RSI/KANS
Servicebedrijf HR
RSI/KANS
II
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
Inhoudsopgave 1. Preventieprogramma RSI/KANS
1
1.1 Inleiding 2. Theoretische onderbouwing
3
2.1 Inleiding
3
2.2 Feiten en cijfers
3
2.3 Ontstaan van klachten
4
2.4 Aanpak
5
3. Preventieprogramma RSI/KANS
7
3.1 Workshop RSI/KANS
7
3.2 Instructiebeeldmateriaal
7
3.3 Folder: Werken met beeldschermen
7
3.4 RSI/KANS Preventiewerkplek
8
3.5 Werkplekonderzoek
8
3.6 RSI Pauzesoftware
8
3.7 Fysieke aanpak
8
3.8 Workshop RSI scanner
9
3.9 Omgaan met werkstress
9
4. Aan de slag
11
4.1 Probleemanalyse
11
4.2 Stapsgewijze instelling van de werkplek
12
4.3 Omgevingsfactoren
18
4.4 Psychosociale belasting
19
RSI/KANS
III
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
5.
6.
De rol als adviseur
21
5.1 Aandacht voor het gedrag
21
5.2 Begrijpelijke taal
21
5.3 Attitude
21
5.4 Intentie
21
Bijlagen
23
6.1 Checklisten
24
6.2 Sneltoetsen
27
6.3 Hulpmiddelen
30
6.4 Internetsites
34
RSI/KANS
IV
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
1. inleiding Een van de onderwerpen van het preventieve arbobeleid, binnen het UMC St Radboud, is het RSI/KANS preventieprogramma. Dit preventieprogramma is bedoeld voor iedere medewerker binnen het UMC die te maken krijgt met repeterende bewegingen en/of statische belasting tijdens het werk. Dit zijn onder andere medewerkers met een administratieve functie, medewerkers facilitaire dienst en laboratoriummedewerkers. RSI/KANS-preventie begint altijd bij het management. Het management moet mensen én middelen vrijmaken om het beleid op te zetten en uit te voeren. Hoeveel, is afhankelijk van de situatie op de afdeling. RSI = KANS De andere naam voor RSI is KANS (klachten arm nek schouder).Het UMC St Radboud hanteert de naam RSI omdat deze in de praktijk duidelijker is. Wettelijk kader De arbocatalogus voor RSI “KANS/RSI” is voor de UMC’s vastgesteld. Deze catalogus en aanvullende informatie is te vinden op www.Dokterhoe.nl
PAM module 2 RSI/KANS
1
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
PAM module 2 RSI/KANS
2
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
2. Theoretische onderbouwing 2.1 Inleiding Repetitive Strain Injury (RSI) staat, letterlijk vertaald, voor: ‘letsel door herhaalde inspanning’. Deze term klopt niet want er is vaak geen duidelijk letsel aantoonbaar. Vaker gaat het om een bepaald klachtenpatroon. Daarnaast kunnen klachten niet alleen ontstaan als gevolg van herhaalde inspanning maar ook door het te lang aanhouden van dezelfde verkeerde houding (statische belasting). Tenslotte is de term erg vaag, omdat niet gespecificeerd wordt of het gaat om arbeidsgerelateerde aandoeningen en niet duidelijk is in welke regio van het lichaam de klachten zich voordoen. We spreken nu over klachten arm nek en schouder (KANS) ofwel alle klachten aan de bovenste extremiteiten die geheel of gedeeltelijk worden veroorzaakt door het werk. Ondanks het feit dat aan het gebruik van de term RSI de nodige nadelen kleven, is er toch voor gekozen deze bij de cursus te hanteren. Dit omdat de term RSI als gevolg van de enorme publiciteit rond dit thema niet meer is weg te denken en ook in de wetenschappelijke literatuur nog vaak wordt gebruikt.
2.2 Feiten en cijfers Mensen krijgen nog steeds RSI. Dit blijkt uit onderzoek van het Expertisecentrum RSI van Arbo Unie onder 17.000 bedrijven. In het eerste kwartaal van 2009 waren er 37.794 verzuimdagen door RSI. Dat is 3 procent meer dan in het eerste kwartaal van 2008 en ruim 10 procent meer dan in het eerste kwartaal van 2009. RSI is dus nog geen verleden tijd. Uit diverse onderzoeken van TNO Arbeid en de Gezondheidsraad was al bekend dat een kwart van alle werknemers ooit RSI krijgt. Het aantal werknemers dat zich ziek meldt, is echter laag: circa 4000 per jaar. Het daalde zelfs van 951 in het eerste kwartaal van 2008 naar 912 in het eerste kwartaal van 2009. Het is belangrijk dat mensen zich in een vroeg stadium melden, dan kan er snel actie worden ondernomen.
PAM module 2 RSI/KANS
3
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
2.3 Ontstaan van klachten De ene beeldschermwerker krijgt wel klachten aan de bovenste extremiteiten terwijl een ander met dezelfde taken geen klachten krijgt. Dit heeft verschillende oorzaken. Gedrag De belasting die iemand door zijn werk ervaart, ontstaat door de onderlinge verhouding tussen, enerzijds de eisen die het werk stelt en anderzijds zijn vermogen om aan die eisen te voldoen. De medewerker kan zelf ingrijpen door de manier waarop hij zijn werk uitvoert aan te passen. Bovendien kan de medewerker door voldoende herstel voorkomen dat de belasting resulteert in gezondheidsklachten. Voor een gezonde verhouding tussen de eisen die de taak aan iemand stelt en zijn vermogen om aan die eisen te voldoen, moet het werk voldoende regelmogelijkheden hebben, zodat overbelasting zoveel mogelijk kan worden voorkomen. De regelmogelijkheden kunnen worden omschreven als de controle die de medewerker heeft over zijn werkzaamheden. Bij een blijvende verstoring van het evenwicht tussen taakeisen en verwerkingsvermogen zal de conditie van de medewerker steeds slechter worden. Wanneer onvoldoende herstel optreedt, komt de medewerker in een vicieuze cirkel terecht, waarbij steeds meer inspanning geleverd moet worden om nog aan de taakeisen te voldoen. Wanneer de medewerker er niet in slaagt deze vicieuze cirkel vroegtijdig te doorbreken kunnen belastingseffecten, bijvoor-beeld tintelingen, toenemen en op langere termijn overgaan in blijvende klachten zoals RSI. Fysieke factoren Er zijn verschillende fysieke factoren te noemen die een risico vormen voor het ontstaan van RSI. Belangrijke punten hierbij zijn de houding, beweging, kracht en trilling, die verder beïnvloed worden door duur, frequentie en intensiteit van die aspecten. Voorbeelden van risicofactoren zijn het: • • • • •
langdurig aannemen van een dezelfde houding; ver reiken; herhalen van bewegingen; regelmatig kracht zetten met de handen; blootstaan aan vibrerende bronnen.
Combinaties van bovengenoemde voorbeelden zijn ook mogelijk. Ergonomie Klachten kunnen ook ontstaan door een verkeerd ingerichte werkplek.
PAM module 2 RSI/KANS
4
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
Ergonomie is het vakgebied dat gaat over het aanpassen van de werkplekinrichting aan de individuele mens. De afmetingen van de medewerker zijn leidend bij het gebruik en het instellen van de beschikbare hulpmiddelen en het meubilair. Er wordt rekening gehouden met de anatomie, fysiologische en psychologische kenmerken van de mens. Producten en technische systemen, worden ingezet om het welzijn van de medewerker te waarborgen.
2.4 Aanpak Met de aanpak houdt je rekening met de drie verschillende soorten oorzaken. Zijn er meerdere oorzaken op de afdeling dan moet dit stapsgewijs worden aangepakt. Gedragsbehoud Als het gewenste gedrag is bereikt, dat wil zeggen als alle medewerkers er alles aan doen om overbelasting te vermijden, wil dat niet zeggen dat dit zo blijft. Mensen vallen nogal eens terug in hun oude gewoontes. Om het nieuwe gedrag te continueren, moet er regelmatig feedback plaatsvinden en dient het nieuwe gedrag tot routine gemaakt te worden. Barrières en belemmeringen Wanneer de medewerker een gedragsintentie heeft gevormd en de keus heeft gemaakt om een bepaalde gedraging uit te voeren, kunnen barrières en belemmeringen ervoor zorgen dat deze intentie niet wordt omgezet in gedrag. Een voorbeeld van een barrière is het ontbreken van goed meubilair of belangrijke hulpmiddelen zoals de documenthouder bij overtypen vanaf papier. Een voorbeeld van een organisatorische barrière zou kunnen zijn dat men te maken heeft met deadlines. De medewerker kan in dat geval wel de intentie hebben om regelmatig pauzes te nemen, maar deze kan door de hoge tijdsdruk niet omgezet worden in gedrag. Als de RSI-contactpersoon een beeld heeft van de barrières die op de betreffende afdeling een rol spelen, kan hij dit aan de orde stellen. Samen met de leidinggevende moet een strategie worden uitgewerkt voor het wegnemen van de barrières. De belangrijkste knelpunten moeten het eerst aan de orde komen. De RSI-contactpersoon heeft hierbij een adviserende rol, de verantwoordelijkheid voor de prioritering bij het aanpakken van knelpunten ligt bij de leidinggevende.
PAM module 2 RSI/KANS
5
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
PAM module 2 RSI/KANS
6
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
3. Preventieprogramma RSI/KANS Het preventieprogramma bestaat uit een een aantal instrumenten. De preventiemedewerker kan deze instrumenten inzetten en aanreiken aan medewerkers op de afdelingen. De volgende instrumenten worden hieronder besproken: • Workshop RSI/KANS • Instructiebeeldmateriaal • Folder werken met beeldschermen • RSI/KANS preventiewerkplek • Werkplekonderzoek • RSI pauzesoftware • Fysieke aanpak • Workshop RSI Scanner • Omgaan met werkstress
3.1 Workshop RSI/KANS Een voorlichtingsbijeenkomst met een theorie- en praktijkgedeelte om de risico’s op RSI/KANS te herkennen en te oefenen met het instellen van een werkplek. Digitaal aanmelden: Organisatie / Opleidingen / Productgroep HRM/RSI/KANS-workshop
3.2 Instructiebeeldmateriaal Op het bedrijfsportaal bevinden zich verschillende instructiefilms. De films zijn voor iedere medewerker toegankelijk. Deze films zijn ter ondersteuning van de PAM-er / RSI-contactpersonen om informatie te verstrekken aan zijn colllega’s aan op de afdeling. De instructiefilms staan bij Services/Instructiefilms Arbeidsomstandigheden.
3.3 Folder werken met beeldschermen De folder informeert over de risico’s op klachten bij repeterende bewegingen en over maatregelen om klachten te voorkomen. De folder is in het Nederlands en Engels te krijgen bij o.a. de Servicedesk ARBO, AMD, PIP. Hij is ook te downloaden van de PAM-Teamsite en www.ru.nl/amd/ arbo-gezondheid/rsi-kans. Bij diverse cursussen en bij de aanstelling van een nieuwe medewerker wordt de folder uitgereikt.
PAM module 2 RSI/KANS
7
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
3.4 RSI/KANS preventiewerkplek Expositie van een juist ingerichte werkplek met o.a.diverse werkstoelen, een verstelbaar bureau, hulpmiddelen en ergonomische pipetten zijn aanwezig. Deskundigen zijn aanwezig voor een advies. De preventieplek is vrij te bezoeken tijdens een inloopspreekuur. Tijden zijn te vinden op intranet: Services/ARBO/Werkplekadvies. Daarnaast is een bezoek op afspraak mogelijk. Neem voor vooroverleg contact op met de
[email protected]
3.5 Werkplekonderzoek Indien een individueel werkplekonderzoek is gewenst onderzoekt de RSI-contactpersoon in eerste instantie de werkplek. Bij fysieke klachten/ beperkingen kun men een afspraak maken met de bedrijfsarts. Hij/zij kan op medische indicatie een werkplekonderzoek door een deskundige op locatie aanvragen Een werkplekonderzoek bestaat uit een beoordeling van de werkplek en de werkhouding, een schriftelijke rapportage met adviezen en een evaluatie.
3.6 RSI pauzesoftware Het pauzesoftwareprogramma RSI-Watcher is een hulpmiddel om RSI/ KANS te voorkomen. Het systeem registreert het muis- en toetsenbord gebruik. Aan de hand hiervan worden, op basis van persoonlijke instellingen, regelmatig een onderbreking aangeboden. Het programma geeft waarschuwingen wanneer de computer langer en/of vaker wordt gebruikt dan door de gebruiker zelf ingestelde maxima. Het programma, RSI-Watcher, kan worden aangevraagd bij de servicedesk ICT.
3.7 Fysieke aanpak Klachten aan het bewegingsapparaat ontstaan vaak omdat de balans belasting – belastbaarheid is verstoord. Om de balans te herstellen zijn er binnen het UMC St Radboud diverse mogelijkheden. In het Universitair Sportcentrum (USC) kunnen medewerkers van het UMC St Radboud tegen een gereduceerd tarief sporten.Een groepstraining met aandacht voor nek-, schouder- en rugklachten die uitgaat van de mogelijkheden in plaats van de beperkingen.
PAM module 2 RSI/KANS
8
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
3.8 Workshop RSI Scanner De RSI scanner is een workshop op aanvraag voor medewerkers samen met hun leidinggevende. De afdeling krijgt op een levendige manier inzicht in de problemen en de oplossingrichting. Het doel is om gezamenlijk tot een afdelingsgericht RSI/KANS-beleid te komen. Door het spelen van het spel bespreken medewerkers met hun leidinggevende de sterktes en zwaktes van hun afdeling als het om RSI/KANS preventie gaat. Duidelijk wordt, waar RSI/KANS een individueel probleem is en waar een afdelingsprobleem. Na deze inventarisatie bepalen de deelnemers welke actiepunten ze willen aanpakken en wie daarbij wanneer wat gaat doen. De workshop neemt een dagdeel in beslag.
3.9 Omgaan met werkstress Diverse trainingen gericht op omgaan met werkstress leert medewerkers om stresssignalen in een vroegtijdig stadium te herkennen en maatregelen te nemen tegen oorzaken van stress in de eigen werksituatie. De bedrijfsmaatschappelijk werker kan desgevraagd een cursus inzetten op groepsof afdelingsniveau.Meer informatie op intranet; Mijn ontwikkeling of via de
[email protected].
PAM module 2 RSI/KANS
9
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
PAM module 2 RSI/KANS
10
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
4. Aan de slag 4.1 Probleemanalyse Voorbereiding De risico’s op RSI worden geïnventariseerd door het in vullen van checklisten. Voor het toetsen van de werksituatie zijn vragenlijsten ontwikkeld. De vragenlijsten zijn ingedeeld in ergonomisch /werkplekgerichte aspecten en functie-inhoudelijk gerichte aspecten. De checklist wordt ingevuld door de RSI-contactpersoon. De checklist wordt voor elke functiegroep ingevuld. De RSI-contactpersoon krijgt inzicht in welke risico’s er zijn. De score bepaalt welke maatregelen er genomen moeten worden. Er zijn drie taakgebieden met risico op RSI: • • •
Beeldschermwerk; Laboratoriumwerk; Baliewerk.
Met de ingevulde checklist en de achtergrondinformatie kun je aan de slag om de knelpunten aan te pakken. Het gedrag, de ergonomie, de hulpmiddelen, een stapsgewijze instelling van de werkplek en de omgevingsaspecten, de psychosociale belasting en de gevolgen voor het lichaam worden beschreven. De relevante onderwerpen kun je oppakken. Advies Het inzetten van de checklisten brengt de risico’s in kaart. Daaruit volgt een plan van aanpak waarin zaken aan de orde komen als: • • • •
voorlichting en instructie; inzet van diverse instrumenten; evaluatie van de resultaten; borging van de resultaten.
De instrumenten van het preventieprogramma kunnen, afhankelijk van de problematiek op de afdeling en de wensen van het management worden ingezet. De uitkomsten van de inventarisatie worden vastgelegd in een plan van aanpak met adviezen. Hierin wordt aangegeven welke maatregelen de risico’s op RSI verminderen.
PAM module 2 RSI/KANS
11
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
Evaluatie Na een half jaar wordt aan de hand van het plan van aanpak en het advies geëvalueerd. De resultaten worden besproken en er wordt gekeken of aanvullende maatregelen nodig zijn. Borging Het probleem RSI blijft op de loer liggen. Een eenmalige actie is onvoldoende. RSI moet onder voortdurende aandacht blijven. Hiervoor is een taak weggelegd voor de RSI-contactpersoon. Mogelijkheden hiervoor zijn onder andere: • • • • • • • •
arbeidsrisico’s benoemen bij het inwerkprogramma nieuwe medewerkers; nieuwe medewerkers instrueren over het inrichten van de werkplek; nieuwe medewerkers workshop aanbieden; (nieuwe) mederwerkers wijzen op het bestaan van de preventieplek; RSI / KANS als onderwerp op de agenda van het werkoverleg; herhaling van de workshop; ergonomische aspecten meenemen bij aanschaf nieuwe materialen en apparatuur; jaarlijkse bijscholing van de PAM / RSI-contactpersoon.
4.2 Stapsgewijze instelling van de werkplek Kijk op intranet naar de film ‘de juiste instelling’. Bij Services onder de I van Instructiefilms Arbeidsomstandigheden. Observatie Voor het geven van feedback zijn het observeren en analyseren van gedrag met betrekking tot RSI van belang. Allereerst moet een RSI-contactpersoon in staat zijn om een beeldschermwerkplek te beoordelen. Een objectieve observatie kan aan de hand van een checklist. Dit is een goed hulpmiddel om de werkplek en werkhouding systematisch te beoordelen. De onderstaande punten komen aan de orde. Observatierichtlijnen werkplek • Beide voeten staan plat op de grond of op een voetensteun; • Er is genoeg ruimte voor een platte hand tussen de bovenbenen en de stoelzitting; • De ruimte tussen de knieholte en de stoelzitting is minimaal een vuist; • De hoek van de heupen is > 90°, de hoek van de knieën is > 90°; • Positie van de rugleuning ter hoogte van lendekromming (L4-L5); • De ellebogen moeten gesteund op de armleuning liggen, zonder dat de schouders opgetrokken zijn;
PAM module 2 RSI/KANS
12
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
• • • • • • •
Werkblad is ingesteld op ellebooghoogte: polsen en/of handen steunen op het werkblad; Het toetsenbord staat recht voor de gebruiker; De polsen zijn niet geknikt; De afstand van het gezicht tot aan het beeldscherm is ongeveer een armlengte; De bovenkant van het beeldscherm komt op ooghoogte, als men rechtop zit. Het toetsenbord en de muis staan dicht bij het lichaam Papieren en documenten liggen tussen toetsenbord en beeldscherm, eventueel op een documenthouder
Na de observatie worden de resultaten besproken. • • •
Wat heeft u als observator waargenomen? Wat is goed en wat gaat minder goed, zijn er knelpunten en/of belemmeringen? Wat kan verbeterd worden en hoe?
De werkhouding en werkplek bepalen samen het gedrag. Gekeken wordt of iemand risicovol (zit)gedrag vermijdt. Onder zitgedrag wordt verstaan de manier waarop iemand tijdens het werk op zijn stoel zit, het aantal keren dat de gebruiker van zithouding verandert en het aantal keren dat een gebruiker van zijn stoel opstaat. Dit gedrag wordt vergeleken met het zitgedrag dat als ‘gezond’ wordt gezien. Ergonomie Hieronder wordt per onderdeel van de werkplek het belang uitgelegd van een ergonomisch verantwoorde instelling. Tevens wordt stilgestaan bij de mogelijke fysieke gevolgen van het verkeerd instellen van de werkplek. De stoel Een goed ingestelde stoel kan de belasting van de lage rug en de nek verminderen. Daarvoor moet de stoel voldoende steun bieden aan het lichaam en aangepast kunnen worden aan de werkhouding. Alleen zo blijven de natuurlijke krommingen van de rug zoveel mogelijk in stand. De stoelen in het UMC St Radboud voldoen aan de ergonomische richtlijnen. Alle onderdelen van de stoel dienen naar de lichaamsverhouding te worden ingesteld. Hierbij wordt de hoogte zo ingesteld dat de benen in een hoek zijn van 90 graden. De lengte van de zitting, de zitdiepte, is van belang ter voorkoming van het afknellen van de onderbenen. De armleggers worden op een hoogte ingesteld zodat de armen ook een hoek van 90 graden vormen. De rughoek kan aangepast worden door de rugleuning meer naar voren of meer naar achteren in te stellen.
PAM module 2 RSI/KANS
13
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
Het werkblad De hoogte van het werkblad is te bepalen aan de hand van de hoogte van de armsteun. Na het instellen van de bureaustoel kan de werkhoogte bepaald worden. Het beste is als dit kan door een instelbare werktafel. Instelbaar wil zeggen dat er met behulp van gereedschap de werktafel hoger of lager ingesteld kan worden. Heeft de werktafel een vaste hoogte dan kan met behulp van een voetensteun het geheel passend worden gemaakt. Bij flexwerk-plekken zijn verstelbare werktafels onmisbaar. Als meerdere gebruikers dezelfde werkplek delen moet het bureau vanuit zitpositie in hoogte ingesteld kunnen worden. Verstelbare werktafels zijn er met elektrische bediening of met een handbediening. Heeft een werktafel van een flexplek een vaste hoogte dan is een verstelbare voetensteun met voetbediening onmisbaar. Bij nieuw in te richten ruimten met flexwerkplekken is het aan te raden offertes te vragen voor beide opties. Donkere werkbladen worden afgeraden omdat dit erg onrustig is voor de ogen door verschillen in helderheid tussen papieren en werkblad. Aanbevolen wordt een licht getint doch niet spiegelend reflecterend bovenblad. Onder het werkvlak dient voldoende been- en voetruimte aanwezig te zijn voor de werknemer. De benodigde breedte van de vrije been- en voetruimte bedraagt 70 cm. Het beeldscherm Het beeldscherm staat recht ten opzichte van de gebruiker om een gedraaide rug en nek te voorkomen. De kijkafstand en kijkhoogte van het beeldscherm zijn belangrijk voor een goede werkhouding. De kijkafstand ligt bij 17 inch beeldschermen tussen de 60 en 85 cm en bij 19 inch schermen tussen de 70 en 95 cm. Hoe groter het beeldscherm hoe verder de kijkafstand. Let hierbij op 21 inch breedbeeld beeldschermen. Deze hebben doorgaans een lagere resolutie waardoor de kijkafstand van 19 inch aangehouden kan worden
PAM module 2 RSI/KANS
14
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
Wat betreft de kijkhoogte is bij recht vooruitkijken de bovenste rand van het beeldscherm zichtbaar. Tijdens het werken gaan de ogen vanzelf ongeveer 30 % lager kijken. Hierdoor kijkt men op het deel van het beeldscherm uit waar doorgaans de tekst staat. Staan beeldschermen te hoog dan kijken gebruikers vanuit hun nek omhoog. Door de in hoogte instelbaarheid van de huidige beeldschermen, zijn monitorhouders meestal overbodig. De huidige beeldschermen ondervinden geen hinder van spiegelingen. Een tegenlichtsituatie is altijd af te raden omdat dit door het grote contrast hinderlijk is voor de ogen. De beste plaats voor een beeldscherm is haaks ten opzichte van het raam. Het toetsenbord Het standaard toetsenbord in het UMC St Radboud is zwart met witte tekens. Voor medewerkers die gevoelig zijn voor het omschakelen met de ogen (papier is wit met zwarte tekens) blijven witte toetsenborden leverbaar. Een toetsenbord heeft een QWERTY indeling en moet zo plat mogelijk zijn: maximaal 4 cm ter hoogte van de middelste rij toetsen (ASDF). Door de pootjes in te klappen worden onnodige strekkingen van polsen voorkomen. Indien medewerkers blind kunnen typen kan een ergonomisch toetsenbord ingezet worden om klachten van de polsen te voorkomen. Een ergonomisch toetsenbord is gesplitst zodat de helften zo ingesteld kunnen worden dat de polsten recht blijven tijdens typen. Dergelijke toetsenborden kunnen via leveranciers worden uitgeprobeerd.
De muis De muis dient dichtbij het lichaam te worden gebruikt. Op die manier hoeft de arm niet ver te reiken. De spieractiviteit van de nek- en schouderspieren loopt dan niet te hoog op. De standaard muis is symmetrisch waardoor hij rechts- en linkshandig is te gebruiken. Er ontstaan veel gezondheidsklachten door intensief muisgebruik. Meestal willen gebruikers
PAM module 2 RSI/KANS
15
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
een andere muis om klachten te verminderen. Echter de beste oplossing is de muis af te wisselen met sneltoetsen. In de bijlage is een lijst met sneltoetsen opgenomen. De laptop
Werkhouding met laptop
met laptophouder
Er wordt steeds meer met laptops gewerkt. Extra aandacht is hierbij van belang. Een laptop mag niet langer dan 2 uur per dag worden gebruikt tenzij deze is uitgerust met een laptophouder of dockingstation, los toetsenbord en losse muis. Dit komt omdat het beeldscherm vastzit aan het toetsenbord en er daardoor geen juiste werkhouding aangenomen kan worden. Langdurig achter een laptop werken zonder hulpmiddelen kan in korte tijd leiden tot ernstige gezondheidsklachten. •
PAM module 2 RSI/KANS
Een laptophouder is een houder waarop de laptop kan worden geplaatst. Met een laptopstation kan het beeldscherm van de laptop snel en gemakkelijk op elke gewenste hoogte worden geplaatst, waardoor een (meer) verantwoorde werkhouding ontstaat. In combinatie met een los toetsenbord en een losse muis beschikt men op deze manier toch over een verantwoorde werkplek.
16
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
•
Een dockingstation is een soort ‘dock’, vergelijkbaar met een scheepsdok (haven) waarin de laptop kan worden geklikt. Aan het dock zitten een los beeldscherm, toetsenbord en muis. Voordeel van een dockingstation ten opzichte van de laptophouder is het grotere beeldscherm dat wordt aangesloten.
Accessoires en hulpmiddelen Ter voorkoming van RSI-klachten kan gebruik worden gemaakt van een aantal accessoires en hulpmiddelen, In dit hoofdstuk wordt een aantal hulpmiddelen toegelicht. In de bijlage NR 6.5 staat een lijst met voorbeelden van andere hulpmiddelen. Verder staan daar verwijzingen naar informatie op internetsites De voetensteun Voor sommige mensen is een voetensteun gewenst. Bij de richtlijnen voor het instellen van het meubilair wordt ingegaan op het belang van de voetensteun en wanneer een voetensteun noodzakelijk is. De voetensteun moet een stroef oppervlak hebben en stabiel zijn. Bovendien moet de voetensteun groot genoeg zijn; het steunvlak moet minimaal 45 cm breed en 35 cm diep zijn. De voetensteun heeft bij voorkeur een voetbediening. De documenthouder Als er tijdens het beeldschermwerk veel gebruik wordt gemaakt van documenten is het raadzaam een documenthouder te gebruiken. Hiermee kan het te lezen document rechtop geplaatst worden, zodat het hoofd niet frequent gebogen en/of gedraaid hoeft te worden. Een buiging van meer dan 20 graden vormt een risico voor het ontwikkelen van nek- en schouderklachten, omdat dan de lastarm te groot wordt. De nekspieren moeten bij een te grote buiging van het hoofd veel activiteit verrichten omdat ze het gewicht van het voor-overgebogen hoofd moeten dragen. Bovendien wordt het document vaak voor of naast het toetsenbord gelegd, waardoor de beeldschermgebruiker het hoofd en vaak ook de romp draait om het document te kunnen lezen. Zorg dat de documenthouders in hoogte verstelbaar is.
PAM module 2 RSI/KANS
17
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
Beeldschermbril Voor mensen met een leesbril kan een beeldscherm bril ondersteunend zijn.(Zie bijlage 6.4) Telefoon De telefoon staat op een goed bereikbare plaats, hij kan worden opgenomen zonder de armen te strekken. Hij staat aan de kant van het beeldscherm van de hand die wordt gebruikt bij het oppakken. Indien veel wordt getelefoneerd in combinatie met beeldschermwerk is een headset aan te raden.
4.3 Omgevingsfactoren De omgevingsfactoren van de werkplek zijn ook van invloed op het risico van RSI-klachten. Eerst wordt stilgestaan bij de verlichting, het klimaat en tot slot het geluid.. Als laatste wordt een aantal richtlijnen gegeven om de omgevingsaspecten van de werkplek te verbeteren. De verlichting Het verlichtingsniveau van de beeldschermwerkplek moet tussen 300 en 500 lux (eenheid van lichtsterkte) liggen. Doorgaans is de verlichting in werkruimten voldoende, alleen bij specifieke werkzaamheden is dit soms onvoldoende. In de praktijk komt het erop neer dat ter voorkoming van een te grote verlichtingssterkte deugdelijke dagverlichting en helder heidwering aanwezig moeten zijn. Helderheidwering in de vorm van lichtdichte verticale lamellen is een goede keuze, omdat dit type daglichtwering contact met buiten mogelijk maakt. Om de warmte te weren is buitenzonwering een goede keuze. Bureaulampen kunnen worden gebruikt als lokale verlichting ter aanvulling van het algemene verlichtingsniveau. Meer informatie: hoofdstuk 2 Het klimaat Het binnenklimaat is vaak een bron van klachten, Vooral droge lucht (lage relatieve vochtigheid), vaak veroorzaakt door stof en /of de verwarmings- en ventilatiesystemen, is oorzaak van veel klachten. De aanbevolen temperatuur ligt in de zomer tussen de 23°C en 26°C en in de winter tussen de 20°C en 24 °C. Beeldschermen en de PC’s produceren warmte hiermee moet rekening worden gehouden. Voorkom dat medewerkers in de tocht zitten. Plaats werkplekken niet onder of in de buurt van de inblaasroosters.
PAM module 2 RSI/KANS
18
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
Het geluid In kantoor- en lab omgevingen kan er sprake zijn van geluidshinder door gelijktijdig telefoneren, overleg in de ruimte en apparatuur die geluid produceert. Probeer taken zoveel mogelijk te scheiden.
4.4 Psychosociale belasting Naast de fysieke belasting en omgevingsfactoren spelen ook psychosociale factoren een rol bij het veroorzaken van klachten aan het bewegingsapparaat van de bovenste extremiteiten. Voorbeelden zijn: een hoge werkdruk, het ervaren van een gebrek aan sociale steun van leidinggevende dan wel collega’s, monotoon en/of weinig stimulerend werk en een gebrek aan controle (weinig regelmogelijkheden). In module 5.1 wordt hier uitgebreider op in gegaan.
PAM module 2 RSI/KANS
19
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
PAM module 2 RSI/KANS
20
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
5. De rol als adviseur 5.1 Aandacht voor het gedrag Allereerst dient de RSI-contactpersoon de aandacht van de collega’s te trekken. Dat betekent dat hij moet weten hoe deze personen het best aangesproken kunnen worden, via welke weg en welke methode. Je kunt groepsvoorlichting organiseren maar ook op individueel niveau aan de slag. Medewerkers moeten bewust zijn van de risico’s en problemen op het gebied van langdurig beeldschermwerk. Mensen staan vaak niet open voor dingen waarin ze niet geïnteresseerd zijn.
5.2 Begrijpelijke taal Het is van groot belang dat de voorlichting die gegeven wordt ook begrijpelijk is. De informatie moet aansluiten bij het kennisniveau van de medewerker. Enkele mogelijkheden om de begrijpelijkheid te verbeteren zijn onder andere: • • • •
eenvoudig aanbieden, specifieke instructies, herhalen van de belangrijkste zaken, schriftelijk- en beeld materiaal als aanvulling op mondelinge instructies.
5.3 Attitude Als de informatie begrepen is, verandert daarmee nog niet meteen het gedrag. Eerst zullen mensen een afweging maken van de voor- en nadelen die aan overbelasting vermijdend gedrag verbonden zijn. Daarom is het van groot belang dat de RSI-contactpersoon probeert aan te geven waarom het zo belangrijk is overbelasting te vermijden. De RSI-contactpersoon legt uit aan zijn collega’s wat de voordelen van overbelasting vermijdend gedrag. Het is beter om de voordelen te benoemen dan in te gaan de negatieve gevolgen van overbelasting; namelijk het krijgen van klachten.
5.4 Intentie Een verandering in het gedrag is afhankelijk van de sociale omgeving, dus van de afdeling waarop men werkt. Op de afdeling moet een sfeer heersen waarin overbelasting vermijdend gedrag aangemoedigd en wordt
PAM module 2 RSI/KANS
21
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
beloond. Om dat te bereiken kan de RSI-contactpersoon het onderwerp bespreekbaar maken tijdens het werkoverleg. De leidinggevende speelt hierin ook een belangrijke rol. Het is van belang dat de medewerkers een inschatting kunnen maken van hun eigen effectiviteit. Ze moeten in staat zijn achten overbelasting tijdens het werk te vermijden. Om dat te bereiken kan de RSI-contactpersoon zorgen dat: medewerkers • • •
PAM module 2 RSI/KANS
voldoende kennis hebben om overbelasting te vermijden; de vaardigheden bezitten om overbelasting te vermijden (de werkplek zelf kunnen instellen, etc.); weten dat ze bij de RSI-contactpersoon moeten zijn als er problemen zijn op het gebied van RSI.
22
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
6. Bijlagen 6.1: Checklisten 6.2: Sneltoetsen 6.3: Hulpmiddelen 6.4: Internetsites
PAM module 2 RSI/KANS
23
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
6.1 Checklisten Checklist beeldschermwerk (balie, lab) Handleiding Vul de checklist in per functiegroep en maak aan de hand van de toelichting een plan van aanpak. Datum: Werkeenheid: Functies: ¨¨ ¨¨ ¨¨ ¨¨ ¨¨ ¨¨
Administratieve en secretariële medewerkers Artsen en arts-assistenten Onderzoekers Laboranten Verpleegkundigen en verpleegassistenten Anders, nl.:
Blok 1: Werktaken
Ja
Nee
1.
De functies bestaan uit een combinatie van verschillende taken.
0
1
2
Medewerkers hebben de mogelijkheid om zelf tempo, volgorde en methode van werk te kiezen.
0
1
3
Medewerkers hebben uitdagingen in het werk.
1
0
Ja
Nee
Totaal Score: Bij 2 punten of meer: zie toelichting Blok 2: Werktijden 1.
Er wordt regelmatig langer dan zes uur per dag gewerkt aan het beeldscherm.
1
0
2
Beeldschermwerktaken worden regelmatig afgewisseld met niet beeldschermwerktaken.
0
1
3
Er wordt regelmatig overgewerkt (uitgaande van een werkdag van 8 uur).
1
0
4
Er wordt gebruik gemaakt van het pauzesoftwareprogramma RSI-watcher.
0
1
Blok 3: Werklast
Ja
Nee
1.
Er is sprake van een hoge werkdruk.
1
0
2
Er kan geconcentreerd worden gewerkt.
0
1
Totaal Score: Bij 2 punten of meer: zie toelichting
PAM module 2 RSI/KANS
24
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
3
De beschikbare software is handig en efficiënt.
0
1
4
Het doel van de werkzaamheden is duidelijk.
0
1
Ja
Nee
Totaal Score: Bij 2 punten of meer: zie toelichting Blok 4: Werkplek Beeldscherm 1.
De beeldschermen staan op de juiste kijkafstand.
0
1
2
De beeldschermen zijn groot genoeg om alles te kunnen overzien.
0
1
3
De beeldschermen staan op de juiste kijkhoogte.
0
1
Totaal Score: Bij 2 punten of meer: zie toelichting Werkopstelling 4
De beeldschermen staan recht voor de medewerkers.
0
1
5
Er wordt gewerkt met laptop of notebook.
1
0
6
De juiste voorzieningen voor het werken met een laptop zijn aanwezig.
0
1
7
De stoelen kunnen worden aangepast aan de lichaamsafmetingen van gebruikers.
0
1
8
De werktafels zijn voldoende in hoogte instelbaar.
0
1
9
Er zijn flexwerkplekken.
1
0
10
De flexwerkplekken hebben verstelbare bureaus.
0
1
11
Het werkvlak is voldoende diep om het beeldscherm op juiste kijkafstand te plaatsen.
0
1
12
De beenruimte onder het werkvlak is voldoende.
0
1
13
De werkbladen zijn inclusief draagconstructie aan de voorzijde dikker dan 5 cm.
1
0
14
Er zijn voldoende verstelbare documenthouders beschikbaar.
0
1
15
Er zijn voldoende in hoogte verstelbare voetsteunen beschikbaar.
0
1
16
Er zijn headsets beschikbaar voor het gelijktijdig telefoneren en typen.
0
1
Totaal Score: Bij 2 punten of meer: zie toelichting Toetsenbord en muis
PAM module 2 RSI/KANS
25
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
17
De kabels zijn lang genoeg om de werkplek goed in te richten.
0
1
18
De muizen zijn goed ingesteld voor links- en rechtshandigen.
0
1
19
Het gebruik van de muis wordt afgewisseld met het gebruik van het toetsenbord.
0
1
20
Het gebruik van de muis wordt afgewisseld met sneltoetsen.
0
1
Totaal Score: Bij 2 punten of meer: zie toelichting Werkomgeving 21
De beeldschermen staan haaks op het raam.
0
1
22
Er zijn spiegelingen van lichtbronnen, vensters of lichte wanden in het beeldscherm.
1
0
23
Er is voldoende licht op de werkplek.
0
1
24
Er is last van tocht op de werkplek.
1
0
25
Er is last van hinderlijk geluid.
1
0
Totaal Score: Bij 2 punten of meer: zie toelichting
PAM module 2 RSI/KANS
26
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
6.2 Sneltoetsen Als u wilt dat het Help-venster het hele scherm beslaat, drukt u op ALT+SPATIEBALK en vervolgens op X. Als u het vorige formaat en de locatie van het venster wilt herstellen, drukt u op ALT+SPATIEBALK en vervolgens op R. Als u dit onderwerp wilt afdrukken, drukt u op CTRL+P. Welke functietoetscombinatie wilt u gebruiken? Functietoets SHIFT+Functietoets CTRL+Functietoets CTRL+SHIFT+Functietoets ALT+Functietoets ALT+SHIFT+Functietoets CTRL+ALT+Functietoets Functietoets F1
On line Help of de Office-assistent
F2
Tekst of figuren verplaatsen
F3
Een AutoTekstfragment invoegen (nadat Word het fragment heeft weergegeven)
F4
Laatste bewerking herhalen
F5
Ga naar uitvoeren (opdracht in menu Bewerken)
F6
Volgend deelvenster of frame
F7
Spelling (opdracht in menu Extra) uitvoeren
F8
Selectie uitbreiden
F9
Geselecteerde velden bijwerken
F10
Menubalk activeren
F11
Naar volgende veld gaan
F12
De opdracht Opslaan als uitvoeren (menu Bestand)
SHIFT+Functietoets
PAM module 2 RSI/KANS
SHIFT+F1
De contextgevoelige Help-functie starten of de opmaak weergeven
SHIFT+F2
Tekst kopiëren
SHIFT+F3
Hoofdletters/kleine letters van tekst wijzigen
SHIFT+F4
Zoeken of Ga naar herhalen
SHIFT+F5
Naar vorige wijziging gaan
SHIFT+F6
Naar het vorige deelvenster of frame gaan
27
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
SHIFT+F7
De opdracht Synoniemen uitvoeren (menu Extra, vervolgmenu Taal)
SHIFT+F8
Selectie verkleinen
SHIFT+F9
Schakelen tussen veldcode en veldresultaat
SHIFT+F10
Snelmenu weergeven
SHIFT+F11
Naar het vorige veld gaan
SHIFT+F12
De opdracht Opslaan uitvoeren (menu Bestand)
CTRL+Functietoets CTRL+F2
De opdracht Afdrukvoorbeeld uitvoeren (menu Bestand)
CTRL+F3
Knippen naar de Prikker
CTRL+F4
Het venster sluiten
CTRL+F5
Vorig formaat document-venster
CTRL+F6
Naar volgende venster gaan
CTRL+F7
De opdracht Verplaatsen uitvoeren (Systeemmenu)
CTRL+F8
De opdracht Grootte (Systeemmenu)
CTRL+F9
Leeg veld invoegen
CTRL+F10
Maximum grootte document venster
CTRL+F11
Veld vergrendelen
CTRL+F12
De opdracht Openen uitvoeren (menu Bestand)
CTRL+SHIFT+Functietoets
PAM module 2 RSI/KANS
CTRL+SHIFT+F3
De inhoud van de Prikker invoegen
CTRL+SHIFT+F5
Bladwijzer bewerken
CTRL+SHIFT+F6
Naar vorige venster gaan
CTRL+SHIFT+F7
Gekoppelde informatie in een Word brondocument aanpassen
CTRL+SHIFT+F8
Een selectie of een blok uitbreiden (druk vervolgens op een pijltoets)
CTRL+SHIFT+F9
Veld ontkoppelen
CTRL+SHIFT+F10
Liniaal activeren
CTRL+SHIFT+F11
Veld ontgrendelen
CTRL+SHIFT+F12
De opdracht Afdrukken uitvoeren (menu Bestand)
28
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
ALT+Functietoets ALT+F1
Naar het volgende veld gaan
ALT+F3
Een AutoTekst-fragment maken
ALT+F4
Word afsluiten
ALT+F5
Vorig formaat toepassings-venster
ALT+F7
Het volgende foutief gespelde woord of de volgende gram-maticale fout zoeken. Het selectievakje Spelling controleren tijdens typen moet zijn ingeschakeld (menu Extra, dialoogvenster Opties, tabblad Spelling & Grammatica).
ALT+F8
Macro uitvoeren
ALT+F9
Schakelen tussen alle veldcodes en alle veldresultaten
ALT+F10
Maximum grootte toepassings venster
ALT+F11
Microsoft Visual Basic-code weergeven
ALT+SHIFT+Functietoets ALT+SHIFT+F1
Naar vorige veld gaan
ALT+SHIFT+F2
De opdracht Opslaan uitvoeren(menu Bestand)
ALT+SHIFT+F9
GOTOBUTTON of MACROBUTTON uitvoeren vanuit het veld dat veldresultaten weergeeft
ALT+SHIFT+F11
Microsoft Visual Studio-code weergeven
CTRL+ALT+Functietoets CTRL+ALT+F1
Microsoft-systeem-informatie weergeven
CTRL+ALT+F2
Openen (opdracht in menu Bestand)
In het Windowscherm staat ook een aantal letters onderstreept. Door de CTRL-toets in de drukken samen met de onderstreepte letter wordt de desbetreffende functie uitgevoerd.
PAM module 2 RSI/KANS
29
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
WORD Sneltoetsen
PAM module 2 RSI/KANS
Afdrukken
ctrl+P
Afdrukvoorbeeld
ctrl+F2
Alles selecteren
ctrl+A
Alinea omhoog \ omlaag
ctrl / ctrl ¯
Begin volgende pagina
alt+ctrl+pg-down
Begin vorige pagina
alt+ctrl+pg-up
Bestand opvragen (openen)
ctrl+O
Centreren
ctrl+E
Commentaar
alt+ctrl+M
Cursief
ctrl+i
Documenten wisselen
ctrl+F6
Einde
alt+F4
Help
F1
Inspringen
ctrl+M
Knippen
ctrl+X
Kopiëren
ctrl+C
Lettertype
ctrl+D
Linkerkantlijn opheffen (tab terug)
ctrl+T
Onderstrepen enkel
ctrl+U
Opslaan als
F12
Opslaan
ctrl+S
Plakken
ctrl+V
Spellingscontrole
F7
Sprong rechts
tab
Subscript
ctrl+gelijkteken
Superscript
ctrl+plusteken
Synoniemenlijst
shift+F7
Tekst met 1 pnt vergroten/verkleinen
ctrl+] / ctrl+[
Tekst selecteren
shift+pijltjestoets
Verwijderen tot einde pagina
shift+¯, delete
Verwijderen tot einde regel
shift+end, delete
Vet
ctrl+B
Voetnoten
alt+ctrl+F
30
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
Outlook Sneltoetsen
PAM module 2 RSI/KANS
Adresboek
ctrl+shift+B
Afspraak
ctrl+shift+A
Allen beantwoorden
ctrl+shift+R
Beantwoorden
ctrl+R
Contactpersoon
ctrl+shift+C
Doorsturen
ctrl+F
Doorsturen als bijlage
ctrl+alt+F
Nieuw e-mailbericht
ctrl+N
Naar map verplaatsen
ctrl+shift+V
Plakken
ctrl+V
Vergaderverzoek
ctrl+shift+Q
Verzenden
ctrl+enter
Verwijderen
ctrl+D
31
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
PAM module 2 RSI/KANS
32
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
6.3 Hulpmiddelen Ergonomische hulpmiddelen Ter voorkoming van RSI kan gebruik worden gemaakt van een aantal hulpmiddelen. Nogmaals willen wij hier benadrukken dat het hoofdzakelijk gaat om de afwisseling in houding en in werk-rust verhouding. Hieronder wordt een aantal hulpmiddelen toegelicht, gevolgd door de hulpmiddelengids die beknopt de belangrijkste eisen bij de hulpmiddelen geeft. •
•
•
•
•
• •
• • •
PAM module 2 RSI/KANS
Gesplitst toetsenbord: Hiermee kan de natuurlijke stand van de handen/polsen zoveel mogelijk gehandhaafd worden, onnatuurlijke draaiing in de pols wordt vermeden. Het toetsenbord is in twee, bij voorkeur instelbare, delen gesplitst; deze alleen geschikt voor medewerkers die blind kunnen typen. Dit toetsenbord is ook beschikbaar met een los numeriek gedeelte. Mini toetsenbord: Dit is een toetsenbord zonder numeriek gedeelte. De muis kan dicht bij het lichaam gebruikt worden. Het toetsenbord is ook goed combineerbaar met een laptop doordat het compact is en meegenomen kan worden in de laptoptas. Armsteunen: Goede ondersteuning van de armen vermindert de belasting van de schouderspieren. Vooral ondersteuning van de achterzijde van de onderarm (ter hoogte van de elleboog) is van belang. Polssteunen: Polssteunen zijn alleen bedoeld om de pols op te leggen als men niet werkt. Bovendien kan op deze manier getraind worden om de pols recht te houden. Ondersteuning van de pols tijdens werken kan ertoe leiden dat de pols helemaal niet meer bewogen wordt en elke beweging dus vanuit de polsdraaiing en vingerstrekking gehaald moet worden, dit kan negatieve gevolgen hebben. Bureaulessenaars: Deze zijn geschikt voor taken waarbij beeldschermwerk aan dezelfde tafel wordt afgewisseld met lees- en schrijfwerk, in ongeveer dezelfde verhouding. Een bureaulessenaar heeft een rechte zithouding als gevolg, omdat documenten naar de ogen toe worden gebracht. Headsets: Deze zijn nuttig wanneer beeldschermwerk moet worden gecombineerd met veel telefoneren. Bureauhoekoplossingen: Middel om de ruimte in een hoek opstelling van twee tafels te vergroten, zodat de juiste afstand tot het toetsenbord en de monitor kan worden ingesteld indien de tafelpoot niet in de weg zit. Docking station: Mogelijkheid om een laptop aan een beeldscherm te koppelen. Monitorverhogers: Deze zorgen ervoor dat een monitor op de juiste hoogte kan worden gezet. Beeldschermbril, zie uitgebreide toelichting
33
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
Pauzesoftware Inleiding De RSI pauzesoftware is een eenvoudig en doeltreffend instrument dat via het netwerk ter beschikking wordt gesteld aan gebruikers in de UMC st Radboud. Wat is pauzesoftware? Pauzesoftware ondersteunt de medewerker in een gezond werkgedrag. Het is een instrument dat kan signaleren of de beeldschermwerkzaamheden voldoende worden afgewisseld met andere werkzaamheden. Het woord ‘pauze’ is dus eigenlijk niet goed gekozen. Bedoeld wordt vooral het onderbreken van werkzaamheden waarbij langdurig in dezelfde houding wordt gewerkt of waarbij veel herhalende bewegingen voorkomen. Door het regelmatig afwisselen van deze werkzaamheden met taken waarbij gevarieerde bewegingen noodzakelijk zijn worden gezondheidsklachten voorkomen. Hoe werkt de pauzesoftware? Pauzesoftware geeft een signaal in beeld indien lang gebruik wordt gemaakt van het toetsenbord of de muis. De software registreert niet wat er met de computer gedaan wordt, maar alleen het klikken of bewegen van het toetsenbord en de muis. De software registreert of de computer daadwerkelijk actief is, en zal dus niet nodeloos signaleren. Een eierwekker die hangmatig is ingesteld reageert alleen op het verstrijken van de tijd en zal dus ook signaleren als dat niet nodig is. Het signaal van de software wordt gegeven volgens een patroon dat door de gebruiker zelf is aangegeven in de software. Doordat de medewerkers de software zelf in kunnen stellen en goed kunnen laten aansluiten bij de werkomstandigheden hoeft er geen irritatie te ontstaan over storingen tijdens de werkzaamheden. De software signaleert dus alleen als het nodig is! Verder is van belang dat deze software niet onverwacht ‘het beeld op zwart zet’. Indien dit noodzakelijk is kan er worden doorgewerkt en onderbreekt de medewerker de werkzaamheden op een moment dat dit wel kan. Zodoende sluit de software aan bij de visie dat een goed geïnformeerde en vaardige medewerker zelf verantwoordelijkheid kan dragen voor een gezonde wijze van werken. Wat zijn de mogelijkheden van de pauzesoftware? De software wordt door de gebruiker ingesteld via het menu dat geactiveerd wordt met een icoontje rechtsonder in het scherm. Twee soorten pauzemeldingen zijn beschikbaar.
PAM module 2 RSI/KANS
34
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
De micropauzes voor onderbrekingen van 10-20 seconden. Deze zijn geschikt voor frequente meldingen om kortdurend te pauzeren en eventueel eenvoudige oefeningen te doen. Langere pauzes, tot 10 minuten, kunnen ingesteld worden na 30-120 minuten werken. Deze zijn bedoeld om het moment aan te geven dat afwisseling met beweeglijke activiteiten gewenst is. In het schermpje dat verschijnt bij de langere pauzes bestaat de mogelijkheid tips in te zien en oefeningen te volgen. De software houdt rekening met het gebruik van een PC of laptop. Met een PC kun je ongeveer 6 uur werken op een dag, met een laptop ongeveer 2 uur. Het verstrijken van deze uren wordt door de software aangegeven. Indien gewenst kan ook een kortere periode voor de maximale werktijd worden ingesteld. Bijvoorbeeld omdat gezondheidsklachten merkbaar worden en/of hierover afspraken zijn gemaakt met de bedrijfsarts. Hoe gebruik je de pauzesoftware? Door het zorgvuldig instellen van de software kan de gebruiker een handig instrument tot zijn of haar beschikking krijgen om bij te dragen aan de preventie van gezondheidsklachten. Een instellingenhulp helpt de gebruiker een goede keuze te maken. Tijdens de werkdag kan de gebruiker in de ‘daginfo’ het gebruik van de computer en de pauzesoftware volgen. Na enige tijd is het voor de gebruiker interessant om over meerdere dagen grafieken in te zien en daarbij na te gaan hoe het werkpatroon verder te verbeteren is of de software anders ingesteld moet worden. Bij een goede werkwijze en goede software-instellingen, zie je geen meldingen van de pauze-software!
PAM module 2 RSI/KANS
35
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
Een beeldschermbril Inleiding Indien een medewerker gemiddeld langer dan twee uur per dag beeldscherm gebonden taken verricht en ouder is dan 40 jaar is het noodzakelijk om extra zorg te besteden aan het gezichtsvermogen. De leeftijd van veertig jaar heeft betrekking op de start van de levensfase waarin het gebruik van een leesbril in veel gevallen noodzakelijk wordt. Leesbril De leesbril corrigeert een natuurlijk verschijnsel, namelijk het onvoldoende in staat zijn kleine details op geringe afstand scherp waar te nemen. De leesbril is in feite een lens waarbij over het algemeen laag in het glas een correctie wordt geslepen die het mogelijk maakt in neerwaartse richting kleine details op een afstand van 30 tot 40 cm scherp te zien. De leesbril is zodoende goed bruikbaar bij de klassieke lees- en schrijfhouding. Beeldschermbril De leeshouding, het hoofd is naar beneden gericht, is voor langdurig beeldschermwerk niet gewenst. Het gebruik van een leesbril kan bij beeldschermwerk zelfs oorzaak van nekklachten zijn. De medewerker houdt dan het hoofd langdurig achterover om door het onderste deel van het brillenglas te kunnen kijken. In een goede werkopstelling is de kijkrichting bij beeldschermwerk horizontaal en de afstand tot het scherm is gelegen op 50 tot 70 cm. Dit betekent dat voor deze werktaak de klassieke leesbril veelal ongeschikt is. De beeldschermbril, aangepast aan de omstandigheden bij beeldschermwerk, biedt uitkomst. Soms heeft de werknemer recht op een tegemoetkoming. De voorwaarden voor een tegemoetkoming staan op KWINT.
PAM module 2 RSI/KANS
36
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
6.4 Internetsites Meer informatie over RSI Hieronder volgen een aantal Nederlandstalige internetsites over het onderwerp RSI. Ze worden hier vermeld zodat een ieder die behoefte heeft aan extra informatie deze eenvoudig kan vinden. • •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
PAM module 2 RSI/KANS
http://RSI.startpagina.nl Algemene startpagina omtrent RSI http://www.gr.nl Site van de gezondsraad waarop allerlei publicaties en activiteiten staan. http://www.beroepsziekten.nl Site van het Nederlands centrum voor beroepsziekten waarop je informatie kunt vinden over allerlei beroepsziekten en –aandoeningen. http://www.RSI.deas.harvard.edu/index.html Uitgebreide site over RSI. Onder andere over beleid, bieden ook diensten aan. Ze helpen organisaties bij het gezond maken en houden van beeldschermwerk. http://www.RSI-vereniging.nl De RSI-patiëntenvereniging. Informatie over onder andere behandeling, onderzoek, gezond werken en hulpmiddelen http://www.gezondheidsplein.nl Site met informatie over wat is RSI, hoe onstaat het, oefeningen, instellen van de werkplek. http://www.tifaq.com Typing Injury Faq is een zeer uitgebreide amerikaanse website. Veel informatie over hulpmiddelen, apparatuur, therapieën, software en links met andere sites. http:// www.muisarm.nl Deze site vormt een vraagbaak op het gebied van RSI en de muisarm van Stichting RSI Nederland. Het levert informatie-verstrekking over RSI, achtergronden en mogelijkheden tot preventie. http://www.stecr.nl Het platform reïntegratie heeft een link naar de STECR Werkwijzer ABBE-rsi. http://www.bbzfnv.nl/persgrrsi.html Site van het bureau beroepsziekten van de fnv met een link naar het rapport advies van de gezondheidsraad RSI in PDF-formaat. http://nvab.artsennet.nl Sitevan de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde.
37
© UMC St Radboud
Servicebedrijf HR
PAM module 2 RSI/KANS
38
© UMC St Radboud