Begroting 2014 Meerjarenraming 2015-2017
“Scholengroep Vestigingsadres Postadres Telefoon Fax E-mail Website
OPRON, stichting openbaar primair onderwijs : Hoogveen 1, 9501 XK Stadskanaal : Postbus 310, 9500 AH Stadskanaal : (0599) 696 390 : (0599) 696 399 :
[email protected] : www.opron.nl
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
VOORWOORD Zorgdragen voor maximale onderwijskwaliteit is de centrale opdracht voor een schoolbestuur. Om dat te bereiken dienen de schoolbesturen alle middelen die hen ter beschikking staan op een verantwoorde en doelmatige manier in te zetten. Een goed financieel management is een daarvoor een voorwaarde. Basis hiervoor is een goede begroting, waarin de te verwachten inkomsten, uitgaven, verplichtingen en risico’s zo nauwkeurig mogelijk zijn berekend. Kwalitatief hoogwaardig onderwijs is essentieel voor een “kennisland” als het onze. Aan het onderwijs worden dan ook hoge eisen gesteld in een voortdurend veranderende samenleving. We moeten helaas constateren dat dit op gespannen voet staat met de huidige financiering. Zonder uitputtend te willen zijn zien we dat stijgingen in de personele lasten niet worden doorberekend in de personele vergoeding, blijven de vergoedingen voor de lasten van energie al jaren achter bij de stijging van de kosten, om maar niet te spreken over middelen die noodzakelijk zijn voor een adequate en eigentijdse huisvesting, waar onderwijs kan worden gegeven die de samenleving van ons vraagt. Een lichtpuntje hierin is dat de landelijke overheid heeft besloten om vanaf 2014 extra financiële middelen toe te voegen aan het onderwijsbudget. Ten tijde van het opstellen van deze begroting weten we echter niet welke lasten daar weer tegenover staan of welke kostenstijgingen opnieuw niet volledig worden doorberekend in de vergoedingen. In deze begroting is ook de meerjarenbegroting 2015-2017 opgenomen. De begroting 2014 sluit met een tekort van ongeveer € 300.000. Het begrote tekort ligt ongeveer € 160.000 lager dan de begroting 2013 en ligt in de lijn van het indertijd in 2012 vastgestelde meerjarenbeleid. We liggen dus niet alleen wat betreft de kwaliteit van ons onderwijs, maar ook financieel op koers. Onze doelstelling om in 2015 een sluitende begroting te kunnen presenteren, komt dan ook steeds dichterbij. Oorzaak van het tekort ligt nog steeds in de hoge exploitatielasten van de gebouwen. Voor 2014 is voorzien dat we in ieder geval de dislocatie van De Viermaster kunnen afstoten. Verder is het de inzet van het bestuur om de so-afdeling van de Margaretha Hardenbergschool onder te brengen in de Wim Monnereauschool. Een essentiële stap om te komen tot een onderwijs zorgvoorziening voor het regionaal primair onderwijs. Behalve onderwijskundige voordelen levert realisering hiervan ook een besparing op in de exploitatielasten. Om het onderbrengen van de so-afdeling van de Margaretha Hardenbergschool in het gebouw van de Wim Monnereauschool te realiseren moet het gebouw van deze school aangepast worden. Hiervoor is de financiële steun van de gemeente Veendam nodig. In 2013 is het koersplan “het beste uit elk kind”, waarin het strategisch beleid voor de komende jaren is verwoord, vastgesteld. De verbinding tussen alle lagen van onze organisatie, de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van een ieder en resultaatgerichtheid zijn onze kernwaarden. Met elkaar en in samenhang zorgen we voor kwalitatief goed onderwijs in scholen waar onze kinderen met plezier naar toe gaan.
Het bestuur november 2013
1
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
INHOUDSOPGAVE 1.
2.
3.
4.
INLEIDING
3
1.1
De organisatie
3
1.2
Visie
5
1.3
Scholengroep OPRON en de gemeenten
5
HOOFDLIJNEN
6
2.1
Hoofdlijnen beleid 2014
6
2.2
Hoofdlijnen begroting 2014
10
EXPLOITATIEBEGROTING 2014 OP BESTUURSNIVEAU
13
3.1
Exploitatiebegroting 2014 verdicht
13
3.2
Exploitatiebegroting 2014 onverdicht
14
3.3
Toelichting op exploitatiebegroting 2014
16
3.4
Groot onderhoud schoolgebouwen
21
MEERJARENPERSPECTIEF
22
4.1
Meerjarenbegroting 2014 - 2017
23
4.2
Toelichting bij de meerjarenbegroting
24
4.3
Kasstroomoverzicht
26
4.4
Kengetallen
27
4.5
Leerlingratio
27
4.6
Fusie met het openbaar onderwijs Slochteren
27
4.7
Risico’s
28
2
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
1.
INLEIDING
Voor het opstellen van de begroting 2014 zijn we uitgegaan van de jaarrekening 2012, de begroting 2013 en de prognose voor 2013. De fluctuaties in een grote organisatie voor primair onderwijs zijn normaliter klein. Hoe groter de organisatie hoe kleiner verhoudingsgewijs de fluctuaties. De jaarrekeningen van de afgelopen jaren hebben laten zien dat de uiteindelijke (financiële) resultaten goed in lijn lagen met de begroting. Ook de begroting 2014 zal naar verwachting daarom een redelijke voorspelling zijn van de toekomst. Baten en lasten zullen niet veel afwijken van de schattingen, mits er zich geen grote en onverwachte veranderingen voordoen. In het Nationaal Onderwijsakkoord is afgesproken dat de landelijke overheid vanaf 2014 extra investeert in het onderwijs. Deze extra investeringen zijn niet volledig meegenomen in deze begroting, omdat de juiste bedragen niet bekend zijn. Ook niet bekend is welke lasten die voor rekening van het schoolbestuur komen daar tegenover zullen staan. In hoeverre dit de financiële positie van het onderwijs, die al enige jaren onder druk staat, zal verbeteren is nog niet te zeggen. Leeswijzer
1.1 De organisatie
In hoofdstuk 1 schetsen we in het kort de organisatie van Scholengroep OPRON. De hoofdlijnen van het beleid voor 2014 worden in hoofdstuk 2 beschreven. De exploitatiebegroting komt in hoofdstuk 3 aan de orde en in hoofdstuk 4 de meerjarenraming voor de periode 2015-2017.
Scholengroep OPRON is een stichting voor Openbaar PRimair ONderwijs in de gemeenten Menterwolde, Stadskanaal en Veendam. De kernactiviteiten van de stichting zijn: het bieden en verzorgen van een breed en algemeen toegankelijk openbaar onderwijs aan alle kinderen van 4 tot 12 jaar, in een als veilig en vertrouwd ervaren fysieke en sociale omgeving; het vergroten van de kennis en het ontwikkelen van vaardigheden van de leerlingen om hen daarmee in staat te stellen op een volwaardige wijze deel te nemen in de maatschappij, zodanig dat hun kwaliteiten daarbij zo goed mogelijk tot uiting komen. Deze opdracht is o.a. verwoord in artikel 8 en artikel 46 van de WPO en artikel 49 van de WEC. Voor de Margaretha Hardenbergschool (ZML school) moet opgemerkt worden dat op deze school leerlingen tot 18 jaar onderwijs ontvangen. Tot de stichting behoren 22 scholen, waarvan 20 basisscholen, één school voor speciaal basisonderwijs en één school voor (voortgezet) speciaal onderwijs. De structuur van de organisatie wordt in afbeelding 1 weergegeven. Raad van Toezicht In 2013 hebben de gemeenteraden ingestemd met een verandering van de statuten en een formele verandering van de structuur van de organisatie. De wettelijk verplichte scheiding tussen bestuur en intern toezicht is nu geformaliseerd middels het model Raad van Toezicht - College van Bestuur. De Raad van Toezicht van Scholengroep OPRON bestaat momenteel uit zes personen. Deze zijn benoemd door de gemeenteraden, waarvan twee leden op bindende voordracht van de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. College van Bestuur Met de invoering van het model Raad van Toezicht – College van Bestuur ligt de bestuurlijke verantwoordelijkheid bij het College van Bestuur. Het College van Bestuur bestaat uit twee personen. Het College van Bestuur heeft voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht nodig voor het nemen van besluiten met betrekking tot: a. het aangaan van financiële verplichtingen en samenwerkingsovereenkomsten welke niet in de begroting zijn opgenomen; b. de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers binnen een kort tijdsbestek;
3
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
c.
ingrijpende wijziging van de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers van de stichting; d. een aanvraag tot faillissement of surseance van betaling; e. het doen van een voorstel tot opheffing of afsplitsing van de scholen; f. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking met een andere rechtspersoon g. het vaststellen of wijzigen van het strategisch meerjarenplan. Het College van Bestuur voert het overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Schooldirecties Elke school heeft een integraal verantwoordelijke directie. Zij zijn verantwoordelijk voor het onderwijskundige, financiële en personele beleid van de eigen school. De directeur wordt, afhankelijk van de schoolorganisatie en schoolgrootte, bij de uitvoering van de taken ondersteund door de adjunct, een managementteam of op de kleinere scholen door een interne begeleider. De directies adviseren de medezeggenschapsraden en voeren namens het bestuur het overleg met de medezeggenschapsraad van de school.
Raad van Toezicht
gmr
College van Bestuur
werkgroepen stafbureau directieberaad
directie mr
team
directie mr
team
directie mr
team
directie mr
team
directie mr
team
Afbeelding 1 Organogram Scholengroep OPRON
Werkgroepen Jaarlijks wordt een aantal werkgroepen ingesteld. In elke werkgroep zitten meerdere directeuren, al of niet een lid van het College van Bestuur en voor zover mogelijk een beleidsmedewerker. De beleidsadviesgroepen bereiden beleidsnotities voor of werken onderdelen uit het strategisch beleidsplan uit en leggen dit voor aan het directieberaad en het College van Bestuur. Dit kunnen zowel onderwerpen zijn met betrekking tot onderwijs, onderwijsorganisatie en onderwijskwaliteit, financiën, onderhoud/huisvesting en personeelsbeleid. Ondersteuning Het College van Bestuur en de schooldirecties word(t)(en) ondersteund door het stafbureau, waarin het secretariaat en specialistische taken rondom personele en financiële zaken zijn ondergebracht. Op het stafbureau zijn 5 medewerkers (4,5 fte) werkzaam. De financiële, personele en salarisadministratie is uitbesteed aan de Onderwijs Service Groep (OSG) in Assen.
4
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
1.2 Visie Onze visie hebben we verwoord in 10 speerpunten. Deze 10 speerpunten geven richting aan ons beleid. De uitwerking is te vinden in ons koersplan 2013-2015 “het beste uit elk kind”. De beleidsvoornemens om deze visie te verwezenlijken worden jaarlijks uitgewerkt in concrete doelen in het jaarplan. In hoofdstuk 2 geven we de hoofdlijnen van ons beleid voor 2014 weer.
Hoge ambities Een uitdagende leeromgeving
Talentontwikkeling
Actieve pluriformiteit
Elk kind hoort erbij
Visie De school, middelpunt in de buurt
Respect en waardering
Eenheid en verscheidenheid
Ouderbetrokkenheid Voorbereiding voortgezet onderwijs
1.3 Scholengroep OPRON en de gemeenten De gemeenten hebben de grondwettelijke taak te voorzien in voldoende openbaar onderwijs. Om vanuit die taak toezicht te houden op de gang van zaken is in de statuten vastgelegd dat het College van Bestuur de begroting en de jaarrekening aan de gemeenten stuurt en dat de gemeenten indien zij dit wensen, hun zienswijze aan het College van Bestuur kenbaar maken. Het College van Bestuur zendt vervolgens een reactie op de zienswijze aan de gemeente. Daarnaast brengt het College van Bestuur jaarlijks verslag uit omtrent zijn werkzaamheden aan de gemeenten. In geval van ernstige taakverwaarlozing zijn de gemeenteraden bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen overeenkomstig de daartoe geldende wetsartikelen.
5
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
2.
HOOFDLIJNEN
2.1 Hoofdlijnen beleid 2014 In 2013 is het strategisch beleid voor de periode 2013-2015 vastgelegd in ons koersplan “het beste uit elk kind”. In dit koersplan zijn de beleidsvoornemens en doelstellingen die we willen bereiken ondergebracht in zeven thema’s: kwaliteit, bestuur, professionalisering, passend onderwijs, ICT, samenwerking en financiën en huisvesting. Voor de uitwerking van de zeven thema’s verwijzen we naar ons koersplan. Het koersplan wordt jaarlijks uitgewerkt in een jaarplan waarin de te bereiken doelstellingen voor dat jaar zijn geformuleerd. In dit hoofdstuk geven we per thema in het kort de hoofdlijnen van het beleid in 2014 weer zoals weergegeven in het koersplan, waar nodig aangevuld met beleidsvoornemens in verband met nieuwe ontwikkelingen. De te bereiken doelen worden verder uitgewerkt in het jaarplan 2014. 2.1.1 Kwaliteit en kwaliteitsbeleid Het kwaliteitsbeleid is het centrale thema in het koersplan 2013-2015. In ons kwaliteitsbeleid staan steeds de volgende vijf vragen centraal:
Doen we de goede dingen?
Wat doen we met die wetenschap?
Vinden anderen dat ook?
Doen we de dingen goed?
Hoe weten we dat?
Het kwaliteitsbeleid is verbonden met alle andere thema’s. In essentie moeten de beleidsvoornemens en doelstellingen zoals die bij de verschillende thema’s zijn geformuleerd bijdragen aan de permanente kwaliteitsverbetering van ons onderwijs. Wat zijn onze doelen voor 2014? • Het opstellen van een bestuurlijk jaarplan voor 2014 op basis van het koersplan en de begroting 2014. • Het periodiek monitoren van de tussentijdse resultaten en eindresultaten en de resultaten van de verbeteracties. De eindresultaten liggen op OPRON-niveau gemiddeld tenminste één punt boven de ondergrens van de inspectie. De tussenresultaten voldoen aan de inspectienormen. • Verbeteren format schooljaarplan en inhoudelijke verbetering van het schooljaarplan met name wat betreft de analyse van de resultaten en het formuleren van verbeteracties. • Het implementeren van een systeem van interne audit. In het schooljaar 2012-2013 hebben alle schoolleiders en het College van bestuur scholing gevolgd op het gebied van een interne audit. Voor het vervolg willen we aansluiten bij de provinciale ontwikkelingen op dit gebied. Eventuele kosten worden gedekt uit het budget nascholing.
6
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
• •
Onderzoek naar de wenselijkheid en (financiële) mogelijkheden van het tweejaarlijks meten van de tevredenheid van personeel op OPRON niveau. Het beschrijven en vastleggen van het systeem van kwaliteitszorg op school- en bestuursniveau in een handboek.
2.1.2 Bestuur Verbindend besturen en verbindend leiderschap vormen de kern van onze visie op bestuur en management. Verbindend leiderschap kan niet zonder het geven van vertrouwen en het waarderen van ieders kennis en vaardigheden. Verbindend leiderschap verdeelt verantwoordelijkheden tussen alle lagen van de organisatie. Samen werken we aan de kwaliteit van het onderwijs en met elkaar zijn we daarvoor ook verantwoordelijk, ieder op zijn eigen niveau. Basis voor het bestuurlijk handelen is de “Code Goed Bestuur in het primair onderwijs”. In 2013 hebben de raden van de drie gemeenten ingestemd met wijziging van de statuten en daarmee met de invoering van het model Raad van Toezicht – College van Bestuur. Daarmee is de feitelijke scheiding bestuur en intern toezicht gerealiseerd. Wat zijn onze doelen voor 2014? • Het ontwikkelen en invoeren van een Verzuimbeleid toezichtkader voor het intern toezichtorgaan, In het schooljaar 2011-2012 is een start waarin wordt geëxpliciteerd op welke criteria het gemaakt met het aanscherpen van het intern toezicht zich richt en de normen die daarbij verzuimbeleid. De directies van de scholen worden gehanteerd. zijn als direct leidinggevenden eerstverantwoordelijk voor de uitvoering • Heroriëntatie op positie, taak en van het verzuimbeleid. Er zijn nieuwe verantwoordelijkheden van de directies van de afspraken gemaakt over de afstemming scholen en aanpassing van het tussen bedrijfsarts, directies en managementstatuut aan het model RvT – CvB en ondersteuning. Voor de algemene directie invoering hiervan. Voor het inschakelen van en de schooldirecties is een training in het externe deskundigheid is € 2500 begroot vanuit voeren van (verzuim)gesprekken budget deskundigenadvies. georganiseerd. Deze aanscherping heeft in • Het onderzoeken van de mogelijkheden om per 1 2012 duidelijk resultaat gehad. Het verzuimpercentage is behoorlijk gedaald januari 2015 te komen tot samenvoeging met het naar onder de 6%. In 2013 zien we echter openbaar onderwijs in de gemeente Slochteren. weer een stijging van het • Het ontwikkelen van beleid met betrekking tot het verzuimpercentage. Het verzuimbeleid is in kaart brengen en bewaken van de kwaliteit van in samenwerking met de Arbodienst het onderwijsleerproces en de kwaliteit van het geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie personeel. komt de Arbodienst met een voorstel de • Het participeren in een verkennend onderzoek directies van de scholen een jaar lang te naar mogelijke samenwerkingsvormen van de coachen en te ondersteunen bij het verzuimbeleid. Ten tijde van het opstellen schoolbesturen in Oost-Groningen. Bestuurlijke van deze begroting waren de verdere samenwerking heeft tot doel een antwoord te opzet en de eventuele meerkosten nog geven op de wijze waarop de kwaliteit en de niet bekend. De kosten moeten worden bereikbaarheid van het primair onderwijs in Oostgedekt uit het budget Arbozorg. Groningen op peil kan worden gehouden. De bijdrage voor Scholengroep OPRON is begroot op €3500 (budget deskundigen advies). 2.1.3 Professionalisering De kwaliteit van het onderwijs is voor een belangrijk deel afhankelijk van de professionaliteit van de medewerkers. Om een zo hoog mogelijke kwaliteit van het onderwijs te realiseren zijn er professionals nodig die voortdurend werken aan hun professionele ontwikkeling in relatie met hun collega’s, binnen de context van de school. In onze visie is “learning on the job” dan ook één van de meest effectieve vormen van professionalisering. De professionalisering van schoolteams en individuele medewerkers is primair een verantwoordelijkheid die op schoolniveau ligt. Het budget voor scholing en schoolbegeleiding is onderdeel van het schoolbudget, waarvoor de schoolleider budgetverantwoordelijk is. 7
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
Wat zijn onze doelen in 2014? • Elke schoolleider in dienst van OPRON staat ingeschreven in het schoolleidersregister en werkt voortdurend aan zijn professionalisering op basis van de in het register vastgelegde competenties. Dit is vastgelegd in een persoonlijk ontwikkelingsplan. Beschikbaar zijn de middelen die de landelijke overheid hiervoor beschikbaar heeft gesteld (op jaarbasis € 2000 per directielid). • Het volgen van de opleiding tot auditor door twee schoolleiders van Scholengroep OPRON en het uitvoeren van audits als lid van het provinciale auditteam (provinciale subsidie). • Het overbrengen van de kennis en ervaring door deze schoolleiders aan de schoolleiders van de andere scholen. • Het vormen van OPRON auditteams en het uitvoeren van een audit op elke school. • Het onderzoeken van de mogelijkheden van e-learning als aanvulling op de huidige mogelijkheden en de financiële consequenties. De kosten van e-learning zelf komen ten laste van het schoolspecifieke nascholingsbudget. • Het vastleggen van beleid m.b.t. het gebruik van kijkwijzers en competentielijsten. • Het opstellen van een overzicht van de vereiste competenties van intern begeleiders. • Het verbeteren van het onderwijs in begrijpend lezen. Hiervoor zijn twee trajecten uitgezet, waaraan in totaal 9 scholen meedoen. De lasten voor 2014 (€ 10.000) worden gedekt uit het bovenschools budget voor schoolbegeleiding. 2.1.4 Passend onderwijs Met ingang van 1 augustus 2014 wordt het zogenaamde Passend Onderwijs ingevoerd. Voor ons houdt Passend Onderwijs in dat iedere leerling recht heeft op optimaal passend onderwijs zo thuisnabij mogelijk. In 2013 is de aandacht met betrekking tot Passend Onderwijs vooral nog uitgegaan naar de bestuurlijke inrichting, gelet op de omvang van het nieuw te vormen samenwerkingsverband voor zowel het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs. Scholengroep OPRON maakt behalve van het samenwerkingsverband primair onderwijs ook deel uit van het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs, omdat de Margaretha Hardenbergschool ook een afdeling voor voortgezet speciaal onderwijs heeft. Wat zijn onze doelen in 2014? • Alle OPRON-scholen realiseren binnen de eigen context de basiszorg en hebben dit vastgelegd in het schoolondersteuningsplan. • Het realiseren van een adequate opzet voor interne begeleiding op onze scholen in relatie met een heroriëntatie op de plaats en functie van het zorgplatform en het steunpunt basisonderwijs. Hierbij moet de relatie met de CJG’s en andere instellingen op het gebied van jeugdzorg worden meegenomen. • Het ontwikkelen van een visie op het speciaal basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs als expertisecentrum binnen onze regio. Welke zorg kunnen deze scholen bieden aan welke leerlingen uit onze regio en welke ondersteuning kunnen ze reguliere basisscholen bieden bij de afstemming van het onderwijs op de zorgbehoeften van deze leerlingen. • Afstemming onderwijs – jeugdzorg. De jeugdzorg komt onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. Als scholengroep zullen we evenals voorgaande jaren actief participeren in het overleg tussen de gemeenten en het onderwijs, met als doel de afstemming tussen onderwijs en jeugdzorg zo goed mogelijk te realiseren. • Professionalisering van onze medewerkers in het afstemmen van het onderwijs op de ontwikkeling van de kinderen. Dit is een belangrijke voorwaarde om passend onderwijs te realiseren. 2.1.5 ICT De mogelijkheden die ICT biedt, blijven zich in snel tempo ontwikkelen. Voor het onderwijs is permanente aandacht voor ICT noodzakelijk. Enerzijds omdat we onze leerlingen moeten voorbereiden op een maatschappij waar ICT een steeds prominentere plaats inneemt, anderzijds 8
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
om ICT te gebruiken voor de verbetering en verhoging van de kwaliteit van ons onderwijs. De ontwikkeling en toepassing van ICT in het onderwijs vereist samenhang tussen vier bouwstenen: visie, deskundigheid, digitale leermiddelen en infrastructuur. De balans tussen de vier pijlers is een voorwaarde voor succes. Wat zijn onze doelen in 2014? • Het ontwikkelen van een hernieuwd ICT beleidsplan. Dit wordt opgesteld door een werkgroep bestaande uit een aantal schoolleiders. Na het opstellen van dit plan wordt het gezamenlijk beleid uitgewerkt en geïmplementeerd. • Het gedeeltelijk vervangen van de hardware in de scholen. Eind 2013 en begin 2014 vindt er een inventarisatie plaats van de te vervangen hardware. Ten tijde van de opstelling van de begroting was het investeringsbedrag derhalve nog niet bekend. De afschrijvingslasten komen ten laste van het schoolbudget, omdat de vergoeding voor ICT (onderdeel lumpsum) onderdeel uitmaakt van het schoolbudget. In de realisatie kan er dus een verschuiving plaatsvinden van instellingslasten (leermiddelen) naar afschrijvingslasten. 2.1.6 Samenwerking Openbaar onderwijs is onderwijs van en voor de samenleving. Samenwerking met de ouders en het bevorderen van de ouderbetrokkenheid en de samenwerking met partners op het terrein van jeugd en educatie zijn voor ons speerpunten in ons beleid. In de gemeente Stadskanaal functioneert, mede op initiatief van Scholengroep OPRON, een werkgroep bestaande uit medewerkers voorschoolse voorzieningen en onderbouw van de scholen. De overdracht van de kinderen van de voorschoolse voorzieningen naar het primair onderwijs is inmiddels goed geregeld. De werkgroep richt zich nu met name op de inhoudelijke aansluiting. In de gemeente Veendam is een dergelijk initiatief ook opgestart en ook in Menterwolde zijn er dergelijke contacten. Wat zijn onze doelen in 2014? • Voortzetting van de samenwerking met de voorschoolse voorzieningen in alle drie de gemeenten en met name het verder uitwerken en implementeren van de doorgaande inhoudelijke lijn. • Het activeren en stimuleren van beleid met betrekking tot het vergroten van de ouderbetrokkenheid en dit beleid op schoolniveau verder uitwerken. • Het in het kader van Passend Onderwijs verbeteren van de samenwerking met de Centra voor Jeugd en Gezin. 2.1.7 Financiën en huisvesting Onze ambitie, het verzorgen van kwalitatief hoogwaardig onderwijs, kunnen we alleen waarmaken met een solide financiële basis, waarbij we de financiële middelen zoveel mogelijk ten goede laten komen van het onderwijs aan de kinderen. Adequate schoolgebouwen waarin het plezierig werken is en die aangepast zijn aan de eisen van de huidige tijd zijn daarbij een voorwaarde. In de notitie “Maatwerk in krimp” hebben we aangegeven op welke wijze we een antwoord willen geven op gevolgen van de krimp van de bevolking en het aantal leerlingen. Voor de beleidskeuzes en de uitwerking daarvan verwijzen we naar deze notitie. Door de gemeenten in Oost-Groningen wordt in het kader van de krimp van het aantal inwoners een regionaal woon- en leefbaarheidsplan ontwikkeld. Het primair onderwijs is daarin één van de pijlers. Scholengroep OPRON neemt deel aan het bestuurlijk overleg, samen met drie andere schoolbesturen in Oost-Groningen. Er is in eerste instantie een verkennende notitie geschreven, waarin is onderzocht op welke locaties samenwerking op korte en middellange termijn noodzakelijk is en hoe bestuurlijke samenwerking er uit zou kunnen zien. Er is een intentiebesluit getekend, waarin is overeengekomen dat deze eerste verkenningen, zowel ten aanzien van de locaties als de bestuurlijke samenwerking, verder worden uitgewerkt. Het begrote negatieve saldo wordt veroorzaakt door de hoge exploitatielasten. Op jaarbasis is dit berekend op € 460.000. Dit blijft een aanhoudende zorg. Eén van de speerpunten van het beleid in 9
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
2014 zal zijn het terugdringen van het aantal dislocaties. Het voornemen is de dislocatie van De Viermaster af te stoten per 1 augustus 2014. Naar verwachting levert dit in 2014 een besparing op van € 14.000 en vanaf 2015 van € 55.000. In het kader van de ontwikkelingen rondom Passend Onderwijs hebben we de ambitie een onderwijszorgcentrum of expertisecentrum voor de regio realiseren en daarmee de regionale functie van Veendam te versterken. Daartoe willen we als eerste stap de so-afdeling van de Margaretha Hardenbergschool per 1 augustus 2014 onderbrengen in de Wim Monnereauschool. Daarmee kunnen we ook de dislocatie aan Straat Soenda afstoten en brengen we de leegstand van beide scholen terug. Dit levert een besparing op van € 15.000 in 2014 en € 50.000 in 2015. Om dit te realiseren moet het gebouw van de huidige Wim Monnereauschool aangepast worden aan deze specifieke doelgroep. Dit kan gecombineerd worden met het uitvoeren van noodzakelijk onderhoud. Voor de aanpassing van het gebouw is een financiële bijdrage van de gemeente nodig, vanuit de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de onderwijshuisvesting. De kosten voor het noodzakelijk onderhoud binnenkant komt ten laste van Scholengroep OPRON en moeten worden onttrokken aan de voorziening onderhoud. Ten tijde van het opstellen van deze begroting was BCN bezig met een concrete berekening van de kosten van het onderbrengen van de so afdeling van de Margaretha Hardenbergschool in het gebouw van de Wim Monnereauschool en daarmee het opheffen van de dislocatie Straat Soenda. Wat zijn onze doelen in 2014? • Scholengroep OPRON levert een actieve bijdrage aan Verkennend onderzoek in het kader van het regionaal woon- en leefbaarheidsplan. Voor het inhuren van externe deskundigheid is € 5.000 begroot vanuit het budget deskundigenadvies. • Nieuwbouw van de Inspecteur Amerikaschool in Noordbroek (multifunctionele accommodatie). De eerste paal is daartoe geslagen in november 2013. De verwachting is dat de school de nieuwbouw na de zomervakantie 2014 kan betrekken. Scholengroep OPRON investeert in nieuw meubilair (€ 55.000) en digitale voorzieningen ( € 28.000) • Het onderbrengen van alle groepen leerlingen op de hoofdlocatie van De Viermaster en het afstoten van de dislocatie van deze school. Eventuele kleine aanpassingen worden bekostigd uit het budget klein onderhoud. • Het onderbrengen van de so-afdeling van de Margaretha Hardenbergschool in het schoolgebouw van de Wim Monnereauschool. • Het onderzoeken of alle groepen van o.d.b.s. Westerschool in Wildervank per 1 augustus 2014 of 1 augustus 2015 ondergebracht kunnen worden in de hoofdlocatie en welke voorzieningen/aanpassingen daarvoor gerealiseerd moeten worden. • Het implementeren van het financieel - en personeelsadministratiesysteem AFAS. • Vervanging van de hardware op de scholen. • Het vervangen van het meubilair op de Inspecteur Amerikaschool, Meester Neuteboomschool en De Musselhorst. De afschrijvingslasten worden begroot op € 11.000 per jaar met een afschrijvingstermijn van 15 jaar. • Het uitvoeren van preventief onderhoud conform het meerjarenonderhoudsplan. Zie 3.4. Voor een verdere uitwerking en onderbouwing van de hierboven genoemde doelen voor 2014 verwijzen we o.a. naar: Koersplan “het beste uit elk kind”. Strategisch beleidsplan 2013-2015 Plan van aanpak 2013-2015 uitwerking koersplan. “Maatwerk in krimp” Beleidsnotitie m.b.t.de huisvesting en organisatie van Scholengroep OPRON en de gevolgen van de krimp. Diverse notities m.b.t. tot de implementatie van het model RvT – CvB Verkennend onderzoek samenwerking schoolbesturen Oost-Groningen Investeringsschema vervanging meubilair Meerjaren onderhoudsplan Samen voorbereid op de toekomst. Rapport m.b.t. het onderbrengen van de so afdeling Marg. Hardenbergschool in de Wim Monnereauschool
10
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
2.2 Hoofdlijnen begroting 2014 De baten en lasten opgenomen in de begroting 2014 worden uitgebreid toegelicht in de bespreking van de exploitatie. De hoofdlijnen van de begroting worden in dit hoofdstuk weergegeven. Het begrote resultaat bedraagt ongeveer € 324.000 negatief. Op de totale exploitatie die ruim 19,3 miljoen bedraagt is dit circa 1,7%. Het weerstandsvermogen zal door dit resultaat relatief iets afnemen van 28,5% naar ongeveer 27,4%. Dit wordt veroorzaakt door een verhoudingsgewijs sterkere daling van het eigen vermogen in vergelijking tot de daling van de totale baten met ruim vierhonderdduizend euro. Dit zorgt er voor dat de verhouding eigen vermogen/totale baten iets minder gunstig uitvalt. Afgezet tegen landelijke cijfers is dit ruim voldoende. In vergelijking met de begroting 2013 dalen de rijksbijdragen en de totale baten. Enerzijds hebben we te maken met hogere vergoedingen met betrekking tot de inflatiecorrectie en ter compensatie van de gestegen personele lasten o.a. ten gevolge van de invoering van de functiemix en hogere werkgeverslasten door premiestijgingen voor onder andere pensioen. Daar staan tegenover lagere vergoedingen op grond van de daling van het aantal leerlingen (ruim 4%). De daling van het aantal leerlingen heeft per 1 januari 2014 al een negatief effect op de materiële baten en per 1 augustus 2014 op de personele baten. De vergoeding voor de materiële lasten kan gesplitst worden in een groepsafhankelijk en een leerlingafhankelijk deel. Uit de analyse van de jaarrekeningen 2008, 2009, 2010 blijkt dat de totale groepsafhankelijke lasten in 2010 net als in de jaren daarvoor ruim 50% (€ 500.000) hoger zijn dan de vergoeding die hier tegenover staat. In 2011 en 2012 waren de lasten zelfs meer dan 55% hoger dan de baten. Bekend is dat landelijk de overschrijding ongeveer 30% is. De hogere overschrijding door Scholengroep OPRON wordt o.a. veroorzaakt door de dislocaties bij een aantal scholen en hoge energiekosten. Door de krimp van het aantal leerlingen hebben meerdere scholen de beschikking over meer lokalen dan waar een vergoeding tegenover staat. Scholen maken zeer begrijpelijk gebruik van deze lokalen. Deze moeten echter dan wel verwarmd en schoongemaakt worden. Door het voornemen tot het sluiten van een viertal dislocaties in 2014 en 2015 wordt er een geschatte besparing gerealiseerd van in totaal ruim € 180.000,-. Dit is reeds verwerkt in de cijfers van het meerjarenperspectief. Voor het totaal van de scholen is het resultaat van de materiële baten en lasten voor 2014 begroot op € 512.977 negatief. De personele lasten zijn t.o.v. de begroting 2013 met ruim € 400.000,- gedaald. Door de inkorting van de salarisschalen, de invoering van de functiemix en een stijging van de werkgeverslasten is de gemiddelde personele last per fte toegenomen waardoor inkrimping van het personeelsbestand deels teniet wordt gedaan door deze prijsstijging. Dit betekent dat door de daling van het aantal leerlingen het aantal fte’s steeds sterker moet meedalen om de benodigde bezuiniging in geld te kunnen realiseren. Door deze daling in fte zullen de totale lasten voor lonen en salarissen lager uitvallen, in ieder geval na 1 augustus 2014 wanneer het allocatiemodel 2014-2015 in werking treedt. In de begroting 2013 bedroegen de personele lasten 87,2% van de totale baten. In de begroting 2014 loopt dit terug naar 86,1%. Landelijk gezien ligt het percentage personele lasten op ongeveer 80 tot 82 % van de totale vergoeding. Dat bij OPRON het percentage zo hoog ligt komt mede doordat er een hoge bijdrage van het rijk voor de impulsgebieden wordt ontvangen waarvoor ook extra personeel wordt ingezet om zo meer en gericht aandacht te kunnen besteden aan onze leerlingen. De impulsmiddelen zijn hiervoor immers ook bedoeld. In de begroting 2014 is rekening gehouden met minder personeel op grond van de daling van het aantal leerlingen. Er wordt voor de totale organisatie uitgegaan van gemiddeld ruim € 250.000,minder inzet voor het kalenderjaar 2014 ten opzichte van 2013. Een risico dat nog speelt ten aanzien van het personele deel van de begroting zijn de impulsgelden. Deze regeling wordt in 2014 herzien en momenteel bedraagt deze bate voor OPRON een kleine
11
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
€ 750.000,-. Het mogelijk afnemen of wegvallen van deze bate vormt een risico voor OPRON in de nabije toekomst. De BAPO lasten worden vanaf 2010 volledig uit de jaarlijkse exploitatie gedekt. De voormalige voorziening BAPO is toegevoegd aan het eigen vermogen en ondergebracht in een bestemmingsreserve. De komende jaren hebben we nog te maken met hogere BAPO lasten als gevolg van een hogere gemiddelde personeelsleeftijd. Deze zijn begroot op € 200.000. Zonder wijziging van de voorschriften zouden de meerkosten uit de destijds bestaande voorziening gehaald worden en zouden daarmee de jaarlijkse personeelslasten worden verminderd. Dit bedrag werd daarom in 2013 uit de bestemmingsreserve gehaald en toegevoegd aan de begroting. Vanaf 2014 wordt dit bedrag niet meer toegevoegd aan de begroting, wat zorgt voor een negatief effect van € 200.000,- op het resultaat van de begroting. In het volgende hoofdstuk is eerst de verdichte begroting weergegeven. Deze is in paragraaf 3.2 uitgewerkt. Ter vergelijking zijn de cijfers van de jaarrekening 2012 en de begroting 2013 opgenomen. De verschillende posten van de begroting worden toegelicht in paragraaf 3.3. Op basis van de begroting 2014 is een meerjarenbegroting gemaakt. In deze meerjarenbegroting is een aantal maatregelen opgenomen, die samen met de hierboven op hoofdlijnen geschetste beleidsvoornemens voor 2014 in zijn volledigheid doorwerken in 2014. Omdat er gestreefd wordt naar een duurzaam nulresultaat, is de verwachting dat ook in de komende jaren aanvullend beleid noodzakelijk zal zijn. Hiervoor zullen in het meerjarenbeleid aanzetten worden gegeven. Dit beleid zal tevens verwerkt worden in de meerjarenbegroting 20142017. De ontwikkelingen binnen Scholengroep OPRON in de afgelopen jaren geven het vertrouwen deze uitdaging aan te kunnen en gezamenlijk te zorgen voor een kwalitatief goed en eigentijds openbaar primair onderwijs.
12
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
3.
EXPLOITATIEBEGROTING 2014 OP BESTUURSNIVEAU
3.1 Exploitatiebegroting 2014 verdicht Baten
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Begroot 2014
19.119.603 788.094 0 0 757.602
18.297.739 225.900 0 0 631.000
17.964.230 203.400 0 0 727.200
Totaal baten
20.665.299
19.154.639
18.894.830
Werkelijk 2012
Begroot 2013
Begroot 2014
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
17.656.657 383.663 1.583.404 1.312.955
16.696.503 366.800 1.576.100 1.114.050
16.277.810 338.447 1.563.400 1.147.400
Totaal lasten
20.936.679
19.753.453
19.327.057
-271.380
-598.814
-432.227
Werkelijk 2012
Begroot 2013
Begroot 2014
Financiële baten en lasten
175.829
138.500
108.500
Resultaat
-95.551
-460.314
-323.727
0
200.000 51.800 251.800
51.800 51.800
-208.514
-271.927
Saldo baten en lasten
5
Begroot 2013
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Les- en examengelden Baten in opdracht van derden Overige baten
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Werkelijk 2012
Posten welke worden bekostigd uit daarvoor gereserveerde bestemmingsreserves
Loonkosten BAPO Afsc hrijvingslasten Totaal Resultaat exclusief afschrijvingslasten
13
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
3.2 Exploitatiebegroting 2014 onverdicht Baten
3.1
Werkelijk 2012
17.946.059 351.680 18.297.739
17.399.230 565.000 17.964.230
617.781 170.313
225.900 0
203.400 0
788.094
225.900
203.400
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
41.214 191.586 0 0 0 524.802 757.602
23.600 161.000 0 0 0 446.400 631.000
19.300 180.500 0 0 0 527.400 727.200
20.665.299
19.154.639
18.894.830
Les- en examengelden
3.3.1 Lesgelden 3.3.5 Examengelden Totaal Les- en examengelden
3.4
18.648.584 471.019 19.119.603
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1 Gemeentelijke bijdragen en subsidies 3.2.2 Overige overheidsbijdragen Totaal Overige overheidsbijdragen en subsidies
3.3
Begroot 2014
Rijksbijdragen
3.1.1 Rijksbijdragen OCW 3.1.2 Overige subsidies OCW Totaal Rijksbijdragen
3.2
Begroot 2013
Baten in opdracht van derden
3.4.1 Contractonderw ijs 3.4.2 Contractonderzoek Totaal Baten in opdracht van derden
3.5
Overige baten
3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.5.5 3.5.6
Verhuur Detachering personeel Schenking Sponsoring Ouderbijdragen Overige Totaal Overige baten
Totaal baten
14
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
Lasten
4.1
Werkelijk 2012
4.1.3 Uitkeringen Totaal Personeelslasten
4.2 Afschrijvingen 4.2.1 Immateriële vaste activa 4.2.2 Materiële vaste activa Totaal Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige Totaal Huisvestingslasten
4.4
Overige lasten
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige Totaal Overige lasten
Totaal lasten Saldo baten en lasten
17.583.381 1.107.451 18.690.832 -1.034.175 17.656.657
16.782.503 814.000 17.596.503 -900.000 16.696.503
16.291.110 801.700 17.092.810 -815.000 16.277.810
0 383.663
0 366.800
0 338.447
383.663
366.800
338.447
29.860 0 402.418 474.647 515.111 73.360 88.008 1.583.404
31.000 0 441.200 468.300 520.000 57.200 58.400 1.576.100
31.000 0 422.500 466.600 526.400 58.900 58.000 1.563.400
402.478 748.267 0 162.210 1.312.955
367.750 610.600 0 135.700 1.114.050
382.800 615.800 0 148.800 1.147.400
20.936.679
19.753.453
19.327.057
-271.380
-598.814
-432.227
Werkelijk 2012
5
Financiële baten en lasten
5.1 5.2
Rentebaten Resultaat deelnemingen Waardeveranderingen financiele vaste activa en effecten Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten Rentelasten Totaal financiële baten en lasten
Resultaat
5.5
Begroot 2014
Personeelslasten
4.1.1 Lonen en salarissen 4.1.2 Overige personele lasten
5.3 5.4
Begroot 2013
Begroot 2013
Begroot 2014
111.811 0
140.000 0
110.000 0
65.466 0
0 0
0 0
1.448 175.829
1.500 138.500
1.500 108.500
-95.551
-460.314
-323.727
15
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
3.3 Toelichting op exploitatiebegroting 2014 Rijksbijdragen (3.1) Rijksbijdrage OCW (3.1.1) De post rijksbijdrage OCW bestaat uit de volgende onderdelen: Rijksbijdragen Personele lumpsum Impulsgebieden Materiële bekostiging Personeel- en arbeidsmarktbeleid Leerling gebonden financiering Loonkostensubsidie OOP Overige subsidies OCW Visueel gehandicapte leerlingen Prestatiebox Eerste opvang vreemdelingen Aanvullende bek. Jonge leerkrachten Totaal
€ € € € € €
2014 12.721.182 745.795 2.340.883 1.460.700 100.900 29.770
€ € € € € €
2013 12.960.334 788.487 2.392.840 1.533.797 241.000 29.600
€ € € € € €
verschil 239.15242.69251.95773.097140.100170
€ € € € €
21.000 327.000 50.000 167.000 17.964.230
€ € € € €
21.350 330.330 18.297.738
€ € € € €
3503.33050.000 167.000 333.508-
Personele lumpsum De personele lumpsum laat een daling zien welke veroorzaakt wordt door daling van de leerlingaantallen. Per 1 oktober 2013 is het aantal leerlingen gedaald met 133, van 3163 naar 3030 leerlingen. Deze daling laat zich ook zien in het aantal gewichtsleerlingen dat zich bevindt in de postcodegebieden waarvoor impulsbekostiging wordt ontvangen (van 450 naar 431 leerlingen). Materiële bekostiging De bekostigingsvariabelen zijn voor het jaar 2014 door het Ministerie verhoogd met 1,42%. De materiële bekostiging over 2014 is gebaseerd op de leerlingentelling per 1 oktober 2013. De materiële instandhouding voor 2014 is lager dan in 2013 door de daling in het aantal leerlingen. Ook het aantal groepen is lager dan vorig jaar. Bij het bepalen van het aantal groepen wordt gekeken naar het aantal leerlingen en het aantal gewichtsleerlingen. Personeel- en arbeidsmarktbeleid De bijdrage voor personeel- en arbeidsmarktbeleid is een onderdeel van de personele baten en is bedoeld voor (overige) personele uitgaven. De totale bate P&A is als volgt verdeeld: • € 1.322.800 bovenschools • € 137.900 voor de schoolbegrotingen Leerling gebonden financiering De leerling gebonden financiering is bedoeld om scholen in staat te stellen kinderen met een handicap extra ondersteuning te bieden, zodat deze leerlingen het reguliere onderwijs kunnen volgen. De geraamde baten voor leerling gebonden financiering is gebaseerd op 7/12e van de beschikkingen voor het schooljaar 2013/2014. De overige 5 maanden zijn opgenomen als bijdrage van het samenwerkingsverband. Loonkostensubsidie OOP De loonkostensubsidie voor onderwijs ondersteunend personeel is verlengd tot 1 augustus 2015 en is daarom ook opgenomen in de begroting 2014. Overige subsidies OCW (3.1.2) De subsidie visueel gehandicapten is gebaseerd op de beschikking voor 2013/2014 en is voor 7 maanden meegenomen. 16
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
De Regeling prestatiebox primair onderwijs is in het leven geroepen om de kwaliteit van het primair onderwijs te verbeteren. Het betreft de uitvoering van de actieplannen “Basis voor Presteren en Leraar 2020” en de verstrekking van subsidie in het kader van het programma “Cultuureducatie met Kwaliteit”. De subsidie prestatiebox is als volgt verdeeld: • € 186.100- bovenschools • € 140.900,- voor de schoolbegrotingen (€ 105.800,- voor professionalisering leraren en € 35.100,- voor cultuureducatie) Er wordt subsidie ontvangen voor ‘Eerste opvang vreemdelingen’. Het is nog niet bekend wat de omvang van deze subsidie zal zijn aangezien deze afhankelijk is van het aantal leerlingen op de school voor anderstaligen op een aantal peildata. Het aantal leerlingen op deze school is niet te prognosticeren. De verwachting is dat er minimaal € 50.000,- zal worden toegekend en daarom is dit als stelpost opgenomen in deze begroting. Voor het schooljaar 2013-2014 ontvangt het bevoegd gezag van een basisschool bijzondere bekostiging voor de personeelskosten ten behoeve van de werkgelegenheid van jonge leerkrachten. Het bedrag per leerling is € 52,85 en is volledig meegenomen in de begroting 2014. Het gaat hier om een kasschuif. Het bedrag dient in 2016 en 2017 terugbetaald te worden. Daar staat tegenover dat in het onderwijsakkoord en het zgn. herfstakkoord de afspraak is gemaakt dat er de komende jaren geïnvesteerd wordt in het onderwijs. Overige overheidsbijdragen (3.2) Gemeentelijke bijdragen en subsidies (3.2.1) Gemeentelijke bijdragen Bijdrage gemeenten i.v.m. verrekening loonkosten Vergoeding gemeente voor buitenspeelattributen Totaal
2014
2013
verschil
€
187.400
€
209.900
€
22.500-
€ €
16.000 203.400
€ €
16.000 225.900
€ €
22.500-
De bijdrage van de gemeente in verband met verrekening loonkosten is lager begroot dan in 2013. De loonkosten die hier tegenover staan zijn ook lager waardoor deze post geen invloed heeft op het begrotingsresultaat. Overige baten (3.5) De post overige baten bestaat uit de volgende onderdelen: Overige baten 3.5.1 Verhuur € 3.5.2 Detachering € 3.5.2 Declaratie loonkosten derden € 3.5.6 Vakbondsfaciliteiten € 3.5.6 Bijdrage samenwerkingsverbanden € 3.5.6 Bijdrage swv W SNS i.v.m. administratievoering € 3.5.6 Bijdrage i.v.m. penvoerdersschap academische basisscholen € 3.5.6 Vrijval egalisatierekening € 3.5.6 Overig € Totaal
€
2014 19.300 155.900 24.600 13.000 477.400
€ € € € €
3.000
€
4.000 20.000 10.000 727.200
2013 23.600 140.000 21.000 13.000 406.400
€ € € € €
verschil 4.30015.900 3.600 71.000
3.000
€
-
€
4.000
€ €
20.000 -
€ € €
10.000
€
631.000
€
96.200
17
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
Personeelslasten (4.1) De personeelslasten zijn per saldo € 418.693,- lager opgenomen ten opzichte van het kalenderjaar 2013. Door de daling van het aantal leerlingen is scholengroep OPRON genoodzaakt te bezuinigen op het personeelsbestand. Specificatie
Loonkosten
FTE’s
Directie/OP/OOP
€ 15.142.027
232
Bestuur/Staf Subtotaal Kosten functiemix (miv 1-8-2013) Daling aantal personeelsleden per 1 aug. 2014 als gevolg van krimp Vervanging* Totaal
€ 524.083
6,5
€ 15.666.110
238,5
€ 60.000 € 250.000€ 815.000 € 16.291.110
*Deze post is budgettair neutraal opgenomen, wordt gecompenseerd door uitkering VF en UWV
De loonkosten voor vervanging zijn geschat op € 815.000,- en zijn budgetneutraal opgenomen in de begroting. Per 1 augustus 2012 is de regeling “In Mindering Brengen Uitkeringen” (IMBU) komen te vervallen. Een gevolg hiervan is dat de vervanging van afwezigheid wegens zwangerschap niet meer gedeclareerd kan worden bij het Vervangingsfonds, maar bekostigd moet worden uit de uitkering die hiervoor ontvangen wordt van het UWV. Van de totale vervangingskosten is 17% (€ 140.000,-) toegerekend aan vervangingskosten in verband met zwangerschap. Het effect op de vervangingskosten in verband met zwangerschap is niet te berekenen, maar de verwachting is dat deze neutraal of licht positief zal zijn. De overige loonkosten in verband met vervanging (€ 675.000,-) kunnen worden gedeclareerd bij het Vervangingsfonds. Afschrijvingen (4.2) De afschrijvingslasten zijn in 2014 lager begroot dan in 2013. Wel zal er worden geïnvesteerd in de vervanging van de hardware (zie hiervoor paragraaf 2.1.5). Er zijn vanuit het bestemmingsfonds van de gemeente Stadskanaal en de bestemmingsreserve voor het project Innovatie door de scholen diverse lesmethoden en ICT-hardware, waaronder digiborden, aangeschaft. Daarnaast is er geïnvesteerd in Voice over IP; ofwel bellen over een internetverbinding. Deze afschrijvingslasten, totaal ad € 51.800,- zullen aan het eind van het jaar bij de resultaatbestemming in de jaarrekening bekostigd worden vanuit het bestemmingsfonds en de bestemmingsreserve.
18
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
Huisvestingslasten (4.3) De huisvestingslasten zijn ten opzichte van de begroting 2013 per saldo €12.700,- lager opgenomen. Dit voordeel wordt grotendeels veroorzaakt door de sluiting van een drietal dislocaties per 1 augustus 2014.
Huur stafbureau Subtotaal
Begroting 2014
Begroting 2013
Verschil
31.000
31.000
0
31.000
31.000
0
214.100
224.500
10.400
Onderhoud Klein onderhoud (jaarlijkse kosten) Dotatie onderhoudsvoorziening
208.400
216.700
8.300
422.500
441.200
18.700
299.000
301.900
2.900
11.100
13.100
2.000
Elektra
150.500
147.200
-3.300
Energie
6.000
6.100
100
466.600
468.300
1.700
525.500
519.100
-6.400
Subtotaal Energie Gas Water
Subtotaal Schoonmaakkosten Schoonmaakbedrijf Overige schoonmaakkosten
900
900
0
526.400
520.000
-6.400
58.900
57.200
-1.700
58.9000
57.200
-1.700
Tuinonderhoud
32.100
32.300
200
Zandbakkosten
8.500
8.500
0
17.400
17.600
200
Subtotaal Heffingen Subtotaal Overige huisvestingskosten
Beveiliging Subtotaal Totaal huisvestingslasten
58.000
58.400
400
1.563.400
1.576.100
12.700
Overige lasten (4.4) De overige lasten zijn ten opzichte van de begroting 2013 per saldo € 33.350,- hoger opgenomen. Met name de post deskundigheidsadvies laat een relatief forse stijging zien. Daarnaast is er een verschuiving tussen Leermiddelen en ICT.
19
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
4.4.1. Administratie- en beheerslasten 1. Beheer en bestuur 2. Accountantskosten 3. OSG 4. Kantoorbenodigdheden 5. Portikosten 6. Telefoon- en faxkosten 7. Planmatig onderhoudsbeheer 8. Vergaderkosten 10. Juridische ondersteuning 11. Deskundigenadvies 12. Drukw erk 13. Onkostenvergoeding RvT/Bestuur Totaal
4.4.2. Inventaris, apparatuur en olp 1. Overige ICT kosten 2. Leermiddelen: a) OLP b) LGF 3. Klein inventaris 4. ICT Hardw are 5. ICT Licenties en software 6. Overige ICT (afdracht Picto) 7. Reproductie Totaal
4.4.4. Overige 1. Contributies bestuurlijke organisaties 2. Abonnementen 3. Representatie 4. Verzekeringen 5. Medezeggenschap 6. Cultuureducatie 7. Kabeltelevisie en overige rechten Stimuleringsregeling VVE 2008-2009 8. Testen en toetsen 9. Vervoermiddelen 10.Overige onderw ijslasten Totaal Totaal 4.4
begroting 2014 1.000 20.000 228.300 1.800 6.800 26.400 55.000 1.500 0 30.000 2.500 9.500
begroting 2013 1.000 20.000 227.000 1.800 7.800 26.400 55.000 1.500 20.000 2.500 4.750
0 0 -1.300 0 1.000 0 0 0 0 -10.000 0 -4.750
382.800
367.750
-15.050
begroting 2014 3.500
begroting 2013
verschil
verschil
253.900 22.200 2.500 8.300 67.600 159.500 98.300
5.200 500 125.500 155.800 105.100
-3.500 0 -35.400 -22.200 2.700 -7.800 57.900 -3.700 6.800
615.800
610.600
-5.200
begroting 2014 23.300 23.700 6.000 8.000 17.500 35.100 8.800 0 15.100 4.000 7.300
begroting 2013 24.800 20.400 6.000 8.000 20.000 33.100 10.200 10.700 2.500 0
1.500 -3.300 0 0 2.500 -2.000 1.400 0 -4.400 -1.500 -7.300
148.800
135.700
-13.100
1.147.400
218.500
1.114.050
verschil
-33.350
Financiële baten en lasten (5) Het verwachte rendement op uitstaande gelden in deposito’s is in 2014 € 110.000,- en is daarmee € 30.000 lager dan de begroting 2013. Er wordt uitgegaan van een gemiddeld rendement ad 1,7%.
20
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
3.4 Groot onderhoud schoolgebouwen a.
Schoolbestuurlijk onderhoud 2014
Voor 2014 worden de volgende onderhoudsuitgaven begroot: aanrechtblokken € 4.500,00 bestrating € 6.600,00 plafonds € 2.500,00 schilderwerk € 138.200,00 ventilatievoorzieningen € 2.000,00 verwarming € 128.000,00 vloerbedekking € 23.700,00 warmwatervoorziening € 1.500,00 zonwering € 500,00 voeg- en metselwerk € 8.700,00 keuringen installaties € 22.900,00 totaal € 339.100,00 De kosten voor het schoolbestuurlijk onderhoud worden ten laste gebracht van de onderhoudsvoorziening en komen dus niet ten lasten van de exploitatie. I.v.m. de overgang van het buitenonderhoud van gemeenten naar schoolbesturen dient in 2014 een nieuwe berekening gemaakt te worden over de toereikendheid van deze voorziening. b.
-
Onderstaande voorzieningen zijn door de gemeenten op het huisvestingsprogramma 2014 geplaatst: Parkwijkschool De Badde De Badde De Musselhorst Marg. Hardenbergschool Marg .Hardenbergschool
ventilatie dakafwerking bitumen randen erfafscheiding muur buren door hekwerk dakaansluiting loodstroken vloeren toiletgroepen en aanbrengen ventilatie dakafwerking bitumen en randen totaal
€ 10.300,00 € 2.700,00 € 10.000,00 € 15.500,00 € 13.500,00 € 15.800,00 € 67.800,00
Voor 2013 was bij de gemeente Veendam bekostiging gevraagd voor de renovatie van obs De Ommewending. De gemeente is alleen bereid om het meest noodzakelijke onderhoud uit te voeren. Van een technische en onderwijskundige levensduur verlengende renovatie is daarmee geen sprake meer. Dit is wel steeds het uitgangspunt geweest en ook zo opgenomen in het Integraal Huisvestingsplan (onderwijs) welke op 29 juni 2009 door de gemeenteraad van Veendam is vastgesteld.
21
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
4. MEERJARENPERSPECTIEF Scholengroep OPRON heeft ervoor gekozen om, evenals vorig jaar, een taakstellende meerjarenbegroting op te stellen. Bij deze meerjarenbegroting zijn we uitgegaan van het meest negatieve scenario voor wat betreft de daling van het aantal leerlingen met > 4 % per jaar t/m 2016. Vanaf 2017 is de prognose dat de daling minder zal zijn omdat dan de naar verhouding grotere bovenbouwgroepen van school zijn. In het landelijk onderwijsbeleid zijn een drietal ontwikkelingen gaande waarvan de financiële consequenties nog niet (geheel) zijn te overzien en die (ook vanuit financieel oogpunt) onzekerheden met zich mee brengen. Met ingang van 1 augustus 2014 wordt het Passend Onderwijs ingevoerd. De financiële middelen gaan naar de nieuw in te richten samenwerkingsverbanden passend onderwijs. In het ondersteuningsplan moet het samenwerkingsverband aangeven hoe deze middelen ingezet worden. Als Scholengroep OPRON maken we deel uit van zowel het samenwerkingsverband voor het primair onderwijs als het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs. Dit laatste is het geval omdat aan de Margaretha Hardenbergschool een afdeling voor voortgezet speciaal onderwijs is verbonden. Voor beide samenwerkingsverbanden geldt dat door de landelijke verevening van de totaal beschikbare middelen er geen korting plaatsvindt op de budgetten van beide samenwerkingsverbanden. In de eerste helft van 2014 zal duidelijk moeten worden hoe en waar de middelen worden ingezet. Gelet op het gegeven dat er voor de beide samenwerkingsverbanden sprake is van een beperkte, maar positieve verevening, zijn we zowel aan de batenkant als de lastenkant voorlopig uitgegaan van zowel dezelfde inkomsten als uitgaven. Een tweede verandering die de nodige (financiële) onzekerheden met zich meebrengt, is de overheveling van het onderhoud buitenkant van de gemeenten naar de schoolbesturen. Zoals het er nu naar uitziet zal de vergoeding die het ministerie beschikbaar stelt aan de schoolbesturen voor het onderhoud buitenkant gebaseerd zijn op een bedrag per een genormeerd aantal vierkante meters op basis van het aantal leerlingen en groepen. Op meerdere van onze scholen is er formeel sprake van leegstand. Ook hebben we meerdere scholen die ongeveer 40 jaar oud zijn en voor renovatie in aanmerking komen om de levensduur te verlengen of voor nieuwbouw in aanmerking komen. Deze budgetten blijven bij de gemeenten. Ten derde zijn de financiële consequenties van het Nationaal Onderwijsakkoord en het zogenaamde Herfstakkoord voor een schoolbestuur ten tijde van het opstellen van de begroting en meerjarenperspectief niet volledig duidelijk. Dat geldt voor zowel de vergoedingen als eventuele lasten die voor rekening van het schoolbestuur komen. In de begroting 2014 en het meerjarenperspectief is de bijzondere en aanvullende bekostiging jonge leerkrachten (€ 52 per leerling) als onderdeel van beide akkoorden wel meegenomen, omdat dit bedrag inmiddels beschikbaar is gesteld. In onderstaand overzicht is de meerjarenbegroting 2014-2017 weergegeven. Daarbij is rekening gehouden met een daling in de baten en personele lasten als gevolg van de daling van het aantal leerlingen en de taakstelling om in 2015 tot een begroting te komen waarbij baten en lasten in evenwicht zijn.
22
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
4.1 Meerjarenbegroting 2014-2017
Aantal leerlingen per 1/10 (T-1)
2013
2014
2015
2016
2017
3160
3029
2900
2779
2734
-4,1%
-4,3%
-4,2%
-1,6%
% minder lln. t.o.v. voorgaand schooljaar Baten 3.1 Rijksbijdragen
18.297.739 17.964.230 17.298.622 16.670.682 16.435.829
3.2 Overige overheidsbijdragen
632.300
203.400
165.400
165.400
165.400
3.5 Overige baten
224.600
727.200
721.800
721.800
721.800
Totaal baten
19.154.639 18.894.830 18.185.822 17.557.882 17.323.029
Lasten 4.1 Personele lasten
16.696.503 16.277.810 15.450.833 14.857.925 14.435.903
4.2 Afschrijvingslasten
366.800
338.447
338.447
338.447
4.3 Huisvestingslasten
1.576.100
1.563.400
1.418.400
1.383.400
1.378.400
4.4 Overige instellingslasten
1.113.850
1.147.400
1.130.900
1.115.900
1.110.200
Totaal lasten Saldo baten en lasten
338.447
19.753.253 19.327.057 18.338.580 17.695.672 17.262.950 -598.614
-432.227
-152.758
-137.790
60.079
5.1 Financiële baten
140.000
110.000
110.000
110.000
110.000
5.2 Financiële lasten
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
138.500
108.500
108.500
108.500
108.500
-460.114
-323.727
-44.258
-29.290
168.579
51.800
51.800
51800
51800
-208.314
-271.927
7.542
22.510
Saldo financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Posten welke worden bekostigd uit bestemmingsreserves Loonkosten BAPO Afschrijvingslastten
Resultaat t.l.v./ t.g.v. de algemene reserve
200.000
168.579
23
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
4.2 Toelichting bij de meerjarenbegroting De bedragen die in de meerjarenbegroting zijn opgenomen zijn gebaseerd op de bedragen uit de begroting 2014. Er is voor gekozen om een aantal bedragen mee te laten bewegen met de ontwikkeling van het aantal leerlingen en een aantal taakstellende bezuinigingen. De bedragen die meebewegen met het aantal leerlingen zijn: • Normatieve rijksbijdrage • Overige subsidies OCW • Overige overheidsbijdragen • Personele lasten Voor de bovenstaande categorieën is er gekozen om aan de hand van historische gegevens bij een daling van 1% in het aantal leerlingen de baten met 0,87% te verlagen. Naast deze verlagingen is ervoor gekozen om de daling van het aantal leerlingen te verwerken in de lonen en salarissen uitgaande van € 3.300,- aan minder personele inkomsten per elke leerling minder. Verder is voor 2015 meegenomen het aflopen van de bijdrage onderwijsachterstandenbeleid gemeente Veendam ( € 38.000). Het is ten tijde van het opstellen van de begroting niet duidelijk of en zo ja waarvoor de gemeente Veendam weer middelen beschikbaar stelt voor het uitvoeren van beleid gericht op het voorkomen van onderwijsachterstanden. Personele lasten Door daling van het aantal leerlingen daalt de personele vergoeding en zal het aantal fte’s eveneens moeten verminderen. Om in 2015 tot een sluitende begroting te komen moet de totale personeelsomvang nog met 2 fte’s extra worden verminderd. Een deel van de vermindering van de totale personeelsomvang kan worden bereikt door natuurlijk verloop. In de meerjarenbegroting is de besparing door vermindering van het aantal fte’s meegenomen. In onderstaande tabel geven we hiervan een overzicht. Er is op basis van de personeelslijst behorende bij de begroting 2014 een gemiddelde personeelslast (GPL) van € 65.000,- gehanteerd.
Opgenomen vermindering aantal fte’s waarvan uitstroom door natuurlijk verloop
2014
2015
2016
2017
10,25
12,72
13,26
8,77
1,02
4,17
7,12
6,49
De te bereiken besparing op de totale personeelsomvang als gevolg van de daling van het aantal leerlingen is voor 2015 berekend op 10,72 fte’s. Om tot een sluitende begroting in 2015 te komen is voor dat jaar een aanvullende vermindering van 2 fte nodig (totaal dus 12,72 fte). De in bovenstaande tabel opgenomen uitstroom per jaar door natuurlijk verloop betreft 50% van de uitstroom van het betreffende jaar en 50% van het voorgaande jaar. Aangezien niet alle uitstroom in januari zal plaatsvinden is ervoor gekozen om van ieder jaar 50% besparing in het betreffende jaar en de overige 50%in het volgende jaar op te nemen. 2014
2015
2016
2017
Uitstroom door natuurlijk verloop
2,04
6,30
7,94
5,05
Opgenomen besparing in betreffende jaar
1,02
4,17
7,12
6,49
Bij het berekenen van de natuurlijke uitstroom is alleen rekening gehouden met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van medewerkers. Niet meegenomen is vrijwillig ontslag, vermindering van de omvang van de functie, verhuizingen, het aanvaarden van een andere functie etc. Ervaringsgegevens laten zien dat het jaarlijks wel enkele fte’s betreft. Als we dit zouden meenemen in onze berekeningen verwachten we dat vanaf 2016 de totale omvang van het
24
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
natuurlijk verloop voldoende zal zijn om de vermindering van het aantal fte’s als gevolg van de daling van het aantal leerlingen voldoende zal zijn. Huisvestingslasten In de vorige (meerjaren)begrotingen is reeds aangegeven dat de lasten voor de exploitatie van de gebouwen een gevolg zijn van: • (te) grote schoolgebouwen, • relatief “oude” schoolgebouwen met als gevolg bijvoorbeeld hoge energierekeningen, • de dislocaties, • de ontoereikende vergoeding voor de exploitatie door de rijksoverheid. Uit de begroting 2014 blijkt dat de exploitatielasten de vergoeding met ongeveer € 500.000 overschrijden. Het is het voornemen van het bestuur om in de periode 2014 – 2017 de dislocaties af te stoten. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de kosten m.b.t. de schoolgebouwen waarvan het voornemen is een dislocatie af te stoten. school
Afstoten dislocatie per
2013
2014
2015
2016
De Viermaster
1-8-2014
€ 146.000
€ 132.000
€ 91.000
€ 91.000
De Braskörf
1-8-2015
€ 141.000
€ 141.000
€ 113.000
€ 113.000
Westerschool;
1-8-2014
€ 111.000
€ 108.000
€ 88.000
€ 88.000
Marg. Hardenbergschool
1-8-2014
€ 127.000
€ 112.000
€ 72.000
€ 72.000
€ 525.000
€ 493.000
€ 364.000
€ 343.000
€ 32.000
€ 129.000
€ 21.000
Totale exploitatielasten Berekende besparing t.o.v. voorgaand jaar
Afstoten van de dislocaties kan alleen in samenwerking met de gemeenten en in dit geval de gemeente Veendam. In de begroting 2014 is al aangegeven, dat voor het onderbrengen van de soafdeling van de Margaretha Hardenbergschool in het gebouw van de Wim Monnereauschool, een aantal aanpassingen aan dit gebouw noodzakelijk zijn. De gemeenten hebben de verantwoordelijkheid voor de huisvesting van de scholen en ontvangen daarvoor van het rijk de financiële middelen. Inmiddels is er een aanvraag voor het beschikbaar stellen van de daarvoor benodigde financiële middelen bij de gemeente Veendam ingediend. Scholengroep OPRON is bereid hiervoor ook middelen vrij te maken voor zover het binnen de mogelijkheden en de wettelijke voorschriften ligt. Voor zover nu valt te overzien zijn voor het onderbrengen van de dislocaties van de andere scholen slechts kleine aanpassingen nodig. De in de meerjarenbegroting opgenomen besparing door het afstoten van de dislocaties is begroot op € 182.000 in 2016. Als gevolg van de krimp hebben scholen te maken met leegstand. Deze lokalen zullen worden afgestoten, dan wel niet of minder intensief worden gebruikt. Hierdoor moet een besparing op de huisvestingslasten worden bereikt. Het gemiddelde bedrag per leerling voor huisvestingslasten is ongeveer € 500. De taakstelling is om daarop een kwart te besparen. Als voorbeeld: bij een daling van 100 leerlingen is dit dan ¼ x 100 x € 500 is € 12.500. De volgende tabel geeft een overzicht van de te bereiken besparingen. Daling aantal lln t.a.v. voorgaande jaar 129 leerlingen
Taakstellende besparing in 2015 16.000
121 leerlingen
2016 16.000
16.000
14.000
14.000
30.00
35.000
45 leerlingen Besparing t.o.v. 2014
2017
5.000 16.000
25
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
Overige instellingslasten De overige instellingslasten zijn voor een deel afhankelijk van het aantal leerlingen. Bij daling van het aantal leerlingen zijn ook minder leerlingafhankelijke middelen nodig. Het gemiddelde bedrag per leerling voor wat betreft de overige instellingslasten is € 380 (peil 2014). Aangezien niet alle instellingslasten direct beïnvloed worden door het aantal leerlingen, gaan we uit van een besparingsmogelijkheid van 1/3 deel van het bedrag per leerling. De te bereiken besparing wordt dan: Daling aantal lln t.a.v. voorgaande jaar
Taakstellende besparing in 2015
129 leerlingen
2016
16.500
121 leerlingen
2017
16.500
16.000
15.000
15.000
31.000
37.200
45 leerlingen
5.000
Besparing t.o.v. 2014
16.000
4.3 Kasstroomoverzicht Onderstaande tabel laat het kasstroomoverzicht en het verloop van de liquide middelen zien, uitgaande van de bedragen begroting 2014 en de meerjarenbegroting. IV. Kasstroomoverzicht / verloop liquide middelen 2012 € Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo exploitatie Afschrijvingen Mutaties werkkapitaal: - vorderingen - kortlopende schulden Mutaties eigen vermogen Mutaties voorzieningen
Kasstroom uit investeringsactiviteiten (Des)investeringen materiële vaste activa (Des)investeringen financiële vaste activa
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie kredietinstellingen Mutatie overige langlopende schulden Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
Eindstand liquide middelen Rente over gemiddelde liquiditeiten Rente-percentage 1,30%
6.933.800
2013 €
2014 €
2015 €
2016 €
2017 €
-725.366 366.800
-323.727 338.447
-44.757 338.447
-29.790 338.447
168.579 338.447
0
0
0
0
0
-358.566
14.720
293.690
308.657
507.026
369.082 0
338.447 0
338.447 0
338.447 0
338.447 0
-727.648
-323.727
-44.757
-29.790
168.579
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-727.648
-323.727
-44.757
-29.790
168.579
6.933.800 -727.648
6.206.152 -323.727
5.882.425 -44.757
5.837.668 -29.790
5.807.878 168.579
6.206.152
5.882.425
5.837.668
5.807.878
5.976.457
85.410
78.576
76.181
75.696
76.598
26
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
Eindstand liquide middelen
Bedrag
Eindstand liquide middelen
7.200.000 7.000.000 6.800.000 6.600.000 6.400.000 6.200.000 6.000.000 5.800.000 5.600.000 5.400.000 5.200.000 2012
2013
2014
2015
2016
2017
Jaren
4.4 Kengetallen Berekenen we op basis van de begroting 2014 en de meerjarenbegroting de financiële kengetallen, dan zien we dat weliswaar een negatieve rentabiliteit in 2014, maar dat de overige kengetallen ruim boven de normen liggen. 2013
2014
2015
2016
2017
Weerstandsvermogen
28,49%
27,38%
28,20%
29,04%
30,41%
Weerstandsvermogen (excl. MVA)
20,24%
28,96%
19,45%
19,98%
21,22%
Solvabiliteit 1 (eigen verm./tot. verm.)
0,59
0,58
0,58
0,57
0,58
Solvabiliteit 2 (eigen verm. + voorz. / tot. verm.
0,78
0,77
0,77
0,77
0,77
Rentabiliteit
-1,1%
-1,4%
0,0%
0,1%
1,0%
Kapitalisatiefactor
48,5%
47,4%
49,0%
50,6%
52,3%
4.5 Leerlingratio Om goed onderwijs te kunnen blijven waarborgen is het van belang dat er voldoende mensen voor de klas blijven staan, aangezien kwaliteit van onderwijs staat en valt met de leerkrachten die dagelijks lesgeven. Om ervoor te zorgen dat inkrimping van het personeelsbestand niet ten koste gaat van de kwaliteit van onderwijs, is het zinvol om de leerlingratio in het oog te houden. Deze ratio geeft het aantal leerlingen per fte weer. In onderstaande grafiek (grafiek 1) is deze ratio van 2009 tot en met 2016 weergegeven.
Aantal ll-en per fte OP
Aantal leerlingen per fte OP 18 16 Aantal leerlingen per fte OP o.b.v. opgenomen taakstelling
14 12 10 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
4.6 Fusie met het openbaar onderwijs Slochteren In hoofdstuk 2 van deze begroting is verwoord dat het bestuur van het openbaar onderwijs in Slochteren en het bestuur van OPRON de intentie hebben uitgesproken te komen tot een fusie van beide organisaties. In de eerste helft van 2014 moet hierover een besluit worden genomen. Eén van de voordelen van deze mogelijke fusie is, als gevolg van de verhoging van de schaalgrootte, 27
Begroting 2014 SCHOLENGROEP OPRON
het op termijn realiseren van besparingen op bestuur, management en ondersteuning. Daarnaast levert het als één organisatie uitbesteden van de personele, financiële en salarisadministratie een besparing op. Op termijn kunnen nog verdere besparingen bereikt worden door als “grotere” partij aanbestedingen te doen of contracten af te sluiten. Een eerste berekening laat zien dat er voorzichtig ingeschat, een besparing mogelijk is van ongeveer € 200.000. In het meerjarenperspectief 2014 – 2017 zijn eventuele besparingen vooralsnog niet opgenomen. 4.7 Risico’s In het meerjarenperspectief is sprake van een aantal risico’s, nl. de toekenning van de zogenaamde impulsgebieden, de steeds maar wisselende aantallen anderstalige leerlingen op de afdeling anderstaligen van o.b.s. De Musselhorst, de ontwikkelingen met betrekking tot invoering van passend onderwijs, de overheveling van het buitenonderhoud van de gemeenten naar de schoolbesturen en de risico’s met betrekking tot de instroomtoets RDDF geplaatsten. Impulsmiddelen. Tot en met 2016 is er voor ieder jaar een aanzienlijk bedrag opgenomen aan zogenaamde impulsmiddelen (€ 800.000). Deze gelden worden in ieder geval nog tot en met 2015 ontvangen. Het komende jaar stelt het ministerie de nieuwe postcodegebieden of nieuw beleid in deze vast. Afdeling anderstaligen Het tweede risico betreft de afdeling anderstaligen, verbonden aan o.b.s. De Musselhorst. Het is altijd onzeker of het centraal orgaan Asielzoekers bestaande centra in stand houdt en hoe het aantal leerlingen op deze afdeling zich ontwikkelt. Passend onderwijs Hoewel er in de regionale samenwerkingsverbanden als gevolg van de verevening op landelijk niveau geen korting plaatsvindt op de budgetten voor passend onderwijs, brengt de invoering van passend onderwijs wel financiële risico’s met zich mee, omdat er op niveau van schoolbesturen een andere toedeling van de middelen kan komen. Risico instroomtoets RDDF plaatsingen Indien het aantal medewerkers als gevolg van bijvoorbeeld daling van het aantal leerlingen moet worden verminderd, worden de functies van de betreffende medewerkers in het risicodragend deel van de formatie geplaatst. Eventueel ontslag van de betreffende medewerkers kan pas nadat de functie en de daarin benoemde medewerker gedurende een geheel schooljaar in de rddf is geplaatst. Na eventueel ontslag volgt er (achteraf) een toetsing door het Participatiefonds. Indien het ontslag heeft plaatsgevonden binnen de door het Participatiefonds vastgestelde kader en regels, komt de uitkering voor rekening van het Participatiefonds. Indien dit niet het geval is komt de uitkering voor rekening van het schoolbestuur. Overheveling budgetten buitenonderhoud. Het rijk hevelt de budgetten voor buitenonderhoud met ingang van 1 januari 2015 over van de gemeenten naar de schoolbesturen. Dit brengt voor de schoolbesturen risico’s mee. De hoogte van de vergoeding is nog niet definitief vastgesteld en bovendien wordt de vergoeding gebaseerd op een genormeerd aantal vierkante meters op basis van het aantal leerlingen. Bovendien komt er geen overgangsregeling voor schoolbesturen met een omvang als Scholengroep OPRON.
28