een groot deel extramuraal verzilverd
Hoger dan € 20.000
0%
21%
44%
53%
37%
48%
54%
29%
Tussen € 1.000 en € 20.000
12%
31%
34%
26%
35%
28%
43%
20%
Percentage inzet 2014 ten opzichte van CZ totaal
CZ zorgkantoren
West-Brabant 26
MPT
Zorginzet Extramuraal Toename bij de LVG Afname van extramurale zorg bij LG en ZG
CZ zorgkantoren
Overig
Relatief veel cliënten verzilveren hun ZZP via MPT
42%
30%
21%
0%
37%
30%
29%
17%
West-Brabant 27
PGB
Zorginzet PGB Toename inzet PGB op alle hoge ZZP’s Sterkste stijging is te zien in VG 3
VG
VG 1 en 2 wordt relatief weinig via PGB verzilverd Relatief veel inzet in PGB van cliënten met een VG 7 indicatie
12%
21%
20%
22%
20%
27%
Percentage inzet 2014 ten opzichte van CZ totaal
CZ zorgkantoren
West-Brabant 28
20%
PGB
Zorginzet PGB Toename van cliënten met een LG hoog indicatie die hun indicatie via PGB (deels) verzilveren
Overig
Veel cliënten met een LG laag indicatie die hun indicatie via PGB (deels) verzilveren
39%
20%
16%
18%
Percentage inzet 2014 ten opzichte van CZ totaal
CZ zorgkantoren
West-Brabant 29
Toelichting Meerzorg en Crisisbedden Toelichting grafiek meerzorg Bron: realisatiecijfers CZ aangeleverd door zorgaanbieders via AW319 en door CZ afgegeven meerzorg beschikkingen. Meerzorg: cliënten met een ZZP VG 5, VG 7, VG 8, LG 5, LG 7, ZG 3 auditief, ZG 5 visueel, LVG 4, LVG 5 of SGLVG die aantoonbaar een behoefte aan zorg hebben die minimaal 25% hoger is dan de in dat zorgzwaartepakket opgenomen zorg. Het tarief komt tot stand door het bepalen van het benodigde aantal uren zorg boven de reguliere ZZP. Hoe hoger het tarief, hoe meer uren extra zorg er geboden wordt aan de cliënt . Het CCE is hierbij betrokken door middel van een toetsing. Periode: 01-01-2014 tot en met 31-12-2014 % cliënten met meerzorg ten opzichte van totaal aantal cliënten in zorg met een van de eerder genoemde ZZP’s. In verband met onvoldoende heldere cijfers over de bezettingsgraad is dit niet meegenomen in de marktanalyse.
Toelichting grafiek crisis Bron: Productieafspraken Peildata: 31-12-2013 en 31-12-2014 Aantal bedden/cliënten : deze zijn gekoppeld aan de productieafspraken ZZP, oftewel in werkelijkheid zouden er meer fysieke plekken beschikbaar kunnen zijn.
30
Meerzorg
Meerzorg VG en LG cliënten hebben relatief vaker meerzorg toegekend gekregen dan LVG en ZG cliënten LG cliënten hebben relatief de hoogste meerzorg toeslag Aantal cliënten met meerzorg is afgenomen, de hoogte van de toeslag is toegenomen 2013
CZ zorgkantoren
2014
Het aantal cliënten VG en LG met meerzorg is relatief laag De gemiddelde toeslag voor VG cliënten is lager dan voor CZ totaal
2014
West-Brabant 31
Crisis
Crisisbedden Relatief veel crisisbedden LVG Ten opzichte van 2014 is VG met 48% afgenomen in 2015 LVG is met 85% afgenomen
CZ zorgkantoren
Relatief hoog aanbod crisisbedden in West-Brabant
West-Brabant 32
Conclusies Zorgaanbodontwikkeling Veel zorg wordt op een andere manier ingezet dan intramuraal
Zowel in ZZP, PGB als MPT wordt meer zorg ingezet. VG 3 wordt steeds minder in ZZP afgesproken. Daarnaast is er een hoog aanbod VG 7 in West-Brabant
Er zijn minder cliënten met meerzorg en ook de gemiddelde toeslag is lager
• In de regio West-Brabant wordt veel scheiden wonen en zorg geleverd. • Daarnaast wordt er relatief veel zorg geleverd in extramurale functies als overbruggingszorg of in combinatie met PGB. • 34 VG 1 cliënten en 314 VG 2 cliënten verzilveren hun ZZP (gedeeltelijk) in MPT. Deze cliënten zullen in 2015 een keuze moeten maken voor intramurale zorg of zorg via de Wmo. • VPT wordt nog weinig aangeboden.
• Er wordt in PGB en Extramuraal (MPT) in toenemende mate VG 3 afgenomen. • Aanbod ZZP, MPT en PGB in de VG is toegenomen.
• Er kan een relatie liggen met het hoog aanbod VG7 en de lage inzet van meerzorg.
33
Kader 4. Doelmatigheid
34
Toelichting Doelmatigheid Toelichting grafiek meerzorg Bron: realisatiecijfers CZ aangeleverd door zorgaanbieders via AW319 en door CZ afgegeven meerzorg beschikkingen. Periode: 01-01-2014 tot en met 31-12-2014 % VG 7 cliënten met meerzorg ten opzichte van totaal aantal VG 7cliënten in zorg.
Toelichting grafiek gemiddelde kosten per bed en ZZP-mix Bron: Productieafspraken Periode: 31-12-2013 en 31-12-2014 Bij het bepalen van de gemiddelde kosten per bed is alleen rekening gehouden met de ZZP’s. Er is geen onderscheidt gemaakt in inclusief of exclusief behandeling of dagbesteding. De toeslagen en vervoerskosten zijn buiten beschouwing gelaten. De grafiek geeft de verhouding per zorgzwaartepakket neer. Daarnaast wordt boven de grafiek het aantal bedden genoemd en het gemiddelde tarief per ZZP. CZ zorgkantoren heeft 11.401 bedden met een gemiddeld tarief van € 67.304 per intramurale cliënt.
Toelichting grafiek ZZP’s inclusief en exclusief behandeling Bron: Productieafspraken Periode: 2014 De grafiek laat per VG-ZZP zien voor welk percentage cliënten afspraken is gemaakt inclusief behandeling en exclusief behandeling. Boven de grafiek is ook het aantal bedden genoemd. De VG 7 is buiten beschouwing gelaten omdat CZ daar alleen afspraken inclusief behandeling voor maakt.
35
Gemiddelde kosten per bed en ZZP-mix De ZZP-mix bevat relatief veel VG 3 en 6 De gemiddelde kosten zijn met 2,9% omhoog gegaan wat gelijk is aan de indexering, er is dus geen zorgzwaarteverzwaring op ZZP totaal
CZ zorgkantoren
Gemiddelde kosten per bed in ZZP zijn hoger dan CZ totaal Dit wordt veroorzaakt door een hoog aanbod VG 7 Daarentegen is de zorg niet verzwaard (verhoging is 2,86% wat lager is dan de indexering)
West-Brabant 36
ZZP’s inclusief en exclusief behandeling CZ totaal heeft vooral ZZP’s inclusief behandeling op de VG 5 en 8 Op de VG 3 en 4 wordt de minste behandeling aangeboden
Verhouding is in lijn met CZ totaal VG 6 relatief veel afspraken incl. behandeling
NB: VG 7 wordt alleen afgesproken incl. BH en is daarom buiten beschouwing gelaten
CZ zorgkantoren
West-Brabant 37
Meerzorg VG7 De verhouding van het aantal VG 7 cliënten met meerzorg is afgenomen, maar de hoogte van de toeslag is toegenomen
2013
2014
CZ zorgkantoren
Relatief weinig cliënten met VG 7 hebben meerzorg de gemiddelde toeslag is ook lager dan CZ totaal
2014
2013
West-Brabant 38
Conclusies Doelmatigheid De gemiddelde kosten per bed zijn niet toegenomen
• De kosten per bed zijn hoger in West-Brabant wanneer alleen gekeken wordt naar de intramurale inzet. Er is een groot aanbod VG 7. • De kosten per bed zijn licht gedaald ten opzichte van 2013.
De verhouding inclusief / exclusief behandeling is in lijn met CZ totaal
• Op aanbiedersniveau zitten er wel verschillen in de verhouding inclusief/exclusief behandeling. Dit verschil is ontstaan vanuit de historie. CZ zorgkantoren wil deze verschillen in de toekomst verminderen wanneer zij daar aanleiding toe ziet.
Inzet van meerzorg is in West-Brabant doelmatiger in verhouding tot CZ totaal
• Mogelijk is dit een indicatie van de invloed van context en beschikbare deskundigheid • Deze doelmatigheid is gekoppeld aan het hoge aanbod VG 7.
39
Kader 5. Kwaliteit
40
Toelichting kwaliteitskader Toelichting pijler 1 Bron: DigiMV, Kwaliteitsindicatoren Gehandicaptenzorg, vragen die zijn opgenomen in het Zorginkoopdocument Periode: 2013 Er wordt weergegeven voor welk marktaandeel er per regio volledig groen gescoord wordt. Aangezien de rode scores per aanbieder nihil of nul zijn wordt er geen verdiepingsslag gemaakt op pijler 1 in deze analyse. Toelichting pijler 2a Bron: DigiMV, Kwaliteitsindicatoren Gehandicaptenzorg, vraag m.b.t. zorg- en ondersteuningsplan Periode: 2013 Gewogen gemiddelde score per doelgroep: De zorgaanbieder kan per doelgroep maximaal 4 scoren. De scores zijn gewogen op basis van de marktgrootte (aantal cliënten per doelgroep). Daaruit is een gemiddelde per regio berekend. De paarse lijn geeft de score van CZ weer; de groene balk is de score van de regio. Ligt de score van de regio boven de CZ score dan scoort de regio op deze doelgroep hoger dan CZ gemiddeld. Kanttekening: alleen die groepen zijn meegenomen waarbij voor minimaal 10 cliënten de vragen over het ondersteuningsplan zijn ingevuld.
41
GZ Kwaliteitskader
Pijler 1 Kerngegevens
Marktaandeel aanbieders met alleen groene scores West-Brabant 97,32% CZ zorgkantoren 96,77%
Pijler 2a Zorgafspraken en ondersteuningsplannen
In West-Brabant scoort bijna iedere aanbieder volledig groen op pijler 1. Op Pijler 2a scoort de regio bovengemiddeld bij de doelgroep LVG en VG. Bij LG, overig en extramuraal scoort West-Brabant echter onder het CZ gemiddelde.
42
Conclusies Kwaliteit
Bijna alle aanbieders scoren volledig groen op Pijler 1
Pijler 2a, zorgafspraken en ondersteuningsplannen
• Met aanbieders die niet volledig groen scoren worden verbeterafspraken gemaakt. • CZ zorgkantoren vindt dat iedereen aan Pijler 1 moet voldoen als onderdeel om de basiskwaliteit te garanderen.
• Op de LG doelgroep wordt onder het gemiddeld van CZ totaal gescoord.
43
4. Hoe verder 1. CZ zorgkantoren gaat de cliëntbehoefte meer centraal stellen De klantbehoefte is op dit moment alleen in beeld op basis van indicaties: Over de onderliggende vraag naar behoefte en wensen is bij CZ zorgkantoren te weinig bekend. Om zorg goed te kunnen inkopen zal deze vraag inzichtelijk moeten worden. Hier gaat CZ zorgkantoren in 2015 mee verder om daarmee cliëntgerichter zorg in te kopen. 2. CZ zorgkantoren gaat de cliënt volgen in zijn keuze voor een bepaalde leveringsvorm In West-Brabant zijn er wachtenden, CZ zorgkantoren gaat hierover met aanbieders/cliënten in gesprek. Onbekend is of de toegankelijkheid, los van de indicaties, ook op orde is qua leveringsvorm. Het is op dit moment onbekend of de specifieke cliëntbehoefte aansluit op het aanbod.
3. De meeste zorg wordt intramuraal ingezet • Er is weinig aanbod VPT. Daarentegen wordt wel veel zorg in MPT ingezet. CZ zorgkantoren zal anders gaan inkopen wanneer uit de klantbehoefte en toegankelijkheid een ander zorgaanbod wordt verlangd. •
De afbouw van de lage ZZP’s in West-Brabant al ver.
•
Door middel van de proeftuinen meerzorg wil CZ zorgkantoren de inzet van deze zorg verbeteren.
4. CZ zorgkantoren wil de verschillen tussen de regio’s m.b.t. doelmatigheid verminderen wanneer daar aanleiding toe is De gemiddelde kosten zijn gelijk aan CZ totaal evenals de afspraken inclusief behandeling. Daarnaast wordt er relatief weinig meerzorg ingezet voor een gemiddeld lagere toeslag. De doelmatigheid kan omhoog gaan door onder andere het aanbod VPT/MPT te stimuleren.
5. CZ zorgkantoren gaat meer aandacht besteden aan de relatie tussen de cliënt-professional en de samenwerking over domeinen heen De voorwaarden voor basiskwaliteit heeft CZ zorgkantoren vastgelegd in de overeenkomst en in het landelijke kwaliteitskader. CZ zorgkantoren wil zich in 2015 en verder focussen op de relatie cliënt-professional en de samenwerking tussen de domeinen aangezien hier nog verbetering te realiseren is.
44