Portfolio Het persoonlijk ontwikkelingsplan. De behaalde doelen.
Naam: Opleiding: Datum: Aantal pagina’s:
D. Kunnen HBO-V, duaal verkort 26 november 2002 35
Inhoudsopgave. Inleiding..................................................................................................................................................1 Persoonlijke gegevens student verkorte HBOV-duaal................................................................ 2 Afspraak................................................................................................................................................ 3 Talenten en ontwikkelpunten. ........................................................................................................... 5 Leeractiviteiten om het POP te realiseren. .................................................................................. 6 Vormen van ondersteuning. ............................................................................................................... 6 Mijn bijdrage aan de ontwikkeling van medestudenten.............................................................. 7 Reflectieverslag Organisatie klinische les. ................................................................................... 9 Reflectieverslag Opname van mw. K.............................................................................................. 15 Handtekening:Protocol Opname in de Wijk................................................................................. 15 Protocol Opname in de Wijk. .......................................................................................................... 16 Verslag van de planningen................................................................................................................ 17
Inleiding. Deze portfolio is uitgewerkt naar mijn persoonlijke ideeen. Het beschrijft de ontwikkelingen die ik door wil gaan maken en de doelen die ik wil na streven is de toekomst. Het eerste gedeelte van deze portfolio bestaat uit mijn persoonlijke ontwikkeling plan. Dit gedeelte geeft een beschrijving van de voor genoemde punten en de wijze waarop ik wil bewijzen dat ik de doelen behaald heb. Het tweede gedeelte bestaat uit de bewijsstukken. Dit bevat een aantal reflectie verslagen en de door mij gemaakte informatie map voor mede werkers. Het geheel zou ik graag mondeling willen toe lichten wanneer er vragen zijn. Djoeke Kunnen.
Djoeke Kunnen November 2002
1
Persoonlijke gegevens student verkorte HBOV-duaal. Naam:
Kunnen
Voornaam:
Djoeke
Roepnaam
Djoeke
Geboortedatum:
1 december 1980
Collegekaart: Adres: Postcode: Woonplaats:
Almere
Telefoonnummer: Mobiele telefoon: E-mail adres:
[email protected]
Werkgever:
Flevoziekenhuis
Begeleider op de werkplek: Telefoonnummer werk: Datum start opleiding:
September 2001
Studievariant:
HBOV duaal verkort
Onderwijsgroep:
Djoeke Kunnen November 2002
2
Afspraak. Hierbij spreken onderstaande partijen af dat de student: …………………………………………, geboren:………………. door de zorginstelling ………………………………………………………………. wel / niet (svp omcirkelen) in de gelegenheid wordt gesteld om zich binnen het bestaande dienstverband te oriënteren op een andere zorgcategorie. Indien de student wel in de gelegenheid wordt gesteld om zich gedurende het bestaande dienstverband te oriënteren dan stelt de zorginstelling hier ……. werkdagen of ……… werkweken. Indien hierboven de afgesproken oriëntatie niet de volledige tien weken omvat dan is de student in de gelegenheid om de volgende dagen stage te lopen binnen (svp aankruizen): 0
de eigen instelling, namelijk de afdeling:………………………………………………..
of 0
in een andere zorginstelling,
namelijk:………………………………………………………………………………………….. van week 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 (svp omcirkelen), op (svp aankruizen): 0 maandag 0 dinsdag 0 woensdag 0 donderdag 0 vrijdag 0 zaterdag 0 zondag Alle partijen komen de hierboven genoemde afspraken en de in het POP van de student gemaakte afspraken na. Naam werkbegeleider zorginstelling:……………………………………………… …………………………………………(handtekening)
Naam begeleider opleiding:……………………………………………… …………………………………………(handtekening)
Naam student:……………………………………………… …………………………………………(handtekening)
Djoeke Kunnen November 2002
3
Persoonlijke ambities. 0. Voor welke onderdelen in je werk ben je het meest gemotiveerd? In mijn werk ben ik het meest gemotiveerd om mee te werken aan het ontwikkelen nieuwe protocollen en werkwijzen, deze voornamelijk met betrekking op het methodisch werken. Daarnaast het uitvoeren en vernieuwen hiervan. Met betrekking tot de directe patiëntenzorg vind ik de gecompliceerde zorg waarbij veel sprake is van coördinatie tussen verschillende disciplines. 0. Welke persoonlijke ambities heb je? Mijn persoonlijke ambities liggen op het gebied van het bevorderen van het methodisch werken. Dit wil ik bereiken door een werkgroep op te zetten of aan een bestaande werkgroep deel te nemen. Met betrekking tot de directe patiëntenzorg wil ik, na het opdoen van een aantal jaren ervaring in de algemene patiëntenzorg, op een kinderoncologie afdeling gaan werken. 0. Welke aspecten in de organisatievisie spreken je het meest aan? Vanuit de zorgvisie van de zorggroep Almere spreekt mij het volgende citaat het meest aan: "Zorggroep Almere wil bevorderen dat de inwoners van Almere in goede gezondheid verkeren en bij ziekte of gebrek zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven blijven houden. Zorggroep Almere biedt daartoe waar nodig op ieders individuele omstandigheden afgestemde informatie, dienstverlening en/of zorg en aandacht." Dit deel van de visie spreekt mij het meeste aan omdat ik het van groot belang vind dat mensen als individu worden behandeld en daarbij altijd zelf de baas blijven over hun eigen leven. 0. Welke invloed hebben huidige organisatieontwikkelingen op jouw werk? Er is een grote ontwikkeling gaande die veel invloed zou hebben op mijn werk als HBO-v verpleegkundige binnen het team van de wijkverpleging. Deze ontwikkeling betekent dat de taak van coördinerend verpleegkundige wordt omgezet in teamleider. Hierdoor komen er een aantal taken bij voor de coördinerend verpleegkundige, zoals het voeren van functioneringsgesprekken binnen het eigen team. 0. Waar zie je erg tegenop? Ik zie erg op tegen het invoeren van nieuwe protocollen en werkwijzen in een team dat daar niet voor open staat. Ik zie hier tegen op omdat ik het moeilijk vind mensen het gevoel te geven dingen te moeten aannemen. Ik ben dan bang om mensen tegen mij zelf op te zetten.
Djoeke Kunnen November 2002
4
Talenten en ontwikkelpunten. 0. Welke competenties wil je in de komende tijd verder uitbouwen? Ik wil een klinische les voor kunnen organiseren, over een onderwerp waarvan wordt aangegeven dat er behoefte aan is, binnen de organisatie waar ik stage ga lopen. 0. Welke competenties wil je verbeteren? Ik wil een protocol kunnen ontwikkelen welke specifiek is voor de wijkverpleging. 0. Welke competenties ten aanzien van het verplegen van zorgcategorieën die voor jou nog onbekend zijn wil je gaan verwerven? (Hier beschrijf je welke competenties je wilt ontwikkelen ten aanzien van het kunnen uitvoeren van de zorgvrager gebonden taken en taakgebiedoverstijgende activiteiten en welke eindtermen uit de deelkwalificaties je wilt bereiken ten aanzien van de gekozen zorgcategorie.) Ik wil een verpleegplan kunnen opstellen voor een psychogeriatrische patiënt binnen de wijkverpleging. Dit houdt in dat ik de volgende dingen ga doen: specifiek voor deze zorgvrager, • verpleegdoelen formuleren, • verpleegkundige interventies kiezen, • samenwerken met andere disciplines, • het verpleegplan vaststellen in overleg met een zorgvrager en/of naasten, • afspraken en verpleegplan onderbrengen in het patiëntendossier. Ik wil een medewerkermap ontwikkelen waarin men kan vinden hoe de organisatie werkt, welke disciplines aanwezig zijn, welke protocollen gebruikt worden en hoe de werkstructuur is. 0. Welke bewijzen (b.v. een verslag, een verpleegplan) verzamel je om aan te tonen dat je je ontwikkelpunten beheerst en toepast in je werk? Als bewijs van het behalen van de opdrachten voeg ik de volgende dingen bij in mijn pop: • Een exemplaar van de gemaakte medewerkers map. • Het protocol welke ik heb ontwikkeld tenaanzien van opname. • Een door mij ingevuld verpleegplan voor een psychogeriatrische patiënt. Hierbij doe ik een reflectie verslag van de wijze waarop ik dit heb uitgevoerd. • Een verslag van de verschillende teamplanningen die ik heb bijgewoond. • Een reflectie verslag een van de coördinatoren overleggen. • Een reflectie verslag over de wijze waarop ik de klinische les heb georganiseerd.
Djoeke Kunnen November 2002
5
Leeractiviteiten om het POP te realiseren. 0. Beschrijf welke activiteiten je gaat ondernemen om genoemde ontwikkelpunten te realiseren. • • • •
• •
Ik wil een medewerkers map maken, zodat ik de organisatie beter ga leren kenen en anderen na mij deze informatie gebundeld terug kunnen vinden. Ik ga een protocol ten aanzien van opname ontwikkelen. Ik wil een psychogeriatrische patiënt opnemen en het verpleegplan maken. Ik ga verschillende teamplanningen bij wonen zodat ik deze kan vergelijken met elkaar om een eigen menig te kunnen vormen over hoe dit het beste inhoud kan krijgen. Hier maak ik een verslag van. Ik ga aan het coördinatoren overleg deelnemen. Daar maak ik een reflectie verslag van. Ik ga een klinische les organiseren over compressie zwachtelen. Ik maak een reflectie verslag van de wijze waarop ik dit heb aangepakt.
Vormen van ondersteuning. 0. Ik verwacht van mijn werkbegeleiding de volgende ondersteuning: Interesse en enthousiasme in mijn leerproces en de door mij uitgevoerde projecten. Ik verwacht tevens dat mijn begeleider eerlijk is tegen over mij, zowel in mijn leerproces als naar mij persoonlijk. Een open houding zodat ik het gevoel heb bij die persoon terecht te kunnen. 0. Ik heb ondersteuning nodig van mijn collega’s, in de vorm van: Medewerking in de opdrachten die ik moet doen. Open staan voor nieuwe ideeën, zodat de werkzaamheden die ik doe ook daadwerkelijk nuttig zijn. 0. Ik vraag Ingrid Uriot om mijn leerpartner / maatje / persoonlijke coach te zijn. Zijn of haar feedback op mijn gedrag zal voor mij erg belangrijk zijn omdat zij hier een duidelijk beeld van kan krijgen doordat ik veel met haar samen ga werken tijdens mijn stage. Daarnaast is zij altijd open en eerlijk tegenover mij. 0. Van de organisatie verwacht ik / heb ik nodig: Informatie en medewerking waar ik die nodig acht tijdens mijn stage. Bijvoorbeeld voor het uitvoeren van opdrachten. 0. Ik heb materiële ondersteuning nodig, zoals: Foldermateriaal over de zorginstelling en de dingen daar omheen. 0. Mijn eigen inzet om dit leertraject tot een succes te maken bestaat uit: Afspraken met collega’s en begeleiding na komen. Inzet en enthousiasme tonen. Open staan voor feedback en reacties van collega’s.
Djoeke Kunnen November 2002
6
Mijn bijdrage aan de ontwikkeling van medestudenten 0. Ik organiseer de volgende activiteiten waaraan ook mijn medestudenten kunnen deelnemen: Geen. 0. Mijn expertise ligt op het terrein van continuïteit en coördinatie van zorg. Ik ben bereid om op dit gebied ondersteuning aan te bieden aan medestudenten. 0. Andere vormen van ondersteuning die ik kan bieden zijn: Een luisterend oor zijn voor mede studenten.
Djoeke Kunnen November 2002
7
Bewijsstukken voor het behalen van de doelen.
Djoeke Kunnen November 2002
8
Reflectieverslag organisatie klinische les. Op de eerste werkdag van mijn stage kwam ik in aanraking met compressie zwachtelen. De vraag van het team was of ik hier bekwaam in was. Mijn antwoord hierop was negatief. Een mede collega van mij gaf op dat moment aan dat zij niet bekwaam was op dit gebied. Na inventarisatie van het aantal patiënten dat deze zorg nodig had kwam ik tot de conclusie dat het nuttig zou zijn dat alle niveau 3, 4 en 5 werknemers bekwaam zouden zijn op dit onderdeel. Omdat ik zelf een klinische les met betrekking op dit onderwerp zou willen volgen heb ik de afdeling opleidingen van Zorggroep Almere gebeld voor informatie. Zij vertelde mij dat er geen mogelijkheid was tot het volgen van een klinische les op dit gebied. Wel zou er een mogelijkheid zijn wanneer er voldoende animo was binnen de teams van AlmereHaven en voldoende budget. Tijdens het coördinatorenoverleg heb ik aan de manager gevraagd of ik een budget kon krijgen voor de organisatie van de les. Dit kreeg ik toegezegd, waarna ik informatie ben gaan inwinnen bij de coördinerende verpleegkundigen van de andere teams. Zij konden mij vertellen wie er een cursus zouden willen volgen. Deze namen heb ik doorgegeven aan de persoon van de afdeling opleidingen. In overleg met haar heb ik een datum, tijd en ruimte gepland. Zij heeft toen de persoon die de cursus geeft georganiseerd. Ik vind dat ik deze klinische les op een juiste wijze heb georganiseerd. Dit concludeer ik omdat ik op een systematische manier te werk ben gegaan en eerst heb geïnventariseerd wat de mogelijkheden en behoeften waren binnen de teams. De verbetering die ik op de organisatie kan aanbrengen ligt op het gebied van reactie naar derden. Hiermee bedoel ik dat ik eerder reageer op vragen en of verzoeken van een mede organisator die van mij afhankelijk is, bijvoorbeeld voor het doorgeven van de namen die een uitnodiging moeten ontvangen. Ik heb vaak de neiging om zaken uit te stellen, waardoor de organisatie wordt vertraagd. Verder verliep het geheel redelijk voorspoedig. 28 november om 13.30 uur zal de aanvang zijn van de door mij georganiseerde klinische les. Naar waarheid: Naam: Datum: Handtekening:
Djoeke Kunnen November 2002
9
Reflectieverslag coördinatorenoverleg. Vandaag ben ik, zoals gebruikelijk, aanwezig geweest op het coördinatorenoverleg. Dit overleg is bedoeld voor de teamleiders van de drie teams binnen Almere-Haven om te zorgen dat men elkaar kan ondersteunen en de zorg kan afstemmen op elkaar. Ik was aanwezig als teamleider van de wijkverpleging van Gezondheidscentrum West. Naar mijn mening kan ik op een correcte wijze deelnemen aan het overleg. Dit komt voort uit de volgende punten: Mijn voorbereiding bestaat uit het, op dinsdag voor de vergadering, doornemen van de agenda van de vorige week en mijn aantekeningen betreffende deze vergadering. Hierbij kijk ik of alle punten die ik had moeten afhandelen ook werkelijk zijn uitgevoerd. Zo niet kan ik deze nog afronden of beslissen dat ik deze uitstel naar de volgende week. Daarnaast zit ik bij de teamplanning waaruit ook altijd punten naar voren komen die moeten worden meegenomen in het coördinatorenoverleg. Deze noteer ik, naast mijn aderen dingen, op het daar voor bestemde formulier. Na de teamplanning ga ik samen met Ingrid altijd even zitten om te bespreken welke punten nog meer van belang zijn. Dan kijk ik ook of de planning rond is en of de bereikbaarheid van het team is afgedekt. Verder maak ik een samenvatting van de activiteiten die ik die week naar aanleiding van het overleg heb gedaan. Hierin komt naar voren of het gelukt is en op welke wijze. Op deze wijze weet ik tijdens het overleg goed waar ik over praat en creëer ik een duidelijk overzicht van de punten die ik mee moet bespreken tijdens de vergadering. Tijdens het overleg breng ik op verzoek van de voorzitter de punten in die ik heb verzameld. Dit doe ik naar mijn mening op een open wijze, zodat er een mogelijkheid is voor de anderen om te reageren op mijn inbreng. Dit komt voort uit mijn lichaamstaal, ik zit recht op met mijn armen naast me op de tafel. Tevens vraag ik om reactie waar ik dit nodig acht. Bij de punten van de anderen vind ik dat ik goed luister en concrete aantekeningen maak van de door hen ingebrachte punten. Waar nodig stelde ik vragen ter verduidelijking. Deze vragen ging voornamelijk over beleidsmatige onderwerpen, zoals Wet Poortwachter. Wanneer andere leden vragen hadden over het verlenen van aanvulling op hun planning of voor de bereikbaarheidsdienst kon ik hier relevant op antwoorden, en kon ik dingen zonder twijfel toe zeggen. Na afloop van de planning lees ik de ontvangen stukken en maak ik een lijstje van zaken die ik moet afhandelen voor de volgende vergadering. Op deze wijze blijf ik het overzicht houden van de zaken die nog gebeuren moeten. Op de lijst staan ook de punten vermeld die doorgegeven moeten worden aan het team.
Djoeke Kunnen November 2002
10
Er zijn een aantal punten waarop ik verbetering kan aan brengen. Zo heb ik vaak moeite met het vinden van een moment waarop ik kan inbreken in het gesprek om mijn mening te geven of een vraag te stellen. Dit time ik naar mijn idee vaak verkeerd, waardoor ik stoor in het gesprek. Ook moet ik goed opletten dat ik daadwerkelijk alle punten van mijn lijst behandeld heb voor ik de volgende aan het woord laat. Doordat ik dit bij een punt niet deed zag ik het bijna over het hoofd en moest ik er later nog op terug komen. Over het algemeen vind ik dat ik een goede voorbereiding heb getroffen voor de vergadering, waarna het vergaderen zelf erg gemakkelijk ging. Door de ingewonnen informatie op bovenstaande wijze te verwerken is het de week erna minder lastig de draad weer op te pakken. Naar waarheid: Naam: Datum: Handtekening:
Djoeke Kunnen November 2002
11
Zorgplan Mw. K. Casus: De dochter van mw. K nam contact op met ons naar aanleiding van een gesprek dat zij met de huisarts voerde over de toestand van haar moeder. Tijdens dit telefonische contact heb ik een afspraak met de dochter en mw. K gemaakt. Via de huisarts kom ik te weten dat mw. ernstig verward is en waarschijnlijk een lichte vorm van Alzheimer heeft. Daarnaast is mw. bekend met ventrikel fibrilleren en Artrose. Tijdens het eerste gesprek kwamen de volgende dingen naar boven: Mw. is volgens haar dochter de laatste tijd erg snel achteruit gegaan, zowel op fysiek als psychisch gebied. Zij is onzelfstandig in het uitvoeren van huishoudelijke taken en krijgt hiervoor 3 uur in de week huishoudelijke verzorging. Tevens zou mw. zich, volgens de dochter, niet meer wassen. Mw. geeft zelf aan dat ze zich prima redt met douchen en kleden, maar dat ze moeite heeft met het bereiden van eten, doordat zij niet lang achtereen kan staan. De dochter beaamt dit laatste. Mw. heeft van de huisarts een antibioticakuur gekregen voor 10 dagen. Deze vergeet zij steeds te nemen. De dochter komt nu 3x per dag uit Bussum om de medicatie te geven. Dit kost de dochter erg veel energie, zeker omdat zij daarnaast een eigen bedrijf heeft. Mw. komt op mij ook erg vergeetachtig over, voornamelijk in het korte termijn geheugen. Dingen die ik vertel vraagt zij 3 minuten later weer. Mw. is tijdens het gesprek een aantal malen aan het woord. Dit zijn steeds onsamenhangende verhalen waarbij geen doel bereikt wordt.
Djoeke Kunnen November 2002
12
Ik heb naar aanleiding van dit gesprek een verpleegplan op gesteld volgens de PES structuur: P: E: S:
Mw. heeft een zelfzorgtekort in kleden, uiterlijke verzorging en wassen. Mw. is moeizaam te been en is vergeetachtig. Mw. is een aantal maal gevallen in de badkamer tijdens het douchen. Mw. Ruikt onfris, en draagt al dagen dezelfde kleding.
Doel: Mw. draagt schone kleding en ruikt fris zolang zij thuis woont. Mw. valt niet meer tijdens de verzorging. Interventies: Mw. wordt op maandag en donderdag door de wijkverpleging geholpen met douchen, op alle andere doordeweekse dagen wordt mw. geholpen met wassen. Hierbij doet mw. zo veel als zij kan zelf en let de hulpverlener op de veiligheid van mw. Bijvoorbeeld door haar zittend te laten douchen en kleden. In het weekend wordt mw. door haar kinderen geholpen. P: E: S:
Inadequate therapietrouw. Mw. is verward. Mw. heeft pijn doordat zij de pijnstillers niet krijgt. Mw. loopt een verhoogde kans om resistentie op te bouwen voor de antibiotica die zij behoort te slikken.
Doel: Mw. krijgt gedurende de periode dat zij thuis woont haar medicatie op tijd. Interventies: De wijkverpleging zet 1x per week, op maandag, alle medicatie uit in een medicijndoos volgens het voorschrift van de arts. De hulpverlening die door de weeks komt controleert of mw. haar medicatie heeft genomen. Als dit niet het geval is krijgt mw. deze direct. De wijkverpleging gaat met mw. oefenen in het gebruik van de medicijn doos. Dit gebeurd door mw. zelf de medicatie uit de doos te laten pakken en in te laten nemen. In het weekend geven de kinderen mw. haar medicatie.
Djoeke Kunnen November 2002
13
P: E: S:
Mw. kan haar eten niet zelfstandig bereiden. Mw. kan niet lang staan. Mw. valt af.
Doel: Mw. krijgt dagelijks voldoende voeding binnen zolang zij thuis woont. Interventies: Mw. krijgt op de dagen dat zij wijkverpleging heeft ’s morgen een boterham van de wijkverpleging. De wijkverpleging zet brood klaar op tafel voor tussen de middag. Mw. krijgt op maandag t/m zaterdag avond een warme maaltijd via de maaltijd voorziening. Mw. krijgt op zondag een maaltijd via de kinderen.
Djoeke Kunnen November 2002
14
Reflectie verslag Opname van mw. K. De huisarts van mw. kwam naar mij toe met de vraag of ik wilde gaan kijken bij mw. Ik heb toen contact met mw. opgenomen en een afspraak gemaakt om even langs te komen voor een inventarisatie van de benodigde zorg. Voordat ik naar het gesprek ging heb ik informatie ingewonnen bij de huisarts. Deze vertelde mij al dat mw. vaak wat verward over komt en veel vergeet van wat ze net heeft gehoord. Ik ben ’s morgens naar mw. toe gegaan, omdat ik wist dat haar dochter ook aanwezig was op dat moment. Dit vond ik praktisch omdat mw. afspraken moeizaam kan onthouden. Tijdens het gesprek nam de dochter van mw. voornamelijk het woord. Mw. zelf werd telkens afgekapt. Een aantal malen heb ik mw. zelf aan het woord gelaten door heel bewust naar haar mening te vragen. Vaak kwam er dan een onsamenhangend verhaal naar voren waar geen touw aan vast te knopen was. Samen met de dochter en mw. ben ik tot de conclusie gekomen dat het noodzakelijk was om elke ochtend even langs te komen om de medicatie te geven en eventueel te helpen met douchen. Tijdens de eerste keren dat ik langs ben geweest was ik van mening dat mw. zich prima kon redden in de douche. Naar aanleiding daarvan ben ik weer een gesprek aan gegaan met de dochter. Zij vond dat dit helemaal niet ging. Na het horen van haar mening heb ik informatie ingewonnen bij een collega. Deze vond echter ook dat mw. zich prima redde. Dit heb ik terug gekoppeld naar de dochter. Deze ging toen akkoord met 3x per week hulp bij het douchen en medicatie uitzetten. Ik heb nadat ik bij mw. was geweest contact op genomen met de contactpersoon van het LIA om te zorgen dat de zorgindicatie, voor de door mij toegewezen zorg, zou worden aangemaakt. Tevens kon ik op deze wijze zorgen dat mw. per direct een warme maaltijd zou gaan krijgen. Ik vind dat ik deze opname op de juiste wijze heb uitgevoerd. Dit omdat ik eerst ter inventarisatie naar mw. ben geweest. Daarbij heb ik de informatie die ik van mw. en de dochter heb gekregen vergeleken met mijn eigen indrukken van dat ogenblik. Deze kwam voor een groot gedeelte overeen. Ik vind dat ik tijdens het gesprek er goed op heb gelet dat mw. zelf ook aan het woord kwam. Toen ik uiteindelijk de zorg inzette heb ik na de eerste week een evaluatie gedaan voor mijzelf. Hieruit kwam naar voren dat ik dacht dat er minder zorg nodig was. Naar aanleiding van die conclusie heb ik overleg gepleegd met collegae om mijn mening te toetsen. In samenspraak met deze collega heb ik besloten om de zorg te verminderen. Ik heb de huisarts op de hoogte gehouden van de ontwikkeling in deze zaak. Daarnaast heb ik contact onderhouden met het LIA zodat alles spoedig zou verlopen. Naar waarheid: Naam: Datum:
Handtekening: Djoeke Kunnen November 2002
15
Protocol Opname in de Wijk. 0. Indicatie komt binnen via het thuiszorg loket, vanuit het LIA of de transferverpleegkundige van het Flevoziekenhuis. 0. De wijkverpleging krijgt de fax binnen en beoordeelt wie er naar toe gaat. 0. De patiënt wordt gebeld voor een eerst afspraak, waarin gekeken wordt welke zorg en eventuele hulpmiddelen nodig zijn (deze afspraak wordt onder advies en instructie geregistreerd). 0. Er wordt in de planning bekeken wanneer de gevraagde zorg kan starten. 0. De patiënt wordt gebeld over wanneer de zorg kan starten. 0. De wijkverpleging maakt een map aan voor de patiënt. Hierin worden de volgende punten mee genomen. • Verpleegplan • Personalia • Medische voorgeschiedenis • Rapportage van het eerste gesprek 0. Er worden kopieën gemaakt van de map. Deze worden in een snelhechter mapje gedaan en gaan in de dossierkast. 0. Er wordt een kaartje in de kleur van de eerst verantwoordelijke persoon in de planmap gedaan met daarop de volgende gegevens: • Naam • Adres en Postcode • Telefoonnummer • Cliëntnummer • Huisarts 0. Er wordt een kaartje in de planmap gedaan met daarop wat er bij de patiënt moet gebeuren en wanneer. 0. Het cliënten nummer wordt doorgegeven aan die persoon die verantwoordelijk is voor het bijwerken van de lijst met nummers. Het kan zijn dat de Huisarts een patiënt aan meldt. In dat geval wordt er begonnen bij stap 2 en gaat er via de wijkverpleging een terug koppeling naar het LIA voor het stellen van de indicatie.
Djoeke Kunnen November 2002
16
Verslag van de planningen. Planning Anja. Ik ben bij de planning van Anja geweest om te kijken hoe zij dit aanpakt. De aanpak is totaal anders dan de aanpak van Ingrid. Objectief: Anja begint met mededelingen en het “patiëntenrondje”. Daarna gaat zij plannen met de verzorgenden. Het overleg vindt gestructureerd plaats. Tijdens de mededelingen worden alle dingen die doorgegeven die Anja heeft doorgekregen in het coördinatoren overleg. Dit zijn voornamelijk organisatorische mededelingen. Bij het patiëntenrondje wordt eerst geïnventariseerd wie er besproken moeten gaan worden. Daarna wordt een voor een de patiënten besproken. Dit gebeurd kort en bondig en alleen informatie die nog niet bekend was. Tijdens de planning worden de patiënten een voor een opgenoemd waarop de verzorgenden reageren met wie daar heen gaat. Dit gaat soms wat rommelig, maar blijft wel duidelijk. Het overleg was op tijd afgelopen. Subjectief: Ik vond de manier van plannen erg prettig ogen, dit omdat iedereen direct bij het overleg betrokken werd. Het lijkt mij dat door de grote inspraak tijdens het plannen er weinig ontevredenheid ontstaat over de patiënten die zijn toebedeeld. De manier van het bespreken van patiënten vind ik ook prettig. Je hebt bij het begin overzicht van welke dingen besproken gaan worden. Het is fijn dat alleen de bijzonderheden besproken gaan worden. Zo hoor je niet elke keer dezelfde dingen en blijft het geheel interessant. Wel vond ik dat er onderling veel tussendoor gekletst werd. Dit probeerde Anja zo veel mogelijk te onderdrukken. Dit lukte alleen lang niet altijd.
Djoeke Kunnen November 2002
17
Planning Ingrid Objectief: De planning begint met het plannen van de verzorgenden. Ingrid noemt de mensen een voor een op en de verzorgenden zetten dit in hun agenda. Hierna worden de patiënten besproken. Dit wordt een voor een afgehandeld. Nadat de patiënten besproken zijn worden de organisatorische mededelingen gedaan, zoals dingen die bij de MEXZ vandaan zijn gekomen. Het overleg was op tijd afgelopen. Subjectief: Ik vind de planning overzichtelijk. Het plannen van de verzorgenden gaat naar mijn idee op een goede manier. In principe is het zo dat iedereen ‘eigen’ patiënten heeft. Soms moet daar wel wat in geschoven worden. Meestal is iedereen tevreden. De patiënten bespreking gaat overzichtelijk, omdat iedereen om de beurt is. Wel vind ik soms dat er lang wordt uitgewijd over een patiënt of situatie die al veel vaker besproken is. De mededelingen worden op het einde gedaan. Dit vind ik wel slim omdat de concentratie dan het grootst is wanneer er geplant moet gaan worden.
Vergelijking tussen de planningen: Objectief: Objectief gezien zijn er veel verschillen. De indeling van het overleg is anders. Zo begint Anja met de mededelingen terwijl Ingrid deze als laatste doet. Het inplannen van de verzorgenden gaat ook op andere wijze. Ingrid zorgt dat ze de planning rond heeft voor dat we het overleg hebben. Anja doet dit samen met de verzorgenden. Voor het bespreken van de patiënten maakt Anja eerst een inventarisatie van de patiënten die hierin aan de orde moeten komen. Dit doet Ingrid niet. De inhoud lijkt bij Anja iets oppervlakkiger dan het team van Ingird. Subjectief: Subjectief gezien is er niet zo heel veel verschil naar mijn mening. Ik vind dat er tijdens alle bij de overleggen veel gekletst wordt onderling. Hier wordt wel op ingegrepen. Ik vind dat er voor beide methoden wel wat te zeggen valt, ook al is het anders ingedeeld. Ik denk dat de manier van plannen zoals Anja het doet als prettiger wordt ervaren door de verzorgenden. Zij hebben hierbij meer inspraak. Wel moet daarbij goed in de gaten worden gehouden dat de werkzaamheden een beetje gelijk verdeeld worden en grenzen bewaakt.
Djoeke Kunnen November 2002
18
Medewerkersmap Wijkverpleging Almere-Haven Alles met betrekking tot organisatie
Gemaakt door Djoeke Kunnen Datum: november 2002
Index.
Inleiding ................................................................................................................................. 1 Zorgvisie van Zorggroep Almere........................................................................................... 2 Belangrijke telefoonnummers ................................................................................................ 3 Protocol Opname in de Wijk. ................................................................................................. 5 Protocol prikaccidenten.......................................................................................................... 6 Klachtenprocedure. ................................................................................................................ 8 Het zorgplan ......................................................................................................................... 10 Formulier Wijziging medewerkers map............................................................................... 12 Formulier Wijziging medewerkers map............................................................................... 13
Djoeke Kunnen November 2002
Inleiding. Voor u ligt de werknemers map. Deze map is bedoeld voor iedereen die informatie zoekt met betrekking tot de organisatie van het werk en de afdeling. Ik heb mijn best gedaan om de meest noodzakelijke dingen op te vragen en te ontwikkelen. Natuurlijk zijn er dingen die u mist of die, nu u de map onder ogen krijgt, veranderd zijn. Ik wil een ieder die dingen op merkt dan ook vragen deze extra informatie door te geven aan de teamleider. Deze kan de veranderingen door voeren in de map. Via het formulier dat achterin is opgenomen kun je wijzigingen door geven aan de teamleider. Het protocol prikaccident is een niet officiële versie. Deze komt uit wanneer de ondernemingsraad het protocol heeft goedgekeurd. Verdere informatie is verkrijgbaar bij Jan Roos. Ik hoop dat u de map als nuttig hulpmiddel ervaart. Djoeke Kunnen.
Djoeke Kunnen November 2002
1
Zorgvisie van Zorggroep Almere. De zorgvisie is als volgt: De zorggroep wil bevorderen dat de inwoners van Almere in een goede gezondheid verkeren en bij ziekte of gebrek zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven blijven houden. Zorggroep Almere biedt daartoe waar nodig op ieders individuele omstandigheden afgestemde informatie, dienstverlening en/of zorg en aandacht. Thuis als het kan. Zorggroep Almere kiest daarbij voor een cliëntgerichte werkwijze en het tegengaan van niet-noodzakelijk onderzoek, hulpverlening, medicijngebruik, opname of verblijf in het ziekenhuis. Om de zorg- en dienstverlening naadloos te laten aansluiten, wordt er gewerkt vanuit een integraal samenhangende en regionale zorgorganisatie, waarbinnen ruimte is voor de eigen professionaliteit van de medewerker. In één zin samengevat: de juiste zorg op de juiste plaats.
Djoeke Kunnen November 2002
2
Belangrijke telefoonnummers. Thuiszorg loket: Thuiszorg winkel:
036-5472317 036-5322105
Wijkverpleging mobiel: Gezondheidscentrum Oost: Gezondheidscentrum West: Gezondheidscentrum De Haak: Avond dienst (v.a. 18.00 uur): Weekend dienst:
06-10501841 06-10188379 06-10066671 06-10908294 06-10908295
LIA (bereikbaar van 9.00 – 12.30 uur en 13.30 – 17.00 uur): Algemeen (cliënten): 036-5463200 Algemeen (collega’s): 036-5463299 Annemarie de Groot: 036-5463226 Marlies van Waes: 036-5463227 Marco van Deventer: 036-5463228 Ria Stoel: 036-5463225 Fax: 036-5463210 Verzorg en Verpleeghuizen: Buiten haeghe: De Overloop: Polderburen: De Toonladder: De Kiekendief: Specialistische verpleegkundigen: Transfer verpleegkundige: Oncologie verpleegkundige: Diabetes verpleegkundige: • 1e Lijn (ma, di, woe): • Flevo dgl. 8.30-17.00 uur: Stoma verpleegkundige:
036-5496800 036-5472300 036-5357900 036-5358123 036-5385353
036-5398933 036-5398716 036-5488628 036-5398620 036-5398557
Diëtiste: Dagelijks 9.00- 12.00 uur: 036-5488630 Voedingsvragen 14.00- 15.00 uur (ma,vr) 036-5488630 Ergotherapie:
Djoeke Kunnen November 2002
036-5357900
3
Huisartsen: Gezondheidscentrum West: • Lenny Achthoven • Henk Dols • Piet Germs • Daan de Geus • John Mens • Colette Vrede-Didden Allen bereikbaar onder telefoon nummer 036-5315414 Gezondheidscentrum De Haak. • Jorien van Baal • Roos van den Berg • Gijs van der Bijll • Nico van Duijn • Raja Hanina • Marja Slettenhaar • Lenie Smit
036-5472610 036-5472620 036-5472610 036-5472610 036-5472620 036-5472620 036-5472620
Gezondheidscentrum Oost. • Jan Dirk Beugelaar • Frans Bollen • Janneke Emmen • Hatice Kir • Jan Veenstra Allen bereikbaar onder telefoonnummer
036-5314174
Artsenpraktijk Schoffelmeer. Algemeen: Spoedlijn: Collega lijn: Fax:
036-5313024 036-5311487 036-5405263 036-5405264
Ziekenhuizen: Flevoziekenhuis: Gooi-Noord: A.M.C: AZ VU:
036-5398765 035-5391111 020-5669111 020-4444444
Apotheken: De Wierden: De Grienden: Almere Haven (centrum):
036-5471030 036-5471020 036-5471000
Djoeke Kunnen November 2002
4
Protocol Opname in de Wijk. 0. Indicatie komt binnen via het thuiszorgloket, vanuit het LIA of de transferverpleegkundige van het Flevoziekenhuis. 0. De wijkverpleging krijgt de fax binnen en beoordeelt wie er naar toe gaat. 0. De patiënt wordt gebeld voor een eerste afspraak, waarin gekeken wordt welke zorg en eventuele hulpmiddelen nodig zijn (deze afspraak wordt onder advies en instructie geregistreerd). 0. Er wordt in de planning bekeken wanneer de gevraagde zorg kan starten. 0. De patiënt wordt gebeld over wanneer de zorg kan starten. 0. De wijkverpleging maakt een map aan voor de patiënt. Hierin worden de volgende punten opgenomen. • Verpleegplan • Personalia • Medische voorgeschiedenis • Rapportage van het eerste gesprek 0. Er worden kopieën gemaakt van de map. Deze worden in een snelhechtermapje gedaan en gaan in de dossierkast. 0. Er word een kaartje in de kleur van de eerst verantwoordelijke persoon in de planmap gedaan met daarop de volgende gegevens: • Naam • Adres en Postcode • Telefoonnummer • Cliëntnummer • Huisarts 0. Er wordt een kaartje in de planmap gedaan met daarop wat er bij de patiënt moet gebeuren en wanneer. 0. Het cliëntnummer wordt doorgegeven aan die persoon die verantwoordelijk is voor het bijwerken van de lijst met nummers. Het kan zijn dat de huisarts een patiënt aanmelt. In dat geval wordt er begonnen bij stap 2 en gaat er via de wijkverpleging een terug koppeling naar het LIA voor het stellen van de indicatie.
Djoeke Kunnen November 2002
5
Protocol prikaccidenten. Mocht u, ondanks het nemen van preventieve maatregelen, onverhoopt toch een prikaccident overkomen, volg dan de hierna beschreven handelwijze. Dat geldt ook in het geval u preventief bent gevaccineerd tegen hepatitis B; er bestaat immers een (kleine) kans dat u met het hepatitis C- of HIV-virus bent besmet. 0. Blijf kalm, er is voldoende tijd om adequate maatregelen te treffen Wanneer u preventief gevaccineerd bent tegen hepatitis B, dan loopt u in beginsel geen gevaar om met dit virus besmet te raken. Wanneer u niet preventief tegen hepatitis B bent gevaccineerd, dan dient u, afhankelijk van het besmettingsrisico, binnen 24 uur immuunglobulinen toegediend te krijgen. Vervolgens dient dan nog vaccinatie plaats te vinden, welke binnen vijf dagen dient te starten. 0. Vraagt u zich af of er inderdaad sprake is van kans op besmetting Besmetting is alleen mogelijk: - door verwonding met besmet materiaal, zoals prikken aan een gebruikte naald, verwonden aan een besmet voorwerp - door contact met besmet materiaal via de slijmvliezen (spatten in het oog) of via de mond (mond op mond beademing zonder tussenstuk) - door een bijtwond - door bloedcontact via een open wond 0. Bij kans op besmetting via huidcontact (wondjes, prik- snij- of bijtwond) Onderneem de volgende actie: - de prik- of snijwond goed laten bloeden - spoel de wond grondig met water of een fysiologische zoutoplossing - vervolgens desinfecteren met huiddesinfectans, bijvoorbeeld betadine jodium, chloorhexidine 0,5% in alcohol 70%, spiritus ketonatus 80-90% of 2% jodium in 80% aethanol. 0. Bij kans op besmetting via de slijmvliezen (ogen, mond) Onderneem de volgende actie: - alleen spoelen met water of fysiologisch zout - geen desinfectans gebruiken
Djoeke Kunnen November 2002
6
5. Neem zo spoedig mogelijk contact op met de arbodienst De arbodienst is bereikbaar op werkdagen van 9.00 - 16.00 uur op telefoonnummer 036 - 5486133; wanneer het prikaccident zich in de avond of nacht heeft voorgedaan is het vroeg genoeg om dit de volgende ochtend te melden. Wanneer op dat moment geen bedrijfsarts beschikbaar is, wordt u geadviseerd om contact op te nemen met de eigen huisarts. In het weekend of in de avonduren kunt u contact opnemen met de centrale huisartsenpost in Almere; deze is gevestigd op het adres Hospitaalweg 7, naast het Flevoziekenhuis; het telefoonnummer is 0900-2030203. De centrale huisartsenpost is geopend op maandag tot en met vrijdag van 17.00 – 8.00 uur en op zaterdag, zondag en feestdagen de gehele dag. 5. Stel uw leidinggevende zo spoedig mogelijk op de hoogte Het is noodzakelijk dat uw leidinggevende op de hoogte is van prikaccidenten die zich hebben voorgedaan en van de oorzaken daarvan. Wellicht dat op grond daarvan maatregelen kunnen worden genomen om prikaccidenten in de toekomst te voorkomen. Een prikaccident wordt door de Arbeidsomstandighedenwet 1998 aangemerkt als een arbeidsongeval; werkgevers zijn wettelijk verplicht deze te registreren. U dient dan ook, eventueel samen met uw leidinggevende, het formulier arbeidsongevallen in te vullen. Een kopie van dit formulier wordt aan de arbodienst gezonden. 7. Aanvullende informatie Aanvullende informatie over hepatitis B is te vinden in de folder Hepatitis B vaccinatie voor medewerkers in de gezondheidszorg. Deze folder is verkrijgbaar bij uw leidinggevende en bij de afdeling personeel en opleidingen.
Dit protocol is vastgesteld door de Raad van Bestuur van Zorggroep Almere en dienen op de daarvoor in aanmerking komende werkplekken te kunnen worden geraadpleegd.
Djoeke Kunnen November 2002
7
Klachtenprocedure. Waar kan een klacht over gaan? Patiënten kunnen een klacht indienen als zij niet tevreden zijn over de zorg of het vertrouwen in de zorgverlener zijn verloren. Het is de bedoeling dat de patiënt zijn klacht in eerste instantie probeert uit te praten met een van de mensen van het zorguitvoerende team. Mocht het niet lukken om er onderling uit te komen kan de patiënt een beroep doen op de klachtenregeling van Zorggroep Almere. De klachten kunnen betrekking hebben op alle gedragingen van Zorggroep Almere en haar medewerkers. Klachten kunnen gaan over de medische behandeling, maar eveneens over de bejegening door degenen die voor Zorggroep Almere werken. Wie kan een klacht indienen? Iedereen die direct belang heeft bij de ontvangen zorg of dienst kan een klacht indienen. Naast de cliënt zelf worden hier bijvoorbeeld ook de ouders van kind, overige familieleden of de partner bedoeld. Toestemming van de cliënt is in de meeste gevallen een voorwaarde voor verwerking van de klacht. Hoe is de procedure? De patiënt stuurt een schriftelijke klacht naar de secretaris van het klachtenbureau. Deze stuurt de klager binnen een week een ontvangstbevestiging van de klacht. De ontvangstbevestiging bevat tevens informatie betreffende de wijze van afhandeling van de klacht. In eerste instantie wordt de leidinggevende van de betrokken hulpverlener/ medewerker gevraagd om de klacht in behandeling te nemen. De leidinggevende zal daartoe zo snel mogelijk contact op nemen met de klager. Het streven is om de klacht binnen vier weken na ontvangst te hebben afgedaan. Bestaat er bezwaar tegen de wijze waarop de leidinggevende de klacht heeft afgedaan, dan kan de klager dit binnen drie weken na ontvangst van de afhandelingbrief kenbaar maken aan de secretaris van het klachtenbureau Zorggroep Almere. De klacht zal dan door de klachtencommissie in behandeling worden genomen.
Djoeke Kunnen November 2002
8
Hoe werkt de klachtencommissie? De klachtencommissie bestaat uit drie, niet bij Zorggroep Almere werkzame of aan Zorggroep Almere gelieerde, personen. Van de commissie maken in elk geval een jurist en een arts deel uit. De secretaris is geen lid van de klachtencommissie. Alle bij de klachtafhandeling betrokken personen zijn verplicht tot geheimhouding van vertrouwelijke gegevens. De klachtencommissie stelt en onderzoek in naar de toedracht van de klacht: 0. De commissie kan bij de klacht betrokken partijen verzoeken schriftelijk inlichtingen te geven en onder hen berustende stukken in te zenden, voor zover deze de klacht betreffen. Hiervoor vraagt de commissie eerst toestemming aan de klager. 0. De commissie kan in- en/of externe deskundigen raadplegen. 0. De commissie kan de betrokken partijen uitnodigen voor een mondelinge toelichting (hoorzitting). De klachtencommissie doet gemotiveerd uitspraak en kan deze vergezeld laten gaan van aanbevelingen aan de directie van Zorggroep Almere. De uitspraak wordt schriftelijk meegedeeld aan klager, aangeklaagde, leidinggevende en directie. Het klachtenreglement is in elk gezondheidscentrum of zorgcentrum op te vragen. Tevens zit het achter dit stuk in de map.
Het adres van de secretaris klachtenbureau Zorggroep Almere is: Postbus 10136 1301 AC Almere
Djoeke Kunnen November 2002
9
Het zorgplan. Bij het opstellen van het verpleegplan wordt met een aantal vaststaande methoden gewerkt. Dit zijn de PES en de RUMBA. Hieronder een kleine omschrijving van de werkwijze. De PES-methode. Deze methode wordt gebruikt om het verpleegprobleem vast te stellen en te formuleren. De letters staan voor: • P = probleem • E = etiologie • S = symptomen Bij de P geef je in het kort weer wat het verpleegprobleem is of de zorgvraag. Bij de E wordt beschreven wat de oorzaak is van het verpleegprobleem. Dit is op te splitsen in drie onderdelen: • Stoornis = De aandoening of ziekte. • Beperking = Belemmering op persoonlijk functioneren. • Handicap = Is de belemmering in sociaal functioneren. De S staat voor het geen wat kan worden waargenomen waardoor het probleem bevestigd wordt. Het gaat dus om de dingen die kunnen worden gezien, gehoord, geroken of gevoeld. Tevens kunnen eigen woorden van de patiënt hierin worden opgenomen. Bijvoorbeeld bij een patiënt met COPD die niet meer zelfstandig in staat is om te douchen: P: E: S:
Mw. kan niet zelfstandig douchen. Mw. is benauwd door haar COPD en is hierdoor snel vermoeid. Mw. zegt moe te zijn na het douchen. Mw. ademt snel en oppervlakkig tijdens en na het douchen. Mw. praat met onderbrekingen bij het douchen.
Djoeke Kunnen November 2002
10
De RUMBA. De Rumba wordt gebruikt om het doel van de zorg weer te geven zodat je weet wanneer de zorg kan worden afgebouwd. Om het doel te formuleren moet je de volgende dingen in ogenschouw nemen: R U M B A
= Relevant; Het doel heeft te maken met een aan de geformuleerde zorgvraag. = Begrijpelijk; Het doel is maar op een manier te interpreteren. = Meetbaar; Het doel is te toetsen, je kunt het checken of meten. (waarneembaar) = Gedrag; Het doel is beschreven vanuit het perspectief van de zorgvrager. = Haalbaar; Het doel is reëel qua tijd en mogelijkheden.
Bij het bovenstaande voorbeeld zou men als doel kunnen stellen: Mw. is elke week twee maal gedouched. Mw. zegt hierbij minder moe te zijn dan wanneer zij het zelf heeft gedaan. Een fout voorbeeld van een doel is bv: Mw. kan binnenkort zichzelf weer douchen. Dit is niet juist omdat er sprake is van een niet haalbaar doel, mw. is chronisch ziek. Daarnaast is het niet duidelijk meetbaar, ieders interpretatie van de term binnenkort is anders. Naast deze twee systemen wordt er gebruik gemaakt van interventies en een evaluatie. Deze moeten ook aan een aantal punten voldoen: Interventies/acties. Bij • • • •
de omschrijving van de acties is het belangrijk de volgende dingen te noemen: Wat er moet gebeuren. Wanneer de activiteiten moeten worden uitgevoerd. Hoe vaak de activiteiten moeten worden uitgevoerd. Door wie de activiteiten moeten worden uitgevoerd.
Evaluatie. Bij de evaluatie moet worden weergegeven op welke wijze en in welke frequentie er geëvalueerd moet worden. De evaluatie gegevens dienen verband te houden met de ontwikkelde verpleegplannen.
Djoeke Kunnen November 2002
11
Formulier Wijziging medewerkers map. Ik, , heb op (datum) informatie bestaat.
ontdekt dat er onjuiste/ontberekende
Deze informatie heeft betrekking op het volgende artikel:
Het gaat om de volgende informatie: (beschrijf de informatie kort en bondig)
Deze informatie heb ik verkregen via:
NB: Dit formulier graag kopiëren voor gebruik.
Djoeke Kunnen November 2002
12
Formulier Wijziging medewerkers map. Ik, , heb op (datum) informatie bestaat.
ontdekt dat er onjuiste/ontberekende
Deze informatie heeft betrekking op het volgende artikel:
Het gaat om de volgende informatie: (beschrijf de informatie kort en bondig)
Deze informatie heb ik verkregen via:
NB: Dit formulier graag kopiëren voor gebruik.
Djoeke Kunnen November 2002
13