Begroting 2014 en Meerjarenraming 2015-2017
PAGINA 2
Aanbieding Voor u ligt de programmabegroting 2014 inclusief de meerjarenraming 2015 – 2017. Het is de laatste begroting van het huidige college en die de Raad in deze samenstelling gaat vaststellen. In de programmabegroting legt de gemeenteraad de te bereiken maatschappelijke effecten voor het begrotingsjaar vast. In de begroting wordt per programma aangegeven welke doelen worden gesteld en welke middelen daartoe beschikbaar zijn. De basis voor de begroting is de in de raadsvergadering van 4 juli 2013 vastgestelde kadernota 2014 -2017. De gemeenteraad heeft met de vaststelling van de kadernota keuzes gemaakt en financiële kaders gesteld voor het begrotingsjaar 2014 en voor de jaren 2015 tot en met 2017. Met de kadernota informeerden wij u over een structureel tekort in 2017 van bijna 2,4 miljoen. Toen kondigden we aan de uitkomsten van de kerntakendiscussie te betrekken bij het maken van een sluitende meerjarenraming. U heeft daar als raad de richting in aangegeven. In de tabel onder aan deze aanbiedingsbrief ziet u het effect daarvan op de meerjarenramingen. Doordat het Rijk de komende jaren minder gaat uitgeven, komt er ook minder geld naar de gemeenten. Tegelijkertijd moeten eind 2014 de transities van de Participatiewet, de Jeugdzorg, AWBZ- WMO en passend onderwijs in de steigers staan. De uitvoering daarvan gebeurt met minder budget (tot wel 40%!) dan in de jaren hiervoor beschikbaar was. Dat is voor gemeentes een ongekende korting en vraagt ook veel van het ambtelijk apparaat. Om de transformaties mogelijk te maken, efficiencywinst te boeken en onze ambities waar te maken wordt er op veel terreinen samengewerkt of gaan we samenwerken met andere gemeenten. Zo start op 1 januari 2015 de Werkorganisatie die voor de Westfriese gemeenten de Participatiewet gaat uitvoeren. Wordt er verder gewerkt aan het ssc DeSom dat op 1 januari 2014 startklaar moet zijn, is er de vorming van de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) en onderzoeken we op het gebied van de belastingen of de vorming van een samenwerkingsverband een oplossing is. De positie van de Raad moet hierin duidelijk omschreven worden wat betreft de kaderstellende en controlerende rol. Om het gewenste resultaat te bereiken is een krachtig en flexibel personeelsapparaat nodig. Door taakstellingen loopt het beschikbaar gestelde budget voor de loonsom echter wel aanzienlijk terug. Ten opzichte van 2013 is in 2016 € 0,9 mln. minder beschikbaar. Om dit re realiseren maken wij gebruik van de resultaten van het lean maken van processen en het natuurlijk verloop. Het college kiest daarbij niet voor gedwongen ontslagen. De gevolgen van de crisis gekoppeld aan een ambitieuze bezuinigingsoperatie laten ook in de gemeente Medemblik sporen na. Dit in aanmerking nemend kunnen we trots zijn op datgene wat er in de jaren na de fusie inclusief de uitvoering van het raadsprogramma is gerealiseerd. Het in stand houden van bestaande voorzieningen in onze kernen, maar ook ons minimabeleid, de realisatie van nieuwe accommodaties en een goed functionerend ambtelijk apparaat resulteert onder andere in een goede waardering voor onze dienstverlening. Dit houden we graag in stand. We realiseren ons daarbij dat de lasten van inwoners in de huidige economische omstandigheden niet zomaar verzwaard kunnen worden. Daarom zet de gemeente in op de eigen verantwoordelijkheid. We benutten de mogelijkheden van de bewoners van onze gemeente. Een greep uit de maatregelen die wij voorstellen: • Via digitalisering van onze producten maken we het inwoners zo gemakkelijk mogelijk om zaken vanuit huis te regelen. Eén op één contact met inwoners doen we alleen als het niet anders kan, of wanneer dat echt efficiënter is. We verminderen onze investeringen in andere kanalen zoals de balie en telefoon. • We gaan door met continu verbeteren van de werkprocessen van de ambtelijke organisatie (lean management genoemd), waardoor we met zo min mogelijk mensen het werk kunnen doen en „negatieve bureaucratie‟ voor burgers tot een minimum beperken.
PAGINA 3
• •
•
•
•
We gaan muziekonderwijs op scholen subsidiëren, zodat alle kinderen met muziek in aanraking komen. Daar staat tegenover dat de huidige muziekscholen hun subsidie verliezen. Er kan extra bespaard worden op de middelen voor maatschappelijke subsidies, zonder dat dit tot een verschraling van het aanbod voor de meest kwetsbare inwoners leidt. Hoe en welke verenigingen en instellingen daarmee geraakt worden, werken we uit bij de herijking welzijnsbeleid. Subsidies voor sport richten we op de jeugd. Van de besturen van de verenigingen vragen we de eigen sportverenigingen meer zelfvoorzienend te maken door bijvoorbeeld een hogere contributie, meer onderhoud zelf te doen, inkomsten uit kantine en klussen van leden en bijdragen van derden (o.a. sponsoring). Ook ten aanzien van het onderhoud stellen we voor een stap terug te doen, zonder daarbij door de ondergrens te zakken van de technische kwaliteit. Concreet betekent dat o.a. minder dagelijks onderhoud aan wegen en kunstwerken en minder vaak maaien van het gras. Onkruidbestrijding kan minder intensief als we een lager onderhoudsniveau met de daarbij horende gevolgen accepteren. De lasten van de burgers zullen ten opzichte van eerder gemaakte afspraken niet verder stijgen. Er wordt wel een groter beroep gedaan op de verantwoordelijkheid van iedereen.
Het college realiseert zich dat er veel veranderingen op de inwoners afkomen. En die veranderingen zijn rigoureus. Op alle terreinen wordt voelbaar dat de samenleving verandert en dat bestaande zekerheden verdwijnen. We moeten wennen aan een overheid die verantwoordelijkheid teruggeeft, en digitalisering op alle terreinen (banken, belastingdienst, gemeente, bibliotheek, onderwijs, etc.) Daarom kiest het college ervoor om de aanpak van de noodzakelijke veranderingen en transities waar mogelijk in samenspraak met de inwoners, verenigingen, bedrijven en instellingen te doen. Als we de ingeslagen weg vervolgen, zullen we ook in 2014 en de jaren daarna onze ambities kunnen blijven realiseren en blijft Medemblik een financieel gezonde en toekomstbestendige gemeente. Een gemeente waar het goed wonen, werken en recreëren is en de kracht van de gemeenschap wordt benut. Bedragen * € 1.000 Programmabegroting 2014 en meerjarenraming 2015 - 2017 na dekkingsvoorstel
2014 12
2015 -94
2016 60
2017 10
PAGINA 4
Inhoudsopgave Aanbieding ..............................................................................................................3 1.
Uitgangspunten begroting ......................................................................................7
2.
Leeswijzer ........................................................................................................8
3.
Programmabegroting 2013 .....................................................................................9 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10
Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma
1 Burger en Bestuur .................................................................. 11 2 Openbare orde en veiligheid ..................................................... 13 3 Verkeer, vervoer en waterstaat ................................................. 15 4 Economische zaken ................................................................ 17 5 Onderwijs ........................................................................... 19 6 Cultuur en recreatie ............................................................... 21 7 Sociale voorzieningen en maatschappelijke zorg ............................ 25 8 Volksgezondheid en Milieu ....................................................... 29 9 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting ..................................... 31 10 Algemene dekkingsmiddelen en financiering ................................ 33
4. Paragrafen ......................................................................................................... 37 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Lokale heffingen .................................................................................... 39 Weerstandsvermogen en risicobeheersing ...................................................... 45 Kapitaalgoederen ................................................................................... 47 Financiering .......................................................................................... 51 Bedrijfsvoering ...................................................................................... 55 Verbonden partijen ................................................................................. 61 Grondbeleid .......................................................................................... 71
5. Financiële begroting ............................................................................................. 75 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12
Financieel beeld programmabegroting en meerjarenraming ................................ 75 Nieuw beleid ......................................................................................... 77 Amendementen en moties ......................................................................... 80 Kerntakendiscussie .................................................................................. 84 Aanvullende dekkingsvoorstellen ................................................................. 89 Verfijningsuitkering 2014 .......................................................................... 90 Voorgenomen investeringen 2014 – 2017 ....................................................... 90 Incidentele lasten en baten 2014 per programma ............................................ 91 Overzicht van baten en lasten per programma ................................................ 93 Meerjarenoverzicht per programma ............................................................. 96 Meerjarenoverzicht baten en lasten per categorie .......................................... 100 Reserves en voorzieningen ....................................................................... 103
PAGINA 5
PAGINA 6
1. Uitgangspunten begroting Bij deze programmabegroting zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: De beleidsuitgangspunten zoals neergelegd in de programmabegroting 2013 en meerjarenraming 2014-2016 en de wijzigingen daarop, onder meer door de vaststelling van de kadernota 2014 hebben als belangrijkste basis gediend bij het opstellen van deze programmabegroting en meerjarenraming. Het (financiële) beheer dient op orde te zijn. De prijsontwikkeling 2013 bedraagt op dit moment ruim 2,5%. Conform raadsbesluit zijn de budgetten 2014 niet gecompenseerd voor deze prijsstijging. De programmabegroting wordt opgesteld in constante prijzen. Dit geldt ook voor de grootste inkomstenbron van de gemeente, de algemene uitkering. Nieuwe rijksbezuinigingen worden voorzien, voor de gemeente Medemblik zijn deze ingeschat op een structureel bedrag –oplopend- van € 732.000,- in 2014 tot € 1.085.000,in 2017. De terugloop in inkomsten leidt conform raadsbesluit niet automatisch tot lastenverzwaring. De terugloop aan inkomsten wordt in deze programmabegroting en meerjarenraming opgevangen met een verkleining van het gemeentelijk takenpakket. Voor de berekening van de algemene uitkering zijn de gegevens uit de meicirculaire 2013 gebruikt. Gesubsidieerde instellingen worden in 2014 niet gecompenseerd voor prijs- en loonstijgingen. De bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen worden in 2014 alleen voor loonstijgingen gecompenseerd (0,25%). De loonsom is voor 1% gecompenseerd voor een nieuw te verwachten stijging van de pensioenpremie. Als basis voor de berekening van de loonsom dient de formatie zoals opgenomen in het functieboek, inclusief de wijzigingen die inmiddels hierop zijn doorgevoerd. Voor het berekenen van de structurele kapitaallasten voortvloeiende uit het investeringsprogramma 2013-2016 worden de bepalingen uit de nota investeringen en afschrijvingen 2011 als basis genomen. Het percentage dat gebruikt wordt voor de berekening van de kapitaallasten is 4,5%. Er is geen bedrag opgenomen voor onderuitputting. Hieronder wordt verstaan de vrijvallende kapitaallasten omdat investeringen later worden uitgevoerd dan in deze begroting vanuit gegaan is. Het beleid rond het gebruik van de reserves en voorzieningen is vastgelegd in de nota herijking reserves en voorzieningen 2012. Vanwege de huidige economische tijden enerzijds en de onzekerheid rond de decentralisatie van nieuwe taken anderzijds wordt terughoudend omgegaan met onttrekkingen uit de algemene reserve. Toekomstige winsten uit grondexploitaties worden gestort in de bestemmingsreserve bouwgrondexploitatie, tenzij de gemeenteraad hierover een afwijkend besluit heeft genomen. De gemeentelijke belastingopbrengsten worden in 2014 niet verhoogd. Voor ziektevervanging is € 125.000,- beschikbaar. Het budget onvoorzien is in 2014 € 40.000,-. Voor het berekenen van de bespaarde rente wordt een percentage van 4,5% gehanteerd. De kosten van overhead zijn op basis van actuele afdelingsurenplannen 2014 over de diverse programma‟s verdeeld. De kosten voortvloeiende uit de fusie 2011 worden ten laste gebracht van de verfijningsuitkering herindeling die de gemeente tot en met 2014 ontvangt. Het aantal woningen per 1 januari 2013 is 17.458 het aantal niet woningen is 1.764 Het aantal inwoners per 1 januari 2013 is 43.248. Tenslotte zijn de bepalingen uit het besluit begroting en verantwoording (BBV) gehanteerd.
PAGINA 7
2. Leeswijzer Deze begroting is verdeeld in de volgende onderdelen: - De programmabegroting; - De paragrafen; - De financiële begroting. De programmabegroting behandelt per programma de gewenste maatschappelijke effecten en de wijze waarop gestreefd wordt die effecten te verwezenlijken. Dit wordt gedaan aan de hand van drie vragen: - Wat wil de gemeente bereiken? - Wat gaan we daarvoor doen? - Wat mag het kosten? In de begroting 2014 is een zichtbaar verband tussen voornemens en de prestaties die geleverd worden om deze voornemens te realiseren. Prestatie-indicatoren geven zo veel mogelijk aan welk resultaat het college reëel acht. Hiermee wordt het mogelijk om in de verantwoording van de begroting (de programmarekening) duidelijk te maken of en op welke wijze de voornemens zijn bereikt. Per programma wordt inzicht gegeven in de onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves en voorzieningen. Vervolgens worden in verschillende paragrafen een aantal ondersteunende beleidsonderwerpen nader toegelicht. De meeste onderwerpen hangen niet samen met één programma maar met de programmabegroting in zijn totaal. Vandaar dat aan deze beleidsonderwerpen een aparte paragraaf is gewijd. De financiële gegevens van de verschillende paragrafen maken onderdeel uit van de programma‟s. De financiële begroting wordt ingeleid met een toelichting op de financiële begroting. Onder meer wordt daarbij ingegaan op de verschillen tussen deze programmabegroting en de cijfers zoals vastgelegd in de kadernota 2014. Nieuwe inzichten en ontwikkelingen hebben geleid tot een aantal aanvragen nieuw beleid, deze worden in dit hoofdstuk toegelicht. Ook wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de amendementen en moties die de gemeenteraad bij de vaststelling van de kadernota 2014 heeft aangenomen. Voor het meer sluitend maken van deze programmabegroting 2014 heeft het college geput uit de diverse voorstellen kerntakendiscussie, conform de hierover gemaakte afspraken met de gemeenteraad. Daarnaast worden voorstellen gedaan die leiden tot een sluitende meerjarenbegroting. Het bestedingsvoorstel voor de verfijningsuitkering 2014 maakt ook onderdeel uit van dit hoofdstuk. De financiële begroting wordt afgesloten met een aantal overzichten: Incidentele lasten en baten 2014 per programma; Overzicht van de voorgenomen investeringen 2014 – 2017; Overzicht baten en lasten per programma; Meerjarenoverzicht per programma; Meerjarenoverzicht baten en lasten per categorie, uit deze overzichten blijkt ook hoe de lasten zich verhouden met de baten van de gemeente; - Verloop overzicht reserves en voorzieningen, in dit overzicht is aangegeven of de mutaties incidenteel dan wel structureel van aard zijn. -
PAGINA 8
3. Programmabegroting 2013
PAGINA 9
PAGINA 10
3.1
Programma 1 Burger en Bestuur
In dit programma zijn de volgende producten opgenomen: - Bestuursorganen - Voorlichting/PR - Bestuursondersteuning - Burgerzaken - Bestuurlijke samenwerking - Griffie/Rekenkamer - Elektronische gemeente - Servicepunten Wat wil de gemeente bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
Goede relatie tussen gemeentebestuur en lokale gemeenschap.
-
Het behouden van leefbaarheid van de kernen.
-
Toename van de kwaliteit en kwantiteit van participatie van inwoners aan beleidsontwikkelingen (meer en betere interactie bij planvorming).
-
In 2015 kan 80% van de dienstverlening vanuit huis of aan huis of in eigen kern geleverd worden.
-
Versterken van de kaderstellende en controlerende taak van de gemeenteraad. Toetsing van realisatie gewenste effecten, doelstellingen en gemeentelijke prestaties.
-
Prestatie-indicator Verkiezingen
Versterken relatie gemeentebestuur en inwoners door gebruik te maken van de overlegstructuur van de kernraden. Samen met de kernraden opstellen van plannen om de leefbaarheid te vergroten en te behouden. Dorpshuizen ondersteunen bij de verzelfstandiging. 2013 is gebruikt als voorbereidingsjaar, in 2014 wordt gestart met een pilot met 2 dorpshuizen. Kernenbeleid: in 2014 wordt de in 2013 vastgestelde nota Kernenbeleid geëvalueerd. Inwoners systematisch vroegtijdig informeren bij ingrijpende veranderingen en proactief betrekken bij beleid, planvorming en uitvoering. Bij start ruimtelijke planproces duidelijk maken op welke wijze de burger wordt geïnformeerd, voorzetting van de pilot inspraak ruimtelijke plannen. Notitie Burgerparticipatie wordt in het 1e kwartaal 2014 aan de gemeenteraad aangeboden. De notitie burgerparticipatie beschrijft de kaders op weg naar een interactieve beleidsvorming en –uitvoering. Deze zijn ingegeven door hernieuwde landelijke en politieke ontwikkelingen. In 2013 kan 60% van de producten digitaal worden aangevraagd. Van 30% van de producten kan de burger de status van de aanvraag terugvinden op internet. Voorbereidingen treffen voor de modernisering van de gemeentelijke basisadministratie. Dit moet mogelijk maken dat in 2016 veel aanvragen burgerzaken digitaal afgehandeld kunnen worden. Nieuwe beleidsdoelstellingen worden voorafgegaan door kaderstellende nota‟s. In de jaarrekening 2014 legt het college verantwoording af ten opzichte van de beleidsvoornemens uit de programmabegroting 2014. De programmabegroting kan tussentijds worden aangepast door de tussentijdse rapportages Medemblik in Control.
2014
2015
2016
2017
2
1
1
-
3 3 5 12
3 3 5 12
3 3 5 12
3 3 5 12
2
4
6
6
40
40
40
40
Aantal verkiezingen
Burgerparticipatie bij ruimtelijke plannen Aantal informatiebijeenkomsten Aantal hoorzittingen Aantal ingevulde protocollen inspraak Aantal evaluaties inspraak Leefbaarheid Aantal verzelfstandigde dorpshuizen
Dienstverlening Aantal producten dat digitaal kan worden aangevraagd Aantal producten waarbij statusinformatie kan worden
PAGINA 11
Prestatie-indicator opgevraagd via de website Aantal bezoekers gemeentehuis Aantal bezoekers servicepunten Klanttevredenheid dienstverlening
1
2014
2015
2016
2017
15 41.000 1.600 Landelijk gemiddelde
30 36.750 Landelijk gemiddelde
30 32.500 Landelijk gemiddelde
40 32.500 Landelijk gemiddelde
60%
80%
80%
80%
Percentage telefoontjes dat callcenter direct afhandelt
Wat mag het kosten?
Verschillenanalyse 2013-2014 (bedragen * 1.000) Het nadeel van € 489 is te verklaren door: - DeSom gaat in 2014 van start, de structurele bijdrage aan deze ICT samenwerking met 4 andere gemeenten en de bijdrage in de opstartkosten zorgen voor een nadeel van € 266. - In 2014 vinden er 2 verkiezingen plaats (gemeenteraad en Europees parlement). De uitgaven voor deze verkiezingen leiden tot een nadeel van € 78. - De personeelskosten van de griffie zijn vanwege de aanstelling van de nieuwe griffier gestegen, dit zorgt voor een nadeel van € 37. - Er worden in 2014 diverse regionale samenwerking gestart en onderzocht. Samenwerking gaat de komende jaren, naar het zich nu laat aanzien, een steeds grotere vlucht nemen. Dit vraagt naast tijd en inzet van de organisatie soms ook de inzet van derden, huur locaties, aanschaf van materiaal, etc. De extra middelen die hiervoor nodig zijn zorgen voor een nadeel van € 25. - Een voordeel van € 115 doet zich voor op de kosten van digitalisering van de gemeente. In 2014 zijn minder middelen beschikbaar dan in 2013, dit leidt tot dit voordeel. - In eerste instantie zouden de servicepunten tot 2014 open blijven. Ten opzichte van 2013 ontstaat een voordeel van € 62. We verwijzen u verder naar paragraaf 5.3 nieuw beleid. - De overhead wordt op basis van urenplannen over de diverse programma‟s verdeeld. In 2014 zijn meer uren toegerekend aan dit programma, dit leidt tot een nadeel van € 269. Dit nadeel wordt in andere programma's weer vereffend. - Kleine verschillen veroorzaken een voordeel van € 9. 1
Bepaalde onderzoeken worden tweejaarlijks uitgevoerd.
PAGINA 12
3.2
Programma 2 Openbare orde en veiligheid
In dit programma zijn de volgende producten opgenomen: Brandweer en rampenbestrijding Openbare orde en veiligheid
Wat wil de gemeente bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
Terugdringen overlast en vandalisme. Vergroten van sociale veiligheid door het plaatsen van camera’s. Door buurtbemiddeling terugdringen van sociale overlast.
Professionalisering en kwaliteitsverbetering Brandweer.
Vermindering van de uitrukkosten.
Verminderen kosten realistisch oefenen. Professionalisering reddingsbrigades.
Op het moment dat er sprake is van onveilige locaties worden direct maatregelen getroffen. Afhankelijk van de evaluatie in 2013 wordt een besluit genomen over de voortgang van de camera‟s in de kern Medemblik. Buurtbemiddeling heeft inmiddels geleid tot minder extreme burenoverlast. In 2014 zal buurtbemiddeling ingezet blijven worden wanneer beide partijen dit wensen. In 2014 worden verdere voorbereidingen getroffen voor de regionalisering van de brandweer, die in 2015 tot stand moet komen. Bij de inrichting van de nieuwe organisatie wordt gekomen tot een verder modernisering van de brandweer door middel van de beleidsambitie brandweer 2.0: minder brand, meer preventie en een efficiënte werkorganisatie. Het beleid terugdringen nodeloze alarmeringen werpt inmiddels zijn vruchten af. Het beleid wordt in 2014 voorgezet. Het realistisch oefenen wordt in 2014 in afgeslankte vorm gehouden. Vanaf 2015 wordt de cyclus verlengd van 12 naar 18 maanden. De professionalisering is in 2013 afgerond. Vanaf 2013 vallen de reddingsbrigades onder de KNRM en ontvangen zij vanaf 2014 geen subsidie meer.
Prestatie-indicator2 Terugdringen overlast en vandalisme Toename schadeverhaling Aantal bezoeken 15 groepen hangjongeren door BOA‟s3 Vergroting sociale veiligheid Vermindering overlast Burenoverlast verminderen Verminderen uitrukken Verminderen uitrukkosten Terugdringen nodeloze alarmeringen
2014
2015
2016
2017
7% 300
8% 150
10% 150
12% 150
15% 17%
20% 20%
25% 25%
25% 25%
9% 10%
10% 20%
10% 25%
15% 30%
2
Voor deze prestatie-indicatoren geldt dat deze worden vergeleken met aantallen uit 2011, het eerste jaar na de fusie. 3 Vanaf 2015 zijn door de raad minder middelen beschikbaar gesteld voor handhaving.
PAGINA 13
Wat mag het kosten?
Verschillenanalyse 2013-2014 (bedragen * 1.000) Het nadeel van € 385 is te verklaren door: - In de wet op de Veiligheidsregio is opgenomen dat de brandweer geen gemeentelijke taak meer is. Deze taak gaat over naar de Veiligheidsregio, 2014 is een overgangsjaar. Het neerzetten van de nieuwe organisatie veroorzaakt voorbereidings- en frictiekosten. Deze kosten worden geraamd op € 8,- per inwoner. Voor de gemeente Medemblik betekent dit een eenmalige bijdrage € 345, dit veroorzaakt op dit programma een nadeel. We verwijzen u verder naar paragraaf 5.3 nieuw beleid waarin wordt aangegeven dat deze eenmalige kosten toch worden voorgefinancierd door de veiligheidregio zelf. Deze eenmalige bijdrage in 2014 is dan niet nodig. - In 2014 zijn extra middelen beschikbaar voor handhaving, hierdoor ontstaat een nadeel van € 55. - Kleine verschillen veroorzaken een voordeel van € 15.
PAGINA 14
3.3
Programma 3 Verkeer, vervoer en waterstaat
In dit programma zijn de volgende producten opgenomen: Wegen, straten en pleinen Verkeersmaatregelen Parkeren Havens Waterkeringen Wat wil de gemeente bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
Beheer op orde gemeentelijke wegen
-
Beheer op orde gemeentelijke water
-
Verbeteren verkeersveiligheid
-
-
Lagere beheerskosten wegverlichting
-
Gemeentelijke havens
-
Op diepte houden van vaarroutes
-
Beheer op orde kunstwerken
-
Prestatie-indicator Lagere beheerskosten openbare verlichting Vervangen armaturen voor aanbrengen LED-verlichting4
4
Regionale afstemming om te komen tot overdracht en overname van het beheer en eigendom van gemeentelijke wegen (inclusief bermen, lichtmasten, kunstwerken e.d.) van en naar het hoogheemraadschap. Opstellen van een Waterplan om te komen tot overdracht van het beheer van het stedelijk water naar het hoogheemraadschap. Uitvoeren van diverse verkeersremmende maatregelen zoals genoemd in het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan, passend in de daarvoor beschikbare middelen. In 2014 wordt gestart met de uitvoering van de opwaardering van de N23 (Westfrisiaweg) met het tracé tussen Hoorn en Enkhuizen. De gemeente is betrokken bij het bepalen van de omleidingroutes, en monitort de intensiteit van het verkeer op de gemeentelijke wegen (Zwaagdijk-West en Zwaagdijk–Oost). Leveren van een financiële bijdrage aan de provincie voor de aanleg van de rotonde Almeredorperweg Opperdoes en de N239 (Westerzeedijk). Bij reguliere vervanging van armaturen en plaatsing nieuwe lantaarnpalen kiezen voor duurzame oplossingen, passend binnen de beschikbaar gestelde middelen. In 2014 nadere maatregelen treffen voor het gezond maken van de exploitatie gemeentelijke havens, gebaseerd op een nadere uitwerking van de informatienota ‟havenbeheer op een nieuwe leest‟ die de gemeenteraad eind 2013 krijgt voorgelegd. De Kwikkelsebrug te renoveren in combinatie met de reconstructie Hoogesteeg (Medemblik). Afspraken maken met het recreatieschap over de recreatieve vaarroutes en de instandhouding daarvan. Het op diepte brengen van vaarroutes waarbij prioriteit wordt gegeven aan recreatieve binnenwateren, passend binnen de daarvoor beschikbare middelen. Uitvoeren van groot onderhoud aan de brug Simon Koopmanstraat in Wervershoof. Uitvoeren van groot onderhoud aan de brug aan het Klein Gouw in Andijk.
2014
2015
2016
2017
-
300
300
300
Afhankelijk of extra middelen beschikbaar wordt gesteld voor openbare verlichting.
PAGINA 15
Wat mag het kosten?
Verschillenanalyse 2013-2014 (bedragen * 1.000) Het voordeel van € 261 is te verklaren door: - In 2014 heeft de gemeenteraad extra middelen van in totaal € 430 beschikbaar gesteld voor investeringen maatschappelijk nut. Een groot deel van deze middelen wordt in 2014 uitgegeven aan de renovatie van twee bruggen in de kernen Andijk en Wervershoof. - Uit het havenbeheerplan vloeit voort dat meer middelen nodig zijn voor groot onderhoud aan de havens, dit leidt tot een nadeel van € 167. Deze middelen worden gedekt uit de reserve onderhoud havens. - In 2013 zijn diverse investeringen uitgevoerd, zo is in Wognum een rotonde aangelegd, zijn gemeentebreed diverse maatregelen getroffen voor het vergroten van de verkeersveiligheid en wordt de Goudsmidsgilde opnieuw ingericht. De kosten van deze investeringen worden gedekt door diverse reserves. In 2013 leiden deze investeringen op dit programma tot hogere lasten, hierdoor ontstaat in 2014 een voordeel van € 885. - De overhead wordt op basis van urenplannen over de diverse programma‟s verdeeld. In 2014 zijn meer uren toegerekend aan dit programma, dit leidt tot een nadeel van € 143. Dit nadeel wordt in andere programma's weer vereffend. - In 2014 zijn minder middelen zijn beschikbaar voor openbare verlichting, hierdoor ontstaat een voordeel voor van € 28. - Op de bijdrage aan het Hoogheemraadschap voor het onderhoud van gemeentelijke wegen ontstaat een voordeel van € 26. - Kleine verschillen veroorzaken een voordeel van € 62.
PAGINA 16
3.4
Programma 4 Economische zaken
In dit programma zijn de volgende producten opgenomen: Handel en ambacht Nutsbedrijven Agrarische zaken Destructie dieren
Wat wil de gemeente bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
Toename van werkgelegenheid en bedrijvigheid.
Medemblik Watersportgemeente
Prestatie-indicator Toename werkgelegenheid en bedrijvigheid
Bedrijvendynamiekratio5 Werkgelegenheidsontwikkeling t.o.v. Westfriesland gemiddelde Klanttevredenheid ondernemers Waardering ondernemersklimaat Bedrijventerreinen waarop parkmanagement is geïmplementeerd - economische beleidsnota gereed - aantal bedrijfsbezoeken -
Medemblik Watersportgemeente - aantal toeristen - aantal (internationale) wedstrijden/evenementen
5
Versterken van het vestigingsklimaat voor bestaande en nieuwe bedrijven. Het invoeren van een pilot parkmanagement op bedrijventerrein WFO-ABC. Vertaling van regionale economische visie Westfriesland op lokaal niveau. Implementatie van de door de gemeenteraad in 2013 vastgestelde detailhandelsvisie. Evaluatie van de zondagopenstelling detailhandel. Het actief betrekken van bedrijfsleven bij het voorbereiden en uitvoeren van beleid. Bevorderen herstructurering bedrijventerreinen in samenwerking met marktpartijen. Afhankelijk van besluitvorming in 2013 ook over het beschikbaar stellen van extra middelen wordt Medemblik nader gepositioneerd als Watersportgemeente. Continuering van marketing- en promotiecampagne, inclusief waarderingsacties vrijwilligers. Steun aan Delta Lloyd regatta.
2014
2015
2016
2017
neutraal gelijk gelijk gelijk
neutraal gelijk gelijk gelijk
positief gelijk toename toename
positief gelijk toename toename
1 20
1 gereed 20
2 20
4 20
gelijk gelijk
gelijk gelijk
toename toename
toename toename
De bedrijvendynamiekratio geeft aan of er meer bedrijfsoprichtingen zijn dan beëindigingen.
PAGINA 17
Wat mag het kosten?
Verschillenanalyse 2013-2014 (bedragen * 1.000) Het nadeel van € 1.605 is te verklaren door: - Een nadeel van € 3.184 doet zich voor doordat in 2013 een gedeelte van de opbrengst van de verkoop van Nuon Energy is ontvangen. Het laatste gedeelte wordt ontvangen in 2015. - De overhead wordt op basis van urenplannen over de diverse programma‟s verdeeld. In 2014 zijn meer uren toegerekend aan dit programma, dit leidt tot een nadeel van € 235. Dit nadeel wordt in andere programma's weer vereffend. - Een voordeel van € 1.756 doet zich voor doordat in 2013 de opwaardering van het winkelcentrum in Wervershoof is uitgevoerd. Dit leidt in 2013 op dit programma tot hogere lasten, welke overigens worden gedekt door een bestemmingsreserve. - In 2014 zijn minder middelen beschikbaar voor het programma Medemblik Watersportgemeente. Hierdoor ontstaat in 2014 een voordeel van € 50. - Kleine verschillen veroorzaken een voordeel van € 8.
PAGINA 18
3.5
Programma 5 Onderwijs
In dit programma zijn de volgende producten opgenomen: Openbaar basisonderwijs Bijzonder basisonderwijs Openbaar (voortgezet) speciaal onderwijs Gemeenschappelijke baten & lasten onderwijs Volwasseneneducatie Wat wil de gemeente bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
Verbreding onderwijsaanbod en agrarische HBO- en universitaire opleidingen
-
Leerlingenvervoer: grotere mate van zelfredzaamheid van ouders en leerlingen
Onderwijshuisvesting: Adequate huisvesting van scholen
Openbaar en Bijzonder Onderwijs
Volwasseneducatie
Het realiseren van een verbreed onderwijsaanbod op De Dijk in Medemblik is een regionale scholen aangelegenheid. De Dijk en de gemeente Medemblik zijn in dezen niet bevoegd. Het Atlascollege moet in de regio overeenstemming bereiken met de andere schoolbesturen. Het college onderhoudt hierover contacten het Atlascollege. Agrarische Opleiding: de gemeente Hoorn is regievoerder bij het ontwikkelingen van een HBO voorziening in de regio. Er wordt onderzoek verricht naar de haalbaarheid van een AgriTechCampus op het terrein van het Clusius College in Hoorn. Innoveren van het leerlingenvervoer: Minder leerlingen plaatsen in het taxibusvervoer; waar mogelijk, worden leerlingen gestimuleerd om via openbaar vervoer of eigen vervoersmiddelen (fiets) naar school te gaan; doelgroepenvervoer (AWBZ-, Wmo-, WonenPlus-, WSW, buurtbus- en leerlingenvervoer) afstemmen op elkaar en beter aansluiten op het openbaar vervoer; Centrale opstapplaatsen invoeren in plaats van‟deur tot deur‟ vervoer. Gemeente heeft volgens wetgeving de zorgplicht voor adequate huisvesting van scholen: In het programmajaar 2014 worden 26 aanvragen tot aanpassing van schoolgebouwen gehonoreerd. Zie ook de paragraaf 5.3 nieuw beleid. - Met ingang van 1 augustus 2014 moet Passend Onderwijs zijn ingevoerd op alle scholen. Scholen hebben volgens de wet een zorgplicht. De verantwoordelijkheid voor het vinden van een goede plek voor het kind ligt bij de school. De scholen zijn wettelijk verplicht om de afspraken over deze zorgplicht vast te leggen in een ondersteuningsplan. De gemeente moet op grond van de Wet Passend Onderwijs instemmen met het ondersteuningsplan. Op grond van de wet worden kinderen die in een voorschoolse voorziening en/of het basisonderwijs een (risico) op een onderwijsachterstand hebben extra ondersteund. Inwoners die onvoldoende kunnen participeren in de maatschappij, doordat ze moeite hebben met lezen en schrijven, worden ondersteund door middel van taaltrainingen. De training worden in 2014 bij het ROC Horizon ingekocht. Vanaf 2015 vervalt deze verplichte winkelnering. In 2014 wordt in regioverband in het kader van de transities (zie ook programma 7 en 8) een besluit genomen over de toekomst van volwasseneneducatie.
PAGINA 19
Prestatie-indicator
2014
2015
Minder leerlingen maken gebruik van aangepast vervoer
10%
25%
25%
25%
Leerplicht: Aantal leerplichtdossiers % vroegtijdige schoolverlaters
160 2,8%
170 2,7%
170 2,6%
170 2,6%
Leerlingenvervoer:
2016
2017
Wat mag het kosten?
Verschillenanalyse 2013-2014 (bedragen * 1.000) Het voordeel van € 497 is te verklaren door: - De totale investeringslasten voor de realisatie van de MFA De Bloesem in Wognum zijn lager uitgevallen, dit zorgt voor een voordeel op de kapitaallasten van € 234. - Door vrijvallende kapitaallasten ontstaat een voordeel van € 77 in 2014. - De gemeenteraad heeft op 10 oktober 2013 de nota Herijking Welzijnsbeleid vastgesteld. De vaststelling van deze nota heeft invloed op de programma‟s, op dit programma ontstaat hierdoor een voordeel van € 77. - Een lagere storting in de voorziening onderhoud schoolgebouwen veroorzaakt een voordeel van € 33. - In 2014 zijn lagere onderhoudsbudgetten beschikbaar voor het onderhoud aan schoolgebouwen, dit veroorzaakt een voordeel van € 31. - In 2013 wordt de realisatie van het MFA Zwaagdijk afgerond, in 2014 zijn geen middelen meer beschikbaar, waardoor een voordeel ontstaat van € 30. - Kleine verschillen veroorzaken een voordeel van € 15.
PAGINA 20
3.6
Programma 6 Cultuur en recreatie
In dit programma zijn de volgende producten opgenomen: Openbare bibliotheek Vormings- en ontwikkelingswerk Sport Groene sportvelden/terreinen Kunst Oudheidkunde/musea Openbaar groen Openluchtrecreatie Speeltuinen Overige recreatie voorziening Wat wil de gemeente bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
Mogelijkheid voor inwoners voor ontplooiing.
Het bibliotheekwerk wordt getransformeerd naar een toekomstbestendige voorziening. Dit is nodig in verband met de door de gemeenteraad opgelegde bezuinigingen en de komst van een nieuwe bibliotheekwet: Het bibliotheekwerk wordt meer digitaal. De bibliotheekvestiging in de kern, Medemblik wordt de fysieke hoofdvestiging. In de overige kernen blijven 7 afhaal- en brengpunten bestaan en worden 15 á 20 biebclubs gevestigd. Dit zijn bibliotheken voor en door kinderen. Voor kwetsbare doelgroepen, zoals ouderen, blijft de bibliotheek als voorziening toegankelijk, door onder meer boekendiensten aan huis. In 2016 moet het bibliotheekwerk klaar zijn voor de toekomst.
Zorgen voor welzijn en woongenot van de inwoners, door een optimale beleving van de buitenruimte en door de vormgeving van het openbaar groen, met een belangrijke ruimtelijke, ecologische en recreatieve functie.
De zelfvoorzienendheid en samenwerking van zwembaden onderling versterken Herijking Welzijnsbeleid: ruimte voor nieuwe initiatieven in plaats van historisch gegroeide subsidiëring en een meer evenwichtige verdeling van gebruikerslasten. Stimuleren van sportbeoefening/beheer, exploitatie en eigendom teruggeven aan sportvereniging.
Het kunst en muziekonderwijs wordt in de periode 2012 – 2016 getransformeerd naar een op het primair onderwijs gerichte organisatie. Dit is nodig om de mogelijke gevolgen van de kerntakendiscussie van de gemeenteraad op te kunnen vangen. Beheer en onderhoud van het openbaar groen en investeren in de groenstructuur volgens het door de gemeenteraad vastgestelde groenbeheerplan en groenstructuurplan. Daarbij wordt gekeken naar de functie van het openbaar groen en de door de gemeenteraad beschikbaar gestelde middelen. Het beheer wordt natuurlijk uitgevoerd, er wordt op een verantwoorde wijze minimaal gebruik gemaakt van onkruidbestrijding met wettelijk toegestane middelen. Via de dorpsraden worden inwoners actief benaderd om actief deel te nemen in het onderhoud van het groen in hun wijk. Actief sponsors verwerven voor het aanplanten en onderhouden van bloembollen in bermen en rotondes. In 2013 is gestart met de exploitatie van het zwembad in Andijk door vrijwilligers. In 2014 wordt dit geëvalueerd.
Onderzoek naar de noodzaak tot het verstrekken van activiteitensubsidies. het instellen van een Activiteiten – Kernenbudget, van waaruit nieuwe initiatieven worden bekostigd. Implementatie van een nieuw beheer- en onderhoudmodel van de buitensport accommodaties. Realisatie vernieuwde sportaccommodatie AVV
PAGINA 21
Wat wil de gemeente bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
Instandhouding recreatieve voorzieningen
Herpositionering van het jongerenwerk
Prestatie-indicator Onderhoud openbaar groen Aantal inwoners Aantal sponsoren
Toename sportbeoefening in de gemeente Aantal gerichte sportadviezen aan gehandicapten Aantal sport- en buurtcoaches
Andijk. Inzetten BuurtSportCoaches voor jeugd en jongeren. Onderzoek naar harmonisatie en ontwikkelen beleid kinderboerderijen. Beheer en onderhoud van de aanwezige speelterreinen. Overleg met buurtbewoners bij renovatie speelvoorzieningen. Dit item is verder uitgewerkt in programma 8, er is een koppeling gemaakt met de jeugdgezondheidszorg, Centrum voor Jeugd en Gezin en veranderingen in het sociaal domein.
2014
2015
2016
2017
10 5
15 10
20 15
20 20
30 4
30 5
30 6
30 6
Wat mag het kosten?
PAGINA 22
Verschillenanalyse 2013-2014 (bedragen * 1.000) Het voordeel van € 1.414 is te verklaren door: - In 2013 is de verplaatsing van de Tennisvereniging in Wognum grotendeels gerealiseerd. De lasten van de verplaatsing zijn verantwoord onder dit programma, maar worden in één keer ten laste gebracht van de bestemmingsreserve. In 2014 leidt dit tot een voordeel van € 773. - De overhead wordt op basis van urenplannen over de diverse programma‟s verdeeld. In 2014 zijn minder uren toegerekend aan dit programma, dit leidt tot een voordeel van € 288. Dit voordeel wordt in andere programma's weer vereffend. - Minder middelen worden in 2014 gestort in de voorziening sportvelden, dit veroorzaakt een voordeel van € 128. - Een van de maatregelen uit slim besparen is het beheer en onderhoud van de sportvelden op een andere wijze te organiseren. Hierdoor dient een besparing gerealiseerd te worden van € 90. Dit leidt tot een voordeel in 2014. - De gemeenteraad heeft op 10 oktober 2013 de nota Herijking Welzijnsbeleid vastgesteld. De vaststelling van deze nota heeft invloed op de programma‟s, op dit programma ontstaat hierdoor een voordeel van € 68. - De investeringsbijdrage voor zwembad de Weid is verschoven naar 2015, dit zorgt voor een voordeel van € 41 in 2014. - Zwembad De Weid wordt inmiddels door vrijwilligers gerund, hierdoor is de huurvergoeding door de exploitant komen te vervallen. Dit veroorzaakt een nadeel van € 25. - Op het beheer van de sporthallen wordt vanuit de maatregelen uit slim besparen een structureel voordeel verwacht vanaf 2014 van € 25. - Kleine verschillen veroorzaken een voordeel van € 26.
PAGINA 23
PAGINA 24
3.7
Programma 7 Sociale voorzieningen en maatschappelijke zorg
In dit programma zijn de volgende producten opgenomen: Bijstandverlening Langdurigheidtoeslag Werkgelegenheid Inkomensvoorziening Gemeentelijk minimabeleid Maatschappelijke begeleiding en advies Ouderenbeleid Vreemdelingen Wet maatschappelijke ondersteuning Sociaal cultureel werk Kinderopvang/peuterspeelzaalwerk
Wat wil de gemeente bereiken? Dat alle inwoners van de gemeente Medemblik mee kunnen doen in de samenleving.
Wat gaan we daarvoor doen? -
Het vergroten van collectief aanbod ter ondersteuning van inwoners om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen en leven (zodat de aanspraak op relatief dure individuele voorzieningen beperkt blijft).
Voorkomen van misbruik uitkeringen.
Zoveel mogelijk mensen in eigen inkomen laten voorzien.
De inwoners indien mogelijk eerst handvatten te geven om zelf of met diens eigen omgeving de (hulp)vraag op te lossen. Het hulpverleningsaanbod afstemmen op de vraag van de inwoner. Preventief werken. Wijkgericht werken. Werken met de methode 1 huishouden/1 gezin, 1 plan, 1 coördinator. De samenwerking tussen gemeente en maatschappelijke partners loopt soepel ten behoeve van de inwoner en zijn (hulp)vraag. Verder voorbereidingen treffen om de transities Jeugdzorg, AWBZ naar Wmo, Participatiewet en Passend onderwijs te implementeren voor 1-12015, binnen de hiervoor door het rijk beschikbaar gestelde middelen. Voor de huidige taken worden de collectieve voorzieningen nader ontwikkeld en wordt meer ingezet op voorliggende voorzieningen. Diensten Wonen Plus meer inzetten om de vraag naar individuele voorzieningen te beperken. Diensten Wonen Plus meer inzetten om de vraag naar individuele voorzieningen te beperken. Het vrijwilligerspunt inzetten om mensen met bijstandsuitkering te bemiddelen naar vrijwilligerswerk. Controleren op basis van concrete risico‟s (themacontroles, minimaal 1 thema per jaar). Onderzoeken van resultaten uit vergelijking van gegevens met andere instanties door de koppeling van bestanden. Verdere intensivering van de samenwerking met de sociale recherche, waaronder het vaker afleggen van huisbezoeken. Ontwikkelen regionaal beleid voor benaderen werkgevers om bijstandsgerechtigden en arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Verder ontwikkelen van de pilot werkgeversservicepunt waarbij werkgevers actief worden benaderd.
PAGINA 25
Wat wil de gemeente bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
Regionale uitvoering van (complexe) taken op gebeid van re-integratie en optimaliseren rol Op/maat.
Verminderen aantal inwoners met problematische schulden.
Prestatie-indicator
Maken van afspraken met ondernemingen voor een minimale inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (Social Return). Bijvoorbeeld bij aanbestedings-procedures en bij het uitvoeren van het personeelsbeleid. Inzet is om op deze wijze banen of werkervaring te creëren. Aanpak voor jongeren door het terugleiden naar regulier onderwijs. Bemiddelen van cliënten naar vrijwilligerswerk. Het gaat hier om cliënten met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. In 2015 treedt de Participatiewet in werking. Deze vervangt de WWB, WSW en een deel van de Wajong. In 2014 wordt deze transitie voorbereid waardoor de nieuwe taken vanaf 2015 regionaal kunnen worden uitgevoerd door de Werkorganisatie. Het betreft hier de taken op het gebied van bijstandsverlening en reintegratie. Eerst screening door Gemeente zelf. Inzet is om eerst in gesprek met betrokken inwoner te onderzoeken of zij zelf, met hun omgeving of door gebruik te maken van voorliggende of collectieve voorzieningen de financiële problemen kunnen oplossen of verminderen.
2014
2015
2016
2017
250 1.075
250 1.100
250 1.125
250 1150
440 90 50
420 100 50
400 100 50
380 100 50
Aantal beëindigingen en terugvorderingen door inzet sociale 10 10 10 recherche Minimum Minimum Minimum Wet kinderopvang: minder inspecties wettelijk wettelijk wettelijk verplicht verplicht verplicht
10 Minimum wettelijk verplicht
Collectieve voorzieningen Aantal WMO-huisbezoeken (voortvloeiende uit de kanteling) Aantal toegekende WMO-voorzieningen
Inwoners in eigen inkomen laten voorzien Aantal uitkeringsgerechtigden Aantal cliënten WWB die vrijwilligerswerk doen Bemiddeling/uitstroom naar werk
Voorkomen misbruik uitkeringen
PAGINA 26
Wat mag het kosten?
Verschillenanalyse 2013-2014 (bedragen * 1.000) Het voordeel van € 572 is te verklaren door: - Door de decentralisaties van de AWBZ, Jeugdzorg en Participatiewet komen nieuwe taken op de gemeente af. Om deze uit te kunnen voeren worden voorbereidingskosten gemaakt, het rijk stelt hiervoor middelen beschikbaar. De transities bereidt de gemeente daarnaast ook in regionaal verband voor. De kosten die hiermee samenhangen worden voor de gemeente Medemblik geraamd op € 116, dit veroorzaakt in 2014 een nadeel. - De gemeenteraad heeft op 10 oktober 2013 de nota Herijking Welzijnsbeleid vastgesteld. De vaststelling van deze nota heeft invloed op de programma‟s, op dit programma ontstaat hierdoor een voordeel van € 236. - De middelen die het rijk in 2012 beschikbaar heeft gesteld voor de invoering van de decentralisaties AWBZ zijn in een bestemmingsreserve gestort. Deze middelen zijn in 2013 opnieuw ter beschikking gesteld. In 2014 zijn geen middelen geraamd, hierdoor ontstaat een voordeel van € 201. - In 2013 is extra tijdelijk personeel ingehuurd voor de uitvoering van de WMO, dit leidt in 2014 tot een voordeel van € 110. - Lagere kapitaallasten veroorzaken een voordeel van € 78. - De gemeenteraad heeft in 2013 eenmalig extra middelen beschikbaar gesteld voor de uitvoering in eigen beheer van schuldhulpverlening. Dit leidt tot een voordeel van € 75. Voor 2014 en verder worden ook extra middelen gevraagd, zie de paragraaf 5.3 nieuw beleid. - De raad heeft in 2011 een besluit genomen over de besteding van de zogenaamde Tang/Spek gelden. Deze gelden had de gemeente in een reserve gestort en zijn in 2012 en 2013 uitgegeven. Op dit programma ontstaat een voordeel € 25 omdat geen middelen meer zijn geraamd. - De overhead wordt op basis van urenplannen over de diverse programma‟s verdeeld. In 2014 zijn meer uren toegerekend aan dit programma, dit leidt tot een nadeel van € 37. Dit nadeel wordt in andere programma's weer vereffend.
PAGINA 27
PAGINA 28
3.8
Programma 8 Volksgezondheid en Milieu
In dit programma zijn de volgende producten opgenomen: Basisgezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg Afvalverwijdering en –verwerking Riolering en waterzuivering Milieubeheer Lijkbezorging Ambulance Wat wil de gemeente bereiken? De gemeente wil de gezondheid van inwoners beschermen, alsmede het voorkomen en vroegtijdig opsporen van ziekten onder de bevolking.
Wat gaan we daarvoor doen? -
-
Meer verantwoordelijkheid bij jongeren voor de eigen levensloop in een goede gezondheid
-
-
Efficientere zorg voor inzameling en transport van afvalwater, hemelwater en grondwater
-
Voldoende capaciteit begraafplaatsen in de diverse kernen
-
Duurzame samenleving: afname energieverbruik/verminderen gebruik materialen.
-
Prestatie-indicator Verbeteren gezondheid inwoners gemeente Aantal gratis aangeboden herhalingsopleidingen Aantal gratis aangeboden AED/reanimatieopleidingen
Het sluitende netwerk met Automatische Externe Defibrillatoren (AED) behouden en nog meer getrainde hulpverleners te realiseren en stimuleren door: 14 herhalingsopleidingen gratis aan te bieden voor de actieve burgerhulpverleners binnen het project Burger AED. In samenwerking met EHBO-verenigingen 6 nieuwe reanimatie/ AED opleidingen aan te bieden. Door middelen van ondermeer social media nog meer bekendheid geven aan AED‟s. Een breed aanbod jeugdgezondheidszorg (jgz), zodat alle jongeren / jeugdigen in goede gezondheid kunnen opgroeien. Het jgz-aanbod afstemmen op de vraag van de inwoners via het CJG en de nieuwe jeugdwet. Integreren van de backoffice van het CJG en Welzijnsplein. Einddoel is een integraal aanbod van zorg en hulp bieden voor alle inwoners. Herpositionering van het jongerenwerk, meer werken met/vanuit een jongerencentra. Het jongerenwerk wordt een onderdeel van de wijkteams, die wegens de veranderingen in het sociale domein, worden ontwikkeld. Jongeren meer in hun eigen kracht zetten door meer preventief het werkveld in te richten ,zodat minder hulpverleningstrajecten ingezet hoeven te worden. De jongerenwerkers zijn hier de spil voor de jongeren in Medemblik. Uitvoering maatregelen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan op basis van het operationele jaarplan 2014. Regionale samenwerking bij de uitvoering van rioleringstaken (waterketen). Hiermee wordt een efficiëntere waterafvoering gerealiseerd. Het verrichten van voorbereiden werkzaamheden om te komen tot een uitbreiding van de Oosterbegraafplaats in Andijk. Uitvoering van projecten volgens uitvoeringsprogramma Duurzaam Medemblik en duurzame inbreng leveren bij (integrale) beleidsontwikkeling.
2014
2015
2016
2017
14 6
14 6
14 6
14 6
PAGINA 29
Wat mag het kosten?
Verschillenanalyse 2013-2014 (bedragen * 1.000) Het voordeel van € 468 is te verklaren door: - In 2012 zijn de zogenaamde slokgelden in een bestemmingsreserve gestort, en in 2013 opnieuw beschikbaar gesteld. Deze middelen zijn nodig voor de dekking van kosten van lokale milieu-initiatieven. In 2014 zijn geen middelen geraamd, dit veroorzaakt een voordeel van € 157. - In 2013 zijn de uitbreidingen van de begraafplaatsen Wognum en Nibbixwoud afgerond, de lasten hiervan zijn verantwoord op dit programma en werden gedekt uit de algemene reserve. In 2014 leidt dit tot een voordeel van € 140. - In regionaal verband zijn afspraken gemaakt over een gefaseerde bezuinigingstaakstelling bij de diverse gemeenschappelijke regelingen. De bezuinigingstaakstelling leidt tot een lagere bijdrage van 10% in 2014 (ten opzichte van 2010). Op de bijdrage aan de regionale uitvoeringsdienst ontstaat hierdoor een voordeel van € 77. - Uit de meicirculaire 2013 blijkt dat in 2014 minder middelen beschikbaar zijn voor de jeugdgezondheidszorg. Deze middelen worden door het rijk beschikbaar gesteld in de algemene uitkering. Op dit programma leidt dit tot een voordeel van € 56. - Door het juist begroten van de bijdrage aan HVC en de inkomsten uit de afvalstoffenheffing doet zich een voordeel voor van € 50. - Kleine verschillen veroorzaken een nadeel van € 12.
PAGINA 30
3.9
Programma 9 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
In dit programma zijn de volgende producten opgenomen: Ruimtelijke ordening Woningexploitatie/woningbouw Stads- en dorpsvernieuwing Volkshuisvesting Bouwgrondexploitatie Wat wil de gemeente bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
Huisvesting voor alle doelgroepen
Actuele bestemmingsplannen waardoor de gemeente leges kan heffen.
Gezonde grondexploitatie.
Prestatie-indicator Huisvesting voor alle doelgroepen Realiseren aantal woningen Aantal levensloopbestendig bouwen6 Actuele bestemmingsplannen – heffen leges Aantal geactualiseerde bestemmingsplannen: Aantal omgevingsvergunningen:7 - nieuwbouw - verbouw - overig (kappen, slopen, hekwerken, etc.) Gezonde grondexploitatie Aantal overeenkomsten snippergroen
Opnieuw zelfstandig uitvoering geven aan de beleids- en handhavingstaken huisvesting arbeidsmigranten. Het opstellen van een bestemmingsplan waarin de onvolkomenheden van de reeds vastgestelde bestemmingsplannen worden hersteld. Minimaal twee keer per jaar kritisch doorlopen van de 40 grondexploitaties waardoor tijdige bijsturing nodig is, zie ook de paragraaf grondbeleid. Waar nodig verkoopt de gemeente gronden die niet noodzakelijk zijn voor woningbouw dan wel worden ingezet voor alternatieve doeleinden (bijvoorbeeld zonne-energie). Het verder continueren van het afstoten van gemeentelijk snippergroen. Inzetten op tegengaan van illegaal gebruik gemeentegrond.
2014
2015
2016
2017
50 10
40 10
50 10
50 10
1 625 70 225 330
1 650 75 210 365
1 675 100 220 355
1 700 130 220 350
70
70
70
70
6
Deze aantallen zijn regionaal afgestemd. Vanaf 2016 is rekening gehouden met een afname van het aantal kleine plannen door wijzigingen van de regelgeving rond vergunningvrij bouwen. 7
PAGINA 31
Wat mag het kosten?
Verschillenanalyse 2013-2014 (bedragen * 1.000) Het voordeel van € 408 is te verklaren door: - In 2013 zijn gronden in Abbekerk verkocht, de verkoopopbrengst die op dit programma geraamd staat is in de algemene reserve gestort. In 2014 ontstaat een nadeel van € 356. - Op de kapitaallasten van de diverse grondexploitaties doet zich een voordeel voor van € 70. - In 2013 heeft de gemeenteraad bij de vaststelling van de rapportage MIC 3,5 € 60 beschikbaar gesteld voor het dekken van de kosten van archeologisch onderzoek in het centrum van de kern Wognum. In 2014 zijn geen middelen hiervoor beschikbaar, waardoor een voordeel ontstaat van € 60. - Door een gefaseerde inhaalslag op het actualiseren van bestemmingsplannen, welke in 2013 nagenoeg is afgerond, zijn vanaf 2014 minder middelen nodig voor de herziening van bestemmingsplannen. Dit leidt tot een voordeel van € 78. - In 2013 was eenmalig budget beschikbaar voor ontwikkelingen van de Kop Nieuwstraat in Medemblik. Deze middelen werden gedekt door een hiervoor in 2012 ingestelde bestemmingsreserve. In 2014 zijn geen middelen geraamd, dit leidt tot een voordeel € 50. - Een structureel voordeel van € 25 doet zich voor op de budgetten voor constructieberekeningen en toetsen bouwbesluiten. - De overhead wordt op basis van urenplannen over de diverse programma‟s verdeeld. In 2014 zijn minder uren toegerekend aan dit programma, dit leidt tot een voordeel van € 461. Dit voordeel wordt in andere programma's weer vereffend. - Kleine verschillen veroorzaken een voordeel van € 20.
PAGINA 32
3.10 Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en financiering In dit programma zijn de volgende producten opgenomen: Lokale heffingen/belastingen Algemene uitkering Dividend Financieringsfunctie Onvoorzien Algemene baten en lasten Saldo kostenplaatsen Mutaties reserves Saldo baten & lasten Wat wil de gemeente bereiken? Verkoop voormalige gemeentehuizen Goede beheersing van verwerkte taakstellingen Risicomanagement Goede implementatie van nieuwe wetten
Dekkende begroting rekening houden met economische ontwikkelingen en rijksbeleid
Wat gaan we daarvoor doen? Verkoop van het resterende voormalige gemeentehuis in Medemblik. De gemeenteraad wordt tweemaal geïnformeerd over de stand van zaken omtrent de invulling van de in de begroting verwerkte taakstellingen. Tweemaal per jaar wordt een integrale risicoinventarisatie uitgevoerd. In 2014 wordt de impact van de invoering van wet HOF voor de gemeente geïnventariseerd. Uiterlijk 1 februari 2014 zal de gemeente overgaan op EU betaalstandaarden (Sepa). Het uitgangspunt dat belastingtarieven niet meer dan trendmatig mogen worden verhoogd, blijft gehandhaafd. Financiële ontwikkelingen die middels de meien septembercirculaire aan de gemeente wordt gecommuniceerd direct verwerken in financiële rapportages. Indien noodzakelijk kunnen direct maatregelen worden geïnventariseerd.
PAGINA 33
Wat mag het kosten?
Verschillenanalyse 2013-2014 (bedragen * 1.000): Het nadeel van € 1.411 is te verklaren door: - Uit de meicirculaire 2013 blijkt dat de gemeente in 2014 meer algemene uitkering ontvangt dan in 2013, dit veroorzaakt een voordeel van € 367. - De berekening van het renteresultaat op basis van geactualiseerde gegevens leidt tot een nadeel van € 84. - De gemeente ontvangt in 2014 de laatste keer de verfijningsuitkering vanwege de fusie in 2011. Het gedeelte wat nog niet is besteed is geraamd op programma 10. Dit leidt tot een nadeel van € 407. Verder wordt verwezen naar paragraaf 5.7 verfijningsuitkering 2014 waar een bestedingsvoorstel wordt gegeven voor deze middelen. - De gemeenteraad heeft besloten dat er bezuinigd moet worden op de loonsom. Ook in 2013 is deze taakstelling structureel voor € 153 ingevuld. Dit leidt op dit programma tot een nadeel van € 68, omdat hier een deel van deze taakstelling was geraamd. Hier staat een voordeel tegenover op de raming van de totale loonsom. - De overhead wordt op basis van urenplannen over de diverse programma‟s verdeeld. In 2014 zijn minder uren toegerekend aan dit programma, dit leidt tot een voordeel van € 1.009. Dit voordeel vereffent nadelen in andere programma's. - In 2013 wordt een toevoeging gedaan aan de algemene reserve in verband met de opbrengst van de verkoop van Nuon en verkoop gronden Roskam. In 2014 doen deze voordelen zich niet voor waardoor geen storting in de algemene reserve hoeft plaats te vinden. Dit veroorzaakt in 2014 een voordeel € 3.529. - De algemene reserve is in 2013 gebruikt voor de dekking van onder meer: – De aanleg van een aantal investeringen maatschappelijk nut zoals de herinrichting Goudsmidsgilde (zie programma 3); – het begrotingstekort 2013, voortvloeiende uit de vaststelling van de rapportage MIC 3,5 (inmiddels heeft de gemeenteraad via de rapportage MIC 6,5 een dekkingsvoorstel gekregen voor een belangrijk deel van dit tekort); – de kosten uitvoering schuldhulpverlening (zie programma 7);
PAGINA 34
–
-
-
een aantal investeringen maatschappelijk nut zoals uitbreiding begraafplaatsen Wognum en Nibbixwoud (zie programma 8). De bijdrage van de algemene reserve in 2014 is hierdoor veel lager, waardoor een nadeel ontstaat van € 1.399. In 2013 worden veel bestemmingsreserves gebruikt voor de dekking van kosten voor onder meer: – diverse investeringen maatschappelijk nut zoals aanleg rotonde Wognum en verkeersveiligheidsmaatregelen (zie programma 3); – groot onderhoud gemeentelijke havens (zie programma 3); – opwaardering winkelcentrum Wervershoof (zie programma 4); – de verplaatsing van de tennisvelden in Wognum (zie programma 6); – de besteding van de Tang/Spekmangelden (zie programma 7); – de transitie AWBZ (zie programma 7); – de besteding van de Slok gelden (zie programma 8); – de ontwikkeling van de Kop Nieuwstraat (zie programma 9). Ten opzichte van 2013 ontstaat een nadeel van € 4.423 omdat deze bijdragen in 2014 niet nodig zijn. Immers zijn de lasten in 2013 geraamd, onder de diverse programma‟s. Kleine verschillen veroorzaken een voordeel van € 65.
PAGINA 35
PAGINA 36
4. Paragrafen
PAGINA 37
PAGINA 38
4.1
Lokale heffingen
De lokale belastingen vormen een belangrijk deel van de eigen inkomsten en zijn onderdeel van het gemeentelijk beleid. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de lokale heffingen in de gemeente Medemblik en het kwijtscheldingsbeleid. Het beleid betreffende de lokale belastingen is vastgelegd in belastingverordeningen. Tot de algemene dekkingsmiddelen behorende lokale belastingen zijn: – de onroerende zaakbelastingen – hondenbelasting – watertoeristenbelasting – toeristenbelasting – forensenbelasting Daarnaast zijn er lokale belastingen waar tegenover uitgaven staan. Dit zijn de volgende bestemmingsheffingen: – rioolheffing – afvalstoffenheffing – begrafenisrechten – baatbelasting – leges – marktgelden – havengelden Beleidsuitgangspunten - Op 4 juli heeft de gemeenteraad een motie en een amendement aangenomen betreffende de gemeentelijke belastingen. Het amendement en de motie dragen op de lastendruk niet verder te vergroten. In de begroting zijn de belastingopbrengsten voor 2014 bevroren en de nullijn wordt gehanteerd ten opzichte van 2013. - De opbrengst van de bestemmingsheffingen mogen maximaal 100% van de toe te rekenen lasten zijn. Aan de gemeenteraad zijn voorstellen gedaan om tarieven van diverse producten en diensten, geheel of gedeeltelijk, kostendekkend vast te stellen. Andere producten en diensten worden nog op kostendekkendheid beoordeeld, aan de gemeenteraad worden op basis hiervan nog voorstellen gedaan. De invoering, wijziging of intrekking van de belastingverordeningen is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Definitieve vaststelling van de tarieven 2014 vindt plaats in de gemeenteraad van december 2013. Onroerende zaakbelastingen Algemeen Onder de naam “onroerende zaakbelastingen” worden over binnen de gemeente gelegen onroerende zaken drie directe belastingen geheven: 1. een gebruikersbelasting van de gebruiker van een niet-woning; 2. een eigenarenbelasting van de eigenaar van een niet-woning; 3. een eigenarenbelasting van de eigenaar van een woning. Ontwikkelingen Om de opbrengststijging landelijk te beperken was door het rijk de macronorm ingesteld. De opbrengst wordt de laatste jaren steeds overschreden. Daarom heeft de VNG in het Bestuurlijk Overleg Financiële Verhoudingen van 22 mei 2013 met minister Plasterk afgesproken samen op zoek te gaan naar een nieuwe indicator voor het vervangen van de huidige macronorm OZB. Opbrengst en tarieven Op basis van de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ) wordt jaarlijks van elke onroerende zaak de waarde vastgesteld. De nieuwe OZB-waarden 2013, welke de grondslag vormen voor de onroerende zaakbelastingen 2014, worden bekend na afronding van de herwaardering eind 2013. Omdat op het moment dat de tarieven aan het college en de gemeenteraad moeten worden
PAGINA 39
voorgelegd de waardering nog niet is afgerond, wordt voor de berekening van de tarieven uitgegaan van een verwacht dalingspercentage van de WOZ-waarde gezien de nog steeds dalende markt. Tariefsoort
Eigenaar woning Eigenaar niet-woning Gebruiker niet-woning
2012 tarief% 0,0814 0,1276 0,1036
opbrengst € 3.411.858 € 1.355.386 € 931.705
2013 tarief% 0,0846 0,1327 0,1057
2014
begroting tarief% € 3.437.730 * € 1.385.900 * € 970.449 * Nog onbekend *
begroting € 3.437.730 € 1.385.900 € 970.449
Rioolheffing Algemeen De rioolheffing is een eigenarenheffing. Deze wordt geheven van de eigenaar van een zelfstandig eigendom dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering. Opbrengst en tarieven De basis voor de berekening van de tarieven is het Gemeentelijk Riolering Plan (GRP). In het GRP zijn de kosten van onder andere inzameling en transport van afvalwater en de grondwaterstand opgenomen. Hierin wordt ook genoemd het tempo waarin tot een kostendekkend tarief wordt gekomen. Het nieuwe Gemeentelijk Riolering Plan ligt nu ter besluitvorming bij de gemeenteraad, afhankelijk van de besluitvorming kan worden voorgesteld het riooltarief 2014 aan te passen. Voor woningen wordt uitgegaan van een vast bedrag per perceel. Voor niet-woningen wordt gerekend met een percentage van de WOZ-waarde, waarbij rekening wordt gehouden met een onder- en bovengrens (nader te bepalen). Tariefsoort
2012 2013 2014 tarief opbrengst tarief begroting tarief Begroting * Eigenaar woning € 163,20 € 2883.048 € 165,65 € 3.103.770 n.t.b. € 2.885.000 Eigenaar niet-woning 0,1276% € 345.925 0,1327% € 382.450 n.t.b. € 346.000 * De opbrengst 2014 is aangepast aan de werkelijk te verwachten inkomsten uit de rioolheffing. Afvalstoffenheffing Algemeen NV Holland Collect verzorgt voor de gemeente Medemblik de inzameling en verwerking van het huishoudelijke afval. De afvalstoffenheffing is gebaseerd op de kosten geïndexeerd aan de hand van de consumentenprijsindex die Holland Collect (HC) ons hiervoor in rekening brengt, verhoogd met BTW en 1% heffings- en invorderingskosten. Opbrengst en tarieven Uitgaande van het vorenstaande en het aantal één- en meerpersoonshuishoudens per 1 januari 2013 (opgave Burgerzaken) minus (recreatie)woningen waar geen afvalstoffen worden ingezameld, wordt de opbrengst en de tarieven als volgt geraamd: Tariefsoort huishouden
tarief
2012 opbrengst (totaal)
tarief
2013 begroting (totaal)
tarief
2014 begroting (totaal)*
Eénpersoons € 250,50 € 5.281.589 € 264,20 € 5.587.000 n.t.b. € 5.587.000 Meerpersoons € 333,50 € 350,50 n.t.b. * bedrag is nog gebaseerd op 2013. Afhankelijk van kosten HVC 2014 wordt dit nog aangepast.
PAGINA 40
Hondenbelasting Algemeen Deze belasting wordt geheven van iedere houder van een hond/kennel. Jaarlijks wordt 1/3 deel van de gemeente gecontroleerd om de volledigheid van het belastingbestand te waarborgen. Opbrengst en tarieven De tarieven worden niet verhoogd. Tariefsoort tarief% 1e hond 2e hond Elke volgende hond Kennel
€ 46,50 € 93,00 € 148,00 € 287,50
2012 opbrengst (totaal) € 184.977
2013 begroting (totaal) € 47,20 € 94,40 € 187.389 € 150,20 € 291,80
tarief%
2014 begroting (totaal) € 47,20 € 94,40 € 187.389 € 150,20 € 291,80
tarief%
Water-, toeristen en forensenbelasting Algemeen Deze belastingen betreffen een bijdrage in de kosten van gemeentelijke voorzieningen van personen die niet in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven. Opbrengst en tarieven Een van de uitkomsten van de kerntakendiscussie is het verhogen van de baten op dit onderdeel. In het overzicht hieronder is hier nog geen rekening mee gehouden, de extra opbrengst dient deels door een tariefsverhoging te worden gerealiseerd, maar ook deels door een verhoging van het aantal overnachtingen. Belasting/tariefsoort
2012 opbrengst (totaal) € 1,00 € 152.286 € 1,00 € 395.202
tarief Watertoeristen Toeristen Forensen max. 3 slaapplaatsen/stacara van Forensen meer 3 slaapplaatsen Totaal
€ 171,00
2013 begroting (totaal) € 1,02 € 140.628 € 1,02 € 492.681
tarief
€ 173,60 € 85.839
€ 532,00
tarief n.t.b. n.t.b.
€ 633.324
€ 140.628 € 492.681
n.t.b. € 140.095
€ 540,00
2014 begroting
€ 140.095 n.t.b.
€ 773.404
€ 773.404
Begrafenisrechten Algemeen Deze rechten worden geheven voor het onderhoud van een aantal graven in de kernen van de gemeente Medemblik. Deze regeling wordt door de gemeente afgebouwd, bij uitgifte van nieuwe graven moet het onderhoud nu meteen worden afgekocht. Ontwikkelingen De tarieven zijn met ingang vanaf 2013 geharmoniseerd. Opbrengst en tarieven Voor het jaarlijks onderhoud van niet afgekochte graven zijn de tarieven als volgt: Belasting/tariefsoort 2012 2013 2014 tarief opbrengst tarief begroting tarief begroting Begraafrechten diversen € 31.819 diversen € 58.684 diversen € 33.864
PAGINA 41
Baatbelasting Algemeen Baatbelasting wordt geheven over onroerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente die gebaat zijn bij door de gemeente tot stand zijn gebrachte voorzieningen. In de kern Wognum is een baatbelasting vastgesteld vanwege de herinrichting van winkelcentrum de Boogerd en omgeving en geldt voor de periode 2005 t/m 2014. Opbrengst De in rekening te brengen opbrengsten staan voor de hele looptijd van de belastingverordening vast. Belasting/tariefsoort Baat
tarief diversen
2012 opbrengst € 8.707
2013 tarief begroting diversen € 8 .707
2014 tarief begroting diversen € 8.707
Leges, Markt- en Havengelden Algemeen Deze rechten worden geheven voor door de gemeente verstrekte diensten zoals in de verschillende verordeningen/tarieventabellen vermeld. Opbrengst De tarieven voor deze rechten zijn over het algemeen kostendekkend en zijn gebaseerd op de directe kosten en de urenbesteding. In de loop van 2013 zijn een aantal tarieven opnieuw onder de loep genomen en waar mogelijk kostendekkend gemaakt. Dit zal in 2014 worden voortgezet. De opbrengsten zijn geraamd op: Leges Marktgelden Havengelden
€ 1.994.331,€ 18.717,€ 201.660,-
Kwijtschelding Aan belastingplichtigen met een laag inkomen kan onder bepaalde voorwaarden kwijtschelding worden verleend. Het maximale kwijtscheldingspercentage is 100% en kan voor de OZB, rioolheffing, afvalstoffenheffing en hondenbelasting (eerste hond) worden aangevraagd. Met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is een vrijwillige samenwerking tot stand gekomen, wat inhoudt dat wanneer een kwijtscheldingsverzoek bij de gemeente binnenkomt deze zelf afhandelt. Het hoogheemraadschap conformeert zich hieraan. Omgekeerd handelt het hoogheemraadschap zelf de kwijtscheldingsverzoeken af en conformeert de gemeente zich hieraan. Behalve efficiencyvoordelen brengt deze handelwijze met zich mee dat de burger slechts één aanvraag hoeft in te dienen. De gemeente Medemblik heeft automatische kwijtschelding. Dit gebeurt aan de hand van eerder verleende kwijtscheldingen. Door deze werkwijze hoeft de burger geen opeenvolgend kwijtscheldingsverzoek meer in te dienen. Behalve voor de belastingschuldige levert deze werkwijze ook efficiencyvoordelen op voor de gemeente. De kosten van kwijtschelding worden geraamd op € 128.000,En wordt als volgt onderverdeeld: Onroerende zaakbelastingen Rioolheffing Afvalstoffenheffing € 125.000,Hondenbelasting € 3.000,-
PAGINA 42
Recapitulatie opbrengsten 2014 Onroerende zaakbelasting
€ 5.794.079,-
Afvalstoffenheffing
€ 5.587.000,-
Rioolheffing
€ 3.231.000,-
Leges
€ 1.994.331,-
Havengelden
€ 201.660,-
Hondenbelasting
€ 187.389,-
Watertoeristenbelasting
€ 140.628,-
Toeristenbelasting
€ 492.681,-
Forensenbelasting
€ 140.095,-
Marktgelden
€ 18.717,-
Begrafenisrechten
€ 33.864,-
Baatbelasting Totaal
€ 8.707,€ 17.830.151,-
PAGINA 43
PAGINA 44
4.2
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Inleiding Deze paragraaf gaat in op de vraag of en hoe de gemeente Medemblik in staat is haar financiële risico‟s op te vangen zonder dat dit betekent dat het beleid aangepast moet worden. Hiervoor is inzicht nodig in de omvang van de aanwezige risico‟s, de mogelijkheden om de risico‟s af te dekken (weerstandscapaciteit) en de relatie tussen deze twee: het weerstandsvermogen. Deze paragraaf is conform het risicomanagementbeleid als volgt opgebouwd: - Een toelichting op het doorlopen proces - Minimaal de tien belangrijkste risico‟s - De benodigde weerstandcapaciteit op basis van de geïdentificeerde risico‟s. - De beschikbare weerstandscapaciteit - Een oordeel over het weerstandvermogen - Het beleid over het weerstandsvermogen voor de komende jaren Een toelichting op het doorlopen proces De gemeenteraad heeft op 7 april 2011 het risicomanagementbeleid 2011 – 2014 vastgesteld. In de gemeentelijke organisatie heeft een risico inventarisatie plaatsgevonden. Het risicobewustzijn van de organisatie wordt versterkt op de volgende manieren: 1. 2 keer per jaar wordt er een risico-inventarisatie gehouden. 2. Bij het schrijven van collegevoorstellen wordt van de medewerker gevraagd aan te geven welke risico‟s worden voorzien. 3. Projectplannen worden standaard voorzien van een paragraaf over risico‟s. De gemeenteraad heeft aangegeven belang te hechten aan een hogere frequentie van de rapportering over de risico‟s. De tien belangrijkste risico’s Een risico is de kans op een negatieve gebeurtenis. In totaal zijn door de gemeentelijke organisatie 176 risico‟s geïnventariseerd tijdens de gehouden risico-inventarisatie. Het aantal risico‟s is toegenomen ten opzichte van de inventarisatie een half jaar geleden. De toename kan mede worden verklaard door de toename van het risicobewustzijn van de organisatie. Alle afdelingen hebben de risico‟s geanalyseerd. In de navolgende tabel wordt inzicht gegeven in de 10 belangrijkste risico‟s. Kanspercentage Risico Nieuwe aanbestedingswet met als gevolg procedures
(%) 90
Minimum (€) 120.000
Maximum (€) 300.000
Naleving wet- regelgeving met als gevolg procedures
90
120.000
300.000
Toename producten - decentralisatie
90
120.000
300.000
Wachtgeld/ww-verplichting
90
120.000
300.000
Plaatsingen n.a.v. fusie
90
120.000
300.000
Risico's grondcomplexen bouwen buiten bestaand bebouwd gebied: risico is niet meer afgedekt via bestemmingsreserve bouwgrond, maar moet nu afgedekt worden door algemene reserve. Op basis van risico-inschatting voor alle complexen is een inschatting gemaakt van het effect.
50
600.000
1.783.575
Openeinde regeling Wmo
90
120.000
300.000
Herijking Welzijnsbeleid: ombuiging van beleid kent een financiële taakstelling van ca. 300.000 euro
90
120.000
300.000
Circulaires gaan veel later in op recente ontwikkelingen. Gemeente wordt hierdoor te laat geconfronteerd met lagere algemene uitkering.
90
300.000
600.000
Toename inwoners - groei/inschrijving MOE - invloed gemeentefonds
90
300.000
600.000
Minder legesinkomsten
90
300.000
600.000
Bovenmatige toename aantal uitkeringsgerechtigden
90
300.000
600.000
Omdat er meer risico‟s met dezelfde risicoscore zijn bestaat de top 10 uit meer risico‟s.
PAGINA 45
De benodigde weerstandscapaciteit op basis van de geïdentificeerde risico’s. Op basis van het risicoprofiel en een uitgevoerde (Monte Carlo) simulatie is de benodigde weerstandscapaciteit berekend over het totaal van de 176 geïnventariseerde risico‟s. De benodigde weerstandscapaciteit is berekend op € 10,2 miljoen. De beschikbare weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente Medemblik beschikt om onverwachte, niet-begrote kosten op te vangen. In het vastgestelde risicomanagementbeleid is opgenomen dat tot de weerstandscapaciteit ook de bestemmingsreserves worden gerekend ten bedrage van het vrij besteedbare deel van de bestemmingsreserve. Echter de bestemmingsreserves zijn volledig bestemd en daarom worden de bestemmingsreserves niet meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit van de gemeente Medemblik is per 1 januari 2014 als volgt opgebouwd: Weerstandscapaciteit in de exploitatie: Onbenutte belastingcapaciteit: OZB Weerstandscapaciteit in het vermogen: Algemene reserve Stille reserves Onvoorzien Totale weerstandscapaciteit
€ 3.361.790,€ 25.980.489,€
40.000,-
€ 29.382.279,-
Een oordeel over het weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de gekwantificeerde risico‟s. Uitgangspunt in het risicomanagementbeleid is om een weerstandsvermogen aan te houden met een ratio tussen de 1,4 en 2. Dit waarderingscijfer vormt een goed uitgangspunt voor onze gemeente, gelet op de economische ontwikkelingen op dit moment. Om schommelingen te kunnen opvangen wordt een minimum- en maximumratio aangehouden. Afgezet tegen de totale weerstandscapaciteit van € 29,4 miljoen bedraagt de ratio momenteel 2,9. Dit betekent dat ruim wordt voldaan aan de gestelde normen. Hoe verhoudt dit zich tot vorig jaar? De weerstandscapaciteit is gestegen ten opzichte van 2012. De identificatie van risico‟s heeft totaal 176 risico‟s in beeld gebracht (dit waren er ook 176 in de begroting 2012). Uit een Monte Carlo simulatie (kansberekening van risico‟s) is berekend dat er totaal € 10,2 miljoen aanwezig moet zijn om de risico‟s af te kunnen dekken. Dit bedrag is lager dan het benodigde bedrag in de begroting 2013 ( €13,6 miljoen). De verhouding van de weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit bedraagt 2,9. Dit is een verbetering ten opzichte van vorig jaar toen deze verhouding 2,0 was. Het beleid over het weerstandsvermogen voor de komende jaren Gezien de economische situatie en de onzekerheid met betrekking tot de transities (jeugdzorg, AWBZ en Participatiewet) die op de gemeente afkomen wordt op dit moment geadviseerd de weerstandscapaciteit aan te houden op een ratio tussen de 1,4 en 2. Dit is het niveau dat door de gemeenteraad is vastgesteld in het risicomanagementbeleid 2011 – 2014. Geadviseerd wordt terughoudendheid te betrachten met het leggen van beslag op de algemene reserve.
PAGINA 46
4.3
Kapitaalgoederen
Kapitaalgoederen zijn het geheel aan zaken die onder het beheer van de gemeente vallen en al dan niet publiekelijk worden gebruikt. De omvang en kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het niveau van deze voorzieningen en uiteraard de (financiële) gevolgen voor de gemeentelijke exploitatie. De lasten van dit onderhoud vormen een aanzienlijk deel van de gemeentebegroting. Om deze bezittingen duurzaam hun functie en kwaliteit te laten behouden is het noodzakelijk dat het onderhoud en de vervanging gewaarborgd is. In dit kader zijn een aantal componenten essentieel, namelijk de beheerprogramma‟s en het verzekeringsbeleid. Daarnaast is het een voorwaarde dat voldoende middelen beschikbaar zijn voor het op niveau houden van deze voorzieningen. Door het huidige economische tij zijn niet alle budgetten toereikend om het noodzakelijke onderhoud uit te voeren. Voor de belangrijkste groepen gemeentelijke eigendommen wordt in deze paragraaf ingegaan op de stand van zaken rond deze beheerprogramma‟s, terwijl afgesloten wordt met een korte schets van het verzekeringsbeleid. Water De aanwezige beheergegevens watergangen (bagger- en beschoeiingenplannen) zijn geactualiseerd. De (recreatieve) vaarroutes worden bewaakt op voldoende doorvaarbaarheid. Het streven is om het beheer en onderhoud van de vaarroutes met het Hoogheemraadschap af te stemmen, o.a. over de gewenste diepte van de betreffende watergang. Tevens wordt gestreefd naar een uitbreiding van de vaarroutes. Het Hoogheemraadschap heeft de intentie uitgesproken om over te gaan tot de overname van beheer en onderhoud van het stedelijk water. Hiervoor wordt in 2014 gezamenlijk met het Hoogheemraadschap en de gemeente Enkhuizen een waterplan opgesteld. Voor de gemeente Medemblik gaan de onderhandeling in 2015 starten. Riolering De basis voor het beheer van de riolering ligt vast in het (verbreed) Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP). Daarin staat onder meer welke voorzieningen de gemeente heeft, hoe zij die beheert en wat dat kost. Als onderdeel van het vGRP is een kostendekkingsberekening uitgevoerd. Die heeft de noodzakelijke ontwikkeling van de rioolheffing inzichtelijk gemaakt om de kosten in de rioleringszorg op termijn te kunnen blijven dekken. Het vGRP voor de planperiode 2013-2016 wordt in 2013 door de gemeenteraad vastgesteld. Om de werkzaamheden te structureren worden operationele jaarplannen opgesteld. Om meer inzicht in de staat van de riolering te krijgen wordt tot en met 2015 een inhaalslag met de rioolinspecties gemaakt. De resultaten van deze inspecties worden vergeleken met de door de gemeente vastgelegde basiskwaliteit. Daaruit volgen de noodzakelijk uit te voeren maatregelen aan de riolering in de komende jaren. Tevens is 2012 een traject van regionale samenwerking gestart, dat op termijn moet leiden tot een efficiëntere inzet van middelen in de rioleringszorg. Wegen De gemeente beheert ongeveer 189 km wegen bestaande uit ongeveer 440.000 m2 asfaltwegen en 1.670.000 m2 elementenverharding. In 2013 zijn de inspecties verwerkt tot een beheerplanning wegen, waarbij kritisch is gekeken naar de noodzaak de werkzaamheden uit te voeren in verband met de bezuinigingstaakstelling. Na afstemming met de planning van de riolering wordt het wegbeheer conform het beheerplan uitgevoerd. Het Hoogheemraadschap heeft in haar beleidsplan wegen de intentie uitgesproken om over te gaan tot de overdracht van het beheer en onderhoud van al haar wegen aan de gemeenten. Dit in het kader van de herziening van de wet herverdeling wegen in 2013. In 2013 is met de omringende gemeenten een standpunt geformuleerd. In 2014 zal de onderhandeling over de overdracht van wegen worden voortgezet.
PAGINA 47
Openbare Verlichting De gemeente heeft ongeveer 9.500 lichtmasten in haar beheer. In het derde kwartaal 2013 is het beleidsplan openbare verlichting ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad. In het beleidsplan is aangegeven dat een grote vervangingsgolf op ons afkomt waarvoor extra middelen gereserveerd moeten worden. Een deel van deze middelen kan worden gevonden in de middelen die de gemeenteraad beschikbaar heeft gesteld voor Investering Maatschappelijk Nut. Als de gemeenteraad instemt met het bestedingsvoorstel rond deze middelen kan vanaf 2015 gestart worden met het op grotere schaal vervangen van armaturen en masten. 2014 wordt gebruikt om voor een nadere oriëntatie op het gebruik van LED verlichting. De zich snel opeenvolgende verbeteringen en inzichten maken het moeilijk om voor de langere termijn de beste keuze te maken. Straatmeubilair en verkeersvoorzieningen. In 2014 biedt het college het beheerplan straatmeubilair en verkeersvoorzieningen aan ter vaststelling aan de gemeenteraad. Op dit moment wordt al het straatmeubilair en verkeersvoorzieningen dat de gemeente rijk is geïnventariseerd. Op basis van het beheerplan Straatmeubilair en verkeersvoorzieningen kan het benodigde budget voor het jaarlijkse onderhoud aan het straatmeubilair en verkeersvoorzieningen worden vastgesteld. Het kwaliteitsniveau wordt mede bepaald door de middelen die de gemeenteraad voor dit onderhoud beschikbaar stelt. Kunstwerken (bruggen en duikers) Op basis van het beheerplan Kunstwerken 2013 – 2021 en de vastgestelde onderhoudsniveaus, worden onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. Het onderhoud wordt gedaan op basis van een vijfjaarlijkse inspectie. Het gebruik van duurzame materialen wordt, waar mogelijk, toegepast. In 2014 worden de brug in de Simon Koopmanstraat te Wervershoof en de brug ter hoogte van Kleingouw nr. 207 te Andijk vervangen. Gemeentelijke havens In het derde kwartaal van 2013 is het beheerplan havens aan de gemeenteraad aangeboden. In het plan zijn de verwachte onderhoudswerkzaamheden voor de komende jaren omschreven. Ook is het onderhoud toegeschreven aan diverse producten met betrekking tot de openbare ruimte en de exploitatie. In 2013 is een visie op de havens aan de gemeenteraad voorgelegd. Op basis van deze visie wordt in 2014 beleid ontwikkeld, gericht op verbetering en versterking van de positie van de jachthaven. Focus ligt op verbetering van de dienstverlening en samenwerking tussen partijen in de haven. In 2014 wordt de Kwikkelsebrug gelijktijdig met de reconstructie van de Hoogesteeg gerenoveerd. Tevens wordt de havenmond gerenoveerd. Openbaar groen Op basis van het Groenbeheerplan en de vastgestelde onderhoudsniveaus, worden onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd door de eigen buitendienst, ondersteund door derden. Ongeveer 90% van het groenareaal is verwerkt in het groenbeheerplan. Verdere actualisatie van het groenbeheersysteem is een continu proces. Sportvelden De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van 43 voetbalvelden. In het Beheer en Onderhoudsplan Gemeentelijke Sportvelden dat de gemeenteraad in 2013 heeft vastgesteld is de basis neergelegd van het onderhoud van de velden. Harmonisatie van de taakverdeling in het onderhoud tussen de voetbalverenigingen en de gemeente wordt in een groeimodel gerealiseerd. De gemeenteraad wordt in de tweede helft van 2013 een voorstel hierover voorgelegd.
PAGINA 48
Speelterreinen In de gemeente zijn 129 speelterreinen in beheer en onderhoud bij de gemeente. Het onderhoud wordt uitgevoerd aan de hand van de inspecties, calamiteiten en klachten. De speelterreinen en speeltoestellen worden regelmatig geïnspecteerd door de gemeente. Eén keer in de twee jaar wordt door een extern bedrijf een onafhankelijke inspectie gedaan. In het derde kwartaal van 2012 is gestart met de beleidsvoorbereiding van het centraliseren van speelterreinen. Daarbij wordt gekeken of door centralisatie kan worden gekomen tot minder maar grootschaligere speelterreinen waardoor efficiënter onderhoud kan worden uitgevoerd. Een beleidsnotitie speelruimtebeleid wordt eind 2013 of begin 2014 aan de gemeenteraad voorgelegd. Kunstobjecten (kunst en monumenten) Op basis van het beheerplan Kunstobjecten 2013 – 2021 en de vastgestelde onderhoudsniveaus, worden onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. Het onderhoud wordt gedaan op basis van een vijfjaarlijkse inspectie. In 2014 wordt het Havenlicht te Medemblik geschilderd. Hekwerken Het onderhoud aan de gemeentelijke hekwerken wordt op basis van een vijfjaarlijkse inspectie uitgevoerd. In 2014 wordt een sleutelplan ingevoerd, dit om efficiëntie te bereiken voor buitendienst en aannemers. Gemeentelijke gebouwen De gemeentelijke gebouwen zijn opgenomen in het onderhoudsplan gemeentelijke gebouwen 20122021. De gemeenteraad heeft dit plan op 9 februari 2012 vastgesteld. Het onderhoud wordt conform dit plan uitgevoerd. Er wordt gestreefd om zoveel mogelijk gemeentelijke gebouwen zonder gemeentelijke taak (huurwoningen of gebouwen die hun functie verliezen) af te stoten. Voor de bij de gemeente in gebruik zijnde gebouwen wordt gestreefd naar beperking van de energiekosten en Co2 uitstoot door het gebruik van duurzame energie. Bij alle gemeentelijke gebouwen waar de gemeente de energielasten voor betaalt, zijn energie besparingsrapporten opgesteld en uitgevoerd. Tevens start de gemeente per 2014 met een energie monitoringssysteem. De kosten voor het opstellen van deze rapporten en de aanschaf van het energie monitorings systeem kunnen worden bekostigd uit de zogenaamde SLOK-gelden (Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven). Verzekeringen Alle gemeentelijke eigendommen, inclusief scholen, worden verzekerd op basis van een uitgebreide gevarendekking. Onderhoudbudgetten programmabegroting 2014-2017 In onderstaande tabel zijn de middelen opgenomen welke geraamd zijn voor onderhoud aan de in deze paragraaf opgenomen kapitaalgoederen: Kapitaalgoederen Wegen Openbare verlichting Straatmeubilair Water Riolering Havens Gebouwen Kunstwerken Openbaar groen Sportvelden Speelterreinen Verzekeringen Totaal
Bedragen in € (* 1.000) 1.912 47 47 139 357 716 867 170 1.064 250 141 305 6.015
PAGINA 49
PAGINA 50
4.4
Financiering
Algemeen De financieringsfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma‟s. Zij omvat de financiering van beleid maar ook het eventueel uitzetten van middelen die niet direct nodig zijn. De uitvoering vereist snelle beslissingen in een complexer geworden geld- en kapitaalmarkt. Er zijn aan de uitvoering van de financieringsfunctie budgettaire gevolgen verbonden, mede afhankelijk van op welke wijze de gemeente haar beleid wil financieren. Wet- en regelgeving De basis voor de financieringsfunctie van de gemeente is vastgelegd in een aantal wetten en besluiten. De Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) vormt de basis voor alle handelingen die te maken hebben met het uitzetten dan wel aantrekken van gelden. De Wet Fido is verder vertaald in de volgende besluiten: de uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ufdo); de regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Het laatst genoemde besluit bevat belangrijke bepalingen waaraan de gemeente zich moet houden bij het uitzetten van gelden: het landencriterium dient minimaal een AA-rating te zijn. differentiatie naar looptijd en aanscherping rating: bij minder dan drie maanden heeft een onderneming waar middelen worden uitgezet minimaal een A-rating nodig, bij uitzettingen langer dan drie maanden heeft de financiële onderneming minimaal een AA-rating nodig. het verplicht uitzetten van overtollige liquiditeiten bij dezelfde bank als waar de lening is aangetrokken. Dit beperkt de mogelijkheid van de gemeente om zogenaamd te bankieren. Bovenstaande wet- en regelgeving is verder vertaald in het Treasurystatuut en –besluit welke in januari 2011 zijn vastgesteld. Het treasurybeleid van de gemeente is prudent en risicomijdend. De belangrijkste doelstellingen zijn: zich verzekeren van duurzame toegang tot de financiële markten bij banken en financiële instellingen met een hoge kredietwaardigheid. beheersen van financiële risico‟s zoals renterisico, liquiditeitsrisico en kredietrisico; minimaliseren van de te betalen rentekosten en bankkosten. optimaliseren van het te realiseren rendement van beschikbare liquiditeiten. Schatkistbankieren De Tweede Kamer heeft het voorstel schatkistbankieren in juli 2013 vastgesteld. Hierdoor wijzigt de Wet Fido waardoor een wettelijke basis ontstaat om het schatkistbankieren eind 2013 in te voeren. Het schatkistbankieren verplicht gemeenten om hun overtollige middelen onder te brengen bij het rijk. In het kort houdt het voorstel het volgende in: : - wanneer de gemeente over overtollige middelen beschikt moeten deze worden gestort in de schatkist van het rijk. - Het gaat alleen om middelen die de zogenaamde doelmatigheidsdrempel overschrijdt. Deze doelmatigheidsdrempel is 0,75% van het begrotingstotaal met een minimum van € 250.000,per gemeente en een plafond van € 2,5 miljoen. - Als de overtollige financiën lager zijn dan de drempels hoeft een gemeente niet te gaan schatkistbankieren. - de mogelijkheid bestaat om overtollige middelen aan andere overheden uit te lenen om daarmee een beter rendement te halen dan bij de schatkist. De gemeente heeft op dit moment geen overtollige middelen. De tekorten die de gemeente heeft op de lopende rekening worden op dit moment via het aantrekken van kasgeldleningen afgedekt,
PAGINA 51
vanwege de gunstige rente. We verwachten dat deze situatie zich ook in het komende jaar zal voordoen. Rentebeleid en rentevisie Het rentebeleid van de gemeente is om niet benodigde liquide middelen tegen een zo gunstig mogelijk rendement uit te zetten met een zo laag mogelijk risico. Bij onvoldoende liquiditeiten worden gelden tegen een zo gunstig mogelijk rentepercentage aangetrokken. De kapitaalmarktrente is historisch laag. De Europese Centrale Bank (ECB) melde begin juli 2013 dat de rente voor langere tijd laag blijft. Het Europese rentebeleid is mede afhankelijk van de economische crisis en van de ontwikkelingen van de inflatie. De gemeente kiest ervoor om de financieringsbehoefte in 2014 te voldoen met het aantrekken van kortlopende financieringsmiddelen, zoals kasgeldleningen, vanwege de gunstige rente. Dit leidt tot een besparing op de te betalen rentekosten. Liquiditeitspositie Voor het financieren van beleid trekt de gemeente liquide middelen aan. De basis voor hiervoor vormt een actuele liquiditeitsprognose waaruit blijkt hoeveel gelden op korte en langere termijn nodig zijn. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft voor gemeenten het maximum aan waarmee zij de financieringsbehoefte op korte termijn met kortlopende financieringsmiddelen (met een looptijd tot 1 jaar) mag voldoen. Dit om het risico, wat gemeenten lopen bij het aan trekken van kortgeld, te beperken. De hoogte van de kasgeldlimiet wordt bepaald aan de hand van een door het rijk vastgesteld percentage over het begrotingstotaal van de gemeente aan het begin van het dienstjaar. Op dit moment is dit percentage 8,5%. De kortlopende schuld mag de kasgeldlimiet over een periode van maximaal drie aaneengesloten kwartalen niet overschrijden. De kortlopende middelen worden aangetrokken in de vorm van daggeld, kasgeldleningen en de kredietlimiet op de rekening courant. Uitgaande van een begrotingstotaal van € 76.076.000,- is de kasgeldlimiet in 2014 afgerond € 6.466.460 ,-. Renterisconorm Het doel van de renterisiconorm is dat gemeenten binnen hun leningenportefeuille geen overmatig renterisico lopen bij renteherziening en herfinanciering van aflopende geldleningen. Zo mogen gemeenten maximaal 20% van het totaal aan begrotingstotaal in één jaar herfinancieren. Dit percentage is bij wet vastgesteld. Voor het jaar 2014 is de renterisiconorm afgerond € 15.215.000,-. Het volgende overzicht geeft inzicht in de stand, de aflossingen en de gemiddelde rente van de opgenomen vaste geldleningen.
a. b. c. d. f.
Stand leningen per 1 januari 2014 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Stand leningen per 31 december 2014
Bedragen * in € 1.000 32.8288
(a+b-c-d)
Gemiddelde rentevoet in % 3,61%
6.077 26.751
8
Van dit bedrag is afgerond € 8,1 miljoen doorgeleend. Aan de Woonschakel € 5,3 mln., Het Grootslag € 0,8 mln. en De Omring € 2,0 mln.
PAGINA 52
In het volgende overzicht wordt het risico van renteherzieningen en herfinanciering van deze geldleningen berekend. Het renterisico mag de renterisiconorm van € 15.215.000,- niet overschrijden. Renterisico
Bedragen in € * 1.000
Renterisico in 2014: Renteherziening op vaste schuld o/g Renteherziening op vaste schuld u/g Te betalen reguliere aflossingen o/g Te ontvangen reguliere aflossingen u/g Totaal renterisico 2014:
1.125 6.077 -3.155 4.047
Het renterisico van € 4.047.000,- blijft daarmee ruim binnen de maximale norm.
PAGINA 53
PAGINA 54
4.5
Bedrijfsvoering
Met de term bedrijfsvoering wordt de sturing en beheersing van alle primaire en ondersteunende processen in de organisatie bedoeld. Het gaat dus om de ondersteuning van het bestuur en de organisatie bij het bepalen en het uitvoeren van beleid. Deze paragraaf is opgebouwd uit de volgende onderdelen: Financiën Informatie en beheer Personeel en organisatie en juridische zaken Concerncontrol Communicatie Ontwikkelingen bedrijfsvoering Taakstellingen Financiën De afdeling financiën bestaat uit de taakvelden Financieel beheer, Belastingen en Financieel beleid. In samenwerking met andere organisatieonderdelen worden de administratieve organisatie en interne controle op elkaar aangesloten. Taakvelden financieel beheer en financieel beleid Wat wil de gemeente bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen?
Financieel beheer op orde.
Verstrekken van een mutatieoverzicht van de betreffende reserve wanneer de gemeenteraad een besluit neemt over een onttrekking. De rapportage Medemblik in Control verder laten aansluiten op de wensen van de gemeenteraad. In dit document wordt verantwoording afgelegd over de voortgang van het uit te voeren beleid en over de financiële stand van zaken inclusief kredieten. Uiterlijk in het 4e kwartaal 2014 wordt een geactualiseerd treasurystatuut aangeboden aan de gemeenteraad. Jaarlijks, bij het opmaken van de jaarrekening wordt een beleidsinhoudelijke en financiële stand van zaken kredieten opgemaakt. Het proces opstellen jaarrekening, inclusief invulling SISA, wordt verder geprofessionaliseerd wat leidt tot een tijdige (in mei) oplevering aan de gemeenteraad. Ondersteunen organisatie door het opzetten van een administratie per project. Hierdoor ontstaat beter inzicht in de financiële situatie ervan. Uitvoeren van interne controle op de naleving van 3 belangrijke beschreven financiële werkprocessen.
Taakveld belastingen Wat wil de gemeente bereiken? Tijdig vaststellen van belastingtarieven
Wat gaan we daarvoor doen? Uiterlijk in december 2014 wordt de nieuwe belastingverordening aan de gemeenteraad voorgelegd.
Verzending aanslagen/WOZ-beschikkingen binnen de wettelijk gestelde termijnen.
Verzenden van 95% van de aanslagen/WOZ beschikkingen uiterlijk op 28 februari 2014.
Tijdige en gemotiveerde beantwoording van bezwaarschriften/kwijtscheldingsverzoeken/
Afwikkeling van de bezwaarschriften binnen de wettelijke termijnen:
PAGINA 55
Wat wil de gemeente bereiken? verzoeken om vermindering.
Wat gaan we daarvoor doen? % bezwaarschriften dat na maximaal 8 maanden na sluiting bezwaartermijn is afgewikkeld is minimaal 97%; % kwijtscheldingsverzoeken dat na maximaal 1 maand na sluiting bezwaartermijn is afgewikkeld is 97%;
Tijdig aansluiten bij landelijke ontwikkelingen
De aansluiting op de landelijke WOZ basisregistratie wordt in het eerste half jaar 2014 gerealiseerd.
Waardering WOZ-objecten volgens vastgelegde instructies
Waardering volgens de instructies van de Waarderingskamer(toezichthouder) : Rapport van de Waarderingskamer waaruit blijkt dat het oordeel minimaal is: “de uitvoering van de Wet WOZ verloopt naar tevredenheid”.
Informatie en Beheer De afdeling Informatie en Beheer draagt zorg voor de informatievoorziening binnen de gemeente, zowel digitaal als op papier. De afdeling ontwikkelt beleid en beheert de systemen. Met name het beheer van de automatisering is een belangrijke ondersteunende en faciliterende schakel in onze dienstverlening. Daarnaast levert het taakveld de facilitaire ondersteuning aan de organisatie. Tenslotte valt ook de advisering en het beleid over inkoop en aanbesteding onder deze afdeling. DeSom Een belangrijke ontwikkeling binnen de afdeling is de overdracht van ICT-taken aan het Shared Service Centre ICT DeSom. Het realisatieproject is inmiddels in volle gang. Volgens de planning gaat de gemeenschappelijke regeling (GR) per 1 januari 2014 van start. Met ingang van die datum gaat ook het personeel van het taakveld technisch beheer (5,87FTE) over naar de GR. Het blijkt dat de samenwerking op techniek nu al daadwerkelijk fungeert als een vliegwiel voor verdergaande samenwerking. Dit betekent ook dat we onze eigen organisatie anders moeten inrichten: de aandacht verschuift van de techniek naar de aansturing en de regie, ook de regie op de samenwerking. Zeker in de komende jaren wordt dit steeds belangrijker met de komst van de Werkorganisatie, de regionale brandweer en andere vormen van samenwerking, waar vooral de informatievoorziening een cruciaal punt zal blijken te zijn. Inkoop en aanbesteding Een ander belangrijk onderdeel binnen de afdeling is de advisering over inkoop en aanbesteding. Onlangs is de aanbestedingswet aangepast, wat geleid heeft tot nieuw beleid. Naar aanleiding van het 213a onderzoek is een verbeterplan opgesteld en is er een taakstelling neergelegd van structureel EUR 150.000,-. Via een raadsinformatiedocument bent u geïnformeerd over het verbeterplan. De eerste positieve resultaten op grond van de genomen maatregelen zijn inmiddels zichtbaar. Wat wil de gemeente bereiken? Goede dienstverlening aan de inwoners
Een transparante, efficiënte inkoop realiseren
Wat gaan we daarvoor doen? Op basis van bindende afspraken tussen VNG en het rijk over het nationaal uitvoeringsprogramma (iNUP ) bouwen we aan: De basisregistratie grootschalige topografie (BGT)): verwachte oplevering 2014. Landelijke voorziening WOZ aansluiten per 2014. Verstrekken van statusinformatie via de website. Overdracht van ca. 500 meter oude archieven (jaren 1979-2006) aan het Westfries Archief. Informatiebeveiliging: beveiliging website wordt getoetst.
Het actualiseren van het inkoop- en aanbestedingsbeleid op basis van de Europese wetgeving. Inkoop en aanbesteding worden getoetst aan het vastgestelde beleid.
PAGINA 56
Personeel en Organisatie en Juridische Zaken Het taakveld Personeel en Organisatie is verantwoordelijk voor personeelsbeleid en -beheer, de uitvoering van het beleid en het adviseren van bestuur, management en medewerkers. Het taakveld Juridische zaken is juridisch bestuurlijk georiënteerd. Interne advisering, afhandelen bezwaarschriften, secretariaat bezwaarschriftencommissie, vertegenwoordiging gemeente in (hoger) beroepsprocedures, klachten en aansprakelijkstellingen liggen bij dit taakveld. Wat wil de gemeente bereiken? Goed opgeleide en betrokken medewerkers.
Een ambtelijke organisatie die inspeelt op (maatschappelijke) ontwikkelingen (bezuinigingen, uitstroom, wijzigingen in takenpakket e.d.)
Tijdige en gemotiveerde afwikkeling van bezwaarschriften, beroepschriften en klachten.
Wat gaan we daarvoor doen? Opstellen van persoonlijke opleidingsplannen (POP), met aandacht voor opleidingen t.a.v. vakinhoud en competenties en loopbaanontwikkeling. Het opstellen van een jaarlijks organisatiebreed opleidingsplan. Uitvoeren van een leeftijdsbewust personeelsbeleid. Opstellen en uitvoeren van strategisch personeelsbeleid. Bevorderen flexibele inzet en mobiliteit van de medewerkers Een steeds toenemend deel van de bezwaarschriften wordt binnen de wettelijk gestelde termijn afgehandeld. Om de klant meer centraal te stellen wordt in de bezwarenfase mediationvaardigheden ingezet. Daarnaast wordt in de organisatie gewerkt aan het verbeteren van de juridische kwaliteit van (de motivering van ) besluiten, ter voorkoming van bezwaarschriften. In beroepsprocedures worden de rechterlijke instanties tijdig voorzien van de gevraagde informatie (dossier, verweerschrift e.d.). Klachten worden conform de wettelijke regeling en binnen de wettelijke termijnen afgehandeld. Uitgangspunt is dat de klachten op informele wijze worden afgehandeld.
Concerncontrol Control is het geheel van instrumenten en maatregelen dat er op gericht is om, met minimale inspanning, vast te stellen dat de middeleninzet en het functioneren van de organisatie overeenstemt met de doelen van bestuur en organisatie. Doel is een rechtmatige, doelmatige en doeltreffende totstandkoming en uitvoering van beleid. Een organisatie is‟in control‟ als sprake is van een voldoende mate van beheersing van risico‟s en een voldoende mate van benutting van kansen. Wat wil de gemeente bereiken? Inzicht in de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur
Beperken risico’s in de bedrijfsvoering
Wat gaan we daarvoor doen? Uitvoeren van één onderzoek naar de doelmatigheid. Het toetsen van één (deel van een) programma of (deel van een) paragraaf op doeltreffendheid. Dit in overeenstemming met de op 19 januari 2012 vastgestelde selectiecriteria doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken.
Het uitvoeren van twee organisatiebrede risicoanalyses. Het (steekproefsgewijs) toetsen van college- en raadsvoorstellen op kwaliteit en risicobeheersing.
PAGINA 57
Wat wil de gemeente bereiken? Een goedkeurende accountantsverklaring bij de jaarrekening voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid
Wat gaan we daarvoor doen? Het beschrijven van 3 financiële processen en het uitvoeren van interne controle op de naleving van voorschriften en afspraken in de financiële processen. 10 reeds beschreven processen worden opnieuw beoordeeld. Verbeteren van de Administratieve Organisatie/Interne Controle en de rapportage daarover, zodat de accountantsinzet beperkt noodzakelijk is.
Verbeteren juridische kwaliteitszorg.
Vanaf 2014 worden de resultaten en aanbevelingen van de 0-meting (audit verbeteren juridische kwaliteitszorg gehouden in 2012) getoetst en zonodig bijgesteld. De juridisch controller heeft hierin hoofdzakelijk een initiërende en/of coördinerende rol. Risicoanalyse van 10 juridische risicovolle processen en of producten.
Beperken juridische risico’s (bron: startnotitie Juridische kwaliteitszorg).
Communicatie De gemeente Medemblik wil een transparante organisatie zijn, haar dienstverlening verbeteren en samen met de inwoners werken aan een gemeente waar het goed wonen, werken en recreëren is. Hiervoor is een communicatieve organisatie nodig, die op gelijk niveau luistert naar en in gesprek is met inwoners en partners én laat zien waar die dialoog toe leidt. Om dat te kunnen waarmaken, moet de basis van communicatie op orde zijn en heeft de organisatie medewerkers nodig die interne en externe communicatie als primair werkproces zien. Communicatie adviseert en faciliteert om dit te realiseren. Wat wil de gemeente bereiken? Verbeteren interne communicatie: Medewerkers weten waar de organisatie voor staat, welke de organisatiedoelen zijn en wat daar mee samenhangt.
Medewerkers onderling, medewerkers en directie kunnen elkaar vinden en werken samen. Medewerkers kennen de belangrijkste ontwikkelingen (dossiers en projecten) in de organisatie, kunnen ze plaatsen en kennen de samenhang en weten op hoofdlijnen waarom bepaalde besluiten zijn genomen.
Wat wil de gemeente bereiken? Verbeteren externe communicatie:
Wat gaan we daarvoor doen?
-
Structureren van communicatie van het Directieteam. Versterken van communicatie tussen Directieteam en afdelingshoofden. Verbeteren vaardigheden afdelingshoofden Verder ontwikkelen van hulpmiddelen. Gebruik intranet verder verbeteren. Zichtbaarheid Directieteam verbeteren. Organiseren van de ‟in gesprek met Wouter‟ (gemeentesecretaris). Organiseren van kwartaalbijeenkomsten voor medewerkers. Toegankelijkheid informatie over waar we voor staan verbeteren.
Wat gaan we daarvoor doen?
Verkleinen afstand inwoners – gemeente en afstand tussen B&W - raadsleden, waardoor begrip en vertrouwen toeneemt.
-
Besluiten van het college actief publiceren. Actief communiceren over bedrijfsbezoeken van het college.
Relatie en samenwerking met de pers verstevigen.
-
Pers actief betrekken bij ontwikkelingen van de gemeente.
Versterken publieke optredens college.
-
Organiseren, faciliteren en adviseren bij externe optredens en presentatietechnieken college. Geselecteerde woordvoerders jaarlijks een
-
PAGINA 58
Wat wil de gemeente bereiken?
Wat gaan we daarvoor doen? mediatraining laten volgen.
Promoten gemeentelijke website.
-
Campagne op gemeentepagina starten om gebruik van de website te verbeteren.
Inrichten crisiscommunicatie.
-
Trainen van communicatiemedewerkers om vaardigheden te verbeteren / bij te houden (2 x per jaar)
Ontwikkelingen bedrijfsvoering Lean Management In 2012 is gestart met het‟Lean‟ maken van processen. De kern van Lean Management is klantgericht werken. De focus ligt daarbij altijd op werken vanuit het perspectief van de klant en vanuit dit uitgangspunt werken aan verbeteren van de kwaliteit en het verlagen van doorlooptijd en kosten. Lean management wordt ingezet om verschillende ontwikkelingen die weerslag hebben op de formatie op te kunnen vangen. Het gaat hierbij om de taakstellingen die aan de organisatie zijn opgelegd vanuit bezuinigingsoogpunt; het opvangen van de verwachte verdubbeling van de klantvraag als gevolg van de inrichting van hét overheidsloket in 2015 en het opvangen van de komende decentralisaties. Eind 2013 zijn naar verwachting 30 processen doorgelicht mét resultaat. De dienstverlening bij bv. de afgifte van paspoorten is door de lean-aanpak versneld én meer klantgericht. De waardering van onze inwoners hiervoor blijkt onder andere uit metingen van de klanttevredenheid. Voor 2014 zijn 13 processen aangemeld voor een leantraject. Realiseren taakstelling formatie Voor wat betreft de ontwikkeling van de formatie is een aantal taakstellingen geformuleerd op de loonsom. In onderstaande tabel zijn de taakstellingen opgenomen. Tevens is aangegeven in hoeverre de taakstelling is gerealiseerd (2013) en hoe de taakstelling zich verhoudt tot de uitstroom van personeel op leeftijd. Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt dat ook in 2012 voor een bedrag van € 150.000 de taakstelling op personeelsgebied is gerealiseerd. De taakstelling zal deels door uitstroom op grond van leeftijd gerealiseerd kunnen worden. Het is niet realistisch om er vanuit te gaan dat alle vacatures die ontstaan door uitstroom op grond van leeftijd niet meer ingevuld worden. Door interne taakverschuivingen, het op gang brengen van mobiliteit, efficiencywinst vanwege aanpassingen processen (LEAN), e.d. kan dit voor een deel mogelijk zijn. Vandaar dat in de Kadernota 2014 de taakstelling is bijgesteld. Om de interne mobiliteit te bevorderen is sinds medio 2013 het interne mobiliteitsbureau M5 in het leven geroepen. De komende jaren komen er ook gemeentelijke taken bij (denk bijvoorbeeld aan de transities). Indien noodzakelijk (mede gelet op de bestaande taakstelling) zullen voor de nieuwe taken extra middelen worden gevraagd. De taken worden binnen de geraamde loonsom gerealiseerd waarbij het college deze voor een deel flexibel inzet (zgn. flexibele schil). Nog te realiseren taakstellingen Loonsom
2013 16.107
2014 15.900
2015 15.910
2016 15.960
2017 15.955
Efficiencywinst digitaal werken Egem – I Project slim besparen Kadernota 2013 Taakstelling op de loonsom
55 300 252 70 677
55 300 334 70 759
55 300 334 170 859
55 300 334 170 859
Bijstelling kadernota 2014
-424
-207
-
-
PAGINA 59
Nog te realiseren taakstellingen Gerealiseerde taakstelling 2013 Nog te realiseren taakstelling Uitstroom personeel natuurlijk verloop
2013
2014 -153 100
2015 -153 399
2016 -153 706
2017 -153 706
111
765
1.408
2.082
PAGINA 60
4.6
Verbonden partijen
Inleiding Op basis van het BBV dient de paragraaf verbonden partijen het volgende te bevatten: de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen. Een verbonden partij is een derde rechtspersoon waar de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang in heeft. Het aangaan van banden met (verbonden) derde partijen komt altijd voort uit het publiek belang. Verbindingen met derde partijen kan een manier zijn om een bepaalde publieke taak uit te voeren. Het gemeentebestuur kan afvaardigen in het bestuur van de verbonden partij. Dit bestuurslid is verantwoordelijk voor het tijdig afleggen van verantwoording richting het gemeentebestuur. Er is een veelheid aan verbonden partijen. Het is voor het inzicht van de gemeenteraad van belang dat de relatie tussen verbonden partijen en het publieke belang, zoals geconcretiseerd in de programma‟s in hoofdlijnen wordt aangegeven. Daarbij dient apart stilgestaan te worden bij de voornemens omtrent verbonden partijen. Medemblik heeft bestuurlijke en financiële belangen in een groot aantal met name gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen. Het beleid met betrekking tot de verbonden partijen kan als volgt worden weergegeven: het participeren in een verbonden partij is alleen toegestaan als daarmee een publieke taak wordt gediend; participatie in een privaatrechtelijke rechtsvorm vindt uitsluitend plaats indien onderzocht en gemotiveerd is waarom uitvoering van beleid niet in een publieke rechtsvorm kan plaatsvinden. Een verbonden partij is een ruim begrip. Een verbonden partij wordt in het BBV gedefinieerd als een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. In de programmabegroting wordt elk jaar een paragraaf Verbonden partijen opgenomen, maar deze paragraaf biedt de gemeenteraad niet voldoende informatie om zijn kaderstellende en controlerende taak uit te voeren. Een afzonderlijke nota Verbonden partijen waarin wordt ingegaan op o.a. het al dan niet aangaan van en sturing op verbonden partijen, ontbreekt tot nu toe. Dit is ook in 2012 door de accountant geconstateerd en is als aanbeveling aan de gemeente meegegeven. Daarom wordt eind 2013 de gemeenteraad een dergelijke nota ter vaststelling aangeboden. Hierna wordt een opsomming gegeven van de partijen waar onze gemeente aan is verbonden. Daarbij wordt de volgende indeling gehanteerd: vennootschappen met aandelenkapitaal stichtingen gemeenschappelijke regelingen met eigen bestuur gemeenschappelijke regelingen met centrumgemeentenconstructie samenwerkingsverbanden van de gemeente met overige partijen Vennootschappen met aandelenkapitaal Publiekprivate samenwerkingsconstructie met WFO/ABC BV De gemeente Medemblik is eigenaar van 25 % van de aandelen van het WFO Agri Business Centrum B.V. gevestigd te Alkmaar. De overige eigenaren zijn NHN Vastgoed BV (Ontwikkelingsbedrijf NoordHolland Noord) en de Rabobank die beide 37,5 % van de aandelen bezitten. De BV heeft als doelstelling gronden te exploiteren ten behoeve van bedrijfsterreinen. Voormalig gemeente Wervershoof heeft zich in 2001 in de BV ingekocht. Deze deelneming bedraagt € 286.239,-. Het risico van de gemeente Medemblik is beperkt tot dit aandelenkapitaal. Rekeningcijfers 2012: Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
€ 2.165.000,€ 92.000,€ -/- 338.000,-
PAGINA 61
Over het jaar 2012 heeft WFO ABC BV geen dividend uitgekeerd. Naar alle waarschijnlijkheid zal de publiekprivate samenwerkings-constructie in de nabije toekomst worden opgeheven, conform de afspraken gemaakt met de stichting van de BV. De openbare ruimte wordt in 2013 in ieder geval overgedragen aan de gemeente. Er moeten daarbij afspraken worden gemaakt over de nog te verkopen gronden die onderdeel uitmaken van het eigen vermogen. Mogelijk wordt de BV dan in 2013 of 2014 opgeheven. NV Houdstermaatschappij Gaskop Noord-Holland (GKNH) De gemeente Medemblik bezit totaal 336 aandelen in de GKNH, gevestigd te Amsterdam. De aandelen zijn in handen van gemeenten die vroeger eigenaar waren van het gasbedrijf. De doelstelling van deze maatschappij is het beheren van de aandelen Nuon B.V. De houdstermaatschappij GKNH had 2.89% (€ 3.952.228,-) van de aandelen NUON NV in bezit. Op grond van de Wet Onafhankelijk Netbeheer is NUON in 2009 gesplitst in een productie- en leveringsbedrijf NUON Energy en een netwerkbedrijf Alliander. Ook het pakket van aandelen dat de houdstermaatschappij beheert is gesplitst. De deelneming is juridisch omgezet in twee deelnemingen elk met een ongewijzigd aantal aandelen overeenkomend met 2.89% van het totaal. In 2009 heeft het Zweedse energiebedrijf Vattenfall de Nuon Energy gekocht. Het Zweedse energieconcern had € 8,5 miljard over voor Nuon Energy. In het kader van de gefaseerde verkoop van de aandelen Nuon Energy aan Vattenfall is in 2009 49% van de aandelen verhandeld, in 2011 15% en in 2013 15%. Volgens de verkoopovereenkomst wordt in 2015 de laatste tranche (21%) gerealiseerd. Van de bedragen ontvangt de gemeente 336/4646 e deel. In 2016 is Nuon Energy dan volledig in Zweedse handen. Alliander, het infrabedrijf van Nuon, blijft in publieke handen en de GKNH zal daarvan ook aandeelhouder blijven. Alle opbrengsten voortvloeiende uit de verkoop van Nuon energie aan Vattenfall zijn/worden toegevoegd aan de algemene reserve. Het te ontvangen dividend van Alliander wordt structureel in de exploitatie opgenomen. Bank Nederlandse gemeenten (BNG) De gemeente Medemblik bezit 13.650 aandelen BNG, gevestigd te Den Haag. De nominale waarde (historische aanschafprijs) is € 2,50 per aandeel. Het risico van deze deelneming is nihil. De bank heeft eind 2012 een triple A-rating (de allerhoogste rating qua zekerheid). Als gevolg van de financiële crisis zijn de kapitaalvereisten voor banken aanzienlijk aangescherpt. De BNG heeft daarom haar dividendbeleid aangepast. Met ingang van 2012, dus over het boekjaar 2011, is de dividenduitkering verlaagd naar 25% van de nettowinst (was 50%). Deze maatregel is voorlopig voor de periode 2011 - 2017. Over 2012 is een uitkering van € 1,49 per aandeel (2011: € 1,15) uitbetaald. Rekeningcijfers 2012: Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
2,8 miljard 139,5 miljard 332 miljoen
Over het jaar 2013 kan BNG nog geen uitspraak doen over het verwachte resultaat. Dit komt mede door de wijze van waarderen van diverse producten en economische omstandigheden. NV Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord Het Ontwikkelingsbedrijf (juni 2006) is opgericht ter bevordering van de economie van NoordHolland Noord en is gevestigd te Alkmaar. Het is de uitvoeringsorganisatie van de regionaal economische samenwerking en overlegorgaan (REON) tussen de gemeenten in Noord Holland Noord en de Provincie. Uitgangspunt van de organisatie is het leveren van een maximale bijdrage aan het vestigingsklimaat voor ondernemers en de promotie daarvan. In 2013 is de regionale samenwerking veranderd. De samenwerkingsovereenkomst tussen de aandeelhouders heeft het vroegere convenant vervangen. Hierbij is sprake van herverdeling van aandelen tussen aandeelhouders. De provincie heeft per medio 2013 een minderheidsbelang (49%) De overige 51 % van de aandelen worden over de 3 regio‟s gelijkelijk verdeeld en daarbinnen over de gemeenten naar inwonertal. Voorheen waren de aandelen verdeeld in pakketten van 1000
PAGINA 62
aandelen per gemeente. Gemeente Medemblik had een aandelenpakket van in totaal 3000 aandelen (5,55% van het totaal). Voor de gemeente Medemblik betekent de nieuwe verdeling van aandelen naar inwonertal een reductie van 3000 aandelen naar 1911 aandelen á € 1,- (3,54% van het totaal). Dit betekent gelijktijdig een vermindering van belang in het Ontwikkelingsbedrijf. Daarnaast bouwt het Ontwikkelingsbedrijf op zorgvuldige wijze haar vastgoedparticipaties af. Per 1 januari 2014 verandert de betaalwijze. Het betreft een budgetneutrale verandering. De bijdrage aan het Ontwikkelingsbedrijf wordt conform de samenwerkingsovereenkomst omgezet in een subsidievorm. Hiervoor is gekozen om meer grip en aansturing te krijgen op het Ontwikkelingsbedrijf. Rekeningcijfers 2012: Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
€ 703.135,€ 3.236.819,€ 19.854,-
De gemeente draagt als aandeelhouder structureel € 86.723 BV Pekelharinghaven De gemeente Medemblik bezit 43 aandelen (100%) van de Pekelharinghaven BV, gevestigd te Medemblik. De BV heeft als doelstelling de exploitatie en het beheer van de pekelharinghaven in Medemblik. Rekeningcijfers 2011: Eigen vermogen Balanstotaal Resultaat
€ -59.012,€ 350.382,€ -26.913,-
De jaarrekening van 2012 is nog niet vastgesteld door algemene vergadering van aandeelhouders. Stichtingen -
Museumstoomtram (BEM):
De museumstoomtram is gevestigd te Hoorn. De BV Exploitatiemaatschappij Museumstoomtram heeft tot doel het exploiteren van een lokale spoorlijn ten behoeve van een regulier publieksaanbod op basis van de huidige dienstregeling en daarnaast speciale arrangementen zoals educatieve programma‟s voor zowel bezoekers als onderwijs. In 2010 hebben de gemeente Hoorn en de Museumstroomtram de “Uitvoeringsovereenkomst 20102014” ondertekend. Deze overeenkomst wordt door de gemeente Medemblik als leidraad gehanteerd in de relatie met de Museumstroomtram. In de uitvoeringsovereenkomst wordt het kader geschetst waarbinnen de Museumstoomtram subsidie ontvangt en de prestaties die daarvoor worden geleverd. Ook is vastgelegd dat een visitatiecommissie onderzoekt of het plan van aanpak voor de reorganisatie is geïmplementeerd en of de Museumstoomtram voldoet aan de Code Cultural Governance. De commissie behoudt zich het recht voor om eventuele knelpunten te signaleren en een oordeel uit te spreken over de kwaliteit van het geboden programma op basis van het beleidskader en de prestatieafspraken. De Museumstoomtram heeft in 2013 de aanbevelingen van de visitatiecommissie overgenomen. Een aantal ontbrekende of incomplete plannen zijn in de loop van 2013 ingediend. Er is regelmatig bestuurlijk overleg. Dit overleg zet zich in 2014 voort. Het blijft noodzakelijk dat er een vorm van verantwoording over de verdere opvolging van de aanbevelingen in de vorm van een managementletter. Rekeningcijfers 2012 Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
€ 1.047.598,€ 166.920,€ -/- 25.000,-
PAGINA 63
De gemeente is aandeelhouder van Museumstoomtram en draagt structureel € 124.216,- bij in het exploitatietekort van de stichting. HALT-bureau Nederland HALT Noord-Holland Noord is per 1 januari 2013 opgegaan in HALT Nederland, regio Noord-Holland Noord is gevestigd te Hoorn. Dit betekent dat de afspraken die regionaal gemaakt zijn met HALT Noord-Holland Noord nu met HALT Nederland gemaakt moeten worden. Met de huidige inkoop- en aanbestedingsregels is het niet mogelijk om de afspraak van HALT Noord-Holland Noord over te nemen. De preventie maatregelen die HALT aanbiedt kunnen ook door andere aanbieders worden uitgevoerd. Hierover worden nog gesprekken gevoerd op regionaal niveau. Voor 2014 is niet duidelijk welke afspraken er met HALT gemaakt worden, deze worden in oktober 2013 bekend. Gemeenschappelijke regelingen met eigen bestuur Bij een gemeenschappelijke regeling draaien de deelnemers op voor de eventuele tekorten. Per gemeenschappelijke regelingen worden de specifieke kenmerkende risico‟s voor zover bekend vermeld. Daarnaast wordt ingegaan op: de jaarlijkse bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling; het eigen vermogen van de gemeenschappelijke regeling in relatie tot het balanstotaal. Dit om een indruk te geven in hoeverre het vermogen binnen de gemeenschappelijke regelingen voldoende is om grote tegenvallers of claims op te vangen. Gemeenschappelijke regeling GGD Hollands Noorden De instelling van een Gewestelijke Gezondheidsdienst is bij wet bepaald. Per 1 april 2007 voert de GGD Hollands Noorden deze gezondheidstaken voor de gemeente uit. De GGD is gevestigd in Schagen. Rekeningcijfers 2012: Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
€ 182.000,€ 3.861.000,€ -/- 555.000,-
De bijdrage voor 2014 wordt geraamd op € 16,43 per inwoner. Daarnaast draagt de gemeente € 0,54 per inwoner bij in verband met frictiekosten. Centraal Afvalverwijderingsbedrijf Westfriesland (CAW) De West-Friese gemeenten en de gemeente Wieringermeer zijn verbonden aan deze gemeenschappelijke regeling welke gevestigd is te Hoorn. De Gemeenschappelijke regeling heeft als taak het beheren van de voormalige stortplaats te Westwoud. Vanaf 2004 zijn de taken rond de afvalzorg verkocht aan NV Huisvuilcentrale Noord-Holland te Alkmaar. De activiteiten zijn ondergebracht in Holland Collect NV. Het CAW is houder van 358 van de 2.656 uitstaande aandelen van de NV Huisvuilcentrale en heeft zich garant gesteld voor de rente en aflossing van de leningen van de NV Huisvuilcentrale NoordHolland welke zijn opgenomen in de Ballotageovereenkomst. De aandeelhouders zijn onderling aansprakelijk naar rato van het aantal uitgegeven aandelen. Deze garantiestelling vertaalt zich indirect naar de deelnemende gemeenten. De verstrekte garantie van de aandeelhouders zou aangemerkt kunnen worden als staatssteun. Om dit te voorkomen is besloten aan de aandeelhouders (6 juli 2006) jaarlijks 1 % van de leningportefeuille als garantieprovisie uit te keren. Rekeningcijfers 2012: Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
€ 25.000,€ 2.118.446,€ 108.491,-
PAGINA 64
Voorgesteld wordt het positieve resultaat over 2012 toe te voegen aan de algemene reserve. Voor 2014 wordt een batig saldo begroot van € 78.000,-. Dit betekent dat de gemeenten geen bijdragen hoeven te betalen. - Veiligheidsregio Noord-Holland Noord Een veiligheidsregio is een gebied waarbinnen gemeenten en hulpverleningsdiensten samenwerken op het gebied van rampen- en incidentbestrijding. De samenwerking moet zorgen voor verkleining van de risico's op crises, een betere voorbereiding op het bestrijden van incidenten en een vlotte en adequate aansturing van de hulpverlening bij een ramp. De inspanningen worden gecoördineerd vanuit een centrale organisatie. Voor Gemeente Medemblik is dit de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord, gevestigd te Alkmaar. Bij de veiligheidsregio zijn de regionale brandweer, het veiligheidsbureau, de Ghor, het ambulancevervoer en de meldkamer ondergebracht. De begroting 2014 is opgesteld met inachtneming van de door het algemeen bestuur van de VR NHN op 1 maart 2013 vastgestelde uitgangspunten. Het bestuur heeft belangrijke strategische keuzes gemaakt in het ambitieniveau en verdere ontwikkeling van de Veiligheidsregio. De strategische keuzes zijn door de directie vertaald naar programma‟s en concreet beoogde resultaten. Speerpunten van beleid, sluiten aan op het beleidsplan “Slim besparen vanuit de basis”. zoals deze op 1 maart 2013 is vastgesteld door het algemeen bestuur van de VR NHN. Het gaat hier om het stimuleren van risicobewustzijn en werken aan veerkracht van de samenleving, Vrijwilligheid en burgerparticipatie, vakbekwaamheid, slimme planvorming en de toetsende rol van de veiligheidsregio. 2014 is een overgangsjaar voor de veiligheidsregio, op 1 januari 2015 moet de gemeentelijke brandweer over zijn gegaan naar de veiligheidsregio. In de aanloop zal de veiligheidsregio diverse kazernes en roerende zaken al overnemen van de deelnemende gemeenten. Hoe deze overname vorm krijgt en tegen welke voorwaarden dit wordt gedaan zal vast worden gelegd in het dekkingsplan dat medio september uitgegeven zal worden. In 2014 zal het personeel nog in dienst blijven van de gemeente. Jaarcijfers 2012: Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
€ 1.770.000,€ 9.677.000,€ 638.000,-
De bijdrage over 2014 wordt geraamd op € 10,80 per inwoner Op/maat Onze gemeente participeert met de andere West-Friese gemeenten in deze gemeenschappelijke regeling voor het uitvoeren van de Wet Sociale Werkvoorziening, Op / Maat is gevestigd te Hoorn. De gemeenten sluizen de van het Rijk voor deze regeling ontvangen gelden volledig door aan Op / Maat. Eventuele nadelige exploitatiesaldi komen ten laste van de deelnemende gemeenten. Door een efficiënte bedrijfsvoering heeft. Momenteel wordt door Opmaat en de zeven West-Friese gemeenten de oprichting van de Werkorganisatie West-Friesland voorbereid. Het is de bedoeling dat de Werkorganisatie per 1 januari 2015 operationeel wordt en de Participatiewet gaat uitvoeren. De Wet Sociale Werkvoorziening en de Wet werk en bijstand zullen opgaan in deze Participatiewet. Rekeningcijfers 2012: Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
€ 11.247.000,€ 3.090.000,€ 483.000,-
Op/maat overschotten en daardoor een eigen buffer kunnen creëren. De gemeente hoeft dan ook geen financiële bijdrage te leveren
PAGINA 65
DeSom Gemeente Medemblik is samen met de gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Stede Broec en Opmeer een gemeenschappelijke regeling aan het oprichten voor de uitvoering van ICT taken van de gemeente. De voorbereidingen zijn in volle gang en de beoogde startdatum is 1 januari 2014. Het shared service centrum wordt gevestigd in Wognum, in het gemeentehuis van Medemblik. Doel van de samenwerking is het verhogen van de kwaliteit en de continuïteit van de ICT dienstverlening en het verlagen van de kwetsbaarheid, met als beoogd resultaat het verbeteren van de dienstverlening aan onze inwoners. De zeggenschap binnen de gemeenschappelijke regeling wordt gelijk verdeeld over de deelnemende gemeenten, de kosten worden verdeeld op basis van inwoneraantal (wat ook overeenkomt met de af te nemen dienstverlening) Voor de opbouw van het shared service centrum in 2014 is door de gemeente Medemblik een bijdrage geraamd van € 472.923,-. Gemeenschappelijke regelingen met centrumgemeentenconstructie Gemeenschappelijke regeling bestuurlijke ondersteuning West-Friesland Sinds 1 januari 2005 bestaat deze gemeenschappelijke regeling. Op grond van die regeling treedt de gemeente Hoorn op als centrumgemeente in deze samenwerking, Hoorn is tevens de vestigingsplaats. Dit houdt in dat geen nieuw bestuursorgaan in het leven is geroepen maar dat aangesloten wordt bij de bestuursorganen van de gemeente Hoorn. Deze gemeenschappelijke regeling werkt dan ook met portefeuillehoudersoverleggen, te weten Madivo, VVRE en ABZ en kent geen Algemeen of Dagelijks Bestuur. Het gaat hier in ieder geval om de volgende taken: – Faciliteren, coördineren en regisseren van bestuurlijk overleg (zowel over onderwerpen waarbij wordt samengewerkt als over onderwerpen/ontwikkelingen waarbij samenwerking mogelijk is); – Regionale coördinatie beleid en inkoop volwasseneneducatie; – Regionale coördinatie jeugdbeleid; – Regionale Urgentiecommissie Huisvesting; – Regionale Klachtencommissie Woningtoewijzing; – Leerlingenvervoer. Het positieve resultaat over 2012 bedraagt € 24.505,-. Daarnaast is bij raadsbesluit van 7 april 2008 formeel de rechtsopvolging van het SOW i.l. per 1 januari 2008 als nieuwe taak in de gemeenschappelijke regeling‟Ondersteuning bestuurlijke samenwerking‟ ondergebracht. De begroting en jaarrekening worden separaat aangeboden. De gevraagde bijdrage voor 2014 is € 2,69. Voor de taak SOW i.l. was de bijdrage in 2013 € 0,22. Voor 2014 hoeft geen bijdrage betaald te worden. Dit wordt veroorzaakt door een overschot in de voorziening 2012 van ruim € 121.000,-.
Gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Westfriesland (RSW)
De instelling van deze gemeenschappelijke regeling vindt zijn oorsprong in het feit dat de belangen van de openluchtrecreatie en het landschap niet ophouden bij de gemeentegrenzen en een gezamenlijke aanpak het meest rendeert. Het RSW zet zich in voor een rijkere, gevarieerdere natuur en voor het ontwikkelen en beheren van diverse recreatiemogelijkheden- en gebieden. De gemeente Stede Broec fungeert als centrumgemeente. Rekeningcijfers 2012: Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
€ 1.406.282,€ 2.869.011,€ 1.829,-
De bijdrage 2014 aan het Recreatieschap West-Friesland is geraamd op € 5,09 per inwoner.
PAGINA 66
Archiefdienst West-Friese gemeenten (Regionaal Historisch Centrum) De taken van zorg, bewaring en beheer van archiefbescheiden en het bevorderen van lokale en regionale geschiedbeoefening zijn ondergebracht bij dit centrum. Hoorn treedt op als centrumgemeente. Op grond van deze gemeenschappelijke regeling is door de centrumgemeenteraad een bestuurscommissie ingesteld: de Archiefcommissie. Het Westfries archief vervult ook de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis. Belangrijke ontwikkeling is de sterke vraag naar digitaal beschikbare informatie oftewel de digitalisering. Een belangrijk aspect hierbij is de uitvoering van het informatieplan en het op termijn realiseren van een E-depot ter voorkoming van stagnatie in het digitale beheer van informatie. Rekeningcijfers 2012: Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
€ 568.000 € 443.000 € 15.000
De bijdrage voor 2014 wordt geraamd op €276.173,-. Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord Vanaf 1 januari is de gemeente deelnemer in de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD). De RUD voert de milieutaken uit voor de deelnemende gemeenten. Per 1 juli 2013 is de oprichting van de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN) een feit. De deelnemende organisaties RUD NHN zijn: de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum, Den Helder, Drechterland, Enkhuizen, Graft-De Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Hollands Kroon, Hoorn, Koggenland, Langedijk, Medemblik, Opmeer, Schagen, Schermer, Stede Broec en Texel en de Provincie Noord-Holland. De bijdrage voor de RUD in 2014 wordt geraamd op een totaalbedrag van € 1.035.421,- (2013 MDWF en RUD NHN: € 1.068.989,-). Dit bedrag is lager dan 2013 vanwege de bezuinigingstaakstelling die eerder met de Milieudienst is afgesproken. In 2013 en 2014 zal de RUD NHN de verschillende werkprocessen en (beleids)stukken synchroniseren. In 2013 zal het personeel nog op verschillende locaties werkzaam zijn, maar vanaf 1 januari 2014 zal de locatie Dampten 2 in Hoorn in gebruik worden genomen. Financiering personeelsplan Muziekschool Westfriesland De gemeente participeert met de gemeenten Drechterland en Enkhuizen in deze regeling. In 1990 is deze ontstaan omdat de gemeenschappelijke regeling Muziekschool Westfriesland opging in de stichting muziekschool. Het personeel is om organisatorische redenen ondergebracht bij een centrumgemeente (gemeente Wervershoof). Dit omdat door de fusie verschillen zouden ontstaan in de rechtspositie tussen de nieuwe medewerkers in de muziekschool en het overgekomen personeel. Deze GR is bedoeld om de financiële verplichtingen die hieruit voortvloeien vast te leggen. Deze regeling eindigt op het moment dat er geen voormalig personeel meer in dienst is bij de gemeente. De gemeente Drechterland heeft eind 2012 het voornemen uitgesproken de subsidierelatie met de Muziekschool waarschijnlijk te zullen beëindigen. In 2013 start Drechterland een onderzoek naar de toekomst van het muziekonderwijs in de regio. Medemblik en Enkhuizen worden hierbij betrokken. De conclusies van dit onderzoek worden begin 2014 verwacht. Voor 2014 worden de kosten geraamd op € 266.725 Gemeenschappelijke regeling Archeologie Deze regeling draagt bij aan de slagvaardigheid van de gemeente op het gebied van gebiedsontwikkeling en ruimtelijke ordeningsprocessen, vestigingsplaats is Hoorn. Tevens versterkt het de cultuurhistorische identiteit. De deelnemende gemeenten zijn de 7 Westfriese gemeenten.
PAGINA 67
In 2014 heeft de regeling de volgende speerpunten: - uitvoeren kerntaken zoals inventariseren van archeologische terreinen binnen de gemeentegrenzen; - toezicht houden op archeologisch (veld)onderzoek; - adviseren bij bouw- en sloopplannen; - opstellen archeologische waardenkaart werkt AWF ook mee aan exposities in kasteel Radboud, is er het educatieprogramma Het Opgegraven Potje voor kinderen uit groep 8 en zal AWF helpen met de inrichting van het nieuwe Provinciaal Archeologisch Museum in Castricum. Voor 2014 is een bijdrage van € 25.000 geraamd. Samenwerkingsverbanden van de gemeente met overige partijen Samenwerkingsovereenkomst Sociale Recherche arrondissement Alkmaar. De gemeente Medemblik is aangesloten bij de Samenwerkingsovereenkomst Sociale Recherche in het arrondissement Alkmaar. Dit samenwerkingsverband omvat 29 gemeenten. Doelstelling is het opsporen en voorkomen van fraude met sociale uitkeringen. De kosten worden verdeeld over de deelnemende gemeenten naar rato van het aantal cliënten per 1 januari van het betreffende kalenderjaar Eind 2013 is deze samenwerkingsovereenkomst door de gemeente Medemblik opgezegd, zodat deze eindigt op 31 december 2014. Redenen van deze opzegging zijn: - Verhoging van de aangiftegrens in 2013, waardoor gemeenten meer zaken bestuursrechtelijk kunnen afhandelen zonder dat hier de sociale recherche bij nodig is; - De te verwachten komst van een Westfriese werkorganisatie. Handhaving op het gebied van bijstandsuitkeringen zal onderdeel gaan uitmaken van de werkorganisatie. Hierdoor wordt het mogelijk om vanaf 2015 een andere invulling te geven aan de sociale recherchewerkzaamheden in West-Friesland. Voor 2014 worden de kosten geraamd op € 50.000. Samenwerkingsovereenkomst Zelfstandigenloket Alkmaar e.o. De gemeente Medemblik is aangesloten bij het Zelfstandigenloket te Alkmaar in het werkgebied Noord-Holland-Noord. Dit samenwerkingsverband omvat 14 gemeenten. Het Zelfstandigenloket heeft als primaire taken de uitvoering van het besluit bijstandsverlening zelfstandigen, de wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. De kosten worden verdeeld over de deelnemende gemeenten naar rato van het aantal inwoners. Voor 2014 worden de uitvoeringskosten geraamd op € 50.000. Coördinatiepunt Nazorg Ex-gedetineerden West-Friesland Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de nazorg aan ex-gedetineerden. Reclassering Nederland is enige jaren geleden vanuit haar expertise en jarenlange ervaring met deze doelgroep, door de Gemeente Hoorn gevraagd de Nazorg Ex-gedetineerden vorm te geven. Later zijn ook de overige West-Friese gemeenten aangesloten bij het Coördinatiepunt, gevestigd te Hoorn. Het Coördinatiepunt richt zich op de coördinatie van zaken waarmee (ex-)gedetineerden te maken krijgen bij terugkeer in de gemeente (huisvesting, inkomen, dagbesteding, identiteitsbewijs en zorg). Het Coördinatiepunt is aangesloten op het zogenaamde DPAN-systeem, het systeem dat gemeenten informeert over de detentie en uitstroom van hun inwoners. Aan de hand van deze DPAN-aanmeldingen signaleert en registreert het coördinatiepunt de toekomstige uitstroom van de gedetineerden. Hierdoor wordt de uitstroom van de (ex-)gedetineerde gemonitord en kan er geanticipeerd worden op de aanstaande uitstroom. Voor 2014 worden de kosten geraamd op € 16.000. Vereniging International Sailing Center Medemblik (I.S.C.M.) De vereniging I.S.C.M. is eigenaar van het internationale zeilcentrum in de kern Medemblik. De gemeente Medemblik is halverwege de jaren‟90 initiatiefnemer geweest voor de komst van het
PAGINA 68
internationale zeilcentrum. Het zeilcentrum is in 1998 gerealiseerd in samenwerking met het Koninklijk Watersportverbond. Om de positie van Nederland als internationaal toonaangevende zeilnatie te versterken, was er behoefte aan een zeilwedstrijdcentrum met moderne voorzieningen. De vereniging I.S.C.M. is eigenaar van het gebouw. De vereniging wordt gevormd door twee leden: de gemeente Medemblik en het Watersportverbond. De vereniging is eigenaar van het zeilcentrum (gebouw). Het bestuur van de vereniging I.S.C.M. wordt gevormd door het Watersportverbond en de gemeente. Beide zijn voor 50 % eigenaar en risicodrager. De dagelijkse exploitatie van het zeilcentrum wordt door het Watersportverbond gedaan. Het Watersportverbond is hierin de risicodrager. De gemeente draagt via een subsidie € 25.000,-- per jaar bij aan de personeelskosten. In het zeilcentrum moet worden geïnvesteerd om de sterke internationale positie te kunnen behouden. In de kadernota 2014 is daar een financiële opzet voor meegenomen. De gemeenteraad heeft via een motie het college opgedragen om de gemeentelijke bijdrage in de plannen te verkleinen. Het college probeert nu om via bijdragen van derden, waaronder de provincie, tot een beperktere inzet van gemeentelijke middelen te komen. Zodra duidelijkheid bestaat over het aandeel van derden worden de plannen aan de gemeenteraad voorgelegd en kan een besluit worden genomen over de bijdrage vanaf 2014.
PAGINA 69
PAGINA 70
4.7
Grondbeleid
Ingevolge het besluit begroting en verantwoording bevat de paragraaf grondbeleid tenminste: a. een visie op het grondbeleid in relatie tot de doelstellingen van de programma‟s die opgenomen zijn in de begroting; b. de strategische visie waarin omschreven de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert; c. een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; d. een onderbouwing van de geraamde winstneming; e. beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico‟s van grondzaken. a. visie grondbeleid Het voeren van een actief grondbeleid is een middel voor de gemeente Medemblik om doelen te realiseren die buiten het grondbeleid zijn gelegen. Het grondbeleid kan een bijdrage leveren aan een goede ruimtelijke ordening en een goed sociaal en economisch functionerende gemeente. Om de door de gemeente beoogde ruimtelijke doelstellingen te kunnen verwezenlijken is een adequaat grondbeleid noodzakelijk. Aan het produceren en afzetten van bouwrijpe grond zijn immers risico‟s verbonden. In het 4e kwartaal van 2013 zal een nieuwe beleidsnota grondbeleid aan de gemeenteraad worden voorgelegd. b. strategische visie Nota Grondbeleid 2013 In de Nota Grondbeleid 2013 is een aantal beleidskeuzes met betrekking tot het grondbeleid vastgelegd. Tevens is daarbij aangegeven welk instrumentarium de gemeente daarvoor tot haar beschikking heeft en moet hanteren volgens de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Deze wet is in werking getreden op 1 juli 2008. In de Nota Grondbeleid 2013 is vastgelegd, dat de gemeente een strategisch grondbeleid voert. Dit betekent dat per ontwikkeling wordt bekeken wat de meest geschikte vorm van grondbeleid is (actief, publiekprivate samenwerking of faciliterend). Belangrijke criteria hierbij zijn onder andere de grondposities, de gewenste mate van sturing door de gemeente op bepaalde ontwikkelingen, het verwachte financiële resultaat en de bijbehorende financiële risico‟s. De gemeenteraad heeft bij de vertaling van de regionale woonvisie naar de locale situatie aangegeven dat er voldoende huisvesting moet zijn voor de eigen woningbehoefte plus 20%. Flexibele bestemmingsplannen en organische gebiedsontwikkeling Om snel en adequaat in te kunnen spelen op wisselende marktsituaties kan gebruik worden gemaakt van flexibele bestemmingsplannen om organisch te ontwikkelen. Bij organische gebiedsontwikkeling is er ruimte voor gevarieerde initiatieven en sprake van een open eindeproces zonder blauwdruk. Bij flexibele bestemmingsplannen wordt een proces doorlopen waarbij niet wordt vastgelegd wat mag, maar juist wat niet mag. Daarbij moet niet teveel in bestemmingen worden gedacht maar meer in sferen en mogelijke eindbeelden. Deze nieuwe werkwijze wordt onder meer toegepast voor de bestemmingsplannen De Linten (Andijk), Tripkouw (Midwoud), Hieronymus (Wognum) en Dorpsaccommodatie Nibbixwoud. Zonnecollectoren op gronden in gemeentelijk bezit. Naar aanleiding van een motie van de gemeenteraad (28 februari 2013) worden momenteel de mogelijkheden onderzocht van het laten exploiteren van een zogenaamde “Zonnecollector weide” op gronden in gemeentelijk bezit, die lange tijd niet meer benut worden voor de ontwikkeling van woningbouw. Grondprijzenbeleid Uitgangspunt van gronduitgifte bij ruimtelijke ontwikkelingen is een kostenverhaal op basis van een exploitatieopzet. Vrijwel alle kosten worden doorberekenend in de uitgifteprijs. In voorkomende gevallen zal in de exploitatieopzet een bedrag worden verwerkt voor toevoegingen aan de reserve bovenwijkse voorzieningen.
PAGINA 71
De uitgifteprijzen van de gronden die in eigen beheer worden geëxploiteerd worden jaarlijks doorgelicht en verwerkt in de exploitatiebegrotingen van de plannen. Hierbij wordt de ontwikkeling van uitgifteprijzen van de gronden in de regio nauwlettend gevolgd. In verband met de ontwikkelingen op de woningmarkt zijn de kavelprijzen in de afgelopen jaren reeds verlaagd met 9,27 % (met ingang van 1 januari 2012) en daarna nog eens met 5 % (per 1 januari 2013). De dalende trend in de woningprijzen zet zich, weliswaar in mindere mate, nog steeds voort. Pas in 2014 wordt een stabilisatie van de woningprijzen verwacht. 9 De ontwikkelingen in de woningmarkt worden nauwlettend gevolgd. Om snel en adequaat in te kunnen spelen op snel wisselende marktomstandigheden is in de Nota Grondbeleid 2013 vastgelegd dat het vaststellen van de grondprijzen is gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde grondwaardemethodiek. Onderzocht wordt nog of we nog wat meer maatwerk kunnen aanbrengen per kern. Daarbij wordt onder andere bekeken of het zogenaamde “Kavelmodel WOZ” van nut kan zijn voor een aan te brengen staffel in de grondprijzen. Over de resultaten daarvan wordt u in de tussentijdse rapportage Medemblik in Control in het najaar 2013 geïnformeerd. Financiële uitgangspunten Algemeen uitgangspunt bij het opstarten van een nieuw bestemmingsplan is een sluitende exploitatie. Met een sluitende exploitatie wordt bedoeld dat alle kosten, zowel voor de bouwkavels als voor de gemeenschapsvoorzieningen (wegen, groen en openbare verlichting), worden gedekt uit de opbrengsten van de te verkopen bouwkavels. Voor dure investeringen waarbij toch een bijzonder gemeentelijk belang is betrokken, kan bij uitzondering worden overwogen om af te zien van een sluitende exploitatie. Voor zover de gemeente bij een woningbouwontwikkeling geen grondpositie inneemt zal in de exploitatie- of samenwerkingsovereenkomst worden bepaald dat gronden met een publieke functie aan de gemeente geleverd dienen te worden. Ook wordt een bijdrage gevraagd ten behoeve van de voorziening bovenwijkse voorzieningen. De financiële risico‟s van realisatie liggen in die gevallen volledig bij de projectontwikkelaars. In de uitvoeringsparagraaf van de structuurvisie is aangegeven hoe omgegaan wordt met het kostenverhaal van de bovenwijkse voorzieningen. Stand van zaken De nu lopende bestemmingsplannen (kaveluitgifte woningbouw vindt gefaseerd plaats) zullen over het algemeen een positief eindresultaat opleveren. Een aantal bestemmingsplannen is in voorbereiding. Daar de gronden in deze plannen door de gemeente in eigendom zijn verworven, is het noodzakelijk om “de projecten” tijdig te exploiteren. Op dit moment zijn er twaalf plannen in exploitatie en veertien in voorbereiding. Daarnaast zijn er plannen in ontwikkeling bij projectontwikkelaars. Zie voor een en ander het navolgende overzicht. Eigen beheer
Eigen beheer
Projectontwikkelaar in exploitatie
Projectontwikkelaar in voorbereiding
Woningbouw (i.e.) 10
Woningbouw (n.n.i.e.) 11
Woningbouw
Woningbouw
Papenveer-Noord Hauwert (wordt afgesloten in 2013)
Nieuwe Veld Abbekerk
Mantelhof Andijk
Vlaar Benningbroek
Tuinstraat-West Hauwert
DEK-terrein Medemblik
Fruittuinen Andijk
De Eendragt Wognum
Ganzenweyd Nibbixwoud
Weeshuis Medemblik
Singershof Andijk
De Gracht Wervershoof
Molenwei-Zuid Sijbekarspel
Tripkouw-Oost II en III Midwoud
Piet Kistemakerstraat Andijk
Burgemeester Schoutenstraat Medemblik
Kluiten-Zuid Opperdoes
De Tegel Wervershoof
Simon Koopmanstraat Wervershoof
Kreeklanden II Wognum
Centrumplan Andijk
Hoek Dirk Bijvoetsweg Onderdijk
9
Bron: Rabobank en Nederlandse Vereniging van Makelaars. i.e. = in exploitatie 11 n.n.i.e. = nog niet in exploitatie 10
PAGINA 72
Eigen beheer
Eigen beheer
Projectontwikkelaar in exploitatie
Projectontwikkelaar in voorbereiding
Project A. Heijn Nibbixwoud Bangert-Zuid Andijk
De Linten Andijk
Waterpark Medemblik
Ganker Nibbixwoud (wordt afgesloten in 2013)
Bloesemgaerde-Noord Wognum
Schepenwijk Medemblik
Bloesemgaerde Wognum PPS
Roskam Abbekerk
Biblio Graaf Florisplein Medemblik
Centrum Westrand Wervershoof PPS
Boogerd Wognum Hieronymus Wognum Moskee Medemblik
Bedrijventerrein (i.e.)
Bedrijventerrein (n.n.i.e.)
Bedrijventerrein
Overspoor Wognum: fase I
Overspoor Wognum: fase II
WFO/ABC Zwaagdijk
Oost II Andijk
Stadtman
Unda Maris II Medemblik
Bedrijventerrein
Businesspark Andijk-Zuid
Grondverkoop Voor 2014 zijn nog geen grondverkopen geraamd. c. resultaten en prognose Prognose De prospectie van de gronden in exploitatie levert een positief geprognosticeerd resultaat op van € 3.911.273,- (zie jaarrekening 2012). Hiervan kunnen in 2013 naar verwachting de volgende winsten worden genomen: Kreeklanden II te Wognum € 1.600.000,Centrum Westrandplan te Wervershoof € 700.000,Papenveer-Noord € 50.000,Ganzeweijd € 130.000,Ganker € 50.000,Totaal € 2.530.000,De opbrengsten en resultaten van deze complexen zijn redelijk zeker. Deze opbrengsten worden toegevoegd aan de Reserve Bouwgrondexploitatie. Daarmee kan deze reserve weer op peil worden gebracht nadat aan deze reserve ondermeer € 2.500.000,- is onttrokken bij de vaststelling van de jaarrekening 2012. In 2014 kan naar verwachting de volgende winstneming worden gedaan: Centrum Westrandplan te Wervershoof € 700.000,Kreeklanden II te Wognum € 200.000,Totaal € 900.000,Ten aanzien van het overige geprognosticeerd resultaat dient te worden vermeld dat in de opbrengsten uitgegaan is van de prognose van de woningbouwplanning. Op dit moment loopt de realisatie van de woningen achter op de woningbouwplanning. Dit zal nog beperkt invloed hebben op de resultaten. Beperkt omdat de boekwaarde van de in exploitatie genomen complexen vrijwel nihil is. De stagnatie van de woningmarkt zal een grotere invloed hebben op de nog niet in exploitatie genomen complexen omdat deze exploitatie pas later aan bod komen en daardoor extra belast worden door (toekomstige) rentebijschrijvingen. Het is onder meer om deze reden dat het niet
PAGINA 73
zinvol is om een per saldo geprognosticeerd positief resultaat van de niet in exploitatie genomen gronden te geven. Van de niet in exploitatie genomen complexen zijn er wel doorrekeningen gemaakt. Het is een wettelijk waarderingsvoorschrift om van de negatieve exploitaties voorzieningen te treffen. Er mag namelijk niet meer worden geactiveerd dan de opbrengsten in de voorziene bestemming. Risico Naast de stagnatie in de woningmarkt is het nieuwe beleid van de provincie (geen woningbouw buiten bestaand gebouwd gebied, tenzij behoefte nadrukkelijk is aangetoond en niet kan worden gebouwd in bestaand bebouwd gebied), ook als een stevig risico aan te merken. Dat speelt in ons grondbedrijf een belangrijke rol omdat we vanuit het verleden nog grote voorraden in ons grondbedrijf hebben, waarvan een groot deel buiten de bebouwde kom ligt. Daarom zijn in 2013 door de gemeenteraad kaders geformuleerd hoe om te gaan met eventuele afwaardering van deze gronden c.q. in welke mate deze afwaardering plaats moet vinden. d. winstneming Winstneming vindt plaats bij complexen die worden afgesloten of complexen waarbij is te voorzien dat winstneming gerechtvaardigd is omdat de opbrengsten zeker zijn en de uitgaven geen verrassingen meer kunnen bevatten. De winstneming wordt gespreid over de jaren van de realisatie. e. beleidsuitgangspunten reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s. In verband met de voortdurende economische recessie vanaf 2009, de demografische ontwikkelingen en de stagnerende verkopen in de woningmarkt is in de nota herijking reserves en voorzieningen 2012 bepaald dat de omvang van de Reserve bouwgrondexploitatie minimaal 20% van de boekwaarde van de gronden dient te zijn. Deze reserve dient als buffer voor risico‟s in de grondexploitatie. Voor de Reserve bovenwijkse voorzieningen is geen minimum of maximum te bepalen. Deze reserve wordt gevoed door omslagbijdragen uit de eigen grondexploitaties. De besteding hiervan is vrij en is (conform alle reserves) aan de gemeenteraad.
PAGINA 74
5. Financiële begroting Dit hoofdstuk gaat in op de actuele stand van de begrotingssaldi 2014 en meerjarenraming 20152017. Vertrekpunt is de kadernota 2014 zoals deze door de gemeenteraad op 4 juli 2013 is vastgesteld. In de tussenliggende maanden hebben zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die meegenomen zijn in deze programmabegroting. Daarnaast lag er een uitdaging van het college om tot een sluitende meerjarenbegroting te komen. In dit hoofdstuk wordt op de verschillende elementen nader ingegaan.
5.1
Financieel beeld programmabegroting en meerjarenraming
De voor u liggende programmabegroting 2014 en meerjarenraming 2015-2017 laat een tekort zien van de in onderstaande tabel opgenomen reeks. In deze cijfers zijn de voorstellen verwerkt zoals opgenomen in de kadernota 2014. We verwijzen u dan ook naar de kadernota 2014 waarin uitgebreid op de diverse onderwerpen ingegaan wordt. In onderstaande tabel wordt het financiële beeld van deze programmabegroting vergeleken met dat van de kadernota 2014. Tabel 5.1: financieel beeld programmabegroting 2014 en kadernota 2014 2014 2015 2016 2017 Actueel financieel beeld -853 -1.619 -1.544 -1.843 Financieel beeld kadernota 2014 -1.208 -1.948 -1.884 -2.409 Verschil
355
329
340
566
In onderstaande tabel worden de verschillen verklaard en vervolgens toegelicht.
Tabel 5.2: verschillenanalyse programmabegroting 2014 en kadernota 2014 Programma Omschrijving 2014 2015 2016 2017 1 Wachtgeld wethouders 67 1 Representatie college -25 -25 -25 -25 3 Bijdrage HHRS HNK 26 26 26 26 6 Huurvergoeding De Weid -25 -25 -25 -25 6 Investeringsbijdrage De Weid 41 6 Subsidieplafond -32 -32 -32 -32 6 Slim besparen 90 135 135 135 8 GGD -25 -25 -25 -25 9 10 10 10 99 99 99 99 Div. Div.
Constructieberekeningen Algemene Uitkering Renteresultaat Storting reserve havens Indexatie loonsom Huur gemeentehuis Verzekeringen Dekking overhead Onderuitputting kapitaallasten Kleine verschillen
25 521 -124 -28 -178 -52 -19 -33 121 72
25 469 -69 -32 -178 -52 -19 -55 142 44
25 477 -39 -37 -178 -52 -19 -61 140 30
25 389 -148 -10 -178 -52 -19 -73 561 -50
Totale verschil
355
329
340
566
Wachtgeld wethouders De wachtgeldverplichtingen van ex-wethouders laat vanaf 2017 een voordeel zien.
PAGINA 75
Representatie college Voor het dekken van de kosten van representatiekosten is structureel meer budget nodig. Bijdrage HHRS HNK De gemeente geeft jaarlijks een vastgestelde bijdrage aan het hoogheemraadschap voor het onderhoud aan gemeentelijke wegen. In de meerjarenbegroting was te bijdrage te hoog geraamd, de bijstelling leidt tot een voordeel. Huurvergoeding De Weid Zwembad de Weid wordt vanaf begin 2013 door vrijwilligers gerund. De huurvergoeding van de exploitant is hiermee komen te vervallen, dit veroorzaakt een nadeel. Investeringsbijdrage De Weid De investeringsbijdrage aan De Weid wordt in 2013 beschikbaar gesteld en gedekt uit beschikbare middelen. In 2014 was ook rekening gehouden met deze bijdrage, de bijstelling leidt tot een voordeel. Subsidieplafond Door diverse bezuinigingsmaatregelen zijn te weinig middelen beschikbaar voor de subsidies vallende onder het subsidieplafond. De bijstelling leidt tot een nadeel. Slim besparen De maatregel uit de bezuinigingsoperatie Slim Besparen „verminderen kapitaallasten door overdracht gemeentelijk eigendom aan verenigingen/stichtingen‟ was nog niet geraamd in de begroting. De bijstelling leidt tot een voordeel. GGD Aan de GGD wordt meer subsidie verstrekt, enerzijds door een bijdrage in de frictiekosten, anderzijds door het raadsbesluit het aantal consultatiebureaus in de gemeente op hetzelfde niveau te houden. Constructieberekening Op de middelen beschikbaar voor het dekken van kosten voor het maken van constructieberekening ontstaat een voordeel. Algemene uitkering In de kadernota 2014 is een inschatting gegeven van nieuwe rijksbezuinigingen die van invloed zijn op het gemeentefonds, er was geen rekening gehouden met voordelen door een mogelijke groei van het gemeentefonds. Uit de meicirculaire 2013 blijkt dat het zogenaamde accres van het gemeentefonds vooral in 2014 toeneemt. Dit heeft een positief effect op de begrotingssaldi van deze programmabegroting en meerjarenraming. Renteresultaat Een actuele berekening is gemaakt van het renteresultaat. Dit resultaat is met name afhankelijk van de omvang van de reserves en voorzieningen en het totaal van de geactiveerde kapitaalgoederen. De actualisatie leidt tot een structureel nadeel. Reserve havens Jaarlijks wordt in de reserves havens een rentevergoeding gestort die gebaseerd is op de omvang van de reserves per begin van het begrotingsjaar. De omvang van de reserves is hoger dan in de oorspronkelijke raming vanuit was gegaan. De bijstelling van deze stortingen leidt tot een nadeel. Indexatie loonsom De gemeenteraad heeft op 4 juli jl. besloten de loonsom te verhogen met 1% ter compensatie van extra kosten door stijging van de pensioenpremie. Deze indexatie leidt tot een structureel nadeel. Huur gemeentehuis Met de huurder van het zuidgebouw zijn huurafspraken gemaakt die leiden dat de raming van de huuropbrengst naar beneden toe moet worden bijgesteld. Dit leidt tot een nadeel.
PAGINA 76
Verzekering Door de verhoging van de assurantiebelasting naar 21% ontstaat een structureel nadeel. Dekking overhead Sinds 2013 wordt de overhead via afdelingsurenplannen verdeeld over de diverse producten. De afdelingsurenplannen 2014 leidt ertoe dat minder uren toegerekend worden aan producten die gedekt worden door inkomsten. Voorbeelden hiervan zijn onder meer de grondexploitaties en riolering. Hierdoor is minder dekking aanwezig voor de ambtelijke kosten, en dit leidt tot een nadeel. Onderuitputting kapitaallasten Een actuele berekening is gemaakt van de kapitaallasten die voortvloeien uit de door de gemeente geactiveerde investeringen. Deze actualisatie leidt tot een structureel voordeel. Kleine verschillen Kleine verschillen tenslotte verklaren het restant van het verschil tussen de begrotingssaldi van deze programmabegroting en meerjarenraming en de stand van de saldi bij de kadernota 2014.
5.2
Nieuw beleid 5.2.1
Voorstellen kadernota 2014
In de kadernota 2014 zijn een aantal voorstellen nieuw beleid gepresenteerd vallende onder de categorie noodzakelijk, niet uitstelbaar en wenselijk nieuw beleid. Deze voorstellen zijn verwerkt in het vorige gepresenteerde begrotingssaldi van deze programmabegroting en meerjarenraming. Onderstaande tabel geeft een overzicht van deze voorstellen nieuw beleid. Voor een nadere toelichting verwijzen we u naar de kadernota 2014. Tabel 5.3: Nieuw beleid 2014 zoals opgenomen in de kadernota 2014. 2014 2015 2016 2017 Noodzakelijk, niet uitstelbaar Schuldhulpverlening -68 -68 -68 -68 Programma onderwijshuisvesting -156 Subsidieregeling archeologisch onderzoek -30 -30 -30 -30 Onderhoudskosten basisregistratie kadaster -20 -20 -20 -20 Informatiebeveiliging, DigiD/audit -12 -12 -12 -12 Subtotaal -286 -130 -130 -130 Wenselijk Onderzoek inzameling huisvuil Jongerencentrum Andijk Zwembad De Zeehoek Subtotaal
-15 -35 p.m. -50
-25 p.m. -25
-25 p.m. -25
25 p.m. -25
Totaal nieuw beleid kadernota 2014
-336
-155
-155
-155
Overigens zijn de aanvragen die gedaan zijn vanuit het programma onderwijshuisvesting opnieuw tegen het licht gehouden, dit leidt tot een kleine aanpassing. Voor de volledigheid verwijzen we u naar paragraaf 5 van dit hoofdstuk waarin wordt voorgesteld om de aanvragen nieuw beleid vallend onder de categorie wenselijk niet te honoreren.
PAGINA 77
5.2.2 Regionalisering brandweer In de kadernota 2014 is aangegeven dat de voorbereidings- en frictiekosten van de regionalisering van de brandweer voor de gemeente Medemblik uit zouden komen op € 345.000,-. Dit was gebaseerd op een bedrag van € 8,- per inwoner. In de Algemeen bestuursvergadering van 5 juli 2013 heeft het Algemeen bestuur besloten deze voorbereidingskosten vooruit te schuiven tot na de regionalisering van de brandweer (1 januari 2015) en om vervolgens deze kosten in 5 jaar af te schrijven. De veiligheidsregio verwacht deze kosten door efficiencymaatregelen in 5 jaar terug te verdienen. De in 2014 geraamde middelen kunnen hiermee komen te vervallen.
Tabel 5.4: Aanpassing eenmalige oprichtingskosten brandweer 2014 2015 2016 2017 Actueel financieel beeld -853 -1.619 -1.544 -1.843 Regionalisering brandweer 345 Aangepast financieel beeld
-508
-1.619
-1.544
-1.843
5.2.3 Voorstellen Nieuw beleid kadernota 2014 In deze paragraaf worden de voorstellen nieuw beleid toegelicht die nog niet verwerkt zijn in de programmabegroting 2014 en meerjarenraming maar die wel vragen om beschikbaarstelling van aanvullende middelen. De voorstellen vloeien enerzijds voort uit een aantal raadsbesluiten en anderzijds uit een aantal recente ontwikkelingen. Tabel 5.5: Aanvullende voorstellen nieuw beleid 2014 – 2017 2014 2015 Actueel financieel beeld -508 -1.619 Servicepunt Andijk -25 Exploitatietekort Oosterbegraafplaats Andijk -4 -5 Ipads gemeenteraads- en commissieleden -56 -7 Frictiekosten bibliotheek -145 -132 Tijdelijke formatie sociale zaken -168 Formatie mobiliteitsbureau -20 -20
2016 -1.544 -5 -7 -20
2017 -1.843 -5 -7 -20
Subtotaal nieuw beleid
-418
-164
-32
-32
Financieel beeld (incl. nieuw beleid)
-926
-1.783
-1.576
-1.875
Servicepunt Andijk De gemeenteraad heeft op 6 juni 2013 besloten om het servicepunt in Andijk een jaar langer open te houden, tot 1 januari 2015. Exploitatietekort Oosterbegraafplaats Andijk De gemeenteraad heeft besloten gronden aan te kopen voor de uitbreiding van de Oosterbegraafplaats in Andijk. Daarbij heeft de gemeenteraad besloten dat het voorziene exploitatietekort gedekt dient te worden uit de algemene middelen en verwerkt in de programmabegroting 2014 en meerjarenraming 2015-2017. De gemeenteraad heeft het college als opdracht gegeven dat een kostendekkende exploitatie moet worden bereikt.
PAGINA 78
Ipads gemeenteraad- en commissieleden De gemeenteraad heeft medio 2012 besloten bij de eerste aanschaf van Ipads voor commissie en raadsleden om een afschrijvingstermijn te hanteren die gelijkloopt met de raadsperiode, dus tot maart 2014. Afgesproken is dat de raads- en commissieleden de door hen gebruikte tablet om niet kunnen behouden. Dit betekent dat na de verkiezingen in maart 2014 voor alle raads- en commissieleden nieuwe Ipads aangeschaft dienen te worden. De structurele lasten bedragen afgerond € 7.000,-. Frictiekosten bibliotheek De gemeenteraad heeft diverse besluiten genomen om de bijdrage aan de bibliotheken structureel te verlagen met € 250.000,-. De bibliotheek heeft haar begroting voor 2013 en 2014 aangepast aan deze bezuinigingsopdrachten. Om de bezuinigingen structureel door te voeren moet de bibliotheek een aantal aanpassingen doorvoeren. Deze aanpassingen betreffen de afbouw en ombouw van de huidige huisvesting en het terugbrengen van de huidige formatie (sociaal plan). Met het realiseren van deze veranderingen zijn eenmalige frictiekosten gemoeid. De frictiekosten voor de afbouw van een deel van de huidige huisvesting en de ombouw naar voordeligere locaties worden geraamd op maximaal € 182.120,- voor Medemblik. De frictiekosten voor het sociaal plan zijn een regionale aangelegenheid. Van de totale € 325.000,frictiekosten voor het sociaal plan komt maximaal € 95.000,- voor rekening van de gemeente Medemblik. Het totaal aan frictiekosten kan nog naar beneden toe worden bijgesteld afhankelijk van onderhandelingen over de huisvesting in De Bloesem. Tijdelijke formatie sociale zaken Als gevolg van de economische situatie wordt in toenemende mate een beroep gedaan op de Wet werk en bijstand. Hierdoor nemen de aanvragen voor levensonderhoud en bijzondere bijstand, maar ook het aantal (naar werk) te begeleiden klanten toe. Deze toename is binnen de huidige formatie niet op te vangen, waardoor achterstanden ontstaan en de rechtmatigheid van de verstrekte uitkeringen niet gewaarborgd kan worden. Om alle werkzaamheden uit te kunnen voeren is een tijdelijke uitbreiding van de formatie inkomensconsulenten met 1,1 fte nodig. Het uitkeringsbestand heeft op dit moment een omvang van ongeveer 420 cliënten. Door reintegratie wordt getracht zoveel mogelijk uitkeringsgerechtigden te laten uitstromen. Voor de uitvoering van re-integratie is 2,8 fte beschikbaar (norm is 100 klanten per fte). Op basis van het totaal aantal uitkeringsgerechtigden van ruim 400 is er op basis van deze norm een tekort van 1,2 fte. Aangezien er op korte termijn geen verandering te verwachten is in de financieel-economische situatie en op korte termijn geen grote daling van het aantal uitkeringsgerechtigden wordt voorzien, wordt een tijdelijke uitbreiding van de formatie voorgesteld van 1 fte in 2014. In beide gevallen wordt met het oog op de komst van de Werkorganisatie in 2015, gekozen voor een tijdelijke uitbreiding. Formatie mobiliteitsbureau Het mobiliteitsbureau draagt bij aan: - Het bevorderen van mobiliteit bij medewerkers: a) mogelijkheden en faciliteiten bieden aan medewerkers die zich binnen of buiten onze organisatie willen ontwikkelen, een nieuwe uitdaging willen aangaan en eigen kansen op de arbeidsmarkt willen vergroten. b) het promoten en aanjagen van mobiliteitsdenken in onze organisatie. - Een procesgerichte organisatie door LEAN: het herplaatsen van personele capaciteit die bijvoorbeeld vrijkomt door LEAN. - Een flexibele organisatie die zich eenvoudig laat voegen naar de veranderende vraag. - Een gerichte sturing op externe inhuur: het uitgangspunt is dat alle inhuurvragen, ongeacht waar de budgetten zijn ondergebracht, eerst worden uitgezet bij het mobiliteitsbureau. Alleen als het mobiliteitsbureau niet in de aanvraag kan voorzien, is externe inhuur toegestaan. Hierdoor verminderen de uitgaven voor inhuur en krijgen de eigen collega‟s meer kansen. - Uitvoering in regioverband (Westfriese gemeenten / SW West-Friesland). - Goed werkgeverschap: binding en uitdaging bieden aan medewerkers om onze aantrekkelijkheid als werkgever te vergroten en vergroten arbeidsmotivatie en bredere inzetbaarheid. De taken van de administratief medewerker mobiliteit kunnen niet binnen de bestaande formatie worden opgevangen. De extra kosten bedragen structureel € 40.000,-, hiervan wordt de helft binnen de loonsom gedekt.
PAGINA 79
5.3
Amendementen en moties
De gemeenteraad heeft bij de vaststelling van de kadernota 2014 een aantal moties en amendementen vastgesteld. In deze paragraaf wordt aangegeven op welke wijze het college uitvoering geeft aan deze raadsbesluiten. Aan het einde van deze paragraaf is een tabel opgenomen waarin aangegeven wordt welke financiële consequenties hieruit voortvloeien. Allereerst volgt een tabel waarin wordt aangegeven welke besluiten de gemeenteraad heeft genomen: Tabel 5.6: overzicht amendementen en moties kadernota 2014 Titel Besluit Toelichting a. Nullijn amendement - De belastingtarieven bevriezen op het niveau van 2013. belastingtarieven b. Investeringen amendement - Het investeringplan te verlagen met € 250.000,- in 2014 oplopend tot € 580.000,- in 2017. - Hierdoor dient o.a. € 250.000,- ruimte te ontstaan voor het afboeken restant boekwaarden van investeringen maatschappelijk nut. c. Loon- en amendement - De budgetten 2014 niet te compenseren voor prijscompensatie prijsstijgingen. d. Havens motie - De exploitatie van de gemeentelijke havens kostendekkend te maken. - De reserves havens te gebruiken voor groot onderhoud gemeentelijke havens, inclusief bruggen en sluis, exclusief de Pekelharinghaven. e. Minima motie - De belangen van de minima te behartigen bij alle onderhandelingen over nieuwe samenwerkingsverbanden. f. OZB motie - De OZB niet te verhogen. g. Inhuur motie - Een besparing door te voeren van 5% op aanbestedingen en externe inhuur. h. Watersport motie - Met een evenwichtig dekkingsplan te komen van Medemblik Watersportgemeente. i. ISCM motie - Met een nieuwe voorstel te komen voor investeringen in het ISCM waarin de bijdrage van de gemeente aanzienlijk is verminderd. a. Nullijn belastingen Het college heeft conform dit besluit geen verhoging van de belastingopbrengsten geraamd. Dit betekent dat een verhoging van de belastingsopbrengsten niet aan de orde is, ook niet als maatregel om het gepresenteerde begrotingstekort te verminderen. Zoals aangegeven in de paragraaf lokale heffingen geldt dit niet voor de zogenaamde bestemmingsheffingen, zoals afvalstoffenheffing en rioolheffing. De gemeenteraad hanteert hiervoor als beleidsuitgangspunt dat deze tarieven kostendekkend zijn. b. Investeringen Vanwege de negatieve begrotingssaldi gepresenteerd in de eerste paragraaf van dit hoofdstuk stelt het college voor om in afwijking van het door de gemeenteraad aangenomen besluit het volgende voor: - Het bestedingsvoorstel investeringen maatschappelijk nut aan te passen waardoor structureel € 250.000,- ruimte overblijft op de middelen die in de meerjarenbegroting beschikbaar zijn voor investeringen maatschappelijk nut (IMN). - Alleen in 2014 hiervan af te wijken en wel de volledige middelen beschikbaar te stellen en deze te besteden aan groot onderhoud aan de bruggen in de kernen Wervershoof en Andijk en aan maatregelen voortvloeiende uit het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan. - Het bestedingsvoorstel uit de kadernota 2014 als volgt aan te passen:
PAGINA 80
Tabel 5.7: bestedingsvoorstel middelen investeringen maatschappelijk nut 2014-2017 2014 2015 2016 2017 Beschikbare middelen IMN 753 503 503 503 Bestedingsvoorstel: Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan Groot onderhoud bruggen Openbare verlichting Masterplan Watersportgemeente/ baggeren en beschoeiingen Kunstwerken Totaal bestedingsvoorstel Totaal -
-
-213 -540 -
-237
-237
-237
-160
-160
-160
-
-100 -6
-100 -6
-100 -6
-753
-503
-503
-503
-
-
-
-
In afwijking op het raadsbesluit stelt het college voor om de resterende boekwaarden maatschappelijk nut (ongeveer € 1,8 mln.) ineens in af te boeken ten laste van de algemene reserve. Hierdoor ontstaat een structureel voordeel van € 115.000,- welke ingezet kan worden voor het terugdringen van de negatieve begrotingssaldi. Het college stelt voor in de jaren 2014 en 2015 geen extra middelen beschikbaar te stellen voor de gemeentelijke havens. Het college stelt voor om geen extra middelen beschikbaar te stellen voor archeologisch onderzoek.
In paragraaf 5.7 wordt een overzicht gegeven van de in deze programmabegroting opgenomen investeringen. c. Loon- en prijscompensatie Conform raadsbesluit van 4 juli 2013 zijn de middelen niet gecompenseerd voor prijsstijgingen. Alleen de budgetten die beschikbaar zijn voor het dekken van salariskosten zijn verhoogd met 1%, ook het gedeelte van de budgetten beschikbaar voor gemeenschappelijke regelingen zijn verhoogd met 0,25% ter compensatie van loonstijgingen. Exploitatiebudgetten Gevolg van dit besluit is dat opnieuw gekozen is te bezuinigen op diverse exploitatiebudgetten. De werkelijke inflatie in 2013 is gemiddeld bijna 3%, de budgetten zijn in 2013 slechts met 1,5% hiervoor gecompenseerd, dit betekent dat een gedeelte van de prijsstijgingen niet gecompenseerd is in een verhoging van het budget. In 2014 wordt een inflatie van 2% verwacht, ook deze stijging moet binnen het beschikbare budget worden opgevangen. Gemeenschappelijke regelingen Het college heeft niet de mogelijkheid om het amendement uit te voeren ten aanzien van de gemeenschappelijke regelingen. De gemeenteraad heeft in juni 2013 alle voorhanden zijnde begrotingen 2014 van de Gemeenschappelijke Regelingen behandeld. Met uitzondering van het Westfries Archief zijn geen zienswijze uitgebracht omdat ze voldeden aan de in juni 2012 door de gemeenteraad vastgestelde Uitgangspunten Gemeenschappelijke Regelingen. Volgens deze uitgangspunten betekent dit voor 2014 0,25% looncompensatie en 1,5% prijscompensatie. De begrotingen zijn door de desbetreffende algemene besturen vastgesteld en daarmee zijn de gemeentelijke bijdragen 2014 definitief. De mogelijkheid bestaat om de in juni 2012 vastgestelde Uitgangspunten Gemeenschappelijke Regelingen in regionaal verband te heroverwegen. Uitkomsten hiervan kunnen dan vanaf de begroting 2015 meegenomen worden. Consequenties nu is dat vanaf 2014 een structureel tekort van ongeveer € 10.000,- ontstaat op de middelen die beschikbaar zijn voor de bijdrage aan de gemeenschappelijke regelingen voor het gedeelte dat beschikbaar wordt gesteld voor exploitatie.
PAGINA 81
d. Havens De motie van de gemeenteraad is in tweeën te splitsen: Kostendekkende exploitatie De gemeenteraad is in augustus 2013 via een informatienota en themabijeenkomst geïnformeerd over het havenbeheer. Een aantal mogelijkheden zijn genoemd om tot een kostendekkende exploitatie te komen. Gedacht kan worden aan privatisering van de jachthavens, eventueel inclusief onderdelen van de openbare ruimte zoals brug en sluis. Verschillende opties worden inmiddels onderzocht waarbij de verwachting is dat dit mogelijk aanzienlijke voordelen kan opleveren. Tot het moment van eventuele afstoting wordt in stappen het ligplaatsengeld verhoogd, aangezien een deel van de gemeentelijke ligplaatsen momenteel niet marktconform is geprijsd. Eventuele privatisering heeft een aantal gevolgen zoals ingrijpende consequenties voor het personeel en minder beleidsvrijheid van de gemeente. Daar staat tegenover een verlaging van de beheerskosten en mogelijk een eenmalige verkoopopbrengst van de havens. Groot onderhoud De reserve groot onderhoud havens wordt gebruikt voor het groot onderhoud van de gemeentelijke havens, inclusief bruggen en sluis maar ook inclusief het groot onderhoud van de Pekelharinghaven. Wanneer de reserve hiervoor niet gebruikt kan worden moeten de kosten worden gedekt uit de algemene middelen. De structurele financiële ruimte van de gemeente is echter onvoldoende om deze lasten te dekken. Daarnaast pleit het college ervoor dat met alle gemeentelijke havens (inclusief de Pekelharinghaven) op een eenduidige wijze wordt omgegaan, met andere woorden groot onderhoud wordt ten laste gebracht van de hiervoor aanwezige reserve, inclusief het groot onderhoud van de Pekelharinghaven. Onder meer vanwege het sluitend maken van deze meerjarenbegroting stelt het college voor om de extra toevoegingen aan de havens te temporiseren waardoor in de begrotingsjaren 2014 en 2015 deze extra financiële impuls nog niet plaats gaat vinden. Verder verwijzen we u naar het beheerplan Gemeentelijke Havens Medemblik 2013 welke u in het derde kwartaal 2013 heeft ontvangen. e. Minima Het college zal bij de betreffende onderhandelingen de belangen van de minima steeds in ogenschouw blijven nemen. Bij de uitvoering van de Participatiewet nemen wij de wettelijke uitgangspunten en hoe de gemeente/Werkorganisatie daar invulling aan wil geven als basis: iedereen actief en werken naar vermogen. f. OZB Zie ook onder a. Het college heeft conform raadsbesluit geen verhoging van de belastingopbrengsten geraamd. Dit betekent dat een verhoging van de belastingopbrengsten niet aan de orde is, ook niet als maatregel om het gepresenteerde begrotingstekort te verminderen. g. Inhuur Uit het verbeterplan Inkoop blijkt dat structureel € 150.000,- bespaard kan worden op inkoop & aanbesteding. Dit voordeel kan mede worden bereikt door een nog op te starten traject Europese aanbestedingen inhuur. Dit voordeel komt bovenop een al opgenomen structurele besparing van € 190.000,- die voor € 143.000,- al is ingevuld. h. Watersport Per maatregel uit het uitvoeringsprogramma hanteert het college reeds een afweging op basis van kosten en baten. Dit is gedaan voor bijvoorbeeld de samenstelling van de top-10 maatregelen in het vaarroutenetwerk. Een integraal dekkingsplan waar de gemeenteraad om verzoekt was onderdeel van het masterplan dat door de gemeenteraad is vastgesteld. Verfijning en actualisatie van dit dekkingsplan vergt een nieuwe maatschappelijke kosten-baten studie. Deze studie meet effecten van gedane en voorgenomen investeringen en drukt de effecten uit in financieel-maatschappelijke baten. De kosten voor het opstellen van een dekkingsplan met daarin een integraal en actueel beeld van de verhouding tussen kosten en baten, bedraagt ongeveer € 10.000,- € 15.000,-. Deze kosten gaan af van de (zeer beperkt) beschikbare gelden voor uitvoering.
PAGINA 82
Het uitvoeren van de motie betekent het volgende: - Het uitdrukken van effecten van bijvoorbeeld marketing en het doorvaarbaar maken en uitzetten van routes in harde euro‟s is niet altijd gemakkelijk en betrouwbaar te onderzoeken. Dit omdat bewezen effect relaties soms ontbreken. Het risico bestaat dan ook dat een dekkingplan een inzicht verschaft dat niet geheel past op de werkelijkheid. - Bepaalde investeringen (zoals in de marketing en promotie) gaan pas renderen naar verloop van tijd. Voortijdige beëindiging of marginale uitvoering maakt dat geen of verminderde opbrengst genoten kan worden van gedane investeringen en campagnes. - Er zijn nog geen financiële verplichtingen voor de komende jaren aangegaan, dit beperkt directe financiële risico‟s t.g.v. eventuele bijsturingen in de programmauitvoering. - Er zijn verwachtingen bij met name de ondernemers over het langjarige investeringsprogramma. Wederom een neerwaarste bijstelling tast de geloofwaardigheid van de gemeentelijke ambitie met betrekking tot de waterrecreatie verder aan. Het alternatief is dat het college vasthoudt aan de visie zoals die in het masterplan is opgenomen, zich houdt aan het budget dat beschikbaar is en vertrouwd op de langjarige effectiviteit van de maatregelen die onder andere in samenspraak met de ondernemers zijn ontwikkeld. Door middel van een tussentijdse evaluatie onder de doelgroepen van de het masterplan in 2015 kan ook inzicht verworven worden in het effect van het masterplan. Een dergelijke evaluatie is gemakkelijker (en veel goedkoper) uit te voeren en biedt ook goede informatie over de effecten van maatregelen. Bovendien biedt een dergelijke evaluatie ruimte voor suggesties en aanbevelingen vanuit de doelgroepen, die gebruikt kunnen worden voor bijsturing van de uitvoering. i. ISCM Naar aanleiding van de raadsmotie aangaande het ISCM is het college doende de bijdrage van de gemeente te verlagen en de bijdragen van derden te verhogen. Samen met het Watersportverbond is er een beroep gedaan op de provincie voor subsidiemogelijkheden en een eenmalige bijdrage voor topsportaccomodaties met een internationale uitstraling. Ook is het ISCM bezig met een sponsorpakket voor het regionale bedrijfsleven. In de loop van oktober moet het perspectief op bijdragen derden duidelijk worden. Aan de hand hiervan kan het college samen met het ISCM een definitief financieel overzicht opstellen en aan de gemeenteraad voorleggen. Vooruitlopend hierop worden de gevraagde bijdrage vooralsnog p.m. geraamd. Een en ander laat onverlet dat de financiële exploitatie van het ISCM steun behoeft om haar toekomst veilig te stellen. Tabel 5.8: overzicht financiële gevolgen amendementen en moties kadernota 2014 2014 2015 2016 Financieel beeld (incl. nieuw beleid) -926 -1.783 -1.576 a. Nullijn belastingen nihil nihil nihil b. Investeringen maatschappelijk nut Voordeel middelen IMN 250 250 Voordeel afboeken boekwaarden IMN 115 115 115 Nieuw beleid subsidieregeling archeologisch onderzoek 30 30 30 Temporiseren extra middelen havens 250 350 g. Inkoop en aanbesteding 150 150 150 Totaal amendementen en moties Financieel beeld (incl. amendementen en moties)
2017 -1.875 nihil 250 115 30 150
545
895
545
545
-381
-888
-1.031
-1.330
PAGINA 83
5.4
Kerntakendiscussie
In het eerste halfjaar 2013 is onder begeleiding van externen in de gemeente Medemblik een kerntakendiscussie gehouden. Uiteindelijke doel is dat de gemeenteraad de kerntaken (hoofddoelen) van de gemeente vaststelt. Hiervan afgeleid is een pakket aan maatregelen die moet leiden tot een bezuiniging en daarmee tot een meer sluitende meerjarenbegroting. Dit pakket was van prioriteit voorzien (groen/oranje/rood) op basis van een stemming onder individuele gemeenteraadsleden. De diverse voorstellen zijn gebaseerd op (grove) aannames, een verdere uitwerking door het college moest nog plaatsvinden. Om tot een reële meerjarenbegroting te komen zijn alle voorstellen op haalbaarheid beoordeeld, mede om te kunnen bepalen in hoeverre deze kunnen bijdragen aan het dekkingsplan van deze programmabegroting 2014 en meerjarenraming 2015-2017. Het college stelt voor conform afspraak met de gemeenteraad de volgende maatregelen door te voeren, met als doel een structureel sluitende meerjarenbegroting aan te bieden: Tabel 5.9: voorstellen kerntakendiscussie 2014 -381
2015 -888
2016 -1.031
2017 -1.330
50 50 10 9 25 -100
75 50 10 9 1 50 75 100 -100
100 100 125 10 41 1 100 75 150 -100
150 100 150 10 41 1 175 75 150 -100
44
270
602
752
Oranje voorstellen: Crisiskorting op wegbeheer Subsidieverstrekking Bibliotheek Openbaar groen WMO poort Overheadtoerekening Niet doorgaan met investering DAN Precariorechten
160 40 -
160 50 80 35 10
160 100 150 75 35 20
160 164 200 100 35 30
Subtotaal oranje voorstellen
200
335
540
689
5 -
5 -
5 -
5 -
Financieel beeld (incl. amendementen en moties) Groene voorstellen: Havens Toeristenbelasting Begraafplaatsen Leerlingenvervoer GGD/CJG WMO vervoer Digitale afhandeling telefoongesprekken Gemeentehuis uitsluitend open op afspraak Uittreden uit HVC Markten Muziekschool Speelvoorziening Diftar Sport ombouwen naar subsidie jeugdsport Subsidie vrijwilligersondersteuning Subtotaal groene voorstellen
Rode voorstellen: Vegen wegen Sluiting servicepunt Andijk Betaald parkeren GGD/CJG Speelvoorzieningen
PAGINA 84
Beëindiging subsidie schouwburg Hoorn OZB 10% OZB 10% Openbaar groen Sport ombouwen naar subsidie jeugd Op orde zijn bestemmingsplannen Aframen uren grondbedrijfuren Subtotaal rode voorstellen Totaal voorstellen KTD Financieel beeld (incl. voorstellen KTD)
2014 -
2015 -
2016 -
2017 -
5
5
5
5
249
610
1.147
1.446
-132
-278
116
116
Hierna worden deze voorstellen nader toegelicht. Havens Enerzijds is er de aangegeven besparing op de exploitatie van de havens, waardoor – bij de huidige dekkingsvariant - de havenreserve minder wordt belast. Anderzijds wordt gewerkt aan een voorstel voor het omgaan met de havenreserve, waarbij voor de instandhouding van de reserve voorstellen worden gedaan in de vorm van een gedeeltelijke hersteloperatie voor eerdere onttrekkingen uit de reserves. Ook komt er een voorstel voor de ten laste van de reserve te brengen kostensoorten. Daarnaast wordt voorgesteld de havenreserve structureel te compenseren uit de algemene middelen, mede ter compensatie van de inbreng van de kades rond de Pekelharinghaven. Doel blijft het bieden van aantrekkelijke havens voor de ligplaatshouders en passanten, alsook meerwaarde voor ondernemend Medemblik. De reserve wordt ingezet voor het aanvankelijke instandhoudingdoel voor water en waterkering. Toeristenbelasting Gezocht is naar evenwicht in opbrengstoptimalisatie, marktpositie en uitbreiding van het aantal toeristen. Begraafplaatsen De overdracht van onderhoud naar de gemeenschap kent in deze fase grote onzekerheid. Daarnaast wordt er in de voorstellen vanuit de kerntakendiscussie uitgegaan van te hoge besparingsmogelijkheden t.o.v. het huidige uitvoeringbudget voor de 17 gemeentelijke begraafplaatsen. Het overleg met de gemeenschap wordt wel aangegaan. In deze fase willen we inzetten op: - Verantwoorde verhoging van de tarieven voor de Lijkbezorgingrechten (afstemming regio). - Uitbreiding van de mogelijkheden voor as-bestemming, uitgifteduur, gedenktekens en reserveren (bij voldoende ruimte) op de begraafplaatsen. - Actief ruimen van graven zonder grafrechten. - Geen grondaankopen voor uitbreiding. - Besparing/optimaliseren onderhoud van de huidige uitbreidingsruimte. - Actief overleggen met uitvaartverenigingen, stichtingen, ondernemers, kerkgenootschappen en kernraden over uitbesteding. Leerlingenvervoer Het voorstel uit de kerntakendiscussie om leerlingenvervoer gedeeltelijk uit te laten voeren via een vrijwilligersvervoersvoorziening, blijkt in de praktijk toch niet haalbaar. Enkele gemeenten hebben hiermee geëxperimenteerd: de strakke schooltijden zijn moeilijk haalbaar én de doelgroep vraagt hechting aan vaste begeleiders. Aan alternatieve besparingen, zoals ouders stimuleren meer zelf of met hun omgeving op te lossen, wordt gewerkt. Deze besparing is gedeeltelijk al ingeboekt voor Herijking Welzijnsbeleid, de verwachting is dat dit beleid op termijn tot grotere besparing kan leiden.
PAGINA 85
GGD/CJG Het in de kerntakendiscussie genoemde besparingspotentieel is gebaseerd op een vergelijking van budgetten openbare gezondheidszorg in de begrotingen van diverse gemeenten. Die blijken onvergelijkbaar, omdat gemeenten verschillende posten als huisvestingskosten en wmo-budgetten wel of niet hieronder boeken. In 2014 verwachten we een werkbare benchmark, op basis waarvan we dan kunnen vergelijken of onze GGD duur of juist goedkoop opereert. Een extra taakstelling, bovenop de bestaande taakstellingen, leidt tot een beperking van preventieve en gedeeltelijk wettelijke taken. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt juist dat deze preventie tot hoge besparing leidt aan curatieve kosten in de jeugdzorg. Omdat de jeugdzorg gemeentelijke verantwoordelijkheid wordt, kan besparing op preventie door de GGD leiden tot hogere kosten op de jeugdzorg. De huidige taakstelling zet de bedrijfsvoering van de GGD nu al onder druk. De verwachting is dat aanvullende taakstellingen weinig draagvlak krijgen binnen de GR op dit moment. Het college adviseert om eerst de uitkomst van de benchmark af te wachten alvorens binnen de GR te pleiten voor een aanvullende taakstelling. WMO-vervoer Ook voor het WMO-vervoer (net als bij leerlingenvervoer) hebben de experimenten met vrijwilligersvervoer onvoldoende opgeleverd. Alternatief is om iedereen met recht op WMO-vervoer opnieuw te indiceren. De verwachting is dat voor 2011 ruimhartiger is geïndiceerd, opnieuw indiceren leidt tot een kleine besparing. Digitale afhandeling telefoongesprekken Medemblik heeft meteen bij de fusie gekozen voor een integraal Klantcontactcentrum (KCC). Hierbij beantwoordt het callcenter medio 2013 al 50% en vanaf 2015 80% van de klantvragen direct, zonder de inzet van de backoffice. Dit is mogelijk door de investeringen op ICT. Omdat het callcenter efficiënter én goedkoper werkt hebben we hiervoor al een besparing ingeboekt van € 150.000 (ten gunste van de taakstelling digitaal werken). Invoering van het voorstel telefoontjes via digitale afhandeling direct naar backoffice te sturen, leidt daar tot veel verstoringen en zou de besparing door KCC-vorming te niet doen en vindt het college daarom niet uitvoerbaar. Gemeentehuis uitsluitend open op afspraak Via digitalisering van onze producten maken we het inwoners zo gemakkelijk mogelijk om zaken vanuit huis te regelen. Een digitale overheid is een toekomstbestendige overheid. In de digitalisering investeren rijk en gemeenten fors. Eén op één contact met inwoners doen we alleen als het niet anders kan, of wanneer dat echt efficiënter is. We verminderen onze investeringen in kanalen zoals de balie en telefoon. Dat betekent minder en/of op afspraak bereikbaar op deze kanalen én dat we het gebruik van deze kanalen zoveel mogelijk gaan terugdringen. Te beginnen met sluiting op vrijdagmiddag. Tariefdifferentiatie (balieproducten iets duurder, digitale producten iets goedkoper) is een optie die vanuit legesregelgeving verantwoord is. Uittreden uit HVC Het contract tussen gemeente en HVC loopt tot 2017. Daarnaast moet worden onderzocht wat de gevolgen zijn op het moment van eventuele uittreding. In de onderbouwing van dit onderdeel van de kerntakendiscussie, namelijk uittreding, is genoemd de in vergelijking met andere gemeenten hoge kosten van afvalinzameling en verwerking. Als oplossing is vermeld: uittreden. Besparing kan op meerdere manieren worden bewerkstelligd. Het college wil zeker ook de optie onderzoeken van beperking van de kosten van inzameling en verwerking door de HVC. Markten Naast de realisatie van de besparing werkt het college aan verbetering van de kwaliteit van de markt, als onderdeel van toerismeontwikkeling en een aantrekkelijke woonomgeving. Muziekschool Via muziekonderwijs op scholen wil het college alle kinderen kennis laten maken met het maken van muziek en het bespelen van een instrument. Door deze maatregel vindt het college het stoppen van muziekonderwijs via muziekscholen verantwoord.
PAGINA 86
Speelvoorzieningen Door een beroep te doen op de inwoners om zelf meer te investeren in het onderhoud van de speelvoorzieningen, kan de gemeente besparen op onderhoud. Waar deze inzet niet van de grond komt, kan besparing gerealiseerd worden door vermindering van het aantal speelvoorzieningen. Dit laatste is nodig omdat de gemeente aansprakelijk blijft voor de veiligheid van de voorzieningen. Diftar Bij de overgang van CAW naar HVC is de wijze van inzameling en kostenverdeling – waaronder Diftar - aan de orde geweest. Binnen de kerntakendiscussie wordt de wijze van doorberekening van de inzamelingskosten opnieuw aan de orde gesteld. Uitgangspunt is dat voorafgaande aan een nieuwe contractperiode, de toepassing van Diftar opnieuw wordt afgewogen. Sport ombouwen naar subsidie naar jeugdsport Het stimuleren van sporten door de jeugd en kwetsbare inwoners (minima en mensen met een beperking) is een kerntaak van de gemeente. Historisch is er een situatie gegroeid waarbij de overheid veel investeert in sommige sporten en andere sporten commercieel geëxploiteerd worden (denk aan fitness, paardrijden, ballet, etc.). Door voor volwassenen minder intensief bij te dragen en een grote verantwoordelijkheid van de verenigingen te vragen voor het onderhoud van de voorzieningen, zullen contributies stijgen en zullen zij andere bronnen van inkomsten moeten zoeken om de exploitatie rond te krijgen. De vraag is of alle verenigingen (zelfstandig) hun exploitatie rond kunnen krijgen. Het fuseren of stoppen van verenigingen is niet uit te sluiten. Ook is er een risico dat het beheer van de voorzieningen niet voldoende gebeurd. Het is niet te voorzien of dat risico bij de gemeente gelegd kan worden. Subsidie vrijwilligersondersteuning Het welzijnsbeleid nieuwe stijl legt een grote verantwoordelijkheid bij vrijwilligers en mantelzorgers. Zij verdienen extra aandacht en ondersteuning zodat zij hun veerkracht behouden. Deze groepen zijn essentieel voor een toekomstendige zorg- en ondersteuningsstructuur. Crisiskorting op wegbeheer De voorgestelde korting komt bovenop een reeds te realiseren besparing op het wegbeheer. Langdurig onvoldoende onderhoud leidt op langere termijn tot schade aan het wegdek, waarvoor groot onderhoud noodzakelijk wordt en per saldo leidt tot hogere gemiddelde onderhoudskosten. Los daarvan komt de veiligheid in het geding en daarmee lopen de risico‟s ontoelaatbaar op. Er wordt wel een crisiskorting voorgesteld, maar binnen de risicogrenzen. Subsidieverstrekking Het uitvoeren van deze maatregel betekent dat de subsidies op onder meer jeugdactiviteiten (jongerenverenigingen, -centra, -projecten), ouderenactiviteiten (wijksteunpunten, open tafels etc.), cultuur (fanfares, theater, zangverenigingen etc.) en sportverenigingen komen te vervallen. Verenigingen zullen andere inkomsten moeten genereren en veelal over (moeten) gaan tot forse contributieverhogingen. Het is niet te voorspellen hoeveel activiteiten en verenigingen zonder subsidie door kunnen gaan. Voorstel is om de invulling van de verlaging te betrekken bij het onderzoek in 2014 naar activiteitensubsidies en de betrokkenen bij de uitwerking te betrekken. Bibliotheek De omvang van het tekort op de begroting noodzaakt het college ook een verdere korting op het bibliotheekwerk te betrekken bij het dekkingsvoorstel. Dit is lastig, omdat de uitwerking van de eerdere kortingen nog gaande is. De extra voorgestelde korting is € 100.000,- per 2016 en € 200.000 per 2017. De voorgestelde aanvullende bezuiniging kan als consequentie hebben dat de faciliteiten en diensten van de hoofdvestiging worden ingeperkt, het aantal bibliotheekpunten en biebclubs afneemt en dat de fysieke dienstverlening versobert. De digitalisering binnen het bibliotheekwerk zet echter gestaag door. Deze digitaliseringslag wordt versneld door de inwerkingtreding van de nieuwe bibliotheekwet per 2015. Door de doorontwikkeling van de digitalisering binnen het bibliotheekwerk, is het in de nabije toekomst mogelijk om met minder middelen en minder fysieke locaties het bibliotheekwerk toch toegankelijk te houden voor de inwoners van Medemblik. De extra bezuiniging zou ook kunnen betekenen dat de huidige bibliotheek op termijn niet meer zelfstandig kan functioneren en dat onderzoek naar andere opties noodzakelijk is.
PAGINA 87
Openbaar groen Recent is het groenstructuur en beheerplan vastgesteld. In het kader van de recessie is gekozen voor een sober onderhoudsniveau. Daarna is ten opzichte van de kostenopzet in het beheerplan reeds bespaard en is geen compensatie ingeboekt voor recente uitbreidingen. Terugzakken naar niveau C zal de leefomstandigheden zeker ernstig aantasten en zal tot veel klachten (= kosten) leiden. Bij langdurig ontoereikend onderhoud van het groen is kostbaar herstelwerk nodig. Gelet op de ingrijpende maatregelen nodig om de begroting sluitend te maken, is ook op het groenonderhoud een crisiskorting noodzakelijk. Reeds jaren is ingezet op meer onderhoud door de bewoners, conform de lijn aangegeven binnen de kerntakendiscussie. Toch zullen we inzetten op extra betrekken van kernraden en bewoners bij het onderhoud van openbaar groen, alsook op sponsoring van groenonderhoud. Ook zal bij natuurlijk verloop en machinevervanging steeds worden afgewogen of uitbesteden aan gespecialiseerde bedrijven besparing oplevert. WMO-poort Medemblik heeft sinds 1 januari 2012 alle wettelijke mogelijkheden om de toegang tot de WMO te beperken benut. Door herindicatie van de degenen die voor deze datum een indicatie hebben ontvangen, is nog een besparing in te boeken. In 2016 verwachten we een zeer omvangrijke korting (waarschijnlijk 75% van het budget voor hulp bij huishouden) van het rijk, waarmee deze besparing eigenlijk afgeroomd wordt door het rijk. Daarom is het voorstel deze besparing niet structureel in te boeken. In 2016, nadat we een invoeringsjaar achter de rug hebben, kunnen we verdere bezuinigingensmogelijkheden zoeken bij de WMO. Overhead toerekenen Dit voorstel gaat uit van het genereren van extra opbrengsten door het verhogen van tarieven. Deze verhoging moet gebaseerd zijn op een betere doorrekening van overheadkosten. Er zijn aan de gemeenteraad al voorstellen voorgelegd om tarieven van enkele producten geheel of gedeeltelijk kostendekkend vast te stellen. De verwachting is dat voor diverse andere producten op deze wijze nog een meeropbrengst is te realiseren. Niet doorgaan met investeringen DAN Het college heeft het voorstel uit de kerntakendiscussie om te besparen op het DAN-project niet meegenomen in het dekkingsvoorstel, omdat de raad bij herhaling heeft besloten hierop niet te willen besparen. In navolging van de aanbevelingen van de rekenkamercommissie heeft het college de risico‟s bij het DAN-project in beeld gebracht (In informatienota IVR-13-01860 van september 2013). De genoemde risico‟s kunnen voor uw raad aanleiding zijn om het project DAN in de huidige vorm te heroverwegen. Gezien de omvang en vooral de impact van de benodigde bezuinigingen om tot een dekkende begroting te komen, adviseert het college deze optie te betrekken bij de behandeling van deze begroting en het dekkingsvoorstel. Precariorechten Deze optie wordt uitgewerkt en er worden besparingen ingeboekt, echter op een meer reëel niveau. De in de kerntakendiscussie aangegeven besparingsruimte is te hoog ingeschat. Een groot deel van de rechten is reeds ingevuld met pachtovereenkomsten (standplaatsen, evenementen, etc.). Vegen wegen Is begrepen in het wegonderhoud. Sluiting servicepunt Andijk De gemeenteraad heeft onlangs besloten om het servicepunt Andijk nog 1 jaar open te houden en heeft hiervoor € 25.000,- beschikbaar gesteld. Betaald parkeren Gelet op de bebouwingsfuncties en -structuur is onderzoek slechts van toepassing op het centrum van de kern Medemblik.
PAGINA 88
Het onderzoek vindt plaats in samenhang met het in uitvoering zijnde algemene parkeeronderzoek kern Medemblik. Oplevering wordt voorzien begin 2014. Beëindiging subsidie schouwburg Dit voorstel is uitvoerbaar, maar gaat ten kosten van de regionale solidariteit. Advies is daarom dit voorstel niet uit te voeren. OZB verhogen Dit voorstel houdt in dat de OZB heffing met 10% stijgt. In het raadsprogramma staat dat het tarief niet meer dan trendmatig wordt verhoogd. De gemeenteraad heeft recentelijk bij de kadernota 2014 nog aangegeven voor de nul-lijn te gaan, dus heeft het college dit voorstel niet verder verwerkt.
5.5
Aanvullende dekkingsvoorstellen
Om een financieel sluitende meerjarenbegroting aan te bieden zijn nog een aantal aanvullende maatregelen noodzakelijk, de jaren 2014 en 2015 laten nog een tekort zien. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de maatregelen die het college voorstelt voor het sluitend maken van deze meerjarenbegroting. Daarna worden ze toegelicht. Tabel 5.10: aanvullende dekkingsvoorstellen Financieel beeld (incl. voorstellen KTD) Gemeentelijke havens Secundaire arbeidsvoorwaarden Bijdrage GR SOW i.l. Niet honoreren nieuw beleid wenselijk
2014 -132 75 19 50
2015 -278 140 19 25
2016 116 -100 19 25
2017 116 -150 19 25
Totaal aanvullende dekkingsvoorstellen
144
184
-56
-106
12
-94
60
10
Financieel beeld (incl. aanvullende dekking)
Gemeentelijke havens In paragraaf 3 onder d is ingegaan op de gemeentelijke havens. Daarnaast heeft de gemeenteraad in het derde kwartaal 2013 het havenbeheerplan 2013 ontvangen. Uit dit beheerplan blijkt dat de totale kosten niet structureel gedekt kunnen worden uit de hiervoor aanwezige bestemmingsreserves. Ook de in deze programmabegroting opgenomen extra middelen zijn onvoldoende om de tekorten te dekken. Als tegenhanger van de in paragraaf 4 eerst genoemde maatregel waarin wordt aangegeven dat privatisering van de havens structureel een besparing oplevert van € 150.000,- stelt het college voor deze besparing in te zetten voor het dekken van de kosten van het groot onderhoud gemeentelijke havens. Het gaat hier dan om het groot onderhoud van de openbare ruimte in het havengebied, inclusief bruggen en sluis. Secundaire arbeidsvoorwaarden Bij een rondgang onder de medewerkers is gevraagd of besparingsmogelijkheden aangedragen konden worden. De secundaire arbeidsvoorwaarden zijn daarbij genoemd. Voorgesteld wordt om in overleg met de OR en het GO afspraken te maken hoe de eenmalige besparingen gehaald kunnen worden. Deze besparing is eenmalig, de gemeente wil in de toekomst een aantrekkelijke gemeente blijven. De komende jaren vindt een grote uitstroom plaats van medewerkers die de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Een goed pakket aan arbeidsvoorwaarden moet de gemeente helpen een aantrekkelijke werkgever te blijven die personeel aan zich weet te binden.
PAGINA 89
Bijdrage GR SOW i.l. Uit de recent ontvangen begroting van deze gemeenschappelijke regeling (GR) blijkt dat de bijdrage in 2014 niet voldaan hoeft te worden. De GR heeft voor 2014 voldoende middelen om de afwikkeling van de verplichtingen in 2014 te voldoen. In het najaar van 2013 gaat de gemeente Hoorn opnieuw beoordelen in hoeverre verplichtingen afgekocht kunnen worden en welke middelen hiervoor nodig zijn. De verwachting is dat dit binnen de bij de GR aanwezige middelen kan worden opgevangen. Hierdoor kan de structurele bijdrage vrijvallen. Nieuw beleid, wenselijk Vanwege het niet sluitend zijn van deze meerjarenbegroting, met name voor de jaarschrijven 2014 en 2015 wordt voorgesteld de aanvragen voor nieuw beleid wenselijk niet te honoreren. In hoofdstuk 5.2 is een tabel opgenomen welke aanvragen hiertoe behoren.
5.6
Verfijningsuitkering 2014
De gemeente ontvangt vanwege de fusie tot 2015 een verfijningsuitkering herindeling. 2014 is dus het laatste jaar waarin de gemeente deze extra middelen ontvangt. De uitkering 2014 bedraagt € 1.628.000,-. De gemeenteraad heeft besloten deze uitkering met name in te zetten voor fusiegerelateerde kosten. In de kadernota 2014 is uitgebreid toegelicht op welke wijze de verfijningsuitkering wordt besteed. We verwijzen u naar dit document. Ten opzichte van de kadernota 2014 zijn een aantal verschuivingen aangebracht. Tabel 5.11: bestedingvoorstel verfijningsuitkering 2014 Personeel 1.291 Voormalige gemeentehuizen 157 Overdracht archieven 180 Totaal
1.628
Inmiddels is door de gemeente het voormalige gemeentehuis in Andijk verkocht. De juridische afwikkeling vindt medio 2014 plaats. In het bestedingsvoorstel is hier nog geen rekening mee gehouden. Het is waarschijnlijk dat het budget voor de voormalige dan ook gemeentehuizen niet geheel nodig is. Daarnaast stellen we voor dat het eenmalige voordeel van de verkoop van het voormalige gemeentehuis in de kern Andijk wordt gestort in de algemene reserve. Dit voordeel is begroot op € 583.000,-. Tenslotte stellen we voor om eventuele niet bestede middelen te storten in de reserve personeel. Uit deze reserve kunnen lasten worden gedekt die samenhangen met het realiseren van de taakstelling op de loonsom en het terugdringen van het aantal bovenformatieve medewerkers.
5.7
Voorgenomen investeringen 2014 – 2017
De volgende tabel geeft een overzicht van de in deze programmabegroting en meerjarenraming opgenomen vervangingsinvesteringen.
PAGINA 90
Tabel 5.12 investeringen 2014 – 2017 Vervanging bluskleding + Oplossing verkeersknelpunten GVVP ++ Vervanging brug Simon Koopmanstraat ++ Vervanging brug Kleingouw Andijk ++ Vervanging riolering +++ Vervanging materieel buitendienst + Vervangingsinvesteringen ICT + Totaal +
++ +++
5.8
2014 90 50 290 310 650 200 50
2015 650 200 50
2016 650 200 50
2017 650 200 50
1.640
900
900
900
De vervangingsinvestering gaat een aantal jaren mee. Afhankelijk van de levensduur wordt een jaarlijkse afschrijvingslast berekend. Samen met de rentelasten over de boekwaarde per 1 januari van het begrotingsjaar bedragen deze afschrijvingslast de kapitaallasten die jaarlijks aan de begroting wordt doorberekend. De investeringen maatschappelijk nut wordt in een keer ten laste van de begroting gebracht en gedekt door bestemmingsreserves en middelen investeringen maatschappelijk nut. Het nieuwe gemeentelijk rioleringsplan is nog niet door de gemeenteraad vastgesteld. De in deze meerjarenraming opgenomen vervangingsinvesteringen riolering wordt conform het bestaande beleid afschreven en samen met de berekende rentelasten gedekt uit de rioolrechten.
Incidentele lasten en baten 2014 per programma
In onderstaande tabel zijn de incidentele lasten en baten opgenomen: Tabel 5.13 incidentele lasten en baten 2014 per programma Programma 1 Aanloopkosten DeSom+ 3 Groot onderhoud brug Simon Koopmanstraat Wervershoof++ 4 Verkoop Nuon+++ 7 Voorbereidingskosten decentralisaties+ 9 Winstneming complex Westrand Wervershoof+++ 10 Bestedingsvoorstel verfijningsuitkering++++ Nieuw beleid Servicepunt Andijk+ Nieuw beleid Ipads gemeenteraadsleden en commissieleden+ Nieuw beleid Frictiekosten bibliotheek+ Nieuw beleid Tijdelijke formatie sociale zaken+ Totaal + ++ +++ ++++
Lasten 195 60
Baten
87 116 698 1.630 25 56 145 168 3.093
1.630
1.717
Deze incidentele lasten worden gedekt door de algemene middelen. De kosten van groot onderhoud aan de brug in Wervershoof wordt deels gedekt door een bestemmingsreserve. De resterende kosten worden gedekt door de structurele middelen die beschikbaar zijn voor investeringen maatschappelijk nut, zie verder hoofdstuk 5.3. Deze incidentele baten en lasten worden geëgaliseerd via de algemene reserve. In paragraaf 5.7 is een bestedingsvoorstel gegeven van de verfijningsuitkering 2014.
PAGINA 91
PAGINA 92
5.9
Overzicht van baten en lasten per programma
PAGINA 93
PAGINA 94
PAGINA 95
5.10 Meerjarenoverzicht per programma
PAGINA 96
PAGINA 97
PAGINA 98
PAGINA 99
5.11 Meerjarenoverzicht baten en lasten per categorie
PAGINA 100
PAGINA 101
PAGINA 102
5.12 Reserves en voorzieningen
PAGINA 103
PAGINA 104