patiënteninformatie
verpleegafdeling Longgeneeskunde
aanvullende informatie voor COPD-patiënten Opname via de Spoedeisende Hulp Vanwege uw klachten heeft u zich gemeld bij de afdeling Spoedeisende Hulp. De arts-assistent onderzoekt u, informeert naar de aard van uw klachten en vraagt welke medicijnen u thuis gebruikt. Daarna zijn er verschillende onderzoeken via het afnemen van bloed, het maken röntgenfoto en een hartfilmpje. U vertelt de arts welke medicijnen u thuis gebruikt, hierin kunnen tijdens de opname veranderingen plaatsvinden. Als de arts besluit om u op te nemen, brengt een verpleegkundige u naar de afdeling Longgeneeskunde. Opname via de polikliniek Uw behandelend longarts besluit om u op te nemen na het lichamelijk onderzoek en naar aanleiding van uw klachten. Uw longarts informeert de zaalarts van de afdeling Longgeneeskunde. Op de afdeling wordt u verder onderzocht door de zaalarts. Op de verpleegafdeling van afdeling Longgeneeskunde B4 Algemene informatie over de verpleegafdeling leest u in de folder ‘informatie over opname op de verpleegafdeling van afdeling Longgeneeskunde’.
Ochtendprogramma • Rond 8:00 uur meten wij uw bloeddruk, temperatuur en pols. • U krijgt uw medicijnen van de verpleegkundige en deze informeert u over het gebruik ervan. • De verpleegkundige bespreekt met u hoe de persoonlijke verzorging wordt gedaan. Dit hangt onder ander af van uw benauwdheidklachten. • De verpleegkundige vraagt naar uw benauwdheid, en of u een verschil voelt bij rust of bij inspanning. • Hoest u slijm op? Dan krijgt u dagelijks een schoon opvangpotje. De verpleegkundige beoordeelt elke ochtend de kleur en hoeveelheid van het slijm. Medicijnen • Afhankelijk van de opdracht van de arts aan de verpleegkundige krijgt u na de opname meteen medicijnen zoals vernevelingen, inhalaties, antibiotica, prednison of zuurstof. De verpleegkundige informeert u hierover. • Het medicijn prednison kan uw bloedsuikers ontregelen. - Heeft u diabetes (suikerziekte)? Over een paar dagen controleren wij 4x per dag uw bloedsuiker via een vingerprik (een lange bloedsuiker curve). - Heeft u geen diabetes? Op dag 2 controleren wij 3x per dag uw bloedsuiker via een vingerprik (een korte bloedsuiker curve) 2
Visite arts • Elke ochtend komt de zaalarts bij u aan het bed om te vragen hoe het met u gaat. Hij bespreekt met u ook de behandeling. U kunt dan natuurlijk ook uw vragen stellen. • Iedere dinsdagochtend komt een longarts bij u aan bed. Uw eigen longarts spreekt u weer tijdens het controlebezoek op de polikliniek.
Dag 1 U heeft een kort opnamegesprek met de verpleegkundige. Wij vragen naar de naam van uw contactpersoon, mogelijke allergie, thuismedicijnen en eventueel andere gezondheidsproblemen. De verpleegkundige controleert uw bloeddruk, temperatuur, hartslag en uw zuurstofgehalte. U wordt gewogen en gevraagd naar veranderingen in uw gewicht. Bent u te benauwd of voelt u zich te ziek? Dan doen we het gesprek de volgende dag. Op dit moment start het COPD zorgpad. De verpleegkundige bespreekt dit met u. Vraaggesprek (anamnese) De verpleegkundige vraagt u of eventueel uw familie naar uw klachten. Het doel van dit uitgebreide gesprek is om meer te weten te komen over de aard van uw klachten de en mogelijke problemen die uw COPD veroorzaakt. Wij vertellen u hoe lang wij denken dat u in het ziekenhuis moet blijven. Samen bespreken we waarmee we u het beste kunnen helpen, bijvoorbeeld met het regelen van thuiszorg, informatie over inhaleren of COPD, of hoe thuis om te gaan met plotselinge toename van benauwdheid. U kunt dan natuurlijk ook uw vragen stellen.
Rookt u? Bespreek met de verpleegkundige eventuele problemen die u ervaart door het rookverbod in dit ziekenhuis. De verpleegkundige adviseert u over het verminderen van ontwenningsverschijnselen, eventueel met behulp van medicijnen. Wilt u minderen of stoppen met roken na uw opname? Dan kunt u dit ook bespreken en vragen naar de mogelijkheden. Fysiotherapeut of diëtist Als het nodig is om uw conditie te verbeteren, bespreekt de fysiotherapeut met u de mogelijkheden met u (dag 1 of dag 2). Wij vragen u uw eigen kleding mee te (laten) brengen, zodat u zich overdag gewoon aan kunt kleden. U gaat ook in uw eigen kleding naar de oefenzaal van afdeling Fysiotherapie. Soms is het door benauwdheid moeilijk om goed te kunnen eten. De diëtist adviseert wat u het beste kunt eten om extra energie te krijgen. Onderzoek slijm Vandaag sturen wij uw slijm op voor onderzoek. Wij vragen u om slijm op te hoesten en dit op te vangen in een potje. Het laboratorium controleert uw slijm op een bacterie die mogelijk een ontsteking veroorzaakt. Soms is het nodig om uw bloed verder te onderzoeken of maken wij een röntgenfoto ter controle van uw longen. 3
Dag 2
Dag 3
Zorg na uw ontslag Soms heeft u na uw ontslag thuiszorg nodig, of u maakt zich zorgen over hoe het na het ontslag verder moet. Als dit zo is, dan komt de transferverpleegkundige bij u voordat u met ontslag gaat. Deze verpleegkundige regelt de zorg die na uw ontslag nodig is en bespreekt dit met u en uw familie. Heeft u of uw familie vragen? Dan kunt u deze aan de transferverpleegkundige stellen.
De verpleegkundige vraagt of alle informatie duidelijk is. Als u vragen heeft, laat dit dan weten. De verpleegkundige kan een afspraak voor u maken met de longverpleegkundige van het OLVG, of met een COPD-verpleegkundige bij u in de buurt.
Ontslagdatum Van de arts hoort u wanneer u weer naar huis mag.
4
Vandaag vraagt de verpleegkundige en/of arts onder andere aan u: • Wordt het gevoel van benauwdheid minder? • Kunt u weer dingen aanpakken zoals u thuis gewend bent? • Heeft u een aanval van benauwd gehad? • Ziet u ertegen op om weer naar huis te gaan? • Heeft u weer zin om te eten?
Dag 4 en 5 U heeft vandaag een ontslaggesprek met de verpleegkundige over de zorg die u de afgelopen dagen heeft ontvangen. De verpleegkundige bespreekt vandaag wat er is geregeld om uw ontslag naar huis zo goed mogelijk te laten verlopen, en wat er nog moet gebeuren. U kunt dan natuurlijk ook uw vragen stellen. Gesprek met de verpleegkundige De verpleegkundige bespreekt met u: • Wie komt u op de dag van ontslag ophalen? • Vertelt u zelf aan uw familie wanneer u naar huis komt? • Is er eventuele thuiszorg geregeld? • Is de zuurstof die u thuis moet gaan gebruiken geleverd en aanwezig? Gesprek met de arts De arts bespreekt met u de gegevens voor thuis zoals: • Brief voor uw huisarts • Recepten voor de apotheek • Overzicht van uw medicijnen • Controleafspraken • Eventueel een overdracht voor de thuiszorg • E-mailadres OLVG-longverpleegkundige.
Ook vertelt de arts dat u stopt met de vernevelingen en weer start met inhalaties (pufjes). Als het nodig is, vragen wij zuurstof aan voor thuis. De arts bespreekt dit met u. Het is mogelijk dat de arts andere inhalaties heeft voorgeschreven. Dit bespreekt de arts dan met u. De verpleegkundige geeft u instructies over het inhaleren.
Dag 6 Dit is de dag van uw ontslag; u mag tussen 10.00 en 11.00 uur naar huis. De verpleegkundige bespreekt de ontslagpapieren met u, en geeft deze mee naar huis. Heeft u klachten na uw opname? • Bij klachten binnen 2 dagen na uw ontslag: bel afdeling Longgeneeskunde B4 via (020) 599 24 03. Zij zijn 24 uur per dag bereikbaar. • Bij klachten na 2 dagen: neem dan contact op met uw huisarts of stel uw vraag per email aan
[email protected]
5
Ruimte voor aantekeningen
6
7
onze lieve vrouwe gasthuis postbus 95500 1090 hm amsterdam ' (020) 599 91 11 www.olvg.nl algemene voorwaarden, kijk op www.olvg.nl/algemene_voorwaarden klacht of opmerking, ga naar www.olvg.nl/klacht
Redactie en uitgave Marketing en Communicatie juni 2015/longgeneeskunde/301-1024/ 2013611