Meerjaren planning
1
2014
2019
INHOUDSTAFEL
Pagina
I.
Inleiding
4
II.
Strategische nota
7
A. Prioritaire doelstellingen 1. Strategische doelstelling 1: Het OCMW voert een participatief beleid 1.1. Operationele doelstelling: Het OCMW faciliteert de inbreng van de doelgroepen waarvoor wordt gewerkt
9
2. Strategische doelstelling 2: Het OCMW voert een proactief beleid 2.1. Operationele doelstelling: Het OCMW vermindert de administratieve rompslomp bij de behandeling van aanvragen en benadert mogelijke begunstigden van een maatregel zelf 3. Strategische doelstelling 3: Het OCMW zorgt voor een toegankelijke dienstverlening met respect voor de privacy van het cliënteel 3.1. Operationele doelstelling: Het OCMW zorgt ervoor dat het gebouw fysisch optimaal toegankelijk is voor het cliënteel 3.2. Operationele doelstelling: Het OCMW zorgt ervoor dat het OCMW-gebouw optimaal de privacy van de bezoekers en cliënten garandeert B. Overig beleid
2
9
12
14
15
B.1. Aandacht voor een kwalitatieve dienstverlening
15
B.2. Faciliteren van de maatschappelijke tendens inzake de stijgende vraag naar thuiszorg
18
B.3. Kansen geven aan de meest kwetsbaren
23
B.4. ‘Oud’ is niet ‘out’
28
B.5. Samen bouwen aan het OCMW van morgen
30
B.6. Varia
33
III. Financiële nota A. Financiële doelstellingenplan
34
B. Staat van financieel evenwicht
35
IV. Toelichting
36
A. Omgevingsanalyse
36
B. Financiële risico’s
36
C. Lijst met beleidsdoelstellingen
37
D. Interne organisatie
38
E. Financiële schulden
39
V. Bijlagen
3
34
40
I.
INLEIDING
Op 25 juni 2010 keurde de Vlaamse Regering het ‘Besluit betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn’ goed. Dit besluit stelt de regels op voor het meerjarenplan, het budget, de boekhouding en de jaarrekening van de lokale besturen en provincies. Naast de voormelde financiële aspecten van de beleidsvoering, regelt het besluit ook de inhoudelijke planning (beleidsdoelstellingen, actieplannen, acties…), de uitvoering en de evaluatie. Deze nieuwe regelgeving komt in vervanging van de regels opgenomen in het Decreet van 19 december 2008. Het besluit treedt in principe in werking op 1 januari 2014. Deze datum is zo gekozen, omdat de besturen in de loop van het eerste jaar van een legislatuur (in 2013) een meerjarenplan moeten opstellen voor de volgende zes jaar (2014-2019). De nieuwe meerjarenplannen moeten bijgevolg opgesteld worden volgens de nieuwe regels. Hierop zijn er echter uitzonderingen. Zo kunnen besturen beslissen om eerder dan in 2014 de beleids- en beheerscyclus toe te passen. OCMW Kortenaken heeft dit gedaan. Wij startten op 01 januari 2013 met de nieuwe regels. Waarom die nieuwe regels? Als lid van de Europese Unie en de Eurozone moet België regelmatig verslag uitbrengen aan de Europese Commissie en Eurostat over de overheidsschuld en het tekort of overschot op de begroting. Deze cijfers slaan op de federale overheid, maar ook de gemeenschappen en gewesten en de lokale overheden (en dus ook de OCMW’s). Deze rapportering moet gebeuren op basis van het Europese Stelsel van Rekeningen 1995 (ESR95). De regels die de openbare besturen tot op heden hanteerden, maakten het moeilijk om aan deze informatieverplichting te voldoen. Dankzij het besluit van 25 juni 2010 zullen de Vlaamse lokale besturen en provincies wel kunnen rapporteren volgens de ESR95-regels. Omwille van de informatieplicht zal er ook moeten gewerkt worden met gestandaardiseerde beleidsvelden. Iedereen dient een verplichte keuze te maken uit beleidsdomeinen en velden. Dit maakt dan ook een vergelijking tussen besturen mogelijk. Op de vrije keuze van de indeling in beleidsdomeinen is er een uitzondering: het beleidsdomein algemene financiering moet altijd worden gebruikt.
In OCMW Kortenaken werd een keuze gemaakt voor volgende beleidsdomeinen: ° 01: algemene financiering ° 02: algemeen bestuur ° 03:sociale dienstverlening ° 04: zorg De beleidsdomeinen worden onderverdeeld in beleidsvelden. Velden worden op hun beurt nog onderverdeeld in beleidsitems.
4
Voor OCMW Kortenaken werden volgende keuzes gemaakt inzake beleidsvelden en beleidsitems:
BELEIDSDOMEIN BELEIDSVELD 1 algemene financiering 2 algemeen bestuur
3 sociale dienstverlening
4 zorg
BELEIDSITEM
0010 Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke Niveaus 0030 Financiële aangelegenheden 0040 Transacties ivm de openbare schuld 0050 Patrimonium zonder maatschappelijk doel 0090 Overige algemene financiering 0100 Politieke organen 0110 Secretariaat 0111 Fiscale en financiële diensten 0112 personeelsdienst en vorming 0119 overige algemene en ondersteunende diensten 0190 overig algemeen bestuur 0550 Werkgelegenheid 0900 Sociale bijstand 0901 Voorschotten 0902 Integratie van personen met vreemde herkomst 0903 Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 0904 Activering van tewerkstelling 0905 Dienst voor juridische informatie en advies 0908 andere sociale bijdragen 0909 Overige verrichtingen inzake sociaal beleid 0911 Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap 0930 sociale huisvesting 0944 opvoedingsondersteuning 0949 overige gezinshulp 0943 gezinshulp 0946 thuisbezorgde maaltijden 0947 klusjesdienst 0948 poetsdienst 0959 overige verrichtingen betreffende ouderen
0959-01 0959-02 0959-03 0959-04
MMC Telealarm Seniorenwerking Mantelzorg
Bij de start van een nieuwe legislatuur moet het bestuur een meerjarenplanning opmaken voor de periode 2014-2019. De nieuwe beleids- en beheerscyclus steunt op 2 pijlers: a. Beleid: er wordt de nadruk gelegd op een planmatig beleid en strategisch management. Dit wordt vertaald in een meerjarenplan en een jaarlijks budget. b. Beheer: dit vraagt een responsabilisering van de administratie en hecht veel belang aan het budgethouderschap en inbreng van het managementteam. Dit alles wordt onderworpen aan een goed uitgebouwd intern controlesysteem. Bij de nieuwe beleids- en beheerscyclus dient het bestuur zich volgende vragen te stellen: - Wat willen we bereiken? Dit zijn de doelstellingen. - Wat gaan we daarvoor doen? Dit zijn de acties. - Wat zijn de financiële gevolgen? Dit zijn de middelen die we gaan inzetten.
5
Het bestuur dient beleidsdoelstellingen op te stellen. Uit alle beleidsdoelstellingen die het bestuur wenst te realiseren, kiest de raad die doelstellingen waarvan hij de (mate van) realisatie uitdrukkelijk wil opvolgen . Dit worden de prioritaire beleidsdoelstellingen genoemd. Over die prioritaire doelstellingen wordt expliciet gerapporteerd in de strategische nota van het meerjarenplan, de doelstellingennota van het budget en de doelstellingenrealisatie van de jaarrekening. De andere doelstellingen maken, samen met de verrichtingen die niet in beleidsdoelstellingen werden vertaald, deel uit van het overige beleid. De keuze van de raad voor prioritaire beleidsdoelstellingen of overig beleid duidt dus op een differentiatie in de manier van opvolgen en rapporteren over die beleidsdoelstelling, niet noodzakelijk op het belang dat aan die doelstelling wordt gehecht. De doelstellingennota beschrijft de prioritaire beleidsdoelstellingen van een jaar en de eraan verbonden actieplannen, acties, uitgaven en ontvangsten. Prioritaire beleidsdoelstellingen zijn beleidsdoelstellingen die voor het bestuur zo belangrijk zijn dat ze een uitgebreide inhoudelijke (via actieplannen en acties) en financiële rapportering rechtvaardigen en omwille van hun belang ook expliciet ter goedkeuring aan de raad moeten worden voorgelegd. Welke en hoeveel beleidsdoelstellingen prioritair zijn, bepaalt het bestuur helemaal zelf. Niet alles wat het OCMW doet, moet vervat worden in prioritaire beleidsdoelstellingen. Wat geen prioritaire beleidsdoelstelling is, hoort bij het ‘overige beleid’. Bij een beleidsdoelstelling horen ook altijd actieplannen. Die geven aan wat het bestuur zal ondernemen om de beleidsdoelstelling te realiseren met ook een raming van de jaarlijkse ontvangsten en uitgaven die eraan verbonden zijn.
6
II.
STRATEGISCHE NOTA
OCMW Kortenaken zet in deze nota de krijtlijnen uit voor het beleid de komende 6 jaren. Uitgangspunt blijft de missie en de visie van het OCMW, gesteund op de waarden waarvoor wij staan nl. Missie: Het OCMW van Kortenaken engageert zich om duurzaam bij te dragen tot het welzijn van haar inwoners. Zij bouwt haar maatschappelijke dienstverlening kwaliteitsvol uit, met prioritaire aandacht voor de meest kwetsbaren en de ouderen. Deze dienstverlening moet losstaan van iedere filosofische, politieke en ideologische overtuiging. Visie: We zorgen voor een goede maatschappelijke dienstverlening. Dit betekent: - we staan in voor de optimalisering van onze sociale dienstverlening op het vlak van (kans-) armoedebestrijding, schuldhulpverlening, arbeidsbegeleiding en gezins- en ouderenzorg - we willen de achterstelling in rechten van onze cliënten ongedaan maken door hen te wijzen op hun plichten en rechten en door hen kansen aan te reiken om hun competenties (verder) te ontwikkelen - we verzekeren dat iedereen een gelijke toegang krijgt tot het recht op een menswaardig bestaan door de toegankelijkheid van de sociale dienst- en hulpverlening te verbeteren - we willen aan de senioren de kans bieden om zo lang mogelijk in hun eigen vertrouwde thuisomgeving te blijven wonen - we verlenen de burger op een kwaliteitsvolle, correcte en snelle manier onze diensten, rekening houdend met zijn noden en wensen. Elke vraag wordt als uniek beschouwd en verdient de nodige aandacht. We doen dit met competente en creatieve medewerkers. Waarden: Bij het vervullen van de missie, neemt het OCMW volgende waarde voor ogen: - Samenwerking en collegialiteit: collegialiteit, samenwerking en transparantie staan centraal. Om tot goede resultaten te komen werken onze medewerkers als een team samen - Tact, discretie, integriteit en respect: De relaties tussen cliënt, medewerker en beleidsniveau zijn gebaseerd op eerlijkheid, respect, objectiviteit en neutraliteit. Eerlijke feedback en wederzijds vertrouwen zien wij als basis van een goede samenwerking. De medewerkers en het beleidsniveau respecteren het beroepsgeheim. - Professionaliteit: In ons streven naar een kwaliteitsvolle maatschappelijke dienstverlening handelen onze medewerkers en beleidsverantwoordelijken steeds met kennis van zaken en nemen verantwoordelijkheid voor de genomen beslissingen. - Loyaliteit: iedere medewerker en beleidsverantwoordelijke handelen vanuit algemeen aanvaarde sociale en ethische normen, zoals betrouwbaarheid, objectiviteit, gelijke behandeling en transparantie. - Transparant beleid: de organisatie heeft een heldere structuur waar duidelijke afspraken primeren, mede gedragen door actieve en passieve openbaarheid van bestuur.
7
Uit een omgevingsanalyse (zie apart document) zijn een aantal knelpunten naar voren gekomen. Hieruit werden diverse items gedetecteerd als aandachtspunten en opgenomen bij de prioritaire doelstellingen, daarnaast is er de ruime algemene werking van het OCMW, dat wordt vervat onder het ‘Overig beleid’.
8
A.Prioritaire doelstellingen 1. Strategische doelstelling 1: Het OCMW voert een participatief beleid Een participatief beleid betekent dat het OCMW aandacht schenkt aan de actieve betrokkenheid van haar stakeholders in de besluitvormingsprocessen. 1.1.
Operationele doelstelling: Het OCMW faciliteert de inbreng van de doelgroepen waarvoor wordt gewerkt, in casu de senioren, de cliënten van de sociale dienst en de cliënten van de thuisdiensten
1.1.1. Elke doelgroep wordt bevraagd naar zijn behoeften en ervaringen met de dienstverlening van het OCMW 1.1.1.1. Het ouderenbehoefte-onderzoek van prof. Verté van 2007 wordt herhaald in 2014 Indicator: Er is een nieuw ouderenbehoefte onderzoek georganiseerd in 2014. Verklaring: In 2007 werd er in Kortenaken een grootschalig ouderenbehoefte onderzoek gehouden op initiatief van de provincie Vlaams-Brabant, in samenwerking met prof. Verté van de VUB. Dit onderzoek leverde bruikbare resultaten op voor het OCMW; dit onderzoek resulteerde o.m. in de aanwerving van een mobiele ambtenaar en een ambtenaar voor senioren, het overhevelen van het seniorenbeleid naar het OCMW en de start met een seniorenblad ‘de PlussersPost’. Het is echter van belang voor het OCMW om te weten of de knelpunten die toen uit het onderzoek naar voren kwamen al verbeterd zijn. Op 7 jaren zou er een evolutie merkbaar moeten zijn en dat willen we graag weten. Prof. Verté is bereid tot herhalingsonderzoeken. Wij zouden ons daarvoor dan ook kandidaat willen stellen. Kostprijs: De enquête wordt bedeeld en terug opgehaald door vrijwilligers. Deze mensen kunnen hiervoor in de bloemetjes worden gezet. De resultaten moeten ingegeven worden in een Excel bestand. De voorbije keer werd hiervoor een jobstudent ingezet. Dit kan nu gebeuren met een vrijwilliger. Aldus is te voorzien in 2014: 1 500 euro voor de vrijwilligers (voor het ingeven van de cijfers en een attentie voor de vrijwilligers die de enquêtes bedelen en terughalen). 1.1.1.2.
9
Er komt een denkdag voor senioren in 2016 met het oog op een tussentijdse evaluatie van de realisaties in de lopende legislatuur Indicator: Er is een denkdag georganiseerd in 2016. Verklaring: In 2012 organiseerde het OCMW voor het eerst een denkdag voor senioren. Er werd gepeild naar hun bekommernissen, behoeften, wensen. Dit alles wordt meegenomen in de huidige meerjarenplanning (zie omgevingsanalyse en strategische nota). Het is wenselijk om halverwege de legislatuur te
evalueren waar we staan en hoe de doelgroep dit ervaart. Daarom zal in 2016 een nieuwe denkdag worden georganiseerd voor de senioren. Kostprijs: via receptiekosten (koffie en taart)
10
1.1.1.3.
Er wordt een knelpuntenonderzoek georganiseerd inzake mobiliteit in de gemeente voor senioren in 2015 Indicator: Er is een knelpuntenonderzoek gehouden in 2015. Verklaring: Onze gemeente biedt aan senioren heel wat mogelijkheden om te bewegen: er zijn talrijke fiets- en wandelpaden. Uit een bevraging bij de senioren is echter gebleken dat deze fiets- en wandelpaden niet altijd aangepast zijn aan de beperkingen van senioren. Om de problemen op dit vlak in de gemeente in kaart te brengen willen we in 2015 een knelpuntenonderzoek doen samen met de senioren; zo kunnen we de pijnpunten in kaart brengen. Samen met de senioren zullen fiets- en wandelpaden bezocht worden; ook personen in een rolstoel worden hierbij betrokken. Hun voorstellen worden gebundeld. Kostprijs: via personeelskosten
1.1.1.4.
Jaarlijks zijn er bijeenkomsten gebruikers en mantelzorgers (thuisdiensten) Indicator: Er zijn jaarlijks bijeenkomsten van de gebruikers en mantelzorgers Verklaring: Ingevolge het woonzorgdecreet dient het OCMW de inspraak van de gebruikers te organiseren. Dit wordt gedaan door het samenbrengen van zorgbehoevenden en hun mantelzorgers. Zij krijgen dan de gelegenheid om hun bevindingen omtrent de werking van de dienst kenbaar te maken; tevens wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om uitleg te verschaffen rond actuele thema’s die voor deze doelgroep van belang kunnen zijn. Kostprijs: via receptiekosten (koffie en taart)
1.1.1.5.
Er wordt een tevredenheidsmeting gehouden bij cliënten van de sociale dienst in 2018 Indicator: Er wordt een tevredenheidsmeting gehouden bij het cliënteel van de sociale dienst in 2018 Verklaring: In 2012 werd een tevredenheidsonderzoek gehouden bij de cliënten van de sociale dienst. Hiervoor wordt verwezen naar de omgevingsanalyse. Het is wenselijk dit onderzoek na 6 jaar te herhalen. Kostprijs: via personeelskosten
1.1.2. Van uitgevoerde tevredenheidsonderzoeken worden de resultaten geïmplementeerd 1.1.2.1. De resultaten van het ouderenbehoefte onderzoek van prof. Verté worden door verbeteringsprojecten geïmplementeerd Indicator: De Raad neemt in 2015 een beslissing inzake het invoeren van verbeterprojecten ten gevolge van het ouderenbehoefte onderzoek van prof. Verté. Verklaring: Het onderzoek zal werkpunten aan de oppervlakte brengen. Hiervoor worden verbeterprojecten uitgewerkt. Kostprijs: via personeelskosten
11
1.1.2.2.
De resultaten van de denkdag voor senioren worden ter kennis gebracht aan de bevoegde schepenen met het oog op bijsturing van het beleid Indicator: Het OCMW stuurt binnen de maand na de denkdag een schrijven naar de bevoegde schepenen met vermelding van de opmerkingen van de senioren. Verklaring: De voorstellen en bemerkingen worden gebundeld en bezorgd aan de bevoegde schepenen. Kostprijs: via personeelskosten
1.1.2.3.
De resultaten van het knelpuntenonderzoek worden ter kennis gebracht aan de bevoegde schepenen met het oog op bijsturing van het beleid Indicator: Het OCMW stuurt binnen de twee maand na het knelpuntenonderzoek een schrijven naar de bevoegde schepenen met vermelding van de vaststellingen. Verklaring: De voorstellen en bemerkingen worden gebundeld en bezorgd aan de bevoegde schepenen. Kostprijs: via personeelskosten
1.1.2.4.
De inbreng vanuit de jaarlijkse bijeenkomsten van gebruikers en mantelzorgers worden ter kennis gebracht van de raad met het oog op doorvoeren van verbeterprojecten Indicator: De maand na de gebruikersbijeenkomst bespreekt de raad de resultaten van de opmerkingen geformuleerd tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van gebruikers en mantelzorgers en neemt een beslissing inzake verbeterprojecten. Verklaring: De Raad bespreekt de resultaten en neemt een beslissing inzake verbetervoorstellen. Kostprijs: via personeelskosten
1.1.2.5.
De resultaten van het onderzoek bij cliënten van de sociale dienst in 2018 worden meegenomen voor de opmaak van het nieuwe meerjarenplan. Indicator: De resultaten van het tevredenheidsonderzoek worden door de secretaris opgenomen in het ontwerp van meerjarenplanning op te maken in 2019. Verklaring: Deze items maken deel uit van een nieuw op te maken meerjarenplan. Kostprijs: via personeelskosten
2. Strategische doelstelling 2: Het OCMW voert een proactief beleid Een proactief beleid houdt in dat het OCMW anticipeert op situaties, handelt en probeert de toekomstige situaties in gunstige zin te sturen. 2.1.
Operationele doelstelling: Het OCMW vermindert de administratieve rompslomp bij de behandeling van aanvragen en benadert mogelijke begunstigden van een maatregel zelf
2.1.1. De tussenkomsten die het OCMW momenteel geeft worden doorgelicht met het oog op administratieve vereenvoudiging van de afhandeling 2.1.1.1. Mantelzorgpremie Indicator: Het systeem van toekenning van een mantelzorgpremie is doorgelicht in 2015. Verklaring: In het kader van proactief werken en administratieve vereenvoudiging, wordt het systeem van aanvraag van een mantelzorgpremie bekeken met het oog op en vlotte aanvraag en afhandeling hiervan. Er wordt een rapport hierover opgemaakt en voorgelegd aan de raad ter beslissing in 2015. Kostprijs: via personeelskosten 2.1.1.2.
12
Verwarmingstoelage Indicator: Het systeem van toekenning van een verwarmingstoelage is doorgelicht in 2015. Verklaring: In het kader van proactief werken en administratieve vereenvoudiging, wordt het systeem van aanvraag van een verwarmingstoelage bekeken met het oog op en vlotte aanvraag en afhandeling hiervan. Er wordt een rapport hierover opgemaakt en voorgelegd aan de raad ter beslissing in 2015. Kostprijs: via personeelskosten
2.1.1.3.
Tussenkomsten socio-culturele participatie Indicator: Het systeem van toekenning van een tussenkomst in het kader van socio-culturele participatie is doorgelicht in 2015. Verklaring: In het kader van proactief werken en administratieve vereenvoudiging, wordt het systeem van aanvraag van tussenkomst in het kader van socio-culturele participatie bekeken met het oog op en vlotte aanvraag en afhandeling hiervan. Er wordt een rapport hierover opgemaakt en voorgelegd aan de raad ter beslissing in 2015. Kostprijs: via personeelskosten
2.1.2. Het OCMW begeleidt mensen in moeilijke situaties teneinde hen hulp te verlenen op administratief en ander vlak 2.1.2.1. Een maatschappelijk assistent doet 3 maanden na een overlijden een huisbezoek bij de nabestaanden teneinde te peilen of het OCMW kan helpen op administratief of ander vlak Indicator: De lijst van nabestaanden van overleden personen in een jaar is afgewerkt. Verklaring: Na een overlijden zitten nabestaanden met heel wat vragen en administratieve beslommeringen. Het OCMW kan hierbij hulp bieden. Daarom zal vanaf 2014 een systeem opgestart worden waarbij nabestaanden worden aangeschreven om hulp van het OCMW aan te bieden en dit 3 maanden na het overlijden. Om de werklast beheersbaar te houden wordt ervoor geopteerd om de doelgroep als volgt af te bakenen: er wordt niet langs gegaan bij nabestaanden indien de overledene weduwe of weduwnaar was, ongehuwd of gescheiden m.a.w. wanneer het een alleenstaande betrof. In deze gevallen blijft er immers geen partner achter in Kortenaken. Het is niet de bedoeling dat verdere nabestaanden worden opgezocht. Ook nabestaanden van bewoners van het rusthuis zullen niet worden bezocht; in het rusthuis is er immers een sociale dienst die ook de nodige ondersteuning kan geven. Voorts wordt er een opsplitsing gemaakt als volgt: dossiers van overledenen van 65 jaar en ouder zijn voor de mobiele ambtenaar; de andere dossiers zijn voor een maatschappelijk assistent van de sociale dienst. Kostprijs: via personeelskosten
13
3. Strategische doelstelling 3: Het OCMW zorgt voor een toegankelijke dienstverlening met respect voor de privacy van het cliënteel Een toegankelijke dienstverlening houdt in dat het OCMW voldoende bereikbaar is en aandacht schenkt aan een verzorgd onthaal van de cliënten. Cliënten worden te woord gestaan in een begrijpbare taal en krijgen duidelijke en bruikbare informatie. Indien nodig, wordt er gericht doorverwezen. 3.1.
Operationele doelstelling: Het OCMW zorgt ervoor dat het gebouw fysisch optimaal toegankelijk is voor het cliënteel
3.1.1. Er wordt advies van derden gevraagd inzake het optimaal toegankelijk maken van het OCMW-gebouw 3.1.1.1. Aan de provincie Vlaams-Brabant wordt een toegankelijkheidsadvies gevraagd omtrent het OCMW-gebouw Indicator: er is een toegankelijkheidsadvies van de Provincie Kostprijs: nihil 3.1.2. Aanpassingen aan het OCMW-gebouw worden doorgevoerd. Indicator: het OCMW-gebouw is aangepast cfr. het advies van de Provincie Kostprijs: geraamd bedrag is € 55 000 (te betalen door de gemeente)
3.2.
Operationele doelstelling: Het OCMW zorgt ervoor dat het OCMWgebouw optimaal de privacy van de bezoekers en cliënten garandeert
3.2.1. Er wordt advies van derden gevraagd inzake het optimaal garanderen van de privacy van de gebruikers in het OCMW-gebouw 3.2.1.1. Aan de provincie Vlaams-Brabant wordt aansluitend op het toegankelijkheidsadvies gevraagd naar een advies inzake herinrichting van het OCMW-gebouw met aandacht voor de privacy van de bezoekers Indicator: er is een advies van de Provincie Kostprijs: nihil 3.2.2. Aanpassingen aan het OCMW-gebouw worden doorgevoerd Indicator: het OCMW-gebouw is aangepast cfr. het advies van de Provincie Kostprijs: geraamd bedrag is € 55 000 (te betalen door de gemeente)
14
B.Overig beleid B.1. Aandacht voor een kwalitatieve dienstverlening Het OCMW heeft de voorbije jaren aandacht besteed aan de laagdrempeligheid van haar dienstverlening. Het onthaal werd aangepast en het digitaal sociaal huis vond ingang. Dit laatste houdt in dat er een online catalogus van sociale dienstverlening aangeboden wordt. De burger kan deze catalogus bekijken alsof het een gewone website is en zich informeren over welke diensten een OCMW aanbiedt, wat de diensten inhouden, en tot wie hij zich moet wenden voor meer informatie of voor een aanvraag. Op die manier kan een aanvrager sneller en adequater geholpen worden en desgevallend gerichter worden doorverwezen. Inzake het digitaal sociaal huis is er in 2013 een wijziging doorgevoerd in die zin dat VERA (= Vlaams Brabants Extranet voor openbare besturen) met deze dienst verlening stopte en het beheer van het digitaal sociaal overdroeg naar een andere firma. Deze overgang verliep probleemloos; de productencatalogus werd uitgebreid, waardoor nu ook producten en diensten van de gemeente in het aanbod zijn opgenomen. Inzake het onthaal is het belangrijk dat er tijdens de openingsuren van het OCMW steeds een persoon aanwezig is. Om afwezigheden van de onthaal bediende op te vangen, zal daarom worden gewerkt met een beurtrol van de maatschappelijk assistenten. Het OCMW is elke voormiddag geopend; in de namiddag kan men er terecht mits het maken van een afspraak. De sluiting op namiddag moet de maatschappelijk assistenten toelaten op dat moment huisbezoeken te plannen. T.a.v. de cliënten moet het belang van het maken van een afspraak benadrukt worden. Vrijdagnamiddag is het OCMW, net zoals de gemeente, niet open. Er is een avondzitting elke 2de en 4de maandag van de maand tussen 18u en 20u. Hiervan wordt slechts beperkt gebruik gemaakt. Het geeft de sociale dienst wel de mogelijkheid cliënten op afspraak te laten komen die dit overdag niet kunnen. De regeling inzake openingsuren heeft zijn deugdelijkheid bewezen en zal daarom behouden worden. Het onthaal van het OCMW heeft ook zijn nadelen. Uit tevredenheidsonderzoeken is immers gebleken dat cliënten klagen over een respect aan privacy. In drukke periodes is het onthaal bovendien te klein. Daarom is een aanpassing nodig. Hiervoor wordt er verwezen naar de prioritaire doelstellingen. Een kwalitatieve dienstverlening houdt ook in dat het OCMW aandacht heeft voor duidelijke communicatie met een eenvoudig taalgebruik. Tevens dient ervoor gewaakt te worden dat de juiste informatiekanalen en informatietechnieken worden gehanteerd. De voorbije legislatuur werd de huisstijl van het OCMW aangepast. Deze huisstijl wordt consequent gehanteerd in briefwisseling, folders, ... Het OCMW wil blijvend aandacht schenken aan een goed communicatiebeleid. Daarom zal voor elke publicatie de oefening gemaakt worden naar de correctheid van het taalgebruik en de aangepastheid van de teksten aan het doelpubliek. Het OCMW kan hiervoor beroep doen op de communicatieambtenaar van de gemeente. Het OCMW kan de ogen niet sluiten voor de recente ontwikkelingen inzake de nieuwe sociale media: facebook, twitter, … Het is niet evident dat een OCMW deze media hanteert. De problematieken die in een OCMW aan bod komen zijn immers delicaat en er moet over gewaakt worden dat de geheimhoudingsplicht te allen tijde wordt gerespecteerd.
15
Anderzijds zijn er meer en meer cliënten die deze communicatiemiddelen (willen) hanteren. Daarom zal in deze legislatuur de denkoefening gemaakt worden naar de mogelijkheden van het OCMW op dit vlak en naar de wenselijkheid om de sociale media te hanteren. De gemeente heeft voor haar vrijetijdsdiensten de stap naar facebook al gezet. Om die reden zal op hun expertise op dit vlak een beroep worden gedaan bij de evaluatie door het OCMW. Ook hier kan de communicatieambtenaar van de gemeente een rol spelen. Meten is weten! Kwaliteit van de dienstverlening kan maar gegarandeerd worden als je als OCMW een deugdelijk intern controlesysteem hebt. In samenwerking met de firma CC Consult heeft het OCMW de voorbije jaren een intern controlesysteem opgezet waarbij alle procedures in het OCMW werden uitgeschreven (met het oog op controle). Het is wenselijk om het organisatiehandboek met al deze procedures digitaal ter beschikking te stellen. Hierdoor is het voor alle medewerkers makkelijker consulteerbaar; bovendien wordt het een meer bruikbaar werkinstrument. Het digitaal ter beschikking stellen van dit organisatiehandboek brengt een jaarlijkse kostprijs met zich mee van € 550. Het OCMW zal bovendien zichzelf als organisatie systematisch evalueren. Een zelfevaluatie zorgt ervoor dat de organisatie verder evolueert, wordt bijgeschaafd en wordt verbeterd. Conform het woonzorgdecreet en het OCMW-decreet toont de organisatie via deze zelfevaluatie minimaal aan: hoe ze op systematische wijze gegevens verzamelt en registreert over de kwaliteit van de dienstverlening; hoe ze deze gegevens aanwendt om (kwaliteits)doelstellingen te formuleren; hoe ze de risico’s binnen het OCMW kan beheersen door de risico’s te minimaliseren en de performantie te verbeteren waar ze nog niet behaald wordt; welk stappenplan met tijdspad ze opstelt om de doelstellingen te bereiken. Een zelfevaluatie biedt de mogelijkheid om via reflectie te komen tot concrete verbeteringen. Even belangrijk is dat een dialoog tot stand komt doorheen de hele organisatie. Zo kan de zelfevaluatie aan de basis liggen van een verbeterdynamiek en cultuurwijziging waarin meten, bespreken en verbeteren vanzelfsprekend worden. Het zelfevaluatiesysteem brengt de knelpunten op organisatie- en dienstniveau in kaart. Eenmaal deze geïdentificeerd zijn, kan men overgaan tot het ontwikkelen van een aantal concrete acties en verbeterprojecten die zullen bijdragen tot een betere organisatiebeheersing en –ontwikkeling. Hiervoor gaan we uit van een risicoanalyse die gebaseerd is op een gestructureerde zelfevaluatie. De methodiek die wij hanteren bij deze zelfevaluatie, is gebaseerd op het CAF- en EFQM model. Het Common Assessment Framework (CAF) is een instrument voor totale kwaliteitszorg in de publieke sector. Het is een eenvoudig model waarmee overheidsdiensten op een gestructureerde wijze een zelfevaluatie kunnen uitvoeren. Hetzelfde geldt voor het EFQM-model: de European Foundation for Quality Management, werd in 1988 opgericht door veertien grote Europese bedrijven. Zij stelden zich tot doel om een voortdurende uitmuntendheid te bereiken in de Europese economie. Het EFQM Excellence 2000-model is een praktisch en eenvoudig model waarmee organisaties een zelfevaluatie kunnen uitvoeren. Op basis van de zelfevaluatie en de risicoanalyse selecteert het management de verbeterprojecten voor de komende jaren.
16
Deze werkwijze zal verder gehanteerd worden dit in samenwerking met het consultantbedrijf CC Consult. Hiervoor wordt ereloon voorzien.
17
B.2. Faciliteren van de maatschappelijke tendens inzake stijgende vraag naar thuiszorg. We worden alsmaar ouder. Maar, met de leeftijd, stijgt ook de zorgbehoefte. Alle voorzieningen ten spijt, is het bovendien zo dat senioren liefst zo lang mogelijk in hun eigen huis blijven. Dit is enkel maar mogelijk dankzij goed uitgebouwde thuiszorgdiensten. OCMW Kortenaken heeft hierin een jarenlange expertise opgebouwd. De meest courante thuiszorgdiensten worden (al da niet in samenwerking met derden) aangeboden aan de inwoners van onze gemeente: poetsdienst, gezinszorg en aanvullende thuiszorg, klusjesdienst, groendienst, maaltijden aan huis, personenalarm, minder mobielen centrale. Het is de bedoeling dat deze diensten blijvend verder worden aangeboden. Vlaanderen heeft met het woonzorgdecreet van 13 maart 2009 de krijtlijnen voor het thuiszorgbeleid krachtig uitgetekend. Voor de diensten gezinszorg werd vooropgesteld dat men min. over 10 voltijdse equivalenten personeelsleden moet beschikken. OCMW Kortenaken voldoet hieraan (11,60 voltijdse equivalenten). Nochtans zal de piste van de schaalvergroting mogelijkerwijze op ons afkomen. Wellicht zullen er deze legislatuur hiervoor ook vragen komen van buurgemeenten. Een ev. een samenwerking met buurgemeenten (die niet voldoen aan de personeelsnorm) dient dossier per dossier bekeken te worden. Het is alleszins zo dat een ev. samenwerking voor OCMW Kortenaken ook voordelen moet opleveren en dat de administratieve verplichtingen hierrond beperkt moet blijven. Inzake thuiszorg heeft Vlaanderen ook de weg ingeslagen van een ver doorgedreven digitalisering. Zo werd overgestapt naar het systeem van VESTA: dit is een systeem van elektronische gegevensuitwisseling tussen de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg en de diensten voor logistieke hulp enerzijds, en het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid anderzijds. De doelstellingen van Vesta zijn:
de subsidiëring van de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg en de diensten voor logistieke hulp verbeteren door een efficiënte en snellere uitbetaling van de subsidies aan die diensten; (beleids)informatie verzamelen op basis van de gegevens over het personeel en de gebruikers van die diensten en op basis van de berekende subsidies.
Via Vesta wil de Vlaamse Regering ook de berekening van de cliëntbijdrage vereenvoudigen. De nieuwe berekeningswijze zal alle gegevens nodig voor de berekening digitaal ophalen in de databanken van de overheidsinstanties. Op die manier zal voor elke cliënt automatisch de cliëntbijdrage kunnen worden berekend en dit enkel op basis van zijn INSZ-nummer. De verantwoordelijke van de thuiszorgdiensten zal deze berekening bijgevolg niet meer manueel moeten doen. Voor de implementatie van dit systeem werd in het OCMW in 2013 de software van het pakket van de thuisdiensten aangepast. Wellicht moet dit gebruikt worden vanaf 2014. Hiervoor wordt gewacht op instructies van Vlaanderen. Het is de bedoeling dat op termijn ook andere diensten dan gezinszorg en aanvullende thuiszorg worden toegevoegd aan Vesta, zodat ook hier de gebruikersbijdrage automatisch kan worden berekend. Hierbij wordt gedacht aan de poetsdienst en de klusjesdienst.
18
Het systeem van de automatische bijdrageberekening via Vesta zal worden ingevoerd zodra er duidelijkheid is over de tarieven voor gezinszorg een aanvullende thuiszorg. De sector is al jaren vragende partij om deze (erg lage) tarieven te herzien. Dit zal dan nu gebeuren. De invoering van de automatische bijdrageberekening via Vesta voor de poetsdienst en de klusjesdienst zal voor gevolg hebben dat er ook vastgelegde tarieven voor de poetsdienst en de klusjesdienst zullen gehanteerd moeten worden. Tot nu kon het OCMW deze tarieven vrij bepalen. Wat dit alles voor direct gevolg zal hebben voor het OCMW is moeilijk in te schatten. De tarieven van de thuisdiensten zullen wellicht in het algemeen verhogen. Wat zullen de nieuwe tarieven zijn? Gaan er hierdoor cliënten afhaken? Aansluitend hierop is er het item van de maximumfactuur in de thuiszorg. Overeenkomstig het woonzorgdecreet (zie hoger) moet een systeem van maximumfactuur in de thuiszorg ingevoerd worden. Die moet ervoor zorgen dat thuiszorg voor iedereen betaalbaar blijft. De maximumfactuur bepaalt dat iemand nooit meer dan een bepaald bedrag aan eigen bijdragen moet betalen, hoe hoog de rekening ook is. Boven dat plafond moet de gebruiker niet meer betalen voor de thuiszorg en kan hij de gebruikersbijdragen terugvorderen van zijn zorgkas. Het maximumbedrag zal afhangen van het inkomen van de gebruiker. De maximumfactuur zal gelden voor de eigen bijdragen voor gezinszorg, poetshulp, karweihulp, professionele en vrijwillige oppas. De Vlaamse overheid voorziet een uitbreiding van het systeem tot de hele woonzorg. Het systeem moest ingang vinden tegen 1 januari 2013, maar werd om wellicht budgettaire redenen uitgesteld. Het is immers zeer moeilijk om de financiële impact van de maatregel voor Vlaanderen in te schatten. De invoering zal er wellicht ook niet komen in 2014 aangezien dit een verkiezingsjaar is. De uiteindelijke invoeringsdatum kon ook door de VVSG (Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten) nog niet bevestigd worden. Wat de impact voor het OCMW zal zijn is alleszins nog onduidelijk. Gaan cliënten niet meer hulp aanvragen van zodra ze in een bepaald jaar aan hun maximumfactuur gekomen zijn: de dienstverlening wordt voor hen dan immers gratis, vermits ze een terugbetaling krijgen van hun zorgkas. Ook hier meer vragen dan antwoorden. Wat wel zeker is dat dit dossier voor de werking van de thuisdiensten van het OCMW gevolgen zal hebben. Het Vesta-systeem zal zijn volledige implementatie moeten krijgen. De kostprijs van dit systeem zit vervat in de onderhoudsbijdrage voor de hard- en software. Vermits de bijdrage van de cliënten niet meer manueel moet berekend worden, zal het jaarlijks huisbezoek bij de cliënten van de thuisdiensten een andere invulling moeten krijgen. Het is wenselijk om dit jaarlijks bezoek te laten doorgaan en bij de cliënten te peilen naar de tevredenheid inzake de dienstverlening en de ev. nood aan bijsturing in het dossier. Het woonzorgdecreet voorziet de inzet van logistieke hulp bij de cliënten van de dienst gezinszorg voor het uitvoeren van de poetstaken. Concreet betekent dit dat bij een cliënt van de dienst gezinszorg een logistiek medewerker zal moeten zorgen voor het uitvoeren van de poetstaken. Dit zal zorgen voor een stijging van de vraag naar logistieke hulpverlening. Daarbij mag niet uit het oog verloren worden dat de medewerkers van de dienst gezinszorg optimaal kunnen worden ingezet, opdat we zouden blijven voldoen aan het vereist aantal min. medewerkers van 10 voltijdse equivalenten. Het woonzorgdecreet voorziet een uitzondering ivm de inzet van logistiek personeel nl. in die dossier waar door de aard en complexiteit van de zorg de inzet van een verzorgende nodig is.
19
Concreet kan het OCMW in een complex zorgdossier enkel een verzorgend personeelslid sturen die dan ook de poetstaken op zich zal moeten nemen. Dit dient wel gemotiveerd te worden. De thuiszorgverantwoordelijke zal de dossiers gezinszorg en aanvullende thuiszorg geval per geval moeten bekijken op dit vlak en ter beslissing voorleggen aan de raad of het vast bureau. Het Woonzorgdecreet legt de diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg ook de verplichting op om prestaties te leveren in het weekend of na 16u30. Personeel dat nieuw in dienst komt zal daarom aangeworven worden met een variabel uurrooster. Het in dienst zijnde personeel kan dit enkel doen op vrijwillige basis en mits compensatie overeenkomstig de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement (prestaties op zaterdag, zondag, na 22u, …). Het is wel de bedoeling dat deze dienstverlening slechts uitzonderlijk gebeurt nl. bij die cliënten waar er geen mantelzorgers zijn of waar die tijdelijk niet beschikbaar is, in palliatieve zorgsituaties, … Ook hier zal de raad moeten evalueren. Thuiszorg heeft grenzen. In sommige gevallen is het onontbeerlijk dat de professionele thuiszorg wordt aangevuld met deels residentiële zorg en dit via dagopvang. In september 2012 is de nieuwe regelgeving inzake de autonome dagopvang gecommuniceerd aan de sector door min. Vandeurzen. De deadline voor indiening was 17/12/2012. Landelijke Thuiszorg heeft deze mogelijkheid aangegrepen om in Kortenaken met een dergelijke opvang te starten. Er werd een woning ingehuurd in de Rectorijstraat op de Ransberg (inhuring van een particulier). De dagopvang in Kortenaken biedt plaats aan 10 personen en zou in principe starten eind 2013. Door de goedkeuring van dit dossier heeft een OCMW geen mogelijkheid om zelf te starten met een dergelijke opvang. Landelijke Thuiszorg vroeg wel naar een samenwerking met het OCMW. In raadszitting van 28.10.2013 werd beslist dat het OCMW vanuit de thuiszorgdiensten naar de dagopvang zal doorverwijzen en dat gerechtigden op de minder mobielen centrale deze kunnen gebruiken voor vervoer naar en van de dagopvang. Landelijke Thuiszorg biedt aan om in geval van samenwerking prioriteit te geven aan de inwoners van de gemeente bij volledige bezetting van de dagopvang; als er geen samenwerkingsovereenkomst is, geeft men prioriteit op basis van zorgbehoevendheid. Zoals hoger vermeld is het OCMW voor de dienst gezinszorg en aanvullende thuiszorg afhankelijk van Vlaanderen voor wat betreft de werking en de prijszetting. Wellicht wordt dit ook het geval voor de poetsdienst en de klusjesdienst. De tarieven zullen hiervoor door de hogere overheid bepaald worden. Wat met de overige thuisdiensten? Inzake de dienst maaltijden, bepaalt het OCMW zelf de tarieven; deze zijn al jaren ongewijzigd en bedragen € 4,71 of € 4,96. Uit een vergelijking met naburige OCMW’s is gebleken dat dit lage tarieven zijn. Een aanpassing is dan ook wenselijk. Daarbij zal rekening gehouden worden met bescherming van de laagste inkomens. Het bedrag van € 4,71 wordt verhoogd tot € 5,50 en het bedrag van € 4,96 gaat naar € 6,00. Het OCMW bedeelt per jaar ongeveer 12 000 maaltijden; slechts 13% van de cliënten betaalde het tarief van 4,71. Er wordt daarom gerekend aan een meeropbrengst van gemiddeld € 1 voor 10 000 maaltijden, zijnde € 10 000.
20
Voor de groendienst wordt er momenteel samen gewerkt met Landelijke Thuiszorg. Zij hanteren een tarief van € 16,50/u (hierin zit alles vervat: verplaatsingskosten, uurloon, afvoerkosten naar het containerpark). Inzake de groendienst werd er in het verleden samen gewerkt met Boerderij De Brabander. Zij waren met deze dienstverlening gestopt om reden van het wegvallen van subsidies. De Brabander deed echter een nieuw voorstel voor de groendienst i.s.m. VZW De Winning. De nieuwe samenwerking met De Brabander werd door de raad goedgekeurd op 23.09.2013. Voor het OCMW biedt dit een meerwaarde , omdat het aspect van de sociale tewerkstelling dan mede ondersteund wordt. De Winning wil immers mensen die moeilijk tewerk te stellen zijn in het normale economisch circuit bij hen in dienst nemen. Hun prijs per uur bedraagt € 15,90. Bovendien beschikt de Winning over een uitgebreid machinepark dat zonder meerkost kan worden ingezet. Om die reden werd de samenwerking mat Landelijke Thuiszorg dan ook beëindigd en wordt er vanaf 01.01.2014 opnieuw gewerkt met De Brabander. Boerderij De Brabander wordt door het OCMW jaarlijks financieel ondersteund in hun werking met een bedrag van € 3 719. Dit bedrag wordt behouden. Het OCMW biedt ook de mogelijkheid aan voor het gebruik van een personenalarm. Dit systeem wordt ongewijzigd verder behouden. Inzake de minder mobielen centrale werkt het OCMW samen met Taxistop. Zij staan in voor de prijszetting, de verzekering, … Ook biedt taxistop administratieve ondersteuning aan het OCMW via het ter beschikking stellen van een web toepassing waarop eenvoudig ritten kunnen ingebracht worden. De kostprijs van deze samenwerking is beperkt nl. € 1 250/jaar. Per gereden kilometer wordt door het OCMW een vergoeding betaalt en een lidmaatschap. Hierdoor kan het OCMW van de diensten van Taxistop en hun verzekering voor de chauffeurs gebruik maken. Taxistop voorziet ook in een jaarlijkse ledenbijeenkomst voor de centrales. De minder mobielen centrale heeft zijn deugdelijkheid bewezen. Deze zal dan ook ongewijzigd worden verder gezet (zie verder in dit document ook nog de uiteenzetting omtrent de vrijwilligers). De minder mobielen centrale wordt sterk bevraagd en wel in die mate dat niet alle verzoeken kunnen ingewilligd worden. Niet alleen zijn er soms de toelatingsvoorwaarden die een hinderpaal zijn (bv. inkomen mag max. 2 keer het leefloon bedragen), soms zijn er ook fysische beperkingen (rolstoelgebruikers kunnen in een gewone personenwagen niet vervoer worden). Hiervoor kan een oplossing geboden worden door een samenwerking aan te gaan met de vzw Mobiel voor mensen met een mobiliteitsbeperking (gevestigd in Leuven). Deze vzw heeft 3 diensten: een dienst aangepast vervoer (voor rolstoelgebruikers), een minder mobielen centrale en een minibus (voor vervoer van meerdere personen tegelijkertijd). In het Hageland is er een groot vervoersaanbod voor mensen met een beperkte mobiliteit. Het is niet altijd eenvoudig om als gebruiker te weten bij welke vervoerder men het best terecht kan. Daaro heeft de vzw een vervoergids uitgegeven voor mensen met een beperkte mobiliteit. In de gids wordt een overzicht gegeven van alle vervoeraanbieders: zowel openbaar als privévervoer, regionaal en lokaal. Hij geeft ook meer informatie over ziekenvervoer en twee nieuwe projecten: de Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer en de website MeerMobiel. Ook de vrijwilligerswerking wordt in de kijker gezet. Die vormt immers de basis bij heel wat vervoerdiensten. De Mobiliteitscentrale Aangepast Vervoer Hageland is zelf geen vervoerdienst, maar heeft wel een informatie- en doorverwijsfunctie. De centrale zoekt naar de meest adequate oplossing voor de aanvrager. Er is een gratis infolijn : 0800/25735.
21
Deze dienst kan een waardevolle aanvulling betekenen voor het aanbod van het OCMW. De vzw vraagt voor ondersteuning van haar werking een tussenkomst aan het OCMW van 0,15 euro/inwoner; dit komt neer op € 1 170/ jaar. Dit zal vanaf 2014 worden toegekend. De thuiszorg met professionele zorgverleners kan de stijgende vraag maar aan, mits zij wordt aangevuld met vrijwilligers. OCMW Kortenaken heeft op dit vlak al een rijke ervaring. De minder mobielen centrale werkt met vrijwilligers, maar ook de verjaardagsbezoeken bij de 75-plussers gebeuren door vrijwillige inzet. Daarnaast is er ook de huiswerkbegeleiding en de pleeggrootouders (zie verder). Het OCMW is zich bewust van het belang van deze vrijwilligers: hun inzet is opmerkelijk en hun enthousiasme werkt aanstekelijk. Het OCMW wil zijn vrijwilligers daarom ondersteunen. Dit zal gebeuren door het geven van aangepaste vorming en het jaarlijks samenbrengen van deze mensen zodat hun ervaringen kunnen gedeeld worden en dat ze met vragen of bemerkingen bij iemand terecht kunnen. Maar, goed afspraken maken goede vrienden: daarom zal er voor de vrijwilligers een nieuwe afsprakennota worden opgemaakt in 2014. Zo weet iedereen wat er van mekaar (niet) mag verwacht worden. In de thuiszorg waardeert het OCMW ook sterk de inzet van nog een groep vrijwilligers nl. de mantelzorgers. Zonder hun dagelijkse inzet voor de zorgbehoevenden is thuiszorg vaak onmogelijk. Deze mantelzorgers wil het OCMW belonen door hen jaarlijks samen te brengen samen met de zorgbehoevende (zie ook hoger bij de prioritaire doekstellingen). De mantelzorgers krijgen bovendien een financieel ruggensteuntje door de jaarlijkse mantelzorgpremie; deze wordt behouden op 60 euro.
22
B.3. Kansen geven aan de meest kwetsbaren Het OCMW blijft in eerste instantie een organisatie die een taak heeft naar de maatschappelijk kwetsbaren uit onze samenleving. Alle evoluties ten spijt, zijn er ook in onze gemeente mensen die het financieel, maatschappelijk of sociaal moeilijk hebben. De valkuil van armoede is dan vaak niet ver weg. Om hieraan een antwoord te beiden heeft OCMW Kortenaken een sociale dienst die tal van diensten aanbiedt. De sociale dienst kan informatie en hulp verstrekken bij problemen i.v.m. de sociale zekerheid (mutualiteit, kinderbijslag, pensioen, werkloosheid,…). Ze geven tevens de nodige opvang en begeleiding bij problemen van psychische en/of sociale aard (overlijden, ziekte, handicap, relatieproblemen,…). In de mate van het mogelijke wordt de probleemsituatie zelf begeleid. Indien nodig echter, wordt de betrokkene doorverwezen naar een meer gespecialiseerde dienst. Het OCMW heeft tewerkstelling altijd beschouwd als een instrument om armoede te vermijden. Daarom worden cliënten begeleid bij het vinden van een gepaste tewerkstelling of opleiding. De middelen die hiervoor worden ingezet zijn arbeidstrajectbegeleiding en tewerkstelling in het kader van art.60§7 (dit houdt in dat het OCMW iemand zelf te werk stelt binnen de eigen diensten, hetzij hem/haar ter beschikking stelt aan derden of hem /haar te werk stelt in de sociale economie). Arbeidstrajectbegeleiding is zeer arbeidsintensief; dit kan daarom niet gedaan worden door de maatschappelijk assistenten van de sociale dienst wegens tijdsgebrek. Het OCMW opteerde op dit vlak voor een samenwerking met een cluster van andere OCMW’s nl. Tielt-Winge, Boutersem, Bekkevoort, Linter en Bierbeek. OCMW Kortenaken krijgt de beschikking over een maatschappelijk assistent die instaat voor de arbeidstrajectbegeleiding van onze cliënten en dit gedurende 2 dagen per week. Deze samenwerking heeft zijn deugdelijkheid bewezen en zal dan ook worden verder gezet. Hiervoor wordt € 4000/jaar voorzien. De sociale dienst kan verschillende vormen van financiële steun bieden , bv. leefloon, voorschotten op sociale uitkeringen, voorschotten op onderhoudsgeld, financiële steun,… De voorbije jaren is er een tendens van stijgende aanvragen op dit vlak. Hiervoor zullen de nodige middelen moeten worden voorzien de komende legislatuur. Het OCMW stelt vast dat veel gezinnen het financieel moeilijk hebben bij de start van een nieuw schooljaar: dan komen er heel wat schoolrekeningen binnen, naast de aankopen voor de start van het nieuwe schooljaar. Om hieraan enigszins tegemoet te komen werd er in 2012 aan deze gezinnen een tussenkomst gegeven (via de opbrengst van een door het OCMW georganiseerde rommelmarkt). Het is de bedoeling om deze tussenkomst meer structureel te maken. Daarom zal voorzien worden in een ‘septembertoelage’ voor schoolgaande kinderen. De toelage zal gegeven worden bij de start van het schooljaar en er zal een verschillende tussenkomst zijn naargelang het kinderen in de lagere school of het secundair onderwijs betreft. In 2014 zal dienaangaande een reglement worden uitgewerkt in overleg met de sociale dienst. Er wordt voor de tussenkomst een bedrag voorzien van € 1 500.
23
De POD Maatschappelijke Integratie voorziet jaarlijks in een tussenkomst voor de OCMW’s voor bevordering van de socio-culturele participatie van de OCMW-cliënten. Artikel 23 van de Grondwet voorziet dat iedereen kan deelnemen aan het culturele en sociale leven. Echter wordt vastgesteld dat dit bij mensen in armoede niet het geval is, vandaar dat de OCMW’s middelen ter beschikking krijgen die de mensen in armoede een steuntje in de rug moet geven zodat ze kunnen participeren aan het sociale en culturele leven. In het kader van de strijd tegen de kinderarmoede, hetgeen een prioriteit was in het Europees Jaar tegen armoede en sociale uitsluiting, wordt sinds 2010 een subsidie voorzien met specifieke aandacht voor kinderen die niet ten volle kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Het is van belang in hen te investeren zodat de cirkel van de armoede doorbroken wordt. Het OCMW heeft hiervoor een reglement van toekenning dat verder zal gehanteerd worden. De toekenning situeert zich op het vlak van lidkaarten, inkomkaarten, schoolkosten, …. De maximumprijs van huisbrandolie is de laatste jaren aanzienlijk gestegen. Daardoor lopen mensen met een laag inkomen het risico om in moeilijkheden te geraken. Daarom werd de vzw Sociaal Verwarmingsfonds opgericht. Het komt gedeeltelijk tussen in de betaling van de verwarmingsfactuur van personen die zich in een moeilijke situatie bevinden. Het Sociaal Verwarmingsfonds wordt gespijsd via een solidariteitsbijdrage op alle olieproducten die bestemd zijn voor verwarming (huisbrandolie en bulk propaangas). Het Sociaal Stookoliefonds komt tussen van 1 januari tot 31 december in de betaling van de stookoliefactuur van personen die zich in een moeilijke situatie bevinden. Zolang het fonds de middelen voorziet, doet het OCMW het nodige voor uitbetaling van de verwarmingstoelage. Dit is een financieel neutrale operatie voor het OCMW. Om de armoedebestrijding zo vroeg mogelijk aan te pakken, installeerde het OCMW het systeem van huiswerkbegeleiding. Voor sommige kinderen is huiswerk maken te moeilijk. Zij rekenen dan op hun ouders om te helpen. Maar ook dat lukt niet altijd. Als de niet de nodige ondersteuning kunnen bieden, zorgt dat vaak voor problemen. De kinderen zijn dan op zichzelf aangewezen, met alle gevolgen van dien. In die gevallen werkt huiswerk uitsluiting in de hand. Als er niet voldoende begeleiding is, maakt huiswerk het verschil tussen sterke en zwakke leerlingen groot. Met de huiswerkbegeleiding willen we alle kinderen voldoende kansen geven op een mooie toekomst. Daarom wordt dit initiatief verder gezet. De huiswerkbegeleiding wordt gegeven door vrijwilligers aan de kinderen uit de basisscholen van Hoeleden, Waanrode en Kortenaken. De vrijwilligers begeleiden kinderen bij het maken van hun huiswerk en betrekken de ouders in de huiswerktaken van de kinderen. Het OCMW zorgt voor een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid en arbeidsongevallen, kilometervergoeding, ondersteuning en begeleiding van de vrijwilligers. De vrijwilliger ontvangt een vergoeding van € 5 per keer. In het kader van armoedebestrijding werkt het OCMW ook al jaren rond diversiteit en dit in samenwerking met de scholen in Kortenaken. Wij willen de scholen aanmoedigen om ook bij jonge kinderen het item diversiteit bespreekbaar te maken. Mensen verschillen; iedereen is anders. Scholen die hierrond acties opzetten, kunnen rekenen op ondersteuning van het OCMW. Er wordt hiervoor € 3 000 voorzien. Een project dat eveneens in dit kader werd opgestart is pleeggrootouders. Kinderen van vreemde origine hebben vaak in hun thuisland hun grootouders moeten achter laten. Dit is pijnlijk; bovendien is dat een gemis. Het OCMW zoekt daarom voor hen ‘pleeggrootouders’: senioren die zich willen vrijmaken voor hun pleegkleinkinderen. Het betreft vrijwilligerswerk. Ook dit zal verder gezet worden.
24
Tenslotte organiseert het OCMW in het kader van armoedebestrijding jaarlijks een Sinterklaasfeest voor de kinderen van de cliënten van de sociale dienst. Voor deze mensen is het immers verre van evident om voor hun kinderen een Sinterklaasgeschenk te voorzien. Om dit voor hen ook mogelijk te maken, wordt een bijeenkomst voorzien, waarbij de kinderen (tot 12 jaar) een geschenk krijgen. Hiervoor wordt € 1500 voorzien. Meer en meer worden OCMW’s geconfronteerd met mensen die te maken hebben met een enorme schuldenlast. Het OCMW biedt deze personen volgende oplossingen aan: - budgetbegeleiding: ondersteuning en begeleiding van cliënten bij het beheer van hun budget - budgetbeheer: het OCMW neemt het volledige geldbeheer over - schuldbemiddeling: dienstverlening van het OCMW met het oog op het tot stand brengen van een afbetalingsregeling voor hun schulden (betalingsuitstel, intrestverlaging,…). Inzake schuldbemiddeling wordt er samen gewerkt met een advocaat. Het OCMW is zelf ook erkend als dienst voor schuldbemiddeling. Het OCMW staat ook in voor de opvang van kandidaat politiek vluchtelingen. In de eerste fase van de asielprocedure kan een OCMW opvang voorzien via het systeem van het lokaal opvanginitiatief. De vluchtelingen wonen in de gemeente waar het OCMW gelegen is en krijgen ondersteuning door middel van het aanbieden van een woonst en de toekenning van leef- en zakgeld. Daarnaast voorziet Fedasil nog een aantal andere verplichte tussenkomsten, zoals bv. inzake kledij, schoolkosten voor de kinderen, … Het OCMW van Kortenaken had 6 woningen die ressorteerden onder het lokaal opvanginitiatief. Door het dalend aantal asielaanvragen, werd in 2013 het aanbod inzake opvangplaatsen in Kortenaken sterk verminderd (daling van 29 plaatsen naar 10). Aldus bleven volgende woningen nog over: Dorpsplein 31 te Kortenaken (4 personen) Lapstraat 2 te Kortenaken (3 personen) Grote Vroente 13 te Waanrode (3 personen) In totaal zijn er aldus 10 opvangplaatsen. De subsidies die ontvangen worden bedragen aldus: - € 37,17/volwassene/dag x 6 personen x 360 dagen = € 80 287,20 - € 20,78/kind/dag x 4 kinderen x 360 dagen = € 29 923,20 - Totaal: € 110 210,40 > wordt afgerond op € 110 000 Wat betreft de uitgaven wordt er ook een evenredige vermindering doorgevoerd. Omdat nog slechts 1/3 van het oorspronkelijke contingent overblijft, wordt het uitgaveartikel ook verminderd en dit naar € 90 000. In de nieuwe bezetting gaan er minder kinderen zijn, waardoor de schoolkosten dalen; bovendien zijn de overblijvende woningen goed in orde en hebben we door de sluiting van LOI’s een overschot aan huishoudtoestellen. Het voorziene bedrag aan kosten wordt daarom € 82 000. In de tweede fase van de asielprocedure wordt financiële hulp toegekend door de OCMW’s. De vluchtelingen wonen dan, op eigen verzoek, in een door hen gekozen woning in een gemeente die niet altijd dezelfde is als die waar het OCMW gelegen is.
25
Het OCMW is echter verplicht huisvesting aan te bieden op het eigen grondgebied. De dossiers van het lokaal opvanginitiatief worden hierop wel in mindering gebracht (dubbeltelling aantal volwassenen). Ook voor dergelijke dossiers zijn middelen te voorzien. Voor vele mensen wordt wonen en huren onbetaalbaar. Er is dan ook dringend nood aan bijkomende sociale huisvesting. De wachtlijsten zijn genoegzaam gekend. Inzake de realisatie van sociale woningen in Kortenaken wordt verwezen naar de meerjarenplanning van de gemeente. Het OCMW wil op dit vlak echter ook zijn steentje bijdragen. Reeds verschillende jaren werkt het OCMW samen met het sociaal verhuurkantoor WoonregT vzw, Kabbeekvest 110 bus 3 te Tienen. Het Sociaal verhuurkantoor werd in 2000 erkend en daarna gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. Het werkingsgebied is Tienen, Boutersem, Geetbets, Hoegaarden, Kortenaken, landen, Linter en Zoutleeuw. Op 1/09/2013 hebben ze 99 woningen in beheer, waarvan 20 niet-subsidieerbare (eigendom lokale besturen). Er is een nieuw subsidiebesluit in werking getreden op 1/01/2013. Dit bepaalt dat sociaal verhuurkantoren op 1/11/2015 100 subsidieerbare woningen moeten beheren. Voor WoonregT betekent dit nog 21 extra. Tegen 1/11/2019 moeten ze 150 subsidieerbare woningen beheren, dus nog 71 extra. Indien dit objectief niet gehaald wordt, worden ze gesanctioneerd o.b.v. onze Vlaamse subsidies. Daarom is een uitbreiding van hun werkingsgebied cruciaal om een percentage van de private huurmarkt als sociaal verhuurkantoor beheren. WoonregT huurde van de het OCMW de 14 flats te Kersbeek. Deze werden echter in 2013 verkocht aan Diest Uitbreiding die het beheer van deze sociale woningen overnam en aldus al 14 sociale woongelegenheden creëerde in de gemeente. Met WoonregT werd ook op een ander vlak samen gewerkt. Zij probeerden woningen in te huren in Kortenaken via een huurovereenkomst met een particulier. Zij treden op als huurder en verhuren de woning dan door als sociale woning. Het feit dat het sociaal verhuurkantoor de hoofdhuurder is, biedt dit de eigenaar financiële zekerheid; bovendien volgt het verhuurkantoor de woning op door regelmatige huisbezoeken. Deze samenwerking zal eveneens worden verder gezet. Voor elke ingehuurde woning moest het OCMW een tussenkomst voorzien van € 4 462,10. Deze regeling is door WoonregT nu herzien. Het sociaal verhuurkantoor wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. Deze middelen zijn niet toereikend en Vlaanderen moedigt daarom de sociaal verhuurkantoren aan om samen te werken met de lokale besturen. Momenteel heeft WoonregT met 6 van de 8 gemeenten of OCMW’s uit het werkingsgebied een overeenkomst. Voor Kortenaken verliep de samenwerking via het OCMW. Vanaf 2014 treedt ook het gemeentebestuur toe. De Raad van Bestuur van WoonregT heeft de samenwerkingsovereenkomsten in april 2013 geëvalueerd. Daarbij willen ze de vergoedingen meer afstemmen in verhouding tot het potentieel binnen de huurmarkt. Bovendien wil men de tussenkomst omvormen naar een jaarlijks vast bedrag ongeacht de ingehuurde woningen en met een engagement van WoonregT dat indien zij er niet in slagen een woning in te huren, er een teruggave wordt voorzien naar het bestuur. Voor Kortenaken betekent de nieuwe regeling een jaarlijkse bijdrage van € 3 639,34. Aangezien de komende legislatuur moet gewerkt worden aan het realiseren van het sociaal objectief, is deze regeling positief. Het voormelde bedrag zal daarom de 6 jaren van de meerjarenplanning worden ingeschreven.
26
Uit diverse onderzoeken is gebleken dat er in Kortenaken vele woningen zijn met een bouwjaar van voor 1946. Deze woningen worden meestal bewoond door de eigenaar. Vele van deze woningen dienen aangepast te worden aan de moderne noden. De overheid voorziet voor dergelijke aanpassingen vele premies, maar vaak weten mensen niet hoe hieraan te beginnen. Soms hebben mensen ook niet de financiële middelen om de verbouwing te bekostigen en de bedragen ‘voor te schieten’ in afwachting van recuperatie van de premies. Ook hier kan het OCMW soelaas bieden. Aan Hartje Hageland (voor de werking hiervan wordt verwezen naar de meerjarenplanning van de gemeente) zal worden gevraagd om vanaf 2014 de eigenaars van een woning van voor 1946 systematisch een bezoek te brengen en hen demogelijkheden inzake aanpassing/verbouwing en de bijhorende premies voor te stellen. Tevens kan worden meegedeeld dat het OCMW in bepaalde gevallen de kosten kan voorschieten, waarna het OCMW de premie ontvangt in terugbetaling van de schuld van de cliënt. Het saldo van de kosten kan aan het OCMW in maandelijkse schijven worden terug betaald. Op die manier worden een aantal oude woningen meer geschikt gemaakt voor bewoning of komen ze weer op de markt voor verhuring. Het OCMW is ook verantwoordelijk voor het organiseren van de Lokale Advies Commissie (LAC) voor mensen die problemen hebben met het betalen van hun energiefactuur. OCMW Kortenaken zag echter dat, ondanks de personen per brief uitgenodigd werden voor dit overleg, ze zelden kwamen opdagen. Daarop gaat de mobiele ambtenaar nu steeds voor het LAC aan huis bij de personen die opgeroepen worden. Ze probeert de mensen aan te zetten effectief aanwezig te zijn op het overleg en kijkt met hen reeds vooraf of er geen mogelijkheden zijn om te helpen via het aanvragen van premies of dergelijke. Ook dit initiatief zal behouden blijven.
Tot slot kan nog worden meegegeven dat men in het OCMW terecht kan met vragen over courante rechtsproblemen, zoals: echtscheiding, onderhoudsgeld, adoptie, huur, pacht, koop , lening, verzekering, onderhoudsplicht, … Er is zitdag van de Commissie Juridische Bijstand elke 1ste dinsdag van de maand van 16u30 tot 17u30. Een afspraak maken is niet nodig.
27
B.4. ‘Oud’ is niet ‘out’ In Kortenaken is bijna een kwart van de bevolking ouder dan 65. De senioren zijn dan ook een belangrijke doelgroep. Het OCMW had in het verleden al een belangrijk aanbod naar senioren toe op het vlak van thuiszorg. De voorbije legislatuur werd de volledige seniorenwerking overgeheveld naar het OCMW. Aansluitend hierop ging het OCMW over tot aanwerving van een ambtenaar voor senioren en een mobiele ambtenaar. Als sluitstuk werd vanaf 2013 de voorzitter van het OCMW ook bevoegd voor het seniorenbeleid. Een en ander om duidelijk te maken dat de senioren voor het OCMW een onmiskenbaar aandachtspunt vormen. De ambtenaar voor senioren en de mobiele ambtenaar (verenigd in 1 persoon) zijn goed gekend door onze ‘Plussers’ zoals wij ze graag noemen (mensen met een ‘plus’, die extra’s te bieden hebben bovenop hun leeftijd). Het seniorenbeleid zal op eenzelfde manier verder gezet worden nl. met verjaardagsbezoeken aan 75-plussers met huisbezoeken door de mobiele ambtenaar met ondersteuning van de seniorenraad en het aanbieden van een activiteiten op maat van de senioren (sport, ontspanning, informatie). Kostprijs: € 6 000/jaar. met de financiële ondersteuning van de seniorenverenigingen. Kostprijs: € 6 000/jaar. met de uitgave van een blad voor en door senioren: de PlussersPost. Dezelfde middelen als de voorbije jaren zullen hiervoor voorzien worden. Inzake de PlussersPost wordt de frequentie behouden op 4 omdat in elke editie een publicatie voor een evenement is voorzien nl. februari: lentefeest, mei: sportelnamiddag, augustus: uitstap en oktober: seniorenweek. Voor deze activiteiten zou anders een aparte bedeling van kennisgeving moeten worden voorzien, met alle kosten van dien. Om de werkbaarheid te kunnen garanderen moet er wel over gewaakt worden dat de PlussersPost beperkt blijft tot 16 pg. In februari, mei en augustus en 20 pg. In oktober voor de kennisgeving van de seniorenweek. Ook willen we blijvend beroep doen op de communicatieambtenaar van de gemeente (voor de ondersteuning bij opmaak van teksten en lay-out) en de sportfunctionaris (voor de items omtrent senioren en sport). De uitgavekosten hiervoor worden opgenomen bij de ‘projectkosten’ voor senioren. Het is al vaak gezegd en geschreven: gezonde senioren leven langer en beter. Daarom willen we er alles aan doen om de senioren in onze gemeente zoveel mogelijk te laten bewegen. Sportelnamiddagen zullen dan ook blijvend georganiseerd worden in samenwerking met de gemeente. Eind 2013 opende in Kortenaken ook de sporthal. Aan de gemeente wordt gevraagd om bij de werking van de sporthal en de uittekening van het beleid hieromtrent, rekening te houden met de wensen en noden van de senioren inzake sport. Hiervoor wordt verwezen naar de meerjarenplanning van de gemeente. Eind 2013 diende het OCMW een project in bij de Koning Boudewijnstichting in het kader van ‘Buurten op de buiten’. De Stichting voorziet € 5 000 voor projecten die bewoners van een dorp of buurt in een landelijke omgeving meer samen brengt. Na bespreking met de vrijwilligers van de verjaardagsbezoekjes en de Seniorenraad werd beslist hierop in te tekenen en volgende items om op te nemen in de projectindiening:
28
Mensen die voor de allereerste keer naar de Seniorenweek komen krijgen van het OCMW een gratis lidkaart van de Minder Mobiele Centrale (MMC) aangeboden. Op deze manier dienen ze enkel de kilometervergoeding van €0,30 per kilometer te betalen aan de vrijwillige chauffeur. Via deze weg willen we mensen met een mobiliteitsprobleem de kans bieden om deel te nemen en kennis te maken met de MMC. De verenigingen van de Seniorenraad stellen peters en meters aan voor hun nieuwe leden. Als iemand voor de eerste keer wil deelnemen aan activiteiten van de vereniging is dit vaak onwennig en voelen ze zich niet snel opgenomen in de groep. Door een peter of meter die hen introduceert en mee opneemt in de groep voelen mensen zich niet zo alleen en gaat de opname door de groep vlotter. De peters en meters voelen zich als lid gewaardeerd om zo’n taak te mogen opnemen. De verenigingen krijgen hiervoor middelen ter beschikking via het project. Bij activiteiten van de Seniorenraad zal ook gewerkt worden aan het betrekken van nieuwe mensen. Als iemand, iemand nieuwe voor de eerste keer meebrengt krijgen ze beide een geschenkje of een gratis consumptie. Ze krijgen eveneens een soort wervingskaart. De persoon die uiteindelijk het meeste aantal nieuwe mensen heeft aangebracht naar activiteiten krijgt een groter geschenk. De uitgavekosten hiervoor ad € 1 500 worden opgenomen bij de ‘projectkosten’ voor senioren. De subsidie wordt veiligheidshalve nog niet voorzien.
Kortenaken is op het vlak van het zorgwonen een pionier geweest. Deze vorm van intergenerationeel samenwonen willen we zeker verder promoten. Zorgwonen is het creëren van een kleinere woongelegenheid binnen een bestaande woning zodat maximaal twee oudere of hulpbehoevende personen kunnen inwonen. Deze vorm van samenwonen heeft voor gevolg dat de zorgbehoevende persoon een Z-huisnummer krijgt (dat verdwijnt bij het beëindigen van de zorgsituatie), dat hij/zij daardoor apart woont en recht zal hebben op allerhande premies en tegemoetkomingen wat anders niet het geval zou zijn (wegens te hoge inkomsten door samentelling van de inkomens van alle inwonende personen). Inzake het zorgwonen werkt de mobiele ambtenaar van het OCMW samen met Hartje Hageland en de stedenbouwkundige dienst van de gemeente. Bij medewerkers van rustoorden, ziekenhuizen, instellingen van het Comité van Bijzondere Jeugdzorg en politiediensten is er al lang de behoefte rond aanpak van de problematiek van onrustwekkende verdwijningen van jonge mensen, maar ook naar verdwijningdossiers van bejaarde (dwalende) mensen. Bij de verdwijning van personen uit voorzieningen of instellingen of bij de verdwijning van dementerenden is er vaak weinig informatie voorhanden, zodat er heel veel tijd verloren gaat vooraleer er effectief kan worden gezocht. Het OCMW wil daarom een project opzetten in samenwerking met de politie, het rusthuis en mantelzorgers die thuis een demente persoon verzorgen, om demente personen die van huis weglopen snel terug te vinden. Er wordt van iedere demente persoon een fiche gemaakt met bijzonderheden, contactpersonen, een foto, … Dit project wordt opgestart in 2014 door de ambtenaar voor senioren. Er zal geprobeerd worden om subsidies te verwerven hiervoor (in het kader van dementievriendelijke gemeente).
29
B.5. Samen bouwen aan het OCMW van morgen Het OCMW is bij uitstek een organisatie die draait op mensen; bekwaam, gemotiveerd en geschoold personeel zijn dan ook onontbeerlijk. Voor de raming van de lonen werd er uitgegaan van de cijfers van de Weddecentrale. Overeenkomstig de omzendbrief BB 2013/8 werd er wel gecorrigeerd om afwezigheden die er jaarlijks zijn in mindering te brengen. Het OCMW houdt maandelijks afwezigheidscijfers bij. Deze historische gegevens rechtvaardigen een correctie op de loonuitgaven. De RSZPPO deelde mee dat OCMW Kortenaken voor 2013 geen responsabiliseringsbijdrage verschuldigd is voor 2013. Deze bijdrage is verschuldigd door de provinciale en plaatselijke besturen waarvoor de pensioenlast van de gewezen vast benoemde personeelsleden en/of hun rechthebbenden meer bedraagt dan de wettelijke basispensioenbijdragen voor datzelfde jaar. Het verschil tussen beide wordt vermenigvuldigd met de responsabiliseringscoëfficiënt en vormt de verschuldigde responsabiliseringsbijdrage. Er wordt uitgegaan van het niet verschuldigd zijn van deze bijdrage gedurende deze ganse periode van de meerjarenplanning omdat er slechts 2 statutairen op pensioen gaan nl. 1 persoon in 2017 (0,60 voltijds equivalent) en de financieel beheerder in 2019 (0,25 voltijds equivalent). In de poetsdienst werden er in 2013 examens gehouden voor de vervanging van gescopersoneel ( 1 halftijds personeelslid gaat met pensioen op 01.02.2014). Er wordt een werfreserve aangelegd om ook toekomstige pensioneringen bij de gesubsidieerde contractuelen in de poetsdienst op te vangen. In 2016 gaat er een halftijds contractueel personeelslid van de poetsdienst met pensioen. Deze zal niet worden vervangen. De raad behoudt zich wel het recht voor om de noodwendigheid van het aantal in te vullen equivalenten te beoordelen i.f.v. de actuele financiële toestand. In de dienst verzorgenden is er ook een halftijdse functie beschikbaar door allerhande loopbaanverminderingen. Ook deze functie dient ingevuld te worden. Het is wenselijk om een personeelslid te voorzien dat enkel vervangingen doet bij ziekte, vakantie, … van andere personeelsleden en dat via een variabele uurrooster kan ingezet worden voor onregelmatige prestaties. Dit wordt voorzien in 2014. Hopelijk heeft het OCMW tegen dan meer zicht op de situatie bij de thuisdiensten ingevolge Vesta en de ev. invoering van de maximumfactuur (zie hoger). In 2013 werd de sociale dienst uitgebreid met 0,50 fulltime equivalent. De gestegen werkdruk en het alsmaar stijgend aantal dossiers noopte het OCMW hiertoe. Deze stijgende tendens wordt ook de komende jaren verwacht. De groei van het aantal sociale woningen in Kortenaken zal ook voor een groei van dossiers voor het OCMW betekenen. Ervaring leert dat heel wat bewoners van sociale (huur)woningen cliënt zijn van het OCMW. Daarom wordt misschien in 2016 een uitbreiding van de sociale dienst nodig met 0,25 fulltime equivalent. Er zal op dat moment een evaluatie gebeuren van het aantal dossiers dat de sociale dienst behandelt.
30
In 2019 gaat de financieel beheerder met pensioen. Op dit loon wordt een mindering toegepast omdat er wordt uitgegaan van een vervanger met minder anciënniteit (en dus een lager loon). Het OCMW en de gemeente hebben een aanvullend pensioenfonds voor het contractueel personeel. Dit fonds wordt beheerd door Ethias/Belfius. De gemeente stort de nodige bijdragen , ook voor het OCMW-personeel. Op 31 mei 2013 werd het Vlaams Intersectoraal Akkoord 2011-2015 voor de socialprofit en non-profitsector in de lokale besturen gesloten (VIA 4). Het akkoord kwam tot stand na onderhandelingen tussen de sociale partners, m.n. de representatieve vakorganisaties , de Vlaamse regering en de VVSG. Met dit akkoord willen de sociale partners, in navolging van de private sector, inzetten op een kwaliteitsvolle dienstverlening in (bepaalde) door Vlaanderen gesubsidieerde diensten en aantrekkelijke loon- en arbeidsvoorwaarden voor het personeel in deze diensten. Het akkoord geeft ook uitvoering aan het vorige VIA, meer bepaald aan de uitbetaling van de middelen voorzien in het VIA 3 (akkoord 2006-2010) voor de opbouw van een tweede pensioenpijler. OCMW Kortenaken kreeg voor de periode 20062013 een eenmalig bedrag van € 3 899,95. Daarnaast zal er jaarlijks een bedrag worden toegekend van € 10 315,32 (aan de huidige index). Deze bedragen komen toe aan de gemeente aangezien zij ook het fonds spijzen. Het personeel van de thuisdiensten heeft een fysiek en psychisch zware job. Het merendeel van de personeelsleden in deze diensten zijn 45-plussers. Het is dan ook belangrijk dat aandacht wordt geschonken aan de fysieke draagkracht van deze mensen. Het OCMW heeft altijd een groot belang gehecht aan vorming voor de thuisdiensten; in 2014 zal in dit kader bijzondere aandacht gegeven worden aan een aangepaste vorming inzake fysieke overbelasting. In samenwerking met Premed (de bedrijfsgeneeskundige dienst van het OCMW) zal een project worden opgestart voor het in kaart brengen van de grootste risico’s met betrekking tot fysieke belasting binnen de organisatie aan de hand van de tilthermometer voor verzorgenden, de rugradar voor ondersteunende diensten (zoals poetspersoneel) en de beleidsspiegel voor de hiërarchische lijn. De beschikbare hulpmiddelen worden geïnventariseerd. Dit resulteert dan in een actieplan waarmee het beleid omtrent fysieke belasting kan worden opgemaakt. Tenslotte wordt een vorming gegeven met nadruk op gebruik van hulpmiddelen en goede basisprincipes voor de verschillende doelgroepen. Het OCMW wil ook blijvend aandacht schenken aan het verzuim in de organisatie. Er is een uitgewerkt verzuimbeleid dat in het verleden zijn deugdelijkheid heeft bewezen. Samen met de bedrijfsarts zal in 2014 een nieuwe insteek gezocht worden om het verzuim in het OCMW verder te laten dalen. Dit beleid wordt jaarlijks geëvalueerd. Het personeel van de thuisdiensten komt bij vele cliënten aan huis. Zij zijn dan ook zeer geschikt om deze mensen allerhande informatie door te geven die voor hen van belang kan zijn. Het personeel van de binnendiensten zal vorming geven aan de thuisdiensten opdat zij de nodige informatie correct kunnen doorgeven aan hun cliënten. Het personeel van de thuisdiensten komt vaak in schrijnende situaties terecht. Zij moeten er alert voor worden om armoede te detecteren. Op die manier kunnen dossiers doorgegeven worden naar de mobiele ambtenaar van het OCMW. Ook hiervoor zal vorming voorzien worden.
31
Naast personeel, dient het OCMW uiteraard ook te beschikken over voldoende materieel. Daarom worden in de komende legislatuur ook een aantal investeringen voorzien nl. a. inzake informatica: 2014: 2 PC’s (waarvan 1 voor het ontvangstlokaal voor cliënteel) met printer (€ 2 500) 2015: 4 PC’s met printer (€ 5 000) + laptop (€ 1000) 2016: 5 PC’s met printer + de server (€ 6 250 + € 10 000) 2017: kopieertoestel (€ 7 500) 2019: 2 PC’s met printer (€ 2 500) b. Inzake rollend materieel 2014: de wagen van de maaltijden (huidige kan dan gebruikt worden door de klusjesman). Bedrag: € 20 000. Het OCMW zal de investeringen hierboven financieren met eigen middelen die ter beschikking zijn n.a.v. verkoop van gronden in het verleden, zodat dit geen financiële consequenties heeft voor de gemeente. Actueel saldo van deze beleggingsrekening is € 94 522,66.
32
B.6. Varia Het OCMW betrekt zijn werkingsmiddelen uit de bijdrage van de gebruikers, maar ook (en vooral) uit subsidies van hogere overheden. Inzake het gemeentefonds werd er aan de OCMW’s een raming ter beschikking gesteld tot 2019. Voor OCMW Kortenaken geeft dit volgende bedragen:
2014: € 145 675,20 2015: € 150 731,52 2016: € 155 942,96 2017: € 161 400,96 2018: € 167 050,08 2019: € 172 896,88
De afrekening van de verkoop van de flats stelt zich als volgt: verkoopprijs
€ 851.454,14
lening 2 - kapitaal lening 2 - WBV lening 4 - kapitaal lening 4 - WBV lening 6 - kapitaal lening 6 - WBV
€ 263.751,55 € 7.727,39 € 224.427,54 € 11.674,43 € 70.778,39 € 1.629,51 € 579.988,81
Saldo
€ 271.465,33
Dit saldo is in 2013 overgemaakt aan de gemeente. Met dit bedrag zal de gemeente de verbouwing bekostigen aan het OCMW-gebouw. Het resterende bedrag betreft een investeringssubsidie van het OCMW aan de gemeente. De provinciale subsidie voor de dienst gezinszorg van ongeveer € 3 000 wordt afgeschaft per 01.01.2014. In ruil hiervoor heeft het OCMW 102 gesubsidieerde uren bijgekregen in de dienst gezinszorg (subsidie Vlaamse Gemeenschap).
33
III. FINANCIELE NOTA A.Financiële doelstellingenplan (schema M1) Het financieel doelstellingenplan geeft het totaal van de verwachte ontvangsten en uitgaven weer van alle prioritaire beleidsdoelstellingen (in detail) en voor het overige beleid (globaal) per boekjaar, per beleidsdomein met onderscheid tussen exploitatie en investeringen. Zie document hierna.
34
B.Staat van financieel evenwicht (schema M2) De staat van het financieel evenwicht geeft per financieel boekjaar weer het resultaat op kasbasis (toestandsevenwicht) en de autofinancieringsmarge (structureel evenwicht). Zie document hierna.
35
IV. TOELICHTING A.Omgevingsanalyse Zie apart document.
B. Financiële risico’s Het OCMW heeft na de verkoop van de flats te Kersbeek geen leningen meer lopen. Met de verkoopopbrengst werden de leningen immers vervroegd integraal terugbetaald. In de periode 2014-2019 zullen ook geen nieuwe leningen worden aangegaan. Investeringen worden immers gefinancierd met eigen middelen (beschikbaar na verkoop van gronden). Het OCMW genereert zijn inkomsten enerzijds uit subsidies van overheden (federale overheid, Vlaanderen, gemeente) en anderzijds uit bijdragen van cliënten. De subsidies van de hogere overheden zullen de komende legislatuur vermoedelijk niet wijzigen. Inzake de bijdrage van cliënten is er enige onzekerheid omtrent de tarieven van de dienst gezinszorg, de poetsdienst en de klusjesdienst. Hiervoor wordt verwezen naar blz. 17 van de strategische nota. Wellicht blijven de gevolgen van wijzigingen op dit vlak beperkt. Het is te verwachten dat de tarieven zullen stijgen. Gaan hierdoor cliënten afhaken? Dit is onzeker. In het algemeen kan wel gesteld worden dat de financiële risico’s van het OCMW in de periode 2014-2019 uiterst beperkt zijn.
36
C. Lijst met beleidsdoelstellingen 1. Prioritaire doelstellingen Strategische doelstelling 1: Het OCMW voert een participatief beleid Operationele doelstelling: Het OCMW faciliteert de inbreng van de doelgroepen waarvoor wordt gewerkt Strategische doelstelling 2: Het OCMW voert een proactief beleid Operationele doelstelling: Het OCMW vermindert de administratieve rompslomp bij de behandeling van aanvragen en benadert mogelijke begunstigden van een maatregel zelf Strategische doelstelling 3: Het OCMW zorgt voor een toegankelijke dienstverlening met respect voor de privacy van het cliënteel Operationele doelstelling: Het OCMW zorgt ervoor dat het gebouw fysisch optimaal toegankelijk is voor het cliënteel Operationele doelstelling: Het OCMW zorgt ervoor dat het OCMW-gebouw optimaal de privacy van de bezoekers en cliënten garandeert 2. Overig beleid 1. Aandacht voor een kwalitatieve dienstverlening 2. Faciliteren van de maatschappelijke tendens inzake de stijgende vraag naar thuiszorg 3. Kansen geven aan de meest kwetsbaren 4. ‘Oud’ is niet ‘out’ 5. Samen bouwen aan het OCMW van morgen
37
D. Interne organisatie 1. Organogram: Zie document hierna.
2. Personeelsbestand:
Schema TM1: Personeel 1. Aantal voltijds equivalenten (VTE)
VOLTIJDS Contractueel (niet-gesco)
Vastbenoemd man
vrouw
man
Gesco
vrouw
man
Vastbenoemd
vrouw
niv. A
man
vrouw
0,25
niv. B
1
1
niv. C niv. D
DEELTIJDS Contractueel (niet-gesco) man
Gesco
vrouw
man
vrouw Totaal VTE
0,75
1
1,25
0,5
0,6
6
3,75
1
niv. E Subtotaal
1
1
0
1
0
0
0,25
2,6
7
13,6
0,5
1,5 10
3
0,8
6,2
9,5
0,8
13,7
TOTAAL
29,85
2. Aantal werknemers (koppen)
VOLTIJDS Contractueel (niet-gesco)
Vastbenoemd man
vrouw
man
Gesco
vrouw
man
vrouw
niv. A
man
vrouw 1
niv. B
1
1
niv. C niv. D
DEELTIJDS Contractueel (niet-gesco)
Vastbenoemd
TOTAAL
38
vrouw
man
vrouw Totaal koppen
1
2
2
1
1
11
5 11
1
niv. E Subtotaal
man
Gesco
1
1
0
1
0
0
1
4
23
1
2
6
2
12
20
18
2
24 52
E. Financiële schulden Schema TM2. De financiële schulden Financiële schulden ten laste van het bestuur
2015
2016
2017
2018
2019
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D)
0
0
0
0
0
0
F. Intresten
0
0
0
0
0
0
G. Periodieke leningslasten (D+F)
0
0
0
0
0
0
Financiële schulden ten laste van derden
39
2014
A. Financiële schulden op 1 januari B. Nieuwe leningen C. Vervroegde aflossingen D. Periodieke aflossingen
2014
2015
2016
2017
2018
2019
A. Financiële schulden op 1 januari B. Nieuwe leningen C. Vervroegde aflossingen D. Periodieke aflossingen
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D)
0
0
0
0
0
0
F. Intresten
0
0
0
0
0
0
G. Periodieke leningslasten (D+F)
0
0
0
0
0
0
V.
Bijlagen
Worden bijgevoegd:
Beslissing schepencollege inzake goedkeuring meerjarenplanning 2014-2019 Brief RSZPPO inzake responsabiliseringsbijdrage
Opgemaakt te Kortenaken op 15.10.2013. Gunstig advies van het managementteam van het OCMW op 16.10.2013. Gunstig advies van het Schepencollege op 12.11.2013.
Dominique Hayen Secretaris OCMW Kortenaken
40