PERSOONLIJK © Bijbelverhalen.nl blz. 2 3 4 5 6 7 8 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 21 22 23
Tattoo’s Geschenken van God 1 Geschenken van God 2 Geschenken van God 3 Geschenken van God 4 Heb jij maar 1 talent? Foei! Geen roeping voor kinderwerk? Kom nou! Een geweldig woord uit Singapore O, daarom dus Ons geweten Hoop voor een kind Op hun niveau Uit de duisternis Bid voor me Help de kinderen Jezus vinden Hecht jouw kerk waarde aan de kinderen? Een lied, dat alles in een ander perspectief zet Een prachtige boodschap over de tallith Honderd manieren om een kind te prijzen Kinderen en het gevaar van verslaafd raken
Tattoo’s
Zonder dat ze het van elkaar wisten vertelden ons afgelopen zondag ineens drie van onze kleinkinderen, dat ze een tattoo wilden laten zetten. ‘Oeit,’ zei een andere kleindochter, ‘dat moet je niet tegen oma zeggen, want die is er tegen. Ze is ook tegen piercings.’ De oudste, die nog al pittig is, een blond agentje, daagde mij dus uit. ‘Oma, kom maar op. Het staat nergens in de bijbel dat het niet mag.’ ‘Eh…in Leviticus, geloof ik. Ik weet zeker dat het in de bijbel staat.’ ‘Dat zal wel, waar dan, waar dan, kom op met je tekst oma.’ Gelukkig heb ik veel streepjes in mijn bijbel gezet, zodat ik de belangrijke stukken altijd terug kan vinden. Maar dit keer gebruikte ik even snel de concordantie. Wat is dat ouderwetse boek toch nog reuze gemakkelijk, zelfs in deze googletijd. En ja, binnen de kortste keren konden ze het met eigen ogen lezen. Leviticus 19: 28: ‘breng geen tatoeages aan. Ik ben de H E E R .’ En hielp het dat ik met bijbelteksten smeet? Ja toch wel, want deze mooie jonge mensen willen wel graag doen wat Jezus van hen vraagt, prijst God daarvoor! Vroeger toen de jongelui van de Hoop in onze kerk kerkten lieten ze altijd hun tattoo’s weghalen als ze tot geloof kwamen, ook al kostte het erg veel geld en als bleef er een lelijk litteken over. En nu zullen daar de christenjongeren zomaar in die val lopen, omdat het zo algemeen geaccepteerd is. Dat is toch te gek? Daarom, geef ik jullie dus even deze hint: Ken je bijbel. Nu meer dan ooit!
Geschenken van God 1 “U bent de koning van mijn hart!” Het is zondag. De christenen zijn weer vergaderd in de kerk en de dienst is begonnen. Staande zingt de gemeente het openingslied voor die zondag. “Heer der Here, koning der Koningen”… De muzikanten laten zich helemaal gaan in hun aanbidding van de Heer. Het geluid zwelt aan. Ze voelen zich geroerd. God zelf de koning der koningen is ook de hemelse vader. Wat een “verheffend” idee! Het ene lied volgt op het andere en voor een paar uur vergeten de gelovigen hun zorgen en problemen. De preek zit heel goed in elkaar. Hij gaat over God, heel fijn, heel inspirerend en je kunt er weer een weekje tegen. “Wat een fijne dienst, hè?” hoor je na afloop overal om je heen. Broeder, zuster, we zijn koningskinderen, fijn hè? Tot volgende week, zo de Heer wil en wij leven. Maar hoe zou God zich voelen? Stel je voor dat er bezoek voor je komt en die persoon doet niets dan je vertellen hoe lief en aardig je wel bent, maar je krijgt niet de tijd om hem koffie met gebak aan te bieden en een speciaal door jou gekocht cadeau te geven. Een van de bezoekers gaat nog een toespraak houden over jouw karakter en jouw goedheid. Dan staat iedereen weer op en gaat naar huis. Daar sta je nou met je goeie gedrag. Je mooie, speciaal voor die dag gekochte cadeaus liggen op tafel. De strikken zitten er nog omheen. Jouw persoonlijke briefjes blijven ongelezen. Je legt de pakjes teleurgesteld in de kast bij alle andere cadeaus die je de vorige keren had willen geven… Gekke situatie, hè? Zou het niet heerlijk zijn als er een tijd van ontvangen was? Een stil moment? En later, als de Heer elk van ons zijn persoonlijke aandacht en woord gegeven heeft, het getuigen, het laten zien aan de anderen wat er in jouw pakje zat, dat zo liefdevol voor je was uitgezocht? Een koning krijgt geschenken, maar bovenal geeft hij geschenken. Royaal, zodat iedereen ah! en oh! roept. Hem overtreffen kun je niet. Weet je wat? We gaan naar die grote kast van God en maken een paar van de pakjes open. Ben jij niet benieuwd wat er in zit? Maak maar rustig open en weet dat Gods liefelijk aanzicht straalt omdat je van hem geniet. Je mag ze houden, al die cadeaus. Ze vertellen hoeveel hij van je houdt en dat Hij je toekomst kent en weet wat je nodig hebt voor de dagen die komen en de mensen die je gaat ontmoeten, voor je relaties en je frustraties. Ze zijn om van te genieten. Wie weet heb je er een deze week nodig. En dan stil zijn hand vasthouden en zijn troost ervaren... Mijn lieve kinderen, ik geef jullie voor deze week een prachtig en koninklijk geschenk. Houd je handen maar op. Deze handen zijn geschapen om mij te dienen, om te aaien en te troosten, om creatief mee te zijn en ook je naaste te dienen. Ik geef je hemelse handcrème. Ik zalf je handen met olie. Zie je wel, je handen druipen van olie. Ik zegen het werk van je handen, alles wat je doet. Zoals ik je hebt geleerd te bidden: Geef ons heden het dagelijks brood. Brood is een product van arbeid, van ploegen, zaaien, wieden, het resultaat van je zweten. Er zijn mensen die vruchteloos werken, maar jij zal resultaten zien, vooruitgang, voldoening, omdat ik je handen zalf. Met die handen van jou zul je anderen troosten en genezen. Je zult ze vouwen in een gebed en omhoog heffen als dankoffer. Het zullen lieve, gevoelige handen zijn, niet altijd schoon, niet altijd elegant, maar vol groeven en kerven van het zorgen voor je familie en vrienden. Er gaat veel viezigheid door je handen, geld en vuilnis, pleisters en bloed, maar ik zie jouw handen als schoon en warm. Ja, jouw handen zijn voor mij een liefelijk offer. Mijn kinderen zalf en zegen ook de handen van anderen met mijn handcrème. Je hemelse vader.
Geschenken van God 2
Je gunt je vaak geen tijd om al Gods cadeaus te ontvangen, uit te pakken en ervan te genieten. Het is goed, dat je weer bij je Hemelse Vader gekomen bent, want er ligt weer een geschenk klaar waar over nagedacht is. “Mijn lieve kinderen, dit cadeau heb je in deze week heel hard nodig. Ja, keer het maar eens om en om en bedenk waar je het voor zult kunnen gebruiken. Het is een hemels krachtvoer, genaamd INLEVINGSVERMOGEN. Je kunt ervan nemen zoveel je wilt. Door middel van dit inlevingsvermogen zul je begrijpen waarom mensen handelen zoals ze doen. Sommigen hebben een slechte start gehad, anderen zijn gewond of gekwetst. Met mijn inlevingsvermogen kun je peilen wat de ander nodig heeft als je aan het evangeliseren bent. Je begrijpt waarom mensen zich afzonderen, zich anders voordoen dan ze zijn, opscheppen of grove taal gebruiken. Waarom komt er verkoeling in de verhouding? Waarom huilen baby’s en willen tieners de verkeerde kant heen gaan? Waarom is je moeder altijd ontevreden en maakt je familie ruzie? Veel begrijpen is veel vergeven. Ik heb hen lief en wil dat door jou heen aan hen tonen. Dit inlevingsvermogen komt rechtstreeks uit mijn hart. Ontvang het. Wat zul je er prachtige resultaten mee bereiken. Want mijn naam is De Genadige.”
Geschenken van God 3
Het lijkt me vreselijk om opgesloten te zitten. In een cel en de deur dicht. Als je er aan denkt begint je hart sneller te kloppen. Jarenlang heb ik aanvallen van claustrofobie gehad. Natuurlijk ook door het bombardement van Rotterdam, waar wij, mijn twee zusjes, mijn moeder en ik, middenin zaten, wegschuilend in de kelderkast met een koffertje met kleren voor elk van ons binnen handbereik. “Jezus help ons, Jezus help ons.” Daar heb ik leren bidden al was ik vijf. Maar ook door de kast. Toen ik wat ouder werd stopte mijn moeder mij wel in de kast als ik brutaal was. Dan werd de sleutel omgedraaid en je rook en voelde de muffe jassen. Het plekje was klein en alles was donker om je heen. Wat heeft het me geholpen dat ik wist dat de Heer Jezus altijd bij mij is. Daarom wil de Heer jou deze week ook een prachtig koninklijk cadeau geven. “Mijn kind, als de muren op je afkomen, als je in het donker tast, als je nergens uitkomst ziet, dan heb je dit grote cadeau nodig. Maak het maar open. Ik kocht het voor je met een dure prijs. Het bloed van Jezus. Het kostte hem bloed, zweet en tranen, ja alles. Zul je het ook zo waarderen? Ga dan nooit meer tegen een dichte muur aan zitten kijken, maar gebruik dit geschenk. Er zit … een venster in. Een venster op de toekomst. Visie in deze hopeloze wereld. Hoop waardoor je moed krijgt om verder te leven. Uitzicht op de hemel. Verwachting van het Koninkrijk van God. Het zijn geen fata morgana’s die ik je voorspiegel. Het is de echte realiteit. Hemel en aarde zullen voorbij gaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbij gaan. Je ziekte, je pijn, je hopeloosheid, je moedeloosheid, je wanhoop, kunnen je niet langer gevangen houden. Vestig je aandacht maar op Jezus, mijn zoon, de voleinder van je geloof.”
Geschenken van God 4
Van een koning mag je bijzondere dingen verwachten. Heerlijk, geurig, overdadig, apart. Maar soms kan al dat eten je niet meer bekoren. Dan ben je doodmoe van de strijd. Onze hemelse Vader weet dat ook wel. En weet je wat zo geweldig is? Hij heeft daar iets voor. Hemels krachtvoer, een energiedrank! Ken je het verhaal van Elia in de woestijn? Hij zat onder een braamstruik, verlangend naar de dood. Een engel gaf hem te eten en gesterkt door dit voedsel liep hij veertig dagen en nachten tot hij bij de berg van God kwam. Jezus kende dat krachtvoer ook. Hij zei: “Mijn voedsel is de wil doen van hem die mij gezonden heeft en zijn werk voltooien.” En voltooien, dat deed hij. Wat een angst maakte hij door in Getsemané? De engelen gaven hem daar ook hemels krachtvoer. Heb je al gezien wat er voor jou klaarligt? Maak het volgende pakketje maar eens open. “Mijn kind, heb je je grens bereikt. Sta je op instorten? Ga je de moed opgeven? Sta op en eet van mijn krachtvoer. Ik zal je verzadigen met energie, hemelse vitamines liggen er voor je klaar. In al je teleurstellingen en je ziektes mag je weten dat ik je heb gezien en van je houd. Ik veroordeel je niet, ik put je niet uit. Nooit zal ik je boven vermogen verzoeken, maar met de verzoeking zal ik ook de uitkomst geven. Vergeet niet, lief kind, dat elk werk wat van waarde is voor ons koninkrijk wordt aangevallen. Maar ik die in je woon ben meer dan hij die in de wereld is. Geniet vandaag van mijn krachtvoer en mijn hemelse vitamines. Mijn vrede en blijdschap, geestelijke gezondheid geef ik je! En bovendien mijn nabijheid.”
Ik heb maar één talent!
Die gelijkenis van Jezus over de talenten wordt meestal verkeerd uitgelegd. Mensen gebruiken hem om aan te geven, dat ze goedwillende medewerkers zijn, die nou eenmaal minder begaafd zijn met creativiteit, intelligentie, muzikaliteit en noem maar op. Kunnen ZIJ er wat aan doen? Nee toch? Ze hebben niet meer in hun rugzak. Maar WAT ze hebben gebruiken ze tot eer van Jezus. Daar klopt niks van. Laten we die gelijkenis eens onder de loep nemen. Matteüs 25:15, Lucas 19. * Allereerst moeten we ons realiseren dat een talent gewoon geld is, dus niet een eigenschap van een van de knechten. Talenten zijn kansen, die je moet grijpen. * Wie weinig bekwaamheden had kreeg ook een kleiner bedrag. Wat zijn bekwaamheden? Dat zijn handelingen die je ingeoefend hebt. Bijv. iemand die timmermansleerling is bekwaamt zich in timmeren. Is dat wat hij/zij het beste kan volgens zijn aanleg? Nee, dat hoeft echt niet zo te zijn. Je kunt als aanleg een groot zanger zijn, maar in bekwaamheid een banketbakker. Kun je wat aan je aanleg veranderen? Nee. Kun je wat aan je bekwaamheid veranderen? Ja, door veel te oefenen. Lezen we nu de gelijkenis nog eens, dan zien we dat de drie slaven geld kregen naardat ze veel ervaring hadden in iets. * De Heer is een man van hoge geboorte, die naar een ver land ging om de koninklijke waardigheid in ontvangst te nemen. Het is eigenlijk Jezus, die met al zijn bloed zweet en tranen het Koninkrijk der hemelen verwierf. Hij is er tijdelijk niet, dat is de situatie van dit moment, maar hij komt weer en intussen moeten wij hier op aarde de boel draaiende houden. Het gaat om zijn koninkrijk, dat vorm krijgt. * Wat ook opvalt is dat het slaven zijn. Hoe werd je slaaf? Als je je schulden niet kon betalen. Je mocht blij zijn als je een rechtvaardige Heer treft, die je verantwoordelijkheid geeft, kleding, voedsel, onderdak. Je hebt nergens recht op. Wij zijn door genade gered. *Die slaaf met dat ene talent haatte eigenlijk die meester en hij wilde niet dat dat koninkrijk tot stand kwam. Zijn eigen zaakjes behartigde hij wel, maar dat koninkrijk liet hem koud. Eigenlijk was hij altijd al lui, want hij bezat niet veel bekwaamheden. Een luie nietsnut… WIL JE DAARMEE VERGELEKEN WORDEN? Dat geloof ik niet!! Kijk maar eens hoe het met hem afloopt. Daar zit je niet op te wachten. Ja maar, Josine, zul je zeggen, je begrijpt toch wel wat ik bedoel? Ik heb geen aanleg tot vertellen, knutselen en alles wat er verder nog voor komt kijken bij kinderwerk. Het is niet mijn ding. Laat mij maar achter de geluidsinstallatie zitten. Oké. Maar als ze niemand hebben bij het kinderwerk en zat mensen bij het geluid, zal hij je dan niet toerusten met alles wat je nodig hebt? Jakobus 1:5. Ook in het evangelie moet je soms omgeschoold worden. ALS MEDEWERKERS VAN JEZUS ZIJN WE INZETBAAR WAAR HIJ ONS NODIG HEEFT. En onze bekwaamheid is Gods zaak. Grijp toch de kansen door God ons gegeven. Vertel de kinderen van Jezus.
Roeping voor kinderwerk
Onlangs gaf ik op een avond ergens in het land een instructieavond toen iemand zei: “Ik ben het niet eens met je, Josine. Voor kinderwerk moet je echt een roeping hebben.” “Nou,“ was mijn antwoord, “dan zul je niet veel kinderwerkers hebben…” Eerlijk gezegd heb ik nooit een roeping gehad. Integendeel: in mijn tienertijd heb ik wel eens een roeping gevoeld om als zendelinge naar Afrika te gaan, maar dat is nooit iets geworden. Ik was bang voor slangen en ook dat mijn moeder zou gaan huilen als ze me kwijtraakte. Het was tijdens een zendingsconferentie op Hemelvaartsdag, waar Else Stringer uitgezonden werd naar Nieuw Guinea in 1952. Ik ben zelfs naar voren gegaan… Thuisgekomen van de kinderwerkavond bleef ik nog een poosje nadenken over die uitspraak: “Je moet een roeping hebben voor kinderwerk.” Ik geloof wel, dat er in elke gemeente, die door God geplant is, iemand is, die door God voor kinderwerk apart gezet is. Want God geeft de gemeente alles wat er nodig is om te kunnen functioneren. Maar een roeping? Is dat een stem uit de hemel? Zoals bij Jesaja, Jeremia, Paulus? Dat heb ik nooit gehad. Toch lag en ligt mijn geluk in kinderwerk en lesgeven. Het maakte me blij, omdat je feedback krijgt van de kinderen en je van binnen een bevestiging voelt van de Heilige Geest. “Jij hebt overduidelijk een roeping!” zei de lieve zuster. “En ik weet dat het niet echt mijn roeping is!!” voegde een ander er aan toe. (Ja, op zo’n moment zou je haast gaan denken dat het Gods eigen schuld is, dat er niet meer kinderwerkers zijn. Dan moet Hij er maar meer roepen.) Ze keken beide naar mij, als eindproduct, niet naar het begin. Ook ik heb wel gehuild, dat ik dacht dat ik er niet geschikt voor was… Maar ACHTERAF zeg je: “Ja, het was een roeping.” En dat is een troost voor allen, die wel kinderwerk willen doen, maar nog zitten te wachten op een ervaring of stem uit de hemel. Wacht niet, doe wat je moet doen: het evangelie prediken aan jong en oud. Het is zoals het in Gods woord staat: “Werp je brood uit op het water… Je weet niet of het ene gelukken zal of het andere…” (Prediker 11) Ron Luce over de Jeugd in onze tijd Wat een indrukwekkende boodschap hoorde ik deze week op “This is your day” van Benny Hinn. De evangelist Ron Luce vertelde van zijn werk onder de jeugd. Wie daarover een idee wil krijgen kan een kijkje nemen op www.teenmania.com. Een paar punten kwamen als pijlen in mijn hart. Allereerst vertelde Benny Hinn dat toen zijn eigen kinderen deze zomer problemen gaven zijn vrouw en hij ze stuurden naar Ron Luce, dat zegt wel wat, en de kinderen kwamen totaal veranderd terug. Benny wees erop dat de opwekking van Wales ook slecht met enkele mensen begon. Ron zegt, dat er een geestelijke en een culturele oorlog woedt. Vaak nemen we die culturele omslag niet zo serieus. Ze leven nu eenmaal in deze tijd en ze moeten ook mee kunnen doen met hun vriendjes. Maar dat is een leugen. De kinderen worden ondergedompeld in het goddeloze leven van deze tijd. Niks aan te doen? Tuurlijk wel. God heeft de ouders aangesteld als zorgdragers voor de kinderen. Ron stelt de vraag aan hen: Ken je al hun media? Tv, internet, hun muziek, i-pods? Bekijk alles en zeg: “Je moet het eerst aan mij vragen. Laten we er samen naar kijken. Wat heb je op je mobieltje staan? Met wie sms je?”
Natuurlijk niet heersend, je wil opleggend, maar bouw aan de relatie. Als het erop aankomt houden kinderen ervan dat je grenzen stelt. Het is onze rol om grenzen aan te geven en hun rol om ertegen aan te schoppen. Ron zegt: zet een filter op je computer en laat ze alleen maar naar de tv kijken naar wat je hebt opgenomen. We moeten grenzen stellen. Niet dwingend, maar liefdevol. We moeten solide relaties hebben anders worden ze opstandig. Neem zeker een uur per week de tijd om met ze te praten, onder een colaatje of een bakkie koffie. Luister naar hun hart. Ze zullen eerst zeggen: “Weet ik niet, het zal wel,” maar blijf praten. Op den duur gaan ze open. Spring ertussen. TV en computer niet op hun kamer, maar in de woonkamer tot 16, 17 jaar. Internetten doen je in de kamer. “Ik vertrouw mijn kinderen wel, maar ik vertrouw de vijand niet.”zegt Ron. Waar zijn ze? Er komen kinderen in de gevangenis. Ze zitten op my space, gaan naar koffieshops. Er wordt op ze gejaagd. Zestig procent van wat er op hun mobieltje komt is porno. Haal internet van hun mobieltje af, betaal er niet voor. Spreek al op jonge leeftijd met hen over drugs. Een erg belangrijk punt is, dat wij in de kerk zo jeugdonvriendelijk zijn. Ze krijgen meer acceptatie en liefde van drugsdealers en slechte vriendjes dan van kerkmensen. Als ze in de kerk komen dan kijken de volwassenen de jeugd aan met een arrogant air van: “Wie ben jij, lastige puber,” of zo. We moeten ze een creatieve omgeving geven. Het ligt niet aan de voorganger of de jeugdleider, maar aan de hele kerk. De hele sfeer van acceptatie. Vaders hebben een grote rol bij het omhelzen. Er is een kou in de kerk. Misschien ben je zo opgevoed of ben je bang er watjes van te maken. Het is voor vaders belangrijk om hun kinderen te omhelzen. Er is genezing in een aanraking. Ron Luce haalde alle mediakoppen, zelfs CNN en New York Times (voorpaginanieuws). Duizenden jongeren demonstreren in allerlei grote steden voor Jezus. Ze worden gehaat. Men noemt hèn “The hateful people,” maar zij gebruiken geen onvertogen woord en schelden niet. Ze maken alleen een keus. De enige goede keus! God geve dat er ook in Nederland weer een opwekking onder de jeugd komt.
Een geweldig woord uit Singapore
Via via kreeg ik een dvd in handen van Pastor Joseph Prince, een voorganger van een megakerk uit Singapore. En wat heb ik daarvan genoten! Jammer genoeg is er geen ondertiteling bij, maar op een paar woorden na is het Engels goed te verstaan. Joseph spreekt op deze dvd, (bestellen www.newcreation.org.sg) over het avondmaal. Er staat bij deze preek ook een avondmaalstafel met wijn en matses klaar. Een objectles dus. Prince legt uit, dat de wijn, het bloed van Jezus, voor de verzoening is, een bescherming tegen het oordeel, zoals je ook kunt zien bij het verhaal van de uittocht: het bloed aan de deurpost. Het vlees van het lam echter (het lichaam) was tot versterking van hun lichaam. Voor 'health and wealth' zoals Prince zegt. (Lees maar Gen 12:35) Er zijn zoveel mensen die anderen van het avondmaal houden door te beweren dat je jezelf moet onderzoeken, want anders word je ziek. Nou, dat staat helemaal niet in de bijbel. Je moet het lichaam onderscheiden, niet zomaar onverschillig of teveel eten. Onwaardig zijn we allemaal. Daar is de Heer Jezus juist voor gestorven. Zelf ging Prince wel een jaar niet aan het avondmaal, bang dat hij misschien toch ergens een onbeleden zonde had, waardoor hij ziek zou kunnen worden. Wat een wettisch gedoe. Zo blokkeer je Gods genade. Dan geef je eigenlijk het avondmaal er de schuld van dat er velen ziek of zwak zijn of overlijden! Dat er in de wereld velen ziek zijn is logisch. Aftakeling, ziektes, zwaktes zijn een gevolg van het oordeel in het paradijs. Maar God heeft ons juist het avondmaal gegeven ter genezing. 'Je hoeft niet veel te doen voor genezing,' zegt Prince. Gewoon kijken naar Jezus, zoals de slang in de woestijn omhoog geheven werd en iedereen die ernaar keek werd genezen. Niet naar je ziekte kijken, niet met één oog proberen naar je wond te kijken en je andere oog op het kruis richten. Dat kan niet. 'KIJKEN...! roept Prince uit. 'Of je nu bruine groene of blauwe ogen hebt. Kijken...!' Waarom een matse er uit ziet zoals hij er uit ziet? Zonder gist, want gist is een teken van bederf. Jezus was zonder zonde. De bruine vlekjes omdat hij in het vuur is geweest (het oordeel) De gaatjes om te gedenken dat hij doorboord werd en de strepen, omdat Jezus' striemen ons genezing brachten. Hoe zit het dan met 'zonde belijden'? Je kunt wel aan het belijden blijven. Er zijn drie niveaus waarop je moet belijden. 1. de zonde die je gedaan hebt, 2. de zonde die je nagelaten hebt 3. de zonde die je overgeërfd kreeg van je ouders. Ga er maar aanstaan. Het woord belijden is in het grieks homologos (ik hoop dat ik het goed heb geschreven) en dat betekent 'hetzelfde woord zeggen' Dus belijden is niet jezelf de grond in stampen, maar het eens zijn met God.Wat een opluchting, hè? Er staat nog meer op de dvd, maar hier laat ik het maar bij.
Er was eens een man die samen met zijn vrouw bij de tandarts kwam. Hij zei heel stoer: 'Een verdoving is niet nodig, dokter. Ga maar gewoon uw gang met wat er gedaan moet worden, trekken of vullen. Het maakt niet uit.' 'Nou,' dacht de tandarts, 'dat is een flinke jongen.' 'Mag ik dan even naar uw kiezen kijken, meneer?' vroeg hij op de stoel wijzend. 'Vrouw,' zei de man, 'ga zitten en doe je mond open!'... Jezus was niet zo. Hij kwam naar ons toe in een boze, verdeelde, verwarde wereld en deed wat wij niet konden doen, namelijk satan verslaan op alle fronten. Iedereen die oprecht gelooft in de overwinning van Jezus, zal met zijn hulp de aanvallen van satan in zijn leven kunnen weerstaan.
O, daarom dus! Vandaag heb ik weer iets ontdekt. Wat is het toch prachtig, dat je er steeds meer achter komt hoe precies alles in de bijbel op elkaar aansluit. Deze week schreef ik het verhaal van Zacharias. Ik had iets geschreven over een toast uitbrengen door de oude priester, toen ik me later bedacht: ‘O, wacht eens… mógen priesters eigenlijk wel wijn drinken??’ Snel opgezocht en nog wat commentaar op het internet erbij gelezen. Ja, het mocht, maar niet als de priester dienst deed in het Heiligdom. Ineens dacht ik aan onze Heer Jezus, die met zijn eigen bloed het Heiligdom binnenging. Daarom weigerde hij de zure wijn aan het kruis. Mooi he?
Ons geweten
Gisteren zat ik onder het gehoor van een welbekende prediker in Nederland. Ik genoot van zijn heldere en met moderne middelen verluchte uiteenzetting. Als je zoals ik al zo’n kleine zestig jaar elke zondag een preek hoort, dan heb je het wel eens gehad, maar deze prediker weet me altijd nog te boeien. Op een punt was ik het echter absoluut niet eens en dat stukje ging over ons geweten. Volgens deze spreker was het humanistisch om te denken dat je geboren wordt met een geweten, dan krijg je pas bij je wedergeboorte. Nou goed, iedereen zijn eigen mening, maar toch zat het me niet lekker. Misschien zitten meer mensen met dit dilemma. Daarom wil ik hier opschrijven wat mijn gedachten zijn. Misschien kan het je helpen bij het vormen van je mening. In de Joodse traditie gaat deze overlevering: Als een kindje wordt ontvangen komt er een engel in de baarmoeder, die het kind de Tien Geboden uitlegt. Zodra het geboren wordt verlaat de engel het en knijpt nog even boven de mond. Zo hebben we allemaal een soort boekje als bovenlip. Eten (en praten) is “de twee” naar “de één” brengen. De bovenlip is twee en de onderlip één. (Eén staat voor God en twee voor schepping) Dus: alles tot één brengen. Gods woord kun je ook opeten! Dit is MAAR een overlevering, maar er zit veel in. 1. Het woord geweten komt daarvandaan. Je hebt het geweten. 2. De uitdrukking: Je bent geen knip voor je neus waard, komt daar ook vandaan. 3. De Tien Geboden waren er al lang voordat ze op de Sinaï bekend gemaakt werden. Dat kun je zien aan het feit, dat Eva o.a. tegen het tweede gebod zondigde en Kaïn tegen het zesde. In feite is, zoals weer de overlevering zegt: De wereld is gemaakt volgens de regels van de Tien Geboden. God schiep eerst de Thora*) en maakte alles daarmee in overeenkomst. 4. We hebben een aards lichaam, maar ook een geestelijk. We hebben aardse ogen en geestelijke. Een aards hart en een geestelijk. Aardse nieren en geestelijke. **) Nieren scheiden goed van kwaad. Daarom buigen de Joden zo als ze bidden. Ze loven God met hun nieren. De Heer maakte onze geestelijke nieren. Hij doorgrondt en kent ze. ‘Nieren’ is dus eigenlijk een ander woord voor geweten. Ze ziften het goede van het kwade.***) Zoals je nieren zich ontwikkelen in de loop van je leven en beschadigd raken, zo kan ook je geweten verkracht worden. Het is een functie, niet een inhoud. 5. Hoe kunnen heidenen geoordeeld worden naar hun geweten als ze er geen hebben of als hun geweten is wat de omgeving vindt? Dan kunnen ze er immers niets aan doen? Nee, ze hebben het geweten. 6. Ik heb wederom geboren Christenen meegemaakt, die een ruim geweten hadden. Daar schrik je van! Jonge katjes verdrinken waar kinderen bijstaan, naar de hoeren gaan, belasting ontduiken, muziek kopiëren en ga maar door. Zelfs mannen van God! En het is echt niet zo, dat je bij je wedergeboorte pas een juist geweten krijgt, zoals de spreker ons wilde laten geloven. Het wordt gereinigd, maar het moet dagelijks gereinigd worden. Het gaat niet vanzelf!! Zoals je voor je nieren veel water moet drinken, zo moeten we veel van Gods woord in ons opnemen. We hebben niet voor niets tien vingers, de Tien Geboden, de Thora, om ons vast te houden aan God. De handleiding voor het leven. Dat wilde ik maar even kwijt. *De Thora omvat meer dan de Tien Geboden alleen. **Als je zegt: Ik kan het niet verteren, dan heeft dat ook een lichamelijke en een geestelijke betekenis. Sommige gierigaards hebben een slechte stoelgang. ***Wist je dat de Farao iedereen wilde laten geloven dat hij niet poepte, omdat hij alles kon verteren? Mozes ging naar hem toe toen hij bij de Nijl was…
Hoop voor een kind
Op het kamp was er dat slungelige meisje, Renske. Ze had een prachtige bos krullen, maar haar gezichtje stond altijd ontevreden. Ze liep vaak alleen, wat mompelend in zichzelf. Van haar leidster, die verpleegkundige was, hoorde ik dat ze ADHD had. Renske hield haar medicijnen zelf bij zich in haar tas, ondanks haar acht jaar, en bij nader onderzoek bleek het een dosis voor een volwassene te zijn. Vandaar dat ze als een zombie rondliep. Na telefonisch overleg met haar moeder werd de dosis gehalveerd en konden we fatsoenlijk met Renske praten. Ik probeerde contact te maken. 'Renske, je hebt zulke prachtige ogen. Heb je die nou van je vader of je moeder? 'Van mijn moeder, maar ik lijk op mijn vader,' antwoordde ze terwijl ze een andere kant op keek. 'Mijn moeder zegt altijd: Je lijkt precies op je vader met je chagrijnige kop en je negativiteit.' Kijk, daar krijg je toch tranen van in je ogen? Hoe kan een kind een positief zelfbeeld opbouwen, als je moeder je maar vast dat stempeltje opdrukt... Aan het eind van het kamp kwam ze naar me toe. ''Heb je nog zo'n lucifersdoosje voor me?'' vroeg ze. Ze bedoelde een beplakt lucifersdoosje met een pareltje erin en een briefje met de woorden: 'Je bent een parel in Gods hand!' We deelden die uit om mensen te bemoedigen. 'Waarom wil je er nog een hebben, Renske?' 'Nou, ik heb net ruzie gemaakt met mijn nichtje en dan wil ik sorry zeggen en haar er een geven.' Ik moet steeds aan haar denken en bid voor haar: 'Vader, U kunt als geen ander alle Renske's bijstaan in hun worsteling door het oerwoud van het leven. Dank U dat U afmaakt wat U begon. Amen.'
Op hun niveau Pasgeleden was ik op een gezellig kinderkamp. Omdat ik niet meer de jongste ben, werd ik bevorderd tot kampmoeder. Wat kun je toch een hoop doen, ook al loop je niet meer mee met de kampioenen. Een van de taken van de kampmoeder was de gebedstent runnen, een soort zaaltje, knuffelig aangekleed met kussens, kleden en kralengordijnen en allerlei kleine reminders, zoals tekstjes en stikkertjes. Ook was er mooie aanbiddingsmuziek. De hele dag door, buiten het programma, liepen kinderen in en uit voor een gebed. We moesten ze soms gewoon in de wacht zetten, om de rust erin te houden. Ik maakte geweldige dingen mee en raad iedereen aan om ook een gebedskamertje te maken als het kan. Op een bepaald moment werd Johan van 9 binnengebracht, kapot van heimwee. Hij zakte op de grond als een pudding en riep: 'Ik wil naar mamma. Ik wil naar mamma...' Wat moest ik doen? Hoe kon ik Johan bereiken? Ik wist niks van hem af. Dus stemde ik af op Gods frequentie. 'Je moet bij hem beginnen, als je een brug wil slaan.' zei de Heer. Ik ging dus naast hem zitten en begon ook te huilen. Bijna meteen reageerde hij, want een juf die huilde... 'Ik wil naar huis,' zei hij. 'Tuurlijk. Groot gelijk,' echode ik. 'Er is hier niks aan. Thuis is het veel leuker. Weet je wat? We gaan het op een briefje schrijven, dan kan iedereen het lezen.' Toen het ijs eenmaal gebroken was, schreef hij alles op in kinderlijk, maar goed leesbaar handschrift: 'Er is hier niks aan. Ik wil naar mamma en pappa. Het kamp is niet leuk...' 'Is er hier misschien één ding wel leuk, Johan?' vroeg ik. 'Ja, de blackbox!' (Dat was een soort doolhof in een verduisterde aanhangwagen.) 'Schrijf op: De blackbox is wel leuk.' Johan moest zijn handtekening en zijn vingerafdruk onder het document zetten. Alle verdriet was nu in kaart gebracht. Maar welke stap moest nu gezet worden om hem uit zijn heimwee te trekken? 'Zou je het nog tot morgen twaalf uur vol kunnen houden?' probeerde ik. '... Maar dan moeten mijn vader en moeder er wel meteen zijn... en zeg het tegen Karin (de hoofdleidster) ' Met enige argwaan schreef hij op het blaadje: 'Tot morgen twaalf uur houd ik het vol. En zeg het tegen Karin.' 'We bekijken het morgen nog opnieuw, wie weet kun je het na twaalf uur nog een uurtje langer volhouden...' Maar dat idee werd meteen verworpen. Twaalf uur moesten zijn ouders er zijn en dan ging hij gelijk naar huis... 'Nou ja, wie dan leeft, wie dan zorgt,' dacht ik. Maar dat was niet erg ethisch. We vroegen Jezus samen om kracht om het vol te houden en Johan ging weer naar zijn groep toe, enigszins getroost. De volgende dag werd ik met een bezwaard hart wakker. Had ik verwachtingen gewekt, die we niet waar konden maken? Ik wist dat zijn ouders er niet om twaalf uur zouden zijn. Tijdens de bidstond met de leiding bad ik: 'Heer, dank U dat ik Uw oplossing mag zien, want ik weet het verder niet.' Toen we in de kindergebedsruimte kwamen, wachtte hij me al op, stralend! Hij had een kaart geschreven om te bedanken. 'Jij hebt met me gebid, hè?' riep hij vrolijk. ''Het is helemaal over!' Gebed: Jezus, U sloeg ook een brug naar ons en begon bij ons, anders konden we U niet volgen. Leer me een kind te benaderen op hun niveau en niet vanuit de hoogte met een opgeheven vingertje, alsof wij het altijd zo goed weten. Amen.
Uit de duisternis
In een bepaalde kampweek was er op een middag een mimespeler, die zo vreselijk goed was, dat ik zelf alleen al om de schoonheid van het menselijk lichaam en om de inhoud geraakt werd. Voor het eerst vond ik het jammer al zo oud te zijn. Ik kreeg nog meer ideeën over hoe het evangelie aan kinderen over te dragen. De dag ervoor had ik gebeden voor een wanhopig meisje, van gescheiden ouders, die gedwongen werd naar haar vader te gaan. De rechter had het zo besloten. Die vader echter sloeg haar en liet haar op glas knielen. Hij wilde geen meisje, ze had een jongen moeten zijn. En dus probeerde ze om toch maar zijn liefde te winnen door zich als jongen te kleden. Dat was haar goed gelukt. Ik dacht inderdaad zelf ook, dat ze een jongen was. Met dit voorval nog in mijn achterhoofd. (O God, ik moet dit grote verdriet bij U kwijt, want het is te zwaar voor mij!), keek ik naar de mimespeler, die iets uitbeeldde over kinderen die lijden onder echtscheiding. Nu moet je weten, dat vijf van de zeven kleinkinderen, die op dit kamp rondliepen, hiermee te maken hadden. En zelfs de kleinzoon die uit een compleet gezin kwam, liep hevig overstuur naar me toe. 'Huil niet, Bennie,' zei ik, 'jij hebt er toch geen last van?' 'Maar ik huil om de andere kinderen,' snikte hij. En daar liep hij met zijn armen troostend om zijn nichtje geslagen. Ik kon mijn tranen niet bedwingen. Ik dacht dat ik alles had verwerkt, maar nee... 'Stop!' zei ik tegen mezelf, 'zo meteen moet je voor de kinderen bidden, die naar voren komen en je kunt geen woord uitbrengen.' Ik beet op mijn lip. Het hielp niet. Zo'n dertig kinderen kwamen naar voren en we namen ze mee naar de gebedsruimte. Wat moest ik doen? Gelukkig was er fijn teamlid, die het van me overnam en ze begon te bidden. Haar woorden kabbelden langs me als een troostend beekje. Ineens dreef er een woord langs: ... regenboog... Ik greep het vast als een drenkeling een plank. Regenboog?... Daar kun je wat mee... Ik keek rond en zag op een meter afstand in een achtergebleven kartonnen doos een stokje met een opgerold lint in regenboogkleuren! De hele kamer was verder leeg, want het was de laatste dienst. Wat een wonder! 'Stop maar,' riep ik opgewonden. 'Ik weet het.' Corina, met haar mooie, vriendelijke ogen werd niet eens boos, dat ik haar gebed onderbrak. 'Houd jij de andere kant van dit lint vast, Corina...' 'Kinderen, we zitten nu zogenaamd in de ark en daar is het donker, maar God opent een deur naar een nieuw begin. Kom, deze stoelen zijn de loopplank en één voor één mogen we naar buiten komen.' Zo kwamen ze uit de duisternis in het licht. Dertig keer klonk het, soms fluisterend, soms hard: 'Ik ga uit de duisternis in het licht!' Gebed: Lieve Jezus, vaak zijn we zo dom om te denken, dat een kind door U aangeraakt is als het huilt. Maar de kunst is om ze te leren troost te vinden bij U! Eigenlijk zijn kinderen daarin de ervaringsdeskundigen en niet wij. Amen
Bid voor me
Loof de Here, mijn ziel en vergeet niet een van zijn weldaden. Ps. 103:2 Vandaag is mijn dankbaarheidboekje vol. Anderhalf jaar lang heb ik in korte zinnetjes alle gebedsverhoringen opgeschreven. Er staan behoorlijk wat grote zaken tussen, waarvoor ik weinig geloof had om eerlijk te zijn. Mijn zoon vond een lieve vrouw, iemand is van het roken af, iemand kwam weer uit coma, iemand kan haar baan weer aan, twee jongens werden bewaard voor de dood na een auto-ongeluk... Het is goed om je gebeden te registreren, dan zie je pas goed, wat een wonderlijke antwoorden je krijgt. En vooral in de levens van kinderen. Hoe vaak zeg je niet tegen een kind: Ik bid voor je. Dat is erg belangrijk voor een aan zichzelf overgelaten kind in de wildernis van het leven. Ik denk altijd met dankbaarheid terug aan tante Mies. Ik heb haar slechts een keer gezien. Het was een nog jonge vrouw met donker haar, ergens in de twintig, een zus van mijn oom. Ze lag met vuistgrote doorligplekken op haar dood te wachten. Toch zei tante Mies: Josientje, ik bid voor je. En toen ik jarig was liet ze me een gulden brengen voor mijn spaarpot met weer die woorden: Ik bid voor je! Op de houten trap naar de tuin ging ik er in het zonnetje over na zitten denken... Nu, na meer dan zestig jaar, voel ik nog haar impact op mijn leven. Gebed: Vader van Liefde, leer me kinderen liefde te geven en voor hen te bidden. Het heeft eeuwigheidswaarde. Amen.
Help de kinderen Jezus vinden
Pasgeleden maakte ik het mee, dat iemand een minuut voordat de dienst begon met een zeer verouderde kinderbijbel aan kwam zetten en zei: 'Het verhaal dat vandaag aan de beurt is, wil ik voorlezen, maar het is zo ouderwets! Wat zal ik doen?' Deze leidster had het programma al drie weken daarvoor gekregen. Ze was niet op de vergadering geweest, waar we het thema bespraken, (dat kan wel eens voorkomen) maar had er later ook niet naar gevraagd. Ze had het verkeerde verhaal (van de week ervoor) genomen en vroeg pas hulp toen de dienst al haast begon. Geloof me ik ben gaan huilen toen ik thuis kwam uit de kerk. 'Heer, hoe kan ik de anderen motiveren, help me toch!!' We hebben de kinderen maar drie kwartier, hooguit een uur per week. (Als ze tenminste elke week in de kerk zijn) Ze hebben zo ontzettend weinig bijbelkennis, dat ze niet eens weten hoe de zoon van Eva heette, die zijn broer vermoordde. Ze weten niet eens dat Maria uit het Nieuwe Testament komt en Eva uit het Oude... En wij doen zo weinig moeite, dat we niet vertellen, maar voorlezen... Dat we een kinderbijbel hebben uit het jaar nul? ... Dat we niet weten welk verhaal er aan de beurt is en wat voor thema we in deze periode behandelen?... Dat we niet de week ervoor in gedachten ermee bezig zijn, zodat de Heilige Geest het in ons tot leven kan laten komen?... Vroeger werd er op de christelijke school elke dag uit de Bijbel verteld. Dat is al niet meer zo. Vroeger kwamen er in de evangelische kringen waar ik in verkeer kerkelijke mensen binnen, die behoorlijk wat bijbelkennis hadden. Nu komen er allerlei gebroken mensen binnen, die zelf geen steek afweten van Gods woord. Vroeger werd er elke dag na tafel gelezen en gedankt. Dat is ook niet meer zo. Er is een tv programma wat bekeken moet worden. Er is een computerspel dat nog gespeeld moet worden... En op de kinderdienst worden de kinderen leuk bezig gehouden, want ze moeten het vooral naar hun zin hebben. Maar, lieve mensen, ze schreeuwen om voedsel voor hun ziel!! Ik ga gewoon denken over het oprichten van een kinderbijbelschool om de kloof te overbruggen. Heer! Ik roep tot U voor de kinderen van de christenen van deze tijd. Geef toch gemotiveerde kinderwerkers. Deze kinderen moeten de volgende kerk vormen. Wie weet moeten zij wel een vervolging meemaken! Heer, wij weten het niet meer. Maar U zei: Ik heb voor U gebeden, dat uw geloof niet ophoudt. Dank U wel daarvoor!
Hecht jouw kerk waarde aan kinderen? Test voor kerken en gemeentes 1. Als er bij aanvang van de dienst wordt gebeden, wordt er dan ook voor kinderen gebeden? 2. Als er een oproep wordt gedaan voor gebed, wordt er dan wel eens aandacht gevraagd voor de opvoeding van kinderen of voor een kind dat het moeilijk heeft? 3. Wordt er op de bidstond voor kinderen gebeden? 4. Wordt het kinderwerk gezien als het zoethouden van kinderen tijdens de echte dienst? 5. Worden er wel eens ouderavonden georganiseerd? 6. Geeft jouw kerk cursussen opvoeding? 7. Zijn er genoeg mannen te vinden voor het kinderwerk? 8. Wordt er wel eens aan de leiding gevraagd wat er wordt gedaan op de zondagsschool? 9. Wordt er geld in kinderwerk geïnvesteerd? 10. Komen er kinderen tot de Heer? 11. Wordt er geluisterd naar kindergetuigenissen? 12. Wordt er wel eens een kinderlied gezongen? 13. Wordt er aandacht geschonken aan een kinderverjaardag? 14. Is er een kindermentor, waar kinderen/ouders met hun problemen naar kunnen bellen? 15. Zitten de leiders van de kerk wel eens bij een kinderdienst? 16. Zijn er oppasmogelijkheden voor alleenstaande moeders? 17. Vragen de huisgroepleiders wel eens hoe het met de kinderen gaat in het gezin? 18. Worden er kinderkampen georganiseerd? 19. Wordt er wel eens een kinderzegendienst gehouden, behalve doop- of opdrachtdiensten? 20. Is het programma op de zondagsschool bij de tijd en zijn er ook moderne middelen voor de kinderen aanwezig?
Een lied dat alles in een ander perspectief zet Mijn vroegere buurvrouw Eugenie, die ik als een soort vriendin ben gaan beschouwen, is al weer een paar jaar heel vurig voor de Heer geworden. Halleluja. Op een dag kwam ze bij mij in de tuin vlaggen met schitterende lichtblauwe vlaggen, om de Heer te bedanken wat hij in haar leven had gedaan. En geloof me dat is heel heel veel. Meer dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. De enige toeschouwer was ik en ik moest huilen van blijdschap… Eugenie liet me ook een lied horen van een cd van Godfrey Birtill en vertelde daarbij dat in twee gemeentes die ze bezocht dit lied alles openbrak en bijna de gehele gemeente naar voren stroomde om nader tot Jezus te komen. Natuurlijk werd ik nieuwsgierig. Wat was dat voor een lied? Nu is het mijn lievelingslied geworden en ik wil het u doorgeven, vertaald in het Nederlands. Als u de muziek erbij wilt horen, de cd heet YOU’RE STILL GOD en op het internet kunt u stukjes horen van de cd. (Ik heb hem zelf ook) Er staan nog meer prachtige nummers op, zoals: “Er is een heleboel pijn, maar nog meer genezing,” (Er is een heleboel van dit… maar nog veel meer van dat… (positieve dingen)) en ”I set my face to seek the Lord” met allemaal prachtige benamingen van Jezus. (Daar gaat mijn hart sneller van kloppen.) Lees mee met de woorden van “WHEN I LOOK AT THE BLOOD” en u zult het begrijpen.
Als ik naar het bloed kijk, dan zie ik niets dan liefde, liefde, liefde. Als ik bij het kruis stilsta, dan zie ik de liefde van God. Maar weet je wat ik niet zie? Competitie, de baas spelen, trots of vooringenomenheid. Ook geen machtsmisbruik, geen honger naar macht, geen manipulatie. Ik zie geen blinde woede of zelfzuchtige ambities…. Als ik naar het bloed kijk, zie ik slechts liefde, liefde, liefde. Als ik stilsta bij het kruis zie ik de liefde van God. Maar ik zie absoluut geen onvergevingsgezindheid, geen haat en nijd, geen nodeloos vechten om je gelijk, geen bitterheid of jaloersheid. Ik zie geen “mijn haan zal koning kraaien”, geen eigenbelang, terugpakken, een trap na geven, het achter de ellebogen hebben, ijdelheid, zinloosheid of arrogantie. Als ik naar het bloed kijk, dan zie ik niets dan liefde, liefde, liefde. Als ik bij het kruis stilsta, dan zie ik de liefde van God. Ik zie overgave en opoffering, redding, nederigheid, rechtvaardigheid, trouw, genadige vergeving. Liefde, liefde, liefde, liefde, liefde, liefde, Liefde, liefde, liefde, liefde, liefde, liefde, Liefde, liefde, liefde, liefde, liefde, liefde, Liefde, liefde, liefde, liefde, liefde, liefde,
Als ik bij het kruis stilsta, dan zie ik de liefde van God. Godfrey Birtill
Is dit niet prachtig? En genezend? Het is maar wat voor bril je opzet. Die parel van grote waarde koop je niet bij Pearl.
Een prachtige boodschap over de Tallit. Pasgeleden werd in het programma ‘This is your day’ van Benny Hinn een prachtige boodschap gebracht. Toen ik het hoorde dacht ik: ‘Waarom wist ik dit niet eerder!!?’ Benny zat op de Olijfberg met drie voorgangers uit Israël en er was een groep gelovigen bij hen. Een van die voorgangers sprak over de tallit, dat is de joodse gebedsdoek, die men tijdens het bidden over zijn hoofd doet. Hij zei dat het eigenlijk betekende ‘tabernakel’. Als een Jood bidt onder de tallit, dan bidt hij in de tabernakel. De blauwe draad in de kwast is voorgeschreven in de bijbel om ons altijd aan de Tien Geboden (de wet) de helpen herinneren. (Die wordt ook wel de zoom genoemd of de vleugels) Jezus is degene die de wet voor ons vervuld heeft, God zij dank. Wat mooi om je zo af te zonderen in je gebed in de tabernakel van God, waar we binnen in het Heilige der Heilige mogen komen door het werk van Jezus. Wie kent er niet het verhaal van de vrouw die 12 jaar bloed vloeide. Ze wilde slechts de kwast van Jezus gebedsdoek aanraken. ‘Dan zal ik genezen worden’ zei ze bij zichzelf. Dat baseerde ze dan weer op Maleachi 4:2 waar staat dat ‘Er zal genezing zijn onder de vleugels van de Messias. Prijst God! Onder de bedekking van Jezus is er genezing. Begrijp je? Wat heerlijk, he? Die prediker ging nog verder. Hij zei dat het dochtertje van Jairus gewikkeld was in een tallit, want Jezus zei: Tallita kumi, dat wil zeggen: ‘Meisje gewikkeld in de tallit, sta op!!!’ De spreker had eens in een dienst een vrouw gewikkeld in een tallit en de vrouw genas volkomen van kanker. De tallit is niet een magisch iets, maar het bepaalt onze gedachten bij wat God doet, net als bij het avondmaal. En God zelf schreef het voor aan zijn volk. Wist je dit over de tallit? * De franje wordt tzitzit genoemd. Numeri 15:37: "De H E E R zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten dat zij en al hun nakomelingen aan de zoom van hun kleren kwastjes moeten bevestigen waarin een blauwpurperen draad verwerkt is. Bij het zien van die kwastjes zullen jullie herinnerd worden aan alle geboden van de H E E R , zodat jullie die naleven en mij niet ontrouw worden door de begeerten van je hart en je ogen te volgen. Ze zullen jullie helpen om aan al mijn geboden te denken en die na te leven en jullie God toegewijd te blijven. Ik ben de H E E R , jullie God, die je uit Egypte heeft weggeleid om jullie God te zijn. Ik ben de H E E R , jullie God.’ * Meestal krijgt iemand zijn tallit bij zijn/haar barmitzwa. * Sommige Joden dragen een lichtgewicht tallit onder hun kleren en anderen hebben een speciaal ontworpen tallit voor speciale gelegenheden in het leven. Bijvoorbeeld een bruiloft. Hier gebruikt men een dubbele tallit, die vastgehouden wordt boven het bruidspaar als een soort tent. Of bij een begrafenis, dan wordt die persoon gewikkeld in de tallit. * Wat doet men met een versleten tallit? Die doneert men aan de synagoge of aan een Joodse bibliotheek, die hem weer gebruikt om overcomplete documenten in te bewaren waarop de heilige naam van G*d in het hebreeuws staat, zodat ze waardig begraven worden in een apart gedeelte van een begraafplaats. *Bij Benny Hinn.org verkoopt men speciale tallitot (dat is het meervoud van tallit) met een tekst erop geborduurd. Bijvoorbeeld: ‘Door zijn striemen is ons genezing geworden.’ De opbrengst is weer voor de verbreiding van God koninkrijk.
Honderd manieren om een kind te prijzen. Ik ben blij dat God jou aan mij gaf. Nou zeg, jij kan even leren! Super. Jij bent echt heel bijzonder. Fantastisch. Uitstekend. Keurig! Goed gedaan. Ik wist wel dat je het kon. Niet te geloven. Ik ben trots op je,. Mooi werk. Ziet er goed uit! Jij bent de allerbeste. Je krijgt het voor mekaar. Ik mis je als je er niet bent. Je bent ongelofelijk. Bravo! Je bent precies zoals God je bedoeld had. Hoera voor jou. Dat heb je helemaal alleen gedaan? Wat mooi! Wat slim! Je bent uniek. Je hebt je best gedaan. Je bent een winnaar. Ik hou van je. Je bent mijn vriend. Dat was een klus! Je doet het goed op school. Je bent mijn fijne knul/meid. Fantastisch geprobeerd. Je bent een superhelper. Ik merk dat je verantwoordelijkheid kunt dragen voor iets. Fijn dat je wilde delen. Wat creatief van je. Wat kun je goed luisteren. Je wordt al groot. Je hebt liefde in je. Je hebt het geprobeerd. Jou kan ik vertrouwen. Je betekent zoveel voor me. Je maakt me altijd aan het lachen. Je bent me er eentje. Fijn dat je eraan dacht. Perfect. Mijn helpertje! Geef me een kus. Hé, ik hou van je. Ik ben zo blij met je. Je geeft niet gauw op. Wat een doorzetter ben je. Hier heb je iets extra’s voor al je inspanning. Ik zie dat je het echt meent als je zegt Jezus te willen volgen. Wat moest ik zonder jou beginnen? Pienter van je. Dat was echt en offertje voor je, hè? Pappa zal trots op je zijn. Wat ben je toch een lieverd. Schat van me. Wat had jij je kamertje netjes opgeruimd. Je hebt me echt verrast. ‘k Was blij dat jij bij me was. Je kunt het. ‘k Heb een gedichtje voor je gemaakt. Wat fijn dat je doet wat er in de bijbel staat. Je deed het zonder vragen. ‘k Ben blij dat jij niet met die slechte dingen van die kinderen meedeed. Ik dank de Heer ervoor dat je geholpen hebt. Wat kun je mooi zingen. Je hebt aan anderen gedacht. Ik heb respect voor je. Het was zwaar, maar je deed het toch. Mijn sterke vent. Wat lief van je. Buitengewoon. Daar kijken we van op. Grandioos. Je maakt ons echt blij. Kom even bij me zitten. Ik houd hartstikke veel van je. Tof. Gaaf! Te gek! Ik sta paf! Voor mij ben je erg waardevol. Zoals jij is er maar één. Je ben mijn cadeau van God. Als ik jou zie word ik blij. Vlugge vogel. Een kus voor m’n schat. Je hebt een zonnig humeur. Je hebt iets liefs over je. Sportieve verliezer. Goed geprobeerd. Slim bedacht. Ik kan je vertrouwen.
Kinderen en het gevaar van verslaafd raken Hoe praat je met je kinderen over de gevaren van verslaving. Een handleiding. De start van het gesprek Soms is het moeilijk om een gesprek te beginnen over riskant gedrag. Hier zijn een paar ideeën om je op weg te helpen. Als er op de tv een spotje wordt gebracht over niet roken. Dan kun je met je kind praten over de verleidingen die hierbij optreden, zoals hoe nee te zeggen als een vriend je een sigaret aanbiedt. Als je ziet dat iemand een sigaret opsteekt kun je de gelegenheid te baat nemen om je mening te geven over roken en aan het kind vragen wat het ervan vindt. Samen naar statistieken kijken over nicotine/alcoholgebruik onder jongeren en naar de gevolgen kijken. Ga je langs een billboard met afbeeldingen dan kun je een gesprek beginnen. Het gedrag van een B.N.-ner of een popster kun je gebruiken als je het wilt hebben over waar je grenzen liggen. Vraag het kind eens of iemand in zijn omgeving rookt en hoe het er tegenover staat. Ze snappen best dat jij ertegen bent. Bereid je ook voor op onverwachte momenten als je kind zin heeft om te praten. Soms bij het naar bed gaan. Misschien komt het jou niet goed uit, maar grijp die kans. Een voorbereid mens telt voor twee.
Luisteren en antwoord geven Hier zijn nog een paar dingen om effectief te werk te gaan: Laat je kind merken dat je kunt luisteren. Dit is zo simpel als wat. Herhaal de belangrijkste punten die je kind naar voren brengt (papegaaien) of stel een terloopse vraag die gebaseerd is op wat het zei. Let op non-verbale signalen, lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen. Kinderen kunnen niet altijd al hun gedachten goed formuleren. Spreek alleen met hen als ze zich op hun gemak voelen. Vergeet niet dat sommige tieners zich opgelaten voelen als er meer mensen meeluisteren en andere voelen zich juist opgelaten als ze met je alleen zijn. Doe vooral niet net of je alle waarheid in pacht hebt. "Ik weet het niet, maar laten we het onderzoeken" is soms het beste antwoord. (Er zijn bronnen genoeg om antwoorden te zoeken op het internet.) Schenk niet alleen aandacht aan wat je kind zegt, maar ook aan zijn gevoelens. Er zijn momenten dat je het beste kunt weergeven wat je denkt dat het kind voelt. ("Ik merk dat je bezorgd bent over wat je vrienden daar wel van zullen vinden.") Daarmee laat je merken dat je begrijpt wat het kind doormaakt en dat het er best moeite mee mag hebben, zelfs al ben je het niet met hem eens. Focus op ideeën en gedrag, en wordt niet persoonlijk. Bij voorbeeld: zeggen dat zijn vriendje stom is omdat hij rookt maakt dat het zijn vriend zal willen verdedigen. Als je daarentegen zou vragen wat hij zou kunnen doen om die vriend te helpen stoppen, dan neem je hem mee naar jouw kant.
Hoe de conversatie te vervolgen Natuurlijk is een eenmalig gesprek niet genoeg. Begin al op jonge leeftijd erover te praten in kinderlijke bewoordingen en met duidelijke regels. Naarmate je kind groeit, herhaal je de boodschap met herkenbare uitspraken. Hier zijn enkele suggesties. Zelfs als roken een hot item voor je is, is het toch van het allergrootste belang om je kalmte te bewaren en relaxed het onderwerp aan te snijden. Houd het luchtig. Niets staat tieners en pretieners
meer tegen dan een preek. Blijf niet steeds aan het woord. Stel vragen en luister goed naar de antwoorden van je kind, zonder oordeel te vellen. Zoek openingen Er komen vast wel gelegenheden om met je kind over het onderwerp in gesprek te komen. Als je dochter vraagt om toestemming voor een party op vrijdagavond, praat dan over de situaties waar ze misschien in terecht kan komen en hoe ze hierop voorbereid kan zijn. Als je tienerzoon het heeft over de regels die op school gelden, heb het dan eens over de logica van die regels. Wat voor je kind belangrijk is. Jij kent je kind het beste, dus je bent in de beste positie om te onderkennen welke boodschappen over roken de meeste indruk maken. Schrijf ze eens op. Pas ze aan de interesse en het begripsniveau van het kind.
Stel duidelijk wat je waarden zijn. Jongere kinderen kunnen reageren op simpele regels, zoals: “In ons gezin roken we niet. Ik rook zelf niet en ik zou het heel erg vinden als jij het zou gaan doen." Naar mate het ouder wordt wil het meer en meer doen wat zijn vrienden doen. Niet uit de boot vallen dus. Maar het luistert heus wel naar wat je zegt—ook al voelt het niet altijd zo! Focus op korte termijn consequenties. Als volwassenen weten we dat roken leidt tot levensbedreigende ziektes zoals hart- en vaatproblemen en longkanker. Maar de meeste tieners maken zich geen zorgen over risico’s op de lange termijn. Ze kunnen zich niet voorstellen wat het is om oud en ziek te zijn. Zorg ervoor dat je je ook focust op de onmiddellijke gevolgen van roken — dingen zoals slechte adem, kleding die stinkt, gele tanden of slechte prestatie bij het sporten. Doe de reality check. Pretieners en tieners hebben te neiging te denken dat er veel meer kinderen van hun leeftijd dingen doen zoals drugsgebruik, roken en drinken. Laat het kind weten dat de allergrootste meerderheid van middelbare scholieren niet rookt. Praat over de groepsdruk. Weet dat je kind in moeilijke situaties komt en leer het om er positief mee om te staan. Denk er ook aan dat positieve groepsdruk het weg kan houden van tabak, alcohol en drugs. Wijs op klasgenootjes en vrienden die het bewondert die niet meedoen met dit gedrag. Laat hen geld zien! Kinderen zijn trots op wat ze kunnen doen met het geld dat ze verdienen. Reken eens uit wat het kost om een jaar te roken en hoeveel uur je daar wel voor moet werken. Wat kun je niet allemaal met dat geld doen.
Stel regels. Vertel hen wat er voor straf op staat als ze niet gehoorzamen en doe het dan ook.
Als je kind alreeds rookt. Als je denkt of weet dat je kind rookt, moet je nog over je waarden en normen praten, en de redenen duidelijk maken waarom men niet moet roken. Het moeilijkste hierbij is om te gaan met je eigen gevoelens van boosheid, teleurstelling of schuld. Probeer je drang om te straffen in te houden en zet hem niet voor schut. Ga ook geen lezing geven. Dan zal het zich voor je afsluiten en je buitensluiten, juist op het moment dat je behoefte hebt aan een goed gesprek. Integendeel, praat over dingen die je opgemerkt hebt (vrienden die roken, kleren die vies ruiken). “Ik maak me zorgen dat je misschien er over denkt om te gaan roken of dat je misschien al gerookt hebt.” Praat zonder hen te beschuldigen over situaties, mensen of gevoelens die hen ertoe zouden kunnen
aan zetten om te gaan roken. Beschrijf je bezorgdheid: “Je weet hoe ik over roken denk en je raakt zo snel verslaafd eraan.” Vraag of ze de symptomen kennen van verslaving aan sigaretten: je verlangen naar een sigaret of het gevoel dat je echt weer aan een peuk toe bent? Heb je er moeite mee om je te concentreren of voel je je geïrriteerd of zenuwachtig als je niet kunt roken? Is het moeilijk voor je als je op school of ergens anders niet kunt roken? Heb je geprobeerd om te stoppen, maar het lukte niet? En denk er wel aan het gaat hier niet om of je iets wel of niet mag, maar om een medisch probleem. Laat je kind eens met de dokter praten en zoek eens plaatselijke voorzieningen die het kunnen helpen om te stoppen. Vraag of het kind er al aan gedacht heeft om te stoppen en wat hem/haar ervan weerhoudt. Als het op al die vragen niet thuis geeft wijs het er dan op hoe belangrijk het is voor zijn toekomst en gezondheid en dat je van plan bent om het telkens weer aan de orde te stellen. Je kunt zeker rebellie verwachten Tenslotte kun je in deze tijd rebellie verwachten. Dat is hun rol in de adolescentie –- De rol van de volwassene is om grenzen te stellen. Als je accepteert dat ze op onschuldiger manieren rebelleren door mode, haarstijl of muziek —dan heeft het wellicht minder moeite met roken, drank of drugs.
Hoe praat je met je pre-tiener? Hoe jonger de kinderen zijn als ze beginnen met roken hoe sneller ze verslaafd raken en blijven roken. Een recent onderzoek onder tieners bracht aan het licht dat 16 procent van de kinderen aangaf dat ze begonnen waren voordat ze 13 waren. Daarom is het zo belangrijk dat je er op tijd bij bent en op hun niveau het gesprek kunt aangaan. Dan kun je hierop voortborduren als ze wat ouder worden. Als het gaat over onderwerpen zoals roken worden pre-tieners meer beïnvloed door hun ouders dan door hun vriendjes. Je opinie en je leiding is van het grootste belang gedurende deze levensfase. Misschien lijkt het hen niet te interesseren of rollen ze verveeld met hun ogen als je het over hun gezondheid hebt, maar ze horen drommels goed wat je zegt. Verlies de moed niet. Tips voor ouders Als het gaat over hun gezondheid is goed als je beseft deze kinderen graag onafhankelijk willen zijn. Ze willen laten zien hoe groot ze al zijn. Daarom gaan sommigen ook roken. Hier volgen een paar tips die je kunnen helpen om meer effectief te zijn als je met ze praat over niet-roken. Roken is niet zo algemeen als het lijkt. De overgrote meerderheid rookt niet. Tabaksgebruik beperkt hun prestaties bij sport en andere lichamelijke prestaties. Ze hebben minder geld te besteden. Roken is geen teken van volwassen zijn. De meeste volwassenen zijn niet-rokers. De meeste rokers wilden wel dat ze nooit begonnen waren. Echt volwassen zijn houdt in dat je tegen de stroom in durft te gaan. Het is prima om nee te kunnen zeggen als ze je een sigaret aanbieden, zelfs als het je vriend is. Tenslotte zal een vriend je nooit iets aanbieden dat niet goed voor je is. Oefen het nee zeggen zodat je kind voorbereid is.
Bij voorbeeld: Een vriend/in vraagt of haar sigaretten soms bij jouw in je tas mogen omdat haar ouders achterdochtig zijn dat ze rookt en het pakje zouden kunnen vinden
Je bent met vrienden en één van hen stelt voor om te proberen binnen te komen in een bioscoop waar ze een seksfilm draaien.
Je bent aan het babysitten en je vriendje wil bij je komen als de kleintjes naar bed zijn. Je bent met een vriend in een supermarkt en hij probeert je over te halen snoep te stelen.
Onlangs probeerde je op een feestje een sigaret te roken en bier te drinken. Je hebt er spijt van en nam je voor om de volgende keer nee te zeggen. Maar je vrienden vinden dat je het de vorige keer ook gedaan hebt dus kun je het wel weer doen. Een meisje dat je graag mag wil van je spieken tijdens de s.o. in de klas. Je bent met een stel vrienden in een restaurant en je vrienden maken de ober belachelijk. Je hebt medelijden met hem. Iedereen doet mee, maar jij voelt je niet op je gemak.
De allerbelangrijkste regel is, dat het kind door zijn goede voorbeeld jongere kinderen kan helpen gezonder te zijn. Wees een voorbeeld voor de kinderen die jou op hun beurt weer nadoen. Voor hen ben je verantwoordelijk.