PE Plus Basis oefenexamen Kennis Vraag 1 Mariëtte (50 jaar) werkt al jaren als verpleegster in een ziekenhuis. Vanwege een reorganisatie raakt ze haar baan kwijt. Mariëtte wordt in 2020 ontslagen, ze is dan 28 jaar in dienst en 50 jaar oud. Op hoeveel maanden WW-uitkering heeft Mariëtte recht? A. 24 maanden B. 28 maanden C. 30 maanden
Vraag 2 In welke van onderstaande situaties is de werkgever (op basis van de situatie na 1 juli 2015) verplicht om zijn werknemer een vast contract aan te bieden? A. Manuel (20 jaar) heeft een half jaar- en jaarcontract gehad en zijn werkgever wil zijn contract verlengen. B. Joanne (22 jaar) heeft drie keer een halfjaarcontract gehad bij haar werkgever. Na een wereldreis van vier maanden, keert ze weer terug bij dezelfde werkgever. C. Sybrand (37 jaar) is een jaar uit dienst geweest bij zijn werkgever en keert terug. In het verleden heeft hij bij dezelfde werkgever twee jaarcontracten gehad.
Vraag 3
Merel (41 jaar) en Boudewijn (39 jaar) hebben een hypothecaire lening afgesloten. In de afbeelding zie je het verloop van de rente en aflossing die zij moeten betalen. Wat voor hypotheek is dit? A. Lineaire hypotheek B. Annuïteitenhypotheek C. Traditionele levenhypotheek
www.dukers-baelemans.nl www.dukers-baelemans.nl
PE Plus Basis oefenexamen Vaardigheid en competenties Aanleiding gesprek Marco (40 jaar) en Jasmine (35 jaar) gaan na een huwelijk van vijftien jaar uit elkaar. Dit is de reden dat Jasmine een afspraak maakt bij de bank. Nu ze alleenstaand is, moet ze haar eigen bankzaken regelen. Tot op heden had ze alleen een gezamenlijke betaal- en spaarrekening met Marco. Ze wil een eigen betaal- en spaarrekening openen. Financiële situatie Jasmine heeft een paar weken geleden een nieuwe huurwoning gevonden. Hier gaat ze samen met haar dochters Linde (4 jaar) en Lisa (2 jaar) wonen. Voor de huurwoning gaat ze € 550,00 huur per maand betalen. Jasmine werkt vier dagen in de week als cateringmedewerkster bij een groot horecabedrijf. Ze doet dit al tien jaar met veel plezier. Ze heeft leuke collega’s. Met haar werk verdient ze € 1750,00 netto per maand. Voor de scheiding hadden Marco en Jasmine een gezamenlijke betaalrekening met een saldo van € 2.100,00. Daarnaast hadden ze samen € 48.000,00 spaargeld. Jasmine heeft na de scheiding recht op de helft van dit geld. Ze heeft geen overig vermogen. Doelstelling Jasmine vindt het belangrijk dat haar financiële zaken goed zijn geregeld. Nu ze alleen is, wil ze voorkomen dat ze in de financiële problemen komt en daardoor niet meer voor haar dochters kan zorgen. Dit is de reden dat ze haar bankzaken wil doornemen. Naast de betaalrekening wil ze een spaarrekening waarop ze kan sparen voor de studies van haar dochters. Vraag 4 Jasmine wil een spaarrekening openen om te sparen voor haar beide dochters. Dit geld kan eventueel langere tijd vaststaan. De adviseur rekent haar voor dat ze over vijf jaar € 12.752,02 bij elkaar heeft gespaard. Ze ontvangt 3% rente per jaar en de rente wordt jaarlijks uitgekeerd op de depositorekening. In de tussentijd doet ze geen extra bijstortingen of opnames. Welke bedrag heeft Jasmine ingelegd op de depositorekening? € ……. Toelichting bij het antwoord: Kom je uit op een heel bedrag? Kom je niet uit op een heel bedrag?
Vul twee nullen achter de komma in. Vul twee cijfers achter de komma in.
www.dukers-baelemans.nl www.dukers-baelemans.nl
PE Plus Basis oefenexamen Vaardigheid en competenties Vraag 5 Tijdens het gesprek neem je de bankzaken van Jasmine door. Ze wil meer informatie over de mogelijkheden van internetbankieren en mobielbankieren. Daarnaast wil ze weten hoe het zit met de rente op haar spaarrekening. Vervolgens geeft Jasmine aan meer te willen weten over de verschillende verzekeringen die er zijn. Op dit moment heeft ze haar verzekeringen ergens anders ondergebracht, maar ze vindt het handig om alles onder één dak te hebben. Hoe reageer je op het verzoek van Jasmine? A. Je legt Jasmine uit dat jij niet bevoegd bent om hierover te adviseren. Wel kun je contact opnemen met een collega, zodat hij of zij samen met haar kan kijken naar de mogelijkheden op verzekeringsgebied. B. Je hebt vanuit het verleden enige ervaring en kennis over verzekeringen. Je geeft Jasmine de informatie die ze wil. Vervolgens geef je aan wat ze volgens jou het beste kan doen. C. Je vertelt Jasmine dat je het oversluiten van de verzekeringen direct voor haar in orde kan maken, als ze daar interesse in heeft.
Vraag 6 Jasmine heeft enige tijd geleden een gesprek gehad met een onafhankelijke tussenpersoon. Ze wilde weten of ze het voor haar interessant is om een woning te kopen, aangezien de rentestanden zo laag zijn. Deze tussenpersoon geeft advies zonder de intentie een product via hem af te sluiten. Jasmine moet in totaal € 726,00 betalen. De adviseur had vier uur nodig voor het advies. Hoeveel bedraagt het uurtarief van de tussenpersoon exclusief BTW? € …… Toelichting bij het antwoord Kom je uit op een heel bedrag? Kom je niet uit op een heel bedrag?
Vul twee nullen achter de komma in. Vul twee cijfers achter de komma in.
Vraag 7 Een paar maanden later komt Jasmine weer bij de bank. Ze heeft een aantal vragen over haar bankzaken. Tijdens de voorbereiding op het gesprek ziet de adviseur dat Jasmine een lening heeft afgesloten van € 5.000,00 voor de aanschaf van een auto. Daar staat tegenover dat ze ondertussen ruim € 25.000,00 spaargeld heeft. In hoeverre moet de adviseur dit bespreken met de klant? A. De adviseur kan dit buiten beschouwing laten. Jasmine heeft een afspraak gemaakt omdat ze een aantal vragen heeft over haar bankzaken. Zolang ze er zelf niet over begint, is het niet aan de adviseur om dit bespreekbaar te maken. B. Het is belangrijk dat de adviseur het krediet bespreekt met Jasmine. Wat is de reden dat ze heeft geleend als ze spaargeld heeft? Wil ze niet liever aflossen met het spaargeld? Mocht ze meer willen weten dan maak je een afspraak voor haar met een Adviseur Consumptief krediet. C. Het is belangrijk dat de adviseur bij Jasmine aangeeft dat ze het krediet zo snel mogelijk moet aflossen met haar spaargeld. Het krediet kost meer geld dan ze verdient met de rente op haar spaarrekening. Het levert geld op als ze nu aflost.
www.dukers-baelemans.nl
Antwoorden PE Plus Basis oefenexamen Kennis Antwoord vraag 1 Het juiste antwoord is: A. Per 1 januari 2016 wordt de opbouw van de WW-rechten aangepast. Werknemers bouwen in de eerste tien jaar van hun loopbaan per gewerkt jaar één maand WW-recht op. Daarna bouwen zij per gewerkt jaar een halve maand op. WW-rechten die al zijn opgebouwd voor 1 januari 2016 blijven tellen voor één maand. Van 1 januari 2016 tot 1 april 2019 wordt de maximale WW-duur afgebouwd met één maand per kwartaal tot een maximale duur van 24 maanden. Mariëtte is geboren in 1970. Zij is achttien jaar geworden in 1988. Voor 1998 heeft ze tien maanden aan WW-rechten opgebouwd. Van 1998 tot en met 2015 heeft zij achttien jaar gewerkt en dus achttien maanden WW opgebouwd. Vanaf 2016 heeft zij vier jaar gewerkt en hierdoor ‘4 x 0,5= 2’ maanden WW opgebouwd. In totaal zou Mariëtte hierdoor recht hebben op ‘10 + 18 + 2 = 30’ maanden WW. De WW is echter gemaximeerd op 24 maanden. Toetsterm 1d.7 en 1d.9
Antwoord vraag 2 Het juiste antwoord is: B. De ketenbepaling bij een tijdelijke arbeidsovereenkomst houdt in dat vanaf 1 juli 2015 een tijdelijk contract maximaal twee keer mag worden verlengd. De duur van de totale keten bedraagt maximaal twee jaar ten opzichte van de drie jaar in de oude regeling. Na deze periode is de werkgever verplicht om een contract voor onbepaalde tijd aan te bieden of de werknemer geen verlenging aan te bieden. Wanneer een medewerker zes maanden of langer uit dienst is geweest, gaat de keten opnieuw van start. Deze periode was voorheen drie maanden. Joanne is er minder dan zes maanden tussenuit geweest. Dit betekent dat haar ketenperiode doorloopt en het volgende contract haar vierde contract zou zijn. Daarmee moet haar werkgever haar een vast contract bieden. Manuel heeft pas één keer verlenging gehad. Zijn werkgever mag hem nogmaals een tijdelijk contract aanbieden voor maximaal een half jaar. Sybrand is een jaar uit dienst geweest. Hiermee start een nieuwe ketenperiode en hoeft er geen vast contract te worden aangeboden. Toetsterm 1d.7 en 1d.9
www.dukers-baelemans.nl www.dukers-baelemans.nl
Antwoorden PE Plus Basis oefenexamen Kennis Antwoord vraag 3 Het juiste antwoord is: A. Bij een lineaire hypotheek betaalt de geldnemer iedere maand een bedrag aan rente en aflossing. De aflossing is iedere maand gelijk. Omdat de schuld steeds lager wordt, betaalt de geldnemer steeds minder rente. Daardoor dalen ook de maandlasten iedere maand. De maandtermijn die de geldnemer bij een annuïteitenhypotheek betaalt blijft iedere maand gelijk. De maandtermijn bestaat uit rente en aflossing. Omdat de schuld steeds lager wordt, betaalt de geldnemer steeds minder rente. Hierdoor neemt de rente een steeds kleiner deel in van de maandtermijn en de aflossing een steeds groter deel. Bij een traditionele levenhypotheek wordt tijdens de looptijd niet afgelost, wel wordt er rente betaald. Daarnaast betaalt de geldnemer premie voor een levensverzekering. Deze verzekering keert uit aan het einde van de looptijd van de hypotheek of eerder in het geval van overlijden. Deze levensverzekering kent een gegarandeerde uitkering. Daarnaast is sprake van een winstuitkering, deze is afhankelijk van een aantal factoren waardoor de uitkering alsnog lager kan zijn dan verwacht. Met de uitkering van deze verzekering wordt de hypotheek (gedeeltelijk) afgelost. Toetsterm 1c.23
Vaardigheid en competenties Antwoord vraag 4 Het juiste antwoord is € 11.000,00. Berekening saldo depositorekening: € 12.752,02 / 1,03 / 1,03 / 1,03 / 1,03 / 1,03 = € 11.000,00. Toetsterm 2a.1
Antwoord vraag 5 Het juiste antwoord is A. Als Adviseur Basis ben je niet bevoegd om de klant advies te geven op het gebied van verzekeringen. Ook al heb je ervaring en kennis uit het verleden, vanuit je huidige functie ben je niet bevoegd om deze in te zetten. Toetsterm 4a.2
www.dukers-baelemans.nl
Antwoorden PE Plus Basis oefenexamen Vaardigheid en competenties Antwoord vraag 6 Het juiste antwoord is € 150,00. In dit geval heeft de tussenpersoon niet de intentie om te bemiddelen in een product. Dit betekent dat de tussenpersoon verplicht is om BTW in rekening te brengen. De berekening ziet er als volgt uit: Totale tarief inclusief BTW € 726,00 voor vier uur werk. Totale tarief inclusief BTW per uur is € 726,00 / 4 = € 181,50. Totale tarief exclusief BTW per uur is € 181,50 / 1,21 = € 150,00. Toetsterm 2b.3
Antwoord vraag 7 Het juiste antwoord is B. Wanneer je als adviseur constateert dat iemand aan de ene kant een krediet heeft en aan de andere kant voldoende spaargeld heeft om dit krediet af te lossen, is het belangrijk om dit te bespreken. Vraag de klant of ze er wel eens over heeft gedacht het krediet af te lossen. Zo ja, waarom ze ervoor heeft gekozen dit niet te doen. Het is belangrijk om dit bij de klant na te gaan. Het kan zijn dat ze er bewust voor heeft gekozen het krediet nog niet af te lossen. Het is aan de klant om deze beslissing te nemen. Maak het in ieder geval bespreekbaar. Mocht de klant interesse hebben om het krediet af te lossen, dan is het belangrijk de klant door te verwijzen naar een collega met de juiste beroepskwalificatie. Deze kan precies vertellen of aan de aflossing eventuele voorwaarden zijn verbonden en of dit kosten met zich meebrengt. Toetsterm 3b.3
Heeft u na het maken van dit oefenexamen nog extra ondersteuning nodig? Wij hebben voor u de volgende opleidingen om u optimaal voor te bereiden op het examen:
Zelf leren met het digitaal zelfstudiepakket Examentraining (1 dag) Zelf leren + examentraining (1 dag)
Wilt u direct uw examen boeken, ga dan naar www.eifd.nl
www.dukers-baelemans.nl