Leerplaatsprofiel verpleegafdeling Neurologie
Beschrijving van de verpleegafdeling Afdeling Neurologie is een specialistische verpleegafdeling. De afdeling maakt deel uit van zorgeenheid neurologie van het TweeSteden ziekenhuis. De afdeling is te vinden op de 1e etage bij ingang west in de vestiging Tilburg (afdeling H). Het telefoonnummer van de afdeling is 013-4655367. Op verpleegafdeling Neurologie zijn 26 bedden voor patiënten met neurologische aandoeningen en 1 bed voor patiënten met oogaandoeningen. In de praktijk worden weinig patiënten opgenomen voor de oogartsen en worden deze bedden bezet door patiënten met een neurologische aandoening. De grootste groep patiënten die op de afdeling wordt opgenomen zijn mensen met een CVA, een Cerebro Vasculair Accident zoals een hersenbloeding of een herseninfarct. Zij worden altijd acuut opgenomen. Patiënten die in de regel eveneens acuut worden opgenomen zijn patiënten die hersenletsel hebben ten gevolge van een trauma, patiënten die een insult hebben doorgemaakt en patiënten met neurologische uitval door bijvoorbeeld een hersentumor. Geplande opnamen komen ook voor, vanuit de thuissituatie worden patiënten opgenomen die allerlei klachten hebben zoals hoofdpijn, verwardheid en loopstoornissen die verder onderzocht moeten worden. Patiënten met een chronische neurologische aandoening zoals multiple sclerose en parkinson komen voor bijvoorbeeld bij het toedienen en/of instellen van de juiste medicatie. De tijd dat patiënten op de afdeling blijven is wisselend, dit kan variëren van enkele dagen tot weken. Niet alle patiënten met een CVA die de afdeling verlaten genezen geheel, de meeste hebben restverschijnselen. Soms in die mate dat (tijdelijk) opname in een HHU (hersenherstelunit) of revalidatiecentrum nodig is. Regelmatig komt het voor dat patiënten op de afdeling overlijden. Het verlenen van terminale zorg en begeleiding van familie neemt een belangrijke plaats in. Stroke care unit In juni 2001 is de stroke care unit geopend op verpleegafdeling Neurologie. De stroke care unit bestaat uit 4 bedden met monitoren en voornamelijk bedden op team 1. De zorg op de stroke care unit heeft als specifiek doel de te ontstane handicaps na een CVA zo minimaal mogelijk te laten zijn. Dit gebeurt door maximale observatie, bewaking, verpleging en behandeling van de patiënt. Op de stroke care unit worden controles van de vitale en neurologische functies volgens protocol uitgevoerd. Met behulp van de monitor wordt de eerste dagen bijvoorbeeld de bloeddruk, de polsfrequentie, de zuurstofsaturatie en het hartritme gemeten. Andere functies die door de verpleging gecontroleerd worden zijn onder andere de temperatuur, het bloedsuikergehalte en het bewustzijnsniveau. Naast deze intensieve controle en behandeling binnen de eerste 48 uur wordt direct gestart met de multidisciplinaire behandeling. Verpleegkundige visie op de afdeling In de beleidsvisie van het ziekenhuis worden de termen zorgzaam en professioneel gebruikt. De verpleegkundigen op verpleegafdeling Neurologie zijn zorgzaam en professioneel. Zorgzaam door niet alleen de aandoening en de daarbij behorende beperkingen en of handicaps centraal te stellen maar de gehele unieke mens. Bij de gehele mens hoort ook zijn omgeving. De betrokkenheid en participatie van de naaste omgeving van de patiënt in de behandeling is van groot belang.
Professioneel door de deskundigheid optimaal te gebruiken en deze aan te bieden aan de patiënt. De zorgvraag van de patiënt met een neurologische aandoening zal niet altijd overeenkomen met de zorgbehoefte. Nauwkeurig moet bekeken worden waar de zorgbehoefte ligt. Van daaruit moet zorg geleverd worden die altijd gebaseerd is op professionele normen.
Werkorganisatie Personele organisatie Verpleegafdeling Neurologie is organisatorisch gesitueerd onder zorggroep 2. Deze zorggroep omvat alle ‘interne’ afdelingen en poliklinieken die daarmee samenhangen. Deze zorggoep wordt geleid door zorgsectormanager. Hij geeft leiding aan de organisatorisch manager en is verantwoording schuldig aan de raad van Bestuur van het ziekenhuis. Op de verpleegafdeling is Eef Rosmulder organisatorisch manager. De totale coördinatie, organisatie en leiding is in zijn handen. Hij is eindverantwoordelijk voor de zorg en verantwoording schuldig aan de zorgsectormanager. Hij geeft leiding aan de teamleiders en vormt samen met hen de leiding van de afdeling. Verpleegkundigen, voedingsassistentes, afdelingsassistentes, afdelingssecretaresses, stagiaires en leerlingen vallen onder de directe verantwoordelijkheid van de organisatorisch manager. De afdeling is qua ruimte en personeel gespitst in twee teams om de zorg zo goed mogelijk te coördineren. Iedere team heeft een teamleider die verantwoordelijk is voor de coördinatie van de patiëntenzorg in het team en geeft leiding aan de teamleden. Organisatie van zorg: verpleegvorm Het hele team is verantwoordelijk voor de verleende verpleegkundige zorg. De verpleegvorm die wordt gehanteerd is die van kamertoewijzing. De teamleider wijst verpleegkundigen patiënten toe. De verpleegkundige is verantwoordelijk voor de coördinatie en uitvoering van de totale zorg van de aan haar toegewezen patiënten. Voor het praktische zijn een aantal werkzaamheden taakgericht, zoals het delen van medicatie. De toewijzing van patiënten aan stagiaires gebeurt in samenspraak met de werkbegeleider en teamleider. De toewijzing hangt af van de zelfstandigheid en taakvolwassenheid van de stagiaire. Er wordt verwacht dat de stagiaire zelf in kan schatten wanneer er hulp gevraagd moet worden en/of zorg moet worden overdragen. De eindverantwoordelijkheid voor de patiënten die aan de stagiaire zijn toegewezen blijft bij de verantwoordelijke verpleegkundige. Coördinatie en continuïteit van de verpleegkundige zorg Belangrijk is om de zorg goed te coördineren en te continueren. Hulpmiddelen hierbij zijn het verpleegkundig dossier en de verpleegkundige overdracht. Het verpleegkundig dossier hanteert de ordening volgens de 11 gezondheidspatronen van Marjorie Gordon. Het dossier kent officieel een probleemgestuurde zienswijze waarbij verpleegproblemen worden bekeken en geformuleerd volgens de PES-structuur. Verpleegproblemen worden vertaald in een actieplan voor de individuele patiënt. Belangrijk is een uitgebreide anamnese die specifiek gericht is op het lichamelijke en geestelijk functioneren vóór opname zodat bekeken kan worden wat wel of geen gevolg is van het CVA. Van essentieel belang is het in kaart brengen van de mantelzorg en de woonsituatie van de patiënt. Dit om mogelijkheden voor ontslag in beeld te brengen. Voor een multidisciplinaire behandeling is een volledige en correcte rapportage een vereiste om zo de ingezette zorg te kunnen evalueren en eventueel bij te stellen. Multidisciplinaire behandeling Patiënten worden praktisch altijd door een multidisciplinair team behandeld. Zo’n multidisciplinair team bestaat naast de verpleegkundige uit de volgende medewerkers :
Neuroloog De neuroloog is de hoofdbehandelaar en daarmee eindverantwoordelijk voor de behandeling, arts assistenten regelen de dagelijkse gang van zaken op medisch gebied.
Revalidatiearts Vanuit zijn deskundigheid volgt de revalidatiearts het verloop van het ziekte- en genezingsproces, geeft adviezen en neemt in samenspraak met de andere disciplines een beslissing over het te volgen traject van de individuele patient na ziekenhuisopname.
Fysiotherapeut De fysiotherapeut handhaaft en verbetert de mobiliteit (zitten, staan, lopen), richt zich op spierverbetering, houdingscorrectie ed.
Ergotherapeut De ergotherapeut bekijkt en traint de patiënt in het zelfstandig kunnen uitvoeren van activiteiten van het dagelijkse leven (adl) zoals wassen, aankleden ed. Hij oefent met de patiënt de ar/handfunctie en is gericht op verbetering van cognitieve functies. Verder zorgt hij voor het instellen van een rolstoel voor de individuele patiënt en adviseert hij over eventueel aanpassingen in de thuissituatie.
Logopedist De logopedist verleent hulp bij problemen op het gebied van slikken, adem, stem, spraak, begrip en taal.
Maatschappelijk werker De maatschappelijk werker wordt ingeschakeld wanneer een patiënt en/of zijn naasten ondersteuning behoeft bij het omgaan met spanningen, angsten of financiële problemen die kunnen ontstaan na het krijgen van een CVA of andere neurologische aandoeningen.
Geestelijk verzorger De geestelijk verzorger is een luisterend oor voor verliesverwerking bij ziekte en begeleidt patiënten en naasten bij een eventueel overlijden. De geestelijk verzorger dient de laatste sacramententen toe. Doel van de zorg Het doel van zorg op verpleegafdeling Neurologie is ernaar te streven de zelfzorg en zelfstandigheid van de patiënt met zijn beperkingen en handicaps te optimaliseren en te streven naar een zo optimaal mogelijk welbevinden. Uitgangspunt hierbij is dat de zorg wordt afgestemd op de wensen, behoeften en mogelijkheden van de individuele unieke patiënt. Dienstroosterplanning De teamleider is verantwoordelijk voor de roosterplanning. Afspraken over en planning van het rooster moeten gemaakt worden tijdens het kennismakingsgesprek of de inwerkperiode. De vakantieaanvragen voor de zomer moeten voor 15 december van het vorig jaar ingediend worden. De vakantieaanvragen voor het voorjaar moeten voor 15 september ingediend worden. En de vakantieaanvragen voor het najaar moeten voor 15 juni ingediend worden. Ziek en beter melden gaat via de ziekenhuisprocedure. Dus ziek en beter melden bij leidinggevende van de afdeling. Stagiaires dienen zich ook ziek en beter te melden bij het Leerhuis. Het contact bij ziekte loopt via de teamleider.
Leren en begeleiden op de afdeling Leren op de afdeling Leren staat in het teken van kennis en vaardigheid vergaren, het zich eigen maken en overdragen, om te komen tot een verantwoorde en een zo zelfstandig mogelijke wijze van verplegen op de afdeling. Concreet betekent dit voor de afdeling: • bij het leren op de afdeling staat het belang van de patiënt centraal; • de hoe- en waaromvraag van handelen achterhalen en hiervan gebruik maken in het dagelijks leren en werken op de afdeling; • initiatief tonen en nemen met betrekking tot het leren op de afdeling; • onder directe en indirecte begeleiding oefenen van vaardigheden, zowel sociale-, communicatieve- als verpleegtechnische vaardigheden, met als doel deze eigen te maken; • leren door voorbeeldgedrag; • geven en ontvangen van feedback en hier iets mee doen; • rekening houden met de eigen leerstijl van de stagiair en die van de werkbegeleider; • rekening houden met de (on)mogelijkheden van de stagiair, werkbegeleider en de afdelingssituatie.
In zijn algemeenheid stelt de afdeling dat een handeling/ werkprocessen aangeleerd mag worden als: • handeling/ werkproces past in een logische opbouw van het leren; van basiszorg naar specifieke zorg en van laagcomplex naar hoogcomplex; • handeling/ werkproces theoretisch onderbouwt kan worden; • handeling/ werkproces beargumenteert kan worden vanuit de context van het patiëntproces; • er een opbouw te zien is: van vertellen, meekijken, onder begeleiding doen naar zelf doen Patiëntgebonden risicovolle handelingen mag zelfstandig uitgevoerd indien de stagiaire: • de BIG- regeling van het ziekenhuis kent en hanteert; • de afspraken van ‘dubbele toetsing’ en van ‘tussenkomst en toezicht’ kent en hanteert, en • drie keer door een bekwame, bevoegde verpleegkundige de handeling heeft laten toetsen. Begeleiding op de afdeling Verpleegafdeling Neurologie ziet de begeleiding van stagiaires als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle verpleegkundigen. Iedere verpleegkundige geeft instructie, uitleg en feedback, zowel mondeling als schriftelijk. De werkbegeleider bewaakt het totale leerproces en is de persoon op wie de stagiaire altijd terug kan vallen. De werkbegeleider bekijkt samen met de stagiaire de doelen waaraan hij gaat werken, hoe de stagiaire dit kan doen en welke begeleiding de stagiaire hierbij nodig heeft. Samen met de werkbegeleider maakt de stagiaire afspraken die worden vastlegt. De werkbegeleider is aanwezig bij de vaste gesprekken en toetst het functioneren van de stagiaire. Hiervoor zal zij zich informeren bij het team. Je werkbegeleider vormt je eerste aanspreekpunt. Weet dat je ook altijd aan kunt kloppen bij de teamleider. Zij zorgen op hun beurt voor ondersteuning van de werkbegeleider. De teamleider is specifiek verantwoordelijk voor de kamertoewijzing aan verpleegkundigen en stagiaires. De stagiaire geeft aan de teamleider door indien hij graag op een specifieke kamer ingepland wordt en/of bepaalde zaken wil bijwonen en/of doen. De organisatorisch manager is verantwoordelijk voor het scheppen van voorwaarden voor een zo optimaal mogelijke opleidingsklimaat. Verwachtingen van de stagiaire Uitgaande van het voorafgaande verwacht de afdeling dat de stagiaire een beeldschets van zichzelf ter inzage aanbiedt waarin duidelijk beschreven staat wat de stagiaire op de afdeling wilt leren en wat daarbij verwacht wordt van de werkbegeleider. Dit is terug te vinden in het leerplan van de stagiaire. De verantwoording om datgene wat is besproken tot uitvoer te brengen ligt bij de stagiaire. Eveneens is de stagiaire verantwoordelijk voor het zelf voorbereiden van begeleidings- en evaluatiegesprekken en het aanbieden van beoordelingsformulieren. Zoals eerder beschreven begeleidt het hele team stagiaires. In dat opzicht is het belangrijk dat het voor alle betrokkenen inzichtelijk hoe de stagiaire werkt aan zijn leerproces. Het portfolio met hierin de beeldschets en het leerplan behoort altijd op de afdeling te zijn. Uit praktisch oogpunt is het belangrijk adres en telefoonnummer op de afdeling bekend is. Tevens is het van belang dat de stagiaire feedback vraagt aan collegae. Het is verstandig iedere dienst af te sluiten met een korte evaluatie over het werken en leren met de collega met wie is samengewerkt. De stagiaire noteert de punten uit deze evaluatiemomenten en/of vraag de collega dit te ondertekenen en/of aan te vullen. Handig hulpmiddel hierbij zijn de reflectieverslagen. Verwacht wordt dat de stagiaire twee reflecties in de week schrijft. Deze reflecties behoren ook in het portfolio te vinden te zijn. Verwachtingen die de stagiaire van de afdeling mag hebben Van de begeleiding op verpleegafdeling Neurologie mag de stagiaire verwachten dat hij benadert wordt als een unieke persoonlijkheid en dat de stagiaire de vrijheid krijgt om op een zo ‘eigen’ mogelijke manier te leren op de afdeling. De afdeling geeft tijd en ruimte om leermomenten zo optimaal mogelijk te benutten. De stagiaire mag verwachten dat hij begeleidt wordt bij het maken en uitvoeren van het leerplan. Feedback moet eerlijk en oprecht zijn en er moet een handreiking worden gegeven om aandachtspunten te kunnen verbeteren. Verder kan de stagiaire verwachten dat collegae altijd open staan voor vragen en problemen en dat collegae eveneens reflecteren.
Beoordeling en toetsing Hierbij zijn een aantal punten belangrijk: • De werkbegeleider toetst het functioneren aan de inhoud van het leerplan, aan de verwachtingen die aan het begin van de stage zijn uitgesproken en aan de verwachtingen die verpleegkundigen hebben zoals omschreven in dit leerplaatsprofiel. • Onderwerpen van toetsing zijn vakkennis, verantwoordelijkheid, zelfstandigheid, initiatief, kundig- en vaardigheid ten aanzien van communicatieve-, sociale en verpleegtechnische vaardigheden, samenwerking, reflecteren en attitude. • Alle formele (tussen- en eindevaluatie) en informele evaluaties (begeleidingsgesprekken) tijdens de stage zijn toetsmomenten. • De stagiaire krijgt dagelijks feedback tijdens het werk. Dit krijgt de stagiaire gevraagd en ongevraagd. Van de stagiaire wordt verwacht dat hij zelf feedback vraagt aan verschillende collegae en dit bespreekt met de werkbegeleider. • De werkbegeleider vormt haar oordeel over het functioneren van de stagiaire in overleg met collegae. • Tijdens de eindevaluatie krijgt de stagiaire geen nieuwe opmerkingen te horen. Hopelijk is dit alles samen een handreiking om een stage vorm te geven!