Jaarverslag 2012 Geconsolideerde jaarrekening
Enkel voor ondernemers en vrije beroepen www.bankvanbreda.be
INHOUDSTAFEL Kerncijfers Verslag van de Raad van Bestuur conform art. 119 van het Wetboek van vennootschappen Geconsolideerde winst- en verliesrekening Overzicht gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Geconsolideerde balans: activa Geconsolideerde balans: eigen vermogen en verplichtingen Geconsolideerd kasstroomoverzicht Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen Toelichtingen 1. Samenvatting boekhoudkundige grondslagen en methodologie 2. Wijzigingen in de boekhoudkundige grondslagen en methodologie 3. Risicobeheer 3.1. Maximale kredietrisico financiële instrumenten 3.2. Kredietrisico leningen en vorderingen en waardering waarborgen 3.3 Achterstallige financiële activa 3.4. Kredietrisico financiële activa beschikbaar voor verkoop 3.5. Beheer liquiditeitsrisico en renterisico 3.6. Kapitaalbeheer 4. Beoordelingen en schattingen 5. Consolidatiekring 5.1. Dochterondernemingen integraal opgenomen in de consolidatie 5.2. Geassocieerde ondernemingen en joint ventures waarop vermogensmutatie is toegepast 6. Toelichtingen bij de geconsolideerde balans 6.1. Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken 6.2. Vorderingen op kredietinstellingen 6.3. Financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 6.4. Andere financiële activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via winst- en verliesrekening 6.5. Voor verkoop beschikbare financiële activa 6.6. Leningen en vorderingen 6.7. Lease-overeenkomsten 6.8. Derivaten gebruikt ter afdekking 6.9. Kasstroomindekkingen: verwachte kasstromen 6.10. Investeringen in geassocieerde ondernemingen administratief verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode 6.11. Overige activa 6.12. Deposito's van kredietinstellingen 6.13. Deposito's van klanten 6.14. In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen, inclusief obligaties 6.15. Achtergestelde verplichtingen 6.16. Overige verplichtingen 6.17. Reële waarde financiële activa en verplichtingen 7. Toelichtingen bij de geconsolideerde winst- en verliesrekening 7.1. Netto intrestinkomsten 7.2. Dividenden 7.3. Netto vergoedingen en commissies 7.4. Winsten (verliezen) op financiële activa beschikbaar voor verkoop 7.5. Winsten (verliezen) op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 7.6. Winsten (verliezen) uit derivaten gebruikt ter afdekking 7.7. Winst en verlies op de realisatie van andere activa dan voor verkoop aangehouden 7.8. Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten 7.9. Personeelskosten 7.10. Algemene en administratieve kosten 7.11. Materiële vaste activa 7.12. Immateriële activa 7.13. Voorzieningen 7.14. Bijzondere waardeverminderingen 7.15. Eenmalige kost verbonden aan de uittreding door ABK uit het statuut van het Beroepskrediet 7.16. Winstbelastingen 8. Bedrijfscombinaties 9. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 10. Verbonden partijen 10.1. Verbonden partijen: winst- en verliesrekening 10.2. Verbonden partijen: activa 10.3. Verbonden partijen: passiva 11. Personeelsbeloningen en overige vergoedingen 11.1. Op aandelen gebaseerde vergoedingen 11.2. Pensioenplannen 12. Gebeurtenissen na balansdatum Bezoldiging van de commissaris Verslag van de erkende commissaris Externe mandaten leden Raad van Bestuur
Kerncijfers In een oogopslag 2008 Personeel
2009
2010
2011
2012
403
399
418
462
465
32.235 20.619
34.103 23.317
39.962 25.664
38.865 54.880 (*)
47.450 27.739
5.009.245 2.221.400 2.787.845 2.202.059 222.513
5.644.268 2.358.533 3.285.735 2.328.371 243.667
6.368.943 2.596.766 3.772.177 2.631.339 258.620
7.469.140 3.453.279 4.015.861 3.043.941 394.969
8.010.469 3.424.426 4.586.043 3.306.419 427.267
60% 9,6%
60% 10%
57% 10%
61% (*)
58% 7%
0,70% 0,19% 7,6% 10,1% 12,5%
0.77% 0,09% 8,1% 11,8% 14,6%
0,80% 0,15% 8,1% 11,3% 14,7%
(*) 0,06% 9,9% 14,7% 17,3%
0,69% 0,08% 10,7% 14,2% 16,4%
Resultaten
Bruto bedrijfsresultaat Winst na belastingen
Balansgegevens
Totaal belegd door cliënten Cliëntendeposito’s Buitenbalansproducten Totaal privé-kredietverlening Eigen vermogen deel groep Ratio’s Efficiëntieratio (cost income) Rendement op het gemiddelde eigen vermogen (ROE) Rendement op activa (ROA) Waardeverminderingen op kredieten Solvabiliteit (eigen vermogen op activa) Kernkapitaalratio (core tier 1) Risicogewogen solvabiliteitsratio (RAR)
Gegevens telkens op 31.12, financiële informatie in duizenden EUR
(*) Exclusief ABK bedroeg de nettowinst in 2011 21,407 miljoen euro. Gezien de uitzonderlijke eenmalige resultaatsimpact (badwill) van de overname van ABK zouden de rendementspercentages over 2011 een vertekend beeld geven van de onderliggende rendabiliteit.
Verslag van de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering conform artikel 119 van het Wetboek van Vennootschappen Bank J.Van Breda & C° realiseert geconsolideerde nettowinst van 27,7 miljoen euro en commerciële volumegroei met 8%. Bank J.Van Breda & C° heeft in 2012 een geconsolideerde nettowinst gerealiseerd van 27,7 miljoen euro. Gezien een aantal uitzonderlijke elementen in 2011 1 biedt het brutobedrijfsresultaat (excl. waardeverminderingen, belastingen, eenmalige bijdrage beroepskrediet en consolidatieverschillen) de beste basis om de evolutie van de onderliggende resultaten te vergelijken. Hier realiseert de bank een stijging met 22%. Zowel de doelgroepstrategie van Bank J.Van Breda & C° als de financiële resultaten van haar dochtervennootschappen ABK en Car Finance dragen bij tot deze resultaatsgroei. Door de voortdurende nieuwe instroom van beleggingen stijgt het toevertrouwd vermogen van cliënten met 7%. De kredietportefeuille groeit met 9%. Resultaatsevolutie 2011 – 2012 (*) Exclusief ABK 2011 2012 % 2011 95.725 99.209 4% 65.648 67.039 2% 25.048 26.934 8% 5.029 5.237
Inclusief ABK 2011 2012 % 2011 99.822 113.908 14% 73.472 79.144 8% 25.027 26.772 7% 1.323 7.992
-56.773 59%
-60.088 61%
-60.957 61%
-66.458 58%
Resultaat vermogensmutatie Bruto bedrijfsresultaat
200 39.152
278 39.399
200 39.064
278 47.728
Waardeverminderingen
-9.008
-1.677
-11.477
-4.683
Resultaat na waardeverminderingen
30.144
37.723
25%
27.587
43.045
56%
Winstbelastingen en bijzondere bijdrage uittreding statuut Beroepskrediet
-8.709
-11.859
36%
-7.697
-15.063
96%
Winst over de verslagperiode
21.435
25.864
19.891
27.982
Winst - deel van de groep (excl. badwill) Consolidatieverschil (badwill) Winst - deel van de groep (incl. badwill)
21.407
25.795
27.739
21.407
25.795
19.409 35.472 54.880
Bankproduct Renteresultaat Commissie-inkomsten Meerwaarden en overige opbrengsten Kosten Cost/income
6%
1%
20%
9%
22%
43%
27.739
(*) eigen voorstellingswijze
1
Het geconsolideerde nettoresultaat van 2011 bedroeg 54,9 miljoen euro, maar werd sterk vertekend door enerzijds een negatieve goodwill van 35,5 miljoen als gevolg van de overname van ABK en anderzijds een aantal waardeverminderingen in de beleggingsportefeuille.
Bankproduct stijgt met 14% Het geconsolideerde bankproduct stijgt met 14 miljoen euro tot 113,9 miljoen euro (+14%). Exclusief ABK bedraagt de groei 4%.2 • Ondanks de groei van de kredietportefeuille met 9% stijgt het renteresultaat exclusief ABK slechts met 2%. De aanhoudende verstoring van de depositomarkt waarbij een aantal banken spaargeld aanzienlijk boven de risicovrije rente vergoeden, weegt op het renteresultaat. Ook de vervlakking van de rentecurve en de strategie van de bank om in haar beleggingsportefeuille voorrang te geven aan veiligheid boven rendement remmen de groei van het renteresultaat af. Inclusief de resultaatsbijdrage van ABK groeit het renteresultaat met 8%. • De groei in buitenbalansbeleggingen (+14%) zorgt voor een stijging van de commissie-inkomsten met 7% (8% excl. ABK). • De stijging van de meerwaarden op financiële instrumenten en overige opbrengsten is voornamelijk het gevolg van de verkopen uit de beleggingsportefeuille. ABK treedt uit het statuut van het Beroepskrediet In 2012 heeft ABK gebruik gemaakt van de mogelijkheid om uit het statuut van het Beroepskrediet te treden. Hiertoe werd een bijzondere bijdrage betaald aan de overheid. Aangezien hiervoor bij de overname van ABK een provisie werd aangelegd blijft – na verrekening van belastingeffecten - de netto-impact van deze bijdrage op de vermogenspositie van de bank beperkt.
2
Tot en met 31/5/2011 maakte ABK geen deel uit van de consolidatiekring van Bank J.Van Breda & C°. Om onderliggende evoluties beter weer te geven worden een aantal resultaatsgegevens exclusief ABK vermeld.
Cost income-ratio 58% Exclusief de bijdrage m.b.t. het statuut van het beroepskrediet liggen de kosten met 67 miljoen euro – excl. ABK – 6% boven 2011 en bedraagt de cost income-ratio geconsolideerd 58%, waarmee Bank J.Van Breda & C° tot de meest performante Belgische banken behoort. Waardeverminderingen kredieten op een laag niveau De waardeverminderingen en provisies voor kredietdossiers bedragen 2,4 miljoen euro tegenover 1,7 miljoen euro in 2011. Zij bedragen 0,08% van de gemiddelde kredietportefeuille. In de beleggingsportefeuille van ABK bevinden zich een aantal vastgoedbevaks en aandelen waarvan de beurskoers zich onder het niveau van de openingsbalans bij overname situeert. Hierop werd een bijzondere waardevermindering geboekt met een resultaatsimpact van 2,3 miljoen euro. Sterke liquiditeit en solvabiliteit Bank J.Van Breda & C° blijft goed gewapend om het hoofd te bieden aan de uitdagingen van de financieel-economische crisis dankzij een gezonde liquiditeitspositie. De kredietportefeuille wordt volledig gefinancierd met cliëntendeposito’s. Het eigen vermogen (deel van de groep) stijgt van 395 miljoen euro naar 427 miljoen. De gezonde beleggingsportefeuille maakt dat het eigen vermogen, net zoals de voorbije jaren niet wordt aangetast door waardeverminderingen op financiële instrumenten. De groei van het eigen vermogen geeft de bank bijkomende slagkracht om haar gestage groei op een financieel gezonde manier te bestendigen, zelfs bij onvoorziene marktomstandigheden. De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa bedraagt 11%, een veelvoud van de 3% die de toezichthouders tegen ten vroegste 2019 willen invoeren onder Basel III.
1. Bank J.Van Breda & C° Bank J.Van Breda & C° is een gespecialiseerde adviesbank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen. Wij helpen hen bij de systematische opbouw, het beheer en de bescherming van hun vermogen. Bij ons kunnen ze rekenen op een persoonlijke, proactieve begeleiding. Zowel professioneel als privé. Hun leven lang. Deze activiteiten worden verder in deze tekst aangeduid met de term “doelgroepbankieren”. Ondernemers en vrije beroepen vertrouwen meer dan 7,6 miljard euro vermogen toe aan Bank J.Van Breda & C° De duurzame, voorzichtige aanpak van de bank en de hoge cliëntentevredenheid resulteren in een gestage groei van de commerciële volumes. Het door cliënten belegd vermogen kent in 2012 een groei van 547 miljoen tot 7,6 miljard euro (+8%).
• Na een volumegroei met 20% in 2011 stagneren de cliëntendeposito’s in 2012 op 3,1 miljard euro. In een uiterst concurrentiële marktomgeving, resulteert het vertrouwen van de cliënten in een verschuiving van kortermijntegoeden naar langere looptijden. Zo groeien de termijnrekeningen op meer dan een jaar met 42% tot 646 miljoen euro. • In totaliteit stijgen de beleggingen in buitenbalansproducten met 14% tot 4,6 miljard euro, dankzij de instroom van bijkomende beleggingen en de financiële prestaties van de vermogens onder beheer. o
In het vermogensbeheer beheert Bank Delen eind 2012 2.507 miljoen euro voor cliënten van Bank J.Van Breda & C° (tegenover 2.115 miljoen euro in 2011, +19%). Ondersteund door een gunstig beursklimaat werd op deze portefeuilles een mooi rendement gerealiseerd. Met haar behoudsgezinde beleggingsstrategie heeft Bank Delen aangetoond goed bestand te zijn tegen de financiële crisis van de voorbije jaren. Samen met de patrimoniale begeleiding resulteerde dit ook in 2012 in een gestage instroom van nieuw kapitaal, zowel van bestaande als van nieuwe cliënten.
o
De verzekeringsbeleggingen groeiden tot een volume van 1.496 miljoen euro (+4%).
o
De uitstaande reserves in andere verzekeringsproducten (vooral groepsverzekeringen) stegen met 23% tot meer dan 286 miljoen euro.
o
De beleggingsfondsen groeiden tot een belegd kapitaal van 296 miljoen euro (+29%).
Kredietportefeuille doelgroepbankieren groeit met 10% Ook in 2012 bleef het kredietvolume uit het doelgroepbankieren verder stijgen tot 2.727 miljoen euro (+10%). De kredietverlening aan succesvolle ondernemers en vrije beroepen steunt op een langetermijnrelatie, die maakt dat kredietverlening voor doordachte en voorzichtige investerings- en groeiprojecten mogelijk blijft, zelfs in een moeilijke financieel-economische omgeving.
Bankproduct doelgroepbankieren + 4% De volumegroei in kredieten (+10%) resulteert in een groei van het renteresultaat met slechts 2%. De aanhoudende verstoring van de depositomarkt, waarbij een aantal banken omwille van hun liquiditeitsbehoeften spaargeld aanzienlijk boven de risicovrije rente vergoeden, weegt op het renteresultaat. Ook de vervlakking van de rentecurve en de strategie van de bank om in haar beleggingsportefeuille voorrang te geven aan veiligheid boven rendement beïnvloeden het renteresultaat negatief. De groei in buitenbalansbeleggingen zorgt anderzijds voor een stijging van de commissie-inkomsten met 6%, waardoor het bankproduct doelgroepbankieren 4% hoger uitkomt op 88,6 miljoen euro.
De kosten groeien met 6% •
•
De personeelskosten stijgen met 7% als gevolg van loonindexering, hogere provisies voor het aandelenoptieplan en bijkomende aanwervingen. Eind 2012 waren er 365 medewerkers (voltijds equivalent) actief in het doelgroepbankieren tegenover 355 eind 2011. De niet-personeelskosten stijgen met +3%. Deze stijging wordt verklaard door toegenomen investeringen in informaticatoepassingen, naambekendheid en huisvesting.
Kredietverliezen doelgroepbankieren laag De afschrijvingen voor kredietverliezen in het doelgroepbankieren ( 1,6 miljoen euro) bedragenop jaarbasis 0,06% van de gemiddelde kredietportefeuille. Resultaat doelgroepbankieren op recordniveau De groei van de commerciële volumes draagt bij tot de stijging van het bankproduct. Deze stijging – in combinatie met kosten die onder controle zijn en het lage niveau van de kredietverliezen – levert een recordresultaat op.
2. Van Breda Car Finance Als dochtermaatschappij van Bank J.Van Breda & C° is Van Breda Car Finance in heel België actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. Van Breda Car Finance wil de béste kredietpartner zijn voor de cliënten van grote, zelfstandige autodealers. Heel de organisatie is toegespitst op snelle kredietoplossingen voor personenwagens via een eigen website. Vanuit de kernwaarden fast, friendly & flexible ondersteunt Car Finance de lokale autodealer in het volledige verkoopproces: van offertefase, aanvraagverwerking en aanmaak van kredietcontracten t.e.m. de controle op de uitbetaling van het dossier. Op die manier vergemakkelijken we de verkoop van onze partners die hun cliëntenservice uitbreiden met kredietverlening. Ondanks een moeilijke marktomgeving, gekenmerkt door een daling van de inschrijving van nieuwe personenwagens, resulteert deze strategie in een stijging van de portefeuille met 3% naar 295 miljoen euro. De netto-waardeverminderingen op kredieten blijven ook in 2012 op een laag niveau, dankzij het kredietacceptatiebeleid en de recuperaties in probleemdossiers. Samen met een strikte kostenbeheersing resulteerde dit in een recordwinst.
3. ABK ABK is sinds 2011 een dochtermaatschappij van Bank J.Van Breda & C°. In 2012 herpositioneerde ABK zich als vermogensbegeleider voor zelfstandigen en particulieren. ABK begeleidt haar cliënten met een langetermijnvisie in de opbouw, beheer en bescherming van vermogen. Daarbij blijft ABK trouw aan de traditie van eenvoudige en transparante producten, in een cultuur van voorzichtigheid en persoonlijke aanpak. 2012 was voor ABK een belangrijk transitiejaar in diverse opzichten Strategisch In de strategische oefening ging veel aandacht naar de verwachtingen van de cliënt, die hierin op verschillende momenten geconsulteerd is. Commercieel In 2012 werd de samenwerking met Mercator – intussen Baloise Insurance – opgestart met een tak 21 en tak 23-aanbod. Als concrete invulling van onze propositie als vermogensbegeleider werd een compacte module geïntroduceerd die de cliënt helpt na te gaan wat het vereiste kapitaal is op pensioenleeftijd en hoe hij dat kan bereiken door systematisch te sparen en zijn portefeuille gespreid in te vullen. Organisatorisch Sommige ondersteunende activiteiten zoals risicobeheer, audit en personeelsbeleid werden ondergebracht in de afdelingen van Bank J.Van Breda & C°. Op die manier kan het beleid bij ABK verder geprofessionaliseerd worden en is er een grotere kennisdeling tussen beide banken. Ook binnen ABK evolueerde het takenpakket van heel wat medewerkers. Vooral de capaciteit om cliënten te begeleiden werd gevoelig verhoogd. Operationeel In 2012 werd gestart met de ontwikkeling om een deel van de activiteiten binnen ABK in 2013 te migreren naar het IT-platform dat ook door Bank J.Van Breda & C° wordt gebruikt. Commerciële volumes Per 31/12/2012 hebben de cliënten 329 miljoen euro deposito’s toevertrouwd aan ABK, tegenover 303 miljoen euro op het moment van de overname. De kredietportefeuille bedraagt 209 miljoen euro. Waardeverminderingen kredieten onder controle •
•
De waardeverminderingen op kredietdossiers bleven op een laag niveau, wat de kwaliteit van de kredietportefeuille en de goede opvolging van debiteuren bevestigt. In de beleggingsportefeuille van ABK bevindt zich een aantal vastgoedbevaks en aandelen waarvan de beurskoers zich onder het niveau van de openingsbalans bij overname situeert. Hierop werd een bijzondere waardevermindering geboekt met een resultaatsimpact van 2,3 miljoen euro.
Nieuw statuut voor beroepskrediet In 2012 werd een wet ingevoerd die het voor leden van het beroepskrediet mogelijk maakt om – mits het betalen van een “bijzondere bijdrage” – uit het statuut van het beroepskrediet te treden. ABK heeft nog in 2012 van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Voor meer details omtrent deze transactie verwijzen we naar toelichting ‘7.15 Eenmalige kost verbonden aan de uittreding door ABK uit het statuut van het beroepskrediet’.
Risicobeheersing: permanente opvolging en controle Ondernemingsrisico’s zijn eigen aan de normale activiteiten van een bank. In vergelijking met sectorgenoten zijn Bank J.Van Breda & C° en haar dochters echter altijd eenvoudige en transparante instellingen gebleven. Bovendien leggen zij al jarenlang een grote voorzichtigheid aan de dag bij het aanvaarden van risico’s. Zij verrichten permanente risico-opvolging en controle. Historisch heeft Bank J.Van Breda & C° haar capaciteit om risico’s te beheersen ruimschoots bewezen. Vanuit het interne risicocomité wordt op gestructureerde wijze toezicht gehouden op risico’s en risicoposities van de instelling en haar dochtervennootschappen. Daartoe laat het risicocomité zich door de diverse afdelingen en activiteiten informeren. Voor de bespreking van de diverse risico’s verwijzen we naar de toelichtingen 3.Risicobeheer van de geconsolideerde jaarrekening.
Deugdelijk bestuur Bank J. Van Breda & C° streeft naar verantwoordelijkheid en transparantie. Directiecomité Het Directiecomité tekent de strategie uit en vertaalt deze in concrete beleidslijnen. Het is verantwoordelijk voor het dagelijks beheer en de uitwerking van een organisatiestructuur met duidelijke bevoegdheden en rapporteringslijnen. De leden evalueren de performantie van de bank op basis van tijdige, frequente en accurate managementinformatie. Deze verschaft inzicht in de activiteiten en resultaten van de operationele verantwoordelijken en laat toe om snelle en effectieve actie te ondernemen waar nodig. Samenstelling op 1/1/2013: Carlo Henriksen (voorzitter), Peter De Vlies (verantwoordelijke beleggingen, betalingsverkeer, geld- en documentenbehandeling), Vic Pourbaix (verantwoordelijke cliëntenrelaties), Dirk Wouters (verantwoordelijke ALM, kredieten en rapportering).
Raad van bestuur De Raad van Bestuur bekrachtigt de door het Directiecomité gevoerde strategie en beoordeelt periodiek de belangrijkste beleidslijnen. De leden staan in voor de bewaking en de promotie van hoge ethische normen en integriteitsstandaarden. Zij begrijpen de risico's die de bank loopt en leggen aanvaardbare niveaus vast door de bepaling van duidelijke tolerantieniveaus en risicolimieten. Samenstelling op 1/1/2013: Jan Suykens (voorzitter), Luc Bertrand, Piet Dejonghe, Jacques Delen, Paul De Winter, Carlo Henriksen, Vic Pourbaix, Peter De Vlies, Dirk Wouters en Consuco NV met als vaste vertegenwoordiger Alfred Bouckaert (bestuurders). Remuneratiecomité Het remuneratiecomité regelt de financiële betrekkingen met bestuurders en bepaalt het bedrag van hun bezoldigingen. Samenstelling op 1/1/2013: Luc Bertrand, Jan Suykens en Consuco NV met als vaste vertegenwoordiger Alfred Bouckaert. Auditcomité Het auditcomité staat in voor het toezicht op het financieel rapporteringsproces, op de naleving van de administratieve, juridische en fiscale regels en op de uitwerking van interne controleprocedures. Hiervoor staat het in rechtstreeks contact met respectievelijk de externe en interne audit. Samenstelling op 1/1/2013: Luc Bertrand, Jan Suykens en Consuco NV met als vaste vertegenwoordiger Alfred Bouckaert. Alle leden van het auditcomité beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit. Luc Bertrand studeerde in 1974 af als handelsingenieur aan de K.U.Leuven. Hij was actief bij Bankers Trust C° in New York, Amsterdam en London tot 1986 (Vice President North Europe Area Manager). Hij werd in 1985 bestuurder en in 1987 administratief en financieel directeur van Ackermans & Van Haaren NV. Sinds 1996 is hij voorzitter van het Executief Comité van Ackermans & Van Haaren NV. Hij is ook voorzitter van Finaxis. Hij bekleedt diverse bestuursmandaten binnen en buiten de groep Ackermans & Van Haaren en is tevens benoemd als onafhankelijk bestuurder bij Schroders en bij ING België. Jan Suykens is licentiaat TEW en behaalde daarna een MBA aan de Columbia University, New York. Hij begon zijn carrière op de afdeling Corporate & Investment Banking bij Fortis Bank. Sinds 1990 is hij lid van het Executief Comité van Ackermans & Van Haaren NV. Hij bekleedt diverse bestuursmandaten binnen de groep Ackermans & Van Haaren en is tevens onafhankelijk bestuurder van Baloise Insurance (het vroegere Mercator Verzekeringen).
Consuco NV, met als vaste vertegenwoordiger Alfred Bouckaert, is in 2011 toegetreden als onafhankelijke bestuurder. De heer Bouckaert is voorzitter van de Raad van Bestuur van Belfius Bank. Van 1999 tot 2010 was de heer Bouckaert lid van het Management Comité bij de AXA Groep. Voordien was hij achtereenvolgens CEO van Chase Manhattan Belgium, van Crédit Lyonnais en van Royale Belge. Specifieke functies Interne Audit is een onafhankelijke, objectieve beoordelingsfunctie, gericht op het onderzoek en de beoordeling van de goede werking van de operationele afdelingen en het kantorennet. Ze evalueert de doeltreffendheid en de efficiëntie van de interne controle en geeft advies om de werking te verbeteren. Verantwoordelijke Interne Audit:
[email protected] De ombudsvrouw is een neutraal en onafhankelijk bemiddelaar die een oplossing tracht uit te werken voor elk geschil met een cliënt waarvoor binnen een redelijke termijn geen bevredigend antwoord is gegeven door een afdeling of een kantoor.
[email protected] Tel. 0800 93004, Fax 03 271 10 94 Risk Management is een onafhankelijke functie met als doel de interne risicobeheersing verder in te bedden in de cultuur en de dagelijkse praktijk van onze bank. Centraal in haar werkzaamheden staan adviesverlening en opvolging van en rapportering over operationele activiteiten. De kerntaken hebben betrekking op alle risico’s waaraan onze bank onderworpen kan zijn. Het kredietrisico, het operationele risico, rente- en liquiditeitsrisico zijn risico’s die van dichtbij worden gevolgd. Risicometing en –rapportering zorgen ermee voor dat de operationele afdelingen goed gewapend zijn om hun risico’s op gepaste wijze onder controle te houden. Verantwoordelijke Risk Management:
[email protected] Compliance is een onafhankelijke functie die de naleving controleert en bevordert van de regels die verband houden met de integriteit van het bankieren. Het integriteitsbeleid richt zich prioritair tot volgende domeinen: witwaspreventie, voorkomensbeleid fiscale mechanismen, transacties in financiële instrumenten, handel met voorkennis, koersmanipulatie, wetgeving op de privacy, discretieplicht, deonthologische codes, e.d. Verantwoordelijke Compliance:
[email protected]
Sterk gewapend voor de toekomst Bank J.Van Breda & C° heeft in 2012 sterke financiële prestaties neergezet. • De nettowinst bedraagt 27,7 miljoen euro. Het eigen vermogen (deel van de groep) groeit van 395 naar 427 miljoen euro. • De liquiditeits- en solvabiliteitspositie blijft uiterst gezond. Hiermee is de bank goed gewapend om het hoofd te bieden aan een financieeleconomische omgeving die gedurende een lange periode erg uitdagend zou kunnen blijven. Uiteraard maakt het huidige onzekere klimaat het moeilijk om winstvoorspellingen te doen. De wankele economische situatie in Europa, maar ook de schuldenproblematiek in de Verenigde Staten van Amerika, evenals de drastische interventies van de monetaire overheden maken het renteklimaat onzeker en erg onvoorspelbaar. De verstoring van de depositomarkt dreigt te blijven wegen op het renteresultaat. Verder is er de aanhoudende economische recessie, die haar impact kan hebben op de waardeverminderingen op de kredieten. Hoewel de evolutie van de nettowinst moeilijk te voorspellen is, verwacht de bank ook in 2013 – zonder onvoorziene omstandigheden – opnieuw een degelijke prestatie neer te zetten, en dit om diverse redenen: • Met haar strategie van vermogensbegeleiding gebaseerd op de langetermijnbelangen van de cliënt, heeft de bank de voorbije jaren bewezen slechts in beperkte mate onderhevig te zijn aan de volatiliteit van de financiële markten. • Tegenover de stijging van de personeelskosten als gevolg van bijkomende aanwervingen, staat een versterking van de commerciële slagkracht die – mede dankzij de hoge cliëntentevredenheid – ook in 2013 zal leiden tot een sterke groei van de commerciële volumes en een verdere uitbouw van het handelsfonds van de bank. • Deze volumegroei zal het bankproduct op peil houden en samen met de kostenefficiëntie van de bank het resultaat ondersteunen. • De eigen portefeuille van de bank is conservatief belegd op korte looptijden en met een aanzienlijk aandeel in AAA-obligaties. De bescherming van het eigen vermogen van de bank geniet ook in 2013 de hoogste prioriteit. De voorbije decennia situeerden de waardeverminderingen op kredieten zich dankzij de voorzichtige kredietpolitiek aanzienlijk onder het marktgemiddelde. We gaan ervan uit dat deze aanpak ook in de toekomst zijn vruchten blijft afwerpen. Het vertrouwen van de Raad van Bestuur in het langetermijnpotentieel van de strategie van de bank is nog aanzienlijk versterkt sedert het uitbreken van de financieel-economische crisis. De sterke ontwikkeling van de commerciële resultaten in de kernactiviteit vermogensbegeleiding voor ondernemers en vrije beroepen spreken voor zich. Van Breda Car Finance blijft performante financiële resultaten neerzetten en de eerste resultaten van de vernieuwde strategie binnen ABK zijn bemoedigend. Ook al dient het jaar 2013 zich als uitdagend aan, deze successen en de zeer gezonde positie van de bank vormen een solide basis voor een financieel performante groei op lange termijn.
Op een buitengewone algemene vergadering de dato 2 januari 2013 werden de statuten van ABK gewijzigd, volgend op de uittreding uit het statuut van het beroepskrediet. Meer informatie hierover wordt gegeven in toelichting 7.15. Er hebben zich geen andere belangrijke gebeurtenissen (positieve of negatieve) voorgedaan tussen de balansdatum en de datum van goedkeuring tot publicatie van de jaarrekening door de Raad van Bestuur.
Jan Suykens Voorzitter van de Raad van Bestuur Bank J.Van Breda & C°
GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING (in duizenden EUR) Toelichting
2012
2011
I. Financiële en bedrijfsinkomsten 1. Intrestresultaat, waarvan
7.1
Intrestbaten Intrestlasten
79.144
73.472
147.980
149.100
(68.837)
(75.628)
2. Ontvangen dividenden
7.2
178
789
3. Vergoedingen en commissies, waarvan
7.3
26.772
25.027
Ontvangen vergoedingen en commissies
29.992
28.268
Betaalde vergoedingen en commissies
(3.220)
(3.241)
4. Gerealiseerde winst (verlies) op financiële activa beschikbaar voor verkoop
7.4
6.091
(1.982)
5. Winst (verlies) op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
7.5
154
(1.393)
403
(509)
6. Winst (verlies) op financiële activa en verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
6.4
7. Winst (verlies) op afdekkingen, waarvan
7.6
Uit het eigen vermogen overgeboekte winst (verlies) op afdekkingsinstrumenten
(3.099)
Niet-effectief deel van de wijziging in reële waarde van kasstroomafdekkingsinstrumenten 8. Winst (verlies) op reële-waardeafdekkingen
(2.963) 135
7.6
9. Winst (verlies) uit het wisselbedrijf
7 (300) 306
538
530
1.899
1.874
10. Gerealiseerde winst (verlies) op andere activa
7.7
6
90
11. Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten, waarvan
7.8
1.686
1.917
1.711
1.934
Overige bedrijfsopbrengsten Overige bedrijfskosten
(26)
Bankproduct
113.908
(17) 99.822
II. Administratieve kosten 1. Personeelskosten
7.9
(38.284)
(34.830)
2. Algemene en administratieve kosten
7.10
(24.631)
(23.054)
III. Afschrijvingen 1. Op materiële vaste activa (terreinen, gebouwen en uitrusting)
7.11
(2.207)
(2.191)
2. Op immateriële activa
7.12
(1.084)
(870)
IV. Voorzieningen
7.13
(253)
(12)
(66.458)
(60.957)
7.14
(2.292)
(9.802)
7.14
(2.391)
(1.675)
7.15
(60.112)
Totaal van administratieve kosten, afschrijvingen en voorzieningen V. Bijzondere waardeverminderingsverliezen op financiële activa die niet tegen reële waarde worden gewaardeerd in de winst- en verliesrekening 1. Op voor verkoop beschikbare financiële activa tegen reële waarde opgenomen via het eigen vermogen 2. Op leningen en vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (incl. financiële leasing) VI. Eenmalige kost verbonden aan uittrede uit statuut Beroepskrediet VII. Negatieve goodwill die onmiddellijk wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening VIII. Aandeel in de winst of verlies van geassocieerde ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
35.472
6.10
Winst voor belastingen
278 (17.067)
200 63.059
Winstbelastingen verbonden aan kost uittreding uit statuut Beroepskrediet
7.15
59.643
Overige winstbelastingen
7.16
(14.594)
(7.697)
27.982
55.362
Winst over de verslagperiode Winst over de verslagperiode toe te rekenen aan minderheidsbelangen Winst over de verslagperiode toe te rekenen aan de aandeelhouders van de vennootschap
(243) 27.739
(482) 54.880
OVERZICHT VAN GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN (in duizenden EUR) Toelichting Winst over de verslagperiode
2012
2011
27.982
55.362
17.178
(11.459)
(6.091)
1.982
2.292
9.802
Niet-gerealiseerde resultaten Wijziging in de reële waarde van de activa beschikbaar voor verkoop via eigen vermogen Wijziging in de reële waarde van de activa beschikbaar voor verkoop via de resultatenrekening (desinvestering)
7.4
Wijziging in de reële waarde van de activa beschikbaar voor verkoop via de resultatenrekening (waardevermindering) Belastingen op activa beschikbaar voor verkoop Niet-gerealiseerde resultaten na belastingen op activa beschikbaar voor verkoop Effectief deel van wijzigingen in de reële waarde van kasstroomafdekkingen Wijziging van de reële waarde van kasstroomafdekkingen via de resultatenrekening
7.6
Belastingen op kasstroomafdekkingen Niet-gerealiseerde resultaten na belastingen op kasstroomafdekkingen
Actuariële winsten en verliezen op toegezegdpensioen-regelingen Belastingen op actuariële winsten en verliezen op toegezegdpensioenregelingen Actuariële winsten en verliezen op toegezegdpensioenregelingen na belastingen Totaal niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode na belastingen Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode toe te rekenen aan minderheidsbelangen Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode toe te rekenen aan aandeelhouders van de vennootschap
(4.258)
(279)
9.120
47
2.564
2.663
3.099
(14)
(1.925)
(900)
3.738
11.2
1.748
(712) 242 (470)
-
12.388
1.795
40.370
57.157
(982)
39.388
(224)
56.933
GECONSOLIDEERDE BALANS : ACTIVA (in duizenden EUR) Toelichting
2012
2011
I. Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken
6.1
27.583
161.611
II. Vorderingen op kredietinstellingen
6.2
63.521
76.271
5.462
7.687
III. Financiële activa 1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
6.3
2. Andere financiële activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat
6.4
3. Financiële activa beschikbaar voor verkoop
6.5
4. Leningen en vorderingen (inclusief financiële leasing) 5. Wijzigingen in reële waarde van de afgedekte posities bij afdekking van het renterisico van een portefeuille
6.6 en 7.14
6. Derivaten gebruikt ter afdekking
6.8 en 6.9
1.138 517.209
630.919
3.306.419
3.043.941
3.705
2.028
43
725
IV. Materiële vaste activa 1. Terreinen, gebouwen en uitrusting
7.11
31.764
31.320
V. Goodwill en andere immateriële activa
7.12
10.629
7.990
5.2 en 6.10
1.130
1.035
209
0
20.945
11.002
4.147
3.899
3.992.765
3.979.566
VI. Investeringen in geassocieerde ondernemingen administratief verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode VII. Belastingvorderingen
7.16
1. Actuele belastingen 2. Uitgestelde belastingen VIII. Overige activa
TOTAAL ACTIVA
6.11
GECONSOLIDEERDE BALANS: EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) Toelichting
2012
2011
I. Financiële verplichtingen 1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
6.3
6.523
6.935
6.12
68.647
12.818
2.2. Deposito's van klanten
6.13
3.327.944
3.343.184
2.3. In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen, inclusief obligaties
6.14
18.200
30.522
2.4. Achtergestelde verplichtingen
6.15
87.305
93.974
3. Derivaten gebruikt ter afdekking
6.8 en 6.9
12.564
17.319
II. Voorzieningen
7.13
1.975
1.472
III. Belastingverplichtingen
7.16
1. Actuele belastingen
8.056
7.493
2. Uitgestelde belastingen
1.207
40.360
16.103
14.524
3.548.523
3.568.601
17.500
17.500
402.195
381.977
2. Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs 2.1. Deposito's van kredietinstellingen
IV. Overige verplichtingen TOTAAL VERPLICHTINGEN V. Geplaatst kapitaal VI. Geconsolideerde reserves VII. Herwaarderingsreserves VIII. Minderheidsbelangen TOTAAL EIGEN VERMOGEN TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN
6.16
7.572
(4.508)
16.975
15.996
444.242
410.965
3.992.765
3.979.566
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (in duizenden EUR) 2012
2011
Bedrijfsactiviteiten Nettowinst (verlies) over de verslagperiode
27.739
54.880
(45.049)
7.697
Aanpassingen om nettowinst te doen aansluiten bij de nettokasstromen met betrekking tot de bedrijfsactiviteiten Actuele en uitgestelde belastinguitgaven, opgenomen in de winst- en verliesrekening Minderheidsbelangen
243
482
3.290
3.061
Niet-gerealiseerde winsten en verliezen op wisselkoersverschillen Investering- en financieringsactiviteiten Afschrijvingen Resultaat op verkoop van materiële vaste activa
(6)
Negatieve goodwill
(90) (35.472)
Bedrijfsactiviteiten Bijzondere waardeverminderingen
4.949
11.473
Toename (afname) voorzieningen
503
12
Resultaten uit kasstroomafdekkingen
2.963
Resultaten uit reële-waardeafdekkingen
(538)
Resultaten op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
(154)
Resultaten op andere financiële activa en verplichtingen gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat
1.255
Op aandelen gebaseerde vergoedingen
1.497
Aandeel in resultaat van geassocieerde ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
509 7.487 665
(278)
Dividend ontvangen van geassocieerde ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode Overige aanpassingen (Toename) Afname van bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen & kasequivalenten)
1.393
(403)
Resultaten op financiële activa beschikbaar voor verkoop
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor wijzigingen in bedrijfsactiva en -verplichtingen
(7) (530)
(200)
182
116
(223)
(185)
(4.028) (132.314)
51.293 (145.439)
(toename) afname in tegoeden bij centrale banken
1.640
(484)
(toename) afname vorderingen op kredietinstellingen
4.302
(11.808)
(toename) afname van leningen en vorderingen (toename) afname van voor verkoop beschikbare financiële activa
(265.499)
(180.654)
122.952
46.673
(toename) afname van financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden (toename) afname van financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
(213)
(766)
1.538
(toename) afname van derivaten ter afdekking (toename) afname van de te ontvangen intresten van financiële activa
(141) 3.216
(toename) afname van overige activa Toename (afname) van verplichtingen (exclusief geldmiddelen & kasequivalenten) toename (afname) van deposito's van kredietinstellingen
763
(249)
980
26.276
281.653
54.984
(166.492)
toename (afname) van deposito's van klanten
(16.311)
569.850
toename (afname) van in schuldbewijzen belichaamde verplichtingen
(11.904)
(110.209)
toename (afname) van achtergestelde verplichtingen (excl. verlopen intrest)
572
toename (afname) van financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
219
toename (afname) van te betalen intresten op financiële verplichtingen
(2.152)
toename (afname) van overige verplichtingen Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten Ontvangen (betaalde) belasting op het resultaat Netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
868 (110.066) (9.635) (119.701)
(2.216) 2.605 (11.884) 187.507 (11.926) 175.582
Investeringsactiviteiten (Betalingen om materiële vaste activa te verwerven)
(3.585)
Ontvangsten uit de verkoop van materiële vaste activa (Betalingen om immateriële activa te verwerven)
(2.891)
941 (3.722)
(Betalingen voor dochterondernemingen)
350 (2.046) (54.826)
(Andere betalingen met betrekking tot investeringsactiviteiten)
(20)
Andere ontvangsten met betrekking tot investeringsactiviteiten Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten
1 (6.365)
(59.434)
(8.614)
(10.316)
Financieringsactiviteiten (Uitgekeerde dividenden) Ontvangsten uit de uitgifte van achtergestelde schulden (Terugbetaling van achtergestelde schulden)
-
Andere ontvangsten met betrekking tot financieringsactiviteiten Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten
350
(7.023) 25 (15.612)
(23.242)
(141.678)
136.555
Toename van geldmiddelen en kasequivalenten via bedrijfscombinaties Netto toename in geldmiddelen en kasequivalenten Geldmiddelen en kasequivalenten op de begindatum (*) Geldmiddelen en kasequivalenten op de einddatum (*)
(13.276)
43.649 181.887
45.333
40.209
181.887
(*) Geldmiddelen en kasequivalenten zijn gedefinieerd als: kas, beleggingen bij centrale banken, postcheque- en girodiensten en vorderingen op kredietinstellingen (daggeldleningen en zichtrekeningen) verminderd met de deposito's van centrale banken en schulden tegenover kredietinstellingen (daggeldontleningen en zichtrekeningen). Aansluiting Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken (balansrubriek) met Geldmiddelen en kasequivalenten (cashflowstatement) Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken (actief) - Te ontvangen interesten geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken
2012
2011
27.583
161.611
(10)
(31)
- Tegoeden bij centrale banken (monetaire reserve)
(2.986)
(4.626)
+ Vorderingen op kredietinstellingen (daggeldleningen en zichtrekeningen)
17.654
26.111
- Deposito's van centrale banken (verplichtingen)
-
-
- Deposito's van kredietinstellingen (daggeldleningen en zichtrekeningen)
(2.032)
(1.177)
Geldmiddelen en kasequivalenten
40.209
181.887
GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN (in duizenden EUR)
Geconsolideerde reserves
Geplaatst kapitaal
BEGINSALDO, 1 JANUARI 2011
17.500
Ingehouden winsten
245.488
Actuariële winsten en verliezen op te bereiken doelpensioenplannen
-
Herwaarderingsreserves
Op aandelen gebaseerde vergoedingen
2.194
Uitkering dividend vorig boekjaar Uitkering tussentijds dividend Resultaat van het boekjaar
Subtotaal
247.682
Activa beschikbaar voor verkoop
2.558
Kasstroomafdekkingen
(9.120)
Subtotaal
(6.562)
Totaal eigen vermogen toe te rekenen aan de aandeelhouders van de Minderheidsvennootschap belang
258.620
-
-
(10.281)
(10.281)
(10.281)
54.880
54.880
51 (35)
Totaal eigen vermogen
258.671 (35) (10.281)
54.880
482
55.362
2.053
(258)
1.795
Niet-gerealiseerde resultaten van het boekjaar Op aandelen gebaseerde vergoedingen (bijdrage van de moedermaatschappij) Andere (vnl. wijzigingen consolidatiekring/belangen%) EINDSALDO, 31 DECEMBER 2011
89.031
15.756
104.787
17.500
379.127
-
2.851
381.977
2.864
(7.372)
(4.508)
394.969
15.996
410.965
BEGINSALDO, 1 JANUARI 2012
17.500
379.127
-
2.851
381.977
2.864
(7.372)
(4.508)
394.969
15.996
410.965
665 89.039
Uitkering dividend vorig boekjaar
(9)
(8.587)
1.748
665
665
89.031
(8.587)
-
Resultaat van het boekjaar
27.739
(431) 1.497
52 398.331
-
27.739 (431)
17.500
2.053
(8.587)
Uitkering tussentijds dividend Niet-gerealiseerde resultaten van het boekjaar Op aandelen gebaseerde vergoedingen (bijdrage van de moedermaatschappij) Andere (vnl. wijzigingen consolidatiekring/belangen%) EINDSALDO, 31 DECEMBER 2012
305
(52) (431)
4.295
8.343
3.738
12.081
1.497
(28)
(8.614)
27.739
243
27.982
11.650
738
12.388
-
11.207
(3.634)
7.572
427.267
Het kapitaal van Bank J. Van Breda & C° wordt vertegenwoordigd door 650.000 gewone aandelen zonder nominale waarde (idem 2011). Alle aandelen zijn volledig geplaatst en volgestort. 2012 Dividend uit resultaat vorig boekjaar, per aandeel Tussentijds dividend, per aandeel
2011
13,20 15,80
-
1.497
402.195
665
1.497 25
25
16.975
444.242
TOELICHTINGEN 1. SAMENVATTING BOEKHOUDKUNDIGE GRONDSLAGEN EN METHODOLOGIE
INHOUD 1.
CONFORMITEITSVERKLARING ...................................................................................................................3
2.
VOORSTELLINGSBASIS ...............................................................................................................................3
3.
CONSOLIDATIEPRINCIPES ..........................................................................................................................3 3.1 DOCHTERONDERNEMINGEN ........................................................................................................................3 3.2 GEMEENSCHAPPELIJKE DOCHTERONDERNEMINGEN EN GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN ...............................3 3.2.1 Gemeenschappelijke dochterondernemingen .................................................................................3 3.2.2 Geassocieerde deelnemingen .........................................................................................................3 3.2.3 Vermogensmutatie-methode ...........................................................................................................4
4.
TRANSACTIE- EN AFWIKKELINGSDATUM ................................................................................................4
5.
GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN .................................................................................................4
6.
FINANCIËLE INSTRUMENTEN .....................................................................................................................4 6.1 CATEGORIEEN ............................................................................................................................................4 6.2 W AARDERING ............................................................................................................................................4 6.3 HEDGING....................................................................................................................................................5 6.3.1 Kasstroomindekkingen ....................................................................................................................5 6.3.2 Reële-waarde-indekkingen ..............................................................................................................5 6.4 OFFSETTING VAN FINANCIELE INSTRUMENTEN..............................................................................................5
7.
LEASING .........................................................................................................................................................5 7.1 7.2
DE BANK IS LEASINGNEMER ........................................................................................................................5 DE BANK TREEDT OP ALS LEASINGGEVER (FINANCIËLE LEASING) ...................................................................6
8.
MATERIELE VASTE ACTIVA.........................................................................................................................6
9.
IMMATERIELE VASTE ACTIVA ....................................................................................................................6
10. GOODWILL .....................................................................................................................................................7 11. BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN VAN FINANCIËLE ACTIVA .................................................7 11.1 11.2
LENINGEN EN VORDERINGEN .......................................................................................................................7 VOOR VERKOOP BESCHIKBARE ACTIVA .........................................................................................................8
12. HANDELSSCHULDEN EN OVERIGE SCHULDEN .......................................................................................9 13. VOORZIENINGEN ...........................................................................................................................................9 14. VOORWAARDELIJKE VORDERINGEN EN VERPLICHTINGEN .................................................................9 15. BELASTINGEN ...............................................................................................................................................9 16. KAPITAALSUBSIDIES .................................................................................................................................10 17. PERSONEELSBELONINGEN ......................................................................................................................10 17.1 PENSIOENPLANNEN ..................................................................................................................................10 17.1.1 Plannen met vaste bijdrage ...........................................................................................................10 17.1.2 Te bereiken doel plannen ..............................................................................................................10 17.2 PERSONEELSBELONINGEN IN DE VORM VAN EIGEN VERMOGENSINSTRUMENTEN...........................................11
Waarderingsregels
1/12
18. KAPITAAL EN RESERVES ..........................................................................................................................11 18.1 18.2 18.3
KOSTEN VAN KAPITAALVERHOGING ............................................................................................................11 DIVIDENDEN .............................................................................................................................................11 INKOOP EIGEN AANDELEN..........................................................................................................................11
19. ERKENNING VAN OPBRENGSTEN ............................................................................................................11 19.1 19.2
INTRESTINKOMEN EN LASTEN ....................................................................................................................11 ONTVANGEN EN BETAALDE COMMISSIES.....................................................................................................12
20. OMREKENINGSVERSCHILLEN ..................................................................................................................12 20.1 20.2
ENKELVOUDIGE JAARREKENINGEN ............................................................................................................12 GECONSOLIDEERDE REKENINGEN .............................................................................................................12
21. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM ..................................................................................................12
Waarderingsregels
2/12
1.
CONFORMITEITSVERKLARING De geconsolideerde jaarrekening wordt opgemaakt conform de International Financial Reporting Standaarden en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2012, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.
2.
VOORSTELLINGSBASIS De geconsolideerde jaarrekening wordt gepresenteerd in duizenden euro. De jaarrekening is opgesteld op basis van de historische kosten, met dien verstande dat de volgende activa en verplichtingen zijn gewaardeerd aan reële waarde (fair value): afgeleide financiële instrumenten (derivaten), financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden, andere financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat en financiële instrumenten geklasseerd als beschikbaar voor verkoop.
3.
CONSOLIDATIEPRINCIPES De geconsolideerde jaarrekening (hierna genoemd de Bank) omvat de financiële gegevens van Bank J. Van Breda & C°, haar dochterondernemingen alsook het aandeel van de Bank in de resultaten van de geassocieerde deelnemingen. In de bijlagen 5.1 en 5.2 is de lijst opgenomen van de dochterondernemingen en de geassocieerde deelnemingen van de Bank.
3.1
DOCHTERONDERNEMINGEN Dochterondernemingen zijn entiteiten die door de Bank worden gecontroleerd. Er bestaat controle wanneer Bank J. Van Breda & C° de macht heeft om het financieel en operationeel beleid van een onderneming te sturen teneinde voordelen uit haar activiteiten te verwerven. De deelnemingen in dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle. De financiële staten van de dochterondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als Bank J. Van Breda & C°, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Alle intragroepsverrichtingen en niet-gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties tussen groepsondernemingen worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij het om een bijzondere waardevermindering gaat.
3.2
3.2.1
GEMEENSCHAPPELIJKE DOCHTERONDERNEMINGEN EN GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN Gemeenschappelijke dochterondernemingen Ondernemingen die gezamenlijk worden gecontroleerd (gedefinieerd als die entiteiten waarin de Bank de gezamenlijke controle heeft, onder meer via het aandeelhouderspercentage of contractuele overeenkomst met één of meerdere entiteiten van de joint venture) zijn opgenomen op basis van de vermogensmutatiemethode vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle.
3.2.2
Geassocieerde deelnemingen Geassocieerde deelnemingen waarop de Bank een aanzienlijke invloed van betekenis heeft, meer bepaald ondernemingen waarin Bank J. Van Breda & C° de macht heeft om deel te nemen (geen controle) aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, worden opgenomen volgens de vermogensmutatie-methode, vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle.
Waarderingsregels
3/12
3.2.3
Vermogensmutatie-methode Volgens de vermogensmutatie-methode worden de deelnemingen oorspronkelijk geboekt tegen kostprijs en wordt de boekwaarde vervolgens aangepast om het aandeel van de groep in de winst of het verlies van de deelneming op te nemen, en dit vanaf de aanschaffingsdatum. De financiële staten van deze ondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als Bank J. Van Breda & C°, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Wanneer het aandeel van de Bank in de verliezen van de geassocieerde onderneming groter is dan de boekwaarde, wordt de boekwaarde op nul gezet en worden geen verdere verliezen meer geboekt, tenzij de groep verplichtingen of gewaarborgde verplichtingen op zich genomen heeft. Niet-gerealiseerde intragroepswinsten worden geëlimineerd ten belope van het belangenpercentage. Nietgerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd tenzij het om een permanente waardevermindering gaat.
4.
TRANSACTIE- EN AFWIKKELINGSDATUM Alle verrichtingen volgens standaardmarktconventies van financiële instrumenten worden opgenomen (aankoopverrichtingen) of niet langer opgenomen (verkoopverrichtingen) op de afwikkelingsdatum, d.i. de datum van de levering aan of door de Bank. Financiële instrumenten die worden verhandeld, worden evenwel op de transactiedatum geboekt en afgeboekt.
5.
GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN Geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit kas- en banksaldi en andere direct opvraagbare deposito’s en interbancaire activa en passiva die direct opeisbaar zijn en die een integraal deel uitmaken van het geldmiddelenbeheer van de Bank. Geldmiddelen en kasequivalenten worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde.
6. 6.1
FINANCIËLE INSTRUMENTEN CATEGORIEEN • • • • •
6.2
Effecten die behoren tot de handelsportefeuille (trading) Financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultaat andere dan trading Voor verkoop beschikbare financiële activa (available for sale = AFS) Leningen en vorderingen Tot einde looptijd aangehouden beleggingen (held-to-maturity = HTM)
WAARDERING • Financiële instrumenten die behoren tot de handelsportefeuille worden gewaardeerd aan reële waarde. De reële waardeschommelingen worden opgenomen in het resultaat.
• Financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultaat (andere dan trading) worden gewaardeerd aan reële waarde. De reële waardeschommelingen worden opgenomen in het resultaat. • Voor verkoop beschikbare financiële activa worden gewaardeerd aan reële waarde. De reële waardeschommelingen worden in het eigen vermogen gerapporteerd, tot verkoop of bijzondere waardevermindering, waarbij de gecumuleerde herwaardering in de resultatenrekening wordt opgenomen (zie punt 11.2 waardeverminderingen).
• Leningen en vorderingen: o Rentedragende leningen en ontleningen
Waarderingsregels
4/12
De rentedragende leningen/ontleningen worden initieel gewaardeerd aan aanschaffingswaarde rekening houdend met de direct toewijsbare transactiekosten. Na de initiële waardering worden de rentedragende leningen opgenomen aan de geamortiseerde kostprijs, waarbij het verschil tussen de aanschaffingsprijs en de terugbetalingswaarde pro rata temporis in de resultatenrekening worden geboekt op basis van de effectieve interestvoet. o Handelsvorderingen en overige vorderingen Handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd aan nominale waarde, verminderd met eventuele waardeverminderingen voor oninbare vorderingen.
• Tot einde looptijd aangehouden beleggingen worden gewaardeerd met behulp van de effectieverentemethode gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
6.3
HEDGING Er wordt gebruik gemaakt van afgeleide financiële instrumenten voor het beheer van het renterisico dat voortvloeit uit de operationele, financiële en investeringsactiviteiten. Er worden geen afgeleide producten aangewend voor handelsdoeleinden. Afgeleide financiële instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na de initiële erkenning worden deze instrumenten opgenomen in de balans aan hun reële waarde. Wanneer deze financiële instrumenten niet voldoen aan de strikte vereisten voor erkenning als reëlewaarde- of kasstroomindekking, worden de waardeschommelingen onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
6.3.1
Kasstroomindekkingen De waardeschommelingen van een afgeleid financieel instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor erkenning als kasstroomindekking worden opgenomen in het eigen vermogen voor het effectieve deel. Het ineffectieve deel van het afgeleide financiële instrument, alsook de waardewijzigingen die uitgesloten zijn van de hedge relatie (bv. tijdswaarde van de optie) worden rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt. De dekkingsresultaten worden van het eigen vermogen naar de resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de gedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt.
6.3.2
Reële-waarde-indekkingen Waardeschommelingen van een afgeleid instrument dat formeel toegewezen werd voor de indekking van de veranderingen in de reële waarde van geboekte activa en passiva, worden uitgedrukt in de resultatenrekening samen met de winsten en de verliezen die voortvloeien uit de herwaardering aan reële waarde van het ingedekte bestanddeel met betrekking tot de ingedekte risico’s.
6.4
OFFSETTING VAN FINANCIELE INSTRUMENTEN Financiële activa en passiva worden tegen elkaar afgezet (offset) en als een netto saldo in de jaarrekening opgenomen wanneer er een wettelijk afdwingbaar recht bestaat dat de betreffende bedragen tegen elkaar mogen worden afgezet en dat er een intentie is om te verrekenen op een nettobasis of om de betreffende activa en passiva terzelfdertijd te realiseren.
7. 7.1
LEASING DE BANK IS LEASINGNEMER Operationele leasing (voordelen en risico’s blijven substantieel bij de leasinggever):
Waarderingsregels
5/12
de leasebetalingen worden opgenomen als lasten op lineaire basis over de leaseperiode, tenzij een andere systematische basis beter het tijdspatroon van de voordelen voor de gebruiker weergeeft.
7.2
DE BANK TREEDT OP ALS LEASINGGEVER (FINANCIËLE LEASING) Deze contracten worden opgenomen in de balans aan de huidige waarde van de toekomstige verschuldigde huurbedragen, inclusief de residuele waarde van het verhuurde goed, waarvoor een optie tot aankoop ten gunste van de huurder verleend werd en/of waarvoor een eventuele verplichting tot aankoop bestaat in hoofde van een derde. De gelopen rente wordt in het resultaat genomen berekend aan de impliciete rentevoet. Acquisitiekosten met betrekking tot leasingcontracten toewijsbaar aan het contract worden gespreid over de looptijd van het contract opgenomen in het renteresultaat. Acquisitiekosten die niet toewijsbaar zijn aan het contract (supercommissies, bepaalde campagnes) worden onmiddellijk in resultaat genomen.
8.
MATERIELE VASTE ACTIVA Materieel vaste activa worden geboekt tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele waardeverminderingen. Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. Het af te schrijven bedrag wordt bepaald na aftrek van de restwaarde van het actief. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. • Gebouwen: o Administratieve zetel o Commerciële nieuwbouw o Commerciële bestaande gebouwen en verbouwingen • Installaties, machines & kantoormateriaal • Computermateriaal • Inrichting gebouwen en meubilair • Inrichting in commerciële gebouwen
50 jaar 33 jaar 20 jaar 5 jaar 3-5 jaar 10 jaar 7 jaar
• Rollend materieel
4-5 jaar (tenzij tweedehandswagens)
Voor belangrijke investeringen wordt de methode van de "samenstellende delen" toegepast : de afschrijvingsperiode wordt per onderdeel van de belangrijke investering bepaald indien deze een verschillende gebruiksduur hebben of indien ze de onderneming volgens een ander patroon voordelen verschaffen. Herstellingsuitgaven voor materiële vaste activa worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen, tenzij ze resulteren in een verhoging van het toekomstig economisch nut van de respectievelijke materiële vaste activa, wat hun activering justifieert. Gronden worden niet afgeschreven. Activa in aanbouw worden afgeschreven vanaf het moment dat de activa beschikbaar zijn voor gebruik.
9.
IMMATERIELE VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa met een bepaalde levensduur worden gewaardeerd aan kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. De restwaarde wordt verondersteld nul te zijn. Afschrijvingsritmes : • Computersoftware
Waarderingsregels
3-5 jaar
6/12
Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur, tevens aan kostprijs gewaardeerd, worden niet afgeschreven maar ondergaan een impairment test jaarlijks en telkens wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen. Kosten voor het opstarten van nieuwe activiteiten worden in resultaat genomen op het moment dat ze zich voordoen. Kosten voor intern gegenereerde software worden als immaterieel actief met eindige levensduur geactiveerd indien aan alle criteria voor activering conform IAS 38 wordt voldaan.
10.
GOODWILL Goodwill is het positieve verschil tussen de kostprijs van de bedrijfscombinatie en het aandeel van de Bank in de reële waarde van de verworven activa, de overgenomen verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de dochteronderneming, gemeenschappelijke dochteronderneming of geassocieerde deelneming op het moment van de overname. Goodwill wordt niet afgeschreven maar ondergaat een test op bijzondere waardeverminderingen bij iedere jaarafsluiting en telkens wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen. Negatieve consolidatieverschillen worden in resultaat genomen.
11. 11.1
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN VAN FINANCIËLE ACTIVA LENINGEN EN VORDERINGEN Op elke afsluitdatum gaat de Bank na of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Op een financieel actief of een groep van financiële activa worden bijzondere waardeverminderingen geboekt indien, en enkel indien, er een objectieve reden is tengevolge van één of méér gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na de initiële totstandkoming van het financieel actief (de zogenaamde verliesgebeurtenis of “loss event”) en deze verliesgebeurtenis heeft een impact op de toekomstige kasstromen. Objectieve redenen dat voor een financieel actief een bijzonder waardevermindering geboekt moet worden, veronderstellen meetbare gegevens waarover de bank beschikt op basis van de volgende gebeurtenissen: • Belangrijke financiële moeilijkheden bij de ontlener • Een contractbreuk waaronder het niet respecteren van vervaldagen voor intrest- en of kapitaalaflossingen • Het toestaan door de bank van bepaalde voorwaarden, voor economische of wettelijke redenen, die de bank in normale omstandigheden niet aan de ontlener zou toestaan • Het waarschijnlijk worden dat de ontlener failliet zal gaan of in herstructurering zal gaan • Objectieve criteria die aantonen dat er een meetbare verslechtering is van de verwachte toekomstige kasstromen van een collectieve groep van financiële activa, ook al kan deze verslechtering niet op individuele basis voor de samenstellende delen van het collectief financiële actief bepaald worden en die wijzen op o een achteruitgang in de kredietwaardigheid of de financiële draagkracht van de ontleners van de Bank of o nationale of economische omstandigheden die specifiek zijn aan deze groep van ontleners Indien indicaties van bijzondere waardeverminderingen aanwezig zijn, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzonder waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde. De netto-realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van: • de netto-verkoopprijs (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) en • de gebruikswaarde (op basis van de actuele waarde van de geschatte toekomstige kasstromen).
Waarderingsregels
7/12
Bij de krediet- en debiteurenopvolging en het aanleggen van waardeverminderingen wordt rekening gehouden met het gedekt (gewaarborgd) en ongedekt gedeelte van het krediet. Voor dubieuze vorderingen wordt de verwachte recuperatie bepaald op basis van het gedekt gedeelte. Voor dubieuze vorderingen is de waardevermindering gelijk aan 100% van het ongedekt gedeelte. Voor kredieten in de hoogste risicocategorie is de waardevermindering gelijk aan een % van het ongedekt risico. Het gedekt gedeelte wordt bepaald cf. onderstaande waarderingsregels voor waarborgen.
Waarborg
Bedrag verwachte recuperatie
1. Hypothecaire inschrijving in nuttige rang, binnen de Laagste bedrag van: waarde gedwongen verkoop * Bedrag van de inschrijving * Bedrag van de geschatte waarde gedwongen verkoop 2. Bankgarantie Het gegarandeerde bedrag 3. Pand handelsfonds * 0 EUR * of meer indien externe informatie aantoont dat handelsfonds waarde heeft 4. Roerend pand
Een % van de waarde in functie van het risicoprofiel van de roerende waarden (eventueel min het muntrisico)
5. Eigendomsvoorbehoud/voorrecht van de onbetaalde verkoper
Na bepaling of de aankoopprijs marktconform een % van de aankoopfactuur in functie van de leeftijd van de factuur (eventueel te verminderen met de schade indien gekend)
6. Vergoeding van een verzekeringsmaatschappij 7. Gekantonneerd bedrag 8. Te recupereren en/of te verkopen geleast
De te ontvangen vergoeding, indien 100% zekerheid Gekantonneerd bedrag Na bepaling of de aankoopprijs marktconform een % van de aankoopfactuur in functie van de leeftijd van de factuur (eventueel te verminderen met de schade indien gekend)
De uit deze vergelijking resulterende bijzondere waardevermindering wordt ten laste van de resultatenrekening geboekt. Eerder geboekte waardeverminderingen, behoudens op consolidatiegoodwill, resultatenrekening teruggenomen wanneer die niet meer geldig zijn. 11.2
worden
via
de
VOOR VERKOOP BESCHIKBARE ACTIVA
Op elke afsluitdatum gaat de Bank na of er objectieve aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Onder een objectieve aanwijzing voor een bijzondere waardevermindering verstaan we waarneembare financiële problemen bij de tegenpartij, het wegvallen van een markt vanwege financiële moeilijkheden of andere aanwijzingen die de recupereerbaarheid ten opzichte van de aanschaffingswaarde in gevaar brengen (loss event). Voor genoteerde aandelen en andere niet-vastrentende effecten wordt een aanzienlijke of langdurige daling van de rëele waarde beschouwd als een objectieve aanwijzing voor een bijzondere waardevermindering. Indien een daling van de reële waarde van een voor verkoop beschikbaar financieel actief rechtstreeks in het eigen vermogen is opgenomen en er objectieve aanwijzingen zijn dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan, wordt het cumulatieve verlies dat rechtstreeks in het eigen vermogen was verwerkt, opgenomen in de resultatenrekening. Het cumulatieve verlies dat in de resultatenrekening wordt opgenomen, is het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de huidige reële waarde, verminderd met een eventueel bijzondere waardevermindering op dat financieel actief, dat eerder reeds in resultaat is genomen. Ingeval van een bijzondere waardevermindering op voor verkoop beschikbare activa met een cumulatieve nettowinst in het eigen vermogen, wordt de bijzondere waardevermindering eerst aangerekend op deze cumulatieve nettowinst; het eventuele excedent van de bijzondere waardevermindering wordt ten laste genomen van de resultatenrekening.
Waarderingsregels
8/12
Aandelen en andere niet-vastrentende effecten: • Als in een volgende periode de reële waarde verder afneemt, zal deze bijkomende waardevermindering via de resultatenrekening worden verwerkt. • Een toename van de reële waarde wordt steeds via het eigen vermogen verwerkt. Vastrentende effecten: • Als in een volgende periode de reële waarde verder afneemt en er objectieve aanwijzingen zijn dat het actief een bijkomende bijzondere waardevermindering heeft ondergaan, wordt het cumulatieve verlies opgenomen in de resultatenrekening. Het cumulatieve verlies dat in de resultatenrekening wordt opgenomen, is het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de huidige reële waarde, verminderd met de bijzondere waardevermindering op dat financieel actief, die eerder reeds in resultaat is genomen. Indien de verdere afname van de reële waarde geen gevolg is van een (bijkomende) bijzondere waardevermindering wordt de waardewijziging via het eigen vermogen verwerkt. •
12.
Als in een volgende periode de reële waarde opnieuw toeneemt en de toename kan objectief worden toegewezen aan een gebeurtenis (reversal event) die zich heeft voorgedaan na opname van het bijzondere waardeverminderingsverlies in de resultatenrekening en welke een positieve impact heeft op de geschatte toekomstige kasstromen uit het financiële actief, zal de latere stijging van de reële waarde, weliswaar beperkt tot de initiële waardevermindering, via de resultatenrekening worden tegengeboekt: Indien de toename niet te wijten is aan een reversal event zal de waardewijziging via het eigen vermogen worden verwerkt.
HANDELSSCHULDEN EN OVERIGE SCHULDEN Handelsschulden en overige schulden worden tegen nominale waarde gewaardeerd.
13.
VOORZIENINGEN Indien een onderneming van de Bank een (wettelijke of feitelijke afdwingbare) verplichting heeft tengevolge van een gebeurtenis uit het verleden en het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting zal gepaard gaan met een uitgave en het bedrag van deze verplichting tevens op betrouwbare wijze kan bepaald worden, wordt op balansdatum een voorziening aangelegd. Ingeval het verschil tussen de nominale en verdisconteerde waarde materieel is, wordt een voorziening geboekt ten belope van de verdisconteerde waarde van de geschatte uitgaven. De eruit resulterende toename van voorziening à rato van de tijd, wordt als intrestlast geboekt. Herstructureringsvoorzieningen worden enkel geboekt als de Bank formeel een gedetailleerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de geplande herstructurering reeds is aangevangen of de personeelsleden getroffen door de herstructurering ervan werden geïnformeerd. Voor kosten die betrekking hebben op de normale groepsactiviteiten worden geen voorzieningen aangelegd.
14.
VOORWAARDELIJKE VORDERINGEN EN VERPLICHTINGEN Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen worden vermeld in de toelichtingen, indien er een mogelijke impact van materieel belang op te tekenen valt.
15.
BELASTINGEN De belastingen omvatten zowel belastingen op het resultaat als de latente belastingen. Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt behalve wanneer het bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen vermogen en bijgevolg toegewezen worden aan het eigen vermogen. Latente belastingen worden berekend volgens de balansmethode toegepast op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de in de balans opgenomen activa en passiva en hun fiscale waarde.
Waarderingsregels
9/12
Uitgestelde belastingsverplichtingen worden erkend voor alle belastbare tijdelijke verschillen: - behalve wanneer de uitgestelde belastingverplichting voortvloeit uit de oorspronkelijke erkenning van goodwill of de initiële boeking van activa en passiva in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en die op het moment van de transactie geen invloed heeft op de belastbare winst; - behalve met betrekking tot investeringen in dochterondernemingen, gemeenschappelijke en geassocieerde ondernemingen, waar de groep bij machte is de datum waarop het tijdelijke verschil zal weggewerkt worden te controleren en niet verwacht wordt dat het tijdelijk verschil in de voorzienbare toekomst zal weggewerkt worden. Uitgestelde belastingsvorderingen worden geboekt voor de aftrekbare tijdelijke verschillen en op overgedragen recupereerbare belastingskredieten en fiscale verliezen, in de mate dat het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zijn in de nabije toekomst om het belastingsvoordeel te kunnen genieten. De boekwaarde van de uitgestelde belastingsvorderingen wordt op elke balansdatum nagezien en verminderd in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om alle of een gedeelte van de uitgestelde belastingen te kunnen verrekenen. Waarderingsverschillen van activa en passiva die geen invloed hebben op het fiscale resultaat alsook niet aftrekbare goodwill geven geen aanleiding tot een belastingslatentie. Uitgestelde belastingen worden bepaald met behulp van aanslagvoeten die verwacht worden van toepassing te zullen zijn op belastbare inkomsten in de jaren dat deze tijdelijke verschillen zullen gerealiseerd of afgerekend worden, gebaseerd op belastingspercentages die bekrachtigd of zo goed als bekrachtigd zijn op de balansdatum.
16.
KAPITAALSUBSIDIES Kapitaalsubsidies worden in de balans gepresenteerd als uitgestelde baten en worden op systematische basis opgenomen in de resultatenrekening als baten over de gebruiksduur van het actief.
17.
PERSONEELSBELONINGEN De personeelsbeloningen omvatten kortetermijnpersoneelsbeloningen, vergoedingen na uitdiensttreding, andere langetermijnpersoneelsbeloningen, ontslagvergoedingen en beloningen in de vorm van eigenvermogensinstrumenten. De personeelsvergoedingen na uitdiensttreding omvatten pensioenplannen, levensverzekeringen en verzekeringen voor medische bijstand. Pensioenplannen onder vaste bijdrage plannen of te bereiken doel plannen worden verstrekt via afzonderlijke fondsen of verzekeringsplannen. Verder bestaan er nog personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten.
17.1 17.1.1
PENSIOENPLANNEN Plannen met vaste bijdrage De vaste bijdrage wordt ten laste van de resultatenrekening geboekt van het jaar waarop ze betrekking hebben.
17.1.2
Te bereiken doel plannen De provisie op balansdatum wordt berekend op basis van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen na aftrek van de reële waarde van de pensioenplan-activa, alsook de nog niet geboekte kosten voor gepresteerde diensten uit het verleden. Ingeval deze berekening in een positief saldo resulteert, wordt de activering begrensd tot het netto totaal van alle niet in rekening genomen kosten van gepresteerde diensten en contante waarde van om het even welke terugbetaling van het plan of verminderingen van toekomstige bijdragen tot het plan. Bij de introductie van een nieuw plan of bij de verbetering van een bestaand plan, worden de kosten betreffende gepresteerde diensten uit het verleden (of “servicekosten uit het verleden” genoemd) gespreid ten laste genomen tot de voordelen ‘verworven’ zijn. In de mate dat de pensioenvoordelen
Waarderingsregels
10/12
reeds onmiddellijk verworven zijn, worden deze kosten onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen. Het bedrag dat in de resultatenrekening wordt opgenomen, bestaat uit de huidige servicekost, de eventueel erkende servicekost van vroegere dienstjaren, de financieringslast en de verwachte opbrengst van de activa van het plan. Actuariële winsten en verliezen worden erkend als nietgerealiseerde resultaten in het eigen vermogen.
17.2
PERSONEELSBELONINGEN IN DE VORM VAN EIGEN VERMOGENSINSTRUMENTEN Binnen de Bank bestaan 3 aandelenoptieplannen uitgegeven door de moedermaatschappij van de Bank en ten voordele van de werknemers van de Bank. De optieplannen zijn “cash settled” op het niveau van de moedermaatschappij. Voor het aandelenoptieplan dat van voor 2002 dateert, werden de de de verschuldigde bedragen niet via de resultatenrekening geboekt. Voor het 2 en het 3 optieplan wordt de kost van het optieplan verwerkt via de resultatenrekening van de Bank ten opzichte van de post in het eigen vermogen ‘bijdrage van de moedermaatschappij’. De kost van het optieplan wordt gespreid geboekt in de Bank, over de periode waarin de prestaties door de werknemers worden geleverd. de de Overeenkomstig IFRS 2 worden het 2 en 3 optieplan jaarlijks geherwaardeerd. Ter bepaling van de reële waarde van de opties werd bij gebreke aan een marktwaardering een eigen model ontwikkeld.
18. 18.1
KAPITAAL EN RESERVES KOSTEN VAN KAPITAALVERHOGING Kosten direct toewijsbaar aan de uitgifte van nieuwe aandelen of opties of kosten verbonden aan de verwerving van een nieuwe bedrijfsactiviteit worden in het eigen vermogen opgenomen als een vermindering (netto van belastingen) van de binnenkomende middelen.
18.2
DIVIDENDEN Dividenden worden in het eigen vermogen verwerkt op het moment dat ze goedgekeurd worden door de aandeelhouders van de Bank.
18.3
INKOOP EIGEN AANDELEN Ingekochte eigen aandelen worden aan aanschaffingsprijs in mindering van het eigen vermogen geboekt. Een latere verkoop of vernietiging geeft geen aanleiding tot resultaatsimpact.
19. 19.1
ERKENNING VAN OPBRENGSTEN INTRESTINKOMEN EN LASTEN Intrestinkomen en intrestlasten worden in de resultatenrekening opgenomen voor alle financiële instrumenten op basis van een geamortiseerde kost gebruik makend van de effectieve intrest methode. De effectieve intrest methode is een methode om de geamortiseerde opbrengst of kost van een financieel actief of passief te berekenen en om deze renteopbrengst of kost toe te wijzen over de relevante periode. De effectieve intrest is de intrestvoet die ervoor zorgt dat de geactualiseerde toekomstige verwachte cashflow ontvangsten of betalingen over de verwachte levensduur van het financieel instrument gelijk gesteld worden met de nettowaarde (net carrying amount) van het financieel actief of passief. Bij de bepaling van de effectieve intrestvoet houdt de bank rekening met alle cashflows zoals ze contractueel bepaald zijn voor het financieel instrument, zonder evenwel rekening te houden met mogelijke toekomstige waardeverminderingen op kredieten. De bepaling houdt verder rekening met alle vergoedingen en commissies betaald of ontvangen tussen de partijen van het contract die integraal deel uitmaken van de effectieve intrestvoet, de direct toewijsbare transactiekosten en alle premies of discounts.
Waarderingsregels
11/12
19.2
ONTVANGEN EN BETAALDE COMMISSIES Fees en commissies worden in het algemeen erkend op “accrual” basis wanneer de prestatie geleverd wordt.
20. 20.1
OMREKENINGSVERSCHILLEN ENKELVOUDIGE JAARREKENINGEN Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de wisselkoers die geldt op datum van de transactie. Positieve en negatieve niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen, resulterend uit de omrekening van monetaire activa en passiva aan de slotkoers op balansdatum, worden als opbrengst respectievelijk kost in resultaat genomen.
20.2
GECONSOLIDEERDE REKENINGEN Op basis van de slotkoersmethode worden de activa en passiva van de geconsolideerde dochteronderneming aan slotkoers geconverteerd terwijl de resultatenrekening aan gemiddelde koers wordt verwerkt, wat resulteert in omrekeningsverschillen rechtstreeks vervat in het geconsolideerd eigen vermogen.
21.
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er kunnen zich na balansdatum gebeurtenissen voordoen die bijkomende informatie geven over de financiële situatie van de onderneming op balansdatum (adjusting events). Deze informatie laat toe schattingen te verbeteren en een betere weerspiegeling te geven van de werkelijke toestand op balansdatum. Deze gebeurtenissen vereisen een aanpassing van de balans en het resultaat. Andere gebeurtenissen na balansdatum worden vermeld in de toelichting indien ze een belangrijke impact kunnen hebben.
Waarderingsregels
12/12
2. WIJZIGINGEN IN DE FINANCIËLE GRONDSLAGEN EN METHODOLOGIE De grondslagen voor financiële verslaggeving gebruikt bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening 2012 zijn consistent met de grondslagen die werden toegepast per 31 december 2011.
De Bank heeft ervoor gekozen om de in 2011 herziene versie van IAS 19 Personeelsbeloningen vervroegd toe te passen. Als gevolg hiervan worden actuariële winsten en verliezen verwerkt als niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen. Van andere voor de bank relevante normen, amendementen van normen of interpretaties die door de IASB (International Accounting Standards Board) tot en met 31/12/2012 werden gepubliceerd, worden onderstaande van kracht vanaf het boekjaar 2013 : * Aanpassing van IAS 1 Presentatie van het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten * IFRS 10 - 11 - 12 Geconsolideerde jaarrekening - definitie van controle, joint ventures en andere samenwerkingsverbanden, bepaling van de te publiceren informatie * IAS 28 (2011) Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures * IFRS 13 Fair Value Measurement - eenduidige definitie van reële waarde en welke informatie moet worden toegelicht * Jaarlijkse verbeteringen aan bestaande standaarden Verwacht wordt dat deze wijzigingen geen materiële impact zullen hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Bank. Van de normen, amendementen van normen of interpretaties die door de IASB (International Accounting Standards Board) tot en met 31/12/2012 werden gepubliceerd, worden onderstaande van kracht na het boekjaar 2013 : * IFRS 9 Financiële instrumenten: regelt classificatie en waardering van financiële activa en verplichtingen en vervangt IAS 39 * Aanpassing van IAS 32 Presentatie van financiële instrumenten met betrekking tot "offsetting" van financiële activa en verplichtingen De impact hiervan op de geconsolideerde jaarrekening van de Bank werd nog niet bepaald.
3. RISICOBEHEER Ondernemingsrisico's zijn eigen aan de normale activiteiten van een bank. In vergelijking met sectorgenoten is Bank J. Van Breda & C° echter een weinig complexe instelling. Toch legt zij een grote voorzichtigheid aan de dag bij het aanvaarden van risico's. Zij verricht permanente risico-opvolging en controle. Historisch heeft Bank J. Van Breda & C° haar capaciteit om risico's te beheersen ruimschoots bewezen. Basel II (pijler III) vereist de publicatie van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens met betrekking tot de adequaatheid van het kapitaal, de risicoposities en het risicobeoordelingsproces. Deze informatie werd geïntegreerd in de jaarrekening daar de consolidatiekring voor de pijler III-vereisten overeenstemt met deze in de jaarrekening: * kredietrisico op financiële instrumenten wordt behandeld in toelichtingen 3.1 tot 3.4 * liquiditeits- en marktrisico's (rente- en wisselkoersrisico) wordt behandeld in toelichting 3.5 * kapitaaltoereikendheid wordt behandeld in toelichting 3.6 * operationeel risico: als gespecialiseerde nichespelers genieten Bank J. Van Breda & C° en haar dochterondernemingen de voordelen van hun kleinschaligheid, eenvoudige structuur en korte communicatielijnen. De interne operationele risico's worden o.a. beheerst via: - hoge integriteitsstandaarden: eerlijkheid is zowel voor de organisatie als voor de individuele personeelsleden van fundamenteel belang in onze bedrijfscultuur; - afdelingscharters vertalen en garanderen de kernwaarden 'gespecialiseerd', 'persoonlijk' en 'proactief' op afdelingsniveau - eerstelijnscontrole: de operationele afdelingen hebben een belangrijke verantwoordelijkheid in het controleren van hun eigen werking en afgeleverde kwaliteit - informatica: de belangrijkste operationele bedrijfsprocessen zijn geautomatiseerd en voorzien van ingebouwde procescontroles - disaster recovery plan: de continuïteit van de activiteiten indien zich een ramp zou voordoen, wordt regelmatig getest en geperfectioneerd. * inkomstenvolatiliteitsrisico: de inkomsten uit het relatiebankieren – de hoofdactiviteit van de bank, waarbij Bank J.Van Breda & C° en ABK elk hun eigen doelgroepspecialisatie hebben – worden aangevuld door de gespecialiseerde vendoractiviteit voor autodealers die is ondergebracht in de dochteronderneming Van Breda Car Finance. Zoals andere financiële instellingen is ook Bank J.Van Breda & C° afhankelijk van een winstbijdrage uit de transformatiemarge tussen de kortetermijnrente en de langetermijnrente. Dankzij volumestijgingen en het gebruik van indekkingsinstrumenten heeft de bank een daling van rente-inkomsten als gevolg van een ongunstig renteklimaat in het verleden altijd kunnen opvangen. Bijkomend maken commissie-inkomsten 24% uit van het bankproduct in 2012. * reputatierisico: Bank J.Van Breda & C° geniet een onberispelijke reputatie en wenst deze te bestendigen. Permanente aandacht voor integriteit en discretie vormt de rode draad in al onze activiteiten. Ook voor onze cliënten stellen wij voorzichtigheid en evenwicht voorop. Dit komt o.a. tot uiting in genuanceerd beleggingsadvies (met oog voor spreiding, langetermijnplanning en beleggingen in kwaliteitswaarden), een gedegen antwoord op kredietaanvragen (met het accent op de kwaliteit van de bedrijfsleiding, de terugbetalingscapaciteit en het eigen vermogen) en hoge standaarden i.v.m. juridisch en fiscaal correct handelen. * strategisch risico: de activiteiten van Bank J.Van Breda & C° worden consistent gestuurd en uitgevoerd volgens de bedrijfsmissie. Deze bedrijfsmissie ligt al jaren aan de basis van de performante resultaten van de bank. Het Directiecomité toetst consequent alle strategische beslissingen en marktopportuniteiten aan de bedrijfsmissie. De overname van ABK ziet de bank als een unieke opportuniteit om haar succesvolle commerciële strategie uit te breiden buiten de doelgroep van ondernemers en vrije beroepen. Autonomie interne audit en risicobeleid: met het oog op een strikte beheersing van alle bedrijfsrisico’s wordt een grote waarde gehecht aan de autonome werking van interne audit, de compliance officer, de risk manager en de ombudsvrouw. De autonomie van de interne auditor is gewaarborgd via de werking van het Auditcomité.
3.1 MAXIMALE KREDIETRISICO FINANCIËLE INSTRUMENTEN (in duizenden EUR) Financiële activa per economische sector I. Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken
2012
2011
27.573
161.579
8.573
59.337
19.000
102.243
63.375
76.139
6.785
7.560
5.959
7.247
827
312
508.229
621.350
Centrale overheden
402.163
510.359
Kredietinstellingen
27.366
27.098
Ondernemingen
78.701
83.893
3.660.613
3.394.477
1.119.383
994.578
Groot- en detailhandel
520.160
524.014
Bouwnijverheid, verhuur en handel in onroerende goederen
416.134
399.527
Geldmiddelen Centrale banken II. Vorderingen op kredietinstellingen III. 1. Derivaten Kredietinstellingen Ondernemingen III. 2. Voor verkoop beschikbare financiële activa
III. 3. Leningen en vorderingen (inclusief financiële leasing) Vrije beroepen en zelfstandigen
Transport, opslag en logistiek
192.257
207.702
Overige sectoren
953.924
891.193
Particulieren
458.754
377.462
III. 4. Overige activa
52.829
55.121
4.319.405
4.316.226
Totaal
Voor het maximale kredietrisico worden de boekwaarden en het toegekende niet-opgenomen deel van de kredietlijnen in aanmerking genomen, zoals gedefinieerd onder de standaardbenadering voor de berekening van de eigenvermogensvereiste voor het kredietrisico. Waarborgen in het voordeel van de bank zijn niet in rekening gebracht.
3.2 KREDIETRISICO LENINGEN EN VORDERINGEN EN WAARDERING WAARBORGEN
Onze kredietportefeuille is zeer gespreid binnen het lokale economische weefsel van familiale ondernemingen en vrije beroepen, bij ABK betreffen dit voornamelijk zelfstandigen en particulieren. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie. Een kredietrelatie bestaat uit een combinatie van kredietnemers (natuurlijke en/of rechtspersonen) die met elkaar verbonden zijn. Het maximale kredietbedrag per kredietrelatie wordt bepaald als een % van ons eigen vermogen voor solvabiliteitsdoeleinden. De kredietportefeuille van Car Finance wordt gekenmerkt door een zeer grote spreiding. Door een voortdurend verder verfijnen van de acceptatiecriteria en door een proactieve debiteurenopvolging geniet ook deze portefeuille een laag risicoprofiel. De kredietportefeuille is onderverdeeld in risicocategorieën die elk hun specifieke opvolging krijgen. Over de kredieten uit de hoogste risicocategorie “onzeker verloop” wordt periodiek gerapporteerd aan de Raad van Bestuur. Vorderingen die dubieus worden, worden overgedragen naar de afdeling betwiste zaken. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurtenissen zich voordoen bij onze cliënten, kredietnemers of borgen. Op de kredieten in de hoogste risicocategorie en op de vorderingen die dubieus worden, worden waardeverminderingen geboekt. Bij de krediet- en debiteurenopvolging en het aanleggen van waardeverminderingen wordt rekening gehouden met het gedekt (gewaarborgd) en ongedekt gedeelte van het krediet. Voor dubieuze vorderingen wordt het gedekt gedeelte bepaald in functie van de waarderingsregels van de waarborgen die worden uiteengezet in punt 11 van de samenvatting van boekhoudkundige grondslagen en methodologie. Het ongedekt kredietsaldo wordt dan berekend als het gevraagde krediet verminderd met de reële zekerheden. Inzake de bepaling van het maximaal ongedekt kredietsaldo gelden vastgelegde principes. Behalve de dubieuze vorderingen waarvoor op een voorzichtige manier provisies worden aangelegd, zijn er ook een aantal kredietdossiers van ondernemers die als gevolg van de economische omgeving een aanpassing aan de degressiviteit van hun aflossingskredieten gevraagd hebben. De boekwaarde van deze kredieten op 31/12/2012 bedroeg in totaal 29,9 miljoen euro, dit is 0,9 % van de totale kredietportefeuille. Herschikte kredieten (in duizenden eur) Boekwaarde herschikte kredieten Totaal leningen en vorderingen (Activa rubriek III.3) Percentage herschikt/totaal leningen en vorderingen per 31/12
2012
2011
29.924
43.712
3.306.419
3.043.941
0,91%
In toelichting 3.3 worden de achterstallige leningen en vorderingen vermeld waarop nog geen bijzondere waardevermindering geboekt werd. Toelichting 7.14 geeft meer informatie over leningen en vorderingen die al een bijzondere waardevermindering ondergaan hebben.
1,44%
3.3 ACHTERSTALLIGE FINANCIËLE ACTIVA (in duizenden EUR)
<= 30 dagen
> 30 dagen <= 90 dagen
2012 > 90 dagen > 180 dagen <= 180dagen <= 1jaar
> 1jaar
Totaal
Leningen en vorderingen aan Centrale overheden Kredietinstellingen Ondernemingen KMO's, zelfstandigen en particulieren
12
-
-
-
310
77
12
65.641
24.547
41
90.615
5.456
1.241
-
-
-
6.696 32.466
Handelswissels & eigen accepten Financiële leases (*)
-
Investeringskredieten en financieringen (*)
26.859
5.607
-
-
-
Hypothecaire leningen (*)
13.424
5.612
-
-
-
Werkingskredieten (*)
19.902
12.087
310
77
41
32.416
65.653
24.547
310
77
41
90.627
<= 30 dagen
> 30 dagen <= 90 dagen
Totaal
2011 > 90 dagen > 180 dagen <= 180dagen <= 1 jaar
19.037
> 1jaar
Totaal
Leningen en vorderingen aan Centrale overheden Kredietinstellingen 1
43
50.949
13.556
4.256
Investeringskredieten en financieringen (*) Hypothecaire leningen (*) Werkingskredieten (*)
Ondernemingen KMO's, zelfstandigen en particulieren
-
-
0
43
343
338
359
65.545
858
-
-
-
5.114
21.325
4.188
-
-
-
25.513
10.127
1.044
-
-
-
11.171
15.241
7.466
343
338
359
23.747
50.949
13.599
343
338
359
65.588
-
Handelswissels & eigen accepten Financiële leases (*)
Totaal
In deze toelichting worden de achterstallige leningen en vorderingen vermeld waarop nog geen bijzondere waardevermindering geboekt werd. Een financieel actief vertoont een achterstand wanneer de tegenpartij niet betaalt op het contractueel afgesproken tijdstip. Dit geldt op contractniveau, dus een ander contract van dezelfde tegenpartij wordt niet automatisch ook als achterstallig beschouwd. Daar waar de verwerking van betalingen vertraging oploopt, worden achterstallen slechts opgenomen na 4 dagen. (*) Wanneer een tegenpartij een achterstand vertoont op rapporteringsdatum, wordt bij deze leningen behalve het achterstallige deel, ook de volledige resterende boekwaarde als achterstallig gerapporteerd.
2012
Uitsplitsing per economische sector <= 30 dagen
> 30 dagen <= 90 dagen
> 90 dagen <= 180dagen
> 180 dagen <= 1 jaar
12.538
1.733
26
0
0
14.297
8.157
2.381
77
0
14
10.630
0
11.672
> 1 jaar
Totaal
Lenigen en vorderingen aan Vrije beroepen en zelfstandigen Groot- en detailhandel Bouwnijverheid, verhuur en handel in onroerende goederen
9.557
1.961
154
0
Transport, opslag en logistiek
3.661
6.280
12
69
23.349
7.261
0
0
8.390
4.930
40
7
65.653
24.547
310
77
Overige sectoren Particulieren Totaal
-
10.023 26
-
30.637 13.367
41
90.627
2011
Uitsplitsing per economische sector <= 30 dagen
> 30 dagen <= 90 dagen
> 90 dagen <= 180dagen
> 180 dagen <= 1 jaar
Vrije beroepen en zelfstandigen
9.601
Groot- en detailhandel
6.917
2.010
0
26
0
11.637
1.947
72
87
221
Bouwnijverheid, verhuur en handel in onroerende goederen
9.244
Transport, opslag en logistiek
5.299
1.313
76
3.033
2.145
83
-
20.022
4.579
79
100
6.077
1.605
33
93
50.949
13.599
343
338
> 1 jaar
Totaal
Lenigen en vorderingen aan
Overige sectoren Particulieren Totaal
33
0
6.720
82
5.344
56
24.835
359
65.588
-
7.808
3.4 KREDIETRISICO FINANCIËLE ACTIVA BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP Samenstelling portefeuille
2012
2011
Naar rating Overheden Aaa
30%
49%
Aa1
8%
4%
Aa2
8%
5%
Aa3
36%
27%
14%
10%
Obligaties van kredietinstellingen & perpetuals
3%
3%
Aandelen, private equity & andere
1%
2%
=< 1 jaar
21%
27%
> 1 jaar =< 2 jaar
20%
25%
> 2 jaar =< 3 jaar
21%
16%
> 3 jaar =< 4 jaar
20%
12%
> 4 jaar =< 5 jaar
10%
8%
> 5 jaar =< 6 jaar
4%
4%
> 6 jaar =< 7 jaar
0%
3%
> 7 jaar =< 8 jaar
1%
1%
> 8 jaar =< 9 jaar
0%
1%
zonder vervaldag
3%
3%
Bedrijfsobligaties
Naar restlooptijd
Het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wordt al jarenlang bewust erg laag gehouden. Het investeringskader dat jaarlijks ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Raad van Bestuur bepaalt waarin belegd kan worden en welke limieten gelden. Binnen de groep belegt Bank J.Van Breda & C° enkel in obligaties, waarvan 100% uitgegeven of gewaarborgd door volgende Europese overheden: Duitsland, Nederland, België, Oostenrijk, Luxemburg, Zweden en Finland. Er zitten geen obligaties van Griekenland, Italië, Portugal, Ierland en Spanje in de portefeuille. ABK, dat over een uitzonderlijk sterke solvabiliteit beschikt, belegt haar aanzienlijk overschot aan eigen vermogen in een meer gediversifieerde portefeuille. Op geconsolideerd niveau bevat de beleggingsportefeuille per 31/12/2012 82% kwaliteitsvolle overheidsobligaties, 17% financiële en bedrijfsobligaties en 1% aandelen en andere effecten.
3.5 BEHEER LIQUIDITEITSRISICO EN RENTERISICO (in duizenden EUR) Liquiditeitsrisico Financiële verplichtingen volgens contractuele vervaldagen <= 1 maand en onbepaald Zichtrekeningen cliënteel niet-derivaten
1.313.857
derivaten
Gereglementeerde spaardeposito's 779.580
-
-
>1 maand > 3 maanden <= 3 maanden <= 12 maanden
> 1 jaar <= 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
Overige 267.395
162.989
226.198
622.043
130.033
3.149
187
6.170
5.801
3.779
3.502.096 19.086
Totaal op 31/12/2012
1.313.857
779.580
270.544
163.176
232.369
627.844
133.812
3.521.182
niet-derivaten
1.182.778
728.042
324.574
275.423
348.538
541.158
79.984
3.480.498
5.863
276
2.664
13.640
1.810
24.254
330.437
275.699
351.203
554.798
81.794
3.504.752
-
derivaten Totaal op 31/12/2011
1.182.778
728.042
De commerciële bankactiviteiten zijn de belangrijkste bron van liquiditeitsrisico. Dit is het risico dat de bank over onvoldoende middelen zou beschikken om aan de onmiddellijke verplichtingen te voldoen. De bank streeft ook op dit domein een bewust laag risicoprofiel na.
De volledige kredietportefeuille wordt gefinancierd met cliëntendeposito’s. Risico-averse beleggers die opgeschrikt werden door de financiële crisis, staan voor hun beleggingen meer dan vroeger stil bij het risicoprofiel van de bank waar ze hun spaargeld aan toevertrouwen. Zij voelen zich aangesproken door de gezonde financiële positie van Bank J.Van Breda & C° en ABK. Het liquiditeitsrisico van de bank wordt permanent bewaakt door een proactief thesauriebeheer, binnen de krijtlijnen van het Asset & Liability Management (ALM). Voor haar liquiditeitsbeheer maakt de bank o.a. gebruik van liquiditeitsgaprapporten, ratio-analyse en volumeprognoses op korte en lange termijn. De bank werkt ook met een interne liquiditeitsratio die de liquide activa en de beschikbare liquiditeit uit de beleggingsportefeuille afzet tegenover de kortetermijnverplichtingen. Ook de stresstestratio’s van de NBB worden maandelijks opgevolgd. De bank bevindt zich ruim binnen de NBB-normen. Zoals hiervoor toegelicht beschikt de bank over een ruime portefeuille obligaties van hoge kwaliteit die gebruikt kunnen worden als buffer om liquiditeitsschommelingen in de thesaurie op te vangen. Eind 2012 bedroeg deze portefeuille obligaties 511 miljoen euro. De externe institutionele financiering (interbancair + effecten geplaatst bij institutionelen) betreft minder dan 2 % van het balanstotaal. De belangrijkste financieringsbron is bij ons altijd de cliënteel van de bank: vele duizenden lokale ondernemers en beoefenaars van vrije beroepen gebruiken Bank J.Van Breda & C° voor hun beleggingen en dagelijkse werking. Dit geldt evenzeer voor de zelfstandigen en particulieren bij ABK. Hierdoor beschikt de bank over een stabiele financieringsbron, waarvan de volumes gespreid zijn over een grote groep cliënten. Als gevolg van een groei van de deposito’s over 2011 met 20%, beschikte de bank eind 2011 over aanzienlijke overtollige liquiditeiten die werden geplaatst bij de Nationale Bank van België. In de loop van 2012 werden deze liquiditeitsoverschotten aangewend om de groei van de kredietportefeuille te financieren, waardoor de tegoeden bij centrale banken normaliseerden.
Liquiditeitsgap
≤ 1 maand
>1 maand > 3 maanden <= 3 maanden <= 12 maanden
> 1 jaar <= 5 jaar
> 5 jaar <= 10 jaar
> 10 jaar
31/12/2012 Activa
453.000
72.000
536.000
1.746.000
674.000
553.000
Passiva
921.000
318.000
565.000
1.593.000
140.000
643.000
Gap
-468.000
-246.000
-29.000
153.000
534.000
-90.000
Activa
574.000
170.000
557.000
1.589.000
635.000
515.000
Passiva
862.000
396.000
664.000
1.414.000
92.000
689.000
Gap
-288.000
-226.000
-107.000
175.000
543.000
-174.000
31/12/2011
Bovenstaande tabel houdt rekening met interne assumpties rond de stabiliteit van tegoeden voor producten zonder vervaldag (vb. zicht- en spaarrekening).
Marktrisico's Doordat al onze activiteiten cliëntgedreven zijn en wij geen marktactiviteiten voor eigen rekening voeren, is ons resultaat minder gevoelig voor de evoluties op de financiële markten.
Wisselkoersrisico De bank heeft door de aard van haar cliënteel (zowel Bank J. Van Breda & C° als ABK en Van Breda Car Finance zijn enkel actief in België) geen eigen materiële muntposities.
Renterisico De bank voert een voorzichtig beleid qua renterisico, ruim binnen de normen van de NBB. Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoende overeenkomen, zet de bank indekkingsinstrumenten in om dit te corrigeren. Dit gebeurt met een combinatie van renteswaps (die onze vlottende renteverplichtingen omzetten in vaste) en opties (die bescherming bieden tegen een stijging van de rente boven bepaalde niveaus). Meer informatie over de indekkingsinstrumenten is opgenomen in toelichting 6.3 (instrumenten die niet voldoen aan de criteria voor hedge-accounting) en toelichting 6.8 (instrumenten waarvoor hedge-accounting wordt toegepast). Sinds 2009 wordt er voor geopteerd om het renterisico op een relatief laag niveau te houden. Hiertoe wordt een uitgebreide rentegapanalyse uitgevoerd alsook een scenarioanalyse die rekening houdt met wijzigende marktvoorwaarden, die toelaten de impact van stressscenario’s te analyseren. Zowel de inkomensgevoeligheid als de vermogensgevoeligheid worden daarbij geanalyseerd. Het renterisico wordt o.a. gemeten aan de hand van de Basis Point Value-methodologie (BPV), die de de waardeverandering van de geanalyseerde portefeuille weergeeft bij een stijging van de rentevoeten over de volledige curve met x basispunten (typisch 1, 10 of 100 basispunten). Bij deze analyses worden zowel voor inkomensgevoeligheid als voor vermogensgevoeligheid de NBB-assumpties voor producten zonder vervaldag gehanteerd. Deze veronderstellingen zijn niet gewijzigd ten opzichte van 2011.
rente-ongevoelige zichtdeposito's rentegevoelige zichtdeposito's semi-rentegevoelige zichtdeposito's gereglementeerde spaardeposito's
inkomensvermogensgevoeligheid gevoeligheid 60 maanden 1 dag 6 maanden 2 jaar 6 maanden 2 jaar
Impact van onmiddellijke stijging van de rentecurve met 100 basispunten (1%) op: renteresultaat (inkomensgevoeligheid) reële waarde van het eigen vermogen (vermogensgevoeligheid) (= BPV)
2012 -461 -16.998
2011 -393 -13.914
Bij de rentegapanalyse worden zowel de balansproducten als de buitenbalansproducten ingedeeld in de verschillende tijdsintervallen volgens rentevervaldag. Op die manier wordt de mismatchstructuur van de bank zichtbaar. De rentegap wordt sinds 2012 berekend o.b.v. de assumpties van inkomensgevoeligheid in plaats van de assumpties voor vermogensgevoeligheid. Dit maakt dat de semi-rentegevoelige zichtdeposito's en de gereglementeerde spaardeposito's herprijzen op 6 maanden in plaats van op 2 jaar.
≤ 1 maand
>1 maand > 3 maanden <= 3 maanden <= 12 maanden
> 1 jaar <= 5 jaar
> 5 jaar <= 10 jaar
> 10 jaar
onbepaald
31/12/2012 Activa
755.000
334.000
479.000
1.288.000
347.000
184.000
102.000
Passiva
489.000
205.000
1.275.000
1.088.000
128.000
1.000
327.000
Gap
266.000
129.000
-796.000
200.000
219.000
183.000
-225.000
31/12/2011 Activa
855.000
390.000
710.000
1.416.000
355.000
149.000
84.000
Passiva
489.000
266.000
429.000
2.389.000
108.000
10.000
286.000
Gap
366.000
124.000
281.000
-973.000
247.000
139.000
-202.000
3.6 KAPITAALBEHEER (in duizenden EUR) Het doel van het kapitaaltoereikendheidsproces van Bank J.Van Breda is periodiek vast te stellen of de risico’s die door de Bank gelopen zouden kunnen worden in balans zijn met het beschikbare eigen vermogen. In lijn met haar risk appetite streeft de Bank ernaar geen risico’s te nemen waarbij haar reputatie wordt aangetast. Het kapitaalbeheer van de Bank wil er zich bovendien op elk moment van verzekeren dat de Bank aan de reglementaire vereisten beantwoordt en een kapitalisatieniveau aanhoudt dat ruim tegemoet komt aan het niveau van de activiteit en de genomen risico’s. Hierbij geldt dat er voldoende eigen vermogen moet zijn om eventuele schokken door kredietverliezen op te vangen, zodat de spaardeposito’s van de cliënteel op geen enkel moment in gevaar komen. Het intern kapitaaltoereikendheidsproces wordt geïntegreerd in de dagelijkse activiteiten en het besluitvormingsproces van de Bank. We vinden deze integratie onder meer terug in: * de evolutie van de kredietopvolging in functie van de ratings * de controle op de naleving van de kredietstrategie (individuele- en concentratielimieten, naleven kredietbevoegdheden, …) * de ontwikkeling en uitvoering van diverse stresstesten Door het verkrijgen van robuuste risico-informatie is het management in staat effectief de kapitaalbehoefte in te schatten. Om een goed evenwicht te behouden tussen voldoende kapitaal voor de bescherming tegen onverwachte gebeurtenissen en het kunnen inspelen op opportuniteiten enerzijds en een gepast rendement voor de aandeelhouders anderzijds, wenst de Bank dat haar kapitaal minimaal uit 75% Core Tier 1 kapitaal is samengesteld. De EV-vereisten in functie van gelopen risico’s worden trimestrieel berekend en gerapporteerd aan het Directiecomité en de Raad van Bestuur. EIGEN VERMOGEN EN SOLVABILITEIT 2012 Eigen vermogen core Tier 1 (1) Eigen vermogen Tier 2
2011
413.268
398.143
64.662
69.756
Totaal eigen vermogen (2)
477.930
467.899
Gewogen risicovolume (3)
2.906.049
2.705.311
Core Tier I ratio (1)/(3)
14,2%
Solvabiliteitsratio (2)/(3)
14,7%
4,0%
4,0%
16,4%
17,3%
8,0%
8,0%
minimumvereiste NBB minimumvereiste NBB
Gedurende het hele boekjaar werd ruim voldaan aan de kapitaalsvereisten opgelegd door de NBB, zoals geïllustreerd door bovenstaande ratio's (situatie op jaareinde). Bovendien voldeed de bank eind 2010 al ruim aan de solvabiliteitsnormen die het Basel-III akkoord wil invoeren. Door de overname van ABK in 2011 zijn de solvabiliteitsratio's aanzienlijk toegenomen. De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa bedraagt 11%, een veelvoud van de 3% die de toezichthouders tegen ten vroegste 2019 willen invoeren. Tegenover de cliëntendeposito's bedraagt het eigen vermogen 13% of voor elke 100 eur cliëntendeposito's is er dus een buffer van 13 eur eigen vermogen waarmee waardeverminderingen op kredieten of beleggingen kunnen worden opgevangen. In de loop van 2012 heeft ABK kredietrisicoprotectie verstrekt op een gedeelte van de kredietportefeuille van Bank J. Van Breda & C°. Hierdoor kan het overschot aan kapitaal binnen ABK worden gebruikt om de gezonde groei van de kredietverlening van Bank J. Van Breda & C° uit het verleden ook in de toekomst te bestendigen. Bank J. Van Breda & C° beschikt hierdoor over bijkomende eigen middelen om op eigen kracht verder te groeien, zelfs bij onvoorziene marktomstandigheden.
2012
2011
Basel II
Basel II
TOTAAL EIGEN VERMOGEN VOOR SOLVABILITEITSDOELEINDEN
477.930
467.899
EIGEN VERMOGEN SENSU STRICTU
413.596
398.425
17.500
17.500
Eigenvermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor opneming in het eigen vermogen Gestort kapitaal Reserves die in aanmerking komen voor opneming in het eigen vermogen sensu strictu
17.500
17.500
406.725
388.915
374.456
327.097
Minderheidsbelangen
16.456
16.254
Tussentijdse positieve resultaten
15.844
46.882
15.844
46.882
Reserves
Resultaat (positief) van het lopende boekjaar Reserves uit de herwaardering die in aanmerking komen voor opneming in het eigen vermogen sensu strictu Reserves uit de herwaarderingsverschillen bij voor verkoop beschikbare aandelen Reserves uit de herwaardering bij andere voor verkoop beschikbare activa Aanpassing aan de reserves uit de herwaardering bij andere voor verkoop beschikbare activa Reserves uit de herwaardering bij kasstroomafdekkingen Aanpassing aan de reserves uit de herwaardering bij kasstroomafdekkingen Andere af te trekken bestanddelen van het eigen vermogen sensu strictu (-) Immateriële activa (-) AANVULLEND EIGEN VERMOGEN Aanvullend kern eigen vermogen Aanpassing aan reserves uit de herwaardering bij voor verkoop beschikbare eigenvermogensinstrumenten overgedragen aan het aanvullend eigen vermogen Bijkomend aanvullend eigen vermogen Achtergestelde leningen
(31)
(1.318)
(31)
(1.318)
11.756
3.923
(11.756)
(3.923)
(3.634)
(7.372)
3.634
7.372
(10.629)
(7.990)
(10.629)
(7.990)
64.991
70.038
-
-
64.991
70.038
64.991
70.038
AF TE TREKKEN BESTANDDELEN VAN HET EIGEN VERMOGEN SENSU STRICTU EN HET AANVULLEND EIGEN VERMOGEN (-) Van het eigen vermogen sensu strictu (-) Van het aanvullend eigen vermogen (-) Deelnemingen in andere kredietinstellingen en andere financiële instellingen die meer dan 10% van hun kapitaal bedragen (-) TOTAAL BASISVERMOGEN VOOR SOLVABILITEITSDOELEINDEN
(658)
(564)
(329)
(282)
(329)
(282)
(658) 413.268
TOTAAL AANVULLEND EIGEN VERMOGEN VOOR SOLVABILITEITSDOELEINDEN
(564) 398.143
64.662
69.756
EIGEN VERMOGENSVEREISTEN
232.484
216.425
TOTALE EIGEN VERMOGENSVEREISTEN VOOR KREDIETRISICO
213.955
198.568
213.955
198.568
Standaardbenadering (STA) Centrale overheden of centrale banken Instellingen Ondernemingen
-
-
1.626
1.197
74.368
68.308
108.903
100.858
16.467
14.412
4.129
3.433
Bank gedekte obligaties
125
144
Kortlopende vorderingen op instellingen en ondernemingen
377
775
63
973
7.897
7.334
-
1.135
Retailcliënteel Gewaarborgd door hypotheken Achterstallige risicoposities
Instellingen voor collectieve beleggingen (ICB's) Overige posten Effectiseringsposities AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO
-
-
TOTALE EIGEN VERMOGENSVEREISTEN VOOR POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO'S
911
502
Standaardbenadering (STA)
911
502
Verhandelbare schuldinstrumenten
911
502
Aandelen
-
-
17.617
17.354
TOTALE EIGENVERMOGENSVEREISTEN VOOR OPERATIONELE RISICO'S (OPR) OPR basisindicatorbenadering (BIA) Surplus (+) / Deficit (-) of own funds SOLVABILITEITSRATIO %
17.617
17.354
245.446
251.474
16,4%
17,3%
Basel II: de standaardbenadering voor de berekening van de kapitaalsvereisten voor het kredietrisico maakt waar mogelijk gebruik van externe ratings om het gewogen risicovolume te bepalen. Dit is het geval voor de risicocategorieën centrale overheden/ centrale banken en instellingen. Daar waar geen externe rating beschikbaar is, voorziet de standaardbenadering in specifieke risicowegingen per risicocategorie. Voor de berekening van de kapitaalsvereisten voor het operationeel risico heeft de Bank voor de basic indicator approach (BIA) gekozen.
KREDIETRISICO DERIVATEN 2012 Wisselverrichtingen op termijn
RISICOGEWOGEN ACTIEF
RISICOPOSITIEWAARDE 1.089
EIGEN VERMOGEN VEREISTE
845
68
Bekomen opties op valuta's
-
-
Bekomen optie op aandelen
2.026
1.013
135
68
5
3.535
1.768
141
Bekomen opties op rente Renteswaps Totaal
6.785
3.694
81
296
4. BEOORDELINGEN EN SCHATTINGEN AANGEWEND BIJ DE VOORBEREIDING VAN DE JAARREKENINGEN De opstelling van de jaarrekeningen volgens de IFRS-normen verplicht tot het gebruik van beoordelingen en schattingen. Alhoewel de Raad van Bestuur meent dat ze met alle beschikbare informatie heeft rekening gehouden om deze beoordelingen en schattingen te bepalen, kan de werkelijkheid verschillen en kunnen die verschillen de jaarrekening beïnvloeden. De schattingen en beoordelingen betreffen hoofdzakelijk de volgende onderwerpen: * bepaling van de uitgestelde belastingvordering voor fiscaal verrekenbare tegoeden en fiscale verliezen (2012: 22.800 k eur, 2011: 6.866 k eur). Deze vordering is afhankelijk van de ingeschatte toekomstige belastbare winst en houdt rekening met het actuele businessplan en de huidige fiscale regelgeving. Meer info hierover is te lezen in toelichting 7.15; * veronderstellingen over parameters gebruikt bij de waardering van de verplichtingen verbonden aan sommige vergoedingen na uitdiensttreding (zie toelichting 11.2). In de waarderingsregels is meer te lezen over volgende beoordelingen en schattingen: * bepaling van de verwachte gebruiksduur en restwaarde van de immateriële en materiële vaste activa; * schatting van de realiseerbare waarde bij het erkennen van bijzondere waardeverminderingen.
5. CONSOLIDATIEKRING 5.1. DOCHTERONDERNEMINGEN INTEGRAAL OPGENOMEN IN DE CONSOLIDATIE Naam van de dochteronderneming
Ondernemingsnummer
Land van oprichting
Belangen% 31-12-2012
Belangen% 31-12-2011
Wijziging 2012 t.o.v. 2011
Antwerps Beroepskrediet CVBA
BE 0404.456.841
BE
91,76%
91,76%
Neen
Van Breda Car Finance NV
BE 0475.277.432
BE
100%
100%
Neen
Beherman Vehicle Supply NV
BE 0473.162.535
BE
80%
80%
Neen
Station Zuid NV
BE 0454.664.041
BE
100%
100%
Neen
Fracav SA
BE 0449.881.545
BE
100%
100%
Neen
ABK is een kredietinstelling die zich met eenvoudige, transparante en correct geprijsde spaar- en beleggingsproducten richt naar zelfstandigen en particulieren. Van Breda Car Finance is in heel België actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. De activiteit van Beherman Vehicle Supply NV bestaat in het ter beschikking stellen van voertuigen aan autodealers (stockfinanciering). Station Zuid NV is eigenaar van de grond en van een gedeelte van het gebouw waarin de hoofdzetel van de bank is gevestigd. Fracav SA is eigenaar van een onroerend goed dat dient voor de uitbating van kantoor Mons.
5.2 GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN EN JOINT VENTURES WAAROP VERMOGENSMUTATIE IS TOEGEPAST (in duizenden EUR) Naam van de geassocieerde onderneming
Ondernemingsnummer
Land van oprichting
Belangen% 31-12-2012
Belangen% 31-12-2011
Wijziging 2012 t.o.v. 2011 Neen
Finauto NV
BE 0464.646.232
BE
50%
50%
Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij NV
BE 0418.759.886
BE
50%
50%
Neen
Financieringsmaatschappij Definco NV
BE 0415.155.644
BE
50%
50%
Neen
Informatica J. Van Breda & C° NV
BE 0427.908.174
BE
40%
40%
Neen
Omzet (100%)
Netto-resultaat (100%)
Boekwaarde (volgens belangen%)
2012 Kerncijfers (IFRS herwerkt conform de waarderingsregels van de bank)
Activa (100%)
Finauto NV
Verplichtingen (100%) 1.055
813
901
(17)
121
Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij NV
894
194
751
445
350
Financieringsmaatschappij Definco NV
406
33
227
123
187
Informatica J. Van Breda & C° NV
6.235
5.053
8.788
5
473
Totaal
8.590
6.093
10.667
557
1.130
2011 Kerncijfers (IFRS herwerkt conform de waarderingsregels van de bank)
Activa (100%)
Verplichtingen (100%)
Omzet (100%)
Netto-resultaat (100%)
Boekwaarde (volgens belangen%)
Finauto NV
984
726
519
30
129
Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij NV
827
273
591
301
277
Financieringsmaatschappij Definco NV
379
64
104
65
157
Informatica J. Van Breda & C° NV
5.588
4.412
7.922
5
471
Totaal
7.779
5.475
9.136
400
1.035
De activiteit van Finauto NV, Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij NV, Financieringsmaatschappij Definco NV bestaat in het verstrekken van financieringen. Informatica J. Van Breda & C° NV levert diensten inzake het beheer van het informaticapark en adviesverlening hieromtrent aan een aantal vennootschappen waaronder Bank J. Van Breda & C°.
6. TOELICHTINGEN BIJ DE GECONSOLIDEERDE BALANS
6.1 GELDMIDDELEN EN TEGOEDEN BIJ CENTRALE BANKEN (in duizenden EUR) 2012 Geldmiddelen Tegoeden bij centrale banken Schuld uitgegeven door openbare instellingen en bij centrale banken verdisconteerbare wissels Te ontvangen interesten Totaal
2011 8.567
7.812
19.000
153.727
6
41
10
31
27.583
161.611
Alle tegoeden in deze rubriek zijn onmiddellijk opvraagbaar en zijn dus vorderingen met een korte looptijd. Als gevolg van een groei van de deposito’s over 2011 met 20%, beschikte de bank eind 2011 over aanzienlijke overtollige liquiditeiten die werden geplaatst bij de Nationale Bank van België. In de loop van 2012 werden deze liquiditeitsoverschotten aangewend om de groei van de kredietportefeuille te financieren, waardoor de tegoeden bij centrale banken normaliseerden.
6.2 VORDERINGEN OP KREDIETINSTELLINGEN (in duizenden EUR) 2012
2011
Binnenlandse banken
34.857
61.448
Buitenlandse banken
28.518
14.686
Te ontvangen interesten Totaal
146
136
63.521
76.271
Alle vorderingen hebben een looptijd <= 1 jaar (idem in 2012). De cliëntendeposito's in deviezen worden herbelegd op de interbankenmarkt. Deze beleggingen worden gespreid over meerdere instellingen, waarbij de grootste belegging bij 1 tegenpartij minder dan 12 mio euro bedraagt.
In deze rubriek zit ook collateral verstrekt aan kredietinstellingen onder de vorm van cash in deposito ten belope van 15.970 k eur (16.260 in 2011), als waarborg voor verplichtingen die voortvloeien uit afgesloten renteswaps (zie ook toelichtingen 6.3, 6.8 en 6.9).
6.3 FINANCIELE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN AANGEHOUDEN VOOR HANDELSDOELEINDEN (in duizenden EUR) 2012 Boekwaarde
Type
Activa
Schulden
2011
Nominale waarde Te ontvangen Te leveren (activa) (schulden)
Boekwaarde Activa
Schulden
Nominale waarde Te ontvangen Te leveren (activa) (schulden)
Rentevoetinstrumenten Optie (cap/swaption)
12
Swap Schuldinstrumenten
684
130.482 2.746
2.520
55.000
78 126.455
2.065
1.365
121.553 2.523
2.218
65.000
100.000
1.867
Eigenvermogensinstrumenten Aandelenoptie
1.604
2.037
7.043
8.946
1.576
1.970
7.158
8.946
Termijnwisselverrichtingen
558
604
21.842
22.020
715
984
18.467
21.279
Te ontvangen/ te betalen interesten Totaal
85
1.136
1.735
1.458
5.462
6.523
216.432
157.420
7.687
6.935
214.045
130.225
Valuta (FX) - instrumenten
2012
Boekwaarde volgens resterende looptijd <= 1 jaar en onbepaald >1 jaar en <= 5 jaar >5 jaar Totaal
Activa
2011 Schulden
Activa
Schulden
4.914
4.715
3.547
2.754
548
1.441
4.140
4.181
5.462
6.523
7.687
6.935
366
De bovenvermelde rentevoetinstrumenten voldoen niet aan de criteria voor hedge-accounting en behoren dus tot de handelsportefeuille (zie toelichting 6.8 voor hedgeaccounting). Deze instrumenten kaderen echter alle in het renterisicobeheer zoals uiteengezet in toelichting 3.5. De aandelenoptie betreft een indekkingsinstrument verbonden aan het beleggingsproduct Van Breda Best Plus 29 (zie toelichting 6.14). Ook de positie vermeld bij schuldinstrumenten is hiermee gerelateerd. De financiële instrumenten die behoren tot de handelsportefeuille worden uitsluitend afgesloten bij solvabele tegenpartijen. Bovendien werden met de tegenpartijen credit support annex overeenkomsten afgesloten, waarbij de tegenpartij deposito's verstrekt als waarborg voor haar verplichtingen die voortvloeien uit het financiële instrument.
6.4 ANDERE FINANCIELE ACTIVA GEWAARDEERD AAN REELE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN VIA WINST- EN VERLIESREKENING (in duizenden EUR) 2012 Beginsaldo - Reële waarde
2011 1.138
-
1.135
- Te ontvangen interesten
3
1. Aanschaffingen 2. Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties
1.692
- Reële waarde
1.644
- Te ontvangen interesten
3. Overdrachten ( - )
48
(1.538)
4. Overdrachten door bedrijfsafsplitsing ( - ) 5. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 6. Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde
403
(509)
7. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 8. Overboeking van (naar) andere posten 9. Overige toename (afname) Eindsaldo
(3)
(45)
-
1.138
- Reële waarde
-
1.135
- Te ontvangen interesten
-
3
In deze rubriek werd het financieel instrument Regatta Series 15 van Astir BV opgenomen, omdat het derivaten bevatte die niet afgescheiden konden worden van het basiscontract. Het effect werd in april 2012 verkocht.
6.5 VOOR VERKOOP BESCHIKBARE FINANCIËLE ACTIVA (in duizenden EUR) Aandelen Beginsaldo
2012 Effecten
Totaal
Aandelen
2011 Effecten
Totaal
21.356
609.563
630.919
9.638
435.290
444.929
- Geamortiseerde kostprijs
22.901
603.853
626.754
10.021
423.032
433.053
- Aanpassing aan reële waarde via eigen vermogen
(1.545)
5.943
4.398
4.455
4.072
- Aanpassing aan reële waarde via resultaat
-
(9.802)
(9.802)
-
-
-
- Te ontvangen interesten
-
9.569
9.569
-
7.804
7.804
586.577
586.875
714.602
715.151
1. Aanschaffingen
299
2. Actuarieel rendement
(6.981)
(382)
549
(6.981)
3. Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties - Reële waarde
(5.505) 230.489
251.936
21.446
226.415
247.861
- Te ontvangen interesten
4. Overdrachten (geamortiseerde kostprijs ) (-) 5. Overdrachten (bijzondere waardevermindering ) (+)
(15.967) 1.147
(698.719)
(714.686)
(5.505)
21.446
(9.115)
4.074
4.074
(754.691)
(763.806)
9.802
10.949
-
-
-
78
(6.169)
(6.091)
3.192
(1.210)
1.982
(858)
18.036
17.178
(4.355)
(7.104)
(11.459)
9.802
9.802
(9.802)
(9.802)
6. Gerealiseerde (meer)minwaarde op overdracht 7. Overdrachten door bedrijfsafsplitsing ( - ) 8. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 9. Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde 10. Uit eigen vermogen naar resultatenrekening overgeboekte bijzondere waardeverminderingen (+) 11. Bijzondere waardeverminderingen opgenomen in de resultatenrekening (-)
2.292 (2.292)
12. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen
2.292 (365)
13. Overboeking van (naar) andere posten
- Geamortiseerde kostprijs - Aanpassing aan reële waarde via eigen vermogen - Aanpassing aan reële waarde via resultaat - Te ontvangen interesten
-
(365)
-
-
14. Overige toename (afname) Eindsaldo
(2.292)
(590)
-
(590)
(2.309)
(2.309)
6.056
511.153
517.209
21.356
609.563
630.919
7.233
484.364
491.597
22.901
603.853
626.754
17.809
17.776
(1.545)
5.943
4.398
(1.144)
-
(1.144)
-
(9.802)
(9.802)
-
8.980
8.980
-
9.569
9.569
(33)
Per 31/12/2012 had de bank kortlopende interbancaire schulden die werden afgesloten in het kader van het liquiditeitsmanagement (zie ook toelichting 6.12). In het kader van deze repo-ontleningen werd overheidspapier uit de Beschikbaar voor verkoop-portefeuille als onderpand overgedragen aan de tegenpartijen. De Bank blijft echter eigenaar van deze effecten en behoudt het recht op de inkomsten uit deze effecten. Deze getransfereerde activa komen dan ook niet in aanmerking voor gehele of gedeeltelijke verwijdering van de balans. Getransfereerde financiële activa die niet in aanmerking komen voor verwijdering van de balans 2012 Boekwaarde Boekwaarde van overeenvan getransfe- stemmende reerde activa verplichtingen
2011 Boekwaarde Boekwaarde van overeenvan getransfe- stemmende reerde activa verplichtingen
Repo-ontleningen
53.583
53.598
-
-
Totaal
53.583
53.598
-
-
6.6 LENINGEN EN VORDERINGEN (in duizenden EUR) Volgens soort
2012
Wissels en eigen accepten Financiële leasing Investeringskredieten en financieringen
2011 287
1.143
125.994
116.353
1.972.922
1.882.153
Hypothecaire leningen
778.889
634.120
Werkingskredieten
365.202
375.871
56.153
26.965
Overige Te ontvangen interesten
6.973
7.336
Totaal
3.306.419
3.043.941
Volgens resterende looptijd
2012
2011
<= 1 jaar en onbepaald
590.511
>1 jaar en <= 5 jaar
762.894
580.593 688.478
>5 jaar
1.953.014
1.774.870
Totaal
3.306.419
3.043.941
6.7 LEASE-OVEREENKOMSTEN (in duizenden EUR) I. LEASINGGEVER - Financiële lease 2012
Uitsplitsing naar resterende looptijd
< 1 jaar
1 jaar <> 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
1. Bruto lease-investeringen
9.852
125.872
-
135.724
2. Contante waarde van minimale leasebetalingen
9.586
113.558
-
123.144
3. Onverdiende financieringsbaten
12.580
4. Voorwaardelijke leasebetalingen opgenomen als baten 5. Ongegarandeerde restwaarden die de leasinggever toekomen 6. Geaccumuleerde waardevermindering voor oninbare te vorderen minimale leasebetalingen
4.153
7. Debiteuren + te regelen kosten mbt leasing
2.850 125.994
Totale contante waarde, debiteuren en te regelen kosten 2011
Uitsplitsing naar resterende looptijd
< 1 jaar
1 jaar <> 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
1. Bruto lease-investeringen
10.558
115.418
-
125.976
2. Contante waarde van minimale leasebetalingen
10.260
103.691
-
113.952
3. Onverdiende financieringsbaten
12.025
4. Voorwaardelijke leasebetalingen opgenomen als baten 5. Ongegarandeerde restwaarden die de leasinggever toekomen 6. Geaccumuleerde waardevermindering voor oninbare te vorderen minimale leasebetalingen
4.887
7. Debiteuren + te regelen kosten mbt leasing
2.401
Totale contante waarde, debiteuren en te regelen kosten
116.353
Bovenvermelde lease-overeenkomsten hebben wagens als voorwerp en worden verstrekt door dochteronderneming Van Breda Car Finance.
II. LEASINGNEMER - Operationele lease 2012 Operationele lease- en subleasebetalingen opgenomen in de winst- en verliesrekening
2.368
De operationele lease assets betreffen wagens voor bepaalde groepen van personeelsleden.
2011 2.229
6.8 DERIVATEN GEBRUIKT TER AFDEKKING (in duizenden EUR) 2012 Nominale waarde
2011
Boekwaarde
Nominale waarde
Reële waarde afdekking
-
-
-
Kasstroomafdekking
-
-
34.750
Te ontvangen interesten Totaal activa
43 -
Boekwaarde 84 641
43
34.750
725
Reële waarde afdekking
296.169
7.792
168.273
2.036
Kasstroomafdekking
115.000
2.895
285.000
11.150
411.169
12.564
453.273
17.319
Te betalen interesten Totaal verplichtingen
1.877
4.133
De in bovenstaande tabel vermelde indekkingsinstrumenten kaderen in het renterisicobeheer zoals uiteengezet in toelichting 3.5 en voldoen aan de strikte criteria voor hedge-accounting. Kasstroomafdekkingen De bank kiest voor dit type hedging om het renterisico van de portefeuille “floating rate funding” in te dekken. Het doel van deze macro-afdekkingsstrategie is een vermindering van het renterisico door de vlottende rente die te betalen is op funding met een korte looptijd (kortetermijndeposito’s met een looptijd van maximaal 6 maanden) om te zetten naar een vaste fundingkost, met behulp van swaps en caps. Het afgedekte risico is het renterisico dat bij vernieuwing van de deposito’s een hogere rente moet betaald worden aan de tegenpartij, omdat de referentierente (euribor) gestegen is. Uit de aangegane swaps of caps ontvangt de bank op dat moment compenserende hogere kasstromen, terwijl ze de vaste afgesproken rente blijft betalen. De afdekkingseffectiviteit wordt periodiek gemeten: het efficiënte deel van de reëlewaardewijziging van de indekkingsinstrumenten wordt verwerkt in een herwaarderingsreserve in het eigen vermogen (zie overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten); het eventuele inefficiënte deel wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening, zoals vermeld in toelichting 7.6. Het volume van de ingedekte portefeuille en de verwachte evolutie ervan bepalen het maximum van de in te dekken kasstromen. In 2012 daalde deze portefeuille aanzienlijk, waardoor enkele afdekkingsrelaties vroegtijdig beëindigd werden. Bijgevolg viel ook een deel van de opgebouwde herwaarderingsreserve vrij in resultaat, voor een bedrag van -3.091 k eur (2011: -292 k eur, zie eveneens toelichting 7.6). Reële waarde afdekkingen De bank kiest voor dit type hedging om het renterisico van een deel van de kredietportefeuille in te dekken. Het doel van deze macro-afdekkingsstrategie is een vermindering van het renterisico door de vaste rente die we gedurende de looptijd ontvangen uit kredieten van klanten, met behulp van swaps om te zetten naar een variabele rente die een eventuele stijging van de referentierente (euribor) volgt. Het afgedekte risico is het renterisico dat de fundingkost van de kredieten (kortlopende deposito's van onze klanten) stijgt door een gestegen referentierente (euribor), terwijl de rente-inkomsten uit kredieten met vaste rentevoet gelijk blijven. Uit de aangegane swaps of caps ontvangt de bank op dat moment compenserende hogere kasstromen, terwijl ze de vaste afgesproken rente blijft betalen. De afdekkingseffectiviteit wordt periodiek gemeten. De reëlewaardewijziging van zowel indekkingsinstrumenten als de ingedekte portefeuille worden via resultaat verwerkt, waardoor eventuele inefficiëntie automatisch opgenomen wordt in de winst- en verliesrekening, zoals te zien is in toelichting 7.6. Deze indekkingsinstrumenten worden uitsluitend afgesloten bij solvabele tegenpartijen. Bovendien werden met de tegenpartijen credit support annex overeenkomsten afgesloten, waarbij de tegenpartij deposito's verstrekt als waarborg voor haar verplichtingen die voortvloeien uit het financiële instrument.
6.9 KASSTROOMINDEKKINGEN: VERWACHTE KASSTROMEN (in duizenden EUR) 2012 Boekwaarde
<= 6 maanden
Totaal Renteswaps
(4.132)
(4.137)
Caps
-
-
Totaal
(4.132)
(4.137)
(451)
>6 Verwachte maanden cash flows <= 12 > 1 jaar maanden <= 2 jaar
> 5 jaar
(3.686)
-
-
-
-
-
-
-
(3.686)
-
-
-
>6 Verwachte maanden cash flows <= 12 > 1 jaar <= 2 jaar maanden
> 2 jaar <= 5 jaar
> 5 jaar
(451)
> 2 jaar <= 5 jaar
2011 Boekwaarde
<= 6 maanden
Totaal Renteswaps Caps Totaal
(14.627) 84 (14.543)
(14.833) (14.833)
408 408
(8.571)
(4.851)
(1.750)
-
-
-
(8.571)
(4.851)
(1.750)
(70) (70)
De bovenstaande tabel geeft de periodes weer waarin de kasstromen van derivaten die dienen als kasstroomindekking, verwacht worden zich te zullen voordoen. De daling in 2012 volgt de gedaalde verwachte kasstromen van de ingedekte portefeuille deposito's, waardoor enkele afdekkingsrelaties vroegtijdig beëindigd werden. Bij caps bestaat de boekwaarde uit een intrinsieke waarde en een tijdswaarde. * de intrinsieke waarde (2012: 0 k eur; 2011: 0 k eur) vertegenwoordigt de actuele waarde van de toekomstige kasstromen (op basis van de huidige forward rentes); * de tijdswaarde (2012: 0 k eur; 2011: 84 k eur) is een weergave van de kans dat de forward rentes in de toekomst nog zouden stijgen en varieert dus in functie van de volatiliteit op de markt en van de resterende looptijd.
6.10 INVESTERINGEN IN GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN ADMINISTRATIEF VERWERKT VOLGENS DE VERMOGENSMUTATIEMETHODE (in duizenden EUR) 2012 Beginsaldo
2011
1.035
951
278
200
(182)
(116)
1. Aanschaffingen 2. Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 3. Overdrachten ( - ) 4. Overdrachten door bedrijfsafsplitsing ( - ) 5. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 6. Aandeel in winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (rubriek VI. in resultatenrekening) 7. Bijzondere waardeverminderingen opgenomen in de resultatenrekening (-) 8. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 9. Impact dividenden uitgekeerd door deelnemingen (-) 10. Overboekingen van (naar) andere posten 11. Overige toename (afname) Eindsaldo
1.130
1.035
6.11 OVERIGE ACTIVA (in duizenden EUR) 2012 Vooruitbetaalde lasten Te ontvangen inkomsten (andere dan intresten van financiële activa) Overige Totaal
2011 222
-
3.874
3.847
51
52
4.147
3.899
De te ontvangen inkomsten betreffen voornamelijk vergoedingen en commissies zoals vermeld in toelichting 7.3.
6.12 DEPOSITO'S VAN KREDIETINSTELLINGEN (in duizenden EUR) Volgens soort
2012
2011
Zichtrekeningen
2.032
1.177
Deposito's met vaste looptijd
8.488
8.312
Terugkoopovereenkomsten (repo's)
53.598
Overige deposito's
4.518
Te betalen interesten Totaal
Volgens resterende looptijd <= 1 jaar en onbepaald
3.307
12
21
68.647
12.818
2012
2011
68.647
11.365
-
1.453
68.647
12.818
>1 jaar en <= 5 jaar > 5 jaar Totaal
De externe institutionele financiering (interbancair + effecten geplaatst bij institutionelen) betreft minder dan 2% van het balanstotaal. De terugkoopovereenkomsten zijn kortlopende ontleningen (looptijd < 1 maand) die werden afgesloten in het kader van het liquiditeitsmanagement.
6.13 DEPOSITO'S VAN KLANTEN (in duizenden EUR) Volgens soort
2012
2011
Zichtdeposito's
1.313.857
1.182.778
Deposito's met vaste looptijd
1.121.360
1.336.014
Speciale deposito's Gereguleerde deposito's Overige deposito's
38.294
33.570
779.580
728.042
56.199
44.822
Depositogarantiesysteem Te betalen intresten Totaal
Volgens resterende looptijd <= 1 jaar en onbepaald >1 jaar en <= 5 jaar
728
1.103
17.925
16.854
3.327.944
3.343.184
2012
2011
2.658.228
2.820.989
592.717
498.778
>5 jaar
76.998
23.416
Totaal
3.327.944
3.343.184
6.14 IN SCHULDBEWIJZEN BELICHAAMDE VERPLICHTINGEN INCLUSIEF OBLIGATIES (in duizenden EUR) Volgens soort
2012
Schuldcertificaten Kasbons Niet-converteerbare obligaties (Van Breda Best Plus 29)
2011 8.998
11.992
444
9.607
8.722
8.470
Te betalen interesten Totaal
Volgens resterende looptijd <= 1 jaar en onbepaald
36
454
18.200
30.522
2012
2011
17.994
16.611
>1 jaar en <= 5 jaar
206
13.909
>5 jaar
-
Totaal
18.200
3 30.522
6.15 ACHTERGESTELDE VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) Achtergestelde niet-converteerbare schulden volgens vervaldag
2012
Boekjaar + 1
2011 4.759
8.422
Boekjaar + 2
6.719
4.692
Boekjaar + 3
13.694
6.615
Boekjaar + 4
2.354
13.399
Boekjaar + 5
6.352
2.311
Boekjaar + 6
9.919
6.207
Boekjaar + 7
13.178
9.670
Boekjaar + 8
21.113
12.912
Boekjaar + 9
243
20.549
Boekjaar + 10
6.858
236
364
6.992
1.751 87.305
1.969 93.974
Meer dan Boekjaar + 10 Te betalen interesten Totaal
6.16 OVERIGE VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) 2012
2011
Personeelsbeloningen
7.050
7.923
Sociale lasten Te betalen lasten (andere dan uit rentelasten in verband met financiële verplichtingen)
1.635
1.636
2.052
1.578
Inkomsten ontvangen in voorschotten
1.705
1.648
Kapitaalsubsidie Overige schulden Totaal
776
794
2.885 16.103
944 14.524
6.17 REELE WAARDE VAN FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) 2011
2012 Toelichting
Reële waarde Boekwaarde
Verschil
Reële waarde Boekwaarde
Verschil
FINANCIËLE ACTIVA I. Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken (***)
6.1
27.583
27.583
-
II. Vorderingen op kredietinstellingen (*)
6.2
63.531
63.521
1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden (**)
6.3
5.462
5.462
-
2. Andere financiële activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat
6.4
-
-
3.255.966
3.045.969
725
725
4.134.325
3.924.320
55.246
55.246
4.189.571
3.979.566
6.935
6.935
10
161.611
161.611
-
76.279
76.271
7.687
7.687
-
1.138
1.138
-
630.919
630.919
-
9
III. Financiële activa
-
3. Voor verkoop beschikbare financiële activa (**) 4. Leningen en vorderingen (inclusief 5. Wijzigingen in reële waarde van de afgedekte posities bij afdekking van het renterisico van een portefeuille) (*)
6.5
517.209
517.209
6.6
3.614.357
3.310.123
6. Derivaten gebruikt ter afdekking (**)
6.8
43
43
4.228.185
3.923.941
68.824
68.824
4.297.009
3.992.765
6.523
6.523
Totaal Financiële activa Overige niet-financiële activa Totaal activa
304.234 -
304.244 304.244
209.996 -
210.005 210.005
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN 1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (**) 2. Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs (*)
6.3
2.1. Deposito's van kredietinstellingen
6.12
68.941
68.647
293
13.138
12.818
320
2.2. Deposito's van cliënten 2.3. In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen, inclusief obligaties
6.13
3.381.914
3.327.944
53.970
3.371.948
3.343.184
28.765
6.14
18.569
18.200
369
31.185
30.522
663
2.4. Achtergestelde verplichtingen
6.15
101.861
87.305
14.556
104.762
93.974
10.788
3. Derivaten gebruikt ter afdekking (**)
6.8
12.564
12.564
-
17.319
17.319
-
3.590.371
3.521.182
3.545.287
3.504.752
27.341
27.341
63.849
63.849
3.617.711
3.548.523
3.609.136
3.568.601
Totaal Financiële verplichtingen Overige niet-financiële verplichtingen Totaal verplichtingen
-
69.188 69.188
2012
Niveau 1
Niveau 2
-
40.535 40.535
2011
Te ontvangen /Te betalen intresten
Totaal
Niveau 1
Niveau 2
Te ontvangen /Te betalen intresten
Totaal
ACTIVA
1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden (**)
-
2. Andere financiële activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat (**) 3. Voor verkoop beschikbare financiële activa (**)
85
5.462
-
-
496.986
11.243
8.980 43
43
496.986
16.620
9.108
522.714
6. Derivaten gebruikt ter afdekking (**) Totaal
5.377
-
-
517.209
5.952
1.735
7.687
1.135
3
1.138
608.046
13.304
9.569
630.919
84
641
725
608.046
20.475
11.948
640.469
VERPLICHTINGEN 1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (**) 3. Derivaten gebruikt ter afdekking (**) Totaal
-
5.386
1.136
6.523
5.476
1.458
6.935
10.687
1.877
12.564
13.186
4.133
17.319
16.073
3.013
19.086
18.663
5.591
24.254
-
(*) De reële waarde van vorderingen op kredietinstellingen, leningen en vorderingen aan cliënten en de financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs (zie in bovenstaande tabel respectievelijk activa rubrieken II, III.4 en passiva rubriek 2) wordt bepaald gebruik makend van het discounted cashflow model (actuele waarde van toekomstige kasstromen op basis van de geldende swaprente + marge; de gehanteerde marge is deze die actueel was bij de laatste transacties van de bank in de betrokken markt; er wordt rekening gehouden met een percentage vervroegde aflossingen, er wordt geen rekening gehouden met een percentage kredietverliezen) (**) De financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (activa rubrieken III.1 en III.2 en passiva rubriek 1), voor verkoop beschikbare financiële activa (activa rubriek III.3) en derivaten gebruikt ter afdekking (activa rubriek III.6 en passiva rubriek 3) worden aan reële waarde op de balans opgenomen (reële waarde is gelijk aan boekwaarde). Voor de meeste effecten wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de notering op de publieke markt (niveau 1 in de bovenstaande tabel), voor enkele niet-genoteerde effecten worden andere marktgegevens gebruikt (niveau 2); voor de derivaten wordt de reële waarde bepaald als de actuele waarde van toekomstige kasstromen rekening houdend met de geldende swaprente en volatiliteit (niveau 2). (***) Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken (activa rubriek I.) zijn zeer kortlopende activa, waardoor reële waarde gelijk gesteld wordt aan de waarde waarvoor ze in de boeken werd opgenomen.
7. TOELICHTINGEN BIJ DE GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING 7.1 NETTO INTRESTINKOMSTEN (in duizenden EUR) 2012
2011
1. Intrestbaten 1.1 Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken
408
1.232
1.2 Vorderingen op kredietinstellingen
697
1.399
3.275
4.684
13.836
15.522
1.3 Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 1.4 Financiële activa beschikbaar voor verkoop 1.5 Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde 1.6 Leningen en vorderingen (inclusief financiële leases)
41
142
127.429
120.304
2.295
5.816
147.980
149.100
1.7 Derivaten gebruikt ter afdekking Totaal intrestbaten
2. Intrestlasten 2.1 Deposito's van centrale banken 2.2 Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
-
(0)
(5.728)
(4.286)
(203)
(2.315)
(48.434)
(47.813)
(792)
(2.881)
2.3 Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs Deposito's van kredietinstellingen Deposito's van cliënten In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen Achtergestelde verplichtingen
(3.642)
(3.986)
2.4 Derivaten gebruikt ter afdekking
(10.037)
(14.346)
Totaal intrestlasten
(68.837)
(75.628)
79.144
73.472
Netto intrestbaten
7.2 DIVIDENDEN (in duizenden EUR) Dividenden uit
2012
2011
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
178
789
Totaal
178
789
7.3 NETTO VERGOEDINGEN EN COMMISSIES (in duizenden EUR)
Inkomsten commissies Commissies inzake verkoop verzekeringsbeleggingen, beleggingsfondsen, vermogensbeheer en beurstransacties Overige Uitgaven commissies Netto commissies
2012 29.992 27.175 2.816 (3.220) 26.772
2011 28.268 25.625 2.643 (3.241) 25.027
7.4 WINSTEN (VERLIEZEN) OP FINANCIËLE ACTIVA BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP (in duizenden EUR) Gerealiseerd resultaat
2012
2011
Gerealiseerde winsten op financiële activa beschikbaar voor verkoop
6.642
3.299
Gerealiseerde verliezen op financiële activa beschikbaar voor verkoop
(551) 6.091
(5.282) (1.982)
Totaal gerealiseerd
Niet-gerealiseerd resultaat
2012
Wijziging in de reële waarde van de activa beschikbaar voor verkoop via eigen vermogen Wijziging in de reële waarde van de activa beschikbaar voor verkoop via de resultatenrekening (desinvestering) Wijziging in de reële waarde van de activa beschikbaar voor verkoop via de resultatenrekening (waardevermindering) Totaal niet-gerealiseerd
2011 17.178
(11.459)
(6.091)
1.982
2.292 13.379
9.802 325
7.5 WINSTEN (VERLIEZEN) OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN AANGEHOUDEN VOOR HANDELSDOELEINDEN (in duizenden EUR) 2012
2011
Eigen vermogensinstrumenten en verwante derivaten (exclusief intresten)
(15)
Rentevoetinstrumenten en verwante derivaten (exclusief intresten)
169
(1.379)
154
(1.393)
(14)
Wisselbedrijf (exclusief intresten) Totaal
7.6 WINST (VERLIEZEN) UIT DERIVATEN GEBRUIKT TER AFDEKKING (in duizenden EUR) 2012 Winst
2011 Verlies
Winst
Verlies
I. INDEKKING VAN HET RENTERISICO VAN EEN PORTEFEUILLE 1. Reële waarde indekking van renterisico 1.1. Reële waarde wijzigingen van de ingedekte positie 1.2. Reële waarde wijzigingen van de indekkingsderivaten 1.3. Gespreide inresultaatname van reële waarde ingedekte positie bij aanvang 2. Kasstroomindekking van renterisico 2.1. Reële waarde wijzigingen van het indekkingsinstrument - ineffectief gedeelte en tijdswaarde
1.097
501
135
306
II. STOPZETTING KASSTROOMINDEKKING
Niet-gerealiseerd resultaat Reële waarde wijzigingen van de kasstroomafdekking - effectief gedeelte Winst (verlies) op kasstroomafdekking overgedragen uit het EV naar de resultatenrekening Totaal niet-gerealiseerd
Momenteel wordt geen gebruik gemaakt van micro-indekkingen.
(1.352)
579
2.2. Gespreide inresultaatname van intrinsieke waarde van caps bij aanvang
Totaal gerealiseerd
1.380 (1.139)
1.812
(8)
(7)
(3.091)
(292)
(4.238)
2012
2.188
(1.651)
2011 2.564
2.663
3.099 5.662
(14) 2.648
7.7 WINST EN VERLIES OP DE REALISATIE VAN ANDERE ACTIVA DAN VOOR VERKOOP AANGEHOUDEN (in duizenden EUR) 2012
2011
1. Inkomsten
6
2. Kosten
106
-
Totaal
(17) 6
90
In 2012, evenals in 2011, betreffen de inkomsten en kosten de meer- en minwaarden gerealiseerd op de verkoop van materieel vaste activa.
7.8 OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN EN -KOSTEN (in duizenden EUR) 2012
2011
Overige bedrijfsopbrengsten
1.711
1.934
Recuperaties van achterstallige interesten op dubieuze debiteuren die in de voorgaande boekjaren volledig waren afgeschreven
1.444
1.706
Overige
267
228
Overige bedrijfskosten
(26)
(17)
Totaal
1.917
1.686
7.9 PERSONEELSKOSTEN (in duizenden EUR) 2012 Lonen en salarissen
2011
(25.224)
(22.270)
Sociale lasten
(6.529)
(6.835)
Vergoedingen na uitdiensttreding (zie ook toelichting 11.2)
(1.204)
(1.706)
(1.709)
(1.548)
Vaste bijdragen plannen Te bereiken doel plannen
505
Kost voor op aandelen gebaseerde vergoedingen (optieplannen)
(157)
(1.497)
(665)
Overige
(3.829)
(3.353)
Totaal
(38.284)
(34.830)
Aantal personeelsleden op balansdatum
462
465
7.10 ALGEMENE EN ADMINISTRATIEVE KOSTEN (in duizenden EUR) 2012
2011
Erelonen en kosten toezichthouder
(1.472)
(1.389)
Informatica
(5.485)
(4.951)
Marketingkosten
(1.815)
(1.343)
Banksysteem en administratie
(4.625)
(4.352)
Onderhoud en herstellingen
(2.116)
(1.854)
Huisvesting
(1.202)
(1.098)
Vorming en autokosten
(3.179)
(2.979)
(409)
(410)
Bijdragen aan beschermingsfonds en andere
(2.905)
(3.284)
Overige
(1.423)
(1.394)
Totaal
(24.631)
(23.054)
Overige kosten personeelsbeleid
7.11 MATERIELE VASTE ACTIVA (in duizenden EUR) Terreinen en gebouwen
Installaties, machines en uitrusting
Meubilair en rollend materieel
Overige materiële vaste activa
Activa in aanbouw & vooruitbet.
Totaal
MUTATIES IN MATERIELE VASTE ACTIVA, 2011 1. Beginsaldo, 1 januari 2011
27.605
74
624
996
15
29.314
1.1. Aanschaffingswaarde
33.860
1.347
1.757
2.751
15
39.730
1.2. Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
(6.255)
(1.274)
(1.133)
(1.755)
-
(10.416)
1.3. Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - ) 2. Investeringen 3. Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 4. Overdrachten en buitengebruikstellingen ( - )
1.964 -
33
203
520
8
1.558
-
170
2.891
-
1.566
(370)
(97)
(167)
(39)
-
(672)
(1.643)
(27)
(124)
(397)
-
(2.191)
97
151
39
-
5. Overdrachten door bedrijfsafsplitsing ( - ) 6. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 7. Afschrijvingen ( - ) 8. Verworven afschrijvingen 9. Uitgeboekte afschrijvingen (overdrachten en buitengebruikstellingen)
126
412
10. Bijzondere waardeverminderingen (opgenomen) teruggenomen in de resultatenrekening 11. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 12. Overboekingen van (naar) andere posten
-
-
-
13. Overige toename (afname) 27.683
80
696
2.677
186
31.320
14.1. Aanschaffingswaarde
35.454
1.284
1.802
4.790
186
43.515
14.2. Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
(7.771)
(1.204)
(1.106)
(2.113)
14. Eindsaldo, 31 december 2011
(12.194)
14.3. Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - )
MUTATIES IN MATERIELE VASTE ACTIVA, 2012 1. Beginsaldo, 1 januari 2012
27.683
80
696
2.677
186
31.320
1.1. Aanschaffingswaarde
35.454
1.284
1.802
4.790
186
43.515
1.2. Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
(7.771)
(1.204)
(1.106)
(2.113)
-
(12.194)
1.3. Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - ) 2. Investeringen 3. Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 4. Overdrachten en buitengebruikstellingen ( - )
3.399 (387)
7
34
-
-
-
130
15
3.585
-
-
-
(19)
(2.223)
-
(2.630)
(137)
(344)
-
(2.207)
-
1.695
5. Overdrachten door bedrijfsafsplitsing ( - ) 6. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 7. Afschrijvingen ( - ) 8. Verworven afschrijvingen 9. Uitgeboekte afschrijvingen (overdrachten en buitengebruikstellingen)
(1.696)
387
(29)
-
10
1.297
10. Bijzondere waardeverminderingen (opgenomen) teruggenomen in de resultatenrekening 11. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 12. Overboekingen van (naar) andere posten
186
-
(186)
13. Overige toename (afname) 29.571
58
584
1.536
15
14.1. Aanschaffingswaarde
38.651
1.290
1.817
2.697
15
14.2. Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
(9.080)
(1.233)
(1.233)
(1.160)
14. Eindsaldo, 31 december 2012
14.3. Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - )
31.764 44.469 (12.706)
7.12 IMMATERIELE ACTIVA (in duizenden EUR) Goodwill
Computersoftware
Totaal
MUTATIES IN IMMATERIELE ACTIVA, 2011 1. Beginsaldo, 1 januari 2011 1.1 Aanschaffingswaarde (AW) 1.2 Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
3.523
3.291
3.523
5.228
6.814 8.751
-
(1.937)
(1.937)
2.046
2.046
1.3 Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - ) 2. Intern ontwikkelde investeringen 3. Investeringen 4. Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 5. Overdrachten en buitengebruikstellingen ( - ) (AW) 6. Overdrachten door bedrijfsafsplitsing ( - ) (AW) 7. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 8. Afschrijvingen ( - )
(870)
(870)
9. Uitgeboekte afschrijvingen (overdrachten en buitengebruikstellingen) 10. Bijzondere waardeverminderingen (opgenomen) teruggenomen in de resultatenrekening 11. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 12. Overboekingen van (naar) andere posten 13. Overige toename (afname) 14. Eindsaldo, 31 december 2011 14.1 Aanschaffingswaarde 14.2 Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
3.523
4.467
7.990
3.523
7.274
10.797
-
(2.807)
(2.807)
3.523
4.467
7.990
3.523
7.274
10.797
-
(2.807)
(2.807)
3.722
3.722
(1.084)
(1.084)
14.3 Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - ) MUTATIES IN IMMATERIELE ACTIVA, 2012 1. Beginsaldo, 1 januari 2012 1.1 Aanschaffingswaarde (AW) 1.2 Geaccumuleerde afschrijvingen ( - ) 1.3 Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - ) 2. Intern ontwikkelde investeringen 3. Investeringen 4. Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties 5. Overdrachten en buitengebruikstellingen ( - ) (AW) 6. Overdrachten door bedrijfsafsplitsing ( - ) (AW) 7. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 8. Afschrijvingen ( - ) 9. Uitgeboekte afschrijvingen (overdrachten en buitengebruikstellingen) 10. Bijzondere waardeverminderingen (opgenomen) teruggenomen in de resultatenrekening 11. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 12. Overboekingen van (naar) andere posten 13. Overige toename (afname) 14. Eindsaldo, 31 december 2012 14.1 Aanschaffingswaarde 14.2 Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
3.523
7.106
10.629
3.523
10.996
14.519
-
(3.890)
(3.890)
14.3 Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingen ( - )
De goodwill heeft voornamelijk betrekking op de overname van de kredietportefeuille "binnenvaart" van Ethias Bank in 2007. Jaarlijks wordt de goodwill onderworpen aan een impairment test die erin bestaat de realiseerbare waarde te vergelijken met de boekwaarde (inclusief de goodwill). De impairment test heeft geen aanleiding gegeven tot een waardevermindering.
7.13 VOORZIENINGEN (in duizenden EUR) Voorzieningen voor gerechtelijke procedures
Voorzieningen voor contractuele verplichtingen
Voorzieningen voor brugpensioenen
Totaal
MUTATIES IN VOORZIENINGEN 1. Beginsaldo, 1 januari 2012 2. Additionele voorzieningen
33 -
3. Toename van bestaande voorzieningen
250
9
1.439
1.472
303
553
375
384
(144)
(144)
(177)
(180)
(110)
(110)
4. Toename door bedrijfscombinaties 5. Bedrag aan gebruikte voorzieningen ( - ) 6. Terugname van niet-gebruikte voorzieningen ( - )
(3)
7. Afname door bedrijfsafsplitsing ( - ) 8. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 9. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen 10. Impact wijziging discontovoet 11. Overige toename (afname) 12. Eindsaldo, 31 december 2012
39
250
1.686
1.975
7.14 BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN (in duizenden EUR) 2012 Toevoegingen
Terugnemingen
Leningen en vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (inclusief financiële leasing)
(7.320)
Voor verkoop beschikbare financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde in het eigen vermogen
(2.292)
Totaal
(9.611)
Overige
Totaal
4.662
266
(2.391)
4.662
266
(4.683)
(2.292)
2011 Toevoegingen Leningen en vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (inclusief financiële leasing) Voor verkoop beschikbare financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde in het eigen vermogen Totaal
Terugnemingen
(6.638)
Overige
Totaal
4.967
(4)
(1.675)
4.967
(4)
(11.477)
(9.802)
(9.802)
(16.440)
De waardeverminderingen op kredieten en vorderingen betreffen: - waardeverminderingen op kredieten die terecht gekomen zijn in de hoogste risicocategorie in de kredietportefeuille. Op deze kredieten wordt een waardevermindering geboekt van minimaal 20% van het ongedekt uitstaand krediet. Voor de bepaling van het ongedekt gedeelte verwijzen we naar de waarderingsregels. - waardeverminderingen op vorderingen die werden overgedragen naar de afdeling betwiste zaken omdat ze dubieus geworden zijn. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurtenissen zich voordoen bij onze clienten, kredietnemers of borgen. Op deze vorderingen wordt een waardevermindering geboekt gelijk aan het ongedekt uitstaand krediet. Voor de bepaling van het ongedekt gedeelte verwijzen we naar de waarderingsregels. In de beleggingsportefeuille van ABK bevinden zich een aantal vastgoedbevaks en aandelen waarvan de beurskoers zich onder het niveau van de openingsbalans bij overname situeert. Hierop werd een bijzondere waardevermindering geboekt met een resultaatsimpact van 2,3 miljoen euro. 2011
2012 Op individuele basis beoordeelde financiële activa die bijzondere waardeverminderingen hebben ondergaan
Waardevermindering
Boekwaarde
Waardevermindering
Boekwaarde
Leningen & voorschotten aan Centrale overheden
9.933
7.596
Kredietinstellingen
2.406
2.206
126.171
70.817
Ondernemingen KMO's, zelfstandigen en particulieren
3.498
1.144
117.546
63.140
Handelswissels & eigen accepten Financiële leases Investeringskredieten en financieringen
4.910
4.153
5.801
4.887
91.077
55.778
100.050
60.394
Hypothecaire leningen Werkingskredieten
599
128
1.272
215
20.960
3.081
19.048
5.321
121.044
64.285
138.510
80.619
Overige kredietvorderingen Totaal
2012 Op individuele basis beoordeelde financiële activa die bijzondere waardeverminderingen hebben ondergaan: uitsplitsing per economische sector
Boekwaarde
2011 Waardevermindering
Boekwaarde
Waardevermindering
Leningen & voorschotten aan Centrale overheden
9.933
7.596
Kredietinstellingen
2.406
2.206
Ondernemingen Vrije beroepen en zelfstandigen
3.498
1.144
9.550
2.075
7.337
3.984
22.825
5.488
22.368
6.799
8.623
6.093
9.544
7.283
Transport, opslag en logistiek
37.257
16.449
44.147
15.013
Overige sectoren
37.564
31.379
40.338
35.743
1.727
1.655
2.437
1.994
121.044
64.285
138.510
80.619
Groot- en detailhandel Bouwnijverheid, verhuur en handel in onroerende goederen
Particulieren Totaal
Mutaties van specifieke waardeverminderingen voor op individuele basis beoordeelde financiële activa Openingsbalans Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties Bedragen die opzij gezet zijn met het oog op vermoedelijke verliezen Bedragen die teruggeboekt zijn met het oog op vermoedelijke verliezen (-) Uitboeking waardeverminderingen op verkoop beschikbare financiële activa Uitboeking waardeverminderingen op leningen en vorderingen Andere aanpassingen Eindbalans Terugwinningen op afgeboekte vorderingen, rechtstreeks opgenomen in de winst- en verliesrekening (zie toelichting 7.8 Overige bedrijfsopbrengsten) Kosten van uitwinning rechtstreeks opgenomen in de winst- en verliesrekening
2012
2011
80.619
32.710
-
36.616
9.611
16.440
(4.662)
(4.967)
(10.949) (9.917) (418)
(601) 421
64.285
80.619
1.444
1.706
(430)
(317)
7.15 EENMALIGE KOST VERBONDEN AAN DE UITTREDING DOOR ABK UIT HET STATUUT VAN HET BEROEPSKREDIET (in duizenden EUR) In 2012 werd een wet ingevoerd die het voor leden van het beroepskrediet mogelijk maakt om – mits het betalen van een “bijzondere bijdrage” – uit het statuut van het beroepskrediet te treden. ABK heeft nog in 2012 van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Bank J.Van Breda & C° vermeldde al in haar prospectus bij het bod op ABK dat zij de intentie had om uit het netwerk te treden. In dit kader werd bij de overname in 2011 een uitgestelde belastingschuld voorzien. Na verrekening van de belastingeffecten blijft in 2012 de netto-impact van de bijzondere bijdrage op de vermogenspositie van de bank dan ook beperkt.
Eenmalige kost verbonden aan uittreding Winstbelasting op de eenmalige kost Terugname van belastingprovisie aangelegd bij overname
Totaal belastingseffecten Netto-kost verbonden aan uittreding
2012 (60.112)
2011 -
20.432 39.211
-
59.643 (469)
-
Onder het statuut van het beroepskrediet was ABK gebonden aan een aantal wettelijke en statutaire beperkingen: - enerzijds diende ABK als kredietvereniging die lid is van het net van het Beroepskrediet in hoofdorde tot doel te hebben beroepskredieten te verstrekken, en diende zij zich te houden aan de deontologische code van het beroepskrediet, die onder meer een verbod inhield op het openen van vestigingen in het rechtsgebied van andere leden van het net. Een ontslagname uit het net van het Beroepskrediet zou ingevolge artikel 219bis van het Wetboek van Inkomstenbelastingen resulteren in een verschuldigde vennootschapsbelasting ten bedrage van 39,2 miljoen euro. Voor dit bedrag werd bij de overname in 2011 een provisie voorzien; - anderzijds was ABK gebonden aan een aantal wettelijke en statutaire beperkingen inzake winstuitkering, fusies en bestemming van het vereffeningsoverschot: * verplichting om de rechtsvorm van coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid aan te nemen; * winstuitkering aan vennoten was beperkt tot 6% berekend op de nominale waarde van de aandelen. Bij uittreding of uitsluiting hebben vennoten slechts recht op de terugbetaling van hun inbreng; * in geval van vereffening, moest het vereffeningsoverschot worden bestemd voor een andere tot het net van het beroepskrediet toegetreden kredietvereniging of, bij gebreke daaraan, voor het Participatiefonds; * verrichtingen van fusie, splitsing of overdracht van een algemeenheid of een bedrijfstak was enkel mogelijk met andere leden van het netwerk. De wet van 27 november 2012 tot wijziging van de wet van 21 december 2009 betreffende het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen, en van andere wetgeving die betrekking heeft op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld en van de kredietverenigingen uit het net van het Beroepskrediet, heeft naast de mogelijkheid om ontslag te nemen uit het net van het Beroepskrediet, de mogelijkheid gecreëerd om, mits betaling van een bijzondere bijdrage, uit het toepassingsgebied van de wet op het Beroepskrediet (de gecoördineerde wet van 24 december 1996 tot organisatie van de openbare kredietsector en van het bezit van de deelnemingen van de
te treden. De beslissing tot uittrede uit de wet resulteert in een automatische beëindiging van het lidmaatschap aan het net van het Beroepskrediet.
openbare sector in bepaalde privaatrechtelijke financiële vennootschappen)
ABK heeft beslist gebruik te maken van deze mogelijkheid tot uittrede uit het toepassingsgebied van de wet. Voor ABK bedroeg de bijzondere bijdrage 60,1 miljoen euro. De betaling van deze bijzondere bijdrage zorgt voor een uitsluiting op definitieve wijze van artikel 219bis WIB, waardoor de provisie van 39,2 miljoen euro - die bij de overname van ABK werd aangelegd - kon worden teruggenomen.
Op een buitengewone algemene vergadering de dato 2 januari 2013 werden in de statuten van de vennootschap ABK volgende wijzigingen aangebracht: - de statutaire beperkingen aangaande winstuitkering werden opgeheven; - de bestemming van het liquidatieoverschot werd gewijzigd zodat het voortaan zal toekomen aan de vennoten; - de statutaire beperkingen op fusies, splitsingen en andere herstructureringen werden opgeheven. Door het wegvallen van het beperkende kader van het beroepskrediet kan ABK op een meer flexibele manier haar strategie ontwikkelen en wordt het gemakkelijker om de samenwerking tussen Bank J.Van Breda & C° en ABK zo efficiënt en transparant mogelijk te organiseren en om het eigen vermogen van de groep optimaal in te zetten voor toekomstgerichte investeringen. De eenmalige kost verbonden aan de uittreding heeft geleid tot de erkenning van een uitgestelde belastingvordering. Gebaseerd op het actuele businessplan en de huidige fiscale regelgeving is de Bank van oordeel voldoende belastbaar resultaat te kunnen realiseren om de fiscaal verrekenbare tegoeden en verliezen te kunnen aanwenden. Hierbij werd rekening gehouden met de latente meerwaarden op de effectenportefeuille en met de mogelijkheden die de Bank ziet om de liquiditeitsoverschotten en het overschot aan eigen vermogen waarover ABK beschikt zo efficiënt mogelijk in te zetten.
7.16 WINSTBELASTINGEN (in duizenden EUR) I. UITGESTELDE BELASTINGVORDERINGEN EN -VERPLICHTINGEN OPGENOMEN IN DE BALANS Vorderingen
Mutaties
2011
2012 Verplichtingen
Vorderingen
Netto
Verplichtingen
Via resultaat
Netto
Via eigen vermogen
Totaal
Financiële activa en verplichtingen - Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden en derivaten gebruikt ter afdekking (activa en verplichtingen) - Voor verkoop beschikbare financiële activa
(3.784)
3.363
3.363
4.661
4.661
627
(1.925)
(1.298)
(2.797)
(6.581)
(1.807)
(1.807)
(516)
(4.258)
(4.774)
- Leningen en vorderingen (inclusief financiële leasing) Materiële vaste activa Goodwill en andere immateriële activa Voorzieningen Overige verplichtingen Fiscaal verrekenbare tegoeden Fiscale verliezen Totaal
(489)
(489)
87
(109)
(16)
(971)
(971)
(771)
(196)
1.556 569
(400)
1.556
1.875
169
195
(627)
(627)
138
(522)
(538)
429
429
(771)
(200)
(200)
1.875 (39.211)
(39.016)
138
(318) 38.943
(318) 242
2.661
2.661
2.661
2.661
-
-
20.139
20.139
4.205
4.205
15.934
15.934
19.738
11.002
(29.358)
55.037
20.945
(1.207)
(40.360)
(5.941)
Het positieve latente belastingresultaat op overige verplichtingen is gerelateerd aan de uittreding van ABK uit het statuut van het Beroepskrediet, zoals vermeld in toelichting 7.15. De uitgestelde belastingvorderingen voor fiscaal verrekenbare tegoeden en fiscale verliezen (2012: 22.800 k eur, 2011: 6.866 k eur) zijn afhankelijk van in de toekomst te realiseren belastbare winst. Over de inschattingen die de Bank in verband hiermee gemaakt heeft, kan u eveneens meer lezen in toelichting 7.15.
II. ACTUELE EN UITGESTELDE BELASTINGLASTEN EN -BATEN
2012
2011
1. Actuele belastingen, netto (12.645)
Belastingen op het resultaat van het boekjaar
(10.564)
2.657
Aanpassingen aan belastingen van voorgaande perioden
(9.988)
Totaal
42 (10.523)
2. Uitgestelde belastingen, netto: (107)
Herkomst en terugboeking van tijdelijke verschillen Toevoeging (gebruik) van fiscaal overdraagbare verliezen en tegoeden
15.934
Terugname provisie voor uittreding ABK uit statuut Beroepskrediet
39.211
2.411 415
Totaal
55.037
2.826
Totaal actuele en uitgestelde belastinglasten en -baten
45.049
(7.697)
De aanpassing aan belastingen van voorgaande perioden heeft te maken met de in 2012 definitief gerealiseerde minwaarde op de verkoop van Griekse obligaties.
III. BELASTINGEN OP NIET-GEREALISEERDE WINST
2012 Bruto
Voor verkoop beschikbare financiële activa Kasstroomafdekkingen Actuariële winsten en verliezen op toegezegdpensioen-regelingen Totaal belastingen op niet-gerealiseerde winst
Belastingen
2011 Netto
Bruto
Belastingen
Netto
13.379
(4.258)
9.120
325
(279)
47
5.662
(1.925)
3.738
2.648
(900)
1.748
2.974
(1.179)
1.795
(712) 18.329
242 (5.941)
IV. AANSLUITING TUSSEN TOEPASSELIJK EN EFFECTIEF BELASTINGTARIEF Winst (verlies) vóór belasting Winst van geassocieerde ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode (-) Negatieve goodwill die onmiddellijk wordt opgenomen in de winst- en verliesrekeningen (-)
Toepasselijk belastingtarief (%) Belastingen op basis van het toepasselijk belastingtarief
Impact van niet-belastbare inkomsten Impact van niet-aftrekbare kosten Impact van over-(onder)schattingen voorgaande perioden Impact van notionele interest aftrek Overige toename (afname)
Belasting op basis van het effectief belastingtarief
(470) 12.388
2012
2011
(17.067) (278)
63.059 (200)
-
(35.472)
(17.345)
27.388
33,99%
33,99%
5.896
(9.309)
58 (1.737) (279) 1.976 (76)
5.839
41 (1.844) (269) 3.805 (121)
(7.697)
Impact teruggenomen provisie voor uittreding ABK uit statuut Beroepskrediet
39.211
Belastingresultaat opgenomen in de winst- en verliesrekening
45.049
(7.697)
(17.067)
63.059
Winst (verlies) vóór belasting Winst van geassocieerde ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode (-) Negatieve goodwill die onmiddellijk wordt opgenomen in de winst- en verliesrekeningen (-) Effectief belastingtarief (%)
39.185
(278)
(200)
-
(35.472)
(17.345) 33,66%
27.388 28,10%
Het effectief belastingtarief houdt geen rekening met de teruggenomen provisie voor uittreding van ABK uit het statuut van het Beroepskrediet.
49.096
8. BEDRIJFSCOMBINATIES (in duizenden EUR) ABK is sinds 2011 een dochtermaatschappij van Bank J.Van Breda & C°. In 2012 herpositioneerde ABK zich als vermogensbegeleider voor zelfstandigen en particulieren. ABK begeleidt haar cliënten met een langetermijnvisie in de opbouw, beheer en bescherming van vermogen. Daarbij blijft ABK trouw aan de traditie van eenvoudige en transparante producten, in een cultuur van voorzichtigheid en persoonlijke aanpak. Bank J. Van Breda & C° verwierf op 20 mei 2011 40,80% van het totale aandelenbezit, welke 87,33% van de stemrechten vertegenwoordigden. In overeenstemming met IFRS 3 werden de verworven activa en verplichtingen gewaardeerd tegen hun reële waarde op overnamedatum. De op deze wijze bepaalde waarde lag hoger dan de aankoopprijs, wat leidde tot een negatief consolidatieverschil (“badwill”) dat voor 35,5 miljoen EUR bijdraagt aan het resultaat. Er werd geopteerd om het minderheidsbelang te waarderen als het evenredig deel van het minderheidsbelang in de identificeerbare netto-activa van ABK. Via het afsluiten van het openbaar bod en een latere kapitaalsverhoging heeft Bank J.Van Breda & C° haar participatie in ABK opgedreven tot 91,76% van het totale aandelenbezit (94,85% van de stemrechten). Deze wijzigingen van het eigendomsbelang na de overname werden administratief verwerkt als eigenvermogentransacties in overeenstemming met IAS 27. Deze transactie leidde tot een verschuiving in het geconsolideerde eigen vermogen van minderheidsbelang naar belang van de groep. Het totale geconsolideerde eigen vermogen is door de overname aangegroeid tot 411 miljoen euro, tegenover 258,7 miljoen euro eind 2010.
2012
2011
Evolutie aandeel groep Bank J. Van Breda & C° in het Eigen Vermogen van ABK 1) Situatie bij verwerving van de controle op 20 mei 2011
79.596
Netto-activa of Eigen Vermogen van ABK
195.085
Minderheidsbelang Eigendomsbelang groep Bank J. Van Breda & C°: 40,80%
115.488 79.596
In cash betaalde vergoeding bij overname Negatief consolidatieverschil opgenomen in de winst- en verliesrekening
44.125 35.472
2) Stapsgewijze verhoging van het eigendomsbelang
97.959
In cash betaalde vergoeding bij afsluiten van het openbaar overnamebod Kapitaalsverhoging Effect van de verhoging van de participatie op het eigendomsbelang (verwatering van het minderheidsbelang) Aandeel in gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten
10.701 3.100 89.031 -4.873
3) Eigendomsbelang groep Bank J. Van Breda & C° op 31 december 2011: 91,76%
177.555
Overige informatie gerelateerd aan de overname Aan de overname gerelateerde kosten, opgenomen in de winst- en verliesrekening Bijdrage tot het geconsolideerde netto-resultaat van k eur (exclusief negatief consolidatieverschil) Raming van de bijdrage tot het geconsolideerde netto-resultaat, als ABK sinds het begin van het boekjaar deel zou hebben uitgemaakt van de groep (met een eigendomsbelang van 91,76%) Reële waarde van de verworven activa op het moment van verwerving I. Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken II. Vorderingen op kredietinstellingen III. Financiële activa 1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 2. Andere financiële activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat 3. Financiële activa beschikbaar voor verkoop 4. Leningen en vorderingen (inclusief financiële leasing) 5. Wijzigingen in reële waarde van de afgedekte posities bij afdekking van het renterisico van een portefeuille 6. Derivaten gebruikt ter afdekking IV. Materiële vaste activa 1. Terreinen, gebouwen en uitrusting
436 -1.998 5.964
4.662 55.614
1.692 251.936 232.560
1.566
V. Goodwill en andere immateriële activa VI. Investeringen in geassocieerde ondernemingen administratief verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode VII. Belastingvorderingen 1. Actuele belastingen 2. Uitgestelde belastingen VIII. Overige activa Totaal Activa
217 5.279 1.636 555.161
Reële waarde van de verworven verplichtingen op het moment van verwerving I. Financiële verplichtingen 1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 2. Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs 2.1. Deposito's van kredietinstellingen 2.2. Deposito's van klanten 2.3. In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen, inclusief obligaties 2.4. Achtergestelde verplichtingen
2.594 294.799 10.868
3. Derivaten gebruikt ter afdekking II. Voorzieningen III. Belastingverplichtingen 1. Actuele belastingen 2. Uitgestelde belastingen
39.243
IV. Overige verplichtingen Totaal Verplichtingen
12.573 360.077
Netto-actief
195.085
9. NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) 2012 Onderliggende waarde
2011 Onderliggende waarde
1. Gestelde kredietengagementen
307.407
306.686
2. Gestelde financiële zekerheden
53.749
52.789
3. Gestelde zakelijke zekerheden
140.290
90.290
Totaal
501.445
449.765
De toename bij de gestelde zakelijke zekerheden betreft de waarborg verleend voor kortlopende repo-ontleningen afgesloten in het kader van het liquiditeitsmanagement.
10. VERBONDEN PARTIJEN De met Bank J. Van Breda & C° verbonden partijen zijn: * geassocieerde ondernemingen (zie toelichting 5.2); * leden van de Raad van Bestuur en het directiecomité van de bank evenals dichte familieleden van voornoemde personen of elke vennootschap die gecontroleerd of sterk beïnvloed wordt door één van de hoger vermelde personen; * andere verbonden partijen: ° Bank Delen; ° Finaxis; ° Ackermans & van Haaren en haar dochtervennootschappen. Transacties tussen Bank J. Van Breda & C° en de integraal geconsolideerde dochterondernemingen (zie toelichting 5.1) worden geëlimineerd en zijn niet opgenomen in deze toelichtingen. Sinds 1998 zijn de aandelen van de bank verankerd in de holding Finaxis, net zoals deze van Bank Delen. Vandaag is Ackermans & van Haaren NV met 75% van de aandelen de referentie-aandeelhouder van Finaxis. Ackermans & van Haaren is rechtstreeks eigenaar van 40% van de aandelen; haar 100%-dochtervennootschap naar Luxemburgs recht, Profimolux, is eigenaar van 35% van de aandelen van Finaxis. De familie Delen participeert in het kapitaal via de vennootschap naar Luxemburgs recht, Promofi, die 25% van Finaxis bezit. Ackermans & van Haaren is tevens eigenaar van 15% van de aandelen van Promofi, waardoor het aandeel in Finaxis (rechtstreeks en onrechtstreeks) 78,75% bedraagt. Door Ackermans & van Haaren wordt eveneens een geconsolideerde jaarrekening opgesteld en gepubliceerd. Tabellen 10.1 tot en met 10.3 geven per aard de transacties weer van de laatste twee jaren die met deze verbonden partijen werden verricht.
10.1 VERBONDEN PARTIJEN: WINST- EN VERLIESREKENING (in duizenden EUR) 2012
INKOMSTEN EN KOSTEN
Geassocieerde ondernemingen
Andere verbonden partijen
2011
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
Geassocieerde ondernemingen
Andere verbonden partijen
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
I. Financiële en bedrijfsinkomsten 1. Netto intrestinkomsten
45
2. Ontvangen dividenden 3. Netto vergoedingen en commissies
182 (29)
143
(17)
(45)
13.054
126
50
182
116
13.025
(1.242)
(17)
(212)
(1.421) 116
11.047
11.047
II. Administratieve kosten 1. Personeelskosten 2. Algemene en administratieve kosten
(3.856)
Totaal
(3.657)
(1.571)
(1.571)
(34) 13.163
(1.589)
(45)
(1.518)
(3.890)
(3.768)
7.872
(3.602)
(1.518)
(33) 9.772
Openstaande opties bestuurders Aantal openstaande nog uitoefenbare opties in het kader van de optieplannen uitgegeven door Finaxis: 4.970 aandelen vertegenwoordigen 0,77% van het kapitaal van de bank dat uit 650.000 gewone aandelen zonder nominale waarde bestaat.
(3.802) (1.535)
2012 4.970
(212)
4.423
2011 5.045
Transacties tussen verbonden partijen vonden plaats onder voorwaarden gelijkwaardig aan de voorwaarden die gelden in transacties tussen onafhankelijke partijen. De resultaten van andere verbonden partijen zijn voornamelijk resultaten voortvloeiend uit transacties met Bank Delen: * betaalde/ontvangen interestvergoedingen op rekeningen van Bank Delen bij Bank J. Van Breda & C°; * netto vergoedingen en commissies in het kader van vermogensbeheer en verkoop fondsen via Bank Delen voor cliënten van Bank J. Van Breda & C°. Dividenden Na balansdatum werd door de Raad van Bestuur voorgesteld een dividend uit te keren van 18,3 eur per in aanmerking komend gewoon aandeel (in 2011: 13,2 per aandeel)
2012 11.895
2011 8.580
10.2 VERBONDEN PARTIJEN: ACTIVA (in duizenden EUR) 2012 Geassocieerde ondernemingen
ACTIVA II. Vorderingen op kredietinstellingen
Andere verbonden partijen
2011
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
7
III. Financiële activa 1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 2. Voor verkoop beschikbare financiële activa 3. Leningen en vorderingen (inclusief financiële leasing) 4. Derivaten gebruikt ter afdekking VIII. Overige activa
Totaal
2.637
3.603
54
1.472
2.691
5.083
Geassocieerde ondernemingen
7
-
-
-
-
Andere verbonden partijen
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
8
8
-
-
-
-
6.239 -
2.356
4.055
1.526
58
1.219
7.773
2.414
5.282
-
-
6.411 1.277
-
-
7.696
10.3 VERBONDEN PARTIJEN: VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) 2012
VERPLICHTINGEN
Geassocieerde ondernemingen
Andere verbonden partijen
Bestuurders
2011 Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
Geassocieerde ondernemingen
Andere verbonden partijen
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
I. Financiële verplichtingen 1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 2. Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs 2.1. Deposito's van kredietinstellingen 2.2. Deposito's van klanten
1.386
2.020 270
441
43
1.827
2.333
1.056
5.273
2.020 7.985
1.286
1.177 16
484
224
68
10.489
1.510
1.261
671
5.230
1.177 7.202
2.3. In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen, inclusief obligaties 2.4. Achtergestelde verplichtingen 3. Derivaten gebruikt ter afdekking IV. Overige verplichtingen
Totaal
1.056
5.273
292
671
5.230
8.671
11. PERSONEELSBELONINGEN EN OVERIGE VERGOEDINGEN 11.1 OP AANDELEN GEBASEERDE VERGOEDINGEN Als gevolg van een besluit van de Raad van Bestuur van Finaxis NV lopen er momenteel 2 aandelenoptieplannen, voorbehouden aan bepaalde medewerkers en bestuurders van Bank J. Van Breda & C°. Overeenkomstig dit besluit beschikt een Comité over de bevoegdheid om volgens de voorwaarden van deze plannen maximum 28.500 opties (16.500 voor optieplan 20072009 en 12.000 voor optieplan 2011-2012) toe te kennen aan geselecteerde deelnemers. De aandelenoptieplannen hebben als doel de betrokkenheid van medewerkers en bestuurders bij Bank J. Van Breda & C° en haar geconsolideerde resultaten te bevorderen. De opties zijn elk jaar enkel uitoefenbaar tijdens de maand april, doch nooit voor het verstrijken van het 3e kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin het aanbod op opties plaatsvond. De optieplannen zijn “cash settled” op het niveau van de moedermaatschappij Finaxis. Het aandeel Bank J. Van Breda & C° is niet beursgenoteerd. De waarde van Bank J. Van Breda & C° wordt vastgesteld op 15 keer het gecorrigeerd geconsolideerd nettoresultaat. De te hanteren formule om tot de waarde van een aandeel te komen: (gecorrigeerd geconsolideerd nettoresultaat maal 15 + éénmaal de uitzonderlijke winsten en verliezen van het boekjaar) en dat gedeeld door het aantal aandelen.
De bijdrage in het resultaat is gebaseerd op volgende assumpties: * de verwachte waarde die de opties in de toekomst zullen hebben, op basis van inschatting van de evolutie van de nettowinst over de volgende jaren; * het verwachte uitoefengedrag en retentie, gebaseerd op het uitoefengedrag van optiehouders en de personeelsretentie van de voorbije periode. De kostprijs van het optieplan wordt gespreid over de periode waar de prestaties van de optiehouders in worden geleverd.
Optieplan 2007-2009
Optieplan 2011-2012
Datum toekenning 1/apr/07
4.946
(551)
(720)
3.675
563,01 2011-2015
561
1/apr/08
5.715
(467)
(813)
4.435
516,55 2012-2016
1.101
1/apr/09
5.238
-
(372)
4.866
475,82 2013-2017
1.475
1/apr/11
5.878
-
(72)
5.806
592,25 2015-2019
788
1/apr/12
5.782
-
(16)
5.766
605,51 2016-2020
27.559
(1.018)
(1.993)
24.548
Totaal
Aantal uitgeoefend e opties
Aantal verbeurd verklaarde opties
Saldo uitstaande opties Uitoefenprijs
2012 Gewogen gemiddelde Gewogen waarde Uitstaande gemiddelde uitoefenprijs aandeel opties Uitstaand bij aanvang periode Toegekend in periode Verbeurd verklaarde opties (forfeited) Uitgeoefende opties Vervallen opties Uitstaand op einde periode Uitoefenbaar op einde periode
22.676
Range uitoefenprijs
Gewogen resterende gemiddelde looptijd (in jaren)
526,78
5.782 (157)
543,25
(3.753)
467,83
605,51
24.548
554,23
8.110
537,60
516,55 - 563,01
2,80
2011 Gewogen Gewogen gemiddelde Uitstaande gemiddelde waarde opties uitoefenprijs aandeel Uitstaand bij aanvang periode Toegekend in periode Verbeurd verklaarde opties (forfeited) Uitgeoefende opties Vervallen opties Uitstaand op einde periode Uitoefenbaar op einde periode
Provisie per 31/12/2012 (in duizenden eur)
Aantal toegekende opties
20.414
Range uitoefenprijs
Gewogen resterende gemiddelde looptijd (in jaren)
493,75
5.878 (473)
508,46
(3.143)
437,46
592,25
22.676
526,78
7.002
515,09
452,28 - 563,01
1,95
Uitoefenperiode
369 4.295
11.2 PENSIOENPLANNEN (in duizenden EUR) I. TE BEREIKEN DOEL PENSIOENPLANNEN 2012
2011
1. Bedragen opgenomen in de balans
Nettoverplichtingen (-vorderingen) uit hoofde van gefinancierde te bereiken doel plannen
1.674
1.777
3.624 -1.951
4.332 -2.556
1.674 3.624 -1.951
1.777 4.332 -2.556
-505 165 198 -93 -775
157 96 115 -54
1.777
0 1.706 -87 157
Contante waarde van volledig of gedeeltelijk gefinancierde verplichtingen Reële waarde van fondsbeleggingen (-)
Verplichtingen (-vorderingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen, totaal Verplichtingen Activa (-) 2. Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten Rentekosten Verwacht rendement op fondsbeleggingen (-) Winsten (-) en verliezen (+) bij afwikkeling 3. Bewegingen in de verplichtingen (-vorderingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, beginsaldo Toename door bedrijfscombinatie Betaalde bijdragen (-) Opgenomen lasten Actuariële winsten (-) en verliezen (+) verwerkt in niet-gerealiseerde resultaten Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, eindsaldo 4. Voornaamste actuariële veronderstellingen Disconteringsvoet Verwacht rendement op fondsbeleggingen Verwacht percentage van loonsverhogingen Percentage dat de tendens voor medische kosten weerspiegelt
-310 -505 712 1.674
1.777
2,89% 2,89% 5,27% 2,00%
4,78% 3,75% 5,27% 2,00%
De te bereiken doel pensioenplannen betreffen de plannen bij ABK. Deze plannen zijn onderschreven bij verzekeraars in het kader van tak 21 (levensverzekeringen met tariefgarantie). De winst bij afwikkeling is het gevolg van de vervroegde beëindiging van enkele plannen. De Bank heeft ervoor gekozen om bij de administratieve verwerking van deze te bereiken doel pensioenplannen de in 2011 herziene versie van IAS 19 vervroegd toe te passen (verplicht vanaf 1/1/2013). Als gevolg hiervan worden actuariële winsten en verliezen verwerkt als niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen. Er is door de vervroegde toepassing geen impact op het resultaat opgenomen in de winst- en verliesrekening.
II. PENSIOENPLANNEN MET VASTE BIJDRAGE 2012 Totaal kosten opgenomen in de resultatenrekening
2011
(1.709)
(1.548)
12. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Op een buitengewone algemene vergadering de dato 2 januari 2013 werden de statuten van dochtervennootschap ABK gewijzigd. Meer informatie hierover wordt gegeven in toelichting 7.15 met betrekking tot de uittreding door ABK uit het statuut van het Beroepskrediet. Er hebben zich geen andere belangrijke gebeurtenissen (positieve of negatieve) voorgedaan tussen 31/12/2012, de balansdatum en 7/2/2013, datum van goedkeuring tot publicatie van de jaarrekening door de Raad van Bestuur.
BEZOLDIGING VAN DE COMMISSARIS (in duizenden EUR) 2012 Bezoldiging van de commissaris Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris Andere controleopdrachten Belastingadviesopdrachten Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door personen met wie de commissaris verbonden is Andere controleopdrachten Belastingadviesopdrachten Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten
2011 207
167
4
11
5
EXTERNE MANDATEN LEDEN RAAD VAN BESTUUR
Naam
Extern mandaat
Vennootschap + adres
Activiteit
Jan Suykens
Onafhankelijk bestuurder
Baloise Insurance NV
Verzekerings-
Posthofbrug 16
onderneming
Beursgenoteerd
Opmerking
Neen
2600 Antwerpen Onafhankelijk bestuurder
Nateus NV
Verzekerings-
Frankrijklei 79
onderneming
Neen
Beëindigd 21/01/2013
Neen
Beëindigd 21/01/2013
Andere
Neen
Beëindigd 27/03/2012
Kredietinstelling
Neen
Andere
Neen
Andere
Ja
Andere
Neen
Neen
2000 Antwerpen Onafhankelijk bestuurder
Nateus Life NV
Verzekerings-
Frankrijklei 79
onderneming
2000 Antwerpen Luc Bertrand
Voorzitter van de
IBF International Consulting NV
Raad van Bestuur
Avenue de Tervueren 72 1040 Brussel
Onafhankelijk bestuurder
ING België NV Avenue Marnix 24 1000 Brussel
Bestuurder
Institut de Pathologie cellulaire Christian de Duve Avenue Hippocrate 75 1200 Brussel
Onafhankelijk bestuurder
Schroders plc Gresham Street 31 UK - EC2V 7QA London
Alfred Bouckaert,
Vaste vertegenwoordiger
Thornton & C° NV
van Fabilux NV,
Elisabethlaan 156
bestuurder
2600 Antwerpen AXA Helleniki
Verzekerings-
vaste vertegen-
Bestuurder
Mikalakopoulou Street 48
onderneming
woordiger van
GR - 115 28 Athene
Consuco NV Bestuurder
AXA Italia
Verzekerings-
Via Leopardi 15
onderneming
Neen
IT - 20123 Milaan
Vaste vertegenwoordiger
Compagnie d'entreprises CFE Aannemingsmaatschappij CFE NV
van Consuco NV,
Hermann-Debrouxlaan 40
Bestuurder
1160 Oudergem
Voorzitter van de
Belfius Bank NV
Raad van Bestuur
Pachecolaan 44
Andere
Ja
Kredietinstelling
Neen
Andere
Neen
Andere
Neen
Neen
1000 Brussel Vaste vertegenwoordiger
Vandemoortele Lipids NV
van Consuco NV,
Moutstraat 64
Bestuurder
9000 Gent
Vaste vertegenwoordiger
Ventosia SA
van Consuco NV,
Karel Rogierplein 11
Bestuurder
1210 Sint-Joost-ten-Noode
Vaste vertegenwoordiger
Ventosia SA
Beleggings-
van Consuco NV,
Route d'Arlon 283
onderneming
Bestuurder
LU - 1150 Luxembourg
Vaste vertegenwoordiger
Vesalius
Beleggings-
van Consuco NV,
Rue Thomas Edison 1B
onderneming
Bestuurder
LU - 1445 Strassen
Vaste vertegenwoordiger
Vesalius Biocapital Arkiv NV
van Consuco NV,
Tervurenlaan 273
Bestuurder
1150 Sint-Pieters-Woluwe
Andere
Neen
Neen
Verantwoordelijke uitgever:
[email protected] | 03/2013
Het geklasseerde, voormalige goederenstation Antwerpen-Zuid werd volledig gerestaureerd en is nu de zetel van Bank J.Van Breda & C°.
Bank J.Van Breda & C° is een gespecialiseerde adviesbank
03 217 53 33
die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen.
elke bankwerkdag van 9 tot 17u
Wij helpen u bij de systematische opbouw en de bescherming van uw vermogen.
Bank J.Van Breda & C° Ledeganckkaai 7
Bij ons kan u rekenen op een persoonlijke, proactieve
2000 Antwerpen
begeleiding. Zowel privé als professioneel. Uw leven lang.
www.bankvanbreda.be/contact
Vragen? Neem contact op met:
[email protected] Verantwoordelijke interne en externe rapportering
[email protected] Communicatieverantwoordelijke
Enkel voor ondernemers en vrije beroepen www.bankvanbreda.be