Meetbaar Beter Boek
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis
2013
Inhoudsopgave
Over Meetbaar Beter
3
Voorwoord
5
Methodologie
6
1 Onze Lieve Vrouwe Gasthuis
8
2 Datamanagement
10
3 Coronairlijden
14
3.1
Coronairlijden geconsolideerd 3.1.1 Uitkomstindicatoren en initiële condities van de patiënt 3.1.2 Ruwe uitkomsten 3.1.3 Gesegmenteerde uitkomsten 3.1.4 Statistisch gecorrigeerde uitkomsten
16 16 16 16 18
3.2
Coronaire Bypass Chirurgie 3.2.1 Uitkomstindicatoren en initiële condities van de patiënt 3.2.2 Ruwe uitkomsten 3.2.3 Gesegmenteerde uitkomsten 3.2.4 Statistisch gecorrigeerde uitkomsten
19 19 19 19 25
3.3
Percutane Coronaire Interventie 3.3.1 Uitkomstindicatoren en initiële condities van de patiënt 3.3.2 Ruwe uitkomsten 3.3.3 Gesegmenteerde uitkomsten 3.3.4 Statistisch gecorrigeerde uitkomsten
27 27 27 27 35
3.4
Optimale Medicamenteuze Therapie 3.4.1 Uitkomstindicatoren en initiële condities van de patiënt 3.4.2 Ruwe uitkomsten 3.4.3 Gesegmenteerde uitkomsten 3.4.4 Statistisch gecorrigeerde uitkomsten
37 37 37 37 40
4 Atriumfibrilleren
42
4.1
Pulmonaal Venen Isolatie (PVI) 4.1.1 Uitkomstindicatoren en initiële condities van de patiënt 4.1.2 Ruwe uitkomsten 4.1.3 Gesegmenteerde uitkomsten
44 44 44 45
4.2 Optimale Medicamenteuze Therapie 4.2.1 Uitkomstindicatoren en initiële condities van de patiënt
48 48
5 Toekomstvisie
50
Bijlage Coronairlijden
52
Bijlage Atriumfibrilleren
59
1
“ 2
Giovanni Amoroso, interventie cardioloog, OLVG:
Het kunnen vergelijken van interne uitkomsten met externe uitkomsten leidt tot verbetering van de geleverde zorg.
”
Over Meetbaar Beter Meetbaar Beter heeft tot doel bij te dragen aan het verder verbeteren van de zorg voor patiënten met hartaandoeningen in Nederland. De kern van Meetbaar Beter is dat op wetenschappelijk verantwoorde wijze, met behulp van een internationale adviesraad van medische en methodologische experts, een selectie wordt gemaakt van de voor de patiënt meest relevante uitkomstindicatoren. Deze uitkomstindicatoren vormen de basis voor een transparante rapportage naar patiënten en zorgverzekeraars over de resultaten van zorg, en dienen als uitgangspunt voor een verbetercyclus binnen elk van de betrokken hartcentra. Meetbaar Beter draagt hiermee ook bij aan het onderbouwd nemen van beslissingen omtrent de zorg voor hartpatiënten in Nederland. Daarnaast levert Meetbaar Beter een bijdrage aan de oplossing van de maatschappelijke vraagstukken rondom de kwaliteit en kosten in de gezondheidszorg. De internationale adviesraad van Meetbaar Beter bestaat uit: Methodologische experts: Prof. L. Svensson (Cleveland Clinic) Prof. Dr. F. van Eenennaam (The Decision Group) Prof. F. Lega (Bocconi University) Prof. L. Friedman (George Washington University) Medische experts: Prof. G.W. Stone (Colombia University Medical Center) Prof. W. Wijns (Onze Lieve Vrouwziekenhuis Aalst) Prof. H. Calkins (Johns Hopkins Hospital) Prof. H. Klein (University of Rochester Medical Center) Prof. P.T. Sergeant (Universiteitsziekenhuis Leuven) Dr. J. Cacchione (Cleveland Clinic) Vanwege het succes van Meetbaar Beter in 2012 en het grote aantal ziekenhuizen dat deel wilde nemen aan Meetbaar Beter is in mei 2013 de stichting Meetbaar Beter opgericht. Meetbaar Beter kent inmiddels acht deelnemende hartcentra, de helft van de hartcentra die Nederland rijk is. Vanuit de klankbordgroep van Meetbaar Beter dragen meerdere direct belanghebbende partijen actief bij aan de verdere ontwikkeling van Meetbaar Beter. De klankbordgroep van Meetbaar Beter bestaat uit vertegenwoordigers van: De Hart & Vaatgroep Inspectie voor de Gezondheidszorg VGZ, CZ, Achmea en Menzis Raad voor de Volksgezondheid & Zorg Tweede Kamer der Staten Generaal
centra vertegenwoordigd. De Raad van Advies en de Raad van Bestuur bestaan vrijwel uitsluitend uit medisch specialisten. Het motto van Meetbaar Beter is dan ook: “Artsgedreven, Patiëntgericht”. De methodologische basis voor het programma Meetbaar Beter ligt in het gedachtegoed van Prof. M. Porter van Harvard Business School in Boston wat ook wel waardegedreven zorg of Value Based Healthcare wordt genoemd. Hierin staat het maximaliseren van de toegevoegde waarde voor de patiënt per bestede euro centraal. De stichting Meetbaar Beter heeft een solide methodologische basis onder haar programma gelegd door een partnershipovereenkomst aan te gaan met The Decision Group. Laatstgenoemde heeft value based healthcare praktisch toepasbaar gemaakt en ondersteunt de stichting Meetbaar Beter op diverse niveaus. Meetbaar Beter ontwikkelt zich de komende jaren langs drie assen: 1. Ontwikkelen van indicatorensets voor medische condities In negen zogenoemde ‘outcomes teams’, bestaande uit medisch specialisten uit de deelnemende hartcentra, wordt op methodologisch verantwoorde wijze gewerkt aan de selectie van uitkomstindicatoren voor de meest voorkomende medische condities bij hartpatiënten. 2. Datamanagement De geselecteerde uitkomstindicatoren en initiële condities vormen de basis voor rapportage in de jaarlijkse Meetbaar Beter Boeken. 3. Onderhouden van indicatorensets De gedefinieerde indicatorensets zullen minimaal één keer per twee jaar op methodologisch verantwoorde wijze geëvalueerd en waar nodig aangepast worden. Medisch inhoudelijke ontwikkelingen, inzichten vanuit de dataverzameling en -analyse en diverse andere factoren kunnen leiden tot de aanscherping van de indicatorensets. De Meetbaar Beter Boeken 2013 maken de progressie binnen Meetbaar Beter tastbaar. Diverse centra zijn erin geslaagd hun data in korte tijd in voldoende mate te verzamelen waardoor o.a. statistische analyses voor meerdere centra uitgevoerd kunnen worden. Het vergelijken van centra, niet het doel van Meetbaar Beter, wordt op deze manier voorzichtig mogelijk. In diverse perspectieven zal Meetbaar Beter de komende periode verder ontwikkelen. De betrouwbaarheid van de rapportage zal verder toenemen, waardoor voor medisch specialisten nog betere informatie ontstaat op basis waarvan zij, ten behoeve van de patiënt, hun praktijkvoering verder kunnen verbeteren. Meer informatie over Meetbaar Beter op www.meetbaarbeter.com.
De stichting stelt zich tot doel het gedachtegoed van Meetbaar Beter binnen de zorg voor hartpatiënten in Nederland te verspreiden en implementeren, alsook zichzelf op te heffen wanneer de geambieerde inbedding van de Meetbaar Beter principes bij de beroepsverenigingen (NVT en NVvC) zijn gerealiseerd. De stichting kent een onafhankelijke Raad van Toezicht, een Raad van Advies en een Raad van Bestuur. In de Raad van Advies zijn alle deelnemende 3
“ 4
Jonas de Jong, electrofysioloog, OLVG:
Transparantie van uitkomsten is vooral van belang voor patiënten als zij een keuze moeten maken, zoals bij de behandeling van boezemfibrilleren.
”
Voorwoord Het Meetbaar Beter Boek 2013 bevat de resultaten van de zorg voor hartpatiënten met coronairlijden of atriumfibrilleren, gemeten aan de hand van de voor de patiënt meest relevante uitkomstindicatoren. Het centrale uitgangspunt binnen Meetbaar Beter is de medische conditie van de patiënt. Deze medische conditie kan op verschillende manieren behandeld worden. Voor een medische conditie worden geconsolideerde en behandelingspecifieke uitkomstmaten geselecteerd. Geconsolideerde uitkomsten geven inzicht in het resultaat van behandeling, ongeacht welke behandeling door de zorgverleners en patiënten is gekozen. Het Meetbaar Beter Boek is opgebouwd aan de hand van de medische conditie en de mogelijke behandelvormen. Per medische conditie worden achtereenvolgens behandeld: - Informatie over het ziektebeeld - Geconsolideerde uitkomstindicatoren en intiële condities o De geselecteerde uitkomstindicatoren o De geselecteerde initiële condities o De resultaten - Uitkomstindicatoren en initiële condities per behandeling o De geselecteerde uitkomstindicatoren o De geselecteerde initiële condities o De resultaten De resultatenrapportage bestaat uit een drietal niveaus: 1. Ongecorrigeerde uitkomsten Tabellen met de ruwe uitkomstindicatoren van het betreffende centrum, niet gecorrigeerd voor initiële condities. 2. Gesegmenteerde uitkomsten Grafieken met de uitkomstindicatoren van het betreffende centrum, per initiële conditie gesegmenteerd. Hierdoor wordt de invloed van een initiële conditie op de uitkomsten van zorg inzichtelijk. 3. Gecorrigeerde uitkomsten (regressie-analyse) In de regressie-analyse (weergegeven in een funnelplot) wordt gecorrigeerd voor de binnen Meetbaar Beter geselecteerde initiële condities waardoor een vergelijking gemaakt kan worden tussen de te verwachten uitkomsten van zorg en de feitelijke uitkomsten van zorg. Bovenstaande analyses vergroten het inzicht in de resultaten en hebben tot doel de dialoog over de kwaliteit van zorg en de verdere verbetering daarvan te faciliteren.
Dataverzameling Om te zorgen voor eenduidigheid in de dataverzameling bij alle deelnemende centra zijn data-handleidingen opgesteld. In de handleidingen zijn de concrete definities van de uitkomstindicatoren en initiële condities vastgelegd. De handleidingen zijn terug te vinden op www.meetbaarbeter.com.
Statistische significantie en klinische relevantie Meetbaar Beter heeft als doelstelling beslissingen die de kwaliteit van zorg verder kunnen verbeteren te ondersteunen. Voor professionals betekent dit dat inzichten worden gecreëerd in de waarde die zij toevoegen aan patiënten. Deze inzichten worden op verschillende niveaus verkregen. Statistiek speelt daarbij binnen Meetbaar Beter een belangrijke, maar ondersteunende, rol. Waar mogelijk wordt op basis van statistische analyses inzicht gegeven in de invloed van initiële condities van patiënten op de uitkomsten van zorg, danwel de verhouding tussen uitkomsten in verschillende deelnemende hart centra, gecorrigeerd voor populatiekenmerken. Wanneer patiënten aantallen te klein zijn om verantwoorde statistiek te bedrijven blijven de principes van Meetbaar Beter staan en worden de resultaten van zorg gepubliceerd op een dusdanige wijze dat alle belanghebbenden inzicht verkrijgen in de resultaten van zorg. Bijvoorbeeld bij relatief nieuwe behandelingen of minder voorkomende aandoeningen zal de populatie in de analyse niet snel groot genoeg zijn om voldoende onderscheidend vermogen in de statistische analyse te hebben. Evengoed is het in die fase van belang de uitkomsten van zorg te evalueren en bij te sturen. De interpretatie van deze data is ingewikkelder, de vergelijkbaarheid is minder en meer onderzoek van patiëntgegevens (bijvoorbeeld aan de hand van dossieronderzoek) kan noodzakelijk zijn om de vertaling te kunnen maken van de uitkomsten naar verbeteringen in het zorgproces. Een probleem hoeft niet statistisch significant te zijn om klinisch relevant te zijn.
Vergelijking Het vergelijken van hartcentra is nadrukkelijk niet de primaire doelstelling van Meetbaar Beter. Vergelijkende analyses kunnen wel ondersteunend zijn bij het vergroten van de inzichten in de resultaten van behandelingen, en daarmee het verbeteren van kwaliteit van zorg faciliteren. In meerdere perspectieven zijn de analyses die zijn opgenomen in het Meetbaar Beter Boek 2013 van een hoger niveau dan de rapportage van vorig jaar. Grote verbeterslagen zijn gemaakt onder andere in de dataverzameling, de voorwaarden die gesteld worden voor deelname aan de rapportage en de data-analyse. Gezien onder andere het retrospectieve karakter van de dataverzameling is de kwaliteit nog ontoereikend om tot maximaal betrouwbare vergelijkende analyses te komen. Hierbij bestaan nadrukkelijk niveau-verschillen. Bijvoorbeeld de CABG-data zijn in diverse centra prospectief verzameld, terwijl dat voor de PCI-data in slechts een beperkt aantal centra het geval is. De statistisch gecorrigeerde analyses dienen daarom nog met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. De kwaliteit van de dataverzameling zal de komende periode verder toenemen waardoor ook de betrouwbaarheid van de statistische analyses verder zal toenemen.
5
Methodologie Besluitvorming en dialoog
Identificeren complete set uitkomstindicatoren
Uitkomstindicatoren zijn indicatoren die het resultaat van zorg inzichtelijk maken. Zij vormen een belangrijke basis voor besluiten die genomen worden om te komen tot verbetering van kwaliteit van zorg.
Een zo compleet mogelijk overzicht van relevante uitkomstindica toren voor de betreffende behandeling van een medische conditie vormt de basis voor het selectieproces van indicatoren. Voortbouwen op de ervaringen van anderen geldt daarbij als leidraad. Indicatoren worden vervolgens op drie niveaus ingedeeld volgens de uitkomstenhiërarchie uit het VBHC-gedachtegoed (Figuur 1). Het eerste niveau is overleving en omvat ook het succes van de behandeling, het tweede niveau betreft het proces van herstel en eventuele complicaties. Het derde niveau omvat ‘sustainability’ ofwel het behoud van de uitkomst en wegblijven van klachten en symptomen op lange termijn door de gekozen zorgopties. Om een goed inzicht te bieden in de kwaliteit van zorg zijn alle drie de niveaus van belang.
Drie perspectieven ten aanzien van indicatoren zijn bij deze besluitvorming van belang: 1. Indicatoren dienen besluitvorming en de dialoog over resultaten van zorg te ondersteunen. 2. De indicatorenset dient beperkt en werkbaar te zijn. 3. De verzamelbaarheid van data is van belang, niet de beschikbaarheid. Om tot een compacte set uitkomstindicatoren te komen, is binnen Meetbaar Beter gebruikgemaakt van The Decision Group methodo logie. Deze methodologie maakt gebruik van het gedachtegoed Value Based Healthcare (VBHC). De kern van VBHC is het creëren van waarde voor de patiënt (patient value). De waarde voor de patiënt wordt bepaald door de mate van gezondheidswinst te delen door de werkelijke kosten van zorg. Zonder inzicht in de eindresultaten en de kosten van zorg, is het nemen van beslissingen over die zorg onmogelijk. Het VBHC-gedachtegoed is gepubliceerd door prof. Porter en prof. Teisberg, onder meer in het artikel ‘What is Value in Healthcare’ in The New England Journal of Medicine (2), en meer recentelijk door Prof. Porter en dr Tom Lee in de Harvard Business Review (Oct 2013).
Figuur 1: Uitkomstindicatoren hiërarchie; voorbeeld van borstkanker (Porter, M.E. 2012)
Alleen op basis van deze inzichten kunnen actuele vraagstukken rond kwaliteit, concentratie en spreiding, vergoedingen en bekostiging, praktijkvariatie, risicomanagement, vrije keuze, patiëntveiligheid en volumenormen op verantwoorde wijze worden beantwoord. Om tot vaststelling van de belangrijkste uitkomstindicatoren te komen doorloopt een team van medisch specialisten en kwaliteitsmanagers de diverse fases van de methodologie.
Selectie van indicatoren De medische conditie Binnen Meetbaar Beter geldt de medische conditie of aandoening als uitgangspunt voor het bepalen van uitkomsten van zorg. Hiermee kan ook de gezondheidswinst voor de patiënt centraal worden gesteld. Resultaten van zorg worden immers zowel beïnvloed door de diagnose, de gezamelijke besluitvorming, de interventie van een medisch specialist, de zorg op een afdeling en de nazorg activiteiten die plaatsvinden, als door de lichamelijke en mentale conditie van de patiënt voorafgaand aan de behandeling.
De waardeketen Het in beeld brengen van de waardeketen voor de geselecteerde medische conditie is een essentiële stap in de methodologie. De waardeketen bevat alle activiteiten in het zorgproces die waarde bieden en toevoegen aan de patiënt. De waardeketen (Care Delivery Value Chain) vervult de verbindende rol tussen de patiëntbehoeften en uitkomstindicatoren (2), omdat het helder maakt welke activiteiten cruciaal zijn voor het behalen van de beste gezondheidswinst.
6
De binnen Meetbaar Beter gehanteerde methodologie heeft tot doel voor iedere medische conditie een selecte en hanteerbare set (3-7) van uitkomstindicatoren te definiëren. Om hiertoe te komen omvat de methodologie een aantal filters (1). A. Randvoorwaarden De eerste set filters betreft randvoorwaarden die de basis vormen voor prioritering en selectie van uitkomsten in twee fasen. Deze filtering leidt tot een compacte set van 3-7 indicatoren die waarde voor de patiënt en kwaliteit van zorg reflecteren. 1. Relevantie voor patiënten: uitkomsten geven inzicht in de impact van de gekozen behandeling op de kwaliteit van leven van de patiënt. 2. Medische relevantie: uitkomsten geven inzicht in de kwaliteit van zorg. De mate waarin de resultaten van zorg door medisch handelen beïnvloed kunnen worden en de arts beslissingen kan nemen. 3. Relevantie voor patiëntpopulatie: uitkomsten zijn van toepassing op een zo groot mogelijke groep patiënten binnen de medische conditie.
4. Realiseerbaar: uitkomsten moeten prospectief te verzamelen zijn. Uitkomsten hoeven niet per definitie al beschikbaar te zijn bij de selectie van een indicator. 5. Specifiek en betrouwbaar: de definitie van de indicator dient van voldoende kwaliteit te zijn om betrouwbare data te genereren en de gewenste uitkomst te meten.
Initiële conditie van de patiënt
B. Validatie De tweede set filters betreft validatie van zowel methodologie als resultaten. Om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de meest recente wetenschappelijke inzichten op medisch vlak en op het terrein van decision-sciences zijn borgingen ingebouwd. Daarnaast is een belangrijke validatiestap de relevantie voor patiënten en andere stakeholders, zoals verzekeraars en overheden. 1. Professionals staan garant voor inhoud en hebben inhoudelijk de regie in de teams. 2. Methodologische borging vanuit The Decision Group en de methodologische experts in de International Academic Advisory Council. Experts op het gebied van VBHC, validatie en dataanalyse delen vanuit een clinical management, public health en decision sciences perspectief hun expertise op het gebied van uitkomstindicatoren en het selectieproces en geven gevraagd en ongevraagd advies. 3. Medisch inhoudelijke borging vindt plaats door de medische experts van de International Academic Advisory Council. Medische experts op het gebied van de medische conditie, afkomstig uit wereldwijd vooraanstaande centra, borgen de medisch inhoudelijke relevantie van de geselecteerde uitkomstindicatoren. 4. Relevantie voor stakeholders wordt bewaakt in de klankbordgroep met vertegenwoordiging van patiëntenorganisaties, verzekeraars en overheden.
Decision making sciences
De resultaten van zorg worden behalve door medisch handelen ook beïnvloed door de initiële conditie van de patiënt. Naast de selectie van patiëntrelevante, medische uitkomstindicatoren richt Meetbaar Beter zich ook op het vaststellen en valideren van de initiële condities van de patiënt die de meeste impact hebben op de uitkomsten.
Decision making sciences vormen de onderliggende basis van de methodologie van The Decision Group om tot vaststelling van uitkomstindicatoren te komen. Binnen Decision making sciences worden diverse niveaus van besluitvorming onderscheiden (1). Besluitvorming om te komen tot het verbeteren van kwaliteit van zorg is complexe besluitvorming. Dit type ingewikkelde beslissingen op hogere complexiteit-niveaus kunnen slechts beperkt ondersteund worden door bijvoorbeeld statistische analyses. Methodieken als beslissen onder onzekerheid, beslissen onder imperfectie en systeemtheorieën spelen bij hogere complexiteit een belangrijke rol.
Interpretatie en presentatie van resultaten De uitkomstindicatoren die binnen Meetbaar Beter zijn ontwikkeld, gelden in eerste instantie als meetlat voor de ziekenhuizen zelf. Het eigen presteren wordt inzichtelijk gemaakt en levert input voor beslissingen in de verbetercyclus en de eigen kwaliteitsnormen.
Leereffecten en cultuurveranderingen Het verbinden van medische professionals rondom het ontwikkelen en rapporteren van uitkomstindicatoren is een belangrijke drijfveer voor het besef dat vooruitgang in de waarde voor patiënten mogelijk is. Waarbij de medische professionals het voortouw nemen. Door gezamenlijk in (multi-disciplinaire) teams volgens de gehanteerde methodologie te werken ontstaat een veranderingsnetwerk. Nieuwe inzichten kunnen transparant worden gedeeld waardoor cultuur- en leereffecten ontstaan. Voor patiënten, door medisch professionals.
1. V an Eenennaam, F. en Koomans, M. (2012) Note 5: Outcome Measures: Practices and methodologies. Breukelen, The Netherlands. 2. P orter, M.E. (2010) What is value in healthcare? The New England Journal of Medicine, 363;26. ©The Decision Group, 2010-2013
7
1 8
ONZE LIEVE VROUWE GASTHUIS
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis
Motivatie
Het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) is het enige grote topklinische ziekenhuis in Amsterdam en staat letterlijk en figuurlijk midden in het hectische hoofdstedelijke leven. Het ziekenhuis koppelt topklinische patiëntenzorg aan een grote mate van gastvrijheid; de patiënt staat centraal. Toonaangevend en vernieuwend zijn sleutelwoorden in de bedrijfsvoering. Vrijwel alle belangrijke specialismen zijn in het OLVG vertegenwoordigd met de nadruk op een aantal bijzondere functies: • een Hartcentrum met Cardio-thoracale Chirurgie en Interventiecardiologie • een Hiv-behandelcentrum • een Level III Intensive Care met 24 bedden • een afdeling Spoedeisende Hulp met jaarlijks zo’n 48.000 bezoekers • een gespecialiseerde Orthopedische afdeling voor onder meer wervelkolomchirurgie. Het OLVG is in 2013 bestuurlijk gefuseerd met het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis om een nog hogere kwaliteit en efficiëntere inrichting van de zorg te bereiken. Op 27 augustus 2012 was het 20 jaar geleden dat in het OLVG via de pols, de eerste dotterbehandeling ter wereld uitgevoerd is.
Wij doen mee aan meetbaar beter om uit onze patiëntenzorg relevante uitkomsten te verkrijgen, zodat we verbeteringen kunnen aanbrengen in onze zorgprocessen. Het kunnen benchmarken van de uitkomsten met andere ziekenhuizen is voor ons ook een belangrijke reden om mee te doen, zeker in dit tijdperk waar alleen productieaantallen relevant lijken te zijn. Ten slotte willen wij transparant zijn naar patiënten en zorgverzekeraars over de geleverde zorg.
Kengetallen OLVG CCU EHH Afdeling Thorax chirurgie Afdeling cardiologie Medisch specialisten Cardiologen Cardiothoracaal chirurgen
550 bedden 9 bedden 4 bedden 24 bedden 20 bedden 10,4 FTE 4,8 FTE
* peildatum 2012
Tabel 1 Algemene parameters Cardiologie en Cardiothoracale chirurgie 2012 Eerste polikliniekbezoek Verpleegdagen Opnamen Normale dagbehandeling Zware dagbehandeling
Cardiologie 11.049 12.993 4.213 2.503 47
Cardiothoracale chirurgie 801 9.545 808 43
Bron: OLVG data
De volgende personen leveren binnen het OLVG een bijdrage aan Meetbaar Beter: Dr. G. Amoroso Dr. J.S.S.G. de Jong Dr. W. Stooker E. Wierda E. Kop S. Tenniglo 9
2 10
DATAMANAGEMENT
Organisatie datamanagement Binnen Meetbaar Beter zijn duidelijke werkafspraken gemaakt op het gebied van datamanagement, de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de data, minimale vereisten aan de dataset voor verschillende niveau’s van analyse en het eigenaarschap van de data. Bij alle data-uitwisseling wordt voldaan aan de vigerende weten regelgeving. De deelnemende centra blijven eigenaar van de aangeleverde data. Er zijn concrete werkafspraken over de standaardrapportages die opgeleverd worden vanuit de stichting Meetbaar Beter. Zonder expliciete toestemming van de deelnemende centra kan en mag er naast deze analyses niets gedaan worden met de aangeleverde data. De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit, volledigheid en juistheid van de data rust volledig bij het deelnemende centrum. De stichting Meetbaar Beter voert op verschillende niveaus kwaliteitscontroles uit, echter de verantwoordelijkheid blijft bij het deelnemende centrum. Het is in het belang van het deelnemend centrum om correcte data aan te leveren. De doelstelling van Meetbaar Beter is immers het verder verbeteren van de kwaliteit van zorg door het creëren van inzichten in de resultaten van zorg. Vanuit de stichting Meetbaar Beter zijn kwaliteitscontroles vormgegeven door audits uit te voeren op procesniveau, een analyse van de manier waarop gegevens verzameld worden. Daarbij geldt op onderdelen een expliciete gouden standaard, zoals bij mortaliteit de verificatie van overleving bij de Gemeentelijke Basis Administratie en het aantoonbaar vormgeven van een follow up voor de totale populatie bij recidief / reinterventie – indicatoren. Daarnaast is op diverse niveau’s een controle uitgevoerd op opmerkelijke uitkomsten en/of statistische outliers. De stichting signaleert de afwijking, de controle op juistheid van de data blijft een verantwoordelijkheid van het deelnemend centrum.
leveren. Onderdelen die niet gerapporteerd worden vanwege meer dan 15% missing values impliceren enkel dat de data niet op tijd aangeleverd konden worden aan de stichting Meetbaar Beter. De data kunnen evengoed in de centra wel aanwezig zijn, maar bijvoorbeeld niet snel genoeg ontsloten worden uit de systemen. De deelnemende centra hebben op dit gebied in meerdere perspectieven leerervaringen opgedaan waardoor de rapportage de komende jaren in kwaliteit en kwantiteit zal toenemen. Voor de retrospectieve dataverzameling zijn lessen geleerd in de deelnemende centra, echter belangrijker, de deelnemende centra weten wat prospectief vastgelegd dient te worden. Binnen Meetbaar Beter wordt een platform georganiseerd om ervaringen op het gebied van dataverzameling tussen de verschillende deelnemende centra te delen. In het verlengde van de 15% norm is voor de regressie-analyses binnen Meetbaar Beter vastgesteld dat initiële condities die bij 5 of meer centra niet voldoende volledig aanwezig waren, niet meegenomen worden in de regressie-analyse. Dit besluit is een gedragen trade-off tussen de voorspellingskracht van de regressieanalyse en de mate van informatie die aan patiënten en andere stakeholders geboden kan worden in deze fase van Meetbaar Beter. Indien een centrum slechts één van de initiële condities die op basis van bovenstaande criteria zijn opgenomen in de regressieanalyse niet compleet heeft, wordt het centrum meegenomen in de regressie-analyse. De initiële conditie die meer dan 15% missing values kende wordt in de analyse voor alle patiënten als een onbekende variabele opgevoerd. Het betreffende centrum wordt voor deze variabele daardoor niet gecorrigeerd in de statistische analyse. Indien een centrum 2 of meer van de initiële condities die meegenomen worden in de regressie-analyse voor meer dan 15% incompleet heeft, dan wordt dit centrum niet meegenomen in de regressie-analyse weergegeven in de funnelplot.
Publicatievereisten Binnen Meetbaar Beter worden een aantal criteria gehanteerd aan de hand waarvan besloten wordt of en hoe per uitkomstindicator gepubliceerd wordt. De factoren die een rol spelen bij deze beslissing zijn: 1. Ontbrekende data 2. Power van de uitkomstindicator 3. Statistische significantie van de initiële condities 1. Ontbrekende data Binnen Meetbaar Beter is, mede op advies van de Raad van Advies waarin alle deelnemende centra vertegenwoordigd zijn (zie www.meetbaarbeter.com), de norm gesteld dat maximaal 15% van de data per item (uitkomstindicator of initiële conditie) mogen ontbreken. Dit betekent dat uitkomstindicatoren en initiële condities die meer dan 15% missing values hebben niet worden gerapporteerd. De komende jaren zal deze norm verhoogd worden naar maximaal 10% missing values. Medio mei is de stichting Meetbaar Beter opgericht, waarna tijdens een kick off medio juni de dataverzameling voor de Meetbaar Beter rapportage 2013 is geïnitieerd. Het proces van dataverzameling en aanlevering kende in 2013, gezien de oplevering in november, een deadline van 1 september. Dit betekent dat met name de nieuw aangesloten centra circa 2,5 tot 3 maanden de tijd hebben gehad om hun data te verzamelen. Dankzij de grote motivatie, inzet en drive bij betrokkenen is het in vrijwel alle centra gelukt om een aanzienlijke dataset op te
2. Power van de uitkomstindicator Enkel wanneer op basis van een powerberekening is vastgesteld dat de indicator voldoende onderscheidend vermogen heeft om verschillen betrouwbaar weer te geven wordt voor de uitkomstindicator een regressie-analyse gemaakt die wordt weergegeven in een funnelplot. Bij deze analyse is gebruik gemaakt van het toetsingskader wat is vastgelegd in het concept Consultatiedocument Toetsingskader kwaliteitsstandaarden en meetinstrumenten rapport van het College Voor Zorgverzekeringen (CZO). Wanneer de power van een uitkomstindicator onvoldoende is wordt in de Meetbaar Beter rapportage geen regressie-analyse in de vorm van een funnelplot voor deze uitkomstindicator weergegeven. De rapportage bestaat in dat geval uit de ruwe uitkomsten en de gesegmenteerde uitkomsten. 3. Statistische significantie van de intiële condities Per uitkomstindicator is voor iedere initiële conditie afzonderlijk vastgesteld of de initiële conditie in de totale populatie van alle patiënten uit alle deelnemende centra een statistisch significante invloed heeft op de resultaten van zorg. Indien statistische significantie voor geen van de geselecteerde intitiële condities kan worden aangetoond zal de rapportage bestaan uit de ruwe uitkomsten en de gesegmenteerde uitkomsten voor alle geselecteerde initiële condities. Wanneer middels statistische analyses aangetoond wordt dat een aantal initiële condities een statistisch significante invloed heeft op de uitkomsten dan zal 11
de rapportage worden aangevuld met een regressie-analyse, weergegeven in een funnelplot, mits de power van de indicator ook voldoende is. De ruwe en gesegmenteerde uitkomsten worden gepubliceerd. In het Meetbaar Beter Boek worden de statistisch significante initiële condities opgenomen, de niet statistisch significante initiële condities worden enkel gepubliceerd op de website. Deze selectie is onder meer gemaakt ter bevordering van de leesbaarheid van het Meetbaar Beter Boek.
Interpretatie De diverse niveau’s van de Meetbaar Beter rapportage dienen met de nodige expertise en voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. Ruwe uitkomstindicatoren zijn niet vergelijkbaar omdat deze niet gecorrigeerd zijn voor populatiekenmerken (initiële condities). Op het niveau van statistische correctie middels regressie-analyses dient opgemerkt te worden dat de voorspellende waarde van de statistische vergelijkingen binnen Meetbaar Beter altijd beperkt zal blijven tot circa maximaal 80%. Dit onder andere doordat er binnen Meetbaar Beter met een beperkt aantal initiële condities wordt gewerkt, maar ook doordat bij diverse initiële condities met binaire variabelen wordt gewerkt. Gezien de kwantiteit van de data voor de Meetbaar Beter rapportage 2013 dient daarbij expliciet benadrukt te worden dat een beperkt aantal initiële condities (b.v. Linker Ventrikel Ejectie Fractie (LVEF) bij PCI) niet meegenomen is in de regressie-analyse. Uit de literatuur is bekend dat de LVEF een relevante rol speelt bij de te verwachten resultaten van interventies. Het gebrek aan data leidt hierdoor tot een beperking in de voorspellende waarde van het model.
Reinterventies en recidieven Diverse uitkomstmaten, zowel bij CABG, PCI als PVI, betreffen reinterventies, danwel het optreden van bijvoorbeeld een myocardinfarct binnen een bepaalde periode. Om goed inzicht te krijgen in de uitkomsten van zorg in deze dimensies is het essentieel dat de totale populatie voor de betreffende periode van follow up voorzien wordt. Enkel het registreren van reinterventies binnen het betreffende hartcentrum leidt per definitie tot onderregistratie. Patiënten kunnen immers vrijwillig of noodgedwongen de reinterventie ondergaan in een ander ziekenhuis. Het is onbekend hoe vaak dit gebeurt, en of dat bij ieder centrum in dezelfde mate gebeurt. Impliciet betekent dit dat het onbekend is hoe groot de onderregistratie is. Binnen Meetbaar Beter is daarom besloten de betreffende indicatoren niet te rapporteren, tenzij aantoonbaar is dat er sprake is van follow up van de totale populatie.
VEKTIS Het opvolgen van de totale patiëntenpopulatie is een intensieve opgave. De unieke samenwerking die in 2011 is vormgegeven met VEKTIS wordt daarom de komende periode verder uitgebouwd. Aan de hand van declaratiegegevens, met medewerking van ZorgTTP als Trusted Third Party, wordt binnen deze samenwerking een analyse gemaakt van de resultaten van de betrokken hartcentra gemeten aan de hand van deze reinterventie-indicatoren. Ten gevolge van de introductie van de DOT-systematiek waren voor het Meetbaar Beter Boek 2013 helaas onvoldoende gegevens bij VEKTIS beschikbaar om vorm en inhoud te kunnen geven aan deze
12
analyse. Voor 2014 verwachten we, na validatie van de klinische relevantie van de VEKTIS-gegevens, op succesvolle wijze de lange termijn follow-up van patiënten in samenwerking met VEKTIS te kunnen vormgeven.
Toekomstvisie Een uitstekende kwaliteit van data is een belangrijke randvoorwaarde voor een optimaal werkend kwaliteitssysteem wat Meetbaar Beter beoogt te faciliteren. Een goede prospectieve bronregistratie aan de hand van concreet gedefinieerde indicatoren is daarbij van groot belang. Binnen Meetbaar Beter zullen de deelnemende hartcentra de komende periode de definities verder aanscherpen in de onderhoudscyclus van indicatoren, ervaringen en inzichten delen ten aanzien van het opbouwen van de prospectieve dataregistratie en gezamenlijk vaststellen hoe we controlemechanismen in kunnen bouwen om zeker te zijn van de juistheid van de aangeleverde data. Naast de reeds beschreven controlemechanismen is het goed denkbaar dat gerichte inhoudelijke audits vormgegeven worden, met name gericht op elementen die geobserveerd worden als relatief sterk afwijkend van de aanlevering van overige centra. Concreet beleid op dit gebied zal door de deelnemende hartcentra binnen de Stichting Meetbaar Beter worden vastgesteld.
Audit dataverzameling In het OLVG zijn data verzameld voor patiënten met coronairlijden (geconsolideerd, CABG, PCI en OMT) en atriumfibrilleren (PVI). Het ziekenhuis informatiesysteem, de BHN data rechtstreeks geëxtraheerd uit het digitale dossier en het digitale medisch dossier vormen de basis voor het aanleveren van de data. De ontbrekende gegevens zijn aangevuld met dossieronderzoek door studenten geneeskunde. Door middel van continue steekproeven en intensieve begeleiding is gecontroleerd op invoerfouten. Er heeft in het OLVG géén actieve follow-up plaatsgevonden van de uit de perifere centra naar het hartcentrum verwezen patiënten die een PCI of CABG hebben ondergaan. Alle PVI patiënten behandeld in het OLVG hebben een follow-up vragenlijst ontvangen. Deze informatie is gebruikt voor het meten van 1-jaar succes en complicaties. De respons op deze vragenlijsten was rond de 80%. De overlijdensgegevens van de geïncludeerde patiënten zijn gecheckt bij de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) met als einddatum van follow-up 31-12-2012. Dat betekent dat als de mortaliteit binnen 30 dagen bij PCI en PVI of de mortaliteit binnen 120 dagen bij CABG gerapporteerd wordt, patiënten die nog géén volledige follow-up hebben op 31-12-2012 uitgesloten worden van de rapportage voor die uitkomstindicator. Er zijn géén kwaliteit van leven data verzameld van de patiënten behandeld in het OLVG. Voor PCI zijn er meer dan 15% missende waarden voor de initiële conditie linker hartkamerfunctie (totaal 56%). Segmentatie naar deze initiële conditie kan om die reden niet gerapporteerd worden.
13
3 14
CoronairLIJDEN
Atherosclerotische vernauwing van de kransslagaderen (coronairen) veroorzaakt een verslechtering van de bloedstroom naar het myocard (hartspierweefsel) en is de belangrijkste veroorzaker van mortaliteit en morbiditeit in de Verenigde Staten en Europa (1,2). Een dergelijke beperking in de bloedvoorziening leidt tot myocard ischemie, wat resulteert in pijn op de borst, welke in medische termen beter bekend is als angina pectoris. De aanwezigheid van induceerbare myocard ischemie leidt niet alleen tot klachten, maar heeft ook een significant negatieve invloed op de prognose (3-6). Voor een juiste besluitvorming omtrent welke behandelingsmodaliteit optimaal is voor een patiënt met coronaire hartziekte, zijn zowel functionele als anatomische aspecten van groot belang. De functionele informatie over de myocard ischemie kan verkregen worden middels invasieve (fractional flow reserve (FFR)) en niet invasieve testen (electrocardiogram (ECG), nuclear stress testing). De anatomische informatie wordt verkregen middels computed tomografie (CT), maar de gouden standaard voor visualisatie van de kransslagaderen is de coronaire angiografie (CAG). Vanuit de aorta vertakken een rechter (RCA) en een linker hoofdkransslagader. De laatstgenoemde splitst zich gewoonlijk in twee grote takken, de linker anterior descending (LAD) en de linker circumflex (LCX) slagader. Daarom is in de kliniek de terminologie van de kransslagaderen gebaseerd op de aanwezigheid van deze drie slagaderen. In de literatuur en in de kliniek wordt de indeling van coronaire hartziekte in single-, double-, of triple-vessel of linker hoofdkransslagader het meest gebruikt. Een vernauwing van een kransslagader wordt significant genoemd, als minstens 50% van de diameter gestenoseerd is. Significante ziekte in twee of drie kransslagaders wordt multivessel ziekte genoemd. Selectieve behandeling van enkel de ischemie-producerende stenoses bij patiënten met multivessel ziekte is van essentieel belang en wordt mogelijk door gebruik te maken van fractional flow reserve (FFR) metingen.
De behandeling van deze atherosclerotische vernauwing richt zich op het voorkomen of behandelen van myocard ischemie door de bloedstroom naar het myocard te herstellen, waardoor de prognose en symptomen verbeteren. Behandelingsopties voor coronaire hartziekten bestaan uit medicamenteuze therapie (OMT) of uit revascularisatie door percutane coronaire interventie (PCI) of coronaire bypass chirurgie (CABG). Invasieve therapeutische opties als PCI en CABG zijn hoogst effectief in het opheffen van myocard ischemie. Hierdoor en tevens door de technologische verbetering van de PCI in de laatste twintig jaar, is het gebruik van deze therapieën exponentieel toegenomen. Binnen Meetbaar Beter zijn behandelingsspecifieke indicatoren geselecteerd voor patiënten die behandeld zijn door middel van OMT, PCI en/of CABG. Voor alle patiënten met vastgestelde ischemie aan de kransslagaderen zijn, onafhankelijk van de gekozen behandeling, geconsolideerde uitkomstmaten geselecteerd. De inclusiecriteria die voor deze cohorten gehanteerd worden binnen Meetbaar Beter kunt u nalezen in de handleiding coronairlijden op www.meetbaarbeter.com. In deze handleiding is tevens beschreven welke criteria gehanteerd worden binnen Meetbaar Beter om de gegevens van patiënten die meerdere behandelingen binnen een relevant tijdsinterval ondergaan hebben, op een consistente manier te verwerken.
1. E uropean Cardiovascular Disease Statistics 2008, 2008. London: British Heart Foundation. 2010. 2. H eart Disease and Stroke Statistics - 2009 Update, 2009. American Heart Association. 2010. 3. Beller GA, Zaret BL. Contributions of nuclear cardiology to diagnosis and prognosis of patients with coronary artery disease. Circulation. 2000;101:1465-1478. 4. Iskander S, Iskandrian AE. Risk assessment using single-photon emission computed tomographic technetium-99m sestamibi imaging. J Am Coll Cardiol. 1998;32:57-62. 5. Shaw LJ, Iskandrian AE. Prognostic value of gated myocardial perfusion SPECT. J Nucl Cardiol. 2004;11:171-185. 6. Shaw LJ, Berman DS, Maron DJ et al. Optimal medical therapy with or without percutaneous coronary intervention to reduce ischemic burden: results from the Clinical Outcomes Utilizing Revascularization and Aggressive Drug Evaluation (COURAGE) trial nuclear substudy. Circulation. 2008;117:1283-1291 Atriumfibrilleren. (pag 43).
15
3.1 Coronairlijden geconsolideerd Centraal in de visie van Meetbaar Beter staat de patiënt met een ziektebeeld, een medische conditie, bij voorbeeld coronairlijden. Ter behandeling van coronairlijden kan een CABG of PCI worden uitgevoerd, of OMT worden gestart. De beslissing voor het type behandeling wordt genomen in overleg tussen de patiënt en de medisch specialist. De keuze is soms evident, soms arbitrair. Geconsolideerde indicatoren bieden een goed integraal beeld van de resultaten van de behandeling van patiënten met coronairlijden in een hartcentrum.
3.1.2 Ruwe uitkomsten
3.1.1 Uitkomstindicatoren en initiële condities van de patiënt
3.1.3 Gesegmenteerde uitkomsten
Uit een totaal van circa 200 indicatoren is aan de hand van de binnen Meetbaar Beter gehanteerde methodologie een selectie gemaakt van de uitkomstindicatoren die de patiëntwaarde het best representeren. Zie onderstaande figuur. Drie uitkomstindicatoren zijn geselecteerd voor patiënten die behandeld zijn met de medische conditie coronairlijden, onafhankelijk van de met de patiënt gekozen behandelmethodiek. Deze indicatoren zijn geselecteerd op basis van de totale indicatorenlijsten van de behandelingen van coronairlijden middels CABG, PCI of OMT. Op soortgelijke wijze is een selectie gemaakt van de initiële condities van de patiënt die sterk mede bepalend zijn voor de uitkomsten van de behandeling en waarmee rekening gehouden dient te worden bij de analyse van resultaten.
Meer inzicht in de uitkomsten van zorg voor bepaalde patiëntgroepen kan verkregen worden wanneer de uitkomsten gesegmenteerd naar de geselecteerde initiële condities gepresenteerd worden. In het Meetbaar Beter Boek zijn de segmentaties opgenomen voor initiële condities die op de totale populatie van alle deelnemende hartcentra een statistisch significant effect bleken te hebben op de uitkomsten voor patiënten bij de betreffende uitkomstindicator. Een totaaloverzicht van de segmentatie van alle voornoemde uitkomstindicatoren naar alle binnen Meetbaar Beter geselecteerde initiële condities is terug te vinden op www.meetbaarbeter.com. De odds ratio’s van de verschillende analyses zijn opgenomen in de bijlage.
De ruwe uitkomsten voor het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, voor zover goed uit te drukken in een percentage (niet weergeven als functie van tijd) zijn weergegeven in tabel 1. Het vergelijken van ruwe uitkomsten van verschillende centra is noch zinvol, noch mogelijk. Vergelijkbaarheid kan pas met enige mate van betrouwbaarheid worden gecreëerd wanneer statistisch gecorrigeerd wordt voor de initiële condities van de patiënt.
Tabel 1: ruwe uitkomstindicatoren coronairlijden geconsolideerd 1. Percentage overleden binnen 1 jaar na CABG, PCI of OMT interventie (2011)
Survival
4,1%
1. Mortaliteit (1 jaar)
Degree of recovery / health
2. Kwaliteit van leven gemeten met SF-36 of SF-12 vragenlijst
Time to recovery or return to
-
Sustainability of recovery or
Long-term consequences of therapy (e.g., care-induced illnesses) 16
3. Heropnames vanwege myocardinfarct
Geselecteerde initiële condities van de patiënt zijn 1. Leeftijd 2. Geslacht 3. Diabetes mellitus 4. Urgentie van de procedure 5. Nierinsufficiëntie 6. Ernstige Linker Ventrikel dysfunctie De concrete definities van de uitkomstindicatoren en initiële condities zijn opgenomen op www.meetbaarbeter.com
Mortaliteit binnen 1 jaar na interven Mortaliteit binnen 1 jaar na interventie Segmentatie naar leeftijdscategorie 14%
8%
12%
7%
6%
10%
5%
8%
4%
Mortaliteit binnen binnen 11 jaar jaar na na interventie interventie Mortaliteit
1. Mortaliteit binnen 1 jaar na interventie
6%
3%
4%
2%
1%
2%
Mortaliteit binnen 1 jaar na interventie Mortaliteit binnen 1 jaar na interventie Segmentatie naar leeftijdscategorie Segmentatie naar leeftijdscategorie
0%
2,6%
Mortaliteit binnen 1 jaar na interventie 14% 14% 12% 12% 10% 10% 8% 8% 14% 6% 6% 12% 4% 4% 10% 2% 2% 8% 0% 0% 6% 4%
Mortaliteit binnen 1 jaar na interventie Segmentatie naar leeftijdscategorie
2,6% 2,6%
2,4% 2,4%
2,3% 2,3%
10,4% 10,4%
11/428 11/428 lftd <55 lftd <55
17/715 17/715 lftd 55-64 lftd 55-64
15/646 15/646 lftd 65-74 lftd 65-74
52/502 52/502 lftd>=75 lftd>=75
4,1% 4,1%
95/2291 95/2291 overall overall
8% 8% 7% 7% 6% 6% 5% 5% 4% 8% 4%
2,6%
2,4%
11/428 lftd <55
2,3%
10,4%
Mortaliteit binnen 1 jaar na interventie Mortaliteit binnen15/646 1 jaar na interventie 17/715 52/502 Segmentatie naar diabetes Segmentatie naar diabetes lftd 55-64
lftd 65-74
lftd>=75
4,1%
0% 8% 8% 12% 6% 6%
overall
Mortaliteit binnen 1 jaar na interventie Segmentatie naar diabetes
6% 0% 0% 25% 4% 20%
10%
lftd 65-74
lftd>=75
overall
25
20 3,7% 3,7%
5,4% 5,4%
4,1% 4,1%
61/1656 61/1656
34/635 34/635
95/2291 95/2291
man man
vrouw vrouw
overall overall
15
10
5 3,3% 3,7%
5,0%
4,1% 4,1%
5,4%
0
Mortaliteit binnen 1 jaar 15/120 na interventie 95/2291 53/1629 27/542 61/1656 Mortaliteit binnen34/635 1 jaar na interventie 95/2291 geen diabetes man
Segmentatie naar nierfunctie Segmentatie naar nierfunctie diabetes vrouw onbekend
overall overall
Mortaliteit binnen binnen 1 1 jaar jaar na na interventie interventie Mortaliteit Segmentatie naar opname-urgentie Segmentatie naar nierfunctie
10% 10% 10% 20% 3,3% 3,3%
Mortaliteit5,0% binnen 1 jaar na interventie 5,0% Segmentatie naar geslacht
4,1% 4,1%
53/1629 53/1629
27/542 27/542
15/120 15/120
95/2291 95/2291
geen diabetes geen diabetes
diabetes diabetes
onbekend onbekend
overall overall
3,3%
5,0%
4,1%
Mortaliteit binnen 1 jaar 15/120 na interventie 95/2291 53/1629 Mortaliteit 27/542 binnen 1 jaar na interventie geen diabetes
Segmentatie naar opname-urgentie Segmentatie naar opname-urgentie diabetes onbekend
3,7%
overall
5,4%
4,1%
vrouw
overall
Mortaliteit binnen 1 jaar na interventie 61/1656 Segmentatie naar 34/635 opname-urgentie 95/2291 man
3,1% 3,1%
Mortaliteit binnen 1 jaar na interventie 8,5% Segmentatie naar nierfunctie 8,5%
4,1% 4,1%
55/1788 55/1788
34/398 34/398
6/105 6/105
95/2291 95/2291
niet acuut niet acuut
acuut acuut
onbekend onbekend
overall overall
2% 15% 0%
25% 25%
lftd 55-64
0%
95/2291
Mortaliteit binnen 1 jaar na interventie Mortaliteit binnen 1 jaar na interventie Segmentatie naar geslacht Segmentatie naar diabetes
15% 15% 12% 25%
10% 4% 4% 8% 2% 2%
0%0%
95/2291
3% 7% 3% 2% 6% 2%
3%12% 12% 2% 10% 10% 1%
2%2%
lftd <55
4,1%
20% 20%
nterventie 1% 5% 1% 0% 4% 0% 8% 3% 7% 2% 6% 1% 5% 0% 4%
3%3%
1%1%
2% 0%
8% 8% 7% 7% 6% 6% 5% 5% 4% 8% 4%8% 3% 7% 7% 3% 2% 6%6% 2% 1% 5% 5% 1% 0% 4% 4% 0%
11/428
2,4% 10,4% Mortaliteit binnen2,3% 1 jaar na interventie Mortaliteit binnen 1 jaar na interventie Segmentatie naar geslacht 17/715 15/646 52/502 Segmentatie naar geslacht
3,1%
8,5%
55/1788
34/398
6/105
95/2291
4,1%
niet acuut
acuut
onbekend
overall
5% 5%8% 15% 6% 0% 0% 10% 4%
3,3% 3,3%
16,6% 16,6%
70/2132 70/2132 geen nierinsuff. geen nierinsuff.
25/151 25/151 nierinsufficientie nierinsufficientie
4,1% 4,1% 0/8 0/8 onbekend onbekend
95/2291 95/2291 overall overall
5% 2% 0%0%
3,3% 3,1% 70/2132 55/1788 geen nierinsuff.
niet acuut
16,6% 8,5% 25/151 34/398 nierinsufficientie
acuut
4,1% 4,1% 0/8 6/105 onbekend
onbekend
95/2291 95/2291 overall
overall
Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven (Hartkamerfunctie 53% onbekende variabelen). (Hartkamerfunctie 53% onbekende variabelen).
Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven (Hartkamerfunctie 53% onbekende variabelen).
Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven (Linker hartkamerfunctie 53% onbekende variabelen).
5% 0%
3,3%
16,6%
70/2132
25/151
0/8
95/2291
4,1%
geen nierinsuff.
nierinsufficientie
onbekend
overall
17
3.1.4 Statistisch gecorrigeerde uitkomsten
Naast de in het hoofdstuk Datamanagement beschreven beperkingen zijn bij een aantal analyses - naar verwachting - relevante initiële condities buiten de analyse gelaten bij gebrek aan betrouwbare data. De voorspellende waarde van het model kent daardoor beperkingen (weergegeven als c-statistic; hoe hoger deze waarde (met een maximum van 1), des te beter voorspelt het model). Per analyse is beschreven welke initiële condities zijn verwerkt in de analyse. De statistische analyses dienen het primaire doel van Meetbaar Beter; professionals inzicht geven in patiënt relevante resultaten van de zorg, waardoor zij aanknopingspunten kunnen zoeken en vinden voor verdere verbetering.
Inzicht hebben in de resultaten van zorg opent de mogelijkheid om op basis van de resultaten bij te sturen en de resultaten van de geleverde zorg verder te verbeteren. Dat is de doelstelling van Meetbaar Beter. De gepresenteerde uitkomsten bieden gericht aanleiding voor nadere analyse van patiëntgroepen waarbij verbete ring van resultaten mogelijk is of gewenst wordt gezien het ambitie niveau van de betrokken centra. Door het concrete karakter van de uitkomstindicatoren kunnen doelstellingen worden geformuleerd en kan een kwaliteitscyclus op basis van uitkomsten van zorg worden ingericht binnen de centra die aan Meetbaar Beter deelnemen.
Leeswijzer Op de X-as staat de door het regressiemodel voorspelde uitkomst per indicator voor het betreffende ziekenhuis. De verhouding tussen de voorspelde uitkomst en de daadwerkelijke uitkomst ((waargenomen uitkomst / voorspelde uitkomst) x 100), de zogenaamde gestandaardiseerde uitkomst, staat op de Y-as uitgezet. De gemiddelde voorspelde uitkomst van alle hartcentra in de analyse is uitgezet als de onderbroken streep (gemiddelde=100). De kromme lijnen geven de betrouwbaarheidsintervallen weer. De variatie tussen de groene en oranje lijn dient daarbij gezien te worden als een natuurlijke variatie.
Statistische analyses kunnen belangrijk ondersteunend zijn bij het verkrijgen van inzicht in de resultaten van zorg. Met behulp van regressie-analyses kan in beeld worden gebracht hoe de daadwerkelijke resultaten van zorg zich verhouden tot de, op basis van de initiële condities van de patiëntenpopulatie, te verwachten resultaten van zorg. In een zogenaamde funnelplot kan deze analyse grafisch weergegeven worden. Per geselecteerde uitkomstindicator is in deze paragraaf een funnelplot uitgewerkt waardoor inzichtelijk wordt hoe de resultaten van een centrum zich verhouden tot het totaal van de resultaten van andere centra. Per uitkomstindicator zijn strikt de in het hoofdstuk Datamanagement beschreven vereisten aan de data gehanteerd. Per uitkomstindicator kan het aantal hartcentra wat in de analyse is meegenomen daardoor verschillen. Toekomstperspectief Om de betrouwbaarheid van de statistische analyse verder te vergroten zal het kwaliteitssysteem rondom de dataverzameling binnen Meetbaar Beter verder geprofessionaliseerd worden, zoals beschreven in het hoofdstuk Datamanagement. Doordat de indicatoren en initiële condities gedefinieerd zijn kan de prospectieve dataverzameling per deelnemend hartcentrum worden georganiseerd. De vergelijkbaarheid van resultaten van de deelnemende hartcentra zal daardoor toenemen. Interpretatie Hoewel de regressie-analyses corrigeren voor de binnen de populatie bekende initiële condities dienen de resultaten in termen van vergelijkbaarheid nog zeer voorzichtig geïnterpreteerd te worden.
Funnelplot gestandaardiseerde uitkomsten 1-jaars mortaliteit coronairlijden geconsolideerd naar ziekenhuis, 2011
Gestandaardiseerde uitkomstratios
160
Significant verhoogd
95% BI bovengrens
140 gemiddelde (=100)
120
95% BI ondergrens
100
80
Catharina 1-jaars mortaliteit
60
40
Significant verlaagd
0
20
40
60
80
100
120
Voorspeld aantal events
18
Conclusie in perspectief van vergelijkbaarheid en vergelijking De statistische analyses dienen het primaire doel van Meetbaar Beter; medisch specialisten inzicht geven in de patiënt relevante resultaten van de zorg, waardoor zij aanknopingspunten kunnen zoeken en vinden voor verdere verbetering. Variatie binnen de oranje gekleurde bovengrens en groen gekleurde ondergrens dient gezien te worden als natuurlijke variatie. Variatie buiten deze lijnen is aanleiding tot nader onderzoek. Onderzoek naar de manier waarop de zorg georganiseerd en uitgevoerd wordt, naar de kwaliteit van de data of naar relevante initiële condities die mogelijk nog in het model ontbreken. Uit onderzoek blijkt dat uitkomsten over tijd binnen een centrum variëren. Binnen Meetbaar Beter zal de komende jaren de rapportage worden opgebouwd naar een rapportage over meerdere jaren. Waargenomen variaties in de huidige rapportage zijn niet absoluut en kunnen mogelijk verklaard worden door de factor tijd. De regressieanalyse, gebaseerd op de beschikbare data, laat geen statistisch significante verschillen zien tussen de deelnemende centra.
140
160
OLVG 1-jaars mortaliteit
180
200
220
In deze analyse is gecorrigeerd voor: leeftijd, geslacht, diabetes, urgentie en nierfunctiestoornissen. De C-statistic is 0,80 (goed).
3.2 Coronaire Bypass Chirurgie CABG is een ingreep voor patiënten die lijden aan een obstructieve coronaire hartziekte (c.q. vernauwing van de kransslagaders). Gebruik makend van diverse methodes voor open hartchirurgie wordt de bloedstroom naar het myocard (hartspierweefsel) hersteld door een extra bron van een voedende bloedstroom te creëren. Dit wordt bereikt door het plaatsen van een omleidings-(bypass) takje (graft) naar de aangedane oorspronkelijke kransslagader voorbij de vernauwing. Het elders uit het lichaam verkregen bloedvat, wat de bypass vormt, kan zowel van arteriële als veneuze oorsprong zijn. In het Meetbaar Beter Boek 2013 worden de resultaten van behandelingen gepresenteerd voor de geselecteerde indicatoren waarvoor de verzamelde data voldoen aan de criteria zoals die beschreven zijn in het hoofdstuk Datamanagement.
3.2.1 Uitkomstindicatoren en initiële condities van de patiënt Aan de hand van de Meetbaar Beter methodiek is in 2011 een selectie gemaakt van uitkomstindicatoren en initiële condities zoals weergegeven in onderstaande figuur. In 2014 zal de dataset op methodologisch verantwoorde wijze geëvalueerd en waar nodig bijgesteld worden.
3.2.2 Ruwe uitkomsten De ruwe uitkomsten voor het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, voor zover goed uit te drukken in een percentage (niet weergeven als functie van tijd) zijn weergegeven in tabel 2.
Tabel 2: ruwe uitkomstindicatoren CABG 1. Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG (2008-2012)
1,7%
5a. Complicatie: chirurgische reëxploratie (2008-2012)
3,9%
5b. Complicatie: diepe sternumwondinfectie (2008-2012)
0,9%
5c. Complicatie: CVA met restletsel (2008-2012)
0,8%
3.2.3 Gesegmenteerde uitkomsten Meer inzicht in de uitkomsten van zorg voor bepaalde patiëntgroepen kan verkregen worden wanneer de uitkomsten gesegmenteerd per initiële conditie gepresenteerd worden. In het Meetbaar Beter Boek zijn de segmentaties opgenomen voor initiële condities die op de totale populatie van alle deelnemende hartcentra een statistisch significant effect bleken te hebben op de uitkomsten voor patiënten bij de betreffende uitkomstindicator. Een totaaloverzicht van de segmentatie van alle voornoemde uitkomstindicatoren naar alle binnen Meetbaar Beter geselecteerde initiële condities is terug te vinden op www.meetbaarbeter.com. De odds ratio’s van de verschillende analyses zijn opgenomen in de bijlage.
Het vergelijken van ruwe uitkomsten van verschillende centra is noch zinvol, noch mogelijk. Vergelijkbaarheid kan pas met enige mate van betrouwbaarheid worden gecreëerd wanneer statistisch gecorrigeerd wordt voor de initiële condities van de patiënt.
1. 2. 3. Lange termijn overleving na CABG
Survival
Degree of recovery / health
of SF-12 vragenlijst
Time to recovery or return to
-
5. - CVA met restletsel
Sustainability of recovery or
6. Recidiefvrije overleving - Overleving vrij van myocard infarct
Long-term consequences of therapy (e.g., care-induced illnesses)
Geselecteerde initiële condities van de patiënt zijn 1. Leeftijd 2. Geslacht 3. Additieve Euroscore 1 4. Ernstige Linker Ventrikel dysfunctie 5. Urgentie van de procedure 6. Diabetes mellitus 7. Nierinsufficiëntie De concrete definities van de uitkomstindicatoren en initiële condities zijn opgenomen op www.meetbaarbeter.com
19
Mortaliteit binnen 120 dagen na CAB Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG Segmentatie naar leeftijdscategorie 7%
7%
6%
6%
5%
5%
4%
4%
3%
3%
Mortaliteit Mortaliteit binnen binnen 120 120 dagen dagen na na CABG CABG
1. Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG
2%
2%
1%
1%
Mortaliteit Mortaliteitbinnen binnen120 120dagen dagenna naCABG CABG Segmentatie Segmentatienaar naarleeftijdscategorie leeftijdscategorie
0%
Mortaliteit binnen CABG Mortaliteit binnen120 120dagen dagenna na4,2% CABG 0,4% 1,2% Segmentatie Segmentatienaar naargeslacht geslacht
1,5%
Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG 7% 7%
7% 7%
6% 6%
6% 6%
5% 5%
lftd <55
5% 5%
Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG Segmentatie naar leeftijdscategorie
4% 4% 7% 3% 3% 6% 2% 2% 5% 1% 1% 4% 0% 0% 7% 3%
3/197
15/359 15/359
27/1629 27/1629
lftd <55 lftd <55
lftd 55-64 lftd 55-64
lftd 65-74 lftd 65-74
lftd>=75 lftd>=75
overall overall
3% 25% 25% 2% 2% 20% 1% 20% 1% 0% 15% 0% 15% 25% 10% 10%
0,4% binnen 1,2% 4,2% Mortaliteit Mortaliteit binnen120 120dagen dagenna naCABG CABG Segmentatie naar Segmentatie naardiabetes diabetes 2/498 7/575 15/359
1,5%
3/197 lftd <55
lftd 55-64
3/197
lftd <55
1,4% 1,4%
1,7%
27/1629
lftd>=75
overall
3% 9% 9% 2% 8% 8% 1%7% 7%
1,7%
2/498
7/575
15/359
27/1629
lftd 55-64
lftd 65-74
lftd>=75
overall
Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG Mortaliteit 2,4% binnen 120 dagen na CABG 2,4% Segmentatie naar geslacht Segmentatie naar diabetes
4%0%0%
1,7% 1,7%
16/1170 16/1170
11/451 11/451
0/8 0/8
27/1629 27/1629
geen geendiabetes diabetes
diabetes diabetes
onbekend onbekend
overall overall
6% 0%6%
lftd 55-64
lftd 65-74
lftd>=75
overall
8% 7%
Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG 3,8% 3,8% Segmentatie naar geslacht
1,1% 1,1%
6%
1,7% 1,7%
15/1315 15/1315
12/314 12/314
27/1629 27/1629
man man
vrouw vrouw
overall overall
2,4% Mortaliteit Mortaliteitbinnen binnen120 120dagen dagenna naCABG CABG Segmentatie naar opname-urgentie Segmentatie 16/1170 11/451 naar opname-urgentie 0/8
geen diabetes
1,1% 1,4%
diabetes
onbekend
1,7%
3,8%
2,4%
1,7% 1,7%
Mortaliteit Mortaliteitbinnen binnen120 120dagen dagenna naCABG CABG Segmentatie 12/314 27/1629 11/451 naar 0/8 27/1629 Segmentatie naarnierfunctie nierfunctie
15/1315 16/1170
man geen diabetes
vrouw onbekend
diabetes
27/1629 overall
3,8% 2,4%binnen 1,7% Mortaliteit 120 dagen na CABG 1,7% Segmentatie naar opname-urgentie
15/1315 16/1170
12/314
11/451
man geen diabetes
diabetes
0/8
27/1629 27/1629
8%3%
geen nierinsuff. geen nierinsuff.
nierinsufficientie nierinsufficientie
overall overall
vrouw onbekend
Mortaliteit binnen 120 binnen10,5% 120 dagen dagen na na CABG CABG 10,5% Segmentatie naar opname-urgentie Segmentatie naar nierfunctie
overall overall
1% 8% 8% 0% 6% 12% 6% 7% 4% 10% 4% 6% 2% 8% 2% 5%
Mortaliteit 1,4% 1,4%
27/1629 27/1629
8% 20% 7% 5%
acuut acuut
overall overall
6% 15% 0% 5%
1,4%
10,5%
2% 2% 8%
23/1591 4/38dagen na CABG 27/1629 Mortaliteit Mortaliteitbinnen binnen120 120 dagen na CABG
1% 6%0%
niet acuut
0% 4%
Segmentatie Segmentatienaar naarEuroscore Euroscore acuut
1,4% 1,6%
23/1591 24/1548
12/314
27/1629
vrouw
overall
man
4/38 27/1629 Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG 3/81 27/1629 Segmentatie naar Euroscore acuut nierinsufficientie
overall overall
Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG Segmentatie naar linker hartkamerfunctie Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG Segmentatie 4,3% naar Euroscore 1,6% 1,6%
4,3%
1,7% 1,7%
0%
10%
Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG 3,7% 3,7% Segmentatie naar nierfunctie
8%
1,6% 1,6%
Segmentatie Segmentatienaar naarlinker linker hartkamerfunctie 23/1591 4/38 hartkamerfunctie 27/1629 24/1548
3/81
nietnierinsuff. acuut geen
acuut nierinsufficientie
27/1629
overall overall
Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG 3,7% Segmentatie naar linker hartkamerfunctie Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG27/1629 3/81 Segmentatie naar Euroscore
1,6% 24/1548
geen nierinsuff.
nierinsufficientie
overall
Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG hartkamerfunctie 4,9% 4,9%
naar 1,1% 1,1%Segmentatie 3,6% 3,6% linker 15/1323 15/1323
8/224 8/224
4/82 4/82
27/1629 27/1629
4% 10% 3%
lvef 30-50% lvef 30-50%
lvef <30% lvef <30%
overall overall
1,1% 15/1323 0,2% lvef >50%
3,6% 4,3%
lvef 30-50%
1/622
10/636
laag 0-2
middel 3-5
1,1%
4,9%
8/224
1,6%
3,6%
16/369
hoog >=6
4/82 lvef <30%
6% 4% 2%
1,4% 10,5% dagen 1,6%Mortaliteit 3,7% Mortaliteitbinnen binnen120 120 dagenna naCABG CABG
lvef >50% lvef >50%
0%
1%
12%
0% 6% 0% 12% 4%
2%
10,5% 3,7%
nietnierinsuff. acuut geen
0,2% 0,2%
overall
3%
3,8% 1,7% Mortaliteit Mortaliteit binnen binnen 120 120 dagen dagen na na CABG CABG Segmentatie naarnaar opname-urgentie Segmentatie nierfunctie
1,1%
27/1629 27/1629
4% 12% 12% 3% 10% 10% 2%
4%
overall overall
3/81 3/81
6%1% 0% 5%0%
5%
2% 1,1% 1,4%
5% 7%2% 1,4%
0%
9%
24/1548 24/1548
4/38 4/38
4% 4% 7% 3% 3% 6% 2% 2% 5% 1% 1% 12% 4%
27/1629
5% 5% 25% 9% 4% 4% 8% 3% 3% 20% 7% 2% 2% 6% 15% 1% 1% 5% 0% 0% 9% 4% 10%
23/1591 23/1591
3% 7% 7% 5% 2% 6% 1%6% 0% 5% 0% 5%
15/359
15/1315
niet nietacuut acuut
4% 10%
20
lftd 65-74
Mortaliteit binnen na CABG 0,4% 1,2%120 dagen4,2% Segmentatie naar diabetes
1,5%
20% 5% 5% 15% 0% 0% 25% 9%10%
6%2% 1% 5%1%
4% 1% 1%
4%3%0%
7%3% 2%
7/575 7/575
a CABG
6% 4%1% 5%
4%3% 0% 0%
2/498 2/498
2% 4% 4% 1%
7% 5%2%
1,7% 1,7%
3/197 3/197
3% 5% 5%
3% 0% 0%
6% 2% 2% 4% 5% 1% 1%
Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG Segmentatie naar1,2% leeftijdscategorie 0,4% 4,2% 0,4% 1,2% 4,2%
1,5% 1,5%
4% 0%
5% 2% 2%
7/575
7% 3% 3%5%
5% 1%
3% 0%3%
2/498
Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG Segmentatie naar geslacht Segmentatie naar diabetes
4% 4%
Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG
6% 2%
1,7%
27/1629 1,7% overall
0/2
27/1629
onbekend
overall
4,9%
15/1323
8/224
4/82
27/1629
lvef >50%
lvef 30-50%
lvef <30%
overall
0%
25%
12%
20%
10%
15%
8% 6%
10%
4%
5% 0%
2%
1,4%
10,5%
23/1591
4/38
27/1629
niet acuut
acuut
overall
0%
1,1%
3,6%
15/1323
8/224
4,9% 4/82
27/1629
lvef >50%
lvef 30-50%
lvef <30%
overall
Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG Segmentatie naar Euroscore 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%
0,2%
1,6%
4,3%
1/622
10/636
16/369
0/2
27/1629
1,7%
laag 0-2
middel 3-5
hoog >=6
onbekend
overall
2. Cumulatieve risicogecorrigeerde 30 daags over/ondersterfte
cumulatie verschillen tussen verwachte en werkelijke sterftes
Variable Life Adjusted Display (VLAD) voor primaire CABG's OLVG, jaren 2008 - 2012 50
40
30
20
10
0
1
501
1001
1501
interventie volgnummer gerangschikt in de tijd
21
3. Overleving na primaire CABG
4. Kwaliteit van leven 1 jaar na interventie Voor het Meetbaar Beter Boek 2013 zijn niet voldoende gegevens beschikbaar 22
Complicatie: chirurgische reëxploratie Segmentatie naar diabetes
Complicatie: chirurgische reëxploratie 7%
1
6%
Complicatie: chirurgische reëxploratie Segmentatie naar leeftijdscategorie
Complicatie: chirurgische reëxploratie Segmentatie naar geslacht
5%
Complicatie: chirurgische reëxploratie 9%
7%
8%
6%
Complicatie: chirurgische reëxploratie Segmentatie naar leeftijdscategorie
7% 6%
4% 3%
1%
3,4%
4,7%
3% 6%
43/1266
23/487
2/8
68/1761
2% 5%
geen diabetes
diabetes
onbekend
overall
4% 7% 0%
5% 9%
Complicatie: chirurgische reëxploratie 4% 8%
5a.3% Complicatie: chirurgische reëxploratie 7% 2% 6% 1% 5% 0% 4%
ëxploratie 3% 9% 2% 8% 1% 7% 0% 6%
5% 7% 7% 4% 6% 6% 3%
3,0% 3,7% 5,7% Complicatie: chirurgische reëxploratie Segmentatie naar leeftijdscategorie
3,3%
7/214 lftd <55
2% 7% 1% 6% 0% 5% 4% 18% 10% 3% 16% 9% 14% 2% 8% 12% 7% 1%
16/533
23/626
22/388
68/1761
lftd 55-64
lftd 65-74
lftd>=75
overall
3,3%
3,0%
3,7%
5,7%
Complicatie: chirurgische reëxploratie Complicatie: chirurgische reëxploratie 16/533 23/626 22/388 Segmentatie naar geslacht Segmentatie naar diabetes
7/214 lftd <55
lftd 55-64
lftd 65-74
3,9%
68/1761
lftd>=75
overall
Complicatie: chirurgische reëxploratie Segmentatie naar diabetes 3,3%
3,0%
3,7%
5,7%
3,9%
7/214
16/533
23/626
22/388
68/1761
lftd <55
lftd 55-64
lftd 65-74
lftd>=75
overall
3,4% 3,8%
4,7%
3,9% 3,9%
4,0%
Complicatie: chirurgische reëxploratie 43/1266 23/487 2/8 68/1761 Segmentatie naar diabetes 54/1415 14/346 68/1761 geen diabetes man
diabetes
3,4%
vrouw
onbekend
overall overall
4,7%
3,9%
Complicatie: chirurgische reëxploratie 43/1266 23/487 2/8 Segmentatie opname-urgentie Complicatie:naar chirurgische reëxploratie Segmentatie naar nierfunctie geen diabetes diabetes onbekend
68/1761 overall
Complicatie: chirurgische reëxploratie Segmentatie naar opname-urgentie 3,4%
4,7%
5% 16% 8%
43/1266
23/487
2/8
68/1761
4% 14% 6% 3% 12% 4% 2% 10% 2% 1% 8% 0% 0% 6% 18%
geen diabetes
diabetes
onbekend
overall
18%0% 10% 6%
4% 16%
10% 12% 8%8%
65/1722 64/1671
4%
3,9%
14% 0% 5% 12% 4% 10% 10% 3% 8% 9% 2% 8%6% 4% 7% 1% 6%2% 0% 10% 5% 0% 9% 4% 8% 3% 7% 2% 6% 1% 5% 0% 4% 3% 10% 8% 2% 9% 1% 7% 8% 0% 7% 6% 6% 5% 12% 5% 4% 4% 10% 3% 3% 2% 8%2% 1% 12% 1% 0% 6% 0% 10% 4%
3/39 4/90
3,8%
6%
68/1761 68/1761
nierinsufficientie acuut
0% 12% 4%
overall overall
7,7%
Complicatie: chirurgische reëxploratie Segmentatie naar Euroscore acuut
3,9%
4,0%
3,9%
vrouw
overall
4,0%
3,9%
Complicatie: chirurgische reëxploratie Complicatie: chirurgische reëxploratie Segmentatie naar geslacht 14/346 68/1761 Segmentatie naar opname-urgentie
man 3,8%
reëxploratie 68/1761 54/1415Complicatie: chirurgische 14/346 Segmentatie naar nierfunctie
man
vrouw
overall
Complicatie: chirurgische reëxploratie Segmentatie naar nierfunctie
3,8% 3,8%
4,0%
7,7%
54/1415 65/1722 man niet acuut 3,8%
3,9% 3,9%
14/346 3/39 vrouw acuut
68/1761 68/1761 overall overall
4,4%
Complicatie: chirurgische reëxploratie
3,9%
chirurgische reëxploratie 68/1761 64/1671 Complicatie: 4/90 Segmentatie naar nierfunctie geen nierinsuff.
3,8%
Segmentatie naar Euroscore nierinsufficientie
overall
4,4%
Complicatie: chirurgische reëxploratie 4/90 hartkamerfunctie naar linker
64/1671 Segmentatie geen nierinsuff.
3,9% 68/1761
nierinsufficientie
overall
Complicatie: chirurgische reëxploratie Segmentatie naar linker hartkamerfunctie 3,8% 2,3%64/1671
4,4% 4,3%
geen nierinsuff.30/692 15/660
laag 0-2 3,7%
3,9%
5,4% 4/90
3,9% 68/1761
nierinsufficientie 22/407
middel 3-5
1/2
hoog >=6
onbekend
Complicatie: chirurgische reëxploratie 4,0% naar linker hartkamerfunctie 5,6% Segmentatie
overall 68/1761
overall 3,9%
53/1424
10/247
5/90
68/1761
lvef >50%
lvef 30-50%
lvef <30%
overall
10% 2%
3,9%
Complicatie: reëxploratie 68/1761 65/1722 3/39 hartkamerfunctie Segmentatiechirurgische naar linker niet acuut
3,8%
54/1415
2%
Complicatie: chirurgische reëxploratie 3,9% 7,7% 4,4% 3,9% Segmentatie naar opname-urgentie
geen niet nierinsuff. acuut
7%6% 10% 6%4% 8% 2% 5% 8% 0% 4% 6% 7% 3% 4% 6% 2% 5% 2% 1% 4% 0% 0% 3% 8% 2% 7% 1% 6% 0% 5%
2% 18% 7%
8% 3,8% 3,8%
2% 14% 0% 12%
0% 3%
1% 16% 6%
5% 2% 5% 1% 4% 4%7% 0% 3% 3%6% 2% 2%5% 1% 1%4% 0% 0%3%
1% 4% 3,9%
Complicatie: chirurgische reëxploratie Segmentatie naar geslacht
2%
5%
8% 0%
overall
6%
3,7%
4,0%
5,6%
3,9%
53/1424
10/247
5/90
68/1761
lvef >50%
lvef 30-50%
lvef <30%
overall
4%
Complicatie: chirurgische reëxploratie Segmentatie naar Euroscore
2%
3,8%
7,7%
3,9%
65/1722
3/39
68/1761
niet acuut
2,3% 3,7%
15/660 53/1424 lvef0-2 >50% laag
acuut
overall
4,3% 5,4% Complicatie: reëxploratie 4,0%chirurgische 5,6% Segmentatie naar Euroscore
30/692 10/247 22/407
lvef 30-50% middel 3-5 hoog >=6
0%
5/90 1/2
lvef onbekend <30%
3,7%
4,0%
5,6%
3,9%
53/1424
10/247
5/90
68/1761
lvef >50%
lvef 30-50%
lvef <30%
overall
3,9% 3,9%
68/1761 68/1761 overall overall
2,3%
4,3%
5,4%
3,9%
15/660
30/692
22/407
1/2
68/1761
laag 0-2
middel 3-5
hoog >=6
onbekend
overall
3% 2% 1%
23 2,3%
4,3%
5,4%
3,9%
Complicatie: diepe sternumwondinfectie Segmentatie naar leeftijdscategorie 3%
3%
2%
2%
2/626
6/388
14/1761
lftd 65-74
lftd>=75
overall
Segmentatie naar geslacht
Complicatie: CVA met restletsel Segmentatie naar diabetes 4%
1%
0,0%
0,8%
1,1%
1,3%
0,9%
0/214
4/533
7/626
5/388
16/1761
5b. Complicatie: diepe sternumwondinfectie lftd <55 lftd 55-64 lftd 65-74 lftd>=75
1% 0%
3%
0,8%
1,4%
0,9%
11/1415
5/346
16/1761
man
vrouw
overall
overall
0%
Complicatie: diepe sternumwondinfectie Segmentatie naar diabetes
el
4/533
lftd 55-64
2%
1%
0%
2/214 lftd <55
0,7%
1,0%
9/1266
5/487
0/8
14/1761
0%
4%
Complicatie: CVA met restletsel Segmentatie naar opname-urgentie
3% 3%
3% 8% 2% 7%
Complicatie: CVA met restletsel Segmentatie naar geslacht
2%
2%
2% 6% 1%
3%
0%
2%
1% 5% 0,3%
2,5%
4/1266
12/487
geen diabetes
diabetes
0,9%
1% 4%
0/8
16/1761
3% 0%
onbekend
overall
2%
1%
0,9%
1,1%
0,9%
15/1671
1/90
16/1761
geen nierinsuff.
nierinsufficientie
overall
1% 0,6%
1,7% 0,8% Complicatie: diepe sternumwondinfectie Segmentatie naar opname-urgentie 8/1415 6/346 14/1761
0%
8%
man
vrouw
overall
5c. 7% Complicatie: CVA met restletsel
0%
0,8%
2,6%
4% 4%
2% 3% 2%
3%2%
1% 2%
1%
1%
0%
0,9%
2,6%
0,9%
1%
15/1722
1/39
16/1761
0%
niet acuut
acuut
overall
0,8%
1,1%
13/1671 Complicatie:
1/90 diepe sternumwondinfectie Segmentatie naar Euroscore geen nierinsuff. nierinsufficientie
14/1761 overall
Complicatie: CVA met restletsel Segmentatie naar linker hartkamerfunctie
3% 2%
2%
1% 1%
0%
0,3%
0,9%
1,7%
2/660
6/692
7/407
laag 0-2
middel 3-5
hoog >=6
1%
0,8%
1,2%
1,1%
0,9%
12/1424
3/247
1/90
16/1761
lvef >50%
lvef 30-50%
lvef <30%
overall
0,8%
4%
0%
overall
Complicatie: CVA met restletsel Segmentatie naar Euroscore
3%
3%
2%0%
acuut
3%
Complicatie: CVA met restletsel Segmentatie naar nierfunctie
5%
0%
Segmentatie naar linker hartkamerfunctie
4%
0,9%
1/2 onbekend
16/1761 overall
0,9%
0,4%
0,0%
0,8%
13/1424
1/247
0/90
14/1761
lvef >50%
lvef 30-50%
lvef <30%
overall
0%
0,5%
0,7%
1%
0,8%
13/1722Complicatie: diepe 1/39 14/1761 sternumwondinfectie niet acuut
6%
24
1%
0,8%
Complicatie: diepe sternumwondinfectie geen diabetes diabetes onbekend overall Segmentatie naar nierfunctie
4%
4%
2%
1,2%
0,8%
3/660
5/692
5/407
1/2
14/1761
laag 0-2
middel 3-5
hoog >=6
onbekend
overall
3.2.4 Statistisch gecorrigeerde uitkomsten Inzicht hebben in de resultaten van zorg opent de mogelijkheid om op basis van de resultaten bij te sturen en de resultaten van de geleverde zorg verder te verbeteren. Dat is de doelstelling van Meetbaar Beter. De gepresenteerde uitkomsten bieden gericht aanleiding voor nadere analyse van patiëntgroepen waarbij verbetering van resultaten mogelijk is of gewenst wordt gezien het ambitieniveau van de betrokken centra. Door het concrete karakter van de uitkomst indicatoren kunnen doelstellingen worden geformuleerd en kan een kwaliteitscyclus op basis van uitkomsten van zorg worden ingericht binnen de centra die aan Meetbaar Beter deelnemen. Statistische analyses kunnen belangrijk ondersteunend zijn aan het verkrijgen van inzicht in de resultaten van zorg. Met behulp van regressie-analyses kan in beeld worden gebracht hoe de daadwerkelijke resultaten van zorg zich verhouden tot de, op basis van de kenmerken (initiële condities) van de patiëntenpopulatie, te verwachten resultaten van zorg. In een zogenaamde funnelplot kan deze analyse grafisch weergegeven worden. Per geselecteerde uitkomstindicator is in deze paragraaf een funnelplot uitgewerkt waardoor inzichtelijk wordt hoe de resultaten van een centrum zich verhouden tot het totaal van de resultaten van andere centra. Per uitkomstindicator zijn strikt de in het hoofdstuk Datamanagement beschreven vereisten aan de data gehanteerd. Per uitkomstindicator kan het aantal hartcentra wat in de analyse is meegenomen daardoor verschillen.
Interpretatie Hoewel de regressie-analyses corrigeren voor de binnen de populatie bekende initiële condities dienen de resultaten in termen van vergelijkbaarheid nog zeer voorzichtig geïnterpreteerd te worden. Naast de in het hoofdstuk Datamanagement beschreven beperkingen zijn bij een aantal analyses - naar verwachting - relevante initiële condities buiten de analyse gelaten bij gebrek aan betrouwbare data. De voorspellende waarde van het model kent daardoor beperkingen. Per analyse is beschreven welke initiële condities zijn verwerkt in de analyse. De statistische analyses dienen het primaire doel van Meetbaar Beter; professionals inzicht geven in patiëntrelevante resultaten van de zorg, waardoor zij aanknopingspunten kunnen zoeken en vinden voor verdere verbetering. Leeswijzer Op de X-as staat de door het regressiemodel voorspelde uitkomst per indicator voor het betreffende ziekenhuis. De verhouding tussen de voorspelde uitkomst en de daadwerkelijke uitkomst ((waargenomen uitkomst / voorspelde uitkomst) x 100), de zogenaamde gestandaardiseerde uitkomst, staat op de Y-as uitgezet. De gemiddelde voorspelde uitkomst van alle hartcentra in de analyse is uitgezet als de onderbroken streep. De kromme lijnen geven de betrouwbaarheidsintervallen weer. De variatie tussen de groene en oranje lijn dient daarbij gezien te worden als een natuurlijke variatie.
Toekomstperspectief Om de betrouwbaarheid van de statistische analyse verder te vergroten zal het kwaliteitssysteem rondom de dataverzameling binnen Meetbaar Beter verder geprofessionaliseerd worden, zoals beschreven in het hoofdstuk Datamanagement. Doordat de indicatoren en initiële condities gedefinieerd zijn kan de prospectieve dataverzameling per deelnemend hartcentrum worden georganiseerd. De vergelijkbaarheid van resultaten van de deelnemende hartcentra zal daardoor toenemen.
25
Conclusie in perspectief van vergelijkbaarheid en vergelijking De statistische analyses dienen het primaire doel van Meetbaar Beter; medisch specialisten inzicht geven in de patiënt relevante resultaten van de zorg, waardoor zij aanknopingspunten kunnen zoeken en vinden voor verdere verbetering. Variatie binnen de oranje gekleurde bovengrens en groen gekleurde ondergrens dient gezien te worden als natuurlijke variatie. Variatie buiten deze lijnen is aanleiding tot nader onderzoek. Onderzoek naar de manier waarop de zorg georganiseerd en uitgevoerd wordt, naar de kwaliteit van de data of naar relevante initiële condities die mogelijk nog in het model ontbreken. Uit onderzoek blijkt dat uitkomsten over tijd binnen een centrum variëren. Binnen Meetbaar Beter zal de komende jaren de rapportage worden opgebouwd naar een rapportage over meerdere jaren. Waargenomen variaties in de huidige rapportage zijn niet absoluut en kunnen mogelijk verklaard worden door de factor tijd.
Funnelplot gestandaardiseerde uitkomsten 120 dagen mortaliteit CABG naar ziekenhuis, 2011-2012
Gestandaardiseerde uitkomstratios
160
De regressie-analyse betreffende de 120 daags mortaliteit na CABG, gebaseerd op de beschikbare data, duidt in de richting van een relatief gunstige uitkomst binnen de Isala Klinieken.
95% BI bovengrens
Significant verhoogd
gemiddelde (=100) 140
95% BI ondergrens Catharina 120 dagen mortaliteit
120
Antonius 120 dagen mortaliteit 100
AMC 120 dagen mortaliteit UMCG 120 dagen mortaliteit
80
OLVG 120 dagen mortaliteit 60
Amphia 120 dagen mortaliteit Significant verlaagd
40
0
20
Isala 120 dagen mortaliteit
40
60
Voorspeld aantal events
Funnelplot gestandaardiseerde uitkomsten complicatie chirurgische reëxploratie CABG naar ziekenhuis, 2011-2012
Gestandaardiseerde uitkomstratios
160
95% BI bovengrens
Significant verhoogd
gemiddelde (=100)
140
95% BI ondergrens 120
Catharina chirurgische reëxploratie Antonius chirurgische reëxploratie
100
AMC chirurgische reëxploratie UMCG chirurgische reëxploratie
80
OLVG chirurgische reëxploratie 60
Amphia chirurgische reëxploratie
Significant verlaagd 40
Isala chirurgische reëxploratie 0
20
40
60
Voorspeld aantal events
26
In deze analyse is gecorrigeerd voor: leeftijd, geslacht, diabetes, urgentie, nierfunctie en linker hartkamerfunctie. De C-statistic is 0,83 (goed).
80
100
120
In deze analyse is gecorrigeerd voor: leeftijd, urgentie, nierfunctie en linker hartkamerfunctie. De C-statistic is 0,61 (matig).
3.3 Percutane Coronaire Interventie 3.3.2 Ruwe uitkomsten
PCI is een percutane behandeling voor patiënten leidend aan obstructieve coronaire hartziekte. Gebruik makend van verschillende technieken (angioplastie, stenting, rotablation, etc.) wordt de voortgeleiding van de bloedstroom door de oorspronkelijke kransslagader en zo naar het myocard hersteld. Een PCI is het oprekken van een vernauwing (stenose) in een bloedvat van het hart door er een ballonnetje in te brengen en dat met grote druk op te blazen. Vaak wordt daarbij tevens een stent – een metalen veertje wat zich in het bloedvat ontplooit bij het opblazen van de ballon – geplaatst. Het gebruik van stents heeft de resultaten van PCIprocedures verbeterd maar ook nieuwe problemen doen ontstaan, zoals het ontstaan van bloedstolsels op het lichaamsvreemde materiaal van de stent zelf en het dichtslibben van het vat net naast de geplaatste stent. De laatste jaren zijn er op dit gebied belangrijke vorderingen gemaakt, zowel met betrekking tot het materiaal (naast drug-eluting stents bestaan inmiddels absorbable stents) als de preventie van stolselvorming. In het Meetbaar Beter Boek 2013 worden de resultaten van behandelingen gepresenteerd voor de geselecteerde indicatoren waarvoor de verzamelde data voldoen aan de criteria zoals die beschreven zijn in het hoofdstuk Datamanagement.
4. Urgente CABG na PCI (2011-2012)
3.3.1 Uitkomstindicatoren en initiële condities van de patiënt
3.3.3 Gesegmenteerde uitkomsten
Aan de hand van de Meetbaar Beter methodiek is in 2011 een selectie gemaakt van uitkomstindicatoren en initiële condities zoals weergegeven in de figuur op pagina 28. Ten opzichte van de rapportage in de Meetbaar Beter Boeken 2012 is “shock” toegevoegd als initiële conditie. In 2014 zal de dataset op methodologisch verantwoorde wijze geëvalueerd en waar nodig bijgesteld worden. De uitkomstindicator urgente CABG na PCI bevat in de huidige analyse zowel CABG’s die worden uitgevoerd ten gevolge van (ernstige) complicaties bij een PCI, als CABG’s die kort na de PCI worden uitgevoerd als een bewust georganiseerde optimale behandeling van patiënten na een acute PCI. De inzichten die verkregen worden dienen door de deelnemende hartcentra te allen tijde van een nadere analyse te worden voorzien, alvorens conclusies getrokken kunnen worden.
Meer inzicht in de uitkomsten van zorg voor bepaalde patiëntgroepen kan verkregen worden wanneer de uitkomsten gesegmenteerd naar de geselecteerde initiële condities gepresenteerd worden. In het Meetbaar Beter Boek zijn de segmentaties opgenomen voor initiële condities die op de totale populatie van alle deelnemende hartcentra een statistisch significant effect bleken te hebben op de uitkomsten voor patiënten bij de betreffende uitkomstindicator. Een totaaloverzicht van de segmentatie van alle voornoemde uitkomstindicatoren naar alle binnen Meetbaar Beter geselecteerde initiële condities is terug te vinden op www.meetbaarbeter.com. De odds ratio’s van de verschillende analyses zijn opgenomen in de bijlage.
De ruwe uitkomsten voor het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, voor zover goed uit te drukken in een percentage (niet weergeven als functie van tijd) zijn weergegeven in tabel 3. Het vergelijken van ruwe uitkomsten van verschillende centra is noch zinvol, noch mogelijk. Vergelijkbaarheid kan pas met enige mate van betrouwbaarheid worden gecreëerd wanneer statistisch gecorrigeerd wordt voor de initiële condities van de patiënt.
Tabel 3: ruwe uitkomstindicatoren PCI 1. Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI (2011-2012)
1,9%
2. Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI (2011)
4,3%
3. Angiografisch niet succesvol na PCI (2011-2012)
7,3%
3.a Percentage 100% succes reststenose <20% van aantal behandelde segmenten (2011-2012) 3.a Percentage 0% succes reststenose <20% van aantal behandelde segmenten (2011-2012)
92,9% 4,8% 0,2%
27
Survival
1. 2.
Degree of recovery / health
3.
Time to recovery or return to
-
Sustainability of recovery or
Long-term consequences of therapy (e.g., care-induced illnesses)
28
4. Urgente CABG na PCI
5. 6. Heropname wegens myocard infarct na PCI
Geselecteerde initiële condities van de patiënt zijn 1. Leeftijd 2. Diabetes mellitus 3. Eerder myocardinfarct 4. Urgentie van de procedure 5. Meervatslijden 6. Eerdere bypass chirurgie 7. Nierinsufficiëntie 8. Ernstige Linker Ventrikel dysfunctie 9. Chronische totale occlusie 10. Shock De concrete definities van de uitkomstindicatoren en initiële condities zijn opgenomen op www.meetbaarbeter.com
Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI Segmentatie naar leeftijdscategorie 7% 6% 5%
Mortaliteit Mortaliteit binnen binnen 30 30 dagen dagen na na PCI PCI
1. Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI
Mortaliteit Mortaliteitbinnen binnen30 30dagen dagenna naPCI PCI Segmentatie Segmentatienaar naarleeftijdscategorie leeftijdscategorie
all
3%
0%
3% 3%
6% 6%
Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI Segmentatie naar leeftijdscategorie
4% 4%
3% 2%
1,7% 1,7%
0,9% 0,9%
1,5% 1,5%
2,1% 2,1%
4,6% 4,6%
1,9% 1,9%
7/406 7/406
8/911 8/911
18/1171 18/1171
20/960 20/960
19/415 19/415
72/3863 72/3863
lftd<=49 lftd<=49
lftd lftd50-59 50-59
lftd lftd60-69 60-69
lftd70-79 lftd70-79
lftd>=80 lftd>=80
overall overall
0%
7/406
8/911
18/1171
20/960
19/415
72/3863
lftd<=49
lftd 50-59
lftd 60-69
lftd70-79
lftd>=80
overall
1,9%
0
Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI Mortaliteit binnen naar 30 dagen na PCI Segmentatie geslacht Segmentatie naar diabetes
2% 2% 0% 0% 1% 1%
14
12 1,8% 1,8%
2,1% 2,1%
1,9% 1,9%
48/2727 48/2727
24/1136 24/1136
72/3863 72/3863
man man
vrouw vrouw
overall overall
10
8
6
4
1%
3% 3%
0,9% Segmentatie 1,5%
3% 3% 1% 1%
6% 2% 2%
4% 0% 0%
Mortaliteit Mortaliteitbinnen binnen30 30dagen dagenna naPCI PCI geslacht Segmentatienaar naar2,1% geslacht 4,6%
1,7%
2% 2%
7% 3% 3%
5% 1% 1%
1
2% 1%
7% 7%
5% 5%
2
4%
Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI
Mortaliteit 0,9% 1,5% 2,1% na 4,6% Mortaliteitbinnen binnen30 30dagen dagen naPCI PCI Segmentatie Segmentatienaar naardiabetes diabetes
1,7%
7/406 lftd<=49
1,9%
8/911
18/1171
20/960
19/415
72/3863
lftd 50-59
lftd 60-69
lftd70-79
lftd>=80
overall
0% 0% 14% 14%
1,5% 1,8%
1,6%
2,1%
Mortaliteit Mortaliteitbinnen binnen30 30dagen dagenna naPCI PCI Segmentatie naar Segmentatie naarnierfunctie nierfunctie 42/2875 14/856 16/132 48/2727 24/1136 geen diabetes man
diabetes
vrouw onbekend
1,9% 1,9%
2
72/3863 72/3863
0
overall overall
12% 12% 2% 2%
10% 10%
Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI Segmentatie naar diabetes
na PCI
63
3
3% 1% 1%
2% 0% 0% 3% 1%
2% 0% 8% 8% 1% 7% 7%
14/856 14/856
16/132 16/132
72/3863 72/3863
8% 14% 6% 6% 7% 12% 4% 4% 6% 10% 2% 2% 5% 8% 0% 0% 4%
diabetes diabetes
onbekend onbekend
overall overall
6% 3%
Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI 1,6% 1,6% Segmentatie naar geslacht
1,5% 1,5%
42/2875 42/2875 geen geendiabetes diabetes
1,9% 1,9%
2% 4% 1,5%
42/2875
1,6%
Mortaliteit Mortaliteitbinnen binnen30 30dagen dagenna naPCI PCI Segmentatie Segmentatie naaropname-urgentie opname-urgentie 14/856naar 16/132
geen diabetes
diabetes
onbekend
Mortaliteit Mortaliteitbinnen binnen30 30dagen dagenna naPCI PCI Segmentatie naarnaar opname-urgentie Segmentatie nierfunctie
8% 8%
1,9%
72/3863
1% 2% 0% 0%
overall
1,4% 1,4%
9,2% 9,2%
51/3629 51/3629
21/228 21/228
0/6 0/6
72/3863 72/3863
geen geennierinsuff. nierinsuff.
nierinsufficientie nierinsufficientie
onbekend onbekend
overall overall
0,6% 1,4%
1,0%
11/1709
14/1360
electief
urgent
51/3629
geen nierinsuff.
9,2% 21/228
1,9% 1,9%
5,8%
46/790 acuut
nierinsufficientie
1,9% 1,9%
1/4
72/3863
onbekend
overall
0/6
onbekend
72/3863 overall
6% 6% 1,8%
5% 0% 5% 4% 4% 8% 3% 3% 7% 2% 2% 6% 1% 1% 5% 0% 0% 4%
11/1709 11/1709
14%3%
electief electief
48/2727
2,1% 1,9% Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI Segmentatie naar opname-urgentie 24/1136 72/3863
man
0,6% 0,6%
vrouw
1,0%
overall
5,8%
1,0% 5,8% Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI Segmentatie naar nierfunctie 14/1360 46/790 1/4
1,9% 1,9%
14/1360
46/790
1/4
72/3863 72/3863
urgent urgent
acuut acuut
onbekend onbekend
overall overall
1,0%
5,8%
12%2% 10%1%
0,6%
0% 8%
11/1709
3% 6% 3%
electief
Mortaliteit Mortaliteitbinnen binnen30 30dagen dagenna naPCI PCI 14/1360 46/790 1/4 Segmentatie naar meervatslijden Segmentatie naar meervatslijden urgent
acuut
onbekend
1,9%
72/3863 overall
3%
2%
Ten van hoger onbekende variabelen Tengevolge gevolge vaneen eenbinnen hogerpercentage percentage onbekende variabelen Mortaliteit 30 dagen na PCI dan 15% dan 15%wordt wordtdeze dezefiguur figuurniet nietweergegeven weergegeven Segmentatie naar meervatslijden (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen). (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen).
Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen).
1%
Ten gevolge 1,5% van een hoger 2,1% percentage onbekende variabelen 1,9% Mortaliteit Mortaliteitbinnen binnen30 30dagen dagenna naPCI PCI dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven Segmentatie naar vorig myocard infarct (MI) naar vorig myocard 17/1107 Segmentatie 50/2433 5/323 infarct (MI) 72/3863 3% 3% (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen). 0%
niet multivessel
multivessel
onbekend
overall
4% 2% 2% 2% 0% 3% 1% 1% 2% 0% 0%
1,4% 51/3629 geen nierinsuff.
9,2% binnen 30 dagen na PCI Mortaliteit Segmentatie naar meervatslijden
1,9%
21/228
0/6
72/3863
nierinsufficientie
onbekend
overall
1,5% 1,5%
2,1% 2,1%
17/1107 17/1107
50/2433 50/2433
1,9% 1,9%
5/323 5/323
72/3863 72/3863
2% 2%
Mortaliteitbinnen binnen30 30dagen dagenna naPCI PCI Mortaliteit Segmentatie vorig myocard infarct (MI) Segmentatie naarnaar chronische totale occlusie (CTO)
3% 3% 1% 1% 2% 2% 0% 0%
4
3 1,9% 1,9%
1,7% 1,7%
1,9% 1,9%
57/2988 57/2988
15/875 15/875
72/3863 72/3863
29
2
Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI Segmentatie naar opname-urgentie
Segmentatie naar chronische totale occlusie (CTO) 3%
8%
4%
7% 3%
6%
2%
5% 4% 3%
Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen).
1%
2% 1% 0%
0,6%
1,0%
5,8%
11/1709
14/1360
46/790
1,9%
electief urgent30 dagen acuut Vervolg: Mortaliteit binnen na PCI
1/4
72/3863
onbekend
overall
0%
1%
3% 60%
2%
2% 40%
0%
2,0%
1,8%
51/2492
15/836
6/535
72/3863
geen CTO
CTO
onbekend
overall
Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI Segmentatie naar meervatslijden 3%
2%
1,9%
Mortaliteit binnen binnen 30 30 dagen dagen na na PCI PCI Mortaliteit Segmentatie myocard (MI) Segmentatienaar naarvorig shock ten tijdeinfarct van PCI
50%
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI 30%
20% 1%
1%
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI 40,0%naar leeftijdscategorie Segmentatie
10% 0%
1,5%
2,1%
17/1107
50/2433
niet multivessel
multivessel
1,9%
5/323
72/3863
onbekend
overall
0% 0% 20%
18% 16%
1,4% 1,9%
1,9% 1,9%
1,7%
55/3822 57/2988
12/30
geen shock geen vorig MI
5/11
72/3863 72/3863
8%
onbekend
overall overall
7%
15/875
shock
vorig MI
6%
14%
Mortaliteit Mortaliteitbinnen binnen11jaar jaarna naPCI PCI 2. Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI 3%
Mortaliteit binnen 1 jaar nana PCI Mortaliteit binnen 1 jaar PCI Segmentatie naar leeftijdscategorie Segmentatie naar leeftijdscategorie
2%
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI
20% 20% 18% 18% 1% 16% 16% 14% 14%
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI Segmentatie naar leeftijdscategorie
12% 12% 0% 10% 20% 10% 8% 18% 8% 6% 16% 6% 4% 14% 4% 2% 12% 2%
2,0%
1,8%
51/2492
15/836
6/535
72/3863
geen CTO
CTO
onbekend
overall
4,1% 4,1%
0% 10% 0%
1,2% 1,2%
lftd<=49 60% lftd<=49 6%
4% 50% 2% 40% 0% 8%8%30%
1,9%
5,7% 5,7%
13,9% 13,9%
4,3% 4,3%
Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI 6/512 17/636 29/509 28/202 6/512 17/636 28/202 Segmentatie naar shock29/509 ten tijde van PCI
9/220 9/220
8%
2,7% 2,7%
lftdlftd 50-59 50-59
lftdlftd 60-69 60-69
lftd70-79 lftd70-79
89/2079 89/2079
lftd>=80 lftd>=80
overall overall
1,2% 2,7% 5,7% Mortaliteit binnen 1 jaar nana PCI Mortaliteit binnen 1 jaar PCI13,9% Segmentatie naar diabetes Segmentatie naar diabetes 6/512 17/636 29/509 28/202
4,3%
9/220 lftd<=49
lftd 50-59
lftd 60-69
lftd70-79
overall
4% 3%
8% 4% 6% 4% 3% 2% 0% 2% 8%8%
2% 1% 4,1%
Mortaliteit binnen 1 5,7% jaar nana PCI 1,2% 2,7% 13,9% Mortaliteit binnen 1 jaar PCI
9/220
6/512
lftd<=49
lftd 50-59
7%7% 1% 6%6% 5%5% 0% 4%4% 8% 8% 3%3% 7%
4,3%
Segmentatie naar geslacht Segmentatie naar geslacht 17/636
29/509
28/202
89/2079
lftd 60-69
lftd70-79
lftd>=80
overall
Mortaliteit binnen 1 jaar Mortaliteit binnen 1 jaar nana PCIPCI 2,3% Segmentatie naar geslacht Segmentatie naar diabetes
1,9%
64/3516
8/347
72/3863
geen vorig CABG
vorig CABG
overall
1,8%
2%2% 6% 6% 1%1% 5% 0%0% 4% 4% 3% 2% 2%
0% 0%
89/2079
lftd>=80
Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI Segmentatie naar vorige CABG interventie
10%
1% 4,1%
5%
12%
Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI Segmentatie naar chronische totale occlusie (CTO)
25% 25%
0%
25% 20%
3,8% 3,8%
5,6% 5,6%
4,3% 4,3%
56/1490 56/1490
33/589 33/589
89/2079 89/2079
man man
vrouw vrouw
overall overall
15% 10% 5%
3,6% 3,8%
4,4%
54/1503 56/1490 geen diabetes man
4,3% 4,3%
5,6%
Mortaliteit binnen 1 jaar nana PCI Mortaliteit binnen 115/119 jaar PCI 20/457 33/589 Segmentatie naar nierfunctie Segmentatie naar nierfunctie diabetes
onbekend vrouw
89/2079 89/2079
0%
overall overall
20%
6%6%10% 0%
4%4% 8%
1,4%
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI 40,0% Segmentatie naar diabetes
20% 20% 1,9%
55/3822
12/30
5/11
72/3863
geen shock
shock
onbekend
overall
2%2% 6% 0%0% 4%
2%
0% 12% 12%
3,6% 3,6%
4,4% 4,4%
4,3% 4,3%
54/1503 54/1503
20/457 20/457
15/119 15/119
89/2079 89/2079
geen diabetes geen diabetes
diabetes diabetes
onbekend onbekend
overall overall
12% 25% 10% 10% 10% 20% 5% 5% 8% 15% 6% 0% 0% 10% 4% 2% 5%
3,6%
4,4%
Mortaliteit binnen 1 jaar nana PCI Mortaliteit binnen 1 jaar PCI 54/1503 Segmentatie 20/457 15/119 naar opname-urgentie Segmentatie naar opname-urgentie geen diabetes
diabetes
onbekend
4,3%
89/2079
Mortaliteit binnen 1 jaar nana PCI Mortaliteit binnen 1 jaar PCI Segmentatie naar opname-urgentie Segmentatie naar nierfunctie
15% 15%
0% 0%
overall
3,4% 3,4%
17,1% 17,1%
67/1944 67/1944
22/129 22/129
0/60/6
89/2079 89/2079
geen nierinsuff. geen nierinsuff.
nierinsufficientie nierinsufficientie
onbekend onbekend
overall overall
2,7%
3,4%
3,9%
17,1%
26/967
27/696
electief
urgent
67/1944
geen nierinsuff.
22/129
4,3% 4,3%
8,5%
35/412 acuut
nierinsufficientie
4,3% 4,3%
1/4
89/2079
onbekend
overall
0/6
onbekend
89/2079 overall
10% 10%
30
8%8% 6%6% 12%
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI Segmentatie naar opname-urgentie 7%
Mortaliteit binnen 1 jaaronbekende na PCI Ten gevolge van een hoger percentage variabelen Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen Segmentatie naar meervatslijden dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen). (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen).
9%
2% 8% 7% 0% 6% 5% 4% 25%
56/1490
33/589 Segmentatie naar geslacht
89/2079
man
vrouw
overall
3,6%
4,4%
54/1503
20/457
geen diabetes
0% 10% 5%
4,3%
15/119
89/2079
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI Segmentatie diabetes naar nierfunctie onbekend
0%
overall 8%
9/220
6/512
17/636
29/509
28/202
89/2079
lftd<=49
lftd 50-59
lftd 60-69
lftd70-79
lftd>=80
overall
3,4%
17,1%
67/1944 geen nierinsuff.
4,3%
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI 22/129 0/6 Segmentatie naar diabetes nierinsufficientie
89/2079
onbekend
overall
2
3% 20% 2% 1% 15% 12% 0% 10% 10%
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI Segmentatie naar opname-urgentie 3,8%
6% 0% 4% 25% 2% 0% 20% 15%
5,6%
4,3%
56/1490
33/589
89/2079
man
vrouw
overall
8% 5%
3,4%
17,1%
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI 22/129 0/6 Segmentatie naar nierfunctie
67/1944 geen nierinsuff.
nierinsufficientie
onbekend
4,3%
3,9%
8,5%
26/967
27/696
35/412
1/4
89/2079
electief
urgent
acuut
onbekend
overall
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI Segmentatie naar meervatslijden Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven 3,4% 17,1% (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen).
67/1944
22/129
0/6
89/2079
5%
geen nierinsuff.
nierinsufficientie
onbekend
overall
4,3%
3,2%
5,2%
4,3%
17/535 66/1264 6/280 89/2079 Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven Segmentatie naar vorig myocard infarct (MI) niet multivessel multivessel onbekend overall (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen).
0%
7%
8% 3% 7% 2% 6% 1% 5% 0% 80% 4% 70% 3% 2% 60% 1% 50% 0% 40% 30% 9% 20% 8% 10%
3,9%
5,6%
4,3%
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI 64/1634 25/445 89/2079 Segmentatie naar vorig myocard infarct (MI) geen vorig MI
vorig MI
overall
4,5%
5,5%
4,3%
3% 2% 0%
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI 26/474 11/449 89/2079 Segmentatie naar vorige CABG interventie
geen CTO
CTO
onbekend
overall
8,5%
26/967
27/696
35/412
1/4
89/2079
electief
urgent
acuut
onbekend
overall
3,9%
4,3%
5,6%
4,3%
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI 64/1634 25/445 Segmentatie naar meervatslijden geen vorig MI
89/2079
vorig MI
overall
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI Segmentatie naar vorige CABG interventie
8%
3,2%
5,2%
17/535
66/1264
6/280
89/2079
niet multivessel
multivessel
onbekend
overall
4,2%
4,3%
5,1%
4,3%
1 jaar na PCI 80/1903 Mortaliteit binnen 9/176 89/2079 Segmentatie naar chronische totale occlusie (CTO)
geen vorig CABG
vorig CABG
overall
7%
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI Segmentatie naar shock 3,9% 5,6% ten tijde van PCI
6% 4,3%
5%
64/1634
25/445
89/2079
4%
geen vorig MI
vorig MI
overall
3%
80/1903
geen vorig CABG
4,5%
5,5%
52/1156
26/474
11/449
89/2079
geen CTO
CTO
onbekend
overall
2% 4,2%
5,1%
4,3%
Mortaliteit binnen 80/1903 9/1761 jaar na PCI 89/2079 Segmentatie naar vorige CABG interventie geen vorig CABG
vorig CABG
1% 0%
overall
6%
76/2053
10/20
3/6
89/2079
5%
geen shock
shock
onbekend
overall
4,3%
4,3%
4%
80/1903
geen vorig CABG Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI Segmentatie naar shock ten tijde van PCI
80%
3%
70%
2% 0%
0% 4%
52/1156
50,0%
1%
7% 2% 6% 1% 5%
1%
3,7%
7% 0%
3,9%
5%
3% 8%
5% 9% 4%
2,7%
6%
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI Segmentatie naar chronische totale occlusie (CTO)
4% 7% 3% 6% 2% 1%5%
0% 6%
Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI Segmentatie naar vorig myocard infarct (MI)
1%
5%8%
3% 9% 2% 8% 1% 7%
overall
9% 6% 8% 4% 7%
4% 9%
0%4%
89/2079
8%
2%
8% 6%
15/119 onbekend
10%
3%
2%
7%
20/457 diabetes
Mortaliteit binnen 1 jaaronbekende na PCI Ten gevolge van een hoger percentage variabelen Segmentatie naar opname-urgentie dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven 12% (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen).
5% 0% 4%
3%
9%
54/1503 geen diabetes
6% 2%
4%
0%
0%
Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven 3,6% 4,4% 4,3% (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen).
4,3%
7% 0% 6%
1%
1 2%
overall
2,7%
1
4%
89/2079
10% 5%
2
6%
60% 4,2%
5,1%
4,3%
50%
80/1903
9/176
89/2079
40%
31
Segmentatie naar leeftijdscategorie
Angiografisch niet succesvol na PCI 16%
10%
14%
9%
12%
Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar leeftijdscategorie
10%
Angiografisch niet succesvol na PCI 16%
10% 8%
14%
9% 6% 8% 4% 7%
12%
Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar leeftijdscategorie
10%
2% 6% 10% 5% 0% 9% 4%
16% 8%
Angiografisch niet succesvol na PCI
14% 6% 3. Angiografisch niet succesvol na PCI
8% 3% 7% 2%
12% 4% 10% 2% 8% 0%
4,1%
6,5%
6,7%
8,7%
10,7%
18/435
Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar leeftijdscategorie 62/955 82/1223 86/992 46/430
lftd<=49
lftd 50-59
7,3%
6% 1% 5% 0%
Angiografisch niet succesvol na PCI 6% 16% 4% 14% 2% 12% 0% 10%
lftd 60-69
lftd70-79
294/4035
lftd>=80
overall
1%8% 4,1%
6,5% 6,7%niet 8,7% 10,7% Angiografisch niet succesvol na PCI Angiografisch succesvol na PCI Segmentatie naar diabetes Segmentatie naar leeftijdscategorie
18/435
7,3%
62/955
82/1223
86/992
46/430
294/4035
lftd 50-59
lftd 60-69
lftd70-79
lftd>=80
overall
14%6%
8%0% 15% 6% 5% 4% 10% 2% 0%
0%
5% 15%
0% 10%
4,1%
Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar diabetes 6,5%
6,7%
8,7%
10,7%
7,3%
18/435
62/955
82/1223
86/992
46/430
294/4035
lftd<=49
lftd 50-59
lftd 60-69
lftd70-79
lftd>=80
overall
6,2% 4,1%
11,2% 6,7%
6,5%
8,7%
7,3% 7,3%
10,7%
Angiografisch niet succesvol na PCI 186/3009 100/892 8/134 Segmentatie naar diabetes 18/435 62/955 82/1223 86/992 46/430 geen diabetes
lftd<=49
diabetes
lftd 50-59
6,2%
294/4035 294/4035
onbekend
lftd 60-69
lftd70-79
overall
lftd>=80
overall
11,2%
diabetes
onbekend
overall
5% 10% 10%8% 6% 0%
5%4% 10% 8%
6,2%
Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar opname-urgentie 11,2%
7,3%
186/3009
100/892
8/134
294/4035
geen diabetes
diabetes
onbekend
overall
2%
0%0% 6% 4% 12% 2% 10%
8,7% 6,2%
6,5% 11,2%
5,7%
7,3% 7,3%
Angiografisch niet succesvol na 92/1426 48/840 0/4PCI 294/4035 294/4035 100/892 8/134 Segmentatie naar opname-urgentie
154/1765 186/3009 geenelectief diabetes 8,7%
urgent diabetes 6,5%
acuut onbekendonbekend overalloverall 5,7%
7,3%
Angiografisch nietniet succesvol na na PCIPCI Angiografisch succesvol 92/1426 48/840 0/4 294/4035 Segmentatie naar opname-urgentie Segmentatie naar meervatslijden
electief
urgent
acuut
onbekend
overall
8,7%
7,3%
154/1765
92/1426
48/840
0/4
294/4035
4% 10% 4%
electief
urgent
acuut
onbekend
overall
gevolge van een onbekende variabelen 8,7% 6,5% hoger percentage 5,7% 7,3% 3,6%
9,3%
7,3%
0% dan 15%Angiografisch wordt deze figuur niet weergegeven niet succesvol 6% 0% 154/1765 92/1426 48/840 0/4na PCI 294/4035 42/1169 237/2541 naar meervatslijden 15/325 294/4035 Segmentatie
(Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen).
4% 12% 2% 10% 0%8%
electief urgent acuut niet multivessel multivessel
3,6%
onbekend onbekend
9,3%
overall overall
7,3%
Angiografisch niet succesvol na PCI 42/1169 Angiografisch 237/2541niet 15/325 na PCI 294/4035 Segmentatie naarsuccesvol meervatslijden Segmentatie naar chronische totale occlusie (CTO)
12%35% 6% niet multivessel
multivessel
onbekend
overall
10%30% 4%
32
8%25% 2%
Angiografisch niet succesvol na PCI 3,6% 9,3% Segmentatie naar chronische totale occlusie (CTO) 6%20% 0%
35%
6% 10%5% 18% 9%4% 16% 5% 8%3% 14% 7%2% 12% 6%1% 0% 10% 5%0% 18% 4% 8% 16% 3% 6% 14% 2% 4% 12% 1% 2% 10% 0% 8%
0%
12% 6% 18% 2% 14% 8% 0% 12% 6% 10% 18% 8% 16%4% 6% 14% 2% 4% 12% 2% 0% 10% 0% 8% 6%
4% 3% 2%
Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar geslacht
1%
4,1%
6,5%
6,7%
8,7%
10,7%
7,3%
18/435
62/955
82/1223
86/992
46/430
294/4035
lftd<=49
lftd 50-59
lftd 60-69
lftd70-79
lftd>=80
overall
7,3%
7,3%
7,3%
vrouw
overall
0%
Angiografischniet nietsuccesvol succesvolnanaPCI PCI Angiografisch 208/2853 86/1182 294/4035 Segmentatie naardiabetes geslacht Segmentatie naar man
18% 16%
7,3%
7,3%
7,3%
Angiografisch nietniet succesvol na na PCIPCI Angiografisch succesvol Segmentatie naar geslacht 208/2853 86/1182 Segmentatie naar nierfunctie 294/4035 man
vrouw
overall
14% 12% 10% 8% 6%
Angiografisch niet succesvol na PCI 6,2% 11,2% Segmentatie naar nierfunctie 7,3% 7,3% 186/3009 208/2853
100/892
geen diabetes man
vrouw
4% 7,3% 7,3%
2%
8/134
294/4035 294/4035
0%
onbekend
overall overall
86/1182
diabetes
7,3% 7,0%
7,3%
7,3%
12,1% 7,3% Angiografisch Angiografischniet nietsuccesvol succesvolnanaPCI PCI 208/2853 86/1182 294/4035 Segmentatie naar opname-urgentie 265/3790 29/239 0/6 294/4035 Segmentatie naar nierfunctie geenman nierinsuff.
vrouw nierinsufficientie
7,0%
12,1%
onbekend
Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar nierfunctie 29/239 0/6
265/3790 geen nierinsuff.
overall overall
nierinsufficientie
onbekend
7,3% 294/4035 overall
Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen dan6,5% 15% wordt deze 5,7%figuur niet weergegeven 7,3% 56% onbekende variabelen). 7,0%(Linker hartkamerfunctie 12,1% 7,3%
8,7%
154/1765
92/1426
265/3790
electief
geen nierinsuff.
urgent
48/840
29/239
0/4
294/4035
onbekend
overall
0/6
acuut
nierinsufficientie
onbekend
294/4035 overall
Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven 7,0%(Linker hartkamerfunctie 12,1% 7,3% onbekende Angiografisch niet56% succesvol na variabelen). PCI
2% 0%
Segmentatie naar meervatslijden 29/239 0/6
265/3790
12%
geen nierinsuff.
nierinsufficientie
onbekend
294/4035 overall
8% 6% 14%
7,3%
8% 0% 14% 6% 12% 10% 8%
4% 2% 0%
6% 35% 14% 4% 12% 30% 2% 10% 25% 0% 8% 20% 14%25% 6% 15% 12% 20% 4% 10% 10% 2% 5% 8%15% 0% 25%
14%
12%
10%
10% 2%
Angiografisch niet succesvol na PCI 6,5% Segmentatie naar5,7% meervatslijden
6%0% 12% 6%
2% 2% 8%Ten
5%
Angiografisch niet succesvol na PCI variabelen Ten gevolge van een hoger percentage onbekende Segmentatie naar vorig myocard infarct (MI) dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen).
10%
8%
6%
12% 4%
4% 10%10% 8%2% 8%
0%10% 7%
4%
0% 8% 154/1765 6% 12%12%
6%
4% 16% 10%
7,3%
Angiografisch succesvol Angiografisch nietniet succesvol na na PCIPCI 186/3009 100/892 8/134 294/4035 Segmentatie naar Segmentatie naaropname-urgentie diabetes
12% geen diabetes 15%
12%
7%
2%9%
16%15% 8% lftd<=49
12%4% 10% 10%2%
4% 15% 3% 10%
8%
Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar geslacht
4%
Ten gevolge van een hoger percentage Angiografisch niet succesvolonbekende na PCI variabelen dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven Segmentatie naar 3,6% 9,3% vorig myocard infarct (MI) 7,3% (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen). 42/1169
237/2541
15/325
294/4035
niet multivessel
multivessel
onbekend
overall
6,2%
11,1%
2%
0%
7,3%
Angiografisch niet succesvol na PCI Angiografisch niet succesvol na PCI 194/3138 100/897 294/4035 Segmentatie naar vorig myocard infarct (MI) Segmentatie naar chronische totale occlusie (CTO) geen vorig MI
vorig MI
6,2%
11,1%
overall
7,3%
Angiografisch succesvol Angiografisch nietniet succesvol na na PCIPCI Segmentatie vorige CABG interventie Segmentatie naarnaar vorig myocard infarct (MI) 194/3138 100/897 294/4035 geen vorig MI
vorig MI
Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar vorige CABG interventie
6,2% 4,4%
27,5%
11,1%
overall
25%
20%
15%
10%
5% 7,3% 7,3%
0%
12% 12%
geen diabetes
Segmentatie naar opname-urgentie diabetes
onbekend
overall
14%
Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar opname-urgentie
8% 8%
10%
12% 6% 6%
8% 12% 6%
10% 4% 4%
10% 4%
6% 0% 0% 4% 2% 0%
35% 12%
3,6% 8,7%
9,3% 6,5%
42/1169 154/1765
237/2541 92/1426
niet multivessel electief
2% 0%
7,3% 7,3%
5,7%
48/840 15/325
multivessel urgent
0/4
294/4035 294/4035
acuutonbekendonbekend
8,7%
6,5%
5,7%
154/1765
92/1426
48/840
overall overall 7,3%
0/4
294/4035
Angiografisch niet succesvol Angiografisch niet succesvol na PCIna PCI Segmentatie naar meervatslijden Segmentatie naar chronische totale occlusie (CTO) electief urgent acuut onbekend
30% 10% 25% 8% 20% 12% 6% 15% 10% 4% 10% 8% 2% 5% 6% 0%0% 4%
overall
9,3% 27,5%
42/1169 131/2986
237/2541 140/510
niet multivessel geen CTO 3,6%
multivessel CTO
237/2541
4%
7,3% 7,3%
15/325 23/539
294/4035 294/4035
onbekend onbekend
overall overall 7,3%
15/325
294/4035
Angiografisch niet niet succesvol succesvol na na PCI PCI Angiografisch
35% 50%
30% 35% 20% 25%
0%
15% 0% 10% 5% 0%
29,0%
4,4%
27,5%
282/3993
9/31
131/2986 geen shock
140/510 shock
geen CTO
CTO
4,4%
27,5%
131/2986
140/510
3/11
7,3%
294/4035
23/539 onbekend onbekend
294/4035 overall overall 7,3%
23/539
12
294/4035
Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar shock ten tijde van PCI overall geen CTO CTO onbekend
10
8
194/3138
100/897
294/4035
6
geen vorig MI
vorig MI
overall
4
3,6%
9,3%
Angiografisch niet succesvol na PCI
2
7,3%
0
Angiografisch niet succesvol na PCI294/4035 42/1169Segmentatie 237/2541 15/325interventie naar vorige CABG
25% 14%
4% 10% 5% 25% 2% 8% 20% 0% 0% 6% 15% 4% 10% 2% 5% 0% 0%
niet multivessel
50% 10% 45% 20% 40% 5% 35% 15% 30% 0% 25% 10% 20% 15% 5% 10% 5% 0% 0%
multivessel
onbekend
overall
Angiografisch niet succesvol na PCI Angiografisch na PCI Segmentatie niet naarsuccesvol vorig myocard infarct (MI) Segmentatie naar chronische totale occlusie (CTO)
2
2 6,3% 6,2%
17,2% 11,1%
7,3% 7,3%
230/3663 194/3138 geen vorig CABG geen vorig MI
64/372 100/897 vorig CABG vorig MI
294/4035 294/4035 overall overall
6,2% 4,4%
11,1%
1
1
7,3%
27,5%
7,3%
succesvol na PCI 294/4035 194/3138 Angiografisch niet 100/897 naar vorige 23/539 CABG interventie 131/2986 Segmentatie 140/510 294/4035 geen vorig MI vorig MI overall geen CTO CTO onbekend overall Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar vorige CABG interventie Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar shock ten tijde van PCI
15% 25%
7,3%
14
Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven 6,2% 11,1% 7,3% (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen).
20%
Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar chronische totale occlusie (CTO)
7,1%
Angiografisch niet succesvol na PCI Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen Segmentatie naar meervatslijden dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen).
Segmentatie naar vorig myocard infarct (MI)
25%
20% 30% 15% 15% 25% 10% 10% 5% 20% 5% 0%
overall overall
2%
10% 15% 8% 14% 35% 10% 6% 12% 30%
9,3%
42/1169
0% 6%
12% 20%
Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar meervatslijden
3,6% 4,4%
8% 2%
nietSegmentatie multivessel multivessel onbekend naar chronische totale occlusie Segmentatie naar shock ten tijde van PCI(CTO)overall 45% 30% 40% 25% 35%
onbekend onbekend
12%
10% 10%
8% 2% 2%
electief acuut geen nierinsuff. urgent nierinsufficientie
6,3%
17,2%
7,3%
230/3663
64/372
294/4035
geen vorig CABG
vorig CABG
overall
7,1%
6,3%
29,0%
230/3663 282/3993
9/31
geen vorig CABG geen shock
shock
17,2%
64/372
7,3% 7,3%
3/11
vorig CABG onbekend
294/4035 294/4035 overall overall
50% 45% 40%
Angiografisch niet succesvol na PCI Segmentatie naar shock ten tijde van PCI
35% 30% 50% 25% 45% 20% 40% 15% 35% 10% 30% 5% 25% 0% 20% 15% 10% 5% 0%
7,1%
29,0%
7,3%
282/3993
9/31
3/11
294/4035
geen shock
shock
onbekend
overall
7,1%
29,0%
7,3%
282/3993
9/31
3/11
294/4035
geen shock
shock
onbekend
overall
33
0%
1/432
5/951
1/1221
2/991
0/430
9/4025
lftd<=49
lftd 50-59
lftd 60-69
lftd70-79
lftd>=80
overall
Urgente CABG na PCI Segmentatie naar diabetes
7/2847 electief
Urgente CABG na PCI
4. Urgente CABG na PCI
1%
0,2%
0,1%
Urgente CABG na PCI 1/891 2/131 Segmentatie naar leeftijdscategorie
6/3003 geen diabetes
diabetes
onbekend
0,2%
0%
9/4025
0%
overall
2% 1%
0,2%
0,5%
0,1%
0,2%
0,0%
0,2%
1/432
5/951
1/1221
2/991
0/430
9/4025
lftd<=49
lftd 50-59
lftd 60-69
lftd70-79
lftd>=80
overall
0,2%
0,1%
0,6%
3/1759
urgent
0% 1% 0%
0,2%
Urgente CABG 1/1426 5/836 na PCI 0/4 Segmentatie naar diabetes
electief
1%
Urgente CABG na PCI Segmentatie naar meervatslijden Urgente CABG na PCI Segmentatie naar nierfunctie
acuut
onbekend
0,2%
0,1%
6/3003
1/891
2/131
9/4025
geen diabetes
diabetes
onbekend
overall
0,1%
0,3%
0,3% 1/1165
0,0% 7/2537
9/4025 overall
geen nierinsuff.
2%
1% 2%
0,2%
nierinsufficientie
0,2% 9/4025
0%
9/4025 overall
onbekend
overall
0% 1% 1%
1%
Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen dan 15% wordt deze figuur niet weergegeven 0,2% 0,1% 0,6% 56% onbekende variabelen). 0,2% 0,2%(Linker hartkamerfunctie 0,2% 0,2% 3/17597/2847
1/1426
5/836 2/1178
0/4
9/4025 9/4025
electief man
urgent
acuut vrouw
onbekend
overall overall
0,1%
0,6%
0,2%
Urgente CABG nana PCI Urgente CABG PCI 5/883 2/535 Segmentatie naarnaar meervatslijden Segmentatie nierfunctie
2/2607 geen CTO
CTO
onbekend
0%
9/4025 overall
1%
1% 1%
0,2%
0,1%
6/3003
1/891
2/131
9/4025
0,2%
geen diabetes
diabetes
onbekend
overall
0,1%
0,3%
0,2%
Urgente CABG na PCI 7/2537 naar opname-urgentie 1/323 Segmentatie
1/1165
niet multivessel
multivessel
onbekend
9/4025 overall
0% 0%
0,1% 0,3%
0,3% 0,0%
1/1165 9/2783
7/2537 0/237
niet multivessel geen nierinsuff. 0% 0% 2%
0,2% 0,3%
0,2% 0,2%
1/323 0/5
multivessel nierinsufficientie
onbekend onbekend
0,0%
9/4025 9/4025
0%
overall overall 0,2% 0,2%
0,1%
7/3984 0/31 CABG na PCI 2/10 9/4025 Urgente 8/3129 1/896 9/4025 Segmentatie naar chronische totale occlusie (CTO) geen shock shock onbekend overall geen vorig MI vorig MI overall
1%
Ten gevolge van een hoger percentage onbekende variabelen dan 15%Urgente wordt deze figuur CABG naniet PCIweergegeven (Linker hartkamerfunctie 56% onbekende variabelen). Segmentatie naar vorige CABG interventie
Urgente CABG na PCI Segmentatie naar chronische totale occlusie (CTO) 1% 1%
Toelichting 0,2% 0,1% 0,2% De uitkomstindicator urgente CABG0,6% na PCI bevat in de huidige 0% analyse zowel CABG’s die worden uitgevoerd ten gevolge van 3/1759 1/1426 5/836 0/4 9/4025 1% (ernstige) complicaties bij een PCI, als CABG’s die kort na deoverall PCI electief urgent acuut onbekend worden uitgevoerd als een bewust georganiseerde optimale behandeling van patiënten na een acute PCI. De inzichten die verkregen worden te allen 0,1% dienen door 0,6%de deelnemende Urgente CABG na PCI hartcentra0,2% Segmentatie naar meervatslijden tijde0% van een nadere analyse te worden voorzien, alvorens conclusies 2/2607 5/883 2/535 9/4025 1% getrokken kunnen worden. geen CTO
CTO
onbekend
overall
0%
0% 1%
0,1%
0,6%
2/2607
5/883
2/535
9/4025
geen CTO
CTO
onbekend
overall
0,2%
0,2%
0,0%
0,2%
Urgente CABG na PCI 9/3653 0/372 9/4025 Segmentatie naar CABG vorig myocard Urgente na PCI infarct (MI)
geen vorig CABG vorig CABG Segmentatie naar shock ten tijde van PCI
overall
1%
Urgente CABG na PCI Segmentatie naar shock ten tijde van PCI 1%
34 0%
0%
Urgente CABG PCI Urgente CABG nana PCI Segmentatie naar naar shock vorig myocard infarct Segmentatie ten tijde van PCI(MI)
1%
0%
0,2%
1/323 Urgente CABG PCI Urgente CABG nana PCI Segmentatie naaronbekend geslacht Segmentatie 9/2783 0/237naar opname-urgentie 0/5 niet multivessel multivessel
Urgente CABG na PCI Segmentatie naar meervatslijden
0%
1%
1%
2% 1%
2%
0%
overall
Urgente CABG na PCI Segmentatie naar chronische totale occlusie (CTO)
Urgente CABG na PCI Segmentatie naar opname-urgentie
1% 0%
vrouw
9/4025 overall
1%
0%
0%
man
1%
1%
1%
2/1178 urgent onbekend Segmentatieacuut naar diabetes
0,1%
0,3%
0,2%
0% 0%
0,3% 0,2%
0,0%
0,1%
0,2% 0,2%
0%
3.3.4 Statistisch gecorrigeerde uitkomsten Inzicht hebben in de resultaten van zorg opent de mogelijkheid om op basis van de resultaten bij te sturen en de resultaten van de geleverde zorg verder te verbeteren. Dat is de doelstelling van Meetbaar Beter. De hiervoor gepresenteerde uitkomsten bieden gericht aanleiding voor nadere analyse van patiëntgroepen waarbij verbetering van resultaten mogelijk is of gewenst wordt gezien het ambitieniveau van de betrokken centra. Door het concrete karakter van de uitkomstindicatoren kunnen doelstellingen worden geformuleerd en kan een kwaliteitscyclus op basis van uitkomsten van zorg worden ingericht binnen de centra die aan Meetbaar Beter deelnemen. Statistische analyses kunnen belangrijk ondersteunend zijn aan het verkrijgen van inzicht in de resultaten van zorg. Met behulp van regressie-analyses kan in beeld worden gebracht hoe de daadwerkelijke resultaten van zorg zich verhouden tot de, op basis van de kenmerken (initiële condities) van de patiëntenpopulatie, te verwachten resultaten van zorg. In een zogenaamde funnelplot kan deze analyse grafisch weergegeven worden. Per geselecteerde uitkomstindicator is in deze paragraaf een funnelplot uitgewerkt waardoor inzichtelijk wordt hoe de resultaten van een centrum zich verhouden tot het totaal van de resultaten van andere centra. Per uitkomstindicator zijn strikt de in het hoofdstuk Datamanagement beschreven vereisten aan de data gehanteerd. Per uitkomstindicator kan het aantal hartcentra wat in de analyse is meegenomen daardoor verschillen. Toekomstperspectief Om de betrouwbaarheid van de statistische analyse verder te vergroten zal het kwaliteitssysteem rondom de dataverzameling binnen Meetbaar Beter verder geprofessionaliseerd worden, zoals beschreven in het hoofdstuk Datamanagement. Doordat de indicatoren en initiële condities gedefinieerd zijn kan de prospectieve dataverzameling per deelnemend hartcentrum worden georganiseerd. De vergelijkbaarheid van resultaten van de deelnemende hartcentra zal daardoor toenemen.
Interpretatie Hoewel de regressie-analyses corrigeren voor de binnen de populatie bekende initiële condities dienen de resultaten in termen van vergelijkbaarheid nog zeer voorzichtig geïnterpreteerd te worden. Naast de in het hoofdstuk Datamanagement beschreven beperkingen zijn bij een aantal analyses - naar verwachting - relevante initiële condities buiten de analyse gelaten bij gebrek aan betrouwbare data. De voorspellende waarde van het model kent daardoor beperkingen. Per analyse is beschreven welke initiële condities zijn verwerkt in de analyse. De statistische analyses dienen het primaire doel van Meetbaar Beter; professionals inzicht geven in patiëntrelevante resultaten van de zorg, waardoor zij aanknopingspunten kunnen zoeken en vinden voor verdere verbetering. Leeswijzer Op de X-as staat de door het regressiemodel voorspelde uitkomst per indicator voor het betreffende ziekenhuis. De verhouding tussen de voorspelde uitkomst en de daadwerkelijke uitkomst ((waargenomen uitkomst / voorspelde uitkomst) x 100), de zogenaamde gestandaardiseerde uitkomst, staat op de Y-as uitgezet. De gemiddelde voorspelde uitkomst van alle hartcentra in de analyse is uitgezet als de onderbroken streep. De kromme lijnen geven de betrouwbaarheidsintervallen weer. De variatie tussen de groene en oranje lijn dient daarbij gezien te worden als een natuurlijke variatie. Conclusie in perspectief van vergelijkbaarheid en vergelijking De statistische analyses dienen het primaire doel van Meetbaar Beter; medisch specialisten inzicht geven in de patiënt relevante resultaten van de zorg, waardoor zij aanknopingspunten kunnen zoeken en vinden voor verdere verbetering. Variatie binnen de oranje gekleurde bovengrens en groen gekleurde ondergrens dient gezien te worden als natuurlijke variatie. Variatie buiten deze lijnen is aanleiding tot nader onderzoek. Onderzoek naar de manier waarop de zorg georganiseerd en uitgevoerd wordt, naar de kwaliteit van de data of naar relevante initiële condities die mogelijk nog in het model ontbreken. Uit onderzoek blijkt dat uitkomsten over tijd binnen een centrum variëren. Binnen Meetbaar Beter zal de komende jaren de rapportage worden opgebouwd naar een rapportage over meerdere jaren. Waargenomen variaties in de huidige rapportage zijn niet absoluut en kunnen mogelijk verklaard worden door de factor tijd. De regressieanalyses, gebaseerd op de beschikbare data, laten geen statistisch significante verschillen zien tussen de deelnemende centra.
35
Funnelplot gestandaardiseerde uitkomsten 30 dagen mortaliteit PCI naar ziekenhuis, 2011-2012
140
100
Catharina 30 dagen mortaliteit
80
Antonius 30 dagen mortaliteit
OLVG 30 dagen mortaliteit
60
Significant verlaagd Isala 30 dagen mortaliteit 0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
Voorspeld aantal events
Gestandaardiseerde uitkomstratios Gestandaardiseerde uitkomstratios uitkomstratios Gestandaardiseerde
140 160 160
Funnelplot gestandaardiseerde uitkomsten 30 dagen mortaliteit PCI na PCI Funnelplot gestandaardiseerde uitkomsten 1-jaars mortaliteit PCI Funnelplot gestandaardiseerde uitkomsten angiografisch niet succesvol naar ziekenhuis, 2011 naar ziekenhuis, 2011-2012 (>20% reststenose) naar ziekenhuis, 2011-2012 95% 95%BI BIbovengrens bovengrens
Significant Significantverhoogd verhoogd Significant verhoogd
130 140 140 120
gemiddelde (=100) gemiddelde (=100)
120 120 110
95% BI ondergrens
100 100 100
Catharina 30 dagen mortaliteit 1-jaars mortaliteit
90 80 80
Catharina angiografisch niet succesvol Antonius 30 dagen mortaliteit 1-jaars mortaliteit
95% BI ondergrens
80
Antonius angiografisch niet OLVG 30 dagen mortaliteit succesvol 1-jaars mortaliteit
60 60 70 40 40 60
Significant verlaagd verlaagd Significant Significant verlaagd 00
20 20 40 20
60 40 220 240140 260 280 300 320 360 80 100 120 140 160 180340 200 200 4080 10060 60120 140 80 160 180 100 200 120 160 180
OLVG angiografisch niet Isala dagen mortaliteit Isala 30 1-jaars mortaliteit succesvol
Voorspeld aantal events Voorspeld Voorspeldaantal aantalevents events
140 160 140
Funnelplot gestandaardiseerde uitkomsten angiografisch niet succesvol na PCI Funnelplot gestandaardiseerde uitkomsten 1-jaars mortaliteit Funnelplot gestandaardiseerde uitkomsten optreden TVR naPCI PCI naar 2011 naarziekenhuis, ziekenhuis, 2011 (>20% reststenose) naar ziekenhuis, 2011-2012 Significant Significant verhoogd verhoogd Significant verhoogd
Gestandaardiseerde uitkomstratios Gestandaardiseerdeuitkomstratios uitkomstratios Gestandaardiseerde
130 130 140
gemiddelde (=100) gemiddelde (=100)
120 110 110
gemiddelde (=100) 95% BI ondergrens 95% BI ondergrens
100 100 100
Catharina mortaliteit 95% BI1-jaars ondergrens
90 90 80
Catharina angiografisch niet succesvol Antonius 1-jaars mortaliteit
80 80
Catharina optreden TVR Antonius angiografisch niet succesvol OLVG 1-jaars mortaliteit
60
70 70 40 60 60 0 00
Significantverlaagd verlaagd Significant Significant verlaagd 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 220 240 260 280 300 320 340 360 2020 40 40 60 6080 100 120100 140 120 160 140 180 200 260 80 160 220180240 200
Antonius optreden TVR OLVG angiografisch niet Isala 1-jaars mortaliteit succesvol
Voorspeldaantal aantal events Voorspeld Voorspeld aantalevents events
110 100 90 80
70 In deze analyse is gecorrigeerd voor: Significant verlaagd leeftijd, geslacht, diabetes, urgentie, 60 20 40 60 80 100 120 140 160 nierfunctie, 0meervatslijden en shock. De C-statistic is 0,87 (goed). Voorspeld aantal events
140 140
120 120 110 110
100 100 9090 8080
In deze analyse is gecorrigeerd voor: 7070 Significantverlaagd verlaagd Significant leeftijd, geslacht, diabetes, urgentie, 6060 0 40 60 140 200 160220 20 20MI, 40 meervatslijden 60 80 10080 120 100 140 120 160 180 nierfunctie,0 vorig Voorspeld aantal aantal events events Voorspeld en shock. De C-statistic is 0,82 (goed).
110
100 90 80
In deze analyse is gecorrigeerd 70 voor leeftijd, geslacht, diabetes, Significant verlaagd urgentie, 60nierfunctie, vorig MI, 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 meervatslijden, vorige CABG, CTO en Voorspeld aantal events shock. De C-statistic is 0,74 (redelijk).
gemiddelde (=100)
95% BI ondergrens
90
Catharina optreden TVR
60
Significant verlaagd
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Voorspeld aantal events
36
200
Antonius optreden TVR 220
240
260
Significant verhoogd
120
110
70
200 260
130
120
80
180 240
Funnelplot gestandaardiseerde uitkomsten optreden TVR na PCI naar ziekenhuis, 2011
95% BI bovengrens
100
200
Significant verhoogd Significant verhoogd
130 130
Significant verhoogd
130
180
Funnelplot gestandaardiseerde gestandaardiseerde uitkomsten uitkomsten optreden 1-jaars mortaliteit PCI Funnelplot TVR na PCI naarziekenhuis, ziekenhuis,2011 2011 naar
Funnelplot gestandaardiseerde uitkomsten optreden TVR na PCI naar ziekenhuis, 2011
140
Gestandaardiseerde uitkomstratios
120
140
95% BI bovengrens 95% BI bovengrens 95% BI bovengrens
120 120
Gestandaardiseerde uitkomstratios
95% BI ondergrens
Significant verhoogd
130
Gestandaardiseerde Gestandaardiseerdeuitkomstratios uitkomstratios
gemiddelde (=100)
120
40
Funnelplot gestandaardiseerde uitkomsten 1-jaars mortaliteit PCI naar ziekenhuis, 2011
95% BI bovengrens
Significant verhoogd 140
Gestandaardiseerde uitkomstratios
Gestandaardiseerde uitkomstratios
160
In deze analyse is gecorrigeerd voor: diabetes, vorig MI, meervatslijden, vorige CABG en CTO. De C-statistic is 0,85 (goed).
220
240
260
3.4 Optimale Medicamenteuze Therapie De medicamenteuze behandeling van coronairlijden is, naast het risico-management, gericht op het bestrijden van symptomen en het voorkomen van verergering van het ziektebeeld. Met name bloedverdunning middels medicatie speelt daarbij een belangrijke rol. Patiënten worden geïncludeerd in het OMT-cohort indien ischemie is vastgesteld op basis van MRI, FFR of een SPECT. In het Meetbaar Beter Boek 2013 worden de resultaten van behandelingen gepresenteerd voor de geselecteerde indicatoren waarvoor de verzamelde data voldoen aan de criteria zoals die beschreven zijn in het hoofdstuk Datamanagement.
Tabel 4: ruwe uitkomstindicatoren OMT 1. Mortaliteit binnen 1 jaar na start OMT (2011)
5,0%
4. Percentage patiënten met MACE* (2011)
13,0%
* Major Adverse Cardiac Event
3.4.1 Uitkomstindicatoren en initiële condities van de patiënt
3.4.3 Gesegmenteerde uitkomsten
Toepassing van de binnen Meetbaar Beter gehanteerde methodiek heeft geleidt tot een selectie van vijf uitkomstindicatoren uit een totale lijst van 83 relevante indicatoren. Uit 115 initiële condities die gevonden werden in literatuur zijn de zeven belangrijkste initiële condities voor patiënten met coronairlijden die medicamenteus behandeld zijn geselecteerd.
Meer inzicht in de uitkomsten van zorg voor bepaalde patiëntgroepen kan verkregen worden wanneer de uitkomsten gesegmenteerd naar de geselecteerde initiële condities gepresenteerd worden. In het Meetbaar Beter Boek zijn de segmentaties opgenomen voor initiële condities die op de totale populatie van alle deelnemende hartcentra een statistisch significant effect bleken te hebben op de uitkomsten voor patiënten bij de betreffende uitkomstindicator. Een totaaloverzicht van de segmentatie van alle voornoemde uitkomstindicatoren naar alle binnen Meetbaar Beter geselecteerde initiële condities is terug te vinden op www.meetbaarbeter.com. De odds ratio’s van de verschillende analyses zijn opgenomen in de bijlage.
3.4.2 Ruwe uitkomsten De ruwe uitkomsten voor het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, voor zover goed uit te drukken in een percentage (niet weergeven als functie van tijd) zijn weergegeven in tabel 4. Het vergelijken van ruwe uitkomsten van verschillende centra is noch zinvol, noch mogelijk. Vergelijkbaarheid kan pas met enige mate van betrouwbaarheid worden gecreëerd wanneer statistisch gecorrigeerd wordt voor de initiële condities van de patiënt.
Survival
1. Mortaliteit binnen 1 jaar
2. Pijn na procedure (behandeling) 3. Kwaliteit van leven
Degree of recovery / health
Time to recovery or return to
-
Sustainability of recovery or
Long-term consequences of therapy (e.g., care-induced illnesses)
4. Overleving vrij van MACE 5. Duurzame vrijheid van symptomen
Geselecteerde initiële condities van de patiënt zijn 1. Leeftijd 2. Diabetes mellitus 3. Eerder myocardinfarct 4. Meervatslijden 5. Nierinsufficiëntie 6. Eerdere CABG of PCI 7. Sterke Linker Ventrikel dysfunctie De concrete definities van de uitkomstindicatoren en initiële condities zijn opgenomen op www.meetbaarbeter.com
37
30% 25%
15%
20% 10%
15% 10%
5%
Mortaliteit binnen 1 jaar na start OMT
5%
3,2%
7,9%
5,0%
2/63
3/38
5/101
geen diabetes
diabetes
overall
0%
0%
1. Mortaliteit binnen 1 jaar na start OMT
Mortaliteit binnen 1 jaar na start OMT Segmentatie naar leeftijdscategorie 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
1,6%
0,0%
12,5%
5,0%
1/63
0/30
1/8
5/101
lftd<=69
lftd 70-79
lftd>=80
overall
45% 16% 40% 14% 35% 12% 30% 10% 25% 8% 20% 6% 15% 4% 10% 2% 5% 0% 0%
Mortaliteit binnen 1 jaar na start OMT Mortaliteit binnen 1 hartkamerfunctie jaar na start OMT Segmentatie naar linker Segmentatie naar geslacht
14% 12% 10% 8% 6% 4% 2%
7,7% 1,7%
1/59
6,9%
0,0% 18,2%
2/29
2/11
0/2
lvef 30-50%
vrouw lvef<30%
onbekend
5/65
man lvef >50%
5,0% 5,0%
0/36
0%
5/101
5/101
overall overall
Mortaliteit binnen 1 jaar na start OMT Segmentatie naar meervatslijden 14%
Mortaliteit binnen 1 jaar na start OMT Segmentatie naar diabetes
15%
10%
25% 6%
6%
20% 4%
4%
0% 10% 5%
3,2%
7,9%
5,0%
2/63
3/38
5/101
geen diabetes
diabetes
overall
0%
0%
Mortaliteit binnen 1 jaar na start OMT Segmentatie naar linker hartkamerfunctie
6,5%
1/36
4/62
0/3
5/101
niet multivessel
multivessel
onbekend
overall
3,6%
5,0%
12,5%
5,0%
3/83
2/16
0/2
5/101
geen nierinsuff.
nierinsufficientie
onbekend
overall
14%
40%
12%
35%
10%
30%
8%
25% 20%
6%
15%
4%
10%
2% 1,7%
6,9%
18,2%
5,0%
1/59
2/29
2/11
0/2
5/101
lvef >50%
lvef 30-50%
lvef<30%
onbekend
overall
0%
Mortaliteit binnen 1 jaar na start OMT Segmentatie naar meervatslijden 14%
2% 2,8%
Mortaliteit binnen 1 jaar na start OMT Segmentatie naar vorig myocard infarct (MI)
45%
38
8%
15% 2%
5%
0%
10%
Mortaliteit binnen 1 jaar na start OMT Segmentatie naar nierfunctie
10% 30% 8%
20%
5%
12%
12%
4,0%
5,9%
5,0%
2/50
3/51
5/101
geen vorig MI
vorig MI
overall
Mortaliteit binnen 1 jaar na start OMT Segmentatie naar vorige CABG of PCI 12%
0%
Segmentatie naar leeftijdscategorie Segmentatie naar leeftijdscategorie 40% 40%
Segmentatie naar geslacht Segmentatie naar geslacht 30% 30%
Optreden van MACE na OMT Segmentatie naar leeftijdscategorie
35% 35% 30% 40% 30% 25% 35% 25% 20% 30% 20% 15% 25% 15% 10% 20% 10%
Optreden Optreden van van MACE MACE na na OMT OMT 5% 15% 5% 0% 10% 0%
9,5% 9,5%
20,7% 20,7%
12,5% 12,5%
13,0% 13,0%
6/63 6/63
6/29 6/29
1/8 1/8
13/100 13/100
lftd>=80 12,5% lftd>=80
overall 13,0% overall
1/8
13/100
5% lftd<=69 70-79 4. Optreden van MACElftdlftd 9,5% 20,7% lftd<=69 70-79 0%
6/63
6/29
Optreden na OMT lftd 70-79van MACElftd>=80 Optreden naar van MACE na OMT Segmentatie leeftijdscategorie Segmentatie naar leeftijdscategorie
lftd<=69
40% 40% 35% 35% 30% 30% 30% 30% 25% 25% 25% 20% 25% 20% 30% 20% 15% 20% 15% 10% 25% 15% 10% 15% 5% 20% 10% 5% 10% 0% 15% 0% 5% 5% 10% 0% 0% 5% 0%
0%
9,5% 9,5%
20,7% 20,7%
6/63 6/63 11,3% lftd<=69 11,3% lftd<=69
20% 20%
13,0% 13,0%
1/35 1/35
13/100 13/100
18,5% man man
12/65
2,9% vrouw vrouw
13,0% overall overall
1/35
13/100
vrouw Optreden van MACE na OMT
Optreden van naar MACE na OMT Segmentatie geslacht Segmentatie naar geslacht
overall
13,0% 13,0%
1/8 1/8 lftd>=80 lftd>=80
6/38 6/38
13/100 13/100 13,0% 13,0% overall overall
30% 15% 30% 15% 25% 35% 10% 25% 10% 20% 30% 20% 5% 5% 15% 25% 15% 0% 10% 0% 20% 10% 5% 15% 5%
13/100 13/100
0% 10% 0%
11,3% geen diabetes geen diabetes
15,8% diabetes diabetes
13,0% overall overall
5%
7/62
6/38
13/100
0%
geen diabetes
diabetes
overall
Optreden van MACE na OMT Optreden van MACE na Segmentatie diabetes Optreden van naar MACE na OMT OMT Optreden van MACE na OMT Segmentatie naarhartkamerfunctie diabetes Segmentatie naar linker Segmentatie naar linker hartkamerfunctie Optreden van MACE na OMT Segmentatie naar linker hartkamerfunctie
11,3% 11,3%
15,8% 15,8%
7/62 7/62 10,3% geen diabetes 13,8% 10,3% 13,8% geen diabetes
13,0% 13,0%
6/38 6/38 27,3% diabetes 27,3% diabetes
13/100 13/100 overall13,0% 13,0% overall
6/58 6/58
4/29 4/29
3/11 3/11
0/2 0/2
13/100 13/100
lvef >50% lvef10,3% >50%
lvef 30-50% lvef 13,8% 30-50%
lvef<30% 27,3% lvef<30%
onbekend onbekend
overall 13,0% overall
6/58
4/29
3/11
0/2
13/100
Optreden van MACE na OMT lvef 30-50% lvef<30% onbekend Optreden van MACE na OMT Segmentatie naar linker hartkamerfunctie Segmentatie naar linker hartkamerfunctie Optreden van MACE na OMT Optreden van MACE na OMT Segmentatie naar meervatslijden Segmentatie naar meervatslijden
13,8% 13,8%
14,5% 4/2914,5% 4/29 lvef 30-50% 9/62 9/62 lvef 30-50%
27,3% 27,3% 3/11 3/11 lvef<30% lvef<30%
0/2 0/2 0/3 onbekend 0/3 onbekend
0%
25% 30% 25% 30% 20% 25% 20% 25% 30% 15% 20% 15% 20% 25% 10% 15% 10% 15%
13,0% 13,0% 13,0% 13/100 13,0% 13/100 overall 13/100 13/100 overall
14,5% multivessel multivessel
onbekend onbekend
13,0% overall overall
4/35
9/62
0/3
13/100
niet multivessel
multivessel
onbekend
overall
Optreden van MACE na OMT Segmentatie naar nierfunctie
18,5% 18,5%
2,9% 2,9%
12/65 12/65 man 13,4% man 13,4%
12,5% 12,5%
13,0% 13,0%
1/35 1/35 vrouw vrouw
13/100 13/100 overall 13,0% overall 13,0%
11/82 11/82
2/16 2/16
0/2 0/2
13/100 13/100
geen nierinsuff. 13,4% geen nierinsuff.
nierinsufficientie 12,5% nierinsufficientie
onbekend onbekend
overall 13,0% overall
11/82
2/16
0/2
13/100
geen nierinsuff.
nierinsufficientie
onbekend
overall
Optreden van MACE na OMT Optreden MACE na Optreden van vannaar MACE na OMT OMT Segmentatie nierfunctie Optreden van MACE na OMT Segmentatie naarmyocard nierfunctie Segmentatie naar vorig infarct (MI) Segmentatie naar vorig myocard infarct (MI) Optreden van MACE na OMT Segmentatie naar vorig myocard infarct (MI)
13,4% 13,4%
12,5% 12,5%
11/8216,0% 11/82 16,0% geen nierinsuff. 8/50 geen nierinsuff.
13,0% 13,0%
2/16 10,0% 2/16 10,0% nierinsufficientie nierinsufficientie 5/50
8/50
5/50
0/2 0/2 onbekend onbekend
13/100 13,0% 13,0%13/100 overall 13/100 overall
13/100
16,0% geen vorig MI geen vorig MI
10,0%MI vorig vorig MI
13,0% overall overall
8/50
5/50
13/100
geen vorig MI
30% 30%
niet 11,4% multivessel niet multivessel
Optreden van MACE na OMT Optreden van MACE na OMT Segmentatie naar meervatslijden Segmentatie naar meervatslijden
35% 35% 30% 30% 30% 30% 25% 25% 25% 25% 30% 20% 20% 20% 20% 25% 15% 15% 15% 15% 10% 20% 10% 10% 10% 5% 5% 15% 5% 0% 5% 0% 10% 0% 0% 5%
overall
Optreden van MACE na OMT Segmentatie naar meervatslijden
10,3% 10,3% 11,4% 6/58 11,4% 6/58 lvef >50% 4/35 lvef4/35 >50%
Optreden van MACE na OMT Optreden van MACE na OMT Segmentatie naar nierfunctie Segmentatie naar nierfunctie
20% 35% 20% 35%
12,5% 12,5%
6/29 6/29 15,8% lftd 70-79 15,8% lftd 70-79
7/62 7/62
50% 25% 50% 25%
25% 25%
2,9% 2,9%
12/65 12/65
25% 25%
Optreden van MACE na OMT Segmentatie naar diabetes
60% 60%
0%
18,5% 18,5%
man
overall
Optreden van MACE na OMT Optreden van MACE na OMT Segmentatie naar diabetes Segmentatie naar diabetes
lvef >50%
40% 20% 40% 20% 25% 30% 30% 15% 15% 20% 20% 20% 10% 10% 15% 10% 10% 5% 5% 10% 0% 0% 0% 0% 5%
0%
Optreden van MACE na OMT Segmentatie naar geslacht
30% 30%
30% 30% 60% 60% 25% 25% 50% 20% 50% 20% 60% 15% 40% 40% 15% 50% 10% 30% 10% 30% 40% 5% 5% 20% 20% 0% 30% 0% 10% 10% 20% 0% 0% 10%
25% 25% 30% 20% 20% 25% 15% 15% 20% 10% 10% 15% 5% 5% 10% 0% 0% 5%
20% 5% 10% 5% 10% 15% 0% 5% 0% 5% 10% 0% 0% 5% 0%
30% 30% 25% 25%
vorig MI na OMT overall Optreden van MACE Optreden MACE na OMT Segmentatie naar van vorig myocard infarct (MI) Segmentatie naar vorig myocard infarct (MI) Optreden van MACE na OMT Optreden van MACE na OMT Segmentatie naar vorige CABG of PCI Segmentatie naar vorige CABG of PCI
Optreden van MACE na OMT Segmentatie naar vorige CABG of PCI
16,0% 16,0%
10,0% 10,0%
8/50
5/50
15,2% 8/50 15,2%
geen vorig MI geen7/46 vorig MI 7/46 15,2% geen vorig CABG/PCI geen vorig CABG/PCI
11,1% 5/50 11,1%
vorig MI vorig 6/54MI 6/54
13,0% 13,0%
13/100
13,0% 13/100 13,0%
overall overall 13/100 13/100
vorig11,1% CABG/PCI vorig CABG/PCI
13,0% overall overall
7/46
6/54
13/100
geen vorig CABG/PCI
vorig CABG/PCI
overall
Optreden van MACE na OMT Optredennaar vanvorige MACECABG na OMT Segmentatie of PCI Segmentatie naar vorige CABG of PCI
39
3.4.4 Statistisch gecorrigeerde uitkomsten Inzicht hebben in de resultaten van zorg opent de mogelijkheid om op basis van de resultaten bij te sturen en de resultaten van de geleverde zorg verder te verbeteren. Dat is de doelstelling van Meetbaar Beter. De hiervoor gepresenteerde uitkomsten bieden gericht aanleiding voor nadere analyse van patiëntgroepen waarbij verbetering van resultaten mogelijk is of gewenst wordt gezien het ambitieniveau van de betrokken centra. Door het concrete karakter van de uitkomstindica toren kunnen doelstellingen worden geformuleerd en kan een kwaliteitscyclus op basis van uitkomsten van zorg worden ingericht binnen de centra die aan Meetbaar Beter deelnemen. Statistische analyses kunnen belangrijk ondersteunend zijn aan het verkrijgen van inzicht in de resultaten van zorg. Met behulp van regressie-analyses kan in beeld worden gebracht hoe de daadwerkelijke resultaten van zorg zich verhouden tot de, op basis van de kenmerken (initiële condities) van de patiëntenpopulatie, te verwachten resultaten van zorg. In een zogenaamde funnelplot kan deze analyse grafisch weergegeven worden. Per geselecteerde uitkomstindicator is in deze paragraaf een funnelplot uitgewerkt waardoor inzichtelijk wordt hoe de resultaten van een centrum zich verhouden tot het totaal van de resultaten van andere centra. Per uitkomstindicator zijn strikt de in het hoofdstuk Datamanagement beschreven vereisten aan de data gehanteerd. Per uitkomstindicator kan het aantal hartcentra wat in de analyse is meegenomen daardoor verschillen. Toekomstperspectief Om de betrouwbaarheid van de statistische analyse verder te vergroten zal het kwaliteitssysteem rondom de dataverzameling binnen Meetbaar Beter verder geprofessionaliseerd worden, zoals beschreven in het hoofdstuk Datamanagement. Doordat de indicatoren en initiële condities gedefinieerd zijn kan de prospectieve dataverzameling per deelnemend hartcentrum worden georganiseerd. De vergelijkbaarheid van resultaten van de deelnemende hartcentra zal daardoor toenemen. Interpretatie Hoewel de regressie-analyses corrigeren voor de binnen de populatie bekende initiële condities dienen de resultaten in termen van vergelijkbaarheid nog zeer voorzichtig geïnterpreteerd te worden.
Naast de in hoofdstuk Datamanagement beschreven beperkingen zijn bij een aantal analyses - naar verwachting - relevante initiële condities buiten de analyse gelaten bij gebrek aan betrouwbare data. De voorspellende waarde van het model kent daardoor beperkingen. Per analyse is beschreven welke initiële condities zijn verwerkt in de analyse. De statistische analyses dienen het primaire doel van Meetbaar Beter; professionals inzicht geven in patiëntrelevante resultaten van de zorg, waardoor zij aanknopingspunten kunnen zoeken en vinden voor verdere verbetering. Leeswijzer Op de X-as staat de door het regressiemodel voorspelde uitkomst per indicator voor het betreffende ziekenhuis. De verhouding tussen de voorspelde uitkomst en de daadwerkelijke uitkomst ((waargenomen uitkomst / voorspelde uitkomst) x 100), de zogenaamde gestandaardiseerde uitkomst, staat op de Y-as uitgezet. De gemiddelde voorspelde uitkomst van alle hartcentra in de analyse is uitgezet als de onderbroken streep. De kromme lijnen geven de betrouwbaarheidsintervallen weer. De variatie tussen de groene en oranje lijn dient daarbij gezien te worden als een natuurlijke variatie. Conclusie in perspectief van vergelijkbaarheid en vergelijking De statistische analyses dienen het primaire doel van Meetbaar Beter; medisch specialisten inzicht geven in de patiënt relevante resultaten van de zorg, waardoor zij aanknopingspunten kunnen zoeken en vinden voor verdere verbetering. Variatie binnen de oranje gekleurde bovengrens en groen gekleurde ondergrens dient gezien te worden als natuurlijke variatie. Variatie buiten deze lijnen is aanleiding tot nader onderzoek. Onderzoek naar de manier waarop de zorg georganiseerd en uitgevoerd wordt, naar de kwaliteit van de data of naar relevante initiële condities die mogelijk nog in het model ontbreken. Uit onderzoek blijkt dat uitkomsten over tijd binnen een centrum variëren. Binnen Meetbaar Beter zal de komende jaren de rapportage worden opgebouwd naar een rapportage over meerdere jaren. Waargenomen variaties in de huidige rapportage zijn niet absoluut en kunnen mogelijk verklaard worden door de factor tijd. De regressieanalyse, gebaseerd op de beschikbare data, laat geen statistisch significante verschillen zien tussen de deelnemende centra.
Funnelplot gestandaardiseerde uitkomsten optreden van MACE na start OMT naar ziekenhuis, 2011
160
Gestandaardiseerde uitkomstratios
Significant verhoogd
gemiddelde (=100) 120
95% BI ondergrens
100
80
Catharina MACE
60
40
Significant verlaagd
0
20
40
60
Voorspeld aantal events
40
95% BI bovengrens
140
OLVG MACE 80
100
In deze analyse is gecorrigeerd voor: leeftijd, geslacht, linker hartkamerfunctie, vorig MI en meervatslijden. De C-statistic is 0,75 (redelijk).
41
4 42
ATRIUMFIBRILLEREN
Atriumfibrilleren (AF) is de meest voorkomende hartritmestoornis in de klinische praktijk. Het voorkomen van AF neemt toe met de leeftijd, met een prevalentie van 0,5% bij vijftigers tot bijna 10% bij tachtigers. 70% van de mensen met AF is tussen de 65 en 85 jaar oud (1,2). AF kan gemakkelijk worden gediagnosticeerd met een oppervlakte ECG. Het abnormale ritme is niet alleen geassocieerd met een verscheidenheid aan symptomen, zoals hartkloppingen, duizeligheid, kortademigheid of andere tekenen van hartfalen, maar ook met een toegenomen risico op een beroerte (vervijfvoudigd risico), hartfalen (verdrievoudigd risico) en mortaliteit. Diverse cardiale ziekten zoals hypertensie, coronaire hartziekte, pericarditits, mitralis klep ziekte en congenitale hartziekte zijn predisponerende factoren voor AF. AF komt ook voor bij personen zonder enige aanwijsbare hartziekte of systemische ziekte, dit noemt men lone-AF. Er is groeiend bewijs dat een genetische predispositie een belangrijke rol speelt bij het optreden van AF. Het natuurlijke beloop van AF wordt gekarakteriseerd door een geleidelijke overgang van zeldzame voorbijgaande aanvallen (paroxysmaal AF) naar langer durende aanvallen die enkel kunnen worden beëindigd door chemische of elektrische cardioversie (persisterend AF, langdurige persisterend AF als AF >1 jaar duurt) en uiteindelijke naar permanent AF, waarbij de AF niet meer kan worden geconverteerd naar een sinusritme. Het onderliggende elektrofysiologische mechanisme van AF is nog grotendeels onbekend. Uit dierexperimenteel onderzoek en observaties komt naar voren dat longvenen mogelijk een cruciale rol spelen bij de initiatie en continuatie van AF. AF kan, afhankelijk van de exacte indicatie, op meerdere manieren behandeld worden. De behandeling van atriumfibrilleren kan plaatsvinden middels een MAZE procedure, een Pulmonaal Venen isolatie (PVI), of door middel van medicamenteuze therapie (OMT). Bij de MAZE procedure en de PVI wordt de bron van de ritmestoornissen geïsoleerd in littekenweefsel wat wordt gecreëerd door het branden van het hartweefsel. Binnen Meetbaar Beter zijn voor patiënten die behandeld worden door middel van PVI en OMT uitkomstindicatoren geselecteerd. Voor de MAZE procedures en de geconsolideerde indicatoren zullen in 2014 binnen de outcomes teams die operationeel zijn binnen Meetbaar Beter uitkomstindicatoren geselecteerd worden. In het Meetbaar Beter Boek 2013 worden de eerste data voor de behandeling d.m.v. PVI gepresenteerd. De inclusiecriteria die voor dit cohort gehanteerd worden binnen Meetbaar Beter kunt u nalezen in de handleiding atriumfibrilleren op www.meetbaarbeter.com.
43
4.1 Pulmonaal Venen Isolatie (PVI) Radiofrequentie-katheterablaties, waarbij het myocard van de pulmonaal vene geïsoleerd wordt van het myocard van het linker atrium, zijn de norm geworden in de laatste jaren. In zowel Europese als Amerikaanse richtlijnen vormt symptomatisch paroxysmaal AF een klasse Ia indicatie voor katheterablatie, gebaseerd op een grote hoeveelheid wetenschappelijk bewijs dat aantoont dat ablatie superieur is aan behandeling met medicatie (3,4,5). Omdat paroxysmaal AF afhankelijk is van triggers, is het isoleren van het linker atrium van de profibrillatoire pulmonaal vene de meest effectieve behandeling. In baanbrekende centra met hoge volumina patiënten zijn succes percentages voor invasieve behandeling van paroxysmaal AF bijna 90% na 1 jaar met een gemiddelde van 1,8 behandelingen per patiënt. Desalniettemin toonde een wereldwijde survey aan dat zulke ablatie procedures voor AF technisch moeilijk uitvoerbaar blijven met hoge complicatie cijfers en substantieel lagere succes percentages in de dagelijkse kliniek. Bij persisterend AF dragen secundaire veranderingen in structurele, contractiele en elektrofysiologische eigenschappen van de musculatuur van het linker atrium, naast de pulmonaal venen, bij aan de initiatie en het aanhouden van AF. Dit aandeel zou progressief bijdragen aan de initiatie en het aanhouden van AF, met als gevolg dat bij katheterablaties voor persisterend AF de musculatuur van het linker atrium ook wordt behandeld. Alhoewel verschillende ablatietechnieken bestaan en het optimale behandelingsschema voor individuele patiënten met persisterend AF nog onbekend is, blijven de resultaten voor patiënten met persisterend AF relatief slecht. In het Meetbaar Beter Boek 2013 worden de resultaten van behandelingen gepresenteerd voor de geselecteerde indicatoren waarvoor de verzamelde data voldoen aan de criteria zoals die beschreven zijn in het hoofdstuk Datamanagement.
1. Go AS et al. Atrial fibrillation in adults. ATRIA study. JAMA 2001; 285:2370-2375. 2. Camm et al. Guidelines for the management of atrial fibrillation; ESC. Europace 2010; 12:1360-1420. 3. Camm et al. 2012 focused update of ESC guidelines for the management of atrial fibrillation. Eur heart journal august 2012; published online. 4. Calkins H et al. 2012 HRS/EHRA/ECAS expert concensus statement on catheter and surgical ablation of atrial fibrillation: recommendations for patient selection, procedural techniques, patient management and follow up, definitions, endpoints and research trial design. Europace 2012. 5. Jais et al. Catheter ablation versus antiarrhythmic drugs for atrial fibrillation: The A4 study. Circulation 2008; 118:2498-2505. 6. Cappato R et al. Worldwide survey on the methods, efficacy and safety of catheter ablation for human atrial fibrillation. Circulation.
44
4.1.1 Uitkomstindicatoren en initiële condities van de patiënt Aan de hand van de Meetbaar Beter methodiek is in 2011 een selectie gemaakt van uitkomstindicatoren en initiële condities zoals weergegeven in de figuur op pagina 45. In 2014 zal de dataset op methodologisch verantwoorde wijze geëvalueerd en waar nodig bijgesteld worden.
4.1.2 Ruwe uitkomsten De ruwe uitkomsten voor het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, voor zover goed uit te drukken in een percentage (niet weergeven als functie van tijd) zijn weergegeven in tabel 5. Het vergelijken van ruwe uitkomsten van verschillende centra is noch zinvol, noch mogelijk. Vergelijkbaarheid kan pas met enige mate van betrouwbaarheid worden gecreëerd wanneer statistisch gecorrigeerd wordt voor de initiële condities van de patiënt. Middels een powerberekening is vastgesteld dat de geselecteerde uitkomstindicatoren binnen de beschikbare dataset niet voldoende onderscheidend vermogen hebben. In het Meetbaar Beter Boek 2013 worden daarom geen regressie-analyses, weergegeven in een funnelplot, gemaakt voor de geselecteerde uitkomstindicatoren. Binnen de beschikbare dataset is niet voldaan aan een belangrijke randvoorwaarde om op een verantwoorde manier een vergelijking te maken met behulp van statistiek. De oorzaak van het gebrek aan onderscheidend vermogen is gelegen in de frequentie waarin een uitkomst voorkomt, danwel in de omvang van het patiëntencohort wat in de analyse wordt meegenomen. Op dit laatste facet zal in de toekomst worden bijgestuurd, bijvoorbeeld door een langere inclusieperiode te definiëren.
Tabel 5: ruwe uitkomstindicatoren PVI 1. Mortaliteit binnen 30 dagen na PVI (2011-2012)
0,0%
3. 1-jaar succes - complete remissie van AF/AFL/AT zonder AAD (2011)
49,4%
5. Cardiale tamponade of effusie (2011-2012)
0,6%
4.1.3 Gesegmenteerde uitkomsten Meer inzicht in de uitkomsten van zorg voor bepaalde patiëntgroepen kan verkregen worden wanneer de uitkomsten gesegmenteerd naar de geselecteerde initiële condities gepresenteerd worden. Uit analyse van de data voor de behandeling van atriumfibrilleren door middel van een PVI blijkt dat geen van de initiële condities binnen de beschikbare dataset een statistisch significant effect heeft op de uitkomsten. Verklarende factoren hiervoor zijn onder andere de patiëntenaantallen en de soms beperkte inhoudelijke relatie tussen de uitkomstindicator en de initiële conditie. In het Meetbaar Beter Boek zijn de segmentaties opgenomen voor alle geselecteerde initiële condities. De resultaten van de behandeling worden op deze manier transprant voor alle belanghebbenden. De interpretatie van de uitkomsten is complexer dan wanneer statistisch significante relaties kunnen worden aangetoond.
Geselecteerde uitkomstindicatoren voor patiënten met atriumfibrilleren behandeld door middel van PVI Survival
1. Mortaliteit binnen 30 dagen na PVI 2. Klinisch succes 3. 1-jaar succes – complete remissie van AF / AFL / AT zonder AAD
Degree of recovery / health
Time to recovery or return to
-
Sustainability of recovery or health over time
Long-term consequences of therapy (e.g., care-induced illnesses)
4. Trombo-embolische complicaties 5. Tamponade of effusie 6. Herhaalde PVI 7. Lange termijn succes van de PVI (36 maanden) zonder I of III anti-aritmica 8. Kwaliteit van leven (1 jaar)
Geselecteerde initiële condities van de patiënt zijn 1. Type atriumfibrilleren 2. Eerdere ablatie voor AF 3. Grootte van het linker atrium 4. CHA2DS2-VASc Score 5. Hartfalen of cardiomyopathie De concrete definities van de uitkomstindicatoren en initiële condities zijn opgenomen op www.meetbaarbeter.com
45
1-jaar succes succes -- complete complete remissie remissie van van AF/AFL/AT AF/AFL/AT zonder zonder AAD AAD 1-jaar
3. 1-jaar succes - complete remissie van AF/AFL/AT zonder AAD 1-jaarsucces succes- -complete completeremissie remissie 1-jaar Segmentatienaar naareerdere eerdereablatie ablatievoor voorAF AF Segmentatie
1-jaarsucces succes- -complete completeremissie remissie 1-jaar Segmentatienaar naarcardiomyopathie cardiomyopathieof ofEF EF<30% <30% Segmentatie
1-jaar succes - complete remissie van AF/AFL/AT zonder AAD 80% 80%
80% 80%
70% 70%
70% 70%
60% 60%
60% 60%
1-jaar succes succes -- complete complete remissie remissie 1-jaar Segmentatie naar naar eerdere eerdere ablatie ablatie voor voor AF AF Segmentatie
50% 50%
50% 50%
40% 40% 80% 80% 30% 30% 70% 70% 20% 20% 60% 60% 10% 10% 50% 50% 0% 0% 40% 40% 30% 30%
49,1% 49,1%
51,7% 51,7%
49,4% 49,4%
27/55 27/55
15/29 15/29
0/1 0/1
42/85 42/85
geeneerdere eerdereablatie ablatie geen
eerdereablatie ablatie eerdere
onbekend onbekend
overall overall
20% 20% 10% 10% 0% 0% 70% 70%
49,1% 49,1%
27/55 27/55
51,7% 1-jaarsucces succes- -complete completeremissie remissie 51,7% 1-jaar Segmentatienaar naartype typeboezemfibrilleren boezemfibrilleren Segmentatie
geen eerdere eerdere ablatie ablatie geen
49,4% 49,4%
15/29 15/29
0/1 0/1
42/85 42/85
eerdere ablatie ablatie eerdere
onbekend onbekend
overall overall
50% 50% 40% 40%
0% 0%
50% 50% 40% 80% 40% 80%
60% 60% 20% 20%
30% 70% 30% 70%
40% 40% 0% 0% 30% 30% 20% 20% 10% 10% 0% 0%
0/5 0/5
49,4% 49,4%
3/8 3/8
cardiomyopathieofofEF<30% EF<30% cardiomyopathie 54,2% 54,2%
42/85 42/85
onbekend onbekend
0,0% 0,0%
1-jaarsucces succes- -complete completeremissie remissie 1-jaar
39/72 Segmentatie0/5 3/8 Score 39/72 3/8 naarCHA CHA2DS 2DS 2-VASc Segmentatie 0/5 naar 2-VASc Score geen cardiomyopathie cardiomyopathie of of EF<30% EF<30% onbekend geen onbekend 80% 80% cardiomyopathie of of EF<30% EF<30% cardiomyopathie 70% 70%
70% 70% 30% 30%
50% 50% 10% 10%
0,0% 0,0%
39/72 39/72
20% 20%
60% 60%
1-jaar succes succes -- complete complete remissie remissie 1-jaar Segmentatie naar naar type type boezemfibrilleren boezemfibrilleren Segmentatie
54,2% 54,2%
geencardiomyopathie cardiomyopathieofofEF<30% EF<30% 30% geen 30%
10% 10%
60% 60%
46
40% 40% 80% 80% 30% 30% 70% 70% 20% 20% 60% 60% 10% 10% 50% 50% 0% 0% 40% 40%
1-jaar succes succes -- complete complete remissie remissie 1-jaar Segmentatie naar naar cardiomyopathie cardiomyopathie of of EF EF <30% <30% Segmentatie
overall overall 49,4% 49,4%
42/85 42/85 overall overall
1-jaar succes succes -- complete complete remissie remissie 1-jaar Segmentatie naar naar CHA CHA22DS DS22-VASc -VASc Score Score Segmentatie
20% 60% 20% 60% 53,3% 53,3%
42,1% 42,1%
0,0% 0,0%
49,4% 49,4%
10% 50% 10% 50%
32/60 32/60
8/19 8/19
0/0 0/0
2/6 2/6
42/85 42/85
0% 40% 0% 40%
paroxysmaal paroxysmaal
persistent persistent
lang-persistent lang-persistent
onbekend onbekend
overall overall
30% 30%
54,0% 54,0%
42,9% 42,9%
49,4% 49,4%
27/50 27/50
15/35 15/35
42/85 42/85
<<22
>=2 >=2
overall overall
54,0% 54,0%
42,9% 42,9%
49,4% 49,4%
27/50 27/50
15/35 15/35
42/85 42/85
<< 22
>=2 >=2
overall overall
20% 20% 53,3% 53,3%
42,1% 42,1%
0,0% 0,0%
32/60 32/60
8/19 8/19
0/0 0/0
paroxysmaal paroxysmaal
persistent persistent
lang-persistent lang-persistent
49,4% 49,4%
10% 10%
2/6 2/6
42/85 42/85
0% 0%
onbekend onbekend
overall overall
Cardiale Cardiale tamponade tamponade of of effusie effusie
5. Cardiale tamponade of effusie
Cardiale Cardialetamponade tamponadeofofeffusie effusie Segmentatie Segmentatienaar naareerdere eerdereablatie ablatievoor voorAF AF
Cardiale tamponade of effusie 3% 3% 3% 3%
Cardialetamponade tamponadeof ofeffusie effusie Cardiale Segmentatienaar naareerdere eerdereablatie ablatievoor voorAF AF Segmentatie
2% 2%
3% 3%
2% 2%
1% 1%
3% 1% 3% 1%
2% 2%
2% 1% 2% 1% 0,8% 0,8%
0,0% 0,0%
1/123 1/123
1% geen eerdere ablatie 1% geen eerdere ablatie
0,6% 0,6%
0/49 0/49
0/3 0/3
1/175 1/175
eerdere ablatie eerdere ablatie
onbekend onbekend
overall overall
0% 0%
3% 3%
0,8% 0,8%
0,0%
0,0% Cardiale Cardialetamponade tamponadeofofeffusie effusie Segmentatie naar 1/123 0/49 type 0/3 naar typeboezemfibrilleren boezemfibrilleren 1/123 Segmentatie 0/49 0/3
geeneerdere eerdereablatie ablatie geen
eerdereablatie ablatie eerdere
onbekend onbekend
0,6% 0,6%
1/175 1/175 overall overall
Cardialetamponade tamponadeof ofeffusie effusie Cardiale Segmentatienaar naartype typeboezemfibrilleren boezemfibrilleren Segmentatie
2% 2%
0% 0%
0% 0%
0,7% 0,7%
1/175 1/175
onbekend onbekend
overall overall
0,0% 0,0%
0,6% 0,6%
Cardiale tamponade Cardiale tamponadeofofeffusie effusie 1/148 0/9 0/18 1/148 0/9 0/18 Segmentatie Segmentatienaar naarCHA2DS2-VASc CHA2DS2-VAScScore Score
geencardiomyopathie cardiomyopathieof ofEF<30% EF<30% geen onbekend onbekend 4% cardiomyopathieof ofEF<30% EF<30% 4% cardiomyopathie
1/175 1/175 overall overall
Cardialetamponade tamponadeof ofeffusie effusie Cardiale Segmentatienaar naarCHA2DS2-VASc CHA2DS2-VAScScore Score Segmentatie
3% 3% 1% 1%
2% 2%
1% 1%
0,6% 0,6%
0/18 0/18
4% 4% 2% 2%
1% 1%
0% 0%
0,0% 0,0%
cardiomyopathie cardiomyopathieofofEF<30% EF<30%
3% 3%
3% 3%
0,7% 0,7%
1/148 0/9 1/148 0/9 geen 1% cardiomyopathie 1% geen cardiomyopathieofofEF<30% EF<30%
1% 1% 0% 0%
Cardialetamponade tamponadeof ofeffusie effusie Cardiale Segmentatienaar naarcardiomyopathie cardiomyopathieof ofEF EF<30% <30% Segmentatie
3% 3%
3% 2% 3% 2%
2% 0% 2% 0%
Cardiale Cardialetamponade tamponadeofofeffusie effusie Segmentatie Segmentatienaar naarcardiomyopathie cardiomyopathieofofEF EF<30% <30%
0,9% 0,9%
0,0% 0,0%
0,0% 0,0%
1/107 1/107
0/48 0/48
0/6 0/6
0/14 0/14
1/175 1/175
0,6% 0,6%
paroxysmaal paroxysmaal
persistent persistent
lang-persistent lang-persistent
onbekend onbekend
overall overall
0,9% 0,9%
0,0% 0,0%
0,0% 0,0%
1/107 1/107
0/48 0/48
0/6 0/6
0/14 0/14
1/175 1/175
paroxysmaal paroxysmaal
persistent persistent
lang-persistent lang-persistent
onbekend onbekend
overall overall
2% 2% 0% 0% 1% 1%
0,6% 0,6%
0% 0%
0,0% 0,0%
1,2% 1,2%
0,6% 0,6%
0/94 0/94
1/81 1/81
1/175 1/175
<2 <2
>=2 >=2
overall overall
0,0% 0,0%
1,2% 1,2%
0,6% 0,6%
0/94 0/94
1/81 1/81
1/175 1/175
<<22
>=2 >=2
overall overall
47
4.2 Optimale Medicamenteuze Therapie Huidige therapeutische strategieën omvatten controle van het hartritme en de snelheid hiervan, in combinatie met anti-embolische therapie. Infarct-risico-scores als de CHA2DS2-VASc score bij niet-valvulair AF worden gewogen tegen het bloedingsrisico, uitgedrukt in de HASBLED-score, om patiënten te selecteren die anti-embolische therapie nodig hebben met Vitamine-K-antagonisten of met nieuwe orale anticoagulantia, factor Xa-remmers of met directe thrombine-inhibitoren. Patiënten met een snelle ventriculaire respons hebben beperking van de hartritmesnelheid nodig om symptomen te verlichten en tachycardiomyopathie te voorkomen. Controle van het hartritme kan worden bereikt door behandeling met anti-aritmica, katheterablatie of de MAZE procedure.
4.2.1 Uitkomstindicatoren en initiële condities van de patiënt In nauwe samenwerking met de aan het project Netwerk AF deelnemende cardiologen* in de regio Zuid-Oost Brabant is binnen Meetbaar Beter, aan de hand van de methodologie zoals die gehanteerd wordt binnen Meetbaar Beter - en gevalideerd door internationale experts – een selectie gemaakt van de meest relevante initiële condities en uitkomstindicatoren voor patiënten met AF die medicamenteus behandeld worden. Dataverzameling en uitkomstenrapportage zal in één van de volgende Meetbaar Beter rapportages gerealiseerd worden.
Geselecteerde uitkomstindicatoren voor patiënten met atriumfibrilleren behandeld door middel van OMT Survival
1. Verbetering van AF gerelateerde symptomen (EHRA score)
Degree of recovery / health
Time to recovery or return to
-
Sustainability of recovery or health over time
Long-term consequences of therapy (e.g., care-induced illnesses) 48
2. Trombo-embolische complicaties 3. Majeure bloeding 4. Bijwerkingen van medicatie
5. AF gerelateerde ziekenhuis opnames 6. Kwaliteit van leven (1 jaar)
Geselecteerde initiële condities van de patiënt zijn 1. Leeftijd 2. Structurele hartaandoening (inclusiefkleplijden) 3. Hypertensie 4. Type atriumfibrilleren 5. Diabetes mellitus 6. Coronair vaatlijden (MI) 7. Eerder herseninfarct of TIA 8. Obesitas (BMI ≥ 30) 9. CHA2DS2-VASc Score De concrete definities van de uitkomstindicatoren en initiële condities zijn opgenomen op www.meetbaarbeter.com
* Mevr. S. Rutten-de Jong, Dhr. R. de Nooijer, Dhr. P. Polak en Dr. A. Meijer 49
5 50
Toekomstvisie
Uit internationale best practices blijkt dat succesvol gestuurd kan worden op kwaliteitsverbetering aan de hand van een beperkte uitkomst-indicatorenset (3 tot 7 indicatoren). Tevens blijkt internationaal dat transparante rapportages een belangrijke impuls geven aan de verdere verbetering van de kwaliteit van zorg. Meetbaar Beter zal zich de komende jaren in diverse perspectieven doorontwikkelen, gedreven door de ambitie om een nationaal kwaliteitssysteem te ontwikkelen, gebaseerd op transparantie en patiëntrelevante uitkomstindicatoren. Dit ten behoeve van de verdere verbetering van de kwaliteit van zorg voor hartpatiënten en de beschikbaarheid van informatie voor patiënten, verzekeraars en andere belanghebbenden over de kwaliteit van zorg.
patiëntrelevante uitkomsten. Deze gestructureerde follow-up kan per centrum georganiseerd worden. Dat vraagt echter behoorlijke investeringen in organisatie en menskracht. Een mogelijk alternatief is het verzamelen van deze informatie via declaratiegegevens die beschikbaar zijn bij VEKTIS. Met hoge prioriteit wordt in nauwe samenwerking tussen Meetbaar Beter en VEKTIS gewerkt aan het beoordelen van de klinische relevantie van de declaratiegegevens die beschikbaar zijn. Wanneer deze klinische relevantie er in voldoende mate blijkt te zijn, zal op korte termijn een werkwijze vormgegeven worden waardoor de dataverzameling voor de betreffende patiëntrelevante uitkomstindicatoren hopelijk via VEKTIS kan worden vormgegeven.
Drie assen van ontwikkeling
Samenwerking NVvC en NVT
Het programma Meetbaar Beter zal de komende jaren langs drie assen verder ontwikkelen. Het selecteren en onderhouden van hanteerbare sets van uitkomstindicatoren voor de meest voorkomende hartaandoeningen speelt daarbij een belangrijke rol. Vanzelfsprekend blijft het datamanagement een belangrijke rol spelen 1) Ontwikkelen van indicatorensets voor medische condities In 9 outcomes teams, bestaande uit medisch specialisten uit diverse deelnemende hartcentra, wordt op methodologisch verantwoorde wijze gewerkt aan de selectie van uitkomstindicatoren voor de meest voorkomende medische condities. 2) Datamanagement De geselecteerde uitkomstindicatoren en initiële condities vormen de basis voor rapportage in de jaarlijkse Meetbaar Beter Boeken. Met name het ontwikkelen van een goede prospectieve dataverzameling binnen de centra is van groot belang. 3) Onderhouden van indicatorensets De gedefinieerde indicatorensets zullen minimaal één keer per twee jaar op methodologisch verantwoorde wijze geëvalueerd en waar nodig aangepast worden. Onder andere de kwaliteit van een aantal definities kan hierdoor de komende jaren nog verder toenemen.
In de statuten van de stichting Meetbaar Beter is vastgelegd dat de stichting intensief streeft naar het vormgeven van een samenwerking met de NVvC en de NVT. De stichting stelt zich tot doel om zichzelf op te heffen wanneer er een succesvolle samenwerkings is vormgegeven tussen de NVT, NVvC en Meetbaar Beter waarbij de continuïteit van het gedachtegoed en de doelstellingen van Meetbaar Beter op een kwalitatief goede wijze zijn verankerd. Met de besturen van de NVvC en de NVT zijn diverse gesprekken gevoerd. De samenwerking bevindt zich zowel tussen NVvC en NVT, NVvC en Meetbaar Beter en NVT en Meetbaar Beter in verschillende fases van ontwikkeling. De komende periode zal verder gewerkt worden aan het vormgeven van deze samenwerkingen met als doelstelling het opbouwen van één landelijk kwaliteitssysteem voor hartpatiënten, gebaseerd op uitkomstindicatoren en transparantie. Organisatorisch betekent dit mogelijk het ontwikkelen van één landelijke data-organisatie.
Datakwaliteit en betrouwbaarheid van analyses De kwaliteit van de dataverzameling en mede daardoor de betrouwbaarheid van de analyses zullen de komende jaren verder verbeteren. De dataverzameling is in diverse deelnemende hartcentra retrospectief vormgegeven. Met het vaststellen van de data die benodigd zijn kan een prospectieve dataverzameling worden vormgegeven waardoor de volledigheid en kwaliteit van de rapportage zal toenemen. Mede ten gevolge van de uitstekende samenwerking van hartcentra binnen de Begeleidingscommissie Hartinterventies Nederland (BHN) is de rapportage in diverse opzichten bij de CABG data al verder ontwikkeld dan bijvoorbeeld bij de PCI data. Met een prospectieve dataverzameling kan het % missing values per deelnemend hartcentrum verder teruggebracht worden. De deelnemende centra hebben in de Raad van Advies van de stichting Meetbaar Beter reeds vastgelegd binnen 3 jaar naar een norm van maximaal 10% missing values toe te willen werken. Met een toename in de volledigheid van data, maar zeker ook met het groeien van het volume patiënten wat verwerkt kan worden in de rapportages, zal de statistische onderbouwing van de analyses aan kracht winnen.
Volledigheid van de rapportage
Lerende organisatie Op diverse niveau’s is Meetbaar Beter uniek. Zowel het programma dat wordt uitgevoerd binnen de stichting, als de implementatie ervan binnen de deelnemende centra kent vele nieuwe facetten. De ambitie en overtuiging die aanwezig is bij alle betrokken partijen, in combinatie met een open cultuur waarin problemen aangekaart worden en geadresseerd, biedt een goede basis om Meetbaar Beter ook op middellange en lange termijn succesvol te maken. De implementatie van Meetbaar Beter binnen de deelnemende hartcentra brengt in ieder hartcentrum een aantal vraagstukken met zich mee, die vaak soortgelijk zijn. Vraagstukken bijvoorbeeld met betrekking tot het organiseren van dataverzameling of de vertaling van inzichten naar het doorvoeren van verbetering in processen, dan wel het verkrijgen van inzichten in verschillen in de manier waarop de zorg georganiseerd is die verklarend kunnen zijn voor waargenomen verschillen in uitkomsten van zorg. De stichting Meetbaar Beter zal op de diverse niveau’s een platform ontwikkelen waarop ervaringen en inzichten door de deelnemende centra uitgewisseld kunnen worden. Begin 2014 zal een start gemaakt worden met een platform met betrekking tot dataverzameling, zodat de deelnemende hartcentra in perspectief van het vormgeven van de prospectieve dataverzameling ervaringen en lessen kunnen delen. De komende periode zullen ook voor andere onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de vertaling van inzicht in resultaten naar het toepassen van verbeteringen in de praktijk, platforms georganiseerd worden. De deelnemende hartcentra kunnen op deze manier de opgedane kennis en ervaring met elkaar delen ten behoeve van de verdere verbetering van de kwaliteit van zorg voor hartpatiënten.
Met name een aantal lange termijn indicatoren die inhoudelijk gebaseerd zijn op re-interventies en/of recidieven blijken moeilijk verzamelbaar. Een gestructureerde follow-up van de totale populatie is een noodzakelijke voorwaarde om goed inzicht te krijgen in deze 51
BIJLAGE CORONAIRLIJDEN Coronairlijden geconsolideerd Interpretatie odds ratio’s Voor de verschillende uitkomstindicatoren zijn, daar waar van toepassing, de ruwe odds ratio’s (univariaat) en de gecorrigeerde odds ratio’s (multivariaat) berekend, met het bijbehorende 95% betrouwbaarheidsinterval (95% BI). De ruwe odds ratio’s geven de kans van een patiëntcohort weer ten opzichte van het patiëntcohort met het gunstigste risicoprofiel (de referentiecategorie met een odds ratio van 1,00). De gecorrigeerde odds ratio’s geven de verhoudingen in risicoprofiel weer, gecorrigeerd voor de overige initiële condities van de patiënt.
Voorbeeld: Stel de mortaliteit binnen 120 dagen na CABG bij de mannen is 2,0% en bij de vrouwen 4,3%. Als wij in dit voorbeeld het risico van de man op 1,00 stellen dan is het risico voor de vrouw 4,3/2,0=2,15. Dit is de ruwe odds ratio, waarbij vrouwen dus een ruim twee keer groter risico hebben op mortaliteit binnen 120 dagen na CABG vergeleken met mannen. Maar de vraag is of dit hogere risico voor de vrouw aan het vrouw zijn ligt of hangt het mogelijk samen met andere risicofactoren gerelateerd aan het vrouwelijk geslacht. Zijn vrouwelijke patiënten soms ouder en hebben ze daarom een hoger risico? Dat kan aangetoond worden door gebruik te maken van logistische regressie waarbij je corrigeert voor alle andere relevante risicofactoren voor de uitkomstindicator. Het resultaat van deze analyse geeft een gecorrigeerde odds ratio. In voorgaand voorbeeld blijkt de ruwe odds ratio iets af te nemen na correctie voor casemix tot 2,01, dat betekent dus nog steeds een “risico verhogend” effect voor vrouwen.
1. Mortaliteit binnen 1 jaar na interventie
Leeftijd
Geslacht
Diabetes
Nierfunctie
Opname-urgentie
52
lftd <55 lftd 55-64 lftd 65-74 lftd >=75
odds ratio 1,00 0,92 0,90 4,38
Univariaat 95% BI 0,43 0,41 2,26
1,99 1,98 8,51
odds ratio 1,00 1,02 0,96 3,84
Multivariaat 95% BI 0,47 0,42 1,88
2,23 2,19 7,82
man vrouw
1,00 1,48
0,96
2,27
1,00 1,16
0,73
1,84
geen diabetes diabetes
1,00 1,56
0,97
2,50
1,00 1,40
0,85
2,32
geen nierinsufficiëntie nierinsufficientie
1,00 5,85
3,58
9,55
1,00 4,48
2,60
7,73
niet acuut acuut
1,00 2,94
1,89
4,58
1,00 3,22
2,00
5,19
Coronaire Bypass Chirurgie 1. Mortaliteit binnen 120 dagen na CABG
Leeftijd
Geslacht
Diabetes
Nierfunctie
Opname-urgentie
Linker hartkamerfunctie
Euroscore
lftd <55 lftd 55-64 lftd 65-74 lftd >=75
odds ratio 1,00 0,26 0,80 2,82
Univariaat 95% BI 0,04 0,20 0,81
1,57 3,11 9,86
odds ratio 1,00 0,27 0,72 2,13
Multivariaat 95% BI 0,04 0,18 0,59
1,66 2,89 7,79
man vrouw
1,00 3,44
1,60
7,43
1,00 2,75
1,20
6,28
geen diabetes diabetes
1,00 1,80
0,83
3,92
1,00 1,66
0,74
3,72
geen nierinsufficiëntie nierinsufficientie
1,00 2,44
0,72
8,29
1,00 1,46
0,38
5,58
niet acuut acuut
1,00 8,02
2,63
24,45
1,00 3,96
1,13
13,93
lvef >50% lvef 30-50% lvef<30%
1,00 3,23 4,47
1,35 1,45
7,71 13,79
1,00 3,20 3,09
1,27 0,89
8,03 10,68
laag 0-2 middel 3-5 hoog >=6
1,00 9,92 28,15
1,27 3,72
77,73 213,14
-
-
-
0,37 0,48 0,75
2,26 2,67 4,23
odds ratio 1,00 0,92 1,14 1,76
5a. Complicatie: chirurgische reëxploratie
Leeftijd
Nierfunctie
Opname-urgentie
Linker hartkamerfunctie
Euroscore
lftd <55 lftd 55-64 lftd 65-74 lftd >=75
odds ratio 1,00 0,92 1,13 1,78
Univariaat 95% BI
Multivariaat 95% BI 0,37 0,48 0,73
2,28 2,69 4,20
geen nierinsufficiëntie nierinsufficientie
1,00 1,17
0,42
3,28
1,00 1,02
0,36
2,92
niet acuut acuut
1,00 2,12
0,64
7,08
1,00 1,82
0,53
6,27
lvef >50% lvef 30-50% lvef<30%
1,00 1,09 1,52
0,55 0,59
2,18 3,91
1,00 1,03 1,38
0,51 0,52
2,07 3,64
laag 0-2 middel 3-5 hoog >=6
1,00 1,95 2,46
1,04 1,26
3,66 4,79
-
-
-
53
5b. Complicatie: diepe sternumwondinfectie
Diabetes
geen diabetes diabetes
odds ratio 1,00 7,97
Univariaat 95% BI 2,56
24,84
5c. Complicatie: CVA met restletsel
Nierfunctie
Euroscore
54
geen nierinsufficiëntie nierinsufficientie laag 0-2 middel 3-5 hoog >=6
odds ratio 1,00 1,43 1,00 1,59 2,72
Univariaat 95% BI 0,19
11,08
0,38 0,65
6,70 11,46
Percutane Coronaire Interventie 1. Mortaliteit binnen 30 dagen na PCI
Leeftijd
Geslacht
Diabetes
Nierfunctie
Opname-urgentie
Meervatslijden
Shock ten tijde van PCI
lftd<=49 lftd 50-59 lftd 60-69 lftd70-79 lftd>=80
odds ratio 1,00 0,51 0,89 1,21 2,74
Univariaat 95% BI 0,18 0,37 0,51 1,14
1,40 2,15 2,89 6,58
odds ratio 1,00 0,60 1,09 1,44 2,37
Multivariaat 95% BI 0,20 0,41 0,53 0,85
1,80 2,92 3,91 6,58
man vrouw
1,00 1,21
0,73
1,98
1,00 1,09
0,61
1,95
geen diabetes diabetes
1,00 1,12
0,61
2,06
1,00 0,87
0,44
1,75
geen nierinsufficiëntie nierinsufficientie
1,00 7,12
4,20
12,06
1,00 6,04
3,17
11,50
electief urgent acuut
1,00 1,61 9,54
0,73 4,92
3,55 18,53
1,00 1,48 8,90
0,66 4,31
3,34 18,37
niet multivessel multivessel
1,00 1,35
0,77
2,34
1,00 1,67
0,88
3,18
geen shock shock
1,00 45,66
20,99
99,35
1,00 13,04
5,06
33,60
55
2. Mortaliteit binnen 1 jaar na PCI
Leeftijd
Geslacht
Diabetes
Nierfunctie
Opname-urgentie
Meervatslijden
Vorig MI
Shock ten tijde van PCI
56
lftd<=49 lftd 50-59 lftd 60-69 lftd70-79 lftd>=80
odds ratio 1,00 0,28 0,64 1,42 3,77
Univariaat 95% BI 0,10 0,28 0,66 1,73
0,79 1,47 3,04 8,21
odds ratio 1,00 0,33 0,63 1,38 3,16
Multivariaat 95% BI 0,11 0,26 0,58 1,31
0,98 1,54 3,24 7,63
man vrouw
1,00 1,52
0,98
2,36
1,00 1,19
0,72
1,96
geen diabetes diabetes
1,00 1,23
0,73
2,07
1,00 0,95
0,53
1,71
geen nierinsufficiëntie nierinsufficientie
1,00 5,76
3,43
9,86
1,00 3,61
1,98
6,59
electief urgent acuut
1,00 1,46 3,36
0,85 2,00
2,53 5,66
1,00 1,32 3,01
0,74 1,63
2,34 5,55
niet multivessel multivessel
1,00 1,68
0,98
2,89
1,00 1,63
0,88
3,02
geen vorig MI vorig MI
1,00 1,46
0,91
2,35
1,00 1,48
0,85
2,58
geen shock shock
1,00 26,01
10,51
64,37
1,00 10,24
3,41
30,74
3. Angiografisch niet succesvol na PCI
Leeftijd
Diabetes
lftd<=49 lftd 50-59 lftd 60-69 lftd70-79 lftd>=80
odds ratio 1,00 1,61 1,67 2,20 2,78
Univariaat 95% BI 0,94 0,99 1,31 1,58
2,75 2,81 3,70 4,87
odds ratio 1,00 1,29 1,24 1,69 2,21
Multivariaat 95% BI 0,73 0,71 0,97 1,21
2,27 2,15 2,96 4,04
geen diabetes diabetes
1,00 1,92
1,48
2,47
1,00 1,72
1,30
2,28
geen nierinsufficiëntie nierinsufficientie
1,00 1,84
1,22
2,76
1,00 1,28
0,81
2,02
electief urgent acuut
1,00 0,72 0,63
0,55 0,45
0,94 0,89
1,00 0,89 1,27
0,66 0,85
1,19 1,88
niet multivessel multivessel
1,00 2,76
1,97
3,86
1,00 1,62
1,12
2,33
geen vorig MI vorig MI
1,00 1,90
1,48
2,45
1,00 1,37
1,03
1,83
Chronische totale occlusie geen CTO CTO
1,00 8,25
6,35
10,71
1,00 8,36
6,28
11,14
Vorige CABG interventie
geen vorig CABG vorig CABG
1,00 3,10
2,30
4,19
1,00 1,96
1,39
2,78
geen shock shock
1,00 5,38
2,46
11,80
1,00 5,19
2,11
12,79
0,27 0,02 0,08 -
19,56 5,66 9,64 -
odds ratio 1,00 3,75 0,40 1,65 -
Nierfunctie
Opname-urgentie
Meervatslijden
Vorig MI
Shock ten tijde van PCI
4. Urgente CABG na PCI
Leeftijd
Opname-urgentie
Meervatslijden
Shock ten tijde van PCI
lftd<=49 lftd 50-59 lftd 60-69 lftd70-79 lftd>=80
odds ratio 1,00 2,28 0,35 0,87 -
Univariaat 95% BI
Multivariaat 95% BI 0,32 0,02 0,11 -
43,34 7,75 24,76 -
electief urgent acuut
1,00 0,41 3,52
0,04 0,84
3,95 14,77
1,00 0,29 3,35
0,03 0,67
3,38 16,91
niet multivessel multivessel
1,00 3,22
0,40
26,21
1,00 4,97
0,56
43,81
geen shock shock
1,00 -
-
-
1,00 -
-
57
Optimale Medicamenteuze Therapie 1. Mortaliteit binnen 1 jaar na start OMT
Leeftijd
Linker hartkamerfunctie
lftd<=69 lftd 70-79 lftd>=80 lvef >50% lvef 30-50% lvef<30%
odds ratio 1,00 6,89 8,86 1,00 4,30 12,89
Univariaat 95% BI 0,69 0,50
69,25 157,76
odds ratio 1,00 8,10 6,18
0,37 1,06
49,46 157,18
1,00 2,94 14,17
0,72 0,14
8,49 12,98
odds ratio 1,00 2,33 1,36
Multivariaat 95% BI 0,68 0,30
97,12 127,71
0,24 0,99
35,80 202,56
4. Optreden van MACE na OMT
Leeftijd
Geslacht
Linker hartkamerfunctie
Vorig MI
Meervatslijden
58
lftd<=69 lftd 70-79 lftd>=80
odds ratio 1,00 2,48 1,36
Univariaat 95% BI
Multivariaat 95% BI 0,61 0,12
8,94 15,39
man vrouw
1,00 0,13
0,02
1,05
1,00 0,19
0,02
1,74
lvef >50% lvef 30-50% lvef<30%
1,00 1,39 3,25
0,36 0,67
5,36 15,67
1,00 1,08 4,06
0,24 0,56
4,78 29,59
geen vorig MI vorig MI
1,00 0,58
0,18
1,93
1,00 0,33
0,07
1,45
niet multivessel multivessel
1,00 1,32
0,37
4,63
1,00 0,83
0,21
3,27
BIJLAGE ATRIUMFIBRILLEREN Pulmonaal Venen Isolatie 3. 1-jaar succes - complete remissie van AF/AFL/AT zonder AAD
Eerdere ablatie voor AF
Cardiomyopathie of ejectie fractie < 30%
Type boezemfibrilleren
CHA2DS2-VASc Score
geen eerdere ablatie eerdere ablatie
odds ratio 1,00 1,11
Univariaat 95% BI 0,45
2,73
geen cardiomyopathie of EF<30% cardiomyopathie of EF<30%
1,00 -
-
-
paroxysmaal persistent
1,00 0,64
0,22
1,81
<2 >=2
1,00 0,64
0,27
1,53
5. Cardiale tamponade of effusie Er is maar 1 patiënt met cardiale tamponade of effusie, dus er kunnen géén odds ratio’s berekend worden.
59
Colofon Hoofdredactie H.P.A. van Veghel, MSc, Programma directeur Meetbaar Beter
Datamanagement Dr. S. Houterman Projectleider datamanagement Meetbaar Beter
Productiebegeleiding D.S. de Waard Projectleider Communicatie Meetbaar Beter
Methodologie Ir. M. Koomans Partner The Decision Group
Outcomes Teams Dr. P. van der Nat Projectleider Outcomes Teams
Productie Math Made, D&B Communicatie en Drukkerij SNEP
© November 2013 Dit is een uitgave van de stichting Meetbaar Beter. De stichting stelt zich tot doel het bijdragen aan de verdere verbetering van de kwaliteit van zorg voor hartpatiënten door het ontwikkelen, verspreiden en implementeren van een kwaliteitssysteem op basis van patiëntrelevante uitkomstindicatoren. De methodologische basis voor het programma Meetbaar Beter ligt in het gedachtegoed van Prof. M. Porter van Harvard Business School in Boston. De stichting Meetbaar Beter heeft een solide methodologische basis onder haar programma gelegd door een partnershipovereenkomst aan te gaan met The Decision Group. Een internationale adviesraad van medische en methodologische experts staan garant voor de wetenschappelijke onderbouwing en objectiviteit van Meetbaar Beter. Diverse stakeholders zoals patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en de IGZ zijn bij Meetbaar Beter betrokken via een klankbordgroep.
60
Meetbaar Beter Boek
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis
2013