Je persoonlijk borstnummer Hoe krijg ik een borstnummer?
Na je inschrijving bij onze club, en betaling van het inschrijvingsgeld, ontvang je je persoonlijk startnummer (ook borstnummer genoemd) van de secretaris. Deze is geldig voor een volledig sportjaar zijnde van 1 november tot en met 31 oktober.
Waar draag ik het borstnummer? Je moet je borstnummer ALTIJD bij je hebben als je aan een wedstrijd deelneemt. Het is daarom verstandig om jouw nummer steeds in je sportzak bij je wedstrijdtruitje te houden. Mocht je ooit op een wedstrijd aankomen en je startnummer niet bij hebben, dan kan je op het wedstrijdsecretariaat een papieren nummer vragen met vermelding van jouw uniek nummer. Dit papieren startnummer is ENKEL geldig op die welbepaalde wedstrijd. Je draagt je borstnummer op je wedstrijdsinglet:
achteraan voor de loopnummers waarbij de aankomst voorzien is in een baan. vooraan op je wedstrijdtruitje voor alle loopnummers waarbij de aankomst niet voorzien is in een baan (loopwedstrijden over meer dan 400m). vooraan of achteraan voor de werp- of springnummers.
Wat doen bij verlies van je borstnummer? Mocht je toch ooit je nummer verliezen, dan moet je zo snel mogelijk de secretaris (
[email protected]) verwittigen. De secretaris kan dan voor een nieuw nummer zorgen.
Inschrijven op veldlopen of wedstrijden Veldlopen
Bij aanvang van het winterseizoen wordt er door de trainers een kalender opgemaakt waar de club in clubverband aan deelneemt. We raden je aan om vooral deze wedstrijden te lopen, samen met de andere atleten van de club. Voor elke veldloop heb je een veldloopkaartje / crosskaartje nodig, te verkrijgen bij de begeleidende trainers. Dit kaartje moet je ingevuld achter je borstnummer vastspelden om aan de wedstrijd te mogen starten. Bij het overschrijden van de aankomstlijn wordt dit kaartje door de juryleden losgemaakt om jouw klassering in de uitslag op te nemen.
Pistewedstrijd of indoorwedstrijd
Men dient vooraf een wedstrijdkaartje aan te kopen (tussen €1 à €2,50) op het plaatselijke wedstrijdsecretariaat. Per proef waaraan je wenst deel te nemen moet je afzonderlijk een wedstrijdkaartje aankopen en invullen. Eens volledig ingevuld, bezorg je dit kaartje terug op het wedstrijdsecretariaat. De kleuren van de wedstrijdkaartjes voor jongens/heren en meisjes/dames zijn verschillend.
Wat moet je nu op zo een wedstrijdkaartje invullen?
je startnummer (enkel je startnummer van het huidige seizoen is geldig!) de wedstrijd, proef waaraan je wenst deel te nemen (80m, ver, 60H, kogel, 1500m, etc.) indien je je beste prestatie kent, kan je die invullen. Voor loopwedstrijden worden zo dezelfde tijden in dezelfde reeks gezet. je categorie (BEN=benjamin, PUP=pupil, MIN=miniem, CAD=cadet, SCHOL=scholieren, JUN=junior, SEN=senior) je naam, voornaam en geboortejaar de afkorting van onze clubnaam: ZA
Je vult het kaartje dus volledig in, betaalt het inschrijvingsgeld en geeft het daarna af aan iemand van het wedstrijdsecretariaat. Probeer minstens 60 minuten voor de start van je proef op de wedstrijd aanwezig te zijn om jezelf goed op te warmen. Om blessures te voorkomen, volg je de opwarming die je trainer voor je opgesteld heeft. Het opwarmen (voor) en uitlopen (na), zijn zelfs nog belangrijker dan de wedstrijd zelf. De resultaten (uitslagen) van een veldloop, pistemeeting of indoormeeting zijn te verkrijgen op het wedstrijdsecretariaat of op de site van de organiserende club.
Wat neem je mee naar een wedstrijd 1. Wedstrijdtruitje (of wedstrijdtopje) van de club + startnummer (zonder een clubtruitje mag je niet starten). 2. Een T-shirt om onder je singlet te dragen bij koud weer (bij veldloopwedstrijden). 3. Veiligheidsspelden om je startnummer op vast te spelden, en een balpen om je inschrijvingskaartje in te vullen. 4. Spikes met pinnen: - van maximum 6 mm voor pistewedstrijden en indoorwedstrijden; - van 9 mm en/of 12 mm voor veldloopwedstrijden. 5. Clubsweater of -training (voor je opwarming en het uitlopen). 6. Regenkledij (KW). 7. Douchegerief voor na de wedstrijd: handdoek, washandje, zeep. 8. Reservekledij: - 2 paar sokken (1 paar voor de wedstrijd zelf en 1 paar voor erna) - 1 paar schoenen (eventueel gummi laarzen bij veldlopen) of pantoffels voor na de wedstrijd - ondergoed en droge kleren
Enkele raadgevingen Maaltijd Neem de laatste maaltijd voor de wedstrijd minstens 3 uur voorafgaand aan de wedstrijd en drink enkel water (geen sportdranken).
Timing Wees minstens 60 minuten voor je individuele wedstrijd aanwezig op de wedstrijd – parcours.
Kledij 1. Voldoende kledij aandoen, afhankelijk van de weersomstandigheden; trainingspak en/of sweater met lange broek, t-shirt, regenjasje (bij regen pet of muts niet vergeten). Bij hevige regenval zijn laarzen handig om aan te doen voor de verkenning van het parcours. 2. Nooit opwarmen met het wedstrijdsinglet en eventuele T-shirt onder het wedstrijdsinglet. Ook wordt er niet opgewarmd met de spikes. Pas na de opwarming en versnellingen wordt de opwarmingskledij verwisseld voor de wedstrijdsinglet (+ eventueel droge T-shirt eronder) alsook worden de eventuele natte sokken geruild voor droge sokken en de spikes (pinnekes van minstens 12mm) aangetrokken (Dus men neemt voldoende sokken en T-shirts mee + extra sweater voor na de wedstrijd). 3. Altijd ook minstens 5 veiligheidsspelden bij hebben voor het opspelden van de startnummer (plastieken nr geldig voor gans het sportjaar) en veldloopkaartje. De veldoopkaartjes zijn te verkrijgen bij de begeleiders. 4. Douchegerief en propere kledij om na de wedstrijd te gaan douchen.
Opwarming 1. Verkenning van de wedstrijdomloop (samen met de trainer tot en met Min) : wordt al stappend gedaan (eventueel op laarzen). 2. Na deze verkenning wordt er gestart met de opwarming : loslopen – stretchen – versnellingen. Bij voorkeur niet op de omloop. 3. Na de opwarming : aantrekken van de wedstrijdkledij en spikes en daarboven trainingsvest en trainingsbroek (bij voorkeur met rits aan de benen).
Wedstrijd 1. Minstens 10’ voorafgaand aan de start in de omgeving van de start aanwezig zijn. 2. De juryleden zullen wel zeggen wanneer het trainingspak mag uitgetrokken worden door de melding “klaarmaken”.
Na de wedstrijd 1. Zo snel mogelijk de wedstrijdsinglet en shirt uitdoen en droge warme kledij aandoen. 2. Uitlopen 3. Douchen 4. Naar de prijsuitreiking gaan (indien er natura prijzen worden gegeven). 5. Iets eten en drinken (water). Voor deelname aan een veldloop dient men altijd een veldloopkaartje in te vullen en dit op te spelden achter de startnummer. Deze veldloopkaartjes zijn te bekomen bij de respectievelijke begeleiders. Aan de aankomst wordt dit wedstrijdkaartje overhandigd aan de juryleden.