Ketenanalyse afvalverwijdering Besix bouwproject OVT Utrecht
Besix Nederland B.V. 30 aug 2011 Eindrapport 9W2876.02
Barbarossastraat 35 Postbus 151 6500 AD Nijmegen +31 (0)24 328 42 84 +31 (0)24 323 61 46
[email protected] www.royalhaskoning.com Arnhem 09122561
Documenttitel
Verkorte documenttitel
Ketenanalyse afvalverwijdering Besix bouwproject OVT Utrecht Afvalketenstudie Besix
Status
Eindrapport
Datum
30 aug 2011
Projectnaam
Besix niveau 4&5 SKAO, specifiek voor het projectgedeelte m.b.t. de afvalketen
Projectnummer
9W2876.02
Opdrachtgever
Besix Nederland B.V.
Referentie
Auteur(s) Collegiale toets Datum/paraaf Vrijgegeven door Datum/paraaf
9W2876.02/R0004/902985/Rott
T. Beffers, J. Vroonhof H. Thorborg 31 augustus 2011 J. Vroonhof 31 augustus 2011
Telefoon Fax E-mail Internet KvK
INHOUDSOPGAVE Blz. 1
INLEIDING 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
1 1 1 1 1 2
Achtergrond Motivatie keuze keten Doel Professionele ondersteuning Inhoud
2
OPZET VAN DE EMISSIE-INVENTARIS 2.1 Systeemgrens 2.2 Methodische aspecten 2.3 Referentieproject 2.4 Ketenpartners
3
KWANTIFICERING VAN DE SCOPE 3 EMISSIES 3.1 Transport van de bouwplaats naar Beelen te Houten 3.2 Verwerking bij Beelen te Houten 3.3 Hergebruik en vermeden emissies 3.4 Totale CO2-emissie van de afvalketen
6 6 8 9 11
4
BESPARINGSMOGELIJKHEDEN EN AANBEVELINGEN
12
Afvalketenstudie Besix Eindrapport
3 3 3 4 4
9W2876.02/R0004/902985/ - iii -
30 aug 2011
1
INLEIDING
1.1
Achtergrond
De CO2-Prestatieladder is in 2009 gestart door ProRail en in maart 2011 overgegaan naar de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO). Voor de certificering vanaf niveau 4 op de CO2-Prestatieladder zijn twee ketenanalyses noodzakelijk. Deze studie presenteert één van die twee studies van Besix Nederland BV. Besix Nederland BV (Besix) is al enige tijd gecertificeerd op niveau 3 van de CO2Prestatieladder. Voor de certificering op het hoogste niveau heeft zij door Royal Haskoning twee ketenstudies laten uitvoeren. De ene studie betrof de betonproductie, met als referentievoorbeeld het Lanayeproject de andere (dit rapport) betreft de verwijdering van het bouwafval van een bouwproject van Besix. In deze studie wordt uitgegaan van het project Openbaar Vervoer Terminal (OVT) in Utrecht.
1.2
Motivatie keuze keten
Eis 4.A.1 van het handboek1 luidt als volgt: “”Het bedrijf heeft aantoonbaar inzicht in de meest materiële emissies uit scope 3, en kan uit deze scope 3 emissies tenminste 2 analyses van GHG - genererende (ketens van) activiteiten voorleggen.” Uit de analyse van de meest materiële emissies van scope 3 van Besix blijkt dat de verwijdering van bouwafval een belangrijke plek inneemt op de scope 3 CO2-scores van Besix. De keuze voor de verwijdering van bouwafval is reeds in mei 2011 vastgesteld, voordat de aangescherpte eisen in het handboek (gepubliceerd op 23 juni 2011) verschenen.
1.3
Doel
Samen met afvalverwijderaar en -verwerker Beelen Recycling heeft Besix het initiatief genomen de CO2-emissie van de afvalketen te analyseren. Onderwerp van de studie is de bouw van de Openbaar Vervoerterminal in Utrecht. Het doel van de analyse is te achterhalen waar de CO2-reductiemogelijkheden liggen bij het ontstaan en het verwijderen van het bouwafval van dit project. Dit project is onlangs gestart waardoor de reductieopties die uit deze studie naar voren komen, voor zover deze haalbaar zijn, ook daadwerkelijk kunnen worden uitgevoerd.
1.4
Professionele ondersteuning
De ketenanalyse in dit rapport is uitgevoerd door Thomas Beffers van Royal Haskoning met professionele ondersteuning door Jan Vroonhof van Royal Haskoning.
1
Handboek CO2-Prestatieladder 2.0 (23 juni 2011)
Afvalketenstudie Besix Eindrapport
9W2876.02/R0004/902985/ -1-
30 aug 2011
1.5
Inhoud
In hoofdstuk 2 is de opzet van de emissie-inventaris opgenomen. Hoofdstuk 3 bevat de emissie-inventarisatie. In de discussie (hoofdstuk 4) komen de beperkingen van dit onderzoek aan de orde. Hoofdstuk 5 geeft de conclusies en aanbevelingen.
9W2876.02/R0004/902985/ 30 aug 2011
Afvalketenstudie Besix -2-
Eindrapport
2
OPZET VAN DE EMISSIE-INVENTARIS
2.1
Systeemgrens
In figuur 1 is de systeemgrens aangegeven. Het te analyseren systeem van de afvalketen start bij het vrijkomen van het afval op de bouwplaats. Deels is dit bouwafval gemengd, deels wordt het bouwafval reeds op de bouwplaats gescheiden. Zowel de ongescheiden als de gescheiden afvalstromen worden door Beelen vanaf de bouwplaats getransporteerd naar de bewerkingslocatie van Beelen. De afvalstromen waarvoor nog sortering noodzakelijk is, worden bij Beelen gescheiden. De gescheiden stromen worden al dan niet na nog een bewerkingsstap (bijvoorbeeld na het breken van het puin) naar de afnemers getransporteerd. Daar vervangen ze primair geproduceerde materialen. Dit betreft dan een vermeden emissie. De vermeden emissie wordt in deze analyse meegenomen omdat de gehele afvalverwerking tot doel heeft deze vermeden emissie zo hoog mogelijk te maken. De vermeden emissies immers betekenen in de meeste gevallen een (grote) besparing op de CO2-emissie van de primaire productie. Deze besparing is vrijwel altijd (veel) hoger dan de CO2-emissie als gevolg van het energiegebruik van de afvalscheiding en het hergebruik. Bij de hergebruikstappen gaat het erom het afvalverwerkingsysteem zo efficiënt mogelijk te maken: meer scheiding bij minder energiegebruik. Figuur 1
Systeemgrens analyse afvalketen
scheiding op bouwplaats deelstroom 1 bouwafval
deelstroom a
transport
deelstroom 2
transport
deelstroom x
transport
scheiding en bewerking bij Beelen
deelstroom b deelstroom c deelstroom d deelstroom n
vermeden primaire producties als gevolg van toepassing secundaire materialen
De geel ingevulde blokken betreffen handelingen (en vermeden handelingen). Deze kennen een CO2-emissie
2.2
Methodische aspecten
Geen LCA conform specificaties Dit rapport volgt de eisen en structuur van de CO2-Prestatieladder. Hierin speelt ook het GHG-protocol (ISO 14064-1) een rol. Het is nadrukkelijk geen LCA conform de specificaties als de PAS2050 en andere ISO-standaarden. Geen andere broeikasgassen In deze studie is alleen CO2 in ogenschouw genomen en niet andere broeikasgassen als CH4 (methaan), N2O (lachgas), HFK’s, HCFK’s en SF6. Focus op de bouwafvalketen Besix heeft nadrukkelijk de samenwerking gezocht met Beelen om de bouwafvalketen te kunnen beschrijven. De inzameling en verwerking van sloopafval valt buiten deze analyse. De inzameling en verwerking van sloopafval kent andere karakteristieken dan bouwafval. Afvalketenstudie Besix Eindrapport
9W2876.02/R0004/902985/ -3-
30 aug 2011
Functionele eenheid Als functionele eenheid wordt gedefinieerd het ingeschatte afvalpakket dat vrijkomt bij de bouw van de Openbaar Vervoer Terminal Utrecht. In de volgende paragraaf wordt de raming van die samenstelling en hoeveelheid gegeven en toegelicht.
2.3
Referentieproject
Het project van de OV Terminal Utrecht bevindt zich momenteel in de opstartfase. Met deze ketenanalyse wordt een verwachting gegeven van de CO2-emissie van de verwijdering van het bouwafval van de OV terminal wanneer het afval op dezelfde wijze wordt ingezameld en verwerkt als voorheen gangbaar is geweest. Daarnaast worden ook de mogelijkheden gegeven voor besparing op de CO2-emissie, uitgaande van gelijkblijvend of toenemend hergebruik. Om de hoeveelheid en samenstelling van het bouwafval te bepalen van de OV Terminal is als referentie de bouw van het station Amsterdam Bijlmer-ArenA genomen. Tabel 1 De op basis van de afvalstromen van het afgesloten referentieproject geraamde samenstelling en hoeveelheid van het afval van de OVT Utrecht
Bouwafval Schoon metselpuin Afvalhout B-kwaliteit Schoon betonpuin Bedrijfsafval staal Archief / confidentieel Totaal
Bijlmer samenstelling Inschatting OVT % In tonnen 48,81% 1057 46,04% 997 4,04% 87 0,66% 14 0,35% 8 0,06% 1 0,06% 1 100,00% 2167
De berekening is gemaakt op basis van de hoeveelheden en de kosten van de afvalverwijdering van het station Amsterdam Bijlmer-ArenA en de geprognosticeerde afvalkosten van de OVT Utrecht.
2.4
Ketenpartners
Beelen Sloopwerken B.V., onderdeel van de Beelen Groep (hierna: Beelen), vormt de belangrijkste partner van Besix in deze studie. Op verzoek van Besix kan zij containers leveren in de formaten 3, 6 of 9 m3 die on-site op OVT Utrecht worden geplaatst. Op OVT Utrecht zal er beperkte scheiding plaatsvinden. Dit komt in belangrijke mate door de beperkte ruimte. Daarnaast is de raming van de bouwafvalstromen uit de vorige paragraaf erg onzeker. Op verzoek van Besix zal Beelen de volle containers komen ophalen. Deze worden naar de sorteer- op- en overslaglocatie op de Schonauwenseweg in Houten gebracht. Voor verdere verwerking in de keten werkt Beelen samen met diverse partners, afhankelijk van de afvalstroom. Zie tabel 3.1. 9W2876.02/R0004/902985/ 30 aug 2011
Afvalketenstudie Besix -4-
Eindrapport
Tabel 2
Partners van Beelen te Houten in de afvalketen
Partner
Afvalstroom
Eindproduct
Rest Hout Nederland
B-hout
Blokjes voor pallets/spaanplaatindustrie
Beelen (Amsterdam / Vlaardingen B.V.)
Mengpuin
Hergebruik, granulaat
Attero (AVI te Wijster)
Bedrijfsafval/Restfractie
Elektriciteit
Van Groningen
Metaal
Hergebruik betonijzer
A&G
Zeefzand
Hergebruik bouwstoffen
Rest Hout Nederland De sorteerinstallatie van Beelen scheidt het hout op basis van luchttechnieken / soortelijk gewicht. Rest Hout Nederland B.V. exploiteert een tweetal locaties waar afvalhout wordt op- en overgeslagen (Houtbank Roosendaal en RSB-Noord). Zij heeft contracten gesloten met bedrijven voor het bufferen van gebroken afvalhout. Op deze locaties wordt het afvalhout gereed gemaakt (ook op kwaliteit) om geleverd te worden aan de eindverwerkers al naar gelang hun specifieke behoeften. Beelen Amsterdam en Beelen Vlaardingen Het aangevoerde puin is homogeen van samenstelling en voor bewerking gecontroleerd op de aanwezigheid van ongewenst materiaal. De bewerking bestaat uit het verkleinen van het puin door een mobiele puinbreker, afkomstig van de zusterbedrijven Beelen Amsterdam B.V. of Beelen Vlaardingen B.V. Na het breken wordt het puin tijdelijk in depot gezet voordat het verder wordt getransporteerd. Attero in Wijster Bedrijfsafval van huishoudelijke aard dat wordt ingezameld op de bouwplaats, wordt gewogen en direct overgeslagen in containers. De overslag vindt inpandig plaats en het afval wordt nog dezelfde dag weer uit de inrichting afgevoerd naar de afvalverbrandingsinstallatie (AVI) van Attero in Wijster. Ook de kleinste restfractie (afgezien van het zeefzand) uit de sorteerinstallatie wordt naar Attero in Wijster gertransporteerd. Van Groningen B.V. De sorteerinstallatie bevat een magneetband waarmee het metaalhoudende afval wordt gescheiden. Een deel van het metaalafval wordt ook apart ingezameld. Van Groningen B.V. in Nieuw Vennep, actief in het verwerken van ferro en non-ferro metalen, is de partner van Beelen op dit gebied. Zij beschikken over diverse mobiele kranen met sorteergrijpers en scharen en een grote stationaire schaar. De afgescheiden metalen worden hergebruikt. A&G Het bouwafval wordt vooraf aan het breken gezeefd door Beelen. Dit zeefzand kan worden hergebruikt ter vervanging van primair gewonnen zand. Beelen maakt hierbij gebruik van de diensten van partner A&G. Deze partij houdt zich naast saneren en reinigen bezig met de productie van secundaire bouwstoffen (o.a. zand) voor bijvoorbeeld asfalt en beton.
Afvalketenstudie Besix Eindrapport
9W2876.02/R0004/902985/ -5-
30 aug 2011
3
KWANTIFICERING VAN DE SCOPE 3 EMISSIES
3.1
Transport van de bouwplaats naar Beelen te Houten
Beelen kan op de site van OVT Utrecht containers van 3, 6 of 9 m3 plaatsen. Met behulp van een aanhanger is het mogelijk om tot vier containers per rit te vervoeren. De locatie van Beelen te Houten ligt op een afstand van 16 kilometer van de bouwplaats van OVT Utrecht. De berekening van de CO2-emissie van het afvaltransport van de OVT naar Beelen te Houten zijn verschillende mogelijkheden met verschillende nauwkeurigheid. De drie methoden met oplopende nauwkeurigheid zijn: 1 berekening via tonkilometer; 2 energiegebruik van een vrachtwagen in de stad, op de buitenweg en op de snelweg; 3 brandstofverbruik in liters. De berekening in deze ketenanalyse kan niet via de laatste, meest nauwkeurige methode worden uitgevoerd omdat de gegevens van het brandstofverbruik niet zijn bijgehouden. In het laatste hoofdstuk met aanbevelingen zal dan ook worden aanbevolen om deze gegevens in de toekomst te verzamelen. Met deze gegevens immers kan op de beste wijze worden gezocht naar het meest efficiënte transport. Methode 1 via tonkilometer In deze methode wordt het te transporteren tonnage vermenigvuldigd met de afstand en vermenigvuldigd met de conversiefactor voor het type vrachtwagen. Het type vrachtwagen is een wagen van 3,5 - 10 ton (non-bulk). De belading is in alle gevallen < 10 ton. Tabel 3
Berekening CO2-uitstoot afvaltransport o.b.v. tonkilometer
Onderdeel Afstand Mineurslaan Utrecht - Schonauwenseweg Houten CO2-conversiefactor vrachtauto 3,5 - 10 ton (non bulk) Totale hoeveelheid afval (zie tabel 1) CO2-emissie
Waarde 16 480 2167 16,6
Eenheid km g CO2 / tonkm ton ton CO2
Bij een gegeven tonnage en afstand heeft efficiëntieverbetering geen effect op de uitkomst. Methode 2 via energiegebruik Voor deze methode ontbreken enkele rekenfactoren in het handboek van de CO2Prestatieladder. Wij hebben toch gemeend deze hier te kunnen presenteren om de volgende redenen. • De methode via energiegebruik is nauwkeuriger dan methode 1 via tonkilometer. • De gegevens voor de methode komen uit gerenommeerde bronnen, zie vermelding in tabel 4. 9W2876.02/R0004/902985/ 30 aug 2011
Afvalketenstudie Besix -6-
Eindrapport
De berekening per afvalrit is in tabel 4 opgenomen. Tabel 4
Berekening per afvalrit via energiegebruik vrachtwagen
CO2-emissieberekening o.b.v. energieverbruik portaalarmwagen Stookwaarde Diesel (MJ/kg, Protocol hernieuwbare energie Agentschap NL update 2010) Dichtheid Diesel (kg/l, specificatie diesel Esso, Shell en Texaco) CO2-conversiefactor Diesel (kg CO2 / liter diesel, handleiding CO2-prestatieladder)
42,7 0,832 3,135
Vrachtwagen 3,5 - 10 ton Energieverbruik stad (MJ/km, STREAM CE blz. 30) Energieverbruik buitenweg (MJ/km, STREAM CE blz. 30) Brandstofverbruik stad (liter Diesel / km) (=7 / (42,7*0,832) ) Brandstofverbruik buitenweg (liter Diesel / km) (=5,3 / (42,7*0,832) ) CO2-emissie stad (kg CO2/km) (=0,917 * 3,135 ) CO2-emissie buitenweg (kg CO2/km) (=0,149 * 3,135) % dat in de stad gereden wordt % dat in over de buitenweg gereden wordt CO2-emissie per rit over 18 km (kg CO2 bij 50% stad en 50% buitenweg)
7 5,3 0,197 0,149 0,618 0,468 50% 50% 8,68
In de tabel wordt een onderscheid gemaakt tussen energieverbruik in de stad en op de buitenweg. OVT Utrecht ligt midden in het centrum van de stad, terwijl de locatie aan de Schonauwenseweg in Houten in het buitengebied ligt (aan het Amsterdam-Rijnkanaal). Het energieverbruik in de stad ligt een stuk hoger vanwege meer stilstaan, optrekken en afremmen. In de berekening is gekozen om de stad en buitenwegen beide voor 50% van de afstand mee te nemen. Dit is een benadering van de werkelijke situatie. Om uit te rekenen hoeveel containers er nodig zijn en hoeveel ritten er worden gemaakt, moeten aannames worden gedaan voor het aantal ton afval per m3 container. Ook deze inschatting kan worden gedaan op basis van informatie van het referentieproject. Tabel 5
Ton afval per m3 container bij het referentieproject
Afvalsoort
Gemiddeld
Hoogste
Overig bouwafval
0,197
0,248
Laagste 0,136
Schoon metselpuin
1,028
1,076
0,978
Afvalhout B-kwaliteit
0,141
0,187
0,100
IJzer (Ferro metalen)
0,180 (één waarde)
Schoon betonpuin
0,955 (één waarde)
Bedrijfsafval
0,138
0,180
0,096
Totaal (gewogen gemiddelde)
0,345
1,076
0,096
Uit de tabel blijkt dat de hoeveelheid afval in tonnen per container sterk afhankelijk is van de afvalstroom. Binnen de afvalstroom kan ook nog een forse fluctuatie optreden. Gerekend wordt met het gemiddelde van 0,345 ton afval per m3 container. Het totale te transporteren gewicht is 2167 ton (tabel 1). De CO2-emissie als gevolg van het energiegebruik per rit van 16 km is 8,68 kg CO2 (tabel 4).
Afvalketenstudie Besix Eindrapport
9W2876.02/R0004/902985/ -7-
30 aug 2011
Tabel 6 Berekening CO2-emissie afvaltransport in ton CO2 op basis van energiegebruik Container m3
Ton/container
één container/rit
twee containers/rit
drie containers/rit
vier containers/rit
3 6
1,04 2,07
36,3 18,2
18,2 9,1
12,1 6,1
9,1 4,5
9
3,11
12,1
6,1
4,0
nvt
De CO2-emissie van het afvaltransport naar Beelen varieert dus tussen 4,0 ton CO2 en 36,3 ton CO2. De conclusie is dat de CO2-emissie afneemt bij het afnemen van het aantal ritten. Dit is op zich niet verbazingwekkend, maar de vergelijking met methode 1 is interessant. Vergelijking methode 1 en methode 2 Methode 1 geeft een vaste CO2-emissie van 16,6 ton CO2. Methode 2 laat zien dat bij het transport van meerdere en grotere containers een aanmerkelijke lagere CO2-emissie wordt verkregen dan de CO2-emissie bepaald volgens methode 1. Methode 1 is veel te grof. De conclusie is dan ook gerechtvaardigd dat bij optimalisering van transport methode 1 geen geschikte methode is. In het referentieproject is geen specifieke aandacht besteed aan de CO2-emissie van het afvaltransport. Er vanuit wordt gegaan dat de CO2-emissie ergens in het midden ligt. Daarvoor wordt de CO2-emissie van methode 1 genomen.
3.2
Verwerking bij Beelen te Houten
Op de recyclinglocatie van Beelen wordt het ingezamelde materiaal met de sorteerinstallatie gescheiden in secundaire materiaalstromen. Deze worden vervolgens afgezet bij de eindverwerkers. Enkele malen per jaar wordt de mobiele breker van een zusterbedrijf in Houten geplaatst voor de verwerking van het bouwafval. Ondersteunende onderdelen, zoals pompjes voor sproei-installaties om stof te reduceren en het energieverbruik in de gebouwen van Beelen worden niet meegenomen. Het elektriciteitsgebruik van de sorteerinstallatie is 6,06 kWh/ton input. De doorvoer door de installatie betreft het afval van de OVT minus het schoon metselwerkpuin en minus het schoon betonpuin. De doorvoer door de sorteerinstallatie is dan 1155 ton. Het brandstofverbruik van de mobiele puinbreker is 0,45 liter per ton input. De doorvoer van de OVT is het schoon metselwerkpuin, het schoon betonpuin en het afgescheiden puin uit de mengfractie bouwafval. Volgens gegevens van Beelen is 31% van de mengfractie puin, ofwel (0,31* 1057 ton=) 327,7 ton. In totaal gaat dan 1338,7 ton input in de puinbreker. De elektriciteitsleverancier van Beelen is Nuon (grijze stroom), daarom is hier 455 gram / kWh gekozen conform het handboek.
9W2876.02/R0004/902985/ 30 aug 2011
Afvalketenstudie Besix -8-
Eindrapport
De CO2-emissie is berekend in tabel 7. Tabel 7 CO2-emissie sorteerinstallatie en breker door afval OVT Utrecht
Onderdeel
CO2-emissiefactor
Doorvoer in ton
Energieverbruik/ton
CO2-uitstoot
Sorteerinstallatie Breker Totaal
455 gram / kWh 3135 gram / liter
1155 1338,7
6,06 kWh 0,45 liter diesel
3,2 ton 1,9 ton 5,1 ton
3.3
Hergebruik en vermeden emissies
De scheiding van de gemengde bouwafvalfractie (1057 ton) resulteert in de volgende materiaalstromen: Tabel 8
Afgescheiden materiaalstromen in de sorteerinstallatie
materiaal aandeel
zeefzand 31%
puin 31%
restfractie 20%
B-hout 15%
metaal 2%
overig 1%
Totaal 100%
tonnen
327,7
327,7
211,4
158,6
21,1
10,6
1057
Optelling van de scheidingsfracties bij de apart ingezamelde materiaalstromen resulteert in de volgende outputstromen van Beelen: Tabel 9
Materiaalstromen in tonnen na scheiding en bewerking door Beelen
materiaal
zeefzand
scheiding
327,7
Apart ingezameld totaal
327,7
Gebroken puin 327,7
restfractie
B-hout
metaal
overig
Totaal
211,4
158,6
21,1
10,6
1057
997 + 14
8
87
1
1
1110
1338,7
219,4
245,6
22,1
11,6
2167
2
Per materiaalstroom wordt aangegeven op welke wijze deze wordt toegepast en welke vermeden emissie daarbij van toepassing is. Zeefzand Het zeefzand wordt toegepast voor versterking onder wegen. Aangenomen is dat het hiermee ophoogzand vervangt dat in de Noordzee zou zijn gewonnen. De winning van zand en het transport ervan naar de Rotterdamse haven geeft een CO2-emissie van 0,02 ton CO2/ton zand3. Gebroken puin Het gebroken puin wordt eveneens toegepast voor versterking onder wegen. Daarbij vervangt het eveneens ophoogzand gewonnen op de Noordzee. 2 3
Door afronding is de horizontale optelling niet geheel juist Bron voor winning zand op de Noordzee: International Maritime Organization Prevention of air pollution from
ships, april 2009
Afvalketenstudie Besix Eindrapport
9W2876.02/R0004/902985/ -9-
30 aug 2011
Restfractie De restfractie wordt afgevoerd naar de de AVI van Attero te Wijster. Uit een studie van CE Delft4 blijkt dat het transport naar een AVI minder bijdraagt aan de CO2-emissie dan de keuze voor de meest efficiënte AVI. Volgens deze studie levert Attero in Wijster een vermeden CO2-uitstoot van 0,289 ton CO2 per ton restafval en is deze AVI hiermee tiende op de lijst van twaalf onderzochte AVI’s. Als het bedrijfsafval / de restfractie naar de best presterende AVI wordt gebracht, AZN Moerdijk, levert dit een winst van 0,482 ton CO2 per ton afval op. De hoeveelheid te verbranden restfractie bedraagt 119,4 ton. Tabel 10 Verschillende CO2-winsten bij verschillende AVI’s AVI
CO2-winst (ton CO2 / ton afval)
Totale CO2-winst (ton CO2)
Attero Wijster
0,289
34,5
AZN Moerdijk
0,482
57,6
Verschil
23,1
B-hout Aangenomen wordt dat het hout wordt ingezet in de spaanplaatproductie. Per ton resthout wordt 145 kg CO2 vermeden. Dit is conform de analyse onder www.afvalwijzer.nl. Metaal Als gevolg van de herinzet van staal is de vermeden emissie 1,593 ton CO2/ton staal. (www.afvalwijzer.nl) Overig De samenstelling van de fractie ‘overig’ is niet bekend. Door de geringe hoeveelheid, is de vermeden emissie hiervan te verwaarlozen. In tabel 11 zijn de vermeden emissies opgenomen. Tabel 11
Overzicht vermeden emissies
materiaal Vermeden emissie ton CO2/ton
zeefzand 0,02
puin 0,02
restfractie 0,289 Att 0,428 AZN
B-hout 0,145
metaal 1,593
Totaal nvt
tonnen Vermeden emissie ton CO2
327,7 6,6
1338,7 26,8
219,4 34,5 Att 57,6 AZN
245,6 35,6
22,1 35,2
2167 138,7 Att 161,8 AZN
De vermeden emissies als gevolg van de afvalinzameling, scheiding en hergebruik bedragen 138,7 ton CO2 bij verbranding van de restfractie bij Attero in Wijster en 161,8 ton CO2 bij verbranding van de restfractie bij de AZN Moerdijk.
4
CE Delft: “Beter één AVI met een hoog rendement dan één dichtbij, oktober 2010
9W2876.02/R0004/902985/ 30 aug 2011
Afvalketenstudie Besix - 10 -
Eindrapport
3.4
Totale CO2-emissie van de afvalketen
In tabel 12 is de totale CO2-emissie van de keten van de verwijdering van bouwafval weergegeven. Het is de CO2-emissie voor de verwijdering van het bouwafval van de OVT Utrecht wanneer deze op dezelfde wijze zou geschieden als de verwijdering van het bouwafval van het referentieproject.
Tabel 12 CO2-emissie van de verwijdering en verwerking van het bouwafval van de OVT Utrecht op dezelfde wijze als het referentieproject processtap
Totale CO2-emissie in ton CO2
Inzameling van het bouwafval van de bouwplaats
16,6
Scheiding van het gemengde bouwafval door Beelen
3,2
Breken van het puin met behulp van de mobiele breker bij Beelen
1,9
Vermeden emissie door hergebruik zeefzand als wegondergrond
-6,6
Vermeden emissie door toepassing van puin als wegondergrond
-26,8
Vermeden emissie restafval bij verbranding in de AVI Attero te Wijster
-34,5
Vermeden emissie toepassing B-hout voor spaanplaat
-35,6
Vermeden emissie hergebruik staal
-35,2
Totaal
Directe emissies 21,7 Vermeden emissies 138,6
Afvalketenstudie Besix Eindrapport
9W2876.02/R0004/902985/ - 11 -
30 aug 2011
4
BESPARINGSMOGELIJKHEDEN EN AANBEVELINGEN
Per processtap uit tabel 12 worden de besparingsmogelijkheden gegeven. Inzameling van het bouwafval op de bouwplaats Uit de analyse van het transport volgens de 2e methodiek blijkt dat er een aanzienlijke besparing op CO2-emissie mogelijk is door grotere containers te gebruiken en meerdere containers per rit te vervoeren. Volgens deze methode kan de CO2-emissie dan afnemen naar ongeveer 4 ton CO2. Door het brandstofverbruik te administreren, kan nog beter worden gezocht naar het optimale transport. Scheiding van het gemengde bouwafval door Beelen De scheiding door Beelen kan worden verminderd door de scheiding op de bouwplaats te verbeteren. Door een goede planning van het transport behoeft dit niet te betekenen dat de CO2-emissie van het transport toeneemt. De ruimte op de bouwplaats is de beperkende factor voor het plaatsen van meerdere containers. Betere scheiding op de bouwplaats kan ook mogelijk worden bereikt door betere handhaving van de scheidingsregels. Breken van het puin met de mobiele breker Een voorzichtiger en zorgvuldiger omgaan met de bouwmaterialen op de bouwplaats kan wellicht de hoeveelheid bouwafval dat ontstaat, verminderen. Het idee van BAM om de logistiek van de bouwmaterialen door een externe partij te laten verrichten (verhuisbedrijf) kan hier mogelijk een bijdrage aan leveren. De gedachte achter dit idee is dat door ‘delivery just in time’ het materiaal korter op de bouwplaats is en in meer kant en klare porties wordt afgeleverd. Dit idee is echter nog onuitgewerkt. Vermeden emissie van toepassing zeefzand Mogelijk kan het zeefzand worden toegepast voor andere doeleinden die een hogere vervangende waarde hebben zoals toepassing in asfalt of beton. Vermeden emissie van toepassing gebroken puin Toepassing van betonpuin als grindvervanging heeft een hogere vermeden emissie dan de toepassing als wegondergrond. Deels vindt deze grindvervanging reeds plaats en er wordt ook al gestreefd naar een verruiming van deze toepassing. Vermeden emissies bij verbranding In het vorige hoofdstuk is reeds aangegeven dat de keuze van de AVI waarin het restafval wordt verbrand een aanzienlijk verschil kan maken wat betreft de vermeden emissie. Het verdient aanbeveling om na te gaan of de afzet van het restafval bij een efficiëntere AVI kan plaatsvinden. Vermeden emissies toepassing B-hout Uit analyses blijkt dat toepassing van B-hout in de spaanplaatindustrie een hoge vermeden emissie oplevert. Vermeden emissies hergebruik staal Bij het hergebruik van staal is geen verruiming van de vermeden emissies mogelijk.
9W2876.02/R0004/902985/ 30 aug 2011
Afvalketenstudie Besix - 12 -
Eindrapport
In tabel 13 wordt een indicatie gegeven waar CO2 winst is te behalen bij de verschillende processtappen. Het is aan Besix om hieruit een keuze te maken en een doelstelling te halen. Op termijn lijkt een reductie van de directe emissie met 50% haalbaar door optimalisering van het transport en optimalisering van de scheiding op de bouwplaats. De vermeden emissies kunnen toenemen. De mogelijkheden hiervoor liggen vooral bij de toepassing van zeefzand en puingranulaat (beide enkele procenten verbetering) en bij de verbranding van het restafval in een optimale AVI (verbetering tot meer dan 50%). Tabel 13 CO2-emissie van de verwijdering en verwerking van het bouwafval van de OVT Utrecht met mogelijkheden voor reductie Processtap
CO2-emissie ton CO2
Inzameling van het bouwafval van de
Maatregel ter verlaging
16,6
Meer containers per rit en
3,2
Meer scheiding op de
1,9
Voorzichtige behandeling op de
bouwplaats
grotere containers
Scheiding van het gemengde bouwafval door Beelen
bouwplaats
Breken van het puin met behulp van de mobiele breker bij Beelen
bouwplaats
Vermeden emissie door hergebruik zeefzand als
-6,6
Zeefzand hoogwaardiger
-26,8
Betonpuin toepassen als grind-
wegondergrond
toepassen
Vermeden emissie door toepassing van puin als wegondergrond
vervanging in beton
Vermeden emissie bij verbranding restafval in de
-34,5
AVI Attero te Wijster
Keuze van de AVI op grond van zijn prestaties
Vermeden emissie toepassing B-hout voor
-35,6
Geen
-35,2
Geen
spaanplaat Vermeden emissie hergebruik staal Totaal
Directe emissies 21,7 Vermeden emissies 138,6
Afvalketenstudie Besix Eindrapport
9W2876.02/R0004/902985/ - 13 -
30 aug 2011