OEFENEXAMEN INTEGRITEITSMODULE DSI EFFECTENSPECIALIST
NIBE-SVV
Integriteitsmodule DSI Effectenspecialist
1.
Een beleggingsonderneming overtreedt meerdere regels uit de Wet op het financieel toezicht (Wft). Hieronder volgen twee beweringen over mogelijke instrumenten die de AFM ter beschikking staan om de overtredingen te bestraffen. I. Indien de beleggingsonderneming zich NIET aan bepaalde regelgeving houdt, kan de AFM een geregistreerde uit het register van het DSI verwijderen. II. Naast het opleggen van een boete, kan de AFM ook de naam van de instelling bekend maken. Wat is JUIST? A. B. C.
2.
Uitsluitend I is juist. Uitsluitend II is juist I en II zijn juist.
De toezichthouders in de Nederlandse financiële sector, de AFM en De Nederlandsche Bank, hebben beide een bepaalde verantwoordelijkheid voor het toezicht op de financiële sector. Welke van de onderstaande beweringen ten aanzien van deze verantwoordelijkheden is JUIST? A. B. C.
3.
Welke van de onderstaande beweringen ten aanzien van (gebruik) voorwetenschap is JUIST? A. B. C.
4.
De Nederlandsche Bank houdt zich bezig met het gedragstoezicht op verzekeringsmaatschappijen. Het gedragstoezicht op beleggingsondernemingen wordt uitgevoerd door de AFM. De Nederlandsche Bank houdt zich uitsluitend bezig met het systeemtoezicht op banken.
Transacties ter uitvoering van de assignment van opties zijn uitgezonderd van de bepalingen van voorwetenschap. Het tippen van derden in het kader van voorwetenschap is NIET strafbaar indien dit binnen besloten kring gebeurt. In de situatie dat personeelsopties worden toegekend en uitgeoefend, kan er NOOIT sprake zijn van voorwetenschap.
Een particuliere cliënt belegt sinds twee maanden bij een Nederlandse dochteronderneming A van een buitenlandse bank B. De cliënt wil nu een aantal effectentransacties doorgeven, maar bank A constateert dat de cliënt onvoldoende saldo heeft op de rekening. Welke van de onderstaande beweringen ten aanzien van het het hebben van onvoldoende saldo is JUIST? A. B. C.
©
NIBE-SVV
Bank A mag geen transacties doen voor cliënten die onvoldoende saldo op hun rekening hebben. Aangezien Bank A een dochteronderneming is van buitenlandse bank B, gelden de regels van het land waar bank B is gevestigd. Bank A mag transacties doen voor cliënten die onvoldoende saldo op hun rekening hebben. Het is de verantwoordelijkheid van de cliënt om te zorgen voor voldoende saldo.
2
Integriteitsmodule DSI Effectenspecialist
5.
Welke van de onderstaande beweringen ten aanzien van het toezicht op beleggingsinstellingen is JUIST? A. B. C.
6.
De toezichthouder legt beperkingen op aan de beleggingsobjecten waarin de instelling belegt. De beleggingsinstellingen zijn verplicht om een beursnotering te hebben, omdat er anders niet vrij kan worden aan- en verkocht in het fonds. De toezichthouder stelt regels op voor de beheerder en de bewaarder van het beleggingsfonds.
Een particuliere belegger heeft in korte tijd een belang opgebouwd in een op Euronext Amsterdam genoteerde onderneming X. De belegger had voorheen GEEN aandelen X. De belegger heeft zijn belang van 8% van het geplaatste aandelenkapitaal NIET aan de AFM gemeld. Volgens de belegger was het onduidelijk of er wel een meldingsplicht was. Welke van de onderstaande beweringen ten aanzien van de meldingsplicht in het kader van de Wet op het financieel toezicht is JUIST? A.
B. C.
7.
Welke van de onderstaande beweringen met betrekking tot de bevoegdheden van members op Euronext Amsterdam is JUIST? A. B.
C.
8.
De belegger heeft GEEN meldingsplicht, aangezien hij slechts 8% van het geplaatste aandelenkapitaal van X bezit. De initiële meldingsplicht geldt vanaf 10%. Indien de belegger via een derde een 8% kapitaalbelang in X heeft opgebouwd, is er GEEN meldingsplicht. De belegger heeft een meldingsplicht vanaf het moment dat de grens van een kapitaalbelang van 5% wordt overschreden.
Een dealer broker mag derivatentransacties uitvoeren voor andere members en voor eigen rekening. Een individual clearing member mag de transacties voor eigen rekening, van cliënten en van andere members afwikkelen, die op de markten van Euronext tot stand zijn gekomen. Een Liquidity Provider mag uitsluitend voor rekening en risico van anderen effectentransacties verrichten.
Hieronder volgen twee beweringen ten aanzien van de taken en bevoegdheden van NYSE Euronext en haar dochterondernemingen. I. Euronext.liffe houdt zich bezig met de afwikkeling van transacties op de beurs en met de bewaring van effecten. II. Eén van de taken van Euronext Amsterdam is het stellen en toepassen van handelsregels en controleren op naleving daarvan. Wat is JUIST? A. B. C.
©
NIBE-SVV
Uitsluitend I is juist. Uitsluitend II is juist. I en II zijn juist.
3
Integriteitsmodule DSI Effectenspecialist
9.
Een beleggingsonderneming in Nederland heeft een gedragscode privétransacties ingevoerd conform de bepalingen in de Wft. De regeling bevat regels voor insiders en niet-insiders. Welke van de onderstaande beweringen betreffende de gedragscode van de beleggingsonderneming is JUIST? A.
B. C.
10.
De niet-insiders moeten de verrichte privé-transacties melden, maar hoeven vooraf geen toestemming te vragen aan de compliance officer (preclearance). De insider moet de door hem verrichte privé-transacties melden op de in de gedragscode voorgeschreven wijze. De transacties in staatsobligaties en obligaties in andere overheden vallen onder de gedragscode.
Een grote bank heeft een nieuw geautomatiseerd systeem ontwikkeld om de klanten nog beter van dienst te kunnen zijn. De front office medewerkers van de afdelingen Kredietverlening, Trading, Sales en Vermogensbeheer van de bank zullen hiermee in staat worden gesteld om gegevens betreffende kredietverlening, effectenbemiddeling en vermogensbeheer van alle klanten van de bank te raadplegen. Voordat het systeem in gebruik wordt genomen, vraagt de directie van de bank de compliance officer om advies. Hoe zal de compliance officer hoogstwaarschijnlijk adviseren en met welke motivering? A.
B. C.
11.
Aangezien er GEEN sprake is van overtreding van regelgeving en het systeem in het belang van de klanten van de bank is, zal de compliance officer positief adviseren. De compliance officer zal positief adviseren mits de Gedragscode privétransacties door de medewerkers van de bank NIET wordt overtreden. De compliance officer zal de directie van de bank adviseren het systeem NIET op deze wijze in gebruik te nemen, aangezien er GEEN sprake is van een adequate Chinese Walls.
Een uitzendkracht is sinds enige maanden ingehuurd als medewerker bij een beleggingsonderneming. De medewerker kan tijdens het uitvoeren van zijn werkzaamheden in aanmerking komen met voorwetenschap. De uitzendkracht is daarom aangesteld als insider. Door de compliance officer van de beleggingsonderneming is geconstateerd dat deze uitzendkracht in privé aandelen in fonds X heeft gekocht terwijl dit fonds op de restricted list stond voor wat betreft het handelen in privé in fonds X. De uitzendkracht beschikte NIET over voorwetenschap met betrekking tot (de handel in) fonds X. Welke van de onderstaande beweringen ten aanzien van de handelswijze van de uitzendkracht is JUIST? A. B.
C.
Het is de uitzendkracht verboden om transacties te verrichten in fonds X. De uitzendkracht is NIET in loondienst van de beleggingsonderneming. De Gedragscode privé-transacties is NIET van toepassing. Het is de uitzendkracht dus toegestaan deze transacties in fonds X uit te voeren. Het is de uitzendkracht toegestaan deze transacties in fonds X uit te voeren omdat de uitzendkracht GEEN voorwetenschap met betrekking tot (de handel in) fonds X had.
.
©
NIBE-SVV
4
Integriteitsmodule DSI Effectenspecialist
12.
De Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft) is op 1 augustus 2008 in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd. Hieronder volgen twee beweringen over witwassen en financiering van terrorisme. I. Witwassen is een proces waarbij criminelen proberen om de herkomst en eigendom te verbergen of verhullen van de opbrengsten van illegale activiteiten. II. Bij de financiering van terrorisme kunnen naast gelden uit illegale activiteiten ook gelden van legale activiteiten gebruikt worden voor het financieren van terroristische activiteiten. Wat is JUIST? A. Uitsluitend I is juist. B. Uitsluitend II is juist. C. I en II zijn juist.
13.
Het doel van het DSI is bij te dragen aan het instandhouden en het verhogen van de kwaliteit van de effectenmarkt in Nederland en het vertrouwen daarin van het beleggend publiek. Welke van de onderstaande beweringen ten aanzien van het nastreven van dit doel is JUIST? A. B.
C.
14.
Het DSI kan bij overtreding van de Gedragscode DSI een boete of een dwangsom opleggen. Het DSI registreert deelnemers in een aantal registers. Na het met goed gevolg afleggen van het examen DSI-Integriteitsmodule wordt de deelnemer in een van de registers van het DSI ingeschreven. Het DSI stelt regels vast voor deskundigheid, integriteit, en vakbekwaamheid van personen die in de effectenbranche werken.
Een cliënt van een bank, welke deelnemer is aan het DSI, heeft een vermogensbeheerovereenkomst met de bank afgesloten. Op een gegeven moment wil de cliënt een klacht indienen omdat de bank volgens de cliënt NIET conform de afspraken van de vermogensbeheerovereenkomst heeft gehandeld. Waar kan de klacht van de cliënt tegen deze bank worden behandeld? A. B. C.
15.
Een bij het DSI geregistreerde vermogensbeheerder heeft voor een aantal vermogensbeheercliënten een zodanig groot aantal transacties uitgevoerd, dat dit kennelijk alleen tot doel had om de beleggingsonderneming, waar hij werkte, te bevoordelen. Handelt de vermogensbeheerder in bovenstaande situatie in strijd met de gedragscode van het DSI en waarom? A. B.
C.
©
Bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Bij de DSI Commissie van Beroep. Bij de DSI Tuchtcommissie.
NIBE-SVV
Nee, de gedragscode van het DSI geeft GEEN voorschriften betreffende churning. Ja, hij overtreedt de gedragscode van het DSI omdat hij zich NIET houdt aan de regels van de bevoegde instanties zoals de AFM, die op de beroepsgroep van toepassing zijn. Nee, tenzij de provisies die aan de cliënt in rekening zijn gebracht het ingelegde vermogen van de cliënt overtreffen.
5
Integriteitsmodule DSI Effectenspecialist
16.
Welke van de onderstaande beweringen over de basiswaarden in de financiële wereld is JUIST? A. B.
C.
17.
Een effectenspecialist is deskundig wanneer hij in vergelijkbare situaties consistent handelt. Een effectenspecialist is transparant in zijn dienstverlening of handelen wanneer hij helderheid verschaft over zijn wijze van handelen en over de producten en diensten die hij aanbiedt. Een effectenspecialist is solide wanneer hij zelfstandig en vrij van inmenging van buitenaf, zijn afwegingen maakt.
Een cliënt heeft aan een medewerker van de afdeling Sales van een bank de opdracht gegeven tot aankoop van een aantal aandelen X. De medewerker van de bank verkoopt vervolgens aan de cliënt het aantal aandelen X uit een eigen positie van de bank in aandelen X. De koers van deze aandelen is echter hoger dan de beurskoers op dat moment. Welke basiswaarde is hier met name in het geding? A. B. C.
18.
Vertrouwelijkheid. Vermijden van belangenverstrengeling. Onafhankelijkheid.
Een cliënt gaat schriftelijk een vermogensbeheerovereenkomst aan met een bank. De bank heeft vervolgens een aantal effectentransacties uitgevoerd die in strijd zijn met de vermogensbeheerovereenkomst, waardoor de cliënt schade lijdt. Hoe zal het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) hoogstwaarschijnlijk over de aansprakelijkheid van de bank oordelen, uitgaande van uitspraken die zij in het verleden heeft gedaan? A.
B. C.
De cliënt is zelf verantwoordelijk voor de totale schade aangezien de cliënt zelf maatregelen had moeten nemen om het handelen op de rekening te voorkomen. Het Kifid legt de bank waarschijnlijk een dwangsom op. Het Kifid zal de bank in beginsel veroordelen tot betaling van de schade, aangezien de bank NIET conform de vermogensbeheerovereenkomst heeft gehandeld.
■ ©
NIBE-SVV
6
Integriteitsmodule DSI Effectenspecialist
Antwoorden Integriteitsmodule DSI Effectenspecialist
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
B B A A C C A B B C A C. C A B B B C
U dient 13 van de 18 vragen goed te hebben om te slagen.
©
NIBE-SVV
7