AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X . P608646
Vr ijuit
MAANDBLAD VAN DE LIBERALE VAKBOND
8 4 ste j a a r g a n g
CHANTEREN MET WERK
november 2013
3
PENSIOENBONUS
Vanaf 1 januari treedt de hervorming van de pensioenbonus in werking. Hoe zal de nieuwe pensioenbonus eruitzien en wat gebeurt er met de reeds opgebouwde bonus ?
6
ARBEIDSWEGONGEVAL OF NIET ? Een ongeval dat zich voordoet op de weg naar/van het werk wordt eveneens beschouwd als een arbeidsongeval. Maar de invulling van het begrip ‘op de weg van en naar het werk’ is al eens voer voor discussie.
24
DIPLOMA EN JOBKANSEN Een vierde van de Vlaamse werklozen is jonger dan 25 jaar. Vooral vroegtijdige schoolverlaters vormen een kwetsbare groep. De VDAB houdt de situatie tegen het licht.
26
TIEN KAARSJES De diversiteitsconsulenten van ACLVB zetten al tien jaar hun beste beentje voor. En ook de Bijblijfwerking mag inmiddels tien kaarsjes uitblazen. In één decennium is heel wat veranderd.
28
VLAAMSE BEGROTINGSTRUCS
Een op de twee bedrijfsleiders “vreest ontslagen” als de federale en regionale regeringen voor de verkiezingen van mei 2014 niet een of twee belangrijke maatregelen nemen ten bate van de concurrentiekracht. Als ze het daarentegen alvast zouden kunnen eens geraken over een lineaire maatregel die gemakkelijk toe te passen is, zouden de werkgevers kunnen overwegen om aan te werven. Het VBO chanteert ons opnieuw met werkgelegenheid. De loonhandicap werd door de werkgeversorganisatie berekend op 16,5 %, onterecht, want in dat geval wordt geen rekening gehouden met alle loonhulp waarvan de bedrijven genieten. Volgens meer doortastende berekeningen van de Expertengroep ‘Concurrentievermogen en Werkgelegenheid’ bedraagt de loonhandicap 0,55 %. Wat ons er niet van mag weerhouden om na te denken over een herziening van de fiscaliteit die ook een vermindering van de arbeidskost tot gevolg zou hebben.
Het Rekenhof deelt de kritiek van de Vlaamse sociale partners op de Vlaamse begroting 2014 : er werden technische trucs gebruikt om een begroting in evenwicht te kunnen voorleggen.
30
WERKLOOSHEID DOOR SLECHT WEER Het wordt kouder en natter, de winter is in aantocht. Dat betekent voor sommige sectoren een hoger risico op tijdelijke werkloosheid omwille van het slechte weer.
2aclvb-voordeelkaart
GREASE Exclusief voor WINCARD-houders : 3 duovrijkaarten te winnen voor de voorstelling op 3/1/2014 ! Grease, het verhaal van de T-birds en de Pink Ladies, in een spectaculaire arenashow ! Verwacht een feel-good-spektakel en ontdek hoe Grease er uit zou zien in 2013, met de hippe Pink Ladies en de stoere T-Birds. Geef je helemaal over aan deze glimmende, spectaculaire show met grootse decors en internationaal toptalent.
Ja, ik waag mijn kans en stuur deze antwoordkaart op een briefkaart naar Countdown WINCARD, Roodborstjeslaan 4, bus 3 - 1860 Meise, of ik mail mijn gegevens naar
[email protected] NAAM : .............................................................. VOORNAAM :............................................... ADRES : ................................................................................................................................
OOK VIA E-MAIL
✁
WINCARD DEELNAMECOUPON
PC : .................. GEMEENTE :...............................................................................................
ACLVB-lidnummer : : ..................................
Meer voordelen : ga naar
www.countdown.be
MIJN KEUZE : ❑ GREASE
of schrijf je in op de nieuwsbrief V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
Herbeleef de magie van Grease met zijn swingende choreografieën, ontwapende humor en natuurlijk de onmiskenbare hits ! Een nostalgische update voor de ene, een nieuwe ontdekking voor de andere, kortom : ideaal voor de hele familie. De film met John Travolta en Olivia Newton-John zorgde in de jaren ‘70 voor uitverkochte bioscopen en werd een wereldwijde hype. De Grease-hits stonden maandenlang in de top van de hitparades. Het verhaal van Grease is dan ook van alle tijden. Eind jaren ‘50 wordt op een doorsnee Amerikaanse high school het muurbloempje Sandy verliefd op de stoere Danny. Een liefde die wederzijds is, maar de leider van de patserige jongensclub kan zijn liefde niet laten blijken zonder gezichtsverlies op te lopen. Totdat zij verandert in een femme fatale en hij keurig in jasje-dasje verschijnt. Een blitse, energetische en moderne kijk op dit universele liefdesverhaal. Grease is still the word ! Voorstellingen in Vorst Nationaal Nederlandstalige vertoningen : 3 januari ’14 om 15 u. en om 20 u., 5 januari ’14 om 11 u., 17 april ’14 om 20 u, 19 april ’14 om 20 u. en 20 april ‘14 om 15 u.
Bestel uw toegangskaarten met een korting van 15 % op www.aclvb.be/voordelen/vrije-tijd/
3 EEN NIEUWE PENSIOENBONUS VANAF 2014 actualiteit
De hervorming van de pensioenbonus werd al een tijd geleden aangekondigd. Vanaf 1 januari 2014 is het zover en treedt de hervorming van de pensioenbonus in werking. We gaan na hoe die nieuwe pensioenbonus er zal uitzien en wat er gebeurt met de pensioenbonus die reeds opgebouwd was.
D
De pensioenbonus werd in 2007 ingevoerd. Het is een forfaitair bedrag per effectief gewerkte dag dat je ontvangt bovenop het pensioen indien je aan de voorwaarden voldoet. Voor gepensioneerden die nu reeds een pensioenbonus ontvangen, wijzigt er niks. De pensioenbonus die zij nu reeds uitbetaald krijgen, blijft behouden. Vanaf 1 januari 2014 geldt er een nieuw bedrag en wijzigt de periode waarvoor je een bonus kan ontvangen. Wie beslist om het vervroegd pensioen (de vroegst mogelijke datum waarop men zijn pensioen kan opnemen) met minstens 12 maanden uit te stellen, kan een pensioenbonus opbouwen. Ook als de datum waarop je met vervroegd pensioen kon vóór 1 januari 2014 ligt, kan je een pensioenbonus opbouwen. De referteperiode begint ten vroegste 1 jaar nadat het mogelijk was om je vervroegd pensioen op te nemen te lopen. Voorbeeld : in 2012 was de voorwaarde voor het vervroegd pensioen de leeftijd van 60 jaar bereikt hebben en 35 jaar carrière hebben. Stel dat je op 1 mei 2012 aan deze voorwaarden voldeed en besloot om verder te werken, dan start op 1 mei 2013 de referteperiode voor de berekening van de pensioenbonus. Het vast bedrag van € 2,2974 per effectief gepresteerde dag wordt vervangen door een bedrag dat stijgt naarmate men langer zijn pensioen uitstelt. Het bedrag wordt toegekend per effectief gepresteerde dag. Per jaar kunnen er maximaal 312 effectief gewerkte dagen in aanmerking worden genomen. Voor een gelijkgestelde dag wordt er geen pensioenbonus meer toegekend.
en met 31 december 2013. De bonus wordt volgens het oude systeem opgebouwd vanaf 1 januari van het jaar waarin de werknemer 62 jaar wordt of waarin het 44ste kalenderjaar van de loopbaan begint. Deze berekening loopt tot en met december 2013. Vanaf 1 januari 2014 zijn de nieuwe voorwaarden van toepassing. Voor de pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 2014, zal de oude regeling gebruikt worden voor de loopbaanjaren tot en met 2013. De nieuwe regeling geldt voor de loopbaanjaren vanaf 1 januari 2014.
Voorbeeld Je bent geboren op 5 april 1951. In 2013 voldoe je aan de voorwaarden voor de pensioenbonus volgens het oude systeem, nl. op de leeftijd van 62 jaar besluit je om voltijds verder te werken tot en met 30 april 2015. Op 1 mei 2015 ga je met pensioen. Voor het jaar 2013 ontvang je een pensioenbonus berekend volgens het oude systeem, 312 dagen * € 2,2974 = € 716,79. Vanaf 2014 ontvang je een pensioenbonus berekend volgens het nieuwe systeem. De voorwaarde is dat je de vroegst mogelijke datum waarop je met pensioen kon gaan, minstens 12 maanden hebt uitgesteld. In april 2011 werd je 60 jaar en had je 35 jaar carrière. Je voldeed aan de voorwaarden om vanaf 1 mei 2011 je vervroegd pensioen op te nemen. De referteperiode begint 12 maanden later, dus op 1 mei 2012. De referteperiode begint vóór dat de nieuwe bonus in werking was, de pensioenbonus volgens het nieuwe systeem zal pas effectief worden toegekend vanaf 2014.
DE PENSIOENBONUS (VANAF 01/2014) BEDRAG PENSIOENBONUS/EFFECTIEF GEPRESTEERDE DAG € 1,50 € 1,70 € 1,90 € 2,10 € 2,30 € 2,50
BINNEN DE REFERTEPERIODE
PERIODE
eerste 12 maanden van de 13e t.e.m. 24e maand van de 25e t.e.m. de 36e maand van de 37e t.e.m. 48e maand van de 49e t.e.m. 60e maand vanaf de 61e maand
mei - december 2012 januari december 2013 januari december 2014
Voorbeeld Op 1 mei 2016 ben je 62 jaar en heb je 40 jaar carrière. Je voldoet dus aan de voorwaarden voor het opnemen van je vervroegd pensioen. Je besluit om op 1 januari 2018 met pensioen te gaan. Je beslist om niet langer voltijds te werken, je werkt in 2016 en in 2017 telkens 240 dagen. Voor de berekening van de bonus wordt het aantal effectief gewerkte dagen gespreid over een volledig jaar, 240/12 = 20 dagen per maand. De eerste 12 maanden heb je recht op € 1,50 per effectief gepresteerde dag. In 2016 bouw je een pensioenbonus op van € 1,50 * 20 dagen * 8 maanden (mei – december) = € 240. Van de eerste 12 maanden aan € 1,50 per gepresteerde dag heb je reeds 8 maanden opgebruikt, je hebt dus nog 4 maanden over. Vanaf de 13e maand heb je recht op € 1,70 per gepresteerde dag. In 2017 bouw je een pensioenbonus op van (€ 1,50 * 20 dagen * 4 maand) + (€ 1,70 * 20 dagen * 8 maanden) = € 120 + € 272 = € 392. In totaal zal je bovenop je pensioen € 632 (€ 240 + € 392) bruto per jaar ontvangen.
De oude en nieuwe pensioenbonus samen
AANTAL MAANDEN 8 maanden 4 maanden 8 maanden 4 maanden 8 maanden
januari - april 2015 TOTAAL
4 maanden
BEDRAG
TOEKENBAARHEID
€ 1,50 x 8 maanden € 1,50 x 4 maanden € 1,70 x 8 maanden € 1,70 x 4 maanden x 26 dagen = € 176,80 € 1,90 x 8 maanden x 26 dagen = € 395,20 € 1,90 x 4 maanden x 26 dagen = € 197,60 € 769,60
Neen Neen Ja
Ja
Je hebt dus recht op een samengestelde pensioenbonus, een deel bonus opgebouwd volgens het oude systeem en een deel bonus opgebouwd volgens het nieuwe systeem. Je mag beide bonussen samentellen. In totaal heb je dan recht op een pensioenbonus van € 716,79 + € 769,60 = € 1.486,39 bruto per jaar. De pensioenbonus wordt uitbetaald indien het rustpensioen wordt uitbetaald. Wanneer het rustpensioen wordt geschorst (vb. omdat de grenzen voor toegelaten arbeid overschreden werden met meer dan 25 %), dan wordt ook de pensioenbonus niet uitbetaald zolang het pensioen geschorst is. De pensioenbonus wordt een persoonlijk recht dat niet langer overdraagbaar is. Hij wordt op dezelfde manier belast als je pensioen. Bij het indienen van je pensioenaanvraag gaat de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) automatisch na of je recht hebt op de pensioenbonus. Je dient geen aparte aanvraag te doen. Evelien BLOEM
De nieuwe regeling gaat in op 1 januari 2014. Wie in 2013 of vroeger aan de voorwaarden voldeed voor de oude pensioenbonus, blijft hiervan genieten tot V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
4actualiteit Racisme- en discriminatiebestrijding
OOK VANDAAG NOG EEN VAKBONDSSTRIJD Globalisering en technologische vernieuwing maken dat onze samenleving steeds meer openstaat voor informatie en voor mensen; toch blijft discriminatiebestrijding erg belangrijk. Nieuwe generaties van migratie-afkomst vinden hun plaats op de arbeidsmarkt … of proberen dat tevergeefs, want niemand zal betwisten dat deze mensen nog onder heel wat discriminatie te lijden hebben.
D
De recente socio-economische monitoring van de FOD Werkgelegenheid en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding levert het bewijs dat de sociaal-professionele integratie van personen nog steeds gehinderd wordt, onder meer in belangrijke mate door stereotypen en vooroordelen. Zo blijkt uit de monitoring dat personen van niet-EU-origine het moeilijk hebben om een plaats te veroveren op de arbeidsmarkt en dat ze bovendien voornamelijk banen van mindere kwaliteit krijgen. Ook de etno-stratificatie van de arbeidsmarkt wordt bevestigd, waarbij de personen van buitenlandse origine grotendeels in bepaalde sectoren terechtkomen : zo zijn de mannen die afkomstig zijn uit de laatst toegetreden 12 lidstaten oververtegenwoordigd in de bouw, de vrouwen uit zwart Afrika vind je dan weer vooral in de sector van de gezondheidszorg en de sociale actie. In tijden van crisis zoals we er nu een meemaken, dreigt er wel degelijk gevaar dat men zich naar binnen keert en de ander verstoot. De symptomen en uitingen van racisme zijn dan misschien veranderd, het aantal meldingen van racistische daden bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding blijft maar stijgen (toename met 18 % in 2010).
CRAW Daarom hebben de drie Brusselse vakbonden samen meegewerkt aan het Europees project CRAW (Challenging Racism At Work). Dit project liep in verschillende EU-landen (Engeland, België, Bulgarije, Frankrijk, Italië) en moest in kaart brengen hoe de aanpak van racismebestrijding op de werkvloer in de loop van 10 jaar was geëvolueerd in drie sectoren : het openbaar vervoer, de gezondheidszorg en de grootdistributie. De slotconferentie vond plaats in
Parijs, waar vakbondsleden van de 5 betrokken landen aanwezig waren. De besluiten waren duidelijk : als vakbonden moeten wij ervoor zorgen het ‘samen-leven’ in de arbeidswereld, op de werkvloer, uit te tekenen met het oog op meer eenheid en gelijkheid onder de werknemers en werkneemsters, maar we moeten ook een rol spelen bij het ontwikkelen van een inclusief maatschappijconcept. Het is ook van het grootste belang dat er betere preventie komt van discriminatie en dat de slachtoffers efficiënter gesteund worden in hun strijd voor meer waardigheid, billijkheid en rechtvaardigheid. Er is op dit ogenblik wel degelijk islamofobie, een zorgwekkend verschijnsel dat absoluut aangepakt moet worden, zo niet zullen leef- en arbeidsomstandigheden van een groot deel van de bevolking verslechteren. Tot slot is er ruime, en vooral andere communicatie nodig. De media spelen een belangrijke rol in de huidige toename van vooroordelen en clichédenken.
Rondetafel Ter herinnering : sinds 2007 werken de syndicale diversiteitsconsulenten van de drie Brusselse vakbonden samen aan een sensibiliseringsproject voor discriminatiebestrijding en bevordering van diversiteit in de Brusselse bedrijven en overheidsdiensten. In het kader van hun actie in het Territoriaal Pact voor de Werkgelegenheid organiseren de syndicale diversiteitsconsulenten jaarlijks, in gemeenschappelijk front, een rondetafel-bijeenkomst over een probleem dat verband houdt met discriminatie. In aansluiting op het CRAW-project wordt het onderwerp van de intersyndicale rondetafelbijeenkomst dit jaar de bestrijding van racisme en discriminatie op de werkvloer. Eva SAHIN
AANPASSING VAN DE LOONBEDRAGEN IN DE WET OP DE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN De loonbedragen in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten zullen vanaf 1 januari 2014 aangepast worden aan de loonevolutie.
Waarom zoals elk jaar nog de loonbedragen publiceren als de harmonisering van de statuten arbeider en bediende in werking treedt vanaf 1 januari 2014 ? De problemen van opzeggingstermijnen zullen anders zijn en het proefbeding verdwijnt.
Het gaat om de artikels die betrekking hebben op de opzegtermijn, het scholingsbeding, het concurrentiebeding, het scheidsrechterlijk beding en de duur van de proefperiode.
In feite zullen de bedragen nog van toepassing zijn in bepaalde gevallen (het scholingsbeding en het concurrentiebeding) en in bepaalde hypotheses (zoals een sociaal plan aangevat voor 31 december 2013).
V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
De loonbedragen die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2014 zijn de volgende : 3 het bedrag van € 32.254 wordt € 32.886. Dit is de grens die gebruikt wordt voor de opzegtermijnen van bedienden, voor het scholingsbeding en het concurrentiebeding 3 het bedrag van € 64.508 wordt € 65.771. Dit is de grens die gebruikt wordt voor de opzegtermijnen van bedienden, voor het concurrentiebeding en het scheidsrechterlijk beding.
actualiteit
5
De index, dat bent u !
DOE MEE AAN DE HUURENQUÊTE! Zoals u weet, zijn we overtuigde verdedigers van de index en ijveren we voor het behoud van de automatische indexering van de lonen en sociale uitkeringen. Daartoe is het belangrijk dat de index juist is en representatief voor de uitgaven van de Belgische huishoudens. Maar hoe werkt de index eigenlijk ? Kort samengevat is de indexkorf samengesteld uit ‘getuigen’ die de goederen en diensten vertegenwoordigen waarvoor de Administratie, met name de FOD Economie, de prijsevolutie doorheen de tijd volgt. Daartoe gaan enquêteurs in handelszaken verspreid over het hele land prijzen opnemen van goederen en diensten. Voor andere diensten is de prijsopname via enquêteurs niet mogelijk. De Administratie gaat daarom over tot enquêtes om de nodige informatie te verkrijgen. Dat is meer bepaald het geval voor de getuige ‘huur’, of beter gezegd, de getuige die de prijsevolutie in de privéverhuur (niet de sociale verhuur) volgt. Hier knelt het schoentje. Een indexcijfer berekenen van producten die verkocht worden in winkels is veel gemakkelijker dan de berekening van het indexcijfer voor de huurprijzen. De prijzen van de producten in winkels moeten namelijk enkel afgelezen worden en zijn overal beschikbaar.
De informatie over de huurprijzen hangt echter af van de deelname van 1.800 huurders aan de maandelijkse huurenquête. Hoewel deelnemers aan deze enquête hiervoor een kleine financiële vergoeding ontvangen, doen te weinig mensen die geselecteerd werden, de moeite om hieraan deel te nemen. Dat is jammer, want door het gebrek aan respons op deze enquête missen we belangrijke informatie om een correct indexcijfer voor de huur te berekenen. Dit heeft als gevolg dat hoewel iedereen ervan overtuigd is dat de huurprijzen sneller stijgen dan de gezondheidsindex, dit niet te zien is in het officiële indexcijfer. Vandaar de oproep : huurt u een huis en ontvangt u deze maand of in de toekomst een envelop om deel te nemen aan de huurenquête ? Doe zeker mee ! Met uw deelname zorgt u voor een correct indexcijfer en onrechtstreeks voor een correctere indexering van de lonen, wedden, pensioenen en sociale uitkeringen. CJ
VRAGEN OVER HUISVESTING : FSMA GEEFT ANTWOORD De FSMA (de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten) lanceert een nieuwe campagne rond het thema wonen. De FSMA heeft onder meer als missie om de Belgische burgers te vormen rond financiële thema's. Wikifin.be geeft objectieve, betrouwbare en praktische informatie over zowel voornamelijk geldgerelateerde thema's (sparen, beleggen, lenen, ...) als vanuit een benadering die uitgaat van een aantal belangrijke levensmomenten (studeren, leven als koppel, met kinderen, pensioen, ...). De FMSA lanceerde op 18 november een nieuwe campagne over het thema "wonen".
Vele Belgen stellen zich vragen over hun woning: Wat doe ik het best: huren of kopen ? Bouwen of verbouwen? Hoeveel kan ik lenen? Heb ik recht op een premie ? Wat zijn precies de notariskosten ? Voor al deze geldzaken heeft de FSMA nieuwe content geplaatst op haar website. Daarnaast lanceerde de FSMA een wedstrijd op de website waarbij de surfers vragen over hun huisvesting kunnen stellen en waarop deskundigen zullen antwoorden.
Ontdek op Wikifin.be de nieuwe informatie over 'wonen'. Daarbij kan u uw kans wagen om een van de prijzen (aankoopbon voor Ikea, duotickets voor Batibouw, voor de bioscoop, ...) te winnen door een geldgerelateerde vraag te stellen over wonen in het algemeen of over uw concrete woonsituatie. De meest relevante vragen zullen gebundeld worden in een kleine brochure over dit thema (deadline : Batibouw).
V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
6arbeidsrechtbank Een greep uit de rechtspraak
ONGEVALLEN OP DE WEG VAN EN NAAR HET WERK Het ongeval dat zich voordoet op de weg van en naar het werk, wordt eveneens gezien als arbeidsongeval. Een arbeidswegongeval is geen arbeidsongeval in de strikte betekenis van het woord, daar het niet gebeurt tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Om de slachtoffers van ongevallen op de arbeidsweg, die zich door hun verplaatsing aan een niet te verwaarlozen risico blootstellen, toch recht te geven op dezelfde vergoedingen als de slachtoffers van een arbeidsongeval, heeft de wetgever voorzien in een gelijkstelling van de ‘trajectongevallen’ met de ‘gewone’ arbeidsongevallen.
D
Dat gebeurde middels artikel 8 van de Arbeidsongevallenwet. In geval van betwisting moet het slachtoffer van het ongeval bewijzen dat hij zich op het ogenblik van het ongeval op de normale weg naar of van het werk bevond. In tegenstelling tot bij een arbeidsongeval sensu stricto dient bij een arbeidswegongeval uiteraard niet bewezen te worden dat de plotse gebeurtenis zich door en tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst heeft voorgedaan. Van zodra er zich een ongeval voordoet op de normale weg van en naar het werk, is er sprake van een trajectongeval en is de Arbeidsongevallenwet van toepassing. Dat deze theorie in de praktijk aanleiding kan geven tot heel wat discussie, blijkt uit de hiernavolgende arresten.
Het Arbeidshof overweegt vervolgens dat betrokkene in casu de werkplaats nog niet had bereikt, aangezien zij zich op de parking bevond bij het bedrijf en aangezien die parking voor iedereen (zowel voor personeelsleden als voor leveranciers en klanten) toegankelijk is. Bovendien stelt het Arbeidshof vast dat het slachtoffer op het ogenblik van de feiten nog niet onder gezag stond van haar werkgever. Zolang zij zich op de parking bevond en haar arbeidstijd niet was aangevangen, kon de werkgever geen werkgeversgezag over haar uitoefenen. Samenvattend stelde het Arbeidshof dat de eerste rechter terecht had geoordeeld dat betrokkene zich op het ogenblik van de agressie nog steeds op de weg van en naar het werk bevond, en aldus het slachtoffer werd van een arbeidswegongeval in de zin van artikel 8§1 van de Arbeidsongevallenwet.
Aangevallen door ex-partner In een arrest van 5 november 2012 diende het Arbeidshof te Brussel te oordelen over een ongeval dat zich voordeed op de parking van een Colmar-restaurant. Een werkneemster van Colmar kwam er omstreeks 8.30 uur aan op de parking. Zij diende haar arbeidstaak aan te vatten om 9 uur en wachtte vooraf nog even op een collega om haar binnen te laten, aangezien zij zelf niet over de sleutels van het restaurant beschikte. Op dat ogenblik werd betrokkene aangevallen door haar ex-vriend, die haar daar kwam opzoeken. Het slachtoffer werd door haar ex de schedel ingeslagen. De feiten werden aangegeven als arbeidsongeval, doch de arbeidsongevallenverzekeraar weigerde de feiten als dusdanig te erkennen. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep werden de feiten aanvaard als zijnde vergoedbaar in de zin van de Arbeidsongevallenwet. Het Arbeidshof maakt in zijn beoordeling van de feiten in eerste instantie het onderscheid duidelijk tussen een arbeidsongeval in de strikte zin van het woord en een arbeidswegongeval. Het benadrukt daarbij dat, om een arbeidswegongeval te zijn, het ongeval zich moet voordoen op de weg van en naar het werk, terwijl om een arbeidsongeval sensu stricto te zijn, het ongeval tijdens en door de uitvoering van de arbeidsovereenkomst aan het slachtoffer moet zijn overkomen. In casu is het duidelijk dat de feiten zich niet door de uitvoering van de arbeidsovereenkomst hebben voorgedaan. De geweldplegingen door de ex-vriend hebben immers niets te maken met de uitvoering van de arbeid. Cruciaal in de beoordeling is volgens het Hof dan ook het antwoord op de vraag of betrokkene op het ogenblik van de feiten nog moest geacht worden zich op de arbeidsweg te bevinden, dan wel of zij reeds haar tewerkstellingsplaats had bereikt. V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
Na het werk iets gaan eten en drinken met de collega’s Op 25 mei 2009 beoordeelde het Arbeidshof te Antwerpen de vraag of iemand die na het werk samen met de collega’s nog iets gaat eten en drinken en daarna op de weg naar huis het slachtoffer wordt van een verkeersongeval, nog geacht kan worden zich op dat ogenblik op de arbeidsweg te bevinden. De feiten die ter beoordeling aan het Hof werden voorgelegd, waren de volgende : een kelner stopt met werken om 4 uur (sluitingsuur van het café) en gaat daarna met zijn collega’s en in aanwezigheid van zijn werkgever, de uitbater van de horecazaak, nog iets eten in een restaurant in de buurt. Daar vertrekt hij rond half 8. Omstreeks 8 uur werd hij het slachtoffer van een dodelijk verkeersongeval op de weg naar huis. De vraag die het Hof hier dient te beantwoorden, is of het slachtoffer zich op het ogenblik van het ongeval nog op de ‘normale’ weg van het werk naar huis bevond. Die weg moet zowel geografisch als chronologisch als normaal kunnen worden beschouwd, willen de feiten als arbeidswegongeval kunnen erkend worden. Het Hof stelt vast dat het wel vaker gebeurde dat de kelners na sluitingstijd en nadat zij met de uitbater hadden afgerekend, al dan niet samen met de werkgever, nog iets gingen drinken. Dit gebeurde volgens de zaakvoerster geregeld omdat zij vond dat dat de sfeer tussen de personeelsleden ten goede kwam. Ook op de bewuste ochtend gingen de personeelsleden aldus samen iets eten. Iedereen is toen meegegaan, doch het was niet verplicht. Zij kwamen tussen 6 uur en half 7 aan in het restaurant. De uitbater van het restaurant, een van de vaste stamgasten, opende de keu-
arbeidsrechtbank
ken en bereidde hun een maaltijd. Nadat betrokkene hielp opruimen, vertrok hij rond half 8 huiswaarts. Het Hof besluit dat het oponthoud van ongeveer 1 uur in dit geval beschouwd moet worden als zijnde een onbelangrijk oponthoud, aangezien het niet was ingegeven door persoonlijke motieven maar als een groepsactiviteit met collega’s waar kon nagekaart worden over de werkzaamheden en aangezien betrokkene de restaurantuitbater hielp met afruimen. Bovendien overweegt het Hof dat betrokkene tijdens zijn bezoek aan het restaurant nog moet geacht worden onder het virtueel gezag van zijn werkgeefster te hebben gestaan, zodat het restaurant kan beschouwd worden als ‘werkplaats’ van het slachtoffer. In die omstandigheden bevond de betrokkene zich dus op de normale arbeidsweg en dienen de feiten beschouwd te worden als een arbeidsongeval.
Herstellingswerken laten uitvoeren aan wagen voor dienstverplaatsingen Het Arbeidshof te Gent boog zich dan weer over de invulling van de wettelijke vermelding van ‘met de arbeidsweg gelijkgestelde trajecten’. In een arrest van 4 februari 2010 oordeelde het Hof dat de in de wet gegeven opsomming van gelijkgestelde trajecten (bv. het traject van de werkplaats naar de plaats waar men zijn eetmaal neemt, het traject van de werkplaats naar de plaats waar men leergangen volgt,…) niet limitatief is en kan worden uitgebreid. Het concrete feit dat ter beoordeling voorlag, was de situatie waarbij een dame, tewerkgesteld als familiehelpster, bij Carglass een herstellingswerk liet uitvoeren aan haar voertuig dat zij ook gebruikte voor haar dienstverplaatsingen, en bij het verlaten van Carglass het slachtoffer werd van een verkeersongeval. Op zoek naar het antwoord op de vraag of betrokkene hier al dan niet het slachtoffer werd van een ongeval op de weg van en naar
7
het werk, overwoog het Hof vooreerst dat er geen discussie over kon bestaan dat betrokkene haar wagen frequent gebruikte voor dienstverplaatsingen. Daarnaast stelde het Hof vast dat de wagen omnium verzekerd was door de werkgever voor de beroepsverplaatsingen en dat zij terugbetaling genoot van de kosten voor herstel van glasbreuk als de herstellingswerken door Carglass werden uitgevoerd. Het Hof steunt zich op die vaststelling om te besluiten dat niet kan ontkend worden dat er een rechtstreeks verband bestond tussen de herstelling van de wagen bij de firma Carglass en de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Betrokkene diende immers op zeer korte tijd haar wagen in een goede staat te laten herstellen zodat zij haar voertuig kon gebruiken voor haar dienstverplaatsingen en zij begaf zich bij die bepaalde hersteller omdat zij zich dan in orde stelde voor terugbetaling, conform de polis afgesloten door de werkgever. Het Hof beoordeelde vervolgens of betrokkene zich op het ogenblik van het ongeval onder het gezag van haar werkgever bevond. Het Hof kwam tot de vaststelling dat dat niet het geval was, aangezien zij de herstelling niet in opdracht of onder gezag van haar werkgever liet uitvoeren. In die zin kwam het Hof tot het besluit dat het ongeval zich niet heeft voorgedaan tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Het Hof voegde daar evenwel onmiddellijk aan toe dat zulks niet impliceert dat er geen sprake kan zijn van een arbeidsongeval in de zin van de Arbeidsongevallenwet. De feiten moeten immers geacht worden te zijn gebeurd op een traject dat gelijkgesteld is met de gewone arbeidsweg en maken aldus een arbeidswegongeval uit. Het Hof kwam tot dit eindbesluit op basis van de vaststelling dat er een onmiskenbaar verband is tussen de herstelling op die plaats en op dat ogenblik, en de uitvoering van de arbeidsovereenkomst waardoor het traject moet gelijkgesteld worden met de arbeidsweg. Marleen VANDERSTRAETEN V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
8dossier DE VAKBONDEN WILLEN EEN ROL SPELEN IN HET NORMALISATIEPROCES De markt kan niet alles beslissen op het vlak van normalisatie. Wanneer de veiligheid en de gezondheid van werknemers op het spel staat, moeten de normen bepaald worden rekening houdend met de standpunten van alle betrokken partijen - waaronder de vakbonden - en niet alleen door een selecte club van deskundigen ... Technische normen bepalen ons leven. Voor de afmetingen van een vel papier (A4), een container die mee kan reizen als lading op een vrachtwagen of een stopcontact, stellen organisaties gemeenschappelijke normen op met het oog op compatibiliteit. Normalisatie kent verschillende definities. Over het algemeen wordt het omschreven als een geschreven document dat op vrijwillige basis opgesteld is door een gespecialiseerd orgaan op basis van een consensus tussen experten. Dit document beschrijft de specificaties voor zowel fysische objecten, onderdelen van fysische objecten of een set van objecten. Meer en meer kunnen normen ook richtlijnen vastleggen voor niet-fysische materies.
Een beetje van alles Normen leggen als het ware de minimumvereisten vast zodat goederen veilig, performant, bruikbaar en degelijk/betrouwbaar zijn. In de praktijk komt het er eigenlijk op neer dat normen de best bereikbare kwaliteit vastleggen in gegeven omstandigheden. Dit komt neer op terminologieën definiëren, processen vastleggen maar meer en meer ook organisatorische afspraken vastleggen. Belangrijke normen leggen de kwaliteit van producten vast, beschrijven de regels voor labopraktijken maar er bestaan nu ook al normen voor het beschrijven van maatschappelijk verantwoord ondernemen (ISO 26000) of zelfs normen rond het geloof; zoals in Zwitserland, de norm voor het beschrijven van halal voeding. Uiteraard kan niet alles genormaliseerd worden. Denken we hierbij bv. aan de afbakening van kunst, of een stakingsovereenkomst of een liefdesrelatie,… Belangrijke vraag is zeker tot hoever we kunnen of moeten gaan in het normaliseren. En dan begeven we ons op het meer politieke vlak, wat ook hier, onopvallend, de grootste drijfveer vormt.
En in de praktijk ? Naast de theoretische betekenis en grond van normalisatie is het zoals altijd nog belangrijker te weten wat de echte drijfveren zijn. Door dit inzicht wordt het meteen duidelijk dat het voor vakbonden een zeer moeilijke evenwichtsoefening is om te weten of we meegaan met de evoluties en tot hoever. Normen zijn oorspronkelijk in het leven geroepen door grote industriële groepen. Zij hadden er alle belang bij dat bepaalde afspraken werden gemaakt om zo concurrentievoordelen te kunnen afdwingen. Deze voordelen komen vooral neer op communicatievoordelen en compatibiliteit. Hoewel de grote spelers steeds een afweging moeten maken tussen vertrouwelijkheid en patenten van hun eigen productie, betekent normalisatie voor hen bepaalde afspraken vastleggen in hun voordeel. Het alternatief is gedicteerd worden door anderen, die er andere productieV R I J U I T / N O V E M B E R
processen op nahouden. Tegenwoordig merken we ook dat ‘soft law’ meer en meer de norm wordt in de maatschappij ten nadele van wetgeving. Normalisatie past hier uiteraard perfect in.
Soft law versus recht Normen zijn privé-eigendom Normen zijn in de eerste plaats privé-eigendom. Concreet bestaan tal van commissies waar bepaalde normen opgesteld worden. Deze commissies bestaan hoofdzakelijk uit experten die een technisch document opstellen. In dit document zijn enkel de technische aspecten zichtbaar, maar weet goed dat er eerst een politiek, economisch en sociaal compromis moet worden gevonden. Zo is een norm steeds een compromis. Gezien het oneindig aantal normen bestaan al die commissies vooral uit experten uit grote industriële groepen die de middelen en macht hebben om te wegen op het normalisatieproces. Deelname aan deze commissies is bovendien verre van gratis. Integendeel, men moet betalen om deel te nemen en achteraf ook betalen om de uiteindelijke norm te verkrijgen. Zelfcertificering en controle Een norm wordt pas uitgewerkt wanneer de verschillende partijen vrijwillig een consensus hebben bereikt. Zodra de norm is uitgewerkt wordt ze intern of door particuliere instellingen die onderworpen zijn aan concurrentie op de markt gecertificeerd. Dit betekent dat niet alle instellingen even streng zijn en dat daarom niet alle certificaties evenwaardig zijn. Bovendien bestaat er niet echt een controle van de naleving van de normen. Normen moeten bovendien ook wijzigen doorheen de tijd, gezien de technologie wijzigt, de veiligheidsvoorwaarden wijzigen, gezondheid en milieu-impact, gebruiksverwachtingen,… Dit gebeurt ook niet altijd aangezien normen vrijwillig en door consensus herschreven of aangepast worden. Hoewel de Wereldhandelsorganisatie internationale normen promoot, zijn er voor ons toch een aantal serieuze tekortkomingen. Wij verkiezen nog steeds de traditionele kanalen van overeenkomsten en wetgeving. De totstandkoming van wetten en cao’s is in de eerste plaats veel transparanter en toegankelijker. Het proces is namelijk openbaar en de raadpleging en deelname is gratis. Wetten en overeenkomsten worden bovendien aangepast indien nodig en er is een objectieve externe controle en afdwinging aanwezig. Ook is er bij vrijwillige normalisatie minder ruimte voor collectieve actie. Bovendien is een consensus niet altijd mogelijk. Jarenlange onderhande-
2 0 1 3
lingen leiden soms tot niets of minieme resultaten, in deze gevallen is een wet een betere oplossing.
Selecte club In een gezonde en rechtvaardige economie kan niet alles aan de markt overgelaten worden. Zeker als het gaat over veiligheid, gezondheid, arbeidsomstandigheden, milieu,… moet een democratisch en zo objectief mogelijk kader bestaan dat rekening houdt met álle stakeholders en niet enkel een select clubje. Wat zijn de uitdagingen voor de vakbonden ? In hoeverre gaan we mee? Het is duidelijk dat we niet aan de zijlijn kunnen blijven, we moeten actief deelnemen, anders riskeren we de weinige invloed die we kunnen hebben, te verliezen. Het dilemma is uiteraard hoe deelnemen aan normalisatie zonder de andere kanalen te hypothekeren.
Meer actief Een ding is duidelijk: we moeten een actievere rol spelen dan nu. Dit vereist uiteraard meer middelen en mensen. Vanuit dit opzicht vragen we al jaren de kosteloze deelname van vakbonden en andere consumentenorganisaties aan het normalisatieproces. Onze transversale organisatie maakt het onmogelijk om op te boksen tegen het oneindig aantal experten uit sectoraal georganiseerde ondernemingen. Bovendien moeten we de middelen krijgen om eigen experten af te vaardigen en op te leiden om deel te nemen aan de verschillende commissies. De Europese Commissie heeft deze boodschap ondertussen begrepen en ijvert voor meer betrokkenheid bij het normalisatieproces van het middenveld, in het bijzonder vakbonden en consumentenorganisaties. Dit zou het mogelijk maken om veilige, kwaliteitsvolle, gezonde, duurzame standaarden te ontwikkelen.
Op gelijke voet Concreet is het de bedoeling dat ervaringsdeskundigen, of anders gezegd mensen van het terrein, hun kennis en kunde delen om tot een betere normalisatie te komen. Want als je alleen ingenieurs laat beslissen over normen, mag je niet denken aan de gevolgen voor het fonds voor arbeidsongevallen… Een minimumvoorwaarde is dat we de middelen krijgen om de soms heel complexe documenten te vertalen, zodat alle partijen op gelijke voet kunnen deelnemen aan het normalisatieproces. Een brede oproep dus aan jullie, experten van het terrein. Als jullie zich geroepen voelen om deel te nemen en zo een concreet product, dienst of proces beter te maken, laat het ons weten. Caroline JONCKHEERE
bedrijvig
9
Herstructurering Danone Rotselaar
NIEUW VOORSTEL GOEDGEKEURD, ONDERHANDELINGEN VOOR SOCIAAL PLAN KUNNEN BEGINNEN
werkdruk. De directie sneed te diep, door het verdwijnen van 75 jobs zou de bezettingsgraad te krap worden : bij onvoorziene afwezigheden, ziekte, verlof,… wordt het moeilijk om alle lijnen draaiende te houden. Halsstarrig De vakbonden hebben deze bekommernissen meermaals duidelijk gemaakt aan de directie op de onderhandelingen tijdens de informatie- en consultatiefase. Ze hebben bemerkingen gemaakt en een concreet tegenvoorstel gedaan. Ondanks alle inspanningen bleef de directie halsstarrig vasthouden aan haar plan en na 8 weken deed ze één toegeving, er werd bij de arbeiders 1 job gered. In plaats van 63 ontslagen waren het er nog 62.
Danone in Rotselaar kondigde op 17 september tijdens eens bijzondere ondernemingsraad het ontslag aan van 63 arbeiders en 12 bedienden. Dat betekende het verlies van één op vier banen in de site Rotselaar. De directie haalde als reden van de herstructurering de sterke daling van de consumptie van yoghurtproducten aan en dan vooral de sterke daling van het drankje Actimel. Rotselaar is, naast een fabriek in Spanje en Polen, de belangrijkste producent van Actimel. Dit product is in 1994 in Rotselaar ontstaan en was in de loop der jaren een enorm succes. Vanuit Rotselaar werd er uitgevoerd naar de Europese markt. In de topjaren was er een productievolume van 217.000 ton. Sinds 2009 zijn de Europese volumes van Actimel beginnen te kelderen en dat was in Rotselaar onmiddellijk voelbaar omdat ze alleen Actimel produceerden en volledig afhankelijk zijn van één product. De directie is sinds 2009 op zoek gegaan naar andere producten, er zijn investeringen gebeurd, maar deze producten hebben nooit een massaproductie teweeggebracht. Als gevolg van de dalende volumes werd eveneens de organisatie van de fabriek aangepast. Van 14 bezette productielijnen tijdens de week in vroege, late en nachtploeg en 9 productielijnen in dag en nacht tijdens het weekend, is de productie in 2013 herleid tot 10 à 12 lijnen in 3 ploegen tijdens de week. De weekendploeg werd volledig stopgezet en sinds mei 2013 was er deels economische werkloosheid. De directie wil door deze herstructurering de kostprijs per ton Actimel op 200 euro brengen om zo concurrentieel te zijn met de andere fabrieken in de Danone Groep. Ze heeft haar plan voorgesteld aan het personeel, maar de werknemers zagen de reorganisatie niet zitten, zij vreesden een enorme stijging van de
Staking De toestand in de ploegen werd onhoudbaar en op dinsdag 12 november besliste de late ploeg om op het einde van zijn shift in staking te gaan. De nachtploeg was solidair en sloot aan. De staking werd verdergezet na een algemene personeelsvergadering waarin 70 procent van de aanwezigen akkoord was om verder te staken. De directie liet hierop verstaan dat ze bereid was om de impact op de arbeiders te verminderen door brugpensioen toe te staan vanaf 55 jaar en vrijwillig vertrek in beperkte mate (voor bepaalde functies) toe te staan. Deze ‘toegevingen’ waren echter onvoldoende. Het ongenoegen bij de werknemers zat diep. Ze waren het niet eens met de nieuwe organisatie en bleken diep ontgoocheld in hun directie. Nieuw voorstel De staking hield stand tijdens het weekend van 16 en 17 november. In tussentijd werkte de directie aan een nieuw voorstel. ’s Maandags werd het nieuwe voorstel aan de vakbonden voorgesteld en dinsdag 19 november volgende een personeelsvergadering waarin het nieuwe plan werd voorgelegd. Uiteindelijk worden er 48 arbeiders en 12 bedienden ontslagen. Gedwongen ontslag zal maximaal vermeden worden door vrijwillig vertrek, interne mutaties en brugpensioen vanaf 55 jaar. 66 % van de aanwezige werknemers aanvaardde het plan. Het stakerspiket werd langzaam opgebroken en in de late ploeg gingen een aantal vrijwilligers aan het werk om de stock te beginnen leegdraaien. De echte opstart was voor woensdag, na één week staking. De onderhandelingen voor het sociaal plan kunnen nu beginnen. Hopelijk verlopen deze gesprekken vlotter dan tijdens de voorbije weken … Bedankt alvast aan onze afgevaardigde Dany en aan alle ACLVB-leden die mee piket hebben gestaan. Sofie VANSWEEVELT V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
10 b e d r i j v i g BNP Paribas Fortis - Na het initiatief 2014
EEN NIEUWE TORNADO OP KOMST : 1.585 WERKNEMERS HERPLAATSEN OP 3 JAAR TIJD !
Tijdens de Ondernemingsraad van 25 maart heeft CEO Max Jadot de Strategie van de Bank BNP Paribas Fortis voor de komende drie jaar toegelicht, genoemd “Bank for the Future”. Dit plan kadert in de beslissing genomen door de BNP Paribas groep teneinde 2 miljard euro aan besparingen door te voeren. Voor België wordt de doelstelling de “cost/income” ratio te verlagen van 75 % naar 70 %. De Bank zal grondig worden gereorganiseerd om zoveel mogelijk schaalvoordelen te verkrijgen. Alle departementen van de Bank zullen worden getroffen. Het commercieel netwerk zal een vermageringskuur moeten ondergaan : op 3 jaar tijd zullen 150 agentschappen RPB en 5 business centers CPBB (Corporate en Public Bank Belgium) moeten verdwijnen. Op dit ogenblik schat HR dat 1.585 FTE’s een nieuwe functie zullen moeten vinden naar aanleiding van deze herstructureringen, 500 EDP’s (vervroegde vertrekken) worden voorzien bovenop de gehanteerde norm van natuurlijke vertrekken (pensioen, vrijwillige vertrekken, ontslagen) die ongeveer 1.100 zullen bedragen. De directie is van oordeel dat zij de interne arbeidsmarkt kan re-dynamiseren door een beperking van het aantal aanwervingen van externen samen met de oplegging van mutatiequota tussen Business Lines. 550 werknemers zullen een nieuwe job vinden na coaching en/of intensieve vorming. Toch zouden 275 personen zeer moeilijk te herplaatsen zijn. “Er is nood aan op maat gemaakte oplossingen” en “iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen carrière” volgens de directie. We houden ons hart vast voor wat dat inhoudt. Volgens de Liberale Vakbond wordt dit een gevaarlijke oefening. Ze berust op heel wat toevallige hypotheses en de realiteit zou er wel eens heel V R I J U I T / N O V E M B E R
anders kunnen uitzien. Een vlugge denkoefening laat toe vast te stellen welke problemen zouden kunnen opduiken … Wat als de officiële pensioenleeftijd wordt verlengd ? Wat zal er gebeuren met de personeelsleden die geen nieuwe functie vinden ? Gaat het Mobility Center zelf werk zoeken voor deze mensen of zullen de mensen, zoals het dikwijls gebeurt, overgelaten worden aan hun lot en zelf een job moeten gaan zoeken ? Zal men geen zware druk uitoefenen op het personeel om functies met een lagere Hay-grading te aanvaarden waarbij het gevaar bestaat dat een terugkeer naar de vroegere Haygrading onmogelijk wordt wegens “geen passend profiel” ? Daarom vraagt de Liberale Vakbond een heronderhandeling over de mobiliteitsregels vervat in de cao “Job to Job”. ACLVB betreurt dat ze, op een moment dat besparingen worden gevraagd, in de pers moet vernemen dat BNP Paribas Fortis zijn dividend met 19 % verhoogt, hetzij een slordige 40 miljoen euro. We herinneren eraan dat de inspanning die gevraagd werd aan het personeel bij “Initiatief 2014” 75 miljoen euro bedroeg … Tot onze grote verontwaardiging hebben we vernomen dat de lonen van enkele directeurs/bestuurders van BNP Paribas Fortis beduidend werden verhoogd … tot 1,2 miljoen euro voor onze CEO ! Voor wat de Belgische afdeling van BNP Paribas betreft, moeten de verschillende maatregelen 300 miljoen euro per jaar opbrengen. Dit laat toe om
2 0 1 3
een cost/income ratio te bereiken van 70 %. We herinneren eraan dat de aan het personeel gevraagde inspanningen (inlevering van 3 % recurrent op het salaris) onmiddellijk werden toegepast, terwijl het schandalig is dat we moeten vaststellen dat de overige beoogde besparingen bij “Initiatief 2014” maar gedeeltelijk werden gerealiseerd. Initiatief 2014 (het niet gerealiseerde deel) wordt dus opgeslorpt door het project “Bank for the Future”, waarbij het aantal effectieven zal verminderd worden met 1.600 en wat 1.585 collega’s zal verplichten om naar een andere functie uit te zien. Als de digitalisering zich verder doorzet, wat staat er ons dan te wachten ? Is de realisatie van een nieuw “Initiatief 2016” zo utopisch ? Met wie lacht men hier ? Met de 1.500 mensen die werk moeten zoeken ? Met de bedienden in het netwerk die men dwingt om “easy banking” te verkopen ? Met het geheel van het personeel dat een bank terugvindt zonder inhoud ? De Liberale Vakbond weigert, zoals steeds, holle frasen te gebruiken. Zij wil correct informeren zonder de verwachte moeilijkheden uit de weg te gaan, ook al is dit niet steeds aangenaam. Het is enkel samen, wetende wat er op het spel staat, dat we onze jobs, onze functies en onze daaraan verbonden voordelen kunnen verdedigen. Martine LEFEVRE
bedrijvig
11
ING
ALS JE VRIEND VAN EEN BRUG SPRINGT, DOE JIJ DAT DAN OOK ? “En als je vriend van een brug springt, zou jij dat dan ook doen ?” Het zal je niet onbekend zijn: het klassieke zinnetje dat menig ouder, partner, zus, broer uit om een naaste te behoeden iets doms te doen dat een ander ook gedaan heeft.
D
De banken zien daarentegen de logica van de beeldspraak niet in : bank A bespaart, bank B gaat verder, bank C gaat nog verder, … en dan moet bank D ook volgen. ING heeft winst gemaakt en toch moet er een besparingsronde komen. Ze verstoppen zich met dezelfde argumenten als de andere : strengere regelgevingen, verhoogde banktaksen en de algemene context die hun inkomsten onder druk zetten. “Elke bank moet zijn kosten op een gezonde manier beheersen”, is het steeds herhaalde credo. Maar spreken ze nog over de andere kant van de medaille : hun winsten ? Horen we niet terug dat bonussen worden betaald voor de leden van de directie ? Krijgen de aandeelhouders terug honger naar grotere returns voor hun aandelen ? Maar ten koste van wie ? En liggen ze wakker van al de mensen die hun job verliezen ? Het besparingsplan van ING bestaat in grote lijnen uit het volgende : 1. Matiging van de salarisgroei : - Matiging van de salarisvorken : tot eind 2016 - Vermindering van de automatische jaarlijkse salarisaanpassing : tot eind 2016 3 Vermindering van 35 % voor salarisband 1 3 Vermindering van 40 % voor de salarisband 2 3 Vermindering van 70 % voor de salarisband 3 3 Geen automatische extralegale jaarlijkse verhoging meer vanaf salarisband 4 - Geleidelijk verlagen van het bedrag van de premies en cadeaucheques van de dienstjubilea verlagen tot in 2023 en daarna af te schaffen 2. Banenverlies : 1.115 VTE’s minder, wat ongetwijfeld betekent dat er naast natuurlijke afvloeiingen
en vervroegde vertrekken ook gedwongen ontslagen zullen zijn. Binnen onze groep van ACLVB–ING kunnen we nog leven met de looninleveringen, ofschoon de bank winsten maakt. Onze ACLVB-mandatarissen en leden zijn daarentegen bekommerd over hun toekomst en hun job. 1.115 VTE’s die teveel zijn op een totaal van bijna 9.000 VTE’s : het cijfer alleen al doet de personeelsleden panikeren. Gaan ze nog wel een job hebben, wat als de dienst moet afslanken, hoe binnen de bank terug een nieuwe functie vinden, zijn er nog wel voldoende functies en is er een match tussen de functies ? Vandaar dat we als ACLVB alles hebben ingezet op tewerkstelling en de nodige begeleiding en vorming. “1.115 mensen in het vizier” : ING-personeelsleden, collega’s binnen de bank die op korte termijn de bank zullen moeten verlaten. Maar hoe ? Er zijn gelukkigen (hopelijk) onder hen die op pensioen kunnen gaan, anderen kunnen instappen in vervroegde vertrekregelingen als het financieel haalbaar is en de minder gelukkigen die op termijn hun job verliezen, belanden in het Mobility Center. Het Mobility Center heeft als doelstelling een maximale herinschakeling van het personeel van wie de functie verdwijnt, te voorzien. Indien iemand in deze situatie niet kan herplaatst worden binnen het betrokken departement, wordt hem/haar een redelijke termijn toegekend om binnen het kader van het begeleidingstraject van het Mobility Center naar een nieuwe functie te zoeken. Deze periode wordt vastgelegd op 6 maanden. In bepaalde omstandigheden kan die termijn verlengd worden door de Mobility Manager. Indien er geen oplossing wordt gevonden, vliegt het personeelslid eruit met een bijkomende vergoeding. En daar wringt nu juist het schoentje. Kunnen wij als vakbond toelaten dat personeelsle-
den van ING die er niet voor gekozen hebben hun functie te verliezen maar voor wie de bank heeft beslist, na een periode van 6 maanden de bank moeten verlaten met een extraatje ? Hebben diezelfde mensen de bank niet uit de nood geholpen toen de banken enkele jaren terug ei zo na vergingen ? Is dat hun cadeau ? Vandaar onze vraag om het Mobility Center een prominente rol te geven met een duidelijk begeleidingstraject dat bestaat uit een degelijke vorming en opleiding. Dit begeleidingstraject heeft geen timing nodig. Laat de medewerkers de kans zich te heroriënteren, laat hun alle kansen uitputten om een herinschakeling te bewerkstelligen en geef hun het gevoel dat ze belangrijk zijn in hun bedrijf. Ja, er was een cafetariaplan in ruil gegeven : een deel van het loon kwijt en in ruil een laptop of tablet. Dus grote kans om een loonmatiging te krijgen, zoveel maanden later buiten gegooid te worden (aan een lagere opzeg !), om daar dan beteuterd en bedonderd te staan kijken met een iPad in de hand … Thanks but no thanks. Spijtig genoeg krijgen we geen gehoor. De bank wil doorgaan met haar Mobility Center, met de reeds vermelde nadelige gevolgen eraan gekoppeld. Wij namens ACLVB zeggen dan ook aan de bank : onze handtekening zal niet onder de cao Mobility Center komen. We zijn de eerste om moeilijke situatie op een realistische wijze te benaderen en wij zullen niet aarzelen om mee naar zo positief mogelijke oplossingen te zoeken wanneer iets negatiefs zich opdringt. Daarentegen willen wij als vakbond niet mee verantwoordelijk zijn voor het ontslaan van mensen.
V R I J U I T / N O V E M B E R
Martine LEFÈVRE 2 0 1 3
12 b e d r i j v i g Bekintex
ARBEIDSTERS KEUREN HET BEDRIJFSPENSIOENPLAN GOED De vakbonden, samen met hun delegees, hebben de werkgever ervan kunnen overtuigen dat dergelijk bedrijfspensioenplan voor de werkne(e)m(st)ers op termijn geen overbodige luxe is, integendeel. Na verschillende gesprekken waarbij het bedrijf kon akkoord gaan met een bedrijfspensioenplan op voorwaarde dat het een kostenneutrale operatie zou zijn voor de firma, werd op 14 oktober 2013 een voorakkoord bereikt. De kostenneutrale operatie kon gevonden worden in de cao van 28 april 2009, waarbij aan de werkne(e)m(st)ers per effectief gewerkte dag een aanwezigheidspremie werd toegekend (vanaf 1 april 2009) ten bedrage van € 1,027/dag, die verhoogd werd tot € 1,669/dag op 1 april 2010.
Bekintex nv transformeert metaal en andere high-performance vezels in een brede waaier van textielproducten zoals garens, geweven en niet-geweven stoffen, gebreide structuren, enz. Bekintex te Wetteren behoort tot de Bekaert-groep. Bekaert, met hoofdzetel in België, telt 18.500 medewerkers in meer dan 120 landen. Bekintex-werknemers vallen onder de loon- en arbeidsvoorwaarden van de textielnijverheid. Verschillende sectoren en bedrijven hebben aan hun werknemers een aanvullend pensioen toegekend, in de volksmond 2de pensioenpijler genoemd. Noch in de textielsector, noch voor de arbeid(st)ers van Bekintex is zulk aanvullend pensioen vandaag aanwezig.
De reden van de omzetting van de aanwezigheidspremie vindt zijn oorsprong in het feit dat door het invoeren van een pensioenplan de bijdragen en uitkeringen meer kostenefficiënt zijn dan de aanwezigheidspremie, lees sociale zekerheid en belastingen. En dat het een wettelijk rendement garandeert van 3,5 %. Concreet wil dit dus zeggen dat de omzetting in een Bekintex-pensioenplan op termijn een hoger nettorendement garandeert, dat ook fiscaal vriendelijker is en rekening houdt met de eis van de kostenneutraliteit van de werkgever. Op een personeelsvergadering van 4 november 2013 keurde de grote meerderheid van de aanwezige personeelsleden het plan goed. Op 15 november werd de cao ondertekend. Dit is een nieuwe mijlpaal in het Bekintex-verhaal. WM
Grada International - Lokeren
EEN BEETJE MENSELIJKHEID A.U.B. Grada International te Lokeren bekleedt een leidinggevende marktpositie in de niche van stalen en aluminium roosters, plafondornamenten en toebehoren voor airconditioning. Het bedrijf heeft menig overname gekend. In de jaren zeventig noemde het nog ‘Hart en Cooley’, nadien ging het over in Grada, dat failliet verklaard werd op 13/8/1985, waarna overnamebesprekingen met Flaclimat werden aangevat. De naam Grada International Holding werd boven de doopvont gehouden, en in 1994 overgenomen door Caradon, in 1996 door Vector en in 2008 door Vergokan, dat een dochteronderneming was van Pentahold. Pentahold is een Private Equityfonds, opgericht in 2006 door enkele bekende namen zoals Filiep Balcaen (Balta), Marc Saverys (CMB) en Paul Thiers en Philippe Vlerick (Unilin). Het bedrijf behoudt inmiddels zijn benaming van Grada International nv. Ook dit bedrijf kent zijn economische moeilijkheden en met een steeds wisselend management zorgt dit voor enige ongerustheid bij de werknemers. Die ongerustheid werd aangewakkerd toen zeven arbeiders zonder enig overleg met de Syndicale Delegatie en of Bestendig Secretarissen werden ontslagen. Enkele bedienden stapten zelfs op. Intussen werden ook langdurig V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
zieken geviseerd. Als klap op de vuurpijl stuurde de directie een schrijven rond waarbij nog meer flexibiliteit aan de arbeiders werd gevraagd. Op een bepaald moment was er zelfs sprake van 12 u./dag te werken gedurende 5 dagen in de week. Van menselijkheid gesproken ! Er was dus dringend overleg nodig om de negatieve spiraal te doen stoppen. De vakbonden wisten te vertellen dat de werkvloer vraagt om een duidelijk businessplan, met innovatie als ingrediënt. De werkgever liet weten beter te communiceren met de werknemers over hetgeen waarmee zij allemaal bezig zijn, zodat de betrokkenheid met de werkvloer vergroot. Zo vernemen wij dat er de optie is om projectmatiger te werken dan vroeger het geval was. Regelmatig zal ook een stand van zaken worden meegedeeld aan het voltallig personeel. De werknemersvertegenwoordigers moeten steeds hun mandaat kunnen uitoefenen, het vertrouwen is een must wil men de slechte economische periode kunnen overbruggen. Het belang van vele gezinnen moet voorop blijven staan. De ACLVB-militantenkern zal de bedrijfscultuurevolutie en strategie op de voet volgen. WM
bedrijvig
13
La Redoute
HERSTRUCTURERING VOOR DE DOORVERKOOP
Maureen Germonprez, Stéphane Ronsse, Marlène Reynaert, Olivier Cléry en Maria Segaert. De traditionele postorderverkoop lijdt onder de e-handel. Het personeel van de Belgische dochter van La Redoute zou zijn lot willen weten na de aankondiging van de herstructurering in Frankrijk.
De groep Kering wil zich ontdoen van La Redoute. Om het overnameproces te vergemakkelijken, wil het 700 banen schrappen en herkapitaliseren. De werknemers van de Belgische zetel in Estaimpuis stellen zich vragen bij hun lot bij de herstructurering en de intenties van de toekomstige overnemer. "Onze sterkte ligt in onze bijzonderheid", zeggen met enig vertrouwen de ACLVB-afgevaardigden van de zetel in Estaimpuis, dicht bij Moeskroen, van de postordergroep. "La Redoute België is het filiaal dat het best presteert. We beheersen de verschillende betaalmogelijkheden die bij ons - en niet in Frankrijk - gelden zoals overschrijvingen en Banksys, we antwoorden in het Nederlands, we zijn polyvalent ..." Hiermee rekening houdend zou de overnemer de conclusie moeten trekken dat het beheer van de Belgische en Luxemburgse klanten vanuit Frankrijk contraproductief zal zijn.
Het bedrijf reorganiseren Buiten Quievrain, heeft de directie op 29 oktober een herstructurering aangekondigd die minstens zo belangrijk is als die in 2008 toen 672 werknemers hun baan verloren. Deze keer moet de groep Kering (voorheen Pinault-Printemps-La Redoute) het bedrijf reorganiseren om zo de hoop te hebben zich te kunnen ontdoen van de onderneming en dan nog zal hij waarschijnlijk moeten putten uit zijn dikke winst om La Redoute te herkapitaliseren omdat hij door de jaren heen de situatie van La Redoute heeft laten verslechteren. De postorderverkoop is drastisch geëvolueerd met de komst van internet, met nieuwe concurrenten uit de e-handel, zonder dat afstand genomen werd van oude gewoonten zoals een papieren catalogus of telefonisten, met logistiek en de nieuwste informaticasystemen, met collecties die sneller worden vernieuwd, met gratis verzending ... en een klantendienst teruggebracht tot zijn eenvoudigste vorm, ja zelfs onbestaande.
Banenverlies La Redoute heeft geleidelijk marktaandeel en werkgelegenheid verloren. Zowat 2.400 personen zijn er nog tewerkgesteld in Frankrijk en 900 in het buitenland, dat is de helft van 2008. "Onze klanten bestellen steeds vaker via onze website. In 2010 werd het depot in Dottignies gesloten, wat leidde tot het vertrek van alle werknemers van wie er heel weinig gereclasseerd werden in het moederbedrijf in Frankrijk. Het aantal medewerkers op de site in Estaimpuis is gedaald sinds de laatste sociale verkiezingen. "Het personeel is ongerust, maar niet wanhopig", zeggen de ACLVB-afgevaardigden. "We zouden alleen graag snel ons lot willen kennen. De aankondiging van de verkoop gebeurde twee jaar geleden." Verschillende namen van kopers circuleren in de media. De winnaar zal waarschijnlijk pas bekend raken aan het einde van het jaar wanneer het sociaal plan onderhandeld zal zijn tussen de Franse sociale partners of opgelegd door de werkgever onder de controle van de Regionale Directie van bedrijven, concurrentie, consumenten, arbeid en werkgelegenheid, zoals vereist door de nieuwe wet op collectief ontslag bij onze zuiderburen. De Franse vakbonden kwamen op straat om tewerkstellingsgaranties en de uitvoering van sociale begeleidingsmaatregelen te eisen.
Positief blijven In een dergelijke context is het onnodig te zeggen dat het personeelsfeest om dertig jaar La Redoute in België te vieren, een bijzondere bijsmaak zal hebben. Het personeel wil echter positief blijven. "Het zou een beetje dom zijn om een bedrijf over te nemen om het te ontmantelen." La Redoute is een sterk merk dat nog steeds kan profiteren van haar roem. Een reden te meer om het niet te vernietigen door een sociaal conflict te laten verzanden. V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
14 b e d r i j v i g Nike
OOK GOED NIEUWS MOET VERTELD WORDEN Nike bestaat 20 jaar in Laakdal. De festiviteiten bereikten deze maand een hoogtepunt : Nike zal opnieuw investeren in de uitbreiding van het Distributiecenter. Er komt namelijk een nieuw Footwear Distributiecentrum in Ham, gelegen tussen het Albertkanaal en de E313, met een oppervlakte van 40.000 m². De werken starten in maart 2014 en zullen waarschijnlijk twee jaar in beslag nemen. Momenteel bedraagt de totale grondoppervlakte van de distributiecentra in Laakdal en Herentals 250.000 m². Met het nieuwe distributiecenter komt er nog extra ondersteuning voor de groeiplannen binnen Europa. Tevens stelt deze investering Nike in staat om haar bevoorradingsketen nog sneller en flexibeler te maken. Ook voor de lokale bevolking zal de uitbreiding positieve gevolgen hebben. Tussen 2016 en 2020 zullen naar verwachting een aanzienlijk aantal nieuwe jobs gecreëerd worden. Eveneens uniek is dat het Europees Logistiek Center sinds 2006 voorzien wordt van groene stroom uit wind- en zonne-energie. Dankzij de nieuwe uitbreiding langs het Albertkanaal blijft de maximale aanvoer via binnenvaart mogelijk, zodat jaarlijks 14.000 vrachtwagenritten vermeden worden. Nike laat hiermee zien dat economie perfect kan gecombineerd worden met ecologie. Nike is dan ook van plan om deze werkwijze door te trekken naar de uitbreiding. Ook Vlaams Minister President Kris Peeters, die vrijdag 18 oktober Nike ELC bezocht, wilde hierover iets kwijt : “We geven 2 miljoen euro voor een opleidingssubsidie en 2 miljoen euro aan ecologische steun.
De ACLVB-afgevaardigden die de werknemers vertegenwoordigen in de Ondernemingsraad bij Nike.
Nike is een dynamisch bedrijf met aandacht voor innovatie en duurzaam ondernemen. Deze investering is dus zeker een goede zaak”. De toekomst ziet er dus fantastisch uit voor Nike en biedt hoop na de vele tegenslagen die de Kempen al te verduren hebben gehad. EV
SAMENWERKING TUSSEN BESCHUTTE WERKPLAATSEN ASSE, DE FLOERE EN DYMKA
Van links naar rechts : Guy Wuyts, Sabrina Thomas en Christophe Hendrickx, ACLVB-afgevaardigden bij BW De Floere.
De Beschutte Werkplaatsen Asse, De Floere (Halle) en Dymka (Zaventem) gaan samenwerken. Het maatwerkdecreet dat binnenkort van start gaat, vormt de aanleiding voor dit samenwerkingsverband. V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
De beschutte werkplaatsen willen op deze manier de tewerkstelling voor personen met een arbeidshandicap in de toekomst blijven verzekeren en ook een antwoord bieden aan de 'prijzenslag' die onder de verschillende beschutte werkplaatsen gevoerd wordt. Tevens is het de bedoeling extra nationale en internationale klanten aan te trekken en zo grotere (verpakkings- en electromontage-) opdrachten te kunnen aannemen. De drie beschutte werkplaatsen blijven afzonderlijk bestaan als vzw, maar krijgen naast hun eigen algemene vergadering en raad van bestuur, ook een overkoepelende. Voor de werknemers verandert (voorlopig) niets; hun plaats van tewerkstelling en hun loon- en arbeidsvoorwaarden blijven ongewijzigd. Enkel als er (tijdelijke) tewerkstellingsplaatsen dichter bij de woonplaats van personeelsleden zijn, kan dat besproken worden. Dit is de opstart van een samenwerkingsverband en als deze constructie succesvol blijkt, wordt niet uitgesloten dat nog meerdere beschutte werkplaatsen in de regio zich aansluiten. De Liberale Vakbond volgt, samen met de andere sociale partners, deze evolutie van kortbij op.
Indien je hierover vragen hebt of als je je wil aansluiten bij ons blauwe team, aarzel dan niet om onze afgevaardigden of militanten aan te spreken. LVL
bedrijvig
15
Vanheede
PHILIPPE LELEU GAAT OP RUST Na een loopbaan van 42 jaar gaat ACLVB-afgevaardigde Philippe Leleu op rust. Een terugblik.
“Bedankt en tot ziens!”. Bestendig Secretaris Geert Debevere schudt ACLVB-afgevaardigde Philippe Leleu de hand.
“Mijn loopbaan begon in het jaar 1971 bij de Firma Vanrullen. Ik was daar aan het werk als draaier en bouwde er mijn carrière uit tot diensthoofd van het algemeen onderhoud. In de onderneming werkten minder dan 50 werknemers, waardoor er geen OR noch CPBW was. Toch zette ik mij syndicaal in voor de collega’s. Wie een vraag of een probleem had, kon steeds bij mij terecht, ik probeerde iedereen te helpen. Na er 34 jaar gewerkt te hebben kwam het bruusk tot een einde. De firma Vanrullen werd opgedoekt en vertrok naar het buitenland. Bij de sluiting kreeg ik veel steun van de Bestendig Secretaris van de ACLVB.” Na de sluiting ging Philippe aan het werk bij de firma Vanheede Environmental. “Daar kreeg ik terug een job als technieker van het onderhoud. Bij de reorganisatie van de firma werd de groep Vanheede gesticht. Bij de groep Vanheede werkten 450 personen, met als gevolg dat er - in 2008 - voor het eerst sociale verkiezingen werden gehouden. Er werd mij gevraagd om kandidaat te zijn op de lijst van ACLVB. Ik moest niet lang nadenken want ik vond dat ik, na de grote hulp bij de sluiting, iets moest terugdoen voor ACLVB. Helaas werd ik niet verkozen in 2008, maar werd ik wel syndicaal delegee. In 2012 was ik opnieuw kandidaat voor ACLVB. Door mijn inzet was de uitslag positief en werd ik verkozen in de Ondernemingsraad en ook tot Syndicaal Delegee. Tot op heden heb ik mij steeds ingezet voor de werkmakkers. Met enige pijn in het hart neem ik afscheid en ga ik met ‘brugpensioen’.”
Toch kan Philippe de syndicale werking niet achter zich laten en wil hij zich nog een aantal jaren verder inzetten voor ACLVB, misschien als monitor bij de vormingen. Verder hoopt hij nog lang te kunnen genieten van zijn welverdiende rust en tijd te hebben voor zijn hobby’s. “Bij deze wens ik iedereen nogmaals uit de grond van mijn hart te bedanken voor de jarenlange steun. In het bijzonder wil ik mijn werkmakkers, vrienden en de Bestendig Secretarissen Geert, Dieter en Els, evenals de Verantwoordelijke Syndicale Ondersteuning Leen hartelijk danken. Bedankt en tot ziens !” LI
Sint-Niklaas
NEWELL RUBBERMAID (DYMO) SLEUTELT AAN DE FUNCTIECLASSIFICATIE BIJ DE BEDIENDEN De labeltoestellen van de firma Dymo zijn quasi in alle kantoren, winkels, warenhuizen, laboratoria en in de meeste bedrijfssectoren te vinden. In Sint-Niklaas is het bedrijf gehuisvest dicht bij het verkeersknooppunt van de E17, wat een snelle levering van de producten moet garanderen. Op 3 september 2009 werd een nieuwe functieclassificatie voor de bedienden en kaders toegelicht : de “Global Grading Newell Rubbermaid”, een op Amerikaans model geënt systeem dat voor alle bedrijven van Newell Rubbermaid wereldwijd zou gelden. De jaarlijkse automatische baremieke verhoging maakte plaats voor een jaarlijks evaluatiemoment, wat aanleiding kon geven tot soms hogere bedragen dan in de baremieke verhogingen. Een beroepsprocedure werd uitgedacht.
Wij zijn vier jaar verder en opnieuw wil men aan de bestaande functieclassificatie sleutelen met een “Performance Plus Plan”, vertaald : het opbouwen van een prestatiegerichte cultuur, wat doet denken aan de KPI of de kritische bedrijfsindicatoren met duidelijke prestatiedoelstellingen en een continue dialoog om die doelstellingen te bereiken. Deze KPI’s worden telkens eind van het jaar meegedeeld en zoals gesteld regelmatig geëvalueerd. Kortom het bedrijf past zich noodgedwongen aan de opgelegde doelstellingen aan; daar is niets mis mee indien dit alles kan bijdragen tot correcte en marktconforme lonen en waarbij het welzijn van de werknemers niet uit het oog wordt verloren. Belangrijk blijft de dialoog en de luisterbereidheid van een directie.
ACLVB-afgevaardigde Christel Willaert
Gelukkig hebben wij een syndicaal mandaat waardoor we deze functieclassificatie mee kunnen begeleiden. Christel Willaert krijgt hiervoor onze volledige steun. WM V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
16 b e d r i j v i g BEDRIJFSAKKOORD 2013-2014 BIJ LOTUS BAKERIES Omwille van de onzekerheid rond het eenheidsstatuut zijn alle onderhandelingen rond sectorale akkoorden later opgestart en duurde het tot nu voor er zicht kwam op de mogelijkheden voor bedrijfsonderhandelingen.
pig akkoord bereikte. De teksten moeten nog afgewerkt en ondertekend worden, maar toch zijn de gesprekken in de bedrijven reeds opgestart. Bij Lotus Bakeries werd intussen zelfs al een bedrijfsakkoord 2013-2014 afgesloten. Gezien de loonstop die door de regering werd opgelegd, is het aan de bestendig secretarissen en afgevaardigden om creatief te zijn in het zoeken naar verbeteringen voor de werknemers. Lotus Bakeries is een bedrijf dat het de laatste jaren heel goed doet en ook de werknemers willen “een stuk van de koek”. En dat is aardig gelukt. De mogelijkheden die er zijn met cao 90 (een bonus waar de werknemers een netto-voordeel mee kunnen verdienen), werden benut om voor de volgende 2 jaren een mooie som geld te verdienen. Verder wordt dit jaar op 6 december niet enkel speculaas uitgedeeld, maar een ecocheque van 65 euro. Voor de sportievelingen werd de fietsvergoeding opgetrokken en de aanvullende vergoedingen voor economische werkloosheid werden eveneens verhoogd. Er werd ook gedacht aan oudere werknemers die het moeilijker krijgen om in wisselende ploegen te werken. Zij krijgen de mogelijkheid om vanaf 50 jaar te kiezen voor een vaste ploeg en kunnen hierbij hun ploegentoeslag behouden.
Het paritair comité voor de arbeiders tewerkgesteld in de voedingssector (PC 118) was een van de eerste grote spelers die een voorlo-
Al bij al een mooi akkoord in deze moeilijke periode en ook een opsteker voor personeel tewerkgesteld in sectoren en bedrijven die het economisch nog vrij goed doen, zoals de voedingsindustrie.
OVERDOSIS
Bestel uw wieleruitrusting Wielershirt korte mouw, korte broek met bretellen en gelzeem, windstopper, zowel in vrouwen- als mannenmaten, op www.aclvb.be/voordelen/aclvb-shop/fietskledij/ V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
EDC
Vrijuit ?
Bent u met meerdere gezinsleden aangesloten bij de ACLVB ? Dat is eersteklas ! Betekent dat ook dat u per maand meer dan één exemplaar van Vrijuit in de brievenbus vindt ? Waarschijnlijk wel. Heeft uw gezin genoeg aan één Vrijuit per maand, laat dan weten aan uw plaatselijk secretariaat wiens abonnement mag opgezegd. We doen meteen het nodige om u van uw overdosis af te helpen. En u zorgt er gelijk voor dat de Liberale Vakbond zijn middelen nog efficiënter kan investeren in dienstverlening. Tip : u kan uiteraard ook uw dubbel exemplaar doorgeven aan kandidaat-ACLVB’ers. Ook dat is investeren !
internationaal
17
Zuid-Afrika
COSATU BESCHERMT DE KWETSBARE WERKNEMERS Het Congress of South African Trade Unions (COSATU) vindt de volgende thema’s de belangrijkste problemen waar de ZuidAfrikaanse overheid dringend werk van moet maken. Er is de nog steeds aanslepende economische crisis, en de daarmee samenhangende blijvende hoge werkloosheid en het verdwijnen van werkgelegenheid.
Er is het onvermogen van de overheid om resultaten te boeken op het vlak van economische groei, werkschepping, het bieden van waardig werk, en het aanpassen van de structuur van de ZuidAfrikaanse economie aan deze uitdagingen. Vandaag zijn 1/3 van de schoolverlaters werkloos, en 44 % van de Zuid-Afrikaanse bevolking overleeft op minder dan 10 Rand (1 euro) per dag. Het onderwijs blijf ondermaats en tegelijk ondermijnt criminaliteit veel van het overheidswerk.
3 een sterk macro-economisch en industrieel beleid dat deregulering en desindustrialisering van de arbeidsmarkt tegengaat Het nationale minimumloon mag echter geen substituut zijn voor collectieve onderhandeling. Dat zou enkel de demobilisering van de werkers veroorzaken, en zou ertoe kunnen leiden dat het minimumloon in feite een nationaal maximumloon wordt. Het minimumloon moet ook variëren naargelang het opleidingsniveau, riskant werk, en ervaring van de werknemers, enz.
COSATU’s oproep tot waardig werk
De strijd tegen kwetsbare jobs
Om de bovengenoemde problemen aan te pakken heeft COSATU op de Internationale dag voor Waardig Werk van 7 oktober de volgende oproep gedaan naar alle belanghebbenden. Het IVV berekende dat wereldwijd slechts 7 % van de werknemers in zowel de informele als formele economie lid zijn van een vakbond. Het organiseren van deze werknemers is een prioriteit voor alle vakbonden wereldwijd.
In Zuid-Afrika is meer dan 2/3 van de werkers niet georganiseerd. Dat is weliswaar beter dan het internationaal gemiddelde, maar maakt nog steeds duizenden mensen kwetsbaar voor uitbuiting, lonen onder de armoedegrens, of gebrek aan een basis van sociale voordelen, alhoewel al deze zaken gegarandeerd zijn in de ZuidAfrikaanse arbeidswetgeving. Een meerderheid van deze zwakke werknemers zijn vrouwelijk, jong, en leven in rurale gebieden. Tegelijk staan niet enkel de onderbetaalde werknemers in een zwakke positie, ook andere beroepslui bevinden zich vaak in een onbeschermde positie. Voorbeelden van werkers die nog beter kunnen bereikt worden zijn huispersoneel, straatverkopers en landarbeiders.
COSATU vindt dat de Werelddag voor Waardig Werk een goede aanleiding vormt om de boodschap van de vakbeweging wijd te verspreiden, en om zo mensen ertoe aan te zetten zich aan te sluiten bij een vakbond, en ook om acties van globale solidariteit te ondersteunen. Daarom lanceerden COSATU en zijn affiliaties een intensieve wervingscampagne die ernaar streeft om 100 % representatief te zijn, in plaats van de minimale 50 + 1 %. Het idee van Waardig Werk is gebaseerd op het geloof dat werk niet enkel een bron van inkomen is, maar ook een bron van persoonlijke waardigheid, familiale stabiliteit, een vredevolle gemeenschap, en economische groei. Samen scheppen deze factoren de mogelijkheden voor meer productieve jobs en hogere werkgelegenheid. Daarom riep COSATU in zijn recente conferentie over “Collectief onderhandelen” op tot : 3 een coherent loonbeleid, met een nationaal minimumloon om de zwakste werknemers te beschermen. COSATU berekende dat een minimumloon tussen 4.800 en 6.000 Rand (480-600 euro) een basiseis is; 3 wetgeving rond sectoraal collectief onderhandelen om de eis voor een minimumloon kracht bij te zetten; 3 comprehensieve vormen van sociale bescherming;
COSATU gelooft dat kwetsbaar werk kan bestreden worden door middel van een geïntegreerd beleid dat tegelijk economische, fiscale en sociale maatregelen nastreeft. Alle COSATU-affiliaties is gevraagd om de meest kwetsbare groepen van werknemers in hun sector te identificeren, en een extra inspanning te leveren om ze te organiseren. Binnen COSATU is er recent ook een werkgroep “kwetsbare werkers” opgericht.
Belang van coherentie in partnerwerking Deze oproep van COSATU voor een nationaal minimumloon sluit volledig aan bij het werk dat een van de Zuid-Afrikaanse ACLVBBIS partners, SACCAWU, ook aan het uitvoeren is. SACCAWU focust op een nationaal minimumloon voor haar leden in de groot- en kleinhandelssector, en ijvert voor het invoeren van gecentraliseerd collectief onderhandelen. Internationale Dienst V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
18 i n t e r n a t i o n a a l Het relanceplan van het EVV
INVESTERINGEN, DUURZAME GROEI EN KWALITEITSJOBS Onder de vlag van het Europees Vakverbond lanceren de Europese vakbonden een nieuw plan voor investeringen, een duurzame groei en kwaliteitsjobs in Europa.
N
Na vijf jaar economische en sociale crisis heeft het strenge bezuinigingsbeleid gefaald bij de relance van Europa; dat zag zijn economieën stagneren, jongeren wegtrekken of afglijden naar werkloosheid en een kloof groeien tussen de verschillende lidstaten. De Europese vakbeweging legt sindsdien een relanceplan voor, gebaseerd op de principes van democratie, stabiliteit en cohesie.
Nodig zijn dus : 3 een samenwerking inzake belastingontduiking en fiscale paradijzen doorheen een verreikende informatie-uitwisseling en een samenwerking tussen nationale fiscale autoriteiten
Nieuwe weg
3 een grotere samenwerking tussen de nationale autoriteiten en de openbare diensten om de modernisering van de openbare sector op lange termijn te bevorderen zonder die af te zwakken
Het plan “Een nieuwe weg voor Europa” tekent in grote lijnen de manier waarop Europa uit de crisis kan geraken. Het stelt met name voor om een gedurfde strategie te volgen die erin bestaat over de 10 volgende jaren jaarlijks bijkomend 2 % van het BBP te injecteren om een nieuwe industriële basis op te richten en kwaliteitsjobs en educatieve opportuniteiten te scheppen. Het beleid van interne devaluatie is negatief gebleken en heeft een deloyale concurrentie aangemoedigd.
Enkele pistes De Europese vakbeweging stelt enkele pistes voor om die tendens om te draaien en een versterkte samenwerking aan te bieden. V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
3 een hervorming van de financiële markten om de Europese economie weer in evenwicht te brengen
3 het betrekken van de sociale partners in de versterking van de sociale dialoog, collectieve onderhandelingen en de deelname van de werknemers, in het bijzonder in het kader van het proces van economische governance op nationaal en Europees niveau, de opvoeding, de vorming en de arbeidsmarkthervormingen 3 de bevordering, het respect en de ontwikkeling van de Europese sociale normen om te strijden tegen nepbanen en om kwaliteitsjobs te bevorderen.
internationaal Euro-obligaties Sommige landen in moeilijkheden hebben nood aan bijkomende maatregelen om hun economie te stabiliseren en solide staatsstructuren te ontwikkelen. Voor die landen zou men volgens de Europese vakbonden de voorwaarden van de bestaande leenovereenkomsten moeten verlengen (bilateraal en multilateraal) en daarbij de rentevoeten gevoelig dienen te verlagen. In die context kan de invoering van euro-obligaties de landen beschermen die moeilijkheden kennen van een ongecontroleerde speculatie en een efficiënt middel vormen voor productieve investeringen.
Structurele fondsen Het Europees budget en de structurele fondsen in het bijzonder moeten een duurzame groei, investeringen en de kwaliteitsvolle werkgelegenheid ondersteunen. Zowel de niet-uitgegeven fondsen als de nieuwe structurele fondsen moeten aangewend worden voor de prioriteiten bepaald in dit plan, conform de doelstellingen van de strategie EU 2020. Het gebruik van de structuurfondsen zou gefaciliteerd moeten worden door de vermindering van de graden van cofinanciering en door de bronnen van cofinanciering uit te sluiten van de doelstellingen inzake deficit en schuld. De rijkere en economisch sterkere landen zullen, veeleer dan de zwakkere landen of groepen, meer moeten bijdragen aan de financiering van de toekomstige investeringen. Een dergelijk plan moet open staan voor alle Europese landen, maar de investeringen zullen voorbehouden worden aan enkel de landen die ertoe bijdragen.
Financiering van het plan Om dit plan te beheren zou er een eigen Europese instelling moeten zijn die toegang kan geven tot financiële middelen in het geheel van de Europese Unie en Europese obligaties uitbrengen op lange termijn met relatief lage rentevoeten die als basis dienen voor de financiering van investeringen overal in Europa.
19
Er bestaan verschillende mogelijkheden om het beheer, de coördinatie en de uitvoer van het relanceplan te garanderen, bijvoorbeeld : - het aanwenden van een bestaand orgaan of bestaande organen, zoals de Europese investeringsbank - de oprichting van een nieuw orgaan. De lidstaten, het Europees Parlement en de Europese Commissie moeten dit institutioneel orgaan bepalen en definiëren.
Democratische controle In de twee gevallen zal het onontbeerlijk zijn de democratische controle van de strategische oriënteringen van het beleid en de supervisie van het relanceplan te garanderen en de coördinatie ervan te verzekeren. De manier waarop zal moeten bepaald worden door het Europees Parlement. De sociale partners dienen betrokken te worden in alle etappes van het democratisch proces. Om de intrestvoeten van de obligaties op tien jaar zo laag mogelijk te houden, moet de Europese instelling die de obligaties uitbrengt gezien worden als een solvabele debiteur en dus beschikken over voldoende eigen fondsen.
11 miljoen banen De ontvangsten van de taks op de financiële transacties zouden kunnen bijdragen tot de financiering van het startkapitaal dat de nationale regeringen zouden moeten storten of tot de financiering van de interesten van de leningen. Wat verwachten wij van dit plan ? De Europese vakorganisaties verwachten dat dit nieuw stimuleringsplan tot 11 miljoen nieuwe banen creëert in Europa en bijdraagt tot een duurzame economische en sociale relance in de loop van het volgende decennium. Terwijl Europa nog steeds vastzit in de economische crisis, roept de Europese vakbeweging op tot een echte ommezwaai voor de Europese parlementsverkiezingen van volgend jaar. Dienst EUROPA
GEEN NIEUWE BESPARINGEN IN DE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING ! 1,3 miljard mensen leven nog steeds onder de armoedegrens en 842 miljoen mensen wereldwijd lijden aan chronische honger. Er is nochtans hoop. Uit veel cijfers blijkt dat in de afgelopen decennia de ontwikkelingssamenwerking heeft geholpen om de kindersterfte te halveren en om de toegang tot basisonderwijs te bevorderen. Ten opzichte van 1999 zijn er 31 miljoen meer meisjes die toegang hebben tot basisonderwijs. Vooruitgang is dus mogelijk als de beloofde inspanningen worden gerealiseerd. Wij constateren echter dat een aantal Europese landen niet aan hun verplichtingen op ontwikkelingshulp voldoen. Tussen 2011 en 2012 is in 9 EU-landen de steun gedaald of gestagneerd : een significante daling van de steun deed zich voor in Spanje (49%), maar ook in Italië (34%), Cyprus (26%), Griekenland (17%) en België (11%) daalde de ontwikkelingshulp.
Besparingen In 2012 werd 407 miljoen euro in geplande uitgaven voor de Belgische ontwikkelingssamenwerking ingetrokken. Voor 2013 zijn we bang om geconfronteerd te worden met een soortgelijke situatie : de bezuinigingen in de Belgische ontwikkelingssamenwerking bedragen al 220 miljoen euro door de begrotingscontrole in juli 2013 en daar dreigen nieuwe "vermijdbare" uitgaven bij te komen na beslissingen tijdens de begrotingscontrole in september 2013. Over een periode van 2 jaar bedragen de bezuinigingen ten minste 627 miljoen euro, of 22% van het beloofde budget. In juli 2013, als gevolg van de besprekingen over de begroting 2014,
werd besloten tot een verlaging van 125 miljoen euro. Hieraan mag nog 10 miljoen extra worden toegevoegd zoals aangekondigd op 8 oktober. Deze bezuinigingen zijn in strijd met het regeerakkoord van 2011 waarin werd gesteld dat de budgetten 2012-2014 zouden worden bevroren.
Kortetermijndenken Deze besparingen voorkomen dat de spelers uit de ontwikkelingssamenwerking op lange termijn kunnen werken. Voorspelbaarheid is van vitaal belang bij het werken in langdurige programma's in moeilijke situaties. Wij kunnen niet aanvaarden dat de begunstigden van deze steun in het ongewisse worden gelaten, met het risico dat ontwikkelingsprogramma's abrupt worden onderbroken. Daarom vragen verschillende organisaties en onderzoekers dat de federale regering: 3 geen bijkomende besparingen doet op het budget 2013 van ontwikkelingssamenwerking; 3 een definitief budget vast legt voor 2014, dat in lijn is met het regeerakkoord van 2011. Onvoorspelbare hulp, kan geen doeltreffende hulp zijn. Internationaal Departement V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
20 u i t
de sector
ANPCB (PC 218)
AANZEGGING TOT ACTIE OM DE WERKGEVERS TOT ONDERHANDELEN TE BRENGEN De sociale partners in het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor Bedienden onderhandelen momenteel voor een nieuwe cao 2013-2014. Na meerdere vergaderingen kunnen we niet anders dan vaststellen dat de werkgevers op dit ogenblik niet bereid zijn om een sectorakkoord mét inhoud te onderhandelen.Het overleg is geblokkeerd, actieaanzegging werd ingediend. Daarom heeft het gemeenschappelijk vakbondsfront op 5 november een actie-aanzegging ingediend voor de ganse sector, met andere woorden voor 45.000 ondernemingen met meer dan 400.000 werknemers die niet behoren tot een paritair comité dat specifiek bevoegd is voor een sector. Het omvat onder meer de bedienden van de automobielsector, de betonindustrie, de bouw, callcenters, consultancy, de grafische industrie, garages, glas, groothandel, hout, reclamebureaus, reisbureaus, adviesbureaus, tabak, uitgevers, uitzendbureaus, bedrijven gespecialiseerd in informatietechnologie ... deze lijst is niet alomvattend.
Vanuit werkgeverszijde wil men geen afspraken maken over bijkomende werkzekerheid, wat nochtans nuttig is in deze onzekere tijden. In onze eisenbundel hebben we enerzijds gevraagd om een procedure die gerespecteerd moet bij elk individueel ontslag omwille van professionele ongeschiktheid en, anderzijds, een soort wet Renault "light" bij meervoudige ontslagen die evenwel onder de drempel blijven die nodig is om van collectief ontslag te kunnen spreken. Het is verder onnodig te zeggen dat onze vraag om een syndicale premie aan de werknemers uit het ANPCB van tafel geveegd werd.
Sociale achteruitgang
De maat is vol
We aanvaarden niet dat de werkgevers ons nog langer aan het lijntje houden. De gerechtvaardigde eisen van de werknemers moeten door de patronale vertegenwoordigers serieus genomen worden. Een sectoraal akkoord dient niet om de sociale achteruitgang te organiseren, en dat is blijkbaar net wat de werkgevers voor ogen hebben. Terwijl iedereen de mond vol heeft over een betere balans tussen werk en privéleven, aanvaarden de werkgevers niet alleen geen nieuwe voorstellen (zoals bijkomende dagen anciënniteitsverlof), maar ze willen ook de rechten op tijdskrediet ontmantelen evenals de maatregelen om de arbeidstijd te verminderen bij het einde van de loopbaan. Ondertussen vragen ze de onvoorwaardelijke uitbreiding van de flexibiliteit. Er is voor hen ook geen manier om een kader vast te leggen voor telewerken met een minimumvergoeding.
De houding van VBO (en haar sectorfederaties Agoria, Comeos, Confederatie bouw en andere) en UNIZO maakt het overleg momenteel onmogelijk. We eisen respect voor de syndicale eisenbundel en vragen dat de patronale onderhandelaars hun verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van de werknemers in het PC 218. In de komende weken zal het gemeenschappelijk vakbondsfront tijdens verschillende acties het belang benadrukken van een goed sectoraal akkoord. Wij rekenen op uw steun en eisen dat de werkgevers met een echt mandaat, niet met een lege doos, terugkeren naar de onderhandelingstafel !
Werkzekerheid De werkgevers willen natuurlijk geen enkele inspanning doen om de koopkracht van de werknemers te verbeteren. Zij willen ook geen bijkomende inspanningen op het vlak van vorming.
Meer dan 400.000 werknemers in 45.000 bedrijven behoren tot PC 218. De verscheidenheid aan sectoren die er toe behoren maakt het moeilijk om echte sociale vooruitgang te bereiken die even interessant is als in meer coherente sectoren. De werkgevers weigeren nu elke discussie.
SANOMA – EINDEJAARSACTIE Schenk of verwen jezelf met 30% korting op je favoriete tijdschrift ! Voor 50 euro lees je: 23 nummers HUMO of 25 nummers LIBELLE of 28 nummers FLAIR of 25 nummers STORY of 59 nummers TeVe-BLAD of 16 nummers Feeling of 12 nummers Njam !
Surf naar www.abon.be/eindejaarskorting om te kunnen genieten van deze actie! V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
uit de sector
21
SYNDICALE PREMIES Dienstencheques (PC 322.01) Jaar : 2013 Referteperiode : 1/7/12 – 30/6/13 Bedrag : € 80 Bijzondere voorwaarde : aangesloten zijn op het ogenblik van de betaling. Om recht te hebben moet men tijdens de referteperiode minstens 65 dagen hebben gepresteerd in de sector.
Eindejaarspremie Jaar : 2013 Referteperiode : 1/7/12 – 30/6/13 Bedrag : nettopremie Betaling : de eindejaarspremie wordt enkel door het sociaal fonds betaald, het stuurde een formulier naar de werknemers begin november 2013. De werknemers kunnen hierop reageren en vermelden hun eventuele adreswijziging en hun correct bankrekeningnummer. Ook diegenen die geen bankrekeningnummer hebben, dienen dit te laten weten. Het Fonds betaalt de eindejaarspremies op 6 december 2013. Bijzondere voorwaarden : 65 dagen prestaties in de sector met inbegrip van maximum 26 dagen economische werkloosheid. De gelijkstelling voor 15 weken moederschapsverlof dient aangevraagd te worden bij het Sociaal Fonds via een formulier. De premie bedraagt 4,15 % van het tijdens de referteperiode verdiende brutoloon. RSZ = 13,07 % en bedrijfsvoorheffing = 23,22 % Opmerking : de eindejaarspremie 2013 wordt bij de belastbare inkomsten van het jaar 2013 gevoegd indien de premie vóór 31/12/2013 werd toegekend.
Ondernemingen voor recuperatie allerlei producten (PC 142.04) Jaar : 2013 Referteperiode : 1/7/2012 – 30/6/2013 Bedrag : € 75 of € 6,25 per twaalfde
De syndicale premie wordt eveneens toegekend aan arbeiders die tijdens de referteperiode met pensioen gingen, alsook aan de erfgenamen van de in de referteperiode overleden rechthebbenden.
Volledig werklozen en bruggepensioneerden : Het recht op de premie blijft behouden gedurende 2 referteperioden volgend op de referteperiode waarin men volledig werkloos werd.
Staalnijverheid bedienden (PC 210)
De bruggepensioneerde behoudt het recht op deze syndicale premie tot het einde van zijn brugpensioenperiode. De syndicale premie voor werklozen zal pas na controle door het Sociaal Fonds mogen uitbetaald worden.
Jaar : 2013 Aansluiting : aangesloten zijn uiterlijk 1/5/2013 Bedrag : € 115 voor actieven met een bediendencontract op 1/9/2013 Bijzondere voorwaarden : vanaf 1/5/2013 aangesloten zijn en in orde met de bijdragen op het ogenblik van betaling. Uitzendkrachten hebben geen recht op de premie.
Voedingsnijverheid bedienden (PC 220) Jaar : 2013 Referteperiode/aansluiting : 1/4/2012 – 31/3/2013 Bedrag : bij een onderneming waarvan het RSZ-nr. wordt voorafgegaan door het kengetal 048, 051, 052, 258 en 848 heeft men recht op een syndicale premie. Kortere periodes van tewerkstelling geven recht op een premie AANTAL DAGEN (5 DAGEN/WEEK) Minder dan 11 dagen Tussen 11 en 32 dagen Tussen 33 en 54 dagen Tussen 55 en 76 dagen Tussen 77 en 98 dagen Tussen 99 en 120 dagen Tussen 121 en 142 dagen Tussen 143 en 164 dagen Tussen 165 en 186 dagen Tussen 187 en 208 dagen Tussen 209 en 230 dagen Tussen 231 en 252 dagen Meer dan 252 dagen
BEDRAG EURO
0 10,70 21,40 32,10 42,80 53,50 64,20 74,90 85,60 96,30 107,00 117,70 128
Het formulier ‘volledig werkloze’ wordt door ACLVB afgeleverd. AANTAL DAGEN (5 DAGEN/WEEK) Minder dan 13 dagen Tussen 13 en 38 dagen Tussen 39 en 64 dagen Tussen 65 en 90 dagen Tussen 91 en 116 dagen Tussen 117 en 142 dagen Tussen 143 en 168 dagen Tussen 169 en 194 dagen Tussen 195 en 220 dagen Tussen 221 en 246 dagen Tussen 247 en 272 dagen Tussen 273 en 298 dagen Meer dan 298 dagen
BEDRAG EURO
0 6,40 12,80 19,20 25,60 32,00 38,40 44,80 51,20 57,60 64,00 70,40 77,00
De bediende (volledig werkloos of bruggepensioneerd) heeft slechts recht op deze premie voor de periode van werkloosheid die volgt op zijn periode van tewerkstelling in de Voedingsnijverheid.
Opmerking Voor de bedienden die op datum van hun indiensttreding nog niet of niet meer aangesloten waren bij een syndicale organisatie, wordt het aantal te bepalen maanden beperkt tot de periode van lidmaatschap.
RUSTDAGEN BOUW 2013 Tegen uiterlijk 6 december moeten de werkgevers de formulieren aan de arbeiders overhandigd hebben In geval van ziekte in 2013 heeft de arbeider recht op de rustdagen indien hij minimum één dag effectieve prestaties heeft in 2013. De dagen waarop de arbeidsovereenkomst geschorst is wegens arbeidsongeval geven geen recht op de rustdagen. De arbeiders die op 23 december 2013 begunstigde zijn van het brugpensioen of begeleidende maatregelen, hebben geen recht op de hoofdperiode. De arbeiders die werden ontslagen vóór 24 oktober 2013 hebben géén recht op de hoofdperiode.
De arbeiders die tewerkgesteld zijn als leerjongen of stagiair in de sector hebben geen recht op de rustdagen. Voor arbeiders in dienst getreden in de loop van het 4de kwartaal 2013 levert het fonds formulieren af zonder bedrag. Gelieve in dat geval een loonfiche bij te voegen van het 4de kwartaal 2013.
De arbeiders ontslagen na 23 oktober 2013 door een firma uit de bouw én zonder onderbreking werkloos gebleven zijn op 23 december 2013, hebben wel recht op de rustdagen na 23 oktober 2013.
dagbedrag x gepresteerde dagen in referteperiode 229 De arbeiders ontvangen hiervoor een brief van het fonds.
Voor arbeiders die meer dan 75 dagen economische werkloosheid hebben gehad tijdens de periode van 1/10/2012 tot 30/9/2013, wordt het dagbedrag van de rustdagen proportioneel berekend volgens de formule :
V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
22 u i t
de sector
Beheer van gebouwen, vastgoedmakelaars en dienstboden (PC 323)
SOCIAAL FONDS 323 ZET IN OP (BAK)STEENGOED OPLEIDINGSAANBOD Het Sociaal Fonds 323 biedt gerichte vormingen aan voor werknemers uit de vastgoedsector. Met succes. Steeds meer gegadigden vinden de weg naar een opleiding. In het eerste semester van 2013 noteerde het Sociaal Fonds een stijging van 36 % in vergelijking met het hetzelfde semester van vorig jaar. kans in het verschiet ligt en de werknemer twijfelt om daarop in te gaan, wanneer een burn-out dreigt, …. Het Sociaal Fonds kan bovendien instaan voor on-the-job-coaching : dat is een individueel coachingtraject specifiek voor onderhoudspersoneel, waarbij zowel taal, arbeidsattitude, ergonomie als technische vaardigheden aan bod komen. Anders dan bij personeel uit de traditionele schoonmaaksectoren staat een onderhoudsmedewerker binnen een PC 323-bedrijf er vaak alleen voor, zonder voortdurende aanwezigheid van collega’s of een leidinggevende.
En daarbovenop
Paraat voor werknemers van de vastgoedsector : Rik De Stoop en Isabel Van Neste, respectievelijk secretaris en sectorconsulente bij het Sociaal Fonds 323.
De ondernemingen die ressorteren onder Paritair Comité 323 zijn actief in de vastgoedbranche. Ze staan er specifiek in voor het beheer van onroerend goed of verenigen aanbieders en klanten met het oog op een vastgoedtransactie. Tal van vakkundigen nemen die activiteiten waar; denk aan de syndicus, de rentmeester, de huisbewaarder, de overdrachtbemiddelaar (bij overdracht van handelsfondsen en vennootschappen), de bemiddelaar bij verkoop of verhuur, de vastgoedpromotor, de vastgoedexpert, … zonder alle technisch, juridisch of administratief ondersteunende medewerkers te vergeten. Voor al die beroepskrachten voorziet het Sociaal Fonds 323 opleidingen. Het gaat daarbij zowel om sectoreigen als algemeen vormende opleidingen. Zo bijvoorbeeld lopen dit najaar voor conciërges en dienstboden vormingen zoals veilig werken op een hoogte, materialen en producten voor schoonmaak, assertieve communicatie, positief omgaan met stress, … V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
Voor vastgoedbedienden, -bemiddelaars en -beheerders vermeldt het huidig programma zeer diverse opleidingen als succesvol inkopen, succesvol verkopen, geschillen zonder rechtszaak, maximaliseer uw commerciële vaardigheden, schadegevallen in de vastgoedsector, vastgoed fiscaliteit update 2013, enzoverder. Er kan deelgenomen worden aan de vormingen met behoud van loon en de werkgever betaalt eventuele verplaatsingsonkosten.
Op maat Daarnaast reikt het Sociaal Fonds nog andere, op maatgesneden leermogelijkheden aan. Zo kan het Sociaal Fonds voorzien in loopbaanbegeleiding, waarbij een individueel traject uitgestippeld wordt met coaching- en feedbackgesprekken. Dat kan aangewezen zijn als de werknemer het gevoel heeft niet helemaal op zijn plaats te zitten in het bedrijf, als er een promotie-
Zoals het een sociaal fonds betaamt staat het Sociaal Fonds 323 voor nog meer in dan enkel opleidingen. Het zorgt ten aanzien van de ondernemingen die ressorteren onder Paritair Comité 323 immers ook voor de syndicale premies van arbeiders en bedienden, voor de eindejaarspremies van de arbeiders, voor de financiering van het SWT, het beheer van de 2de pensioenpijler. Sectorverantwoordelijken van de drie vakbonden, waaronder Kurt Marysse namens ACLVB, en van werkgeversorganisaties steken daarvoor regelmatig de koppen bijeen binnen de schoot van het paritair comité. Doorgaans gaat het in de vastgoedsector om kleine bedrijven : 85 % van de aangesloten ondernemingen stelt vijf of minder personen tewerk. “Ondanks de crisis is de sector een stabiele sector qua tewerkstelling, het voortbestaan van de sector is niet bedreigd”, aldus nog Rik De Stoop, secretaris van het Sociaal Fonds. “Wel wordt de jobinhoud steeds complexer door de toegenomen regelgeving op verschillende bestuursniveaus. Vaak vergen de jobs ook veel flexibiliteit van de medewerkers. Anderzijds zijn ze gevarieerd en bieden ze veel kans op intermenselijke contacten.” Kijk voor meer info op www. sf323.be of contacteer Isabel Van Neste, sectorconsulente bij het sociaal fonds 323,
[email protected] of Kurt Marysse, sectorverantwoordelijke bij ACLVB,
[email protected], tel. 02-558.51.50.
uit de sector
23
VROEGTIJDIGE OPSPORING VAN NEUSKANKER BIJ EX-HOUTBEWERKERS Het Fonds voor Beroepsziekten heeft een project opgestart waarbij voormalige houtbewerkers die minstens 20 jaar aan houtstof blootgesteld zijn, zich gratis kunnen laten onderzoeken op neus- en sinuskanker. Hout bewerken is niet zonder risico. Houtstof zorgt voor een verhoogd risico op neuskanker. Jaarlijks krijgen zo’n 100 mensen in ons land neus- of sinuskanker. Hoe vroeger de ziekte wordt ontdekt, hoe groter de kans op genezing en hoe kleiner de kans op blijvende ernstige letsels. Een medisch onderzoek is dus van groot belang. Om te kunnen deelnemen aan het programma van het Fonds voor Beroepsziekten moet de voormalige houtbewerker wel aan een paar voorwaarden voldoen : - minstens 55 jaar oud zijn; - minstens 20 jaar gewerkt hebben in de houtindustrie; - geen beroepsactiviteit meer uitoefenen waarbij er een verhoogde blootstelling aan houtstof is; - een van de symptomen hebben die kunnen wijzen op de aanwezigheid van deze kanker (willekeurige neusbloedingen, de neus die verstopt blijft aan één kant, bloedverlies bij het snuiten van de neus of het verliezen van de reukzin) De bedrijfsartsen zullen het Fonds voor Beroeps-ziekten (FBZ) laten weten welke werknemers gedurende minimum 20 jaar aan houtstof werden blootgesteld. Wanneer de betrokken werknemer met pensioen gaat, zal het FBZ hem een brief sturen om hem aan te raden een neus-
AZUR EN ARDENNE
keel-oorarts te raadplegen als hij een van de symptomen vertoont. Bovendien kan iedere ex-werknemer uit de houtsector die minstens 55 jaar oud is en meer dan 20 jaar gewerkt heeft in de sector altijd zelf vragen om te kunnen deelnemen aan dit programma. De neus-keel-oorarts zal zijn verslag naar het Fonds voor Beroepsziekten sturen, dat hem vervolgens zal vergoeden. Als er bij een eerste onderzoek niets verdachts werd opgemerkt, kan de patiënt zich opnieuw kosteloos laten onderzoeken als hij een of meer symptomen vertoont. Het FBZ zal zo maximum twee onderzoeken per persoon en per jaar op zich nemen. Wordt bij het screeningsonderzoek neus- of sinuskanker vastgesteld, dan kan een aanvraag tot schadeloosstelling vanwege een beroepsziekte worden opgestart bij het FBZ.
Meer weten ? Download de folder voor voormalige houtbewerkers op www.fbz.fgov.be, rubriek publicaties > documenten. Of laat u de folder toesturen door een aanvraag te richten aan het Fonds voor de Beroepsziekten, Sterrenkundelaan 1, 1210 Brussel, tel. 02-22.66.211. Er bestaat ook een gelijkaardige folder voor werknemers die momenteel nog (en sinds geruime tijd al) actief zijn in de houtsector.
VAKANTIE EN EVENEMENTEN
Gelegen op de hoogten van Barvaux-sur-Ourthe in Durbuy biedt vakantiedomein Azur en Ardenne u een verbluffend panoramisch uitzicht. Het domein bevindt zich op nauwelijks 500 m van het dorpscentrum en op wandelafstand van diverse winkels en toeristische activiteiten (zoals het labyrint van Barvaux, de golf van Durbuy, kayak- en raftingmogelijkheden, …). Met zijn wellnessruimte annex binnenzwembad, zijn restaurant met panoramisch zicht, zijn geraffineerde internationale keuken en zijn 54 elegante kamers die eigentijds zijn ingericht, garandeert Azur en Ardenne u een onvergetelijk verblijf. Het domein beschikt tevens over 14 individue-
le vakantiehuizen voor 6 tot 8 personen, die perfect uitgerust zijn voor grotere families ! Voor uw bedrijfs- of familie-evenementen heeft het domein ook een seminariecentrum met hightech voorzieningen en een polyvalente zaal voor bruidsfeesten, walking dinners, tentoonstellingen, enz.
ACLVB-leden genieten 27,5 % korting op de standaardkamerprijs !
Rue de la Jastrée 31 - B-6940 Barvaux-sur-Ourthe Info en reservaties : Tel. +32 (0)86 21 94 00 - www.azurenardenne.be V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
24 r e g i o n a a l EEN DIPLOMA : OVERBODIG OF EEN NOODZAAK ? De cijfers liegen er niet om : de werkloosheid bij jongeren is enorm hoog. In Vlaanderen zijn er bijna 230.000 werklozen. Van die 230.000 werklozen is 25 % jonger dan 25. De hoge werkloosheidscijfers zijn een gevolg van de crisis. In sommige Europese lidstaten zit zelfs 1 op 2 jongeren zonder job. Ook in Vlaanderen is jeugdwerkloosheid een groot probleem, en in Brussel kunnen we zelfs spreken van een catastrofe. Eén op drie jongeren zit in onze hoofdstad zonder job. Als we deze cijfers in detail onderzoeken, dan blijkt dat voornamelijk vroegtijdige schoolverlaters de meest kwetsbare groep vormen. De groeiende complexiteit van de arbeidsmarkt en het werkaanbod laten nog weinig ruimte voor zij die zonder diploma en/of getuigschrift op de arbeidsmarkt terechtkomen. Is het nu echt zo belangrijk om dat ene velletje papier in handen te hebben ? Is een diploma nu het enige wat telt voor een werkgever ? Of zijn er ook andere zaken die meespelen bij het aanwerven van nieuw (en jong) personeel. Vragen waarop geen duidelijk en eenvoudig antwoord bestaat. De studiedienst van de VDAB schonk in zijn laatste editie van “VDAB ontcijfert” meer aandacht aan de problematiek van vroegtijdige schoolverlaters. Hij focuste hierbij vooral op leerlingen afkomstig uit beroepsgeoriënteerde richtingen. We geven alvast enkele conclusies mee : 3 ongekwalificeerd de school verlaten is vooral een mannenzaak; 3 het niet behalen van een kwalificatie wijst voor vele werkgevers ook nog dikwijls op attitude- of motivatieproblemen. Wat natuurlijk een bijkomende handicap is in de zoektocht naar een job; 3 8.988 schoolverlaters betreden de arbeidsmarkt zonder een kwalificatie; 3 29 % van deze schoolverlaters zonder kwalificatie, hebben zelfs geen studiegetuigschrift van de 2de graad van het secundair onderwijs. Zij hebben de minst goede vooruitzichten op een duurzame job. Daarnaast blijkt dat ook de studierichting een belangrijke rol speelt in het al dan niet vinden van een job. In sommige studierichtingen is het behalen van het diploma een absolute vereiste om een job te vinden, andere studierichtingen zijn dan weer in hun geheel niet interessant voor de arbeidsmarkt. Een kort overzichtje :
Bron : VDAB ontcijfert, nummer 33, oktober 2013
In het beroepssecundair onderwijs : 3 7 studiegebieden bieden een betere aansluiting met de arbeidsmarkt dan gemiddeld voor wie een kwalificatie behaalde : personenzorg, voeding, bouw, koeling en warmte, mechanica & elektriciteit, hout en auto 3 Personenzorg presteert het best en telt ook het grootst aantal schoolverlaters. Daartegenover staat ook een groot aantal afhakers. In dit studiegebied is een diploma zeker een vereiste om in de sector te kunnen werken. 3 De studierichtingen Handel en Decoratieve technieken bieden de minste garantie op het vinden van een job. Of men hier nu al dan niet een diploma behaalt : men zal hoogstwaarschijnlijk buiten dit vakgebied op zoek moeten gaan naar werk.
Voor het technisch secundair onderwijs : 3 Hout, Voeding en Bouw steken er bovenuit. Haal je hier je diploma, dan geraak je hoogstwaarschijnlijk makkelijk aan een job 3 Handel, Personenzorg en Mechanica-elektriciteit zijn het populairst. 3 Voor de studiegebieden Hout, Mechanica-elektriciteit en Toerisme is het zeker belangrijk om je diploma te behalen. Het verschil tussen wie voortijdig afhaakte en wie zijn diploma behaalde, is hier het grootst (het verschil tussen de lichtblauwe kolom en de donkerblauwe kolom) 3 Toerisme biedt de minste kansen op werk voor wie zijn/haar opleiding niet afmaakte 3 Handel biedt de minste perspectieven, of je nu je opleiding afmaakt of niet.
Bron : VDAB ontcijfert, nummer 33, oktober 2013 Lichtblauw : % schoolverlaters die na 1 jaar nog werkzoekend zijn, en max. de 2de graad van TSO doorlopen hebben Donkerblauw : % schoolverlaters die na 1 jaar nog werkzoekend zijn, en 3de en/of 4de graad van TSO hebben doorlopen Oranje stippellijn : gemiddelde % schoolverlaters die na 1 jaar nog werkzoekend zijn, die max. de 2de graad van TSO doorlopen hebben Groene stippellijn : gemiddelde % schoolverlaters die na 1 jaar nog werkzoekend zijn, en 3de en of 4de graad TSO doorlopen hebben
Een tweede kans ? Uiteraard is niet alles verloren als je zonder kwalificatie op de arbeidsmarkt terechtkomt. Tweedekansonderwijs, Syntra Vlaanderen, of een opleiding bij de VDAB is mogelijk. Zelfs een opleiding “on the job” behoort tot de mogelijkheden via bv. een individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO). Wie momenteel in het secundair onderwijs zit en met de idee speelt om de school achter zich te laten zonder zijn/haar studies af te maken, denkt dus best tweemaal na.
Naar een jeugdgarantie ?
Lichtblauw : % schoolverlaters die na 1 jaar nog werkzoekend zijn, en max. de 2de graad van BSO doorlopen hebben Donkerblauw : % schoolverlaters die na 1 jaar nog werkzoekend zijn, en 3de en/of 4de graad van BSO hebben doorlopen Oranje stippellijn : gemiddelde % schoolverlaters die na 1 jaar nog werkzoekend zijn, die max. de 2de graad van BSO doorlopen hebben Groene stippellijn : gemiddelde % schoolverlaters die na 1 jaar nog werkzoekend zijn, en 3de en of 4de graad BSO doorlopen hebben V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
Ook de Europese Commissie is niet blind voor de problematiek van de jeugdwerkloosheid. Al enige tijd geleden lanceerde ze het begrip ‘de jeugdgarantie’ (Youth guarantee). Hiermee wil Europa alle Europese jongeren binnen de 4 maanden nadat ze de schoolbanken verlaten hebben, recht geven op een kwaliteitsvolle job, stage of opleiding. De Europese lidstaten hebben zich geëngageerd om de jeugdgarantie te realiseren, maar het is geen bindende richtlijn. FreeZbe hoopt dat Vlaanderen en Brussel deze aanbeveling zo snel mogelijk realiseren, de tijd dringt. Hoe langer iemand werkloos blijft, hoe moeilijker het immers wordt om werk te vinden. En we moeten absoluut vermijden dat we een ‘verloren generatie’ creëren. In Vlaanderen zijn er al enkele initiatieven die jongeren zo snel mogelijk een plaats op de arbeidsmarkt bieden. Echter loopt er nog wel wat spaak, en een echte jeugdgarantie bestaat er nog niet. Vlaanderen heeft dus nog heel wat werk voor de boeg. De ACLVB pleitte reeds in haar memorandum aan de Vlaamse Regering om de jeugdgarantie zo snel mogelijk in te voeren. Zo vindt iedere jongere zo snel mogelijk een kwaliteitsvolle en passende job. Tim RAMBOER
regionaal
25
WERKLOOSHEID EN WERKAANBOD IN VLAANDEREN De cijfers van oktober 2013 van de VDAB zijn duidelijk : Vlaanderen telde eind oktober 229.127 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ), en dat zijn er 18.621 of 8,8% meer dan in oktober vorig jaar. De werkzoekenden met een werkloosheidsuitkeringsaanvraag (WZUA) zijn met 167.805 de grootste groep en stijgen op jaarbasis met 9,4 %. Opvallend is dat er in Vlaanderen meer mannelijke (122.394) dan vrouwelijke werkzoekenden (106.733) zijn. 10 jaar geleden waren er steevast meer vrouwen dan mannen werkzoekend. Dit komt vooral omdat het verlies van industriële banen vooral mannen treft, terwijl vrouwen profiteren van de groei van de dienstensector en de dienstencheques. Onder de Vlaamse werkzoekenden bevinden zich 45,3 % laaggeschoolde werkzoekenden. Op jaarbasis is dit een stijging met 3,4 %, wat trager is dan bij de midden- (+ 12,8 %) en hooggeschoolden (+ 15,9 %). De oorzaak hiervan is vooral te vinden bij de wisseling van de generaties : oudere leeftijdsgroepen die de arbeidsmarkt verlaten hadden minder studiekansen dan de generaties die hun volgden. De verbetering van de arbeidskansen voor laaggeschoolde werkzoekenden is hier NIET verantwoordelijk voor. Wat de werkloosheidsduur betreft, zijn het vooral de langdurige werkzoekenden (tussen 1 en 2 jaar werkzoekend) die het meest toenemen : + 16,7 % in vergelijking met vorig jaar. De allochtone werkloosheid stijgt op jaarbasis met 7,2 %, terwijl dit bij de autochtone met 9,4 % is. De relatief trage toename
van de allochtone werkloosheid is een gevolg van de huidige migratieinstroom en een groeiend als Belg geboren derde generatie. Bij een vergelijking per regio kent de provincie Vlaams-Brabant (+ 10,5 %) de grootste toename van niet-werkende werkzoekenden, en is de stijging het kleinst in de provincie Antwerpen (+ 7,3 %). Daar tegenover staat dat de VDAB in oktober 2013 24.481 vacatures ontving. Dat is 3,1 % meer dan in oktober 2012. De jaar-op-jaar vergelijking is dus positief. Vooral het aantal vacatures voor studentenjobs en ook dat voor tijdelijke jobs liggen hoger. Het aantal ontvangen vacatures tijdens de laatste twaalf maanden bedraagt 251.883. Dat is 6,6 % minder dan in de vergelijkbare periode november 2011 – oktober 2012. Deze daling is echter al enkele maanden aan het vertragen : in september was het -7,5 % en in augustus nog -10 %. Het lijkt er dus op dat de vacaturemarkt langzamerhand uit het dal aan het klimmen is. Ook in de telling over twaalf maanden blijkt dat de vraag naar jobstudenten de sterkhouder is. EVH
Klimaatverandering
SCHRIJF U IN VOOR HET FORUM Brise, of voluit Brussels Intersyndicaal netwerk voor Sensibilisering rond Milieu, organiseert op maandag 9 december een forum over klimaatverandering. Klimaatverandering, of klimaatopwarming, is het fenomeen van stijging van de gemiddelde temperatuur op de planeet over meerdere decennia. De aarde heeft sinds haar ontstaan al belangrijke cyclische veranderingen en klimaatveranderingen gekend. Het fenomeen dat men nu waarneemt, is opmerkelijk door de snelheid waarmee de temperatuur globaal stijgt. Tijdens de afgelopen vijftig jaar is de temperatuur immers gemiddeld twee maal sneller gestegen dan in de loop van de laatste honderd jaar. Sinds de huidige fase van klimaatverandering samenviel met de industriële ontwikkeling, werd de menselijke activiteit al snel met de vinger gewezen als zijnde mee verantwoordelijk. Naast de stijging van de gemiddelde temperatuur zijn er talrijke andere tekenen van klimaatwijziging. Tot de meest opvallende voorbeelden behoren klimaatsdereguleringen (abnormale droogte, de toename van het aantal orkanen, …), de stijging van de zeespiegel, het smelten van de ijskappen en heel wat andere. De gevolgen van de klimaatsopwarming zijn goed voor het scenario van een rampenfilm. De effecten zijn zowel zichtbaar op milieuvlak als op geopolitiek en menselijk vlak. Nu al is er sprake van klimaatvluchtelingen, de verhuis naar andere zones van insecten en dieren die tropische ziekten veroorzaken, de vermindering van de biodiversiteit, om er maar een paar te noemen. Brise (het Brussels Intersyndicaal netwerk voor Sensibilisering rond Milieu), waarvan ook ACLVB Brussel deel uitmaakt, organiseert op maandag 9 december (van 8.30 u. tot 16 u.) een forum over het thema. Plaats van gebeuren is het Internationaal Auditorium, Koning Albert II laan 5/1, 1210 Brussel. Het forum zal de gelegenheid vormen om beter de problematiek van de klimaatverandering te bepalen, de acties te ontwikkelen die zijn opgezet door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en na te denken over de rol die de afgevaardigden in de bedrijven kunnen vervullen. Info en inschrijving bij Yael Huyse via e-mail naar
[email protected]. Vergeet niet uw syndicale vrijstelling aan te vragen bij uw Bestendig Secretaris.
V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
26 r e g i o n a a l TIEN JAAR DIVERSITEITCONSULENTEN BIJ ACLVB Al tien jaar promoten en ondersteunen de ACLVB-diversiteitsconsulenten diversiteit op de werkvloer. “De eerste jaren deden we dat via hulp bij ‘positieve actieplannen’. Later werden het ‘diversiteitsplannen’. En nu zien we het heel breed met ‘loopbaan- en diversiteitsplannen’.” De diversiteitsconsulenten aan het woord We kunnen onze werking het best voorstellen als een horecabedrijf : onszelf, de diversiteitsconsulenten, kunnen we vergelijken met de chef-koks. Onze werking is onze zaak, en onze klanten dat zijn afgevaardigden binnen de bedrijven, militanten, secretarissen en leden. We zijn 10 jaar geleden gestart als een goed draaiende frituur. En met het nodige vallen en opstaan zijn we uitgegroeid tot een druk bezocht restaurant. Er waren 10 jaar geleden in Vlaanderen 4 plaatsen waar onze diversiteitsfrituurtjes werden opgetrokken : - regio Antwerpen en Mechelen-Rupel-Kempen - regio Limburg en Vlaams-Brabant - regio Gent, Meetjesland en West-Vlaanderen - regio Waasland, Zuid-Oost-Vlaanderen en Brussel Halle Vilvoorde
Alles werd voorzien van een toets kwaliteitsvol personeelsbeleid en geserveerd. Ondertussen zijn we een goed functionerend restaurant geworden. We koken nog altijd uit het hart, maar met meer mogelijkheden en andere verplichte ingrediënten. De diversiteitsplannen zijn nu loopbaan- en diversiteitsplannen geworden. Iets moeilijker om de balans te vinden, maar een uitdaging meer of minder schrikt ons niet af. We koken nu rond 4 grote pijlers : - duurzame diversiteit… en die zou je in al onze gerechten moeten terugvinden - competentieontwikkeling - verhogen van werkbaarheid, het werkvermogen en de werklust - organisatievernieuwing
We kookten er volgens de richtlijnen van het EAD beleid : Evenredige Arbeidsdeelname en Diversiteit. Toen was het onze hoofdbekommernis om zo veel mogelijk interculturaliteit op onze kaart te krijgen. Zeg maar de spreekwoordelijke loempia, pita of bitterballen. Maar al vrij snel gingen we uitbreiden… en onze kaart en onze zaak groeiden. We waren nu een goed draaiende taverne geworden. Ons kookboek en onze recepten zagen we dag na dag groter worden. De basisingrediënten … (de prioritaire kansengroepen) werden benoemd : allochtonen, 50-plussers en personen met een arbeidshandicap. We hadden in onze keuken natuurlijk technieken en instrumenten nodig om verzorgde schotels op tafel te kunnen zetten. Een van onze belangrijkste hulpmiddelen waren de diversiteitsplannen. Daarmee konden we gerechten “op maat” op tafel zetten. En de inbreng van onze afgevaardigden was daarbij cruciaal. De ene wou zoutloos, de andere hot en spicy, dan weer vegetarisch, ... met andere woorden : een waaier aan mogelijkheden. CONTACTGEGEVENS : LIEVE VAN DER AA Diversiteitsconsulent provincie Antwerpen Londenstraat 25 2000 Antwerpen 03-201.93.26 0476-56.70.58
[email protected]
HILDE RIMBAUT Diversiteitsconsulent Waas & Dender, Zuid-Oost Vlaanderen, Halle-Vilvoorde Kerkhoflaan 14-16 9300 Aalst 053-70.20.70 0476-56.73.53
[email protected]
V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
Zo ziet onze kaart er uit anno 2013 : - kwaliteitsvolle menu’s en voldoende keuzemogelijkheden à la carte - catering op maat: zoals bv. de begeleiding rond cao 104 - kookworkshops op vraag … onze verschillende vormingen - sensibiliseren en informeren rond “gezond” tafelen (duurzame diversiteit met voldoende draagvlak) - ondersteunen van het ABAD : het actiepan ter bestrijding van arbeidsgerelateerde discriminatie - verschillende publicaties van onze recepten en ontwikkelen van instrumenten en kooktechnieken - up-to-date houden van onze website - regelmatige terugkoppeling met collega’s - een vinger aan de pols van wat er reilt en zeilt op het terrein door ACLVB te vertegenwoordigen op verschillende vergaderingen, werkgroepen, meldpunten, enz. En nu dromen we van onze eerste ‘Michelin-ster’. Dat kunnen we echt niet zonder jullie. Proef onze gerechten. Geef ons tips. Laat ons weten wat jullie lekker vinden. Samen kunnen we ervoor zorgen dat onze keuken verfijnd en overal bekend wordt.
Deze vergelijking werd verder uitgewerkt in een grappig filmpje dat je kan bekijken op onze website: www.aclvb.be/diversiteit Lieve VAN DER AA
VINCENT MUHR Diversiteitsconsulent West-Vlaanderen en Regio Gent Koning Albertlaan 95 9000 Gent 09-242.39.78 0476-56.67.36
[email protected]
AYTEN YILDIRIM Diversiteitsconsulent Limburg en regio Leuven Europalaan 53 3600 Genk 089-50.07.42 0476-56.58.91
[email protected]
regionaal
27
... EN 10 JAAR BIJBLIJFCONSULENTEN Niet alleen de diversiteitsconsulenten blazen 10 kaarsjes uit, ook de bijblijfconsulenten vieren een feestje. Want al 10 jaar kunnen ACLVB-leden bij hen terecht. Tijdens alle gesprekken proberen we onze klanten zoveel mogelijk een hart onder de riem steken. Onze nadruk ligt op motiveren, zichzelf beter leren kennen en in de eigen kwaliteiten geloven zodat men met zelfvertrouwen en (zelf)kennis kan solliciteren, een opleiding volgen, ... Inmiddels hebben we onze expertise verder uitgebreid en zijn we loopbaanadviseurs geworden voor zowel werkenden als werklozen. Je kan bij ons terecht voor allerhande advies in verband met je loopbaan. Heb je vragen over : – opleidingen – solliciteren – maatregelen in verband met combinatie werk en gezin – tewerkstellingsmaatregelen – wat je kan verwachten van VDAB en RVA – rechten en plichten als werkzoekende – begeleidingsmogelijkheden – oriëntering – … … maak dan een afspraak met de ACLVB-bijblijfconsulent van je regio. Oorspronkelijk was het alleen de bedoeling dat wij als Bijblijfconsulenten een brug zouden maken tussen VDAB en langdurig werklozen. Onze belangrijkste opdracht was het toeleiden van moeilijk bereikbare werklozen naar de Lokale Werkwinkel. Maar al vlug besloten we de dienstverlening uit te breiden en boden we aan alle werkloze leden begeleiding, advies en ondersteuning aan.
Wil je weten hoe het zou zijn mochten er geen Bijblijfconsulenten bestaan ? = > Bekijk het “Wat als ?” filmpje op de website www.aclvb.be/bijblijven Veerle HEIRWEGH
Ondertussen werd de werking van RVA en VDAB steeds complexer. De RVA ging het zoekgedrag van de werklozen intensief controleren via een procedure in verschillende stappen. VDAB wou met het Sluitend Maatpak haar dienstverlening verbeteren. Maar begrijpbaarder en transparanter werd het niet. Sindsdien organiseren we infosessies voor iedereen die in de controleprocedure “activering zoekgedrag” zit. Hierbij wordt de procedure zo eenvoudig mogelijk uitgelegd zodat onze werkloze leden weten wat RVA van hen verwacht en krijgen ze hulp bij het voorbereiden van het gesprek met de RVA-facilitator. Daarnaast doen de federale en de Vlaamse overheid veel inspanningen om werkzoekenden via allerhande maatregelen te helpen. Er zijn echter zo veel verschillende zaken bedacht dat het een echt kluwen geworden is. We proberen onze werklozen wegwijs te maken in het doolhof van tewerkstellingsmaatregelen, het opleidingsaanbod en de verschillende soorten begeleidingen zodat ze hier doelgericht gebruik kunnen van maken en zo hun troeven kunnen uitspelen. HILDE PLANCKE Bijblijfconsulent Prov. Antwerpen zonder stad Mechelen Londenstraat 25 2000 Antwerpen tel. 03-201.93.25 gsm : 0477-04 08 62 fax: 03-226.63.61
[email protected]
BRIGITTE CLEENWERCK Bijblijfconsulent Prov. West-Vlaanderen en Regio Gent-Eeklo Antwerpsesteenweg 127 9040 Sint-Amandsberg tel. 09-218.07.34 gsm : 0470-22 55 83 fax: 09-218.07.38
[email protected]
DELPHINE VAN DEN EEDE Bijblijfconsulent Regio Waas en Dender en Zuid- Oost-Vlaanderen Kerkhoflaan 14-16 9300 Aalst tel. 053-60.53.85 gsm : 0471-46 52 13 fax: 053-70.03.89
[email protected]
BEYHAN BIRCAN Bijblijfconsulent Prov. Limburg Europalaan 53 3600 Genk tel. 089-50.07.41 gsm : 0475-25 83 20 fax : 089-30.63.28
[email protected]
MARUCHI BESSEMS Bijblijfconsulent Prov. Vlaams Brabant + stad Mechelen Fr. De Merodestraat 76/78 2800 Mechelen tel. 015-28.89.84 gsm :0479-02 42 10 fax: 015-21.83.17
[email protected]
V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
28 r e g i o n a a l Vlaamse begroting 2014
REKENHOF DEELT KRITIEK VAN DE VLAAMSE SOCIALE PARTNERS In een recent rapport van het Rekenhof staat zwart op wit de dat de Vlaamse Regering technische trucs gebruikt om volgend jaar (2014) een begroting in evenwicht te kunnen voorleggen. Terwijl de ontvangsten maar met 443 miljoen euro toenemen, stijgen de uitgaven met 571 miljoen euro. En daarnaast wil de Vlaamse Regering nog 500 miljoen euro extra besteden aan nieuw beleid. Om dit onevenwicht om te buigen naar een begroting in evenwicht werd dan ook gebruikgemaakt van enkele begrotingstechnische ingrepen : 1) Onderbenutting De Vlaamse Regering gaat ervan uit dat 593 miljoen aan geplande uitgaven in 2014 niet zullen plaatsvinden. Dit noemt men uitgaan van “onderbenutting”. Het Rekenhof fronst de wenkbrauwen bij zo een hoge onderbenutting en roept de Vlaamse Regering op na te gaan wat de oorzaken zijn van deze.
Diezelfde kritiek werd reeds geuit door de Vlaamse sociale partners in hun jaarlijkse begrotingsadvies van juli 2013. Ook zij stellen dat het niet wenselijk is dat de Vlaamse Regering uitgaat van een hoge onderbenutting om haar begroting in evenwicht te brengen. De Vlaamse sociale partners, waaronder de ACLVB, stellen in hun SERV begrotingsadvies dat de onderbenuttingshypothese in 2014 beperkt moet blijven tot maximaal 525 miljoen euro. De schatting van de Vlaamse regering zit dus een stuk hoger. 2) Schrappen van buffers De Vlaamse Regering schrapt ook enkele buffers om de rekeningen te doen kloppen. Dit schrappen wordt volgens de regering gerechtvaardigd door de positievere economische vooruitzichten en de plannen om de economie te stimuleren. Ook hier hebben de ACLVB en het Rekenhof hun bedenkingen. Te veel snijden in de buffers is volgens ons geen goed idee gezien het economische herstel zeer fragiel is en de onderbenutting zeer hoog ingeschat wordt. Bovendien is er nog onzekerheid over het aandeel van Vlaanderen in het wegwerken van tekorten van de lokale overheden en de Europese boete voor de behandeling van stedelijk afvalwater. 3) Voorafname op de toekomstige begroting In 2014 wordt slechts 177 miljoen euro voorzien aan betaalkredieten om nieuw beleid te voeren. Terwijl de ambitie van deze Regering is om volgend jaar 500 miljoen euro aan nieuw beleid te spenderen. Dit wil zeggen dat deze regering 323 miljoen euro doorschuift naar de begroting van volgend jaar. Gezien de verkiezingen van mei 2014 is dit dus puur het doorschuiven van de rekening naar de volgende regering.
Nieuws uit de zones
ZONE ANTWERPEN METROPOOL Nieuw secretariaat te Deurne Eind oktober werd het ACLVB-kantoor te Deurne geopend. Het is gelegen op de Turnhoutsebaan 119, 2100 Deurne. Tel.: 03-326.69.86, e-mail :
[email protected]. U kan er terecht op : - dinsdag van 9 u. tot 12 u. en van 13 u. tot 18 u. - donderdag van 9 u. tot 12 u. en van 13 u. tot 16 u. Veranderde openingsuren in secretariaat Mortsel Noteer dat het ACLVB-kantoor te Mortsel voortaan open is vanaf 9 uur (i.p.v. 8.30 uur). EQ
Bovenstaande maakt duidelijk dat er niet veel moet gebeuren om de Vlaamse begroting 2014 aan het wankelen te brengen. Deze kritiek wordt ook gedeeld op bepaalde zitjes in het Vlaams Parlement. De ACLVB pleit op Vlaams niveau alle meerdere jaren voor het invoeren van een structureel begrotingsbeleid (zie Vrijuit januari 2013, te raadplegen op www.aclvb.be), maar de Vlaamse regering blijft volhouden aan een begroting in evenwicht. Nu blijkt dat, naast de SERV-partners, ook het Rekenhof opmerkt dat de evenwichtsbegroting op wankele poten staat, kan de Vlaamse regering onmogelijk zeggen dat ze niet gewaarschuwd werd. Maarten DEDEYNE
JOBSTUDENTENWEDSTRIJD BIJ COLRUYT Afgelopen zomer organiseerde FreeZbe een actie gericht naar ruim tweeduizend jobstudenten bij Colruyt. Alle studenten kregen via onze ACLVB-afgevaardigden een brochure en een woordje uitleg over hun rechten en plichten. Bovendien werd een wedstrijd uitgeschreven onder de studenten die zich aansloten bij de ACLVB.
Mevrouw Larissa Vermeiren, die werkte als jobstudent bij Colruyt Lede, was de gelukkige winnares van een Samsung Smartphone. Proficiat en veel plezier ermee !
Een jongerenactie op maat in uw bedrijf ? Contacteer FreeZbe via
[email protected]. We komen graag langs om te bekijken wat de mogelijkheden zijn. TR
V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
regionaal
29
LAAT JOUW BEDRIJF BESPAREN OP ENERGIE EN NIET OP TEWERKSTELLING ! De energiekost van bedrijven die onder de nieuwe energiebeleidsovereenkomsten vallen, is vaak immens. De extra investeringen die de energiebeleidsovereenkomsten uitlokken, kunnen er evenwel voor zorgen dat de activiteiten van het bedrijf in Vlaanderen blijven. Bedrijven die een hoog energieverbruik hebben, kunnen sinds 2002 en 2003 vrijwillig toetreden tot het benchmark- of auditconvenant. De heel energieintensieve bedrijven traden toe tot het benchmarkconvenant en kregen, in ruil voor het op topniveau brengen van de energie-efficiëntie van hun procesinstallatie, gratis emissierechten, een gedeeltelijke vrijstelling van heffingen op elektriciteit,… De bedrijven die niet onder de emissiehandel vielen en die een lager energieverbruik hadden, traden toe tot het auditconvenant. De bedrijven die een convenant ondertekenden engageerden zich om energiebesparende maatregelen met een redelijk rendement uit te voeren. De benchmark- en auditconvenanten lopen dit jaar af. Om gevolg te geven aan dit initiatief heeft de Vlaamse overheid energiebeleidsovereenkomsten of EBO’s opgericht. Bedrijven met een primair energieverbruik van meer dan 0.1 petajoule kunnen toetreden. Door toe te treden gaan ze opnieuw een engagement aan. Zo moet het bedrijf om de 4 jaar een energie-audit of doorlichting laten uitvoeren. Op basis daarvan wordt een energieplan opgesteld met maatregelen die het bedrijf moet nemen. Indien het bedrijf onder het systeem van verhandelbare emissierechten valt, moet het alle investeringen doorvoeren die een opbrengst of internal rate of return (IRR) hebben van 14 %. Alle andere bedrijven moeten investeringen uitvoeren met een IRR van 12,5 %. Daarnaast moet het bedrijf een studie maken naar het gebruik van warmtekrachtkoppeling of warmterecuperatie.
Wat krijgt het bedrijf hiervoor in ruil ?
Daarnaast kunnen energie-intensieve bedrijven vrijstellingen krijgen voor bepaalde accijnzen. De overeenkomst kan altijd worden opgezegd door het bedrijf en bedrijven kunnen economische pardonnabiliteit inroepen wanneer hun concurrentiepositie of ondernemingsrendement in gedrang komt. Ze kunnen met andere woorden uitstel krijgen voor de uitvoering van de investeringen als het economisch minder goed gaat met de onderneming.
En de werknemers ? De bedrijven die toetreden, engageren zich om werknemers te sensibiliseren rond efficiënt energieverbruik. Daarnaast moet het CPBW verplicht op de hoogte worden gebracht van de uitvoering van het energieplan door een jaarlijkse toelichting. Het bedrijf kan er echter ook voor kiezen om een ISO 50001certificering (een energiemanagementsysteem) te behalen. De energiekost van bedrijven die onder de energiebeleidsovereenkomsten vallen, is dikwijls gigantisch. De ACLVB is dan ook van mening dat er moet gesnoeid worden in die energiekosten en niet in jobs. De extra investeringen die de energiebeleidsovereenkomsten uitlokken, kunnen ervoor zorgen dat er extra tewerkstelling wordt gecreëerd en dat de activiteiten van het bedrijf in Vlaanderen blijven.
Vragen ? Voor vragen in verband met energiebeleidsovereenkomsten kan je contact opnemen met Suzanne Kwanten via e-mail naar
[email protected] of per telefoon op het nummer 02-558.53.00.
De Vlaamse overheid zal geen bijkomende maatregelen opleggen naar emissie- en CO2-reductie, tenzij er vanuit Europa wetgeving wordt opgelegd.
Suzanne KWANTEN
EEN NIEUWE LOOK VOOR DE CONSULENTEN De consulentengroepen van ACLVB zijn al enkele jaren aan de slag. De Bijblijfconsulenten en de Diversiteitsconsulenten vieren dit jaar hun tiende verjaardag. De Loopbaanbegeleiders zijn al sinds 2006 aan de slag. We vonden het tijd voor andere “kleren”. We riepen de hulp in van studenten van de Arteveldehogeschool en zij ontwierpen voor ons nieuwe frisse logo’s en een aangename huisstijl. Tandwiel Een tandwiel kreeg de functie van basisfiguur voor de 3 logo’s omdat het een symbool is voor “werken” en ook “samenwerken”. Het tandwiel roept ook herinneringen op aan oude logo’s van ACLVB en toont zo onze verbondenheid met de geschiedenis en waarden van de Liberale Vakbond. In het logo van de Bijblijfconsulenten krijgt de bol in het midden de betekenis van de werkende of werkzoekende die een goede kijk nodig heeft om een gepaste job te vinden (of te houden). Hij heeft kennis nodig van alle zaken rondom hem die allemaal met elkaar verbonden zijn : zoals kennis over de arbeidsmarkt, over
opleidingen, over zichzelf, over mogelijke begeleidingen, over sollicitatietechnieken, … Ook in het logo van Perspectief, ons centrum voor loopbaanbegeleiding, staat de klant centraal. Hij krijgt een kijk aangeboden op de mogelijke richtingen die hij kan inslaan op professioneel vlak. Het logo nodigt uit tot verschillende interpretaties, en net zoals tijdens een loopbaanbegeleiding mag je je eigen visie vormen : je mag er evengoed een windroos in zien (geeft richting aan) of een oog (kijkt naar zichzelf en nieuwe mogelijkheden) of een zonsopgang (een nieuwe dag met nieuwe perspectieven), … De Diversiteitsconsulenten kregen een tandwiel waarvan de tanden een verschillende vorm hebben. Dat slaat uiteraard op diversiteit, maar niet alleen op de verschillende groepen werknemers die samen aan eenzelfde doel werken. Het verwijst ook naar de diverse werkvormen die we samen kunnen inzetten om ons doel te bereiken (competentiebeleid, levensfase bewust personeelsbeleid, werkbaar werk, …) VH
V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
30 w e r k l o o s h e i d TIJDELIJKE WERKLOOSHEID WEGENS SLECHT WEER
AC
LV
B
SLECHT WEER MAAR ZONNIG ONTHAAL ! De winter staat weer voor de deur. Dat betekent voor bepaalde sectoren een hoger risico op tijdelijke werkloosheid omwille van het slechte weer. In onderstaande tekst geven we wat meer uitleg over de voorwaarden, formaliteiten en de gevolgen van tijdelijke werkloosheid. Wat is tijdelijke werkloosheid ?
Heb je recht op uitkeringen ?
Als tijdelijk werkloze ben je nog steeds verbonden door een arbeidsovereenkomst met je werkgever. Omwille van slecht weer, technische stoornis, economische redenen, staking, overmacht, collectieve sluiting van de onderneming,… kan je echter tijdelijk geen prestaties verrichten.
Om tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer recht te hebben op werkloosheidsuitkeringen moeten er uiteraard een aantal formaliteiten vervuld worden. - Je werkgever moet een mededeling doen van het slechte weer aan de RVA.
Wat is slecht weer ? Bij de term “slecht weer” denken we vooral aan regen, sneeuw, vorst,… Maar de RVA vult het begrip “slecht weer” ruimer in. Het gaat om “ongunstige weersomstandigheden die de uitvoering van het werk onmogelijk maken”. Het gaat dus niet enkel over de barre kou, maar ook een zomerse hittegolf kan in dit kader als slecht weer beschouwd worden.
Voorbeelden 3 door vorst is het onmogelijk bepaalde metselwerken uit te voeren 3 door aanhoudende regen is het voor een firma die wegmarkeringen doet, onmogelijk de markeringen aan te brengen op het natte wegdek V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
- Je werkgever moet je tijdig verwittigen dat het werk niet uitgevoerd zal kunnen worden wegens slecht weer. Doet hij dit niet, en bied je je aan op het werk, dan heb je recht op loon voor die dag. Hij moet je opnieuw verwittigen indien het werk kan hervat worden. - Je werkgever moet je een aantal formulieren afleveren zodat je indien nodig een uitkeringsaanvraag kan indienen en je ACLVBsecretariaat je uitkeringen kan betalen.
Opmerking : deze regeling is enkel van toepassing voor arbeiders.
Wat moet je doen bij aanvang van de tijdelijke werkloosheid ? Je moet een uitkeringsaanvraag indienen via je ACLVB-secretariaat :
werkloosheid
3 als je de eerste keer tijdelijk werkloos wordt; 3 als je de voorbije 3 jaar niet tijdelijk werkloos bent geweest; 3 als je van werkgever bent veranderd; 3 of als je arbeidsduur is gewijzigd. Je werkgever levert je een formulier C3.2-WERKGEVER af. Je dient het samen met een formulier C3.2-WERKNEMER in bij je ACLVB-secretariaat. Als je werkgever kiest voor een elektronische aangifte, moet je enkel het ingevulde formulier C3.2-WERKNEMER indienen.
Controlekaart De werkgever overhandigt je een controleformulier C3.2A bij de aanvang van de periode van tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer. Dit formulier is voorzien van een uniek nummer, je moet er dus voor zorgen dat je het niet verliest. Je moet het formulier steeds in je bezit hebben en kunnen voorleggen aan een sociaal controleur van de RVA wanneer die hierom vraagt. Je moet alle arbeidsprestaties die je gedurende de periode van tijdelijke werkloosheid verricht voor jezelf of voor een derde aanduiden op het formulier. Op het einde van de maand overhandig je het controleformulier C3.2A aan je ACLVB-secretariaat, samen met het formulier C3.2-WERKGEVER * (dat geldt als bewijs van de uren tijdelijke werkloosheid). Op basis van die documenten kunnen je werkloosheidsuitkeringen betaald worden. * Doet je werkgever de aangifte elektronisch, dan moet je enkel je controlekaart indienen.
Opgelet ! In de bouwsector gelden andere regels : - je ontvangt je controlekaart (C3.2A-BOUW) van je werkgever voor het begin van elke maand; - je moet deze kaart de hele maand bij je houden en invullen, zelfs indien je nog niet tijdelijk werkloos was in die maand.
GEZINSCATEGORIE Samenwonende Alleenstaande Gezinshoofd
% 70 70 70
31 MIN./DAG € 27,49 € 36,66 € 43,65
MAX./DAG € 66,41 € 66,41 € 66,41
Op alle uitkeringen tijdelijke werkloosheid wordt 26,75 % bedrijfsvoorheffing ingehouden.
Heb je recht op een aanvulling bij je werkloosheidsuitkering ? Bovenop je werkloosheidsuitkering heb je recht op een supplement van 2 euro voor elke dag waarop je tijdelijk werkloos bent : 3 wegens economische redenen ; 3 wegens slecht weer ; 3 of wegens technische stoornis. Dit bedrag moet in principe betaald worden door de werkgever, maar het supplement kan in bepaalde sectoren ook betaald worden door het Fonds voor Bestaanszekerheid. Tal van sectoren voorzien al een bijpassing, die vaak meer dan 2 euro bedraagt. Bijvoorbeeld in de bouwsector Heb je in 2012 in de bouwsector gewerkt, dan heb je onder bepaalde voorwaarden recht op een legitimatiekaart voor bouwjaar 2013-2014. Deze kaart wordt je bezorgd door het FBZ Constructiv. Op basis van deze kaart krijg je een bijkomende werkloosheidsvergoeding gedurende 60 dagen (in de 6-dagen week) wanneer je volledig of tijdelijk werkloos bent. Het bedrag van deze vergoeding wordt bepaald aan de hand van je loon en bedraagt tussen 6,34 euro en 10,85 euro per dag.
Heb je onmiddellijk recht op werkloosheidsuitkeringen ?
Heb je geen recht op een legitimatiekaart, dan krijg je gedurende 60 dagen tijdelijke werkloosheid 2 euro ten laste van het FBZ (uitbetaald door ACLVB).
Voor werknemers die tijdelijk werkloos worden gesteld, geldt een vrijstelling van wachttijd. Dit betekent dat je onmiddellijk uitkeringen kan genieten zonder dat je eerst een aantal arbeidsdagen moet kunnen bewijzen.
In beide gevallen zal de werkgever de aanvulling van 2 euro moeten betalen vanaf de 61ste dag tijdelijke werkloosheid.
Hoeveel bedraagt je uitkering ? In geval van tijdelijke werkloosheid ontvang je 70 % van je begrensd gemiddeld loon (begrensd tot 2.466,59 euro per maand) en dit ongeacht je gezinstoestand.
Opgelet : Word je tijdelijk werkloos gesteld wegens vorst, dan heb je ook recht op de bijkomende vergoeding. Deze dagen worden niet in mindering gebracht van het krediet van 60 dagen. Kim DE SCHAMPHELEIRE
Werkloosheid
VOLG DE STAND VAN JE DOSSIER EN JE UITBETALINGEN OP DE WEBSITE VAN ACLVB Ben je werkloos ? Dan herinneren we je eraan dat het mogelijk is om via de ACLVB-website de stand van zaken van je werkloosheidsdossier of informatie over de uitbetaling van je werkloosheidsuitkeringen te raadplegen. Wat heb je nodig ?
Hoe ga je tewerk ?
- een pc met toegang tot het internet - een kaartlezer - je elektronische identiteitskaart en de pincode van je kaart
Je surft naar de ACLVB-website (www.aclvb.be) en je klikt “mijn werkloosheidsdossier” aan. Je komt dan terecht op het scherm “Aanmelden in de module mijn werkloosheidsdossier”. Je volgt de aangegeven stappen en komt automatisch in je persoonlijk dossier terecht.
V R I J U I T / N O V E M B E R
2 0 1 3
32 e d i t o r i a a l
ANDERMAAL DE LOONKOST
D
De werkgeversorganisaties kunnen het maar niet laten om bij de start van iedere onderhandeling, of het nu tussen sociale partners is of met de politieke besluitvormers, te zwaaien met de loonkost. Ze klagen dat de loonkost in België te hoog is ten opzichte van de ons omringende landen, die zowel onze partners als onze concurrenten zijn. Het VBO beweert dat de loonkostenhandicap 16,5 % bedraagt, volgens een berekening waarvan de methodologie enigszins aan ons voorbijgaat. Een werkgever op twee “vreest” te zullen moeten afdanken als de federale regering en de gemeenschaps- en gewestregeringen er niet in slagen het eens te geraken inzake het beleid voor de daling van de loonkost. Ruwweg komt het erop neer dat, als de politiek verantwoordelijken niet de loonhandicap van België ten opzichte van de belangrijkste concurrenten terugdringen, de bedrijven bestellingen zullen mislopen en de tewerkstelling daaronder zal lijden.
Onze verantwoordelijkheid beperkt zich niet tot de arbeidsrelaties. We zijn ook burgers. Een vermindering van de btw op de energieprijzen zou ongetwijfeld een katalyserend effect hebben op de economie, maar we mogen ze - als organisatie die de duurzame ontwikkeling verdedigt - in elk geval niet blijven verdedigen zoals ze is. De vrijwaring van het leefmilieu voor de generaties na ons is niet onverenigbaar met onze syndicale missie. We zien er de kans in om tijdig groene banen te ontwikkelen in alle beroepen die betrokken zijn in de transitie naar een duurzame economie. Heel wat kmo’s en zko’s (zeer kleine ondernemingen) zijn actief in die sectoren die zorgen voor werkgelegenheid in België en ontwikkelen een know how die valoriseerbaar is in het buitenland.
Ik weet niet wat de toekomst voor ons in petto heeft, dat weet niemand. Daarentegen ben ik ervan overtuigd dat de gezondheid van de economie ook afhangt van de mate waarin ondernemers en werknemers vertrouwen hebben in de toekomst. We moeten innoverende producten en diensten creëren. We hebben troeven om daarin te slagen. Jammer genoeg worden de bedrijven te vaak geleid door managers die verblind zijn door pecuniaire verplichtingen op korte termijn. Waar zijn de ondernemers gebleven ? Waar zijn die mannen en vrouwen gebleven die de producten en diensten van het bedrijf kenden en die de werknemers begrepen en hen respecteerden ?
Jan VERCAMST, Nationaal Voorzitter
Vr ijuit
Maandblad van de Liberale Vakbond
ACLVB Koning Albertlaan 95 9000 GENT Tel. : 09-222.57.51 E-mail :
[email protected] http://www.aclvb.be
V R I J U I T / N O V E M B E R
Verantwoordelijke Uitgever Jan VERCAMST Koning Albertlaan 95 9000 GENT Coördinatie Sabine SLEGERS
2 0 1 3
Redactie Annick COLPAERT Didier SEGHIN Hugo VAN LANCKER Dimitri VERSTRAETEN E-mail :
[email protected]
Verschijnt niet in augustus. Prepress & druk Creative Plus Production & Corelio Printing
De polyethyleen wikkel van dit magazine is biologisch afbreekbaar en 100 % recycleerbaar.
In een iets grondigere berekening komt de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven tot de conclusie dat, als men alle loonhulp waarvan de bedrijven genieten mee in rekening neemt, de loonhandicap slechts 0,55 % bedraagt. Weinig en te veel. In ieder geval moet ons dat sterken in het idee dat de fiscaliteit die op arbeid weegt, moet herbekeken worden. En dus de fiscaliteit in het algemeen, eerst en vooral door terug te gaan naar een van de belangrijkste functies van belastingen : de geproduceerde rijkdom herverdelen. Bij wijze van slecht voorbeeld zou een daling van de btw, een taks op het verbruik, eerder de rijken ten goede komen dan de armen. Bij de ACLVB pleiten we niet gewoon voor een vermindering van de belasting op de inkomsten, we vragen een efficiënter systeem dat ertoe leidt dat iedereen een rechtvaardige belasting betaalt op een rechtvaardige basis. Een eenvoudiger systeem ook, dat niet toelaat dat bepaalde bevoorrechten fiscale achterpoortjes kunnen gebruiken om belastingen te ontduiken. De daling van de lasten die wegen op arbeid mag ons sociaal model niet in het gedrang brengen.