Oefenexamen Pensioenpraktijk II
NIBE-SVV, maart 2014
Pensioenpraktijk II
1.
Frits Verberg is commanditair vennoot (cv) van Sporting C.V. Zijn inbreng in de cv bedraagt EUR 50.000,-. Frits koopt op een sportbeurs voor EUR 80.000,- aan artikelen voor Sporting C.V. De rekening wordt NIET voldaan.
Kan de leverancier van de sportartikelen Frits Verberg aanspreken? Zo ja, voor welk bedrag? Motiveer uw antwoord. Zo nee, waarom niet?
2.
Jasper van Dam en Marcel Kooy hebben in de maatschapsakte de verdeling van de jaarwinst als volgt afgesproken: vanwege verrichte arbeid krijgt iedere vennoot EUR 20.000,-; over zijn kapitaal bij aanvang van het boekjaar ontvangt iedere vennoot een rentevergoeding van 4%; het restant van het resultaat wordt verdeeld in de verhouding 60% voor Jasper en 40% voor Marcel. Jasper heeft op 1 januari een kapitaal in de maatschap van EUR 240.000,- en Marcel een kapitaal van EUR 160.000,-. Het bedrijfsresultaat van de maatschap is EUR 45.000,-. Bereken de jaarwinst voor Jasper en voor Marcel. Geef uw berekening.
3.
Jaap overlijdt. Hij laat een echtgenote en drie kinderen achter. De nalatenschap bedraagt EUR 130.000,-. Hoe wordt de nalatenschap volgens het wettelijk erfrecht verdeeld? Geef uw berekening.
4.
Jonas woont ongehuwd samen met Cynthia. Jonas heeft al 10 jaar een kapperszaak. Cynthia werkt in de zaak mee tegen een zelfstandige arbeidsbeloning van EUR 35.000,-. Jonas heeft in de resultatenrekening de volgende posten staan (in euro's): Reclamekosten Verzekeringspremies Omzet Lonen en pensioenkosten personeel Zelfstandige arbeidsbeloning (meisjesnaam 1) Huur winkelpand Inkoop materialen Toevoeging aan voorzieningen Rente van schulden
6.000 10.000 250.000 85.000 35.000 40.000 12.000 5.000 7.000
Jonas doteert maximaal aan de oudedagsreserve. Hij betaalt een premie voor een gerichte oudedagslijfrente van EUR 2.000,- en een premie voor een AOV van EUR 4.000,-. Bereken de belastbare winst van Jonas. Geef uw berekening.
© NIBE-SVV, maart 2014
2
Pensioenpraktijk II
5.
Werknemer Harold Bremer is bezig met de financiële planning voor zijn oude dag. Harold vraagt zijn werkgever of deze aan kan geven hoeveel pensioen hij ontvangt zodra hij met pensioen gaat. Harold vraag ook hoeveel het nabestaandenpensioen voor zijn partner bedraagt. Carel is op 28-jarige leeftijd in dienst getreden en is nu 58 jaar. Harold verdient bruto EUR 50.000,- per jaar. De pensioenregeling voorziet in de volgende aanspraken: Ouderdomspensioen: opbouw per dienstjaar: 1,25%; maximaal pensioengevend salaris: EUR 30.000,-; AOW-franchise: EUR 12.500,-; pensioenrichtleeftijd: 65 jaar. Nabestaandenpensioen: 70% van het ouderdomspensioen. Op welk bedrag aan ouderdoms-en nabestaandenpensioen heeft Harold recht? Geef uw berekening. NB: U mag er van uitgaan dat het pensioengevend salaris van Harold niet wijzigt totdat hij met pensioen gaat.
6.
Evert van den Broek is werkzaam als zelfstandig assurantieadviseur. Op 1 januari van het boekjaar bedraagt de oudedagsreserve EUR 81.000,-. Op 31 december van hetzelfde boekjaar bedraagt het eigen vermogen van zijn assurantiekantoor EUR 85.000,-. Welk bedrag aan winst zal Evert over het boekjaar moeten hebben behaald om maximaal te kunnen doteren aan de oudedagsreserve? Geef uw berekening.
7.
Noem drie -en NIET meer dan drie- situaties waarin de oudedagsreserve verplicht moet afnemen, omdat de reserve het ondernemingsvermogen op het einde van het kalenderjaar overtreft.
8.
Wilfried verkoopt op 1 januari van het boekjaar zijn onderneming aan Harmen. Voor de goodwill is tussen Wilfried en Harmen een bedrag afgesproken van EUR 300.000,-. Wilfried heeft de onderneming vier jaar eerder overgenomen van zijn vader. Destijds betaalde hij voor de goodwill EUR 200.000,-. De afschrijvingstermijn voor de goodwill is 10 jaar. Welk bedrag aan goodwill moet in de stakingswinst worden opgenomen? Geef uw berekening.
© NIBE-SVV, maart 2014
3
Pensioenpraktijk II
9.
Laurens is zelfstandig ondernemer. Hij is buiten gemeenschap getrouwd met Sigrid. Zij heeft GEEN eigen inkomen. Laurens heeft een advies gevraagd betreffende een goede nabestaandenvoorziening voor Sigrid voor het geval hij zou komen te overlijden. De volgende gegevens worden door Laurens verstrekt: Leeftijd Sigrid: 35 jaar. Waarde onderneming in het economisch verkeer: EUR 600.000,-. Fiscaal eigen vermogen van de onderneming exclusief de oudedagsreserve EUR 450.000,-. Stand oudedagsreserve op 1 januari EUR 70.000,-. Totaal privé-vermogen Laurens EUR 300.000,-. Hiervan renderend (belegbaar) EUR 80.000,-. Netto rendement vermogen stellen op 5%. Het rendement op het vermogen wordt jaarlijks geheel aangewend voor consumptieve doeleinden. Stel dat Laurens overlijdt. Bereken het inkomen uit vermogen van Sigrid vóór belastingheffing in box 3. Laat de stakingsaftrek buiten beschouwing en stel de belasting over de stakingswinst op 52%.
10.
Erik (59 jaar) verkoopt zijn onderneming. Hij behaalt een stakingswinst van EUR 1.000.000,-. Zijn oudedagsreserve bedraagt EUR 70.000,-. Om directe afrekening te voorkomen kunnen de oudedagsreserve en de stakingswinst worden omgezet in een lijfrente. Erik wenst maximaal van deze omzettingsmogelijkheden gebruik te maken. Bereken het bedrag van de stakingswinst voor toepassing van de ondernemersaftrek. Bereken het bedrag van de stakingswinst voor toepassing van de ondernemersaftrek. Geef uw berekening.
© NIBE-SVV, maart 2014
4
Pensioenpraktijk II
11a
Stakingswinst wordt in het jaar van staking in de belastingheffing betrokken. Met welke posten wordt stakingswinst vastgesteld?
11b. Welke drie faciliteiten kunnen gebruikt worden om belastingheffing ‘te verzachten’?
12.
Afhankelijk van de winst kan het voor de ondernemer om fiscale redenen aantrekkelijk zijn om de eenmanszaak of vof in een bv om te zetten. Daarvoor bestaan twee mogelijkheden. Welke mogelijkheden heeft de deze ondernemer?
13.
Gerton (33 jaar) en Nanda (35 jaar) zijn sinds 1 maart 2000 samen ieder voor 50% vennoot van bloemenkiosk ’De Roos’. Gerton is in gemeenschap van goederen gehuwd met Jojanneke. Nanda heeft GEEN partner. Op 1 januari 2013 besluiten Gerton en Jojanneke om te gaan scheiden. De werkelijke waarde van het pand is EUR 500.000,-, van de inventaris EUR 14.000,- en van de goodwill EUR 40.000,-. De fiscale balans van bloemenkiosk "De Roos" is per 1 januari 2012 als volgt: Activa Pand Inventaris Goodwill Totaal
200.000 10.000 20.000 230.000
Passiva Kapitaal Hypotheek Crediteuren Totaal
90.000 130.000 10.000 230.000
Hoeveel inkomstenbelasting is Gerton verschuldigd? NB: Ga uit van een belastingtarief van 52% en laat de heffingskortingen, de ondernemersaftrek en de mkb-winstvrijstelling buiten beschouwing.
14.
Adam is in 2012 65 jaar geworden en besluit in loondienst te blijven werken. Heeft dit invloed op de hoogte van de AOW-toeslag, die hij ontvangt voor zijn partner, die jonger is dan 65 jaar. Motiveer uw antwoord.
15.
Noem drie -en NIET meer dan drie- in aard verschillende manieren waarop het recht op een Anw-uitkering verloren kan gaan, anders dan door overlijden.
© NIBE-SVV, maart 2014
5
Pensioenpraktijk II
16.
Ronald (44 jaar) en Ria (38 jaar) zijn een geregistreerd partnerschap aangegaan. Samen hebben ze een zoon van vijf jaar. Ronald werkt vier dagen in de week voor zijn eigen ontwerpbureau en verdient daarmee EUR 38.500,- bruto per jaar. Ria werkt bij een verzekeringsadviseur. Haar brutoloon bedraagt EUR 20.000,- per jaar. Ronald overlijdt. Heeft Ria recht op een Anw-uitkering? Zo ja hoeveel bedraagt deze uitkering. NB: Geef hierbij uw berekening.
17.
Hebben premies voor pensioenregelingen, waaraan deelneming verplicht is gesteld, invloed op de hoogte van de lijfrentepremie-aftrek uit hoofde van de jaarruimte van de ondernemer?
18.
Harry heeft een dierenwinkel in de rechtsvorm van een eenmanszaak. In zowel 2011 als 2012 heeft hij een winst uit onderneming van EUR 24.640,-. Dat is de winst na aftrek van een bedrag van EUR 3.360,- dat aan de oudedagsreserve is gedoteerd. In februari 2012 betaalt Harry EUR 3.250,- aan lijfrentepremie. Hij wil dit bedrag bij de aangifte over 2012 als jaarruimte in aftrek brengen. Zal de fiscus een dergelijk verzoek van Harry honoreren? Motiveer uw antwoord aan de hand van een berekening.
19.
Huisarts Kateman heeft in 2011 een winst behaald van EUR 85.000,- en in 2012 van EUR 90.000,-. De premie voor het pensioenfonds van huisartsen, waaraan deelneming verplicht is, bedroeg in 2011 EUR 4.500,- en in 2012 EUR 4.800,-. Hij doteert zowel in 2011 als in 2012 aan de oudedagsreserve. In 2011 groeit zijn ouderdomspensioen jaarlijks aan met EUR 400,- en in 2012 met EUR 410,-. Bereken zijn jaarruimte voor de aangifte over het jaar 2012. Geef uw berekening.
20.
Martijn (56 jaar) heeft een eenmanszaak. Martijn raakt voor 50% arbeidsongeschikt en moet zijn onderneming beëindigen. De volgende gegevens zijn bekend: Stille reserves EUR 155.000,Oudedagsreserve EUR 40.000,- (stand per 1 januari) Kosten egalisatiereserve EUR 10.000,Herinvesteringsreserve EUR 8.000,Jaarwinst EUR 62.000,Twee jaar eerder heeft hij EUR 150.000,- omgezet in een lijfrente bij gedeeltelijke staking. Welk bedrag aan stakingswinst kan Martijn maximaal omzetten in lijfrente? Geef uw berekening. Laat daarbij de stakingsaftrek buiten beschouwing.
© NIBE-SVV, maart 2014
6
Pensioenpraktijk II
21.
Vanessa (44 jaar) heeft een kapsalon in de vorm van een eenmanszaak. Zij gaat van haar echtgenoot, met wie zij in gemeenschap van goederen was gehuwd, scheiden. De fiscale balans van haar onderneming ziet er als volgt uit: Activa Bedrijfspand Inventaris Debiteuren Totaal
200.000 10.000 10.000 220.000
Passiva Kapitaal Schulden
190.000 30.000
Totaal
220.000
Het bedrijfspand heeft een waarde in het economisch verkeer van EUR 310.000,-, de inventaris EUR 15.000,-. Tot slot is er sprake van een goodwill van EUR 125.000,-. Ze heeft een aantal jaren geleden bij de verkoop van haar nagelstudio een stakingslijfrente gekocht voor een bedrag van EUR 40.000,-. Zij wil als gevolg van de scheiding een stakingslijfrente in uitgestelde vorm aankopen. Hoe groot kan de stakingslijfrente maximaal zijn? Geef uw berekening en motiveer uw antwoord.
22.
Sylvia is onderneemster en heeft in het verleden uit omzetting van een deel van de oudedagsreserve een gerichte lijfrenteverzekering afgesloten. Bij overlijden komt een kapitaal beschikbaar voor aankoop van een nabestaandenlijfrente. Sylvia heeft een zoon Christiaan van 32 jaar. Sylvia komt te overlijden. Christiaan wil een nabestaandenlijfrente aankopen met een zo kort mogelijke duur. Hoe lang is die kortst mogelijke duur? Motiveer uw antwoord.
23.
Gerdi heeft jarenlang een eigen zaak gehad in de vorm van een nagelstudio. Bij de verkoop van haar onderneming heeft zij met de stakingswinst een stakingslijfrente bedongen bij een particuliere verzekeraar. Gerdi emigreert naar Thailand. Drie jaar na haar emigratie koopt zij een woning, waarvoor zij een lening bij een bank sluit. Hiertoe draagt Gerdi onder meer de stakingslijfrente tot zekerheid op verzoek over aan de bank. Wat zijn de fiscale gevolgen van de emigratie met betrekking tot de stakingsrente en de overdracht van de stakingslijfrente tot zekerheid aan de bank
© NIBE-SVV, maart 2014
7
Pensioenpraktijk II
24.
Adriaan is 55 jaar en heeft een boekenwinkel. Hij is gehuwd en heeft twee kinderen van 18 en 21 jaar. Adriaan overweegt een lijfrenteverzekering te sluiten met recht op aftrek van de premie. Geef voor elk van de onderstaande lijfrenteverzekeringen a t/m d aan of Adriaan daarvoor de premie kan aftrekken. Motiveer uw antwoord. a. b. c. d.
Lijfrente die bij overlijden van zijn vrouw binnen 10 jaar voorziet in een lijfrente aan hemzelf tot zijn 65-jarige leeftijd of eerder overlijden. Lijfrente op zijn leven die direct ingaat en uitkeert tot zijn 65-jarige leeftijd of eerder overlijden. Lijfrente die bij zijn overlijden binnen 20 jaar voorziet in een tijdelijke uitkering aan zijn kinderen. Lijfrente op zijn leven die ingaat op zijn 62-jarige leeftijd en eindigt op zijn 67-jarige leeftijd.
© NIBE-SVV, maart 2014
8
Pensioenpraktijk II
Correctiemodel 1.
Ja, voor EUR 80.000,-. 0 punten Frits Verberg heeft als commanditair vennoot een beheersdaad verricht.Hierdoor is hij hoofdelijk en geheel aansprakelijk geworden voor alle verbintenissen van de vennootschap, voor het geheel van de schulden. 4 punten Hij is niet meer beperkt aansprakelijk tot de hoogte van zijn inbreng van EUR 50.000,-.
2.
Jasper krijgt een arbeidsvergoeding van EUR 20.000,- en een rente over zijn kapitaal (4% van EUR 240.000,-) van EUR 9.600.-. Marcel krijgt een arbeidsvergoeding van EUR 20.000,- en een rente over zijn kapitaal (4% van EUR 160.000,-) van EUR 6.400,-. Het totaal van arbeids- en rentevergoeding is EUR 56.000,-. Het restant bedrijfsresultaat is dan EUR 45.000,- -/- EUR 56.000,- = EUR 11.000,(negatief) Het negatieve restant is voor 60% voor Jasper (= EUR 6.600,-) en voor 40% voor Marcel (= 4.400,-) Winstaandeel Jasper: EUR 20.000,- + EUR 9.600,- -/- EUR 6.600,- = EUR 23.000,-. 2 punten Winstaandeel Marcel: EUR 20.000,- + EUR 6.400,- -/- EUR 4.400,- = EUR 22.000,-. 2 punten
3.
Moeder ontvangt EUR 130.000,- en de kinderen krijgen elk voor EUR 32.500,- een vordering op hun moeder. 2 punten Correctievoorschrift: kandidaat moet vordering noemen voor puntentoekenning. (2 punten of 0 punten, bij rekenfout 1 punt)
© NIBE-SVV, maart 2014
9
Pensioenpraktijk II
4.
Berekening fiscale winst Omzet Inkoop Brutoresultaat
250.000 12.000 238.000
Kosten Reclamekosten Verzekeringspremies Lonen en pensioenkosten personeel Zelfstandige arbeidsbeloning (meisjesnaam1) Huur winkelpand Toevoeging aan voorzieningen Rente van schulden
2 pt
Resultaat (winst) Af: oudedagsreserve 12% van 50.000
6.000 10.000 85.000 35.000 40.000 5.000 7.000 188.000 50.000 6.000 44.000 6.000 37.000 3.760 33.840
1 pt Zelfstandigenaftrek 1 pt Af: MKB-winstvrijstelling Belastbare winst
+
-/-/-/-
Ter info 1: Zelfstandigenaftrek is vanaf 2013 vast bedrag EUR 7.280,-. Schema uit CPO sluit nog wel aan bij editie juli 2010 Berekeningen vinden plaats op basis van de gegevens van het CPO en het boek, recente juist gebruikte cijfers/en of bedragen NIET fout rekenen.
5.
Harold Bremer maakt 37 dienstjaren x 1,25% = 46,25%. 1 punt Het pensioengevende salaris is maximaal € 30.000,-. De pensioengrondslag van Harold is dan EUR 30.000,- -/- AOW-franchise van EUR 12.500,- = EUR 17.500,-. 1 punt 46,25% x EUR 17.500,- = EUR 8.093,75 aan ouderdomspensioen. 1 punt 70% x EUR 8.093,75 = EUR 5.665, 63 aan nabestaandenpensioen. 1 punt
6.
Het verschil tussen het genoemde ondernemingsvermogen en de genoemde oudedagsreserve bedraagt EUR 4.000,-. 1 punt De winst moet derhalve 100/12 x EUR 4.000,- = EUR 33.333,33 zijn geweest om dit bedrag ook daadwerkelijk aan de oudedagsreserve te kunnen doteren. 3 punten Noot voor de correctoren: 3 of 0 punten toekennen.
© NIBE-SVV, maart 2014
10
Pensioenpraktijk II
7.
Let op: drie gevraagd! De ondernemer heeft in het kalenderjaar en in het daaraan voorafgaande jaar niet aan het urencriterium voldaan; 1 punt In het kalenderjaar is de onderneming geheel of gedeeltelijk gestaakt; 1 punt De ondernemer heeft bij aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 65 jaar (AOWingangsleeftijd) bereikt. 1 punt
8.
Goodwill boekjaar Af: betaalde goodwill Minus afschrijving 4 x EUR 20.000,= fiscale boekwaarde Toevoegen aan stakingswinst (4 of 0 punten, bij rekenfout 3 punten)
9.
Werkelijke waarde onderneming (=verkoopopbrengst) Fiscale boekwaarde Meerwaarde Oudedagsreserve Belaste stakingswinst Belasting hierover 52% Netto-opbrengst bij verkoop onderneming
600.000 450.000 -/150.000 70.00 -/220.000 114.400 1 punt 485.600
Nalatenschap: Opbrengst onderneming na belastingheffing Privévermogen Renderend privé-vermogen Netto-verkoopopbrengst onderneming Vrij beschikbaar Inkomen uit vermogen 5% x 565.600
485.600 300.000 80.000 485.600 1 punt 565.600 1 punt 28.280
10.
300.000 200.000 80.000 120.000 180.000
Stakingswinst Bij: Oudedagsreserve vrijval Af: Premie lijfrente wegens omzetting oudedagsreserve Af: Premie stakingslijfrente Verminderd met oudedagreserve Stakingswinst voor toepassing van de ondernemersaftrek is:
1.000.000 1 punt 70.000 70.000 0 1 punt 200.000 70.000 130.000 1 punt 870.000 1 punt
11a. Stille reserves (meerwaarden van de activa), goodwill en vrijvallende voorzieningen. 1 punt
11b. Stakingsaftrek; 1 punt omzetting stakingswinst in lijfrente; 1 punt doorschuiven belastingclaim. 1 punt
© NIBE-SVV, maart 2014
11
Pensioenpraktijk II
12.
-
Ruisende omzetting. 1 punt Geruisloze omzetting. 1 punt
13.
Gerton moet afrekenen over de helft van zijn stakingswinst, omdat de waarde van zijn deel van de vennootschap behoort tot het gemeenschappelijke huwelijksvermogen. 1 punt 50% van de helft van de stille reserves pand 50% van de helft van de stille reserves inventaris 50% van de helft van de goodwill Stakingswinst Inkomstenbelasting 52%
75.000 1.000 5.000 81.000 1 punt 42.120 2 punten
14.
Nee. 0 punten Inkomen uit arbeid van de AOW-gerechtigde zèlf leidt niet tot korting van de AOWtoeslag. 2 punten
15.
3 punten (3 x 1 punt) Let op: drie gevraagd! Hertrouwen of gaan samenwonen; kind wordt 18 jaar; kind overlijdt voor het 18e jaar; minder dan 45% arbeidsongeschiktheid; bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd (vanaf 2013 de AOW-ingangsleeftijd).
16.
Ronald en Ria hebben samen een zoon die jonger is dan 18 jaar. Hierdoor heeft Ria recht op een Anw-uitkering. Inkomenstoets: Maximale nabestaandenuitkering van de partner (zie CPO) 14.000 1 punt Brutoloon Ria 20.000 Vrijlating: 50% x bruto minimumloon (50% x EUR 18.000,-, zie CPO) 9.000 1 punt Resteert 21.000 Vrijlating 1/3 van het meerdere (1/3 x EUR 21.000,-) 7.000 1 punt Korting op de maximale nabestaandenuitkering 14.000 Halfwezentoeslag 3.000 1 punt Totale uitkering 3.000 *Let op doorwerkfout.
17.
Ja, 0 punten verplicht gestelde pensioenpremies verhogen de aangroei van pensioenaanspraken. 2 punten (Ook goed is: de winst wordt verlaagd door vermindering met de pensioenpremie).
© NIBE-SVV, maart 2014
12
Pensioenpraktijk II
18.
De fiscus zal het verzoek van Harry niet honoreren. 0 punten Grondslag lijfrenteaftrek = winst na toevoeging oudedagsreserve. Ofwel: EUR 24.640,- + EUR 3.360,- = EUR 28.000,-. De jaarruimte is 17% x premiegrondslag -/- 7,5A -/- F. Ofwel: 17% x (EUR 28.000,- -/- EUR 12.000,-) -/- EUR 0,- -/- EUR 3.360,-. EUR 2.720,- -/- EUR 3.360,- is negatief. 2 punten
19.
Jaarruimte 2012 wordt gebaseerd op winst van het voorafgaande jaar, dus op 2011. Winst 2011 Bij premie pensioenfonds Grondslag oudedagsreserve
85.000 4.500 89.500 *
* Let op: mogelijke doorwerkfout! Dotatie oudedagsreserve 12% x EUR 89.500,- = EUR 10.740,-. EUR 10.740,- -/EUR 4.500,- (premie pensioenfonds) =EUR 6.240,-. 2 punten Factor A: 7,5 x EUR 400,- = EUR 3.000,-. 1 punt Jaarruimte: 17% x (EUR 85.000,- -/- EUR 12.000,-) -/- EUR 3.000,- -/- EUR 6.240,- = EUR 12.410,- -/- EUR 3.000,- -/- EUR 6.240,- = EUR 3.170,-. 1 punt
20.
De stakingswinst bedraagt: -
Stille reserves Oudedagsreserve Kosten egalisatiereserve Herinvesteringsreserve
155.000 40.000 10.000 8.000
Totaal Vanwege staking in verband met zijn arbeidsongeschiktheid: kan maximaal worden omgezet: Dit bedrag moet worden verminderd met: De stand van de oudedagsreserve Eerder omgezette stakingswinst Ruimte voor omzetting
213.000 2 punten 400.000 1 punt 40.000 150.000 210.000 2 punten
Het laagste bedrag (EUR 210.000,-) komt in aanmerking voor omzetting in lijfrente. 1 punt
© NIBE-SVV, maart 2014
13
Pensioenpraktijk II
21.
Door de scheiding wordt de helft van de onderneming gestaakt: Stakingswinst bedraagt derhalve: Pand 310.000 -/- 200.000 = Inventaris 15.000 -/- 10.000 = Goodwill Totaal Waarvan de helft bedraagt
110.000 5.000 125.000 240.000 120.000 2 punten
In verband met haar leeftijd en omdat ze de lijfrente wil uitstellen heeft zij recht op het laagste omzettingsbedrag voor stakingslijfrente, dus EUR 100.000,-. Van dat bedrag moet de eerder gebruikte stakingslijfrente van EUR 40.000,- worden afgehaald, waardoor een ruimte van EUR 60.000,- resteert. 1 punt Het maximale omzettingsbedrag is EUR 60.000,-. Omdat de stakingswinst meer bedraagt mag slechts EUR 60.000,- worden omgezet in een lijfrente. 1 punt
22.
De lijfrente moet dan worden uitgevoerd door een bank. Als de lijfrente wordt uitgevoerd door een bank mag de duur 20 jaar zijn. Een nabestaandenlijfrente die wordt verzekerd door een verzekeraar moet levenslang zijn als deze toekomt aan een familielid van 30 jaar of ouder. 3 punten
23.
Op het tijdstip van emigratie legt de fiscus een conserverende aanslag op over de waarde in het economische verkeer van de stakingslijfrente, vermeerderd met 20% revisierente. 1 punt Deze wordt niet ingevorderd als er binnen 10 jaar geen verboden handeling plaatsvindt. 1 punt Het is fiscaal gezien een verboden handeling de lijfrente voorwerp van zekerheid te laten worden. 1 punt Omdat dit binnen 10 jaar na opleggen van de conserverende aanslag plaatsvindt, zal de fiscus de aanslag werkelijk gaan invorderen. 1 punt
24a. De premie is aftrekbaar. 0 punten Omdat een nabestaandenlijfrente mag worden gesloten op het leven van de echtgenoot en mag voorzien in een tijdelijke uitkering, mits er voldoende sterftekans aanwezig is. Dat is hier het geval. 2 punten
24b. De premie is niet aftrekbaar. 0 punten Omdat de premie voor een overbruggingslijfrente vanaf 1 januari 2006 niet meer aftrekbaar is. 2 punten
© NIBE-SVV, maart 2014
14
Pensioenpraktijk II
24c. De premie is niet aftrekbaar. 0 punten De nabestaandenlijfrente aan kinderen moet tijdelijk of levenslang zijn. Een tijdelijke lijfrente moet uiterlijk op 30-jarige leeftijd eindigen. Hier zou de lijfrente uiterlijk op 38jarige en op 41-jarige leeftijd eindigen. 2 punten
24d. De premie is niet aftrekbaar. 0 punten Omdat de ingangsdatum van een tijdelijke oudedagslijfrente niet mag liggen voor de 65jarige leeftijd (vanaf 2013: AOW-ingangsleeftijd). 2 punten
© NIBE-SVV, maart 2014
15