OEFENEXAMEN ALGEMENE OPLEIDING EFFECTENBEDRIJF
NIBE-SVV, 2015
Algemene opleiding effectenbedrijf
1.
In welk geval is er sprake van een recessie? A. B. C.
2.
Als de opwaartse beweging van de conjunctuur omslaat in een neerwaartse beweging. Als de economische groei twee kwartalen achtereen negatief is geweest. Als de economische groei in een kwartaal later is dan het kwartaal ervoor.
Stel dat beleggers verwachten dat de kansen op een recessie toenemen en dat de inflatie en rente zullen dalen, terwijl de centrale bank de geldmarktrente hoog houdt. Van welke yieldcurve is dan sprake? A. B. C.
3.
Van een inverse yieldcurve. Van een vlakke yieldcurve. Van een normale yieldcurve.
De vermogensmarkt wordt onderscheiden in verschillende deelmarkten. Wat is kenmerkend voor de secundaire vermogensmarkt? A. B. C.
4.
Op deze markt handelen beleggers onderling. Op deze markt vindt een vermogensoverdracht van financiële instellingen naar ondernemingen plaats. Dit is een openbare markt.
Bij de schermhandel op Euronext.liffe Amsterdam zijn Primary Market Makers (PMM´s) en Competitive Market Makers (CMM’s) actief. Wat is JUIST? A. B. C.
5.
Welke partij is GEEN member van Euronext Amsterdam? A. B. C.
6.
PMM´s en CMM´s zijn bemiddelaars met als voornaamste taak het aannemen van derivatenorders van particuliere en institutionele beleggers. PMM´s en CMM´s moeten hun specifieke markten maken en als het nodig is als brokers optreden. PMM´s en CMM´s zijn market makers in respectievelijk alle optieseries en in enkele specifieke optieseries van een optieklasse.
Analyst. Broker. Dealer.
Welke activiteit is GEEN corporate action? A. B. C.
Het aannemen van nieuwe medewerkers. De overname van een bedrijf. Een dividenduitkering.
©
NIBE-SVV, 2015
2
Algemene opleiding effectenbedrijf
7.
Welke bewering over handelsinformatie is JUIST? A. B. C.
8.
NSC is een indicator die de belegger of analyst inzicht kan geven in de stemming op de beurs. De effecten- en derivatenbeurzen verkopen hun koersinformatie aan datavendors. De call/put ratio geeft de verhouding weer tussen het aantal verhandelde long en short call-opties of long en short putopties.
Een van de taken van de leadmanager die een emissie begeleidt, is dat hij zich ervan moet verzekeren dat de informatie in het prospectus juist is. Hoe heet het onderzoek dat hij hiervoor uitvoert? A. B. C.
9.
Een due-diligence onderzoek. Een book-building onderzoek. Een as-if-when-issued onderzoek.
Als een transactie is afgesloten, administreert de broker deze en hij bevestigt de transactie aan de cliënt. Hoe heet het document waarin de broker aangeeft wat de status is van een order? A. B. C.
10.
Het uitvoeringsbericht. Het inschrijvingsbericht. De effectennota.
In het LIFFE CONNECT systeem zijn verschillende orders mogelijk. Hoe heet een specifieke order die liquidity providers kunnen inbrengen? A. B. C.
11.
De market order. De market making order. De market on open order.
Het Amstelfonds is een fonds dat belegt in aandelen in de Nederlandse bankensector. Op de dag na aankoop van een flink aantal aandelen Rokinbank komt deze bank met een alarmerend bericht, waardoor de koers keldert. Wie is bij het Amstelfonds verantwoordelijk voor de behaalde slechte performance op de dag na aankoop? A. B. C.
De trader, want die had de timing van de aankoop van aandelen Rokinbank een dag moeten uitstellen. De midoffice manager, want die is verantwoordelijk voor het beperken van het risico. De portfolio manager, want die heeft blijkbaar een verkeerde visie gehad bij de invulling van zijn beleggingsbeleid.
©
NIBE-SVV, 2015
3
Algemene opleiding effectenbedrijf
12.
Wat is kenmerkend voor de functie van een vermogensbeheerder? A. B. C.
13.
Welke bewering over uitkeringen op aandelen is JUIST? A. B. C.
14.
De uitkering van stockdividend komt ten laste van een in het verleden uit de winst of uit de herwaardering gevormde algemene reserve. De uitkering van bonusaandelen is onder alle omstandigheden een uitkering ten laste van de winst uit het afgelopen jaar. Door een uitkering uit de winst over het afgelopen boekjaar, in de vorm van een stockdividend, stijgt het geplaatst aandelenkapitaal van de onderneming.
Wat geeft de pay-out ratio weer? A. B. C.
15.
De eigenaar van het vermogen heeft GEEN invloed op het beleggingsbeleid. De eigenaar van het vermogen voert meestal NIET zelf de aan- en verkooptransacties uit. Er moet een passendheidstoets worden afgenomen.
Het deel van de winst per aandeel dat wordt uitgekeerd in de vorm van dividend. Hoeveel winst per aandeel voor de aandeelhouders beschikbaar is. Het deel van de nettowinst dat per aandeel beschikbaar is en gecorrigeerd is voor de afschrijvingen.
Hieronder volgen twee beweringen over securities lending. I. Bij securities lending zijn het de effecten die geleend worden. II. Bij een repo gaat het primair om de lening en zijn de effecten het onderpand. Wat is JUIST? A. B. C.
16.
Alleen I is juist. Alleen II is juist. I en II zijn juist.
Waarom worden sommige obligaties ook wel ´high yielders´ genoemd? A. B.
C.
Omdat de emittenten voor de Europese markt de euro-usance hanteren, waardoor de opbrengst voor de belegger hoger wordt. Omdat de emittenten over het algemeen een goede kredietwaardigheid hebben en de obligaties daarom een hogere zekerheid van terugbetaling kennen. Omdat de emittenten een minder goede kredietwaardigheid hebben daardoor een relatief hoge coupon moeten betalen.
©
NIBE-SVV, 2015
4
Algemene opleiding effectenbedrijf
17.
Cliënt De Geer koopt Engelse staatsobligaties die luiden in GBP Met welk risico hoeft hij het MINST rekening te houden? A. B. C.
18.
Met het renterisico. Met het koopkrachtrisico. Met het solvabiliteitsrisico.
Een belegger koopt tegen een koers van 95% een 7% bullet-obligatie met een resterende looptijd van tien jaar. Hoeveel bedraagt het effectief rendement op deze bullet-lening volgens de benaderingsmethode voor het effectief rendement? A. B. C.
19.
Wat is JUIST met betrekking tot een fonds voor gemene rekening? A. B. C.
20.
Dit fonds heeft een aandelenkapitaal met een zogenoemde ‘open-end’ constructie. Dit fonds is een zelfstandige rechtspersoon, gebonden aan statuten. Dit fonds geeft GEEN aandelen uit, maar participatiebewijzen.
Wat is voor de particuliere belegger een nadeel van een clickfonds? A. B. C.
21.
7,69%. 7,87%. 7,95%.
Dat de riscospreiding tijdens de looptijd kan variëren. Dat de aanschaf van putopties tot rendementsverlies lijdt. Dat tussentijds toe- of uittreden op iedere beursdag NIET mogelijk is.
Een cliënt heeft, zonder de aandelen te bezitten, vier call-opties WNK geschreven. Op de maandagochtend, na het expiratie-weekeinde van de opties, ontvangt de cliënt bericht van assignment. Wat moet de cliënt als eerste doen? A. B. C.
22.
400 aandelen WNK kopen. De aankoopnota van onderliggende aandelen WNK voldoen. Bezwaar maken, omdat de assignment alleen voorafgaand aan expiratie mogelijk is.
Wanneer is de tijds- en verwachtingswaarde in de premie van een optie maximaal? A. B. C.
Als de optie at-the-money is. Als de optie out-of-the-money is. Als de optie in-the-money is.
©
NIBE-SVV, 2015
5
Algemene opleiding effectenbedrijf
23.
Wat is kenmerkend voor een knock-in barrier optie? A. B. C.
24.
Welke van de onderstaande elementen maakt GEEN deel uit van de gestandaardiseerde contractvoorwaarden van een financial future? A. B. C.
25.
De optie kan pas worden uitgeoefend als de koers van de onderliggende waarde een bepaalde grens heeft overschreden. De optie kan pas worden verhandeld als de intrinsieke waarde een bepaalde grens heeft overschreden. De optie mag alleen worden verhandeld als de premie zich binnen bepaalde grenzen bevindt.
De onderliggende waarde. De contractgrootte. De uitoefenprijs.
Beleggers kunnen om uiteenlopende redenen futurescontracten sluiten. Zo kan een belegger gericht zijn op het behalen van risicoloze winst door een gelijktijdige koop en verkoop van een product op verschillende markten tegen verschillende prijzen. Hoe wordt dit genoemd? A. B. C.
26.
Arbitreren. Hedgen. Speculeren.
Een converteerbare obligatie van nominaal EUR 1.000,- en een beurskoers van 95, geeft bij omwisseling recht op 30 aandelen met een huidige beurskoers van EUR 25,-. Waardoor wordt de koers van de convertible op dit moment primair bepaald? A. B. C.
27.
Door de conversiewaarde. Door de obligatiewaarde. Door de conversiekoers.
Een reverse convertible van nominaal EUR 1.000,- en een coupon van 8% wordt ofwel in de vorm van contanten afgelost ofwel in de vorm van 18 aandelen XYZ. Op het moment dat de obligatie aflosbaar is, is de koers van het aandeel XYZ EUR 53,25. Hoe wordt deze obligatie afgelost? A. B. C.
In contanten of in aandelen, naar keuze van de houder van de obligatie. In contanten met een bedrag van EUR 1.000,-. In aandelen.
©
NIBE-SVV, 2015
6
Algemene opleiding effectenbedrijf
28.
Een garantieproduct met een inleg van EUR 1.000,- heeft een garantieniveau van 95% van de inleg. Deze gegarandeerde uitkering wordt vermeerderd, afhankelijk van de ontwikkeling van een index. De participatiegraad in deze index is 90% in de procentuele stijging boven het aanvangsniveau van 400. Het op deze wijze berekende percentage wordt toegepast op de inleg. Aan het einde van de looptijd is de stand van de index 480. Welke uitkering vindt plaats op dit product? A. B. C.
29.
Welk enkel instrument kan een bank gebruiken als zij funding wil aantrekken en tegelijkertijd een deel van de portefeuille kredieten wil securitiseren? A. B. C.
30.
Een credit default swap. Een mortgage backed security. Een credit linked note.
Wat is JUIST met betrekking tot General Clearing Members (GCM’s)? A. B. C.
31.
EUR 1.000,-. EUR 1.130,-. EUR 1.180,-.
Zij oefenen de clearingfunctie voor zichtzelf en voor andere members uit. Zij wikkelen alleen de transacties af van de klanten van het eigen bedrijf. Dit zijn kleinere banken en effectenkredietindstellingen (EKI´s).
FKB is een contractpartij die bij de settlement van een effectentransactie op een bepaalde partij minimaal tegenpartijrisico wil lopen. Wat is JUIST met betrekking tot de condities bij settlement? A. B. C.
32.
Welke van de onderstaande activiteiten wordt door een bank verricht in het kader van global custody? A. B. C.
33.
FKB zal kiezen voor settlement volgens DVP. FKB zal kiezen voor settlement volgens FOP. FKB kan zich bij de settlement NIET beschermen tegen het tegenpartijenrisico.
Cashmanagement. Het aanbieden van bedrijfsschadeverzekeringen. Professionele beleggingsadvisering.
Welke bewering met betrekking tot de Nederlandse toezichtstructuur is JUIST? A. B. C.
Het gedragstoezicht richt zich op de integriteit van financiële instellingen en van iedereen die daar werkzaam is. Het prudentieel toezicht heeft als doel het bevorderen van de stabiliteit van het financiële systeem. Het systeemtoezicht is het toezicht op de bedrijfseconomische aspecten van de financiële instellingen in Nederland.
©
NIBE-SVV, 2015
7
Algemene opleiding effectenbedrijf
34.
Hieronder volgen twee beweringen over de Markets in Financial Instruments Directive (Mifid). I. Het geven van beleggingsadvies wordt als vergunningplichtige beleggingsdienst aangemerkt. II. Alleen bijkantoren zijn nog uitgezonderd van het home-country-controlbeginsel. Wat is JUIST? A. B. C.
35.
Alleen I is juist. Alleen II is juist. I en II zijn juist.
DSI heeft bepaalde commissies die bij het functioneren van DSI een belangrijke rol spelen. Welke commissie doet bindende uitspraken in geschillen tussen professionele partijen in de effectenhandel? A. B. C.
36.
De arbitragecommissie. De geschillencommissie. De functiecommissie.
Welke van de onderstaande risico’s zal NIET worden opgenomen in een financiële bijsluiter? A. B. C.
Het tegenpartijenrisico. Het derivatenrisico. Het valutarisico.
©
NIBE-SVV, 2015
8
Algemene opleiding effectenbedrijf
Antwoorden oefenexamen Algemene opleiding effectenbedrijf 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36.
B A A C A A B A A B C B C A C C C A C B A A A C A B C B C A A A A C A A
U dient 26 van de 36 vragen correct te beantwoorden om te slagen.
©
NIBE-SVV, 2015
9