Jaarverslag 2013 Geconsolideerde jaarrekening
Enkel voor ondernemers en vrije beroepen www.bankvanbreda.be
INHOUDSTAFEL Kerncijfers Verslag van de Raad van Bestuur conform art. 119 van het Wetboek van vennootschappen Geconsolideerde winst- en verliesrekening Overzicht gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten Geconsolideerde balans: activa Geconsolideerde balans: eigen vermogen en verplichtingen Geconsolideerd kasstroomoverzicht Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen Toelichtingen 1. Samenvatting boekhoudkundige grondslagen en methodologie 2. Wijzigingen in de boekhoudkundige grondslagen en methodologie 3. Risicobeheer 3.1. Maximale kredietrisico financiële instrumenten 3.2. Kredietrisico leningen en vorderingen en waardering waarborgen 3.3 Achterstallige financiële activa 3.4. Kredietrisico financiële activa beschikbaar voor verkoop 3.5. Beheer liquiditeitsrisico en renterisico 3.6. Kapitaalbeheer 4. Beoordelingen en schattingen 5. Consolidatiekring 5.1. Dochterondernemingen integraal opgenomen in de consolidatie 5.2. Geassocieerde ondernemingen en joint ventures waarop vermogensmutatie is toegepast 6. Toelichtingen bij de geconsolideerde balans 6.1. Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken 6.2. Vorderingen op kredietinstellingen 6.3. Financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 6.4. Andere financiële activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via winst- en verliesrekening 6.5. Voor verkoop beschikbare financiële activa 6.6. Leningen en vorderingen 6.7. Lease-overeenkomsten 6.8. Derivaten gebruikt ter afdekking 6.9. Kasstroomindekkingen: verwachte kasstromen 6.10. Investeringen in geassocieerde ondernemingen administratief verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode 6.11. Overige activa 6.12. Deposito's van kredietinstellingen 6.13. Deposito's van klanten 6.14. In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen, inclusief obligaties 6.15. Achtergestelde verplichtingen 6.16. Overige verplichtingen 6.17. Reële waarde financiële activa en verplichtingen 7. Toelichtingen bij de geconsolideerde winst- en verliesrekening 7.1. Netto intrestinkomsten 7.2. Dividenden 7.3. Netto vergoedingen en commissies 7.4. Winsten (verliezen) op financiële activa beschikbaar voor verkoop 7.5. Winsten (verliezen) op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 7.6. Winsten (verliezen) uit derivaten gebruikt ter afdekking 7.7. Winst en verlies op de realisatie van andere activa dan voor verkoop aangehouden 7.8. Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten 7.9. Personeelskosten 7.10. Algemene en administratieve kosten 7.11. Materiële vaste activa 7.12. Immateriële activa 7.13. Voorzieningen 7.14. Bijzondere waardeverminderingen 7.15. Eenmalige kost verbonden aan de uittreding door ABK uit het statuut van het Beroepskrediet 7.16. Uitsluiting inactieve vennoten ABK Bank 7.17. Winstbelastingen 8. Bedrijfscombinaties 9. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 10. Verbonden partijen 10.1. Verbonden partijen: winst- en verliesrekening 10.2. Verbonden partijen: activa 10.3. Verbonden partijen: passiva 11. Personeelsbeloningen en overige vergoedingen 11.1. Op aandelen gebaseerde vergoedingen 11.2. Pensioenplannen 12. Gebeurtenissen na balansdatum Bezoldiging van de commissaris Verslag van de erkende commissaris Externe mandaten leden Raad van Bestuur
Kerncijfers In een oogopslag 2009 Personeel
399
2010
2011
418
2012
2013
462
465
466
25.664 54.880 (*)
27.739
31.546
Resultaten
Winst over de verslagperiode toe te rekenen aan de aandeelhouders
23.317
Balansgegevens
Totaal belegd door cliënten Cliëntendeposito’s Buitenbalansproducten Totaal privé-kredietverlening Eigen vermogen deel groep Ratio’s Efficiëntieratio (cost income) Rendement op het gemiddelde eigen vermogen (ROE) Rendement op activa (ROA) Waardeverminderingen op kredieten Solvabiliteit (eigen vermogen op activa) Kernkapitaalratio (core tier 1) Risicogewogen solvabiliteitsratio (RAR)
5.644.268 2.358.533 3.285.735 2.328.371 243.667
6.368.943 2.596.766 3.772.177 2.631.339 258.620
7.469.140 3.453.279 4.015.861 3.043.941 394.969
8.010.469 3.424.426 4.586.043 3.306.419 427.267
9.017.851 3.683.174 5.334.676 3.455.495 447.907
60% 10%
57% 10%
61% (*)
58% 7%
59% 7%
0.77% 0,09% 8,1% 11,8% 14,6%
0,80% 0,15% 8,1% 11,3% 14,7%
(*) 0,06% 9,9% 14,7% 17,3%
0,69% 0,08% 10,7% 14,2% 16,4%
0,72% 0,04% 10,2% 13,7% 15,6%
Gegevens telkens op 31.12, financiële informatie in duizenden EUR
(*) Exclusief ABK bedroeg de nettowinst in 2011 21,407 miljoen euro. Gezien de uitzonderlijke eenmalige resultaatsimpact (badwill) van de overname van ABK zouden de rendementspercentages over 2011 een vertekend beeld geven van de onderliggende rendabiliteit.
Verslag van de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering conform artikel 119 van het Wetboek van Vennootschappen Bank J.Van Breda &C° realiseert 1 miljard euro aangroei van het toevertrouwd vermogen en 31,5 miljoen euro nettowinst (+ 14%). Het vermogen dat ondernemers en vrije beroepen toevertrouwen aan Bank J.Van Breda & C° steeg in 2013 met 1 miljard euro (+13%). Dit vertaalt zich in een winst over de verslagperiode toe te rekenen aan de aandeelhouders van 31,5 miljoen euro, een stijging met 14% tegenover 2012 en dit in een moeilijke marktomgeving.
Commerciële strategie •
•
Zowel de doelgroepstrategie van Bank J.Van Breda &C° als de financiële resultaten van haar dochtervennootschappen ABK bank en Van Breda Car Finance dragen bij tot dit resultaat. Door voortdurende nieuwe instroom van beleggingen stijgt het door cliënten toevertrouwd vermogen met 1 miljard euro tot 9.018 miljoen euro (+13%). Ook de kredietportefeuille groeit met 5% tot 3.455 miljoen euro.
Bankproduct stijgt met 3% Het geconsolideerde bankproduct stijgt met 3,8 miljoen euro tot 117,7 miljoen euro. • Ondanks de groei van de kredietportefeuille met 5% en van de deposito’s met 8% daalt het renteresultaat met 3%. De aanhoudende verstoring van de depositomarkt, waarbij een aantal banken spaargeld aanzienlijk boven de risicovrije rente vergoeden, weegt op het renteresultaat. Ook de vervlakking van de rentecurve en de strategie van de bank om in haar beleggingsportefeuille voorrang te geven aan veiligheid boven rendement rendement verklaren waarom de volumegroei zich vooralsnog niet vertaalt in een hoger renteresultaat.. • De groei in buitenbalansbeleggingen (+16%) zorgt voor een stijging van de commissie-inkomsten met 18%. • Het bedrag aan meerwaarden in de effectenportefeuille en de resultaten van indekkingsinstrumenten bedragen 4,6 miljoen euro tegenover 4,2 miljoen euro in 2012. Cost income-ratio 59% De kosten bedragen 69 miljoen euro en liggen 4% boven 2012. Deze stijging wordt verklaard door hogere personeelskosten en toegenomen investeringen in informaticatoepassingen, naambekendheid en huisvesting. De cost income-ratio bedraagt geconsolideerd 59%, waarmee Bank J.Van Breda & C° tot de meest performante Belgische banken behoort. Waardeverminderingen kredieten uitzonderlijk laag De waardeverminderingen voor kredietdossiers bedragen 1,5 miljoen euro tegenover 2,4 miljoen euro in 2012. Zij bedragen 0,04% van de gemiddelde kredietportefeuille. De volgehouden, behoedzame kredietpolitiek en de samenwerking met succesvolle, voorzichtige cliënten blijft ook in een periode van economische crisis zijn vruchten afwerpen. Belang in ABK bank stijgt naar 99,9% ABK bank heeft van de statutaire mogelijkheid gebruik gemaakt om inactieve vennoten uit te sluiten. Doordat ABK bank uit het statuut van het Beroepskrediet is getreden, kunnen vennoten die uittreden voortaan worden vergoed tegen boekwaarde in plaats van de veel lagere nominale waarde. De uitsluiting van inactieve vennoten heeft tot gevolg dat het belang van Bank J.Van Breda & C° in ABK bank stijgt van 91,8% naar 99,9%. Doordat de uitsluiting is gebeurd op 31/12/2013 komt het resultaat van ABK bank in 2013 nog voor 8,2% toe aan de minderheidsvennoten. Sterke liquiditeit en solvabiliteit Bank J.Van Breda & C° blijft goed gewapend om het hoofd te bieden aan de uitdagingen van de financieel-economische crisis dankzij haar liquiditeitspositie. De kredietportefeuille wordt volledig gefinancierd met cliëntendeposito’s. Het eigen vermogen (deel van de groep) stijgt van 427 miljoen naar 448 miljoen euro. Net zoals de voorbije jaren wordt het eigen vermogen niet aangetast door waardeverminderingen op financiële instrumenten uit de beleggingsportefeuille.
De groei van het eigen vermogen geeft de bank bijkomende slagkracht om haar gestage groei te bestendigen, zelfs bij onvoorziene marktomstandigheden. De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa bedraagt 10,2%, een veelvoud van de 3% die de toezichthouders tegen ten vroegste 2018 willen invoeren onder Basel III.
1. Bank J.Van Breda & C° Bank J.Van Breda & C° is een gespecialiseerde adviesbank die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen. Wij helpen hen bij de systematische opbouw, het beheer en de bescherming van hun vermogen. Bij ons kunnen ze rekenen op een persoonlijke, proactieve begeleiding, zowel professioneel als privé, hun leven lang. Deze activiteiten worden verder in de tekst aangeduid met de term ‘doelgroepbankieren’. Ondernemers en vrije beroepen vertrouwen meer dan 8,6 miljard euro vermogen toe aan Bank J.Van Breda & C° De duurzame aanpak van de bank en de hoge cliëntentevredenheid resulteren in een gestage groei van de commerciële volumes. Het door cliënten belegd vermogen kent in 2013 een groei met 1 miljard tot 8,7 miljard euro (13%). • De cliëntendeposito’s groeien met 9% tot 3,4 miljard euro. In een uiterst concurrentiële marktomgeving, resulteert het vertrouwen van de cliënten in een verschuiving van kortetermijntegoeden naar langere looptijden. Zo groeien de termijnrekeningen op meer dan een jaar met 20% tot 776 miljoen euro. • In totaliteit stijgen de beleggingen in buitenbalansproducten met 16% tot 5,3 miljard euro, dankzij de instroom van bijkomende beleggingen en de financiële prestaties van de vermogens onder beheer. o
In het vermogensbeheer beheert Bank Delen eind 2013 3.029 miljoen euro voor cliënten van Bank J.Van Breda & C° (tegenover 2.507 miljoen euro in 2012, +21%). Bank Delen heeft aangetoond goed bestand te zijn tegen de financiële crisis van de voorbije jaren. Samen met de patrimoniale begeleiding resulteerde dit ook in 2013 in een gestage instroom van nieuw kapitaal, zowel van bestaande als van nieuwe cliënten.
o
De verzekeringsbeleggingen groeien tot een volume van 1.507 miljoen euro (+1%).
o
De uitstaande reserves in andere verzekeringsproducten (vooral groepsverzekeringen) stijgen met 22% tot meer dan 350 miljoen euro.
o
De beleggingsfondsen groeien tot een belegd kapitaal van 416 miljoen euro (+40%).
Kredietportefeuille doelgroepbankieren groeit met 6% Ook in 2013 blijft het kredietvolume uit het doelgroepbankieren verder stijgen tot 2.967 miljoen euro (+6%). De kredietverlening aan succesvolle ondernemers en vrije beroepen steunt op een langetermijnrelatie, die maakt dat kredietverlening voor doordachte en voorzichtige investerings- en groeiprojecten mogelijk blijft, zelfs in een moeilijke financieel-economische omgeving. Financieel resultaat De recordgroei van de commerciële volumes draagt bij tot de stijging van het bankproduct. Deze stijging – in combinatie met kosten die onder controle zijn en het zeer lage niveau van de kredietverliezen – vertaalt zich opnieuw in een sterk financieel resultaat.
2. Van Breda Car Finance Als dochtermaatschappij van Bank J.Van Breda & C° is Van Breda Car Finance in heel België actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. Van Breda Car Finance wil de béste kredietpartner zijn voor de cliënten van grote, zelfstandige autodealers. Heel de organisatie is toegespitst op snelle kredietoplossingen voor personenwagens via een eigen website. Vanuit de kernwaarden fast, friendly & flexible ondersteunt Car Finance de lokale autodealer in het volledige verkoopproces: van offertefase, aanvraagverwerking en aanmaak van kredietcontracten tot en met de controle op de uitbetaling van het dossier. Op die manier vergemakkelijken we de verkoop van onze partners die hun cliëntenservice uitbreiden met kredietverlening. Ondanks een moeilijke marktomgeving, resulteert deze strategie in een stijging van de portefeuille met 1% naar 300 miljoen euro. De netto-waardeverminderingen op kredieten blijven ook in 2013 op een uitzonderlijk laag niveau, dankzij het kredietacceptatiebeleid en de recuperaties in probleemdossiers. Samen met een strikte kostenbeheersing leidt dit opnieuw tot een degelijk financieel resultaat.
3. ABK bank ABK Bank is sinds 2011 een dochtermaatschappij van Bank J.Van Breda & C°. Sinds de overname herpositioneerde ABK zich als vermogensbegeleider voor kaderleden en zelfstandigen. ABK begeleidt haar cliënten met een langetermijnvisie in de opbouw, beheer en bescherming van vermogen. Daarbij blijft ABK trouw aan de traditie van eenvoudige en transparante producten, in een cultuur van voorzichtigheid en persoonlijke aanpak. Sinds de overname gaat ABK door een transitie in diverse opzichten. Strategisch In de strategische oefening ging veel aandacht naar de verwachtingen van de cliënt, die hierin op verschillende momenten geconsulteerd is. De strategische keuze voor
vermogensbegeleiding resulteerde in een aanpassing van het logo en de huisstijl die in 2013 werd doorgevoerd. Commercieel Na de opstart van een samenwerking met Baloise Insurance met een tak 21- en tak 23-aanbod, werd in 2013 een samenwerking met Bank Delen opgestart voor patrimoniale beleggingsfondsen en discretionair vermogensbeheer. De concrete invulling van onze propositie als vermogensbegeleider gebeurt met een compacte module die de cliënt helpt na te gaan wat het vereiste kapitaal is op pensioenleeftijd en hoe hij dat kan bereiken door systematisch te sparen en zijn portefeuille gespreid in te vullen. Organisatorisch Sommige ondersteunende activiteiten zoals rapportering, risicobeheer, audit en personeelsbeleid zijn ondergebracht in de afdelingen van Bank J.Van Breda & C°. Op die manier wordt het beleid bij ABK verder geprofessionaliseerd en is er een grotere kennisdeling tussen beide banken. Dankzij de verhuis in 2013 van de zetel van ABK naar de hoofdzetel van Bank J.Van Breda & C°, verloopt deze samenwerking nog intenser en efficiënter. Ook binnen ABK evolueerde het takenpakket van heel wat medewerkers. Om haar strategie uit te rollen, kiest ABK voor een netwerk van eigen kantoren met relatiebeheerders die zich volledig focussen op vermogensbegeleiding. Om die reden werd de samenwerking met zelfstandige agenten in 2013 beëindigd. Operationele investeringen In 2013 werd een deel van de activiteiten binnen ABK gemigreerd naar het ITplatform dat ook Bank J.Van Breda & C° gebruikt. Dit platform ondersteunt relatiebeheerders o.a. op het vlak van cliëntenadministratie en de verkoop van beleggingsfondsen. In Berchem en Schoten zijn moderne nieuwe kantoren geopend die beschikken over meerdere spreekkamers voor adviesgesprekken. Commerciële volumes Per 31/12/2013 hebben de cliënten 306 miljoen euro deposito’s toevertrouwd aan ABK bank, een daling met 23 miljoen tegenover 2012. De kredietportefeuille zakt met 28 miljoen naar 189 miljoen euro. De instroom van nieuwe cliënten compenseert nog onvoldoende de afvloei van cliënten buiten de doelgroep en kredietcliënten zonder interesse voor of potentieel tot vermogensbegeleiding. Surplus aan eigen vermogen en liquiditeit rendabel ingezet Eind 2012 heeft ABK bank kredietrisicoprotectie verstrekt op een gedeelte van de kredietportefeuille van Bank J.Van Breda & C°. Hierdoor kan het overschot aan kapitaal binnen ABK worden gebruikt om de gezonde groei van de kredietverlening van Bank J. Van Breda & C° uit het verleden ook in de toekomst te bestendigen • In 2013 heeft ABK haar surplus aan liquiditeiten gebruikt voor kredietverlening aan Van Breda Car Finance. Dit meer rendabele gebruik van de overschotten aan eigen vermogen en liquiditeit ondersteunt het financieel resultaat. •
Uitsluiting inactieve vennoten Doordat ABK bank gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om uit het statuut van het Beroepskrediet te treden, kunnen vennoten die uittreden voortaan worden vergoed tegen boekwaarde. ABK heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt om inactieve vennoten uit te sluiten. Als gevolg hiervan stijgt het belang van Bank J.Van Breda & C° in ABK bank van 91,8% naar 99,9%.
Risicobeheersing: permanente opvolging en controle Ondernemingsrisico’s zijn eigen aan de normale activiteiten van een bank. In vergelijking met sectorgenoten zijn Bank J.Van Breda & C° en haar dochters echter altijd eenvoudige en transparante instellingen gebleven. Bovendien leggen zij al jarenlang een grote voorzichtigheid aan de dag bij het aanvaarden van risico’s. Zij verrichten permanente risico-opvolging en controle. Historisch heeft Bank J.Van Breda & C° haar capaciteit om risico’s te beheersen ruimschoots bewezen. Vanuit het interne risicocomité wordt op gestructureerde wijze toezicht gehouden op risico’s en risicoposities van de instelling en haar dochtervennootschappen. Daartoe laat het risicocomité zich door de diverse afdelingen en activiteiten informeren. Voor de bespreking van de diverse risico’s verwijzen we naar de toelichtingen 3.Risicobeheer van de geconsolideerde jaarrekening
Deugdelijk bestuur Bank J. Van Breda & C° streeft naar verantwoordelijkheid en transparantie. Directiecomité Het Directiecomité tekent de strategie uit en vertaalt deze in concrete beleidslijnen. Het is verantwoordelijk voor het dagelijks beheer en de uitwerking van een organisatiestructuur met duidelijke bevoegdheden en rapporteringslijnen. De leden evalueren de performantie van de bank op basis van tijdige, frequente en accurate managementinformatie. Deze verschaft inzicht in de activiteiten en resultaten van de operationele verantwoordelijken en laat toe om snelle en effectieve actie te ondernemen waar nodig. Samenstelling op 1/1/2014: Carlo Henriksen (voorzitter), Peter Devlies (verantwoordelijke beleggingen, betalingsverkeer, geld- en documentenbehandeling), Vic Pourbaix (verantwoordelijke cliëntenrelaties), Dirk Wouters (verantwoordelijke ALM, kredieten en rapportering). Vanaf 1/4/2014 wordt de samenstelling als volgt: Dirk Wouters (voorzitter), Peter Devlies (verantwoordelijke ALM, rapportering, cliëntenadvies, product- en conceptontwikkeling), Vic Pourbaix (verantwoordelijke cliëntenrelaties en gebouwen) en Marc Wijnants (verantwoordelijke informatica en back office).
Raad van bestuur De Raad van Bestuur bekrachtigt de door het Directiecomité gevoerde strategie en beoordeelt periodiek de belangrijkste beleidslijnen. De leden staan in voor de bewaking en de promotie van hoge ethische normen en integriteitsstandaarden. Zij begrijpen de risico's die de bank loopt en leggen aanvaardbare niveaus vast door de bepaling van duidelijke tolerantieniveaus en risicolimieten. Samenstelling op 1/1/2014: Jan Suykens (voorzitter), Luc Bertrand, Piet Dejonghe, Jacques Delen, Paul De Winter, Carlo Henriksen (tot 31/3/2014), Vic Pourbaix, Peter Devlies, Dirk Wouters, Willy Lenaers (vanaf 16/1/2014) en Marc Wijnants (vanaf 1/2/2014) (bestuurders). Remuneratiecomité Het remuneratiecomité regelt de financiële betrekkingen met bestuurders en bepaalt het bedrag van hun bezoldigingen. Samenstelling op 1/1/2014: Luc Bertrand, Jan Suykens en Willy Lenaers (vanaf 16/1/2014) Auditcomité Het auditcomité staat in voor het toezicht op het financieel rapporteringsproces, op de naleving van de administratieve, juridische en fiscale regels en op de uitwerking van interne controleprocedures. Hiervoor staat het in rechtstreeks contact met respectievelijk de externe en interne audit. Samenstelling op 1/1/2014: Luc Bertrand, Jan Suykens en Willy Lenaers (vanaf 16/1/2014) Alle leden van het auditcomité beschikken over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit. Luc Bertrand studeerde in 1974 af als handelsingenieur aan de K.U.Leuven. Hij was actief bij Bankers Trust C° in New York, Amsterdam en London tot 1986 (Vice President North Europe Area Manager). Hij werd in 1985 bestuurder en in 1987 administratief en financieel directeur van Ackermans & van Haaren NV. Sinds 1996 is hij voorzitter van het Executief Comité van Ackermans & van Haaren NV. Hij is ook voorzitter van Finaxis. Hij is bestuurder geweest bij Indosuez Bank en Generale Bank, en bekleedt vandaag diverse bestuursmandaten binnen en buiten de groep Ackermans & van Haaren en is tevens benoemd als onafhankelijk bestuurder bij Schroders en bij ING België. Jan Suykens is licentiaat TEW en behaalde daarna een MBA aan de Columbia University, New York. Hij begon zijn carrière op de afdeling Corporate & Investment Banking bij Fortis Bank. Sinds 1990 is hij lid van het Executief Comité van Ackermans & van Haaren NV. Hij bekleedt diverse bestuursmandaten binnen de groep Ackermans & van Haaren.
Willy Lenaers is licentiaat Rechten (R.U. Gent 1976) en gegradueerde in de Fiscale Wetenschappen (Brussel 1980). De heer Lenaers bekleedde verscheidene functies in de Kredietbank Groep tussen 1977 en 1999 en diverse bestuurdersmandaten. Hij is voorzitter van de Raad van Bestuur van Concentra N.V. en MTM N.V. (Metro free press). Specifieke functies Interne Audit is een onafhankelijke, objectieve beoordelingsfunctie, gericht op het onderzoek en de beoordeling van de goede werking van de operationele afdelingen en het kantorennet. Ze evalueert de doeltreffendheid en de efficiëntie van de interne controle en geeft advies om de werking te verbeteren. Verantwoordelijke Interne Audit:
[email protected] De ombudsvrouw is een neutraal en onafhankelijk bemiddelaar die een oplossing tracht uit te werken voor elk geschil met een cliënt waarvoor binnen een redelijke termijn geen bevredigend antwoord is gegeven door een afdeling of een kantoor.
[email protected] Tel. 0800 93004, Fax 03 271 10 94 Risk Management is een onafhankelijke functie met als doel de interne risicobeheersing verder in te bedden in de cultuur en de dagelijkse praktijk van onze bank. Centraal in haar werkzaamheden staan adviesverlening en opvolging van en rapportering over operationele activiteiten. De kerntaken hebben betrekking op alle risico’s waaraan onze bank onderworpen kan zijn. Het kredietrisico, het operationele risico, rente- en liquiditeitsrisico zijn risico’s die van dichtbij worden gevolgd. Risicometing en –rapportering zorgen er mee voor dat de operationele afdelingen goed gewapend zijn om hun risico’s op gepaste wijze onder controle te houden. Verantwoordelijke Risk Management:
[email protected] Compliance is een onafhankelijke functie die de naleving van de regels die verband houden met de integriteit van het bankieren controleert en bevordert. Het integriteitsbeleid richt zich prioritair tot volgende domeinen: witwaspreventie, voorkomensbeleid fiscale mechanismen, transacties in financiële instrumenten, handel met voorkennis, koersmanipulatie, wetgeving op de privacy, discretieplicht, deonthologische codes en dergelijke. Verantwoordelijke Compliance:
[email protected]
Sterk gewapend voor de toekomst Bank J.Van Breda & C° heeft in 2013 sterke financiële prestaties neergezet. • De nettowinst bedraagt 31,5 miljoen euro. Het eigen vermogen (deel van de groep) groeit van 427 naar 448 miljoen euro. • De liquiditeits- en solvabiliteitspositie blijfven uiterst gezond. Hiermee is de bank goed gewapend om het hoofd te bieden aan een financieeleconomische omgeving die gedurende een lange periode erg uitdagend zou kunnen blijven. Uiteraard maakt het huidige onzekere klimaat het moeilijk om winstvoorspellingen te doen. Ondanks tekenen van heropleving blijft de economische situatie in Europa wankel. De drastische interventies van de monetaire overheden maken het renteklimaat op lange termijn erg onvoorspelbaar. De verstoring van de depositomarkt dreigt te blijven wegen op het renteresultaat. Verder kan de aanhoudend moeilijke economische omgeving haar impact hebben op de waardeverminderingen op de kredieten en de vraag naar krediet onder druk zetten. Hoewel de evolutie van de nettowinst moeilijk te voorspellen is, verwacht de bank ook in 2014 – zonder onvoorziene omstandigheden – opnieuw een degelijke prestatie neer te zetten, en dit om diverse redenen: • Met haar strategie van vermogensbegeleiding gebaseerd op de langetermijnbelangen van de cliënt, heeft de bank de voorbije jaren bewezen slechts in beperkte mate onderhevig te zijn aan de volatiliteit van de financiële markten. • Tegenover de stijging van de personeelskosten als gevolg van bijkomende aanwervingen, staat een versterking van de commerciële slagkracht die – mede dankzij de hoge cliëntentevredenheid – ook in 2014 zal leiden tot een sterke groei van de commerciële volumes en een verdere uitbouw van het handelsfonds van de bank. • Deze volumegroei zal het bankproduct op peil houden en samen met de kostenefficiëntie van de bank het resultaat ondersteunen. • De eigen portefeuille van de bank is belegd op korte looptijden en met een aanzienlijk aandeel in AAA-obligaties. De bescherming van het eigen vermogen van de bank geniet ook in 2014 de hoogste prioriteit. De voorbije decennia situeerden de waardeverminderingen op kredieten zich aanzienlijk onder het marktgemiddelde. We gaan ervan uit dat deze aanpak ook in de toekomst zijn vruchten blijft afwerpen. Op 31/3/2014 zal Carlo Henriksen als Voorzitter van het Directiecomité worden opgevolgd door Dirk Wouters. Carlo Henriksen leidt de bank sinds 1989. Onder zijn voorzitterschap is Bank J.Van Breda & C° geëvolueerd van een traditionele spaarbank naar een alom gerespecteerde nichebank actief in vermogensbegeleiding voor ondernemers en vrije beroepen. Bank J.Van Breda &C° combineert een duurzame rendabiliteit met een laag risicoprofiel en een consistent sterke commerciële groei, zowel in Vlaanderen als in Brussel en Wallonië, waar de bank haar activiteiten in 2000 heeft opgestart. De Raad van Bestuur is Carlo Henriksen zeer erkentelijk voor het succesverhaal dat Bank J.Van Breda & C° de voorbije 25 jaar onder zijn leiding heeft neergezet.
Door een interne opvolger aan te stellen, kiest de Raad voor continuïteit en bevestigt ze haar vertrouwen in de sterke ploeg medewerkers waarmee Bank J.Van Breda & C° goed gewapend is om haar nichestrategie succesvol verder te ontwikkelen. Het vertrouwen van de Raad van Bestuur in het langetermijnpotentieel van de strategie van de bank is nog aanzienlijk versterkt sedert het uitbreken van de financieel-economische crisis. De sterke ontwikkeling van de commerciële resultaten in de kernactiviteit vermogensbegeleiding voor ondernemers en vrije beroepen spreken voor zich. Van Breda Car Finance blijft performante financiële resultaten neerzetten en de eerste resultaten van de vernieuwde strategie binnen ABK zijn bemoedigend. Ook al dient het jaar 2014 zich als uitdagend aan, deze successen en de zeer gezonde positie van de bank vormen een solide basis voor een financieel performante groei op lange termijn.
Jan Suykens Voorzitter van de Raad van Bestuur Bank J.Van Breda & C°
GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING (in duizenden EUR) Toelichting
2013
2012
I. Financiële en bedrijfsinkomsten 1. Intrestresultaat, waarvan
7.1
Intrestbaten Intrestlasten
76.767
79.144
134.717
147.980
(57.951)
(68.837)
2. Ontvangen dividenden
7.2
155
3. Vergoedingen en commissies, waarvan
7.3
31.601
26.772
34.346
29.992
Ontvangen vergoedingen en commissies Betaalde vergoedingen en commissies
178
(2.745)
(3.220)
4. Gerealiseerde winst (verlies) op financiële activa beschikbaar voor verkoop
7.4
1.982
6.091
5. Winst (verlies) op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
7.5
4.715
154
6. Winst (verlies) op financiële activa en verplichtingen gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
6.4
-
7. Winst (verlies) op afdekkingen, waarvan
7.6
(3.280)
(2.963)
(3.280)
(3.099)
Uit het eigen vermogen overgeboekte winst (verlies) op afdekkingsinstrumenten Niet-effectief deel van de wijziging in reële waarde van kasstroomafdekkingsinstrumenten 8. Winst (verlies) op reële-waardeafdekkingen
7.6
9. Winst (verlies) uit het wisselbedrijf 10. Gerealiseerde winst (verlies) op andere activa
7.7
11. Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten, waarvan
7.8
Overige bedrijfsopbrengsten Overige bedrijfskosten
-
135
1.217
538
1.821
1.899
(49)
6
2.787
1.686
2.824
1.711
(37) 117.716
Bankproduct
403
(26) 113.908
II. Administratieve kosten 1. Personeelskosten
7.9
(39.500)
(38.284)
2. Algemene en administratieve kosten
7.10
(25.256)
(24.631)
III. Afschrijvingen 1. Op materiële vaste activa (terreinen, gebouwen en uitrusting)
7.11
(2.385)
(2.207)
2. Op immateriële activa
7.12
(1.947)
(1.084)
IV. Voorzieningen
7.13
(213)
(253)
(69.300)
(66.458)
7.14
(13)
(2.292)
7.14
(1.488)
(2.391)
Totaal van administratieve kosten, afschrijvingen en voorzieningen V. Bijzondere waardeverminderingsverliezen op financiële activa die niet tegen reële waarde worden gewaardeerd in de winst- en verliesrekening 1. Op voor verkoop beschikbare financiële activa tegen reële waarde opgenomen via het eigen vermogen 2. Op leningen en vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (incl. financiële leasing) VI. Eenmalige kost verbonden aan uittreding uit statuut Beroepskrediet
7.15
VII. Aandeel in de winst of verlies van geassocieerde ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
6.10
Winst voor belastingen Winstbelastingen verbonden aan kost uittreding uit statuut Beroepskrediet
7.15
Overige winstbelastingen Winst over de verslagperiode
7.17
Winst over de verslagperiode toe te rekenen aan minderheidsbelangen Winst over de verslagperiode toe te rekenen aan de aandeelhouders van de vennootschap
(60.112)
220 47.135
278 (17.067) 59.643
(14.760) 32.375
(14.594) 27.982
(828)
(243)
31.546
27.739
OVERZICHT VAN GEREALISEERDE EN NIET-GEREALISEERDE RESULTATEN (in duizenden EUR) Toelichting Winst over de verslagperiode
2013
2012
32.375
27.982
Niet-gerealiseerde resultaten die later kunnen worden overgeboekt naar de winst- en verliesrekening Activa beschikbaar voor verkoop Wijzigingen in de reële waarde
6.5
(5.446)
17.178
Overboekingen naar de winst- en verliesrekening (desinvesteringen)
7.4
(1.982)
(6.091)
Overboekingen naar de winst- en verliesrekening (waardeverminderingen)
7.14
Belastingen Niet-gerealiseerde resultaten op activa beschikbaar voor verkoop, na belastingen
13
2.292
2.690
(4.258)
(4.725)
9.120
Kasstroomafdekkingen Effectief deel van wijzigingen in de reële waarde Overboekingen naar de winst- en verliesrekening (stopzettingen)
2.564 7.6
Belastingen Niet-gerealiseerde resultaten op kasstroomafdekkingen, na belastingen
3.280
3.099
(1.115)
(1.925)
2.165
3.738
Niet-gerealiseerde resultaten die nooit overgeboekt worden naar de winst- en verliesrekening
Toegezegdpensioenregelingen Actuariële winsten en verliezen Belastingen Actuariële winsten en verliezen op toegezegdpensioenregelingen, na belastingen Totaal niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode na belastingen Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode toe te rekenen aan minderheidsbelangen Totaal gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten over de verslagperiode toe te rekenen aan aandeelhouders van de vennootschap
11.2
607
(712)
(206)
242
400
(470)
(2.160)
12.388
30.215
40.370
(718)
29.498
(982)
39.388
GECONSOLIDEERDE BALANS : ACTIVA (in duizenden EUR) Toelichting
2013
2012
I. Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken
6.1
183.457
27.583
II. Vorderingen op kredietinstellingen
6.2
59.706
63.521
III. Financiële activa 1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
6.3
1.243
5.462
2. Andere financiële activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat
6.4
-
-
3. Financiële activa beschikbaar voor verkoop
6.5
640.743
517.209
3.455.495
3.306.419
4. Leningen en vorderingen (inclusief financiële leasing) 5. Wijzigingen in reële waarde van de afgedekte posities bij afdekking van het renterisico van een portefeuille
6.6 en 7.14 7.6
222
3.705
6. Derivaten gebruikt ter afdekking
6.8 en 6.9
709
43
IV. Materiële vaste activa 1. Terreinen, gebouwen en uitrusting
7.11
33.156
31.764
V. Goodwill en andere immateriële activa
7.12
12.359
10.629
5.2 en 6.10
1.066
1.130
VI. Investeringen in geassocieerde ondernemingen administratief verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode VII. Belastingvorderingen 1. Actuele belastingen
-
209
2. Uitgestelde belastingen
7.17
17.563
20.945
VIII. Overige activa
6.11
4.576
4.147
4.410.294
3.992.765
TOTAAL ACTIVA
GECONSOLIDEERDE BALANS: EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) Toelichting
2013
2012
I. Financiële verplichtingen 1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
6.3
1.486
6.523
6.12
106.320
68.647
2.2. Deposito's van klanten
6.13
3.598.537
3.327.944
2.3. In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen, inclusief obligaties
6.14
128.019
18.200
2.4. Achtergestelde verplichtingen
6.15
84.473
87.305
3. Derivaten gebruikt ter afdekking
6.8 en 6.9
4.329
12.564
7.13
1.938
1.975
5.855
8.056
2. Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs 2.1. Deposito's van kredietinstellingen
II. Voorzieningen III. Belastingverplichtingen 1. Actuele belastingen 2. Uitgestelde belastingen
7.17
1.228
1.207
IV. Overige verplichtingen
6.16
29.836
16.103
3.962.020
3.548.523
17.500
17.500
424.881
402.195
5.526
7.572
367
16.975
448.274
444.242
4.410.294
3.992.765
TOTAAL VERPLICHTINGEN V. Geplaatst kapitaal VI. Geconsolideerde reserves VII. Herwaarderingsreserves VIII. Minderheidsbelangen TOTAAL EIGEN VERMOGEN TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN
7.16
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT (in duizenden EUR) Toelichting
2013
2012
Bedrijfsactiviteiten Nettowinst (verlies) over de verslagperiode
31.546
27.739
14.760
(45.049)
Aanpassingen om nettowinst te doen aansluiten bij de nettokasstromen met betrekking tot de bedrijfsactiviteiten Actuele en uitgestelde belastinguitgaven, opgenomen in de winst- en verliesrekening
7.17
Minderheidsbelangen
828
243
4.332
3.290
Investerings- en financieringsactiviteiten Afschrijvingen Resultaat op verkoop van materiële vaste activa
7.11 - 7.12 7.7
49
(6)
Bijzondere waardeverminderingen
7.14
1.515
Toename (afname) voorzieningen
7.13
220
503
Resultaten uit kasstroomafdekkingen
7.6
3.280
2.963
Resultaten uit reële-waardeafdekkingen
7.6
(1.217)
(538)
Resultaten op financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
7.5
(4.715)
(154)
Bedrijfsactiviteiten
Resultaten op andere financiële activa en verplichtingen gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat
4.949
6.4
-
6.5
5.645
1.255
Op aandelen gebaseerde vergoedingen
7.9
1.028
1.497
Aandeel in resultaat van geassocieerde ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
6.10
(220)
Dividend ontvangen van geassocieerde ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode
6.10
285
182
(300)
(223)
Resultaten op financiële activa beschikbaar voor verkoop
Overige aanpassingen Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor wijzigingen in bedrijfsactiva en -verplichtingen
(403)
57.036
(Toename) Afname van bedrijfsactiva (exclusief geldmiddelen & kasequivalenten)
(282.227)
(278)
(4.028) (132.314)
(toename) afname in tegoeden bij centrale banken
6.1
445
1.640
(toename) afname vorderingen op kredietinstellingen
6.2
455
4.302
(toename) afname van leningen en vorderingen
6.6
(150.657)
(265.499)
(toename) afname van voor verkoop beschikbare financiële activa
6.5
(136.180)
122.952
(toename) afname van financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
6.3
(toename) afname van financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening
6.4
4.344
1.538
(toename) afname van de te ontvangen intresten van financiële activa (toename) afname van overige activa
(213)
(239) 6.11
(394)
Toename (afname) van verplichtingen (exclusief geldmiddelen & kasequivalenten)
414.319
3.216 (249) 26.276
toename (afname) van deposito's van kredietinstellingen
6.12
38.235
54.984
toename (afname) van deposito's van klanten
6.13
266.775
(16.311)
toename (afname) van in schuldbewijzen belichaamde verplichtingen
6.14
109.850
(11.904)
toename (afname) van achtergestelde verplichtingen (excl. verlopen intrest)
6.15
1.478
toename (afname) van financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
6.3
(2.236)
toename (afname) van te betalen intresten op financiële verplichtingen toename (afname) van overige verplichtingen
1.583 6.16
(1.366)
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
189.128
Ontvangen (betaalde) belasting op het resultaat
(11.393)
Netto kasstroom uit bedrijfsactiviteiten
177.735
572 219 (2.152) 868 (110.066) (9.635) (119.701)
Investeringsactiviteiten (Betalingen om materiële vaste activa te verwerven)
7.11
Ontvangsten uit de verkoop van materiële vaste activa
7.11
(Betalingen om immateriële activa te verwerven)
7.12
(3.096)
8.
(1.160)
(Betalingen voor dochterondernemingen)
(3.771) 126
(Andere betalingen met betrekking tot investeringsactiviteiten)
(3.585) 941 (3.722)
(34)
Andere ontvangsten met betrekking tot investeringsactiviteiten
1
Netto kasstroom uit investeringsactiviteiten
(7.935)
(6.365)
(11.964)
(8.614)
(4.254)
(7.023)
Financieringsactiviteiten (Uitgekeerde dividenden) Ontvangsten uit de uitgifte van achtergestelde schulden (Terugbetaling van achtergestelde schulden)
6.15
(Andere betalingen met betrekking tot financieringsactiviteiten)
(1)
Andere ontvangsten met betrekking tot financieringsactiviteiten
25
Netto kasstroom uit financieringsactiviteiten Toename van geldmiddelen en kasequivalenten via bedrijfscombinaties
(16.220) 8.
(15.612)
116
Netto toename in geldmiddelen en kasequivalenten Geldmiddelen en kasequivalenten op de begindatum (*) Geldmiddelen en kasequivalenten op de einddatum (*)
153.697
(141.678)
40.209
181.887
193.906
40.209
(*) Geldmiddelen en kasequivalenten zijn gedefinieerd als: kas, beleggingen bij centrale banken, postcheque- en girodiensten en vorderingen op kredietinstellingen (daggeldleningen en zichtrekeningen) verminderd met de deposito's van centrale banken en schulden tegenover kredietinstellingen (daggeldontleningen en zichtrekeningen). Aansluiting Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken (balansrubriek) met Geldmiddelen en kasequivalenten (cashflowstatement) Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken (actief)
2013
2012
183.457
- Te ontvangen interesten geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken
27.583
(4)
(10)
- Tegoeden bij centrale banken (monetaire reserve)
(2.541)
(2.986)
+ Vorderingen op kredietinstellingen (daggeldleningen en zichtrekeningen)
14.344
17.654
- Deposito's van centrale banken (verplichtingen) - Deposito's van kredietinstellingen (daggeldleningen en zichtrekeningen) Geldmiddelen en kasequivalenten
-
-
(1.350)
(2.032)
193.906
40.209
GECONSOLIDEERD MUTATIEOVERZICHT VAN HET EIGEN VERMOGEN (in duizenden EUR)
Geconsolideerde reserves
Geplaatst kapitaal
Ingehouden winsten
Toelichting BEGINSALDO, 1 JANUARI 2012
17.500
379.127
Actuariële winsten en verliezen op te bereiken doelpensioenplannen
Op aandelen gebaseerde vergoedingen
11.2
11.1 -
2.851
Herwaarderingsreserves
Subtotaal
381.977
Activa beschikbaar voor verkoop
Kasstroomafdekkingen
7.4
7.6 2.864
Subtotaal
Totaal eigen vermogen toe te rekenen aan de aandeelhouders van de Minderheidsvennootschap belang
Totaal eigen vermogen
7.16
(7.372)
(4.508)
394.969
15.996
410.965
Uitkering dividend vorig boekjaar
(8.587)
(8.587)
(8.587)
(28)
(8.614)
Resultaat van het boekjaar
27.739
27.739
27.739
243
27.982
11.650
738
12.388
Niet-gerealiseerde resultaten van het boekjaar Op aandelen gebaseerde vergoedingen (bijdrage van de moedermaatschappij) Andere (vnl. wijzigingen consolidatiekring/belangen%) EINDSALDO, 31 DECEMBER 2012
25
25
17.500
398.331
(431)
4.295
402.195
11.207
(3.634)
7.572
427.267
16.975
444.242
BEGINSALDO, 1 JANUARI 2013
17.500
398.331
(431)
4.295
402.195
11.207
(3.634)
7.572
427.267
16.975
444.242
(431) 1.497 52
Uitkering dividend vorig boekjaar Resultaat van het boekjaar Niet-gerealiseerde resultaten van het boekjaar Op aandelen gebaseerde vergoedingen (bijdrage van de moedermaatschappij) Andere (vnl. wijzigingen consolidatiekring/belangen%) EINDSALDO, 31 DECEMBER 2013
(431)
(52)
3.738
12.081
1.497
1.497
-
-
(11.902)
(11.902)
(62)
(11.964)
31.546
31.546
31.546
828
32.375
(2.049)
(111)
(2.160)
367 1.028
1.997
(6)
419.972
(69)
(345) 4.978
(4.581)
2.165
(2.416)
1.028
1.028
1.646
370
424.881
6.996
(1.469)
370
2.016
5.526
447.907
Het kapitaal van Bank J. Van Breda & C° wordt vertegenwoordigd door 650.000 gewone aandelen zonder nominale waarde (idem 2012). Alle aandelen zijn volledig geplaatst en volgestort. 2013 Dividend uit resultaat vorig boekjaar, per aandeel
18,30
1.497
(11.902) 367
17.500
8.343
2012 13,20
1.028 (17.263) 367
(15.247) 448.274
TOELICHTINGEN 1. SAMENVATTING BOEKHOUDKUNDIGE GRONDSLAGEN EN METHODOLOGIE
INHOUD 1.
CONFORMITEITSVERKLARING ...................................................................................................................3
2.
VOORSTELLINGSBASIS ...............................................................................................................................3
3.
CONSOLIDATIEPRINCIPES ..........................................................................................................................3 3.1 DOCHTERONDERNEMINGEN ........................................................................................................................3 3.2 GEMEENSCHAPPELIJKE DOCHTERONDERNEMINGEN EN GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN ...............................3 3.2.1 Gemeenschappelijke dochterondernemingen .................................................................................3 3.2.2 Geassocieerde deelnemingen .........................................................................................................3 3.2.3 Vermogensmutatiemethode.............................................................................................................4
4.
TRANSACTIE- EN AFWIKKELINGSDATUM ................................................................................................4
5.
GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN .................................................................................................4
6.
FINANCIËLE INSTRUMENTEN .....................................................................................................................4 6.1 CATEGORIEEN ............................................................................................................................................4 6.2 W AARDERING ............................................................................................................................................4 6.3 HEDGING....................................................................................................................................................5 6.3.1 Kasstroomindekkingen ....................................................................................................................5 6.3.2 Reële-waarde-indekkingen ..............................................................................................................5 6.4 OFFSETTING VAN FINANCIELE INSTRUMENTEN..............................................................................................5
7.
LEASING .........................................................................................................................................................5 7.1 7.2
DE GROEPSVENNOOTSCHAP IS LEASINGNEMER ..................................................................................5 DE GROEPSVENNOOTSCHAP TREEDT OP ALS LEASINGGEVER...............................................................6
8.
MATERIELE VASTE ACTIVA.........................................................................................................................6
9.
IMMATERIELE VASTE ACTIVA ....................................................................................................................6
10. GOODWILL .....................................................................................................................................................7 11. BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN VAN FINANCIËLE ACTIVA .................................................7 11.1 11.2
LENINGEN EN VORDERINGEN .......................................................................................................................7 VOOR VERKOOP BESCHIKBARE ACTIVA .........................................................................................................8
12. HANDELSSCHULDEN EN OVERIGE SCHULDEN .......................................................................................9 13. VOORZIENINGEN ...........................................................................................................................................9 14. VOORWAARDELIJKE VORDERINGEN EN VERPLICHTINGEN .................................................................9 15. BELASTINGEN ...............................................................................................................................................9 16. KAPITAALSUBSIDIES .................................................................................................................................10 17. PERSONEELSBELONINGEN ......................................................................................................................10 17.1 PENSIOENPLANNEN ..................................................................................................................................10 17.1.1 Plannen met vaste bijdrage ...........................................................................................................10 17.1.2 Te bereiken doel plannen ..............................................................................................................10 17.2 PERSONEELSBELONINGEN IN DE VORM VAN EIGEN VERMOGENSINSTRUMENTEN...........................................11
Waarderingsregels
1/12
18. KAPITAAL EN RESERVES ..........................................................................................................................11 18.1 18.2 18.3
KOSTEN VAN KAPITAALVERHOGING ............................................................................................................11 DIVIDENDEN .............................................................................................................................................11 INKOOP EIGEN AANDELEN..........................................................................................................................11
19. ERKENNING VAN OPBRENGSTEN ............................................................................................................11 19.1 19.2
INTRESTINKOMEN EN LASTEN ....................................................................................................................11 ONTVANGEN EN BETAALDE COMMISSIES.....................................................................................................12
20. OMREKENINGSVERSCHILLEN ..................................................................................................................12 20.1 20.2
ENKELVOUDIGE JAARREKENINGEN ............................................................................................................12 GECONSOLIDEERDE REKENINGEN .............................................................................................................12
21. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM ..................................................................................................12
Waarderingsregels
2/12
1.
CONFORMITEITSVERKLARING De geconsolideerde jaarrekening wordt opgemaakt conform de International Financial Reporting Standards (IFRS) en IFRIC interpretaties van kracht per 31 december 2013, zoals goedgekeurd door de Europese Commissie.
2.
VOORSTELLINGSBASIS De geconsolideerde jaarrekening wordt gepresenteerd in duizenden euro. De jaarrekening is opgesteld op basis van de historische kosten, met dien verstande dat de volgende activa en verplichtingen zijn gewaardeerd aan reële waarde (fair value): afgeleide financiële instrumenten (derivaten), financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden, andere financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat en financiële instrumenten geklasseerd als beschikbaar voor verkoop.
3.
CONSOLIDATIEPRINCIPES De geconsolideerde jaarrekening van de groep Bank J. Van Breda & C° (hierna “de groep”) omvat de financiële gegevens van Bank J. Van Breda & C° nv, haar dochterondernemingen alsook het aandeel van de groep in de resultaten van de geassocieerde deelnemingen. In toelichtingen 5.1 en 5.2 is de lijst opgenomen van dochterondernemingen en geassocieerde deelnemingen.
3.1
DOCHTERONDERNEMINGEN Dochterondernemingen zijn entiteiten die door de groep worden gecontroleerd. Er bestaat controle wanneer Bank J. Van Breda & C° de macht heeft om het financieel en operationeel beleid van een onderneming te sturen teneinde voordelen uit haar activiteiten te verwerven. De deelnemingen in dochterondernemingen worden integraal geconsolideerd vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle. De financiële staten van de dochterondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als Bank J. Van Breda & C°, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Alle intragroepsverrichtingen en niet-gerealiseerde intragroepswinsten en -verliezen op transacties tussen groepsondernemingen worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij het om een bijzondere waardevermindering gaat.
3.2
3.2.1
GEMEENSCHAPPELIJKE DOCHTERONDERNEMINGEN EN GEASSOCIEERDE DEELNEMINGEN Gemeenschappelijke dochterondernemingen Ondernemingen die gezamenlijk worden gecontroleerd (gedefinieerd als die entiteiten waarin de groep de gezamenlijke controle heeft, onder meer via het aandeelhouderspercentage of contractuele overeenkomst met één of meerdere mede-aandeelhouders) zijn opgenomen op basis van de vermogensmutatiemethode vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle.
3.2.2
Geassocieerde deelnemingen Geassocieerde deelnemingen waarop de groep een aanzienlijke invloed van betekenis heeft, meer bepaald ondernemingen waarin Bank J. Van Breda & C° de macht heeft om deel te nemen (geen controle) aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van de deelneming, worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode, vanaf de datum van verwerving tot het einde van de controle.
Waarderingsregels
3/12
3.2.3
Vermogensmutatiemethode Volgens de vermogensmutatiemethode worden de deelnemingen oorspronkelijk geboekt tegen kostprijs en wordt de boekwaarde vervolgens aangepast om het aandeel van de groep in de winst of het verlies van de deelneming op te nemen, en dit vanaf de aanschaffingsdatum. De financiële staten van deze ondernemingen worden opgemaakt voor dezelfde rapporteringsperiode als Bank J. Van Breda & C°, waarbij uniforme IFRS waarderingsregels worden gehanteerd. Wanneer het aandeel van de groep in de verliezen van de geassocieerde onderneming groter is dan de boekwaarde, wordt de boekwaarde op nul gezet en worden geen verdere verliezen meer geboekt, tenzij de groep verplichtingen of gewaarborgde verplichtingen op zich genomen heeft. Niet-gerealiseerde intragroepswinsten worden geëlimineerd ten belope van het belangenpercentage. Nietgerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd tenzij het om een permanente waardevermindering gaat.
4.
TRANSACTIE- EN AFWIKKELINGSDATUM Alle verrichtingen volgens standaardmarktconventies van financiële instrumenten worden opgenomen (aankoopverrichtingen) of niet langer opgenomen (verkoopverrichtingen) op de afwikkelingsdatum, d.i. de datum van de levering aan of door de groep. Financiële instrumenten die worden verhandeld, worden evenwel op de transactiedatum geboekt en afgeboekt.
5.
GELDMIDDELEN EN KASEQUIVALENTEN Geldmiddelen en kasequivalenten bestaan uit kas- en banksaldi en andere direct opvraagbare deposito’s en interbancaire activa en passiva die direct opeisbaar zijn en die een integraal deel uitmaken van het geldmiddelenbeheer van de groep. Geldmiddelen en kasequivalenten worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde.
6. 6.1
FINANCIËLE INSTRUMENTEN CATEGORIEEN • • • • •
6.2
Effecten die behoren tot de handelsportefeuille (trading) Financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultaat andere dan trading Voor verkoop beschikbare financiële activa (available for sale = AFS) Leningen en vorderingen Tot einde looptijd aangehouden beleggingen (held-to-maturity = HTM)
WAARDERING • Financiële instrumenten die behoren tot de handelsportefeuille worden gewaardeerd aan reële waarde. De reëlewaardeschommelingen worden opgenomen in het resultaat.
• Financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde via resultaat (andere dan trading) worden gewaardeerd aan reële waarde. De reëlewaardeschommelingen worden opgenomen in het resultaat. • Voor verkoop beschikbare financiële activa worden gewaardeerd aan reële waarde. De reëlewaardeschommelingen worden in het eigen vermogen gerapporteerd, tot verkoop of bijzondere waardevermindering, waarbij de gecumuleerde herwaardering in de resultatenrekening wordt opgenomen (zie punt 11.2 waardeverminderingen). • Leningen en vorderingen: o Rentedragende leningen en ontleningen De rentedragende leningen/ontleningen worden initieel gewaardeerd aan aanschaffingswaarde rekening houdend met de direct toewijsbare transactiekosten.
Waarderingsregels
4/12
Na de initiële waardering worden de rentedragende leningen opgenomen aan de geamortiseerde kostprijs, waarbij het verschil tussen de aanschaffingsprijs en de terugbetalingswaarde pro rata temporis in de resultatenrekening worden geboekt op basis van de effectieve interestvoet. o Handelsvorderingen en overige vorderingen Handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd aan nominale waarde, verminderd met eventuele waardeverminderingen voor oninbare vorderingen.
• Tot einde looptijd aangehouden beleggingen worden gewaardeerd met behulp van de effectieverentemethode gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.
6.3
HEDGING Er wordt gebruik gemaakt van afgeleide financiële instrumenten voor het beheer van het renterisico dat voortvloeit uit de operationele, financiële en investeringsactiviteiten. Er worden geen afgeleide producten aangewend voor handelsdoeleinden. Afgeleide financiële instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na de initiële erkenning worden deze instrumenten opgenomen in de balans aan hun reële waarde. Wanneer deze financiële instrumenten niet voldoen aan de strikte vereisten voor erkenning als reëlewaarde- of kasstroomindekking, worden de waardeschommelingen onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen.
6.3.1
Kasstroomindekkingen De waardeschommelingen van een afgeleid financieel instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor erkenning als kasstroomindekking worden opgenomen in het eigen vermogen voor het effectieve deel. Het ineffectieve deel van het afgeleide financiële instrument, alsook de waardewijzigingen die uitgesloten zijn van de hedge relatie (bv. tijdswaarde van de optie) worden rechtstreeks in de resultatenrekening geboekt. De dekkingsresultaten worden van het eigen vermogen naar de resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de gedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt.
6.3.2
Reële-waarde-indekkingen Waardeschommelingen van een afgeleid instrument dat formeel toegewezen werd voor de indekking van de veranderingen in de reële waarde van geboekte activa en passiva, worden uitgedrukt in de resultatenrekening samen met de winsten en de verliezen die voortvloeien uit de herwaardering aan reële waarde van het ingedekte bestanddeel met betrekking tot de ingedekte risico’s.
6.4
OFFSETTING VAN FINANCIELE INSTRUMENTEN Financiële activa en passiva worden tegen elkaar afgezet (offset) en als een netto saldo in de jaarrekening opgenomen wanneer er een wettelijk afdwingbaar recht bestaat dat de betreffende bedragen tegen elkaar mogen worden afgezet en dat er een intentie is om te verrekenen op een nettobasis of om de betreffende activa en passiva terzelfdertijd te realiseren.
7. 7.1
LEASING DE GROEPSVENNOOTSCHAP IS LEASINGNEMER Operationele leasing (voordelen en risico’s blijven substantieel bij de leasinggever): de leasebetalingen worden opgenomen als lasten op lineaire basis over de leaseperiode, tenzij een andere systematische basis beter het tijdspatroon van de voordelen voor de gebruiker weergeeft.
Waarderingsregels
5/12
7.2
DE GROEPSVENNOOTSCHAP TREEDT OP ALS LEASINGGEVER Financiële leasing (groepsvennootschap draagt substantieel alle eigendomsrisico’s en -baten): deze contracten worden opgenomen in de balans aan de huidige waarde van de toekomstige verschuldigde huurbedragen, inclusief de residuele waarde van het verhuurde goed, waarvoor een optie tot aankoop ten gunste van de huurder verleend werd en/of waarvoor een eventuele verplichting tot aankoop bestaat in hoofde van een derde. De gelopen rente wordt in het resultaat genomen berekend aan de impliciete rentevoet. Acquisitiekosten met betrekking tot leasingcontracten toewijsbaar aan het contract worden gespreid over de looptijd van het contract opgenomen in het renteresultaat. Acquisitiekosten die niet toewijsbaar zijn aan het contract (supercommissies, bepaalde campagnes) worden onmiddellijk in resultaat genomen.
8.
MATERIELE VASTE ACTIVA Materieel vaste activa worden geboekt tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele waardeverminderingen. Materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. Het af te schrijven bedrag wordt bepaald na aftrek van de restwaarde van het actief. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. • Gebouwen: o Administratieve zetel o Commerciële nieuwbouw o Commerciële bestaande gebouwen en verbouwingen • Installaties, machines & kantoormateriaal • Computermateriaal • Inrichting gebouwen en meubilair • Inrichting in commerciële gebouwen
50 jaar 33 jaar 20 jaar 5 jaar 3-5 jaar 10 jaar 7 jaar
• Rollend materieel
4-5 jaar (tenzij tweedehandswagens)
Voor belangrijke investeringen wordt de methode van de "samenstellende delen" toegepast : de afschrijvingsperiode wordt per onderdeel van de belangrijke investering bepaald indien deze een verschillende gebruiksduur hebben of indien ze de onderneming volgens een ander patroon voordelen verschaffen. Herstellingsuitgaven voor materiële vaste activa worden ten laste van het resultaat van het boekjaar genomen, tenzij ze resulteren in een verhoging van het toekomstig economisch nut van de respectievelijke materiële vaste activa, wat hun activering justifieert. Gronden worden niet afgeschreven. Activa in aanbouw worden afgeschreven vanaf het moment dat de activa beschikbaar zijn voor gebruik.
9.
IMMATERIELE VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa met een bepaalde levensduur worden gewaardeerd aan kostprijs, verminderd met gecumuleerde afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de voorziene gebruiksduur. De voorziene gebruiksduur wordt op jaarlijkse basis geëvalueerd, evenals de eventuele restwaarde. De restwaarde wordt verondersteld nul te zijn. Afschrijvingsritmes : • Computersoftware
Waarderingsregels
3-5 jaar
6/12
Immateriële vaste activa met een onbepaalde levensduur, tevens aan kostprijs gewaardeerd, worden niet afgeschreven maar ondergaan een impairment test jaarlijks en telkens wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen. Kosten voor het opstarten van nieuwe activiteiten worden in resultaat genomen op het moment dat ze zich voordoen. Kosten voor intern gegenereerde software worden als immaterieel actief met eindige levensduur geactiveerd indien aan alle criteria voor activering conform IAS 38 wordt voldaan.
10.
GOODWILL Goodwill is het positieve verschil tussen de kostprijs van de bedrijfscombinatie en het aandeel van de groep in de reële waarde van de verworven activa, de overgenomen verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen van de dochteronderneming, gemeenschappelijke dochteronderneming of geassocieerde deelneming op het moment van de overname. Goodwill wordt niet afgeschreven maar ondergaat een test op bijzondere waardeverminderingen bij iedere jaarafsluiting en telkens wanneer zich indicaties van een eventuele waardevermindering voordoen. Negatieve consolidatieverschillen worden in resultaat genomen.
11. 11.1
BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN VAN FINANCIËLE ACTIVA LENINGEN EN VORDERINGEN Op elke afsluitdatum gaat de groep na of er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Op een financieel actief of een groep van financiële activa worden bijzondere waardeverminderingen geboekt indien, en enkel indien, er een objectieve reden is tengevolge van één of méér gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na de initiële totstandkoming van het financieel actief (de zogenaamde verliesgebeurtenis of “loss event”) en deze verliesgebeurtenis heeft een impact op de toekomstige kasstromen. Objectieve redenen dat voor een financieel actief een bijzonder waardevermindering geboekt moet worden, veronderstellen meetbare gegevens waarover de groep beschikt op basis van de volgende gebeurtenissen: • Belangrijke financiële moeilijkheden bij de ontlener • Een contractbreuk waaronder het niet respecteren van vervaldagen voor intrest- en of kapitaalaflossingen • Het toestaan door de groep van bepaalde voorwaarden, voor economische of wettelijke redenen, die de groep in normale omstandigheden niet aan de ontlener zou toestaan • Het waarschijnlijk worden dat de ontlener failliet zal gaan of in herstructurering zal gaan • Objectieve criteria die aantonen dat er een meetbare verslechtering is van de verwachte toekomstige kasstromen van een collectieve groep van financiële activa, ook al kan deze verslechtering niet op individuele basis voor de samenstellende delen van het collectief financiële actief bepaald worden en die wijzen op o een achteruitgang in de kredietwaardigheid of de financiële draagkracht van de ontleners van de groep of o nationale of economische omstandigheden die specifiek zijn aan deze groep van ontleners Indien indicaties van bijzondere waardeverminderingen aanwezig zijn, wordt een inschatting gemaakt van de realiseerbare waarde. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde wordt een bijzonder waardevermindering geboekt om de boekwaarde van het actief terug te brengen tot de realiseerbare waarde. De netto-realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als de hoogste waarde van: • de netto-verkoopprijs (uitgaande van een niet gedwongen verkoop) en • de gebruikswaarde (op basis van de actuele waarde van de geschatte toekomstige kasstromen).
Waarderingsregels
7/12
Bij de krediet- en debiteurenopvolging en het aanleggen van waardeverminderingen wordt rekening gehouden met het gedekt (gewaarborgd) en ongedekt gedeelte van het krediet. Voor dubieuze vorderingen wordt de verwachte recuperatie bepaald op basis van het gedekt gedeelte. Voor dubieuze vorderingen is de waardevermindering gelijk aan 100% van het ongedekt gedeelte. Voor kredieten in de hoogste risicocategorie is de waardevermindering gelijk aan een % van het ongedekt risico. Het gedekt gedeelte wordt bepaald cf. onderstaande waarderingsregels voor waarborgen.
Waarborg
Bedrag verwachte recuperatie
1. Hypothecaire inschrijving in nuttige rang, binnen de Laagste bedrag van: waarde gedwongen verkoop * Bedrag van de inschrijving * Bedrag van de geschatte waarde gedwongen verkoop 2. Bankgarantie Het gegarandeerde bedrag 3. Pand handelsfonds * 0 EUR * of meer indien externe informatie aantoont dat handelsfonds waarde heeft 4. Roerend pand
Een % van de waarde in functie van het risicoprofiel van de roerende waarden (eventueel min het muntrisico)
5. Eigendomsvoorbehoud/voorrecht van de onbetaalde verkoper
Na bepaling of de aankoopprijs marktconform een % van de aankoopfactuur in functie van de leeftijd van de factuur (eventueel te verminderen met de schade indien gekend)
6. Vergoeding van een verzekeringsmaatschappij 7. Gekantonneerd bedrag 8. Te recupereren en/of te verkopen geleast
De te ontvangen vergoeding, indien 100% zekerheid Gekantonneerd bedrag Na bepaling of de aankoopprijs marktconform een % van de aankoopfactuur in functie van de leeftijd van de factuur (eventueel te verminderen met de schade indien gekend)
De uit deze vergelijking resulterende bijzondere waardevermindering wordt ten laste van de resultatenrekening geboekt. Eerder geboekte waardeverminderingen, behoudens op consolidatiegoodwill, resultatenrekening teruggenomen wanneer die niet meer geldig zijn.
11.2
worden
via
de
VOOR VERKOOP BESCHIKBARE ACTIVA
Op elke afsluitdatum gaat de groep na of er objectieve aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Onder een objectieve aanwijzing voor een bijzondere waardevermindering verstaan we waarneembare financiële problemen bij de tegenpartij, het wegvallen van een markt vanwege financiële moeilijkheden of andere aanwijzingen die de recupereerbaarheid ten opzichte van de aanschaffingswaarde in gevaar brengen (loss event). Voor genoteerde aandelen en andere niet-vastrentende effecten wordt een aanzienlijke of langdurige daling van de rëele waarde beschouwd als een objectieve aanwijzing voor een bijzondere waardevermindering. Indien een daling van de reële waarde van een voor verkoop beschikbaar financieel actief rechtstreeks in het eigen vermogen is opgenomen en er objectieve aanwijzingen zijn dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan, wordt het cumulatieve verlies dat rechtstreeks in het eigen vermogen was verwerkt, opgenomen in de resultatenrekening. Het cumulatieve verlies dat in de resultatenrekening wordt opgenomen, is het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de huidige reële waarde, verminderd met een eventueel bijzondere waardevermindering op dat financieel actief, dat eerder reeds in resultaat is genomen. Ingeval van een bijzondere waardevermindering op voor verkoop beschikbare activa met een cumulatieve nettowinst in het eigen vermogen, wordt de bijzondere waardevermindering eerst aangerekend op deze
Waarderingsregels
8/12
cumulatieve nettowinst; het eventuele excedent van de bijzondere waardevermindering wordt ten laste genomen van de resultatenrekening.
Aandelen en andere niet-vastrentende effecten: • Als in een volgende periode de reële waarde verder afneemt, zal deze bijkomende waardevermindering via de resultatenrekening worden verwerkt. • Een toename van de reële waarde wordt steeds via het eigen vermogen verwerkt. Vastrentende effecten: • Als in een volgende periode de reële waarde verder afneemt en er objectieve aanwijzingen zijn dat het actief een bijkomende bijzondere waardevermindering heeft ondergaan, wordt het cumulatieve verlies opgenomen in de resultatenrekening. Het cumulatieve verlies dat in de resultatenrekening wordt opgenomen, is het verschil tussen de verkrijgingsprijs en de huidige reële waarde, verminderd met de bijzondere waardevermindering op dat financieel actief, die eerder reeds in resultaat is genomen. Indien de verdere afname van de reële waarde geen gevolg is van een (bijkomende) bijzondere waardevermindering wordt de waardewijziging via het eigen vermogen verwerkt. •
12.
Als in een volgende periode de reële waarde opnieuw toeneemt en de toename kan objectief worden toegewezen aan een gebeurtenis (reversal event) die zich heeft voorgedaan na opname van het bijzondere waardeverminderingsverlies in de resultatenrekening en welke een positieve impact heeft op de geschatte toekomstige kasstromen uit het financiële actief, zal de latere stijging van de reële waarde, weliswaar beperkt tot de initiële waardevermindering, via de resultatenrekening worden tegengeboekt: Indien de toename niet te wijten is aan een reversal event zal de waardewijziging via het eigen vermogen worden verwerkt.
HANDELSSCHULDEN EN OVERIGE SCHULDEN Handelsschulden en overige schulden worden tegen nominale waarde gewaardeerd.
13.
VOORZIENINGEN Indien een onderneming van de groep een (wettelijke of feitelijke afdwingbare) verplichting heeft tengevolge van een gebeurtenis uit het verleden en het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting zal gepaard gaan met een uitgave en het bedrag van deze verplichting tevens op betrouwbare wijze kan bepaald worden, wordt op balansdatum een voorziening aangelegd. Ingeval het verschil tussen de nominale en verdisconteerde waarde materieel is, wordt een voorziening geboekt ten belope van de verdisconteerde waarde van de geschatte uitgaven. De eruit resulterende toename van voorziening à rato van de tijd, wordt als intrestlast geboekt. Herstructureringsvoorzieningen worden enkel geboekt als de groep formeel een gedetailleerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de geplande herstructurering reeds is aangevangen of de personeelsleden getroffen door de herstructurering ervan werden geïnformeerd. Voor kosten die betrekking hebben op de normale groepsactiviteiten worden geen voorzieningen aangelegd.
14.
VOORWAARDELIJKE VORDERINGEN EN VERPLICHTINGEN Voorwaardelijke vorderingen en verplichtingen worden vermeld in de toelichtingen, indien er een mogelijke impact van materieel belang op te tekenen valt.
15.
BELASTINGEN De belastingen omvatten zowel belastingen op het resultaat als de latente belastingen. Beide belastingen worden in de resultatenrekening geboekt behalve wanneer het bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen vermogen en bijgevolg toegewezen worden aan het eigen vermogen.
Waarderingsregels
9/12
Latente belastingen worden berekend volgens de balansmethode toegepast op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de in de balans opgenomen activa en passiva en hun fiscale waarde. Uitgestelde belastingsverplichtingen worden erkend voor alle belastbare tijdelijke verschillen: - behalve wanneer de uitgestelde belastingverplichting voortvloeit uit de oorspronkelijke erkenning van goodwill of de initiële boeking van activa en passiva in een transactie die geen bedrijfscombinatie is en die op het moment van de transactie geen invloed heeft op de belastbare winst; - behalve met betrekking tot investeringen in dochterondernemingen, gemeenschappelijke en geassocieerde ondernemingen, waar de groep bij machte is de datum waarop het tijdelijke verschil zal weggewerkt worden te controleren en niet verwacht wordt dat het tijdelijk verschil in de voorzienbare toekomst zal weggewerkt worden. Uitgestelde belastingsvorderingen worden geboekt voor de aftrekbare tijdelijke verschillen en op overgedragen recupereerbare belastingskredieten en fiscale verliezen, in de mate dat het waarschijnlijk is dat er belastbare winsten zijn in de nabije toekomst om het belastingsvoordeel te kunnen genieten. De boekwaarde van de uitgestelde belastingsvorderingen wordt op elke balansdatum nagezien en verminderd in de mate dat het niet langer waarschijnlijk is dat voldoende belastbare winst beschikbaar zal zijn om alle of een gedeelte van de uitgestelde belastingen te kunnen verrekenen. Waarderingsverschillen van activa en passiva die geen invloed hebben op het fiscale resultaat alsook niet aftrekbare goodwill geven geen aanleiding tot een belastingslatentie. Uitgestelde belastingen worden bepaald met behulp van aanslagvoeten die verwacht worden van toepassing te zullen zijn op belastbare inkomsten in de jaren dat deze tijdelijke verschillen zullen gerealiseerd of afgerekend worden, gebaseerd op belastingspercentages die bekrachtigd of zo goed als bekrachtigd zijn op de balansdatum.
16.
KAPITAALSUBSIDIES Kapitaalsubsidies worden in de balans gepresenteerd als uitgestelde baten en worden op systematische basis opgenomen in de resultatenrekening als baten over de gebruiksduur van het actief.
17.
PERSONEELSBELONINGEN De personeelsbeloningen omvatten kortetermijnpersoneelsbeloningen, vergoedingen na uitdiensttreding, andere langetermijnpersoneelsbeloningen, ontslagvergoedingen en beloningen in de vorm van eigenvermogensinstrumenten. De personeelsvergoedingen na uitdiensttreding omvatten pensioenplannen, levensverzekeringen en verzekeringen voor medische bijstand. Pensioenplannen onder vaste bijdrage plannen of te bereiken doel plannen worden verstrekt via afzonderlijke fondsen of verzekeringsplannen. Verder bestaan er nog personeelsbeloningen in de vorm van eigen vermogensinstrumenten.
17.1 17.1.1
PENSIOENPLANNEN Plannen met vaste bijdrage De vaste bijdrage wordt ten laste van de resultatenrekening geboekt van het jaar waarop ze betrekking hebben.
17.1.2
Te bereiken doel plannen De provisie op balansdatum wordt berekend op basis van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen na aftrek van de reële waarde van de pensioenplan-activa, alsook de nog niet geboekte kosten voor gepresteerde diensten uit het verleden. Ingeval deze berekening in een positief saldo resulteert, wordt de activering begrensd tot het netto totaal van alle niet in rekening genomen kosten van gepresteerde diensten en contante waarde van om het even welke terugbetaling van het plan of verminderingen van toekomstige bijdragen tot het plan.
Waarderingsregels
10/12
Bij de introductie van een nieuw plan of bij de verbetering van een bestaand plan, worden de kosten betreffende gepresteerde diensten uit het verleden (of “servicekosten uit het verleden” genoemd) gespreid ten laste genomen tot de voordelen ‘verworven’ zijn. In de mate dat de pensioenvoordelen reeds onmiddellijk verworven zijn, worden deze kosten onmiddellijk in de resultatenrekening opgenomen. Het bedrag dat in de resultatenrekening wordt opgenomen, bestaat uit de huidige servicekost, de eventueel erkende servicekost van vroegere dienstjaren, de financieringslast en de verwachte opbrengst van de activa van het plan. Actuariële winsten en verliezen worden erkend als nietgerealiseerde resultaten in het eigen vermogen.
17.2
PERSONEELSBELONINGEN IN DE VORM VAN EIGEN VERMOGENSINSTRUMENTEN Binnen de groep bestaan er aandelenoptieplannen, uitgegeven door de moedermaatschappij Finaxis, ten voordele van de werknemers van de groep. De optieplannen zijn “cash settled” op het niveau van de moedermaatschappij. De kost van het optieplan wordt verwerkt via de resultatenrekening van de groep ten opzichte van de post in het eigen vermogen ‘bijdrage van de moedermaatschappij’. De kost van het optieplan wordt gespreid geboekt over de periode waarin de prestaties door de werknemers worden geleverd. Overeenkomstig IFRS 2 worden de optieplannen jaarlijks geherwaardeerd. Ter bepaling van de reële waarde van de opties werd bij gebreke aan een marktwaardering een eigen model ontwikkeld.
18. 18.1
KAPITAAL EN RESERVES KOSTEN VAN KAPITAALVERHOGING Kosten direct toewijsbaar aan de uitgifte van nieuwe aandelen of opties of kosten verbonden aan de verwerving van een nieuwe bedrijfsactiviteit worden in het eigen vermogen opgenomen als een vermindering (netto van belastingen) van de binnenkomende middelen.
18.2
DIVIDENDEN Dividenden worden in het eigen vermogen verwerkt op het moment dat ze goedgekeurd worden door de aandeelhouders van de groep.
18.3
INKOOP EIGEN AANDELEN Ingekochte eigen aandelen worden aan aanschaffingsprijs in mindering van het eigen vermogen geboekt. Een latere verkoop of vernietiging geeft geen aanleiding tot resultaatsimpact.
19. 19.1
ERKENNING VAN OPBRENGSTEN INTRESTINKOMEN EN LASTEN Intrestinkomen en intrestlasten worden in de resultatenrekening opgenomen voor alle financiële instrumenten op basis van een geamortiseerde kost gebruik makend van de effectieve intrest methode. De effectieve intrest methode is een methode om de geamortiseerde opbrengst of kost van een financieel actief of passief te berekenen en om deze renteopbrengst of kost toe te wijzen over de relevante periode. De effectieve intrest is de intrestvoet die ervoor zorgt dat de geactualiseerde toekomstige verwachte cashflow ontvangsten of betalingen over de verwachte levensduur van het financieel instrument gelijk gesteld worden met de nettowaarde (net carrying amount) van het financieel actief of passief. Bij de bepaling van de effectieve intrestvoet houdt de groep rekening met alle cashflows zoals ze contractueel bepaald zijn voor het financieel instrument, zonder evenwel rekening te houden met mogelijke toekomstige waardeverminderingen op kredieten. De bepaling houdt verder rekening met alle vergoedingen en commissies betaald of ontvangen tussen de partijen van het contract die integraal deel uitmaken van de effectieve intrestvoet, de direct toewijsbare transactiekosten en alle premies of discounts.
Waarderingsregels
11/12
19.2
ONTVANGEN EN BETAALDE COMMISSIES Fees en commissies worden in het algemeen erkend op “accrual” basis wanneer de prestatie geleverd wordt.
20. 20.1
OMREKENINGSVERSCHILLEN ENKELVOUDIGE JAARREKENINGEN Transacties in vreemde valuta worden geboekt tegen de wisselkoers die geldt op datum van de transactie. Positieve en negatieve niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen, resulterend uit de omrekening van monetaire activa en passiva aan de slotkoers op balansdatum, worden als opbrengst respectievelijk kost in resultaat genomen.
20.2
GECONSOLIDEERDE REKENINGEN Op basis van de slotkoersmethode worden de activa en passiva van de geconsolideerde dochteronderneming aan slotkoers geconverteerd terwijl de resultatenrekening aan gemiddelde koers wordt verwerkt, wat resulteert in omrekeningsverschillen rechtstreeks vervat in het geconsolideerd eigen vermogen.
21.
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er kunnen zich na balansdatum gebeurtenissen voordoen die bijkomende informatie geven over de financiële situatie van de onderneming op balansdatum (adjusting events). Deze informatie laat toe schattingen te verbeteren en een betere weerspiegeling te geven van de werkelijke toestand op balansdatum. Deze gebeurtenissen vereisen een aanpassing van de balans en het resultaat. Andere gebeurtenissen na balansdatum worden vermeld in de toelichting indien ze een belangrijke impact kunnen hebben.
Waarderingsregels
12/12
2. WIJZIGINGEN IN DE FINANCIËLE GRONDSLAGEN EN METHODOLOGIE De toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving zijn consistent met die van het vorige boekjaar, met uitzondering van de nieuwe en gewijzigde IFRS-standaarden en interpretaties die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2013. Daarvan zijn de volgende relevant voor de groep: * IAS 1 Presentatie van de jaarrekening - Presentatie van posten in de niet-gerealiseerde resultaten: voortaan dienen posten die in de toekomst kunnen worden overgeboekt naar de winst- en verliesrekening apart worden gepresenteerd van posten die nooit zullen worden overgeboekt naar de winst- en verliesrekening. Deze wijziging werd toegepast en heeft enkel invloed op de presentatie, niet op de financiële positie of resultaten van de groep. * IFRS 13 Waardering tegen reële waarde: biedt een eenduidige definitie van reële waarde, hoe die moet worden bepaald en welke informatie desgevallend moet worden toegelicht. De toepassing ervan heeft geen materiële invloed op de door de groep gehanteerde waarderingen tegen reële waarde. * IAS 19 Personeelsbeloningen (herziene versie van 2011): de groep heeft er al in 2012 voor gekozen om deze standaard vervroegd toe te passen. Als gevolg hiervan worden actuariële winsten en verliezen verwerkt als niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen. Volgende voor de groep relevante standaarden, aanpassingen aan standaarden en interpretaties werden door de IASB (International Accounting Standards Board) tot en met 31/12/2013 gepubliceerd, en worden van kracht vanaf het boekjaar 2014 : * IFRS 10 - 11 - 12 Geconsolideerde jaarrekening, Gezamenlijke overeenkomsten, Informatieverschaffing over belangen in andere entiteiten * IAS 28 (2011) Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures * IAS 32 Financiële instrumenten: presentatie - aanpassing met betrekking tot "offsetting" van financiële activa en verplichtingen * IFRIC 21 Heffingen van overheidswege (echter nog niet goedgekeurd door de Europese Unie) Verwacht wordt dat deze wijzigingen geen materiële impact zullen hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de groep. Volgende voor de groep relevante standaarden, aanpassingen aan standaarden en interpretaties worden van kracht na het boekjaar 2014 : * IFRS 9 Financiële instrumenten: regelt classificatie en waardering van financiële activa en verplichtingen en vervangt IAS 39; eind 2013 werd de "effective date" uitgesteld, tenminste tot 2017 (oorspronkelijk 1/1/2015). De impact hiervan op de geconsolideerde jaarrekening werd nog niet bepaald.
3. RISICOBEHEER Ondernemingsrisico's zijn eigen aan de normale activiteiten van een bank. In vergelijking met sectorgenoten is Bank J. Van Breda & C° echter een weinig complexe instelling. Toch legt zij een grote voorzichtigheid aan de dag bij het aanvaarden van risico's. Zij verricht permanente risico-opvolging en controle. Historisch heeft Bank J. Van Breda & C° haar capaciteit om risico's te beheersen ruimschoots bewezen. Basel II (pijler III) vereist de publicatie van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens met betrekking tot de adequaatheid van het kapitaal, de risicoposities en het risicobeoordelingsproces. Deze informatie werd geïntegreerd in de jaarrekening daar de consolidatiekring voor de pijler III-vereisten overeenstemt met deze in de jaarrekening: * kredietrisico op financiële instrumenten wordt behandeld in toelichtingen 3.1 tot 3.4 * liquiditeits- en marktrisico's (rente- en wisselkoersrisico) wordt behandeld in toelichting 3.5 * kapitaaltoereikendheid wordt behandeld in toelichting 3.6 * operationeel risico: als gespecialiseerde nichespelers genieten Bank J. Van Breda & C° en haar dochterondernemingen de voordelen van hun kleinschaligheid, eenvoudige structuur en korte communicatielijnen. De interne operationele risico's worden o.a. beheerst via: - hoge integriteitsstandaarden: eerlijkheid is zowel voor de organisatie als voor de individuele personeelsleden van fundamenteel belang in onze bedrijfscultuur; - afdelingscharters vertalen en garanderen de kernwaarden 'gespecialiseerd', 'persoonlijk' en 'proactief' op afdelingsniveau - eerstelijnscontrole: de operationele afdelingen hebben een belangrijke verantwoordelijkheid in het controleren van hun eigen werking en afgeleverde kwaliteit - informatica: de belangrijkste operationele bedrijfsprocessen zijn geautomatiseerd en voorzien van ingebouwde procescontroles - disaster recovery plan: de continuïteit van de activiteiten indien zich een ramp zou voordoen, wordt regelmatig getest en geperfectioneerd. * inkomstenvolatiliteitsrisico: de inkomsten uit het relatiebankieren – de hoofdactiviteit van de bank, waarbij Bank J.Van Breda & C° en ABK elk hun eigen doelgroepspecialisatie hebben – worden aangevuld door de gespecialiseerde vendoractiviteit voor autodealers die is ondergebracht in de dochteronderneming Van Breda Car Finance. Zoals andere financiële instellingen is ook Bank J.Van Breda & C° afhankelijk van een winstbijdrage uit de transformatiemarge tussen de kortetermijnrente en de langetermijnrente. Dankzij volumestijgingen en het gebruik van indekkingsinstrumenten heeft de bank een daling van rente-inkomsten als gevolg van een ongunstig renteklimaat in het verleden altijd kunnen opvangen. Bijkomend maken commissie-inkomsten 27% uit van het bankproduct in 2013. * reputatierisico: Bank J.Van Breda & C° geniet een onberispelijke reputatie en wenst deze te bestendigen. Permanente aandacht voor integriteit en discretie vormt de rode draad in al onze activiteiten. Ook voor onze cliënten stellen wij voorzichtigheid en evenwicht voorop. Dit komt o.a. tot uiting in genuanceerd beleggingsadvies (met oog voor spreiding, langetermijnplanning en beleggingen in kwaliteitswaarden), een gedegen antwoord op kredietaanvragen (met het accent op de kwaliteit van de bedrijfsleiding, de terugbetalingscapaciteit en het eigen vermogen) en hoge standaarden i.v.m. juridisch en fiscaal correct handelen. * strategisch risico: de activiteiten van Bank J.Van Breda & C° worden consistent gestuurd en uitgevoerd volgens de bedrijfsmissie. Deze bedrijfsmissie ligt al jaren aan de basis van de performante resultaten van de bank. Het Directiecomité toetst consequent alle strategische beslissingen en marktopportuniteiten aan de bedrijfsmissie. De overname van ABK ziet de bank als een unieke opportuniteit om haar succesvolle commerciële strategie uit te breiden buiten de doelgroep van ondernemers en vrije beroepen. Autonomie interne audit en risicobeleid: met het oog op een strikte beheersing van alle bedrijfsrisico’s wordt een grote waarde gehecht aan de autonome werking van interne audit, de compliance officer, de risk manager en de ombudsvrouw. De autonomie van de interne auditor is gewaarborgd via de werking van het Auditcomité.
3.1 MAXIMALE KREDIETRISICO FINANCIËLE INSTRUMENTEN (in duizenden EUR) Financiële activa per economische sector
2013
2012
183.453
27.573
10.370
8.573
173.083
19.000
59.611
63.375
6.163
6.785
Kredietinstellingen
4.907
5.959
Ondernemingen
1.255
827
631.337
508.229
Centrale overheden
455.834
402.163
Kredietinstellingen
20.434
27.366
155.069
78.701
3.828.517
3.660.613
1.379.317
1.119.383
Groot- en detailhandel
635.800
520.160
Bouwnijverheid, verhuur en handel in onroerende goederen
510.562
416.134
I. Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken Geldmiddelen Centrale banken II. Vorderingen op kredietinstellingen III. 1. Derivaten
III. 2. Voor verkoop beschikbare financiële activa
Ondernemingen III. 3. Leningen en vorderingen (inclusief financiële leasing) Vrije beroepen en zelfstandigen
Transport, opslag en logistiek
198.159
192.257
1.059.407
953.924
Particulieren
45.272
458.754
III. 4. Overige activa
72.073
52.829
4.781.153
4.319.405
Overige sectoren
Totaal
Voor het maximale kredietrisico worden de boekwaarden en het toegekende niet-opgenomen deel van de kredietlijnen in aanmerking genomen, zoals gedefinieerd onder de standaardbenadering voor de berekening van de eigenvermogensvereiste voor het kredietrisico. Waarborgen in het voordeel van de bank zijn niet in rekening gebracht.
3.2 KREDIETRISICO LENINGEN EN VORDERINGEN EN WAARDERING WAARBORGEN
Onze kredietportefeuille is zeer gespreid binnen het lokale economische weefsel van familiale ondernemingen en vrije beroepen, bij ABK betreffen dit voornamelijk zelfstandigen en particulieren. De bank hanteert hierbij concentratielimieten per sector en maximale kredietbedragen per relatie. Een kredietrelatie bestaat uit een combinatie van kredietnemers (natuurlijke en/of rechtspersonen) die met elkaar verbonden zijn. Het maximale kredietbedrag per kredietrelatie wordt bepaald als een % van ons eigen vermogen voor solvabiliteitsdoeleinden. De kredietportefeuille van Car Finance wordt gekenmerkt door een zeer grote spreiding. Door een voortdurend verder verfijnen van de acceptatiecriteria en door een proactieve debiteurenopvolging geniet ook deze portefeuille een laag risicoprofiel. De kredietportefeuille is onderverdeeld in risicocategorieën die elk hun specifieke opvolging krijgen. Over de kredieten uit de hoogste risicocategorie “onzeker verloop” wordt periodiek gerapporteerd aan de Raad van Bestuur. Vorderingen die dubieus worden, worden overgedragen naar de afdeling betwiste zaken. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurtenissen zich voordoen bij onze cliënten, kredietnemers of borgen. Op de kredieten in de hoogste risicocategorie en op de vorderingen die dubieus worden, worden waardeverminderingen geboekt. Bij de krediet- en debiteurenopvolging en het aanleggen van waardeverminderingen wordt rekening gehouden met het gedekt (gewaarborgd) en ongedekt gedeelte van het krediet. Voor dubieuze vorderingen wordt het gedekt gedeelte bepaald in functie van de waarderingsregels van de waarborgen die worden uiteengezet in punt 11 van de samenvatting van boekhoudkundige grondslagen en methodologie. Het ongedekt kredietsaldo wordt dan berekend als het gevraagde krediet verminderd met de reële zekerheden. Inzake de bepaling van het maximaal ongedekt kredietsaldo gelden vastgelegde principes. Behalve de dubieuze vorderingen waarvoor op een voorzichtige manier waardeverminderingen worden aangelegd, zijn er ook een aantal kredietdossiers van ondernemers die als gevolg van de economische omgeving een aanpassing aan de degressiviteit van hun aflossingskredieten gevraagd hebben. De boekwaarde van deze kredieten op 31/12/2013 bedroeg in totaal 23,3 miljoen euro, dit is 0,7 % van de totale kredietportefeuille. Herschikte kredieten (in duizenden eur) Boekwaarde herschikte kredieten Totaal leningen en vorderingen (Activa rubriek III.3) Percentage herschikt/totaal leningen en vorderingen per 31/12
2013
2012
23.264
29.924
3.455.495
3.306.419
0,67%
In toelichting 3.3 worden de achterstallige leningen en vorderingen vermeld waarop nog geen bijzondere waardevermindering geboekt werd. Toelichting 7.14 geeft meer informatie over leningen en vorderingen die al een bijzondere waardevermindering ondergaan hebben.
0,91%
3.3 ACHTERSTALLIGE FINANCIËLE ACTIVA (in duizenden EUR)
<= 30 dagen
> 30 dagen <= 90 dagen
2013 > 90 dagen > 180 dagen <= 180dagen <= 1jaar
> 1jaar
Totaal
Leningen en vorderingen Handelswissels & eigen accepten Financiële leases (*)
-
-
-
-
-
-
5.167
1.064
-
-
-
6.231
-
-
45.378
-
-
Investeringskredieten en financieringen (*)
37.468
7.902
Hypothecaire leningen (*)
11.329
5.679
Werkingskredieten (*)
22.802
779
9
18
1
23.609
76.766
15.424
17
18
1
92.227
<= 30 dagen
> 30 dagen <= 90 dagen
5.456
1.241
-
-
-
6.696
Investeringskredieten en financieringen (*)
26.859
5.607
-
-
-
32.466
Hypothecaire leningen (*)
13.424
5.612
-
-
-
Werkingskredieten (*)
19.914
12.087
310
77
41
32.428
65.653
24.547
310
77
41
90.627
Totaal
8 -
2012 > 90 dagen > 180 dagen <= 180dagen <= 1 jaar
17.008
> 1jaar
Totaal
Leningen en vorderingen Handelswissels & eigen accepten Financiële leases (*)
Totaal
-
19.037
In deze toelichting worden de achterstallige leningen en vorderingen vermeld waarvoor nog geen bijzondere waardevermindering geboekt werd. Een financieel actief vertoont een achterstand wanneer de tegenpartij niet betaalt op het contractueel afgesproken tijdstip. Dit geldt op contractniveau, dus een ander contract van dezelfde tegenpartij wordt niet automatisch ook als achterstallig beschouwd. Daar waar de verwerking van betalingen vertraging oploopt, worden achterstallen slechts opgenomen na 4 dagen. Achterstanden van meer dan 90 dagen waarvoor nog geen bijzondere waardevermindering geboekt werd betreffen in principe enkel niet-materiële debetstanden (< 100 eur) op zichtrekeningen. (*) Wanneer een tegenpartij een achterstand vertoont op rapporteringsdatum, wordt bij deze leningen behalve het achterstallige deel, ook de volledige resterende boekwaarde als achterstallig gerapporteerd. 2013
Uitsplitsing per economische sector <= 30 dagen
> 30 dagen <= 90 dagen
> 90 dagen <= 180dagen
> 180 dagen <= 1 jaar
> 1 jaar
Totaal
Leningen en vorderingen aan Vrije beroepen en zelfstandigen
17.520
2.531
0
0
0
20.051
Groot- en detailhandel
14.655
1.196
0
0
0
15.852
Bouwnijverheid, verhuur en handel in onroerende goederen
13.276
2.984
0
0
0
16.261
2.697
1.271
0
0
0
3.968
28.374
5.968
17
17
0
34.378
1
92.227
Transport, opslag en logistiek Overige sectoren Particulieren Totaal
244
1.473
76.766
15.424
-
17
18
1.718
2012
Uitsplitsing per economische sector <= 30 dagen
> 30 dagen <= 90 dagen
> 90 dagen <= 180dagen
> 180 dagen <= 1 jaar
> 1 jaar
Totaal
Leningen en vorderingen aan 12.538
1.733
26
0
0
14.297
Groot- en detailhandel
Vrije beroepen en zelfstandigen
8.157
2.381
77
0
14
10.630
Bouwnijverheid, verhuur en handel in onroerende goederen
9.557
1.961
154
0
Transport, opslag en logistiek
3.661
6.280
12
69
23.349
7.261
0
0
8.390
4.930
40
7
65.653
24.547
310
77
Overige sectoren Particulieren Totaal
0 -
11.672 10.023
26
30.637
41
90.627
-
13.367
3.4 KREDIETRISICO FINANCIËLE ACTIVA BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP Samenstelling portefeuille
2013
2012
Naar rating (Moody's) Overheden Aaa
30%
30%
Aa1
8%
8%
Aa2
13%
8%
Aa3
25%
36%
21%
14%
Obligaties van kredietinstellingen & perpetuals
2%
3%
Aandelen, private equity & andere
1%
1%
=< 1 jaar
33%
21%
> 1 jaar =< 2 jaar
20%
20%
> 2 jaar =< 3 jaar
18%
21%
> 3 jaar =< 4 jaar
20%
20%
> 4 jaar =< 5 jaar
6%
10%
> 5 jaar =< 6 jaar
0%
4%
> 6 jaar =< 7 jaar
1%
0%
> 7 jaar =< 8 jaar
0%
1%
> 8 jaar =< 9 jaar
0%
0%
zonder vervaldag
2%
3%
Bedrijfsobligaties en commercial paper
Naar restlooptijd
Het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wordt al jarenlang bewust erg laag gehouden. Het investeringskader dat jaarlijks ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Raad van Bestuur bepaalt waarin belegd kan worden en welke limieten gelden. Op geconsolideerd niveau bevat de beleggingsportefeuille per 31/12/2013 76% overheidsobligaties met een minimumrating Aa3, 23% financiële en bedrijfsobligaties en commercial paper en 1% aandelen en andere effecten.
3.5 BEHEER LIQUIDITEITSRISICO EN RENTERISICO (in duizenden EUR) Liquiditeitsrisico Financiële verplichtingen volgens contractuele vervaldagen <= 1 maand en onbepaald Zichtrekeningen cliënteel niet-derivaten
1.318.399
derivaten
Gereglementeerde spaardeposito's 766.152
-
>1 maand > 3 maanden <= 3 maanden <= 12 maanden
> 1 jaar <= 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
Overige 314.585
232.642
506.462
655.450
123.659
989
184
705
2.813
1.124
5.815
-
3.917.349
Totaal op 31/12/2013
1.318.399
766.152
315.574
232.826
507.166
658.264
124.784
3.923.164
niet-derivaten
1.313.857
779.580
267.395
162.989
226.198
622.043
130.033
3.502.096
3.149
187
6.170
5.801
3.779
19.086
270.544
163.176
232.369
627.844
133.812
3.521.182
derivaten Totaal op 31/12/2012
1.313.857
779.580
De commerciële bankactiviteiten zijn de belangrijkste bron van liquiditeitsrisico. Dit is het risico dat de bank over onvoldoende middelen zou beschikken om aan de onmiddellijke verplichtingen te voldoen. De bank streeft ook op dit domein een bewust laag risicoprofiel na.
De volledige kredietportefeuille wordt gefinancierd met cliëntendeposito’s: de loan-to-deposit ratio bedraagt 94% (97% per 31/12/2012). Risico-averse beleggers die opgeschrikt werden door de financiële crisis, staan voor hun beleggingen meer dan vroeger stil bij het risicoprofiel van de bank waar ze hun spaargeld aan toevertrouwen. Zij voelen zich aangesproken door de gezonde financiële positie van Bank J.Van Breda & C° en ABK. Het liquiditeitsrisico van de bank wordt permanent bewaakt door een proactief thesauriebeheer, binnen de krijtlijnen van het Asset & Liability Management (ALM). Voor haar liquiditeitsbeheer maakt de bank o.a. gebruik van liquiditeitsgaprapporten, ratio-analyse en volumeprognoses op korte en lange termijn. De bank werkt ook met een interne liquiditeitsratio die de liquide activa en de beschikbare liquiditeit uit de beleggingsportefeuille afzet tegenover de kortetermijnverplichtingen. Ook de stresstestratio’s van de NBB worden maandelijks opgevolgd. De bank bevindt zich ruim binnen de NBB-normen. Zoals hiervoor toegelicht beschikt de bank over een ruime effectenportefeuille van hoge kwaliteit die gebruikt kunnen worden als buffer om liquiditeitsschommelingen in de thesaurie op te vangen. Eind 2013 bedroeg deze portefeuille 631 miljoen euro. De externe institutionele financiering (interbancair + effecten geplaatst bij institutionelen) betreft minder dan 5% van het balanstotaal. De belangrijkste financieringsbron is bij ons altijd de cliënteel van de bank: vele duizenden lokale ondernemers en beoefenaars van vrije beroepen gebruiken Bank J.Van Breda & C° voor hun beleggingen en dagelijkse werking. Dit geldt evenzeer voor de zelfstandigen en particulieren bij ABK. Hierdoor beschikt de bank over een stabiele financieringsbron, waarvan de volumes gespreid zijn over een grote groep cliënten.
Liquiditeitsgap
≤ 1 maand
>1 maand > 3 maanden <= 3 maanden <= 12 maanden
> 1 jaar <= 5 jaar
> 5 jaar <= 10 jaar
> 10 jaar
Onbepaald
31/12/2013 Activa
658.000
265.000
640.000
1.917.000
761.000
396.000
83.000
Passiva
-576.000
-268.000
-1.230.000
-1.938.000
-142.000
0
-179.000
Derivaten
-1.000
-1.000
-3.000
-2.000
3.000
0
0
Gap
81.000
-4.000
-593.000
-23.000
622.000
396.000
-96.000
31/12/2012 Activa
438.000
206.000
484.000
1.506.000
762.000
477.000
122.000
Passiva
-509.000
-215.000
-890.000
-1.701.000
-152.000
-1.000
-181.000
Derivaten
-1.000
-1.000
-9.000
-6.000
1.000
0
0
Gap
-72.000
-10.000
-415.000
-201.000
611.000
476.000
-59.000
Bovenstaande tabel houdt rekening met interne assumpties rond de stabiliteit van tegoeden voor producten zonder vervaldag (vb. zicht- en spaarrekening).
Marktrisico's Doordat al onze activiteiten cliëntgedreven zijn en wij geen marktactiviteiten voor eigen rekening voeren, is ons resultaat minder gevoelig voor de evoluties op de financiële markten.
Wisselkoersrisico De bank heeft door de aard van haar cliënteel (zowel Bank J. Van Breda & C° als ABK en Van Breda Car Finance zijn enkel actief in België) geen eigen materiële muntposities.
Renterisico De bank voert een voorzichtig beleid qua renterisico, ruim binnen de normen van de NBB. Daar waar de looptijden van activa en passiva onvoldoende overeenkomen, zet de bank indekkingsinstrumenten in om dit te corrigeren. Dit gebeurt met een combinatie van renteswaps (die onze vlottende renteverplichtingen omzetten in vaste) en opties (die bescherming bieden tegen een stijging van de rente boven bepaalde niveaus). Meer informatie over de indekkingsinstrumenten is opgenomen in toelichting 6.3 (instrumenten die niet voldoen aan de criteria voor hedge-accounting) en toelichting 6.8 (instrumenten waarvoor hedge-accounting wordt toegepast). Sinds 2009 wordt er voor geopteerd om het renterisico op een relatief laag niveau te houden. Hiertoe wordt een uitgebreide rentegapanalyse uitgevoerd alsook een scenarioanalyse die rekening houdt met wijzigende marktvoorwaarden, die toelaten de impact van stressscenario’s te analyseren. Zowel de inkomensgevoeligheid als de vermogensgevoeligheid worden daarbij geanalyseerd. Het renterisico wordt o.a. gemeten aan de hand van de Basis Point Value-methodologie (BPV), die de de waardeverandering van de geanalyseerde portefeuille weergeeft bij een stijging van de rentevoeten over de volledige curve met x basispunten (typisch 1, 10 of 100 basispunten). Door de verbetering van de liquiditeitspositie in 2013 waarbij de overschotten op korte termijn werden belegd, is de Basis Point Value terug positief geworden. Bij deze analyses worden zowel voor inkomensgevoeligheid als voor vermogensgevoeligheid de NBB-assumpties voor producten zonder vervaldag gehanteerd. Deze veronderstellingen zijn niet gewijzigd ten opzichte van 2012.
rente-ongevoelige zichtdeposito's rentegevoelige zichtdeposito's semi-rentegevoelige zichtdeposito's gereglementeerde spaardeposito's
inkomensvermogensgevoeligheid gevoeligheid 60 maanden 1 dag 6 maanden 2 jaar 6 maanden 2 jaar
Impact van onmiddellijke stijging van de rentecurve met 100 basispunten (1%) op: renteresultaat (inkomensgevoeligheid) reële waarde van het eigen vermogen (vermogensgevoeligheid) (= BPV)
2013 1.788 -16.195
2012 -69 -15.927
Bij de rentegapanalyse worden zowel de balansproducten als de buitenbalansproducten ingedeeld in de verschillende tijdsintervallen volgens rentevervaldag. Op die manier wordt de mismatchstructuur van de bank zichtbaar. De rentegap wordt sinds 2012 berekend o.b.v. de assumpties van inkomensgevoeligheid in plaats van de assumpties voor vermogensgevoeligheid. Dit maakt dat de semi-rentegevoelige zichtdeposito's en de gereglementeerde spaardeposito's herprijzen op 6 maanden in plaats van op 2 jaar.
≤ 1 maand
>1 maand > 3 maanden <= 3 maanden <= 12 maanden
> 1 jaar <= 5 jaar
> 5 jaar <= 10 jaar
> 10 jaar
onbepaald
31/12/2013 Activa
753.000
485.000
836.000
2.044.000
382.000
128.000
87.000
Passiva
-552.000
-265.000
-1.809.000
-1.464.000
-136.000
0
-53.000
Derivaten
329.000
32.000
-65.000
-176.000
-120.000
0
0
Gap
530.000
252.000
-1.038.000
404.000
126.000
128.000
34.000
31/12/2012 Activa
560.000
283.000
906.000
1.757.000
354.000
93.000
124.000
Passiva
-539.000
-211.000
-1.430.000
-1.187.000
-145.000
-1.000
-85.000
Derivaten
336.000
121.000
-216.000
-166.000
-75.000
0
0
Gap
357.000
193.000
-740.000
404.000
134.000
92.000
39.000
3.6 KAPITAALBEHEER (in duizenden EUR) Het doel van het kapitaaltoereikendheidsproces van de groep is periodiek vast te stellen of de risico’s die gelopen zouden kunnen worden in balans zijn met het beschikbare eigen vermogen. In lijn met haar risk appetite streeft de groep ernaar geen risico’s te nemen waarbij haar reputatie wordt aangetast. Het kapitaalbeheer van de groep wil er zich bovendien op elk moment van verzekeren dat de groep en de groepsvennootschappen aan de reglementaire vereisten beantwoorden en een kapitalisatieniveau aanhouden dat ruim tegemoet komt aan het niveau van de activiteit en de genomen risico’s. Hierbij geldt dat er voldoende eigen vermogen moet zijn om eventuele schokken door kredietverliezen op te vangen, zodat de spaardeposito’s van de cliënteel op geen enkel moment in gevaar komen. Het intern kapitaaltoereikendheidsproces wordt geïntegreerd in de dagelijkse activiteiten en het besluitvormingsproces van de groep. We vinden deze integratie onder meer terug in: * de evolutie van de kredietopvolging in functie van de ratings * de controle op de naleving van de kredietstrategie (individuele- en concentratielimieten, naleven kredietbevoegdheden, …) * de ontwikkeling en uitvoering van diverse stresstesten Door het verkrijgen van robuuste risico-informatie is het management in staat effectief de kapitaalbehoefte in te schatten. Om een goed evenwicht te behouden tussen voldoende kapitaal voor de bescherming tegen onverwachte gebeurtenissen en het kunnen inspelen op opportuniteiten enerzijds en een gepast rendement voor de aandeelhouders anderzijds, wenst de groep dat haar kapitaal minimaal uit 75% Core Tier 1 kapitaal is samengesteld. De EV-vereisten in functie van gelopen risico’s worden trimestrieel berekend en gerapporteerd aan het Directiecomité en de Raad van Bestuur. EIGEN VERMOGEN EN SOLVABILITEIT 2013 Eigen vermogen core Tier 1 (1) Eigen vermogen Tier 2
2012
417.414
413.268
58.821
64.662
Totaal eigen vermogen (2)
476.235
477.930
Gewogen risicovolume (3)
3.055.753
2.906.049
13,7%
Core Tier I ratio (1)/(3) Solvabiliteitsratio (2)/(3)
14,2%
4,0%
4,0%
15,6%
16,4%
8,0%
8,0%
minimumvereiste NBB minimumvereiste NBB
Gedurende het hele boekjaar werd ruim voldaan aan de kapitaalsvereisten opgelegd door de NBB, zoals geïllustreerd door bovenstaande ratio's (situatie op jaareinde). De solvabiliteit uitgedrukt als eigen vermogen op activa bedraagt 10%, een veelvoud van de 3% die de toezichthouders tegen ten vroegste 2018 willen invoeren. Tegenover de cliëntendeposito's bedraagt het eigen vermogen 12% of voor elke 100 eur cliëntendeposito's is er dus een buffer van 12 eur eigen vermogen waarmee waardeverminderingen op kredieten of beleggingen kunnen worden opgevangen. In de loop van 2012 heeft ABK kredietrisicoprotectie verstrekt op een gedeelte van de kredietportefeuille van Bank J. Van Breda & C°. Hierdoor kan het overschot aan kapitaal binnen ABK worden gebruikt om de gezonde groei van de kredietverlening van Bank J. Van Breda & C° uit het verleden ook in de toekomst te bestendigen. Bank J. Van Breda & C° beschikt hierdoor over bijkomende eigen middelen om op eigen kracht verder te groeien, zelfs bij onvoorziene marktomstandigheden.
2013
2012
Basel II
Basel II
TOTAAL EIGEN VERMOGEN VOOR SOLVABILITEITSDOELEINDEN
476.235
477.930
EIGEN VERMOGEN SENSU STRICTO
417.709
413.596
17.500
17.500
Eigenvermogensbestanddelen die in aanmerking komen voor opneming in het eigen vermogen Gestort kapitaal Reserves die in aanmerking komen voor opneming in het eigen vermogen sensu stricto Reserves Minderheidsbelangen Tussentijdse positieve resultaten Resultaat (positief) van het lopende boekjaar Reserves uit de herwaardering die in aanmerking komen voor opneming in het eigen vermogen sensu stricto Reserves uit de herwaarderingsverschillen bij voor verkoop beschikbare aandelen Aanpassing aan de reserves uit de herwaarderingsverschillen bij voor verkoop beschikbare aandelen Reserves uit de herwaardering bij andere voor verkoop beschikbare activa
17.500
17.500
412.568
406.725
393.335
374.456
362
16.456
18.871
15.844
18.871
15.844
-
(31)
493
(31)
(493)
-
6.507
11.756
Aanpassing aan de reserves uit de herwaardering bij andere voor verkoop beschikbare activa
(6.507)
(11.756)
Reserves uit de herwaardering bij kasstroomafdekkingen
(1.469)
(3.634)
Aanpassing aan de reserves uit de herwaardering bij kasstroomafdekkingen Andere af te trekken bestanddelen van het eigen vermogen sensu stricto (-) Immateriële activa (-) AANVULLEND EIGEN VERMOGEN Aanvullend kern eigen vermogen Aanpassing aan reserves uit de herwaardering bij voor verkoop beschikbare eigenvermogensinstrumenten overgedragen aan het aanvullend eigen vermogen Bijkomend aanvullend eigen vermogen Achtergestelde leningen
1.469
3.634
(12.359)
(10.629)
(12.359)
(10.629)
59.116
64.991
444
-
444 58.673
64.991
58.673
64.991
AF TE TREKKEN BESTANDDELEN VAN HET EIGEN VERMOGEN SENSU STRICTO EN HET AANVULLEND EIGEN VERMOGEN (-) Van het eigen vermogen sensu stricto (-) Van het aanvullend eigen vermogen (-) Deelnemingen in andere kredietinstellingen en andere financiële instellingen die meer dan 10% van hun kapitaal bedragen (-) TOTAAL BASISVERMOGEN VOOR SOLVABILITEITSDOELEINDEN
(591)
(329)
(295)
(329)
(591) 417.414
TOTAAL AANVULLEND EIGEN VERMOGEN VOOR SOLVABILITEITSDOELEINDEN
(658)
(295)
(658) 413.268
58.821
64.662
EIGEN VERMOGENSVEREISTEN
244.460
232.484
TOTALE EIGEN VERMOGENSVEREISTEN VOOR KREDIETRISICO
226.306
213.955
226.306
213.955
Standaardbenadering (STA) Centrale overheden of centrale banken Instellingen Ondernemingen Retailcliënteel Gewaarborgd door hypotheken Achterstallige risicoposities
-
-
1.744
1.626
91.188
74.368
104.340
108.903
17.804
16.467
1.936
4.129
80
125
3.354
377
Bank gedekte obligaties Kortlopende vorderingen op instellingen en ondernemingen Instellingen voor collectieve beleggingen (ICB's)
-
Overige posten Effectiseringsposities
63
5.859
7.897
-
-
AFWIKKELINGS-/LEVERINGSRISICO
-
-
TOTALE EIGEN VERMOGENSVEREISTEN VOOR POSITIE-, VALUTA- EN GRONDSTOFFENRISICO'S
616
911
Standaardbenadering (STA)
616
911
Verhandelbare schuldinstrumenten
616
911
Aandelen
-
-
17.538
17.617
TOTALE EIGENVERMOGENSVEREISTEN VOOR OPERATIONELE RISICO'S (OPR) OPR basisindicatorbenadering (BIA) Surplus (+) / Deficit (-) of own funds SOLVABILITEITSRATIO %
17.538
17.617
231.775
245.446
15,6%
16,4%
Basel II: de standaardbenadering voor de berekening van de kapitaalsvereisten voor het kredietrisico maakt waar mogelijk gebruik van externe ratings om het gewogen risicovolume te bepalen. Dit is het geval voor de risicocategorieën centrale overheden/ centrale banken en instellingen. Daar waar geen externe rating beschikbaar is, voorziet de standaardbenadering in specifieke risicowegingen per risicocategorie. Voor de berekening van de kapitaalsvereisten voor het operationeel risico werd voor de basic indicator approach (BIA) gekozen.
KREDIETRISICO DERIVATEN 2013 Wisselverrichtingen op termijn
RISICOGEWOGEN ACTIEF
RISICOPOSITIEWAARDE
EIGEN VERMOGEN VEREISTE
1.661
1.373
Bekomen opties op valuta's
-
-
Bekomen optie op aandelen
-
-
Bekomen opties op rente
118
59
5
4.384
2.192
175
Renteswaps Totaal
6.163
110 -
3.624
290
4. BEOORDELINGEN EN SCHATTINGEN AANGEWEND BIJ DE VOORBEREIDING VAN DE JAARREKENINGEN De opstelling van de jaarrekeningen volgens de IFRS-normen verplicht tot het gebruik van beoordelingen en schattingen. Alhoewel de Raad van Bestuur meent dat ze met alle beschikbare informatie heeft rekening gehouden om deze beoordelingen en schattingen te bepalen, kan de werkelijkheid verschillen en kunnen die verschillen de jaarrekening beïnvloeden. De schattingen en beoordelingen betreffen hoofdzakelijk de volgende onderwerpen: * bepaling van de uitgestelde belastingvordering voor fiscaal verrekenbare tegoeden en fiscale verliezen (2013: 18.979 k eur, 2012: 22.800 k eur). Deze vordering is afhankelijk van de ingeschatte toekomstige belastbare winst en houdt rekening met het actuele businessplan en de huidige fiscale regelgeving. Meer info hierover is te lezen in toelichting 7.17; * veronderstellingen over parameters gebruikt bij de waardering van de verplichtingen verbonden aan sommige vergoedingen na uitdiensttreding (zie toelichting 11.2). In de waarderingsregels is meer te lezen over volgende beoordelingen en schattingen: * bepaling van de verwachte gebruiksduur en restwaarde van de immateriële en materiële vaste activa; * schatting van de realiseerbare waarde bij het erkennen van bijzondere waardeverminderingen.
5. CONSOLIDATIEKRING 5.1. DOCHTERONDERNEMINGEN INTEGRAAL OPGENOMEN IN DE CONSOLIDATIE Naam van de dochteronderneming
Ondernemingsnummer
Land van oprichting
Belangen% 31-12-2013
Belangen% 31-12-2012
Wijziging 2013 t.o.v. 2012
ABK Bank CVBA
BE 0404.456.841
BE
99,88%
91,76%
Ja
Van Breda Car Finance NV
BE 0475.277.432
BE
100%
100%
Neen
Beherman Vehicle Supply NV
BE 0473.162.535
BE
80%
80%
Neen
Station Zuid NV
BE 0454.664.041
BE
-
100%
Ja
Fracav SA
BE 0449.881.545
BE
-
100%
Ja
Axemia NV
BE 0884.718.390
BE
100%
-
Ja
ABK Bank maakt sinds 2011 deel uit van de groep. Het herpositioneerde zich in 2013 als vermogensbegeleider voor kaderleden en zelfstandigen. De stijging van het belangenpercentage wordt verder belicht in toelichting 7.16. Van Breda Car Finance is in heel België actief in de sector van de autofinanciering en de financiële autoleasing. De activiteit van Beherman Vehicle Supply NV bestaat in het ter beschikking stellen van voertuigen aan autodealers (stockfinanciering). Station Zuid NV en Fracav SA fuseerden per 1 juli 2013 met Bank J. Van Breda & C° (waren eigenaars van respectievelijk de grond en een gedeelte van het gebouw waarin de hoofdzetel van de bank is gevestigd, en het onroerend goed dat dient voor de uitbating van kantoor Mons). Per 1 juli 2013 werd Bank J. Van Breda & C° voor 100% eigenaar van Axemia NV (zie toelichting 8). Axemia is een “application development company” en stelt informatici te werk die binnen bedrijven het bestaande IT-team versterken en meehelpen om specifieke software te ontwikkelen.
5.2 GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN EN JOINT VENTURES WAAROP VERMOGENSMUTATIE IS TOEGEPAST Naam van de geassocieerde onderneming
Ondernemingsnummer
Land van oprichting
Belangen% 31-12-2013
Belangen% 31-12-2012
Wijziging 2013 t.o.v. 2012
Finauto NV
BE 0464.646.232
BE
50%
50%
Neen
Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij NV
BE 0418.759.886
BE
50%
50%
Neen
Financieringsmaatschappij Definco NV
BE 0415.155.644
BE
50%
50%
Neen
Informatica Van Breda NV
BE 0427.908.174
BE
40%
40%
Neen
Netto-resultaat (100%)
Boekwaarde (volgens belangen%)
2013 (in duizenden EUR) Kerncijfers (IFRS herwerkt conform de waarderingsregels van de bank)
Activa (100%)
Finauto NV Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij NV Financieringsmaatschappij Definco NV
Verplichtingen (100%)
Omzet (100%)
1.229
974
807
12
127
794
188
740
351
303 161
339
16
148
72
Informatica Van Breda NV
4.609
3.421
9.191
6
475
Totaal
6.969
4.600
10.886
441
1.066
2012 (in duizenden EUR) Kerncijfers (IFRS herwerkt conform de waarderingsregels van de bank) Finauto NV
Activa (100%)
Verplichtingen (100%)
Omzet (100%)
Netto-resultaat (100%)
Boekwaarde (volgens belangen%)
1.055
813
901
(17)
121
Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij NV
894
194
751
445
350
Financieringsmaatschappij Definco NV
406
33
227
123
187
Informatica Van Breda NV
6.235
5.053
8.788
5
473
Totaal
8.590
6.093
10.667
557
1.130
De activiteit van Finauto NV, Antwerpse Financiële Handelsmaatschappij NV, Financieringsmaatschappij Definco NV bestaat in het verstrekken van autofinancieringen. Informatica Van Breda NV levert diensten inzake het beheer van het informaticapark en adviesverlening hieromtrent aan een aantal vennootschappen waaronder Bank J. Van Breda & C°.
6. TOELICHTINGEN BIJ DE GECONSOLIDEERDE BALANS
6.1 GELDMIDDELEN EN TEGOEDEN BIJ CENTRALE BANKEN (in duizenden EUR) 2013 Geldmiddelen Tegoeden bij centrale banken
2012 10.370
8.567
173.083
19.000
Schuld uitgegeven door openbare instellingen en bij centrale banken verdisconteerbare wissels
0
6
Te ontvangen interesten
4
10
183.457
27.583
Totaal
Alle tegoeden in deze rubriek zijn onmiddellijk opvraagbaar en zijn dus vorderingen met een korte looptijd. In 2013 is de liquiditeitspositie verder toegenomen. Overschotten worden nog steeds aangehouden bij de NBB.
6.2 VORDERINGEN OP KREDIETINSTELLINGEN (in duizenden EUR) 2013
2012
Binnenlandse banken
14.967
34.857
Buitenlandse banken
44.644
28.518
95
146
59.706
63.521
Te ontvangen interesten Totaal
Alle vorderingen hebben een looptijd <= 1 jaar (idem als in 2012). De cliëntendeposito's in deviezen worden herbelegd op de interbankenmarkt. Deze beleggingen worden gespreid over meerdere instellingen, waarbij de grootste belegging bij 1 tegenpartij minder dan 15 mio euro bedraagt.
In deze rubriek zit ook collateral verstrekt aan kredietinstellingen onder de vorm van cash in deposito ten belope van 6.831 k eur (15.970 in 2012), voornamelijk als waarborg voor verplichtingen die voortvloeien uit afgesloten renteswaps (zie ook toelichtingen 6.3, 6.8 en 6.9).
6.3 FINANCIELE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN AANGEHOUDEN VOOR HANDELSDOELEINDEN (in duizenden EUR) 2013 Boekwaarde
Type
Activa
Schulden
2012
Nominale waarde Te ontvangen Te leveren (activa) (schulden)
Boekwaarde Activa
Schulden
Nominale waarde Te ontvangen Te leveren (activa) (schulden)
Rentevoetinstrumenten Optie (cap/swaption)
4
Swap
274
22.750 669
50.000
12 53.364
Schuldinstrumenten
684
130.482 2.746
2.520
55.000
126.455
2.065
Eigenvermogensinstrumenten Aandelenoptie
1.604
2.037
7.043
8.946
21.842
22.020
216.432
157.420
Valuta (FX) - instrumenten Termijnwisselverrichtingen
925
Te ontvangen/ te betalen interesten Totaal
39
145
1.243
1.486
671
35.405
26.596
558
604
85
1.136
108.155
79.959
5.462
6.523
2013
Boekwaarde volgens resterende looptijd
Activa
2012 Schulden
Activa
Schulden
<= 1 jaar en onbepaald
946
1.097
4.914
4.715
>1 jaar en <= 5 jaar
297
389
548
1.441
1.243
1.486
5.462
6.523
>5 jaar Totaal
366
De bovenvermelde rentevoetinstrumenten voldoen niet aan de criteria voor hedge-accounting en behoren dus tot de handelsportefeuille (zie toelichting 6.8 voor hedgeaccounting). Deze instrumenten kaderen echter alle in het renterisicobeheer zoals uiteengezet in toelichting 3.5. Het beleggingsproduct Van Breda Best Plus 29 (zie toelichting 6.14) kwam op eindvervaldag in november 2013. De ermee verbonden posities in deze rubriek kwamen eveneens op eindvervaldag en zijn bijgevolg van de balans verdwenen (in 2012: schuldinstrument 2.520 k eur, aandelenoptie - actief 1.604 k eur, aandelenoptie schuld 2.037 k eur) De financiële instrumenten die behoren tot de handelsportefeuille worden uitsluitend afgesloten bij solvabele tegenpartijen. Bovendien werden met de tegenpartijen credit support annex overeenkomsten afgesloten, waarbij de tegenpartij deposito's verstrekt als waarborg voor haar verplichtingen die voortvloeien uit het financiële instrument.
6.4 ANDERE FINANCIELE ACTIVA GEWAARDEERD AAN REELE WAARDE MET VERWERKING VAN WAARDEVERANDERINGEN VIA WINST- EN VERLIESREKENING (in duizenden EUR) 2013
2012 1.138 1.135 3
Beginsaldo - Reële waarde - Te ontvangen interesten
-
Overdrachten ( - ) Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde Overige toename (afname)
-
(1.538) 403 (3)
Eindsaldo - Reële waarde - Te ontvangen interesten
-
-
In deze rubriek werd het financieel instrument Regatta Series 15 van Astir BV opgenomen, omdat het derivaten bevatte die niet afgescheiden konden worden van het basiscontract. Het effect werd in april 2012 verkocht.
6.5 VOOR VERKOOP BESCHIKBARE FINANCIËLE ACTIVA (in duizenden EUR) Aandelen Beginsaldo - Geamortiseerde kostprijs - Aanpassing aan reële waarde via eigen vermogen - Aanpassing aan reële waarde via resultaat - Te ontvangen interesten 1. Aanschaffingen
2013 Effecten
Totaal
Aandelen
2012 Effecten
Totaal
6.056
511.153
517.209
21.356
609.563
630.919
7.233
484.364
491.597
22.901
603.853
626.754
17.809
17.776
(1.545)
5.943
4.398
(1.144)
-
(1.144)
-
(9.802)
(9.802)
-
8.980
8.980
-
9.569
9.569
523.884
524.328
586.577
586.875
(33)
444
2. Actuarieel rendement
(7.312)
(7.312)
(385.274)
(386.372)
299
(6.981)
(6.981)
(698.719)
(714.686)
3. Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties - Reële waarde - Te ontvangen interesten
4. Overdrachten (geamortiseerde kostprijs ) (-)
(1.098)
5. Overdrachten (bijzondere waardevermindering ) (+)
206
-
6. Gerealiseerde (meer)minwaarde op overdracht
(96)
(1.886)
(1.982)
620
(6.066)
(5.446)
206
(15.967) 1.147
9.802
10.949
78
(6.169)
(6.091)
(858)
18.036
17.178
7. Overdrachten door bedrijfsafsplitsing ( - ) 8. Activa bestemd voor verkoop (IFRS 5) (-) 9. Toename (afname) door wijzigingen in de reële waarde 10. Uit eigen vermogen naar resultatenrekening overgeboekte bijzondere waardeverminderingen (+) 11. Bijzondere waardeverminderingen opgenomen in de resultatenrekening (-)
13 (13)
12. Toename (afname) door wisselkoerswijzigingen
(315)
13. Overboeking van (naar) andere posten
- Geamortiseerde kostprijs - Aanpassing aan reële waarde via eigen vermogen - Aanpassing aan reële waarde via resultaat - Te ontvangen interesten
2.292
(13)
(2.292)
(315)
2.292 -
(2.292)
(365)
(365)
(590)
(590)
-
14. Overige toename (afname) Eindsaldo
13
-
427
427
6.133
634.611
640.743
6.056
511.153
517.209
6.580
615.347
621.926
7.233
484.364
491.597
504
9.857
10.361
17.809
17.776
(951)
-
(1.144)
-
(1.144)
-
8.980
8.980
-
9.407
(951) 9.407
(33)
Per 31/12/2013 had de bank kortlopende interbancaire schulden die werden afgesloten in het kader van het liquiditeitsmanagement (zie ook toelichting 6.12). In het kader van deze repo-ontleningen werd overheidspapier uit de Beschikbaar voor verkoop-portefeuille als onderpand overgedragen aan de tegenpartijen. De Bank blijft echter eigenaar van deze effecten en behoudt het recht op de inkomsten uit deze effecten. Deze getransfereerde activa komen dan ook niet in aanmerking voor gehele of gedeeltelijke verwijdering van de balans. Getransfereerde financiële activa die niet in aanmerking komen voor verwijdering van de balans 2013 Boekwaarde Boekwaarde van overeenvan getransfe- stemmende reerde activa verplichtingen
2012 Boekwaarde Boekwaarde van overeenvan getransfe- stemmende reerde activa verplichtingen
Repo-ontleningen
92.222
92.594
53.583
53.598
Totaal
92.222
92.594
53.583
53.598
6.6 LENINGEN EN VORDERINGEN (in duizenden EUR) Volgens soort
2013
Wissels en eigen accepten Financiële leasing Investeringskredieten en financieringen
2012 94
287
129.746
125.994
2.000.861
1.972.922
Hypothecaire leningen
924.898
778.889
Werkingskredieten
363.907
365.202
29.102
56.153
Overige Te ontvangen interesten
6.886
6.973
Totaal
3.455.495
3.306.419
Volgens resterende looptijd
2013
2012
<= 1 jaar en onbepaald
540.056
>1 jaar en <= 5 jaar
779.836
590.511 762.894
>5 jaar
2.135.603
1.953.014
Totaal
3.455.495
3.306.419
6.7 LEASE-OVEREENKOMSTEN (in duizenden EUR) I. LEASINGGEVER - Financiële lease 2013
Uitsplitsing naar resterende looptijd
< 1 jaar
1 jaar <> 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
1. Bruto lease-investeringen
9.900
129.553
-
139.452
2. Contante waarde van minimale leasebetalingen
9.643
118.175
-
127.818
3. Onverdiende financieringsbaten
11.634
4. Voorwaardelijke leasebetalingen opgenomen als baten 5. Ongegarandeerde restwaarden die de leasinggever toekomen 6. Geaccumuleerde waardevermindering voor oninbare te vorderen minimale leasebetalingen
4.280
7. Debiteuren + te regelen kosten mbt leasing
1.928 129.746
Totale contante waarde, debiteuren en te regelen kosten 2012
Uitsplitsing naar resterende looptijd
< 1 jaar
1 jaar <> 5 jaar
> 5 jaar
Totaal
1. Bruto lease-investeringen
9.852
125.872
-
135.724
2. Contante waarde van minimale leasebetalingen
9.586
113.558
-
123.144
3. Onverdiende financieringsbaten
12.580
4. Voorwaardelijke leasebetalingen opgenomen als baten 5. Ongegarandeerde restwaarden die de leasinggever toekomen 6. Geaccumuleerde waardevermindering voor oninbare te vorderen minimale leasebetalingen
4.153
7. Debiteuren + te regelen kosten mbt leasing
2.850
Totale contante waarde, debiteuren en te regelen kosten
125.994
Bovenvermelde lease-overeenkomsten hebben wagens als voorwerp en worden verstrekt door dochteronderneming Van Breda Car Finance.
II. LEASINGNEMER - Operationele lease 2013 Operationele lease- en subleasebetalingen opgenomen in de winst- en verliesrekening
2.396
De operationele lease assets betreffen wagens voor bepaalde groepen van personeelsleden.
2012 2.368
6.8 DERIVATEN GEBRUIKT TER AFDEKKING (in duizenden EUR) 2013 Nominale waarde Reële waarde afdekking Kasstroomafdekking
156.364
2012
Boekwaarde
Nominale waarde
Boekwaarde
665
-
-
-
-
-
-
Te ontvangen interesten
44
43
Totaal activa
156.364
709
Reële waarde afdekking
243.519
3.617
296.169
7.792
-
115.000
2.895
411.169
12.564
Kasstroomafdekking
-
Te betalen interesten Totaal verplichtingen
-
712 243.519
4.329
43
1.877
De in bovenstaande tabel vermelde indekkingsinstrumenten kaderen in het renterisicobeheer zoals uiteengezet in toelichting 3.5 en voldoen aan de strikte criteria voor hedge-accounting. Reële waarde afdekkingen De bank kiest voor dit type hedging om het renterisico van een deel van de kredietportefeuille in te dekken. Het doel van deze macro-afdekkingsstrategie is een vermindering van het renterisico door de vaste rente die we gedurende de looptijd ontvangen uit kredieten van klanten, met behulp van swaps om te zetten naar een variabele rente die een eventuele stijging van de referentierente (euribor) volgt.
Het afgedekte risico is het renterisico dat de fundingkost van de kredieten (kortlopende deposito's van onze klanten) stijgt door een gestegen referentierente (euribor), terwijl de rente-inkomsten uit kredieten met vaste rentevoet gelijk blijven. Uit de aangegane swaps of caps ontvangt de bank op dat moment compenserende hogere kasstromen, terwijl ze de vaste afgesproken rente blijft betalen. De afdekkingseffectiviteit wordt periodiek gemeten. De reëlewaardewijziging van zowel indekkingsinstrumenten als de ingedekte portefeuille worden via resultaat verwerkt, waardoor eventuele inefficiëntie automatisch opgenomen wordt in de winst- en verliesrekening, zoals te zien is in toelichting 7.6. Kasstroomafdekkingen De bank heeft er begin 2013 voor geopteerd om alle actieve afdekkingsrelaties te verbreken, nadat in 2012 ook al enkele relaties verbroken moesten worden door een daling van de ingedekte portefeuille kortetermijndeposito's. De opgebouwde negatieve herwaarderingsreserve valt over de resterende looptijd van de afdekkingsinstrumenten vrij in resultaat. In 2013 bedroeg de kost hiervan -3.280 k eur (2012: -3.091 k eur, zie eveneens toelichting 7.6).
Deze indekkingsinstrumenten worden uitsluitend afgesloten bij solvabele tegenpartijen. Bovendien werden met de tegenpartijen credit support annex overeenkomsten afgesloten, waarbij de tegenpartij deposito's verstrekt als waarborg voor haar verplichtingen die voortvloeien uit het financiële instrument.
6.9 KASSTROOMINDEKKINGEN: VERWACHTE KASSTROMEN (in duizenden EUR) 2013 Boekwaarde
<= 6 maanden
Totaal Renteswaps
>6 Verwachte maanden cash flows <= 12 > 1 jaar maanden <= 2 jaar
> 2 jaar <= 5 jaar
> 5 jaar
-
-
Caps
-
-
-
-
-
-
-
Totaal
-
-
-
-
-
-
-
>6 Verwachte maanden cash flows <= 12 > 1 jaar maanden <= 2 jaar
> 2 jaar <= 5 jaar
> 5 jaar
2012 Boekwaarde
<= 6 maanden
Totaal Renteswaps
(4.132)
(4.137)
Caps
-
-
Totaal
(4.132)
(4.137)
(451) (451)
(3.686)
-
-
-
-
-
-
-
(3.686)
-
-
-
De bovenstaande tabel geeft de periodes weer waarin de kasstromen van derivaten die dienen als kasstroomindekking, verwacht worden zich te zullen voordoen.
6.10 INVESTERINGEN IN GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN ADMINISTRATIEF VERWERKT VOLGENS DE VERMOGENSMUTATIEMETHODE (in duizenden EUR) 2013 Beginsaldo
2012
1.130
Aandeel in winst (verlies) van de ondernemingen waarop vermogensmutatie is toegepast (rubriek VI. in resultatenrekening) Impact dividenden uitgekeerd door deelnemingen (-) Eindsaldo
1.035
220
278
(285)
(182)
1.066
1.130
6.11 OVERIGE ACTIVA (in duizenden EUR) 2013 Vooruitbetaalde lasten Te ontvangen inkomsten (andere dan intresten van financiële activa) Overige Totaal
2012 17
222
4.473
3.874
86
51
4.576
4.147
De te ontvangen inkomsten betreffen voornamelijk vergoedingen en commissies zoals vermeld in toelichting 7.3.
6.12 DEPOSITO'S VAN KREDIETINSTELLINGEN (in duizenden EUR) Volgens soort
2013
Zichtrekeningen
2012 1.350
2.032
Deposito's met vaste looptijd
10.144
8.488
Terugkoopovereenkomsten (repo's)
92.594
53.598
2.211
4.518
Overige deposito's Te betalen interesten Totaal
Volgens resterende looptijd <= 1 jaar en onbepaald
20
12
106.320
68.647
2013
2012
105.488
67.288
832
1.360
>1 jaar en <= 5 jaar > 5 jaar
-
Totaal
-
106.320
68.647
De externe institutionele financiering (interbancair + effecten geplaatst bij institutionelen) betreft minder dan 5% van het balanstotaal. De terugkoopovereenkomsten zijn kortlopende ontleningen (looptijd < 1 maand) die werden afgesloten in het kader van het liquiditeitsbeheer.
6.13 DEPOSITO'S VAN KLANTEN (in duizenden EUR) Volgens soort
2013
2012
Zichtdeposito's
1.318.399
1.313.857
Deposito's met vaste looptijd
1.434.239
1.121.360
Speciale deposito's Gereguleerde deposito's Overige deposito's
31.823
38.294
766.152
779.580
25.817
56.199
Depositogarantiesysteem Te betalen intresten Totaal
Volgens resterende looptijd <= 1 jaar en onbepaald >1 jaar en <= 5 jaar
364
728
21.743
17.925
3.598.537
3.327.944
2013
2012
2.896.217
2.658.228
621.530
592.717
>5 jaar
80.790
76.998
Totaal
3.598.537
3.327.944
6.14 IN SCHULDBEWIJZEN BELICHAAMDE VERPLICHTINGEN INCLUSIEF OBLIGATIES (in duizenden EUR) Volgens soort Schuldcertificaten
2013
2012
127.854
Kasbons
161
Niet-converteerbare obligaties (Van Breda Best Plus 29)
-
Te betalen interesten Totaal
Volgens resterende looptijd <= 1 jaar en onbepaald
Totaal
444 8.722
4
36
128.019
18.200
2013
2012
128.011
17.994
8
206
128.019
18.200
>1 jaar en <= 5 jaar >5 jaar
8.998
-
-
De toename van de schuldcertificaten wordt verklaard door nieuwe uitgiftes van commercial paper in het kader van het liquiditeitsbeheer. Het beleggingsproduct Van Breda Best Plus 29 kwam op eindvervaldag in november 2013.
6.15 ACHTERGESTELDE VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) Achtergestelde niet-converteerbare schulden volgens vervaldag
2013
2012
Boekjaar + 1
6.828
4.759
Boekjaar + 2
14.002
6.719
Boekjaar + 3
2.398
13.694
Boekjaar + 4
6.504
2.354
Boekjaar + 5
10.177
6.352
Boekjaar + 6
13.456
9.919
Boekjaar + 7
21.701
13.178
Boekjaar + 8
251
21.113
Boekjaar + 9
7.084
243
Boekjaar + 10
379
6.858
Meer dan Boekjaar + 10
-
Te betalen interesten Totaal
1.695 84.473
364 1.751 87.305
6.16 OVERIGE VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) 2013
2012
Personeelsbeloningen
8.239
7.050
Sociale lasten Te betalen lasten (andere dan uit rentelasten in verband met financiële verplichtingen)
1.564
1.635
1.732
2.052
Inkomsten ontvangen in voorschotten
1.200
1.705
Kapitaalsubsidie Overige schulden Totaal
762
776
16.340 29.836
2.885 16.103
In de overige schulden is in 2013 de vergoeding opgenomen verschuldigd aan de uitgesloten inactieve vennoten van ABK (zie toelichting 7.16).
6.17 REELE WAARDE VAN FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) Toelichting
2013 Reële waarde Boekwaarde
2012 Reële waarde Boekwaarde
Verschil
Verschil
FINANCIËLE ACTIVA I. Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken (***)
6.1
183.457
183.457
-
27.583
27.583
II. Vorderingen op kredietinstellingen (*)
6.2
59.681
59.706
1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden (**)
6.3
1.243
1.243
-
2. Andere financiële activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat
6.4
-
-
-
(25)
63.531
63.521
5.462
5.462
-
-
-
10
III. Financiële activa
-
3. Voor verkoop beschikbare financiële activa (**) 4. Leningen en vorderingen (inclusief 5. Wijzigingen in reële waarde van de afgedekte posities bij afdekking van het renterisico van een portefeuille) (*)
6.5
640.743
640.743
6.6
3.765.202
3.455.716
6. Derivaten gebruikt ter afdekking (**)
6.8
709
709
4.651.035
4.341.575
68.719
68.719
4.719.754
4.410.294
1.486
1.486
Totaal Financiële activa Overige niet-financiële activa Totaal activa
-
-
309.485
517.209
517.209
3.614.357
3.310.123
43
43
4.228.185
3.923.941
68.824
68.824
4.297.009
3.992.765
6.523
6.523
-
309.460 309.460
-
304.234 -
304.244 304.244
FINANCIËLE VERPLICHTINGEN 1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (**) 2. Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs (*)
6.3
2.1. Deposito's van kredietinstellingen
6.12
106.325
106.320
5
68.941
68.647
293
2.2. Deposito's van cliënten 2.3. In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen, inclusief obligaties
6.13
3.642.855
3.598.537
44.318
3.381.914
3.327.944
53.970
6.14
128.087
128.019
68
18.569
18.200
369
2.4. Achtergestelde verplichtingen
6.15
94.989
84.473
10.516
101.861
87.305
14.556
3. Derivaten gebruikt ter afdekking (**)
6.8
4.329
4.329
-
12.564
12.564
-
3.978.070
3.923.164
3.590.371
3.521.182
38.856
38.856
27.341
27.341
4.016.927
3.962.020
3.617.711
3.548.523
Totaal Financiële verplichtingen Overige niet-financiële verplichtingen Totaal verplichtingen
-
54.906 54.906
2013
Level 1
Level 2
-
69.188 69.188
2012
Te ontvangen /Te betalen intresten
Totaal
Level 1
Level 2
Te ontvangen /Te betalen intresten
Totaal
ACTIVA
1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden (**)
-
1.204
2. Andere financiële activa gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen via resultaat (**) 3. Voor verkoop beschikbare financiële activa (**)
623.224
6. Derivaten gebruikt ter afdekking (**) Totaal
39
1.243
-
5.377
85
11.243
8.980
-
8.113
9.407
640.743
665
44
709
623.224
5.462
496.986
496.986
517.209
43
43
16.620
9.108
522.714
VERPLICHTINGEN 1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden (**)
1.341
145
1.486
5.386
1.136
6.523
3. Derivaten gebruikt ter afdekking (**)
3.617
712
4.329
10.687
1.877
12.564
4.958
857
5.815
16.073
3.013
19.086
Totaal
-
-
Er vonden in 2013 geen verschuivingen van financiële instrumenten plaats tussen level 1 en level 2 (idem als in 2012). (*) De reële waarde van vorderingen op kredietinstellingen, leningen en vorderingen aan cliënten en de financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs (zie in bovenstaande tabel respectievelijk activa rubrieken II, III.4 en passiva rubriek 2) wordt bepaald gebruik makend van het discounted cashflow model (actuele waarde van toekomstige kasstromen op basis van de geldende swaprente + marge; de gehanteerde marge is deze die actueel was bij de laatste transacties van de bank in de betrokken markt; er wordt rekening gehouden met een percentage vervroegde aflossingen, er wordt geen rekening gehouden met een percentage kredietverliezen) (**) De financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (activa rubrieken III.1 en III.2 en passiva rubriek 1), voor verkoop beschikbare financiële activa (activa rubriek III.3) en derivaten gebruikt ter afdekking (activa rubriek III.6 en passiva rubriek 3) worden aan reële waarde op de balans opgenomen (reële waarde is gelijk aan boekwaarde). Voor de meeste effecten wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de notering op de publieke markt (niveau 1 in de bovenstaande tabel), voor enkele niet-genoteerde effecten worden andere marktgegevens gebruikt (niveau 2); voor de derivaten wordt de reële waarde bepaald als de actuele waarde van toekomstige kasstromen rekening houdend met de geldende swaprente en volatiliteit (niveau 2). (***) Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken (activa rubriek I.) zijn zeer kortlopende activa, waardoor reële waarde gelijk gesteld wordt aan de waarde waarvoor ze in de boeken werd opgenomen.
7. TOELICHTINGEN BIJ DE GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING 7.1 NETTO INTRESTINKOMSTEN (in duizenden EUR) 2013
2012
1. Intrestbaten 1.1 Geldmiddelen en tegoeden bij centrale banken
217
408
1.2 Vorderingen op kredietinstellingen
448
697
1.3 Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
962
3.275
9.636
13.836
1.4 Financiële activa beschikbaar voor verkoop 1.5 Financiële activa gewaardeerd aan reële waarde 1.6 Leningen en vorderingen (inclusief financiële leases)
-
127.429
628
2.295
134.717
147.980
1.7 Derivaten gebruikt ter afdekking Totaal intrestbaten
41
122.826
2. Intrestlasten 2.1 Deposito's van centrale banken 2.2 Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
(1)
-
(5.146)
(5.728)
(192)
(203)
(43.256)
(48.434)
(797)
(792)
2.3 Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs Deposito's van kredietinstellingen Deposito's van cliënten In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen Achtergestelde verplichtingen
(3.468)
(3.642)
2.4 Derivaten gebruikt ter afdekking
(5.091)
(10.037)
(57.951)
(68.837)
76.767
79.144
Totaal intrestlasten Netto intrestbaten
7.2 DIVIDENDEN (in duizenden EUR) Dividenden uit
2013
2012
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
155
178
Totaal
155
178
7.3 NETTO VERGOEDINGEN EN COMMISSIES (in duizenden EUR)
Inkomsten commissies Commissies inzake verkoop verzekeringsbeleggingen, beleggingsfondsen, vermogensbeheer en beurstransacties Overige Uitgaven commissies Netto commissies
2013 34.346 31.736 2.610 (2.745) 31.601
2012 29.992 27.175 2.816 (3.220) 26.772
7.4 WINSTEN (VERLIEZEN) OP FINANCIËLE ACTIVA BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP (in duizenden EUR) Gerealiseerd resultaat
2013
2012
Gerealiseerde winsten op financiële activa beschikbaar voor verkoop
1.985
6.642
Gerealiseerde verliezen op financiële activa beschikbaar voor verkoop
(3) 1.982
(551) 6.091
Totaal gerealiseerd
Niet-gerealiseerd resultaat
2012
2013
Wijziging in de reële waarde van de activa beschikbaar voor verkoop via eigen vermogen Wijziging in de reële waarde van de activa beschikbaar voor verkoop via de resultatenrekening (desinvestering) Wijziging in de reële waarde van de activa beschikbaar voor verkoop via de resultatenrekening (waardevermindering)
Totaal niet-gerealiseerd
(5.446)
17.178
(1.982)
(6.091)
13 (7.415)
2.292 13.379
7.5 WINSTEN (VERLIEZEN) OP FINANCIËLE ACTIVA EN VERPLICHTINGEN AANGEHOUDEN VOOR HANDELSDOELEINDEN (in duizenden EUR) 2013 Eigen vermogensinstrumenten en verwante derivaten (exclusief intresten)
2012 (42)
Rentevoetinstrumenten en verwante derivaten (exclusief intresten)
(15)
4.757 4.715
Totaal
169 154
7.6 WINST (VERLIEZEN) UIT DERIVATEN GEBRUIKT TER AFDEKKING (in duizenden EUR) 2013 Winst
2012 Verlies
Winst
Verlies
I. INDEKKING VAN HET RENTERISICO VAN EEN PORTEFEUILLE 1. Reële waarde indekking van renterisico 1.1. Reële waarde wijzigingen van de ingedekte positie 1.2. Reële waarde wijzigingen van de indekkingsderivaten 1.3. Gespreide inresultaatname van reële waarde ingedekte positie bij aanvang 2. Kasstroomindekking van renterisico 2.1. Reële waarde wijzigingen van het indekkingsinstrument - ineffectief gedeelte en tijdswaarde 2.2. Gespreide inresultaatname van intrinsieke waarde van caps bij aanvang
(4.736)
Niet-gerealiseerd resultaat
(1.139)
1.253
579
-
135 -
II. STOPZETTING KASSTROOMINDEKKING Totaal gerealiseerd
1.097
4.700
(8)
(3.280) 5.953
(8.016)
2013
Reële waarde wijzigingen van de kasstroomafdekking - effectief gedeelte Winst (verlies) op kasstroomafdekking overgedragen uit het EV naar de resultatenrekening Totaal niet-gerealiseerd
(3.091) 1.812
(4.238)
2012 -
2.564
3.280 3.280
3.099 5.662
Momenteel wordt geen gebruik gemaakt van micro-indekkingen. Aansluiting met de balansrubriek Wijzigingen in reële waarde van de afgedekte posities bij afdekking van het renterisico van een portefeuille Beginsaldo Reële waarde wijzigingen van de ingedekte positie Gespreide inresultaatname van reële waarde ingedekte positie bij aanvang Eindsaldo
2013
2012 3.705 (4.736)
2.028 1.097
1.253 222
579 3.705
7.7 WINST EN VERLIES OP DE REALISATIE VAN ANDERE ACTIVA DAN VOOR VERKOOP AANGEHOUDEN (in duizenden EUR) 2013
2012
Opbrengsten
-
Kosten
(49)
Totaal
(49)
6 6
In 2013, evenals in 2012, betreffen de opbrengsten en kosten de meer- en minwaarden gerealiseerd op de verkoop van materieel vaste activa.
7.8 OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN EN -KOSTEN (in duizenden EUR) 2013
2012
Overige bedrijfsopbrengsten
2.824
1.711
Recuperaties van achterstallige interesten en kosten op dubieuze debiteuren die in de voorgaande boekjaren volledig waren afgeschreven
2.496
1.444
Overige
328
267
Overige bedrijfskosten
(37)
(26)
Totaal
2.787
1.686
In 2013 waren er opmerkelijk grotere recuperaties op enkele individuele dossiers m.b.t. dubieuze debiteuren.
7.9 PERSONEELSKOSTEN (in duizenden EUR) 2013 Lonen en salarissen
2012
(25.655)
(25.224)
Sociale lasten
(7.014)
(6.529)
Vergoedingen na uitdiensttreding (zie ook toelichting 11.2)
(2.067)
(1.204)
(1.762)
(1.709)
Vaste bijdragen plannen Te bereiken doel plannen
(305)
505
Kost voor op aandelen gebaseerde vergoedingen (optieplannen)
(1.028)
(1.497)
Overige
(3.736)
(3.829)
Totaal
(39.500)
(38.284)
Aantal personeelsleden op balansdatum
466
465
7.10 ALGEMENE EN ADMINISTRATIEVE KOSTEN (in duizenden EUR) 2013
2012
Erelonen en kosten toezichthouder
(1.050)
(1.472)
Informatica
(6.716)
(5.485)
Marketingkosten
(2.035)
(1.815)
Banksysteem en administratie
(4.831)
(4.625)
Onderhoud en herstellingen
(2.297)
(2.116)
Huisvesting
(1.114)
(1.202)
Vorming en autokosten
(3.415)
(3.179)
(436)
(409)
Bankenheffingen
(1.977)
(2.905)
Overige
(1.385)
(1.423)
Totaal
(25.256)
(24.631)
Overige kosten personeelsbeleid
7.11 MATERIELE VASTE ACTIVA (in duizenden EUR)
Terreinen en gebouwen
Installaties, machines en uitrusting
Meubilair en rollend materieel
Overige materiële vaste activa
Activa in aanbouw & vooruitbet.
Totaal
MUTATIES IN MATERIELE VASTE ACTIVA, 2012 Beginsaldo, 1 januari 2012
27.683
80
696
2.677
186
Aanschaffingswaarde
35.454
1.284
1.802
4.790
186
Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
(7.771)
(1.204)
(1.106)
(2.113)
Investeringen
3.399
130
31.320 43.515 (12.194)
7
34
15
3.585
(19)
(2.223)
(2.630)
(29)
(137)
(344)
(2.207)
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties Overdrachten en buitengebruikstellingen ( - ) Afschrijvingen ( - )
(387) (1.696)
Uitgeboekte afschrijvingen
387
Overige toename (afname)
186
10
1.297
1.695 (186)
29.571
58
584
1.536
15
Aanschaffingswaarde
38.651
1.290
1.817
2.697
15
Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
(9.080)
(1.233)
(1.233)
(1.160)
Eindsaldo, 31 december 2012
31.764 44.469 (12.706)
MUTATIES IN MATERIELE VASTE ACTIVA, 2013 Beginsaldo, 1 januari 2013
29.571
58
584
1.536
15
Aanschaffingswaarde
38.651
1.290
1.817
2.697
15
Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
(9.080)
(1.233)
(1.233)
(1.160)
Investeringen
2.727
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties Overdrachten en buitengebruikstellingen ( - ) Afschrijvingen ( - )
(140)
(0)
(1.870)
(28)
140
Overige toename (afname)
154
Aanschaffingswaarde Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
34
917
44.469 (12.706)
90
27
Uitgeboekte afschrijvingen
Eindsaldo, 31 december 2013
2
31.764
3.771 27
(134)
0
(209)
(350)
(354)
(2.385)
35
175 154
30.583
59
485
1.925
104
41.393
1.319
1.851
3.404
104
(10.810)
(1.260)
(1.366)
(1.479)
33.156 48.072 (14.916)
7.12 IMMATERIELE ACTIVA (in duizenden EUR)
Goodwill
Computersoftware
Totaal
MUTATIES IN IMMATERIELE ACTIVA, 2012 Beginsaldo, 1 januari 2012 Aanschaffingswaarde (AW)
3.523 3.523
4.467
7.990
7.274
10.797
(2.807)
(2.807)
3.722
3.722
(1.084)
(1.084)
3.523
7.106
10.629
3.523
10.996
14.519
-
(3.890)
(3.890)
3.523
7.106
10.629
3.523
10.996
14.519
(3.890)
(3.890)
Geaccumuleerde afschrijvingen ( - ) Intern ontwikkelde investeringen Investeringen Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties Afschrijvingen ( - ) Overige toename (afname) Eindsaldo, 31 december 2012 Aanschaffingswaarde Geaccumuleerde afschrijvingen ( - ) MUTATIES IN IMMATERIELE ACTIVA, 2013 Beginsaldo, 1 januari 2013 Aanschaffingswaarde (AW) Geaccumuleerde afschrijvingen ( - ) Intern ontwikkelde investeringen Investeringen
3.096
3.096
Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties
1.247
1.247
(1.947)
(1.947)
Afschrijvingen ( - ) Overige toename (afname) Eindsaldo, 31 december 2013 Aanschaffingswaarde Geaccumuleerde afschrijvingen ( - )
(667)
(667)
2.856
9.502
12.359
2.856
15.339
18.195
(5.837)
(5.837)
In het kader van de fusie van de vastgoedvennootschappen Station Zuid (eigenaar grond hoofdzetel) en Fracav (eigenaar kantoor Mons) met Bank J. Van Breda & C°, werd ervoor geopteerd de goodwill van 667 k eur uit te boeken en deze grond en gebouwen op te waarderen, overeenkomstig de bedrijfseconomische realiteit. De resterende goodwill is gerelateerd aan de overname van de kredietportefeuille "binnenvaart" van Ethias Bank in 2007. Jaarlijks wordt de goodwill onderworpen aan een impairment test die erin bestaat de realiseerbare waarde te vergelijken met de boekwaarde (inclusief de goodwill). De impairment test heeft geen aanleiding gegeven tot een waardevermindering.
7.13 VOORZIENINGEN (in duizenden EUR) Voorzieningen voor gerechtelijke procedures
Voorzieningen voor contractuele verplichtingen
Voorzieningen voor brugpensioenen
39
250
1.686
1.975
376
376
Totaal
MUTATIES IN VOORZIENINGEN Beginsaldo, 1 januari 2013 Additionele voorzieningen Toename van bestaande voorzieningen
1
Bedrag aan gebruikte voorzieningen ( - ) Terugname van niet-gebruikte voorzieningen ( - )
(250) (7)
Impact wijziging discontovoet Eindsaldo, 31 december 2013
33
0
13
14
(176)
(426)
(20)
(26)
26
26
1.905
1.938
7.14 BIJZONDERE WAARDEVERMINDERINGEN (in duizenden EUR) 2013 Toevoegingen Leningen en vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (inclusief financiële leasing)
Terugnemingen
(5.604)
Voor verkoop beschikbare financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde in het eigen vermogen
Overige
Totaal
4.102
14
(1.488)
4.102
14
(1.501)
(13)
Totaal
(13)
(5.617)
2012 Toevoegingen
Terugnemingen
Leningen en vorderingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs (inclusief financiële leasing)
(7.320)
Voor verkoop beschikbare financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde in het eigen vermogen
(2.292)
Totaal
(9.611)
Overige
Totaal
4.662
266
4.662
266
(2.391) (2.292) (4.683)
De waardeverminderingen op kredieten en vorderingen betreffen: - waardeverminderingen op kredieten die terecht gekomen zijn in de hoogste risicocategorie in de kredietportefeuille. Op deze kredieten wordt een waardevermindering geboekt van minimaal 20% van het ongedekt uitstaand krediet. Voor de bepaling van het ongedekt gedeelte verwijzen we naar de waarderingsregels. - waardeverminderingen op vorderingen die werden overgedragen naar de afdeling betwiste zaken omdat ze dubieus geworden zijn. Er gelden criteria voor verplichte overdracht wanneer bepaalde gebeurtenissen zich voordoen bij onze clienten, kredietnemers of borgen. Op deze vorderingen wordt een waardevermindering geboekt gelijk aan het ongedekt uitstaand krediet. Voor de bepaling van het ongedekt gedeelte verwijzen we naar de waarderingsregels.
2012
2013 Op individuele basis beoordeelde financiële activa die bijzondere waardeverminderingen hebben ondergaan
Waardevermindering
Boekwaarde
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
2.501
951
Waardevermindering
Boekwaarde 3.498
1.144
Centrale overheden Kredietinstellingen Ondernemingen Leningen en vorderingen
2.501
951
3.498
1.144
100.973
46.394
117.546
63.140
Handelswissels & eigen accepten
-
-
5.187
4.280
4.910
4.153
77.871
37.551
91.077
55.778
Financiële leases Investeringskredieten en financieringen Hypothecaire leningen Werkingskredieten
3.446
165
599
128
14.469
4.398
20.960
3.081
121.044
64.285
Overige kredietvorderingen Totaal
-
-
103.474
47.345
2012
2013 Op individuele basis beoordeelde financiële activa die bijzondere waardeverminderingen hebben ondergaan: uitsplitsing per economische sector
Boekwaarde
Waardevermindering
2.501
Financiële activa beschikbaar voor verkoop
951
Boekwaarde 3.498
Waardevermindering 1.144
Centrale overheden Kredietinstellingen Ondernemingen
2.501
951
3.498
1.144
100.973
46.394
117.546
63.140
Vrije beroepen en zelfstandigen
10.061
2.383
9.550
2.075
Groot- en detailhandel
10.950
4.206
22.825
5.488
Bouwnijverheid, verhuur en handel in onroerende goederen
10.477
5.727
8.623
6.093
Transport, opslag en logistiek
43.574
21.584
37.257
16.449
Overige sectoren
23.607
11.385
37.564
31.379
2.303
1.109
1.727
1.655
103.474
47.345
121.044
64.285
Leningen en vorderingen aan
Particulieren Totaal
Mutaties van specifieke waardeverminderingen voor op individuele basis beoordeelde financiële activa Openingsbalans Verwervingen door middel van bedrijfscombinaties Bedragen die opzij gezet zijn met het oog op vermoedelijke verliezen Bedragen die teruggeboekt zijn met het oog op vermoedelijke verliezen (-) Uitboeking waardeverminderingen op verkoop beschikbare financiële activa Uitboeking waardeverminderingen op leningen en vorderingen Andere aanpassingen Eindbalans Terugwinningen op afgeboekte vorderingen, rechtstreeks opgenomen in de winst- en verliesrekening (zie toelichting 7.8 Overige bedrijfsopbrengsten) Kosten van uitwinning rechtstreeks opgenomen in de winst- en verliesrekening
2013
2012
64.285
80.619
-
-
5.617
9.611
(4.102)
(4.662)
(206)
(10.949)
(20.723)
(9.917)
2.475
(418)
47.345
64.285
2.496
1.444
359
430
7.15 EENMALIGE KOST VERBONDEN AAN DE UITTREDING DOOR ABK UIT HET STATUUT VAN HET BEROEPSKREDIET (in duizenden EUR) Deze toelichting kadert de materiële bedragen die voor het boekjaar 2012 zijn terug te vinden in de winst- en verliesrekening in rubrieken VI. Eenmalige kost verbonden aan uittrede uit statuut Beroepskrediet en Winstbelastingen verbonden aan kost uittreding uit statuut Beroepskrediet . In 2012 werd een wet ingevoerd die het voor leden van het beroepskrediet mogelijk maakt om – mits het betalen van een “bijzondere bijdrage” – uit het statuut van het beroepskrediet te treden. ABK heeft in 2012 van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Bank J.Van Breda & C° vermeldde al in haar prospectus bij het bod op ABK dat zij de intentie had om uit het netwerk te treden. In dit kader werd bij de overname in 2011 een uitgestelde belastingschuld voorzien. Na verrekening van de belastingeffecten bleef in 2012 de netto-impact van de bijzondere bijdrage op de vermogenspositie van de bank dan ook beperkt.
Eenmalige kost verbonden aan uittreding Winstbelasting op de eenmalige kost Terugname van belastingprovisie aangelegd bij overname
Totaal belastingseffecten Netto-kost verbonden aan uittreding
2012 (60.112) 20.432 39.211
59.643 (469)
Onder het statuut van het beroepskrediet was ABK gebonden aan een aantal wettelijke en statutaire beperkingen: - enerzijds diende ABK als kredietvereniging die lid is van het net van het Beroepskrediet in hoofdorde tot doel te hebben beroepskredieten te verstrekken, en diende zij zich te houden aan de deontologische code van het beroepskrediet, die onder meer een verbod inhield op het openen van vestigingen in het rechtsgebied van andere leden van het net. Een ontslagname uit het net van het Beroepskrediet zou ingevolge artikel 219bis van het Wetboek van Inkomstenbelastingen resulteren in een verschuldigde vennootschapsbelasting ten bedrage van 39,2 miljoen euro. Voor dit bedrag werd bij de overname in 2011 een provisie voorzien; - anderzijds was ABK gebonden aan een aantal wettelijke en statutaire beperkingen inzake winstuitkering, fusies en bestemming van het vereffeningsoverschot. De wet van 27 november 2012 tot wijziging van de wet van 21 december 2009 betreffende het statuut van de betalingsinstellingen, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en de toegang tot betalingssystemen, en van andere wetgeving die betrekking heeft op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld en van de kredietverenigingen uit het net van het Beroepskrediet, heeft naast de mogelijkheid om ontslag te nemen uit het net van het Beroepskrediet, de mogelijkheid gecreëerd om, mits betaling van een bijzondere bijdrage, uit het toepassingsgebied van de wet op het Beroepskrediet (de gecoördineerde wet van 24 december 1996 tot organisatie van de openbare kredietsector en van het bezit van de deelnemingen van de openbare sector in bepaalde privaatrechtelijke financiële vennootschappen) te treden. De beslissing tot uittrede uit de wet
resulteert in een automatische beëindiging van het lidmaatschap aan het net van het Beroepskrediet. ABK heeft beslist gebruik te maken van deze mogelijkheid tot uittrede uit het toepassingsgebied van de wet. Voor ABK bedroeg de bijzondere bijdrage 60,1 miljoen euro. De betaling van deze bijzondere bijdrage zorgt voor een uitsluiting op definitieve wijze van artikel 219bis WIB, waardoor de provisie van 39,2 miljoen euro - die bij de overname van ABK werd aangelegd - kon worden teruggenomen. De eenmalige kost verbonden aan de uittreding heeft geleid tot de erkenning van een uitgestelde belastingvordering. Op een buitengewone algemene vergadering de dato 2 januari 2013 werden in de statuten van de vennootschap ABK volgende wijzigingen aangebracht: - de statutaire beperkingen aangaande winstuitkering werden opgeheven; - de bestemming van het liquidatieoverschot werd gewijzigd zodat het voortaan zal toekomen aan de vennoten; - de statutaire beperkingen op fusies, splitsingen en andere herstructureringen werden opgeheven. Door het wegvallen van het beperkende kader van het beroepskrediet kan ABK op een meer flexibele manier haar strategie ontwikkelen en wordt het gemakkelijker om de samenwerking tussen Bank J.Van Breda & C° en ABK zo efficiënt en transparant mogelijk te organiseren en om het eigen vermogen van de groep optimaal in te zetten voor toekomstgerichte investeringen.
7.16 UITSLUITING INACTIEVE VENNOTEN ABK BANK Doordat ABK Bank uit het statuut van het Beroepskrediet is getreden (zie toelichting 7.15), kunnen vennoten die uittreden, voortaan worden vergoed tegen boekwaarde in plaats van de veel lagere nominale waarde. ABK Bank heeft van de statutaire mogelijkheid gebruik gemaakt om inactieve vennoten uit te sluiten. Conform de statuten hebben deze minderheidsaandeelhouders bij uitsluiting recht op een scheidingsaandeel dat gelijk is aan de eigenvermogenswaarde van het aandeel berekend aan de hand van de enkelvoudige balans van de vennootschap van het boekjaar waarin de vennoot is uitgetreden of de uitsluiting werd beslist.
Waarde per aandeel (in EUR) Totale waarde uitgesloten vennoten (in duizenden EUR)
Enkelvoudig 125,03 15.246
IFRS 141,95 17.264
Verschil 16,92 2.018
Onder IFRS worden alle transacties met aandeelhouders verwerkt binnen het eigen vermogen. Enerzijds werd het totale scheidingsaandeel (15.246 k eur) als verplichting opgenomen (zie toelichting 6.16). Anderzijds neemt het minderheidsbelang in het EV af met 17.264 k eur, zoals te zien is in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen. Het positieve verschil tussen de IFRS-waarde en het scheidingsaandeel (2.018 k eur) komt toe aan het eigen vermogen van de groep. Als gevolg van de uitsluiting stijgt het belang van Bank J. Van Breda & C° in ABK Bank eind 2013 van 91,76% naar 99,88%. Doordat de uitsluiting is gebeurd op 31/12/2013, komt het resultaat van ABK Bank in 2013 nog voor 8,24% toe aan minderheidsbelangen.
7.17 WINSTBELASTINGEN (in duizenden EUR) I. UITGESTELDE BELASTINGVORDERINGEN EN -VERPLICHTINGEN OPGENOMEN IN DE BALANS
2013 Vorderingen
Verplichtingen
2012 Vorderingen
Netto
Mutaties
Verplichtingen
Netto
Via resultaat
Via eigen vermogen
Via bedrijfscombinatie
Totaal
Financiële activa en verplichtingen - Financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden en derivaten gebruikt ter afdekking (activa en verplichtingen) - Voor verkoop beschikbare financiële activa
1.201
1.201
(1.263)
(3.491)
(533)
(533)
(139)
729
589
22
(971)
(949)
(2.229)
- Leningen en vorderingen (inclusief financiële leasing) Materiële vaste activa Goodwill en andere immateriële activa Voorzieningen Overige verplichtingen Fiscaal verrekenbare tegoeden Fiscale verliezen Totaal
481
481
449
(391)
1.169 17.810 17.563
(1.228)
(3.784)
3.363
3.363
(2.797)
(6.581)
(489)
(489)
(44)
87
(109)
186
(196)
(971) 1.556
58
569
1.169
2.661
17.810
20.139
16.335
20.945
(971) 1.556
(400)
169 2.661
(1.207)
(1.048) 400
(1.115)
(2.163)
2.690
3.090
512
698
(44)
22
22
(1.076) 96
(1.076) (206)
(1)
(1.492)
20.139
(2.407)
19.738
(5.362)
(111) (1.492)
1.881
78
(2.329)
77
(3.403)
De uitgestelde belastingvorderingen voor fiscaal verrekenbare tegoeden en fiscale verliezen (2013: 18.979, 2012: 22.800 k eur) zijn ontstaan als gevolg van de uittrede van ABK Bank uit de wet van het beroepskrediet en zijn afhankelijk van in de toekomst te realiseren belastbare winst. De tegoeden ingevolge fiscale verliezen (17.810 k eur) worden verwacht volledig verrekenbaar te zijn; de tegoeden ingevolge overgedragen notionele intrestaftrek (2.661 k eur) worden verwacht verrekenbaar te zijn voor een bedrag van 1.169 k eur (eind 2012 nog volledig verrekenbaar ingeschat). In de huidige fiscale regelgeving is de overgedragen notionele intrestaftrek slechts overdraagbaar tot en met boekjaar 2018. Het niet-erkende belastingtegoed van 1.492 k eur (verschil tussen 2.661 en 1.169 k eur) wordt als afwaardering ten laste genomen van het resultaat. Gebaseerd op het actuele businessplan en de huidige fiscale regelgeving is de Bank van oordeel voldoende belastbaar resultaat te kunnen realiseren om de fiscaal verrekenbare tegoeden en verliezen te kunnen aanwenden. Hierbij werd rekening gehouden met de latente meerwaarden op de effectenportefeuille en met de mogelijkheden die de Bank ziet om de liquiditeitsoverschotten en het overschot aan eigen vermogen waarover ABK beschikt zo efficiënt mogelijk in te zetten.
II. ACTUELE EN UITGESTELDE BELASTINGLASTEN EN -BATEN
2013
2012
1. Actuele belastingen, netto (9.409)
Belastingen op het resultaat van het boekjaar
10
Aanpassingen aan belastingen van voorgaande perioden
(9.399)
Totaal
(12.645) 2.657 (9.988)
2. Uitgestelde belastingen, netto: (778)
Herkomst en terugboeking van tijdelijke verschillen
(4.584)
Toevoeging (gebruik) van fiscaal overdraagbare verliezen en tegoeden
(107) 15.934 39.211
Terugname provisie voor uittreding ABK uit statuut Beroepskrediet Totaal
Totaal actuele en uitgestelde belastinglasten en -baten
(5.362)
55.037
(14.760)
45.049
De grote aanpassing aan belastingen van voorgaande perioden in 2012 had te maken met de in 2012 definitief gerealiseerde minwaarde op de verkoop van Griekse obligaties.
III. BELASTINGEN OP NIET-GEREALISEERDE WINST
2013 Bruto
Voor verkoop beschikbare financiële activa Kasstroomafdekkingen Actuariële winsten en verliezen op toegezegdpensioen-regelingen Totaal belastingen op niet-gerealiseerde winst
Belastingen
2012 Netto
Bruto
Netto
(7.415)
2.690
(4.725)
13.379
(4.258)
9.120
3.280
(1.115)
2.165
5.662
(1.925)
3.738
607
(206)
400
(3.528)
1.369
IV. AANSLUITING TUSSEN TOEPASSELIJK EN EFFECTIEF BELASTINGTARIEF Winst (verlies) vóór belasting Winst van geassocieerde ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode (-)
Toepasselijk belastingtarief (%) Belastingen op basis van het toepasselijk belastingtarief
Impact van niet-belastbare inkomsten Impact van niet-aftrekbare kosten Impact van over-(onder)schattingen voorgaande perioden Impact van notionele intrestaftrek Afwaardering van fiscaal verrekenbaar tegoed m.b.t. overgedragen notionele intrestaftrek Overige toename (afname)
Belasting op basis van het effectief belastingtarief
(2.160)
2013
Belastingresultaat opgenomen in de winst- en verliesrekening
Winst (verlies) vóór belasting Winst van geassocieerde ondernemingen opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode (-)
(712) 18.329
242 (5.941)
(470) 12.388
2012
47.135 (220)
(17.067) (278)
46.915
(17.345)
33,99%
33,99%
(15.946)
5.896
49 (933) 75 3.572
58 (1.737) (279) 1.976
(1.492) (85)
(14.760)
(76)
5.839 39.211
Impact teruggenomen provisie voor uittreding ABK uit statuut Beroepskrediet
Effectief belastingtarief (%)
Belastingen
(14.760)
45.049
47.135
(17.067)
(220)
(278)
46.915 31,46%
(17.345) 33,66%
Het effectief belastingtarief houdt voor 2012 geen rekening met de teruggenomen provisie voor uittreding van ABK uit het statuut van het Beroepskrediet.
8. BEDRIJFSCOMBINATIES (in duizenden EUR) In juli 2013 heeft de bank een overeenkomst getekend waardoor ze voor 100% eigenaar werd van Axemia NV. Axemia is een “application development company” en stelt informatici te werk die binnen bedrijven het bestaande IT-team versterken en meehelpen om specifieke software te ontwikkelen. Eind 2013 stelt Axemia 7 medewerkers te werk, die allen binnen Bank J.Van Breda & C° meewerken aan de ontwikkeling van nieuwe toepassingen. Met deze overname verzekert Bank J.Van Breda & C° zich ervan dat de knowhow die werd opgebouwd tijdens de ontwikkeling van een nieuwe softwaretoepassing ook in huis blijft na de definitieve oplevering van het systeem. Voor de medewerkers van Axemia biedt deze overname de garantie op continuïteit. Reële waarde van de verworven activa op het moment van verwerving Vorderingen op kredietinstellingen Overige vorderingen Materiële vaste activa Immateriële activa Belastingvorderingen: uitgestelde belastingen Overige activa Totaal Activa Reële waarde van de verworven verplichtingen op het moment van verwerving Schulden op kredietinstellingen Belastingverplichtingen: actuele belastingen Overige verplichtingen Totaal Verplichtingen Netto-actief (overnameprijs)
116 8 27 1.247 77 1 1.476
112 2 202 316 1.160
9. NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) 2013 Onderliggende waarde
2012 Onderliggende waarde
1. Gestelde kredietengagementen
328.530
2. Gestelde financiële zekerheden
51.150
307.407 53.749
3. Gestelde zakelijke zekerheden
179.565
140.290
Totaal
559.245
501.445
De toename bij de gestelde zakelijke zekerheden betreft de waarborg verleend voor kortlopende repo-ontleningen afgesloten in het kader van het liquiditeitsmanagement.
10. VERBONDEN PARTIJEN De met Bank J. Van Breda & C° verbonden partijen zijn: * geassocieerde ondernemingen (zie toelichting 5.2); * leden van de Raad van Bestuur en het directiecomité van de bank evenals dichte familieleden van voornoemde personen of elke vennootschap die gecontroleerd of sterk beïnvloed wordt door één van de hoger vermelde personen; * andere verbonden partijen: ° Bank Delen; ° Finaxis; ° Ackermans & van Haaren en haar dochtervennootschappen. Transacties tussen Bank J. Van Breda & C° en de integraal geconsolideerde dochterondernemingen (zie toelichting 5.1) worden geëlimineerd en zijn niet opgenomen in deze toelichtingen. Sinds 1998 zijn de aandelen van de bank verankerd in de holding Finaxis, net zoals deze van Bank Delen. Vandaag is Ackermans & van Haaren NV met 75% van de aandelen de referentie-aandeelhouder van Finaxis. Ackermans & van Haaren is rechtstreeks eigenaar van 40% van de aandelen; haar 100%-dochtervennootschap naar Luxemburgs recht, Profimolux, is eigenaar van 35% van de aandelen van Finaxis. De familie Delen participeert in het kapitaal via de vennootschap naar Luxemburgs recht, Promofi, die 25% van Finaxis bezit. Ackermans & van Haaren is tevens eigenaar van 15% van de aandelen van Promofi, waardoor het aandeel in Finaxis (rechtstreeks en onrechtstreeks) 78,75% bedraagt. Door Ackermans & van Haaren wordt eveneens een geconsolideerde jaarrekening opgesteld en gepubliceerd. Tabellen 10.1 tot en met 10.3 geven per aard de transacties weer van de laatste twee jaren die met deze verbonden partijen werden verricht.
10.1 VERBONDEN PARTIJEN: WINST- EN VERLIESREKENING (in duizenden EUR) 2013
INKOMSTEN EN KOSTEN
Geassocieerde ondernemingen
Andere verbonden partijen
2012
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
Geassocieerde ondernemingen
Andere verbonden partijen
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
I. Financiële en bedrijfsinkomsten 1. Netto intrestinkomsten
(21)
2. Ontvangen dividenden 3. Netto vergoedingen en commissies
285 (33)
90
(15)
-
16.098
55
45
285
182
16.064
(29)
143
(17)
(45)
126 182
13.054
13.025
II. Administratieve kosten 1. Personeelskosten 2. Algemene en administratieve kosten
(4.401)
Totaal
(4.170)
(1.708)
(1.708)
(37) 16.151
(1.723)
-
(1.571)
(4.437)
(3.856)
10.258
(3.657)
(1.571)
(34) 13.163
Openstaande opties bestuurders Aantal openstaande nog uitoefenbare opties in het kader van de optieplannen uitgegeven door Finaxis: 4.970 aandelen vertegenwoordigen 0,77% van het kapitaal van de bank dat uit 650.000 gewone aandelen zonder nominale waarde bestaat.
(3.890) (1.588)
2013 4.970
(45)
7.873
2012 4.970
Transacties tussen verbonden partijen vonden plaats onder voorwaarden gelijkwaardig aan de voorwaarden die gelden in transacties tussen onafhankelijke partijen. De resultaten van andere verbonden partijen zijn voornamelijk resultaten voortvloeiend uit transacties met Bank Delen: * betaalde/ontvangen interestvergoedingen op rekeningen van Bank Delen bij Bank J. Van Breda & C°; * netto vergoedingen en commissies in het kader van vermogensbeheer en verkoop fondsen via Bank Delen voor cliënten van Bank J. Van Breda & C°. Dividenden Na balansdatum werd door de Raad van Bestuur voorgesteld een dividend uit te keren van 19,5 eur per in aanmerking komend gewoon aandeel (in 2012: 18,3 per aandeel)
2013 12.675
2012 11.895
10.2 VERBONDEN PARTIJEN: ACTIVA (in duizenden EUR) 2013 Geassocieerde ondernemingen
ACTIVA II. Vorderingen op kredietinstellingen
Andere verbonden partijen
2012
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
17
III. Financiële activa 1. Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 2. Voor verkoop beschikbare financiële activa 3. Leningen en vorderingen (inclusief financiële leasing) 4. Derivaten gebruikt ter afdekking VIII. Overige activa
Totaal
1.016
3.155
58
1.756
1.074
4.928
Totaal
Geassocieerde ondernemingen
17
-
-
-
-
Andere verbonden partijen
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
7
7
-
-
-
-
4.170 -
2.637
3.603
1.814
54
1.472
6.002
2.691
5.083
-
-
6.239 1.526
-
-
7.773
10.3 VERBONDEN PARTIJEN: VERPLICHTINGEN (in duizenden EUR) 2013
VERPLICHTINGEN
Geassocieerde ondernemingen
Andere verbonden partijen
Bestuurders
2012 Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
Geassocieerde ondernemingen
Andere verbonden partijen
Bestuurders
Met bestuurders verbonden entiteiten
Totaal
I. Financiële verplichtingen 1. Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 2. Financiële verplichtingen gewaardeerd aan geamortiseerde kostprijs 2.1. Deposito's van kredietinstellingen 2.2. Deposito's van klanten
1.492
2.3. In schuldbewijzen belichaamde verplichtingen, inclusief obligaties 2.4. Achtergestelde verplichtingen
1.337 4.345
1.067
-
1.337 6.903
1.386
2.020 270
25.469
25.469
96
14
111
441
43
1.588
31.166
33.820
1.827
2.333
1.056
5.273
2.020 7.985
3. Derivaten gebruikt ter afdekking IV. Overige verplichtingen
Totaal
1.067
-
484
1.056
5.273
10.489
11. PERSONEELSBELONINGEN EN OVERIGE VERGOEDINGEN 11.1 OP AANDELEN GEBASEERDE VERGOEDINGEN Als gevolg van een besluit van de Raad van Bestuur van Finaxis NV lopen er momenteel 2 aandelenoptieplannen, voorbehouden aan bepaalde medewerkers en bestuurders van de groep Bank J. Van Breda & C°. Overeenkomstig dit besluit beschikt een Comité over de bevoegdheid om volgens de voorwaarden van deze plannen maximum 28.500 opties (16.500 voor optieplan 2007-2009 en 12.000 voor optieplan 2011-2012) toe te kennen aan geselecteerde deelnemers. De aandelenoptieplannen hebben als doel de betrokkenheid van medewerkers en bestuurders bij de groep Bank J. Van Breda & C° en haar geconsolideerde resultaten te bevorderen. De opties zijn elk jaar enkel uitoefenbaar tijdens de maand april, doch nooit voor het verstrijken van het 3e kalenderjaar dat volgt op het jaar waarin het aanbod op opties plaatsvond. De optieplannen zijn “cash settled” op het niveau van de moedermaatschappij Finaxis. Het aandeel Bank J. Van Breda & C° is niet beursgenoteerd. De waarde van Bank J. Van Breda & C° wordt vastgesteld op 15 keer het gecorrigeerd geconsolideerd nettoresultaat. De te hanteren formule om tot de waarde van een aandeel te komen: (gecorrigeerd geconsolideerd nettoresultaat maal 15 + éénmaal de uitzonderlijke winsten en verliezen van het boekjaar) en dat gedeeld door het aantal aandelen.
Voor de verplichting van moedermaatschappij Finaxis aan de optiehouders wordt binnen de groep Bank J. Van Breda & C° een provisie aangelegd via het eigen vermogen (zie de rubriek Op aandelen gebaseerde vergoedingen in het mutatieoverzicht van het eigen vermogen). De aanpassing van de provisie betekent voor de groep een kost, die wordt opgenomen in de personeelskosten van de geconsolideerde winst- en verliesrekening van de groep Bank J. Van Breda & C° (zie toelichting 7.9). De kostprijs van het optieplan wordt zo gespreid over de periode waar de prestaties van de optiehouders in worden geleverd. Conform IFRS 2 wordt de verplichting jaarlijks geherwaardeerd, gebaseerd op volgende parameters: * de verwachte waarde die de opties in de toekomst zullen hebben, op basis van inschatting van de evolutie van de nettowinst over de volgende jaren; * het verwachte uitoefengedrag en retentie, gebaseerd op het uitoefengedrag van optiehouders en de personeelsretentie van de voorbije periode.
Optieplan 2007-2009
Optieplan 2011-2012
Datum toekenning 1/apr/07
4.946
(1.179)
(720)
3.047
563,01 2011-2015
490
1/apr/08
5.715
(1.167)
(813)
3.735
516,55 2012-2016
1.001
1/apr/09
5.238
(1.276)
(396)
3.566
475,82 2013-2017
1.320
1/apr/11
5.878
-
(166)
5.712
592,25 2015-2019
1.253
1/apr/12
5.782
-
(104)
5.678
605,51 2016-2020
27.559
(3.622)
(2.199)
21.738
Totaal
Aantal uitgeoefend e opties
Aantal verbeurd verklaarde opties
Saldo uitstaande opties Uitoefenprijs
2013 Gewogen Gewogen gemiddelde Uitstaande gemiddelde waarde opties uitoefenprijs aandeel Uitstaand bij aanvang periode
24.548
Range uitoefenprijs
Gewogen resterende gemiddelde looptijd (in jaren)
554,23
Toegekend in periode Verbeurd verklaarde opties Uitgeoefende opties Vervallen opties
(206)
584,35
(2.604)
507,80
640,13
-
Uitstaand op einde periode
21.738
559,51
Uitoefenbaar op einde periode
10.348
516,19
475,82 - 563,01
2,30
2012 Gewogen Gewogen gemiddelde Uitstaande gemiddelde waarde opties uitoefenprijs aandeel Uitstaand bij aanvang periode Toegekend in periode Verbeurd verklaarde opties Uitgeoefende opties Vervallen opties Uitstaand op einde periode Uitoefenbaar op einde periode
Provisie per 31/12/2013 (in duizenden eur)
Aantal toegekende opties
22.676
Range uitoefenprijs
Gewogen resterende gemiddelde looptijd (in jaren)
526,78
5.782 (157)
543,25
(3.753)
467,83
605,51
24.548
554,23
8.110
537,60
516,55 - 563,01
2,80
Uitoefenperiode
914 4.978
11.2 PENSIOENPLANNEN (in duizenden EUR) I. TE BEREIKEN DOEL PENSIOENPLANNEN 2013
2012
1. Bedragen opgenomen in de balans Nettoverplichtingen (-vorderingen) uit hoofde van gefinancierde te bereiken doel plannen
1.324
1.674
3.511 -2.187
3.624 -1.951
1.324 1.324 0
1.674 1.674 0
1.674
1.777
-48 305 -607 1.324
-310 -505 712 1.674
305 258 104 -56
-505 165 198 -93 -775
3.624 258 104 -83 -392
4.332 165 198 -1.116 820
-392 0
820 0
Winsten (-) en verliezen (+) bij afwikkeling Contante waarde van de brutoverplichting, eindsaldo
0 3.511
-775 3.624
3b. Bewegingen in de reële waarde van fondsbeleggingen Reële waarde van fondsbeleggingen, beginsaldo Verwacht rendement op fondsbeleggingen (-) Actuariële winsten (-) en verliezen (+)
-1.951 -56 -215
-2.556 -93 -109
13 -227
-109
-48 83 -2.187
-310 1.116 -1.951
2,94% 2,94% 5,27% 2,00% MR/FR
2,89% 2,89% 5,27% 2,00% MR/FR
-3,31% 3,47%
-3,45% 3,61%
1,45% -1,40%
2,71% -2,61%
49 20,4
81 14,1
Contante waarde van volledig of gedeeltelijk gefinancierde brutoverplichtingen Reële waarde van fondsbeleggingen (-)
Nettoverplichtingen (-vorderingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen, zoals opgenomen op de balans Verplichtingen Activa (-) Bewegingen in de nettoverplichtingen (-vorderingen) uit hoofde van te bereiken doel plannen, zoals opgenomen op de balans Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, beginsaldo Toename door bedrijfscombinatie Betaalde bijdragen (-) Opgenomen lasten (detail in rubriek 2a.) Actuariële winsten (-) verwerkt in niet-gerealiseerde resultaten Verplichtingen uit hoofde van te bereiken doel plannen, eindsaldo 2. Nettolasten opgenomen in de resultatenrekening (zie rubriek Personeelskosten, toelichting 7.9) Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten Rentekosten Verwacht rendement op fondsbeleggingen (-) Winsten (-) en verliezen (+) bij afwikkeling
3a. Bewegingen in de contante waarde van de brutoverplichting Contante waarde van de brutoverplichting, beginsaldo Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten Rentekosten Uitbetaalde vergoedingen (-) Actuariële winsten (-) en verliezen (+) - door wijzigingen in financiële assumpties - door wijzigingen in demografische assumpties
- correctie naar werkelijk rendement - overige correcties
Door de werkgever gestorte premies Uitbetaalde vergoedingen (+) Reële waarde van fondsbeleggingen, eindsaldo 4. Voornaamste actuariële veronderstellingen Disconteringsvoet Verwacht rendement op fondsbeleggingen Verwacht percentage van loonsverhogingen Percentage dat de tendens voor medische kosten weerspiegelt Sterftetafels 5. Sensitiviteitsanalyse: impact op de contante waarde van de brutoverplichting Disconteringsvoet - stijging met 25 basispunten - daling met 25 basispunten
Verwacht percentage van loonsverhogingen - stijging met 25 basispunten - daling met 25 basispunten
6. Overige informatie Verwachte werkgeversbijdragen in volgend boekjaar Duration van de brutoverplichting (in jaren)
De te bereiken doel pensioenplannen betreffen de plannen bij ABK. Deze plannen zijn onderschreven bij verzekeraars in het kader van tak 21 (levensverzekeringen met tariefgarantie). De winst bij afwikkeling in 2012 was het gevolg van de vervroegde beëindiging van enkele plannen. De Bank heeft ervoor gekozen om bij de administratieve verwerking van deze te bereiken doel pensioenplannen reeds in 2012 de in 2011 herziene versie van IAS 19 vervroegd toe te passen (verplicht vanaf 1/1/2013). Als gevolg hiervan worden actuariële winsten en verliezen verwerkt als niet-gerealiseerde resultaten in het eigen vermogen. De vervroegde toepassing had geen impact op het resultaat opgenomen in de winst- en verliesrekening.
II. PENSIOENPLANNEN MET VASTE BIJDRAGE 2013 Totaal kosten opgenomen in de resultatenrekening (zie rubriek Personeelskosten, toelichting 7.9)
(1.762)
2012 (1.709)
12. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er hebben zich geen belangrijke gebeurtenissen (positieve of negatieve) voorgedaan tussen 31/12/2013, de balansdatum en 13/2/2014, datum van goedkeuring tot publicatie van de jaarrekening door de Raad van Bestuur.
BEZOLDIGING VAN DE COMMISSARIS (in duizenden EUR) 2013 Bezoldiging van de commissaris Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris Andere controleopdrachten Belastingadviesopdrachten Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door personen met wie de commissaris verbonden is Andere controleopdrachten Belastingadviesopdrachten Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten
2012 178
207
19
11
EXTERNE MANDATEN LEDEN RAAD VAN BESTUUR
Naam
Extern mandaat
Vennootschap + adres
Activiteit
Piet Dejonghe
Onafhankelijk bestuurder
Baloise Insurance NV
Verzekerings-
Posthofbrug 16
onderneming
Beursgenoteerd Neen
2600 Antwerpen Luc Bertrand
Onafhankelijk bestuurder
ING België NV
Kredietinstelling
Neen
Andere
Neen
Andere
Ja
Andere
Neen
Avenue Marnix 24 1000 Brussel
Bestuurder
Institut de Pathologie cellulaire Christian de Duve Avenue Hippocrate 75 1200 Brussel
Onafhankelijk bestuurder
Schroders plc Gresham Street 31 UK - EC2V 7QA London
Vaste vertegenwoordiger
Thornton & C° NV
van Fabilux NV,
Wilmingtonstraat 3
bestuurder
2030 Antwerpen
Opmerking
Verantwoordelijke uitgever:
[email protected] | 04/2014
Het geklasseerde, voormalige goederenstation Antwerpen-Zuid werd volledig gerestaureerd en is nu de zetel van Bank J.Van Breda & C°.
Bank J.Van Breda & C° is een gespecialiseerde adviesbank
03 217 53 33
die zich uitsluitend richt tot ondernemers en vrije beroepen.
elke bankwerkdag van 9 tot 17u
Wij helpen u bij de systematische opbouw en de bescherming van uw vermogen.
Bank J.Van Breda & C° Ledeganckkaai 7
Bij ons kan u rekenen op een persoonlijke, proactieve
2000 Antwerpen
begeleiding. Zowel privé als professioneel. Uw leven lang.
www.bankvanbreda.be/contact
Vragen? Neem contact op met:
[email protected] Verantwoordelijke interne en externe rapportering
[email protected] Communicatieverantwoordelijke
Enkel voor ondernemers en vrije beroepen www.bankvanbreda.be