Zelfevaluatie en POP ( persoonlijk ontwikkelingsplan) Naam: Bram Bekkers
Opleiding: Mens en Technologie
School: Hogeschool van Amsterdam
Opleidingsduur: 4 jaar / 2010 - 2014
Werkzaam op: HMCollege
Datum: 01-05-2013
Inleiding Gedurende de studie zijn er een aantal momenten waarin ik als leerling word getoetst. Tijdens zo’n toetsingsmoment moet ik aantonen in hoeverre ik de competenties voor het beroep van leraar beheers. Zo’n officieel toetsingsmoment wordt een bekwaamheidsproef genoemd. Tijdens deze bekwaamheidsproeven laat ik als student zien hoe ik de opgedane kennis in de praktijk toepas; bij bekwaamheidsproeven gaat het altijd om een integratie van kennis, vaardigheden en persoonlijke houding of attitude. Met andere woorden: het gaat erom hoe competent ik ben. Voor deze bekwaamheidsproef maak ik in mijn portfolio een POP.
De omschrijving vanuit de HVA voor de POP is als volgt: “Het POP is in feite de kern van je portfolio; hier bewijs je je bekwaamheid. Je toont per competentie aan dat je bekwaam bent op niveau 2.”
Inhoud: 1. Hoe schat ik mijzelf in? (zelfevaluatie) 2. Wat wil ik nog meer/beter kunnen? (persoonlijke leerdoelen) 3. Wat heb ik daarvoor nodig? (aanpak en middelen)
1 Hoe schat ik mijzelf in? (zelfevaluatie) Interpersoonlijk Beschrijving: Ik denk dat ik aan voldoe de interpersoonlijke competentie op niveau 2/3. Ik voldoe hieraan om de volgende redenen: Ik houd leiding en overzicht in een klas met behoud van eigen verantwoordelijkheid. Ik stuur actief op relaties tussen leerlingen onderling en probeer een positief klimaat te creëren voor mij en de leerlingen. Ik probeer dit echter vooral te doen door de leerlingen zelf verantwoordelijk te maken voor deze sfeer. Eigen verantwoordelijkheid is, wat mij betreft, een groot goed en ik probeer daarin als docent op een juiste manier te sturen. Dit doe ik door lessen en opdrachten te ontwerpen waarbij de leerling wordt uitgedaagd om zelf te blijven denken en ik probeer elke leerling te voorzien in zijn persoonlijke voorkeur. Ik formulier de opdrachten breed en stuur leerlingen in de juiste richting. Wanneer het gaat om toetsing dan laat ik de leerlingen zelf initiatief nemen. Leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor de cijfers en administratie (ik houd het daarnaast ook allemaal netjes bij in magister) en bouwen een persoonlijk portfolio op. Door deze manier van werken ontstaat er een prettige sfeer en hierdoor wordt coöperatief leren bevorderd. Natuurlijk gaat dit ook weleens mis. Wanneer ik dit observeer probeer ik dit op een juiste manier op te lossen en afhankelijk van de situatie confronteer ik de groep met een bepaalde handeling van een leerling en vraag aan de groep wat hun mening is. Ik heb ervaren dat dit vaak een beter resultaat geeft dan wanneer ik het individueel oplos. Ondanks het feit dat ik veel verschillende klassen lesgeef, weet ik contact te leggen met leerlingen en een professionele band op te bouwen. Ik merk dat sommige leerlingen daar meer behoefte aan hebben dan andere. Ik probeer een veilig leerklimaat te realiseren voor elke leerling. Op de MBO school waar ik werk merk ik dat mijn houding en verhalen veel invloed hebben op het gedrag van de leerlingen. Dit is waarschijnlijk ook te verklaren omdat ik nog zo dicht bij de leerlingen sta als het gaat om leeftijd. Van deze mogelijkheid maak ik dankbaar gebruik door inspirerende voorbeelden te geven over assertief zijn, kansen grijpen, succesvol ondernemen om zo uiteindelijk de leerlingen klaar te stomen voor het beroepsveld.
Bewijsmateriaal: Voor bewijsmaterialen van de competenties: zie zelfevaluatie: http://www.brambomb.nl/wp-content/uploads/2013/03/Sterkte-zwakte-analyse1.pdf
Pedagogisch Beschrijving: Zoals bij de competentie interpersoonlijk al werd besproken, probeer ik leerlingen te wijzen op de eigen verantwoordelijkheid. Dit punt valt zeker ook onder pedagogisch handelen. Omdat ik lesgeef op een MBO, heb ik te maken met leerlingen die aan het eind van hun schoolcarrière zijn beland. Dit betekent niet automatisch dat elke leerling de kwaliteiten en verantwoordelijkheden heeft die het bedrijfsleven van hen verwacht. Wat ik probeer te doen, is leerlingen klaar te stomen voor het bedrijfsleven. Op pedagogisch gebied betekent dit, dat ik reageer op gewenst- en ongewenst gedrag en dat ik dit bespreek met leerlingen en laat bespreken door leerlingen onderling. Ook bespreek ik dit gedrag met mijn omgeving (docenten en SLB’ers).
Bewijsmateriaal: Voor bewijsmaterialen van de competenties: zie zelfevaluatie: http://www.brambomb.nl/wp-content/uploads/2013/03/Sterkte-zwakte-analyse1.pdf
Vakinhoudelijk en didactisch Beschrijving: Ik geef verschillende vakken die te maken hebben met computers en techniek. Hierbij kun je denken aan computertekeningen maken, machines aansturen via de computer, Photoshop lessen, maar ook websites maken. Ik denk dat dit de verklaring is waardoor ik gefascineerd ben door de nieuwe didactische mogelijkheden de computer ons kan brengen. Ik probeer naast de algemene didactische middelen die inmiddels tot mijn repertoire behoren, veel te experimenteren met lesstof via video, PDF of internet. Ook gebruik ik tools voor docenten actief in de klas. Ik merk dat dit enorm aansluit bij de leefwereld van de leerlingen die ik lesgeef. Ik krijg dit ook vaak terug in de vorm van feedback. Omdat ik werkzaam ben op een school en ik daar werk met de nieuwste programma’s, ben ik een groot deel van mijn tijd kwijt aan het ontwikkelen van lesmateriaal. Dit heeft tot gevolg dat ik samen met mijn collega’s veel tijd besteed aan het bedenken hoe de lesinhoud zo krachtig mogelijk kan worden aangeboden. In het laatste half jaar zijn wij (computerdocenten) veel aan het experimenteren met korte uitlegmomenten van maximaal 5 minuten, gevolgd door een opdracht en vervolgens weer een kort uitlegmoment. Vervolgens proberen we de opdracht tussentijds zo breed mogelijk te houden, waardoor je merkt dat iedere leerling met een ander resultaat komt, maar de groep als geheel veel verder komt.
Bewijsmateriaal: Voor bewijsmaterialen van de competenties: zie zelfevaluatie: http://www.brambomb.nl/wp-content/uploads/2013/03/Sterkte-zwakte-analyse1.pdf
Organisatorisch Beschrijving: Mijn organisatorische competentie zou ik willen omschrijven als goed. Ik heb de juiste middelen tot mijn beschikking en kan het lokaal zo inrichten dat ik een ruimte creëer waar geleerd kan worden. Ik merk dat ik overzicht heb en leerlingen rust en regelmaat kan bieden in het lesaanbod. Het HMC is een school met mooie grote lokalen die voorzien zijn van genoeg licht, lucht en ruimte. Ook zijn er inspirerende werkvoorbeelden beschikbaar. Hierdoor kan ik voldoen aan een goed klassenmanagement in de klas.
Bewijsmateriaal: Voor bewijsmaterialen van de competenties: zie zelfevaluatie: http://www.brambomb.nl/wp-content/uploads/2013/03/Sterkte-zwakte-analyse1.pdf
Samenwerken met collega’s Beschrijving Ik werk veel samen met collega’s en heb daar een uitstekende werkverhouding mee, zowel in mijn eigen team als team- overschrijdend. Ik werk met de collega’s samen op het gebied van lesgeven, voorbereiding, onderzoek maar ook met leerlingbespreking. Ik merk dat ik door veel collega’s gezien word en bevraagd word over de inhoud van mijn vakgebied zonder dat ik mijzelf hoef te verkopen. De feedback die ik krijg van docenten omtrent mijn handelen probeer ik implementeren en uiteindelijke terug te koppelen aan dezelfde docenten. Het HMC bied fijne collega’s waardoor ik mij in het team verantwoordelijk voel voor het resultaat van de school.
Bewijsmateriaal: Voor bewijsmaterialen van de competenties: zie zelfevaluatie: http://www.brambomb.nl/wp-content/uploads/2013/03/Sterkte-zwakte-analyse1.pdf
Samenwerken met de omgeving Beschrijving Als docent op het MBO ben ik in contact met stage-adressen in het bedrijfsleven en leveranciers. Ouders van leerlingen spreek ik niet. Dit komt vooral omdat de doelgroep van het HMC vaak ouder is dan 18 jaar een daarom gaat het gesprek via de leerling i.p.v. de ouder. Ik ben echter wel nauw betrokken bij de nieuwe ontwikkelingen in de samenleving en in de directe omgeving van de school. Ik volg nieuwe ontwikkelingen binnen mijn vakgebied en ben in staat om mijzelf bij te scholen. Bewijsmateriaal: Voor bewijsmaterialen van de competenties: zie zelfevaluatie: http://www.brambomb.nl/wp-content/uploads/2013/03/Sterkte-zwakte-analyse1.pdf
Ontwikkeling en reflectie Beschrijving: Doordat ik werkzaam ben op een school terwijl ik nog studeer, ben ik gewend geraakt om veel gebruik te maken van de feedback van leerlingen, medestudenten en collega’s. Leerlingen weten dat ze heel kritisch kunnen zijn op mijn handelen en dat ik daar met hen over in discussie wil gaan. Een deel van mijn leerlingen zijn zelf al bezig met net tweede deel van hun leven (40 jaar en ouder) en verwachten niets anders dan een perfecte les. Ik probeer daarom, in elke periode, leerlingen erop te wijzen dat ze, als ze extra vragen hebben of als ik iets niet goed heb uitgelegd, mij daarop te wijzen. Ik zal dan proberen om mijn handelen daarop aan te passen. Ook de samenwerking met collega’s en de feedback die ik mag ontvangen, probeer ik zo goed mogelijk te implementeren. Dit heeft geresulteerd in mijn beeld van een ideale docent en daar probeer ik naartoe te werken.
Bewijsmateriaal: Voor bewijsmaterialen van de competenties: zie zelfevaluatie: http://www.brambomb.nl/wp-content/uploads/2013/03/Sterkte-zwakte-analyse1.pdf
2 Wat wil ik nog meer/beter kunnen? (persoonlijke leerdoelen). Interpersoonlijk Op het gebied van interpersoonlijk handelen zou ik mij tijdens mijn afstudeerfase willen richten op de communicatie tussen leerlingen met verschillende achtergronden. Ik merk dat in mijn klas leerlingen met verschillende achtergronden groepjes vormen. Mijn ideale wereld van een klas zou zijn: dat de klas als een homogene groep samenwerkt. Ik zou mij meer willen verdiepen in de interculturele communicatieve vaardigheden. Dit wil ik doen tijdens mijn LIO stage.
Pedagogisch Op pedagogisch gebied wil ik mij tijdens mijn afstudeerfase richten op de vraag of je vanuit het principe van “Flipping the classroom” ook kunt werken aan pedagogische taken van een docent. Hoe zorg je ervoor dat je niet inlevert op dergelijke competenties wanneer je streeft naar efficiëntie en rendement. De meest logische conclusie is dat je alleen werkt aan pedagogisch handelen wanneer een leerling op school is… maar is dat wel zo? Kan je ook werken aan pedagogisch handelen wanneer je niet fysiek aanwezig bent bij een leerling?
Vakinhoudelijk en didactisch Vakinhoudelijk zou ik willen kijken naar de mogelijkheden voor “ Flipping the classroom”. Ik zou willen onderzoeken wat het ideale filmpje is. Wat sluit aan bij leerlingen en hoe behaal je nou het beste resultaat met een filmpje. Kun je in een filmpje ook alle didactische middelen kwijt die je in normaal frontaal lesgeven wel kunt verwerken?
Organisatorisch Mijn organisatorische competentie zou ik willen verbeteren op het gebied van servers en serverbeheer. Ik geef een computervak en ik heb vaak te maken met de enorme puinzooi die is ontstaan op onze docenten V-schijf. Omdat dit voor mij een enorm grote belemmering is in mijn dagelijks werken en organisatorisch onhandig uitpakt, wil ik dit gaan oplossen.
Samenwerken met collega’s Op de school waar ik werk, wordt weinig tot geen gebruik gemaakt van intervisie, lesbezoeken of andere vorm van leren van collega’s. Ik denk dat wanneer je dergelijke intervisiegroepen zou implementeren, er een beter rendement kan worden behaald. Ook ben ik van mening dat er dan vroegtijdig problemen opgelost kunnen worden. Ik zou graag dergelijke intervisiegroepen op willen zetten en uit willen zoeken waarom dit nog niet gebeurt.
Samenwerken met de omgeving Door mijn opleiding en mijn intrinsieke motivatie ben ik uitgegroeid tot "docent nieuwe technologieën” op de school waar ik werk. Ik zou graag nauwere banden willen hebben met leveranciers en ontwikkelaars van deze technologieën. Dit wil ik om de leerlingen de laatste informatie te kunnen bieden omtrent 3D printers en andere computergestuurde machines.
Ontwikkeling en reflectie Ik zou mijzelf in de afstudeerfase meer willen richten op de theorieën achter het handelen in de klas. Ik wil mijn oude kennis ophalen en opfrissen met de laatste inzichten betreffende het onderwijs. Dit wil ik vooral omdat een goed onderwijsverhaal sterker staat wanneer er theorieën aan zijn verbonden. Dit kan mooi worden gecombineerd met het schrijven van mijn LIO-onderzoek.
3 Wat heb ik daarvoor nodig? (aanpak en middelen) Interpersoonlijk Om mijn leerdoel “communicatie tussen leerlingen met verschillende achtergronden” te bereiken wil ik gebruik maken van literatuur, intervisiegesprekken met collega’s en gesprekken met leerlingen. Ik heb daar geen middelen voor nodig naast tijd. Ik verwacht daar enkele uren per week mee bezig te zijn, afhankelijk van de mogelijkheden van mededocenten en leerlingen. De problemen waar ik tegen aan zou kunnen lopen is dat het mijn ideale beeld van een goed samenwerkende klas misschien niet te bereiken valt. Toch kan het geen kwaad om mijzelf hier verder in te verdiepen.
Pedagogisch Om mijn leerdoel “pedagogisch handelen” tijdens “Flipping the classroom” te bereiken, wil ik experimenteren met verschillende mogelijkheden van internet. Ik wil meten of je kan werken aan pedagogisch handelen d.m.v. een afstandsrelatie met een leerling. Dit kost vooral veel tijd in de voorbereiding, omdat je filmpjes/ internettools moet ontwikkelen die dergelijke aspecten in zich hebben. Nadelen van dit plan zouden kunnen zijn dat het moeilijk is om te meten of je hebt kunnen werken aan pedagogische vaardigheden. Een tweede nadeel zou kunnen zijn dat de school niet teveel lesstof wilt aanbieden via internet omdat men bang is intellectueel eigendom kwijt te raken.
Vakinhoudelijk en didactisch Om mijn leerdoel “het ideale filmpje” te bereiken, wil ik gebruik maken van contacten in het bedrijfsleven zoals de “ Khan academie”, online communities, medestudenten met dezelfde interesses en leerling enquêtes. Ik wil meten met welk filmpje leerlingen het beste kunnen leren. Hebben de leerlingen meer baat bij een kort filmpje of verlangen zij juist naar een uitgebreid filmpje. Het grootste nadeel kan hierbij de tijd zijn. Het maken van filmpjes kost tijd maar levert wanneer alles af is, ook veel tijd op. Ik wil bij het maken van filmpjes nauw samenwerken met collega’s.
Organisatorisch Om mijn leerdoel “organisatie op de v-schijf" te bereiken wil ik gebruikmaken van online tools. Naar mijn mening werken docenten nog te vaak naast elkaar in plaats van samen met elkaar. Veel werk wordt dubbel gedaan en dat is zonde van de tijd. Online tools kunnen uitkomst bieden omdat er met deze tools gemakkelijk gezocht kan worden binnen documenten in tegenstelling tot de v-schijf. Een nadeel aan deze manier van werken is het vertrouwen in nieuwe technologieën. Zonder vertrouwen in “de Cloud” is het niet mogelijk om met deze tools te werken.
Samenwerken met collega’s Om mijn leerdoel “van elkaar leren” te bereiken, wil ik docenten motiveren met elkaar in gesprek te gaan over het onderwijs dat ze aanbieden. Ik heb gemerkt dat de intrinsieke motivatie bij de docent aanwezig is, maar dat er door gebrek aan tijd geen invulling wordt gegeven. Ik verwacht dat dit voor mij qua tijd niet een grote last is, maar dat het moeilijk wordt, omdat vanuit het management misschien de mening heerst dat dit teveel tijd kost om te implementeren. Dit kan dan tegelijkertijd het grootste obstakel vormen.
Samenwerken met de omgeving Om mijn leerdoel “samenwerken met de omgeving" te bereiken wil ik nauwe banden ontwikkelen met de omgeving van de school. In praktische zin betekent dit dat ik langs bedrijven wil gaan om te kijken wat er zoal gebeurt. Een soort mini maatschappelijke stage. Bij de bedrijven waar ik niet langs kan gaan, wil ik online banden ontwikkelen om zo in contact te blijven. Een nadeel van dit plan is dat het waarschijnlijk veel tijd in beslag neemt.
Ontwikkeling en reflectie Tijdens mijn LIO-stage ga ik onderzoek doen. Van dit moment wil ik gebruikmaken om mijn kennis omtrent de begrippen uit de onderwijsliteratuur aan te scherpen. Ik wil mezelf verdiepen in onderzoek en stromingen om mijn argumenten te ondersteunen met de bijbehorende theorie. Zogezegd: het beestje een naam geven. Een nadeel van dit plan is dat het waarschijnlijk niet zo gemakkelijk is uit te voeren. Jezelf alle theorieën aanleren gaat met de jaren.