naar zelfbewustzijn en zelfstandigheid

Schoolplan 2010–2015

naar zelfbewustzijn en zelfstandigheid

Calvijn met Junior College: Het Beroepscollege met doorgaande leerlijn vmbo–mbo2 en vmbo kader onderwijs

Amsterdam: december 2010 Kenmerk: versie 1.0 Het Calvijn met Junior College is onderdeel van de Amarantis onderwijsgroep

Inhoudsopgave:

2

1. Verantwoording (leeswijzer en positiebepaling) 1.1 Basisgegevens van de school 1.2 Organisatie

3 4 4

2. Positiebepaling 2.1 De analyse 2.2 Strategische uitgangspunten

6 7 7

3. School- en bestuursontwikkeling van het Calvijn met Junior College 3.1 Visie 3.2 Missie

8 8 9

4. Onderwijs beleid 4.1 Het “leren” op het Beroeps College Calvijn 4.2 Actief burgerschap en identiteitontwikkeling

9 11 13

5. Leerlingbegeleiding en zorgstructuur 5.1 De school als loopbaancentrum 5.2 Studieloopbaanbegeleiding

15 15 17

6. Personeelsbeleid 6.1 Medewerkers

20 20

7. Communicatie en PR

21

8. Kwaliteitsbeleid 8.1 Kwaliteit in de school 8.2 Kwaliteit

21 21 22

9. Financiën

22

10. Beleidsvoornemens, activiteitenplan 2010-2015

22

110106Schoolplan 2010 versie 1.0[1][1].doc blz. 2

1. Verantwoording en leeswijzer Geachte lezer, Voor u ligt het schoolplan 2010–2015 van het Calvijn met Junior College. In dit plan staat beschreven waar wij voor staan en in de komende vijf jaar willen bereiken. De ontwikkelingen worden jaarlijks vertaald in concrete activiteiten (teamresultaat en -activiteitenplan (TRAP) die vergezeld van de begroting, een bijlage vormen bij dit schoolplan. Kern van het schoolpan is de beschrijving van de strategische keuzes en het beleid voor de periode 2010–2015. Het schoolplan biedt zicht op de toekomst. Het kan gelezen worden als analyse van onderwijsontwikkeling, leerlingzorg, personeelsbeleid, kwaliteit en de financiën. Op de verschillende beleidsdomeinen wordt in dit plan aangegeven waar de school voor staat en welke keuzes er gemaakt worden. Opzet en inhoud van het schoolplan zijn gebaseerd op artikel 24 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs. Het informeert betrokkenen; het bevoegd gezag en de onderwijsinspectie over de ambities van Het Calvijn met Junior College voor de komende jaren. Besluitvorming Het schoolplan wordt aan het voltallige personeel gepresenteerd. Het Calvijn met Junior College ziet het schoolplan als een belangrijk document. Het geeft richting aan de koers van de school. Het is daarom tot stand gekomen in een transparant proces van discussie en communicatie over en weer met alle betrokkenen. Evaluatie Per jaar worden concrete resultaten in een activiteitenplan geformuleerd (als bijlage aan dit schoolplan toegevoegd) en wordt het beleid geëvalueerd. De uitvoering van het beleid is dan het onderwerp van beoordeling en verbetering op de punten waar dat van belang is (zie ook bij kwaliteit). Relatie van het schoolplan met andere documenten De inhoud van het schoolplan is mede gebaseerd op het algemene beleid van de Amarantis onderwijsgroep 1 en op de uitwerking daarvan in het meerjarenbeleid van de groep Amsterdam West . Kaders voor de regionale inkleuring vinden hun oorsprong in regionale afspraken en arrangementen voor Amsterdam en omgeving.

Namens het managementteam Calvijn met Junior College, Mevr. Jolanda Hogewind, directeur

1

Meerjarenbeleidsplan Amsterdam West, 2010 - 2015 110106Schoolplan 2010 versie 1.0[1][1].doc blz. 3

1.1 Basisgegevens van de school:

Vestiging bezoekadres telefoon e-mail website Brinnummer

Directeur Bevoegd gezag Bezoekadres postadres telefoon fax Voorzitter college van bestuur

Het Calvijn met Junior College Schipluidenlaan 12 020-6153409 [email protected] www.calvijnmetjuniorcollege.nl 17HB

Jolanda Hogewind Amarantis onderwijsgroep Strawinskylaan 3165 (Atrium 4de verdieping) Amsterdam Postbus 75875 1070 AW Amsterdam 020 504 24 00 020 504 24 99 L.J. Molenkamp

1.2 Organisatie Schoolgrootte Het Calvijn met Junior College is een school met circa 75 medewerkers, waarvan 20 onderwijsondersteunende personeelsleden, en heeft 530 leerlingen (schooljaar 2010-2011). De organisatie Het onderwijsaanbod bestaat uit beroepscollege gericht op de VMBO basisberoepsgerichte leerweg en kaderberoepsgerichte leerweg, waarbij de basisberoepsgerichte leerweg overgaat in een MBO opleiding niveau 2. Het accent ligt binnen de schoolorganisatie op de doorgaande leerlijn: vmbo basisberoepsgericht– Mbo2. Het Calvijn met Junior College neemt vanaf 2009 deel aan het landelijke experiment VM2. Er wordt gewerkt met in de verticale basisstructuur drie kernteams: de basisperiode en de uitstroomrichtingen Zorg & welzijn en Handel/administratie. Voor de operationele basisstructuur zijn vier portefeuilles toebedeeld aan het managementteam: Beleid&strategie (dir.), Onderwijs en leerlingen, HRM en Bedrijfsvoering. Vanuit de kernteams zijn acht expertgroepen ingericht van waaruit in de horizontale structuur het primaire proces en de beleidsontwikkeling wordt ondersteund. De leiding van de school wordt gevormd door een managementteam waarvan de Directeur en drie teammanagers structureel deel uitmaken.


Fig. Het organisatiemodel Calvijn met Junior College.

Verticale structuur

Horizontale structuur

Pf. Beleid & Strategie

Directeur

Beleid: advies en ondersteuning

Servicepunt

externe contacten

Studieloopbaan centrum

Ondersteuning SLB

Nieuwbouw Pf. Onderwijs/leerlingen

Teammanagers Pf. HRM

Pf. Bedrijfsvoering

Kernteam

Basisperiode

Kernteam

Uitstroomrichting Zorg en Welzijn

Kernteam

Uitstroomrichting Handel/Admini stratie

Expertgroepen:

Onderwijsinnovatie

Begeleiding/zorg

Presentie/VSV

BPV en stages

Veiligheid

Examinering/CGE

Kwaliteitszorg

HRM


2. Positiebepaling (het vertrekpunt) De wereld is in ontwikkeling, zo ook de omgeving van het Calvijn met Junior College. Belangrijke veranderingen waar we op in willen spelen: - Leerlingen worden mondiger en stellen andere eisen aan het onderwijs. - De maatschappij verandert. Een multi–etnische samenleving waarin mensen met verschillende waardensystemen met elkaar moeten samenleven vereist tolerantie. De school en de docenten moeten inspelen op technologische ontwikkelingen en het aanbod van multimedia die dynamiek in de school brengen. De vergrijzende beroepsbevolking leidt ondanks de huidige crisis in de komende jaren tot krapte op de arbeidsmarkt. - Het publieke domein verandert. Naast de overheid wordt ook aan belanghebbenden in de omgeving van de school verantwoording afgelegd. - Het vervolgonderwijs verandert. Eisen aan burgerschap en op de beheersing van generieke vaardigheden op het punt van talen en wiskunde leiden tot hogere niveaueisen en verhogen de druk op verantwoording en controle. - Het beroepenveld verandert. Vakmanschap blijft de basis maar daarnaast is er in toenemende mate behoefte aan veelzijdige, sociaalvaardige/flexibele medewerkers, die verantwoordelijkheid durven nemen en klant- en servicegericht zijn. - De Lissabon doelstelling (Europese economieën omvormen tot kenniseconomieën) heeft geleid tot concrete doelen inzake voortijdig schoolverlaten en een leven lang leren.

Het Calvijn met Junior College Het Calvijn met Junior College is een school met een eigen gezicht. Bij het betrekken van een nieuw schoolgebouw in de nabije toekomst wordt dit “eigen gezicht” nog optimaler vormgegeven. Wij zijn een school diwe de buitenwereld binnenhaalt en zelf de buitenwereld intrekt. We proberen de leefwereld van onze leerlingen die vooral in Amsterdam West opgroeien te vergroten en tevens de verbinding te vormen tussen enerzijds onze leerlingen, hun ouders en anderzijds andere groeperingen (werkveld) en bewoners van de stad Amsterdam. Voorts is er de ambitie om in de komende periode expliciet inhoud en vorm te geven aan de voordelen die samen optrekken met het mbo voor leerlingen biedt (beroepscollege). Het onderwijs in de basisperiode van Calvijn met Junior College kan in de komende periode worden getypeerd als onderwijs waarbij lessen volgens het jaarrooster worden aangevuld met projecten. Naast het verwerven van kennis ligt er veel nadruk op het aanleren van vaardigheden. Vanaf de start leren 1e jaars door te doen. De leerlingen leggen daarvoor een portfolio aan en voeren jaarlijks enkele portfoliogesprekken Die werkwijze wordt in de komende periode verder doorontwikkeld. In de onderbouw wordt veel aandacht besteed aan het wegwerken van hiaten in kennis, met name op het gebied van rekenen en taal. Met competentiegericht leren wordt ook in de basisperiode al ervaring opgedaan. Op die manier wordt inhoud gegeven aan een meer natuurlijke overgang van de basisperiode naar de uitstroomprofielen en het competentiegerichte vervolgonderwijs. Om er voor te zorgen dat de leerlingen op de juiste vervolgopleiding terecht komen neemt LOB (Loopbaan Oriëntatie en -Begeleiding) een belangrijke plaats, in het curriculum in.


2.1 De analyse Strategische uitgangspunten formuleert het Calvijn met Junior College op grond van de omgevingsverkenning en een verkenning van de prestaties van de school zelf. Samen met het voltallige personeel is daarom een analyse gemaakt op basis van enkele kernvragen (SWOT). De uitkomsten zijn na een strategische analyse (confrontatiematrix) omgezet in een aantal uitgangspunten voor de komende tijd. Waarin is het Calvijn met Junior College op dit moment goed? - Breed en uitdagend onderwijsaanbod (uitgestelde sector-/vakkeuze, coaching, werken met leerlingvolgsysteem, etc.) - Ervaring met/goed zijn in onderwijsmethoden - Remediale hulp in de basisperiode - Een kwalitatief goed docententeam: ontwikkelingsgericht - Begeleiding (en coaching) van nieuwe docenten - Leuke collega’s - Veilige school - Taal en rekenbeleid - Ondernemende school: de samenwerking met externe partners ten behoeve van stages, maatschappelijke stages, coaching, excursies, projecten, gastlessen, trainingen en evenementen. Waarin is het Calvijn met Junior College op dit moment nog niet zo goed? - Ouderbetrokkenheid en leerlingparticipatie. - Het aantal keuzemogelijkheden in uitstroomrichtingen - Het imago van de school. Welke kansen biedt de buitenwereld in de nabije toekomst voor het Calvijn met Junior College? - Nieuw gebouw (nieuwbouw) - Bredere keuzemogelijkheid voor leerlingen. De overheid vergroot de diplomamogelijkheden - Doorstroomperspectief naar het mbo en hbo - Samenwerking met de gemeente Amsterdam (zie kader West Best) - Samenwerking met het stadsdeel Wat zijn in de komende tijd voor Het Calvijn met Junior College bedreigingen van buitenaf? - Leeftijdsopbouw (een relatief oud docententeam): kennis verdwijnt over een aantal jaren. - Demografische ontwikkelingen, waardoor het aantal leerlingen afneemt dat uit basisscholen instroomt (autonome krimp). - Financiële situatie van Amarantis (moederorganisatie). - Toenemende complexiteit van de problematiek rondom leerlingen. - Negatieve beeldvorming Slotervaart. 2.2 Strategische uitgangspunten West Best In het project West Best heeft de gemeente Amsterdam en de Amarantis Onderwijsgroep zich gecommitteerd aan het meerjarenplan 2009-2012. Hierin is de ambitie neergezet om een beroepscollege te vormen, waarbij leerlingen met een startkwalificatie MBO2 of VMBO-kaderdiploma uitstromen en tussentijdse uitval nihil is. Daarbij willen we werken aan het zelfbeeld van leerlingen, waarmee ze als zelfstandige burgers hun leven zelf goed kunnen vormgeven. Uiteindelijk beogen de samenwerkingspartners om met de extra inspanningen in het project een parel in Amsterdam-West neer te kunnen zetten. Vanuit het servicepunt worden vanuit het motto ‘De wereld de school in, en met de school de wereld in.’ een flinke dosis aan activiteiten aangeboden waarin partners een belangrijke rol spelen. In de verlengde schooldag maken leerlingen zelfstandig keuzen voor activiteiten. Zo kunnen ze hun talenten ontwikkelen, en leren ook hun vrije tijd te managen. Er is een integratie van onderwijs, individuele zorg en persoonlijk ervaringsleren. Daartoe verandert de rol van de docent in expert, studieloopbaanbegeleider en coach. Daarnaast is de docent in staat vorm te geven aan activiteiten met partners die vanuit het servicepunt gecoördineerd worden. De ambities passen geheel in lijn met het programma ‘Jong Amsterdam, kinderen eerst’ van de gemeente Amsterdam, dat stevig investeert in de Amsterdamse jeugd. Ambities richten zich op de beleidsterreinen Zorg, begeleiding en veiligheid, Brede School, Onderwijs, vernieuwing, kwaliteit, Professionalisering organisatie en personeel, Faciliteiten, en VSV en verzuim.


a) Het Beroepscollege Calvijn gaat haar sterke punten gebruiken om kansen optimaal te benutten: Het is van groot belang om de positie van het Calvijn met Junior College in de regio te versterken, de school goed op de kaart te zetten en inspanning te leveren voor de veilige leeromgeving. Daarom zal de publiciteit rondom de geplande nieuwbouw benut worden voor een PR offensief op het punt van het brede en uitdagende onderwijsaanbod, uitgesteld keuzeproces, zorgstructuur etc. De ontwikkelingsgerichtheid van de school wordt extra benut door innovatieve VM2 projecten uit te voeren, de projecten vanuit het Servicepunt met de externe partners verder uit te bouwen, de begeleiding (en coaching) van nieuwe docenten wordt gebruikt om de schoolcultuur uit te dragen. b) Het Calvijn met Junior College gaat haar sterke punten ook gebruiken om bedreigingen af te wenden: Als sterkte wordt de relatief goede kwaliteit gezien, mits voldoende herkenbaar. Daarom zal de kwaliteit van de zorgstructuur en geringe schooluitval duidelijk onder de aandacht van ouders en andere belanghebbenden worden gebracht. De verbeterde huisvesting, goede resultaten en de kwaliteit van de begeleiding zullen afstralen op de hele school; het Calvijn met Junior College wordt de beste school in de regio! c) Het Calvijn met Junior College gaat kansen gebruiken om haar zwakke punten te overwinnen: De overheid vergroot de diplomamogelijkheden van mbo. Daarop wordt ingespeeld door meer keuzemogelijkheden in uitstroomrichtingen te ontwikkelen, zonodig in samenwerking met andere scholen. De ouderparticipatie wordt versterkt. Ouders worden ook betrokken bij medezeggenschap. De samenwerking met mbo wordt versterkt voor het opzetten van sectororiëntatie, keuze begeleiding en voor concrete doorgaande leerlijn. d) Het Beroepscollege Calvijn gaat zwakten minimaliseren en bedreigingen afwenden. Het imago wordt verbeterd en er wordt veel aandacht besteed aan de veilige school en -leeromgeving, een strategisch formatieplan (op basis van groei van leerlingaantallen) wordt benut voor het verbeteren van de leeftijdopbouw van het team: ervaring van personeelsleden wordt benut door coaching en begeleiding van nieuwe docenten (om zo te voorkomen dat de ervaring verloren gaat). Er wordt scholing voor het personeel opgezet, onder andere om beter om te gaan met de toenemende complexiteit rondom jongeren.

3. School- en bestuursontwikkeling van het Calvijn met Junior College Het Calvijn met Junior College realiseert de doelstellingen van de school (de missie) vanuit een concreet vertrekpunt (schoolplan) en gebaseerd op een heldere visie. 3.1 Visie Directie en personeel van het Calvijn met Junior College zien de school als de plek waar leerlingen zich vrij kunnen ontwikkelen. Het Calvijn met Junior College is een school voor Algemeen Christelijk Onderwijs. Dat is dagelijks zichtbaar in de wijze waarop binnen de schoolse leefgemeenschap met elkaar wordt omgegaan. Identiteit is ook sociale identiteit, de wijze waarop leerlingen en medewerkers binnen de school met elkaar omgaan. In een dergelijk school heeft ieder respect voor elkaars opvattingen en (religieuze) achtergronden. Daar wordt ieders mening en levenswijze gerespecteerd. Interconfessionele waarden zijn daarbij leidend en er is ruimte voor verschillende religieuze en levensbeschouwelijke achtergronden. Betekenisgeving en zingeving staan centraal. De Amarantis toetsstenen bieden een bruikbaar kader. Op onze school staat de talentontwikkeling van leerlingen centraal. Het geeft leerlingen de kans om hun identiteit te ontwikkelen, van elkaar te leren, het gaat segregatie tegen en het vermindert schooluitval. Het curriculum is erop gericht leerlingen een beroep te leren en te stimuleren om een pro-actieve burger te zijn. We stellen ons ten doel een positief zelfbeeld bij leerlingen te stimuleren. Het initiëren van de dialoog staat daarbij centraal. Talentontwikkeling is ook een uitgangspunt bij alle activiteiten van de verlengde schooldag Onze uitgangspunten: ‘ Iedere leerling krijgt de aandacht die hij/zij nodig heeft.’ ‘ Alles wat aandacht krijgt groeit.’ ‘ Mensen begeleiden bij hun ontwikkeling is kijken naar de mogelijkheden, niet naar de onmogelijkheden.’ ‘ Leren door te doen en daarop te reflecteren.’ ‘ Leren door succeservaringen.’ 110106Schoolplan 2010 versie 1.0[1][1].doc blz. 8

3.2 Missie Missie van het Calvijn met Junior College is het beste in de leerling te ontdekken. Dat is nodig om dat talent te kunnen benoemen, te bevestigen en ervoor te kunnen zorgen dat de leerling dit talent verder ontwikkelt naar zelfbewustzijn en zelfstandigheid. Het Calvijn met Junior College meent dit het beste te doen door aandacht te besteden aan de leerstijl van jongeren. Docenten vervullen een rol als coach. Er is veel aandacht voor hiaten in taal en rekenen of anderszins. De hiaten worden ingevuld (zie ook bij het hoofdstuk ‘onderwijs’). Het Calvijn met Junior College doet dat door leerlingen op een enthousiaste manier kennis en vaardigheden bij te brengen die aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen. Leerlingen willen hun grenzen verleggen. Het Calvijn met Junior College biedt hen daarvoor een uitdagende omgeving die veiligheid en structuur biedt. Door naast kennisoverdracht te werken aan betekenisvol onderwijs waarbinnen de leerling zijn of haar kwaliteiten kan laten zien en ontwikkelen, wordt de betrokkenheid van de leerlingen bij de school vergroot. Met betekenisvol wordt bedoeld dat er een duidelijke LOB-lijn zichtbaar is van leerjaar 1 tot en met de mbokwalificatie op niveau 2. Het gaat om ‘dromen, ambities en de toekomst’. De ambities van het Calvijn met Junior College zijn hoog. Om deze waar te maken wordt samen met alle betrokkenen op uitvoeringsniveau concrete plannen uitgewerkt. Jaarlijks wordt vastgelegd wat de resultaten zullen zijn. Die worden vastgelegd in een team- resultatenplan (TRAP). Op die manier wordt het mogelijk om de resultaten te behalen en de beschikbare middelen daarvoor aan te wenden.

4. Onderwijsbeleid Aanmelding en toelating Aanmelding van leerlingen gebeurt op basis van afspraken die gelden voor Amsterdam. Het Calvijn met Junior College wil leerlingen onderwijs bieden op basis- en kaderberoepsgerichte leerweg niveau. Leerlingen kiezen op grond van het advies van de basisschool een school. Alle kinderen die inwoner zijn van Amsterdam, kunnen aanspraak maken op een onderwijsplaats. Tussentijdse toelating Het Calvijn met Junior College tracht ook leerlingen een plaats te geven die gedurende het schooljaar in verband met verhuizing of om een andere reden een beroep doen op de school. Dat geldt voor leerlingen die afkomstig zijn van een andere school en voor een vergelijkbare (dezelfde) opleiding. Er is voor dat doel en gezien het specifieke karakter van doorgaande leerlijnen, een toelatingscommissie ingericht. Deze kan worden benaderd door een andere vmbo school. De toelatingscommissie adviseert. De mogelijkheden voor toelating worden per aanvraag beoordeeld. Beslissingen worden door de directie genomen na overleg met betrokken team. Oriënterend Op het Calvijn met Junior College is Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding (LOB) sterk ontwikkeld. Vmbo is vooral voorbereidend onderwijs. Het onderwijs sluit naadloos aan op het mbo. Het programma biedt leerlingen de mogelijkheid om zich te oriënteren op hun toekomst. Keuzeprocessen vormen een belangrijk onderdeel van deze opleidingsfase. Het maken van de keuze voor opleiding of beroep wordt zo lang mogelijk uitgesteld. In leerjaar 2 maken leerlingen een sectorkeuze. Het Calvijn met Junior College realiseert de algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden: - Werken aan vakoverstijgende thema's. De leerling leert, in het kader van een brede en evenwichtige oriëntatie op mens en samenleving, enig zicht te krijgen op relaties met de persoonlijke en maatschappelijke omgeving. - Leren uitvoeren. De leerling leert in zoveel mogelijk herkenbare situaties, mede met gebruikmaking van ICT, een aantal schoolse vaardigheden verder te ontwikkelen. - Leren leren. De leerling leert, mede met gebruikmaking van ICT, zoveel mogelijk eigen kennis en vaardigheden op te bouwen. Daartoe leert hij onder andere een aantal strategieën die het leer- en werkproces kunnen verbeteren met afnemende sturing. - Leren communiceren. De leerling leert, mede via een proces van interactief leren, een aantal sociale en communicatieve vaardigheden verder te ontwikkelen. - Leren reflecteren op het leer- en werkproces. De leerling leert, door te reflecteren op het eigen cognitief en emotioneel functioneren, zicht te krijgen op en sturing te geven aan het eigen leer- en 110106Schoolplan 2010 versie 1.0[1][1].doc blz. 9

-

werkproces. Leren reflecteren op de toekomst. De leerling leert, door te reflecteren op het eigen cognitief en emotioneel functioneren, zicht te krijgen op de eigen toekomstmogelijkheden en interesses.

Onderwijskundige ontwikkelingen De onderwijskundige ontwikkeling bij het Calvijn met Junior College is gericht op brede ontwikkeling en voorbereiding op beroepskwalificatie op niveau 2. Het onderwijs vertoont samenhang. In leerlijnen en ontwikkelingslijnen wordt rekening gehouden met diverse leerstijlen van de leerlingen. De rol van docenten verandert, zij worden meer coaches van leerlingen. Dit zal in de komende jaren vorm krijgen. Een concreet scholingsprogramma (in Amarantis verband) voor docenten is hierbij belangrijk.

Leerlijnen Het curriculum van het Calvijn met Junior College vormt een samenhangend geheel van vakken, taken en opdrachten. Verschillende didactische werkvormen en leersituaties, geordend in ‘leerlijnen’ stellen de leerlingen in staat zich alle noodzakelijke kennis eigen te maken. Bij de ontwikkeling van de leerlijnen wordt onderscheid gemaakt in de inhoud (wat) en vormgeving (hoe). De leerlijnen zijn gebaseerd op een mix van de kerndoelen van het VO en de concrete maatschappelijke taken of beroepstaken, afkomstig uit kwalificatiedossiers.Vertrekpunt zijn de vakken (algemene disciplines) van de basisvorming en het vereiste niveau (kerndoelen) voor VO. De vaksecties ontwikkelen een samenhangende leerlijn voor de opbouw van de kennis en vaardigheid. Dat kunnen zij goed. Daarin ligt hun ervaring en daar zijn ze ook voor opgeleid. De vaksecties laten zich daarbij echter niet alleen leiden door de vakdidactische kaders en de cognitieve (ontwikkelingspsychologische) ontwikkeling van de leerling, maar zij werken ook samen met mbo docenten en ‘kenners’ van de beroepssectoren, aan het ontwikkelen bij de leerling van competenties. Dat doen zij door concrete taken, ontleend aan de maatschappelijke werkelijkheid en/of de context van een beroepssector bij het onderwijs te betrekken. Zeven leerlijnen zijn de basis voor de opbouw van het curriculum van het Calvijn met Junior College. Deze zijn ontwikkeld vanuit de volgende disciplines: 1. Taal (Nederlandse taal) 2. Rekenen 3. Wiskunde 4. Burgerschap (aardrijkskunde/geschiedenis, LB, wereldoriëntatie, burgerschap) 5. Leren en loopbaan (sociale en communicatieve vaardigheden, zelfreflectie) 6. MVT (Engels en Frans) 7. Beroep De leerlijnen eindigen voor de leerling in een concreet perspectief (drie kwalificatiedossiers) voor kwalificatie op het mbo niveau 2 (diploma Helpende Zorg & Welzijn, Verkoopmedewerker of Administratief medewerker) en/of minoren in verwante crebonummers. Het wat van de leerlijn In elk van de leerlijnen is de inhoudelijke (vak)ontwikkeling in samenhang gebracht met maatschappelijke en (later ook) beroepgerelateerde taken en resultaten (competentieontwikkeling). De onderwijsinhoud is utgezet in tijd (meest geschikte volgorde en rekening houdend met leertijd (SBU). De cognitieve ontwikkelingsdoelen en leertaken zijn waar nodig hiërarchisch gerangschikt (eerst dit, dan dat) Het hoe van de leerlijn Binnen de leerlijnen is vanuit onderwijsdidactisch vertrekpunt een aantal (meest geschikte) werkvormen geformuleerd. Ervaringen van collega’s en goede ideeën vanuit betrokken partners krijgen een plek in de aanpak en bij de vormgeving van de onderwijsomgeving op het Calvijn met Junior College. De rol van de leerlijnen - De leerlijnen bieden voor leerlingen en ouders de nodige transparantie. Wat ga je leren en wat kan je allemaal (worden). Hoe ziet je onderwijs er uit en welke opdrachten of producten kan je maken (resultaten). - De leerlijnen bieden bij de persoonlijke ontwikkeling van de leerling de ‘horizon’ waarop zij kunnen koersen (foreword mapping). - De leerlijnen bieden voor de POP- en portfoliogesprekken (persoonlijke studieloopbaanbegeleiding) een/het referentiekader voor de advisering en begeleiding op het punt van persoonlijke ontwikkeling van de leerling. 110106Schoolplan 2010 versie 1.0[1][1].doc blz. 10

De pijlers 1. Kleinschaligheid 2. Individuele leerroutes 3. Leren door te doen Kleinschaligheid: Kleinschaligheid komt terug in meerdere facetten. Het krijgt vorm in het aantal leerlingen per klas: circa 16 voor basisklassen met LWOO klassen en 20 voor overige klassen. Kleinschalig betekent ook dat de leerling van de start tot aan zijn diploma door dezelfde groep studieloopbaanbegeleiders en vakdocenten wordt begeleid. Dit heet een kernteam. Het kernteam leert de leerlingen goed kennen. Kleinschaligheid kun je ook nog vormgeven in huisvesting. Elke groep zal zijn eigen groepsruimte hebben. Individuele leerroutes Tijdens het schrijven van een POP zal blijken dat elke leerling verschillend is. De een heeft veel verstand van computers, de ander spreekt vloeiend Engels. Het zou onzin zijn om deze leerlingen les in die vakken te laten volgen. In het beroepscollege krijgt iedereen dus een op maat gemaakt onderwijsaanbod. Een op maat gemaakt onderwijsaanbod betekent niet dat de leerlingen individueel onderwijs krijgen. De leerloopbaan van de leerling staat centraal. Wanneer men uitgaat van individuele leerroutes, staat het curriculum, het lessenpakket of de roosters niet langer centraal. De persoonlijke leerloopbaan staat dan centraal. Dat betekent dat onderwijsinhoud, begeleiding, stage en roosters daarop afgestemd moeten worden. Elke periode kan daardoor anders zijn. Dit betekent ook dat niet vaststaat wanneer de leerling klaar is met zijn opleiding. Als een leerling een gevuld portfolio heeft en daarmee kan aantonen aan alle voorwaarden voor een MBO niveau 2 diploma te voldoen, wordt mbo-examen gedaan. Competentiegericht leren CGO Zodra dat kan staat competentiegericht leren in de opleiding een beroep centraal: uitgaan van de competenties die een leerling heeft versus de competenties om een beginnend beroepsbeoefenaar te zijn. Dit in een goed begeleid proces, met afnemende sturing is de kern van het CGO. Er wordt veel geoefend, op school en tijdens stages. Stages nemen een belangrijke plaats in binnen het Beroepscollege. In het derde leerjaar wordt soms al met de stages gestart. In de praktijk leer je immers het beroep echt kennen. Dáár ontmoet je situaties die je in theorie niet kunt bedenken en die je niet kunt simuleren. Leren door te doen! De school is in deze opvatting de plek waarin de leerling op die praktijk kan reflecteren door er enige afstand van te nemen. De studieloopbaanbegeleider zal elke week groepsreflecties organiseren en in coachingsgesprekken staat zelfreflectie centraal. De actoren In het beroepscollege zijn verschillende taken te verdelen. De studieloopbaanbegeleider is de spil van de school. Hij heeft het meest intensieve contact met de leerlingen en is betrokken bij alle aspecten van het leerproces. Daarnaast bevat het kernteam ook een aantal vakdocenten. Binnen de kernteams heeft iedereen een expertfunctie zoals HRM, zorg, presentie, kwaliteitszorg en onderwijsinnovatie. De experts komen samen in expertgroepen. 4.1 Het ‘leren’ op het Calvijn met Junior College Hiaten wegwerken Vooral in de onderbouw is er zicht op de hiaten in kennis en worden deze systematisch en op maat aangepakt. Leerlingen worden getest om zicht te krijgen op deze hiaten. In handelingsplannen wordt systematisch de remediale hulp omschreven. Leerlingen worden aan het eind van leerjaar 1 en aan het eind van leerjaar 2 getest op vorderingen. Daarmee is er zicht op vorderingen en is het resultaat van de inspanningen meetbaar. Taal- en rekenontwikkeling Bij aanvang van het schooljaar worden alle brugklasleerlingen getest op begrijpend lezen, spelling en technisch lezen. In de onderbouw krijgen alle leerlingen additief een taal- en rekenaanbod, dat remediërend of verrijkend kan zijn. Door dit aanbod worden alle leerlingen in leerjaar 1 op AVI niveau 9 gebracht voor technisch lezen in kleine groepjes. Daarna krijgen leerlingen wekelijks een aanbod in begrijpend lezen in kleine groepjes. Leerlingen krijgen daarnaast wekelijjks leeslessen om leeskilometers te maken. Leerlingen met grote achterstanden volgen een programma op maat. Leerlingen worden getoetst op vorderingen en waar nodig wordt het programma aangepast. In leerjaar 3 bestaat het additief programma in de leerjaar 3 uit 110106Schoolplan 2010 versie 1.0[1][1].doc blz. 11

begrijpend lezen en hebben basisklassen extra rekenlessen. Acht klassen per week krijgen een uur native speakerlessen in kleine groepjes om de mondelinge vaardigheden engels te trainen.

Competentieontwikkeling Het Calvijn met Junior College bouwt voort op de basisvorming en eindigt bij een concrete startkwalificatie op mbo niveau 2. Het Calvijn met Junior College gaat uit van een sociaal constructivistische opvatting over leren en een competentiegerichte, vraaggestuurde aanpak van het onderwijs. In die opvatting worden leerlingen gestimuleerd om in een uitdagende leeromgeving en realistische situaties, op onderzoek uit te gaan en zich zo een beeld te vormen van zichzelf, van de eigen drijfveren, waarden, normen en aanwezige talenten. De school vormt in die opvatting een learning community: leerlingen leren met en aan elkaar, delen 2 kennis, en ontwikkelen en creëren samen ook nieuwe kennis . De studieloopbaanbegeleiders houden per individu de vorderingen nauwlettend in de gaten en bespreken dit regelmatig met de leerling. Belangrijk hierbij is dat de leerling eigenaar van zijn eigen leerproces wordt. Het gaat er dus niet om dat wij gaan vertellen wat hij wel en niet goed doet en wat hij zou moeten gaan doen om het te verbeteren. Het is onze taak om de juiste vragen te stellen om zo de leerling zelfbewust te maken en intrinsiek te motiveren om zich te gaan ontwikkelen. Uiteindelijk is het doel dat de leerling regie neemt. Over zijn leerproces en uiteindelijk over zijn leven. Coaching Leerlingen zijn direct betrokken bij hun onderwijsproces. Door middel van coachingsgesprekken stellen leerlingen zichzelf doelen en bespreken op welke wijze zij deze doelen vorm kunnen geven. De mentor is daarbij de spil in de organisatie. De rol van de mentor is die van loopbaancoach. Hij heeft regelmatig een evaluatief gesprek met leerlingen, waarbij er wordt teruggekeken op eerder gemaakte afspraken en, in overleg met de leerling, nieuwe doelen worden vastgesteld. De leerling krijgt deels de verantwoordelijk voor de eigen ontwikkeling en de loopbaancoach stuurt en begeleidt deze. Reflectie op het leren wordt een belangrijk aspect in de school. Er is pas sprake van leren, als de leerling heeft gereflecteerd. Samen leren De competentiegerichte onderwijsvormen zijn divers. Soms wordt er klassikale instructie gegeven en gaan de leerlingen daarna met hun opdrachten aan de slag. Soms worden er trainingen op maat gegeven. Soms worden praktijksituaties op school gesimuleerd om vrij te kunnen oefenen en intensief begeleid te worden door de docent. Leren is een sociaal proces. Leerlingen leren van en aan elkaar. Leren gebeurt door middel van individuele opdrachten, in tweetallen of in groepen. Daarom worden op het Calvijn met Junior College sociale interacties bevorderd en worden leerlingen in staat gesteld om van en met elkaar te leren. Door leerlingen in vaste groepen te plaatsen wordt de sociale context gewaarborgd. De context van de klas is de sociale basis voor de leerling. Elke leerling blijft, indien mogelijk, twee jaar in dezelfde klas. Binnen de school bestaan ook andere eenheden waarin de leerling leert. Vooral in de bovenbouw zullen leerlingen op grond van keuzes die zij maken in verschillende groepen onderwijs volgen. Echter, de klas blijft de vaste sociale context waarop leerlingen terug kunnen vallen en van waaruit zij door de mentor begeleid zullen worden. Alleen in een veilige omgeving is een persoon in staat om te leren. De primaire taak van elke medewerker is te zorgen voor een veilige omgeving. Leeractiviteiten Docenten hebben hoge verwachtingen van leerlingen. Wanneer docenten hoge verwachtingen hebben, dagen zij leerlingen uit om (meer) te presteren waardoor leerresultaten stijgen. Leren van nieuwe kennis kan alleen, wanneer de nieuwe kennis aansluit bij al verworven kennis. Docenten bieden kennis aan in de ‘zone van de naaste ontwikkeling’ en activeren voorkennis, voordat nieuwe stof wordt aangeboden. Docenten motiveren de leerlingen door de leeractiviteiten betekenisvol te maken. Zij geven sturing aan bovengenoemde processen en zorgen voor veiligheid. Leerstijlen Het Calvijn met Junior College erkent dat er verschillende leerstijlen en leerstrategieën zijn, zoals de holist; een leerling die bij een probleem een totaaloverzicht heeft en vandaar uit naar de details gaat, de serialist; een leerling die vanuit details naar het totaal werkt, de versatilist, de leerling die afhankelijk van de probleemstelling, zowel vanuit de details als vanuit het totaal kan werken en denken. Tenslotte zijn er 2

“van kennis naar competentie” visienotitie: krw 2006 110106Schoolplan 2010 versie 1.0[1][1].doc blz. 12

leerlingen die er geen enkele leerstijl of strategie op na lijken te houden. Het Calvijn met Junior College orienteert zich op de best mogelijke aanpak waarbij in groepen idealiter alle leerstijlen zijn vertegenwoordigd en leerlingen leerstijlen en leerstrategieën van elkaar over kunnen nemen. Afwisseling in leren Docenten gebruiken variatie in aanbod en gebruiken naast instructie allerlei werkvormen om het leerproces te activeren. Docenten zijn zich bewust van verschillende leerstijlen en leerprocessen en houden rekening met deze diversiteit in de klas door verschillende werkvormen aan te bieden. Elke goede les begint met het activeren van voorkennis en eindigt met reflectie op het geleerde. Geleerd wordt er op verschillende plekken in de school, zoals instructielokalen, praktijklokalen, werkplekken, Open Leercentrum, en stilteruimtes. Buitenschools leren, betekenisvolle opdrachten. Leren gebeurt niet alleen binnen de school, het buitenschools leren is een kenmerk van Het Calvijn met Junior College. Daarbij horen opdrachten waarbij leerlingen buiten het schoolgebouw onderzoek doen, op excursie gaan en stage lopen. Zo zijn leerlingen actief in de samenleving en komt de samenleving in de school. Het Amsterdam Meetingpoint is daarin het scharnierpunt tussen samenleving en school. Zowel interne als externe opdrachten worden via het Meetingpoint verzameld en uitgevoerd door leerlingen. Leerlingen doen zo ervaring op in een levensechte context. Dit versterkt het zelfbeeld van de leerling.In de volgende paragraaf wordt hierop uitgebreid ingegaan. 4.2 Actief burgerschap, sociale integratie en identiteitsontwikkeling Het Calvijn met Junior College besteedt ruime aandacht aan actief burgerschap en sociale integratie en wil dat leerlingen met een goed zelfbeeld van school gaan. In dit kader wordt gestreefd naar sterke betrokkenheid van de school en de leerlingen bij de samenleving en omgekeerd. Burgerschapsvorming wordt gezien als het helpen vormen van wie je bent (identiteit), mogelijkheden aanreiken om te kunnen deelnemen aan de samenleving (participatie) kennis van cultuur en leren omgaan met de principes van de democratie. Ondernemend en grensverleggend zijn voor ons belangrijke kernbegrippen, zowel van toepassing op leerlingen als docenten. Het Calvijn is ondernemend in de zin dat het samenwerkt met externe partners (bedrijven en jeugd en welzijnsinstellingen) voor de realisatie van excursies, projecten, gastlessen, trainingen en evenementen binnen en buiten de locatie. Het Calvijn is grensverleggend in zin dat leerlingen veel kansen en mogelijkheden geboden wordt om andere dingen te doen dan ze gewend zijn. Hun wereld wordt op die manier anders afgebakend. Bovendien is het Calvijn een vernieuwende school, waar qua didactiek ook regelmatig grenzen worden verlegd. De school kiest voor betrokkenheid, samenwerking en talentontwikkeling. De school midden in de samenleving De school kan veel betekenen voor de buurt en de buurt kan veel betekenen voor de school. Het motto van de school is “de wereld de school in, en met de school de wereld in”. Het Servicepunt op het Calvijn met Junior College speelt een centrale rol in de vormgeving van dit motto en dient als scharnierpunt tussen samenleving en school. Het Servicepunt houdt zich bezig met: PR & Communicatie Verlengde schooldag-activiteiten en projecten met partners Externe contacten Organiseren van evenementen Stage en maatschappelijke stage en Meeting Pointopdrachten Naast het feit dat het schoolgebouw in avonden en weekenden wordt gebruikt voor instanties uit de buurt en bij verkiezingen ook als stemlokaal functioneert, heeft de school daarmee veel mogelijkheden om midden in de samenleving te staan en de maatschappelijke betrokkenheid van de leerlingen en de school te vergroten. Hieronder wordt uiteengezet hoe een en ander is vormgegeven. Verlengde Schooldag De twee uitgangspunten van de verlengde schooldag zijn talentontwikkeling en het managen van de vrije tijd. De gemeente Amsterdam omschrijft vier opeenvolgende stadia in talentontwikkeling. Het eerste stadium is kennismaking, dat overgaat in ontwikkelen & participeren, vervolgens naar bekwamen & presteren en met als einddoel een topprestatie. Op het Calvijn wordt in de Verlengde Schooldag vooral ingezet op de eerste twee onderdelen van talentontwikkeling: we laten onze leerlingen kennismaken met verschillende soorten vrijetijdsbesteding, waardoor ze kunnen ontdekken of ze er talent voor hebben, en we proberen deze vrijetijdsbestedingen te ontwikkelen door de leerlingen cursussen te laten volgen en ze mee te laten doen met professionals. De volgende stappen richten zich meer op de verdere uitbouw van een talent. Hiervoor 110106Schoolplan 2010 versie 1.0[1][1].doc blz. 13

leiden we onze leerlingen naar bijvoorbeeld een vereniging, waar zij uiteindelijk een topprestatie kunnen bereiken. Het Calvijn biedt naschools extra uren met cultuur, sport, techniek, multimedia, educatie (bijvoorbeeld een huiswerkklas). Deze verlengde schooldag heeft als uitgangspunten talentontwikkeling en het managen van vrije tijd. Dit bereiken we door het vernieuwde naschoolse programma. Van 15.30 tot 17:15 uur is er iedere middag een extra programma (de reguliere lessen lopen tot 15:15 uur). Leerlingen zijn verplicht om hier minimaal één middag tot 17:15 uur aan deel te nemen. Meer uren afnemen wordt sterk gestimuleerd. Gezien het aanbod dat we nu hebben aan buitenschoolse activiteiten en de leerlingen die daaraan meedoen, verwachten we dat een deel van de leerlingen meer dan één middag tot kwart over vijf zal willen deelnemen. Met een breed en spannend aanbod dat aansluit op de wensen van de leerlingen verleiden we ze om ook meer uren af te nemen. Maatschappelijke stage Het Calvijn met Junior College organiseert voor alle leerlingen in het 3e leerjaar maatschappelijke stage met een totaal van minimaal 30 klokuren. De leerling leert overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland kennen. Eigen en andermans leefwijze leert de leerling op die manier met elkaar in verband te brengen en de betekenis voor de samenleving van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen. Maatschappelijke stage stimuleert onbezoldigde inzet voor de samenleving. Jaarlijks worden bijvoorbeeld meer dan 10 leerlingen opgeleid tot scheidsrechter door de KNVB en ingezet in voetbalverenigingen in de buurt. Coaches uit het bedrijfsleven In leerjaar 1 krijgen alle leerlingen een coachproject leren presenteren, met behulp van coaches uit het bedrijfsleven. In leerjaar 2 worden alle leerlingen gecoacht op beroepsorientatie. Coaches worden geleverd door de ABN AMRO, ING, RBS en de gemeente. Projecten met partners Vele partners ING, Deloitte, Nike, de Rotary, Hart voor Amsterdam participeren in projecten, gastlessen en trainingen voor leerlingen bij ons op school. Excursies en evenementen Onze partners investeren in tijd (begeleiding) om onze leerlingen buitenschools te begeleiden bij excursies. Het Calvijn met Junior College organiseert met stichting Zingeving Zuidas twee keer per jaar een straatvoetbaltournooi. Ieder jaar worden twee partnerdagen georganiseerd om nauwe banden met het bedrijfsleven te bevestigen. Sport De school investeert met verlengde schooldag dagelijks in sportactiviteiten zoals streetdance, voetbal, fitness en kickboxen en heeft in 2010 opnieuw het predicaat sportactieve school gekregen. Jaarlijks neemt het Calvijn met Junior College deel aan sportwedstrijden en tournooien in Amsterdam. Sociale integratie Het Calvijn met Junior College vindt het van groot belang dat leerlingen en personeel respectvol met elkaar omgaan. De school kent een leerlingenpopulatie die divers is samengesteld. In dit kader is het van belang om structureel aandacht te besteden aan de basiswaarden van de democratische rechtstaat. Leerlingen worden aangesproken op gedrag dat daarmee in strijd is. Er wordt het gesprek geopend met leerlingen bij wie pestgedrag wordt vastgesteld. Voor leerlingen die behoefte hebben aan sociale vaardigheidstraining is er aanbod binnen school. In mentoraatprogramma’s in de onderbouw wordt aandacht besteed aan welbevinden op school en in de samenleving. In het programma van de klas 4 wordt concreet aandacht besteed aan het Nederlandse politieke bestel, de democratie en de Europese samenwerking (Europese Unie) in lessen maatschappijleer en burgerschap. De school als samenleving De school is een gemeenschap op zichzelf, waarin mensen het samenleven oefenen. Ze leren omgaan met diversiteit en de ingewikkelde verhoudingen in de samenleving en met de noodzaak tot overleg. Het Beroepscollege Calvijn heeft veel aandacht voor de omgang met elkaar, het creëren van een veilig schoolklimaat met openheid en respect is een belangrijke voorwaarde voor burgerschapsvorming. In het programma is aandacht voor verschillen tussen leerlingen, begrip voor elkaars culturele opvattingen en gebruiken en leren omgaan met diversiteit. Goede en heldere schoolregels ziet het Calvijn met Junior College als een voorwaarde en uiteraard controle op naleving daarvan. Participatie van leerlingen door met leerlingen te praten over school/omgangsregels. Ook leerlingen zijn verantwoordelijk voor een veilige, fijne 110106Schoolplan 2010 versie 1.0[1][1].doc blz. 14

en schone school. Er is ook aandacht voor feesten uit andere culturen. De school verzorgt training sociale vaardigheden om weerbaar te zijn in de samenleving. Leerlingen participeren tijdens open dagen, waardoor zij betrokken worden bij de schoolorganisatie.

5. Leerlingbegeleiding en zorgstructuur 5.1 De school als ‘Studieloopbaancentrum’ Onderwijs is in de opvatting van het Calvijn met Junior College een logistiek proces. De school biedt zicht op de ontwikkelingen binnen de samenleving als geheel en binnen beroepsdomeinen in het bijzonder. Welke vaardigheden, inzichten en kennis moet je in huis hebben, in welke volgorde kan dat dan het beste gebeuren: over welke competenties moet je uiteindelijk beschikken om klaar te zijn voor een concrete taak in de maatschappij? Leerlingen kunnen als het ware in samenwerking met medeleerlingen, docenten en begeleiders, spelen met diverse taken en opdrachten. Wanneer zij eenmaal weten welke plek ze in de maatschappij willen gaan innemen, kunnen ze doelgericht een keuze gaan maken uit verschillende opleidingstrajecten en minoren. Het is bovendien de bedoeling dat plezier en creativiteit ervoor zorgen dat zij actief blijven werken aan het realiseren van hun studieloopbaan, ongeacht leeftijd, ontwikkeling of positie. Directie en medewerkers van het Calvijn met Junior College ervaren dat in toenemende mate aandacht geschonken wordt aan leerlingen met gedrags- en leerproblemen. Maatschappelijke ontwikkelingen, ook in het voedingsgebied van de school, wijzen op de noodzaak voor deze specifieke groep leerlingen een op maat toegesneden onderwijs- en begeleidingsaanbod te ontwikkelen. De regelgeving (onderwijs op maat) betekent dat zorgleerlingen zoveel mogelijk plek krijgen in het reguliere onderwijs. De grenzen tussen regulier en speciaal voortgezet onderwijs zullen nog meer vervagen. Als gevolg van deze ontwikkelingen krijgt het Calvijn met Junior College zeker te maken met een groei van het aantal leerlingen met specifieke zorgvragen. Ook toenemende (op school zichtbare) sociaal-emotionele thuisproblematiek maken versterking van de leerlingbegeleiding noodzakelijk. Het is duidelijk dat studieloopbaanbegeleiders (SLB’ers), als eerstelijns opvang, in hun eentje niet de complete zorg kunnen bieden. Ieder kernteam heeft een zogenaamde zorgexpert. Dit is een docent die de opleiding en expertise heeft om de SLB’er te ondersteunen bij het signaleren en het formuleren van de zorgvraag. Vervolgens kan dit aan het hoofd van het studieloopbaancentrum voorgelegd worden waarbij extra begeleiding en zorg op maat geboden kan worden. Het Calvijn met Junior College heeft een studieloopbaancentrum (SLC) waar verschillende disciplines bijeengebracht zijn zoals School maatschappelijk werker, Remedial Teacher, de vertrouwenspersoon etcetera. In het Zorgadviesteam (ZAT) komt alle expertise vanuit school en de hulverlenende instanties zoals de schoolarts, de leerplichtambtenaar, de toegangsmedewerker van Bureau Jeugdzorg en het Schoolmaatschappelijk werk samen casuistieken te bespreken en eventueel om adequaat hulp te bieden aan problemen. Passend onderwijs Het Calvijn met Junior College participeert in het traject naar passend onderwijs. Er is een intentieverklaring getekend door basisscholen, scholen voor VO en de besturen van de REC’s 1, 2, 3 en 4. In de intentieverklaring en voorbereiding voor wetgeving zijn de volgende voornemens opgenomen: - Regionale samenwerking voor passend onderwijs-/zorgaanbod, - Eén loket (niet verplicht) voor indicatiestelling speciaal onderwijs en toewijzing zorggelden - Budgetfinanciering: gedeeltelijk LWOO en PRO, en budgetten SVO en extra zorgmiddelen. - Zorgprofiel per school Het begeleidingssysteem van het Calvijn met Junior College is erop gericht leerlingen adequate begeleiding en zorg te bieden en extra aandacht te geven aan leerlingen met leerstoornissen of sociaal-emotionele problemen. De school wil leerlingen extra kansen geven om zich geheel te kunnen ontwikkelen en ontplooien. Daarnaast wordt veel aandacht gegeven aan het creëren van een klimaat waarin de leerlingen zich geaccepteerd en veilig voelen. Leerlingbegeleiding op het Calvijn met Junior College is er ten slotte op gericht ervoor te zorgen dat iedere leerling in dát onderwijstraject wordt geplaatst, dat optimaal aansluit bij de capaciteiten en ambities van die leerling en dat d.m.v. een zorgvuldig gekozen opleidingstraject (en waar nodig passende zorg) via het onderwijsprogramma toe te leiden naar het diploma. 110106Schoolplan 2010 versie 1.0[1][1].doc blz. 15

Grenzen Goed onderwijs start met een goed pedagogisch klimaat. Indien leerlingen extra aandacht of voorzieningen nodig hebben om dit doel te bereiken zal de school zo veel mogelijk hieraan tegemoet komen. Telkens zal de vraag beantwoord moeten worden of de school in staat is de specifieke leerbehoeften van de leerling te verzorgen. Wanneer actief gezocht is naar juiste oplossingen voor de ontwikkelingsbehoefte van leerlingen, maar tegen de grenzen van de mogelijkheden aangelopen wordt, behoort uitplaatsing naar een andere onderwijsinstantie tot de mogelijkheden. Dat gebeurt in overleg met de leerling en zijn/haar ouders. Het Calvijn met Junior College heeft zorgplicht naar alle leerlingen en zet zich in voor een passende leerroute. Bijzondere zorgvragen Bij bijzondere zorgvragen wordt de afweging gemaakt of op deze zorgvraag kan worden ingegaan of dat deze de deskundigheid van de medewerkers van het Calvijn met Junior College te boven gaat. Antwoorden op deze vragen zijn geen absoluut gegeven maar zullen veranderen naarmate de deskundigheid van de medewerkers en de flexibiliteit van de organisatie veranderen. De leerlingenzorg maakt daarom op het Calvijn met Junior College integraal deel uit van het onderwijsproces, de teamagenda en het managementberaad. Bij leerlingzorg heeft de mentor de functie van studieloopbaanbegeleider (SLB). Hij of zij volgt de leerlingen op het gebied van studievoortgang, loopbaanoriëntatie (pakketkeuze, loopbaangesprek, beoordelen van de mentormap) en in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Studieloopbaanbegeleiders zijn de eerste betrokkenen bij de leerlingenzorg. Zij zijn de ‘eerstelijns’ functionarissen. Indien aanvullende expertise nodig is escaleert de zorgexpert naar de 2e lijn: het hoofd van het studieloopbaancentrum (SLC). Deze schakelt haar netwerk in met relevante expertise om te ondersteunen.

3e lijn RC:ZAT

2e lijn SLC RC: Intern zorgoverleg

1e lijn Onderwijsteam: SLB, ZE en TM RC: Klassenbesprekingen

Het Studieloopbaancentrum bestaat uit: hoofd SLC het schoolmaatschappelijk werk medewerker BJAA de schoolarts 110106Schoolplan 2010 versie 1.0[1][1].doc blz. 16

-

de schoolverpleegkundige de leerplichtambtenaar decaan remedial teacher begeleiders van de time-out voorziening

Na indicatiestelling door het Zorg Advies Team maakt de school gebruik van de volgende instellingen: Boppi Weekend Academie School is Cool Spirit GOAL Maatwerk Riagg Bascule GGZ De Raad voor de Kinderbescherming Bureau Jeugdzorg Amsterdam De leerplichtambtenaar De schoolarts De schoolverpleegkundige De politie Altra College (voor plaatsing of ambulante begeleiding) Transferium Het zorgplan Het Calvijn met Junior College heeft een “Zorgplan”. Dat is een ‘levend’ document dat jaarlijks geëvalueerd wordt en bijgesteld. Het Zorgplan vormt met dit schoolplan een geheel. 5.2 Studieloopbaanbegeleiding Loopbaangerichtonderwijs vergt veel van de school. Die werkt daarom samen met partners. Samen vervullen zij rollen, variërend van drager van kennis tot ontwerper van uitdagende leeromgevingen, en van professionele beoordeling van de leeractiviteiten en -resultaten tot persoonlijke begeleiding en coaching. In de uitvoering van al deze rollen schuilt in de visie van Amarantis de omvattende taak van studieloopbaanbegeleiding (SLB)3. Studieloopbaanbegeleiding beoogt: - het ontwikkelen van de studie- dan wel beroepsidentiteit (wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik), - ondersteuning bij het maken van keuzes voor onderwijs activiteiten en de persoonlijke inkleuring van het eigen leertraject, - hulp bieden bij het tegen gaan van schoolverzuim en voorkomen van (voortijdige) schooluitval. - advies bij de voorbereiding en planning van het examen (portfolio, POP en PAP) - coaching, om zo veel mogelijk zelfsturend te zijn in het eigen ontwikkelingsproces. In principe is iedereen een studieloopbaanbegeleider. Immers, iedereen draagt zijn steentje bij aan de studieloopbaan van de leerling. De vereiste competenties zijn: a) Betrokkenheid. Je moet affiniteit met onze doelgroep hebben. Maar het is meer dan dat, je moet in staat zijn de verbinding met individuele leerlingen aan te gaan. Dit doe je vanuit betrokkenheid, postiviteit en vertrouwen. b) Open leerhouding. Studieloopbaanbegeleiders zijn positieve rolmodellen voor onze leerlingen. Wij verwachten van onze leerlingen een open leerhouding, dus is het belangrijk dat wij zelf laten zien te beschikken over reflectief vermogen, goed feedback kunnen geven en ontvangen. c) Samenwerken en een ondernemende houding. Om goed te functioneren in een organisatie moet je goed kunnen samenwerken. Bij ons is samenwerken extra belangrijk omdat een kleine groep de verantwoordelijkheid heeft voor een klas. En daarnaast onderhouden docenten wezenlijke contacten met partners van de school. Pro-actief handelen, rapporteren, overleggen en feedback geven en ontvangen zijn daarbij belangrijk.

3

Amsterdam West: notitie ‘studieloopbaanbegeleiding’ november 2009 110106Schoolplan 2010 versie 1.0[1][1].doc blz. 17

d)

e)

f)

Helikopterview. Studieloopbaanbegeleiders moeten in staat zijn het ontwikkelingsproces van de leerling vanuit een helikopterview te bezien. Pas dan kan de mentor de individuele leerling optimaal begeleiden in zijn leerproces. Door het stellen van de juiste vragen kan de studieloopbaanbegeleider de leerling bijsturen. Begeleiden naar zelfstandigheid. Om het leerproces van de individuele leerling goed te kunnen begeleiden moet de mentor, naast de eerder genoemde competenties, beschikken over goede coachingvaardigheden. Hierbij valt te denken aan luisteren, doorvragen, feedback geven, proactief handelen. Het is hierbij cruciaal dat leerlingen hun eigen leerproces reguleren. Het is aan de studieloopbaanbegeleider om de leerlingen hierin te helpen door het vertrouwen te geven. Vakkennis (vakdocent). De docent moet beschikken over genoeg vakkennis en didactische vaardigheden om dit op een aantrekkelijke manier te vertalen naar het niveau van de leerling.

Vaardig en competent Het Calvijn met Junior College besteedt aandacht aan de algemene schoolse vaardigheden zoals leren uitvoeren, leren leren, leren communiceren en leren reflecteren In de basisperiode worden de vaardigheden van de basisschool uitgebreid . Hogere jaars werken aan competenties die aansluiten bij de 25 competenties van het mbo. Voor dit doel zijn kerncompetenties in de kerndoelen van het vmbo terug te vinden. Daaraan wordt in het curriculum systematisch gewerkt. Portfolio en rapportage Het Calvijn met Junior College werkt de komende jaren aan een portfolio, waarin de leerlijnen en ontwikkelinglijnen voor leerlingen, ouders en docenten zichtbaar zijn. Resultaten en ontwikkelingen zijn terug te vinden in dit portfolio dat de leerling samenstelt. Toetsen en beoordelen Op het Calvijn met Junior College gebruiken docenten formatieve toetsen waarbij de leerling gevolgd wordt in de ontwikkeling en zicht krijgt op de mate van beheersing van de stof. Door middel van summatieve toetsen worden beoordeeld met een cijfer. Leerlingen kunnen de toets herkansen mits zij zichtbare inzet hebben getoond en een foutenanalyse gemaakt is. Docenten geven aan welke toetsen herkanst kunnen worden. Binnen de leerlijn ontwikkelen leerlingen zich. Het is niet logisch dat leerlingen zich op elke leerlijn in dezelfde mate of in hetzelfde tempo ontwikkelen. Sterker nog: door de leerloopbaan van de leerling leidend te maken voor het vormgeven van het onderwijsproces, neemt de kans sterk toe dat dit niet gebeurt. Om die reden is het binnen het curriculum van het Calvijn met Junior College mogelijk dat de beoordeling van de ontwikkeling van de leerling op elke leerlijn afzonderlijk wordt gevolgd en zichtbaar gemaakt (leerlingvolgsysteem) en wordt gerapporteerd. Beoordelen dient in het Calvijn met Junior College dus meerdere functies. In de opleidingspraktijk lopen deze functies vaak door elkaar. Belangrijk is, dat het 4 verplichte summatief beoordelen (het examen) gescheiden blijft van de andere vormen van beoordelen . 5

Fig.1 schema ’ beoordelen in het Mbo’ .

Verplicht 2. Examen (summatief)

1. Voorvereisten (bv. medisch rekenen)

Kwalificeren

Ontwikkelen

4. Buitenschoolse certificaten (bv. ECDL)

3. Voortgang leerproces (formatief) Vrijwillig

Op de horizontale as staat in dit schema ontwikkelend beoordelen tegenover kwalificerend beoordelen. 4 5

kwaliteitshandboek CGE Grotendorst en Tillema, 2002 110106Schoolplan 2010 versie 1.0[1][1].doc blz. 18

Op de verticale as staat het verplichtende karakter dat eigen is aan diploma-eisen tegenover de vrijwillige reflectie en feedbackverzameling over de voortgang van het leerproces. De diagonale stippellijn symboliseert de ontwikkelingsrichting van de leerling op weg naar het examen. Belangrijk is, dat men zich bij elke beoordelingssituatie bewust is van de functie van het beoordelen dat op dat moment aan de orde is. -

-

-

-

In kwadrant 1 (linksboven) gaat het om een toets om te zien of de leerling aan vooraf gestelde eisen voldoet. Een ‘toelatingsexamen’ of zaken in de sfeer van (sociaal) gedrag, een relatie met stage (bv. een bepaald aantal uren) etc. zitten in dit kwadrant. Kwadrant 2 (rechtsboven) betreft examinering: de leerling bewijst de verworven competentie. De bewijzen tellen mee voor het diploma. Het examen gaat over de eisen zoals die in kwalificatiedossier en brondocument zijn vermeld. Het kwalificatiedossier (specifieke eisen) en het brondocument (generieke eisen) zijn voor de inhoud van het examen de limiet. Bij het examen gaat het om het vaststellen van het al dan niet competent zijn voor het uitvoeren van een beroepstaak op een bepaald functioneel niveau. Kwadrant 3 (linksonder) verwijst naar persoonlijke ontwikkelingsplannen en bv. leerportfolio’s, waarin de ontwikkeling tijdens de opleiding wordt bij gehouden en zichtbaar gemaakt. Met succes afgeronde leeropdrachten vinden hierin hun plaats, reflectieverslagen en feedback van docenten, praktijkopleiders en medeleerlingen. Met deze documentatie tonen leerlingen aan dat ze leerwinst boeken, op weg naar hun kwalificering (de diagonale pijl van linksonder naar rechtsboven in het bovenstaande schema). In kwadrant 4 (rechtsonder) gaat het om officiële bewijzen van bekwaamheid die buiten de opleiding zijn verworven. Een voorbeeld is het internationaal erkende ‘computerrijbewijs’ (ECDL). Dergelijke resultaten kunnen een ‘extra’ betekenen op het cv van de leerling


6. Personeelsbeleid Het personeelsbeleid van het Calvijn met Junior College krijgt vorm binnen de kaders van Amarantis. Doel is het ontwikkelen van een optimaal personeels- en arbeidsomstandighedenbeleid, door: - het verder professionaliseren van het management de teams en de staf; - competentieontwikkeling en competentiemanagement als basis voor personeelsbeleid; - Invoeren van bekwaamheidsdossiers (voldoen aan de wet BIO); - structureel invoeren van FO gesprekken (zo veel mogelijk benutten van de scan); - realiseren van strategische personeelsplanning. Het Calvijn met Junior College heeft als uitgangspunt voor HRM en personeelsbeleid, het realiseren van een competent en vitaal schoolteam. De competenties en daarbij behorende gedragscriteria van docenten (competentiekaart) zijn vastgesteld conform de competenties zoals die zijn benoemd in de Wet BIO Competent In een competent team zijn zo goed mogelijke organisatiedoelen, individuele wensen en capaciteiten gekoppeld. Er is een strategisch (meerjaren) formatieplan en de samenstelling van het team is volledig in overeenstemming met formatie. Functionerings- en ontwikkelingsgesprekken worden met alle medewerkers gehouden en er is veel aandacht voor teambuilding. Een belangrijke rol is binnen het Calvijn met Junior College weggelegd voor het coachen van teamleden en voor een concreet opleidings-/scholingsplan in overeenstemming met die competentieontwikkeling. Vitaal Een vitaal team is een team waar medewerkers met plezier werken en waar medewerkers niet als gevolg van hun werk ziek worden. Hierbij is net als bij de leerling talentontwikkeling uitgangspunt. Leren van elkaar en vertrouwen als basis/ Een open cultuur waarbij zowel positieve feedback als het elkaar herinneren aan gemaakte afspraken de gewoonte is. Er wordt actief gewerkt aan preventie van ziekteverzuim en de uitvoering van het ziekteverzuimbeleid in het algemeen. Bij de uitvoering van het ARBO beleid staat een goede werksfeer centraal. 6.1 Medewerkers Er worden veel vernieuwende zaken op onderwijsgebied opgepakt, waardoor er ook op persoonlijke vlak kansen zijn voor medewerkers om zich te ontplooien en te profileren. Het beleid is er op gericht jaarlijks FOgesprekken te houden. Hierbij is het van belang dat de ontwikkeling van competentiegericht denken en doen van medewerkers is gekoppeld aan de ontwikkeling van schoolorganisatie. Parallele processen zijn hierbij aan de orde. Scholingsbeleid Een meerjarig uitgewerkt scholingsplan is in ontwikkeling. Kader voor het opstellen van het scholingsplan zijn de FO-gesprekken. Begrenzing voor het plan wordt gevormd door de beschikbare middelen. Invoering (integraal) van een digitaal leerlingvolgsysteem vraagt ook scholing van de betrokken medewerkers op dit punt Leeftijdbewust personeelsbeleid De leeftijd van het personeel speelt op een aantal punten een rol (zie ook de SWOT). Het Calvijn met Junior College kent zoals elke school ‘generatiediversiteit’. Als onderwijsgevende heb je als het goed is ‘iets’ met de jongerencultuur. Je bent daarin minimaal geïnteresseerd. Dat is echter niet voor alle generaties hetzelfde. Het Calvijn met Junior College probeert daarmee rekening te houden. Bij werving en selectie schenkt het management aandacht aan het aantrekken van jong personeel en aan coaching van nieuw personeel om zo de continuïteit te borgen. Voor medewerkers met jonge kinderen wordt, hoewel dat niet altijd mogelijk is, geprobeerd in roostering en taaktoedeling daarmee rekening te houden. Voor de wat oudere collega’s wordt gedacht aan taakverlichting en mogelijkheden voor keuze uit taken die aansluiten bij kennis en ervaring van deze docenten. Deze worden onder de aandacht van het personeel gebracht, net als de FPU- en BAPO regelingen.


7. Communicatie en PR Communicatie en Public Relations zijn onderwerpen die voor het Calvijn met Junior College in de komende jaren erg belangrijk zullen zijn. De ontwikkeling van communicatie en PR beleid is nodig om de positie van de school verder te versterken en de school goed onder de aandacht te brengen van de belangrijkste externe betrokkenen en belanghebbenden van de school; ouders, leerlingen, toekomstige leerlingen en ouders, toeleverende basisscholen, de collega scholen voor VO in Amsterdam, gemeente, inspectie, vervolgonderwijs, de wijken, het maatschappelijk middenveld. Het is ook belangrijk voor de interne belanghebbenden zoals de medewerkers, directie, ouderraad, medezeggenschapsraad, de groepsdirectie Amsterdam Noord/Amsterdam, het bestuur en de Raad van Advies. De communicatiestructuur zal worden verbeterd, waardoor interne en externe partijen een goed beeld krijgen van de school en er ook sprake kan zijn van horizontale verantwoording. Met name de bijzonder positie die de school heeft in Amsterdam, Nieuw West en de relatie met de bedrijven en de gemeente Amsterdam vraagt een moderne en bedrijfsmatige PR. Met name op het gebied van de PR zal Het Beroepscollege Calvijn een professionaliseringsslag gaan maken om een duidelijk gezicht in de regio te realiseren.

8. Kwaliteitsbeleid Het kwaliteitsbeleid van het Calvijn met Junior College is gericht op een zo hoog mogelijke kwaliteit van het onderwijs en op het inrichten van een schoolorganisatie die dat maximaal ondersteunt. Naar de mening van het management betekent dat, dat er op alle niveaus voldoende aandacht is voor de kwaliteit van de werkprocessen en voor mogelijke verbetering. Vanaf 2008 stelt de overheid vier jaar lang middelen beschikbaar aan scholen om een aantal belangrijke kwaliteitspunten van de kwaliteitsagenda van de overheid te realiseren. Het Calvijn met Junior College zet die middelen in voor de implementatie van kwaliteitszorg, GRAP–TRAP procedure en tevredenheidonderzoek en voor deskundigheidsontwikkeling van personeel. 8.1 Kwaliteit in de school De kwaliteitscirkel (Prof. Dr. William Edwards Deming) Het Calvijn met Junior College hanteert voor kwaliteitsmanagement is de z.g. Deming cirkel, waarbij vier elkaar opvolgende fasen zorgen voor structurele kwaliteitsverbetering. Het Calvijn met Junior College voegt in deze cirkel de z.g. M-factor toe door een ‘regelkring’ van inspireren, mobiliseren, waarderen en reflecteren (IMWR) als aanvulling op de bekende PDCA cirkel. inspireren voornemen

reflecteren

(be)studeren

plannen

mobiliseren

uitvoeren waarderen

Voornemen: Vóóraan in de operationele structuur voor de kwaliteitszorg van het Calvijn met Junior College staat het voornemen om onderwijs te verzorgen. Het Calvijn met Junior College doet dat binnen de wettelijke kaders en de beleidskaders van Amarantis. De beleidskaders zijn verwoord in het schoolplan. De M-factor hiervoor is ’inspireren’. Elk teamlid heeft, in meer of mindere mate een rol te vervullen bij het inspireren van de ander om kwaliteit te leveren bij het onderwijs-/leerproces. Plannen: Met het onderwijs-/leerproces als uitgangspunt, zijn alle verantwoordelijkheden doorvertaald naar personen (taken en bevoegdheden). Die concrete taaktoedeling is vastgelegd (taakbrieven). De M-factor is mobiliseren. Bij het Calvijn met Junior College is die rol vooral bij het management belegd. Het instrument hiervoor is het teamresultaten en activiteitenplan (TRAP). De directie stelt de activiteitenplannen vast. Uitvoeren: 110106Schoolplan 2010 versie 1.0[1][1].doc blz. 21

Het TRAP is de basis voor het onderwijs/leerproces, ondersteunende processen en de bedrijfsvoering. In praktische zin wordt met de teams vooral gefocust op het onderwijsproces. Op de agenda voor de uitvoering (sturing) staan knelpunten en aandachtspunten die door docenten als zodanig worden ervaren. De M-factor is waarderen. In de werkprocessen is plaats voor een oordeel. Performance wordt structureel beoordeeld en gewaardeerd, informeel en formeel; intercollegiaal en hiërarchisch. Bestuderen (meten): In de kwaliteitszorgcyclus is een controlefase ingebouwd. Dat betreft evaluaties, interne en externe audits, tevredenheidenquêtes etc. Instrumenten die het Calvijn met Junior College hanteert: - Kwaliteitsscan - Tevredenheidsonderzoek: deelnemers, medewerkers en andere betrokkenen - Veiligheidsmonitor (incidenteel) - Andere instrumenten De M-factor is reflecteren. Voor de onderwijsorganisatie is reflectie een onmisbaar element in het dagelijks functioneren. Reflectie op het eigen functioneren en op dat van het team als geheel en op het pedagogisch klimaat. Verbeteren ofwel: terug bij het voornemen Het kwaliteitsonderzoek levert informatie voor het management, over wat goed gaat en wat verbeterd moet worden. Dat leidt tot verbeteracties op alle plekken waar dat nodig is. Verbeterplannen vinden hun weg terug naar het TRAP. De M-factor hierbij is weer opnieuw ‘inspireren’. Verder is eigenaarschap een instrument om processen te borgen. Zo hebben de MT leden een eigen portefeuille analoog aan die van Amarantis, te weten: Onderwijs en Leerlingen, HRM, Bedrijfsvoering en Strategie en Beleid. 8.2 Kwaliteit Kwaliteitszorg is in de visie van het Calvijn met Junior College gebaseerd op een schoolcultuur, waarbij er in alle processen aandacht is voor kwaliteit en waarbij teamleden reageren op elkaar en op zaken die om een verbetering vragen. Men spreekt elkaar op verantwoordelijkheid aan en men voelt zich mede verantwoordelijk voor de prestaties van de andere teamleden. De kwaliteit van het onderwijs en de resultaten van inspanningen worden in de eerste plaats afgemeten aan de mate waarin de leerlingen voorbereid zijn op vervolgonderwijs: hun studieloopbaan. Een minstens zo belangrijke indicatie voor kwaliteit is, dat we laten zien dat er structureel gewerkt wordt aan verbetering van het onderwijs. Dus dat er een ‘systeem’ is om de werkprocessen te evalueren en verbeteringen aan te brengen waar dat nodig is. Ten slotte is er de mate waarin resultaten inzichtelijk gemaakt worden. Dat gaat over verantwoording afleggen voor de keuzes die door de school gemaakt zijn. Alleen maar veel diploma’s uitschrijven volstaat niet. Ook zichtbare kwaliteitszorg en verantwoording maken van het begrip kwaliteit deel uit. Pas wanneer al deze elementen op orde zijn, heeft de maatschappij voldoende vertrouwen in het onderwijs op het Calvijn met Junior College. Het Calvijn met Junior College zal jaarlijks in een verslag, gebaseerd op de onderwerpen van “Vensters voor verantwoording” aan alle betrokkenen (intern en extern) verantwoording afleggen over de ontwikkeling van de school, de gerealiseerde doelen en de resultaten die behaald zijn.

9. Financiën Als boekjaar voor het financiële proces geldt bij het Calvijn met Junior College het kalenderjaar. Voor elk kalenderjaar wordt een locatiebegroting opgesteld en worden teambudgetten toegedeeld. Het Calvijn met Junior College maakt deel uit van het cluster Amsterdam Noord/Amsterdam van de Amarantis onderwijsgroep en sluit zich aan bij de begroting-, rapportage- en verantwoordingssystematiek die binnen Amarantis afgesproken en leidend is.

10. Beleidsvoornemens, activiteitenplan 2010-2015 Om de doelen die in het schoolplan zijn verwoord te realiseren, is voor de komende vijf jaar een beleidsagenda ontwikkeld vanuit de portefeuilles en vertaald in zogenaamde SMART-plannen, vertaald naar concrete activiteiten. De prioriteiten worden jaarlijks vanuit de actualiteit aangevuld en vinden hun weg naar het TRAP, waarin zij jaarlijks worden uitgewerkt en voor dat jaar vastgesteld door het team en de directie. Bij de uitvoering van de activiteiten is de kwaliteitscirkel leidend en geplaatst in de PDCA cyclus. 110106Schoolplan 2010 versie 1.0[1][1].doc blz. 22


Beleidsvoornemen: (overzicht vanaf 2011). Portefeuille Strategie en Beleid

Doel De doelen geformuleerd in de SMARTplannen van de verschillende portefeuilles worden behaald zoals beschreven.

Op 1 februari 2011 is de financiële situatie van het CmJc inzichtelijk voor de MT leden en zijn de uitgaven conform de begroting geregeld. De onderwijsorganisatie is 1 juni 2011 volgens de INK normen ingericht. Op 1 april 2011 zijn de organisatieprocessen van het CmJc (zowel op microniveau: primaire proces als mesoniveau: school) gestandaardiseerd

Op 1 december 2013 is het CmJC gereed (dwz het onderwijs en de teams) om het nieuwe gebouw te betrekken.

HRM

75% van de medewerkers is tevreden in zijn/haar functie Scholing is gericht op realisatie onderwijsontwikkeling, pedagogische begeleiding van leerlingen, samenwerking en ondernemerschap. Op 1 juni 2011 is het verzuim van de medewerkers lager dan 7%.

inspanningen Op donderdag worden de portefeuilles besproken. De SMARTplannen worden volgens de beleidscycles bijgehouden: tussenevaluatie en bijstelling in december en in juni eindevaluatie bijstelling. Portefeuillehouder B&S is verantwoordelijk voor deze voortgang. Portefeuillehouders houden S&B op de hoogte van de voortgang tijdens de bliaterale gesprekken. In het directieoverleg West wordt de begroting vastgesteld. In samenwerking met de MODer worden de teambudgetten vastgesteld (januari 2011) en gecommuniceerd met de teammanagers

In kaart brengen INK normen. Vertalen naar onderstaand proces. Archivering Tot 1 juni 2011 is de planning gemaakt met: Marlies Otte, Sofyan MBarki en Mohamed El Jouari om de processen op Macro niveau in kaart te brengen en te standaardiseren. Mohamed gaat met de expertgroep kwaliteit de kwaliteitszorg en behoeften inventariseren en doet aanbevelingen in de bovenstaande werkgroep. Kwaliteitszorg t.a.v. het primaire proces is op 1 juni gestandaardiseerd. Externe expertise wordt georganiseerd waar nodig. Eea is terug te vinden in het CRAP (gereed medio januari 2011) Het CGO wordt ingevoerd (P Onderwijs) De teams zijn ingericht (P HRM) naar loopbaan van de deelnemer. Competentiemanagement is ingericht per team (P HRM) PH geeft inhoud aan het project nieuwbouw en maakt deel uit van de projectgroep en stuurgroep nieuwbouw CmJc Medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) 2 keer per jaar Inventariseren scholingsbehoefte van teams Medewerker schrijft POP Door expertgroep HRM/TM

Actieplan opstellen om verzuim terug te dringen op basis van analyse van verzuimgegevens door Expertgroep HRM en teammanager


Op 1 augustus 2011 functioneren alle medewerkers van het CmJC volgens de principes van het CGO (zie kerndocument CGO Amarantis)

Bedrijfsvoering

Veiligheid Alle leerlingen en medewerkers van CmJC voelen zich veilig. Alle medewerkers en leerlingen zijn op de hoogte van de omgangsregels binnen het CmJc Incidenten die binnen school plaatsvinden worden geregistreerd Op eventuele incidenten wordt adequaat gereageerd per 1 jan 2011.

Medezeggenschap Het vergroten van de betrokkenheid van ouders bij de ontwikkeling van hun kind en bij de school in het algemeen.

Alle medewerkers worden aangestuurd volgens de CGO principes Alle docenten zijn CGO geschoold en werken volgens de CGO principes

Veiligheidsplan op basis van Amarantisbeleid. Bijstelling plan uitkomsten jaarlijks MTO en FOG. Omgangsregels worden in de teams met input van leerlingen geformuleerd en gedragen. Experts zorgen voor implementatie gedragsregels in de teams o.a. via casusbesprekingen Veiligheidsexperts komen tot een werkwijze met betrekking tot de registratie van incidenten (Iris) en beleid mbt afhandeling van incidenten Veiligheidsplan opstellen in overleg met experts veiligheid, HRM en SVT. Onderdelen: • pedagogisch omgangsvormen • registratie van incidenten • calamiteiten (BHV, EHBO) * PH Formeert ouderraad (moederraad/vaderraad). * Docenten taakuren toebedelen voor begeleiding. * 4 bijeenkomsten ouderraad op school. * Er worden 3 themavond georganiseerd. * Slb’ers bezoeken ouders thuis. * Draaiboek van alle activiteiten rondom ouders maken en vastleggen.

Het vergroten van de leerlingenparticipatie gericht op het ontwikkelen van meer verantwoordelijkheid bij de leerlingen voor hun eigen school.

* PH formeert leerlingenraad. * Een docent taakuren toebedelen voor begeleiding. * De leerlingenraad komt 6 maal per jaar bijeen. * De school organiseert themabijeenkomsten waar leerlingen zich voor kunnen inschrijven. * Leerlingen betrekken bij schoolorganisatie b.v. orde in kantine, lokalen, gangen, open avonden als gastheer/vrouw. Eventueel een vaste groep leerlingen die zich opgeven. * Leerlingen Zorg & Welzijn betrekken bij het uitbaten van de kantine. * Leerlingen meer betrekken bij de organisatie van activiteiten rondom de Brede School. * Draaiboek van alle activiteiten rondom leerlingenparticipatie maken en vastleggen.

Het vergroten van de betrokkenheid van de medewerkers door meer inspraak en versterken van interne communicatie. Het vergroten van de betrokkenheid van ouders bij de ontwikkeling van hun kind en bij de school in het

* PH zorgt ervoor dat medewerkers zich kunnen opgeven voor de locatieraad en vervolgens locatieraad inrichten. * Randvoorwaarden creëren voor locatieraad (taakuren en faciliteiten) * Frequente communicatie via nieuwsbrief. * MT communiceert tijdig en zorgvuldig over besluiten.


* PH Formeert ouderraad (moederraad/vaderraad). * Docenten taakuren toebedelen voor begeleiding. * 4 bijeenkomsten ouderraad op school. * Er worden 3 themavond georganiseerd. * Slb’ers bezoeken ouders thuis. * Draaiboek van alle activiteiten rondom ouders maken en vastleggen.

Onderwijs en Leerlingen

Curriculum Op 15 januari 2011 ligt de indeling per periode vast en is het programma voor de breekweken klaar. Voor 1 februari 2011 is de taakverdeling in de secties belegd. Op 1 maart 2011 is de lessentabel geëvalueerd en bijgesteld voor schooljaar 2011-2012. Op 1 maart 2011 is het huidige curriculum in kaart gebracht (inclusief actueel overzicht leermiddelen). Voor 1 maart 2011 is er een actuele lijst voor leermiddelen. Voor 1 juli 2011 zijn de CPL/TOP gereed. Voor 1 augustus 2011 wordt dit curriculum vastgelegd in de vorm van een eenduidig PTD/PTA. CGO Op 1 augustus 2011 is er een competentiegericht curriculum voor leerjaar 3, 4 en 5 van het beroepscollege.. Presentie Voor 1 januari 2011 is de rol van de experts presentie besproken in de teams. Voor 1 februari 2011 is de uitvoering van het presentieprotocol geëvalueerd en zijn verbeterpunten geformuleerd. Zorg en begeleiding Voor 1 maart 2011 is de uitvoering van de nieuwe zorgen begeleidingsstructuur geëvalueerd.

* Uitleg voor leerlingen. * Roostermaker plant rooster.

* De secties hebben de volgende taken belegd: voorzitter, leermiddelen, CGO.

* O.l.v. de experts leerlijnen wordt het curriculum per vakgebied in kaart gebracht, geëvalueerd en eventueel bijgesteld. * In dit proces wordt een actuele lijst voor leermiddelen gemaakt. * Docenten stellen leermiddelen vast. * Leermiddelen worden geborgd in bedrijfsvoering.

* De experts leerlijnen geven het curriculum weer in een PTD/PTA.

* Gedurende schooljaar 2010-2011 ontwikkelen de experts CGO in de secties prestaties.

* De experts presentie organiseren evaluaties over de uitvoering van het presentieprotocol en formuleren verbeterpunten.

* Evalueren van de nieuwe zorgen begeleidingsstructuur met SLB, ZE, hoofd en medewerkers SLC en portefeuillehouder.


naar zelfbewustzijn en zelfstandigheid

Recommend Documents