Kennisdocument
Belastingplan 2016 Overzicht Tijdens Prinsjesdag zijn de voornemens van het kabinet om belastingverlaging in te voeren officieel bekendgemaakt. Zoals verwacht vonden er voor u als mkbondernemer geen grote wijzigingen plaats. Toch brengen wij u graag op de hoogte van wat deze wijzigingen voor u kunnen betekenen en vooruitlopend dragen wij een aantal oplossingsrichtingen aan. Aan de hand van dit kennisdocument worden de belangrijkste maatregelen uit het Belastingplan voor u uiteengezet. Wees uzelf ervan bewust dat we het hier vooralsnog hebben over voornemens. De komende maanden moeten de plannen nog worden goedgekeurd door zowel de Tweede als de Eerste Kamer. We houden u vanzelfsprekend op de hoogte!
1. Belasting op inkomen Wijziging box 3 per 1 januari 2017 Het kabinet wil de box 3-heffing wijzigen. De effectieve belastingheffing bedraagt nu nog 1,2% ongeacht de hoogte van het vermogen. Vanaf 1 januari 2017 bedraagt de effectieve heffing 0,87% tot 1,65% afhankelijk van de hoogte van uw vermogen. De huidige regeling is als volgt: na aftrek van het heffingvrije vermogen van € 21.330 wordt een forfaitair rendement van 4% verondersteld. Dit rendement wordt belast tegen een uniform tarief van 30%. Dit leidt tot een effectieve heffing van 1,2%.
Vanaf 1 januari 2017 is het forfaitaire rendement afhankelijk van de hoogte van het vermogen. Het forfaitaire rendement zal jaarlijks worden aangepast aan de hoogte van behaalde rendementen op spaargelden en beleggingen. Het tarief blijft 30%. De verwachting is dat vanaf 1 januari 2017 de forfaitaire rendementen als volgt zijn: Schijf
Box 3 vermogen per 1 januari 2017
Heffingvrij vermogen
Forfaitair rendement
1
€ 0 - € 100.000
€ 25.000
2,90%
2
€ 100.000 - € 1.000.000
4,70%
3
> € 1.000.000
5,50%
Dit leidt tot een effectieve heffing van 0,87% tot 1,65%. Wilt u meer weten over de gevolgen en mogelijkheden van deze wijziging in belastingheffing van box 3, dan verwijzen wij u naar het artikel ‘Belastingheffing Box 3: rechtvaardiger?’
Opnemen kinderalimentatie in box 3 Per 1 januari 2015 is de aftrek van levensonderhoud kinderen afgeschaft. Doordat er geen recht meer bestaat op aftrek, mag een belastingplichtige zijn onderhoudsverplichting voor kinderen als schuld opnemen in box 3. Het recht om de onderhoudsverplichting op te nemen in de aangifte van het kind is echter niet aanwezig. Vanaf 1 januari 2017 mogen periodieke verplichtingen vanuit familieverhouding niet meer worden gewaardeerd in box 3. Dit betekent dat ook de onderhoudsverplichtingen dan niet meer mogen worden opgenomen als schuld in box 3. In 2015 en in 2016 kan de schuld uit hoofde van de kinderalimentatie dus nog wel als schuld in box 3 worden aangegeven.
Kinderopvangtoeslag Het kabinet trekt vanaf 2016 structureel bijna €300 miljoen per jaar extra uit voor de kinderopvangtoeslag. Doel is om de combinatie werk en gezin voor ouders gemakkelijker en betaalbaarder te maken. Zo wordt de kinderopvang voor een gezin met een inkomen van ongeveer € 50.000 en twee kinderen die drie dagen per week naar de kinderopvang gaan, ruim € 100 per maand goedkoper. Gaan de kinderen twee hele dagen naar de opvang, dan is het voordeel ongeveer € 70 per maand.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015
Pagina 2 van 15
Afkoop lijfrente: afschaffing minimumwaarderingsregeling Afkoop van een lijfrente (verzekering of spaarproduct) leidt tot belastingheffing in box 1 over de werkelijke waarde van de lijfrente. Indien de lijfrente nog niet tot uitkering is gekomen, wordt de werkelijke waarde echter minimaal gesteld op de betaalde lijfrentepremies. Dit kan ertoe leiden dat meer belasting is verschuldigd dan het bedrag van de afkoopsom van de lijfrente, bijvoorbeeld bij beleggingsverliezen. Dit wordt door de regering onwenselijk geacht. Het voorstel is dan ook om deze zogenoemde ‘minimumwaarderingsregeling’ te laten vervallen. Vooruitlopend op de wetgeving is onlangs goedkeurend beleid verschenen. Let op! Afkoop van een lijfrente kan naast belastingheffing ook tot revisierente leiden.
€ 100.000 schenken voor aflossing lening eigen woning Aan uw kinderen of hun partners in de leeftijd van 18 tot 40 jaar kunt u in 2016 € 53.016 (2015: € 52.752) schenken. De schenking moet ten goede komen aan de verwerving of verbouwing van een eigen woning, de afkoop van rechten van erfpacht, opstal of beklemming met betrekking tot die woning dan wel voor de aflossing van de eigenwoningschuld of een restschuld van de vervreemde eigen woning. Vanaf 1 januari 2017 wordt het structureel mogelijk om eenmalig € 100.000 te schenken aan een kind of een derde in de leeftijd van 18 tot 40 jaar. Er geldt een overgangsrecht voor eerder gedane schenkingen voor de eigen woning.
Sanctie niet nakomen aflossingseis eigenwoningschuld verzacht Voor de eigenwoningschuld geldt sinds 2013 een annuïtaire aflossingseis. Als niet aan de aflossingseis wordt voldaan, ontstaat een aflossingsachterstand. Daar staat momenteel een strenge sanctie op. Als de achterstand niet op tijd wordt ingehaald, gaat de schuld waar de achterstand op is ontstaan over naar box 3. Hierdoor bestaat definitief geen recht meer op renteaftrek binnen de eigenwoningregeling. Deze sanctie wordt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2013 verzacht. De schuld waarvoor de aflossingsachterstand geldt, gaat nog steeds over naar box 3, maar die overgang hoeft niet langer permanent te zijn. Hierdoor bestaat (eventueel) slechts tijdelijk geen recht meer op
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015
Pagina 3 van 15
renteaftrek binnen de eigenwoningregeling. Voldoet de belastingplichtige met deze schuld weer aan de eisen van de eigen woninglening, dan verhuist de lening van box 3 naar box 1 en mag de rente weer in aftrek worden gebracht.
Vereenvoudiging informatieverplichting eigen woning Wie voor de aankoop of verbetering van een eigen woning niet leent van de bank, maar van een familielid, van de eigen besloten vennootschap of van iemand anders, moet de Belastingdienst hierover informeren. Deze informatieplicht geldt ook als de voorwaarden voor de lening worden gewijzigd. Wanneer hier niet aan wordt voldaan, dan is er geen recht op aftrek van de hypotheekrente totdat het verzuim is hersteld. In de praktijk blijkt de informatieplicht te ingewikkeld. Er wordt niet altijd aan voldaan of deze wordt zelfs vergeten. Hierdoor krijgt de belastingplichtige onbedoeld te maken met (tijdelijke) renteaftrekbeperkingen. Daarom wordt de informatieverplichting met ingang van 2016 vereenvoudigd. De verplichting wordt dan opgenomen in de aangifte inkomstenbelasting, en zal zoveel mogelijk vooringevuld worden. Er bestaat dan alleen recht op renteaftrek als alle vragen zijn beantwoord. Het opsturen en invullen van een formulier is dan niet meer nodig.
Onderhoudskosten buitenlandse monumentenwoning Onderhoudskosten aan de eigen woning en aan woningen die tot box 3 behoren, zijn normaal gesproken niet aftrekbaar. Een uitzondering geldt voor monumentenwoningen, die als rijksmonument zijn aangemerkt. Onderhoudskosten van dergelijke panden kunnen voor 80% als persoonsgebonden aftrek in de aangifte inkomstenbelasting worden opgevoerd. Tot nu toe geldt deze aftrek alleen voor monumentenpanden die in Nederland zijn gelegen. In een beleidsbesluit is goedgekeurd dat, onder voorwaarden, ook aftrek van uitgaven voor monumentenpanden wordt toegestaan voor een monumentenpand dat in een andere EU-lidstaat is gelegen. Het monumentenpand mag zelfs gelegen zijn in een land dat behoort tot de Europese Economische Ruimte. Een voorwaarde is dat het monumentenpand een element vormt van het Nederlands cultureel erfgoed. Per 1 januari 2016 is het beleidsbesluit formeel vastgelegd in de Wet inkomstenbelasting 2001. Daarnaast kunnen ook in het buitenland gelegen landgoederen onder de Natuurschoonwet 1928 worden gebracht. Er geldt al een goedkeuring, die per 1 januari 2016 in de wet wordt opgenomen.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015
Pagina 4 van 15
Onbelaste vergoedingen UWV Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) verstrekt op basis van de sociale zekerheidswetgeving diverse voorzieningen aan uitkeringsgerechtigden en aan personen met een beperking om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren of te behouden. Het gaat daarbij om voorzieningen die zijn gericht op het verwerven van een startpositie op de arbeidsmarkt of reintegratie na langdurige ziekte of werkloosheid. Te denken valt aan jobcoaches, arbofaciliteiten, scholing, hulpmiddelen op de werkplek (zoals een brailleleesregel) en een doventolk. Ook vervoersvoorzieningen voor het bereiken van de werkplek of opleidingslocatie vallen onder de regeling. Om te voorkomen dat deze door het UWV verstrekte vergoedingen en verstrekkingen met inkomstenbelasting worden belast als periodieke uitkeringen, wordt per 1 januari 2016 in de Wet inkomstenbelasting 2001 een vrijstelling opgenomen.
Tarieven 2016 Inkomstenbelasting: lagere tarieven In 2016 veranderen de tarieven in de inkomstenbelasting, wat een belastingverlaging oplevert. Het belastingpercentage van de tweede en derde schijf daalt naar 40,15% en de derde schijf wordt verlengd met € 8.548. Voor particulieren die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt, worden de tarieven als volgt: Tarieven inkomstenbelasting Belastbaar inkomen Meer dan
Maar niet meer dan
Tarief
1e schijf
€0
€ 19.922
36,55%
2 schijf
€ 19.922
€ 33.715
40,15%
3e schijf
€ 33.715
€ 66.421
40,15%
4 schijf
€ 66.421
e
e
52,00%
Belastingplichtigen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, genieten in de eerste en tweede schijf lagere tarieven. Voor belastingplichtigen geboren voor 1 januari 1946 geldt daarbij een iets langere tweede schijf.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015
Pagina 5 van 15
Tarief renteaftrek eigen woning Het tarief voor de (rente)aftrek eigen woning wordt jaarlijks afgebouwd. In 2016 bedraagt het tarief 50,5 %.
Algemene heffingskorting: snellere en volledige afbouw De algemene heffingskorting wordt nog sneller afgebouwd dan eerder is aangekondigd, en wordt bij een inkomen vanaf € 66.421 zelfs nihil. Algemene heffingskorting Inkomen
2015
2016
2017
€ 10.000
€ 2.203
€ 2.230
€ 2.233
€ 20.000
€ 2.199
€ 2.226
€ 2.233
€ 30.000
€ 1.967
€ 1.747
€ 1.768
€ 40.000
€ 1.735
€ 1.267
€ 1.288
€ 50.000
€ 1.503
€ 788
€ 809
€ 60.000
€ 1.341
€ 308
€ 329
€ 70.000
€ 1.341
€0
€0
Arbeidskorting: verhoging Om werken te stimuleren gaat de arbeidskorting omhoog. Vooral werknemers met een arbeidsinkomen tussen de € 9.000 en € 107.000 profiteren van deze verhoging. Arbeidskorting Inkomen
2015
2016
2017
€ 10.000
€ 100
€ 400
€ 381
€ 20.000
€ 2.220
€ 3.103
€ 3.312
€ 40.000
€ 2.220
€ 2.864
€ 3.077
€ 60.000
€ 1.811
€ 2.064
€ 2.277
€ 80.000
€ 1.011
€ 1.264
€ 1.477
€ 90.000
€ 611
€ 864
€ 1.077
€ 100.000
€ 211
€ 464
€ 677
€ 110.000
€ 184
€ 64
€ 277
€ 120.000
€ 184
€0
€0
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015
Pagina 6 van 15
Inkomensafhankelijke combinatiekorting: verhoging Heeft u kinderen, dan kunt u recht hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Deze korting wordt ook verhoogd. Combinatiekorting Inkomen
2015
2016
€ 5.000
€ 1.039
€ 1.046
€ 10.000
€ 1.239
€ 1.354
€ 20.000
€ 1.639
€ 1.970
€ 30.000
€ 2.039
€ 2.586
€ 40.000
€ 2.152
€ 2.769
€ 50.000
€ 2.152
€ 2.769
Ouderenkorting: eenmalige verhoging Om de koopkracht van AOW-gerechtigden te repareren, wordt in 2016 de ouderenkorting eenmalig verhoogd. De maximale ouderenkorting bedraagt in 2016 € 1.187.
Overzicht heffingskortingen: overzicht Alle heffingskortingen, ook die geen wijziging hebben ondergaan, zijn voor u op een rij gezet. Heffingskortingen 2015
2016
Maximum algemene heffingskorting onder de AOW leeftijd
€ 2.203
€ 2.230
Maximum algemene heffingskorting boven de AOW leeftijd
€ 1.123
€ 1.139
Minimale algemene heffingskorting onder de AOW leeftijd
€ 1.342
€0
Minimale algemene heffingskorting boven de AOW leeftijd
€ 685
€0
Maximum arbeidskorting
€ 2.220
€ 3.103
Minimale arbeidskorting
€ 184
€0
Maximum werkbonus
€ 1.119
€ 1.119
Maximum inkomensafhankelijke combinatiekorting
€ 2.152
€ 2.769
Jonggehandicapten korting
€ 715
€ 719
Ouderenkorting bij een inkomen tot € 35.770 (2015)
€ 1.042
€ 1.187
Ouderenkorting bij een inkomen hoger dan € 35.770 (2015)
€ 152
€ 70
Alleenstaande ouderenkorting
€ 433
€ 436
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015
Pagina 7 van 15
2. Auto Auto Het kabinet heeft de afgelopen zomer de Autobrief II gepubliceerd, waarin een verkenning is opgenomen vanaf 2017 ten aanzien van de autobelastingen. De uitwerking van deze Autobrief II in een wetsvoorstel, komt op een later tijdstip naar de Tweede Kamer. Voor 2016 worden de CO2-emissienormen voor de bijtelling van de auto verder aangescherpt. In de onderstaande tabel zijn de bijtellingcategorieën opgenomen voor 2016 alsmede de mogelijke bijtellingcategorieën die voortvloeien uit de verkennende Autobrief II. Ter vergelijk zijn de huidige bijtellingcategorieën opgenomen. Uitstoot
2015
2016
2017
2018
2019
0 gram/km
4%
4%
4%
4%
4%
1-50 gram/km
7%
15%
17%
19%
22%
51-82
14%
21%
22%
22%
22%
20%
21%
22%
22%
22%
20%
25%
22%
22%
22%
25%
25%
22%
22%
22%
gram/km 83-106 gram/km 107-110 gram/km Vanaf 110 gram/km Het bijstellingspercentage voor de auto geldt voor 60 maanden na de eerste ingebruikname gelden. Voor auto’s die in 2015 en 2016 zijn aangeschaft of waarvan de lease aanvangt, blijft volgens de staatssecretaris de hoge bijtelling van 25% ook gedurende 60 maanden gelden! Deze berijders profiteren dus niet van het voordeel van het lagere bijtellingspercentage van 22% dat vanaf 2017 gaat gelden! Of dit standpunt houdbaar is, zal de tijd leren, maar het is in elk geval goed om hier rekening mee te houden bij de oriëntatie op koop of lease van een auto in 2015 of 2016. Over de bijtelling voor zogenoemde youngtimers (15-plussers) is niets vermeld. Aangenomen wordt dat die 35% over de waarde in het economisch verkeer zal blijven.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015
Pagina 8 van 15
Provinciale opcenten voor buitenlands ingezetenen Een niet-ingezetene die is onderworpen aan de heffing van motorrijtuigenbelasting, wordt tot op heden geacht te wonen in de provincie die de hoogste provinciale opcenten heft. Uit recente jurisprudentie blijkt dat deze regeling juridisch geen stand kan houden. Daarom heeft het kabinet voorgesteld om de provinciale opcenten voor niet-ingezetenen vast te stellen op het laagste provinciale tarief.
3. Dga Emigratie dga De emigratie van een dga wordt per direct fiscaal ontmoedigd. Na emigratie wordt een conserverende aanslag voortaan namelijk geheel of gedeeltelijk ingevorderd bij iedere winstuitdeling. Bovendien wordt een conserverende aanslag na tien jaar niet meer kwijtgescholden. Volgens het kabinet is onder de huidige wet een lek in de belastingheffing bij emigratie ontstaan. Om dit emigratielek te bestrijden, leiden winstuitdelingen na emigratie voortaan in alle gevallen tot belastingheffing of tot een (naar rato) intrekking van het uitstel van betaling. Ook wordt de conserverende belastingaanslag niet meer louter als gevolg van tijdsverloop na tien jaar kwijtgescholden. De maatregel heeft terugwerkende kracht tot en met 15 september 2015, 15.15 uur. Wilt u meer weten over de achtergrond van deze bepaling, de gevolgen en de mogelijkheden? Leest u dan ons artikel ‘Belastingontwijking emigrerende dga beperkt’.
Niet in belastingplan (verwacht maar niet gekregen) Pensioen in eigen beheer Op 1 juli 2015 is de langverwachte brief over de toekomst van het pensioen in eigen beheer verschenen. Hierin wordt een tweetal oplossingsrichtingen uitgewerkt. In het Belastingplan wordt echter niet gerept over het pensioen in eigen beheer. Op 24 september aanstaande staat een debat in de Tweede Kamer gepland over de voorgestelde
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015
Pagina 9 van 15
oplossingsrichtingen. De beoogde ingangsdatum van de voorstellen is 1 januari 2016. Onze verwachting is dat de ingangsdatum van 1 januari 2016 niet zal worden gehaald.
4. Bv onderneming Erfpacht(lease) en overdrachtsbelasting Bij de verkrijging van een onroerende zaak onder voorbehoud van een recht van erfpacht is op dit moment geen of minder overdrachtsbelasting verschuldigd door een grondslagvermindering. Het kabinet wil deze grondslagvermindering schrappen. Het voordeel van een erfpachtlease is dat heffing van overdrachtsbelasting geheel of gedeeltelijk wordt voorkomen. Bij verkoop van een onroerende zaak, waarbij de verkoper en de koper gelijktijdig een huurovereenkomst sluiten (sale-and-leaseback), wordt daarentegen de overdrachtsbelasting niet verminderd. Het kabinet stelt voor de economische vergelijkbare gevallen van sale-en-leaseback en erfpachtlease gelijk te behandelen. Voorgesteld wordt dat in geval van erfpachtlease de grondslag voor de overdrachtsbelasting niet meer wordt verminderd. Wilt u meer weten over de achtergronden van dit voorstel en de mogelijkheden? Leest u dan het artikel ‘Grondslagvermindering overdrachtsbelasting erfpacht geschrapt’.
Let op bij verkoop vennootschap met fiscale reserves Het kabinet wil de handel in vennootschappen met (fiscale en stille) reserves, zoals bijvoorbeeld een herinvesteringsreserve, verder bestrijden. Daarom stelt zij voor de maatregelen te verruimen die het mogelijk maken om een aandeelhouder die zijn aandelen in een dergelijke vennootschap heeft overgedragen, aansprakelijk te stellen indien verhaal op de vennootschap niet meer mogelijk is. Bij een dergelijke aansprakelijkstelling heeft de aandeelhouder nu de mogelijkheid om de aansprakelijkheid af te wenden indien hij bewijst dat het niet aan hem te wijten is dat het vermogen van de verkochte vennootschap niet toereikend is om de vennootschapsbelasting te voldoen.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015
Pagina 10 van 15
Het kabinet stelt nu voor om het leveren van dit bewijs uit te sluiten voor de gevallen waarin vennootschapsbelasting is verschuldigd vanwege een herinvesteringsreserve of vanwege een (stille) reserve die samenhangt met bezittingen van de vennootschap die binnen zes maanden na de aandelenoverdracht worden vervreemd. Opvallend is dat voorgesteld wordt om deze wetswijziging terug te laten werken tot 15 september 2015 15:15 uur, het moment dat het Belastingplan 2016 en daarbij behorende overige fiscale maatregelen werden gepubliceerd.
5. Werkgever Nieuwe premiekortingen voor werkgevers Het kabinet wil twee maatregelen invoeren die werkgevers moeten stimuleren om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen. Deze maatregelen bestaan enerzijds in de vorm van loonkostenvoordelen en anderzijds in een zogenoemd lage-inkomensvoordeel. Wilt u meer weten over de voordelen, dan ons artikel ‘Werkgeversvoordeel: nieuwe premiekortingen’.
Aanscherping gebruikelijkheidscriterium werkkostenregeling Het kabinet heeft het gebruikelijkheidscriterium van de werkkostenregeling opnieuw geformuleerd. Het gebruikelijkheidscriterium houdt nu in dat de omvang van de vergoeding of verstrekking bepalend is bij de vraag of aan de voorwaarde van gebruikelijkheid is voldaan. Op basis van de huidige wet- en regelgeving kunnen werkgevers grote bonussen onderbrengen in de vrije ruimte. Als de vrije ruimte wordt overschreden is de werkgever hierover 80% eindheffing verschuldigd. Deze eindheffing kan voordeliger zijn dan het verlonen van een grote bonus. Het ‘spelen’ met het tarief vindt het kabinet ongewenst en daarom is het gebruikelijkheidscriterium aangescherpt. Vanaf 2016 gaat het om de vergoeding of verstrekking zelf. Als een vergoeding of versterking op zichzelf al ongebruikelijk is, dan is het aanwijzen ervan als eindheffingsbestanddeel dat ook.
Werkgeversheffing ZVW per 2016 naar 6,75% De werkgeversheffing ZVW daalt naar verwachting per 1 januari 2016 van 6,95% naar 6,75%. De werknemersbijdrage gaat opnieuw fors omhoog.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015
Pagina 11 van 15
In meeste gevallen moeten werkgevers over het loon van werknemers de werkgeversheffing ZVW betalen. Daarbij geldt wel een maximum: het maximumbijdrageloon. Momenteel draagt de werkgever over het loon van werknemers 6,95% van het loon tot € 51.976 af aan de Belastingdienst. In de Macro Economische Verkenning 2016 van het Centraal Planbureau staat dat deze werkgeversheffing per 2016 daalt naar 6,75%. Het maximumbijdrageloon voor 2016 wordt € 52.765. Wanneer de werkgever niet de werkgeversheffing hoeft te betalen, komt de ZVW-bijdrage ten laste van de werknemer. De volgende groepen betalen zelf de ZVW-bijdragen: bepaalde uitkeringsgerechtigden; ex-werknemers; pseudo-werknemers; en directeuren-grootaandeelhouders die niet verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Zij betalen in 2015 een inkomensafhankelijke bijdrage van 4,85% van hun brutoloon tot het maximumbijdrageloon van € 51.976. In 2016 bedraagt het verschil tussen de werkgeversheffing en de werknemersbijdrage 1,25%. Daaruit valt af te leiden dat de werknemersbijdrage ZVW in 2016 5,50% bedraagt.
Samenvoeging WBSO en RDA Twee regelingen voor innovatie worden per 1 januari 2016 samengevoegd. De RDA wordt namelijk opgenomen in de WBSO. De grondslag van de geïntegreerde WBSO-regeling wordt versoberd door twee soorten werkzaamheden niet langer te laten kwalificeren en een andere werkzaamheid in te perken. Wilt u meer weten over de samenvoeging, leest u dan ons artikel ‘Samenvoeging innovatieregelingen’.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015
Pagina 12 van 15
6. Internationaal Internationaal: deelnemingsvrijstelling en verrekenprijzen Ondernemingen die internationaal actief zijn, zullen rekening moeten houden met nieuwe antimisbruikwetgeving. Opvallend zijn de deelnemingsvrijstelling en de verrekenprijsdocumentatie. Gelukkig wordt het mkb bij die laatste maatregel een beetje ontzien. Wilt u meer weten over de wijzigingen op internationaal gebied? Leest u dan het artikel ‘Nieuwe spelregels internationaal opererende ondernemingen’.
Juridische fusie en dividendbelasting Binnen het Nederlandse systeem van belastingheffing over vennootschappen, ontstaat een belastingschuld onder de Wet Dividendbelasting in geval meer aan de aandeelhouder wordt uitbetaald dan hij in de vennootschap als kapitaal heeft gestort. Indien als gevolg van een juridische fusie een buitenlandse entiteit verkregen wordt, dan kan als gevolg van het Nederlandse systeem een dividendbelastingclaim ontstaan over winstreserves van die buitenlandse entiteit. Aangezien dit niet de bedoeling kan zijn, wordt voorgesteld dergelijke belangen op te waarderen naar de waarde in het economisch verkeer in geval vermogen als gevolg van een juridische fusie overgaat op de verkrijgende rechtspersoon in Nederland. Hierdoor wordt geen dividendbelasting geheven over winsten waartoe Nederland niet gerechtigd zou zijn. Deze opwaardering geldt niet voor de situatie waarin de verdwijnende vennootschap een Nederlandse entiteit is, aangezien Nederland in dat geval al gerechtigd te heffen. In Nederland is een civielrechtelijke grensoverschrijdende splitsing niet geregeld. De wetgever verwacht dat dit in een aantal andere landen al wel mogelijk is. Daarom vindt ook in deze situatie een opwaardering plaats waardoor er dus geen Nederlandse dividendbelastingclaim op bestaande buitenlandse winstreserves gaat ontstaan.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015
Pagina 13 van 15
7. Diversen Fiscaal procesrecht Het kabinet wil graag dat rechtsvragen die breed in de samenleving leven, sneller beantwoord worden. Naast verbeteringen van de ‘massaalbezwaarprocedure’ stelt het kabinet in dat kader de invoering van de ‘fiscale prejudiciële procedure’ voor. Dit biedt de belastingrechter de mogelijkheid om lopende het geding een rechtsvraag voor te leggen aan de Hoge Raad.
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015
Pagina 14 van 15
Meer informatie en inlichtingen DRV Bergen op Zoom
DRV Roosendaal
Joulehof 10, 4622 RG Bergen op Zoom
Emmerblok 30, Oud Gastel
Postbus 982, 4600 AZ Bergen op Zoom
Postbus 1006, 4700 BA Roosendaal
Telefoon: 0164 - 241850
Telefoon: 0165 - 573700
E-mail:
[email protected]
E-mail:
[email protected]
DRV Breda
DRV Rotterdam
Cosunpark 20, 4814 ND Breda
Hoofdweg 52, 3067 GH Rotterdam
Postbus 5678, 4801 EB Breda
Postbus 8560, 3009 AN Rotterdam
Telefoon: 076 - 5233033
Telefoon: 010 - 4212020
E-mail:
[email protected]
E-mail:
[email protected]
DRV Goes
DRV Sliedrecht
Stationspark 51, 4462 DZ Goes
Trapezium 150, 3364 DL Sliedrecht
Postbus 117, 4460 AC Goes
Postbus 5, 3360 AA Sliedrecht
Telefoon: 0113 - 200900
Telefoon 0184 - 414766
E-mail:
[email protected]
E-mail:
[email protected]
DRV Hellevoetsluis
DRV Terneuzen
Bruggehoofd 7, 3223 DB Hellevoetsluis
Willem Alexanderlaan 45, 4532 DB Terneuzen
Postbus 1048, 3220 BA Hellevoetsluis
Postbus 1100, 4530 GC Terneuzen
Telefoon: 0181-322100
Telefoon: 0115 - 645645
E-mail:
[email protected]
E-mail:
[email protected]
DRV Middelburg
DRV Zierikzee
Park Veldzigt 1, 4336 DR Middelburg
Karnemelksvaart 2, 4301 GX Zierikzee
Postbus 321, 4330 AH Middelburg
Postbus 38, 4300 AA Zierikzee
Telefoon: 0118 - 634000
Telefoon 0111 - 417155
E-mail:
[email protected]
E-mail:
[email protected]
DRV Oud-Beijerland Beetsstraat 1, 3261 PL Oud-Beijerland Postbus 1602, 3260 BC Oud-Beijerland Telefoon: 0186 - 642222 E-mail:
[email protected]
DRV Accountants & Adviseurs | Belastingplan 2016 - Overzicht | 16-09-2015
Pagina 15 van 15