Ve r v o lg o p le id in g t o t H ui sarts UMC St Radboud
J aa r v er sl ag 2007
1
Lijst met afkortingen AIOS
Vo o raf Beter worden in het UMC St. Radboud is in 2007 als motto door de Raad van Bestuur in het UMC ingevoerd. De huisartsopleiding sluit aan bij deze dynamische stelling met de afronding van een programma van onderwijsvernieuwing. Steeds meer wordt het belang van de kwaliteit van de opleidingspraktijk erkend als vitaal element voor de kwaliteit van de opleiding als geheel. Beter worden willen we vooral met behulp van toetsing en bevorderen van het leerklimaat in de opleidingspraktijk. Twee visitaties hebben onze organisatie gevoed in de wijze waarop er gewerkt wordt aan een permanente verbetering van de kwaliteit. Eén visitatie door de registratiecommissie (HVRC) om de erkenning van de opleiding te verlengen en één pilot-audit door de wetenschappelijke vereniging van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de zogeheten PAUK-H. Een audittraject dat voor alle 8 huisartsopleidingen plaats zal gaan vinden in de nabije toekomst. Onze inzet in 2007 is geweest om te behouden wat goed is en te verbeteren waar dat nodig is. Dat is een hele opgave, wetende dat de ‘trein’ ook gewoon door blijft rijden. Dit alles kan alleen maar met maximale inspanning van alle betrokkenen. Met de bereidheid van opleiders om zich mee te laten voeren in een nieuw onderwijsprogramma, met de bereidheid van aios om naast de inspanningen van het opleiden ook als kritische consument feedback te geven op het onderwijs en met het enthousiasme van de stafleden om met alle feedback ook weer aan de slag te gaan. En niet in het minst, met de inzet van de ondersteunende staf, die docenten en opleiders steeds weet te faciliteren om het onderwijs ook te kunnen realiseren. Allen dank hiervoor. B.J.A.M. Bottema
Arts in Opleiding tot Specialist
AIOTHO Assistent in Opleiding tot Huisarts en Onderzoeker AMCP
Arbo- en Milieu Contact Persoon
BEG
Biomedische Wetenschappen en Extramurale Geneeskunde
CHVG
College Huisarts Geneeskunde en Verpleeghuis Geneeskunde
ELWP
Externe LeerWerk Periode
HAN
Hogeschool Arnhem-Nijmegen
HAO
Huisarts Opleider
HVRC
Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie
HLWP
Huisarts LeerWerkPeriode
KNMG
Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst
KWAZO Kwaliteit van Zorg LAD
Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband
LWP
LeerWerkPeriode
LHV
Landelijke Huisartsen Vereniging
LOVAH Landelijke Organisatie van Assistent Huisartsen NHG
Nederlands Huisartsen Genootschap
OAMA
Opleiding Algemeen Militair Arts
OC
Onderwijscommissie
OR
Ondernemingsraad
PAOG
Post Academisch Onderwijs Geneeskunde
PVH
Project Vernieuwing Huisartsopleiding
RHO
Raad voor de Huisartsopleiding
ROVAH Regionaal Overleg Arts-assistenten Huisartsgeneeskunde SBOH
Stichting Beroeps Opleiding Huisartsen
SVUH
Samenwerkings Verband Universitaire Huisartsenopleidingen
TaS
Toetsing aan Standaarden
TEO
Toetsing, Evaluatie en Onderzoek van onderwijs
UMC
Universitair Medisch Centrum
VOHA
Vervolgopleiding tot Huisarts
VOVA
Vervolgopleiding tot Verpleeghuisarts
2
Vervolgopleiding tot Huisarts UMC St Radboud
P r a kti j k e n onde r w i j s J a a r v e rs la g 2007
I n hou d so pg a v e
Introductie
5
Algemene gegevens
9
Formatie
10
Aios
12
Leerwerkperioden en theoretisch onderwijs
14
Scholing opleiders
15
Logistiek
16
Relaties met derden
17
Publicaties
19
Introductie Algemeen Het is voor iedere aios weer een uitdaging om een goede balans te vinden tussen ‘werken’ en ‘leren’ in de huisartsopleiding. Aios worden zoveel mogelijk uitgenodigd om hun eigen onderwijsbehoeften in kaart te brengen en zelf aan te geven op welke wijze zij zich willen gaan ontwikkelen tot een competente huisarts. De competenties van de huisarts geven het vereiste niveau aan tot waar aios zich moeten ontwikkelen. De begeleiding en coaching van opleiders is er op gericht om die ontwikkeling te ondersteunen. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het coachen van en door opleiders. Wij willen opleidingspraktijken helpen “voorhoede” praktijken te worden. Niet alleen door onderwijsvaardigheden aan te leren, maar ook door in medisch-inhoudelijk opzicht te voldoen aan de hoogste kwaliteitsnormen voor de huisartspraktijk. De opleider biedt de aios immers identificatiemogelijkheden en zijn modelrol is van grote invloed op de ontwikkeling van de aios als huisarts. De betekenis van opleiders voor de huisartsopleiding wordt dan ook steeds groter. Door deze werkwijze ontwikkelt zich een netwerk van academische huisartspraktijken, waar sprake is van hoge kwaliteit huisartsenzorg. Opleiden is een steeds meer “gezamenlijke” inspanning van opleiders, aios en docenten.
Ontwikkelingen in de huisartsgeneeskunde De huisartsgeneeskunde ontwikkelt zich na de stelselherziening explosief. Ontwikkelingen zijn echter divers. Zij zijn mede afhankelijk van lokale afspraken en voorkeuren. Ketenzorg voor diabetes mellitus en COPD krijgt invulling. De GGZ volgt en de keten voor hart vaatziekten zal naar verwachting ook snel volgen. De POH is op veel plaatsen geïntroduceerd, maar nog niet overal goed ingebed. De volgende functionaris dient zich al aan: de POH GGZ. DBC’s worden onderhandeld en hebben grote gevolgen voor de ontwikkeling van samenhangende zorg en voor de organisatie van de huisartspraktijk. Grote samenwerkingsverbanden ontwikkelen zich. Die zullen eisen stellen aan de inhoudelijke inbreng van de deelnemende huisartsen. De organisatie van de ouderenzorg vraagt momenteel veel aandacht. Samenwerking met verpleeghuisartsen in de ouderenzorg is een aankomend thema. De huisartsopleiding bereidt nieuwe huisartsen voor op die ontwikkelingen. En op een toekomst die veelbelovend is, maar momenteel nog veel kanten op kan gaan . De opleiding wordt daarin beperkt doordat zij zelf ook midden in het krachtenveld staat, waarin niet alle bewegingen dezelfde kant opgaan. Eens te meer vinden wij het van groot belang dat aios leren de eigen positie binnen de zorg van de toekomst neer te zetten. In het besef dat de waarden die in de huisartsgeneeskunde altijd voorop hebben gestaan: continuïteit en persoonlijke en integrale zorg de beste garantie voor succes geven, naast doelmatige organisatie en kwaliteit van zorg. Er moet veel gebeuren om de positie van de huisarts te behouden en te versterken. Daar zijn bestuurlijke en organisatorische vaardigheden van de aankomende huisartsen onmisbaar voor. In een systeem van zorg met concurrentie en commercie is de plaats van de huisarts niet meer zo vanzelfsprekend als in het verleden. Successen in het verleden geven ook de huisarts geen garantie meer voor de toekomst.
Onderwijsactiviteiten Onderwijs aan aios De invoering van het raamcucriculum is afgerond, maar daarmee is niet vastgesteld dat het werk “klaar” is. Tijdens het implementatietraject wordt voortdurend gezocht naar verbetering. Aios krijgen
een
gefaseerd onderwijsprogramma aangeboden en het theoretisch programma ondersteunt het praktijkleren. 5
Het zoeken naar de juiste balans hierin en het borgen van de kwaliteit heeft in 2007 de voortdurende aandacht gehad. Het accent is daarmee verschoven van vernieuwen naar “borgen”.
Onderwijsinhoud Het instituutsonderwijs wil werkervaring en theoretisch onderwijs met elkaar verbinden op basis van het competentieprofiel van de huisarts. In jaar 1 ligt het accent op klinische vaardigheid bij zowel korte episodes als bij de start van chronische episodes zoals diabetes mellitus of COPD, de arts-patiënt communicatie en het verwerven van vaardig heden op het gebied van evidence based practice. In jaar 2 is er gelegenheid deficiënties aan te vullen met klinische stages. De aios kan zich dan ook voor bereiden op complexe aandoeningen in de huisartspraktijk, zowel somatisch als GGZ. Ook is er dan gelegenheid een differentiatie te starten. In jaar 3 wordt de huisarts voorbereid op de eigen praktijkvoering en het vormgeven aan beleid voor chronisch zieken. Begeleiding en sturing zijn noodzakelijk om in dit brede vakgebied artsen op te leiden. Zo’n begeleidingsmoment is het driemaandelijkse voortgangsgesprek. Dat helpt de aios een individueel opleidingsplan (IOP) op te stellen en zo de vorderingen bij het verwerven van de gewenste competenties in beeld te brengen. De wijze waarop het IOP ingezet wordt om richting te geven aan het leerproces van de aios zal nog veel aandacht vragen van de staf. Er bestaat geen sterker sturend mechanisme in het onderwijs dan toetsen. Het protocol Toetsen en Beoordelen is in 2007 voor alle aios toegepast. Voor het toetsen van competenties van de aios is de competentiebeoordelingslijst (ComBeL) in gebruik. Wij onderzoeken de betrouwbaarheid en validiteit van dit beoordelingsinstrument. Competenties laten zich niet toetsen met één toetsinstrument. Naast de ComBeL wordt de arts-patiëntcommunicatie getoetst en er vindt halfjaarlijks een kennisvoortgangstoets plaats. De opleider voert een aantal observaties uit aan de hand van een Korte Klinische Beoordelingslijst (KKB). Al deze toetsmomenten geven informatie over de vorderingen van de aios.
Structuur van het VOHA curriculum Het opleidingsplan, in 2006 goedgekeurd door de HVRC, kent de onderstaande structuur. De aios begint de opleiding in de huisartspraktijk. De invulling en de volgorde van de stages in het tweede jaar wordt bepaald door de regelgeving. Een klinische stage van een half jaar is verplicht. Daarnaast kan de aios één of meer van de volgende stages volgen; chronisch complexe problematiek en/of psychiatrische problematiek en/of een keuzestage. De keuzestage is bedoeld als voorbereiding op de differentiatie in het derde jaar maar kan ook gebruikt worden voor het opvullen van aangetoonde lacunes uit het eerste jaar. De opleiding wordt afgesloten met, bij voorkeur, 12 maanden in de huisartspraktijk, waarin de aios de gelegenheid krijgt differentiatiedoelen in de praktijk te brengen.
6
Voorbeeld van een Standaard programma
Nominaal
Eerste opleidings periode in de huis artspraktijk
Huisartspraktijk
12 -15 mnd
stages in een stageinrichting
ziekenhuis 6 mnd verplichte stage
6 – 15 mnd
GGZ (2-4 mnd) + Verpleeghuis (2-4 mnd) totaal 6 maanden GGZ (2-4 mnd) + differentiatie (2-4 mnd) totaal 6 maanden Verpleeghuis 2-4 mnd) + differentiatie (2-4 mnd) totaal 6 maanden Tweede opleidings periode in de huis artspraktijk
Huisartspraktijk en geïntegreerde differentiatiemodule
9 - 15 mnd
Klinische stage In 2007 is gestart met de voorbereiding op een wijziging van het onderwijs tijdens de klinische stage. Aanleiding was discussie over de positie van aios aan de poort van het ziekenhuis als gevolg van rapportage door de Inspectie Volksgezondheid. Dat bood gelegenheid allang bestaande knelpunten in het klinisch onderwijs op te lossen. Vanuit de SBOH is een landelijk traject gestart om ziekenhuizen te contracteren voor het verlenen van gevaluteerde stageplaatsen. Parallel daaraan is er gewerkt aan een “startclass’ van 10 dagen om aios beter voorbereid aan de poortstage te laten beginnen. Dit voorbereidingstraject zal resulteren in een gewijzigde en geïntensiveerde opzet van de klinische stage vanaf maart 2008 in een gezamenlijke uitvoering met de huisartsopleiding van Maastricht en Utrecht .
Computerondersteund onderwijs Blackboard is niet meer weg te denken uit het onderwijs. Het gebruik nam zelfs zo toe dat dit tot ‘wildgroei’ van documenten heeft geleid en een plan van aanpak nodig was om de borging en kwaliteitsbewaking van alle documenten veilig te stellen. De ontwikkeling van e-learning programma’s vindt nog op beperkte schaal plaats.
Kwaliteitsbeleid Door het kwaliteitsbeleid onder te brengen bij de wetenschappelijke staf en een kwaliteitsfunctionaris hiervoor verantwoordelijk te maken, wordt op een systematische wijze de kwaliteitscyclus gehanteerd. De bestaande curriculumcommissie kon worden opgeheven nu het accent van ontwikkeling naar borging werd verlegd. Als vervolg daarop is een kwaliteitscommissie opgericht waarin zowel opleiders, aios als stafleden zijn vertegenwoordigd. De kwaliteitscommissie bespreekt de resultaten van de jaarlijkse aios-hao-enquête en adviseert het managementteam ten aanzien van verbeteracties. Het managementteam rapporteert jaarlijks terug aan de kwaliteitscommissie. De eerste resultaten van deze werkwijze zullen in 2008 bekend worden.
Deskundigheidsbevordering stafleden De Voha heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld als een ‘lerende organisatie’. Ten aanzien van de deskundigheid van stafleden is er een Vohabreed beleid met maandelijks een docentenoverleg (doco) waarin een onderwijsgerelateerd thema door docenten wordt uitgewerkt. Door een aantal docenten is gestart met intervisiebijeenkomsten. De eerste evaluaties hiervan zijn positief beoordeeld en hebben andere docenten weer 7
aangezet tot het starten met intervisie. Jaarlijks vindt er een meerdaagse stafbijeenkomst plaats. In dit jaar is de staf in januari in Rolduc bijeen geweest. Dit was niet alleen qua omgeving inspirerend. Het programma heeft de onderwijsstaf veel opgeleverd. De rode draad is het kwaliteitsbeleid, zowel in het onderwijs als in de eigen deskundigheden. Ook de ondersteunende staf heeft aan deze scholingsdagen in Rolduc actief meegedaan. Naast de Voha-brede scholing is er ook ruimte voor docenten om individueel scholing te volgen en daarmee de eigen deskundigheid te vergroten en competenties te versterken. Een aantal docenten maakt hier gebruik van. Het volgen van congressen is een middel om de deskundigheid van stafleden te vergroten. Door mede werkers zijn (poster)presentaties op diverse (inter)nationale congressen gegeven.
Academisering Sinds enkele jaren werkt de Voha samen met de afdelingen Huisartsgeneeskunde en Kwaliteit van Zorg aan een academiseringsbeleid. Huisartspraktijken kunnen de status van Nijmeegse Universitaire Huisartspraktijk (NUHP) krijgen als ze voldoen aan de academische trias onderwijs, onderzoek en kwaliteitszorg. Er worden contractuele afspraken gemaakt over de omvang van opleidings- en onderzoeksactiviteiten en de praktijken dienen het traject van de NHG accreditering in te gaan. In ruil daarvoor krijgen de NUHPpraktijken diverse vormen van ondersteuning vanuit de academie, waaronder een vaste praktijkconsulente voor de accreditering. NUHP-praktijken krijgen desgewenst garantie op continuïteit van opleiding en kunnen met voorrang deelnemen aan zorgvernieuwingsprojecten. Er zijn inmiddels 146 huisartsen uit 56 praktijken bij het academisch netwerk aangesloten. Door deze academisering krijgt een steeds groter aantal aios haar opleiding in huisartspraktijken die ook onderzoek en kwaliteitszorg hoog in het vaandel hebben. Dit bevordert het academisch niveau van de opleiding en de kwaliteit van de opleidingspraktijken. Daarenboven verstevigt het academiseringsbeleid ook de relatie tussen het UMC en de adherente praktijken. De jaarlijkse Huygendag stond dit jaar in het teken van de academisering van de praktijken en hun relatie met het UMC St Radboud.
Onderzoek van Onderwijs: Professional development Een wetenschappelijke opleiding is niet denkbaar zonder onderzoek en ontwikkeling. Het lopende onderzoek is ondergebracht in een lijn professional development met het doel de kwaliteit van de huisartsopleiding te bevorderen Het onderzoek spitst zich toe op onderzoek naar methoden van toetsing en bevordering van het leerklimaat op de werkvloer. De huidige onderzoekthema’s m.b.t. toetsing zijn de ontwikkeling van toetsing met Korte Klinische Beoordelingen, de toetsing van APC-vaardigheden, de toetsing van docentkwaliteiten, de toetsing van professioneel gedrag en ingangstoetsing bij de selectie. Met betrekking tot bevordering van het leerklimaat zijn de bestaande thema’s accreditering van huisartsopleidingspraktijken en sexespecificiteit Het onderzoek staat onder leiding van het hoofd van de afdeling en is ingebed binnen het EBP programma Quality of Care in de afdeling KWAZO binnen het onderzoeksthema implementation of evidence. De lijn professional development is een aanvulling op de reeds bestaande lijnen ontwikkeling en implementatie van praktijkrichtlijnen en de ontwikkeling van indicatoren voor professioneel gedrag.De ambitie is binnen drie jaar een erkende en kwalitatief hoogstaande onderzoekslijn binnen het Nijmeegs Centrum voor Evidence Based Practice te ontwikkelen, die als zodanig intern en bij externe visitaties wordt (h)erkend als een rele8
vante en kwalitatief hoogstaande onderzoekslijn. In 2007 werd financiering voor een drietal nieuwe projecten van de SBOH verkregen. Bij het onderzoek wordt samengewerkt met de Universiteit van Maastricht en de Erasmus Universiteit Bij de uitvoering van het onderzoek wordt samengewerkt met het onderwijsinstituut en met klinische afdelingen.
Organisatie van de afdeling Naar aanleiding van een uitgebracht structuurrapport en gevoed door de discussies in het kader van “Beter worden in het Radboud” is besloten een fusie aan te gaan met de afdelingen huisartsgeneeskunde, vepleeghuisgeneeskunde, sociale geneeskunde en medische informatica met de bedoeling door middel van onderwijs en onderzoek een academische rol te spelen bij de innovatie van de (extramurale) gezondheidszorg. Deze fusie krijgt in de loop van 2008 zijn beslag.
Algemene gegevens
Onderwerp
Datum
Bijzonderheden
Hoofd in functie sinds
1-6-1996
Laatste visitatie HVRC
06-11-2007
Erkenning geldig tot
27-11-2012
Reglement goedgekeurd
04-08-2006
Opleidingsplan goedgekeurd
08-08-2006
9
Formatie De personele formatie heeft een opbouw conform de regelgeving van de HVRC en is als volgt samengesteld;
Wetenschappelijke staf Leiding Balsfoort, A.A.P. van
Secretaris management team
1,00
Bernsen, L.M.
Onderwijscoördinator
0,53
Bottema, B.J.A.M.
Hoofd opleiding
1,00
Klomp, M.L.F.
Plv hoofd / onderwijscoördinator
0,53
Spanninga, R.
Onderwijscoördinator
0,53
Totaal leiding
3,59
Gedragswetenschappelijke staf Aalsma, E.G.H.
Gedragswetenschappelijk docent
0,60
Beek, M.M.L.
Gedragswetenschappelijk docent
0,80
Bruggeman, E.M.
Gedragswetenschappelijk docent
0,40
Claassens, J.P.M.
Gedragswetenschappelijk docent
0,60
Heygele, J.M.W.
Gedragswetenschappelijk docent
0,42
Hooff, A.E.M. van
Gedragswetenschappelijk docent
0,40
Lorier, P.R.
Gedragswetenschappelijk docent
0,80
Luytelaar, J.A.M. van
Gedragswetenschappelijk docent
0,40
Mokkink, H.G.A.
Gedragswetenschappelijk docent
0,70
Oorschot, S.G.A. van
Gedragswetenschappelijk-docent
0,60
Vernooy-Dassen, M.J.F.J.
Gedragswetenschappelijk docent
0,30
Wopereis, P.A.M.
Gedragswetenschappelijk docent
0,50
Totaal GW
6,52
Huisartsen
10
Adriaansens, G.P.K.
Huisarts-docent
0,40
Arts, B.G.W.M.
Huisarts-docent
0,40
Boer, A. de
Huisarts-docent
0,40
Botden, M.C.
Huisarts-docent
0,20
Brueren, M.M.M.
Huisarts-docent
0,40
Busser G.
Huisarts-docent
0,40
Dielissen, P.W.
Huisarts-onderzoeker
0,65
Engel, H.F.
Huisarts-docent
0,40
Giesen, P.H.J.
Huisartsonderzoeker
0,20
Grob, M.P.
Huisartsredacteur
0,40
Grol, R.P.T.M.
Hoogleraar
0,40
Haenen, L.A.M.
Huisarts-docent
0,50
Holla, S.W.A.
Huisarts-docent
0,67
Jacobs, M.
Huisarts-docent
0,40
Kral, B.J.
Huisarts-docent
0,44
Kramer, A.W.M.
Huisartsonderzoeker
0,30
Luiten, J.C.M.
Huisarts-docent
0,40
Meekes, J.W.A.M.
Huisarts-docent
0,40
Mesker, W.H.
Huisarts-docent
0,40
Olde Loohuis, A.G.M.
Huisarts-docent
0,40
Huisartsen Quanjel, L.G.M.
Huisarts-docent
0,38
Scherpbier-de Haan, N.D.
Huisarts-docent
0,50
Spek-Haan M. v.d.
Huisarts-docent
0,40
Thoonen, B.P.A.
Huisarts-docent
0,70
Verzellenberg, G.H.J.M.
Huisarts-docent
0,40
Vinkenborg, M.
Huisarts-docent
0,70
Voorn, T.B.
Huisartsdocenttrainer
0,60
Weel, C. van
Hoogleraar
0,20
Willems, L.W.A.M.
Coördinator vaardigheidsonderwijs
0,30
Totaal Huisarts
12,34
Overig WP Elsen, L. v.d.
Onderzoeker
0,80
Mogendorff, K.G.
Onderzoeker
0,45
Sagasser, M.H.
Onderwijskundige/onderzoeker
0,50
Schalk - Soekar S.
Onderzoeker
0,69
Tromp, F.
Onderzoeker
0,67
Totaal overig WP
3,11
Niet Wetenschappelijk Personeel Planning en logistiek Blom, V.M.
Jaarsecretaresse
1,00
Boere, T.W.G.
Stafmedewerker planning
1,00
Ceelen. M
Alg secretaresse
1,00
Derks, F.H.J.
Jaarsecretaresse
1,00
Diepenbroek-van Wezel, E.P.J.M.
Stafmedewerker planning
0,60
Engelen, K.
Jaarsecretaresse
0,80
Teunissen, M.P.M.
Jaarsecretaresse
0,80
Teunissen-Vierstraete, M.M.B.
Algemeen secretaresse
0,80
Wentholt, A.J.M.
Hoofd secretariaat
0,80
Weijden, W. van der
Medewerker communicatie
0,83
Totaal P&L
8,63
Personeelsplanning medewerkers De personele planning staat jaarlijks onder druk zodra huisartsdocenten vertrekken. Het is moeilijk om huisartsen aan te trekken die naast hun praktijk ook onderwijs willen verzorgen in een dienstverband bij het UMC. Tot nog toe is het gelukt om de groepen te bezetten met zowel een huisartsdocent als een gedragswetenschappelijk docent. Dit is alleen te realiseren doordat een aantal huisartsen zich zeer flexibel kon opstellen. De planning van gedragwetenschappelijk docenten verloopt zonder problemen. Vacatures zijn vrij snel vervuld.
11
Aios Het aantal opleidingsplaatsen is in 2007 volledig benut. De belangstelling voor een opleidingsplaats is in overeenstemming met de landelijke trend. Er is een ruime belangstelling van aios om hun opleiding in Nijmegen te volgen.
Selectieprocedure 2007 Startdatum
1 maart 2007
V
1 september 2007
M
Tot
Plaatsen
V
M
Totaal 2006 V
Tot
36
M
Tot 72
36
Sollicitaties
38
26
64
39
27
66
77
53
130
Uitnodigingen
36
24
60
39
25
64
75
49
124
Gesprekken
36
23
59
37
23
60
73
46
119
1
Toegelaten
22
14
36
22
9
31
44
23
67
Reserves
4
2
6
7
3
10
11
5
16
Afgewezen
9
8
17
9
10
19
18
18
36
¹ Vijf reservekandidaten van maart zijn in september geplaatst.
In opleiding per 1 januari en per 31 december Peildatum
1 januari 2007
31 december 2007
V
M
totaal
V
M
Totaal
HLWP
119
36
155
107
42
149
ELWP
23
15
38
34
17
51
Overig
4
7
7
0
7
Totaal
146
197
147
60
207
51
Vrijstellingen Voor de ELWP zijn de onderstaande vrijstellingen aangevraagd. Startdatum
aios
Verzoeken om vrijstelling voor de ELWP
N
3 mnd
6 mnd
Maart 2007
31
14
17
September 2007
38
18
20
Totaal
69
32
37
9 mnd
12 mnd
Voor de ELWP zijn de onderstaande aanvragen toegekend Startdatum
12
aios
Toegekende vrijstellingen
N
3 mnd
6 mnd
Maart 2007
31
12
17
September 2007
38
16
18
Totaal
69
28
35
9 mnd
12 mnd
Onderbrekingen Het aantal aios dat de opleiding onderbreekt vanwege zwangerschap neemt toe. Zo neemt ook het aantal aios dat in deeltijd de opleiding wil vervolgen na zwangerschap toe. Dit betekent dat de aios, ondanks dat de opleidingsduur niet verlengd wordt, wel gedurende een langere periode in opleiding is. Dat legt een grotere druk op de planning van de personele inzet en op de huisvesting.
Reden
V
M
totaal
Zwangerschap
21
21
Ouderschapsverlof
2
2
Ziekte
5
5
Onderwijskundig Aiotho
5
Geschil
1
1
6 1
Overig totaal
34
1
35
Voortijdig beëindigen opleiding Jaarlijks is het voor een aantal aios noodzakelijk om de opleiding voortijdig te beëindigen. Dit is in 2007 beperkt gebleven tot 3 personen
Initiatief
Reden van beëindigen
Hoofd
onderwijskundig
V
Neg. Voortgangskwal.
1
> 4 mnd onderbreking
1
M
1
Anders Aios
Totaal
1
1
1
Ziekte Te grote belasting Opleiding te moeilijk Opleiding past niet Andere opleiding
totaal
2
1
3
Voltooiing in 2007 Het aantal afgestudeerde huisartsen in 2007
Tijdstip
V
M
totaal
Februari 2007
15
Mei 2007
5
5
10
Augustus 2007
12
7
19
November 2008
11
2
13
Totaal
43
14
57
15
13
Leerwerkperiode en theoretisch onderwijs LWP
Soort
Plaatsen
Stages
Duur
N
N
mnd
HLWP
HA-praktijk 1e jaar
80
75
12
HA-praktijk 2e jaar
68
60
12
ELWP
Ziekenhuis
19
33
6
Verpleeghuis
37
50
3
GGZ-instelling
27
45
3
Overig (korte poort)
12
18
3
De werving van stageperiodes voor de huisartsstages levert tot nu toe geen grote problemen op. Door het toenemend aantal onderbrekingen (veelal door bevallingsverlof) worden stageplaatsen niet optimaal bezet. Het is een probleem om gevaluteerde stages in ziekenhuizen te behouden. In overleg met de SBOH wordt er een project gestart om ziekenhuizen te gaan contracteren.
14
Scholing opleiders In 2007 hebben zich spontaan 9 nieuwe huisartsopleiders aangemeld. Het aantal huisartsopleiders is voldoende om de huidige opleidingscapaciteit waar te maken. Nieuwe opleiders worden getoetst met behulp van de LHK en een consultvaardighedentoets. Vervolgens nemen zij deel aan een driedaagse introductiecursus voor aspirant-hao’s, die in 2007 is vernieuwd. Op 1 september is na een intensieve voorbereiding het nieuwe hao-curriculum ingevoerd. Dit hao-curriculum is gebaseerd op de landelijk geformuleerde uitgangspunten, voortvloeiend uit het Project Vernieuwing Huisartsopleiding. De ochtend vindt plaats in parallelgroepen. Allereerst is er het docentenoverleg waarin hao’s en docenten in zestallen afstemmingsoverleg voeren over de aios . De rest van de ochtend zijn er programma’s die de hao voorbereiden op de onderwijsactiviteiten uit de aankomende periode van het aioscurriculum. In het middagprogramma staat de hao zelf centraal. In drie niveaugroepen, respectievelijk beginnende, gevorderde en ervaren hao’s, wordt systematisch gewerkt aan de verschillende competenties uit het competentieprofiel van de hao. Hiervoor heeft het hao-team een curriculum ontwikkeld. Dat beslaat voor de beginnende en gevorderde hao’s elk twee jaar. De ervaren hao’s volgen een keuzeprogramma op maat, waar ook supervisie deel van uitmaakt. In 2007 is ook het toetsprogramma voor hao’s verder uitgebreid. Vrijwel alle hao’s namen deel aan de LHK en de consultvaardighedentoets. Daarnaast is ook het programma van de 360 graden feedback uitgebreid. Behalve de bestaande feedback door de aios (aios-hao beoordeling) is de evaluatie van de hao door de groepsbegeleider ingevoerd en is er geëxperimenteerd met feedback door een collega hao tijdens een onderlinge praktijkvisitatie. Deze toets- en feedbackgegevens worden besproken in het functioneringsgesprek dat de hao voert met een docent. De frequentie van die gesprekken is aangepast: tweemaal per jaar voor beginnende hao’s, eenmaal per jaar voor gevorderden en eenmaal per twee jaar voor ervaren hao’s. Tenslotte is in 2007 de hao-meerdaagse in een nieuw jasje gestoken. Het tweedaagse programma was gewijd aan Astma/COPD en de hao als rolmodel. Het programma werd door de hao’s zeer goed geëvalueerd.
Aard
Fase
Doelgroep
Introductiecursus
Start
Hao
6
Start
Stageopleider
---
Jaar 1
Terugkomdagen
16
65 per dag
Jaar 2
Stageopleidersdagen
2
25 per dag
Jaar 3
Terugkomdagen
16
65 per dag
Overige
HAO-meerdaagse
4
53 per meerdaagse
HAO
Dagdelen
Aantal deelnemers 9
15
Om het beleid ten aanzien van de opleiders vorm te geven is in het verslagjaar een hao-team geformeerd, bestaande uit 4 stafleden, een medewerker communicatie en een secretaresse. Ook de opleiders zijn steeds meer betrokken bij de ontwikkelingen van het beleid. Het hao-team overlegt tweemaandelijks in de haotaakgroep met een vijftal opleiders. Daarnaast worden er op hao-terugkomdagen sessies georganiseerd om nieuwe ontwikkelingen met alle hao’s te bespreken en te evalueren. Dat heeft geleid tot een groot draagvlak bij de opleiders voor alle vernieuwingen. Ook voor de stageopleiders uit de ELWP werden in 2007 twee terugkomdagen georganiseerd. Deze werden goed bezocht door de opleiders uit GGZ en verpleeghuis, de belangstelling voor dit scholingsaanbod vanuit de ziekenhuizen is gering . Voor 2008 worden daarom stagebezoeken in de ziekenhuizen voorbereid.
Instelling
Deelnemers Juni 2007
Deelnemers September 2007
GGZ - instellingen
8
6
Verpleeghuizen
18
17
Ziekenhuizen
1
--
Logistiek Het nieuw te bouwen onderwijsgebouw van het UMC is vertraagd en zal volgens de nieuwe planning pas in 2009 gereed zijn. Vooralsnog blijft het huidige gebouw beschikbaar tot de nieuwbouw gerealiseerd is. Met de voorzieningen die nu aangeboden worden is het mogelijk om het onderwijs en de personele voorzieningen naar behoren te kunnen uitvoeren. Grote aanpassingen zijn niet meer gedaan.
16
Huisvesting
Soort ruimtes
Aantal
Opp.
Bijzonderheden
Stafkamers
18
318
Planning / logistiek
5
53
Onderwijsruimtes
Gespreksgroep >32 m2
9
360
Gebruik UMCN
Computeronderwijs
1
23
studielandschap
Collegezaal
1
Gebruik UMCN
Overige
Onderwijsleermiddelen
1
12
VOHA
Archief
1
12
VOHA
Vergaderzaal
1
40
VOHA
Overige logistiek
Aanwezig
Opmerkingen
Bibliotheek
Ja
UMCN + VOHA
Mediatheek
Nee
Website
Ja
Audiovisuele middelen
Ja
VOHA
Kantoorautomatisering
ja
Relaties met derden Inbedding in het UMCN De Vervolgopleiding tot Huisarts is een zelfstandige afdeling binnen het cluster Biomedische Wetenschappen en Extramurale Gezondheidszorg (CBEG). De staffunctionarissen van het cluster verzorgen het beheer van de afdeling in samenwerking met stafleden van de afdeling financiën van het UMC. Het hoofd van de vervolgopleiding vormt samen met de andere hoofden het hoofdenberaad van het cluster. In 2007 is een start gemaakt met een reorganisatieslag in het UMC, “beter worden in het Radboud”. Voorbereidend overleg is er geweest met de Raad van Bestuur en betrokken afdelingen om te werken naar een “eerstelijnsafdeling” binnen het UMC. Deze afdeling zal gevormd worden door het samengaan van de afdelingen Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde, Sociale Geneeskunde en de Vervolgopleiding tot Huisarts. De communicatie met de Raad van bestuur verloopt via het clusterbestuur.
raad van bestuur
cluster A
VPHG
cluster BEG
Voha
cluster Z
H AG
afdeling A-Z
Er is een frequent overleg met de afdeling Vova en Sociale Geneeskunde om gezamenlijke onderwijsprogramma’s te organiseren. Jaarlijks vindt er een programma plaats rondom de thema’s palliatieve zorg en een themamiddag gezamenlijk met de opleiding tot bedrijfsarts. Naast de contacten binnen het UMCN zijn er op landelijk niveau contacten met diverse organisaties die op een of andere manier betrokken zijn bij de opleiding tot huisarts.
Andere organisaties
Opmerkingen
Medische Faculteit
Clusterbestuur – Raad van Bestuur
Overige vakgroepen
Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde, Sociale geneeskun de, Kwaliteit van Zorg, Onderwijsinstituut, Vakgroep Gynaecologie, PAOG , Onderwijsautomatisering.
Overig huisartsopleidingen
Alle
Huisarts Opleiding Nederland
Stafleden participeren in landelijke werkgroepen
HVRC
Hoofd is plv. lid operationele contacten
SBOH
Diverse operationele contacten
Overig
Astmafonds ivm Sluitercursus
17
Huisartsopleiding Nederland Veel energie is gestoken in de oprichting van de Huisartsopleiding Nederland: een samenwerkingsverband van alle huisartsopleidingen en de Landelijke Huisarts Opleiders Vereniging. Het bureau organiseert netwerkactiviteiten om efficiënt onderwijs te ontwikkelen voor alle opleidingen. Zowel ten behoeve van het aiosonderwijs als van de training van opleiders. Tevens wordt facilitaire ondersteuning geleverd bij de ontwikkeling van automatisering. Vanuit de Voha wordt er deelgenomen aan landelijke werkgroepen geïnitieerd vanuit de Huisartsopleiding Nederland (voorheen de SVUH). Het betreft hier de volgende werkgroepen; •
Werkgroep Kwaliteit opleiders
•
Werkgroep ELWP
•
Werkgroep Vaardigheden
•
Werkgroep Kennis
•
Werkgroep Toetsing
•
Werkgroep gebruikers Hagsys
HVRC Met beide secretarissen en de bureaumedewerkers van de HVRC is een prettig contact ten aanzien van de afhandeling van lopende zaken zoals een programma-aanpassing, vragen over de regelgeving, erkenning van opleiders en vragen ten aanzien van verlofregelingen.
Consilium voor de Huisartsopleiding (CHO) Het hoofd van de Voha is namens alle opleidingen lid van het Consilium. Dat is het overkoepelend orgaan van alle organisaties die bij de huisartsopleiding zijn betrokken: LHV en NHG voor het functiegebied inhoud samen met Huisartsopleiding Nederland.
SBOH Met de medewerkers van de SBOH is regelmatig contact ten aanzien van vragen met betrekking tot het werknemerschap van de aios. Veel aandacht is gegaan naar het regelen van zwangerschapsverlof en (lang durig) ziekteverzuim van aios.
ROVO-overleg Het managementteam van de Voha vindt het contact met de aios van groot belang. Ieder kwartaal is er een overleg tussen het Rovah-bestuur en leden van het managementteam. Dit overleg voorziet in een behoefte van beide partijen. De Rovah heeft, namens de aios, een belangrijke inbreng in de beleidsvoorbereiding van de Voha. Het bestuur van de Rovah geeft gevraagd, maar ook ongevraagd advies over de inhoud en de structuur van de opleiding.
Overleg met huisartsopleiders Tijdens de maandelijkse terugkomdag met opleiders worden de opleiders in de gelegenheid gesteld om met de medewerker communicatie eventueel problemen te bespreken. Indien er aanleiding toe is , is de coör dinator hao-onderwijs beschikbaar voor overleg. Opleiders zijn tevreden over deze wijze van communiceren.
18
Er vindt twee keer per jaar een plenaire bijeenkomst plaats om de opleiders breed te informeren of te raadplegen ten aanzien van ontwikkelingen. Deze bijeenkomsten worden door het managementteam geïnitieerd. Er is een tweemaandelijks overleg met de hao-taakgroep onder voorzitterschap van de hao-coördinator. Vanuit dit overleg is een werkgroep ingesteld om het hao-onderwijs te ontwikkelen. De hao-taakgroep bewaakt mede de onderwijsontwikkeling en de kwaliteit van het onderwijs.
19
Publicaties
Van den Bemt L, de Vries MP, Cloosterman S, Thoonen B, Muris JW, Goossens M, Wesseling G, van Schayck CP. Influence of house dust mite impermeable covers on health-related quality of life of adult patients with asthma: results of a randomized clinical trial. J Asthma. 2007 Dec;44(10):843-8. Draškovi´c I, Vernooij-Dassen M, Verhey F, Scheltens P, Rikkert M. Development of quality indicators for memory clinics. Int J Geriatr Psychiatry. 2007 Jun 21; [Epub ahead of print] Franke LJA, Weel-Baumgarten EM van, Lucassen PLBJ, Beek M, Mynors-Wallis L en Weel, C. van. Feasibility of training in problem-solving treatment for general practice registrars. Eur J Gen Pract 2007: 13 (4): 243-246 Geijer RMM, Chavannes NH, Muris JWM, Sachs APE, Schermer T, Smeele IJM, Thoonen B, Van der Molen T, Van Schayck CP, Van Weel C, Kolnaar BGM, Grol MH. NHG standaard astma bij volwassenen. Huisarts Wet 2007;50(11):537- 51. Giesen P, Ferwerda R, Tijssen R, Mokkink H, Drijver R, Van den Bosch W, Grol R. Safety of telephone triage in general practitioner cooperatives: do triage nurses correctly estimate urgency? Qual Saf Health Care. 2007 Jun; 16(3): 181-4 Giesen P, Franssen E, Mokkink H, Van den Bosch W, Van Vugt A, Grol R. Patients either contacting a general practice cooperative or accident and emergency department out of hours: a comparison. Emerg Med J. 2006 Sep; 23(9): 731-4 Giesen P, Willekens M, Mokkink H, Braspenning J, Van Den Bosch W, Grol R. Out-of-hours primary care: development of indicators for prescribing and referring. Int-J-Qual-Health-Care. 2007 Oct; 19(5): 289-95 Graff MJL, Vernooij-Dassen MJM, Thijssen M, Dekker J, Hoefnagels WHL, Olde Rikkert MGM. Ergotherapie aan huis bij patiënten met dementie en hun mantelzorgers. Een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek. Nederlands Tijdschrift voor Ergotherapie 2007;35:20-27. Graff, MJL, Vernooij-Dassen MJFJ, Thijssen M, Dekker J, Hoefnagels WHL, Olde-Rikkert MGM. Ergotherapie stoppt Altersdemenz. Forschende Komplementärmedizin 2007: 14 (3). 253-254. Graff, MJL, Vernooij-Dassen MJFJ, Thijssen M, Dekker J, Hoefnagels WHL, OldeRikkert MGM. Community based occupational therapy for patients with dementia and their caregivers: a randomised controlled trial. Mental Health Occupational Therapy, 12 (1), March 2007. Graff MJL, Vernooij-Dassen MJFJ, Thijssen M, Dekker J, Hoefnagels WHL, OldeRikkert MGM. Home-based occupational therapy improved functioning of community dwelling people with dementia and caregivers’ sense of competence. Critically appraised papers by Schryburt-Brown K & Lets L. Can Occup Ther J 2007, 9 (4), 9-11. Graff MJL, Vernooij-Dassen MJFJ, Thijssen M, Dekker J, Hoefnagels WHL, OldeRikkert MGM. Des séances d’ergothérapie pour la qualité de vie, l’humeur et la santé des malades Alzheimer et de leurs aidants. La lettre de Aging EditionNews, Vendredi 2 Novembre. www.saging.com. 20
Graff MJL, Vernooij-Dassen, MJM, Thijssen M, Dekker J, Hoefnagels WHL, Olde Rikkert MGM. Effects of community occupational therapy on quality of life, mood and health status in dementia patients and their caregivers: a randomized controlled trial. J Gerontol A Biol Sci Med Sci. 2007 ;62(9):1002-9. Groot MM, Vernooij-Dassen MJ, Verhagen SC, Crul BJ, Grol RP. Obstacles to the delivery of primary palliative care as perceived by GP.s. Palliat Med. 2007 Dec;21(8):697-703. Groot MM, Derksen EW, Crul BPM, Grol RPTM, Vernooij-Dassen MJFJ. Living in borrowed time: experiences in palliative care. Patient Educ Couns. 2007;65 (3):381-6. Hoekstra J, Vernooij-Dassen MJFJ, de Vos R, Bindels PJE. The added value of addessing the most troublesome symptom among patients with cancer in the palliative phase. Patient Educ Couns 2007;65;223-9. Hout van H, Vernooy-Dassen M Stalman W. Diagnosing dementia with confidence by General Practitioners. Family Practice. Fam Pract. 2007 Sep 7; [Epub ahead of print] Van Hout HP, Vernooij-Dassen MJ, Jansen DA, Stalman WA. Geven huisartsen aan dementerende patiënten en hun verzorgers de juiste informatie? Een prospectief observationeel onderzoek. Huisarts en Wetenschap 2007;50:253-58. Jansen AP, v. Hout HP,V. Marwijk HW, Nijpels G, Gundy C, Vernooij-Dassen MJ, de Vet HC, Schellevis FG, Stalman W. Sense of competence questionnaire among informal caregivers of older adults with dementia symptoms: a psychometric evaluation. Clin Pract Epidemol Ment Health. 2007 Jul 23;3:11. Joosten-Wyyn Banningh L,Vernooij-Dassen M, Olde Rikkert M, Teunisse JP. Mild Cognitive Impairment: Coping with an uncertain label. Int J Geriat Psychiatry. June 2007. Kramer AWM, Zuithoff P, Jansen JJM, Tan LHC, Grol RPTM, van der Vleuten CPM. Growth of self-percieved clinical competence in postgraduate trainuing for general practice and its relation to potentially influencing factors. Advances in Health Sciences Education, 2007,12:135-145 Kramer Anneke. Betty, een casusbespreking. Medisch Contact, 2007,62 (14):595 Mettes TG, Van der Sanden WJ, Mokkink HG, Wensing M, Grol RP, Plasschaert AJ. Routine oral examination: clinical performance and management by general dental practitioners in primary care. Eur J Oral Sci. 2007 Oct; 115(5): 384-9 Mogendorff KG. Looking in a mirror. Creating space to explore identities as persons with impairments. Medische antropologie 2007, 19(2): 269-289. Osse HP, Vernooij-Dassen MJF, Schadé E, Grol RPTM. A practical instrument to explore patient´s needs in palliative care: the Problems and Needs in Palliative Care questionnaire (PNPC-short version). Palliat Med 2007 ;21(5):391-9. Sagasser MH, Voorn ThB, Thoonen BPA, Bottema BJAM. Differentiatie in de huisartsopleiding: evaluatie van een nieuwe module. Tijdschrift voor medisch onderwijs 2007;26(6):279-87
21
Ivo Smeele, Bart Thoonen. Normale spirometrietest en dan? Bron: Tijdschrift voor praktijkondersteuning, 2007 (02), nummer 05 Smeele IJM, Van Weel C, Van Schayck CP, Van der Molen T, Thoonen B, Schermer T, Sachs APE, Muris JWM, Chavannes NH, Kolnaar BGM, Grol MH, Geijer RMM. NHG standard COPD. Huisarts Wet 2007;50(8);362-79. Smits A, Meekes a. Communicatietips voor het spreekuur (3) Algemene tips voor een goede communicatie. Huisarts en Wetenschap jaargang 50, nummer 2 (2007) p. nhg-18-nhg-19 Smits CHM, de Lange J, Dröes RM, Meiland F, Vernooij-Dassen M, Pot AM. Effects of combined intervention programmes for people with dementia living at home and their caregivers: a systematic review. Int J Geriat Psychiatry 2007;22:1181-93. Theunissen JMJ, Hoogerbrugge PM, van Achterberg T, Prins J, Vernooij-Dassen MJFJ, van de Ende CHM. Symptoms in the palliative phase of children with cancer. Pediatr Blood Cancer 2007;49(2)160-5. Uijen AA, Bakx JC, Mokkink HG, Van Weel C. Hypertension patients participating in trials differ in many aspects from patients treated in general practices. J Clin Epidemiol 2007 Apr; 60(4): 330-5 F.R.J. Verhey, M.E. de Vugt, P. Aalten, M.J. Vernooij-Dassen, E.J. Byrne, P. Robert (The Netherlands, United-Kingdom, France) Caregiver outcomes in disease modifying trials. J Nutr Health Aging. 2007;11(4):342-4. Verhey FR, Ramakers I, Jolles J, Scheltens Ph, Vernooij-Dassen M, Olde Rikkert M. Geheugenpoli’s in Nederland: Ontwikkelingen sinds 1998. Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie 2007; 38 (5):237-45. Vernooij-Dassen M. Meaningful activities for people with dementia. Aging Ment Health. 2007;11(4): 359-60. Vernooij-Dassen MJFJ, Groot MM, van den Berg J, Kuin A, van der Linden B, van Zuylen L, Crul BJP, Grol RPTM. Consultation in palliative care: the relevance of clarification of problems. Eur J of Cancer, 2007;436 (2): 316-22. Van der Vorm A, Vernooij-Dassen MJFJ, Olde Rikkert MGM, Dekkers WJM. Genetic research into Alzheimer’s Disease: A European focus group study on ethical issues. Int J Geriat Psychiatry. May 4 2007. Wijngaart MA. Vernooij-Dassen MJ, Felling AJ. The influence of stressors, appraisal and personal conditions on the burden of spousal caregivers of persons with dementia. Aging Ment Health. 2007 Nov;11(6):626-36.
Hoofdstukken in boeken
Vernooij-Dassen M, Olde Rikkert M. Meer zorg met minder mensen. In: van Aken WG, Ridderinkhof KR, Verhey FRJ, Evenblij. Vergrijzend brein- wat ouder wordende hersenen met cognitieve vermogens doen. Bio-Wetenschappen en Maatschappij, Den Haag, 2007.
22
Lijst met afkortingen AIOS
Vo o raf Beter worden in het UMC St. Radboud is in 2007 als motto door de Raad van Bestuur in het UMC ingevoerd. De huisartsopleiding sluit aan bij deze dynamische stelling met de afronding van een programma van onderwijsvernieuwing. Steeds meer wordt het belang van de kwaliteit van de opleidingspraktijk erkend als vitaal element voor de kwaliteit van de opleiding als geheel. Beter worden willen we vooral met behulp van toetsing en bevorderen van het leerklimaat in de opleidingspraktijk. Twee visitaties hebben onze organisatie gevoed in de wijze waarop er gewerkt wordt aan een permanente verbetering van de kwaliteit. Eén visitatie door de registratiecommissie (HVRC) om de erkenning van de opleiding te verlengen en één pilot-audit door de wetenschappelijke vereniging van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de zogeheten PAUK-H. Een audittraject dat voor alle 8 huisartsopleidingen plaats zal gaan vinden in de nabije toekomst. Onze inzet in 2007 is geweest om te behouden wat goed is en te verbeteren waar dat nodig is. Dat is een hele opgave, wetende dat de ‘trein’ ook gewoon door blijft rijden. Dit alles kan alleen maar met maximale inspanning van alle betrokkenen. Met de bereidheid van opleiders om zich mee te laten voeren in een nieuw onderwijsprogramma, met de bereidheid van aios om naast de inspanningen van het opleiden ook als kritische consument feedback te geven op het onderwijs en met het enthousiasme van de stafleden om met alle feedback ook weer aan de slag te gaan. En niet in het minst, met de inzet van de ondersteunende staf, die docenten en opleiders steeds weet te faciliteren om het onderwijs ook te kunnen realiseren. Allen dank hiervoor. B.J.A.M. Bottema
Arts in Opleiding tot Specialist
AIOTHO Assistent in Opleiding tot Huisarts en Onderzoeker AMCP
Arbo- en Milieu Contact Persoon
BEG
Biomedische Wetenschappen en Extramurale Geneeskunde
CHVG
College Huisarts Geneeskunde en Verpleeghuis Geneeskunde
ELWP
Externe LeerWerk Periode
HAN
Hogeschool Arnhem-Nijmegen
HAO
Huisarts Opleider
HVRC
Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie
HLWP
Huisarts LeerWerkPeriode
KNMG
Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst
KWAZO Kwaliteit van Zorg LAD
Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband
LWP
LeerWerkPeriode
LHV
Landelijke Huisartsen Vereniging
LOVAH Landelijke Organisatie van Assistent Huisartsen NHG
Nederlands Huisartsen Genootschap
OAMA
Opleiding Algemeen Militair Arts
OC
Onderwijscommissie
OR
Ondernemingsraad
PAOG
Post Academisch Onderwijs Geneeskunde
PVH
Project Vernieuwing Huisartsopleiding
RHO
Raad voor de Huisartsopleiding
ROVAH Regionaal Overleg Arts-assistenten Huisartsgeneeskunde SBOH
Stichting Beroeps Opleiding Huisartsen
SVUH
Samenwerkings Verband Universitaire Huisartsenopleidingen
TaS
Toetsing aan Standaarden
TEO
Toetsing, Evaluatie en Onderzoek van onderwijs
UMC
Universitair Medisch Centrum
VOHA
Vervolgopleiding tot Huisarts
VOVA
Vervolgopleiding tot Verpleeghuisarts
2
Ve r v o lg o p le id in g t o t H ui sarts UMC St Radboud
J aa r v er sl ag 2007
1