Persoonlijk Ontwikkelingsplan De leerdoelen Leerdoel 1 -‐ Producer Tijdens het project van de verdieping wil ik graag meer kennis opdoen over de productie van een film. Tijdens mijn stage heb ik al verschillende dingen geleerd, maar heb nog niet eerder mijn eigen film mogen produceren. Om een film te kunnen realiseren, heb je veel mensen nodig zoals een cameraman, geluidsman, editor, acteurs en mogelijk een regisseur. Specifiek -‐ Wie zijn er betrokken? Iedereen die bezig is met de film en ik. -‐ Waar ga ik dit doen? Dit kan overal plaatsvinden; op school, op de set, enz. -‐ Wanneer ga ik dit doen? Dit zal voornamelijk voor en tijdens de opnames plaatsvinden. -‐ Waarom ga ik dit doen? Na de opleiding wil ik graag bij de film-‐ of televisiewereld gaan werken. Om hier te kunnen ‘overleven’ heb ik veel kennis nodig over het verloop van het productieproces en hoe sommige onderdelen het best geregeld kunnen worden. Meetbaar het leerdoel is moeilijk te bewijzen met documenten. De beste manier om te kunnen bewijzen dat ik geschikt ben voor het produceren van een film, is door een film te maken waarbij alles goed geregeld is. Acceptabel Veel mensen hebben zich aangemeld om met dit project te helpen en hebben toegestemd om mij het productiewerk te laten doen. Realistisch Het is realistisch om het leerdoel te behalen, omdat ik al meer kennis over het productieproces heb. Daarnaast is het mijn passie dus zal ik er alles aan doen om de film te kunnen realiseren. Tijdsgebonden Aan het einde van de verdieping zal ik voor het project een film geproduceerd hebben. Hiermee wil ik aantonen dat ik in staat ben om een film te produceren.
Leerdoel 2 – Samenwerking Ik wil tijdens het project leren om socialer om te gaan met iedereen die deelneemt aan de film. Ik ben eigenlijk altijd iemand geweest die het liefste alleen werk, maar dit zal moeilijk worden als ik de filmwereld in wil gaan. Ik moet dus goed kunnen communiceren met anderen en goed in teamverband kunnen werken. Specifiek -‐ Wie zijn er betrokken? Iedereen die met mij gaat samenwerken en ik. -‐ Waar ga ik dit doen? Dit kan overal plaatsvinden. -‐ Wanneer ga ik dit doen? Dit kan op elk moment plaats vinden. -‐ Waarom ga ik dit doen? Zoals eerder uitgelegd zal ik in de toekomst steeds meer moeten gaan samenwerken met anderen. Als crewleden niet goed samen kunnen werken, zal het proces van de film moeizaam verlopen. Het kan dan zelfs gebeuren dat de kwaliteit van de film minder wordt. Meetbaar De enige manier hoe het leerdoel bewezen kan worden is door middel van feedback van teamleden. Zij kunnen mij vertellen of er goed samen gewerkt kan worden met mij. Ik kan hun dan een feedbackformulier geven waarin ze kunnen aangeven wat ik goed doe en wat beter kan. Acceptabel Als ik me ga focussen op mijn samenwerking, zal dit alleen maar gunstig zijn voor de andere groepsgenoten. Realistisch Het is realistisch om dit leerdoel te behalen, omdat ik tijdens het project veel én goed moet samenwerken met andere crewleden. Zij kunnen mij tijdens de samenwerking opmerkingen geven over mijn houding en gedrag in de groep. Tijdsgebonden Aan het einde van de verdieping zal ik door middel van feedbackformulieren aantonen dat ik vooruitgang heb geboekt op het gebied van samenwerking.
Leerdoel 3 – Van verhaal naar film Om een film te kunnen maken moet eerst een verhaal geschreven worden. Als dit verhaal klaar is, zal het omgezet moeten worden naar beeld. Ik wil tijdens het filmproject leren hoe ik op een juiste manier een verhaal (script) kan omzetten naar een film. Specifiek -‐ Wie zijn er betrokken? Iedereen die bezig is met de film en ik. -‐ Waar ga ik dit doen? Dit zal op school, op de set én tijdens het monteren gebeuren. -‐ Wanneer ga ik dit doen? Dit zal gebeuren tijdens de pre-‐productie, productie en postproductie. -‐ Waarom ga ik dit doen? Als ik klaar ben met CMD wil ik graag verder gaan met filmen. Ik moet dan goed weten hoe ik mijn ideeën om kan zetten tot een film of documentaire. Meetbaar Dit leerdoel is te bewijzen door middel van de uiteindelijke film. Hierin zal het geschreven verhaal terug te zien zijn. Na afloop kan er aan de bezoekers gevraagd worden wat zij van de film vinden en of ze het verhaal begrijpen. Acceptabel Ten eerste zijn alle crewleden natuurlijk enthousiast over het maken van de film. Daarnaast zijn er veel mensen die ons gesponsord hebben die erg nieuwsgierig zijn naar het eindresultaat. Zij weten al wel ongeveer waar de film over zal gaan. Realistisch Het is realistisch om dit leerdoel te halen, omdat we al eerder een commercial hebben moeten maken voor een krant. Hiervoor moest je een verhaal bedenken en dit omzetten in een video van 30 seconden tot een minuut. Tijdsgebonden Aan het einde van de verdieping zal de film af zijn en getoond worden aan het publiek. Zij kunnen oordelen of het verhaal goed verbeeld is.
Het actieplan De leerlijn CT zal gebruikt worden voor de volgende competenties: • Competentie B; Als eindopdracht moeten wij een spel bedenken voor de kleuterschool. Voor blok 11 moeten de ideeën omgezet worden naar één goed concept. • Competentie C; In blok 12 moeten wij het concept voor het spel omzetten in een werkend prototype. Daarvoor moet er veel geëxperimenteerd worden met de verschillende soorten codes. • Competentie E; Tijdens de leerlijn moeten verschillende opdrachten in tweetallen gemaakt worden. Hierbij zal samenwerking een belangrijke rol spelen om de opdrachten tot een goed eind te brengen. Met het project “Interactive Short Film” wil ik de anderen competenties behalen. Omdat dit project erg gevarieerd is, is er ook zeker een mogelijkheid voor om deze competenties te behalen.
Welke Competenties wil ik bewijzen?
Tijdens de verdieping wil ik de competenties in de volgende volgorde gaan bewijzen: 1. Competentie C: Verbeelden en prototypes maken 2. Competentie E: Inter-‐ & multidisciplinaire samenwerking 3. Competentie F: Initiëren, regisseren en organiseren 4. Competentie H: Ontwikkelen & reflecteren 5. Competentie G: Manifesteren & presenteren 6. Competentie B: Conceptualiseren 7. Competentie D: Evalueren 8. Competentie A: Onderzoeken & begrijpen
Belemmeringen
SWOT-‐analyse Strengths -‐ Perfectionistisch -‐ Enthousiasmeren -‐ Assertief -‐ Creatief -‐ Zelfstandig -‐ Als ik iets leuk vind, ga ik er ook 150% voor -‐ Sociaal -‐ Analytisch -‐ Behulpzaam Oportunities -‐ Doordat CMD zo creatief is, kan ik mijn eigen stijl/formats ontwikkelen. -‐ Door CMD heb ik mijn passie voor de film-‐ en televisiewereld ontdekt. -‐ Door CMD ben ik er ook achter gekomen dat ik goed ben ik programmeren, ook al ligt mijn passie daar niet. Deze kennis kan altijd van pas komen. -‐ CMD heeft mij de mogelijkheid geboden om tijdens de verdieping te kiezen voor een project wat heel dicht bij mijn passie ligt.
Weaknesses -‐ Perfectionistisch -‐ Kan snel afgeleid worden -‐ Als ik iets niet leuk vind, zal het eindresultaat slechter zijn -‐ Snel in de verdediging -‐ Probeer vaak mijn gelijk te krijgen -‐ Kan eigenwijs zijn -‐ Soms te analytisch -‐ Door mijn behulpzaamheid, kan ik soms zelf in de problemen komen. Threats -‐ Heb nog niet zoveel ervaring op het gebied van film, dus moet er nog veel over leren. -‐ Er is al veel op het gebied van film/televisie, dus moet ik mijn eigen stijl gaan ontwikkelen. -‐ Door de passie van film, probeer ik te perfectionistisch een film te produceren. Hierdoor kom ik snel in tijdgebrek. -‐ Door mijn perfectionisme, wil ik wel eens de mening en ideeën van anderen negeren.
STARR reflecties STARR 1 – Altijd gelijk proberen te krijgen Situatie Ik heb gemerkt dat ik tijdens de besprekingen wel eens de neiging had om andere projectleden geen kans te geven om hun argumenten te geven. Ik probeerde hun vaak te overrulen door (te) veel te praten. Taak Mijn taak is om ervoor te zorgen dat ik minder vaak mijn gelijk moet halen en vaker de kans moet geven aan de anderen zodat het gesprek een dialoog is in plaats van een monoloog wordt. Activiteit Tijdens besprekingen zorgde ik ervoor dat ik minder vaak aan het woord was, ik luisterde meer naar de anderen en reageerde op de momenten dat het rustig was. Ik heb ook gevraagd aan de projectleden of ze me een seintje konden geven op het moment dat ik weer te veel zou praten. Resultaat Uit de feedback van de projectleden is gebleken dat ik goed rekening heb gehouden met deze ‘onbekwaamheid’. Ik was rustiger tijdens de besprekingen, maar niet té rustig. Ik heb ook gemerkt dat het ‘seintje’ maar enkele keren is gebruikt. Ook hieruit blijkt dus dat ik rustiger ben geworden dan eerst. Reflectie Ik heb geleerd dat ik me voortaan rustiger moet opstellen tijdens besprekingen, want er is zoveel meer te bereiken als iedereen zijn argumenten kan geven. Ik zal er ook veel meer rekening mee houden en zal direct mijn houding aanpassen als ik toch terugval in de “monoloog-‐modus”.
STARR 2 – Soms afspraken vergeten Situatie Tijdens het project ben ik erachter gekomen dat ik soms dingen vergat doordat ik veel opdrachten tegelijk kreeg. Hierdoor vergat ik wel eens dingen die niet vergeten mochten worden. Dit wilde ik niet meer laten gebeuren, dus ben me gaan focussen op deze onbekwaamheid. Taak Mijn taak was om ervoor te zorgen dat ik alle afspraken na zou komen. Er mochten geen dingen meer vergeten worden, zeker geen belangrijke dingen. Activiteit Tijdens het project ben ik gaan opletten waar mijn fout zat. Ik kwam er al snel achter wat het was: ik noteerde bijna nooit iets. Vanaf dat moment hield ik een agenda bij met alle deadlines en afspraken. Resultaat Ik merkte al gauw dat ik veel minder vergat. Uiteindelijk vergat ik niks meer en kwam erachter dat juist de andere projectleden soms wat vergaten. De planning verliep beter en er kon veel meer geregeld worden doordat ik vaak ruim voor de deadline de dingen kon regelen. Reflectie Ik heb geleerd dat ik veel meer kan bereiken als ik de afspraken zou noteren. ik begon meestal erg laat met het regelen of maken van dingen, hierdoor kwam ik wel eens in de problemen. Dit zal me nu veel minder vaak gaan overkomen.
STARR 3 – Te perfectionistisch Situatie Tijdens het project kwam ik erachter dat ik vaak de neiging had om (te) veel tijd te steken in props regelen. Ik wilde het te goed hebben en hierdoor kwam ik een paar keer in tijdsgebrek. Dit mocht niet meer gebeuren, dus ging ik hier rekening mee houden. Taak Mijn taak is om ervoor te zorgen dat ik minder gedetailleerd met één ding bezig moet zijn. Ik moet de taken beter gaan verdelen en veel meer tijd steken in verschillende onderdelen in plaats van één. Activiteit Tijdens het project moest ik veel props regelen. Ik was eerst lang bezig met het regelen van één prop. Ik ging me nu bezig houden met meerdere props tegelijkertijd. Daarnaast moest ik sneller tevreden zijn met de voorwerpen die ons werden aangeboden. Resultaat Als resultaat heb ik uiteindelijk veel meer kunnen regelen in vergelijking met hoe ik eerst werkte. De props waren nog steeds goed, maar ik had veel meer props tot mijn beschikking dan dat ik normaal zou hebben. Reflectie Ik heb geleerd dat ik veel meer kan bereiken als ik minder perfectionistisch bezig zou zijn. Natuurlijk kan het goed zijn om op sommige momenten met een kritisch beeld naar het werk te kijken, maar ik moet er dan niet voor zorgen dat ik in tijdsgebrek kom.