Jaarverslag 2011 Geconsolideerde jaarrekening
Enkel voor ondernemers en vrije beroepen www.bankvanbreda.be
INHOUDSTAFEL Kerncijfers Verslag van de Raad van Bestuur conform art. 119 van het Wetboek van vennootschappen Geconsolideerde winst- en verliesrekening Overzicht gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Geconsolideerde balans: activa Geconsolideerde balans: eigen vermogen en verplichtingen Geconsolideerd kasstroomoverzicht Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen Toelichtingen 1. Samenvatting boekhoudkundige grondslagen en methodologie 2. Wijzigingen in de boekhoudkundige grondslagen en methodologie 3. Risicobeheer 3.1. Maximale kredietrisico financiële instrumenten 3.2. Kredietrisico leningen en vorderingen en waardering waarborgen 3.3 Achterstallige financiële activa 3.4. Kredietrisico financiële activa beschikbaar voor verkoop 3.5. Beheer liquiditeitsrisico en renterisico 3.6. Kapitaalbeheer 4. Beoordelingen en schattingen 5. Consolidatiekring 5.1. Dochterondernemingen integraal opgenomen in de consolidatie 5.2. Geassocieerde ondernemingen en joint ventures waarop vermogensmutatie is toegepast 6. Toelichtingen bij de geconsolideerde balans 6.1. Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken 6.2. Vorderingen op kredietinstellingen 6.3. Financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 6.4. Andere financiële activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via winst- en verliesrekening 6.5. Voor verkoop beschikbare financiële activa 6.6. Leningen en vorderingen 6.7. Lease-overeenkomsten 6.8. Derivaten gebruikt ter afdekking 6.9. Kasstroomindekkingen: verwachte kasstromen 6.10. Investeringen in geassocieerde ondernemingen, dochterondernemingen en joint-ventures volgens de vermogensmutatiemethode 6.11. Overige activa 6.12. Deposito's van kredietinstellingen 6.13. Deposito's van klanten 6.14. In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen, inclusief obligaties 6.15. Achtergestelde verplichtingen 6.16. Overige verplichtingen 6.17. Reële waarde financiële activa en verplichtingen 7. Toelichtingen bij de geconsolideerde winst- en verliesrekening 7.1. Netto intrestinkomsten 7.2. Dividenden 7.3. Netto vergoedingen en commissies 7.4. Winsten (verliezen) op financiële activa beschikbaar voor verkoop 7.5. Winsten (verliezen) op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 7.6. Winsten (verliezen) uit derivaten gebruikt ter afdekking 7.7. Winst en verlies op de realisatie van andere financiële activa dan voor verkoop aangehouden 7.8. Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten 7.9. Personeelskosten 7.10. Algemene en administratieve kosten 7.11. Materiële vaste activa 7.12. Immateriële activa 7.13. Voorzieningen 7.14. Bijzondere waardeverminderingen 7.15. Winstbelastingen 8. Bedrijfscombinaties 9. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 10. Verbonden partijen 10.1. Verbonden partijen: winst- en verliesrekening 10.2. Verbonden partijen: activa 10.3. Verbonden partijen: passiva 11. Personeelsbeloningen en overige vergoedingen 11.1. Op aandelen gebaseerde vergoedingen 11.2. Pensioenplannen 12. Gebeurtenissen na balansdatum Bezoldiging van de commissaris Verslag van de erkende commissaris Externe mandaten leden Raad van Bestuur
Kerncijfers 2011 2007 Personeel Resultaten Nettowinst na belastingen Winstgroei Balansgegevens Totaal belegd door cliënten Cliëntendeposito’s Buitenbalansproducten Totaal privé-kredietverlening (incl. Van Breda Car Finance) Eigen vermogen Ratio’s Efficiëntieratio (cost income) Rendement op het gemiddelde eigen vermogen (ROE) Rendement op activa (ROA) Waardeverminderingen op kredieten Solvabiliteit (eigen vermogen op activa) Kernkapitaalratio (core tier 1) (*) Risicogewogen solvabiliteitsratio (RAR) (*)
2008
2009
2010
2011 excl. ABK
2011 incl. ABK
399
403
399
418
412
462
22.384 -8%
20.619 -8%
23.317 13%
25.664 10%
21.407 -17%
54.880 (**)
4.700.986 1.899.356 2.801.630 2.056.606
5.009.245 2.221.400 2.787.845 2.202.059
5.644.268 2.358.533 3.285.735 2.328.371
6.368.943 2.596.766 3.772.177 2.631.339
7.135.002 3.119.141 4.015.861 2.818.021
7.469.140 3.453.279 4.015.861 3.043.941
206.577
222.599
243.731
258.671
275.383
410.965
58% 10,4%
60% 9,6%
60% 10%
57% 10%
59% 8%
61% (**)
0,85% 0,13% 7,8% 9,5% 11,8%
0,70% 0,19% 7,6% 10,1% 12,5%
0.77% 0,09% 8,1% 11,8% 14,6%
0,80% 0,15% 8,1% 11,3% 14,7%
0,62% 0,05% 7,9% 10,8% 13,7%
(**) 0,06% 10,3% 14,7% 17,3%
Gegevens telkens op 31.12, financiële informatie in duizenden EUR
Bank J.Van Breda & C° NV geconsolideerd met Van Breda Car Finance NV, Antwerps Beroepskrediet CV (afgekort ABK, vanaf 31/5/2011), Beherman Vehicle Finance NV (vereffend sinds 7/10/2009), Beherman Vehicle Supply NV, Station Zuid NV en Fracav SA (vanaf 13/3/2007) op basis van de integrale consolidatiemethode en met Power Lease NV (t.e.m. 11/12/2007), Finauto NV, Necadis Credit NV (vereffend sinds 16/12/2010), Financieringsmaatschappij Definco NV, Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij NV, Jaguar Finance Belgium NV (vereffend sinds 26/06/2007) en Informatica J.Van Breda & C° NV op basis van de vermogensmutatiemethode. (*) Kernkapitaalratio en solvabiliteitsratio t.e.m. 2007 conform Basel I-normen, vanaf 2008 conform Basel II-normen (standardised approach). (**) Gezien de uitzonderlijke eenmalige resultaatsimpact van de overname van ABK zouden deze percentages een vertekend beeld geven van de onderliggende rendabiliteit.
Verslag van de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering conform artikel 119 van het Wetboek van vennootschappen Bank J.Van Breda & C° realiseert groei in toevertrouwd vermogen. Overname ABK zorgt voor versterking van het eigen vermogen. Bank J.Van Breda & C° heeft in 2011 een geconsolideerde nettowinst gerealiseerd van 54,9 miljoen. Exclusief ABK en een uitzonderlijke waardevermindering in de beleggingsportefeuille bedraagt het onderliggende nettoresultaat 26,4 miljoen euro, tegenover 25,7 miljoen in 2010. Het toevertrouwd vermogen kent opnieuw een groei. Door de overname van ABK stijgt het geconsolideerd eigen vermogen naar 411 miljoen euro.
1. Bank J.Van Breda & C°: Ondernemers en vrije beroepen vertrouwen meer dan 7 miljard vermogen toe. Bank J.Van Breda & C° is een gespecialiseerde adviesbank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen. Wij helpen hen bij de systematische opbouw, het beheer en de bescherming van hun vermogen. Bij ons kunnen ze rekenen op een persoonlijke, proactieve begeleiding. Zowel professioneel als privé. Hun leven lang. Deze activiteiten worden verder in deze tekst aangeduid met de term “doelgroepbankieren”. De duurzame, voorzichtige aanpak van de bank en de hoge cliëntentevredenheid resulteren in een groei van de commerciële volumes. Het door cliënten belegd vermogen kent in 2011 een groei van 766 miljoen tot 7,1 miljard euro (+12%). • De cliëntendeposito’s stijgen tot 3,1 miljard euro (+20%) en dit in een uiterst concurrentiële marktomgeving. • De beleggingen in buitenbalansproducten stijgen met 6% tot 4,0 miljard euro, dankzij instroom van bijkomende beleggingen. In het vermogensbeheer beheert Bank Delen eind 2011 2.115 miljoen euro voor cliënten van Bank J.Van Breda & C° (tegenover 1.968 miljoen euro in 2010, +7%), en dit ondanks het moeilijke beursklimaat. Het aandelengedeelte in de portefeuilles kon uiteraard niet ontsnappen aan de beursmalaise, maar globaal boden de portefeuilles weerstand tegen de financiële crisis. Binnen de beleggingsstrategie werd de blootstelling aan aandelen bewust defensief benaderd. Bovendien bleef zoals in het verleden het obligatie- en liquiditeitsgedeelte van de portefeuilles uitsluitend belegd in solvabele debiteuren.. Deze behoudsgezinde beleggingstrategie zorgde samen met de patrimoniale begeleiding ook in 2011 voor een gestage instroom van nieuw kapitaal, zowel van bestaande als van nieuwe cliënten.
De verzekeringsbeleggingen groeiden tot een volume van 1.438 miljoen euro (+2%). De uitstaande reserves in andere verzekeringsproducten (vooral groepsverzekeringen) stegen met 26% tot meer dan 233 miljoen euro. De beleggingsfondsen groeiden tot een belegd kapitaal van 230 miljoen euro (+13%). In totaliteit stegen de volumes van deze beleggingen in buitenbalansproducten tot 4.016 miljoen euro (+6%). Deze groei in buitenbalansbeleggingen zorgt voor een stijging van de commissie-inkomsten met 5%.
Totaal belegd door cliënten doelgroepbankieren Bank J.Van Breda & C° (in mio euro): deposito’s + buitenbalansbeleggingen.
Kredietportefeuille doelgroepbankieren groeit met 8% Ook in 2011 bleef het kredietvolume uit het doelgroepbankieren verder stijgen tot 2.477 miljoen euro (+8%). De kredietverlening aan succesvolle ondernemers en vrije beroepen steunt op een langetermijnrelatie, die maakt dat kredietverlening voor doordachte en voorzichtige investerings- en groeiprojecten mogelijk blijft, zelfs in een moeilijke financieel-economische omgeving.
Kredietvolume doelgroepbankieren Bank J.Van Breda & C° (in mio euro)
Bankproduct doelgroepbankieren + 3% Ondanks de volumegroei in deposito’s en kredieten stagneert het renteresultaat. De aanhoudende verstoring van de depositomarkt, waarbij een aantal banken omwille van hun liquiditeitsbehoeften spaargeld aanzienlijk boven de risicovrije rente vergoeden, weegt op het renteresultaat. Ook de vervlakking van de rentecurve en de strategie van de bank om in haar beleggingsportefeuille voorrang te geven aan veiligheid boven rendement beïnvloeden het renteresultaat negatief. De groei in buitenbalansbeleggingen zorgt anderzijds voor een stijging van de commissie-inkomsten met 5%, waardoor het bankproduct doelgroepbankieren 3% hoger uitkomt op 85,4 miljoen euro. Als gevolg van investeringen in bijkomende commerciële slagkracht, informatica en huisvesting en van de bankenheffing groeien de kosten met 6%. De personeelskosten stijgen met 2% als gevolg van loonindexering; de nietpersoneelskosten met +13%. Deze laatste stijging wordt volledig verklaard door investeringen in informaticatoepassingen en de hogere bijdrage die het depositobeschermingsfonds oplegt als gevolg van de crisis bij de grootbanken. Deze bijdrage is meer dan verdriedubbeld tegenover 2009 en verzesvoudigd tegenover 2008. Evolutie bijdragen depositobeschermingsfonds Bank J.Van Breda & C° NV (in euro)
2008 500.000
2009 990.000
2010 2.054.000
2011 2.962.000
Kredietverliezen doelgroepbankieren laag. De afschrijvingen voor kredietverliezen in het doelgroepbankieren blijven met 1,3 miljoen EUR op een laag niveau (op jaarbasis 0,06% van de gemiddelde kredietportefeuille). Resultaat doelgroepbankieren onder het niveau van 2010. Op de 10 miljoen Griekse overheidsobligaties in de beleggingsportefeuille van de bank werd overeenkomstig de waarderingsregels een waardevermindering geboekt van 7,6 mio EUR, zijnde het verschil tussen boekwaarde en marktwaarde. Zelfs na aftrek van de waardevermindering op Griekenland, realiseert de bank in het doelgroepbankieren nog steeds een zeer behoorlijk resultaat, dat zich weliswaar onder het niveau van 2010 situeert. De beleggingsportefeuille van Bank J.Van Breda & C° NV bestaat traditioneel enkel uit obligaties, waarvan 97% uitgegeven of gewaarborgd door volgende Europese overheden: Duitsland, Nederland, België, Oostenrijk, Luxemburg en Finland. Er zitten geen obligaties van Italië, Portugal, Ierland en Spanje in de portefeuille
2. Van Breda Car Finance Bank J.Van Breda & C° geniet toenemende bekendheid als gespecialiseerde bank voor ondernemers en vrije beroepen. Daarnaast zijn we via onze dochtermaatschappij Van Breda Car Finance in heel België actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. Van Breda Car Finance wil de béste kredietpartner zijn voor de cliënten van grote, zelfstandige autodealers. Heel de organisatie is toegespitst op snelle kredietoplossingen voor personenwagens via een eigen website. Vanuit de kernwaarden fast, friendly & flexible ondersteunt Car Finance de lokale autodealer in het volledige verkoopproces: van offertefase, aanvraagverwerking en aanmaak van kredietcontracten t.e.m. de controle op de uitbetaling van het dossier. Op die manier vergemakkelijken we de verkoop van onze partners die hun cliëntenservice uitbreiden met kredietverlening. Op het einde van 2011 bleef de totale portefeuille nagenoeg stabiel op 288 miljoen euro. De netto waardeverminderingen op kredieten bleven laag, dankzij het kredietacceptatiebeleid en de recuperaties in probleemdossiers. Samen met een strikte kostenbeheersing resulteerde dit in een winstgroei tegenover de vorige jaren.
3. ABK ABK is sinds 2011 een dochtermaatschappij van Bank J.Van Breda & C°, die zich net als Van Breda Car Finance met een aparte strategie tot een duidelijk gescheiden doelgroep zal richten. ABK is de veilige bank voor eenvoudige, transparante en correct geprijsde spaar- en beleggingsproducten. Veiligheid betekent aandachtig omgaan met het geld dat wordt toevertrouwd, met enkel veilige producten. Op die manier is ABK al meer dan 80 jaar de vertrouwenspartner van zelfstandigen en particulieren. Op 20 mei 2011 heeft Bank J.Van Breda & C° de controle verworven over het Antwerps Beroepskrediet (ABK). Deze overname heeft geleid tot een consolidatieverschil (“badwill”) dat voor 35,5 miljoen EUR bijdraagt aan het resultaat. Via het afsluiten van het openbaar bod en een latere kapitaalverhoging heeft Bank J.Van Breda & C° haar participatie in ABK opgedreven tot 91,76%, waarbij het verschil tussen aankoopprijs en boekwaarde rechtstreeks via eigen vermogen werd verwerkt. Hierdoor is het geconsolideerd eigen vermogen aangegroeid tot 411,0 miljoen euro, tegenover 258,7 miljoen euro eind 2010. Na de overname werden de aandelenposities in de beleggingsportefeuille van ABK grotendeels afgebouwd met minwaarden tot gevolg. In overeenstemming met de waarderingsregels werd in de beleggingsportefeuille een bijzondere waardevermindering geboekt op enkele effecten, die zo werden afgeboekt naar reële waarde. De totale winstbijdrage van ABK over 2011 bedraagt hierdoor 33,5 miljoen euro. Het eigen vermogen van ABK bedraagt 34% van het balanstotaal. Tegenover de 334 miljoen EUR cliëntendeposito’s staat een kredietportefeuille van 226 miljoen, 94,6 miljoen euro tegoeden bij de Nationale Bank en een portefeuille van overheidsobligaties van 133 miljoen. Deze overheidsobligaties vertegenwoordigen 60% van de beleggingsportefeuille. Het overschot aan eigen vermogen waarover ABK beschikt, wordt verder belegd in een gediversifieerde portefeuille die bestaat uit financiële en bedrijfsobligaties (34%), en uit aandelen en andere effecten (6%). Via ABK wenst Bank J.Van Breda & C° de toegevoegde waarde van haar vermogensbegeleiding uit te breiden naar een cliënteel buiten de doelgroep van ondernemers en vrije beroepen. Na de overname werd door het directiecomité een strategische oefening gestart over de toekomstige positionering van ABK. In het najaar werd al een aantal initiatieven gelanceerd ter versterking van de commerciële dynamiek van ABK. Per 31/12/2011 hebben de cliënten 334 miljoen euro deposito’s toevertrouwd aan ABK, tegenover 303 miljoen euro op het moment van de overname. De kredietportefeuille bedraagt 226 miljoen euro.
Geconsolideerd jaarresultaat Het geconsolideerde jaarresultaat van Bank J.Van Breda & C° bedraagt 54,9 miljoen euro. Exclusief de winstbijdrage van ABK (33,5 miljoen euro) en de uitzonderlijke waardeverminderingen (5 miljoen euro na belasting) zou de onderliggende nettowinst uitgekomen zijn op 26,4 miljoen euro, tegenover 25,7 miljoen in 2010. Bankproduct stijgt met 7% Het geconsolideerde bankproduct stijgt met 6,4 miljoen euro tot 99,8 miljoen euro (+7%). • Ondanks de volumegroei in kredieten (+16%) en deposito’s (+33%) stijgt het renteresultaat slechts met 12%, als gevolg van de aanhoudende verstoring van de depositomarkt waarbij spaargeld aanzienlijk boven de risicovrije rente wordt vergoed. Ook de vervlakking van de rentecurve en de strategie van de bank om in haar beleggingsportefeuille voorrang te geven aan veiligheid boven rendement beïnvloeden het renteresultaat negatief. • De groei in buitenbalansbeleggingen (+6%) zorgt voor een stijging van de commissie-inkomsten met 5%. • De minwaarden op financiële instrumenten bedragen 3,3 miljoen euro en zijn voornamelijk het gevolg van de afbouw van aandelenposities in de beleggingsportefeuille van ABK. Cost income-ratio 61% De kosten bedragen 61 miljoen euro. De cost income-ratio bedraagt geconsolideerd 61%. Waardeverminderingen kredieten uitzonderlijk laag De waardeverminderingen en provisies voor kredietdossiers dalen naar 1,7 miljoen euro tegenover 3,8 miljoen euro in 2010. Zij bedragen 0,06% van de gemiddelde kredietportefeuille . De volgehouden, behoedzame kredietpolitiek en de samenwerking met succesvolle, voorzichtige cliënten blijft ook in een periode van economische crisis zijn vruchten afwerpen. 9,8 miljoen euro waardeverminderingen in de effectenportefeuille Gezien de negatieve evoluties werd op de 10 miljoen Griekse overheidsobligaties in de beleggingsportefeuille van Bank J.Van Breda & C° voorzichtigheidshalve een waardevermindering geboekt van 7,6 mio EUR, zijnde het verschil tussen boekwaarde en marktwaarde. In de beleggingsportefeuille van ABK werd een bijzondere waardevermindering geboekt voor een bedrag van 2,2 miljoen euro. Sterke liquiditeit en solvabiliteit Bank J.Van Breda & C° blijft goed gewapend om het hoofd te bieden aan de uitdagingen van de financieel-economische crisis dankzij haar liquiditeitspositie. De kredietportefeuille wordt volledig gefinancierd met cliëntendeposito’s.
Het eigen vermogen stijgt van 259 miljoen euro naar 411 miljoen. 136 miljoen van deze stijging is het gevolg van de overname van ABK. Exclusief ABK bedraagt de stijging 17 miljoen. De beleggingsportefeuille van Bank J.Van Breda & C° zorgt dat het eigen vermogen, net zoals in 2008, 2009 en in 2010, niet wordt aangetast door waardeverminderingen op financiële instrumenten. Deze groei van het eigen vermogen geeft de bank bijkomende slagkracht om haar gestage groei op een financieel gezonde manier te bestendigen, zelfs bij onvoorziene marktomstandigheden. Bank J.Van Breda & C° voldoet nu reeds aan de solvabiliteitsnormen die het Basel III-akkoord tegen 2019 wil opleggen.
Risicobeheersing: permanente opvolging en controle Ondernemingsrisico’s zijn eigen aan de normale activiteiten van een bank. In vergelijking met sectorgenoten zijn Bank J.Van Breda & C° en haar dochters echter altijd eenvoudige en transparante instellingen gebleven. Bovendien leggen zij al jarenlang een grote voorzichtigheid aan de dag bij het aanvaarden van risico’s. Zij verrichten permanente risico-opvolging en controle. Historisch heeft Bank J.Van Breda & C° haar capaciteit om risico’s te beheersen reeds bewezen. Vanuit het interne risicocomité wordt op gestructureerde wijze toezicht gehouden op risico’s en risicoposities van de instelling en haar dochtervennootschappen. Daartoe laat het risicocomité zich door de diverse afdelingen en activiteiten informeren. Kredietrisico Onze kredietportefeuille is zeer gespreid binnen het door de bank gekende cliënteel van lokale ondernemers en vrije beroepen bij Bank J.Van Breda & C° en van particulieren en zelfstandigen bij ABK. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie. De kredietportefeuille is onderverdeeld in risicocategorieën die elk hun specifieke opvolging krijgen. Over de kredieten uit de hoogste risicocategorie “onzeker verloop” wordt periodiek gerapporteerd aan de Raad van Bestuur. In het kader van Basel II hebben Bank J.Van Breda &C° en haar dochter ABK geopteerd voor de standardised approach. Vorderingen die dubieus worden, worden overgedragen naar de afdeling Betwiste Zaken. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurtenissen zich voordoen bij onze cliënten, kredietnemers of borgen. Op de kredieten in de hoogste risicocategorie “onzeker verloop” en op de vorderingen die dubieus worden, worden waardeverminderingen geboekt. Kredietrisico van de beleggingsportefeuille Het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wordt al jarenlang bewust erg laag gehouden. Het investeringskader dat jaarlijks ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Raad van Bestuur bepaalt waarin belegd kan worden en welke limieten gelden. In de onderstaande tabel vindt u de samenstelling van de geconsolideerde beleggingsportefeuille naar rating, sector, munt en eindvervaldag.
Samenstelling geconsolideerde beleggingsportefeuille op 31/12/2011 volgens rating (Moody’s)
Restlooptijd geconsolideerde beleggingsportefeuille
Munt euro
Percentage 100%
Bank J.Van Breda &C° belegt enkel in obligaties, waarvan 97% uitgegeven of gewaarborgd door volgende Europese overheden: Duitsland, Nederland, België, Oostenrijk, Luxemburg en Finland. Er zitten geen obligaties van Italië, Portugal, Ierland en Spanje in de portefeuille. Het eigen vermogen van ABK bedraagt 34% van het balanstotaal.. Tegenover de 334 miljoen EUR cliëntendeposito’s staat een kredietportefeuille van 226 miljoen, 94,6 miljoen euro tegoeden bij de Nationale Bank en een portefeuille overheidsobligaties van 133 miljoen. Deze overheidsobligaties vertegenwoordigen 60% van de beleggingsportefeuille. Het overschot aan eigen vermogen waarover ABK beschikt, wordt verder belegd in een gediversifieerde portefeuille. Door het afbouwen van een aantal posities in de loop van 2011 bevinden er zich in de portefeuille van ABK per 31/12/2011 34% financiële en bedrijfsobligaties en 6% aandelen en andere effecten. Wisselkoersrisico De bank heeft door de aard van haar cliënteel (zowel Bank J.Van Breda & C° als ABK en Van Breda Car Finance zijn enkel actief in België) geen eigen materiële muntposities.
Marktrisico Doordat al onze activiteiten cliëntgedreven zijn en wij geen marktactiviteiten voor eigen rekening voeren, is ons resultaat minder gevoelig voor de evoluties op de financiële markten. Renterisico De bank voert een voorzichtig beleid qua renterisico binnen de normen van de NBB (Nationale Bank van België). Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoende overeenkomen, zet de bank indekkingsinstrumenten in om dit te corrigeren. Dit gebeurt met een combinatie van renteswaps (die onze vlottende renteverplichtingen omzetten in vaste) en opties (die bescherming bieden tegen een stijging van de rente boven bepaalde niveaus). Het renterisico wordt o.a. gemeten aan de hand van de Basis Point Valuemethodologie. Ook in 2011 werd er voor geopteerd om het renterisico op een relatief laag niveau te houden. De bank voert tevens een uitgebreide rentegapanalyse uit en een scenarioanalyse die rekening houdt met wijzigende marktvoorwaarden, die toelaten de impact van stressscenario’s te analyseren. Voor enkele cijfers hierrond verwijzen we naar de toelichting bij de jaarrekening rond dit renterisico (3.5). Liquiditeitsrisico De commerciële bankactiviteiten zijn de belangrijkste bron van liquiditeitsrisico. Dit is het risico dat de bank over onvoldoende middelen beschikt om aan de onmiddellijke verplichtingen te voldoen. De bank streeft ook op dit domein een bewust laag risicoprofiel na. De instroom van cliëntendeposito’s heeft de liquiditeitspositie van de bank versterkt. De volledige kredietportefeuille wordt gefinancierd met cliëntendeposito’s. Risico-averse beleggers die opgeschrikt werden door de financiële crisis, staan voor hun beleggingen meer dan vroeger stil bij het risicoprofiel van de bank waar ze hun spaargeld aan toevertrouwen. Zij voelen zich aangesproken door de financiële positie van Bank J.Van Breda & C° en ABK. Het liquiditeitsrisico van de bank wordt permanent bewaakt door een proactief Thesauriebeheer, binnen de krijtlijnen van het Asset & Liability Management. Voor haar liquiditeitsbeheer maakt de bank o.a. gebruik van liquiditeitsgaprapporten, ratio-analyse en volumeprognoses op korte en lange termijn. De bank werkt ook met een interne liquiditeitsratio die de liquide activa en de beschikbare liquiditeit uit de beleggingsportefeuille afzet tegenover de kortetermijnverplichtingen. Ook de stresstestratio’s van de NBB worden maandelijks opgevolgd. De bank bevindt zich ruim binnen de NBB-normen. In de onderstaande tabel vindt u de activa en passiva gegroepeerd per periode van vervaldagen.
Liquiditeitsgap in mio euro
≤ 1 maand
1-3 maand
3-12 maand
1-5 jaar
5-10 jaar
> 10 jaar
31/12/2011 Activa
574
170
557
1589
635
515
Passiva
862
396
664
1414
92
689
Gap
-288
-226
-107
+175
+543
-174
409 799 -390
141 498 -357
396 544 -148
1303 917 +386
547 66 +481
358 344 +14
31/12/2010 Activa Passiva Gap
De tabel houdt rekening met interne assumpties rond de stabiliteit van tegoeden voor producten zonder vervaldag (bijv. zicht- en spaarrekening). Ook in 2011 beschikte de bank over een ruime liquiditeitspositie, gekarakteriseerd door thesaurie-overschotten. Eind 2011 had de bank geconsolideerd liquiditeitsoverschotten voor een bedrag van 154 miljoen euro uitstaan bij de Nationale Bank. Daarenboven heeft de bank een ruime portefeuille obligaties van hoge kwaliteit die gebruikt kunnen worden als buffer om liquiditeitsschommelingen in de thesaurie op te vangen. Eind 2011 bedroeg deze portefeuille overheidsobligaties 510 miljoen euro, waardoor de totale liquiditeitsbuffer 664 miljoen euro bedraagt, ofwel 19,2% van de cliëntendeposito’s. De externe institutionele financiering (interbancair + effecten geplaatst bij institutionelen) betreft minder dan 1% van het balanstotaal. De belangrijkste financieringsbron is bij ons altijd de cliënteel van de bank: vele duizenden lokale ondernemers en beoefenaars van vrije beroepen gebruiken Bank J.Van Breda & C° voor hun beleggingen en dagelijkse werking. Dit geldt evenzeer voor de zelfstandigen en particulieren bij ABK. Hierdoor beschikt de bank over een stabiele financieringsbron, waarvan de volumes gespreid zijn over een grote groep cliënten. Solvabiliteitsrisico De bank beschikt over voldoende eigen middelen om op eigen kracht verder te groeien, zelfs bij onvoorziene marktomstandigheden. Dankzij de overname van ABK is het geconsolideerd eigen vermogen gestegen van 259 miljoen euro tot 411 miljoen euro. Hierdoor bedraagt het eigen vermogen 10% van het balanstotaal of 12% van de cliëntendeposito’s. Tegenover elke 100 euro cliëntendeposito’s staat er dus een buffer van 12 euro eigen vermogen waarmee waardeverminderingen op kredieten of beleggingen kunnen worden opgevangen. Met een eigen vermogen dat 10% van het balanstotaal bedraagt, is de geconsolideerde solvabiliteit van Bank J.Van Breda & C° een veelvoud van het Europese gemiddelde dat zich midden 2010 op 4% situeerde. Bank J.Van Breda & C° wil er zich op elk moment van verzekeren dat de bank aan de reglementaire vereisten beantwoordt en een kapitalisatieniveau aanhoudt dat
tegemoetkomt aan het niveau van de activiteit en de genomen risico’s. Hierbij geldt dat er voldoende eigen vermogen moet zijn om eventuele schokken door kredietverliezen op te vangen, zodat de spaardeposito’s van de cliënteel op geen enkel moment in gevaar komen. Voor de berekening van het reglementair eigen vermogen spreekt het jargon over 2 “tiers” of “rijen”: • Het Core Tier 1 eigen vermogen omvat gestort kapitaal, reserves, minderheidsbelangen en het resultaat van het boekjaar na aftrek van het uit te keren dividend, minus negatieve reserve uit de voor verkoop beschikbare aandelen, immateriële activa en 50% van de deelnemingen in andere krediet- en financiële instellingen die meer dan 10% van het kapitaal bedragen.. • Het Tier 2 eigen vermogen bestaat uit een percentage van de achtergestelde schulden minus 50% van de deelnemingen in andere krediet- en financiële instellingen die meer dan 10% van hun kapitaal bedragen De kredietportefeuille van de bank wordt “gewogen”, volgens de standardised approach benadering in Basel II. Ook het operationeel risico en het marktrisico wordt gewogen. Het eindresultaat hiervan is het “Gewogen risicovolume”. Dit laat toe ratio’s te berekenen die gerapporteerd worden aan de NBB en als bench mark gelden in de markten. Bovendien voldoet de bank nu al aan de solvabiliteitsnormen die het Basel III-akkoord tegen 2019 zal invoeren. Eigen vermogen en solvabiliteit
Eigen vermogen Eigen vermogen in de enge zin (core tier 1) (1) Aanvullend eigen vermogen (tier 2) Totaal eigen vermogen (2) Gewogen risicovolume (3) Risicogewogen solvabiliteitsratio (risk asset ratio) (2)/(3) Kernkapitaalratio (core tier 1 ratio) (1)/(3)
2010 258.671 257.795 76.738 334.533 2.271.979 14,7% 11,3%
2011 410.965 398.142 69.756 467.899 2.705.311 17,3% 14,7%
• De risicogewogen solvabiliteitsratio zoals die wordt gerapporteerd aan de NBB weegt het totaal eigen vermogen af tegen het gewogen risicovolume. Deze ratio bedroeg 17,3%, terwijl de minimumvereiste momenteel 8% bedraagt en tegen 2019 evolueert naar 10,5% • De kernkapitaalratio weegt het eigen vermogen in de enge zin (core tier 1) af tegen het gewogen risicovolume. Deze ratio bedraagt 14,7% bij een huidige minimumvereiste van 4% en tevens boven de stresstest van de Europese toezichthouder die de lat op 9% legt. • De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa bedraagt 10%, boven die 3% die de toezichthouders tegen 2019 willen invoeren.
Bank J.Van Breda & C° voldeed eind 2010 al aan alle verhoogde solvabiliteitsnormen die de toezichthouder tegen 2019 zal opleggen. Door de overname van ABK in 2011 zijn de solvabiliteitsratio’s nog aanzienlijk toegenomen.
Operationeel risico Als gespecialiseerde nichespelers genieten Bank J.Van Breda & C° en haar dochters de voordelen van hun kleinschaligheid, eenvoudige structuur en korte communicatielijnen. De interne operationele risico’s worden o.a. beheerst via Hoge integriteitsstandaarden Eerlijkheid is zowel voor de organisatie als voor de individuele personeelsleden van fundamenteel belang in onze bedrijfscultuur. Afdelingscharters De kernwaarden ‘gespecialiseerd’, ‘persoonlijk’ en ‘proactief’ worden op afdelingsniveau gegarandeerd via afdelingscharters. Eerstelijnscontrole De operationele afdelingen hebben een belangrijke verantwoordelijkheid in het controleren van hun eigen werking en afgeleverde kwaliteit. Informatica De belangrijkste operationele bedrijfsprocessen zijn geautomatiseerd en voorzien van ingebouwde procescontroles. Disaster recovery plan De continuïteit van de activiteiten indien zich een ramp zou voordoen, wordt regelmatig getest en geperfectioneerd. Inkomstenvolatiliteitsrisico De inkomsten uit het relatiebankieren – de hoofdactiviteit van de bank, waarbij Bank J.Van Breda & C° en ABK elk hun eigen doelgroepspecialisatie hebben – worden aangevuld door de gespecialiseerde vendoractiviteit voor autodealers die is ondergebracht in de dochteronderneming Van Breda Car Finance. Zoals andere financiële instellingen is ook Bank J.Van Breda & C° afhankelijk van een winstbijdrage uit de transformatiemarge tussen de kortetermijnrente en de langetermijnrente. Dankzij volumestijgingen en gebruik van indekkingsinstrumenten heeft de bank een daling van rente-inkomsten als gevolg van een ongunstig renteklimaat in het verleden steeds kunnen opvangen. Bovendien bestond het bankproduct in 2011 net als in 2010 voor 25% uit commissie-inkomsten. Reputatierisico Bank J.Van Breda & C° geniet een onberispelijke reputatie en wenst deze te bestendigen. Permanente aandacht voor integriteit en discretie vormt de rode draad in al onze activiteiten. Ook voor onze cliënten stellen wij voorzichtigheid en evenwicht voorop. Dit komt o.a. tot uiting in genuanceerd beleggingsadvies (met oog voor spreiding, langetermijnplanning en beleggingen in kwaliteitswaarden), een gedegen antwoord op kredietaanvragen (met het accent op de kwaliteit van de bedrijfsleiding, de terugbetalingscapaciteit en het eigen vermogen) en hoge standaarden i.v.m. juridisch en fiscaal correct handelen.
Strategisch risico De activiteiten van Bank J.Van Breda & C° worden consistent gestuurd en uitgevoerd volgens de bedrijfsmissie. Deze bedrijfsmissie ligt al jaren aan de basis van de performante resultaten van de bank. Het Directiecomité toetst consequent alle strategische beslissingen en marktopportuniteiten aan de bedrijfsmissie. De overname van ABK ziet de bank als een unieke opportuniteit om haar succesvolle commerciële strategie uit te breiden buiten de doelgroep van ondernemers en vrije beroepen. Autonomie interne audit en risicobeleid Met het oog op een strikte beheersing van alle bedrijfsrisico’s wordt een grote waarde gehecht aan de autonome werking van interne audit, compliance officer, risk manager en ombudsvrouw. De autonomie van de interne auditor is gewaarborgd via de werking van het Auditcomité.
Vooruitzichten Bank J.Van Breda & C° heeft in 2011 – mede dankzij de overname van ABK – sterke financiële prestaties neergezet. • De nettowinst bedroeg 54,9 miljoen euro, (21,4 miljoen exclusief ABK). • Het eigen vermogen groeide van 259 naar 411 miljoen euro. • De liquiditeits- en solvabiliteitspositie bleef gezond. Hiermee is de bank gewapend om het hoofd te bieden aan een financieeleconomische omgeving die gedurende een lange periode erg uitdagend zou kunnen blijven. Uiteraard maakt het huidige onzekere klimaat het moeilijk om winstvoorspellingen te doen. De eurocrisis, maar ook de schuldenproblematiek in de Verenigde Staten van Amerika, evenals de drastische interventies van de monetaire overheden maken het renteklimaat onzeker en erg onvoorspelbaar. De verstoring van de depositomarkt dreigt te blijven wegen op het renteresultaat. Verder is er de economische recessie, die haar impact kan hebben op de waardeverminderingen op de kredieten. Hoewel de evolutie van de nettowinst moeilijk te voorspellen is, verwacht de bank ook in 2012 – zonder onvoorziene omstandigheden – opnieuw een degelijke prestatie neer te zetten, en dit om diverse redenen: • De eigen portefeuille van de bank is conservatief belegd op korte looptijden en met een aanzienlijk aandeel in AAA-obligaties. De bescherming van het eigen vermogen van de bank geniet ook in 2012 de hoogste prioriteit. • Met haar strategie van vermogensbegeleiding gebaseerd op de langetermijnbelangen van de cliënt, heeft de bank de voorbije jaren bewezen slechts in beperkte mate onderhevig te zijn aan de volatiliteit van de financiële markten. • Tegenover de stijging van de personeelskosten als gevolg van bijkomende aanwervingen, staat een versterking van de commerciële slagkracht die – mede
dankzij de hoge cliëntentevredenheid – ook in 2012 zal leiden tot een sterke groei van de commerciële volumes en een verdere uitbouw van het handelsfonds van de bank. • Deze volumegroei zal het bankproduct op peil houden en samen met de kostenefficiëntie van de bank het resultaat ondersteunen. • De voorbije decennia situeerden de waardeverminderingen op kredieten zich dankzij de voorzichtige kredietpolitiek aanzienlijk onder het marktgemiddelde. We gaan ervan uit dat deze aanpak ook in de toekomst zijn vruchten blijft afwerpen. Het vertrouwen van de Raad van Bestuur in het langetermijnpotentieel van de strategie van de bank is nog versterkt sedert het uitbreken van de financieeleconomische crisis. De ontwikkeling van de commerciële resultaten in de kernactiviteit vermogensbegeleiding voor ondernemers en vrije beroepen spreken voor zich. Door de overname van ABK heeft de bank haar solvabiliteit nog versterkt. Ook al dient het jaar 2012 zich als uitdagend aan, deze successen en de gezonde positie van de bank vormen een solide basis voor een financieel performante groei op lange termijn.
Er hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen (positieve of negatieve) voorgedaan tussen de balansdatum en de datum van goedkeuring tot publicatie van de jaarrekening door de Raad van Bestuur.
Jan Suykens Voorzitter van de Raad van Bestuur Bank J.Van Breda & C°
GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING (in duizenden EUR) Toelichting
2011
2010
I. Financiële en bedrijfsinkomsten 1. Intrestresultaat, waarvan
7.1
Intrestbaten Intrestlasten
73.472
65.805
149.100
127.383
(75.628)
(61.578)
2. Ontvangen dividenden
7.2
789
726
3. Vergoedingen en commissies, waarvan
7.3
25.027
23.796
Ontvangen vergoedingen en commissies
28.268
27.326
Betaalde vergoedingen en commissies
(3.241)
(3.530)
4. Gerealiseerde winst (verlies) op financiële activa beschikbaar voor verkoop
7.4
(1.982)
105
5. Winst (verlies) op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
7.5
(1.393)
(947)
6. Winst (verlies) op financiële activa en verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
6.4
(509)
7. Winst (verlies) op afdekkingen, waarvan
7.6
Uit het eigen vermogen overgeboekte winst (verlies) op afdekkingsinstrumenten Niet-effectief deel van de wijziging in reële waarde van kasstroomafdekkingsinstrumenten 8. Winst (verlies) op reële-waardeafdekkingen
7.6
9. Winst (verlies) uit het wisselbedrijf
7
(662)
(300)
(768)
306
106
530
858
1.874
1.750
10. Gerealiseerde winst (verlies) op andere activa
7.7
90
4
11. Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten, waarvan
7.8
1.917
2.005
1.934
2.056
Overige bedrijfsopbrengsten Overige bedrijfskosten
(17)
BANKPRODUCT
99.822
(51) 93.441
II. Administratieve kosten 1. Personeelskosten
7.9
(34.830)
(31.882)
2. Algemene en administratieve kosten
7.10
(23.054)
(18.682)
III. Afschrijvingen 1. Op materiële vaste activa (terreinen, gebouwen en uitrusting)
7.11
(2.191)
(2.078)
2. Op immateriële activa
7.12
(870)
(584)
IV. Voorzieningen
7.13
(12)
(254)
(60.957)
(53.479)
TOTAAL VAN ADMINISTRATIEVE KOSTEN, AFSCHRIJVINGEN EN VOORZIENINGEN V. Bijzondere waardeverminderingsverliezen op financiële activa die niet tegen reële waarde worden gewaardeerd in de winst- en verliesrekening 1. Voor verkoop beschikbare financiële activa tegen reële waarde opgenomen via het eigen vermogen
7.14
(9.802)
2. Op leningen en vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (incl. financiële leasing)
7.14
(1.675)
VI. Negatieve goodwill die onmiddellijk wordt opgenomen in de winst- en verliesrekeningen VII. Aandeel in de winst of verlies van geassocieerde ondernemingen en joint ventures opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
35.472
6.10
WINST VOOR BELASTINGEN Winstbelastingen WINST OVER DE VERSLAGPERIODE Winst over de verslagperiode toe te rekenen aan minderheidsbelangen WINST OVER DE VERSLAGPERIODE TOE TE REKENEN AAN AANDEELHOUDERS VAN DE VENNOOTSCHAP
(3.826)
7.15
200
144
63.059
36.280
(7.697)
(10.581)
55.362
25.699
(482) 54.880
(35) 25.664
OVERZICHT VAN GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN (in duizenden EUR) Toelichting Winst over de verslagperiode
2011
2010
55.362
25.699
(11.459)
(5.099)
Niet-gerealiseerde resultaten Wijziging in de reële waarde van de activa beschikbaar voor verkoop via eigen vermogen Wijziging in de reële waarde van de activa beschikbaar voor verkoop via de resultatenrekening (desinvestering)
7.4
Belastingen op activa beschikbaar voor verkoop Niet-gerealiseerde resultaten na belastingen op activa beschikbaar voor verkoop Effectief deel van wijzigingen in de reële waarde van kasstroomafdekkingen Wijziging van de reële waarde van kasstroomafdekkingen via de resultatenrekening Belastingen op kasstroomafdekkingen Niet-gerealiseerde resultaten na belastingen op kasstroomafdekkingen Totaal niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode na belastingen Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode toe te rekenen aan minderheidsbelangen Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode toe te rekenen aan aandeelhouders van de vennootschap
11.784 (279)
1.738
47
(3.466)
2.663 7.6
(105)
1.142
(14)
831
(900)
(671)
1.748
1.302
1.795
(2.163)
57.157
23.536
(224)
56.933
(35)
23.501
GECONSOLIDEERDE BALANS : ACTIVA (in duizenden EUR) Toelichting
2011
2010
I. Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken
6.1
161.611
36.589
II. Vorderingen op kredietinstellingen
6.2
76.271
35.057
1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
6.3
7.687
9.081
2. Andere financiële activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat
6.4
1.138
3. Financiële activa beschikbaar voor verkoop
6.5
630.919
444.929
3.043.941
2.631.339
2.028
147
725
857
III. Financiële activa
4. Leningen en vorderingen (inclusief financiële leasing) 5. Wijzigingen in reële waarde van de afgedekte posities bij afdekking van het renterisico van een portefeuille
6.6 en 7.14
6. Derivaten gebruikt ter afdekking
6.8 en 6.9
IV. Materiële vaste activa 1. Terreinen, gebouwen en uitrusting
7.11
31.320
29.314
V. Goodwill en andere immateriële activa
7.12
7.990
6.814
5.2 en 6.10
1.035
951
0
341
11.002
4.177
3.899
3.222
3.979.566
3.202.819
VI. Investeringen in geassocieerde ondernemingen administratief verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode VII. Belastingvorderingen
7.15
1. Actuele belastingen 2. Uitgestelde belastingen VIII. Overige activa
TOTAAL ACTIVA
6.11
GECONSOLIDEERDE BALANS: EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) Toelichting
2011
2010
I. Financiële verplichtingen 1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
6.3
6.935
8.158
2.1. Deposito's van kredietinstellingen
6.12
12.818
176.365
2.2. Deposito's van klanten
6.13
3.343.184
2.475.108
2.3. In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen, inclusief obligaties
6.14
30.522
129.705
2.4. Achtergestelde verplichtingen
6.15
93.974
109.816
3. Derivaten gebruikt ter afdekking
6.8 en 6.9
17.319
19.028
II. Voorzieningen
7.13
1.472
1.460
III. Belastingverplichtingen
7.15
2. Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs
1. Actuele belastingen
7.493
9.454
40.360
1.219
14.524
13.835
3.568.601
2.944.148
V. Geplaatst kapitaal
17.500
17.500
VI. Herwaarderingsreserves
(4.508)
(6.562)
2. Uitgestelde belastingen IV. Overige verplichtingen TOTAAL VERPLICHTINGEN
VII. Ingehouden winsten VIII. Op aandelen gebaseerde vergoedingen IX. Minderheidsbelangen TOTAAL EIGEN VERMOGEN TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN
6.16
379.127
245.488
2.851
2.194
15.996
51
410.965
258.671
3.979.566
3.202.819
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (in duizenden EUR) 2011
2010
Bedrijfsactiviteiten Nettowinst (verlies) over de verslagperiode
54.880
25.664
7.697
10.581
482
35
Aanpassingen om nettowinst te doen aansluiten bij de nettokasstromen met betrekking tot de bedrijfsactiviteiten (Actuele en uitgestelde belastinginkomsten, opgenomen in de winst- en verliesrekening) Actuele en uitgestelde belastinguitgaven, opgenomen in de winst- en verliesrekening Minderheidsbelangen
(4)
Niet-gerealiseerde winsten en verliezen op wisselkoersverschillen Investering- en financieringsactiviteiten Afschrijvingen
3.061
Negatieve goodwill
2.662
(90)
Resultaat op verkoop van materiële vaste activa
(4)
(35.472)
Bedrijfsactiviteiten Bijzondere waardeverminderingen
11.473
Toename (afname) voorzieningen
12
254
Resultaten uit kasstroomafdekkingen
(7)
662
(530)
Resultaten uit reële-waardeafdekkingen Resultaten op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
7.487
Aandeel in resultaat van geassocieerde ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode Dividend ontvangen van geassocieerde ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
(toename) afname van leningen en vorderingen (toename) afname van voor verkoop beschikbare financiële activa
878
(200)
(144)
116
71 692
51.293
51.175
(145.439)
(214.292)
(484)
(toename) afname in tegoeden bij centrale banken (toename) afname vorderingen op kredietinstellingen
5.917
665
(185)
Overige aanpassingen (Toename) Afname van bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen & kasequivalenten)
947
509
Op aandelen gebaseerde vergoedingen
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor wijzigingen in bedrijfsactiva en -verplichtingen
(858)
1.393
Resultaten op andere financiële activa en verplichtingen gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat Resultaten op financiële activa beschikbaar voor verkoop
3.822
-
(11.808)
3.097
(180.654)
(306.817)
46.673
82.151
(toename) afname van financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
(766)
(toename) afname van derivaten ter afdekking
(141)
(toename) afname van de te ontvangen intresten van financiële activa
4.714 (299)
763
(toename) afname van overige activa
1.915
980
947
Toename (afname) van verplichtingen (exclusief geldmiddelen & kasequivalenten)
281.653
131.659
toename (afname) van deposito's van kredietinstellingen
(166.492)
(75.418)
569.850
206.736
toename (afname) van deposito's van klanten toename (afname) van in schuldbewijzen belichaamde verplichtingen toename (afname) van achtergestelde verplichtingen (excl. verlopen intrest)
(110.209)
(4.136)
(2.216)
313
toename (afname) van financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden toename (afname) van derivaten ter afdekking toename (afname) van te betalen intresten op financiële verplichtingen toename (afname) van overige verplichtingen Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten Ontvangen (betaalde) belasting op het resultaat Netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
2.605
2.983
(11.884)
1.182
187.507
(31.458)
(11.926)
(6.348)
175.582
(37.806)
Investeringsactiviteiten (Betalingen om materiële vaste activa te verwerven)
(2.891)
Ontvangsten uit de verkoop van materiële vaste activa (Betalingen om immateriële activa te verwerven)
(1.812)
350
4
(2.046)
(1.430)
Ontvangsten uit de verkoop van immateriële activa (Betalingen voor investeringen in joint ventures en geassocieerde ondernemingen) (Betalingen voor dochterondernemingen)
(54.826)
Ontvangsten uit verkoop van joint ventures en geassocieerde ondernemingen
78
Ontvangsten uit verkoop van dochterondernemingen (Andere betalingen met betrekking tot investeringsactiviteiten)
(20)
(4)
(59.434)
(3.163)
Andere ontvangsten met betrekking tot investeringsactiviteiten Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten Financieringsactiviteiten (Uitgekeerde dividenden)
(10.316)
Ontvangsten uit de uitgifte van achtergestelde schulden (Terugbetaling van achtergestelde schulden)
(9.475)
350
33.939
(13.276)
(5.690)
(23.242)
18.773
Andere betalingen met betrekking tot financieringsactiviteiten (Andere ontvangsten met betrekking tot financieringsactiviteiten) Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten Toename van geldmiddelen en kasequivalenten via bedrijfscombinaties
43.649
Effect van wisselkoerswijzigingen op geldmiddelen en kasequivalenten Netto toename in geldmiddelen en kasequivalenten Geldmiddelen en kasequivalenten op de begindatum (*) Geldmiddelen en kasequivalenten op de einddatum (*)
136.555
(22.196)
45.333
67.529
181.887
45.333
(*) Geldmiddelen en kasequivalenten zijn gedefinieerd als: kas, beleggingen bij centrale banken, postcheque- en girodiensten en vorderingen op kredietinstellingen (daggeldleningen en zichtrekeningen) verminderd met de deposito's van centrale banken en schulden tegenover kredietinstellingen (daggeldontleningen en zichtrekeningen). Aansluiting Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken (balansrubriek) met Geldmiddelen en kasequivalenten (cashflowstatement) Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken (actief) - Te ontvangen interesten geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken
2011
2010
161.611 (31)
36.589 (29)
- Tegoeden bij centrale banken (monetaire reserve)
(4.626)
-
+ Vorderingen op kredietinstellingen (daggeldleningen en zichtrekeningen)
26.111
9.283
- Deposito's van centrale banken (verplichtingen) - Deposito's van kredietinstellingen (daggeldleningen en zichtrekeningen) Geldmiddelen en kasequivalenten
(1.177) 181.887
(511) 45.333
GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN (in duizenden EUR) Herwaarderingsreserves
Geplaatst kapitaal BEGINSALDO, 1 JANUARI 2010
17.500
Ingehouden winsten 229.250
Activa beschikbaar voor verkoop 6.023
Kasstroomafdekkingen (10.422)
Subtotaal (4.399)
Op aandelen gebaseerde vergoedingen
Totaal eigen vermogen toe te rekenen aan de aandeelhouders van de vennootschap
1.316
243.667
Uitkering dividend vorig boekjaar
-
Uitkering tussentijds dividend
(9.425)
Resultaat van het boekjaar
25.664
Niet-gerealiseerde resultaten van het boekjaar
-
Op aandelen gebaseerde vergoedingen (bijdrage van de moedermaatschappij) Andere (vnl. wijzigingen consolidatiekring/belangen%)
1.302
(9.425)
(2.163) 878
EINDSALDO, 31 DECEMBER 2010
17.500
245.488
2.558
(9.120)
(6.562)
2.194
258.620
BEGINSALDO, 1 JANUARI 2011
17.500
245.488
2.558
(9.120)
(6.562)
2.194
258.620
Uitkering dividend vorig boekjaar
(10.281)
Resultaat van het boekjaar
305
Op aandelen gebaseerde vergoedingen (bijdrage van de moedermaatschappij) Andere (vnl. wijzigingen consolidatiekring/belangen%) EINDSALDO, 31 DECEMBER 2011
1.748
2.053 665
89.039 17.500
379.127
(9) 2.864
(7.372)
(4.508)
2.851
2011
Tussentijds dividend, per aandeel
2010 -
15,82
14,50
(51) 25.699
878 2
-
51
258.671
51
258.671
(35)
(35) (10.281)
54.880
482
55.362
2.053
(258)
1.795
665
665
89.031
15.756
104.787
394.969
15.996
410.965
Het kapitaal van Bank J. Van Breda & C° wordt vertegenwoordigd door 650.000 gewone aandelen zonder nominale waarde (idem 2010). Alle aandelen zijn volledig geplaatst en volstort.
Dividend uit resultaat vorig boekjaar, per aandeel
243.732
(2.163)
(10.281)
54.880
Niet-gerealiseerde resultaten van het boekjaar
35
878 (2)
Totaal eigen vermogen
(9.425)
(2.163)
(2)
Uitkering tussentijds dividend
64 (51)
25.664 (3.466)
Minderheidsbelang
TOELICHTINGEN 1. SAMENVATTING BOEKHOUDKUNDIGE GRONDSLAGEN EN METHODOLOGIE
INHOUD 1.
CONFORMITEITSVERKLARING ...................................................................................................................3
2.
VOORSTELLINGSBASIS ...............................................................................................................................3
3.
CONSOLIDATIEPRINCIPES ..........................................................................................................................3 3.1 DOCHTERONDERNEMINGEN ........................................................................................................................3 3.2 GEMEENSCHAPPELIJKE DOCHTERONDERNEMINGEN EN GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN ...............................3 3.2.1 Gemeenschappelijke dochterondernemingen .................................................................................3 3.2.2 Geassocieerde deelnemingen .........................................................................................................3 3.2.3 Vermogensmutatie-methode ...........................................................................................................4
4.
TRANSACTIE- EN AFWIKKELINGSDATUM ................................................................................................4
5.
GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN .................................................................................................4
6.
FINANCIËLE INSTRUMENTEN .....................................................................................................................4 6.1 CATEGORIEEN ............................................................................................................................................4 6.2 W AARDERING ............................................................................................................................................4 6.3 HEDGING....................................................................................................................................................5 6.3.1 Kasstroomindekkingen ....................................................................................................................5 6.3.2 Reële-waarde-indekkingen ..............................................................................................................5 6.4 OFFSETTING VAN FINANCIELE INSTRUMENTEN..............................................................................................5
7.
LEASING .........................................................................................................................................................5 7.1 7.2
DE BANK IS LEASINGNEMER ........................................................................................................................5 DE BANK TREEDT OP ALS LEASINGGEVER (FINANCIËLE LEASING) ...................................................................6
8.
MATERIELE VASTE ACTIVA.........................................................................................................................6
9.
IMMATERIELE VASTE ACTIVA ....................................................................................................................6
10. GOODWILL .....................................................................................................................................................7 11. BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN VAN FINANCIËLE ACTIVA .................................................7 11.1 11.2
LENINGEN EN VORDERINGEN .......................................................................................................................7 VOOR VERKOOP BESCHIKBARE ACTIVA .........................................................................................................8
12. HANDELSSCHULDEN EN OVERIGE SCHULDEN.......................................................................................9 13. VOORZIENINGEN...........................................................................................................................................9 14. VOORWAARDELIJKE VORDERINGEN EN VERPLICHTINGEN.................................................................9 15. BELASTINGEN ...............................................................................................................................................9 16. KAPITAALSUBSIDIES .................................................................................................................................10 17. PERSONEELSBELONINGEN ......................................................................................................................10 17.1 PENSIOENPLANNEN ..................................................................................................................................10 17.1.1 Plannen met vaste bijdrage ...........................................................................................................10 17.1.2 Te bereiken doel plannen ..............................................................................................................10 17.2 PERSONEELSBELONINGEN IN DE VORM VAN EIGEN VERMOGENSINSTRUMENTEN...........................................11
Waarderingsregels
1/12
18. KAPITAAL EN RESERVES ..........................................................................................................................11 18.1 18.2 18.3
KOSTEN VAN KAPITAALVERHOGING ............................................................................................................11 DIVIDENDEN .............................................................................................................................................11 INKOOP EIGEN AANDELEN..........................................................................................................................11
19. ERKENNING VAN OPBRENGSTEN............................................................................................................11 19.1 19.2
INTRESTINKOMEN EN LASTEN ....................................................................................................................11 ONTVANGEN EN BETAALDE COMMISSIES.....................................................................................................12
20. OMREKENINGSVERSCHILLEN ..................................................................................................................12 20.1 20.2
ENKELVOUDIGE JAARREKENINGEN ............................................................................................................12 GECONSOLIDEERDE REKENINGEN .............................................................................................................12
21. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM ..................................................................................................12
Waarderingsregels
2/12
1.
CONFORMITEITSVERKLARING De geconsolideerde jaarrekening wordt opgemaakt conform de International Financial Reporting Standaarden en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2011, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.
2.
VOORSTELLINGSBASIS De geconsolideerde jaarrekening wordt gepresenteerd in duizenden euro. De jaarrekening is opgesteld op basis van de historische kosten, met dien verstande dat de volgende activa en verplichtingen zijn gewaardeerd aan reële waarde (fair value): afgeleide financiële instrumenten (derivaten), financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden, andere financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat en financiële instrumenten geklasseerd als beschikbaar voor verkoop.
3.
CONSOLIDATIEPRINCIPES De geconsolideerde jaarrekening (hierna genoemd de Bank) omvat de financiële gegevens van Bank J. Van Breda & C°, haar dochterondernemingen alsook het aandeel van de Bank in de resultaten van de geassocieerde deelnemingen. In de bijlagen 5.1 en 5.2 is de lijst opgenomen van de dochterondernemingen en de geassocieerde deelnemingen van de Bank.
3.1
DOCHTERONDERNEMINGEN Dochterondernemingen zijn entiteiten die door de Bank worden gecontroleerd. Er bestaat controle wanneer Bank J. Van Breda & C° de macht heeft om het financieel en operationeel beleid van een onderneming te sturen teneinde voordelen uit haar activiteiten te verwerven. De deelnemingen in dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle. De financiële staten van de dochterondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als Bank J. Van Breda & C°, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Alle intragroepsverrichtingen en niet-gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties tussen groepsondernemingen worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij het om een bijzondere waardevermindering gaat.
3.2
3.2.1
GEMEENSCHAPPELIJKE DOCHTERONDERNEMINGEN EN GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN Gemeenschappelijke dochterondernemingen Ondernemingen die gezamenlijk worden gecontroleerd (gedefinieerd als die entiteiten waarin de Bank de gezamenlijke controle heeft, onder meer via het aandeelhouderspercentage of contractuele overeenkomst met één of meerdere entiteiten van de joint venture) zijn opgenomen op basis van de vermogensmutatiemethode vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle.
3.2.2
Geassocieerde deelnemingen Geassocieerde deelnemingen waarop de Bank een aanzienlijke invloed van betekenis heeft, meer bepaald ondernemingen waarin Bank J. Van Breda & C° de macht heeft om deel te nemen (geen controle) aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, worden opgenomen volgens de vermogensmutatie-methode, vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle.
Waarderingsregels
3/12
3.2.3
Vermogensmutatie-methode Volgens de vermogensmutatie-methode worden de deelnemingen oorspronkelijk geboekt tegen kostprijs en wordt de boekwaarde vervolgens aangepast om het aandeel van de groep in de winst of het verlies van de deelneming op te nemen, en dit vanaf de aanschaffingsdatum. De financiële staten van deze ondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als Bank J. Van Breda & C°, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Wanneer het aandeel van de Bank in de verliezen van de geassocieerde onderneming groter is dan de boekwaarde, wordt de boekwaarde op nul gezet en worden geen verdere verliezen meer geboekt, tenzij de groep verplichtingen of gewaarborgde verplichtingen op zich genomen heeft. Niet-gerealiseerde intragroepswinsten worden geëlimineerd ten belope van het belangenpercentage. Nietgerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd tenzij het om een permanente waardevermindering gaat.
4.
TRANSACTIE- EN AFWIKKELINGSDATUM Alle verrichtingen volgens standaardmarktconventies van financiële instrumenten worden opgenomen (aankoopverrichtingen) of niet langer opgenomen (verkoopverrichtingen) op de afwikkelingsdatum, d.i. de datum van de levering aan of door de Bank. Financiële instrumenten die worden verhandeld, worden evenwel op de transactiedatum geboekt en afgeboekt.
5.
GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN Geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit kas- en banksaldi en andere direct opvraagbare deposito’s en interbancaire activa en passiva die direct opeisbaar zijn en die een integraal deel uitmaken van het geldmiddelenbeheer van de Bank. Geldmiddelen en kasequivalenten worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde.
6. 6.1
FINANCIËLE INSTRUMENTEN CATEGORIEEN • • • • •
6.2
Effecten die behoren tot de handelsportefeuille (trading) Financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultaat andere dan trading Voor verkoop beschikbare financiële activa (available for sale = AFS) Leningen en vorderingen Tot einde looptijd aangehouden beleggingen (held-to-maturity = HTM)
WAARDERING • Financiële instrumenten die behoren tot de handelsportefeuille worden gewaardeerd aan reële waarde. De reële waardeschommelingen worden opgenomen in het resultaat.
• Financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultaat (andere dan trading) worden gewaardeerd aan reële waarde. De reële waardeschommelingen worden opgenomen in het resultaat. • Voor verkoop beschikbare financiële activa worden gewaardeerd aan reële waarde. De reële waardeschommelingen worden in het eigen vermogen gerapporteerd, tot verkoop of bijzondere waardevermindering, waarbij de gecumuleerde herwaardering in de resultatenrekening wordt opgenomen (zie punt 11.2 waardeverminderingen).
• Leningen en vorderingen: o Rentedragende leningen en ontleningen
Waarderingsregels
4/12
De rentedragende leningen/ontleningen worden initieel gewaardeerd aan aanschaffingswaarde rekening houdend met de direct toewijsbare transactiekosten. Na de initiële waardering worden de rentedragende leningen opgenomen aan de geamortiseerde kostprijs, waarbij het verschil tussen de aanschaffingsprijs en de terugbetalingswaarde pro rata temporis in de resultatenrekening worden geboekt op basis van de effectieve interestvoet. o Handelsvorderingen en overige vorderingen Handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd aan nominale waarde, verminderd met eventuele waardeverminderingen voor oninbare vorderingen.
• Tot einde looptijd aangehouden beleggingen worden gewaardeerd met behulp van de effectieverentemethode gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
6.3
HEDGING Er wordt gebruik gemaakt van afgeleide financiële instrumenten voor het beheer van het renterisico dat voortvloeit uit de operationele, financiële en investeringsactiviteiten. Er worden geen afgeleide producten aangewend voor handelsdoeleinden. Afgeleide financiële instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na de initiële erkenning worden deze instrumenten opgenomen in de balans aan hun reële waarde. Wanneer deze financiële instrumenten niet voldoen aan de strikte vereisten voor erkenning als reëlewaarde- of kasstroomindekking, worden de waardeschommelingen onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
6.3.1
Kasstroomindekkingen De waardeschommelingen van een afgeleid financieel instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor erkenning als kasstroomindekking worden opgenomen in het eigen vermogen voor het effectieve deel. Het ineffectieve deel van het afgeleide financiële instrument, alsook de waardewijzigingen die uitgesloten zijn van de hedge relatie (bv. tijdswaarde van de optie) worden rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt. De dekkingsresultaten worden van het eigen vermogen naar de resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de gedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt.
6.3.2
Reële-waarde-indekkingen Waardeschommelingen van een afgeleid instrument dat formeel toegewezen werd voor de indekking van de veranderingen in de reële waarde van geboekte activa en passiva, worden uitgedrukt in de resultatenrekening samen met de winsten en de verliezen die voortvloeien uit de herwaardering aan reële waarde van het ingedekte bestanddeel met betrekking tot de ingedekte risico’s.
6.4
OFFSETTING VAN FINANCIELE INSTRUMENTEN Financiële activa en passiva worden tegen elkaar afgezet (offset) en als een netto saldo in de jaarrekening opgenomen wanneer er een wettelijk afdwingbaar recht bestaat dat de betreffende bedragen tegen elkaar mogen worden afgezet en dat er een intentie is om te verrekenen op een nettobasis of om de betreffende activa en passiva terzelfdertijd te realiseren.
7. 7.1
LEASING DE BANK IS LEASINGNEMER Operationele leasing (voordelen en risico’s blijven substantieel bij de leasinggever):
Waarderingsregels
5/12
de leasebetalingen worden opgenomen als lasten op lineaire basis over de leaseperiode, tenzij een andere systematische basis beter het tijdspatroon van de voordelen voor de gebruiker weergeeft.
7.2
DE BANK TREEDT OP ALS LEASINGGEVER (FINANCIËLE LEASING) Deze contracten worden opgenomen in de balans aan de huidige waarde van de toekomstige verschuldigde huurbedragen, inclusief de residuele waarde van het verhuurde goed, waarvoor een optie tot aankoop ten gunste van de huurder verleend werd en/of waarvoor een eventuele verplichting tot aankoop bestaat in hoofde van een derde. De gelopen rente wordt in het resultaat genomen berekend aan de impliciete rentevoet. Acquisitiekosten met betrekking tot leasingcontracten toewijsbaar aan het contract worden gespreid over de looptijd van het contract opgenomen in het renteresultaat. Acquisitiekosten die niet toewijsbaar zijn aan het contract (supercommissies, bepaalde campagnes) worden onmiddellijk in resultaat genomen.
8.
MATERIELE VASTE ACTIVA Materieel vaste activa worden geboekt tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele waardeverminderingen. Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. Het af te schrijven bedrag wordt bepaald na aftrek van de restwaarde van het actief. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. • Gebouwen: o Administratieve zetel o Commerciële nieuwbouw o Commerciële bestaande gebouwen en verbouwingen • Installaties, machines & kantoormateriaal • Computermateriaal • Inrichting gebouwen en meubilair • Inrichting in commerciële gebouwen
50 jaar 33 jaar 20 jaar 5 jaar 3-5 jaar 10 jaar 7 jaar
• Rollend materieel
4-5 jaar (tenzij tweedehandswagens)
Voor belangrijke investeringen wordt de methode van de "samenstellende delen" toegepast : de afschrijvingsperiode wordt per onderdeel van de belangrijke investering bepaald indien deze een verschillende gebruiksduur hebben of indien ze de onderneming volgens een ander patroon voordelen verschaffen. Herstellingsuitgaven voor materiële vaste activa worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen, tenzij ze resulteren in een verhoging van het toekomstig economisch nut van de respectievelijke materiële vaste activa, wat hun activering justifieert. Gronden worden niet afgeschreven. Activa in aanbouw worden afgeschreven vanaf het moment dat de activa beschikbaar zijn voor gebruik.
9.
IMMATERIELE VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa met een bepaalde levensduur worden gewaardeerd aan kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. De restwaarde wordt verondersteld nul te zijn. Afschrijvingsritmes : • Computersoftware
Waarderingsregels
3-5 jaar
6/12
Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur, tevens aan kostprijs gewaardeerd, worden niet afgeschreven maar ondergaan een impairment test jaarlijks en telkens wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen. Kosten voor het opstarten van nieuwe activiteiten worden in resultaat genomen op het moment dat ze zich voordoen. Kosten voor intern gegenereerde software worden als immaterieel actief met eindige levensduur geactiveerd indien aan alle criteria voor activering conform IAS 38 wordt voldaan.
10.
GOODWILL Goodwill is het positieve verschil tussen de kostprijs van de bedrijfscombinatie en het aandeel van de Bank in de reële waarde van de verworven activa, de overgenomen verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de dochteronderneming, gemeenschappelijke dochteronderneming of geassocieerde deelneming op het moment van de overname. Goodwill wordt niet afgeschreven maar ondergaat een test op bijzondere waardeverminderingen bij iedere jaarafsluiting en telkens wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen. Negatieve consolidatieverschillen worden in resultaat genomen.
11. 11.1
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN VAN FINANCIËLE ACTIVA LENINGEN EN VORDERINGEN Op elke afsluitdatum gaat de Bank na of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Op een financieel actief of een groep van financiële activa worden bijzondere waardeverminderingen geboekt indien, en enkel indien, er een objectieve reden is tengevolge van één of méér gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na de initiële totstandkoming van het financieel actief (de zogenaamde verliesgebeurtenis of “loss event”) en deze verliesgebeurtenis heeft een impact op de toekomstige kasstromen. Objectieve redenen dat voor een financieel actief een bijzonder waardevermindering geboekt moet worden, veronderstellen meetbare gegevens waarover de bank beschikt op basis van de volgende gebeurtenissen: • Belangrijke financiële moeilijkheden bij de ontlener • Een contractbreuk waaronder het niet respecteren van vervaldagen voor intrest- en of kapitaalaflossingen • Het toestaan door de bank van bepaalde voorwaarden, voor economische of wettelijke redenen, die de bank in normale omstandigheden niet aan de ontlener zou toestaan • Het waarschijnlijk worden dat de ontlener failliet zal gaan of in herstructurering zal gaan • Objectieve criteria die aantonen dat er een meetbare verslechtering is van de verwachte toekomstige kasstromen van een collectieve groep van financiële activa, ook al kan deze verslechtering niet op individuele basis voor de samenstellende delen van het collectief financiële actief bepaald worden en die wijzen op o een achteruitgang in de kredietwaardigheid of de financiële draagkracht van de ontleners van de Bank of o nationale of economische omstandigheden die specifiek zijn aan deze groep van ontleners Indien indicaties van bijzondere waardeverminderingen aanwezig zijn, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzonder waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde. De netto-realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van: • de netto-verkoopprijs (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) en • de gebruikswaarde (op basis van de actuele waarde van de geschatte toekomstige kasstromen).
Waarderingsregels
7/12
Bij de krediet- en debiteurenopvolging en het aanleggen van waardeverminderingen wordt rekening gehouden met het gedekt (gewaarborgd) en ongedekt gedeelte van het krediet. Voor dubieuze vorderingen wordt de verwachte recuperatie bepaald op basis van het gedekt gedeelte. Voor dubieuze vorderingen is de waardevermindering gelijk aan 100% van het ongedekt gedeelte. Voor kredieten in de hoogste risicocategorie is de waardevermindering gelijk aan een % van het ongedekt risico. Het gedekt gedeelte wordt bepaald cf. onderstaande waarderingsregels voor waarborgen.
Waarborg
Bedrag verwachte recuperatie
1. Hypothecaire inschrijving in nuttige rang, binnen de Laagste bedrag van: waarde gedwongen verkoop * Bedrag van de inschrijving * Bedrag van de geschatte waarde gedwongen verkoop 2. Bankgarantie Het gegarandeerde bedrag 3. Pand handelsfonds * 0 EUR * of meer indien externe informatie aantoont dat handelsfonds waarde heeft 4. Roerend pand
Een % van de waarde in functie van het risicoprofiel van de roerende waarden (eventueel min het muntrisico)
5. Eigendomsvoorbehoud/voorrecht van de onbetaalde verkoper
Na bepaling of de aankoopprijs marktconform een % van de aankoopfactuur in functie van de leeftijd van de factuur (eventueel te verminderen met de schade indien gekend)
6. Vergoeding van een verzekeringsmaatschappij 7. Gekantonneerd bedrag 8. Te recupereren en/of te verkopen geleast
De te ontvangen vergoeding, indien 100% zekerheid Gekantonneerd bedrag Na bepaling of de aankoopprijs marktconform een % van de aankoopfactuur in functie van de leeftijd van de factuur (eventueel te verminderen met de schade indien gekend)
De uit deze vergelijking resulterende bijzondere waardevermindering wordt ten laste van de resultatenrekening geboekt. Eerder geboekte waardeverminderingen, behoudens op consolidatiegoodwill, resultatenrekening teruggenomen wanneer die niet meer geldig zijn. 11.2
worden
via
de
VOOR VERKOOP BESCHIKBARE ACTIVA
Op elke afsluitdatum gaat de Bank na of er objectieve aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Onder een objectieve aanwijzing voor een bijzondere waardevermindering verstaan we waarneembare financiële problemen bij de tegenpartij, het wegvallen van een markt vanwege financiële moeilijkheden of andere aanwijzingen die de recupereerbaarheid ten opzichte van de aanschaffingswaarde in gevaar brengen (loss event). Voor genoteerde aandelen en andere niet-vastrentende effecten wordt een aanzienlijk of langdurige daling van de rëele waarde beschouwd als een objectieve aanwijzing voor een bijzondere waardevermindering. Indien een daling van de reële waarde van een voor verkoop beschikbaar financieel actief rechtstreeks in het eigen vermogen is opgenomen en er objectieve aanwijzingen zijn dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan, wordt het cumulatieve verlies dat rechtstreeks in het eigen vermogen was verwerkt, opgenomen in de resultatenrekening. Het cumulatieve verlies dat in de resultatenrekening wordt opgenomen, is het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de huidige reële waarde, verminderd met een eventueel bijzondere waardevermindering op dat financieel actief, dat eerder reeds in resultaat is genomen. Ingeval van een bijzondere waardevermindering op voor verkoop beschikbare activa met een cumulatieve nettowinst in het eigen vermogen, wordt de bijzondere waardevermindering eerst aangerekend op deze cumulatieve nettowinst; het eventuele excedent van de bijzondere waardevermindering wordt ten laste genomen van de resultatenrekening.
Waarderingsregels
8/12
Aandelen en andere niet-vastrentende effecten: • Als in een volgende periode de reële waarde verder afneemt, zal deze bijkomende waardevermindering via de resultatenrekening worden verwerkt. • Een toename van de reële waarde wordt steeds via het eigen vermogen verwerkt. Vastrentende effecten: • Als in een volgende periode de reële waarde verder afneemt en er objectieve aanwijzingen zijn dat het actief een bijkomende bijzondere waardevermindering heeft ondergaan, wordt het cumulatieve verlies opgenomen in de resultatenrekening. Het cumulatieve verlies dat in de resultatenrekening wordt opgenomen, is het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de huidige reële waarde, verminderd met de bijzondere waardevermindering op dat financieel actief, die eerder reeds in resultaat is genomen. Indien de verdere afname van de reële waarde geen gevolg is van een (bijkomende) bijzondere waardevermindering wordt de waardewijziging via het eigen vermogen verwerkt. •
12.
Als in een volgende periode de reële waarde opnieuw toeneemt en de toename kan objectief worden toegewezen aan een gebeurtenis (reversal event) die zich heeft voorgedaan na opname van het bijzondere waardeverminderingsverlies in de resultatenrekening en welke een positieve impact heeft op de geschatte toekomstige kasstromen uit het financiële actief, zal de latere stijging van de reële waarde, weliswaar beperkt tot de initiële waardevermindering, via de resultatenrekening worden tegengeboekt: Indien de toename niet te wijten is aan een reversal event zal de waardewijziging via het eigen vermogen worden verwerkt.
HANDELSSCHULDEN EN OVERIGE SCHULDEN Handelsschulden en overige schulden worden tegen nominale waarde gewaardeerd.
13.
VOORZIENINGEN Indien een onderneming van de Bank een (wettelijke of feitelijke afdwingbare) verplichting heeft tengevolge van een gebeurtenis uit het verleden en het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting zal gepaard gaan met een uitgave en het bedrag van deze verplichting tevens op betrouwbare wijze kan bepaald worden, wordt op balansdatum een voorziening aangelegd. Ingeval het verschil tussen de nominale en verdisconteerde waarde materieel is, wordt een voorziening geboekt ten belope van de verdisconteerde waarde van de geschatte uitgaven. De eruit resulterende toename van voorziening à rato van de tijd, wordt als intrestlast geboekt. Herstructureringsvoorzieningen worden enkel geboekt als de Bank formeel een gedetailleerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de geplande herstructurering reeds is aangevangen of de personeelsleden getroffen door de herstructurering ervan werden geïnformeerd. Voor kosten die betrekking hebben op de normale groepsactiviteiten worden geen voorzieningen aangelegd.
14.
VOORWAARDELIJKE VORDERINGEN EN VERPLICHTINGEN Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen worden vermeld in de toelichtingen, indien er een mogelijke impact van materieel belang op te tekenen valt.
15.
BELASTINGEN De belastingen omvatten zowel belastingen op het resultaat als de latente belastingen. Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt behalve wanneer het bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen vermogen en bijgevolg toegewezen worden aan het eigen vermogen. Latente belastingen worden berekend volgens de balansmethode toegepast op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de in de balans opgenomen activa en passiva en hun fiscale waarde.
Waarderingsregels
9/12
Uitgestelde belastingsverplichtingen worden erkend voor alle belastbare tijdelijke verschillen: - behalve wanneer de uitgestelde belastingverplichting voortvloeit uit de oorspronkelijke erkenning van goodwill of de initiële boeking van activa en passiva in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en die op het moment van de transactie geen invloed heeft op de belastbare winst; - behalve met betrekking tot investeringen in dochterondernemingen, gemeenschappelijke en geassocieerde ondernemingen, waar de groep bij machte is de datum waarop het tijdelijke verschil zal weggewerkt worden te controleren en niet verwacht wordt dat het tijdelijk verschil in de voorzienbare toekomst zal weggewerkt worden. Uitgestelde belastingsvorderingen worden geboekt voor de aftrekbare tijdelijke verschillen en op overgedragen recupereerbare belastingskredieten en fiscale verliezen, in de mate dat het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zijn in de nabije toekomst om het belastingsvoordeel te kunnen genieten. De boekwaarde van de uitgestelde belastingsvorderingen wordt op elke balansdatum nagezien en verminderd in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om alle of een gedeelte van de uitgestelde belastingen te kunnen verrekenen. Waarderingsverschillen van activa en passiva die geen invloed hebben op het fiscale resultaat alsook niet aftrekbare goodwill geven geen aanleiding tot een belastingslatentie. Uitgestelde belastingen worden bepaald met behulp van aanslagvoeten die verwacht worden van toepassing te zullen zijn op belastbare inkomsten in de jaren dat deze tijdelijke verschillen zullen gerealiseerd of afgerekend worden, gebaseerd op belastingspercentages die bekrachtigd of zo goed als bekrachtigd zijn op de balansdatum.
16.
KAPITAALSUBSIDIES Kapitaalsubsidies worden in de balans gepresenteerd als uitgestelde baten en worden op systematische basis opgenomen in de resultatenrekening als baten over de gebruiksduur van het actief.
17.
PERSONEELSBELONINGEN De personeelsbeloningen omvatten kortetermijnpersoneelsbeloningen, vergoedingen na uitdiensttreding, andere langetermijnpersoneelsbeloningen, ontslagvergoedingen en beloningen in de vorm van eigenvermogensinstrumenten. De personeelsvergoedingen na uitdiensttreding omvatten pensioenplannen, levensverzekeringen en verzekeringen voor medische bijstand. Pensioenplannen onder vaste bijdrage plannen of te bereiken doel plannen worden verstrekt via afzonderlijke fondsen of verzekeringsplannen. Verder bestaan er nog personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten.
17.1 17.1.1
PENSIOENPLANNEN Plannen met vaste bijdrage De vaste bijdrage wordt ten laste van de resultatenrekening geboekt van het jaar waarop ze betrekking hebben.
17.1.2
Te bereiken doel plannen De provisie op balansdatum wordt berekend op basis van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen, verhoogd of verlaagd met de niet erkende actuariële winsten of verliezen en na aftrek van de reële waarde van de pensioenplan-activa, alsook de nog niet geboekte kosten voor gepresteerde diensten uit het verleden. Ingeval deze berekening in een positief saldo resulteert, wordt de activering begrensd tot het netto totaal van alle niet in rekening genomen kosten van gepresteerde diensten en contante waarde van om het even welke terugbetaling van het plan of verminderingen van toekomstige bijdragen tot het plan. Bij de introductie van een nieuw plan of bij de verbetering van een bestaand plan, worden de kosten betreffende gepresteerde diensten uit het verleden (of “servicekosten uit het verleden” genoemd) gespreid ten laste genomen tot de voordelen ‘verworven’ zijn. In de mate dat de pensioenvoordelen
Waarderingsregels
10/12
reeds onmiddellijk verworven zijn, worden deze kosten onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen. Het bedrag dat in de resultatenrekening wordt opgenomen, bestaat uit de huidige servicekost, de eventueel erkende servicekost van vroegere dienstjaren, de financieringslast, de verwachte opbrengst van de activa van het plan en de actuariële winsten en verliezen.
17.2
PERSONEELSBELONINGEN IN DE VORM VAN EIGEN VERMOGENSINSTRUMENTEN Binnen de Bank bestaan 3 aandelenoptieplannen uitgegeven door de moedermaatschappij van de Bank en ten voordele van de werknemers van de Bank. De optieplannen zijn “cash settled” op het niveau van de moedermaatschappij. Voor het aandelenoptieplan dat van voor 2002 dateert, werden de de de verschuldigde bedragen niet via de resultatenrekening geboekt. Voor het 2 en het 3 optieplan wordt de kost van het optieplan verwerkt via de resultatenrekening van de Bank ten opzichte van de post in het eigen vermogen ‘bijdrage van de moedermaatschappij’. De kost van het optieplan wordt gespreid geboekt in de Bank, over de periode waarin de prestaties door de werknemers worden geleverd. de de Overeenkomstig IFRS 2 worden het 2 en 3 optieplan jaarlijks geherwaardeerd. Ter bepaling van de reële waarde van de opties werd bij gebreke aan een marktwaardering een eigen model ontwikkeld.
18. 18.1
KAPITAAL EN RESERVES KOSTEN VAN KAPITAALVERHOGING Kosten direct toewijsbaar aan de uitgifte van nieuwe aandelen of opties of kosten verbonden aan de verwerving van een nieuwe bedrijfsactiviteit worden in het eigen vermogen opgenomen als een vermindering (netto van belastingen) van de binnenkomende middelen.
18.2
DIVIDENDEN Dividenden worden in het eigen vermogen verwerkt op het moment dat ze goedgekeurd worden door de aandeelhouders van de Bank.
18.3
INKOOP EIGEN AANDELEN Ingekochte eigen aandelen worden aan aanschaffingsprijs in mindering van het eigen vermogen geboekt. Een latere verkoop of vernietiging geeft geen aanleiding tot resultaatsimpact.
19. 19.1
ERKENNING VAN OPBRENGSTEN INTRESTINKOMEN EN LASTEN Intrestinkomen en intrestlasten worden in de resultatenrekening opgenomen voor alle financiële instrumenten op basis van een geamortiseerde kost gebruik makend van de effectieve intrest methode. De effectieve intrest methode is een methode om de geamortiseerde opbrengst of kost van een financieel actief of passief te berekenen en om deze renteopbrengst of kost toe te wijzen over de relevante periode. De effectieve intrest is de intrestvoet die ervoor zorgt dat de geactualiseerde toekomstige verwachte cashflow ontvangsten of betalingen over de verwachte levensduur van het financieel instrument gelijk gesteld worden met de nettowaarde (net carrying amount) van het financieel actief of passief. Bij de bepaling van de effectieve intrestvoet houdt de bank rekening met alle cashflows zoals ze contractueel bepaald zijn voor het financieel instrument, zonder evenwel rekening te houden met mogelijke toekomstige waardeverminderingen op kredieten. De bepaling houdt verder rekening met alle vergoedingen en commissies betaald of ontvangen tussen de partijen van het contract die integraal deel uitmaken van de effectieve intrestvoet, de direct toewijsbare transactiekosten en alle premies of discounts.
Waarderingsregels
11/12
19.2
ONTVANGEN EN BETAALDE COMMISSIES Fees en commissies worden in het algemeen erkend op “accrual” basis wanneer de prestatie geleverd wordt.
20. 20.1
OMREKENINGSVERSCHILLEN ENKELVOUDIGE JAARREKENINGEN Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de wisselkoers die geldt op datum van de transactie. Positieve en negatieve niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen, resulterend uit de omrekening van monetaire activa en passiva aan de slotkoers op balansdatum, worden als opbrengst respectievelijk kost in resultaat genomen.
20.2
GECONSOLIDEERDE REKENINGEN Op basis van de slotkoersmethode worden de activa en passiva van de geconsolideerde dochteronderneming aan slotkoers geconverteerd terwijl de resultatenrekening aan gemiddelde koers wordt verwerkt, wat resulteert in omrekeningsverschillen rechtstreeks vervat in het geconsolideerd eigen vermogen.
21.
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er kunnen zich na balansdatum gebeurtenissen voordoen die bijkomende informatie geven over de financiële situatie van de onderneming op balansdatum (adjusting events). Deze informatie laat toe schattingen te verbeteren en een betere weerspiegeling te geven van de werkelijke toestand op balansdatum. Deze gebeurtenissen vereisen een aanpassing van de balans en het resultaat. Andere gebeurtenissen na balansdatum worden vermeld in de toelichting indien ze een belangrijke impact kunnen hebben.
Waarderingsregels
12/12
2. WIJZIGINGEN IN DE FINANCIËLE GRONDSLAGEN EN METHODOLOGIE De grondslagen voor financiële verslaggeving gebruikt bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening 2011 zijn consistent met de grondslagen die werden toegepast per 31 december 2010. Van de normen, amendementen van normen of interpretaties die door de IASB (International Accounting Standards Board) tot en met 31/12/2011 werden gepubliceerd, worden onderstaande van kracht vanaf het boekjaar 2012 : * Aanpassing van IAS 12 Winstbelastingen - Uitgestelde belastingen: inbaarheid van onderliggende activa * Aanpassing van IFRS 7 Financiële instrumenten: Informatieverschaffing - Overdrachten van financiële activa * Jaarlijkse verbeteringen aan bestaande standaarden Verwacht wordt dat deze wijzigingen geen materiële impact zullen hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Bank. Van de normen, amendementen van normen of interpretaties die door de IASB (International Accounting Standards Board) tot en met 31/12/2011 werden gepubliceerd, worden onderstaande van kracht na het boekjaar 2012 : * IFRS 9 Financiële instrumenten (verplicht vanaf boekjaar 2015): regelt classificatie en waardering van financiële activa en verplichtingen en vervangt IAS 39 * Aanpassing van IAS 1 Presentatie van het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten * IFRS 10 - 11 - 12 Geconsolideerde jaarrekening - definitie van controle, joint ventures en andere samenwerkingsverbanden, bepaling van de te publiceren informatie * IAS 28 (2011) Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures * IFRS 13 Fair Value Measurement - eenduidige definitie van reële waarde en welke informatie moet worden toegelicht * Aanpassing van IAS 19 Employee benefits - regelt verwerking van actuariële winsten en verliezen en bepaling van de verwachte opbrengst op fondsbeleggingen De impact hiervan op de geconsolideerde jaarrekening van de Bank werd nog niet bepaald.
3. RISICOBEHEER
Ondernemingsrisico's zijn eigen aan de normale activiteiten van een bank. In vergelijking met sectorgenoten is Bank J. Van Breda & C° echter een weinig complexe instelling. Toch legt zij een grote voorzichtigheid aan de dag bij het aanvaarden van risico's. Zij verricht permanente risico-opvolging en controle. Historisch heeft Bank J. Van Breda & C° haar capaciteit om risico's te beheersen ruimschoots bewezen. Basel II (pijler III) vereist de publicatie van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens met betrekking tot de adequaatheid van het kapitaal, de risicoposities en het risicobeoordelingsproces. Deze informatie werd geïntegreerd in de jaarrekening daar de consolidatiekring voor de pijler III-vereisten overeenstemt met deze in de jaarrekening. In toelichtingen 3.1 tot 3.4 wordt het kredietrisico op financiële instrumenten behandeld, in toelichting 3.5 de liquiditeits- en marktrisico's en in toelichting 3.6 vindt u meer info over de kapitaaltoereikendheid. Meer details inzake risicobeheersing vindt u ook in het jaarverslag van de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering.
3.1 MAXIMALE KREDIETRISICO FINANCIËLE INSTRUMENTEN (in duizenden EUR) Financiële activa per economische sector I. Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken
2011
2010
161.579
36.561
59.337
7.676
102.243
28.885
76.139
35.013
7.560
10.917
7.247
10.300
312
617
621.350
437.125
510.359
411.842
Kredietinstellingen
27.098
15.644
Ondernemingen
83.893
9.638
Geldmiddelen Centrale banken II. Vorderingen op kredietinstellingen III. 1. Derivaten Kredietinstellingen Ondernemingen III. 2. Voor verkoop beschikbare financiële activa Centrale overheden
III. 3. Leningen en vorderingen (inclusief financiële leasing)
3.394.477
2.986.218
Vrije beroepen en zelfstandigen
994.578
891.216
Groot- en detailhandel
524.014
510.273
Bouwnijverheid, verhuur en handel in onroerende goederen
399.527
358.739
Transport, opslag en logistiek
207.702
158.432
Overige sectoren
891.193
803.737
Particulieren
377.462
263.821
III. 4. Overige activa
55.121
49.473
4.316.226
3.555.306
Totaal
Voor het maximale kredietrisico worden de boekwaarden en het toegekende niet-opgenomen deel van de kredietlijnen in aanmerking genomen, zoals gedefinieerd onder de standaarbenadering voor de berekening van de eigenvermogensvereiste voor het kredietrisico. Waarborgen in het voordeel van de bank zijn niet in rekening gebracht.
3.2 KREDIETRISICO LENINGEN EN VORDERINGEN EN WAARDERING WAARBORGEN
Onze kredietportefeuille is zeer gespreid binnen het lokale economische weefsel van familiale ondernemingen en vrije beroepen, bij ABK betreffen dit voornamelijk zelfstandigen en particulieren. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie. Een kredietrelatie bestaat uit een combinatie van kredietnemers (natuurlijke en/of rechtspersonen) die met elkaar verbonden zijn. Het maximale kredietbedrag per kredietrelatie wordt bepaald als een % van ons eigen vermogen voor solvabiliteitsdoeleinden. De kredietportefeuille is onderverdeeld in risicocategorieën die elk hun specifieke opvolging krijgen. Over de kredieten uit de hoogste risicocategorie “onzeker verloop” wordt periodiek gerapporteerd aan de Raad van Bestuur. Vorderingen die dubieus worden, worden overgedragen naar de afdeling betwiste zaken. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurtenissen zich voordoen bij onze cliënten, kredietnemers of borgen. Op de kredieten in de hoogste risicocategorie en op de vorderingen die dubieus worden, worden waardeverminderingen geboekt. Bij de krediet- en debiteurenopvolging en het aanleggen van waardeverminderingen wordt rekening gehouden met het gedekt (gewaarborgd) en ongedekt gedeelte van het krediet. Voor dubieuze vorderingen wordt het gedekt gedeelte bepaald in functie van de waarderingsregels van de waarborgen die worden uiteengezet in punt 11 van de samenvatting van boekhoudkundige grondslagen en methodologie. Het ongedekt kredietsaldo wordt dan berekend als het gevraagde krediet verminderd met de reële zekerheden. Inzake de bepaling van het maximaal ongedekt kredietsaldo gelden vastgelegde principes. Behalve de dubieuze vorderingen waarvoor op een voorzichtige manier provisies worden aangelegd, zijn er ook een aantal kredietdossiers van ondernemers die als gevolg van de economische omgeving een aanpassing aan de degressiviteit van hun aflossingskredieten gevraagd hebben. De boekwaarde van deze kredieten op 31/12/2011 bedroeg in totaal 43,7 miljoen euro, dit is 1,4 % van de totale kredietportefeuille. Herschikte kredieten (in duizenden eur) Boekwaarde herschikte kredieten Totaal leningen en vorderingen (Activa rubriek III.3) Percentage herschikt/totaal leningen en vorderingen per 31/12
2011
2010
43.712
45.347
3.043.941
2.631.339
1,44%
1,72%
In toelichting 3.3 worden de achterstallige leningen en vorderingen vermeld waarop nog geen bijzondere waardevermindering geboekt werd. Toelichting 7.14 geeft meer informatie over leningen en vorderingen die al een bijzondere waardevermindering ondergaan hebben. In het kader van Basel II heeft Bank J.Van Breda &C° geopteerd voor de standardized approach.
3.3 ACHTERSTALLIGE FINANCIËLE ACTIVA (in duizenden EUR)
<= 30 dagen
> 30 dagen <= 90 dagen
2011 > 90 dagen <= 180dagen
> 180 dagen <= 1jaar
> 1jaar
Totaal
Leningen en vorderingen aan Centrale overheden Kredietinstellingen Ondernemingen
1
43
50.949
13.556
4.256
Investeringskredieten en financieringen (*) Hypothecaire leningen (*) Werkingskredieten (*)
KMO's, zelfstandigen en particulieren
-
-
0
43
343
338
359
65.545
858
-
-
-
5.114
21.325
4.188
-
-
-
25.513
10.127
1.044
-
-
-
11.171
15.241
7.466
343
338
359
23.747
50.949
13.599
343
338
359
65.588
Handelswissels & eigen accepten Financiële leases (*)
Totaal
-
<= 30 dagen
> 30 dagen <= 90 dagen
2010 > 90 dagen <= 180dagen
> 180 dagen <= 1 jaar
> 1jaar
Totaal
Leningen en vorderingen aan Centrale overheden Kredietinstellingen Ondernemingen KMO's, zelfstandigen en particulieren
193
0
50.756
12.602
-
-
4.813
1.211
-
-
-
6.025
24.958
7.473
231
-
-
32.662
5.267
1.278
-
-
-
15.718
2.640
0
1
0
18.358
50.949
12.602
231
1
0
63.783
231
1
193 0
Handelswissels & eigen accepten Financiële leases (*) Investeringskredieten en financieringen (*) Hypothecaire leningen (*) Werkingskredieten (*) Totaal
63.590 -
6.545
Een financieel actief vertoont een achterstand wanneer de tegenpartij niet betaalt op het contractueel afgesproken tijdstip. Dit geldt op contractniveau, dus een ander contract van dezelfde tegenpartij wordt niet automatisch ook als achterstallig beschouwd. Daar waar de verwerking van betalingen vertraging oploopt, worden achterstallen slechts opgenomen na 4 dagen. (*) Wanneer een tegenpartij een achterstand vertoont op rapporteringsdatum, wordt bij deze leningen behalve het achterstallige deel, ook de volledige resterende boekwaarde als achterstallig gerapporteerd.
Uitsplitsing per economische sector
<= 30 dagen
> 30 dagen <= 90 dagen
2011 > 90 dagen <= 180dagen
> 180 dagen <= 1 jaar
> 1 jaar
Totaal
Lenigen en vorderingen aan Vrije beroepen en zelfstandigen
9.601
2.010
0
26
0
11.637
Groot- en detailhandel
6.917
1.947
72
87
221
9.244
Bouwnijverheid, verhuur en handel in onroerende goederen
5.299
1.313
76
Transport, opslag en logistiek
3.033
2.145
83
-
20.022
4.579
79
100
6.077
1.605
33
93
50.949
13.599
343
338
Overige sectoren Particulieren Totaal
Uitsplitsing per economische sector
<= 30 dagen
> 30 dagen <= 90 dagen
2010 > 90 dagen <= 180dagen
33
> 180 dagen <= 1 jaar
0
6.720
82
5.344
56
24.835
359
65.588
-
7.808
> 1 jaar
Totaal
Lenigen en vorderingen aan Vrije beroepen en zelfstandigen
4.703
3.072
0
0
-
7.775
Groot- en detailhandel
8.123
591
0
0
-
8.714
Bouwnijverheid, verhuur en handel in onroerende goederen
7.090
3.207
231
Transport, opslag en logistiek
5.507
1.506
-
20.154
3.208
-
Overige sectoren Particulieren Totaal
5.372
1.017
50.949
12.602
0 0
0
10.528
-
7.013
-
23.363
-
0
0
6.390
231
1
0
63.783
3.4 KREDIETRISICO FINANCIËLE ACTIVA BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP Samenstelling portefeuille schuldinstrumenten
2011 Geconsolideerd
2010
JVB
ABK
JVB
Naar rating Overheden Aaa
49%
72%
6%
66%
Aa1
4%
5%
1%
27%
Aa2
5%
5%
3%
4%
Aa3
27%
15%
50%
0%
Ca
0%
1%
0%
2%
Bedrijfsobligaties
10%
2%
25%
2%
Obligaties van kredietinstellingen & perpetuals
3%
0%
9%
0%
Aandelen, private equity & andere
2%
0%
6%
0%
=< 1 jaar
27%
30%
23%
23%
> 1 jaar =< 2 jaar
25%
31%
15%
19%
> 2 jaar =< 3 jaar
16%
21%
6%
19%
> 3 jaar =< 4 jaar
12%
14%
7%
20%
> 4 jaar =< 5 jaar
8%
4%
13%
13%
> 5 jaar =< 6 jaar
4%
0%
12%
6%
> 6 jaar =< 7 jaar
3%
0%
8%
0%
> 7 jaar =< 8 jaar
1%
0%
3%
0%
> 8 jaar =< 9 jaar
1%
0%
2%
0%
zonder vervaldag
3%
0%
9%
0%
Naar restlooptijd
Het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wordt al jarenlang bewust erg laag gehouden. Het investeringskader dat jaarlijks ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Raad van Bestuur bepaalt waarin belegd kan worden en welke limieten gelden. Bank J.Van Breda &C° belegt enkel in obligaties, waarvan 97% uitgegeven of gewaarborgd door volgende Europese overheden: Duitsland, Nederland, België, Oostenrijk, Luxemburg en Finland. Er zitten geen obligaties van Italië, Portugal, Ierland en Spanje in de portefeuille. Met een eigen vermogen gelijk aan 34% van het balanstotaal vertoont de balans van ABK een uitzonderlijk sterke solvabiliteit. Tegenover de 334 miljoen EUR cliëntendeposito’s staat een gezonde kredietportefeuille van 226 miljoen, 94,6 miljoen euro tegoeden bij de Nationale Bank en een portefeuille overheidsobligaties van 133 miljoen. Deze uitsluitend kwaliteitsvolle overheidsobligaties vertegenwoordigen 60% van de beleggingsportefeuille. Het aanzienlijke overschot aan eigen vermogen waarover ABK beschikt, wordt verder belegd in een gediversifieerde portefeuille. Door het afbouwen van een aantal posities in de loop van 2011 bevinden er zich in de portefeuille van ABK per 31/12/2011 34% financiële en bedrijfsobligaties en 6% aandelen en andere effecten.
3.5 BEHEER LIQUIDITEITSRISICO EN RENTERISICO (in duizenden EUR) Liquiditeitsrisico Financiële verplichtingen volgens contractuele vervaldagen <= 1 maand en onbepaald
Gereglementeerde Zichtrekeningen cliënteel spaardeposito's niet-derivaten
1.182.778
derivaten
728.042
-
-
>1 maand <= 3 maanden
> 3 maanden <= 12 maanden
> 1 jaar <= 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
Overige 324.574
275.423
348.538
541.158
79.984
5.863
276
2.664
13.640
1.810
3.480.498 24.254
Totaal op 31/12/2011
1.182.778
728.042
330.437
275.699
351.203
554.798
81.794
3.504.752
niet-derivaten
1.034.781
590.131
235.460
396.598
227.467
347.569
58.989
2.890.995
5.997
194
748
20.247
-
241.457
396.792
228.215
367.816
58.989
derivaten Totaal op 31/12/2010
1.034.781
590.131
27.186 2.918.180
Het liquiditeitsrisico van de bank wordt permanent bewaakt door een proactief Thesauriebeheer, binnen de krijtlijnen van het Asset & Liability Management. Voor haar liquiditeitsbeheer maakt de bank onder andere gebruik van liquiditeitsgaprapporten (zie hieronder), ratio-analyse en volumeprognoses op korte en lange termijn. De bank maakt ook gebruik van een interne liquiditeitsratio die de liquide activa en de beschikbare liquiditeit uit de beleggingsportefeuille afzet tegenover de korte termijn verplichtingen. Ook de stresstestratio's van de NBB worden maandelijks opgevolgd. De bank bevindt zich ruim binnen de NBB-normen. De bank beschikte ook in 2011 over een ruime liquiditeitspositie gekarakteriseerd door thesaurieoverschotten. Eind 2011 had de bank liquiditeitsoverschotten voor een bedrag van 154 miljoen euro uitstaan bij de Nationale Bank. Daarenboven heeft de bank een ruime portefeuille obligaties van hoge kwaliteit die gebruikt kunnen worden als buffer om liquiditeitsschommelingen in de thesaurie op te vangen. Eind 2011 bedroeg deze portefeuille overheidsobligaties 510 miljoen euro, waardoor de totale liquiditeitsbuffer 664 miljoen euro bedraagt, of maar liefst 19,2% van de cliëntendeposito’s. Bovenstaande tabel toont de grote toename van de cliëntendeposito's en in het bijzonder een grote stijging van termijnrekeningen met een looptijd groter dan 1 jaar. De externe institutionele financiering (interbancair + effecten geplaatst bij institutionelen) betreft minder dan 1% van het balanstotaal. De belangrijkste financieringsbron is de cliënteel van de bank: vele duizenden ondernemers en vrije beroepen gebruiken Bank J.Van Breda & C° en vele duizenden particulieren en zelfstandigen gebruiken ABK voor hun dagdagelijkse werking. Hierdoor beschikt de bank over een stabiele financieringsbron, waarvan de volumes gespreid zijn over een grote groep klanten.
Liquiditeitsgap ≤ 1 maand
>1 maand <= 3 maanden
> 3 maanden <= 12 maanden
> 1 jaar <= 5 jaar
> 5 jaar <= 10 jaar
> 10 jaar
Activa
574.000
170.000
557.000
1.589.000
635.000
515.000
Passiva
862.000
396.000
664.000
1.414.000
92.000
689.000
Gap
-288.000
-226.000
-107.000
175.000
543.000
-174.000
Activa
409.000
141.000
396.000
1.303.000
547.000
358.000
Passiva
799.000
498.000
544.000
917.000
66.000
344.000
Gap
-390.000
-357.000
-148.000
386.000
481.000
14.000
31/12/2011
31/12/2010
Bovenstaande tabel houdt rekening met interne assumpties rond de stabiliteit van tegoeden voor producten zonder vervaldag (vb. zicht- en spaarrekening).
Marktrisico's Wisselkoersrisico Doordat al onze activiteiten cliëntgedreven zijn en wij geen marktactiviteiten voor eigen rekening voeren, is ons resultaat minder gevoelig voor de evoluties op de financiële markten.
Renterisico De bank voert een voorzichtig beleid qua renterisico, ruim binnen de normen van de NBB. Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoende overeenkomen, zet de bank indekkingsinstrumenten in om dit te corrigeren. Dit gebeurt met een combinatie van renteswaps (die onze vlottende renteverplichtingen omzetten in vaste) en opties (die bescherming bieden tegen een stijging van de rente boven bepaalde niveaus). Sinds 2009 wordt er voor geopteerd om het renterisico op een relatief laag niveau te houden. Hiertoe wordt een uitgebreide rentegapanalyse uitgevoerd alsook een scenarioanalyse die rekening houdt met wijzigende marktvoorwaarden, die toelaten de impact van stressscenario’s te analyseren. Zowel de inkomensgevoeligheid als de vermogensgevoeligheid worden daarbij geanalyseerd. Het renterisico wordt o.a. gemeten aan de hand van de Basis Point Value-methodologie (BPV), die de de waardeverandering van de geanalyseerde portefeuille weergeeft bij een stijging van de rentevoeten over de volledige curve met x basispunten (typisch 1, 10 of 100 basispunten).
Bij deze analyses worden zowel voor inkomensgevoeligheid als voor vermogensgevoeligheid de NBB-assumpties voor producten zonder vervaldag gehanteerd. Deze veronderstellingen en de gehanteerde methoden zijn niet gewijzigd ten opzichte van 2010. inkomensvermogensgevoeligheid gevoeligheid 60 maanden 1 dag 6 maanden 2 jaar 6 maanden 2 jaar
rente-ongevoelige zichtdeposito's rentegevoelige zichtdeposito's semi-rentegevoelige zichtdeposito's gereglementeerde spaardeposito's
Impact van onmiddellijke stijging van de rentecurve met 100 basispunten (1%) op: het renteresultaat (inkomensgevoeligheid) de reële waarde van het eigen vermogen (vermogensgevoeligheid) (= BPV)
2011 -393 -13.914
2010 -478 -13.804
Bij de rentegapanalyse worden zowel de balansproducten als de buitenbalansproducten ingedeeld in de verschillende tijdsintervallen volgens rentevervaldag. Op die manier wordt de mismatchstructuur van de bank zichtbaar. ≤ 1 maand
>1 maand <= 3 maanden
> 3 maanden <= 12 maanden
> 1 jaar <= 5 jaar
> 5 jaar <= 10 jaar
> 10 jaar
Activa
855.000
390.000
710.000
1.416.000
355.000
149.000
84.000
Passiva
489.000
266.000
429.000
2.389.000
108.000
10.000
286.000
Gap
366.000
124.000
281.000
-973.000
247.000
139.000
-202.000
Activa
831.000
381.000
645.000
1.361.000
331.000
127.000
83.000
Passiva
416.000
405.000
308.000
2.260.000
64.000
9.000
293.000
Gap
415.000
-24.000
337.000
-899.000
267.000
118.000
-210.000
onbepaald
31/12/2011
31/12/2010
3.6 KAPITAALBEHEER (in duizenden EUR) Het doel van het kapitaaltoereikendheidsproces van Bank J.Van Breda is periodiek vast te stellen of de risico’s die door de Bank gelopen zouden kunnen worden in balans zijn met het beschikbare eigen vermogen. Het Directiecomité wenst hierbij te benadrukken dat de Bank er, in lijn met haar risk appetite, naar streeft geen risico’s te nemen waarbij mogelijks haar reputatie wordt aangetast. Het kapitaalbeheer van de Bank wil er zich bovendien op elk moment van verzekeren dat de Bank aan de reglementaire vereisten beantwoordt en een kapitalisatieniveau aanhoudt dat ruim tegemoet komt aan het niveau van de activiteit en de genomen risico’s. Hierbij geldt dat er voldoende eigen vermogen moet zijn om eventuele schokken door kredietverliezen op te vangen, zodat de spaardeposito’s van de cliënteel op geen enkel moment in gevaar komen. Het intern kapitaaltoereikendheidsproces wordt geïntegreerd in de dagelijkse activiteiten en het besluitvormingsproces van de Bank. We vinden deze integratie onder meer terug in: * de evolutie van de kredietopvolging in functie van de ratings * de controle op de naleving van de kredietstrategie (individuele- en concentratielimieten, naleven kredietbevoegdheden, …) * de ontwikkeling en uitvoering van diverse stresstesten Door het verkrijgen van robuuste risico-informatie is het management in staat effectief de kapitaalbehoefte in te schatten. Om een goed evenwicht te behouden tussen voldoende kapitaal voor de bescherming tegen onverwachte gebeurtenissen en het kunnen inspelen op opportuniteiten enerzijds en een gepast rendement voor de aandeelhouders anderzijds, wenst de Bank dat haar kapitaal minimaal uit 75% Core Tier 1 kapitaal is samengesteld. De EV-vereisten in functie van gelopen risico’s worden trimestrieel berekend en gerapporteerd aan het Directiecomité en de Raad van Bestuur. EIGEN VERMOGEN EN SOLVABILITEIT 2011 Eigen vermogen core Tier 1 (1)
2010
398.143
257.795
69.756
76.738
Totaal eigen vermogen (2)
467.899
334.533
Gewogen risicovolume (3)
2.705.311
2.271.979
Eigen vermogen Tier 2
Core Tier I ratio (1)/(3)
14,7%
Solvabiliteitsratio (2)/(3)
11,3%
4,0%
4,0%
17,3%
14,7%
8,0%
8,0%
minimumvereiste NBB
minimumvereiste NBB
Bovenstaande ratio's tonen aan dat ruim voldaan is aan de kapitaalvereisten opgelegd door de NBB. Geconsolideerd houden we rekening met een excendentair kapitaalsvereiste onder pijler II te belope van het gedeelte van het Tier 1 eigen vermogen van ABK dat groter is dan wat nodig is om bij ABK een tier 1 risk asset ratio (RAR) van 20% te bekomen. Gezien de beperkte uitkeerbaarheid van de reserves kan deze kapitaalbuffer op geconsolideerd vlak niet gebruikt worden om risico's bij andere vennootschappen van de groep te dekken. Per 31/12/2011 bedroeg deze bijkomende kapitaalsvereiste 120,8 mio €. 2011
2010
Basel II
Basel II
TOTAAL EIGEN VERMOGEN VOOR SOLVABILITEITSDOELEINDEN
467.899
334.533
EIGEN VERMOGEN SENSU STRICTU
398.425
258.036
17.500
17.500
Eigenvermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor opneming in het eigen vermogen Gestort kapitaal Reserves die in aanmerking komen voor opneming in het eigen vermogen sensu strictu Reserves
17.500
17.500
388.915
247.351
327.097
222.018
Minderheidsbelangen
16.254
51
Tussentijdse positieve resultaten
46.882
25.664
46.882
25.664
Resultaat (positief) van het lopende boekjaar Reserves uit de herwaardering die in aanmerking komen voor opneming in het eigen vermogen sensu strictu Reserves uit de herwaarderingsverschillen bij voor verkoop beschikbare aandelen Reserves uit de herwaardering bij andere voor verkoop beschikbare activa
(1.318)
(382)
(1.318)
(382)
3.923
2.941
Aanpassing aan de reserves uit de herwaardering bij andere voor verkoop beschikbare activa
(3.923)
(2.941)
Reserves uit de herwaardering bij kasstroomafdekkingen
(7.372)
(9.120)
Aanpassing aan de reserves uit de herwaardering bij kasstroomafdekkingen Andere af te trekken bestanddelen van het eigen vermogen sensu strictu (-) Immateriële activa (-) AANVULLEND EIGEN VERMOGEN Aanvullend kern eigen vermogen
7.372
9.120
(7.990)
(6.814)
(7.990)
(6.814)
70.038
76.980
-
-
70.038
76.980
70.038
76.980
Aanpassing aan reserves uit de herwaardering bij voor verkoop beschikbare eigenvermogensinstrumenten overgedragen aan het aanvullend eigen vermogen Bijkomend aanvullend eigen vermogen Achtergestelde leningen AF TE TREKKEN BESTANDDELEN VAN HET EIGEN VERMOGEN SENSU STRICTU EN HET AANVULLEND EIGEN VERMOGEN (-)
(564)
(483)
Van het eigen vermogen sensu strictu (-)
(282)
(241)
Van het aanvullend eigen vermogen (-)
(282)
(241)
Deelnemingen in andere kredietinstellingen en andere financiële instellingen die meer dan 10% van hun kapitaal bedragen (-) TOTAAL BASISVERMOGEN VOOR SOLVABILITEITSDOELEINDEN TOTAAL AANVULLEND EIGEN VERMOGEN VOOR SOLVABILITEITSDOELEINDEN
(564)
(483)
398.143
257.795
69.756
76.738
EIGEN VERMOGENSVEREISTEN
216.425
181.758
TOTALE EIGEN VERMOGENSVEREISTEN VOOR KREDIETRISICO
198.568
168.337
198.568
168.337
Standaardbenadering (STA) Centrale overheden of centrale banken
-
Instellingen
-
1.197
Ondernemingen
927
68.308
63.131
100.858
85.254
14.412
9.374
3.433
2.741
Bank gedekte obligaties
144
125
Kortlopende vorderingen op instellingen en ondernemingen
775
75
Instellingen voor collectieve beleggingen (ICB's)
973
516
Overige posten
7.334
6.194
Effectiseringsposities
1.135
Retailcliënteel Gewaarborgd door hypotheken Achterstallige risicoposities
AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO
-
-
TOTALE EIGEN VERMOGENSVEREISTEN VOOR POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO'S
502
221
Standaardbenadering (STA)
502
221
Verhandelbare schuldinstrumenten
502
221
Aandelen
-
-
17.354
13.200
TOTALE EIGENVERMOGENSVEREISTEN VOOR OPERATIONELE RISICO'S (OPR) OPR basisindicatorbenadering (BIA) Surplus (+) / Deficit (-) of own funds SOLVABILITEITSRATIO %
17.354
13.200
251.474
152.775
17,3%
14,7%
Basel II: de standaardbenadering voor de berekening van de kapitaalsvereisten voor het kredietrisico maakt waar mogelijk gebruik van externe ratings om het gewogen risicovolume te bepalen. Dit is het geval voor de risicocategorieën centrale overheden/ centrale banken en instellingen. Daar waar geen externe rating beschikbaar is, voorziet de standaardbenadering in specifieke risicowegingen per risicocategorie. Voor de berekening van de kapitaalsvereisten voor het operationeel risico heeft de Bank voor de basic indicator approach (BIA) gekozen.
KREDIETRISICO DERIVATEN 2011 Wisselverrichtingen op termijn
RISICOGEWOGEN RISICOPOSITIE-WAARDE ACTIEF 1.133
EIGEN VERMOGEN VEREISTE
436
35
Bekomen opties op valuta's
-
-
Bekomen optie op aandelen
2.149
1.074
86
652
230
18
3.626
1.658
133
Bekomen opties op rente Renteswaps Totaal
7.560
3.399
-
272
4.BEOORDELINGEN EN SCHATTINGEN AANGEWEND BIJ DE VOORBEREIDING VAN DE JAARREKENINGEN De opstelling van de jaarrekeningen volgens de IFRS-normen verplicht tot het gebruik van beoordelingen en schattingen. Alhoewel de Raad van Bestuur meent dat ze met alle beschikbare informatie heeft rekening gehouden om deze beoordelingen en schattingen te bepalen, kan de werkelijkheid verschillen en kunnen die verschillen de jaarrekening beïnvloeden. De schattingen en beoordelingen betreffen hoofdzakelijk de volgende onderwerpen: * bepaling van de reële waarde van de niet-genoteerde financiële instrumenten; * bepaling van de verwachte gebruiksduur en restwaarde van de immateriële en materiële vaste activa; * veronderstellingen over de waardering van de verplichtingen verbonden aan de vergoedingen na uitdiensttreding; * schatting van de realiseerbare waarde bij bijzondere waardeverminderingen; * schatting van de bestaande verplichting die voortvloeit uit gebeurtenissen in het verleden bij de inboeking van voorzieningen.
5. CONSOLIDATIEKRING 5.1. DOCHTERONDERNEMINGEN INTEGRAAL OPGENOMEN IN DE CONSOLIDATIE Naam van de dochteronderneming
Ondernemingsnummer
Land van oprichting
Belangen% 12-2011
31-
Belangen% 31-12-2010
Wijziging 2011 t.o.v. 2010
Antwerps Beroepskrediet CVBA
BE 0404.456.841
BE
91,76%
0%
Ja
Van Breda Car Finance NV
BE 0475.277.432
BE
100%
100%
Neen
Beherman Vehicle Supply NV
BE 0473.162.535
BE
80%
80%
Neen
Station Zuid NV
BE 0454.664.041
BE
100%
100%
Neen
Fracav SA
BE 0449.881.545
BE
100%
100%
Neen
ABK is een kredietinstelling die zich met eenvoudige, transparante en correct geprijsde spaar- en beleggingsproducten richt naar zelfstandigen en particulieren. De controle over deze dochteronderneming werd verworven eind mei 2011. Meer info over ABK vindt u in toelichting 8, waar verder wordt ingegaan op deze bedrijfscombinatie. De activiteit van Beherman Vehicle Supply NV bestaat in het ter beschikking stellen van voertuigen aan autodealers (stockfinanciering). Station Zuid NV is eigenaar van de grond en van een gedeelte van het gebouw waarin de hoofdzetel van de bank is gevestigd. Fracav SA is eigenaar van een onroerend goed dat dient voor de uitbating van kantoor Mons.
5.2 GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN EN JOINT VENTURES WAAROP VERMOGENSMUTATIE IS TOEGEPAST (in duizenden EUR) Naam van de geassocieerde onderneming
Ondernemingsnummer
Land van oprichting
Belangen% 12-2011
31-
Belangen% 31-12-2010
Wijziging 2011 t.o.v. 2010 Neen
Finauto NV
BE 0464.646.232
BE
50%
50%
Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij NV
BE 0418.759.886
BE
50%
50%
Neen
Financieringsmaatschappij Definco NV
BE 0415.155.644
BE
50%
50%
Neen
Informatica J. Van Breda & C° NV
BE 0427.908.174
BE
40%
40%
Neen
Netto-resultaat (100%)
Boekwaarde (volgens belangen%)
2011 Kerncijfers (IFRS herwerkt conform de waarderingsregels van de bank)
Activa (100%)
Verplichtingen (100%)
Omzet (100%)
Finauto NV
984
726
519
30
129
Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij NV
827
273
591
301
277
Financieringsmaatschappij Definco NV
379
64
104
65
157
Informatica J. Van Breda & C° NV
5.588
4.412
7.922
5
471
Totaal
7.779
5.475
9.136
400
1.035
2010 Kerncijfers (IFRS herwerkt conform de waarderingsregels van de bank) Finauto NV
Activa (100%)
Verplichtingen (100%)
Omzet (100%)
Netto-resultaat (100%)
Boekwaarde (volgens belangen%)
1.113
884
661
2
114
Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij NV
622
150
422
218
236
Financieringsmaatschappij Definco NV
284
19
115
68
133
Informatica J. Van Breda & C° NV
3.435
2.264
7.173
5
468
Totaal
5.454
3.317
8.370
292
951
De activiteit van Finauto NV, Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij NV, Financieringsmaatschappij Definco NV bestaat in het verstrekken van financieringen. Informatica J. Van Breda & C° NV levert diensten inzake het beheer van het informaticapark en adviesverlening hieromtrent aan een aantal vennootschappen waaronder Bank J. Van Breda & C°.
6. TOELICHTINGEN BIJ DE GECONSOLIDEERDE BALANS
6.1 GELDMIDDELEN EN TEGOEDEN BIJ CENTRALE BANKEN (in duizenden EUR) 2011 Geldmiddelen Tegoeden bij centrale banken
7.812
7.676
153.727
28.885
41
0
Schuld uitgegeven door openbare instellingen en bij centrale banken verdisconteerbare wissels Te ontvangen interesten Totaal
2010
31
29
161.611
36.589
Alle tegoeden in deze rubriek zijn onmiddellijk opvraagbaar en zijn dus vorderingen met een korte looptijd.
6.2 VORDERINGEN OP KREDIETINSTELLINGEN (in duizenden EUR) 2011
2010
Binnenlandse banken
61.448
25.736
Buitenlandse banken
14.686
9.277
136
44
76.271
35.057
Te ontvangen interesten Totaal
Alle vorderingen hebben een looptijd <= 1jaar (idem in 2010). De sterke toename is deels het gevolg van de overname van ABK (17.719 k eur), deels omdat we cliëntendeposito's in deviezen herbeleggen op de interbankenmarkt. Deze beleggingen worden gespreid over meerdere instellingen, waarbij de grootste belegging bij 1 tegenpartij minder dan 15 mio euro bedraagt. In deze rubriek zit ook collateral verstrekt aan kredietinstellingen onder de vorm van cash in deposito ten belope van 16.260 k eur (19.860 in 2010), als waarborg voor verplichtingen die voortvloeien uit afgesloten renteswaps (zie ook toelichtingen 6.3, 6.8 en 6.9).
6.3 FINANCIELE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN AANGEHOUDEN VOOR HANDELSDOELEINDEN (in duizenden EUR) 2011 Boekwaarde
Volgens soort
Volgens type
Rente
Optie (cap/swaption)
Activa
Schulden 78
2010
Nominale waarde Te ontvangen Te leveren (activa) (schulden) 121.553 65.000
Activa
Schulden 45
100.000
134.162
1.365
Schuldinstrumenten
2.218
Eigen vermogen
Aandelenoptie
1.576
1.970
7.158
8.946
1.579
1.907
7.408
8.946
Valuta (FX)
Termijnwisselverrichtingen
715
984
18.467
21.279
459
912
15.882
36.579
Te ontvangen/te betalen interesten
1.735
1.458
1.599
1.374
Totaal
7.687
6.935
9.081
8.158
227.117
182.343
1.867
214.045
3.479
Nominale waarde Te ontvangen Te leveren (activa) (schulden)
Swap
Boekwaarde volgens resterende looptijd
2.523
Boekwaarde
3.965
1.919
130.225
2011
2011
2010
2010
Activa
Schulden
Activa
Schulden
<= 1 jaar en onbepaald
3.547
2.754
2.050
2.344
>1 jaar en <= 5 jaar
4.140
4.181
7.030
5.814
7.687
6.935
9.081
8.158
68.000
136.818
1.665
>5 jaar Totaal
De bank voert een voorzichtig beleid qua renterisico. Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoende overeenkomen, worden indekkingsinstrumenten gecombineerd om dit te corrigeren: * renteswaps die onze vlottende renteverplichtingen omzetten in vaste; * opties die bescherming bieden tegen een stijging van de rente boven bepaalde niveaus; * aandelenoptie betreft een indekkingsinstrument verbonden aan het beleggingsproduct Van Breda best Plus 29. De bovenvermelde instrumenten voldoen niet aan de criteria voor hedge accounting en behoren dus tot de tradingportefeuille (zie toelichting 6.8 voor hedge accounting).
De financiële instrumenten die behoren tot de handelsportefeuille worden uitsluitend afgesloten bij solvabele tegenpartijen. Bovendien werden met de tegenpartijen credit support annex overeenkomsten afgesloten, waarbij de tegenpartij deposito's verstrekt als waarborg voor haar verplichtingen die voortvloeien uit het financiële instrument.
6.4 ANDERE FINANCIELE ACTIVA GEWAARDEERD AAN REELE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN VIA WINST- EN VERLIESREKENING (in duizenden EUR) 2011 Beginsaldo
2010 -
-
- Reële waarde - Te ontvangen interesten 1. Aanschaffingen 2. Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties - Reële waarde - Te ontvangen interesten
1.692 1.644 48
3. Overdrachten ( - ) 4. Overdrachten door bedrijfsafsplitsing ( - ) 5. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 6. Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde
(509)
7. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 8. Overboeking van (naar) andere posten 9. Overige toename (afname) Eindsaldo - Reële waarde - Te ontvangen interesten
(45) 1.138 1.135 3
In deze rubriek wordt het financieel instrument Regatta Series 15 uitgegeven door Astir BV opgenomen. Dit effect, dat vervalt in 2013, wordt aangehouden in de beleggingsportefeuille van ABK. In het instrument zitten derivaten besloten die niet kunnen afgescheiden worden van het basiscontract.
-
6.5 VOOR VERKOOP BESCHIKBARE FINANCIËLE ACTIVA (in duizenden EUR) Aandelen
2011 Effecten
Totaal
Aandelen
2010 Effecten
Totaal
Beschikbaar voor verkoop : beginsaldo reële waarde
9.638
435.290
444.929
2.892
536.970
539.862
- Beschikbaar voor verkoop - geamortiseerde kostprijs
10.021
423.032
433.053
3.185
517.936
521.121
9.569
9.276
9.464
9.464
539.793
549.795
4.455
4.072
- Beschikbaar voor verkoop - aanpassing aan reële waarde via resultaat
- Beschikbaar voor verkoop - aanpassing aan reële waarde via eigen vermogen
-
-
-
- Te ontvangen interesten
-
7.804
7.804
714.602
715.151
1. Aanschaffingen
(382)
549
2. Actuarieel rendement 3. Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties - Reële waarde
(5.505) 230.489
251.936
21.446
226.415
247.861
4.074
4. Overdrachten ( - ) (tegen aanschaffingswaarde )
(9.115)
5. Gerealiseerde (meer)minwaarde op overdracht
3.192
(754.691)
10.002
(5.505)
21.446
- Te ontvangen interesten
(293)
(6.022)
(6.022)
(628.676)
(631.842)
(332)
(105)
(4.782)
(5.099)
-
-
(1.660)
(1.660)
4.074
(763.806)
(3.166)
(1.210)
1.982
227
(4.355)
2.698
(1.657)
(317)
-
(9.802)
(9.802)
6. Overdrachten door bedrijfsafsplitsing ( - ) 7. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 8. Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde 9. Bijzondere waardeverminderingen opgenomen in de resultatenrekening (-) 10. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen
-
11. Overboeking van (naar) andere posten
-
12. Overige toename (afname) Beschikbaar voor verkoop : eindsaldo reële waarde
(2.309)
-
(2.309)
21.356
609.563
630.919
9.638
435.290
444.929
- Beschikbaar voor verkoop - geamortiseerde kostprijs
22.901
603.853
626.754
10.021
423.032
433.053
- Beschikbaar voor verkoop - aanpassing aan reële waarde via eigen vermogen
(1.545)
5.943
4.398
4.455
4.072
- Beschikbaar voor verkoop - aanpassing aan reële waarde via resultaat
-
(9.802)
(9.802)
- Te ontvangen interesten
-
9.569
9.569
7.804
7.804
(382)
Bij de aandelen heeft 9.551 k eur (2010: 9.619) betrekking op AMDB Dynamic Diversified Bonds, een beleggingsfonds in bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit met eindvervaldagen in 2013 en 2014. Net als in 2010 zijn er geen getransfereerde activa die (deels) niet in aanmerking komen voor derecognition (vb. in kader van repo's).
6.6 LENINGEN EN VORDERINGEN (in duizenden EUR) Volgens soort
2011
Wissels en eigen accepten Financiële leasing Investeringskredieten en financieringen
2010
1.143
6.449
116.353
113.682
1.882.153
1.621.093
Hypothecaire leningen
634.120
502.186
Werkingskredieten
375.871
348.588
26.965
33.082
Overige Te ontvangen interesten
7.336
6.261
Totaal
3.043.941
2.631.339
Volgens resterende looptijd
2011
2010
<= 1 jaar en onbepaald
580.593
>1 jaar en <= 5 jaar
688.478
500.498 675.224
>5 jaar
1.774.870
1.455.617
Totaal
3.043.941
2.631.339
6.7 LEASE-OVEREENKOMSTEN (in duizenden EUR) I. LEASINGGEVER - Financiële lease 2011
Uitsplitsing naar resterende looptijd
< 1 jaar
1 jaar <> 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
1. Bruto lease-investeringen
10.558
115.418
-
125.976
2. Contante waarde van minimale leasebetalingen
10.260
103.691
-
113.952
3. Onverdiende financieringsbaten
12.025
4. Voorwaardelijke leasebetalingen opgenomen als baten 5. Ongegarandeerde restwaarden die de leasinggever toekomen 6. Geaccumuleerde waardevermindering voor oninbare te vorderen minimale leasebetalingen
4.887
7. Debiteuren + te regelen kosten mbt leasing
2.401
Totale contante waarde, debiteuren en te regelen kosten
116.353 2010
Uitsplitsing naar resterende looptijd
< 1 jaar
1 jaar <> 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
1. Bruto lease-investeringen
8.767
114.629
22
123.418
2. Contante waarde van minimale leasebetalingen
8.527
102.588
16
111.131
3. Onverdiende financieringsbaten
12.287
4. Voorwaardelijke leasebetalingen opgenomen als baten 5. Ongegarandeerde restwaarden die de leasinggever toekomen 6. Geaccumuleerde waardevermindering voor oninbare te vorderen minimale leasebetalingen
4.682
7. Debiteuren + te regelen kosten mbt leasing
2.551
Totale contante waarde, debiteuren en te regelen kosten
113.682
Bovenvermelde lease-overeenkomsten hebben wagens als voorwerp en worden verstrekt door dochteronderneming Van Breda Car Finance.
II. LEASINGNEMER - Operationele lease 2011 1. Operationele lease- en subleasebetalingen opgenomen in de winsten verliesrekening
2.076
De operationele lease assets betreffen wagens voor bepaalde groepen van personeelsleden.
2010 1.902
6.8 DERIVATEN GEBRUIKT TER AFDEKKING (in duizenden EUR) 2011 Nominale waarde Boekwaarde activa
Reële waarde afdekking Kasstroomafdekking
-
Boekwaarde verplichtingen
Boekwaarde -
Boekwaarde
66.182
260 258
34.750
84
27.439
-
641
-
339
34.750
725
93.621
857
Te ontvangen interesten Totaal
2010 Nominale waarde
Reële waarde afdekking
168.273
2.036
67.273
724
Kasstroomafdekking
285.000
11.150
265.000
14.121
Te betalen interesten
-
Totaal
4.133
453.273
-
17.319
332.273
4.183 19.028
De bank voert een voorzichtig beleid qua renterisico. Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoende overeenkomen, worden indekkingsinstrumenten gecombineerd om dit te corrigeren: * renteswaps, die onze vlottende renteverplichtingen omzetten in vaste; * opties die bescherming bieden tegen een stijging van de rente boven bepaalde niveaus. De in bovenstaande tabel vermelde indekkingsinstrumenten voldoen aan de criteria voor hedging. De als indekking gebruikte afgeleide producten worden uitsluitend afgesloten bij solvabele tegenpartijen. Bovendien werden met de tegenpartijen credit support annex overeenkomsten afgesloten, waarbij de tegenpartij deposito's verstrekt als waarborg voor haar verplichtingen die voortvloeien uit het financiële instrument.
6.9 KASSTROOMINDEKKINGEN: VERWACHTE KASSTROMEN (in duizenden EUR) 2011 Verwachte cash flows >6 maanden > 1 jaar <= 2 jaar <= 6 maanden <= 12 maanden
Boekwaarde Totaal Renteswaps Caps Totaal
(14.627)
(14.833)
84 (14.543)
-
408 -
(14.833)
408
> 2 jaar <= 5 jaar
> 5 jaar
(8.571)
(4.851)
(1.750)
-
-
-
(8.571)
(4.851)
(1.750)
(70) (70)
2010 Verwachte cash flows >6 maanden > 1 jaar <= 2 jaar <= 6 maanden <= 12 maanden
Boekwaarde Totaal Renteswaps Caps Totaal
(17.934) 258 (17.675)
(18.284) 51 (18.234)
283 283
(8.471)
(6.879)
-
-
(8.471)
(6.879)
> 2 jaar <= 5 jaar
> 5 jaar
(3.218) 33 (3.184)
18 18
De bovenstaande tabel geeft de periodes weer waarin de kasstromen van derivaten die dienen als kasstroomindekking, verwacht worden zich te zullen voordoen. Bij caps bestaat de boekwaarde uit een intrinsieke waarde en een tijdswaarde. * de intrinsieke waarde (2011: 0 k eur; 2010: 45 k eur) vertegenwoordigt de actuele waarde van de toekomstige kasstromen (op basis van de huidige forward rentes); * de tijdswaarde (2011: 84 k eur; 2010: 213 k eur) is een weergave van de kans dat de forward rentes in de toekomst nog zouden stijgen en varieert dus in functie van de volatiliteit op de markt en van de resterende looptijd.
6.10 INVESTERINGEN IN GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN ADMINISTRATIEF VERWERKT VOLGENS DE VERMOGENSMUTATIEMETHODE (in duizenden EUR) 2011 Beginsaldo
2010 951
956
-
(78)
200
144
(116)
(71)
1. Aanschaffingen 2. Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 3. Overdrachten ( - ) 4. Overdrachten door bedrijfsafsplitsing ( - ) 5. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 6. Aandeel in winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (rubriek VI. in resultatenrekening) 7. Bijzondere waardeverminderingen opgenomen in de resultatenrekening (-) 8. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 9. Impact dividenden uitgekeerd door deelnemingen (-) 10. Overboekingen van (naar) andere posten 11. Overige toename (afname) Eindsaldo
1.035
951
6.11 OVERIGE ACTIVA (in duizenden EUR) 2011 Vooruitbetaalde lasten Te ontvangen inkomsten (andere dan interesten van financiële activa) Overige Totaal
2010 -
22
3.847
3.168
52
32
3.899
3.222
De te ontvangen inkomsten betreffen voornamelijk vergoedingen en commissies zoals vermeld in toelichting 7.3.
6.12 DEPOSITO'S VAN KREDIETINSTELLINGEN (in duizenden EUR) Volgens soort
2011
Zichtrekeningen
2010 1.177
511
Deposito's met vaste looptijd
8.312
157.737
Overige deposito's
3.307
17.780
Te betalen interesten Totaal
Volgens resterende looptijd <= 1 jaar en onbepaald
21
337
12.818
176.365
2011
>1 jaar en <= 5 jaar Totaal
2010
11.365
176.365
1.453 12.818
176.365
De externe institutionele financiering (interbancair + effecten geplaatst bij institutionelen) betreft minder dan 1% van het balanstotaal.
6.13 DEPOSITO'S VAN KLANTEN (in duizenden EUR) Volgens soort
2011
2010
Zichtdeposito's
1.182.778
1.034.781
Deposito's met vaste looptijd
1.336.014
777.269
33.570
20.553
728.042
590.131
44.822
40.656
1.103
1.103
Speciale deposito's Gereguleerde deposito's Overige deposito's Depositogarantiesysteem Te betalen intresten Totaal
Volgens resterende looptijd <= 1 jaar en onbepaald >1 jaar en <= 5 jaar
16.854
10.616
3.343.184
2.475.108
2011
2010
2.820.989
2.192.657
498.778
280.566
>5 jaar
23.416
1.886
Totaal
3.343.184
2.475.108
6.14 IN SCHULDBEWIJZEN BELICHAAMDE VERPLICHTINGEN INCLUSIEF OBLIGATIES (in duizenden EUR) Volgens soort Schuldcertificaten
2011
2010
11.992
117.637
Kasbons
9.607
3.547
Niet-converteerbare obligaties (Van Breda Best Plus)
8.470
8.226
Te betalen interesten Totaal
Volgens resterende looptijd
454
295
30.522
129.705
2011
2010
<= 1 jaar en onbepaald
16.611
95.142
>1 jaar en <= 5 jaar
13.909
34.555
>5 jaar
3
8
Totaal
30.522
129.705
6.15 ACHTERGESTELDE VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) Achtergestelde niet-converteerbare schulden volgens vervaldag
2011
2010
Boekjaar + 1
8.422
17.605
Boekjaar + 2
4.692
8.230
Boekjaar + 3
6.615
4.626
Boekjaar + 4
13.399
6.476
Boekjaar + 5
2.311
13.116
Boekjaar + 6
6.207
2.271
Boekjaar + 7
9.670
6.068
Boekjaar + 8
12.912
9.431
Boekjaar + 9
20.549
12.656
236
20.007
6.992
6.662
Boekjaar + 10 Meer dan Boekjaar + 10 Te betalen interesten Totaal
1.969
2.668
93.974
109.816
6.16 OVERIGE PASSIVA (in duizenden EUR) 2011
2010
Personeelsbeloningen
7.923
6.794
Sociale lasten Te betalen lasten (andere dan uit rentelasten in verband met financiële verplichtingen)
1.636
1.763
1.578
2.336
Inkomsten ontvangen in voorschotten
1.648
1.695
Kapitaalsubsidie
794
812
Overige schulden
944
434
14.524
13.835
Totaal
6.17 REELE WAARDE VAN FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) 2011 Toelichting
Reële waarde
2010
Boekwaarde
Verschil
Reële waarde
Boekwaarde
Verschil
FINANCIËLE ACTIVA I. Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken (***)
6.1
161.611
161.611
II. Vorderingen op kredietinstellingen (*)
6.2
76.279
76.271
9
36.589
36.589
35.057
35.057
0
III. Financiële activa 1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden (**)
6.3
7.687
7.687
-
9.081
9.081
2. Andere financiële activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat
6.4
1.138
1.138
-
-
-
-
3. Voor verkoop beschikbare financiële activa (**) 4. Leningen en vorderingen (inclusief 5. Wijzigingen in reële waarde van de afgedekte posities bij afdekking van het renterisico van een portefeuille) (*)
6.5
630.919
630.919
6.6
3.255.966
3.045.969
6. Derivaten gebruikt ter afdekking (**)
6.8
725
725
4.134.325
3.924.320
55.246
55.246
4.189.571
3.979.566
6.935
6.935
Totaal Financiële activa Overige niet-financiële activa Totaal activa
209.996
444.929
444.929
2.767.360
2.631.485
857
857
3.293.873
3.157.998
44.820
44.820
3.338.693
3.202.819
8.158
8.158
210.005 210.005
-
135.875 135.875 135.875
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN 1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (**)
6.3
-
-
2. Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs (*) 2.1. Deposito's van kredietinstellingen
6.12
13.138
12.818
2.2. Deposito's van cliënten
6.13
3.334.988
3.343.184
2.3. In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen, inclusief obligaties
6.14
31.185
30.522
2.4. Achtergestelde verplichtingen
6.15
104.762
93.974
3. Derivaten gebruikt ter afdekking (**)
6.8
Totaal Financiële verplichtingen Overige niet-financiële verplichtingen Totaal verplichtingen
Niveau 1
17.319
17.319
3.508.326
3.504.752
63.849
63.849
3.572.176
3.568.601
2011 Te ontvangen/Te betalen intresten
Niveau 2
320
176.289
176.365
(77)
2.401.879
2.475.108
(73.229)
663
130.996
129.705
1.291
10.788
116.295
109.816
6.479
(8.196)
3.574 3.574
19.028
19.028
2.852.645
2.918.180
25.968
25.968
2.878.613
2.944.148
Totaal
ACTIVA 1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden (**)
-
2. Andere financiële activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat (**) 3. Voor verkoop beschikbare financiële activa (**)
608.046
5.952
608.046
7.687
1.135
3
1.138
13.304
9.569
630.919
84
641
725
20.475
11.948
640.469
6. Derivaten gebruikt ter afdekking (**) Totaal
1.735
VERPLICHTINGEN
1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (**) 3. Derivaten gebruikt ter afdekking (**) Totaal
-
Niveau 1
5.476
1.458
6.935
13.186
4.133
17.319
18.663
5.591
24.254
2010 Te ontvangen/Te betalen intresten
Niveau 2
Totaal
ACTIVA 1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden (**) 2. Andere financiële activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat (**) 3. Voor verkoop beschikbare financiële activa (**)
-
-
437.125
6. Derivaten gebruikt ter afdekking (**) Totaal
7.481
437.125
1.599 -
9.081 -
7.804
444.929
518
339
857
7.999
9.742
454.867
VERPLICHTINGEN
1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (**) 3. Derivaten gebruikt ter afdekking (**) Totaal
-
6.784
1.374
8.158
14.845
4.183
19.028
21.629
5.556
27.186
(*) De reële waarde van vorderingen op kredietinstellingen, leningen en vorderingen aan cliënten en de financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs (zie in bovenstaande tabel respectievelijk activa rubrieken II, III.4 en passiva rubriek 2) wordt bepaald gebruik makend van het discounted cashflow model (actuele waarde van toekomstige kasstromen op basis van de geldende swaprente + marge; de gehanteerde marge is deze die actueel was bij de laatste transacties van de bank in de betrokken markt; er wordt rekening gehouden met een percentage vervroegde aflossingen, er wordt geen rekening gehouden met een percentage kredietverliezen)
(**) De financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (activa rubrieken III.1 en III.2 en passiva rubriek 1), voor verkoop beschikbare financiële activa (activa rubriek III.3) en derivaten gebruikt ter afdekking (activa rubriek III.6 en passiva rubriek 3) worden aan reële waarde op de balans opgenomen (reële waarde is gelijk aan boekwaarde). Voor de meeste effecten wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de notering op de publieke markt (niveau 1 in de bovenstaande tabel), voor enkele niet-genoteerde effecten worden andere marktgegevens gebruikt (niveau 2); voor de derivaten wordt de reële waarde bepaald als de actuele waarde van toekomstige kasstromen rekening houdend met de geldende swaprente en volatiliteit (niveau 2). (***) Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken (activa rubriek I.) zijn zeer kortlopende activa, waardoor reële waarde gelijk gesteld wordt aan de waarde waarvoor ze in de boeken werd opgenomen.
(65.535) (65.535)
7. TOELICHTINGEN BIJ DE GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING 7.1 NETTO INTRESTINKOMSTEN (in duizenden EUR) 2011
2010
1. Intrestbaten 1.1 Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken
1.232
552
1.2 Vorderingen op kredietinstellingen
1.399
317
1.3 Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
4.684
4.442
15.522
13.499
1.4 Financiële activa beschikbaar voor verkoop 1.5 Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde 1.6 Leningen en vorderingen (inclusief financiële leases)
142
105.970
5.816
2.601
149.100
127.383
1.7 Derivaten gebruikt ter afdekking Totaal intrestbaten
-
120.304
2. Intrestlasten 2.1 Deposito's van centrale banken 2.2 Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
(0) (4.286)
(4.992)
(2.315)
(2.555)
2.3 Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs Deposito's van kredietinstellingen
(47.813)
(34.455)
In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen
Deposito's van cliënten
(2.881)
(2.218)
Achtergestelde verplichtingen
(3.986)
(4.098)
2.4 Derivaten gebruikt ter afdekking
(14.346)
(13.259)
Totaal intrestlasten
(75.628)
(61.578)
73.472
65.805
Netto intrestbaten
7.2 DIVIDENDEN (in duizenden EUR) Dividenden uit Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
2011
2010 -
2
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
789
724
Totaal
789
726
7.3 NETTO VERGOEDINGEN EN COMMISSIES (in duizenden EUR)
Inkomsten commissies Commissies inzake verkoop verzekeringsbeleggingen, beleggingsfondsen, vermogensbeheer en beurstransacties Overige Uitgaven commissies Netto commissies
2011 28.268 25.625 2.643 (3.241) 25.027
2010 27.326 24.498 2.828 (3.530) 23.796
7.4 WINSTEN (VERLIEZEN) OP FINANCIËLE ACTIVA BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP (in duizenden EUR) Gerealiseerd resultaat
2011
Gerealiseerde winsten op financiële activa beschikbaar voor verkoop Gerealiseerde verliezen op financiële activa beschikbaar voor verkoop Totaal gerealiseerd
Niet-gerealiseerd resultaat
2010 3.299
928
(5.282) (1.982)
(823) 105
2011
Wijziging in de reële waarde van de activa beschikbaar voor verkoop via eigen vermogen Wijziging in de reële waarde van de activa beschikbaar voor verkoop via de resultatenrekening (desinvestering) + bijzondere waardeverminderingen Totaal niet-gerealiseerd
2010 (11.459)
(5.099)
11.784 325
(105) (5.204)
7.5 WINSTEN (VERLIEZEN) OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN AANGEHOUDEN VOOR HANDELSDOELEINDEN (in duizenden EUR) 2011 Eigen vermogensinstrumenten en verwante derivaten (exclusief intresten) Rentevoetinstrumenten en verwante derivaten (exclusief intresten)
2010 (14)
(1)
(1.379)
(946)
(1.393)
(947)
Wisselbedrijf (exclusief intresten) Totaal
Het resultaat uit contant- en termijnwisselverrichtingen is vanaf 2010 integraal opgenomen in rubriek I.9. van de resultatenrekening: "Winst (verlies) uit het wisselbedrijf"
7.6. WINST (VERLIEZEN) UIT DERIVATEN GEBRUIKT TER AFDEKKING (in duizenden EUR) 2011 Winst
2010 Verlies
Winst
Verlies
I. INDEKKING VAN HET RENTERISICO VAN EEN PORTEFEUILLE 1. Reële waarde indekking van renterisico 1.1. Reële waarde wijzigingen van de ingedekte positie 1.2. Reële waarde wijzigingen van de indekkingsderivaten 1.3. Gespreide inresultaatname van reële waarde ingedekte positie bij aanvang 2. Kasstroomindekking van renterisico 2.1. Reële waarde wijzigingen van het indekkingsinstrument - ineffectief gedeelte en tijdswaarde
1.380
811
306
106
II. STOPZETTING KASSTROOMINDEKKING
Niet-gerealiseerd resultaat Reële waarde wijzigingen van de kasstroomafdekking - effectief gedeelte Winst (verlies) op kasstroomafdekking overgedragen uit het EV naar de resultatenrekening Totaal niet-gerealiseerd
Momenteel wordt geen gebruik gemaakt van micro-indekkingen.
711
501
2.2. Gespreide inresultaatname van intrinsieke waarde van caps bij aanvang
Totaal gerealiseerd
(665) (1.352)
2.188
(7)
(35)
(292)
(732)
(1.651)
2011
1.628
(1.432)
2010 2.663
1.142
(14) 2.648
831 1.973
7.7 WINST EN VERLIES OP DE REALISATIE VAN ANDERE ACTIVA DAN VOOR VERKOOP AANGEHOUDEN (in duizenden EUR) 2011
2010
1. Inkomsten
106
4
2. Kosten Totaal
(17) 90
(0) 4
In 2011, evenals in 2010, betreffen de inkomsten en kosten de meer- en minwaarden gerealiseerd op de verkoop van materieel vaste activa.
7.8 OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN- EN KOSTEN (in duizenden EUR) 2011
2010
Overige bedrijfsopbrengsten
1.934
2.056
Recuperaties van achterstallige interesten op dubieuze debiteuren die in de voorgaande boekjaren volledig waren afgeschreven
1.706
1.936
Overige
228 (17)
Overige bedrijfskosten Totaal
120 (51)
1.917
2.005
7.9 PERSONEELSKOSTEN (in duizenden EUR) 2011 Lonen en salarissen
2010
(22.270)
(20.381)
Sociale lasten
(6.835)
(5.668)
Vergoedingen na uitdiensttreding: vaste bijdragen plannen
(1.548)
(1.490)
Vergoedingen na uitdiensttreding: te bereiken doel plannen Overige Totaal
(157) (4.018) (34.830)
Aantal personeelsleden op balansdatum
(4.344) (31.882)
462
418
De rubriek 'Overige' bevat ondermeer de kost van het optieplan.
7.10 ALGEMENE EN ADMINISTRATIEVE UITGAVEN (in duizenden EUR) 2011
2010
Erelonen en kosten toezichthouder
(1.389)
(632)
Informatica
(4.951)
(3.890)
Marketingkosten
(1.343)
(1.195)
Banksysteem en administratie
(4.352)
(4.260)
Onderhoud en herstellingen
(1.854)
(1.692)
Huisvesting
(1.098)
(858)
Vorming en autokosten
(2.979)
(2.621)
Overige kosten personeelsbeleid Bijdrage aan het bijzonder beschermingsfonds voor deposito's
(410)
(68)
(2.962)
(2.054)
Overige
(1.716)
(1.412)
Totaal
(23.054)
(18.682)
7.11 MATERIELE VASTE ACTIVA (in duizenden EUR) Terreinen en gebouwen
Installaties, machines en uitrusting
Meubilair en rollend materieel
Overige materiële vaste activa
Activa in aanbouw & vooruitbet.
Totaal
MUTATIES IN MATERIELE VASTE ACTIVA, 2010 1. Beginsaldo, 1 januari 2010
27.533
78
746
1.224
-
29.581
1.1. Aanschaffingswaarde
32.226
1.357
1.756
2.608
-
37.947
1.2. Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
(4.693)
(1.279)
(1.010)
(1.384)
(8.366)
1.3. Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - ) 2. Investeringen
1.634
19
1
142
15
1.812
3. Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 4. Overdrachten en buitengebruikstellingen ( - )
(29)
(29)
5. Overdrachten door bedrijfsafsplitsing ( - ) 6. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 7. Afschrijvingen ( - )
(1.562)
(23)
(123)
(370)
(2.078)
8. Verworven afschrijvingen 9. Uitgeboekte afschrijvingen (overdrachten en buitengebruikstellingen) 10. Bijzondere waardeverminderingen (opgenomen) teruggenomen in de resultatenrekening
29
29
11. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 12. Overboekingen van (naar) andere posten 13. Overige toename (afname) 14. Eindsaldo, 31 december 2010
27.605
74
624
996
15
14.1. Aanschaffingswaarde
33.860
1.347
1.757
2.751
15
14.2. Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
(6.255)
(1.274)
(1.133)
(1.755)
29.314 39.730 (10.416)
14.3. Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - )
MUTATIES IN MATERIELE VASTE ACTIVA, 2011 1. Beginsaldo, 1 januari 2011
27.605
74
624
996
15
1.1. Aanschaffingswaarde
33.860
1.347
1.757
2.751
15
1.2. Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
(6.255)
(1.274)
(1.133)
(1.755)
-
29.314 39.730 (10.416)
1.3. Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - ) 2. Investeringen 3. Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 4. Overdrachten en buitengebruikstellingen ( - )
1.964 -
33 -
203
520
8
1.558
170
2.891
-
1.566
(370)
(97)
(167)
(39)
-
(672)
(1.643)
(27)
(124)
(397)
-
(2.191)
97
151
39
-
5. Overdrachten door bedrijfsafsplitsing ( - ) 6. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 7. Afschrijvingen ( - ) 8. Verworven afschrijvingen 9. Uitgeboekte afschrijvingen (overdrachten en buitengebruikstellingen) 10. Bijzondere waardeverminderingen (opgenomen) teruggenomen in de resultatenrekening
126
412
11. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 12. Overboekingen van (naar) andere posten
-
-
-
13. Overige toename (afname) 14. Eindsaldo, 31 december 2011
27.683
80
696
2.677
186
14.1. Aanschaffingswaarde
35.454
1.284
1.802
4.790
186
14.2. Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
(7.771)
(1.204)
(1.106)
(2.113)
14.3. Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - )
31.320 43.515 (12.194)
7.12 IMMATERIELE ACTIVA (in duizenden EUR) Goodwill
Computersoftware
Totaal
MUTATIES IN IMMATERIELE ACTIVA, 2010 1. Beginsaldo, 1 januari 2010 1.1 Aanschaffingswaarde (AW) 1.2 Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
3.523
2.445
5.968
3.523
3.798
7.321
-
(1.353)
(1.353)
1.430
1.430
1.3 Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - ) 2. Intern ontwikkelde investeringen 3. Investeringen 4. Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 5. Overdrachten en buitengebruikstellingen ( - ) (AW) 6. Overdrachten door bedrijfsafsplitsing ( - ) (AW) 7. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 8. Afschrijvingen ( - )
(584)
(584)
9. Uitgeboekte afschrijvingen (overdrachten en buitengebruikstellingen) 10. Bijzondere waardeverminderingen (opgenomen) teruggenomen in de resultatenrekening
11. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 12. Overboekingen van (naar) andere posten 13. Overige toename (afname) 14. Eindsaldo, 31 december 2010 14.1 Aanschaffingswaarde
3.523
3.291
6.814
3.523
5.228
8.751
(1.937)
(1.937)
14.2 Geaccumuleerde afschrijvingen ( - ) 14.3 Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - ) MUTATIES IN IMMATERIELE ACTIVA, 2011 1. Beginsaldo, 1 januari 2011 1.1 Aanschaffingswaarde (AW) 1.2 Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
3.523
3.291
6.814
3.523
5.228
8.751
-
(1.937)
(1.937)
2.046
2.046
1.3 Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - ) 2. Intern ontwikkelde investeringen 3. Investeringen 4. Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 5. Overdrachten en buitengebruikstellingen ( - ) (AW)
-
6. Overdrachten door bedrijfsafsplitsing ( - ) (AW) 7. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 8. Afschrijvingen ( - )
(870)
9. Uitgeboekte afschrijvingen (overdrachten en buitengebruikstellingen)
(870)
-
10. Bijzondere waardeverminderingen (opgenomen) teruggenomen in de resultatenrekening
11. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 12. Overboekingen van (naar) andere posten 13. Overige toename (afname) 14. Eindsaldo, 31 december 2011 14.1 Aanschaffingswaarde 14.2 Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
3.523
4.467
7.990
3.523
7.274
10.797
(2.807)
(2.807)
14.3 Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - )
De goodwill heeft voornamelijk betrekking op de overname van de kredietportefeuille "binnenvaart" van Ethias Bank in 2007. Jaarlijks wordt de goodwill onderworpen aan een impairment test die erin bestaat de realiseerbare waarde te vergelijken met de boekwaarde (inclusief de goodwill). De impairment test heeft geen aanleiding gegeven tot een waardevermindering.
7.13 VOORZIENINGEN (in duizenden EUR) Voorzieningen voor gerechtelijke procedures
Voorzieningen voor brugpensioenen
109
1.350
1.460
2. Additionele voorzieningen
3
274
277
3. Toename van bestaande voorzieningen
1
51
52
Totaal
MUTATIES IN VOORZIENINGEN 1. Beginsaldo, 1 januari 2011
4. Toename door bedrijfscombinaties 5. Bedrag aan gebruikte voorzieningen ( - )
(55)
(119)
(174)
6. Terugname van niet-gebruikte voorzieningen ( - )
(25)
(128)
(153)
10
10
1.439
1.472
7. Afname door bedrijfsafsplitsing ( - ) 8. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 9. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 10. Impact wijziging discontovoet 11. Overige toename (afname) 12. Eindsaldo, 31 december 2011
33
7.14 BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN (in duizenden EUR) 2011 Toevoegingen Op leningen en vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (inclusief financiële leasing)
Terugnemingen
(6.638)
Voor verkoop beschikbare financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde in het eigen vermogen
Overige
Totaal
4.967
(4)
(1.675)
4.967
(4)
(11.477)
(9.802)
Totaal
(9.802)
(16.440)
2010 Toevoegingen
Terugnemingen
Overige
Totaal
Op leningen en vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (inclusief financiële leasing)
(6.786)
2.964
(4)
(3.826)
Totaal
(6.786)
2.964
(4)
(3.826)
De waardeverminderingen op kredieten en vorderingen betreffen: - waardeverminderingen op kredieten die terecht gekomen zijn in de hoogste risicocategorie in de kredietportefeuille. Op deze kredieten wordt een waardevermindering geboekt gelijk aan minimum 20% van het ongedekt uitstaand krediet. Voor de bepaling van het ongedekt gedeelte verwijzen we naar de waarderingsregels. - waardeverminderingen op vorderingen die werden overgedragen naar de afdeling betwiste zaken omdat ze dubieus geworden zijn. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurtenissen zich voordoen bij onze clienten, kredietnemers of borgen. Op deze vorderingen wordt een waardevermindering geboekt gelijk aan het ongedekt uitstaand krediet. Voor de bepaling van het ongedekt gedeelte verwijzen we naar de waarderingsregels. Op de 10 miljoen aan Griekse overheidsobligaties in de beleggingsportefeuille van Bank J. Van Breda & C° werd een waardevermindering geboekt van 7,6 mio euro, zijnde het verschil tussen boekwaarde en marktwaarde. In de beleggingsportefeuille van ABK werd een bijzondere waardevermindering geboekt voor een bedrag van 2,2 mio euro.
2011
Financiële activa die bijzondere waardeverminderingen hebben ondergaan
Boekwaarde van de in waarde verminderde activa
2010 Specifieke waardeverminderingen voor op individuele basis beoordeelde financiële activa
Boekwaarde van de in waarde verminderde activa
Specifieke waardeverminderingen voor op individuele basis beoordeelde financiële activa
Leningen & voorschotten aan Centrale overheden
9.933
7.596
Kredietinstellingen
2.406
2.206
126.171
70.817
Andere instellingen dan kredietinstellingen Ondernemingen KMO', zelfstandigen en particulieren
52.497
32.710
Handelswissels & eigen accepten Financiële leases Investeringskredieten en financieringen
5.801
4.887
5.394
4.682
100.050
60.394
38.445
25.098
Hypothecaire leningen
1.272
215
928
142
19.048
5.321
7.730
2.787
138.510
80.619
52.497
32.710
Werkingskredieten Overige kredietvorderingen Totaal
2011
Financiële activa die bijzondere waardeverminderingen hebben ondergaan: uitsplitsing per economische sector
Boekwaarde van de in waarde verminderde activa
2010 Specifieke waardeverminderingen voor op individuele basis beoordeelde financiële activa
Boekwaarde van de in waarde verminderde activa
Specifieke waardeverminderingen voor op individuele basis beoordeelde financiële activa
Leningen & voorschotten aan Centrale overheden
9.933
7.596
Kredietinstellingen
2.406
2.206
Vrije beroepen en zelfstandigen
7.337
3.984
1.030
857
22.368
6.799
6.707
5.736
Groot- en detailhandel Bouwnijverheid, verhuur en handel in onroerende goederen
9.544
7.283
4.106
2.909
Transport, opslag en logistiek
44.147
15.013
10.231
1.686
Overige sectoren
40.338
35.743
28.779
21.321
2.437
1.994
1.644
200
138.510
80.619
52.497
32.710
Particulieren Totaal
Mutaties van specifieke waardeverminderingen voor op individuele basis beoordeelde financiële activa
2011
2010
Openingsbalans
32.710
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties
36.616
Bedragen die opzij gezet zijn met het oog op vermoedelijke verliezen
16.440
6.786
Bedragen die teruggeboekt zijn met het oog op vermoedelijke verliezen (-)
(4.967)
(2.964)
(180)
(24.521)
Andere aanpassingen (o.a. uitboekingen) Eindbalans Terugwinningen op afgeboekte vorderingen, rechtstreeks opgenomen in de winst- en verliesrekening (zie toelichting 7.8 Overige bedrijfsopbrengsten) Kosten van uitwinning rechtstreeks opgenomen in de winst- en verliesrekening
53.409
80.619
32.710
1.706
1.936
317
430
7.15 WINSTBELASTINGEN (in duizenden EUR) I. UITGESTELDE BELASTINGVORDERINGEN EN -VERPLICHTINGEN OPGENOMEN IN DE BALANS
2011
Activa
2010
Passiva
Netto
Activa
Mutaties
Passiva
Netto
via resultaat
via eigen vermogen
via bedrijfscombinatie
Totaal
Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken Vorderingen op kredietinstellingen Financiële activa - Financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden en derivaten gebruikt ter afdekking (actief + verplichtingen) - Voor verkoop beschikbare financiële activa
4.661
4.661
6.184
6.184
(1.807)
(1.807)
(1.514)
(1.514)
1.913
708
(708)
80
529
(177)
128
(464)
(307)
- Leningen en vorderingen (inclusief financiële leasing) Materiële vaste activa Goodwill en andere immateriële activa Investeringen in geassocieerde ondernemingen, dochterondernemingen en joint ventures
(16)
627
(627)
522
(538)
352
(771)
(464)
(771)
(623)
(900) (279)
(1.523) (1.927)
(293)
(488)
(360)
80 (307) -
Overige activa
-
Deposito's van centrale banken
-
-
-
Financiële verplichtingen
-
-
-
- Deposito's van kredietinstellingen
-
- Deposito's van clienten
-
- In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen, inclusief obligaties
-
- Achtergestelde verplichtingen Voorzieningen Overige verplichtingen Fiscale verliezen Totaal
1.875 195
-
1.875
38 (418)
39.211
(39.016)
6.866
-
6.866
11.002
40.360
(29.358)
(418) (18)
4.177
38
1.219
2011 (10.564) 42
Totaal
(10.523)
(9.828) (617) (10.445)
2.411
(116)
415
(20)
2.826
(136)
2.2. Wijzigingen in belastingtarieven of nieuwe belastingen 2.3. Toevoeging (gebruik) van fiscaal overdraagbare verliezen 2.4. Overige uitgestelde belastingen Totaal Totaal actuele en uitgestelde belastinglasten (-baten)
(7.697)
III. BELASTINGEN OP NIET-GEREALISEERDE WINST Voor verkoop beschikbare financiële activa Kasstroomafdekkingen Totaal belastingen op niet-gerealiseerde winst
(10.581)
2011 Bruto
Belastingen
2010 Netto
Bruto
Belastingen
325
(279)
47
2.648
(900)
1.748
1.973
2.974
(1.179)
1.795
(3.231)
IV. AANSLUITING TUSSEN TOEPASSELIJK EN EFFECTIEF BELASTINGTARIEF 1.1. Winst (verlies) vóór belasting 1.2. Winst van geassocieerde ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode (-) 1.3. Negatieve goodwill die onmiddellijk wordt opgenomen in de winst- en verliesrekeningen (-)
2011
(5.204)
2010
63.059 (200)
36.280 (144)
(35.472) 27.388
36.136
1.4. Toepasselijk belastingtarief (%)
33,99%
33,99%
1. Belastingen op basis van het toepasselijk belastingtarief
(9.309)
(12.283)
-
-
2. Impact van tarieven in andere rechtsgebieden 3. Impact van niet-belastbare inkomsten 4. Impact van niet-aftrekbare kosten
41 (1.844)
5. Impact van teruggenomen (aangewende) fiscale verliezen
0
6. Impact van wijzigingen in de belastingtarieven 7. Impact van over-(onder)schattingen voorgaande perioden
-
(269)
(86)
-
9. Resultaat uit geassocieerde deelnemingen 11. Overige toename (afname)
0
-
8. Impact dividenden ontvangen van niet-geconsolideerde participaties (DBI ) 10. Impact van notionele interest aftrek
11 (887)
-
-
-
3.805
2.666
(121)
(2)
12. Belasting op basis van het effectief belastingtarief
(7.697)
(10.581)
13.1. Winst (verlies) vóór belasting
63.059
36.280
13.2. Winst van geassocieerde ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode (-) 13.3. Negatieve goodwill die onmiddellijk wordt opgenomen in de winst- en verliesrekeningen (-) 13. Effectief belastingtarief (%)
V. ANDERE VERMELDINGEN Uitgestelde belastingvorderingen die afhankelijk zijn van toekomstige winsten
(200)
(144)
(35.472) 27.388
36.136
28,10%
29,28%
2011 6.866
2010 18
1.738 (671) 1.068
(38.663)
(38.598)
2.826
2. Uitgestelde belastingen, netto: 2.1. Herkomst en terugboeking van tijdelijke verschillen
65
2.959
2010
1.2. Aanpassingen aan belastingen van voorgaande perioden
1.837
1.638
1. Actuele belastingen, netto 1.1. Belastingen op het resultaat van het boekjaar
1.906
18
De overige verplichtingen betreft de bijzondere belasting die zal verschuldigd zijn op het ogenblik dat ABK zal uittreden uit het net van het Beroepskrediet.
II. ACTUELE EN UITGESTELDE BELASTINGLASTEN (-BATEN)
(69)
Netto (3.466) 1.302 (2.163)
(1.179)
5.209
6.848
(33.964)
(32.317)
8. BEDRIJFSCOMBINATIES (in duizenden EUR) Op 20 mei 2011 heeft Bank J.Van Breda & C° de controle verworven over het Antwerps Beroepskrediet (ABK). Via ABK wenst Bank J.Van Breda & C° de toegevoegde waarde van haar vermogensbegeleiding uit te breiden naar een cliënteel buiten de doelgroep van ondernemers en vrije beroepen. ABK is de veilige bank voor eenvoudige, transparante en correct geprijsde spaar- en beleggingsproducten. Veiligheid betekent aandachtig omgaan met het geld dat wordt toevertrouwd, met enkel veilige producten. Op die manier is ABK al meer dan 80 jaar de vertrouwenspartner van zelfstandigen en particulieren. Wettelijke en statutaire bepalingen beperken de mogelijkheid van ABK om winsten uit te keren aan de aandeelhouders. Niettemin biedt de bedrijfscombinatie diverse voordelen voor zowel ABK als de groep Bank J. Van Breda & C°. Uiteraard zal er worden gezocht naar synergieën in domeinen als informatica en andere transversale functies. Maar er wordt voor ABK ook een groeipad uitgetekend waarbij de bank als volwaardige financiële instelling blijft bestaan, met respect voor haar eigenheid en integriteit. Bedoeling is dat ABK en Bank J. Van Breda & C° volledig complementair worden, zowel geografisch, qua distributiemodel als qua doelgroep. Hierdoor zal de totaliteit van de beide banken zowat de ganse Belgische retailmarkt kunnen bereiken. Bank J. Van Breda & C° verwierf op 20 mei 40,80% van het totale aandelenbezit, welke 87,33% van de stemrechten vertegenwoordigden. In overeenstemming met IFRS 3 werden de verworven activa en verplichtingen gewaardeerd tegen hun reële waarde op overnamedatum. De op deze wijze bepaalde waarde lag hoger dan de aankoopprijs, wat leidde tot een negatief consolidatieverschil (“badwill”) dat voor 35,5 miljoen EUR bijdraagt aan het resultaat. Er werd geopteerd om het minderheidsbelang te waarderen als het evenredig deel van het minderheidsbelang in de identificeerbare netto-activa van ABK. Via het afsluiten van het openbaar bod en een latere kapitaalsverhoging heeft Bank J.Van Breda & C° haar participatie in ABK opgedreven tot 91,76% van het totale aandelenbezit (94,85% van de stemrechten). Deze wijzigingen van het eigendomsbelang na de overname werden administratief verwerkt als eigen-vermogentransacties in overeenstemming met IAS 27. Deze transactie leidde tot een verschuiving in het geconsolideerde eigen vermogen van minderheidsbelang naar belang van de groep. Het totale geconsolideerde eigen vermogen is door de overname aangegroeid tot 411 miljoen euro, tegenover 258,7 miljoen euro eind 2010. Meer info omtrent de overname vindt u in de overnameprospectus die raadpleegbaar is op onze website www.bankvanbreda.be.
Evolutie van het aandeel van de groep Bank J. Van Breda & C° in het Eigen Vermogen van ABK 1) Situatie bij verwerving van de controle op 20 mei 2011
79.596
Netto-activa of Eigen Vermogen van ABK
195.085
Minderheidsbelang Eigendomsbelang groep Bank J. Van Breda & C°: 40,80%
115.488 79.596
In cash betaalde vergoeding bij overname Negatief consolidatieverschil opgenomen in de winst- en verliesrekening
44.125 35.472
2) Stapsgewijze verhoging van het eigendomsbelang
97.959
In cash betaalde vergoeding bij afsluiten van het openbaar overnamebod Kapitaalsverhoging Effect van de verhoging van de participatie op het eigendomsbelang (verwatering van het minderheidsbelang) Aandeel in gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
10.701 3.100 89.031 -4.873
3) Eigendomsbelang groep Bank J. Van Breda & C° op 31 december 2011: 91,76%
177.555
Het aandeel in de gerealiseerde resultaten zorgt voor een bijdrage tot het geconsolideerde netto-resultaat van -1.998 k eur (33.473 k eur inclusief negatief consolidatieverschil). De aan de overname gerelateerde kosten, opgenomen in de winst- en verliesrekening, bedragen 436 k eur. De bijdrage tot het geconsolideerde netto-resultaat, als ABK sinds het begin van het boekjaar deel zou hebben uitgemaakt van de groep, wordt geraamd op 5.964 k eur (met een eigendomsbelang van 91,76%).
Reële waarde van de verworven activa op het moment van verwerving I. Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken II. Vorderingen op kredietinstellingen III. Financiële activa 1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 2. Andere financiële activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat 3. Financiële activa beschikbaar voor verkoop 4. Leningen en vorderingen (inclusief financiële leasing) 5. Wijzigingen in reële waarde van de afgedekte posities bij afdekking van het renterisico van een portefeuille 6. Derivaten gebruikt ter afdekking IV. Materiële vaste activa 1. Terreinen, gebouwen en uitrusting
4.662 55.614
1.692 251.936 232.560
1.566
V. Goodwill en andere immateriële activa VI. Investeringen in geassocieerde ondernemingen administratief verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode VII. Belastingvorderingen 1. Actuele belastingen 2. Uitgestelde belastingen VIII. Overige activa Totaal Activa
217 5.279 1.636 555.161
Reële waarde van de verworven verplichtingen op het moment van verwerving I. Financiële verplichtingen 1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 2. Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs 2.1. Deposito's van kredietinstellingen 2.2. Deposito's van klanten 2.3. In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen, inclusief obligaties 2.4. Achtergestelde verplichtingen
2.594 294.799 10.868
3. Derivaten gebruikt ter afdekking II. Voorzieningen III. Belastingverplichtingen 1. Actuele belastingen 2. Uitgestelde belastingen
39.243
IV. Overige verplichtingen Totaal Verplichtingen
12.573 360.077
Netto-actief
195.085
9. NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) 2011 Onderliggende waarde
2010 Onderliggende waarde
1. Gestelde kredietengagementen
306.686
315.974
2. Gestelde financiële zekerheden
52.789
45.104
3. Gestelde zakelijke zekerheden
90.290
90.290
449.765
451.368
Totaal
10. VERBONDEN PARTIJEN De met Bank J. Van Breda & C° verbonden partijen zijn: * geassocieerde ondernemingen (zie toelichting 5.2); * leden van de Raad van Bestuur en het directiecomité van de bank evenals dichte familieleden van voornoemde personen of elke vennootschap die gecontroleerd of sterk beïnvloed wordt door één van de hoger vermelde personen; * andere verbonden partijen: ° Bank Delen; ° Finaxis; ° Ackermans & van Haaren en haar dochtervennootschappen. Transacties tussen Bank J. Van Breda & C° en de integraal geconsolideerde dochterondernemingen (zie toelichting 5.1) worden geëlimineerd en zijn niet opgenomen in deze toelichtingen. Sinds 1998 zijn de aandelen van de bank verankerd in de holding Finaxis, net zoals deze van Bank Delen. Vandaag is Ackermans & van Haaren NV met 75% van de aandelen de referentie-aandeelhouder van Finaxis. Ackermans & van Haaren is rechtstreeks eigenaar van 40% van de aandelen; haar 100%-dochtervennootschap naar Luxemburgs recht, Profimolux, is eigenaar van 35% van de aandelen van Finaxis. De familie Delen participeert in het kapitaal via de vennootschap naar Luxemburgs recht, Promofi, die 25% van Finaxis bezit. Ackermans & van Haaren is tevens eigenaar van 15% van de aandelen van Promofi, waardoor het aandeel in Finaxis (rechtstreeks en onrechtstreeks) 78,75% bedraagt. Door Ackermans & van Haaren wordt eveneens een geconsolideerde jaarrekening opgesteld en gepubliceerd. Tabellen 9.1 tot en met 9.3 geven per aard de transacties weer van de laatste twee jaren die met deze verbonden partijen werden verricht.
10.1 VERBONDEN PARTIJEN: WINST- EN VERLIESREKENING (in duizenden EUR) 2011
INKOMSTEN EN KOSTEN
Geassocieerde ondernemingen
Andere verbonden partijen
2010
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
Geassocieerde ondernemingen
Andere verbonden partijen
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
I. Financiële en bedrijfsinkomsten 1. Netto intrestinkomsten
50
2. Ontvangen dividenden 3. Netto vergoedingen en commissies
116
(1.242)
(17)
(212)
(1.421) 116
11.047
23
(974)
(24)
(1.173)
76
11.047
(2.148) 76
10.996
5
11.001
II. Administratieve kosten 1. Personeelskosten 2. Algemene en administratieve kosten
(3.768)
Totaal
(3.602)
(1.518)
(1.518)
(33) 9.772
(1.535)
(212)
(1.544)
(3.802)
(3.519)
4.423
(3.420)
(1.544)
(26) 9.996
Openstaande opties bestuurders Aantal openstaande nog uitoefenbare opties in het kader van de optieplannen uitgegeven door Finaxis: 5.045 aandelen vertegenwoordigen 0,78% van het kapitaal van de bank dat uit 650.000 gewone aandelen zonder nominale waarde bestaat.
(3.545) (1.568)
2011 5.045
(1.168)
2010 4.555
Transacties tussen verbonden partijen vonden plaats onder voorwaarden gelijkwaardig aan de voorwaarden die gelden in transacties tussen onafhankelijke partijen. De resultaten van andere verbonden partijen zijn voornamelijk resultaten voortvloeiend uit transacties met Bank Delen: * betaalde/ontvangen interestvergoedingen op rekeningen van Bank Delen bij Bank J. Van Breda & C°; * netto vergoedingen en commissies in het kader van vermogensbeheer en verkoop fondsen via Bank Delen voor cliënten van Bank J. Van Breda & C°. Dividenden Er werd in 2011 een tussentijds dividend uitgekeerd van 15,8 eur per in aanmerking komend gewoon aandeel (in 2010 14,5 eur). Na balansdatum werd door de Raad van Bestuur voorgesteld een dividend uit te keren van 13,2 eur per in aanmerking komend gewoon aandeel (in 2010: geen)
2011
2010
10.270
9.425
8.580
-
3.840
10.2 VERBONDEN PARTIJEN: ACTIVA (in duizenden EUR) 2011
ACTIVA
Geassocieerde ondernemingen
Andere verbonden partijen
II. Vorderingen op kredietinstellingen III. Financiële activa 1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 2. Voor verkoop beschikbare financiële activa 3. Leningen en vorderingen (inclusief financiële leasing) 4. Derivaten gebruikt ter afdekking VIII. Overige activa
Totaal
2010
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
8
2.356
4.055
58
1.219
2.414
5.282
Geassocieerde ondernemingen
8
-
-
-
-
Andere verbonden partijen
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
45
45
-
-
-
-
6.411 -
1.510
3.450
1.277
237
1.026
7.696
1.747
4.520
188
5.148 1.263
-
188
6.455
10.3 VERBONDEN PARTIJEN: VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) 2011
VERPLICHTINGEN
Geassocieerde ondernemingen
Andere verbonden partijen
2010
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
Geassocieerde ondernemingen
Andere verbonden partijen
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
I. Financiële verplichtingen 1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 2. Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs 2.1. Deposito's van kredietinstellingen 2.2. Deposito's van klanten
1.286
1.177 16
224
68
1.510
1.261
671
5.230
1.177 7.202
1.123
138.664 1
292
68
18
8.671
1.191
138.683
1.460
75.745
138.664 78.329
2.3. In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen, inclusief obligaties 2.4. Achtergestelde verplichtingen 3. Derivaten gebruikt ter afdekking IV. Overige verplichtingen
Totaal
671
5.230
87
1.460
75.745
217.080
11. PERSONEELSBELONINGEN EN OVERIGE VERGOEDINGEN 11.1 OP AANDELEN GEBASEERDE VERGOEDINGEN De Raad van Bestuur van Finaxis NV heeft 3 aandelenoptieplannen op aandelen ingevoerd die voorbehouden zijn aan bepaalde medewerkers en bestuurders van Bank J. Van Breda & C°. Op het eerste optieplan, dat dateert van voor 7 november 2002, is IFRS 2 niet van toepassing. Als gevolg van dit besluit van de Raad van Bestuur van Finaxis NV beschikt een Comité over de bevoegdheid om, overeenkomstig de voorwaarden van deze plannen maximum 63.500 opties (35.000 voor het 1ste optieplan, 16.500 voor het 2de optieplan en 12.000 voor het 3de optieplan) toe te kennen aan geselecteerde deelnemers. De aandelenoptieplannen hebben als doel de betrokkenheid van medewerkers en bestuurders bij Bank J. Van Breda & C° en haar geconsolideerde resultaten te bevorderen. De opties zijn elk jaar enkel uitoefenbaar tijdens de maand april, doch nooit voor het verstrijken van het 3e kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin het aanbod op opties plaatsvond. De optieplannen zijn “cash settled” op het niveau van de moedermaatschappij Finaxis.
Het aandeel Bank J. Van Breda & C° is niet beursgenoteerd. De waarde van Bank J. Van Breda & C° wordt vastgesteld op 15 keer het gecorrigeerd geconsolideerd nettoresultaat. De te hanteren formule om tot de waarde van een aandeel te komen: (gecorrigeerd geconsolideerd nettoresultaat maal 15 + éénmaal de uitzonderlijke winsten en verliezen van het boekjaar) en dat gedeeld door het aantal aandelen.
De bijdrage in het resultaat is gebaseerd op volgende assumpties: * de verwachte waarde die de opties in de toekomst zullen hebben, op basis van inschatting van de evolutie van de nettowinst over de volgende jaren; * het verwachte uitoefengedrag en retentie, gebaseerd op het uitoefengedrag van optiehouders en de personeelsretentie van de voorbije periode. De kostprijs van het optieplan wordt gespreid over de periode waar de prestaties van de optiehouders in worden geleverd.
Datum toekenning Optieplan 1:2000-2004
Optieplan 2: 2007-2009
Optieplan 3: 2011-2012
Aantal Aantal Saldo toegekende uitgeoefende Aantal verbeurd uitstaande opties opties verklaarde opties opties Uitoefenprijs
1/apr/00
5.014
(4.120)
(894)
-
326,98 Uitgeoefend
1/apr/01
4.665
(4.092)
(573)
-
358,32 Uitgeoefend
1/apr/02
4.837
(4.411)
(426)
-
373,02 Uitgeoefend
1/apr/03
5.166
(4.792)
(374)
-
408,81 Uitgeoefend
1/apr/04
5.991
(2.531)
(430)
3.030
452,28 2008-2012
1/apr/07
4.946
(295)
(679)
3.972
563,01 2011-2015
592
1/apr/08
5.715
-
(789)
4.926
516,55 2012-2016
989 1.015
1/apr/09
5.238
-
(330)
4.908
475,82 2013-2017
1/apr/11
5.878
-
(38)
5.840
592,25 2015-2019
47.450
(20.241)
(4.533)
22.676
Gewogen Gewogen gemiddelde gemiddelde waarde Range uitoefenuitoefenprijs aandeel prijs
Gewogen resterende gemiddelde looptijd (in jaren)
Totaal
2011
Uitstaande opties Uitstaand bij aanvang periode Toegekend in periode Verbeurd verklaarde opties (forfeited) Uitgeoefende opties Vervallen opties Uitstaand op einde periode Uitoefenbaar op einde periode
20.414
493,75
5.878 (473)
508,46
(3.143)
437,46
592,25
22.676
526,78
7.002
515,09
452,28-563,01
1,95
Gewogen Gewogen gemiddelde gemiddelde waarde Range uitoefenuitoefenprijs aandeel prijs
Gewogen resterende gemiddelde looptijd (in jaren)
2010
Uitstaande opties Uitstaand bij aanvang periode
22.405
489,10
Toegekend in periode Verbeurd verklaarde opties (forfeited) Uitgeoefende opties Vervallen opties Uitstaand op einde periode Uitoefenbaar op einde periode
Uitoefenperiode
Provisie per 31/12/2011 (in duizenden eur)
(307)
522,62
(1.684)
426,54
538,09
20.414
493,75
5.878
438,80
408,81-452,28
0,94
255 2.851
11.2 PENSIOENPLANNEN (in duizenden EUR) I. TE BEREIKEN DOEL PENSIOENPLANNEN 2011
2010
1. Bedragen opgenomen in de balans Nettoverplichtingen (-vorderingen) uit hoofde van gefinancierde te bereiken doel plannen
1.777
Contante waarde van volledig of gedeeltelijk gefinancierde verplichtingen Reële waarde van fondsbeleggingen (-)
0
4.332 -2.556
Niet-opgenomen actuariële winsten (verliezen) Verplichtingen (-vorderingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen, totaal Verplichtingen Activa (-)
1.777 4.332 -2.556
0
157 96 115 -54
0
2. Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten Rentekosten Verwacht rendement op fondsbeleggingen (-) Opgenomen actuariële (winsten) verliezen, netto 3. Bewegingen in de verplichtingen (-vorderingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, beginsaldo Toename door bedrijfscombinatie Betaalde bijdragen (-) Opgenomen lasten Overige toename (afname) Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, eindsaldo
0 1.706 -87 157
0
1.777
0
4. Voornaamste actuariële veronderstellingen Disconteringsvoet Verwacht rendement op fondsbeleggingen Verwacht percentage van loonsverhogingen Percentage dat de tendens voor medische kosten weerspiegelt
4,78% 3,75% 5,27% 2,00%
De te bereiken doel pensioenplannen betreffen de plannen bij ABK.
II. PENSIOENPLANNEN MET VASTE BIJDRAGE 2011 Totaal kosten opgenomen in de resultatenrekening
2010
(1.548)
(1.490)
12. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen (positieve of negatieve) voorgedaan tussen 31/12/2011, de balansdatum en 9/2/2012, datum van goedkeuring tot publicatie van de jaarrekening door de Raad van Bestuur.
BEZOLDIGING VAN DE COMMISSARIS (in duizenden EUR) 2011 Bezoldiging van de commissaris Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris Andere controleopdrachten Belastingadviesopdrachten Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door personen met wie de commissaris verbonden is Andere controleopdrachten Belastingadviesopdrachten Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten
2010 134
38
5
129
EXTERNE MANDATEN LEDEN RAAD VAN BESTUUR
Naam
Mandaat
Jan Suykens
Onafhankelijk bestuurder
Vennootschap + adres
Activiteit
Mercator Verzekeringen NV
Verzekerings-
Posthofbrug 16
onderneming
Beursgenoteerd Neen
2600 Antwerpen Onafhankelijk bestuurder
Nateus NV
Verzekerings-
Frankrijklei 79
onderneming
Neen
2000 Antwerpen Onafhankelijk bestuurder
Nateus Life NV
Verzekerings-
Frankrijklei 79
onderneming
Neen
2000 Antwerpen Luc Bertrand
Voorzitter van de
IBF International Consulting NV
Raad van Bestuur
Avenue de Tervueren 72
Andere
Neen
Kredietinstelling
Neen
Andere
Neen
Andere
Ja
Andere
Neen
Neen
1040 Brussel Onafhankelijk bestuurder
ING België NV Avenue Marnix 24 1000 Brussel
Bestuurder
Institut de Pathologie cellulaire Christian de Duve Avenue Hippocrate 75 1200 Brussel
Onafhankelijk bestuurder
Schroders plc Gresham Street 31 UK - EC2V 7QA London
Alfred Bouckaert,
Vaste vertegenwoordiger
Thornton & C° NV
van Fabilux NV,
Elisabethlaan 156
bestuurder
2600 Antwerpen AXA Helleniki
Verzekerings-
vaste vertegen-
Bestuurder
Mikalakopoulou Street 48
onderneming
woordiger van
GR - 115 28 Athene
Consuco NV Bestuurder
AXA Italia
Verzekerings-
Via Leopardi 15
onderneming
Neen
IT - 20123 Milaan
Vaste vertegenwoordiger
Compagnie d'entreprises CFE Aannemingsmaatschappij CFE NV
van Consuco NV,
Hermann-Debrouxlaan 40
Bestuurder
1160 Oudergem
Voorzitter van de
Dexia Banque Belgique NV
Raad van Bestuur
Pachecolaan 44
Andere
Ja
Kredietinstelling
Neen
Andere
Neen
Andere
Neen
Neen
1000 Brussel Vaste vertegenwoordiger
Vandemoortele Lipids NV
van Consuco NV,
Moutstraat 64
Bestuurder
9000 Gent
Vaste vertegenwoordiger
Ventosia SA
van Consuco NV,
Karel Rogierplein 11
Bestuurder
1210 Sint-Joost-ten-Noode
Vaste vertegenwoordiger
Ventosia SA
Beleggings-
van Consuco NV,
Route d'Arlon 283
onderneming
Bestuurder
LU - 1150 Luxembourg
Vaste vertegenwoordiger
Vesalius
Beleggings-
van Consuco NV,
Rue Thomas Edison 1B
onderneming
Bestuurder
LU - 1445 Strassen
Vaste vertegenwoordiger
Vesalius Biocapital Arkiv NV
van Consuco NV,
Tervurenlaan 273
Bestuurder
1150 Sint-Pieters-Woluwe
Andere
Neen
Neen
Verantwoordelijke uitgever:
[email protected] | 03/2012
Het geklasseerde, voormalige goederenstation Antwerpen-Zuid werd volledig gerestaureerd en is nu de zetel van Bank J.Van Breda & C°.
Bank J.Van Breda & C° is een gespecialiseerde adviesbank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen. Wij helpen u bij de systematische opbouw en de bescherming van uw vermogen. Bij ons kan u rekenen op een persoonlijke, proactieve begeleiding. Zowel privé als professioneel. Uw leven lang.
03 217 53 33 elke bankwerkdag van 9 tot 17u Bank J.Van Breda & C° Ledeganckkaai 7 2000 Antwerpen www.bankvanbreda.be/contact
Vragen? Neem contact op met:
[email protected] Verantwoordelijke interne en externe rapportering
[email protected] Communicatieverantwoordelijke
Enkel voor ondernemers en vrije beroepen www.bankvanbreda.be