Meerjaren Belastingplan 2015-2020
19 mei 2015
1
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. Wettelijke kader gemeentelijke heffingen 2.1 Onderscheid soorten heffingen 2.2 Verbod op heffing naar draagkracht
3 3 4
3. Belastinggebied in Ommen
4
4. Woonlastenvergelijking
6
5. Voorzieningen
7
6. Belastingruimte Ommen 6.1 Woonlasten 6.1.1 Onroerende zaakbelastingen (OZB) 6.1.2 Afvalstoffenheffing 6.1.3 Rioolheffing 6.2 Recreatie en toerisme 6.2.1 Toeristenbelasting 6.2.2 Forensenbelasting 6.3 Overige belastingen en heffingen 6.3.1 Precariobelasting 6.3.2 Hondenbelasting 6.3.3 Begraafrechten 6.3.4 Marktgelden 6.3.5 Leges 6.4 Invoeren nieuwe belastingen 6.4.1 Parkeerbelasting 6.4.2 Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting 6.4.3 Reclamebelasting 6.4.4 Baatbelasting 6.4.5 BIZ-bijdrage 6.4.6 Vermakelijkhedenretributie
9 9 9 10 10 10 10 11 11 11 11 11 11 12 12 12 12 12 13 13 13
7. Uitvoering belastingheffing Ommen 7.1 Bezwaar en beroep 7.2 Kwijtschelding 7.3 Invordering 7.4 Oninbare vorderingen 7.5 Handhaving
13 13 14 15 15 16
8. Overige ontwikkelingen 8.1 Reductie perceptiekosten 8.2 Verruiming lokale belastingen
16 16 16
9. Resumé mogelijkheden gemeentelijke inkomsten
17
10. Bijlage(n)
18 2
1. Inleiding Voor u ligt het belastingplan 2015-2020. Het doel van het belastingplan is u inzicht geven in de mogelijkheden die er voor Ommen zijn op het gebied van belastingheffing. In maart 2015 hebben wij reeds in eerste aanleg met u hierover gesproken. Op basis van de reacties van uw raad is de huidige versie tot stand gekomen. Wij hebben zoveel mogelijk rekening gehouden met uw opmerkingen. Helaas is de financiële situatie momenteel zodanig dat, linksom of rechtsom, een stevige extra opbrengst vanuit de belastingenhoek noodzakelijk is om tot een sluitende meerjarenbegroting te komen. Dit was overigens in ons vorige perspectief, als onderdeel van de bezuinigingen, al voorzien. Verder moeten belastingen in nauw verband tot de ontwikkelingen binnen de zorg worden gezien: op dat punt zijn de verantwoordelijkheden en taken van de gemeente aanzienlijk toegenomen. Willen wij ons zorgpakket op niveau houden, dan is het in onze ogen ook te rechtvaardigen dat wij met elkaar de lasten daarvan dragen.
2. Wettelijk kader gemeentelijke heffingen Nederland kent een gesloten belastingsysteem. Dat wil zeggen dat gemeenten alleen die belastingen en heffingen mogen invoeren die limitatief zijn opgesomd in de wet. Gemeenten hebben daarbij de keuze om deze belastingen te hebben. Ze zijn daartoe niet verplicht. Het is echter wel zo dat het Rijk bij de verdeling uit het gemeentefonds rekening houdt met de belastingcapaciteit van gemeenten. Het Rijk gaat er dus van uit dat de gemeente gebruik maakt van haar wettelijke mogelijkheden om belasting te heffen. De Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) biedt het kader voor de waardering van onroerende zaken, zoals woningen en bedrijfspanden. Op grond van de Wet WOZ dienen alle panden jaarlijks gewaardeerd te worden.
2.1
Onderscheid soorten heffingen
Gemeentelijke heffingen bestaan uit belastingen, bestemmingsheffingen en retributies. Het voornaamste kenmerk van belastingen (zoals OZB en hondenbelasting) is dat de opbrengst naar de algemene middelen gaat. De raad bepaalt waaraan het geld wordt uitgegeven. Omdat er bij belastingen geen relatie bestaat tussen opbrengsten en kosten (van dienstverlening en voorzieningen) is het begrip kostendekkendheid niet van toepassing op belastingen. Bij bestemmingsheffingen en retributies (zoals afvalstoffenheffing en leges) wordt de opbrengst gebruikt om de kosten te dekken van de door de gemeente verleende diensten. De gemeente brengt als dienstverlenende instantie een vergoeding in rekening voor gemaakte kosten voor een bepaalde inspanning (bijvoorbeeld ophalen en verwerken huisvuil of aanleg en onderhoud riolering). Bestemmingsheffingen en retributies mogen wettelijk niet meer dan 100 procent kostendekkend zijn. Het verschil tussen bestemmingsheffingen en retributies is dat bij de eerste de heffing ook verschuldigd is als er niet direct van een gemeentelijke tegenprestatie sprake is. Een voorbeeld hiervan is de afvalstoffenheffing. Deze heffing is ook verschuldigd als de gebruiker van een woning geen afval aanbiedt. Bij retributies is er altijd sprake van een (directe) gemeentelijke tegenprestatie, zoals bijvoorbeeld de verstrekking van een paspoort of rijbewijs.
3
2.2
Verbod op heffing naar draagkracht
De rijksoverheid streeft via belastingheffing naar een herverdeling van inkomen en vermogen. Het is gemeenten bij wet verboden om inkomenspolitiek te voeren. Artikel 219 van de Gemeentewet bepaalt dat het tarief van gemeentelijke heffingen niet afhankelijk gesteld mag worden van inkomen, winst of vermogen. Op deze wijze wil het Rijk voorkomen dat gemeenten de inkomenspolitiek van het Rijk doorkruist. Op dit voorschrift bestaat er echter één uitzondering. Als belastingschuldigen niet in staat zijn om de gemeentelijke belastingen te betalen, kunnen zij een beroep doen op de kwijtscheldingsregeling. Gemeenten kunnen hierbij de keuze maken om de kosten van de kwijtschelding te verwerken in de tarieven. De tarieven zullen daardoor stijgen. Op deze wijze zullen diegenen die wel kunnen betalen dit ook doen voor diegene die niet kunnen betalen.
3.
Belastinggebied in Ommen
De Gemeentewet biedt een limitatief aantal mogelijkheden voor gemeentelijke heffingen. De gemeente Ommen maakt niet van alle mogelijkheden gebruik. In totaal zijn er tien soorten heffingen te onderscheiden die in Ommen wel worden geheven. Zo worden de volgende belastingen geheven: • onroerendezaakbelastingen (OZB); • toeristenbelasting; forensenbelasting; • precariobelasting; • hondenbelasting. De bestemmingsheffingen in Ommen zijn: • afvalstoffenheffing; • rioolheffing. De retributies die in Ommen worden geheven, zijn: • begraafrechten; • marktgelden; • leges. In totaal zijn er zes soorten heffingen te onderscheiden die niet in Ommen worden geheven. Zo worden de volgende belastingen niet geheven: parkeerbelasting; roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting; reclamebelasting; baatbelasting. De bestemmingsheffingen die niet geheven worden, zijn: BIZ-bijdrage.
De retributies die niet in Ommen worden geheven, zijn: vermakelijkhedenretributie.
4
In de begroting voor 2015 zijn voor deze heffingen de onderstaande bedragen begroot. De onroerende zaakbelastingen en de afvalstoffenheffing behelzen het grootste deel van de inkomsten. In onderstaande cirkeldiagrammen een overzicht in bedragen en procenten.
5
4. Voorzieningen Ommen kent een hoog voorzieningenniveau met tal van faciliteiten op het terrein van sport en recreatie, zorg, onderwijs, openbaar vervoer en wegen. Dit hoge voorzieningenniveau wordt voor een deel bekostigd uit gemeentelijke belastingen en heffingen. Deze belastingen en heffingen worden opgebracht door verschillende categorieën belastingplichtigen. Het overgrote deel van de inkomsten komt van inwoners en bedrijven. Maar ook de bezoekers van onze gemeente leveren een bijdrage door het betalen van toeristenbelasting en forensenbelasting. Voor een gemeente met slechts 17.406 inwoners kent Ommen een relatief groot gebied van 18.000 ha. Dit geeft druk op beheer en onderhoud van de infrastructuur. Denk aan bijvoorbeeld wegen en riolering. Over het voorzieningenniveau is weinig vergelijkingsmateriaal (VNG CBS ed.) beschikbaar die gemeenten benchmarken op dit punt. In algemene zin valt wel op dat Ommen als relatief kleine gemeente (17.400 inwoners) relatief veel voorzieningen kent op het gebied van sport, onderwijs. Daarover zijn wel enige gegevens zie verderop. Ommen kent ook een aantal voorzieningen op het gebied van cultuur (theater Carrousel, bostheater, bibliotheekvoorzieningen). Met betrekking tot de sportaccommodaties bestaat de Accommodatiemonitor. Deze geeft aan dat er in Nederland gemiddeld 7 sportaccommodaties zijn per 10.000 inwoners. In Ommen is dat gemiddeld 12.1 . In de gemeenten Dalfsen, Hardenberg en Twenterand is dat resp. 8.3, 8.1 en 8.2. Niet alleen in aantallen maar ook in kwaliteit liggen de sportaccommodaties op een hoog niveau. Het sportpark Westbroek is gekend om zijn hoge kwaliteit. Maar ook de sportaccommodaties in de andere kernen zijn van goede kwaliteit. Zij beschikken bijvoorbeeld over kunstgrasvelden, Beerzerveld en binnenkort Lemele.
Ommen
Dalfsen
Hardenberg
Twenterand
Accommodaties aantal
21
23
48
28
Accommodaties per 10.000 inw.
12.1
8.3
8.1
8.2
Met betrekking tot het onderwijs zijn er cijfers uit 2009 bekend. Ook deze cijfers bevestigen dat Ommen een hoog voorzieningenniveau heeft m.b.t. het onderwijs ten opzichte van de omliggende gemeenten.
Scholen voortgezet onderwijs basisscholen Inwoners Basisscholen/inwoner Scholen VO/inwoner
Ommen 2
Dalfsen 1
Hardenberg 5
Twenterand 1
16 17.336 (2009) 9.2 5.8
19 27.667 6.9 3.6
41 59.572 6.9 8.4
20 33.873 5.9 3
6
Dit hoge voorzieningenniveau zien we ook terug m.b.t. het speciaal onderwijs. Ommen heeft speciaal basisonderwijs (Johan Seckelschool), speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (Boslust) en praktijkonderwijs (De Maat). De meeste gemeenten met de omvang van Ommen hebben niet een dergelijk niveau. Overigens kent Ommen wel een zware opgave als het gaat om de modernisering van met name het basisonderwijs.
5.
Woonlastenvergelijking
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO), verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, stelt jaarlijks een woonlastenmonitor op. Daarbij maken zij een overzicht van de zogeheten ‘bijkomende woonlasten’ van een eigen woningbezitter, oftewel de woonlasten exclusief de hypotheeklasten. Onder woonlasten verstaan we de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Dit zijn de belastingen en heffingen waarmee ieder huishouden jaarlijks te maken krijgt. In onderstaande grafieken worden de bruto woonlasten van meerpersoonshuishoudens in Overijssel weergegeven. Bron: Coelo Atlas lokale heffingen 2015. Vergelijk woonlasten Vechtdal Meerpersoonshuishoudens
7
Vergelijk woonlasten Overijssel Meerpersoonshuishoudens
Vergelijk woonlasten referentie gemeenten Meerpersoonshuishoudens
De bruto woonlasten in Ommen voor meerpersoonshuishoudens zijn gestegen van € 666,- (2014) naar € 719,- (2015). Hiermee staan we in 2015 landelijk op positie 177 (van de 393 gemeenten).
8
6.
Belastingruimte Ommen
In de gemeente Ommen worden een tiental heffingen geheven. Onderstaand zal per belastingsoort worden ingegaan op de hoogte van de tarieven. Hierbij zullen de gegevens van COELO (atlas van de lokale lasten 2015) worden meegenomen. Tevens zal indien relevant worden aangegeven of er nog ruimte aanwezig is om de inkomsten te verhogen.
6.1 Woonlasten Hieronder een weergave van woonlasten in Ommen.
6.1.1 Onroerende zaakbelastingen (OZB) Belastingsoort
Tariefsoort
Gemiddelde % Nederland Tarief gemeente 2015 2015 0,1251% 0,0985% 0,2466% 0,1362% 0,1948% 0,0994%
OZB-eigenaren woningen % woz-waarde OZB-eigenaren niet woningen % woz-waarde OZB-gebruikers niet woningen % woz-waarde
Op basis van de bovenstaande tabel blijkt dat de tarieven 2015 van de gemeente Ommen lager liggen dan het gemiddelde van de Coelo.
6.1.2 Afvalstoffenheffing Het gemiddelde tarief in Nederland bedraagt € 263,- (2015). De gemeente heft een bedrag van € 302,- (standaard containerpakket). Verhoging van het tarief kan niet aan de orde zijn omdat het kostendekkingspercentage op 100% ligt en niet hoger mag zijn. Op grond hiervan kan dan ook van een extra tariefsaanpassing geen sprake zijn. Er is geen ruimte aanwezig om de inkomsten te verhogen. Wel valt op dat de gemeente Ommen ruim hoger ligt dan het landelijke gemiddelde. Mogelijk dat de invoering van DIFTAR de kosten kan verlagen en waardoor ook het tarief lager kan worden. Hieronder is het gemiddelde tarief voor 2015 en het geraamde tarief voor 2016 weergegeven: (Bron: raadsvoorstel duurzaam afval beheer, raad 30 april 2015). afvalstoffenheffing Vast recht Variabele kosten Netto tarief Verleende korting
2015 155 147 302 11
2016 239 47 286 --
Bruto tarief
313
286
Vanuit het perspectief van de burger blijkt, dat door goed scheidingsgedrag een indicatieve besparing van € 27,- valt te bereiken op de totale kosten van de afvalstoffenheffing ten opzichte van 2015.
9
Dit betekent tevens dat bij minder goed scheidingsgedrag het totale tarief van de heffing hoger uit kan vallen dan in het voorgaande jaar. Uit deze voorlopige becijfering blijkt in ieder geval, dat dit gemiddelde tarief 2016 ruimschoots lager is dan het gemiddelde tarief van de afvalstoffenheffing voor 2015. Het uitgangspunt “duurzaam, maar niet duurder” is bij de invoering van fase 2 van het omgekeerd inzamelen, zonder meer te realiseren. Op basis van de ervaringscijfers in Steenwijkerland is de verwachting dat het gemiddelde aantal ledigingen in de toekomst nog verder zal afnemen, waarmee de besparing op het variabele deel van het tarief nog verder kan worden verhoogd.
6.1.3 Rioolheffing Het gemiddelde tarief in Nederland bedraagt € 189,- (2015). De gemeente heft een bedrag van € 187,-. Dit is te verklaren uit het feit dat een aantal kosten zoals de BTW-verhoging nog niet zijn verwerkt in het tarief. Wij komen met een voorstel.
6.2 Recreatie en toerisme 6.2.1 Toeristenbelasting Voor het houden van verblijf door personen in Ommen die niet in de gemeentelijke bevolkingsadministratie staan ingeschreven, wordt toeristenbelasting geheven. Vergelijk tarieven Overijssel, referentiegemeenten en landelijk gemiddelde.
Als gevolg van de geraamde meerjaren bezuinigingen is na de verhoging van 2015 voor de komende jaren reeds een aanzienlijke meeropbrengst geraamd.
10
6.2.2 Forensenbelasting De forensenbelasting dient ertoe om mensen die relatief veel in een gemeente verblijven, maar geen ingezetene zijn van deze gemeente, mee te laten betalen aan voorzieningen in die gemeente. Het doel is niet om kosten voor deze voorzieningen één op één te verhalen, maar juist om een bijdrage te vragen aan het algemene voorzieningenniveau van de gemeente. Een vergelijking met andere gemeenten is bijzonder lastig omdat er verschillende heffingssystematieken worden gehanteerd. In de gemeente Ommen is met ingang van 2015 de heffingsgrondslag gewijzigd van de brandverzekerde waarde naar de heffingsmaatstaf van de onroerende zaakbelastingen, de WOZ-waarde. Het zogenaamde `model Haaksbergen`. In de gemeente Dalfsen wordt geen forensenbelasting geheven en de gemeente Hardenberg hanteert de heffingsgrondslag Vloeroppervlakte. Een voorzichtige vergelijking laat wel zien dat Ommen per 2015 een relatief hoog tarief heeft. Als gevolg van de geraamde meerjaren bezuinigingen is voor de komende jaren reeds een aanzienlijke meeropbrengst geraamd.
6.3 Overige belastingen en heffingen 6.3.1 Precariobelasting De precariobelasting is een heffing voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond die voor de openbare dienst bestemd is. Ook terrassen vallen hieronder. De precariobelasting kan niet worden geheven als de aanwezigheid van het voorwerp moet worden gedoogd op grond van een wettelijke of contractuele verplichting. Een voorbeeld: kabels van telecomnetwerken en kabeltelevisie moeten op grond van een wettelijk voorschrift worden gedoogd. Hiervoor zijn in Ommen in het verleden contractuele verplichtingen aangegaan die het heffen van precario op kabels en leidingen waarschijnlijk niet meer mogelijk maakt. Tevens is het heffen op kabels en leidingen niet wenselijk m.b.t. de ontwikkelingen voor het aanleggen van glasvezel in het buitengebied. In 2014 is er onderzoek gedaan naar de belastingplicht. De raming voor 2015 is hier op aangepast. Verwacht wordt dat er € 25.000,- extra opbrengst kan worden gerealiseerd.
6.3.2 Hondenbelasting Het gemiddelde tarief in Nederland bedraagt per hond € 63,- (2015). Het tarief voor de eerste hond in de gemeente bedraagt € 60,-. Een verhoging naar het landelijke tarief levert een meeropbrengst op van ongeveer € 4.000,-. Het betreft 1266 honden.
6.3.3 Begraafrechten Bij deze rechten is sprake van een kostendekking van 100%. In 2015 worden de toekomstige ontwikkelingen, zoals van begraven naar cremeren, in kaart gebracht en het effect hiervan op de totale legesopbrengsten.
6.3.4 Marktgelden Bij deze gelden is sprake van een kostendekking van 100%. Verhoging van deze rechten kan niet aan de orde zijn omdat het kostendekkingspercentage op 100% ligt en niet hoger mag zijn. Op grond hiervan kan dan ook van een extra tariefsaanpassing geen sprake zijn. Er is geen ruimte aanwezig om de inkomsten te verhogen.
11
6.3.5 Leges De totale legesopbrengst mag niet de totale kosten van de geleverde diensten overstijgen. In 2015 wordt er onderzoek gedaan naar de kostendekking per tarief. Daarbij komen alle leges, waaronder ook de bouwleges, aan bod.
6.4 Invoeren nieuwe belastingen In Ommen wordt geen parkeerbelasting, roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting, reclamebelasting, baatbelasting, BIZ-bijdrage en vermakelijkhedenretributie geheven. Onderstaand zal per belastingsoort worden ingegaan op het waarom deze heffingen tot op heden niet worden geheven.
6.4.1 Parkeerbelasting De parkeerbelasting heeft een regulerend karakter. Met de parkeerbelasting wordt het parkeergedrag van bewoners of bezoekers van een gemeente gereguleerd. In de praktijk zijn er 2 vormen: 1. een belasting voor het daadwerkelijke parkeren op daarvoor aangewezen plaatsen; 2. en een belasting voor een vergunning om te parkeren op daarvoor aangewezen plaatsen. In Ommen is tot op heden geen parkeerbelasting geheven op grond van het feit dat de heffing van deze belasting de ondernemers binnen de gemeente Ommen kon benadelen en de verwachtte hoge perceptiekosten. In de raadscommissie blijkt hiervoor geen draagvlak te zijn.
6.4.2 Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting De afgelopen jaren zijn er de nodige gerechtelijke procedures gevoerd over de vraag of een onderkomen wel of geen onroerende zaak was. Die discussie spitste zich vooral toe op zendmasten voor telefonie, stacaravans en woonboten. Rode draad in de rechtspraak is dat bouwwerken op land die bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven, onroerende zaken zijn die in de OZB kunnen worden meegenomen. Dit geldt niet voor woonboten en andere drijvende woon- en bedrijfsruimten die duurzaam met de wal zijn verbonden. Om deze ruimten toch in de belastingheffing te kunnen meenemen, bestaat de mogelijkheid om een belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten te heffen (ook wel roerendezaakbelastingen of roerenderuimtebelastingen genoemd). Behalve de soort objecten waarvan wordt geheven, zijn de voorwaarden voor de belastingheffing gelijk aan de OZB. In de gemeente Ommen worden bouwwerken op land die bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven betrokken in de onroerende zaakbelastingen (OZB). Woonboten en andere drijvende woonen bedrijfsruimten zijn niet aanwezig in de gemeente. Deze heffing zal geen belastingopbrengsten genereren.
6.4.3 Reclamebelasting De reclamebelasting kan worden geheven over openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg. In de gemeente wordt geen reclamebelasting geheven, gelet op de perceptiekosten die dit met zich meebrengt.
12
6.4.4 Baatbelasting Baatbelasting is een belasting die kan worden geheven ter dekking van de kosten die de gemeente maakt voor het realiseren van voorzieningen waar onroerende zaken baat bij hebben. In de gemeente wordt geen baatbelasting geheven. Deze belastingsoort kan pas geheven worden als er vooraf gaand aan de realisatie van voorzieningen een belastingverordening is vastgesteld.
6.4.5 BIZ-bijdrage De BIZ-bijdrage is een bestemmingsheffing die strekt ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone. De opbrengst van de BIZ-bijdrage wordt als subsidie verstrekt aan een aangewezen vereniging of stichting en komt niet ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. Er is geen ruimte aanwezig om de inkomsten nogmaals te verhogen. Het parlement heeft inmiddels ingestemd met een nieuwe BIZ-wet. De wet is op een aantal punten verbeterd. Overwogen kan worden te onderzoeken of er onder de ondernemers van Ommen voldoende draagvlak is voor deze nieuwe BIZ . Formeel moet de meerderheid er dan mee instemmen. De invoering van de BIZ is dan niet vanuit het oogpunt van opbrengsten genereren maar ter ontwikkeling van het centrum. In beperkte mate geeft dit besparingsmogelijkheden. Zo zit in de huidige begroting bijvoorbeeld een structureel bedrag voor centrumverfraaiiing van € 20.000,-. Deze post zou bij de invoering van een BIZ kunnen vervallen en worden betaald uit de BIZ-bijdrage.
6.4.6 Vermakelijkhedenretributie Vermakelijkhedenretributie is er voor diegene die gelegenheid tot vermaak biedt. Een toerist die al toeristenbelasting betaald wordt bij het bezoeken van een dergelijke attractie ook, via de toegangsprijs, nogmaals belast. Dit is geen algemene belasting, waarvan de opbrengst vrij te besteden is, maar een recht. Deze rechten kunnen worden geheven voor het geven van vermakelijkheden waarvoor de gemeente voorzieningen heeft getroffen. De gemeente kan ervoor kiezen de kosten van deze voorzieningen (deels) te verhalen op de exploitant van de vermakelijkheid. Voorbeelden zijn de Efteling, De Keukenhof, rondvaartboten in Amsterdam en de TT-races. Het gaat er bij vermakelijkheidsretributies om dat de gemeente aantoont dat er kosten worden gemaakt. Echter een exacte toerekening van kosten aan een vermakelijkheid is niet nodig. De vermakelijkhedenretributie wordt zeer weinig geheven in Nederland, bijna uitsluitend bij zeer grote attracties. Meestal maakt de retributie deel uit van de toegangsprijs. Op een toegangskaartje voor bijvoorbeeld de Efteling is dit procentueel gezien een klein bedrag.
7. Uitvoering belastingheffing Ommen 7.1 Bezwaar en beroep Elk jaar worden veel aanslagen opgelegd. Tegen deze aanslagen worden bezwaarschriften ingediend. Deze kunnen verschillende redenen hebben. In het geval van de gecombineerde aanslag (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) gaat het vaak om bezwaren die betrekking hebben op de hoogte van de waarde van de woning, het al dan niet belastingplichtig zijn of het gehanteerde tarief afvalstoffenheffing. De gemeente streeft ernaar om de bezwaarschriften binnen de daarvoor geldende afdoeningstermijnen af te handelen.
13
Voor fiscale bezwaarschriften geldt dat de wettelijke termijn eindigt aan het einde van het jaar waarin de aanslag is vastgesteld. Nagenoeg alle bezwaarschriften tegen de WOZ en gemeentelijke belastingen handelt de gemeente binnen de wettelijke termijn af. Wie het oneens is met de wijze waarop de gemeente het bezwaarschrift heeft afgedaan, kan vervolgens in beroep gaan. Ontvangen bezwaren in percentages per heffing
Door een pragmatisch aanpak kunnen bezwaren voorkomen worden. Als een belastingplichtige van mening is dat de aanslag of WOZ-waarde onjuist is vastgesteld wordt hier gezamenlijk naar gekeken. In die gevallen dat er iets niet juist is wordt de fout ambtshalve herstelt. Komen belastingplichtige en de gemeente er niet direct uit dan kan er alsnog formeel bezwaar gemaakt worden. Dit kan ook digitaal via de gemeentelijke website. 7.2 Kwijtschelding Iedereen betaalt in principe mee aan de voorzieningen van Ommen. Uitzondering daarop zijn burgers die een inkomen hebben dat lager is dan, of gelijk is aan 100% van de bijstandsnorm. In die gevallen kan kwijtschelding worden verleend. In de gemeente Ommen is kwijtschelding thans mogelijk voor de OZB, de hondenbelasting, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Bij de toepassing van het kwijtscheldingsbeleid is de gemeente gebonden aan regelgeving van het rijk. De gemeenteraad heeft slechts de vrijheid te besluiten minder kwijt te schelden dan de rijksregels toestaan (strakkere kwijtscheldingsnormen invoeren), of zelfs in het geheel geen kwijtschelding te verlenen. 100% van de bijstandsnorm is het wettelijke maximum waarbij mag worden kwijtgescholden. In Ommen wordt momenteel dit maximum als norm gevolgd. Wie een aanslag voor gemeentelijke heffingen ontvangt kan een verzoek tot kwijtschelding indienen, waarna de gemeente vervolgens het inkomen en vermogen toetst. Wie in het verleden al eens een kwijtschelding heeft ontvangen hoeft dat niet in alle gevallen jaarlijks opnieuw aan te vragen. “Personen, die uitsluitend een WWB- of een AOW-uitkering ontvangen, geen bezittingen en/of vermogen hebben en in een vorig jaar kwijtschelding hebben gekregen, ontvangen in het jaar daarop direct kwijtschelding”. De gegevens van deze personen worden jaarlijks getoetst door het inlichtingenbureau aan andere bestanden van de gemeente en het Rijk. 14
In de praktijk hebben kwijtscheldingen vooral betrekking op de afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting. Kwijtschelding van OZB-eigenaren komt niet regelmatig voor, omdat mensen met een inkomen tot 100% bijstandsnorm doorgaans geen eigen woning bezitten. Daarnaast geldt bij kwijtscheldingen een vermogenstoets.
7.3 Invordering Vanaf 2014 worden er geen acceptgirokaarten meer meegezonden met de aanslagen. Er zijn drie mogelijkheden om de aanslag te betalen: 1. gebruik van automatische incasso: Aanslagen met een totaalbedrag tussen de € 100,- en € 2.000,- kunnen in maximaal tien termijnen gedurende het belastingjaar worden geïncasseerd. Het aantal termijnen is afhankelijk van de dagtekening van de aanslag. Het minimale aantal termijnen is vier. Bedraagt het totaal aanslagbedrag minder dan € 100,- of meer dan € 2.000,- dan wordt het totaalbedrag in 2 termijnen geïncasseerd; 2. gebruik van internetbankieren; 3. gebruik van overschrijvingsformulieren. Op het aanslagbiljet staan de uiterste vervaldata vermeld. Vóór deze data moet de belastingplichtige de bijbehorende termijnen betaald hebben, ook als er een bezwaarschrift is ingediend. Als er een machtiging tot automatische incasso is verleend, dan wordt het bedrag in evenveel gelijke termijnen van de bankrekening afgeschreven als er incassotermijnen worden genoemd op dit aanslagbiljet. Als het tweemaal niet is gelukt om het betreffende termijnbedrag van de rekening af te schrijven, dan vervalt de automatische incasso. Als belastingplichtige niet op tijd betaalt, of als de automatische incasso niet kan worden uitgevoerd, start na de laatste vervaldatum de invordering. Dit houdt in dat de belastingplichtige een aanmaning ontvangt als er nog niet (volledig) is betaald. Aan deze aanmaning zijn kosten verbonden. Na de aanmaning volgt, bij niet betalen van de aanslag en de kosten van de aanmaning, een dwangbevel. Ook hier zijn extra kosten aan verbonden.
7.4 Oninbare vorderingen Indien ondanks allerlei invorderings- en handhavingsacties blijkt dat er voor de belastingschuld geen of onvoldoende verhaalsmogelijkheden zijn, dan kan de belasting door het college geheel of gedeeltelijk oninbaar worden verklaard. Het collegebesluit ontheft de invorderingsambtenaar van de wettelijke plicht verdere pogingen tot invordering te doen. Anders dan bij kwijtschelding blijft de belastingschuld bij oninbaar in stand. Doet zich op enig moment een verhaalsmogelijkheid voor, dan kan – tenzij de verjaring is ingetreden – de invordering weer worden opgestart. Redenen voor oninbaarheid zijn bijvoorbeeld: • faillissement; • vertrokken naar onbekende bestemming; • vertrokken naar het buitenland; • Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen; • minnelijke schuldregeling (finale kwijting); • overleden, erven onbekend of erfenis verworpen; • geen verhaal mogelijk volgens ambtsbericht deurwaarder.
15
7.5 Handhaving Wie belasting is verschuldigd, dient ook daadwerkelijk belasting te betalen. Dit om te voorkomen dat mensen geen belasting betalen door het niet doen van aangifte. Dit druist bij veel mensen in tegen hun gevoel van rechtvaardigheid. Wie netjes betaalt, verdient onze steun. In Ommen wordt al jaren ingezet op handhaving. De komende jaren zal het college dit continueren en indien nodig uitbreiden. Zo zullen er controles houden worden op de belastingplicht van honden-, toeristen- en forensenbelastingen.
8. Overige ontwikkelingen 8.1 Reductie perceptiekosten Belasting heffen en invorderen brengt kosten met zich mee (perceptiekosten). De gemeente gaat voor een kwalitatieve uitvoering tegen zo laag mogelijke kosten. Besparing op de perceptiekosten is in de afgelopen collegeperiode al in gang gezet. In deze collegeperiode wordt gezocht naar mogelijkheden om tot een verdere kostenreductie te komen. Naast kostenreductie wordt er ook naar gestreefd om de kosten per belastingsoort inzichtelijker te maken. Daarbij moet worden gedacht aan het stroomlijning van processen binnen de eigen belastingdienst, maar ook aan samenwerkingsmogelijkheden met andere gemeenten op het gebied van het verzamelen van vastgoedinformatie, het taxeren van objecten, het opleggen van aanslagen en het invorderen van de belastingschulden.
8.2 Verruiming lokale belastingen In januari 2015 heeft Minister Plasterk aangegeven dat hij vindt dat gemeenten meer belastingen moeten kunnen heffen. Dat schrijft hij in een plan over de verbetering van de lokale democratie. Gemeenten vragen al jaren om verruiming van lokale belastingen en de decentralisaties hebben deze roep versterkt, aldus Plasterk. In de Agenda Lokale Democratie schrijft Plasterk het volgende: " Vanuit de gemeenten wordt al jaren gevraagd om de uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied. De decentralisaties hebben deze roep versterkt. Als de gemeente meer taken krijgt, zo is de redenering, kan de afweging tussen meer of minder inkomsten en meer of minder gemeentelijke uitgaven ook meer bij de gemeenten komen te liggen. Het kabinet onderschrijft de gedachte dat een verruiming van het lokale belastinggebied past bij de verruiming van het gemeentelijke takenpakket. Daarnaast biedt uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied kansen om de betrokkenheid van de burger bij de lokale politiek te vergroten en daarmee voor de versterking van de lokale democratie. Het vergroot de autonomie en daarmee de ruimte om op lokaal niveau eigen afwegingen te maken. Zoals aangekondigd in de brief over de herziening van het belastingstelsel zullen de staatssecretaris van Financiën en ik daarom gaan onderzoeken of en hoe een verruiming van het gemeentelijk belastinggebied vorm en draagvlak zou kunnen krijgen. Hierbij wordt onder andere bezien of verschillende varianten kunnen leiden tot positieve effecten voor de werking van de gemeentelijke democratie en de economie. Het uitgangspunt daarbij is een in ieder geval niet toenemende belastingdruk voor de burger. "
16
9. Resumé mogelijkheden gemeentelijke inkomsten 1. Ommen kent een hoog voorzieningenniveau. Deze daar waar mogelijk handhaven en geen voorzieningen sluiten. Blijkens het Raadsprogramma en het CUP geldt het voorzieningenniveau als prioriteit. Dit klemt te meer doordat de voorzieningen veelal welzijn en zorg gerelateerd zijn, waarvan het belang in deze programma’s extra is benadrukt. Het college stelt daarom ook voor om het voorzieningenniveau in beginsel te handhaven. Indien de raad aanvullend onderzoek wenst naar mogelijke sluiting of vermindering nodigen wij de raad uit om hiervoor de zoekrichting aan te geven. 2. De woonlastenvergelijking (ozb, afval en riool) laat zien dat er afwijkingen zijn ten opzichte van het Vechtdal, Overijssel en referentiegemeenten. - Afval: Ommen scoort hier hoger. Dit kan door goed gebruik in het DIFTAR-systeem worden verlaagd. - Riool: Ommen scoort lager ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Dit is te verklaren uit het feit dat een aantal kosten zoals de BTW-verhoging nog niet zijn verwerkt in het tarief. Wij komen met een voorstel. - Ozb: Ommen scoort hier lager. Een trendmatige verhoging wordt overwogen om de voorzieningen op peil te houden. OZB – uitgangspunt WOZ waarden: woningen € 200.000 en niet-woningen € 300.000. Belasting Tarief Eigenaar woning 0,0985% Eigenaar/gebruiker 0,2356% niet-woning
OZB-bedrag € 197,€ 707,-
1% verhoging € 2,€ 7,-
3. Toeristen- en forensenbelasting: Ommen scoort in vergelijking tot de Overijsselse gemeenten hoog. Daarom wordt voorgesteld af te zien van verdere verhoging m.u.v. de inflatiecorrectie. 4. Precariobelasting: voor de precariobelasting is reeds een verhoging voorzien voor de komende jaren. Voorgesteld wordt af te zien van verhoging m.u.v. de inflatiecorrectie. 5. Hondenbelasting: het tarief voor de hondenbelasting ligt dicht tegen het landelijke gemiddelde. Voorgesteld wordt geen verdere verhoging door te voeren m.u.v. de inflatiecorrectie. 6. Begraafrechten, marktgelden en leges: bij deze rechten is sprake van een kostendekking van 100%. In 2015 worden de toekomstige ontwikkelingen, zoals van begraven naar cremeren, in kaart gebracht en het effect hiervan op de totale legesopbrengsten. Verder wordt er onderzoek gedaan naar de kostendekking van de legestarieven. 7. Parkeerbelasting: voorgesteld wordt geen onderzoek te doen. 8. Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting en Vermakelijkhedenretributie: het heffen van deze gemeentelijke belastingen brengt hogere perceptiekosten met zich mee en levert een minimale opbrengst op. Voorstel is deze niet verder te onderzoeken. 9. BIZ: voorgesteld wordt onderzoek te doen naar de invoering van een BIZ ter ontwikkeling van het centrum en vooralsnog geen onderzoek te doen naar de invoering van Reclamebelasting. 10. Uitvoering belastingheffing: voorgesteld wordt de uitvoering als geschetst in hoofdstuk 7 te continueren.
17
10.
Bijlage
Belastingkennis voor raadsleden (VNG): http://www.vng.nl/producten-diensten/databanken/belastingkennis-voor-raadsleden
18