Jaarverantwoording zorginstellingen 2012 Ziekenhuizen Dit jaardocument wordt mogelijk op enkele onderdelen nog gewijzigd. In het document is aangegeven welke aanvullingen nog worden verwacht. Kijk altijd op de website www.jaarverslagenzorg.nl om te zien of er wijzigingen zijn. Dit jaardocument bevat alle vragen voor ziekenhuizen. U kunt via de website www.jaarverslagenzorg.nl een op uw organisatie toegesneden jaardocument samenstellen en printen.
Inhoudsopgave I
Maatschappelijk verslag
10
1
Uitgangspunten van de verslaggeving
12
2
Profiel van de organisatie 2.1 Algemene identificatiegegevens 2.2 Structuur van het concern 2.3 Kerngegevens 2.4 Samenwerkingsrelaties
13 13 13 14 15
3
Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 3.1 Normen voor goed bestuur 3.2 Raad van Bestuur/Directie 3.3 Toezichthouders 3.4 Bedrijfsvoering 3.5 Cliëntenraad 3.6 Ondernemingsraad
16 16 16 17 18 19 19
4
Beleid, inspanningen en prestaties 4.1 Meerjarenbeleid 4.2 Algemeen beleid verslagjaar 4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid 4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/cliënten 4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 4.6 Samenleving en belanghebbenden 4.7 Financieel beleid
20 20 21 21 22 23 24 25
II Jaarrekening
26
III DigiMV
28
A
DigiMV: Profiel van de organisatie A.1 Nadere typering van het concern A.2 Kerngegevens: productie, personeel en opbrengsten A.3 Personeelsinformatie
30 30 34 43
B
DigiMV: Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering B.1 Governancecode B.2 Bestuursstructuur B.3 Wettelijke transparantie-eisen bestuursstructuur B.4 Wettelijke transparantie-eisen bedrijfsvoering B.5 Samenstelling toezichthoudend orgaan
46 46 46 47 48 48
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 3
C D
DigiMV: Beleid, inspanningen en prestaties C.1 Kwaliteit van zorg Instellingen Medisch Specialistische Zorg (ziekenhuizen, ZBC’s en UMC’s) C.2 Kwaliteitscertificaten, -labels of accreditaties C.3 Klachten C.4 Verloop personeel C.5 Ziekteverzuim C.6 Vacatures C.7 Rentabiliteit C.8 Liquiditeit C.9 Solvabiliteit C.10 Beloningen bestuur C.11 Beloningen toezichthoudend orgaan C.12 Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde topinkomens
49 49 84 85 85 86 86 87 88 89 90 91 92
DigiMV: Hoofdposten uit de Jaarrekening 93 D.1 Jaarrekening: balans 93 D.2 Jaarrekening: resultatenrekening 94 D.3 Kasstroomoverzicht 95 D.4 Toelichting op de balans: materiële vaste activa 96 D.5 Toelichting op de balans: financiële vaste activa 96 D.6 Toelichting op de balans: vorderingen en overlopende activa 97 D.7 Toelichting op de balans: kortlopende schulden en overlopende passiva 97 D.8 Toelichting op de balans: specificatie financieringsverschil 97 D.9 Toelichting op de resultatenrekening: wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (uit AWBZ/Zvw-zorg exclusief subsidies) 98 D.10 Toelichting op de resultatenrekening: niet gebudgetteerde zorgprestaties 99 D.11 Toelichting op de resultatenrekening: subsidies 99 D.12 Toelichting op de resultatenrekening: omzet DBC B-segment 100 D.13 Toelichting op de resultatenrekening: opbrengsten 100 D.14 Toelichting op de resultatenrekening: personeelskosten 101 D.15 Toelichting op de resultatenrekening: overige bedrijfskosten 101 D.16 Bevestiging 101
IV Achtergrondinformatie
102
E
103
Wijzigingen ten opzichte van verslagjaar 2011
4 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 5
Inleiding
6 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Dit jaardocument gaat over het verslagjaar 2012. Het omvat alle mogelijke verplichte verantwoordingsvragen voor ziekenhuizen. Ook dit jaar is gekozen voor sectorale jaardocumenten. Deze keuze is gemaakt omdat het jaardocument dusdanig veel verschillende verantwoordingsvragen bevat, die niet voor iedere instelling relevant zijn. In dit document treft u dan ook alleen de vragen aan die door ziekenhuizen ingevuld moeten worden. Wanneer u voor uw verantwoording gebruik maakt van het jaardocument, voldoet u met één document aan verschillende verslag- en verantwoordingsverplichtingen: • een jaarverslag en een jaarrekening volgens de eisen in het burgerlijk wetboek (boek 2, titel 9) • een kwaliteitsjaarverslag voor de inspectie voor de gezondheidszorg (Kwaliteitswet Zorginstellingen) • een openbaar verslag over de klachtenregeling en hoe is omgesprongen met de ingediende klachten (Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector) • een verslag over hoe is omgesprongen met medezeggenschap in uw instelling (Wet • Medezeggenschap Cliënten Zorgsector) • het opgeven van de beloning van uw bestuurders, voor zover deze boven de vastgestelde norm uitkomt (Wet Openbaarheid uit publieke middelen gefinancierde Topinkomens) • het verstrekken van gegevens aan het CBS over de door u geleverde WTZi-zorg (Wet op het CBS) Wanneer u vorig jaar al gebruik gemaakt heeft van de mogelijkheid om u te verantwoorden over de geleverde zorg, zult u merken dat de gevraagde gegevensset grotendeels gelijk is gebleven. In onderdeel E zijn de wijzigingen ten opzichte van het vorig jaar overzichtelijk weergegeven. Het jaardocument 2012 is vastgesteld door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) op grond van de Regeling Verslaggeving WTZi. Met ingang van verslagjaar 2007 zijn alle zorgaanbieders die onder de reikwijdte van deze regeling vallen, verplicht om het jaardocument te gebruiken voor hun jaarverantwoording. De gegevens uit het jaardocument worden verzameld, beheerd en uitgeleverd door het CIBG, een agentschap van het Ministerie van VWS. Het jaardocument dient ingevuld te zijn vóór 1 juni 2013.
Wat is het jaardocument? Het jaardocument is een vragenset aan de hand waarvan zorgaanbieders zich verantwoorden over hun prestaties in het verslagjaar. Met het jaardocument zijn vroegere verplichte verantwoordingsdocumenten vervallen, waardoor de administratieve lasten zijn verlicht. Uitgangspunt van het jaardocument is: éénmaal aanleveren, meermalen gebruiken. Daarmee wordt bedoeld dat het jaardocument gebruikt kan worden voor de verantwoording aan meerdere belanghebbenden. Denk aan interne belanghebbenden zoals de patiënten/cliëntenraad of ondernemingsraad, en aan externe belanghebbenden zoals de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), zorgverzekeraars, het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Ministerie van VWS. Meer dan twintig partijen, waaronder de brancheorganisaties van zorgaanbieders, zijn betrokken bij het jaardocument en willen zoveel mogelijk via het jaardocument in hun informatiebehoefte voorzien. Het jaardocument bevat verantwoording over belangrijke onderwerpen als kwaliteit, goed bestuur, financiële prestaties, productie en personeel. Partijen werken eraan om in de komende jaren nog meer verantwoordingsdocumenten overbodig te maken en op die manier de administratieve lasten verder te beperken. Het jaardocument vraagt gegevens die op grond van een wettelijke verplichting moeten worden aangeleverd. Daarnaast zijn een aantal duidelijk onderscheiden vragen toegevoegd die instellingen vrijwillig kunnen beantwoorden. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 7
Het jaardocument heeft drie functies. In de eerste plaats voldoet u door gebruik van het document aan jaarlijkse verantwoordingsverplichtingen. De tweede functie is die van de maatschappelijke verantwoording. U kunt met het jaardocument de buitenwereld een integraal beeld geven van uw organisatie. De derde functie is het bevorderen van transparantie van de zorgsector. Een belangrijk adres: www.jaarverslagenzorg.nl, een website van het CIBG. Hier vindt u alle informatie over het jaardocument. U kunt er ook jaardocumenten van voorgaande jaren inzien. Via de website kunt u ook de helpdesk bereiken.
Voor wie geldt het jaardocument? Niet iedere zorginstelling in Nederland hoeft zich te verantwoorden met het jaardocument maatschappelijke verantwoording. In de WTZi, het Uitvoeringsbesluit WTZi, de Regeling Verslaggeving WTZi en de handleiding planning & control van DJI van het Ministerie van Veiligheid en Justitie is aangegeven wie zich moeten verantwoorden. Instellingen die de volgende categorieën van zorg leveren waarop aanspraak bestaat op grond van artikel 6 van de AWBZ of op grond van artikel 1 van de zorgverzekeringswet moeten zich verantwoorden met het jaardocument (artikel 2.1, lid 5 Uitvoeringsbesluit WTZi): • medisch specialistische zorg • persoonlijke verzorging • verpleging • begeleiding • behandeling • kraamzorg* Daarnaast heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie vastgelegd dat ook instellingen die forensische zorg leveren zich moeten verantwoorden met het jaardocument (Hoofdstuk 7.3, Handleiding inkoop overige forensische zorg 2012).
Waaruit bestaat het jaardocument? Er zijn drie onderdelen van het jaardocument die u dient aan te leveren aan het CIBG: • het maatschappelijk verslag; • de jaarrekening; • de kwantitatieve gegevens. Het maatschappelijk verslag is een document waarin u, in uw eigen woorden, verslag doet over het afgelopen jaar. Het jaardocument schrijft voor aan welke onderwerpen u aandacht dient te besteden. Inhoud, vorm en lay-out zijn verder vrij. De inhoudsopgave is gebaseerd op het Global Reporting Initiative, een wereldwijd gebruikt raamwerk binnen en buiten de zorg. Het maatschappelijk verslag vervangt – samen met de verderop te noemen kwantitatieve gegevens - onder meer het vroegere kwaliteitsjaarverslag, het sociaal jaarverslag en het bestuursverslag bij de jaarrekening. U stuurt het maatschappelijk verslag naar het CIBG, als worddocument of pdf; daarna wordt het op de website geplaatst en is het openbaar. * Met de sector kraamzorg is afgesproken dat de jaarverantwoording wordt gedaan via digiMV zoals dat ook het geval is in andere sectoren. De kraamzorginstellingen zijn niet verplicht tot deze jaarverantwoording, met uitzondering van de Kwaliteitsparagraaf (onderdeel C). Van belang daarbij is wel dat een kraamzorginstelling die geen gegevens in digiMV aanlevert alsnog in een aparte enquête van het CBS bevraagd zal worden over balans, verlies- en winstrekening en personeelsinzet. Deze enquête is wel verplicht op grond van de Wet op het Centraal Bureau voor de Statistiek. 8 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De jaarrekening levert u digitaal aan en deponeert u in pdf. De variabelen die u in de jaarrekening opneemt moeten aansluiten bij de meest recente modeljaarrekeningen, zoals uitgelegd op de site www.jaarverslagenzorg.nl. De jaarrekening wordt met de accountantsverklaring op de website gezet en is openbaar. De kwantitatieve gegevens levert u aan via de webapplicatie DigiMV. U ontvangt van het CIBG een inlogcode. In DigiMV wordt ook een aantal hoofdposten uit de jaarrekeningen opgevraagd. Een aantal gegevens, met name de prestatie/kwaliteitsindicatoren, wordt op een andere manier verzameld en daarna overgezet naar DigiMV. Meer informatie vindt u op de website. De gegevens die u in DigiMV invoert, worden in een databank opgeslagen. Vanuit deze databank krijgen de instanties aan wie u verantwoording moet afleggen, hun gegevens automatisch aangeleverd. De meeste gegevens zijn openbaar. Uitgezonderd van openbaarheid zijn nadere gegevens over personeel en gegevens over uitbesteding en onderaanneming. Verder biedt het jaardocument de mogelijkheid om u te verantwoorden over enkele activiteiten die niet onder de Regeling Verslaggeving WTZi vallen. Als u besluit van deze mogelijkheden gebruik te maken, zijn de aangeleverde gegevens openbaar. Deze vrijwillig in te vullen gegevens zijn herkenbaar aan de paarse kleur. Naast de maatschappelijke verantwoording dient u zich bij de NZa te verantwoorden over het wettelijk budget aanvaardbare kosten (de nacalculatie). Dit betreft voor een deel informatie die ook in het jaardocument wordt uitgevraagd, zij het soms op een meer gedetailleerd niveau. De informatie die in het kader van de nacalculatie wordt uitgevraagd, kunt u vinden op www.jaarverslagenzorg.nl. De handleiding bevat naast de in te vullen onderdelen van het jaardocument een overzicht van de belangrijkste wijzigingen van het jaardocument 2011 ten opzichte van het jaardocument 2010. De branchespecifieke gegevens zijn geen onderdeel van het jaardocument, maar zijn wel aan te leveren via DigiMV. Dit zijn gegevens die de brancheorganisaties van hun leden vragen. De levering is niet wettelijk verplicht, maar de brancheorganisaties hebben de gegevens nodig voor de uitoefening van hun taken. Wij verzoeken u dan ook met klem deze aan te leveren. Over de openbaarheid van deze gegevens beslissen de brancheorganisaties, maar herleidbaarheid tot individuele instellingen wordt in alle gevallen voorkomen. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie is aangesloten bij het jaardocument. Het gaat dan om de jaarverantwoording van instellingen bij wie het ministerie zorg inkoopt. Deze module is geïntegreerd in dit jaardocument. Hetzelfde geldt voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het gaat hier om de jaarverantwoording van gehandicaptenzorginstellingen die door het ministerie bekostigd onderwijs leveren aan hun patiënten/cliënten. Deze module is geïntegreerd in dit jaardocument. Voor gehandicaptenzorginstellingen die zowel zorg als onderwijs bieden, maar waarvoor de onderwijsfunctie het grootste bedrijfsonderdeel is, gelden de inrichtingsvereisten van OCW. Het niveau van verantwoording U verantwoordt zich in principe op het niveau van het concern, het hoogste organisatorische niveau. In het jaardocument is een concern gedefinieerd als de houder van de rechtspersoon die verantwoording aflegt. Een concern kan een grote maar ook een kleine organisatie zijn. Als dat wettelijk verplicht is, of als de situatie in onderdelen van uw concern duidelijk afwijkt van die in andere onderdelen, geeft u informatie op lagere organisatorische niveaus. In het jaardocument wordt dit aangegeven.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 9
I Maatschappelijk verslag
10 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
In dit gedeelte van het jaardocument vindt u een inhoudsopgave voor het maatschappelijk verslag. De inhoudsopgave bevat onderwerpen waarover u verplicht bent verantwoording af te leggen. De wijze waarop en de volgorde waarin u de onderwerpen behandelt, zijn vrij. Wel moeten de onderwerpen herkenbaar blijven, zodat nagegaan kan worden of u aan de verantwoordingsverplichtingen hebt voldaan. Wanneer u in het maatschappelijk verslag kwantitatieve gegevens wilt opnemen die u via DigiMV hebt ingevoerd, dan kunt u de tabellen in het maatschappelijk verslag kopiëren. In DigiMV wordt beschreven hoe u dan te werk moet gaan. In onderdeel F van het Jaardocument voor alle sectoren vindt u een toelichting met daarin relevante teksten uit wet- en regelgeving, begripsomschrijvingen en een afkortingenlijst.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 11
1 Uitgangspunten van de verslaggeving In dit eerste hoofdstuk van het maatschappelijk verslag geeft u een korte toelichting op de uitgangspunten die u heeft gehanteerd bij het opstellen van het jaardocument. Bijvoorbeeld: Over welk concern gaat het verslag precies (bijvoorbeeld in geval van fusie), hoe beschrijft u het afgelopen jaar, geeft u in het verslag ook informatie over activiteiten van andere organisaties?
12 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
2 Profiel van de organisatie Alle informatie in hoofdstuk 2 levert u aan op concernniveau
2.1 Algemene identificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer KvK nummer (Kamer van Koophandel) E-mailadres Internetpagina
Deze gegevens vult u ook in in DigiMV. U kunt de ingevulde tabel uit DigiMV kopiëren. Ook voor elke stichting en vennootschap die tot het concern behoort, dient in DigiMV de naam en het identificatienummer bij de Kamer van Koophandel te worden opgegeven.
2.2 Structuur van het concern Beschrijf de structuur van uw concern: • de juridische structuur: wat is de rechtsvorm, welke rechtspersonen vallen onder het concern? • de organisatorische structuur: neem een organigram op; • het interne toezicht: wat zijn de afspraken tussen de dagelijkse leiding en het toezichthoudend orgaan; • de segmentering, indien u deze in de jaarrekening toepast; • de toelating(en) waarover uw concern beschikt; • de medezeggenschapsstructuur op hoofdlijnen (medewerkers en patiënten/cliënten).
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 13
2.3 Kerngegevens 2.3.1 Kernactiviteiten en nadere typering Typeer uw concern door aan te geven welk type zorg u verleent en aan wie: denk hierbij aan specialismen, AWBZ-functies, kraamzorg en doelgroepen. In DigiMV wordt deze nadere typering in tabelvorm gevraagd. U kunt hier dus volstaan met de hoofdlijnen. Als u dat wilt, kunt u de betreffende tabellen uit DigiMV hier kopiëren. Benoem eventuele privaat gefinancierde activiteiten.
2.3.2 Patiënten/cliënten, capaciteit, productie, personeel en opbrengsten Geef informatie op hoofdlijnen over de aantallen patiënten/cliënten, de capaciteit, de productie, het personeel en de opbrengsten. In DigiMV worden deze gegevens in tabelvorm gevraagd. U kunt hier dus volstaan met de hoofdlijnen. Als u dat wilt, kunt u de betreffende tabellen uit DigiMV hier kopiëren.
2.3.3 Werkgebieden Geef een beschrijving van het werkgebied waar het concern zich op richt.
14 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
2.4 Samenwerkingsrelaties Het gaat in deze paragraaf alleen om partijen met wie het concern voor zijn kernactiviteiten een specifieke relatie is aangegaan, bijvoorbeeld in de vorm van een overeenkomst, een convenant of andere afspraken. Geef een overzicht van deze samenwerkingsrelaties en de relatie tussen hen en uw concern. Voorbeelden van ‘samenwerkingsrelaties’ zijn samenwerkingspartners, onderaannemers, patiënten- cliëntenorganisaties, overheden, toezichthouders, zorgverzekeraars en kapitaalverschaffers. Nb. De meer algemene activiteiten van het concern in het kader van het maatschappelijk ondernemen – niet specifiek op één of meer stakeholders gericht – komen in hoofdstuk 4 in de paragraaf Samenleving aan de orde.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 15
3 Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap U geeft de informatie in dit hoofdstuk op concernniveau, tenzij de situatie in onderscheiden onderdelen van het concern (organisatorische eenheden, instellingen of segmenten) afwijkt van die op concernniveau.
3.1 Normen voor goed bestuur Beschrijf nauwkeurig in hoeverre u de principes van de zorgbrede governancecode toepast. Indien u bepaalde principes niet toepast geeft u de motivering voor die afwijking (‘pas toe of leg uit’). Indien de Zorgbrede Governancecode in zijn geheel niet wordt toegepast, licht dan toe waarom de code niet wordt toegepast. Geef aan welke governancecode wel wordt gehanteerd. Licht conform de normen van de gehanteerde code, de naleving hiervan toe. Heeft uw instelling een klokkenluidersregeling opgesteld?
3.2 Raad van Bestuur / Directie In DigiMV wordt gevraagd naar: • het al of niet voldoen aan de wettelijke transparantie-eisen voor de bestuursstructuur; • kwantitatieve gegevens over de bezoldiging van bestuurders en de toepassing van de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT). Beschrijf naast deze gegevens de samenstelling van de dagelijkse leiding. Dit is meestal een Raad van Bestuur of een directie. Geef bij een meervoudige Raad van Bestuur/Directie aan welke bestuurder welke portefeuilles of aandachtsgebieden heeft. Geef per bestuurder zijn/haar nevenfuncties weer. Geef aan hoe wordt toegezien op het voorkomen van mogelijke belangenverstrengeling en welke maatregelen zijn genomen om dit te voorkomen.
16 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Licht toe welk beleid voor bezoldiging van de bestuurders wordt gehanteerd en hoe dit beleid in het verslagjaar in de praktijk is geregeld. Concrete cijfers inzake bezoldiging worden in DigiMV opgevraagd. Beschrijf de afspraken tussen bestuur en toezichthoudend orgaan (informatieprotocol Raad van Bestuur - Raad van Toezicht)
3.3 Toezichthouders (Raad van Toezicht/Raad van Commissarissen/Raad van Beheer) In DigiMV wordt gevraagd naar: • de samenstelling van de raad, met per lid vermelding van de hoofd- en nevenfuncties, datum eerste benoeming en benoemingstermijn; • kwantitatieve gegevens over de bezoldiging van toezichthouders en de toepassing van de WOPT. Beschrijf naast deze gegevens hoe het toezichthoudende orgaan zijn taak heeft uitgeoefend. Geef minstens aan: • hoe het toezichthoudende orgaan toezicht houdt op de strategie en prestaties van de organisatie en de interne beheersings- en controlesystemen en welke aspecten daarbij bijzondere aandacht hebben; • indien een nieuw lid/nieuwe leden is/zijn geworven: hoe de werving, selectie en benoeming hebben plaatsgevonden; • hoe het toezichthoudend orgaan voldoende deskundigheid en de verdere ontwikkeling daarvan heeft gewaarborgd; • of er van uw raad van toezicht ten minste één lid beschikt over voor de zorgorganisatie relevante kennis en ervaring in de zorg; • de besluiten van het bestuur waaraan de raad zijn goedkeuring heeft verleend; • welke werkzaamheden het toezichthoudende orgaan en de door dit orgaan ingestelde commissies op hoofdlijnen hebben uitgevoerd; • welke commissies zijn ingesteld (zoals een auditcommissie en een commissie voor de beloning van de bestuurders), hoe deze commissies zijn samengesteld en wat hun taken zijn; • hoe is geborgd dat de leden van het toezichthoudend orgaan onafhankelijk zijn; • welk beleid het concern voert over de bezoldiging van toezichthouders en de manier waarop dit beleid in het verslagjaar in de praktijk is gebracht; • of en hoe de raad het bestuur/de bestuurders beoordeelt; • of en hoe de raad zijn eigen functioneren evalueert; • hoeveel vergaderingen in het verslagjaar zijn gehouden en hoe vaak het bestuur aanwezig was bij deze vergaderingen; • hoe het overleg met de externe accountant is ingericht; • de informatiebronnen die het toezichthoudend orgaan heeft gehanteerd. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 17
Als in uw organisatie geen Raad van Toezicht of Raad van Commissarissen functioneert, bijvoorbeeld vanwege de geringe omvang van uw organisatie, of omdat de rechtsvorm een b.v. is geeft u dan in elk geval aan of en zo ja hoe het toezicht op bestuur/directie of hoogste manager van uw organisatie is geregeld (anders dan via de IGZ). Bijvoorbeeld door de taakverdeling te beschrijven tussen de dagelijkse leiding en een Raad van Beheer. Het jaarverslag van het toezichthoudend orgaan moet aan het maatschappelijk verslag worden toegevoegd of daarin afzonderlijk herkenbaar worden opgenomen.
3.4 Bedrijfsvoering In DigiMV wordt gevraagd naar het al of niet voldoen aan de wettelijke transparantie-eisen voor de bedrijfsvoering. Beschrijf naast deze gegevens voor welke risico’s, kansen en onzekerheden uw concern zich geplaatst ziet en welke maatregelen u hebt genomen om risico’s te beheersen. Beschrijf op welke wijze u uw activiteiten bewaakt en verantwoordt. Beschrijf interne risicobeheersings- en controlesystemen. Beschrijf tenslotte welke belangrijke wijzigingen zich in de bedrijfsvoering hebben voorgedaan en geef aan hoe u die met het toezichthoudend orgaan hebt gecommuniceerd.
18 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
3.5 Cliëntenraad Beschrijf in deze paragraaf welke structuur de medezeggenschap van patiënten/cliënten heeft. Geef daarnaast aan: • hoe de cliëntenraad/raden wordt/worden ondersteund in financiële, personele of andere zin; • welke adviezen door de cliëntenraad/raden gevraagd of ongevraagd zijn uitgebracht en welke beleidsissues met de cliëntenraad/raden zijn besproken; • beschrijf hoe de adviezen en opmerkingen uw beleid hebben beïnvloed of de maatregelen waartoe de adviezen hebben geleid; • vermeld of uw concern zelf een commissie van vertrouwenslieden heeft ingesteld, dan wel zich heeft aangesloten bij een landelijke commissie. Als uw organisatie geen cliëntenraad heeft, bijvoorbeeld vanwege de geringe omvang van uw organisatie, geeft u dan in elk geval aan of en zo ja hoe de medezeggenschap van cliënten in uw organisatie is geregeld. In afwachting van nieuwe regelgeving op dit punt is het ministerie geïnteresseerd in de wijze waarop de medezeggenschap op dit moment is vormgegeven.
3.6 Ondernemingsraad Wanneer u dat wilt, kunt u in deze paragraaf ook meer gedetailleerde informatie over de ondernemingsraad opnemen, bijvoorbeeld over de manier waarop u met de uitgebrachte adviezen bent omgegaan.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 19
4 Beleid, inspanningen en prestaties Het gaat in dit hoofdstuk om de cyclus van: • beleid en doelstellingen; • inspanningen; • geleverde prestaties; • vergelijking van prestaties en doelstellingen (wat is wel behaald en wat niet), vergelijking van prestaties met die van voorgaande jaren; • evaluatie en zo nodig bijstelling van doelstellingen en beleid. Beschrijf deze cyclus voor elk gevraagd onderwerp. Geef zo mogelijk concrete prestatie-/ kwaliteitsindicatoren aan. Gebruik daarbij de indicatoren die in DigiMV worden uitgevraagd. U verstrekt de gevraagde informatie op concernniveau, tenzij de situatie in onderscheiden onderdelen van het concern (organisatorische eenheden, instellingen of segmenten) afwijkt van die op concernniveau.
4.1 Meerjarenbeleid Beschrijf uw langetermijnbeleid. Dat wil zeggen: geef aan wat uw missie en toekomstvisie zijn, wat uw beleidsuitgangspunten zijn en met welke maatregelen u wilt inspelen op verwachte kansen, bedreigingen en veranderingen.
20 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
4.2 Algemeen beleid verslagjaar Beschrijf welke onderdelen van het meerjarenbeleid in het verslagjaar 2012 expliciet aan de orde zijn gekomen en welk beleid u voor 2012 op deze onderdelen hebt geformuleerd. Beschrijf inspanningen en prestaties. Verderop in dit hoofdstuk worden het kwaliteitsbeleid, het personeelsbeleid en de relatie met de samenleving nog afzonderlijk belicht. In deze paragraaf kunt u daarom denken aan onderwerpen als bouwactiviteiten, extramuralisering, ICT-ontwikkelingen, innovaties, fusieactiviteiten of reorganisaties. Universitair Medische Centra (UMC’s) en het Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis gaan in op opleiding, onderzoek en topreferente zorg. In DigiMV worden kwantitatieve gegevens daarover opgevraagd. In dit maatschappelijk verslag benoemt u speerpunten van uw opleidings- en onderzoeksbeleid en voorbeelden van topreferente zorg of specifieke technologieën.
4.3 Algemeen kwaliteitsbeleid Met de term algemeen kwaliteitsbeleid wordt gedoeld op beleid dat de gehele organisatie betreft en dus niet specifiek is gericht op patiënten/cliënten of medewerkers (dit beleid komt verderop aan de orde). Beschrijf beleid, inspanningen en prestaties ten aanzien van bijvoorbeeld: • het gehanteerde kwaliteitsmanagementsysteem; • kwaliteit van informatie en registratie, gegevensbeveiliging; • kwaliteit van gebouwen; • brandveiligheid. In DigiMV wordt gevraagd naar kwaliteitscertificaten, -labels of accreditaties.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 21
4.4 Kwaliteitsbeleid ten aanzien van patiënten/ cliënten 4.4.1 Kwaliteit van zorg Sinds enige jaren werken de verschillende sectoren in de zorg aan het inzichtelijk maken van de kwaliteit van de geleverde zorg. Patiënten/cliënten, toezichthouders, zorgaanbieders, beroepsbeoefenaren, verzekeraars en VWS ontwikkelen gezamenlijk prestatie/kwaliteitsindicatoren. Het streven is om voor alle sectoren te beschikken over valide, betrouwbare, vergelijkbare en openbaar te publiceren informatie over de kwaliteit van zorg. Daarbij hanteert elke sector op grond van zijn specifieke kenmerken andere indicatoren, maar in de systematiek zijn er grote overeenkomsten. Kwaliteitsinformatie op basis van klantenervaringen zijn geënt op de systematiek van de CQ index, een goed gevalideerde methode voor het meten van klantervaringen. De zorginhoudelijke indicatoren omvatten bij voorkeur uitkomstindicatoren. Hiermee worden o.a. de veiligheid, de effectiviteit, de tijdigheid van de zorg en de kwaliteit van leven inzichtelijk gemaakt. Er wordt in stuurgroepen per sector vastgesteld welke indicatoren er gemeten moeten worden. De stand van zaken per sector is: • UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen meten hun prestaties met de basisset prestatie/ kwaliteitsindicatoren 2012 en de aanvullende indicatoren uit het programma Zichtbare Zorg. Omdat in alle sectoren de kwaliteitsinformatie nog in ontwikkeling is, kunnen er nog wijzigingen in dit onderdeel optreden. Kwaliteitsgegevens worden op separate wijze aangeleverd via www.zichtbarezorg.nl. Informatie over indieningstermijnen, schoningsprocedures, en casemixcorrecties kunt u vinden op de website www.zichtbarezorg.nl. Deze gegevens worden doorgeleverd aan DigiMV om uw administratieve lasten zo veel mogelijk te beperken. Vervolgens hoeft u in DigiMV de gegevens slechts te accorderen. Geef hier een toelichting op de uitkomsten. Welke verbeteringen heeft u doorgevoerd. Welke verbeteringen gaat u doorvoeren? Vermeld op welke wijze u zorgverleners en cliëntenraad hierbij heeft betrokken? Op welke wijze gaat u evalueren?
U heeft door deze indicatoren in te vullen verantwoording afgelegd over de kwaliteit van de geleverde prestaties. In het maatschappelijk verslag licht u de vergelijking van doelstellingen, beleid en inspanningen -inclusief een vergelijking van de kwaliteitsprestaties met die van het vorige verslagjaartoe.
22 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
4.4.2 Klachten In DigiMV worden kwantitatieve gegevens gevraagd, zoals het aantal ingediende en gegrond verklaarde klachten. Geef in deze paragraaf aan hoe u de klachtenregeling hebt vormgegeven en onder de aandacht van patiënten/cliënten hebt gebracht. Beschrijf de samenstelling van de klachtencommissie, de werkwijze, de strekking van de oordelen en adviezen en de maatregelen die u naar aanleiding daarvan hebt getroffen.
4.5 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers De verantwoording over kwaliteit voor medewerkers omvat het personeelsbeleid en de kwaliteit van het werk.
4.5.1 Personeelsbeleid In DigiMV worden gegevens over personeelsformatie en –kosten opgevraagd en gegevens over verloop, verzuim en vacatures. Beschrijf daarnaast uw doelstellingen, inspanningen en gerealiseerde prestaties voor het personeelsbeleid. Geef aan in hoeverre gestelde doelen zijn gerealiseerd en op welke punten het beleid is bijgesteld. Beschrijf hoe de prestaties zich verhouden tot de prestaties van het voorgaande jaar. Denk bijvoorbeeld aan werving/selectie, scholingsbeleid, verzuimbeleid en beleid gericht op duurzame inzetbaarheid.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 23
4.5.2 Kwaliteit van het werk Beschrijf uw doelstellingen, inspanningen en gerealiseerde prestaties voor de kwaliteit van het werk. Geef aan in hoeverre gestelde doelen zijn gerealiseerd en op welke punten het beleid is bijgesteld. Besteed aandacht aan hoe u met resultaten van een medewerkerraadpleging bent omgegaan. Beschrijf hoe de prestaties zich verhouden tot de prestaties van vorig jaar. Denk aan aspecten als werkdruk en naleving van de Arbowet.
4.6 Samenleving en belanghebbenden Het gaat hier om de algemene activiteiten van het concern in het kader van het maatschappelijk ondernemen. Beschrijf doelstellingen, beleid, inspanningen en prestaties. Denk aan aspecten als: • sponsoring van maatschappelijke doelen; • economische meerwaarde voor de samenleving; • milieubeleid; • deelnemen aan activiteiten in de omgeving; • hoe uw instelling de informatie aan en raadpleging van belanghebbenden of hun vertegenwoordiging heeft georganiseerd.
Concerns waarop paragraaf 3.1.1. van de Bijlage bij de Regeling tot vaststelling beleidsregels WTZi van toepassing is (basisziekenhuizen, topklinische ziekenhuizen, academische ziekenhuizen en GGZ-instellingen met crisisfunctie) beschrijven in deze paragraaf hoe zij de afspraken die zij in het door het traumacentrum geïnitieerde regionale overleg hebben gemaakt, over de borging van spreiding en bereikbaarheid van acute zorg, hebben ingevuld. Concerns waarop paragraaf 4.1.1. van de Bijlage bij de Regeling tot vaststelling beleidsregels WTZi van toepassing is (basisziekenhuizen, topklinische ziekenhuizen en academische ziekenhuizen) beschrijven in deze paragraaf hoe zij hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de voorbereiding op rampen en crises in de regio hebben ingevuld.
24 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Traumacentra beschrijven hier hoe de OTO-middelen zijn besteed die zij hebben ontvangen voor hun coördinerende taak bij de voorbereiding op rampen en crises in hun regio.
4.7 Financieel beleid In DigiMV wordt gevraagd naar resultaatratio’s, de bezoldiging van bestuurders en toezichthouders en gegevens in het kader van de WOPT. Verder maakt ook de jaarrekening deel uit van het jaardocument. Beschrijf daarnaast uw financieel beleid, inspanningen en prestaties. De informatie in DigiMV, de jaarrekening en deze paragraaf dienen samen te voldoen aan de in het Burgerlijk Wetboek gestelde eisen ten aanzien van de onderwerpen waaraan aandacht moet worden besteed: • de gang van zaken tijdens het boekjaar en toestand per balansdatum; • de behaalde omzet en resultaten (jaarrekening); • de financiële positie (solvabiliteit en liquiditeit, in DigiMV); • de kasstromen en financieringsbehoeften; • activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling; • gebeurtenissen na balansdatum; • de verwachte gang van zaken, waaronder: • investeringen waartoe het bestuur heeft besloten; • toekomstige financieringsbehoefte en de wijze waarop hierin zal worden voorzien; • de personeelsbezetting; • omstandigheden waarvan de ontwikkeling van de opbrengsten afhankelijk is. In de jaarrekening neemt u een resultatenrekening op met een gedeelde resultatenrekening voor elk van de bedrijfsonderdelen van het concern. Daarnaast dient ook het financieel beleid per afzonderlijk onderdeel te worden weergegeven. Als het beleid per onderdeel niet verschilt, geeft u een beschrijving op concernniveau en vermeldt u waarom het beleid niet per onderdeel wordt beschreven.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 25
II Jaarrekening
26 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De jaarrekening moet voldoen aan richtlijn 655 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening kunt u opstellen met behulp van de modeljaarrekeningen op www.jaarverslagenzorg.nl. Deze voldoet aan de geldende richtlijnen. In DigiMV wordt ook een aantal hoofdposten uit de jaarrekeningen opgevraagd.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 27
III DigiMV
28 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
DigiMV is het deel van het jaardocument dat kwantitatieve/feitelijke gegevens bevat, die zich lenen voor aanlevering in tabelvorm. DigiMV is ook de naam van de invoertool die u voor de aanlevering gebruikt. Het aanleveren van de DigiMV-gegevens uit het jaardocument is verplicht, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld. DigiMV kunt u daarnaast gebruiken voor de verantwoording van hulp bij het huishouden en maatschappelijke opvang op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het aanleveren van deze gegevens is in het kader van het jaardocument niet verplicht; DigiMV is hier uitsluitend bedoeld om aanlevering te faciliteren indien u tot aanlevering besluit. DigiMV is ook beschikbaar voor het aanleveren van branchespecifieke gegevens. Dat zijn gegevens die de brancheorganisaties van zorgaanbieders vragen om hun belangenbehartigende taak beter te kunnen uitvoeren. Aanleveren van deze gegevens is niet verplicht, maar wel gewenst. U levert alleen aan de brancheorganisatie waarvan u lid bent. Alle gegevens uit DigiMV zijn openbaar met uitzondering van de tabel Personeelsformatie, de vragen over onderaanneming en eventuele gegevens over activiteiten die niet onder de Regeling verslaggeving WTZi vallen. Over de openbaarheid van de branchespecifieke gegevens beslissen de brancheorganisaties, maar bij openbaarmaking zijn deze niet tot individuele instellingen herleidbaar. Het maatschappelijk verslag, de jaarrekening en de gegevens uit DigiMV vormen samen de maatschappelijke verantwoording. Als u dit wilt, kunt u tabellen vanuit DigiMV kopiëren in het maatschappelijk verslag. Het jaardocument berust op de Regeling Verslaggeving WTZi. Sommige gegevens zullen echter altijd betrekking hebben op het gehele concern, ook als het zorg of diensten biedt die niet onder deze Regeling vallen. Voorbeelden zijn de governance-eisen en de financiële ratio’s. Andere gegevens hebben weer betrekking op specifieke onderdelen van het concern. Denk aan de prestatie/ kwaliteitsindicatoren van de IGZ, die expliciet worden opgevraagd voor de WTZi-zorg, vaak per organisatieonderdeel. Om misverstanden te voorkomen, is daarom steeds aangegeven op welk niveau de verantwoording wordt gevraagd.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 29
A DigiMV Profiel van de organisatie Gevraagd wordt naar de situatie per einde verslagjaar, tenzij anders aangegeven. Alle gegevens in hoofdstuk A worden op concernniveau aangeleverd, tenzij anders aangegeven.
A.1 Nadere typering van het concern (A 1.1. in het jaardocument voor alle sectoren)
A.1.1 Typering concern Deze tabel toont het keuzemenu dat u in DigiMV dient in te vullen. Het keuzemenu bepaalt welke tabellen u krijgt voorgelegd. Het is dus van groot belang het keuzemenu zorgvuldig in te vullen. Typering concern Typering
Ja/nee
Universitair Medisch Centrum Algemeen Ziekenhuis Categoraal Ziekenhuis Revalidatiecentrum Zelfstandig behandelcentrum
Indien UMC of ziekenhuis, revalidatiecentrum of ZBC:
vergunning of aanwijzing Wet bijzondere medische verrichtingen
Indien UMC of ziekenhuis: traumacentrum
Geestelijke gezondheidszorg Maatschappelijke opvang (MO) en vrouwenopvang (VO) Gehandicaptenzorg Indien gehandicaptenzorg: onderwijsinstelling vallend onder rechtspersoon die WTZi-zorg verleent Forensische zorg Verpleging, verzorging en thuiszorg
Indien VVT: jeugdgezondheidszorg
Kraamzorg Omvang concern kleiner dan 10 fte personeel
30 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
A.1.2 Nadere typering medisch specialistische instellingen, PAAZ en PUK (A 1.2. in het jaardocument voor alle sectoren) Nadere typering medisch specialistische instellingen Typering
Ja/nee
Universitair Medisch Centrum Algemeen Ziekenhuis Revalidatiecentrum Dialysecentrum Brandwondencentrum Astmacentrum Abortuskliniek Epilepsiecentrum Integraal Kankerinstituut Radiotherapeutisch centrum Traumacentrum Sanatorium Militair Ziekenhuis Zelfstandig Behandelcentrum (ZBC) Ziekenhuiszorg > 365 dagen PAAZ en PUK Overig
A.1.3 Bijzondere concernonderdelen (A 1.3. in het jaardocument voor alle sectoren) Bijzondere concernonderdelen Onderdeel
Ja/nee
Audiologisch Centrum Ambulancedienst en/of Centrale Post Ambulancevervoer (CPA) Trombosedienst Medisch laboratorium en/of huisartsenlaboratorium Erfelijkheidscentrum Apotheek Huisartsenpost Gezondheidscentrum
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 31
A.1.4 Specialismen medisch specialistische instellingen (A 1.4. in het jaardocument voor alle sectoren) Specialismen medisch specialistische instellingen Specialisme
Aanvinken
Anesthesiologie Cardiologie Cardio-thoracale chirurgie Dermatologie Heelkunde Interne geneeskunde Keel-, Neus en Oorheelkunde Kindergeneeskunde Klinische genetica Klinische geriatrie Longziekten en tuberculose Maag- darm, leverziekten Medische microbiologie Mondziekten en kaakchirurgie Neurochirurgie Neurologie Nucleaire geneeskunde Obstetrie en gynaecologie Oogheelkunde Orthopedie Pathologie Plastische chirurgie Psychiatrie Radiologie Radiotherapie Reumatologie Revalidatiegeneeskunde Urologie
A.1.5 Private zorg- of dienstverlening (A 1.10 in het jaardocument voor alle sectoren) Privaat gefinancierde zorg- of dienstverlening Ja/nee Hebt u in 2012 zorg of diensten verleend die zijn gefinancierd vanuit niet-publieke middelen?
32 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
A.1.6 Uitbestede zorg en zorg in onderaanneming (A 1.11 in het jaardocument voor alle sectoren) De gegevens uit onderstaande tabel over onderaanneming zijn niet openbaar. Doel van de gegevens is om uit te zoeken hoe een landelijke en niet tot individuele concerns herleidbare correctie voor dubbeltellingen kan worden aangebracht op landelijke totalen. De stuurgroep maatschappelijke verantwoording zal afspraken hierover vastleggen en publiceren op www.jaarverslagenzorg.nl. Uitbesteding en onderaanneming Onderaanneming
Antwoordcategorie
Hebt u in 2012 WTZi-zorgverlening uitbesteed aan een onderaannemer?
Ja/nee
Hoeveel kosten waren met deze uitbesteding gemoeid (betaling aan onderaannemers)?
Bedrag in euro’s
Aan welke zorgaanbieders hebt u zorg uitbesteed?
Tekstveld
Hebt u in 2012 WTZi-zorg verleend als onderaannemer?
Ja/nee
Hoeveel opbrengsten waren met deze uitbesteding gemoeid (betaling door
Bedrag in euro’s
hoofdaannemer)? Voor welke zorgaanbieders hebt u zorg in onderaanneming verleend?
Tekstveld
Hoe ziet u toe op de kwaliteit van de uitbestede zorg, zoals die door de door u genoemde
Tekstveld
onderaannemers is geleverd? KvK nummer van de hoofd- of onderaannemer
Tekstveld + nummers
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 33
A.2 Kerngegevens: productie, personeel en opbrengsten De kerngegevens omvatten productie, personeel en opbrengsten. De vragen zijn toegespitst op zorg die valt onder de Regeling Verslaggeving WTZi, per zorgsector. Als u zorg verleent in meerdere sectoren, krijgt u meerdere tabellen voorgelegd. De bedoeling is dat u de personeelsleden en opbrengsten vermeldt die op deze zorg betrekking hebben. Het totale aantal personeelsleden en de totale opbrengsten van uw concern komen in de personeelstabel A.4 respectievelijk de jaarrekening naar voren.
A.2.1 Bedrijfsopbrengsten naar financieringsvorm (A.2.1 in het jaardocument voor alle sectoren)
Totaal
Overige financiers 2)
Andere Overheden 1)
Min. OCW
Min. VenJ
Gemeenten (incl. Wmo)
PGB’s
Zvw en AWBZ: niet-gebudgetteerde zorg en subsidies 3)
AWBZ-budget (excl. subsidies en PGB’s)
Zvw-budget (excl. subsidies)
Bedrijfsopbrengsten naar financiersvorm
Zorgtype (en overige activiteiten)
Ziekenhuiszorg in:
· A lgemene ziekenhuizen
· Revalidatiecentra
· UMC’s (excl. PUK)
· PAAZ`en en PUK`en
· Categorale ziekenhuizen
· Zelfstandige behandelcentra
Overige curatieve zorg in:
· Integrale kankercentra
· L aboratoria, Bloedbanken,
· Astmacentra
· Audiologische centra
· Dialysecentra
· C entra voor
· Radiotherapeutische centra
· A mbulancediensten en
· Abortusklinieken
· Huisartsenposten
· Apotheken
Geestelijke gezondheidszorg (incl.
(excl. PAAZ)
Trombosediensten
erfelijkheidsonderzoek
Centrale Posten
forensische zorg) Gehandicaptenzorg (incl. forensische zorg)
34 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kraamzorg
Hulp bij het huishouden (HH)
Jeugdgezondheidszorg (JGZ)
Jeugdzorg (jeugd en opvoedhulp)
Maatschappelijke en
Kinderopvang
Welzijnswerk
Overige activiteiten
Totaal volgens jaarrekening
Verpleging, verzorging en thuiszorg (excl. HH, JGZ, kraamzorg)
vrouwenopvang (incl. forensische zorg)
1) Andere overheden: min. VWS, overig rijk (geen VenJ, OCW), provincies. 2) Overige financiers omvat: aanvullende zorgverzekeringen, eigen betalingen cliënten, instellingen en bedrijven. 3) Inclusief omzet DBC B-segment en opbrengsten kraamzorg
A.2.2 Productie en personeel UMC’s, ziekenhuizen en ZBC’s (exclusief revalidatiecentra en traumacentra, exclusief PAAZ en PUK) (A.2.2 in het jaardocument voor alle sectoren) Kerngegevens UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen en ZBC’s; exclusief revalidatiecentra en traumacentra Kerngegevens
Antwoordcategorie
Capaciteit
Aantal
Aantal beschikbare bedden/plaatsen voor klinische capaciteit en dag/ deeltijdbehandeling per einde verslagjaar Waarvan bedden/plaatsen voor dag/deeltijdbehandeling Waarvan wiegen voor gezonde zuigelingen Productie
Aantal
Aantal in verslagjaar geopende DOT zorgproducten (ontleend aan ziekenhuisinformatiesysteem, niet uit het DOT Informatie Systeem ) Waarvan medisch specialistische zorg, uitgesplitst in:
Aantal in A-segment (tarieven Nza)
Aantal in B-segment (vrije prijzen)
Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s ( (d.w.z. DBC-subtrajecten + DOT zorgproducten; ontleend aan ziekenhuisinformatiesysteem, niet uit DIS) Waarvan medisch specialistische zorg, uitgesplitst in:
Aantal in A-segment (tarieven Nederlandse Zorgautoriteit (Nza)
Aantal in B-segment (vrije prijzen)
Aantal in verslagjaar aan verzekeraar in rekening gebrachte overige en ondersteunende producten – O(V)P’s –, waaronder verrichtingen op verzoek van de eerste lijn Aantal in verslagjaar aan verzekeraar in rekening gebrachte overige trajecten en verrichtingen Aantal in verslagjaar uitgevoerde operatieve verrichtingen in curatieve zorg (= som van zorgactiviteiten in DBC-zorgactiviteitentabel behorend tot zorgprofielklasse operatieve verrichtingen; ontleend aan ziekenhuisinformatiesysteem, niet uit DIS)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 35
Aantal klinische opnamen exclusief interne overnamen in verslagjaar Aantal patiënten/cliënten met minimaal één afgesloten DBC/DOT – zorgproduct in verslagjaar Waarvan medisch specialistische zorg, uitgesplitst in:
Aantal in A-segment (tarieven Nza)
Aantal in B-segment (vrije prijzen)
Aantal eerste polikliniekbezoeken in verslagjaar Aantal overige polikliniekbezoeken in verslagjaar Aantal dagverplegingsdagen (normaal en zwaar) of deeltijdbehandelingen in verslagjaar Aantal klinische verpleegdagen in verslagjaar (inclusief verkeerde bed) Waarvan verkeerde-bed-dagen Aantal beschikbare operatiekamers Personeel
Aantal
Aantal personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten per einde verslagjaar Aantal FTE personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten per einde verslagjaar Aantal medisch specialisten loondienst Aantal medisch specialisten inhuur Aantal medisch specialisten vrij beroep Aantal FTE medisch specialisten loondienst Aantal FTE medisch specialisten inhuur Aantal FTE medisch specialisten vrij beroep Innovatie
Percentage van de bedrijfsopbrengsten
Bestedingen aan innovatie
A.2.3 Productie en personeel PAAZ en PUK (A.2.3. in het jaardocument voor alle sectoren) Kerngegevens PAAZ/PUK
Aantal/bedrag
Totaal aantal patiënten/cliënten waaraan ggz wordt verleend
Aantal
Aantal patiënten in zorg op 1 januari van verslagjaar (a) Aantal nieuw ingeschreven patiënten in verslagjaar (b) Totaal aantal patiënten in zorg in verslagjaar (c=a+b) Aantal uitgeschreven patiënten in verslagjaar (d) (was aantal ontslagen patiënten in verslagjaar) Aantal patiënten/cliënten in zorg/behandeling op 31-12 van verslagjaar (e=c-d) Capaciteit
Aantal
Aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor dagelijkse planning van opnames of verblijf Aantal plaatsen deeltijdbehandeling Productie Aantal openstaande DBC’s op 1 januari van verslagjaar Aantal in verslagjaar geopende DBC’s (ontleend aan het instellingensysteem niet uit DIS) Aantal in het verslagjaar gesloten DBC’s (ontleend aan het instellingensysteem niet uit DIS) Aantal openstaande DBC’s op 31-12 van verslagjaar Omzet gefactureerde DBC’s (exclusief verrekende bedragen met verzekeraars)
36 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Aantal klinische opnamen exclusief interne overnamen in verslagjaar Aantal eerste polikliniekbezoeken in verslagjaar Aantal overige polikliniekbezoeken in verslagjaar Aantal psychiatrische deeltijdbehandelingen Aantal klinische verpleegdagen Personeel
Aantal
Aantal patiëntgebonden personeelsleden in loondienst op 31-12 van verslagjaar Aantal niet patiëntgebonden (overige) personeelsleden in loondienst op 31-12 van verslagjaar Aantal patiëntgebonden personeelsleden in FTE op 31-12 van verslagjaar Aantal niet patiëntgebonden (overige) personeelsleden in FTE op 31-12 van verslagjaar Aantal psychiaters in loondienst op 31-12 van verslagjaar Aantal psychiaters in FTE op 31-12 van verslagjaar Innovatie
Percentage van de bedrijfsopbrengsten
Bestedingen aan innovatie
A.2.4 Productie en personeel revalidatiecentra (A 2.4 in het jaardocument voor alle sectoren) Kerngegevens revalidatiecentra Kerngegevens
Aantal/bedrag
Capaciteit
Aantal
Aantal beschikbare klinische bedden per einde verslagjaar
Waarvan voor kinderen tot 18 jaar
Waarvan voor volwassenen
Aantal beschikbare poliklinische behandelplaatsen per einde verslagjaar
Waarvan voor kinderen tot 18 jaar
Waarvan voor volwassenen
Productie
Aantal
Aantal klinische verpleegdagen in verslagjaar
Waarvan voor kinderen tot 18 jaar
Waarvan voor volwassenen
Aantal eerste consulten in verslagjaar
Waarvan voor kinderen tot 18 jaar
Waarvan voor volwassenen
Aantal klinische revalidatiebehandeluren in verslagjaar
Waarvan voor kinderen tot 18 jaar
Waarvan voor volwassenen
Aantal poliklinische revalidatiebehandeluren in verslagjaar
Waarvan voor kinderen tot 18 jaar
Waarvan voor volwassenen
Aantal klinische opnamen in verslagjaar
Waarvan voor kinderen tot 18jaar
Waarvan voor volwassenen
Personeel
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Aantal
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 37
Aantal personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten per einde verslagjaar Aantal FTE personeelsleden in loondienst exclusief medisch specialisten per einde verslagjaar Aantal medisch specialisten (loondienst + inhuur + vrij beroep) per einde verslagjaar Aantal FTE medisch specialisten (loondienst + inhuur + vrij beroep) per einde verslagjaar Innovatie
Percentage van de bedrijfsopbrengsten
Bestedingen aan innovatie
A.2.5 Capaciteit per ziekenhuislocatie (A 2.5 in het jaardocument voor alle sectoren) UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen: capaciteit per locatie Type capaciteit
Aantal
Aantal beschikbare bedden per einde verslagjaar Waarvan bedden voor hartbewaking Waarvan bedden voor intensive care met mogelijkheid voor beademing Waarvan bedden voor intensive care zonder mogelijkheid voor beademing
A.2.6 Spoedeisende hulp (A2.6 in het jaardocument voor alle sectoren) Deze tabel wordt ingevuld per ziekenhuislocatie. UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen: spoedeisende hulp per locatie Ja/nee De locatie beschikt over een afdeling spoedeisende hulp per einde verslagjaar De afdeling spoedeisende hulp is een 7x24-uursafdeling van minimaal het basisziekenhuisniveau
38 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
A.2.7 Wet bijzondere medische verrichtingen: vergunningen (A2.7 in het jaardocument voor alle sectoren) UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen: vergunningen op grond van artikel 2 Wet bijzondere medische verrichtingen Categorie
Vergunning
Transplantaties
a. Niertransplantatie
Ja/nee
b. Harttransplantatie c. Longtransplantatie d. Levertransplantatie e. Pancreastransplantatie f. Transplantatie van de dunne darm g. Transplantatie van de eilandjes van Langerhans h. autologe stamceltransplantaties bij volwassenen i. autologe stamceltransplantaties bij kinderen j. allogene stamceltransplantatie bij volwassenen k. allogene stamceltransplantaties bij kinderen Stamceltherapie Radiotherapie
a) Radiotherapie b) Deeltjestherapie, waaronder protonentherapie
Bijzondere neurochirurgie Hartinterventies
a. Openhartoperatie (OHO) b. Automatic implantable cardiovector defibrillator (AICD) c. Ritmechirurgie d. Percutane transluminale coronaire angioplastiek (PTCA) e. Ablaties f. Transcatheter hartklepinterventies (THI)
Klinisch genetisch onderzoek
Klinisch genetisch onderzoek (vergunning)
en erfelijkheidsadvisering Klinisch genetisch onderzoek in samenwerking met een centrum met een vergunning voor klinisch genetisch onderzoek Zo ja, met welke KG vergunninghoudende centra In vitro fertilisatie (IVF)
a. IVF (vergunning) b. Transport IVF in samenwerking vergunning houdende IVF centra Zo ja, met welke IVF centra
Preïmplantatie genetische
a. PGD (vergunning)
diagnostiek b. Transport PGD in samenwerking met vergunning houdend PGD centrum Neonatale intensive care unit (NICU) Mobiele intensive care unit (MICU)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 39
IVF
IVF in het kader
ICSI
Cryo
Totaal
van transport PGD Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Gestarte cycli Follikelpuncties Embryotransfers Zwangerschappen Doorgaande zwangersch. Betrouwbaarheidsinterval - eenling - tweeling - meerling
A.2.8 Wet bijzondere medische verrichtingen: aanwijzingen (A.2.8 in het jaardocument voor alle sectoren) UMC’s, algemene en categorale ziekenhuizen: aanwijzingen op grond van artikel 8 Wet bijzondere medische verrichtingen Aanwijzing
Ja/nee
Pediatrische intensive care unit (PICU) Hemofiliebehandeling Traumazorg HIV-behandelcentra (Humaan immunodeficiëntie virus) Uitnameteams orgaandonatie
A.2.9 Traumacentrum (A 2.9 in het jaardocument voor alle sectoren) Traumacentrum/helicentrum Gegevens
Antwoordcategorie
Beschikt het traumacentrum over een helicentrum
Toelichting Tekstveld
Traumacentrum exclusief helicentrum Aantal fte per einde verslagjaar Inkomsten verslagjaar Helicentrum
Toelichting
Hoeveel uur per etmaal is de helikopter beschikbaar? 1. Aantal fte medisch coördinator per einde verslagjaar 2. Aantal fte Mobiel Medisch Team (MMT)-arts per einde verslagjaar 3. Aantal fte MMT-verpleegkundige per einde verslagjaar 4. Aantal fte chauffeur/piloot/landing officer per einde verslagjaar 5. Aantal fte administratief personeel per einde verslagjaar Totaal aantal fte per einde verslagjaar
40 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Automatisch berekenen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Aantal vlieguren in verslagjaar Aantal inzetten helikopter in verslagjaar Inkomsten verslagjaar 1. Totale personeelskosten 2. Opleidingskosten en trainingen helikopter MMT 3. Huur helikopter 4. Kosten vlieguren 5. Overige kosten Totale kosten
Automatisch berekenen
A.2.10 Onderzoek en ontwikkeling UMC’s en Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis (A 2.10 in het jaardocument voor alle sectoren) Topreferente zorg (TRF) Bedrag Bestedingen topreferente zorg
UMC’s verantwoorden zich kwalitatief en op aandoeningsspecifiek niveau op www.nfu.nl/trf. Ontwikkeling en Innovatie (O&I) Bedrag Bestedingen ontwikkeling en innovatie
Citatiescore CPP/FCSm 2012 Aantal publicaties
Aantal citaties per artikel
Citatiescore CPP/FCSm
Ontwikkeling en innovatie
Aantal publicaties in top 1% segment en tijdschriftimpact Aantal publicaties
Tijdschriftimpact JCSm/FCSm
Ontwikkeling en innovatie
Medisch Ethische ToetsingsCommissie (METC)-projecten, promoties, lopende octrooien en patenten Aantal
Aantal
Lopende
Waarvan nieuw
goedgekeurde
promoties
octrooien en
verworden
patenten totaal
octrooien en
METC-projecten
patenten Ontwikkeling en innovatie
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 41
Aantal projecten derde en vierde geldstroom Doelgroep
Aantal
Omzet
Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) Overheid (ministerie en overige Nederlandse overheid) Europese Unie Collectebusfondsen Bedrijven (binnen- en buitenland)
A.2.11 Enquête beeldvormende diagnostiek (A 2.11 in het jaardocument voor alle sectoren) Bij beeldvormende diagnostiek wordt de patiënt/cliënt blootgesteld aan ioniserende straling, met als onbedoelde bijwerking een licht verhoogde kans op het ontstaan van kanker. Daarom dient de dosis voor de patiënt/cliënt zo laag (als redelijkerwijs) mogelijk gehouden te worden, terwijl de beeldvorming van voldoende diagnostische kwaliteit moet zijn. Beeldvormende onderzoeken, nucleaire therapie en radiotherapie vinden plaats in algemene, categorale en academische ziekenhuizen en bij enkele Zelfstandige Behandelcentra. De enquête beeldvormende diagnostiek heeft als doel, het maken van ramingen van de dosis voor patiënten/ cliënten als bedoeld in artikel 12 van Richtlijn 97/43/Euratom. Het aanleveren van deze gegevens door instellingen is verplicht ingevolge Hoofdstuk 6, Artikel 74 van het Besluit stralingsbescherming. Het RIVM gebruikt de verkregen gegevens voor het actueel houden van het Informatiesysteem Medische Stralingstoepassingen (IMS). Deze website voor professionals in de gezondheidszorg verschaft inzicht in de aard en omvang van medische stralingstoepassingen in Nederland.
42 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
A.3 Personeelsinformatie (A 4. in het jaardocument voor alle sectoren) De informatie uit de tabellen is niet openbaar. De gegevens worden geleverd aan de brancheorganisaties, VWS, IGZ en het CBS. In onderstaande tabellen worden gegevens ingevuld voor het hele concern, oftewel zowel WTZi-zorg als overige activiteiten. Bij de kerngegevens in paragraaf A.2 worden gegevens over het totaal van personeel (fte’s en werkzame personen) per WTZi-zorgtype (ziekenhuizen VVT, etc.) gevraagd. Personeelskosten en –formatie concerns. Kleine instellingen (ca. 10 fte personeel of minder) wordt gevraagd om de gegevens zover mogelijk in te vullen. Geef duidelijk aan wanneer het voor u niet mogelijk is om bepaalde gegevens in te vullen A) Personeel in loondienst
Code
Salarissen van
Aantal
Aantal fte’s per
rekeningschema
personeel in
werkzame
einde
loondienst in
personen per
verslagjaar
verslagjaar, in
einde
euro’s
verslagjaar
1) Personeel cliëntgebonden functies in loondienst (excl. BBL) Management en staf patiënt/
413100
cliëntgebonden functies Personeel medische elektronica, revalidatietechniek en
413200 + 413300
onderzoeksfuncties Personeel behandel- en
413400
behandelingsondersteuning Personeel psychosociale
413500
behandeling en begeleiding Verpleegkundigen en sociaal (ped) agogische hulpverleners (niveau 5) Verpleegkundigen en sociaal (ped) agogisch hulpverleners (niveau 4) Verzorgenden en sociaal (ped) agogisch hulpverleners (niveau 3) Helpenden (niveau 2) Zorghulpen (niveau 1) Overig verpleegkundig, verzorgend en sociaal-(ped) agogisch personeel Subtotaal verpleegkundig,
413600
verzorgend en sociaal- (ped) agogisch personeel Medisch en sociaal-
413700
wetenschappelijke functies Subtotaal personeel patiënt/
413000
cliëntgebonden functies in loondienst
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 43
A) Personeel in loondienst
Code
Salarissen van
Aantal
Aantal fte’s per
rekeningschema
personeel in
werkzame
einde
loondienst in
personen per
verslagjaar
verslagjaar, in
einde
euro’s
verslagjaar
2) Leerling-verpleegkundig, verzorgend en sociaal- (ped)agogisch personeel in loondienst 414100
Verpleegkundigen en sociaal (ped) agogische hulpverleners in opleiding (niveau 5)
414110
Verpleegkundigen en sociaal (ped) agogisch hulpverleners in opleiding (niveau 4)
414200 +
Verzorgenden en sociaal (ped)
414400
agogisch hulpverleners in opleiding (niveau 3) Helpenden in opleiding (niveau 2)
414500
Zorghulpen in opleiding (niveau 1)
414700
Overig leerling-verpleegkundig,
414800
verzorgend en sociaal-(ped) agogisch personeel in loondienst 414000
Subtotaal leerlingverpleegkundig, verzorgend en sociaal- (ped)agogisch personeel in loondienst
3) Management en ondersteunend personeel in loondienst Personeel algemene en
411000
administratieve functies Personeel hotelfuncties
412000
Personeel terrein- en
415000
gebouwgebonden functies Subtotaal management en
411+412+415000
ondersteunend personeel in loondienst 4) Overig personeel in loondienst Totaal personeel in loondienst
Personeel niet in loondienst B) Ingehuurd personeel en zelfstandigen
Code
Kosten van ingehuurd personeel en zelfstandigen in verslagjaar, in euro’s
Uitzendkrachten en overige inhuur, verpleegkundig, verzorgend en sociaal(ped)agogisch met ZZP’ers (zoals verpleegkundigen, thuiszorgmedewerkers) Uitzendkrachten en overige inhuur, verpleegkundig, verzorgend en sociaal(ped)agogisch Inhuur van management en staf; algemeen en administratief Zelfstandige specialisten in vrij beroep en inhuur specialisten in loondienst elders Overige uitzendkrachten en overig ingehuurd personeel Totaal ingehuurd personeel en zelfstandigen
44 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
C) Onbetaald personeel
Gemiddeld aantal werkzame personen in verslagjaar
Stagiaires verpleegkundig, verzorgend en sociaal(ped) agogisch Overige stagiaires Vrijwilligers Totaal stagiaires en vrijwilligers
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 45
B DigiMV Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering Alle gegevens in hoofdstuk B hebben betrekking op het concernniveau
B.1 Governancecode Governancecode Code
Antwoordcategorie
Hanteert uw concern de zorgbrede Governancecode?
Ja/nee
Zo nee, welke andere code?
Tekstveld
Nee, omdat...
B.2 Bestuursstructuur Bestuursstructuur Structuur
Antwoordcategorie
Welke bestuursstructuur is op uw concern van
1. Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van
toepassing?
Toezicht 2. D irectie vallend onder eindverantwoordelijk stichtingsbestuur 3. Anders, namelijk
Wat is de samenstelling van de Raad van Bestuur of
1. Eenhoofdig
directie?
2. Tweehoofdig met voorzitter 3. Tweehoofdig collegiaal 4. Drie- of meerhoofdig met voorzitter 5. Drie- of meerhoofdig collegiaal
46 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
B.3 Wettelijke transparantie-eisen bestuursstructuur B.3.1 Wettelijke transparantie-eisen bestuursstructuur: algemeen Wettelijke transparantie-eisen bestuursstructuur Transparantie-eis
Antwoordcategorie
Is er een orgaan dat toezicht houdt op het beleid van de dagelijkse of algemene leiding van
Ja/nee
de instelling en deze met raad ter zijde staat? Zo nee, licht de reden hiervan toe in het maatschappelijk verslag. Is het toezichthoudend orgaan zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar,
Ja/nee
de dagelijkse en algemene leiding van de instellingen en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren? Legt het concern schriftelijk en inzichtelijk de verantwoordelijkheidsverdeling tussen het
Ja/nee
toezichthoudend orgaan en de dagelijkse of algemene leiding vast, evenals de wijze waarop interne conflicten tussen beide organen worden geregeld? Heeft uw concern de rechtsvorm van stichting of vereniging (als bedoeld in artikel 344 van
Ja/nee
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek)? Zo nee, welke rechtsvorm heeft uw concern?
Tekstveld
B.3.2 Wettelijke transparantie-eisen bestuursstructuur: stichting of vereniging met meer dan 50 werknemers Bevoegdheid indienen enquêteverzoek Transparantie-eis
Antwoordcategorie
Als uw concern de rechtsvorm van een stichting of vereniging heeft: zijn er meer dan 50
Ja/nee
personen werkzaam (artikel 2 WOR)? Ja/nee
Zo ja: Kent u in uw statuten aan een orgaan dat de cliënten van de instelling vertegenwoordigt, de in artikel 346, onder c van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde bevoegdheid toe tot het indienen van een verzoek als bedoeld in artikel 345 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (dit is een verzoek tot enquête [onderzoek naar beleid] door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam)? Aan wie heeft het concern buiten het orgaan dat de cliënten vertegenwoordigt deze
Tekstveld
bevoegdheid toegekend?
B.3.3 Wettelijke transparantie-eisen bestuursstructuur stichting of vereniging: statutenwijziging Wijziging statuten Transparantie-eis
Ja/nee
Hebben er in de statuten of bedrijfsvoering belangrijke veranderingen plaatsgevonden?
Ja/nee
Zo ja, welke veranderingen betrof het (antwoord in steekwoorden)?
Tekstveld
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 47
B.4 Wettelijke transparantie-eisen bedrijfsvoering Wettelijke transparantie-eisen bedrijfsvoering Transparantie-eis
Ja/nee
Heeft de instelling schriftelijk vastgelegd welk orgaan/organen van de instelling welke bevoegdheden heeft/hebben ten aanzien van welk onderdeel of aspect van de bedrijfsvoering? Heeft de instelling schriftelijk (en inzichtelijk) vastgelegd hoe de zorgverlening georganiseerd wordt, van welke andere organisatorische verbanden daarbij gebruik wordt gemaakt en wat de aard is van de relaties met die andere verbanden, waaronder begrepen verantwoordelijkheden, taken en beslissingsbevoegdheden? Ten behoeve van welke instellingen heeft u investeringen gedaan (ook indien in het buitenland
Tekstveld
gevestigd? Worden de activiteiten van de instelling waarvoor de toelating(-en) geldt/gelden, in ieder geval financieel onderscheiden van andere activiteiten van de instelling? Zijn in de financiële administratie van de instelling ontvangsten en betalingen duidelijk traceerbaar naar bron en bestemming, en is duidelijk wie op welk moment welke verplichtingen voor of namens de instelling is aangegaan?
B.5 Samenstelling toezichthoudend orgaan Samenstelling toezichthoudend orgaan Naam
Dhr/mw
Bestuursfunctie
48 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Nevenfuncties
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
C DigiMV Beleid, inspanningen en prestaties C.1 Kwaliteit van zorg: Instellingen Medisch Specialistische Zorg (ziekenhuizen, ZBC’s en UMC’s) (C.1 in het Jaardocument voor alle sectoren)
C.1.1
Proces van aanlevering tot openbaarmaking gegevens
U dient jaarlijks uw gegevens over de zorginhoudelijke indicatoren (ZI) en klantpreferentievragen (KP) aan te leveren. Op dit moment is nog niet bekend via welke portal en op welke wijze u de gegevens over verslagjaar 2012 kunt aanleveren. Voor actuele informatie over de sets verwijzen wij u naar www.zichtbarezorg.nl Uiterlijk in het najaar van 2012 wordt u via www.jaarverslagenzorg.nl en via www.zichtbarezorg.nl geïnformeerd over de meetperiode en de data en wijze van aanlevering.
C.1.2
Geboden zorg
Behandelingen geleverd door organisatorische eenheid/locatie
Ja/Nee
Zwangerschap en bevalling Bariatrische chirurgie Galblaasverwijdering Ruggenmergstimulatie bij Failed Back Surgery Syndrome Maculadegeneratie Lage rug spondylodese Nierdialyse Blaascarcinoom Mammacarcinoom Cataract Diabetes Heupvervanging Knievervanging Liesbreukoperaties Chirurgische behandeling van lage rug hernia en stenose Stressincontinentie bij de vrouw Varices Ziekten van Adenoïd en Tonsillen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 49
Beroerte Colorectaal carcinoom Constitutioneel eczeem Cystic Fibrosis OSAS Reumatoïde artritis Coeliakie Baarmoederhalsafwijkingen Longcarcinoom Maagcarcinoom Melanoom van de huid Maligne lymfoom Prostaatcarcinoom Benigne prostaat hyperplasie Nierstenen Carpaletunnelsyndroom Meniscus en voorste kruisband Migraine Osteoporose Chronische belemmering bloedstroom been HIV/AIDS Psoriasis Dementie IBD Parkinson
C.1.3 Overzicht indicatoren Zorginhoudelijke indicatoren Baarmoederhalsafwijkingen Indicator 1
Toegangstijd
Het percentage patiënten bij wie de eerste colposcopie binnen 15 werkdagen na het maken van de afspraak heeft plaatsgevonden
Indicator 2
Cervix exconisaties
Indicator 3
Overbehandeling
Het percentage patiënten behandeld voor CIN door middel van een cervix exconisatie Het percentage patiënten behandeld met een lisexcisie of exconisatie voor vermeende CIN 2-3, waarbij definitieve histologie CIN 0 of CIN 1 is
Indicator 4
Lokale anesthesie
Indicator 5
Cervixcytologie
Het percentage patiënten dat behandeld is voor CIN dat een ingreep heeft gehad die onder lokale anesthesie is uitgevoerd. Het percentage patiënten dat behandeld is voor CIN 2-3 (op basis van biopt of de excisie zelf), met een eerste cervixcytologie binnen 3 tot 9 maanden na behandeling.
50 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Klantpreferentievragen Baarmoederhalsafwijkingen Vraag 1
Informatievoorziening
Vraag 2
Aangeboden behandelmethoden
Vraag 3
Vaste behandelaar
Vraag 4
Voorkeur behandelaar
Vraag 5
Vaste aanspreekpunt
Vraag 6
HPV1
Vraag 7
Telefonisch contact na behandeling
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Bariatrische Chirurgie Indicator 1
Bariatrische chirurgie
Worden in uw ziekenhuis bariatrische ingrepen uitgevoerd?
Indicator 2a
Heringrepen <30 dagen
Percentage maagbandoperaties waarvoor een heringreep <30
Indicator 2b
Heringrepen <30 dagen
Indicator 2c
Heringrepen <30 dagen
Indicator 2d
Heringrepen <30 dagen
Indicator 3a
Peroperatieve conversies
Indicator 3b
Peroperatieve conversies
Het percentage peroperatieve conversies bij gastric bypasses
Indicator 3c
Peroperatieve conversies
Het percentage peroperatieve conversies bij gastric sleeve
Indicator 3d
Peroperatieve conversies
Het percentage peroperatieve conversies bij re-do’s
Indicator 4a
Ziekenhuissterfte
Het percentage in het ziekenhuis overleden patiënten binnen
Indicator 4b
Ziekenhuissterfte
Indicator 4c
Ziekenhuissterfte
Indicator 4d
Ziekenhuissterfte
Indicator 5a
Excess Weight Loss
Indicator 5b
Excess Weight Loss
Indicator 5c
Excess Weight Loss
Indicator 6
Multidisciplinair team
Is in het ziekenhuis een multidisciplinair team aanwezig?
Indicator 7a
Volume
Hoeveel bariatrisch chirurgen op uw ziekenhuislocatie voerden
Indicator 7b
Volume
dagen heeft plaatsgevonden Percentage gastric bypass operaties waarvoor een heringreep <30 dagen heeft plaatsgevonden Percentage gastric sleeve resecties waarvoor een heringreep <30 dagen heeft plaatsgevonden Percentage re-do’s waarvoor een heringreep <30 dagen heeft plaatsgevonden Het percentage peroperatieve conversies bij maagbandoperaties
resecties
30 dagen na een maagbandoperatie Het percentage in het ziekenhuis overleden patiënten binnen 30 dagen na een gastric bypass Het percentage in het ziekenhuis overleden patiënten binnen 30 dagen na een gastric sleeve resectie Het percentage in het ziekenhuis overleden patiënten binnen 30 dagen na een re-do Het percentage patiënten dat meer dan 50% Excess Weight Loss heeft bereikt binnen één jaar na een maagbandoperatie Het percentage patiënten dat meer dan 50% Excess Weight Loss heeft bereikt binnen één jaar na een gastric bypass Het percentage patiënten dat meer dan 50% Excess Weight Loss heeft bereikt binnen één jaar na een gastric sleeve resectie
bariatrische ingrepen uit op de peildatum? Hoeveel bariatrische ingrepen werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld via maagbandoperaties, gastric bypass operaties, gastric sleeve resecties en re-do’s?
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 51
Zorginhoudelijke indicatoren Benigne Prostaat Hyperplasie Indicator 1 Indicator 2
International Prostate
Percentage nieuwe patiënten met LUTS/BPH bij wie IPSS is
Symptom Score (IPSS)
gebruikt bij de initiële diagnostiek
Uroflowmetrie en
Percentage nieuwe patiënten met LUTS/BPH bij wie
residubepaling
uroflowmetrie en echografische residubepaling hebben plaatsgevonden als onderdeel van de initiële diagnostiek
Indicator 3
Mictielijst
Indicator 4
Ligduur na TURP
Percentage nieuwe patiënten met LUTS/BPH waarbij een mictielijst is gebruikt als aanvulling op de initiële diagnostiek Aantal opnamedagen (gemiddelde, mediaan) vanaf de datum van TURP tot aan de datum van ontslag uit het ziekenhuis voor patiënten met LUTS/BPH
Indicator 5
Heropname na TURP
Percentage patiënten met LUTS/BPH dat binnen 30 dagen na
Indicator 6
Praktijkvariatie (gegevens
Het aantal BPH operaties op gemeenteniveau per 100.000
worden geleverd door Vektis)
verzekerden in de gemeente, gecorrigeerd voor relevante
TURP is heropgenomen
patiëntkenmerken. Klantpreferentievragen Benigne Prostaat Hyperplasie Vraag 1
Behandeling
Vraag 2
Vaste behandelaar
Vraag 3
Vaste aanspreekpunt
Vraag 4
Onderzoeken op 1 dag
Vraag 5
Telefonisch contact na ontslag
Vraag 6
Informatievoorziening
Vraag 7
Standaard controleafspraken
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Beroerte Indicator 1
Tijdigheid TIA-diagnostiek
De gemiddelde tijd (in uren) verstreken tussen het tijdstip waarop een patiënt wordt aangemeld in het ziekenhuis en het afronden van de TIA-diagnostiek
Indicator 2a
Stroke unit
Percentage niet op de stroke unit opgenomen patiënten met
Indicator 2b
Stroke unit
Totaal aantal patiënten dat is opgenomen op de stroke unit.
Indicator 3
Kennisnetwerk CVA
Neemt het ziekenhuis deel aan het Kennisnetwerk CVA NL?
een beroerte.
Indien ja, Levert het ziekenhuis de volgende indicator(en) aan het Kennisnetwerk CVA Nederland (KNCN)? Indicator 4
Opnameduur
Wat was in het verslagjaar in uw ziekenhuis de gemiddelde
Indicator 5a
MDO
Indicator 5b
MDO
Nemen de volgende disciplines deel aan dit overleg?
Indicator 6a
Trombolyse
Wordt in uw ziekenhuis trombolyse uitgevoerd
Indicator 6b
Trombolyse
Indien ja, Het percentage primaire patiënten met een acuut
Indicator 6c
Trombolyse
opnameduur van patiënten met een beroerte? Wat is de frequentie waarmee het multidisciplinair overleg voor patiënten met een beroerte plaatsvindt?
herseninfarct dat trombolyse heeft ondergaan. Mediaan door-to-needle time Indien ja, Wat was in uw ziekenhuis in het verslagjaar bij patiënten met een indicatie voor trombolyse de mediaantijd die verliep vanaf het moment van binnenkomst tot de start van de trombolyse?
52 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 7
Wachttijd tot carotis operatie
Het aantal dagen (mediaan) tussen het moment van aanmelden bij de neuroloog wegens een TIA of nietinvaliderend infarct en de operatie.
Indicator 8a
Volume (carotis
Voert uw ziekenhuislocatie carotis endarteriëctomieën uit?
endarteriëctomie)
Indien ja, Hoeveel medisch specialisten op uw ziekenhuislocatie verrichtten in het verslagjaar carotisendarteriëctomie?
Indicator 8b Indicator 8c
Volume (carotis
Bij hoeveel patiënten werd in het verslagjaar op uw
endarteriëctomie)
ziekenhuislocatie carotisendarteriëctomie verricht?
Volume (carotis
Hoeveel van de bovengenoemde behandelingen verrichtte de
endarteriëctomie)
medisch specialist met het hoogste aantal behandelingen in het verslagjaar?
Indicator 8d
Volume (carotis
Hoeveel van de bovengenoemde behandelingen verrichtte de
endarteriëctomie)
medisch specialist met het laagste aantal behandelingen in het verslagjaar?
Indicator 8e Indicator 9a
Volume (carotis
Hoeveel patiënten werden door iedere medisch specialist in
endarteriëctomie)
het verslagjaar behandeld door carotisendarteriëctomie?
Praktijkvariatie
Het aantal operaties aan de halsslagader op gemeenteniveau per 100.000 verzekerden in de gemeente, gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken.
Indicator 9b
Praktijkvariatie
Het aantal operatieve interventies wegens halslagadervernauwing per 100.000 verzekerden in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken.
Zorginhoudelijke indicatoren Blaascarcinoom Indicator 1
Multidisciplinair overleg
Worden patiënten met een niet-gemetastaseerd spierinvasief blaascarcinoom structureel besproken in een multidisciplinair overleg?
Indicator 2
Eenmalige spoeling 24 uur na
Het percentage transuretrale resecties (TUR) van de blaas,
TUR
waarna een eenmalige blaasspoeling met een cytostaticum binnen 24 uur is gegeven bij patiënten met een nietspierinvasief blaascarcinoom.
Indicator 3a
Volume
Indicator 3b
Volume
Indicator 4
Vijfjaarsoverleving
Hoeveel urologen voeren al dan niet gezamenlijk op dit moment cystectomieen uit voor de indicatie blaascarcinoom? Hoeveel cystectomieen werden in het verslagjaar in het ziekenhuis (per locatie) verricht? Percentage patiënten met een invasief blaascarcinoom dat 5 jaar na de behandeling met een cystectomie nog in leven is, gecorrigeerd voor TNM-stadium, ASA-klasse, leeftijd en salvage cystectomie (ja/nee).
Indicator 5
Patiënteninformatie
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wordt er schriftelijke informatie aangeboden?
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 53
Klantpreferentievragen Blaascarcinoom Vraag 1
Termijn onderzoeken
Vraag 2
Informatievoorziening
Vraag 3
Aangeboden methoden blaasvervanging
Vraag 4
Zorgpad beschikbaar?
Vraag 5
Communicatie
Vraag 6
Uitvoering cystectomieën
Vraag 7
Gespecialiseerd verpleegkundigen
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Carpale Tunnel Syndroom Indicator 1
EMG
Percentage patiënten met een operatieve ingreep als behandeling van het CTS, bij wie uiterlijk 6 maanden voorafgaand aan de ingreep een EMG is verricht
Indicator 2
Postoperatieve wondinfectie
Percentage patiënten met een operatieve ingreep als behandeling van het CTS dat binnen 30 dagen na de operatie een wondinfectie heeft gekregen
Indicator 3
Contact operateur
Percentage patiënten dat binnen 6 weken na een operatieve ingreep als behandeling van het CTS tenminste één contact door of namens de operateur heeft gehad
Indicator 4a
Praktijkvariatie
Het aantal operaties wegens CTS op gemeenteniveau per 100.000 verzekerden in de gemeente, gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken.
Indicator 4b
Praktijkvariatie
Het aantal operaties op ziekenhuisniveau wegens Carpaal Tunnel Syndroom (CTS) per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken.
Klantpreferentievragen Carpale Tunnel Syndroom Vraag 1
Behandeling
Vraag 2
Betrokken zorgverleners
Vraag 3
Onderzoek
Vraag 4
Informatievoorziening
Vraag 5
Communicatie
Vraag 6
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
54 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Zorginhoudelijke indicatoren Cataract Indicator 1a
Dataregistratie
Indicator 1b
Dataregistratie
Heeft het ziekenhuis een complicatieregistratie voor cataractextracties in een gegevensbestand? Heeft het ziekenhuis een pre-, per- en postoperatieve dataregistratie voor cataractextracties in een gegevensbestand?
Indicator 1c
Dataregistratie
Indicator 1d
Dataregistratie
Neemt u deel aan de landelijke cataract registratie (LCR) van het NOG? Percentage cataractoperaties waarvan de data in het registratiejaar zijn ingevoerd in de LCR of een systeem met vergelijkbare parameters als de LCR
Indicator 2 Indicator 3a
Complicatie
Percentage cataractoperaties waarbij peroperatief een
achterkapselruptuur
vitrectomie is verricht
Tijdsperiode tussen operaties
Percentage patiënten met een cataractoperatie aan beide ogen bij wie datum 2e cataractoperatie minus datum 1e cataractoperatie ≥ 28 dagen is
Indicator 3b
Datum postoperatieve controle
Percentage patiënten met een cataractoperatie aan beide ogen bij wie datum laatste postoperatieve controle van het eerste geopereerde oog door operateur of verlengde arm minus datum 1e cataractoperatie ≥ 14 dagen is en voorafgaand aan de cataractoperatie aan het tweede oog
Indicator 4
Resultaat behandeling
Percentage patiënten met een postoperatieve visus ≥ 0.5
Indicator 5a
Volume
Hoeveel oogartsen op uw ziekenhuislocatie opereerden
Indicator 5b
Volume
patiënten met cataract? Hoeveel cataractoperaties werden op uw ziekenhuislocatie uitgevoerd door het specialisme Oogheelkunde? Indicator 5c
Volume
Indicator 5d
Volume
Indicator 5e
Volume
Hoeveel cataractoperaties deed iedere oogarts?
Indicator 6a
Praktijkvariatie
Het aantal cataractoperaties op gemeenteniveau per 100.000
Hoeveel operaties deed de oogarts met het laagste aantal operaties? Hoeveel operaties deed de oogarts met het hoogste aantal operaties?
verzekerden in de gemeente, gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken. Indicator 6b
Praktijkvariatie
Het aantal operatieve interventies wegens cataract per 100.000 verzekerden in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken.
Klantpreferentievragen Cataract Vraag 1
Behandeling
Vraag 2
Soort lens
Vraag 3
Aangeboden methoden verdoving
Vraag 4
Informatievoorziening
Vraag 5
Plaats behandeling
Vraag 6
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 55
Zorginhoudelijke indicatoren Chronische Belemmering Bloedstroom Been Indicator 1
Vaatkeurmerk
Heeft het ziekenhuis het Vaatkeurmerk?
Indicator 2a
Roken
Wordt de rookstatus van patiënten met PAOD in het ziekenhuis
Indicator 2b
Roken
Indicator 2c
Roken
Indicator 3a
Praktijkvariatie
geregistreerd? Percentage nieuwe patiënten met PAOD dat rookte bij de start van de behandeling in het verslagjaar Percentage rokers dat pre-operatief begeleiding kreeg aangeboden bij stoppen met roken. Het aantal interventies wegens PAOD op gemeenteniveau per 100.000 verzekerden in de gemeente, gecorrigeerd voor relevante patiëntkenmerken. Indicator 3b
Praktijkvariatie
Het aantal patiënten geopereerd wegens PAOD per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, sociaal economische status, diabetes en andere cardiovasculaire risico medicatie.
Klantpreferentievragen Chronische Belemmering Bloedstroom Been Vraag 1
Aangeboden behandelmethoden
Vraag 2
MDO
Vraag 3
Vaste behandelaar/verpleegkundig specialist
Vraag 4
Informatievoorziening: telefonisch/per e-mail
Vraag 5
Onderzoeken op 1 dag
Vraag 6
Informatievoorziening
Vraag 7
Voorkeur behandelaar
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Coeliakie Indicator 1
Percentage nieuwe
Percentage nieuwe coeliakiepatiënten met indicatie van een
coeliakiepatiënten die tijdig zijn
dunnedarmbiopsie bij wie na vaststelling van positieve
gebiopteerd
specifieke antilichamen voor coeliakie en/of bij verwijzing in verband met positieve specifieke antilichamen voor coeliakie, binnen 2 maanden een dunnedarmbiopsie is verricht
Indicator 2
Percentage nieuwe
Percentage nieuwe coeliakiepatiënten dat binnen één maand
coeliakiepatiënten
na definitieve diagnose is doorverwezen door kinderarts of
doorverwezen naar de
kinderarts MDL naar de kinderdiëtist of bij wie in de brief met
kinderdiëtist
de diagnose door kinderarts of kinderarts MDL wordt geadviseerd de patiënt naar de kinderdiëtist te sturen
Indicator 3
Percentage nieuwe
Percentage nieuwe coeliakiepatiënten in uw ziekenhuis dat
coeliakiepatiënten dat
minimaal 1x in de 1e maand, 2x in de eerste 6 maanden en 3x in
minimaal 1x in de 1e maand, 2x
het 1e jaar na diagnose een consult heeft gehad met de
in de eerste 6 maanden en 3x in
kinderarts of kinderarts MDL
het eerste 1e jaar na diagnose een consult heeft gehad met de kinderarts of kinderarts MDL Indicator 4a
Volume
Indicator 4b
Volume
Hoeveel medisch specialisten op uw ziekenhuislocatie behandelen op dit moment Coeliakie? Hoeveel patiënten met Coeliakie werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door de specialismen Kindergeneeskunde en Kindergeneeskunde MDL?
56 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 4c
Volume
Hoeveel patiënten behandelde de medisch specialist (kinderarts, kinderarts MDL) met het hoogste aantal patiënten?
Indicator 4d
Volume
Hoeveel patiënten behandelde de medisch specialist (kinderarts, kinderarts MDL) met het laagste aantal patiënten?
Klantpreferentievragen Coeliakie Vraag 1
Patiëntenpopulatie
Vraag 2
Bloedonderzoek / Dunne darm biopsie
Vraag 3
Doorverwijzing
Vraag 4
Controleafspraken
Vraag 5
Aangeboden methoden verdoving
Vraag 6
Glutenvrije maaltijden
Vraag 7
Voorkeur behandelaar
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Colorectaal Carcinoom Indicator 1
Dutch Surgical Colorectal Audit
Percentage chirurgische resecties voor Colorectaal Carcinoom
(DSCA)
gelegen in colon of rectum (alleen resecties voor primaire carcinomen meetellen) waarvan gegevens aangeleverd zijn aan de Dutch Surgical Colorectal Audit
Indicator 2 Indicator 3
Aantal lymfeklieren onderzocht
Percentage patiënten bij wie 10 of meer lymfeklieren na
na resectie
resectie van een primaire coloncarcinoom zijn onderzocht
Patiënten met
Het percentage patiënten met een rectumcarcinoom dat
rectumcarcinoom besproken in
besproken is in een preoperatief MDO
een preoperatief MDO Indicator 4
Pre-operatieve colonoscopie
Het percentage patiënten met een gediagnosticeerd colorectaal carcinoom waarvoor een electieve resectie heeft plaatsgevonden en waarbij het colon preoperatief volledig in beeld is geweest
Indicator 5a
Aanvullende chemotherapie
Het percentage patiënten < 75 jaar met een gereseceerd
coloncarcinoom
stadium III coloncarcinoom dat aanvullende chemotherapie heeft gekregen
Indicator 5b
Aanvullende chemotherapie
Het percentage patiënten ≥ 75 jaar met een gereseceerd
coloncarcinoom
stadium III coloncarcinoom dat aanvullende chemotherapie heeft gekregen
Indicator 6a
Volume
Uit hoeveel chirurgen bestaat de maatschap op de peildatum en hoeveel van deze chirurgen voeren resecties uit bij primair colorectaal carcinoom patiënten?
Indicator 6b
Volume
Indicator 7a
CRM rectumcarcinoom
Aantal resecties bij primaire colorectaal carcinoom patiënten op ziekenhuisniveau Het percentage patiënten met een rectumcarcinoom waarvan de circumferentiele resectie marge (CRM) vermeld staat in het pathologieverslag en geregistreerd werd in de DSCA.
Indicator 7b
CRM rectumcarcinoom
Het percentage patiënten met een gereseceerd primair rectumcarcinoom met een CRM van 1 mm of minder (tumor positief)
Indicator 8
Aanvullende radiotherapie
Percentage patiënten met een T3 of T4 rectumcarcinoom die
rectumcarcinoom
aanvullende radiotherapie heeft gekregen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 57
Zorginhoudelijke indicatoren Constitutioneel Eczeem Indicator 1a
Gestructureerde voorlichting
Wordt er aanvullend op de gebruikelijke behandeling door de dermatoloog/allergoloog gestructureerde voorlichting gegeven door de dermatoloog/allergoloog, verpleegkundige of gelijkwaardige informant aan nieuwe patiënten met Constitutioneel Eczeem?
Indicator 1b
Gestructureerde voorlichting
Percentage nieuwe patiënten met Constitutioneel Eczeem dat gestructureerde voorlichting heeft gehad, gegeven door de dermatoloog/allergoloog, verpleegkundige of gelijkwaardige informant
Indicator 2a
Rechtstreekse toegang tot zorg
Kunnen patiënten met Constitutioneel Eczeem bij verergering van klachten binnen twee werkdagen rechtstreeks toegang krijgen tot de dermatoloog/allergoloog of verpleegkundige (tenminste per telefoon of per e-mail door de dermatoloog/ allergoloog of een live-consult noodzakelijk is)?
Indicator 2b
Rechtstreekse toegang tot zorg
Zijn er in uw organisatie schriftelijke werkafspraken gemaakt die regelen dat patiënten met Constitutioneel Eczeem bij verergering van klachten binnen twee werkdagen rechtstreeks toegang krijgen tot de dermatoloog/allergoloog of verpleegkundige (tenminste per telefoon of per e-mail door de dermatoloog/allergoloog of een live-consult noodzakelijk is)?
Indicator 3
Behandeling met systemische
Hoeveel patiënten met een chronische dermatose worden
immunosuppressiva
behandeld in uw centrum met immunosuppressiva? (gemiddeld per dermatoloog/allergoloog per fte per jaar)
Indicator 4a
Volume
Hoeveel medisch specialisten op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum patiënten met Constitutioneel Eczeem?
Indicator 4b
Volume
Hoeveel patiënten met Constitutioneel Eczeem werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door de specialismen dermatologie en allergologie?
Indicator 4c
Volume
Hoeveel patiënten behandelde de medisch specialist (dermatoloog, allergoloog) met het hoogste aantal patiënten in het verslagjaar?
Indicator 4d
Volume
Hoeveel patiënten behandelde de medisch specialist (dermatoloog, allergoloog) met het laagste aantal patiënten in het verslagjaar?
Indicator 4e
Volume
Hoeveel patiënten werden in het verslagjaar door iedere medisch specialist (dermatologen, allergologen) behandeld?
Klantpreferentievragen Constitutioneel Eczeem Vraag 1
Gespecialiseerd verpleegkundige
Vraag 2
Toegang behandelaar
Vraag 3
Allergietesten
Vraag 4
Behandelmethoden
Vraag 5
MDO
Vraag 6
Afspraken op 1 dag
Vraag 7
Faciliteiten
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
58 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Zorginhoudelijke indicatoren Cystic Fibrosis Indicator 1 Indicator 2a
Minimale voorwaarden voor
Voldoet uw CF-centrum aan de 3 minimale voorwaarden voor
een CF-centrum
een CF-centrum?
Longfunctie (FEV1)
Gemiddelde hoogste FEV1 waarde (uitgedrukt als percentage van de voorspelde FEV1 waarde) van CF-patiënten met de leeftijd 6 tot 18 jaar die onder behandeling zijn van het centrum
Indicator 2b
Longfunctie (FEV1)
Gemiddelde hoogste FEV1 waarde (uitgedrukt als percentage van de voorspelde FEV1 waarde) van CF-patiënten met de leeftijd van 18 jaar en ouder die onder behandeling zijn van het centrum
Indicator 3a
Voedingstoestand
Indicator 3b
Voedingstoestand
Gemiddelde hoogste Z-score van CF-patiënten van 0 tot 6 jaar die onder behandeling zijn van het centrum Gemiddelde hoogste Z-score van CF-patiënten van 6 tot 18 jaar die onder behandeling zijn van het centrum
Indicator 3c
Voedingstoestand
Gemiddelde hoogste BMI van CF-patiënten van 18 jaar en
Indicator 4a
Routinecontroles volgens
Percentage routinecontroles uitgevoerd volgens de richtlijnen
Europese consensus
uit de Europese consensus
ouder die onder behandeling zijn van het centrum
(leeftijd <6 jaar) Indicator 4b
Routinecontroles volgens
Percentage routinecontroles uitgevoerd volgens de richtlijnen
Europese Consensus
uit de Europese consensus
(leeftijd 6 tot 18 jaar) Indicator 4c
Routinecontroles volgens
Percentage routinecontroles uitgevoerd volgens de richtlijnen
Europese Consensus
uit de Europese consensus
(leeftijd 18 jaar en ouder) Indicator 5a
Volume
Hoeveel medisch specialisten (kinderlongartsen en longartsen) op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum Cystic Fibrosis (als hoofdbehandelaar)?
Indicator 5b
Volume
Hoeveel patiënten met Cystic Fibrosis werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door de specialismen kindergeneeskunde en longgeneeskunde?
Klantpreferentievragen Cystic Fibrosis Vraag 1
Bereikbaarheid
Vraag 2
Behandeling/onderzoek mogelijk in weekend en termijn uitslagen
Vraag 3
Reiniging wachtruimte en spreekkamer
Vraag 4
Informatievoorziening
Vraag 5
Voorzieningen op kamer
Vraag 6
Bezoektijden en verblijf familie
Vraag 7
Planning (grote) controle
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 59
Zorginhoudelijke indicatoren Dementie Indicator 1
Registratie van het syndroom
Worden in het ziekenhuis naast het klinische syndroom
dementie
dementie ook de onderliggende aandoeningen geregistreerd zoals de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie, frontotemporale dementie, dementie met ‘Lewy Bodies’ (inclusief Parkinson-dementie) of ziekte van CreutzfeldtJakob? Indien ja, op welke wijze is deze registratie vormgegeven?
Indicator 2
Aanwezigheid van een protocol
Is er binnen het ziekenhuis voor de behandeling van patiënten
acetylcholinesteraseremmers
met de ziekte van Alzheimer en dementie met ‘Lewy Bodies’ een protocol acetylcholinesteraseremmers aanwezig? Indien ja, bevat dit protocol: • weergave van indicatiestelling • weergave van contra-indicaties • start criteria • follow-up criteria • stop criteria
Indicator 3
Multidisciplinair overleg
Is er binnen het ziekenhuis een multidisciplinair overleg dementie? Indien ja, vindt dit overleg tenminste eenmaal per maand plaats? Indien ja, zijn bij dit overleg de volgende personen aanwezig: • medisch specialisten: • neuroloog • klinisch geriater • psychiater • internist-ouderengeneeskunde • verpleegkundige(n) of verpleegkundig specialist: • (neuro-) psycholoog:
60 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 4
Ervaringen van
Heeft er binnen het ziekenhuis een tevredenheids- of
gebruikersgroepen
ervaringsonderzoek plaatsgevonden onder patiënten met dementie of hun mantelzorgers? Indien ja, wordt dit onderzoek jaarlijks herhaald? Indien ja, is de uitslag van het tevredenheids- of ervaringsonderzoek multidisciplinair besproken? Indien ja, heeft/hebben de betrokken afdeling(e)n afgelopen jaar naar aanleiding van het tevredenheids- of ervaringsonderzoek verbeteracties ondernomen op het terrein van • diagnose en/of behandeling • expertise m.b.t. het zorgaspect • toegankelijkheid, bereikbaarheid • continuïteit van zorgverleners • informatievoorziening aan dementerenden en hun mantelzorgers • actief betrekken bij de zorg van dementerenden en hun mantelzorgers • emotionele ondersteuning van dementerenden en hun mantelzorgers • anders, namelijk er waren geen verbeteracties noodzakelijk • anders, namelijk…
Indicator 5
Zorgmaatregelen
Is er een protocol aanwezig voor ziekenhuisopname bij
ziekenhuisopname
patiënten met dementie op de volgende afdelingen: • interne geneeskunde • cardiologie • orthopedie • heelkunde
Klantpreferentievragen Dementie Vraag 1
Diagnoseconsult en nazorg
Vraag 2
Diagnose- en/of behandelingsruimten en betrokken zorgverleners
Vraag 3
Informatievoorziening
Vraag 4
Aanwezigheid dementie bij opname
Vraag 5
Ondersteuning door bezoek
Vraag 6
Participatie dementieketen
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Diabetes Indicator 1
Organisatiestructuur van
Aanwezigheid van een organisatiestructuur nodig voor het
diabeteszorg (volwassenen)
uitvoeren van goede diabeteszorg volgens de zorgstandaard van de NDF in betreffende verslagjaar.
Indicator 2a
Laboratorium jaarcontrole
Het percentage patiënten met diabetes mellitus onder
(volwassenen)
behandeling van de internist waarbij de HbA1c waarde is gemeten in de 365 dagen voorafgaand aan het afsluiten van de DBC.
Indicator 2b
Laboratorium jaarcontrole
Het percentage patiënten met diabetes mellitus onder
(volwassenen)
behandeling van de internist waarbij kreatinine is gemeten in 365 dagen voorafgaand aan het afsluiten van de DBC.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 61
Indicator 2c
Laboratorium jaarcontrole
Het percentage patiënten met diabetes mellitus onder
(volwassenen)
behandeling van de internist waarbij microalbumine is gemeten in 365 dagen voorafgaand aan het afsluiten van de DBC.
Indicator 2d
Laboratorium jaarcontrole
Het percentage patiënten met diabetes mellitus onder
(volwassenen)
behandeling van de internist waarbij totaal cholesterol is gemeten in 365 dagen voorafgaand aan het afsluiten van de DBC.
Indicator 2e
Laboratorium jaarcontrole
Het percentage patiënten met diabetes mellitus onder
(volwassenen)
behandeling van de internist waarbij HDL-cholesterol is gemeten in 365 dagen voorafgaand aan het afsluiten van de DBC.
Indicator 3a Indicator 3b
Bloeddruk – Bloeddruk
Percentage patiënten met diabetes mellitus onder behandeling
gemeten (volwassenen)
van de internist bij wie bloeddruk is gemeten.
Bloeddruk – Benodigde
Percentage patiënten met diabetes mellitus onder behandeling
therapie (volwassenen)
van de internist waarbij een te hoge bloeddruk met antihypertensieve medicatie wordt behandeld.
Indicator 4
Voetzorg (volwassenen)
Het percentage patiënten met diabetes mellitus onder behandeling van de internist waarbij een voetonderzoek heeft plaatsgevonden.
Indicator 5a
Organisatiestructuur van
Is in uw centrum een multidisciplinair behandelteam aanwezig
diabeteszorg (kinderen)
voor kinderen met diabetes samengesteld conform de NDFzorgstandaard?
Indicator 5b
Organisatiestructuur van
Is het behandelteam 24/7 rechtstreeks bereikbaar?
diabeteszorg (kinderen) Indicator 5c Indicator 5d
Organisatiestructuur van
Beschikt het behandelteam over een uniform elektronisch
diabeteszorg (kinderen)
diabetesdossier?
Organisatiestructuur van
Worden reguliere behandelgegevens op papier vastgelegd?
diabeteszorg (kinderen) Indicator 6a
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes < 6 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een laatst gemeten HbA1c <58 mmol/mol
Indicator 6b
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes ≥ 6 jaar en < 12 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een laatst gemeten HbA1c <58 mmol/mol
Indicator 6c
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes ≥ 12 jaar en < 18 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een laatst gemeten HbA1c <58 mmol/mol
Indicator 6d
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes ≥ 18 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een laatst gemeten HbA1c <58 mmol/mol
Indicator 6e
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes < 6 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een HbA1c >86 mmol/mol
Indicator 6f
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes ≥ 6 jaar en < 12 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een HbA1c >86 mmol/mol
Indicator 6g
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes ≥ 12 jaar en < 18 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een HbA1c >86 mmol/mol
62 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 6h
HbA1c (kinderen)
Het percentage kinderen met diabetes ≥ 18 jaar onder behandeling op de ziekenhuislocatie met een HbA1c >86 mmol/mol
Indicator 7a
Acute opnames (kinderen)
Totaal aantal diabetesgerelateerde acute opnames van kinderen op de ziekenhuislocatie in het verslagjaar
Indicator 7b
Acute opnames (kinderen)
Indicator 7c
Acute opnames (kinderen)
Indicator 7d
Acute opnames (kinderen)
Indicator 7e
Acute opnames (kinderen)
Indicator 8a
Volume (kinderen)
Indicator 8b
Volume (kinderen)
Aantal kinderen < 6 jaar dat één of meerdere diabetesgerelateerde acute opnames had in het verslagjaar Aantal kinderen ≥ 6 jaar en < 12 jaar dat één of meerdere diabetesgerelateerde acute opnames had in het verslagjaar Aantal kinderen ≥ 12 jaar en < 18 jaar dat één of meerdere diabetesgerelateerde acute opnames had in het verslagjaar Aantal kinderen ≥ 18 jaar dat één of meerdere diabetesgerelateerde acute opnames had in het verslagjaar Hoeveel kinderartsen participeren in het kinderdiabetesteam op uw ziekenhuislocatie op de peildatum? Hoeveel kinderen met diabetes < 6 jaar werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door het kinderdiabetesteam?
Indicator 8c
Volume (kinderen)
Hoeveel kinderen met diabetes van ≥ 6 jaar en < 12 jaar werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door het kinderdiabetesteam?
Indicator 8d
Volume (kinderen)
Hoeveel kinderen met diabetes van ≥ 12 jaar en < 18 jaar werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door het kinderdiabetesteam?
Indicator 8e
Volume (kinderen)
Hoeveel kinderen met diabetes van ≥ 18 jaar werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door het kinderdiabetesteam?
Klantpreferentievragen Diabetes Vraag 1
Internist met deskundigheid diabetes
Vraag 2
Diabetesteam
Vraag 3
Afspraken op 1 dag en op 1 locatie
Vraag 4
Bereikbaarheid
Vraag 5
Informatievoorziening
Vraag 6
Begeleiding bij zelf meten van bloedsuiker en overige faciliteiten
Vraag 7
Psychosociale ondersteuning en doorverwijzing
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Galblaasverwijdering Indicator 1
Opnameduur
Aantal opnamedagen (minimum, maximum, mediaan, gemiddelde) vanaf de datum van de laparoscopische galblaasverwijdering tot aan de datum van ontslag uit het ziekenhuis
Indicator 2
Heropname
Indicator 3
Dagbehandeling
Percentage patiënten dat binnen 30 dagen na de galblaasverwijdering heropgenomen wordt Percentage patiënten met een laparoscopische galblaasverwijdering uitgevoerd in dagbehandeling
Indicator 4a
Volume galblaasverwijdering
Hoeveel chirurgen op uw ziekenhuislocatie voeren galblaasverwijderingen uit op de peildatum?
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 63
Indicator 4b
Volume galblaasverwijdering
Indicator 5
Conversies
Hoeveel galblaasverwijderingen zijn in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie uitgevoerd? Het percentage geplande laparoscopische galblaasverwijderingen waarbij geconverteerd is naar een open galblaasverwijdering
Indicator 6
Praktijkvariatie
Het aantal galblaasverwijderingen (cholecystectomieën) op ziekenhuisniveau per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht.
Zorginhoudelijke indicatoren Heupvervanging Indicator 1
Preoperatieve
Wordt in het ziekenhuis preoperatieve patiëntenvoorlichting
patiëntenvoorlichting
met schriftelijk en/of audiovisueel voorlichtingsmateriaal gegeven?
Indicator 2
Diepe wondinfecties
Percentage diepe wondinfecties in geval van een totale
Indicator 3a
Implantaatregistratie
Indicator 3b
Implantaatregistratie
Percentage heupprothesen ingevoerd in de LROI
Indicator 4
Levensduur heupimplantaten
Percentage geïmplanteerde Totale heupprothese type dat een
heupprothese Neemt het ziekenhuis deel aan de landelijke registratie van orthopedische implantaten?
in een peer-reviewed tijdschrift gepubliceerde 10-jaarsoverleving heeft van minimaal 90% Indicator 5
Routinecontroles
Worden in uw ziekenhuis vanaf 1 jaar postoperatief na een gewrichtsvervangende operatie aan heupen routinematig 1 of 2 jaarlijkse controles afgesproken voor patiënten met een primaire prothese wegens coxartrose, die niet deelnemen in een onderzoekssetting, en geen specifieke indicatie voor controle hebben?
Indicator 6
Praktijkvariatie
Het aantal heupvervangingen wegens artrose per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en sociaal economische status.
Klantpreferentievragen Heupvervanging Vraag 1
Voor- en naonderzoek
Vraag 2
Aangeboden methoden verdoving
Vraag 3
MDO
Vraag 4
Operatiemethoden / Heupprothese
Vraag 5
Afspraken op 1 dag
Vraag 6
Standaard minimale opnametermijn
Vraag 7
Informatievoorziening
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren HIV/AIDS Indicator 1
Virale load bepaling na
Het percentage naïeve HIV patiënten dat 16 weken na start
behandeling
behandeling met HAART nog onder behandeling is en waarbij de virale load is bepaald
64 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 2
Virale load bepaling per 14
Het percentage HIV patiënten dat minimaal 14 maanden met
maanden
HAART is behandeld en waarbij minimaal twee keer per 14 maanden de virale load is bepaald
Indicator 3
Onderdrukte virale replicatie na
Het percentage naïeve HIV patiënten dat behandeld is met
behandeling
HAART en dat 6 maanden na start behandeling een virale load heeft van <400 kopieën/ml
Indicator 4
Volume
Hoeveel patiënten met HIV/AIDS werden in het verslagjaar behandeld in uw centrum?
Klantpreferentievragen HIV/AIDS Vraag 1
Informatievoorziening: telefonisch/per e-mail
Vraag 2
Openingstijden prikpoli
Vraag 3
Informatievoorziening: mogelijke combinatietherapieën
Vraag 4
Tijdsduur consult
Vraag 5
Andere behandelaar: vooraf informeren
Vraag 6
Afspraken op 1 dag
Vraag 7
MDO
Vraag 8
Informatievoorziening: website / schriftelijk / bijeenkomsten
Vraag 9
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 65
Klantpreferentievragen IBD Screeningsvraag
Patiëntenpopulatie
Vraag 1
Specialisme MDL-ziekten
Vraag 2
Hoofdbehandelaar / voorkeur behandelaar / gespecialiseerd verpleegkundige
Vraag 3
Onderzoeken tijdens actieve fase / opvlamming / remissie
Vraag 4
Aangeboden methode verdoving
Vraag 5
MDO
Vraag 6
Informatievoorziening
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Knievervanging Indicator 1
Preoperatieve
Wordt in het ziekenhuis preoperatieve patiëntenvoorlichting
patiëntenvoorlichting
met schriftelijk en/of audiovisueel voorlichtingsmateriaal gegeven?
Indicator 2
Richtlijn of protocol
Percentage operaties waarbij de patiënt medicamenteuze
tromboseprofylaxe
tromboseprofylaxe voorgeschreven heeft gekregen gedurende minimaal 10 dagen na de operatie, in geval van een primaire totale knieprothese
Indicator 3a
Complicatieregistratie
Is er een informatiesysteem beschikbaar dat inzicht biedt in het binnen 6 weken optreden van alle hierna volgende complicaties: diepe wondinfecties, diep veneuze trombose, longembolieën, luxaties en heropnames, in verband met het plaatsen van een totale knieprothese? Indien ja, Is dit informatiesysteem geautomatiseerd?
Indicator 3b
Termijn van 6 weken voor
Wordt voor het vaststellen van het optreden van de hiervoor
complicaties
genoemde complicaties een termijn van in ieder geval 6 weken postoperatief aangehouden in geval van een totale knieprothese?
Indicator 3c
Indicator 3d
Indicator 3e
Gebruik ‘Orthopaedie
Wordt voor het registreren van de hiervoor genoemde
Registratieformulier’ voor
complicaties gebruik gemaakt van het ‘Orthopaedie
complicaties
Registratieformulier’ in geval van een totale knieprothese?
Genotuleerde bespreking van
Wat is de frequentie van genotuleerde besprekingen in
complicaties
verband met een totale knieprothese?
Verbeterplan optreden
Wordt per genotuleerde bespreking van complicaties in
complicaties
verband met een totale knieprothese zo nodig een verbeterplan opgesteld én een verantwoordelijke aangewezen?
Indicator 4a
Bloedmanagementrichtlijn of
Is er een bloedmanagementrichtlijn of -protocol beschikbaar
-protocol
om perioperatief gegeven homologe bloedtransfusies te reduceren in geval van een totale knieprothese?
Indicator 4b
Transfusie van homoloog bloed
Percentage operaties waarbij de patiënt perioperatief een transfusie van homoloog bloed heeft gekregen in geval van een primaire totale knieprothese
Indicator 5a
Richtlijn of protocol voor
Is er een richtlijn of protocol beschikbaar voor antibiotische
antibiotische profylaxe
profylaxe in geval van een totale knieprothese?
66 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 5b
Peri-operatief toedienen
Percentage operaties waarbij de patiënt peri-operatief
antibiotica
antibiotica toegediend hebben gekregen, in geval van een totale knieprothese
Indicator 5c
Antibiotica 60 tot 15 minuten
Percentage operaties waarbij de patiënt 60 tot 15 minuten
vóór de incisie/ opwekken van
vóór de incisie toegediend of vóór het opwekken van
bloedleegte
bloedleegte heeft gekregen, in geval van een totale knieprothese
Indicator 5d
Diepe wondinfecties
Indicator 6a
Implantaatregistratie
Indicator 6b
Implantaatregistratie
Percentage diepe wondinfecties in geval van een totale knieprothese Neemt het ziekenhuisdeel aan de landelijke registratie van orthopedische implantaten? Percentage knieprothesen ingevoerd in de LROI
Klantpreferentievragen Knievervanging Vraag 1
Voor- en naonderzoek
Vraag 2
Aangeboden methoden verdoving
Vraag 3
Pijnstilling
Vraag 4
MDO
Vraag 5
Operatiemethoden / Knieprothese
Vraag 6
Informatievoorziening
Vraag 7
Afspraken op 1 dag
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Liesbreukoperaties Indicator 1
Dagbehandeling
Percentage liesbreukoperaties in dagbehandeling uitgevoerd
Indicator 2
Lokale Anesthesie
Percentage lokale anesthesie bij open liesbreukoperaties
Indicator 3a
Volume
Hoeveel medisch specialisten op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum liesbreuken door middel van open ingrepen en/of laparoscopische ingrepen?
Indicator 3b
Volume
Hoeveel patiënten met een liesbreuk werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door middel van open ingrepen?
Indicator 3c
Volume
Hoeveel patiënten met een liesbreuk werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door middel van laparoscopische ingrepen?
Indicator 4
Praktijkvariatie (gegevens
Het aantal operatieve interventies wegens liesbreuk per
worden geleverd door Vektis)
100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en sociaal economische status
Klantpreferentievragen Liesbreukoperaties Vraag 1
Aangeboden behandelmethode / verdovingsmethode
Vraag 2
Informatievoorziening
Vraag 3
Bereikbaarheid / Nacontrole
Vraag 4
Zorgpad / One stop shop
Vraag 5
Voorkeur behandelaar
Vraag 6
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 67
Zorginhoudelijke indicatoren Longcarcinoom Indicator 1
Doorlooptijd diagnostiek
Het percentage patiënten met een longcarcinoom, dat geen mediastinoscopie heeft ondergaan, dat is besproken in het MDO en bij wie de diagnostiek binnen 20 werkdagen is afgerond.
Indicator 2
Wachttijd start behandeling
Het percentage patiënten met een longcarcinoom dat daarvoor behandeld is, is besproken in het MDO en waarbij de behandeling (curatief of palliatief) binnen 15 werkdagen na afronding van de diagnostiek is gestart.
Indicator 3
MDO
Indicator 4
Kwaliteitseisen longchirurgie
Het percentage patiënten met een stadium I, II of III longcarcinoom dat wordt besproken in een MDO. Wordt in uw instelling longchirurgie uitgevoerd? Indien ja: Voldoet het ziekenhuis aan eisen zoals gesteld door de Nederlandse Vereniging voor Longchirurgie (NVvL)/de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH), danwel eisen zoals gesteld aan een cardiothoracaal chirurgisch centrum?
Indicator 5a
Volume
Hoeveel medisch specialisten op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum patiënten met een longcarcinoom?
Longchirurgen/…Thoraxchirurgen
Indicator 5b
Volume
Bij hoeveel patiënten met een longcarcinoom is een chirurgische resectie uitgevoerd?
Klantpreferentievragen Longcarcinoom Vraag 1
Andere behandelaar: vooraf informeren
Vraag 2
Voorkeur behandelaar
Vraag 3
Vast aanspreekpunt
Vraag 4
Informatievoorziening: telefonisch / schriftelijk
Vraag 5
Tijdsduur consult
Vraag 6
Betrokken behandelaars
Vraag 7
Organisatie PET-scan
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Chirurgische behandeling van lage rug hernia en stenose Indicator 1
Aantal dagen tussen operatie-
Per patiënt:
indicatie door operateur en
Datum uitgevoerde lage rug HNP of stenose operatie minus
operatie
datum OK-indicatiestelling door operateur. Van alle patiënten in deze groep zijn gemiddelde, mediaan, minimum en maximum nodig van de wachttijd tot OK om een oordeel te kunnen geven over consistentie van gemeten waarden.
Indicator 2 Indicator 3a
Lumbale heroperaties binnen
Percentage heroperaties op lumbaal niveau binnen 30 dagen
30 dagen
na een herniaoperatie
Volume
Hoeveel wervelkolomchirurgen (neuro- en orthopedisch chirurgen) operen patiënten lage rug HNP en/of stenose op de peildatum?
Indicator 3b
Volume
Hoeveel patiënten met lage rug HNP en stenose zijn op uw ziekenhuislocatie geopereerd door wervelkolomchirurgen (neuro- en orthopedisch chirurgen) in het verslagjaar?
68 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 3c
Volume
Wat is de spreiding (gemiddelde, minimum, maximum) van het aantal geopereerde patiënten met lage rug HNP en stenose per wervelkolomchirurg (neuro- en orthopedisch chirurg) binnen uw ziekenhuislocatie?
Indicator 4
Deelname DSSR
Participeren de wervelkolomchirurgen (neuro- en orthopedisch chirurgen) in uw ziekenhuis in de DSSR?
Klantpreferentievragen Chirurgische behandeling van lage rug hernia en stenose Vraag 1
MRI-scan
Vraag 2
Zorgverleners: aanwezigheid en taken
Vraag 3
MDO
Vraag 4
Voorkeur behandelaar
Vraag 5
Aangeboden behandelmethoden
Vraag 6
Aangeboden nazorg & beleid
Vraag 7
Zorgpad / Onderzoeken op 1 dag
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Maagcarcinoom Indicator 1
Wachttijd start behandeling
Het percentage patiënten met nieuw gediagnosticeerd maagcarcinoom en bij wie binnen vier weken is gestart met de behandeling.
Indicator 2a
MDO en behandelplan en
Is er op uw ziekenhuisloctie een MDO waarin patiënten met
behandelplan
een maagcarcinoom voorafgaande aan de behandeling worden besproken en waarvan de resultaten schriftelijk en/of electronisch worden vastgelegd?
Indicator 2b
MDO en behandelplan
Indicator 2c
MDO en behandelplan
Indicator 3
Pathologieverslag
Indien ja, Zijn bij het MDO de volgende specialismen betrokken? Het percentage patiënten met een maagcarcinoom dat voorafgaande aan de behandeling is besproken in het MDO. Het percentage patiënten met een maagcarcinoom bij wie een in opzet curatieve maagresectie is uitgevoerd en bij wie het pathologieverslag voldoet aan alle 7 criteria zoals beschreven in de richtlijn
Indicator 4a
Radicaliteit
Het percentage patiënten met een primair maagcarcinoom bij wie de chirurgische snijranden, na een in opzet curatieve maagresectie in het ziekenhuis van behandeling, vrij zijn van tumorcellen
Indicator 4b
Radicaliteit
Het percentage patiënten met een recidief maagcarcinoom bij wie de chirurgische snijranden, na een in opzet curatieve maagresectie, vrij zijn van tumorcellen
Indicator 5a
Indicator 5b
Aantal onderzochte
Het percentage patiënten met een primair maagcarcinoom bij
lymfeklieren al onderzochte
wie 10 of meer lymfeklieren zijn onderzocht in het
lymfeklieren
resectiepreparaat
Aantal onderzochte
Aantal lymfeklieren (gemiddelde, mediaan, minimum,
lymfeklieren
maximum) dat is onderzocht voor patiënten met een primair maagcarcinoom die een in-opzet-curatieve maagresectie ondergingen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 69
Indicator 6
Diëtist
Is in het ziekenhuis een diëtist aanwezig die de patiënten met een maagcarcinoom en die een maagresectie ondergaan begeleidt? Indien ja, Worden alle patiënten met een maagcarcinoom die een maagresectie ondergaan door deze diëtist standaard PREOPERATIEF begeleid? Indien ja, Worden alle patiënten met een maagcarcinoom die een maagresectie ondergaan door deze diëtist standaard POSTOPERATIEF begeleid?
Indicator 7a
Volume
Hoeveel patiënten met een maagcarcinoom worden er op uw ziekenhuislocatie gezien door het specialisme? Heelkunde/ Medische oncologie/MDL/Radiotherapie
Indicator 7b
Volume
Hoeveel van deze patiënten hebben een recidief maagcarcinoom? Heelkunde/Medische oncologie/MDL/ Radiotherapie
Indicator 7c
Volume
Hoeveel patiënten met de diagnose maagcarcinoom zijn chirurgisch behandeld?
Klantpreferentievragen Maagcarcinoom Vraag 1
Aangeboden behandelmethoden
Vraag 2
Onderzoeken op 1 dag
Vraag 3
Screening
Vraag 4
Informatievoorziening
Vraag 5
Roesje
Vraag 6
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Maculadegeneratie Indicator 1
Informatievoorziening
Wordt er op uw ziekenhuislocatie schriftelijke informatie aangeboden aan patiënten met de diagnose maculadegeneratie? Indien schriftelijke informatie wordt aangeboden, wordt hierin informatie aangeboden over revalidatiecentra? Indien schriftelijke informatie wordt aangeboden, wordt hierin informatie aangeboden over patiëntenverenigingen?
Indicator 2
Verwijzing revalidatiecentra
Operationalisatie: Percentage patiënten met de natte vorm van maculadegeneratie doorverwezen naar een revalidatiecentrum
Indicator 3a
Volume intravitreale injecties
Indicator 3b
Volume intravitreale injecties
Hoeveel oogartsen zijn er werkzaam op uw ziekenhuislocatie? En hoeveel van deze oogartsen geven intravitreale injecties? Hoeveel patiënten met de natte vorm van maculadegeneratie werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie met intravitreale injecties behandeld door het specialisme oogheelkunde?
Indicator 4a
Praktijkvariatie
Het aantal patiënten met de natte vorm van maculadegeneratie per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, sociaal economische status.
Indicator 4b
Praktijkvariatie
Het gemiddeld aantal intravitreale injecties bij behandeling van de natte vorm van maculadegeneratie met intravitreale injecties op de ziekenhuislocatie.
70 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Zorginhoudelijke indicatoren Maligne Lymfoom Indicator 1
Kwaliteitseisen DLBCL
Wordt bij patiënten met een diffuus grootcellig B-cel lymfoom (DLBCL, classificatie volgens WHO 2008) standaard het volgende gedaan: Stadiëring volgens systeem van Ann Arbor Vaststellen prognose volgens de Internationale Prognostische Index (IPI)
Indicator 2
Kwaliteitseisen initiële
Wordt bij patiënten met een DLBCL standaard het volgende
stadiëring
gedaan: CT-hals-thorax-abdomen na intraveneus en oraal contrast Cristabiopt
Indicator 3
Responsevaluatie
Wordt bij patiënten met een DLBCL een responsevaluatie uitgevoerd door middel van: CT-hals-thorax-abdomen FDG-PET
Indicator 4
Doorlooptijd diagnostiek
Indicator 5
Gestructureerd overleg
Het percentage nieuwe patiënten met een DLBCL bij wie de diagnostiek binnen 4 weken is afgerond. Is er binnen uw ziekenhuis een gestructureerd overleg met een vaste frequentie? Indien ja, hoe vaak vindt dit plaats: Indien ja, zijn hierbij de volgende disciplines betrokken zijn: hematoloog/internist klinisch patholoog radioloog/nucleair geneeskundige consulent IKNL
Klantpreferentievragen Maligne lymfoom Vraag 1
Volume
Vraag 2
Deelname onderzoeken
Vraag 3
Voorkeur behandelaar
Vraag 4
Informatievoorziening
Vraag 5
Behandelde vormen
Vraag 6
Aangeboden behandelingen
Vraag 7
Informatievoorziening: telefonisch / per e-mail
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Mammacarcinoom Indicator 1a
Irradicale resectie invasief
Percentage patiënten dat een eerste borstsparende excisie van
carcinoom en ductaal
een primair invasief mammacarcinoom heeft ondergaan en bij
carcinoma in situ
wie in het resectievlak meer dan focaal tumor is gevonden (invasief of DCIS)
Indicator 1b
Irradicale resectie invasief
Percentage patiënten dat een eerste borstsparende excisie van
carcinoom en ductaal
een primair invasief mammacarcinoom heeft ondergaan en bij
carcinoma in situ
wie niet bekend is of er in het resectievlak meer dan focaal tumor is gevonden (invasief of DCIS)
Indicator 1c
Irradicale resectie invasief
Percentage patiënten dat een eerste borstsparende excisie van
carcinoom en ductaal
een primair DCIS (cT in situ) heeft ondergaan en bij wie in het
carcinoma in situ
resectievlak meer dan focaal tumor is gevonden (invasief of DCIS)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 71
Indicator 1d
Irradicale resectie invasief
Percentage patiënten dat een eerste borstsparende excisie van
carcinoom en ductaal
een primair DCIS (cT in situ) heeft ondergaan en bij wie niet
carcinoma in situ
bekend is of er in het resectievlak meer dan focaal tumor is gevonden (invasief of DCIS)
Indicator 2a
Behandeling binnen 4 weken
Percentage patiënten met nieuw gediagnosticeerd
na PA-diagnose
mammacarcinoom waarbij binnen 4 weken na PA-diagnose de behandeling is gestart in de vorm van een operatie waarbij de tumor verwijderd wordt
Indicator 2b
Behandeling binnen 4 weken
Percentage patiënten met een nieuw gediagnosticeerd
na PA-diagnose
mammacarcinoom waarbij binnen 4 weken na PA-diagnose gestart is met neoadjuvante chemotherapie
Indicator 3a
Lokale recidieven binnen 5 jaar
Indicator 3b
Lokale recidieven binnen 5 jaar
Indicator 4a
Dataregistratie
Indicator 4b
Dataregistratie
Percentage patiënten met lokaal recidief binnen 5 jaar na borstsparende chirurgie. Percentage patiënten met lokaal recidief binnen 5 jaar na ablatieve chirurgie. Neemt u deel aan het DBCA dataregistratie systeem ten behoeve van de mamma audit? Percentage patiënten met primair mammacarcinoom (invasief en in situ) waarvan gegevens zijn ingevoerd in de Dutch Breast Cancer Audit
Indicator 5a
Multidisciplinaire bespreking
Het percentage patiënten met een nieuw gediagnosticeerd mammacarcinoom dat voor de start van de behandeling multidisciplinair wordt besproken
Indicator 5b
Multidisciplinaire bespreking
Het percentage patiënten met een nieuw gediagnosticeerd mammacarcinoom dat na de operatie multidisciplinair wordt besproken
Indicator 6a
Volume
Hoeveel chirurgen zijn werkzaam op uw ziekenhuislocatie?
Indicator 6b
Volume
Hoeveel chirurgen verrichtten in het verslagjaar operaties voor
Indicator 6c
Volume
een primair mammacarcinoom (invasief en/of DCIS)? Hoeveel patiënten met een primair mammacarcinoom (invasief en/of DCIS) werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door de Chirurgie? Klantpreferentievragen Mammacarcinoom Vraag 1
MDO
Vraag 2
Onderzoeken en uitslagen op 1 dag
Vraag 3
Voorzieningen ziekenhuislocatie
Vraag 4
Vaste aanspreekpunt / Informatievoorziening: telefonisch / per e-mail
Vraag 5
Onderzoek klieren
Vraag 6
Behandelplan / Zorgpad
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
72 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Zorginhoudelijke indicatoren Melanoom van de huid Indicator 1a
MDO voor patiënten met
Worden er in uw centrum patiënten met stadium III of IV
stadium III of IV melanoom van
melanoom van de huid behandeld?
de huid Indicator 1b
MDO voor patiënten met
Indien ja,
stadium III of IV melanoom van
Is er in het ziekenhuis een structureel MDO waarin patiënten
de huid
met een melanoom van de huid worden besproken? Indien ja, Zijn de onderstaande specialismen bij dit MDO betrokken? Dermatologie Heelkunde KNO Pathologie Plastische chirurgie Medisch oncoloog Nucleair geneeskundige
Indicator 1c
Indicator 2
MDO voor patiënten met
Het percentage patiënten met een stadium III of IV melanoom
stadium III of IV melanoom van
van de huid dat vóór de behandeling wordt besproken in het
de huid
MDO.
Documentatie in het
Het percentage melanoompatiënten bij wie een diagnostisch
pathologieverslag van het
excisiebiopt is verricht en het pathologieverslag van het
diagnostische excisiebiopt
diagnostische excisiebiopt de noodzakelijke informatie bevat voor het bepalen van het verdere beleid door de clinicus.
Indicator 3
Lastmeter detectie
Wordt er in het ziekenhuis gebruik gemaakt van de Lastmeter
psychosociale zorgbehoefte
voor het bepalen van de psychosociale zorgbehoefte van patiënten na de diagnose melanoom? Indien ja, Wordt de behoefte aan psychosociale zorg structureel gemeten met behulp van de Lastmeter bij patiënten met een melanoom van de huid?
Indicator 4a
Volume
Hoeveel medisch specialisten op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum patiënten met stadium III en IV melanoom van de huid?
Indicator 4b
Volume
Hoeveel patiënten met stadium III en IV melanoom van de huid werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld?
Klantpreferentievragen Melanoom van de huid Vraag 1
Melanoom polikliniek / Zorgprofessionals
Vraag 2
Actieve informatieoverdracht
Vraag 3
Standaard foto’s
Vraag 4
Termijn / wijze uitslag
Vraag 5
Controle / instructie zelfdiagnostiek
Vraag 6
Informatievoorziening
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 73
Zorginhoudelijke indicatoren Meniscus en voorste kruisband Indicator 1
Diagnostische MRI
Het percentage patiënten met meniscusletsel dat daar operatief voor is behandeld en een diagnostische MRI heeft gekregen maximaal 1 jaar voorafgaand aan de ingreep
Indicator 2a Indicator 2b
Volume Voorste Kruisband
Hoeveel orthopeden/chirurgen op uw ziekenhuislocatie
Reconstructies
voerden voorste kruisband reconstructies uit op de peildatum?
Volume Voorste Kruisband
Hoeveel voorste kruisband reconstructies werden in het
Reconstructies
verslagjaar op uw ziekenhuislocatie uitgevoerd door de specialismen Orthopedie en Chirurgie?
Indicator 2c
Volume Voorste Kruisband
Hoeveel voorste kruisband reconstructies werden er door
Reconstructies
iedere medisch specialist uitgevoerd?
Indicator 3
Artroscopie bij artrose
Het percentage patiënten met artrose dat een artroscopie
Indicator 4
Heroperatie na artroscopie
heeft ondergaan Het percentage patiënten dat binnen 1 jaar na artroscopie een heroperatie aan dezelfde knie heeft ondergaan Indicator 5
Samenwerking
Heeft u afspraken met individuele fysiotherapiepraktijken over
Fysiotherapeuten
revalidatie van patiënten met voorste kruisband letsel? Indien ja, heeft u afspraken over de volgende onderwerpen: bespreken/registratie van complicaties afspraak over bij wie (het) postoperatieve controlemoment(en) plaatsvindt gestandaardiseerd oefenschema/protocol gestandaardiseerde gegevensuitwisseling met betrekking tot herstel van de patiënt waaronder ten minste KOOS of IKDC preoperatieve voorbereiding (tijdspad, voorbereiding eerste fase postoperatief en loophulpmiddel) specifieke nascholing voor fysiotherapeut Indien ja, met hoeveel individuele fysiotherapiepraktijken heeft u deze afspraken?
Klantpreferentievragen Meniscus en voorste kruisband Vraag 1
Informatievoorziening
Vraag 2
Aanbod verdovingsmethoden
Vraag 3
Controleafspraak
Vraag 4
Fysiotherapie
Vraag 5
Bereikbaarheid
Vraag 6
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Migraine Indicator 1 Indicator 2a
Enkelvoudig poliklinisch
Percentage nieuwe migrainepatiënten dat een enkelvoudig
consult
poliklinisch consult heeft gehad
Aanwezigheid lokaal
Wordt er gebruik gemaakt van een lokaal hoofdpijnprotocol?
hoofdpijnprotocol Indicator 2b Indicator 3a
Aanwezigheid lokaal
Is dit lokale hoofdpijnprotocol gebaseerd op de richtlijn van de
hoofdpijnprotocol
NVN?
Migraine
Hoeveel specialisten binnen uw instelling zijn werkzaam binnen het specifieke aandachtsgebied migraine?
Indicator 3b
Migraine
Hoeveel migrainepatiënten per jaar worden er gezien door de specialisten met het specifieke aandachtsgebied migraine?
74 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Klantpreferentievragen Migraine Vraag 1
Vaste neuroloog
Vraag 2
Migrainepolikliniek en hoofdpijncentrum
Vraag 3
Tijdsduur consult
Vraag 4
MDO
Vraag 5
Betrokkenheid gespecialiseerd verpleegkundige(n)
Vraag 6
Onderzoeken op 1 dag
Vraag 7
Informatievoorziening
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Nierdialyse Indicator 1
Indicatiestelling
Het percentage patiënten in het verslagjaar dat vanuit de predialysepolikliniek start met een vorm van dialyse en bij wie gemiddelde ureum/kreatinine-klaring > 15 ml/min/1.73 m2 is op het moment van starten van dialyse
Indicator 2
Voorbereidingstijd
Het percentage patiënten bij wie binnen zes maanden na de
niertransplantatie
start van een vorm van dialyse de transplantatiestatus (niet transplantabel, transplantabel of getransplanteerd) bekend is
Indicator 3
Dialyse toegang
Het percentage patiënten dat meer dan zes maanden op de predialysepolikliniek is behandeld en dan start met een dialysevorm met een functionerende shunt of PD-catheter
Indicator 4a
Pre-emptieve transplantaties
Het aantal pre-emptieve niertransplantaties dat vanuit verwijzing binnen uw eigen centrum heeft plaatsgevonden óf (indien het centrum zelf geen levende transplantaties uitvoert) het aantal pre-emptieve niertransplantaties dat na verwijzing door uw centrum heeft plaatsgevonden
Indicator 4b
Pre-emptieve transplantaties
Het aantal chronische dialyse-patiënten in uw centrum
Indicator 5a
Volume
Hoeveel geregistreerde internisten-nefrologen op uw ziekenhuislocatie waren actief betrokken bij de behandeling van dialyse-patiënten op de peildatum?
Indicator 5b
Volume
Hoeveel volwassen dialyse-patiënten werden er op uw centrum behandeld?
Er zijn geen klantpreferentievragen voor de aandoening Nierdialyse ontwikkeld. Zorginhoudelijke indicatoren Nierstenen Indicator 1a
ESWL-behandeling
Gemiddeld aantal ESWL-behandelingen per patiënt
Indicator 1b
ESWL-behandeling
Percentage patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een ESWL-behandeling is uitgevoerd én waarbij tussen 3 maanden en 1 jaar na de eerste ESWL-behandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd
Indicator 2a
URS-behandeling
Gemiddeld aantal URS-behandelingen per patiënt
Indicator 2b
URS-behandeling
Percentage patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een URS-behandeling is uitgevoerd én waarbij 1 jaar na URSbehandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd
Indicator 3a
PNL-behandeling
Gemiddeld aantal PNL-behandelingen per patiënt
Indicator 3b
PNL-behandeling
Percentage patiënten met nier- en/of ureterstenen bij wie een PNL-behandeling is uitgevoerd én waarbij 1 jaar na PNLbehandeling geen interventie voor stenen is uitgevoerd
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 75
Indicator 4a
Volume
Indicator 4b
Volume
Hoeveel urologen op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum nier- en/of ureterstenen? Hoeveel patiënten met nier- en/of ureterstenen werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door het specialisme urologie?
Indicator 4c
Volume
Hoeveel patiënten behandelde de uroloog met het hoogste aantal patiënten dat via de betreffende methode behandeld werd?
Indicator 4d
Volume
Hoeveel patiënten behandelde de uroloog met het laagste aantal patiënten dat via de betreffende methode behandeld werd?
Klantpreferentievragen Nierstenen Vraag 1
Vaste uroloog
Vraag 2
Voorkeur voor uroloog
Vraag 3
Informatievoorziening
Vraag 4
Behandelmethoden
Vraag 5
Patiëntendossier
Vraag 6
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren OSAS Indicator 1a
Minimale voorwaarden
Hoeveel nieuwe patiënten met OSAS heeft uw kliniek in het
behandeling OSAS
afgelopen jaar behandeld? Hoe hebt u het aantal nieuwe patiënten dat uw kliniek in het afgelopen jaar heeft behandeld bepaald?
Indicator 1b
Minimale voorwaarden
Is er in uw kliniek een vast multidisciplinair team waarin
behandeling OSAS
patiënten met OSAS besproken worden? Zo ja, welke disciplines zijn hierin vertegenwoordigd?
Indicator 1c
Minimale voorwaarden
Vindt er jaarlijks multidisciplinair overleg plaats over niet-
behandeling OSAS
patiëntgebonden zaken, zoals protocollen en/of behandelmethoden?
Indicator 2
Diagnostiek
Bestaat er in uw ziekenhuis voor het stellen van de diagnose OSAS een type 3-monitor die voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in de richtlijn?
Indicator 3a
Compliance CPAP
Percentage patiënten met OSAS dat gedurende minimaal een jaar met CPAP is behandeld en dat in het tweede jaar na start van de behandeling werd beoordeeld door het OSAS-team
Indicator 3b
Compliance CPAP
Meet of beschikt het ziekenhuis over de meetgegevens van
Indicator 3c
Compliance CPAP
Indicator 4a
Effectiviteit Primaire
Percentage patiënten dat een chirurgische behandeling heeft
behandeling
ondergaan voor OSAS en bij wie binnen zes maanden de AHI is
CPAP-therapietrouw? Percentage patiënten met OSAS dat gedurende minimaal een jaar met CPAP behandeld is en na 1 jaar therapietrouw is
gemeten Indicator 4b Indicator 4c
Effectiviteit Primaire
Percentage patiënten bij wie een MRA behandeling is gestart
behandeling
en bij wie binnen drie maanden de AHI is gemeten
Effectiviteit Primaire
Percentage patiënten dat de CPAP proefperiode heeft
behandeling
volbracht en bij wie na afloop de AHI is gemeten
BMI
Wordt in uw ziekenhuis begeleiding aangeboden bij vermindering van overgewicht , of wordt nagegaan of dit in de eerstelijn wordt gedaan?
76 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 5a
Volume
Hoeveel medisch specialisten op uw ziekenhuislocatie behandelen OSAS bij volwassenen?
Indicator 5b
Volume
Hoeveel patiënten met licht, matig en ernstig OSAS werden er in uw centrum gediagnosticeerd?
Indicator 6
Praktijkvariatie
Het aantal patiënten geopereerd wegens OSAS per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en sociaal economische status
Klantpreferentievragen OSAS Vraag 1
Vaste hoofdbehandelaar
Vraag 2
Behandelmethoden
Vraag 3
Slaaponderzoek
Vraag 4
Betrokken behandelaars en bereikbaarheid
Vraag 5
Informatievoorziening
Vraag 6
Afspraken en onderzoeken op 1 locatie
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Osteoporose Indicator 1a
Dexametrie en BMD meting
Het percentage patiënten tussen de 50 en 80 jaar met een recente fractuur waarbij een BMD meting van de lumbale wervelkolom en de heup is uitgevoerd tenminste eenmaal in de periode één jaar voorafgaand aan de fractuur tot drie maanden na de fractuur
Indicator 1b
Dexametrie en BMD meting
Het percentage patiënten van 80 jaar en ouder met een recente fractuur waarbij een BMD meting van de lumbale wervelkolom en de heup is uitgevoerd tenminste eenmaal in de periode één jaar voorafgaand aan de fractuur tot drie maanden na de fractuur
Indicator 2
Protocol inventarisatie valrisico
Is er een ziekenhuisbreed protocol aanwezig voor de inventarisatie van het valrisico voor patiënten van 50 jaar en ouder met een recente fractuur? Indien ja, is dit ziekenhuisbrede protocol geautoriseerd door orthopedie, geriatrie, heelkunde, interne geneeskunde en radiologie (indien aanwezig)? Indien ja, bevat dit protocol de volgende informatie? • de inventarisatie van het valrisico en de frequentie van voorkomen • de analyse en diagnostiek van het valrisico • afspraken over het vaststellen van beperkingen in de mobiliteit (evenwicht, balans, lopen, opstaan) • afspraken over mogelijk in te zetten interventies of maatregelen (balans- en spierkrachttraining, visusverbetering, medicatieaanpassingen, vitamine D-suppletie)
Indicator 3
Laboratoriumonderzoek
Is in het ziekenhuis een protocol aanwezig voor het uitvoeren van een minimumpakket aan laboratoriumonderzoeken bij patiënten van 50 jaar en ouder met een recente fractuur en aangetoonde osteoporose?
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 77
Indicator 4 Indicator 5
Aanwezigheid
Is in het ziekenhuis een wervelhoogtemeter (LVA of VFA)
wervelhoogtemeter
aanwezig?
Gespecialiseerde
Aantal fte verpleegkundig(-en) met expertise op het gebied
verpleegkundige
van osteoporose (bijv. fractuur- en osteoporoseverpleegkundige of een geriatrische verpleegkundige) en werkzaam in die hoedanigheid per 1.000 fractuurpatiënten van 50 jaar en ouder
Indicator 6
Advies anti-osteoporose
Het percentage patiënten dat een BMD-meting krijgt en bij wie
medicatie
binnen drie maanden een DBC osteoporose wordt geopend.
Klantpreferentievragen Osteoporose Vraag 1
Gespecialiseerd centrum
Vraag 2
Vaste behandelaar
Vraag 3
Diagnostische onderzoeken op 1 dag
Vraag 4
Standaard controleafspraak
Vraag 5
Informatievoorziening
Vraag 6
Bereikbaarheid
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Klantpreferentievragen Parkinson Vraag 1
Volume
Vraag 2
Bereikbaarheid
Vraag 3
Betrokkenheid gespecialiseerd verpleegkundige(n)
Vraag 4
Parkinsonteam
Vraag 5
Informatievoorziening
Vraag 6
Onderzoeks- en/of behandelmethode(n)/onderzoeksinstrumenten
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Ruggenmergstimulatie bij FBSS Indicator 1a
Praktijkvoering
Beschikken de anesthesiologen die pijnbehandeling uitvoeren over de registratie aandachtsgebied pijngeneeskunde? Indien nee, voldoen zij wel aan de daarvoor te stellen eisen?
Indicator 1b
Praktijkvoering
Indicator 1c
Praktijkvoering
Tot welke categorie behandelcentrum behoort uw ziekenhuislocatie? Wordt op uw ziekenhuislocatie 7x24 uurs zorg geleverd voor de behandeling van chronische pijn?
Indicator 2a
VvNN: lidmaatschap en
Is uw centrum lid van de “Vereniging voor Neuromodulatie
registratie ProMise
Nederland”?
VvNN: lidmaatschap en
Neemt u deel aan de ProMise registratie met betrekking tot
registratie ProMise
patiënten met FBSS?
VvNN: lidmaatschap en
Percentage nieuwe patiënten met FBSS dat geregistreerd is in
registratie ProMise
ProMise
Indicator 3a
Volume
Hoeveel anesthesiologen in uw ziekenhuislocatie voerden op
Indicator 3b
Volume
Indicator 2b Indicator 2c
de peildatum ruggenmergstimulatie bij FBSS patiënten uit? Hoeveel patiënten met FBSS werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld met ruggenmergstimulatie door het specialisme anesthesiologie?
78 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 4
Praktijkvariatie
Het aantal patiënten met implantaties op ziekenhuisniveau wegens chronische pijn bij neurogene lage rugklachten per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en sociaal economische status.
Zorginhoudelijke indicatoren Prostaatcarcinoom Indicator 1a
Positieverificatie
Vindt bij patiënten met een prostaatcarcinoom die primair uitwendig op de prostaat worden bestraald standaard positieverificatie plaats? Indien ja, Worden eventuele afwijkingen in de positie vervolgens gecorrigeerd op basis van een wetenschappelijk onderbouwd protocol (bijvoorbeeld NAL – No Action Level, SAL- Shrinking Action Level, online)? Indien ja, Welk protocol?
Indicator 1b
Positieverificatie
Het percentage patiënten met een prostaatcarcinoom dat primair uitwendig op de prostaat is bestraald met een curatieve dosis en bij wie de positie van de prostaat is bepaald
Indicator 2
Chirurgische complicaties
Het percentage patiënten met een prostaatcarcinoom bij wie binnen dertig dagen na radicale prostatectomie één of meerdere chirurgische complicaties (meer dan één dag IC verblijf, bloedtransfusie, opnameduur ≥ zeven postoperatieve dagen) zijn opgetreden
Indicator 3
Volume
Het totaal aantal patiënten in het ziekenhuis met een prostaatcarcinoom bij wie een radicale prostatectomie is uitgevoerd
Klantpreferentievragen Prostaatcarcinoom Vraag 1
Gespecialiseerd centrum
Vraag 2
MDO
Vraag 3
Vaste uroloog
Vraag 4
Informatievoorziening
Vraag 5
Patiëntendossier
Vraag 6
Consult (continentie)verpleegkundige
Vraag 7
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Psoriasis Indicator 1
Lichttherapie
Het percentage patiënten met psoriasis dat lichttherapie heeft
Indicator 2
Bijgehouden cumulatieve dosis
Het percentage patiënten met psoriasis dat lichttherapie heeft
bij lichttherapie
gekregen en waarbij de cumulatieve dosis bij lichttherapie is
gekregen
bijgehouden Indicator 3a
Intensieve therapie
Indicator 3b
Intensieve therapie
Bestaat er in uw instelling de mogelijkheid intensieve therapie te verlenen met speciaal opgeleid personeel? Indien ja, Het percentage patiënten met psoriasis dat intensieve therapie heeft gekregen
Indicator 4
Behandeling met biologicals
Percentage patiënten met psoriasis dat is behandeld met biologicals
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 79
Indicator 5a
Volume
Indicator 5b
Volume
Hoeveel Dermatologen op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum patiënten met Psoriasis? Hoeveel patiënten met Psoriasis werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door het specialisme Dermatologie?
Klantpreferentievragen Psoriasis Vraag 1
Afspraken op 1 dag en tijdsduur consult
Vraag 2
Behandelmogelijkheden
Vraag 3
Mogelijkheden lichttherapie
Vraag 4
Vast aanspreekpunt en voorkeur dermatoloog
Vraag 5
Informatievoorziening
Vraag 6
Frequentie overleg dermatoloog en reumatoloog
Vraag 7
Online faciliteiten
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Reumatoïde Artritis Indicator 1a
Indicator 1b
Indicator 1c
Beschikbaarheid
Wat is het aantal FTE reumaverpleegkundigen (RV) binnen de
reumaverpleegkundige binnen
reumapolikliniek dat beschikbaar is op een patiëntenpopulatie
de reumapolikliniek
van 1000 patiënten?
Beschikbaarheid
Wat is het aantal FTE nurse practitioners (NP)/verpleegkundig
reumaverpleegkundige binnen
specialisten (VS) binnen de reumapolikliniek dat beschikbaar is
de reumapolikliniek
op een patiëntenpopulatie van 1000 patiënten?
Beschikbaarheid
Het percentage RA-patiënten dat in het verslagjaar een
reumaverpleegkundige binnen
gesprek heeft gehad met de reumaverpleegkundige
de reumapolikliniek Indicator 2a Indicator 2b
Monitoring van ziekteactiviteit
Is ziekteactiviteit bij RA-patiënten (bijvoorbeeld door middel
bij RA-patiënten
van DAS-28 score) elektronisch vastgelegd en op te vragen?
Monitoring van ziekteactiviteit
Het percentage RA-patiënten waarbij de ziekteactiviteit (DAS-
bij RA-patiënten
28 score) binnen de afgesloten DBC tenminste éénmaal gemeten is
Indicator 2c Indicator 3a
Indicator 3b
Indicator 4a
Monitoring van ziekteactiviteit
Het percentage RA-patiënten met een lage ziekteactiviteit
bij RA-patiënten
(DAS-28 < 3,2)
Het percentage RA-patiënten
Het percentage RA-patiënten waarbij CRP en/of BSE tenminste
waarbij de ontstekingsactiviteit
éénmaal binnen de in het verslagjaar afgesloten DBC is
onder controle is
gemeten
Het percentage RA-patiënten
Het percentage RA-patiënten waarbij de laatst gemeten CRP-
waarbij de ontstekingsactiviteit
waarde < 10 mg/l is of waarbij de laatst gemeten BSE < 15 is
onder controle is
binnen de in het verslagjaar afgesloten DBC
Beschikbaarheid
Welk van de onderstaande multidisciplinaire spreekuren zijn
multidisciplinaire
binnen uw ziekenhuis aanwezig?
samenwerking Indicator 4b
Beschikbaarheid
Welk van de onderstaande personen maken deel uit van het
multidisciplinaire
multidisciplinair overleg?
samenwerking
80 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Klantpreferentievragen Reumatoïde Artritis Vraag 1
Beschikbaarheid reumaverpleegkundige
Vraag 2
Tijdsduur consult
Vraag 3
Vast aanspreekpunt
Vraag 4
Bereikbaarheid
Vraag 5
Informatievoorziening
Vraag 6
Aantal orthopedisch chirurgen werkzaam met aandachtsgebied reumachirurgie
Vraag 7
Wetenschappelijk onderzoek
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Stressincontinentie bij de vrouw Indicator 1
Bekkenfysiotherapie
Percentage voor stressincontinentie geopereerde patiënten met gedocumenteerde bekkenfysiotherapie voorafgaand aan de eerste incontinentieoperatie
Indicator 2a Indicator 2b
Gebruik gestandaardiseerde
Percentage incontinentiepatiënten dat vraag 7 t/m 12 van de
vragenlijst
urogenitale klachtenlijst (UKL) pre-operatief heeft ingevuld.
Gebruik gestandaardiseerde
Percentage incontinentiepatiënten dat vraag 7 t/m 12 van de
vragenlijst
urogenitale klachtenlijst (UKL) bij het controleconsult (6-8 weken na operatie) heeft ingevuld
Indicator 3a
Volume
Hoeveel gynaecologen met urogynaecologie als aandachtsgebied (GUA’s) en/of subspecialisten op uw ziekenhuislocatie voerden op de peildatum operatieve ingrepen wegens stressincontinentie uit?
Indicator 3b
Volume
Hoeveel patiënten met stressincontinentie werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie door de GUAs/ subspecialisten geopereerd?
Klantpreferentievragen Stressincontinentie bij de vrouw Vraag 1
Centrum bekkenbodemproblematiek
Vraag 2
Afspraak met en georganiseerd overleg tussen gynaecoloog en uroloog
Vraag 3
Verpleegkundig spreekuur
Vraag 4
Informatievoorziening
Vraag 5
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Varices Indicator 1 Indicator 2
Indicator 3a
Geregistreerde C’s (van de CEAP
Percentage geregistreerde C’s (van de CEAP classificatie)
classificatie)
voorafgaand aan invasieve therapieën voor varices
Duplexonderzoek van het
Percentage invasieve therapieën bij patiënten met varices,
oppervlakkige en het diepe
waarbij duplexonderzoek van het oppervlakkige en het diepe
systeem
systeem is uitgevoerd, voorafgaand aan de invasieve therapie
Volume en behandelaanbod
Hoeveel specialisten op uw ziekenhuislocatie behandelen op dit moment varices? Totaal aantal patiënten behandeld voor varices in uw centrum in het verslagjaar
Indicator 3b
Volume en behandelaanbod
Indicator 3c
Volume en behandelaanbod
Hoeveel patiënten met varices werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door het specialisme? Worden in uw centrum endovasculaire behandeltechnieken toegepast?
Indicator 3d
Volume en behandelaanbod
Welke behandeltechnieken werden in uw ziekenhuis verricht in het verslagjaar?
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 81
Indicator 3e
Volume en behandelaanbod
Indicator 4
Praktijkvariatie
Percentage patiënten dat met deze technieken werd behandeld Het aantal operatieve interventies wegens varices per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, sociaal economische status en hartfalen.
Klantpreferentievragen Varices Vraag 1
Aanbod behandelmethoden
Vraag 2
Nieuwste technieken
Vraag 3
Beschikbaarheid gespecialiseerd vaatlab
Vraag 4
Keuze behandeling door dermatoloog of vaatchirurg
Vraag 5
Onderzoek en behandeling op 1 dag
Vraag 6
Overdracht informatie tussen behandelaars
Vraag 7
Informatievoorziening
Vraag 8
Verdovingsmethoden
Zorginhoudelijke indicatoren Lage rug spondylodese (Wervelkolomchirurgie) Indicator 1a
Volume
Hoeveel wervelkolomchirurgen (neuro- en orthopedisch chirurgen) verrichten lage rug spondylodeses op uw ziekenhuislocatie op de peildatum?
Indicator 1b
Volume
Bij hoeveel patiënten met een degeneratieve afwijking is een lage rug spondylodese verricht in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie?
Indicator 1c
Volume
Hoeveel wervelkolomchirurgen (neuro- en orthopedisch chirurgen) in uw ziekenhuis zijn als zodanig geaccrediteerd door de DSS?
Indicator 2
Deelname DSSR
Participeren de wervelkolomchirurgen (neuro- en orthopedisch chirurgen) in uw ziekenhuis in de DSSR?
Zorginhoudelijke indicatoren Ziekten van Adenoïd en Tosillen Indicator 1
Nabloedingen
Percentage patiënten bij wie een (adeno)tonsillectomie heeft plaatsgevonden en dat binnen 14 dagen na de ingreep een heroperatie heeft ondergaan t.g.v. een nabloeding
Indicator 2 Indicator 3
Poliklinisch pre-operatief
Percentage geopereerde (adeno)tonsillectomie patiënten dat op
spreekuur
een anesthesiologische polikliniek preoperatief beoordeeld is
Aanwezigheid ouder/verzorger
Is er in uw ziekenhuis structureel de mogelijkheid voor ouders/
bij ontwaken
verzorgers om aanwezig te zijn tijdens het ontwaken op de verkoeverkamer?
Indicator 4a
Postoperatieve pijnmeting
Percentage klinische (adeno)tonsillectomie patiënten waarbij pijnintensiteit eens per 8 uur gemeten is tijdens verblijf in het ziekenhuis postoperatief
Indicator 4b
Postoperatieve pijnmeting
Percentage (adeno)tonsillectomie patiënten met ernstige postoperatieve pijn VAS/NRS >7 of gemeten met de VRS op enig moment tijdens verblijf in het ziekenhuis postoperatief
Indicator 4c
Postoperatieve pijnmeting
Percentage patiënten in dagbehandeling, dat is gebeld op de dag na (adeno)tonsillectomie ingreep om navraag te doen naar pijnintensiteit
82 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Indicator 5a
Tijd tussen besluit en moment
Hebben patiënten de mogelijkheid om binnen 6 weken vanaf
ingreep
besluit tot ingreep een (adeno)tonsillectomie ingreep te ondergaan in dagbehandeling?
Indicator 5b
Tijd tussen besluit en moment
Hebben patiënten de mogelijkheid om binnen 7 weken vanaf
ingreep
besluit tot ingreep een klinische (adeno)tonsillectomie ingreep te ondergaan?
Indicator 6a
Volume
Hoeveel KNO artsen op uw ziekenhuislocatie behandelden op de peildatum patiënten met ZAT?
Indicator 6b
Volume
Indicator 7
Praktijkvariatie
Hoeveel patiënten met ZAT werden in het verslagjaar op uw ziekenhuislocatie behandeld door KNO artsen? Het aantal patiënten geopereerd wegens ZAT per 100.000 inwoners in het verzorgingsgebied van het ziekenhuis, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en sociaal economische status
Klantpreferentievragen Ziekten van Adenoïd en Tosillen Vraag 1
Narcose en overnachtingsmogelijkheden ouders
Vraag 2
Vaste behandelaar
Vraag 3
Informatievoorziening
Vraag 4
Bereikbaarheid
Vraag 5
Instructies pijnbestrijding
Vraag 6
Voorbereiding op operatie
Vraag 7
Methoden meten pijnbeleving
Vraag 8
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
Zorginhoudelijke indicatoren Zwangerschap en Bevalling Indicator 1a
Perinatale sterfte
Het percentage perinatale sterftes in het afgelopen jaar
Indicator 1b
Perinatale sterfte
Hoeveel perinatale sterftes waren er in het afgelopen jaar (in
Indicator 1c
Perinatale sterfte
Indicator 1d
Perinatale sterfte
Indicator 1e
Perinatale sterfte
absolute aantallen)? Hoeveel a terme perinatale sterftes waren er in het afgelopen jaar? Hoeveel a terme perinatale sterftes zijn besproken in een perinatale audit in het afgelopen jaar? Hoeveel a terme perinatale sterftes zijn besproken in een perinatale audit in het afgelopen jaar en waren volgens de perinatale audit vermijdbaar? Indicator 2a
Verloskundig
Zijn in het verloskundig samenwerkingsverband (VSV)
samenwerkingsverband
bindende afspraken vastgelegd over het direct na een spoedmelding van de eerste lijn parallel opstarten van de noodzakelijke voorbereidingen in het ziekenhuis?
Indicator 2b
Verloskundig
Zijn deze afspraken schriftelijk vastgelegd in een protocol?
samenwerkingsverband Indicator 2c
Verloskundig
Is/zijn in het verslagjaar gemeenschappelijke scholing(en)
samenwerkingsverband
georganiseerd voor gynaecologen, eerste en tweedelijn verloskundigen en/of verloskundig actieve huisarts?
Indicator 2d Indicator 2e
Verloskundig
Zijn er afspraken gemaakt over uniforme voorlichting over
samenwerkingsverband
pijnbestrijding door de eerste en tweede lijn?
Verloskundig
Zijn deze afspraken schriftelijk vastgelegd in een protocol?
samenwerkingsverband Indicator 3a
Aantal sectio’s
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Het percentage primaire sectio’s
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 83
Indicator 3b
Aantal sectio’s
De VOKS-percentiel primaire sectio’s
Indicator 3c
Aantal sectio’s
Het percentage secundaire sectio’s
Indicator 3d
Aantal sectio’s
De VOKS-percentiel secundaire sectio’s
Indicator 4
Epidurale analgesie
Percentage patiënten met epiduraal analgesie (PDA) of gecombineerd spinale-epidurale (CSE) dat s nachts (23-11 uur) en in het weekend is bevallen
Klantpreferentievragen Zwangerschap en Bevalling Vraag 1
Verblijf pasgeboren baby
Vraag 2
Begeleiding bij bevalling
Vraag 3
Faciliteiten verloskundeafdeling en neonatologieafdeling
Vraag 4
Geboorteplan
Vraag 5
Onderscheid t.o.v. andere ziekenhuizen
C.2 Kwaliteitscertificaten, - labels of accreditaties (C.8 in het Jaardocument voor alle sectoren) Het aanleveren van deze gegevens is facultatief. Aangeleverde gegevens zijn openbaar. U levert de gegevens aan op het niveau van concern (voor de concernbrede certificaten) en organisatorische eenheden of instellingen zoals afgesproken met de IGZ Kwaliteitscertificaten, -labels of accreditaties Gegeven
Antwoordcategorie
Certificaat, label of accreditatie aanwezig
Aantal
Per aanwezig certificaat/label/accreditatie Naam
Tekstveld
Reikwijdte (bijvoorbeeld voor een bepaalde afdeling of een bepaalde dienstverlening)
Tekstveld
Datum van uitreiking
Datum
Datum van expiratie geldigheid
Datum
Naam toetsende instantie
Tekstveld
Traject gestart om een kwaliteitscertificaat, -label of accreditatie te verkrijgen
Aantal
Per gestart traject Naam beoogd certificaat, label of accreditatie
Tekstveld
Reikwijdte (bijvoorbeeld voor een bepaalde afdeling of een bepaalde dienstverlening) Verwachte datum van uitreiking
Datum
Naam toetsende instantie
Tekstveld
84 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
C.3 Klachten (C.9 in het Jaardocument voor alle sectoren) Op concernniveau aan te leveren: Klachtenfunctionaris. Klachtenfunctionaris Gegeven
Antwoordcategorie
Kunnen patiënten/cliënten in uw concern terecht bij een klachtenfunctionaris
Ja/nee
U levert de gegevens aan op het niveau van organisatorische eenheden of instellingen zoals afgesproken met de IGZ. Aantallen klachten Gegeven
Aantal
Aantal klachten ingediend bij de klachtencommissie Aantal klachten als percentage van het gemiddeld aantal personeelsleden in fte’s
Automatisch berekenen
Aantal door de klachtencommissie in behandeling genomen klachten Aantal klachten waarover de klachtencommissie advies heeft uitgebracht Aantal klachten dat gegrond is verklaard
Leveringsvoorwaarden VV&T Gegeven
Antwoordcategorie
Hanteert u de Algemene Voorwaarden voor zorg (met verblijf en/of zonder
Ja/nee
verblijf) van ActiZ en BTN?
C.4 Verloop personeel (C.10 in het Jaardocument voor alle sectoren) Verloop personeel Verloop personeel
Aantal personeelsleden
Aantal fte
Instroom personeel in loondienst totale concern in verslagjaar Waarvan personeel WTZi-zorg (schatting) Instroom personeel in loondienst totale concern in verslagjaar Waarvan personeel WTZi-zorg (schatting)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 85
C.5 Ziekteverzuim (C.11 in het Jaardocument voor alle sectoren)
C.5.1 Ziekteverzuim alle sectoren met uitzondering van UMC’s Ziekteverzuim exclusief zwangerschapsverlof alle sectoren met uitzondering van UMC’s Verzuim
Percentage
Verzuim totaal personeel in loondienst (alle sectoren behalve UMC’s) Waarvan personeel WTZi-zorg (schatting)
C.5.2 Ziekteverzuim UMC’s Ziekteverzuim exclusief zwangerschapsverlof, volgens de definitie in de toolkit van het Arboservicepunt HOO, UMC’s Verzuim UMC’s
Percentage
Verzuim totaal personeel in loondienst UMC’s Waarvan personeel WTZi-zorg (schatting)
C.6 Vacatures (C.12 in het Jaardocument voor alle sectoren) Vacatures Vacatures
Totaal aantal vacatures per
Aantal moeilijk vervulbare
einde verslagjaar
vacatures per einde verslagjaar
Totaal personeel Waarvan personeel met patiënt/cliëntgebonden functies
86 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
C.7 Rentabiliteit (C.13 in het Jaardocument voor alle sectoren) Indien u zich als concern verantwoordt, wordt u verzocht de rentabiliteit uit te splitsen naar segmenten van bedrijfsactiviteiten per financieringsvorm: gefinancierd op basis van de Zvw (incl. Min O&W), de AWBZ, de WMO en door Justitie. In feite wordt gevraagd naar de bedrijfsresultaten en het balanstotaal van de instellingen die (hoofdzakelijk) met één van de genoemde financieringsvormen worden bekostigd. De definitie van de gevraagde rentabiliteit is die van Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten / Balanstotaal. Rentabiliteit zorginstellingen
vorig jaar
verslagjaar
Van zorginstellingen gefinancierd obv Zvw Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal Van zorginstellingen gefinancierd obv AWBZ Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal Van zorginstellingen gefinancierd obv WMO Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal Van zorginstellingen gefinancierd door Justitie Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal
U wordt verzocht de rentabiliteit van de instellingen gefinancierd op basis van de Zvw verder uit te splitsen in die van de eventuele ziekenhuizen in het concern, de ZBC’s, de Revalidatie-instellingen, de Curatieve GGZ en de Kraamzorg. Rentabiliteit zorginstellingen Zvw
vorig jaar
verslagjaar
Ziekenhuizen Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal ZBC Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal Revalidatie-instellingen Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal Curatieve GGZ Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal Kraamzorg Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten Balanstotaal
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 87
C.8 Liquiditeit (C.14 in het Jaardocument voor alle sectoren) Indien u zich als concern verantwoordt, wordt u verzocht de liquiditeit uit te splitsen naar segmenten van bedrijfsactiviteiten per financieringsvorm: gefinancierd op basis van de Zvw (incl. Min O&W), de AWBZ, de WMO en door Justitie. In feite wordt gevraagd naar de vlottende activa (inclusief liquide middelen) en het totaal van de kortlopende schulden van de instellingen die (hoofdzakelijk) met één van de genoemde financieringsvormen worden bekostigd. De definitie van de gevraagde liquiditeit is die van Vlottende activa (incl liquide middelen / Totaal kortlopende schulden. Liquiditeit
vorig jaar
verslagjaar
Van zorginstellingen gefinancierd obv Zvw Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden Van zorginstellingen gefinancierd obv AWBZ Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden Van zorginstellingen gefinancierd obv WMO Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden Van zorginstellingen gefinancierd door Justitie Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden
U wordt verzocht de liquiditeit van de instellingen gefinancierd op basis van de Zvw verder uit te splitsen in die van de eventuele ziekenhuizen in het concern, de ZBC’s, de Revalidatie-instellingen, de Curatieve GGZ en de Kraamzorg. Liquiditeit zorginstellingen Zvw
vorig jaar
verslagjaar
Ziekenhuizen Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden ZBC Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden Revalidatie-instellingen Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden Curatieve GGZ Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden Kraamzorg Vlottende activa (incl liquide middelen) Totaal kortlopende schulden
88 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
C.9 Solvabiliteit (C.15 in het Jaardocument voor alle sectoren) Indien u zich als concern verantwoordt, wordt u verzocht de solvabiliteit uit te splitsen naar segmenten van bedrijfsactiviteiten per financieringsvorm: gefinancierd op basis van de Zvw (incl. Min O&W), de AWBZ, de WMO en door Justitie. In feite wordt gevraagd naar de vlottende activa (inclusief liquide middelen) en het totaal van de kortlopende schulden van de instellingen die (hoofdzakelijk) met één van de genoemde financieringsvormen worden bekostigd. De definitie van de gevraagde solvabiliteit is die van Eigen vermogen / Balanstotaal. Solvabiliteit zorginstellingen
vorig jaar
verslagjaar
Van zorginstellingen gefinancierd obv Zvw Eigen vermogen Balanstotaal Van zorginstellingen gefinancierd obv AWBZ Eigen vermogen Balanstotaal Van zorginstellingen gefinancierd obv WMO Eigen vermogen Balanstotaal Van zorginstellingen gefinancierd door Justitie Eigen vermogen Balanstotaal
U wordt verzocht de solvabiliteit van de instellingen gefinancierd op basis van de Zvw verder uit te splitsen in die van de eventuele ziekenhuizen in het concern, de ZBC’s, de Revalidatie-instellingen, de Curatieve GGZ en de Kraamzorg. Solvabiliteit zorginstellingen Zvw
vorig jaar
verslagjaar
Ziekenhuizen Eigen vermogen Balanstotaal ZBC Eigen vermogen Balanstotaal Revalidatie-instellingen Eigen vermogen Balanstotaal Curatieve GGZ Eigen vermogen Balanstotaal Kraamzorg Eigen vermogen Balanstotaal
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 89
C.10 Beloning leden Raad van Bestuur/Directie (C.16 in het Jaardocument voor alle sectoren) Voor elk lid van de Raad van Bestuur vult u een afzonderlijke tabel in. Indien uw bestuurstructuur een directie vallend onder eindverantwoordelijk stichtingsbestuur is (zie ook B2), dient u hier de gegevens van de leden van de directie in te vullen.Wanneer een persoon tijdens het verslagjaar zowel in loondienst als extern ingehuurd de bestuursfunctie heeft uitgeoefend, dan moet voor deze persoon de tabel twee maal worden ingevuld. Mocht een lid van de Raad van Bestuur dan wel de totale Raad van Bestuur een niet-natuurlijke persoon zijn, dan moeten de gevraagde persoonsgegevens (als o.a. naam, rechtsvorm, domicilie, totale vergoeding,aard van de overeenkomst, de gehanteerde beloningsregeling) worden ingevuld over die rechtspersoon. In de rij “Opmerkingen” geeft u die elementen van/informatie over het inkomen van de bestuurder op die u niet kunt plaatsen onder een van de andere genoemde inkomenscategorieën. Een recent voorbeeld hiervan is een door de instelling verstrekte lening aan de bestuurder plus de eventueel aan de lening verbonden voordelen voor de bestuurder. Beloning leden Raad van Bestuur / Directie Naam
Naam
De heer of mevrouw
Geslacht
Bestuursfunctie
Naam functie
Nevenfunctie
Naam functie
Vanaf welke datum was de bestuurder voor het eerst in de huidige functie van
Datum
bestuurder werkzaam binnen de organisatie? Maakte de persoon op 31 december van het verslagjaar deel uit van het bestuur?
Ja/nee
Zo nee: tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in uw
Datum
organisatie? Is de persoon in het verslagjaar voorzitter van het bestuur geweest?
Ja/nee
Zo ja: hoeveel maanden is de persoon voorzitter geweest in het verslagjaar?
Aantal
90 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wat is de aard van de arbeidsovereenkomst?
1. Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd 2. Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd 3. Interne waarnemer bestuursfunctie 4. Extern ingehuurd, dus geen dienstverband 5. Anders, namelijk …….
Welke salarisregeling is toegepast?
1. BBZ 2. NVTZ-regeling 3. O ude NVZD of VDZ regeling 4. AMS-regeling 5. CAO 6. Anders, namelijk ……
Wat is de deeltijdfactor in procenten
Percentage %
Bruto-inkomen, incl. vakantiegeld, eindejaarsuitkering,
Bedrag in euro’s
salaris en andere vaste toelagen Waarvan: verkoop verlofuren
Bedrag in euro’s
Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren
Bedrag in euro’s
Bruto-onkostenvergoeding
Bedrag in euro’s
Werkgeversbijdrage sociale lasten
Bedrag in euro’s
Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU
Bedrag in euro’s
Ontslagvergoeding
Bedrag in euro’s
Bonussen
Bedrag in euro’s
Totaal inkomen
Bedrag in euro’s (som wordt automatisch berekend)
Totaal inkomen op basis van full-time dienstverband en
Bedrag in euro’s (som wordt automatisch berekend)
een volledig kalenderjaar. Cataloguswaarde auto van de zaak
Bedrag in euro’s
Eigen bijdrage auto van de zaak
Bedrag in euro’s
C.11 Beloning/Vergoeding Raad van Toezicht/Raad van Commissarissen/Raad van Beheer (C.17 in het Jaardocument voor alle sectoren) Bezoldiging Raad van Toezicht/Commissarissen Naam
2012 Bezoldiging €
Totaal
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 91
C.12 Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (C.18 in het Jaardocument voor alle sectoren) De hoogte van de WOPT wordt per ministeriële regeling bekend gemaakt binnen 6 weken na afloop van het kalenderjaar. Daarna wordt deze gepubliceerd op www.jaarverslagenzorg.nl. Ter indicatie, in 2010 was deze som € 193.000. Gegevens WOPT Functie/
Duur dienstverband
functies
Belastbaar
Deeltijdfactor
loon (in euro)
Voorzieningen
Uitkeringen in
ten behoeve
verband met
van
beëindiging
beloningen
van het
betaalbaar op
dienstverband
termijn
(in euro)
(in euro) In dienst vanaf
In dienst tot 2012
2011
2012
2011
2012
2011
2012
2011
(ddmmjjjj)
Motivatie overschrijdingen van het gemiddeld belastbaar loon van onze Ministers:
92 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
D DigiMV Hoofdposten uit de Jaarrekening In deze sectie van DigiMV wordt u gevraagd om een aantal hoofdposten uit de jaarrekening over te nemen.
D.1 Jaarrekening: balans Balans per einde verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar Activa per einde verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar Vaste activa
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Voorraden Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Effecten Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Totaal activa (vast+ vlottend)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 93
Passiva per einde verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar Eigen vermogen
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet-collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen Overige passiva
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Voorzieningen Langlopende schulden (> 1 jaar) Kortlopende schulden (< 1 jaar) en overlopende passiva Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Totaal overige passiva Totaal passiva
Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Totaal passiva (eigen vermogen+ overig)
D.2 Jaarrekening: resultatenrekening Resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Bedrijfsopbrengsten
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies) Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC B-segment; inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) Omzet DBC B-segment Subsidies (exclusief Wmohuishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties) Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
94 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bedrijfslasten
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Financieel resultaat Saldo Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsvoering Resultaat uit gewone bedrijfsvoeringen na belastingen
Buitengewone baten en lasten Buitengewone baten en lasten Buitengewone baten Buitengewone lasten Buitengewoon resultaat
Resultaat over verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar Resultaat
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Resultaat
D.3 Kasstroomoverzicht Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Totaal kasstroom operationele activeit Totaal kasstroom investeringsactiveit Totaal kasstroom financieringsactiviteit
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 95
D.4 Toelichting op balans: materiële vaste activa Toelichting op de balans verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: materiële vaste activa Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Boekwaarde per 1 januari Bij: Totaal investeringen (zie specificatie in tabel hieronder) Bij: Totaal herwaarderingen Af: Totaal desinvesteringen Af: Totaal afschrijvingen Af: Totaal terugname geheel afgeschreven activa Boekwaarde per 31 december (=totaal materiële vaste activa)
Toelichting op de balans verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: investeringen naar type activa Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Investeringen in bedrijfsgebouwen en terreinen Investeringen in machines en installaties Investeringen in andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Investeringen in materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa Investeringen in niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa Totaal investeringen
D.5 Toelichting op balans: financiële vaste activa Toelichting op de balans per einde verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: financiële vaste activa Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Deelnemingen Overige langlopende vorderingen Totaal financiële vaste activa
96 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
D.6 Toelichting op balans: vorderingen en overlopende activa Toelichting op de balans per einde verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: vorderingen en overlopende activa Bedrag in euro’s einde verslagjaar
Bedrag in euro’s per einde vorig verslagjaar
Vorderingen op debiteuren Overige kortlopende vorderingen en overlopende activa Totaal vorderingen en overlopende activa
D.7 Toelichting op balans: kortlopende schulden en overlopende passiva Toelichting op de balans per einde verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: kortlopende schulden Bedrag in euro’s einde
Bedrag in euro’s per
verslagjaar
einde vorig verslagjaar
Schulden aan kredietinstellingen Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Overige schulden Overige kortlopende schulden en overlopende passiva Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
D.8 Toelichting op balans: specificatie financieringsverschil Toelichting op de balans verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: specificatie financieringsverschil Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Wettelijk budget aanvaarbare kosten RAK (reserve aanvaardbare kosten) Af: Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget (zie tabel hieronder) Totaal financieringsverschil
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 97
Toelichting op de balans verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: specificatie vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget ziekenhuizen Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Opbrengsten DBC A-segment inclusief toeslagen Honoraria-opbrengsten specialisten in loondienst Mutatie onderhanden werk honoraria voor specialisten in loondienst Kapitaallasten DBC-B segment Overige opbrengsten Nog te factureren DBC A-segment Mutatie onderhanden werk DBC A-segment Afrekening overfinanciering Afrekening lumpsum Overige mutaties Totaal vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget
D.9 Toelichting op de resultatenrekening: wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (uit AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies) Toelichting op de resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: wettelijk budget Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Wettelijk budget boekjaar Correcties budget voorgaande jaren Totaal wettelijk budget voor aanvaardbare kosten (uit AWBZ/ Zvw-zorg, exclusief subsidies)
98 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
D.10 Toelichting op de resultatenrekening: niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC B-segment; inclusief Wmo-hulp bij huishoudelijke hulp) Toelichting op de resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: nietgebudgetteerde zorgprestaties Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Zorgprestaties tussen instellingen Eigen bijdragen en betalingen cliënten voor niet-verzekerde zorg en opbrengsten uit aanvullende zorgverzekering Persoonsgebonden en -volgende budgetten Opbrengsten uit hoofde van nietgebudgetteerde Zvw/AWBZ-zorg (waaronder kraamzorg) Opbrengsten uit Wmo-prestaties op het gebied van huishoudelijke hulp (inclusief onderaanneming) Overige niet-gebudgetteerde zorgprestaties Totaal niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC B-segment; inclusief Wmo huishoudelijke hulp)
D.11 Toelichting op de resultatenrekening: subsidies (exclusief Wmo-huishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties) Toelichting op de resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: subsidies Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Subsidies AWBZ/Zvw-zorg Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van OC&W (waaronder werkplaatsfunctie en medische faculteit van UMC’s) Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van Veiligheid en Justitie Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds, academische component voor UMC’s) Overige Rijkssubsidies
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 99
Subsidies vanwege Provincies en gemeenten (exclusief Wmohuishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties zoals maatschappelijke en vrouwenopvang, verslavingszorg, OGGZ) Overige subsidies, waaronder loonkostensubsidies en EU-subsidies Totaal subsidies (exclusief Wmohuishoudelijke hulp; inclusief overige Wmo-prestaties)
D.12 Toelichting op de resultatenrekening: omzet DBC B-segment Toelichting op de resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: omzet DBC B-segment Omzet DBC B-segment
Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Gefactureerde omzet DBC B-segment Mutatie onderhanden projecten DBC B-segment
D.13 Toelichting op de resultatenrekening: overige bedrijfsopbrengsten Toelichting op de resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: overige bedrijfsopbrengsten Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Overige dienstverlening Overige opbrengsten, waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed Totaal overige bedrijfs-opbrengsten
100 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
D.14 Toelichting op de resultatenrekening: personeelskosten Toelichting op de resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: personeelskosten Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremie Andere personeelskosten Personeel niet in loondienst Totaal personeelskosten
D.15 Toelichting op de resultatenrekening: overige bedrijfskosten Toelichting op de resultatenrekening verslagjaar respectievelijk vorig verslagjaar: overige bedrijfskosten Bedrag in euro’s verslagjaar
Bedrag in euro’s vorig verslagjaar
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt/cliënt- en bewonersgebonden kosten Onderhoud Energiekosten Energiekosten stroom Energiekosten gas Huur en leasing Donaties en vrijval voorzieningen Totaal overige bedrijfskosten
D.16 Bevestiging Nadat DigiMV is ingevuld, wordt gevraagd om een bevestiging door de Raad van Bestuur. Alleen de RvB kan namelijk de gegevens verzenden. Daarmee geeft de RvB aan dat de gegevens naar waarheid zijn ingevuld. Nb. Deze verklaring heeft geen betrekking op het verslag van de Raad van Toezicht.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 101
IV Achtergrondinformatie
102 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
E Wijzigingen ten opzichte van verslagjaar 2011 Onderdeel
Wijziging
Algemeen Gehele document
Tekstuele verbeteringen en waar nodig aanpassingen ivm wetswijzigingen.
Maatschappelijk verslag 2.3.1.
Kernactiviteiten en nadere typering :Kraamzorg is toegevoegd aan de eerste alinea.
3.3
Passage toegevoegd in laatste alinea: Als in uw organisatie geen Raad van Toezicht of Raad van Commissarissen functioneert, bijvoorbeeld vanwege de geringe omvang van uw organisatie, of omdat de rechtsvorm een b.v. is.
4.5.1
Toevoeging scholingsbeleid en beleid gericht op duurzame inzetbaarheid
DigiMV A.1.1
Typering concern: toevoeging van het kopje forensische zorg.
A.2
Opname tabel over totale bedrijfsopbrengsten.
A.2.1
Aanpassing tabel productie, personeel en opbrengsten UMC’s, ziekenhuizen,ZBC’s. Toevoeging: • Waarvan bedden/plaatsen voor dag/deeltijdbehandeling • Waarvan wiegen voor gezonde zuigelingen Aanpassing DOT zorgproducten Medisch specialistische zorg wordt uitgesplitst in A-segment en B-segment. Toevoeging: • Aantal beschikbare operatiekamers • Bestedingen aan innovatie Geschrapt 8 vragen over openstaande en gesloten DBC’s. Geschrapt 4 vragen over bedrijfsopbrengsten en wettelijk budget
A.2.7
Tabel Wet bijzondere medische verrichtingen: aanvullingen onder Transplantaties, Stamceltherapie, Hartinterventies, Klinisch genetisch onderzoek, In vitro fertilisatie en neonatale intensive care unit
A.2.2, A.2.3, A.2.4
Toevoeging vraag over innovatie
A.4
Tabel personeelsinformatie: in de tabel wordt Verzorgenden individuele en algemene gezondheidszorg en sociaal pedagogische werksters vervangen door: Verzorgenden en sociaal (ped)agogisch hulpverlener.
A.4
Bij de tabel niet in loondienst: toevoegen ZZP-ers (zoals verpleegkundigen en thuiszorgmedewerkers)
B.1
Governancecode: bij de vraag hanteert uw concern de zorgbrede Governancecode ook de mogelijkheid nee, omdat toevoegen.
C.7, C.8, C.9
Deze tabellen inzake rentabiliteit, liquiditeit, solvabiliteit worden gewijzigd.
C.16
Beloning leden Raad van Bestuur Toevoegingen onder nevenfunctie, aard van de arbeidsovereenkomst en salarisregeling en totaal inkomen op basis van full-time dienstverband
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen | 103
D.2
Jaarrekening, resultatenrekening
D.3
Toevoeging kasstroomoverzicht
D.15
Toevoeging uitsplitsing energiekosten
Toelichting Accountantscontrole Gewijzigd controleprotocol. Dataprotocol
104 | Jaarverantwoording 2012 - Ziekenhuizen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport