Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 Model-Jaardocument Dit jaardocument wordt mogelijk op enkele onderdelen nog gewijzigd. In het document is aangegeven welke aanvullingen nog worden verwacht. Kijk voordat u begint op de website www.jaarverslagenzorg.nl om te zien of er wijzigingen zijn. Dit jaardocument bevat alle vragen voor verschillende soorten organisaties. U kunt via de website www.jaarverslagenzorg.nl een op uw organisatie toegesneden jaardocument bestellen of samenstellen.
Inhoudsopgave Inleiding Wat is het jaardocument? Voor wie geldt het jaardocument? Het niveau van verantwoording
6 7 8 10
I
Maatschappelijk verslag
12
1
Uitgangspunten van de verslaggeving
14
2
Profiel van de organisatie 2.1 Algemene identificatiegegevens 2.2 Structuur van het concern 2.3 Kerngegevens
15 15 15 16
3
Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 3.1 Normen voor goed bestuur 3.2 Raad van Bestuur / Directie 3.3 Toezichthouders (Raad van Toezicht/ Raad van Commissarissen/Raad van Beheer) 3.4 Bedrijfsvoering 3.5 Cliëntenraad (met uitzondering van particuliere FPC’s) 3.6 Ondernemingsraad
18 18 19
21 22
4
Beleid, inspanningen en prestaties 4.1 Meerjarenbeleid 4.2 Algemeen beleid verslagjaar 4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid 4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten 4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 4.6 Samenleving en belanghebbenden 4.7 Financieel beleid
23 23 24 24 25 27 28 29
II
Jaarrekening
34
III
DigiMV
36
A
DigiMV Profiel van de organisatie A.1 Nadere typering van het concern A.2 Kerngegevens: productie, personeel en opbrengsten A.3 Werkgebieden A.4 Personeelsinformatie
38 38 43 58 59
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
19 21
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 3
B
DigiMV Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering B.1 Governancecode B.2 Bestuursstructuur B.3 Wettelijke transparantie-eisen bestuursstructuur
62 62 62 63
C
DigiMV Beleid, inspanningen en prestaties C.1 Kwaliteit van zorg: Instellingen Medisch Specialistische Zorg (ziekenhuizen, ZBC’s en UMC’s) C.2 Kwaliteit van zorg: VV&T C.3 Kwaliteit van zorg: GGZ C.4 Kwaliteit van Forensische Zorg C.5 Kwaliteit van Gehandicaptenzorg C.6 Kwaliteit van Kraamzorg C.7 Kwaliteit van Hulp bij het huishouden C.8 Kwaliteitscertificaten, - labels of accreditaties C.9 Klachten C.10 Verloop personeel C.11 Ziekteverzuim C.12 Vacatures C.13 Rentabiliteit C.14 Liquiditeit C.15 Solvabiliteit C.16 Beloning leden Raad van Bestuur/Directie C.17 Beloning/Vergoeding Raad van Toezicht/Raad van Commissarissen/ Raad van Beheer C.18 Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens
65
D
DigiMV Hoofdposten uit de Jaarrekening D.1 Jaarrekening: balans D.2 Jaarrekening: resultatenrekening D.3 Kasstroomoverzicht D.4 Toelichting op balans: materiële vaste activa D.5 Toelichting op balans: financiële vaste activa D.6 Toelichting op balans: vorderingen en overlopende activa D.7 Toelichting op balans: kortlopende schulden en overlopende passiva D.8 Toelichting op balans: specificatie financieringsverschil D.9 Toelichting op de resultatenrekening: wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies) D.10 Toelichting op de resultatenrekening: niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC B-segment; inclusief Wmo-hulp bij huishoudelijke hulp) D.11 Toelichting op de resultatenrekening: subsidies (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties) D.12 Toelichting op de resultatenrekening: omzet DBC B-segment D.13 Toelichting op de resultatenrekening: overige bedrijfsopbrengsten D.14 Toelichting op de resultatenrekening: personeelskosten D.15 Toelichting op de resultatenrekening: overige bedrijfskosten D.16 Bevestiging
4 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
65 100 105 107 109 112 114 114 115 116 116 116 117 118 119 120 121 122 123 123 124 125 126 126 127 127 127 128 128 129 130 130 130 131 131
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
E
Wijzigingen ten opzichte van verslagjaar 2011
132
IV
Achtergrondinformatie
134
F
Toelichting maatschappelijk verslag en DigiMV: teksten regelgeving, begripsomschrijving en afkortingenlijst F.1 Toelichting Uitgangspunten Verslaggeving F.2 Toelichting en definities Profiel van de organisatie F.3 Toelichting en definities Bestuur, toezicht, medezeggenschap en bedrijfsvoering F.4 Toelichting Beleid, inspanningen en prestaties F.5 Afkortingenlijst
135 135 136 154 159 171
G
Accountantscontrole
174
H
Dataprotocol H.1 Definities H.2 Partijen H.3 Wettelijke basis H.4 Invoer van gegevens H.5 Beheer van gegevens H.6 Gebruik van gegevens H.7 Eigendom en zeggenschap H.8 Vaststellen en wijzigen dataprotocol H.9 Bijlage: procedure uitlevering niet-publieke informatie
181 183 184 185 185 186 186 187 187 188
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 5
Inleiding
6 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Dit jaardocument gaat over het verslagjaar 2012. Het omvat alle mogelijke verplichte verantwoordingsvragen voor zorginstellingen. Dit betekent niet dat alle vragen op uw organisatie van toepassing zijn. Dit is afhankelijk van het type zorginstelling en de geboden zorg. Wanneer u uw kerngegevens invult in DigiMV kunt u een jaardocument op maat laten uitprinten waarin alleen de vragen opgenomen zijn die u voor uw organisatie hoeft in te vullen. In onderdeel E zijn de wijzigingen ten opzichte van het vorig jaar overzichtelijk weergegeven. Dit staat onderaan de paragraaf waarin wordt toegelicht waaruit het jaardocument bestaat. Het jaardocument 2012 is vastgesteld door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) op grond van de Regeling Verslaggeving WTZi. Met ingang van verslagjaar 2007 zijn alle zorgaanbieders die onder de reikwijdte van deze regeling vallen, verplicht om het jaardocument te gebruiken voor hun jaarverantwoording. Met ingang van verslagjaar 2010 vallen ook kraamzorgaanbieders onder de reikwijdte van de Regeling Verslaggeving WTZi. De gegevens uit het jaardocument worden verzameld, beheerd en uitgeleverd door het CIBG, een agentschap van het Ministerie van VWS. Het jaardocument dient ingevuld te zijn vóór 1 juni 2013.
Wat is het jaardocument? Het jaardocument is een vragenset aan de hand waarvan zorgaanbieders zich verantwoorden over hun prestaties in het verslagjaar. Met het jaardocument zijn vroegere verplichte verantwoordingsdocumenten vervallen, waardoor de administratieve lasten zijn verlicht. Uitgangspunt van het jaardocument is: éénmaal aanleveren, meermalen gebruiken. Daarmee wordt bedoeld dat het jaardocument gebruikt kan worden voor de verantwoording aan meerdere belanghebbenden. Denk aan interne belanghebbenden zoals de patiënten/cliëntenraad of ondernemingsraad, en aan externe belanghebbenden zoals de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), zorgverzekeraars, het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Ministerie van VWS. Meer dan twintig partijen, waaronder de brancheorganisaties van zorgaanbieders, zijn betrokken bij het jaardocument en willen zoveel mogelijk via het jaardocument in hun informatiebehoefte voorzien. Het jaardocument bevat verantwoording over belangrijke onderwerpen als kwaliteit, goed bestuur, financiële prestaties, productie en personeel. Partijen werken eraan om in de komende jaren nog meer verantwoordingsdocumenten overbodig te maken en op die manier de administratieve lasten verder te beperken. Het jaardocument vraagt gegevens die op grond van een wettelijke verplichting moeten worden aangeleverd. Daarnaast zijn een aantal duidelijk onderscheiden vragen toegevoegd die instellingen vrijwillig kunnen beantwoorden. Het jaardocument heeft drie functies. In de eerste plaats voldoet u door gebruik van het document aan jaarlijkse verantwoordingsverplichtingen. De tweede functie is die van de maatschappelijke verantwoording. U kunt met het jaardocument de buitenwereld een integraal beeld geven van uw organisatie. De derde functie is het bevorderen van transparantie van de zorgsector.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 7
Een belangrijk adres: www.jaarverslagenzorg.nl, een website van het CIBG. Hier vindt u alle informatie over het jaardocument. U kunt er ook jaardocumenten van voorgaande jaren inzien. Via de website kunt u ook de helpdesk bereiken.
Voor wie geldt het jaardocument? Niet iedere zorginstelling in Nederland hoeft zich te verantwoorden met het jaardocument maatschappelijke verantwoording. In de WTZi, het Uitvoeringsbesluit WTZi, de Regeling Verslaggeving WTZi en de handleiding planning & control van DJI van het Ministerie van Veiligheid en Justitie is aangegeven wie zich moeten verantwoorden. Instellingen die de volgende categorieën van zorg leveren waarop aanspraak bestaat op grond van artikel 6 van de AWBZ of op grond van artikel 1 van de zorgverzekeringswet moeten zich verantwoorden met het jaardocument (artikel 2.1, lid 5 Uitvoeringsbesluit WTZi): medisch specialistische zorg persoonlijke verzorging verpleging begeleiding behandeling kraamzorg* Daarnaast heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie vastgelegd dat ook instellingen die forensische zorg leveren zich moeten verantwoorden met het jaardocument (Hoofdstuk 7.3, Handleiding inkoop overige forensische zorg 2012).
Waaruit bestaat het jaardocument? Er zijn drie onderdelen van het jaardocument die u dient aan te leveren aan het CIBG: het maatschappelijk verslag; de jaarrekening; de kwantitatieve gegevens. Het maatschappelijk verslag is een document waarin u, in uw eigen woorden, verslag doet over het afgelopen jaar. Het jaardocument schrijft voor aan welke onderwerpen u aandacht dient te besteden. Inhoud, vorm en lay-out zijn verder vrij. De inhoudsopgave is gebaseerd op het Global Reporting Initiative, een wereldwijd gebruikt raamwerk binnen en buiten de zorg. Het maatschappelijk verslag vervangt – samen met de verderop te noemen kwantitatieve gegevens - onder meer het vroegere kwaliteitsjaarverslag, het sociaal jaarverslag en het bestuursverslag bij de jaarrekening. U stuurt het maatschappelijk verslag naar het CIBG, als worddocument of pdf; daarna wordt het op de website geplaatst en is het openbaar.
* Met de sector kraamzorg is afgesproken dat de jaarverantwoording wordt gedaan via digiMV zoals dat ook het geval is in andere sectoren. De kraamzorginstellingen zijn niet verplicht tot deze jaarverantwoording, met uitzondering van de Kwaliteitsparagraaf (onderdeel C). Van belang daarbij is wel dat een kraamzorginstelling die geen gegevens in digiMV aanlevert alsnog in een aparte enquête van het CBS bevraagd zal worden over balans, verlies- en winstrekening en personeelsinzet. Deze enquête is wel verplicht op grond van de Wet op het Centraal Bureau voor de Statistiek. 8 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De jaarrekening levert u digitaal aan en deponeert u in pdf. De variabelen die u in de jaarrekening opneemt moeten aansluiten bij de meest recente modeljaarrekeningen, zoals uitgelegd op de site www.jaarverslagenzorg.nl. De jaarrekening wordt met de accountantsverklaring op de website gezet en is openbaar. De kwantitatieve gegevens levert u aan via de webapplicatie DigiMV. U ontvangt van het CIBG een inlogcode. In DigiMV wordt ook een aantal hoofdposten uit de jaarrekeningen opgevraagd. Een aantal gegevens, met name de prestatie/kwaliteitsindicatoren, wordt op een andere manier verzameld en daarna overgezet naar DigiMV. Meer informatie vindt u op de website. De gegevens die u in DigiMV invoert, worden in een databank opgeslagen. Vanuit deze databank krijgen de instanties aan wie u verantwoording moet afleggen, hun gegevens automatisch aangeleverd. De meeste gegevens zijn openbaar. Uitgezonderd van openbaarheid zijn nadere gegevens over personeel en gegevens over uitbesteding en onderaanneming. Verder biedt het jaardocument de mogelijkheid om u te verantwoorden over enkele activiteiten die niet onder de Regeling Verslaggeving WTZi vallen. Als u besluit van deze mogelijkheden gebruik te maken, zijn de aangeleverde gegevens openbaar. Deze vrijwillig in te vullen gegevens zijn herkenbaar aan de paars gekleurde tabellen. Naast de maatschappelijke verantwoording dient u zich bij de NZa te verantwoorden over het wettelijk budget aanvaardbare kosten (de nacalculatie). Dit betreft voor een deel informatie die ook in het jaardocument wordt uitgevraagd, zij het soms op een meer gedetailleerd niveau. De informatie die in het kader van de nacalculatie wordt uitgevraagd, kunt u vinden op www.jaarverslagenzorg.nl. De handleiding bevat naast de in te vullen onderdelen van het jaardocument: \\efm\iq`Z_kmXe[\Y\cXe^i`abjk\wijzigingen van het jaardocument 2012 ten opzichte van het jaardocument 2011; \\etoelichting met daarin relevante teksten uit wet- en regelgeving en definities van gebruikte begrippen; \\eaccountantsprotocol dat informatie geeft over inhoud en reikwijdte van de accountantscontrole; \\edataprotocol waarin afspraken zijn vastgelegd over beheer en gebruik van de verzamelde gegevens. De branchespecifieke gegevens zijn geen onderdeel van het jaardocument, maar zijn wel aan te leveren via DigiMV. Dit zijn gegevens die de brancheorganisaties van hun leden vragen. De levering is niet wettelijk verplicht, maar de brancheorganisaties hebben de gegevens nodig voor de uitoefening van hun taken. Wij verzoeken u dan ook met klem deze aan te leveren. Over de openbaarheid van deze gegevens beslissen de brancheorganisaties, maar herleidbaarheid tot individuele instellingen wordt in alle gevallen voorkomen. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie is aangesloten bij het jaardocument. Het gaat dan om de jaarverantwoording van instellingen bij wie het ministerie zorg inkoopt. Deze module is geïntegreerd in dit jaardocument. Hetzelfde geldt voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het gaat hier om de jaarverantwoording van gehandicaptenzorginstellingen die door het ministerie bekostigd onderwijs leveren aan hun patiënten/cliënten. Deze module is geïntegreerd in dit jaardocument. Voor gehandicaptenzorginstellingen die zowel zorg als onderwijs bieden, maar waarvoor de onderwijsfunctie het grootste bedrijfsonderdeel is, gelden de inrichtingsvereisten van OCW, waarbij uiteraard segmentatie wordt aangebracht tussen de verschillende bedrijfsonderdelen. Zie voorts hieronder. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 9
Het niveau van verantwoording U verantwoordt zich in principe op het niveau van het concern, het hoogste organisatorische niveau. In het jaardocument is een concern gedefinieerd als de houder van de rechtspersoon die verantwoording aflegt. Een concern kan een grote maar ook een kleine organisatie zijn. Als dat wettelijk verplicht is, of als de situatie in onderdelen van uw concern duidelijk afwijkt van die in andere onderdelen, geeft u informatie op lagere organisatorische niveaus. In het jaardocument wordt dit aangegeven. Bij de opstelling van het jaarverslag van gehandicaptenzorginstellingen met door het Ministerie van OCW bekostigd onderwijs, wordt rekening gehouden met de afspraken, die zijn vastgelegd in het schrijven AD/113787 van 15 mei 2009. Daarin staat onder andere dat in het jaarverslag een afzonderlijke beschouwing wordt gewijd aan de onderwijscomponent op het niveau van de organisatorische eenheden die voor de gebruikers, waaronder leerlingen en studenten, herkenbaar zijn. Dat betekent dat de informatie naar gelang de behoefte van de belanghebbenden gesegmenteerd wordt naar geografisch gescheiden eenheden (vestigingen) en naar qua inhoud gescheiden eenheden (veelal opleidingen of groepen van verwante opleidingen). De mate van aandacht die er in het jaarverslag aan wordt besteed is afhankelijk van de ontwikkelingen en risico’s die er in de gescheiden eenheden aanwezig zijn. In de bovengenoemde brief staan ook aanwijzingen ingeval al dan niet sprake is van concernverhoudingen en consolidatie, over de rechtmatigheidsverklaring bij de bekostigingsgegevens.
10 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 11
I Maatschappelijk verslag
12 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
In dit gedeelte van het jaardocument vindt u een inhoudsopgave voor het maatschappelijk verslag. De inhoudsopgave bevat onderwerpen waarover u verplicht bent verantwoording af te leggen. De wijze waarop en de volgorde waarin u de onderwerpen behandelt, zijn vrij. Wel moeten de onderwerpen herkenbaar blijven, zodat nagegaan kan worden of u aan de verantwoordingsverplichtingen hebt voldaan. Wanneer u in het maatschappelijk verslag kwantitatieve gegevens wilt opnemen die u via DigiMV hebt ingevoerd, dan kunt u de tabellen in het maatschappelijk verslag kopiëren. In DigiMV wordt beschreven hoe u dan te werk moet gaan. In onderdeel F van het jaardocument vindt u een toelichting met daarin relevante teksten uit wet- en regelgeving, begripsomschrijvingen en een afkortingenlijst.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 13
1 Uitgangspunten van de verslaggeving In dit eerste hoofdstuk van het maatschappelijk verslag geeft u een korte toelichting op de uitgangspunten die u heeft gehanteerd bij het opstellen van het jaardocument. Bijvoorbeeld: Over welk concern gaat het verslag precies (bijvoorbeeld in geval van fusie), hoe beschrijft u het afgelopen jaar, geeft u in het verslag ook informatie over activiteiten van andere organisaties? Voor gehandicaptenzorginstellingen met een door het Ministerie van OCW bekostigde onderwijsfunctie geldt dat het jaarverslag een zo volledig mogelijk beeld geeft van alle van invloed zijnde interne en externe ontwikkelingen voor de onderwijssector.
14 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
2 Profiel van de organisatie Alle informatie in hoofdstuk 2 levert u aan op concernniveau
2.1
Algemene identificatiegegevens
Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina
Deze gegevens vult u ook in in DigiMV. U kunt de ingevulde tabel uit DigiMV kopiëren. Ook voor elke stichting en vennootschap die tot het concern behoort, dient in DigiMV de naam en het identificatienummer bij de Kamer van Koophandel te worden opgegeven.
2.2 Structuur van het concern Beschrijf de structuur van uw concern: [\ali`[`jZ_\jkilZklli1nXk`j[\i\Z_kjmfid#n\cb\i\Z_kjg\ijfe\emXcc\efe[\i_\kZfeZ\ie6 [\fi^Xe`jXkfi`jZ_\jkilZklli1e\\d\\efi^Xe`^iXdfg2 _\k`ek\ie\kf\q`Z_k1nXkq`ae[\X]jgiXb\ekljj\e[\[X^\c`abj\c\`[`e^\e_\kkf\q`Z_k_fl[\e[ orgaan; [\j\^d\ek\i`e^#`e[`\el[\q\`e[\aXXii\b\e`e^kf\gXjk2 [\kf\cXk`e^\e nXXifm\ilnZfeZ\ieY\jZ_`bk2 [\d\[\q\^^\ejZ_XgjjkilZkllifg_ff][c`ae\ed\[\n\ib\ij\egXk`ek\e&Zc`ek\e %
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 15
2.3 Kerngegevens 2.3.1
Kernactiviteiten en nadere typering
Typeer uw concern door aan te geven welk type zorg u verleent en aan wie: denk hierbij aan specialismen, AWBZ-functies, kraamzorg en doelgroepen. In DigiMV wordt deze nadere typering in tabelvorm gevraagd. U kunt hier dus volstaan met de hoofdlijnen. Als u dat wilt, kunt u de betreffende tabellen uit DigiMV hier kopiëren. Benoem eventuele privaat gefinancierde activiteiten. Forensisch Psychiatrische Centra (FPC’s) en Forensisch Psychiatrische Klinieken (FPK’s) die over tbs-plaatsen beschikken en Hoeve Boschoord wordt gevraagd om voor de tbs-plaatsen de relevante kerngegevens in te vullen.
2.3.2
Patiënten/cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten
Geef informatie op hoofdlijnen over de aantallen patiënten/cliënten, de capaciteit, de productie, het personeel en de opbrengsten. In DigiMV worden deze gegevens in tabelvorm gevraagd. U kunt hier dus volstaan met de hoofdlijnen. Als u dat wilt, kunt u de betreffende tabellen uit DigiMV hier kopiëren. Voor gehandicaptenzorginstellingen met door het Ministerie van OCW bekostigd onderwijs geldt dat hier, voor zover van toepassing, ten minste aandacht wordt besteed aan zaken met een behoorlijke personele betekenis op het terrein van onderwijs.
16 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
2.3.3
Werkgebieden
Geef een beschrijving van het werkgebied waar het concern zich op richt.
2.3.4
Samenwerkingsrelaties
Het gaat in deze paragraaf alleen om partijen met wie het concern voor zijn kernactiviteiten een specifieke relatie is aangegaan, bijvoorbeeld in de vorm van een overeenkomst, een convenant of andere afspraken. Geef een overzicht van deze samenwerkingsrelaties en de relatie tussen hen en uw concern. Voorbeelden van ‘samenwerkingsrelaties’ zijn samenwerkingspartners, onderaannemers, patiënten- cliëntenorganisaties, overheden, toezichthouders, zorgverzekeraars en kapitaalverschaffers. Nb. De meer algemene activiteiten van het concern in het kader van het maatschappelijk ondernemen – niet specifiek op één of meer stakeholders gericht – komen in hoofdstuk 4 in de paragraaf Samenleving aan de orde.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 17
3 Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap U geeft de informatie in dit hoofdstuk op concernniveau, tenzij de situatie in onderscheiden onderdelen van het concern (organisatorische eenheden, instellingen of segmenten) afwijkt van die op concernniveau. Voor gehandicaptenzorginstellingen met door het Ministerie van OCW bekostigd onderwijs geldt dat hier, voor zover van toepassing, ten minste aandacht wordt besteed aan governance ontwikkelingen op het terrein van onderwijs.
3.1
Normen voor goed bestuur
Beschrijf nauwkeurig in hoeverre u de principes van de zorgbrede governancecode toepast. Indien u bepaalde principes niet toepast geeft u de motivering voor die afwijking (‘pas toe of leg uit’). Indien de Zorgbrede Governancecode in zijn geheel niet wordt toegepast, licht dan toe waarom de code niet wordt toegepast. Geef aan welke governancecode wel wordt gehanteerd. Licht conform de normen van de gehanteerde code, de naleving hiervan toe. Heeft uw instelling een klokkenluidersregeling opgesteld? Gehandicaptenzorginstellingen waaraan door het Ministerie van OCW bekostigd onderwijs is verbonden geven aan of er een afwijkende governancecode voor onderwijs wordt gehanteerd en op welke wijze deze afwijkt.
18 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
3.2 Raad van Bestuur / Directie In DigiMV wordt gevraagd naar: het al of niet voldoen aan de wettelijke transparantie-eisen voor de bestuursstructuur; kwantitatieve gegevens over de bezoldiging van bestuurders en de toepassing van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT). Beschrijf naast deze gegevens de samenstelling van de dagelijkse leiding. Dit is meestal een Raad van Bestuur of een directie. Geef bij een meervoudige Raad van Bestuur/Directie aan welke bestuurder welke portefeuilles of aandachtsgebieden heeft. Geef per bestuurder zijn/haar nevenfuncties weer. Geef aan hoe wordt toegezien op het voorkomen van mogelijke belangenverstrengeling en welke maatregelen zijn genomen om dit te voorkomen. Licht toe welk beleid voor bezoldiging van de bestuurders wordt gehanteerd en hoe dit beleid in het verslagjaar in de praktijk is geregeld. Concrete cijfers inzake bezoldiging worden in DigiMV opgevraagd. Beschrijf de afspraken tussen bestuur en toezichthoudend orgaan (informatieprotocol Raad van Bestuur - Raad van Toezicht)
3.3
Toezichthouders (Raad van Toezicht/ Raad van Commissarissen/Raad van Beheer)
In DigiMV wordt gevraagd naar: [\jXd\ejk\cc`e^mXe[\iXX[#d\kg\ic`[m\id\c[`e^mXe[\_ff][$\ee\m\e]leZk`\j#[Xkld\\ijk\ benoeming en benoemingstermijn; bnXek`kXk`\m\^\^\m\ejfm\i[\Y\qfc[`^`e^mXekf\q`Z_k_fl[\ij\e[\kf\gXjj`e^mXe[\NFGK% Beschrijf naast deze gegevens hoe het toezichthoudende orgaan zijn taak heeft uitgeoefend. Geef minstens aan: _f\_\kkf\q`Z_k_fl[\e[\fi^XXekf\q`Z_k_fl[kfg[\jkiXk\^`\\egi\jkXk`\jmXe[\fi^Xe`jXk`\\e de interne beheersings- en controlesystemen en welke aspecten daarbij bijzondere aandacht hebben; `e[`\e\\ee`\lnc`[&e`\ln\c\[\e`j&q`ae^\nfim\e1_f\[\n\im`e^#j\c\Zk`\\eY\ef\d`e^_\YY\e plaatsgevonden; _f\_\kkf\q`Z_k_fl[\e[fi^XXemfc[f\e[\[\jble[`^_\`[\e[\m\i[\i\fekn`bb\c`e^[XXimXe heeft gewaarborgd; f]\imXelniXX[mXekf\q`Z_kk\ed`ejk\ec`[Y\jZ_`bkfm\imffi[\qfi^fi^Xe`jXk`\i\c\mXek\ kennis en ervaring in de zorg; Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 19
[\Y\jcl`k\emXe_\kY\jkllinXXiXXe[\iXX[q`ae^f\[b\li`e^_\\ɘm\ic\\e[2 n\cb\n\ibqXXd_\[\e_\kkf\q`Z_k_fl[\e[\fi^XXe\e[\[ffi[`kfi^XXe`e^\jk\c[\Zfdd`jj`\j op hoofdlijnen hebben uitgevoerd; n\cb\Zfdd`jj`\jq`ae`e^\jk\c[qfXcj\\eXl[`kZfdd`jj`\\e\\eZfdd`jj`\mffi[\Y\cfe`e^mXe de bestuurders), hoe deze commissies zijn samengesteld en wat hun taken zijn; _f\`j^\Yfi^[[Xk[\c\[\emXe_\kkf\q`Z_k_fl[\e[fi^XXefeXɛXeb\c`abq`ae2 n\cbY\c\`[_\kZfeZ\iemf\ikfm\i[\Y\qfc[`^`e^mXekf\q`Z_k_fl[\ij\e[\dXe`\inXXifg[`k beleid in het verslagjaar in de praktijk is gebracht; f]\e_f\[\iXX[_\kY\jklli&[\Y\jklli[\ijY\ffi[\\ck2 f]\e_f\[\iXX[q`ae\`^\e]leZk`fe\i\e\mXcl\\ik2 _f\m\\cm\i^X[\i`e^\e`e_\km\ijcX^aXXiq`ae^\_fl[\e\e_f\mXXb_\kY\jklliXXen\q`^nXjY`a deze vergaderingen; _f\_\kfm\ic\^d\k[\\ok\ie\XZZflekXek`j`e^\i`Z_k2 [\`e]fidXk`\Yifee\e[`\_\kkf\q`Z_k_fl[\e[fi^XXe_\\ɘ^\_Xek\\i[% Als in uw organisatie geen Raad van Toezicht of Raad van Commissarissen functioneert, bijvoorbeeld vanwege de geringe omvang van uw organisatie, of omdat de rechtsvorm een b.v. is, geeft u dan in elk geval aan of en zo ja hoe het toezicht op bestuur/directie of hoogste manager van uw organisatie is geregeld (anders dan via de IGZ). Bijvoorbeeld door de taakverdeling te beschrijven tussen de dagelijkse leiding en een Raad van Beheer. Het jaarverslag van het toezichthoudend orgaan moet aan het maatschappelijk verslag worden toegevoegd of daarin afzonderlijk herkenbaar worden opgenomen.
20 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
3.4 Bedrijfsvoering In DigiMV wordt gevraagd naar het al of niet voldoen aan de wettelijke transparantie-eisen voor de bedrijfsvoering. Beschrijf naast deze gegevens voor welke risico’s, kansen en onzekerheden uw concern zich geplaatst ziet en welke maatregelen u hebt genomen om risico’s te beheersen. Beschrijf op welke wijze u uw activiteiten bewaakt en verantwoordt. Beschrijf interne risicobeheersings- en controlesystemen. Beschrijf tenslotte welke belangrijke wijzigingen zich in de bedrijfsvoering hebben voorgedaan en geef aan hoe u die met het toezichthoudend orgaan hebt gecommuniceerd.
3.5 Cliëntenraad (met uitzondering van particuliere FPC’s) Beschrijf in deze paragraaf welke structuur de medezeggenschap van patiënten/cliënten heeft. Geef daarnaast aan: _f\[\Zc`ek\eiXX[&iX[\enfi[k&nfi[\efe[\ijk\le[`eÏeXeZ`c\#g\ijfe\c\f]Xe[\i\q`e2 n\cb\X[m`\q\e[ffi[\Zc`ek\eiXX[&iX[\e^\miXX^[f]fe^\miXX^[q`ael`k^\YiXZ_k\en\cb\ beleidsissues met de cliëntenraad/raden zijn besproken; Y\jZ_i`a]_f\[\X[m`\q\e\efgd\ib`e^\elnY\c\`[_\YY\eY\emcf\[f][\dXXki\^\c\enXXikf\ de adviezen hebben geleid; m\id\c[f]lnZfeZ\ieq\c]\\eZfdd`jj`\mXem\ikifln\ejc`\[\e_\\ɘ`e^\jk\c[#[Xen\cq`Z__\\ɘ aangesloten bij een landelijke commissie. Als uw organisatie geen cliëntenraad heeft, bijvoorbeeld vanwege de geringe omvang van uw organisatie, geeft u dan in elk geval aan of en zo ja hoe de medezeggenschap van cliënten in uw organisatie is geregeld. In afwachting van nieuwe regelgeving op dit punt is het ministerie geïnteresseerd in de wijze waarop de medezeggenschap op dit moment is vormgegeven.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 21
3.6 Ondernemingsraad Wanneer u dat wilt, kunt u in deze paragraaf ook meer gedetailleerde informatie over de ondernemingsraad opnemen, bijvoorbeeld over de manier waarop u met de uitgebrachte adviezen bent omgegaan.
22 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
4 Beleid, inspanningen en prestaties Het gaat in dit hoofdstuk om de cyclus van: Y\c\`[\e[f\cjk\cc`e^\e2 `ejgXee`e^\e2 ^\c\m\i[\gi\jkXk`\j2 m\i^\c`ab`e^mXegi\jkXk`\j\e[f\cjk\cc`e^\enXk`jn\cY\_XXc[\enXke`\k #m\i^\c`ab`e^mXe prestaties met die van voorgaande jaren; \mXclXk`\\eqfef[`^Y`ajk\cc`e^mXe[f\cjk\cc`e^\e\eY\c\`[% Beschrijf deze cyclus voor elk gevraagd onderwerp. Geef zo mogelijk concrete prestatie-/ kwaliteitsindicatoren aan. Gebruik daarbij de indicatoren die in DigiMV worden uitgevraagd. U verstrekt de gevraagde informatie op concernniveau, tenzij de situatie in onderscheiden onderdelen van het concern (organisatorische eenheden, instellingen of segmenten) afwijkt van die op concernniveau.
4.1
Meerjarenbeleid
Beschrijf uw langetermijnbeleid. Dat wil zeggen: geef aan wat uw missie en toekomstvisie zijn, wat uw beleidsuitgangspunten zijn en met welke maatregelen u wilt inspelen op verwachte kansen, bedreigingen en veranderingen. Voor gehandicaptenzorginstellingen met door het Ministerie van OCW bekostigd onderwijs geldt dat de begroting voor onderwijs van het jaar volgend op het verslag moet worden opgenomen in samenvattende vorm.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 23
4.2 Algemeen beleid verslagjaar Beschrijf welke onderdelen van het meerjarenbeleid in het verslagjaar 2012 expliciet aan de orde zijn gekomen en welk beleid u voor 2012 op deze onderdelen hebt geformuleerd. Beschrijf inspanningen en prestaties. Verderop in dit hoofdstuk worden het kwaliteitsbeleid, het personeelsbeleid en de relatie met de samenleving nog afzonderlijk belicht. In deze paragraaf kunt u daarom denken aan onderwerpen als bouwactiviteiten, extramuralisering, ICT-ontwikkelingen, innovaties, fusieactiviteiten of reorganisaties. Universitair Medische Centra (UMC’s) en het Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis gaan in op opleiding, onderzoek en topreferente zorg. In DigiMV worden kwantitatieve gegevens daarover opgevraagd. In dit maatschappelijk verslag benoemt u speerpunten van uw opleidings- en onderzoeksbeleid en voorbeelden van topreferente zorg of specifieke technologieën. Voor gehandicaptenzorginstellingen met door het Ministerie van OCW bekostigd onderwijs geldt dat hier, voor zover van toepassing, ten minste aandacht wordt besteed aan onderwijsprestaties, onderwijskundige en onderwijsprogrammatische zaken, ontwikkelingen als gevolg van de interne en externe kwaliteitszorg voor onderwijs, ontwikkelingen bij of in de relatie met verbonden partijen (waaronder samenwerkingsverbanden) op het gebied van onderwijs.
4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid Met de term algemeen kwaliteitsbeleid wordt gedoeld op beleid dat de gehele organisatie betreft en dus niet specifiek is gericht op patiënten/cliënten of medewerkers (dit beleid komt verderop aan de orde). Beschrijf beleid, inspanningen en prestaties ten aanzien van bijvoorbeeld: _\k^\_Xek\\i[\bnXc`k\`kjdXeX^\d\ekjpjk\\d2 bnXc`k\`kmXe`e]fidXk`\\ei\^`jkiXk`\#^\^\m\ejY\m\`c`^`e^2 bnXc`k\`kmXe^\Yfln\e2 YiXe[m\`c`^_\`[% In DigiMV wordt gevraagd naar kwaliteitscertificaten, -labels of accreditaties.
24 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten 4.4.1
Kwaliteit van zorg
Sinds enige jaren werken de verschillende sectoren in de zorg aan het inzichtelijk maken van de kwaliteit van de geleverde zorg. Patiënten/cliënten, toezichthouders, zorgaanbieders, beroepsbeoefenaren, verzekeraars en VWS ontwikkelen gezamenlijk prestatie/kwaliteitsindicatoren. Het streven is om voor alle sectoren te beschikken over valide, betrouwbare, vergelijkbare en openbaar te publiceren informatie over de kwaliteit van zorg. Daarbij hanteert elke sector op grond van zijn specifieke kenmerken andere indicatoren, maar in de systematiek zijn er grote overeenkomsten. Kwaliteitsinformatie op basis van klantenervaringen zijn geënt op de systematiek van de CQ index, een goed gevalideerde methode voor het meten van klantervaringen. De zorginhoudelijke indicatoren omvatten bij voorkeur uitkomstindicatoren. Hiermee worden o.a. de veiligheid, de effectiviteit, de tijdigheid van de zorg en de kwaliteit van leven inzichtelijk gemaakt. Voor de Gehandicaptenzorg zijn andere afspraken gemaakt die hieronder worden toegelicht. Er wordt in stuurgroepen per sector vastgesteld welke indicatoren er gemeten moeten worden. De stand van zaken per sector is: LD:ÆjXc^\d\e\\eZXk\^fiXc\q`\b\e_l`q\ed\k\e_legi\jkXk`\jd\kbnXc`k\`kj`e[`ZXkfi\e)'()l`k het programma Zichtbare Zorg; [\>>Q$j\Zkfim\iXeknffi[kq`Z_m`X[\jpjk\dXk`\bmXe_\kgifa\ZkQ`Z_kYXi\Qfi^>>Q%Fm\i[\n`aq\ van verantwoording van instellingen voor maatschappelijke opvang en vrouwenopvang die begeleiding leveren, vindt nog overleg plaats. Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang geven in ieder geval een beschrijving van de wijze waarop de kwaliteit van zorg wordt gewaarborgd en de daarbij horende werkprocessen worden uitgevoerd. De opvangsector (maatschappelijke opvang en vrouwenopvang) verantwoordt zich vanaf 2012 volgens de prestatie-indicatoren voor de opvangsector. Zie de website van Zichtbare Zorg voor de actuele stand van zaken. L^\\ɘ[XXiY`aXXe1 of en zo ja, hoe u patiënten/cliënten of consumenten bij uw kwaliteitsbeleid heeft betrokken; hoe en hoe vaak binnen de instelling kwaliteitsbeoordeling door patiënten/cliënten plaatsvond en wat het resultaat daarvan was; of en zo ja, hoe u de cliëntenraad heeft betrokken bij het opstellen van verbeter plannen en wat het resultaat daarvan was. ;\j\Zkfi^\_Xe[`ZXgk\eqfi^m\iXeknffi[kq`Z_m`X[\jpjk\dXk`\bmXe_\kBnXc`k\`kjbX[\i Gehandicaptenzorg. Zorgaanbieders voor wie dit gezien de landelijke ontwikkeling nog niet mogelijk is, geven een kwalitatieve beschrijving. De aspecten die u beschrijft zijn zorgafspraken en ondersteuningsplan, kwaliteit van medewerkers en organisatie, belangen en cliëntveiligheid.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 25
[\M\igc\^`e^#M\iqfi^`e^\eK_l`jqfi^MMK $j\Zkfim\iXeknffi[kq`Z_m`X[\jpjk\dXk`\bmXe_\k Kwaliteitskader Verantwoorde Zorg; Xcc\`ejk\cc`e^\ed\k\\ekf\cXk`e^Zfe]fid[\NKQ`\e[`\]fi\ej`jZ_\qfi^c\m\i\e`eZclj`\] particuliere FPC’s en FPK’s en Hoeve Boschoord die beschikken over tbs-plaatsen), dienen zich te verantwoorden over de prestaties die geleverd zijn conform de prestatie indicatoren voor de forensische zorg. De volgende categorieën instellingen worden bedoeld: FPC, FPK, FVK, FPA, FVA, forensische RIBW en de ambulante forensische psychiatrie; [\j\ZkfibiXXdqfi^m\iXeknffi[kq`Z_mXeX])'('m`X[\jpjk\dXk`\bmXe_\kBnXc`k\`kjbX[\i Zichtbare Zorg Kraamzorg. Omdat in alle sectoren de kwaliteitsinformatie nog in ontwikkeling is, kunnen er nog wijzigingen in dit onderdeel optreden. Kwaliteitsgegevens worden op separate wijze aangeleverd via www. zichtbarezorg.nl. Informatie over indieningstermijnen, schoningsprocedures, en casemixcorrecties kunt u vinden op de website www.zichtbarezorg.nl. Deze gegevens worden doorgeleverd aan DigiMV om uw administratieve lasten zo veel mogelijk te beperken. Vervolgens hoeft u in DigiMV de gegevens slechts te accorderen. Geef hier een toelichting op de uitkomsten. Welke verbeteringen heeft u doorgevoerd? Welke verbeteringen gaat u doorvoeren? Vermeld op welke wijze u zorgverleners en cliëntenraad hierbij heeft betrokken? Op welke wijze gaat u evalueren?
U heeft door deze indicatoren in te vullen verantwoording afgelegd over de kwaliteit van de geleverde prestaties. In het maatschappelijk verslag licht u de vergelijking van doelstellingen, beleid en inspanningen – inclusief een vergelijking van de kwaliteitsprestaties met die van het vorige verslagjaar – toe.
4.4.2
Klachten (exclusief particuliere FPC’s)
In DigiMV worden kwantitatieve gegevens gevraagd, zoals het aantal ingediende en gegrond verklaarde klachten. Geef in deze paragraaf aan hoe u de klachtenregeling hebt vormgegeven en onder de aandacht van patiënten/cliënten hebt gebracht. Beschrijf de samenstelling van de klachtencommissie, de werkwijze, de strekking van de oordelen en adviezen en de maatregelen die u naar aanleiding daarvan hebt getroffen. Voor gehandicaptenzorginstellingen met een door het Ministerie van OCW bekostigde onderwijsfunctie voor patiënten/cliënten geldt dat hier, voor zover van toepassing, ten minste aandacht wordt besteed aan de afhandeling van klachten op het gebied van onderwijs.
26 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers De verantwoording over kwaliteit voor medewerkers omvat het personeelsbeleid en de kwaliteit van het werk.
4.5.1
Personeelsbeleid
In DigiMV worden gegevens over personeelsformatie en -kosten opgevraagd en gegevens over verloop, verzuim en vacatures. Beschrijf daarnaast uw doelstellingen, inspanningen en gerealiseerde prestaties voor het personeelsbeleid. Geef aan in hoeverre gestelde doelen zijn gerealiseerd en op welke punten het beleid is bijgesteld. Beschrijf hoe de prestaties zich verhouden tot de prestaties van het voorgaande jaar. Denk bijvoorbeeld aan werving/selectie, scholingsbeleid, verzuimbeleid en beleid gericht op duurzame inzetbaarheid.
4.5.2
Kwaliteit van het werk
Beschrijf uw doelstellingen, inspanningen en gerealiseerde prestaties voor de kwaliteit van het werk. Geef aan in hoeverre gestelde doelen zijn gerealiseerd en op welke punten het beleid is bijgesteld. Besteed aandacht aan hoe u met resultaten van een medewerkerraadpleging bent omgegaan. Beschrijf hoe de prestaties zich verhouden tot de prestaties van vorig jaar. Denk aan aspecten als werkdruk en naleving van de Arbowet.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 27
4.6 Samenleving en belanghebbenden Het gaat hier om de algemene activiteiten van het concern in het kader van het maatschappelijk ondernemen. Beschrijf doelstellingen, beleid, inspanningen en prestaties. Denk aan aspecten als: jgfejfi`e^mXedXXkjZ_Xgg\c`ab\[f\c\e2 \Zfefd`jZ_\d\\inXXi[\mffi[\jXd\ec\m`e^2 d`c`\lY\c\`[2 [\\ce\d\eXXeXZk`m`k\`k\e`e[\fd^\m`e^2 _f\ln`ejk\cc`e^[\`e]fidXk`\XXe\eiXX[gc\^`e^mXeY\cXe^_\YY\e[\ef]_le vertegenwoordiging heeft georganiseerd.
Concerns waarop paragraaf 3.1.1. van de Bijlage bij de Regeling tot vaststelling beleidsregels WTZi van toepassing is (basisziekenhuizen, topklinische ziekenhuizen, academische ziekenhuizen en GGZinstellingen met crisisfunctie) beschrijven in deze paragraaf hoe zij de afspraken die zij in het door het traumacentrum geïnitieerde regionale overleg hebben gemaakt, over de borging van spreiding en bereikbaarheid van acute zorg, hebben ingevuld. Concerns waarop paragraaf 4.1.1. van de Bijlage bij de Regeling tot vaststelling beleidsregels WTZi van toepassing is (basisziekenhuizen, topklinische ziekenhuizen en academische ziekenhuizen) beschrijven in deze paragraaf hoe zij hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de voorbereiding op rampen en crises in de regio hebben ingevuld. Traumacentra beschrijven hier hoe de OTO-middelen zijn besteed die zij hebben ontvangen voor hun coördinerende taak bij de voorbereiding op rampen en crises in hun regio.
28 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
4.7 Financieel beleid In DigiMV wordt gevraagd naar resultaatratio’s, de bezoldiging van bestuurders en toezichthouders en gegevens in het kader van de WOPT. Verder maakt ook de jaarrekening deel uit van het jaardocument. Beschrijf daarnaast uw financieel beleid, inspanningen en prestaties. De informatie in DigiMV, de jaarrekening en deze paragraaf dienen samen te voldoen aan de in het Burgerlijk Wetboek gestelde eisen ten aanzien van de onderwerpen waaraan aandacht moet worden besteed: [\^Xe^mXeqXb\ek`a[\ej_\kYf\baXXi\ekf\jkXe[g\iYXcXej[Xkld2 [\Y\_XXc[\fdq\k\ei\jlckXk\eaXXii\b\e`e^ 2 [\ÏeXeZ`c\gfj`k`\jfcmXY`c`k\`k\ec`hl`[`k\`k#`e;`^`DM 2 [\bXjjkifd\e\eÏeXeZ`\i`e^jY\_f\ɘ\e2 XZk`m`k\`k\efg_\k^\Y`\[mXefe[\iqf\b\efekn`bb\c`e^2 ^\Y\lik\e`jj\eeXYXcXej[Xkld2 [\m\inXZ_k\^Xe^mXeqXb\e#waaronder: investeringen waartoe het bestuur heeft besloten; toekomstige financieringsbehoefte en de wijze waarop hierin zal worden voorzien; de personeelsbezetting; omstandigheden waarvan de ontwikkeling van de opbrengsten afhankelijk is. Voor gehandicaptenzorginstellingen met een door het Ministerie van OCW bekostigde onderwijsfunctie geldt dat hier aandacht wordt besteed aan het beleid en de uitvoering van het beleggen en belenen, waaronder: [\jffik\e\efdmXe^mXe[\Y\c\^^`e^\e\eY\c\e`e^\e2 [\cffgk`a[\emXe[\Y\c\^^`e^\e\eY\c\e`e^\e% In de jaarrekening neemt u een resultatenrekening op met een gedeelde resultatenrekening voor elk van de bedrijfsonderdelen van het concern. Daarnaast dient ook het financieel beleid per afzonderlijk onderdeel te worden weergegeven. Als het beleid per onderdeel niet verschilt, geeft u een beschrijving op concernniveau en vermeldt u waarom het beleid niet per onderdeel wordt beschreven.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 29
4.7.1
Separate regeling voor particuliere FPC’s
Voor de financiële verantwoording en het opstellen van de jaarrekening geldt alleen voor de particuliere FPC’s een aparte regeling. Voor de overige zorg geldt de reguliere jaarrekening voor zorginstellingen. Dit gedeelte van het jaardocument bevat aanvullende richtlijnen voor het opstellen van een jaarverslag voor het particuliere FPC, dat wordt gebruikt voor de verantwoording aan de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Het jaarverslag bevat: a. een verantwoording over de geleverde productie; b. een verantwoording over de uitvoering van speerpunten; c. een resultaatverantwoording in de vorm van prestatie/kwaliteitsindicatoren; d. een jaarplan 2012 en managementafspraak 2012; e. een financiële verantwoording; f. bijlage arbo-jaarverslag. In het jaarverslag moeten de in 2012 geleverde prestaties worden beschreven in relatie tot de afspraken die voor dat jaar zijn vastgelegd in de managementafspraken 2012. Wanneer onderwerpen uit het jaarverslag 2011 een vervolg krijgen of hebben gekregen in het jaarplan 2012, neemt u een verwijzing op naar de betreffende passages. U raadpleegt de meest recente budgetbrief voor de laatste afspraken op het gebied van financiën. Bij het opstellen van het jaarverslag houdt u rekening met hetgeen gesteld is in de budgetteringsovereenkomst. Toelichting op de inhoud van de verschillende onderdelen van het jaarverslag van FPC’s Algemeen U schetst de algemene situatie van de instelling aan de hand van de belangrijkste punten uit het jaarverslag. Dit kunnen zowel (opmerkelijke) resultaten zijn als knelpunten waarvoor u aandacht van DJI vraagt. Ad a. Geleverde producten U geeft aan in hoeverre de instelling er in is geslaagd het aantal afgesproken producten te leveren. Daarbij worden de verschillen tussen de behaalde scores en met DJI afgesproken doelstellingen toegelicht. Ad b. Realisatie speerpunten In de handleiding Planning & Control 2009 zijn speerpunten geformuleerd. In het jaarverslag geeft u voor elk van de speerpunten aan: \\eXXe[l`[`e^mXe_\kjg\\iglek2 \\em\in`aq`e^eXXi[\Y\jZ_i`am`e^`elnaXXigcXeY\ki\ɕ\e[\[`kjg\\iglek2 \\eY\jZ_i`am`e^mXe[\fe[\iefd\eXZk`\j\e`e^\q\ɝ\d`[[\c\e2 _\kZfeZi\\kY\i\`bk\i\jlckXXk^\i\cXk\\i[XXe_\k^\n\ejk\i\jlckXXk2 \\e`ejZ_Xɝ`e^mXe[\i\Xc`jXk`\mXe[\^\n\ejk\\`e[j`klXk`\Y`ee\e[\`e_\kaXXigcXe^\ef\d[\ termijn; \\egcXee`e^mXem\imfc^XZk`\j %
30 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ad c. Realisatie doelstelling prestatie/kwaliteitsindicatoren Hier maakt u door scores van prestatie/kwaliteitsindicatoren bij te houden inzichtelijk in hoeverre de afgesproken doelstellingen van de inrichting zijn gerealiseerd. U kunt dit doen door de meetgegevens op de prestatie/kwaliteitsindicatoren van de drie viermaands-rapportages opgeteld weer te geven. De verschillen tussen de behaalde scores en de met DJI afgesproken doelstellingen dienen te worden toegelicht. Realisatie afspraken uitvoering kwaliteitsmanagement Indien u in 2012 aan de slag bent gegaan met de uitvoering van een verbeterplan voor bijvoorbeeld het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK), geef dan aan tot welke concrete resultaten dit heeft geleid en – in het geval van een INK-traject – in welke INK-fase uw FPC zich bevindt. Hebt u in 2012 een zelfevaluatie gehouden of een audit uitgevoerd, licht dan de uitkomsten hiervan toe en geef aan tot welke verbeterpunten dit heeft geleid. Realisatie aanbevelingen rapport Inspectie GGZ en Arbeidsinspectie U kunt hier aangeven welke maatregelen u in 2012 heeft genomen. Daarnaast kunt u aangeven wat hiervan de uitkomsten zijn en tot welke verbeteringen van de kwaliteit van uw FPC dit heeft geleid. Realisatie certificatie U kunt hier uw voorbereidingen/vorderingen/resultaten op het gebied van het certificatietraject HKZ of ander certificatietraject aangeven. Ad. d Uitgangspunten bij de afrekening Het FPC wordt afgerekend op basis van de door een accountant goedgekeurde jaarrekening (en verslag van werkzaamheden), rekening houdend met het controleprotocol. Voor algemene regels wordt verwezen naar het Model Jaarplan voor de FPC, de relevante verplegingsovereenkomst, de budgetteringsovereenkomst met een particulier FPC en de in de managementafsprakenbrief genoemde voorwaarden. Er bestaat de mogelijkheid dat de Departementale Auditdienst een review uitvoert. Daarom wordt benadrukt dat de financiële afrekening alleen kan plaatsvinden wanneer wordt voldaan aan het voorwaardencriterium. Dit wil zeggen dat het voldoen aan de voorwaarden, die bij de toekenning zijn gesteld en in de beschikking zijn vastgelegd, bepalend is voor de definitieve afrekening. Wanneer niet wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden, zullen in de afrekening de bedoelde posten niet worden meegenomen en daarom niet gehonoreerd worden. Ik verzoek u daarom expliciet aan te geven waar en hoe aan de gestelde voorwaarden invulling is gegeven. Ad e. Financieel Het financiële gedeelte van het jaarverslag van het FPC bestaat uit een verantwoording van de uitputting van het budget. De jaarrekening wordt opgesteld in overeenstemming met de Regeling Jaarverslaggeving Zorginstellingen en voorzien van een uitgebreide toelichting. U kunt hier ook de maatregelen naar aanleiding van de uitkomsten van een interimcontrole van de accountant weergeven. Wellicht ten overvloede de opmerking dat u alle geoormerkte budgetten apart dient te verantwoorden. U wordt verzocht deze verantwoording volgens onderstaand model in uw jaarverslag op te nemen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 31
Verantwoording geoormerkte budgetten (in euro’s) Geoormerkte budgetten* (indien van
Budget
Realisatie
Terug te betalen
Nog te ontvangen
toepassing)
(a)
(b)
Als a-b>0
Als b-a>0
Zak- en kleedgelden patiënten/cliënten Budget eerste opname (genormeerd) Commissie van toezicht Informatie Beveiligings- functionaris (gemaximeerd) Kapitaallasten Totaal
* Een correctie vindt plaats afhankelijk van de afspraak of er wel/niet een maximum uitgave is ingesteld.
Ad f. Arbo Voeg als bijlage bij het jaarverslag het Arbo-jaarverslag, dat krachtens artikel 10, 1e lid, van de Arbo-wet is voorgeschreven. Naast een evaluatie van acties uit het Arbo-jaarplan worden hierin ook klachten van werknemers en (bijna) ongevallen vermeld. Ook worden hierin specifiek genoten contacten met deskundige diensten vermeld voor zover zij de veiligheid, gezondheid of het welzijn van werknemers aangaan. Het Arbo-jaarverslag is vormvrij. Uitgangspunten bij de afrekening Het FPC wordt afgerekend op basis van de door een accountant goedgekeurde jaarrekening (en verslag van werkzaamheden), rekening houdend met het controleprotocol. Voor algemene regels wordt verwezen naar het Model Jaarplan voor de FPC, de relevante verplegingsovereenkomst, de budgetteringsovereenkomst met een particulier FPC en de in de managementafsprakenbrief genoemde voorwaarden. Er bestaat de mogelijkheid dat de Departementale Auditdienst een review uitvoert. Daarom wordt benadrukt dat de financiële afrekening alleen kan plaatsvinden wanneer wordt voldaan aan het voorwaardencriterium. Dit wil zeggen dat het voldoen aan de voorwaarden, die bij de toekenning zijn gesteld en in de beschikking zijn vastgelegd, bepalend is voor de definitieve afrekening. Wanneer niet wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden, zullen in de afrekening de bedoelde posten niet worden meegenomen en daarom niet gehonoreerd worden. Ik verzoek u daarom expliciet aan te geven waar en hoe aan de gestelde voorwaarden invulling is gegeven.
32 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 33
II Jaarrekening
34 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De jaarrekening moet voldoen aan richtlijn 655 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening kunt u opstellen met behulp van de modeljaarrekeningen op www.jaarverslagenzorg.nl. Deze voldoet aan de geldende richtlijnen. In onderdeel G zijn de vereisten voor de accountantscontrole opgenomen. In DigiMV wordt ook een aantal hoofdposten uit de jaarrekeningen opgevraagd. Voor de UMC’s en het NKI-AVL bevat de jaarrekening ook de verantwoording van de subsidie voor de uitvoering van de academische functie, bestaande uit topreferente zorg en innovatie en ontwikkeling. Deze verantwoording wordt in een bijlage opgenomen. Over het exacte format voor 2012, waarvoor het format 2011 het uitgangspunt vormt, worden nadere afspraken gemaakt.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 35
III DigiMV
36 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
DigiMV is het deel van het jaardocument dat kwantitatieve/feitelijke gegevens bevat, die zich lenen voor aanlevering in tabelvorm. DigiMV is ook de naam van de invoertool die u voor de aanlevering gebruikt. Het aanleveren van de DigiMV-gegevens uit het jaardocument is verplicht, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld. DigiMV kunt u daarnaast gebruiken voor de verantwoording van hulp bij het huishouden en maatschappelijke opvang op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het aanleveren van deze gegevens is in het kader van het jaardocument niet verplicht; DigiMV is hier uitsluitend bedoeld om aanlevering te faciliteren indien u tot aanlevering besluit. DigiMV is ook beschikbaar voor het aanleveren van branchespecifieke gegevens. Dat zijn gegevens die de brancheorganisaties van zorgaanbieders vragen om hun belangenbehartigende taak beter te kunnen uitvoeren. Aanleveren van deze gegevens is niet verplicht, maar wel gewenst. U levert alleen aan de brancheorganisatie waarvan u lid bent. Alle gegevens uit DigiMV zijn openbaar met uitzondering van de tabel Personeelsformatie, de vragen over onderaanneming en eventuele gegevens over activiteiten die niet onder de Regeling verslaggeving WTZi vallen. Over de openbaarheid van de branchespecifieke gegevens beslissen de brancheorganisaties, maar bij openbaarmaking zijn deze niet tot individuele instellingen herleidbaar. Het maatschappelijk verslag, de jaarrekening en de gegevens uit DigiMV vormen samen de maatschappelijke verantwoording. Als u dit wilt, kunt u tabellen vanuit DigiMV kopiëren in het maatschappelijk verslag. Het jaardocument berust op de Regeling Verslaggeving WTZi. Sommige gegevens zullen echter altijd betrekking hebben op het gehele concern, ook als het zorg of diensten biedt die niet onder deze Regeling vallen. Voorbeelden zijn de governance-eisen en de financiële ratio’s. Andere gegevens hebben weer betrekking op specifieke onderdelen van het concern. Denk aan de prestatie/ kwaliteitsindicatoren van de IGZ, die expliciet worden opgevraagd voor de WTZi-zorg, vaak per organisatieonderdeel. Om misverstanden te voorkomen, is daarom steeds aangegeven op welk niveau de verantwoording wordt gevraagd.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 37
A DigiMV Profiel van de organisatie Gevraagd wordt naar de situatie per einde verslagjaar, tenzij anders aangegeven. Alle gegevens in hoofdstuk A worden op concernniveau aangeleverd, tenzij anders aangegeven.
A.1 Nadere typering van het concern A.1.1
Typering concern
Deze tabel toont het keuzemenu dat u in DigiMV dient in te vullen. Het keuzemenu bepaalt welke tabellen u krijgt voorgelegd. Het is dus van groot belang het keuzemenu zorgvuldig in te vullen. Typering concern Typering
Ja/nee
Universitair Medisch Centrum Algemeen Ziekenhuis Categoraal Ziekenhuis Revalidatiecentrum Zelfstandig behandelcentrum Indien UMC of ziekenhuis, revalidatiecentrum of ZBC: vergunning of aanwijzing Wet bijzondere medische verrichtingen Indien UMC of ziekenhuis: traumacentrum Geestelijke gezondheidszorg Maatschappelijke opvang (MO) en vrouwenopvang (VO) Gehandicaptenzorg Indien gehandicaptenzorg: onderwijsinstelling vallend onder rechtspersoon die WTZi-zorg verleent Forensische zorg Verpleging, verzorging en thuiszorg Indien VVT: jeugdgezondheidszorg Kraamzorg Omvang concern kleiner dan 10 fte personeel
U kunt zich in DigiMV ook verantwoorden over Wmo-zorg. Hulp bij het huishouden in het kader van de Wmo Maatschappelijke opvang in het kader van de Wmo Vrouwenopvang in het kader van de Wmo Thuisbegeleiding in het kader van de Wmo met dezelfde kerngegevens. Ondersteunende begeleiding verpleging en verzorging of vergelijkbare producten in het kader van de Wmo met dezelfde kerngegevens. Activerende begeleiding verpleging en verzorging of vergelijkbare producten in het kader van de Wmo met dezelfde kerngegevens. Indien ja, wilt u voor de verantwoording van Wmo-zorg DigiMV gebruiken
38 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Het keuzemenu vraagt verder naar: _\kXXekXccfZXk`\j#`ejk\cc`e^\ef]fi^Xe`jXkfi`jZ_\\\e_\[\eY`ee\elnZfeZ\ie2 _\kXXekXcc\[\emXe[\IXX[mXe9\jklli`elnZfeZ\ie2 _\kXXekXcg\ijfe\efgn`\[\NFGKmXekf\gXjj`e^`j% Deze gegevens worden gevraagd opdat DigiMV het juiste aantal tabellen kan aanmaken voor gegevens die moeten worden verantwoord per instelling/locatie/organisatorische eenheid, per lid van de Raad van Bestuur of Raad van Toezicht of per persoon op wie de WOPT van toepassing is. Nadere typering Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang in het kader van de AWBZ en Forensische zorg Typering
Ja/nee
Forensische zorg (begeleiding) zonder verblijf Forensische zorg (begeleiding) met verblijf Kleinschalig wonen (voorheen: beschermd wonen) Begeleid Zelfstandig Wonen / ambulante begeleiding Dagactiviteiten
Toelichting: Bij kleinschalig wonen, begeleid zelfstandig wonen / ambulante begeleiding en dagactiviteiten zijn vervolgens de tabellen van toepassing zoals bij de GGZ sector. Instellingen die naast MO/VO ook GGZ behandeling of verslavingszorg aanbieden, moeten ook een ja zetten bij de sector Geestelijke gezondheidszorg.
A.1.2
Nadere typering medisch specialistische instellingen, PAAZ en PUK
Nadere typering medisch specialistische instellingen Typering
Ja/nee
Universitair Medisch Centrum Algemeen Ziekenhuis Revalidatiecentrum Dialysecentrum Brandwondencentrum Astmacentrum Abortuskliniek Epilepsiecentrum Integraal Kankerinstituut Radiotherapeutisch centrum Traumacentrum Sanatorium Militair Ziekenhuis Zelfstandig Behandelcentrum (ZBC) Ziekenhuiszorg > 365 dagen PAAZ en PUK Overig
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 39
A.1.3
Bijzondere concernonderdelen
Bijzondere concernonderdelen Onderdeel
Ja/nee
Audiologisch Centrum Ambulancedienst en/of Centrale Post Ambulancevervoer (CPA) Trombosedienst Medisch laboratorium en/of huisartsenlaboratorium Erfelijkheidscentrum Apotheek Huisartsenpost Gezondheidscentrum
A.1.4
Specialismen medisch specialistische instellingen
Specialismen medisch specialistische instellingen Specialisme
Aanvinken
Anesthesiologie Cardiologie Cardio-thoracale chirurgie Dermatologie Heelkunde Interne geneeskunde Keel-, Neus en Oorheelkunde Kindergeneeskunde Klinische genetica Klinische geriatrie Longziekten en tuberculose Maag- darm, leverziekten Medische microbiologie Mondziekten en kaakchirurgie Neurochirurgie Neurologie Nucleaire geneeskunde Obstetrie en gynaecologie Oogheelkunde Orthopedie Pathologie Plastische chirurgie Psychiatrie Radiologie Radiotherapie Reumatologie Revalidatiegeneeskunde Urologie
40 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
A.1.5
Nadere typering GGZ-instellingen en forensische zorg
Nadere typering GGZ-instellingen1 Typering
Ja/nee
Behandeling zonder verblijf Behandeling met verblijf Forensische behandeling zonder verblijf Forensische behandeling met verblijf Indien ja: justitieel FPC dan wel FPK met tbs-plaatsen Kleinschalig wonen (voorheen: beschermd wonen) Begeleid Zelfstandig Wonen / ambulante begeleiding Dagactiviteiten Verslavingszorg
A.1.6
Nadere typering GHZ-instellingen
Nadere typering instellingen voor gehandicaptenzorg: forensische zorg Typering
Ja/nee
Forensische zorg in het kader van een contract met het Ministerie van Veiligheid en Justitie
A.1.7
AWBZ-functies
AWBZ-functies geleverd door het concern Functie
Ja/nee
Persoonlijke verzorging Verpleging Begeleiding Behandeling Verblijf op grond van de AWBZ
A.1.8
Overige AWBZ-functies
Overige AWBZ-prestaties geleverd door het concern Prestatie
Ja/nee
Uitleen verpleegartikelen Advies, instructie en voorlichting
1
Bijgaande typeringen gelden ook voor zorg geleverd voor het Ministerie van Veiligheid en Justitie, indien met het Ministerie van Veiligheid en Justitie een contract is gesloten.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 41
A.1.9
Doelgroepen AWBZ
Doelgroepen patiënten/cliënten AWBZ-zorg Doelgroep
Ja/nee
Somatische aandoening of beperking Psychogeriatrische aandoening of beperking Psychiatrische aandoening Lichamelijke handicap Verstandelijke handicap Zintuiglijke handicap of communicatieve stoornis
A.1.10 Private zorg- of dienstverlening Privaat gefinancierde zorg- of dienstverlening Ja/nee Hebt u in 2012 zorg of diensten verleend die zijn gefinancierd vanuit niet-publieke middelen?
A.1.11
Uitbestede zorg en zorg in onderaanneming
De gegevens uit onderstaande tabel over onderaanneming zijn niet openbaar. Doel van de gegevens is om uit te zoeken hoe een landelijke en niet tot individuele concerns herleidbare correctie voor dubbeltellingen kan worden aangebracht op landelijke totalen. De stuurgroep maatschappelijke verantwoording zal afspraken hierover vastleggen en publiceren op www.jaarverslagenzorg.nl. Uitbesteding en onderaanneming Onderaanneming
Antwoordcategorie
Hebt u in 2012 WTZi-zorgverlening uitbesteed aan een onderaannemer?
Ja/nee
Hoeveel kosten waren met deze uitbesteding gemoeid (betaling aan onderaannemers)?
Bedrag in euro’s
Aan welke zorgaanbieders hebt u zorg uitbesteed?
Tekstveld
Hebt u in 2012 WTZi-zorg verleend als onderaannemer?
Ja/nee
Hoeveel opbrengsten waren met deze uitbesteding gemoeid (betaling door
Bedrag in euro’s
hoofdaannemer)? Voor welke zorgaanbieders hebt u zorg in onderaanneming verleend?
Tekstveld
Hoe ziet u toe op de kwaliteit van de uitbestede zorg, zoals die door de door u genoemde
Tekstveld
onderaannemers is geleverd? KvK nummer van de hoofd- of onderaannemer
Tekstveld + nummers
42 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
A.2 Kerngegevens: productie, personeel en opbrengsten De kerngegevens omvatten productie, personeel en opbrengsten. De vragen zijn toegespitst op zorg die valt onder de Regeling Verslaggeving WTZi, per zorgsector. Als u zorg verleent in meerdere sectoren, krijgt u meerdere tabellen voorgelegd. De bedoeling is dat u de personeelsleden en opbrengsten vermeldt die op deze zorg betrekking hebben. Het totale aantal personeelsleden en de totale opbrengsten van uw concern komen in de personeelstabel A.4 respectievelijk de jaarrekening naar voren.
A.2.1 Bedrijfsopbrengsten naar financieringsvorm
Totaal
Overige financiers 2)
Andere Overheden 1)
Min. OCW
Min. VenJ
Gemeenten (incl. Wmo)
PGB’s
Zvw en AWBZ: niet-gebudgetteerde zorg en subsidies 3)
AWBZ-budget (excl. subsidies en PGB’s)
Zvw-budget (excl. subsidies)
Bedrijfsopbrengsten naar financiersvorm
Zorgtype (en overige activiteiten)
Ziekenhuiszorg in:
· Algemene ziekenhuizen
· Revalidatiecentra
· UMC’s (excl. PUK)
· PAAZ`en en PUK`en
· Categorale ziekenhuizen
· Zelfstandige behandelcentra
Overige curatieve zorg in:
· Integrale kankercentra
· Laboratoria, Bloedbanken,
· Astmacentra
· Audiologische centra
· Dialysecentra
· Centra voor
· Radiotherapeutische centra
· Ambulancediensten en
· Abortusklinieken
· Huisartsenposten
· Apotheken
Geestelijke gezondheidszorg (incl.
(excl. PAAZ)
Trombosediensten
erfelijkheidsonderzoek
Centrale Posten
forensische zorg) Gehandicaptenzorg (incl. forensische zorg)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 43
Kraamzorg
Hulp bij het huishouden (HH)
Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
Jeugdzorg (jeugd en opvoedhulp)
Maatschappelijke en
Kinderopvang
Welzijnswerk
Overige activiteiten
Totaal volgens jaarrekening
Verpleging, verzorging en thuiszorg (excl. HH, JGZ, kraamzorg)
vrouwenopvang (incl. forensische zorg)
1) Andere overheden: min. VWS, overig rijk (geen VenJ, OCW), provincies. 2) Overige financiers omvat: aanvullende zorgverzekeringen, eigen betalingen cliënten, instellingen en bedrijven. 3) Inclusief omzet DBC B-segment en opbrengsten kraamzorg
A.2.2
Productie en personeel UMC’s, ziekenhuizen en ZBC’s (exclusief revalidatiecentra en traumacentra, exclusief PAAZ en PUK)
Kerngegevens UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen en ZBC’s; exclusief revalidatiecentra en traumacentra Kerngegevens
Antwoordcategorie
Capaciteit
Aantal
Aantal beschikbare bedden/plaatsen voor klinische capaciteit en dag/ deeltijdbehandeling per einde verslagjaar Waarvan bedden/plaatsen voor dag/deeltijdbehandeling Waarvan wiegen voor gezonde zuigelingen Productie
Aantal
Aantal in verslagjaar geopende DOT zorgproducten (ontleend aan ziekenhuisinformatiesysteem, niet uit het DOT Informatie Systeem ) Waarvan medisch specialistische zorg, uitgesplitst in: Aantal in A-segment (tarieven Nza) Aantal in B-segment (vrije prijzen) Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s ( (d.w.z. DBC-subtrajecten + DOT zorgproducten; ontleend aan ziekenhuisinformatiesysteem, niet uit DIS) Waarvan medisch specialistische zorg, uitgesplitst in: Aantal in A-segment (tarieven Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) Aantal in B-segment (vrije prijzen) Aantal in verslagjaar aan verzekeraar in rekening gebrachte overige en ondersteunende producten – O(V)P’s –, waaronder verrichtingen op verzoek van de eerste lijn Aantal in verslagjaar aan verzekeraar in rekening gebrachte overige trajecten en verrichtingen Aantal in verslagjaar uitgevoerde operatieve verrichtingen in curatieve zorg (= som van zorgactiviteiten in DBC-zorgactiviteitentabel behorend tot zorgprofielklasse operatieve verrichtingen; ontleend aan ziekenhuisinformatiesysteem, niet uit DIS) Aantal klinische opnamen exclusief interne overnamen in verslagjaar
44 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Aantal patiënten/cliënten met minimaal één afgesloten DBC/DOT – zorgproduct in verslagjaar Waarvan medisch specialistische zorg, uitgesplitst in: Aantal in A-segment (tarieven Nza) Aantal in B-segment (vrije prijzen) Aantal eerste polikliniekbezoeken in verslagjaar Aantal overige polikliniekbezoeken in verslagjaar Aantal dagverplegingsdagen (normaal en zwaar) of deeltijdbehandelingen in verslagjaar Aantal klinische verpleegdagen in verslagjaar (inclusief verkeerde bed) Waarvan verkeerde-bed-dagen Aantal beschikbare operatiekamers Personeel
Aantal
Aantal personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten per einde verslagjaar Aantal FTE personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten per einde verslagjaar Aantal medisch specialisten loondienst Aantal medisch specialisten inhuur Aantal medisch specialisten vrij beroep Aantal FTE medisch specialisten loondienst Aantal FTE medisch specialisten inhuur Aantal FTE medisch specialisten vrij beroep Innovatie
Percentage van de bedrijfsopbrengsten
Bestedingen aan innovatie
A.2.3
Productie en personeel PAAZ en PUK
Kerngegevens PAAZ/PUK
Aantal/bedrag
Totaal aantal patiënten/cliënten waaraan ggz wordt verleend
Aantal
Aantal patiënten in zorg op 1 januari van verslagjaar (a) Aantal nieuw ingeschreven patiënten in verslagjaar (b) Totaal aantal patiënten in zorg in verslagjaar (c=a+b) Aantal uitgeschreven patiënten in verslagjaar (d) (was aantal ontslagen patiënten in verslagjaar) Aantal patiënten/cliënten in zorg/behandeling op 31-12 van verslagjaar (e=c-d) Capaciteit
Aantal
Aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor dagelijkse planning van opnames of verblijf Aantal plaatsen deeltijdbehandeling Productie Aantal openstaande DBC’s op 1 januari van verslagjaar Aantal in verslagjaar geopende DBC’s (ontleend aan het instellingensysteem niet uit DIS) Aantal in het verslagjaar gesloten DBC’s (ontleend aan het instellingensysteem niet uit DIS) Aantal openstaande DBC’s op 31-12 van verslagjaar Omzet gefactureerde DBC’s (exclusief verrekende bedragen met verzekeraars) Aantal klinische opnamen exclusief interne overnamen in verslagjaar Aantal eerste polikliniekbezoeken in verslagjaar Aantal overige polikliniekbezoeken in verslagjaar
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 45
Aantal psychiatrische deeltijdbehandelingen Aantal klinische verpleegdagen Personeel
Aantal
Aantal patiëntgebonden personeelsleden in loondienst op 31-12 van verslagjaar Aantal niet patiëntgebonden (overige) personeelsleden in loondienst op 31-12 van verslagjaar Aantal patiëntgebonden personeelsleden in FTE op 31-12 van verslagjaar Aantal niet patiëntgebonden (overige) personeelsleden in FTE op 31-12 van verslagjaar Aantal psychiaters in loondienst op 31-12 van verslagjaar Aantal psychiaters in FTE op 31-12 van verslagjaar Innovatie
Percentage van de bedrijfsopbrengsten
Bestedingen aan innovatie
A.2.4
Productie en personeel revalidatiecentra
De volgende tabel gaat over revalidatiecentra en vervangt voor deze instellingen de tabel productie, personeel en opbrengsten UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen en ZBC’s. Kerngegevens revalidatiecentra Kerngegevens
Aantal/bedrag
Capaciteit
Aantal
Aantal beschikbare klinische bedden per einde verslagjaar Waarvan voor kinderen tot 18 jaar Waarvan voor volwassenen Aantal beschikbare poliklinische behandelplaatsen per einde verslagjaar Waarvan voor kinderen tot 18 jaar Waarvan voor volwassenen Productie
Aantal
Aantal klinische verpleegdagen in verslagjaar Waarvan voor kinderen tot 18 jaar Waarvan voor volwassenen Aantal eerste consulten in verslagjaar Waarvan voor kinderen tot 18 jaar Waarvan voor volwassenen Aantal klinische revalidatiebehandeluren in verslagjaar Waarvan voor kinderen tot 18 jaar Waarvan voor volwassenen Aantal poliklinische revalidatiebehandeluren in verslagjaar Waarvan voor kinderen tot 18 jaar Waarvan voor volwassenen Aantal klinische opnamen in verslagjaar Waarvan voor kinderen tot 18jaar Waarvan voor volwassenen
46 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Personeel
Aantal
Aantal personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten per einde verslagjaar Aantal FTE personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten per einde verslagjaar Aantal medisch specialisten (loondienst + inhuur + vrij beroep) per einde verslagjaar Aantal FTE medisch specialisten (loondienst + inhuur + vrij beroep) per einde verslagjaar Innovatie
Percentage van de bedrijfsopbrengsten
Bestedingen aan innovatie
A.2.5
Capaciteit per ziekenhuislocatie
Deze tabel wordt ingevuld per ziekenhuislocatie. UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen: capaciteit per locatie Type capaciteit
Aantal
Aantal beschikbare bedden per einde verslagjaar Waarvan bedden voor hartbewaking Waarvan bedden voor intensive care met mogelijkheid voor beademing Waarvan bedden voor intensive care zonder mogelijkheid voor beademing
A.2.6
Spoedeisende hulp
Deze tabel wordt ingevuld per ziekenhuislocatie. UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen: spoedeisende hulp per locatie Ja/nee De locatie beschikt over een afdeling spoedeisende hulp per einde verslagjaar De afdeling spoedeisende hulp is een 7x24-uursafdeling van minimaal het basisziekenhuisniveau
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 47
A.2.7
Wet bijzondere medische verrichtingen: vergunningen
UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen: vergunningen op grond van artikel 2 Wet bijzondere medische verrichtingen Categorie
Vergunning
Transplantaties
a. Niertransplantatie
Ja/nee
b. Harttransplantatie c. Longtransplantatie d. Levertransplantatie e. Pancreastransplantatie f. Transplantatie van de dunne darm g. Transplantatie van de eilandjes van Langerhans h. autologe stamceltransplantaties bij volwassenen i. autologe stamceltransplantaties bij kinderen j. allogene stamceltransplantatie bij volwassenen k. allogene stamceltransplantaties bij kinderen Stamceltherapie Radiotherapie
a) Radiotherapie b) Deeltjestherapie, waaronder protonentherapie
Bijzondere neurochirurgie Hartinterventies
a. Openhartoperatie (OHO) b. Automatic implantable cardiovector defibrillator (AICD) c. Ritmechirurgie d. Percutane transluminale coronaire angioplastiek (PTCA) e. Ablaties f. Transcatheter hartklepinterventies (THI)
Klinisch genetisch onderzoek
Klinisch genetisch onderzoek (vergunning)
en erfelijkheidsadvisering Klinisch genetisch onderzoek in samenwerking met een centrum met een vergunning voor klinisch genetisch onderzoek Zo ja, met welke KG vergunninghoudende centra In vitro fertilisatie (IVF)
a. IVF (vergunning) b. Transport IVF in samenwerking vergunning houdende IVF centra Zo ja, met welke IVF centra
Preïmplantatie genetische
a. PGD (vergunning)
diagnostiek b. Transport PGD in samenwerking met vergunning houdend PGD centrum Neonatale intensive care unit (NICU) Mobiele intensive care unit (MICU)
48 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
IVF
IVF in het kader
ICSI
Cryo
Totaal
van transport PGD Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Gestarte cycli Follikelpuncties Embryotransfers Zwangerschappen Doorgaande zwangersch. Betrouwbaarheidsinterval - eenling - tweeling - meerling
A.2.8
Wet bijzondere medische verrichtingen: aanwijzingen
UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen: aanwijzingen op grond van artikel 8 Wet bijzondere medische verrichtingen Aanwijzing
Ja/nee
Pediatrische intensive care unit (PICU) Hemofiliebehandeling Traumazorg HIV-behandelcentra (Humaan immunodeficiëntie virus) Uitnameteams orgaandonatie
A.2.9
Traumacentrum
Traumacentrum/helicentrum Gegevens
Antwoordcategorie
Beschikt het traumacentrum over een helicentrum
Toelichting Tekstveld
Traumacentrum exclusief helicentrum Aantal fte per einde verslagjaar Inkomsten verslagjaar Helicentrum
Toelichting
Hoeveel uur per etmaal is de helikopter beschikbaar? 1. Aantal fte medisch coördinator per einde verslagjaar 2. Aantal fte Mobiel Medisch Team (MMT)-arts per einde verslagjaar 3. Aantal fte MMT-verpleegkundige per einde verslagjaar 4. Aantal fte chauffeur/piloot/landing officer per einde verslagjaar 5. Aantal fte administratief personeel per einde verslagjaar Totaal aantal fte per einde verslagjaar
Automatisch berekenen
Aantal vlieguren in verslagjaar Aantal inzetten helikopter in verslagjaar
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 49
Inkomsten verslagjaar 1. Totale personeelskosten 2. Opleidingskosten en trainingen helikopter MMT 3. Huur helikopter 4. Kosten vlieguren 5. Overige kosten Totale kosten
Automatisch berekenen
A.2.10 Onderzoek en ontwikkeling UMC’s en Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis Topreferente zorg (TRF) Bedrag Bestedingen topreferente zorg
UMC’s verantwoorden zich kwalitatief en op aandoeningsspecifiek niveau op www.nfu.nl/trf. Ontwikkeling en Innovatie (O&I) Bedrag Bestedingen ontwikkeling en innovatie
Citatiescore CPP/FCSm 2012 Aantal publicaties
Aantal citaties per artikel
Citatiescore CPP/FCSm
Ontwikkeling en innovatie
Aantal publicaties in top 1% segment en tijdschriftimpact Aantal publicaties
Tijdschriftimpact JCSm/FCSm
Ontwikkeling en innovatie
Medisch Ethische ToetsingsCommissie (METC)-projecten, promoties, lopende octrooien en patenten Aantal
Aantal
Lopende
Waarvan nieuw
goedgekeurde
promoties
octrooien en
verworden
patenten totaal
octrooien en
METC-projecten
patenten Ontwikkeling en innovatie
Aantal projecten derde en vierde geldstroom Doelgroep
Aantal
Omzet
Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) Overheid (ministerie en overige Nederlandse overheid) Europese Unie Collectebusfondsen Bedrijven (binnen- en buitenland)
50 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
A.2.11 Enquête beeldvormende diagnostiek Bij beeldvormende diagnostiek wordt de patiënt/cliënt blootgesteld aan ioniserende straling, met als onbedoelde bijwerking een licht verhoogde kans op het ontstaan van kanker. Daarom dient de dosis voor de patiënt/cliënt zo laag (als redelijkerwijs) mogelijk gehouden te worden, terwijl de beeldvorming van voldoende diagnostische kwaliteit moet zijn. Beeldvormende onderzoeken, nucleaire therapie en radiotherapie vinden plaats in algemene, categorale en academische ziekenhuizen en bij enkele Zelfstandige Behandelcentra. De enquête beeldvormende diagnostiek heeft als doel, het maken van ramingen van de dosis voor patiënten/ cliënten als bedoeld in artikel 12 van Richtlijn 97/43/Euratom. Het aanleveren van deze gegevens door instellingen is verplicht ingevolge Hoofdstuk 6, Artikel 74 van het Besluit stralingsbescherming. Het RIVM gebruikt de verkregen gegevens voor het actueel houden van het Informatiesysteem Medische Stralingstoepassingen (IMS). Deze website voor professionals in de gezondheidszorg verschaft inzicht in de aard en omvang van medische stralingstoepassingen in Nederland.
A.2.12 Productie en personeel GGZ inclusief forensische zorg en exclusief PAAZ en PUK Kerngegevens GGZ
Aantal / bedrag
Totaal aantal patiënten/cliënten waaraan ggz wordt verleend
Aantal
Aantal patiënten in zorg op 1 januari van verslagjaar (a) Aantal nieuw ingeschreven patiënten in verslagjaar (b) Totaal aantal patiënten in zorg/behandeling in verslagjaar (c=a+b) Aantal uitgeschreven patiënten in verslagjaar (d) Aantal patiënten/cliënten in zorg/behandeling op 31-12 van verslagjaar (e=c-d) Aantal ZorgZwaarte Pakket (ZZP)-patiënten/cliënten in zorg/behandeling op 31-12 van verslagjaar Capaciteit
Aantal
Het aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor dagelijkse planning van opnames, verblijf of voor dagbehandeling. Waarvan kleinschalig wonen Productie Zorgverzekeringswet
Aantal
Aantal openstaande DBC’s op 1 januari van verslagjaar Aantal in verslagjaar geopende DBC’s (ontleend aan het instellingensysteem niet uit DIS) Aantal in het verslagjaar gesloten DBC’s (ontleend aan het instellingensysteem niet uit DIS) Aantal openstaande DBC’s op 31-12 van verslagjaar Omzet gefactureerde DBC’s (exclusief verrekende bedragen met verzekeraars)
Bedrag
Productie Forensische zorg (bekostigd door Min. v. Justitie)
Aantal
Aantal openstaande DBBC’s op 1 januari van verslagjaar Aantal in verslagjaar geopende DBBC’s (ontleend aan het instellingensysteem niet uit DIS) Aantal in het verslagjaar gesloten DBBC’s op (ontleend aan het instellingenysteem niet uit DIS) Aantal openstaande DBBC’s op 31-12 van verslagjaar Omzet gefactureerde DBBC’s (exclusief verrekende bedragen met verzekeraars)
Bedrag
Aantal ZZP-dagen in verslagjaar forensische zorg in justitieel kader
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 51
Productie AWBZ
Aantal
Aantal ZZP-dagen in verslagjaar exclusief forensische zorg in justitieel kader Aantal geleverde dagdelen dagactiviteiten in verslagjaar Personeel GGZ
Aantal
Aantal patiëntgebonden (ggz-)personeelsleden in loondienst op 31-12 van verslagjaar (a) Aantal patiëntgebonden (ggz-) personeel in FTE op 31-12 van verslagjaar (b) Aantal niet-patiëntgebonden (overige ggz-) personeelsleden op 31-12 van verslagjaar (c) Aantal niet-patiëntgebonden (overig ggz-) personeel in FTE op 31-12 van verslagjaar (d) Totaal aantal (ggz-)personeelsleden in loondienst op 31-12 van verslagjaar (a+c) Totaal aantal (ggz-)personeel in FTE (b+d) Aantal psychiaters in loondienst op 31-12 van verslagjaar Aantal psychiaters in FTE op 31-12 van verslagjaar Innovatie
Percentage van de bedrijfsopbrengsten
Bestedingen aan innovatie
A.2.13 Productie en personeel gehandicaptenzorg inclusief forensische zorg Kerngegevens gehandicaptenzorg Kerngegevens
Aantal/bedrag
Cliënten per einde verslagjaar
Aantal
Aantal cliënten in instelling op basis van een zzp met dagbesteding (dagbesteding staat aan) Aantal cliënten in instelling op basis van een zzp zonder dagbesteding (dagbesteding staat uit) Aantal cliënten met verblijf op basis van volledig pakket thuis (VPT) Aantal extramurale cliënten (inclusief cliënten met dagbesteding voor zover niet opgenomen in een instelling) Capaciteit
Aantal
Aantal beschikbare bedden/plaatsen met verblijfszorg per einde verslagjaar, inclusief vroegere gezinsvervangende tehuizen Productie AWBZ gedurende het verslagjaar
Aantal
Aantal dagen zorg met verblijf en dagbesteding (zie toelichting) Aantal dagen zorg met verblijf zonder dagbesteding (zie toelichting) Aantal dagen zorg op basis van volledig pakket thuis (VPT) Aantal dagdelen dagbesteding (zie toelichting) Aantal uren extramurale productie Personeel
Aantal
Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Productie forensische zorg voor aantal openstaande DBBC’s Aantal openstaande DBBC’s op 1 januari van verslagjaar Aantal in verslagjaar geopende DBBC’s (ontleend aan het instellingensysteem niet uit DIS) Aantal in het verslagjaar gesloten DBBC’s op (ontleend aan het instellingenysteem niet uit DIS) Aantal openstaande DBBC’s op 31-12 van verslagjaar
52 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Omzet gefactureerde DBBC’s (exclusief verrekende bedragen met Ministerie van Veiligheid en Justitie) Aantal ZZP-dagen in verslagjaar forensische zorg in justitieel kader Aantal uren extramurale productie in verslagjaar forensische zorg in justitieel kader Aantal dagdelen extramurale productie in verslagjaar forensische zorg in justitieel kader Innovatie
Percentage van de bedrijfsopbrengsten
Bestedingen aan innovatie
A.2.14 Particuliere FPC’s, tbs-plaatsen in FPK’s en Hoeve Boschoord Kerngegevens door Justitie gecontracteerde zorg Kerngegevens tbs-plaatsen Gemiddelde bezettingsgraad patiënten/cliënten over verslagjaar
Percentage
Instroom, het aantal eerste opnames
Aantal
Doorstroom vervolgvoorziening
Aantal
Uitstroom per vertrekcategorie
Aantal
Aantal ontvluchtingen tbs-gestelden
Aantal
Aantal overige onttrekkingen tbs-gestelden
Aantal
Waarvan: onttrekking vanaf het terrein buiten de externe beveiligingsring
Aantal
Waarvan: onttrekking tijdens toegestaan verblijf buiten de kliniek
Aantal
Bijzonder voorval
Aantal
Aantal gegronde klachten patiënten/cliënten
Aantal
Aantal geweldplegingen tussen patiënten/cliënten
Aantal
Waarvan: aantal fysieke geweldplegingen
Aantal
Waarvan: aantal dreigingen met fysiek geweld
Aantal
Geweldplegingen tegen personeel
Aantal
Waarvan: aantal fysieke geweldplegingen
Aantal
Waarvan: aantal dreigingen met fysiek geweld
Aantal
Aantal recidive tijdens tbs
Aantal
Gemiddelde behandelduur
Aantal maanden
Innovatie
Percentage van de bedrijfsopbrengsten
Bestedingen aan innovatie
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 53
A.2.15 Productie en personeel verpleging, verzorging en thuiszorg (exclusief Wmo, jeugdgezondheidszorg en kraamzorg) Kerngegevens VVT exclusief Wmo jeugdgezondheidszorg en kraamzorg Kerngegevens
Aantal/bedrag
Cliënten per einde verslagjaar
Aantal
Aantal cliënten in instelling op basis van een zzp met dagbesteding (dagbesteding staat aan) Aantal cliënten in instelling op basis van een zzp zonder dagbesteding (dagbesteding staat uit) Aantal cliënten met verblijf op basis van volledig pakket thuis (VPT Aantal extramurale cliënten (inclusief cliënten met begeleiding of dagbesteding (op basis van de functies BGI en/of BGG) voor zover niet opgenomen in een instelling) Capaciteit
Aantal
Aantal beschikbare bedden/plaatsen met verblijfszorg per einde verslagjaar, inclusief vroegere gezinsvervangende tehuizen Productie gedurende het verslagjaar
Aantal
Aantal dagen zorg met verblijf en dagbesteding (zie toelichting) Aantal dagen zorg met verblijf zonder dagbesteding (zie toelichting) Aantal dagen zorg op basis van volledig pakket thuis (VPT) Aantal dagdelen dagbesteding (op basis van de functie Begeleiding in groepsverband (BGG) (zie toelichting) Aantal uren extramurale productie (exclusief dagbesteding op basis van de functie Begeleiding in groepsverband (BGG) en Wmo-zorg) Personeel
Aantal
Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Innovatie
Percentage van de bedrijfsopbrengsten
Bestedingen aan innovatie
A.2.16 Meerbedskamers verpleeghuizen De navolgende tabel wordt ingevuld op het niveau van afzonderlijke verpleeghuizen (intramurale zorg met behandeling). Aantal kamers verpleeghuizen naar beddengrootte Type kamer
Aantal
Aantal kamers met één bed Aantal kamers met twee bedden (niet bestemd voor gehuwden/ samen-wonenden) Aantal kamers met drie bedden Aantal kamers met vier bedden Aantal kamers met vijf bedden Totaal aantal kamers
54 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
A.2.17 Productie en personeel kraamzorg Kerngegevens kraamzorg Kerngegevens
Aantal/bedrag
Productie
Aantal
Aantal inschrijvingen in verslagjaar Aantal partusassistenties in verslagjaar Aantal partusassistentie-uren in verslagjaar Aantal intakes aan huis in verslagjaar Aantal kraamverzorgingen in verslagjaar Aantal kraamverzorgingsuren in verslagjaar (excl. Partusassistentie uren Aantal telefonische intakes in verslagjaar Personeel
Aantal
Aantal FTE personeelsleden in loondienst voor kraamzorg per einde verslagjaar Aantal personeelsleden in loondienst voor kraamzorg per einde verslagjaar Aantal FTE kraamverzorgenden in loondienst per einde verslagjaar Aantal kraamverzorgenden in loondienst per einde verslagjaar Aantal leerlingen Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) kraamverzorgenden in opleiding in verslagjaar Aantal stagiaires kraamzorg in opleiding in verslagjaar Ziekteverzuim (excl. Zwangerschap) kraamverzorgenden in verslagjaar Instroom aantal kraamverzorgenden (totaal) in verslagjaar Uitstroom aantal kraamverzorgenden (totaal) in verslagjaar Aantal vacatures eind van het verslagjaar Innovatie
Percentage van de bedrijfsopbrengsten
Bestedingen aan innovatie
A.2.18 Productie en personeel jeugdgezondheidszorg Het aanleveren van deze gegevens is facultatief. Aangeleverde gegevens zijn openbaar. Kerngegevens jeugdgezondheidszorg (JGZ) Kerngegevens
Aantal/bedrag
Patiënten/cliënten
Aantal
Aantal 0-4-jarigen in JGZ in verslagjaar Productie
Aantal
Aantal consulten 0-4-jarigen in JGZ in verslagjaar Personeel
Aantal
Aantal FTE personeelsleden in loondienst voor JGZ per einde verslagjaar Kosten ingehuurd personeel niet in loondienst en zelfstandigen in verslagjaar
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 55
A.2.19 Productie en personeel hulp bij het huishouden, activerende begeleiding, thuisbegeleiding en ondersteunende begeleiding Wmo, Het aanleveren van deze gegevens is facultatief. Aangeleverde gegevens zijn openbaar. U kunt de aantallen patiënten/cliënten en de productie voor al uw Wmo-hulp bij het huishouden tezamen opgeven. U kunt wanneer u dat wilt uw gegevens aanleveren per specifieke gemeente, zodat u de vragen ook kunt gebruiken voor uw gemeentelijke verantwoording. In dat geval geeft u aan in hoeveel gemeenten u werkt. Kerngegevens hulp bij het huishouden (Wmo), facultatief Kerngegevens
Aantal/bedrag
Klanten hulp bij het huishouden Aantal klanten per einde verslagjaar Aantal klanten over het gehele verslagjaar (afgesloten trajecten plus klanten die per einde verslagjaar nog hulp ontvangen) Productie hulp bij het huishouden Aantal uren productie in verslagjaar Waarvan in natura Waarvan via persoonsgebonden budget Personeel hulp bij het huishouden Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Kosten personeel niet in loondienst en zelfstandigen in verslagjaar Innovatie
Percentage van de bedrijfsopbrengsten
Bestedingen aan innovatie
56 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
A.2.20 Productie en personeel maatschappelijke opvang en vrouwenopvang Wmo (inclusief forensische zorg) Het aanleveren van deze gegevens is facultatief. Aangeleverde gegevens zijn openbaar. U kunt de aantallen patiënten/cliënten en de productie voor al uw Wmo maatschappelijke opvang en vrouwen opvang tezamen opgeven. U kunt wanneer u dat wilt uw gegevens aanleveren per specifieke gemeente, zodat u de vragen ook kunt gebruiken voor uw gemeentelijke verantwoording. In dat geval geeft u aan in hoeveel gemeenten u werkt. Kerngegevens maatschappelijke opvang en vrouwenopvang (Wmo), facultatief Kerngegevens
Aantal/bedrag
Cliënten maatschappelijke opvang en vrouwenopvang Aantal cliënten 24-uursopvang ingeschreven in verslagjaar Aantal cliënten 24-uursopvang uitgeschreven in verslagjaar Aantal cliënten 24-uursopvang over het gehele verslagjaar Aantal cliënten dagopvang over het gehele verslagjaar Aantal cliënten nachtopvang over het gehele verslagjaar Aantal cliënten begeleiding bij (zelfstandig) wonen over het gehele verslagjaar Aantal cliënten outreaching over het gehele verslagjaar Capaciteit en productie maatschappelijke opvang en vrouwenopvang Capaciteit 24-uursopvang in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar Aantal cliëntdagen 24-uursopvang in verslagjaar (werkelijke productie) Capaciteit dagopvang in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar Aantal cliëntdagen dagopvang in verslagjaar (werkelijke productie) Capaciteit nachtopvang in beschikbare plaatsen per einde verslagjaar Aantal cliëntnachten nachtopvang in verslagjaar (werkelijke productie) Aantal uren cliëntbegeleiding wonen in verslagjaar (werkelijke productie) Aantal uren outreaching in verslagjaar (werkelijke productie) Personeel maatschappelijke opvang en vrouwenopvang Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Aantal FTE personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar Kosten personeel niet in loondienst en zelfstandigen in verslagjaar Productie forensische zorg voor aantal openstaande DBBC’s Aantal openstaande DBBC’s op 1 januari van verslagjaar Aantal in verslagjaar geopende DBBC’s (ontleend aan het instellingensysteem niet uit DIS) Aantal in het verslagjaar gesloten DBBC’s op (ontleend aan het instellingenysteem niet uit DIS) Aantal openstaande DBBC’s op 31-12 van verslagjaar Omzet gefactureerde DBBC’s (exclusief verrekende bedragen met verzekeraars) Aantal ZZP-dagen in verslagjaar forensische zorg in justitieel kader Innovatie
Percentage van de bedrijfsopbrengsten
Bestedingen aan innovatie
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 57
A.3 Werkgebieden A.3.1
Werkgebieden AWBZ: zorgkantoorregio’s
Werkgebieden AWBZ: zorgkantoorregio’s Nr
Regio
Nr
Regio
1
Groningen
17
Amstelland en De Meerlanden
2
Friesland
18
Zuid-Holland Noord
3
Drenthe
19
Haaglanden
4
Zwolle
20
Delft Westland Oostland
5
Twente
21
Midden Holland
6
Apeldoorn, Zutphen e.o.
22
Rotterdam
7
Midden IJssel
23
Nieuwe Waterweg Noord
8
Arnhem
24
Zuid-Hollandse eilanden
9
Nijmegen
25
Waardenland
10
Utrecht
26
Zeeland
11
Flevoland
27
West-Brabant
12
’t Gooi
28
Midden-Brabant
13
Noord-Holland Noord
29
Noordoost Brabant
14
Kennemerland
30
Zuidoost-Brabant
15
Zaanstreek/Waterland
31
Noord- en Midden-Limburg
16
Amsterdam
32
Zuid-Limburg
58 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ja/nee
Ja/nee
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
A.4 Personeelsinformatie De informatie uit de tabellen is niet openbaar. De gegevens worden geleverd aan de brancheorganisaties, VWS, IGZ en het CBS. In onderstaande tabellen worden gegevens ingevuld voor het hele concern, oftewel zowel WTZi-zorg als overige activiteiten. Bij de kerngegevens in paragraaf A.2 worden gegevens over het totaal van personeel (fte’s en werkzame personen) per WTZi-zorgtype (ziekenhuizen VVT, etc.) gevraagd. Personeelskosten en –formatie concerns. Kleine instellingen (ca. 10 fte personeel of minder) wordt gevraagd om de gegevens zover mogelijk in te vullen. Geef duidelijk aan wanneer het voor u niet mogelijk is om bepaalde gegevens in te vullen A) Personeel in loondienst
Code
Salarissen van
Aantal
Aantal fte’s per
rekeningschema
personeel in
werkzame
einde
loondienst in
personen per
verslagjaar
verslagjaar, in
einde
euro’s
verslagjaar
1) Personeel cliëntgebonden functies in loondienst (excl. BBL) Management en staf patiënt/
413100
cliëntgebonden functies Personeel medische elektronica, revalidatietechniek en
413200 + 413300
onderzoeksfuncties Personeel behandel- en
413400
behandelingsondersteuning Personeel psychosociale
413500
behandeling en begeleiding Verpleegkundigen en sociaal (ped) agogische hulpverleners (niveau 5) Verpleegkundigen en sociaal (ped) agogisch hulpverleners (niveau 4) Verzorgenden en sociaal (ped) agogisch hulpverleners (niveau 3) Helpenden (niveau 2) Zorghulpen (niveau 1) Overig verpleegkundig, verzorgend en sociaal-(ped) agogisch personeel Subtotaal verpleegkundig,
413600
verzorgend en sociaal- (ped) agogisch personeel Medisch en sociaal-
413700
wetenschappelijke functies Subtotaal personeel patiënt/
413000
cliëntgebonden functies in loondienst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 59
A) Personeel in loondienst
Code
Salarissen van
Aantal
Aantal fte’s per
rekeningschema
personeel in
werkzame
einde
loondienst in
personen per
verslagjaar
verslagjaar, in
einde
euro’s
verslagjaar
2) Leerling-verpleegkundig, verzorgend en sociaal- (ped)agogisch personeel in loondienst 414100
Verpleegkundigen en sociaal (ped) agogische hulpverleners in opleiding (niveau 5)
414110
Verpleegkundigen en sociaal (ped) agogisch hulpverleners in opleiding (niveau 4)
414200 +
Verzorgenden en sociaal (ped)
414400
agogisch hulpverleners in opleiding (niveau 3) Helpenden in opleiding (niveau 2)
414500
Zorghulpen in opleiding (niveau 1)
414700
Overig leerling-verpleegkundig,
414800
verzorgend en sociaal-(ped) agogisch personeel in loondienst 414000
Subtotaal leerlingverpleegkundig, verzorgend en sociaal- (ped)agogisch personeel in loondienst
3) Management en ondersteunend personeel in loondienst Personeel algemene en
411000
administratieve functies Personeel hotelfuncties
412000
Personeel terrein- en
415000
gebouwgebonden functies Subtotaal management en
411+412+415000
ondersteunend personeel in loondienst 4) Overig personeel in loondienst Totaal personeel in loondienst
Personeel niet in loondienst B) Ingehuurd personeel en zelfstandigen
Code
Kosten van ingehuurd personeel en zelfstandigen in verslagjaar, in euro’s
Uitzendkrachten en overige inhuur, verpleegkundig, verzorgend en sociaal(ped)agogisch met ZZP’ers (zoals verpleegkundigen, thuiszorgmedewerkers) Uitzendkrachten en overige inhuur, verpleegkundig, verzorgend en sociaal(ped)agogisch Inhuur van management en staf; algemeen en administratief Zelfstandige specialisten in vrij beroep en inhuur specialisten in loondienst elders Overige uitzendkrachten en overig ingehuurd personeel Totaal ingehuurd personeel en zelfstandigen
60 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
C) Onbetaald personeel
Gemiddeld aantal werkzame personen in verslagjaar
Stagiaires verpleegkundig, verzorgend en sociaal(ped) agogisch Overige stagiaires Vrijwilligers Totaal stagiaires en vrijwilligers
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 61
B DigiMV Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering Alle gegevens in hoofdstuk B hebben betrekking op het concernniveau
B.1 Governancecode Governancecode Code
Antwoordcategorie
Hanteert uw concern de zorgbrede Governancecode?
Ja/nee
Zo nee, welke andere code?
Tekstveld
Nee, omdat...
B.2 Bestuursstructuur Bestuursstructuur Structuur
Antwoordcategorie
Welke bestuursstructuur is op uw concern van
1. Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van
toepassing?
Toezicht 2. Directie vallend onder eindverantwoordelijk stichtingsbestuur 3. Anders, namelijk
Wat is de samenstelling van de Raad van Bestuur of
1. Eenhoofdig
directie?
2. Tweehoofdig met voorzitter 3. Tweehoofdig collegiaal 4. Drie- of meerhoofdig met voorzitter 5. Drie- of meerhoofdig collegiaal
62 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
B.3 Wettelijke transparantie-eisen bestuursstructuur B.3.1
Wettelijke transparantie-eisen bestuursstructuur: algemeen
Wettelijke transparantie-eisen bestuursstructuur Transparantie-eis
Antwoordcategorie
Is er een orgaan dat toezicht houdt op het beleid van de dagelijkse of algemene leiding van
Ja/nee
de instelling en deze met raad ter zijde staat? Zo nee, licht de reden hiervan toe in het maatschappelijk verslag. Is het toezichthoudend orgaan zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar,
Ja/nee
de dagelijkse en algemene leiding van de instellingen en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren? Legt het concern schriftelijk en inzichtelijk de verantwoordelijkheidsverdeling tussen het
Ja/nee
toezichthoudend orgaan en de dagelijkse of algemene leiding vast, evenals de wijze waarop interne conflicten tussen beide organen worden geregeld? Heeft uw concern de rechtsvorm van stichting of vereniging (als bedoeld in artikel 344 van
Ja/nee
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek)? Zo nee, welke rechtsvorm heeft uw concern?
B.3.2
Tekstveld
Wettelijke transparantie-eisen bestuursstructuur: stichting of vereniging met meer dan 50 werknemers
Bevoegdheid indienen enquêteverzoek Transparantie-eis
Antwoordcategorie
Als uw concern de rechtsvorm van een stichting of vereniging heeft: zijn er meer dan 50
Ja/nee
personen werkzaam (artikel 2 WOR)? Ja/nee
Zo ja: Kent u in uw statuten aan een orgaan dat de cliënten van de instelling vertegenwoordigt, de in artikel 346, onder c van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde bevoegdheid toe tot het indienen van een verzoek als bedoeld in artikel 345 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (dit is een verzoek tot enquête [onderzoek naar beleid] door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam)? Aan wie heeft het concern buiten het orgaan dat de cliënten vertegenwoordigt deze
Tekstveld
bevoegdheid toegekend?
B.3.3
Wettelijke transparantie-eisen bestuursstructuur stichting of vereniging: statutenwijziging
Wijziging statuten Transparantie-eis
Ja/nee
Hebben er in de statuten of bedrijfsvoering belangrijke veranderingen plaatsgevonden?
Ja/nee
Zo ja, welke veranderingen betrof het (antwoord in steekwoorden)?
Tekstveld
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 63
B.3.4
Wettelijke transparantie-eisen bedrijfsvoering
Wettelijke transparantie-eisen bedrijfsvoering Transparantie-eis
Ja/nee
Heeft de instelling schriftelijk vastgelegd welk orgaan/organen van de instelling welke bevoegdheden heeft/hebben ten aanzien van welk onderdeel of aspect van de bedrijfsvoering? Heeft de instelling schriftelijk (en inzichtelijk) vastgelegd hoe de zorgverlening georganiseerd wordt, van welke andere organisatorische verbanden daarbij gebruik wordt gemaakt en wat de aard is van de relaties met die andere verbanden, waaronder begrepen verantwoordelijkheden, taken en beslissingsbevoegdheden? Ten behoeve van welke instellingen heeft u investeringen gedaan (ook indien in het buitenland
Tekstveld
gevestigd? Worden de activiteiten van de instelling waarvoor de toelating(-en) geldt/gelden, in ieder geval financieel onderscheiden van andere activiteiten van de instelling? Zijn in de financiële administratie van de instelling ontvangsten en betalingen duidelijk traceerbaar naar bron en bestemming, en is duidelijk wie op welk moment welke verplichtingen voor of namens de instelling is aangegaan?
B.3.5
Samenstelling toezichthoudend orgaan
Samenstelling toezichthoudend orgaan Naam
Dhr/mw
Bestuursfunctie
64 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Nevenfuncties
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
C DigiMV Beleid, inspanningen en prestaties C.1 Kwaliteit van zorg: Instellingen Medisch Specialistische Zorg (ziekenhuizen, ZBC’s en UMC’s) C.1.1
Proces van aanlevering tot openbaarmaking gegevens
U dient jaarlijks uw gegevens over de zorginhoudelijke indicatoren (ZI) en klantpreferentievragen (KP) aan te leveren. Op dit moment is nog niet bekend via welke portal en op welke wijze u de gegevens over verslagjaar 2012 kunt aanleveren. Voor actuele informatie over de sets verwijzen wij u naar www.zichtbarezorg.nl Uiterlijk in het najaar van 2012 wordt u via www.jaarverslagenzorg.nl en via www.zichtbarezorg.nl geïnformeerd over de meetperiode en de data en wijze van aanlevering.
C.1.2
Geboden zorg
Behandelingen geleverd door organisatorische eenheid/locatie
Ja/Nee
Zwangerschap en bevalling Bariatrische chirurgie Galblaasverwijdering Ruggenmergstimulatie bij Failed Back Surgery Syndrome Maculadegeneratie Lage rug spondylodese Nierdialyse Blaascarcinoom Mammacarcinoom Cataract Diabetes Heupvervanging Knievervanging Liesbreukoperaties Chirurgische behandeling van lage rug hernia en stenose Stressincontinentie bij de vrouw Varices Ziekten van Adenoïd en Tonsillen Beroerte Colorectaal carcinoom Constitutioneel eczeem
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 65
Cystic Fibrosis OSAS Reumatoïde artritis Coeliakie Baarmoederhalsafwijkingen Longcarcinoom Maagcarcinoom Melanoom van de huid Maligne lymfoom Prostaatcarcinoom Benigne prostaat hyperplasie Nierstenen Carpaletunnelsyndroom Meniscus en voorste kruisband Migraine Osteoporose Chronische belemmering bloedstroom been HIV/AIDS Psoriasis Dementie IBD Parkinson
C.1.3 Overzicht indicatoren Zorginhoudelijke indicatoren Baarmoederhalsafwijkingen Indicator 1
Toegangstijd
Het percentage patiënten bij wie de eerste colposcopie binnen 15 werkdagen na het maken van de afspraak heeft plaatsgevonden
Indicator 2
Cervix exconisaties
Indicator 3
Overbehandeling
Het percentage patiënten behandeld voor CIN door middel van een cervix exconisatie Het percentage patiënten behandeld met een lisexcisie of exconisatie voor vermeende CIN 2-3, waarbij definitieve histologie CIN 0 of CIN 1 is
Indicator 4
Lokale anesthesie
Indicator 5
Cervixcytologie
Het percentage patiënten dat behandeld is voor CIN dat een ingreep heeft gehad die onder lokale anesthesie is uitgevoerd. Het percentage patiënten dat behandeld is voor CIN 2-3 (op basis van biopt of de excisie zelf), met een eerste cervixcytologie binnen 3 tot 9 maanden na behandeling.
Klantpreferentievragen Baarmoederhalsafwijkingen Vraag 1
Informatievoorziening
Vraag 2
Aangeboden behandelmethoden
Vraag 3
Vaste behandelaar
Vraag 4
Voorkeur behandelaar
Vraag 5
Vaste aanspreekpunt
Vraag 6
HPV1
Vraag 7
Telefonisch contact na behandeling
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
66 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Zorginhoudelijke indicatoren Bariatrische Chirurgie Indicator 1
Bariatrische chirurgie
Worden in uw ziekenhuis bariatrische ingrepen uitgevoerd?
Indicator 2a
Heringrepen <30 dagen
Percentage maagbandoperaties waarvoor een heringreep <30
Indicator 2b
Heringrepen <30 dagen
Indicator 2c
Heringrepen <30 dagen
Indicator 2d
Heringrepen <30 dagen
dagen heeft plaatsgevonden Percentage gastric bypass operaties waarvoor een heringreep <30 dagen heeft plaatsgevonden Percentage gastric sleeve resecties waarvoor een heringreep <30 dagen heeft plaatsgevonden Percentage re-do’s waarvoor een heringreep <30 dagen heeft plaatsgevonden Indicator 3a
Peroperatieve conversies
Het percentage peroperatieve conversies bij
Indicator 3b
Peroperatieve conversies
Het percentage peroperatieve conversies bij gastric bypasses
Indicator 3c
Peroperatieve conversies
Het percentage peroperatieve conversies bij gastric sleeve
maagbandoperaties
resecties Indicator 3d
Peroperatieve conversies
Het percentage peroperatieve conversies bij re-do’s
Indicator 4a
Ziekenhuissterfte
Het percentage in het ziekenhuis overleden patiënten binnen
Indicator 4b
Ziekenhuissterfte
Indicator 4c
Ziekenhuissterfte
Indicator 4d
Ziekenhuissterfte
Indicator 5a
Excess Weight Loss
30 dagen na een maagbandoperatie Het percentage in het ziekenhuis overleden patiënten binnen 30 dagen na een gastric bypass Het percentage in het ziekenhuis overleden patiënten binnen 30 dagen na een gastric sleeve resectie Het percentage in het ziekenhuis overleden patiënten binnen 30 dagen na een re-do Het percentage patiënten dat meer dan 50% Excess Weight Loss heeft bereikt binnen één jaar na een maagbandoperatie Indicator 5b
Excess Weight Loss
Het percentage patiënten dat meer dan 50% Excess Weight
Indicator 5c
Excess Weight Loss
Indicator 6
Multidisciplinair team
Is in het ziekenhuis een multidisciplinair team aanwezig?
Indicator 7a
Volume
Hoeveel bariatrisch chirurgen op uw ziekenhuislocatie voerden
Indicator 7b
Volume
Loss heeft bereikt binnen één jaar na een gastric bypass Het percentage patiënten dat meer dan 50% Excess Weight Loss heeft bereikt binnen één jaar na een gastric sleeve resectie
bariatrische ingrepen uit op de peildatum? Hoeveel bariatrische ingrepen werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld via maagbandoperaties, gastric bypass operaties, gastric sleeve resecties en re-do’s?
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 67
Zorginhoudelijke indicatoren Benigne Prostaat Hyperplasie Indicator 1 Indicator 2
International Prostate
Percentage nieuwe patiënten met LUTS/BPH bij wie IPSS is
Symptom Score (IPSS)
gebruikt bij de initiële diagnostiek
Uroflowmetrie en
Percentage nieuwe patiënten met LUTS/BPH bij wie
residubepaling
uroflowmetrie en echografische residubepaling hebben plaatsgevonden als onderdeel van de initiële diagnostiek
Indicator 3
Mictielijst
Indicator 4
Ligduur na TURP
Percentage nieuwe patiënten met LUTS/BPH waarbij een mictielijst is gebruikt als aanvulling op de initiële diagnostiek Aantal opnamedagen (gemiddelde, mediaan) vanaf de datum van TURP tot aan de datum van ontslag uit het ziekenhuis voor patiënten met LUTS/BPH
Indicator 5
Heropname na TURP
Percentage patiënten met LUTS/BPH dat binnen 30 dagen na
Indicator 6
Praktijkvariatie (gegevens
Het aantal BPH operaties op gemeenteniveau per 100.000
worden geleverd door Vektis)
verzekerden in de gemeente, gecorrigeerd voor relevante
TURP is heropgenomen
patiëntkenmerken. Klantpreferentievragen Benigne Prostaat Hyperplasie Vraag 1
Behandeling
Vraag 2
Vaste behandelaar
Vraag 3
Vaste aanspreekpunt
Vraag 4
Onderzoeken op 1 dag
Vraag 5
Telefonisch contact na ontslag
Vraag 6
Informatievoorziening
Vraag 7
Standaard controleafspraken
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Beroerte Indicator 1
Tijdigheid TIA-diagnostiek
De gemiddelde tijd (in uren) verstreken tussen het tijdstip waarop een patiënt wordt aangemeld in het ziekenhuis en het afronden van de TIA-diagnostiek
Indicator 2a
Stroke unit
Percentage niet op de stroke unit opgenomen patiënten met
Indicator 2b
Stroke unit
Totaal aantal patiënten dat is opgenomen op de stroke unit.
Indicator 3
Kennisnetwerk CVA
Neemt het ziekenhuis deel aan het Kennisnetwerk CVA NL?
een beroerte.
Indien ja, Levert het ziekenhuis de volgende indicator(en) aan het Kennisnetwerk CVA Nederland (KNCN)? Indicator 4
Opnameduur
Wat was in het verslagjaar in uw ziekenhuis de gemiddelde
Indicator 5a
MDO
Indicator 5b
MDO
Nemen de volgende disciplines deel aan dit overleg?
Indicator 6a
Trombolyse
Wordt in uw ziekenhuis trombolyse uitgevoerd
Indicator 6b
Trombolyse
Indien ja, Het percentage primaire patiënten met een acuut
Indicator 6c
Trombolyse
opnameduur van patiënten met een beroerte? Wat is de frequentie waarmee het multidisciplinair overleg voor patiënten met een beroerte plaatsvindt?
herseninfarct dat trombolyse heeft ondergaan. Mediaan door-to-needle time Indien ja, Wat was in uw ziekenhuis in het verslagjaar bij patiënten met een indicatie voor trombolyse de mediaantijd die verliep vanaf het moment van binnenkomst tot de start van de trombolyse?
68 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 7
Wachttijd tot carotis operatie
Het aantal dagen (mediaan) tussen het moment van aanmelden bij de neuroloog wegens een TIA of nietinvaliderend infarct en de operatie.
Indicator 8a
Volume (carotis
Voert uw ziekenhuislocatie carotis endarteriëctomieën uit?
endarteriëctomie)
Indien ja, Hoeveel medisch specialisten op uw ziekenhuislocatie verrichtten in het verslagjaar carotisendarteriëctomie?
Indicator 8b Indicator 8c
Volume (carotis
Bij hoeveel patiënten werd in het verslagjaar op uw
endarteriëctomie)
ziekenhuislocatie carotisendarteriëctomie verricht?
Volume (carotis
Hoeveel van de bovengenoemde behandelingen verrichtte de
endarteriëctomie)
medisch specialist met het hoogste aantal behandelingen in het verslagjaar?
Indicator 8d
Volume (carotis
Hoeveel van de bovengenoemde behandelingen verrichtte de
endarteriëctomie)
medisch specialist met het laagste aantal behandelingen in het verslagjaar?
Indicator 8e Indicator 9a
Volume (carotis
Hoeveel patiënten werden door iedere medisch specialist in
endarteriëctomie)
het verslagjaar behandeld door carotisendarteriëctomie?
Praktijkvariatie
Het aantal operaties aan de halsslagader op gemeenteniveau per 100.000 verzekerden in de gemeente, gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken.
Indicator 9b
Praktijkvariatie
Het aantal operatieve interventies wegens halslagadervernauwing per 100.000 verzekerden in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken.
Zorginhoudelijke indicatoren Blaascarcinoom Indicator 1
Multidisciplinair overleg
Worden patiënten met een niet-gemetastaseerd spierinvasief blaascarcinoom structureel besproken in een multidisciplinair overleg?
Indicator 2
Eenmalige spoeling 24 uur na
Het percentage transuretrale resecties (TUR) van de blaas,
TUR
waarna een eenmalige blaasspoeling met een cytostaticum binnen 24 uur is gegeven bij patiënten met een nietspierinvasief blaascarcinoom.
Indicator 3a
Volume
Indicator 3b
Volume
Indicator 4
Vijfjaarsoverleving
Hoeveel urologen voeren al dan niet gezamenlijk op dit moment cystectomieen uit voor de indicatie blaascarcinoom? Hoeveel cystectomieen werden in het verslagjaar in het ziekenhuis (per locatie) verricht? Percentage patiënten met een invasief blaascarcinoom dat 5 jaar na de behandeling met een cystectomie nog in leven is, gecorrigeerd voor TNM-stadium, ASA-klasse, leeftijd en salvage cystectomie (ja/nee).
Indicator 5
Patiënteninformatie
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wordt er schriftelijke informatie aangeboden?
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 69
Klantpreferentievragen Blaascarcinoom Vraag 1
Termijn onderzoeken
Vraag 2
Informatievoorziening
Vraag 3
Aangeboden methoden blaasvervanging
Vraag 4
Zorgpad beschikbaar?
Vraag 5
Communicatie
Vraag 6
Uitvoering cystectomieën
Vraag 7
Gespecialiseerd verpleegkundigen
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Carpale Tunnel Syndroom Indicator 1
EMG
Percentage patiënten met een operatieve ingreep als behandeling van het CTS, bij wie uiterlijk 6 maanden voorafgaand aan de ingreep een EMG is verricht
Indicator 2
Postoperatieve wondinfectie
Percentage patiënten met een operatieve ingreep als behandeling van het CTS dat binnen 30 dagen na de operatie een wondinfectie heeft gekregen
Indicator 3
Contact operateur
Percentage patiënten dat binnen 6 weken na een operatieve ingreep als behandeling van het CTS tenminste één contact door of namens de operateur heeft gehad
Indicator 4a
Praktijkvariatie
Het aantal operaties wegens CTS op gemeenteniveau per 100.000 verzekerden in de gemeente, gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken.
Indicator 4b
Praktijkvariatie
Het aantal operaties op ziekenhuisniveau wegens Carpaal Tunnel Syndroom (CTS) per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken.
Klantpreferentievragen Carpale Tunnel Syndroom Vraag 1
Behandeling
Vraag 2
Betrokken zorgverleners
Vraag 3
Onderzoek
Vraag 4
Informatievoorziening
Vraag 5
Communicatie
Vraag 6
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
70 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Zorginhoudelijke indicatoren Cataract Indicator 1a
Dataregistratie
Indicator 1b
Dataregistratie
Heeft het ziekenhuis een complicatieregistratie voor cataractextracties in een gegevensbestand? Heeft het ziekenhuis een pre-, per- en postoperatieve dataregistratie voor cataractextracties in een gegevensbestand?
Indicator 1c
Dataregistratie
Indicator 1d
Dataregistratie
Neemt u deel aan de landelijke cataract registratie (LCR) van het NOG? Percentage cataractoperaties waarvan de data in het registratiejaar zijn ingevoerd in de LCR of een systeem met vergelijkbare parameters als de LCR
Indicator 2 Indicator 3a
Complicatie
Percentage cataractoperaties waarbij peroperatief een
achterkapselruptuur
vitrectomie is verricht
Tijdsperiode tussen operaties
Percentage patiënten met een cataractoperatie aan beide ogen bij wie datum 2e cataractoperatie minus datum 1e cataractoperatie ≥ 28 dagen is
Indicator 3b
Datum postoperatieve controle
Percentage patiënten met een cataractoperatie aan beide ogen bij wie datum laatste postoperatieve controle van het eerste geopereerde oog door operateur of verlengde arm minus datum 1e cataractoperatie ≥ 14 dagen is en voorafgaand aan de cataractoperatie aan het tweede oog
Indicator 4
Resultaat behandeling
Percentage patiënten met een postoperatieve visus ≥ 0.5
Indicator 5a
Volume
Hoeveel oogartsen op uw ziekenhuislocatie opereerden
Indicator 5b
Volume
patiënten met cataract? Hoeveel cataractoperaties werden op uw ziekenhuislocatie uitgevoerd door het specialisme Oogheelkunde? Indicator 5c
Volume
Indicator 5d
Volume
Indicator 5e
Volume
Hoeveel cataractoperaties deed iedere oogarts?
Indicator 6a
Praktijkvariatie
Het aantal cataractoperaties op gemeenteniveau per 100.000
Hoeveel operaties deed de oogarts met het laagste aantal operaties? Hoeveel operaties deed de oogarts met het hoogste aantal operaties?
verzekerden in de gemeente, gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken. Indicator 6b
Praktijkvariatie
Het aantal operatieve interventies wegens cataract per 100.000 verzekerden in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken.
Klantpreferentievragen Cataract Vraag 1
Behandeling
Vraag 2
Soort lens
Vraag 3
Aangeboden methoden verdoving
Vraag 4
Informatievoorziening
Vraag 5
Plaats behandeling
Vraag 6
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 71
Zorginhoudelijke indicatoren Chronische Belemmering Bloedstroom Been Indicator 1
Vaatkeurmerk
Heeft het ziekenhuis het Vaatkeurmerk?
Indicator 2a
Roken
Wordt de rookstatus van patiënten met PAOD in het ziekenhuis
Indicator 2b
Roken
Indicator 2c
Roken
Indicator 3a
Praktijkvariatie
geregistreerd? Percentage nieuwe patiënten met PAOD dat rookte bij de start van de behandeling in het verslagjaar Percentage rokers dat pre-operatief begeleiding kreeg aangeboden bij stoppen met roken. Het aantal interventies wegens PAOD op gemeenteniveau per 100.000 verzekerden in de gemeente, gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken. Indicator 3b
Praktijkvariatie
Het aantal patiënten geopereerd wegens PAOD per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, sociaal economische status, diabetes en andere cardiovasculaire risico medicatie.
Klantpreferentievragen Chronische Belemmering Bloedstroom Been Vraag 1
Aangeboden behandelmethoden
Vraag 2
MDO
Vraag 3
Vaste behandelaar/verpleegkundig specialist
Vraag 4
Informatievoorziening: telefonisch/per e-mail
Vraag 5
Onderzoeken op 1 dag
Vraag 6
Informatievoorziening
Vraag 7
Voorkeur behandelaar
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Coeliakie Indicator 1
Percentage nieuwe
Percentage nieuwe coeliakiepatiënten met indicatie van een
coeliakiepatiënten die tijdig zijn
dunnedarmbiopsie bij wie na vaststelling van positieve
gebiopteerd
specifieke antilichamen voor coeliakie en/of bij verwijzing in verband met positieve specifieke antilichamen voor coeliakie, binnen 2 maanden een dunnedarmbiopsie is verricht
Indicator 2
Percentage nieuwe
Percentage nieuwe coeliakiepatiënten dat binnen één maand
coeliakiepatiënten
na definitieve diagnose is doorverwezen door kinderarts of
doorverwezen naar de
kinderarts MDL naar de kinderdiëtist of bij wie in de brief met
kinderdiëtist
de diagnose door kinderarts of kinderarts MDL wordt geadviseerd de patiënt naar de kinderdiëtist te sturen
Indicator 3
Percentage nieuwe
Percentage nieuwe coeliakiepatiënten in uw ziekenhuis dat
coeliakiepatiënten dat
minimaal 1x in de 1e maand, 2x in de eerste 6 maanden en 3x in
minimaal 1x in de 1e maand, 2x
het 1e jaar na diagnose een consult heeft gehad met de
in de eerste 6 maanden en 3x in
kinderarts of kinderarts MDL
het eerste 1e jaar na diagnose een consult heeft gehad met de kinderarts of kinderarts MDL Indicator 4a
Volume
Indicator 4b
Volume
Hoeveel medisch specialisten op uw ziekenhuislocatie behandelen op dit moment Coeliakie? Hoeveel patiënten met Coeliakie werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door de specialismen Kindergeneeskunde en Kindergeneeskunde MDL?
72 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 4c
Volume
Hoeveel patiënten behandelde de medisch specialist (kinderarts, kinderarts MDL) met het hoogste aantal patiënten?
Indicator 4d
Volume
Hoeveel patiënten behandelde de medisch specialist (kinderarts, kinderarts MDL) met het laagste aantal patiënten?
Klantpreferentievragen Coeliakie Vraag 1
Patiëntenpopulatie
Vraag 2
Bloedonderzoek / Dunne darm biopsie
Vraag 3
Doorverwijzing
Vraag 4
Controleafspraken
Vraag 5
Aangeboden methoden verdoving
Vraag 6
Glutenvrije maaltijden
Vraag 7
Voorkeur behandelaar
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Colorectaal Carcinoom Indicator 1
Dutch Surgical Colorectal Audit
Percentage chirurgische resecties voor Colorectaal Carcinoom
(DSCA)
gelegen in colon of rectum (alleen resecties voor primaire carcinomen meetellen) waarvan gegevens aangeleverd zijn aan de Dutch Surgical Colorectal Audit
Indicator 2 Indicator 3
Aantal lymfeklieren onderzocht
Percentage patiënten bij wie 10 of meer lymfeklieren na
na resectie
resectie van een primaire coloncarcinoom zijn onderzocht
Patiënten met
Het percentage patiënten met een rectumcarcinoom dat
rectumcarcinoom besproken in
besproken is in een preoperatief MDO
een preoperatief MDO Indicator 4
Pre-operatieve colonoscopie
Het percentage patiënten met een gediagnosticeerd colorectaal carcinoom waarvoor een electieve resectie heeft plaatsgevonden en waarbij het colon preoperatief volledig in beeld is geweest
Indicator 5a
Aanvullende chemotherapie
Het percentage patiënten < 75 jaar met een gereseceerd
coloncarcinoom
stadium III coloncarcinoom dat aanvullende chemotherapie heeft gekregen
Indicator 5b
Aanvullende chemotherapie
Het percentage patiënten ≥ 75 jaar met een gereseceerd
coloncarcinoom
stadium III coloncarcinoom dat aanvullende chemotherapie heeft gekregen
Indicator 6a
Volume
Uit hoeveel chirurgen bestaat de maatschap op de peildatum en hoeveel van deze chirurgen voeren resecties uit bij primair colorectaal carcinoom patiënten?
Indicator 6b
Volume
Indicator 7a
CRM rectumcarcinoom
Aantal resecties bij primaire colorectaal carcinoom patiënten op ziekenhuisniveau Het percentage patiënten met een rectumcarcinoom waarvan de circumferentiele resectie marge (CRM) vermeld staat in het pathologieverslag en geregistreerd werd in de DSCA.
Indicator 7b
CRM rectumcarcinoom
Het percentage patiënten met een gereseceerd primair rectumcarcinoom met een CRM van 1 mm of minder (tumor positief)
Indicator 8
Aanvullende radiotherapie
Percentage patiënten met een T3 of T4 rectumcarcinoom die
rectumcarcinoom
aanvullende radiotherapie heeft gekregen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 73
Zorginhoudelijke indicatoren Constitutioneel Eczeem Indicator 1a
Gestructureerde voorlichting
Wordt er aanvullend op de gebruikelijke behandeling door de dermatoloog/allergoloog gestructureerde voorlichting gegeven door de dermatoloog/allergoloog, verpleegkundige of gelijkwaardige informant aan nieuwe patiënten met Constitutioneel Eczeem?
Indicator 1b
Gestructureerde voorlichting
Percentage nieuwe patiënten met Constitutioneel Eczeem dat gestructureerde voorlichting heeft gehad, gegeven door de dermatoloog/allergoloog, verpleegkundige of gelijkwaardige informant
Indicator 2a
Rechtstreekse toegang tot zorg
Kunnen patiënten met Constitutioneel Eczeem bij verergering van klachten binnen twee werkdagen rechtstreeks toegang krijgen tot de dermatoloog/allergoloog of verpleegkundige (tenminste per telefoon of per e-mail door de dermatoloog/ allergoloog of een live-consult noodzakelijk is)?
Indicator 2b
Rechtstreekse toegang tot zorg
Zijn er in uw organisatie schriftelijke werkafspraken gemaakt die regelen dat patiënten met Constitutioneel Eczeem bij verergering van klachten binnen twee werkdagen rechtstreeks toegang krijgen tot de dermatoloog/allergoloog of verpleegkundige (tenminste per telefoon of per e-mail door de dermatoloog/allergoloog of een live-consult noodzakelijk is)?
Indicator 3
Behandeling met systemische
Hoeveel patiënten met een chronische dermatose worden
immunosuppressiva
behandeld in uw centrum met immunosuppressiva? (gemiddeld per dermatoloog/allergoloog per fte per jaar)
Indicator 4a
Volume
Hoeveel medisch specialisten op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum patiënten met Constitutioneel Eczeem?
Indicator 4b
Volume
Hoeveel patiënten met Constitutioneel Eczeem werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door de specialismen dermatologie en allergologie?
Indicator 4c
Volume
Hoeveel patiënten behandelde de medisch specialist (dermatoloog, allergoloog) met het hoogste aantal patiënten in het verslagjaar?
Indicator 4d
Volume
Hoeveel patiënten behandelde de medisch specialist (dermatoloog, allergoloog) met het laagste aantal patiënten in het verslagjaar?
Indicator 4e
Volume
Hoeveel patiënten werden in het verslagjaar door iedere medisch specialist (dermatologen, allergologen) behandeld?
Klantpreferentievragen Constitutioneel Eczeem Vraag 1
Gespecialiseerd verpleegkundige
Vraag 2
Toegang behandelaar
Vraag 3
Allergietesten
Vraag 4
Behandelmethoden
Vraag 5
MDO
Vraag 6
Afspraken op 1 dag
Vraag 7
Faciliteiten
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
74 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Zorginhoudelijke indicatoren Cystic Fibrosis Indicator 1 Indicator 2a
Minimale voorwaarden voor
Voldoet uw CF-centrum aan de 3 minimale voorwaarden voor
een CF-centrum
een CF-centrum?
Longfunctie (FEV1)
Gemiddelde hoogste FEV1 waarde (uitgedrukt als percentage van de voorspelde FEV1 waarde) van CF-patiënten met de leeftijd 6 tot 18 jaar die onder behandeling zijn van het centrum
Indicator 2b
Longfunctie (FEV1)
Gemiddelde hoogste FEV1 waarde (uitgedrukt als percentage van de voorspelde FEV1 waarde) van CF-patiënten met de leeftijd van 18 jaar en ouder die onder behandeling zijn van het centrum
Indicator 3a
Voedingstoestand
Indicator 3b
Voedingstoestand
Gemiddelde hoogste Z-score van CF-patiënten van 0 tot 6 jaar die onder behandeling zijn van het centrum Gemiddelde hoogste Z-score van CF-patiënten van 6 tot 18 jaar die onder behandeling zijn van het centrum
Indicator 3c
Voedingstoestand
Gemiddelde hoogste BMI van CF-patiënten van 18 jaar en
Indicator 4a
Routinecontroles volgens
Percentage routinecontroles uitgevoerd volgens de richtlijnen
Europese consensus
uit de Europese consensus
ouder die onder behandeling zijn van het centrum
(leeftijd <6 jaar) Indicator 4b
Routinecontroles volgens
Percentage routinecontroles uitgevoerd volgens de richtlijnen
Europese Consensus
uit de Europese consensus
(leeftijd 6 tot 18 jaar) Indicator 4c
Routinecontroles volgens
Percentage routinecontroles uitgevoerd volgens de richtlijnen
Europese Consensus
uit de Europese consensus
(leeftijd 18 jaar en ouder) Indicator 5a
Volume
Hoeveel medisch specialisten (kinderlongartsen en longartsen) op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum Cystic Fibrosis (als hoofdbehandelaar)?
Indicator 5b
Volume
Hoeveel patiënten met Cystic Fibrosis werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door de specialismen kindergeneeskunde en longgeneeskunde?
Klantpreferentievragen Cystic Fibrosis Vraag 1
Bereikbaarheid
Vraag 2
Behandeling/onderzoek mogelijk in weekend en termijn uitslagen
Vraag 3
Reiniging wachtruimte en spreekkamer
Vraag 4
Informatievoorziening
Vraag 5
Voorzieningen op kamer
Vraag 6
Bezoektijden en verblijf familie
Vraag 7
Planning (grote) controle
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 75
Zorginhoudelijke indicatoren Dementie Indicator 1
Registratie van het syndroom
Worden in het ziekenhuis naast het klinische syndroom
dementie
dementie ook de onderliggende aandoeningen geregistreerd zoals de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie, frontotemporale dementie, dementie met ‘Lewy Bodies’ (inclusief Parkinson-dementie) of ziekte van CreutzfeldtJakob? Indien ja, op welke wijze is deze registratie vormgegeven?
Indicator 2
Aanwezigheid van een protocol
Is er binnen het ziekenhuis voor de behandeling van patiënten
acetylcholinesteraseremmers
met de ziekte van Alzheimer en dementie met ‘Lewy Bodies’ een protocol acetylcholinesteraseremmers aanwezig? Indien ja, bevat dit protocol: weergave van indicatiestelling weergave van contra-indicaties start criteria follow-up criteria stop criteria
Indicator 3
Multidisciplinair overleg
Is er binnen het ziekenhuis een multidisciplinair overleg dementie? Indien ja, vindt dit overleg tenminste eenmaal per maand plaats? Indien ja, zijn bij dit overleg de volgende personen aanwezig: medisch specialisten: neuroloog klinisch geriater psychiater internist-ouderengeneeskunde verpleegkundige(n) of verpleegkundig specialist: (neuro-) psycholoog:
Indicator 4
Ervaringen van
Heeft er binnen het ziekenhuis een tevredenheids- of
gebruikersgroepen
ervaringsonderzoek plaatsgevonden onder patiënten met dementie of hun mantelzorgers? Indien ja, wordt dit onderzoek jaarlijks herhaald? Indien ja, is de uitslag van het tevredenheids- of ervaringsonderzoek multidisciplinair besproken? Indien ja, heeft/hebben de betrokken afdeling(e)n afgelopen jaar naar aanleiding van het tevredenheids- of ervaringsonderzoek verbeteracties ondernomen op het terrein van diagnose en/of behandeling expertise m.b.t. het zorgaspect toegankelijkheid, bereikbaarheid continuïteit van zorgverleners informatievoorziening aan dementerenden en hun mantelzorgers actief betrekken bij de zorg van dementerenden en hun mantelzorgers emotionele ondersteuning van dementerenden en hun mantelzorgers anders, namelijk er waren geen verbeteracties noodzakelijk anders, namelijk…
76 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 5
Zorgmaatregelen
Is er een protocol aanwezig voor ziekenhuisopname bij
ziekenhuisopname
patiënten met dementie op de volgende afdelingen: interne geneeskunde cardiologie orthopedie heelkunde
Klantpreferentievragen Dementie Vraag 1
Diagnoseconsult en nazorg
Vraag 2
Diagnose- en/of behandelingsruimten en betrokken zorgverleners
Vraag 3
Informatievoorziening
Vraag 4
Aanwezigheid dementie bij opname
Vraag 5
Ondersteuning door bezoek
Vraag 6
Participatie dementieketen
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Diabetes Indicator 1
Organisatiestructuur van
Aanwezigheid van een organisatiestructuur nodig voor het
diabeteszorg (volwassenen)
uitvoeren van goede diabeteszorg volgens de zorgstandaard van de NDF in betreffende verslagjaar.
Indicator 2a
Laboratorium jaarcontrole
Het percentage patiënten met diabetes mellitus onder
(volwassenen)
behandeling van de internist waarbij de HbA1c waarde is gemeten in de 365 dagen voorafgaand aan het afsluiten van de DBC.
Indicator 2b
Laboratorium jaarcontrole
Het percentage patiënten met diabetes mellitus onder
(volwassenen)
behandeling van de internist waarbij kreatinine is gemeten in 365 dagen voorafgaand aan het afsluiten van de DBC.
Indicator 2c
Laboratorium jaarcontrole
Het percentage patiënten met diabetes mellitus onder
(volwassenen)
behandeling van de internist waarbij microalbumine is gemeten in 365 dagen voorafgaand aan het afsluiten van de DBC.
Indicator 2d
Laboratorium jaarcontrole
Het percentage patiënten met diabetes mellitus onder
(volwassenen)
behandeling van de internist waarbij totaal cholesterol is gemeten in 365 dagen voorafgaand aan het afsluiten van de DBC.
Indicator 2e
Laboratorium jaarcontrole
Het percentage patiënten met diabetes mellitus onder
(volwassenen)
behandeling van de internist waarbij HDL-cholesterol is gemeten in 365 dagen voorafgaand aan het afsluiten van de DBC.
Indicator 3a Indicator 3b
Bloeddruk – Bloeddruk
Percentage patiënten met diabetes mellitus onder behandeling
gemeten (volwassenen)
van de internist bij wie bloeddruk is gemeten.
Bloeddruk – Benodigde
Percentage patiënten met diabetes mellitus onder behandeling
therapie (volwassenen)
van de internist waarbij een te hoge bloeddruk met antihypertensieve medicatie wordt behandeld.
Indicator 4
Voetzorg (volwassenen)
Het percentage patiënten met diabetes mellitus onder behandeling van de internist waarbij een voetonderzoek heeft plaatsgevonden.
Indicator 5a
Organisatiestructuur van
Is in uw centrum een multidisciplinair behandelteam aanwezig
diabeteszorg (kinderen)
voor kinderen met diabetes samengesteld conform de NDFzorgstandaard?
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 77
Indicator 5b
Organisatiestructuur van
Is het behandelteam 24/7 rechtstreeks bereikbaar?
diabeteszorg (kinderen) Indicator 5c Indicator 5d
Organisatiestructuur van
Beschikt het behandelteam over een uniform elektronisch
diabeteszorg (kinderen)
diabetesdossier?
Organisatiestructuur van
Worden reguliere behandelgegevens op papier vastgelegd?
diabeteszorg (kinderen) Indicator 6a
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes < 6 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een laatst gemeten HbA1c <58 mmol/mol
Indicator 6b
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes ≥ 6 jaar en < 12 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een laatst gemeten HbA1c <58 mmol/mol
Indicator 6c
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes ≥ 12 jaar en < 18 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een laatst gemeten HbA1c <58 mmol/mol
Indicator 6d
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes ≥ 18 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een laatst gemeten HbA1c <58 mmol/mol
Indicator 6e
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes < 6 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een HbA1c >86 mmol/mol
Indicator 6f
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes ≥ 6 jaar en < 12 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een HbA1c >86 mmol/mol
Indicator 6g
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes ≥ 12 jaar en < 18 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een HbA1c >86 mmol/mol
Indicator 6h
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes ≥ 18 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een HbA1c >86 mmol/mol
Indicator 7a
Acute opnames (kinderen)
Totaal aantal diabetesgerelateerde acute opnames van kinderen op de ziekenhuislocatie in het verslagjaar
Indicator 7b
Acute opnames (kinderen)
Indicator 7c
Acute opnames (kinderen)
Indicator 7d
Acute opnames (kinderen)
Indicator 7e
Acute opnames (kinderen)
Indicator 8a
Volume (kinderen)
Indicator 8b
Volume (kinderen)
Aantal kinderen < 6 jaar dat één of meerdere diabetesgerelateerde acute opnames had in het verslagjaar Aantal kinderen ≥ 6 jaar en < 12 jaar dat één of meerdere diabetesgerelateerde acute opnames had in het verslagjaar Aantal kinderen ≥ 12 jaar en < 18 jaar dat één of meerdere diabetesgerelateerde acute opnames had in het verslagjaar Aantal kinderen ≥ 18 jaar dat één of meerdere diabetesgerelateerde acute opnames had in het verslagjaar Hoeveel kinderartsen participeren in het kinderdiabetesteam op uw ziekenhuislocatie op de peildatum? Hoeveel kinderen met diabetes < 6 jaar werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door het kinderdiabetesteam?
Indicator 8c
Volume (kinderen)
Hoeveel kinderen met diabetes van ≥ 6 jaar en < 12 jaar werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door het kinderdiabetesteam?
Indicator 8d
Volume (kinderen)
Hoeveel kinderen met diabetes van ≥ 12 jaar en < 18 jaar werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door het kinderdiabetesteam?
78 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 8e
Volume (kinderen)
Hoeveel kinderen met diabetes van ≥ 18 jaar werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door het kinderdiabetesteam?
Klantpreferentievragen Diabetes Vraag 1
Internist met deskundigheid diabetes
Vraag 2
Diabetesteam
Vraag 3
Afspraken op 1 dag en op 1 locatie
Vraag 4
Bereikbaarheid
Vraag 5
Informatievoorziening
Vraag 6
Begeleiding bij zelf meten van bloedsuiker en overige faciliteiten
Vraag 7
Psychosociale ondersteuning en doorverwijzing
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Galblaasverwijdering Indicator 1
Opnameduur
Aantal opnamedagen (minimum, maximum, mediaan, gemiddelde) vanaf de datum van de laparoscopische galblaasverwijdering tot aan de datum van ontslag uit het ziekenhuis
Indicator 2
Heropname
Percentage patiënten dat binnen 30 dagen na de galblaasverwijdering heropgenomen wordt
Indicator 3
Dagbehandeling
Indicator 4a
Volume galblaasverwijdering
Indicator 4b
Volume galblaasverwijdering
Indicator 5
Conversies
Percentage patiënten met een laparoscopische galblaasverwijdering uitgevoerd in dagbehandeling Hoeveel chirurgen op uw ziekenhuislocatie voeren galblaasverwijderingen uit op de peildatum? Hoeveel galblaasverwijderingen zijn in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie uitgevoerd? Het percentage geplande laparoscopische galblaasverwijderingen waarbij geconverteerd is naar een open galblaasverwijdering
Indicator 6
Praktijkvariatie
Het aantal galblaasverwijderingen (cholecystectomieën) op ziekenhuisniveau per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht.
Zorginhoudelijke indicatoren Heupvervanging Indicator 1
Preoperatieve
Wordt in het ziekenhuis preoperatieve patiëntenvoorlichting
patiëntenvoorlichting
met schriftelijk en/of audiovisueel voorlichtingsmateriaal gegeven?
Indicator 2
Diepe wondinfecties
Percentage diepe wondinfecties in geval van een totale
Indicator 3a
Implantaatregistratie
Indicator 3b
Implantaatregistratie
Percentage heupprothesen ingevoerd in de LROI
Indicator 4
Levensduur heupimplantaten
Percentage geïmplanteerde Totale heupprothese type dat een
heupprothese Neemt het ziekenhuis deel aan de landelijke registratie van orthopedische implantaten?
in een peer-reviewed tijdschrift gepubliceerde 10-jaarsoverleving heeft van minimaal 90%
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 79
Indicator 5
Routinecontroles
Worden in uw ziekenhuis vanaf 1 jaar postoperatief na een gewrichtsvervangende operatie aan heupen routinematig 1 of 2 jaarlijkse controles afgesproken voor patiënten met een primaire prothese wegens coxartrose, die niet deelnemen in een onderzoekssetting, en geen specifieke indicatie voor controle hebben?
Indicator 6
Praktijkvariatie
Het aantal heupvervangingen wegens artrose per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en sociaal economische status.
Klantpreferentievragen Heupvervanging Vraag 1
Voor- en naonderzoek
Vraag 2
Aangeboden methoden verdoving
Vraag 3
MDO
Vraag 4
Operatiemethoden / Heupprothese
Vraag 5
Afspraken op 1 dag
Vraag 6
Standaard minimale opnametermijn
Vraag 7
Informatievoorziening
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren HIV/AIDS Indicator 1
Virale load bepaling na
Het percentage naïeve HIV patiënten dat 16 weken na start
behandeling
behandeling met HAART nog onder behandeling is en waarbij de virale load is bepaald
Indicator 2
Virale load bepaling per 14
Het percentage HIV patiënten dat minimaal 14 maanden met
maanden
HAART is behandeld en waarbij minimaal twee keer per 14 maanden de virale load is bepaald
Indicator 3
Onderdrukte virale replicatie na
Het percentage naïeve HIV patiënten dat behandeld is met
behandeling
HAART en dat 6 maanden na start behandeling een virale load heeft van <400 kopieën/ml
Indicator 4
Volume
Hoeveel patiënten met HIV/AIDS werden in het verslagjaar behandeld in uw centrum?
Klantpreferentievragen HIV/AIDS Vraag 1
Informatievoorziening: telefonisch/per e-mail
Vraag 2
Openingstijden prikpoli
Vraag 3
Informatievoorziening: mogelijke combinatietherapieën
Vraag 4
Tijdsduur consult
Vraag 5
Andere behandelaar: vooraf informeren
Vraag 6
Afspraken op 1 dag
Vraag 7
MDO
Vraag 8
Informatievoorziening: website / schriftelijk / bijeenkomsten
Vraag 9
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
80 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Klantpreferentievragen IBD Screeningsvraag
Patiëntenpopulatie
Vraag 1
Specialisme MDL-ziekten
Vraag 2
Hoofdbehandelaar / voorkeur behandelaar / gespecialiseerd verpleegkundige
Vraag 3
Onderzoeken tijdens actieve fase / opvlamming / remissie
Vraag 4
Aangeboden methode verdoving
Vraag 5
MDO
Vraag 6
Informatievoorziening
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Knievervanging Indicator 1
Preoperatieve
Wordt in het ziekenhuis preoperatieve patiëntenvoorlichting
patiëntenvoorlichting
met schriftelijk en/of audiovisueel voorlichtingsmateriaal gegeven?
Indicator 2
Richtlijn of protocol
Percentage operaties waarbij de patiënt medicamenteuze
tromboseprofylaxe
tromboseprofylaxe voorgeschreven heeft gekregen gedurende minimaal 10 dagen na de operatie, in geval van een primaire totale knieprothese
Indicator 3a
Complicatieregistratie
Is er een informatiesysteem beschikbaar dat inzicht biedt in het binnen 6 weken optreden van alle hierna volgende complicaties: diepe wondinfecties, diep veneuze trombose, longembolieën, luxaties en heropnames, in verband met het plaatsen van een totale knieprothese? Indien ja, Is dit informatiesysteem geautomatiseerd?
Indicator 3b
Termijn van 6 weken voor
Wordt voor het vaststellen van het optreden van de hiervoor
complicaties
genoemde complicaties een termijn van in ieder geval 6 weken postoperatief aangehouden in geval van een totale knieprothese?
Indicator 3c
Indicator 3d
Indicator 3e
Gebruik ‘Orthopaedie
Wordt voor het registreren van de hiervoor genoemde
Registratieformulier’ voor
complicaties gebruik gemaakt van het ‘Orthopaedie
complicaties
Registratieformulier’ in geval van een totale knieprothese?
Genotuleerde bespreking van
Wat is de frequentie van genotuleerde besprekingen in
complicaties
verband met een totale knieprothese?
Verbeterplan optreden
Wordt per genotuleerde bespreking van complicaties in
complicaties
verband met een totale knieprothese zo nodig een verbeterplan opgesteld én een verantwoordelijke aangewezen?
Indicator 4a
Bloedmanagementrichtlijn of
Is er een bloedmanagementrichtlijn of -protocol beschikbaar
-protocol
om perioperatief gegeven homologe bloedtransfusies te reduceren in geval van een totale knieprothese?
Indicator 4b
Transfusie van homoloog bloed
Percentage operaties waarbij de patiënt perioperatief een transfusie van homoloog bloed heeft gekregen in geval van een primaire totale knieprothese
Indicator 5a
Richtlijn of protocol voor
Is er een richtlijn of protocol beschikbaar voor antibiotische
antibiotische profylaxe
profylaxe in geval van een totale knieprothese?
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 81
Indicator 5b
Peri-operatief toedienen
Percentage operaties waarbij de patiënt peri-operatief
antibiotica
antibiotica toegediend hebben gekregen, in geval van een totale knieprothese
Indicator 5c
Antibiotica 60 tot 15 minuten
Percentage operaties waarbij de patiënt 60 tot 15 minuten
vóór de incisie/ opwekken van
vóór de incisie toegediend of vóór het opwekken van
bloedleegte
bloedleegte heeft gekregen, in geval van een totale knieprothese
Indicator 5d
Diepe wondinfecties
Indicator 6a
Implantaatregistratie
Indicator 6b
Implantaatregistratie
Percentage diepe wondinfecties in geval van een totale knieprothese Neemt het ziekenhuisdeel aan de landelijke registratie van orthopedische implantaten? Percentage knieprothesen ingevoerd in de LROI
Klantpreferentievragen Knievervanging Vraag 1
Voor- en naonderzoek
Vraag 2
Aangeboden methoden verdoving
Vraag 3
Pijnstilling
Vraag 4
MDO
Vraag 5
Operatiemethoden / Knieprothese
Vraag 6
Informatievoorziening
Vraag 7
Afspraken op 1 dag
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Liesbreukoperaties Indicator 1
Dagbehandeling
Percentage liesbreukoperaties in dagbehandeling uitgevoerd
Indicator 2
Lokale Anesthesie
Percentage lokale anesthesie bij open liesbreukoperaties
Indicator 3a
Volume
Hoeveel medisch specialisten op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum liesbreuken door middel van open ingrepen en/of laparoscopische ingrepen?
Indicator 3b
Volume
Hoeveel patiënten met een liesbreuk werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door middel van open ingrepen?
Indicator 3c
Volume
Hoeveel patiënten met een liesbreuk werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door middel van laparoscopische ingrepen?
Indicator 4
Praktijkvariatie (gegevens
Het aantal operatieve interventies wegens liesbreuk per
worden geleverd door Vektis)
100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en sociaal economische status
Klantpreferentievragen Liesbreukoperaties Vraag 1
Aangeboden behandelmethode / verdovingsmethode
Vraag 2
Informatievoorziening
Vraag 3
Bereikbaarheid / Nacontrole
Vraag 4
Zorgpad / One stop shop
Vraag 5
Voorkeur behandelaar
Vraag 6
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
82 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Zorginhoudelijke indicatoren Longcarcinoom Indicator 1
Doorlooptijd diagnostiek
Het percentage patiënten met een longcarcinoom, dat geen mediastinoscopie heeft ondergaan, dat is besproken in het MDO en bij wie de diagnostiek binnen 20 werkdagen is afgerond.
Indicator 2
Wachttijd start behandeling
Het percentage patiënten met een longcarcinoom dat daarvoor behandeld is, is besproken in het MDO en waarbij de behandeling (curatief of palliatief) binnen 15 werkdagen na afronding van de diagnostiek is gestart.
Indicator 3
MDO
Indicator 4
Kwaliteitseisen longchirurgie
Het percentage patiënten met een stadium I, II of III longcarcinoom dat wordt besproken in een MDO. Wordt in uw instelling longchirurgie uitgevoerd? Indien ja: Voldoet het ziekenhuis aan eisen zoals gesteld door de Nederlandse Vereniging voor Longchirurgie (NVvL)/de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH), danwel eisen zoals gesteld aan een cardiothoracaal chirurgisch centrum?
Indicator 5a
Volume
Hoeveel medisch specialisten op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum patiënten met een longcarcinoom? Longchirurgen/…Thoraxchirurgen
Indicator 5b
Volume
Bij hoeveel patiënten met een longcarcinoom is een chirurgische resectie uitgevoerd?
Klantpreferentievragen Longcarcinoom Vraag 1
Andere behandelaar: vooraf informeren
Vraag 2
Voorkeur behandelaar
Vraag 3
Vast aanspreekpunt
Vraag 4
Informatievoorziening: telefonisch / schriftelijk
Vraag 5
Tijdsduur consult
Vraag 6
Betrokken behandelaars
Vraag 7
Organisatie PET-scan
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Chirurgische behandeling van lage rug hernia en stenose Indicator 1
Aantal dagen tussen operatie-
Per patiënt:
indicatie door operateur en
Datum uitgevoerde lage rug HNP of stenose operatie minus
operatie
datum OK-indicatiestelling door operateur. Van alle patiënten in deze groep zijn gemiddelde, mediaan, minimum en maximum nodig van de wachttijd tot OK om een oordeel te kunnen geven over consistentie van gemeten waarden.
Indicator 2 Indicator 3a
Lumbale heroperaties binnen
Percentage heroperaties op lumbaal niveau binnen 30 dagen
30 dagen
na een herniaoperatie
Volume
Hoeveel wervelkolomchirurgen (neuro- en orthopedisch chirurgen) operen patiënten lage rug HNP en/of stenose op de peildatum?
Indicator 3b
Volume
Hoeveel patiënten met lage rug HNP en stenose zijn op uw ziekenhuislocatie geopereerd door wervelkolomchirurgen (neuro- en orthopedisch chirurgen) in het verslagjaar?
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 83
Indicator 3c
Volume
Wat is de spreiding (gemiddelde, minimum, maximum) van het aantal geopereerde patiënten met lage rug HNP en stenose per wervelkolomchirurg (neuro- en orthopedisch chirurg) binnen uw ziekenhuislocatie?
Indicator 4
Deelname DSSR
Participeren de wervelkolomchirurgen (neuro- en orthopedisch chirurgen) in uw ziekenhuis in de DSSR?
Klantpreferentievragen Chirurgische behandeling van lage rug hernia en stenose Vraag 1
MRI-scan
Vraag 2
Zorgverleners: aanwezigheid en taken
Vraag 3
MDO
Vraag 4
Voorkeur behandelaar
Vraag 5
Aangeboden behandelmethoden
Vraag 6
Aangeboden nazorg & beleid
Vraag 7
Zorgpad / Onderzoeken op 1 dag
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Maagcarcinoom Indicator 1
Wachttijd start behandeling
Het percentage patiënten met nieuw gediagnosticeerd maagcarcinoom en bij wie binnen vier weken is gestart met de behandeling.
Indicator 2a
MDO en behandelplan en
Is er op uw ziekenhuisloctie een MDO waarin patiënten met
behandelplan
een maagcarcinoom voorafgaande aan de behandeling worden besproken en waarvan de resultaten schriftelijk en/of electronisch worden vastgelegd?
Indicator 2b
MDO en behandelplan
Indicator 2c
MDO en behandelplan
Indicator 3
Pathologieverslag
Indien ja, Zijn bij het MDO de volgende specialismen betrokken? Het percentage patiënten met een maagcarcinoom dat voorafgaande aan de behandeling is besproken in het MDO. Het percentage patiënten met een maagcarcinoom bij wie een in opzet curatieve maagresectie is uitgevoerd en bij wie het pathologieverslag voldoet aan alle 7 criteria zoals beschreven in de richtlijn
Indicator 4a
Radicaliteit
Het percentage patiënten met een primair maagcarcinoom bij wie de chirurgische snijranden, na een in opzet curatieve maagresectie in het ziekenhuis van behandeling, vrij zijn van tumorcellen
Indicator 4b
Radicaliteit
Het percentage patiënten met een recidief maagcarcinoom bij wie de chirurgische snijranden, na een in opzet curatieve maagresectie, vrij zijn van tumorcellen
Indicator 5a
Indicator 5b
Aantal onderzochte
Het percentage patiënten met een primair maagcarcinoom bij
lymfeklieren al onderzochte
wie 10 of meer lymfeklieren zijn onderzocht in het
lymfeklieren
resectiepreparaat
Aantal onderzochte
Aantal lymfeklieren (gemiddelde, mediaan, minimum,
lymfeklieren
maximum) dat is onderzocht voor patiënten met een primair maagcarcinoom die een in-opzet-curatieve maagresectie ondergingen.
84 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 6
Diëtist
Is in het ziekenhuis een diëtist aanwezig die de patiënten met een maagcarcinoom en die een maagresectie ondergaan begeleidt? Indien ja, Worden alle patiënten met een maagcarcinoom die een maagresectie ondergaan door deze diëtist standaard PREOPERATIEF begeleid? Indien ja, Worden alle patiënten met een maagcarcinoom die een maagresectie ondergaan door deze diëtist standaard POSTOPERATIEF begeleid?
Indicator 7a
Volume
Hoeveel patiënten met een maagcarcinoom worden er op uw ziekenhuislocatie gezien door het specialisme? Heelkunde/ Medische oncologie/MDL/Radiotherapie
Indicator 7b
Volume
Hoeveel van deze patiënten hebben een recidief maagcarcinoom? Heelkunde/Medische oncologie/MDL/ Radiotherapie
Indicator 7c
Volume
Hoeveel patiënten met de diagnose maagcarcinoom zijn chirurgisch behandeld?
Klantpreferentievragen Maagcarcinoom Vraag 1
Aangeboden behandelmethoden
Vraag 2
Onderzoeken op 1 dag
Vraag 3
Screening
Vraag 4
Informatievoorziening
Vraag 5
Roesje
Vraag 6
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Maculadegeneratie Indicator 1
Informatievoorziening
Wordt er op uw ziekenhuislocatie schriftelijke informatie aangeboden aan patiënten met de diagnose maculadegeneratie? Indien schriftelijke informatie wordt aangeboden, wordt hierin informatie aangeboden over revalidatiecentra? Indien schriftelijke informatie wordt aangeboden, wordt hierin informatie aangeboden over patiëntenverenigingen?
Indicator 2
Verwijzing revalidatiecentra
Operationalisatie: Percentage patiënten met de natte vorm van maculadegeneratie doorverwezen naar een revalidatiecentrum
Indicator 3a
Volume intravitreale injecties
Indicator 3b
Volume intravitreale injecties
Hoeveel oogartsen zijn er werkzaam op uw ziekenhuislocatie? En hoeveel van deze oogartsen geven intravitreale injecties? Hoeveel patiënten met de natte vorm van maculadegeneratie werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie met intravitreale injecties behandeld door het specialisme oogheelkunde?
Indicator 4a
Praktijkvariatie
Het aantal patiënten met de natte vorm van maculadegeneratie per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, sociaal economische status.
Indicator 4b
Praktijkvariatie
Het gemiddeld aantal intravitreale injecties bij behandeling van de natte vorm van maculadegeneratie met intravitreale injecties op de ziekenhuislocatie.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 85
Zorginhoudelijke indicatoren Maligne Lymfoom Indicator 1
Kwaliteitseisen DLBCL
Wordt bij patiënten met een diffuus grootcellig B-cel lymfoom (DLBCL, classificatie volgens WHO 2008) standaard het volgende gedaan: Stadiëring volgens systeem van Ann Arbor Vaststellen prognose volgens de Internationale Prognostische Index (IPI)
Indicator 2
Kwaliteitseisen initiële
Wordt bij patiënten met een DLBCL standaard het volgende
stadiëring
gedaan: CT-hals-thorax-abdomen na intraveneus en oraal contrast Cristabiopt
Indicator 3
Responsevaluatie
Wordt bij patiënten met een DLBCL een responsevaluatie uitgevoerd door middel van: CT-hals-thorax-abdomen FDG-PET
Indicator 4
Doorlooptijd diagnostiek
Indicator 5
Gestructureerd overleg
Het percentage nieuwe patiënten met een DLBCL bij wie de diagnostiek binnen 4 weken is afgerond. Is er binnen uw ziekenhuis een gestructureerd overleg met een vaste frequentie? Indien ja, hoe vaak vindt dit plaats: Indien ja, zijn hierbij de volgende disciplines betrokken zijn: hematoloog/internist klinisch patholoog radioloog/nucleair geneeskundige consulent IKNL
Klantpreferentievragen Maligne lymfoom Vraag 1
Volume
Vraag 2
Deelname onderzoeken
Vraag 3
Voorkeur behandelaar
Vraag 4
Informatievoorziening
Vraag 5
Behandelde vormen
Vraag 6
Aangeboden behandelingen
Vraag 7
Informatievoorziening: telefonisch / per e-mail
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Mammacarcinoom Indicator 1a
Irradicale resectie invasief
Percentage patiënten dat een eerste borstsparende excisie van
carcinoom en ductaal
een primair invasief mammacarcinoom heeft ondergaan en bij
carcinoma in situ
wie in het resectievlak meer dan focaal tumor is gevonden (invasief of DCIS)
Indicator 1b
Irradicale resectie invasief
Percentage patiënten dat een eerste borstsparende excisie van
carcinoom en ductaal
een primair invasief mammacarcinoom heeft ondergaan en bij
carcinoma in situ
wie niet bekend is of er in het resectievlak meer dan focaal tumor is gevonden (invasief of DCIS)
Indicator 1c
Irradicale resectie invasief
Percentage patiënten dat een eerste borstsparende excisie van
carcinoom en ductaal
een primair DCIS (cT in situ) heeft ondergaan en bij wie in het
carcinoma in situ
resectievlak meer dan focaal tumor is gevonden (invasief of DCIS)
86 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 1d
Irradicale resectie invasief
Percentage patiënten dat een eerste borstsparende excisie van
carcinoom en ductaal
een primair DCIS (cT in situ) heeft ondergaan en bij wie niet
carcinoma in situ
bekend is of er in het resectievlak meer dan focaal tumor is gevonden (invasief of DCIS)
Indicator 2a
Behandeling binnen 4 weken
Percentage patiënten met nieuw gediagnosticeerd
na PA-diagnose
mammacarcinoom waarbij binnen 4 weken na PA-diagnose de behandeling is gestart in de vorm van een operatie waarbij de tumor verwijderd wordt
Indicator 2b
Behandeling binnen 4 weken
Percentage patiënten met een nieuw gediagnosticeerd
na PA-diagnose
mammacarcinoom waarbij binnen 4 weken na PA-diagnose gestart is met neoadjuvante chemotherapie
Indicator 3a
Lokale recidieven binnen 5 jaar
Indicator 3b
Lokale recidieven binnen 5 jaar
Indicator 4a
Dataregistratie
Indicator 4b
Dataregistratie
Percentage patiënten met lokaal recidief binnen 5 jaar na borstsparende chirurgie. Percentage patiënten met lokaal recidief binnen 5 jaar na ablatieve chirurgie. Neemt u deel aan het DBCA dataregistratie systeem ten behoeve van de mamma audit? Percentage patiënten met primair mammacarcinoom (invasief en in situ) waarvan gegevens zijn ingevoerd in de Dutch Breast Cancer Audit
Indicator 5a
Multidisciplinaire bespreking
Het percentage patiënten met een nieuw gediagnosticeerd mammacarcinoom dat voor de start van de behandeling multidisciplinair wordt besproken
Indicator 5b
Multidisciplinaire bespreking
Het percentage patiënten met een nieuw gediagnosticeerd mammacarcinoom dat na de operatie multidisciplinair wordt besproken
Indicator 6a
Volume
Hoeveel chirurgen zijn werkzaam op uw ziekenhuislocatie?
Indicator 6b
Volume
Hoeveel chirurgen verrichtten in het verslagjaar operaties voor
Indicator 6c
Volume
een primair mammacarcinoom (invasief en/of DCIS)? Hoeveel patiënten met een primair mammacarcinoom (invasief en/of DCIS) werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door de Chirurgie? Klantpreferentievragen Mammacarcinoom Vraag 1
MDO
Vraag 2
Onderzoeken en uitslagen op 1 dag
Vraag 3
Voorzieningen ziekenhuislocatie
Vraag 4
Vaste aanspreekpunt / Informatievoorziening: telefonisch / per e-mail
Vraag 5
Onderzoek klieren
Vraag 6
Behandelplan / Zorgpad
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 87
Zorginhoudelijke indicatoren Melanoom van de huid Indicator 1a
MDO voor patiënten met
Worden er in uw centrum patiënten met stadium III of IV
stadium III of IV melanoom van
melanoom van de huid behandeld?
de huid Indicator 1b
MDO voor patiënten met
Indien ja,
stadium III of IV melanoom van
Is er in het ziekenhuis een structureel MDO waarin patiënten
de huid
met een melanoom van de huid worden besproken? Indien ja, Zijn de onderstaande specialismen bij dit MDO betrokken? Dermatologie Heelkunde KNO Pathologie Plastische chirurgie Medisch oncoloog Nucleair geneeskundige
Indicator 1c
Indicator 2
MDO voor patiënten met
Het percentage patiënten met een stadium III of IV melanoom
stadium III of IV melanoom van
van de huid dat vóór de behandeling wordt besproken in het
de huid
MDO.
Documentatie in het
Het percentage melanoompatiënten bij wie een diagnostisch
pathologieverslag van het
excisiebiopt is verricht en het pathologieverslag van het
diagnostische excisiebiopt
diagnostische excisiebiopt de noodzakelijke informatie bevat voor het bepalen van het verdere beleid door de clinicus.
Indicator 3
Lastmeter detectie
Wordt er in het ziekenhuis gebruik gemaakt van de Lastmeter
psychosociale zorgbehoefte
voor het bepalen van de psychosociale zorgbehoefte van patiënten na de diagnose melanoom? Indien ja, Wordt de behoefte aan psychosociale zorg structureel gemeten met behulp van de Lastmeter bij patiënten met een melanoom van de huid?
Indicator 4a
Volume
Hoeveel medisch specialisten op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum patiënten met stadium III en IV melanoom van de huid?
Indicator 4b
Volume
Hoeveel patiënten met stadium III en IV melanoom van de huid werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld?
Klantpreferentievragen Melanoom van de huid Vraag 1
Melanoom polikliniek / Zorgprofessionals
Vraag 2
Actieve informatieoverdracht
Vraag 3
Standaard foto’s
Vraag 4
Termijn / wijze uitslag
Vraag 5
Controle / instructie zelfdiagnostiek
Vraag 6
Informatievoorziening
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
88 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Zorginhoudelijke indicatoren Meniscus en voorste kruisband Indicator 1
Diagnostische MRI
Het percentage patiënten met meniscusletsel dat daar operatief voor is behandeld en een diagnostische MRI heeft gekregen maximaal 1 jaar voorafgaand aan de ingreep
Indicator 2a Indicator 2b
Volume Voorste Kruisband
Hoeveel orthopeden/chirurgen op uw ziekenhuislocatie
Reconstructies
voerden voorste kruisband reconstructies uit op de peildatum?
Volume Voorste Kruisband
Hoeveel voorste kruisband reconstructies werden in het
Reconstructies
verslagjaar op uw ziekenhuislocatie uitgevoerd door de specialismen Orthopedie en Chirurgie?
Indicator 2c
Volume Voorste Kruisband
Hoeveel voorste kruisband reconstructies werden er door
Reconstructies
iedere medisch specialist uitgevoerd?
Indicator 3
Artroscopie bij artrose
Het percentage patiënten met artrose dat een artroscopie
Indicator 4
Heroperatie na artroscopie
heeft ondergaan Het percentage patiënten dat binnen 1 jaar na artroscopie een heroperatie aan dezelfde knie heeft ondergaan Indicator 5
Samenwerking
Heeft u afspraken met individuele fysiotherapiepraktijken over
Fysiotherapeuten
revalidatie van patiënten met voorste kruisband letsel? Indien ja, heeft u afspraken over de volgende onderwerpen: bespreken/registratie van complicaties afspraak over bij wie (het) postoperatieve controlemoment(en) plaatsvindt gestandaardiseerd oefenschema/protocol gestandaardiseerde gegevensuitwisseling met betrekking tot herstel van de patiënt waaronder ten minste KOOS of IKDC preoperatieve voorbereiding (tijdspad, voorbereiding eerste fase postoperatief en loophulpmiddel) specifieke nascholing voor fysiotherapeut Indien ja, met hoeveel individuele fysiotherapiepraktijken heeft u deze afspraken?
Klantpreferentievragen Meniscus en voorste kruisband Vraag 1
Informatievoorziening
Vraag 2
Aanbod verdovingsmethoden
Vraag 3
Controleafspraak
Vraag 4
Fysiotherapie
Vraag 5
Bereikbaarheid
Vraag 6
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Migraine Indicator 1 Indicator 2a
Enkelvoudig poliklinisch
Percentage nieuwe migrainepatiënten dat een enkelvoudig
consult
poliklinisch consult heeft gehad
Aanwezigheid lokaal
Wordt er gebruik gemaakt van een lokaal hoofdpijnprotocol?
hoofdpijnprotocol Indicator 2b Indicator 3a
Aanwezigheid lokaal
Is dit lokale hoofdpijnprotocol gebaseerd op de richtlijn van de
hoofdpijnprotocol
NVN?
Migraine
Hoeveel specialisten binnen uw instelling zijn werkzaam binnen het specifieke aandachtsgebied migraine?
Indicator 3b
Migraine
Hoeveel migrainepatiënten per jaar worden er gezien door de specialisten met het specifieke aandachtsgebied migraine?
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 89
Klantpreferentievragen Migraine Vraag 1
Vaste neuroloog
Vraag 2
Migrainepolikliniek en hoofdpijncentrum
Vraag 3
Tijdsduur consult
Vraag 4
MDO
Vraag 5
Betrokkenheid gespecialiseerd verpleegkundige(n)
Vraag 6
Onderzoeken op 1 dag
Vraag 7
Informatievoorziening
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Nierdialyse Indicator 1
Indicatiestelling
Het percentage patiënten in het verslagjaar dat vanuit de predialysepolikliniek start met een vorm van dialyse en bij wie gemiddelde ureum/kreatinine-klaring > 15 ml/min/1.73 m2 is op het moment van starten van dialyse
Indicator 2
Voorbereidingstijd
Het percentage patiënten bij wie binnen zes maanden na de
niertransplantatie
start van een vorm van dialyse de transplantatiestatus (niet transplantabel, transplantabel of getransplanteerd) bekend is
Indicator 3
Dialyse toegang
Het percentage patiënten dat meer dan zes maanden op de predialysepolikliniek is behandeld en dan start met een dialysevorm met een functionerende shunt of PD-catheter
Indicator 4a
Pre-emptieve transplantaties
Het aantal pre-emptieve niertransplantaties dat vanuit verwijzing binnen uw eigen centrum heeft plaatsgevonden óf (indien het centrum zelf geen levende transplantaties uitvoert) het aantal pre-emptieve niertransplantaties dat na verwijzing door uw centrum heeft plaatsgevonden
Indicator 4b
Pre-emptieve transplantaties
Het aantal chronische dialyse-patiënten in uw centrum
Indicator 5a
Volume
Hoeveel geregistreerde internisten-nefrologen op uw ziekenhuislocatie waren actief betrokken bij de behandeling van dialyse-patiënten op de peildatum?
Indicator 5b
Volume
Hoeveel volwassen dialyse-patiënten werden er op uw centrum behandeld?
Er zijn geen klantpreferentievragen voor de aandoening Nierdialyse ontwikkeld. Zorginhoudelijke indicatoren Nierstenen Indicator 1a
ESWL-behandeling
Gemiddeld aantal ESWL-behandelingen per patiënt
Indicator 1b
ESWL-behandeling
Percentage patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een ESWL-behandeling is uitgevoerd én waarbij tussen 3 maanden en 1 jaar na de eerste ESWL-behandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd
Indicator 2a
URS-behandeling
Gemiddeld aantal URS-behandelingen per patiënt
Indicator 2b
URS-behandeling
Percentage patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een URS-behandeling is uitgevoerd én waarbij 1 jaar na URSbehandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd
Indicator 3a
PNL-behandeling
Gemiddeld aantal PNL-behandelingen per patiënt
Indicator 3b
PNL-behandeling
Percentage patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een PNL-behandeling is uitgevoerd én waarbij 1 jaar na PNLbehandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd
90 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 4a
Volume
Indicator 4b
Volume
Hoeveel urologen op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum nier- en/of ureterstenen? Hoeveel patiënten met nier- en/of ureterstenen werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door het specialisme urologie?
Indicator 4c
Volume
Hoeveel patiënten behandelde de uroloog met het hoogste aantal patiënten dat via de betreffende methode behandeld werd?
Indicator 4d
Volume
Hoeveel patiënten behandelde de uroloog met het laagste aantal patiënten dat via de betreffende methode behandeld werd?
Klantpreferentievragen Nierstenen Vraag 1
Vaste uroloog
Vraag 2
Voorkeur voor uroloog
Vraag 3
Informatievoorziening
Vraag 4
Behandelmethoden
Vraag 5
Patiëntendossier
Vraag 6
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren OSAS Indicator 1a
Minimale voorwaarden
Hoeveel nieuwe patiënten met OSAS heeft uw kliniek in het
behandeling OSAS
afgelopen jaar behandeld? Hoe hebt u het aantal nieuwe patiënten dat uw kliniek in het afgelopen jaar heeft behandeld bepaald?
Indicator 1b
Minimale voorwaarden
Is er in uw kliniek een vast multidisciplinair team waarin
behandeling OSAS
patiënten met OSAS besproken worden? Zo ja, welke disciplines zijn hierin vertegenwoordigd?
Indicator 1c
Minimale voorwaarden
Vindt er jaarlijks multidisciplinair overleg plaats over niet-
behandeling OSAS
patiëntgebonden zaken, zoals protocollen en/of behandelmethoden?
Indicator 2
Diagnostiek
Bestaat er in uw ziekenhuis voor het stellen van de diagnose OSAS een type 3-monitor die voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in de richtlijn?
Indicator 3a
Compliance CPAP
Percentage patiënten met OSAS dat gedurende minimaal een jaar met CPAP is behandeld en dat in het tweede jaar na start van de behandeling werd beoordeeld door het OSAS-team
Indicator 3b
Compliance CPAP
Meet of beschikt het ziekenhuis over de meetgegevens van
Indicator 3c
Compliance CPAP
Indicator 4a
Effectiviteit Primaire
Percentage patiënten dat een chirurgische behandeling heeft
behandeling
ondergaan voor OSAS en bij wie binnen zes maanden de AHI is
CPAP-therapietrouw? Percentage patiënten met OSAS dat gedurende minimaal een jaar met CPAP behandeld is en na 1 jaar therapietrouw is
gemeten Indicator 4b Indicator 4c
Effectiviteit Primaire
Percentage patiënten bij wie een MRA behandeling is gestart
behandeling
en bij wie binnen drie maanden de AHI is gemeten
Effectiviteit Primaire
Percentage patiënten dat de CPAP proefperiode heeft
behandeling
volbracht en bij wie na afloop de AHI is gemeten
BMI
Wordt in uw ziekenhuis begeleiding aangeboden bij vermindering van overgewicht , of wordt nagegaan of dit in de eerstelijn wordt gedaan?
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 91
Indicator 5a
Volume
Hoeveel medisch specialisten op uw ziekenhuislocatie behandelen OSAS bij volwassenen?
Indicator 5b
Volume
Hoeveel patiënten met licht, matig en ernstig OSAS werden er in uw centrum gediagnosticeerd?
Indicator 6
Praktijkvariatie
Het aantal patiënten geopereerd wegens OSAS per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en sociaal economische status
Klantpreferentievragen OSAS Vraag 1
Vaste hoofdbehandelaar
Vraag 2
Behandelmethoden
Vraag 3
Slaaponderzoek
Vraag 4
Betrokken behandelaars en bereikbaarheid
Vraag 5
Informatievoorziening
Vraag 6
Afspraken en onderzoeken op 1 locatie
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Osteoporose Indicator 1a
Dexametrie en BMD meting
Het percentage patiënten tussen de 50 en 80 jaar met een recente fractuur waarbij een BMD meting van de lumbale wervelkolom en de heup is uitgevoerd tenminste eenmaal in de periode één jaar voorafgaand aan de fractuur tot drie maanden na de fractuur
Indicator 1b
Dexametrie en BMD meting
Het percentage patiënten van 80 jaar en ouder met een recente fractuur waarbij een BMD meting van de lumbale wervelkolom en de heup is uitgevoerd tenminste eenmaal in de periode één jaar voorafgaand aan de fractuur tot drie maanden na de fractuur
Indicator 2
Protocol inventarisatie valrisico
Is er een ziekenhuisbreed protocol aanwezig voor de inventarisatie van het valrisico voor patiënten van 50 jaar en ouder met een recente fractuur? Indien ja, is dit ziekenhuisbrede protocol geautoriseerd door orthopedie, geriatrie, heelkunde, interne geneeskunde en radiologie (indien aanwezig)? Indien ja, bevat dit protocol de volgende informatie? de inventarisatie van het valrisico en de frequentie van voorkomen de analyse en diagnostiek van het valrisico afspraken over het vaststellen van beperkingen in de mobiliteit (evenwicht, balans, lopen, opstaan) afspraken over mogelijk in te zetten interventies of maatregelen (balans- en spierkrachttraining, visusverbetering, medicatieaanpassingen, vitamine D-suppletie)
Indicator 3
Laboratoriumonderzoek
Is in het ziekenhuis een protocol aanwezig voor het uitvoeren van een minimumpakket aan laboratoriumonderzoeken bij patiënten van 50 jaar en ouder met een recente fractuur en aangetoonde osteoporose?
92 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 4 Indicator 5
Aanwezigheid
Is in het ziekenhuis een wervelhoogtemeter (LVA of VFA)
wervelhoogtemeter
aanwezig?
Gespecialiseerde
Aantal fte verpleegkundig(-en) met expertise op het gebied
verpleegkundige
van osteoporose (bijv. fractuur- en osteoporoseverpleegkundige of een geriatrische verpleegkundige) en werkzaam in die hoedanigheid per 1.000 fractuurpatiënten van 50 jaar en ouder
Indicator 6
Advies anti-osteoporose
Het percentage patiënten dat een BMD-meting krijgt en bij wie
medicatie
binnen drie maanden een DBC osteoporose wordt geopend.
Klantpreferentievragen Osteoporose Vraag 1
Gespecialiseerd centrum
Vraag 2
Vaste behandelaar
Vraag 3
Diagnostische onderzoeken op 1 dag
Vraag 4
Standaard controleafspraak
Vraag 5
Informatievoorziening
Vraag 6
Bereikbaarheid
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Klantpreferentievragen Parkinson Vraag 1
Volume
Vraag 2
Bereikbaarheid
Vraag 3
Betrokkenheid gespecialiseerd verpleegkundige(n)
Vraag 4
Parkinsonteam
Vraag 5
Informatievoorziening
Vraag 6
Onderzoeks- en/of behandelmethode(n)/onderzoeksinstrumenten
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Ruggenmergstimulatie bij FBSS Indicator 1a
Praktijkvoering
Beschikken de anesthesiologen die pijnbehandeling uitvoeren over de registratie aandachtsgebied pijngeneeskunde? Indien nee, voldoen zij wel aan de daarvoor te stellen eisen?
Indicator 1b
Praktijkvoering
Indicator 1c
Praktijkvoering
Tot welke categorie behandelcentrum behoort uw ziekenhuislocatie? Wordt op uw ziekenhuislocatie 7x24 uurs zorg geleverd voor de behandeling van chronische pijn?
Indicator 2a
VvNN: lidmaatschap en
Is uw centrum lid van de “Vereniging voor Neuromodulatie
registratie ProMise
Nederland”?
VvNN: lidmaatschap en
Neemt u deel aan de ProMise registratie met betrekking tot
registratie ProMise
patiënten met FBSS?
VvNN: lidmaatschap en
Percentage nieuwe patiënten met FBSS dat geregistreerd is in
registratie ProMise
ProMise
Indicator 3a
Volume
Hoeveel anesthesiologen in uw ziekenhuislocatie voerden op
Indicator 3b
Volume
Indicator 2b Indicator 2c
de peildatum ruggenmergstimulatie bij FBSS patiënten uit? Hoeveel patiënten met FBSS werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld met ruggenmergstimulatie door het specialisme anesthesiologie?
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 93
Indicator 4
Praktijkvariatie
Het aantal patiënten met implantaties op ziekenhuisniveau wegens chronische pijn bij neurogene lage rugklachten per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en sociaal economische status.
Zorginhoudelijke indicatoren Prostaatcarcinoom Indicator 1a
Positieverificatie
Vindt bij patiënten met een prostaatcarcinoom die primair uitwendig op de prostaat worden bestraald standaard positieverificatie plaats? Indien ja, Worden eventuele afwijkingen in de positie vervolgens gecorrigeerd op basis van een wetenschappelijk onderbouwd protocol (bijvoorbeeld NAL – No Action Level, SAL- Shrinking Action Level, online)? Indien ja, Welk protocol?
Indicator 1b
Positieverificatie
Het percentage patiënten met een prostaatcarcinoom dat primair uitwendig op de prostaat is bestraald met een curatieve dosis en bij wie de positie van de prostaat is bepaald
Indicator 2
Chirurgische complicaties
Het percentage patiënten met een prostaatcarcinoom bij wie binnen dertig dagen na radicale prostatectomie één of meerdere chirurgische complicaties (meer dan één dag IC verblijf, bloedtransfusie, opnameduur ≥ zeven postoperatieve dagen) zijn opgetreden
Indicator 3
Volume
Het totaal aantal patiënten in het ziekenhuis met een prostaatcarcinoom bij wie een radicale prostatectomie is uitgevoerd
Klantpreferentievragen Prostaatcarcinoom Vraag 1
Gespecialiseerd centrum
Vraag 2
MDO
Vraag 3
Vaste uroloog
Vraag 4
Informatievoorziening
Vraag 5
Patiëntendossier
Vraag 6
Consult (continentie)verpleegkundige
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Psoriasis Indicator 1
Lichttherapie
Het percentage patiënten met psoriasis dat lichttherapie heeft
Indicator 2
Bijgehouden cumulatieve dosis
Het percentage patiënten met psoriasis dat lichttherapie heeft
bij lichttherapie
gekregen en waarbij de cumulatieve dosis bij lichttherapie is
gekregen
bijgehouden Indicator 3a
Intensieve therapie
Indicator 3b
Intensieve therapie
Bestaat er in uw instelling de mogelijkheid intensieve therapie te verlenen met speciaal opgeleid personeel? Indien ja, Het percentage patiënten met psoriasis dat intensieve therapie heeft gekregen
Indicator 4
Behandeling met biologicals
Percentage patiënten met psoriasis dat is behandeld met biologicals
94 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 5a
Volume
Indicator 5b
Volume
Hoeveel Dermatologen op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum patiënten met Psoriasis? Hoeveel patiënten met Psoriasis werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door het specialisme Dermatologie?
Klantpreferentievragen Psoriasis Vraag 1
Afspraken op 1 dag en tijdsduur consult
Vraag 2
Behandelmogelijkheden
Vraag 3
Mogelijkheden lichttherapie
Vraag 4
Vast aanspreekpunt en voorkeur dermatoloog
Vraag 5
Informatievoorziening
Vraag 6
Frequentie overleg dermatoloog en reumatoloog
Vraag 7
Online faciliteiten
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Reumatoïde Artritis Indicator 1a
Indicator 1b
Indicator 1c
Beschikbaarheid
Wat is het aantal FTE reumaverpleegkundigen (RV) binnen de
reumaverpleegkundige binnen
reumapolikliniek dat beschikbaar is op een patiëntenpopulatie
de reumapolikliniek
van 1000 patiënten?
Beschikbaarheid
Wat is het aantal FTE nurse practitioners (NP)/verpleegkundig
reumaverpleegkundige binnen
specialisten (VS) binnen de reumapolikliniek dat beschikbaar is
de reumapolikliniek
op een patiëntenpopulatie van 1000 patiënten?
Beschikbaarheid
Het percentage RA-patiënten dat in het verslagjaar een
reumaverpleegkundige binnen
gesprek heeft gehad met de reumaverpleegkundige
de reumapolikliniek Indicator 2a Indicator 2b
Monitoring van ziekteactiviteit
Is ziekteactiviteit bij RA-patiënten (bijvoorbeeld door middel
bij RA-patiënten
van DAS-28 score) elektronisch vastgelegd en op te vragen?
Monitoring van ziekteactiviteit
Het percentage RA-patiënten waarbij de ziekteactiviteit (DAS-
bij RA-patiënten
28 score) binnen de afgesloten DBC tenminste éénmaal gemeten is
Indicator 2c Indicator 3a
Indicator 3b
Indicator 4a
Monitoring van ziekteactiviteit
Het percentage RA-patiënten met een lage ziekteactiviteit
bij RA-patiënten
(DAS-28 < 3,2)
Het percentage RA-patiënten
Het percentage RA-patiënten waarbij CRP en/of BSE tenminste
waarbij de ontstekingsactiviteit
éénmaal binnen de in het verslagjaar afgesloten DBC is
onder controle is
gemeten
Het percentage RA-patiënten
Het percentage RA-patiënten waarbij de laatst gemeten CRP-
waarbij de ontstekingsactiviteit
waarde < 10 mg/l is of waarbij de laatst gemeten BSE < 15 is
onder controle is
binnen de in het verslagjaar afgesloten DBC
Beschikbaarheid
Welk van de onderstaande multidisciplinaire spreekuren zijn
multidisciplinaire
binnen uw ziekenhuis aanwezig?
samenwerking Indicator 4b
Beschikbaarheid
Welk van de onderstaande personen maken deel uit van het
multidisciplinaire
multidisciplinair overleg?
samenwerking
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 95
Klantpreferentievragen Reumatoïde Artritis Vraag 1
Beschikbaarheid reumaverpleegkundige
Vraag 2
Tijdsduur consult
Vraag 3
Vast aanspreekpunt
Vraag 4
Bereikbaarheid
Vraag 5
Informatievoorziening
Vraag 6
Aantal orthopedisch chirurgen werkzaam met aandachtsgebied reumachirurgie
Vraag 7
Wetenschappelijk onderzoek
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Stressincontinentie bij de vrouw Indicator 1
Bekkenfysiotherapie
Percentage voor stressincontinentie geopereerde patiënten met gedocumenteerde bekkenfysiotherapie voorafgaand aan de eerste incontinentieoperatie
Indicator 2a Indicator 2b
Gebruik gestandaardiseerde
Percentage incontinentiepatiënten dat vraag 7 t/m 12 van de
vragenlijst
urogenitale klachtenlijst (UKL) pre-operatief heeft ingevuld.
Gebruik gestandaardiseerde
Percentage incontinentiepatiënten dat vraag 7 t/m 12 van de
vragenlijst
urogenitale klachtenlijst (UKL) bij het controleconsult (6-8 weken na operatie) heeft ingevuld
Indicator 3a
Volume
Hoeveel gynaecologen met urogynaecologie als aandachtsgebied (GUA’s) en/of subspecialisten op uw ziekenhuislocatie voerden op de peildatum operatieve ingrepen wegens stressincontinentie uit?
Indicator 3b
Volume
Hoeveel patiënten met stressincontinentie werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie door de GUA s/ subspecialisten geopereerd?
Klantpreferentievragen Stressincontinentie bij de vrouw Vraag 1
Centrum bekkenbodemproblematiek
Vraag 2
Afspraak met en georganiseerd overleg tussen gynaecoloog en uroloog
Vraag 3
Verpleegkundig spreekuur
Vraag 4
Informatievoorziening
Vraag 5
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Varices Indicator 1 Indicator 2
Indicator 3a
Geregistreerde C’s (van de CEAP
Percentage geregistreerde C’s (van de CEAP classificatie)
classificatie)
voorafgaand aan invasieve therapieën voor varices
Duplexonderzoek van het
Percentage invasieve therapieën bij patiënten met varices,
oppervlakkige en het diepe
waarbij duplexonderzoek van het oppervlakkige en het diepe
systeem
systeem is uitgevoerd, voorafgaand aan de invasieve therapie
Volume en behandelaanbod
Hoeveel specialisten op uw ziekenhuislocatie behandelen op dit moment varices? Totaal aantal patiënten behandeld voor varices in uw centrum in het verslagjaar
Indicator 3b
Volume en behandelaanbod
Indicator 3c
Volume en behandelaanbod
Hoeveel patiënten met varices werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door het specialisme? Worden in uw centrum endovasculaire behandeltechnieken toegepast?
Indicator 3d
Volume en behandelaanbod
Welke behandeltechnieken werden in uw ziekenhuis verricht in het verslagjaar?
96 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 3e
Volume en behandelaanbod
Indicator 4
Praktijkvariatie
Percentage patiënten dat met deze technieken werd behandeld Het aantal operatieve interventies wegens varices per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, sociaal economische status en hartfalen.
Klantpreferentievragen Varices Vraag 1
Aanbod behandelmethoden
Vraag 2
Nieuwste technieken
Vraag 3
Beschikbaarheid gespecialiseerd vaatlab
Vraag 4
Keuze behandeling door dermatoloog of vaatchirurg
Vraag 5
Onderzoek en behandeling op 1 dag
Vraag 6
Overdracht informatie tussen behandelaars
Vraag 7
Informatievoorziening
Vraag 8
Verdovingsmethoden
Zorginhoudelijke indicatoren Lage rug spondylodese (Wervelkolomchirurgie) Indicator 1a
Volume
Hoeveel wervelkolomchirurgen (neuro- en orthopedisch chirurgen) verrichten lage rug spondylodeses op uw ziekenhuislocatie op de peildatum?
Indicator 1b
Volume
Bij hoeveel patiënten met een degeneratieve afwijking is een lage rug spondylodese verricht in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie?
Indicator 1c
Volume
Hoeveel wervelkolomchirurgen (neuro- en orthopedisch chirurgen) in uw ziekenhuis zijn als zodanig geaccrediteerd door de DSS?
Indicator 2
Deelname DSSR
Participeren de wervelkolomchirurgen (neuro- en orthopedisch chirurgen) in uw ziekenhuis in de DSSR?
Zorginhoudelijke indicatoren Ziekten van Adenoïd en Tosillen Indicator 1
Nabloedingen
Percentage patiënten bij wie een (adeno)tonsillectomie heeft plaatsgevonden en dat binnen 14 dagen na de ingreep een heroperatie heeft ondergaan t.g.v. een nabloeding
Indicator 2 Indicator 3
Poliklinisch pre-operatief
Percentage geopereerde (adeno)tonsillectomie patiënten dat op
spreekuur
een anesthesiologische polikliniek preoperatief beoordeeld is
Aanwezigheid ouder/verzorger
Is er in uw ziekenhuis structureel de mogelijkheid voor ouders/
bij ontwaken
verzorgers om aanwezig te zijn tijdens het ontwaken op de verkoeverkamer?
Indicator 4a
Postoperatieve pijnmeting
Percentage klinische (adeno)tonsillectomie patiënten waarbij pijnintensiteit eens per 8 uur gemeten is tijdens verblijf in het ziekenhuis postoperatief
Indicator 4b
Postoperatieve pijnmeting
Percentage (adeno)tonsillectomie patiënten met ernstige postoperatieve pijn VAS/NRS >7 of gemeten met de VRS op enig moment tijdens verblijf in het ziekenhuis postoperatief
Indicator 4c
Postoperatieve pijnmeting
Percentage patiënten in dagbehandeling, dat is gebeld op de dag na (adeno)tonsillectomie ingreep om navraag te doen naar pijnintensiteit
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 97
Indicator 5a
Tijd tussen besluit en moment
Hebben patiënten de mogelijkheid om binnen 6 weken vanaf
ingreep
besluit tot ingreep een (adeno)tonsillectomie ingreep te ondergaan in dagbehandeling?
Indicator 5b
Tijd tussen besluit en moment
Hebben patiënten de mogelijkheid om binnen 7 weken vanaf
ingreep
besluit tot ingreep een klinische (adeno)tonsillectomie ingreep te ondergaan?
Indicator 6a
Volume
Hoeveel KNO artsen op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum patiënten met ZAT?
Indicator 6b
Volume
Indicator 7
Praktijkvariatie
Hoeveel patiënten met ZAT werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door KNO artsen? Het aantal patiënten geopereerd wegens ZAT per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en sociaal economische status
Klantpreferentievragen Ziekten van Adenoïd en Tosillen Vraag 1
Narcose en overnachtingsmogelijkheden ouders
Vraag 2
Vaste behandelaar
Vraag 3
Informatievoorziening
Vraag 4
Bereikbaarheid
Vraag 5
Instructies pijnbestrijding
Vraag 6
Voorbereiding op operatie
Vraag 7
Methoden meten pijnbeleving
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Zwangerschap en Bevalling Indicator 1a
Perinatale sterfte
Het percentage perinatale sterftes in het afgelopen jaar
Indicator 1b
Perinatale sterfte
Hoeveel perinatale sterftes waren er in het afgelopen jaar (in
Indicator 1c
Perinatale sterfte
Indicator 1d
Perinatale sterfte
Indicator 1e
Perinatale sterfte
absolute aantallen)? Hoeveel a terme perinatale sterftes waren er in het afgelopen jaar? Hoeveel a terme perinatale sterftes zijn besproken in een perinatale audit in het afgelopen jaar? Hoeveel a terme perinatale sterftes zijn besproken in een perinatale audit in het afgelopen jaar en waren volgens de perinatale audit vermijdbaar? Indicator 2a
Verloskundig
Zijn in het verloskundig samenwerkingsverband (VSV)
samenwerkingsverband
bindende afspraken vastgelegd over het direct na een spoedmelding van de eerste lijn parallel opstarten van de noodzakelijke voorbereidingen in het ziekenhuis?
Indicator 2b
Verloskundig
Zijn deze afspraken schriftelijk vastgelegd in een protocol?
samenwerkingsverband Indicator 2c
Verloskundig
Is/zijn in het verslagjaar gemeenschappelijke scholing(en)
samenwerkingsverband
georganiseerd voor gynaecologen, eerste en tweedelijn verloskundigen en/of verloskundig actieve huisarts?
Indicator 2d Indicator 2e
Verloskundig
Zijn er afspraken gemaakt over uniforme voorlichting over
samenwerkingsverband
pijnbestrijding door de eerste en tweede lijn?
Verloskundig
Zijn deze afspraken schriftelijk vastgelegd in een protocol?
samenwerkingsverband Indicator 3a
Aantal sectio’s
98 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Het percentage primaire sectio’s
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 3b
Aantal sectio’s
De VOKS-percentiel primaire sectio’s
Indicator 3c
Aantal sectio’s
Het percentage secundaire sectio’s
Indicator 3d
Aantal sectio’s
De VOKS-percentiel secundaire sectio’s
Indicator 4
Epidurale analgesie
Percentage patiënten met epiduraal analgesie (PDA) of gecombineerd spinale-epidurale (CSE) dat s nachts (23-11 uur) en in het weekend is bevallen
Klantpreferentievragen Zwangerschap en Bevalling Vraag 1
Verblijf pasgeboren baby
Vraag 2
Begeleiding bij bevalling
Vraag 3
Faciliteiten verloskundeafdeling en neonatologieafdeling
Vraag 4
Geboorteplan
Vraag 5
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 99
C.2 Kwaliteit van zorg: VV&T De sector VV&T heeft aangegeven een andere kwaliteitsparagraaf uit te willen vragen. Mogelijk zal daardoor paragraaf C.2 komen te vervallen. Informatie over de laatste stand van zaken kunt u vinden op www.jaarverslagenzorg.nl.
c.2.1
Proces van aanlevering tot openbaarmaking van gegevens
C1.1a Gegevens aanlevering U dient jaarlijks uw gegevens over de zorginhoudelijke indicatoren (ZI) aan te leveren. Op dit moment is nog niet bekend via welke portal en op welke wijze u de gegevens over verslagjaar 2012 kunt aanleveren. Uiterlijk in het najaar van 2012 wordt u via www.jaarverslagenzorg.nl en via www. zichtbarezorg.nl geïnformeerd over de meetperiode en de data en wijze van aanlevering. Voor de CQ-index levert u één keer per twee jaar de meetgegevens aan. De uitvraag van de gegevens en het aanleveren van de data verloopt via geaccrediteerde meetbureaus. Er zijn twee meetmomenten waarop de gegevens worden aangeleverd. In juli en januari dienen de meetgegevens voor de CQ verzonden te worden. C1.1b Bewerking van gegevens Ongeveer 24 uur na het aanleveren van de data aan de technische database ontvangt u het verwerkingsverslag. Gevraagd wordt de gegevens te controleren en aan te geven of het inderdaad de gegevens zijn die u heeft aangeleverd. Om te voldoen aan de wettelijke verplichting om betrouwbare en vergelijkbare data over kwaliteit aan te leveren, worden de door u ingevulde indicatoren gecasemixt (fase berekening indicatoren). Het proces van de casemix is een proces van standaardisatie of wel correctie van verstorende variabelen of factoren. Verstorende factoren zorgen ervoor dat de berekende prestaties (uitkomsten op indicatoren) kunnen verschillen, ondanks dat organisaties dezelfde kwaliteit van zorg- en ondersteuning hebben geleverd. De verstorende factoren worden in de correctie uitgeschakeld, zodat de prestaties vergelijkbaar worden. C1.1c Openbaarmaking van gegevens Twee maanden na de uiterste aanleverdatum ontvangt u het prestatieoverzicht, waarin de gecasemixte scores staan vermeld en de vertaling van die scores in sterren. Als u voldaan heeft aan uw verplichting over 2012 en de gegevens voor de ZI en twee jaarlijks voor de CQ heeft aangeleverd en hierover een prestatieoverzicht heeft ontvangen, dan kunt u vanaf 1 mei 2013 uw gegevens accorderen in DigiMV. U dient dit te doen voor 1 juni 2013 waarna de gegevens worden opgenomen in het jaardocument.
100 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
C.2.2
Geboden zorg
ZZP-indicatie
Omschrijving
ZZP 1:
Beschut wonen met enige begeleiding
ZZP 2:
Beschut wonen met begeleiding en verzorging
ZZP 3:
Beschut wonen met begeleiding en intensieve verzorging
ZZP 4:
Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide
Aantal clienten per OE in zorg op 31 december
verzorging ZZP 5:
Beschermd wonen met intensieve dementiezorg
ZZP 6
Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging
ZZP 7
Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, nadruk op begeleiding
ZZP 8
Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, nadruk op verzorging en verpleging
ZZP 9
Verblijf met herstelgerichte verpleging en verzorging
ZZP 10
Verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg
Overzicht geboden zorg extramuraal Functie
Omschrijving
Aantal clienten per OE in
Functie Persoonlijke
Naast reguliere ADL-activiteiten is er ook nog een aantal
Verzorging
andere activiteiten die onder de functie Persoonlijke
zorg op 31 december
Verzorging thuishoren, zoals (geen limitatieve lijst): het aanreiken van medicijnen het toedienen van medicatie het inbrengen buiten de bloedbaan en af laten vloeien van (vloei)stoffen via sondes, katheters, het in laten lopen en af laten vloeien van vloeistof bij peritoneaaldialyse enz. het schoonhouden en verzorgen van natuurlijke en onnatuurlijke lichaamsopeningen bij een lokaal intacte huid Functie Verpleging
Handelingen die onder de functie Verpleging thuishoren zijn (geen limitatieve lijst): het toedienen van medicatie bij lokaal niet-intacte huid, zoals het geval is bij injecteren en het aanbrengen van medicatie in een wond het schoonhouden en verzorgen van natuurlijke en onnatuurlijke lichaamsopeningen (stoma, tracheastoma) bij een lokaal niet-intacte huid het inbrengen en verwijderen van sondes, katheters en dergelijke het toedienen van vloeistoffen in de bloedbaan (infuus).
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 101
Volledig Pakket
Met de regeling Volledig Pakket Thuis kunnen mensen met
Thuis
de indicatie ´zorg met verblijf´, als zij dat willen, thuis blijven wonen. Dan ontvangen zij daar de zorg die zij anders in een instelling zouden krijgen. ‘Zorg met verblijf’ betekent wonen in een beschermde woonomgeving, met 24 uur toezicht en passende zorg. Voorwaarde voor Volledig Pakket Thuis is daarom dat de zorginstelling de cliënt thuis de juiste zorg kan leveren tegen dezelfde prijs als binnen de instelling.
C.2.3
Kwaliteitsindicatoren
In de volgende tabellen worden in de witte cellen de scores vanuit de ZiZo-portal ingevuld in de door uw instelling geboden zorgfuncties. De scores bij de CQ meting zijn een weergave van de gecorrigeerde score, de gemiddelde landelijke score en de vertaling in de sterren. De scores bij de ZI zijn een weergave van de prestatie-index en de vertaling hiervan in sterren en de indicator onbekend. Definities in de tabellen: V&V Verpleging en Verzorging; PG Psychogeriatrie; ZT Zorgthuis; CQ Cliënt Quality; ZI Zorg Inhoudelijk Thema’s en indicatoren
Cliëntgebonden indicatoren
Zorginhoudelijke indicatoren
VV
PG
ZT
VV
ZT
Kwaliteit van leven 1. Lichamelijk welbevinden en gezondheid 1.1
Ervaringen met lichamelijke verzorging
1.2
Ervaringen met maaltijden
2. Woon- en leefsituatie 2.1
Ervaringen met schoonmaken
2.2
Ervaren sfeer
2.3
Ervaren privacy en woonruimte
2.4
Ervaren veiligheid woon- en leefomgeving
3. Participatie 3.1
Ervaringen met dagbesteding en participatie
3.2
Ervaren zelfstandigheid/autonomie
4. Mentaal welbevinden 4.1
Ervaringen op het gebied van mentaal welbevinden
Kwaliteit van de zorgverleners 5. Kwaliteit van de zorgverleners 5.1
Ervaren professionaliteit en veiligheid zorgverlening
5.2
Ervaren bejegening
5.3
Ervaren betrouwbaarheid zorgverleners
Kwaliteit van de zorgorganisatie 6. Kwaliteit van de zorgorganisatie
102 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Thema’s en indicatoren
Cliëntgebonden indicatoren
Zorginhoudelijke indicatoren
VV 6.1
PG
ZT
VV
ZT
Ervaringen met zorgleefplan en evaluatie
6.2
Ervaren inspraak en overleg
6.3
Ervaren informatie
6.4
Ervaren telefonische bereikbaarheid
6.5
Ervaren samenhang in zorg
6.6
Ervaren beschikbaarheid personeel
6.7
Beschikbaarheid verpleegkundige
6.8
Beschikbaarheid arts
6.9
Bekwaamheid voorbeh. en risicovolle handelingen
Zorginhoudelijke kwaliteit en veiligheid 7. Zorginhoudelijke kwaliteit en veiligheid 7.1
Risicosignalering zorgproblemen
7.1a Risicosignalering – uitvoering 7.1b Risicosignalering – opvolging 7.2
Huidletsel
7.3
Voedingstoestand
7.3a Risico op ondervoeding 7.3b Onbedoeld gewichtsverlies 7.4
Valincidenten
7.5
Medicijnincidenten
7.6
Antipsychotica
7.7
Depressieve symptomen
7.8
Incontinentie
7.8a Incontinentie - prevalentie 7.8b Incontinentie - diagnose 7.9
Probleemgedrag
7.10 Vrijheidsbeperkende maatregelen 7.10a Prevalentie 7.10b Toepassing 7.10c Effectevaluatie 7.11 Preventiebeleid vrijheidsbeperkende maatregelen 7.12 Ervaren respectering rechten vrijheidbeperking 7.13 Hitteprotocol 7.14 Noodvoorzieningen bij stroomuitval
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 103
C.2.4 Leveringsvoorwaarden VV&T Gegeven
Antwoordcategorie
Hanteert u de Algemene Voorwaarden voor zorg (met verblijf en/of zonder
Ja/nee
verblijf) van ActiZ en BTN?
C.2.5 Verklaring Verklaring van het bestuur van de instelling
Ja/nee
Deze indicatoren zijn naar waarheid ingevuld met gebruikmaking van de voorschriften en richtlijnen waarmee de kwaliteitsgegevens worden geschoond en de indicatoren worden gecasemixt.
104 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
C.3 Kwaliteit van zorg: GGZ C.3.1
Proces van aanlevering tot openbaarmaking van gegevens
U dient jaarlijks uw gegevens over de zorginhoudelijke indicatoren (ZI) aan te leveren. Op dit moment is nog niet bekend via welke portal en op welke wijze u de gegevens over verslagjaar 2012 kunt aanleveren. Uiterlijk in het najaar van 2012 wordt u via www.jaarverslagenzorg.nl en via www.zichtbarezorg.nl geïnformeerd over de meetperiode en de data en wijze van aanlevering.
C.3.2
Geboden zorg
Functies geleverd door organisatorische eenheid (meerdere antwoorden mogelijk)
Ja/nee
Geestelijke gezondheidszorg Verslavingszorg
Aantal cliënten per organisatorische eenheid
Aantal
Aan hoeveel cliënten verstrekte de organisatorische eenheid op 31 december zorg met verblijf? Aan hoeveel cliënten verstrekte de organisatorische eenheid op 31 december zorg zonder verblijf (exclusief cliënten die alleen huishoudelijke verzorging ontvingen)?
Kwaliteitsindicatoren GGZ Categorieën zorg
Ja/nee
Extramurale, ambulante behandeling, begeleiding Intramurale klinische behandeling, begeleiding Beschermd wonen (=kleinschalig wonen) Begeleid zelfstandig wonen (=gespecialiseerde begeleiding) Dagactiviteiten
Voor de meest actuele indeling in categorieën zorg wordt u verwezen naar www.zichtbarezorg.nl/ggz.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 105
C.3.3
Kwaliteitsindicatoren
In de volgende tabellen, bij de blokken met kruisje, vult u uw score in voor de door uw instelling geboden zorgfuncties. Let op: voor het meest actuele overzicht van de inhoud en status van de indicatorenset dient www.zichtbarezorg.nl/ggz te worden geraadpleegd. In de tabel worden de volgende definities gehanteerd: ZI Zorg Inhoudelijk en CQ Cliënt Quality; ZI Thema
1. Effectiviteit van zorg
Teller
CQ Noemer
Ratio
Cliënt perspectief / oordeel van de
Teller
Noemer
Ratio
x
x
x
Teller
Noemer
Ratio
x
x
x
x
x
cliënt over verandering van ernst van de problematiek Ernst van de problematiek
x
x
x
Verandering in het dagelijks
x
x
x
x
x
x
Drop-out
x
x
x
Somatische screening
x
x
x
functioneren van cliënten Verandering in de ervaren kwaliteit van leven van cliënten
Tijdig contact na ontslag uit kliniek ZI
CQ
Thema
2. Veiligheid
Teller
Noemer
Ratio
Prestatie
Beschikbaarheid medicatie
x
x
x
indicator
overzicht Informatie over bijwerkingen medicijnen Insluiting en dwang medicatie
x
x
x
Incidenten cliëntenzorg ZI Thema
3. Cliëntgerichtheid
Teller
CQ Teller
Noemer
Ratio
Informed consent
Noemer
Ratio
x
x
x
Keuzevrijheid
x
x
x
Vervulling zorgwensen: het ervaren
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
verloop van het behandel-/ begeleidingsproces Evaluatie van behandel- en begeleidingsplannen Continuïteit van zorg: goede samenwerking en afstemming met ketenpartners Woon- en leefomstandigheden: Cliëntoordeel over woon- en leefomstandigheden in een klinische- of RIBW-setting Adequate bejegening door de hulpverleners Adequate informatieverstrekking door de hulpverlener
106 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
C.3.4
Verklaring onderdeel kwaliteit
Verklaring van het bestuur van de instelling
Ja/nee
Deze indicatoren zijn naar waarheid ingevuld met gebruikmaking van de voorschriften en richtlijnen waarmee de kwaliteitsgegevens worden geschoond en de indicatoren worden gecasemixt.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 107
C.4 Kwaliteit van Forensische Zorg C.4.1
Proces van aanlevering tot openbaarmaking van gegevens
U dient jaarlijks uw gegevens over de zorginhoudelijke indicatoren (ZI) aan te leveren. Op dit moment is nog niet bekend via welke portal en op welke wijze u de gegevens over verslagjaar 2012 kunt aanleveren. Voor actuele informatie over de sets verwijzen wij u naar www.zichtbarezorg.nl Uiterlijk in het najaar van 2012 wordt u via www.jaarverslagenzorg.nl en via www.zichtbarezorg.nl geïnformeerd over de meetperiode en de data en wijze van aanlevering.
C.4.2
Geboden zorg
Functies geleverd door organisatorische eenheid
Ja/nee
Forensische Zorg Aantal cliënten per organisatorische eenheid
Aantal
Aan hoeveel cliënten verstrekte de organisatorische eenheid op 31 december zorg met verblijf? Aan hoeveel cliënten verstrekte de organisatorische eenheid op 31 december zorg zonder verblijf (exclusief cliënten die alleen huishoudelijke verzorging ontvingen)?
C.4.3
Kwaliteitsindicatoren
In de volgende tabellen, bij de blokken zonder kruisje, vult u uw score in voor de door uw instelling geboden zorgfuncties. Let op: voor het meest actuele overzicht van de inhoud en status van de indicatorenset dient www. zichtbarezorg.nl/ggz te worden geraadpleegd. ZI
CQ
Thema
1. Effectiviteit van zorg
Teller
Noemer
Ratio
Prestatie
Het op systematische wijze meten
x
x
x
indicator
van de verandering van de ernst x
x
x
x
x
x
Teller
Noemer
Ratio
Noemer
Ratio
van de problematiek bij cliënten Afname delictrisico Recidive tijdens de strafrechtelijke titel Drop-out
ZI
CQ
Thema
2.Veiligheid
Teller
Noemer
Ratio
Prestatie
Medicatieveiligheid
x
x
x
Separatie
x
x
x
Somatische screening
x
x
x
Geweldsincidenten
x
x
x
Teller
indicator
C.4.4
Verklaring onderdeel kwaliteit
Verklaring van het bestuur van de instelling
Ja/nee
Deze indicatoren zijn naar waarheid ingevuld met gebruikmaking van de voorschriften en richtlijnen waarmee de kwaliteitsgegevens worden geschoond en de indicatoren worden gecasemixt.
108 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
C.5 Kwaliteit van Gehandicaptenzorg Uiterlijk in het najaar van 2012 wordt u via www.jaarverslagenzorg.nl en via www.zichtbarezorg.nl geïnformeerd over de meetperiode en de data en wijze van aanlevering.
C.5.1
Proces van aanleveren tot publiceren
In het jaar 2011 wordt voor de eerste maal de kwaliteit van de gehandicaptenzorg gemeten met de vernieuwde werkwijze Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg. Het genereren van kwaliteitsinformatie rust hierbij op drie pijlers: Pijler 1: Kerngegevens kwaliteit op organisatieniveau Pijler 2: Kerngegevens kwaliteit op cliëntniveau (2A) en cliëntervaringsgegevens (2B) Pijler 3: Gegevens over de relatie cliënt-professional (niet voor de Jaarverantwoording Gehandicaptenzorg) Over verslagjaar 2012 worden pijler 1 en pijler 2A gemeten. Het meten van cliëntervaringsgegevens volgens de vernieuwde werkwijze start vanaf verslagjaar 2013 via de JMV-cyclus. C.5.1.1 Gegevensaanlevering Pijler 1 U dient jaarlijks uw gegevens over pijler 1 aan te leveren. Er is per verslagjaar één aanlevermoment. Het instrument voor het meten van pijler 1 is vastgesteld door de Stuurgroep Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg. Meer informatie over het aanleveren van de gegevens kunt u vinden op www.vgn.nl. Pijler 2A U dient jaarlijks uw gegevens over pijler 2A aan te leveren. Er zijn per verslagjaar meerdere aanlevermomenten. Het instrument voor het meten van pijler 2a is vastgesteld door de Stuurgroep. Meer informatie over het aanleveren van de gegevens kunt u vinden op www.vgn.nl. C.5.1.2 Openbaarmaking van de gegevens Pijler 1 De Stuurgroep Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg bepaalt welke gegevens voldoende betrouwbaar zijn voor openbare publicatie. In de portal kunt u toestemming geven voor het openbaar beschikbaar stellen van uw prestatieoverzichten. U kunt hier ook een toelichting bij uw eigen prestatieoverzicht geven. De openbare informatie wordt doorgeleverd aan derden waaronder kiesBeter.nl. Voor 1 juni 2013 dient u de doorgeleverde informatie via DigiMV te accorderen, waarna de gegevens definitief worden opgenomen in het Jaardocument. Pijler 2A Ook bij de meting van pijler 2A zal de Stuurgroep Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg bepalen welke gegevens voldoende betrouwbaar zijn voor openbare publicatie. Instellingen krijgen uiteindelijk de resultaten terug via de portal. Hier kunnen ze een toelichting geven bij de resultaten. Voor 1 juni 2013 dient u de doorgeleverde informatie via DigiMV te accorderen, waarna de gegevens definitief worden opgenomen in het Jaardocument.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 109
C.5.1.3 Geboden zorg In 2012 kent de Gehandicaptenzorg 30 ZZP’s. De versie van 2012 is gebaseerd op het AWBZ-brede-ZZPstramien dat in 2006 is gehanteerd tijdens de landelijke scores van de ZZP’s. In de sector zijn nog niet alle cliënten geïndiceerd. ZZP-indicatie
Omschrijving
Aantal cliënten in zorg op
VG-1
Wonen met enige begeleiding
VG-2
Wonen met begeleiding
VG-3
Wonen met begeleiding en verzorging
VG-4
Wonen met begeleiding en intensieve verzorging
VG-5
Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging
VG-6
Wonen met intensieve begeleiding, verzorging en
31 december 2011
gedragsregulering VG-7
(Besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering
VG-8
Wonen met begeleiding en volledige verzorging en verpleging
LVG-1
Wonen met enige behandeling en begeleiding
LVG-2
Wonen met behandeling en begeleiding
LVG-3
Wonen met intensieve behandeling en begeleiding, kleine groep
LVG-4
Wonen met zeer intensieve behandeling en begeleiding
LVG-5
Besloten wonen met zeer intensieve behandeling en begeleiding
SGLVG-1
Behandeling in een SGLVG-behandelcentrum
LG-1
Wonen met enige begeleiding en enige verzorging
LG-2
Wonen met begeleiding en enige verzorging
LG-3
Wonen met enige begeleiding en verzorging
LG-4
Wonen met begeleiding en verzorging
LG-5
Wonen met begeleiding en intensieve verzorging
LG-6
Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging
LG-7
Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging
ZG-1
Wonen met begeleiding en enige verzorging
Auditief en communicatief ZG-2
Wonen met intensieve begeleiding en verzorging
Auditief en communicatief ZG-3
Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging
Auditief en communicatief ZG-4
Wonen met intensieve begeleiding en enige verzorging
Auditief en communicatief ZG-1
Wonen met enige begeleiding en enige verzorging
Visueel ZG-2
Wonen met begeleiding en enige verzorging
Visueel ZG-3
Wonen met intensieve begeleiding en verzorging
Visueel ZG-4
Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging
Visueel
110 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
ZG-5
Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve
Visueel
verzorging
C.5.1.4 Kerngegevens kwaliteit Kerngegevens kwaliteit op organisatieniveau Voor verslagjaar 2012 worden 4 domeinen uit het Visiedocument Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg uitgevraagd middels pijler 1, te weten zorgafspraken en ondersteuningsplan, belangen, cliëntveiligheid en kwaliteit van medewerkers en organisatie. De bijbehorende vragenlijst is uniform voor alle instellingen, ongeacht doelgroep en/of zorgvorm. De benoemde domeinen worden nader ingevuld door thema’s. De thema’s worden gevuld door de antwoorden op de vragenlijsten van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg. De meest actuele vragenlijsten vindt u op de site van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN): www.vgn.nl. Kerngegevens kwaliteit op cliëntniveau Voor verslagjaar 2012 ligt de focus in pijler 2A op 2 domeinen uit het Visiedocument Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg, te weten cliëntveiligheid en zorgafspraken en ondersteuningsplan. Bij de thematische onderdelen van risico-inventarisatie zijn 3 items benoemd: lichamelijke gezondheid, psychische gezondheid en gedrag. Jaarlijks wordt een van deze thema’s diepgaand uitgevraagd. Dit instrument is beschikbaar via de website van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN): www.vgn.nl.
C.5.2
Verklaring
Verklaring van het bestuur van de instelling
Ja/nee
De kerngegevens kwaliteit op organisatieniveau en de kerngegevens kwaliteit op cliëntniveau zijn naar waarheid ingevuld.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 111
C.6 Kwaliteit van Kraamzorg C 6.1
Proces van aanlevering tot openbaarmaking van gegevens
U dient jaarlijks uw gegevens over de zorginhoudelijke indicatoren (ZI) aan te leveren. Op dit moment is nog niet bekend via welke portal en op welke wijze u de gegevens over verslagjaar 2012 kunt aanleveren. De CE indicatoren moeten worden gemeten met behulp van de CQ-Index. De uitvraag van de gegevens en het aanleveren van de data verloopt via geaccrediteerde meetbureaus. Deze geaccrediteerde meetbureaus huurt u in en kunt u vinden op de site van het CKZ (www.centrumklantervaringzorg.nl). Voor actuele informatie over de sets verwijzen wij u naar www.zichtbarezorg.nl Uiterlijk in het najaar van 2012 wordt u via www.jaarverslagenzorg.nl en via www.zichtbarezorg.nl geïnformeerd over de meetperiode en de data en wijze van aanlevering.
C 6.2
Algemene identificatiegegevens
Naam verslagleggende rechtspersoon (concernnaam) Identificatienummer Kamer van Koophandel Zorgaanbieder Informatie
Naam
Eenheid (IE)
Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Email adres Internetpagina
C 6.3
Kwaliteitsindicatoren
Nr
Kwaliteitsindicator
Onderwerp
Wie meet?
1.
Tijdige intake
Intake in de vorm van een huisbezoek
Kraamzorgaanbieder
voor de 36 week 2.
Tijdige partusassistentie
Kraamverzorgende binnen uur na oproep
Kraamzorgaanbieder
3.
Adequaat opgeleide
Kraamverzorgenden nivo 3 met
kraamverzorgenden
deelkwalificatie 31 en 313
4 a/b
Bijgeschoolde kraamverzorgenden
Hoeveelheid bijscholing
Kraamzorgaanbieder
4c
Kraamzorg bij gezinnen van
Inspanningen om kraamverzorgenden
Kraamzorgaanbieder
verschillende culturele
vaardig te maken en te ondersteunen bij
achtergronden
kraamzorg aan gezinnen uit verschillende
aanwezig Kraamzorgaanbieder
culturen. 5.
Actuele zorgprotocollen
Nieuwste inzichten bekend
Kraamzorgaanbieder
6.
Continuïteit in persoon
Wisseling van kraamverzorgenden
Kraamzorgaanbieder
7.
Noodzakelijke zorg:
Ontvangt de cliënt de geïndiceerde
Kraamzorgaanbieder
basiszorg
112 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
8.
(Zorg onder wettelijk minimum
Minder dan 3 uur zorg per verzorgingsdag
Kraamzorgaanbieder
Wisselingen, overdracht en afstemming
Geaccrediteerd
met verloskundige
bureau m.b.v. CQ
wordt nu nog niet gemeten) 9.
(Betrouwbare zorg is vervallen)
10.
Ervaren continuïteit van zorg
index 11.
Ervaren bejegening
Emotionele veiligheid en psychisch
Geaccrediteerd
welbevinden
bureau m.b.v. CQ index
12.
Ervaren informatie en communicatie
Wensen cliënt en mogelijkheden
Geaccrediteerd
aanbieder
bureau m.b.v. CQ index
13.
Ervaren cliëntgerichtheid
Voldoen aan verwachtingen
Geaccrediteerd bureau m.b.v. CQ index
14.
Ervaren hygiëne
Preventie van besmetting
Geaccrediteerd bureau m.b.v. CQ index
15.
Ervaren effect van kraamzorg
Bereikt kraamzorg haar doel
Geaccrediteerd bureau m.b.v. CQ index
16.
Ervaren organisatie van zorg
Goede zorgorganisatie
Geaccrediteerd bureau m.b.v. CQ index
17.
Bekendheid Veilig Slapen
Effect voorlichting wiegendood
Geaccrediteerd bureau m.b.v. CQ index
18.
Geslaagde borstvoeding
Geslaagde borstvoeding
Kraamzorgaanbieder
19.
Ketenzorg werkafspraken
Noodzakelijke afstemming in de keten
Kraamzorgaanbieder
21.
(Overdracht JGZ wordt nu nog niet
Overdracht volgens landelijke afspraken
Kraamzorgaanbieder
Kraamzorg bij gezinnen in
Een aantoonbaar document over
Kraamzorgaanbieder
achterstandssituaties
kraamzorg op maat aan
gemeten) 22.
achterstandsgroepen
C 6.4
Verklaring
Verklaring van het bestuur van de instelling
Ja/nee
Deze indicatoren zijn naar waarheid ingevuld met gebruikmaking van de voorschriften en richtlijnen waarmee de kwaliteitsgegevens worden geschoond en de indicatoren worden gecasemixt.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 113
C.7 Kwaliteit van Hulp bij het huishouden U wordt geadviseerd om de website www.jaarverslagenzorg.nl te raadplegen voor meer informatie. Thema
1. Klantgerichtheid
Indicator
1.1 Ervaringen met het plan hulp bij het huishouden
CQ
1.2 Ervaren bejegening Thema
2. Communicatie en betrouwbaarheid
Indicator
2.1 Ervaringen met communicatie
CQ
2.2 Ervaren betrouwbaarheid Thema
3. Deskundigheid en effectiviteit
Indicator
3.1 Ervaren deskundigheid
CQ
3.2 Ervaren effectiviteit
C.7.1
Verklaring onderdeel kwaliteit
Verklaring van het bestuur van de instelling
Ja/nee
Deze indicatoren zijn naar waarheid ingevuld met gebruikmaking van de voorschriften en richtlijnen waarmee de kwaliteitsgegevens worden geschoond en de indicatoren worden gecasemixt.
C.8 Kwaliteitscertificaten, - labels of accreditaties Het aanleveren van deze gegevens is facultatief. Aangeleverde gegevens zijn openbaar. U levert de gegevens aan op het niveau van concern (voor de concernbrede certificaten) en organisatorische eenheden of instellingen zoals afgesproken met de IGZ Kwaliteitscertificaten, -labels of accreditaties Gegeven
Antwoordcategorie
Certificaat, label of accreditatie aanwezig
Aantal
Per aanwezig certificaat/label/accreditatie Naam
Tekstveld
Reikwijdte (bijvoorbeeld voor een bepaalde afdeling of een bepaalde dienstverlening)
Tekstveld
Datum van uitreiking
Datum
Datum van expiratie geldigheid
Datum
Naam toetsende instantie
Tekstveld
Traject gestart om een kwaliteitscertificaat, -label of accreditatie te verkrijgen
Aantal
Per gestart traject Naam beoogd certificaat, label of accreditatie
Tekstveld
Reikwijdte (bijvoorbeeld voor een bepaalde afdeling of een bepaalde dienstverlening) Verwachte datum van uitreiking
Datum
Naam toetsende instantie
Tekstveld
114 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
C.9 Klachten Op concernniveau aan te leveren: Klachtenfunctionaris Gegeven
Antwoordcategorie
Kunnen patiënten/cliënten in uw concern terecht bij een klachtenfunctionaris
Ja/nee
U levert de gegevens aan op het niveau van organisatorische eenheden of instellingen zoals afgesproken met de IGZ. Aantallen klachten Gegeven
Aantal
Aantal klachten ingediend bij de klachtencommissie Aantal klachten als percentage van het gemiddeld aantal personeelsleden in fte’s
Automatisch berekenen
Aantal door de klachtencommissie in behandeling genomen klachten Aantal klachten waarover de klachtencommissie advies heeft uitgebracht Aantal klachten dat gegrond is verklaard
Leveringsvoorwaarden VV&T Gegeven
Antwoordcategorie
Hanteert u de Algemene Voorwaarden voor zorg (met verblijf en/of zonder
Ja/nee
verblijf) van ActiZ en BTN?
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 115
C.10 Verloop personeel Verloop personeel Verloop personeel
Aantal personeelsleden
Aantal fte
Instroom personeel in loondienst totale concern in verslagjaar Uitstroom personeel in loondienst totale concern in verslagjaar
C.11 Ziekteverzuim C.11.1
Ziekteverzuim alle sectoren met uitzondering van UMC’s
Ziekteverzuim exclusief zwangerschapsverlof alle sectoren met uitzondering van UMC’s Verzuim
Percentage
Verzuim totaal personeel in loondienst (alle sectoren behalve UMC’s)
C.11.2
Ziekteverzuim UMC’s
Ziekteverzuim exclusief zwangerschapsverlof, volgens de definitie in de toolkit van het Arboservicepunt HOO, UMC’s Verzuim UMC’s
Percentage
Verzuim totaal personeel in loondienst UMC’s
C.12 Vacatures Vacatures Vacatures
Totaal aantal vacatures per
Aantal moeilijk vervulbare
einde verslagjaar
vacatures per einde verslagjaar
Totaal personeel Waarvan personeel met patiënt/cliëntgebonden functies
116 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
C.13 Rentabiliteit Indien u zich als concern verantwoordt, wordt u verzocht de rentabiliteit uit te splitsen naar segmenten van bedrijfsactiviteiten per financieringsvorm: gefinancierd op basis van de Zvw (incl. Min O&W), de AWBZ, de WMO en door Justitie. In feite wordt gevraagd naar de bedrijfsresultaten en het balanstotaal van de instellingen die (hoofdzakelijk) met één van de genoemde financieringsvormen worden bekostigd. De definitie van de gevraagde rentabiliteit is die van Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten / Balanstotaal. Rentabiliteit zorginstellingen
vorig jaar
verslagjaar
Van zorginstellingen gefinancierd obv Zvw Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal Van zorginstellingen gefinancierd obv AWBZ Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal Van zorginstellingen gefinancierd obv WMO Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal Van zorginstellingen gefinancierd door Justitie Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal
U wordt verzocht de rentabiliteit van de instellingen gefinancierd op basis van de Zvw verder uit te splitsen in die van de eventuele ziekenhuizen in het concern, de ZBC’s, de Revalidatie-instellingen, de Curatieve GGZ en de Kraamzorg. Rentabiliteit zorginstellingen Zvw
vorig jaar
verslagjaar
Ziekenhuizen Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal ZBC Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal Revalidatie-instellingen Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal Curatieve GGZ Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal Kraamzorg Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 117
C.14 Liquiditeit Indien u zich als concern verantwoordt, wordt u verzocht de liquiditeit uit te splitsen naar segmenten van bedrijfsactiviteiten per financieringsvorm: gefinancierd op basis van de Zvw (incl. Min O&W), de AWBZ, de WMO en door Justitie. In feite wordt gevraagd naar de vlottende activa (inclusief liquide middelen) en het totaal van de kortlopende schulden van de instellingen die (hoofdzakelijk) met één van de genoemde financieringsvormen worden bekostigd. De definitie van de gevraagde liquiditeit is die van Vlottende activa (incl liquide middelen / Totaal kortlopende schulden. Liquiditeit
vorig jaar
verslagjaar
Van zorginstellingen gefinancierd obv Zvw Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden Van zorginstellingen gefinancierd obv AWBZ Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden Van zorginstellingen gefinancierd obv WMO Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden Van zorginstellingen gefinancierd door Justitie Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden
U wordt verzocht de liquiditeit van de instellingen gefinancierd op basis van de Zvw verder uit te splitsen in die van de eventuele ziekenhuizen in het concern, de ZBC’s, de Revalidatie-instellingen, de Curatieve GGZ en de Kraamzorg. Liquiditeit zorginstellingen Zvw
vorig jaar
verslagjaar
Ziekenhuizen Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden ZBC Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden Revalidatie-instellingen Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden Curatieve GGZ Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden Kraamzorg Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden
118 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
C.15 Solvabiliteit Indien u zich als concern verantwoordt, wordt u verzocht de solvabiliteit uit te splitsen naar segmenten van bedrijfsactiviteiten per financieringsvorm: gefinancierd op basis van de Zvw (incl. Min O&W), de AWBZ, de WMO en door Justitie. In feite wordt gevraagd naar de vlottende activa (inclusief liquide middelen) en het totaal van de kortlopende schulden van de instellingen die (hoofdzakelijk) met één van de genoemde financieringsvormen worden bekostigd. De definitie van de gevraagde solvabiliteit is die van Eigen vermogen / Balanstotaal. Solvabiliteit zorginstellingen
vorig jaar
verslagjaar
Van zorginstellingen gefinancierd obv Zvw Eigen vermogen Balanstotaal Van zorginstellingen gefinancierd obv AWBZ Eigen vermogen Balanstotaal Van zorginstellingen gefinancierd obv WMO Eigen vermogen Balanstotaal Van zorginstellingen gefinancierd door Justitie Eigen vermogen Balanstotaal
U wordt verzocht de solvabiliteit van de instellingen gefinancierd op basis van de Zvw verder uit te splitsen in die van de eventuele ziekenhuizen in het concern, de ZBC’s, de Revalidatie-instellingen, de Curatieve GGZ en de Kraamzorg. Solvabiliteit zorginstellingen Zvw
vorig jaar
verslagjaar
Ziekenhuizen Eigen vermogen Balanstotaal ZBC Eigen vermogen Balanstotaal Revalidatie-instellingen Eigen vermogen Balanstotaal Curatieve GGZ Eigen vermogen Balanstotaal Kraamzorg Eigen vermogen Balanstotaal
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 119
C.16 Beloning leden Raad van Bestuur/Directie Voor elk lid van de Raad van Bestuur vult u een afzonderlijke tabel in. Indien uw bestuurstructuur een directie vallend onder eindverantwoordelijk stichtingsbestuur is (zie ook B2), dient u hier de gegevens van de leden van de directie in te vullen.Wanneer een persoon tijdens het verslagjaar zowel in loondienst als extern ingehuurd de bestuursfunctie heeft uitgeoefend, dan moet voor deze persoon de tabel twee maal worden ingevuld. Mocht een lid van de Raad van Bestuur dan wel de totale Raad van Bestuur een niet-natuurlijke persoon zijn, dan moeten de gevraagde persoonsgegevens (als o.a. naam, rechtsvorm, domicilie, totale vergoeding,aard van de overeenkomst, de gehanteerde beloningsregeling) worden ingevuld over die rechtspersoon. In de rij “Opmerkingen” geeft u die elementen van/informatie over het inkomen van de bestuurder op die u niet kunt plaatsen onder een van de andere genoemde inkomenscategorieën. Een recent voorbeeld hiervan is een door de instelling verstrekte lening aan de bestuurder plus de eventueel aan de lening verbonden voordelen voor de bestuurder. Beloning leden Raad van Bestuur / Directie Naam
Naam
De heer of mevrouw
Geslacht
Bestuursfunctie
Naam functie
Nevenfunctie
Naam functie
Vanaf welke datum was de bestuurder voor het eerst in de huidige functie van
Datum
bestuurder werkzaam binnen de organisatie? Maakte de persoon op 31 december van het verslagjaar deel uit van het bestuur?
Ja/nee
Zo nee: tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw
Datum
organisatie? Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van het bestuur geweest?
Ja/nee
Zo ja: hoeveel maanden is de persoon voorzitter geweest in het verslagjaar?
Aantal
120 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wat is de aard van de arbeidsovereenkomst?
1. Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd 2. Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 3. Interne waarnemer bestuursfunctie 4. Extern ingehuurd, dus geen dienstverband 5. Anders, namelijk …….
Welke salarisregeling is toegepast?
1. BBZ 2. NVTZ-regeling 3. Oude NVZD of VDZ regeling 4. AMS-regeling 5. CAO, 6. Anders, namelijk ……
Wat is de deeltijdfactor in procenten
Percentage %
Bruto-inkomen, incl. vakantiegeld, eindejaarsuitkering,
Bedrag in euro’s
salaris en andere vaste toelagen Waarvan: verkoop verlofuren
Bedrag in euro’s
Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren
Bedrag in euro’s
Bruto-onkostenvergoeding
Bedrag in euro’s
Werkgeversbijdrage sociale lasten
Bedrag in euro’s
Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU
Bedrag in euro’s
Ontslagvergoeding
Bedrag in euro’s
Bonussen
Bedrag in euro’s
Totaal inkomen
Bedrag in euro’s (som wordt automatisch berekend)
Totaal inkomen op basis van full-time dienstverband en
Bedrag in euro’s (som wordt automatisch berekend)
een volledig kalenderjaar. Cataloguswaarde auto van de zaak
Bedrag in euro’s
Eigen bijdrage auto van de zaak
Bedrag in euro’s
C.17 Beloning/Vergoeding Raad van Toezicht/Raad van Commissarissen/Raad van Beheer Bezoldiging Raad van Toezicht/Commissarissen Naam
2012 Bezoldiging €
Totaal
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 121
C.18 Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens De hoogte van de WOPT wordt per ministeriële regeling bekend gemaakt binnen 6 weken na afloop van het kalenderjaar. Daarna wordt deze gepubliceerd op www.jaarverslagenzorg.nl. Ter indicatie, in 2010 was deze som € 193.000. Gegevens WOPT Functie/
Duur dienstverband
functies
Belastbaar
Deeltijdfactor
loon (in euro)
Voorzieningen
Uitkeringen in
ten behoeve
verband met
van
beëindiging
beloningen
van het
betaalbaar op
dienstverband
termijn
(in euro)
(in euro) In dienst vanaf
In dienst tot 2012
2011
2012
2011
2012
2011
2012
2011
(ddmmjjjj)
Motivatie overschrijdingen van het gemiddeld belastbaar loon van onze Ministers:
122 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
D DigiMV Hoofdposten uit de Jaarrekening In deze sectie van DigiMV wordt u gevraagd om een aantal hoofdposten uit de jaarrekening over te nemen.
D.1 Jaarrekening: balans Balans per einde verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar Activa per einde verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar Vaste activa
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Voorraden Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Effecten Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Totaal activa (vast+ vlottend)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 123
Passiva per einde verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar Eigen vermogen
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen Overige passiva
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Voorzieningen Langlopende schulden (> 1 jaar) Kortlopende schulden (< 1 jaar) en overlopende passiva Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Totaal overige passiva Totaal passiva
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Totaal passiva (eigen vermogen+ overig)
D.2 Jaarrekening: resultatenrekening Resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Bedrijfsopbrengsten
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies) Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC B-segment; inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) Omzet DBC B-segment Subsidies (exclusief Wmohuishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties) Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
124 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bedrijfslasten
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Financieel resultaat Saldo Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsvoering Resultaat uit gewone bedrijfsvoeringen na belastingen
Buitengewone baten en lasten Buitengewone baten en lasten Buitengewone baten Buitengewone lasten Buitengewoon resultaat
Resultaat over verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar Resultaat
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Resultaat
D.3 Kasstroomoverzicht Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Totaal kasstroom operationele activeit Totaal kasstroom investeringsactiveit Totaal kasstroom financieringsactiviteit
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 125
D.4 Toelichting op balans: materiële vaste activa Toelichting op de balans verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: materiële vaste activa Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Boekwaarde per 1 januari Bij: Totaal investeringen (zie specificatie in tabel hieronder) Bij: Totaal herwaarderingen Af: Totaal desinvesteringen Af: Totaal afschrijvingen Af: Totaal terugname geheel afgeschreven activa Boekwaarde per 31 december (=totaal materiële vaste activa)
Toelichting op de balans verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: investeringen naar type activa Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Investeringen in bedrijfsgebouwen en terreinen Investeringen in machines en installaties Investeringen in andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Investeringen in materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa Investeringen in niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa Totaal investeringen
D.5 Toelichting op balans: financiële vaste activa Toelichting op de balans per einde verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: financiële vaste activa Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Deelnemingen Overige langlopende vorderingen Totaal financiële vaste activa
126 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
D.6 Toelichting op balans: vorderingen en overlopende activa Toelichting op de balans per einde verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: vorderingen en overlopende activa Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Vorderingen op debiteuren Overige kortlopende vorderingen en overlopende activa Totaal vorderingen en overlopende activa
D.7 Toelichting op balans: kortlopende schulden en overlopende passiva Toelichting op de balans per einde verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: kortlopende schulden Bedrag in euro’s einde
Bedrag in euro’s per
verslagjaar
einde vorig verslagjaar
Schulden aan kredietinstellingen Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Overige schulden Overige kortlopende schulden en overlopende passiva Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
D.8 Toelichting op balans: specificatie financieringsverschil Toelichting op de balans verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: specificatie financieringsverschil Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Wettelijk budget voor AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies RAK (reserve aanvaardbare kosten) Af: Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget (zie tabel hieronder) Totaal financieringsverschil
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 127
Toelichting op de balans verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: specificatie vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget ziekenhuizen Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Opbrengsten DBC A-segment inclusief toeslagen Honoraria-opbrengsten specialisten in loondienst Mutatie onderhanden werk honoraria voor specialisten in loondienst Kapitaallasten DBC-B segment Overige opbrengsten Nog te factureren DBC A-segment Mutatie onderhanden werk DBC A-segment Afrekening overfinanciering Afrekening lumpsum Overige mutaties Totaal vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget
D.9 Toelichting op de resultatenrekening: wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies) Toelichting op de resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: wettelijk budget Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Wettelijk budget boekjaar Correcties budget voorgaande jaren Totaal wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (uit AWBZ/ Zvw-zorg, exclusief subsidies)
128 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
D.10 Toelichting op de resultatenrekening: niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC B-segment; inclusief Wmo-hulp bij huishoudelijke hulp) Toelichting op de resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: nietgebudgetteerde zorgprestaties Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Zorgprestaties tussen instellingen Eigen bijdragen en betalingen cliënten voor niet-verzekerde zorg en opbrengsten uit aanvullende zorgverzekering Persoonsgebonden en -volgende budgetten Opbrengsten uit hoofde van nietgebudgetteerde Zvw/AWBZ-zorg (waaronder kraamzorg) Opbrengsten uit Wmo-prestaties op het gebied van huishoudelijke hulp (inclusief onderaanneming) Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties Totaal niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC B-segment; inclusief Wmo huishoudelijke hulp)
D.11 Toelichting op de resultatenrekening: subsidies (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties) Toelichting op de resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: subsidies Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Subsidies AWBZ/Zvw-zorg Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van OC&W (waaronder werkplaatsfunctie en medische faculteit van UMC’s) Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van Veiligheid en Justitie Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds, academische component voor UMC’s) Overige Rijkssubsidies
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 129
Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmohuishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ) Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies Totaal subsidies (exclusief Wmohuishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties)
D.12 Toelichting op de resultatenrekening: omzet DBC B-segment Toelichting op de resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: omzet DBC B-segment Omzet DBC B-segment
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Gefactureerde omzet DBC B-segment Mutatie onderhanden projecten DBC B-segment
D.13 Toelichting op de resultatenrekening: overige bedrijfsopbrengsten Toelichting op de resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: overige bedrijfsopbrengsten Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Overige dienstverlening Overige opbrengsten, waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed Totaal overige bedrijfs-opbrengsten
130 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
D.14 Toelichting op de resultatenrekening: personeelskosten Toelichting op de resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: personeelskosten Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremie Andere personeelskosten Personeel niet in loondienst Totaal personeelskosten
D.15 Toelichting op de resultatenrekening: overige bedrijfskosten Toelichting op de resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: overige bedrijfskosten Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt/cliënt- en bewonersgebonden kosten Onderhoud Energiekosten Energiekosten stroom Energiekosten gas Huur en leasing Donaties en vrijval voorzieningen Totaal overige bedrijfskosten
D.16 Bevestiging Nadat DigiMV is ingevuld, wordt gevraagd om een bevestiging door de Raad van Bestuur. Alleen de RvB kan namelijk de gegevens verzenden. Daarmee geeft de RvB aan dat de gegevens naar waarheid zijn ingevuld. Nb. Deze verklaring heeft geen betrekking op het verslag van de Raad van Toezicht.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 131
E Wijzigingen ten opzichte van verslagjaar 2011 Onderdeel
Wijziging
Algemeen Gehele document
Tekstuele verbeteringen en waar nodig aanpassingen ivm wetswijzigingen.
Maatschappelijk verslag 2.3.1.
Kernactiviteiten en nadere typering :Kraamzorg is toegevoegd aan de eerste alinea.
3.3
Toezichthouders Gearceerde passage toegevoegd in laatste alinea: Als in uw organisatie geen Raad van Toezicht of Raad van Commissarissen functioneert, bijvoorbeeld vanwege de geringe omvang van uw organisatie, of omdat de rechtsvorm een b.v. is.
4.4.1
Toevoeging onder GGZ sector: “De opvangsector (maatschappelijke opvang en vrouwenopvang) verantwoordt zich vanaf 2012 volgens de prestatie-indicatoren voor de opvangsector. Zie de website van Zichtbare Zorg voor de actuele stand van zaken.”
4.4.1
Nieuwe tekst kwaliteitsparagraaf gehandicaptenzorg.
4.5.1
Toevoeging scholingsbeleid en beleid gericht op duurzame inzetbaarheid
DigiMV A.1.1
Typering concern: toevoeging van het kopje forensische zorg.
A.1.6
In het tweede kopje: justitie wordt forensische zorg.
A.2
Opname tabel over totale bedrijfsopbrengsten.
A.2.1
Aanpassing tabel productie, personeel en opbrengsten UMC’s, ziekenhuizen,ZBC’s. Toevoeging: Waarvan bedden/plaatsen voor dag/deeltijdbehandeling Waarvan wiegen voor gezonde zuigelingen Aanpassing DOT zorgproducten Medisch specialistische zorg wordt uitgesplitst in A-segment en B-segment. Toevoeging: Aantal beschikbare operatiekamers Bestedingen aan innovatie Geschrapt 8 vragen over openstaande en gesloten DBC’s. Geschrapt 4 vragen over bedrijfsopbrengsten en wettelijk budget
A. 2.2
Productie, personeel en opbrengsten PAAZ en PUK Aanpassing onder kopje productie: vragen over DBC’s Wijziging van vragen onder Personeel Toevoeging vraag over innovatie.
A.2.3.
Productie, personeel en opbrengsten revalidatiecentra. In deze tabel is de volwassen leeftijd op 18 jaar gezet i.p.v. 17 jaar Toevoeging vraag over innovatie
A.2.6
Tabel Wet bijzondere medische verrichtingen: aanvullingen onder Transplantaties, Stamceltherapie, Hartinterventies, Klinisch genetisch onderzoek, In vitro fertilisatie en Neonatale intensive care unit
132 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
A.2.11
Wijziging Productie, personeel en opbrengsten GGZ inclusief forensische zorg en exclusief PAAZ en PUK Wijzigingen in de vragen over DBC’s, ZZP-dagen, personeelsleden. Toevoeging vraag over innovatie.
A.2.12
Tabel kerngegevens GGZ uit het jaardocument 2011 komt te vervallen
A.2.13
Productie, personeel gehandicaptenzorg inclusief forensische zorg, aanpassingen in tabel en kopje. Aanpassing vragen over DBC’s. Toevoeging vraag over innovatie.
A.2.17
Toevoeging vraag over innovatie
A.2.19
Geschrapt: vragen over bedrijfsopbrengsten Toevoeging vraag over innovatie
A.2.20
Toevoeging inclusief forensische zorg aan kopje Productie, personeel maatschappelijke opvang en vrouwenopvang Wmo. Aanpassing vragen over DBC’s. Toevoeging vraag over innovatie.
A.4
Tabel personeelsinformatie: in de tabel wordt Verzorgenden individuele en algemene gezondheidszorg en sociaal pedagogische werksters vervangen door: Verzorgenden en sociaal (ped)agogisch hulpverlener.
A.4
Bij de tabel niet in loondienst: toevoegen ZZP-ers (zoals verpleegkundigen en thuiszorgmedewerkers)
B.1
Governancecode: bij de vraag hanteert uw concern de zorgbrede Governancecode ook de mogelijkheid nee, omdat toevoegen.
C.13, C14, C15
Deze tabellen inzake rentabiliteit, liquiditeit, solvabiliteit worden gewijzigd.
C.16
Beloning leden Raad van Bestuur Toevoegingen onder nevenfunctie, aard van de arbeidsovereenkomst en salarisregeling en totaal inkomen op basis van full-time dienstverband
D.2
Jaarrekening, resultatenrekening
D.3
Toevoeging kasstroomoverzicht
D.14
Toevoeging uitsplitsing energiekosten
Toelichting Accountantscontrole Gewijzigd controleprotocol. Dataprotocol
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 133
IV Achtergrondinformatie
134 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
F Toelichting maatschappelijk verslag en DigiMV: teksten regelgeving, begripsomschrijving en afkortingenlijst De toelichting die betrekking heeft op DigiMV is in de invoertool op te roepen via de helpfunctie.
F.1
Toelichting Uitgangspunten Verslaggeving
Deze toelichting gaat over hoofdstuk 1 van het maatschappelijk verslag. Voorschriften Verslaggeving WTZi Er dient uitleg te worden gegeven over de uitgangspunten die zijn gehanteerd bij het opstellen van de Verslaggeving. Hierbij zal moeten worden ingegaan op het proces om tot het jaarverslag te komen. Er moet inzicht worden gegeven in de keuzes en afspraken die gemaakt zijn bij de weergave van de economische, milieu- en sociale aspecten van de organisatie. Onderdelen hiervan zijn de reikwijdte van het jaarverslag en de verslaggevingsperiode. De verslaggevingsperiode is het boekjaar. Bij de reikwijdte dient aangegeven te worden over welke delen van de organisatie verslag gedaan wordt. Het jaarverslag geeft de mogelijkheid om over de verantwoording van de gehele keten van het product of dienst te rapporteren. Dergelijke informatie zal meer toegevoegde waarde voor de belanghebbende opleveren. Bij het geven van informatie over de grenzen van de rechtspersoon of het concern heen, dient duidelijk te zijn welke delen van de informatie betrekking hebben op de rechtspersoon dan wel het concern. Belangrijk voor het jaarverslag is de vergelijkbaarheid van informatie in de tijd en de vergelijkbaarheid tussen de onderdelen van de organisatie onderling. Vermeld duidelijk een toelichting op de gemaakte keuzes in de te rapporteren informatie en benoem ook de inherente beperkingen in de betrouwbaarheid van de gegevens.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 135
F.2
Toelichting en definities Profiel van de organisatie
Deze toelichting gaat over hoofdstuk 2 van het maatschappelijk verslag en deel A van DigiMV. Voorschriften Verslaggeving WTZi Om het verslag in de juiste context te kunnen plaatsen, dient in het jaarverslag algemene informatie over de rechtspersoon en de daaraan verbonden (groeps)maatschappijen te worden verschaft. Er dient een overzicht te worden gegeven van de groepsstructuur, de kernactiviteiten (onderscheiden naar publiek en privaat) en de belangrijkste indicatoren als omzet, aantal werknemers (fte’s), aantal patiënten/cliënten en werkgebieden. Daarnaast dient een overzicht te worden gegeven van belanghebbenden en hun relatie tot de verslagleggende organisatie.
F.2.1
Kerngegevens alle sectoren
Toe te lichten term
Toelichting
Per einde verslagjaar
Het gaat niet om de situatie op een specifieke datum, maar de situatie die representatief is voor het concern in 2012.
Productie WTZi
De productie is inclusief zorg die wordt gefinancierd via een Persoonsgebonden Budget.
Personeelsleden
Werknemers met een arbeidsovereenkomst inclusief oproepkrachten.
Innovatie
Met bestedingen aan innovatie worden uitgaven voor met eigen personeel verrichte research en development (R&D) bedoeld. Dit betreft zowel de exploitatiekosten (= lopende uitgaven aan R&D, onderverdeeld in bruto loonkosten en overige exploitatiekosten) als de investeringen (= investeringsuitgaven voor grond, gebouwen, apparatuur en andere te activeren investeringen ten behoeve van de R&D-activiteiten) ten behoeve van met eigen personeel verrichte R&D.
Ontwikkeling en Innovatie
Ontwikkeling en Innovatie betreft het bedenken van ontwikkelingen, deze
(O&I)
uitproberen en testen. Deze ontwikkelingen hebben betrekking op de direct patiënt/cliëntgebonden zorg, organisatie van zorg, aspecten die met voeding te maken hebben of bijvoorbeeld patiënten/cliënten-voorlichting. Ook de exportfunctie van kennis behoort tot deze taken.
F.2.2
Kerngegevens UMC’s, ziekenhuizen en ZBC’s
Patiënten/cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen en ZBC’s exclusief revalidatiecentra Toe te lichten term
Toelichting
Beschikbare bedden/
Het aantal plaatsen dat beschikbaar is voor de dagelijkse planning van de opnames en
plaatsen
van de dag/deeltijdbehandelingen (dagbehandeling: niet-psychiatrisch, deeltijdbehandeling: psychiatrisch). Plaatsen die tijdelijk niet beschikbaar zijn vanwege bijvoorbeeld een verbouwing, tellen niet mee. Plaatsen die wel beschikbaar zijn maar niet worden bezet, tellen wél mee.
136 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Uitsplitsing medisch-
Nadere uitsplitsing van de productie in A- en B-segment (tijdelijk) toegevoegd op
specialistische zorg
verzoek van de NZa om de juistheid van de minimale dataset te kunnen toetsen. Met deze toevoeging is separate uitvraag door de NZa overbodig geworden. Zie ook de ‘Regeling verplichte aanlevering en verspreiding Minimale Dataset (MDS) CTG/ZAio’ Regeling CU/NR 100.038.
Eerste polikliniekbezoek
Er is sprake van een eerste polikliniekbezoek wanneer een patiënt/cliënt voor de eerste maal in het ziekenhuis een medisch specialist van een bepaald poortspecialisme consulteert. Er mag wederom (voor deze patiënt/cliënt) een eerste polikliniekbezoek worden geregistreerd indien in de 12 maanden vooraf aan het bezoek geen eerste polikliniekbezoek bij dat poortspecialisme is geregistreerd (bron: LAZR, Prismant en Enquêtejaarcijfers).
Dagverplegings-dagen
Exclusief cytostaticabehandelingen en poliklinische bevallingen.
Zware dagverplegings-
Een aantal uren durende vorm van verpleging in een ziekenhuis, in het algemeen te
dagen
voorzien en noodzakelijk in verband met het op dezelfde dag plaatsvinden van een behandeling door een medisch specialist, waarbij een verrichting uit tariefgroep C1 tot en met C7 wordt gedeclareerd. Het tarief is inclusief genees-, verband- en narcosemiddelen, klinisch-chemische en microbiologische laboratoriumonderzoeken (B2) en paramedische behandeling en onderzoek (E). Met verkeerde bed wordt gedoeld op patiënten/cliënten die eigenlijk een AWBZ plek zouden moeten hebben, maar nu een ZvW bed bezet houden.
Kerngegevens PAAZ/PUK Toe te lichten term
Toelichting
Totaal aantal patiënten/cliënten
Betreft alle cliënten/patiënten in zorg, begeleiding of behandeling, geteld in
waaraan ggz wordt verleend
personen. Iemand die in een RIBW verblijft en ambulante zorg ontvangt, telt 1x mee. De gegevens over het aantal cliënten wordt gevraagd om een beeld te krijgen van hoeveel personen er gebruik maken van de ggz.
Aantal patiënten in zorg in PUK/
Betreft alle personen die vóór 1 januari van het verslagjaar in zorg zijn gekomen
PAAZ op 1 januari van verslagjaar
en administratief zijn ingeschreven en op 1 januari nog niet uit zorg zijn gegaan.
(a) Aantal nieuw ingeschreven
Betreft alle personen die in de periode van 1 januari tot en met 31 december
patiënten in PUK/PAAZ in
van verslagjaar nieuw in zorg zijn gekomen en administratief zijn ingeschreven.
verslagjaar (b) Totaal aantal patiënten in zorg in
Wordt automatisch opgeteld in DigiMV
PUK/PAAZ in verslagjaar (c=a+b) Aantal uitgeschreven patiënten
Betreft alle personen die in de periode van 1 januari tot en met 31 december
in PUK/PAAZ in verslagjaar (d)
van verslagjaar uit zorg zijn gegaan en administratief zijn uitgeschreven.
(was aantal ontslagen patiënten in verslagjaar) Aantal patiënten/cliënten in
Wordt automatisch opgeteld in DigiMV
zorg/behandeling in PUK/PAAZ op 31-12 van verslagjaar (e=c-d) Aantal beschikbare bedden/
Het gaat hierbij om de situatie die representatief is voor het concern in een jaar
plaatsen in PUK/PAAZ dat
en niet om de situatie op een specifieke datum.
beschikbaar is voor dagelijkse
Bedden die wel beschikbaar zijn maar niet worden bezet, tellen ook mee.
planning van opnames, verblijf
Bedoeld is: totaal aantal bedden/plaatsen, inclusief kleinschalig wonen,
of dagbehandeling
deeltijdplaatsen en Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ)-aanmerking.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 137
Het totaal van de face-to-face, ear-to-ear, bit-to-bit contacten.
Aantal eerste polikliniekbezoeken in verslagjaar / waarvan PAAZ en PUK
In A.4 wordt het aantal personeelsleden per concern gevraagd; hier wordt specifiek gevraagd naar het aantal personeelsleden gericht op de ggz. Als uw concern alleen ggz-zorg verleent, dan is het aantal personeelsleden hier gelijk aan het aantal in A.4. Als u het onderscheid naar ggz en andere zorg niet kunt expliciteren, wordt u gevraagd een schatting te geven van het aantal personeelsleden dat zich op de ggz richt. Wordt voor de ggz automatisch opgeteld in DigiMV (a+c)
Aantal personeelsleden in loondienst in PAAZ en PUK op 31-12 van verslagjaar Aantal FTE personeelsleden in
Wordt voor de ggz automatisch opgeteld in DigiMV (b+d)
PAAZ en PUK in loondienst op 31-12 van verslagjaar Omzet gefactureerde DBC’s /
Som van opbrengsten uit aan zorgverzekeraars gefactureerde DBC’s/DBBC’s
DBBC’s
(inclusief verrekenpercentage) èn opbrengsten van DBC’s/DBBC’s die zijn afgesloten maar nog niet zijn gefactureerd (opnemen tegen het te verwachten werkelijke factuurbedrag); exclusief: - verrekende bedragen met zorgverzekeraars, - (mutatie van) onderhanden werk, oftewel DBC’s/DBBC’s die nog niet zijn afgesloten op 31 december.
F.2.3
Kerngegevens Revalidatiecentra
Beschikbare bedden/
Het aantal plaatsen dat beschikbaar is voor de dagelijkse planning van de opnames en
plaatsen
van de deeltijdbehandelingen. Plaatsen die tijdelijk niet beschikbaar zijn vanwege bijvoorbeeld een verbouwing, tellen niet mee. Plaatsen die wel beschikbaar zijn maar niet worden bezet, tellen wél mee.
Citatiescore CPP/FCSm
Jaarlijks voert het Centrum voor Wetenschap- en Technologie Studies (CWTS) een
(over de afgelopen 10
bibliometrische analyse van het onderzoek van alle UMC’s uit. In het najaar van jaar t
jaar, inclusief
wordt gerapporteerd over de periode t-1 en eerdere jaren. Voor publicaties wordt in de
verslagjaar)
tabel het aantal en de citatiescore opgenomen over het tijdvak over de afgelopen 10 jaar, inclusief verslagjaar. De citatiescore CPP/FCSm betreft de impact van alle publicaties van een instelling vergeleken met het wereld-citatiegemiddelde in (sub) velden waarin de instelling actief is.
138 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
F.2.4
Aanvullende kerngegevens particuliere FPC’s en tbs-plaatsen in FPK’s en Hoeve Boschoord
Toe te lichten term
Toelichting
Bezettingsgraad (percentage)
Aantal bezette plaatsen als percentage van de capaciteit die is afgesproken in het kader van de productieafspraak. Dit is het aantal werkelijk gerealiseerde verpleegdagen gedeeld door de (relatieve) productieafspraak x 100%. De productieafspraak is de in de jaarafsprakenbrief overeengekomen gemiddelde capaciteit. In de bezetting telt niet mee het niet aanwezig zijn vanwege: ongeoorloofde afwezigheid na 24 uur, verblijf in Pieter Baan Centrum (PBC) en Huis van Bewaring (HvB)/politiecel. Bij ziekenhuisopname worden de dagen tot een maximum van 7 dagen vergoed. Indien een langere opname nodig is, dan is toestemming van de accountmanager vereist.
Instroom, het aantal eerste
Het aantal bezette plaatsen als percentage van de capaciteit die is afgesproken
opnames
in het kader van de productieafspraak is het aantal werkelijk gerealiseerde verpleegdagen gedeeld door de (relatieve) productieafspraak x 100%). De productieafspraak is de in de jaarafsprakenbrief overeengekomen gemiddelde capaciteit. In de bezetting telt niet mee het niet aanwezig zijn vanwege: ongeoorloofde afwezigheid na 24 uur, verblijf in PBC en HvB/politiecel. Bij ziekenhuisopname worden de dagen tot een maximum van 7 dagen vergoed. Indien een langere opname nodig is, dan is toestemming van de accountmanager vereist.
Doorstroom vervolgvoorziening
Het aantal patiënten/cliënten dat een transmuraal traject is gestart. De patiënt/cliënt zal het FPC verlaten naar een transmurale voorziening en behoort tot de verantwoordelijkheid van het FPC, uitgesplitst naar: a het aantal patiënten/cliënten waarbij een transmuraal traject wordt gestart. Het betreft hier alleen transmurale voorzieningen in eigen beheer (huur of koop) waarvoor een machtiging van de minister van Veiligheid en Justitie noodzakelijk is; b Het aantal patiënten/cliënten waarbij een transmuraal traject wordt gestart. Het betreft hier plaatsing in een (GGZ-)voorziening zoals FPA, APZ, RIBW, waarvoor een machtiging van de minister van Veiligheid en Justitie noodzakelijk is; c
overige bestemming (casus en bestemming kort omschrijven).
U dient bij a, b en c geen proefverloven op te nemen. De achtergrond van deze prestatie/kwaliteitsindicator is om de doorstroom van de intramurale behandeling naar transmurale behandeling te volgen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 139
Uitstroom
a alle beëindigingen tbs-maatregel, conform verlengingsadvies van het FPC b alle beëindigingen tbs-maatregel, contrair verlengingsadvies van het FPC c
alle voorwaardelijke beëindigingen tbs-maatregel
d het aantal proefverloven dat heeft geleid tot een (voorwaardelijke) beëindiging van de tbs-maatregel. e saldo van a,b, en c minus d (wilt u erop toezien dat er geen dubbeltellingen plaatsvinden) f
overplaatsing naar andere FPC binnen de tbs-sector ( wederzijdse overplaatsingen, herselecties en overige overplaatsingen)
g overplaatsing naar andere (justitie) voorziening buiten de Tbs-sector waardoor capaciteit vrijkomt (geen tijdelijke plaatsingen). h het aantal proefverloven gestart tijdens de verslagperiode i
het aantal proefverloven ingetrokken tijdens verslagperiode
j
saldo h minus i
Bij deze prestatie/kwaliteitsindicator worden bij de a, b en c categorie alle beëindigingen gemeld. Bij d worden alleen de beëindigingen gemeld die vanuit proefverlof zijn gerealiseerd. Bij de categorie b dienen alle contraire beëindigingen te worden vermeld. Ook de contraire beëindigingen waarbij het FPC een voorwaardelijke beëindiging adviseert en de rechter een onvoorwaardelijke beëindiging uitspreekt. Bij beëindiging tbs-maatregel telt u de onherroepelijke beslissingen. Indien de uitslag van het hoger beroep nog niet bekend is na verstrijken van de rapportageperiode, dan hanteert u de datum van het werkelijke einde tbs in verband met dubbeltellingen. U wordt verzocht aan te geven waar, de in het verslagjaar verleende, proefverloven ten uitvoer worden gelegd. Het saldo bij e betreft de uitstroom uit de tbs. De totale uitstroom uit de capaciteit van de kliniek betreft het totaal van e, f, g en j. Ontvluchtingen tbs-gestelden
Het aantal patiënten/cliënten dat vanuit het klinieksgebouw van een FPC of vanaf het terrein is ontvlucht. Hiermee wordt bedoeld het terrein binnen de externe beveiligingsring (bijv. ringmuur of hekwerk) is ontvlucht. Elke ontvluchte patiënt/cliënt dient te worden geteld; een gelijktijdige ontvluchting van meer dan één persoon geldt als even zovele ontvluchtingen. U dient als toelichting op de 4-maandenrapportages aan te geven of de tbspatiënt/cliënt na ontvluchting in het FPC is teruggekeerd, tijdens het verslagjaar. Indien een patiënt/cliënt na ontvluchting, op of buiten het kliniekterrein direct door het personeel wordt staande gehouden en teruggeleid, zonder dat tevens ‘derden’ hebben ingegrepen dan geldt dit als een ontvluchtingspoging en niet als een ontvluchting.
140 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Overige onttrekkingen tbs-
Het aantal patiënten/cliënten dat:
gestelden
a vanaf het terrein buiten de externe beveiligingsring (bijv. ringmuur of hekwerk) is weggelopen / zich heeft onttrokken aan toezicht, transmurale voorziening; b zich tijdens toegestaan verblijf buiten het FPC bijv. tijdens een verlofsituatie of anderszins heeft onttrokken. Onder ‘b’ wordt begrepen: alle vormen van begeleid verlof, onbegeleid verlof, woonverlof, proefverlof of transport onder verantwoordelijkheid FPC. Elke onttrokken patiënt/cliënt moet worden geteld. Een gelijktijdige onttrekking van meer dan een persoon geldt als even zovele onttrekkingen. U dient als toelichting aan te geven of de zich aan het toezicht onttrokken tbs-patiënt/ cliënt is teruggekeerd in het FPC, tijdens het verslagjaar. Indien een patiënt/ cliënt na onttrekking buiten het terrein van de kliniek direct door het personeel wordt staande gehouden en teruggeleid, zonder dat tevens ‘derden’ hebben ingegrepen geldt dit als een onttrekkingspoging en niet als een onttrekking.
Bijzonder voorval
Het aantal meldingen uitgebracht op basis van de Ministeriële Regeling “melding bijzondere voorvallen verpleegden” (14 december 1999/Nr. 809711/99/DJI), uitgesplitst naar gedane schriftelijke meldingen in de categorieën: a natuurlijke dood b suïcide c
onnatuurlijke dood (anders dan suïcides)
d alle overige geweldsincidenten die niet worden geregistreerd onder de prestatie/kwaliteitsindicator ‘geweldpleging tussen patiënten/cliënten’ en ‘geweldpleging tegen personeel’. e elk ander incident in of buiten het FPC van ernstige, politiek gevoelige of publiciteitsgevoelige aard Aantal gegronde klachten
Het aantal door een onder ‘toelichting1’ vermelde autoriteit, onherroepelijk
patiënten/ cliënten
gegrond verklaarde klachten. Deze klachten worden gegrond verklaard door de alleensprekende beklagrechter, de beklagcommissie of door de beroepscommissie uit de sectie tbs van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). Het gaat om het aantal afzonderlijke klachten (vervat in mogelijk eenzelfde schrijven). Een beklag van een ingeslotene kan bestaan uit meerdere klachten, waarvan er bijv. een enkele gegrond wordt verklaard.
Aantal geweldplegingen tussen
Het aantal patiënten/cliënten dat:
patiënten/ cliënten
a fysiek geweld heeft gebruikt tegen een andere patiënt/cliënt; b daarmee heeft gedreigd, althans voor zover dit heeft geleid tot oplegging van een beklagwaardige sanctie. Sanctie betreft hier een ‘individuele’ maatregel of disciplinaire straf van afzondering in een separeer- of afzonderingsvoorziening. Indien bij een voorval meer dan één patiënt/cliënt fysiek geweld gebruikte of daarmee dreigde, dient het aantal individuele patiënten/cliënten te worden geteld dat als gevolg van dat voorval een sanctie zoals omschreven kreeg. In de realisatiecijfers moet u onderscheid maken tussen fysiek geweld en dreigen met fysiek geweld.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 141
Geweldplegingen tegen
Het aantal patiënten/cliënten dat:
personeel
a fysiek geweld heeft gebruikt tegen een personeelslid; b daarmee heeft gedreigd, voor zover dit heeft geleid tot oplegging van een beklagwaardige sanctie. Sanctie betreft hier een ‘individuele’ maatregel of disciplinaire straf van afzondering in een separeer- of afzonderingsvoorziening. Indien bij een voorval meer dan één ter beschikking gestelde fysiek geweld gebruikte of daarmee dreigde, dient het aantal individuele ter beschikking gestelden te worden geteld dat als gevolg van dat voorval een sanctie kreeg opgelegd. In de realisatiecijfers moet u onderscheid maken tussen fysiek geweld en dreigen met fysiek geweld.
Aantal recidive tijdens tbs
Het aantal opgemaakte processen verbaal ten aanzien van tbs-waardige delicten gepleegd door tbs-patiënten/cliënten tijdens de uitvoering van de tbs-maatregel gedurende het kalenderjaar. De startdatum is het moment van opname in het FPC. De einddatum is de (voorwaardelijke) beëindiging van de tbs-maatregel (de periode is dus inclusief het proefverlof). De in de definitie bedoelde delicten moeten kunnen leiden tot een veroordeling, waarbij de duur van de nieuwe sanctie minimaal 6 maanden gevangenisstraf bedraagt en/of een nieuwe tbs-oplegging.
Gemiddelde behandelduur
Het aantal patiënten/cliënten –niet zijnde longstay patiënten/cliënten - dat het FPC heeft verlaten uitgesplitst naar: a het aantal proefverloven gestart tijdens de verslagperiode vanuit intraof transmurale capaciteit; b het aantal voorwaardelijke beëindigingen tijdens verslagperiode vanuit intra- of transmurale capaciteit; c
uitstroom over verslagperiode vanuit intra- of transmurale capaciteit niet zijnde a. of b. of overplaatsingen, gesplitst naar reden: a afgelopen termijn gelimiteerde tbs b beëindiging tbs conform advies Openbaar Ministerie (OM) c
contraire beëindiging tbs door OM
d beëindiging tbs conform advies rechter e contraire beëindiging tbs door rechter f
beëindiging tbs wegens vormfouten
g einde vorig tbs i.v.m. nieuwe uitspraak h overlijden, natuurlijke dood i
overlijden, suïcide
j
Officier van Justitie (OvJ) dient geen vordering in
k OvJ trekt vordering in.
142 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
F.2.5
Spoedeisende hulp
UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen: spoedeisende hulp per locatie Toe te lichten term
Toelichting
Basisziekenhuis-niveau
Omschreven door het Bouwcollege in de uitvoeringstoets gewenste ziekenhuisspreiding, eerste tranche 14 januari 2002 (rapport nr. 520). http://www.bouwcollege.nl/Pdf/CBZ%20Website/Publicaties/Uitvoeringstoetsen/ Ziekenhuizen/ut520.pdf
F.2.6
Wet bijzondere medische verrichtingen
UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen: Wet Bijzondere Medische Verrichtingen (WBMV) WBMV artikel 2 : vergunning 1 Indien gewichtige belangen daartoe aanleiding geven, kan Onze Minister bij ministeriële regeling bepalen: a dat het verboden is zonder zijn vergunning medische verrichtingen van een bij de regeling aangegeven aard uit te voeren; b dat het verboden is zonder zijn vergunning apparatuur van een bij de regeling aangegeven aard ten behoeve van het uitvoeren van medische verrichtingen aan te schaffen of te gebruiken. 2 Een regeling, als bedoeld in het eerste lid vervalt uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding. Voortzetting van het verbod, kan slechts geschieden bij algemene maatregel van bestuur.
WBMV artikel 8: aanwijzing 1 Onze Minister kan met betrekking tot medische verrichtingen waarop niet een regeling als bedoeld in artikel 2 of 3 van toepassing is en die niet behoren tot de ontwikkelingsgeneeskunde, zijn beleidsvisie bekend maken ten aanzien van bijzondere aspecten van die verrichtingen, welke aspecten die verrichtingen onderscheiden van andere medische verrichtingen. 2 Een instelling kan Onze Minister verzoeken haar aan te wijzen voor de uitvoering van de bijzondere aspecten van de in het eerste lid bedoelde verrichtingen. Onze Minister kan zodanige aanwijzing uitsluitend weigeren indien het geven daarvan in strijd zou zijn met zijn beleidsvisie, bedoeld in het eerste lid. 3 Onze Minister kan aan een aanwijzing voorschriften verbinden, voor zover die voortvloeien uit de beleidsvisie. Artikel 6, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 143
F.2.7
Traumacentra
UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen: traumacentra Toe te lichten term
Toelichting
Traumacentra: totale
Ook de sponsorgelden aangeven. De reserves ook aangeven als het voorgaande jaren
inkomsten en uitgaven
betreft. Dit geldt zowel voor gegevens traumacentrum exclusief helicentrum als voor gegevens helicentrum.
F.2.8
Ontwikkeling, Innovatie en topreferente zorg
Toe te lichten term
Toelichting
academische component
De academische component is een jaarlijks bedrag, een lumpsum, om de meerkosten te dekken van de specifieke bij de UMC’s belegde publieke functies. De academische component bestaat uit twee onderdelen, te weten topreferente zorg (TRF) en ontwikkeling en innovatie (O&I). Elk UMC maakt een uitsplitsing in uitgaven naar TRF en O&I.
Topreferente zorg (TRF)
TRF wordt gedefinieerd als zeer specialistische patiënten/cliëntenzorg gepaard gaande met bijzondere diagnostiek en behandeling. Het betreft een last resort functie waarbij het vaak om tertiaire verwijzing gaat (huisarts – algemeen ziekenhuis – academisch ziekenhuis). Topreferente zorg vereist een infrastructuur waarbinnen vele disciplines samenwerken ten behoeve van de patiënten/cliëntenzorg en die gekoppeld is aan fundamenteel patiënt/ cliëntgericht onderzoek.
Ontwikkeling en Innovatie
Ontwikkeling en Innovatie betreft het bedenken van ontwikkelingen, deze
(O&I)
uitproberen en testen. Deze ontwikkelingen hebben betrekking op de direct patiënt/cliëntgebonden zorg, organisatie van zorg, aspecten die met voeding te maken hebben of bijvoorbeeld patiënten/cliënten-voorlichting. Ook de exportfunctie van kennis behoort tot deze taken.
Citatiescore CPP/FCSm
Jaarlijks voert het Centrum voor Wetenschap- en Technologie Studies (CWTS)
(over de afgelopen 10 jaar,
een bibliometrische analyse van het onderzoek van alle UMC’s uit. In het najaar
inclusief verslagjaar)
van jaar t wordt gerapporteerd over de periode t-1 en eerdere jaren. Voor publicaties wordt in de tabel het aantal en de citatiescore opgenomen over de afgelopen 10 jaar, inclusief verslagjaar. De citatiescore CPP/FCSm betreft de impact van alle publicaties van een instelling vergeleken met het wereldcitatiegemiddelde in (sub)velden waarin de instelling actief is.
Aantal publicaties in top 1%
Het aantal publicaties in top 1% segment per UMC over het tijdvak 1999-2004/5
segment en tijdschriftimpact
en de tijdschriftimpact (hoe past een tijdschrift in het veld) over de afgelopen 10
voor de UMC’s
jaar, inclusief verslagjaar)
Aantal publicaties in top 1%
Het NKI-AVL verwijst hier naar de publicatie ‘Wetenschaps- en Technologie-
segment en tijdschriftimpact
Indicatoren 2005’ van het Nederlands Observatorium van Wetenschap en
voor het NKI-AVL
Technologie (NOWT). http://www.nowt.nl/docs/NOWT-WTI-2005.pdf
Projecten tweede, derde en
Voor de onderzoeksprojecten gefinancierd door derden is een indeling gemaakt
vierde geldstroom
naar 2e, 3e en 4e geldstroom. Het betreft de in de financiële administratie geregistreerde boekingen van geopende en lopende projecten.
144 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
F.2.9
Kerngegevens GGZ
Patiënten/cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten GGZ. (Ook voor FZ) Toe te lichten term
Toelichting
Totaal aantal patiënten/cliënten waaraan
Betreft alle cliënten/patiënten in zorg, begeleiding of behandeling,
ggz wordt verleend
geteld in personen. Iemand die in een RIBW verblijft en ambulante zorg ontvangt, telt 1x mee. De gegevens over het aantal cliënten wordt gevraagd om een beeld te krijgen van hoeveel personen er gebruik maken van de ggz.
Aantal patiënten in zorg op 1 januari van
Betreft alle personen die vóór 1 januari van het verslagjaar in zorg zijn
verslagjaar (a)
gekomen en administratief zijn ingeschreven en op 1 januari nog niet uit zorg zijn gegaan.
Aantal nieuw ingeschreven patiënten in
Betreft alle personen die in de periode van 1 januari tot en met 31
verslagjaar (b)
december van verslagjaar nieuw in zorg zijn gekomen en administratief zijn ingeschreven.
Totaal aantal patiënten in zorg in
Wordt automatisch opgeteld in DigiMV.
verslagjaar (c=a+b) Aantal uitgeschreven patiënten in
Betreft alle personen die in de periode van 1 januari tot en met 31
verslagjaar (d)
december van verslagjaar uit zorg zijn gegaan en administratief zijn uitgeschreven.
Aantal patiënten/cliënten in zorg/
Wordt automatisch opgeteld in DigiMV.
behandeling op 31-12 van verslagjaar (e=c-d) Aantal ZorgZwaarte Pakket (ZZP)-
Dit aantal is ook opgenomen in bovengevraagde gegevens. Er wordt
patiënten/cliënten in zorg/behandeling op
hier expliciet gevraagd naar het aantal personen dat vergoed wordt
31-12 van verslagjaar
vanuit de AWBZ, om een beeld te krijgen van de grootte van de groep AWBZ-gefinancierden.
Capaciteit Het aantal bedden/plaatsen dat
Het gaat hierbij om de situatie die representatief is voor het concern
beschikbaar is voor dagelijkse planning
in een jaar en niet om de situatie op een specifieke datum.
van opnames, verblijf of voor
Bedden die wel beschikbaar zijn maar niet worden bezet, tellen ook
dagbehandeling.
mee. Bedoeld is: totaal aantal bedden/plaatsen, inclusief kleinschalig wonen, deeltijdplaatsen en Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ)-aanmerking.
Productie Zorgverzekeringswet Aantal ambulante contacten in verslagjaar
Het totaal van de face-to-face, ear-to-ear, bit-to-bit contacten.
Personeel GGZ Aantal patiëntgebonden, ggz-
Vergelijk A.4- A1 en A2: (laatste) subtotalen, waarbij hier wordt
georiënteerde personeelsleden in
gevraagd naar (een schatting van) ggz-personeel “handen aan het
loondienst op 31-12 van verslagjaar (a)
bed”.
Aantal patiëntgebonden, ggz-georiënteerd
Vergelijk A.4-A1 en A2: (laatste) subtotalen, waarbij hier wordt
personeel in FTE op 31-12 van verslagjaar (b)
gevraagd naar (een schatting van) ggz-personeel “handen aan het bed” in FTE.
Aantal overige ggz-georiënteerde
Vergelijk A.4-A3 en A4: subtotalen, waarbij hier wordt gevraagd naar
personeelsleden op 31-12 van verslagjaar (c)
(een schatting van) niet-patiëntgebonden ggz-personeel.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 145
Aantal overig, ggz-georiënteerd personeel
Vergelijk A.4-A3 en A4: subtotalen, waarbij hier wordt gevraagd naar
in FTE op 31-12 van verslagjaar (d)
(een schatting van) niet-patiëntgebonden ggz-personeel in FTE.
Aantal ggz-georiënteerde personeelsleden
Wordt voor de ggz automatisch opgeteld in DigiMV (a+c).
in loondienst op 31-12 van verslagjaar Aantal ggz-georiënteerd personeel in FTE
Wordt voor de ggz automatisch opgeteld in DigiMV (b+d).
Omzet gefactureerde DBC’s / DBBC’s
Som van opbrengsten uit aan zorgverzekeraars gefactureerde DBC’s/ DBBC’s (inclusief verrekenpercentage) èn opbrengsten van DBC’s/ DBBC’s die zijn afgesloten maar nog niet zijn gefactureerd (opnemen tegen het te verwachten werkelijke factuurbedrag); exclusief: - verrekende bedragen met zorgverzekeraars, - (mutatie van) onderhanden werk, oftewel DBC’s/DBBC’s die nog niet zijn afgesloten op 31 december.
F.2.10
Kerngegevens gehandicaptenzorg
Cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten gehandicaptenzorg. Toe te lichten term
Toelichting
Cliënten
Personen aan wie het concern zorg en diensten levert, die gefinancierd worden met publieke middelen. De gehandicapte zelf telt als cliënt, de ouders worden hier niet meegerekend. Een cliënt telt als één cliënt, ongeacht het aantal producten dat hij of zij afneemt.
Verblijfszorg (op basis
Verblijf op grond van de AWBZ: het gedurende een etmaal verblijven in een instelling
van een zzp of
indien de persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, of behandeling
anderszins)
noodzakelijkerwijs gepaard gaat met een beschermende woonomgeving, therapeutisch leefklimaat of permanent toezicht. Verblijf kan tijdelijk of duurzaam zijn. Onder verblijf valt niet de dagzorg, de dagopvang en de nachtopvang. Die zorg valt onder de twee begeleidingsfuncties. ‘Logeren’ in de zin dat de verzekerde gedurende de dag en nacht een plaats in de instelling bezet, valt wel onder verblijf. Indien het echter gaat om ‘logeren’ louter als nachtopvang, dan valt deze onder begeleiding. Bron: Toelichting op Besluit zorgaanspraken AWBZ. Verblijfszorg valt uiteen in twee varianten: verblijf op grond van een zzp-indicatie met daarbij een bekostiging in zzp-termen verblijf op grond van een extramurale indicatie (voor minder dan vier dagen verblijf per week), zoals logeeropvang en bekostigd vanuit de extramurale beleidsregel van de NZa.
Aantal beschikbare
Het aantal plaatsen dat beschikbaar is voor verblijf. Bedden die tijdelijk niet beschikbaar
plaatsen
zijn vanwege bijvoorbeeld een verbouwing, tellen niet mee. Bedden die wel beschikbaar zijn maar niet worden bezet, tellen wél mee.
Dagactiviteiten
Dagactiviteiten die worden bekostigd via de beleidsregel extramurale prestaties (dus dagactiviteiten voor cliënten zonder AWBZ-verblijf en voor cliënten in voorheen de gezinsvervangende tehuizen).
Extramuraal
Alle zorg die niet gepaard gaat met verblijf.
Extramurale productie
Het aantal uren extramurale productie in deze tabel is exclusief dagactiviteiten.
146 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Toe te lichten term
Toelichting
Productie
Onder 1 vallen alle dagen zorg met verblijf waarbij dagbesteding wordt genoten bij de verblijfsaanbieder (integraal pakket) of als de dagbesteding via onderaanneming plaatsvindt. Onder 2 vallen alle dagen zorg met verblijf waarop de aanbieder geen dagbesteding verstrekt (hetzij omdat cliënten geen indicatie hebben voor dagbesteding, hetzij omdat cliënten hun dagbesteding ontvangen bij een andere aanbieder die daar zelfstandig productieafspraken voor maakt met het zorgkantoor) Onder 4 vallen alle dagdelen dagbesteding die gerealiseerd zijn en waarvoor de dagbestedingsaanbieder aparte productieafspraken (los van verblijf) heeft gemaakt met het zorgkantoor (dus niet de dagdelen die op basis van onderaanneming worden geproduceerd en ook niet de dagbesteding bij de verblijfsaanbieder zelf (integraal pakket). Het bovenstaande betekent dat in de productieopgave de productie van zorg (onderdelen) van dezelfde cliënt uitgesplitst kan worden over verschillende regels (bijvoorbeeld combinatie van 1&2&4 of 2&4)
F.2.11
Kerngegevens verpleging, verzorging en thuiszorg
Patiënten/cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten VVT Toe te lichten term
Toelichting
Patiënten/-cliënten
Personen aan wie het concern zorg en diensten levert die gefinancierd worden met publieke middelen. Patiënten/cliënten die meer dan één product leveren, worden als één patiënt/cliënt geteld.
Zorg en Verblijf (op
Verblijf op grond van de AWBZ: het gedurende een etmaal verblijven in een
basis van een zzp of
zorgvoorziening indien de persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, of
anderszins)
behandeling noodzakelijkerwijs gepaard gaat met een beschermende woonomgeving, therapeutisch leefklimaat of ‘permanent toezicht’. Verblijf kan tijdelijk of duurzaam zijn. Onder verblijf valt niet de dagzorg, de dagopvang en de nachtopvang. Die zorg valt onder de twee begeleidingsfuncties. ‘Logeren’ in de zin dat de verzekerde gedurende de dag en nacht een plaats in de instelling bezet, valt wel onder verblijf. Indien het echter gaat om ‘logeren’ louter als nachtopvang, dan valt deze onder begeleiding. Bron: Toelichting op Besluit zorgaanspraken AWBZ. Verblijfszorg valt uiteen in twee varianten: verblijf op grond van een zzp-indicatie met daarbij een bekostiging in zzp termen verblijf op grond van een extramurale indicatie (voor minder dan vier dagen verblijf per week), zoals logeeropvang en bekostigd vanuit de extramurale beleidsregel van de NZa.
Aantal beschikbare
Het aantal bedden dat beschikbaar is voor verblijf. Bedden die tijdelijk niet beschikbaar
plaatsen
zijn vanwege bijvoorbeeld een verbouwing, tellen niet mee. Bedden die wel beschikbaar zijn maar niet worden bezet, tellen wél mee.
Extramuraal
Alle zorg die niet gepaard gaat met verblijf.
Extramurale productie
Het aantal uren extramurale productie in deze tabel is exclusief dagactiviteiten.
Personeel niet in
Dit zijn alle personen die binnen de instelling werken, maar niet op de loonlijst staan
loondienst
(bijv. uitzendkrachten, consulenten, freelancers).
Meerbedskamers verpleeghuizen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 147
Capaciteit
Toelichting
Verpleeghuizen
Verzorgingshuiscapaciteit met aanvullende verpleeghuiszorg dient niet te worden meegerekend.
Aantal kamers naar
De codes zijn dezelfde als die in de jaarenquête verpleeghuizen.
beddengrootte
F.2.12
Kerngegevens hulp bij het huishouden, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang Wmo
Onderdelen Wmo Toe te lichten term
Toelichting
Hulp bij het huishouden
Het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van het verzorgen van het huishouden van een persoon dan wel van de leefeenheid waartoe een persoon behoort (art. 1 sub h Wmo).
Maatschappelijke opvang
Het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding en eventueel andere noodzakelijke zorg, informatie en advies aan personen die, door een of meer problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten of dreigen te moeten verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving (art. 1 sub c Wmo). Het doel is de toeleiding naar een zo zelfstandig mogelijke leefsituatie.
Vrouwenopvang
Het tijdelijk bieden van onderdak en begeleiding en eventueel andere noodzakelijke zorg aan personen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen van relationele aard of geweld (art. 1 sub d Wmo). Het doel is de toeleiding naar een zo zelfstandig mogelijke en veilige leefsituatie.
Hulp bij het huishouden Toe te lichten term
Toelichting
Patiënten/cliënten
Personen aan wie de aanbieder diensten levert die gefinancierd worden met publieke middelen (in dit geval Wmo-middelen). Patiënten/cliënten die meer dan één product afnemen, worden als één patiënt/cliënt geteld.
Per einde verslagjaar
Het gaat niet om de situatie op een specifieke datum, maar de situatie die representatief is voor het concern ultimo verslagjaar.
Uren productie
Klokuren.
Personeelsleden
Werknemers met arbeidsovereenkomst inclusief oproepkrachten.
Personeel niet in loondienst
Dit zijn alle personen die binnen de instelling werken, maar niet op de loonlijst staan (bijv. uitzendkrachten, consulenten, freelancers).
148 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Maatschappelijke opvang en vrouwenopvang Toe te lichten term
Toelichting
Maatschappelijke Opvang
Het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding en eventueel andere noodzakelijke zorg, informatie en advies aan personen die, door één of meer problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten of dreigen te moeten verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Het doel is de toeleiding naar een zo zelfstandig mogelijke leefsituatie.
Vrouwenopvang
Het tijdelijk bieden van onderdak en begeleiding en eventueel andere noodzakelijke zorg aan personen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen van relationele aard of geweld. Het doel is de toeleiding naar een zo zelfstandig mogelijke en veilige leefsituatie.
Patiënten/cliënten
Personen aan wie de aanbieder diensten levert die gefinancierd worden met publieke middelen (in dit geval Wmo-middelen). Patiënten/ cliënten die meer dan één product afnemen, worden als één patiënt/ cliënt geteld. Patiënten/cliënten die op één dag meerdere malen komen (dagopvang) worden als één patiënt/cliënt geteld.
Per einde verslagjaar
Het gaat niet om de situatie op een specifieke datum, maar de situatie die representatief is voor het concern ultimo verslagjaar.
Aantal patiënten/-cliënten over
In het verslagjaar afgesloten trajecten plus trajecten die per einde
verslagjaar
verslagjaar nog niet zijn afgesloten.
Dagopvang
Daaronder wordt ook verstaan: dagbesteding
Capaciteit 24-uurs-opvang in plaatsen
Het aantal patiënten/cliënten dat maximaal kan worden opgenomen, inclusief crisisopvang. Voor vrouwenopvang het aantal plaatsen voor vrouwen en kinderen.
Capaciteit dag-opvang/nachtopvang in
Het maximaal aantal passanten dat gelijktijdig aanwezig kan zijn.
plaatsen Patiënt/cliëntdag 24-uursopvang
Capaciteit vermenigvuldigd met bezettingspercentage.
Patiënt/cliëntgebonden personeel
Personeel ten behoeve van huisvesting (voeding en schoonmaak), basisbegeleiding (algemeen beheer en toezicht) en individuele begeleiding.
Personeelsleden
Werknemers met arbeidsovereenkomst inclusief oproepkrachten. Profiel van persoon?
Personeel niet in loondienst
Dit zijn alle personen die binnen de instelling werken, maar niet op de loonlijst staan (bijv. uitzendkrachten, consulenten, freelancers).
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 149
F.2.13
Personeelsinformatie
Personeelsinformatie Toe te lichten term
Toelichting
Code
Code volgens het rekeningschema voor de gezondheidszorg. Opgesteld door Prismant in overleg met NVZ, ActiZ (voorheen Arcares en LVT), VGN, GGZ Nederland. Een aantal codes ontbreekt omdat deze nooit zijn aangemaakt.
Rekeningschema
Indeling rubriek 41, rekeninggroepen 411 tot en met 415: in de rekeninggroepen 411 tot en met 415 zijn de grootboekrekeningen voor salarissen opgenomen. Als onderscheidend criterium ten opzichte van de sociale kosten kan gesteld worden dat: salarissen betrekking hebben op uitbetalingen aan personeel op grond van een (collectieve) arbeidsovereenkomst en als zodanig inkomsten voor de werknemer vormen, waarop inkomstenbelasting en premieheffing van toepassing zijn; sociale kosten voortvloeien uit wettelijke dan wel sociale verplichtingen van de werkgever, die niet leiden tot rechtstreekse uitbetalingen door de werkgever aan het personeel, zoals betaalde (verzekerings-)premies in verband met ziekte, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en pensioen. Op grond van dit onderscheid worden tot de salarissen gerekend: brutosalaris (volgens inschalingstabellen) inclusief doorbetaalde salarissen tijdens ziekte; vakantiebijslag; vergoedingen voor overwerk, onregelmatige dienst, bereikbaarheids-, aanwezigheids- en slaapdienst; eindejaarsuitkeringen e.d. Vergoedingen voor salariskosten die aan derden in rekening zijn gebracht, bijvoorbeeld in het kader van detacheringsovereenkomsten, worden conform de uitgangspunten inzake het onderscheid tussen kosten en opbrengsten verantwoord in rubriek 82. Voor de onderverdeling van de salarissen op het 3e en 4e cijfer van de grootboekrekening (de zogenaamde rekeninggroepen) is uitgegaan van de indeling van functies volgens het systeem van de Functiewaardering voor de gezondheidszorg (FWG), te weten: 411 Algemene en administratieve functies 412 Hotelfuncties 413 Patiënt/cliënt- c.q. bewonergebonden functies 415 Terrein- en gebouwgebonden functies Door deze indeling sluit de financiële administratie direct aan op de personele administratie. In de coderingslijst van rubriek 41 is van de gebruikte FWGbenamingen voor kernfuncties en referentienamen uitputtend gebruikgemaakt. Indien een personeelslid meer dan één functie vervult, kan bij de boeking het salaris eventueel worden gesplitst naar het inzicht van de instelling. Indien niet wordt gesplitst vindt de boeking van het salaris plaats naar de hoofdfunctie.
150 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Rekeningschema
Rekeningschema voor zorginstellingen Teneinde onderlinge bedrijfsvergelijking respectievelijk landelijke uniforme enquêtering mogelijk te maken wordt dringend geadviseerd: niet af te wijken van de indeling op het eerste vijfcijferige coderingsniveau van rekeninggroepen; van alle salariscomponenten (brutosalaris, toeslagen en het doorbetaalde salaris tijdens ziekte) de eerste viercijferige rekeninggroep te administreren. Grootboekrekeningen binnen 411 tot en met 415 De indeling van deze rekeninggroepen naar vier- of meercijferige grootboekrekeningen wordt geheel aan de instelling zelf overgelaten.
Aantal werkzame personen per
Indien een werkzaam persoon meerdere banen heeft, dan worden de banen
einde verslagjaar
geteld. Het gaat dan dus om de banen van werkzame personen.
Aantal fte’s per einde verslagjaar
Het (aantal banen van) werkzame personen omgerekend naar voltijdequivalenten. Het voltijdequivalent van een baan van een werknemer wordt bepaald door de overeengekomen jaarlijkse arbeidsduur behorende bij deze baan te delen door de overeengekomen jaarlijkse arbeidsduur behorende bij een voltijdbaan.
Personeel in loondienst
Inclusief oproepkrachten en leerling-werknemers (waaronder BeroepsBegeleidende Leerweg=BBL).
Personeel algemene en
Algemeen directeuren, leidinggevend en niet-leidinggevend personeel
administratieve functies
administratie, personeelszaken, automatisering en interne opleiding. Ook: kwaliteitsfunctionarissen. Exclusief: leidinggevend personeel directe zorg.
Personeel hotelfuncties
Leidinggevend en niet-leidinggevend personeel huishoudelijk, voor zover niet patiënt/cliëntgebonden. Ook: personeel uitleen en transport hulpmiddelen.
Personeel terrein- en
Leidinggevend en niet-leidinggevend personeel technisch.
gebouwgebonden functies Management en staf patiënt/
Leidinggevend personeel directe zorg, oftewel diensthoofden en
cliëntgebonden functies
stafmedewerkers van medische, paramedische, therapeutische en verpleegafdelingen. Exclusief: algemeen directeuren, leidinggevend en nietleidinggevend personeel administratie, personeelszaken, automatisering en opleiding.
Personeel medische elektronica,
Leidinggevend en niet-leidinggevend personeel medische elektronica,
revalidatietechniek en
revalidatietechniek, beeldvormende techniek, functie-onderzoek,
onderzoeksfuncties
laboratorium.
personeel behandel- en
inclusief diëtisten, ergotherapeuten, logopedisten, oefentherapeuten,
behandelingsondersteuning
fysiotherapeuten, mondhygiënisten, medewerkers apotheken, radiotherapeutisch laboranten.
personeel psychosociale
inclusief activiteitenbegeleiders, arbeidstherapeuten, bewegingstherapeuten,
behandeling en begeleiding
creatief therapeuten.
Verpleegkundig en verzorgend en
Leidinggevend en niet-leidinggevend.
sociaal-(ped)agogisch personeel Medisch en sociaal-
Inclusief stafartsen jeugdgezondheidszorg, consultatiebureau-artsen en
wetenschappelijk personeel
consultatiebureau-assistenten, AVG, huisarts, basisarts en nurse practitioner.
Verpleegkundigen en sociaal-
Inclusief wijkverpleegkundigen.
(ped)agogische hulpverleners (al
Niveau D van het Beroepscompetentieprofiel Gehandicaptenzorg (HBO-
of niet in opleiding) niveau 5
niveau) zoals ondersteuningscoördinator, persoonlijk begeleider/coach, coördinerend (groeps)begeleider, dienstverleningscoördinator of zorgcoördinator.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 151
Verpleegkundigen en sociaal-
Inclusief verpleegkundigen in de wijk medewerker volwassenenwerk niveau 4.
(ped)agogische hulpverleners (al
Coördinerend begeleider niveau C van het Beroepscompetentieprofiel
of niet in opleiding) niveau 4
Gehandicaptenzorg (MBO-4 niveau).
Verzorgenden en sociaal-(ped)
Inclusief kraamverzorgenden, wijkziekenverzorgenden, verzorgenden C,
agogische hulpverleners (al of
verzorgenden D, verzorgenden E en inclusief medewerker maatschappelijke
niet in opleiding) niveau 3
zorg niveau 3. Uitvoerend begeleider niveau B van het Beroepscompetentieprofiel Gehandicaptenzorg (MBO-3 niveau).
Helpenden (al of niet in
Inclusief verzorgingshulpen B.
opleiding) niveau 2
Assisterend begeleider niveau A van het Beroepscompetentieprofiel Gehandicaptenzorg (MBO-2 niveau).
Zorghulpen (al of niet in
Inclusief thuishulpen A.
opleiding) niveau 1 Overig personeel in loondienst
Functionarissen die buiten het terrein van de WTZi werkzaam zijn. Bijvoorbeeld onderwijspersoneel (onderwijs gefinancierd door OCW).
Salarissen van personeel in
Bruto loon, vakantiegeld, doorbetalingen bij ziekte, onregelmatigheidstoeslag,
loondienst
overwerk, eenmalige uitkeringen, vergoeding woon-/werkverkeer. Niet inbegrepen: sociale lasten, pensioenpremies, andere personeelskosten (zoals kosten opleiding, kantine, arbodiensten, werving). Rekeningschema: Bij salariskosten is sprake van in dienstbetrekking verrichte arbeid op basis van een arbeidsovereenkomst. De instelling treedt op als werkgever en is uit dien hoofde inhoudingsplichtig voor de loonbelasting en premieheffing. Het is belangrijk dat het bedrag voor salarissen van personeel in loondienst vermeld in de tabel naadloos aansluit op het bedrag voor salarissen vermeld in de (toelichting bij) de resultatenrekening (personeelskosten).
152 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kosten van ingehuurd personeel
Vergoedingen voor niet in loondienst verrichte arbeid (waaronder
en zelfstandigen
uitzendkrachten, consulenten, freelancers). Het is belangrijk dat het bedrag voor kosten van ingehuurd personeel en zelfstandigen vermeld in de tabel naadloos aansluit op het bedrag voor kosten van personeel niet in loondienst vermeld in de (toelichting bij) de resultatenrekening (personeelskosten). Rekeningschema: Bij vergoedingen is geen sprake van een dienstbetrekking. De instelling is niet inhoudingsplichtig. Het personeel voert de door haar opgedragen werkzaamheden echter wel uit onder de (directe) leiding van de instelling, en maakt daarbij veelal gebruik van faciliteiten, materialen en gereedschappen van de instelling. Voorbeelden hiervan zijn: uitzendkrachten en freelance medewerkers; oproep- en invalkrachten voor zover de instelling daarvoor niet inhoudingsplichtig is; medische en andere specialisten niet in loondienst. Bij uitbestede werkzaamheden worden werkzaamheden niet uitgevoerd onder leiding van de instelling. Hiervoor koopt de instelling diensten in en geeft aan derden opdracht tot uitvoering en leiding van dergelijke werkzaamheden. Voorbeelden hiervan zijn: schoonmaakwerkzaamheden (veelal op contractbasis) door een (extern) schoonmaakbedrijf; laboratoriumverrichtingen door een extern laboratorium. De daarmee gemoeide kosten worden niet als personele maar als materiële kosten beschouwd en worden daarom verantwoord in de rubrieken 43 en volgende.
Inhuur van management en staf;
Algemeen management, stafpersoneel algemene en administratieve functies.
algemeen en administratief
Stafmedewerkers. Zie Rekeningschema-code 411100.
Onbetaald personeel
Werkzame personen die geen betaalde arbeid verrichten maar uitsluitend een onkostenvergoeding ontvangen. Bijvoorbeeld stagiaires (waaronder BeroepsOpleidendeLeerweg=BOL) en vrijwilligers.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 153
F.3
Toelichting en definities Bestuur, toezicht, medezeggenschap en bedrijfsvoering
Deze toelichting heeft betrekking op hoofdstuk 3 van het maatschappelijk verslag en deel B van DigiMV. Voorschriften Verslaggeving WTZi, algemene inleiding Governance Governance wordt transparant gemaakt door informatie te verstrekken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden in de organisatie en de wijze waarop deze zijn verankerd in managementsystemen. Daarnaast is ook het proces van vaststellen van de bedrijfsstrategie, inclusief risico’s en kansen voor de organisatie van belang en hoe hier toezicht op wordt gehouden.
F.3.1
Normen voor goed bestuur
Voorschriften Verslaggeving WTZi, normen voor goed bestuur De zorginstelling dient aan te geven welke van toepassing zijnde openbaar gemaakte normen zij hanteert voor goed bestuur en het afleggen van openbare verantwoording over haar beleid en activiteiten. Het ligt voor de hand om hierbij de Zorgbrede Governance code te hanteren. Via het principe van pas toe of leg uit wordt aangegeven van welke normen wordt afgeweken en waarom. In de voorschriften wordt melding gemaakt van de Zorgbrede Governance Code. De verantwoording over hoe deze code wordt toegepast, is daarmee een integraal deel van de verantwoording inzake governance.
Governancecode Toe te lichten term
Toelichting
Zorgbrede Governance
Bedoeld is de Zorgbrede Governance code die in 2005 is vastgesteld door de
code
brancheorganisaties Arcares en LVT, (voorgangers ActiZ), GGZ Nederland, NVZ en VGN, dan wel een recentere versie daarvan. De governancecode gaat niet op voor de kraamzorg
154 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
F.3.2
Toezichthouders (Raad van Toezicht/Raad van Commissarissen/ Raad van Beheer)
Voorschriften Verslaggeving WTZi, toezichthoudend orgaan De zorginstelling moet verslag doen van de uitoefening van de rol en het functioneren van het toezichthoudende orgaan. In het verslag wordt informatie opgenomen over onder andere de samenstelling, nevenfuncties van de leden, profiel, aantal vergaderingen dat gehouden is, het aantal malen dat het bestuur aanwezig was bij deze vergaderingen, de ingestelde commissies (zoals een auditcommissie en een commissie voor de beloning van de bestuurders) inclusief de samenstelling ervan, de taken en de wijze waarop het toezichthoudende orgaan toezicht houdt op de strategie en prestaties van de organisatie. Hoe de toezichthoudende rol is ingevuld en welke werkzaamheden het toezichthoudende orgaan en de commissies hebben uitgevoerd moet u ook op hoofdlijnen beschrijven. Ook dient informatie te worden gegeven over de wijze waarop het toezichthoudende orgaan overleg voert met de externe accountant.De zorginstelling doet in deze paragraaf mededeling van het beleid aangaande de bezoldiging van haar toezichthouders en de wijze waarop dit beleid in het verslagjaar in de praktijk is gebracht. In de kraamzorg is er geen sprake van een Raad van Toezicht of een Raad van Beheer hier wordt uitgegaan van een directie.
Raad van Toezicht/Commissarissen Toe te lichten term
Toelichting
Toezichthouder
Als toezichthouder (commissaris) geldt de persoon die krachtens de statuten of wettelijke regeling met het toezicht op het bestuur is belast. Voor de zorginstellingen die niet volgens een RvB/RvT model werken maar volgens het Raad van Beheermodel, geldt dat de leden van het (stichtings) bestuur als toezichthouders worden beschouwd. Een Raad van Beheer model voldoet als de leden van de Raad van Beheer niet gelijktijdig deel uitmaken van de dagelijkse leiding en dat de leden geen directe belangen hebben bij de instelling. Daarnaast dient uit de statuten te blijken dat er een heldere verdeling is in de taken van de dagelijkse leiding en die van de raad van beheer.
Voorschriften Verslaggeving WTZi, artikel 3 In afwijking van of in aanvulling op Titel 9 boek 2 BW: ….. f. wordt aan het jaarverslag een verslag toegevoegd van het hoogste orgaan van de zorginstelling, de Raad van Toezicht of welke benaming daar ook in de desbetreffende instelling voor wordt gebruikt, waarin hij verantwoording aflegt over zijn handelen door verslag te doen van zijn werkzaamheden, haar toezichthouders en de wijze waarop dit beleid in het verslagjaar in de praktijk is gebracht.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 155
F.3.3
Wettelijke transparantie-eisen
Wettelijke transparantie-eisen: Statutenwijziging Toe te lichten term
Toelichting
Veranderingen
Het betreft hier wijzigingen als bedoeld in het uitvoeringsbesluit WTZi, toelichting bij hoofdstuk VI transparantie-eisen: wijzigingen die relevant zijn voor de toelating. Bijvoorbeeld: wijzigingen als gevolg van een fusie, verandering van rechtsvorm, wijzigingen in het statutair doel van de toegelaten instelling, wijzigingen met betrekking tot winstoogmerk, in de organisatie van de zorgverlening, verkoop van onroerend goed of aandelen of afsplitsing van onroerend goed binnen en buiten het concern.
Wettelijke transparantie-eisen: Bestuursstructuur Toe te lichten term
Toelichting
Een orgaan dat toezicht houdt op het beleid van de
Geen persoon kan tegelijk deel uitmaken van het
dagelijkse of algemene leiding van de instelling en deze
toezichthoudend orgaan en de dagelijkse of algemene
met raad ter zijde staat?
leiding hebben.
Wettelijke transparantie-eisen: Bestuursstructuur enquêterecht Burgerlijk wetboek Boek 2: recht enquêteverzoek Artikel 344 De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op: a. de coöperatie, de onderlinge waarborgmaatschappij, de naamloze vennootschap en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid; b. de stichting en de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die een onderneming in stand houden waarvoor ingevolge de wet een ondernemingsraad moet worden ingesteld. Artikel 345 1. Op schriftelijk verzoek van degenen die krachtens de artikelen 346 en 347 daartoe bevoegd zijn, kan de ondernemingskamer van het gerechtshof te Amsterdam een of meer personen benoemen tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van een rechtspersoon, hetzij in de gehele omvang daarvan, hetzij met betrekking tot een gedeelte of een bepaald tijdvak. Onder het beleid en de gang van zaken van een rechtspersoon zijn mede begrepen het beleid en de gang van zaken van een commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma waarvan de rechtspersoon volledig aansprakelijke vennoot is. 2. De advocaat-generaal bij het gerechtshof te Amsterdam kan om redenen van openbaar belang een verzoek doen tot het instellen van een onderzoek als bedoeld in het eerste lid. Hij kan ter voorbereiding van een verzoek een of meer deskundige personen belasten met het inwinnen van inlichtingen over het beleid en de gang van zaken van de rechtspersoon. De rechtspersoon is verplicht de gevraagde inlichtingen te verschaffen en desgevraagd ook inzage in zijn boeken en bescheiden te geven aan de deskundigen.
156 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Artikel 346 Tot het indienen van een verzoek als bedoeld in artikel 345 zijn bevoegd: a. indien het betreft een vereniging, een coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij: de leden van de rechtspersoon ten getale van ten minste 300, of zoveel leden als ten minste een tiende gedeelte van het ledental uitmaken, of zoveel leden als tezamen bevoegd zijn tot het uitbrengen van ten minste een tiende gedeelte der stemmen in de algemene vergadering; b. indien het betreft een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: een of meer houders van aandelen of van certificaten van aandelen, die alleen of gezamenlijk ten minste een tiende gedeelte van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen of rechthebbenden zijn op een bedrag van aandelen of certificaten daarvan tot een nominale waarde van € 225.000 of zoveel minder als de statuten bepalen; c. degenen, aan wie daartoe bij de statuten of bij overeenkomst met de rechtspersoon de bevoegdheid is toegekend. Artikel 347 Tot het indienen van een verzoek als bedoeld in artikel 345 is voorts bevoegd een vereniging van werknemers die in de onderneming van de rechtspersoon werkzame personen onder haar leden telt en ten minste twee jaar volledige rechtsbevoegdheid bezit, mits zij krachtens haar statuten ten doel heeft de belangen van haar leden als werknemers te behartigen en als zodanig in de bedrijfstak of onderneming werkzaam is.
Wettelijke transparantie-eisen: Bedrijfsvoering Toe te lichten term
Toelichting
Beleidsregels behoud van
Het betreft de beleidsregels ex artikel 4 van de WTZi. Hierin is opgenomen dat
waarde voor de zorg
een instelling de waarde van onroerende zaken dient te gebruiken ten behoeve van zorg, opleiding, wetenschappelijk onderwijs of onderzoek ten behoeve van zorg. De regel is bedoeld om bij fusie of verkoop de waarde van het onroerend goed te behouden voor de zorg.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 157
F.3.4
Cliëntenraden
Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen Hoofdstuk II Cliëntenraden Artikel 2 Lid 1. De zorgaanbieder stelt voor elke door hem in stand gehouden instelling een cliëntenraad in, die binnen het kader van de doelstellingen van de instelling in het bijzonder de gemeenschappelijke belangen van de patiënten/cliënten behartigt. Hoofdstuk IV Openbaarheid Artikel 8 De zorgaanbieder stelt jaarlijks een verslag op over de wijze waarop ten aanzien van de instelling deze wet is toegepast. Door Justitie gecontracteerde zorg De interne rechtspositie van tbs-gestelden die verblijven in particuliere FPC’s is geregeld in de Beginselenwet Verpleging Terbeschikkinggestelden (Bvt). Hierover hoeft op deze plaats niet te worden gerapporteerd.
158 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
F.4
Toelichting Beleid, inspanningen en prestaties
Deze toelichting heeft betrekking op hoofdstuk 4 van het maatschappelijk verslag en deel C van DigiMV. Voorschriften Verslaggeving WTZi, algemene inleiding In dit hoofdstuk verantwoordt de zorginstelling zich over de visie, het beleid en de behaalde prestaties. De langetermijnvisie en strategie worden vormgegeven door de invulling van (korte termijn) beleid. Het algemene beleid, kwaliteitsbeleid, personeelsbeleid en financiële beleid van de organisatie dienen te worden weergegeven met de daaraan gekoppelde inspanningen om zowel de wettelijke als de zelf vastgestelde doelstellingen te realiseren. Weergegeven dient ook te worden hoe het proces van beleidsontwikkeling en -uitvoering plaatsvindt. Ook het beleid van de zorginstelling met betrekking tot maatschappelijk verantwoord ondernemen dient aan de orde te komen. Ten aanzien van de prestaties gaat het om de getroffen maatregelen en behaalde prestaties met betrekking tot zorg- en dienstverlening, medische, economische, milieu- en sociale prestatievelden. De informatie is zowel kwantitatief als kwalitatief. Informatie over prestaties kan worden geformuleerd op verschillende niveaus. In het jaarverslag dient onderscheid te worden gemaakt tussen drie hoofdgroepen belanghebbenden: patiënten/ cliënten, medewerkers en samenleving. Per stakeholdersgroep wordt een aantal ‘prestatievelden’ onderscheiden. De zorginstelling is verplicht voor elk van deze prestatievelden informatie in het jaarverslag op te nemen. Dit bij voorkeur in de vorm van indicatoren. Zolang deze nog niet concreet zijn ontwikkeld, kan volstaan worden met een kwalitatieve beschrijving. In beide gevallen gaat het per prestatieveld om een uitleg van de gestelde doelstelling, de realisatie van deze doelstelling en een vergelijking met vorig jaar. De uitkomst van de prestatievelden dient tekstueel te worden toegelicht, waarbij de reden van afwijkingen wordt vermeld, evenals eventuele acties aangaande het komend jaar.
Justitie De zorginstelling verantwoordt zich in dit hoofdstuk over de volledige reikwijdte van het inkoopcontract voor forensische zorg met het Ministerie van Veiligheid en Justitie, waaronder de daarin genoemde kwaliteitsspeerpunten en eventuele individuele aanvullende afspraken die met de instelling zijn gemaakt. Zie handleiding Inkoop Forensische Zorg 2010. Voor particuliere FPC’s geldt dat zij zich verantwoorden over de inhoud van de ‘Handleiding Forensisch Psychiatrische Centra (Particuliere inrichtingen) Planning & Control 2009’.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 159
F.4.1
Meerjarenbeleid
Voorschriften Verslaggeving WTZi Er dient informatie te worden opgenomen over de missie, waarmee de zorginstelling inzicht geeft in de specifieke uitgangspunten van haar beleid en de gemaakte beleidskeuzes op basis waarvan belanghebbenden zich een oordeel kunnen vormen over het door de instelling gevoerde beleid en de geleverde prestaties in relatie tot dit beleid. Bij de visie en strategie dient ook een duidelijke onderbouwing te worden gegeven van de keuzes ten aanzien van toekomstverwachtingen, kansen, bedreigingen, te treffen maatregelen en het voorziene tijdpad. Mogelijk worden lange termijn trajecten overwogen. De zorginstelling dient ook aan te geven op welke wijze de organisatie denkt in te spelen op ontwikkelingen binnen de zorgsector.
F.4.2
Algemeen beleid
Voorschriften Verslaggeving WTZi Afgeleid van visie en meerjarenbeleid is dit het algemeen beleid dat in 2009 concreet is ingezet. Mogelijke onderwerpen/voorbeelden zijn: vraagsturing, extramuralisering, bouwactiviteiten, deconcentratie en kleinschalig wonen, inclusief patiënten/cliënten in de samenleving, dagbesteding.
F.4.3
Algemeen kwaliteitsbeleid
Voorschriften Verslaggeving WTZi Het algemene kwaliteitsbeleid van de organisatie en de behaalde prestaties dienen te worden weergegeven conform het in de inleiding bij hoofdstuk 4 vermelde. Met de term algemeen kwaliteitsbeleid wordt gedoeld op beleid dat niet specifiek is gericht op patiënten/cliënten of medewerkers, maar dat de gehele organisatie betreft. Gedacht kan worden aan aspecten als het gehanteerde kwaliteitsmanagementsysteem en certificering of accreditatie.
160 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
F.4.4
Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten
Tekst Kwaliteitswet artikel 5c 1. De zorgaanbieder legt jaarlijks vóór 1 juni per instelling een verslag ter openbare inzage, waarin hij verantwoording aflegt van het beleid dat hij in het afgelopen kalenderjaar heeft gevoerd en van de kwaliteit van de zorg die hij in dat jaar heeft verleend. Met de Regeling Kwaliteitsjaarverslag Zorginstellingen wordt voor bepaalde sectoren het meten met de indicatoren zoals vastgesteld in de sectorale Stuurgroepen Zichtbare Zorg verplicht gesteld voor de verantwoording op dit onderdeel. 2. In dat verslag geeft de zorgaanbieder daartoe onder meer aan: a. of en zo ja, op welke wijze hij patiënten/cliënten of consumenten bij zijn kwaliteitsbeleid heeft betrokken; b. de frequentie waarmee en de wijze waarop binnen de instelling kwaliteitsbeoordeling plaatsvond en het resultaat daarvan.
Voorschriften Verslaggeving WTZi Ten aanzien van de stakeholdersgroep patiënten/cliënten dient in de eerste plaats het beleid te worden beschreven en is het voorts verplicht inzicht te geven in de kwaliteit van zorg, de toegankelijkheid van de zorg en in de omvang van de geleverde zorg (prestatievelden). Naast concrete informatie over de kwaliteit van de geleverde zorg dient tevens inzicht te worden gegeven in de processen en maatregelen die dienen ter borging van de kwaliteit en continuïteit van de zorg.
Toe te lichten
Toelichting
term CQ-index
De CQ-index is een gestandaardiseerde systematiek voor meten, analyseren en rapporteren van klantervaringen in de zorg. De systematiek is ontwikkeld door het NIVEL, in samenwerking met de afdeling Sociale Geneeskunde van het AMC, met financiering door Agis, de Stichting Miletus (een samenwerkingsverband van verzekeraars) en ZonMw. Het Centrum Klantervaring Zorg (CKZ) is in 2006 opgericht om te zorgen voor de ontwikkeling van wetenschappelijke waarborging, implementatie en bewaking van de CQ-index. Met de CQ-index wordt op gestandaardiseerde wijze de kwaliteit van zorg vanuit patiënten/cliëntenperspectief in kaart gebracht. De vragenlijsten geven inzicht in twee zaken: wat patiënten/cliënten belangrijk vinden én wat hun ervaringen zijn met de zorg. Binnen de VVT sector geldt de afspraak dat deze ervaringen eens in de twee jaar gemeten moeten worden. Binnen andere sectoren gelden andere afspraken.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 161
F.4.5
Klachten
Tekst Kwaliteitswet artikel 5c 1. De zorgaanbieder legt jaarlijks vóór 1 juni per instelling een verslag ter openbare inzage, waarin hij verantwoording aflegt van het beleid dat hij in het afgelopen kalenderjaar heeft gevoerd en van de kwaliteit van de zorg die hij in dat jaar heeft verleend. 2. In dat verslag geeft de zorgaanbieder daartoe onder meer aan: ….. c. welk gevolg hij heeft gegeven aan klachten en meldingen over de kwaliteit van de verleende zorg. Wet klachtrecht cliënten zorgsector Artikel 2 Lid 1. Elke zorgaanbieder treft een regeling voor de behandeling van klachten over gedragingen van hem of van voor hem werkzame personen jegens een patiënt/cliënt. Hij brengt de getroffen regeling op passende wijze onder de aandacht van zijn patiënten/ cliënten. Lid 2. De in het eerste lid bedoelde regeling: a. voorziet erin dat de klachten van patiënten/cliënten worden behandeld door een klachtencommissie die bestaat uit ten minste drie leden, waaronder een voorzitter die niet werkzaam is voor of bij de zorgaanbieder; b. waarborgt dat aan de behandeling van een klacht niet wordt deelgenomen door een persoon op wiens gedraging de klacht rechtstreeks betrekking heeft; c. waarborgt dat de klachtencommissie binnen een in de regeling vastgelegde termijn na indiening van de klacht de klager, degene over wie is geklaagd en, indien dit niet dezelfde persoon is, de zorgaanbieder, schriftelijk en met redenen omkleed in kennis stelt van haar oordeel over de gegrondheid van de klacht, al dan niet vergezeld van aanbevelingen; d. waarborgt dat bij afwijking van de onder c bedoelde termijn de klachtencommissie daarvan met redenen omkleed mededeling doet aan de klager, degene over wie is geklaagd en, indien dit niet dezelfde persoon is, de zorgaanbieder, onder vermelding van de termijn waarbinnen de klachtencommissie haar oordeel over de klacht zal uitbrengen; e. waarborgt dat de klager en degene over wie is geklaagd, door de klachtencommissie in de gelegenheid worden gesteld mondeling of schriftelijk een toelichting te geven op de gedraging waarover is geklaagd; f. waarborgt dat de klager en degene over wie is geklaagd, zich bij de behandeling van de klacht kunnen laten bijstaan. Lid 5. De zorgaanbieder deelt de klager en de klachtencommissie, bedoeld in het tweede lid, onder a, binnen een maand na ontvangst van het in het tweede lid, onder c, bedoelde oordeel van de klachtencommissie schriftelijk mede of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja welke. Bij afwijking van de in de eerste volzin genoemde termijn, doet de zorgaanbieder daarvan met redenen omkleed mededeling aan de klager en de klachtencommissie, onder vermelding van de termijn waarbinnen de zorgaanbieder zijn standpunt aan hen kenbaar zal maken.
162 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wet klachtrecht cliënten zorgsector Artikel 2 lid 7 Lid 7. De zorgaanbieder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin worden aangegeven: a. een beknopte beschrijving van de regeling, bedoeld in het eerste lid; b. de wijze waarop de zorgaanbieder die regeling onder de aandacht van zijn patiënten/cliënten heeft gebracht; c. de samenstelling van de klachtencommissie, bedoeld in het tweede lid, onder a; d. in welke mate die klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten met inachtneming van de waarborgen, bedoeld in het tweede lid; e. het aantal en de aard van de door die klachtencommissie behandelde klachten; f. de strekking van de oordelen en aanbevelingen van die klachtencommissie; g. de aard van de maatregelen, bedoeld in het vijfde lid.
Toe te lichten term
Toelichting
Klachten
Een klacht is een uiting van ontevredenheid die aan het concern kenbaar is gemaakt met het oogmerk daarop een reactie te ontvangen. Een klacht ingediend bij de klachtencommissie is een uiting van ontevredenheid die aan het concern schriftelijk kenbaar is gemaakt met het oogmerk dat het concern daarop reageert en (beleids)maatregelen treft.
Gemiddeld aantal
Gemiddeld aantal fte in loondienst en niet in loondienst in verslagjaar zoals opgegeven in de
personeelsleden
jaarrekening (toelichting op de resultatenrekening) op grond van RJ 655.340.
F.4.6
Personeelsbeleid
Personeelsbeleid Voorschriften Verslaggeving WTZi Personeelsbeleid: hiermee geeft de instelling inzicht in het beleid en de belangrijkste prestaties ten aanzien van de stakeholdersgroep personeel
Personeelsbeleid: verloop Toe te lichten term
Toelichting
Verloop
Mate waarin in een bedrijf personeel in dienst komt, blijft en uit dienst gaat.
Instroom personeel
Instroom is gelijk aan aangenomen personeel.
in loondienst
Personeel in loondienst zijn werknemers op de eigen loonlijst, waarvoor loonbelasting dient te worden afgedragen ( inclusief: oproepkrachten). Exclusief: stagiaires, uitzendkrachten, zelfstandige specialisten in vrij beroep, consulenten, alfa-helpenden, overig ingehuurd personeel en vrijwilligers.
Uitstroom personeel
Uitstroom is gelijk aan vertrokken personeel. Personeel in loondienst zijn werknemers op
in loondienst
de eigen loonlijst, waarvoor loonbelasting dient te worden afgedragen ( inclusief: oproepkrachten). Exclusief: stagiaires, uitzendkrachten, zelfstandige specialisten in vrij beroep, consulenten, alfa-helpenden, overig ingehuurd personeel en vrijwilligers.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 163
Personeelsbeleid: verzuim Toe te lichten term
Toelichting
Ziekteverzuim
Van alle werknemers wordt elke ziektedag in de periode vermenigvuldigd met de bij die
(alle sectoren met
dag behorende parttime factor en de arbeidsongeschiktheidsfactor, waarna zij worden
uitzondering van
opgeteld. Van alle werknemers (ziek en niet ziek) wordt elke dienstverbanddag in de
UMC’s)
periode vermenigvuldigd met de bij die dag behorende parttime factor, waarna zij worden opgeteld. Het totaal aantal ziektedagen wordt gedeeld door het totaal aantal dienstverbanddagen en vermenigvuldigd met 100%.
Ziekteverzuim
Het verzuimpercentage geeft aan welk deel van de werktijd in een bepaalde
volgens HOO
verslagperiode verloren is gegaan wegens verzuim. In formule voor UMC’s:
(uitsluitend UMC’s)
het totaal van de gewogen verzuimde kalenderdagen in verslagperiode t. Potentieel beschikbare dagen in periode t x 100% VP = Gewogen kalenderdagen verzuim Met gewogen verzuimde kalenderdagen bedoelen we dat per verzuimgeval het aantal verzuimde kalenderdagen vermenigvuldigd wordt met de deeltijdfactor en het aopercentage. Welke gevallen tellen mee? Voor het verzuimpercentage tellen alle verzuimgevallen mee, maar alleen de dagen die binnen de verslagperiode vallen. Potentieel beschikbare dagen in de periode: De meest nauwkeurige manier om dit te berekenen is als volgt: Stap 1: Bereken van elke persoon het aantal kalenderdagen dat hij in de periode in dienst was; Stap 2: Vermenigvuldig dit getal per persoon met de deelbetrekking; Stap 3: Tel de uitkomsten uit stap 2 van alle mensen bij elkaar op. Een grovere methode om dit te berekenen is: Stap 1: Bepaal welke mensen op de eerste dag van de periode in dienst waren (kijken naar datum in dienst en uit dienst); Stap 2: Tel de deelbetrekkingen van de mensen uit stap 1 bij elkaar op; Stap 3: Bepaal welke mensen op de laatste dag van de periode in dienst waren (kijken naar datum in dienst en uit dienst); Stap 4: Tel de deelbetrekkingen van de mensen van stap 3 bij elkaar op; Stap 5: Tel de uitkomst van stap 2 en stap 4 bij elkaar en deel door 2; Stap 6: Vermenigvuldig het getal van stap 5 met het aantal kalenderdagen in de periode. Zwangerschap Het zwangerschaps- en bevallingsverlof valt niet meer onder de ziektewet. Voor de berekening van het verzuimpercentage betekent dit dat het zwangerschaps- en bevallingsverlof niet meegerekend moet worden.
164 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Personeelsbeleid: vacatures Toe te lichten term
Toelichting
Vacatures
Definitie: Een arbeidsplaats waarvoor, binnen of buiten een instelling, personeel wordt gezocht dat onmiddellijk of zo spoedig mogelijk geplaatst kan worden. Tot de vacatures worden ook gerekend: - Vacatures waarvoor zich reeds sollicitanten hebben gemeld. Ook wanneer al gesprekken worden gevoerd met deze sollicitanten. - Vacatures waarvoor de sollicitatieprocedure zoveel tijd zal kosten dat de feitelijke indiensttreding niet op korte termijn valt te verwachten. - Vacatures waarvoor uitzendkrachten of ander tijdelijk personeel worden gezocht. - Open plaatsen voor leerlingen en personen in opleiding, mits het daarbij gaat om een arbeidsovereenkomst (dus geen onbetaalde stageplaatsen). Met betrekking tot vacatures bij overheidsinstellingen zij opgemerkt, dat een open plaats alleen dan als vacature dient te worden gezien als normale interne of externe werving is toegestaan. Open plaatsen bij reorganisaties of afslankingen die alleen mogen worden bezet door medewerkers waarvan een arbeidsplaats verdwijnt mogen niet als vacature worden opgevat. Bij de vermelding van de vacatures dient alleen het personeel in loondienst te worden meegenomen. Dus: inclusief oproepkrachten; exclusief uitzendkrachten en stagiaires.
Totaal aantal
Het aantal vacatures ongeacht de verwachte termijn van indiensttreding.
vacatures Moeilijk vervulbare
Vacatures waarvoor de sollicitatieprocedure zoveel tijd zal kosten dat de feitelijke
vacatures
indiensttreding niet binnen 3 maanden is gerealiseerd.
F.4.7
Samenleving
Voorschriften Verslaggeving WTZi Maatschappelijk verantwoord ondernemen is het kernbegrip, met als aandachtsgebieden mensen, maatschappij en milieu. Suggesties voor invulling: activiteiten en bestedingen uit hoofde van maatschappelijke betrokkenheid en productverantwoordelijkheid (‘mensen’), informatie over de economische aspecten, waarbij de nadruk ligt op de meerwaarde die het concern met zijn diensten en/of producten heeft gecreëerd voor de samenleving (‘maatschappij’) en milieumaatregelen die het concern heeft getroffen (‘milieu’).
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 165
Samenleving: acute zorg Bijlage bij de Regeling tot vaststelling beleidsregels WTZi 3.1.1. 3.1.1. Borging spreiding en bereikbaarheid van acute zorg Basisziekenhuizen, topklinische ziekenhuizen, academische ziekenhuizen, de crisisfunctie van GGZ-instellingen, regionale ambulancevoorzieningen en huisartsenposten nemen op een constructieve wijze deel aan het op initiatief van het traumacentrum georganiseerde regionale overleg acute zorgketen. De in dat overleg gemaakte afspraken dienen te worden nagekomen. De instelling legt in het jaarverslag verantwoording af over de wijze waarop de instelling invulling heeft gegeven aan de in het overleg gemaakte afspraken. De afspraken in het regionale overleg moeten ertoe leiden dat deelnemers aan het overleg alleen (tijdelijk) kunnen stoppen met functies op een bepaalde locatie als de 45-minutennorm om een Spoedeisende Eerste Hulp afdeling van een basisziekenhuis te bereiken, niet in gevaar komt.
Samenleving: rampen en crises Bijlage bij de Regeling tot vaststelling beleidsregels WTZi 4.1.1. 4.1.1. Voorbereiding op opgeschaalde hulpverlening Basisziekenhuizen, topklinische ziekenhuizen en academische ziekenhuizen bereiden zich in samenwerking met andere zorgverleners en diensten uit de acute ketenzorg voor op inzet in opgeschaalde situaties. Hiervoor dient de zorginstelling over een Rampen Opvang Plan te beschikken. Het Rampen Opvang Plan dient regelmatig te worden bijgesteld op grond van ervaringen uit trainingen en oefeningen, regionaal overleg acute zorgketen. De in dat overleg gemaakte afspraken dienen te worden nagekomen. De zorginstelling doet in de jaarverantwoording jaarlijks verslag over de wijze waarop de instelling hier invulling aan heeft gegeven.
F.4.8
Financieel beleid
Financieel beleid Voorschriften Verslaggeving WTZi, BW 2 titel 9 artikel 391 Er dient ten minste aandacht te worden besteed aan: de gang van zaken tijdens het boekjaar en toestand per balansdatum; de behaalde omzet en resultaten; de financiële positie (solvabiliteit en liquiditeit, in DigiMV); de kasstromen en financieringsbehoeften; activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling; gebeurtenissen na balansdatum; verwachte gang van zaken, waaronder: investeringen waartoe het bestuur heeft besloten; toekomstige financieringsbehoefte en hoe hierin zal worden voorzien; personeelsbezetting; omstandigheden waarvan de ontwikkeling van de opbrengsten afhankelijk is.
166 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Beloning leden Raad van Bestuur Deeltijdfactor
In uw CAO staat aangegeven wat uw volledige werkweek dient te zijn. Indien u minder uur werkt dan daar aangegeven, dan vult u hier een percentage in van de uren die u wel werkt. Bijvoorbeeld als uw CAO 36 uur aangeeft, maar u werkt 30 uur, dan heeft u een deeltijdfactor van 83%.
Wet openbaarheid uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) WOPT In het aanwijzingsbesluit WOPT van 21 augustus 2006 is opgenomen dat zorginstellingen met een toelating op grond van artikel 5 van de Wet Toelating Zorginstellingen dienen te voldoen aan de WOPT. De WOPT schrijft voor dat de instelling in de jaarrekening van een ieder van wie de som van het belastbare loon én de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn of van wie de uitkeringen in verband met de beëindiging van het dienstverband het gemiddelde belastbare loon van onze ministers te boven is gegaan. Het loonbegrip in het kader van de WOPT bestaat uit de volgende onderdelen: het belastbaar loon; voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn bestaand uit pensioensafdracht (werkgevers en werknemersdeel pensioenpremie) en overige vergoedingen betaalbaar op termijn (o.a. levensloop of afspraken sabbatical); uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband. Wanneer de som van deze drie posten hoger is dan de gemiddelde som van een Minister, dan dient het inkomen volgens deze inkomensbegrippen openbaar gemaakt te worden. De hoogte wordt per ministeriële regeling binnen 6 weken na afloop van het kalenderjaar bekendgemaakt. Daarna wordt deze gepubliceerd op www.jaarverslagenzorg.nl Ter indicatie, in 2010 was deze som € 193.000. De vermelding is anoniem.
Toe te lichten term
Toelichting
Aanlevering bij BZK
Een zorginstelling dient voor 1 juli de WOPT-gegevens aan te leveren bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De bedoeling is door een verantwoording in het jaardocument te voldoen aan deze verplichting. Het gemiddeld belastbaar loon van de Ministers over 2012 wordt begin 2013 op de website www.jaarverslagenzorg.nl opgenomen.
Belastbaar loon
Het gemiddeld belastbaar loon van de Ministers over 2012 wordt begin 2013 op de website
ministers
www.jaarverslagenzorg.nl opgenomen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 167
Financiële variabelen Toe te lichten term
Toelichting
Wettelijk budget voor
Wettelijk budget voor AWBZ- en Zvw-gefinancierde zorg, welke toegekend wordt
AWBZ/Zvw-zorg, exclusief
door de NZa. Hieronder NIET opnemen:
subsidies
niet-gebudgetteerde zorg (waaronder ziekenhuiszorg DBC-B, kraamzorg); opbrengsten Wmo-huishoudelijke hulp; subsidies (waaronder subsidies AWBZ- en Zvw-zorg, subsidies door VWS); opbrengsten uit zorg in opdracht van andere zorginstellingen.
Niet-gebudgetteerde
Alle opbrengsten uit zorgverlening en Wmo-dienstverlening die niet ter dekking van
zorgprestaties (exclusief
het wettelijk zorgbudget worden verkregen. Zorgverlening wordt hierbij gedefinieerd
DBC B-segment, inclusief
als (para)medische handelingen zoals bedoeld in de Wet Beroepen in de Individuele
Wmo-huishoudelijke
Gezondheidszorg (BIG). Dit betreft o.a.
hulp)
opbrengsten Wmo-huishoudelijke hulp (al dan niet in onderaanneming); opbrengsten uit zorg in opdracht van andere zorginstellingen; eigen bijdragen van cliënten met AWBZ/Zvw-zorg; betalingen door cliënten voor zorg niet verzekerd o.b.v. AWBZ/Zvw; betalingen uit hoofde van aanvullende zorgverzekeringen; betalingen uit persoonsgebonden AWBZ-budgetten; kraamzorg. Hieronder NIET opnemen: omzet ziekenhuiszorg DBC B-segment; subsidies van Rijk (waaronder min. OCW, min. Veiligheid en Justitie), (zorg) opleidingsfonds, stagefonds, universiteit, provincie (waaronder jeugdzorg) en gemeenten (waaronder jeugdgezondheidszorg, Wmo-maatschappelijke opvang en vrouwenopvang).
Omzet DBC B-segment
Opbrengsten voor afgesloten en gehonoreerde DBC’s en mutatie onderhanden werk DBC’s in het B-segment voor ziekenhuiszorg.
Subsidies (exclusief Wmo-
Opbrengsten uit subsidies. Hieronder opnemen:
huishoudelijke hulp;
subsidies AWBZ/Zvw-zorg;
inclusief overige Wmo-
Rijkssubsidie vanwege het Ministerie van OC&W (waaronder werkplaatsfunctie
prestaties)
en medische faculteit van UMC’s); Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van Veiligheid en Justitie (waaronder forensische psychiatrische zorg in strafrechtelijk kader); Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidings- en stagefonds, academische component voor UMC’s); overige Rijkssubsidies; subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ); overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies. Hieronder NIET opnemen: opbrengsten Wmo-huishoudelijke hulp (al dan niet in onderaanneming).
Overige
Opbrengsten uit geleverde diensten (met uitzondering van zorg en Wmo-diensten)
bedrijfsopbrengsten
en overige opbrengsten. Hieronder WEL opnemen: overige dienstverlening; overige opbrengsten, waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed. Hieronder NIET opnemen: subsidies, opbrengsten Wmo-huishoudelijke hulp.
168 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Toe te lichten term
Toelichting
Opbrengsten uit Wmo-
Opbrengsten uit Wmo-dienstverlening op het gebied van huishoudelijke hulp uit
prestaties op het gebied
hoofde van contract met gemeente.
van huishoudelijke hulp Onderaanneming Wmo-
Opbrengsten uit Wmo-dienstverlening op het gebied van huishoudelijke hulp in
diensten huishoudelijke
opdracht van andere instellingen (onderaanneming).
hulp Zorgprestaties tussen
Opbrengsten uit zorg in opdracht van andere instellingen (onderaanneming).
zorginstellingen Persoonsgebonden en
Betalingen uit persoonsgebonden AWBZ-budgetten (PGB’s).
-volgende budgetten Overige dienst-verlening
Opbrengsten uit geleverde diensten (met uitzondering van zorg en Wmo-diensten) zoals catering, winkelverkopen en parkeergelden.
Overige opbrengsten
Overige bedrijfsopbrengsten niet eerder genoemd. Vergoedingen voor uitgeleend personeel, verhuur onroerend goed en dergelijke.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 169
F.5
Afkortingenlijst
AICD AMC AMS AO AO (kaderregeling) APZ AWBZ BBL BIG BOL BOPZ BOZ BTN BVT BW CBS CEAP-classificatie CIBG COS CPA CTG CWTS DBC DIS DJI FPA FPC FPK FPT FPU FTE FVA FVK FWG GGZ GZ HIV HKZ HvB IC (AWBZ) IG/AG verzorgenden IGZ IMS INK IVF JGZ KNAW LAZR
Automatic Implantable Cardiovector Defibrillator Academisch Medisch Centrum Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten Arbeids Ongeschiktheid Administratieve Organisatie Algemeen Psychiatrische Ziekenhuizen Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten BeroepsBegeleidende Leerweg (wet) Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg BeroepsOpleidende Leerweg Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen BrancheOrganisaties Zorg Branchebelang Thuiszorg Nederland Beginselenwet Verpleging Terbeschikkinggestelden Burgerlijk Wetboek Centraal Bureau voor de Statistiek Classificatie van soorten spataderen Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg Controle- en Overige Standaarden Centrale Post Ambulancevervoer College Tarieven Gezondheidszorg Centrum voor Wetenschap- en Technologie Studies Diagnose BehandelingsCombinatie DBC InformatieSysteem Dienst Justitiële Inrichtingen Forensisch Psychiatrische Afdeling Forensisch Psychiatrisch Centrum (bekend als tbs-kliniek) Forensisch Psychiatrische Kliniek Forensisch Psychiatrisch Toezicht Flexibel Pensioen en Uittreden FullTime-Equivalent Forensische Verslavings Afdelingen Forensische Verslavings Klinieken FunctieWaardering voor de Gezondheidszorg Geestelijke GezondheidsZorg Gehandicaptenzorg Humaan Immunodeficiëntie virus Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector Huis van Bewaring Interne Controle Individuele Gezondheidszorg / Algemene Gezondheidszorg Inspectie voor de Gezondheidszorg Informatiesysteem Medische Stralingstoepassingen Instituut Nederlandse Kwaliteit In Vitro Fertilisatie Jeugd GezondheidsZorg Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen Landelijke Ambulante Zorg Registratie
170 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
LVG LVT MDS METC MMT NICU NIVRA NKI-AVL Ziekenhuis NOvAA NOWT NVTZ NVZ NVZD NWO NZa O&I OHO OM OTO OvJ O(V)P’s PAAZ PA-diagnose PBC PICU PkI PPC PTCA PUK RIBW RIVM RJ RSJ RvB RvC RvT SG tbs TRF TUR UMC VAS/NRS/VRS VDZ VGN VG zorg VP VUT VVT WBMV Wmo WOPT
Licht Verstandelijk Gehandicapt Landelijke Vereniging voor Thuiszorg Minimale Data Set Medisch Ethische ToetsingsCommissie Mobiel Medisch Team Neonatale Intensive Care Unit Nederlands Instituut Van RegisterAccountants Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten Nederlands Observatorium van Wetenschap en Technologie Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen Nederlandse Vereniging van Bestuurders in de Gezondheidszorg Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Nederlandse Zorgautoriteit Ontwikkeling & Innovatie Open Hart Operatie Openbaar Ministerie Opleiden Trainen Oefenen Officier van Justitie Ondersteunende Producten Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis Diagnose dmv onderzoek bij familieleden Pieter Baan Centrum Pediatrische Intensive Care Unit Preklinische Interventie Psychiatrisch Penitentiair Centrum of Penitentiair Psychologisch Centrum Percutane Transluminale Coronaire Angioplastiek Psychiatrische Universiteitskliniek Regionale Instelling voor Beschermd Wonen RijksInstituut voor Volksgezondheid en Milieu Raad voor de Jaarverslaggeving Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming Raad van Bestuur Raad van Commissarissen Raad van Toezicht Sterk Gedragsgestoord terbeschikkingstelling TopReFerente zorg Trans Urethrale Resectie Universitair Medisch Centrum Verbal Rating Scale / Numeric Rating Scale / Visual Analogue Scale Vereniging Directies Zorgsector Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland Instelling voor Verstandelijk Gehandicaptenzorg Verzuim Percentage Vervroegde UitTreding Verpleging, Verzorging en Thuiszorg Wet Bijzondere Medische Verrichtingen Wet maatschappelijke ondersteuning Wet op de Publiek Gefinancierde Topinkomens
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 171
WOR WTZi Zaio ZBC ZiZo Zvw ZZP
Wet op de OndernemingsRaden Wet Toelating Zorginstellingen Zorgautoriteit in oprichting Zelfstandig Behandel Centrum Zichtbare Zorg Zorgverzekeringswet Zorg Zwaarte Pakket
172 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
G Accountantscontrole Controleprotocol Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 Hoofdstuk 1: Algemene inleiding 1.1 Wettelijk kader Het jaardocument Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 (jaardocument) is gebaseerd op de volgende wet- en regelgeving: artikel 15 en 16 van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi); artikel 7.1 tot en met 7.4 van het Uitvoeringsbesluit WTZi; de daaruit afgeleide artikelen 8, 8a en 9 van de Regeling verslaggeving WTZi. Toepassingsgebied: Het jaardocument is van toepassing op alle instellingen die onder het regime van de Regeling verslaggeving WTZi vallen. Dat zijn, in de termen van het Uitvoeringsbesluit WTZi, instellingen voor medisch-specialistische zorg en instellingen voor: persoonlijke verzorging; verpleging; begeleiding; behandeling. De wettelijk verplichte gegevens in het jaardocument berusten voor een groot deel op de voorschriften uit de Regeling verslaggeving WTZi. Via deze regeling strekt het jaardocument zich ook uit over de verantwoordingsverplichtingen in het kader van: de Kwaliteitswet zorginstellingen; de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen; de Wet klachtwet cliënten zorginstellingen; de Wet bijzondere medische verrichtingen; de Wet op de Publiek gefinancierde Topinkomens (WOPT); de Wet op het Centraal Bureau voor de Statistiek (voor zover het gaat om de gegevens inzake de WTZi-zorgverlening). Wet- en regelgeving: De in het jaardocument opgenomen jaarrekening voldoet aan de volgende wet- en regelgeving: Regeling verslaggeving WTZi; Boek 2 BW Titel 9; Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), in het bijzonder Richtlijn 655 Zorginstellingen; Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT).
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 173
1.2 Doel controleprotocol Dit protocol geeft de werkzaamheden aan die de accountant uit moet voeren bij de controle van de in het jaardocument opgenomen jaarrekening. Grondslag voor de controle is artikel 393 Boek 2 BW. De accountant geeft een verklaring bij de jaarrekening af volgens het model van hoofdstuk 3. Het is de verantwoordelijkheid van de accountant om de werkzaamheden uit te voeren die hij noodzakelijk acht, overeenkomstig de voor hem geldende beroepsvoorschriften. Dit protocol stelt geen specifieke eisen aan de te hanteren materialiteitsgrenzen en goedkeuringstoleranties. De accountant gaat uit van hetgeen gebruikelijk is bij de controle van de jaarrekening. 1.3 Procedure De zorginstelling verleent de externe accountant opdracht tot het uitvoeren van een onderzoek naar: de getrouwheid van de jaarrekening, zoals opgenomen in het jaardocument; de verenigbaarheid van het jaarverslag met de jaarrekening. De accountant voert zijn onderzoek uit met inachtneming van dit controleprotocol en rapporteert over zijn werkzaamheden via een controleverklaring bij de jaarrekening. 1.4 Kleine zorginstellingen Voor kleine zorginstellingen geldt een specifieke regeling: Een kleine zorginstelling is een zorginstelling die een personeelsbestand heeft kleiner dan 10 fte personeel en een omzet van minder dan € 1.000.000 per jaar. Dergelijke zorginstellingen zijn niet verplicht tot het laten uitvoeren van een controle-opdracht, maar kunnen volstaan met een samenstellingsopdracht, zoals omschreven in de Standaard 4410 ‘Opdrachten tot het samenstellen van financiële overzichten’. De accountant geeft in dit geval een samenstellingsverklaring af volgens het model opgenomen in paragraaf 3.4 van dit controleprotocol. Paragraaf 2.3 van dit controleprotocol is in dit geval niet van toepassing. Zorginstellingen die voldoen aan twee of drie van de volgende eisen: a. de waarde van de activa volgens de balans met toelichting bedraagt, op de grondslag van verkrijgings- en vervaardigingsprijs, niet meer dan € 4.400.000; b. de netto-omzet (de som van bedrijfsopbrengsten) over het boekjaar bedraagt niet meer dan € 8.800.000; c. het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar bedraagt minder dan 50 fte. kunnen volstaan met een beoordelingsopdracht, zoals omschreven in de Standaard 2400 ‘Opdrachten tot het beoordelen van financiële overzichten’. De accountant geeft in dit geval een beoordelingsverklaring af volgens het model opgenomen in paragraaf 3.3 van dit controleprotocol. Paragraaf 2.3 van dit controleprotocol blijft echter onverkort van kracht.
Hoofdstuk 2: Onderzoeksaanpak 2.1 Algemeen Het jaardocument omvat de jaarverslaggeving: het jaarverslag (hoofdstuk 1 tot en met 4 van het jaardocument), de jaarrekening, alsmede de overige gegevens. De overige gegevens bestaan uit enerzijds de wettelijk verplichte overige gegevens (artikel 392 Boek 2 BW) en anderzijds de overige onderdelen (DigiMV en de branchespecifieke gegevens zorg 2012). De jaarverslaggeving wordt openbaar gemaakt op een enkele uitzondering na, tezamen met de controleverklaring van de accountant. Het jaardocument wordt opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de instelling. 174 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
2.2 Jaarrekening Op basis van artikel 2 Regeling verslaggeving WTZi en artikel 393 Boek 2 BW voert de accountant controle uit op de jaarrekening van een zorginstelling. De accountant gaat daarbij na of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van het vermogen aan het eind van het boekjaar en van het resultaat over het boekjaar, en of de jaarrekening aan de voorschriften van de wet- en regelgeving, zoals opgesomd in de laatste alinea van paragraaf 1.1 van dit controleprotocol, voldoet. De accountant stelt tevens vast of de wettelijk verplichte overige gegevens zijn opgenomen en of het jaarverslag verenigbaar is met de jaarrekening. De controle van de jaarrekening strekt zich uit tot alle gegevens die zijn opgenomen in de jaarrekening. De jaarrekening bestaat uit de balans, de resultatenrekening, het kasstroomoverzicht en de daarbij behorende toelichtingen.. Kleine zorginstellingen zijn niet verplicht tot het laten uitvoeren van een controle-opdracht, maar kunnen volstaan met een samenstellingsopdracht of een beoordelingsopdracht, zoals omschreven paragraaf 1.4 van dit protocol. 2.3 Jaarverslag Het jaarverslag (hoofdstuk 1 tot en met 4 van het jaardocument) bevat minimaal de vereiste informatie op basis van artikel 391 Boek 2 BW en artikel 8 lid 1 Regeling verslaggeving WTZi (bijlage “Voorschriften voor de inrichting van het Jaarverslag van Zorginstellingen”). Daarnaast dient informatie te worden opgenomen op basis van diverse andere wettelijke voorschriften, waaronder de Kwaliteitswet zorginstellingen, de Zorgbrede Governancecode, etc. Op basis van artikel 393 lid 3 Boek 2 BW gaat de accountant na dat het jaarverslag, voor zover hij dat kan beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. De accountant volgt bij het vaststellen van de verenigbaarheid van het jaarverslag met de jaarrekening de aanwijzingen uit Standaard 720 “De verantwoordelijkheid van de accountant met betrekking tot andere informatie in documenten waarin gecontroleerde financiële overzichten zijn opgenomen”. Bij van materieel belang zijnde inconsistenties of bij van materiaal belang zijnde onjuiste voorstellingen van zaken handelt hij overeenkomstig de aanwijzingen van genoemde standaard. Indien het bestuur van de organisatie weigert deze inconsistenties of onjuiste voorstellingen van zaken te corrigeren, zal de accountant passende maatregelen nemen. Dit kan leiden tot aanpassing van de oordeelsparagraaf in de controle- of beoordelingsverklaring, dan wel het opnemen van een paragraaf ter benadrukking van aangelegenheden in deze verklaring. Daarnaast stelt de accountant vast dat het jaarverslag de informatie bevat die op grond van de bijlage bij artikel 8, lid 1, van de Regeling verslaggeving WTZi is voorgeschreven, zonder genoemde informatie inhoudelijk te hoeven toetsen. Deze paragraaf is niet van toepassing op kleine zorginstellingen met een samenstellingsopdracht. 2.4 Overige onderdelen De overige onderdelen die zorginstellingen toevoegen bij het jaardocument (DigiMV en de branchespecifieke gegevens zorg 2012) zijn niet onderworpen aan accountantscontrole.
Hoofdstuk 3: Accountantsproducten 3.1 Algemeen Het oordeel van de accountant over de jaarrekening komt tot uitdrukking in de controleverklaring bij de jaarrekening. De accountant maakt hierbij gebruik van de modelverklaring opgenomen in paragraaf 3.2 van dit controleprotocol. Bij een niet-goedkeurend oordeel of opname van een (onverplicht) toelichtende paragraaf laat de accountant zich leiden door de betreffende Standaarden van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 175
Indien sprake is van een beoordelingsopdracht maakt de accountant gebruik van de modelverklaring opgenomen in paragraaf 3.3 van dit controleprotocol. Indien sprake is van een samenstellingsopdracht maakt de accountant gebruik van de modelverklaring opgenomen in paragraaf 3.4 van dit controleprotocol.
3.2 Model Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: Opdrachtgever Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport/verslag (op pagina xx tot en met pagina yy) opgenomen jaarrekening 2012 van ... (naam instelling(en)) te ... (statutaire vestigingsplaats) gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de exploitatierekening1 over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de instelling2 is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Controleprotocol Jaarverantwoording zorginstellingen 2012. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle
1
Afhankelijk van de aard van de entiteit te vervangen door ‘winst-en-verliesrekening’ of een soortgelijke benaming.
2
Afhankelijk van de aard van de entiteit te vervangen door een meer passende aanduiding zoals “het bestuur van de vennootschap” (B.V./N.V.), “vereniging”, “stichting”, enz.
176 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel3 Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van … (naam entiteit) per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Verder vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dit kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening en is opgesteld onder toepassing van de in de Regeling verslaggeving WTZi opgenomen bijlage Voorschriften voor de inrichting van het Jaarverslag van Zorginstellingen.
Plaats, datum
Naam accountantsorganisatie
Naam externe accountant
3
Indien niet wordt voldaan aan artikel 6 WOPT vervalt de optie van een goedkeurend getrouwheidsoordeel, waarbij in de onderbouwing het relevante bedrag wordt meegenomen (zie ook NBA voorbeeldtekst 1.9.1 en Praktijkhandreiking 1115).
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 177
3.3 Model Beoordelingsverklaring
Beoordelingsverklaring Aan: Opdrachtgever Opdracht Wij hebben de in dit rapport/verslag (op pagina xx tot en met pagina yy) opgenomen jaarrekening 2012 van … (naam instelling) te …….. (statutaire vestigingsplaats) bestaande uit de balans per 31 december 2012 en de exploitatierekening4 over 2012 met de toelichting beoordeeld. Het bestuur van de instelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi. Het is onze verantwoordelijkheid een beoordelingsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken. Werkzaamheden Wij hebben onze beoordeling verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 2400 “Opdrachten tot het beoordelen van financiële overzichten” en het Controleprotocol Jaarverantwoording zorginstellingen 2012. De in dit kader uitgevoerde werkzaamheden bestonden in hoofdzaak uit het inwinnen van inlichtingen bij functionarissen van de instelling en het uitvoeren van cijferanalyses met betrekking tot de financiële gegevens. Door de aard en de omvang van onze werkzaamheden kunnen deze slechts resulteren in een beperkte mate van zekerheid omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. Deze mate van zekerheid is lager dan die welke aan een controleverklaring kan worden ontleend. Conclusie5 Op grond van onze beoordeling is ons niets gebleken op basis waarvan wij zouden moeten concluderen dat de jaarrekening geen getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen van … (naam instelling) per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Verder vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dit kunnen beoordelen, verenigbaar is met de door ons beoordeelde jaarrekening en is opgesteld onder toepassing van de in de Regeling verslaggeving WTZi opgenomen bijlage Voorschriften voor de inrichting van het Jaarverslag van Zorginstellingen.
Plaats, datum
Naam accountantsorganisatie
Naam externe accountant
4
Afhankelijk van de aard van de entiteit te vervangen door ‘winst-en-verliesrekening’ of een soortgelijke benaming.
5
Indien niet wordt voldaan aan artikel 6 WOPT vervalt de optie van een goedkeurend getrouwheidsoordeel, waarbij in de onderbouwing het relevante bedrag wordt meegenomen (zie ook NBA voorbeeldtekst 1.9.1 en Praktijkhandreiking 1115).
178 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
3.4 Model Samenstellingsverklaring
Samenstellingsverklaring Aan: Opdrachtgever Opdracht Conform uw opdracht hebben wij de jaarrekening 2012 van … (naam instelling) te … (statutaire vestigingsplaats) bestaande uit de balans per 31 december 2012 en de exploitatierekening6 over 2012 met de toelichting samengesteld. Verantwoordelijkheid van het bestuur Kenmerkend voor een samenstellingsopdracht is, dat wij ons baseren op de door het bestuur van de instelling verstrekte gegevens. De verantwoordelijkheid voor de juistheid en de volledigheid van die gegevens en voor de daarop gebaseerde jaarrekening berust bij het bestuur van de instelling. Verantwoordelijkheid van de accountant Het is onze verantwoordelijkheid als accountant om de door u verstrekte opdracht uit te voeren in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de door onze beroepsorganisatie het Koninklijk NIVRA/de NOvAA uitgevaardigde gedrags- en beroepsregels en het Controleprotocol Jaarverantwoording Zorginstellingen 2012. In overeenstemming met de voor het accountantsberoep geldende standaard voor samenstellingsopdrachten, bestonden onze werkzaamheden in hoofdzaak uit het verzamelen, het verwerken, het rubriceren en het samenvatten van financiële gegevens. Daarnaast hebben wij de aanvaardbaarheid van de bij het samenstellen van de jaarrekening toegepaste grondslagen op basis van de door de onderneming verstrekte gegevens geëvalueerd. De aard van onze werkzaamheden is zodanig dat wij geen zekerheid omtrent de getrouwheid van de jaarrekening kunnen verstrekken. Bevestiging Op basis van de ons verstrekte gegevens hebben wij de jaarrekening samengesteld onder toepassing van de grondslagen voor financiële verslaggeving zoals opgenomen in de Regeling verslaggeving WTZi.
Plaats, datum
Naam accountantspraktijk
Naam accountant
6
Afhankelijk van de aard van de entiteit te vervangen door ‘winst-en-verliesrekening’ of een soortgelijke benaming.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 179
H Dataprotocol Inleiding Voorliggend dataprotocol is een integraal onderdeel van het jaardocument. Dit protocol gaat over de werkwijze van de gegevens van verslagjaar 2012. Het dataprotocol is een beschrijving van het gebruik van de gegevens die door middel van het informatiesysteem DigiMV (webenquête-tool te benaderen via www.jaarverslagenzorg.nl) worden ingevoerd, opgeslagen en verspreid. De gegevens en de structuur van de gegevens worden beschreven in het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording. De inhoud van het Jaardocument wordt jaarlijks door de Minister vastgesteld. Zorginstellingen dienen hun jaarverslaggeving (jaarverslag en jaarrekening) aan te leveren bij het CIBG, dat zal fungeren als ontvangstloket. Het jaarverslag en de jaarrekening wordt aangeleverd in Word of vergelijkbaar format, of pdf en de jaarrekening in Excel of pdf. Het CIBG is in opdracht van het Ministerie van VWS verantwoordelijk voor de uitvoeringsactiviteiten rond het jaardocument. De zorginstellingen dienen hun feitelijke gegevens (zoals beschreven in het Jaardocument evenals de bijlage over de gegevensuitvraag van brancheorganisaties) via DigiMV in te vullen ter vulling van de databank. Het invullen van de gegevens van het jaardocument gebeurt middels het webenquêtesysteem DigiMV. In DigiMV kunnen de gegevens door de gegevensleverende partijen definitief worden verklaard. Vanaf dat moment kunnen de gegevens niet meer worden gewijzigd. De gegevens worden daarna conform de voorwaarden in dit dataprotocol en volgens de ‘verdeling’ zoals opgenomen in het jaardocument beschikbaar gesteld aan de gegevensontvangende partijen. Het gebruik van het informatiesysteem DigiMV wordt verdeeld in een drietal elementen: invoer, opslag en uitvoer. Dit dataprotocol beschrijft deze drie elementen en richt zich met name op de uitlevering van gegevens. Voor de overige twee onderdelen wordt waar nodig verwezen naar interne procedures van de gegevensleverende partijen of procedures van de beheerorganisatie.
180 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderstaande figuur geeft een en ander schematisch weer. Figuur 1 Kader omgang met gegevens jaardocument
Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording
Zorginstelling
Invoer
Opslag
Verspreiding
Informatievragende Partijen
DigiMV Toelichting Ondersteuning Helpdesk DigiMV
Opslag
Verspreiding
In dit dataprotocol zijn de afspraken vastgelegd over: de doelen waarvoor informatie zal worden uitgewisseld, de wijze van informatie-uitwisseling, de wijze van toegang tot gegevens, de wijze van beveiliging, de zeggenschap over de uitgewisselde informatie en kwaliteitseisen als tijdigheid, uniformiteit, samenhang, juistheid, volledigheid en documentatie. Bovenstaande onderwerpen zijn opgenomen in de onderstaande opeenvolgende hoofdstukken van het dataprotocol: Partijen Wettelijke basis Invoer van gegevens Beheer van gegevens Gebruik van gegevens Eigendom en zeggenschap Vaststellen en wijzigen dataprotocol
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 181
H.1 Definities DigiMV Het webenquêtesysteem ter ondersteuning van het proces van het invoeren en verwerken van de feitelijke gegevens in het jaardocument. DigiMV bevat tevens de gegevensbank ten behoeve van de verstrekking van de verantwoordingsgegevens van de zorginstellingen. Gegevens De verantwoordingsgegevens benoemd in het Jaardocument MV 2012 zoals door de zorginstellingen aangeleverd aan en opgeslagen in DigiMV en uitgeleverd conform de afspraken opgenomen in dit protocol. Gegevensleverende partij De zorginstelling die gebruikmakend van DigiMV verantwoordingsgegevens betreffende de eigen instelling ter beschikking stelt aan gegevensontvangende partijen. Gegevensontvangende partij De partij die de voor haar (volgens wettelijk voorschrift of onderlinge overeenkomst tussen partijen) bestemde verantwoordingsgegevens ontvangt en gebruikt voor afgesproken doel(en). Instelling Iedere zorginstelling die gebruik maakt van DigiMV. Jaardocument Het document waarin de jaarverantwoording is opgenomen. Het betreft de weergave van de jaarlijkse maatschappelijke verantwoording over de activiteiten en resultaten van de zorginstellingen. Voorschriften voor inrichting van Jaarverslag van Zorginstellingen of raamwerk maatschappelijke verantwoording Het kader waarin zowel de basiseisen voor het jaarverslag als maatschappelijke verantwoording zijn aangegeven.
182 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
H.2 Partijen De gegevensleverende partijen De individuele zorginstelling. De gegevensontvangende partijen De individuele zorginstelling; Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Het Ministerie van Veiligheid en Justitie; Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; ActiZ; NVZ vereniging van ziekenhuizen; Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra; Orde van Medisch Specialisten; Revalidatie Nederland; Geestelijke GezondheidsZorg Nederland; Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland; Branchebelang Thuiszorg Nederland; Federatie Opvang; Zelfstandige Klinieken Nederland Landelijke Organisatie Cliëntenraden; Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie; Zorgverzekeraars Nederland; Centraal Bureau voor de Statistiek; College voor Zorgverzekeringen; Nederlandse Zorgautoriteit; Inspectie voor de Gezondheidszorg; Het RIVM. De beheercommissie Commissie, bestaande uit vertegenwoordigers van de brancheorganisaties van zorgaanbieders, die besluit over informatieleveringen zoals benoemd in paragraaf 6 van dit protocol. De beheercommissie wordt ingesteld door de stuurgroep Maatschappelijke Verantwoording. De beheerorganisatie De uitvoeringsorganisatie(s) die onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van VWS zorg draagt/dragen voor het beheer en de beveiliging van de applicatie DigiMV, de databank, de technische omgeving en voor de uitlevering van gegevens.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 183
H.3 Wettelijke basis De rechtmatige levering van, de toegang tot en het gebruik van de gegevens uit het jaardocument is gebaseerd op de volgende wettelijke regelingen: Burgerlijk Wetboek; Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi, voorheen Wet ziekenhuisvoorzieningen); Regeling Verslaggeving WTZi (voorheen Regeling Verslaggeving Zorginstellingen); Wet Bijzondere Medische Verrichtingen; Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ); Kwaliteitswet Zorginstellingen; Wet Marktordening Gezondheidszorg; Wet klachtrecht cliënten zorgsector; Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen; Wet op het Centraal Bureau voor de Statistiek en het op die wet gebaseerde Besluit Gegevensverwerving CBS. Op basis van de taken en bevoegdheden die partijen op grond van bovenstaande wet- en regelgeving toebedeeld hebben gekregen is bepaald welke partij welke gegevens ontvangt middels DigiMV. Daarnaast kunnen partijen gegevens ontvangen op basis van onderlinge overeenkomsten, zoals tussen brancheorganisaties en hun leden. Zie voor de toegang tot de gegevens H 6.
H.4 Invoer van gegevens De gegevens worden door de gegevensleverende partijen middels een - door de beheerorganisatie beheerde - beveiligde internetverbinding ingevoerd in DigiMV. Het invoeren van gegevens kan alleen na identificatie van de gegevensleverende partij middels een inlogcode. De inlogcode wordt door de beheerorganisatie ter beschikking gesteld aan de gegevensleverende partij. Gegevensleverende partijen dragen zelf zorg voor een interne procedure voor de invoer van gegevens. De wijze waarop de gegevens in DigiMV worden ingevoerd en definitief gemaakt is vastgelegd in de handleiding van DigiMV. Het bestuur van een instelling is verantwoordelijk voor de volledige, juiste en tijdige levering van de gegevens conform de vereisten vermeld in de wet- en regelgeving. Zolang de gegevens niet elektronisch door de gegevensleverende partij via DigiMV worden aangeleverd, is de beheerorganisatie niet verantwoordelijk voor verschillen tussen de door hen aangeleverde gegevens en de uiteindelijk in DigiMV opgenomen data. De gegevensleverende partijen kunnen ingevoerde gegevens wijzigen en/of aanvullen totdat de gegevens door de gegevensleverende partij definitief zijn gesteld.
184 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
H.5 Beheer van gegevens De gegevens worden op een veilige wijze beheerd door de beheerorganisatie, waarbij de ontvangen, opgeslagen en aan gegevensontvangende partijen ter beschikking gestelde gegevens op geen enkele wijze door de beheerorganisatie worden gemuteerd of zonder toestemming van de beheercommissie worden gemanipuleerd. Tevens zorgt de beheerorganisatie voor een zodanige veilige opslag van de gegevens dat onbevoegden op geen enkele wijze toegang tot de gegevens hebben. De beheerorganisatie draagt zorg voor een backup faciliteit. De beheerorganisatie stelt zich op als een ‘Trusted Third Party’. De beheerorganisatie stelt derhalve alleen die gegevens aan de gegevensontvangende partijen ter beschikking, waar deze partijen recht op hebben conform paragraaf 6 van dit protocol. De beheerorganisatie kan daarnaast alleen niet-publieke gegevens aan niet-geregistreerde en niet-geautoriseerde partijen leveren indien de beheercommissie of de betreffende gegevensleverende partij daar toestemming voor heeft verleend zoals eveneens bepaald in paragraaf 6 van dit protocol. De beheerorganisatie stelt slechts gegevens beschikbaar die door de gegevensleverende partij definitief zijn gesteld. De bewaartermijn van de jaarverantwoording is ten minste zeven jaar. De gegevens in DigiMV worden conform deze termijn bewaard.
H.6 Gebruik van gegevens Alle gegevens vastgelegd in het maatschappelijk verslag (hoofdstuk 1 t/m 4), de jaarrekening (hoofdstuk 5) en DigiMV zijn openbaar. Er zijn twee uitzonderingen. De eerste is de tabel Personeelsinformatie (kosten en formatie); de tweede is de tabel Uitbestede Zorg en Onderaanneming. Deze gegevens zijn niet-openbaar en worden slechts geleverd aan de aangegeven partijen. De in het document bijgevoegde separate branchespecifieke gegevens zijn eveneens nietopenbaar. Deze worden alleen doorgeleverd aan de betreffende brancheorganisaties (zie paragraaf 2). Gegevensontvangende partijen kunnen niet direct de database van DigiMV benaderen. Gegevens worden via aparte gegevensbestanden beschikbaar gesteld. Na de deadline van deponering van de gegevens op 1 juni 2013 zal de beheerorganisatie in ieder geval vanaf eind juli tot begin september van dat jaar definitieve gegevensbestanden beschikbaar stellen aan de gegevensontvangende partijen op basis van de op dat moment definitief gestelde jaardocumenten. Gegevensontvangende partijen ontvangen eenmalig een compleet gegevensbestand met de gegevens waar zij recht op hebben. De gegevens kunnen beschikbaar worden gesteld in Excel, SPSS en Acces. Over het exacte aanleverformaat worden separaat afspraken met de gegevensontvangende partijen gemaakt. De gegevensontvangende partijen gebruiken de gegevens te allen tijde alleen voor de doelen zoals beschreven in de wet- en regelgeving of overeenkomst op basis waarvan zij recht hebben op gebruik van de gegevens. Gegevensontvangende partijen zijn zelf verantwoordelijk voor de wijze van verwerking van de ontvangen gegevens. Andere gegevensvragers dan de in paragraaf 2 genoemde gegevensontvangende partijen kunnen de beheerorganisatie verzoeken openbare gegevens uit de databank aan hen ter beschikking te stellen. De beheerorganisatie zal de gegevens tegen een vergoeding aan deze partijen ter beschikking stellen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 185
De beheerorganisatie stelt niet-publieke gegevens over één gegevensleverende partij uit de databank alleen beschikbaar aan andere partijen dan de daartoe gerechtigde gegevensontvangende partijen, wanneer bij het verzoek daartoe een schriftelijke verklaring van toestemming van de gegevensleverende partij is gevoegd. De beheerorganisatie stelt niet-publieke gegevens over meerdere gegevensleverende partijen uit de databank alleen na toestemming van de beheercommissie beschikbaar aan andere partijen dan de daartoe gerechtigde gegevensontvangende partijen. De procedure die de beheercommissie daarbij volgt is in bijlage 1 van dit protocol opgenomen. De beheerorganisatie zal de gevraagde gegevens geanonimiseerd beschikbaar stellen aan de vragende partij.
H.7 Eigendom en zeggenschap Het Ministerie van VWS is eigenaar van de webenquête tool DigiMV en de bijbehorende databank. Het eigendom van de aangeleverde gegevens berust bij de gegevensleverende partij.
H.8 Vaststellen en wijzigen dataprotocol Het dataprotocol is in werking getreden per 1 januari 2011. Voorstellen tot wijzigingen in of beëindiging van het dataprotocol worden op initiatief van één of meerdere partij(en) voorgelegd aan de stuurgroep Maatschappelijke Verantwoording en vervolgens opgenomen in het modeljaardocument zoals genoemd in de Regeling Verslaggeving WTZi artikel 8a.
186 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
H.9 Bijlage: procedure uitlevering niet-publieke informatie De beheerorganisatie van de databank handelt aanvragen naar niet-publieke informatie zoals bedoeld in paragraaf 6 van dit protocol af in twee stappen: Allereerst beoordeelt de beheerorganisatie de informatievraag aan de hand van de volgende criteria: a. de gegevensvrager formuleert in zijn aanvraag het exacte doel waarvoor hij de informatie wil gebruiken. De gegevens mogen alleen worden gebruikt voor onderzoek; b. de gegevensvrager verklaart dat de verstrekte gegevens alleen worden gebruikt voor de in de aanvraag gespecificeerde (onderzoek)doeleinden; c. de gegevensvrager verklaart dat eventuele rapportages/publicaties geen herleidbare gegevens over individuele instellingen bevatten; d. de gegevensvrager verklaart dat hij de gegevens niet verstrekt aan andere partijen; e. de gegevensvrager verklaart dat de gegevens, zodra deze niet langer door de vrager benodigd zijn, worden vernietigd; f. de gegevensvrager verklaart dat hij bij publicaties waarin de gevraagde gegevens zijn verwerkt, bronvermelding toepast en de verwerkingsmethode, gehanteerde terreinafbakeningen en definities expliciteert; g. de gegevens worden verstrekt tegen kostprijs. Indien een gegevensvraag niet voldoet aan bovenstaande criteria, dan levert de beheerorganisatie de gevraagde informatie niet. De beheerorganisatie stelt de gegevensvrager hiervan op de hoogte. Wanneer de gegevensvraag aan de criteria voldoet, legt de beheerorganisatie de vraag per e-mail met een positief advies voor aan de beheercommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van de brancheorganisaties van zorgaanbieders, waar de gegevensvraag betrekking op heeft. De betreffende vertegenwoordiger(s) reageert/reageren binnen één week op het voorstel van de beheerorganisatie. Mocht er verschil van mening bestaan tussen verschillende betrokken brancheorganisaties dan is de ‘meerderheid van stemmen’ doorslaggevend. Wanneer er geen meerderheid voor of tegen uitlevering is, dan wordt het advies van de beheerorganisatie gevolgd. Geen reactie binnen de gestelde termijn van een lid van de beheercommissie wordt opgevat als instemming met het advies van de beheerorganisatie. De beheerorganisatie stelt de gegevensvrager op de hoogte van de beslissing van de beheercommissie en levert in geval van akkoord door de betrokken brancheverenigingen de informatie uit.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 | 187
Start
Beheerorganisatie checkt gegevens aanvraag voldoet aan criteria Voldoet aan criteria
Nee
Ja
Beheerorganisatie legt aanvraag voor aan relevante brancheorganisaties
Gelijk
Is de meerderheid van de brancheorganisaties voor levering?
Tegen
Voor
Beheerorganisatie levert de gegevens
Afwijzing door beheerorganisaties
Eind
188 | Jaarverantwoording zorginstellingen 2012
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport