Kaderstelling bezuinigingen meerjarenraming
1
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Proces 3. Financiële verkenning a. Financieel beeld meerjarenraming 2015 – 2018 b. Voortgang bestaande taakstellingen en bezuinigingen 4. Bezuinigingsmogelijkheden a. Voorkeursvariant kaderstelling door college b. Onderzochte bezuinigingsmogelijkheden zonder financieel resultaat c. Bezuinigingsmogelijkheden die nog nader moeten worden onderzocht d. Invulling van de taakstellingen op de organisatie
2
1. Inleiding Voor u ligt een verkenning van de mogelijkheden tot bezuinigingen. De vragen blijven hetzelfde er worden steeds ingewikkelder. Hoe moeten wij met minder middelen dezelfde taken vervullen en daarnaast nog een extra takenpakket, denk aan de uitvoering van de 3 decentralisaties? Daarnaast staan wij voor diverse uitdagingen zoals samenwerken met andere gemeenten al dan niet in gemeenschappelijke regelingen. Aan de kostenkant zijn al forse ingrepen gedaan. Als basis voor deze verkenning hebben wij de suggesties van de raadsleden na de ambtelijke scrumsessies, de onderwerpen die nog nader uitgezocht moesten worden en andere bezuinigingsmogelijkheden benut. Onderwerpen die nog mogelijkheden bieden worden nog nader onderzocht. Verschillende ideeën die eerder door de raad zijn genoemd worden meegenomen in andere trajecten, zoals de bestuurlijke vernieuwing. In dit voorstel worden u uitdrukkelijk scenario’s voorgelegd en het is aan u om keuzes te maken. Het rapport valt uiteen in de volgende onderdelen: 1. Inleiding 2. Proces 3. Financiële verkenning voor de jaren 2015 – 2018, met daarbij de voortgang bestaande taakstellingen en bezuinigingen 4. Bezuinigingsmogelijkheden, waarbij op de volgende onderdelen wordt ingegaan: A. Voorkeursvariant kaderstelling door college B. Onderzochte bezuinigingsmogelijkheden zonder financieel resultaat C. Bezuinigingsmogelijkheden die nog nader moeten worden onderzocht D. Invulling van de taakstellingen op de organisatie
3
2. Proces Hieronder is het proces aangegeven van de informatie avond op 5 maart over de aanvullende bezuinigingen tot en met de vaststelling van de begroting op 5 november 2015.
Bestuurlijke
Data 2015
P&C
Bezuinigingen mjp
besluitvorming
Informatieavond 5 maart
Toelichting en mogelijkheid vragen te stellen
commissie
12 maart
Openbare discussie
gemeenteraad
26 maart
Kaderstellend besluit
College
30 maart – 18 april
College
26 mei
Digitale enquête en raadpleging op open dag 18 april
Advies op basis van kaderstellend besluit en burgerparticipatie
Brief naar gemeenteraad met verwijzing naar verwerking van bezuinigingen in zomernota 27/28 mei
commissies
25 juni
Besluitvorming voorbereiden zomernota inclusief bezuinigingen
gemeenteraad
9 juli
Zomernota
De resultaten uit de burgerparticipatie en de verdere uitwerking van het kaderstellend besluit van 26 maart vormen input voor de zomernota.
Gemeenteraad
5 november
Programmabegroting
Mede op basis van de mei- en septembercirculaire,
2016
en op basis van de herverdeling van de middelen voor de 3 decentralisaties en eventuele andere relevante ontwikkelingen een geactualiseerd meerjarenperspectief op te stellen bij de programmabegroting 2016 (raad 5 november 2016) vast te stellen in september 2015 en aan de hand daarvan de bezuinigingsopgave voor het meerjarenperspectief definitief vast te stellen ;
4
3. Financië le verkenning Financiële beeld meerjarenraming Het financiële beeld voor 2017 en 2018 is nog niet goed te geven. De financiële onzekerheden die de invoering en uitvoering van de drie decentralisaties geven maken dat de fluctuaties niet goed zijn te voorspellen. De herverdeling van deze middelen in 2015 voor de komende jaren en de her indiceringen maken de onzekerheid nog groter. Zowel in de meicirculaire als in de septembercirculaire 2015 van het Gemeentefonds zal pas meer duidelijkheid worden gegeven over de herverdeling van de rijksmiddelen voor de 3 D’s vanaf 2016. De programmabegroting 2015 en daarbij behorende meerjarenperspectief met de laatste bekende wijzigingen geeft het op dit moment volgende beeld.
Meerjarnraming
2015
2016
2017
2018
53.000 -24.000
22.000 -64.000
-546.000 -64.000
-427.000 -64.000
29.000
-42.000
-610.000
-491.000
Decembercirculaire 2014
-20.000
47.000
44.000
99.000
Gemeentelijke bijdrage WVS
143.000
PM 35.000
70.000
70.000
70.000
187.000
75.000
-496.000
-322.000
Saldo oorspronkelijke begroting 2015 aanpassing na besluitvorming begrotingsraad Saldo begroting 2015 Mutaties:
Gevolgen wet hervorming kindregelingen - Vervallen toeslagen - Kostendelersnorm
Saldo op basis van huidige informatie
Voor het totale financiële beeld is de meicirculaire en de septembercirculaire van belang. Eventuele aanpassingen m.b.t. de middelen in het kader van de Participatiewet ( w.o. WWB) worden pas rondom de zomermaanden verwacht. Verdere positieve en/of negatieve invloeden op bovengenoemd meerjarenperspectief liggen met name in de in de programmabegroting aangestipte risico’s en het al dan niet halen van de eerder ingezette taakstellingen. De grote risico’s die met name een rol kunnen spelen zijn (zie ook pagina 66 programmabegroting 2015): • Grondexploitaties • Ontwikkelingen binnen de decentralisaties jeugd en AWBZ
5
• • •
Ontwikkelingen binnen de WVS en de participatiewet Bijstandverlening inkomensdeel wet werk en bijstand, zowel inkomsten als uitgaven Leges bouwvergunningen
De nu bekende wijzigingen voor het jaar 2015 zullen onderdeel uitmaken van de voorjaarsnota (onderdeel zomernota). Uitgaande van de onzekerheden en risico’s, zoals hieronder benoemd, wordt voor het meerjarenperspectief vooralsnog uitgegaan van een structureel tekort van €500.000 vanaf 2017. Zowel bij de zomernota 2015 als bij de programmabegroting 2016 zal dit beeld worden bijgesteld op basis van de dan actuele informatie.
6
Voortgang bestaande taakstellingen en bezuinigingen In het onderstaande overzicht wordt de stand van zaken weergegeven van de taakstelling en bezuinigingen die momenteel in de begroting 2015 zijn opgenomen. Deze onderwerpen zijn tevens opgenomen in de paragraaf Bezuinigingen van de programmabegroting 2016. In het overzicht is het volgende met kleuren aangegeven: Haalbaar Nog niet (volledig) gerealiseerd. Indien de haalbaarheid onzekerheid is , dan is dit tekstueel aangegeven. Niet haalbaar
Taakstellingen en bezuinigingen begroting 2015 - 2018 Onderwerp
2015
2016
2017
2018
Overdragen verlichting brandgangen aan Bernardus
10.000
10.000
10.000
10.000
Gladheidsbestrijding routes inkorten
40.000
40.000
40.000
40.000
12.000
12.000
12.000
Stortrecht slootvuil Verwerken slootvuil op land eigenaren
17.000
23.000
23.000
23.000
Parkmanagement Borchwerf Bloembakken naar ondernemers
140.000 5.000
40.000 5.000
40.000 5.000
40.000 5.000
Stand van zaken Met Bernardus Wonen is overeenstemming bereikt over de overname van de masten. De besparing zal dus worden behaald De bezuiniging is verwerkt in de nieuwe strooiroutes. Bezuiniging wordt behaald als uitgegaan kan worden van een normale winter "Besparing stortkosten 12.000 is haalbaar. Deze besparing is om het jaar haalbaar. Dus niet in 2015 en 2017 en wel in 2016 en 2018. Bezuiniging is gerealiseerd De onderhandelingen met ondernemers of burgers voor het adopteren van een bloembak worden dit voorjaar opgestart. Als er geen interesse is worden er ook geen bakken geplaatst en worden kosten ook niet gemaakt. Bezuiniging wordt dus hoe dan ook gehaald.
7
Taakstellingen en bezuinigingen begroting 2015 - 2018 Onderwerp
2015
Resterend extra budget VVGB taken
63.000
Toe te kennen subsidies muziekonderwijs 2015
15.000
Douche en toiletstoel algemeen gebruikelijk Bemoeizorg stoppen in relatie tot decentralisatie jeugd Inzet inkoopbureau
Gehandicaptenkaart kostendekkend Stoppen met combinatiefuncties, onderwijsachterstandenbeleid uitvoeren binnen rijksbijdrage
Reclame (oa Borchwerf)
2016
2017
2018
63.000
63.000
63.000
10.000
14.000
14.000
14.000
19.000
19.000
20.000
20.000
50.000
50.000
50.000
50.000
4.000
4.000
4.000
4.000
40.000
81.000
20.000
20.000
20.000
Stand van zaken Bezuiniging is in principe gehaald, de gemeenteraad heeft hierover al een besluit genomen. Parallel daaraan heeft het AB van de OMWB besloten dat het volledige bedrag gebruikt moet worden om taken toe te voegen aan het uitvoeringsprogramma OMWB. Onduidelijk is nu of en hoe de OMWB aanspraak blijft maken op dit bedrag, dat dus tegen een raadsbesluit ingaat. Kan behaald worden door niet meer deel te nemen aan het jeugdcultuurfonds. Ingevoerd, wordt gehaald Gestopt met bemoeizorg, bezuiniging gehaald Op basis van het jaarlijkse inkoopplan en de aanbestedingen die hieruit voorvloeien, worden deze stelpost jaarlijks behaald op basis van de aanbestedingsvoordelen. Dit blijkt ook uit de aanbestedingen van afgelopen jaren. Jaarlijks wordt er verslag gedaan van de jaarlijkse evaluatie van het inkoopbureau Wordt gehaald, tariefsverhoging doorgevoerd Indien in 2017/2018 besloten wordt de combinaties alleen uit te voeren binnen de rijksbijdrage, kan deze taakstelling worden behaald. De bezuiniging geldt pas vanaf 2016. In loop van dit jaar zullen
8
Taakstellingen en bezuinigingen begroting 2015 - 2018 Onderwerp
2015
2016
2017
2018
Opbrengst verkoop illegaal gebruik groenstroken
100.000
50.000
Kosten verkoop groenstroken Extra opbrengst toeristenbelasting/GBA arbeidsmigranten Kosten arbeidsmigranten inning
-50.000 30.000
30.000
30.000
30.000
Herijken speeltuinenbeleid
10.000
10.000
10.000
10.000
-25.000
Stand van zaken onderhandelingen opgestart worden. In 2013 is door een extern bureau een inschatting gemaakt van de verkoopopbrengst van de illegaal in gebruik genomen gronden. Er heeft nog geen definitieve offerte-aanvraag voor dit traject plaatsgevonden. De verwachting is dat dit nog in het 1e kwartaal 2015 wordt afgerond. Een informatief gesprek heeft inmiddels plaatsgevonden. De verwachting is dat het project 2,5 jaar duurt. Deze opbrengsten zijn bovenop de regulier in de begroting opgenomen structurele verkoopopbrengsten van ca. 60.000 per jaar. zie hierboven Zie ook het voorstel over de arbeidsmigranten. Dit wordt behaald. Zie ook het voortel over de arbeidsmigranten Een herijking van het speeltuinenbeleid wordt voorbereid. Het betreft een voorstel waarbij een aantal scenario’s is uitgewerkt. In alle scenario’s wordt de bezuiniging van € 10.000 voor de jaren 2015 en 2016 gehaald. Voor 2017 en verder is het behalen van de bezuiniging afhankelijk van het gekozen scenario. Indien gekozen wordt voor een scenario waarbij opnieuw geïnvesteerd wordt voor
9
Taakstellingen en bezuinigingen begroting 2015 - 2018 Onderwerp
2015
2016
2017
2018
Deels uitgeven van de extra Klijnsmagelden
40.000
40.000
40.000
40.000
Lagere kosten schuldhulpverlening door optimalisatie Harmonisatie peuterspeelzaal (start augustus 2015)
20.000
20.000
20.000
20.000
10.000
50.000
75.000
100.000
Doorberekenen uren buitendienst
20.000
20.000
20.000
20.000
8.000
8.000
8.000
62.500
62.500
62.500
Bezuiniging 8.000 personeelsvereniging Taakstelling Gemeenschappelijke Regelingen 5% bedrijfsvoeringskosten
Stand van zaken de aanschaf van nieuwe speeltoestellen in te handhaven speelplaatsen zal deze bezuiniging niet worden gehaald. Er wordt in ieder geval ook een scenario uitgewerkt waarbij niet of nauwelijks geïnvesteerd zal worden en de bezuiniging voor de jaren 2016 en 2017 wel gehaald zal worden. Dit voorstel zal naar verwachting omstreeks mei aan de gemeenteraad worden aangeboden. Bezuiniging wordt gehaald, inzet Klijnsmagelden is beperkt tot beschikbare bedrag. Er volgt nog een evaluatie over de besteding van het budget in 2015. Dit wordt gehaald.
Er is gestart met de uitwerking en overleg met betreffende externe partners. Wordt in de loop van in de loop van 2015 verder uitgewerkt. Het jaar 2015 is niet haalbaar. Kan vanaf 2016 worden ingevuld. Een algemene korting is er niet. College spant zich in om dit op de juiste agenda’s te krijgen en hierin te lobbyen volgens opdracht raad. Voor 2016 is dit niet meer haalbaarheid. De eerste kaderbrieven geven wel een verlaging van het budget te zien. Of
10
Taakstellingen en bezuinigingen begroting 2015 - 2018 Onderwerp
2015
2016
2017
2018
Taakstelling WMO hulp bij het huishouden
412.000
472.000
415.000
Afbouw tekort begroting WVS
150.000
250.000
350.000
100.000
200.000
45.000
55.000
Exploitatie sportaccommodaties verhogen
Leerlingenvervoer
25.000
35.000
Stand van zaken bezuiniging in haar geheel behaald wordt is in afwachting van alle begrotingen voor 2016 én haalbaarheid m.b.t. algemene korting GR voor de jaren erna bij alle gemeenten. Bezuiniging door resultaatgerichte financiering hulp bij het huishouden. In 2015 wordt dit regionaal aanbesteed. De haalbaarheid is nog een risico en afhankelijk van o.a. de verdere ontwikkelingen en herstructurering in relatie tot het werkplein Hart van West-Brabant. College heeft reeds ingestemd met een offerte om te komen tot een harmonisering. De verhuur van gemeentelijke sportaccommodaties aan sportverenigingen gebeurt op basis van maatschappelijke tarieven (onder de kostprijs). De huuropbrengsten dekken de werkelijke kosten dus maar voor een heel beperkt deel. Met de harmonisering kun je ook naar een hoger kostendekkingspercentage door de tarieven en/of de huuropbrengsten ophogen of iets doen aan de onderhoudsbijdragen. Dit wordt verder uitgewerkt. Aanbesteding zal leiden tot een bezuiniging, maar het is nog de vraag of daadwerkelijk de taakstelling (met name
11
Taakstellingen en bezuinigingen begroting 2015 - 2018 Onderwerp
2015
2016
2017
2018
Stand van zaken
vanaf 2016) gehaald kan worden. Er is/wordt wel alles aan gedaan om de zaken zo uit te kleden, zodat zo veel mogelijk al mogelijk wordt bezuinigd. Besparing door flexplekken en 24.000 24.000 24.000 24.000 In 2015 zal de totale efficiënt ruimtegebruik huisvesting herbezien worden. Het aantal beschikbare (te verhuren) werkplekken is beperkt en zal in 2015 wel leiden tot extra inkomsten, maar zal nog niet het volledige bedrag worden behaald. Zodra er werkplekken beschikbaar zijn (die ook voldoen aan de normen voor verhuur zoals faciliteiten) zijn er mogelijkheden om te taakstelling voor de toekomst te realiseren. Taakstelling 4 fte vanaf 2017 240.000 240.000 Met de strategische personeelsplanning is al een deel in te vullen vanaf 2017. De verwachting is dat dit gehaald wordt Taakstelling 0,2% 24.000 48.000 72.000 96.000 De verwachting is dat wij efficiencywinst personele dit kunnen invullen, afbudget hankelijk van keuzes zoals werken op afspraak e.d. Taakstelling accommodaties en 50.000 50.000 50.000 50.000 Zie voorstellen in vastgoed rapportage op basis van scrum uitwerking Heroverweging 26.000 26.000 26.000 26.000 Alles overwogen, komen monumentenbeleid we tot de conclusie dat deze taakstelling alleen kan worden ingelost door het stopzetten van de subsidie. We hebben om die reden nog geen middelen verstrekt. Bij de opstelling van de zomernota 2015 zal opnieuw de voortgang van deze bezuinigingen en taakstellingen worden meegenomen. Eventuele financiële effecten zullen dan ook in het bijgesteld meerjarig perspectief worden verwerkt.
12
4. Voorstellen en mogelijkheden bezuinigingen Op basis van eerdere voorstellen vanuit de bezuinigingsscrum in 2014, de voorstellen die vanuit de raadsleden zijn gedaan tijdens deze scrum en een aantal nieuwe bezuinigingsmogelijkheden worden in deze verkenning de verschillende mogelijkheden toegelicht. Hierbij wordt het volgende onderscheid gemaakt. A. B. C. D.
Voorkeursvariant kaderstelling door college Onderzochte bezuinigingsmogelijkheden zonder financieel resultaat Bezuinigingsmogelijkheden die nog nader moeten worden onderzocht Invulling van de taakstellingen op de organisatie
Per onderdeel worden deze voorstellen in het vervolg van deze verkenning toegelicht.
13
A. Voorkeursvariant kaderstelling door college Het college heeft de volgende voorkeursvariant om te komen tot een kaderstelling voor het sluitend maken van de meerjarenraming richting de zomernota 2015 en de programmabegroting 2016. De genoemde bedragen zijn aanvullend op de huidige begroting 2015-2018. Onderwerp
S/I
Rekenkamer commissie Arbeidsmigranten, uitgaven scenario 2 Arbeidsmigranten, extra opbrensten scenario 2 Subsidies scenario 3 Hondenbelasting scenario 3 (meeropbrengst) Opbrengst verkoop eigen grond groenstroken scenario 2 Kosten verkoop eigen grond / groenstroken Rentepercentage aanpassen Accommodatiebeleid scenario 3 Taakstelling accommodaties Totaal
S I S S S I I S S S
2015
2016
2017
2018
-50.000 20.000
-75.000 30.000
20.000
20.000
40.000
40.000 300.000 38.000
-30.000
140.000 -30.000 75.000 50.000 -50.000 140.000
240.000 -20.000 137.000 150.000 -50.000 517.000
Deze bezuinigingsmogelijkheden worden in onderstaand overzichten toegelicht. Bij de volgende onderwerpen zijn verschillende scenario’s onderzocht: • • • • •
Arbeidsmigranten Subsidies Hondenbelasting Opbrengst eigen grond groenstroken Accommodatiebeleid
In bovenstaand overzicht is het voorkeursscenario van het college opgenomen. De verschillende scenario’s worden ook in onderstaande overzichten toegelicht. De bezuinigingsvoorstellen, zoals opgenomen in de bovenstaande voorkeursvariant, geven geen aanleiding tot extra bezuinigingen in de formatie, aangezien er geen taken geschrapt worden. Een aantal voorstellen brengt extra werkzaamheden met zich mee. Het betreft met name rekenkameronderzoeken zelf uitvoeren; aanpak arbeidsmigranten (aansturing); het invoeren van hondenbelasting; het voeren van een actief accommodatiebeleid. Deze werkzaamheden zullen binnen de huidige formatie moeten worden opgevangen.
14
133.000 150.000 -50.000 631.000
Rekenkamercommissie Omschrijving onderwerp De rekenkamer is nu extern georganiseerd. De werkzaamheden kunnen in regionale samenwerking worden opgepakt door de concerncontrollers. In totaal is nu in de begroting €25.000 opgenomen.
Omschrijving bezuinigingsrichting De werkzaamheden in regionale samenwerking laten uitvoeren door de concerncontrollers en het aantal onderzoeken beperken/versoberen. Dit laat onverlet de inschakeling van bijzondere expertise om deze onderzoeken tot een goed einde te brengen ( dit is in lijn met hetgeen de rekenkamer nu ook doet) Scenario’s Dit is het scenario. Een andere scenario is het niet meer uitvoeren van rekenkameronderzoeken Beschrijf ook mogelijke besparingen en maatschappelijk effect Geen externe onafhankelijke organisatie die het onderzoek leidt. De concerncontrollers zouden voor de onderzoeken van de gemeenteraad in opdracht van de gemeenteraad dit uit moeten voeren. De concerncontroller heeft uit hoofde van zijn functie ook een onafhankelijke rol . Dit kan een besparing van € 20.000 betekenen.
Advies Het Advies is de rekenkameronderzoeken door de concerncontroller te laten uitvoeren. Een restant budget van minimaal € 5.000 is dan nog wel noodzakelijk.
15
Arbeidsmigranten Omschrijving onderwerp Kosten-baten aanpak arbeidsmigranten
Omschrijving bezuinigingsrichting Het idee bestaat dat door meer zicht en grip op de huisvesting van arbeidsmigranten te krijgen er meer inkomsten te genereren zijn (zowel toeristenbelasting als uitkering gemeentefonds na inschrijving in de BRP). Scenario’s 1. Aantal bedden realiseren conform richtlijn regio (380 bedden) 2. Aantal bedden accommoderen conform werkelijke aantal (710 bedden) 3. ‘Kom naar Halderberge’, accommodaties voor arbeidsmigranten als Unique Selling Point (onbekend aantal bedden) Scenario 1: Aantal bedden realiseren conform de richtlijn regio (380 bedden) De doelstelling is het huisvesten 380 Arbeidsmigranten. Op reeds bekende locaties zijn op de volgende locaties de volgende aantallen al gehuisvest / gefaciliteerd: • 220 bedden, locatie De Olmen • 50 bedden, locatie Van Elteren In dit scenario dienen dan nog 110 bedden voor arbeidsmigranten gefaciliteerd te worden. Aangezien duidelijk is dat in de gemeente Halderberge met zekerheid gesteld kan worden dat het huidige aantal van 710 arbeidsmigranten (al dan niet legaal) gehuisvest wordt dient het vullen van 110 extra bedden geen enkel probleem te zijn. Tegen de huisvesting van het overige aantal arbeidsmigranten welke sowieso een aantal van 330 omvat, maar mogelijk een groter aantal is zal handhavend opgetreden moeten worden. In het Integraal Handhavings Uitvoerings Programma Leefomgeving 2015 (IHUPL) is 0,25 Fte toezichtcapaciteit en 0,25 Fte juridische capaciteit opgenomen, deze capaciteit is niet toereikend om deze extra handhavingsopgave te realiseren. Scenario 2: Aantal bedden accommoderen conform werkelijk aantal (710 bedden) De doelstelling is het huisvesten 710 arbeidsmigranten, wat het aantal is waarvan op dit moment met zekerheid gesteld kan worden dat deze arbeidsmigranten worden gehuisvest in de gemeente Halderberge. Op reeds bekende locaties zijn op de volgende locaties de volgende aantallen al gehuisvest / gefaciliteerd: • 220 bedden, locatie De Olmen • 50 bedden, locatie Van Elteren In dit scenario dienen dan nog 440 bedden voor arbeidsmigranten gefaciliteerd te worden. Mogelijk is dit aantal vele malen groter! Met aannames / extrapolatie (bijvoorbeeld gebaseerd op de integrale actie Panjevaart) komen ook aantallen van ruim 2000 arbeidsmigranten naar voren. Omdat dit slechts aannames zijn, is met deze aantallen niet verder gerekend. In dit scenario moeten extra plaatsen mogelijk gemaakt worden, waarbij ingezet moet worden van
16
legalisering (in bestemmingsplannen en met vergunningen) van huisvesting die nu (nog) niet conform wet- en regelgeving is. De inventarisatie van te legaliseren locaties, de aanpak en het legaliseringsproces en het toezicht op overige locaties vereist handhavend optreden. In het Integraal Handhavings Uitvoerings Programma Leefomgeving 2015 (IHUPL) is 0,25 Fte toezichtcapaciteit en 0,25 Fte juridische capaciteit opgenomen, deze capaciteit is niet toereikend om deze extra handhavingsopgave te realiseren. Scenario 3: ‘Kom naar Halderberge’, arbeidsmigrantenaccomodaties als Unique Selling Point (onbekend aantal bedden) De doelstelling is het huisvesten van alle arbeidsmigranten die zich aanbieden! The sky is the limit! Het is niet bekend om hoeveel personen het gaat, maar als richtlijn kan het geëxtrapoleerde aantal van 2000 uit scenario 2 worden aangehouden. Tevens is onbekend waar deze personen dan gehuisvest zijn en welke maatschappelijke gevolgen dit met zich meebrengt. Belangrijke vraag die bij de keuze voor dit scenario verder onderzocht moet worden is waar de grens van het absorptievermogen zit? Welk aantal arbeidsmigranten kan de Halderbergse gemeenschap verwerken? De inventarisatie van te legaliseren locaties, de aanpak en het legaliseringsproces en het toezicht op overige locaties vereist handhavend optreden. In het Integraal Handhavings Uitvoerings Programma Leefomgeving 2015 (IHUPL) is 0,25 Fte toezichtcapaciteit en 0,25 Fte juridische capaciteit opgenomen, deze capaciteit is niet toereikend om deze extra handhavingsopgave te realiseren. Waarborgen huisvesting Voor alle scenario’s is gekeken hoe huisvesting gewaarborgd kan worden. Voor scenario 1 kan dit als volgt: • In reguliere woningen via de mogelijkheden van de bestemmingsplannen • In gemeentelijke gebouwen • Bij agrarische bedrijven via de mogelijkheden van de bestemmingsplannen Voor scenario 2 kan dit als volgt: • In reguliere woningen via de mogelijkheden van de bestemmingsplannen • In gemeentelijke gebouwen • Bij agrarische bedrijven via de mogelijkheden van de bestemmingsplannen • In Job Lodges Voor scenario 3 kan dit als volgt: • In reguliere woningen via de mogelijkheden van de bestemmingsplannen • In gemeentelijke gebouwen • Bij agrarische bedrijven via de mogelijkheden van de bestemmingsplannen • In Job Lodges • In leegstaande bedrijfsgebouwen Registratie De noodzaak om te registreren zijn tevens de voordelen van registratie: • Arbeidsmigranten worden zichtbaar • We kunnen belastingkomsten genereren • Er vind een doorlopende registratie plaats waardoor aantallen bekend zijn
17
Voor registratie kan goed gebruik gemaakt worden van het Westland-model (versnelde groepsregistratie). Dit model is echter enkel kostendekkend bij grote aantallen. Het Westland-model is goed toepasbaar in alle scenario’s. Bekend aantal arbeidsmigranten Het totaal aantal Arbeidsmigranten (wat bekend is) in de gemeente Halderberge: • 710 personen zijn zeker, volgend uit het onderzoek in 2014 en na aanleiding van de controle op Pagnevaart • 357 personen in illegale woonsituaties • 353 personen in legale woonsituaties • Onbekend aantal in onbekende woonsituaties RCF-project regio West-Brabant De brede doelstelling van het regionale interventieteamproject is middels actieve handhaving voorkomen en bestrijden van illegale huisvesting van EU-arbeidsmigranten en daarmee samenhangende misstanden, zoals het niet voldoen aan de verplichting tot BRP registratie, uitbuiting van (illegaal in Nederland verblijvende) personen, belasting- en premiefraude, uitkeringsfraude, illegale tewerkstelling, onderbetaling en illegale verwerving van inkomen. Naast handhaving kan gekozen worden voor het faciliteren bij de ontwikkeling van alternatieve (tijdelijke) huisvesting van EU-arbeidsmigranten en kan tevens gedacht worden aan het verstrekken van informatie, en verbeteren van integratie. De gemeente Halderberge neemt deel aan het RCF-project door bij te dragen aan de kosten van de regionale projectleider. Voor deelname aan het RCF-project wordt daarnaast een minimale ureninzet van 6 tot 10 uur per week gevraagd. Over 42 werkweken is dit 252 tot 420 uur. Deze capaciteit kan niet intern geleverd worden, waarmee een adequate deelname aan het project onder druk staat. Om op een adequate wijze aan het RCF-project deel te nemen, en tevens een goede aanpak van arbeidsmigranten nodig te maken wordt 1 Fte projectleider, 1 Fte toezichthouder en 1 Fte juridisch medewerker noodzakelijk geacht. Beschrijf ook mogelijke besparingen en maatschappelijk effect In de huidige begroting is een bedrag opgenomen aan inkomsten uit toeristenbelasting van €404.621,00 + €75.000,-- op arbeidsmigranten Totaal is dit € 479.621,00. De € 75.000,-- die al in de begroting 2015 is geraamd wordt gehaald uit de locaties Tivoli, De Olmen en Van Elteren. Indien het aantal arbeidsmigranten uit de verschillende scenario’s werkelijkheid gemaakt kan worden / werkelijkheid is kan dit bedrag veranderen. Mede op basis van de gerealiseerde opbrengst in 2014 en de inzet van een projectteam worden de inkomsten extra met € 20.000 verhoogd in 2015, oplopend naar € 30.000 in 2016 en voor de jaren 2017 en 2018 met € 40.000.
Advies Er worden 3 scenario’s beschreven, waarbij de kanttekening wordt geplaatst dat niet 1 scenario duidelijkheid geeft zolang de informatie niet op orde en volledig is. • Meten is weten, pas daarna kunnen keuzes gemaakt worden.
18
• •
Wat is realistisch? Waar zit de grens van het weerstandsvermogen?
De volgende adviezen worden gegeven: 1. Maak de informatie inzichtelijk, waarbij o.a. gedacht moet worden aan de bijvoorbeeld aantallen, locaties, overlast, criminaliteit, uitbuiting, etc. 2. Uniformeren van de nachtregisters door het verstrekken van een bij voorkeur digitaal gemeentelijk model 3. Eén Aanspreekpunt (gekeken naar de hoeveelheid gemeentelijke actoren) voor arbeidsmigranten binnen de gemeentelijke organisatie. Voorgesteld wordt om een ambtelijk kernteam arbeidsmigranten te maken. Vooralsnog lijkt scenario 2 het beste alternatief, waarbij het aantal van 710 plaatsen zeker is. Naar verwachting (extrapolatie) kan dit aantal hoger uitvallen. Voorgesteld wordt om een pilot toezicht arbeidsmigranten te starten voor de duur van 1 jaar. Gedurende dit jaar wordt een kernprojectteam geformeerd. Dit kernprojectteam gaat zich bezigheden met het uitvoeren van het RCF-project, het handhavingsproject recreatieterreinen & arbeidsmigranten. Op basis van deze uitvoering wordt gedurende het jaar inzicht gegeven in de onbekende informatie, waardoor daarna duidelijk wordt wat het structurele beeld op gebied van arbeidsmigranten wordt. Eén onderdeel van dit project wordt dat een hele duidelijke koppeling gelegd wordt naar de inkomstenkant van arbeidsmigranten (kunnen er structurele inkomsten worden behaald?). Waar mogelijk worden de inkomsten zodanig snel gegenereerd dat de inzet van het kernprojectteam zichzelf terugverdient! De inzet van een kernprojectteam past niet binnen de huidige formatie. Voorgesteld wordt om tijdelijk voor de duur van 2 jaar jaarlijks een bedrag van € 75.000 beschikbaar te stellen voor het uitvoeren van de pilot. Hiervan is al € 25.000 geraamd in 2015. Resumerend zijn er extra inkomsten te verwachten uit de aanpak van arbeidsmigranten. Echter, zonder afdoende en correcte informatie over aantal e.d. is de schatting erg lastig te Op dit gebied gaat de kost voor de baat uit. Voorgesteld wordt om eerst te investeren in leefbaarheid, veiligheid en huisvesting, waarna ook meer inzicht wordt verkregen in de inkomstenmogelijkheden.
19
Subsidies Omschrijving onderwerp : De gemeente Halderberge verleent op verschillende vlakken subsidies aan instellingen en stichtingen. De verstrekte subsidies zijn in kaart gebracht met doel en bedragen. Verder zijn ook de verkapte subsidies in beeld gebracht. Deze informatie is in de bijlage toegevoegd. De gemeente Halderberge verleent voor een bedrag van € 2.413.000 aan subsidies (direct en indirect).
Omschrijving bezuinigingsrichting De gemeente Halderberge zet nu het instrument subsidies in met de volgende doelen : 1. Participatie Iedereen moet de kans krijgen om mee te doen aan de samenleving. In eerste instantie gaan we uit van ieders eigen kracht en verantwoordelijkheid. Voor wie dit een stap te ver is, is er maatschappelijke ondersteuning door de omgeving of de gemeente. 2. Gezondheid De gezondheid van de Halderbergse inwoners is zo optimaal mogelijk beschermd, bewaakt en bevorderd. Bewegingsactiviteiten dragen hieraan onder andere bij, terwijl deze ook zorgen voor discipline, leren omgaan met verlies, het elkaar helpen en bijvoorbeeld vandalisme helpen te voorkomen. 3. Opvoed-, opgroei- en leerklimaat In Halderberge is er een positief opvoed- en opgroei- en leerklimaat met kwalitatief goede basisvoorzieningen. Cultuurbeoefening draagt hier wezenlijk aan bij. (Taal)achterstanden bij kinderen worden zo veel mogelijk voorkomen of tegengegaan. Kinderen groeien op in een veilige thuissituatie. 4. Samenwerking We willen instellingen en verenigingen aansporen om bij het realiseren van hun activiteiten actief de samenwerking te zoeken met elkaar en met de gemeente. Niet alleen om kosten te besparen, maar ook om samen tot nieuwe creatieve oplossingen te komen. 5. Gemeentelijke aantrekkelijkheid Met het activiteitenaanbod bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de gemeente Halderberge. Aan subsidies wordt conform de subsidierichtlijnen een bedrag van € 1.902.427 uitgegeven. Er is een verdeling te maken in de volgende subsidiesoorten : Zorg € 469.696 Informatie € 462.986 Jeugd € 399.827 Ouderen € 33.500 Leefbaarheid € 275.362 Cultuur € 203.752 Sport € 57.305
20
Aan verkapte subsidies overige accommodaties ( onderhoud, energie, verzekering, belasting en overige kosten) wordt het volgende uitgegeven : € 261.252 Aan onderhoudsbijdragen sportaccommodaties wordt ca. € 225.000 uitgegeven. Ten aanzien van doorberekenen van kosten bij evenementen (ook een vorm van verkapte subsidie) wordt jaarlijks ca. 1000 uur ingezet bij evenementen ( volksfeesten, commercieel en niet commercieel). Hier wordt uitgegaan van een bedrag van ca. € 25.000. Scenario’s Uitwerking scenario 1 : Jeugd en zorg centraal In dit scenario is de subsidieverlening en de stimulans van de gemeente er vooral op gericht om de zorg te bevorderen en de jeugd bij activiteiten te stimuleren • •
Jeugd en zorg ontzien en een drempelbedrag van € 500 hanteren( exclusief de professionele instellingen) Besparing van € 290.000
Met als achtergrond de invoering van de 3 decentralisaties wordt de zorg ontzien. Tevens wordt hier de jeugd gestimuleerd door deze leden/activiteiten wel te blijven stimuleren. Het is de taak van de verenigingen deze jeugdleden te binden aan de verenigingen en te behouden voor de toekomst waardoor extra inkomsten gegenereerd kunnen worden. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Tevens is gekozen in het kader van efficiency geen subsidies meer toe te kennen onder een bedrag van € 500. Burgerparticipatie voor scenario 1 Aangezien het een keuze van het college en de raad is om Jeugd en Zorg te ontzien, is daar geen mogelijkheid voor inspraak en hogere treden van de burgerparticipatie. Hier wordt dus de eerste trede van de participatieladder gehanteerd. Inwoners, instellingen en verenigingen worden vroegtijdig en op verschillende manier geïnformeerd over de wijzigingen in het subsidiebeleid door middel van: - Informatiebijeenkomsten; - Themapagina’s Halderbergse Bode; - Aandacht in de media; - Folder met uitgangspunten nieuw beleid voor instellingen en verenigingen. - Etc. Uitwerking Scenario 2 Sturen op effecten Sturen op effecten Besparing van 2017 € 59.000 2018 € 37.500 2019 € 25.000 Totaal € 122.000
De subsidies worden ingezet op een andere wijze. Niet uitvoeringsprestaties en activiteiten staan
21
centraal maar de effecten. Uitgaande van de zelfredzaamheid en een verdergaande vermindering van de regeldruk en administratieve lasten is in dit scenario gekozen voor : Sturen op effecten in relatie met optimale gezondheid: • Kinderen en jongeren en hun opvoeders weerbaar maken tegen schadelijke alcoholgebruik, roken en ongezonde voeding en beter leren omgaan met deze verleidingen; • Bevorderen van gezond gedrag (inclusief bewegen) bij kinderen en jongeren; • Ouderen zolang mogelijk actief houden. Een aantal elementen spelen wel een rol bij dit scenario, zoals het gefaseerd afbouwen van de huisvestingskosten, het verlenen van een activiteitensubsidie( beloning voor bijdrage staat openbare ruimte) en werken met een projectpitch. Burgerparticipatie Bij het sturen op effecten kan verder in het voortraject door middel van burgerparticipatie advies ingewonnen worden over welke effecten voor onze inwoners belangrijk zijn. Dit kan door het uitzetten van een enquête onder een klankbordgroep (waar mensen zich vooraf voor kunnen opgeven) of een digipanel. In de enquête staan vragen waar uit de antwoorden blijkt wat mensen belangrijk vinden. De uitkomsten van de enquête kunnen als advies dienen voor het opstellen van een Programma van Eisen (voor professionele instellingen) of effecten (voor vrijwilligersinstellingen). Een andere optie die wat intensiever is qua tijd en geld is Dragons Den. Hierin wordt 6 keer per jaar een middag gehouden waarop verenigingen hun projecten presenteren en een jury aan het einde van de middag beslist welk project een subsidie krijgt en welk bedrag dat is. Dit is geen burgerparticipatie, maar overheidsparticipatie, omdat het initiatief komt vanuit de samenleving en wij als gemeente daarin een bijdrage leveren. Uitwerking Scenario 3 Wijkteams & sociale cohesie Het versterken van sociale cohesie. • Besparing 2018 € 370.084
Met dit scenario wordt gewerkt aan het versterken van sociale cohesie. Beschrijving scenario Vanaf 2015 worden taken naar de gemeente gedecentraliseerd in het sociale domein. Dat gebeurt omdat de gemeente dichter bij de inwoners staat en ook om de betaalbaarheid van onderdelen van de verzorgingsstaat te waarborgen. Veel gemeenten gaan over op het werken met sociale wijkteams. Sommige gemeenten hebben die overstap eerder gemaakt en andere gemeenten doen dit niet. De gemeente Halderberge gaat vanaf 2015 over op een werkwijze met sociale wijkteams. Dat zal gebeuren vanwege de overtuiging dat ondersteuning en hulp dichter bij inwoners komt. Daarmee wordt een integrale, meer doeltreffende, efficiëntere en effectievere aanpak mogelijk, waardoor dure zorg zoveel als mogelijk wordt voorkomen. Vereist is dat in het sociale domein intensiever wordt samengewerkt. Daarbij kan gedacht worden aan beleidsvelden als werk, inkomen, schulden, welzijn, zorg, opgroeien en opvoeden. Op de genoemde velden vinden er nu al tal van activiteiten en werkzaamheden plaats die deels met behulp van subsidies van de gemeente plaatsvinden. Enerzijds vervullen de gesubsidieerde activiteiten een rol in de aanpak en anderzijds kan gezocht worden naar efficiënter omgaan met de
22
subsidiebudgetten. Maatschappelijke effecten die bereikt worden in dit scenario Maatschappelijke effecten die beoogd worden met subsidieverlening zijn: 1. participatie, 2. gezondheid, 3. opvoed-, opgroei- en leerklimaat, 4. Samenwerking en 5. Gemeentelijke aantrekkelijkheid. Met name krijgen de eerste 4 maatschappelijke effecten de aandacht bij de werkwijze met sociale wijkteams en zal het 5e effect daaruit voortvloeien afhankelijk van het succes. Doelen ter versterking van de sociale samenhang en leefbaarheid in wijken/ dorpen a. Het bevorderen van sociale samenhang en bevorderen van samenwerking tussen organisaties en actieve inwoners in wijken/ dorpen van de gemeente Halderberge b. Versterken van sociaal maatschappelijke infrastructuur door initiatieven vanuit de wijk c. Bieden van voorzieningen voor zinvolle vrijetijdsbesteding d. Vermindering van eenzaamheid e. Bieden van gelegenheid om te bewegen en te ontmoeten f. Vrijwilligerswerk beter verbreiden, promoten en waarderen Verhouding tussen subsidies voor verenigingen en voor instellingen met personeel is als volgt uitgaande van de verdeling zoals deze gemaakt is in het Overzicht te verlenen subsidies 2015: • Totaal subsidies: 1.902.427 • Professionele instellingen: 1.480.336 • Resteert voor vrijwilligersorganisaties: 442.091 Bij het centraal stellen van de werkwijze sociale wijkteams kan uit onderzoek wellicht bezuinigd worden op de professionele instellingen. Begrotingsvoordeel te behalen op langere termijn vanaf 2017: inschattenderwijze 25% van 1.480.336 is 370.084. Juist de voorzieningen op wijkniveau (dorpsniveau) en al het vrijwilligerswerk kunnen helpen om een sluitend netwerk te organiseren, zodat daarop in eerste aanleg niet moet worden bezuinigd. Deze verenigingen en instellingen buiten beschouwing laten. Uitvoeringsconsequenties Voor de gekozen nieuwe werkwijze met sociale wijkteams is nodig dat: 1. De door de gemeente aangestuurde professionals goed geïnstrueerd met open oog het netwerk leren kennen en opbouwen. 2. Alle bij het netwerk betrokken partijen in de werkwijze meenemen. Relatie met de andere scenario’s 1. Jeugd en zorg ontzien: het gaat hierbij met name om de belangrijkste aandachtsgebieden van de sociale wijkteams 2. Maatschappelijke effecten en andere aanpak kosten soorten en professionele instellingen Met de werkwijze van sociale wijkteams worden de hiervoor genoemde maatschappelijke effecten nagestreefd. Een andere bekostiging van professionele instellingen kan goed passen in de integrale wijkaanpak. De maatschappelijke effecten zelfredzaamheid en participatie en optimale gezondheid maken deel uit van de aanpak van de sociale wijkteams. Burgerparticipatie Voor subsidies aan de vrijwilligersorganisaties kan de optimale vorm van burgerparticipatie (meebeslissen) worden aangehouden door het instellen van de subsidiewebshop. Het gehele budget voor subsidies aan vrijwilligersorganisaties kan met een taakstelling virtueel worden verdeeld over alle huishoudens van de gemeente. Elk huishouden kan dit bedrag (bijvoorbeeld 50 euro) per 5 euro verdelen over vrijwilligersorganisaties. Om dit op te zetten, zijn uiteraard middelen nodig. Beschrijf ook mogelijke besparingen en maatschappelijk effect
23
Elke bezuiniging op de subsidies geeft een maatschappelijke discussie en teleurstelling bij de gesubsidieerde instellingen. Het is van belang om rol en positie van de gemeente te heroverwegen en ook de wijze van subsidiëren onder de loep te nemen en hierin een keuze te maken
Advies Keuze voor scenario 3, bezuinigingen op professionele instellingen en subsidies aan niet professionele instellingen in tact laten vanuit de gedachte van bevorderen sociale samenhang en de vernieuwde werkwijze.
24
Hondenbelasting Omschrijving onderwerp Hondenbelasting kan worden ingevoerd met een tweeledig doel: 1. Dekking van de uitvoeringskosten van het Hondenbeleid 2. Het genereren van een meeropbrengst als bezuinigingsmaatregel
Omschrijving bezuinigingsrichting De gemeenteraad heeft op 12 december 2013 geconstateerd dat de overlast door honden, met name uitwerpselen, wordt gezien als een groot maatschappelijk probleem en heeft besloten het college op te dragen om een nota Gemeentelijk Hondenbeleid op te stellen. In de nota Hondenbeleid, die in maart wordt voorgelegd aan de gemeenteraad, wordt beschreven op welke wijze de gemeente Halderberge de overlast wil verminderen zonder daarbij de belangen van de hondenbezitters uit het oog te verliezen. Het beleid is opgebouwd uit de volgende speerpunten: -
Faciliteren van de hondenbezitters door realisatie van afvalvoorzieningen en losloopplaatsen;
-
Communicatie over de regels en gewenst gedrag (inclusief eenduidige bebording);
-
Effectieve en consequente regelgeving;
-
Toezicht op en handhaving van de naleving van de regels.
Twee uitvoeringsvarianten worden tijdens de raadsvergadering van 26 maart 2015 aan de gemeenteraad voorgelegd. 1.
Een gemiddeld ‘Basisniveau’ van uitvoering. Dit is de voorkeursvariant van het college.
2.
Een hoger ‘Plusniveau’. Zowel de effectiviteit als de kosten van deze variant zijn hoger. Uitvoering op plusniveau
Uitvoering op basisniveau
Structurele kosten per jaar
€ 50.500
€ 25.100
Jaarlijkse incidentele kosten in 2016 en 2017
€ 61.225 (50% van € 122.450)
€ 38.100,- (50% van € 76.200)
Kosten aanslagoplegging
€ 13.500 (€ 6 per hond)
€ 13.500 (€ 6 per hond)
TOTAAL
€ 125.225
€ 76.200
Tarief per hond (o.b.v. 2.250 honden)
€ 56
€ 34
25
Scenario’s Scenario 1. De opbrengst uit de hondenbelasting wordt uitsluitend gebruikt als dekking voor de uitvoeringskosten van het hondenbeleid op Basisniveau (Zie raadsvoorstel Hondenbeleid voor toelichting). Uitgaande van de in het raadsvoorstel genoemde aannames bedraagt het tarief € 34,voor de eerste hond en € 68,- voor daaropvolgende honden. Scenario 2. De opbrengst uit de hondenbelasting wordt uitsluitend gebruikt als dekking voor de uitvoeringskosten van het hondenbeleid op Plusniveau (Zie raadsvoorstel Hondenbeleid voor toelichting). Uitgaande van de in het raadsvoorstel genoemde aannames bedraagt het tarief € 56,voor de eerste hond en € 112,- voor daaropvolgende honden. Scenario 3. De opbrengst uit de hondenbelasting wordt deels gebruikt als dekking voor de uitvoeringskosten van het hondenbeleid op Basisniveau (Zie raadsvoorstel Hondenbeleid voor toelichting) . Daarnaast wordt de opbrengst deels gebruikt om jaarlijks € 40.000,- aan inkomsten te generen. Uitgaande van de in het raadsvoorstel genoemde aannames bedraagt het tarief € 52,- voor de eerste hond en € 104,- voor daaropvolgende honden. Scenario 4. De opbrengst uit de hondenbelasting wordt deels gebruikt als dekking voor de uitvoeringskosten van het hondenbeleid op Plusniveau (Zie raadsvoorstel Hondenbeleid voor toelichting) . Daarnaast wordt de opbrengst deels gebruikt om jaarlijks € 40.000,- aan inkomsten te generen. Op basis van een aantal aannames bedraagt het tarief € 74,- voor de eerste hond en € 148,- voor daaropvolgende honden. Scenario 5. De opbrengst uit de hondenbelasting wordt deels gebruikt als dekking voor de uitvoeringskosten van het hondenbeleid op Basisniveau (Zie raadsvoorstel Hondenbeleid voor toelichting) . Daarnaast wordt de opbrengst deels gebruikt om jaarlijks € 80.000,- aan inkomsten te generen. Uitgaande van de in het raadsvoorstel genoemde aannames bedraagt het tarief € 70,- voor de eerste hond en € 140,- voor daaropvolgende honden. Scenario 6. De opbrengst uit de hondenbelasting wordt deels gebruikt als dekking voor de uitvoeringskosten van het hondenbeleid op Plusniveau (Zie raadsvoorstel Hondenbeleid voor toelichting) . Daarnaast wordt de opbrengst deels gebruikt om jaarlijks € 80.000,- aan inkomsten te generen. Op basis van een aantal aannames bedraagt het tarief € 92,- voor de eerste hond en € 184,- voor daaropvolgende honden.
26
Raadsvoorstel In het raadsvoorstel is voorgesteld om te kiezen voor het Basisniveau van uitvoering en de met de hondenbelasting de incidentele en structurele invoeringskosten te dekken. De hoogte van het tarief in de Basisuitvoering is zodanig bepaald dat bij gelijkblijvende tarieven er vanaf 2018 sprake zal zijn van een jaarlijkse meeropbrengst. Deze bedragen € 38.500,- bij uitvoering op basisniveau. De meeropbrengsten komen ten goede aan de algemene middelen.
Beschrijf ook mogelijke besparingen en maatschappelijk effect Uit consultatie van inwoners tijdens de informatieavonden over het Hondenbeleid is gebleken dat het maatschappelijk draagvlak voor de invoering van hondenbelasting beperkt is. Dit draagvlak neemt verder af indien de opbrengsten niet volledig gebruikt worden voor uitvoering van het hondenbeleid en deels ten gunste komen van de hondenbezitter. Advies In navolgend overzicht is aangegeven welke tarieven een aantal omliggende gemeenten in 2015 hanteren. Gemeente Breda Etten-Leur Oosterhout Roosendaal Tilburg Woensdrecht Zundert Bergen op Zoom
Tarief hond 1 (2015) € 99,36 € 52,90 € 61,56 € 60,15 € 116,08 € 60,€ 29,18 € 81,80
Tarief hond 2 (2015) € 167,28 € 132,25 € 123,24 € 81,00 € 195,58 € 100,€ 29,18 € 128,70
Dan is het hierbij maar de vraag of onderstaand argument nog wel van toepassing is, de tarieven in dit scenario kloppen wel
Op basis van bovenstaand schema wordt redelijk geacht en om die reden geadviseerd om te gaan voor scenario 3, dus het scenario waarbij de opbrengst uit de hondenbelasting deels wordt gebruikt als dekking voor de uitvoeringskosten van het hondenbeleid op Basisniveau. Daarnaast wordt de opbrengst deels gebruikt om jaarlijks € 38.000 aan inkomsten te generen. Uitgaande van de in het raadsvoorstel genoemde aannames bedraagt het tarief € 52,- voor de eerste hond en € 104,- voor daaropvolgende honden.
27
Verkoop illegaal in gebruik genomen gemeentegrond Omschrijving onderwerp Groenstroken verkopen/ privatiseren
Omschrijving bezuinigingsrichting In 2013 is door een extern bureau (Eiffel) een inschatting gemaakt voor verkoopopbrengsten van illegaal in gebruik genomen gemeentegrond. m2
€
aantal m2 ingebruikgenomen bij koopwoningen
31.469
inschatting: 75% (zondermeer) verkoopbaar
23.602
Scenario’s 3 scenario's zijn uitgewerkt: Scenario 1, + + variant:
inschatting: hiervan zal 37,5% verkocht worden
8.851 opbrengst:
833.013
7.081 opbrengst:
647.145
10.031 opbrengst:
989.033
Scenario 2, + variant:
inschatting: hiervan zal 30% verkocht worden Scenario 3, +++ variant:
inschatting: hiervan zal 42,5% verkocht worden
inschattingen gedaan door bureau Eiffel gebaseerd op hun ervaringen bij 16 gemeenten en 2 waterschapen
kosten inhuur Er heeft nog geen definitieve offerte-aanvraag voor dit traject plaatsgevonden. De verwachting is dat dit nog in
28
het 1e kwartaal 2015 wordt afgerond. Een informatief heeft inmiddels gesprek plaatsgevonden. De verwachting is dat het project 2,5 jaar duurt. Kosten 1e jaar: 50.000 Kosten 2e jaar: 30.000 Kosten 3e jaar: 20.000 uitgaande van scenario 2:
2015
2016
100.000 250.000
2017
2018
300.000
0
verkoopopbrengst
650.000
kosten inhuur totaal
100.000
50.000
30.000
20.000
0
blijft over
550.000
50.000
220.000
280.000
0
Beschrijf ook mogelijke besparingen en maatschappelijk effect In de huidige programmabegroting 2015 zijn de kosten en opbrengsten voor 2015 gelijk aan bovenstaand overzicht. In 2016 zijn in de huidige begroting 50.000 euro en in 2017 en 2018 geen opbrengsten geraamd, maar ook geen kosten. Daarnaast zijn in de reguliere begroting structurele verkoopopbrengsten opgenomen van 60.000 per jaar. Met het bovenstaand voorstel bereiken wij een meeropbrengst ten opzichte van de begroting 20152018 van 140.000 in 2016 en 240.000 euro in 2017. Om dit te bereiken dienen er in 2016 en 2017 extra kosten te worden gemaakt ten opzichte van begroting 2015 van 30.000 in 2016 en 20.000 in 2017. Als mensen uiteindelijk de illegaal in gebruik genomen grond niet willen kopen of huren, zal tegen het illegaal in gebruik nemen van openbaar groen worden opgetreden. De ervaring leert dat dit slechts in zeer uitzonderlijke gevallen aan de orde zal zijn, maar in die gevallen wordt proces-verbaal opgemaakt in verband met vernieling van gemeentelijk eigendom. Een en ander zal tot weerstand kunnen leiden.
Advies Het scenario 2, + variant wordt als meest redelijk en uitvoerbaar geacht.
29
Verlaging vast rentepercentage Omschrijving onderwerp Verlaging vast rentepercentage van 3% naar 2,5%
Omschrijving bezuinigingsrichting Op basis van het rentebeleid in de nota reserves en voorzieningen dient het te gebruiken vaste rentepercentage te worden bijgesteld, indien het gemiddelde percentage over de laatste 2 jaar meer dan 0,5% afwijkt van het geldende vast rentepercentage. In de begroting 2015 is een gemiddeld rentepercentage van 3% gehanteerd, op basis van de uitgangspunten uit de zomernota 2014. Een actuele berekening van het gemiddelde rentepercentage op dit moment laat zien dat het gemiddelde percentage meer dan 0,5% afwijkt, hetgeen veroorzaakt wordt door de lage rente in de markt het laatste halfjaar. Hierdoor is het verantwoord om het vaste rentepercentage te verlagen naar 2,5%. Dit geeft aan de ene kant een voordeel in de kapitaallasten, aan de andere kant een nadeel in de opbrengst van de bespaarde rente. Per saldo ontstaat echter een voordeel. Scenario’s Totaal budgettair effect verlagen rentepercentage van 3% naar 2,5%
Rentelasten staat kapitaallasten Rentelasten investeringsprogramma Bespaarde rente
Totaal
2016
2017
2018
126.930
139.265
134.960
12.103
63.612
69.715
-64.584
-65.677
-71.439
74.449
137.200
133.235
Beschrijf ook mogelijke besparingen en maatschappelijk effect Geen maatschappelijk effect
Advies Renteaanpassing doorvoeren
30
Accommodatiebeleid Omschrijving onderwerp Het accommodatiebeleid is in de breedte in beeld gebracht en biedt de mogelijkheid om het bestaande beleid aan te passen.
Omschrijving bezuinigingsrichting In aansluiting op de eerdere scrum heeft een verdiepingsscrum plaatsgevonden en dit heeft tot een aantal mogelijke scenario’s geleid Scenario’s Scenario 1 – Mogelijkheden verhoging kostendekkingspercentage huren gemeentelijke accommodaties Beschrijving Op basis van het uitgangspunt “kostendekkende huur” uit het accommodatiebeleid is onderzocht en inzichtelijk gemaakt wat een verhoging van het kostendekkingspercentage van de huur betekent. Hierbij zijn alle bij de gemeente in eigendom zijnde accommodaties betrokken met uitzondering van: de buitensportaccommodatie omdat deze zijn betrokken in een onderzoek naar harmonisatie en hiervoor een afzonderlijke bezuinigingstaakstelling is opgenomen, en de locaties die vallen binnen een grondexploitatie omdat deze geen direct gevolg hebben voor de algemene dienst. Binnen dit scenario is berekend wat de extra huuropbrengsten zouden zijn indien het kostendekkingspercentage zou worden verhoogd tot 25% - 50% - 100%. Daarnaast is een berekening gemaakt indien het kostendekkingspercentage met 3% per jaar verhoogd wordt totdat een verhoging van 12% in 2018 is bereikt. Risico’s • De huurverhoging kan tot gevolg hebben dat gebruikers de huur beëindigen en hiermee wordt de extra huuropbrengst niet gerealiseerd. • Gebruikers die in de financiële problemen komen kunnen een extra beroep doen op subsidiemogelijkheden van de gemeente waardoor, bij toekenning van de gevraagde subsidie, de beoogde bezuiniging niet gehaald word. • Een verhoging van de huur zal vanwege het vereiste van zorgvuldigheid en redelijkheid wellicht gefaseerd ingevoerd moeten worden ingevoerd. Onderstaand is een samenvatting opgenomen van de extra huuropbrengsten die, indien scenario 1 in zijn geheel tot uitvoering gebracht kan worden, gegenereerd kunnen worden. extra huur bij extra huur bij extra huur bij extra huur bij kostendekkings- kostendekkings- kostendekkings- kostendekkingspercentage percentage percentage percentage 25% 50% 100% 12% totaal van alle accomodaties
79.164
171.463
374.473
31
35.037
Scenario 2 – Mogelijkheden verhoging bezettingsgraad gemeentelijke accommodaties en afstoten van de hiermee vrijkomende locaties. Beschrijving Van veel gemeentelijke accommodaties is de bezettingsgraad laag. Door gebruikers te bundelen en samen gebruik te laten maken van 1 gebouw wordt deze bezettingsgraad verhoogd. De hierdoor vrijkomende locaties worden gesloopt of afgestoten. Voordelen hiervan zijn lagere structurele exploitatielasten en incidentele baten indien de vrijkomende gebouwen verkocht kunnen worden. In dit onderzoek zijn wederom alle gemeentelijke accommodaties zoals genoemd bij scenario 1 betrokken. Hierbij lijken meerdere verschillende opties mogelijk, waaronder het bundelen van functies binnen objecten in relatie tot de centrumontwikkeling Oudenbosch.
Risico’s • Onrust onder gebruikers in verband met het moeten delen van accommodaties en hiermee een stuk alleenrecht op een gebouw verliezen. • Vertraging in de veronderstelde verkoop waardoor de exploitatielasten doorlopen en de incidentele opbrengsten op een later tijdstip worden gerealiseerd.
Scenario 3 – gematigde verhoging kostendekkingspercentage in combinatie met een verhoging van de bezettingsgraad en het afstoten van vrijkomende locaties. Beschrijving In dit scenario is een combinatie gemaakt van de mogelijkheden van scenario 1 en 2. De scenario’s zijn samengevoegd waarbij een gematigde jaarlijkse verhoging van het kostendekkingspercentage van 3% per jaar gehanteerd is en de mogelijkheden van scenario 2 zijn meegenomen. Deze incidentele verkoopopbrengsten zullen in de algemene reserve gestort worden en de renteopbrengst van 3% wordt ingezet als structureel algemeen dekkingsmiddel. Dit alles is in een meerjarenperspectief geplaatst waarbij aansluiting is gezocht met onze meerjarenraming 2015 – 2019. Risico’s De risico’s die zijn opgenomen onder de scenario’s 1 en 2, behoudens de laatst genoemde, gelden ook voor scenario 3. De gevolgen van de scenario 3 in meerjarenperspectief. Omschrijving Scenario 3: Verhoging kostendekkingspercentage van de huur en bezettingsgraad verhogen en vrijkomende
2015
2016
2017
2018
50.000
150.000
150.000
32
gebouwen afstoten
Advies Scenario 3 te kiezen en verder uit te werken
33
B. Onderzochte bezuinigingsmogelijkheden zonder financieel resultaat In de voorbereiding op deze verkenning is ambtelijk ook een aantal onderwerpen onderzocht, welke uiteindelijk niet tot een bezuinigingsmogelijkheid hebben geleid. Het betreft hier de volgende onderwerpen: • • • •
Inkomsten niet laten lopen/verhalen van schade Afschaffen Welstandscommissie Leerlingenvervoer Screening investeringen
In onderstaande overzicht worden deze onderwerpen nader toegelicht.
34
Inkomsten niet laten lopen/verhalen van schade Omschrijving onderwerp Inkomsten niet laten lopen/verhalen van schade
Omschrijving bezuinigingsrichting Zo veel mogelijk schade aan objecten in de openbare ruimte verhalen op de veroorzaker van deze schade. Scenario’s 1. Doorzetten huidige samenwerking met NODR en het percentage verhaalde schade naar 90% brengen. 2. Doorzetten samenwerking NODR en uitbreiden aantal BOA’s
Op dit moment wordt al veel gedaan om de schades in de openbare ruimte te verhalen op de veroorzaker. Sinds 2014 schakelen wij NODR uit Amsterdam hiervoor in. Door dit bedrijf worden de volgende schades geclaimd: • Wegdekverontreiniging • Drukriolering (kasten) • Groen (bomen) • Openbare Verlichting • VRI • Gebouwen • Straatmeubilair Als de dader van een schade bekend is wordt de schade altijd bij NODR aangemeld. Bij een schade waarbij niet direct duidelijk is wie de dader is, wordt gekeken naar het schadebedrag. Kleine schades zonder bekende dader, worden ivm een eigen risico niet aangemeld. Schades veroorzaakt door motorvoertuigen waarvan de dader niet bekend is worden door dit bedrijf aangemeld bij het waarborgfonds. Deze schadegevallen worden dan met aftrek van het eigen risico (€ 250,- per incident) afgehandeld. In 2014 is ca. 80% van de bekende schades verhaald door NODR. In 2015 streven we naar een percentage van 90%. Dit percentage wordt voornamelijk beïnvloed door het aantal illegale dumpingen van drugsafval in de openbare ruimte. Deze schades lopen vaak hoog op en zijn moeilijk te verhalen. Vandalisme, vernielingen en illegale stortingen van afval vallen niet binnen het pakket van NODR. Het is ook niet mogelijk om deze in het pakket op te nemen. Voor het verhalen van dit soort schades zijn we afhankelijk van de beschikbaarheid van politie en BOA’s. Illegale stortingen van afval worden door BOA’s al zo veel mogelijk gecontroleerd op adresgegevens waarna de kosten voor opruimen + een boete worden verhaald op de overtreder. Vaak zijn deze gegevens niet te vinden en draait de gemeenschap op voor deze kosten. Ook voor vernielingen moet een dader op heterdaad betrapt worden. Een onderzoek naar de dader is vaak lastig, kost veel tijd en heeft niet altijd de hoogste prioriteit. Modderverontreiniging op wegen is een aandachtspunt. Onze BOA’s zijn op dit moment niet bevoegd hier op te treden, omdat het artikel uit de APV gehaald is. Met de nieuwe APV wordt dit mogelijk gerepareerd. Tussenkomst van een BOA of politie is noodzakelijk om de kosten van reiniging op de veroorzaker te kunnen verhalen. Ook hier is natuurlijk de beschikbaarheid van een BOA een belangrijk gegeven.
35
Beschrijf ook mogelijke besparingen en maatschappelijk effect 1. Continuering huidige werkwijze levert geen extra besparing op en heeft ook geen maatschappelijk effect. 2. De BOA is meer zichtbaar aanwezig met als mogelijk effect dat er minder illegale stortingen en vernielingen zullen plaatsvinden. Een investering van ongeveer 50.000,- voor een extra BOA levert mogelijk een klein bedrag (ca. 5.000,-) voor extra verhaalde schades en/of minder schades door vernielingen.
Advies Het advies is te kiezen voor scenario 1 en hierdoor geen extra inkomsten te ramen.
36
Afschaffen Welstandscommissie Omschrijving onderwerp Afschaffen Welstandscommissie
Omschrijving bezuinigingsrichting Afkomstig uit de ideeën van de raad. Voor de onafhankelijke externe advisering op gebied van Welstand is een structureel jaarlijks budget van € 10.000 begroot. Scenario’s 1. Huidige werkwijze continueren 2. Vergaderfrequentie terugbrengen. 3. Welstand afschaffen
Beschrijf ook mogelijke besparingen en maatschappelijk effect Op dit moment is er wekelijks een bijeenkomst waar onafhankelijk welstandsadvies wordt gegeven. De frequentie terugbrengen naar 1 keer per 2 weken is een optie. Hiermee kan een structurele bezuiniging van € 2.500 op externe advisering worden behaald. Nadeel is dat hierdoor de dienstverlening aan onze klanten minder wordt (langere doorlooptijd vergunningaanvragen). Tevens komt hiermee het toch al krappe proces (8 weken wettelijke termijn, daarna een fictief besluit) verder onder druk te staan. Het volledig afschaffen van welstand is niet mogelijk, minimaal blijft een ambtelijke toets noodzakelijk. Bovendien moet het welstandbeleid hierop aangepast worden. Deze optie zou dan ook maximaal een bezuiniging van € 5.000 opleveren. Tevens moet gerekend worden op de eenmalige kosten voor het drastisch aanpassen van het welstandsbeleid van € 15.000 a € 20.000
Advies Het advies is te kiezen voor scenario 1.
37
Leerlingenvervoer Omschrijving onderwerp Kosten leerlingenvervoer
Omschrijving bezuinigingsrichting Tijdens de algemene bezuinigingsscrum vorig jaar is aangegeven dat er wellicht besparingen mogelijk zijn met name door de wijzigingen in het begrip passend onderwijs en aanbod van scholen. Er is al een taakstelling op het gebied van leerlingenvervoer in de begroting opgenomen. De mogelijkheden voor verdergaande besparingen zijn nader onderzocht in een aparte scrum met betrekking tot leerlingenvervoer. Scenario’s Er zijn diverse scenario’s onderzocht om verdergaande besparingen te realiseren. Hierbij is gekeken naar locatiebeleid (dichtstbijzijnde locatie aanbod openbaar vervoer); samenwerking met andere gemeenten (aanbestedingsvoordeel); centrale opstapplaatsen; combinatieritten AWBZ en leerlingenvervoer; eigen bijdrage; kilometergrens; maximeren van de reisafstand; financiële draagkracht toetsen; (her)keuring eisen. Gebleken is dat in verband met de landelijke normen (waardoor bepaalde besparingen niet kunnen worden gerealiseerd), het feit dat de aanbesteding voor AWBZ al is afgerond (combinatie nu dus niet mogelijk) gelet op de reeds opgenomen taakstelling in de begroting het niet realistisch wordt geacht om verdere besparingen door te voeren. Beschrijf ook mogelijke besparingen en maatschappelijk effect De komende jaren zijn er geen mogelijkheden meer te besparen op het leerlingenvervoer. Hierdoor is er geen sprake van negatieve maatschappelijke effecten.
Advies Geadviseerd wordt geen aanvullende besparingen op te nemen.
38
Investeringen Omschrijving onderwerp Investeringen screenen
Omschrijving bezuinigingsrichting Alle nog openstaande investeringen uit het investeringsprogramma 2015 en voorgaande jaren zijn onder de loep genomen. Hierbij is beoordeeld in hoeverre investeringsbedragen kunnen worden aangepast of investeringen kunnen worden verschoven. Dit kan vervolgens resulteren in lagere kapitaallasten. Echter hierbij moet wel rekening worden gehouden met de “stelpost kapitaallasten” van € 100.000 per jaar die in de begroting is opgenomen. Deze stelpost is al langere tijd onderdeel van de begroting, om op begrotingsbasis al rekening te houden met onderuitputting op kapitaallasten doordat investeringen later , niet of voor een lager bedrag worden uitgevoerd. Voordelen die behaald worden op de kapitaallasten zullen dan ook eerst gebruikt moeten worden om deze stelpost “terug te verdienen”. De provincie heeft bij de beoordeling van de begroting 2015 opgemerkt dat deze taakstelling nu al langere tijd wordt opgenomen en dat deze voor de begroting 2016 nader onderbouwd dient te worden. Op basis van de screening van de investeringen kunnen de volgende zaken worden bijgesteld (zie overzicht in de bijlage). Dit geeft lagere kapitaallasten voor volgende jaren Screening investeringen 2016: € 27.000 2017: € 48.000 2018: € 46.800 Deze besparingen zijn echter nodig om de stelpost kapitaallasten te realiseren en kunnen niet al aanvullend bezuinigingsvoordeel worden meegenomen. Er kunnen alleen substantieel meer (incidentele) besparingen op kapitaallasten wordt behaald door de grote investeringen als de bouw van de scholen en de doorgaande route uit te stellen. Het gaat hierbij om de volgende kapitaallasten. Er zijn inmiddels al besluiten genomen en trajecten van burgerparticipatie gestart. Het lijkt niet realistisch om hier nog wijzigingen in aan te brengen. School Hoeven: € 237.000 (kapitaallasten vanaf 2017 in begroting, bouw in 2016) School Oudenbosch: € 154.000 (kapitaallasten vanaf 2017 in begroting, bouw in 2016) School Oud Gastel: € 267.000 (kapitaallasten vanaf 2017 in begroting, bouw in 2016) Doorgaande route: Investering in 2016: € 2.100.000, hetgeen nu een kapitaallast geeft van € 273.000 vanaf 2017. Investering in 2017: € 600.000, hetgeen nu een kapitaallast geeft van € 78.000 vanaf 2018. Scenario’s Scenario 1 Bijstellen van investeringen zoals bij de eerste screening is opgemerkt.
39
Scenario 2 Heroverwegingen grote investeringen. Wat meer faseren in de tijd en of versoberen.
Beschrijf ook mogelijke besparingen en maatschappelijk effect Het uitfaseren van de genoemde grote investeringen (doorgaande route en scholen) heeft een negatief maatschappelijk effect i.v.m. de gewekte verwachting verwachtingen en de fase waarin de projecten zich nu bevinden.
Advies Gelet op het maatschappelijk effect geen verdere uitfasering van de grotere projecten.
40
C. Bezuinigingsmogelijkheden die nog nader moeten worden onderzocht In de voorbereiding op deze verkenning is een aantal voorstel genoemd en deels al onderzocht welke mogelijk kunnen leiden tot aanvullende bezuinigingsmogelijkheden. De zullen de komende maanden verder worden onderzocht. De uitkomsten hiervan zullen worden meegenomen bij de zomernota 2015. Het betreft de volgende onderwerpen: • • •
Versoberen onderhoud openbare ruimte (en IBOR) Uitstroom en instroom Wet Werk en Bijstand/Stimuleren werkgelegenheid Herijking mantelzorg en vrijwilligerswerk (mede in relatie tot keuze scenario subsidies)
Bovenstaande onderwerpen worden in de onderstaande overzichten uitgebreid toegelicht.
41
Versoberen onderhoud openbare ruimte (en IBOR) Omschrijving onderwerp Versoberen onderhoud openbare ruimte en IBOR
Omschrijving bezuinigingsrichting Besparing op de beheerkosten door het versoberen van het onderhoud in de openbare ruime. IBOR (Integraal Beheer Openbare Ruimte) is een overkoepelende nota waarmee de koppeling en afstemming tussen de verschillende disciplines (groen, grijs, blauw) nog beter zal verlopen. IBOR heeft uiteindelijk het meeste effect in grote organisaties. In een kleinere organisatie heeft een IBOR minder effect omdat de lijntjes binnen deze organisatie korter zijn. Verwacht wordt dat het opstellen van een IBOR geen besparing op een onderhoudsbudget tot gevolg zal hebben. Scenario’s Groenonderhoud: Op alle fronten is in voorgaande bezuinigingsronden al ingezet op het versoberen van het onderhoud aan groen. Deze maatregelen worden fasegewijs doorgevoerd en zullen zich meer en meer manifesteren in de openbare buitenruimte. Als extra maatregel zou overwogen kunnen worden om de frequentie van één voorjaarsbeurt en vijf schoffelbeurten terug te brengen naar een frequentie van één voorjaarsbeurt en vier ( versoberen onderhoud ) schoffelbeurten. Onderhoud verhardingen: Het nog verder verlagen van het onderhoudsbudget door bijvoorbeeld op woonstraatjes waar weinig verkeer zit het onderhoud uit te stellen tot een absoluut minimaal niveau is bereikt. Beschrijf ook mogelijke besparingen en maatschappelijk effect Groenonderhoud Een mogelijke besparing van uiteindelijk ca. € 5.500,-- resulteert in een ( achterstallige ) situatie dat er nagenoeg gedurende het gehele jaar onkruidgroei in de plantsoenen staat. Een, in de beleving van de inwoner, onverzorgde woonomgeving resulteert in een toename aan negatieve reacties van inwoners. Onderhoud Verhardingen: Het huidige vastgestelde onderhoudsniveau ligt onder de landelijke norm (CROW-norm). Het achterstallig onderhoud loopt in dat geval op. De provincie Noord Brabant heeft vorig jaar aangegeven dat zij in haar rol als financieel toezichthouder extra zal toetsen op het onderhoud van kapitaalgoederen. Achterstallig onderhoud dient in dit kader te worden gemeld. Daarbij werden bezuinigingen op jaarlijks en groot onderhoud alleen positief beoordeeld als aannemelijk kon worden gemaakt dat het verlagen van het kwaliteitsniveau van het onderhoud van de kapitaalgoederen niet zal leiden tot achterstallig onderhoud en/of juridische claims. Provincie stelt als referentie het CROW kwaliteitsniveau C. Het door de raad vastgestelde niveau ligt tussen C en D (dus onder dit niveau). Provincie heeft voor de begroting 2015 betreffende het onderhoud aan verhardingen al een aantal kritische vragen gesteld. Het huidige vastgestelde onderhoud wordt nu nog door de provincie geaccepteerd. Verwacht wordt dat het nog verder verlagen van het onderhoudsbudget niet meer is uit te leggen en de provincie over kan gaan tot een strenger toezichtsregime. Daarnaast bestaat de verwachting dat bewoners van straten waar het onderhoud wordt
42
uitgesteld vragen gaan stellen en/of brieven gaan schrijven. Beantwoording van deze vragen vergt extra ambtelijke capaciteit. Op dit moment is nog geen bedrag te noemen wat bespaard zou kunnen worden door het onderhoudsniveau nog verder naar beneden te brengen. Uiteindelijk kan niet gesproken worden over een besparing. Het onderhoud wordt alleen uitgesteld. Opgelopen achterstanden zullen in de toekomst ingehaald moeten worden. Daarnaast is bij een situatie waar sprake is van oplopend achterstallig onderhoud sprake van kapitaalvernietiging. Advies Groenonderhoud: Geadviseerd wordt om verder te gaan met het versoberen / vereenvoudigen van de inrichting van het openbaar groen zoals in 2012 in de groenbeleidsvisie is beschreven en is vastgesteld door de gemeenteraad . Het gaat hierbij dan om omvorming van heesters naar laagblijvende beplanting/ gazon en het verminderen van het aantal bomen. De financiële voordelen voor het omvormen van groen worden de eerste jaren ingezet om andere omvormingsprojecten te financieren. Tot en met 2018 zijn dan ook nog geen concrete voordelen in te boeken. Advies Onderhoud Verhardingen Dit jaar zal een nieuw meerjarig onderhoudsplan wegen worden opgesteld. Voorgesteld wordt om het college en vervolgens de raad een aantal scenario’s voor te leggen. Er zullen dan in ieder geval ook besparingsscenario’s worden opgesteld. Daarbij zullen ook heel duidelijk de risico’s voor het nog verder terugbrengen van het onderhoudsniveau moeten worden afgewogen. Geadviseerd wordt om nu nog geen besparing te noemen en te wachten tot het nieuwe meerjarig onderhoudsplan inclusief kwaliteitsniveau zal worden vastgesteld.
43
Uitstroom en instroom Wet Werk en Bijstand/Stimuleren werkgelegenheid Omschrijving onderwerp stimuleren van werkgelegenheid en uitstroom bevorderende maatregelen WWB
Omschrijving bezuinigingsrichting Uitstroom en instroom WWB en versnellen werkgelegenheid door aantrekken nieuwe bedrijven Dit onderdeel rust op twee uitgangspunten A. Uitstroom en instroom WWB B. Stimuleren werkgelegenheid A.Instroom en uitstroom WWB beïnvloeden Bezuinigingsrichting 1. Het betreft een project in Zwolle. In Zwolle is een nieuwe begeleidingsmethode geïntroduceerd “Voor arbeid en kansen” (VAK) Van 72 Zwollenaren met een ww- of wwb-uitkering die in 2013 in het traject stapten was 57 procent na zes maanden niet meer afhankelijk van een uitkering. Dat heeft effect op de gemeentelijke financiën. Weliswaar kost het totale project 101.536 euro, maar omdat de uitkeringsgerechtigden weer aan het werk gaan, scheelt dat de gemeente ruim een half miljoen aan bijstandsuitkeringen die niet meer uitbetaald hoeven worden. Een bijstandsuitkering kost gemiddeld bijna 15.000 euro per jaar, aldus de gemeente Zwolle. Uitgaande van een gemiddelde bijstandsduur van drie jaar en ervan uitgaande dat VAK veertien uitkeringsgerechtigden duurzaam aan werk helpt, hoeft de gemeente minder aan bijstandsuitkeringen uit te betalen. De opzet van het begeleidingstraject gaat uit van het vergroten van de zelfredzaamheid van mensen. „We doen nog meer een beroep op de eigen kracht van inwoners om zelf werk te vinden.” Het VAK helpt daarbij door uitkeringsgerechtigden in 12 weken klaar te stomen voor reguliere vacatures. „Afgelopen jaar startten zes groepen van 12 deelnemers met het project. Daarin deelden ze kennis, werk- en levenservaring en stimuleerden ze elkaar bij het vinden van betaald werk.” Daarnaast kregen de deelnemers rondleidingen bij bedrijven en vanuit de praktijk uitleg over het werk. Daarnaast gaan ze ook zelf aan de slag op de werkvloer. Uit eigen onderzoek blijkt dat 89 procent van de deelnemers tevreden is over de methode en dat bijna 60 procent inmiddels is uitgestroomd naar regulier werk. „Om de ambitieuze doelstelling van 80 procent te behalen, is meer tijd nodig”, concludeert de gemeente. „De deelnemers die nog niet aan het werk zijn, nemen deel aan de vervolgcursus van VAK.” Zwolle heeft de methode toegevoegd aan haar bestaande pakket van maatregelen. Dit project is opgestart onder begeleiding van een externe. De participatiewet/WWB wordt uitgevoerd door het werkplein “Hart van West Brabant” een GR met 6 deelnemende gemeenten. Met het Werkplein kan een dienstverleningsovereenkomst worden afgesloten over dit onderdeel en te kiezen om participatiebudget (indien de ruimte aanwezig is) of ander budget in te zetten voor een dergelijk project. Wel dient het huidige werkgeversservicepunt en huidige aanpak, b.v. de workshops welke momenteel al lopen voor de uitkeringsgerechtigden bij het Werkplein, hierbij betrokken te worden, aangezien de participatiegelden hiervoor mede worden ingezet. In de afgelopen zijn er diverse projecten gedraaid en in de regio loopt o.a. het project
44
“Werk Voorop” door in 2015. Momenteel ligt er ook een opdracht voor de herstructurering van de WVS en de WVS wordt bekostigd uit het participatiebudget. Tevens is momenteel een besluitvormingsproces gaande rond het vraagstuk welke organisatie de begeleiding naar werk zal gaan uitvoeren, gekoppeld aan doelgroep, hiervoor zijn diverse scenario’s denkbaar.
Bezuinigingsrichting 2 Door het combineren van de inzet van uitkeringsgerechtigden in de wijken en wellicht ter ondersteuning van de zorg zijn er ook mogelijkheden. De wetgeving op het gebied van de 3 decentralisaties, is sinds 1 januari 2015 via de gemeente operationeel, het Werkplein “Hart van West-Brabant” is vanaf 1 januari 2015 gestart. Dit vergt nader onderzoek gelet op de korte termijn waarop zowel de wetgeving richting de gemeente is overgedragen als de uitvoeringssamenwerking rond de participatiewet is gestart. Scenario’s Samen met de deelnemende gemeenten( of alleen)van het werkplein “Hart van West- Brabant” opnemen in de dienstverleningsovereenkomst dat er een business case wordt opgesteld om de mogelijkheden te bezien met een scenario om eind 2015 te kunnen besluiten. Beschrijf ook mogelijke besparingen en maatschappelijk effect Bij samenwerking met het UWV wordt instroom in de WWB voorkomen en de afstand tot de arbeidsmarkt wordt beperkt. De combinatie werkgevers, mensen met een korte en lange afstand tot de arbeidsmarkt en een verandering in de werkwijze van re-integratie geven ook een positieve impuls aan de zelfredzaamheid van de inwoners van deze regio en gemeente. Indien er een gezamenlijke investering wordt gedaan door de aangesloten gemeenten en met een opdracht om 10 % minder aan uitkeringen te betalen met een investering van b.v. € 100.000,- zou een besparing mogelijk zijn. Een business case moet dit echter uitwijzen of dit (momenteel) haalbaar is en welk rendement dit zou geven. B. Stimuleren werkgelegenheid
Halderberge is een aantrekkelijke woongemeente. Vanuit diverse prognoses blijkt, dat de krimp zich kan laten beïnvloeden. Nieuwe bedrijven brengen nieuwe werkgelegenheid met zich mee en werknemers die zich bij voldoende en geschikt aanbod in de gemeente kunnen vestigen. Ook het vasthouden van de jeugd die nu vanwege onderwijs en huisvesting noodgedwongen naar elders verhuist, is een belangrijke kans in combinatie met werkgelegenheid. Verbinding en samenwerking tussen alle O’s (burgers, onderwijs, bedrijven, overheden) is noodzakelijk om optimaal resultaat te halen op de diverse gebieden. Een van de kernpunten die uit deze samenwerking beantwoord dient te worden, is: ‘Hoe kunnen we gezamenlijk meer werkgelegenheid creëren i.c. hoe trekken we meer bedrijven naar Halderberge?’ Scenario’s 1. Niets doen, bedrijven besluiten autonoom tot vestiging, geen beïnvloeding. 2. Minimale inspanning, weinig of geen middelen en/of extra capaciteit beschikbaar: focus op contacten met bedrijven en andere taken laten vervallen.
45
3. Inspanning beperkt vergroten, beperkt middelen en uitvoeringscapaciteit beschikbaar stellen. 4. Inspanning fors vergroten. Mogelijke effecten: • elke uitkeringsgerechtigde die uitstroomt uit de bijstand, bespaart de gemeente op jaarbasis € 15.000,-; • elke 1000 extra overnachtingen per jaar levert de gemeente tenminste € 1.100,-- extra op aan inkomsten toeristenbelasting (niveau 2015, een overnachting); • vergroten van netwerkcapaciteit en lobby richting regio, provincie en/of rijk door bestuurders en ondersteund ambtelijk, biedt mogelijk kans voor extra subsidies; • vestiging bedrijven en nieuwe inwoners betekent stijging van inkomsten voor de gemeente (woz, leges vergunningen etc.); • vestiging van bedrijven en nieuwe inwoners betekent meer kansen voorzieningenniveau, onderwijs, verenigingen etc. (omzet detailhandel, sponsoring culturele activiteiten); • stijging van aantal inwoners betekent tenminste stijging in de algemene uitkering • positief effect op imago gemeente (aantrekkelijk wonen, werken en recreëren). Economie fungeert als vliegwiel voor diverse andere beleidsvelden. Gelet op bovenstaande is het stimuleren van werkgelegenheid een nader onderzoek waard. Aangezien dit niet alleen bovenstaande positieve effecten kan hebben maar ook woon, werk en leefklimaat kan verbeteren in Halderberge.
Advies Het advies is zowel onderdeel A als B nader te onderzoeken.
46
Herijking mantelzorg en vrijwilligerswerk Omschrijving onderwerp Herijking mantelzorg en vrijwilligerswerk
Omschrijving bezuinigingsrichting Er wordt op dit moment apart subsidie verstrekt voor mantelzorg en voor vrijwilligerswerk. Daarnaast heeft de gemeente vanaf 1 januari 2015 extra middelen gekregen (verwerkt het Wmo budget voor begeleiding Awbz taken) voor mantelzorgondersteuning en inrichting va het mantelzorgcompliment. Door herijking van dit beleid (onder andere door een burgerparticipatietraject) is de verwachting dat op dit beleid een besparing kan worden gerealiseerd zonder dat de ondersteuning voor deze doelgroepen ver teruggaat in kwaliteit of kwantiteit. Scenario’s Voor de herijking van mantelzorg en vrijwilligersbeleid zijn verschillende scenario’s denkbaar. De ondersteuning zou onderdeel uit kunnen gaan maken van de wijkteams (daarmee een uitbreiding van de formatie van de wijkteams) of er een nieuwe aanbesteding gestart kunnen worden waardoor de ondersteuning wordt uitbesteed aan een zorg- en welzijnsinstelling. Ambtelijk worden, in samenwerking met de adviesraden, instellingen en verenigingen de mogelijkheden nog onderzoek. Dit is mede afhankelijk van de wensen en behoeften die onze inwoners hebben. Het college zal deze scenario’s voor de zomer ter besluitvorming voorgelegd krijgen. Naast herijking van deze beleidsterreinen is er een nieuwe taak bijgekomen vanaf 1 januari 2015, namelijk de invulling van het mantelzorgcompliment. In 2014 ontvingen mantelzorgers nog een compliment van € 250,- per mantelzorger. De nieuwe invulling is echter vrij invulbaar voor gemeenten. Er zijn verschillende scenario’s denkbaar: een geldbedrag, cadeaubonnen, een dag voor mantelzorgers of extra ondersteuning. Ook voor de invulling hiervan geldt dat het college voor de zomer een voorstel wordt voorgelegd. Beschrijf ook mogelijke besparingen en maatschappelijk effect In de huidige situatie krijgt HOOM voor mantelzorgondersteuning € 74.000 en de Vrijwilligerscentrale (Surplus) € 42.000. Daarnaast is er voor extra ondersteuning en het mantelzorgcompliment € 136.000 opgenomen in de middelen voor de decentralisatie Awbz/Wmo. Huidig totaal geraamde budget is daarmee € 252.000. We denken uit te kunnen gaan van maximaal een gelijkblijvend budget voor ondersteuning en vrijwilligers, namelijk € 116.000. Daarnaast dient er een bedrag voor het mantelzorgcompliment vastgesteld te worden. Hiervoor is nader onderzoek nodig, maar een eerste schatting leidt tot een raming van € 75.000 (uitgaande van ondersteuning van 750 mantelzorgers1 met activiteiten, ondersteuning etc. ten koste van maximaal 100,-). De totale ondersteuning zou dan totaal op € 191.000,- komen Een mogelijke besparing die hiermee gerealiseerd wordt geschat tussen €0 en € 60.000. Dit wordt nader onderzocht en voor de zomer aan het college worden voorgelegd. De maatschappelijke effecten zullen dan ook nader in beeld gebracht worden. De verwachting is dat de effecten zich met 1
Gebruikersgegevens mantelzorgcompliment 2011: 598, 2012: 630, 2013: 602, 2014: nog geen cijfers bekend. Er is dus rekening gehouden met groei van het aantal geregistreerde mantelzorgers die gebruik willen maken van het compliment.
47
name zullen uiten in het mantelzorgcompliment en in mindere mate in de verder geboden ondersteuning. Voor de welzijnsinstellingen die op dit moment de ondersteuning uitvoeren, kunnen er gevolgen zijn. Zij kunnen hun opdracht verliezen en daarmee geen subsidie meer ontvangen. Zij lopen dan een bedrag € 116.000 mis. Risico’s • Door het lokale uitvoering van het mantelzorgcompliment kunnen meer mantelzorgers zich melden waardoor het budget kan worden overschreden. • De verwachting is dat door het subsidietraject dan wel inkooptraject de ondersteuning goedkoper kan worden ingekocht. Er is echter ook een kans (zeker bij een aanbesteding) dat dit niet het geval is, maar dat het juist duurder is. • De decentralisaties zorgen ervoor dat er meer en meer een beroep gedaan wordt op vrijwilligers en mantelzorgers. Daarom worden er ook meer middelen voor verstrekt. In de praktijk kunnen we ertegenaan gaan lopen dat we onvoldoende middelen hebben als de decentralisatie-opgave slaagt en er daadwerkelijk meer door mantelzorgers en vrijwilligers wordt gedaan. • Er is een politiek risico wanneer naar buiten wordt gecommuniceerd dat we bezuinigen op mantelzorgers en vrijwilligers.
Advies Het advies is dit nader te onderzoeken.
48
D. Invulling van de taakstellingen op de organisatie In de begroting 2015 is een tweetal taakstellingen opgenomen op de organisatie, zoals ook is aangegeven in het overzicht voortgang bezuinigingen en taakstellingen eerder in deze verkenning. Het gaat hierbij om de volgende taakstellingen: Onderwerp
2015
2016
Taakstelling 4 fte vanaf 2017
Taakstelling 0,2% efficiencywinst personele budget
24.000
48.000
2017
2018
Stand van zaken
240.000
240.000
72.000
96.000
Met de strategische personeelsplanning is al een deel in te vullen vanaf 2017. De verwachting is dat dit gehaald wordt De verwachting is dat wij dit kunnen invullen. Dit is wel afhankelijk van keuzes zoals werken op afspraak e.d.
De verwachting is dat beide taakstellingen worden gehaald, waarbij het wel noodzakelijk is een aantal keuzes te maken. In onderstaand overzichten wordt hier verder op ingegaan. Zoals in de onderstaande toelichting op de strategische personeelsplanning is aangegeven, ziet het college vooralsnog geen ruimte naast bovenstaande taakstelling nog verder te krimpen, tenzij er daadwerkelijk taken worden geschrapt.
49
Strategische personeelsplanning Omschrijving bezuinigingsrichting Met een scrum-sessie is een start gemaakt met een strategische personeelsplanning. In de scrum is naar een aantal zaken gekeken en is ook een relatie gelegd met de bezuinigingen. De huidige en toekomstige situatie qua personele bezetting zijn in beeld gebracht en d.m.v. een routemap zijn acties voor de komende jaren benoemd. De strategische personeelsplanning is nog verder in ontwikkeling met name mobiliteit en scholing vragen nog meer uitwerking. Huidige stand van zaken De afgelopen periode is het personeelsbestand met 17 fte ingekrompen door bezuinigingen. Op de personele formatie rust nog een taakstelling van 4 fte (te realiseren vanaf 2017). Aan de invulling van deze taakstelling is in de scrum ook aandacht gegeven. Op basis van de strategische personeelsplanning is geconstateerd dat er in de komende jaren ruimte ontstaat bij het onderdeel projecten en in het kader van de digitalisering bij de archieffunctie. Dit wordt benut om de taakstelling van 4 fte m.i.v. 2017 te kunnen realiseren. Naast de scrum is bezien of er door het vertrek van medewerkers naar het samenwerkingsverband “Hart van Brabant” in de organisaties besparingen mogelijk zijn. Dit zou dan met name gezocht moeten worden in de overhead (met name ondersteunende functies). Het vertrekpunt is een organisatie waar voor de laatste keer een benchmark is gehouden in 2012 door Berenschot. Uit die benchmark blijkt dat de organisatie over het geheel genomen geen excessen in de plus laat zien. Na deze benchmark is de formatie met 17 fte verminderd en vanaf 2017 nogmaals met 4 fte. Het vertrekpunt is een organisatie die qua formatie krap bemeten is. Ter onderbouwing is gebruik gemaakt van de kengetallen A&O fonds en de benchmark van Berenschot die hieronder worden toegelicht : Kengetallen A&O fonds personeelsmonitor 2013 • Gemiddeld genomen kennen gemeenten eind 2013 een bezetting van 8,7 fte per 1.000 inwoners. Eind 2012 was dit nog 9,1 fte (grote en kleine gemeenten bij elkaar. In Halderberge is dat 5,9 fte per 1000 inwoners excl. WWB, inclusief WWB 6,5 fte. • Sinds 2010 neemt het aantal leidinggevenden per 100 medewerkers af. In 2013 daalde het aantal leidinggevenden per 100 medewerkers naar 5,9. Dit betekent dat de ‘span of control’ van leidinggevenden toeneemt: leidinggevenden krijgen meer werkzame personen onder hun hoede. Overigens daalde het aantal leidinggevenden per 100 medewerkers niet in alle gemeentegrootteklassen. Bij gemeenten met minder dan 10.000 inwoners nam dit aantal toe tot 8,8. Daarmee hebben leidinggevenden in deze gemeentegrootteklasse de kleinste ‘span of control’. Het grootst is de ‘span of control’ bij gemeenten met 20.000 tot 100.000 inwoners (5,4 leidinggevenden per 100 medewerkers) • Halderberge heeft ca. 225 ( vacatures en parttimers) medewerkers exclusief trainees, werkervaringsplaatsen en stagiaires en externen op 9 leidinggevenden inclusief directie). Dit is in Halderberge 4,0 per 100 medewerkers.
50
Rapportage Berenschot •
6,5 fte per 1000 inwoners voor onze gemeentegrootte voor 2014 (overigens rapportage maart 2014)
Veel functies voor de 3 decentralisaties zijn ingevuld met medewerkers met tijdelijke contracten, omdat wij : 1. Goed inzicht willen krijgen in aard en omvang van de werkzaamheden; 2. Medewerkers op andere functies binnen de gemeente ook een kans m.b.t. mobiliteit te bieden; 3. Flexibel willen inzetten op ontwikkelingen. Scenario’s In het kader van de scrum zijn de mogelijkheden van verschillende varianten van seniorenregelingen onderzocht. Het blijkt in alle scenario’s een hoge investering te vragen, met name in verband met de benodigde afkoopsom inclusief fiscale heffing. Beschrijf ook mogelijke besparingen en maatschappelijk effect Gelet op de taakstelling en de nog in te vullen efficiency korting zijn er geen extra besparingen mogelijk zonder taken te schrappen.
Advies De bezuinigingsvoorstellen, zoals opgenomen in de voorkeursvariant voor de kaderstelling, , geven geen aanleiding tot extra bezuinigingen in de formatie, aangezien er geen taken geschrapt worden. Een aantal voorstellen brengt extra werkzaamheden met zich mee. Het betreft met name rekenkameronderzoeken zelf uitvoeren; aanpak arbeidsmigranten (aansturing); het invoeren van hondenbelasting; het voeren van een actief accommodatiebeleid. Deze werkzaamheden zullen binnen de huidige formatie moeten worden opgevangen. Geadviseerd wordt om geen extra taakstelling op te nemen, zonder taken te schrappen. De bestaande taakstelling van 4 fte m.i.v. 2017 wordt gelet op het bovenstaande haalbaar geacht.
51
Maatwerk dienstverlening Omschrijving onderwerp Het leveren van maatwerk in de dienstverlening door o.a. het invoeren van werken op afspraak en het uniformeren van de openingstijden.
Omschrijving bezuinigingsrichting Bij het invoeren van werken op afspraak wordt gestuurd op het vooraf maken van een afspraak door onze klanten. Het laat wel de ruimte om bij ‘vrije inloop’ van klanten direct ter plaatse de mogelijkheid te bieden om een afspraak te (laten) maken en dus binnen redelijke termijn te worden geholpen. Door het invoeren van werken op afspraak kan de organisatiecapaciteit beter worden benut (efficiënter werken). De baliebezetting kan beter worden ingepland, waardoor de tijd van de medewerkers eenvoudiger in te plannen en dus benutbaar is. Er kan beter worden ingesprongen op te verwachten pieken en dalen in de inzet. Hierdoor wordt de dienstverlening aan onze klanten verbeterd: geen of korte wachttijden aan de balie. Werken op afspraak wordt gecombineerd met de herijking van de openingstijden, waardoor een flexibel en op maat voor de klant tijdsraam waarbinnen afspraken gemaakt kunnen worden ontstaat. Door te kiezen voor meer maatwerk in de openingstijden wordt aansluiting gezocht op de behoeften en de wensen van de klant. Afhankelijk van piek- en dalmomenten worden de openingstijden hierop aangepast. Hierdoor kan een bezuiniging worden gerealiseerd door een besparing op overheadkosten (gebouw, energie, etc.) en op personele kosten (andere manier van inzetten). Door het gelijktijdig invoeren van beide opties wordt het effect op dienstverlening aan onze klanten geminimaliseerd. Het komt er op neer dat door werken op afspraak de wachttijden voor de klant minder worden en de gemeente meer zicht krijgt op piek- en dalmomenten in klantvragen. Bij piekmomenten kunnen de openingstijden worden verruimd (bijvoorbeeld extra (avond)openstelling voor de zomervakantie) en bij dalmomenten kunnen de openingstijden worden ingeperkt. Beschrijf ook mogelijke besparingen en maatschappelijk effect De verwachtte besparing bedraagt € 30.000,--, mits gecombineerd met de aanpassing van de openingstijden ( dit bedrag bestaat voornamelijk uit besparing op de formatieve ruimte). Deze besparing zit dan met name in het anders inzetten van personele capaciteit. Het maatschappelijk effect is nihil, zeker als gekozen wordt voor het systeem dat bij ‘vrije inloop’ van klanten direct ter plaatse de mogelijkheid biedt om een afspraak te (laten) maken. Aantekening is wel dat voor het invoeren van werken op afspraak ook invoeringskosten gemaakt moeten worden (met name aanschaf systeem/zuil en het uitvoeren van het communicatieplan).
Advies Op dit moment wordt gewerkt aan de invoering van werken op afspraak en de uniformering van de openingstijden. Streven is om deze combinatie per 1 juli 2015 in te laten gaan. Advies is dan ook om deze bezuinigingsoptie als te realiseren bezuiniging per 2016 in te boeken.
52